Ubroxeal blue dry cow 2,6 g syr.

Notice – Version NL
UBROXEAL BLUE DRY COW
BIJSLUITER
Ubroxeal blue Dry Cow 2,6 g intramammaire suspensie voor runderen
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN
DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor
vrijgifte:
Univet Ltd
Tullyvin
Cootehill
Co. Cavan
Ierland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Ubroxeal blue Dry Cow 2,6 g intramammaire suspensie voor runderen
Bismutsubnitraat, zwaar
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Dit diergeneesmiddel is een blauwe suspensie.
Elke injector voor intramammair gebruik van 4 g bevat 2,6 g bismutsubnitraat, zwaar.
Hulpstof:
Indigo Carmine AL Lake E 132
4.
INDICATIES
Het diergeneesmiddel is aangewezen voor de preventie van nieuwe intramammaire infecties
tijdens de droogstand.
Bij koeien die waarschijnlijk geen subklinische mastitis hebben, kan het diergeneesmiddel op
zichzelf worden gebruikt voor droogstandsmanagement en de bestrijding van mastitis.
De selectie van koeien voor behandeling met dit diergeneesmiddel dient te gebeuren op basis
van de klinische beoordeling van de dierenarts. Selectiecriteria kunnen gebaseerd worden op de
voorgeschiedenis van mastitis en het somatische celgetal van individuele koeien, op erkende
testen voor de detectie van subklinische mastitis of op bacteriologisch onderzoek.
5.
CONTRA-INDICATIES
Gebruik het product niet op zichzelf bij koeien met subklinische mastitis bij het droogzetten.
Niet gebruiken bij koeien met klinische mastitis bij het droogzetten.
Niet gebruiken bij lacterende koeien. Indien het diergeneesmiddel per ongeluk ingebracht werd
bij een lacterende koe, kan er een kleine (-tot tweevoudige) voorbijgaande verhoging van het
somatische celgetal waargenomen worden, de afdichtingsprop kan echter eenvoudig handmatig
uitgemolken worden; er zijn geen aanvullende maatregelen nodig.
Dien na de toediening van dit diergeneesmiddel geen andere intramammaire diergeneesmiddelen
toe.
Niet gebruiken bij gekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of (één van) de
hulpstoffen.
Notice – Version NL
UBROXEAL BLUE DRY COW
6.
BIJWERKINGEN
Geen bekend.
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in
kennis te stellen.
7.
DOELDIERSOORT
Runderen (melkkoeien bij droogstand).
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG EN
WIJZE VAN GEBRUIK
Uitsluitend voor intramammair gebruik.
Dosering: breng de inhoud van één injector in elk uierkwartier in, onmiddellijk na de laatste
melkbeurt (bij het droogzetten). De speen of uier na het inbrengen niet masseren.
Toediening:
Zorg ervoor dat er geen pathogenen in de speen ingebracht worden. Aangezien dit
diergeneesmiddel geen antimicrobiële werking heeft, is het belangrijk strikte aseptische
technieken te hanteren bij de toepassing ervan. Als deze aanwijzingen niet opgevolgd
worden, kan dat na het inbrengen leiden tot ernstige gevallen van mastitis en zelfs tot
sterfte.
1.
2.
3.
4.
Alle spenen moeten voorafgaand aan het inbrengen van het diergeneesmiddel grondig
worden gereinigd en gedesinfecteerd. Voorzie voldoende tijd om elk dier te behandelen
en combineer de behandeling niet met andere verzorgingsactiviteiten.
Zorg ervoor dat de dieren voldoende gefixeerd worden onder hygiënische
omstandigheden. Injectors schoon houden en NIET in water onderdompelen.
Gebruik voor elke te behandelen koe nieuwe, schone wegwerphandschoenen.
Begin met schone en droge spenen en uier. Als de spenen zichtbaar vuil zijn, verwijder
het vuil dan uitsluitend met bevochtigde papieren wegwerpdoekjes en droog de spenen
vervolgens grondig. Dip de spenen daarna gedurende 30 seconden in een snelwerkende
pre-dip en droog vervolgens elke speen met een schoon en apart papieren
wergwerpdoekje. Melk de voormelk in een melkfilter en gooi weg.
Desinfecteer het gehele oppervlak van de speen grondig met een met alcohol doorweekt
doekje. Uit onderzoek is gebleken dat de spenen het effectiefst worden gereinigd door
het gebruik van een schoon en droog katoenen doekje dat doordrenkt wordt met
medicinale alcohol (of een vergelijkbaar middel). Als dit niet beschikbaar is, kunnen de
bijgeleverde steriele doekjes gebruikt worden. Reinig eerst de spenen die het verst van u
verwijderd zijn om verontreiniging van de schone spenen te voorkomen.
Reinig elk uiteinde van de speen voorzichtig met een nieuw doekje met alcohol totdat
zowel het uiteinde van de speen als het doekje zichtbaar schoon zijn.
Verwijder de dop van de intramammaire injector; zorg ervoor dat u hierbij de tip niet
aanraakt. Breng vervolgens de inhoud van de injector in de speen in, waarbij
verontreiniging van het uiteinde van de speen vermeden moet worden. Hanteer hierbij
een volgorde die tegenovergesteld is aan die van het schoonmaken, d.w.z. te begin met
de dichtstbijzijnde spenen. Het diergeneesmiddel niet in de uier masseren.
Desinfecteer de spenen met een ontsmettingsmiddel voor na het melken en zorg ervoor
dat de behandelde koeien minstens 30 minuten blijven rechtstaan zodat het
diergeneesmiddel het tepelkanaal kan afsluiten.
5.
6.
7.
8.
Notice – Version NL
UBROXEAL BLUE DRY COW
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Advies aan de veehouder:
Het is belangrijk om vóór gebruik van dit product eerst de gebruiksinstructies te lezen.
Zorgvuldige hygiëne is geboden bij de toediening van dit product om het risico van potentieel
fatale mastitis na toediening te verlagen. Volg zorgvuldig alle aanwijzingen op die in deze
bijsluiter zijn opgenomen i.v.m. het reinigen van spenen vóór het inbrengen van de injectoren.
10.
WACHTTIJDEN
Vlees en slachtafval: Nul dagen.
Melk: Nul uren.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Niet bewaren boven 25 °C.
Beschermen tegen licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de doos en het
etiket van de injector na EXP. De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de
maand.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Het is een goede gewoonte om droogstaande koeien regelmatig te controleren op verschijnselen
van klinische mastitis. Indien zich in een afgesloten kwartier klinische mastitis ontwikkelt, dient
het aangetaste kwartier handmatig uitgemolken te worden alvorens een passende behandeling in
te stellen.
Om het risico op contaminatie te reduceren, mag de injector niet ondergedompeld worden in
water. Injectoren mogen slechts eenmaal worden gebruikt. Aangezien dit diergeneesmiddel geen
antimicrobiële werking heeft, is het belangrijk strikte aseptische technieken te hanteren bij de
toepassing van dit diergeneesmiddel. Dien na de toediening van dit diergeneesmiddel geen
andere intramammaire diergeneesmiddelen toe.
Bij koeien die mogelijk een subklinische mastitis hebben, kan het diergeneesmiddel gebruikt
worden ná de toediening van een voor droogstaande koeien geschikte antibiotische behandeling
in het geïnfecteerde uierkwartier.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de
dieren toedient:
Na gebruik de handen wassen.
De reiningingsdoekjes die meegeleverd worden bij dit intramammaire diergeneesmiddel,
bevatten isopropylalcohol. Draag handschoenen in het geval huidirritatie door isopropylalcohol
bekend is of vermoed wordt. Vermijd contact met de ogen aangezien isopropylalcohol
oogirritatie kan veroorzaken.
Dracht en lactatie:
Kan tijdens de dracht worden gebruikt. Na het afkalven mag de afdichtingsprop door het kalf
ingeslikt worden. Het inslikken van het diergeneesmiddel door het kalf is veilig en heeft geen
nevenwerkingen tot gevolg.
Notice – Version NL
UBROXEAL BLUE DRY COW
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken tijdens de lactatie. Indien het diergeneesmiddel per ongeluk
ingebracht werd bij een lacterende koe, kan er een kleine (-tot tweevoudige) voorbijgaande
verhoging van het somatische celgetal waargenomen worden. In dit geval moet de
afdichtingsprop handmatig uitgemolken worden; er zijn geen aanvullende maatregelen
noodzakelijk.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Toediening van tweemaal de aanbevolen dosis aan koeien had geen klinische bijwerkingen tot
gevolg.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL
AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Februari 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Infusie van het diergeneesmiddel in elk uierkwartier vormt een fysieke barrière tegen het
binnendringen van bacteriën, waardoor de frequentie van nieuwe intramammaire infecties
tijdens de droogstand wordt gereduceerd.
De afdichtingsprop komt grotendeels naar buiten bij het eerste melken of zogen na het kalven,
maar soms kunnen er gedurende een paar dagen kleine deeltjes als vlekjes op de melkfilter
worden waargenomen. Het diergeneesmiddel kan door zijn textuur en kleur van mastitis worden
onderscheiden.
Toediening van tweemaal de aanbevolen dosis van het diergeneesmiddel aan koeien had geen
klinische bijwerkingen tot gevolg. In koude omstandigheden mag het diergeneesmiddel in een
warme omgeving tot kamertemperatuur worden opgewarmd om het injecteren te
vergemakkelijken.
Na het kalven worden de volgende stappen voor de effectieve verwijdering van het
diergeneesmiddel aanbevolen teneinde resten van het product in de melkmachine te beperken.
De melkmachine dient niet gebruikt te worden om het product uit de speen te verwijderen.
1.
2.
3.
Knijp de speen bovenin dicht en melk het kwartier 10–12 maal voor de eerste melkbeurt.
Melk de voormelk en controleer de eerste paar melkbeurten op resten van het
diergeneesmiddel.
Inspecteer na elke melkbeurt de mastitis- en melkfilter op resten van het
diergeneesmiddel.
Dozen met 20, 60 en 120 injectors.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Op diergeneeskundig voorschrift.
BE-V521955
Notice – Version NL
UBROXEAL BLUE DRY COW
Voor alle informatie over dit diergeneesmiddel kunt u contact opnemen met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
België en Luxemburg:
Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium SA
Avenue Arnaud Fraiteurlaan 15-23
1050 Brussel
UBROXEAL BLUE DRY COW
BIJSLUITER
Ubroxeal blue Dry Cow 2,6 g intramammaire suspensie voor runderen
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN
DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor
vrijgifte:
Univet Ltd
Tullyvin
Cootehill
Co. Cavan
Ierland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Ubroxeal blue Dry Cow 2,6 g intramammaire suspensie voor runderen
Bismutsubnitraat, zwaar
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Dit diergeneesmiddel is een blauwe suspensie.
Elke injector voor intramammair gebruik van 4 g bevat 2,6 g bismutsubnitraat, zwaar.
Hulpstof:
Indigo Carmine AL Lake E 132
4.
INDICATIES
Het diergeneesmiddel is aangewezen voor de preventie van nieuwe intramammaire infecties
tijdens de droogstand.
Bij koeien die waarschijnlijk geen subklinische mastitis hebben, kan het diergeneesmiddel op
zichzelf worden gebruikt voor droogstandsmanagement en de bestrijding van mastitis.
De selectie van koeien voor behandeling met dit diergeneesmiddel dient te gebeuren op basis
van de klinische beoordeling van de dierenarts. Selectiecriteria kunnen gebaseerd worden op de
voorgeschiedenis van mastitis en het somatische celgetal van individuele koeien, op erkende
testen voor de detectie van subklinische mastitis of op bacteriologisch onderzoek.
5.
CONTRA-INDICATIES
UBROXEAL BLUE DRY COW
6.
BIJWERKINGEN
Geen bekend.
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in
kennis te stellen.
7.
DOELDIERSOORT
Runderen (melkkoeien bij droogstand).
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG EN
WIJZE VAN GEBRUIK

Uitsluitend voor intramammair gebruik.
Dosering: breng de inhoud van één injector in elk uierkwartier in, onmiddellijk na de laatste
melkbeurt (bij het droogzetten). De speen of uier na het inbrengen niet masseren.
Toediening:
Zorg ervoor dat er geen pathogenen in de speen ingebracht worden. Aangezien dit
diergeneesmiddel geen antimicrobiële werking heeft,

is het belangrijk strikte aseptische
technieken te hanteren bij de toepassing ervan. Als deze aanwijzingen niet opgevolgd
worden, kan dat na het inbrengen leiden tot ernstige gevallen van mastitis en zelfs tot
sterfte.

1.
Alle spenen moeten voorafgaand aan het inbrengen van het diergeneesmiddel grondig
worden gereinigd en gedesinfecteerd. Voorzie voldoende tijd om elk dier te behandelen
en combineer de behandeling niet met andere verzorgingsactiviteiten.
2.
Zorg ervoor dat de dieren voldoende gefixeerd worden onder hygiënische
omstandigheden. Injectors schoon houden en NIET in water onderdompelen.
3.
Gebruik voor elke te behandelen koe nieuwe, schone wegwerphandschoenen.
4.
Begin met schone en droge spenen en uier. Als de spenen zichtbaar vuil zijn, verwijder
het vuil dan uitsluitend met bevochtigde papieren wegwerpdoekjes en droog de spenen
vervolgens grondig. Dip de spenen daarna gedurende 30 seconden in een snelwerkende
pre-dip en droog vervolgens elke speen met een schoon en apart papieren
wergwerpdoekje. Melk de voormelk in een melkfilter en gooi weg.
5.
Desinfecteer het gehele oppervlak van de speen grondig met een met alcohol doorweekt
doekje. Uit onderzoek is gebleken dat de spenen het effectiefst worden gereinigd door
het gebruik van een schoon en droog katoenen doekje dat doordrenkt wordt met
medicinale alcohol (of een vergelijkbaar middel). Als dit niet beschikbaar is, kunnen de
bijgeleverde steriele doekjes gebruikt worden. Reinig eerst de spenen die het verst van u
verwijderd zijn om verontreiniging van de schone spenen te voorkomen.
6.
Reinig elk uiteinde van de speen voorzichtig met een nieuw doekje met alcohol totdat
zowel het uiteinde van de speen als het doekje zichtbaar schoon zijn.
7.
Verwijder de dop van de intramammaire injector; zorg ervoor dat u hierbij de tip niet
aanraakt. Breng vervolgens de inhoud van de injector in de speen in, waarbij
verontreiniging van het uiteinde van de speen vermeden moet worden. Hanteer hierbij
een volgorde die tegenovergesteld is aan die van het schoonmaken, d.w.z. te begin met
de dichtstbijzijnde spenen. Het diergeneesmiddel niet in de uier masseren.
8.
UBROXEAL BLUE DRY COW
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Advies aan de veehouder:
Het is belangrijk om vóór gebruik van dit product eerst de gebruiksinstructies te lezen.
Zorgvuldige hygiëne is geboden bij de toediening van dit product om het risico van potentieel
fatale mastitis na toediening te verlagen. Volg zorgvuldig alle aanwijzingen op die in deze
bijsluiter zijn opgenomen i.v.m. het reinigen van spenen vóór het inbrengen van de injectoren.
10.
WACHTTIJDEN
Vlees en slachtafval: Nul dagen.
Melk: Nul uren.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Niet bewaren boven 25 °C.
Beschermen tegen licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de doos en het
etiket van de injector na EXP. De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de
maand.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Het is een goede gewoonte om droogstaande koeien regelmatig te controleren op verschijnselen
van klinische mastitis. Indien zich in een afgesloten kwartier klinische mastitis ontwikkelt, dient
het aangetaste kwartier handmatig uitgemolken te worden alvorens een passende behandeling in
te stellen.
Om het risico op contaminatie te reduceren, mag de injector niet ondergedompeld worden in
water. Injectoren mogen slechts eenmaal worden gebruikt. Aangezien dit diergeneesmiddel geen
antimicrobiële werking heeft, is het belangrijk strikte aseptische technieken te hanteren bij de
toepassing van dit diergeneesmiddel. Dien na de toediening van dit diergeneesmiddel geen
andere intramammaire diergeneesmiddelen toe.
Bij koeien die mogelijk een subklinische mastitis hebben, kan het diergeneesmiddel gebruikt
worden ná de toediening van een voor droogstaande koeien geschikte antibiotische behandeling
in het geïnfecteerde uierkwartier.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de
dieren toedient:
Na gebruik de handen wassen.
De reiningingsdoekjes die meegeleverd worden bij dit intramammaire diergeneesmiddel,
bevatten isopropylalcohol. Draag handschoenen in het geval huidirritatie door isopropylalcohol
bekend is of vermoed wordt. Vermijd contact met de ogen aangezien isopropylalcohol
oogirritatie kan veroorzaken.
UBROXEAL BLUE DRY COW
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken tijdens de lactatie. Indien het diergeneesmiddel per ongeluk
ingebracht werd bij een lacterende koe, kan er een kleine (-tot tweevoudige) voorbijgaande
verhoging van het somatische celgetal waargenomen worden. In dit geval moet de
afdichtingsprop handmatig uitgemolken worden; er zijn geen aanvullende maatregelen
noodzakelijk.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Toediening van tweemaal de aanbevolen dosis aan koeien had geen klinische bijwerkingen tot
gevolg.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL
AFVALMATERIAAL

Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Februari 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Infusie van het diergeneesmiddel in elk uierkwartier vormt een fysieke barrière tegen het
binnendringen van bacteriën, waardoor de frequentie van nieuwe intramammaire infecties
tijdens de droogstand wordt gereduceerd.
De afdichtingsprop komt grotendeels naar buiten bij het eerste melken of zogen na het kalven,
maar soms kunnen er gedurende een paar dagen kleine deeltjes als vlekjes op de melkfilter
worden waargenomen. Het diergeneesmiddel kan door zijn textuur en kleur van mastitis worden
onderscheiden.
Toediening van tweemaal de aanbevolen dosis van het diergeneesmiddel aan koeien had geen
klinische bijwerkingen tot gevolg. In koude omstandigheden mag het diergeneesmiddel in een
warme omgeving tot kamertemperatuur worden opgewarmd om het injecteren te
vergemakkelijken.
Na het kalven worden de volgende stappen voor de effectieve verwijdering van het
diergeneesmiddel aanbevolen teneinde resten van het product in de melkmachine te beperken.
De melkmachine dient niet gebruikt te worden om het product uit de speen te verwijderen.
1.
Knijp de speen bovenin dicht en melk het kwartier 10­12 maal voor de eerste melkbeurt.
2.
Melk de voormelk en controleer de eerste paar melkbeurten op resten van het
diergeneesmiddel.
3.
Inspecteer na elke melkbeurt de mastitis- en melkfilter op resten van het
diergeneesmiddel.
Dozen met 20, 60 en 120 injectors.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Op diergeneeskundig voorschrift.
UBROXEAL BLUE DRY COW
Voor alle informatie over dit diergeneesmiddel kunt u contact opnemen met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.

Heb je dit medicijn gebruikt? Ubroxeal blue Dry Cow 2,6 g syr. te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Ubroxeal blue Dry Cow 2,6 g syr. te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Ubroxeal blue Dry Cow 2,6 g syr.

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG