Simbrinza 10 mg/ml - 2 mg/ml eye drops susp.

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIMBRINZA 10 mg/ml + 2 mg/ml oogdruppels, suspensie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
1 ml suspensie bevat 10 mg brinzolamide en 2 mg brimonidinetartraat equivalent aan 1,3 mg
brimonidine.
Hulpstof met bekend effect
Elke ml suspensie bevat 0,03 mg benzalkoniumchloride.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oogdruppels, suspensie (oogdruppels).
Witte tot gebroken witte uniforme suspensie, pH 6,5 (ongeveer).
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Verlaging van verhoogde intra-oculaire druk (IOD) bij volwassen patiënten met
openkamerhoekglaucoom of oculaire hypertensie bij wie monotherapie onvoldoende daling van de
IOD geeft (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Gebruik bij volwassenen (inclusief ouderen)
De aanbevolen dosis is tweemaal daags één druppel SIMBRINZA in het (de) aangedane oog (ogen).
Gemiste dosis
Als een dosis wordt gemist, dient de behandeling met de volgende dosis te worden voortgezet zoals
gepland.
Lever- en/of nierfunctiestoornis
Er is geen onderzoek gedaan naar SIMBRINZA bij patiënten met een leverfunctiestoornis. Om die
reden is voorzichtigheid geboden bij deze populatie (zie rubriek 4.4).
SIMBRINZA is niet onderzocht bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring
< 30 ml/min) of bij patiënten met hyperchloremische acidose. Omdat de brinzolamidecomponent van
SIMBRINZA en zijn metaboliet voornamelijk worden uitgescheiden door de nieren, is SIMBRINZA
gecontra-indiceerd bij deze patiënten (zie rubriek 4.3).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van SIMBRINZA bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 tot
17 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
2
SIMBRINZA is wegens veiligheidsbezwaren gecontra-indiceerd bij pasgeborenen en
zuigelingen/kinderen in de leeftijd tot 2 jaar om de verhoogde intra-oculaire druk (IOD) te verlagen bij
openkamerhoekglaucoom of oculaire hypertensie bij wie monotherapie onvoldoende daling van de
IOD geeft (zie rubriek 4.3).
Wijze van toediening
Voor oculair gebruik.
Patiënten moeten geïnstrueerd worden om het flesje vóór gebruik goed te schudden.
Wanneer nasolacrimale occlusie wordt gebruikt en de oogleden gedurende 2 minuten worden gesloten,
wordt systemische absorptie verminderd. Dit kan leiden tot een afname van de systemische
bijwerkingen en een toename van de lokale activiteit (zie rubriek 4.4).
Om besmetting van de druppelaartip en de oplossing te voorkomen moet worden gezorgd dat de
oogleden, de omringende gebieden en andere oppervlakken niet worden aangeraakt met de
druppelaartip van het flesje. Patiënten moeten geïnstrueerd worden om het flesje goed gesloten te
houden als dit niet gebruikt wordt.
SIMBRINZA kan gelijktijdig worden gebruikt met andere topische oftalmische geneesmiddelen om
de intra-oculaire druk te verlagen. Indien meer dan één topisch oftalmisch geneesmiddel gebruikt
wordt, moeten de geneesmiddelen met een tussenperiode van minstens vijf minuten worden
toegediend.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Overgevoeligheid voor sulfonamiden (zie rubriek 4.4).
Patiënten die behandeld worden met monoamineoxidase (MAO)-remmers (zie rubriek 4.5).
Patiënten die antidepressiva gebruiken die invloed hebben op de noradrenerge transmissie
(bijvoorbeeld tricyclische antidepressiva en mianserine) (zie rubriek 4.5).
Patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (zie rubriek 4.4).
Patiënten met hyperchloremische acidose.
Pasgeborenen en zuigelingen/kinderen jonger dan 2 jaar (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Het geneesmiddel mag niet worden geïnjecteerd. Patiënten moeten worden geïnstrueerd om
SIMBRINZA niet in te slikken.
Oculaire effecten
SIMBRINZA is niet onderzocht bij patiënten met nauwekamerhoekglaucoom en het gebruik ervan
wordt niet aanbevolen bij deze patiënten.
Het mogelijke effect van brinzolamide op de corneale endotheelfunctie is niet onderzocht bij patiënten
met aangetaste cornea's (voornamelijk bij patiënten met een laag aantal endotheelcellen). In het
bijzonder zijn patiënten die contactlenzen dragen niet bestudeerd en nauwgezette monitoring van deze
patiënten bij gebruik van brinzolamide wordt aanbevolen, omdat koolzuuranhydraseremmers invloed
kunnen hebben op de corneale hydratatie en het dragen van contactlenzen het risico voor de cornea
kan verhogen (voor verdere instructies over het dragen van contactlenzen, zie hieronder onder
“Benzalkoniumchloride”). Nauwgezette monitoring van patiënten met aangetaste cornea’s, zoals
patiënten met diabetes mellitus of corneale dystrofie, wordt aanbevolen.
3
Brimonidinetartraat kan allergische reacties in het oog veroorzaken. Als allergische reacties worden
waargenomen, moet de behandeling worden gestaakt. Er zijn vertraagde oculaire
overgevoeligheidsreacties gemeld met brimonidinetartraat, waarbij van sommige werd gemeld dat zij
waren geassocieerd met een stijging van de IOD.
De mogelijke effecten na staking van behandeling met SIMBRINZA zijn niet bestudeerd. Hoewel de
duur van het IOD-verlagingseffect voor SIMBRINZA niet is bestudeerd, zal het IOD-verlagend effect
van brinzolamide naar verwachting 5-7 dagen duren. Het IOD-verlagend effect van brimonidine kan
langer duren.
Systemische effecten
SIMBRINZA bevat brinzolamide, een sulfonamideremmer van koolzuuranhydrase en wordt, hoewel
topisch toegediend, systemisch geabsorbeerd. Dezelfde typen bijwerkingen die zijn toe te schrijven
aan sulfonamiden kunnen optreden bij topische toediening. Als er symptomen zijn van ernstige
reacties of overgevoeligheid, moet het gebruik van dit geneesmiddel worden gestaakt.
Hartaandoeningen
Na toediening van SIMBRINZA werd er bij enkele patiënten een lichte daling van de bloeddruk
waargenomen. Voorzichtigheid wordt geadviseerd bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen zoals
antihypertensiva en/of hartglycosiden met SIMBRINZA of bij patiënten met ernstige of instabiele en
ongecontroleerde cardiovasculaire aandoeningen (zie rubriek 4.5).
SIMBRINZA dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met depressie, cerebrale of
coronaire insufficiëntie, fenomeen van Raynaud, orthostatische hypotensie of thromboangiitis
obliterans.
Zuur/base-balansverstoringen
Zuur/base-balansverstoringen werden gemeld met orale koolzuuranhydraseremmers. SIMBRINZA
bevat brinzolamide, een koolzuuranhydraseremmer, en hoewel het topisch wordt toegediend, wordt
het systemisch geabsorbeerd. Dezelfde typen bijwerkingen die zijn toe te schrijven aan orale
koolzuuranhydraseremmers (d.w.z. zuur/base-balansverstoringen) kunnen optreden bij topische
toediening (zie rubriek 4.5).
SIMBRINZA moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met risico op een
nierfunctiestoornis vanwege het mogelijke risico op metabole acidose. SIMBRINZA is gecontra-
indiceerd bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (zie rubriek 4.3).
Leverfunctiestoornis
Er is geen onderzoek gedaan naar SIMBRINZA bij patiënten met een leverfunctiestoornis. Om die
reden is voorzichtigheid geboden bij deze patiënten (zie rubriek 4.2).
Mentale oplettendheid
Orale koolzuuranhydraseremmers kunnen het vermogen van oudere patiënten om taken uit te voeren
waarvoor mentale oplettendheid en/of fysieke coördinatie nodig is verminderen. SIMBRINZA wordt
systemisch geabsorbeerd en dit kan daarom optreden bij topische toediening (zie rubriek 4.7).
4
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van SIMBRINZA bij kinderen en jongeren van 2 tot 17 jaar zijn niet
vastgesteld. Symptomen van overdosering met brimonidine (waaronder verlies van bewustzijn,
hypotensie, hypotonie, bradycardie, hypothermie, cyanose en apneu) zijn gemeld bij pasgeborenen en
zuigelingen/kinderen die brimonidine oogdruppels krijgen als onderdeel van een medische
behandeling van congenitaal glaucoom. SIMBRINZA is daarom gecontra-indiceerd bij kinderen
jonger dan 2 jaar (zie rubriek 4.3).
Behandeling van kinderen van 2 jaar en ouder (met name bij kinderen van 2-7 jaar en/of met een
gewicht < 20 kg) wordt niet aanbevolen vanwege de kans op centraal zenuwstelsel-gerelateerde
bijwerkingen (zie rubriek 4.9).
Benzalkoniumchloride
SIMBRINZA bevat benzalkoniumchloride wat oogirritatie kan veroorzaken en waarvan bekend is dat
het zachte contactlenzen verkleurt. Contact met zachte contactlenzen dient te worden vermeden.
Patiënten moeten worden geïnstrueerd om hun contactlenzen te verwijderen vóór toediening van
SIMBRINZA en minstens 15 minuten te wachten voordat zij deze weer inzetten.
Van benzalkoniumchloride is gemeld dat het oogirritatie en symptomen van droge ogen veroorzaakt
en de traanfilm en corneaoppervlak kan aantasten. Het moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij
patiënten met droge ogen en bij patiënten bij wie de cornea mogelijk is aangetast. Patiënten moeten
gemonitord worden bij langdurig gebruik.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er zijn geen specifieke onderzoeken naar interacties uitgevoerd met SIMBRINZA.
SIMBRINZA is gecontra-indiceerd bij patiënten die monoamineoxidaseremmers gebruiken en bij
patiënten die antidepressiva gebruiken die invloed hebben op de noradrenerge transmissie (bijv.
tricyclische antidepressiva en mianserine), (zie rubriek 4.3). Tricyclische antidepressiva kunnen de
oculaire hypotensieve respons van SIMBRINZA afzwakken.
Voorzichtigheid wordt geadviseerd vanwege de mogelijkheid van een additief of versterkend effect
met onderdrukkers van het centraal zenuwstelsel (bijv. alcohol, barbituraten, opiaten, sedativa of
anesthetica).
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het niveau van circulerende catecholaminen na toediening van
SIMBRINZA. Echter, voorzichtigheid wordt aangeraden bij patiënten die geneesmiddelen gebruiken
die invloed kunnen hebben op het metabolisme en de opname van circulerende aminen (bijv.
chloorpromazine, methylfenidaat, reserpine, serotonine-norepinefrineheropnameremmers).
Alfa-adrenerge agonisten (bijv. brimonidinetartraat), als klasse, kunnen de polsslag en de bloeddruk
verlagen. Na toediening van SIMBRINZA werd er bij enkele patiënten een lichte daling van de
bloeddruk waargenomen. Voorzichtigheid wordt geadviseerd bij gelijktijdig gebruik van
geneesmiddelen zoals antihypertensiva en/of hartglycosiden met SIMBRINZA.
Voorzichtigheid wordt geadviseerd bij het starten van (of veranderen van de dosering van) gelijktijdig
toegediende systemische geneesmiddelen (ongeacht de farmaceutische vorm) die interactie kunnen
vertonen met α-adrenerge agonisten of hun activiteit kunnen verstoren, zoals agonisten of antagonisten
van de adrenerge receptor (bijv. isoprenaline, prazosine).
Brinzolamide is een koolzuuranhydraseremmer en hoewel topisch toegediend wordt het systemisch
geabsorbeerd. Er zijn zuur/base-balansverstoringen gemeld met orale koolzuuranhydraseremmers. Er
moet rekening worden gehouden met de kans op interacties bij patiënten die SIMBRINZA gebruiken.
5
Er is kans op een additief effect van de bekende systemische effecten van koolzuuranhydraseremming
bij patiënten die een orale koolzuuranhydraseremmer en topische brinzolamide krijgen. De
gelijktijdige toediening van SIMBRINZA en orale koolzuuranhydraseremmers wordt niet aanbevolen.
De cytochroom P-450 iso-enzymen die verantwoordelijk zijn voor het metabolisme van brinzolamide
zijn o.a. CYP3A4 (hoofdzakelijk), CYP2A6, CYP2B6, CYP2C8 en CYP2C9. Er wordt verwacht dat
remmers van CYP3A4 zoals ketoconazol, itraconazol, clotrimazol, ritonavir en troleandomycine het
metabolisme van brinzolamide via CYP3A4 zullen remmen. Voorzichtigheid is geboden als er tegelijk
CYP3A4-remmers worden toegediend. Echter, accumulatie van brinzolamide is onwaarschijnlijk
omdat renale eliminatie de belangrijkste route is. Brinzolamide is geen remmer van cytochroom P-
450 iso-enzymen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van SIMBRINZA bij zwangere
vrouwen. Brinzolamide was niet teratogeen bij ratten en konijnen, na systemische toediening (orale
sondevoeding). Dierstudies met orale brimonidine duiden niet op directe schadelijke effecten wat
betreft reproductietoxiciteit. Bij dieronderzoek passeerde brimonidine de placenta en kwam in
beperkte mate terecht in de foetale circulatie (zie rubriek 5.3). SIMBRINZA wordt niet aanbevolen
voor gebruik tijdens de zwangerschap en bij vrouwen die zwanger kunnen worden en geen
anticonceptie gebruiken.
Borstvoeding
Het is niet bekend of topisch toegediende SIMBRINZA in de moedermelk wordt uitgescheiden. Uit
beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij dieren blijkt dat er na orale toediening
minimale hoeveelheden van brinzolamide worden uitgescheiden in de moedermelk. Oraal toegediende
brimonidine wordt uitgescheiden in de moedermelk. SIMBRINZA mag niet worden gebruikt door
vrouwen die borstvoeding geven.
Vruchtbaarheid
Niet-klinische gegevens tonen geen effecten van brinzolamide of brimonidine op de vruchtbaarheid.
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de effecten van topisch oculaire toediening van SIMBRINZA
op de vruchtbaarheid bij de mens.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
SIMBRINZA heeft geringe invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.
SIMBRINZA kan duizeligheid, vermoeidheid en/of slaperigheid veroorzaken en kan daarom invloed
hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen.
Tijdelijk wazig zien of andere visuele stoornissen kunnen invloed hebben op de rijvaardigheid of het
vermogen om machines te bedienen. Als wazig zien optreedt na instillatie moet de patiënt wachten tot
hij/zij weer helder kan zien alvorens een voertuig te besturen of machines te gebruiken.
Orale koolzuuranhydraseremmers kunnen het vermogen van oudere patiënten om taken uit te voeren
waarvoor mentale oplettendheid en/of fysieke coördinatie nodig zijn verstoren (zie rubriek 4.4).
6
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
In klinische studies met SIMBRINZA bij een tweemaaldaagse dosering waren de meest voorkomende
bijwerkingen oculaire hyperemie en oculaire allergische reacties, die bij ongeveer 6-7% van de
patiënten voorkwamen, en dysgeusie (bittere of vreemde smaak in de mond na instillatie), wat bij
ongeveer 3% van de patiënten optrad.
Samenvatting van de bijwerkingen in tabelvorm
De volgende bijwerkingen werden gemeld tijdens klinische studies met SIMBRINZA bij een
tweemaaldaagse dosering en tijdens klinische studies en uit postmarketingervaring met de
afzonderlijke componenten brinzolamide en brimonidine. Zij worden geclassificeerd volgens de
volgende conventie: zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms (≥ 1/1.000, < 1/100), zelden
(≥ 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000), of niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden de bijwerkingen gepresenteerd in
volgorde van afnemende ernst.
Systeem/orgaanklasse
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Bloed- en
lymfestelselaandoeningen
Immuunsysteemaandoeningen
Psychische stoornissen
Zenuwstelselaandoeningen
Bijwerkingen
Soms: nasofaryngitis
2
, faryngitis
2
, sinusitis
2
Niet bekend: rhinitis
2
Soms: vermindering van het aantal rode bloedcellen
2
, toename van
chloride in het bloed
2
Soms: overgevoeligheid
3
Soms: apathie
2
, depressie
2,3
, depressieve stemming
2
, insomnia
1
,
verminderd libido
2
, nachtmerries
2
, zenuwachtigheid
2
Vaak: somnolentie
1
, duizeligheid
3
, dysgeusie
1
Soms: hoofdpijn
1
, motorische disfunctie
2
, amnesie
2
,
geheugenfunctiestoornis
2
, paresthesie
2
Zeer zelden: syncope
3
Niet bekend: tremor
2
, hypo-esthesie
2
, ageusie
2
Vaak: oogallergie
1
, keratitis
1
, oogpijn
1
, ongemak in het oog
1
, wazig zien
1
,
abnormaal zien
3
, oculaire hyperemie
1
, conjunctivale verbleking
3
Soms: cornea-erosie
1
, cornea-oedeem
2
, blefaritis
1
, afzetting op de cornea
(hoornachtige bezinksels)
1
, conjunctiva-aandoening (papilla)
1
, fotofobie
1
,
fotopsie
2
, zwelling van het oog
2
, oedeem van het ooglid
1
, conjunctivaal
oedeem
1
, droog oog
1
, oogafscheiding
1
, scherpzien gereduceerd
2
,
traanproductie verhoogd
1
, pterygium
2
, erytheem aan het ooglid
1
,
meibomklier-ontsteking
2
, diplopie
2
, glare
2
, hypo-esthesie van het oog
2
,
sclerale pigmentatie
2
, subconjunctivale cyste
2
, abnormaal gevoel in het
oog
1
, asthenopie
1
Zeer zelden: uveïtis
3
, miose
3
Niet bekend: visuele stoornissen
2
, madarose
2
Soms: vertigo
1
, tinnitus
2
Soms: cardiorespiratoire uitputting
2
, angina pectoris
2
, aritmie
3
,
hartkloppingen
2,3
, onregelmatige hartslag
2
, bradycardie
2,3
, tachycardie
3
Soms: hypotensie
1
Zeer zelden: hypertensie
3
Soms: dyspneu
2
, bronchiale hyperactiviteit
2
, faryngolaryngeale pijn
2
,
droge keel
1
, hoesten
2
, epistaxis
2
, verstopping van de bovenste
luchtwegen
2
, neusverstopping
1
, rinorroe
2
, irritatie van de keel
2
, nasale
droogte
1
, postnasale drip
1
, niezen
2
Niet bekend: astma
2
Oogaandoeningen
Evenwichtsorgaan- en
ooraandoeningen
Hartaandoeningen
Bloedvataandoeningen
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
en mediastinumaandoeningen
7
Maagdarmstelselaandoeningen
Lever- en galaandoeningen
Huid- en
onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Nier- en
urinewegaandoeningen
Voortplantingsstelsel- en
borstaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Vaak: droge mond
1
Soms: dyspepsie
1
, oesofagitis
2
, abdominaal ongemak
1
, diarree
2
, braken
2
,
nausea
2
, frequente ontlasting
2
, flatulentie
2
, orale hypo-esthesie
2
, orale
paresthesie
1
Niet bekend: abnormale leverfunctietest
2
Soms: contactdermatitis
1
, urticaria
2
, rash
2
, maculo-papulaire rash
2
,
pruritus gegeneraliseerd
2
, alopecia
2
, strakke huid
2
Niet bekend: gezichtsoedeem
3
, dermatitis
2,3
, erytheem
2,3
Soms: rugpijn
2
, spierspasmen
2
, myalgie
2
Niet bekend: artralgie
2
, pijn in een extremiteit
2
Soms: nierpijn
2
Niet bekend: pollakisurie
2
Soms: erectiele disfunctie
2
Soms: pijn
2
, ongemak ter hoogte van de borst
2
, abnormaal gevoel
2
, zich
zenuwachtig voelen
2
, prikkelbaarheid
2
, medicatieresidu
1
Niet bekend: pijn op de borst
2
, perifeer oedeem
2,3
1
bijwerking waargenomen met SIMBRINZA
2
aanvullende bijwerking waargenomen met monotherapie met brinzolamide
3
aanvullende bijwerking waargenomen met monotherapie met brimonidine
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Dysgeusie was de meest voorkomende systemische bijwerking die werd geassocieerd met het gebruik
van SIMBRINZA (3,4%). Het wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de passage van de oogdruppels
in de nasofarynx via het nasolacrimaal kanaal en is hoofdzakelijk te wijten aan de
brinzolamidecomponent van SIMBRINZA. Nasolacrimale occlusie of het zachtjes sluiten van het
ooglid na instillatie kan het optreden van dit effect helpen verminderen (zie rubriek 4.2).
SIMBRINZA bevat brinzolamide, een sulfonamideremmer van koolzuuranhydrase met systemische
absorptie. Gastro-intestinale, zenuwstelsel-, hematologische, renale en metabole effecten zijn in het
algemeen geassocieerd met systemische koolzuuranhydraseremmers. Gelijksoortige bijwerkingen als
die worden toegeschreven aan orale koolzuuranhydraseremmers kunnen optreden bij topische
toediening.
Bijwerkingen die vaak zijn geassocieerd met de brimonidine component van SIMBRINZA zijn o.a. de
ontwikkeling van oculaire allergische reacties, vermoeidheid en/of slaperigheid, en droge mond. Het
gebruik van brimonidine is geassocieerd met minimale bloeddrukdalingen. Sommige patiënten die
SIMBRINZA toegediend kregen, ervoeren dalingen van de bloeddruk vergelijkbaar met dalingen die
werden waargenomen bij het gebruik van brimonidine als monotherapie.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Bij overdosering van SIMBRINZA dient de behandeling symptomatisch en ondersteunend te zijn. De
luchtwegen van de patiënt dienen te worden vrijgehouden.
Door de brinzolamidecomponent van SIMBRINZA kunnen verstoring van de elektrolytenbalans,
ontwikkeling van acidose en mogelijk effecten op het zenuwstelsel optreden. De
elektrolytconcentraties in het serum (met name kalium) en de pH-waarden in het bloed moeten worden
gecontroleerd.
8
Er is zeer beperkte informatie over accidentele inname van de brimonidinecomponent van
SIMBRINZA bij volwassenen. De enige tot nu toe gemelde bijwerking was hypotensie. Er werd
gemeld dat de hypotensieve episode werd gevolgd door rebound-hypertensie.
Er werd gemeld dat orale overdosering van andere alfa-2-agonisten symptomen veroorzaken zoals
hypotensie, asthenie, braken, lethargie, sedatie, bradycardie, aritmieën, miose, apneu, hypotonie,
hypothermie, ademhalingsdepressie en stuipen.
Pediatrische patiënten
Er werden bij pediatrische personen ernstige bijwerkingen gemeld na onbedoelde inname van de
brimonidinecomponent van SIMBRINZA. De personen ervoeren symptomen van CZS-depressie,
typisch tijdelijke coma of een laag bewustzijnsniveau, lethargie, somnolentie, hypotonie, bradycardie,
hypothermie, bleekheid, ademhalingsdepressie en apneu, en opname op de intensive care met
intubatie, indien geïndiceerd, was vereist. Er werd gemeld dat alle personen volledig herstelden,
meestal binnen 6-24 uur.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: oogmiddelen, antiglaucoompreparaten en miotica, ATC-code:
S01EC54
Werkingsmechanisme
SIMBRINZA bevat twee werkzame stoffen, brinzolamide en brimonidinetartraat. Deze twee
componenten verlagen de intra-oculaire druk (IOD) bij patiënten met openkamerhoekglaucoom
(OKHG) en oculaire hypertensie (OHT) door onderdrukking van de vorming van kamerwater in de
processus ciliares van het oog. Hoewel zowel brinzolamide als brimonidine de IOD verlagen door het
onderdrukken van de vorming van kamerwater, verschilt hun werkingsmechanisme.
Brinzolamide werkt door remming van het enzym koolzuuranhydrase (CA-II) in het ciliair epitheel die
de vorming van bicarbonaationen vermindert, met daaropvolgende vermindering van het natrium- en
vloeistoftransport over het ciliair epitheel, wat leidt tot verminderde vorming van kamerwater.
Brimonidine, een alfa-2 adrenerge agonist, remt het enzym adenylaatcyclase en onderdrukt de cAMP-
afhankelijke vorming van kamerwater. Bovendien leidt toediening van brimonidine tot een toename
van de uveasclerale uitstroom.
Farmacodynamische effecten
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Monotherapie
In een 6 maanden durende, gecontroleerde,
contribution-of-elements
klinische studie waaraan
560 patiënten met openkamerhoekglaucoom (inclusief pseudo-exfoliatie of
pigmentdispersiecomponent) en/of oculaire hypertensie deelnamen die, naar de mening van de
onderzoeker, onvoldoende onder controle waren met monotherapie of reeds meerdere IOD-verlagende
geneesmiddelen gebruikten en die een gemiddelde dagelijkse IOD-uitgangswaarde hadden van
26 mmHg, was het gemiddelde dagelijks IOD-verlagende effect van SIMBRINZA, in een
tweemaaldaagse dosis, ongeveer 8 mmHg. Statistisch superieure verlagingen van de gemiddelde
dagelijkse IOD werden waargenomen met SIMBRINZA vergeleken met brinzolamide 10 mg/ml of
brimonidine 2 mg/ml tweemaal daags gedoseerd bij alle bezoeken gedurende het gehele onderzoek
(Afbeelding 1).
9
Afbeelding 1. Gemiddelde
a
dagelijkse (9 AM, + 2 uur + 7 uur) IOD-verandering ten opzichte
van de uitgangswaarde (mmHg) —
Contribution-of-elements-onderzoek
Week 2
Week 6
Maand 3
Maand 6
IOD-verandering (mmHg) Kleinste-
kwadranten
-gemiddelden
a
Kleinste-kwadraten-gemiddelden afgeleid uit een statistisch model dat rekening houdt met
onderzoekscentrum, 9 AM uitgangswaarde van IOD-stratum en gecorreleerde IOD-metingen in de patiënt.
Alle behandelingsverschillen (SIMBRINZA versus de individuele componenten) waren statistisch significant
met p=0,0001 of minder.
De gemiddelde IOD-verlagingen ten opzichte van de uitgangswaarde op elk tijdstip bij elk bezoek
waren hoger met SIMBRINZA (6 tot 9 mmHg) dan met monotherapie met hetzij brinzolamide (5 tot
7 mmHg) of brimonidine (4 tot 7 mmHg). Het gemiddelde percentage IOD-verlagingen ten opzichte
van de uitgangswaarde met SIMBRINZA varieerde van 23 tot 34%. De percentages patiënten met een
IOD-meting lager dan 18 mmHg waren bij 9 van de 12 beoordelingen tot en met maand 6 groter in de
SIMBRINZA-groep dan in de Brinzolamide-groep en waren bij alle 12 beoordelingen tot en met
maand 6 hoger in de SIMBRINZA-groep dan in de Brimonidine-groep. Op het +2 uur tijdstip (de tijd
die overeenkomt met de werkzaamheidspiek in de ochtend) voor het primaire werkzaamheidsbezoek
op maand 3, was het percentage patiënten met een IOD lager dan 18 mmHg 61,7% in de
SIMBRINZA-groep, 40,1% in de Brinzolamide-groep en 40,0% in de Brimonidine-groep.
In een 6 maanden durende, gecontroleerde, non-inferioriteit klinische studie waaraan 890 patiënten
met openkamerhoekglaucoom (inclusief pseudo-exfoliatie of pigmentdispersiecomponent) en/of
oculaire hypertensie deelnamen die, naar de mening van de onderzoeker, onvoldoende onder controle
waren met monotherapie of al meerdere IOD-verlagende geneesmiddelen gebruikten en die een
gemiddelde dagelijkse IOD-uitgangswaarde hadden van 26 tot 27 mmHg, werd non-inferioriteit
aangetoond van SIMBRINZA vergeleken met brinzolamide 10 mg/ml + brimonidine 2 mg/ml
gelijktijdig gedoseerd bij alle bezoeken gedurende het gehele onderzoek met betrekking tot
gemiddelde dagelijkse IOD-verlaging ten opzichte van de uitgangswaarde (Tabel 1).
10
Tabel 1.
Vergelijking van de gemiddelde dagelijkse IOD (mmHg)-verandering ten opzichte
van de uitgangswaarde – non-inferioriteitsonderzoek
SIMBRINZA
Gemiddelde
a
Brinzolamide + Brimonidine
Gemiddelde
a
Bezoek
Verschil
Gemiddelde
a
(95%
BI)
Week 2
-8,4 (n=394)
-8,4 (n=384)
-0,0 (-0,4, 0,3)
Week 6
-8,5 (n=384)
-8,4 (n=377)
-0,1 (-0,4, 0,2)
Maand 3
-8,5 (n=384)
-8,3 (n=373)
-0,1 (-0,5, 0,2)
Maand 6
-8,1 (n=346)
-8,2 (n=330)
0,1 (-0,3, 0,4)
a
Kleinste-kwadraten-gemiddelden afgeleid uit een statistisch model dat rekening houdt met
onderzoekscentrum, 9 AM uitgangswaarde van IOD-stratum en gecorreleerde IOD-
metingen bij de patiënt.
De gemiddelde IOD-verlagingen ten opzichte van de uitgangswaarde op elk tijdstip bij elk bezoek met
SIMBRINZA of de individuele componenten die gelijktijdig werden toegediend waren vergelijkbaar
(7 tot 10 mmHg). Het gemiddelde percentage IOD-verlagingen ten opzichte van de uitgangswaarde
met SIMBRINZA varieerde van 25 tot 37%. De percentages patiënten met een IOD-meting lager dan
18 mmHg waren vergelijkbaar bij alle onderzoeksbezoeken van hetzelfde tijdstip tot en met maand 6
in de SIMBRINZA- en de Brinzolamide + Brimonidine-groep. Op het +2 uur tijdstip (de tijd die
overeenkomt met de werkzaamheidspiek in de ochtend) voor het primaire werkzaamheidsbezoek op
maand 3, was het percentage patiënten met een IOD lager dan 18 mmHg 65,6% in de SIMBRINZA-
groep en 63,7% in de Brinzolamide + Brimonidine-groepen.
Aanvullende therapie
Klinische gegevens over het gebruik van SIMBRINZA als aanvulling op prostaglandine-analogen
(PGA) toonden ook een superieure IOD-verlagende werkzaamheid van SIMBRINZA + PGA in
vergelijking met alleen PGA. In studie CQVJ499A2401 toonde SIMBRINZA + PGA (d.w.z.
travoprost, latanoprost of bimatoprost) een superieure IOD-verlagende werkzaamheid ten opzichte van
de uitgangswaarde vergeleken met drager + PGA na 6 weken behandeling, met een verschil tussen de
behandelingen in model-gecorrigeerde gemiddelde verandering in dagelijkse IOD ten opzichte van de
uitgangswaarde van -3,44 mmHg (95% BI, -4,2, -2,7; p-waarde <0,001).
Klinische gegevens over het gebruik van SIMBRINZA als aanvulling op travoprost-timololmaleaat
vaste dosiscombinatie oogdruppels toonden ook een superieure IOD-verlagende werkzaamheid van
SIMBRINZA + travoprost-timololmaleaat oogdruppels in vergelijking met alleen travoprost-
timololmaleaat. In studie CQVJ499A2402 toonden SIMBRINZA + travoprost-timololmaleaat
oogdruppels een superieure IOD-verlagende werkzaamheid ten opzichte van de uitgangswaarde
vergeleken met drager + travoprost-timololmaleaat oogdruppels na 6 weken behandeling, met een
verschil tussen de behandelingen in model-gecorrigeerde gemiddelde verandering in dagelijkse IOD
ten opzichte van de uitgangswaarde van -2,15 mmHg (95% BI, -2,8, -1,5; p-waarde <0,001).
Het veiligheidsprofiel van SIMBRINZA bij aanvullende therapie was vergelijkbaar met dat
waargenomen bij SIMBRINZA monotherapie.
Er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid voor aanvullende therapie na 6 weken.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met SIMBRINZA in alle subgroepen van pediatrische
patiënten met glaucoom en oculaire hypertensie (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch
gebruik).
11
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na topisch oculaire toediening wordt brinzolamide geabsorbeerd via de cornea. De stof wordt ook
geabsorbeerd in de systemische circulatie, waar hij sterk bindt aan koolzuuranhydrase in rode
bloedcellen (RBC's). De plasmaconcentraties zijn zeer laag. De eliminatiehalfwaardetijd in volbloed is
bij de mens verlengd (> 100 dagen) als gevolg van RBC koolzuuranhydrase-binding.
Brimonidine wordt snel in het oog geabsorbeerd na topische toediening. Bij konijnen werden in de
meeste gevallen in minder dan een uur maximale oculaire concentraties bereikt. De
maximumconcentraties in humaan plasma zijn < 1 ng/ml en worden bereikt binnen < 1 uur. De
plasmaspiegels dalen binnen een halfwaardetijd van ongeveer 2-3 uur. Er treedt geen accumulatie op
tijdens chronische toediening.
In een topisch oculaire klinische studie waarin de systemische farmacokinetiek van SIMBRINZA
twee- of driemaal daags toegediend werd vergeleken met brinzolamide en brimonidine individueel
toegediend met gebruikmaking van dezelfde twee doseringen, was de farmacokinetiek bij steady-state
in volbloed van brinzolamide en N-desethylbrinzolamide vergelijkbaar bij het combinatieproduct en
bij brinzolamide alleen toegediend. Ook was de steady-state plasmafarmacokinetiek van brimonidine
uit de combinatie vergelijkbaar met die van brimonidine als het alleen werd toegediend, met
uitzondering van de tweemaal daags SIMBRINZA-behandelingsgroep, waarvoor de gemiddelde
AUC
0-12 uur
ongeveer 25% lager was dan voor brimonidine alleen, tweemaal daags toegediend.
Distributie
Uit onderzoek met konijnen is gebleken dat er zich na topische toediening maximum
brinzolamideconcentraties in het oog bevinden in de voorste weefsels, zoals cornea, conjunctiva,
kamerwater en iris-corpus ciliare. Retentie in oogweefsels wordt verlengd door binding aan
koolzuuranhydrase. Brinzolamide wordt matig (ongeveer 60%) gebonden aan humane plasma-
eiwitten.
Brimonidine vertoont affiniteit voor gepigmenteerde oogweefsels, voornamelijk de iris-corpus ciliare,
omwille van zijn bekende melaninebindende eigenschappen. Klinische en niet-klinische
veiligheidsgegevens tonen echter dat het goed wordt verdragen en veilig is bij chronische toediening.
Biotransformatie
Brinzolamide wordt gemetaboliseerd door hepatisch cytochroom P450 iso-enzymen, specifiek
CYP3A4, CYP2A6, CYP2B6, CYP2C8 en CYP2C9. De primaire metaboliet is N-
desethylbrinzolamide gevolgd door de N-desmethoxypropyl- en O-desmethyl-metabolieten alsook een
N-propionzuuranaloog gevormd door oxidatie van de N-propyl-zijketen van O-
desmethylbrinzolamide. Brinzolamide en N-desethylbrinzolamide remmen geen cytochroom P450 iso-
enzymen bij concentraties van minimaal 100 maal boven de maximale systemische waarden.
Brimonidine wordt uitgebreid gemetaboliseerd door hepatische aldehydeoxidase met vorming van 2-
oxobrimonidine, 3-oxobrimonidine en 2,3-dioxobrimonidine als belangrijkste metabolieten.
Oxidatieve splitsing van de imidazoline-ring in 5-bromo-6-guanidinoquinoxaline wordt ook
waargenomen.
12
Eliminatie
Brinzolamide wordt hoofdzakelijk onveranderd geëlimineerd in de urine. Bij de mens was de
brinzolamide en N-desethylbrinzolamide in de urine respectievelijk ongeveer 60 en 6% van de dosis.
Gegevens bij ratten toonden enige biliaire excretie (ongeveer 30%), voornamelijk als metabolieten.
Brimonidine wordt voornamelijk geëlimineerd in de urine als metabolieten. Bij ratten en apen maakten
urine-metabolieten 60 tot 75% uit van de orale of intraveneuze doses.
Lineariteit/non-lineariteit
De farmacokinetiek van brinzolamide is inherent niet-lineair, als gevolg van verzadigbare binding aan
koolzuuranhydrase in volbloed en verschillende weefsels. De steady-state blootstelling neemt niet op
dosisproportionele wijze toe.
Daarentegen vertoont brimonidine lineaire farmacokinetiek over het klinisch therapeutisch
dosisbereik.
Farmacokinetische/farmacodynamische relatie(s)
SIMBRINZA is bestemd voor lokale werking binnen het oog. Beoordeling van de oculaire
blootstelling bij de mens bij werkzame doses is niet haalbaar. De
farmacokinetische/farmacodynamische relatie bij de mens voor IOD-verlaging is niet vastgesteld.
Andere speciale populaties
Onderzoeken om de effecten van leeftijd, ras en nier- of leverinsufficiëntie te bepalen zijn niet
uitgevoerd met SIMBRINZA. Een onderzoek van brinzolamide bij Japanse versus niet-Japanse
proefpersonen toonde een vergelijkbare systemische farmacokinetiek tussen de twee groepen. In een
onderzoek van brinzolamide bij proefpersonen met nierinsufficiëntie werd een 1,6- tot 2,8-voudige
toename van de systemische blootstelling aan brinzolamide en N-desethylbrinzolamide aangetoond
tussen normale proefpersonen en proefpersonen met matig ernstige nierinsufficiëntie. Deze stijging in
steady-state RBC-concentraties van stofgerelateerd materiaal remde de RBC koolzuuranhydrase-
activiteit niet tot waarden die zijn geassocieerd met systemische bijwerkingen. Het combinatieproduct
wordt echter afgeraden voor patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring
< 30 ml/minuut).
De C
max
, AUC en eliminatiehalfwaardetijd van brimonidine zijn gelijkaardig bij oudere (> 65 jaar)
personen in vergelijking met jongvolwassenen. De effecten van nier- en leverinsufficiëntie op de
systemische farmacokinetiek van brimonidine zijn niet beoordeeld. Omwille van de lage systemische
blootstelling aan brimonidine na topische oculaire toediening wordt verwacht dat veranderingen in
plasmablootstelling niet klinisch relevant zijn.
Pediatrische patiënten
De systemische farmacokinetiek van brinzolamide en brimonidine, alleen of in combinatie, bij
pediatrische patiënten is niet bestudeerd.
13
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Brinzolamide
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit en carcinogeen potentieel.
Effecten in niet-klinische reproductie- en ontwikkelingstoxiciteitsstudies werden uitsluitend
waargenomen na blootstelling die geacht wordt beduidend hoger te liggen dan het maximale niveau
waaraan de mens wordt blootgesteld, zodat deze weinig relevantie hebben voor het klinisch gebruik.
Bij konijnen bleek er bij orale, maternaal toxische doses brinzolamide van maximaal 6 mg/kg/dag
(261 maal de aanbevolen dagelijkse klinische dosis van 23 µg/kg/dag) geen effect op de foetale
ontwikkeling te zijn. Bij ratten resulteerden doses van 18 mg/kg/dag (783 maal de aanbevolen
dagelijkse klinische dosis), maar niet van 6 mg/kg/dag, in een geringe vermindering van de ossificatie
van schedel en sternebrae van foetussen. Deze bevindingen werden geassocieerd met metabole acidose
met verminderde toename van het lichaamsgewicht van de moederdieren en een verminderd foetaal
gewicht. Dosisgerelateerde vermindering van het foetale gewicht werd waargenomen bij jongen van
moederdieren die 2 tot 18 mg/kg/dag kregen. Tijdens lactatie was de concentratie waarbij geen
bijwerkingen optraden bij de nakomelingen 5 mg/kg/dag.
Brimonidine
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Benzalkoniumchloride
Propyleenglycol
Carbomeer 974P
Boorzuur
Mannitol
Natriumchloride
Tyloxapol
Zoutzuur en/of natriumhydroxide (voor het aanpassen van de pH)
Gezuiverd water
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
2 jaar.
4 weken na eerste opening.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
14
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
8 ml ronde, ondoorzichtige, flesjes van polyethyleen met een lage dichtheid (LDPE) met een LDPE
druppelaartip en een witte polypropyleen schroefdop (Drop-Tainer) met 5 ml suspensie.
Doos met 1 of 3 flesjes.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/933/001-002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 18 juli 2014
Datum van laatste verlenging: 20 februari 2019
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
15
BIJLAGE II
A.
B.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
C.
D.
16
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
S.A. Alcon Couvreur N.V.
Rijksweg 14
B-2870 Puurs
België
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
Siegfried El Masnou, S.A.
Camil Fabra 58
El Masnou
08320 Barcelona
Spanje
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
17
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
18
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
19
A. ETIKETTERING
20
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING 5 ml FLES
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIMBRINZA 10 mg/ml + 2 mg/ml oogdruppels, suspensie
brinzolamide/brimonidinetartraat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 ml suspensie bevat 10 mg brinzolamide en 2 mg brimonidinetartraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Benzalkoniumchloride, propyleenglycol, carbomeer 974P, boorzuur, mannitol, natriumchloride,
tyloxapol, zoutzuur en/of natriumhydroxide (voor het aanpassen van de pH) en gezuiverd water. Zie
de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oogdruppels, suspensie
1 x 5 ml
3 x 5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor gebruik goed schudden.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oculair gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
21
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4 weken na eerste opening weggooien.
Geopend:
Geopend (1):
Geopend (2):
Geopend (3):
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/933/001 1 x 5 ml
EU/1/14/933/002 3 x 5 ml
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
simbrinza
22
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
23
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET VOOR FLES
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
SIMBRINZA 10 mg/ml + 2 mg/ml oogdruppels
brinzolamide/brimonidinetartraat
Oculair gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
5 ml
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
24
B. BIJSLUITER
25
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
SIMBRINZA 10 mg/ml + 2 mg/ml oogdruppels, suspensie
brinzolamide/brimonidinetartraat
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, optometrist (opticien) of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, optometrist (opticien) of
apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is SIMBRINZA en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is SIMBRINZA en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
SIMBRINZA bevat twee werkzame stoffen, brinzolamide en brimonidinetartraat. Brinzolamide
behoort tot een groep geneesmiddelen die koolzuuranhydraseremmers worden genoemd en
brimonidinetartraat behoort tot een groep geneesmiddelen die alfa-2 adrenerge receptoragonisten
worden genoemd. Beide stoffen werken samen om de druk in het oog te verlagen.
SIMBRINZA wordt gebruikt om de druk in de ogen te verlagen bij volwassen patiënten (18 jaar en
ouder), die oogaandoeningen hebben die glaucoom of oculaire hypertensie worden genoemd, en bij
wie hoge druk in de ogen niet effectief onder controle kan worden gebracht met één geneesmiddel.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U bent allergisch voor sulfonamiden (dit zijn bijvoorbeeld geneesmiddelen die worden gebruikt
voor de behandeling van diabetes en infecties en ook diuretica (waterafdrijvende middelen)).
-
U gebruikt een monoamineoxidaseremmer (MAO-remmer) (dit zijn bijvoorbeeld
geneesmiddelen voor de behandeling van depressie of de ziekte van Parkinson) of bepaalde
antidepressiva. Informeer uw arts als u antidepressiva gebruikt.
-
U heeft ernstige nierproblemen.
-
U heeft een te hoog zuurgehalte in uw bloed (een aandoening die hyperchloremische acidose
wordt genoemd).
-
Niet gebruiken bij baby's en kinderen jonger dan 2 jaar.
26
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, optometrist (opticien) of apotheker voordat u dit middel gebruikt als u
nu last heeft of in het verleden last heeft gehad van:
-
leverproblemen
-
een type hoge druk in de ogen dat nauwekamerhoekglaucoom wordt genoemd
-
droge ogen of hoornvliesproblemen
-
coronaire hartziekte (de symptomen kunnen pijn of een beklemd gevoel op de borst,
kortademigheid of verstikking zijn), hartfalen, hoge of lage bloeddruk
-
een depressie
-
een verstoorde of slechte bloedcirculatie (zoals de ziekte van Raynaud, het syndroom van
Raynaud of onvoldoende bloedtoevoer naar de hersenen (cerebrale insufficiëntie)).
Als u zachte contactlenzen draagt, mag u de druppels niet gebruiken terwijl u de lenzen in uw ogen
heeft. Zie onderstaande rubriek ‘Het dragen van contactlenzen - SIMBRINZA bevat
benzalkoniumchloride’.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
SIMBRINZA is niet bedoeld voor gebruik door kinderen en jongeren onder de 18 jaar, aangezien het
niet is onderzocht in deze leeftijdsgroep. Het is vooral belangrijk dat dit geneesmiddel niet gebruikt
wordt bij kinderen jonger dan 2 jaar (zie bovenstaande rubriek ‘Wanneer mag u dit middel niet
gebruiken?’), omdat het onwaarschijnlijk is dat het veilig is.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast SIMBRINZA nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts,
optometrist (opticien) of apotheker.
SIMBRINZA kan invloed hebben op of beïnvloed worden door andere geneesmiddelen die u gebruikt,
waaronder andere oogdruppels voor de behandeling van glaucoom.
Vertel het uw arts als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt of gaat gebruiken:
-
geneesmiddelen voor het verlagen van de bloeddruk
-
geneesmiddelen voor het hart waaronder digoxine (gebruikt voor de behandeling van
hartaandoeningen)
-
andere geneesmiddelen voor glaucoom die ook gebruikt worden voor de behandeling van
hoogteziekte die bekend staan als acetazolamide, methazolamide en dorzolamide
-
geneesmiddelen die invloed kunnen hebben op de stofwisseling, zoals chloorpromazine,
methylfenidaat en reserpine
-
antivirale of antiretrovirale middelen (gebruikt voor de behandeling van hiv (het humane
immunodeficiëntievirus)) of antibiotica
-
antigist- of antischimmelmiddelen
-
monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers) of antidepressiva waaronder amitriptyline,
nortriptyline, clomipramine, mianserine, venlafaxine en duloxetine
-
verdovingsmiddelen (anesthetica)
-
kalmerings- of slaapmiddelen (sedativa), opiaten of barbituraten
Vertel het eveneens uw arts als de dosis van een van uw huidige geneesmiddelen wordt veranderd.
27
Waarop moet u letten met alcohol?
Als u regelmatig alcohol gebruikt, moet u contact opnemen met uw arts, optometrist (opticien) of
apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. SIMBRINZA kan beïnvloed worden door alcohol.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts, optometrist (opticien) of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, worden geadviseerd effectieve anticonceptie te gebruiken
tijdens de behandeling met SIMBRINZA. Het gebruik van SIMBRINZA wordt niet aanbevolen
tijdens de zwangerschap. Gebruik SIMBRINZA niet tenzij dit duidelijk door uw arts wordt
aangegeven.
Als u borstvoeding geeft, kan SIMBRINZA in uw moedermelk terechtkomen. Het gebruik van
SIMBRINZA wordt niet aanbevolen tijdens het geven van borstvoeding.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw zicht kan vlak na gebruik van SIMBRINZA enige tijd wazig of abnormaal zijn. Ook kan
SIMBRINZA bij sommige patiënten duizeligheid, sufheid of vermoeidheid veroorzaken.
Bestuur geen voertuigen en gebruik geen machines tot de symptomen zijn verdwenen.
Het dragen van contactlenzen - SIMBRINZA bevat benzalkoniumchloride
Dit geneesmiddel bevat 0,15 mg benzalkoniumchloride in elke 5 ml, overeenkomend met 0,03 mg/ml.
Benzalkoniumchloride kan worden opgenomen door zachte contactlenzen en kan de kleur van de
contactlenzen veranderen. U moet uw contactlenzen uit doen voordat u dit middel gebruikt en deze pas
15 minuten daarna weer indoen. Benzalkoniumchloride kan ook oogirritatie veroorzaken, vooral als u
droge ogen heeft of een aandoening van het hoornvlies (de doorzichtige voorste laag van het oog). Als
u last krijgt van een abnormaal gevoel, steken of pijn in het oog na gebruik van dit middel, neem dan
contact op met uw arts.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts, optometrist (opticien) of apotheker u dat heeft
verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts, optometrist (opticien) of
apotheker.
Gebruik SIMBRINZA uitsluitend voor uw ogen. Niet inslikken of injecteren.
De aanbevolen dosering
is tweemaal daags één druppel in het aangedane oog of de aangedane ogen.
Gebruik het iedere dag op hetzelfde tijdstip.
28
Hoe te gebruiken
Was uw handen voordat u begint.
1
2
Voor gebruik goed schudden.
Draai de dop van het flesje. Verwijder, nadat u de dop van het flesje heeft afgehaald, de
beveiligingsring indien deze los zit voordat u het geneesmiddel gebruikt.
De druppelaar niet met uw vingers aanraken bij het openen en sluiten van het flesje. Het zou de
druppels kunnen besmetten.
Houd het flesje ondersteboven vast tussen uw duim en vingers.
Houd uw hoofd achterover.
Trek uw onderste ooglid naar beneden met een schone vinger tot er een 'zakje' ontstaat tussen het
ooglid en het oog. De druppel moet hierin vallen (figuur 1).
Breng het uiteinde van het flesje vlakbij uw oog. Gebruik hiervoor een spiegel als u dat handig vindt.
Raak uw oog of ooglid, de omringende gebieden of andere oppervlakken niet met de druppelaar aan.
Dat zou de druppels kunnen besmetten.
Druk zachtjes op de onderkant van het flesje zodat er één druppel SIMBRINZA uitkomt.
Knijp niet in het flesje: het is zodanig ontworpen dat een zachte druk op de onderkant voldoende is
(figuur 2).
Om de hoeveelheid geneesmiddel die in de rest van uw lichaam terecht zou kunnen komen na de
toediening van de oogdruppel te verminderen, moet u uw oog sluiten en met een vinger gedurende
minstens 2 minuten zachtjes in de hoek van uw oog naast de neus drukken.
Als u in beide ogen druppels gebruikt,
moet u de stappen voor het andere oog herhalen. Het is niet
nodig om het flesje te sluiten en te schudden voordat u de druppel toedient in uw andere oog. Draai
onmiddellijk na gebruik de dop weer stevig op het flesje.
Als u andere oogdruppels gebruikt naast SIMBRINZA,
moet u minstens vijf minuten wachten
tussen het gebruik van SIMBRINZA en van de andere druppels.
Als er een druppel naast uw oog terechtkomt,
probeer het dan opnieuw.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Spoel uw oog met warm water. Gebruik geen druppels meer tot het tijd is voor uw volgende normale
dosis.
Volwassenen die per ongeluk geneesmiddelen met brimonidine hebben ingeslikt, ervoeren een
verlaagde hartslag, daling van de bloeddruk die kan worden gevolgd door verhoogde bloeddruk,
hartfalen, ademhalingsproblemen en effecten op het centrale zenuwstelsel. Neem onmiddellijk contact
op met uw arts als dit zich voordoet.
Ernstige bijwerkingen werden gemeld bij kinderen die per ongeluk geneesmiddelen hebben ingeslikt
die brimonidine bevatten. De verschijnselen zijn slaperigheid, slapheid, lage lichaamstemperatuur,
bleekheid en ademhalingsproblemen. Als dit gebeurt, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw
arts.
Als SIMBRINZA per ongeluk werd ingeslikt, moet u onmiddellijk contact met uw arts opnemen.
29
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Ga verder met de volgende dosis zoals gepland. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te
halen. Gebruik niet meer dan tweemaal daags één druppel in het (de) aangetaste oog (ogen).
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van SIMBRINZA zonder dit eerst met uw arts te bespreken. Als u stopt met
het gebruik van SIMBRINZA zal de druk in uw oog niet onder controle worden gehouden, wat zou
kunnen leiden tot verlies van het gezichtsvermogen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
optometrist (opticien) of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Als u een van de volgende bijwerkingen ervaart, moet u stoppen met het gebruik van dit geneesmiddel
en onmiddellijk medische hulp inroepen, want dit kunnen verschijnselen zijn van een reactie op het
geneesmiddel. De frequentie van een allergische reactie op dit geneesmiddel is niet bekend (frequentie
kan met de beschikbare gegevens niet bepaald worden).
Ernstige huidreacties, waaronder huiduitslag of roodheid of jeuk op uw lichaam of in de ogen
Ademhalingsproblemen
Pijn op de borst, onregelmatige hartslag
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u extreme vermoeidheid voelt of duizelig wordt.
De volgende bijwerkingen zijn waargenomen met SIMBRINZA en andere geneesmiddelen die alleen
brinzolamide of brimonidine bevatten.
Vaak
(kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Effecten in het oog: allergische conjunctivitis (oogallergie), ontsteking van he oogoppervlak,
oogpijn, oogongemak, wazig of abnormaal zicht, rood oog
-
Algemene bijwerkingen: zich suf voelen, duizeligheid, vieze smaak in de mond, droge mond
Soms
(kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Effecten in het oog: beschadiging van het oogoppervlak met verlies van cellen, ontsteking van
het ooglid, afzettingen op het oogoppervlak, gevoeligheid voor licht, zwelling van het oog (met
effect op het hoornvlies of het ooglid), droog oog, oogafscheiding, waterig oog, roodheid van
het ooglid, abnormaal of verminderd gevoel in het oog, vermoeide ogen, verminderd zicht,
dubbelzien, productdeeltjes in de ogen.
-
Algemene bijwerkingen: verlaagde bloeddruk, pijn op de borst, onregelmatige hartslag, trage of
snelle hartslag, hartkloppingen, slapeloosheid, nachtmerries, depressie, algehele zwakte,
hoofdpijn, duizeligheid, zenuwachtigheid, prikkelbaarheid, algemeen gevoel van onbehagen,
geheugenverlies, kortademigheid, astma, neusbloedingen, verkoudheidssymptomen, droge neus
of keel, zere keel, keelirritatie, hoesten, loopneus, verstopte neus, niezen, sinusinfectie
(voorhoofdsholteontsteking), verstopping van de borst, oorsuizen, spijsverteringsproblemen
(indigestie), darmgas of maagpijn, misselijkheid, diarree, braken, abnormaal gevoel in de mond,
verergering van allergische symptomen op de huid, huiduitslag, abnormaal gevoel van de huid,
haarverlies, jeuk over het hele lichaam, verhoogde hoeveelheid chloor in het bloed of verlaagd
aantal rode bloedcellen zoals gezien bij een bloedonderzoek, pijn, rugpijn, spierpijn of -spasme,
nierpijn zoals lage rugpijn, verminderde zin in seks, seksuele problemen bij mannen.
30
Zeer zelden
(kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 mensen)
-
Effecten in het oog: kleinere pupil
-
Algemene bijwerkingen: flauwvallen, verhoogde bloeddruk
Niet bekend
(de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
Effecten in het oog: verminderde groei van de wimpers
-
Algemene bijwerkingen: bevingen, verminderd gevoel, verlies van smaak, abnormale
leverfunctiewaarden zoals gezien bij een bloedonderzoek, zwelling van het gezicht,
gewrichtspijn, vaak urineren, pijn op de borstkas, zwelling van de armen en benen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, optometrist (opticien) of apotheker.
Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het flesje en op
het doosje na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Gooi het flesje 4 weken na de eerste opening weg om infecties te voorkomen en gebruik een nieuw
flesje. Noteer de datum van opening op het doosje in de daarvoor bestemde ruimte.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn brinzolamide en brimonidinetartraat. 1 ml suspensie
bevat 10 mg brinzolamide en 2 mg brimonidinetartraat wat gelijk is aan 1,3 mg brimonidine.
-
De andere stoffen in dit middel zijn benzalkoniumchloride (zie rubriek 2 ‘Het dragen van
contactlenzen - SIMBRINZA bevat benzalkoniumchloride’), propyleenglycol, carbomeer 974P,
boorzuur, mannitol, natriumchloride, tyloxapol, zoutzuur en/of natriumhydroxide en gezuiverd
water.
Er worden kleine hoeveelheden zoutzuur en/of natriumhydroxide toegevoegd om de zuurgraad (pH-
waarden) op peil te houden.
Hoe ziet SIMBRINZA eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
SIMBRINZA oogdruppels, suspensie, is een vloeistof (witte tot gebroken witte suspensie) die wordt
geleverd in een verpakking met één of drie plastic flesjes van 5 ml met een schroefdop.
Niet alle verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
31
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
Fabrikant
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
S.A. Alcon-Couvreur N.V.
Rijksweg 14
BE-2870 Puurs
België
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
Siegfried El Masnou, S.A.
Camil Fabra 58
El Masnou,
08320 Barcelona
Spanje
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
България
Novartis Bulgaria EOOD
Тел.: +359 2 489 98 28
Česká republika
Novartis s.r.o.
Tel: +420 225 775 111
Danmark
Novartis Healthcare A/S
Tlf: +45 39 16 84 00
Deutschland
Novartis Pharma GmbH
Tel: +49 911 273 0
Eesti
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 66 30 810
Lietuva
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tel: +370 5 269 16 50
Luxembourg/Luxemburg
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Magyarország
Novartis Hungária Kft.
Tel.: +36 1 457 65 00
Malta
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +356 2122 2872
Nederland
Novartis Pharma B.V.
Tel: +31 88 04 52 111
Norge
Novartis Norge AS
Tlf: +47 23 05 20 00
32
Ελλάδα
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Τηλ: +30 210 281 17 12
España
Novartis Farmacéutica, S.A.
Tel: +34 93 306 42 00
France
Novartis Pharma S.A.S.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Hrvatska
Novartis Hrvatska d.o.o.
Tel. +385 1 6274 220
Ireland
Novartis Ireland Limited
Tel: +353 1 260 12 55
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Novartis Farma S.p.A.
Tel: +39 02 96 54 1
Κύπρος
Novartis Pharma Services Inc.
Τηλ: +357 22 690 690
Latvija
SIA Novartis Baltics
Tel: +371 67 887 070
Österreich
Novartis Pharma GmbH
Tel: +43 1 86 6570
Polska
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 375 4888
Portugal
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tel: +351 21 000 8600
România
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel: +40 21 31299 01
Slovenija
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +386 1 300 75 50
Slovenská republika
Novartis Slovakia s.r.o.
Tel: + 421 2 5542 5439
Suomi/Finland
Novartis Finland Oy
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200
Sverige
Novartis Sverige AB
Tel: +46 8 732 32 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Novartis Ireland Limited
Tel: +44 1276 698370
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
33

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIMBRINZA 10 mg/ml + 2 mg/ml oogdruppels, suspensie

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
1 ml suspensie bevat 10 mg brinzolamide en 2 mg brimonidinetartraat equivalent aan 1,3 mg
brimonidine.
Hulpstof met bekend effect
Elke ml suspensie bevat 0,03 mg benzalkoniumchloride.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oogdruppels, suspensie (oogdruppels).
Witte tot gebroken witte uniforme suspensie, pH 6,5 (ongeveer).

4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties

Verlaging van verhoogde intra-oculaire druk (IOD) bij volwassen patiënten met
openkamerhoekglaucoom of oculaire hypertensie bij wie monotherapie onvoldoende daling van de
IOD geeft (zie rubriek 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering
Gebruik bij volwassenen (inclusief ouderen)
De aanbevolen dosis is tweemaal daags één druppel SIMBRINZA in het (de) aangedane oog (ogen).

Gemiste dosis
Als een dosis wordt gemist, dient de behandeling met de volgende dosis te worden voortgezet zoals
gepland.
Lever- en/of nierfunctiestoornis
Er is geen onderzoek gedaan naar SIMBRINZA bij patiënten met een leverfunctiestoornis. Om die
reden is voorzichtigheid geboden bij deze populatie (zie rubriek 4.4).
SIMBRINZA is niet onderzocht bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring
< 30 ml/min) of bij patiënten met hyperchloremische acidose. Omdat de brinzolamidecomponent van
SIMBRINZA en zijn metaboliet voornamelijk worden uitgescheiden door de nieren, is SIMBRINZA
gecontra-indiceerd bij deze patiënten (zie rubriek 4.3).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van SIMBRINZA bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 tot
17 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Systeem/orgaanklasse
Bijwerkingen
Infecties en parasitaire
Soms: nasofaryngitis2, faryngitis2, sinusitis2
aandoeningen
Niet bekend: rhinitis2
Bloed- en
Soms: vermindering van het aantal rode bloedcellen2, toename van
lymfestelselaandoeningen
chloride in het bloed2
Immuunsysteemaandoeningen
Soms: overgevoeligheid3
Psychische stoornissen
Soms: apathie2, depressie2,3, depressieve stemming2, insomnia1,
verminderd libido2, nachtmerries2, zenuwachtigheid2
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak: somnolentie1, duizeligheid3, dysgeusie1
Soms: hoofdpijn1, motorische disfunctie2, amnesie2,
geheugenfunctiestoornis2, paresthesie2
Zeer zelden: syncope3
Niet bekend: tremor2, hypo-esthesie2, ageusie2
Oogaandoeningen
Vaak: oogallergie1, keratitis1, oogpijn1, ongemak in het oog1, wazig zien1,
abnormaal zien3, oculaire hyperemie1, conjunctivale verbleking3
Soms: cornea-erosie1, cornea-oedeem2, blefaritis1, afzetting op de cornea
(hoornachtige bezinksels)1, conjunctiva-aandoening (papilla)1, fotofobie1,
fotopsie2, zwelling van het oog2, oedeem van het ooglid1, conjunctivaal
oedeem1, droog oog1, oogafscheiding1, scherpzien gereduceerd2,
traanproductie verhoogd1, pterygium2, erytheem aan het ooglid1,
meibomklier-ontsteking2, diplopie2, glare2, hypo-esthesie van het oog2,
sclerale pigmentatie2, subconjunctivale cyste2, abnormaal gevoel in het
oog1, asthenopie1
Zeer zelden: uveïtis3, miose3
Niet bekend: visuele stoornissen2, madarose2
Evenwichtsorgaan- en
Soms: vertigo1, tinnitus2
ooraandoeningen
Hartaandoeningen
Soms: cardiorespiratoire uitputting2, angina pectoris2, aritmie3,
hartkloppingen2,3, onregelmatige hartslag2, bradycardie2,3, tachycardie3
Bloedvataandoeningen
Soms: hypotensie1
Zeer zelden: hypertensie3
Ademhalingsstelsel-, borstkas- Soms: dyspneu2, bronchiale hyperactiviteit2, faryngolaryngeale pijn2,
en mediastinumaandoeningen
droge keel1, hoesten2, epistaxis2, verstopping van de bovenste
luchtwegen2, neusverstopping1, rinorroe2, irritatie van de keel2, nasale
droogte1, postnasale drip1, niezen2
Niet bekend: astma2
Soms: dyspepsie1, oesofagitis2, abdominaal ongemak1, diarree2, braken2,
nausea2, frequente ontlasting2, flatulentie2, orale hypo-esthesie2, orale
paresthesie1
Lever- en galaandoeningen
Niet bekend: abnormale leverfunctietest2
Huid- en
Soms: contactdermatitis1, urticaria2, rash2, maculo-papulaire rash2,
onderhuidaandoeningen
pruritus gegeneraliseerd2, alopecia2, strakke huid2
Niet bekend: gezichtsoedeem3, dermatitis2,3, erytheem2,3
Skeletspierstelsel- en
Soms: rugpijn2, spierspasmen2, myalgie2
bindweefselaandoeningen
Niet bekend: artralgie2, pijn in een extremiteit2
Nier- en
Soms: nierpijn2
urinewegaandoeningen
Niet bekend: pollakisurie2
Voortplantingsstelsel- en
Soms: erectiele disfunctie2
borstaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Soms: pijn2, ongemak ter hoogte van de borst2, abnormaal gevoel2, zich
toedieningsplaatsstoornissen
zenuwachtig voelen2, prikkelbaarheid2, medicatieresidu1
Niet bekend: pijn op de borst2, perifeer oedeem2,3
1 bijwerking waargenomen met SIMBRINZA
2 aanvullende bijwerking waargenomen met monotherapie met brinzolamide
3 aanvullende bijwerking waargenomen met monotherapie met brimonidine
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Dysgeusie was de meest voorkomende systemische bijwerking die werd geassocieerd met het gebruik
van SIMBRINZA (3,4%). Het wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de passage van de oogdruppels
in de nasofarynx via het nasolacrimaal kanaal en is hoofdzakelijk te wijten aan de
brinzolamidecomponent van SIMBRINZA. Nasolacrimale occlusie of het zachtjes sluiten van het
ooglid na instillatie kan het optreden van dit effect helpen verminderen (zie rubriek 4.2).
SIMBRINZA bevat brinzolamide, een sulfonamideremmer van koolzuuranhydrase met systemische
absorptie. Gastro-intestinale, zenuwstelsel-, hematologische, renale en metabole effecten zijn in het
algemeen geassocieerd met systemische koolzuuranhydraseremmers. Gelijksoortige bijwerkingen als
die worden toegeschreven aan orale koolzuuranhydraseremmers kunnen optreden bij topische
toediening.
Bijwerkingen die vaak zijn geassocieerd met de brimonidine component van SIMBRINZA zijn o.a. de
ontwikkeling van oculaire allergische reacties, vermoeidheid en/of slaperigheid, en droge mond. Het
gebruik van brimonidine is geassocieerd met minimale bloeddrukdalingen. Sommige patiënten die
SIMBRINZA toegediend kregen, ervoeren dalingen van de bloeddruk vergelijkbaar met dalingen die
werden waargenomen bij het gebruik van brimonidine als monotherapie.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering

Bij overdosering van SIMBRINZA dient de behandeling symptomatisch en ondersteunend te zijn. De
luchtwegen van de patiënt dienen te worden vrijgehouden.
Door de brinzolamidecomponent van SIMBRINZA kunnen verstoring van de elektrolytenbalans,
ontwikkeling van acidose en mogelijk effecten op het zenuwstelsel optreden. De
elektrolytconcentraties in het serum (met name kalium) en de pH-waarden in het bloed moeten worden
gecontroleerd.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: oogmiddelen, antiglaucoompreparaten en miotica, ATC-code:
S01EC54
Werkingsmechanisme
SIMBRINZA bevat twee werkzame stoffen, brinzolamide en brimonidinetartraat. Deze twee
componenten verlagen de intra-oculaire druk (IOD) bij patiënten met openkamerhoekglaucoom
(OKHG) en oculaire hypertensie (OHT) door onderdrukking van de vorming van kamerwater in de
processus ciliares van het oog. Hoewel zowel brinzolamide als brimonidine de IOD verlagen door het
onderdrukken van de vorming van kamerwater, verschilt hun werkingsmechanisme.
Brinzolamide werkt door remming van het enzym koolzuuranhydrase (CA-II) in het ciliair epitheel die
de vorming van bicarbonaationen vermindert, met daaropvolgende vermindering van het natrium- en
vloeistoftransport over het ciliair epitheel, wat leidt tot verminderde vorming van kamerwater.
Brimonidine, een alfa-2 adrenerge agonist, remt het enzym adenylaatcyclase en onderdrukt de cAMP-
afhankelijke vorming van kamerwater. Bovendien leidt toediening van brimonidine tot een toename
van de uveasclerale uitstroom.
Farmacodynamische effecten
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Monotherapie
In een 6 maanden durende, gecontroleerde, contribution-of-elements klinische studie waaraan
560 patiënten met openkamerhoekglaucoom (inclusief pseudo-exfoliatie of
pigmentdispersiecomponent) en/of oculaire hypertensie deelnamen die, naar de mening van de
onderzoeker, onvoldoende onder controle waren met monotherapie of reeds meerdere IOD-verlagende
geneesmiddelen gebruikten en die een gemiddelde dagelijkse IOD-uitgangswaarde hadden van
26 mmHg, was het gemiddelde dagelijks IOD-verlagende effect van SIMBRINZA, in een
tweemaaldaagse dosis, ongeveer 8 mmHg. Statistisch superieure verlagingen van de gemiddelde
dagelijkse IOD werden waargenomen met SIMBRINZA vergeleken met brinzolamide 10 mg/ml of
brimonidine 2 mg/ml tweemaal daags gedoseerd bij alle bezoeken gedurende het gehele onderzoek
(Afbeelding 1).
Afbeelding 1. Gemiddeldea dagelijkse (9 AM, + 2 uur + 7 uur) IOD-verandering ten opzichte
van de uitgangswaarde (mmHg) -- Contribution-of-elements-onderzoek

Week 2
Week 6
Maand 3
Maand 6
-
t
e
l
e
i
ns
K
g)
H
n
m
m
l
de
i
dde
m
e
r
i
ng (
-
ge
r
a
nd
-
ve
D
d
r
a
n
ten
I
O
k
wa

aKleinste-kwadraten-gemiddelden afgeleid uit een statistisch model dat rekening houdt met
onderzoekscentrum, 9 AM uitgangswaarde van IOD-stratum en gecorreleerde IOD-metingen in de patiënt.
Alle behandelingsverschillen (SIMBRINZA versus de individuele componenten) waren statistisch significant
met p=0,0001 of minder.
De gemiddelde IOD-verlagingen ten opzichte van de uitgangswaarde op elk tijdstip bij elk bezoek
waren hoger met SIMBRINZA (6 tot 9 mmHg) dan met monotherapie met hetzij brinzolamide (5 tot
7 mmHg) of brimonidine (4 tot 7 mmHg). Het gemiddelde percentage IOD-verlagingen ten opzichte
van de uitgangswaarde met SIMBRINZA varieerde van 23 tot 34%. De percentages patiënten met een
IOD-meting lager dan 18 mmHg waren bij 9 van de 12 beoordelingen tot en met maand 6 groter in de
SIMBRINZA-groep dan in de Brinzolamide-groep en waren bij alle 12 beoordelingen tot en met
maand 6 hoger in de SIMBRINZA-groep dan in de Brimonidine-groep. Op het +2 uur tijdstip (de tijd
die overeenkomt met de werkzaamheidspiek in de ochtend) voor het primaire werkzaamheidsbezoek
op maand 3, was het percentage patiënten met een IOD lager dan 18 mmHg 61,7% in de
SIMBRINZA-groep, 40,1% in de Brinzolamide-groep en 40,0% in de Brimonidine-groep.
In een 6 maanden durende, gecontroleerde, non-inferioriteit klinische studie waaraan 890 patiënten
met openkamerhoekglaucoom (inclusief pseudo-exfoliatie of pigmentdispersiecomponent) en/of
oculaire hypertensie deelnamen die, naar de mening van de onderzoeker, onvoldoende onder controle
waren met monotherapie of al meerdere IOD-verlagende geneesmiddelen gebruikten en die een
gemiddelde dagelijkse IOD-uitgangswaarde hadden van 26 tot 27 mmHg, werd non-inferioriteit
aangetoond van SIMBRINZA vergeleken met brinzolamide 10 mg/ml + brimonidine 2 mg/ml
gelijktijdig gedoseerd bij alle bezoeken gedurende het gehele onderzoek met betrekking tot
gemiddelde dagelijkse IOD-verlaging ten opzichte van de uitgangswaarde (Tabel 1).
Vergelijking van de gemiddelde dagelijkse IOD (mmHg)-verandering ten opzichte
van de uitgangswaarde ­ non-inferioriteitsonderzoek

Bezoek
SIMBRINZA
Brinzolamide + Brimonidine
Verschil
Gemiddeldea
Gemiddeldea
Gemiddeldea (95%
BI)
Week 2
-8,4 (n=394)
-8,4 (n=384)
-0,0 (-0,4, 0,3)
Week 6
-8,5 (n=384)
-8,4 (n=377)
-0,1 (-0,4, 0,2)
Maand 3
-8,5 (n=384)
-8,3 (n=373)
-0,1 (-0,5, 0,2)
Maand 6
-8,1 (n=346)
-8,2 (n=330)
0,1 (-0,3, 0,4)
a Kleinste-kwadraten-gemiddelden afgeleid uit een statistisch model dat rekening houdt met
onderzoekscentrum, 9 AM uitgangswaarde van IOD-stratum en gecorreleerde IOD-
metingen bij de patiënt.
De gemiddelde IOD-verlagingen ten opzichte van de uitgangswaarde op elk tijdstip bij elk bezoek met
SIMBRINZA of de individuele componenten die gelijktijdig werden toegediend waren vergelijkbaar
(7 tot 10 mmHg). Het gemiddelde percentage IOD-verlagingen ten opzichte van de uitgangswaarde
met SIMBRINZA varieerde van 25 tot 37%. De percentages patiënten met een IOD-meting lager dan
18 mmHg waren vergelijkbaar bij alle onderzoeksbezoeken van hetzelfde tijdstip tot en met maand 6
in de SIMBRINZA- en de Brinzolamide + Brimonidine-groep. Op het +2 uur tijdstip (de tijd die
overeenkomt met de werkzaamheidspiek in de ochtend) voor het primaire werkzaamheidsbezoek op
maand 3, was het percentage patiënten met een IOD lager dan 18 mmHg 65,6% in de SIMBRINZA-
groep en 63,7% in de Brinzolamide + Brimonidine-groepen.
Aanvullende therapie
Klinische gegevens over het gebruik van SIMBRINZA als aanvulling op prostaglandine-analogen
(PGA) toonden ook een superieure IOD-verlagende werkzaamheid van SIMBRINZA + PGA in
vergelijking met alleen PGA. In studie CQVJ499A2401 toonde SIMBRINZA + PGA (d.w.z.
travoprost, latanoprost of bimatoprost) een superieure IOD-verlagende werkzaamheid ten opzichte van
de uitgangswaarde vergeleken met drager + PGA na 6 weken behandeling, met een verschil tussen de
behandelingen in model-gecorrigeerde gemiddelde verandering in dagelijkse IOD ten opzichte van de
uitgangswaarde van -3,44 mmHg (95% BI, -4,2, -2,7; p-waarde <0,001).
Klinische gegevens over het gebruik van SIMBRINZA als aanvulling op travoprost-timololmaleaat
vaste dosiscombinatie oogdruppels toonden ook een superieure IOD-verlagende werkzaamheid van
SIMBRINZA + travoprost-timololmaleaat oogdruppels in vergelijking met alleen travoprost-
timololmaleaat. In studie CQVJ499A2402 toonden SIMBRINZA + travoprost-timololmaleaat
oogdruppels een superieure IOD-verlagende werkzaamheid ten opzichte van de uitgangswaarde
vergeleken met drager + travoprost-timololmaleaat oogdruppels na 6 weken behandeling, met een
verschil tussen de behandelingen in model-gecorrigeerde gemiddelde verandering in dagelijkse IOD
ten opzichte van de uitgangswaarde van -2,15 mmHg (95% BI, -2,8, -1,5; p-waarde <0,001).
Het veiligheidsprofiel van SIMBRINZA bij aanvullende therapie was vergelijkbaar met dat
waargenomen bij SIMBRINZA monotherapie.
Er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid voor aanvullende therapie na 6 weken.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met SIMBRINZA in alle subgroepen van pediatrische
patiënten met glaucoom en oculaire hypertensie (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch
gebruik).


FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen

Benzalkoniumchloride
Propyleenglycol
Carbomeer 974P
Boorzuur
Mannitol
Natriumchloride
Tyloxapol
Zoutzuur en/of natriumhydroxide (voor het aanpassen van de pH)
Gezuiverd water
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid

Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid

2 jaar.
4 weken na eerste opening.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/933/001-002

9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 18 juli 2014
Datum van laatste verlenging: 20 februari 2019

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.


BIJLAGE II

A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE


B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK


C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN


D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL


FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
S.A. Alcon Couvreur N.V.
Rijksweg 14
B-2870 Puurs
België
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
Siegfried El Masnou, S.A.
Camil Fabra 58
El Masnou
08320 Barcelona
Spanje
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.


BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER

A. ETIKETTERING

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIMBRINZA 10 mg/ml + 2 mg/ml oogdruppels, suspensie
brinzolamide/brimonidinetartraat

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 ml suspensie bevat 10 mg brinzolamide en 2 mg brimonidinetartraat.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Benzalkoniumchloride, propyleenglycol, carbomeer 974P, boorzuur, mannitol, natriumchloride,
tyloxapol, zoutzuur en/of natriumhydroxide (voor het aanpassen van de pH) en gezuiverd water. Zie
de bijsluiter voor verdere informatie.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oogdruppels, suspensie
1 x 5 ml
3 x 5 ml

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor gebruik goed schudden.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oculair gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4 weken na eerste opening weggooien.
Geopend:
Geopend (1):
Geopend (2):
Geopend (3):

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/14/933/001 1 x 5 ml
EU/1/14/933/002 3 x 5 ml

13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

Geneesmiddel op medisch voorschrift.

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

simbrinza


NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
SIMBRINZA 10 mg/ml + 2 mg/ml oogdruppels
brinzolamide/brimonidinetartraat
Oculair gebruik

2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
5 ml

6.
OVERIGE


B. BIJSLUITER

SIMBRINZA 10 mg/ml + 2 mg/ml oogdruppels, suspensie
brinzolamide/brimonidinetartraat

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.

-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, optometrist (opticien) of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, optometrist (opticien) of
apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is SIMBRINZA en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is SIMBRINZA en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
SIMBRINZA bevat twee werkzame stoffen, brinzolamide en brimonidinetartraat. Brinzolamide
behoort tot een groep geneesmiddelen die koolzuuranhydraseremmers worden genoemd en
brimonidinetartraat behoort tot een groep geneesmiddelen die alfa-2 adrenerge receptoragonisten
worden genoemd. Beide stoffen werken samen om de druk in het oog te verlagen.
SIMBRINZA wordt gebruikt om de druk in de ogen te verlagen bij volwassen patiënten (18 jaar en
ouder), die oogaandoeningen hebben die glaucoom of oculaire hypertensie worden genoemd, en bij
wie hoge druk in de ogen niet effectief onder controle kan worden gebracht met één geneesmiddel.

2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U bent allergisch voor sulfonamiden (dit zijn bijvoorbeeld geneesmiddelen die worden gebruikt
voor de behandeling van diabetes en infecties en ook diuretica (waterafdrijvende middelen)).
-
U gebruikt een monoamineoxidaseremmer (MAO-remmer) (dit zijn bijvoorbeeld
geneesmiddelen voor de behandeling van depressie of de ziekte van Parkinson) of bepaalde
antidepressiva. Informeer uw arts als u antidepressiva gebruikt.
-
U heeft ernstige nierproblemen.
-
U heeft een te hoog zuurgehalte in uw bloed (een aandoening die hyperchloremische acidose
wordt genoemd).
-
Niet gebruiken bij baby's en kinderen jonger dan 2 jaar.


leverproblemen
-
een type hoge druk in de ogen dat nauwekamerhoekglaucoom wordt genoemd
-
droge ogen of hoornvliesproblemen
-
coronaire hartziekte (de symptomen kunnen pijn of een beklemd gevoel op de borst,
kortademigheid of verstikking zijn), hartfalen, hoge of lage bloeddruk
-
een depressie
-
een verstoorde of slechte bloedcirculatie (zoals de ziekte van Raynaud, het syndroom van
Raynaud of onvoldoende bloedtoevoer naar de hersenen (cerebrale insufficiëntie)).
Als u zachte contactlenzen draagt, mag u de druppels niet gebruiken terwijl u de lenzen in uw ogen
heeft. Zie onderstaande rubriek `Het dragen van contactlenzen - SIMBRINZA bevat
benzalkoniumchloride'.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
SIMBRINZA is niet bedoeld voor gebruik door kinderen en jongeren onder de 18 jaar, aangezien het
niet is onderzocht in deze leeftijdsgroep. Het is vooral belangrijk dat dit geneesmiddel niet gebruikt
wordt bij kinderen jonger dan 2 jaar (zie bovenstaande rubriek `Wanneer mag u dit middel niet
gebruiken?'), omdat het onwaarschijnlijk is dat het veilig is.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast SIMBRINZA nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts,
optometrist (opticien) of apotheker.
SIMBRINZA kan invloed hebben op of beïnvloed worden door andere geneesmiddelen die u gebruikt,
waaronder andere oogdruppels voor de behandeling van glaucoom.
Vertel het uw arts als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt of gaat gebruiken:
-
geneesmiddelen voor het verlagen van de bloeddruk
-
geneesmiddelen voor het hart waaronder digoxine (gebruikt voor de behandeling van
hartaandoeningen)
-
andere geneesmiddelen voor glaucoom die ook gebruikt worden voor de behandeling van
hoogteziekte die bekend staan als acetazolamide, methazolamide en dorzolamide
-
geneesmiddelen die invloed kunnen hebben op de stofwisseling, zoals chloorpromazine,
methylfenidaat en reserpine
-
antivirale of antiretrovirale middelen (gebruikt voor de behandeling van hiv (het humane
immunodeficiëntievirus)) of antibiotica
-
antigist- of antischimmelmiddelen
-
monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers) of antidepressiva waaronder amitriptyline,
nortriptyline, clomipramine, mianserine, venlafaxine en duloxetine
-
verdovingsmiddelen (anesthetica)
-
kalmerings- of slaapmiddelen (sedativa), opiaten of barbituraten
Vertel het eveneens uw arts als de dosis van een van uw huidige geneesmiddelen wordt veranderd.


Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts, optometrist (opticien) of apotheker u dat heeft
verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts, optometrist (opticien) of
apotheker.
Gebruik SIMBRINZA uitsluitend voor uw ogen. Niet inslikken of injecteren.
De aanbevolen dosering is tweemaal daags één druppel in het aangedane oog of de aangedane ogen.
Gebruik het iedere dag op hetzelfde tijdstip.


Hoe te gebruiken
Was uw handen voordat u begint.

1
2
Voor gebruik goed schudden.
Draai de dop van het flesje. Verwijder, nadat u de dop van het flesje heeft afgehaald, de
beveiligingsring indien deze los zit voordat u het geneesmiddel gebruikt.
De druppelaar niet met uw vingers aanraken bij het openen en sluiten van het flesje. Het zou de
druppels kunnen besmetten.
Houd het flesje ondersteboven vast tussen uw duim en vingers.
Houd uw hoofd achterover.
Trek uw onderste ooglid naar beneden met een schone vinger tot er een 'zakje' ontstaat tussen het
ooglid en het oog. De druppel moet hierin vallen (figuur 1).
Breng het uiteinde van het flesje vlakbij uw oog. Gebruik hiervoor een spiegel als u dat handig vindt.
Raak uw oog of ooglid, de omringende gebieden of andere oppervlakken niet met de druppelaar aan.
Dat zou de druppels kunnen besmetten.
Druk zachtjes op de onderkant van het flesje zodat er één druppel SIMBRINZA uitkomt.
Knijp niet in het flesje: het is zodanig ontworpen dat een zachte druk op de onderkant voldoende is
(figuur 2).
Om de hoeveelheid geneesmiddel die in de rest van uw lichaam terecht zou kunnen komen na de
toediening van de oogdruppel te verminderen, moet u uw oog sluiten en met een vinger gedurende
minstens 2 minuten zachtjes in de hoek van uw oog naast de neus drukken.
Als u in beide ogen druppels gebruikt, moet u de stappen voor het andere oog herhalen. Het is niet
nodig om het flesje te sluiten en te schudden voordat u de druppel toedient in uw andere oog. Draai
onmiddellijk na gebruik de dop weer stevig op het flesje.
Als u andere oogdruppels gebruikt naast SIMBRINZA, moet u minstens vijf minuten wachten
tussen het gebruik van SIMBRINZA en van de andere druppels.
Als er een druppel naast uw oog terechtkomt, probeer het dan opnieuw.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Spoel uw oog met warm water. Gebruik geen druppels meer tot het tijd is voor uw volgende normale
dosis.
Volwassenen die per ongeluk geneesmiddelen met brimonidine hebben ingeslikt, ervoeren een
verlaagde hartslag, daling van de bloeddruk die kan worden gevolgd door verhoogde bloeddruk,
hartfalen, ademhalingsproblemen en effecten op het centrale zenuwstelsel. Neem onmiddellijk contact
op met uw arts als dit zich voordoet.
Ernstige bijwerkingen werden gemeld bij kinderen die per ongeluk geneesmiddelen hebben ingeslikt
die brimonidine bevatten. De verschijnselen zijn slaperigheid, slapheid, lage lichaamstemperatuur,
bleekheid en ademhalingsproblemen. Als dit gebeurt, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw
arts.
Als SIMBRINZA per ongeluk werd ingeslikt, moet u onmiddellijk contact met uw arts opnemen.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Als u een van de volgende bijwerkingen ervaart, moet u stoppen met het gebruik van dit geneesmiddel
en onmiddellijk medische hulp inroepen, want dit kunnen verschijnselen zijn van een reactie op het
geneesmiddel. De frequentie van een allergische reactie op dit geneesmiddel is niet bekend (frequentie
kan met de beschikbare gegevens niet bepaald worden).
Ernstige huidreacties, waaronder huiduitslag of roodheid of jeuk op uw lichaam of in de ogen
Ademhalingsproblemen
Pijn op de borst, onregelmatige hartslag
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u extreme vermoeidheid voelt of duizelig wordt.
De volgende bijwerkingen zijn waargenomen met SIMBRINZA en andere geneesmiddelen die alleen
brinzolamide of brimonidine bevatten.
Vaak (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Effecten in het oog: allergische conjunctivitis (oogallergie), ontsteking van he oogoppervlak,
oogpijn, oogongemak, wazig of abnormaal zicht, rood oog
-
Algemene bijwerkingen: zich suf voelen, duizeligheid, vieze smaak in de mond, droge mond

Soms (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Effecten in het oog: beschadiging van het oogoppervlak met verlies van cellen, ontsteking van
het ooglid, afzettingen op het oogoppervlak, gevoeligheid voor licht, zwelling van het oog (met
effect op het hoornvlies of het ooglid), droog oog, oogafscheiding, waterig oog, roodheid van
het ooglid, abnormaal of verminderd gevoel in het oog, vermoeide ogen, verminderd zicht,
dubbelzien, productdeeltjes in de ogen.
-
Algemene bijwerkingen: verlaagde bloeddruk, pijn op de borst, onregelmatige hartslag, trage of
snelle hartslag, hartkloppingen, slapeloosheid, nachtmerries, depressie, algehele zwakte,
hoofdpijn, duizeligheid, zenuwachtigheid, prikkelbaarheid, algemeen gevoel van onbehagen,
geheugenverlies, kortademigheid, astma, neusbloedingen, verkoudheidssymptomen, droge neus
of keel, zere keel, keelirritatie, hoesten, loopneus, verstopte neus, niezen, sinusinfectie
(voorhoofdsholteontsteking), verstopping van de borst, oorsuizen, spijsverteringsproblemen
(indigestie), darmgas of maagpijn, misselijkheid, diarree, braken, abnormaal gevoel in de mond,
verergering van allergische symptomen op de huid, huiduitslag, abnormaal gevoel van de huid,
haarverlies, jeuk over het hele lichaam, verhoogde hoeveelheid chloor in het bloed of verlaagd
aantal rode bloedcellen zoals gezien bij een bloedonderzoek, pijn, rugpijn, spierpijn of -spasme,
nierpijn zoals lage rugpijn, verminderde zin in seks, seksuele problemen bij mannen.


Effecten in het oog: kleinere pupil
-
Algemene bijwerkingen: flauwvallen, verhoogde bloeddruk

Niet bekend (de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
Effecten in het oog: verminderde groei van de wimpers
-
Algemene bijwerkingen: bevingen, verminderd gevoel, verlies van smaak, abnormale
leverfunctiewaarden zoals gezien bij een bloedonderzoek, zwelling van het gezicht,
gewrichtspijn, vaak urineren, pijn op de borstkas, zwelling van de armen en benen.

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, optometrist (opticien) of apotheker.
Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.

5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het flesje en op
het doosje na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Gooi het flesje 4 weken na de eerste opening weg om infecties te voorkomen en gebruik een nieuw
flesje. Noteer de datum van opening op het doosje in de daarvoor bestemde ruimte.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.

6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn brinzolamide en brimonidinetartraat. 1 ml suspensie
bevat 10 mg brinzolamide en 2 mg brimonidinetartraat wat gelijk is aan 1,3 mg brimonidine.
-
De andere stoffen in dit middel zijn benzalkoniumchloride (zie rubriek 2 `Het dragen van
contactlenzen - SIMBRINZA bevat benzalkoniumchloride'), propyleenglycol, carbomeer 974P,
boorzuur, mannitol, natriumchloride, tyloxapol, zoutzuur en/of natriumhydroxide en gezuiverd
water.
Er worden kleine hoeveelheden zoutzuur en/of natriumhydroxide toegevoegd om de zuurgraad (pH-
waarden) op peil te houden.
Hoe ziet SIMBRINZA eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
SIMBRINZA oogdruppels, suspensie, is een vloeistof (witte tot gebroken witte suspensie) die wordt
geleverd in een verpakking met één of drie plastic flesjes van 5 ml met een schroefdop.
Niet alle verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Novartis Pharma N.V.
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Tel: +370 5 269 16 50



Luxembourg/Luxemburg
Novartis Bulgaria EOOD
Novartis Pharma N.V.
.: +359 2 489 98 28
Tél/Tel: +32 2 246 16 11


Ceská republika
Magyarország
Novartis s.r.o.
Novartis Hungária Kft.
Tel: +420 225 775 111
Tel.: +36 1 457 65 00


Danmark
Malta
Novartis Healthcare A/S
Novartis Pharma Services Inc.
Tlf: +45 39 16 84 00
Tel: +356 2122 2872


Deutschland
Nederland
Novartis Pharma GmbH
Novartis Pharma B.V.
Tel: +49 911 273 0
Tel: +31 88 04 52 111


Eesti
Norge
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Novartis Norge AS
Tel: +372 66 30 810
Tlf: +47 23 05 20 00


Österreich
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Novartis Pharma GmbH
: +30 210 281 17 12
Tel: +43 1 86 6570

España

Polska
Novartis Farmacéutica, S.A.
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel: +34 93 306 42 00
Tel.: +48 22 375 4888
France
Portugal
Novartis Pharma S.A.S.
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Tel: +351 21 000 8600
Hrvatska
România
Novartis Hrvatska d.o.o.
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel. +385 1 6274 220
Tel: +40 21 31299 01


Ireland
Slovenija
Novartis Ireland Limited
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +353 1 260 12 55
Tel: +386 1 300 75 50


Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Novartis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: + 421 2 5542 5439
Italia
Suomi/Finland
Novartis Farma S.p.A.
Novartis Finland Oy
Tel: +39 02 96 54 1
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200



Sverige
Novartis Pharma Services Inc.
Novartis Sverige AB
: +357 22 690 690
Tel: +46 8 732 32 00


Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
SIA Novartis Baltics
Novartis Ireland Limited
Tel: +371 67 887 070
Tel: +44 1276 698370


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in

Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? Simbrinza 10 mg/ml - 2 mg/ml eye drops susp. te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Simbrinza 10 mg/ml - 2 mg/ml eye drops susp. te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Simbrinza 10 mg/ml - 2 mg/ml eye drops susp.

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG