Vipdomet 12,5 mg - 850 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Elke tablet bevat alogliptinebenzoaat, overeenkomend met 12,5 mg alogliptine en 850 mg
metforminehydrochloride.
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten
Elke tablet bevat alogliptinebenzoaat, overeenkomend met 12,5 mg alogliptine en 1.000 mg
metforminehydrochloride.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet).
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Lichtgele, langwerpige (ongeveer 21,0 mm lang en 10,1 mm breed), biconvexe, filmomhulde
tabletten, met aan één kant de aanduiding “12.5/850” en aan de andere kant “322M” in reliëfopdruk.
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten
Vaalgele, langwerpige (ongeveer 22,3 mm lang en 10,7 mm breed), biconvexe, filmomhulde tabletten,
met aan één kant de aanduiding “12.5/1000” en aan de andere kant “322M” in reliëfopdruk.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Vipdomet is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met diabetes mellitus type 2 die
18 jaar en ouder zijn:
-
als aanvulling op een dieet en lichaamsbeweging, om de glykemische regulatie te verbeteren bij
volwassen patiënten die onvoldoende gereguleerd zijn met de maximale verdraagbare dosis van
metformine alleen of patiënten die al behandeld worden met een combinatie van alogliptine en
metformine.
in combinatie met pioglitazon (d.w.z. triple combinatietherapie) als aanvulling op een dieet en
lichaamsbeweging bij volwassen patiënten die onvoldoende gereguleerd zijn met hun maximale
verdraagbare dosering van metformine en pioglitazon.
in combinatie met insuline (d.w.z. triple combinatietherapie) als aanvulling op een dieet en
lichaamsbeweging, om de glykemische regulatie bij patiënten te verbeteren wanneer
onvoldoende glykemische regulatie bereikt wordt met alleen een stabiele dosis insuline en
metformine.
-
-
2
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Voor de verschillende doseringsschema’s is Vipdomet beschikbaar in sterktes van 12,5 mg/850 mg en
12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten.
Volwassenen (≥18 jaar) met een normale nierfunctie (glomerulaire filtratiesnelheid
(GFR) ≥90 ml/min)
De dosis moet individueel worden vastgesteld, op basis van het huidige behandelschema van de
patiënt.
Voor patiënten die onvoldoende gereguleerd zijn met alleen een maximale verdraagbare dosis
metforminehydrochloride
is de aanbevolen dosis één tablet 12,5 mg/850 mg of 12,5 mg/1.000 mg
tweemaal daags, overeenkomend met 25 mg alogliptine plus 1.700 mg of 2.000 mg
metforminehydrochloride dagelijks, afhankelijk van de dosis metforminehydrochloride die al werd
ingenomen.
Voor patiënten die onvoldoende gereguleerd zijn met een tweevoudige therapie met een maximale
verdraagbare dosis metformine en pioglitazon
dient de dosis pioglitazon gelijk te worden gehouden en
dient Vipdomet gelijktijdig te worden toegediend, waarbij van alogliptine tweemaal daags 12,5 mg
wordt ingenomen (totale dagelijkse dosis 25 mg) en van metforminehydrochloride ongeveer dezelfde
dosis (tweemaal daags ofwel 850 mg ofwel 1.000 mg) die al werd ingenomen.
Voorzichtigheid dient in acht genomen te worden wanneer alogliptine wordt gebruikt in combinatie
met metformine en een thiazolidinedion omdat een verhoogd risico op hypoglykemie is waargenomen
bij deze triple therapie (zie rubriek 4.4). Een lagere dosis van het thiazolidinedion of metformine kan
overwogen worden in geval van hypoglykemie.
Voor patiënten die overschakelen van afzonderlijke tabletten alogliptine en metformine (als
tweevoudige therapie of als onderdeel van een triple therapie met insuline) dienen de doseringen van
zowel alogliptine als metformine hetzelfde te zijn als de totale dagelijkse doses die al werden
ingenomen; de afzonderlijke dosis alogliptine dient te worden gehalveerd omdat deze tweemaal per
dag wordt ingenomen, terwijl de dosering van metformine onveranderd dient te blijven.
Voor patiënten die onvoldoende gereguleerd zijn met een tweevoudige combinatietherapie met
insuline en de maximale verdraagbare dosis metformine
dient de dosis Vipdomet zodanig te zijn dat
van alogliptine tweemaal daags 12,5 mg wordt ingenomen (totale dagelijkse dosis 25 mg) en van
metformine ongeveer dezelfde dosis die al werd ingenomen.
Een lagere dosis insuline kan overwogen worden om het risico op hypoglykemie te verlagen.
Maximale dagelijkse dosis
De maximale aanbevolen dagelijkse dosis van 25 mg alogliptine dient niet overschreden te worden.
Specifieke populaties
Ouderen (≥65 jaar)
Er is geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd. Echter, alogliptine dient voorzichtig gedoseerd
te worden bij patiënten met een hoge leeftijd wegens de mogelijk verlaagde nierfunctie bij deze
bevolkingsgroep.
Nierfunctiestoornis
Voor aanvang van de behandeling met metformine-bevattende geneesmiddelen dient een GFR te
worden bepaald, en ten minste jaarlijks daarna. Bij patiënten met een verhoogd risico op verdere
progressie van nierfunctiestoornissen en bij ouderen dient de nierfunctie vaker te worden bepaald,
bijv. iedere 3-6 maanden.
3
De maximale dagdosis voor metformine dient bij voorkeur te worden verdeeld over 2-3 dagdoses.
Factoren die het risico op lactaatacidose kunnen verhogen (zie rubriek 4.4) dienen te worden
beoordeeld voordat aanvang met metformine overwogen wordt bij patiënten met GFR < 60 ml/min.
Als er geen geschikte sterkte van Vipdomet beschikbaar is, dienen de individuele bestanddelen
gebruikt te worden in plaats van de vaste dosiscombinatie.
GFR ml/min
60-89
45-59
30-44
<30
Metformine
Maximale dagdosis is 3.000 mg
Dosisreductie kan worden overwogen
in relatie tot afnemende nierfunctie.
Maximale dagdosis is 2.000 mg
De startdosis is niet meer dan de helft
van de maximale dosis.
Maximale dagdosis is 1.000 mg.
De startdosis is niet meer dan de helft
van de maximale dosis.
Metformine is gecontraïndiceerd
Alogliptine*
Geen dosisaanpassing
Maximale dagelijkse dosis bedraagt
25 mg.
Maximale dagelijkse dosis bedraagt
12,5 mg.
Maximale dagelijkse dosis bedraagt
12,5 mg.
Maximale dagelijkse dosis bedraagt
6,25 mg.
* Een dosisaanpassing van alogliptine gebeurt op basis van een farmacokinetische studie waarbij de
nierfunctie wordt gecontroleerd aan de hand van de creatinineklaring (CrCl) geschat volgens de
Cockcroft-Gault-formule.
Leverfunctiestoornis
Vipdomet mag niet worden gebruikt bij patiënten met een leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.3, 4.4
en 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Vipdomet bij kinderen en jongeren <18 jaar zijn niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Oraal gebruik.
Vipdomet dient tweemaal daags te worden ingenomen, vanwege de farmacokinetiek van de
metformine-component. Het dient ook met een maaltijd te worden ingenomen om de gastro-intestinale
bijwerkingen van metformine te verminderen. De tabletten moeten in hun geheel met water worden
doorgeslikt.
Indien een dosis vergeten wordt, moet die worden ingenomen zodra de patiënt eraan denkt. Er mag
niet op één tijdstip een dubbele dosis worden ingenomen. In dat geval dient de gemiste dosis te
worden overgeslagen.
4.3
-
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen of een voorgeschiedenis van een ernstige overgevoeligheidsreactie, waaronder een
anafylactische reactie, anafylactische shock en angio-oedeem, op om het even welke
dipeptidyl-peptidase-4 (DPP-4)-remmer (zie rubriek 4.4 en 4.8).
Alle vormen van acute metabole acidose (zoals lactaatacidose, diabetische ketoacidose)
Diabetisch precoma
Ernstig nierfalen (GFR <30 ml/min)
Acute aandoeningen die de nierfunctie zouden kunnen aantasten, zoals:
-
dehydratatie
-
ernstige infectie
-
shock
4
-
-
-
-
-
-
-
4.4
Acute of chronische ziekte die weefselhypoxie kan veroorzaken (zie rubriek 4.4), zoals:
-
hartfalen of respiratoir falen
-
recent myocardinfarct
-
shock
Leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.4)
Acute alcoholintoxicatie, alcoholisme (zie rubriek 4.4 en 4.5)
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Algemeen
Vipdomet mag niet worden gebruikt bij patiënten met diabetes mellitus type 1. Vipdomet is geen
vervangmiddel voor insuline bij patiënten die insuline nodig hebben.
Lactaatacidose
Lactaatacidose, een zeer zeldzame, maar ernstige metabole complicatie, treedt het vaakst op bij acute
verslechtering van de nierfunctie of cardiopulmonale ziekte of sepsis. Accumulatie van metformine
treedt op bij acute verslechtering van de nierfunctie en verhoogt het risico op lactaatacidose.
In het geval van dehydratie (ernstige diarree of braken, koorts of verminderde vochtinname) dient
Vipdomet tijdelijk gestaakt te worden en wordt de patiënt aanbevolen contact op te nemen met een
zorgverlener.
Geneesmiddelen die de nierfunctie acuut kunnen verstoren (zoals antihypertensiva, diuretica en
niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAIDs)) dienen met voorzichtigheid gestart te
worden bij patiënten die met metformine behandeld worden. Andere risicofactoren voor lactaatacidose
zijn overmatig alcoholgebruik, leverinsufficiëntie, slecht gereguleerde diabetes, ketose, langdurig
vasten en aandoeningen die geassocieerd worden met hypoxie, evenals gelijktijdig gebruik van
geneesmiddelen die tot lactaatacidose kunnen leiden (zie rubrieken 4.3 en 4.5).
Patiënten en/of verzorgers dienen geïnformeerd te worden over het risico op lactaatacidose.
Lactaatacidose wordt gekenmerkt door acidotische dyspneu, buikpijn, spierkrampen, astenie en
hypothermie gevolgd door coma. Bij mogelijke symptomen dient de patiënt te stoppen met het
innemen van Vipdomet en direct medische hulp te zoeken. Diagnostische laboratoriumbevindingen
zijn een verlaagde bloed pH (<7,35), een verhoogde plasmalactaatspiegel (> 5 mmol/l) en een
verhoogde ‘anion gap’ en lactaat/pyruvaatverhouding.
Toediening van joodhoudende contrastmiddelen
Intravasculaire toediening van joodhoudende contrastmiddelen kan leiden tot contrastgeïnduceerde
nefropathie, met accumulatie van metformine en een verhoogd risico op lactaatacidose als gevolg.
Vipdomet dient gestaakt te worden voorafgaand aan of op het moment van het beeldvormend
onderzoek en niet te worden hervat tot ten minste 48 uur daarna, vooropgesteld dat de nierfunctie
opnieuw is geëvalueerd en stabiel is bevonden, zie rubrieken 4.2 en 4.5
Nierfunctie
De GFR dient te worden bepaald voor aanvang van de behandeling en regelmatig daarna, zie
rubriek 4.2. Metformine is gecontraïndiceerd bij patiënten met GFR <30 ml/min en dient tijdelijk
gestaakt te worden bij omstandigheden die de nierfunctie veranderen, zie rubriek 4.3.
Een verminderde nierfunctie komt bij oudere patiënten vaak voor en is asymptomatisch. Extra
voorzichtigheid is geboden in situaties waarin een nierfunctiestoornis kan ontstaan, bijvoorbeeld bij
het instellen van antihypertensieve of diuretische therapie of bij het starten van een behandeling met
een niet-steroïdaal anti-inflammatoir geneesmiddel (NSAID).
5
Chirurgie
Omdat Vipdomet metformine bevat, moet de behandeling worden gestaakt wanneer een chirurgische
ingreep onder algehele, spinale of epidurale anesthesie plaatsvindt. De behandeling mag niet eerder
dan 48 uur na chirurgie of hervatting van orale voeding hervat worden, vooropgesteld dat de
nierfunctie opnieuw is beoordeeld en stabiel is bevonden.
Leverfunctiestoornissen
Alogliptine werd niet onderzocht bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh score
> 9) en wordt daarom niet aanbevolen voor gebruik bij deze patiënten (zie rubriek 4.2, 4.3 en 5.2).
Gebruik met andere anti-hyperglykemische middelen en bij hypoglykemie
Het is bekend dat insuline hypoglykemie kan veroorzaken. Daarom kan een lagere dosis insuline
worden overwogen om het risico op hypoglykemie te verlagen wanneer dit geneesmiddel in
combinatie met Vipdomet wordt gebruikt (zie rubriek 4.2).
Door het verhoogde risico op hypoglykemie in combinatie met pioglitazon, kan een lagere dosis aan
pioglitazon worden overwogen om het risico op hypoglykemie te reduceren wanneer dit geneesmiddel
samen met Vipdomet wordt gebruikt (zie rubriek 4.2).
Niet onderzochte combinaties
Vipdomet mag niet in combinatie met een sulfonylureumderivaat worden gebruikt, omdat de
veiligheid en werkzaamheid van deze combinatie niet volledig zijn vastgesteld.
Wijziging van de klinische status van patiënten bij wie diabetes mellitus type 2 voordien onder
controle was
Omdat Vipdomet metformine bevat, dient elke patiënt met diabetes mellitus type 2 die voordien goed
onder controle was met Vipdomet, die afwijkende laboratoriumuitslagen of een klinische ziekte krijgt
(in het bijzonder vage en onvoldoende gedefinieerde ziekten) direct te worden beoordeeld op
verschijnselen van ketoacidose of lactaatacidose. De bepaling van elektrolyten en ketonen in het
serum, bloedglucose en, indien geïndiceerd, pH en lactaat-, pyruvaat- en metforminegehaltes van het
bloed, dienen onderdeel uit te maken van deze evaluatie. Indien acidose in een van deze twee vormen
optreedt, moet Vipdomet onmiddellijk worden stopgezet en moeten andere, gepaste corrigerende
maatregelen worden ingesteld.
Overgevoeligheidsreacties
Overgevoeligheidsreacties, met inbegrip van anafylactische reacties, angio-oedeem en exfoliatieve
huidaandoeningen waaronder het Stevens-Johnsonsyndroom en erythema multiforme, werden
waargenomen bij DPP-4-remmers en werden spontaan gemeld voor alogliptine in de
postmarketingfase. In klinisch onderzoek met alogliptine werden anafylactische reacties met een lage
incidentie gemeld.
Acute pancreatitis
Het gebruik van DPP-4-remmers is in verband gebracht met een risico op het ontwikkelen van acute
pancreatitis. In een gepoolde analyse van de gegevens van 13 onderzoeken bedroeg het totale aantal
meldingen van pancreatitis bij patiënten die werden behandeld met 25 mg alogliptine, 12,5 mg
alogliptine, actieve controle of placebo respectievelijk 2, 1, 1 of 0 voorvallen per 1.000 patiëntjaren. In
het cardiovasculaire uitkomstonderzoek bedroeg het aantal meldingen van pancreatitis bij patiënten
die met alogliptine of placebo werden behandeld respectievelijk 3 of 2 voorvallen per
1.000 patiëntjaren. Er zijn spontane meldingen geweest van acute pancreatitis als bijwerking in de
postmarketingfase. Patiënten dienen te worden geïnformeerd over het kenmerkende symptoom van
6
acute pancreatitis: aanhoudende, ernstige abdominale pijn, die kan uitstralen naar de rug. Als
pancreatitis wordt vermoed, dient Vipdomet te worden gestopt; als acute pancreatitis wordt bevestigd,
mag Vipdomet niet opnieuw worden gestart. Voorzichtigheid moet in acht genomen worden bij
patiënten met een voorgeschiedenis van pancreatitis.
Effecten op de lever
Na het op de markt brengen werden er meldingen ontvangen van leverfunctiestoornissen, waaronder
leverfalen. Een causaal verband is niet vastgesteld. Patiënten dienen nauwlettend opgevolgd te worden
voor mogelijke afwijkingen aan de lever. Leverfunctietesten dienen onmiddellijk te worden uitgevoerd
bij patiënten met symptomen die op leverschade kunnen wijzen. Indien een abnormaliteit wordt
vastgesteld en een alternatieve etiologie niet kan worden vastgesteld, overweeg dan stopzetting van de
behandeling met alogliptine.
Bulleus pemfigoïd
Na het op de markt brengen werd er melding gemaakt van bulleus pemfigoïd bij patiënten die
DPP-4-remmers met alogliptine nemen. Als er vermoedens zijn van bulleus pemfigoïd, moet het
gebruik van alogliptine worden stopgezet.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdige toediening van 100 mg alogliptine eenmaal daags en 1.000 mg metforminehydrochloride
tweemaal daags aan gezonde proefpersonen gedurende 6 dagen had geen klinisch relevante effecten op
de farmacokinetiek van alogliptine of metformine.
Specifiek farmacokinetisch onderzoek naar geneesmiddeleninteracties is niet uitgevoerd met
Vipdomet. In de volgende rubriek wordt een overzicht gegeven van de interacties die met de
afzonderlijke componenten van Vipdomet (alogliptine/metformine) zijn waargenomen, zoals vermeld
in de betreffende Samenvatting van de productkenmerken van elk van deze producten.
Interacties met metformine
Gelijktijdig gebruik niet aanbevolen
Alcohol
Alcoholintoxicatie is geassocieerd met een verhoogd risico op lactaatacidose, met name in het geval
van vasten, ondervoeding of leverinsufficiëntie.
Joodhoudende contrastmiddelen
Vipdomet moet voorafgaand aan of op het moment van het beeldvormend onderzoek stopgezet
worden en mag pas ten minste 48 uur erna hervat worden, vooropgesteld dat de nierfunctie opnieuw is
beoordeeld en stabiel is bevonden (zie rubrieken 4.2 en 4.4).
Kationische geneesmiddelen
Kationische stoffen die via tubulaire uitscheiding via de nieren worden geëlimineerd (bijv.
cimitedine), kunnen een wisselwerking hebben met metformine door competitie via
gemeenschappelijke renale tubulaire transportsystemen. Een onderzoek dat werd uitgevoerd bij zeven
normale, gezonde vrijwilligers toonde aan dat cimitedine (tweemaal daags 400 mg) de systemische
blootstelling aan metformine (AUC,
area under the curve)
met 50% verhoogde en de C
max
met 81%.
Daarom dienen een nauwgezette monitoring van de glykemische regulatie, dosisaanpassing binnen de
aanbevolen doseringen en wijzigingen van de diabetesbehandeling te worden overwogen bij
gelijktijdige toediening van kationische geneesmiddelen die door tubulaire uitscheiding via de nieren
worden geëlimineerd.
Combinaties die voorzorgsmaatregelen voor gebruik vereisen
Sommige geneesmiddelen kunnen de nierfunctie negatief beïnvloeden, wat het risico op lactaatacidose
kan verhogen, bijv. NSAIDs, inclusief selectieve cyclo-oxygenase (COX) II-remmers, remmers van
7
het angiotensine-converterend enzym (ACE-remmers), angiotensine-II-receptorantagonisten en
diuretica, met name lisdiuretica. Wanneer dergelijke middelen gestart worden in combinatie met
metformine, is zorgvuldige monitoring van de nierfunctie noodzakelijk.
Geneesmiddelen met intrinsieke hyperglykemische werking
Glucocorticoïden (toegediend via systemische en lokale weg), bèta-2-agonisten en diuretica (zie ook
rubriek 4.4) hebben een intrinsieke hyperglykemische werking. De patiënt dient hierover te worden
geïnformeerd en de bloedglucosespiegel dient vaker gecontroleerd te worden, vooral in het begin van
de behandeling met zulke geneesmiddelen. Indien nodig dient de dosis Vipdomet te worden aangepast
tijdens de behandeling met het andere geneesmiddel en bij het beëindigen daarvan.
ACE-remmers
ACE-remmers kunnen de bloedglucosespiegels verlagen. Indien nodig dient de dosis Vipdomet te
worden aangepast tijdens de behandeling met het andere geneesmiddel en bij beëindiging daarvan.
Effecten van andere geneesmiddelen op alogliptine
Alogliptine wordt voor het grootste deel ongewijzigd in de urine uitgescheiden en de metabolisatie
door het cytochroom (CYP) P450-enzymsysteem is verwaarloosbaar (zie rubriek 5.2). Interacties met
CYP-remmers worden daarom niet verwacht en werden niet aangetoond.
Resultaten van klinische interactiestudies tonen ook aan dat er geen klinisch relevante effecten zijn
van gemfibrozil (een CYP2C8/9-remmer), fluconazol (een CYP2C9-remmer), ketoconazol (een
CYP3A4-remmer), ciclosporine (een P-glycoproteïneremmer), voglibose (een
alfa-glucosidaseremmer), digoxine, metformine, cimetidine, pioglitazon of atorvastatine op de
farmacokinetiek van alogliptine.
Effecten van alogliptine op andere geneesmiddelen
In-vitro-onderzoek
wijst erop dat alogliptine de CYP450-isovormen niet remt en ook niet induceert bij
concentraties die worden bereikt met de aanbevolen dosis van 25 mg alogliptine (zie rubriek 5.2).
Interacties met substraten van CYP450-isovormen worden daarom niet verwacht en zijn niet
aangetoond. Uit
in-vitro-onderzoek
is gebleken dat alogliptine geen substraat en geen remmer is van
belangrijke transporters die geassocieerd zijn met dispositie van de werkzame stof in de nieren:
organisch-anionentransporter 1, organisch-anionentransporter 3 of organisch-kationentransporter 2
(OCT2). Verder wijzen klinische gegevens niet op interactie met remmers of substraten van
P-glycoproteïne.
In klinisch onderzoek had alogliptine geen klinisch relevant effect op de farmacokinetiek van cafeïne,
(R)-warfarine, pioglitazon, glyburide, tolbutamide, (S)-warfarine, dextromethorfan, atorvastatine,
midazolam, een oraal contraceptivum (norethindron en ethinyloestradiol), digoxine, fexofenadine,
metformine of cimetidine, waarmee
in vivo
bewijs werd geleverd van een lage neiging om interacties
met substraten van CYP1A2, CYP3A4, CYP2D6, CYP2C9, P-glycoproteïne en OCT2 te veroorzaken.
Bij gezonde proefpersonen had alogliptine bij gelijktijdige toediening met warfarine geen effect op de
protrombinetijd of de INR (International
Normalised Ratio).
Combinatie van alogliptine met andere antidiabetica
Resultaten van onderzoek met metformine, pioglitazon (thiazolidinedion), voglibose
(alfa-glucosidaseremmer) en glyburide (sulfonylureumderivaat) hebben geen klinisch relevante
farmacokinetische interacties aangetoond.
8
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen gegevens over het gebruik van Vipdomet bij zwangere vrouwen. Uit onderzoek met
zwangere ratten en gecombineerde behandeling met alogliptine en metformine is reproductietoxiciteit
gebleken (zie rubriek 5.3) bij ongeveer 5-20 maal de blootstelling bij mensen bij de aanbevolen
dosering (respectievelijk voor metformine en alogliptine).
Vipdomet mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
Risico in verband met alogliptine
Er zijn geen gegevens over het gebruik van alogliptine bij zwangere vrouwen. De resultaten van
dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft reproductietoxiciteit
(zie rubriek 5.3).
Risico in verband met metformine
Een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van metformine bij zwangere vrouwen duidt niet
op een verhoogd risico van congenitale afwijkingen. De resultaten van dieronderzoek duiden bij
klinisch relevante doseringen niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3).
Borstvoeding
Er is geen onderzoek uitgevoerd met de gecombineerde werkzame stoffen van Vipdomet in zogende
dieren. In onderzoeken die zijn uitgevoerd met de afzonderlijke werkzame stoffen werd zowel
alogliptine als metformine uitgescheiden in de melk van zogende ratten. Het is niet bekend of
alogliptine in de moedermelk wordt uitgescheiden. Metformine wordt in kleine hoeveelheden in de
moedermelk uitgescheiden. Risico voor zuigelingen kan niet worden uitgesloten.
Er moet worden besloten of borstvoeding moet worden gestaakt of dat de behandeling met Vipdomet
moet worden gestaakt dan wel niet moet worden opgestart, waarbij het voordeel van borstvoeding
voor het kind en het voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten worden
genomen.
Vruchtbaarheid
Het effect van Vipdomet op de vruchtbaarheid bij mensen is niet onderzocht. In dieronderzoek met
alogliptine of met metformine zijn geen nadelige effecten op de vruchtbaarheid waargenomen (zie
rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Vipdomet heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Patiënten dienen echter te worden gewaarschuwd voor het risico op
hypoglykemie vooral wanneer gebruikt in combinatie met insuline of pioglitazon.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Acute pancreatitis is een ernstige bijwerking en is toe te schrijven aan de alogliptinecomponent van
Vipdomet (zie rubriek 4.4). Overgevoeligheidsreacties, waaronder Stevens-Johnsonsyndroom,
anafylactische reacties en angio-oedeem, zijn ernstig en zijn toe te schrijven aan de
alogliptinecomponent van Vipdomet (zie rubriek 4.4). Lactaatacidose is een ernstige bijwerking die in
zeer zeldzame gevallen kan voorkomen (<1/10.000) en is toe te schrijven aan de
metforminecomponent van Vipdomet (zie rubriek 4.4). Andere reacties, zoals infecties van de
9
bovenste luchtwegen, nasofaryngitis, hoofdpijn, gastro-enteritis, abdominale pjin, diarree, braken,
gastritis, gastro-oesofageale refluxziekte, pruritus, huiduitslag en hypoglykemie, komen vaak voor
(≥1/100 tot <1/10) (zie rubriek 4.4) en zijn toe te schrijven aan Vipdomet.
In klinisch onderzoek dat werd uitgevoerd ter ondersteuning van de werkzaamheid en veiligheid van
Vipdomet werden alogliptine en metformine gelijktijdig als afzonderlijke tabletten toegediend. De
resultaten van onderzoek naar bio-equivalentie tonen echter aan dat Vipdomet filmomhulde tabletten
bio-equivalent zijn aan de corresponderende doses alogliptine en metformine wanneer deze gelijktijdig
als afzonderlijke tabletten worden toegediend.
De verstrekte informatie is gebaseerd op een totaal van 7.150 patiënten met diabetes mellitus type 2,
onder wie 4.201 patiënten die werden behandeld met alogliptine en metformine, die deelnamen aan
7 dubbelblinde, placebo- of actief-gecontroleerde klinische fase 3-onderzoeken. In deze onderzoeken
werden de effecten geëvalueerd van gelijktijdig toegediende alogliptine en metformine op de
glykemische regulatie, en hun veiligheid als initiële combinatietherapie, als tweevoudige therapie bij
patiënten die eerst alleen met metformine waren behandeld en als aanvullende therapie bij een
thiazolidinedion of insuline.
Bijwerkingen weergegeven in tabelvorm
De bijwerkingen worden weergegeven per systeem/orgaanklasse en frequentie. De frequenties zijn
gedefinieerd als zeer vaak (≥1/10), vaak (≥1/100, <1/10), soms (≥1/1.000, <1/100), zelden (≥1/10.000,
<1/1.000), zeer zelden (<1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden
bepaald).
Tabel 1: Bijwerkingen
Systeem/orgaanklasse
Bijwerking
Infecties en parasitaire aandoeningen
infecties van de bovenste luchtwegen
nasofaryngitis
Immuunsysteemaandoeningen
overgevoeligheidsreacties
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
lactaatacidose
vitamine B
12
-deficiëntie
hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
hoofdpijn
metaalachtige smaak
Maag-darmstelselaandoeningen
gastro-enteritis
abdominale pijn
diarree
braken
gastritis
gastro-oesofageale refluxziekte
verminderde eetlust
misselijkheid
acute pancreatitis
Lever- en galaandoeningen
leverontsteking (hepatitis)
afwijkingen in leverfunctietests
10
Frequentie van de bijwerkingen
Alogliptine
vaak
vaak
niet bekend
zeer zelden
zeer zelden
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
Metformine
Vipdomet
vaak
vaak
vaak
zeer vaak
zeer vaak
zeer vaak
vaak
zeer vaak
zeer vaak
niet bekend
zeer zelden
zeer zelden
Systeem/orgaanklasse
Bijwerking
leverfunctiestoornis, inclusief leverfalen
Huid- en onderhuidaandoeningen
pruritus
huiduitslag
erytheem
exfoliatieve huidaandoeningen, waaronder
Stevens-Johnsonsyndroom
erythema multiforme
angio-oedeem
urticaria
bulleus pemfigoïd
Nier- en urinewegaandoeningen
interstitiële nefritis
Beschrijving van bepaalde bijwerkingen
Frequentie van de bijwerkingen
Alogliptine
niet bekend
vaak
vaak
niet bekend
niet bekend
niet bekend
niet bekend
niet bekend
niet bekend
Metformine
Vipdomet
zeer zelden
zeer zelden
vaak
vaak
zeer zelden
Lactaatacidose: 0,03 gevallen/1.000 patiëntjaren (zie rubriek 4.4).
Langdurige behandeling met metformine werd geassocieerd met een daling van de absorptie van
vitamine B
12
en blijkt over het algemeen geen klinische significantie te hebben. Het kan echter in zeer
zeldzame gevallen leiden tot klinisch significante vitamine B
12
-deficiëntie (bijv. megaloblastaire
anemie).
Gastro-intestinale symptomen treden het vaakst op tijdens het instellen van de behandeling en
verdwijnen in de meeste gevallen spontaan. Ze kunnen worden voorkomen door metformine in 2
dagelijkse doseringen tijdens of na een maaltijd in te nemen.
Er zijn geïsoleerde gevallen van hepatitis of afwijkingen in leverfunctietests gemeld die herstelden na
het stoppen met metformine.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar met betrekking tot overdosering van Vipdomet.
Alogliptine
De hoogste doseringen alogliptine die in klinische studies werden toegediend, waren enkelvoudige
doseringen van 800 mg aan gezonde proefpersonen en doseringen van 400 mg eenmaal daags,
gedurende 14 dagen, aan patiënten met diabetes mellitus type 2 (dit komt overeen met respectievelijk
32 keer en 16 keer de aanbevolen totale dagelijkse dosis van 25 mg alogliptine).
Metformine
Een ruime overdosering van metformine of bijkomende risico's kunnen leiden tot lactaatacidose.
Lactaatacidose is een medisch noodgeval en moet in een ziekenhuis worden behandeld.
11
Behandelbeleid
In geval van overdosering dienen gepaste ondersteunende maatregelen te worden genomen op basis
van de klinische status van de patiënt.
Minimale hoeveelheden alogliptine worden verwijderd door hemodialyse (ongeveer 7% van de
verbinding werd verwijderd tijdens een dialysesessie van 3 uur). Daarom geeft hemodialyse weinig
klinisch voordeel in het verwijderen van een overdosis alogliptine. Het is niet bekend of alogliptine
wordt verwijderd door peritoneale dialyse.
De meest effectieve methode om lactaat en metformine te verwijderen is hemodialyse.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen bij diabetes; combinaties van orale
bloedglucoseverlagende middelen.
ATC-code: A10BD13.
Werkingsmechanisme en farmacodynamische effecten
In Vipdomet zijn twee antihyperglykemische geneesmiddelen met complementaire en verschillende
werkingsmechanismen gecombineerd om de glykemische controle te verbeteren bij patiënten met
diabetes mellitus type 2: alogliptine, een dipeptidylpeptidase-4 (DPP-4)-remmer, en metformine, een
stof uit de klasse van de biguaniden.
Alogliptine
Alogliptine is een sterke en zeer selectieve remmer van DPP-4, > 10.000 maal selectiever voor DPP-4
dan andere, verwante enzymen, waaronder DPP-8 en DPP-9. DPP-4 is het belangrijkste enzym dat
betrokken is in de snelle afbraak van de incretinehormonen, ‘glucagon-like peptide-1 (GLP-1)’ en GIP
(glucose-dependent
insulinotropic polypeptide),
die door de darm afgegeven worden en die na een
maaltijd toenemen. GLP-1 en GIP verhogen de biosynthese en de secretie van insuline door de
bètacellen van de pancreas, terwijl GLP-1 ook de glucagonsecretie en de productie van glucose door
de levercellen remt. Daardoor verbetert alogliptine de glykemische regulatie via een glucose-
afhankelijk mechanisme, waarbij de afgifte van insuline verhoogd wordt en de glucagonwaarden
onderdrukt worden wanneer de glucosewaarden hoog zijn.
Metformine
Metformine is een biguanide met antihyperglykemische werking, die zowel het basale als het
postprandiale plasmaglucosegehalte verlaagt. Het stimuleert de insulinesecretie niet en leidt daarom
niet tot hypoglykemie.
Metformine kan via 3 mechanismen werken:
-
-
-
door het verlagen van de glucosevorming in de lever, door de gluconeogenese en de
glucogenolyse te remmen.
in spieren, door de insulinegevoeligheid matig te verhogen, waardoor de perifere
glucoseopname en het perifere glucoseverbruik worden verbeterd.
door de opname van glucose in de darmen te vertragen.
Metformine stimuleert de intracellulaire glycogeensynthese door in te werken op het
glycogeensynthase. Het verhoogt ook de transportcapaciteit van specifieke types
glucosetransporteiwitten op de celmembraan (GLUT-1 en GLUT-4).
12
Bij mensen heeft metformine, onafhankelijk van zijn werking op de glykemie, gunstige effecten op het
vetmetabolisme. Dit is aangetoond bij therapeutische doseringen in gecontroleerd klinisch onderzoek
op de middellange en lange termijn; metformine verlaagt het totaal cholesterol, LDL-cholesterol en de
triglyceridengehaltes.
Klinische werkzaamheid
In klinisch onderzoek dat werd uitgevoerd ter ondersteuning van de werkzaamheid van Vipdomet
werden alogliptine en metformine gelijktijdig als afzonderlijke tabletten toegediend. De resultaten van
onderzoek naar bio-equivalentie tonen echter aan dat Vipdomet filmomhulde tabletten bio-equivalent
zijn aan de corresponderende doses alogliptine en metformine wanneer deze gelijktijdig als
afzonderlijke tabletten worden toegediend.
De gelijktijdige toediening van alogliptine en metformine is onderzocht als tweevoudige therapie bij
patiënten die eerst alleen met metformine werden behandeld, en als aanvullende therapie bij een
thiazolidinedion of insuline.
Toediening van 25 mg alogliptine aan patiënten met diabetes mellitus type 2 gaf binnen 1 tot 2 uur een
piekremming van DPP-4 die zowel na een enkelvoudige dosis van 25 mg als na eenmaaldaagse
doseringen gedurende 14 dagen hoger was dan 93%. De remming van DPP-4 bleef gedurende 24 uur
hoger dan 81% na 14 dagen toediening. Wanneer de gemiddelde 4-uur-postprandiale
glucoseconcentraties werden berekend van ontbijt, lunch en avondeten samen, leidde 14 dagen
behandeling met 25 mg alogliptine tot een gemiddelde, placebogecorrigeerde daling van -35,2 mg/dl
ten opzichte van de uitgangswaarde.
Zowel enkel 25 mg alogliptine als 25 mg alogliptine in combinatie met 30 mg pioglitazon toonden,
vergeleken met placebo, in week 16 een significante daling in postprandiale glucose- en
glucagonspiegels, terwijl de gehaltes postprandiaal actief GLP-1 significant waren gestegen (p <0,05).
Bovendien gaven enkel 25 mg alogliptine en 25 mg alogliptine in combinatie met 30 mg pioglitazon in
week 16 statistisch significante dalingen (p <0,001) van de totale triglyceriden, gemeten als de
postprandiale incrementele verandering van de AUC
(0-8)
ten opzichte van de uitgangswaarde,
vergeleken met placebo.
Een totaal van 7.151 patiënten met diabetes mellitus type 2, onder wie 4.202 patiënten die werden
behandeld met alogliptine en metformine, hebben deelgenomen aan 7 dubbelblinde, placebo- of
actief-gecontroleerde klinische fase 3-onderzoeken die werden uitgevoerd om de effecten van
gelijktijdig toegediende alogliptine en metformine op de glykemische regulatie en de veiligheid van
deze middelen te beoordelen. In deze onderzoeken hadden 696 met alogliptine/metformine behandelde
patiënten een leeftijd van ≥65 jaar.
Over het geheel genomen leidde de behandeling met de aanbevolen totale dagelijkse dosis van 25 mg
alogliptine in combinatie met metformine tot een verbetering van de glykemische regulatie. Dit werd
vastgesteld door klinisch relevante en statistisch significante dalingen van geglycosyleerd
hemoglobine (HbA1c) en van nuchtere plasmaglucose (FPG:
fasting plasma glucose)
ten opzichte van
controle, vanaf de uitgangswaarden tot het eindpunt van het onderzoek. De daling in HbA1c was over
verschillende subgroepen ongeveer gelijk, met inbegrip van nierfunctiestoornissen, leeftijd, geslacht,
ras en body mass index, terwijl verschillen tussen etniciteiten (vb. blanken en niet-blanken) klein
waren. Klinische relevante dalingen in HbA1c ten opzichte van controle werden ook waargenomen,
ongeacht de achtergrondbehandeling bij aanvang. Hogere HbA1c-uitgangswaarden waren
geassocieerd met grotere dalingen in HbA1c. Over het algemeen waren de effecten van alogliptine op
lichaamsgewicht en lipiden neutraal.
Alogliptine als aanvullende therapie bij metformine
De toevoeging van 25 mg alogliptine eenmaal daags aan metforminehydrochloride-therapie
(gemiddelde dosis = 1847 mg) leidde tot statistisch significante verbeteringen, ten opzichte van de
uitgangswaarden, in HbA1c en het nuchtere plasmaglucose in week 26, vergeleken met toevoeging
13
van placebo (Tabel 2). Significant meer patiënten die 25 mg alogliptine kregen (44,4%) dan patiënten
die placebo kregen (18,3%) bereikten HbA1c-streefwaarden van
7,0% in week 26 (p <0,001).
De toevoeging van eenmaal daags 25 mg alogliptine aan behandeling met metforminehydrochloride
(gemiddelde dosis = 1835 mg) resulteerde in verbeteringen in de HbA1c-waarde op week 52 en
week 104 ten opzichte van de uitgangssituatie. Op week 52 was de daling van de HbA1c-waarde bij
gebruik van 25 mg alogliptine plus metformine (-0,76%, tabel 3) gelijk aan de daling die werd
veroorzaakt door gebruik van glipizide (gemiddelde dosis = 5,2 mg) plus behandeling met
metforminehydrochloride (gemiddelde dosis = 1824 mg, -0,73%). Op week 104 was de daling van de
HbA1c-waarde door 25 mg alogliptine plus metformine (-0,72%, tabel 3) groter dan de daling
veroorzaakt door glipizide plus metformine (-0,59%). De gemiddelde verandering ten opzichte van de
uitgangssituatie van de nuchtere glucosewaarde in plasma bij gebruik van 25 mg alogliptine en
metformine was op week 52 significant groter dan de verandering voor glipizide en metformine
(p <0,001). Op week 104 was de gemiddelde verandering ten opzichte van de uitgangssituatie van de
nuchtere glucosewaarde in plasma bij gebruik van 25 mg alogliptine en metformine -3,2 mg/dl in
vergelijking met 5,4 mg/dl voor glipizide en metformine. In vergelijking met patiënten die glipizide en
metformine ontvingen (42,8%) bereikten patiënten die 25 mg alogliptine en metformine ontvingen
(48,5%) vaker een doelwaarde HbA1c van ≤ 7,0% (p=0,004).
Gelijktijdige toediening van tweemaal daags 12,5 mg alogliptine en 1000 mg
metforminehydrochloride leidde tot statistisch significante verbeteringen, ten opzichte van de
uitgangswaarden, in HbA1c en nuchtere plasmaglucose in week 26, vergeleken met ofwel enkel
12,5 mg alogliptine tweemaal daags ofwel enkel 1000 mg metforminehydrochloride tweemaal daags.
Significant meer patiënten die tweemaal daags 12,5 mg alogliptine en 1000 mg
metforminehydrochloride kregen (59,5%) dan patiënten die ofwel tweemaal daags alleen 12,5 mg
alogliptine (20,2%; p <0,001) ofwel tweemaal daags alleen 1000 mg metforminehydrochloride
(34,3%; p <0,001) kregen, bereikten HbA1c-streefwaarden van <7% in week 26.
Alogliptine als aanvullende therapie bij metformine met een thiazolidinedion
De toevoeging van 25 mg alogliptine eenmaal daags aan pioglitazon-therapie (gemiddelde
dosis = 35,0 mg, met of zonder metformine of een sulfonylureumderivaat) leidde tot statistisch
significante verbeteringen, ten opzichte van de uitgangswaarden, in HbA1c en nuchtere plasmaglucose
in week 26, vergeleken met toevoeging van placebo (Tabel 2). Klinisch relevante dalingen in HbA1c
ten opzichte van placebo zijn ook waargenomen met 25 mg alogliptine, ongeacht of patiënten
gelijktijdig werden behandeld met metformine of een sulfonylureumderivaat. Significant meer
patiënten die 25 mg alogliptine kregen (49,2%) dan patiënten die placebo kregen (34,0%) bereikten
HbA1c-streefwaarden van
7,0% in week 26 (p = 0,004).
De toevoeging van 25 mg alogliptine eenmaal daags aan therapie met 30 mg pioglitazon in combinatie
met metforminehydrochloride (gemiddelde dosis = 1867,9 mg) leidde tot verbeteringen, ten opzichte
van de uitgangswaarden, in HbA1c in week 52 die zowel niet-inferieur als statistisch superieur waren
aan de verbeteringen die werden verkregen met therapie met 45 mg pioglitazon in combinatie met
metforminehydrochloride (gemiddelde dosis = 1847,6 mg; Tabel 3). De significante dalingen van
HbA1c die werden waargenomen met 25 mg alogliptine plus 30 mg pioglitazon en metformine waren
over de gehele behandelperiode van 52 weken consistent, vergeleken met 45 mg pioglitazon en
metformine (p <0,001 op alle tijdstippen). Daarnaast was de gemiddelde verandering in FPG ten
opzichte van de uitgangswaarden in week 52 voor 25 mg alogliptine plus 30 mg pioglitazon en
metformine significant groter dan die voor 45 mg pioglitazon en metformine (p <0,001). Significant
meer patiënten die 25 mg alogliptine plus 30 mg pioglitazon en metformine kregen (33,2%) dan
patiënten die 45 mg pioglitazon en metformine kregen (21,3%) bereikten HbA1c-streefwaarden van
7,0%
in week 52 (p <0,001).
Alogliptine als aanvullende therapie bij metformine met insuline
De toevoeging van eenmaal daags 25 mg alogliptine aan insuline-therapie (gemiddelde
dosis = 56,5 IE, met of zonder metformine) leidde tot statistisch significante verbeteringen, ten
opzichte van de uitgangswaarden, in HbA1c en FPG in week 26, vergeleken met toevoeging van
placebo (Tabel 2). Klinisch relevante dalingen van HbA1c ten opzichte van placebo zijn ook
14
waargenomen met 25 mg alogliptine, ongeacht of patiënten gelijktijdig werden behandeld met
metformine. Meer patiënten die 25 mg alogliptine kregen (7,8%) dan patiënten die placebo kregen
(0,8%) bereikten HbA1c-streefwaarden van
7,0% in week 26.
Tabel 2: Verandering in HbA1c (%) ten opzichte van de uitgangswaarden in week 26 met
25 mg alogliptine per placebogecontroleerde studie (FAS, LOCF)
Voor placebo
gecorrigeerde
Gemiddelde
verandering in
verandering in
HbA1c (%)
ten
Gemiddelde
HbA1c ten
opzichte van de
uitgangswaarde opzichte van de
uitgangswaarden
HbA1c (%)
uitgangswaard
(2-zijdig
Studie
(SD)
en (%) (SE)
95% BI)
Placebo-gecontroleerde studies met aanvullende combinatietherapie
Alogliptine 25 mg eenmaal daags
7,93
-0,59
-0,48*
met metformine
(0,799)
(0,054)
(-0,67; -0,30)
(n=203)
Alogliptine 25 mg eenmaal daags
8,09
-0,52
-0,53*
met een sulfonylureumderivaat
(0,898)
(0,058)
(-0,73; -0,33)
(n=197)
Alogliptine 25 mg eenmaal daags
8,01
-0,80
-0,61*
met een thiazolidinedion ±
(0,837)
(0,056)
(-0,80; -0,41)
metformine of een
sulfonylureumderivaat
(n=195)
Alogliptine eenmaal daags 25 mg
9,27
-0,71
-0,59*
met insuline + metformine
(1,127)
(0,078)
(-0,80; -0,37)
(n=126)
FAS =
full analysis set
(volledige analysedataset)
LOCF =
last observation carried forward
Kleinste kwadratengemiddelden, gecorrigeerd voor voorafgaande antihyperglykemische
behandelstatus en uitgangswaarden.
* p<0,001 in vergelijking met placebo of placebo + combinatiebehandeling
15
Tabel 3: Verandering in HbA1c (%) ten opzichte van de uitgangswaarden met 25 mg
alogliptine per actief-gecontroleerde studie (PPS, LOCF)
Gemiddelde
Verandering in
verandering in
HbA1c (%)
ten
HbA1c (%)
ten
opzichte van de
opzichte van de uitgangswaarden,
Gemiddelde uitgangs-
uitgangswaard gecorrigeerd voor
waarde HbA1c (%)
en
behandeling
Studie
(SD)
(SE)
(1-zijdig BI)
Studies met aanvullende combinatietherapie
Alogliptine 25 mg eenmaal
daags met metformine
vs. een
sulfonylureumderivaat +
metformine
7,61
-0,76
-0,03
Verandering in week 52
(0,526)
(0,027)
(-oneindig, 0,059)
(n=382)
7,61
-0,72
-0,13*
Verandering in week 104
(0,526)
(0,037)
(-oneindig, -0,006)
(n=382)
Alogliptine 25 mg eenmaal
daags met een
thiazolidinedion +
metformine
vs. een getitreerde
thiazolidinedion +
metformine
Verandering in
week 26
(n=303)
8,25
(0,820)
8,25
(0,820)
-0,89
(0,042)
-0,70
(0,048)
-0,47*
(-oneindig, -0,35)
-0,42*
(-oneindig, -0,28)
Verandering in
week 52
(n=303)
PPS = per protocol set
LOCF =
last observation carried forward
*Non-inferioriteit en superioriteit statistisch aangetoond
Kleinste kwadratengemiddelden, gecorrigeerd voor voorafgaande antihyperglykemische
behandelstatus en uitgangswaarden.
Ouderen (≥65 jaar)
De werkzaamheid en veiligheid van de aanbevolen doses alogliptine en metformine in een subgroep
patiënten met diabetes mellitus type 2 en een leeftijd ≥65 jaar zijn onderzocht en consistent bevonden
met het profiel dat werd verkregen bij patiënten <65 jaar.
Klinische veiligheid
Cardiovasculaire veiligheid
In een gepoolde analyse van de gegevens van 13 onderzoeken waren de totale incidenties voor
cardiovasculair overlijden, niet-fataal myocardinfarct en niet-fatale CVA vergelijkbaar bij patiënten
die werden behandeld met 25 mg alogliptine, actieve controle of placebo.
Daarnaast werd bij 5.380 patiënten met een hoog onderliggend cardiovasculair risico een prospectief,
gerandomiseerd, cardiovasculair uitkomstonderzoek naar de veiligheid verricht om het effect van
16
alogliptine in vergelijking met placebo (wanneer dit aan de standaardbehandeling werd toegevoegd) te
onderzoeken op ernstige cardiovasculaire voorvallen (MACE), waaronder de tijd tot aan het eerste
optreden van een voorval in het samengestelde eindpunt voor cardiovasculair overlijden, niet-fataal
myocardinfarct en niet-fatale CVA bij patiënten met een recent (in de afgelopen 15 tot 90 dagen) acuut
coronair voorval. Bij de uitgangssituatie hadden de patiënten een gemiddelde leeftijd van 61 jaar, een
gemiddelde duur van de diabetes van 9,2 jaar en een gemiddelde HbA1c van 8,0%.
In het onderzoek werd aangetoond dat alogliptine het risico op een MACE niet verhoogde ten opzichte
van placebo [risicoverhouding: 0,96; 1-zijdig 99% Betrouwbaarheidsinterval: 0-1,16]. In de
alogliptinegroep maakte 11,3% van de patiënten een MACE door in vergelijking met 11,8% van de
patiënten in de placebogroep.
Tabel 4. MACE gemeld in cardiovasculair uitkomstonderzoek
Aantal patiënten (%)
Alogliptine
25 mg
N=2.701
Placebo
N=2.679
Primair samengesteld eindpunt
[eerste voorval van cardiovasculair
305 (11,3)
316 (11,8)
overlijden, niet-fataal MI en
niet-fatale CVA]
Cardiovasculair overlijden*
89 (3,3)
111 (4,1)
Niet-fataal myocardinfarct
187 (6,9)
173 (6,5)
Niet-fatale CVA
29 (1,1)
32 (1,2)
*In totaal overleden 153 proefpersonen (5,7%) in de alogliptinegroep
en 173 proefpersonen (6,5%) in de placebogroep (overlijden ongeacht
de oorzaak)
Er waren 703 patiënten die binnen het samengestelde eindpunt voor secundaire MACE (eerste voorval
van cardiovasculair overlijden, niet-fataal myocardinfarct, niet-fatale CVA en urgente revascularisatie
als gevolg van instabiele angina pectoris) een voorval doormaakten. In de alogliptinegroep maakte
12,7% (344 proefpersonen) binnen het samengestelde eindpunt voor secundaire MACE een voorval
door, in vergelijking met 13,4% (359 proefpersonen) in de placebogroep [risicoverhouding = 0,95;
1-zijdig 99% Betrouwbaarheidsinterval: 0-1,14].
Hypoglykemie
In een gepoolde analyse van de gegevens van 12 onderzoeken was de totale incidentie van alle
episoden van hypoglykemie samen bij patiënten die werden behandeld met 25 mg alogliptine lager
dan bij patiënten die werden behandeld met 12,5 mg alogliptine, actieve controle of placebo
(respectievelijk 3,6%; 4,6%; 12,9% en 6,2%). De meeste van deze episoden hadden een lichte tot
matige intensiteit. De totale incidentie van episoden van ernstige hypoglykemie was vergelijkbaar bij
patiënten die werden behandeld met 25 mg of met 12,5 mg alogliptine, en lager dan de incidentie bij
patiënten die werden behandeld met actieve controle of placebo (respectievelijk 0,1%; 0,1%; 0,4% en
0,4%). In het prospectieve, gerandomiseerde, gecontroleerde cardiovasculaire uitkomstonderzoek
waren de door de onderzoeker gemelde voorvallen van hypoglykemie bij patiënten die naast de
standaardbehandeling placebo ontvingen (6,5%) gelijk aan die bij patiënten die alogliptine ontvingen
(6,7%).
In een klinische studie met alogliptine als monotherapie was de incidentie van hypoglykemie ongeveer
gelijk aan die met placebo, en deze was lager dan de incidentie met placebo in een andere studie met
alogliptine als aanvullende therapie bij een sulfonylureumderivaat.
Meer gevallen van hypoglykemie zijn waargenomen met triple therapie met een thiazolidinedion en
metformine en in combinatie met insuline, zoals ook met andere DPP-4-remmers is waargenomen.
17
Er wordt aangenomen dat patiënten (≥65 jaar oud) met diabetes mellitus type 2 gevoeliger zijn voor
episoden van hypoglykemie dan patiënten <65 jaar oud. In een gepoolde analyse van de gegevens van
12 onderzoeken was de totale incidentie van alle episoden van hypoglykemie samen bij patiënten
≥65 jaar die werden behandeld met 25 mg alogliptine (3,8%) ongeveer gelijk aan die bij patiënten
<65 jaar (3,6%).
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Vipdomet in alle subgroepen van pediatrische
patiënten met diabetes mellitus type 2 (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De resultaten van onderzoek naar bio-equivalentie bij gezonde proefpersonen tonen aan dat Vipdomet
filmomhulde tabletten bio-equivalent zijn aan de corresponderende doses alogliptine en metformine
wanneer deze gelijktijdig als afzonderlijke tabletten worden toegediend.
Gelijktijdige toediening van 100 mg alogliptine eenmaal daags en 1000 mg metforminehydrochloride
tweemaal daags gedurende 6 dagen aan gezonde proefpersonen had geen klinisch relevante effecten op
de farmacokinetiek van alogliptine of metformine.
Toediening van Vipdomet met voedsel leidde niet tot een verandering van de totale blootstelling
(AUC) aan alogliptine of metformine. De gemiddelde piekplasmaconcentraties van alogliptine en
metformine waren echter met respectievelijk 13% en 28% gedaald wanneer Vipdomet met voedsel
werd toegediend. Er was geen verandering in de tijd tot de piekplasmaconcentratie (T
max
) voor
alogliptine, maar er was een vertraagde T
max
van 1,5 uur voor metformine. Het is niet waarschijnlijk
dat deze veranderingen klinisch significant zijn (zie hieronder).
Vipdomet dient tweemaal daags te worden ingenomen, vanwege de farmacokinetiek van de
metformine-component. Het dient ook met een maaltijd te worden ingenomen om de met metformine
geassocieerde gastro-intestinale bijwerkingen te verminderen (zie rubriek 4.2).
De farmacokinetiek van Vipdomet bij kinderen en jongeren <18 jaar is niet vastgesteld. Er zijn geen
gegevens beschikbaar (zie rubriek 4.2).
In de volgende rubriek wordt een overzicht gegeven van de farmacokinetische eigenschappen van de
afzonderlijke componenten van Vipdomet (alogliptine/metformine), zoals deze vermeld staan in de
betreffende Samenvatting van de productkenmerken van elk van deze producten.
Alogliptine
Het is aangetoond dat de farmacokinetiek van alogliptine bij gezonde proefpersonen en bij patiënten
met diabetes mellitus type 2 ongeveer gelijk is.
Absorptie
De absolute biologische beschikbaarheid van alogliptine is ongeveer 100%.
Toediening met een vetrijke maaltijd leidde niet tot verandering in de totale blootstelling en
piekblootstelling van alogliptine. Alogliptine mag daarom met of zonder voedsel worden toegediend.
Na toediening van enkelvoudige orale doses tot maximaal 800 mg aan gezonde proefpersonen werd
alogliptine snel geabsorbeerd, waarbij piekplasmaconcentraties 1 tot 2 uur (mediane T
max
) na
toediening werden bereikt.
18
Er werd geen klinisch relevante accumulatie waargenomen na meervoudige toediening aan gezonde
proefpersonen of aan patiënten met diabetes mellitus type 2.
De totale blootstelling en piekblootstelling aan alogliptine stegen evenredig met toenemende,
enkelvoudige doses van 6,25 mg tot maximaal 100 mg alogliptine (dit bereik dekt het therapeutische
dosisbereik). De variatiecoëfficiënt tussen proefpersonen voor de AUC van alogliptine was klein
(17%).
Distributie
Na toediening van een enkelvoudige, intraveneuze dosis van 12,5 mg alogliptine aan gezonde
proefpersonen bedroeg het distributievolume in de terminale fase 417 l, wat aangeeft dat de werkzame
stof goed in weefsels verdeeld wordt.
Alogliptine is voor 20-30% gebonden aan plasma-eiwitten.
Biotransformatie
Alogliptine ondergaat geen extensieve metabolisatie; 60-70% van de dosis wordt in de urine
uitgescheiden als ongewijzigde werkzame stof.
Twee minder belangrijke metabolieten werden gevonden na toediening van een orale dosis
[
14
C]-alogliptine, N-gedemethyleerde alogliptine, M-I (<1% van de oorspronkelijke verbinding) en
N-geacetyleerde alogliptine, M-II (<6% van de oorspronkelijke verbinding). M-I is een actieve
metaboliet en is een zeer selectieve remmer van DPP-4, net als alogliptine; M-II vertoont geen
remmende werking op DPP-4 of op andere DPP-gerelateerde enzymen. Gegevens afkomstig van
in-vitro-onderzoek
wijzen erop dat CYP2D6 en CYP3A4 bijdragen aan de beperkte metabolisatie van
alogliptine.
Gegevens afkomstig van
in-vitro-onderzoek
wijzen erop dat alogliptine geen inducerende werking
heeft op CYP1A2, CYP2B6 en CYP2C9 en geen remmende werking op CYP1A2, CYP2B6,
CYP2C8, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6 of CYP3A4, bij concentraties die worden bereikt met de
aanbevolen dosis van 25 mg alogliptine.
In-vitro-studies
hebben aangetoond dat alogliptine een lichte
inductor is van CYP3A4, echter het werd niet aangetoond dat alogliptine een inductor is van CYP3A4
in
in-vivo-studies.
Uit
in-vitro-studies
is gebleken dat alogliptine geen remmer is van de volgende renale transporters:
OAT1, OAT3 en OCT2.
Alogliptine bestaat voornamelijk uit het (R)-enantiomeer (> 99%) en ondergaat
in vivo
weinig of geen
chirale conversie tot het (S)-enantiomeer. Het (S)-enantiomeer is bij therapeutische doses niet
detecteerbaar.
Eliminatie
Alogliptine werd geëlimineerd met een gemiddelde terminale halfwaardetijd (T
1/2
) van ongeveer
21 uur.
Na toediening van een orale dosis [
14
C]-alogliptine werd 76% van de totale hoeveelheid radioactiviteit
in de urine uitgescheiden en werd 13% teruggevonden in de stoelgang.
De gemiddelde renale klaring van alogliptine (170 ml/min) was hoger dan de gemiddelde geschatte
glomerulaire filtratiesnelheid (ongeveer 120 ml/min), hetgeen wijst op enige actieve renale
uitscheiding.
Tijdsafhankelijkheid
De totale blootstelling (AUC
(0-inf)
) aan alogliptine was na toediening van een enkelvoudige dosis
ongeveer gelijk aan de blootstelling gedurende één dosisinterval (AUC
(0-24)
) na eenmaaldaagse
toediening gedurende 6 dagen. Dit wijst op afwezigheid van tijdsafhankelijkheid in de kinetiek van
alogliptine na meervoudige toediening.
19
Speciale populaties
Nierfunctiestoornis
Een enkelvoudige dosis van 50 mg alogliptine werd toegediend aan 4 groepen patiënten met een
nierfunctiestoornis in verschillende gradaties van ernst (op basis van CrCl volgens de
Cockcroft-Gault-formule): licht (CrCl = > 50 tot ≤ 80 ml/min), matig (CrCl = ≥30 tot ≤50 ml/min),
ernstig (CrCl = <30 ml/min) en nierziekte in het laatste stadium met hemodialyse.
Er werd een stijging van de AUC voor alogliptine met een factor van ongeveer 1,7 waargenomen bij
patiënten met een lichte nierfunctiestoornis. Omdat de verdeling van de AUC-waarden voor
alogliptine bij deze patiënten echter binnen hetzelfde bereik lag als bij controle-proefpersonen, is het
niet nodig om de dosis alogliptine aan te passen voor patiënten met een lichte nierfunctiestoornis (zie
rubriek 4.2).
Bij patiënten met een matige of ernstige nierfunctiestoornis, of met nierziekte in het laatste stadium
met hemodialyse, werd respectievelijk een ongeveer 2-voudige en 4-voudige stijging van de
systemische blootstelling aan alogliptine waargenomen. (Patiënten met nierziekte in het laatste
stadium ondergingen hemodialyse direct na toediening van alogliptine. Op basis van de gemiddelde
dialysaatconcentraties werd tijdens een 3 uur durende dialysesessie ongeveer 7% van de werkzame
stof verwijderd.) Daarom dienen bij patiënten met een matige of ernstige nierfunctiestoornis, of met
nierziekte in het laatste stadium die gedialyseerd moeten worden, lagere doses alogliptine te worden
gebruikt om de systemische blootstelling aan alogliptine ongeveer hetzelfde te houden als bij patiënten
met een normale nierfunctie (zie hierboven en rubriek 4.2).
Leverfunctiestoornis
Bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis was de totale blootstelling aan alogliptine ongeveer
10% lager en de piekblootstelling ongeveer 8% lager dan bij controle-proefpersonen. De omvang van
deze dalingen werd niet als klinisch relevant beschouwd. Voor patiënten met een lichte tot matige
leverfunctiestoornis (Child-Pugh-scores van 5 tot 9) hoeft de dosis alogliptine daarom niet te worden
aangepast. Alogliptine is niet onderzocht bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis
(Child-Pugh-score > 9).
Leeftijd, geslacht, ras, lichaamsgewicht
Leeftijd (65-81 jaar), geslacht, ras (blank, zwart en Aziatisch) en lichaamsgewicht hadden geen
klinisch relevant effect op de farmacokinetiek van alogliptine. Er zijn geen dosisaanpassingen nodig
(zie rubriek 4.2).
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van alogliptine bij kinderen en jongeren <18 jaar is niet vastgesteld. Er zijn geen
gegevens beschikbaar (zie rubriek 4.2 en hierboven).
Metformine
Absorptie
Na een orale dosis metformine wordt de maximale plasmaconcentratie (C
max
) in ongeveer 2,5 uur
(T
max
) bereikt. De absolute biologische beschikbaarheid van een metforminehydrochloride tablet van
500 mg of 850 mg is bij gezonde proefpersonen ongeveer 50-60%. Na een orale dosis was de niet-
geabsorbeerde fractie die in feces werd teruggevonden 20-30%.
Na orale toediening is de absorptie van metformine verzadigbaar en onvolledig. Er wordt aangenomen
dat de farmacokinetiek van metformineabsorptie niet-lineair is.
Bij de aanbevolen doses en doseringsschema's van metformine worden
steady-state-plasmaconcentraties van metformine binnen 24 tot 48 uur bereikt. Deze concentraties zijn
doorgaans lager dan 1 microgram/ml. In gecontroleerde klinische studies werden de maximale
plasmaconcentraties van metformine (C
max
) niet hoger dan 4 microgram/ml, zelfs bij maximale
doseringen.
20
Voedsel vertraagt en verlaagt lichtjes de mate van absorptie van metformine. Na orale toediening van
een tablet metforminehydrochloride van 850 mg was de piekplasmaconcentratie met 40% verlaagd, de
AUC met 25% afgenomen en de tijd tot piekplasmaconcentratie (T
max
) met 35 minuten verlengd. Het
is niet bekend wat de klinische relevantie van deze bevindingen is.
Distributie
Binding aan plasma-eiwitten is verwaarloosbaar. Metformine wordt in erytrocyten gedistribueerd. De
piekconcentratie in het bloed is lager dan die in het plasma en verschijnt ongeveer op hetzelfde
moment. De rode bloedcellen vertegenwoordigen hoogstwaarschijnlijk een secundair
distributiecompartiment. Het gemiddelde distributievolume (V
d
) varieerde van 63-276 l.
Biotransformatie
Metformine wordt onveranderd in de urine uitgescheiden. Er zijn bij mensen geen metabolieten
geïdentificeerd.
Eliminatie
De renale klaring van metformine is > 400 ml/min, wat erop wijst dat metformine via glomerulaire
filtratie en tubulaire uitscheiding wordt geëlimineerd. Na een orale dosis bedraagt de schijnbare
terminale eliminatiehalfwaardetijd ongeveer 6,5 uur.
In geval van een nierfunctiestoornis is de renale klaring evenredig verlaagd met de creatinineklaring.
Daardoor is de eliminatiehalfwaardetijd verlengd, wat leidt tot verhoogde plasmaconcentraties van
metformine.
Vipdomet
Speciale populaties
Nierfunctiestoornis
Door zijn metformine-component dient Vipdomet niet te worden gebruikt bij patiënten met een
ernstige nierfunctiestoornis of met nierziekte in het laatste stadium (zie rubriek 4.2).
Leverfunctiestoornis
Vipdomet dient niet te worden gebruikt bij patiënten met een leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.2).
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Gelijktijdige behandeling met alogliptine en metformine gaf geen nieuwe toxiciteiten en er werden
geen effecten op de toxicokinetiek van de afzonderlijke verbindingen waargenomen.
Bij ratten traden geen behandelingsgerelateerde foetale afwijkingen op na gelijktijdige toediening bij
blootstellingsgrenzen met een factor van ongeveer 28 tot 29 voor alogliptine en van 2 tot 2,5 voor
metformine van de maximale aanbevolen dosis voor mensen (maximum
recommended human dose)
van respectievelijk 25 mg/dag en 2.000 mg/dag. De combinatie bracht bij een klein aantal foetussen
een teratogeen potentieel aan het licht (microftalmie, kleine oogbolling en gespleten verhemelte) bij
hogere doses metformine (blootstellingsgrenzen ongeveer 20 maal en 5 tot 6 maal de maximale
aanbevolen dosis voor mensen voor respectievelijk alogliptine en metformine).
De hieronder weergegeven gegevens zijn bevindingen uit onderzoeken die zijn uitgevoerd met
alogliptine of metformine afzonderlijk.
Alogliptine
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie en toxicologie.
21
De NOAEL-waarde (no-observed-adverse-effect
level)
in de toxiciteitsonderzoeken bij herhaalde
dosering bij ratten en honden, die respectievelijk maximaal 26 en 39 weken duurden, leverde bij de
aanbevolen totale dagelijkse dosis van 25 mg alogliptine blootstellingsgrenzen op die respectievelijk
ongeveer 147 maal en 227 maal hoger waren dan de blootstelling bij mensen.
Alogliptine was in een standaardreeks van
in-vitro-
en
in-vivo-genotoxiciteitsonderzoeken
niet
genotoxisch.
Alogliptine was in 2 jaar durende carcinogeniteitsonderzoeken bij ratten en muizen niet carcinogeen.
Minimale tot lichte eenvoudige overgangscelhyperplasie werd gezien in de urineblaas van mannelijke
ratten, bij de laagste gebruikte dosis (27 keer de humane blootstelling) zonder vaststellen van een
duidelijke NOEL (no observed effect level).
Er werden geen nadelige effecten waargenomen op de vruchtbaarheid, reproductieve functie of vroege
embryo-ontwikkeling bij ratten, tot op een systemische blootstelling die veel hoger was dan de
blootstelling bij mensen bij de aanbevolen dosering. Hoewel de vruchtbaarheid niet werd aangetast,
werd een lichte statistische stijging van het aantal afwijkende spermacellen waargenomen bij
mannetjesratten, bij een blootstelling die veel hoger was dan de blootstelling bij mensen bij de
aanbevolen dosering.
Placenteale transfer van alogliptine treedt bij ratten op.
Alogliptine was bij ratten of konijnen niet teratogeen bij een systemische blootstelling op het niveau
van de NOAEL-waarden, die veel hoger is dan de blootstelling bij mensen bij de aanbevolen dosering.
Hogere doses alogliptine waren niet teratogeen, maar leidden tot maternale toxiciteit en gingen
gepaard met vertraagde en/of ontbrekende ossificatie van botten en afgenomen lichaamsgewicht van
de foetus.
In een onderzoek naar de pre- en postnatale ontwikkeling bij ratten hadden blootstellingen die veel
hoger waren dan de blootstelling bij mensen bij de aanbevolen dosering, geen schadelijke effecten op
de ontwikkeling van het embryo of op de groei en ontwikkeling van de nakomelingen. Hogere doses
alogliptine leidden tot afgenomen lichaamsgewicht van de nakomelingen en gaven enige effecten op
de ontwikkeling die als secundair aan het lagere lichaamsgewicht werden beschouwd.
Onderzoek met zogende ratten wijst erop dat alogliptine in melk wordt uitgescheiden.
Er werden geen alogliptine-gerelateerde effecten waargenomen bij juveniele ratten na herhaalde
toediening gedurende 4 en 8 weken.
Metformine
Preklinische gegevens voor metformine duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze
gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie,
toxiciteit bij herhaalde dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel en reproductietoxiciteit.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern
Mannitol
Microkristallijne cellulose
Povidon K30
Crospovidon Type A
Magnesiumstearaat
22
Filmomhulling
Hypromellose
Talk
Titaniumdioxide (E171)
Geel ijzeroxide (E172)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Blisterverpakkingen van polychloortrifluorethyleen (PCTFE)/polyvinylchloride (PVC) met aluminium
doordrukfolie ter afdekking. Verpakkingsgrootten van 10, 14, 20, 28, 56, 60, 98, 112, 120, 180, 196,
200 of multiverpakkingen met 196 (2 verpakkingen van 98) filmomhulde tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/843/001-026
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 19/09/2013
Datum van laatste verlenging:
24 mei 2018
23
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
24
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
D.
25
A.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Takeda Ireland Ltd.
Bray Business Park
Kilruddery
Co Wicklow
Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
26
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
27
A. ETIKETTERING
28
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS (MET
BLUE BOX)
(UITGEZONDERD MULTIVERPAKKINGEN)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 12,5 mg alogliptine (als benzoaat) en 850 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 filmomhulde tabletten
14 filmomhulde tabletten
20 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
112 filmomhulde tabletten
120 filmomhulde tabletten
180 filmomhulde tabletten
196 filmomhulde tabletten
200 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
29
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/843/001 10 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/002 14 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/003 20 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/004 28 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/005 56 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/006 60 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/007 98 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/008 112 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/009 120 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/010 180 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/011 196 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/012 200 filmomhulde tabletten
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Vipdomet 12,5 mg/850 mg
30
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
31
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
INDIVIDUELE DOOS (ZONDER
BLUE BOX)
ENKEL MULTIVERPAKKINGEN (2X98 TABLETTEN)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 12,5 mg alogliptine (als benzoaat) en 850 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
98 filmomhulde tabletten
Onderdeel van een multiverpakking, mag niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
32
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/843/025 2x98 filmomhulde tabletten
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Vipdomet 12,5 mg/850 mg
33
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING (MET
BLUE BOX)
ENKEL MULTIVERPAKKINGEN (2X98 TABLETTEN)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 12,5 mg alogliptine (als benzoaat) en 850 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multiverpakking: 196 (2 verpakkingen van 98) filmomhulde tabletten.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
34
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/843/025 196 (2x98) filmomhulde tabletten (multiverpakking)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Vipdomet 12,5 mg/850 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
35
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/850 mg tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Takeda
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
36
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS (MET
BLUE BOX)
(UITGEZONDERD MULTIVERPAKKINGEN)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 12,5 mg alogliptine (als benzoaat) en 1.000 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 filmomhulde tabletten
14 filmomhulde tabletten
20 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
112 filmomhulde tabletten
120 filmomhulde tabletten
180 filmomhulde tabletten
196 filmomhulde tabletten
200 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
37
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/843/013 10 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/014 14 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/015 20 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/016 28 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/017 56 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/018 60 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/019 98 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/020 112 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/021 120 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/022 180 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/023 196 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/024 200 filmomhulde tabletten
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg
38
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
39
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
INDIVIDUELE DOOS (ZONDER
BLUE BOX)
ENKEL MULTIVERPAKKINGEN (2X98 TABLETTEN)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 12,5 mg alogliptine (als benzoaat) en 1.000 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
98 filmomhulde tabletten
Onderdeel van een multiverpakking, mag niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
40
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/843/026 2x98 filmomhulde tabletten
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg
41
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING (MET
BLUE BOX)
ENKEL MULTIVERPAKKINGEN (2X98 TABLETTEN)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 12,5 mg alogliptine (als benzoaat) en 1.000 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multiverpakking: 196 (2 verpakkingen van 98) filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
42
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/843/026 196 (2x98) filmomhulde tabletten (multiverpakking)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
43
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Takeda
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
44
B. BIJSLUITER
45
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Vipdomet en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Vipdomet en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
Wat is Vipdomet?
Vipdomet bevat twee verschillende geneesmiddelen, alogliptine en metformine, in één tablet:
-
alogliptine behoort tot een groep geneesmiddelen die DPP-4-remmers
(dipeptidyl-peptidase-4-remmers) worden genoemd. Alogliptine werkt doordat het de
hoeveelheid insuline in het lichaam na een maaltijd verhoogt en de hoeveelheid suiker in het
lichaam verlaagt.
metformine behoort tot een groep geneesmiddelen die biguaniden worden genoemd en die ook
helpen om de hoeveelheid bloedsuiker te verlagen, door de hoeveelheid suiker die in de lever
wordt gevormd te verlagen en door insuline te helpen om efficiënter te werken.
-
Allebei deze groepen geneesmiddelen zijn “orale antidiabetica”.
Waarvoor wordt Vipdomet ingenomen?
Vipdomet wordt gebruikt om de bloedsuikerspiegel te verlagen bij volwassenen met diabetes type 2.
Diabetes type 2 wordt ook wel niet-insuline-afhankelijke diabetes mellitus of NIDDM genoemd.
Vipdomet wordt ingenomen wanneer uw bloedsuiker niet goed onder controle kan worden gehouden
met een dieet, voldoende lichaamsbeweging en andere geneesmiddelen tegen diabetes, zoals alleen
metformine, alleen insuline, of samen ingenomen metformine en pioglitazon.
Als u al alogliptine en metformine als aparte tabletten inneemt, kan Vipdomet deze vervangen door
één tablet.
Het is belangrijk dat u het advies dat uw verpleegkundige of arts u heeft gegeven over uw dieet en
lichaamsbeweging blijft opvolgen.
46
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U heeft een ernstige allergische reactie gehad op andere gelijkaardige geneesmiddelen die u
inneemt om uw bloedsuiker onder controle te houden. De symptomen van een ernstige
allergische reactie kunnen zijn: uitslag, verdikte rode plekken op uw huid (netelroos), het
opzwellen van het gelaat, de lippen, de tong en de keel, wat moeilijkheden bij het ademhalen en
bij het slikken kan veroorzaken. Andere symptomen kunnen zijn: overal jeuk en zich warm
voelen - vooral in/op de hoofdhuid, de mond, de keel, de handpalmen en de voetzolen
(Stevens-Johnsonsyndroom).
-
U heeft een sterk verminderde nierfunctie.
-
U heeft ongereguleerde diabetes met bijvoorbeeld ernstige hyperglykemie (hoge bloedglucose),
misselijkheid, braken, diarree, snel gewichtsverlies, lactaatacidose (zie ‘Risico op
lactaatacidose’ hieronder) of ketoacidose. Ketoacidose is een toestand waarbij zogenaamde
ketonlichamen zich in het bloed opstapelen, wat een diabetisch precoma tot gevolg kan hebben.
De symptomen omvatten maagpijn, snelle en diepe ademhaling, slaperigheid of een ongewone
fruitige geur van de adem.
-
U heeft een ernstige infectie of u bent ernstig uitgedroogd (u hebt veel vocht uit uw lichaam
verloren)
-
U heeft onlangs een hartaanval gehad of u heeft ernstige problemen met uw bloedsomloop, met
inbegrip van shock.
-
U heeft ernstige ademhalingsproblemen.
-
U heeft een leverziekte.
-
U drinkt overmatige hoeveelheden alcohol (ofwel dagelijks, ofwel nu en dan grote
hoeveelheden).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt:
-
Indien u diabetes type 1 (uw lichaam kan geen insuline aanmaken) heeft.
-
Indien u Vipdomet inneemt met insuline of een thiazolidinedion. Het kan zijn dat uw arts uw
dosis insuline of een thiazolidinedion wil verlagen wanneer u dit samen met Vipdomet gebruikt.
Dit is om te voorkomen dat uw bloedsuikerspiegel te laag wordt (hypoglykemie).
-
Indien u een ander geneesmiddel dat een “sulfonylureumderivaat” bevat, inneemt tegen
diabetes, mag u Vipdomet niet beginnen in te nemen.
-
Indien u een ziekte van de alvleesklier heeft of heeft gehad.
-
In geval van symptomen die wijzen op een leverletsel tijdens de behandeling met Vipdomet.
Neem contact op met uw arts als u merkt dat er zich blaren vormen op de huid, want dat kan wijzen op
de aandoening bulleus pemfigoïd. Uw arts kan u dan vragen het gebruik van alogliptine stop te zetten.
Risico op lactaatacidose
Vipdomet kan de zeer zeldzame, maar zeer ernstige bijwerking lactaatacidose veroorzaken, met name
als uw nieren niet goed werken. Het risico op ontwikkeling van lactaatacidose is tevens verhoogd bij
ongereguleerde diabetes, ernstige infecties, langdurig vasten of alcoholgebruik, uitdroging (zie verdere
informatie hieronder), leverproblemen en medische aandoeningen waarbij een deel van het lichaam
onvoldoende zuurstof heeft (zoals acute ernstige hartziekten).
Als één van de bovenstaande condities op u van toepassing is, dient u contact op te nemen met uw arts
voor verder advies.
Stop tijdelijk met inname van Vipdomet bij een conditie die kan samenhangen met uitdroging
(aanzienlijk verlies van lichaamsvloeistoffen), zoals ernstig braken, diarree, koorts, blootstelling aan
hitte of als u minder vocht dan normaal drinkt. Neem contact op met uw arts voor verder advies.
47
Stop met inname van Vipdomet en neem onmiddellijk contact op met uw arts of het
dichtstbijzijnde ziekenhuis als u last krijgt van één of meer symptomen van lactaatacidose,
aangezien deze toestand kan leiden tot coma.
Lactaatacidose is een medisch noodtoestand en moet in het ziekenhuis behandeld worden. Neem bij
een vermoeden van lactaatacidose contact op met een arts of een ziekenhuis.
Symptomen van lactaatacidose omvatten:
-
overgeven
-
buikpijn
-
spierkrampen
-
een algemeen gevoel van malaise met ernstige vermoeidheid
-
moeite met ademhaling
-
verminderde lichaamstemperatuur en hartslag
Als u een grote operatie moet ondergaan, moet u stoppen met inname van Vipdomet tijdens en
gedurende een periode na de ingreep. Uw arts zal beslissen wanneer u moet stoppen en wanneer u uw
behandeling met Vipdomet moet hervatten.
Tijdens behandeling met Vipdomet zal uw arts uw nierfunctie ten minste éénmaal per jaar controleren
of vaker als u oudere bent en/of als u een verslechterde nierfunctie heeft.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Vipdomet wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en jongeren jonger dan 18 jaar, vanwege
het ontbreken van gegevens bij deze patiënten.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Als het noodzakelijk is dat u een joodhoudend contrastmiddel in het bloed krijgt ingespoten,
bijvoorbeeld voor een röntgenfoto of een scan, moet u voor of op het moment van de injectie stoppen
met Vipdomet. Uw arts zal beslissen wanneer u moet stoppen en wanneer u uw behandeling met
Vipdomet moet hervatten.
Gebruikt u naast Vipdomet nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Dan heeft u mogelijk vaker bloedglucose- en nierfunctietesten nodig, of uw arts moet mogelijk uw
Vipdomet dosis aanpassen. Het is met name belangrijk om het volgende te melden:
-
hydrocortison en prednisolon (corticosteroïden) die worden gebruikt om ontstekingsziekten,
zoals astma en artritis, te behandelen.
-
cimetidine, gebruikt om maagklachten te behandelen.
-
bronchodilatatoren (bèta-2-agonisten) gebruikt om astma te behandelen.
-
geneesmiddelen die de urineaanmaak verhogen (diuretica)
-
geneesmiddelen gebruikt om pijn en ontsteking te behandelen (NSAID en COX 2-remmers,
zoals ibuprofen en celecoxib)
-
geneesmiddelen gebruikt om hoge bloeddruk te behandelen (ACE-remmers en
angiotensine-II-receptor antagonisten)
-
geneesmiddelen die alcohol bevatten.
Waarop moet u letten met alcohol?
Vermijd overmatige inname van alcohol als u Vipdomet gebruikt, aangezien dit het risico op
lactaatacidose kan verhogen (zie rubriek ‘Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?’).
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. U mag Vipdomet niet
gebruiken als u zwanger bent.
Vipdomet wordt niet aangeraden in de periode dat u borstvoeding geeft, omdat metformine wordt
uitgescheiden in de moedermelk.
48
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Van Vipdomet is niet bekend dat het invloed heeft op uw rijvaardigheid of op uw vermogen om
machines te gebruiken. Wanneer Vipdomet gecombineerd wordt met geneesmiddelen die pioglitazon
of insuline worden genoemd, kan dit een te lage bloedsuikerspiegel (hypoglykemie) veroorzaken, wat
uw rijvaardigheid en uw vermogen om machines te bedienen kan beïnvloeden.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Uw arts zal u precies vertellen hoeveel Vipdomet u moet innemen. De hoeveelheid Vipdomet varieert
afhankelijk van uw toestand en de doses die u op dit moment inneemt van alleen metformine,
metformine in combinatie met pioglitazon, insuline en/of afzonderlijke tabletten alogliptine en
metformine.
De aanbevolen dosis is één tablet tweemaal daags. Als u een verminderde nierfunctie heeft, kan uw
arts een lagere dosis voorschrijven, die mogelijk als afzonderlijke tabletten alogliptine en metformine
gegeven moet worden.
Slik uw tablet(ten) in zijn geheel in met water. U moet dit geneesmiddel met voedsel innemen, om de
kans op maagklachten te verkleinen.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u te veel tabletten heeft ingenomen, of als iemand anders of een kind uw geneesmiddel heeft
ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met de afdeling spoedeisende hulp van het
dichtstbijzijnde ziekenhuis of ga daar direct heen. Neem deze bijsluiter en/of enkele tabletten mee,
zodat uw arts precies weet wat u heeft ingenomen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u een dosis vergeten bent in te nemen, neem deze dan in zodra u eraan denkt. Neem geen dubbele
dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van Vipdomet voordat u dit met uw arts heeft besproken. Uw
bloedsuikerspiegel kan stijgen wanneer u stopt met het innemen van Vipdomet.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
STOP met het innemen van Vipdomet en neem onmiddellijk contact op met een arts of met het
dichtstbijzijnde ziekenhuis
als een van de symptomen van de volgende
ernstige bijwerkingen
bij u
optreedt:
Zeer zelden
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 mensen):
-
Lactaatacidose
(een ophoping van melkzuur in het bloed) is een zeer ernstige bijwerking die
kan resulteren in een coma. Voor symptomen zie rubriek ‘Wanneer moet u extra voorzichtig
zijn met dit middel’.
49
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald):
-
Een allergische reactie.
De symptomen kunnen zijn: huiduitslag, netelroos (bultjes op de huid),
problemen met slikken of met ademhalen, gezwollen lippen, gezicht, keel of tong, en zich zwak
voelen.
-
Een ernstige allergische reactie:
huidletsels of plekken op uw huid die zich kunnen
ontwikkelen tot een zweer met daaromheen bleke of rode ringen, blaarvorming en/of
afschilferen van de huid, mogelijk met symptomen zoals jeuk, koorts, ziek voelen, pijnlijke
gewrichten, problemen met zien, brandende, pijnlijke of jeukende ogen en mondzweren
(Stevens-Johnsonsyndroom en erythema multiforme).
-
Ernstige en aanhoudende pijn
in de buik (ter hoogte van de maag), die zich kan uitspreiden tot
in de rug, alsook misselijkheid en braken, omdat dit een teken kan zijn van een ontstoken
alvleesklier (pancreatitis).
U moet het ook
met uw arts bespreken
als de volgende bijwerkingen bij u optreden:
Zeer vaak
(kunnen voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen):
-
Maagpijn
-
Diarree
-
Verminderde eetlust
-
Misselijkheid
-
Braken
Vaak
(kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen):
-
Symptomen van een lage bloedsuikerspiegel
(hypoglykemie) kunnen optreden wanneer
Vipdomet in combinatie met insuline of sulfonylureumderivaten (bijv. glipizide, tolbutamide,
glibenclamide) worden ingenomen.
-
Symptomen kunnen zijn:
beven, transpireren, angst, wazig zien, tintelende lippen, bleekheid,
stemmingsverandering of zich verward voelen. Uw bloedsuikerspiegel kan dalen tot onder de
normale waarde, maar kan weer worden verhoogd door suiker in te nemen. Het wordt
aangeraden dat u een paar suikerklontjes, snoepjes, koekjes of suikerhoudende vruchtendrank
bij u draagt.
-
Verkoudheidssymptomen, zoals een zere keel, verstopte neus, zich moe voelen, koorts, koude
rillingen, droge hoest
-
Huiduitslag
-
Jeukende huid, met of zonder bultjes (netelroos)
-
Hoofdpijn
-
Spijsverteringsklachten (indigestie), brandend maagzuur
-
Braken en/of diarree
-
Metaalachtige smaak.
Zeer zelden:
-
Verlaagd gehalte vitamine B
12
of bloedarmoede (anemie); de symptomen zijn vermoeidheid,
slaapzucht, zich zwak voelen, buiten adem raken
-
Leverproblemen (hepatitis of afwijkingen in leverfunctietests)
-
Erytheem (roodheid van de huid).
Niet bekend:
-
Leverproblemen zoals misselijkheid of braken, maagpijn, ongebruikelijke of onverklaarbare
moeheid, verlies van eetlust, donkere urine of het geel worden van de huid of het wit van de
ogen.
-
Ontsteking van het bindweefsel in de nieren (interstitiële nefritis).
-
Blaarvorming op de huid (bulleus pemfigoïd).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
50
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
doordrukstrip na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De
werkzame stoffen
in dit middel zijn alogliptine en metforminehydrochloride.
Elke 12,5 mg/850 mg filmomhulde tablet bevat alogliptinebenzoaat, overeenkomend met 12,5 mg
alogliptine en 850 mg metforminehydrochloride.
Elke 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tablet bevat alogliptinebenzoaat, overeenkomend met 12,5 mg
alogliptine en 1.000 mg metforminehydrochloride.
-
De
andere stoffen
in dit middel zijn: mannitol, microkristallijne cellulose, povidon K30,
crospovidon Type A, magnesiumstearaat, hypromellose, talk, titaniumdioxide (E171) en geel
ijzeroxide (E172).
Hoe ziet Vipdomet eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
-
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten (tabletten) zijn lichtgele, langwerpige
(ongeveer 21,0 mm lang en 10,1 mm breed), dubbelbolle, filmomhulde tabletten, met aan één
kant de aanduiding “12.5/850” en aan de andere kant “322M” in reliëfopdruk.
-
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten (tabletten) zijn vaalgele, langwerpige
(ongeveer 22,3 mm lang en 10,7 mm breed), dubbelbolle, filmomhulde tabletten, met aan één
kant de aanduiding “12.5/1000” en aan de andere kant “322M” in reliëfopdruk.
Vipdomet is verkrijgbaar in doordrukstrips van 10, 14, 20, 28, 56, 60, 98, 112, 120, 180, 196 of 200
tabletten en in multiverpakkingen met 2 verpakkingen die elk 98 filmomhulde tabletten bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
Fabrikant
Takeda Ireland Limited
Bray Business Park
Kilruddery
Co. Wicklow
Ierland
51
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Takeda Belgium
Tél/Tel: +32 2 464 06 11
takeda-belgium@takeda.com
България
Такеда България
Тел.: +359 2 958 27 36; +359 2 958 15 29
Česká republika
Takeda Pharmaceuticals Czech Republic s.r.o.
Tel: +420 234 722 722
Danmark
Takeda Pharma A/S
Tlf./Tel: +45 46 77 11 11
Deutschland
Takeda GmbH
Tel: +49 (0) 800 825 3325
medinfoEMEA@takeda.com
Eesti
Takeda Pharma AS
Tel: +372 6177 669
Ελλάδα
TAKEDA ΕΛΛΑΣ Α.Ε.
Τηλ: +30 210 6387800
gr.info@takeda.com
España
Laboratorios Menarini, S.A.
Tel: +34 934 628 800
info@menarini.es
France
Takeda France SAS
Tél: +33 1 40 67 33 00
medinfoEMEA@takeda.com
Hrvatska
Takeda Pharmaceuticals Croatia d.o.o
Tel: +385 1 377 88 96
Lietuva
Takeda UAB
Tel: +370 521 09 070
Luxembourg/Luxemburg
Takeda Belgium
Tél/Tel: +32 2 464 06 11
takeda-belgium@takeda.com
Magyarország
Takeda Pharma Kft.
Tel: +361 2707030
Malta
TAKEDA HELLAS S.A.
Tel: +30 210 6387800
gr.info@takeda.com
Nederland
Takeda Nederland B.V.
Tel: +31 20 203 5492
medinfoEMEA@takeda.com
Norge
Takeda AS
Tlf: +47 6676 3030
infonorge@takeda.com
Österreich
Takeda Pharma Ges. m.b.H
Tel: +43 (0) 800-20 80 50
Polska
Takeda Pharma sp. z o.o.
Tel. +48 22 608 13 00
Portugal
Takeda Farmacêuticos Portugal, Lda.
Tel: +351 21 120 1457
România
Takeda Pharmaceuticals SRL
Tel: +40 21 335 03 91
52
Ireland
Takeda Products Ireland Limited
Tel: 1800 937 970
medinfoEMEA@takeda.com
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
vistor@vistor.is
Italia
Takeda Italia S.p.A.
Tel: +39 06 502601
Κύπρος
TAKEDA ΕΛΛΑΣ Α.Ε.
Τηλ: +30 210 6387800
gr.info@takeda.com
Latvija
Takeda Latvia SIA
Tel: +371 67840082
Slovenija
Takeda Pharmaceuticals farmacevtska družba d.o.o.
Tel: +386 (0) 59 082 480
Slovenská republika
Takeda Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Tel: +421 (2) 20 602 600
Suomi/Finland
Takeda Oy
Tel. +358 20 746 5000
Sverige
Takeda Pharma AB
Tel: +46 8 731 28 00
infosweden@takeda.com
United Kingdom (Northern Ireland)
Takeda UK Ltd
Tel: +44 (0) 2830 640 902
medinfoEMEA@takeda.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
53

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Elke tablet bevat alogliptinebenzoaat, overeenkomend met 12,5 mg alogliptine en 850 mg
metforminehydrochloride.
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten
Elke tablet bevat alogliptinebenzoaat, overeenkomend met 12,5 mg alogliptine en 1.000 mg
metforminehydrochloride.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet).
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Lichtgele, langwerpige (ongeveer 21,0 mm lang en 10,1 mm breed), biconvexe, filmomhulde
tabletten, met aan één kant de aanduiding '12.5/850' en aan de andere kant '322M' in reliëfopdruk.
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten
Vaalgele, langwerpige (ongeveer 22,3 mm lang en 10,7 mm breed), biconvexe, filmomhulde tabletten,
met aan één kant de aanduiding '12.5/1000' en aan de andere kant '322M' in reliëfopdruk.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Vipdomet is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met diabetes mellitus type 2 die
18 jaar en ouder zijn:
- als aanvulling op een dieet en lichaamsbeweging, om de glykemische regulatie te verbeteren bij
volwassen patiënten die onvoldoende gereguleerd zijn met de maximale verdraagbare dosis van
metformine alleen of patiënten die al behandeld worden met een combinatie van alogliptine en
metformine.
- in combinatie met pioglitazon (d.w.z. triple combinatietherapie) als aanvulling op een dieet en
lichaamsbeweging bij volwassen patiënten die onvoldoende gereguleerd zijn met hun maximale
verdraagbare dosering van metformine en pioglitazon.
- in combinatie met insuline (d.w.z. triple combinatietherapie) als aanvulling op een dieet en
lichaamsbeweging, om de glykemische regulatie bij patiënten te verbeteren wanneer
onvoldoende glykemische regulatie bereikt wordt met alleen een stabiele dosis insuline en
metformine.
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Voor de verschillende doseringsschema's is Vipdomet beschikbaar in sterktes van 12,5 mg/850 mg en
12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten.
Volwassenen (18 jaar) met een normale nierfunctie (glomerulaire filtratiesnelheid
(GFR) 90 ml/min)
De dosis moet individueel worden vastgesteld, op basis van het huidige behandelschema van de
patiënt.
Voor patiënten die onvoldoende gereguleerd zijn met alleen een maximale verdraagbare dosis
metforminehydrochloride
is de aanbevolen dosis één tablet 12,5 mg/850 mg of 12,5 mg/1.000 mg
tweemaal daags, overeenkomend met 25 mg alogliptine plus 1.700 mg of 2.000 mg
metforminehydrochloride dagelijks, afhankelijk van de dosis metforminehydrochloride die al werd
ingenomen.
Voor patiënten die onvoldoende gereguleerd zijn met een tweevoudige therapie met een maximale
verdraagbare dosis metformine en pioglitazon
dient de dosis pioglitazon gelijk te worden gehouden en
dient Vipdomet gelijktijdig te worden toegediend, waarbij van alogliptine tweemaal daags 12,5 mg
wordt ingenomen (totale dagelijkse dosis 25 mg) en van metforminehydrochloride ongeveer dezelfde
dosis (tweemaal daags ofwel 850 mg ofwel 1.000 mg) die al werd ingenomen.
Voorzichtigheid dient in acht genomen te worden wanneer alogliptine wordt gebruikt in combinatie
met metformine en een thiazolidinedion omdat een verhoogd risico op hypoglykemie is waargenomen
bij deze triple therapie (zie rubriek 4.4). Een lagere dosis van het thiazolidinedion of metformine kan
overwogen worden in geval van hypoglykemie.
Voor patiënten die overschakelen van afzonderlijke tabletten alogliptine en metformine (als
tweevoudige therapie of als onderdeel van een triple therapie met insuline) dienen de doseringen van
zowel alogliptine als metformine hetzelfde te zijn als de totale dagelijkse doses die al werden
ingenomen; de afzonderlijke dosis alogliptine dient te worden gehalveerd omdat deze tweemaal per
dag wordt ingenomen, terwijl de dosering van metformine onveranderd dient te blijven.
Voor patiënten die onvoldoende gereguleerd zijn met een tweevoudige combinatietherapie met
insuline en de maximale verdraagbare dosis metformine
dient de dosis Vipdomet zodanig te zijn dat
van alogliptine tweemaal daags 12,5 mg wordt ingenomen (totale dagelijkse dosis 25 mg) en van
metformine ongeveer dezelfde dosis die al werd ingenomen.
Een lagere dosis insuline kan overwogen worden om het risico op hypoglykemie te verlagen.
Maximale dagelijkse dosis
De maximale aanbevolen dagelijkse dosis van 25 mg alogliptine dient niet overschreden te worden.
Specifieke populaties
Ouderen (65 jaar)
Er is geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd. Echter, alogliptine dient voorzichtig gedoseerd
te worden bij patiënten met een hoge leeftijd wegens de mogelijk verlaagde nierfunctie bij deze
bevolkingsgroep.
Nierfunctiestoornis
Voor aanvang van de behandeling met metformine-bevattende geneesmiddelen dient een GFR te
worden bepaald, en ten minste jaarlijks daarna. Bij patiënten met een verhoogd risico op verdere
progressie van nierfunctiestoornissen en bij ouderen dient de nierfunctie vaker te worden bepaald,
bijv. iedere 3-6 maanden.
GFR ml/min
Metformine
Alogliptine*
60-89
Maximale dagdosis is 3.000 mg
Geen dosisaanpassing
Dosisreductie kan worden overwogen
Maximale dagelijkse dosis bedraagt
in relatie tot afnemende nierfunctie.
25 mg.
45-59
Maximale dagdosis is 2.000 mg
Maximale dagelijkse dosis bedraagt
De startdosis is niet meer dan de helft
12,5 mg.
van de maximale dosis.
30-44
Maximale dagdosis is 1.000 mg.
Maximale dagelijkse dosis bedraagt
De startdosis is niet meer dan de helft
12,5 mg.
van de maximale dosis.
<30
Metformine is gecontraïndiceerd
Maximale dagelijkse dosis bedraagt
6,25 mg.
* Een dosisaanpassing van alogliptine gebeurt op basis van een farmacokinetische studie waarbij de
nierfunctie wordt gecontroleerd aan de hand van de creatinineklaring (CrCl) geschat volgens de
Cockcroft-Gault-formule.
Leverfunctiestoornis
Vipdomet mag niet worden gebruikt bij patiënten met een leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.3, 4.4
en 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Vipdomet bij kinderen en jongeren <18 jaar zijn niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Oraal gebruik.
Vipdomet dient tweemaal daags te worden ingenomen, vanwege de farmacokinetiek van de
metformine-component. Het dient ook met een maaltijd te worden ingenomen om de gastro-intestinale
bijwerkingen van metformine te verminderen. De tabletten moeten in hun geheel met water worden
doorgeslikt.
Indien een dosis vergeten wordt, moet die worden ingenomen zodra de patiënt eraan denkt. Er mag
niet op één tijdstip een dubbele dosis worden ingenomen. In dat geval dient de gemiste dosis te
worden overgeslagen.
4.3
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen of een voorgeschiedenis van een ernstige overgevoeligheidsreactie, waaronder een
anafylactische reactie, anafylactische shock en angio-oedeem, op om het even welke
dipeptidyl-peptidase-4 (DPP-4)-remmer (zie rubriek 4.4 en 4.8).
- Alle vormen van acute metabole acidose (zoals lactaatacidose, diabetische ketoacidose)
- Diabetisch precoma
- Ernstig nierfalen (GFR <30 ml/min)
- Acute aandoeningen die de nierfunctie zouden kunnen aantasten, zoals:
- dehydratatie
- ernstige infectie
- shock
Acute of chronische ziekte die weefselhypoxie kan veroorzaken (zie rubriek 4.4), zoals:
- hartfalen of respiratoir falen
- recent myocardinfarct
- shock
- Leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.4)
- Acute alcoholintoxicatie, alcoholisme (zie rubriek 4.4 en 4.5)
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Algemeen
Vipdomet mag niet worden gebruikt bij patiënten met diabetes mellitus type 1. Vipdomet is geen
vervangmiddel voor insuline bij patiënten die insuline nodig hebben.
Lactaatacidose
Lactaatacidose, een zeer zeldzame, maar ernstige metabole complicatie, treedt het vaakst op bij acute
verslechtering van de nierfunctie of cardiopulmonale ziekte of sepsis. Accumulatie van metformine
treedt op bij acute verslechtering van de nierfunctie en verhoogt het risico op lactaatacidose.
In het geval van dehydratie (ernstige diarree of braken, koorts of verminderde vochtinname) dient
Vipdomet tijdelijk gestaakt te worden en wordt de patiënt aanbevolen contact op te nemen met een
zorgverlener.
Geneesmiddelen die de nierfunctie acuut kunnen verstoren (zoals antihypertensiva, diuretica en
niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAIDs)) dienen met voorzichtigheid gestart te
worden bij patiënten die met metformine behandeld worden. Andere risicofactoren voor lactaatacidose
zijn overmatig alcoholgebruik, leverinsufficiëntie, slecht gereguleerde diabetes, ketose, langdurig
vasten en aandoeningen die geassocieerd worden met hypoxie, evenals gelijktijdig gebruik van
geneesmiddelen die tot lactaatacidose kunnen leiden (zie rubrieken 4.3 en 4.5).
Patiënten en/of verzorgers dienen geïnformeerd te worden over het risico op lactaatacidose.
Lactaatacidose wordt gekenmerkt door acidotische dyspneu, buikpijn, spierkrampen, astenie en
hypothermie gevolgd door coma. Bij mogelijke symptomen dient de patiënt te stoppen met het
innemen van Vipdomet en direct medische hulp te zoeken. Diagnostische laboratoriumbevindingen
zijn een verlaagde bloed pH (<7,35), een verhoogde plasmalactaatspiegel (> 5 mmol/l) en een
verhoogde `anion gap' en lactaat/pyruvaatverhouding.
Toediening van joodhoudende contrastmiddelen
Intravasculaire toediening van joodhoudende contrastmiddelen kan leiden tot contrastgeïnduceerde
nefropathie, met accumulatie van metformine en een verhoogd risico op lactaatacidose als gevolg.
Vipdomet dient gestaakt te worden voorafgaand aan of op het moment van het beeldvormend
onderzoek en niet te worden hervat tot ten minste 48 uur daarna, vooropgesteld dat de nierfunctie
opnieuw is geëvalueerd en stabiel is bevonden, zie rubrieken 4.2 en 4.5
Nierfunctie
De GFR dient te worden bepaald voor aanvang van de behandeling en regelmatig daarna, zie
rubriek 4.2. Metformine is gecontraïndiceerd bij patiënten met GFR <30 ml/min en dient tijdelijk
gestaakt te worden bij omstandigheden die de nierfunctie veranderen, zie rubriek 4.3.
Een verminderde nierfunctie komt bij oudere patiënten vaak voor en is asymptomatisch. Extra
voorzichtigheid is geboden in situaties waarin een nierfunctiestoornis kan ontstaan, bijvoorbeeld bij
het instellen van antihypertensieve of diuretische therapie of bij het starten van een behandeling met
een niet-steroïdaal anti-inflammatoir geneesmiddel (NSAID).
Omdat Vipdomet metformine bevat, moet de behandeling worden gestaakt wanneer een chirurgische
ingreep onder algehele, spinale of epidurale anesthesie plaatsvindt. De behandeling mag niet eerder
dan 48 uur na chirurgie of hervatting van orale voeding hervat worden, vooropgesteld dat de
nierfunctie opnieuw is beoordeeld en stabiel is bevonden.
Leverfunctiestoornissen
Alogliptine werd niet onderzocht bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh score
> 9) en wordt daarom niet aanbevolen voor gebruik bij deze patiënten (zie rubriek 4.2, 4.3 en 5.2).
Gebruik met andere anti-hyperglykemische middelen en bij hypoglykemie
Het is bekend dat insuline hypoglykemie kan veroorzaken. Daarom kan een lagere dosis insuline
worden overwogen om het risico op hypoglykemie te verlagen wanneer dit geneesmiddel in
combinatie met Vipdomet wordt gebruikt (zie rubriek 4.2).
Door het verhoogde risico op hypoglykemie in combinatie met pioglitazon, kan een lagere dosis aan
pioglitazon worden overwogen om het risico op hypoglykemie te reduceren wanneer dit geneesmiddel
samen met Vipdomet wordt gebruikt (zie rubriek 4.2).
Niet onderzochte combinaties
Vipdomet mag niet in combinatie met een sulfonylureumderivaat worden gebruikt, omdat de
veiligheid en werkzaamheid van deze combinatie niet volledig zijn vastgesteld.
Wijziging van de klinische status van patiënten bij wie diabetes mellitus type 2 voordien onder
controle was
Omdat Vipdomet metformine bevat, dient elke patiënt met diabetes mellitus type 2 die voordien goed
onder controle was met Vipdomet, die afwijkende laboratoriumuitslagen of een klinische ziekte krijgt
(in het bijzonder vage en onvoldoende gedefinieerde ziekten) direct te worden beoordeeld op
verschijnselen van ketoacidose of lactaatacidose. De bepaling van elektrolyten en ketonen in het
serum, bloedglucose en, indien geïndiceerd, pH en lactaat-, pyruvaat- en metforminegehaltes van het
bloed, dienen onderdeel uit te maken van deze evaluatie. Indien acidose in een van deze twee vormen
optreedt, moet Vipdomet onmiddellijk worden stopgezet en moeten andere, gepaste corrigerende
maatregelen worden ingesteld.
Overgevoeligheidsreacties
Overgevoeligheidsreacties, met inbegrip van anafylactische reacties, angio-oedeem en exfoliatieve
huidaandoeningen waaronder het Stevens-Johnsonsyndroom en erythema multiforme, werden
waargenomen bij DPP-4-remmers en werden spontaan gemeld voor alogliptine in de
postmarketingfase. In klinisch onderzoek met alogliptine werden anafylactische reacties met een lage
incidentie gemeld.
Acute pancreatitis
Het gebruik van DPP-4-remmers is in verband gebracht met een risico op het ontwikkelen van acute
pancreatitis. In een gepoolde analyse van de gegevens van 13 onderzoeken bedroeg het totale aantal
meldingen van pancreatitis bij patiënten die werden behandeld met 25 mg alogliptine, 12,5 mg
alogliptine, actieve controle of placebo respectievelijk 2, 1, 1 of 0 voorvallen per 1.000 patiëntjaren. In
het cardiovasculaire uitkomstonderzoek bedroeg het aantal meldingen van pancreatitis bij patiënten
die met alogliptine of placebo werden behandeld respectievelijk 3 of 2 voorvallen per
1.000 patiëntjaren. Er zijn spontane meldingen geweest van acute pancreatitis als bijwerking in de
postmarketingfase. Patiënten dienen te worden geïnformeerd over het kenmerkende symptoom van
Effecten op de lever
Na het op de markt brengen werden er meldingen ontvangen van leverfunctiestoornissen, waaronder
leverfalen. Een causaal verband is niet vastgesteld. Patiënten dienen nauwlettend opgevolgd te worden
voor mogelijke afwijkingen aan de lever. Leverfunctietesten dienen onmiddellijk te worden uitgevoerd
bij patiënten met symptomen die op leverschade kunnen wijzen. Indien een abnormaliteit wordt
vastgesteld en een alternatieve etiologie niet kan worden vastgesteld, overweeg dan stopzetting van de
behandeling met alogliptine.
Bulleus pemfigoïd
Na het op de markt brengen werd er melding gemaakt van bulleus pemfigoïd bij patiënten die
DPP-4-remmers met alogliptine nemen. Als er vermoedens zijn van bulleus pemfigoïd, moet het
gebruik van alogliptine worden stopgezet.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdige toediening van 100 mg alogliptine eenmaal daags en 1.000 mg metforminehydrochloride
tweemaal daags aan gezonde proefpersonen gedurende 6 dagen had geen klinisch relevante effecten op
de farmacokinetiek van alogliptine of metformine.
Specifiek farmacokinetisch onderzoek naar geneesmiddeleninteracties is niet uitgevoerd met
Vipdomet. In de volgende rubriek wordt een overzicht gegeven van de interacties die met de
afzonderlijke componenten van Vipdomet (alogliptine/metformine) zijn waargenomen, zoals vermeld
in de betreffende Samenvatting van de productkenmerken van elk van deze producten.
Interacties met metformine
Gelijktijdig gebruik niet aanbevolen
Alcohol
Alcoholintoxicatie is geassocieerd met een verhoogd risico op lactaatacidose, met name in het geval
van vasten, ondervoeding of leverinsufficiëntie.
Joodhoudende contrastmiddelen
Vipdomet moet voorafgaand aan of op het moment van het beeldvormend onderzoek stopgezet
worden en mag pas ten minste 48 uur erna hervat worden, vooropgesteld dat de nierfunctie opnieuw is
beoordeeld en stabiel is bevonden (zie rubrieken 4.2 en 4.4).
Kationische geneesmiddelen
Kationische stoffen die via tubulaire uitscheiding via de nieren worden geëlimineerd (bijv.
cimitedine), kunnen een wisselwerking hebben met metformine door competitie via
gemeenschappelijke renale tubulaire transportsystemen. Een onderzoek dat werd uitgevoerd bij zeven
normale, gezonde vrijwilligers toonde aan dat cimitedine (tweemaal daags 400 mg) de systemische
blootstelling aan metformine (AUC, area under the curve) met 50% verhoogde en de Cmax met 81%.
Daarom dienen een nauwgezette monitoring van de glykemische regulatie, dosisaanpassing binnen de
aanbevolen doseringen en wijzigingen van de diabetesbehandeling te worden overwogen bij
gelijktijdige toediening van kationische geneesmiddelen die door tubulaire uitscheiding via de nieren
worden geëlimineerd.
Combinaties die voorzorgsmaatregelen voor gebruik vereisen
Sommige geneesmiddelen kunnen de nierfunctie negatief beïnvloeden, wat het risico op lactaatacidose
kan verhogen, bijv. NSAIDs, inclusief selectieve cyclo-oxygenase (COX) II-remmers, remmers van
Geneesmiddelen met intrinsieke hyperglykemische werking
Glucocorticoïden (toegediend via systemische en lokale weg), bèta-2-agonisten en diuretica (zie ook
rubriek 4.4) hebben een intrinsieke hyperglykemische werking. De patiënt dient hierover te worden
geïnformeerd en de bloedglucosespiegel dient vaker gecontroleerd te worden, vooral in het begin van
de behandeling met zulke geneesmiddelen. Indien nodig dient de dosis Vipdomet te worden aangepast
tijdens de behandeling met het andere geneesmiddel en bij het beëindigen daarvan.
ACE-remmers
ACE-remmers kunnen de bloedglucosespiegels verlagen. Indien nodig dient de dosis Vipdomet te
worden aangepast tijdens de behandeling met het andere geneesmiddel en bij beëindiging daarvan.
Effecten van andere geneesmiddelen op alogliptine
Alogliptine wordt voor het grootste deel ongewijzigd in de urine uitgescheiden en de metabolisatie
door het cytochroom (CYP) P450-enzymsysteem is verwaarloosbaar (zie rubriek 5.2). Interacties met
CYP-remmers worden daarom niet verwacht en werden niet aangetoond.
Resultaten van klinische interactiestudies tonen ook aan dat er geen klinisch relevante effecten zijn
van gemfibrozil (een CYP2C8/9-remmer), fluconazol (een CYP2C9-remmer), ketoconazol (een
CYP3A4-remmer), ciclosporine (een P-glycoproteïneremmer), voglibose (een
alfa-glucosidaseremmer), digoxine, metformine, cimetidine, pioglitazon of atorvastatine op de
farmacokinetiek van alogliptine.
Effecten van alogliptine op andere geneesmiddelen
In-vitro-onderzoek wijst erop dat alogliptine de CYP450-isovormen niet remt en ook niet induceert bij
concentraties die worden bereikt met de aanbevolen dosis van 25 mg alogliptine (zie rubriek 5.2).
Interacties met substraten van CYP450-isovormen worden daarom niet verwacht en zijn niet
aangetoond. Uit in-vitro-onderzoek is gebleken dat alogliptine geen substraat en geen remmer is van
belangrijke transporters die geassocieerd zijn met dispositie van de werkzame stof in de nieren:
organisch-anionentransporter 1, organisch-anionentransporter 3 of organisch-kationentransporter 2
(OCT2). Verder wijzen klinische gegevens niet op interactie met remmers of substraten van
P-glycoproteïne.
In klinisch onderzoek had alogliptine geen klinisch relevant effect op de farmacokinetiek van cafeïne,
(R)-warfarine, pioglitazon, glyburide, tolbutamide, (S)-warfarine, dextromethorfan, atorvastatine,
midazolam, een oraal contraceptivum (norethindron en ethinyloestradiol), digoxine, fexofenadine,
metformine of cimetidine, waarmee in vivo bewijs werd geleverd van een lage neiging om interacties
met substraten van CYP1A2, CYP3A4, CYP2D6, CYP2C9, P-glycoproteïne en OCT2 te veroorzaken.
Bij gezonde proefpersonen had alogliptine bij gelijktijdige toediening met warfarine geen effect op de
protrombinetijd of de INR (International Normalised Ratio).
Combinatie van alogliptine met andere antidiabetica
Resultaten van onderzoek met metformine, pioglitazon (thiazolidinedion), voglibose
(alfa-glucosidaseremmer) en glyburide (sulfonylureumderivaat) hebben geen klinisch relevante
farmacokinetische interacties aangetoond.
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen gegevens over het gebruik van Vipdomet bij zwangere vrouwen. Uit onderzoek met
zwangere ratten en gecombineerde behandeling met alogliptine en metformine is reproductietoxiciteit
gebleken (zie rubriek 5.3) bij ongeveer 5-20 maal de blootstelling bij mensen bij de aanbevolen
dosering (respectievelijk voor metformine en alogliptine).
Vipdomet mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
Risico in verband met alogliptine
Er zijn geen gegevens over het gebruik van alogliptine bij zwangere vrouwen. De resultaten van
dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft reproductietoxiciteit
(zie rubriek 5.3).
Risico in verband met metformine
Een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van metformine bij zwangere vrouwen duidt niet
op een verhoogd risico van congenitale afwijkingen. De resultaten van dieronderzoek duiden bij
klinisch relevante doseringen niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3).
Borstvoeding
Er is geen onderzoek uitgevoerd met de gecombineerde werkzame stoffen van Vipdomet in zogende
dieren. In onderzoeken die zijn uitgevoerd met de afzonderlijke werkzame stoffen werd zowel
alogliptine als metformine uitgescheiden in de melk van zogende ratten. Het is niet bekend of
alogliptine in de moedermelk wordt uitgescheiden. Metformine wordt in kleine hoeveelheden in de
moedermelk uitgescheiden. Risico voor zuigelingen kan niet worden uitgesloten.
Er moet worden besloten of borstvoeding moet worden gestaakt of dat de behandeling met Vipdomet
moet worden gestaakt dan wel niet moet worden opgestart, waarbij het voordeel van borstvoeding
voor het kind en het voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten worden
genomen.
Vruchtbaarheid
Het effect van Vipdomet op de vruchtbaarheid bij mensen is niet onderzocht. In dieronderzoek met
alogliptine of met metformine zijn geen nadelige effecten op de vruchtbaarheid waargenomen (zie
rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Vipdomet heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Patiënten dienen echter te worden gewaarschuwd voor het risico op
hypoglykemie vooral wanneer gebruikt in combinatie met insuline of pioglitazon.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Acute pancreatitis is een ernstige bijwerking en is toe te schrijven aan de alogliptinecomponent van
Vipdomet (zie rubriek 4.4). Overgevoeligheidsreacties, waaronder Stevens-Johnsonsyndroom,
anafylactische reacties en angio-oedeem, zijn ernstig en zijn toe te schrijven aan de
alogliptinecomponent van Vipdomet (zie rubriek 4.4). Lactaatacidose is een ernstige bijwerking die in
zeer zeldzame gevallen kan voorkomen (<1/10.000) en is toe te schrijven aan de
metforminecomponent van Vipdomet (zie rubriek 4.4). Andere reacties, zoals infecties van de
In klinisch onderzoek dat werd uitgevoerd ter ondersteuning van de werkzaamheid en veiligheid van
Vipdomet werden alogliptine en metformine gelijktijdig als afzonderlijke tabletten toegediend. De
resultaten van onderzoek naar bio-equivalentie tonen echter aan dat Vipdomet filmomhulde tabletten
bio-equivalent zijn aan de corresponderende doses alogliptine en metformine wanneer deze gelijktijdig
als afzonderlijke tabletten worden toegediend.
De verstrekte informatie is gebaseerd op een totaal van 7.150 patiënten met diabetes mellitus type 2,
onder wie 4.201 patiënten die werden behandeld met alogliptine en metformine, die deelnamen aan
7 dubbelblinde, placebo- of actief-gecontroleerde klinische fase 3-onderzoeken. In deze onderzoeken
werden de effecten geëvalueerd van gelijktijdig toegediende alogliptine en metformine op de
glykemische regulatie, en hun veiligheid als initiële combinatietherapie, als tweevoudige therapie bij
patiënten die eerst alleen met metformine waren behandeld en als aanvullende therapie bij een
thiazolidinedion of insuline.
Bijwerkingen weergegeven in tabelvorm
De bijwerkingen worden weergegeven per systeem/orgaanklasse en frequentie. De frequenties zijn
gedefinieerd als zeer vaak (1/10), vaak (1/100, <1/10), soms (1/1.000, <1/100), zelden (1/10.000,
<1/1.000), zeer zelden (<1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden
bepaald).
Tabel 1: Bijwerkingen
Systeem/orgaanklasse
Frequentie van de bijwerkingen
Bijwerking
Alogliptine
Metformine
Vipdomet
Infecties en parasitaire aandoeningen
infecties van de bovenste luchtwegen
vaak
vaak
nasofaryngitis
vaak
vaak
Immuunsysteemaandoeningen
overgevoeligheidsreacties
niet bekend
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
lactaatacidose
zeer zelden
vitamine B12-deficiëntie
zeer zelden
hypoglykemie
vaak
vaak
Zenuwstelselaandoeningen
hoofdpijn
vaak
vaak
metaalachtige smaak
vaak
Maag-darmstelselaandoeningen
gastro-enteritis
vaak
abdominale pijn
vaak
zeer vaak
vaak
diarree
zeer vaak
vaak
braken
zeer vaak
vaak
gastritis
vaak
gastro-oesofageale refluxziekte
vaak
vaak
verminderde eetlust
zeer vaak
misselijkheid
zeer vaak
acute pancreatitis
niet bekend
Lever- en galaandoeningen
leverontsteking (hepatitis)
zeer zelden
afwijkingen in leverfunctietests
zeer zelden
Frequentie van de bijwerkingen
Bijwerking
Alogliptine
Metformine
Vipdomet
leverfunctiestoornis, inclusief leverfalen
niet bekend
Huid- en onderhuidaandoeningen
pruritus
vaak
zeer zelden
vaak
huiduitslag
vaak
vaak
erytheem
zeer zelden
exfoliatieve huidaandoeningen, waaronder
niet bekend
Stevens-Johnsonsyndroom
erythema multiforme
niet bekend
angio-oedeem
niet bekend
urticaria
niet bekend
zeer zelden
bulleus pemfigoïd
niet bekend
Nier- en urinewegaandoeningen
interstitiële nefritis
niet bekend
Beschrijving van bepaalde bijwerkingen
Lactaatacidose: 0,03 gevallen/1.000 patiëntjaren (zie rubriek 4.4).
Langdurige behandeling met metformine werd geassocieerd met een daling van de absorptie van
vitamine B12 en blijkt over het algemeen geen klinische significantie te hebben. Het kan echter in zeer
zeldzame gevallen leiden tot klinisch significante vitamine B12-deficiëntie (bijv. megaloblastaire
anemie).
Gastro-intestinale symptomen treden het vaakst op tijdens het instellen van de behandeling en
verdwijnen in de meeste gevallen spontaan. Ze kunnen worden voorkomen door metformine in 2
dagelijkse doseringen tijdens of na een maaltijd in te nemen.
Er zijn geïsoleerde gevallen van hepatitis of afwijkingen in leverfunctietests gemeld die herstelden na
het stoppen met metformine.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar met betrekking tot overdosering van Vipdomet.
Alogliptine
De hoogste doseringen alogliptine die in klinische studies werden toegediend, waren enkelvoudige
doseringen van 800 mg aan gezonde proefpersonen en doseringen van 400 mg eenmaal daags,
gedurende 14 dagen, aan patiënten met diabetes mellitus type 2 (dit komt overeen met respectievelijk
32 keer en 16 keer de aanbevolen totale dagelijkse dosis van 25 mg alogliptine).
Metformine
Een ruime overdosering van metformine of bijkomende risico's kunnen leiden tot lactaatacidose.
Lactaatacidose is een medisch noodgeval en moet in een ziekenhuis worden behandeld.
In geval van overdosering dienen gepaste ondersteunende maatregelen te worden genomen op basis
van de klinische status van de patiënt.
Minimale hoeveelheden alogliptine worden verwijderd door hemodialyse (ongeveer 7% van de
verbinding werd verwijderd tijdens een dialysesessie van 3 uur). Daarom geeft hemodialyse weinig
klinisch voordeel in het verwijderen van een overdosis alogliptine. Het is niet bekend of alogliptine
wordt verwijderd door peritoneale dialyse.
De meest effectieve methode om lactaat en metformine te verwijderen is hemodialyse.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen bij diabetes; combinaties van orale
bloedglucoseverlagende middelen.
ATC-code: A10BD13.
Werkingsmechanisme en farmacodynamische effecten
In Vipdomet zijn twee antihyperglykemische geneesmiddelen met complementaire en verschillende
werkingsmechanismen gecombineerd om de glykemische controle te verbeteren bij patiënten met
diabetes mellitus type 2: alogliptine, een dipeptidylpeptidase-4 (DPP-4)-remmer, en metformine, een
stof uit de klasse van de biguaniden.
Alogliptine
Alogliptine is een sterke en zeer selectieve remmer van DPP-4, > 10.000 maal selectiever voor DPP-4
dan andere, verwante enzymen, waaronder DPP-8 en DPP-9. DPP-4 is het belangrijkste enzym dat
betrokken is in de snelle afbraak van de incretinehormonen, `glucagon-like peptide-1 (GLP-1)' en GIP
(glucose-dependent insulinotropic polypeptide), die door de darm afgegeven worden en die na een
maaltijd toenemen. GLP-1 en GIP verhogen de biosynthese en de secretie van insuline door de
bètacellen van de pancreas, terwijl GLP-1 ook de glucagonsecretie en de productie van glucose door
de levercellen remt. Daardoor verbetert alogliptine de glykemische regulatie via een glucose-
afhankelijk mechanisme, waarbij de afgifte van insuline verhoogd wordt en de glucagonwaarden
onderdrukt worden wanneer de glucosewaarden hoog zijn.
Metformine
Metformine is een biguanide met antihyperglykemische werking, die zowel het basale als het
postprandiale plasmaglucosegehalte verlaagt. Het stimuleert de insulinesecretie niet en leidt daarom
niet tot hypoglykemie.
Metformine kan via 3 mechanismen werken:
- door het verlagen van de glucosevorming in de lever, door de gluconeogenese en de
glucogenolyse te remmen.
- in spieren, door de insulinegevoeligheid matig te verhogen, waardoor de perifere
glucoseopname en het perifere glucoseverbruik worden verbeterd.
- door de opname van glucose in de darmen te vertragen.
Metformine stimuleert de intracellulaire glycogeensynthese door in te werken op het
glycogeensynthase. Het verhoogt ook de transportcapaciteit van specifieke types
glucosetransporteiwitten op de celmembraan (GLUT-1 en GLUT-4).
Klinische werkzaamheid
In klinisch onderzoek dat werd uitgevoerd ter ondersteuning van de werkzaamheid van Vipdomet
werden alogliptine en metformine gelijktijdig als afzonderlijke tabletten toegediend. De resultaten van
onderzoek naar bio-equivalentie tonen echter aan dat Vipdomet filmomhulde tabletten bio-equivalent
zijn aan de corresponderende doses alogliptine en metformine wanneer deze gelijktijdig als
afzonderlijke tabletten worden toegediend.
De gelijktijdige toediening van alogliptine en metformine is onderzocht als tweevoudige therapie bij
patiënten die eerst alleen met metformine werden behandeld, en als aanvullende therapie bij een
thiazolidinedion of insuline.
Toediening van 25 mg alogliptine aan patiënten met diabetes mellitus type 2 gaf binnen 1 tot 2 uur een
piekremming van DPP-4 die zowel na een enkelvoudige dosis van 25 mg als na eenmaaldaagse
doseringen gedurende 14 dagen hoger was dan 93%. De remming van DPP-4 bleef gedurende 24 uur
hoger dan 81% na 14 dagen toediening. Wanneer de gemiddelde 4-uur-postprandiale
glucoseconcentraties werden berekend van ontbijt, lunch en avondeten samen, leidde 14 dagen
behandeling met 25 mg alogliptine tot een gemiddelde, placebogecorrigeerde daling van -35,2 mg/dl
ten opzichte van de uitgangswaarde.
Zowel enkel 25 mg alogliptine als 25 mg alogliptine in combinatie met 30 mg pioglitazon toonden,
vergeleken met placebo, in week 16 een significante daling in postprandiale glucose- en
glucagonspiegels, terwijl de gehaltes postprandiaal actief GLP-1 significant waren gestegen (p <0,05).
Bovendien gaven enkel 25 mg alogliptine en 25 mg alogliptine in combinatie met 30 mg pioglitazon in
week 16 statistisch significante dalingen (p <0,001) van de totale triglyceriden, gemeten als de
postprandiale incrementele verandering van de AUC(0-8) ten opzichte van de uitgangswaarde,
vergeleken met placebo.
Een totaal van 7.151 patiënten met diabetes mellitus type 2, onder wie 4.202 patiënten die werden
behandeld met alogliptine en metformine, hebben deelgenomen aan 7 dubbelblinde, placebo- of
actief-gecontroleerde klinische fase 3-onderzoeken die werden uitgevoerd om de effecten van
gelijktijdig toegediende alogliptine en metformine op de glykemische regulatie en de veiligheid van
deze middelen te beoordelen. In deze onderzoeken hadden 696 met alogliptine/metformine behandelde
patiënten een leeftijd van 65 jaar.
Over het geheel genomen leidde de behandeling met de aanbevolen totale dagelijkse dosis van 25 mg
alogliptine in combinatie met metformine tot een verbetering van de glykemische regulatie. Dit werd
vastgesteld door klinisch relevante en statistisch significante dalingen van geglycosyleerd
hemoglobine (HbA1c) en van nuchtere plasmaglucose (FPG: fasting plasma glucose) ten opzichte van
controle, vanaf de uitgangswaarden tot het eindpunt van het onderzoek. De daling in HbA1c was over
verschillende subgroepen ongeveer gelijk, met inbegrip van nierfunctiestoornissen, leeftijd, geslacht,
ras en body mass index, terwijl verschillen tussen etniciteiten (vb. blanken en niet-blanken) klein
waren. Klinische relevante dalingen in HbA1c ten opzichte van controle werden ook waargenomen,
ongeacht de achtergrondbehandeling bij aanvang. Hogere HbA1c-uitgangswaarden waren
geassocieerd met grotere dalingen in HbA1c. Over het algemeen waren de effecten van alogliptine op
lichaamsgewicht en lipiden neutraal.
Alogliptine als aanvullende therapie bij metformine
De toevoeging van 25 mg alogliptine eenmaal daags aan metforminehydrochloride-therapie
(gemiddelde dosis = 1847 mg) leidde tot statistisch significante verbeteringen, ten opzichte van de
uitgangswaarden, in HbA1c en het nuchtere plasmaglucose in week 26, vergeleken met toevoeging
De toevoeging van eenmaal daags 25 mg alogliptine aan behandeling met metforminehydrochloride
(gemiddelde dosis = 1835 mg) resulteerde in verbeteringen in de HbA1c-waarde op week 52 en
week 104 ten opzichte van de uitgangssituatie. Op week 52 was de daling van de HbA1c-waarde bij
gebruik van 25 mg alogliptine plus metformine (-0,76%, tabel 3) gelijk aan de daling die werd
veroorzaakt door gebruik van glipizide (gemiddelde dosis = 5,2 mg) plus behandeling met
metforminehydrochloride (gemiddelde dosis = 1824 mg, -0,73%). Op week 104 was de daling van de
HbA1c-waarde door 25 mg alogliptine plus metformine (-0,72%, tabel 3) groter dan de daling
veroorzaakt door glipizide plus metformine (-0,59%). De gemiddelde verandering ten opzichte van de
uitgangssituatie van de nuchtere glucosewaarde in plasma bij gebruik van 25 mg alogliptine en
metformine was op week 52 significant groter dan de verandering voor glipizide en metformine
(p <0,001). Op week 104 was de gemiddelde verandering ten opzichte van de uitgangssituatie van de
nuchtere glucosewaarde in plasma bij gebruik van 25 mg alogliptine en metformine -3,2 mg/dl in
vergelijking met 5,4 mg/dl voor glipizide en metformine. In vergelijking met patiënten die glipizide en
metformine ontvingen (42,8%) bereikten patiënten die 25 mg alogliptine en metformine ontvingen
(48,5%) vaker een doelwaarde HbA1c van 7,0% (p=0,004).
Gelijktijdige toediening van tweemaal daags 12,5 mg alogliptine en 1000 mg
metforminehydrochloride leidde tot statistisch significante verbeteringen, ten opzichte van de
uitgangswaarden, in HbA1c en nuchtere plasmaglucose in week 26, vergeleken met ofwel enkel
12,5 mg alogliptine tweemaal daags ofwel enkel 1000 mg metforminehydrochloride tweemaal daags.
Significant meer patiënten die tweemaal daags 12,5 mg alogliptine en 1000 mg
metforminehydrochloride kregen (59,5%) dan patiënten die ofwel tweemaal daags alleen 12,5 mg
alogliptine (20,2%; p <0,001) ofwel tweemaal daags alleen 1000 mg metforminehydrochloride
(34,3%; p <0,001) kregen, bereikten HbA1c-streefwaarden van <7% in week 26.
Alogliptine als aanvullende therapie bij metformine met een thiazolidinedion
De toevoeging van 25 mg alogliptine eenmaal daags aan pioglitazon-therapie (gemiddelde
dosis = 35,0 mg, met of zonder metformine of een sulfonylureumderivaat) leidde tot statistisch
significante verbeteringen, ten opzichte van de uitgangswaarden, in HbA1c en nuchtere plasmaglucose
in week 26, vergeleken met toevoeging van placebo (Tabel 2). Klinisch relevante dalingen in HbA1c
ten opzichte van placebo zijn ook waargenomen met 25 mg alogliptine, ongeacht of patiënten
gelijktijdig werden behandeld met metformine of een sulfonylureumderivaat. Significant meer
patiënten die 25 mg alogliptine kregen (49,2%) dan patiënten die placebo kregen (34,0%) bereikten
HbA1c-streefwaarden van 7,0% in week 26 (p = 0,004).
De toevoeging van 25 mg alogliptine eenmaal daags aan therapie met 30 mg pioglitazon in combinatie
met metforminehydrochloride (gemiddelde dosis = 1867,9 mg) leidde tot verbeteringen, ten opzichte
van de uitgangswaarden, in HbA1c in week 52 die zowel niet-inferieur als statistisch superieur waren
aan de verbeteringen die werden verkregen met therapie met 45 mg pioglitazon in combinatie met
metforminehydrochloride (gemiddelde dosis = 1847,6 mg; Tabel 3). De significante dalingen van
HbA1c die werden waargenomen met 25 mg alogliptine plus 30 mg pioglitazon en metformine waren
over de gehele behandelperiode van 52 weken consistent, vergeleken met 45 mg pioglitazon en
metformine (p <0,001 op alle tijdstippen). Daarnaast was de gemiddelde verandering in FPG ten
opzichte van de uitgangswaarden in week 52 voor 25 mg alogliptine plus 30 mg pioglitazon en
metformine significant groter dan die voor 45 mg pioglitazon en metformine (p <0,001). Significant
meer patiënten die 25 mg alogliptine plus 30 mg pioglitazon en metformine kregen (33,2%) dan
patiënten die 45 mg pioglitazon en metformine kregen (21,3%) bereikten HbA1c-streefwaarden van
7,0% in week 52 (p <0,001).
Alogliptine als aanvullende therapie bij metformine met insuline
De toevoeging van eenmaal daags 25 mg alogliptine aan insuline-therapie (gemiddelde
dosis = 56,5 IE, met of zonder metformine) leidde tot statistisch significante verbeteringen, ten
opzichte van de uitgangswaarden, in HbA1c en FPG in week 26, vergeleken met toevoeging van
placebo (Tabel 2). Klinisch relevante dalingen van HbA1c ten opzichte van placebo zijn ook
Tabel 2: Verandering in HbA1c (%) ten opzichte van de uitgangswaarden in week 26 met
25 mg alogliptine per placebogecontroleerde studie (FAS, LOCF)
Voor placebo
gecorrigeerde
Gemiddelde
verandering in
verandering in
HbA1c (%) ten
Gemiddelde
HbA1c ten
opzichte van de
uitgangswaarde
opzichte van de
uitgangswaarden
HbA1c (%)
uitgangswaard
(2-zijdig
Studie
(SD)
en (%) (SE)
95% BI)
Placebo-gecontroleerde studies met aanvullende combinatietherapie
Alogliptine 25 mg eenmaal daags
7,93
-0,59
-0,48*
met metformine
(0,799)
(0,054)
(-0,67; -0,30)
(n=203)
Alogliptine 25 mg eenmaal daags
8,09
-0,52
-0,53*
met een sulfonylureumderivaat
(0,898)
(0,058)
(-0,73; -0,33)
(n=197)
Alogliptine 25 mg eenmaal daags
8,01
-0,80
-0,61*
met een thiazolidinedion ±
(0,837)
(0,056)
(-0,80; -0,41)
metformine of een
sulfonylureumderivaat
(n=195)
Alogliptine eenmaal daags 25 mg
9,27
-0,71
-0,59*
met insuline + metformine
(1,127)
(0,078)
(-0,80; -0,37)
(n=126)
FAS = full analysis set (volledige analysedataset)
LOCF = last observation carried forward
Kleinste kwadratengemiddelden, gecorrigeerd voor voorafgaande antihyperglykemische
behandelstatus en uitgangswaarden.
* p<0,001 in vergelijking met placebo of placebo + combinatiebehandeling
alogliptine per actief-gecontroleerde studie (PPS, LOCF)
Gemiddelde
Verandering in
verandering in
HbA1c (%) ten
HbA1c (%) ten
opzichte van de
opzichte van de uitgangswaarden,
Gemiddelde uitgangs-
uitgangswaard
gecorrigeerd voor
waarde HbA1c (%)
en
behandeling
Studie
(SD)
(SE)
(1-zijdig BI)
Studies met aanvullende combinatietherapie
Alogliptine 25 mg eenmaal
daags met metformine
vs. een
sulfonylureumderivaat +
metformine
7,61
-0,76
-0,03
Verandering in week 52
(0,526)
(0,027)
(-oneindig, 0,059)
(n=382)
7,61
-0,72
-0,13*
Verandering in week 104
(0,526)
(0,037)
(-oneindig, -0,006)
(n=382)
Alogliptine 25 mg eenmaal
daags met een
thiazolidinedion +
metformine
vs. een getitreerde
thiazolidinedion +
metformine
Verandering in
8,25
-0,89
-0,47*
week 26
(0,820)
(0,042)
(-oneindig, -0,35)
(n=303)
8,25
-0,70
-0,42*
Verandering in
(0,820)
(0,048)
(-oneindig, -0,28)
week 52
(n=303)
PPS = per protocol set
LOCF = last observation carried forward
*Non-inferioriteit en superioriteit statistisch aangetoond
Kleinste kwadratengemiddelden, gecorrigeerd voor voorafgaande antihyperglykemische
behandelstatus en uitgangswaarden.
Ouderen (65 jaar)
De werkzaamheid en veiligheid van de aanbevolen doses alogliptine en metformine in een subgroep
patiënten met diabetes mellitus type 2 en een leeftijd 65 jaar zijn onderzocht en consistent bevonden
met het profiel dat werd verkregen bij patiënten <65 jaar.
Klinische veiligheid
Cardiovasculaire veiligheid
In een gepoolde analyse van de gegevens van 13 onderzoeken waren de totale incidenties voor
cardiovasculair overlijden, niet-fataal myocardinfarct en niet-fatale CVA vergelijkbaar bij patiënten
die werden behandeld met 25 mg alogliptine, actieve controle of placebo.
Daarnaast werd bij 5.380 patiënten met een hoog onderliggend cardiovasculair risico een prospectief,
gerandomiseerd, cardiovasculair uitkomstonderzoek naar de veiligheid verricht om het effect van
In het onderzoek werd aangetoond dat alogliptine het risico op een MACE niet verhoogde ten opzichte
van placebo [risicoverhouding: 0,96; 1-zijdig 99% Betrouwbaarheidsinterval: 0-1,16]. In de
alogliptinegroep maakte 11,3% van de patiënten een MACE door in vergelijking met 11,8% van de
patiënten in de placebogroep.
Tabel 4. MACE gemeld in cardiovasculair uitkomstonderzoek
Aantal patiënten (%)
Alogliptine
Placebo
25 mg
N=2.701
N=2.679
Primair samengesteld eindpunt
[eerste voorval van cardiovasculair

305 (11,3)
316 (11,8)
overlijden, niet-fataal MI en
niet-fatale CVA]

Cardiovasculair overlijden*
89 (3,3)
111 (4,1)
Niet-fataal myocardinfarct
187 (6,9)
173 (6,5)
Niet-fatale CVA
29 (1,1)
32 (1,2)
*In totaal overleden 153 proefpersonen (5,7%) in de alogliptinegroep
en 173 proefpersonen (6,5%) in de placebogroep (overlijden ongeacht
de oorzaak)
Er waren 703 patiënten die binnen het samengestelde eindpunt voor secundaire MACE (eerste voorval
van cardiovasculair overlijden, niet-fataal myocardinfarct, niet-fatale CVA en urgente revascularisatie
als gevolg van instabiele angina pectoris) een voorval doormaakten. In de alogliptinegroep maakte
12,7% (344 proefpersonen) binnen het samengestelde eindpunt voor secundaire MACE een voorval
door, in vergelijking met 13,4% (359 proefpersonen) in de placebogroep [risicoverhouding = 0,95;
1-zijdig 99% Betrouwbaarheidsinterval: 0-1,14].
Hypoglykemie
In een gepoolde analyse van de gegevens van 12 onderzoeken was de totale incidentie van alle
episoden van hypoglykemie samen bij patiënten die werden behandeld met 25 mg alogliptine lager
dan bij patiënten die werden behandeld met 12,5 mg alogliptine, actieve controle of placebo
(respectievelijk 3,6%; 4,6%; 12,9% en 6,2%). De meeste van deze episoden hadden een lichte tot
matige intensiteit. De totale incidentie van episoden van ernstige hypoglykemie was vergelijkbaar bij
patiënten die werden behandeld met 25 mg of met 12,5 mg alogliptine, en lager dan de incidentie bij
patiënten die werden behandeld met actieve controle of placebo (respectievelijk 0,1%; 0,1%; 0,4% en
0,4%). In het prospectieve, gerandomiseerde, gecontroleerde cardiovasculaire uitkomstonderzoek
waren de door de onderzoeker gemelde voorvallen van hypoglykemie bij patiënten die naast de
standaardbehandeling placebo ontvingen (6,5%) gelijk aan die bij patiënten die alogliptine ontvingen
(6,7%).
In een klinische studie met alogliptine als monotherapie was de incidentie van hypoglykemie ongeveer
gelijk aan die met placebo, en deze was lager dan de incidentie met placebo in een andere studie met
alogliptine als aanvullende therapie bij een sulfonylureumderivaat.
Meer gevallen van hypoglykemie zijn waargenomen met triple therapie met een thiazolidinedion en
metformine en in combinatie met insuline, zoals ook met andere DPP-4-remmers is waargenomen.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Vipdomet in alle subgroepen van pediatrische
patiënten met diabetes mellitus type 2 (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De resultaten van onderzoek naar bio-equivalentie bij gezonde proefpersonen tonen aan dat Vipdomet
filmomhulde tabletten bio-equivalent zijn aan de corresponderende doses alogliptine en metformine
wanneer deze gelijktijdig als afzonderlijke tabletten worden toegediend.
Gelijktijdige toediening van 100 mg alogliptine eenmaal daags en 1000 mg metforminehydrochloride
tweemaal daags gedurende 6 dagen aan gezonde proefpersonen had geen klinisch relevante effecten op
de farmacokinetiek van alogliptine of metformine.
Toediening van Vipdomet met voedsel leidde niet tot een verandering van de totale blootstelling
(AUC) aan alogliptine of metformine. De gemiddelde piekplasmaconcentraties van alogliptine en
metformine waren echter met respectievelijk 13% en 28% gedaald wanneer Vipdomet met voedsel
werd toegediend. Er was geen verandering in de tijd tot de piekplasmaconcentratie (Tmax) voor
alogliptine, maar er was een vertraagde Tmax van 1,5 uur voor metformine. Het is niet waarschijnlijk
dat deze veranderingen klinisch significant zijn (zie hieronder).
Vipdomet dient tweemaal daags te worden ingenomen, vanwege de farmacokinetiek van de
metformine-component. Het dient ook met een maaltijd te worden ingenomen om de met metformine
geassocieerde gastro-intestinale bijwerkingen te verminderen (zie rubriek 4.2).
De farmacokinetiek van Vipdomet bij kinderen en jongeren <18 jaar is niet vastgesteld. Er zijn geen
gegevens beschikbaar (zie rubriek 4.2).
In de volgende rubriek wordt een overzicht gegeven van de farmacokinetische eigenschappen van de
afzonderlijke componenten van Vipdomet (alogliptine/metformine), zoals deze vermeld staan in de
betreffende Samenvatting van de productkenmerken van elk van deze producten.
Alogliptine
Het is aangetoond dat de farmacokinetiek van alogliptine bij gezonde proefpersonen en bij patiënten
met diabetes mellitus type 2 ongeveer gelijk is.
Absorptie
De absolute biologische beschikbaarheid van alogliptine is ongeveer 100%.
Toediening met een vetrijke maaltijd leidde niet tot verandering in de totale blootstelling en
piekblootstelling van alogliptine. Alogliptine mag daarom met of zonder voedsel worden toegediend.
Na toediening van enkelvoudige orale doses tot maximaal 800 mg aan gezonde proefpersonen werd
alogliptine snel geabsorbeerd, waarbij piekplasmaconcentraties 1 tot 2 uur (mediane Tmax) na
toediening werden bereikt.
De totale blootstelling en piekblootstelling aan alogliptine stegen evenredig met toenemende,
enkelvoudige doses van 6,25 mg tot maximaal 100 mg alogliptine (dit bereik dekt het therapeutische
dosisbereik). De variatiecoëfficiënt tussen proefpersonen voor de AUC van alogliptine was klein
(17%).
Distributie
Na toediening van een enkelvoudige, intraveneuze dosis van 12,5 mg alogliptine aan gezonde
proefpersonen bedroeg het distributievolume in de terminale fase 417 l, wat aangeeft dat de werkzame
stof goed in weefsels verdeeld wordt.
Alogliptine is voor 20-30% gebonden aan plasma-eiwitten.
Biotransformatie
Alogliptine ondergaat geen extensieve metabolisatie; 60-70% van de dosis wordt in de urine
uitgescheiden als ongewijzigde werkzame stof.
Twee minder belangrijke metabolieten werden gevonden na toediening van een orale dosis
[14C]-alogliptine, N-gedemethyleerde alogliptine, M-I (<1% van de oorspronkelijke verbinding) en
N-geacetyleerde alogliptine, M-II (<6% van de oorspronkelijke verbinding). M-I is een actieve
metaboliet en is een zeer selectieve remmer van DPP-4, net als alogliptine; M-II vertoont geen
remmende werking op DPP-4 of op andere DPP-gerelateerde enzymen. Gegevens afkomstig van
in-vitro-onderzoek wijzen erop dat CYP2D6 en CYP3A4 bijdragen aan de beperkte metabolisatie van
alogliptine.
Gegevens afkomstig van in-vitro-onderzoek wijzen erop dat alogliptine geen inducerende werking
heeft op CYP1A2, CYP2B6 en CYP2C9 en geen remmende werking op CYP1A2, CYP2B6,
CYP2C8, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6 of CYP3A4, bij concentraties die worden bereikt met de
aanbevolen dosis van 25 mg alogliptine. In-vitro-studies hebben aangetoond dat alogliptine een lichte
inductor is van CYP3A4, echter het werd niet aangetoond dat alogliptine een inductor is van CYP3A4
in in-vivo-studies.
Uit in-vitro-studies is gebleken dat alogliptine geen remmer is van de volgende renale transporters:
OAT1, OAT3 en OCT2.
Alogliptine bestaat voornamelijk uit het (R)-enantiomeer (> 99%) en ondergaat in vivo weinig of geen
chirale conversie tot het (S)-enantiomeer. Het (S)-enantiomeer is bij therapeutische doses niet
detecteerbaar.
Eliminatie
Alogliptine werd geëlimineerd met een gemiddelde terminale halfwaardetijd (T1/2) van ongeveer
21 uur.
Na toediening van een orale dosis [14C]-alogliptine werd 76% van de totale hoeveelheid radioactiviteit
in de urine uitgescheiden en werd 13% teruggevonden in de stoelgang.
De gemiddelde renale klaring van alogliptine (170 ml/min) was hoger dan de gemiddelde geschatte
glomerulaire filtratiesnelheid (ongeveer 120 ml/min), hetgeen wijst op enige actieve renale
uitscheiding.
Tijdsafhankelijkheid
De totale blootstelling (AUC(0-inf)) aan alogliptine was na toediening van een enkelvoudige dosis
ongeveer gelijk aan de blootstelling gedurende één dosisinterval (AUC(0-24)) na eenmaaldaagse
toediening gedurende 6 dagen. Dit wijst op afwezigheid van tijdsafhankelijkheid in de kinetiek van
alogliptine na meervoudige toediening.
Er werd een stijging van de AUC voor alogliptine met een factor van ongeveer 1,7 waargenomen bij
patiënten met een lichte nierfunctiestoornis. Omdat de verdeling van de AUC-waarden voor
alogliptine bij deze patiënten echter binnen hetzelfde bereik lag als bij controle-proefpersonen, is het
niet nodig om de dosis alogliptine aan te passen voor patiënten met een lichte nierfunctiestoornis (zie
rubriek 4.2).
Bij patiënten met een matige of ernstige nierfunctiestoornis, of met nierziekte in het laatste stadium
met hemodialyse, werd respectievelijk een ongeveer 2-voudige en 4-voudige stijging van de
systemische blootstelling aan alogliptine waargenomen. (Patiënten met nierziekte in het laatste
stadium ondergingen hemodialyse direct na toediening van alogliptine. Op basis van de gemiddelde
dialysaatconcentraties werd tijdens een 3 uur durende dialysesessie ongeveer 7% van de werkzame
stof verwijderd.) Daarom dienen bij patiënten met een matige of ernstige nierfunctiestoornis, of met
nierziekte in het laatste stadium die gedialyseerd moeten worden, lagere doses alogliptine te worden
gebruikt om de systemische blootstelling aan alogliptine ongeveer hetzelfde te houden als bij patiënten
met een normale nierfunctie (zie hierboven en rubriek 4.2).
Leverfunctiestoornis
Bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis was de totale blootstelling aan alogliptine ongeveer
10% lager en de piekblootstelling ongeveer 8% lager dan bij controle-proefpersonen. De omvang van
deze dalingen werd niet als klinisch relevant beschouwd. Voor patiënten met een lichte tot matige
leverfunctiestoornis (Child-Pugh-scores van 5 tot 9) hoeft de dosis alogliptine daarom niet te worden
aangepast. Alogliptine is niet onderzocht bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis
(Child-Pugh-score > 9).
Leeftijd, geslacht, ras, lichaamsgewicht
Leeftijd (65-81 jaar), geslacht, ras (blank, zwart en Aziatisch) en lichaamsgewicht hadden geen
klinisch relevant effect op de farmacokinetiek van alogliptine. Er zijn geen dosisaanpassingen nodig
(zie rubriek 4.2).
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van alogliptine bij kinderen en jongeren <18 jaar is niet vastgesteld. Er zijn geen
gegevens beschikbaar (zie rubriek 4.2 en hierboven).
Metformine
Absorptie
Na een orale dosis metformine wordt de maximale plasmaconcentratie (Cmax) in ongeveer 2,5 uur
(Tmax) bereikt. De absolute biologische beschikbaarheid van een metforminehydrochloride tablet van
500 mg of 850 mg is bij gezonde proefpersonen ongeveer 50-60%. Na een orale dosis was de niet-
geabsorbeerde fractie die in feces werd teruggevonden 20-30%.
Na orale toediening is de absorptie van metformine verzadigbaar en onvolledig. Er wordt aangenomen
dat de farmacokinetiek van metformineabsorptie niet-lineair is.
Bij de aanbevolen doses en doseringsschema's van metformine worden
steady-state-plasmaconcentraties van metformine binnen 24 tot 48 uur bereikt. Deze concentraties zijn
doorgaans lager dan 1 microgram/ml. In gecontroleerde klinische studies werden de maximale
plasmaconcentraties van metformine (Cmax) niet hoger dan 4 microgram/ml, zelfs bij maximale
doseringen.
is niet bekend wat de klinische relevantie van deze bevindingen is.
Distributie
Binding aan plasma-eiwitten is verwaarloosbaar. Metformine wordt in erytrocyten gedistribueerd. De
piekconcentratie in het bloed is lager dan die in het plasma en verschijnt ongeveer op hetzelfde
moment. De rode bloedcellen vertegenwoordigen hoogstwaarschijnlijk een secundair
distributiecompartiment. Het gemiddelde distributievolume (Vd) varieerde van 63-276 l.
Biotransformatie
Metformine wordt onveranderd in de urine uitgescheiden. Er zijn bij mensen geen metabolieten
geïdentificeerd.
Eliminatie
De renale klaring van metformine is > 400 ml/min, wat erop wijst dat metformine via glomerulaire
filtratie en tubulaire uitscheiding wordt geëlimineerd. Na een orale dosis bedraagt de schijnbare
terminale eliminatiehalfwaardetijd ongeveer 6,5 uur.
In geval van een nierfunctiestoornis is de renale klaring evenredig verlaagd met de creatinineklaring.
Daardoor is de eliminatiehalfwaardetijd verlengd, wat leidt tot verhoogde plasmaconcentraties van
metformine.
Vipdomet
Speciale populaties
Nierfunctiestoornis
Door zijn metformine-component dient Vipdomet niet te worden gebruikt bij patiënten met een
ernstige nierfunctiestoornis of met nierziekte in het laatste stadium (zie rubriek 4.2).
Leverfunctiestoornis
Vipdomet dient niet te worden gebruikt bij patiënten met een leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.2).
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Gelijktijdige behandeling met alogliptine en metformine gaf geen nieuwe toxiciteiten en er werden
geen effecten op de toxicokinetiek van de afzonderlijke verbindingen waargenomen.
Bij ratten traden geen behandelingsgerelateerde foetale afwijkingen op na gelijktijdige toediening bij
blootstellingsgrenzen met een factor van ongeveer 28 tot 29 voor alogliptine en van 2 tot 2,5 voor
metformine van de maximale aanbevolen dosis voor mensen (maximum recommended human dose)
van respectievelijk 25 mg/dag en 2.000 mg/dag. De combinatie bracht bij een klein aantal foetussen
een teratogeen potentieel aan het licht (microftalmie, kleine oogbolling en gespleten verhemelte) bij
hogere doses metformine (blootstellingsgrenzen ongeveer 20 maal en 5 tot 6 maal de maximale
aanbevolen dosis voor mensen voor respectievelijk alogliptine en metformine).
De hieronder weergegeven gegevens zijn bevindingen uit onderzoeken die zijn uitgevoerd met
alogliptine of metformine afzonderlijk.
Alogliptine
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie en toxicologie.
Alogliptine was in een standaardreeks van in-vitro- en in-vivo-genotoxiciteitsonderzoeken niet
genotoxisch.
Alogliptine was in 2 jaar durende carcinogeniteitsonderzoeken bij ratten en muizen niet carcinogeen.
Minimale tot lichte eenvoudige overgangscelhyperplasie werd gezien in de urineblaas van mannelijke
ratten, bij de laagste gebruikte dosis (27 keer de humane blootstelling) zonder vaststellen van een
duidelijke NOEL (no observed effect level).
Er werden geen nadelige effecten waargenomen op de vruchtbaarheid, reproductieve functie of vroege
embryo-ontwikkeling bij ratten, tot op een systemische blootstelling die veel hoger was dan de
blootstelling bij mensen bij de aanbevolen dosering. Hoewel de vruchtbaarheid niet werd aangetast,
werd een lichte statistische stijging van het aantal afwijkende spermacellen waargenomen bij
mannetjesratten, bij een blootstelling die veel hoger was dan de blootstelling bij mensen bij de
aanbevolen dosering.
Placenteale transfer van alogliptine treedt bij ratten op.
Alogliptine was bij ratten of konijnen niet teratogeen bij een systemische blootstelling op het niveau
van de NOAEL-waarden, die veel hoger is dan de blootstelling bij mensen bij de aanbevolen dosering.
Hogere doses alogliptine waren niet teratogeen, maar leidden tot maternale toxiciteit en gingen
gepaard met vertraagde en/of ontbrekende ossificatie van botten en afgenomen lichaamsgewicht van
de foetus.
In een onderzoek naar de pre- en postnatale ontwikkeling bij ratten hadden blootstellingen die veel
hoger waren dan de blootstelling bij mensen bij de aanbevolen dosering, geen schadelijke effecten op
de ontwikkeling van het embryo of op de groei en ontwikkeling van de nakomelingen. Hogere doses
alogliptine leidden tot afgenomen lichaamsgewicht van de nakomelingen en gaven enige effecten op
de ontwikkeling die als secundair aan het lagere lichaamsgewicht werden beschouwd.
Onderzoek met zogende ratten wijst erop dat alogliptine in melk wordt uitgescheiden.
Er werden geen alogliptine-gerelateerde effecten waargenomen bij juveniele ratten na herhaalde
toediening gedurende 4 en 8 weken.
Metformine
Preklinische gegevens voor metformine duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze
gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie,
toxiciteit bij herhaalde dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel en reproductietoxiciteit.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern
Mannitol
Microkristallijne cellulose
Povidon K30
Crospovidon Type A
Magnesiumstearaat
Hypromellose
Talk
Titaniumdioxide (E171)
Geel ijzeroxide (E172)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Blisterverpakkingen van polychloortrifluorethyleen (PCTFE)/polyvinylchloride (PVC) met aluminium
doordrukfolie ter afdekking. Verpakkingsgrootten van 10, 14, 20, 28, 56, 60, 98, 112, 120, 180, 196,
200 of multiverpakkingen met 196 (2 verpakkingen van 98) filmomhulde tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/843/001-026
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 19/09/2013
Datum van laatste verlenging: 24 mei 2018
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
A.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Takeda Ireland Ltd.
Bray Business Park
Kilruddery
Co Wicklow
Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN


Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL


Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
DOOS (MET BLUE BOX)
(UITGEZONDERD MULTIVERPAKKINGEN)

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 12,5 mg alogliptine (als benzoaat) en 850 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 filmomhulde tabletten
14 filmomhulde tabletten
20 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
112 filmomhulde tabletten
120 filmomhulde tabletten
180 filmomhulde tabletten
196 filmomhulde tabletten
200 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/843/001 10 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/002 14 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/003 20 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/004 28 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/005 56 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/006 60 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/007 98 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/008 112 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/009 120 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/010 180 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/011 196 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/012 200 filmomhulde tabletten
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Vipdomet 12,5 mg/850 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
INDIVIDUELE DOOS (ZONDER BLUE BOX)
ENKEL MULTIVERPAKKINGEN (2X98 TABLETTEN)

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 12,5 mg alogliptine (als benzoaat) en 850 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
98 filmomhulde tabletten
Onderdeel van een multiverpakking, mag niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/843/025 2x98 filmomhulde tabletten
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Vipdomet 12,5 mg/850 mg
BUITENVERPAKKING (MET BLUE BOX)
ENKEL MULTIVERPAKKINGEN (2X98 TABLETTEN)

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 12,5 mg alogliptine (als benzoaat) en 850 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multiverpakking: 196 (2 verpakkingen van 98) filmomhulde tabletten.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/843/025 196 (2x98) filmomhulde tabletten (multiverpakking)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Vipdomet 12,5 mg/850 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/850 mg tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Takeda
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
DOOS (MET BLUE BOX)
(UITGEZONDERD MULTIVERPAKKINGEN)

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 12,5 mg alogliptine (als benzoaat) en 1.000 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 filmomhulde tabletten
14 filmomhulde tabletten
20 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
112 filmomhulde tabletten
120 filmomhulde tabletten
180 filmomhulde tabletten
196 filmomhulde tabletten
200 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/843/013 10 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/014 14 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/015 20 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/016 28 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/017 56 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/018 60 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/019 98 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/020 112 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/021 120 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/022 180 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/023 196 filmomhulde tabletten
EU/1/13/843/024 200 filmomhulde tabletten
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
INDIVIDUELE DOOS (ZONDER BLUE BOX)
ENKEL MULTIVERPAKKINGEN (2X98 TABLETTEN)

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 12,5 mg alogliptine (als benzoaat) en 1.000 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
98 filmomhulde tabletten
Onderdeel van een multiverpakking, mag niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/843/026 2x98 filmomhulde tabletten
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg
BUITENVERPAKKING (MET BLUE BOX)
ENKEL MULTIVERPAKKINGEN (2X98 TABLETTEN)

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 12,5 mg alogliptine (als benzoaat) en 1.000 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multiverpakking: 196 (2 verpakkingen van 98) filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/843/026 196 (2x98) filmomhulde tabletten (multiverpakking)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Takeda
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten
Alogliptine/metforminehydrochloride
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Vipdomet en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Vipdomet en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
Wat is Vipdomet?
Vipdomet bevat twee verschillende geneesmiddelen, alogliptine en metformine, in één tablet:
- alogliptine behoort tot een groep geneesmiddelen die DPP-4-remmers
(dipeptidyl-peptidase-4-remmers) worden genoemd. Alogliptine werkt doordat het de
hoeveelheid insuline in het lichaam na een maaltijd verhoogt en de hoeveelheid suiker in het
lichaam verlaagt.
- metformine behoort tot een groep geneesmiddelen die biguaniden worden genoemd en die ook
helpen om de hoeveelheid bloedsuiker te verlagen, door de hoeveelheid suiker die in de lever
wordt gevormd te verlagen en door insuline te helpen om efficiënter te werken.
Allebei deze groepen geneesmiddelen zijn 'orale antidiabetica'.
Waarvoor wordt Vipdomet ingenomen?
Vipdomet wordt gebruikt om de bloedsuikerspiegel te verlagen bij volwassenen met diabetes type 2.
Diabetes type 2 wordt ook wel niet-insuline-afhankelijke diabetes mellitus of NIDDM genoemd.
Vipdomet wordt ingenomen wanneer uw bloedsuiker niet goed onder controle kan worden gehouden
met een dieet, voldoende lichaamsbeweging en andere geneesmiddelen tegen diabetes, zoals alleen
metformine, alleen insuline, of samen ingenomen metformine en pioglitazon.
Als u al alogliptine en metformine als aparte tabletten inneemt, kan Vipdomet deze vervangen door
één tablet.
Het is belangrijk dat u het advies dat uw verpleegkundige of arts u heeft gegeven over uw dieet en
lichaamsbeweging blijft opvolgen.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
- U heeft een ernstige allergische reactie gehad op andere gelijkaardige geneesmiddelen die u
inneemt om uw bloedsuiker onder controle te houden. De symptomen van een ernstige
allergische reactie kunnen zijn: uitslag, verdikte rode plekken op uw huid (netelroos), het
opzwellen van het gelaat, de lippen, de tong en de keel, wat moeilijkheden bij het ademhalen en
bij het slikken kan veroorzaken. Andere symptomen kunnen zijn: overal jeuk en zich warm
voelen - vooral in/op de hoofdhuid, de mond, de keel, de handpalmen en de voetzolen
(Stevens-Johnsonsyndroom).
- U heeft een sterk verminderde nierfunctie.
- U heeft ongereguleerde diabetes met bijvoorbeeld ernstige hyperglykemie (hoge bloedglucose),
misselijkheid, braken, diarree, snel gewichtsverlies, lactaatacidose (zie `Risico op
lactaatacidose' hieronder) of ketoacidose. Ketoacidose is een toestand waarbij zogenaamde
ketonlichamen zich in het bloed opstapelen, wat een diabetisch precoma tot gevolg kan hebben.
De symptomen omvatten maagpijn, snelle en diepe ademhaling, slaperigheid of een ongewone
fruitige geur van de adem.
- U heeft een ernstige infectie of u bent ernstig uitgedroogd (u hebt veel vocht uit uw lichaam
verloren)
- U heeft onlangs een hartaanval gehad of u heeft ernstige problemen met uw bloedsomloop, met
inbegrip van shock.
- U heeft ernstige ademhalingsproblemen.
- U heeft een leverziekte.
- U drinkt overmatige hoeveelheden alcohol (ofwel dagelijks, ofwel nu en dan grote
hoeveelheden).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt:
-
Indien u diabetes type 1 (uw lichaam kan geen insuline aanmaken) heeft.
- Indien u Vipdomet inneemt met insuline of een thiazolidinedion. Het kan zijn dat uw arts uw
dosis insuline of een thiazolidinedion wil verlagen wanneer u dit samen met Vipdomet gebruikt.
Dit is om te voorkomen dat uw bloedsuikerspiegel te laag wordt (hypoglykemie).
- Indien u een ander geneesmiddel dat een 'sulfonylureumderivaat' bevat, inneemt tegen
diabetes, mag u Vipdomet niet beginnen in te nemen.
- Indien u een ziekte van de alvleesklier heeft of heeft gehad.
- In geval van symptomen die wijzen op een leverletsel tijdens de behandeling met Vipdomet.
Neem contact op met uw arts als u merkt dat er zich blaren vormen op de huid, want dat kan wijzen op
de aandoening bulleus pemfigoïd. Uw arts kan u dan vragen het gebruik van alogliptine stop te zetten.
Risico op lactaatacidose
Vipdomet kan de zeer zeldzame, maar zeer ernstige bijwerking lactaatacidose veroorzaken, met name
als uw nieren niet goed werken. Het risico op ontwikkeling van lactaatacidose is tevens verhoogd bij
ongereguleerde diabetes, ernstige infecties, langdurig vasten of alcoholgebruik, uitdroging (zie verdere
informatie hieronder), leverproblemen en medische aandoeningen waarbij een deel van het lichaam
onvoldoende zuurstof heeft (zoals acute ernstige hartziekten).
Als één van de bovenstaande condities op u van toepassing is, dient u contact op te nemen met uw arts
voor verder advies.
Stop tijdelijk met inname van Vipdomet bij een conditie die kan samenhangen met uitdroging
(aanzienlijk verlies van lichaamsvloeistoffen), zoals ernstig braken, diarree, koorts, blootstelling aan
hitte of als u minder vocht dan normaal drinkt. Neem contact op met uw arts voor verder advies.
- overgeven
- buikpijn
- spierkrampen
- een algemeen gevoel van malaise met ernstige vermoeidheid
- moeite met ademhaling
- verminderde lichaamstemperatuur en hartslag
Als u een grote operatie moet ondergaan, moet u stoppen met inname van Vipdomet tijdens en
gedurende een periode na de ingreep. Uw arts zal beslissen wanneer u moet stoppen en wanneer u uw
behandeling met Vipdomet moet hervatten.
Tijdens behandeling met Vipdomet zal uw arts uw nierfunctie ten minste éénmaal per jaar controleren
of vaker als u oudere bent en/of als u een verslechterde nierfunctie heeft.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Vipdomet wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en jongeren jonger dan 18 jaar, vanwege
het ontbreken van gegevens bij deze patiënten.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Als het noodzakelijk is dat u een joodhoudend contrastmiddel in het bloed krijgt ingespoten,
bijvoorbeeld voor een röntgenfoto of een scan, moet u voor of op het moment van de injectie stoppen
met Vipdomet. Uw arts zal beslissen wanneer u moet stoppen en wanneer u uw behandeling met
Vipdomet moet hervatten.
Gebruikt u naast Vipdomet nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Dan heeft u mogelijk vaker bloedglucose- en nierfunctietesten nodig, of uw arts moet mogelijk uw
Vipdomet dosis aanpassen. Het is met name belangrijk om het volgende te melden:
-
hydrocortison en prednisolon (corticosteroïden) die worden gebruikt om ontstekingsziekten,
zoals astma en artritis, te behandelen.
- cimetidine, gebruikt om maagklachten te behandelen.
- bronchodilatatoren (bèta-2-agonisten) gebruikt om astma te behandelen.
- geneesmiddelen die de urineaanmaak verhogen (diuretica)
- geneesmiddelen gebruikt om pijn en ontsteking te behandelen (NSAID en COX 2-remmers,
zoals ibuprofen en celecoxib)
- geneesmiddelen gebruikt om hoge bloeddruk te behandelen (ACE-remmers en
angiotensine-II-receptor antagonisten)
- geneesmiddelen die alcohol bevatten.
Waarop moet u letten met alcohol?
Vermijd overmatige inname van alcohol als u Vipdomet gebruikt, aangezien dit het risico op
lactaatacidose kan verhogen (zie rubriek `Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. U mag Vipdomet niet
gebruiken als u zwanger bent.
Vipdomet wordt niet aangeraden in de periode dat u borstvoeding geeft, omdat metformine wordt
uitgescheiden in de moedermelk.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Uw arts zal u precies vertellen hoeveel Vipdomet u moet innemen. De hoeveelheid Vipdomet varieert
afhankelijk van uw toestand en de doses die u op dit moment inneemt van alleen metformine,
metformine in combinatie met pioglitazon, insuline en/of afzonderlijke tabletten alogliptine en
metformine.
De aanbevolen dosis is één tablet tweemaal daags. Als u een verminderde nierfunctie heeft, kan uw
arts een lagere dosis voorschrijven, die mogelijk als afzonderlijke tabletten alogliptine en metformine
gegeven moet worden.
Slik uw tablet(ten) in zijn geheel in met water. U moet dit geneesmiddel met voedsel innemen, om de
kans op maagklachten te verkleinen.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u te veel tabletten heeft ingenomen, of als iemand anders of een kind uw geneesmiddel heeft
ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met de afdeling spoedeisende hulp van het
dichtstbijzijnde ziekenhuis of ga daar direct heen. Neem deze bijsluiter en/of enkele tabletten mee,
zodat uw arts precies weet wat u heeft ingenomen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u een dosis vergeten bent in te nemen, neem deze dan in zodra u eraan denkt. Neem geen dubbele
dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van Vipdomet voordat u dit met uw arts heeft besproken. Uw
bloedsuikerspiegel kan stijgen wanneer u stopt met het innemen van Vipdomet.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
STOP met het innemen van Vipdomet en neem onmiddellijk contact op met een arts of met het
dichtstbijzijnde ziekenhuis
als een van de symptomen van de volgende
ernstige bijwerkingen bij u
optreedt:
Zeer zelden (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 mensen):
-
Lactaatacidose (een ophoping van melkzuur in het bloed) is een zeer ernstige bijwerking die
kan resulteren in een coma. Voor symptomen zie rubriek `Wanneer moet u extra voorzichtig
zijn met dit middel'.
Een allergische reactie. De symptomen kunnen zijn: huiduitslag, netelroos (bultjes op de huid),
problemen met slikken of met ademhalen, gezwollen lippen, gezicht, keel of tong, en zich zwak
voelen.
-
Een ernstige allergische reactie: huidletsels of plekken op uw huid die zich kunnen
ontwikkelen tot een zweer met daaromheen bleke of rode ringen, blaarvorming en/of
afschilferen van de huid, mogelijk met symptomen zoals jeuk, koorts, ziek voelen, pijnlijke
gewrichten, problemen met zien, brandende, pijnlijke of jeukende ogen en mondzweren
(Stevens-Johnsonsyndroom en erythema multiforme).
-
Ernstige en aanhoudende pijn in de buik (ter hoogte van de maag), die zich kan uitspreiden tot
in de rug, alsook misselijkheid en braken, omdat dit een teken kan zijn van een ontstoken
alvleesklier (pancreatitis).
U moet het ook
met uw arts bespreken als de volgende bijwerkingen bij u optreden:
Zeer vaak (kunnen voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen):
-
Maagpijn
- Diarree
- Verminderde eetlust
- Misselijkheid
- Braken
Vaak (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen):
-
Symptomen van een lage bloedsuikerspiegel (hypoglykemie) kunnen optreden wanneer
Vipdomet in combinatie met insuline of sulfonylureumderivaten (bijv. glipizide, tolbutamide,
glibenclamide) worden ingenomen.
-
Symptomen kunnen zijn:
beven, transpireren, angst, wazig zien, tintelende lippen, bleekheid,
stemmingsverandering of zich verward voelen. Uw bloedsuikerspiegel kan dalen tot onder de
normale waarde, maar kan weer worden verhoogd door suiker in te nemen. Het wordt
aangeraden dat u een paar suikerklontjes, snoepjes, koekjes of suikerhoudende vruchtendrank
bij u draagt.
- Verkoudheidssymptomen, zoals een zere keel, verstopte neus, zich moe voelen, koorts, koude
rillingen, droge hoest
- Huiduitslag
- Jeukende huid, met of zonder bultjes (netelroos)
- Hoofdpijn
- Spijsverteringsklachten (indigestie), brandend maagzuur
- Braken en/of diarree
- Metaalachtige smaak.
Zeer zelden:
-
Verlaagd gehalte vitamine B12 of bloedarmoede (anemie); de symptomen zijn vermoeidheid,
slaapzucht, zich zwak voelen, buiten adem raken
- Leverproblemen (hepatitis of afwijkingen in leverfunctietests)
- Erytheem (roodheid van de huid).
Niet bekend:
-
Leverproblemen zoals misselijkheid of braken, maagpijn, ongebruikelijke of onverklaarbare
moeheid, verlies van eetlust, donkere urine of het geel worden van de huid of het wit van de
ogen.
- Ontsteking van het bindweefsel in de nieren (interstitiële nefritis).
- Blaarvorming op de huid (bulleus pemfigoïd).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
doordrukstrip na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De
werkzame stoffen in dit middel zijn alogliptine en metforminehydrochloride.
Elke 12,5 mg/850 mg filmomhulde tablet bevat alogliptinebenzoaat, overeenkomend met 12,5 mg
alogliptine en 850 mg metforminehydrochloride.
Elke 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tablet bevat alogliptinebenzoaat, overeenkomend met 12,5 mg
alogliptine en 1.000 mg metforminehydrochloride.
-
De
andere stoffen in dit middel zijn: mannitol, microkristallijne cellulose, povidon K30,
crospovidon Type A, magnesiumstearaat, hypromellose, talk, titaniumdioxide (E171) en geel
ijzeroxide (E172).
Hoe ziet Vipdomet eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
-
Vipdomet 12,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten (tabletten) zijn lichtgele, langwerpige
(ongeveer 21,0 mm lang en 10,1 mm breed), dubbelbolle, filmomhulde tabletten, met aan één
kant de aanduiding '12.5/850' en aan de andere kant '322M' in reliëfopdruk.
- Vipdomet 12,5 mg/1.000 mg filmomhulde tabletten (tabletten) zijn vaalgele, langwerpige
(ongeveer 22,3 mm lang en 10,7 mm breed), dubbelbolle, filmomhulde tabletten, met aan één
kant de aanduiding '12.5/1000' en aan de andere kant '322M' in reliëfopdruk.
Vipdomet is verkrijgbaar in doordrukstrips van 10, 14, 20, 28, 56, 60, 98, 112, 120, 180, 196 of 200
tabletten en in multiverpakkingen met 2 verpakkingen die elk 98 filmomhulde tabletten bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
Fabrikant
Takeda Ireland Limited
Bray Business Park
Kilruddery
Co. Wicklow
Ierland
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Takeda Belgium
Takeda UAB
Tél/Tel: +32 2 464 06 11
Tel: +370 521 09 070
takeda-belgium@takeda.com

Luxembourg/Luxemburg
Takeda Belgium
.: +359 2 958 27 36; +359 2 958 15 29
Tél/Tel: +32 2 464 06 11
takeda-belgium@takeda.com
Ceská republika
Magyarország
Takeda Pharmaceuticals Czech Republic s.r.o.
Takeda Pharma Kft.
Tel: +420 234 722 722
Tel: +361 2707030
Danmark
Malta
Takeda Pharma A/S
TAKEDA HELLAS S.A.
Tlf./Tel: +45 46 77 11 11
Tel: +30 210 6387800
gr.info@takeda.com
Deutschland
Nederland
Takeda GmbH
Takeda Nederland B.V.
Tel: +49 (0) 800 825 3325
Tel: +31 20 203 5492
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Eesti
Norge
Takeda Pharma AS
Takeda AS
Tel: +372 6177 669
Tlf: +47 6676 3030
infonorge@takeda.com

Österreich
TAKEDA ..
Takeda Pharma Ges. m.b.H
: +30 210 6387800
Tel: +43 (0) 800-20 80 50
gr.info@takeda.com
España
Polska
Laboratorios Menarini, S.A.
Takeda Pharma sp. z o.o.
Tel: +34 934 628 800
Tel. +48 22 608 13 00
info@menarini.es
France
Portugal
Takeda France SAS
Takeda Farmacêuticos Portugal, Lda.
Tél: +33 1 40 67 33 00
Tel: +351 21 120 1457
medinfoEMEA@takeda.com
Hrvatska
România
Takeda Pharmaceuticals Croatia d.o.o
Takeda Pharmaceuticals SRL
Tel: +385 1 377 88 96
Tel: +40 21 335 03 91
Slovenija
Takeda Products Ireland Limited
Takeda Pharmaceuticals farmacevtska druzba d.o.o.
Tel: 1800 937 970
Tel: +386 (0) 59 082 480
medinfoEMEA@takeda.com
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Takeda Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 (2) 20 602 600
vistor@vistor.is
Italia
Suomi/Finland
Takeda Italia S.p.A.
Takeda Oy
Tel: +39 06 502601
Tel. +358 20 746 5000

Sverige
TAKEDA ..
Takeda Pharma AB
: +30 210 6387800
Tel: +46 8 731 28 00
gr.info@takeda.com
infosweden@takeda.com
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Takeda Latvia SIA
Takeda UK Ltd
Tel: +371 67840082
Tel: +44 (0) 2830 640 902
medinfoEMEA@takeda.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? Vipdomet 12,5 mg - 850 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Vipdomet 12,5 mg - 850 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Vipdomet 12,5 mg - 850 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG