Tygacil 50 mg inf. sol.

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tygacil 50 mg poeder voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke 5 ml injectieflacon Tygacil bevat 50 mg tigecycline. Na reconstitutie bevat 1 ml 10 mg
tigecycline.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor oplossing voor infusie (poeder voor infusie).
Oranje cake of poeder.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Tygacil is geïndiceerd bij volwassenen en bij kinderen vanaf acht jaar voor de behandeling van de
volgende infecties (zie rubrieken 4.4 en rubriek 5.1):
Gecompliceerde infecties van huid en weke delen (cSSTI), uitgezonderd diabetische
voetinfecties (zie rubriek 4.4);
Gecompliceerde intra-abdominale infecties (cIAI).
Tygacil dient alleen gebruikt te worden wanneer andere antibiotica niet geschikt zijn (zie rubrieken
4.4, 4.8 en 5.1).
Er dient rekening gehouden te worden met de officiële richtlijnen voor het juiste gebruik van
antibacteriële middelen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Volwassenen
De aanbevolen dosering voor volwassenen is een startdosis van 100 mg gevolgd door 50 mg elke 12
uur gedurende 5 tot 14 dagen.
De duur van de therapie dient bepaald te worden door de ernst, de plaats van de infectie en de
klinische respons van de patiënt.
Kinderen en adolescenten (8 tot en met 17 jaar oud)
Tigecycline dient uitsluitend te worden gebruikt voor de behandeling van patiënten van 8 jaar en
ouder na overleg met een arts die beschikt over de juiste ervaring met de behandeling van
infectieziekten.
Kinderen in de leeftijd van 8 tot <12 jaar: 1,2 mg/kg tigecycline elke 12 uur intraveneus tot een
maximale dosis van 50 mg elke 12 uur gedurende 5 tot 14 dagen.
2
Adolescenten in de leeftijd van 12 tot <18 jaar: 50 mg tigecycline elke 12 uur gedurende 5 tot
14 dagen.
Ouderen
Er is geen dosisaanpassing nodig bij oudere patiënten (zie rubriek 5.2).
Leverstoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een mild tot matig verminderde leverfunctie (Child
Pugh A en Child Pugh B).
Bij patiënten (inclusief kinderen) met een ernstig verminderde leverfunctie (Child Pugh C) dient de
dosis tigecycline met 50% verminderd te worden. De dosis voor volwassenen dient te worden
verminderd tot 25 mg elke 12 uur volgend op de oplaaddosis van 100 mg. Patiënten met een ernstig
verminderde leverfunctie (Child Pugh C) dienen met voorzichtigheid behandeld te worden en dienen
gecontroleerd te worden op behandelingsrespons (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Nierstoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een gestoorde nierfunctie of bij patiënten die
hemodialyse ondergaan (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Tygacil bij kinderen jonger dan 8 jaar zijn nog niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar. Tygacil dient niet gebruikt te worden bij kinderen jonger dan 8
jaar vanwege verkleuring van de tanden (zie rubrieken 4.4 en 5.1).
Wijze van toediening
Tigecycline wordt alleen toegediend door middel van intraveneuze infusie gedurende 30 tot 60
minuten (zie rubrieken 4.4 en 6.6). Tigecycline dient bij kinderen bij voorkeur te worden toegediend
gedurende een infusieperiode van 60 minuten (zie rubriek 4.4).
Voor instructies over reconstitutie en verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening,
zie rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Patiënten die overgevoelig zijn voor tetracycline-klasse antibiotica kunnen overgevoelig zijn voor
tigecycline.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Tijdens klinische onderzoeken met gecompliceerde infecties van huid en weke delen (cSSTI),
gecompliceerde intra-abdominale infecties (cIAI), diabetische voetinfecties, nosocomiale pneumonie
en onderzoeken met resistente pathogenen, werd een numeriek hogere mortaliteit waargenomen onder
de met tigecycline behandelde patiënten dan bij de vergelijkende behandeling. De oorzaken van deze
bevindingen zijn onbekend. Echter, verminderde werkzaamheid en veiligheid ten opzichte van de
comparatoren in het onderzoek kan niet uitgesloten worden.
Superinfectie
Bij cIAI-patiënten in klinische studies is een verstoorde heling van de operatiewond in verband
gebracht met een superinfectie. Een patiënt met een verstoorde wondheling dient gecontroleerd te
worden op het ontstaan van een superinfectie (zie rubriek 4.8).
3
Patiënten die superinfecties ontwikkelen, nosocomiale pneumonie in het bijzonder, worden in verband
gebracht met een slechtere uitkomst. Patiënten dienen nauwgezet gemonitord te worden op de
ontwikkeling van een superinfectie. Als na het begin van de behandeling met tigecycline een andere
infectiehaard dan cSSTI of cIAI geïdentificeerd wordt, dient het instellen van een alternatieve
antibacteriële behandeling overwogen te worden waarvan is aangetoond dat deze effectief is in de
behandeling van dit specifieke type infectie(s).
Anafylaxie
Anafylaxie/anafylactoïde reacties, in potentie levensbedreigend, zijn gemeld bij gebruik van
tigecycline (zie rubrieken 4.3 en 4.8).
Leverfalen
Gevallen van beschadiging van de lever met een overwegend cholestatisch patroon, inclusief enkele
gevallen van leverinsufficiëntie met een fatale uitkomst, zijn gemeld bij patiënten die tigecycline-
behandeling kregen. Hoewel leverinsufficiëntie bij patiënten die met tigecycline worden behandeld
voor kan komen als gevolg van onderliggende condities of comedicatie, dient een mogelijke bijdrage
van tigecycline overwogen te worden (zie rubriek 4.8).
Tetracycline klasse antibiotica
Glycylcycline-klasse antibiotica zijn structureel vergelijkbaar met tetracycline-klasse antibiotica.
Tigecycline kan dezelfde bijwerkingen als tetracycline-klasse antibiotica hebben. Deze reacties zijn
onder andere: fotosensitiviteit, pseudotumor cerebri, pancreatitis en anti-anabole werking wat tot
verhoogde BUN geleid heeft, azotemie, acidose en hyperfosfatemie (zie rubriek 4.8).
Pancreatitis
Acute pancreatitis die ernstig kan zijn, is opgetreden (frequentie: soms) in verband met
tigecyclinebehandeling (zie rubriek 4.8). De diagnose acute pancreatitis dient overwogen te worden
bij patiënten die tigecycline krijgen en die klinische symptomen, tekenen of laboratoriumafwijkingen
ontwikkelen die duiden op acute pancreatitis. De meeste van de gerapporteerde gevallen ontwikkelden
zich na ten minste één behandelweek. Er zijn gevallen gemeld bij patiënten zonder bekende
risicofactoren voor pancreatitis. Gewoonlijk treedt bij patiënten verbetering op na het stoppen van de
tigecyclinebehandeling. Men dient staken van de behandeling met tigecycline te overwegen als
pancreatitis optreedt.
Coagulopathie
Tigecycline kan zowel de protrombinetijd (PT) als de geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT)
verlengen. Bovendien is er melding gemaakt van hypofibrinogenemie bij het gebruik van tigecycline.
Daarom dienen coagulatieparameters zoals PT of een andere geschikte anticoagulatietest, waaronder
fibrinogeen in het bloed, te worden gecontroleerd vóór de start van de behandeling met tigecycline, en
regelmatig tijdens de behandeling. Speciale zorg wordt aanbevolen bij ernstig zieke patiënten en bij
patiënten die ook anticoagulantia gebruiken (zie rubriek 4.5).
Onderliggende aandoeningen
Er is beperkte ervaring met het gebruik van tigecycline voor de behandeling van infecties bij patiënten
met ernstige onderliggende aandoeningen.
In klinische studies met cSSTI was het meest voorkomende type infectie bij patiënten die met
tigecycline werden behandeld cellulitis (58,6%), gevolgd door ernstige abcessen (24,9%). Patiënten
met ernstige onderliggende aandoeningen zoals patiënten die immunogecompromitteerd waren,
patiënten met geïnfecteerde decubituszweren of patiënten die infecties hadden waarbij een
4
behandeling van meer dan 14 dagen nodig was (bijvoorbeeld necrotiserende fasciitis), waren niet
geïncludeerd. Een beperkt aantal patiënten werd geïncludeerd met comorbide factoren zoals diabetes
(25,8%), perifere vasculaire aandoeningen (10,4%), intraveneus misbruik van middelen (4,0%) en
HIV-positieve infectie (1,2%). Ook is er beperkte ervaring beschikbaar met de behandeling van
patiënten met gelijktijdig voorkomende bacteriëmie (3,4%). Daarom wordt voorzichtigheid
geadviseerd bij het behandelen van zulke patiënten. De resultaten van een grote studie met patiënten
met diabetische voetinfecties lieten zien dat tigecycline minder werkzaam was dan de comparator.
Daarom wordt tigecycline niet aanbevolen voor gebruik bij deze patiënten (zie rubriek 4.1).
In klinische studies met cIAI was het meest voorkomende type infectie bij de met tigecycline
behandelde patiënten gecompliceerde appendicitis (50,3%), gevolgd door andere diagnosen die
minder vaak gemeld werden zoals gecompliceerde cholecystitis (9,6%), darmperforatie (9,6%), intra-
abdominale abcessen (8,7%), maag- of duodenumulcusperforatie (8,3%), peritonitis (6,2%) en
gecompliceerde diverticulitis (6,0%). Van deze patiënten had 77,8% chirurgisch duidelijke peritonitis.
Er was een beperkt aantal patiënten met ernstige onderliggende aandoeningen zoals
immunogecompromitteerde patiënten, patiënten met APACHE-II-scores > 15 (3,3%), of met
chirurgisch duidelijke, meervoudige intra-abdominale abcessen (11,4%). Ook is er beperkte ervaring
bij het behandelen van patiënten met gelijktijdig voorkomende bacteriëmie (5,6%). Daarom wordt
voorzichtigheid geboden bij het behandelen van zulke patiënten.
Het gebruik van antibacteriële combinatietherapie dient overwogen te worden wanneer tigecycline zal
worden toegediend bij ernstig zieke patiënten met cIAI die secundair zijn aan een klinisch manifeste
intestinale perforatie of patiënten met beginnende sepsis of shock (zie rubriek 4.8).
Het effect van cholestase op de farmacokinetiek van tigecycline is niet eenduidig vastgesteld.
Galexcretie beslaat ongeveer 50% van de totale excretie van tigecycline. Daarom moeten patiënten die
cholestase vertonen nauwkeurig gecontroleerd worden.
Pseudomembraneuze colitis is gemeld bij bijna alle antibacteriële geneesmiddelen en kan in ernst
variëren van mild tot levensbedreigend. Het is daarom belangrijk deze diagnose te overwegen bij
patiënten waarbij zich diarree voordoet tijdens of na toediening van enig antibacterieel (zie rubriek
4.8).
Het gebruik van tigecycline kan resulteren in overmatige groei van niet-gevoelige organismen,
waaronder schimmels. Patiënten dienen nauwkeurig gecontroleerd te worden gedurende de therapie
(zie rubriek 4.8).
Resultaten van studies met tigecycline bij ratten hebben botverkleuring laten zien. Tigecycline kan bij
mensen gepaard gaan met permanente verkleuring van de tanden als het wordt gebruikt tijdens de
periode van tandontwikkeling (zie rubriek 4.8).
Pediatrische patiënten
De klinische ervaring met het gebruik van tigecycline voor de behandeling van infecties bij kinderen
van 8 jaar en ouder is zeer beperkt (zie rubrieken 4.8 en 5.1). Derhalve dient het gebruik bij kinderen
beperkt te blijven tot die klinische situaties waarin geen alternatieve antibacteriële therapie
beschikbaar is.
Misselijkheid en braken zijn zeer vaak voorkomende bijwerkingen bij kinderen en adolescenten (zie
rubriek 4.8). Er dient aandacht te worden besteed aan mogelijke dehydratie. Tigecycline dient bij
kinderen bij voorkeur te worden toegediend gedurende een infusieperiode van 60 minuten.
Buikpijn is vaak gemeld, zowel bij kinderen als bij volwassenen. Buikpijn kan wijzen op pancreatitis.
Indien zich pancreatitis ontwikkelt, dient de behandeling met tigecycline te worden gestaakt.
5
Leverfunctietesten, coagulatieparameters, hematologische parameters, amylase en lipase dienen te
worden gecontroleerd vóór de start van de behandeling met tigecycline, en regelmatig tijdens de
behandeling.
Tygacil dient niet te worden gebruikt bij kinderen jonger dan 8 jaar vanwege het gebrek aan gegevens
met betrekking tot de veiligheid en werkzaamheid in deze leeftijdsgroep en omdat tigecycline
mogelijk geassocieerd wordt met permanente verkleuring van de tanden (zie rubrieken 4.2 en 4.8).
Informatie over hulpstoffen
Tygacil bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per 5 ml oplossing. Patiënten die een natriumarm
dieet volgen, kunnen worden geïnformeerd dat dit geneesmiddel in wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
Gelijktijdige toediening van tigecycline en warfarine (25 mg enkelvoudige dosis) aan gezonde
subjecten resulteerde in een afname in klaring van R-warfarine en S-warfarine met respectievelijk
40% en 23% en een toename in AUC met respectievelijk 68% en 29%. Het mechanisme van deze
interactie is nog niet opgehelderd. Beschikbare gegevens suggereren niet dat deze interactie kan
resulteren in significante INR-veranderingen. Echter, aangezien tigecycline zowel de protrombinetijd
(PT) als de geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT) kan verlengen, dienen de relevante
coagulatietesten nauwkeurig gecontroleerd te worden als tigecycline tegelijk wordt toegediend met
anticoagulantia (zie rubriek 4.4). Warfarine beïnvloedde het farmacokinetische profiel van tigecycline
niet.
Tigecycline wordt niet uitgebreid gemetaboliseerd. Daarom wordt niet verwacht dat de klaring van
tigecycline wordt beïnvloed door actieve stoffen die de activiteit van deze CYP450-isovormen
remmen of induceren.
In vitro
is tigecycline een competitieve inhibitor noch een irreversibele
inhibitor van CYP450-enzymen (zie rubriek 5.2).
In de aanbevolen dosering had tigecycline geen effect op de snelheid of mate van absorptie of klaring
van digoxine (0,5 mg gevolgd door dagelijks 0,25 mg/dag) bij toediening aan gezonde volwassenen.
Digoxine had geen effect op het farmacokinetisch profiel van tigecycline. Daarom is er geen
dosisaanpassing nodig wanneer tigecycline wordt toegediend met digoxine.
In
in vitro
studies werd er geen antagonisme waargenomen tussen tigecycline en andere veel gebruikte
antibioticaklassen.
Gelijktijdig gebruik van antibiotica met orale anticonceptiemiddelen kan verminderde werkzaamheid
van orale anticonceptiemiddelen opleveren.
Gelijktijdig gebruik van tigecycline en calcineurineremmers zoals tacrolimus of ciclosporine kan
leiden tot een toename in serumdalconcentraties van de calcineurineremmers. Daarom dienen de
serumconcentraties van de calcineurineremmer gecontroleerd te worden tijdens de behandeling met
tigecycline om geneesmiddelentoxiciteit te voorkomen.
Gebaseerd op een
in vitro
studie, is tigecycline een P-gp-substraat. Gelijktijdige toediening van P-gp-
remmers (bijvoorbeeld ketoconazol of cyclosporine) of P-gp-inductoren (bijvoorbeeld rifampicine)
kan effect hebben op de farmacokinetiek van tigecycline (zie rubriek 5.2).
6
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van tigecycline bij zwangere
vrouwen. Uit dieronderzoek is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico
voor de mens is niet bekend. Zoals voor tetracycline-klasse antibiotica bekend is, kan tigecycline ook
permanente schade aan het gebit veroorzaken (verkleuring en glazuurdefecten) en een vertraging
veroorzaken bij de ossificatieprocessen in foetussen die daaraan worden blootgesteld in de
baarmoeder gedurende de tweede helft van de zwangerschap, en bij kinderen onder de acht jaar als
gevolg van verrijking in weefsels met een hoge calciumomzetting en vorming van
calciumchelaatcomplexen (zie rubriek 4.4). Tigecycline dient niet tijdens de zwangerschap gebruikt te
worden tenzij de klinische conditie van de vrouw behandeling met tigecycline vereist.
Borstvoeding
Het is niet bekend of tigecycline/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden. Uit
beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij dieren blijkt dat
tigecycline/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3). Risico voor
pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten. Er moet worden besloten of borstvoeding
moet worden gestaakt of dat behandeling met tigecycline moet worden gestaakt dan wel niet moet
worden ingesteld, waarbij het voordeel van borstvoeding voor het kind en het voordeel van
behandeling voor de vrouw in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
De effecten van tigecycline op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet onderzocht. Niet-klinische
studies uitgevoerd met tigecycline bij ratten wijzen niet op schadelijke effecten met betrekking tot de
vruchtbaarheid of het vermogen tot voortplanting. Bij vrouwelijke ratten waren er geen
stofgerelateerde effecten op de ovaria of de vruchtbare perioden bij een blootstelling tot 4,7 keer de
humane dagelijkse dosis gebaseerd op de AUC (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Duizeligheid kan voorkomen en dit kan van invloed zijn op het rijden en op het gebruik van machines
(zie rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Het totale aantal cSSTI en cIAI patiënten dat met tigecycline is behandeld in klinische fase 3 en 4-
studies was 2393.
In klinische studies waren de meest voorkomende, aan het geneesmiddel gerelateerde, uit de
behandeling voortkomende bijwerkingen reversibele misselijkheid (21%) en braken (13%), wat
gewoonlijk vroegtijdig voorkwam (op behandelingsdagen 1-2) en over het algemeen mild tot matig in
hevigheid was.
Hieronder staan bijwerkingen geclassificeerd die gerapporteerd zijn bij tigecycline in klinische studies
en uit post-marketingervaring.
Geclassificeerde lijst van bijwerkingen
7
Systeem/
orgaanklasse
Zeer vaak
≥ 1/10
Vaak
≥ 1/100, < 1/10
Soms
≥ 1/1.000,
< 1/100
Zelden
≥ 1/10.000,
< 1/1.000
Niet bekend
(kan met de
beschikbare
gegevens niet
worden
bepaald)
Infecties en
parasitaire
aandoeningen
Bloed- en
lymfestelselaan
doeningen
sepsis/septische
shock, pneumonie,
abces, infecties
verlengde
geactiveerde
partiële
tromboplastinetijd
(aPTT), verlengde
protrombinetijd
(PT)
trombocyto
penie,
verhoogde
internationa
l
normalized
ratio (INR)
hypofibrinogene
mie
Immuunsystee
m-
aandoeningen
Voedings- en
stofwisselings-
stoornissen
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Bloedvat-
aandoeningen
Maagdarmstels
el-
aandoeningen
Lever- en
galaandoeninge
n
hypoglykemie,
hypoproteïnemie
duizeligheid
flebitis
misselijkheid,
braken, diarree
tromboflebi
tis
buikpijn,
acute
dyspepsie, anorexie pancreatitis
(zie rubriek
4.4)
verhoogd
geelzucht,
aspartaataminotran leverschade
sferase (ASAT) in
, meestal
serum en verhoogd cholestatisc
alanineaminotransf h
erase (ALAT) in
serum,
hyperbilirubinemie
pruritus, uitslag
anafylaxie/anaf
ylactoïde
reacties* (zie
rubrieken 4.3 en
4.4)
leverinsufficiënt
ie* (zie rubriek
4.4)
Huid- en
onderhuid-
aandoeningen
ernstige
huidreacties,
waaronder
Stevens-
Johnson-
syndroom*
8
Systeem/
orgaanklasse
Zeer vaak
≥ 1/10
Vaak
≥ 1/100, < 1/10
Soms
≥ 1/1.000,
< 1/100
Zelden
≥ 1/10.000,
< 1/1.000
Niet bekend
(kan met de
beschikbare
gegevens niet
worden
bepaald)
Algemene
aandoeningen
en toedienings-
plaatsstoornisse
n
verstoorde
wondheling, reactie
op de plaats van
injectie, hoofdpijn
ontsteking
op de plaats
van
injectie,
pijn op de
plaats van
injectie,
oedeem op
de plaats
van
injectie,
flebitis op
de plaats
van injectie
verhoogd amylase
in het serum,
verhoogd ‘blood
urea nitrogen’
(BUN)
* Waargenomen tijdens postmarketingervaring
Omschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Antibioticumklasse-effecten
Pseudomembraneuze colitis welke in ernst uiteen kan lopen van licht tot levensbedreigend (zie
rubriek 4.4).
Overgroei van niet-gevoelige organismen, inclusief schimmels (zie rubriek 4.4).
Tetracyclineklasse-effecten
Glycylcyclineklasse-antibiotica zijn structureel vergelijkbaar met tetracyclineklasse-antibiotica.
Mogelijke tetracyclineklassebijwerkingen zijn onder meer fotosensitiviteit, pseudotumor cerebri,
pancreatitis en anti-anabole werking die geleid heeft tot toename van BUN, azotemie, acidose en
hyperfosfatemie (zie rubriek 4.4).
Tigecycline kan in verband worden gebracht met permanente tandverkleuring indien gebruikt tijdens
de tandontwikkeling (zie rubriek 4.4).
Tijdens fase 3 en 4 cSSTI en cIAI klinische onderzoeken werden infectiegerelateerde ernstige reacties
vaker gemeld bij patiënten die met tigecycline behandeld werden (7,1%) dan bij comparatoren
(5,3%). Significante verschillen in sepsis/septische shock zijn waargenomen tussen tigecycline (2,2%)
en comparatoren (1,1%).
Bij met tigecycline behandelde patiënten werden afwijkingen in ASAT en ALAT vaker gemeld in de
periode na de behandeling dan bij patiënten die met de comparator behandeld werden, bij wie dit
vaker voorkwam tijdens de behandeling.
Onderzoeken
9
In alle fase 3 en 4 onderzoeken (cSSTI en cIAI) overleed 2,4% (54/2216) van de patiënten die
tigecycline kregen en 1,7% (37/2206) van de patiënten die actieve comparatoren kregen.
Pediatrische patiënten
Veiligheidsgegevens uit twee farmacokinetische onderzoeken (zie rubriek 5.2) waren zeer beperkt
beschikbaar. In deze onderzoeken werden geen nieuwe of onverwachte veiligheidsbezwaren gezien
met tigecycline.
In een open-label, farmacokinetisch onderzoek met enkelvoudige oplopende dosis werd de veiligheid
van tigecycline onderzocht bij 25 kinderen in de leeftijd van 8 tot 16 jaar die recentelijk waren
hersteld van infecties. Het bijwerkingenprofiel van tigecycline bij deze 25 proefpersonen was in het
algemeen consistent met het bijwerkingenprofiel bij volwassenen.
De veiligheid van tigecycline werd tevens onderzocht in een open-label, farmacokinetisch onderzoek
met oplopende meervoudige dosis bij 58 kinderen in de leeftijd van 8 tot 11 jaar met cSSTI (n=15),
cIAI (n=24) of buiten het ziekenhuis opgelopen pneumonie (n=19). Het bijwerkingenprofiel van
tigecycline bij deze 58 proefpersonen was in het algemeen consistent met het bijwerkingenprofiel bij
volwassenen, met uitzondering van misselijkheid (48,3 %), braken (46,6 %) en verhoogde
serumlipasewaarde (6,9 %), welke vaker voorkwamen bij kinderen dan bij volwassenen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationaal meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling bij overdosering. Intraveneuze
toediening van een enkele dosis tigecycline van 300 mg in 60 minuten aan gezonde vrijwilligers
resulteerde in het vaker voorkomen van misselijkheid en braken. Tigecycline wordt niet in
significante hoeveelheden verwijderd door hemodialyse.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Antibacteriële middelen voor systemisch gebruik, tetracyclinen,
ATC-code: J01AA12
Werkingsmechanisme
Tigecycline, een glycylcycline-antibioticum, remt de eiwittranslatie in bacteriën door zich te binden
aan de 30S ribosomale sub-eenheid en het blokkeren van het binnendringen van amino-acyl-tRNA-
moleculen op de A-plaats van het ribosoom. Dit voorkomt incorporatie van aminozuurresiduen in
langer wordende peptideketens.
Over het algemeen wordt tigecycline als bacteriostatisch beschouwd. Bij 4 maal de ‘minimum
inhibitory concentration’(MIC) werd met tigecycline een log2 reductie in kolonieaantallen van
Enterococcus
spp.,
Staphylococcus aureus
en
Escherichia coli
waargenomen.
Resistentiemechanisme
10
Tigecycline is in staat om de twee grootste tetracycline-resistentiemechanismen, ribosomale protectie
en efflux, te overwinnen. Cross-resistentie is aangetoond tussen tigecycline en minocycline-resistente
isolaten onder de
Enterobacteriaceae
door ‘multi-drug resistance’ (MDR) effluxpompen. Er is geen
op het doelwit gebaseerde kruisresistentie tussen tigecycline en de meeste klassen van antibiotica.
Tigecycline is gevoelig voor chromosomaal geëncodeerde multigeneesmiddel-effluxpompen van
Proteeae
en
Pseudomonas aeruginosa.
Ziekteverwekkers van de familie
Proteeae
(Proteus spp.,
Providencia
spp. en
Morganella
spp.) zijn over het algemeen minder gevoelig voor tigecycline dan
andere leden van de
Enterobacteriaceae.
Verminderde gevoeligheid in beide groepen werd
toegeschreven aan de overexpressie van de aspecifieke AcrAB multidrug-effluxpomp. Een
vermindering van de gevoeligheid bij
Acinetobacter baumanii
werd toegeschreven aan de
overexpressie van de AdeABC-effluxpomp.
Breekpunten
Minimum inhibitory concentration’(MIC) breekpunten, vastgesteld door de European Committee on
Antimicrobial Susceptibility Testing (EUCAST), zijn als volgt:
Staphylococcus
spp. S
0,5 mg/l en R > 0,5 mg/l
Streptococcus
spp. anders dan
S. pneumoniae
S
0,25 mg/l en R > 0,5 mg/l
Enterococcus
spp. S
0,25 mg/l en R > 0,5 mg/l
Enterobacteriaceae
S
1
(^)
mg/l en R > 2 mg/l
(^)
Tigecycline heeft verminderde
in vitro-activiteit
tegen
Proteus, Providencia
en
Morganella
spp.
Voor anaërobe bacteriën is er klinisch bewijs van de effectiviteit in polymicrobiële intra-abdominale
infecties, maar geen correlatie tussen MIC waarden, PK/PD–gegevens en de klinische uitkomst. Er is
daarom geen breekpunt voor gevoeligheid gegeven. Er moet bemerkt worden dat de MIC-distributies
voor organismen van het Bacteroides- en Clostridiumgeslacht zeer breed zijn en er waarden
geïncludeerd kunnen zijn die de 2 mg/l tigecycline overschrijden.
Er is beperkt bewijs voor de werkzaamheid van tigecycline tegen Enterococci. Echter, polymicrobiale
intra-abdominale infecties hebben in klinische studies laten zien te reageren op behandeling met
tigecycline.
Susceptibiliteit
De prevalentie van verkregen resistentie kan geografisch en met de tijd variëren voor geselecteerde
soorten, en lokale informatie over resistentie is, vooral voor de behandeling van ernstige infecties,
wenselijk. Indien nodig, dient advies van een expert te worden gezocht wanneer de locale prevalentie
van resistentie zodanig is dat de bruikbaarheid van het middel voor ten minste enkele typen infecties
twijfelachtig is.
11
Ziekteverwekker
Gewoonlijk gevoelige organismen
Gram-positieve Aëroben
Enterococcus
spp. †
Staphylococcus aureus*
Staphylococcus epidermidis
Staphylococcus haemolyticus
Streptococcus agalactiae*
Streptococcus anginosus
groep* (inclusief
S. anginosus, S. intermedius en S. constellatus)
Streptococcus pyogenes*
Streptokokken uit de Viridans-groep
Gram-negatieve Aëroben
Citrobacter freundii*
Citrobacter koseri
Escherichia coli*
Klebsiella oxytoca*
Anaëroben
Clostridium perfringens†
Peptostreptococcus
spp.†
Prevotella
spp.
Organismen waarbij verworven resistentie een probleem kan zijn
Gram-negatieve Aëroben
Acinetobacter baumannii
Burkholderia cepacia
Enterobacter aerogenes
Enterobacter cloacae*
Klebsiella pneumoniae*
Morganella morganii
Proteus
spp.
Providencia
spp.
Serratia marcescens
Stenotrophomonas maltophilia
Anaëroben
Bacteroides. fragilis
groep†
Inherent resistente organismen
Gram-negatieve Aëroben
Pseudomonas aeruginosa
*
de werkzaamheid van tigecycline tegen deze soorten wordt gezien als zijnde bevredigend
aangetoond in klinische studies.
† zie rubriek 5.1,
Breekpunten
hierboven.
Cardiale elektrofysiologie
Er was geen significant effect waargenomen bij een enkele intraveneuze dosis van 50 mg of 200 mg
tigecycline op het QTc interval in een gerandomiseerd, placebo- en actief gecontroleerd 4-armig
cross-over grondig QTc onderzoek bij 46 gezonde proefpersonen.
Pediatrische patiënten
In een open-label, onderzoek met oplopende meervoudige-dosis werd aan 39 kinderen in de leeftijd
van 8 tot 11 jaar met cIAI of cSSTI tigecycline (0,75, 1 of 1,25 mg/kg) toegediend. Alle patiënten
ontvingen IV tigecycline gedurende minimaal 3 opeenvolgende dagen tot maximaal 14 opeenvolgende
12
dagen, met de mogelijkheid om op of na dag 4 te worden overgezet op een oraal antibioticum.
De klinische genezing werd beoordeeld tussen dag 10 en dag 21 na de toediening van de laatste dosis
van de behandeling. De samenvatting van de klinische responsresultaten in de gemodificeerde intent-
to-treat (mITT)-populatie is weergegeven in de volgende tabel.
Klinische genezing, mITT-populatie
0,75 mg/kg
1 mg/kg
1,25 mg/kg
n/N (%)
n/N (%)
n/N (%)
6/6 (100,0)
3/6 (50,0)
10/12 (83,3)
3/4 (75,0)
5/7 (71,4)
2/4 (50,0)
9/10 (90,0)
8/13 (62,0 )
12/16 (75,0)
Indicatie
cIAI
cSSTI
Totaal
Werkzaamheidsgegevens hierboven weergegeven dienen met voorzichtigheid te worden
geïnterpreteerd, aangezien gelijktijdig gebruik van antibiotica werd toegestaan in dit onderzoek. Er
dient bovendien ook rekening gehouden te worden met het kleine aantal patiënten.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Tigecycline wordt intraveneus toegediend en heeft daarom een biologische beschikbaarheid van
100%.
Distributie
De plasmaproteïnebinding van tigecycline
in vitro
loopt van ongeveer 71% tot 89% bij concentraties
die in klinische studies zijn waargenomen (0,1 tot 1,0 mcg/ml). In farmacokinetische studies met
mensen en dieren is aangetoond dat tigecycline zich gemakkelijk verspreid in het weefsel.
In ratten die een enkelvoudige of meerdere doses van
14
C-tigecycline kregen, werd de radioactiviteit
goed gedistribueerd naar de meeste weefsels, waarbij de hoogste algehele blootstelling werd
waargenomen in het beenmerg, de speekselklieren, de schildklier, de milt, en de nieren. In mensen
was de gemiddelde steady-state volumedistributie van tigecycline 500 tot 700 l (7 tot 9 l/kg), wat
aangeeft dat tigecycline extensief verdeeld wordt buiten het plasmavolume en zich concentreert in de
weefsels.
Er zijn geen gegevens beschikbaar over of tigecycline de bloed-hersenbarrière in mensen kan
passeren.
In klinische farmacologie studies waarin het therapeutische doseringsregime gebruikt werd van 100mg
gevolgd door 50mg q 12 u, serumtigecycline steady-state C
max
was 866±233 ng/ml voor 30 minuten
infusies en 634±97 voor 60 minuten infusies. The steady state AUC
0-12h
was 2349±850 ng•h/ml.
Biotransformatie
Geschat wordt dat gemiddeld minder dan 20% tigecycline vóór secretie wordt gemetaboliseerd. Bij
gezonde mannelijke vrijwilligers was, volgend op de toediening van
14
C-tigecycline, onveranderde
tigecycline het belangrijkste
14
C-gelabelde materiaal dat in de urine en faeces werd ontdekt, maar er
waren ook een glucuronide, een N-acetylmetaboliet en een tigecycline-epimeer aanwezig.
In vitro-studies
van menselijke levermicrosomen duiden erop dat tigecycline niet het metabolisme
remt dat gemedieerd wordt door één van de volgende 6 cytochroom P450 (CYP) isovormen: 1A2,
2C8, 2C9, 2C19, 2D6 en 3A4 door competitieve remming. Daarbij liet tigecycline geen NADPH-
13
afhankelijkheid zien bij de remming van CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6 en CYP3A wat op
afwezigheid duidt van op een mechanisme gebaseerde remming van deze CYP-enzymen.
Eliminatie
De recovery van de totale radioactiviteit in feces en urine volgend op toediening van
14
C-tigecycline
laat zien dat 59% van de dosis wordt geëlimineerd door gal/fecale excretie en dat 33% wordt
uitgescheiden in urine. De primaire eliminatieroute is galexcretie van onveranderde tigecycline.
Glucuronidatie en renale excretie van onveranderde tigecycline zijn secundaire routes.
De totale klaring van tigecycline is 24 l/uur na intraveneuze infusie. Klaring door de nieren bedraagt
ongeveer 13% van de totale klaring. Tigecycline laat een polyexponentiële eliminatie uit serum zien
met na meerdere doses een gemiddelde terminale eliminatiehalfwaardetijd van 42 uur hoewel er hoge
interindividuele variabiliteit bestaat.
In vitro studies die gebruik maken van Caco-2-cellen tonen aan dat tigecycline de digoxine flux niet
remt, wat suggereert dat tigecycline geen P-glycoproteine (P-gp)-remmer is. Deze in-vitro-informatie
is consistent met het gebrek aan effect van tigecycline op de digoxine klaring gezien in de in-vivo
geneesmiddelinteractiestudie zoals hierboven beschreven (zie rubriek 4.5).
Tigecycline is een substraat van P-gp gebaseerd op een in-vitro-studie die gebruik maakt van een
cellijn die een overmaat P-gp tot expressie brengt. De potentiële contributie van P-gp-gemedieerd
transport tot de in-vivo-dispositie van tigecycline is niet bekend. Gelijktijdige toediening van P-gp-
remmers (bijvoorbeeld ketoconazol of cyclosporine) of P-gp-inductoren (bijvoorbeeld rifampicine)
kan effect hebben op de farmacokinetiek van tigecycline.
Speciale populaties
Leverstoornis
De single-dosis farmacokinetische dispositie van tigecycline was niet veranderd bij patiënten met mild
verstoorde leverfunctie. Echter, systemische klaring van tigecycline was met 25% en 55% afgenomen
en de halfwaardetijd van tigecycline was met 23% en 43% verlengd bij patiënten met respectievelijk
matige tot ernstige verstoorde leverfunctie (Child Pugh B en C) (zie rubriek 4.2).
Nierstoornis
Farmacokinetische dispositie na een enkelvoudige dosis van tigecycline was niet veranderd bij
patiënten met nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min, n=6). Bij ernstige verstoorde
nierfunctie was AUC 30% hoger dan bij proefpersonen met normale nierfunctie (zie rubriek 4.2).
Ouderen
Er werden geen algehele veranderingen in farmacokinetiek waargenomen tussen gezonde oudere
personen en jongere personen (zie rubriek 4.2).
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van tigecycline is in twee onderzoeken onderzocht. In het eerste onderzoek
werden kinderen van 8-16 jaar (n=24) opgenomen, die een enkelvoudige dosis van tigecycline (0,5, 1
of 2 mg/kg, tot een maximale dosis van respectievelijk 50 mg, 100 mg en 150 mg) kregen, die
intraveneus gedurende 30 minuten toegediend werd. De tweede studie werd uitgevoerd bij kinderen
van 8 tot 11 jaar, die meervoudige doses van tigecycline (0,75, 1 of 1,25 mg/kg tot een maximale
dosering van 50 mg) iedere 12 uur kregen, die intraveneus gedurende 30 minuten toegediend werd. Er
werd geen oplaaddosis toegediend in deze studies. De farmacokinetische parameters zijn in de
onderstaande tabel samengevat:
14
Dosering genormaliseerd naar 1 mg/kg Gemiddelde ± SD Cmax en AUC van tigecycline bij
kinderen
Leeftijd (jaar)
N
Cmax (ng/mL)
AUC (ng•u/mL)*
Enkelvoudige dosis
8 – 11
8
3881 ± 6637
4034 ± 2874
12 - 16
16
8508 ± 11433
7026 ± 4088
Meervoudige dosis
8 - 11
42
1911 ± 3032
2404 ± 1000
* enkelvoudige dosis AUC
0-∞
, meervoudige dosis AUC
0-12h
De streefwaarde voor de AUC
0-12h
bij volwassenen na de aanbevolen oplaaddosering van 100 mg en
50 mg iedere 12 uur, was ongeveer 2500 ng•u/ml.
In de farmacokinetische populatieanalyse van beide onderzoeken werd lichaamsgewicht
geïdentificeerd als covariabele van klaring van tigecycline bij kinderen van 8 jaar en ouder. Een
doseringsschema van 1,2 mg/kg tigecycline elke 12 uur (tot een maximale dosis van 50 mg elke
12 uur) voor kinderen in de leeftijd van 8 tot <12 jaar en van 50 mg elke 12 uur voor adolescenten in
de leeftijd van 12 tot <18 jaar zou waarschijnlijk resulteren in blootstellingen die vergelijkbaar zijn
met de blootstellingen zoals waargenomen bij volwassenen die werden behandeld met het
goedgekeurde doseringsschema.
In deze onderzoeken werden bij verscheidene kinderen hogere C
max
-waarden waargenomen dan bij
volwassen patiënten. Daarom dient bij kinderen en adolescenten zorg te worden besteed aan de
infusiesnelheid van tigecycline.
Geslacht
Er waren geen klinisch relevante verschillen in klaring van tigecycline tussen mannen en vrouwen. De
AUC was naar schatting 20% hoger bij vrouwen dan bij mannen.
Ras
Er waren geen verschillen in klaring van tigecycline gebaseerd op ras.
Gewicht
Klaring, gewicht-genormaliseerde klaring en AUC waren niet merkbaar verschillend onder patiënten
met verschillend lichaamsgewicht, inclusief patiënten die
125 kg wegen. AUC was 24% lager in
patiënten die
125 kg wegen. Er zijn geen data beschikbaar voor patiënten die 140 kg en meer wegen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In toxiciteitsstudies met herhaalde dosering bij ratten en honden, werden lymfoïde depletie/atrofie van
lymfeklieren, milt en thymus, verminderde erytrocyten, reticulocyten en bloedplaatjes in samenhang
met beenmerghypocellulariteit en bijwerkingen aan de nieren en het maag-darmstelsel gezien bij
gebruik van tigecycline bij blootstellingen van 8 of 10 keer de dagelijkse dosis voor mensen gebaseerd
op AUC in respectievelijk ratten en honden.
De veranderingen bleken na twee weken van toediening reversibel te zijn.
Botontkleuring die niet reversible was na toediening gedurende twee weken werd waargenomen in
ratten.
Resultaten uit studies met dieren laten zien dat tigecycline de placenta passeert en dat het is gevonden
in het foetale weefsel. In reproductietoxiciteitsstudies zijn verminderd foetaal gewicht bij ratten en
konijnen (met geassocieerde vertraging in ossificatie) waargenomen met tigecycline. Tigecycline was
niet teratogeen in de rat of het konijn. Tigecycline had geen effect op het paargedrag of de
vruchtbaarheid van ratten bij een blootstelling tot 4,7 keer de humane dagelijkse dosis gebaseerd op
15
de AUC. Bij vrouwelijke ratten waren er geen stofgerelateerde effecten op de ovaria of de vruchtbare
perioden bij een blootstelling tot 4,7 keer de humane dagelijkse dosis gebaseerd op de AUC.
Resultaten uit dierstudies waarbij
14
C-gelabeled tigecycline werd gebruikt tonen aan dat tigecycline
gemakkelijk wordt uitgescheiden via de melk van zogende ratten. In lijn met de beperkte orale
biologische beschikbaarheid van tigecycline, is er weinig of geen systemische blootstelling aan
tigecycline in de zogende pups als gevolg van blootstelling via de moedermelk.
Levenslange studies in dieren om het carcinogetisch potentiëel van tigecycline te evalueren werden
niet uitgevoerd, maar kortdurende genotoxiciteitsstudies met tigecycline waren negatief.
Intraveneuze bolustoediening van tigecycline is in verband gebracht met een histaminerespons in
dierstudies. Deze effecten werden waargenomen bij blootstellingen van 14 en 3 keer de dagelijkse
dosis voor mensen gebaseerd op de AUC in respectievelijk ratten en honden.
Er werd geen bewijs van fotosensitiviteit gevonden bij ratten na toediening van tigecycline.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Lactosemonohydraat
Zoutzuur
Natriumhydroxide (voor instellen van de pH)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
De volgende werkzame bestanddelen dienen niet gelijktijdig met tigecycline via dezelfde zijlijn
toegediend te worden: Amfotericine B, amfotericine B-lipidecomplex, diazepam, esomeprazol,
omeprazol en intraveneuze oplossingen die zouden kunnen resulteren in een stijging van de pH boven
7.
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die welke vermeld zijn
in rubriek 6.6.
6.3
2 jaar.
Eenmaal gereconstitueerd en verdund in de zak of andere passende infusiecontainer (bijv. glazen fles)
dient tigecycline meteen gebruikt worden.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 25°C.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na reconstitutie, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
5 ml injectieflacons van type 1 helder glas voorzien van een grijze butylrubberen dop en aluminium
sluitring.
Tygacil wordt gedistribueerd in een verpakking met 10 injectieflacons.
16
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Het poeder dient gereconstitueerd te worden met 5,3 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing
voor injectie, dextrose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie, of Ringer-lactaatoplossing voor injectie
om een concentratie van 10 mg/ml tigecycline te verkrijgen. De injectieflacon dient zachtjes gezwenkt
te worden totdat het geneesmiddel is opgelost. Daarna dient 5 ml van de gereconstitueerde oplossing
direct opgetrokken te worden uit de injectieflacon en toegevoegd te worden aan een 100 ml
intraveneuze infuuszak of andere passende infusiecontainer (bijv. een glazen fles).
Reconstitueer voor een 100 mg dosis twee injectieflacons in een 100 ml intraveneuze zak of andere
passende infusiecontainer (bijv. glazen fles). Let op: De injectieflacon bevat 6% overmaat. Dus, 5 ml
van de gereconstitueerde oplossing is equivalent aan 50 mg van het werkzame bestanddeel.
De gereconstitueerde oplossing dient geel tot oranje van kleur te zijn; zo niet, dan dient de oplossing
te worden weggegooid. Parenterale producten dienen vóór toediening visueel geïnspecteerd te worden
op deeltjes en verkleuring (bijv. groen of zwart).
Tigecycline dient intraveneus toegediend te worden door een speciaal aangewezen lijn of door een
zijlijn. Indien dezelfde intraveneuze lijn wordt gebruikt voor sequentiële infusie van verschillende
werkzame bestanddelen, dient de lijn vóór en na infusie van tigecycline te worden gespoeld met
natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of dextrose 50 mg/ml (5%) oplossing voor
injectie. Injectie dient uitgevoerd te worden met een infuusvloeistof die compatibel is met tigecycline
en enig(e) ander(e) geneesmiddel(en) toegediend via deze gemeenschappelijke lijn (Zie rubriek 6.2)
Dit geneesmiddel is alleen voor éénmalig gebruik. Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal
dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
Compatibele intraveneuze oplossingen zijn: natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie,
dextrose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie, en Ringer-lactaatoplossing voor injectie.
Indien toegediend door een zijlijn, is de compatibiliteit van tigecycline opgelost in natriumchloride
0,9% voor injecties aangetoond voor de volgende geneesmiddelen of oplosmiddelen: amikacine,
dobutamine, dopamine HCl, gentamicine, haloperidol, Ringer’s lactaat, lidocaïne HCl,
metoclopramide, morfine, norepinefrine, piperacilline/tazobactam (EDTA-preparaat), kaliumchloride,
propofol, ranitidine HCl, theofylline en tobramycine.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/336/001
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 24 april 2006
Datum van laatste verlenging: 22 februari 2016
17
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
18
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
D.
19
A.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Wyeth Lederle S.r.l.
Via Franco Gorgone Z.I.
95100 Catania (CT)
Italië
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een RMP-aanpassing wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
20
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
21
A. ETIKETTERING
22
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tygacil 50 mg poeder voor oplossing voor infusie
Tigecycline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 50 mg tigecycline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Elke injectieflacon bevat lactosemonohydraat. De pH wordt ingesteld met zoutzuur en zonodig met
natriumhydroxide.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oplossing voor infusie
10 injectieflacons
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter voor aanwijzingen over reconstitutie en dilutie.
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en dilutie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
23
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/336/001
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE OVER BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
24
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
INJECTIEFLACONLABEL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Tygacil 50 mg poeder voor infusievloeistof
Tigecycline
Alleen voor IV gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
25
B. BIJSLUITER
26
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Tygacil 50 mg poeder voor oplossing voor infusie
tigecycline
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u of uw kind.
-
-
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Tygacil en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Tygacil en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Tygacil is een antibioticum uit de glycylcycline-groep dat werkt door de groei van bacteriën die
infecties veroorzaken te stoppen.
Uw arts heeft u of uw kind Tygacil voorgeschreven omdat u of uw kind, dat ten minste 8 jaar oud is,
één van de volgende typen van ernstige infecties heeft:
Gecompliceerde infectie van de huid en weke delen (onderhuidse weefsels), met uitzondering
van diabetische voetinfecties.
Gecompliceerde infectie in de buik
Tygacil wordt alleen gebruikt wanneer uw arts denkt dat andere antibiotica ongeschikt zijn.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Indien u allergisch bent voor tetracycline-klasse antibiotica (bijv. minocycline, doxycycline,
etc.) kunt u allergisch zijn voor tigecycline.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u Tygacil krijgt:
Als u een verstoorde of langzame wondheling heeft.
Als u diarree heeft voordat Tygacil aan u wordt toegediend. Als u tijdens of na de behandeling
met Tygacil diarree krijgt, moet u dit onmiddellijk aan uw arts melden. Neem geen
geneesmiddel tegen diarree in voordat u met uw arts heeft overlegd.
Wanneer u last van bijwerkingen heeft of heeft gehad van antibiotica die tot de tetracycline-
klasse behoren (bijv. gevoeligheid van de huid voor zonlicht, verkleuring van in ontwikkeling
27
zijnde tanden, ontsteking van de alvleesklier en een verandering in bepaalde
laboratoriumwaarden, die gebruikt worden om te kijken hoe goed uw bloed stolt).
Als u een leveraandoening heeft of heeft gehad. Afhankelijk van de conditie van uw lever kan
uw arts de dosis verlagen om potentiële bijwerkingen te vermijden.
Als u een verstopping van de galwegen heeft (cholestase).
Als u een bloedingsstoornis heeft of wordt behandeld met middelen die het stollen van bloed
tegengaan, omdat dit geneesmiddel de bloedstolling kan verstoren.
Tijdens de behandeling met Tygacil:
Vertel uw arts onmiddellijk als u symptomen van een allergische reactie ontwikkelt.
Vertel uw arts onmiddellijk als bij u ernstige buikpijn, misselijkheid en braken optreden. Dit
kunnen symptomen van een acute alvleesklierontsteking zijn (een ontstoken alvleesklier, wat
kan leiden tot ernstige buikpijn, misselijkheid en braken).
Voor bepaalde ernstige infecties kan uw arts besluiten omTygacil in combinatie met andere
antibiotica te gebruiken.
Uw arts zal u nauwlettend in de gaten houden voor de ontwikkeling van elke andere bacteriële
infecties. Als u een andere bacteriële infectie ontwikkelt, kan uw arts een ander antibiotica
voorschrijven dat specifiek is voor dat type ontsteking.
Hoewel antibiotica, waaronder Tygacil, bepaalde bacteriën bestrijden, is het mogelijk dat
andere bacteriën en schimmels verder blijven groeien. Dit heet wildgroei. Uw arts zal u
nauwlettend in de gaten houden ter controle op potentiële infecties en u indien nodig
behandelen.
Kinderen
Tygacil mag niet worden gebruikt bij kinderen onder de 8 jaar oud vanwege het gebrek aan gegevens
met betrekking tot de veiligheid en werkzaamheid in deze leeftijdsgroep en omdat het middel een
permanente tandschade kan teweegbrengen, bijvoorbeeld verkleuring van tanden die nog aan het
ontwikkelen zijn.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Tygacil nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts.
Tygacil kan bepaalde testen verlengen die meten hoe goed uw bloed stolt. Het is belangrijk dat u uw
arts laat weten of u medicijnen gebruikt die overmatige stolling van het bloed verminderen
(anticoagulantia genoemd). Wanneer dit het geval is, zal uw arts u goed in de gaten houden.
Tygacil kan een wisselwerking veroorzaken met de anticonceptiepil (de pil). Raadpleeg uw arts over
de noodzaak om een aanvullende anticonceptiemethode te gebruiken terwijl u Tygacil krijgt.
Tygacil kan het effect van geneesmiddelen die gebruikt worden om het immuunsysteem te
onderdrukken (zoals tacrolimus of ciclosporine), verhogen. Het is belangrijk dat u uw arts op de
hoogte brengt als u deze geneesmiddelen neemt zodat u nauw opgevolgd kan worden.
Zwangerschap en borstvoeding
Tygacil kan de foetus schade toebrengen. Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger
worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts voordat u Tygacil toegediend
krijgt.
Het is niet bekend of Tygacil in de moedermelk terechtkomt. Raadpleeg uw arts voordat u uw baby
borstvoeding geeft.
28
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Tygacil kan bijwerkingen zoals duizeligheid veroorzaken. Dit kan uw vermogen om te rijden of
machines te bedienen aantasten.
Tygacil bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per 5 ml oplossing, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Tygacil zal door een arts of verpleegkundige bij u worden toegediend.
De aanbevolen dosering bij volwassenen is 100 mg als startdosis, gevolgd door 50 mg elke 12 uur.
Deze dosis wordt intraveneus (direct in de bloedbaan) toegediend over een periode van 30 tot 60
minuten.
De aanbevolen dosering bij kinderen in de leeftijd van 8 tot <12 jaar is 1,2 mg/kg, intraveneus
toegediend elke 12 uur tot een maximale dosis van 50 mg elke 12 uur.
De aanbevolen dosering bij jongeren in de leeftijd van 12 tot <18 jaar is 50 mg elke 12 uur.
De duur van de behandeling is gewoonlijk 5 tot 14 dagen. Uw arts zal bepalen hoe lang u behandeld
moet worden.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als u bang bent dat u te veel Tygacil heeft gekregen, raadpleeg dan onmiddellijk uw arts of
verpleegkundige.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u bang bent dat u een dosis gemist heeft, raadpleeg dan onmiddellijk uw arts of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Pseudomembraneuze colitis kan optreden met de meeste antibiotica inclusief Tygacil. Dit bestaat uit
ernstige, aanhoudende of bloederige diarree samen met buikpijn of koorts, wat een teken kan zijn van
ernstige darmontsteking die kan optreden tijdens of na uw behandeling.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij meer dan 1 op de 10 personen):
Misselijkheid, braken, diarree
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 personen):
Abces (pusophoping), infecties
Laboratoriumuitslagen van verminderd vermogen tot het vormen van bloedstolsels
Duizeligheid
Irritaties van de aderen door de injectie, inclusief pijn, ontsteking, zwelling en klontering
Buikpijn, dyspepsie (maagpijn en spijsverteringsmoeilijkheden), anorexia (verlies van eetlust)
Verhoogde leverenzymen, hyperbilirubinemie (te veel aan galpigment in het bloed)
Pruritis (jeuk), uitslag
Verstoorde of langzame wondheling
29
Hoofdpijn
Verhoging van amylase, wat een enzym is dat wordt gevonden in de speekselklieren en
alvleesklier, verhoogde waarde van ureumstikstof in het bloed
Longontsteking
Lage bloedsuikerspiegel
Sepsis (ernstige infectie in het lichaam en het bloed)/septische shock (ernstige ziekte die kan
leiden tot meervoudig orgaanfalen en overlijden als gevolg van sepsis)
Reacties op de plaats van injectie (pijn, roodheid, ontsteking)
Lage eiwitwaarden in het bloed
Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 100 personen):
Acute pancreatitis (alvleesklierontsteking wat kan leiden tot ernstige buikpijn, misselijkheid en
braken)
Geelzucht (gele verkleuring van de huid), ontsteking van de lever
Lage hoeveelheden bloedplaatjes in het bloed (wat kan leiden tot een verhoogde
bloedingsneiging en blauwe plekken/hematomen).
Zelden voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 1.000 personen):
Lage fibrinogeenconcentraties in het bloed (een eiwit dat betrokken is bij de bloedstolling)
Bijwerkingen waarvan niet bekend is hoe vaak ze voorkomen (kan met de beschikbare gegevens niet
worden bepaald):
Anafylaxie/anafylactoïde reacties (die uiteen kunnen lopen van licht tot ernstig, inclusief een
plotse, algehele allergische reactie die kan leiden tot een levensbedreigende shock [bijv.
ademhalingsmoeilijkheden, bloeddrukverlaging, snelle pols])
Leverfalen
Huiduitslag die kan leiden tot ernstige allergische reactie met hoge koorts, blaren op de huid,
gewrichtspijnen en/of oogontsteking (Stevens Johnson-syndroom)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationaal meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Dit geneesmiddel buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren beneden 25°C.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
injectieflacon na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren na het bereiden
Wanneer het poeder opgelost en verdund is en klaar voor gebruik, dient het direct aan u gegeven te
worden.
De Tygacil-oplossing dient na oplossing geel tot oranje van kleur te zijn; zo niet, dan dient de
oplossing te worden weggegooid.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
30
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is tigecycline. Elke injectieflacon bevat 50 mg tigecycline.
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, zoutzuur en natriumhydroxide.
Hoe ziet Tygacil eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Tygacil wordt geleverd als een poeder voor oplossing voor infusie in een injectieflacon en ziet eruit
als een oranje poeder of koek voordat het is opgelost. Deze injectieflacons worden geleverd aan het
ziekenhuis in een verpakking van tien stuks. Het poeder dient gemengd te worden in de injectieflacon
met een kleine hoeveelheid oplosmiddel. De injectieflacon dient voorzichtig gezwenkt te worden
totdat het geneesmiddel is opgelost. Daarna dient de oplossing onmiddellijk te worden opgezogen uit
de injectieflacon en toegevoegd aan een zak of andere container van 100 ml die geschikt is voor
infusie in een ader.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de
handel brengen
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
Fabrikant
Wyeth Lederle S.r.l.
Via Franco Gorgone Z.I.
95100 Catania (CT)
Italië
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Luxembourg/Luxemburg
Pfizer S.A. / N.V.
Tél/Tel: +32 (0)2 554 62 11
България
Пфайзер Люксембург САРЛ, Кло½
България
Teл:: +359 2 970 4333
Česká Republika
Pfizer s.r.o.
Tel: +420-283-004-111
Danmark
Pfizer ApS
Tlf: +45 44 201 100
Deutschland
Pfizer Pharma PFE GmbH
Tel: +49 (0)800 8535555
Eesti
Pfizer Luxembourg SARL Eesti filiaal
Tel.: +372 666 7500
Lietuva
Pfizer Luxembourg SARL filialas
Lietuvoje
Tel: +370 52 51 4000
Magyarország
Pfizer Kft.
Tel: +36 1 488 3700
Malta
Vivian Corporation Ltd.
Tel: +35621 344610
Nederland
Pfizer BV
Tel: +31 (0)10 406 43 01
Norge
Pfizer AS
Tlf: +47 67 526 100
Österreich
Pfizer Corporation Austria Ges.m.b.H.
Tel: +43 (0)1 521 15-0
31
Ελλάδα
Pfizer ΕΛΛΑΣ Α.Ε.,
Τηλ.: +30 210 67 85 800
España
Pfizer, S.L.
Tel:+34 91 490 99 00
France
Pfizer
Tél +33 (0)1 58 07 34 40
Hrvatska
Pfizer Croatia d.o.o.
Tel: +385 1 3908 777
Polska
Pfizer Polska Sp. z o.o.,
Tel.: +48 22 335 61 00
Portugal
Laboratórios Pfizer, Lda.
Tel: (+351) 21 423 55 00
România
Pfizer Romania S.R.L
Tel: +40 (0) 21 207 28 00
Slovenija
Pfizer Luxembourg SARL
Pfizer, podružnica za svetovanje s
področja
farmacevtske dejavnosti, Ljubljana
Tel.: + 386 (0) 1 52 11 400
Slovenská Republika
Pfizer Luxembourg SARL, organizačná
zložka
Tel: + 421 2 3355 5500
Suomi/Finland
Pfizer Oy
Puh/Tel: +358 (0)9 430 040
Sverige
Pfizer AB
Tel: +46 (0)8 550 520 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Pfizer Limited,
Tel: + 44 (0) 1304 616161
Ireland
Pfizer Healthcare Ireland
Tel: 1800 633 363 (toll free)
+44 (0)1304 616161
Ísland
Icepharma hf
Simi: +354 540 8000
Italia
Pfizer S.r.l.
Tel:+39 06 33 18 21
Κύπρος
Pfizer ΕΛΛΑΣ Α.Ε. (Cyprus Branch),
Τηλ: +357 22 817690
Latvijā
Pfizer Luxembourg SARL filiāle Latvijā
Tel.:+ 371 670 35 775
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in .
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
32
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Instructies voor gebruik en verwerking (zie
ook rubriek
3. Hoe gebruikt u dit middel?
in deze
bijsluiter)
Het poeder dient met 5,3 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, dextrose 50
mg/ml (5%) oplossing voor injectie of Ringer-lactaatoplossing voor injectie gereconstitueerd te
worden om een concentratie van 10 mg/ml tigecycline te verkrijgen. De injectieflacon dient zachtjes
gezwenkt te worden totdat het werkzame bestanddeel is opgelost. Daarna dient 5 ml van de
gereconstitueerde oplossing onmiddellijk opgezogen te worden uit de injectieflacon en aan een 100 ml
intraveneuze infuuszak of andere geschikte container (bijv. een glazen fles) toegevoegd te worden.
Reconstitueer voor een dosis van 100 mg twee injectieflacons in een intraveneuze infuuszak van
100 ml of andere geschikte infusiecontainer (bijv. een glazen fles).
Let op: Er is een overmaat van 6% in de injectieflacon. Dus 5 ml van de gereconstitueerde oplossing
is gelijk aan 50 mg van het werkzame bestanddeel. De gereconstitueerde oplossing dient geel tot
oranje van kleur te zijn; zo niet, dan dient de oplossing weggegooid te worden. Voor toediening
dienen parenterale producten visueel geïnspecteerd te worden op deeltjes en verkleuring (bijv. groen
of zwart).
Tigecycline dient intraveneus toegediend te worden door een daarvoor bestemde lijn of door een
zijlijn. Indien dezelfde intraveneuze lijn wordt gebruikt voor infusie van meerdere werkzame
bestanddelen na elkaar, dient de lijn voor en na toediening van tigecycline doorgespoeld te worden
met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of dextrose 50 mg/ml (5%) oplossing
voor injectie. De injectie dient gegeven te worden met een infuusvloeistof die compatibel is met
tigecycline en alle andere producten die via deze gemeenschappelijke lijn toegediend worden.
Compatibele intraveneuze oplossingen zijn: natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie,
dextrose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie en Ringer-lactaatoplossing voor injectie.
Indien toegediend door een zijlijn, is de compatibiliteit van tigecycline opgelost in natriumchloride
0,9% voor injecties aangetoond voor de volgende geneesmiddelen of verdunningsmiddelen:
amikacine, dobutamine, dopamine HCl, gentamicine, haloperidol, Ringer’s lactaat, lidocaïne HCl,
metoclopramide, morfine, norepinefrine, piperacilline/tazobactam (EDTA-preparaat), kaliumchloride,
propofol, ranitidine HCl, theofylline en tobramycine.
Tygacil mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen waarvoor geen
compatibiliteitsgegevens beschikbaar zijn.
Eenmaal opgelost en verdund in een zak of en andere geschikte infusiecontainer (bijv. een glazen
fles), dient tigecycline direct gebruikt te worden.
Uitsluitend voor eenmalig gebruik, ongebruikte oplossing moet worden weggegooid.
33

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tygacil 50 mg poeder voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke 5 ml injectieflacon Tygacil bevat 50 mg tigecycline. Na reconstitutie bevat 1 ml 10 mg
tigecycline.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor oplossing voor infusie (poeder voor infusie).
Oranje cake of poeder.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Tygacil is geïndiceerd bij volwassenen en bij kinderen vanaf acht jaar voor de behandeling van de
volgende infecties (zie rubrieken 4.4 en rubriek 5.1):
Gecompliceerde infecties van huid en weke delen (cSSTI), uitgezonderd diabetische
voetinfecties (zie rubriek 4.4);
Gecompliceerde intra-abdominale infecties (cIAI).
Tygacil dient alleen gebruikt te worden wanneer andere antibiotica niet geschikt zijn (zie rubrieken
4.4, 4.8 en 5.1).
Er dient rekening gehouden te worden met de officiële richtlijnen voor het juiste gebruik van
antibacteriële middelen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Volwassenen
De aanbevolen dosering voor volwassenen is een startdosis van 100 mg gevolgd door 50 mg elke 12
uur gedurende 5 tot 14 dagen.
De duur van de therapie dient bepaald te worden door de ernst, de plaats van de infectie en de
klinische respons van de patiënt.
Kinderen en adolescenten (8 tot en met 17 jaar oud)
Tigecycline dient uitsluitend te worden gebruikt voor de behandeling van patiënten van 8 jaar en
ouder na overleg met een arts die beschikt over de juiste ervaring met de behandeling van
infectieziekten.
Kinderen in de leeftijd van 8 tot <12 jaar: 1,2 mg/kg tigecycline elke 12 uur intraveneus tot een
maximale dosis van 50 mg elke 12 uur gedurende 5 tot 14 dagen.
Ouderen
Er is geen dosisaanpassing nodig bij oudere patiënten (zie rubriek 5.2).
Leverstoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een mild tot matig verminderde leverfunctie (Child
Pugh A en Child Pugh B).
Bij patiënten (inclusief kinderen) met een ernstig verminderde leverfunctie (Child Pugh C) dient de
dosis tigecycline met 50% verminderd te worden. De dosis voor volwassenen dient te worden
verminderd tot 25 mg elke 12 uur volgend op de oplaaddosis van 100 mg. Patiënten met een ernstig
verminderde leverfunctie (Child Pugh C) dienen met voorzichtigheid behandeld te worden en dienen
gecontroleerd te worden op behandelingsrespons (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Nierstoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een gestoorde nierfunctie of bij patiënten die
hemodialyse ondergaan (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Tygacil bij kinderen jonger dan 8 jaar zijn nog niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar. Tygacil dient niet gebruikt te worden bij kinderen jonger dan 8
jaar vanwege verkleuring van de tanden (zie rubrieken 4.4 en 5.1).
Wijze van toediening
Tigecycline wordt alleen toegediend door middel van intraveneuze infusie gedurende 30 tot 60
minuten (zie rubrieken 4.4 en 6.6). Tigecycline dient bij kinderen bij voorkeur te worden toegediend
gedurende een infusieperiode van 60 minuten (zie rubriek 4.4).
Voor instructies over reconstitutie en verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening,
zie rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Patiënten die overgevoelig zijn voor tetracycline-klasse antibiotica kunnen overgevoelig zijn voor
tigecycline.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Tijdens klinische onderzoeken met gecompliceerde infecties van huid en weke delen (cSSTI),
gecompliceerde intra-abdominale infecties (cIAI), diabetische voetinfecties, nosocomiale pneumonie
en onderzoeken met resistente pathogenen, werd een numeriek hogere mortaliteit waargenomen onder
de met tigecycline behandelde patiënten dan bij de vergelijkende behandeling. De oorzaken van deze
bevindingen zijn onbekend. Echter, verminderde werkzaamheid en veiligheid ten opzichte van de
comparatoren in het onderzoek kan niet uitgesloten worden.
Superinfectie
Bij cIAI-patiënten in klinische studies is een verstoorde heling van de operatiewond in verband
gebracht met een superinfectie. Een patiënt met een verstoorde wondheling dient gecontroleerd te
worden op het ontstaan van een superinfectie (zie rubriek 4.8).
Anafylaxie
Anafylaxie/anafylactoïde reacties, in potentie levensbedreigend, zijn gemeld bij gebruik van
tigecycline (zie rubrieken 4.3 en 4.8).
Leverfalen
Gevallen van beschadiging van de lever met een overwegend cholestatisch patroon, inclusief enkele
gevallen van leverinsufficiëntie met een fatale uitkomst, zijn gemeld bij patiënten die tigecycline-
behandeling kregen. Hoewel leverinsufficiëntie bij patiënten die met tigecycline worden behandeld
voor kan komen als gevolg van onderliggende condities of comedicatie, dient een mogelijke bijdrage
van tigecycline overwogen te worden (zie rubriek 4.8).
Tetracycline klasse antibiotica
Glycylcycline-klasse antibiotica zijn structureel vergelijkbaar met tetracycline-klasse antibiotica.
Tigecycline kan dezelfde bijwerkingen als tetracycline-klasse antibiotica hebben. Deze reacties zijn
onder andere: fotosensitiviteit, pseudotumor cerebri, pancreatitis en anti-anabole werking wat tot
verhoogde BUN geleid heeft, azotemie, acidose en hyperfosfatemie (zie rubriek 4.8).
Pancreatitis
Acute pancreatitis die ernstig kan zijn, is opgetreden (frequentie: soms) in verband met
tigecyclinebehandeling (zie rubriek 4.8). De diagnose acute pancreatitis dient overwogen te worden
bij patiënten die tigecycline krijgen en die klinische symptomen, tekenen of laboratoriumafwijkingen
ontwikkelen die duiden op acute pancreatitis. De meeste van de gerapporteerde gevallen ontwikkelden
zich na ten minste één behandelweek. Er zijn gevallen gemeld bij patiënten zonder bekende
risicofactoren voor pancreatitis. Gewoonlijk treedt bij patiënten verbetering op na het stoppen van de
tigecyclinebehandeling. Men dient staken van de behandeling met tigecycline te overwegen als
pancreatitis optreedt.
Coagulopathie
Tigecycline kan zowel de protrombinetijd (PT) als de geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT)
verlengen. Bovendien is er melding gemaakt van hypofibrinogenemie bij het gebruik van tigecycline.
Daarom dienen coagulatieparameters zoals PT of een andere geschikte anticoagulatietest, waaronder
fibrinogeen in het bloed, te worden gecontroleerd vóór de start van de behandeling met tigecycline, en
regelmatig tijdens de behandeling. Speciale zorg wordt aanbevolen bij ernstig zieke patiënten en bij
patiënten die ook anticoagulantia gebruiken (zie rubriek 4.5).
Onderliggende aandoeningen
Er is beperkte ervaring met het gebruik van tigecycline voor de behandeling van infecties bij patiënten
met ernstige onderliggende aandoeningen.
In klinische studies met cSSTI was het meest voorkomende type infectie bij patiënten die met
tigecycline werden behandeld cellulitis (58,6%), gevolgd door ernstige abcessen (24,9%). Patiënten
met ernstige onderliggende aandoeningen zoals patiënten die immunogecompromitteerd waren,
patiënten met geïnfecteerde decubituszweren of patiënten die infecties hadden waarbij een
In klinische studies met cIAI was het meest voorkomende type infectie bij de met tigecycline
behandelde patiënten gecompliceerde appendicitis (50,3%), gevolgd door andere diagnosen die
minder vaak gemeld werden zoals gecompliceerde cholecystitis (9,6%), darmperforatie (9,6%), intra-
abdominale abcessen (8,7%), maag- of duodenumulcusperforatie (8,3%), peritonitis (6,2%) en
gecompliceerde diverticulitis (6,0%). Van deze patiënten had 77,8% chirurgisch duidelijke peritonitis.
Er was een beperkt aantal patiënten met ernstige onderliggende aandoeningen zoals
immunogecompromitteerde patiënten, patiënten met APACHE-II-scores > 15 (3,3%), of met
chirurgisch duidelijke, meervoudige intra-abdominale abcessen (11,4%). Ook is er beperkte ervaring
bij het behandelen van patiënten met gelijktijdig voorkomende bacteriëmie (5,6%). Daarom wordt
voorzichtigheid geboden bij het behandelen van zulke patiënten.
Het gebruik van antibacteriële combinatietherapie dient overwogen te worden wanneer tigecycline zal
worden toegediend bij ernstig zieke patiënten met cIAI die secundair zijn aan een klinisch manifeste
intestinale perforatie of patiënten met beginnende sepsis of shock (zie rubriek 4.8).
Het effect van cholestase op de farmacokinetiek van tigecycline is niet eenduidig vastgesteld.
Galexcretie beslaat ongeveer 50% van de totale excretie van tigecycline. Daarom moeten patiënten die
cholestase vertonen nauwkeurig gecontroleerd worden.
Pseudomembraneuze colitis is gemeld bij bijna alle antibacteriële geneesmiddelen en kan in ernst
variëren van mild tot levensbedreigend. Het is daarom belangrijk deze diagnose te overwegen bij
patiënten waarbij zich diarree voordoet tijdens of na toediening van enig antibacterieel (zie rubriek
4.8).
Het gebruik van tigecycline kan resulteren in overmatige groei van niet-gevoelige organismen,
waaronder schimmels. Patiënten dienen nauwkeurig gecontroleerd te worden gedurende de therapie
(zie rubriek 4.8).
Resultaten van studies met tigecycline bij ratten hebben botverkleuring laten zien. Tigecycline kan bij
mensen gepaard gaan met permanente verkleuring van de tanden als het wordt gebruikt tijdens de
periode van tandontwikkeling (zie rubriek 4.8).
Pediatrische patiënten
De klinische ervaring met het gebruik van tigecycline voor de behandeling van infecties bij kinderen
van 8 jaar en ouder is zeer beperkt (zie rubrieken 4.8 en 5.1). Derhalve dient het gebruik bij kinderen
beperkt te blijven tot die klinische situaties waarin geen alternatieve antibacteriële therapie
beschikbaar is.
Misselijkheid en braken zijn zeer vaak voorkomende bijwerkingen bij kinderen en adolescenten (zie
rubriek 4.8). Er dient aandacht te worden besteed aan mogelijke dehydratie. Tigecycline dient bij
kinderen bij voorkeur te worden toegediend gedurende een infusieperiode van 60 minuten.
Buikpijn is vaak gemeld, zowel bij kinderen als bij volwassenen. Buikpijn kan wijzen op pancreatitis.
Indien zich pancreatitis ontwikkelt, dient de behandeling met tigecycline te worden gestaakt.
Tygacil dient niet te worden gebruikt bij kinderen jonger dan 8 jaar vanwege het gebrek aan gegevens
met betrekking tot de veiligheid en werkzaamheid in deze leeftijdsgroep en omdat tigecycline
mogelijk geassocieerd wordt met permanente verkleuring van de tanden (zie rubrieken 4.2 en 4.8).
Informatie over hulpstoffen
Tygacil bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per 5 ml oplossing. Patiënten die een natriumarm
dieet volgen, kunnen worden geïnformeerd dat dit geneesmiddel in wezen `natriumvrij' is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
Gelijktijdige toediening van tigecycline en warfarine (25 mg enkelvoudige dosis) aan gezonde
subjecten resulteerde in een afname in klaring van R-warfarine en S-warfarine met respectievelijk
40% en 23% en een toename in AUC met respectievelijk 68% en 29%. Het mechanisme van deze
interactie is nog niet opgehelderd. Beschikbare gegevens suggereren niet dat deze interactie kan
resulteren in significante INR-veranderingen. Echter, aangezien tigecycline zowel de protrombinetijd
(PT) als de geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT) kan verlengen, dienen de relevante
coagulatietesten nauwkeurig gecontroleerd te worden als tigecycline tegelijk wordt toegediend met
anticoagulantia (zie rubriek 4.4). Warfarine beïnvloedde het farmacokinetische profiel van tigecycline
niet.
Tigecycline wordt niet uitgebreid gemetaboliseerd. Daarom wordt niet verwacht dat de klaring van
tigecycline wordt beïnvloed door actieve stoffen die de activiteit van deze CYP450-isovormen
remmen of induceren. In vitro is tigecycline een competitieve inhibitor noch een irreversibele
inhibitor van CYP450-enzymen (zie rubriek 5.2).
In de aanbevolen dosering had tigecycline geen effect op de snelheid of mate van absorptie of klaring
van digoxine (0,5 mg gevolgd door dagelijks 0,25 mg/dag) bij toediening aan gezonde volwassenen.
Digoxine had geen effect op het farmacokinetisch profiel van tigecycline. Daarom is er geen
dosisaanpassing nodig wanneer tigecycline wordt toegediend met digoxine.
In in vitro studies werd er geen antagonisme waargenomen tussen tigecycline en andere veel gebruikte
antibioticaklassen.
Gelijktijdig gebruik van antibiotica met orale anticonceptiemiddelen kan verminderde werkzaamheid
van orale anticonceptiemiddelen opleveren.
Gelijktijdig gebruik van tigecycline en calcineurineremmers zoals tacrolimus of ciclosporine kan
leiden tot een toename in serumdalconcentraties van de calcineurineremmers. Daarom dienen de
serumconcentraties van de calcineurineremmer gecontroleerd te worden tijdens de behandeling met
tigecycline om geneesmiddelentoxiciteit te voorkomen.
Gebaseerd op een in vitro studie, is tigecycline een P-gp-substraat. Gelijktijdige toediening van P-gp-
remmers (bijvoorbeeld ketoconazol of cyclosporine) of P-gp-inductoren (bijvoorbeeld rifampicine)
kan effect hebben op de farmacokinetiek van tigecycline (zie rubriek 5.2).
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van tigecycline bij zwangere
vrouwen. Uit dieronderzoek is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico
voor de mens is niet bekend. Zoals voor tetracycline-klasse antibiotica bekend is, kan tigecycline ook
permanente schade aan het gebit veroorzaken (verkleuring en glazuurdefecten) en een vertraging
veroorzaken bij de ossificatieprocessen in foetussen die daaraan worden blootgesteld in de
baarmoeder gedurende de tweede helft van de zwangerschap, en bij kinderen onder de acht jaar als
gevolg van verrijking in weefsels met een hoge calciumomzetting en vorming van
calciumchelaatcomplexen (zie rubriek 4.4). Tigecycline dient niet tijdens de zwangerschap gebruikt te
worden tenzij de klinische conditie van de vrouw behandeling met tigecycline vereist.
Borstvoeding
Het is niet bekend of tigecycline/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden. Uit
beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij dieren blijkt dat
tigecycline/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3). Risico voor
pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten. Er moet worden besloten of borstvoeding
moet worden gestaakt of dat behandeling met tigecycline moet worden gestaakt dan wel niet moet
worden ingesteld, waarbij het voordeel van borstvoeding voor het kind en het voordeel van
behandeling voor de vrouw in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
De effecten van tigecycline op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet onderzocht. Niet-klinische
studies uitgevoerd met tigecycline bij ratten wijzen niet op schadelijke effecten met betrekking tot de
vruchtbaarheid of het vermogen tot voortplanting. Bij vrouwelijke ratten waren er geen
stofgerelateerde effecten op de ovaria of de vruchtbare perioden bij een blootstelling tot 4,7 keer de
humane dagelijkse dosis gebaseerd op de AUC (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Duizeligheid kan voorkomen en dit kan van invloed zijn op het rijden en op het gebruik van machines
(zie rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Het totale aantal cSSTI en cIAI patiënten dat met tigecycline is behandeld in klinische fase 3 en 4-
studies was 2393.
In klinische studies waren de meest voorkomende, aan het geneesmiddel gerelateerde, uit de
behandeling voortkomende bijwerkingen reversibele misselijkheid (21%) en braken (13%), wat
gewoonlijk vroegtijdig voorkwam (op behandelingsdagen 1-2) en over het algemeen mild tot matig in
hevigheid was.
Hieronder staan bijwerkingen geclassificeerd die gerapporteerd zijn bij tigecycline in klinische studies
en uit post-marketingervaring.
Geclassificeerde lijst van bijwerkingen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
orgaanklasse
1/10
1/100, < 1/10
1/1.000,
1/10.000,
(kan met de
< 1/100
< 1/1.000
beschikbare
gegevens niet
worden
bepaald)

Infecties en
sepsis/septische
parasitaire
shock, pneumonie,
aandoeningen
abces, infecties
Bloed- en
verlengde
trombocyto
hypofibrinogene
lymfestelselaan
geactiveerde
penie,
mie
doeningen
partiële
verhoogde
tromboplastinetijd
internationa
(aPTT), verlengde
l
protrombinetijd
normalized
(PT)
ratio (INR)
Immuunsystee
anafylaxie/anaf
m-
ylactoïde
aandoeningen
reacties* (zie
rubrieken 4.3 en
4.4)
Voedings- en
hypoglykemie,
stofwisselings-
hypoproteïnemie
stoornissen
Zenuwstelsel-
duizeligheid
aandoeningen
Bloedvat-
flebitis
tromboflebi
aandoeningen
tis
Maagdarmstels
misselijkheid,
buikpijn,
acute
el-
braken, diarree
dyspepsie, anorexie pancreatitis
aandoeningen
(zie rubriek
4.4)
Lever- en
verhoogd
geelzucht,
leverinsufficiënt
galaandoeninge
aspartaataminotran
leverschade
ie* (zie rubriek
n
sferase (ASAT) in
, meestal
4.4)
serum en verhoogd cholestatisc
alanineaminotransf
h
erase (ALAT) in
serum,
hyperbilirubinemie
Huid- en
pruritus, uitslag
ernstige
onderhuid-
huidreacties,
aandoeningen
waaronder
Stevens-
Johnson-
syndroom*
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
orgaanklasse
1/10
1/100, < 1/10
1/1.000,
1/10.000,
(kan met de
< 1/100
< 1/1.000
beschikbare
gegevens niet
worden
bepaald)

Algemene
verstoorde
ontsteking
aandoeningen
wondheling, reactie op de plaats
en toedienings-
op de plaats van
van
plaatsstoornisse
injectie, hoofdpijn
injectie,
n
pijn op de
plaats van
injectie,
oedeem op
de plaats
van
injectie,
flebitis op
de plaats
van injectie
Onderzoeken
verhoogd amylase
in het serum,
verhoogd `blood
urea nitrogen'
(BUN)
* Waargenomen tijdens postmarketingervaring
Omschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Antibioticumklasse-effecten
Pseudomembraneuze colitis welke in ernst uiteen kan lopen van licht tot levensbedreigend (zie
rubriek 4.4).
Overgroei van niet-gevoelige organismen, inclusief schimmels (zie rubriek 4.4).
Tetracyclineklasse-effecten
Glycylcyclineklasse-antibiotica zijn structureel vergelijkbaar met tetracyclineklasse-antibiotica.
Mogelijke tetracyclineklassebijwerkingen zijn onder meer fotosensitiviteit, pseudotumor cerebri,
pancreatitis en anti-anabole werking die geleid heeft tot toename van BUN, azotemie, acidose en
hyperfosfatemie (zie rubriek 4.4).
Tigecycline kan in verband worden gebracht met permanente tandverkleuring indien gebruikt tijdens
de tandontwikkeling (zie rubriek 4.4).
Tijdens fase 3 en 4 cSSTI en cIAI klinische onderzoeken werden infectiegerelateerde ernstige reacties
vaker gemeld bij patiënten die met tigecycline behandeld werden (7,1%) dan bij comparatoren
(5,3%). Significante verschillen in sepsis/septische shock zijn waargenomen tussen tigecycline (2,2%)
en comparatoren (1,1%).
Bij met tigecycline behandelde patiënten werden afwijkingen in ASAT en ALAT vaker gemeld in de
periode na de behandeling dan bij patiënten die met de comparator behandeld werden, bij wie dit
vaker voorkwam tijdens de behandeling.
Pediatrische patiënten
Veiligheidsgegevens uit twee farmacokinetische onderzoeken (zie rubriek 5.2) waren zeer beperkt
beschikbaar. In deze onderzoeken werden geen nieuwe of onverwachte veiligheidsbezwaren gezien
met tigecycline.
In een open-label, farmacokinetisch onderzoek met enkelvoudige oplopende dosis werd de veiligheid
van tigecycline onderzocht bij 25 kinderen in de leeftijd van 8 tot 16 jaar die recentelijk waren
hersteld van infecties. Het bijwerkingenprofiel van tigecycline bij deze 25 proefpersonen was in het
algemeen consistent met het bijwerkingenprofiel bij volwassenen.
De veiligheid van tigecycline werd tevens onderzocht in een open-label, farmacokinetisch onderzoek
met oplopende meervoudige dosis bij 58 kinderen in de leeftijd van 8 tot 11 jaar met cSSTI (n=15),
cIAI (n=24) of buiten het ziekenhuis opgelopen pneumonie (n=19). Het bijwerkingenprofiel van
tigecycline bij deze 58 proefpersonen was in het algemeen consistent met het bijwerkingenprofiel bij
volwassenen, met uitzondering van misselijkheid (48,3 %), braken (46,6 %) en verhoogde
serumlipasewaarde (6,9 %), welke vaker voorkwamen bij kinderen dan bij volwassenen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationaal meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling bij overdosering. Intraveneuze
toediening van een enkele dosis tigecycline van 300 mg in 60 minuten aan gezonde vrijwilligers
resulteerde in het vaker voorkomen van misselijkheid en braken. Tigecycline wordt niet in
significante hoeveelheden verwijderd door hemodialyse.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Antibacteriële middelen voor systemisch gebruik, tetracyclinen,
ATC-code: J01AA12
Werkingsmechanisme
Tigecycline, een glycylcycline-antibioticum, remt de eiwittranslatie in bacteriën door zich te binden
aan de 30S ribosomale sub-eenheid en het blokkeren van het binnendringen van amino-acyl-tRNA-
moleculen op de A-plaats van het ribosoom. Dit voorkomt incorporatie van aminozuurresiduen in
langer wordende peptideketens.
Over het algemeen wordt tigecycline als bacteriostatisch beschouwd. Bij 4 maal de `minimum
inhibitory concentration'(MIC) werd met tigecycline een log2 reductie in kolonieaantallen van
Enterococcus spp., Staphylococcus aureus en Escherichia coli waargenomen.
Resistentiemechanisme
Tigecycline is gevoelig voor chromosomaal geëncodeerde multigeneesmiddel-effluxpompen van
Proteeae en Pseudomonas aeruginosa. Ziekteverwekkers van de familie Proteeae (Proteus spp.,
Providencia spp. en Morganella spp.) zijn over het algemeen minder gevoelig voor tigecycline dan
andere leden van de Enterobacteriaceae. Verminderde gevoeligheid in beide groepen werd
toegeschreven aan de overexpressie van de aspecifieke AcrAB multidrug-effluxpomp. Een
vermindering van de gevoeligheid bij Acinetobacter baumanii werd toegeschreven aan de
overexpressie van de AdeABC-effluxpomp.
Breekpunten
Minimum inhibitory concentration'(MIC) breekpunten, vastgesteld door de European Committee on
Antimicrobial Susceptibility Testing (EUCAST), zijn als volgt:
Staphylococcus spp. S 0,5 mg/l en R > 0,5 mg/l
Streptococcus spp. anders dan S. pneumoniae S 0,25 mg/l en R > 0,5 mg/l
Enterococcus spp. S 0,25 mg/l en R > 0,5 mg/l
Enterobacteriaceae S 1(^) mg/l en R > 2 mg/l
(^)Tigecycline heeft verminderde in vitro-activiteit tegen Proteus, Providencia en Morganella spp.
Voor anaërobe bacteriën is er klinisch bewijs van de effectiviteit in polymicrobiële intra-abdominale
infecties, maar geen correlatie tussen MIC waarden, PK/PD­gegevens en de klinische uitkomst. Er is
daarom geen breekpunt voor gevoeligheid gegeven. Er moet bemerkt worden dat de MIC-distributies
voor organismen van het Bacteroides- en Clostridiumgeslacht zeer breed zijn en er waarden
geïncludeerd kunnen zijn die de 2 mg/l tigecycline overschrijden.
Er is beperkt bewijs voor de werkzaamheid van tigecycline tegen Enterococci. Echter, polymicrobiale
intra-abdominale infecties hebben in klinische studies laten zien te reageren op behandeling met
tigecycline.
Susceptibiliteit
De prevalentie van verkregen resistentie kan geografisch en met de tijd variëren voor geselecteerde
soorten, en lokale informatie over resistentie is, vooral voor de behandeling van ernstige infecties,
wenselijk. Indien nodig, dient advies van een expert te worden gezocht wanneer de locale prevalentie
van resistentie zodanig is dat de bruikbaarheid van het middel voor ten minste enkele typen infecties
twijfelachtig is.
Gram-positieve Aëroben
Enterococcus spp.
Staphylococcus aureus*
Staphylococcus epidermidis
Staphylococcus haemolyticus
Streptococcus agalactiae*
Streptococcus anginosus
groep* (inclusief S. anginosus, S. intermedius en S. constellatus)
Streptococcus pyogenes*
Streptokokken uit de Viridans-groep
Gram-negatieve Aëroben
Citrobacter freundii*
Citrobacter koseri
Escherichia coli*
Klebsiella oxytoca*

Anaëroben
Clostridium perfringens
Peptostreptococcus spp.
Prevotella spp.
Organismen waarbij verworven resistentie een probleem kan zijn
Gram-negatieve Aëroben
Acinetobacter baumannii
Burkholderia cepacia
Enterobacter aerogenes
Enterobacter cloacae*
Klebsiella pneumoniae*
Morganella morganii
Proteus
spp.
Providencia spp.
Serratia marcescens
Stenotrophomonas maltophilia

Anaëroben
Bacteroides. fragilis groep
Inherent resistente organismen
Gram-negatieve Aëroben
Pseudomonas aeruginosa
*
de werkzaamheid van tigecycline tegen deze soorten wordt gezien als zijnde bevredigend
aangetoond in klinische studies.
zie rubriek 5.1, Breekpunten hierboven.
Cardiale elektrofysiologie
Er was geen significant effect waargenomen bij een enkele intraveneuze dosis van 50 mg of 200 mg
tigecycline op het QTc interval in een gerandomiseerd, placebo- en actief gecontroleerd 4-armig
cross-over grondig QTc onderzoek bij 46 gezonde proefpersonen.
Pediatrische patiënten
In een open-label, onderzoek met oplopende meervoudige-dosis werd aan 39 kinderen in de leeftijd
van 8 tot 11 jaar met cIAI of cSSTI tigecycline (0,75, 1 of 1,25 mg/kg) toegediend. Alle patiënten
ontvingen IV tigecycline gedurende minimaal 3 opeenvolgende dagen tot maximaal 14 opeenvolgende
De klinische genezing werd beoordeeld tussen dag 10 en dag 21 na de toediening van de laatste dosis
van de behandeling. De samenvatting van de klinische responsresultaten in de gemodificeerde intent-
to-treat (mITT)-populatie is weergegeven in de volgende tabel.
Klinische genezing, mITT-populatie
0,75 mg/kg
1 mg/kg
1,25 mg/kg
Indicatie
n/N (%)
n/N (%)
n/N (%)
cIAI
6/6 (100,0)
3/6 (50,0)
10/12 (83,3)
cSSTI
3/4 (75,0)
5/7 (71,4)
2/4 (50,0)
Totaal
9/10 (90,0)
8/13 (62,0 )
12/16 (75,0)
Werkzaamheidsgegevens hierboven weergegeven dienen met voorzichtigheid te worden
geïnterpreteerd, aangezien gelijktijdig gebruik van antibiotica werd toegestaan in dit onderzoek. Er
dient bovendien ook rekening gehouden te worden met het kleine aantal patiënten.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Tigecycline wordt intraveneus toegediend en heeft daarom een biologische beschikbaarheid van
100%.
Distributie
De plasmaproteïnebinding van tigecycline in vitro loopt van ongeveer 71% tot 89% bij concentraties
die in klinische studies zijn waargenomen (0,1 tot 1,0 mcg/ml). In farmacokinetische studies met
mensen en dieren is aangetoond dat tigecycline zich gemakkelijk verspreid in het weefsel.
In ratten die een enkelvoudige of meerdere doses van 14C-tigecycline kregen, werd de radioactiviteit
goed gedistribueerd naar de meeste weefsels, waarbij de hoogste algehele blootstelling werd
waargenomen in het beenmerg, de speekselklieren, de schildklier, de milt, en de nieren. In mensen
was de gemiddelde steady-state volumedistributie van tigecycline 500 tot 700 l (7 tot 9 l/kg), wat
aangeeft dat tigecycline extensief verdeeld wordt buiten het plasmavolume en zich concentreert in de
weefsels.
Er zijn geen gegevens beschikbaar over of tigecycline de bloed-hersenbarrière in mensen kan
passeren.
In klinische farmacologie studies waarin het therapeutische doseringsregime gebruikt werd van 100mg
gevolgd door 50mg q 12 u, serumtigecycline steady-state Cmax was 866±233 ng/ml voor 30 minuten
infusies en 634±97 voor 60 minuten infusies. The steady state AUC0-12h was 2349±850 ng·h/ml.
Biotransformatie
Geschat wordt dat gemiddeld minder dan 20% tigecycline vóór secretie wordt gemetaboliseerd. Bij
gezonde mannelijke vrijwilligers was, volgend op de toediening van 14C-tigecycline, onveranderde
tigecycline het belangrijkste 14C-gelabelde materiaal dat in de urine en faeces werd ontdekt, maar er
waren ook een glucuronide, een N-acetylmetaboliet en een tigecycline-epimeer aanwezig.
In vitro-studies van menselijke levermicrosomen duiden erop dat tigecycline niet het metabolisme
remt dat gemedieerd wordt door één van de volgende 6 cytochroom P450 (CYP) isovormen: 1A2,
2C8, 2C9, 2C19, 2D6 en 3A4 door competitieve remming. Daarbij liet tigecycline geen NADPH-
Eliminatie
De recovery van de totale radioactiviteit in feces en urine volgend op toediening van 14C-tigecycline
laat zien dat 59% van de dosis wordt geëlimineerd door gal/fecale excretie en dat 33% wordt
uitgescheiden in urine. De primaire eliminatieroute is galexcretie van onveranderde tigecycline.
Glucuronidatie en renale excretie van onveranderde tigecycline zijn secundaire routes.
De totale klaring van tigecycline is 24 l/uur na intraveneuze infusie. Klaring door de nieren bedraagt
ongeveer 13% van de totale klaring. Tigecycline laat een polyexponentiële eliminatie uit serum zien
met na meerdere doses een gemiddelde terminale eliminatiehalfwaardetijd van 42 uur hoewel er hoge
interindividuele variabiliteit bestaat.
In vitro studies die gebruik maken van Caco-2-cellen tonen aan dat tigecycline de digoxine flux niet
remt, wat suggereert dat tigecycline geen P-glycoproteine (P-gp)-remmer is. Deze in-vitro-informatie
is consistent met het gebrek aan effect van tigecycline op de digoxine klaring gezien in de in-vivo
geneesmiddelinteractiestudie zoals hierboven beschreven (zie rubriek 4.5).
Tigecycline is een substraat van P-gp gebaseerd op een in-vitro-studie die gebruik maakt van een
cellijn die een overmaat P-gp tot expressie brengt. De potentiële contributie van P-gp-gemedieerd
transport tot de in-vivo-dispositie van tigecycline is niet bekend. Gelijktijdige toediening van P-gp-
remmers (bijvoorbeeld ketoconazol of cyclosporine) of P-gp-inductoren (bijvoorbeeld rifampicine)
kan effect hebben op de farmacokinetiek van tigecycline.
Speciale populaties
Leverstoornis
De single-dosis farmacokinetische dispositie van tigecycline was niet veranderd bij patiënten met mild
verstoorde leverfunctie. Echter, systemische klaring van tigecycline was met 25% en 55% afgenomen
en de halfwaardetijd van tigecycline was met 23% en 43% verlengd bij patiënten met respectievelijk
matige tot ernstige verstoorde leverfunctie (Child Pugh B en C) (zie rubriek 4.2).
Nierstoornis
Farmacokinetische dispositie na een enkelvoudige dosis van tigecycline was niet veranderd bij
patiënten met nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min, n=6). Bij ernstige verstoorde
nierfunctie was AUC 30% hoger dan bij proefpersonen met normale nierfunctie (zie rubriek 4.2).
Ouderen
Er werden geen algehele veranderingen in farmacokinetiek waargenomen tussen gezonde oudere
personen en jongere personen (zie rubriek 4.2).
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van tigecycline is in twee onderzoeken onderzocht. In het eerste onderzoek
werden kinderen van 8-16 jaar (n=24) opgenomen, die een enkelvoudige dosis van tigecycline (0,5, 1
of 2 mg/kg, tot een maximale dosis van respectievelijk 50 mg, 100 mg en 150 mg) kregen, die
intraveneus gedurende 30 minuten toegediend werd. De tweede studie werd uitgevoerd bij kinderen
van 8 tot 11 jaar, die meervoudige doses van tigecycline (0,75, 1 of 1,25 mg/kg tot een maximale
dosering van 50 mg) iedere 12 uur kregen, die intraveneus gedurende 30 minuten toegediend werd. Er
werd geen oplaaddosis toegediend in deze studies. De farmacokinetische parameters zijn in de
onderstaande tabel samengevat:
kinderen
Leeftijd (jaar)
N
Cmax (ng/mL)
AUC (ng·u/mL)*
Enkelvoudige dosis
8 ­ 11
8
3881 ± 6637
4034 ± 2874
12 - 16
16
8508 ± 11433
7026 ± 4088
Meervoudige dosis
8 - 11
42
1911 ± 3032
2404 ± 1000
* enkelvoudige dosis AUC0-, meervoudige dosis AUC0-12h
De streefwaarde voor de AUC0-12h bij volwassenen na de aanbevolen oplaaddosering van 100 mg en
50 mg iedere 12 uur, was ongeveer 2500 ng·u/ml.
In de farmacokinetische populatieanalyse van beide onderzoeken werd lichaamsgewicht
geïdentificeerd als covariabele van klaring van tigecycline bij kinderen van 8 jaar en ouder. Een
doseringsschema van 1,2 mg/kg tigecycline elke 12 uur (tot een maximale dosis van 50 mg elke
12 uur) voor kinderen in de leeftijd van 8 tot <12 jaar en van 50 mg elke 12 uur voor adolescenten in
de leeftijd van 12 tot <18 jaar zou waarschijnlijk resulteren in blootstellingen die vergelijkbaar zijn
met de blootstellingen zoals waargenomen bij volwassenen die werden behandeld met het
goedgekeurde doseringsschema.
In deze onderzoeken werden bij verscheidene kinderen hogere Cmax-waarden waargenomen dan bij
volwassen patiënten. Daarom dient bij kinderen en adolescenten zorg te worden besteed aan de
infusiesnelheid van tigecycline.
Geslacht
Er waren geen klinisch relevante verschillen in klaring van tigecycline tussen mannen en vrouwen. De
AUC was naar schatting 20% hoger bij vrouwen dan bij mannen.
Ras
Er waren geen verschillen in klaring van tigecycline gebaseerd op ras.
Gewicht
Klaring, gewicht-genormaliseerde klaring en AUC waren niet merkbaar verschillend onder patiënten
met verschillend lichaamsgewicht, inclusief patiënten die 125 kg wegen. AUC was 24% lager in
patiënten die 125 kg wegen. Er zijn geen data beschikbaar voor patiënten die 140 kg en meer wegen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In toxiciteitsstudies met herhaalde dosering bij ratten en honden, werden lymfoïde depletie/atrofie van
lymfeklieren, milt en thymus, verminderde erytrocyten, reticulocyten en bloedplaatjes in samenhang
met beenmerghypocellulariteit en bijwerkingen aan de nieren en het maag-darmstelsel gezien bij
gebruik van tigecycline bij blootstellingen van 8 of 10 keer de dagelijkse dosis voor mensen gebaseerd
op AUC in respectievelijk ratten en honden.
De veranderingen bleken na twee weken van toediening reversibel te zijn.
Botontkleuring die niet reversible was na toediening gedurende twee weken werd waargenomen in
ratten.
Resultaten uit studies met dieren laten zien dat tigecycline de placenta passeert en dat het is gevonden
in het foetale weefsel. In reproductietoxiciteitsstudies zijn verminderd foetaal gewicht bij ratten en
konijnen (met geassocieerde vertraging in ossificatie) waargenomen met tigecycline. Tigecycline was
niet teratogeen in de rat of het konijn. Tigecycline had geen effect op het paargedrag of de
vruchtbaarheid van ratten bij een blootstelling tot 4,7 keer de humane dagelijkse dosis gebaseerd op
Resultaten uit dierstudies waarbij 14C-gelabeled tigecycline werd gebruikt tonen aan dat tigecycline
gemakkelijk wordt uitgescheiden via de melk van zogende ratten. In lijn met de beperkte orale
biologische beschikbaarheid van tigecycline, is er weinig of geen systemische blootstelling aan
tigecycline in de zogende pups als gevolg van blootstelling via de moedermelk.
Levenslange studies in dieren om het carcinogetisch potentiëel van tigecycline te evalueren werden
niet uitgevoerd, maar kortdurende genotoxiciteitsstudies met tigecycline waren negatief.
Intraveneuze bolustoediening van tigecycline is in verband gebracht met een histaminerespons in
dierstudies. Deze effecten werden waargenomen bij blootstellingen van 14 en 3 keer de dagelijkse
dosis voor mensen gebaseerd op de AUC in respectievelijk ratten en honden.
Er werd geen bewijs van fotosensitiviteit gevonden bij ratten na toediening van tigecycline.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Lactosemonohydraat
Zoutzuur
Natriumhydroxide (voor instellen van de pH)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
De volgende werkzame bestanddelen dienen niet gelijktijdig met tigecycline via dezelfde zijlijn
toegediend te worden: Amfotericine B, amfotericine B-lipidecomplex, diazepam, esomeprazol,
omeprazol en intraveneuze oplossingen die zouden kunnen resulteren in een stijging van de pH boven
7.
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die welke vermeld zijn
in rubriek 6.6.
6.3
Houdbaarheid
2 jaar.
Eenmaal gereconstitueerd en verdund in de zak of andere passende infusiecontainer (bijv. glazen fles)
dient tigecycline meteen gebruikt worden.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na reconstitutie, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
5 ml injectieflacons van type 1 helder glas voorzien van een grijze butylrubberen dop en aluminium
sluitring.
Tygacil wordt gedistribueerd in een verpakking met 10 injectieflacons.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Het poeder dient gereconstitueerd te worden met 5,3 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing
voor injectie, dextrose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie, of Ringer-lactaatoplossing voor injectie
om een concentratie van 10 mg/ml tigecycline te verkrijgen. De injectieflacon dient zachtjes gezwenkt
te worden totdat het geneesmiddel is opgelost. Daarna dient 5 ml van de gereconstitueerde oplossing
direct opgetrokken te worden uit de injectieflacon en toegevoegd te worden aan een 100 ml
intraveneuze infuuszak of andere passende infusiecontainer (bijv. een glazen fles).
Reconstitueer voor een 100 mg dosis twee injectieflacons in een 100 ml intraveneuze zak of andere
passende infusiecontainer (bijv. glazen fles). Let op: De injectieflacon bevat 6% overmaat. Dus, 5 ml
van de gereconstitueerde oplossing is equivalent aan 50 mg van het werkzame bestanddeel.
De gereconstitueerde oplossing dient geel tot oranje van kleur te zijn; zo niet, dan dient de oplossing
te worden weggegooid. Parenterale producten dienen vóór toediening visueel geïnspecteerd te worden
op deeltjes en verkleuring (bijv. groen of zwart).
Tigecycline dient intraveneus toegediend te worden door een speciaal aangewezen lijn of door een
zijlijn. Indien dezelfde intraveneuze lijn wordt gebruikt voor sequentiële infusie van verschillende
werkzame bestanddelen, dient de lijn vóór en na infusie van tigecycline te worden gespoeld met
natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of dextrose 50 mg/ml (5%) oplossing voor
injectie. Injectie dient uitgevoerd te worden met een infuusvloeistof die compatibel is met tigecycline
en enig(e) ander(e) geneesmiddel(en) toegediend via deze gemeenschappelijke lijn (Zie rubriek 6.2)
Dit geneesmiddel is alleen voor éénmalig gebruik. Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal
dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
Compatibele intraveneuze oplossingen zijn: natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie,
dextrose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie, en Ringer-lactaatoplossing voor injectie.
Indien toegediend door een zijlijn, is de compatibiliteit van tigecycline opgelost in natriumchloride
0,9% voor injecties aangetoond voor de volgende geneesmiddelen of oplosmiddelen: amikacine,
dobutamine, dopamine HCl, gentamicine, haloperidol, Ringer's lactaat, lidocaïne HCl,
metoclopramide, morfine, norepinefrine, piperacilline/tazobactam (EDTA-preparaat), kaliumchloride,
propofol, ranitidine HCl, theofylline en tobramycine.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/336/001
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 24 april 2006
Datum van laatste verlenging: 22 februari 2016
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
A.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL

FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Wyeth Lederle S.r.l.
Via Franco Gorgone Z.I.
95100 Catania (CT)
Italië
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN


Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL


Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een RMP-aanpassing wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tygacil 50 mg poeder voor oplossing voor infusie
Tigecycline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 50 mg tigecycline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Elke injectieflacon bevat lactosemonohydraat. De pH wordt ingesteld met zoutzuur en zonodig met
natriumhydroxide.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oplossing voor infusie
10 injectieflacons
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter voor aanwijzingen over reconstitutie en dilutie.
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en dilutie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/336/001
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE OVER BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
INJECTIEFLACONLABEL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Tygacil 50 mg poeder voor infusievloeistof
Tigecycline
Alleen voor IV gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
Tygacil 50 mg poeder voor oplossing voor infusie
tigecycline
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u of uw kind.

- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Tygacil en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Tygacil en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Tygacil is een antibioticum uit de glycylcycline-groep dat werkt door de groei van bacteriën die
infecties veroorzaken te stoppen.
Uw arts heeft u of uw kind Tygacil voorgeschreven omdat u of uw kind, dat ten minste 8 jaar oud is,
één van de volgende typen van ernstige infecties heeft:
Gecompliceerde infectie van de huid en weke delen (onderhuidse weefsels), met uitzondering
van diabetische voetinfecties.
Gecompliceerde infectie in de buik
Tygacil wordt alleen gebruikt wanneer uw arts denkt dat andere antibiotica ongeschikt zijn.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Indien u allergisch bent voor tetracycline-klasse antibiotica (bijv. minocycline, doxycycline,
etc.) kunt u allergisch zijn voor tigecycline.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u Tygacil krijgt:
Als u een verstoorde of langzame wondheling heeft.
Als u diarree heeft voordat Tygacil aan u wordt toegediend. Als u tijdens of na de behandeling
met Tygacil diarree krijgt, moet u dit onmiddellijk aan uw arts melden. Neem geen
geneesmiddel tegen diarree in voordat u met uw arts heeft overlegd.
Wanneer u last van bijwerkingen heeft of heeft gehad van antibiotica die tot de tetracycline-
klasse behoren (bijv. gevoeligheid van de huid voor zonlicht, verkleuring van in ontwikkeling
Als u een leveraandoening heeft of heeft gehad. Afhankelijk van de conditie van uw lever kan
uw arts de dosis verlagen om potentiële bijwerkingen te vermijden.
Als u een verstopping van de galwegen heeft (cholestase).
Als u een bloedingsstoornis heeft of wordt behandeld met middelen die het stollen van bloed
tegengaan, omdat dit geneesmiddel de bloedstolling kan verstoren.
Tijdens de behandeling met Tygacil:
Vertel uw arts onmiddellijk als u symptomen van een allergische reactie ontwikkelt.
Vertel uw arts onmiddellijk als bij u ernstige buikpijn, misselijkheid en braken optreden. Dit
kunnen symptomen van een acute alvleesklierontsteking zijn (een ontstoken alvleesklier, wat
kan leiden tot ernstige buikpijn, misselijkheid en braken).
Voor bepaalde ernstige infecties kan uw arts besluiten omTygacil in combinatie met andere
antibiotica te gebruiken.
Uw arts zal u nauwlettend in de gaten houden voor de ontwikkeling van elke andere bacteriële
infecties. Als u een andere bacteriële infectie ontwikkelt, kan uw arts een ander antibiotica
voorschrijven dat specifiek is voor dat type ontsteking.
Hoewel antibiotica, waaronder Tygacil, bepaalde bacteriën bestrijden, is het mogelijk dat
andere bacteriën en schimmels verder blijven groeien. Dit heet wildgroei. Uw arts zal u
nauwlettend in de gaten houden ter controle op potentiële infecties en u indien nodig
behandelen.
Kinderen
Tygacil mag niet worden gebruikt bij kinderen onder de 8 jaar oud vanwege het gebrek aan gegevens
met betrekking tot de veiligheid en werkzaamheid in deze leeftijdsgroep en omdat het middel een
permanente tandschade kan teweegbrengen, bijvoorbeeld verkleuring van tanden die nog aan het
ontwikkelen zijn.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Tygacil nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts.
Tygacil kan bepaalde testen verlengen die meten hoe goed uw bloed stolt. Het is belangrijk dat u uw
arts laat weten of u medicijnen gebruikt die overmatige stolling van het bloed verminderen
(anticoagulantia genoemd). Wanneer dit het geval is, zal uw arts u goed in de gaten houden.
Tygacil kan een wisselwerking veroorzaken met de anticonceptiepil (de pil). Raadpleeg uw arts over
de noodzaak om een aanvullende anticonceptiemethode te gebruiken terwijl u Tygacil krijgt.
Tygacil kan het effect van geneesmiddelen die gebruikt worden om het immuunsysteem te
onderdrukken (zoals tacrolimus of ciclosporine), verhogen. Het is belangrijk dat u uw arts op de
hoogte brengt als u deze geneesmiddelen neemt zodat u nauw opgevolgd kan worden.
Zwangerschap en borstvoeding
Tygacil kan de foetus schade toebrengen. Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger
worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts voordat u Tygacil toegediend
krijgt.
Het is niet bekend of Tygacil in de moedermelk terechtkomt. Raadpleeg uw arts voordat u uw baby
borstvoeding geeft.
Tygacil bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per 5 ml oplossing, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Tygacil zal door een arts of verpleegkundige bij u worden toegediend
.
De aanbevolen dosering bij volwassenen is 100 mg als startdosis, gevolgd door 50 mg elke 12 uur.
Deze dosis wordt intraveneus (direct in de bloedbaan) toegediend over een periode van 30 tot 60
minuten.
De aanbevolen dosering bij kinderen in de leeftijd van 8 tot <12 jaar is 1,2 mg/kg, intraveneus
toegediend elke 12 uur tot een maximale dosis van 50 mg elke 12 uur.
De aanbevolen dosering bij jongeren in de leeftijd van 12 tot <18 jaar is 50 mg elke 12 uur.
De duur van de behandeling is gewoonlijk 5 tot 14 dagen. Uw arts zal bepalen hoe lang u behandeld
moet worden.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als u bang bent dat u te veel Tygacil heeft gekregen, raadpleeg dan onmiddellijk uw arts of
verpleegkundige.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u bang bent dat u een dosis gemist heeft, raadpleeg dan onmiddellijk uw arts of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Pseudomembraneuze colitis kan optreden met de meeste antibiotica inclusief Tygacil. Dit bestaat uit
ernstige, aanhoudende of bloederige diarree samen met buikpijn of koorts, wat een teken kan zijn van
ernstige darmontsteking die kan optreden tijdens of na uw behandeling.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij meer dan 1 op de 10 personen):
Misselijkheid, braken, diarree
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 personen):
Abces (pusophoping), infecties
Laboratoriumuitslagen van verminderd vermogen tot het vormen van bloedstolsels
Duizeligheid
Irritaties van de aderen door de injectie, inclusief pijn, ontsteking, zwelling en klontering
Buikpijn, dyspepsie (maagpijn en spijsverteringsmoeilijkheden), anorexia (verlies van eetlust)
Verhoogde leverenzymen, hyperbilirubinemie (te veel aan galpigment in het bloed)
Pruritis (jeuk), uitslag
Verstoorde of langzame wondheling
Hoofdpijn
Verhoging van amylase, wat een enzym is dat wordt gevonden in de speekselklieren en
alvleesklier, verhoogde waarde van ureumstikstof in het bloed
Longontsteking
Lage bloedsuikerspiegel
Sepsis (ernstige infectie in het lichaam en het bloed)/septische shock (ernstige ziekte die kan
leiden tot meervoudig orgaanfalen en overlijden als gevolg van sepsis)
Reacties op de plaats van injectie (pijn, roodheid, ontsteking)
Lage eiwitwaarden in het bloed
Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 100 personen):
Acute pancreatitis (alvleesklierontsteking wat kan leiden tot ernstige buikpijn, misselijkheid en
braken)
Geelzucht (gele verkleuring van de huid), ontsteking van de lever
Lage hoeveelheden bloedplaatjes in het bloed (wat kan leiden tot een verhoogde
bloedingsneiging en blauwe plekken/hematomen).
Zelden voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 1.000 personen):
Lage fibrinogeenconcentraties in het bloed (een eiwit dat betrokken is bij de bloedstolling)
Bijwerkingen waarvan niet bekend is hoe vaak ze voorkomen (kan met de beschikbare gegevens niet
worden bepaald):
Anafylaxie/anafylactoïde reacties (die uiteen kunnen lopen van licht tot ernstig, inclusief een
plotse, algehele allergische reactie die kan leiden tot een levensbedreigende shock [bijv.
ademhalingsmoeilijkheden, bloeddrukverlaging, snelle pols])
Leverfalen
Huiduitslag die kan leiden tot ernstige allergische reactie met hoge koorts, blaren op de huid,
gewrichtspijnen en/of oogontsteking (Stevens Johnson-syndroom)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationaal meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Dit geneesmiddel buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren beneden 25°C.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
injectieflacon na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren na het bereiden
Wanneer het poeder opgelost en verdund is en klaar voor gebruik, dient het direct aan u gegeven te
worden.
De Tygacil-oplossing dient na oplossing geel tot oranje van kleur te zijn; zo niet, dan dient de
oplossing te worden weggegooid.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is tigecycline. Elke injectieflacon bevat 50 mg tigecycline.
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, zoutzuur en natriumhydroxide.
Hoe ziet Tygacil eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Tygacil wordt geleverd als een poeder voor oplossing voor infusie in een injectieflacon en ziet eruit
als een oranje poeder of koek voordat het is opgelost. Deze injectieflacons worden geleverd aan het
ziekenhuis in een verpakking van tien stuks. Het poeder dient gemengd te worden in de injectieflacon
met een kleine hoeveelheid oplosmiddel. De injectieflacon dient voorzichtig gezwenkt te worden
totdat het geneesmiddel is opgelost. Daarna dient de oplossing onmiddellijk te worden opgezogen uit
de injectieflacon en toegevoegd aan een zak of andere container van 100 ml die geschikt is voor
infusie in een ader.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de
Fabrikant
handel brengen
Wyeth Lederle S.r.l.
Pfizer Europe MA EEIG
Via Franco Gorgone Z.I.
Boulevard de la Plaine 17
95100 Catania (CT)
1050 Brussel
Italië
België
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Luxembourg/Luxemburg
Pfizer Luxembourg SARL filialas
Pfizer S.A. / N.V.
Lietuvoje
Tél/Tel: +32 (0)2 554 62 11
Tel: +370 52 51 4000

Magyarország
,
Pfizer Kft.
Tel: +36 1 488 3700
Te:: +359 2 970 4333
Ceská Republika
Malta
Pfizer s.r.o.
Vivian Corporation Ltd.
Tel: +420-283-004-111
Tel: +35621 344610
Danmark
Nederland
Pfizer ApS
Pfizer BV
Tlf: +45 44 201 100
Tel: +31 (0)10 406 43 01
Deutschland
Norge
Pfizer Pharma PFE GmbH
Pfizer AS
Tel: +49 (0)800 8535555
Tlf: +47 67 526 100
Eesti
Österreich
Pfizer Luxembourg SARL Eesti filiaal
Pfizer Corporation Austria Ges.m.b.H.
Tel.: +372 666 7500
Tel: +43 (0)1 521 15-0
Polska
Pfizer ..,
Pfizer Polska Sp. z o.o.,
.: +30 210 67 85 800
Tel.: +48 22 335 61 00
España
Portugal
Pfizer, S.L.
Laboratórios Pfizer, Lda.
Tel:+34 91 490 99 00
Tel: (+351) 21 423 55 00
France
România
Pfizer
Pfizer Romania S.R.L
Tél +33 (0)1 58 07 34 40
Tel: +40 (0) 21 207 28 00
Hrvatska
Slovenija
Pfizer Croatia d.o.o.
Pfizer Luxembourg SARL
Tel: +385 1 3908 777
Pfizer, podruznica za svetovanje s
podrocja
farmacevtske dejavnosti, Ljubljana
Tel.: + 386 (0) 1 52 11 400
Ireland
Slovenská Republika
Pfizer Healthcare Ireland
Pfizer Luxembourg SARL, organizacná
Tel: 1800 633 363 (toll free)
zlozka
+44 (0)1304 616161
Tel: + 421 2 3355 5500
Ísland
Suomi/Finland
Icepharma hf
Pfizer Oy
Simi: +354 540 8000
Puh/Tel: +358 (0)9 430 040
Italia
Sverige
Pfizer S.r.l.
Pfizer AB
Tel:+39 06 33 18 21
Tel: +46 (0)8 550 520 00

United Kingdom (Northern Ireland)
Pfizer .. (Cyprus Branch),
Pfizer Limited,
: +357 22 817690
Tel: + 44 (0) 1304 616161
Latvij
Pfizer Luxembourg SARL filile Latvij
Tel.:+ 371 670 35 775
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in .
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Instructies voor gebruik en verwerking (zie ook rubriek
3. Hoe gebruikt u dit middel? in deze
bijsluiter
)
Het poeder dient met 5,3 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, dextrose 50
mg/ml (5%) oplossing voor injectie of Ringer-lactaatoplossing voor injectie gereconstitueerd te
worden om een concentratie van 10 mg/ml tigecycline te verkrijgen. De injectieflacon dient zachtjes
gezwenkt te worden totdat het werkzame bestanddeel is opgelost. Daarna dient 5 ml van de
gereconstitueerde oplossing onmiddellijk opgezogen te worden uit de injectieflacon en aan een 100 ml
intraveneuze infuuszak of andere geschikte container (bijv. een glazen fles) toegevoegd te worden.
Reconstitueer voor een dosis van 100 mg twee injectieflacons in een intraveneuze infuuszak van
100 ml of andere geschikte infusiecontainer (bijv. een glazen fles).
Let op: Er is een overmaat van 6% in de injectieflacon. Dus 5 ml van de gereconstitueerde oplossing
is gelijk aan 50 mg van het werkzame bestanddeel. De gereconstitueerde oplossing dient geel tot
oranje van kleur te zijn; zo niet, dan dient de oplossing weggegooid te worden. Voor toediening
dienen parenterale producten visueel geïnspecteerd te worden op deeltjes en verkleuring (bijv. groen
of zwart).
Tigecycline dient intraveneus toegediend te worden door een daarvoor bestemde lijn of door een
zijlijn. Indien dezelfde intraveneuze lijn wordt gebruikt voor infusie van meerdere werkzame
bestanddelen na elkaar, dient de lijn voor en na toediening van tigecycline doorgespoeld te worden
met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of dextrose 50 mg/ml (5%) oplossing
voor injectie. De injectie dient gegeven te worden met een infuusvloeistof die compatibel is met
tigecycline en alle andere producten die via deze gemeenschappelijke lijn toegediend worden.
Compatibele intraveneuze oplossingen zijn: natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie,
dextrose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie en Ringer-lactaatoplossing voor injectie.
Indien toegediend door een zijlijn, is de compatibiliteit van tigecycline opgelost in natriumchloride
0,9% voor injecties aangetoond voor de volgende geneesmiddelen of verdunningsmiddelen:
amikacine, dobutamine, dopamine HCl, gentamicine, haloperidol, Ringer's lactaat, lidocaïne HCl,
metoclopramide, morfine, norepinefrine, piperacilline/tazobactam (EDTA-preparaat), kaliumchloride,
propofol, ranitidine HCl, theofylline en tobramycine.
Tygacil mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen waarvoor geen
compatibiliteitsgegevens beschikbaar zijn.
Eenmaal opgelost en verdund in een zak of en andere geschikte infusiecontainer (bijv. een glazen
fles), dient tigecycline direct gebruikt te worden.
Uitsluitend voor eenmalig gebruik, ongebruikte oplossing moet worden weggegooid.

Heb je dit medicijn gebruikt? Tygacil 50 mg inf. sol. te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Tygacil 50 mg inf. sol. te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Tygacil 50 mg inf. sol.

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG