Tevagrastim 48 miu/0,8 ml s.c./i.v. pre-filled syr.

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml, oplossing voor injectie/infusie
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml, oplossing voor injectie/infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Iedere ml oplossing voor injectie/infusie bevat 60 miljoen internationale eenheden [MIU] (600
μg)
filgrastim.
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml, oplossing voor injectie/infusie
Iedere voorgevulde spuit bevat 30 MIU (300
µg) filgrastim in 0,5
ml oplossing voor injectie/infusie.
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml, oplossing voor injectie/infusie
Iedere voorgevulde spuit bevat 48 MIU (480
µg) filgrastim in 0,8
ml oplossing voor injectie/infusie.
Filgrastim (recombinant-methionyl humane granulocyt-kolonie
stimulerende factor) wordt gemaakt in
Escherichia coli
K802 met behulp van recombinant DNA-technologie.
Hulpstoffen met bekend effect:
Iedere ml oplossing bevat 50 mg sorbitol.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie/infusie.
Heldere, kleurloze oplossing.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Tevagrastim is geïndiceerd voor de reductie van de duur van neutropenie en de incidentie van febriele
neutropenie bij patiënten die worden behandeld met gangbare cytotoxische chemotherapie voor
maligniteiten (met uitzondering van chronische myeloïde leukemie en myelodysplastisch
syndroom)
en voor de reductie van de duur van neutropenie bij patiënten die een myelo-ablatieve behandeling
gevolgd door beenmergtransplantatie ondergaan bij wie rekening wordt gehouden met een verhoogd
risico op een langdurige ernstige neutropenie.
De veiligheid en werkzaamheid van
filgrastim zijn
vergelijkbaar bij volwassenen en kinderen die met cytotoxische chemotherapie worden behandeld.
Tevagrastim
is geïndiceerd voor de mobilisatie van perifere bloedvoorlopercellen (PBPC).
Bij patiënten,
kinderen of volwassenen, met ernstige congenitale, cyclische of idiopathische
neutropenie met een
absolute neutrofielen telling (count) of
ANC van
0,5
x
10
9
/l en een verleden
van ernstige of recidiverende infecties is langdurige toediening van Tevagrastim geïndiceerd om het
aantal neutrofielen te verhogen en de incidentie en duur van met infectie gepaard gaande
gebeurtenissen te verminderen.
Tevagrastim is geïndiceerd voor de behandeling van aanhoudende neutropenie (ANC kleiner of gelijk
aan 1,0
x
10
9
/l) bij patiënten met een
HIV-infectie in een vergevorderd stadium om de kans op
bacteriële infecties te verminderen wanneer andere opties om neutropenie te behandelen ongeschikt
zijn.
2
4.2
Dosering en wijze van toediening
Filgrastim therapie dient alleen
te worden toegediend in samenwerking met een oncologisch instituut
dat ervaring heeft met granulocyten-kolonie stimulerende factor (G-CSF)
behandelingen
en
hematologie, en dat de noodzakelijke diagnostische faciliteiten heeft. De mobilisatie- en
afereseprocedures
dienen alleen te worden uitgevoerd in samenwerking met een
oncologisch-hematologisch
instituut met redelijke ervaring in dit veld en waar de monitoring van
hematopoëtische voorlopercellen
correct kan worden uitgevoerd.
Gangbare cytotoxische chemotherapie
Dosering
De aanbevolen dosis van filgrastim is 0,5 MIU (5
µg)/kg/dag. De eerste dosis
filgrastim dient ten
minste 24
uur na cytotoxische chemotherapie toegediend te worden.
In gerandomiseerde klinische
studies werd een subcutane dosis van 23
MIU (230
µg)/m
2
/dag (4,0 - 8,4
µg/kg/dag) gebruikt.
Dagelijks doseren van filgrastim
dient te worden voortgezet totdat het verwachte neutrofielnadir is
gepasseerd en het aantal neutrofielen de normaalwaarde heeft bereikt. Na gangbare chemotherapie
voor vaste tumoren,
lymfomen en lymfatische leukemieën is de verwachting dat de duur van de
behandeling, teneinde aan deze criteria te kunnen voldoen, maximaal 14
dagen zal zijn. Na inductie-
en consolidatiebehandeling bij acute myeloïde leukemie kan de duur van de behandeling aanzienlijk
langer zijn (tot 38
dagen), afhankelijk van de soort, de dosis en het toedieningsschema van de
toegepaste cytotoxische chemotherapie.
Bij patiënten die cytotoxische chemotherapie krijgen, is een tijdelijke toename van het aantal
neutrofielen een typische waarneming 1 à 2
dagen na aanvang van de behandeling met filgrastim.
Echter, voor een aanhoudend therapeutisch effect dient de behandeling met filgrastim
niet te worden
onderbroken voordat het verwachte nadir is gepasseerd en het aantal neutrofielen weer de
normaalwaarde heeft bereikt. Voortijdig onderbreken van de behandeling met
filgrastim, voor het
verwachte neutrofielnadir, wordt niet aanbevolen.
Wijze van toediening
Filgrastim kan worden toegediend als een dagelijkse subcutane
injectie of als een dagelijkse
intraveneuze infusie verdund in een 5%-glucose-oplossing voor infusie met een infusietijd van
30 minuten (zie rubriek
6.6). In de meeste gevallen wordt de voorkeur gegeven aan de subcutane
toediening. Er zijn enkele aanwijzingen
gebaseerd op een studie met eenmalige toediening dat de
werkingsduur korter kan zijn na intraveneuze toediening. De klinische relevantie van dit resultaat met
betrekking tot de toediening van meerdere doses is niet duidelijk. De keuze van de toedieningswijze
zal afhangen van de individuele klinische toestand.
Patiënten, behandeld met myelo-ablatieve therapie gevolgd door beenmergtransplantatie
Dosering
De aanbevolen aanvangsdosis van filgrastim is 1,0 MIU (10
µg)/kg/dag.
De eerste dosis filgrastim dient ten minste 24
uur na cytotoxische chemotherapie worden toegediend
en ten minste 24 uur na beenmerginfusie.
Wanneer het neutrofielnadir is gepasseerd, dient de dagelijkse dosis filgrastim
te worden getitreerd in
functie van de neutrofielrespons, als volgt:
3
Aantal neutrofielen
> 1,0
x
10
9
/l gedurende 3 opeenvolgende dagen
Vervolgens, indien ANC > 1,0
x
10
9
/l blijft gedurende 3 of
meer daarop volgende dagen
Filgrastim dosisaanpassing
Reduceer tot 0,5 MIU
(5
µg)/kg/dag
Onderbreek filgrastim
Indien ANC daalt tot < 1,0
x
10
9
/l gedurende de behandelingsperiode dient de dosis filgrastim
weer
verhoogd te worden volgens de stappen hierboven.
ANC = absoluut aantal neutrofielen (Absolute Neutrophil Count)
Wijze van toediening
Filgrastim kan worden toegediend als een intraveneuze infusie gedurende 30
minuten of 24 uur, of als
een continue subcutane infusie gedurende 24
uur. Filgrastim dient verdund te worden in 20
ml
5%-glucose-oplossing voor infusie (zie rubriek
6.6).
Voor de mobilisatie van PBPC’s bij patiënten die een myelosuppressieve of myelo-ablatieve
behandeling ondergaan, gevolgd door transplantatie van autologe PBPC’s
Dosering
De aanbevolen dosis van filgrastim alleen voor PBPC-mobilisatie is 1,0 MIU (10
µg)/kg/dag
gedurende 5-7 opeenvolgende dagen.
Tijdstip van leukaferese: een of twee leukafereses op dag 5 en 6
zijn meestal voldoende. In andere omstandigheden kunnen bijkomende leukafereses nodig zijn.
Dosering met filgrastim
dient te worden gehandhaafd tot aan de laatste leukaferese.
De aanbevolen dosis filgrastim voor PBPC-mobilisatie na myelosuppressieve chemotherapie is
0,5 MIU (5
µg)/kg/dag, te beginnen op de eerste dag na het beëindigen van de chemotherapie
totdat
het verwachte neutrofielnadir is gepasseerd en het aantal neutrofielen de normaalwaarde heeft bereikt.
Leukaferese dient te worden uitgevoerd in de periode dat de ANC stijgt van <
0,5
x
10
9
/l tot
> 5,0
x
10
9
/l. Voor patiënten die geen uitgebreide chemotherapie hebben ondergaan, is één leukaferese
vaak voldoende. Onder andere omstandigheden worden extra leukafereses aanbevolen.
Wijze van toediening
Filgrastim als monotherapie voor PBPC-mobilisatie:
Filgrastim
mag toegediend worden door middel van een continue subcutane infusie gedurende 24
uur
of door middel van een subcutane injectie. Voor infusies dient filgrastim verdund te worden in 20
ml
5%-glucose-oplossing voor infusie (zie rubriek
6.6).
Filgrastim voor PBPC-mobilisatie na myelosuppressieve chemotherapie:
Filgrastim dient door middel van een subcutane injectie toegediend te worden.
Voor de mobilisatie van PBPC’s bij normale donoren voorafgaand aan transplantatie van allogene
PBPC’s
Dosering
Voor PBPC mobilisatie bij normale donoren dient filgrastim
te worden toegediend in een dosis van
1,0 MIU (10 µg)/kg/dag
gedurende 4 tot 5 opeenvolgende dagen. Leukaferese dient te worden gestart
op dag 5 en te worden voortgezet tot en met dag 6 om 4 x
10
6
CD34
+
cellen/kg lichaamsgewicht
van
de ontvanger te verkrijgen.
Wijze van toediening
Filgrastim dient door middel van een subcutane injectie te worden toegediend.
4
Patiënten met ernstige chronische neutropenie
(SCN)
Dosering
Congenitale neutropenie
De aanbevolen aanvangsdosis is 1,2 MIU (12
µg)/kg/dag, als enkelvoudige dosis of verdeeld
over de
dag.
Idiopathische of cyclische neutropenie
De aanbevolen aanvangsdosis is 0,5 MIU (5
µg)/kg/dag, als
enkelvoudige dosis of verdeeld over de
dag.
Dosisaanpassing
Filgrastim
dient dagelijks te worden toegediend door middel van een subcutane injectie totdat het
aantal neutrofielen 1,5
x
10
9
/l bereikt en boven dit niveau gehandhaafd kan blijven. Zodra dit effect is
verkregen dient de minimale effectieve
dosis, waarmee dit niveau kan worden gehandhaafd, te worden
bepaald. Een dagelijkse toediening gedurende lange tijd is nodig om het aantal neutrofielen op een
adequaat niveau te handhaven. Na één
of twee weken behandeling mag de aanvangsdosis worden
verdubbeld of gehalveerd afhankelijk van het effect bij de patiënt. Vervolgens kan de dosis iedere 1 tot
2
weken individueel worden aangepast, teneinde het gemiddelde aantal neutrofielen tussen 1,5 x
10
9
/l
en 10
x
10
9
/l te handhaven. Een snellere dosisverhoging
kan worden overwogen bij patiënten met
ernstige infecties. In klinische studies had 97 % van de patiënten die een reactie gaven een volledige
respons bij doses van
2,4 MIU (24 µg)/kg/dag. De veiligheid op lange termijn van filgrastim
toediening van meer dan 2,4 MIU (24 µg)/kg/dag bij patiënten met SCN is niet vastgesteld.
Wijze van toediening
Congenitale, idiopathische of cyclische neutropenie:
Filgrastim dient als subcutane injectie te worden toegediend.
Patiënten met een HIV-infectie
Dosering
Ter correctie van een neutropenie
De aanbevolen aanvangsdosis van filgrastim is 0,1 MIU (1
µg)/kg/dag met titratie tot een maximum
van 0,4 MIU (4
µg)/kg/dag totdat een normaal aantal neutrofielen is bereikt en kan worden
gehandhaafd (ANC > 2,0
x
10
9
/l). In klinische studies reageerde meer dan 90
% van de patiënten op
deze dosis met een correctie van de neutropenie, na een mediane behandelingsduur van 2 dagen.
In een klein aantal patiënten (< 10
%) waren doses tot 1,0
MIU (10
µg)/kg/dag noodzakelijk om
correctie van neutropenie te bereiken.
Ter handhaving van een normaal aantal neutrofielen
Nadat correctie van neutropenie is bereikt dient de minimale effectieve dosis te worden bepaald
waarmee een normaal aantal neutrofielen wordt
gehandhaafd. De initiële dosisaanpassing naar een
dosis om de dag van 30 MIU (300
µg)/dag wordt aanbevolen.
Verdere dosisaanpassingen kunnen
noodzakelijk zijn op basis van de ANC van de patiënt om het aantal neutrofielen > 2,0
x
10
9
/l te
handhaven. In
klinische studies was toediening van 30
MIU (300
µg)/dag gedurende 1 tot 7
dagen per
week noodzakelijk om het aantal neutrofielen >
2,0
x
10
9
/l te handhaven, met een mediane
toedieningsfrequentie
van 3 keer per week. Langdurig gebruik kan noodzakelijk zijn
om een ANC
> 2,0
x
10
9
/l te handhaven.
5
Wijze van toediening
Ter correctie van neutropenie of ter handhaving van een normaal aantal neutrofielen:
Filgrastim dient als subcutane injectie te worden toegediend.
Bijzondere patiëntengroepen
Ouderen
In
klinische studies met filgrastim werd een klein aantal oudere patiënten geïncludeerd, maar er zijn
geen speciale studies uitgevoerd in deze groep en daarom kunnen geen specifieke doseringsadviezen
worden gegeven.
Patiënten met nier- of leverschade
Uit studies met filgrastim bij patiënten met een ernstige verminderde lever- of nierfunctie blijkt dat het
farmacokinetische en farmacodynamische profiel hetzelfde is als bij normale personen. Aanpassing
van de dosis is niet vereist in deze omstandigheden.
Gebruik in de pediatrie bij ernstige SCN en kanker
Vijfenzestig procent van de patiënten bestudeerd in het SCN onderzoeksprogramma waren jonger dan
18
jaar. De werkzaamheid van de behandeling was duidelijk voor deze leeftijdsgroep, die vooral
bestond uit patiënten
met congenitale neutropenie. Er waren geen verschillen in de
veiligheidsprofielen voor de kinderen behandeld voor SCN.
Gegevens uit klinische studies met kinderen
wijzen erop dat de veiligheid en de werkzaamheid van
filgrastim vergelijkbaar zijn bij volwassenen
en kinderen die cytotoxische chemotherapie krijgen.
De doseringsadviezen bij kinderen
zijn dezelfde als die bij volwassenen die myelosuppressieve
cytotoxische chemotherapie krijgen.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de
werkzame stof(fen)
of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Bijzondere waarschuwingen
en voorzorgen voor alle indicaties
Overgevoeligheid
Overgevoeligheid, inclusief anafylactische reacties, opgetreden tijdens een eerste of volgende
behandeling, zijn gerapporteerd bij patiënten die behandeld zijn met filgrastim. Staak behandeling met
filgrastim permanent bij patiënten met klinisch significante overgevoeligheid. Dien filgrastim niet toe
aan patiënten met een voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor filgrastim of pegfilgrastim.
Pulmonale bijwerkingen
Na toediening van G-CSF
zijn pulmonale bijwerkingen, in het bijzonder interstitiële longziekte,
gerapporteerd. Patiënten met een recente geschiedenis van longinfiltraten of pneumonie lopen een
hoger risico. Het ontstaan van pulmonale verschijnselen, zoals hoest, koorts en dyspneu, die gepaard
gaan met radiologische kenmerken van longinfiltraten en verslechtering van de longfunctie, kunnen
voortekenen zijn van
Acute Respiratory Distress Syndrome
(ARDS). De toediening van filgrastim
dient te worden gestaakt en een passende behandeling dient te worden gegeven.
6
Glomerulonefritis
Glomerulonefritis is gerapporteerd bij patiënten die filgrastim en pegfilgrastim kregen toegediend. In
het algemeen verdwenen gevallen van glomerulonefritis na verlaging van de dosis of stopzetting van
de
behandeling met filgrastim en pegfilgrastim. Urineonderzoek wordt aanbevolen.
Capillairleksyndroom
Het capillairleksyndroom, dat levensbedreigend kan zijn als behandeling wordt uitgesteld, is
gerapporteerd na toediening van G-CSF
en wordt gekenmerkt door
hypotensie, hypoalbuminemie,
oedeem en bloedindikking.
Patiënten die symptomen van het capillairleksyndroom ontwikkelen, dienen nauwgezet gevolgd te
worden en standaard symptomatische behandeling te ontvangen, wat een behoefte aan intensieve zorg
zou kunnen betekenen (zie rubriek
4.8).
Splenomegalie en miltruptuur
Algemeen asymptomatische gevallen van splenomegalie en gevallen van miltruptuur zijn gemeld na
toediening van filgrastim aan patiënten en gezonde donoren. Sommige gevallen van miltruptuur
waren
fataal. Daarom dient de grootte van de milt nauwgezet gecontroleerd te worden (bv. door klinisch
onderzoek, echo). De diagnose van miltruptuur dient te worden overwogen bij donoren en/of patiënten
die pijn linksboven in de buik of schouderpijn rapporteren. Dosisverlagingen van filgrastim bleken de
progressie van miltvergroting te vertragen of te stoppen bij patiënten met ernstige chronische
neutropenie en bij 3% van de patiënten was een splenectomie noodzakelijk.
Groei van maligne cellen
G-CSF kan
in vitro
de groei bevorderen van myeloïde cellen en vergelijkbare effecten kunnen
in vitro
ook worden waargenomen bij enkele niet-myeloïde
cellen.
Myelodysplastisch syndroom of chronische myeloïde leukemie
De veiligheid en werkzaamheid van filgrastim toediening
bij patiënten met myelodysplastisch
syndroom of chronische myeloïde leukemie zijn niet vastgesteld. Filgrastim is niet geïndiceerd voor
gebruik bij deze aandoeningen. Bijzondere aandacht dient te worden gegeven om de diagnose
blastentransformatie bij chronische myeloïde leukemie te onderscheiden van acute myeloïde leukemie.
Acute myeloïde leukemie
Voorzichtigheid is geboden bij de toediening van filgrastim bij patiënten met secundaire AML
aangezien er beperkte veiligheids-
en werkzaamheidgegevens bekend
zijn. De veiligheid en
werkzaamheid van filgrastim toegediend bij
de novo
AML patiënten met een leeftijd < 55 jaar met
goede cytogenese (t(8;21), t(15;17) en inv(16)) zijn niet vastgesteld.
Trombocytopenie
Trombocytopenie is gemeld bij patiënten die filgrastim gebruiken. Het aantal bloedplaatjes dient
nauwlettend te worden gecontroleerd, vooral tijdens de eerste paar weken van de behandeling met
filgrastim. Tijdelijke stopzetting of dosisverlaging van filgrastim dient te worden overwogen bij
patiënten
met ernstige chronische neutropenie die een trombocytopenie ontwikkelen (aantal
bloedplaatjes < 100
x
10
9
/l).
Leukocytose
Aantallen witte bloedcellen (wittebloedceltelling
WBC) van 100 x
10
9
/l of hoger zijn waargenomen
bij minder dan 5% van de kankerpatiënten die filgrastim kregen in doses boven de 0,3 MIU/kg/dag
(3
µg/kg/dag). Er zijn geen bijwerkingen gemeld die direct zijn toe te schrijven aan deze mate van
7
leukocytose. Gezien de potentiële risico’s die gepaard gaan met ernstige leukocytose, moet echter
gedurende de behandeling met filgrastim regelmatig het aantal witte bloedcellen worden bepaald. Als
het aantal witte bloedcellen na de verwachte nadir hoger wordt dan 50 x
10
9
/l, moet de toediening van
filgrastim onmiddellijk worden gestopt. Tijdens de periode dat filgrastim wordt toegediend voor de
mobilisatie van PBPC’s, moet de toediening echter pas worden gestopt, of de dosis worden verlaagd,
wanneer het aantal leukocyten stijgt tot >
70
x
10
9
/l.
Immunogeniciteit
Zoals bij alle therapeutische
eiwitten, is er een mogelijkheid tot immunogeniciteit. De mate van
ontwikkeling van antilichamen tegen filgrastim is over het algemeen laag. Bindende antilichamen
treden op, zoals verwacht, met alle biologicals, maar zijn op dit moment niet geassocieerd met
een
neutraliserende werking.
Aortitis
Na toediening van G-CSF bij gezonde proefpersonen en bij kankerpatiënten is aortitis gemeld. De
symptomen die optraden omvatten koorts, buikpijn, malaise, rugpijn en verhoogde ontstekingsmarkers
(bijv. C-reactief
proteïne en wittebloedceltelling). In de meeste gevallen werd aortitis door middel van
een CT-scan
vastgesteld en doorgaans verdween het nadat G-CSF was stopgezet. Zie ook rubriek
4.8.
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen geassocieerd met comorbiditeiten
Bijzondere voorzorgen bij dragers van het sikkelcelgen en patiënten met sikkelcelanemie
Bij gebruik van filgrastim bij dragers van het sikkelcelgen en patiënten met sikkelcelanemie werden,
in sommige gevallen fatale, sikkelcelcrises gerapporteerd. Artsen dienen het voorschrijven van
filgrastim bij dragers van het sikkelcelgen en patiënten met sikkelcelanemie met voorzichtigheid te
overwegen.
Osteoporose
Controle van de botdichtheid kan aangewezen zijn bij patiënten met onderliggende osteoporotische
botziekten die een continue behandeling met filgrastim langer dan 6 maanden ondergaan.
Bijzondere voorzorgen bij patiënten met kanker
Filgrastim dient niet te worden gebruikt om de dosis cytotoxische chemotherapie te verhogen boven de
gangbare doseringsschema’s.
Risico’s geassocieerd met verhoogde doses chemotherapie
Bijzondere voorzichtigheid is geboden wanneer patiënten worden behandeld met hoge doses
chemotherapie, aangezien verbetering in de tumorrespons niet werd aangetoond en verhoogde doses
chemotherapeutica
aanleiding kunnen geven tot verhoogde toxiciteit, inbegrepen cardiale, pulmonale,
neurologische en dermatologische effecten (zie de Samenvatting van de productkenmerken van de
desbetreffende chemotherapeutica).
Effect van chemotherapie op erytrocyten en trombocyten
Behandeling met alleen filgrastim werkt niet tegen trombocytopenie en anemie als gevolg van
myelosuppressieve chemotherapie. Vanwege de mogelijkheid om hogere doses chemotherapie te
krijgen (bv. de volledige doses van het voorgeschreven
doseringsschema), heeft de patiënt mogelijk
een verhoogde kans op trombocytopenie en anemie. Regelmatige controle van het aantal bloedplaatjes
en van de hematocriet wordt aanbevolen. Extra voorzichtigheid is geboden bij het toedienen van
enkele of gecombineerde
chemotherapeutische middelen waarvan bekend is dat ze ernstige
trombocytopenie veroorzaken.
8
Het is aangetoond dat gebruik van PBPC’s die met behulp van filgrastim zijn gemobiliseerd, de diepte
van trombocytopenie na myelosuppressieve of myeloablatieve chemotherapie verkleint en de duur
ervan verkort.
Overige bijzondere voorzorgen
De effecten van filgrastim bij patiënten met een substantiële verlaging van het aantal myeloïde
voorlopercellen zijn niet onderzocht. Filgrastim
werkt hoofdzakelijk op de neutrofielvoorlopercellen
waardoor het aantal neutrofielen stijgt. Derhalve kan bij patiënten met een verminderd aantal
voorlopercellen de neutrofielrespons verminderd zijn (zoals deze behandeld met uitgebreide
radiotherapie of chemotherapie
of met een beenmerginfiltratie door een tumor).
Bloedvataandoeningen, waaronder veno-occlusieve
ziekte en stoornissen van het vochtvolume, zijn in
enkele gevallen gemeld bij patiënten die hoge doses chemotherapie kregen, gevolgd door
transplantatie.
Er zijn meldingen geweest van graft-versus-hostziekte (GvHD) en fatale voorvallen bij patiënten die
G-CSF kregen na allogene beenmergtransplantatie (zie rubriek 4.8 en
5.1).
Verhoogde hematopoëtische activiteit van het beenmerg als respons op behandeling met groeifactor is
in verband gebracht met tijdelijke afwijkende botscans. Hiermee dient rekening te worden gehouden
bij het interpreteren van resultaten van botbeeldvorming.
Bijzondere voorzorgen bij patiënten die PBPC-mobilisatie ondergaan
Mobilisatie
Er zijn geen prospectieve, gerandomiseerde vergelijkingen van de twee aanbevolen
mobilisatiemethoden (filgrastim alleen, of in combinatie met myelosuppressieve chemotherapie),
uitgevoerd binnen dezelfde patiëntenpopulatie. De mate van variatie tussen individuele patiënten en
tussen laboratoriumtesten van CD34
+
-cellen heeft tot gevolg dat directe vergelijkingen tussen
verschillende onderzoeken moeilijk zijn. Het is daarom moeilijk om een optimale methode aan te
bevelen. De keuze van de mobilisatiemethode
moet worden overwogen in relatie met de totale
doelstellingen van de behandeling van een individuele patiënt.
Voorafgaande blootstelling aan cytotoxische middelen
Patiënten die zeer extensieve voorafgaande myelosuppressieve therapie hebben ondergaan,
vertonen
mogelijk niet voldoende PBPC-mobilisatie om de aanbevolen minimale opbrengst
(≥
2,0
x
10
6
CD34
+
-cellen/kg)
te bereiken, of een versnelling van de plaatjesopbrengst tot dezelfde
mate.
Sommige cytotoxische middelen vertonen een bijzondere toxiciteit
voor de ‘pool’ met
hematopoëtische voorlopercellen en kunnen de mobilisatie van voorlopercellen negatief beïnvloeden.
Middelen zoals melfalan, carmustine (BCNU) en carboplatine kunnen, wanneer deze gedurende
langere tijd voorafgaand aan pogingen tot
mobilisatie van voorlopercellen worden toegediend, de
opbrengst aan voorlopercellen verlagen. Het is echter aangetoond dat toediening van melfalan,
carboplatine of BCNU samen met filgrastim effectief is voor mobilisatie van voorlopercellen. Als een
transplantatie van PBPC’s is voorzien, is het aan te raden om de procedure voor stamcelmobilisatie
vroeg in de behandelkuur van de patiënt te plannen. Er dient bijzondere aandacht te worden
geschonken aan het aantal gemobiliseerde voorlopercellen bij deze patiënten, voordat hooggedoseerde
chemotherapie wordt toegediend. Als de opbrengsten volgens de bovengenoemde criteria niet
toereikend zijn, moeten alternatieve vormen van behandeling, waarvoor geen ondersteuning door
voorlopercellen nodig is, worden overwogen.
9
Bepaling van de opbrengst aan voorlopercellen
Bij het bepalen van de aantallen voorlopercellen die worden geoogst bij patiënten die zijn behandeld
met filgrastim, dient bijzondere aandacht te worden geschonken aan de methode van kwantificering.
De resultaten
van flowcytometrische analyse van aantallen CD34
+
-cellen zijn sterk afhankelijk van
welke methode exact wordt toegepast, en daarom is voorzichtigheid geboden bij het interpreteren van
aanbevelingen van celaantallen die zijn gebaseerd op onderzoeken in andere laboratoria.
Statistische analyse van het verband tussen het aantal gereïnfundeerde CD34
+
-cellen en de snelheid
van plaatjesherstel na hooggedoseerde chemotherapie wijst op een complex, maar continu verband.
De aanbeveling van een minimum
opbrengst van ≥
2,0
x
10
6
CD34
+
-cellen/kg is gebaseerd op
gepubliceerde ervaring die leidde tot adequate hematologische reconstitutie. Opbrengsten hoger dan
deze minimale opbrengst blijken gecorreleerd te zijn met een sneller herstel, en lagere opbrengsten
met een langzamer herstel.
Bijzondere voorzorgen bij gezonde donoren die PBPC-mobilisatie ondergaan
PBPC-mobilisatie
heeft geen direct klinisch voordeel voor gezonde donoren en mag alleen worden
overwogen wanneer allogene stamceltransplantatie het doel
is.
PBPC-mobilisatie
mag alleen worden overwogen voor donoren die voldoen aan de normale
selectiecriteria voor stamceldonatie wat betreft klinische parameters en laboratoriumtests, met speciale
aandacht voor hematologische waarden en infectieziekten.
De
veiligheid en werkzaamheid van filgrastim zijn niet vastgesteld voor gezonde donoren in de leeftijd
< 16 jaar of > 60 jaar.
Voorbijgaande trombocytopenie (bloedplaatjes < 100
x
10
9
/l) na toediening van filgrastim en
leukaferese is waargenomen bij 35% van de onderzochte proefpersonen. Daaronder waren twee
gevallen waarin aantallen plaatjes <
50
x
10
9
/l werden gemeld, die werden toegeschreven aan de
leukaferese.
Als meer dan één leukaferese moet worden uitgevoerd, dient bijzondere aandacht te worden
geschonken aan donoren die voorafgaand aan de leukaferese < 100
x
10
9
/l plaatjes hebben. Over het
algemeen dient geen aferese te worden uitgevoerd als het aantal bloedplaatjes <
75
x
10
9
/l is.
Leukaferese mag niet worden uitgevoerd bij donoren die worden behandeld
met antistollingsmiddelen
of van wie bekend is dat ze een defect hebben in de hemostase.
Donoren die G-CSF’s krijgen voor PBPC-mobilisatie
moeten worden gemonitord totdat de
hematologische indices zijn teruggekeerd tot normale waarden.
Voorbijgaande cytogene
afwijkingen zijn waargenomen bij gezonde donoren na het gebruik van
G-CSF. Het belang van deze veranderingen is onbekend. Toch kan een risico op het stimuleren van
een maligne myeloïde kloon niet worden uitgesloten. Het wordt aanbevolen dat het aferesecentrum
de
gegevens van de stamceldonoren gedurende minimaal 10 jaar systematisch bijhoudt om de monitoring
van de veiligheid op lange termijn te kunnen garanderen.
Bijzondere voorzorgen bij ontvangers van allogene PBPC’s die zijn gemobiliseerd met filgrastim
De huidige gegevens wijzen erop dat immunologische interacties tussen de getransplanteerde allogene
PBPC’s en de ontvanger geassocieerd kunnen zijn met een verhoogde kans op acute en chronische
GvHD, indien vergeleken met beenmergtransplantatie.
10
Bijzondere voorzorgen bij patiënten met SCN
Filgrastim dient niet te worden toegediend aan patiënten met ernstige congenitale neutropenie die
leukemie ontwikkelen of tekenen vertonen van leukemie-ontwikkeling.
Bloedcelaantallen
Andere veranderingen van
het bloedbeeld komen voor, waaronder anemie en tijdelijke toename van
myeloïde voorlopercellen, die een nauwgezette controle van het bloedbeeld vereisen.
Transformatie naar leukemie of myelodysplastisch syndroom
Extra voorzichtigheid is geboden bij de diagnose
van SCN’s, om die te onderscheiden van andere
hematopoëtische stoornissen zoals aplastische anemie, myelodysplasie en myeloïde leukemie.
Volledige bepaling van bloedcelaantallen met differentiële tellingen en plaatjestellingen, en
beoordeling van beenmergmorfologie
en karyotype dienen vóór behandeling te worden uitgevoerd.
Myeloplastische syndromen (MDS) of leukemie kwamen in lage frequentie (ongeveer 3%) voor
SCN-patiënten
die deelnamen aan klinische onderzoeken en werden behandeld met filgrastim.
Dat
werd enkel waargenomen bij patiënten met congenitale neutropenie. MDS en leukemieën zijn
natuurlijke complicaties van de ziekte en de relatie ervan met filgrastim is niet zeker. Bij een subset
van ongeveer 12% van de patiënten met normale cytogenetische
beoordeling bij aanvang werden later
bij herhaalde routinebeoordelingen abnormaliteiten gevonden, waaronder monosomie
7. Het is
momenteel niet duidelijk of langdurige behandeling van patiënten met SCN-patiënten gevoelig maakt
voor cytogenetische afwijkingen, MDS of leukemietransformatie. Het wordt aanbevolen om met
regelmatige intervallen (ongeveer eenmaal per 12
maanden) morfologisch en cytogenetisch
beenmergonderzoek uit te voeren bij patiënten.
Overige bijzondere voorzorgen
Oorzaken van tijdelijke neutropenie,
zoals virale infecties, dienen te worden uitgesloten.
Hematurie kwam vaak voor en proteïnurie kwam voor bij een klein aantal patiënten. Regelmatige
urinecontrole dient plaats te vinden om dit te controleren.
De veiligheid en werkzaamheid bij
neonaten en bij patiënten met een auto-immuunneutropenie zijn
niet vastgesteld.
Bijzondere voorzorgen bij patiënten met een HIV-infectie
Bloedcelaantallen
De ANC dient nauwgezet te worden gemonitord, in het bijzonder gedurende de eerste weken van de
behandeling met filgrastim. Sommige patiënten kunnen al op de aanvangsdosis filgrastim een zeer
snelle respons vertonen, en met een aanzienlijke stijging van het aantal neutrofielen. Het wordt
aanbevolen om de ANC de eerste 2-3 dagen na toediening van filgrastim dagelijks te meten. Daarna
wordt aanbevolen om de ANC in de eerste 2 weken ten minste tweemaal per week te meten en
vervolgens, gedurende de onderhoudstherapie, eenmaal per week of eenmaal per twee weken. Tijdens
intermitterende dosering van filgrastim met 30 MIU/dag (300
µg/dag) kunnen er in de loop van de tijd
grote fluctuaties voorkomen in de ANC van de patiënt. Om de dalwaarde of het nadir van de ANC van
de patiënt te bepalen, wordt aanbevolen om de bloedafnames voor de ANC-bepalingen
direct vóór de
geplande toedieningen van filgrastim uit te voeren.
Risico’s die gepaard gaan met verhoogde doses myelosuppressieve geneesmiddelen
Behandeling met alleen filgrastim werkt niet tegen trombocytopenie en anemie als gevolg van
myelosuppressieve geneesmiddelen. Door de mogelijkheid om bij behandeling met filgrastim hogere
11
doses of een groter aantal van deze geneesmiddelen te ontvangen, kan de patiënt een verhoogde kans
hebben op het ontwikkelen van trombocytopenie en anemie. Regelmatige controle van de
bloedcelaantallen wordt aanbevolen (zie hierboven).
Infecties en maligniteiten die myelosuppressie veroorzaken
Neutropenie kan toe te schrijven zijn aan opportunistische, beenmerginfiltrerende infecties zoals
Mycobacterium avium
complex of aan maligniteiten zoals lymfoom. Bij patiënten met bekende
beenmerginfiltrerende infecties of maligniteiten dient passende behandeling van de onderliggende
aandoening te worden overwogen, in aanvulling op toediening van filgrastim voor de behandeling van
neutropenie. De effecten van filgrastim op neutropenie als gevolg van beenmerginfiltrerende infectie
of maligniteit zijn niet goed vastgesteld.
Alle patiënten
Sorbitol
Tevagrastim bevat sorbitol
(E420). Er moet rekening worden gehouden met het additieve effect van
gelijktijdig gegeven producten die sorbitol (of fructose) bevatten en inname van sorbitol (of fructose)
via de voeding.
Dit geneesmiddel mag niet
worden toegediend aan patiënten met erfelijke fructose-intolerantie,
tenzij
strikt noodzakelijk. Bij zuigelingen en jonge kinderen (jonger dan 2
jaar) kan erfelijke
fructose-intolerantie nog niet zijn gediagnosticeerd. Intraveneus toegediende geneesmiddelen (die
sorbitol/fructose bevatten) kunnen levensbedreigend zijn en zijn bij deze patiëntengroep
gecontra-indiceerd,
tenzij er sprake is van een dwingende klinische noodzaak en er geen alternatieven
beschikbaar zijn.
Er moet bij iedere patiënt een uitgebreide anamnese van symptomen van erfelijke fructose-intolerantie
worden afgenomen voordat dit geneesmiddel wordt toegediend.
Natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23
mg) per voorgevulde spuit, d.w.z.
dat het in
wezen natriumvrij is.
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
De veiligheid en werkzaamheid van
filgrastim
wanneer toegediend op dezelfde dag als
myelosuppressieve cytotoxische chemotherapie zijn niet definitief vastgesteld. Gezien de gevoeligheid
van snel delende myeloïde cellen voor myelosuppressieve cytotoxische chemotherapie, wordt het
gebruik van filgrastim in de periode 24 uur voor tot 24 uur na de chemotherapie niet aangeraden.
Voorlopige aanwijzingen bij een klein aantal patiënten, dat tegelijkertijd behandeld werd met
filgrastim en 5-fluorouracil,
wijzen erop dat de ernst van
de neutropenie kan toenemen.
Mogelijke interacties met andere hematopoëtische groeifactoren en cytokines zijn nog niet onderzocht
in klinische studies.
Omdat lithium het vrijkomen van neutrofielen stimuleert, versterkt lithium vermoedelijk het effect van
filgrastim.
Hoewel deze interactie niet formeel is onderzocht, is er geen aanwijzing dat deze interactie
schadelijk is.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van filgrastim
bij zwangere
vrouwen. Uit dieronderzoek is reproductietoxiciteit gebleken. Een verhoogde incidentie van
12
embryoverlies is waargenomen bij konijnen bij hoge veelvouden van de klinische blootstelling en in
aanwezigheid van maternale toxiciteit (zie rubriek
5.3).
Er zijn rapporten in de literatuur waarin is
aangetoond dat filgrastim bij zwangere vrouwen de placenta passeert.
Filgrastim wordt niet aangeraden tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Het is niet bekend of filgrastim/metabolieten
wordt/worden
uitgescheiden in de moedermelk. Risico
voor pasgeborenen/zuigelingen die borstvoeding krijgen, kan niet worden uitgesloten. Er moet worden
besloten of borstvoeding moet worden gestaakt of behandeling met filgrastim moet worden gestaakt
dan wel niet moet worden ingesteld, waarbij het voordeel van borstvoeding voor het kind en het
voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
Filgrastim had geen effect op de voortplantingsprestaties of vruchtbaarheid van mannelijke of
vrouwelijke ratten (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Filgrastim kan een geringe invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen. Duizeligheid kan optreden na toediening van filgrastim (zie rubriek
4.8).
4.8
Bijwerkingen
a. Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest ernstige bijwerkingen die kunnen optreden tijdens de behandeling met filgrastim omvatten
anafylactische reactie, ernstige pulmonale
bijwerkingen (inclusief interstitiële pneumonie en ARDS),
capillairleksyndroom, ernstige splenomegalie/miltruptuur, transformatie naar myelodysplastisch
syndroom of leukemie bij patiënten met SCN, GvHD bij patiënten die een allogene beenmergtransfer
of perifere bloedvoorloperceltransplantatie kregen en sikkelcelcrisis bij patiënten met sikkelcelanemie.
Bijwerkingen die het vaakst gemeld werden zijn koorts, skeletspierstelselpijn (inclusief botpijn,
rugpijn, artralgie, myalgie, pijn in de extremiteiten, skeletspierstelselpijn,
skeletspierstelselpijn op de
borst, nekpijn), anemie, braken en misselijkheid. In klinische onderzoeken bij patiënten met kanker
skeletspierstelselpijn, die licht of matig was bij 10% van de patiënten en ernstig bij 3% van de
patiënten.
b.
Samenvatting van de bijwerkingen in tabelvorm
De gegevens in onderstaande tabel beschrijven bijwerkingen gerapporteerd in klinische studies en
spontaan gerapporteerde bijwerkingen. Binnen elke frequentiegroep worden de bijwerkingen
weergegeven in volgorde
van afnemende ernst.
13
Systeem/
orgaan-
klasse
volgens
gegevens-
bank
MedDRA
Infecties en
parasitaire
aandoe-
ningen
Zeer vaak
(≥
1/10)
Vaak
(≥
1/100,
< 1/10)
Soms
(≥
1/1.000,
< 1/100)
Zelden
(≥
1/10.000,
< 1/1.000)
Zeer zelden
(< 1/10.000)
Bloed- en
lymfestelsel
aandoe-
ningen
Immuun-
systeem-
aandoe-
ningen
Trombo-
cytopenie
Anemie
e
Sepsis
Bronchitis
Infectie van
de bovenste
luchtwegen
Urineweg-
infectie
Spleno-
megalie
a
Hemo-
globine
verlaagd
e
Leuko-
cytose
a
Miltruptuur
a
Sikkelcel-
anemie met
crisis
a
Anafylac-
tische
reactie
Voedings-
en
stofwisse-
lingsstoor-
nissen
Vermin-
derde
eetlust
e
Verhoogd
lactaat-
dehydro-
genase in
het bloed
Overgevoe-
ligheid
Genees-
middel-
overgevoe-
ligheid
a
‘Graft-
versus-host’
ziekte
b
Hyper-
uricemie
Verhoogd
urinezuur in
het bloed
Psychische
stoornissen
Zenuwstel-
selaandoe-
ningen
Bloedvat-
aandoe-
ningen
Ademha-
lingsstelsel-
, borstkas-
en
mediasti-
numaan-
doeningen
Insomnia
Hoofdpijn
a
Duizelig-
heid
Hypo-
esthesie
Paresthesie
Hypertensie
Hypotensie
Hemoptoë
Dyspneu
Hoesten
a
Orofaryn-
geale pijn
a,e
Epistaxis
Verlaagd
glucose in
het bloed
Pseudojicht
a
(chondro-
calcinosis
pyrofosfaat)
Versto-
ringen van
de
vochtbalans
Veno-
occlusieve
ziekte
d
‘Acute
respiratory
distress’-
syndroom
a
Respiratoir
falen
a
Long-
oedeem
a
14
Capillairlek
syndroom
a
Aortitis
Maagdarm
stelsel-
aandoe-
ningen
Lever- en
galaan-
doeningen
Diarree
a,e
Braken
a,e
Misselijk-
heid
a
Orale pijn
Obstipatie
e
Hepato-
megalie
Verhoogd
alkalische
fosfatase in
het bloed
Uitslag
a
Erytheem
Long-
bloeding
Interstitiële
longziekte
a
Longinfil-
traten
a
Hypoxie
Huid- en
onderhuid-
aandoe-
ningen
Alopecia
a
Verhoogd
aspartaat-
amino-
transferase
Verhoogd
gamma-
glutamyl-
transferase
Maculeuze
en
papuleuze
uitslag
Skelet-
spierstelsel-
en
bindweefsel
aandoe-
ningen
Nier- en
urineweg-
aandoe-
ningen
Algemene
aandoe-
ningen en
toedienings
plaats-
stoornissen
Skeletspier-
stelselpijn
c
Spier-
spasmen
Osteoporose
Dysurie
Hematurie
Vermoeid-
heid
a
Mucosale
ontsteking
a
Koorts
Pijn op de
borst
a
Pijn
a
Asthenie
a
Malaise
e
Perifeer
oedeem
e
Transfusie-
reactie
e
Proteïnurie
Reactie op
de injectie-
plaats
Cutane
vasculitis
a
Sweet-
syndroom
(acute
febriele
neutrofiele
dermatose)
Vermin-
derde
botdichtheid
Exacerbatie
van
reumatoïde
artritis
Glomerulo-
nefritis
Urine-
afwijking
Letsels,
intoxicaties
en verrich-
tingscom-
plicaties
a
Zie rubriek
c (Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen)
b
Gevallen van GvHD en gevallen met dodelijke afloop zijn gerapporteerd bij patiënten na allogene
beenmergtransplantatie (zie rubriek
c)
c
Omvat botpijn, rugpijn, artralgie, myalgie, pijn in de extremiteiten, skeletspierstelselpijn,
skeletspierstelselpijn op de borst, nekpijn
d
Gevallen zijn waargenomen in de post-marketing
setting bij patiënten die een beenmergtransplantatie
of PBPC-mobilisatie ondergingen
15
Bijwerkingen met een hogere incidentie bij filgrastim-patiënten
in vergelijking met placebo en
geassocieerd met de gevolgen van onderliggende maligniteiten of cytotoxische chemotherapie
c.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Overgevoeligheid
Overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie, exantheem, urticaria, angio-oedeem,
dyspneu en
hypotensie bij initiële of daaropvolgende toediening, zijn gerapporteerd in klinische onderzoeken en in
de post-marketing setting. Over het algemeen is dit vaker gerapporteerd na i.v.-toediening. In
sommige gevallen zijn symptomen opnieuw opgetreden na een nieuwe toediening, wat een causale
relatie suggereert. Filgrastim dient permanent gestaakt te worden bij patiënten die een ernstige
allergische reactie ervaren.
Pulmonale bijwerkingen
In klinische onderzoeken en in de post-marketing
setting zijn pulmonale bijwerkingen, waaronder
interstitiële longziekte, longoedeem en longinfiltraten, gerapporteerd; in een aantal gevallen met
respiratoir
falen en ARDS, wat fataal kan verlopen (zie rubriek 4.4).
Splenomegalie en miltruptuur
Gevallen van splenomegalie en miltruptuur zijn soms gemeld na toediening van filgrastim. Sommige
gevallen van miltruptuur waren fataal (zie rubriek 4.4).
Capillairleksyndroom
Gevallen van het capillairleksyndroom zijn gemeld bij gebruik van een G-CSF. Over het algemeen
zijn deze opgetreden bij patiënten met gevorderde maligne aandoeningen, bij patiënten met sepsis, bij
patiënten die meerdere chemotherapie regimes toegediend kregen of bij patiënten die aferese hebben
ondergaan (zie rubriek
4.4).
Cutane vasculitis
Cutane vasculitis is gerapporteerd bij patiënten die behandeld werden met filgrastim. Het mechanisme
achter vasculitis bij patiënten die filgrastim krijgen, is niet bekend. Tijdens langdurig gebruik is cutane
vasculitis gemeld in 2% van de patiënten met ernstige chronische neutropenie.
Leukocytose
Leukocytose (WBC > 50
x
10
9
/l) is waargenomen bij 41% van de gezonde donoren en een
voorbijgaande trombocytopenie (bloedplaatjes < 100
x
10
9
/l) na toediening van filgrastim en
leukaferese is waargenomen bij 35% van de donoren (zie rubriek 4.4).
Sweet-syndroom
Gevallen van Sweet-syndroom (acute febriele neutrofiele dermatosis) zijn gerapporteerd bij patiënten
die behandeld werden met filgrastim.
Pseudo-jicht (chondrocalcinosis pyrofosfaat)
Pseudo-jicht
(chondrocalcinosis pyrofosfaat) is gerapporteerd bij patiënten met kanker die behandeld
werden met filgrastim.
e
16
GvHD
Gevallen van GvHD en gevallen met dodelijke afloop zijn gerapporteerd bij patiënten die G-CSF
ontvingen na allogene beenmergtransplantatie (zie rubriek 4.4 en
5.1).
d. Pediatrische patiënten
Gegevens uit klinische studies met pediatrische patiënten wijzen erop dat de veiligheid en
werkzaamheid van filgrastim vergelijkbaar zijn bij volwassenen en kinderen die cytotoxische
chemotherapie krijgen. Dit suggereert dat er geen leeftijdsafhankelijke verschillen zijn in de
farmacokinetiek van filgrastim. De enige consistent gerapporteerde bijwerking was
skeletspierstelselpijn, wat niet afwijkt van de ervaring bij de volwassen populatie.
Er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar om het gebruik van filgastrim bij pediatrische patiënten
verder te evalueren.
e. Andere bijzondere populaties
Gebruik bij ouderen
Er zijn in het algemeen geen verschillen in veiligheid of werkzaamheid waargenomen tussen patiënten
ouder dan 65
jaar en jongere volwassenen (>
18
jaar) die cytotoxische chemotherapie ondergingen.
Klinische ervaring heeft geen verschillen aangetoond in de respons tussen ouderen en jongere
volwassen patiënten. Er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar om het gebruik van filgrastim in
geriatrie voor andere geregistreerde filgrastimindicaties te evalueren.
Pediatrische SCN-patiënten
Gevallen van verminderde botdichtheid en osteoporose zijn gerapporteerd bij pediatrische patiënten
met SCN die chronisch behandeld werden met filgrastim.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
De effecten van een overdosering filgrastim zijn niet vastgesteld.
Het staken van de filgrastim
behandeling resulteert gewoonlijk in een 50
% daling van circulerende
neutrofielen binnen 1 à 2
dagen, die binnen 1 tot 7
dagen tot normale waarden terugkeren.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Immunostimulantia, koloniestimulerende factoren, ATC-code:
L03AA02
Tevagrastim is een biosimilar. Gedetailleerde informatie is beschikbaar op de website van het
Europees Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
17
Humaan G-CSF is een glycolproteïne dat de productie en afgifte van functionele neutrofielen door het
beenmerg reguleert. Tevagrastim, bevattend r-metHuG-CSF
(filgrastim), veroorzaakt een duidelijke
toename van het aantal neutrofielen in perifeer bloed binnen 24 uur met minimale stijgingen van
monocyten. Bij sommige SCN patiënten kan filgrastim ook een geringe stijging veroorzaken van het
aantal circulerende
eosinofielen en basofielen ten opzichte van de uitgangswaarde; sommige van deze
patiënten hebben mogelijk reeds een eosinofilie of basofilie voorafgaande aan de behandeling. De
toename van het aantal neutrofielen is dosisafhankelijk bij de aanbevolen dosis. Neutrofielen die als
reactie op filgrastim zijn geproduceerd vertonen een normale of verbeterde functie, zoals aangetoond
met behulp van chemotactische en fagocytische functietesten. Na het beëindigen van de behandeling
met filgrastim daalt het aantal
circulerende neutrofielen binnen 1 à 2
dagen met 50 % en is binnen 1
tot 7 dagen
weer op een normaal niveau.
Het gebruik van filgrastim bij patiënten die een cytotoxische chemotherapie hebben ondergaan leidt
tot significante verminderingen van de incidentie, de ernst en de duur van neutropenie en febriele
neutropenie. Behandeling met filgrastim vermindert significant de duur van febriele neutropenie,
gebruik van antibiotica en hospitalisatie na inductie chemotherapie voor acute myeloïde leukemie of
myelo-ablatieve therapie gevolgd door beenmergtransplantatie. De incidentie van koorts en
gedocumenteerde infecties werden in geen van beide situaties verminderd. De duur van koorts was
niet verminderd in patiënten die een myelo-ablatieve therapie gevolgd door beenmergtransplantatie
ondergingen.
Het gebruik van filgrastim, alleen of na chemotherapie, mobiliseert hematopoëtische voorlopercellen
naar het perifere bloed. Deze autologe PBPC’s
kunnen worden geoogst en na een behandeling met
hoge dosis chemotherapie worden gereïnfundeerd, in plaats van of als aanvulling op
beenmergtransplantatie. Door infusie van PBPC herstelt de bloedcelvorming zich sneller waardoor de
duur van het risico op bloedingcomplicaties en de noodzaak van thrombocytentransfusies
wordt
verminderd.
Ontvangers van met filgrastim gemobiliseerde allogene perifere bloedvoorlopercellen hebben een
significant sneller hematologisch herstel, leidend tot een significant kortere periode tot niet-
ondersteunt thrombocytenherstel in vergelijking met allogene beenmergtransplantaties.
Eén retrospectief Europees onderzoek dat het gebruik van G-CSF na allogene beenmergtransplantatie
evalueerde bij patiënten met acute leukemie wees op een verhoging van de kans op GvHD,
behandelingsgerelateerde mortaliteit (TRM) en mortaliteit na toediening van G-CSF.
In een
afzonderlijk, retrospectief, internationaal onderzoek met patiënten met acute en chronische myelogene
leukemieën werd geen effect op de kans op GvHD, TRM en mortaliteit waargenomen. In een
meta-analyse van onderzoeken naar allogene transplantaties,
waaronder de resultaten van negen
prospectieve gerandomiseerde onderzoeken, 8 retrospectieve onderzoeken en 1 casusgecontroleerd
onderzoek, werd geen effect gevonden op de kans op acute GvHD, chronische GvHD of vroege
behandelingsgerelateerde mortaliteit.
18
Relatief risico (95 % BI) van GvHD en TRM na behandeling met G-CSF na
beenmergtransplantatie
Publicatie
Onderzoeks-
N
Acute GvHD
Chronische
TRM
graad II-IV
periode
GvHD
a
Meta-analyse
1986 - 2001
1.198
1,08
1,02
0,70
(2003)
(0,87; 1,33)
(0,82; 1,26)
(0,38; 1,31)
b
Europees
1992 - 2002
1.789
1,33
1,29
1,73
retrospectief
(1,08; 1,64)
(1,02; 1,61)
(1,30; 2,32)
onderzoek
(2004)
Internationaal 1995 - 2000
b
2.110
1,11
1,10
1,26
retrospectief
(0,86; 1,42)
(0,86; 1,39)
(0,95; 1,67)
onderzoek
(2006)
a
Analyse van onderzoeken met beenmergtransplantatie in deze periode; in sommige onderzoeken
werd GM-CSF
(granulocyte-macrophage–colony
stimulating factor) gebruikt
b
Analyse van patiënten die in deze periode beenmergtransplantatie ontvingen
Voorafgaand aan allogene PBPC transplantatie maakt het gebruik van filgrastim voor de mobilisatie
van PBPC bij normale donoren het mogelijk om
4
x
10
6
CD34
+
cellen/kg lichaamsgewicht van de
ontvanger te verkrijgen na twee leukoferesen. Normale
donoren
wordt een dosis gegeven
10 µg/kg/dag, subcutaan toegediend gedurende 4 tot 5 opeenvolgende dagen.
Het gebruik van filgrastim bij patiënten, kinderen of volwassenen, met
SCN (ernstige congenitale,
cyclische en idiopathische neutropenie) induceert een aanhoudende toename van het absolute aantal
neutrofielen in het perifere bloed en een daling van infecties en hiermee samenhangende
gebeurtenissen.
Gebruik van filgrastim bij HIV-geïnfecteerde
patiënten handhaaft een normaal aantal neutrofielen wat
geplande dosering van antivirale en/of andere myelosuppressieve medicatie mogelijk maakt. Er is
geen bewijs dat de HIV replicatie toeneemt in HIV-geïnfecteerde patiënten die worden behandeld
met
filgrastim.
Zoals bij andere bloedgroeifactoren zijn bij G-CSF
in vitro
stimulerende eigenschappen voor humane
endotheelcellen gezien.
De effectiviteit en veiligheid van Tevagrastim is vastgesteld in gerandomiseerde, gecontroleerde
fase III-studies bij borstkanker, longkanker en Non-Hodgkin-Lymfoom.
Er werden geen relevante
verschillen gevonden tussen Tevagrastim en het referentieproduct met betrekking tot de duur van
ernstige neutropenie en de incidentie van febriele neutropenie.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Gerandomiseerde, enkelblinde, cross-over
studies met een enkele dosis bij 196 gezonde vrijwilligers
liet zien dat het farmacokinetisch profiel van Tevagrastim
vergelijkbaar was met dat van het
referentieproduct na subcutane en intraveneuze toediening.
De klaring van filgrastim verloopt volgens de eerste orde farmacokinetiek,
zowel na subcutane als na
intraveneuze toediening.
De serum eliminatiehalfwaardetijd van filgrastim is ongeveer 3,5
uur met een
klaringssnelheid van ongeveer 0,6 ml/min/kg. Continue infusie van filgrastim gedurende een periode
van maximaal 28 dagen bij patiënten die herstellende waren van een autologe beenmergtransplantatie
gaf geen aanwijzingen voor geneesmiddelcumulatie en de eliminatiehalfwaardetijden waren
vergelijkbaar. Er is een positieve lineaire correlatie tussen de dosis en de serumconcentratie van
filgrastim zowel na intraveneuze als na subcutane toediening. Na subcutane toediening van de
aanbevolen doses werden serumconcentraties gemeten van meer dan
10 ng/ml gedurende 8 tot 16 uur.
Het verdelingsvolume in het bloed is ongeveer 150 ml/kg.
19
Bij kankerpatiënten was het farmacokinetisch profiel van
Tevagrastim en het referentieproduct
vergelijkbaar na een enkele dosering en na herhaalde subcutane toediening.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Filgrastim werd onderzocht in herhaalde dosistoxiciteitsstudies die tot 1
jaar duurden. Deze lieten
veranderingen zien die toe te schrijven waren aan de te verwachten farmacologische acties, waaronder
stijging van leukocyten, myeloïde hyperplasie in het beenmerg, extramedullaire granulopoëse en
vergroting van de milt. Al deze veranderingen werden ongedaan
gemaakt na het staken van de
behandeling.
Het effect van filgrastim op de prenatale ontwikkeling is onderzocht in ratten en konijnen.
Intraveneuze toediening (80
µg/kg/dag) van filgrastim aan konijnen tijdens de periode van
organogenese veroorzaakte maternale
toxiciteit en een verhoogde kans op spontane abortus,
post-implantatieverlies
en een verminderde gemiddelde nestgrootte en lager foetaal gewicht werden
waargenomen.
Op basis van gerapporteerde data voor een ander product met filgrastim, gelijkwaardig
aan het
referentieproduct, werden vergelijkbare bevindingen plus verhoogde foetale misvormingen
waargenomen bij 100 µg/kg/dag, een maternaal toxische dosis die overeenkwam met een systemische
blootstelling van ongeveer 50-90 keer de blootstelling geobserveerd in patiënten die met de klinische
dosis van 5
µg/kg/dag werden behandeld. Het
no observed adverse effect level
voor embryo-foetale
toxiciteit in deze studie was 10 µg/kg/dag, wat overeenkwam met een systemische blootstelling van
ongeveer 3-5 keer de
blootstelling geobserveerd in patiënten die met de klinische dosis werden
behandeld.
Bij zwangere ratten werd geen maternale of foetale toxiciteit waargenomen bij doses tot
575 µg/kg/dag. Nakomelingen van ratten die tijdens de perinatale en lactatieperiodes filgrastim
toegediend hadden gekregen, vertoonden een vertraging in externe differentiatie en groeiretardatie
(≥ 20 µg/kg/dag) en een enigszins lagere overleving (100 µg/kg/dag).
Filgrastim heeft geen waargenomen effect op de vruchtbaarheid van mannelijke of vrouwelijke ratten.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
IJsazijn
Natriumhydroxide
Sorbitol (E420)
Polysorbaat 80
Water voor injectie
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Tevagrastim
mag niet worden verdund met een natriumchlorideoplossing.
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die welke
vermeld zijn
in rubriek 6.6.
Verdund filgrastim kan worden geadsorbeerd aan glas en plastic materialen, met uitzondering wanneer
verdund, zoals genoemd in rubriek 6.6.
20
6.3
Houdbaarheid
30 maanden.
Na verdunnen: Chemische en fysische stabiliteit van de gebruiksklare verdunde oplossing voor infusie
werd aangetoond gedurende 24
uur bij 2°C tot 8°C. Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product
onmiddellijk te worden gebruikt. Indien niet onmiddellijk gebruikt zijn de bewaartijden en condities
van de gebruiksklare verdunde oplossing, voorafgaand aan het gebruik de verantwoordelijkheid van de
gebruiker en deze zijn normaal niet langer dan 24 uur bij 2°C tot 8°C, tenzij verdunning heeft
plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische condities.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C
-
8°C).
Binnen de houdbaarheid ervan en voor ambulant gebruik mag het product uit de koelkast (2°C – 8°C)
worden verwijderd en worden bewaard bij een temperatuur van maximaal
25°C gedurende één periode
van maximaal 4 dagen. Als het product niet binnen 4 dagen wordt gebruikt, mag
het in de koelkast
(2°C – 8°C)
worden teruggelegd tot de uiterste gebruiksdatum. Werp de spuiten weg als ze gedurende
langer dan 4 dagen worden bewaard bij een temperatuur hoger dan 8°C.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel
na verdunning, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Voorgevulde spuit (type I-glas)
met injectienaald (roestvrij staal), met of zonder
veiligheidsbescherming voor de naald.
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml, oplossing voor injectie/infusie
De verpakking bevat 1, 5 of 10 voorgevulde spuiten met 0,5 ml oplossing of multipacks die 10 (2
verpakkingen van 5) voorgevulde spuiten met 0,5
ml oplossing bevatten.
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml, oplossing voor injectie/infusie
De verpakking bevat 1, 5 of 10 voorgevulde spuiten met 0,8 ml oplossing of multipacks die
10 (2 verpakkingen van
5) voorgevulde spuiten met 0,8
ml oplossing bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden
in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Indien nodig kan Tevagrastim
worden verdund in glucose 50
mg/ml (5
%) oplossing voor infusie.
Verdunning tot een eindconcentratie van minder dan 0,2 MIU (2
µg) per ml wordt nimmer
aanbevolen.
De oplossing dient voor gebruik visueel geïnspecteerd
te worden. Alleen heldere oplossingen zonder
deeltjes mogen worden gebruikt.
Voor patiënten die worden behandeld met filgrastim dat is verdund tot een concentratie lager dan
1,5 MIU (15
µg) per ml dient humaan serum albumine (HSA) te worden toegevoegd tot
een
eindconcentratie van 2 mg/ml.
Voorbeeld: In een uiteindelijk injectievolume van 20 ml dient, bij een totale dosis van filgrastim van
minder dan 30 MIU (300
µg) 0,2
ml 200 mg/ml (20 %)
humaan albumine oplossing te worden
toegevoegd tot een eindconcentratie van 2 mg/ml.
21
Indien verdund in glucose 50 mg/ml (5
%) oplossing voor infusie, is
Tevagrastim verenigbaar met glas
en een verscheidenheid aan plastics waaronder PVC, polyolefin (een co-polymeer
van polypropyleen
en polyethyleen) en polypropyleen.
Tevagrastim bevat geen conserveermiddel. Gelet op het mogelijke risico van microbiële contaminatie
zijn Tevagrastim spuiten alleen bestemd voor eenmalig gebruik.
Onvoorziene blootstelling aan temperaturen beneden het vriespunt beïnvloed de stabiliteit van
Tevagrastim niet negatief.
Gebruik van de voorgevulde spuit met veiligheidsbescherming voor de naald
De veiligheidsbescherming voor de naald bedekt de naald na de injectie om letsel door naaldprikken te
voorkomen. Dit heeft geen invloed op de normale werking van de spuit. Duw de plunjer langzaam en
gelijkmatig omlaag, totdat de hele dosis is toegediend en de plunjer niet verder kan worden geduwd.
Verwijder, terwijl u druk houdt op de plunjer, de injectiespuit uit de patiënt. De
veiligheidsbescherming van
de naald zal de naald bedekken wanneer de plunjer wordt losgelaten.
Gebruik van de voorgevulde spuit zonder veiligheidsbescherming voor de naald
Dien de dosis toe volgens standaardprotocol.
Verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient
te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml, oplossing voor injectie/infusie
EU/1/08/445/001
EU/1/08/445/002
EU/1/08/445/003
EU/1/08/445/004
EU/1/08/445/009
EU/1/08/445/010
EU/1/08/445/011
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml, oplossing voor injectie/infusie
EU/1/08/445/005
EU/1/08/445/006
EU/1/08/445/007
EU/1/08/445/008
EU/1/08/445/012
EU/1/08/445/013
EU/1/08/445/014
22
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 15 september 2008.
Datum van laatste verlenging: 19 juli 2013
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
23
BIJLAGE II
A.
B.
C.
D.
FABRIKANT VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
24
A.
FABRIKANT VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN FABRIKANT
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant van de
biologisch werkzame
stof
UAB Teva Baltics
Molėtų pl. 5
08409 Vilnius
Litouwen
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Teva Pharma B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie
bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek
4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst),
waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het
RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
25
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
26
A. ETIKETTERING
27
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOSJE - VOORGEVULDE SPUIT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 30 miljoen internationale eenheden [MIU] (300
microgram) filgrastim
in 0,5 ml (60 MIU/ml, 600
microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat
80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
1 voorgevulde spuit met 0,5 ml
5 voorgevulde spuiten met 0,5 ml
10 voorgevulde spuiten met 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
28
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/001 1 voorgevulde spuit
EU/1/08/445/002 5 voorgevulde spuiten
EU/1/08/445/004 10 voorgevulde spuiten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
29
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
30
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOSJE - VOORGEVULDE SPUIT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 48 miljoen internationale eenheden [MIU] (480
microgram) filgrastim
in 0,8 ml (60 MIU/ml, 600
microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide,
ijsazijnzuur,
sorbitol, polysorbaat
80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
1 voorgevulde spuit met 0,8 ml
5 voorgevulde spuiten met 0,8 ml
10 voorgevulde spuiten met 0,8 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
31
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/005 1 voorgevulde spuit
EU/1/08/445/006 5 voorgevulde spuiten
EU/1/08/445/008 10 voorgevulde spuiten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
32
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
33
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOSJE - VOORGEVULDE SPUIT MET VEILIGHEIDSBESCHERMING VOOR DE
NAALD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 30 miljoen internationale eenheden [MIU] (300
microgram) filgrastim
in 0,5 ml (60 MIU/ml, 600
microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
1 voorgevulde spuit met 0,5 ml met veiligheidsbescherming voor de naald
5 voorgevulde spuiten met 0,5 ml met veiligheidsbescherming voor de naald
10 voorgevulde spuiten met 0,5 ml met veiligheidsbescherming voor de naald
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
34
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/009 1 voorgevulde spuit met veiligheidsbescherming voor de naald
EU/1/08/445/010 5 voorgevulde spuiten met veiligheidsbescherming voor de naald
EU/1/08/445/011 10 voorgevulde spuiten met veiligheidsbescherming voor de naald
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
35
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
36
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOSJE - VOORGEVULDE SPUIT MET VEILIGHEIDSBESCHERMING VOOR DE
NAALD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 48 miljoen internationale eenheden [MIU] (480
microgram) filgrastim
in 0,8 ml (60 MIU/ml, 600
microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
1 voorgevulde spuit met 0,8 ml met veiligheidsbescherming voor de naald
5 voorgevulde spuiten met 0,8 ml met veiligheidsbescherming voor de naald
10 voorgevulde spuiten met 0,8 ml met veiligheidsbescherming voor de naald
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
37
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/012 1 voorgevulde spuit met veiligheidsbescherming voor de naald
EU/1/08/445/013 5 voorgevulde spuiten met veiligheidsbescherming voor de naald
EU/1/08/445/014 10 voorgevulde spuiten met veiligheidsbescherming voor de naald
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
38
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
39
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Etiket op het buitenste omslag op de multipacks met blue box
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 30 miljoen internationale eenheden [MIU] (300
microgram) filgrastim
in 0,5 ml (60 MIU/ml, 600
microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
Multipack: 10
(2 verpakkingen van 5)
voorgevulde spuiten met 0,5 ml.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
40
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/003 2
x
5 voorgevulde spuiten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16
17.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
41
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Etiket op het buitenste omslag op de multipacks met blue box
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 48 miljoen internationale eenheden [MIU] (480
microgram) filgrastim
in 0,8 ml (60 MIU/ml, 600
microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
Multipack: 10
(2 verpakkingen van 5)
voorgevulde spuiten met 0,8 ml.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
42
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/007 2
x
5 voorgevulde spuiten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16
17.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke
identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
43
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Multipack doosje – zonder blue box
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 30 miljoen internationale eenheden [MIU] (300
microgram) filgrastim
in 0,5 ml (60 MIU/ml, 600
microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
5 voorgevulde spuiten met 0,5 ml. Onderdeel van een multipack;
kunnen niet afzonderlijk worden
verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.
44
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/003 2
x
5 voorgevulde spuiten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml
17.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
45
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Multipack doosje – zonder blue box
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 48 miljoen internationale eenheden [MIU] (480
microgram) filgrastim
in 0,8 ml (60 MIU/ml, 600
microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
5 voorgevulde spuiten met 0,8 ml. Onderdeel van een multipack;
kunnen niet afzonderlijk worden
verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.
46
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/007 2
x
5 voorgevulde spuiten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml
17.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
47
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
Voorgevulde spuit
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml, oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
SC
IV
2.
3.
EXP
4.
Lot
5.
0,5 ml
6.
OVERIGE
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
WIJZE VAN TOEDIENING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
48
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
Voorgevulde spuit
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
SC
IV
2.
3.
EXP
4.
Lot
5.
0,8 ml
6.
OVERIGE
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
WIJZE VAN TOEDIENING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
49
B. BIJSLUITER
50
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml, oplossing voor injectie/infusie
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml, oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer
nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met
uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen,
want het is alleen aan u voorgeschreven.
Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een
van de bijwerkingen
die in rubriek 4 staan? Of krijgt
u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met
uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
1.
Wat
is Tevagrastim en waarvoor wordt
dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u
dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Informatie om uzelf te injecteren
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Wat is Tevagrastim en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Tevagrastim?
Tevagrastim
is een groeifactor voor witte
bloedcellen (granulocyten-koloniestimulerende factor –
G-CSF)
en behoort tot een groep geneesmiddelen die cytokines worden genoemd. Groeifactoren zijn
eiwitten die van nature in het lichaam worden aangemaakt, maar ze kunnen ook met behulp van
biotechnologie
worden gemaakt om als geneesmiddel te worden gebruikt.
Tevagrastim
werkt door het
beenmerg te stimuleren om meer witte bloedcellen te
maken.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Een tekort aan witte bloedcellen (neutropenie) kan verschillende oorzaken hebben
en heeft tot gevolg
dat uw lichaam minder goed infecties kan bestrijden.
Tevagrastim stimuleert het beenmerg om snel
nieuwe witte bloedcellen aan te maken.
Tevagrastim
kan worden gebruikt:
-
om het aantal witte bloedcellen te verhogen na behandeling met
chemotherapie, om infecties te
helpen voorkomen;
-
om het aantal witte bloedcellen te verhogen na een beenmergtransplantatie, om infecties te
helpen voorkomen;
-
voorafgaand aan chemotherapie met hoge doses, om het beenmerg meer stamcellen te laten
aanmaken
die kunnen worden afgenomen en na uw behandeling weer aan u kunnen worden
teruggegeven. De stamcellen kunnen bij u of bij een donor worden afgenomen. De stamcellen
verplaatsen zich dan terug naar het beenmerg en maken daar bloedcellen aan;
-
om het aantal
witte bloedcellen te verhogen als u lijdt aan ernstige chronische neutropenie, om
infecties te helpen voorkomen;
-
bij patiënten met gevorderde hiv-infectie; dit helpt om de kans op infecties te verkleinen.
51
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact
op met uw arts, apotheker of verpleegkundige
voordat u dit middel gebruikt.
Vertel het uw arts voordat u met de behandeling start
als een van de volgende situaties op u van
toepassing is:
-
-
sikkelcelanemie, omdat dit middel sikkelcelcrisis kan veroorzaken
osteoporose
(botziekte).
Vertel het uw arts onmiddellijk
als u
tijdens de behandeling met Tevagrastim:
-
plotselinge verschijnselen van allergie zoals huiduitslag, jeuk of netelroos (galbulten), zwelling
van het gezicht, de lippen, de tong of andere delen van het lichaam, kortademigheid, piepende
ademhaling of moeite met ademhalen. Dit kunnen tekenen zijn van een ernstige allergische
reactie (overgevoeligheid).
-
gezwollen gezicht of enkels, bloed in uw urine of
bruingekleurde urine of als u merkt dat u
minder plast dan normaal (glomerulonefritis).
-
pijn links bovenin uw buik, pijn onder de linkerkant van uw ribbenkast of pijn aan de punt van
uw linker schouder krijgt (dit kunnen verschijnselen zijn van een vergrote milt (splenomegalie)
of mogelijk
van een gescheurde milt).
-
ongewone bloeding of blauwe plekken (dit kunnen tekenen zijn van een daling van een
verminderd aantal bloedplaatjes (trombocytopenie), met een verminderd vermogen van uw
bloed om te stollen).
-
ontsteking van de aorta (het
grote bloedvat dat bloed van het hart naar het lichaam voert) is
zelden gemeld bij kankerpatiënten en gezonde donoren. De verschijnselen kunnen koorts,
buikpijn, malaise, rugpijn en verhoogde ontstekingsmarkers omvatten. Vertel het uw arts als u
deze verschijnselen krijgt.
Verlies van reactie op filgrastim
Als
de reactie op de behandeling met filgrastim bij u vermindert of niet aanhoudt, zal uw arts de
redenen daarvoor onderzoeken, inclusief de mogelijkheid dat u antilichamen heeft ontwikkeld die de
activiteit van filgrastim neutraliseren.
Mogelijk wil uw arts u nauwlettend controleren, zie rubriek
4 van de bijsluiter.
Als u een patiënt bent met een ernstig, langdurig tekort aan witte bloedcellen met daardoor verhoogde
gevoeligheid voor infecties (neutropenie),
loopt u een risico op het ontwikkelen van kanker van het
bloed (leukemie, myelodysplastisch syndroom [MDS]). U moet met uw arts bespreken wat de risico’s
zijn dat u een vorm van bloedkanker krijgt en welke tests er moeten worden uitgevoerd. Als
u een
vorm van bloedkanker krijgt, of als het waarschijnlijk is dat dat zal gebeuren, dan moet u
Tevagrastim
niet gebruiken, behalve wanneer uw arts u zegt dat u dat wel moet doen.
Als u stamceldonor bent, moet uw leeftijd tussen 16
en 60 jaar liggen.
Wees extra voorzichtig met andere producten die witte bloedcellen stimuleren
Tevagrastim
behoort tot een groep middelen die de vorming van witte bloedcellen stimuleren. Uw
medische zorgverlener moet altijd noteren welk middel u precies gebruikt.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Tevagrastim nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts
of
apotheker.
52
Zwangerschap en borstvoeding
Tevagrastim
is niet getest bij zwangere vrouwen of bij vrouwen die borstvoeding geven.
Tevagrastim
is niet aanbevolen tijdens de zwangerschap.
Het is belangrijk dat u het uw arts vertelt als u:
zwanger
bent of borstvoeding geeft
denkt dat u
zwanger
bent of
zwanger wilt worden
Vertel het uw arts als u zwanger wordt tijdens de behandeling met
Tevagrastim.
Als u Tevagrastim
gebruikt, moet u stoppen met het geven van borstvoeding, behalve wanneer uw arts
u andere instructies geeft.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Tevagrastim
kan een lichte invloed hebben op uw vermogen om een voertuig te besturen en machines
te bedienen. Dit geneesmiddel kan duizeligheid veroorzaken. Het is raadzaam om te wachten en te
kijken hoe u zich voelt na gebruik van dit middel voordat u een voertuig bestuurt of machines bedient.
Tevagrastim bevat sorbitol
Dit middel bevat 50 mg sorbitol per ml.
Sorbitol is een bron van fructose. Als u (of uw kind) erfelijke fructose-intolerantie
heeft, een zeldzame
erfelijke aandoening, mag u (of uw kind) dit middel niet toegediend krijgen. Patiënten met erfelijke
fructose-intolerantie
kunnen fructose niet afbreken. Dat kan ernstige bijwerkingen veroorzaken. Als u
(of uw kind) erfelijke fructose-intolerantie heeft, moet u dit aan uw arts melden, voordat u (of uw
kind) dit middel toegediend krijgt. Meld ook aan uw arts als uw kind zoete voedingsmiddelen of
dranken niet meer verdraagt doordat uw kind misselijk wordt of moet braken of doordat uw kind last
krijgt van onaangename verschijnselen zoals een opgeblazen gevoel, maagkrampen of diarree.
Tevagrastim bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23
mg) per voorgevulde spuit, d.w.z.
dat het in
wezen natriumvrij is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel
altijd precies zoals uw arts
of apotheker u dat heeft verteld.
Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoe wordt Tevagrastim toegediend en hoeveel moet u nemen?
Tevagrastim
wordt gewoonlijk toegediend als een dagelijkse injectie in het weefsel net onder de huid
(dit is een subcutane injectie). Het kan ook toegediend worden als een dagelijkse langzame injectie in
de ader (dit is een intraveneuze infusie). De gebruikelijke dosis varieert afhankelijk van uw ziekte en
uw gewicht. Uw arts zal u vertellen hoeveel
Tevagrastim u moet gebruiken.
Patiënten die een beenmergtransplantatie ondergaan na chemotherapie:
U ontvangt de eerste dosis Tevagrastim normaal gesproken ten minste 24 uur na de chemotherapie en
ten minste 24 uur na de beenmergtransplantatie.
U, of de mensen die u verzorgen, kan worden geleerd hoe subcutane injecties toe te dienen zodat u uw
behandeling thuis kan voortzetten. Dit mag u echter niet proberen tenzij
uw professionele zorgverlener
u dit eerst goed heeft geleerd.
53
Hoelang moet u Tevagrastim blijven gebruiken?
U moet Tevagrastim
blijven gebruiken totdat het aantal witte bloedcellen in uw bloed weer normaal is.
Er wordt regelmatig bloedonderzoek uitgevoerd om het aantal witte bloedcellen in uw lichaam te
controleren. Uw arts zal u vertellen hoe lang u
Tevagrastim moet blijven gebruiken.
Gebruik bij kinderen
Tevagrastim
wordt gebruikt om kinderen te behandelen die chemotherapie krijgen of die lijden aan
een
ernstig tekort aan witte bloedcellen (neutropenie). De dosis voor kinderen die chemotherapie
krijgen is gelijk aan de dosis voor volwassenen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Verhoog de dosis die uw arts u heeft voorgeschreven, niet.
Als u meer Tevagrastim heeft gebruikt dan
u zou mogen, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw arts
of apotheker.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u een injectie heeft overgeslagen of als u te weinig heeft geïnjecteerd, neem dan onmiddellijk
contact
op met uw arts. Gebruik geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met
uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel
bijwerkingen
hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Belangrijke bijwerkingen
Het is belangrijk dat u onmiddellijk contact opneemt met uw arts
-
als u een allergische reactie heeft waaronder algehele zwakte, daling
in bloeddruk,
ademhalingsmoeilijkheden, zwelling van het gezicht (anafylaxie), huiduitslag, jeukende uitslag
(netelroos), zwelling van gezicht, lippen, mond, tong of keel (Quincke-oedeem) en
kortademigheid (dyspneu).
-
als u last heeft van hoesten, koorts
en ademhalingsmoeilijkheden (dyspneu) omdat dit kan
wijzen op ‘acute respiratory distress’-syndroom (ARDS).
-
als u nierschade ervaart (glomerulonefritis). Nierschade is waargenomen bij patiënten die
filgrastim toegediend kregen. Neem direct contact op met
uw arts
als u last krijgt van
opgezwollen gezicht of enkels, bloed in uw urine of bruingekleurde urine of als u merkt dat u
minder plast dan normaal.
-
als u last heeft van één of meerdere van de volgende bijwerkingen:
zwelling of opgeblazenheid, wat in
verband kan staan met minder vaak plassen, moeite
met ademhalen, zwelling van de buik en een vol gevoel en een algemeen gevoel van
vermoeidheid.
Deze verschijnselen treden over het algemeen snel op.
Dit kunnen verschijnselen zijn van een aandoening, genaamd
"capillairleksyndroom", waarbij
bloed uit de kleine bloedvaten in uw lichaam lekt. Het capillairleksyndroom vereist
onmiddellijke medische hulp.
-
als u een combinatie van een van de volgende verschijnselen heeft:
koorts, of rillingen, of zich erg koud
voelen, hoge hartslag, verwardheid of
gedesoriënteerdheid, kortademigheid, extreme pijn of onbehagen en klamme of
zweterige huid.
Dit kunnen verschijnselen zijn van een aandoening die “sepsis” genoemd wordt (ook
“bloedvergiftiging” genoemd), een ernstige infectie
met een ontstekingsreactie van het gehele
lichaam die levensbedreigend kan zijn en onmiddellijke medische hulp vereist.
54
-
-
als u pijn linksboven in de buik, pijn aan de linker onderzijde van de ribbenkast of pijn aan de
punt van uw linker schouder heeft, aangezien er een probleem kan zijn met uw milt
(miltvergroting (splenomegalie) of scheuren van de milt (miltruptuur)).
als u behandeld wordt voor een ernstig, langdurig tekort aan witte bloedcellen met daardoor
verhoogde gevoeligheid voor infecties
(ernstige chronische neutropenie) en bloed in uw urine
heeft (hematurie). Uw arts zal mogelijks geregeld uw urine testen als u deze bijwerking ervaart
of als er eiwit gevonden is in uw urine (proteïnurie).
Een vaak voorkomende bijwerking bij het gebruik
van Tevagrastim is spier- of botpijn
(skeletspierstelselpijn), die verholpen zou kunnen worden met standaard pijnstillers (analgetica). Bij
patiënten die een stamcel- of beenmergtransplantatie ondergaan, kan een ‘graft-versus-host’-reactie
optreden. Dit is een reactie van de donorcellen tegen de patiënt die het transplantaat krijgt. Klachten en
verschijnselen hiervan zijn onder andere uitslag op uw handpalmen of voetzolen, blaasjes (zweren) en
aften in uw mond, darmen, lever, huid, of uw ogen, longen, vagina en gewrichten.
Bij gezonde stamceldonoren ziet men soms een stijging van het aantal witte bloedcellen (leukocytose)
en daling van het aantal bloedplaatjes. Hierdoor neemt het stollingsvermogen van het bloed af
(trombocytopenie). Deze verschijnselen zullen door uw arts worden opgevolgd.
U kunt last krijgen van de volgende bijwerkingen:
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers):
tekort aan bloedplaatjes, waardoor het bloed minder goed kan stollen (trombocytopenie)
bloedarmoede (anemie)
hoofdpijn
diarree
braken
misselijkheid
ongewone haaruitval of dunner worden van het haar (alopecia)
vermoeidheid (fatigue)
irritatie en zwelling van het slijmvlies van het spijsverteringsstelsel, dit loopt vanaf de mond
tot de anus (mucositis)
koorts (pyrexie)
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
longontsteking (bronchitis)
infectie van de bovenste luchtwegen
urineweginfectie
verminderde eetlust
slapeloosheid (insomnia)
duizeligheid
verminderd gevoelig bij aanraking, vooral van de huid (hypo-esthesie)
tintelen of verdoofd gevoel van handen of voeten (paresthesie)
verlaagde bloeddruk (hypotensie)
verhoogde bloeddruk (hypertensie)
hoesten
ophoesten van bloed (haemoptysis)
pijn in uw mond en keel (orofaryngeale pijn)
neusbloedingen
(epistaxis)
verstopping (obstipatie)
pijn in de mond
vergroting van de lever (hepatomegalie)
uitslag
roodheid van de huid (erytheem)
spierkrampen
55
pijn bij het plassen (dysurie)
pijn op de borst
pijn
zich krachteloos of slap voelen (asthenie)
algemeen onwel, ziek voelen (malaise)
zwelling van handen en voeten (perifeer oedeem)
stijging van bepaalde enzymen in het bloed
afwijkende uitslagen van laboratoriumonderzoek van het bloed (bloedchemie)
transfusiereactie
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
verhoging van het aantal witte bloedcellen (leukocytose)
allergische reactie (overgevoeligheid)
afstoting van getransplanteerd beenmerg (‘graft-versus-host’-reactie)
hoge urinezuurspiegels in het bloed die jicht kunnen veroorzaken (hyperurikemie)
(verhoogd
urinezuurgehalte in het bloed)
schade aan de lever veroorzaakt door blokkade van kleine vaten in de lever (veno-occlusieve
ziekte)
niet goed werken van de longen met kortademigheid als gevolg (respiratoir falen)
zwelling van of vocht in de longen (longoedeem)
ontsteking van de longen (interstitiële longziekte)
abnormale radiografische beelden van de longen (longinfiltratie)
longbloeding (pulmonale hemorragie)
gebrek aan zuurstofopname in de longen (hypoxie)
bultige huiduitslag (maculeuze en
papuleuze huiduitslag)
botontkalking (osteoporose)
reactie op de injectieplaats
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
hevige pijn in de botten, borst, darmen of gewrichten (sikkelcelanemie met crisis)
plotselinge levensbedreigende allergische
reactie (anafylactische reactie)
pijn en zwelling van de gewrichten die op jicht lijkt (pseudojicht)
verandering in de lichaamseigen regulatie van vocht wat kan leiden tot gezwollen
lichaamsdelen
ontsteking van de bloedvaten in de huid (cutane vasculitis)
paarsgekleurde, gezwollen, pijnlijke zweren op de ledematen en soms in het gezicht en de hals
gepaard gaand met koorts (Sweet-syndroom)
verergering van reuma
ongewone verandering van de urine
verminderde botdichtheid
ontsteking van de aorta (het
grote bloedvat dat bloed van het hart naar het lichaam voert), zie
rubriek 2
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
56
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de voorgevulde spuit na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren
in de koelkast
(2˚C
-
8˚C).
Binnen de houdbaarheid ervan en voor ambulant gebruik mag het product uit de koelkast (2°C – 8°C)
worden verwijderd en worden bewaard bij een temperatuur van maximaal
25°C gedurende één periode
van maximaal 4 dagen. Als het product niet binnen 4 dagen wordt gebruikt, mag het in de koelkast
(2°C – 8°C)
worden teruggelegd tot de uiterste gebruiksdatum. Werp de spuiten weg als ze gedurende
langer dan 4 dagen worden bewaard bij
een temperatuur hoger dan 8°C.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het troebel is of dat er deeltjes in zitten.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC.
Vraag uw apotheker wat u met
geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier afvoert
worden
ze
op een verantwoorde manier vernietigd en komen
ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De
werkzame
stof in dit middel is filgrastim. Iedere ml oplossing voor injectie/infusie bevat
60 miljoen internationale eenheden [MIU] (600
microgram) filgrastim.
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml: Iedere voorgevulde spuit bevat 30 miljoen internationale eenheden
[MIU] (300
microgram) filgrastim
in 0,5 ml oplossing.
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml: Iedere voorgevulde spuit bevat 48 miljoen internationale eenheden
[MIU] (480
microgram) filgrastim in 0,8
ml oplossing.
-
De andere stoffen in dit middel zijn: natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80,
water voor injectie.
Hoe ziet Tevagrastim eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Tevagrastim is een oplossing voor injectie/infusie in een voorgevulde spuit. Tevagrastim is een
heldere en kleurloze oplossing. Iedere voorgevulde spuit bevat 0,5 ml of 0,8 ml oplossing.
Tevagrastim
wordt geleverd in
verpakkingen met 1, 5 of 10 voorgevulde spuiten of multipacks van 10
(2 verpakkingen van 5) voorgevulde spuiten
met injectienaald, en met of zonder
veiligheidsbescherming voor de naald.
Niet alle verpakkingen worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
Fabrikant
Teva Pharma B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Neem voor alle informatie over
dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Tél/Tel: +32 38207373
57
Lietuva
UAB Teva Baltics
Tel: +370 52660203
България
Тева Фарма ЕАД
Тел:
+359 24899585
Česká republika
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Tel: +420 251007111
Danmark
Teva Denmark A/S
Tlf: +45 44985511
Deutschland
TEVA GmbH
Tel: +49 73140208
Eesti
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 6610801
Ελλάδα
Specifar Α.Β.Ε.Ε.
Τηλ: +30 2118805000
España
Teva Pharma, S.L.U.
Tel: +34 913873280
France
Teva Santé
Tél: +33 155917800
Hrvatska
Pliva Hrvatska d.o.o.
Tel: +385 13720000
Ireland
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +44 2075407117
Ísland
Teva Pharma Iceland ehf.
Sími: +354 5503300
Italia
Teva Italia S.r.l.
Tel: +39 028917981
Κύπρος
Specifar Α.Β.Ε.Ε.
Ελλάδα
Τηλ: +30 2118805000
Latvija
58
Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 38207373
Magyarország
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +36 12886400
Malta
Teva Pharmaceuticals Ireland
L-Irlanda
Tel: +44 2075407117
Nederland
Teva Nederland B.V.
Tel: +31 8000228400
Norge
Teva Norway AS
Tlf: +47 66775590
Österreich
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
Tel: +43 1970070
Polska
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel: +48 223459300
Portugal
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tel: +351 214767550
România
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +40 212306524
Slovenija
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +386 15890390
Slovenská republika
TEVA Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Tel: +421 257267911
Suomi/Finland
Teva Finland Oy
Puh/Tel: +358 201805900
Sverige
Teva Sweden AB
Tel: +46 42121100
United Kingdom (Northern Ireland)
UAB Teva Baltics filiāle Latvijā
Tel: +371 67323666
Teva Pharmaceuticals Ireland
Ireland
Tel: +44 2075407117
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het
Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
7.
Informatie om uzelf te injecteren
Deze rubriek bevat informatie hoe u uzelf een injectie Tevagrastim kan geven. Het is belangrijk dat u
niet probeert uzelf te injecteren totdat u een speciale training door uw arts of verpleegkundige heeft
gehad. Als u zich onzeker voelt over het toedienen van de injectie of als u vragen heeft, raadpleeg dan
uw arts of verpleegkundige.
Het is belangrijk dat u gebruikte spuiten in een naalddichte container weggooit.
Hoe injecteer ik Tevagrastim bij mezelf?
U zult zichzelf een injectie moeten geven in het weefsel net onder de huid. Dit noemt men een
subcutane injectie. U heeft
uw injecties iedere dag op dezelfde tijd nodig.
Benodigdheden waarover u moet beschikken
Om uzelf een subcutane injectie toe te dienen, heeft u het volgende nodig:
-
een voorgevulde spuit Tevagrastim;
-
alcoholdoekjes of iets vergelijkbaars;
-
een naalddichte container (plastic container die door het ziekenhuis of de apotheek ter
beschikking wordt gesteld) zodat u de gebruikte spuiten veilig kunt weggooien.
Wat moet ik doen voordat ik mezelf een onderhuidse injectie met Tevagrastim kan toedienen?
1.
Probeer elke dag op ongeveer dezelfde tijd uzelf de injectie toe te dienen.
2.
Neem de voorgevulde spuit Tevagrastim uit de koelkast.
3.
Controleer de uiterste gebruiksdatum op het etiket van de voorgevulde spuit (EXP.). Gebruik de
spuit niet als de datum van de laatste dag van de aangeduide maand overschreden is.
4.
Controleer hoe Tevagrastim eruitziet. Het moet een heldere en kleurloze vloeistof zijn. Als er
deeltjes in zitten mag u het product niet gebruiken.
5.
Voor een comfortabelere injectie kunt u de voorgevulde spuit 30 minuten voorafgaande aan de
injectie uit de koelkast halen om op kamertemperatuur te brengen of enkele minuten voorzichtig
in uw handen houden.
Warm op geen enkele andere manier Tevagrastim op (bijvoorbeeld
niet
opwarmen in
de
magnetron of in warm water).
6.
Haal
niet
de beschermkap van de spuit totdat u klaar bent om te injecteren.
7.
Was uw handen goed.
8.
Zoek een comfortabele goed verlichte plaats en plaats
alles wat u nodig heeft binnen handbereik
(de Tevagrastim voorgevulde spuit, alcoholdoekjes en de naalddichte container).
Hoe bereid ik mijn Tevagrastim injectie?
Voordat u Tevagrastim injecteert, moet u het volgende doen:
1.
Pak de spuit en neem voorzichtig de beschermkap van de naald, zonder deze te draaien. Trek
rechtuit zoals te zien in afbeelding 1 en 2. Raak de naald niet aan en druk niet op de zuiger.
59
1
2.
2
3.
4.
5.
Het kan zijn dat u een kleine luchtbel in de voorgevulde spuit ziet. Als er luchtbellen zichtbaar
zijn, tik dan voorzichtig met uw vingers op de spuit, totdat de luchtbellen opstijgen naar de top
van de spuit.
Verwijder, terwijl u de spuit rechtop houdt, de
lucht uit de spuit door de zuiger
omhoog te drukken.
De spuit heeft een schaal op de romp. Duw de zuiger in totdat het aantal (ml) op de spuit
overeen komt met de dosering van Tevagrastim
die uw arts u heeft voorgeschreven.
Controleer opnieuw of de
juiste dosering Tevagrastim
in de spuit aanwezig is.
U kunt nu de voorgevulde spuit gebruiken.
Waar moet ik de injectie toedienen?
De meest geschikte plaatsen om uzelf te injecteren zijn:
-
het bovendeel van uw dijen;
en
-
de buik, met uitzondering van de zone rond de navel (zie afbeelding
3).
3
4
Als iemand anders u injecteert, dan kan ook
de achterkant van uw armen worden gebruikt (zie
afbeelding
4).
Het is beter om de injectieplaats iedere dag te veranderen zodat u geen irritatie krijgt op een bepaalde
plaats.
Hoe dien ik mijn injectie toe?
1.
Desinfecteer de injectieplaats met een alcoholdoekje en neem de huid tussen duim en
wijsvinger, zonder erin te knijpen
(zie afbeelding
5).
2.
Breng de naald volledig in de huid
zoals uw arts of verpleegkundige
u dat heeft laten zien (zie
afbeelding
6).
3.
Trek voorzichtig aan de zuiger om te controleren of u geen bloedvat heeft aangeprikt. Als u
bloed ziet in de spuit, moet u de spuit terugtrekken en op een andere plaats inbrengen.
4.
Spuit de vloeistof langzaam en gelijkmatig in en houd hierbij nog steeds de huid vast.
5.
Injecteer alleen de dosis die uw arts u heeft voorgeschreven.
6.
Nadat de vloeistof is ingespoten, trekt u de spuit terug en laat u de huid los.
7.
Gebruik iedere spuit maar voor één injectie. U mag de hoeveelheid Tevagrastim die nog in de
spuit achterblijft niet meer gebruiken.
60
5
6
Denk eraan
Als u problemen heeft, aarzel dan niet om hulp en advies te vragen
aan uw arts of verpleegkundige.
Verwijderen van gebruikte spuiten
-
Plaats de beschermkap niet terug op de naald van de gebruikte naalden.
-
Gooi
de gebruikte spuiten weg in de
naalddichte container en plaats deze buiten het zicht en
bereik van kinderen.
-
Verwijder de volle
naalddichte container
volgens de aanwijzingen van uw arts,
verpleegkundige
of apotheker.
-
Gooi de gebruikte spuiten nooit weg bij het normale huisafval.
8.
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Tevagrastim bevat geen conserveringsmiddelen. Met het oog op mogelijke risico’s op
microbiologische contaminatie zijn Tevagrastim spuiten alleen voor eenmalig gebruik.
Het onbedoeld blootstellen aan temperaturen onder nul, beïnvloedt de stabiliteit van Tevagrastim niet
negatief.
Tevagrastim
dient niet te worden verdund met natriumchloride. Dit geneesmiddel mag niet worden
gemengd met andere geneesmiddelen, behalve de geneesmiddelen die hieronder worden genoemd.
Verdund filgrastim kan worden geabsorbeerd aan glas en kunststofmaterialen, wanneer het niet
verdund wordt zoals hieronder wordt genoemd.
Indien nodig kan Tevagrastim
worden
verdund in glucose 50 mg/ml (5
%) oplossing voor infusie.
Verdunning naar een eindconcentratie van minder dan 0,2 MIU (2
μg) per ml wordt
in geen enkel
geval aangeraden. De oplossing dient voor gebruik visueel te worden geïnspecteerd. Alleen heldere
oplossingen zonder deeltjes dienen te worden gebruikt. Bij patiënten die behandeld worden met
filgrastim die wordt verdund tot concentraties beneden
de 1,5 MIU (15
μg) per ml, humaan
serumalbumine (HSA) dient te worden toegevoegd tot een concentratie van 2
mg/ml. Voorbeeld: Bij
een uiteindelijk injectievolume van 20 ml, dient de totale dosis filgrastim van minder dan 30 MIU
(300
μg) te worden gegeven
met de toevoeging van 0,2 ml van 200 mg/ml (20
%) humane
serumalbumineoplossing. Verdund in glucose 50 mg/ml (5
%) oplossing voor infusie,
Tevagrastim is
verenigbaar met glas en een verscheidenheid aan plastics, inclusief PVC, polyolefin (een co-polymeer
van polypropyleen en polyethyleen) en polypropyleen.
Na verdunnen: Chemische en fysische in-use stabiliteit van de verdunde oplossing voor infusie is
aangetoond voor 24 uur bij 2 °C tot 8 °C. Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product
onmiddellijk
te worden gebruikt. Wanneer het product niet onmiddellijk wordt gebruikt, dan zijn de
lengte en de wijze van bewaren tot gebruik voor het risico van de gebruiker en dienen deze normaal
gesproken niet langer te zijn dan 24 uur bij 2 °C tot 8 °C, tenzij de verdunning heeft plaatsgevonden
onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden.
Gebruik van de voorgevulde spuit zonder veiligheidsbescherming voor de naald
61
Dien de dosis toe volgens standaardprotocol.
Verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient
te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
62
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml, oplossing voor injectie/infusie
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml, oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met
uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die
in rubriek
4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
1.
Wat is Tevagrastim
en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Informatie om uzelf te injecteren
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Wat is Tevagrastim en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Tevagrastim?
Tevagrastim
is een groeifactor voor witte bloedcellen (granulocyten-koloniestimulerende
factor –
G-CSF)
en behoort tot een groep geneesmiddelen die cytokines worden genoemd. Groeifactoren zijn
eiwitten die van nature in het lichaam worden aangemaakt, maar ze kunnen ook met behulp van
biotechnologie worden gemaakt om als geneesmiddel te worden gebruikt.
Tevagrastim
werkt door het
beenmerg te stimuleren om meer witte bloedcellen te
maken.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Een tekort aan witte bloedcellen (neutropenie) kan verschillende oorzaken hebben en heeft tot gevolg
dat uw lichaam minder goed infecties
kan bestrijden. Tevagrastim stimuleert het beenmerg om snel
nieuwe witte bloedcellen aan te maken.
Tevagrastim
kan worden gebruikt:
-
om het aantal witte bloedcellen te verhogen na behandeling met chemotherapie, om infecties te
helpen voorkomen;
-
om
het aantal witte bloedcellen te verhogen na een beenmergtransplantatie, om infecties te
helpen voorkomen;
-
voorafgaand aan chemotherapie met hoge doses, om het beenmerg meer stamcellen te laten
aanmaken die kunnen worden afgenomen en na uw behandeling weer aan u kunnen worden
teruggegeven. De stamcellen kunnen bij u of bij een donor worden afgenomen. De stamcellen
verplaatsen zich dan terug naar het beenmerg en maken daar bloedcellen aan;
-
om het aantal witte bloedcellen te verhogen als u lijdt aan ernstige
chronische neutropenie, om
infecties te helpen voorkomen;
-
bij patiënten met gevorderde hiv-infectie; dit helpt om de kans op infecties te verkleinen.
63
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige
voordat u dit middel gebruikt.
Vertel het uw arts voordat u met de behandeling start
als een van de volgende situaties op u van
toepassing is:
-
-
sikkelcelanemie, omdat dit middel sikkelcelcrisis kan veroorzaken
osteoporose
(botziekte).
Vertel het uw arts onmiddellijk
als u
tijdens de behandeling met Tevagrastim:
-
plotselinge verschijnselen van allergie zoals huiduitslag, jeuk of netelroos (galbulten), zwelling
van het gezicht, de lippen, de tong of andere delen van het lichaam, kortademigheid, piepende
ademhaling of moeite met ademhalen. Dit kunnen tekenen zijn van een ernstige allergische
reactie (overgevoeligheid).
-
gezwollen gezicht of enkels, bloed in uw urine of
bruingekleurde urine of als u merkt dat u
minder plast dan normaal (glomerulonefritis).
-
pijn links bovenin uw buik, pijn onder de linkerkant van uw ribbenkast of pijn aan de punt van
uw linker schouder krijgt (dit kunnen verschijnselen zijn van een vergrote milt (splenomegalie)
of mogelijk van een gescheurde milt).
-
ongewone bloeding of blauwe plekken (dit kunnen tekenen zijn van een daling van een
verminderd aantal bloedplaatjes (trombocytopenie), met een verminderd vermogen van uw
bloed om te stollen).
-
ontsteking van de aorta (het grote bloedvat dat bloed van het hart
naar het lichaam voert) is
zelden gemeld bij kankerpatiënten en gezonde donoren. De verschijnselen kunnen koorts,
buikpijn, malaise, rugpijn en verhoogde ontstekingsmarkers omvatten. Vertel het uw arts als u
deze verschijnselen krijgt.
Verlies van reactie op filgrastim
Als
de reactie op de behandeling met filgrastim bij u vermindert of niet aanhoudt, zal uw arts de
redenen daarvoor onderzoeken, inclusief de mogelijkheid dat u antilichamen heeft ontwikkeld die de
activiteit van filgrastim neutraliseren.
Mogelijk wil uw arts u nauwlettend controleren, zie rubriek
4 van de bijsluiter.
Als u een patiënt bent met een ernstig, langdurig tekort aan witte bloedcellen met daardoor verhoogde
gevoeligheid voor infecties (neutropenie), loopt u een risico op het ontwikkelen van kanker van het
bloed (leukemie, myelodysplastisch syndroom [MDS]). U moet met uw arts bespreken wat de risico’s
zijn dat u een vorm van bloedkanker krijgt en welke tests er moeten worden uitgevoerd. Als u een
vorm van bloedkanker krijgt, of als
het waarschijnlijk is dat dat zal gebeuren, dan moet u
Tevagrastim
niet gebruiken, behalve wanneer uw arts u zegt dat u dat wel moet doen.
Als u stamceldonor bent, moet uw leeftijd tussen 16
en 60 jaar liggen.
Wees extra voorzichtig met andere producten die witte bloedcellen stimuleren
Tevagrastim
behoort tot een groep middelen die de vorming van witte bloedcellen stimuleren. Uw
medische zorgverlener moet altijd noteren welk middel u precies gebruikt.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
64
Gebruikt u naast Tevagrastim nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts
of
apotheker.
Zwangerschap en borstvoeding
Tevagrastim is niet getest bij
zwangere vrouwen of bij vrouwen die borstvoeding geven.
Tevagrastim
is niet aanbevolen tijdens de zwangerschap.
Het is belangrijk dat u het uw arts vertelt als u:
zwanger
bent of borstvoeding geeft
denkt dat
u zwanger
bent of
zwanger wilt worden
Vertel
het uw arts als u zwanger wordt tijdens de behandeling met
Tevagrastim.
Als u Tevagrastim
gebruikt, moet u stoppen met het geven van borstvoeding, behalve wanneer uw arts
u andere instructies geeft.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Tevagrastim
kan een lichte invloed hebben op uw vermogen om een voertuig te besturen en machines
te bedienen. Dit geneesmiddel kan duizeligheid veroorzaken. Het is raadzaam om te wachten en te
kijken hoe u zich voelt na gebruik van dit middel voordat u een voertuig bestuurt of machines bedient.
Tevagrastim bevat sorbitol
Dit middel bevat 50 mg sorbitol per ml.
Sorbitol is een bron van fructose. Als u (of uw kind) erfelijke fructose-intolerantie
heeft, een zeldzame
erfelijke aandoening, mag u (of uw kind) dit
middel niet toegediend krijgen. Patiënten met erfelijke
fructose-intolerantie
kunnen fructose niet afbreken. Dat kan ernstige bijwerkingen veroorzaken. Als u
(of uw kind) erfelijke fructose-intolerantie heeft, moet u dit aan uw arts melden, voordat u (of uw
kind) dit middel toegediend krijgt. Meld ook aan uw arts als uw kind zoete voedingsmiddelen of
dranken niet meer verdraagt doordat uw kind misselijk wordt of moet braken of doordat uw kind last
krijgt van onaangename verschijnselen zoals een opgeblazen gevoel, maagkrampen of diarree.
Tevagrastim bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23
mg) per voorgevulde spuit, d.w.z. dat het in
wezen natriumvrij is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel
altijd precies zoals uw arts
of apotheker u dat heeft verteld.
Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoe wordt Tevagrastim toegediend en hoeveel moet u nemen?
Tevagrastim
wordt gewoonlijk toegediend als een dagelijkse injectie in het weefsel net onder de huid
(dit is een subcutane injectie). Het kan ook toegediend worden als een dagelijkse langzame injectie in
de ader (dit is een intraveneuze infusie). De gebruikelijke dosis varieert afhankelijk van uw ziekte en
uw gewicht. Uw arts zal u vertellen hoeveel
Tevagrastim u moet gebruiken.
Patiënten die een beenmergtransplantatie ondergaan na chemotherapie:
U ontvangt de eerste dosis Tevagrastim normaal gesproken ten minste 24 uur na de chemotherapie en
ten minste 24 uur na de beenmergtransplantatie.
65
U, of de mensen die u verzorgen, kan worden geleerd hoe subcutane injecties toe te dienen zodat u uw
behandeling thuis kan voortzetten. Dit mag u echter niet proberen tenzij
uw professionele zorgverlener
u dit eerst goed heeft geleerd.
Hoelang moet u Tevagrastim blijven gebruiken?
U moet Tevagrastim
blijven gebruiken totdat het aantal witte bloedcellen in uw bloed weer normaal is.
Er wordt regelmatig bloedonderzoek uitgevoerd om het aantal witte bloedcellen in uw lichaam te
controleren. Uw arts zal u vertellen hoe lang u
Tevagrastim moet blijven gebruiken.
Gebruik bij kinderen
Tevagrastim
wordt gebruikt om kinderen te behandelen die chemotherapie krijgen of die lijden aan
een
ernstig tekort aan witte bloedcellen (neutropenie). De dosis voor kinderen die chemotherapie
krijgen is gelijk aan de dosis voor volwassenen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Verhoog de dosis die uw arts u heeft voorgeschreven, niet.
Als u meer Tevagrastim heeft gebruikt dan
u zou mogen, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw arts
of apotheker.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u een injectie heeft overgeslagen of als u te weinig heeft geïnjecteerd, neem dan onmiddellijk
contact
op met uw arts. Gebruik geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel
bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Belangrijke bijwerkingen
Het is belangrijk dat u onmiddellijk contact opneemt met uw arts
-
als u een allergische reactie heeft waaronder algehele zwakte,
daling in bloeddruk,
ademhalingsmoeilijkheden, zwelling van het gezicht (anafylaxie), huiduitslag, jeukende uitslag
(netelroos), zwelling van gezicht, lippen, mond, tong of keel (Quincke-oedeem) en
kortademigheid (dyspneu).
-
als u last heeft van hoesten,
koorts en ademhalingsmoeilijkheden (dyspneu) omdat dit kan
wijzen op ‘acute respiratory distress’-syndroom (ARDS).
-
als u nierschade ervaart (glomerulonefritis). Nierschade is waargenomen bij patiënten die
filgrastim toegediend kregen. Neem direct contact
op met uw arts
als u last krijgt van
opgezwollen gezicht of enkels, bloed in uw urine of bruingekleurde urine of als u merkt dat u
minder plast dan normaal.
-
als u last heeft van één of meerdere van de volgende bijwerkingen:
zwelling of opgeblazenheid, wat in verband kan staan met minder vaak plassen, moeite
met ademhalen, zwelling van de buik en een vol gevoel en een algemeen gevoel van
vermoeidheid.
Deze verschijnselen treden over het algemeen snel op.
Dit kunnen verschijnselen zijn van een aandoening,
genaamd "capillairleksyndroom", waarbij
bloed uit de kleine bloedvaten in uw lichaam lekt. Het capillairleksyndroom vereist
onmiddellijke medische hulp.
-
als u een combinatie van een van de volgende verschijnselen heeft:
koorts, of rillingen, of zich
erg koud voelen, hoge hartslag, verwardheid of
gedesoriënteerdheid, kortademigheid, extreme pijn of onbehagen en klamme
of
zweterige huid.
66
-
-
Dit kunnen verschijnselen zijn van een aandoening die “sepsis” genoemd wordt (ook
“bloedvergiftiging” genoemd), een ernstige
infectie met een ontstekingsreactie van het gehele
lichaam die levensbedreigend kan zijn en onmiddellijke medische hulp vereist.
als u pijn linksboven in de buik, pijn aan de linker onderzijde van de ribbenkast of pijn aan de
punt van uw linker schouder heeft, aangezien er een probleem kan zijn met uw milt
(miltvergroting (splenomegalie) of scheuren van de milt (miltruptuur)).
als u behandeld wordt voor een ernstig, langdurig tekort aan witte bloedcellen met daardoor
verhoogde gevoeligheid voor
infecties (ernstige chronische neutropenie) en bloed in uw urine
heeft (hematurie). Uw arts zal mogelijks geregeld uw urine testen als u deze bijwerking ervaart
of als er eiwit gevonden is in uw urine (proteïnurie).
Een vaak voorkomende bijwerking bij het
gebruik van Tevagrastim is spier- of botpijn
(skeletspierstelselpijn), die verholpen zou kunnen worden met standaard pijnstillers (analgetica). Bij
patiënten die een stamcel- of beenmergtransplantatie ondergaan, kan een ‘graft-versus-host’-reactie
optreden. Dit is een reactie van de donorcellen tegen de patiënt die het transplantaat krijgt. Klachten en
verschijnselen hiervan zijn onder andere uitslag op uw handpalmen of voetzolen, blaasjes (zweren) en
aften in uw mond, darmen, lever, huid, of uw ogen, longen, vagina en gewrichten.
Bij gezonde stamceldonoren ziet men soms een stijging van het aantal witte bloedcellen (leukocytose)
en daling van het aantal bloedplaatjes. Hierdoor neemt het stollingsvermogen van het bloed af
(trombocytopenie). Deze verschijnselen zullen door uw arts worden opgevolgd.
U kunt last krijgen van de volgende bijwerkingen:
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers):
tekort aan bloedplaatjes, waardoor het bloed minder goed kan stollen (trombocytopenie)
bloedarmoede
(anemie)
hoofdpijn
diarree
braken
misselijkheid
ongewone haaruitval of dunner worden van het haar (alopecia)
vermoeidheid (fatigue)
irritatie en zwelling van het slijmvlies van het spijsverteringsstelsel, dit loopt vanaf de mond
tot de anus (mucositis)
koorts (pyrexie)
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
longontsteking (bronchitis)
infectie van de bovenste luchtwegen
urineweginfectie
verminderde eetlust
slapeloosheid (insomnia)
duizeligheid
verminderd gevoelig bij aanraking, vooral van de huid (hypo-esthesie)
tintelen of verdoofd gevoel van handen of voeten (paresthesie)
verlaagde bloeddruk (hypotensie)
verhoogde bloeddruk (hypertensie)
hoesten
ophoesten van bloed (haemoptysis)
pijn in uw mond en keel (orofaryngeale pijn)
neusbloedingen
(epistaxis)
verstopping (obstipatie)
pijn in de mond
vergroting van de lever (hepatomegalie)
67
uitslag
roodheid van de huid (erytheem)
spierkrampen
pijn bij het plassen (dysurie)
pijn op de borst
pijn
zich krachteloos of slap voelen (asthenie)
algemeen
onwel, ziek voelen (malaise)
zwelling van handen en voeten (perifeer oedeem)
stijging van bepaalde enzymen in het bloed
afwijkende uitslagen van laboratoriumonderzoek van het bloed (bloedchemie)
transfusiereactie
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
verhoging van het aantal witte bloedcellen (leukocytose)
allergische reactie (overgevoeligheid)
afstoting van getransplanteerd beenmerg (‘graft-versus-host’-reactie)
hoge urinezuurspiegels in het bloed die jicht kunnen veroorzaken (hyperurikemie)
(verhoogd
urinezuurgehalte in het bloed)
schade aan de lever veroorzaakt door blokkade van kleine vaten in de lever (veno-occlusieve
ziekte)
niet goed werken van de longen met kortademigheid als gevolg (respiratoir falen)
zwelling van of vocht in de longen (longoedeem)
ontsteking van de longen (interstitiële longziekte)
abnormale radiografische beelden van de longen (longinfiltratie)
longbloeding (pulmonale hemorragie)
gebrek aan zuurstofopname in de longen (hypoxie)
bultige huiduitslag (maculeuze en
papuleuze huiduitslag)
botontkalking (osteoporose)
reactie op de injectieplaats
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
hevige pijn in de botten, borst, darmen of gewrichten (sikkelcelanemie met crisis)
plotselinge levensbedreigende allergische
reactie (anafylactische reactie)
pijn en zwelling van de gewrichten die op jicht lijkt (pseudojicht)
verandering in de lichaamseigen regulatie van vocht wat kan leiden tot gezwollen
lichaamsdelen
ontsteking van de bloedvaten in de huid (cutane
vasculitis)
paarsgekleurde, gezwollen, pijnlijke zweren op de ledematen en soms in het gezicht en de hals
gepaard gaand met koorts (Sweet-syndroom)
verergering van reuma
ongewone verandering van de urine
verminderde botdichtheid
ontsteking van de aorta (het
grote bloedvat dat bloed van het hart naar het lichaam voert), zie
rubriek 2
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
68
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de voorgevulde spuit na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2˚C
-
8˚C).
Binnen de houdbaarheid ervan en voor ambulant gebruik mag het product uit de koelkast (2°C – 8°C)
worden verwijderd en worden bewaard bij een temperatuur van maximaal
25°C gedurende één periode
van maximaal 4 dagen. Als het product niet binnen 4 dagen wordt gebruikt, mag het in de koelkast
(2°C – 8°C)
worden teruggelegd tot de uiterste gebruiksdatum. Werp de spuiten weg als ze gedurende
langer dan 4 dagen worden bewaard bij
een temperatuur hoger dan 8°C.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het troebel is of dat er deeltjes in zitten.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC.
Vraag uw apotheker wat u met
geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier afvoert
worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in
dit middel is filgrastim. Iedere ml oplossing voor injectie/infusie bevat 60
miljoen internationale eenheden [MIU] (600
microgram) filgrastim
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml: Iedere voorgevulde spuit bevat 30 miljoen internationale eenheden
[MIU] (300
microgram)
filgrastim in 0,5 ml oplossing.
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml: Iedere voorgevulde spuit bevat 48 miljoen internationale eenheden
[MIU] (480
microgram) filgrastim in 0,8
ml oplossing.
-
De andere stoffen in dit middel zijn: natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol,
polysorbaat 80,
water voor injectie.
Hoe ziet Tevagrastim eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Tevagrastim is een oplossing voor injectie/infusie in een voorgevulde spuit. Tevagrastim is een
heldere en kleurloze oplossing. Iedere voorgevulde spuit bevat 0,5 ml of 0,8 ml oplossing.
Tevagrastim wordt geleverd in verpakkingen met 1, 5 of 10 voorgevulde spuiten of multipacks van 10
(2 verpakkingen van 5) voorgevulde spuiten
met injectienaald en met of zonder
veiligheidsbescherming voor de naald. Niet
alle verpakkingen worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
Fabrikant
Teva Pharma B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Neem voor alle informatie over
dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
69
Lietuva
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Tél/Tel: +32 38207373
България
Тева Фарма ЕАД
Тел:
+359 24899585
Česká republika
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Tel: +420 251007111
Danmark
Teva Denmark A/S
Tlf: +45 44985511
Deutschland
TEVA GmbH
Tel: +49 73140208
Eesti
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 6610801
Ελλάδα
Specifar Α.Β.Ε.Ε.
Τηλ: +30 2118805000
España
Teva Pharma, S.L.U.
Tel: +34 913873280
France
Teva Santé
Tél: +33 155917800
Hrvatska
Pliva Hrvatska d.o.o.
Tel: +385 13720000
Ireland
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +44 2075407117
Ísland
Teva Pharma Iceland ehf.
Sími: +354 5503300
Italia
Teva Italia S.r.l.
Tel: +39 028917981
Κύπρος
Specifar Α.Β.Ε.Ε.
Ελλάδα
Τηλ: +30 2118805000
70
UAB Teva Baltics
Tel: +370 52660203
Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 38207373
Magyarország
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +36 12886400
Malta
Teva Pharmaceuticals Ireland
L-Irlanda
Tel: +44 2075407117
Nederland
Teva Nederland B.V.
Tel: +31 8000228400
Norge
Teva Norway AS
Tlf: +47 66775590
Österreich
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
Tel: +43 1970070
Polska
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel: +48 223459300
Portugal
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tel: +351 214767550
România
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +40 212306524
Slovenija
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +386 15890390
Slovenská republika
TEVA Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Tel: +421 257267911
Suomi/Finland
Teva Finland Oy
Puh/Tel: +358 201805900
Sverige
Teva Sweden AB
Tel: +46 42121100
Latvija
UAB Teva Baltics filiāle Latvijā
Tel: +371 67323666
United Kingdom (Northern Ireland)
Teva Pharmaceuticals Ireland
Ireland
Tel: +44 2075407117
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het
Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
7.
Informatie om uzelf te injecteren
Deze rubriek bevat informatie hoe u uzelf een injectie Tevagrastim kan geven. Het is belangrijk dat u
niet probeert uzelf te injecteren
totdat u een speciale training door uw arts of verpleegkundige heeft
gehad. Als u zich onzeker voelt over het toedienen van de injectie of als u vragen heeft, raadpleeg dan
uw arts of verpleegkundige.
Hoe injecteer ik Tevagrastim bij mezelf?
U zult
zichzelf een injectie moeten geven in het weefsel net onder de huid. Dit noemt men een
subcutane injectie. U heeft uw injecties iedere dag op dezelfde tijd nodig.
Benodigdheden waarover u moet beschikken
Om uzelf een subcutane injectie toe te dienen, heeft u het volgende nodig:
-
een voorgevulde spuit Tevagrastim;
-
alcoholdoekjes of iets vergelijkbaars.
Wat moet ik doen voordat ik mezelf een onderhuidse injectie met Tevagrastim kan toedienen?
1.
Probeer elke dag op ongeveer dezelfde tijd uzelf de injectie toe te dienen.
2.
Neem de voorgevulde spuit Tevagrastim uit de koelkast.
3.
Controleer de uiterste gebruiksdatum op het etiket van de voorgevulde spuit (EXP.). Gebruik de
spuit niet als de datum van de laatste dag van de aangeduide maand overschreden is.
4.
Controleer hoe Tevagrastim eruitziet. Het moet een heldere en kleurloze vloeistof zijn. Als er
deeltjes in zitten mag u het product niet gebruiken.
5.
Voor een comfortabelere injectie kunt u de voorgevulde spuit 30 minuten voorafgaande aan de
injectie uit de koelkast halen om op kamertemperatuur te brengen of enkele minuten voorzichtig
in uw handen houden. Warm op geen enkele andere manier Tevagrastim op
(bijvoorbeeld
niet
opwarmen in de magnetron of in warm water).
6.
Haal
niet
de beschermkap van de spuit totdat u klaar bent om te injecteren.
7.
Was uw handen goed.
8.
Zoek een comfortabele goed verlichte plaats en plaats alles wat u nodig heeft binnen handbereik
(de Tevagrastim voorgevulde spuit en alcoholdoekjes).
Hoe bereid ik mijn Tevagrastim injectie?
Voordat u Tevagrastim injecteert, moet u het volgende doen:
1.
Pak de spuit en neem voorzichtig de beschermkap van de naald, zonder deze te draaien. Trek
rechtuit zoals te zien in afbeelding 1 en 2. Raak de naald niet aan en druk niet op de zuiger.
71
1
2.
2
3.
4.
5.
Het kan zijn dat u een kleine luchtbel in de voorgevulde spuit ziet. Als er luchtbellen zichtbaar
zijn, tik dan voorzichtig met uw vingers op de spuit,
totdat de luchtbellen opstijgen naar de top
van de spuit. Verwijder, terwijl u de spuit rechtop houdt, de lucht uit de spuit door de zuiger
omhoog te drukken.
De spuit heeft een schaal op de romp. Duw de zuiger in totdat het aantal (ml) op de spuit
overeen komt met de dosering van Tevagrastim die uw arts u heeft voorgeschreven.
Controleer opnieuw of de juiste dosering Tevagrastim in de spuit aanwezig is.
U kunt nu de voorgevulde spuit gebruiken.
Waar moet ik de injectie toedienen?
De meest geschikte plaatsen om uzelf te injecteren zijn:
-
het bovendeel van uw dijen; en
-
de buik, met uitzondering van de zone rond de navel (zie afbeelding
3).
3
4
Als iemand anders u injecteert, dan kan ook de achterkant van uw armen worden gebruikt (zie
afbeelding
4).
Het is beter om de injectieplaats iedere dag te veranderen zodat u geen irritatie krijgt op een bepaalde
plaats.
Hoe dien ik mijn injectie toe?
1.
Desinfecteer de injectieplaats met een alcoholdoekje en neem de huid tussen duim en
wijsvinger,
zonder erin te knijpen (zie afbeelding
5).
2.
Breng de naald volledig in de huid zoals uw arts of verpleegkundige u dat heeft laten zien (zie
afbeelding
6).
3.
Trek voorzichtig aan de zuiger om te controleren of u geen bloedvat heeft aangeprikt. Als u
bloed ziet in de spuit, moet u de spuit terugtrekken en op een andere plaats inbrengen.
4.
Druk de zuiger langzaam en gelijkmatig in, en houd hierbij nog steeds de huid vast, totdat de
volledige dosis is toegediend en de zuiger niet meer verder kan worden
ingedrukt. Laat de druk
op de zuiger niet los!
5.
Injecteer alleen de dosis die uw arts u heeft voorgeschreven.
72
6.
7.
Nadat de vloeistof is ingespoten, trekt u de spuit terug en handhaaft u de druk op de zuiger,
waarna u de huid loslaat.
Laat de zuiger los. De naald zal snel
worden afgedekt met
de veiligheidsbescherming voor de
naald (zie afbeelding
7).
5
6
7
Denk eraan
Als u problemen heeft, aarzel dan niet om hulp en advies te vragen aan uw arts of verpleegkundige.
Verwijdering van de gebruikte spuiten
-
De veiligheidsbescherming voor de naald voorkomt dat na gebruik letsels zouden optreden als
gevolg van naaldprikken, zodat geen speciale voorzorgsmaatregelen voor verwijdering nodig
zijn. Verwijder
de spuit
volgens de aanwijzingen van uw arts, verpleegkundige
of apotheker.
8.
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Tevagrastim bevat geen conserveringsmiddelen. Met het oog op mogelijke risico’s op
microbiologische contaminatie zijn Tevagrastim spuiten alleen voor eenmalig gebruik.
Het onbedoeld blootstellen aan temperaturen onder nul, beïnvloedt de stabiliteit van Tevagrastim niet
negatief.
Tevagrastim dient niet te worden verdund met natriumchloride. Dit geneesmiddel mag niet worden
gemengd met
andere geneesmiddelen, behalve de geneesmiddelen die hieronder worden genoemd.
73
Verdund filgrastim kan worden geabsorbeerd aan glas en kunststofmaterialen, wanneer het niet
verdund wordt zoals hieronder wordt genoemd.
Indien nodig kan Tevagrastim worden
verdund in glucose 50 mg/ml (5
%) oplossing voor infusie.
Verdunning naar een eindconcentratie van minder dan 0,2 MIU (2
μg) per ml wordt in geen enkel
geval aangeraden. De oplossing dient voor gebruik visueel te worden
geïnspecteerd. Alleen heldere
oplossingen zonder deeltjes dienen te worden gebruikt. Bij patiënten die behandeld worden met
filgrastim die wordt verdund tot concentraties beneden de 1,5
MIU (15
μg) per ml, humaan
serumalbumine (HSA) dient te worden toegevoegd
tot een concentratie van 2 mg/ml. Voorbeeld: Bij
een uiteindelijk injectievolume van 20 ml, dient de totale dosis filgrastim van minder dan 30 MIU
(300
μg) te worden gegeven met de toevoeging van 0,2
ml van 200 mg/ml (20
%) humane
serumalbumineoplossing. Verdund in glucose 50 mg/ml (5
%) oplossing voor infusie, Tevagrastim is
verenigbaar met glas en een verscheidenheid aan plastics, inclusief PVC, polyolefin (een co-polymeer
van polypropyleen en polyethyleen) en polypropyleen.
Na verdunnen: Chemische en fysische in-use stabiliteit van de verdunde oplossing voor infusie is
aangetoond voor 24 uur bij 2 °C tot 8 °C. Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product
onmiddellijk te worden gebruikt. Wanneer het product niet onmiddellijk wordt gebruikt, dan zijn
de
lengte en de wijze van bewaren tot gebruik voor het risico van de gebruiker en dienen deze
normaalgesproken niet langer te zijn dan 24 uur bij 2 °C tot 8 °C, tenzij de verdunning heeft
plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden.
Gebruik van de voorgevulde spuit met veiligheidsbescherming voor de naald
De veiligheidsbescherming voor de naald bedekt de naald na de injectie, om prikletsel door de naald te
voorkomen. Dit heeft geen nadelige invloed op de normale werking van de injectiespuit. Duw de
plunjer langzaam en gelijkmatig omlaag, totdat de hele dosis is toegediend en de plunjer niet verder
kan worden geduwd. Verwijder, terwijl u druk houdt op de plunjer, de injectiespuit uit de patiënt. De
veiligheidsbescherming van de naald zal de naald bedekken wanneer de plunjer wordt losgelaten.
Verwijderen
Al
het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
74

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml, oplossing voor injectie/infusie
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml, oplossing voor injectie/infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Iedere ml oplossing voor injectie/infusie bevat 60 miljoen internationale eenheden [MIU] (600 g)
filgrastim.
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml, oplossing voor injectie/infusie
Iedere voorgevulde spuit bevat 30 MIU (300 µg) filgrastim in 0,5 ml oplossing voor injectie/infusie.
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml, oplossing voor injectie/infusie
Iedere voorgevulde spuit bevat 48 MIU (480 µg) filgrastim in 0,8 ml oplossing voor injectie/infusie.
Filgrastim (recombinant-methionyl humane granulocyt-kolonie stimulerende factor) wordt gemaakt in
Escherichia coli K802 met behulp van recombinant DNA-technologie.
Hulpstoffen met bekend effect:
Iedere ml oplossing bevat 50 mg sorbitol.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie/infusie.
Heldere, kleurloze oplossing.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Tevagrastim is geïndiceerd voor de reductie van de duur van neutropenie en de incidentie van febriele
neutropenie bij patiënten die worden behandeld met gangbare cytotoxische chemotherapie voor
maligniteiten (met uitzondering van chronische myeloïde leukemie en myelodysplastisch syndroom)
en voor de reductie van de duur van neutropenie bij patiënten die een myelo-ablatieve behandeling
gevolgd door beenmergtransplantatie ondergaan bij wie rekening wordt gehouden met een verhoogd
risico op een langdurige ernstige neutropenie. De veiligheid en werkzaamheid van filgrastim zijn
vergelijkbaar bij volwassenen en kinderen die met cytotoxische chemotherapie worden behandeld.
Tevagrastim is geïndiceerd voor de mobilisatie van perifere bloedvoorlopercellen (PBPC).
Bij patiënten, kinderen of volwassenen, met ernstige congenitale, cyclische of idiopathische
neutropenie met een absolute neutrofielen telling (count) of ANC van 0,5 x 109/l en een verleden
van ernstige of recidiverende infecties is langdurige toediening van Tevagrastim geïndiceerd om het
aantal neutrofielen te verhogen en de incidentie en duur van met infectie gepaard gaande
gebeurtenissen te verminderen.
Tevagrastim is geïndiceerd voor de behandeling van aanhoudende neutropenie (ANC kleiner of gelijk
aan 1,0 x 109/l) bij patiënten met een HIV-infectie in een vergevorderd stadium om de kans op
bacteriële infecties te verminderen wanneer andere opties om neutropenie te behandelen ongeschikt
zijn.
Filgrastim therapie dient alleen te worden toegediend in samenwerking met een oncologisch instituut
dat ervaring heeft met granulocyten-kolonie stimulerende factor (G-CSF) behandelingen en
hematologie, en dat de noodzakelijke diagnostische faciliteiten heeft. De mobilisatie- en
afereseprocedures dienen alleen te worden uitgevoerd in samenwerking met een
oncologisch-hematologisch instituut met redelijke ervaring in dit veld en waar de monitoring van
hematopoëtische voorlopercellen correct kan worden uitgevoerd.
Gangbare cytotoxische chemotherapie
Dosering
De aanbevolen dosis van filgrastim is 0,5 MIU (5 µg)/kg/dag. De eerste dosis filgrastim dient ten
minste 24 uur na cytotoxische chemotherapie toegediend te worden. In gerandomiseerde klinische
studies werd een subcutane dosis van 23 MIU (230 µg)/m2/dag (4,0 - 8,4 µg/kg/dag) gebruikt.
Dagelijks doseren van filgrastim dient te worden voortgezet totdat het verwachte neutrofielnadir is
gepasseerd en het aantal neutrofielen de normaalwaarde heeft bereikt. Na gangbare chemotherapie
voor vaste tumoren, lymfomen en lymfatische leukemieën is de verwachting dat de duur van de
behandeling, teneinde aan deze criteria te kunnen voldoen, maximaal 14 dagen zal zijn. Na inductie-
en consolidatiebehandeling bij acute myeloïde leukemie kan de duur van de behandeling aanzienlijk
langer zijn (tot 38 dagen), afhankelijk van de soort, de dosis en het toedieningsschema van de
toegepaste cytotoxische chemotherapie.
Bij patiënten die cytotoxische chemotherapie krijgen, is een tijdelijke toename van het aantal
neutrofielen een typische waarneming 1 à 2 dagen na aanvang van de behandeling met filgrastim.
Echter, voor een aanhoudend therapeutisch effect dient de behandeling met filgrastim niet te worden
onderbroken voordat het verwachte nadir is gepasseerd en het aantal neutrofielen weer de
normaalwaarde heeft bereikt. Voortijdig onderbreken van de behandeling met filgrastim, voor het
verwachte neutrofielnadir, wordt niet aanbevolen.
Wijze van toediening
Filgrastim kan worden toegediend als een dagelijkse subcutane injectie of als een dagelijkse
intraveneuze infusie verdund in een 5%-glucose-oplossing voor infusie met een infusietijd van
30 minuten (zie rubriek 6.6). In de meeste gevallen wordt de voorkeur gegeven aan de subcutane
toediening. Er zijn enkele aanwijzingen gebaseerd op een studie met eenmalige toediening dat de
werkingsduur korter kan zijn na intraveneuze toediening. De klinische relevantie van dit resultaat met
betrekking tot de toediening van meerdere doses is niet duidelijk. De keuze van de toedieningswijze
zal afhangen van de individuele klinische toestand.
Patiënten, behandeld met myelo-ablatieve therapie gevolgd door beenmergtransplantatie
Dosering
De aanbevolen aanvangsdosis van filgrastim is 1,0 MIU (10 µg)/kg/dag.
De eerste dosis filgrastim dient ten minste 24 uur na cytotoxische chemotherapie worden toegediend
en ten minste 24 uur na beenmerginfusie.
Wanneer het neutrofielnadir is gepasseerd, dient de dagelijkse dosis filgrastim te worden getitreerd in
functie van de neutrofielrespons, als volgt:

Filgrastim dosisaanpassing
> 1,0 x 109/l gedurende 3 opeenvolgende dagen
Reduceer tot 0,5 MIU
(5 µg)/kg/dag
Vervolgens, indien ANC > 1,0 x 109/l blijft gedurende 3 of
Onderbreek filgrastim
meer daarop volgende dagen
Indien ANC daalt tot < 1,0 x 109/l gedurende de behandelingsperiode dient de dosis filgrastim weer
verhoogd te worden volgens de stappen hierboven.
ANC = absoluut aantal neutrofielen (Absolute Neutrophil Count)
Wijze van toediening
Filgrastim kan worden toegediend als een intraveneuze infusie gedurende 30 minuten of 24 uur, of als
een continue subcutane infusie gedurende 24 uur. Filgrastim dient verdund te worden in 20 ml
5%-glucose-oplossing voor infusie (zie rubriek 6.6).
Voor de mobilisatie van PBPC's bij patiënten die een myelosuppressieve of myelo-ablatieve
behandeling ondergaan, gevolgd door transplantatie van autologe PBPC's
Dosering
De aanbevolen dosis van filgrastim alleen voor PBPC-mobilisatie is 1,0 MIU (10 µg)/kg/dag
gedurende 5-7 opeenvolgende dagen. Tijdstip van leukaferese: een of twee leukafereses op dag 5 en 6
zijn meestal voldoende. In andere omstandigheden kunnen bijkomende leukafereses nodig zijn.
Dosering met filgrastim dient te worden gehandhaafd tot aan de laatste leukaferese.
De aanbevolen dosis filgrastim voor PBPC-mobilisatie na myelosuppressieve chemotherapie is
0,5 MIU (5 µg)/kg/dag, te beginnen op de eerste dag na het beëindigen van de chemotherapie totdat
het verwachte neutrofielnadir is gepasseerd en het aantal neutrofielen de normaalwaarde heeft bereikt.
Leukaferese dient te worden uitgevoerd in de periode dat de ANC stijgt van < 0,5 x 109/l tot
> 5,0 x 109/l. Voor patiënten die geen uitgebreide chemotherapie hebben ondergaan, is één leukaferese
vaak voldoende. Onder andere omstandigheden worden extra leukafereses aanbevolen.
Wijze van toediening
Filgrastim als monotherapie voor PBPC-mobilisatie:
Filgrastim mag toegediend worden door middel van een continue subcutane infusie gedurende 24 uur
of door middel van een subcutane injectie. Voor infusies dient filgrastim verdund te worden in 20 ml
5%-glucose-oplossing voor infusie (zie rubriek 6.6).
Filgrastim voor PBPC-mobilisatie na myelosuppressieve chemotherapie:
Filgrastim dient door middel van een subcutane injectie toegediend te worden.

Voor de mobilisatie van PBPC's bij normale donoren voorafgaand aan transplantatie van allogene
PBPC's
Dosering
Voor PBPC mobilisatie bij normale donoren dient filgrastim te worden toegediend in een dosis van
1,0 MIU (10 µg)/kg/dag gedurende 4 tot 5 opeenvolgende dagen. Leukaferese dient te worden gestart
op dag 5 en te worden voortgezet tot en met dag 6 om 4 x 106 CD34+ cellen/kg lichaamsgewicht van
de ontvanger te verkrijgen.
Wijze van toediening
Filgrastim dient door middel van een subcutane injectie te worden toegediend.

Dosering

Congenitale neutropenie
De aanbevolen aanvangsdosis is 1,2 MIU (12 µg)/kg/dag, als enkelvoudige dosis of verdeeld over de
dag.
Idiopathische of cyclische neutropenie
De aanbevolen aanvangsdosis is 0,5 MIU (5 µg)/kg/dag, als enkelvoudige dosis of verdeeld over de
dag.
Dosisaanpassing
Filgrastim dient dagelijks te worden toegediend door middel van een subcutane injectie totdat het
aantal neutrofielen 1,5 x 109/l bereikt en boven dit niveau gehandhaafd kan blijven. Zodra dit effect is
verkregen dient de minimale effectieve dosis, waarmee dit niveau kan worden gehandhaafd, te worden
bepaald. Een dagelijkse toediening gedurende lange tijd is nodig om het aantal neutrofielen op een
adequaat niveau te handhaven. Na één of twee weken behandeling mag de aanvangsdosis worden
verdubbeld of gehalveerd afhankelijk van het effect bij de patiënt. Vervolgens kan de dosis iedere 1 tot
2 weken individueel worden aangepast, teneinde het gemiddelde aantal neutrofielen tussen 1,5 x 109/l
en 10 x 109/l te handhaven. Een snellere dosisverhoging kan worden overwogen bij patiënten met
ernstige infecties. In klinische studies had 97 % van de patiënten die een reactie gaven een volledige
respons bij doses van 2,4 MIU (24 µg)/kg/dag. De veiligheid op lange termijn van filgrastim
toediening van meer dan 2,4 MIU (24 µg)/kg/dag bij patiënten met SCN is niet vastgesteld.
Wijze van toediening
Congenitale, idiopathische of cyclische neutropenie:
Filgrastim dient als subcutane injectie te worden toegediend.
Patiënten met een HIV-infectie

Dosering

Ter correctie van een neutropenie
De aanbevolen aanvangsdosis van filgrastim is 0,1 MIU (1 µg)/kg/dag met titratie tot een maximum
van 0,4 MIU (4 µg)/kg/dag totdat een normaal aantal neutrofielen is bereikt en kan worden
gehandhaafd (ANC > 2,0 x 109/l). In klinische studies reageerde meer dan 90 % van de patiënten op
deze dosis met een correctie van de neutropenie, na een mediane behandelingsduur van 2 dagen.
In een klein aantal patiënten (< 10 %) waren doses tot 1,0 MIU (10 µg)/kg/dag noodzakelijk om
correctie van neutropenie te bereiken.
Ter handhaving van een normaal aantal neutrofielen
Nadat correctie van neutropenie is bereikt dient de minimale effectieve dosis te worden bepaald
waarmee een normaal aantal neutrofielen wordt gehandhaafd. De initiële dosisaanpassing naar een
dosis om de dag van 30 MIU (300 µg)/dag wordt aanbevolen. Verdere dosisaanpassingen kunnen
noodzakelijk zijn op basis van de ANC van de patiënt om het aantal neutrofielen > 2,0 x 109/l te
handhaven. In klinische studies was toediening van 30 MIU (300 µg)/dag gedurende 1 tot 7 dagen per
week noodzakelijk om het aantal neutrofielen > 2,0 x 109/l te handhaven, met een mediane
toedieningsfrequentie van 3 keer per week. Langdurig gebruik kan noodzakelijk zijn om een ANC
> 2,0 x 109/l te handhaven.

Ter correctie van neutropenie of ter handhaving van een normaal aantal neutrofielen:
Filgrastim dient als subcutane injectie te worden toegediend.
Bijzondere patiëntengroepen

Ouderen

In klinische studies met filgrastim werd een klein aantal oudere patiënten geïncludeerd, maar er zijn
geen speciale studies uitgevoerd in deze groep en daarom kunnen geen specifieke doseringsadviezen
worden gegeven.
Patiënten met nier- of leverschade
Uit studies met filgrastim bij patiënten met een ernstige verminderde lever- of nierfunctie blijkt dat het
farmacokinetische en farmacodynamische profiel hetzelfde is als bij normale personen. Aanpassing
van de dosis is niet vereist in deze omstandigheden.
Gebruik in de pediatrie bij ernstige SCN en kanker
Vijfenzestig procent van de patiënten bestudeerd in het SCN onderzoeksprogramma waren jonger dan
18 jaar. De werkzaamheid van de behandeling was duidelijk voor deze leeftijdsgroep, die vooral
bestond uit patiënten met congenitale neutropenie. Er waren geen verschillen in de
veiligheidsprofielen voor de kinderen behandeld voor SCN.
Gegevens uit klinische studies met kinderen wijzen erop dat de veiligheid en de werkzaamheid van
filgrastim vergelijkbaar zijn bij volwassenen en kinderen die cytotoxische chemotherapie krijgen.
De doseringsadviezen bij kinderen zijn dezelfde als die bij volwassenen die myelosuppressieve
cytotoxische chemotherapie krijgen.

4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen).

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik


Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen voor alle indicaties
Overgevoeligheid
Overgevoeligheid, inclusief anafylactische reacties, opgetreden tijdens een eerste of volgende
behandeling, zijn gerapporteerd bij patiënten die behandeld zijn met filgrastim. Staak behandeling met
filgrastim permanent bij patiënten met klinisch significante overgevoeligheid. Dien filgrastim niet toe
aan patiënten met een voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor filgrastim of pegfilgrastim.
Pulmonale bijwerkingen
Na toediening van G-CSF zijn pulmonale bijwerkingen, in het bijzonder interstitiële longziekte,
gerapporteerd. Patiënten met een recente geschiedenis van longinfiltraten of pneumonie lopen een
hoger risico. Het ontstaan van pulmonale verschijnselen, zoals hoest, koorts en dyspneu, die gepaard
gaan met radiologische kenmerken van longinfiltraten en verslechtering van de longfunctie, kunnen
voortekenen zijn van Acute Respiratory Distress Syndrome (ARDS). De toediening van filgrastim
dient te worden gestaakt en een passende behandeling dient te worden gegeven.

Glomerulonefritis is gerapporteerd bij patiënten die filgrastim en pegfilgrastim kregen toegediend. In
het algemeen verdwenen gevallen van glomerulonefritis na verlaging van de dosis of stopzetting van
de behandeling met filgrastim en pegfilgrastim. Urineonderzoek wordt aanbevolen.
Capillairleksyndroom
Het capillairleksyndroom, dat levensbedreigend kan zijn als behandeling wordt uitgesteld, is
gerapporteerd na toediening van G-CSF en wordt gekenmerkt door hypotensie, hypoalbuminemie,
oedeem en bloedindikking.
Patiënten die symptomen van het capillairleksyndroom ontwikkelen, dienen nauwgezet gevolgd te
worden en standaard symptomatische behandeling te ontvangen, wat een behoefte aan intensieve zorg
zou kunnen betekenen (zie rubriek 4.8).
Splenomegalie en miltruptuur
Algemeen asymptomatische gevallen van splenomegalie en gevallen van miltruptuur zijn gemeld na
toediening van filgrastim aan patiënten en gezonde donoren. Sommige gevallen van miltruptuur waren
fataal. Daarom dient de grootte van de milt nauwgezet gecontroleerd te worden (bv. door klinisch
onderzoek, echo). De diagnose van miltruptuur dient te worden overwogen bij donoren en/of patiënten
die pijn linksboven in de buik of schouderpijn rapporteren. Dosisverlagingen van filgrastim bleken de
progressie van miltvergroting te vertragen of te stoppen bij patiënten met ernstige chronische
neutropenie en bij 3% van de patiënten was een splenectomie noodzakelijk.
Groei van maligne cellen
G-CSF kan in vitro de groei bevorderen van myeloïde cellen en vergelijkbare effecten kunnen in vitro
ook worden waargenomen bij enkele niet-myeloïde cellen.
Myelodysplastisch syndroom of chronische myeloïde leukemie
De veiligheid en werkzaamheid van filgrastim toediening bij patiënten met myelodysplastisch
syndroom of chronische myeloïde leukemie zijn niet vastgesteld. Filgrastim is niet geïndiceerd voor
gebruik bij deze aandoeningen. Bijzondere aandacht dient te worden gegeven om de diagnose
blastentransformatie bij chronische myeloïde leukemie te onderscheiden van acute myeloïde leukemie.
Acute myeloïde leukemie
Voorzichtigheid is geboden bij de toediening van filgrastim bij patiënten met secundaire AML
aangezien er beperkte veiligheids- en werkzaamheidgegevens bekend zijn. De veiligheid en
werkzaamheid van filgrastim toegediend bij de novo AML patiënten met een leeftijd < 55 jaar met
goede cytogenese (t(8;21), t(15;17) en inv(16)) zijn niet vastgesteld.
Trombocytopenie
Trombocytopenie is gemeld bij patiënten die filgrastim gebruiken. Het aantal bloedplaatjes dient
nauwlettend te worden gecontroleerd, vooral tijdens de eerste paar weken van de behandeling met
filgrastim. Tijdelijke stopzetting of dosisverlaging van filgrastim dient te worden overwogen bij
patiënten met ernstige chronische neutropenie die een trombocytopenie ontwikkelen (aantal
bloedplaatjes < 100 x 109/l).
Leukocytose
Aantallen witte bloedcellen (wittebloedceltelling ­ WBC) van 100 x 109/l of hoger zijn waargenomen
bij minder dan 5% van de kankerpatiënten die filgrastim kregen in doses boven de 0,3 MIU/kg/dag
(3 µg/kg/dag). Er zijn geen bijwerkingen gemeld die direct zijn toe te schrijven aan deze mate van
gedurende de behandeling met filgrastim regelmatig het aantal witte bloedcellen worden bepaald. Als
het aantal witte bloedcellen na de verwachte nadir hoger wordt dan 50 x 109/l, moet de toediening van
filgrastim onmiddellijk worden gestopt. Tijdens de periode dat filgrastim wordt toegediend voor de
mobilisatie van PBPC's, moet de toediening echter pas worden gestopt, of de dosis worden verlaagd,
wanneer het aantal leukocyten stijgt tot > 70 x 109/l.
Immunogeniciteit
Zoals bij alle therapeutische eiwitten, is er een mogelijkheid tot immunogeniciteit. De mate van
ontwikkeling van antilichamen tegen filgrastim is over het algemeen laag. Bindende antilichamen
treden op, zoals verwacht, met alle biologicals, maar zijn op dit moment niet geassocieerd met een
neutraliserende werking.
Aortitis
Na toediening van G-CSF bij gezonde proefpersonen en bij kankerpatiënten is aortitis gemeld. De
symptomen die optraden omvatten koorts, buikpijn, malaise, rugpijn en verhoogde ontstekingsmarkers
(bijv. C-reactief proteïne en wittebloedceltelling). In de meeste gevallen werd aortitis door middel van
een CT-scan vastgesteld en doorgaans verdween het nadat G-CSF was stopgezet. Zie ook rubriek 4.8.
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen geassocieerd met comorbiditeiten
Bijzondere voorzorgen bij dragers van het sikkelcelgen en patiënten met sikkelcelanemie
Bij gebruik van filgrastim bij dragers van het sikkelcelgen en patiënten met sikkelcelanemie werden,
in sommige gevallen fatale, sikkelcelcrises gerapporteerd. Artsen dienen het voorschrijven van
filgrastim bij dragers van het sikkelcelgen en patiënten met sikkelcelanemie met voorzichtigheid te
overwegen.
Osteoporose
Controle van de botdichtheid kan aangewezen zijn bij patiënten met onderliggende osteoporotische
botziekten die een continue behandeling met filgrastim langer dan 6 maanden ondergaan.
Bijzondere voorzorgen bij patiënten met kanker
Filgrastim dient niet te worden gebruikt om de dosis cytotoxische chemotherapie te verhogen boven de
gangbare doseringsschema's.
Risico's geassocieerd met verhoogde doses chemotherapie
Bijzondere voorzichtigheid is geboden wanneer patiënten worden behandeld met hoge doses
chemotherapie, aangezien verbetering in de tumorrespons niet werd aangetoond en verhoogde doses
chemotherapeutica aanleiding kunnen geven tot verhoogde toxiciteit, inbegrepen cardiale, pulmonale,
neurologische en dermatologische effecten (zie de Samenvatting van de productkenmerken van de
desbetreffende chemotherapeutica).
Effect van chemotherapie op erytrocyten en trombocyten
Behandeling met alleen filgrastim werkt niet tegen trombocytopenie en anemie als gevolg van
myelosuppressieve chemotherapie. Vanwege de mogelijkheid om hogere doses chemotherapie te
krijgen (bv. de volledige doses van het voorgeschreven doseringsschema), heeft de patiënt mogelijk
een verhoogde kans op trombocytopenie en anemie. Regelmatige controle van het aantal bloedplaatjes
en van de hematocriet wordt aanbevolen. Extra voorzichtigheid is geboden bij het toedienen van
enkele of gecombineerde chemotherapeutische middelen waarvan bekend is dat ze ernstige
trombocytopenie veroorzaken.
van trombocytopenie na myelosuppressieve of myeloablatieve chemotherapie verkleint en de duur
ervan verkort.
Overige bijzondere voorzorgen
De effecten van filgrastim bij patiënten met een substantiële verlaging van het aantal myeloïde
voorlopercellen zijn niet onderzocht. Filgrastim werkt hoofdzakelijk op de neutrofielvoorlopercellen
waardoor het aantal neutrofielen stijgt. Derhalve kan bij patiënten met een verminderd aantal
voorlopercellen de neutrofielrespons verminderd zijn (zoals deze behandeld met uitgebreide
radiotherapie of chemotherapie of met een beenmerginfiltratie door een tumor).
Bloedvataandoeningen, waaronder veno-occlusieve ziekte en stoornissen van het vochtvolume, zijn in
enkele gevallen gemeld bij patiënten die hoge doses chemotherapie kregen, gevolgd door
transplantatie.
Er zijn meldingen geweest van graft-versus-hostziekte (GvHD) en fatale voorvallen bij patiënten die
G-CSF kregen na allogene beenmergtransplantatie (zie rubriek 4.8 en 5.1).
Verhoogde hematopoëtische activiteit van het beenmerg als respons op behandeling met groeifactor is
in verband gebracht met tijdelijke afwijkende botscans. Hiermee dient rekening te worden gehouden
bij het interpreteren van resultaten van botbeeldvorming.
Bijzondere voorzorgen bij patiënten die PBPC-mobilisatie ondergaan
Mobilisatie
Er zijn geen prospectieve, gerandomiseerde vergelijkingen van de twee aanbevolen
mobilisatiemethoden (filgrastim alleen, of in combinatie met myelosuppressieve chemotherapie),
uitgevoerd binnen dezelfde patiëntenpopulatie. De mate van variatie tussen individuele patiënten en
tussen laboratoriumtesten van CD34+-cellen heeft tot gevolg dat directe vergelijkingen tussen
verschillende onderzoeken moeilijk zijn. Het is daarom moeilijk om een optimale methode aan te
bevelen. De keuze van de mobilisatiemethode moet worden overwogen in relatie met de totale
doelstellingen van de behandeling van een individuele patiënt.
Voorafgaande blootstelling aan cytotoxische middelen
Patiënten die zeer extensieve voorafgaande myelosuppressieve therapie hebben ondergaan, vertonen
mogelijk niet voldoende PBPC-mobilisatie om de aanbevolen minimale opbrengst
( 2,0 x 106 CD34+-cellen/kg) te bereiken, of een versnelling van de plaatjesopbrengst tot dezelfde
mate.
Sommige cytotoxische middelen vertonen een bijzondere toxiciteit voor de `pool' met
hematopoëtische voorlopercellen en kunnen de mobilisatie van voorlopercellen negatief beïnvloeden.
Middelen zoals melfalan, carmustine (BCNU) en carboplatine kunnen, wanneer deze gedurende
langere tijd voorafgaand aan pogingen tot mobilisatie van voorlopercellen worden toegediend, de
opbrengst aan voorlopercellen verlagen. Het is echter aangetoond dat toediening van melfalan,
carboplatine of BCNU samen met filgrastim effectief is voor mobilisatie van voorlopercellen. Als een
transplantatie van PBPC's is voorzien, is het aan te raden om de procedure voor stamcelmobilisatie
vroeg in de behandelkuur van de patiënt te plannen. Er dient bijzondere aandacht te worden
geschonken aan het aantal gemobiliseerde voorlopercellen bij deze patiënten, voordat hooggedoseerde
chemotherapie wordt toegediend. Als de opbrengsten volgens de bovengenoemde criteria niet
toereikend zijn, moeten alternatieve vormen van behandeling, waarvoor geen ondersteuning door
voorlopercellen nodig is, worden overwogen.

Bij het bepalen van de aantallen voorlopercellen die worden geoogst bij patiënten die zijn behandeld
met filgrastim, dient bijzondere aandacht te worden geschonken aan de methode van kwantificering.
De resultaten van flowcytometrische analyse van aantallen CD34+-cellen zijn sterk afhankelijk van
welke methode exact wordt toegepast, en daarom is voorzichtigheid geboden bij het interpreteren van
aanbevelingen van celaantallen die zijn gebaseerd op onderzoeken in andere laboratoria.
Statistische analyse van het verband tussen het aantal gereïnfundeerde CD34+-cellen en de snelheid
van plaatjesherstel na hooggedoseerde chemotherapie wijst op een complex, maar continu verband.
De aanbeveling van een minimum opbrengst van 2,0 x 106 CD34+-cellen/kg is gebaseerd op
gepubliceerde ervaring die leidde tot adequate hematologische reconstitutie. Opbrengsten hoger dan
deze minimale opbrengst blijken gecorreleerd te zijn met een sneller herstel, en lagere opbrengsten
met een langzamer herstel.
Bijzondere voorzorgen bij gezonde donoren die PBPC-mobilisatie ondergaan
PBPC-mobilisatie heeft geen direct klinisch voordeel voor gezonde donoren en mag alleen worden
overwogen wanneer allogene stamceltransplantatie het doel is.
PBPC-mobilisatie mag alleen worden overwogen voor donoren die voldoen aan de normale
selectiecriteria voor stamceldonatie wat betreft klinische parameters en laboratoriumtests, met speciale
aandacht voor hematologische waarden en infectieziekten.
De veiligheid en werkzaamheid van filgrastim zijn niet vastgesteld voor gezonde donoren in de leeftijd
< 16 jaar of > 60 jaar.
Voorbijgaande trombocytopenie (bloedplaatjes < 100 x 109/l) na toediening van filgrastim en
leukaferese is waargenomen bij 35% van de onderzochte proefpersonen. Daaronder waren twee
gevallen waarin aantallen plaatjes < 50 x 109/l werden gemeld, die werden toegeschreven aan de
leukaferese.
Als meer dan één leukaferese moet worden uitgevoerd, dient bijzondere aandacht te worden
geschonken aan donoren die voorafgaand aan de leukaferese < 100 x 109/l plaatjes hebben. Over het
algemeen dient geen aferese te worden uitgevoerd als het aantal bloedplaatjes < 75 x 109/l is.
Leukaferese mag niet worden uitgevoerd bij donoren die worden behandeld met antistollingsmiddelen
of van wie bekend is dat ze een defect hebben in de hemostase.
Donoren die G-CSF's krijgen voor PBPC-mobilisatie moeten worden gemonitord totdat de
hematologische indices zijn teruggekeerd tot normale waarden.
Voorbijgaande cytogene afwijkingen zijn waargenomen bij gezonde donoren na het gebruik van
G-CSF. Het belang van deze veranderingen is onbekend. Toch kan een risico op het stimuleren van
een maligne myeloïde kloon niet worden uitgesloten. Het wordt aanbevolen dat het aferesecentrum de
gegevens van de stamceldonoren gedurende minimaal 10 jaar systematisch bijhoudt om de monitoring
van de veiligheid op lange termijn te kunnen garanderen.
Bijzondere voorzorgen bij ontvangers van allogene PBPC's die zijn gemobiliseerd met filgrastim
De huidige gegevens wijzen erop dat immunologische interacties tussen de getransplanteerde allogene
PBPC's en de ontvanger geassocieerd kunnen zijn met een verhoogde kans op acute en chronische
GvHD, indien vergeleken met beenmergtransplantatie.

Filgrastim dient niet te worden toegediend aan patiënten met ernstige congenitale neutropenie die
leukemie ontwikkelen of tekenen vertonen van leukemie-ontwikkeling.
Bloedcelaantallen
Andere veranderingen van het bloedbeeld komen voor, waaronder anemie en tijdelijke toename van
myeloïde voorlopercellen, die een nauwgezette controle van het bloedbeeld vereisen.
Transformatie naar leukemie of myelodysplastisch syndroom
Extra voorzichtigheid is geboden bij de diagnose van SCN's, om die te onderscheiden van andere
hematopoëtische stoornissen zoals aplastische anemie, myelodysplasie en myeloïde leukemie.
Volledige bepaling van bloedcelaantallen met differentiële tellingen en plaatjestellingen, en
beoordeling van beenmergmorfologie en karyotype dienen vóór behandeling te worden uitgevoerd.
Myeloplastische syndromen (MDS) of leukemie kwamen in lage frequentie (ongeveer 3%) voor
SCN-patiënten die deelnamen aan klinische onderzoeken en werden behandeld met filgrastim. Dat
werd enkel waargenomen bij patiënten met congenitale neutropenie. MDS en leukemieën zijn
natuurlijke complicaties van de ziekte en de relatie ervan met filgrastim is niet zeker. Bij een subset
van ongeveer 12% van de patiënten met normale cytogenetische beoordeling bij aanvang werden later
bij herhaalde routinebeoordelingen abnormaliteiten gevonden, waaronder monosomie 7. Het is
momenteel niet duidelijk of langdurige behandeling van patiënten met SCN-patiënten gevoelig maakt
voor cytogenetische afwijkingen, MDS of leukemietransformatie. Het wordt aanbevolen om met
regelmatige intervallen (ongeveer eenmaal per 12 maanden) morfologisch en cytogenetisch
beenmergonderzoek uit te voeren bij patiënten.
Overige bijzondere voorzorgen
Oorzaken van tijdelijke neutropenie, zoals virale infecties, dienen te worden uitgesloten.
Hematurie kwam vaak voor en proteïnurie kwam voor bij een klein aantal patiënten. Regelmatige
urinecontrole dient plaats te vinden om dit te controleren.
De veiligheid en werkzaamheid bij neonaten en bij patiënten met een auto-immuunneutropenie zijn
niet vastgesteld.
Bijzondere voorzorgen bij patiënten met een HIV-infectie
Bloedcelaantallen
De ANC dient nauwgezet te worden gemonitord, in het bijzonder gedurende de eerste weken van de
behandeling met filgrastim. Sommige patiënten kunnen al op de aanvangsdosis filgrastim een zeer
snelle respons vertonen, en met een aanzienlijke stijging van het aantal neutrofielen. Het wordt
aanbevolen om de ANC de eerste 2-3 dagen na toediening van filgrastim dagelijks te meten. Daarna
wordt aanbevolen om de ANC in de eerste 2 weken ten minste tweemaal per week te meten en
vervolgens, gedurende de onderhoudstherapie, eenmaal per week of eenmaal per twee weken. Tijdens
intermitterende dosering van filgrastim met 30 MIU/dag (300 µg/dag) kunnen er in de loop van de tijd
grote fluctuaties voorkomen in de ANC van de patiënt. Om de dalwaarde of het nadir van de ANC van
de patiënt te bepalen, wordt aanbevolen om de bloedafnames voor de ANC-bepalingen direct vóór de
geplande toedieningen van filgrastim uit te voeren.
Risico's die gepaard gaan met verhoogde doses myelosuppressieve geneesmiddelen
Behandeling met alleen filgrastim werkt niet tegen trombocytopenie en anemie als gevolg van
myelosuppressieve geneesmiddelen. Door de mogelijkheid om bij behandeling met filgrastim hogere
hebben op het ontwikkelen van trombocytopenie en anemie. Regelmatige controle van de
bloedcelaantallen wordt aanbevolen (zie hierboven).
Infecties en maligniteiten die myelosuppressie veroorzaken
Neutropenie kan toe te schrijven zijn aan opportunistische, beenmerginfiltrerende infecties zoals
Mycobacterium avium complex of aan maligniteiten zoals lymfoom. Bij patiënten met bekende
beenmerginfiltrerende infecties of maligniteiten dient passende behandeling van de onderliggende
aandoening te worden overwogen, in aanvulling op toediening van filgrastim voor de behandeling van
neutropenie. De effecten van filgrastim op neutropenie als gevolg van beenmerginfiltrerende infectie
of maligniteit zijn niet goed vastgesteld.
Alle patiënten
Sorbitol
Tevagrastim bevat sorbitol (E420). Er moet rekening worden gehouden met het additieve effect van
gelijktijdig gegeven producten die sorbitol (of fructose) bevatten en inname van sorbitol (of fructose)
via de voeding.
Dit geneesmiddel mag niet worden toegediend aan patiënten met erfelijke fructose-intolerantie, tenzij
strikt noodzakelijk. Bij zuigelingen en jonge kinderen (jonger dan 2 jaar) kan erfelijke
fructose-intolerantie nog niet zijn gediagnosticeerd. Intraveneus toegediende geneesmiddelen (die
sorbitol/fructose bevatten) kunnen levensbedreigend zijn en zijn bij deze patiëntengroep
gecontra-indiceerd, tenzij er sprake is van een dwingende klinische noodzaak en er geen alternatieven
beschikbaar zijn.
Er moet bij iedere patiënt een uitgebreide anamnese van symptomen van erfelijke fructose-intolerantie
worden afgenomen voordat dit geneesmiddel wordt toegediend.
Natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per voorgevulde spuit, d.w.z. dat het in
wezen natriumvrij is.
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

De veiligheid en werkzaamheid van filgrastim wanneer toegediend op dezelfde dag als
myelosuppressieve cytotoxische chemotherapie zijn niet definitief vastgesteld. Gezien de gevoeligheid
van snel delende myeloïde cellen voor myelosuppressieve cytotoxische chemotherapie, wordt het
gebruik van filgrastim in de periode 24 uur voor tot 24 uur na de chemotherapie niet aangeraden.
Voorlopige aanwijzingen bij een klein aantal patiënten, dat tegelijkertijd behandeld werd met
filgrastim en 5-fluorouracil, wijzen erop dat de ernst van de neutropenie kan toenemen.
Mogelijke interacties met andere hematopoëtische groeifactoren en cytokines zijn nog niet onderzocht
in klinische studies.
Omdat lithium het vrijkomen van neutrofielen stimuleert, versterkt lithium vermoedelijk het effect van
filgrastim. Hoewel deze interactie niet formeel is onderzocht, is er geen aanwijzing dat deze interactie
schadelijk is.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van filgrastim bij zwangere
vrouwen. Uit dieronderzoek is reproductietoxiciteit gebleken. Een verhoogde incidentie van
aanwezigheid van maternale toxiciteit (zie rubriek 5.3). Er zijn rapporten in de literatuur waarin is
aangetoond dat filgrastim bij zwangere vrouwen de placenta passeert.
Filgrastim wordt niet aangeraden tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Het is niet bekend of filgrastim/metabolieten wordt/worden uitgescheiden in de moedermelk. Risico
voor pasgeborenen/zuigelingen die borstvoeding krijgen, kan niet worden uitgesloten. Er moet worden
besloten of borstvoeding moet worden gestaakt of behandeling met filgrastim moet worden gestaakt
dan wel niet moet worden ingesteld, waarbij het voordeel van borstvoeding voor het kind en het
voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
Filgrastim had geen effect op de voortplantingsprestaties of vruchtbaarheid van mannelijke of
vrouwelijke ratten (zie rubriek 5.3).

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen

Filgrastim kan een geringe invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen. Duizeligheid kan optreden na toediening van filgrastim (zie rubriek 4.8).

4.8 Bijwerkingen
a. Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest ernstige bijwerkingen die kunnen optreden tijdens de behandeling met filgrastim omvatten
anafylactische reactie, ernstige pulmonale bijwerkingen (inclusief interstitiële pneumonie en ARDS),
capillairleksyndroom, ernstige splenomegalie/miltruptuur, transformatie naar myelodysplastisch
syndroom of leukemie bij patiënten met SCN, GvHD bij patiënten die een allogene beenmergtransfer
of perifere bloedvoorloperceltransplantatie kregen en sikkelcelcrisis bij patiënten met sikkelcelanemie.
Bijwerkingen die het vaakst gemeld werden zijn koorts, skeletspierstelselpijn (inclusief botpijn,
rugpijn, artralgie, myalgie, pijn in de extremiteiten, skeletspierstelselpijn, skeletspierstelselpijn op de
borst, nekpijn), anemie, braken en misselijkheid. In klinische onderzoeken bij patiënten met kanker
skeletspierstelselpijn, die licht of matig was bij 10% van de patiënten en ernstig bij 3% van de
patiënten.
b. Samenvatting van de bijwerkingen in tabelvorm
De gegevens in onderstaande tabel beschrijven bijwerkingen gerapporteerd in klinische studies en
spontaan gerapporteerde bijwerkingen. Binnen elke frequentiegroep worden de bijwerkingen
weergegeven in volgorde van afnemende ernst.

orgaan-
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
klasse
( 1/10)
( 1/100,
( 1/1.000, ( 1/10.000, (< 1/10.000)
volgens
< 1/10)
< 1/100)
< 1/1.000)
gegevens-
bank
MedDRA
Infecties en
Sepsis


parasitaire
Bronchitis
aandoe-
Infectie van
ningen
de bovenste
luchtwegen
Urineweg-
infectie
Bloed- en
Trombo-
Spleno-
Leuko-
Miltruptuura
lymfestelsel cytopenie
megaliea
cytosea
Sikkelcel-
aandoe-
Anemiee
Hemo-
anemie met
ningen
globine
crisisa
verlaagde
Immuun-

Overgevoe- Anafylac-

systeem-
ligheid
tische
aandoe-
Genees-
reactie
ningen
middel-
overgevoe-
ligheida
`Graft-
versus-host'
ziekteb
Voedings-
Vermin-
Hyper-
Verlaagd

en
derde
uricemie
glucose in
stofwisse-
eetluste
Verhoogd
het bloed
lingsstoor-
Verhoogd
urinezuur in Pseudojichta
nissen
lactaat-
het bloed
(chondro-
dehydro-
calcinosis
genase in
pyrofosfaat)
het bloed
Versto-
ringen van
de
vochtbalans
Psychische
Insomnia


stoornissen
Zenuwstel- Hoofdpijna
Duizelig-


selaandoe-
heid
ningen
Hypo-
esthesie
Paresthesie
Bloedvat-
Hypertensie Veno-
Capillairlek
aandoe-
Hypotensie occlusieve
syndrooma
ningen
ziekted
Aortitis
Ademha-
Hemoptoë
`Acute

lingsstelsel-
Dyspneu
respiratory
, borstkas-
Hoestena
distress'-
en
Orofaryn-
syndrooma
mediasti-
geale pijna,e Respiratoir
numaan-
Epistaxis
falena
doeningen
Long-
oedeema
bloeding
Interstitiële
longziektea
Longinfil-
tratena
Hypoxie
Maagdarm Diarreea,e
Orale pijn


stelsel-
Brakena,e
Obstipatiee
aandoe-
Misselijk-
ningen
heida
Lever- en
Hepato-
Verhoogd

galaan-
megalie
aspartaat-
doeningen
Verhoogd
amino-
alkalische
transferase
fosfatase in Verhoogd
het bloed
gamma-
glutamyl-
transferase
Huid- en
Alopeciaa
Uitslaga
Maculeuze
Cutane

onderhuid-
Erytheem
en
vasculitisa
aandoe-
papuleuze
Sweet-
ningen
uitslag
syndroom
(acute
febriele
neutrofiele
dermatose)
Skelet-
Skeletspier- Spier-
Osteoporose Vermin-

spierstelsel- stelselpijnc
spasmen
derde
en
botdichtheid
bindweefsel
Exacerbatie
aandoe-
van
ningen
reumatoïde
artritis
Nier- en
Dysurie
Proteïnurie Glomerulo-

urineweg-
Hematurie
nefritis
aandoe-
Urine-
ningen
afwijking
Algemene
Vermoeid-
Pijn op de
Reactie op

aandoe-
heida
borsta
de injectie-
ningen en
Mucosale
Pijna
plaats
toedienings ontstekinga Astheniea
plaats-
Koorts
Malaisee
stoornissen
Perifeer
oedeeme
Letsels,
Transfusie-


intoxicaties
reactiee
en verrich-
tingscom-
plicaties
a Zie rubriek c (Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen)
b Gevallen van GvHD en gevallen met dodelijke afloop zijn gerapporteerd bij patiënten na allogene
beenmergtransplantatie (zie rubriek c)
c Omvat botpijn, rugpijn, artralgie, myalgie, pijn in de extremiteiten, skeletspierstelselpijn,
skeletspierstelselpijn op de borst, nekpijn
d Gevallen zijn waargenomen in de post-marketing setting bij patiënten die een beenmergtransplantatie
of PBPC-mobilisatie ondergingen
geassocieerd met de gevolgen van onderliggende maligniteiten of cytotoxische chemotherapie
c. Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Overgevoeligheid
Overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie, exantheem, urticaria, angio-oedeem, dyspneu en
hypotensie bij initiële of daaropvolgende toediening, zijn gerapporteerd in klinische onderzoeken en in
de post-marketing setting. Over het algemeen is dit vaker gerapporteerd na i.v.-toediening. In
sommige gevallen zijn symptomen opnieuw opgetreden na een nieuwe toediening, wat een causale
relatie suggereert. Filgrastim dient permanent gestaakt te worden bij patiënten die een ernstige
allergische reactie ervaren.
Pulmonale bijwerkingen
In klinische onderzoeken en in de post-marketing setting zijn pulmonale bijwerkingen, waaronder
interstitiële longziekte, longoedeem en longinfiltraten, gerapporteerd; in een aantal gevallen met
respiratoir falen en ARDS, wat fataal kan verlopen (zie rubriek 4.4).
Splenomegalie en miltruptuur
Gevallen van splenomegalie en miltruptuur zijn soms gemeld na toediening van filgrastim. Sommige
gevallen van miltruptuur waren fataal (zie rubriek 4.4).
Capillairleksyndroom
Gevallen van het capillairleksyndroom zijn gemeld bij gebruik van een G-CSF. Over het algemeen
zijn deze opgetreden bij patiënten met gevorderde maligne aandoeningen, bij patiënten met sepsis, bij
patiënten die meerdere chemotherapie regimes toegediend kregen of bij patiënten die aferese hebben
ondergaan (zie rubriek 4.4).
Cutane vasculitis
Cutane vasculitis is gerapporteerd bij patiënten die behandeld werden met filgrastim. Het mechanisme
achter vasculitis bij patiënten die filgrastim krijgen, is niet bekend. Tijdens langdurig gebruik is cutane
vasculitis gemeld in 2% van de patiënten met ernstige chronische neutropenie.
Leukocytose
Leukocytose (WBC > 50 x 109/l) is waargenomen bij 41% van de gezonde donoren en een
voorbijgaande trombocytopenie (bloedplaatjes < 100 x 109/l) na toediening van filgrastim en
leukaferese is waargenomen bij 35% van de donoren (zie rubriek 4.4).
Sweet-syndroom
Gevallen van Sweet-syndroom (acute febriele neutrofiele dermatosis) zijn gerapporteerd bij patiënten
die behandeld werden met filgrastim.
Pseudo-jicht (chondrocalcinosis pyrofosfaat)
Pseudo-jicht (chondrocalcinosis pyrofosfaat) is gerapporteerd bij patiënten met kanker die behandeld
werden met filgrastim.

Gevallen van GvHD en gevallen met dodelijke afloop zijn gerapporteerd bij patiënten die G-CSF
ontvingen na allogene beenmergtransplantatie (zie rubriek 4.4 en 5.1).
d. Pediatrische patiënten
Gegevens uit klinische studies met pediatrische patiënten wijzen erop dat de veiligheid en
werkzaamheid van filgrastim vergelijkbaar zijn bij volwassenen en kinderen die cytotoxische
chemotherapie krijgen. Dit suggereert dat er geen leeftijdsafhankelijke verschillen zijn in de
farmacokinetiek van filgrastim. De enige consistent gerapporteerde bijwerking was
skeletspierstelselpijn, wat niet afwijkt van de ervaring bij de volwassen populatie.
Er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar om het gebruik van filgastrim bij pediatrische patiënten
verder te evalueren.
e. Andere bijzondere populaties
Gebruik bij ouderen
Er zijn in het algemeen geen verschillen in veiligheid of werkzaamheid waargenomen tussen patiënten
ouder dan 65 jaar en jongere volwassenen (> 18 jaar) die cytotoxische chemotherapie ondergingen.
Klinische ervaring heeft geen verschillen aangetoond in de respons tussen ouderen en jongere
volwassen patiënten. Er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar om het gebruik van filgrastim in
geriatrie voor andere geregistreerde filgrastimindicaties te evalueren.
Pediatrische SCN-patiënten
Gevallen van verminderde botdichtheid en osteoporose zijn gerapporteerd bij pediatrische patiënten
met SCN die chronisch behandeld werden met filgrastim.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
De effecten van een overdosering filgrastim zijn niet vastgesteld.
Het staken van de filgrastim behandeling resulteert gewoonlijk in een 50 % daling van circulerende
neutrofielen binnen 1 à 2 dagen, die binnen 1 tot 7 dagen tot normale waarden terugkeren.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Immunostimulantia, koloniestimulerende factoren, ATC-code:
L03AA02
Tevagrastim is een biosimilar. Gedetailleerde informatie is beschikbaar op de website van het
Europees Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
beenmerg reguleert. Tevagrastim, bevattend r-metHuG-CSF (filgrastim), veroorzaakt een duidelijke
toename van het aantal neutrofielen in perifeer bloed binnen 24 uur met minimale stijgingen van
monocyten. Bij sommige SCN patiënten kan filgrastim ook een geringe stijging veroorzaken van het
aantal circulerende eosinofielen en basofielen ten opzichte van de uitgangswaarde; sommige van deze
patiënten hebben mogelijk reeds een eosinofilie of basofilie voorafgaande aan de behandeling. De
toename van het aantal neutrofielen is dosisafhankelijk bij de aanbevolen dosis. Neutrofielen die als
reactie op filgrastim zijn geproduceerd vertonen een normale of verbeterde functie, zoals aangetoond
met behulp van chemotactische en fagocytische functietesten. Na het beëindigen van de behandeling
met filgrastim daalt het aantal circulerende neutrofielen binnen 1 à 2 dagen met 50 % en is binnen 1
tot 7 dagen weer op een normaal niveau.
Het gebruik van filgrastim bij patiënten die een cytotoxische chemotherapie hebben ondergaan leidt
tot significante verminderingen van de incidentie, de ernst en de duur van neutropenie en febriele
neutropenie. Behandeling met filgrastim vermindert significant de duur van febriele neutropenie,
gebruik van antibiotica en hospitalisatie na inductie chemotherapie voor acute myeloïde leukemie of
myelo-ablatieve therapie gevolgd door beenmergtransplantatie. De incidentie van koorts en
gedocumenteerde infecties werden in geen van beide situaties verminderd. De duur van koorts was
niet verminderd in patiënten die een myelo-ablatieve therapie gevolgd door beenmergtransplantatie
ondergingen.
Het gebruik van filgrastim, alleen of na chemotherapie, mobiliseert hematopoëtische voorlopercellen
naar het perifere bloed. Deze autologe PBPC's kunnen worden geoogst en na een behandeling met
hoge dosis chemotherapie worden gereïnfundeerd, in plaats van of als aanvulling op
beenmergtransplantatie. Door infusie van PBPC herstelt de bloedcelvorming zich sneller waardoor de
duur van het risico op bloedingcomplicaties en de noodzaak van thrombocytentransfusies wordt
verminderd.
Ontvangers van met filgrastim gemobiliseerde allogene perifere bloedvoorlopercellen hebben een
significant sneller hematologisch herstel, leidend tot een significant kortere periode tot niet-
ondersteunt thrombocytenherstel in vergelijking met allogene beenmergtransplantaties.
Eén retrospectief Europees onderzoek dat het gebruik van G-CSF na allogene beenmergtransplantatie
evalueerde bij patiënten met acute leukemie wees op een verhoging van de kans op GvHD,
behandelingsgerelateerde mortaliteit (TRM) en mortaliteit na toediening van G-CSF. In een
afzonderlijk, retrospectief, internationaal onderzoek met patiënten met acute en chronische myelogene
leukemieën werd geen effect op de kans op GvHD, TRM en mortaliteit waargenomen. In een
meta-analyse van onderzoeken naar allogene transplantaties, waaronder de resultaten van negen
prospectieve gerandomiseerde onderzoeken, 8 retrospectieve onderzoeken en 1 casusgecontroleerd
onderzoek, werd geen effect gevonden op de kans op acute GvHD, chronische GvHD of vroege
behandelingsgerelateerde mortaliteit.

beenmergtransplantatie

Publicatie
Onderzoeks-
N
Acute GvHD
Chronische
TRM
periode
graad II-IV
GvHD
Meta-analyse 1986 - 2001a
1.198
1,08
1,02
0,70
(2003)
(0,87; 1,33)
(0,82; 1,26)
(0,38; 1,31)
Europees
1992 - 2002b
1.789
1,33
1,29
1,73
retrospectief
(1,08; 1,64)
(1,02; 1,61)
(1,30; 2,32)
onderzoek
(2004)
Internationaal 1995 - 2000b
2.110
1,11
1,10
1,26
retrospectief
(0,86; 1,42)
(0,86; 1,39)
(0,95; 1,67)
onderzoek
(2006)
aAnalyse van onderzoeken met beenmergtransplantatie in deze periode; in sommige onderzoeken
werd GM-CSF (granulocyte-macrophage­colony stimulating factor) gebruikt
bAnalyse van patiënten die in deze periode beenmergtransplantatie ontvingen
Voorafgaand aan allogene PBPC transplantatie maakt het gebruik van filgrastim voor de mobilisatie
van PBPC bij normale donoren het mogelijk om 4 x 106 CD34+ cellen/kg lichaamsgewicht van de
ontvanger te verkrijgen na twee leukoferesen. Normale donoren wordt een dosis gegeven
10 µg/kg/dag, subcutaan toegediend gedurende 4 tot 5 opeenvolgende dagen.
Het gebruik van filgrastim bij patiënten, kinderen of volwassenen, met SCN (ernstige congenitale,
cyclische en idiopathische neutropenie) induceert een aanhoudende toename van het absolute aantal
neutrofielen in het perifere bloed en een daling van infecties en hiermee samenhangende
gebeurtenissen.
Gebruik van filgrastim bij HIV-geïnfecteerde patiënten handhaaft een normaal aantal neutrofielen wat
geplande dosering van antivirale en/of andere myelosuppressieve medicatie mogelijk maakt. Er is
geen bewijs dat de HIV replicatie toeneemt in HIV-geïnfecteerde patiënten die worden behandeld met
filgrastim.
Zoals bij andere bloedgroeifactoren zijn bij G-CSF in vitro stimulerende eigenschappen voor humane
endotheelcellen gezien.
De effectiviteit en veiligheid van Tevagrastim is vastgesteld in gerandomiseerde, gecontroleerde
fase III-studies bij borstkanker, longkanker en Non-Hodgkin-Lymfoom. Er werden geen relevante
verschillen gevonden tussen Tevagrastim en het referentieproduct met betrekking tot de duur van
ernstige neutropenie en de incidentie van febriele neutropenie.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Gerandomiseerde, enkelblinde, cross-over studies met een enkele dosis bij 196 gezonde vrijwilligers
liet zien dat het farmacokinetisch profiel van Tevagrastim vergelijkbaar was met dat van het
referentieproduct na subcutane en intraveneuze toediening.
De klaring van filgrastim verloopt volgens de eerste orde farmacokinetiek, zowel na subcutane als na
intraveneuze toediening. De serum eliminatiehalfwaardetijd van filgrastim is ongeveer 3,5 uur met een
klaringssnelheid van ongeveer 0,6 ml/min/kg. Continue infusie van filgrastim gedurende een periode
van maximaal 28 dagen bij patiënten die herstellende waren van een autologe beenmergtransplantatie
gaf geen aanwijzingen voor geneesmiddelcumulatie en de eliminatiehalfwaardetijden waren
vergelijkbaar. Er is een positieve lineaire correlatie tussen de dosis en de serumconcentratie van
filgrastim zowel na intraveneuze als na subcutane toediening. Na subcutane toediening van de
aanbevolen doses werden serumconcentraties gemeten van meer dan 10 ng/ml gedurende 8 tot 16 uur.
Het verdelingsvolume in het bloed is ongeveer 150 ml/kg.
vergelijkbaar na een enkele dosering en na herhaalde subcutane toediening.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Filgrastim werd onderzocht in herhaalde dosistoxiciteitsstudies die tot 1 jaar duurden. Deze lieten
veranderingen zien die toe te schrijven waren aan de te verwachten farmacologische acties, waaronder
stijging van leukocyten, myeloïde hyperplasie in het beenmerg, extramedullaire granulopoëse en
vergroting van de milt. Al deze veranderingen werden ongedaan gemaakt na het staken van de
behandeling.
Het effect van filgrastim op de prenatale ontwikkeling is onderzocht in ratten en konijnen.
Intraveneuze toediening (80 µg/kg/dag) van filgrastim aan konijnen tijdens de periode van
organogenese veroorzaakte maternale toxiciteit en een verhoogde kans op spontane abortus,
post-implantatieverlies en een verminderde gemiddelde nestgrootte en lager foetaal gewicht werden
waargenomen.
Op basis van gerapporteerde data voor een ander product met filgrastim, gelijkwaardig aan het
referentieproduct, werden vergelijkbare bevindingen plus verhoogde foetale misvormingen
waargenomen bij 100 µg/kg/dag, een maternaal toxische dosis die overeenkwam met een systemische
blootstelling van ongeveer 50-90 keer de blootstelling geobserveerd in patiënten die met de klinische
dosis van 5 µg/kg/dag werden behandeld. Het no observed adverse effect level voor embryo-foetale
toxiciteit in deze studie was 10 µg/kg/dag, wat overeenkwam met een systemische blootstelling van
ongeveer 3-5 keer de blootstelling geobserveerd in patiënten die met de klinische dosis werden
behandeld.
Bij zwangere ratten werd geen maternale of foetale toxiciteit waargenomen bij doses tot
575 µg/kg/dag. Nakomelingen van ratten die tijdens de perinatale en lactatieperiodes filgrastim
toegediend hadden gekregen, vertoonden een vertraging in externe differentiatie en groeiretardatie
( 20 µg/kg/dag) en een enigszins lagere overleving (100 µg/kg/dag).
Filgrastim heeft geen waargenomen effect op de vruchtbaarheid van mannelijke of vrouwelijke ratten.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
IJsazijn
Natriumhydroxide
Sorbitol (E420)
Polysorbaat 80
Water voor injectie

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Tevagrastim mag niet worden verdund met een natriumchlorideoplossing.
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die welke vermeld zijn
in rubriek 6.6.
Verdund filgrastim kan worden geadsorbeerd aan glas en plastic materialen, met uitzondering wanneer
verdund, zoals genoemd in rubriek 6.6.

30 maanden.
Na verdunnen: Chemische en fysische stabiliteit van de gebruiksklare verdunde oplossing voor infusie
werd aangetoond gedurende 24 uur bij 2°C tot 8°C. Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product
onmiddellijk te worden gebruikt. Indien niet onmiddellijk gebruikt zijn de bewaartijden en condities
van de gebruiksklare verdunde oplossing, voorafgaand aan het gebruik de verantwoordelijkheid van de
gebruiker en deze zijn normaal niet langer dan 24 uur bij 2°C tot 8°C, tenzij verdunning heeft
plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische condities.

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Binnen de houdbaarheid ervan en voor ambulant gebruik mag het product uit de koelkast (2°C ­ 8°C)
worden verwijderd en worden bewaard bij een temperatuur van maximaal 25°C gedurende één periode
van maximaal 4 dagen. Als het product niet binnen 4 dagen wordt gebruikt, mag het in de koelkast
(2°C ­ 8°C) worden teruggelegd tot de uiterste gebruiksdatum. Werp de spuiten weg als ze gedurende
langer dan 4 dagen worden bewaard bij een temperatuur hoger dan 8°C.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na verdunning, zie rubriek 6.3.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Voorgevulde spuit (type I-glas) met injectienaald (roestvrij staal), met of zonder
veiligheidsbescherming voor de naald.
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml, oplossing voor injectie/infusie
De verpakking bevat 1, 5 of 10 voorgevulde spuiten met 0,5 ml oplossing of multipacks die 10 (2
verpakkingen van 5) voorgevulde spuiten met 0,5 ml oplossing bevatten.
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml, oplossing voor injectie/infusie
De verpakking bevat 1, 5 of 10 voorgevulde spuiten met 0,8 ml oplossing of multipacks die
10 (2 verpakkingen van 5) voorgevulde spuiten met 0,8 ml oplossing bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Indien nodig kan Tevagrastim worden verdund in glucose 50 mg/ml (5 %) oplossing voor infusie.
Verdunning tot een eindconcentratie van minder dan 0,2 MIU (2 µg) per ml wordt nimmer
aanbevolen.
De oplossing dient voor gebruik visueel geïnspecteerd te worden. Alleen heldere oplossingen zonder
deeltjes mogen worden gebruikt.
Voor patiënten die worden behandeld met filgrastim dat is verdund tot een concentratie lager dan
1,5 MIU (15 µg) per ml dient humaan serum albumine (HSA) te worden toegevoegd tot een
eindconcentratie van 2 mg/ml.
Voorbeeld: In een uiteindelijk injectievolume van 20 ml dient, bij een totale dosis van filgrastim van
minder dan 30 MIU (300 µg) 0,2 ml 200 mg/ml (20 %) humaan albumine oplossing te worden
toegevoegd tot een eindconcentratie van 2 mg/ml.
en een verscheidenheid aan plastics waaronder PVC, polyolefin (een co-polymeer van polypropyleen
en polyethyleen) en polypropyleen.
Tevagrastim bevat geen conserveermiddel. Gelet op het mogelijke risico van microbiële contaminatie
zijn Tevagrastim spuiten alleen bestemd voor eenmalig gebruik.
Onvoorziene blootstelling aan temperaturen beneden het vriespunt beïnvloed de stabiliteit van
Tevagrastim niet negatief.
Gebruik van de voorgevulde spuit met veiligheidsbescherming voor de naald
De veiligheidsbescherming voor de naald bedekt de naald na de injectie om letsel door naaldprikken te
voorkomen. Dit heeft geen invloed op de normale werking van de spuit. Duw de plunjer langzaam en
gelijkmatig omlaag, totdat de hele dosis is toegediend en de plunjer niet verder kan worden geduwd.
Verwijder, terwijl u druk houdt op de plunjer, de injectiespuit uit de patiënt. De
veiligheidsbescherming van de naald zal de naald bedekken wanneer de plunjer wordt losgelaten.
Gebruik van de voorgevulde spuit zonder veiligheidsbescherming voor de naald
Dien de dosis toe volgens standaardprotocol.
Verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml, oplossing voor injectie/infusie
EU/1/08/445/001
EU/1/08/445/002
EU/1/08/445/003
EU/1/08/445/004
EU/1/08/445/009
EU/1/08/445/010
EU/1/08/445/011
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml, oplossing voor injectie/infusie
EU/1/08/445/005
EU/1/08/445/006
EU/1/08/445/007
EU/1/08/445/008
EU/1/08/445/012
EU/1/08/445/013
EU/1/08/445/014
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 15 september 2008.
Datum van laatste verlenging: 19 juli 2013
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.

BIJLAGE II

A. FABRIKANT VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK

C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE

HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN

VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant van de biologisch werkzame stof
UAB Teva Baltics
Molt pl. 5
08409 Vilnius
Litouwen
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Teva Pharma B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.

Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
· op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
· steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER



A. ETIKETTERING


DOOSJE - VOORGEVULDE SPUIT

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 30 miljoen internationale eenheden [MIU] (300 microgram) filgrastim
in 0,5 ml (60 MIU/ml, 600 microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
1 voorgevulde spuit met 0,5 ml
5 voorgevulde spuiten met 0,5 ml
10 voorgevulde spuiten met 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/001 1 voorgevulde spuit
EU/1/08/445/002 5 voorgevulde spuiten
EU/1/08/445/004 10 voorgevulde spuiten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16 INFORMATIE IN BRAILLE
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

PC
SN
NN

DOOSJE - VOORGEVULDE SPUIT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 48 miljoen internationale eenheden [MIU] (480 microgram) filgrastim
in 0,8 ml (60 MIU/ml, 600 microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
1 voorgevulde spuit met 0,8 ml
5 voorgevulde spuiten met 0,8 ml
10 voorgevulde spuiten met 0,8 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/005 1 voorgevulde spuit
EU/1/08/445/006 5 voorgevulde spuiten
EU/1/08/445/008 10 voorgevulde spuiten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16 INFORMATIE IN BRAILLE
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

PC
SN
NN


DOOSJE - VOORGEVULDE SPUIT MET VEILIGHEIDSBESCHERMING VOOR DE

NAALD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 30 miljoen internationale eenheden [MIU] (300 microgram) filgrastim
in 0,5 ml (60 MIU/ml, 600 microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
1 voorgevulde spuit met 0,5 ml met veiligheidsbescherming voor de naald
5 voorgevulde spuiten met 0,5 ml met veiligheidsbescherming voor de naald
10 voorgevulde spuiten met 0,5 ml met veiligheidsbescherming voor de naald
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/009 1 voorgevulde spuit met veiligheidsbescherming voor de naald
EU/1/08/445/010 5 voorgevulde spuiten met veiligheidsbescherming voor de naald
EU/1/08/445/011 10 voorgevulde spuiten met veiligheidsbescherming voor de naald
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16 INFORMATIE IN BRAILLE
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

PC
SN
NN

DOOSJE - VOORGEVULDE SPUIT MET VEILIGHEIDSBESCHERMING VOOR DE
NAALD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 48 miljoen internationale eenheden [MIU] (480 microgram) filgrastim
in 0,8 ml (60 MIU/ml, 600 microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
1 voorgevulde spuit met 0,8 ml met veiligheidsbescherming voor de naald
5 voorgevulde spuiten met 0,8 ml met veiligheidsbescherming voor de naald
10 voorgevulde spuiten met 0,8 ml met veiligheidsbescherming voor de naald
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/012 1 voorgevulde spuit met veiligheidsbescherming voor de naald
EU/1/08/445/013 5 voorgevulde spuiten met veiligheidsbescherming voor de naald
EU/1/08/445/014 10 voorgevulde spuiten met veiligheidsbescherming voor de naald
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16 INFORMATIE IN BRAILLE
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

PC
SN
NN

Etiket op het buitenste omslag op de multipacks met blue box
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 30 miljoen internationale eenheden [MIU] (300 microgram) filgrastim
in 0,5 ml (60 MIU/ml, 600 microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
Multipack: 10 (2 verpakkingen van 5) voorgevulde spuiten met 0,5 ml.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/003 2 x 5 voorgevulde spuiten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16 INFORMATIE IN BRAILLE
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

Etiket op het buitenste omslag op de multipacks met blue box
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 48 miljoen internationale eenheden [MIU] (480 microgram) filgrastim
in 0,8 ml (60 MIU/ml, 600 microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
Multipack: 10 (2 verpakkingen van 5) voorgevulde spuiten met 0,8 ml.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/007 2 x 5 voorgevulde spuiten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16 INFORMATIE IN BRAILLE
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

Multipack doosje ­ zonder blue box
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 30 miljoen internationale eenheden [MIU] (300 microgram) filgrastim
in 0,5 ml (60 MIU/ml, 600 microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
5 voorgevulde spuiten met 0,5 ml. Onderdeel van een multipack; kunnen niet afzonderlijk worden
verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.

BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/003 2 x 5 voorgevulde spuiten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16 INFORMATIE IN BRAILLE
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS


Multipack doosje ­ zonder blue box
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere voorgevulde spuit bevat 48 miljoen internationale eenheden [MIU] (480 microgram) filgrastim
in 0,8 ml (60 MIU/ml, 600 microgram/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie/infusie
5 voorgevulde spuiten met 0,8 ml. Onderdeel van een multipack; kunnen niet afzonderlijk worden
verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik en intraveneus gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na verdunnen binnen 24 uur gebruiken.

BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/445/007 2 x 5 voorgevulde spuiten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16 INFORMATIE IN BRAILLE
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS


WORDEN VERMELD

Voorgevulde spuit

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml, oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
SC
IV
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
0,5 ml

6.
OVERIGE


WORDEN VERMELD

Voorgevulde spuit

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml oplossing voor injectie/infusie
filgrastim
SC
IV
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
0,8 ml

6.
OVERIGE

B. BIJSLUITER

Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml, oplossing voor injectie/infusie
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml, oplossing voor injectie/infusie

filgrastim

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Tevagrastim en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
7.
Informatie om uzelf te injecteren
8.
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
1.
Wat is Tevagrastim en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Wat is Tevagrastim?
Tevagrastim is een groeifactor voor witte bloedcellen (granulocyten-koloniestimulerende factor ­
G-CSF) en behoort tot een groep geneesmiddelen die cytokines worden genoemd. Groeifactoren zijn
eiwitten die van nature in het lichaam worden aangemaakt, maar ze kunnen ook met behulp van
biotechnologie worden gemaakt om als geneesmiddel te worden gebruikt. Tevagrastim werkt door het
beenmerg te stimuleren om meer witte bloedcellen te maken.

Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Een tekort aan witte bloedcellen (neutropenie) kan verschillende oorzaken hebben en heeft tot gevolg
dat uw lichaam minder goed infecties kan bestrijden. Tevagrastim stimuleert het beenmerg om snel
nieuwe witte bloedcellen aan te maken.
Tevagrastim kan worden gebruikt:
-
om het aantal witte bloedcellen te verhogen na behandeling met chemotherapie, om infecties te
helpen voorkomen;
-
om het aantal witte bloedcellen te verhogen na een beenmergtransplantatie, om infecties te
helpen voorkomen;
-
voorafgaand aan chemotherapie met hoge doses, om het beenmerg meer stamcellen te laten
aanmaken die kunnen worden afgenomen en na uw behandeling weer aan u kunnen worden
teruggegeven. De stamcellen kunnen bij u of bij een donor worden afgenomen. De stamcellen
verplaatsen zich dan terug naar het beenmerg en maken daar bloedcellen aan;
-
om het aantal witte bloedcellen te verhogen als u lijdt aan ernstige chronische neutropenie, om
infecties te helpen voorkomen;
-
bij patiënten met gevorderde hiv-infectie; dit helpt om de kans op infecties te verkleinen.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
Vertel het uw arts voordat u met de behandeling start
als een van de volgende situaties op u van
toepassing is:
-
sikkelcelanemie, omdat dit middel sikkelcelcrisis kan veroorzaken
-
osteoporose (botziekte).
Vertel het uw arts onmiddellijk
als u tijdens de behandeling met Tevagrastim:
-
plotselinge verschijnselen van allergie zoals huiduitslag, jeuk of netelroos (galbulten), zwelling
van het gezicht, de lippen, de tong of andere delen van het lichaam, kortademigheid, piepende
ademhaling of moeite met ademhalen. Dit kunnen tekenen zijn van een ernstige allergische
reactie (overgevoeligheid).
-
gezwollen gezicht of enkels, bloed in uw urine of bruingekleurde urine of als u merkt dat u
minder plast dan normaal (glomerulonefritis).
-
pijn links bovenin uw buik, pijn onder de linkerkant van uw ribbenkast of pijn aan de punt van
uw linker schouder krijgt (dit kunnen verschijnselen zijn van een vergrote milt (splenomegalie)
of mogelijk van een gescheurde milt).
-
ongewone bloeding of blauwe plekken (dit kunnen tekenen zijn van een daling van een
verminderd aantal bloedplaatjes (trombocytopenie), met een verminderd vermogen van uw
bloed om te stollen).
-
ontsteking van de aorta (het grote bloedvat dat bloed van het hart naar het lichaam voert) is
zelden gemeld bij kankerpatiënten en gezonde donoren. De verschijnselen kunnen koorts,
buikpijn, malaise, rugpijn en verhoogde ontstekingsmarkers omvatten. Vertel het uw arts als u
deze verschijnselen krijgt.

Verlies van reactie op filgrastim

Als de reactie op de behandeling met filgrastim bij u vermindert of niet aanhoudt, zal uw arts de
redenen daarvoor onderzoeken, inclusief de mogelijkheid dat u antilichamen heeft ontwikkeld die de
activiteit van filgrastim neutraliseren.
Mogelijk wil uw arts u nauwlettend controleren, zie rubriek 4 van de bijsluiter.
Als u een patiënt bent met een ernstig, langdurig tekort aan witte bloedcellen met daardoor verhoogde
gevoeligheid voor infecties (neutropenie), loopt u een risico op het ontwikkelen van kanker van het
bloed (leukemie, myelodysplastisch syndroom [MDS]). U moet met uw arts bespreken wat de risico's
zijn dat u een vorm van bloedkanker krijgt en welke tests er moeten worden uitgevoerd. Als u een
vorm van bloedkanker krijgt, of als het waarschijnlijk is dat dat zal gebeuren, dan moet u Tevagrastim
niet gebruiken, behalve wanneer uw arts u zegt dat u dat wel moet doen.
Als u stamceldonor bent, moet uw leeftijd tussen 16 en 60 jaar liggen.

Wees extra voorzichtig met andere producten die witte bloedcellen stimuleren
Tevagrastim behoort tot een groep middelen die de vorming van witte bloedcellen stimuleren. Uw
medische zorgverlener moet altijd noteren welk middel u precies gebruikt.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast Tevagrastim nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Tevagrastim is niet getest bij zwangere vrouwen of bij vrouwen die borstvoeding geven.
Tevagrastim is niet aanbevolen tijdens de zwangerschap.
Het is belangrijk dat u het uw arts vertelt als u:
· zwanger bent of borstvoeding geeft
· denkt dat u zwanger bent of
· zwanger wilt worden
Vertel het uw arts als u zwanger wordt tijdens de behandeling met Tevagrastim.
Als u Tevagrastim gebruikt, moet u stoppen met het geven van borstvoeding, behalve wanneer uw arts
u andere instructies geeft.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Tevagrastim kan een lichte invloed hebben op uw vermogen om een voertuig te besturen en machines
te bedienen. Dit geneesmiddel kan duizeligheid veroorzaken. Het is raadzaam om te wachten en te
kijken hoe u zich voelt na gebruik van dit middel voordat u een voertuig bestuurt of machines bedient.

Tevagrastim bevat sorbitol
Dit middel bevat 50 mg sorbitol per ml.
Sorbitol is een bron van fructose. Als u (of uw kind) erfelijke fructose-intolerantie heeft, een zeldzame
erfelijke aandoening, mag u (of uw kind) dit middel niet toegediend krijgen. Patiënten met erfelijke
fructose-intolerantie kunnen fructose niet afbreken. Dat kan ernstige bijwerkingen veroorzaken. Als u
(of uw kind) erfelijke fructose-intolerantie heeft, moet u dit aan uw arts melden, voordat u (of uw
kind) dit middel toegediend krijgt. Meld ook aan uw arts als uw kind zoete voedingsmiddelen of
dranken niet meer verdraagt doordat uw kind misselijk wordt of moet braken of doordat uw kind last
krijgt van onaangename verschijnselen zoals een opgeblazen gevoel, maagkrampen of diarree.

Tevagrastim bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per voorgevulde spuit, d.w.z. dat het in
wezen natriumvrij is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Hoe wordt Tevagrastim toegediend en hoeveel moet u nemen?

Tevagrastim wordt gewoonlijk toegediend als een dagelijkse injectie in het weefsel net onder de huid
(dit is een subcutane injectie). Het kan ook toegediend worden als een dagelijkse langzame injectie in
de ader (dit is een intraveneuze infusie). De gebruikelijke dosis varieert afhankelijk van uw ziekte en
uw gewicht. Uw arts zal u vertellen hoeveel Tevagrastim u moet gebruiken.
Patiënten die een beenmergtransplantatie ondergaan na chemotherapie:
U ontvangt de eerste dosis Tevagrastim normaal gesproken ten minste 24 uur na de chemotherapie en
ten minste 24 uur na de beenmergtransplantatie.
U, of de mensen die u verzorgen, kan worden geleerd hoe subcutane injecties toe te dienen zodat u uw
behandeling thuis kan voortzetten. Dit mag u echter niet proberen tenzij uw professionele zorgverlener
u dit eerst goed heeft geleerd.
U moet Tevagrastim blijven gebruiken totdat het aantal witte bloedcellen in uw bloed weer normaal is.
Er wordt regelmatig bloedonderzoek uitgevoerd om het aantal witte bloedcellen in uw lichaam te
controleren. Uw arts zal u vertellen hoe lang u Tevagrastim moet blijven gebruiken.

Gebruik bij kinderen
Tevagrastim wordt gebruikt om kinderen te behandelen die chemotherapie krijgen of die lijden aan
een ernstig tekort aan witte bloedcellen (neutropenie). De dosis voor kinderen die chemotherapie
krijgen is gelijk aan de dosis voor volwassenen.

Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Verhoog de dosis die uw arts u heeft voorgeschreven, niet. Als u meer Tevagrastim heeft gebruikt dan
u zou mogen, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw arts of apotheker.

Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u een injectie heeft overgeslagen of als u te weinig heeft geïnjecteerd, neem dan onmiddellijk
contact op met uw arts. Gebruik geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.


4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.

Belangrijke bijwerkingen
Het is belangrijk dat u onmiddellijk contact opneemt met uw arts
-
als u een allergische reactie heeft waaronder algehele zwakte, daling in bloeddruk,
ademhalingsmoeilijkheden, zwelling van het gezicht (anafylaxie), huiduitslag, jeukende uitslag
(netelroos), zwelling van gezicht, lippen, mond, tong of keel (Quincke-oedeem) en
kortademigheid (dyspneu).
-
als u last heeft van hoesten, koorts en ademhalingsmoeilijkheden (dyspneu) omdat dit kan
wijzen op `acute respiratory distress'-syndroom (ARDS).
-
als u nierschade ervaart (glomerulonefritis). Nierschade is waargenomen bij patiënten die
filgrastim toegediend kregen. Neem direct contact op met uw arts als u last krijgt van
opgezwollen gezicht of enkels, bloed in uw urine of bruingekleurde urine of als u merkt dat u
minder plast dan normaal.
-
als u last heeft van één of meerdere van de volgende bijwerkingen:
· zwelling of opgeblazenheid, wat in verband kan staan met minder vaak plassen, moeite
met ademhalen, zwelling van de buik en een vol gevoel en een algemeen gevoel van
vermoeidheid.
Deze verschijnselen treden over het algemeen snel op.
Dit kunnen verschijnselen zijn van een aandoening, genaamd "capillairleksyndroom", waarbij
bloed uit de kleine bloedvaten in uw lichaam lekt. Het capillairleksyndroom vereist
onmiddellijke medische hulp.
-
als u een combinatie van een van de volgende verschijnselen heeft:
· koorts, of rillingen, of zich erg koud voelen, hoge hartslag, verwardheid of
gedesoriënteerdheid, kortademigheid, extreme pijn of onbehagen en klamme of
zweterige huid.
Dit kunnen verschijnselen zijn van een aandoening die 'sepsis' genoemd wordt (ook
'bloedvergiftiging' genoemd), een ernstige infectie met een ontstekingsreactie van het gehele
lichaam die levensbedreigend kan zijn en onmiddellijke medische hulp vereist.
als u pijn linksboven in de buik, pijn aan de linker onderzijde van de ribbenkast of pijn aan de
punt van uw linker schouder heeft, aangezien er een probleem kan zijn met uw milt
(miltvergroting (splenomegalie) of scheuren van de milt (miltruptuur)).
-
als u behandeld wordt voor een ernstig, langdurig tekort aan witte bloedcellen met daardoor
verhoogde gevoeligheid voor infecties (ernstige chronische neutropenie) en bloed in uw urine
heeft (hematurie). Uw arts zal mogelijks geregeld uw urine testen als u deze bijwerking ervaart
of als er eiwit gevonden is in uw urine (proteïnurie).
Een vaak voorkomende bijwerking bij het gebruik van Tevagrastim is spier- of botpijn
(skeletspierstelselpijn), die verholpen zou kunnen worden met standaard pijnstillers (analgetica). Bij
patiënten die een stamcel- of beenmergtransplantatie ondergaan, kan een `graft-versus-host'-reactie
optreden. Dit is een reactie van de donorcellen tegen de patiënt die het transplantaat krijgt. Klachten en
verschijnselen hiervan zijn onder andere uitslag op uw handpalmen of voetzolen, blaasjes (zweren) en
aften in uw mond, darmen, lever, huid, of uw ogen, longen, vagina en gewrichten.
Bij gezonde stamceldonoren ziet men soms een stijging van het aantal witte bloedcellen (leukocytose)
en daling van het aantal bloedplaatjes. Hierdoor neemt het stollingsvermogen van het bloed af
(trombocytopenie). Deze verschijnselen zullen door uw arts worden opgevolgd.

U kunt last krijgen van de volgende bijwerkingen:
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers):
· tekort aan bloedplaatjes, waardoor het bloed minder goed kan stollen (trombocytopenie)
· bloedarmoede (anemie)
· hoofdpijn
· diarree
· braken
· misselijkheid
· ongewone haaruitval of dunner worden van het haar (alopecia)
· vermoeidheid (fatigue)
· irritatie en zwelling van het slijmvlies van het spijsverteringsstelsel, dit loopt vanaf de mond
tot de anus (mucositis)
· koorts (pyrexie)
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
· longontsteking (bronchitis)
· infectie van de bovenste luchtwegen
· urineweginfectie
· verminderde eetlust
· slapeloosheid (insomnia)
· duizeligheid
· verminderd gevoelig bij aanraking, vooral van de huid (hypo-esthesie)
· tintelen of verdoofd gevoel van handen of voeten (paresthesie)
· verlaagde bloeddruk (hypotensie)
· verhoogde bloeddruk (hypertensie)
· hoesten
· ophoesten van bloed (haemoptysis)
· pijn in uw mond en keel (orofaryngeale pijn)
· neusbloedingen (epistaxis)
· verstopping (obstipatie)
· pijn in de mond
· vergroting van de lever (hepatomegalie)
· uitslag
· roodheid van de huid (erytheem)
· spierkrampen
· pijn op de borst
· pijn
· zich krachteloos of slap voelen (asthenie)
· algemeen onwel, ziek voelen (malaise)
· zwelling van handen en voeten (perifeer oedeem)
· stijging van bepaalde enzymen in het bloed
· afwijkende uitslagen van laboratoriumonderzoek van het bloed (bloedchemie)
· transfusiereactie
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
· verhoging van het aantal witte bloedcellen (leukocytose)
· allergische reactie (overgevoeligheid)
· afstoting van getransplanteerd beenmerg (`graft-versus-host'-reactie)
· hoge urinezuurspiegels in het bloed die jicht kunnen veroorzaken (hyperurikemie) (verhoogd
urinezuurgehalte in het bloed)
· schade aan de lever veroorzaakt door blokkade van kleine vaten in de lever (veno-occlusieve
ziekte)
· niet goed werken van de longen met kortademigheid als gevolg (respiratoir falen)
· zwelling van of vocht in de longen (longoedeem)
· ontsteking van de longen (interstitiële longziekte)
· abnormale radiografische beelden van de longen (longinfiltratie)
· longbloeding (pulmonale hemorragie)
· gebrek aan zuurstofopname in de longen (hypoxie)
· bultige huiduitslag (maculeuze en papuleuze huiduitslag)
· botontkalking (osteoporose)
· reactie op de injectieplaats
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
· hevige pijn in de botten, borst, darmen of gewrichten (sikkelcelanemie met crisis)
· plotselinge levensbedreigende allergische reactie (anafylactische reactie)
· pijn en zwelling van de gewrichten die op jicht lijkt (pseudojicht)
· verandering in de lichaamseigen regulatie van vocht wat kan leiden tot gezwollen
lichaamsdelen
· ontsteking van de bloedvaten in de huid (cutane vasculitis)
· paarsgekleurde, gezwollen, pijnlijke zweren op de ledematen en soms in het gezicht en de hals
gepaard gaand met koorts (Sweet-syndroom)
· verergering van reuma
· ongewone verandering van de urine
· verminderde botdichtheid
· ontsteking van de aorta (het grote bloedvat dat bloed van het hart naar het lichaam voert), zie
rubriek 2

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
op de voorgevulde spuit na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Binnen de houdbaarheid ervan en voor ambulant gebruik mag het product uit de koelkast (2°C ­ 8°C)
worden verwijderd en worden bewaard bij een temperatuur van maximaal 25°C gedurende één periode
van maximaal 4 dagen. Als het product niet binnen 4 dagen wordt gebruikt, mag het in de koelkast
(2°C ­ 8°C) worden teruggelegd tot de uiterste gebruiksdatum. Werp de spuiten weg als ze gedurende
langer dan 4 dagen worden bewaard bij een temperatuur hoger dan 8°C.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het troebel is of dat er deeltjes in zitten.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC. Vraag uw apotheker wat u met
geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier afvoert
worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is filgrastim. Iedere ml oplossing voor injectie/infusie bevat
60 miljoen internationale eenheden [MIU] (600 microgram) filgrastim.
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml: Iedere voorgevulde spuit bevat 30 miljoen internationale eenheden
[MIU] (300 microgram) filgrastim in 0,5 ml oplossing.
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml: Iedere voorgevulde spuit bevat 48 miljoen internationale eenheden
[MIU] (480 microgram) filgrastim in 0,8 ml oplossing.
-
De andere stoffen in dit middel zijn: natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80,
water voor injectie.

Hoe ziet Tevagrastim eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Tevagrastim is een oplossing voor injectie/infusie in een voorgevulde spuit. Tevagrastim is een
heldere en kleurloze oplossing. Iedere voorgevulde spuit bevat 0,5 ml of 0,8 ml oplossing.
Tevagrastim wordt geleverd in verpakkingen met 1, 5 of 10 voorgevulde spuiten of multipacks van 10
(2 verpakkingen van 5) voorgevulde spuiten met injectienaald, en met of zonder
veiligheidsbescherming voor de naald. Niet alle verpakkingen worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen

TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland

Fabrikant
Teva Pharma B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:

België/Belgique/Belgien
Lietuva
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
UAB Teva Baltics
Tél/Tel: +32 38207373
Tel: +370 52660203


Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
: +359 24899585
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 38207373

Ceská republika
Magyarország
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +420 251007111
Tel: +36 12886400

Danmark
Malta
Teva Denmark A/S
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tlf: +45 44985511
L-Irlanda

Tel: +44 2075407117

Deutschland
Nederland
TEVA GmbH
Teva Nederland B.V.
Tel: +49 73140208
Tel: +31 8000228400

Eesti
Norge
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Teva Norway AS
Tel: +372 6610801
Tlf: +47 66775590


Österreich
Specifar ....
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
: +30 2118805000
Tel: +43 1970070

España
Polska
Teva Pharma, S.L.U.
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 913873280
Tel: +48 223459300

France
Portugal
Teva Santé
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tél: +33 155917800
Tel: +351 214767550


Hrvatska
România
Pliva Hrvatska d.o.o.
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +385 13720000
Tel: +40 212306524

Ireland
Slovenija
Teva Pharmaceuticals Ireland
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +44 2075407117
Tel: +386 15890390

Ísland
Slovenská republika
Teva Pharma Iceland ehf.
TEVA Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Sími: +354 5503300
Tel: +421 257267911


Italia
Suomi/Finland
Teva Italia S.r.l.
Teva Finland Oy
Tel: +39 028917981
Puh/Tel: +358 201805900



Sverige
Specifar ....
Teva Sweden AB
Tel: +46 42121100
: +30 2118805000

Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +371 67323666
Ireland
Tel: +44 2075407117

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
7.
Informatie om uzelf te injecteren
Deze rubriek bevat informatie hoe u uzelf een injectie Tevagrastim kan geven. Het is belangrijk dat u
niet probeert uzelf te injecteren totdat u een speciale training door uw arts of verpleegkundige heeft
gehad. Als u zich onzeker voelt over het toedienen van de injectie of als u vragen heeft, raadpleeg dan
uw arts of verpleegkundige.
Het is belangrijk dat u gebruikte spuiten in een naalddichte container weggooit.

Hoe injecteer ik Tevagrastim bij mezelf?
U zult zichzelf een injectie moeten geven in het weefsel net onder de huid. Dit noemt men een
subcutane injectie. U heeft uw injecties iedere dag op dezelfde tijd nodig.

Benodigdheden waarover u moet beschikken
Om uzelf een subcutane injectie toe te dienen, heeft u het volgende nodig:
-
een voorgevulde spuit Tevagrastim;
-
alcoholdoekjes of iets vergelijkbaars;
-
een naalddichte container (plastic container die door het ziekenhuis of de apotheek ter
beschikking wordt gesteld) zodat u de gebruikte spuiten veilig kunt weggooien.

Wat moet ik doen voordat ik mezelf een onderhuidse injectie met Tevagrastim kan toedienen?
1.
Probeer elke dag op ongeveer dezelfde tijd uzelf de injectie toe te dienen.
2.
Neem de voorgevulde spuit Tevagrastim uit de koelkast.
3.
Controleer de uiterste gebruiksdatum op het etiket van de voorgevulde spuit (EXP.). Gebruik de
spuit niet als de datum van de laatste dag van de aangeduide maand overschreden is.
4.
Controleer hoe Tevagrastim eruitziet. Het moet een heldere en kleurloze vloeistof zijn. Als er
deeltjes in zitten mag u het product niet gebruiken.
5.
Voor een comfortabelere injectie kunt u de voorgevulde spuit 30 minuten voorafgaande aan de
injectie uit de koelkast halen om op kamertemperatuur te brengen of enkele minuten voorzichtig
in uw handen houden. Warm op geen enkele andere manier Tevagrastim op (bijvoorbeeld
niet
opwarmen in de magnetron of in warm water).
6.
Haal
niet
de beschermkap van de spuit totdat u klaar bent om te injecteren.
7.

Was uw handen goed.

8.
Zoek een comfortabele goed verlichte plaats en plaats alles wat u nodig heeft binnen handbereik
(de Tevagrastim voorgevulde spuit, alcoholdoekjes en de naalddichte container).

Hoe bereid ik mijn Tevagrastim injectie?
Voordat u Tevagrastim injecteert, moet u het volgende doen:
1.
Pak de spuit en neem voorzichtig de beschermkap van de naald, zonder deze te draaien. Trek
rechtuit zoals te zien in afbeelding 1 en 2. Raak de naald niet aan en druk niet op de zuiger.
2
2.
Het kan zijn dat u een kleine luchtbel in de voorgevulde spuit ziet. Als er luchtbellen zichtbaar
zijn, tik dan voorzichtig met uw vingers op de spuit, totdat de luchtbellen opstijgen naar de top
van de spuit. Verwijder, terwijl u de spuit rechtop houdt, de lucht uit de spuit door de zuiger
omhoog te drukken.
3.
De spuit heeft een schaal op de romp. Duw de zuiger in totdat het aantal (ml) op de spuit
overeen komt met de dosering van Tevagrastim die uw arts u heeft voorgeschreven.
4.
Controleer opnieuw of de juiste dosering Tevagrastim in de spuit aanwezig is.
5.
U kunt nu de voorgevulde spuit gebruiken.

Waar moet ik de injectie toedienen?
De meest geschikte plaatsen om uzelf te injecteren zijn:
-
het bovendeel van uw dijen; en
-
de buik, met uitzondering van de zone rond de navel (zie afbeelding 3).

3
4
Als iemand anders u injecteert, dan kan ook de achterkant van uw armen worden gebruikt (zie
afbeelding 4).
Het is beter om de injectieplaats iedere dag te veranderen zodat u geen irritatie krijgt op een bepaalde
plaats.

Hoe dien ik mijn injectie toe?
1.
Desinfecteer de injectieplaats met een alcoholdoekje en neem de huid tussen duim en
wijsvinger, zonder erin te knijpen (zie afbeelding 5).
2.
Breng de naald volledig in de huid zoals uw arts of verpleegkundige u dat heeft laten zien (zie
afbeelding 6).
3.
Trek voorzichtig aan de zuiger om te controleren of u geen bloedvat heeft aangeprikt. Als u
bloed ziet in de spuit, moet u de spuit terugtrekken en op een andere plaats inbrengen.
4.
Spuit de vloeistof langzaam en gelijkmatig in en houd hierbij nog steeds de huid vast.
5.
Injecteer alleen de dosis die uw arts u heeft voorgeschreven.
6.
Nadat de vloeistof is ingespoten, trekt u de spuit terug en laat u de huid los.
7.
Gebruik iedere spuit maar voor één injectie. U mag de hoeveelheid Tevagrastim die nog in de
spuit achterblijft niet meer gebruiken.

6

Denk eraan
Als u problemen heeft, aarzel dan niet om hulp en advies te vragen aan uw arts of verpleegkundige.

Verwijderen van gebruikte spuiten
-
Plaats de beschermkap niet terug op de naald van de gebruikte naalden.
-
Gooi de gebruikte spuiten weg in de naalddichte container en plaats deze buiten het zicht en
bereik van kinderen.
-
Verwijder de volle naalddichte container volgens de aanwijzingen van uw arts, verpleegkundige
of apotheker.
-
Gooi de gebruikte spuiten nooit weg bij het normale huisafval.
8.
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Tevagrastim bevat geen conserveringsmiddelen. Met het oog op mogelijke risico's op
microbiologische contaminatie zijn Tevagrastim spuiten alleen voor eenmalig gebruik.
Het onbedoeld blootstellen aan temperaturen onder nul, beïnvloedt de stabiliteit van Tevagrastim niet
negatief.
Tevagrastim dient niet te worden verdund met natriumchloride. Dit geneesmiddel mag niet worden
gemengd met andere geneesmiddelen, behalve de geneesmiddelen die hieronder worden genoemd.
Verdund filgrastim kan worden geabsorbeerd aan glas en kunststofmaterialen, wanneer het niet
verdund wordt zoals hieronder wordt genoemd.
Indien nodig kan Tevagrastim worden verdund in glucose 50 mg/ml (5 %) oplossing voor infusie.
Verdunning naar een eindconcentratie van minder dan 0,2 MIU (2 g) per ml wordt in geen enkel
geval aangeraden. De oplossing dient voor gebruik visueel te worden geïnspecteerd. Alleen heldere
oplossingen zonder deeltjes dienen te worden gebruikt. Bij patiënten die behandeld worden met
filgrastim die wordt verdund tot concentraties beneden de 1,5 MIU (15 g) per ml, humaan
serumalbumine (HSA) dient te worden toegevoegd tot een concentratie van 2 mg/ml. Voorbeeld: Bij
een uiteindelijk injectievolume van 20 ml, dient de totale dosis filgrastim van minder dan 30 MIU
(300 g) te worden gegeven met de toevoeging van 0,2 ml van 200 mg/ml (20 %) humane
serumalbumineoplossing. Verdund in glucose 50 mg/ml (5 %) oplossing voor infusie, Tevagrastim is
verenigbaar met glas en een verscheidenheid aan plastics, inclusief PVC, polyolefin (een co-polymeer
van polypropyleen en polyethyleen) en polypropyleen.
Na verdunnen: Chemische en fysische in-use stabiliteit van de verdunde oplossing voor infusie is
aangetoond voor 24 uur bij 2 °C tot 8 °C. Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product
onmiddellijk te worden gebruikt. Wanneer het product niet onmiddellijk wordt gebruikt, dan zijn de
lengte en de wijze van bewaren tot gebruik voor het risico van de gebruiker en dienen deze normaal
gesproken niet langer te zijn dan 24 uur bij 2 °C tot 8 °C, tenzij de verdunning heeft plaatsgevonden
onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden.
Gebruik van de voorgevulde spuit zonder veiligheidsbescherming voor de naald
Verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.

Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml, oplossing voor injectie/infusie
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml, oplossing voor injectie/infusie

filgrastim

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Tevagrastim en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
7.
Informatie om uzelf te injecteren
8.
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
1.
Wat is Tevagrastim en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Wat is Tevagrastim?
Tevagrastim is een groeifactor voor witte bloedcellen (granulocyten-koloniestimulerende factor ­
G-CSF) en behoort tot een groep geneesmiddelen die cytokines worden genoemd. Groeifactoren zijn
eiwitten die van nature in het lichaam worden aangemaakt, maar ze kunnen ook met behulp van
biotechnologie worden gemaakt om als geneesmiddel te worden gebruikt. Tevagrastim werkt door het
beenmerg te stimuleren om meer witte bloedcellen te maken.

Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Een tekort aan witte bloedcellen (neutropenie) kan verschillende oorzaken hebben en heeft tot gevolg
dat uw lichaam minder goed infecties kan bestrijden. Tevagrastim stimuleert het beenmerg om snel
nieuwe witte bloedcellen aan te maken.
Tevagrastim kan worden gebruikt:
-
om het aantal witte bloedcellen te verhogen na behandeling met chemotherapie, om infecties te
helpen voorkomen;
-
om het aantal witte bloedcellen te verhogen na een beenmergtransplantatie, om infecties te
helpen voorkomen;
-
voorafgaand aan chemotherapie met hoge doses, om het beenmerg meer stamcellen te laten
aanmaken die kunnen worden afgenomen en na uw behandeling weer aan u kunnen worden
teruggegeven. De stamcellen kunnen bij u of bij een donor worden afgenomen. De stamcellen
verplaatsen zich dan terug naar het beenmerg en maken daar bloedcellen aan;
-
om het aantal witte bloedcellen te verhogen als u lijdt aan ernstige chronische neutropenie, om
infecties te helpen voorkomen;
-
bij patiënten met gevorderde hiv-infectie; dit helpt om de kans op infecties te verkleinen.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
Vertel het uw arts voordat u met de behandeling start
als een van de volgende situaties op u van
toepassing is:
-
sikkelcelanemie, omdat dit middel sikkelcelcrisis kan veroorzaken
-
osteoporose (botziekte).
Vertel het uw arts onmiddellijk
als u tijdens de behandeling met Tevagrastim:
-
plotselinge verschijnselen van allergie zoals huiduitslag, jeuk of netelroos (galbulten), zwelling
van het gezicht, de lippen, de tong of andere delen van het lichaam, kortademigheid, piepende
ademhaling of moeite met ademhalen. Dit kunnen tekenen zijn van een ernstige allergische
reactie (overgevoeligheid).
-
gezwollen gezicht of enkels, bloed in uw urine of bruingekleurde urine of als u merkt dat u
minder plast dan normaal (glomerulonefritis).
-
pijn links bovenin uw buik, pijn onder de linkerkant van uw ribbenkast of pijn aan de punt van
uw linker schouder krijgt (dit kunnen verschijnselen zijn van een vergrote milt (splenomegalie)
of mogelijk van een gescheurde milt).
-
ongewone bloeding of blauwe plekken (dit kunnen tekenen zijn van een daling van een
verminderd aantal bloedplaatjes (trombocytopenie), met een verminderd vermogen van uw
bloed om te stollen).
-
ontsteking van de aorta (het grote bloedvat dat bloed van het hart naar het lichaam voert) is
zelden gemeld bij kankerpatiënten en gezonde donoren. De verschijnselen kunnen koorts,
buikpijn, malaise, rugpijn en verhoogde ontstekingsmarkers omvatten. Vertel het uw arts als u
deze verschijnselen krijgt.

Verlies van reactie op filgrastim

Als de reactie op de behandeling met filgrastim bij u vermindert of niet aanhoudt, zal uw arts de
redenen daarvoor onderzoeken, inclusief de mogelijkheid dat u antilichamen heeft ontwikkeld die de
activiteit van filgrastim neutraliseren.
Mogelijk wil uw arts u nauwlettend controleren, zie rubriek 4 van de bijsluiter.
Als u een patiënt bent met een ernstig, langdurig tekort aan witte bloedcellen met daardoor verhoogde
gevoeligheid voor infecties (neutropenie), loopt u een risico op het ontwikkelen van kanker van het
bloed (leukemie, myelodysplastisch syndroom [MDS]). U moet met uw arts bespreken wat de risico's
zijn dat u een vorm van bloedkanker krijgt en welke tests er moeten worden uitgevoerd. Als u een
vorm van bloedkanker krijgt, of als het waarschijnlijk is dat dat zal gebeuren, dan moet u Tevagrastim
niet gebruiken, behalve wanneer uw arts u zegt dat u dat wel moet doen.
Als u stamceldonor bent, moet uw leeftijd tussen 16 en 60 jaar liggen.

Wees extra voorzichtig met andere producten die witte bloedcellen stimuleren
Tevagrastim behoort tot een groep middelen die de vorming van witte bloedcellen stimuleren. Uw
medische zorgverlener moet altijd noteren welk middel u precies gebruikt.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.

Zwangerschap en borstvoeding
Tevagrastim is niet getest bij zwangere vrouwen of bij vrouwen die borstvoeding geven.
Tevagrastim is niet aanbevolen tijdens de zwangerschap.
Het is belangrijk dat u het uw arts vertelt als u:
· zwanger bent of borstvoeding geeft
· denkt dat u zwanger bent of
· zwanger wilt worden
Vertel het uw arts als u zwanger wordt tijdens de behandeling met Tevagrastim.
Als u Tevagrastim gebruikt, moet u stoppen met het geven van borstvoeding, behalve wanneer uw arts
u andere instructies geeft.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Tevagrastim kan een lichte invloed hebben op uw vermogen om een voertuig te besturen en machines
te bedienen. Dit geneesmiddel kan duizeligheid veroorzaken. Het is raadzaam om te wachten en te
kijken hoe u zich voelt na gebruik van dit middel voordat u een voertuig bestuurt of machines bedient.

Tevagrastim bevat sorbitol
Dit middel bevat 50 mg sorbitol per ml.
Sorbitol is een bron van fructose. Als u (of uw kind) erfelijke fructose-intolerantie heeft, een zeldzame
erfelijke aandoening, mag u (of uw kind) dit middel niet toegediend krijgen. Patiënten met erfelijke
fructose-intolerantie kunnen fructose niet afbreken. Dat kan ernstige bijwerkingen veroorzaken. Als u
(of uw kind) erfelijke fructose-intolerantie heeft, moet u dit aan uw arts melden, voordat u (of uw
kind) dit middel toegediend krijgt. Meld ook aan uw arts als uw kind zoete voedingsmiddelen of
dranken niet meer verdraagt doordat uw kind misselijk wordt of moet braken of doordat uw kind last
krijgt van onaangename verschijnselen zoals een opgeblazen gevoel, maagkrampen of diarree.

Tevagrastim bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per voorgevulde spuit, d.w.z. dat het in
wezen natriumvrij is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Hoe wordt Tevagrastim toegediend en hoeveel moet u nemen?

Tevagrastim wordt gewoonlijk toegediend als een dagelijkse injectie in het weefsel net onder de huid
(dit is een subcutane injectie). Het kan ook toegediend worden als een dagelijkse langzame injectie in
de ader (dit is een intraveneuze infusie). De gebruikelijke dosis varieert afhankelijk van uw ziekte en
uw gewicht. Uw arts zal u vertellen hoeveel Tevagrastim u moet gebruiken.
Patiënten die een beenmergtransplantatie ondergaan na chemotherapie:
U ontvangt de eerste dosis Tevagrastim normaal gesproken ten minste 24 uur na de chemotherapie en
ten minste 24 uur na de beenmergtransplantatie.
behandeling thuis kan voortzetten. Dit mag u echter niet proberen tenzij uw professionele zorgverlener
u dit eerst goed heeft geleerd.

Hoelang moet u Tevagrastim blijven gebruiken?
U moet Tevagrastim blijven gebruiken totdat het aantal witte bloedcellen in uw bloed weer normaal is.
Er wordt regelmatig bloedonderzoek uitgevoerd om het aantal witte bloedcellen in uw lichaam te
controleren. Uw arts zal u vertellen hoe lang u Tevagrastim moet blijven gebruiken.

Gebruik bij kinderen
Tevagrastim wordt gebruikt om kinderen te behandelen die chemotherapie krijgen of die lijden aan
een ernstig tekort aan witte bloedcellen (neutropenie). De dosis voor kinderen die chemotherapie
krijgen is gelijk aan de dosis voor volwassenen.

Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Verhoog de dosis die uw arts u heeft voorgeschreven, niet. Als u meer Tevagrastim heeft gebruikt dan
u zou mogen, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw arts of apotheker.

Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u een injectie heeft overgeslagen of als u te weinig heeft geïnjecteerd, neem dan onmiddellijk
contact op met uw arts. Gebruik geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.


4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.

Belangrijke bijwerkingen
Het is belangrijk dat u onmiddellijk contact opneemt met uw arts
-
als u een allergische reactie heeft waaronder algehele zwakte, daling in bloeddruk,
ademhalingsmoeilijkheden, zwelling van het gezicht (anafylaxie), huiduitslag, jeukende uitslag
(netelroos), zwelling van gezicht, lippen, mond, tong of keel (Quincke-oedeem) en
kortademigheid (dyspneu).
-
als u last heeft van hoesten, koorts en ademhalingsmoeilijkheden (dyspneu) omdat dit kan
wijzen op `acute respiratory distress'-syndroom (ARDS).
-
als u nierschade ervaart (glomerulonefritis). Nierschade is waargenomen bij patiënten die
filgrastim toegediend kregen. Neem direct contact op met uw arts als u last krijgt van
opgezwollen gezicht of enkels, bloed in uw urine of bruingekleurde urine of als u merkt dat u
minder plast dan normaal.
-
als u last heeft van één of meerdere van de volgende bijwerkingen:
· zwelling of opgeblazenheid, wat in verband kan staan met minder vaak plassen, moeite
met ademhalen, zwelling van de buik en een vol gevoel en een algemeen gevoel van
vermoeidheid.
Deze verschijnselen treden over het algemeen snel op.
Dit kunnen verschijnselen zijn van een aandoening, genaamd "capillairleksyndroom", waarbij
bloed uit de kleine bloedvaten in uw lichaam lekt. Het capillairleksyndroom vereist
onmiddellijke medische hulp.
-
als u een combinatie van een van de volgende verschijnselen heeft:
· koorts, of rillingen, of zich erg koud voelen, hoge hartslag, verwardheid of
gedesoriënteerdheid, kortademigheid, extreme pijn of onbehagen en klamme of
zweterige huid.
'bloedvergiftiging' genoemd), een ernstige infectie met een ontstekingsreactie van het gehele
lichaam die levensbedreigend kan zijn en onmiddellijke medische hulp vereist.
-
als u pijn linksboven in de buik, pijn aan de linker onderzijde van de ribbenkast of pijn aan de
punt van uw linker schouder heeft, aangezien er een probleem kan zijn met uw milt
(miltvergroting (splenomegalie) of scheuren van de milt (miltruptuur)).
-
als u behandeld wordt voor een ernstig, langdurig tekort aan witte bloedcellen met daardoor
verhoogde gevoeligheid voor infecties (ernstige chronische neutropenie) en bloed in uw urine
heeft (hematurie). Uw arts zal mogelijks geregeld uw urine testen als u deze bijwerking ervaart
of als er eiwit gevonden is in uw urine (proteïnurie).
Een vaak voorkomende bijwerking bij het gebruik van Tevagrastim is spier- of botpijn
(skeletspierstelselpijn), die verholpen zou kunnen worden met standaard pijnstillers (analgetica). Bij
patiënten die een stamcel- of beenmergtransplantatie ondergaan, kan een `graft-versus-host'-reactie
optreden. Dit is een reactie van de donorcellen tegen de patiënt die het transplantaat krijgt. Klachten en
verschijnselen hiervan zijn onder andere uitslag op uw handpalmen of voetzolen, blaasjes (zweren) en
aften in uw mond, darmen, lever, huid, of uw ogen, longen, vagina en gewrichten.
Bij gezonde stamceldonoren ziet men soms een stijging van het aantal witte bloedcellen (leukocytose)
en daling van het aantal bloedplaatjes. Hierdoor neemt het stollingsvermogen van het bloed af
(trombocytopenie). Deze verschijnselen zullen door uw arts worden opgevolgd.

U kunt last krijgen van de volgende bijwerkingen:
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers):
· tekort aan bloedplaatjes, waardoor het bloed minder goed kan stollen (trombocytopenie)
· bloedarmoede (anemie)
· hoofdpijn
· diarree
· braken
· misselijkheid
· ongewone haaruitval of dunner worden van het haar (alopecia)
· vermoeidheid (fatigue)
· irritatie en zwelling van het slijmvlies van het spijsverteringsstelsel, dit loopt vanaf de mond
tot de anus (mucositis)
· koorts (pyrexie)
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
· longontsteking (bronchitis)
· infectie van de bovenste luchtwegen
· urineweginfectie
· verminderde eetlust
· slapeloosheid (insomnia)
· duizeligheid
· verminderd gevoelig bij aanraking, vooral van de huid (hypo-esthesie)
· tintelen of verdoofd gevoel van handen of voeten (paresthesie)
· verlaagde bloeddruk (hypotensie)
· verhoogde bloeddruk (hypertensie)
· hoesten
· ophoesten van bloed (haemoptysis)
· pijn in uw mond en keel (orofaryngeale pijn)
· neusbloedingen (epistaxis)
· verstopping (obstipatie)
· pijn in de mond
· vergroting van de lever (hepatomegalie)
· roodheid van de huid (erytheem)
· spierkrampen
· pijn bij het plassen (dysurie)
· pijn op de borst
· pijn
· zich krachteloos of slap voelen (asthenie)
· algemeen onwel, ziek voelen (malaise)
· zwelling van handen en voeten (perifeer oedeem)
· stijging van bepaalde enzymen in het bloed
· afwijkende uitslagen van laboratoriumonderzoek van het bloed (bloedchemie)
· transfusiereactie
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
· verhoging van het aantal witte bloedcellen (leukocytose)
· allergische reactie (overgevoeligheid)
· afstoting van getransplanteerd beenmerg (`graft-versus-host'-reactie)
· hoge urinezuurspiegels in het bloed die jicht kunnen veroorzaken (hyperurikemie) (verhoogd
urinezuurgehalte in het bloed)
· schade aan de lever veroorzaakt door blokkade van kleine vaten in de lever (veno-occlusieve
ziekte)
· niet goed werken van de longen met kortademigheid als gevolg (respiratoir falen)
· zwelling van of vocht in de longen (longoedeem)
· ontsteking van de longen (interstitiële longziekte)
· abnormale radiografische beelden van de longen (longinfiltratie)
· longbloeding (pulmonale hemorragie)
· gebrek aan zuurstofopname in de longen (hypoxie)
· bultige huiduitslag (maculeuze en papuleuze huiduitslag)
· botontkalking (osteoporose)
· reactie op de injectieplaats
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
· hevige pijn in de botten, borst, darmen of gewrichten (sikkelcelanemie met crisis)
· plotselinge levensbedreigende allergische reactie (anafylactische reactie)
· pijn en zwelling van de gewrichten die op jicht lijkt (pseudojicht)
· verandering in de lichaamseigen regulatie van vocht wat kan leiden tot gezwollen
lichaamsdelen
· ontsteking van de bloedvaten in de huid (cutane vasculitis)
· paarsgekleurde, gezwollen, pijnlijke zweren op de ledematen en soms in het gezicht en de hals
gepaard gaand met koorts (Sweet-syndroom)
· verergering van reuma
· ongewone verandering van de urine
· verminderde botdichtheid
· ontsteking van de aorta (het grote bloedvat dat bloed van het hart naar het lichaam voert), zie
rubriek 2

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?

Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de voorgevulde spuit na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Binnen de houdbaarheid ervan en voor ambulant gebruik mag het product uit de koelkast (2°C ­ 8°C)
worden verwijderd en worden bewaard bij een temperatuur van maximaal 25°C gedurende één periode
van maximaal 4 dagen. Als het product niet binnen 4 dagen wordt gebruikt, mag het in de koelkast
(2°C ­ 8°C) worden teruggelegd tot de uiterste gebruiksdatum. Werp de spuiten weg als ze gedurende
langer dan 4 dagen worden bewaard bij een temperatuur hoger dan 8°C.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het troebel is of dat er deeltjes in zitten.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC. Vraag uw apotheker wat u met
geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier afvoert
worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is filgrastim. Iedere ml oplossing voor injectie/infusie bevat 60
miljoen internationale eenheden [MIU] (600 microgram) filgrastim
Tevagrastim 30 MIU/0,5 ml: Iedere voorgevulde spuit bevat 30 miljoen internationale eenheden
[MIU] (300 microgram) filgrastim in 0,5 ml oplossing.
Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml: Iedere voorgevulde spuit bevat 48 miljoen internationale eenheden
[MIU] (480 microgram) filgrastim in 0,8 ml oplossing.
-
De andere stoffen in dit middel zijn: natriumhydroxide, ijsazijnzuur, sorbitol, polysorbaat 80,
water voor injectie.

Hoe ziet Tevagrastim eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Tevagrastim is een oplossing voor injectie/infusie in een voorgevulde spuit. Tevagrastim is een
heldere en kleurloze oplossing. Iedere voorgevulde spuit bevat 0,5 ml of 0,8 ml oplossing.
Tevagrastim wordt geleverd in verpakkingen met 1, 5 of 10 voorgevulde spuiten of multipacks van 10
(2 verpakkingen van 5) voorgevulde spuiten met injectienaald en met of zonder
veiligheidsbescherming voor de naald. Niet alle verpakkingen worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen

TEVA GmbH
Graf-Arco-Straße 3
89079 Ulm
Duitsland

Fabrikant
Teva Pharma B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:

België/Belgique/Belgien
Lietuva
UAB Teva Baltics
Tél/Tel: +32 38207373
Tel: +370 52660203


Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
: +359 24899585
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 38207373

Ceská republika
Magyarország
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +420 251007111
Tel: +36 12886400

Danmark
Malta
Teva Denmark A/S
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tlf: +45 44985511
L-Irlanda

Tel: +44 2075407117

Deutschland
Nederland
TEVA GmbH
Teva Nederland B.V.
Tel: +49 73140208
Tel: +31 8000228400

Eesti
Norge
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Teva Norway AS
Tel: +372 6610801
Tlf: +47 66775590


Österreich
Specifar ....
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
: +30 2118805000
Tel: +43 1970070

España
Polska
Teva Pharma, S.L.U.
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 913873280
Tel: +48 223459300

France
Portugal
Teva Santé
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tél: +33 155917800
Tel: +351 214767550


Hrvatska
România
Pliva Hrvatska d.o.o.
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +385 13720000
Tel: +40 212306524

Ireland
Slovenija
Teva Pharmaceuticals Ireland
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +44 2075407117
Tel: +386 15890390

Ísland
Slovenská republika
Teva Pharma Iceland ehf.
TEVA Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Sími: +354 5503300
Tel: +421 257267911


Italia
Suomi/Finland
Teva Italia S.r.l.
Teva Finland Oy
Tel: +39 028917981
Puh/Tel: +358 201805900



Sverige
Specifar ....
Teva Sweden AB
Tel: +46 42121100
: +30 2118805000

United Kingdom (Northern Ireland)
UAB Teva Baltics filile Latvij
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +371 67323666
Ireland
Tel: +44 2075407117

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
7.
Informatie om uzelf te injecteren
Deze rubriek bevat informatie hoe u uzelf een injectie Tevagrastim kan geven. Het is belangrijk dat u
niet probeert uzelf te injecteren totdat u een speciale training door uw arts of verpleegkundige heeft
gehad. Als u zich onzeker voelt over het toedienen van de injectie of als u vragen heeft, raadpleeg dan
uw arts of verpleegkundige.

Hoe injecteer ik Tevagrastim bij mezelf?
U zult zichzelf een injectie moeten geven in het weefsel net onder de huid. Dit noemt men een
subcutane injectie. U heeft uw injecties iedere dag op dezelfde tijd nodig.

Benodigdheden waarover u moet beschikken
Om uzelf een subcutane injectie toe te dienen, heeft u het volgende nodig:
-
een voorgevulde spuit Tevagrastim;
-
alcoholdoekjes of iets vergelijkbaars.

Wat moet ik doen voordat ik mezelf een onderhuidse injectie met Tevagrastim kan toedienen?
1.
Probeer elke dag op ongeveer dezelfde tijd uzelf de injectie toe te dienen.
2.
Neem de voorgevulde spuit Tevagrastim uit de koelkast.
3.
Controleer de uiterste gebruiksdatum op het etiket van de voorgevulde spuit (EXP.). Gebruik de
spuit niet als de datum van de laatste dag van de aangeduide maand overschreden is.
4.
Controleer hoe Tevagrastim eruitziet. Het moet een heldere en kleurloze vloeistof zijn. Als er
deeltjes in zitten mag u het product niet gebruiken.
5.
Voor een comfortabelere injectie kunt u de voorgevulde spuit 30 minuten voorafgaande aan de
injectie uit de koelkast halen om op kamertemperatuur te brengen of enkele minuten voorzichtig
in uw handen houden. Warm op geen enkele andere manier Tevagrastim op (bijvoorbeeld
niet
opwarmen in de magnetron of in warm water).
6.
Haal
niet de beschermkap van de spuit totdat u klaar bent om te injecteren.
7.

Was uw handen goed.

8.
Zoek een comfortabele goed verlichte plaats en plaats alles wat u nodig heeft binnen handbereik
(de Tevagrastim voorgevulde spuit en alcoholdoekjes).

Hoe bereid ik mijn Tevagrastim injectie?
Voordat u Tevagrastim injecteert, moet u het volgende doen:
1.
Pak de spuit en neem voorzichtig de beschermkap van de naald, zonder deze te draaien. Trek
rechtuit zoals te zien in afbeelding 1 en 2. Raak de naald niet aan en druk niet op de zuiger.

2
2.
Het kan zijn dat u een kleine luchtbel in de voorgevulde spuit ziet. Als er luchtbellen zichtbaar
zijn, tik dan voorzichtig met uw vingers op de spuit, totdat de luchtbellen opstijgen naar de top
van de spuit. Verwijder, terwijl u de spuit rechtop houdt, de lucht uit de spuit door de zuiger
omhoog te drukken.
3.
De spuit heeft een schaal op de romp. Duw de zuiger in totdat het aantal (ml) op de spuit
overeen komt met de dosering van Tevagrastim die uw arts u heeft voorgeschreven.
4.
Controleer opnieuw of de juiste dosering Tevagrastim in de spuit aanwezig is.
5.
U kunt nu de voorgevulde spuit gebruiken.

Waar moet ik de injectie toedienen?
De meest geschikte plaatsen om uzelf te injecteren zijn:
-
het bovendeel van uw dijen; en
-
de buik, met uitzondering van de zone rond de navel (zie afbeelding 3).

3
4
Als iemand anders u injecteert, dan kan ook de achterkant van uw armen worden gebruikt (zie
afbeelding 4).
Het is beter om de injectieplaats iedere dag te veranderen zodat u geen irritatie krijgt op een bepaalde
plaats.

Hoe dien ik mijn injectie toe?
1.
Desinfecteer de injectieplaats met een alcoholdoekje en neem de huid tussen duim en
wijsvinger, zonder erin te knijpen (zie afbeelding 5).
2.
Breng de naald volledig in de huid zoals uw arts of verpleegkundige u dat heeft laten zien (zie
afbeelding 6).
3.
Trek voorzichtig aan de zuiger om te controleren of u geen bloedvat heeft aangeprikt. Als u
bloed ziet in de spuit, moet u de spuit terugtrekken en op een andere plaats inbrengen.
4.
Druk de zuiger langzaam en gelijkmatig in, en houd hierbij nog steeds de huid vast, totdat de
volledige dosis is toegediend en de zuiger niet meer verder kan worden ingedrukt. Laat de druk
op de zuiger niet los!
5.
Injecteer alleen de dosis die uw arts u heeft voorgeschreven.
Nadat de vloeistof is ingespoten, trekt u de spuit terug en handhaaft u de druk op de zuiger,
waarna u de huid loslaat.
7.
Laat de zuiger los. De naald zal snel worden afgedekt met de veiligheidsbescherming voor de
naald (zie afbeelding 7).

5


6


7

Denk eraan
Als u problemen heeft, aarzel dan niet om hulp en advies te vragen aan uw arts of verpleegkundige.

Verwijdering van de gebruikte spuiten
-
De veiligheidsbescherming voor de naald voorkomt dat na gebruik letsels zouden optreden als
gevolg van naaldprikken, zodat geen speciale voorzorgsmaatregelen voor verwijdering nodig
zijn. Verwijder de spuit volgens de aanwijzingen van uw arts, verpleegkundige of apotheker.
8.
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Tevagrastim bevat geen conserveringsmiddelen. Met het oog op mogelijke risico's op
microbiologische contaminatie zijn Tevagrastim spuiten alleen voor eenmalig gebruik.
Het onbedoeld blootstellen aan temperaturen onder nul, beïnvloedt de stabiliteit van Tevagrastim niet
negatief.
Tevagrastim dient niet te worden verdund met natriumchloride. Dit geneesmiddel mag niet worden
gemengd met andere geneesmiddelen, behalve de geneesmiddelen die hieronder worden genoemd.
verdund wordt zoals hieronder wordt genoemd.
Indien nodig kan Tevagrastim worden verdund in glucose 50 mg/ml (5 %) oplossing voor infusie.
Verdunning naar een eindconcentratie van minder dan 0,2 MIU (2 g) per ml wordt in geen enkel
geval aangeraden. De oplossing dient voor gebruik visueel te worden geïnspecteerd. Alleen heldere
oplossingen zonder deeltjes dienen te worden gebruikt. Bij patiënten die behandeld worden met
filgrastim die wordt verdund tot concentraties beneden de 1,5 MIU (15 g) per ml, humaan
serumalbumine (HSA) dient te worden toegevoegd tot een concentratie van 2 mg/ml. Voorbeeld: Bij
een uiteindelijk injectievolume van 20 ml, dient de totale dosis filgrastim van minder dan 30 MIU
(300 g) te worden gegeven met de toevoeging van 0,2 ml van 200 mg/ml (20 %) humane
serumalbumineoplossing. Verdund in glucose 50 mg/ml (5 %) oplossing voor infusie, Tevagrastim is
verenigbaar met glas en een verscheidenheid aan plastics, inclusief PVC, polyolefin (een co-polymeer
van polypropyleen en polyethyleen) en polypropyleen.
Na verdunnen: Chemische en fysische in-use stabiliteit van de verdunde oplossing voor infusie is
aangetoond voor 24 uur bij 2 °C tot 8 °C. Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product
onmiddellijk te worden gebruikt. Wanneer het product niet onmiddellijk wordt gebruikt, dan zijn de
lengte en de wijze van bewaren tot gebruik voor het risico van de gebruiker en dienen deze
normaalgesproken niet langer te zijn dan 24 uur bij 2 °C tot 8 °C, tenzij de verdunning heeft
plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden.
Gebruik van de voorgevulde spuit met veiligheidsbescherming voor de naald
De veiligheidsbescherming voor de naald bedekt de naald na de injectie, om prikletsel door de naald te
voorkomen. Dit heeft geen nadelige invloed op de normale werking van de injectiespuit. Duw de
plunjer langzaam en gelijkmatig omlaag, totdat de hele dosis is toegediend en de plunjer niet verder
kan worden geduwd. Verwijder, terwijl u druk houdt op de plunjer, de injectiespuit uit de patiënt. De
veiligheidsbescherming van de naald zal de naald bedekken wanneer de plunjer wordt losgelaten.
Verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.

Heb je dit medicijn gebruikt? Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml s.c./i.v. pre-filled syr. te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml s.c./i.v. pre-filled syr. te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Tevagrastim 48 MIU/0,8 ml s.c./i.v. pre-filled syr.

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG