Tukysa 150 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg tucatinib
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg tucatinib
Hulpstoffen met bekend effect
Elke filmomhulde tablet van 150 mg bevat 27,64 mg natrium en 30,29 mg kalium.
Een dosis TUKYSA bevat 55,3 mg natrium en 60,6 mg kalium.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
Ronde, gele, filmomhulde tablet, met de inscriptie ‘TUC’ aan één zijde en ‘50’ aan de andere zijde. De
tablet van 50 mg heeft een diameter van ongeveer 8 mm.
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
Ovaalvormige, gele, filmomhulde tablet, met de inscriptie ‘TUC’ aan één zijde en ‘150’ aan de andere
zijde. De tablet van 150 mg is ongeveer 17 mm lang en 7 mm breed.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
TUKYSA is geïndiceerd in combinatie met trastuzumab en capecitabine voor de behandeling van
volwassen patiënten met HER2-positieve, lokaal gevorderde of gemetastaseerde borstkanker, die ten
minste 2 voorafgaande anti-HER2-behandelschema’s hebben gekregen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Behandeling met TUKYSA dient te worden gestart door en onder het toezicht te staan van een arts die
ervaring heeft in de toediening van geneesmiddelen tegen kanker.
2
Dosering
De aanbevolen dosis is 300 mg tucatinib (twee tabletten van 150 mg) die tweemaal daags continu
moeten worden ingenomen in combinatie met trastuzumab en capecitabine, in doses die beschreven
worden in tabel 1. Raadpleeg voor aanvullende informatie de Samenvatting van de productkenmerken
(SPC) voor het gelijktijdig toegediende trastuzumab en capecitabine. De componenten van de
behandeling kunnen in willekeurige volgorde worden toegediend.
Tabel 1: Aanbevolen dosering
Behandeling
Tucatinib
Capecitabine
Trastuzumab
Intraveneuze dosering
Aanvangsdosis
Daaropvolgende doses
OF
Subcutane dosering
Dosis
300 mg oraal
tweemaal daags
1.000 mg/m
2
oraal
tweemaal daags
8 mg/kg intraveneus
6 mg/kg intraveneus
600 mg subcutaan
Behandelingsdagen
Continu
Dag 1 tot en met 14
elke 21 dagen
Dag 1
Elke 21 dagen
Elke 21 dagen
Tijdstip t.o.v.
inname van voedsel
Met of zonder een
maaltijd
Binnen 30 minuten
na een maaltijd
Niet van toepassing
Behandeling met TUKYSA moet worden voortgezet tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.
Overgeslagen dosis
Wanneer een dosis is overgeslagen, dient de patiënt de volgende dosis op het gebruikelijke, geplande
tijdstip in te nemen.
Aanpassing van de dosis
De aanbevolen aanpassingen van de dosis tucatinib voor patiënten met bijwerkingen (zie rubriek 4.8)
worden gegeven in tabel 2 en 3. Raadpleeg de SPC voor gelijktijdig toegediend trastuzumab en
capecitabine voor dosisaanpassingen als vermoed wordt dat toxiciteiten het gevolg zijn van die
therapieën.
Tabel 2: Aanbevolen dosisverlagingen van tucatinib in geval van bijwerkingen
Dosisniveau
Aanbevolen startdosis
Eerste dosisverlaging
Tweede dosisverlaging
Derde dosisverlaging
Dosis tucatinib
300 mg tweemaal daags
250 mg tweemaal daags
200 mg tweemaal daags
150 mg tweemaal daags
1
1. TUKYSA dient definitief te worden stopgezet bij patiënten die 150 mg oraal tweemaal daags niet kunnen verdragen.
3
Tabel 3: Aanbevolen dosisaanpassingen van tucatinib in geval van bijwerkingen
Bijwerking
Diarree
Ernst
1
Graad 1 en 2
Doseringsaanpassing tucatinib
Een dosisaanpassing is niet nodig.
Graad 3 zonder
antidiarreebehandeling
Passende medische therapie instellen of
intensifiëren. De behandeling met tucatinib
onderbreken tot herstel tot ≤
graad 1, daarna
de behandeling met tucatinib hervatten op
hetzelfde dosisniveau.
Passende medische therapie instellen of
intensifiëren. De behandeling met tucatinib
onderbreken tot herstel tot ≤
graad 1, daarna
de behandeling met tucatinib hervatten op het
volgende lagere dosisniveau.
De behandeling met tucatinib definitief
stopzetten.
Een dosisaanpassing is niet nodig.
De behandeling met tucatinib onderbreken tot
herstel tot
graad 1, daarna de behandeling
met tucatinib hervatten op hetzelfde
dosisniveau.
De behandeling met tucatinib onderbreken tot
herstel tot ≤
graad 1, daarna de behandeling
met tucatinib hervatten op het volgende lagere
dosisniveau.
Graad 3 met
antidiarreebehandeling
Graad 4
Verhoogd
ALAT, ASAT of
bilirubine
2
Bilirubine graad 1 (> ULN tot
1,5 × ULN)
Bilirubine graad 2 (> 1,5 tot
3 × ULN)
ALAT of ASAT graad 3 (> 5 tot
20 × ULN)
OF
Bilirubine graad 3 (> 3 tot
10 × ULN)
ALAT of ASAT graad 4
(> 20 × ULN)
OF
Bilirubine graad 4 (> 10 × ULN)
ALAT of ASAT > 3 × ULN
EN
Bilirubine > 2 × ULN
Andere
bijwerkingen
Graad 1 en 2
Graad 3
De behandeling met tucatinib definitief
stopzetten.
De behandeling met tucatinib definitief
stopzetten.
Een dosisaanpassing is niet nodig.
De behandeling met tucatinib onderbreken tot
herstel tot ≤
graad 1, daarna de behandeling
met tucatinib hervatten op het volgende lagere
dosisniveau.
De behandeling met tucatinib definitief
stopzetten.
Graad 4
1. Graden gebaseerd op
National Cancer Institute Common Terminology Criteria for Adverse Events
versie 4.03
2. Afkortingen: ULN =
upper limit of normal
(bovengrens van het normale bereik); ALAT = alanineaminotransferase;
ASAT = aspartaataminotransferase
4
Gelijktijdige toediening met CYP2C8-remmers
Gelijktijdig gebruik met sterke CYP2C8-remmers dient te worden vermeden. Als gelijktijdige
toediening met een sterke CYP2C8-remmer niet kan worden vermeden, dient de startdosis tucatinib te
worden verlaagd tot 100 mg oraal tweemaal daags. Na stopzetting van de sterke CYP2C8-remmer
dient na 3 eliminatiehalfwaardetijden de behandeling met tucatinib te worden hervat op de dosis die
werd ingenomen voordat de remmer werd ingesteld (zie rubriek 4.4 en rubriek 4.5). Monitoring voor
toxiciteit als gevolg van TUKYSA dient te worden geïntensiveerd bij gelijktijdige toediening met
matige CYP2C8-remmers.
Speciale populaties
Ouderen
Een dosisaanpassing is niet nodig voor patiënten van ≥
65 jaar (zie rubriek 5.2). Tucatinib is niet
onderzocht bij patiënten ouder dan 80 jaar.
Nierfunctiestoornis
Een dosisaanpassing is niet nodig voor patiënten met een lichte, matige of ernstige nierfunctiestoornis
(zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Een dosisaanpassing is niet nodig voor patiënten met een lichte of matige leverfunctiestoornis (zie
rubriek 5.2). Voor patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh C) wordt een lagere
startdosis van 200 mg oraal tweemaal daags aanbevolen.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van TUKYSA bij pediatrische patiënten zijn niet vastgesteld. Er zijn
geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
TUKYSA is bestemd voor oraal gebruik. De tabletten dienen in hun geheel worden doorgeslikt en niet
te worden gekauwd, verkruimeld of gedeeld vóór het doorslikken (zie rubriek 5.2).
TUKYSA dient met een tussenperiode van ongeveer 12 uur te worden ingenomen, elke dag op
hetzelfde tijdstip, met of zonder een maaltijd. TUKYSA mag tegelijkertijd met capecitabine worden
ingenomen.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Laboratoriumtests
Verhoogd ALAT, ASAT en bilirubine
Verhoogd ALAT, ASAT en bilirubine zijn gemeld tijdens behandeling met tucatinib (zie rubriek 4.8).
ALAT, ASAT en bilirubine dienen elke drie weken of zoals klinisch geïndiceerd, te worden
gemonitord. Op basis van de ernst van de bijwerking dient de behandeling met tucatinib te worden
onderbroken en daarna dient de dosis te worden verlaagd of dient de behandeling met tucatinib
definitief te worden stopgezet (zie rubriek 4.2).
5
Verhoogd creatinine zonder nierfunctiestoornis
Stijging van serumcreatinine (gemiddelde stijging 30%) is waargenomen en was het gevolg van het
remmend effect op renaal tubulair transport van creatinine zonder effect op de glomerulaire functie
(zie rubriek 4.8). Er kan overwogen worden om andere markers zoals BUN, cystatine C of berekende
glomerulaire filtratiesnelheid (GFR), die niet zijn gebaseerd op creatinine, te gebruiken om na te gaan
of de nierfunctie verstoord is.
Diarree
Diarree, waaronder ernstige voorvallen zoals dehydratie, hypotensie, acuut nierletsel en overlijden,
zijn gemeld tijdens behandeling met tucatinib (zie rubriek 4.8). Als zich diarree voordoet, dienen
antidiarrhoica te worden toegediend als klinisch geïndiceerd. Voor diarree van graad
3 dient de
behandeling met tucatinib te worden onderbroken en daarna dient de dosis te worden verlaagd of dient
de behandeling met tucatinib definitief te worden stopgezet (zie rubriek 4.2). Diagnostische tests
dienen als klinisch geïndiceerd te worden uitgevoerd bij diarree van graad 3 of 4 of bij diarree van
iedere graad met complicerende kenmerken (dehydratie, koorts, neutropenie) om infectieuze oorzaken
uit te sluiten.
Embryofoetale toxiciteit
Op basis van bevindingen van dieronderzoek en het werkingsmechanisme van tucatinib kan tucatinib
schadelijke effecten hebben op de foetus wanneer het wordt toegediend aan een zwangere vrouw. In
dieronderzoek naar de voortplanting veroorzaakte de toediening van tucatinib aan drachtige konijnen
tijdens organogenese afwijkingen aan de foetus van de konijnen wanneer het moederdier werd
blootgesteld in een mate die vergelijkbaar is met de klinische blootstellingen bij de aanbevolen dosis.
Zwangere vrouwen dienen te worden geïnformeerd over het potentiële risico voor een foetus.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, dienen geadviseerd te worden effectieve anticonceptie te
gebruiken tijdens en gedurende ten minste 1 week na de laatste dosis van de behandeling (zie
rubriek 4.6). Mannelijke patiënten met een vrouwelijke partner die zwanger kan worden, moet ook
worden geadviseerd een effectieve anticonceptiemethode te gebruiken tijdens en gedurende ten minste
1 week na de laatste dosis van de behandeling.
Gevoelige CYP3A-substraten
Tucatinib is een sterke CYP3A-remmer. Hierdoor kan tucatinib een interactie vertonen met
geneesmiddelen die worden gemetaboliseerd door CYP3A, wat kan leiden tot verhoogde
plasmaconcentraties van het andere product (zie rubriek 4.5). Wanneer tucatinib tegelijkertijd met
andere geneesmiddelen wordt toegediend, moet de SPC van het andere product worden geraadpleegd
voor de aanbevelingen met betrekking tot gelijktijdige toediening met CYP3A-remmers. Gelijktijdige
behandeling van tucatinib met CYP3A-substraten moet worden vermeden wanneer minimale
concentratieveranderingen kunnen leiden tot ernstige of levensbedreigende bijwerkingen. Als
gelijktijdig gebruik niet kan worden vermeden, dient de dosering van het CYP3A-substraat te worden
verlaagd in overeenstemming met de SPC van het gelijktijdig gebruikte geneesmiddel.
P-gp-substraten
Gelijktijdig gebruik van tucatinib met een P-gp-substraat verhoogde de plasmaconcentraties van het
P-gp-substraat, wat kan leiden tot verhoogde toxiciteit als gevolg van een P-gp-substraat. Er dient
overwogen te worden de dosis P-gp-substraten (waaronder gevoelige intestinale substraten zoals
dabigatran) te verlagen in overeenstemming met de SPC van het gelijktijdig gebruikte geneesmiddel
en P-gp-substraten dienen met voorzichtigheid te worden toegediend wanneer minimale
concentratieveranderingen kunnen leiden tot ernstige of levensbedreigende toxiciteiten.
6
Sterke CYP3A-/matige CYP2C8-inductoren
Gelijktijdig gebruik van tucatinib met een sterke CYP3A-inductor of matige CYP2C8-inductor
verlaagde de concentraties van tucatinib, waardoor de werking van tucatinib kan afnemen. Gelijktijdig
gebruik met een sterke CYP3A-inductor of matige CYP2C8-inductor dient te worden vermeden.
Sterke/matige CYP2C8-remmers
Gelijktijdig gebruik van tucatinib met een sterke CYP2C8-remmer verhoogde de concentraties van
tucatinib, waardoor het risico op toxiciteit als gevolg van tucatinib kan toenemen. Gelijktijdig gebruik
met sterke CYP2C8-remmers dient te worden vermeden (zie rubriek 4.2).
Er zijn geen klinische gegevens over de invloed van gelijktijdig gebruik van matige CYP2C8-remmers
op de concentraties tucatinib. Bij matige CYP2C8-remmers dient de monitoring voor toxiciteit als
gevolg van tucatinib te worden geïntensiveerd.
Informatie over hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat 55,3 mg natrium per dosis van 300 mg. Dit komt overeen met 2,75% van de
aanbevolen maximale dagelijkse inname van natrium voor een volwassene.
Dit geneesmiddel bevat 60,6 mg kalium per dosis van 300 mg. Voorzichtigheid is geboden bij
patiënten met een nierfunctiestoornis of patiënten op een gecontroleerd kaliumdieet (dieet met een
laag kaliumgehalte).
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Tucatinib wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C8. Tucatinib is een op het metabolisme
gebaseerde inactivator van CYP3A en heeft een remmend effect op renale transporteiwitten van
metformine en creatinine. Tucatinib is een substraat van P-gp.
Effecten van andere geneesmiddelen op tucatinib
CYP3A-/CYP2C8-inductoren
Een klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties toonde aan dat gelijktijdige toediening van een
enkelvoudige dosis van 300 mg tucatinib met rifampicine (een sterke CYP3A- en matige
CYP2C8-inductor) leidde tot een verlaging van de concentraties van tucatinib (0,6-voudige C
max
[90%-BI: 0,5; 0,8] en 0,5-voudige AUC [90%-BI: 0,4; 0,6]). Gelijktijdige toediening van tucatinib met
sterke CYP3A- of matige CYP2C8-inductoren, zoals rifampicine, fenytoïne, sint-janskruid of
carbamazepine, moet worden vermeden omdat dit kan leiden tot een verminderde werking van
tucatinib (zie rubriek 4.4).
CYP2C8-remmers
Een klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties toonde aan dat gelijktijdige toediening van een
enkelvoudige dosis van 300 mg tucatinib met gemfibrozil (een sterke CYP2C8-remmer) leidde tot een
verhoging van de concentraties van tucatinib (1,6-voudige C
max
[90%-BI: 1,5; 1,8] en 3,0-voudige
AUC [90%-BI: 2,7; 3,5]). Gelijktijdige toediening van tucatinib met sterke CYP2C8-remmers zoals
gemfibrozil moet worden vermeden omdat dit kan leiden tot een verhoogd risico op toxiciteit als
gevolg van tucatinib (zie rubriek 4.4).
CYP3A-remmers
Een klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties toonde aan dat gelijktijdige toediening van een
enkelvoudige dosis van 300 mg tucatinib met itraconazol (een sterke CYP3A-remmer) leidde tot een
verhoging van de concentraties van tucatinib (1,3-voudige C
max
[90%-BI: 1,2; 1,4] en 1,3-voudige
AUC [90%-BI: 1,3; 1,4]). Een dosisaanpassing is niet nodig.
7
Protonpompremmers
Op basis van klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties dat is uitgevoerd met tucatinib werden
geen geneesmiddelinteracties waargenomen wanneer tucatinib werd gecombineerd met omeprazol
(een protonpompremmer). Een dosisaanpassing is niet nodig.
Effecten van tucatinib op andere geneesmiddelen
CYP3A-substraten
Tucatinib is een sterke CYP3A-remmer. Een klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties toonde
aan dat gelijktijdige toediening van tucatinib met midazolam (een gevoelig CYP3A-substraat) tot een
verhoging van de concentraties van midazolam leidde (3,0-voudige C
max
[90%-BI: 2,6; 3,4] en
5,7-voudige AUC [90%-BI: 5,0; 6,5]). Gelijktijdige toediening van tucatinib met gevoelige
CYP3A-substraten zoals alfentanil, avanafil, buspiron, darifenacine, darunavir, ebastine, everolimus,
ibrutinib, lomitapide, lovastatine, midazolam, naloxegol, saquinavir, simvastatine, sirolimus,
tacrolimus, tipranavir, triazolam en vardenafil kan leiden tot een toegenomen systemische blootstelling
aan deze middelen, waardoor de toxiciteit die gepaard gaat met een CYP3A-substraat kan toenemen.
Gelijktijdig gebruik van tucatinib met CYP3A-substraten, wanneer minimale
concentratieveranderingen kunnen leiden tot ernstige of levensbedreigende toxiciteiten, dient te
worden vermeden. Als gelijktijdig gebruik niet kan worden vermeden, dient de dosering van het
CYP3A-substraat te worden verlaagd in overeenstemming met de SPC van het gelijktijdig gebruikte
geneesmiddel.
P-gp-substraten
Een klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties toonde aan dat gelijktijdige toediening van
tucatinib met digoxine (een gevoelig P-gp-substraat) leidde tot een verhoging van de
digoxineconcentraties (2,4-voudige C
max
[90%-BI: 1,9; 2,9] en 1,5-voudige AUC [90%-BI: 1,3; 1,7]).
Gelijktijdig gebruik van tucatinib met een P-gp-substraat kan leiden tot een verhoging van de
plasmaconcentraties van het P-gp-substraat, wat kan leiden tot verhoogde toxiciteit die gepaard gaat
met het P-gp-substraat. Er dient overwogen te worden de dosis P-gp-substraten (waaronder gevoelige
intestinale substraten zoals dabigatran) te verlagen in overeenstemming met de SPC van het
gelijktijdig gebruikte geneesmiddel en P-gp-substraten dienen met voorzichtigheid te worden
toegediend wanneer minimale concentratieveranderingen kunnen leiden tot ernstige of
levensbedreigende toxiciteiten (zie rubriek 4.4).
CYP2C8-substraten
Een klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties toonde aan dat gelijktijdige toediening van
tucatinib met repaglinide (een CYP2C8-substraat) leidde tot een verhoging van de
repaglinideconcentraties (1,7-voudige C
max
[90%-BI: 1,4; 2,1] en 1,7-voudige AUC [90%-BI: 1,5;
1,9]). Een dosisaanpassing is niet nodig.
MATE1/2-K-substraten
Een klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties toonde aan dat gelijktijdige toediening van
tucatinib met metformine (een MATE1/2-K-substraat) leidde tot een verhoging van de
metformineconcentraties (1,1-voudige C
max
[90%-BI: 1,0; 1,2] en 1,4-voudige AUC [90%-BI: 1,2;
1,5]). Tucatinib verlaagde de renale klaring van metformine zonder enig effect op de GFR, zoals
gemeten met behulp van de klaring van iohexol en cystatine C in serum. Een dosisaanpassing is niet
nodig.
CYP2C9-substraten
Op basis van klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties dat is uitgevoerd met tucatinib werden
geen geneesmiddelinteracties waargenomen wanneer tucatinib werd gecombineerd met tolbutamide
(een gevoelig CYP2C9-substraat). Een dosisaanpassing is niet nodig.
8
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden/Anticonceptie bij mannen en vrouwen
Op basis van bevindingen bij dieren kan tucatinib schadelijke farmacologische effecten veroorzaken
wanneer het wordt toegediend aan vrouwen tijdens de zwangerschap en/of op de foetus/het
pasgeboren kind. Vrouwen die zwanger kunnen worden, moet worden geadviseerd dat ze moeten
vermijden zwanger te worden en dat ze effectieve anticonceptie moeten gebruiken tijdens en
gedurende ten minste 1 week na de behandeling. Mannelijke patiënten met een vrouwelijke partner die
zwanger kan worden, moet ook worden geadviseerd effectieve anticonceptie te gebruiken tijdens en
gedurende ten minste 1 week na de behandeling (zie rubriek 4.4).
Raadpleeg ook rubriek 4.6 van de voorschrijfinformatie voor trastuzumab en capecitabine.
Zwangerschap
Er zijn geen gegevens over het gebruik van tucatinib bij zwangere vrouwen. Uit dieronderzoek is
reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3). TUKYSA mag niet tijdens de zwangerschap worden
gebruikt, tenzij de klinische toestand van de vrouw behandeling met tucatinib noodzakelijk maakt. De
zwangerschapsstatus van vrouwen die zwanger kunnen worden, moet worden gecontroleerd voordat
een behandeling met tucatinib wordt ingesteld. Als de patiënt zwanger wordt tijdens de behandeling,
moet het potentiële gevaar voor de foetus/het pasgeboren kind aan de patiënt worden uitgelegd.
Borstvoeding
Het is niet bekend of tucatinib/metabolieten in de moedermelk wordt/worden uitgescheiden. Risico
voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten. Borstvoeding moet worden gestaakt
tijdens behandeling met TUKYSA. Borstvoeding mag 1 week na de behandeling worden hervat.
Vruchtbaarheid
Er is geen onderzoek naar de vruchtbaarheid bij mannen of vrouwen uitgevoerd. Op basis van
bevindingen afkomstig van dieronderzoek kan tucatinib de vruchtbaarheid verstoren bij vrouwen die
vruchtbaar zijn (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
TUKYSA heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Er moet rekening worden gehouden met de klinische toestand van de patiënt
wanneer de patiënt wordt beoordeeld op het kunnen uitvoeren van taken die inschattingsvermogen,
motorische of cognitieve vaardigheden vergen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest gemelde bijwerkingen van graad 3 en
4 (≥
5%) tijdens behandeling zijn diarree (13%),
ALAT verhoogd (6%) en ASAT verhoogd (5%).
Ernstige bijwerkingen kwamen voor bij 29% van de patiënten die werden behandeld met tucatinib, en
omvatten diarree (4%), braken (3%) en misselijkheid (2%).
Bijwerkingen die leidden tot stopzetting van de behandeling met TUKYSA, kwamen voor bij 6% van
de patiënten; de meest voorkomende bijwerkingen die leidden tot stopzetting van behandeling, waren
diarree (1%) en ALAT verhoogd (1%). Bijwerkingen die leidden tot een dosisverlaging van
TUKYSA, kwamen voor bij 23% van de patiënten; de meest voorkomende bijwerkingen die leidden
tot een dosisverlaging, waren diarree (6%), ALAT verhoogd (5%) en ASAT verhoogd (4%).
9
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De gegevens die in deze rubriek worden samengevat, zijn een weerspiegeling van blootstelling aan
TUKYSA bij 431 patiënten met niet-reseceerbare lokaal gevorderde of gemetastaseerde
HER2-positieve borstkanker die TUKYSA kregen in combinatie met trastuzumab en capecitabine in
twee onderzoeken, HER2CLIMB en ONT-380-005 (zie rubriek 5.1). De mediane duur van
blootstelling aan TUKYSA in deze onderzoeken bedroeg 7,4 maanden (bereik: < 0,1; 43,6).
De bijwerkingen die tijdens behandeling zijn waargenomen, worden in deze rubriek vermeld volgens
frequentiecategorie. Frequentiecategorieën worden als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥
1/10); vaak
(≥
1/100, <
1/10); soms (≥
1/1.000, <
1/100); zelden (≥
1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000);
niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Tabel 4. Bijwerkingen
Systeem/orgaanklasse
Ademhalingsstelsel-,
borstkas- en
mediastinumaandoeningen
Maag-
darmstelselaandoeningen
Huid- en
onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Onderzoeken
Frequentie
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Bijwerking
Bloedneus
Diarree, misselijkheid, braken, stomatitis
1
Rash
2
Artralgie
ASAT verhoogd, ALAT verhoogd, bloed
bilirubine verhoogd
3
, gewichtsafname
1.Stomatitis omvat stomatitis, orofaryngeale pijn, mondulceratie, orale pijn, lipulceratie, glossodynie,
tongblaren, lipblaar, orale dysesthesie, tongulceratie, afte
2.Rash omvat uitslag maculopapulair, uitslag, acneïforme dermatitis, erytheem, uitslag vlekkerig, uitslag papulair,
pustuleuze uitslag, uitslag pruritus, uitslag erythemateus, huidexfoliatie, urticaria, dermatitis allergisch, palmerytheem,
plantair erytheem en huidtoxiciteit
3.Bloed bilirubine verhoogd omvat ook hyperbilirubinemie
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Verhoogd ALAT, ASAT of bilirubine
In HER2CLIMB kwam verhoogd ALAT, ASAT of bilirubine voor bij 41% van de patiënten die
werden behandeld met tucatinib in combinatie met trastuzumab en capecitabine. Voorvallen van
graad 3 en hoger kwamen voor bij 9% van de patiënten. Verhoogd ALAT, ASAT of bilirubine leidde
tot een dosisverlaging bij 9% van de patiënten en tot stopzetting van de behandeling bij 1,5% van de
patiënten. De mediane tijd tot optreden van om het even welke graad van verhoogd ALAT, ASAT of
bilirubine bedroeg 37 dagen; 84% van de voorvallen verdween, met een mediane tijd van 22 dagen tot
verdwijnen van het voorval. Monitoring en een dosisverlaging (waaronder stopzetting van de
behandeling) moeten overwogen worden (zie rubriek 4.4).
Diarree
In HER2CLIMB kwam diarree voor bij 82% van de patiënten die werden behandeld met tucatinib in
combinatie met trastuzumab en capecitabine. Voorvallen van diarree van graad 3 en hoger kwamen
voor bij 13% van de patiënten. Twee patiënten die diarree van graad 4 ontwikkelden zijn daarna
overleden, waarbij diarree heeft bijgedragen aan het overlijden. Bij 6% van de patiënten leidde diarree
tot een dosisverlaging en bij 1% van de patiënten tot stopzetting van de behandeling. De mediane tijd
tot optreden van diarree (enige graad) bedroeg 12 dagen; 81% van de voorvallen van diarree ging
over, met een mediane tijd van 8 dagen tot herstel. Profylactisch gebruik van antidiarrhoica was niet
noodzakelijk. Antidiarrhoica werden gebruikt in minder dan de helft van de behandelingscycli waarin
10
voorvallen van diarree werden gemeld. De mediane duur van gebruik van een antidiarrhoicum bedroeg
3 dagen per cyclus (zie rubriek 4.4).
Verhoogd creatinine zonder nierfunctiestoornis
Stijging van serumcreatinine is waargenomen bij patiënten die werden behandeld met tucatinib en was
het gevolg van het remmend effect op renaal tubulair transport van creatinine zonder effect op de
glomerulaire functie. In klinische onderzoeken kwamen stijgingen van serumcreatinine (gemiddelde
stijging met 30%) voor binnen de eerste cyclus van tucatinib. Serumcreatinine bleef verhoogd, maar
stabiel gedurende de gehele behandeling en de stijging was reversibel bij beëindiging van de
behandeling.
Speciale populaties
Ouderen
In het HER2CLIMB-onderzoek waren 82
patiënten die tucatinib kregen ≥
65 jaar; daarvan waren
8
patiënten ≥
75
jaar. De incidentie van ernstige bijwerkingen was 34% bij patiënten ≥
65 jaar ten
opzichte van 28% bij patiënten < 65
jaar. Er waren te weinig patiënten van ≥
75 jaar om verschillen in
veiligheid te kunnen beoordelen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifiek antidotum en het voordeel van hemodialyse bij de behandeling van overdosering
met tucatinib is niet bekend. In het geval van een overdosering dient de behandeling met tucatinib te
worden onderbroken en dienen algemene ondersteunende maatregelen te worden genomen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: antineoplastische middelen, proteïnekinaseremmers, ATC-code:
L01EH03.
Werkingsmechanisme
Tucatinib is een omkeerbare, sterke en selectieve tyrosinekinaseremmer van HER2. In cellulaire
signaleringsassays is tucatinib > 1.000-voudig selectiever voor HER2 dan voor de epidermale
groeifactorreceptor.
In vitro
heeft tucatinib een remmend effect op de fosforylering van HER2 en
HER3, wat leidt tot remming van neerwaartse celsignalering en celproliferatie, en afsterven van
HER2-gedreven tumorcellen induceert.
In vivo
heeft tucatinib een remmend effect op de groei van
HER2-gedreven tumoren, en de combinatie van tucatinib met trastuzumab vertoonde
in vitro
en
in vivo
een sterkere antitumorwerking dan met één van beide geneesmiddelen alleen.
Farmacodynamische effecten
Elektrofysiologie van het hart
In een TQT-onderzoek bij gezonde proefpersonen hadden meervoudige doses van 300 mg tucatinib
tweemaal daags geen effect op het QTc-interval.
11
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van tucatinib in combinatie met trastuzumab en capecitabine werd geëvalueerd in
een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek met een actieve controle dat
wereldwijd werd uitgevoerd (HER2CLIMB). Patiënten die werden ingesloten, hadden
niet-reseceerbare lokaal gevorderde of gemetastaseerde HER2-positieve borstkanker, met of zonder
hersenmetastasen, en waren voorafgaand behandeld met trastuzumab, pertuzumab of
trastuzumab-emtansine (T-DM1) of met een combinatie ervan in een neoadjuvante, adjuvante of
gemetastaseerde setting. HER2-overexpressie of -amplificatie werd bevestigd door middel van een
analyse door een centraal laboratorium.
Patiënten met hersenmetastasen, waaronder patiënten met niet-behandelde laesies of laesies die
progressie vertoonden, kwamen in aanmerking voor insluiting in het onderzoek, op voorwaarde dat ze
neurologisch stabiel waren en geen onmiddellijke bestraling of chirurgische ingreep van de hersenen
vereisten. Patiënten die onmiddellijk een plaatselijke interventie nodig hadden, konden lokale
behandeling krijgen en vervolgens in het onderzoek worden opgenomen. In het onderzoek werden
patiënten opgenomen met niet-behandelde hersenmetastasen en patiënten met wel behandelde
hersenmetastasen die ofwel stabiel waren of progressie vertoonden sinds de laatste bestraling of
chirurgische ingreep van de hersenen. Patiënten werden uitgesloten van het onderzoek als ze
< 28 dagen vóór de eerste dosis van de onderzoeksbehandeling systemische corticosteroïden (in totaal
2 mg dexamethason of equivalent per dag) kregen voor het onder controle brengen van symptomen
van metastasen van het centraal zenuwstelsel. Ook patiënten met een leptomeningeale aandoening
werden uitgesloten van het onderzoek. Patiënten die voorafgaand waren behandeld met
HER2-tyrosinekinaseremmers, werden uitgesloten, met uitzondering van patiënten die gedurende
21 dagen lapatinib kregen en bij wie deze behandeling werd stopgezet om andere redenen dan
ziekteprogressie of ernstige toxiciteit. Voor patiënten met hormoonreceptor-positieve tumoren was
endocriene therapie niet toegestaan als concomitante therapie, met uitzondering van gonadotropine-
‘releasing’ hormoon-agonisten die werden gebruikt voor ovariumsuppressie bij premenopauzale
vrouwen.
In totaal werden 612 patiënten gerandomiseerd in een verhouding van 2:1 naar tucatinib in combinatie
met trastuzumab en capecitabine (N=410) of placebo in combinatie met trastuzumab en capecitabine
(N=202). Randomisatie was gestratificeerd volgens de aanwezigheid of voorgeschiedenis van
hersenmetastasen (ja
versus
nee),
Eastern Cooperative Oncology Group
(ECOG)-performancestatus
(0
versus
1) en regio (VS, Canada of de rest van de wereld).
De demografische gegevens van patiënten was evenwichtig tussen beide behandelingsgroepen. De
mediane leeftijd was 54 jaar (bereik: 25 tot 82); 116 patiënten (19%) waren 65 jaar of ouder.
444 patiënten waren Kaukasisch (73%) en 607 waren vrouwen (99%). Er waren 314 patiënten (51%)
met een ECOG-performancestatus van 1 en 298 patiënten (49%) met een ECOG-performancestatus
van 0. Zestig procent had een oestrogeen- en/of progesteronreceptorpositieve ziekte. Achtenveertig
procent van de patiënten had aanwezigheid of voorgeschiedenis van hersenmetastasen; van hen had
23% niet-behandelde hersenmetastasen, 40% had behandelde maar stabiele hersenmetastasen en 37%
had behandelde maar radiologisch progressieve hersenmetastasen. Bovendien had 49% van de
patiënten longmetastasen, 35% had levermetastasen en 14% had huidmetastasen. Patiënten hadden
mediaan 4 (bereik: 2 tot 17) voorafgaande systemische therapielijnen en mediaan 3 (bereik: 1 tot 14)
voorafgaande systemische therapielijnen in de gemetastaseerde setting. Alle patiënten hadden
voorafgaand op trastuzumab gebaseerde behandelingen en trastuzumab-emtansine gekregen, terwijl
alle patiënten, behalve twee, voorafgaand een op pertuzumab gebaseerde behandeling hadden
gekregen.
Tucatinib of placebo, 300 mg oraal tweemaal daags, werd toegediend tot ziekteprogressie of
onaanvaardbare toxiciteit. Trastuzumab werd intraveneus toegediend als een oplaaddosis van 8 mg/kg
op dag 1 van cyclus 1, gevolgd door een onderhoudsdosis van 6 mg/kg op dag 1 van elke
daaropvolgende cyclus van 21 dagen. Een andere doseringsoptie voor trastuzumab was een vaste dosis
van 600 mg die subcutaan werd toegediend op dag 1 van elke cyclus van 21 dagen. Capecitabine,
1.000 mg/m
2
oraal tweemaal daags, werd toegediend op dag 1 tot en met 14 van elke cyclus van
21 dagen.
12
Het primaire eindpunt was progressievrije overleving (progression-free
survival,
PFS) met
geblindeerde, onafhankelijke centrale beoordeling (blinded
independent central review,
BICR) bij de
eerste 480 gerandomiseerde patiënten. Bij deze populatie bedroeg de mediane duur van blootstelling
aan tucatinib 7,3 maanden (bereik: < 0,1; 35,1) voor patiënten in de groep van tucatinib + trastuzumab
+ capecitabine vergeleken met 4,4 maanden (bereik: < 0,1; 24,0) voor placebo voor patiënten in de
groep van placebo + trastuzumab + capecitabine. Voor blootstelling aan trastuzumab en capecitabine
zijn vergelijkbare verschillen waargenomen.
Secundaire eindpunten werden bij alle gerandomiseerde patiënten (N=612) geëvalueerd en omvatten
totale overleving (overall
survival,
OS), PFS bij patiënten met een voorgeschiedenis of aanwezigheid
van hersenmetastasen (PFS
hersenmet
) en bevestigd objectief responspercentage (objective
response rate,
ORR).
Werkzaamheidsresultaten worden samengevat in tabel 5 en figuur 1 tot en met 3.
De resultaten voor de primaire en belangrijkste secundaire eindpunten waren consistent voor alle
vooraf gespecificeerde subgroepen: hormoonreceptorstatus, aanwezigheid of voorgeschiedenis van
hersenmetastasen, ECOG-status en regio. PFS, zoals bepaald door de onderzoeker, was consistent met
PFS, zoals beoordeeld met de BICR.
13
Tabel 5. Werkzaamheidsresultaten van het HER2CLIMB-onderzoek
Tucatinib + trastuzumab +
Placebo + trastuzumab +
capecitabine
capecitabine
PFS
1
N=320
N=160
Aantal voorvallen (%)
Hazardratio
(95%-BI)
2
P-waarde
3
Mediaan (maanden) (95%-BI)
OS
Aantal gevallen van overlijden,
n (%)
Hazardratio
(95%-BI)
2
P-waarde
3
Mediane OS, maanden (95%-BI)
PFS
hersenmet4
Aantal voorvallen (%)
Hazardratio
(95%-BI)
2
P-waarde
3
Mediaan (maanden) (95%-BI)
Bevestigde ORR voor patiënten
met meetbare ziekte
ORR (95%-BI)
5
P-waarde
6
CR (%)
PR (%)
DOR
Mediane DOR in maanden
(95%-BI)
7
178 (56)
0,54 (0,42; 0,71)
< 0,00001
7,8 (7,5; 9,6)
N=410
130 (32)
0,66 (0,50; 0,87)
0,00480
21,9 (18,3; 31,0)
N=198
106 (53,5)
0,48 (0,34; 0,69)
< 0,00001
7,6 (6,2; 9,5)
N=340
40,6 (35,3; 46,0)
0,00008
3 (0,9)
135 (39,7)
8,3 (6,2; 9,7)
2 (1,2)
37 (21,6)
6,3 (5,8; 8,9)
5,4 (4,1; 5,7)
N=171
22,8 (16,7; 29,8)
17,4 (13,6; 19,9)
N=93
51 (54,8)
5,6 (4,2; 7,1)
N=202
85 (42)
97 (61)
BICR =
blinded independent central review
(geblindeerde, onafhankelijke, centrale beoordeling);
BI = betrouwbaarheidsinterval; PFS =
progression-free survival
(progressievrije overleving); OS =
overall survival
(totale
overleving); ORR =
objective response rate
(objectief responspercentage); CR = complete respons; PR = partiële respons;
DOR =
duration of response
(duur van respons).
1. Primaire analyse van PFS uitgevoerd bij de eerste 480 gerandomiseerde patiënten. PFS op basis van
Kaplan-Meier-analyses.
2.
Hazardratio
en 95%-betrouwbaarheidsintervallen zijn gebaseerd op het gestratificeerde proportionele
risico-regressiemodel van Cox met controle voor stratificatiefactoren (aanwezigheid of voorgeschiedenis van
hersenmetastasen,
Eastern Cooperative Oncology Group
(ECOG)-status en regio in de wereld)
3. Tweezijdige p-waarde op basis van de herrandomisatieprocedure met controle voor stratificatiefactoren
4. De analyse omvat patiënten met een voorgeschiedenis of aanwezigheid van parenchymale hersenmetastasen in de
uitgangssituatie, met inbegrip van doellaesies en laesies die geen doel zijn. Omvat geen patiënten met alleen durale
laesies.
5. Tweezijdig, exact 95%-betrouwbaarheidsinterval, berekend met de Clopper-Pearson-methode
6. Cochran-Mantel-Haenszel-test met controle voor stratificatiefactoren (aanwezigheid of voorgeschiedenis van
hersenmetastasen,
Eastern Cooperative Oncology Group
(ECOG)-status en regio in de wereld)
7. Berekend met de complementaire log-log-transformatiemethode
14
Figuur 1. Kaplan-Meier-curves van progressievrije overleving (volgens BICR)
Progressievrije overleving (%)
TUC+Tras+Cape
Pbo+Tras+Ca
Aantal dat risico loopt
TUC+Tras+Cape
Pbo+Tras+Cape
Maanden sinds randomisatie
Figuur 2. Kaplan-Meier-curves van totale overleving
Totale overleving (%)
TUC+Tras+Cape
Pbo+Tras+Cape
Aantal dat risico loopt
TUC+Tras+Cape
Pbo+Tras+Cape
Maanden sinds randomisatie
15
Figuur 3. Kaplan-Meier-curves van progressievrije overleving (volgens BICR) bij patiënten met
hersenmetastasen
Progressievrije overleving (%)
Pbo+Tras+Cape
TUC+Tras+Cape
Aantal dat risico loopt
TUC+Tras+Cape
Pbo+Tras+Cape
Pediatrische patiënten
Maanden sinds randomisatie
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met TUKYSA in alle subgroepen van pediatrische
patiënten met maligne borstneoplasmata (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Blootstelling aan tucatinib in plasma (AUC
inf
en C
max
) toonde dosisproportionele stijgingen bij orale
doses van 50 mg tot 300 mg (0,17 maal tot 1 maal de aanbevolen dosis). Tucatinib vertoonde een
1,7-voudige accumulatie voor AUC en een 1,5-voudige accumulatie voor C
max
na toediening van
300 mg tucatinib tweemaal daags gedurende 14 dagen. De tijd tot
steady-state
bedroeg ongeveer
4 dagen.
Absorptie
Na een enkelvoudige orale dosis van 300 mg tucatinib bedroeg de mediane tijd tot
piekplasmaconcentratie ongeveer 2,0 uur (bereik: 1,0 tot 4,0 uur).
Effecten van voedsel
Na toediening van een enkelvoudige dosis tucatinib aan 11 proefpersonen na een vetrijke maaltijd
(ongeveer 58% vet, 26% koolhydraten en 16% eiwitten) steeg de gemiddelde AUC
inf
1,5-voudig, de
T
max
verschoof van 1,5 uur naar 4,0 uur, en de C
max
bleef ongewijzigd. Het effect van voedsel op de
farmacokinetiek van tucatinib had geen klinische betekenis, waardoor tucatinib zonder inachtneming
van voedsel kan worden toegediend.
16
Distributie
Het klaarblijkelijke distributievolume van tucatinib was ongeveer 1.670 l bij gezonde proefpersonen
na een enkelvoudige dosis van 300 mg. De binding aan plasma-eiwit bedroeg 97,1% bij klinisch
relevante concentraties.
Biotransformatie
Tucatinib wordt hoofdzakelijk gemetaboliseerd door CYP2C8 en in mindere mate via CYP3A en
aldehydeoxidase.
In-vitro-onderzoeken naar geneesmiddelinteracties
Tucatinib is een substraat van CYP2C8 en CYP3A.
Tucatinib is een omkeerbare remmer van CYP2C8 en CYP3A en een tijdsgebonden remmer van
CYP3A, bij klinisch relevante concentraties.
Tucatinib heeft in geringe mate een remmend effect op CYP1A2, CYP2B6, CYP2C9, CYP2C19,
CYP2D6 en UGT1A1, bij klinisch relevante concentraties.
Tucatinib is een substraat van P-gp en BCRP. Tucatinib is geen substraat van OAT1, OAT3, OCT1,
OCT2, OATP1B1, OATP1B3, MATE1, MATE2-K en BSEP.
Tucatinib heeft een remmend effect op MATE1/MATE2-K-gemedieerd transport van metformine en
OCT2/MATE1-gemedieerd transport van creatinine. De waargenomen stijging van serumcreatinine in
klinisch onderzoek met tucatinib is het gevolg van het remmende effect op de tubulaire secretie van
creatinine via OCT2 en MATE1.
Eliminatie
Na een enkelvoudige orale dosis van 300 mg wordt tucatinib bij gezonde proefpersonen uit plasma
geklaard met een gemiddelde halfwaardetijd van ongeveer 8,5 uur en een schijnbare klaring van
148 l/uur.
Uitscheiding
Tucatinib wordt voornamelijk uitgescheiden via de lever en de gal en wordt in verwaarloosbare mate
uitgescheiden via de nieren. Na een enkelvoudige orale dosis van 300 mg
14
C-tucatinib werd ongeveer
85,8% van de totale radioactief gelabelde dosis aangetroffen in feces (15,9% van de toegediende dosis
als ongewijzigd tucatinib) en 4,1% in de urine, waarbij in totaal 89,9% binnen 312 uur na toediening
van de dosis werd aangetroffen. In plasma was ongeveer 75,6% van de radioactiviteit in plasma
ongewijzigd, 19% werd toegeschreven aan geïdentificeerde metabolieten en ongeveer 5% kon niet
worden toegeschreven.
Speciale populaties
Op basis van een farmacokinetische populatieanalyse volgens demografische kenmerken hadden
leeftijd (< 65 jaar [N=211];
65 jaar [N=27]), albumine (25,0 tot 52,0 g/l), creatinineklaring (CrCl
60 tot 89 ml/min [N=89]; CrCl 30 tot 59 ml/min [N=5]), lichaamsgewicht (40,7 tot 138,0 kg) en ras
(Kaukasisch [N=168], negroïde [N=53] of Aziatisch [N=10]) geen klinisch betekenisvol effect op
blootstelling aan tucatinib. Er zijn geen gegevens over proefpersonen met een ernstige
nierfunctiestoornis.
Nierfunctiestoornis
De farmacokinetiek van tucatinib is niet geëvalueerd in een specifiek onderzoek naar
nierfunctiestoornissen.
Leverfunctiestoornis
Een lichte (Child-Pugh A) en matige (Child-Pugh B) leverfunctiestoornis had geen klinisch relevant
effect op blootstelling aan tucatinib. De AUC
inf
van tucatinib vertoonde een 1,6-voudige verhoging bij
proefpersonen met een ernstige (Child-Pugh C) leverfunctiestoornis ten opzichte van proefpersonen
17
met een normale leverfunctie. Er zijn geen gegevens over borstkankerpatiënten met een ernstige
leverfunctiestoornis.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er is geen onderzoek naar carcinogeniciteit uitgevoerd met tucatinib.
Tucatinib was niet clastogeen of mutageen in de gebruikelijke reeks genotoxiciteitsassays.
In onderzoek naar toxiciteit bij herhaalde dosering bij ratten werden verminderd aantal corpora
lutea/corpusluteumcyste, toegenomen interstitiële cellen van de eileider, atrofie van de uterus en
mucificatie van de vagina waargenomen bij doses
van ≥
6 mg/kg/dag tweemaal daags toegediend, wat
overeenkomt met 0,09 maal de humane blootstelling op basis van de AUC
0-12
bij de aanbevolen dosis.
Er zijn geen histologische effecten waargenomen op het mannelijke of vrouwelijke
voortplantingsstelsel bij cynomolgus-apen of op het mannelijke voortplantingsstelsel bij ratten bij
doses die leidden tot blootstellingen tot 8 maal (bij apen) of 13 maal (bij ratten) de humane
blootstelling bij de aanbevolen dosis op basis van de AUC
0-12
.
Bij ratten en konijnen werden onderzoeken naar de embryofoetale ontwikkeling uitgevoerd. Bij
drachtige konijnen werden bij ≥
90 mg/kg/dag toegenomen resorpties, afgenomen percentages van
levende foetussen, en skelet-, viscerale en uitwendige misvormingen waargenomen bij foetussen; bij
deze dosis komt de blootstelling van het moederdier ongeveer overeen met de humane blootstelling bij
de aanbevolen dosis op basis van de AUC. Bij drachtige ratten werden een verminderd
lichaamsgewicht bij het moederdier en een toegenomen lichaamsgewicht waargenomen bij doses van
90 mg/kg/dag. Bij de foetus werden effecten van verminderd gewicht en vertraagde ossificatie
waargenomen bij ≥
120 mg/kg/dag; bij deze dosis is de blootstelling van het moederdier ongeveer
6-voudig hoger dan de humane blootstelling bij de aanbevolen dosis op basis van de AUC.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern
Copovidon (E1208)
Crospovidon (E1202)
Natriumchloride
Kaliumchloride (E508)
Natriumwaterstofcarbonaat (E500)
Colloïdaal watervrij siliciumdioxide (E551)
Magnesiumstearaat
Microkristallijne cellulose
Filmomhulling
Poly(vinylalcohol) (E1203)
Titaandioxide (E171)
Macrogol 4000 (E1521)
Talk (E553b)
Geel ijzeroxide (E172)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
2 jaar.
Houdbaarheid
18
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Blisterverpakking van OPA/Al/PVC verzegeld met aluminiumfolie.
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
Elke doos bevat 88 filmomhulde tabletten (11 blisterverpakkingen met elk 8 tabletten).
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
Elke doos bevat 84 filmomhulde tabletten (21 blisterverpakkingen met elk 4 tabletten).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Seagen B.V.
Evert van de Beekstraat 1-104
1118CL Schiphol
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten: EU/1/20/1526/001
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten: EU/1/20/1526/002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
11 februari 2021
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
19
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN
HET GENEESMIDDEL
D.
20
A.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Seagen B.V.
Evert van de Beekstraat 1-104
1118CL Schiphol
Nederland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst
met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7
van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het
Europese webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
21
Verplichting tot het nemen van maatregelen na toekenning van de handelsvergunning
De vergunninghouder moet binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen nakomen:
Beschrijving
Studie naar de effectiviteit uitgevoerd na verlening van de handelsvergunning
(Post-authorisation
efficacy study,
PAES):
Om de werkzaamheid van tucatinib in combinatie met trastuzumab en
capecitabine verder te onderzoeken voor de behandeling van volwassen patiënten
met HER2-positieve, lokaal gevorderde of gemetastaseerde borstkanker, die ten
minste 2 voorafgaande anti-HER2-behandelschema’s hebben gekregen, dient de
vergunninghouder de uiteindelijke analyse voor OS en PFS van onderzoek
HER2CLIMB in te dienen.
Uiterste
datum
30 juni 2023
22
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
23
A. ETIKETTERING
24
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
tucatinib
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg tucatinib.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat natrium en kalium. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tabletten
88 filmomhulde tabletten.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
25
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Seagen B.V.
Evert van de Beekstraat 1-104
1118CL Schiphol
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1526/001
13.
Lot
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
TUKYSA 50 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
26
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
tucatinib
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Seagen B.V.
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
27
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
tucatinib
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg tucatinib.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat natrium en kalium. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tabletten
84 filmomhulde tabletten.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
28
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Seagen B.V.
Evert van de Beekstraat 1-104
1118CL Schiphol
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1526/002
13.
Lot
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
TUKYSA 150 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
29
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
tucatinib
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Seagen B.V.
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
30
B. BIJSLUITER
31
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
tucatinib
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is TUKYSA en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is TUKYSA en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is TUKYSA?
TUKYSA is een geneesmiddel tegen borstkanker. Het bevat de werkzame stof tucatinib. Het behoort
tot een groep geneesmiddelen die proteïnekinaseremmers worden genoemd. Proteïnekinaseremmers
voorkomen dat bepaalde types kankercellen in het lichaam gaan groeien.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
TUKYSA wordt gebruikt voor volwassenen die borstkanker hebben die:
-
-
-
op de kankercellen een receptor (doel) heeft, humane epidermale groeifactorreceptor 2
genaamd (HER2-positieve borstkanker);
verder dan de oorspronkelijke tumor is uitgezaaid, naar andere organen is uitgezaaid zoals de
hersenen, of niet met een operatieve ingreep kan worden verwijderd;
eerder is behandeld met bepaalde andere behandelingen tegen borstkanker.
U moet TUKYSA samen met twee andere geneesmiddelen tegen kanker,
trastuzumab
en
capecitabine,
gebruiken. Voor die geneesmiddelen zijn er afzonderlijke bijsluiters voor de patiënt beschikbaar.
Vraag
uw arts
u er meer informatie over te geven.
32
Hoe werkt dit middel?
De werking van TUKYSA vindt plaats door blokkering van de HER2-receptoren op kankercellen.
HER2 produceert signalen waardoor de kanker kan groeien. Door HER2 te blokkeren, kan de groei
van kankercellen worden vertraagd of gestopt, of de kankercellen volledig worden vernietigd.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt als u leverproblemen heeft. Tijdens uw
behandeling voert uw arts tests uit om te controleren dat uw lever goed werkt.
Dit middel kan ernstige diarree veroorzaken. Bij het eerste teken van diarree moet u onmiddellijk
contact opnemen met uw arts.
Wanneer een zwangere vrouw dit middel inneemt, kan het zijn dat het schadelijk is voor de
ongeboren baby. Denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Vertel dat dan aan uw arts
voordat u dit middel gebruikt. Zie de rubriek over ‘Zwangerschap en borstvoeding’ hieronder.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit middel mag niet worden gebruikt bij kinderen en jongeren jonger dan 18 jaar. De veiligheid van dit
middel en hoe doeltreffend het is, zijn niet onderzocht bij deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Neemt u naast TUKYSA nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts
of apotheker.
Sommige geneesmiddelen kunnen een invloed hebben op de werking van TUKYSA en TUKYSA kan
een invloed hebben op de werking van sommige geneesmiddelen. Dit geldt voor onder andere
geneesmiddelen uit de volgende groepen:
sint-janskruid – een kruidenproduct om depressie te behandelen
itraconazol, ketoconazol, voriconazol, posaconazol – worden gebruikt om schimmelinfecties te
behandelen
rifampicine – wordt gebruikt om bacteriële infecties te behandelen
darunavir, saquinavir, tipranavir – worden gebruikt om hiv te behandelen
fenytoïne, carbamazepine – worden gebruikt om epilepsie of een pijnlijke aandoening van het
gezicht (trigeminus neuralgie genaamd) te behandelen of om een ernstige stemmingsstoornis
onder controle te brengen wanneer andere geneesmiddelen niet werken
buspiron – wordt gebruikt om bepaalde problemen met de geestelijke gezondheid te behandelen
sirolimus, tacrolimus – worden gebruikt om na een transplantatie de natuurlijke afweer
(immuunrespons) van uw lichaam te regelen
digoxine – wordt gebruikt om hartproblemen te behandelen
lomitapide, lovastatine – worden gebruikt om afwijkende cholesterolwaarden te behandelen
alfentanil – wordt gebruikt voor pijnverlichting
avanafil, vardenafil – worden gebruikt om erectiestoornissen te behandelen
darifenacine – wordt gebruikt om urine-incontinentie te behandelen
midazolam, triazolam – worden gebruikt om epileptische aanvallen, angststoornissen, paniek,
opgewondenheid (agitatie) en slapeloosheid te behandelen
33
repaglinide – een antihistaminicum dat wordt gebruikt om type 2-diabetes te behandelen
ebastine – wordt gebruikt om seizoens- en chronische allergische rinitis en
rinoconjunctivitis te behandelen
everolimus, ibrutinib – worden gebruikt om bepaalde kankersoorten te behandelen
naloxegol – wordt gebruikt om verstopping (constipatie) te behandelen
Zwangerschap en borstvoeding
Wanneer een zwangere vrouw dit middel inneemt, kan het een schadelijk effect hebben op de ongeboren
baby. Uw arts zal een zwangerschapstest doen voordat u dit middel gaat gebruiken.
Bent u
zwanger, denkt u zwanger te zijn
of
wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts
voordat u dit geneesmiddel gebruikt. De arts zal het mogelijke voordeel voor u afwegen
tegen het risico voor de ongeboren baby.
U moet een betrouwbare anticonceptiemethode gebruiken
om te voorkomen dat u zwanger
wordt tijdens uw behandeling met dit middel en tot ten minste 1 week na de laatste dosis.
Als u een man bent en een vrouwelijke seksuele partner heeft die zwanger kan worden,
moet u een betrouwbare anticonceptiemethode gebruiken
om een zwangerschap te
vermijden tijdens uw behandeling met dit middel en tot ten minste 1 week na de laatste dosis.
Als u
zwanger wordt
tijdens behandeling met dit middel, moet u
contact opnemen met uw arts.
De arts zal het mogelijke voordeel voor u van voortzetting van behandeling met dit geneesmiddel
afwegen tegen het risico voor de ongeboren baby.
Het is niet bekend of dit middel in de moedermelk terechtkomt.
Als u
borstvoeding geeft
of
borstvoeding wilt geven, neem dan contact op met uw arts
voordat
u dit geneesmiddel gebruikt. Tijdens behandeling met dit middel en tot ten minste 1 week na de
laatste dosis mag u geen borstvoeding geven. Neem contact op met uw arts voor de beste manier
om uw baby te voeden tijdens uw behandeling.
Neem contact op met uw arts of apotheker
voor advies voordat u dit middel inneemt als u vragen
heeft.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit middel heeft naar verwachting geen invloed op uw rijvaardigheid of uw vermogen om machines te
bedienen. Het is echter uw verantwoordelijkheid om te beslissen of u een motorvoertuig kunt besturen of
andere taken kunt uitvoeren die een groot concentratievermogen vergen.
TUKYSA bevat natrium en kalium
Dit middel bevat 55,3 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) per dosis van
300 mg. Dit komt overeen met 2,75% van de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid natrium in de
voeding voor een volwassene.
Dit middel bevat 60,6 mg kalium per dosis van 300 mg. Patiënten met een verminderde nierfunctie of
patiënten op een gecontroleerd kaliumdieet moeten hier rekening mee houden.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het
juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosering
De aanbevolen dosering is 300 mg (twee tabletten van 150 mg) via de mond, tweemaal per dag.
Het is mogelijk dat uw arts uw dosis TUKYSA verandert als u bepaalde bijwerkingen heeft. Om een
lagere dosis mogelijk te maken, is het mogelijk dat uw arts tabletten van 50 mg voorschrijft.
34
Wijze van toediening
U kunt TUKYSA met voedsel of tussen maaltijden innemen.
U moet de tabletten in hun geheel doorslikken, één voor één.
U moet elke dosis met een tussenperiode van ongeveer 12 uur innemen, elke dag op ongeveer
dezelfde tijdstippen.
U mag niet kauwen op de tabletten en de tabletten niet verkruimelen.
U mag geen extra dosis innemen als u na inname van Tukysa moet overgeven. U moet zich aan het
schema houden en de volgende dosis op het geplande tijdstip innemen.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Neem onmiddellijk contact op met een arts of apotheker. Toon hen de verpakking, indien mogelijk.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem geen dubbele dosis
om een vergeten dosis in te halen. Neem gewoon de volgende dosis op het
geplande tijdstip in.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Behandeling met TUKYSA is een langdurige behandeling. U moet dit middel gedurende de hele
behandeling blijven innemen.
U mag de inname van dit middel niet stoppen
zonder uw arts te hebben
gesproken.
Tijdens uw behandeling met dit middel
Afhankelijk van de bijwerkingen die u heeft, is het mogelijk dat uw arts uw dosis wil verlagen of
uw behandeling tijdelijk wil stoppen.
Uw arts zal tijdens uw behandeling met dit middel ook uw leverfunctie controleren.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. De volgende bijwerkingen kunnen voorkomen bij het gebruik van dit geneesmiddel.
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers):
diarree;
misselijkheid;
overgeven;
pijnlijke vlekjes in de mond (aften), ontsteking van de mond, zweertjes in de mond;
leverproblemen, die kunnen leiden tot jeuk, gele verkleuring van de ogen en de huid, donkere
urine en pijn of ongemak rechts in de bovenbuik;
huiduitslag;
gewrichtspijn;
gewichtsverlies;
bloedneus.
Vertel het uw arts of apotheker
als u bijwerkingen opmerkt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons
helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
35
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de
blisterverpakking en de doos. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De
werkzame stof
in dit middel is tucatinib. Elke filmomhulde tablet bevat ofwel 50 mg, of 150 mg
tucatinib.
De andere stoffen in dit middel zijn:
Tabletkern - copovidon, crospovidon, natriumchloride, kaliumchloride,
natriumwaterstofcarbonaat, colloïdaal watervrij silicium, magnesiumstearaat, microkristallijne
cellulose (zie rubriek 2 ‘TUKYSA bevat natrium en kalium’).
Filmomhulling – poly(vinylalcohol), titaandioxide, macrogol, talk, geel ijzeroxide.
Hoe ziet TUKYSA eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten zijn rond, geel, met de inscriptie ‘TUC’ op één zijde en ‘50’ op
de andere zijde.
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten zijn ovaal, geel, met de inscriptie ‘TUC’ op één zijde en ‘150’
op de andere zijde.
TUKYSA wordt geleverd in blisterverpakkingen van aluminiumfolie. Elke verpakking bevat:
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
88 tabletten (11 blisterverpakkingen met elk 8 tabletten).
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
84 tabletten (21 blisterverpakkingen met elk 4 tabletten).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Seagen B.V.
Evert van de Beekstraat 1-104
1118CL Schiphol
Nederland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
36
België/Belgique/Belgien
Seagen B.V. (Nederland/Pays-Bas/Niederlande)
Tél/Tel: +32 7848 27 51
България
Swixx Biopharma EOOD
Teл.: +359 2 4942 480
Česká republika
Swixx Biopharma s.r.o.
Tel: +420 242 434 222
Danmark
Seagen Denmark ApS
Tlf: +45 89 88 83 53
Deutschland
Seagen Germany GmbH
Tel: +49 893 803 6915
Eesti
Swixx Biopharma OÜ
Tel: +372 640 1030
Ελλάδα
ΓΕΝΕΣΙΣ ΦΑΡΜΑ Α.Ε
Τηλ:
+30 210 87 71 500
España
Seagen Spain S.L.U.
Tel: (+34) 919 011 012
France
Seagen France SAS
Tél: +33 184 88 80 69
Hrvatska
Swixx Biopharma d.o.o.
Tel: +385 1 2078 500
Ireland
Seagen B.V. (Netherlands)
Tel: +353 1903 9713
Ísland
Seagen B.V. (Holland)
Sími: +354 539 0641
Italia
Seagen Italy S.r.l.
Tel: (+39) 02 82952389
Lietuva
Swixx Biopharma UAB
Tel: +370 5 236 9140
Luxembourg/Luxemburg
Seagen B.V. (Pays-Bas/Niederlande)
Tél/Tel: +352 27 867 570
Magyarország
Swixx Biopharma Kft.
Tel.: +36 1 9206 550
Malta
Genesis Pharma (Cyprus) Ltd (Ċipru/Cyprus)
Tel: +357 22 765715
Nederland
Seagen B.V.
Tel: +31 202 419041
Norge
Seagen B.V. (Nederland)
Tlf: +45 89 88 83 53
Österreich
Seagen B.V. (Niederlande)
Tel: (+43) 720 778105
Polska
Swixx Biopharma Sp.z o.o.
Tel.: +48 22 460 07 20
Portugal
Seagen B.V. (Países Baixos)
Tel: (+351) 211 451 261
România
Swixx Biopharma S.R.L.
Tel: +40 371 530 850
Slovenija
Swixx Biopharma d.o.o.
Tel: +386 1 2355 100
Slovenská republika
Swixx Biopharma s.r.o.
Tel: +421 2 20833 600
Suomi/Finland
Seagen B.V. (Alankomaat/Nederländerna)
Puh/Tel: +358 753 252 569
37
Κύπρος
Genesis Pharma (Cyprus) Ltd
Τηλ:
+357 22 765715
Latvija
Swixx Biopharma SIA
Tel: +371 6 6164 750
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Sverige
Seagen B.V. (Nederländerna)
Tel: (+46) 108 885 437
United Kingdom (Northern Ireland)
Seagen B.V. (Netherlands)
Tel: +44 330 818 0490
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
38

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg tucatinib
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg tucatinib
Hulpstoffen met bekend effect
Elke filmomhulde tablet van 150 mg bevat 27,64 mg natrium en 30,29 mg kalium.
Een dosis TUKYSA bevat 55,3 mg natrium en 60,6 mg kalium.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
Ronde, gele, filmomhulde tablet, met de inscriptie `TUC' aan één zijde en `50' aan de andere zijde. De
tablet van 50 mg heeft een diameter van ongeveer 8 mm.
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
Ovaalvormige, gele, filmomhulde tablet, met de inscriptie `TUC' aan één zijde en `150' aan de andere
zijde. De tablet van 150 mg is ongeveer 17 mm lang en 7 mm breed.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
TUKYSA is geïndiceerd in combinatie met trastuzumab en capecitabine voor de behandeling van
volwassen patiënten met HER2-positieve, lokaal gevorderde of gemetastaseerde borstkanker, die ten
minste 2 voorafgaande anti-HER2-behandelschema's hebben gekregen.

4.2 Dosering en wijze van toediening
Behandeling met TUKYSA dient te worden gestart door en onder het toezicht te staan van een arts die
ervaring heeft in de toediening van geneesmiddelen tegen kanker.

De aanbevolen dosis is 300 mg tucatinib (twee tabletten van 150 mg) die tweemaal daags continu
moeten worden ingenomen in combinatie met trastuzumab en capecitabine, in doses die beschreven
worden in tabel 1. Raadpleeg voor aanvullende informatie de Samenvatting van de productkenmerken
(SPC) voor het gelijktijdig toegediende trastuzumab en capecitabine. De componenten van de
behandeling kunnen in willekeurige volgorde worden toegediend.

Tabel
1: Aanbevolen dosering
Tijdstip t.o.v.
Behandeling
Dosis
Behandelingsdagen inname van voedsel
Tucatinib
300 mg oraal
tweemaal daags
Continu
Met of zonder een
maaltijd
Capecitabine
1.000 mg/m2 oraal
Dag 1 tot en met 14
Binnen 30 minuten
tweemaal daags
elke 21 dagen
na een maaltijd
Trastuzumab

Intraveneuze dosering

Aanvangsdosis
8 mg/kg intraveneus
Dag 1
Daaropvolgende doses 6 mg/kg intraveneus
Elke 21 dagen
Niet van toepassing
OF

Subcutane dosering
600 mg subcutaan
Elke 21 dagen
Behandeling met TUKYSA moet worden voortgezet tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.
Overgeslagen dosis
Wanneer een dosis is overgeslagen, dient de patiënt de volgende dosis op het gebruikelijke, geplande
tijdstip in te nemen.
Aanpassing van de dosis
De aanbevolen aanpassingen van de dosis tucatinib voor patiënten met bijwerkingen (zie rubriek 4.8)
worden gegeven in tabel 2 en 3. Raadpleeg de SPC voor gelijktijdig toegediend trastuzumab en
capecitabine voor dosisaanpassingen als vermoed wordt dat toxiciteiten het gevolg zijn van die
therapieën.

Tabel 2: Aanbevolen dosisverlagingen van tucatinib in geval van bijwerkingen
Dosisniveau
Dosis tucatinib
Aanbevolen startdosis
300 mg tweemaal daags
Eerste dosisverlaging
250 mg tweemaal daags
Tweede dosisverlaging
200 mg tweemaal daags
Derde dosisverlaging
150 mg tweemaal daags1
1. TUKYSA dient definitief te worden stopgezet bij patiënten die 150 mg oraal tweemaal daags niet kunnen verdragen.

Bijwerking
Ernst1
Doseringsaanpassing tucatinib
Diarree
Graad 1 en 2
Een dosisaanpassing is niet nodig.
Graad 3 zonder
Passende medische therapie instellen of
antidiarreebehandeling
intensifiëren. De behandeling met tucatinib
onderbreken tot herstel tot graad 1, daarna
de behandeling met tucatinib hervatten op
hetzelfde dosisniveau.
Graad 3 met
Passende medische therapie instellen of
antidiarreebehandeling
intensifiëren. De behandeling met tucatinib
onderbreken tot herstel tot graad 1, daarna
de behandeling met tucatinib hervatten op het
volgende lagere dosisniveau.
Graad 4
De behandeling met tucatinib definitief
stopzetten.
Verhoogd
Bilirubine graad 1 (> ULN tot
Een dosisaanpassing is niet nodig.
ALAT, ASAT of 1,5 × ULN)
bilirubine2
Bilirubine graad 2 (> 1,5 tot
De behandeling met tucatinib onderbreken tot
3 × ULN)
herstel tot graad 1, daarna de behandeling
met tucatinib hervatten op hetzelfde
dosisniveau.
ALAT of ASAT graad 3 (> 5 tot
De behandeling met tucatinib onderbreken tot
20 × ULN)
herstel tot graad 1, daarna de behandeling
OF
met tucatinib hervatten op het volgende lagere
dosisniveau.
Bilirubine graad 3 (> 3 tot
10 × ULN)
ALAT of ASAT graad 4
De behandeling met tucatinib definitief
(> 20 × ULN)
stopzetten.
OF
Bilirubine graad 4 (> 10 × ULN)
ALAT of ASAT > 3 × ULN
De behandeling met tucatinib definitief
EN
stopzetten.
Bilirubine > 2 × ULN
Andere
Graad 1 en 2
Een dosisaanpassing is niet nodig.
bijwerkingen
Graad 3
De behandeling met tucatinib onderbreken tot
herstel tot graad 1, daarna de behandeling
met tucatinib hervatten op het volgende lagere
dosisniveau.
Graad 4
De behandeling met tucatinib definitief
stopzetten.
1. Graden gebaseerd op National Cancer Institute Common Terminology Criteria for Adverse Events versie 4.03
2. Afkortingen: ULN = upper limit of normal (bovengrens van het normale bereik); ALAT = alanineaminotransferase;
ASAT = aspartaataminotransferase
Gelijktijdig gebruik met sterke CYP2C8-remmers dient te worden vermeden. Als gelijktijdige
toediening met een sterke CYP2C8-remmer niet kan worden vermeden, dient de startdosis tucatinib te
worden verlaagd tot 100 mg oraal tweemaal daags. Na stopzetting van de sterke CYP2C8-remmer
dient na 3 eliminatiehalfwaardetijden de behandeling met tucatinib te worden hervat op de dosis die
werd ingenomen voordat de remmer werd ingesteld (zie rubriek 4.4 en rubriek 4.5). Monitoring voor
toxiciteit als gevolg van TUKYSA dient te worden geïntensiveerd bij gelijktijdige toediening met
matige CYP2C8-remmers.
Speciale populaties
Ouderen
Een dosisaanpassing is niet nodig voor patiënten van 65 jaar (zie rubriek 5.2). Tucatinib is niet
onderzocht bij patiënten ouder dan 80 jaar.
Nierfunctiestoornis
Een dosisaanpassing is niet nodig voor patiënten met een lichte, matige of ernstige nierfunctiestoornis
(zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Een dosisaanpassing is niet nodig voor patiënten met een lichte of matige leverfunctiestoornis (zie
rubriek 5.2). Voor patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh C) wordt een lagere
startdosis van 200 mg oraal tweemaal daags aanbevolen.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van TUKYSA bij pediatrische patiënten zijn niet vastgesteld. Er zijn
geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
TUKYSA is bestemd voor oraal gebruik. De tabletten dienen in hun geheel worden doorgeslikt en niet
te worden gekauwd, verkruimeld of gedeeld vóór het doorslikken (zie rubriek 5.2).
TUKYSA dient met een tussenperiode van ongeveer 12 uur te worden ingenomen, elke dag op
hetzelfde tijdstip, met of zonder een maaltijd. TUKYSA mag tegelijkertijd met capecitabine worden
ingenomen.

4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Laboratoriumtests
Verhoogd ALAT, ASAT en bilirubine
Verhoogd ALAT, ASAT en bilirubine zijn gemeld tijdens behandeling met tucatinib (zie rubriek 4.8).
ALAT, ASAT en bilirubine dienen elke drie weken of zoals klinisch geïndiceerd, te worden
gemonitord. Op basis van de ernst van de bijwerking dient de behandeling met tucatinib te worden
onderbroken en daarna dient de dosis te worden verlaagd of dient de behandeling met tucatinib
definitief te worden stopgezet (zie rubriek 4.2).
Stijging van serumcreatinine (gemiddelde stijging 30%) is waargenomen en was het gevolg van het
remmend effect op renaal tubulair transport van creatinine zonder effect op de glomerulaire functie
(zie rubriek 4.8). Er kan overwogen worden om andere markers zoals BUN, cystatine C of berekende
glomerulaire filtratiesnelheid (GFR), die niet zijn gebaseerd op creatinine, te gebruiken om na te gaan
of de nierfunctie verstoord is.
Diarree
Diarree, waaronder ernstige voorvallen zoals dehydratie, hypotensie, acuut nierletsel en overlijden,
zijn gemeld tijdens behandeling met tucatinib (zie rubriek 4.8). Als zich diarree voordoet, dienen
antidiarrhoica te worden toegediend als klinisch geïndiceerd. Voor diarree van graad 3 dient de
behandeling met tucatinib te worden onderbroken en daarna dient de dosis te worden verlaagd of dient
de behandeling met tucatinib definitief te worden stopgezet (zie rubriek 4.2). Diagnostische tests
dienen als klinisch geïndiceerd te worden uitgevoerd bij diarree van graad 3 of 4 of bij diarree van
iedere graad met complicerende kenmerken (dehydratie, koorts, neutropenie) om infectieuze oorzaken
uit te sluiten.
Embryofoetale toxiciteit
Op basis van bevindingen van dieronderzoek en het werkingsmechanisme van tucatinib kan tucatinib
schadelijke effecten hebben op de foetus wanneer het wordt toegediend aan een zwangere vrouw. In
dieronderzoek naar de voortplanting veroorzaakte de toediening van tucatinib aan drachtige konijnen
tijdens organogenese afwijkingen aan de foetus van de konijnen wanneer het moederdier werd
blootgesteld in een mate die vergelijkbaar is met de klinische blootstellingen bij de aanbevolen dosis.
Zwangere vrouwen dienen te worden geïnformeerd over het potentiële risico voor een foetus.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, dienen geadviseerd te worden effectieve anticonceptie te
gebruiken tijdens en gedurende ten minste 1 week na de laatste dosis van de behandeling (zie
rubriek 4.6). Mannelijke patiënten met een vrouwelijke partner die zwanger kan worden, moet ook
worden geadviseerd een effectieve anticonceptiemethode te gebruiken tijdens en gedurende ten minste
1 week na de laatste dosis van de behandeling.
Gevoelige CYP3A-substraten
Tucatinib is een sterke CYP3A-remmer. Hierdoor kan tucatinib een interactie vertonen met
geneesmiddelen die worden gemetaboliseerd door CYP3A, wat kan leiden tot verhoogde
plasmaconcentraties van het andere product (zie rubriek 4.5). Wanneer tucatinib tegelijkertijd met
andere geneesmiddelen wordt toegediend, moet de SPC van het andere product worden geraadpleegd
voor de aanbevelingen met betrekking tot gelijktijdige toediening met CYP3A-remmers. Gelijktijdige
behandeling van tucatinib met CYP3A-substraten moet worden vermeden wanneer minimale
concentratieveranderingen kunnen leiden tot ernstige of levensbedreigende bijwerkingen. Als
gelijktijdig gebruik niet kan worden vermeden, dient de dosering van het CYP3A-substraat te worden
verlaagd in overeenstemming met de SPC van het gelijktijdig gebruikte geneesmiddel.
P-gp-substraten
Gelijktijdig gebruik van tucatinib met een P-gp-substraat verhoogde de plasmaconcentraties van het
P-gp-substraat, wat kan leiden tot verhoogde toxiciteit als gevolg van een P-gp-substraat. Er dient
overwogen te worden de dosis P-gp-substraten (waaronder gevoelige intestinale substraten zoals
dabigatran) te verlagen in overeenstemming met de SPC van het gelijktijdig gebruikte geneesmiddel
en P-gp-substraten dienen met voorzichtigheid te worden toegediend wanneer minimale
concentratieveranderingen kunnen leiden tot ernstige of levensbedreigende toxiciteiten.

Gelijktijdig gebruik van tucatinib met een sterke CYP3A-inductor of matige CYP2C8-inductor
verlaagde de concentraties van tucatinib, waardoor de werking van tucatinib kan afnemen. Gelijktijdig
gebruik met een sterke CYP3A-inductor of matige CYP2C8-inductor dient te worden vermeden.
Sterke/matige CYP2C8-remmers
Gelijktijdig gebruik van tucatinib met een sterke CYP2C8-remmer verhoogde de concentraties van
tucatinib, waardoor het risico op toxiciteit als gevolg van tucatinib kan toenemen. Gelijktijdig gebruik
met sterke CYP2C8-remmers dient te worden vermeden (zie rubriek 4.2).
Er zijn geen klinische gegevens over de invloed van gelijktijdig gebruik van matige CYP2C8-remmers
op de concentraties tucatinib. Bij matige CYP2C8-remmers dient de monitoring voor toxiciteit als
gevolg van tucatinib te worden geïntensiveerd.
Informatie over hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat 55,3 mg natrium per dosis van 300 mg. Dit komt overeen met 2,75% van de
aanbevolen maximale dagelijkse inname van natrium voor een volwassene.
Dit geneesmiddel bevat 60,6 mg kalium per dosis van 300 mg. Voorzichtigheid is geboden bij
patiënten met een nierfunctiestoornis of patiënten op een gecontroleerd kaliumdieet (dieet met een
laag kaliumgehalte).

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Tucatinib wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C8. Tucatinib is een op het metabolisme
gebaseerde inactivator van CYP3A en heeft een remmend effect op renale transporteiwitten van
metformine en creatinine. Tucatinib is een substraat van P-gp.
Effecten van andere geneesmiddelen op tucatinib
CYP3A-/CYP2C8-inductoren
Een klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties toonde aan dat gelijktijdige toediening van een
enkelvoudige dosis van 300 mg tucatinib met rifampicine (een sterke CYP3A- en matige
CYP2C8-inductor) leidde tot een verlaging van de concentraties van tucatinib (0,6-voudige Cmax
[90%-BI: 0,5; 0,8] en 0,5-voudige AUC [90%-BI: 0,4; 0,6]). Gelijktijdige toediening van tucatinib met
sterke CYP3A- of matige CYP2C8-inductoren, zoals rifampicine, fenytoïne, sint-janskruid of
carbamazepine, moet worden vermeden omdat dit kan leiden tot een verminderde werking van
tucatinib (zie rubriek 4.4).
CYP2C8-remmers
Een klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties toonde aan dat gelijktijdige toediening van een
enkelvoudige dosis van 300 mg tucatinib met gemfibrozil (een sterke CYP2C8-remmer) leidde tot een
verhoging van de concentraties van tucatinib (1,6-voudige Cmax [90%-BI: 1,5; 1,8] en 3,0-voudige
AUC [90%-BI: 2,7; 3,5]). Gelijktijdige toediening van tucatinib met sterke CYP2C8-remmers zoals
gemfibrozil moet worden vermeden omdat dit kan leiden tot een verhoogd risico op toxiciteit als
gevolg van tucatinib (zie rubriek 4.4).
CYP3A-remmers
Een klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties toonde aan dat gelijktijdige toediening van een
enkelvoudige dosis van 300 mg tucatinib met itraconazol (een sterke CYP3A-remmer) leidde tot een
verhoging van de concentraties van tucatinib (1,3-voudige Cmax [90%-BI: 1,2; 1,4] en 1,3-voudige
AUC [90%-BI: 1,3; 1,4]). Een dosisaanpassing is niet nodig.
Op basis van klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties dat is uitgevoerd met tucatinib werden
geen geneesmiddelinteracties waargenomen wanneer tucatinib werd gecombineerd met omeprazol
(een protonpompremmer). Een dosisaanpassing is niet nodig.

Effecten van tucatinib op andere geneesmiddelen

CYP3A-substraten

Tucatinib is een sterke CYP3A-remmer. Een klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties toonde
aan dat gelijktijdige toediening van tucatinib met midazolam (een gevoelig CYP3A-substraat) tot een
verhoging van de concentraties van midazolam leidde (3,0-voudige Cmax [90%-BI: 2,6; 3,4] en
5,7-voudige AUC [90%-BI: 5,0; 6,5]). Gelijktijdige toediening van tucatinib met gevoelige
CYP3A-substraten zoals alfentanil, avanafil, buspiron, darifenacine, darunavir, ebastine, everolimus,
ibrutinib, lomitapide, lovastatine, midazolam, naloxegol, saquinavir, simvastatine, sirolimus,
tacrolimus, tipranavir, triazolam en vardenafil kan leiden tot een toegenomen systemische blootstelling
aan deze middelen, waardoor de toxiciteit die gepaard gaat met een CYP3A-substraat kan toenemen.
Gelijktijdig gebruik van tucatinib met CYP3A-substraten, wanneer minimale
concentratieveranderingen kunnen leiden tot ernstige of levensbedreigende toxiciteiten, dient te
worden vermeden. Als gelijktijdig gebruik niet kan worden vermeden, dient de dosering van het
CYP3A-substraat te worden verlaagd in overeenstemming met de SPC van het gelijktijdig gebruikte
geneesmiddel.

P-gp-substraten

Een klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties toonde aan dat gelijktijdige toediening van
tucatinib met digoxine (een gevoelig P-gp-substraat) leidde tot een verhoging van de
digoxineconcentraties (2,4-voudige Cmax [90%-BI: 1,9; 2,9] en 1,5-voudige AUC [90%-BI: 1,3; 1,7]).
Gelijktijdig gebruik van tucatinib met een P-gp-substraat kan leiden tot een verhoging van de
plasmaconcentraties van het P-gp-substraat, wat kan leiden tot verhoogde toxiciteit die gepaard gaat
met het P-gp-substraat. Er dient overwogen te worden de dosis P-gp-substraten (waaronder gevoelige
intestinale substraten zoals dabigatran) te verlagen in overeenstemming met de SPC van het
gelijktijdig gebruikte geneesmiddel en P-gp-substraten dienen met voorzichtigheid te worden
toegediend wanneer minimale concentratieveranderingen kunnen leiden tot ernstige of
levensbedreigende toxiciteiten (zie rubriek 4.4).
CYP2C8-substraten
Een klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties toonde aan dat gelijktijdige toediening van
tucatinib met repaglinide (een CYP2C8-substraat) leidde tot een verhoging van de
repaglinideconcentraties (1,7-voudige Cmax [90%-BI: 1,4; 2,1] en 1,7-voudige AUC [90%-BI: 1,5;
1,9]). Een dosisaanpassing is niet nodig.

MATE1/2-K-substraten

Een klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties toonde aan dat gelijktijdige toediening van
tucatinib met metformine (een MATE1/2-K-substraat) leidde tot een verhoging van de
metformineconcentraties (1,1-voudige Cmax [90%-BI: 1,0; 1,2] en 1,4-voudige AUC [90%-BI: 1,2;
1,5]). Tucatinib verlaagde de renale klaring van metformine zonder enig effect op de GFR, zoals
gemeten met behulp van de klaring van iohexol en cystatine C in serum. Een dosisaanpassing is niet
nodig.

CYP2C9-substraten

Op basis van klinisch onderzoek naar geneesmiddelinteracties dat is uitgevoerd met tucatinib werden
geen geneesmiddelinteracties waargenomen wanneer tucatinib werd gecombineerd met tolbutamide
(een gevoelig CYP2C9-substraat). Een dosisaanpassing is niet nodig.

Vrouwen die zwanger kunnen worden/Anticonceptie bij mannen en vrouwen
Op basis van bevindingen bij dieren kan tucatinib schadelijke farmacologische effecten veroorzaken
wanneer het wordt toegediend aan vrouwen tijdens de zwangerschap en/of op de foetus/het
pasgeboren kind. Vrouwen die zwanger kunnen worden, moet worden geadviseerd dat ze moeten
vermijden zwanger te worden en dat ze effectieve anticonceptie moeten gebruiken tijdens en
gedurende ten minste 1 week na de behandeling. Mannelijke patiënten met een vrouwelijke partner die
zwanger kan worden, moet ook worden geadviseerd effectieve anticonceptie te gebruiken tijdens en
gedurende ten minste 1 week na de behandeling (zie rubriek 4.4).
Raadpleeg ook rubriek 4.6 van de voorschrijfinformatie voor trastuzumab en capecitabine.
Zwangerschap
Er zijn geen gegevens over het gebruik van tucatinib bij zwangere vrouwen. Uit dieronderzoek is
reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3). TUKYSA mag niet tijdens de zwangerschap worden
gebruikt, tenzij de klinische toestand van de vrouw behandeling met tucatinib noodzakelijk maakt. De
zwangerschapsstatus van vrouwen die zwanger kunnen worden, moet worden gecontroleerd voordat
een behandeling met tucatinib wordt ingesteld. Als de patiënt zwanger wordt tijdens de behandeling,
moet het potentiële gevaar voor de foetus/het pasgeboren kind aan de patiënt worden uitgelegd.
Borstvoeding
Het is niet bekend of tucatinib/metabolieten in de moedermelk wordt/worden uitgescheiden. Risico
voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten. Borstvoeding moet worden gestaakt
tijdens behandeling met TUKYSA. Borstvoeding mag 1 week na de behandeling worden hervat.
Vruchtbaarheid
Er is geen onderzoek naar de vruchtbaarheid bij mannen of vrouwen uitgevoerd. Op basis van
bevindingen afkomstig van dieronderzoek kan tucatinib de vruchtbaarheid verstoren bij vrouwen die
vruchtbaar zijn (zie rubriek 5.3).


4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
TUKYSA heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Er moet rekening worden gehouden met de klinische toestand van de patiënt
wanneer de patiënt wordt beoordeeld op het kunnen uitvoeren van taken die inschattingsvermogen,
motorische of cognitieve vaardigheden vergen.

4.8 Bijwerkingen


Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest gemelde bijwerkingen van graad 3 en 4 ( 5%) tijdens behandeling zijn diarree (13%),
ALAT verhoogd (6%) en ASAT verhoogd (5%).
Ernstige bijwerkingen kwamen voor bij 29% van de patiënten die werden behandeld met tucatinib, en
omvatten diarree (4%), braken (3%) en misselijkheid (2%).
Bijwerkingen die leidden tot stopzetting van de behandeling met TUKYSA, kwamen voor bij 6% van
de patiënten; de meest voorkomende bijwerkingen die leidden tot stopzetting van behandeling, waren
diarree (1%) en ALAT verhoogd (1%). Bijwerkingen die leidden tot een dosisverlaging van
TUKYSA, kwamen voor bij 23% van de patiënten; de meest voorkomende bijwerkingen die leidden
tot een dosisverlaging, waren diarree (6%), ALAT verhoogd (5%) en ASAT verhoogd (4%).

De gegevens die in deze rubriek worden samengevat, zijn een weerspiegeling van blootstelling aan
TUKYSA bij 431 patiënten met niet-reseceerbare lokaal gevorderde of gemetastaseerde
HER2-positieve borstkanker die TUKYSA kregen in combinatie met trastuzumab en capecitabine in
twee onderzoeken, HER2CLIMB en ONT-380-005 (zie rubriek 5.1). De mediane duur van
blootstelling aan TUKYSA in deze onderzoeken bedroeg 7,4 maanden (bereik: < 0,1; 43,6).
De bijwerkingen die tijdens behandeling zijn waargenomen, worden in deze rubriek vermeld volgens
frequentiecategorie. Frequentiecategorieën worden als volgt gedefinieerd: zeer vaak ( 1/10); vaak
( 1/100, < 1/10); soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden ( 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000);
niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).

Tabel 4. Bijwerkingen
Systeem/orgaanklasse
Frequentie
Bijwerking
Ademhalingsstelsel-,
Zeer vaak
Bloedneus

borstkas- en
mediastinumaandoeningen
Maag-
Zeer vaak
Diarree, misselijkheid, braken, stomatitis1
darmstelselaandoeningen
Huid- en
Zeer vaak
Rash2
onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
Zeer vaak
Artralgie
bindweefselaandoeningen
Onderzoeken
Zeer vaak
ASAT verhoogd, ALAT verhoogd, bloed
bilirubine verhoogd3, gewichtsafname
1.Stomatitis omvat stomatitis, orofaryngeale pijn, mondulceratie, orale pijn, lipulceratie, glossodynie,
tongblaren, lipblaar, orale dysesthesie, tongulceratie, afte
2.Rash omvat uitslag maculopapulair, uitslag, acneïforme dermatitis, erytheem, uitslag vlekkerig, uitslag papulair,
pustuleuze uitslag, uitslag pruritus, uitslag erythemateus, huidexfoliatie, urticaria, dermatitis allergisch, palmerytheem,
plantair erytheem en huidtoxiciteit
3.Bloed bilirubine verhoogd omvat ook hyperbilirubinemie
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen


Verhoogd ALAT, ASAT of bilirubine

In HER2CLIMB kwam verhoogd ALAT, ASAT of bilirubine voor bij 41% van de patiënten die
werden behandeld met tucatinib in combinatie met trastuzumab en capecitabine. Voorvallen van
graad 3 en hoger kwamen voor bij 9% van de patiënten. Verhoogd ALAT, ASAT of bilirubine leidde
tot een dosisverlaging bij 9% van de patiënten en tot stopzetting van de behandeling bij 1,5% van de
patiënten. De mediane tijd tot optreden van om het even welke graad van verhoogd ALAT, ASAT of
bilirubine bedroeg 37 dagen; 84% van de voorvallen verdween, met een mediane tijd van 22 dagen tot
verdwijnen van het voorval. Monitoring en een dosisverlaging (waaronder stopzetting van de
behandeling) moeten overwogen worden (zie rubriek 4.4).
Diarree
In HER2CLIMB kwam diarree voor bij 82% van de patiënten die werden behandeld met tucatinib in
combinatie met trastuzumab en capecitabine. Voorvallen van diarree van graad 3 en hoger kwamen
voor bij 13% van de patiënten. Twee patiënten die diarree van graad 4 ontwikkelden zijn daarna
overleden, waarbij diarree heeft bijgedragen aan het overlijden. Bij 6% van de patiënten leidde diarree
tot een dosisverlaging en bij 1% van de patiënten tot stopzetting van de behandeling. De mediane tijd
tot optreden van diarree (enige graad) bedroeg 12 dagen; 81% van de voorvallen van diarree ging
over, met een mediane tijd van 8 dagen tot herstel. Profylactisch gebruik van antidiarrhoica was niet
noodzakelijk. Antidiarrhoica werden gebruikt in minder dan de helft van de behandelingscycli waarin
3 dagen per cyclus (zie rubriek 4.4).
Verhoogd creatinine zonder nierfunctiestoornis
Stijging van serumcreatinine is waargenomen bij patiënten die werden behandeld met tucatinib en was
het gevolg van het remmend effect op renaal tubulair transport van creatinine zonder effect op de
glomerulaire functie. In klinische onderzoeken kwamen stijgingen van serumcreatinine (gemiddelde
stijging met 30%) voor binnen de eerste cyclus van tucatinib. Serumcreatinine bleef verhoogd, maar
stabiel gedurende de gehele behandeling en de stijging was reversibel bij beëindiging van de
behandeling.
Speciale populaties
Ouderen
In het HER2CLIMB-onderzoek waren 82 patiënten die tucatinib kregen 65 jaar; daarvan waren
8 patiënten 75 jaar. De incidentie van ernstige bijwerkingen was 34% bij patiënten 65 jaar ten
opzichte van 28% bij patiënten < 65 jaar. Er waren te weinig patiënten van 75 jaar om verschillen in
veiligheid te kunnen beoordelen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
Er is geen specifiek antidotum en het voordeel van hemodialyse bij de behandeling van overdosering
met tucatinib is niet bekend. In het geval van een overdosering dient de behandeling met tucatinib te
worden onderbroken en dienen algemene ondersteunende maatregelen te worden genomen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: antineoplastische middelen, proteïnekinaseremmers, ATC-code:
L01EH03.

Werkingsmechanisme
Tucatinib is een omkeerbare, sterke en selectieve tyrosinekinaseremmer van HER2. In cellulaire
signaleringsassays is tucatinib > 1.000-voudig selectiever voor HER2 dan voor de epidermale
groeifactorreceptor. In vitro heeft tucatinib een remmend effect op de fosforylering van HER2 en
HER3, wat leidt tot remming van neerwaartse celsignalering en celproliferatie, en afsterven van
HER2-gedreven tumorcellen induceert. In vivo heeft tucatinib een remmend effect op de groei van
HER2-gedreven tumoren, en de combinatie van tucatinib met trastuzumab vertoonde in vitro en
in vivo een sterkere antitumorwerking dan met één van beide geneesmiddelen alleen.
Farmacodynamische effecten

Elektrofysiologie van het hart

In een TQT-onderzoek bij gezonde proefpersonen hadden meervoudige doses van 300 mg tucatinib
tweemaal daags geen effect op het QTc-interval.

De werkzaamheid van tucatinib in combinatie met trastuzumab en capecitabine werd geëvalueerd in
een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek met een actieve controle dat
wereldwijd werd uitgevoerd (HER2CLIMB). Patiënten die werden ingesloten, hadden
niet-reseceerbare lokaal gevorderde of gemetastaseerde HER2-positieve borstkanker, met of zonder
hersenmetastasen, en waren voorafgaand behandeld met trastuzumab, pertuzumab of
trastuzumab-emtansine (T-DM1) of met een combinatie ervan in een neoadjuvante, adjuvante of
gemetastaseerde setting. HER2-overexpressie of -amplificatie werd bevestigd door middel van een
analyse door een centraal laboratorium.
Patiënten met hersenmetastasen, waaronder patiënten met niet-behandelde laesies of laesies die
progressie vertoonden, kwamen in aanmerking voor insluiting in het onderzoek, op voorwaarde dat ze
neurologisch stabiel waren en geen onmiddellijke bestraling of chirurgische ingreep van de hersenen
vereisten. Patiënten die onmiddellijk een plaatselijke interventie nodig hadden, konden lokale
behandeling krijgen en vervolgens in het onderzoek worden opgenomen. In het onderzoek werden
patiënten opgenomen met niet-behandelde hersenmetastasen en patiënten met wel behandelde
hersenmetastasen die ofwel stabiel waren of progressie vertoonden sinds de laatste bestraling of
chirurgische ingreep van de hersenen. Patiënten werden uitgesloten van het onderzoek als ze
< 28 dagen vóór de eerste dosis van de onderzoeksbehandeling systemische corticosteroïden (in totaal
2 mg dexamethason of equivalent per dag) kregen voor het onder controle brengen van symptomen
van metastasen van het centraal zenuwstelsel. Ook patiënten met een leptomeningeale aandoening
werden uitgesloten van het onderzoek. Patiënten die voorafgaand waren behandeld met
HER2-tyrosinekinaseremmers, werden uitgesloten, met uitzondering van patiënten die gedurende
21 dagen lapatinib kregen en bij wie deze behandeling werd stopgezet om andere redenen dan
ziekteprogressie of ernstige toxiciteit. Voor patiënten met hormoonreceptor-positieve tumoren was
endocriene therapie niet toegestaan als concomitante therapie, met uitzondering van gonadotropine-
`releasing' hormoon-agonisten die werden gebruikt voor ovariumsuppressie bij premenopauzale
vrouwen.
In totaal werden 612 patiënten gerandomiseerd in een verhouding van 2:1 naar tucatinib in combinatie
met trastuzumab en capecitabine (N=410) of placebo in combinatie met trastuzumab en capecitabine
(N=202). Randomisatie was gestratificeerd volgens de aanwezigheid of voorgeschiedenis van
hersenmetastasen (ja versus nee), Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG)-performancestatus
(0 versus 1) en regio (VS, Canada of de rest van de wereld).
De demografische gegevens van patiënten was evenwichtig tussen beide behandelingsgroepen. De
mediane leeftijd was 54 jaar (bereik: 25 tot 82); 116 patiënten (19%) waren 65 jaar of ouder.
444 patiënten waren Kaukasisch (73%) en 607 waren vrouwen (99%). Er waren 314 patiënten (51%)
met een ECOG-performancestatus van 1 en 298 patiënten (49%) met een ECOG-performancestatus
van 0. Zestig procent had een oestrogeen- en/of progesteronreceptorpositieve ziekte. Achtenveertig
procent van de patiënten had aanwezigheid of voorgeschiedenis van hersenmetastasen; van hen had
23% niet-behandelde hersenmetastasen, 40% had behandelde maar stabiele hersenmetastasen en 37%
had behandelde maar radiologisch progressieve hersenmetastasen. Bovendien had 49% van de
patiënten longmetastasen, 35% had levermetastasen en 14% had huidmetastasen. Patiënten hadden
mediaan 4 (bereik: 2 tot 17) voorafgaande systemische therapielijnen en mediaan 3 (bereik: 1 tot 14)
voorafgaande systemische therapielijnen in de gemetastaseerde setting. Alle patiënten hadden
voorafgaand op trastuzumab gebaseerde behandelingen en trastuzumab-emtansine gekregen, terwijl
alle patiënten, behalve twee, voorafgaand een op pertuzumab gebaseerde behandeling hadden
gekregen.
Tucatinib of placebo, 300 mg oraal tweemaal daags, werd toegediend tot ziekteprogressie of
onaanvaardbare toxiciteit. Trastuzumab werd intraveneus toegediend als een oplaaddosis van 8 mg/kg
op dag 1 van cyclus 1, gevolgd door een onderhoudsdosis van 6 mg/kg op dag 1 van elke
daaropvolgende cyclus van 21 dagen. Een andere doseringsoptie voor trastuzumab was een vaste dosis
van 600 mg die subcutaan werd toegediend op dag 1 van elke cyclus van 21 dagen. Capecitabine,
1.000 mg/m2 oraal tweemaal daags, werd toegediend op dag 1 tot en met 14 van elke cyclus van
21 dagen.
geblindeerde, onafhankelijke centrale beoordeling (blinded independent central review, BICR) bij de
eerste 480 gerandomiseerde patiënten. Bij deze populatie bedroeg de mediane duur van blootstelling
aan tucatinib 7,3 maanden (bereik: < 0,1; 35,1) voor patiënten in de groep van tucatinib + trastuzumab
+ capecitabine vergeleken met 4,4 maanden (bereik: < 0,1; 24,0) voor placebo voor patiënten in de
groep van placebo + trastuzumab + capecitabine. Voor blootstelling aan trastuzumab en capecitabine
zijn vergelijkbare verschillen waargenomen.
Secundaire eindpunten werden bij alle gerandomiseerde patiënten (N=612) geëvalueerd en omvatten
totale overleving (overall survival, OS), PFS bij patiënten met een voorgeschiedenis of aanwezigheid
van hersenmetastasen (PFShersenmet) en bevestigd objectief responspercentage (objective response rate,
ORR).
Werkzaamheidsresultaten worden samengevat in tabel 5 en figuur 1 tot en met 3.
De resultaten voor de primaire en belangrijkste secundaire eindpunten waren consistent voor alle
vooraf gespecificeerde subgroepen: hormoonreceptorstatus, aanwezigheid of voorgeschiedenis van
hersenmetastasen, ECOG-status en regio. PFS, zoals bepaald door de onderzoeker, was consistent met
PFS, zoals beoordeeld met de BICR.

Tucatinib + trastuzumab +
Placebo + trastuzumab +

capecitabine
capecitabine
PFS1
N=320
N=160
Aantal voorvallen (%)
178 (56)
97 (61)
Hazardratio (95%-BI)2
0,54 (0,42; 0,71)
P-waarde3
< 0,00001
Mediaan (maanden) (95%-BI)
7,8 (7,5; 9,6)
5,6 (4,2; 7,1)
OS
N=410
N=202
Aantal gevallen van overlijden,
n (%)
130 (32)
85 (42)
Hazardratio (95%-BI)2
0,66 (0,50; 0,87)
P-waarde3
0,00480
Mediane OS, maanden (95%-BI)
21,9 (18,3; 31,0)
17,4 (13,6; 19,9)
PFShersenmet4
N=198
N=93
Aantal voorvallen (%)
106 (53,5)
51 (54,8)
Hazardratio (95%-BI)2
0,48 (0,34; 0,69)
P-waarde3
< 0,00001
Mediaan (maanden) (95%-BI)
7,6 (6,2; 9,5)
5,4 (4,1; 5,7)
Bevestigde ORR voor patiënten
met meetbare ziekte
N=340
N=171
ORR (95%-BI)5
40,6 (35,3; 46,0)
22,8 (16,7; 29,8)
P-waarde6
0,00008
CR (%)
3 (0,9)
2 (1,2)
PR (%)
135 (39,7)
37 (21,6)
DOR


Mediane DOR in maanden
(95%-BI)7
8,3 (6,2; 9,7)
6,3 (5,8; 8,9)
BICR = blinded independent central review (geblindeerde, onafhankelijke, centrale beoordeling);
BI = betrouwbaarheidsinterval; PFS = progression-free survival (progressievrije overleving); OS = overall survival (totale
overleving); ORR = objective response rate (objectief responspercentage); CR = complete respons; PR = partiële respons;
DOR = duration of response (duur van respons).
1. Primaire analyse van PFS uitgevoerd bij de eerste 480 gerandomiseerde patiënten. PFS op basis van
Kaplan-Meier-analyses.
2. Hazardratio en 95%-betrouwbaarheidsintervallen zijn gebaseerd op het gestratificeerde proportionele
risico-regressiemodel van Cox met controle voor stratificatiefactoren (aanwezigheid of voorgeschiedenis van
hersenmetastasen, Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG)-status en regio in de wereld)
3. Tweezijdige p-waarde op basis van de herrandomisatieprocedure met controle voor stratificatiefactoren
4. De analyse omvat patiënten met een voorgeschiedenis of aanwezigheid van parenchymale hersenmetastasen in de
uitgangssituatie, met inbegrip van doellaesies en laesies die geen doel zijn. Omvat geen patiënten met alleen durale
laesies.
5. Tweezijdig, exact 95%-betrouwbaarheidsinterval, berekend met de Clopper-Pearson-methode
6. Cochran-Mantel-Haenszel-test met controle voor stratificatiefactoren (aanwezigheid of voorgeschiedenis van
hersenmetastasen, Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG)-status en regio in de wereld)
7. Berekend met de complementaire log-log-transformatiemethode

)
%
ng (
r
l
e
vi
i
j
e
ove
TUC+Tras+Cape
e
s
s
i
e
vr
Pbo+Tras+Ca
P
r
ogr
Aantal dat risico loopt
Maanden sinds randomisatie
TUC+Tras+Cape
Pbo+Tras+Cape

Figuur 2. Kaplan-Meier-curves van totale overleving
)
%
ng (
TUC+Tras+Cape
r
l
e
vi
a
l
e
ove
T
ot
Pbo+Tras+Cape
Maanden sinds randomisatie
Aantal dat risico loopt
TUC+Tras+Cape
Pbo+Tras+Cape

hersenmetastasen
)
%
ng (
r
l
e
vi
i
j
e
ove
e
s
s
i
e
vr
P
r
ogr
TUC+Tras+Cape
Pbo+Tras+Cape
Maanden sinds randomisatie
Aantal dat risico loopt
TUC+Tras+Cape
Pbo+Tras+Cape

Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met TUKYSA in alle subgroepen van pediatrische
patiënten met maligne borstneoplasmata (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Blootstelling aan tucatinib in plasma (AUCinf en Cmax) toonde dosisproportionele stijgingen bij orale
doses van 50 mg tot 300 mg (0,17 maal tot 1 maal de aanbevolen dosis). Tucatinib vertoonde een
1,7-voudige accumulatie voor AUC en een 1,5-voudige accumulatie voor Cmax na toediening van
300 mg tucatinib tweemaal daags gedurende 14 dagen. De tijd tot steady-state bedroeg ongeveer
4 dagen.
Absorptie
Na een enkelvoudige orale dosis van 300 mg tucatinib bedroeg de mediane tijd tot
piekplasmaconcentratie ongeveer 2,0 uur (bereik: 1,0 tot 4,0 uur).
Effecten van voedsel
Na toediening van een enkelvoudige dosis tucatinib aan 11 proefpersonen na een vetrijke maaltijd
(ongeveer 58% vet, 26% koolhydraten en 16% eiwitten) steeg de gemiddelde AUCinf 1,5-voudig, de
Tmax verschoof van 1,5 uur naar 4,0 uur, en de Cmax bleef ongewijzigd. Het effect van voedsel op de
farmacokinetiek van tucatinib had geen klinische betekenis, waardoor tucatinib zonder inachtneming
van voedsel kan worden toegediend.

Het klaarblijkelijke distributievolume van tucatinib was ongeveer 1.670 l bij gezonde proefpersonen
na een enkelvoudige dosis van 300 mg. De binding aan plasma-eiwit bedroeg 97,1% bij klinisch
relevante concentraties.
Biotransformatie
Tucatinib wordt hoofdzakelijk gemetaboliseerd door CYP2C8 en in mindere mate via CYP3A en
aldehydeoxidase.
In-vitro-onderzoeken naar geneesmiddelinteracties
Tucatinib is een substraat van CYP2C8 en CYP3A.
Tucatinib is een omkeerbare remmer van CYP2C8 en CYP3A en een tijdsgebonden remmer van
CYP3A, bij klinisch relevante concentraties.
Tucatinib heeft in geringe mate een remmend effect op CYP1A2, CYP2B6, CYP2C9, CYP2C19,
CYP2D6 en UGT1A1, bij klinisch relevante concentraties.
Tucatinib is een substraat van P-gp en BCRP. Tucatinib is geen substraat van OAT1, OAT3, OCT1,
OCT2, OATP1B1, OATP1B3, MATE1, MATE2-K en BSEP.
Tucatinib heeft een remmend effect op MATE1/MATE2-K-gemedieerd transport van metformine en
OCT2/MATE1-gemedieerd transport van creatinine. De waargenomen stijging van serumcreatinine in
klinisch onderzoek met tucatinib is het gevolg van het remmende effect op de tubulaire secretie van
creatinine via OCT2 en MATE1.
Eliminatie
Na een enkelvoudige orale dosis van 300 mg wordt tucatinib bij gezonde proefpersonen uit plasma
geklaard met een gemiddelde halfwaardetijd van ongeveer 8,5 uur en een schijnbare klaring van
148 l/uur.
Uitscheiding
Tucatinib wordt voornamelijk uitgescheiden via de lever en de gal en wordt in verwaarloosbare mate
uitgescheiden via de nieren. Na een enkelvoudige orale dosis van 300 mg 14C-tucatinib werd ongeveer
85,8% van de totale radioactief gelabelde dosis aangetroffen in feces (15,9% van de toegediende dosis
als ongewijzigd tucatinib) en 4,1% in de urine, waarbij in totaal 89,9% binnen 312 uur na toediening
van de dosis werd aangetroffen. In plasma was ongeveer 75,6% van de radioactiviteit in plasma
ongewijzigd, 19% werd toegeschreven aan geïdentificeerde metabolieten en ongeveer 5% kon niet
worden toegeschreven.
Speciale populaties
Op basis van een farmacokinetische populatieanalyse volgens demografische kenmerken hadden
leeftijd (< 65 jaar [N=211]; 65 jaar [N=27]), albumine (25,0 tot 52,0 g/l), creatinineklaring (CrCl
60 tot 89 ml/min [N=89]; CrCl 30 tot 59 ml/min [N=5]), lichaamsgewicht (40,7 tot 138,0 kg) en ras
(Kaukasisch [N=168], negroïde [N=53] of Aziatisch [N=10]) geen klinisch betekenisvol effect op
blootstelling aan tucatinib. Er zijn geen gegevens over proefpersonen met een ernstige
nierfunctiestoornis.
Nierfunctiestoornis
De farmacokinetiek van tucatinib is niet geëvalueerd in een specifiek onderzoek naar
nierfunctiestoornissen.

Leverfunctiestoornis
Een lichte (Child-Pugh A) en matige (Child-Pugh B) leverfunctiestoornis had geen klinisch relevant
effect op blootstelling aan tucatinib. De AUCinf van tucatinib vertoonde een 1,6-voudige verhoging bij
proefpersonen met een ernstige (Child-Pugh C) leverfunctiestoornis ten opzichte van proefpersonen
leverfunctiestoornis.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er is geen onderzoek naar carcinogeniciteit uitgevoerd met tucatinib.
Tucatinib was niet clastogeen of mutageen in de gebruikelijke reeks genotoxiciteitsassays.
In onderzoek naar toxiciteit bij herhaalde dosering bij ratten werden verminderd aantal corpora
lutea/corpusluteumcyste, toegenomen interstitiële cellen van de eileider, atrofie van de uterus en
mucificatie van de vagina waargenomen bij doses van 6 mg/kg/dag tweemaal daags toegediend, wat
overeenkomt met 0,09 maal de humane blootstelling op basis van de AUC0-12 bij de aanbevolen dosis.
Er zijn geen histologische effecten waargenomen op het mannelijke of vrouwelijke
voortplantingsstelsel bij cynomolgus-apen of op het mannelijke voortplantingsstelsel bij ratten bij
doses die leidden tot blootstellingen tot 8 maal (bij apen) of 13 maal (bij ratten) de humane
blootstelling bij de aanbevolen dosis op basis van de AUC0-12.
Bij ratten en konijnen werden onderzoeken naar de embryofoetale ontwikkeling uitgevoerd. Bij
drachtige konijnen werden bij 90 mg/kg/dag toegenomen resorpties, afgenomen percentages van
levende foetussen, en skelet-, viscerale en uitwendige misvormingen waargenomen bij foetussen; bij
deze dosis komt de blootstelling van het moederdier ongeveer overeen met de humane blootstelling bij
de aanbevolen dosis op basis van de AUC. Bij drachtige ratten werden een verminderd
lichaamsgewicht bij het moederdier en een toegenomen lichaamsgewicht waargenomen bij doses van
90 mg/kg/dag. Bij de foetus werden effecten van verminderd gewicht en vertraagde ossificatie
waargenomen bij 120 mg/kg/dag; bij deze dosis is de blootstelling van het moederdier ongeveer
6-voudig hoger dan de humane blootstelling bij de aanbevolen dosis op basis van de AUC.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen

Tabletkern
Copovidon (E1208)
Crospovidon (E1202)
Natriumchloride
Kaliumchloride (E508)
Natriumwaterstofcarbonaat (E500)
Colloïdaal watervrij siliciumdioxide (E551)
Magnesiumstearaat
Microkristallijne cellulose
Filmomhulling
Poly(vinylalcohol) (E1203)
Titaandioxide (E171)
Macrogol 4000 (E1521)
Talk (E553b)
Geel ijzeroxide (E172)

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid
2 jaar.

Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Blisterverpakking van OPA/Al/PVC verzegeld met aluminiumfolie.
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
Elke doos bevat 88 filmomhulde tabletten (11 blisterverpakkingen met elk 8 tabletten).
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
Elke doos bevat 84 filmomhulde tabletten (21 blisterverpakkingen met elk 4 tabletten).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Seagen B.V.
Evert van de Beekstraat 1-104
1118CL Schiphol
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten: EU/1/20/1526/001
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten: EU/1/20/1526/002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

11 februari 2021
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.

A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN
HET GENEESMIDDEL

FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Seagen B.V.
Evert van de Beekstraat 1-104
1118CL Schiphol
Nederland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst
met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7
van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het
Europese webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

·
Risk Management Plan (RMP)

De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.

De vergunninghouder moet binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen nakomen:
Beschrijving
Uiterste
datum
Studie naar de effectiviteit uitgevoerd na verlening van de handelsvergunning
30 juni 2023
(Post-authorisation efficacy study, PAES):
Om de werkzaamheid van tucatinib in combinatie met trastuzumab en
capecitabine verder te onderzoeken voor de behandeling van volwassen patiënten
met HER2-positieve, lokaal gevorderde of gemetastaseerde borstkanker, die ten
minste 2 voorafgaande anti-HER2-behandelschema's hebben gekregen, dient de
vergunninghouder de uiteindelijke analyse voor OS en PFS van onderzoek
HER2CLIMB in te dienen.

ETIKETTERING EN BIJSLUITER

DOOS

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
tucatinib

2. GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg tucatinib.

3. LIJST VAN HULPSTOFFEN

Bevat natrium en kalium. Lees voor het gebruik de bijsluiter.

4. FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD


Filmomhulde tabletten
88 filmomhulde tabletten.

5. WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.


6. EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.


7. ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG

8. UITERSTE GEBRUIKSDATUM

EXP


9. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING

Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.


NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Seagen B.V.
Evert van de Beekstraat 1-104
1118CL Schiphol
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1526/001

13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING


15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

TUKYSA 50 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN


WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
tucatinib

2. NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Seagen B.V.

3. UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4. PARTIJNUMMER
Lot

5. OVERIGE


DOOS

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
tucatinib

2. GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg tucatinib.

3. LIJST VAN HULPSTOFFEN

Bevat natrium en kalium. Lees voor het gebruik de bijsluiter.

4. FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD


Filmomhulde tabletten
84 filmomhulde tabletten.

5. WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.


6. EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.


7. ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG

8. UITERSTE GEBRUIKSDATUM

EXP


9. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING

Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.


NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Seagen B.V.
Evert van de Beekstraat 1-104
1118CL Schiphol
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1526/002

13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING


15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

TUKYSA 150 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN


WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
tucatinib

2. NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Seagen B.V.

3. UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4. PARTIJNUMMER
Lot

5. OVERIGE


TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
tucatinib
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is TUKYSA en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is TUKYSA en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Wat is TUKYSA?
TUKYSA is een geneesmiddel tegen borstkanker. Het bevat de werkzame stof tucatinib. Het behoort
tot een groep geneesmiddelen die proteïnekinaseremmers worden genoemd. Proteïnekinaseremmers
voorkomen dat bepaalde types kankercellen in het lichaam gaan groeien.

Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
TUKYSA wordt gebruikt voor volwassenen die borstkanker hebben die:
-
op de kankercellen een receptor (doel) heeft, humane epidermale groeifactorreceptor 2
genaamd (HER2-positieve borstkanker);
-
verder dan de oorspronkelijke tumor is uitgezaaid, naar andere organen is uitgezaaid zoals de
hersenen, of niet met een operatieve ingreep kan worden verwijderd;
-
eerder is behandeld met bepaalde andere behandelingen tegen borstkanker.
U moet TUKYSA samen met twee andere geneesmiddelen tegen kanker,
trastuzumab en
capecitabine,
gebruiken. Voor die geneesmiddelen zijn er afzonderlijke bijsluiters voor de patiënt beschikbaar.
Vraag
uw arts u er meer informatie over te geven.
HER2 produceert signalen waardoor de kanker kan groeien. Door HER2 te blokkeren, kan de groei
van kankercellen worden vertraagd of gestopt, of de kankercellen volledig worden vernietigd.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
·
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
·
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt als u leverproblemen heeft. Tijdens uw
behandeling voert uw arts tests uit om te controleren dat uw lever goed werkt.
·
Dit middel kan ernstige diarree veroorzaken. Bij het eerste teken van diarree moet u onmiddellijk
contact opnemen met uw arts.
·
Wanneer een zwangere vrouw dit middel inneemt, kan het zijn dat het schadelijk is voor de
ongeboren baby. Denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Vertel dat dan aan uw arts
voordat u dit middel gebruikt. Zie de rubriek over `Zwangerschap en borstvoeding' hieronder.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar

Dit middel mag niet worden gebruikt bij kinderen en jongeren jonger dan 18 jaar. De veiligheid van dit
middel en hoe doeltreffend het is, zijn niet onderzocht bij deze leeftijdsgroep.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Neemt u naast TUKYSA nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts
of apotheker.
Sommige geneesmiddelen kunnen een invloed hebben op de werking van TUKYSA en TUKYSA kan
een invloed hebben op de werking van sommige geneesmiddelen. Dit geldt voor onder andere
geneesmiddelen uit de volgende groepen:
·
sint-janskruid ­ een kruidenproduct om depressie te behandelen
·
itraconazol, ketoconazol, voriconazol, posaconazol ­ worden gebruikt om schimmelinfecties te
behandelen
·
rifampicine ­ wordt gebruikt om bacteriële infecties te behandelen
·
darunavir, saquinavir, tipranavir ­ worden gebruikt om hiv te behandelen
·
fenytoïne, carbamazepine ­ worden gebruikt om epilepsie of een pijnlijke aandoening van het
gezicht (trigeminus neuralgie genaamd) te behandelen of om een ernstige stemmingsstoornis
onder controle te brengen wanneer andere geneesmiddelen niet werken
·
buspiron ­ wordt gebruikt om bepaalde problemen met de geestelijke gezondheid te behandelen
·
sirolimus, tacrolimus ­ worden gebruikt om na een transplantatie de natuurlijke afweer
(immuunrespons) van uw lichaam te regelen
·
digoxine ­ wordt gebruikt om hartproblemen te behandelen
·
lomitapide, lovastatine ­ worden gebruikt om afwijkende cholesterolwaarden te behandelen
·
alfentanil ­ wordt gebruikt voor pijnverlichting
·
avanafil, vardenafil ­ worden gebruikt om erectiestoornissen te behandelen
·
darifenacine ­ wordt gebruikt om urine-incontinentie te behandelen
·
midazolam, triazolam ­ worden gebruikt om epileptische aanvallen, angststoornissen, paniek,
opgewondenheid (agitatie) en slapeloosheid te behandelen
repaglinide ­ een antihistaminicum dat wordt gebruikt om type 2-diabetes te behandelen
·
ebastine ­ wordt gebruikt om seizoens- en chronische allergische rinitis en
rinoconjunctivitis te behandelen
·
everolimus, ibrutinib ­ worden gebruikt om bepaalde kankersoorten te behandelen
·
naloxegol ­ wordt gebruikt om verstopping (constipatie) te behandelen

Zwangerschap en borstvoeding

Wanneer een zwangere vrouw dit middel inneemt, kan het een schadelijk effect hebben op de ongeboren
baby. Uw arts zal een zwangerschapstest doen voordat u dit middel gaat gebruiken.
·
Bent u
zwanger,
denkt u zwanger te zijn of
wilt u zwanger worden?
Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. De arts zal het mogelijke voordeel voor u afwegen
tegen het risico voor de ongeboren baby.
·
U moet een betrouwbare anticonceptiemethode gebruiken om te voorkomen dat u zwanger
wordt tijdens uw behandeling met dit middel en tot ten minste 1 week na de laatste dosis.
·
Als u een man bent en een vrouwelijke seksuele partner heeft die zwanger kan worden,
moet u een betrouwbare anticonceptiemethode gebruiken om een zwangerschap te
vermijden tijdens uw behandeling met dit middel en tot ten minste 1 week na de laatste dosis.
·
Als u
zwanger wordt tijdens behandeling met dit middel, moet u
contact opnemen met uw arts.
De arts zal het mogelijke voordeel voor u van voortzetting van behandeling met dit geneesmiddel
afwegen tegen het risico voor de ongeboren baby.
Het is niet bekend of dit middel in de moedermelk terechtkomt.
·
Als u
borstvoeding geeft of
borstvoeding wilt geven,
neem dan contact op met uw arts voordat
u dit geneesmiddel gebruikt. Tijdens behandeling met dit middel en tot ten minste 1 week na de
laatste dosis mag u geen borstvoeding geven. Neem contact op met uw arts voor de beste manier
om uw baby te voeden tijdens uw behandeling.


Neem contact op met uw arts of apotheker voor advies voordat u dit middel inneemt als u vragen
heeft.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Dit middel heeft naar verwachting geen invloed op uw rijvaardigheid of uw vermogen om machines te
bedienen. Het is echter uw verantwoordelijkheid om te beslissen of u een motorvoertuig kunt besturen of
andere taken kunt uitvoeren die een groot concentratievermogen vergen.

TUKYSA bevat natrium en kalium
Dit middel bevat 55,3 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) per dosis van
300 mg. Dit komt overeen met 2,75% van de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid natrium in de
voeding voor een volwassene.
Dit middel bevat 60,6 mg kalium per dosis van 300 mg. Patiënten met een verminderde nierfunctie of
patiënten op een gecontroleerd kaliumdieet moeten hier rekening mee houden.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het
juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Dosering
De aanbevolen dosering is 300 mg (twee tabletten van 150 mg) via de mond, tweemaal per dag.
Het is mogelijk dat uw arts uw dosis TUKYSA verandert als u bepaalde bijwerkingen heeft. Om een
lagere dosis mogelijk te maken, is het mogelijk dat uw arts tabletten van 50 mg voorschrijft.
U kunt TUKYSA met voedsel of tussen maaltijden innemen.
·
U moet de tabletten in hun geheel doorslikken, één voor één.
·
U moet elke dosis met een tussenperiode van ongeveer 12 uur innemen, elke dag op ongeveer
dezelfde tijdstippen.
·
U mag niet kauwen op de tabletten en de tabletten niet verkruimelen.
·
U mag geen extra dosis innemen als u na inname van Tukysa moet overgeven. U moet zich aan het
schema houden en de volgende dosis op het geplande tijdstip innemen.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Neem onmiddellijk contact op met een arts of apotheker. Toon hen de verpakking, indien mogelijk.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Neem gewoon de volgende dosis op het
geplande tijdstip in.

Als u stopt met het innemen van dit middel
Behandeling met TUKYSA is een langdurige behandeling. U moet dit middel gedurende de hele
behandeling blijven innemen.
U mag de inname van dit middel niet stoppen zonder uw arts te hebben
gesproken.

Tijdens uw behandeling met dit middel
·
Afhankelijk van de bijwerkingen die u heeft, is het mogelijk dat uw arts uw dosis wil verlagen of
uw behandeling tijdelijk wil stoppen.
·
Uw arts zal tijdens uw behandeling met dit middel ook uw leverfunctie controleren.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. De volgende bijwerkingen kunnen voorkomen bij het gebruik van dit geneesmiddel.

Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers):
·
diarree;
·
misselijkheid;
·
overgeven;
·
pijnlijke vlekjes in de mond (aften), ontsteking van de mond, zweertjes in de mond;
·
leverproblemen, die kunnen leiden tot jeuk, gele verkleuring van de ogen en de huid, donkere
urine en pijn of ongemak rechts in de bovenbuik;
·
huiduitslag;
·
gewrichtspijn;
·
gewichtsverlies;
·
bloedneus.

Vertel het uw arts of apotheker als u bijwerkingen opmerkt.

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons
helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de
blisterverpakking en de doos. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
De
werkzame stof in dit middel is tucatinib. Elke filmomhulde tablet bevat ofwel 50 mg, of 150 mg
tucatinib.
De andere stoffen in dit middel zijn:
·
Tabletkern - copovidon, crospovidon, natriumchloride, kaliumchloride,
natriumwaterstofcarbonaat, colloïdaal watervrij silicium, magnesiumstearaat, microkristallijne
cellulose (zie rubriek 2 `TUKYSA bevat natrium en kalium').
·
Filmomhulling ­ poly(vinylalcohol), titaandioxide, macrogol, talk, geel ijzeroxide.


Hoe ziet TUKYSA eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten zijn rond, geel, met de inscriptie `TUC' op één zijde en `50' op
de andere zijde.
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten zijn ovaal, geel, met de inscriptie `TUC' op één zijde en `150'
op de andere zijde.
TUKYSA wordt geleverd in blisterverpakkingen van aluminiumfolie. Elke verpakking bevat:
TUKYSA 50 mg filmomhulde tabletten
·
88 tabletten (11 blisterverpakkingen met elk 8 tabletten).
TUKYSA 150 mg filmomhulde tabletten
·
84 tabletten (21 blisterverpakkingen met elk 4 tabletten).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Seagen B.V.
Evert van de Beekstraat 1-104
1118CL Schiphol
Nederland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:

Lietuva
Seagen B.V. (Nederland/Pays-Bas/Niederlande)
Swixx Biopharma UAB
Tél/Tel: +32 7848 27 51
Tel: +370 5 236 9140

Luxembourg/Luxemburg
Swixx Biopharma EOOD
Seagen B.V. (Pays-Bas/Niederlande)
Te.: +359 2 4942 480
Tél/Tel: +352 27 867 570
Ceská republika
Magyarország
Swixx Biopharma s.r.o.
Swixx Biopharma Kft.
Tel: +420 242 434 222
Tel.: +36 1 9206 550
Danmark
Malta
Seagen Denmark ApS
Genesis Pharma (Cyprus) Ltd (ipru/Cyprus)
Tlf: +45 89 88 83 53
Tel: +357 22 765715
Deutschland
Nederland
Seagen Germany GmbH
Seagen B.V.
Tel: +49 893 803 6915
Tel: +31 202 419041
Eesti
Norge
Swixx Biopharma OÜ
Seagen B.V. (Nederland)
Tel: +372 640 1030
Tlf: +45 89 88 83 53

Österreich
.
Seagen B.V. (Niederlande)
: +30 210 87 71 500
Tel: (+43) 720 778105
España
Polska
Seagen Spain S.L.U.
Swixx Biopharma Sp.z o.o.
Tel: (+34) 919 011 012
Tel.: +48 22 460 07 20
France
Portugal
Seagen France SAS
Seagen B.V. (Países Baixos)
Tél: +33 184 88 80 69
Tel: (+351) 211 451 261
Hrvatska
România
Swixx Biopharma d.o.o.
Swixx Biopharma S.R.L.
Tel: +385 1 2078 500
Tel: +40 371 530 850
Ireland
Slovenija
Seagen B.V. (Netherlands)
Swixx Biopharma d.o.o.
Tel: +353 1903 9713
Tel: +386 1 2355 100
Ísland
Slovenská republika
Seagen B.V. (Holland)
Swixx Biopharma s.r.o.
Sími: +354 539 0641
Tel: +421 2 20833 600
Italia
Suomi/Finland
Seagen Italy S.r.l.
Seagen B.V. (Alankomaat/Nederländerna)
Tel: (+39) 02 82952389
Puh/Tel: +358 753 252 569
Sverige
Genesis Pharma (Cyprus) Ltd
Seagen B.V. (Nederländerna)
: +357 22 765715
Tel: (+46) 108 885 437
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Swixx Biopharma SIA
Seagen B.V. (Netherlands)
Tel: +371 6 6164 750
Tel: +44 330 818 0490


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? Tukysa 150 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Tukysa 150 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Tukysa 150 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG