Piqray 150 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg alpelisib.
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg alpelisib.
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg alpelisib.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet).
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten
Lichtroze, ronde, convexe filmomhulde tablet met schuine randen en met de aanduiding 'L7' aan de
ene zijde en 'NVR' aan de andere zijde. De diameter bedraagt ongeveer 7,2 mm.
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
Vaalrode, ovale, convexe filmomhulde tablet met schuine randen en met de aanduiding 'UL7' aan de
ene zijde en 'NVR' aan de andere zijde. De afmetingen zijn ongeveer: 14,2 mm (lengte); 5,7 mm
(breedte).
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
Lichtrode, ovale, convexe filmomhulde tablet met schuine randen en met de aanduiding 'YL7' aan de
ene zijde en 'NVR' aan de andere zijde. De afmetingen zijn ongeveer: 16,2 mm (lengte); 6,5 mm
(breedte).
2
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Piqray is geïndiceerd in combinatie met fulvestrant voor de behandeling van postmenopauzale
vrouwen, en mannen, met lokaal gevorderde of gemetastaseerde hormoonreceptor (HR)-positieve,
humane epidermale-groeifactorreceptor 2 (HER2)-negatieve borstkanker met een PIK3CA-mutatie na
ziekteprogressie volgend op endocriene therapie als monotherapie (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Behandeling met Piqray dient te worden ingesteld door een arts die ervaring heeft met het gebruik van
behandelingen tegen kanker.
Patiënten met HR-positieve, HER2-negatieve gevorderde borstkanker dienen voor behandeling met
Piqray te worden geselecteerd op basis van de aanwezigheid van een PIK3CA-mutatie in tumor- of
plasmamonsters, met gebruikmaking van een gevalideerde test. Als er geen mutatie wordt
gedetecteerd in een plasmamonster, dient tumorweefsel onderzocht te worden, indien beschikbaar.
Dosering
De aanbevolen dosering is 300 mg alpelisib (2 filmomhulde tabletten van 150 mg) eenmaal daags
ingenomen op continue basis. Piqray moet onmiddellijk na het eten worden ingenomen, elke dag op
ongeveer hetzelfde tijdstip (zie rubriek 5.2). De maximale aanbevolen dagdosis Piqray is 300 mg.
Als een dosis Piqray wordt gemist, kan deze onmiddellijk na het eten binnen 9 uur na het gebruikelijke
tijdstip van toediening worden ingenomen. Na meer dan 9 uur moet de dosis voor die dag worden
overgeslagen. De volgende dag moet Piqray op het gebruikelijke tijdstip worden ingenomen. Als de
patiënt braakt na het innemen van de dosis Piqray, mag de patiënt geen extra dosis innemen op die dag
en moet de patiënt de volgende dag het gebruikelijke doseringsschema hervatten op het gebruikelijke
tijdstip.
Piqray moet gelijktijdig met fulvestrant worden toegediend. De aanbevolen dosis fulvestrant is 500 mg
intramusculair toegediend op dag 1, 15 en 29, en daarna eenmaal per maand. Raadpleeg de
samenvatting van de productkenmerken voor fulvestrant.
De behandeling dient te worden voortgezet zolang er medisch voordeel wordt waargenomen of totdat
onaanvaardbare toxiciteit optreedt. Dosisaanpassingen kunnen noodzakelijk zijn om de
verdraagbaarheid te verbeteren.
Dosisaanpassingen
Voor behandeling van ernstige of onverdraagbare geneesmiddelbijwerkingen (ADR's) kan het nodig
zijn de behandeling met Piqray tijdelijk te onderbreken, de dosering te verlagen en/of de behandeling
te staken. Als verlaging van de dosis nodig is, kunnen de richtlijnen voor dosisverlaging bij ADR's in
tabel 1 worden geraadpleegd. Een maximum van 2 dosisverlagingen wordt aanbevolen; daarna moet
de behandeling van de patiënt met Piqray definitief worden gestaakt. Dosisverlaging moet worden
gebaseerd op de ergste voorgaande toxiciteit.
Tabel 1
Richtlijnen voor aanbevolen dosisverlaging van Piqray in geval van ADR's
1
Dosis en schema
300 mg/dag continu
250 mg/dag continu
Aantal en sterkte van tabletten
2 tabletten van 150 mg
1 tablet van 200 mg en 1 tablet van
50 mg
1 tablet van 200 mg
Dosisniveau Piqray
Startdosis
Eerste dosisverlaging
Tweede dosisverlaging
200 mg/dag continu
1
Slechts één dosisverlaging is toegestaan bij pancreatitis.
3
De tabellen 2-5 geven een overzicht van de aanbevelingen voor onderbreking, verlaging of stopzetting
van de dosering van Piqray bij de behandeling van specifieke ADR's. Het klinisch oordeel van de
behandelend arts, inclusief een bevestiging van laboratoriumwaarden (indien noodzakelijk geacht),
dient richting te geven aan het behandelingsplan voor elke patiënt op basis van een beoordeling van de
voordelen en risico's voor die bepaalde patiënt voor behandeling met Piqray.
Hyperglykemie
Overleg met een professionele zorgverlener met ervaring in de behandeling van hyperglykemie dient
altijd te worden overwogen en wordt aanbevolen voor patiënten die prediabetisch zijn of degenen met
nuchtere glucose (NG) > 250 mg/dl of 13,9 mmol/l, een body mass index (BMI) ≥ 30 of een leeftijd
≥ 75 jaar.
Voor patiënten met diabetes dient altijd overleg plaats te vinden met een diabetoloog of een
professionele zorgverlener met ervaring in de behandeling van hyperglykemie.
Tabel 2
Dosisaanpassing en behandeling bij hyperglykemie
Nuchtere
Aanbeveling
1
glucosewaarden (NG)
Dosisaanpassing en behandeling dienen uitsluitend te worden gebaseerd op nuchtere
glucosewaarden (plasma/bloed)
> ULN-160 mg/dl of
> ULN-8,9 mmol/l
> 160-250 mg/dl of
> 8,9-13,9 mmol/l
Aanpassing van de dosis Piqray is niet nodig.
Behandeling met orale antidiabetica starten of intensiveren
2
.
Aanpassing van de dosis Piqray is niet nodig.
Behandeling met orale antidiabetica starten of intensiveren
2
.
Als binnen 21 dagen NG niet daalt tot ≤ 160 mg/dl of 8,9 mmol/l op
behandeling met geschikte orale antidiabetica
2,3
, de dosis Piqray
verlagen met 1 dosisniveau en de specifieke aanbevelingen voor de
NG-waarde opvolgen.
Piqray onderbreken.
Behandeling met orale antidiabetica starten of intensiveren
2
en
aanvullende antidiabetica zoals insuline
3
overwegen gedurende
1-2 dagen tot de hyperglykemie verdwenen is, zoals klinisch
geïndiceerd.
Intraveneuze hydratatie toedienen en passende behandeling overwegen
(bijv. interventie voor elektrolyt-/ketoacidose-/hyperosmolaire
stoornissen).
Als NG binnen 3 tot 5 dagen daalt tot ≤ 160 mg/dl of 8,9 mmol/l op
behandeling met geschikte antidiabetica, Piqray hervatten op het
eerstvolgende lagere dosisniveau.
Als NG binnen 3 tot 5 dagen niet daalt tot ≤ 160 mg/dl of 8,9 mmol/l op
behandeling met geschikte antidiabetica, wordt overleg met een
professionele zorgverlener met expertise in de behandeling van
hyperglykemie aanbevolen.
Als binnen 21 dagen NG niet daalt tot ≤ 160 mg/dl of 8,9 mmol/l na
behandeling met geschikte antidiabetica
2,3
, definitief stoppen met de
behandeling met Piqray.
> 250-500 mg/dl of
> 13,9-27,8 mmol/l
4
> 500 mg/dl of
> 27,8 mmol/l
Piqray onderbreken.
Behandeling met geschikte antidiabetica starten of intensiveren
2,3
(intraveneuze hydratatie toedienen en passende behandeling overwegen
[bijv. interventie voor elektrolyt-/ketoacidose-/hyperosmolaire
stoornissen]); opnieuw controleren binnen 24 uur en op klinische
indicatie.
Als NG daalt tot ≤ 500 mg/dl of ≤ 27,8 mmol/l, dan de specifieke
aanbevelingen voor NG-waarde < 500 mg/dl opvolgen.
Als NG > 500 mg/dl of > 27,8 mmol/l wordt bevestigd na 24 uur,
definitief stoppen met de behandeling met Piqray.
1
2
3
Nuchtere glucosewaarden weerspiegelen de gradering van hyperglykemie volgens CTCAE-
versie 4.03; CTCAE =
Common Terminology Criteria for Adverse Events.
Toepasselijke antidiabetica, zoals metformine, SGLT2-remmers of insuline-sensitizers (zoals
thiazolidinedionen of dipeptidylpeptidase-4-remmers), moeten worden gestart en de betreffende
voorschrijfinformatie moet worden doorgenomen voor aanbevelingen ten aanzien van dosering en
dosistitratie, inclusief lokale richtlijnen voor de behandeling van diabetes. Metformine werd
aanbevolen in het klinische fase III-onderzoek, met de volgende richtlijn: Metformine dient te worden
gestart op 500 mg eenmaal daags. Op basis van verdraagbaarheid kan de dosis metformine worden
verhoogd tot 500 mg tweemaal daags, gevolgd door 500 mg bij het ontbijt en 1000 mg bij de
avondmaaltijd, gevolgd door een verdere verhoging tot 1000 mg tweemaal daags indien nodig (zie
rubriek 4.4).
Zoals aanbevolen in het klinische fase III-onderzoek, kan insuline gedurende 1-2 dagen worden
gebruikt tot de hyperglykemie verdwenen is. Dit is echter in het merendeel van de gevallen van
alpelisib-geïnduceerde hyperglykemie mogelijk niet noodzakelijk, gezien de korte halfwaardetijd van
alpelisib en de verwachting dat de glucosespiegel zal normaliseren na onderbreking van de
behandeling met Piqray.
Uitgangswaarden van diabetische status en prediabetische status, BMI ≥ 30 en leeftijd ≥ 75 jaar bleken
risicofactoren te zijn voor hyperglykemie bij patiënten die behandeld werden met alpelisib. Deze
risicofactoren waren aanwezig bij 74,7% van patiënten met een willekeurige graad van hyperglykemie
en bij 86,2% van patiënten met een hyperglycemie van graad 3 of 4 (zie rubriek 4.4).
5
Rash
Bij de start van de behandeling met Piqray kan profylactische toediening van orale antihistaminica
worden overwogen. Verder worden antihistaminica aanbevolen om symptomen van rash (huiduitslag)
te behandelen.
Behandeling met topische corticosteroïden dient te worden gestart bij de eerste tekenen van rash, en
systemische corticosteroïden dienen te worden overwogen voor matige tot ernstige rash. Afhankelijk
van de ernst van de rash kan het nodig zijn de dosering van Piqray te verlagen of de behandeling met
Piqray te onderbreken of te staken, zoals is beschreven in tabel 3 (zie rubriek 4.8).
Tabel 3
Dosisaanpassing en behandeling bij rash
Aanbeveling
Overleg met een dermatoloog dient altijd te worden
overwogen.
Aanpassing van de dosis Piqray is niet nodig.
Behandeling met topische corticosteroïden starten.
Toevoegen van orale antihistaminica overwegen om
symptomen te behandelen.
Als actieve rash niet binnen 28 dagen na de gepaste
behandeling is verbeterd, voeg dan een lage dosis
systemisch corticosteroïd toe.
Aanpassing van de dosis Piqray is niet nodig.
Behandeling met topische corticosteroïden en orale
antihistaminica starten of intensiveren.
Behandeling met systemische corticosteroïden in een lage
dosering overwegen.
Als rash binnen 10 dagen verbetert tot graad ≤1, mag het
systemisch corticosteroïd worden stopgezet.
Piqray onderbreken tot rash verbetert tot graad ≤ 1.
Behandeling met topische/systemische corticosteroïden en
antihistaminica starten of intensiveren.
Zodra rash verbetert tot graad ≤ 1, Piqray hervatten op het
eerstvolgende lagere dosisniveau.
Piqray definitief stopzetten.
Graad
1
Alle graden
Graad 1
(< 10% lichaamsoppervlak [body
surface area,
BSA] met actieve
huidtoxiciteit)
Graad 2
(10-30% BSA met actieve
huidtoxiciteit)
Graad 3 (bijv. ernstige rash die niet
op medische behandeling reageert)
(> 30% BSA met actieve
huidtoxiciteit)
Graad 4 (bijv. huidaandoeningen met
ernstige bulleuze huiduitslag,
blaarvorming of exfoliatie)
(elk percentage BSA geassocieerd
met uitgebreide superinfectie, waarbij
intraveneuze antibiotica zijn
geïndiceerd; levensbedreigende
gevolgen)
1
Gradering volgens CTCAE-versie 5.0
6
Diarree of colitis
Tabel 4
Graad
1
Graad 1
Dosisaanpassing en behandeling bij diarree of colitis
Aanbeveling
Aanpassing van de dosis Piqray is niet nodig. Geschikte medische behandeling
starten en monitoren zoals klinisch geïndiceerd.
Graad 2
2
Behandeling met Piqray onderbreken.
Geschikte medische behandeling starten of intensiveren en monitoren zoals
klinisch geïndiceerd.
Als diarree of colitis verbetert tot graad ≤ 1, Piqray hervatten op hetzelfde
dosisniveau.
Voor terugkerende diarree of colitis graad ≥2, behandeling met Piqray
onderbreken tot verbetering tot graad ≤ 1, vervolgens Piqray hervatten op het
eerstvolgende lagere dosisniveau.
2,3
Graad 3
Behandeling met Piqray onderbreken.
Geschikte medische behandeling starten of intensiveren en monitoren zoals
klinisch geïndiceerd.
Als diarree of colitis verbetert tot graad ≤ 1, Piqray hervatten op het
eerstvolgende lagere dosisniveau.
2,3
Graad 4
Piqray definitief stopzetten
1
Gradering volgens CTCAE-versie 5.0.
2
Voor graad ≥2 bijkomende behandeling overwegen, zoals steroïden.
3
Patiënten moeten aanvullend worden behandeld volgens de lokale zorgstandaard, inclusief
controle van de elektrolyten, toediening van anti-emetica en antidiarrhoica en/of extra vocht
en elektrolytsupplementen, zoals klinisch geïndiceerd.
Andere toxiciteiten
Tabel 5
Dosisaanpassing en behandeling bij andere toxiciteiten (exclusief hyperglykemie,
rash en diarree of colitis)
Aanbeveling
Aanpassing van de dosis Piqray is niet nodig. Geschikte medische behandeling
starten en monitoren indien klinisch geïndiceerd
2,3
.
Behandeling met Piqray onderbreken tot verbetering tot graad ≤ 1, vervolgens
Piqray hervatten op het eerstvolgende lagere dosisniveau
2
.
Piqray definitief stopzetten
3
.
Graad
1
Graad 1 of 2
Graad 3
Graad 4
1
2
3
Gradering volgens CTCAE-versie 5.0
In geval van pancreatitis van graad 2 en 3 de behandeling met Piqray onderbreken tot verbetering tot
graad ≤ 1 en hervatten op het eerstvolgende lagere dosisniveau. Slechts één dosisverlaging is
toegestaan. Als opnieuw toxiciteit optreedt, behandeling met Piqray definitief stopzetten.
In geval van verhoogd totaalbilirubine van graad 2: behandeling met Piqray onderbreken tot herstel tot
graad ≤ 1 en hervatten in dezelfde dosis indien verdwenen in ≤ 14 dagen of hervatten op het
eerstvolgende lagere dosisniveau indien verdwenen in > 14 dagen.
7
Speciale populaties
Ouderen
Bij patiënten van 65 jaar of ouder is geen aanpassing van het doseringsschema nodig (zie rubriek 5.2).
Er zijn beperkte gegevens beschikbaar bij patiënten ≥ 75 jaar, en vooral bij patiënten ≥ 85 jaar.
Nierinsufficiëntie
Op grond van farmacokinetische populatieanalyse hoeft de dosering niet te worden aangepast bij
patiënten met lichte of matige nierinsufficiëntie (zie rubriek 5.2). Voorzichtigheid dient te worden
betracht bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie, omdat er bij deze patiëntengroep geen ervaring is
met Piqray.
Leverinsufficiëntie
Op grond van een onderzoek naar leverinsufficiëntie bij proefpersonen zonder kanker met
leverinsufficiëntie, is er geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met lichte, matige of ernstige
leverinsufficiëntie (respectievelijk Child-Pugh-score A, B of C) (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Piqray bij kinderen in de leeftijd van 0-18 jaar zijn niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Piqray is voor oraal gebruik. De tabletten moeten in hun geheel worden doorgeslikt. Ze mogen niet
worden stukgekauwd, verpulverd of gebroken voordat ze worden doorgeslikt. Tabletten die gebroken,
gebarsten of anderszins niet intact zijn, mogen niet worden ingenomen.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Fulvestrant
Wegens beperkte gegevens bij patiënten die eerder behandeld werden met fulvestrant (n=39,
onderzoek CBYL719X2101), wordt de werkzaamheid bij deze populatie niet als vastgesteld
beschouwd (zie rubriek 5.1).
Overgevoeligheid (inclusief anafylactische reactie)
Ernstige overgevoeligheidsreacties (waaronder anafylactische reactie, anafylactische shock en angio-
oedeem), die zich uitten in de vorm van symptomen zoals, onder andere, dyspneu, blozen, rash, koorts
of tachycardie, werden gemeld bij patiënten die met Piqray werden behandeld (zie rubriek 4.8). Piqray
dient definitief te worden stopgezet en mag niet opnieuw gestart worden bij patiënten met ernstige
overgevoeligheidsreacties. Passende behandeling dient onmiddellijk te worden gestart.
8
Ernstige huidreacties
Ernstige huidreacties zijn gemeld bij gebruik van alpelisib. In het klinische fase III-onderzoek werden
Stevens-Johnson-syndroom (SJS) en erythema multiforme (EM) gemeld bij respectievelijk 1 (0,4%)
en 3 (1,1%) patiënten. In de postmarketingsetting is een geneesmiddelenreactie met eosinofilie en
systemische symptomen (DRESS-syndroom) gemeld (zie rubriek 4.8).
Behandeling met Piqray mag niet worden gestart bij patiënten met een voorgeschiedenis van ernstige
huidreacties.
Patiënten dienen te worden geïnformeerd over de tekenen en symptomen van ernstige huidreacties
(bijv. een prodroom van koorts, griepachtige symptomen, mucosale laesies of progressieve
huiduitslag). Als tekenen of symptomen van ernstige huidreacties aanwezig zijn, dient Piqray te
worden onderbroken totdat de etiologie van de reactie is vastgesteld. Overleg met een dermatoloog
wordt aanbevolen.
Als een ernstige huidreactie wordt bevestigd, dient Piqray definitief te worden stopgezet. Piqray mag
niet opnieuw gestart worden bij patiënten die eerder ernstige huidreacties hebben doorgemaakt. Als
een ernstige huidreactie niet wordt bevestigd, kan het nodig zijn de behandeling met Piqray te
onderbreken, de dosis te verlagen of de behandeling stop te zetten zoals is beschreven in tabel 3 (zie
rubriek 4.2).
Hyperglykemie
Ernstige hyperglykemie, in sommige gevallen geassocieerd met hyperglykemisch hyperosmolair
niet-ketotisch syndroom (HHNKS) of ketoacidose, is waargenomen bij patiënten behandeld met
Piqray. Er is een aantal gevallen van ketoacidose met fatale afloop gemeld in de postmarketingsetting.
In het klinische fase III-onderzoek trad hyperglykemie vaker op bij patiënten die ten tijde van de
screening diabetisch waren (0 van 12 patiënten [0%] met graad 1-2, en 10 van 12 patiënten [83,3%]
met graad 3-4), of prediabetisch (42 van 159 patiënten [26,4%] met graad 1-2, en 77 van 159 patiënten
[48,4%] met graad 3-4), of een BMI hadden van ≥ 30 (13 van 74 patiënten [17,6%] met graad 1-2, en
38 van 74 patiënten [51,4%] met graad 3-4), of
75 jaar waren (6 van 34 patiënten [17,6%] met
graad 1-2, en 19 van 34 patiënten [55,9%] met graad 3-4).
Aangezien hyperglykemie snel kan optreden na het starten van de behandeling, worden frequente
zelfcontroles aanbevolen in de eerste 4 weken en met name in de eerste 2 weken van de behandeling,
zoals klinisch geïndiceerd. Een aanbevolen schema voor nuchtere glucosecontroles wordt
weergegeven in tabel 6.
In het klinische fase III-onderzoek intensiveerden patiënten met een voorgeschiedenis van diabetes
mellitus het gebruik van antidiabetica tijdens hun behandeling met Piqray.
Alle patiënten dienen te worden geïnstrueerd over veranderingen in levensstijl die hyperglykemie
mogelijk reduceren (bijv. dieet en lichaamsbeweging).
9
Tabel 6
Schema voor nuchtere glucosecontroles
Aanbevolen schema voor het
controleren van nuchtere glucose-
en HbA1c-waarden bij alle
patiënten behandeld met Piqray
Aanbevolen schema voor het
controleren van nuchtere glucose-
en HbA1c-waarden bij patiënten
met diabetes, prediabetes,
BMI ≥ 30 of leeftijd ≥ 75 jaar
behandeld met Piqray
Tijdens de screening,
Op nuchtere plasmaglucose (NPG) en HbA1c testen en de
voordat de
bloedglucosespiegel van de patiënt optimaliseren (zie tabel 2).
behandeling met
Piqray wordt gestart
Na het starten van
Nuchtere glucose controleren in week 1, 2, 4, 6 en 8 na de start van de
de behandeling met
behandeling, en daarna maandelijks.
Piqray
Regelmatig nuchtere glucose (zelf)
Dagelijks in de eerste 2 weken van de
controleren, vaker in de eerste
behandeling nuchtere glucose (zelf)
4 weken en met name in de eerste
controleren. Vervolgens doorgaan
2 weken van de behandeling, volgens met controleren van nuchtere
de instructies van een professionele
glucose, zo frequent als nodig is om
zorgverlener*.
de hyperglykemie te behandelen,
volgens de instructies van een
professionele zorgverlener*.
HbA1c dient na 4 weken behandeling en daarna elke 3 maanden te worden
gecontroleerd.
Als zich
Regelmatig nuchtere glucose controleren conform de lokale zorgstandaard en
hyperglykemie
in elk geval totdat nuchtere glucose daalt tot normale waarden.
ontwikkelt na het
Tijdens behandeling met antidiabetica doorgaan met de controle van nuchtere
starten van de
glucose, ten minste eenmaal per week gedurende 8 weken, gevolgd door
behandeling met
eenmaal in de 2 weken, en nuchtere glucose controleren volgens de instructies
Piqray
van een professionele zorgverlener met expertise in de behandeling van
hyperglykemie.
* Alle controles van glucose dienen te worden uitgevoerd naar het oordeel van de arts zoals klinisch
geïndiceerd.
Patiënten dienen te worden geïnformeerd over de tekenen en symptomen van hyperglykemie (bijv.
overmatige dorst, vaker urineren dan gebruikelijk of een grotere hoeveelheid urine dan gebruikelijk,
verhoogde eetlust met gewichtsverlies).
Van de 190 patiënten met hyperglykemie werd 87,4% (166/190) behandeld met antidiabetische
medicatie, en 75,8% (144/190) meldde het gebruik van metformine als enige middel of in combinatie
met andere antidiabetische medicatie (bijv. insuline, dipeptidylpeptidase-4 (DPP-4)-remmers, SGLT2-
remmers en sulfonylurea).
Orale antidiabetische medicatie werd gebruikt bij 154 patiënten. Van deze 154 patiënten, zetten 17
(11,0%) de studiebehandeling stop vanwege hyperglykemie. Gelijktijdige insuline-medicatie werd
gebruikt bij 54 patiënten; van deze zetten 13 (24,1%) de studiebehandeling stop vanwege
hyperglykemie.
Van de 162 patiënten met graad ≥ 2 hyperglykemie hadden er 155 ten minste 1 graad verbetering en
de mediane tijd tot verbetering vanaf het eerste voorval was 8 dagen (95%-BI: 8 tot 10).
Bij de patiënten met verhoogde NPG die de behandeling met fulvestrant voortzetten na stopzetting van
Piqray (n=58), keerde bij 98,3% (n=57) de NPG-spiegel terug naar de uitgangswaarde.
10
De veiligheid van Piqray bij patiënten met diabetes type 1 en ongecontroleerde diabetes type 2 is niet
vastgesteld, omdat deze patiënten werden uitgesloten van het klinische fase III-onderzoek. Patiënten
met een medische voorgeschiedenis van diabetes type 2 werden geïncludeerd. Patiënten met een
voorgeschiedenis van diabetes mellitus hebben mogelijk geïntensiveerde diabetesbehandeling nodig
en moeten nauwlettend worden gecontroleerd.
Afhankelijk van de ernst van de hyperglykemie kan het nodig zijn de dosis Piqray te onderbreken of te
verlagen of de behandeling met Piqray te staken, zoals is beschreven in tabel 2 (zie rubriek 4.2).
Pneumonitis
Pneumonitis, inclusief ernstige gevallen van pneumonitis/acute interstitiële longziekte, is gemeld bij
patiënten behandeld met Piqray in klinische onderzoeken. Patiënten dienen geïnformeerd te worden
dat ze nieuwe of verergerende ademhalingssymptomen onmiddellijk moeten melden. Bij patiënten met
nieuwe of verergerende ademhalingssymptomen of bij wie vermoed wordt dat ze pneumonitis hebben
ontwikkeld, dient de behandeling met Piqray onmiddellijk te worden onderbroken en moet de patiënt
worden onderzocht op pneumonitis. Een diagnose van niet-infectieuze pneumonitis dient te worden
overwogen bij patiënten die niet-specifieke respiratoire tekenen en symptomen vertonen zoals
hypoxie, hoest, dyspneu of interstitiële infiltraten bij radiologisch onderzoek en bij wie infectieuze,
neoplastische en andere oorzaken zijn uitgesloten door middel van de daarvoor geëigende
onderzoeken. Piqray moet definitief worden stopgezet bij alle patiënten met bevestigde pneumonitis.
Diarree of colitis
Patiënten moeten worden gecontroleerd op diarree en andere verschijnselen van colitis, zoals buikpijn
en slijm of bloed in de stoelgang.
Ernstige diarree en klinische gevolgen, zoals dehydratie en acute nierschade, werden gemeld
gedurende de behandeling met Piqray en losten op met gepaste interventie. Van de patiënten kreeg
59,5% (n=169) diarree gedurende de behandeling met Piqray. Diarree van graad 3 kwam voor bij 7%
(n=20) van de patiënten met geen gemelde gevallen van graad 4. Bij de patiënten met diarree van
graad 2 of 3 (n=76) was de mediane tijd tot het optreden 50 dagen (spreiding: 1 tot 954 dagen).
Dosisverlagingen van Piqray waren vereist bij 5,6% van de patiënten en 2,8% van de patiënten zette
Piqray stop vanwege diarree. Bij de 169 patiënten die diarree kregen, waren bij 64,5% (109/169)
antidiarrhoica (bijv. loperamide) vereist om de klachten onder controle te krijgen.
Op basis van de ernst van de diarree of colitis, kan dosisonderbreking, -verlaging of stopzetting van
Piqray vereist zijn zoals beschreven in tabel 4 (zie rubriek 4.2).
Patiënten moeten worden aangeraden om met antidiarrhoica te starten, de inname van orale
vloeistoffen te verhogen en hun arts op de hoogte te brengen als diarree of andere verschijnselen van
colitis optreden tijdens de behandeling met Piqray. In geval van colitis kan bijkomende behandeling,
zoals steroïden, overwogen worden indien klinisch geïndiceerd.
Osteonecrose van de kaak
Voorzichtigheid is geboden wanneer Piqray en bisfosfonaten of RANK-ligandremmers (bijv.
denosumab) ofwel gelijktijdig ofwel opeenvolgend worden gebruikt. Behandeling met Piqray mag niet
worden gestart bij patiënten met aanhoudende osteonecrose van de kaak als gevolg van een eerdere of
gelijktijdige behandeling met bisfosfonaten/denosumab. Patiënten moeten worden ingelicht dat ze
nieuwe of verergerende orale symptomen tijdens de behandeling met Piqray (zoals tandmobiliteit, pijn
of zwelling, het niet genezen van wondjes in de mond, of afscheiding) onmiddellijk moeten melden.
Bij patiënten die osteonecrose van de kaak ontwikkelen, moet standaard medische behandeling
worden gestart.
11
Symptomatische viscerale ziekte
De veiligheid en werkzaamheid van dit geneesmiddel werden niet bestudeerd bij patiënten met
symptomatische viscerale ziekte.
Natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per filmomhulde tablet, dat wil zeggen
dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Geneesmiddelen die de plasmaconcentraties van alpelisib kunnen verhogen
BCRP-remmers
Alpelisib is een substraat voor BCRP
in vitro.
BCRP is betrokken bij de hepatobiliaire export en
intestinale secretie van alpelisib; daarom kan remming van BCRP in de lever en darmen tijdens de
eliminatie leiden tot een verhoging van de systemische blootstelling aan alpelisib. Daarom is
voorzichtigheid geboden en wordt controle op toxiciteit geadviseerd tijdens gelijktijdige behandeling
met remmers van BCRP (bijv. eltrombopag, lapatinib, pantoprazol).
Geneesmiddelen die de plasmaconcentraties van alpelisib kunnen verlagen
Zuurverlagende middelen
Gelijktijdige toediening van de H2-receptorantagonist ranitidine in combinatie met een enkelvoudige
300 mg orale dosis alpelisib verminderde de biologische beschikbaarheid van alpelisib enigszins en
verlaagde de algehele blootstelling aan alpelisib. In aanwezigheid van een vetarme en caloriearme
(low-fat
low-calorie,
LFLC) maaltijd was AUC
inf
verlaagd met gemiddeld 21% en C
max
met 36% bij
gebruik van ranitidine. In afwezigheid van voedsel was het effect uitgesprokener, met een daling van
30% voor AUC
inf
en een daling van 51% voor C
max
bij gebruik van ranitidine vergeleken met de
nuchtere toestand zonder gelijktijdige toediening van ranitidine. Uit farmacokinetisch populatie-
onderzoek bleek geen significant effect van gelijktijdige toediening van zuurverminderende middelen,
waaronder protonpompremmers, H2-receptorantagonisten en antacida, op de farmacokinetiek van
alpelisib. Daarom kan alpelisib gelijktijdig met zuurverminderende middelen worden toegediend, mits
alpelisib onmiddellijk na het eten wordt ingenomen (zie rubriek 4.2).
CYP3A4-inductoren
Toediening van 600 mg rifampicine (een sterke CYP3A4-inductor) eenmaal daags gedurende 7 dagen,
gevolgd door gelijktijdige toediening van een enkele orale dosis van 300 mg alpelisib op dag 8,
verlaagde de C
max
van alpelisib met 38% en de AUC met 57% bij gezonde volwassenen (N=25).
Gelijktijdige toediening van rifampicine 600 mg eenmaal daags gedurende 15 dagen met alpelisib
300 mg eenmaal daags vanaf dag 8 tot dag 15 verminderde de steady-state alpelisib C
max
met 59% en
de AUC met 74%.
Gelijktijdige toediening met een sterke CYP3A4-inductor verlaagt de AUC van alpelisib, wat de
werkzaamheid van alpelisib kan verminderen. Gelijktijdige toediening van alpelisib met sterke
CYP3A4-inductoren (bijv. apalutamide, carbamazepine, enzalutamide, mitotaan, fenytoïne,
rifampicine, Sint-Janskruid) moet worden vermeden en de selectie van een alternatief gelijktijdig
geneesmiddel voor gelijktijdig gebruik, met geen of minimaal potentieel om CYP3A4 te induceren,
moet worden overwogen.
12
Geneesmiddelen waarvan de plasmaconcentraties door alpelisib kan worden gewijzigd
Op basis van de resultaten van metabole
in vitro
uitgevoerde inductie- en inhibitieonderzoeken
induceert alpelisib mogelijk de metabole klaring van gelijktijdig toegediende geneesmiddelen
gemetaboliseerd door CYP2B6, CYP2C9 en CYP3A, en remt alpelisib mogelijk de metabole klaring
van gelijktijdig toegediende geneesmiddelen gemetaboliseerd door CYP2C8, CYP2C9, CYP2C19 en
CYP3A4 (tijdsafhankelijke remming) indien voldoende hoge concentraties worden bereikt
in vivo.
CYP3A4-substraten
Er is geen dosisaanpassing nodig als Piqray gelijktijdig wordt toegediend met CYP3A4-substraten
(bijv. everolimus, midazolam).
In een onderzoek naar geneesmiddelinteractie werd bevestigd dat er bij gelijktijdige toediening van
alpelisib en everolimus, een gevoelig CYP3A4-substraat, geen sprake is van klinisch significante
farmacokinetische interacties (stijging van AUC met 11,2%) tussen alpelisib en CYP3A4-substraten.
Er werd geen verandering in de blootstelling aan everolimus waargenomen bij alpelisib-doses
variërend van 250 tot 300 mg.
Voorzichtigheid is geboden wanneer Piqray wordt gebruikt in combinatie met CYP3A4-substraten die
ook een aanvullend tijdsafhankelijk inhibitie- en inductiepotentieel op CYP3A4 hebben dat het eigen
metabolisme beïnvloedt (bijv. rifampicine, ribociclib, encorafenib).
CYP2C9-substraten met een smalle therapeutische breedte
Bij gebrek aan klinische gegevens over CYP2C9 is voorzichtigheid geboden. Uit
in vitro-onderzoeken
is gebleken dat de farmacologische activiteit van CYP2C9-substraten met een smalle therapeutische
index zoals warfarine kan worden verminderd door CYP2C9-inducerende effecten van alpelisib.
Gevoelige CYP2B6-substraten met een smalle therapeutische breedte
Gevoelige CYP2B6-substraten (bijv. bupropion) of CYP2B6-substraten met een smalle therapeutische
breedte dienen met voorzichtigheid gebruikt te worden in combinatie met Piqray, aangezien alpelisib
de klinische activiteit van deze geneesmiddelen mogelijk vermindert.
Stoffen die substraten van transporteiwitten zijn
In-vitro-evaluaties
wezen uit dat alpelisib (en/of zijn metaboliet BZG791) het vermogen heeft om de
activiteit van OAT3-geneesmiddeltransporteiwitten en intestinaal BCRP en P-gp te remmen.
Voorzichtigheid is geboden bij gebruik van Piqray in combinatie met gevoelige substraten van deze
transporteiwitten die een smalle therapeutische index vertonen, omdat Piqray de systemische
blootstelling aan deze substraten kan verhogen.
Hormonale anticonceptiva
Er zijn geen klinische onderzoeken uitgevoerd waarin het geneesmiddelinteractiepotentieel tussen
alpelisib en hormonale anticonceptiva werd beoordeeld.
13
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Piqray is geïndiceerd bij mannen en postmenopauzale vrouwen. Het mag niet worden gebruikt bij
vrouwen die (mogelijk) zwanger zijn of borstvoeding geven (zie rubriek 4.1).
Vrouwen die zwanger kunnen worden/Anticonceptie bij mannen en vrouwen
Vrouwen die zwanger kunnen worden, dienen ervan op de hoogte te worden gesteld dat dieronderzoek
en het werkingsmechanisme hebben aangetoond dat alpelisib een schadelijk effect kan hebben op de
zich ontwikkelende foetus. In onderzoeken naar de embryo-foetale ontwikkeling bij ratten en konijnen
is aangetoond dat orale toediening van alpelisib tijdens de organogenese embryotoxiciteit,
foetotoxiciteit en teratogeniteit induceerde (zie rubriek 5.3).
In het geval dat vrouwen die zwanger kunnen worden Piqray gebruiken, dienen zij effectieve
anticonceptie (bijv. dubbele-barrièremethoden) te gebruiken in de periode dat ze Piqray gebruiken en
nog minstens 1 week na het staken van de behandeling met Piqray.
Mannelijke patiënten met een seksuele partner die zwanger is, mogelijk zwanger is of zwanger kan
worden, dienen tijdens geslachtsgemeenschap een condoom te gebruiken in de periode dat ze Piqray
gebruiken en nog minstens 1 week na het staken van de behandeling met Piqray.
Raadpleeg rubriek 4.6 van de samenvatting van de productkenmerken voor fulvestrant.
Zwangerschap
Piqray is niet geïndiceerd en mag niet gebruikt worden bij vrouwen die zwanger zijn of zwanger
kunnen zijn (zie rubriek 4.1).
Er zijn geen gegevens over het gebruik van alpelisib bij zwangere vrouwen. Uit dieronderzoek is
reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3). Piqray wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens de
zwangerschap en bij vrouwen die zwanger kunnen worden en geen anticonceptie toepassen.
De zwangerschapsstatus van vrouwen die zwanger kunnen worden, dient te worden gecontroleerd
voordat de behandeling met Piqray wordt gestart.
Borstvoeding
Het is niet bekend of alpelisib bij mensen of dieren in de moedermelk wordt uitgescheiden.
Vanwege de mogelijkheid van ernstige bijwerkingen bij zuigelingen die borstvoeding krijgen, wordt
aanbevolen dat vrouwen tijdens de behandeling en nog minstens 1 week na de laatste dosis Piqray
geen borstvoeding geven.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over de effecten van alpelisib op de vruchtbaarheid. Op grond van onderzoek
bij dieren naar toxiciteit bij herhaalde dosering kan alpelisib de vruchtbaarheid van mannen en
vrouwen in de vruchtbare leeftijd verminderen (zie rubriek 5.3).
14
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Piqray heeft geringe invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
Patiënten dienen geïnformeerd te worden dat ze voorzichtig moeten zijn bij het besturen van
voertuigen of het bedienen van machines als ze tijdens behandeling last hebben van vermoeidheid of
wazig zien (zie rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Het veiligheidsprofiel is gebaseerd op gegevens van 284 patiënten in de behandelingsgroep met Piqray
plus fulvestrant van het dubbelblind, placebogecontroleerd fase III-onderzoek.
De meest voorkomende bijwerkingen (gemeld met een frequentie > 20% in de gecombineerde
onderzoekspopulatie met en zonder mutatie) waren plasmaglucose verhoogd (79,2%), creatinine
verhoogd (67,6%), diarree (59,5%), gammaglutamyltransferase verhoogd (53,2%), rash (51,8%),
lymfocytentelling verlaagd (55,3%), misselijkheid (46,8%), alanineaminotransferase verhoogd
(44,0%), anemie (44,0%), vermoeidheid (43,3%), lipase verhoogd (42,6%), verminderde eetlust
(35,9%), stomatitis (30,3%), braken (28,5%), gewicht verlaagd (27,8%), hypocalciëmie (27,8%),
plasmaglucose verlaagd (26,8%), geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT) verlengd (22,2%) en
alopecie (20,4%).
De meest voorkomende bijwerkingen van graad 3 of 4 (gemeld met een frequentie ≥ 2%) waren
plasmaglucose verhoogd (39,1%), rash (19,4%), gammaglutamyltransferase verhoogd (12,0%),
lymfocytentelling verlaagd (9,2%), diarree (7,0%), lipase verhoogd (7,0%), hypokaliëmie (6,3%),
vermoeidheid (5,6%), gewicht verlaagd (5,3%), anemie (4,9%), hypertensie (4,6%),
alanineaminotransferase verhoogd (4,2%), misselijkheid (2,8%), creatinine verhoogd (2,8%),
stomatitis (2,5%), hypocalciëmie (2,1%) en mucosale ontsteking (2,1%).
De bijwerkingen die het vaakst leidden tot staken van de behandeling waren hyperglykemie (6,3%),
rash (4,2%), diarree (2,8%) en vermoeidheid (2,5%).
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De bijwerkingen uit het klinische fase III-onderzoek en tijdens postmarketingervaring (tabel 7) worden
vermeld op basis van systeem/orgaanklasse volgens MedDRA. Binnen elke systeem/orgaanklasse zijn
de bijwerkingen gerangschikt naar frequentie, met de meest voorkomende bijwerkingen eerst. Binnen
elke frequentiegroep worden de bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. Daarnaast is de
overeenkomstige frequentiecategorie voor elke bijwerking gebaseerd op de volgende conventie: zeer
vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000);
zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
15
Tabel 7
Bijwerkingen waargenomen in klinisch fase III-onderzoek en tijdens
postmarketingervaring
Graad 3 of 4 (%)
2 (0,7)*
14 (4,9)*
26 (9,2)
4 (1,4)*
2 (0,7)*
111 (39,1)
1 (0,4)
2 (0,7)*
18 (6,3)
6 (2,1)
1 (0,4)
1 (0,4)*
2 (0,7)
Niet bekend
Bijwerking
Alle graden (%)
Infecties en parasitaire aandoeningen
Urineweginfectie
1
Zeer vaak
29 (10,2)
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Anemie
Zeer vaak
125 (44,0)
Lymfocytentelling verlaagd
Zeer vaak
157 (55,3)
Plaatjestelling verlaagd
Zeer vaak
43 (15,1)
Immuunsysteemaandoeningen
Overgevoeligheid
2
Vaak
11 (3,9)
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Plasmaglucose verhoogd
Zeer vaak
225 (79,2)
Plasmaglucose verlaagd
Zeer vaak
76 (26,8)
Verminderde eetlust
Zeer vaak
102 (35,9)
Hypokaliëmie
Zeer vaak
42 (14,8)
Hypocalciëmie
Zeer vaak
79 (27,8)
Magnesium verlaagd
Zeer vaak
34 (12,0)
Dehydratie
Vaak
10 (3,5)
3
Ketoacidose
Soms
2 (0,7)
Hyperglykemisch
Niet bekend Niet bekend
hyperosmolair niet-ketotisch syndroom
(HHNKS)
#
Psychische stoornissen
Insomnia
Vaak
22 (7,7)
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Zeer vaak
55 (19,4)
Dysgeusie
4
Zeer vaak
44 (15,5)
Oogaandoeningen
Gezichtsvermogen wazig
Vaak
15 (5,3)
Droog oog
Vaak
10 (3,5)
Bloedvataandoeningen
Hypertensie
Vaak
27 (9,5)
Lymfoedeem
Vaak
16 (5,6)
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Pneumonitis
5
Vaak
5 (1,8)
Maagdarmstelselaandoeningen
Diarree
Zeer vaak
169 (59,5)
Misselijkheid
Zeer vaak
133 (46,8)
6
Stomatitis
Zeer vaak
86 (30,3)
Braken
Zeer vaak
81 (28,5)
Abdominale pijn
Zeer vaak
50 (17,6)
Zeer vaak
33 (11,6)
Dyspepsie
Tandpijn
Vaak
13 (4,6)
Gingivitis
Vaak
11 (3,9)
Gingiva-pijn
Vaak
9 (3,2)
Cheilitis
Vaak
8 (2,8)
Pancreatitis
Soms
1 (0,4)
#
Colitis
Niet bekend Niet bekend
2 (0,7)*
1 (0,4)*
1 (0,4)*
13 (4,6)
1 (0,4)*
20 (7,0)*
8 (2,8)*
7 (2,5)*
2 (0,7)*
4 (1,4)*
1 (0,4)*
1 (0,4)*
1 (0,4)
Niet bekend
16
Huid- en onderhuidaandoeningen
Rash
7
Zeer vaak
Alopecia
Zeer vaak
Pruritus
Zeer vaak
8
Droge huid
Zeer vaak
9
Erytheem
Vaak
10
Dermatitis
Vaak
Palmoplantair erytrodysesthesiesyndroom
Vaak
Erythema multiforme
Vaak
Stevens-Johnson-syndroom
Soms
Geneesmiddelenreactie met eosinofilie en
Niet bekend
#
systemische symptomen (DRESS-syndroom)
Angio-oedeem
#
Niet bekend
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Spierspasmen
Vaak
Myalgie
Vaak
Osteonecrose van kaak
Vaak
Nier- en urinewegaandoeningen
Acuut nierletsel
Vaak
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vermoeidheid
11
Zeer vaak
Mucosale ontsteking
Zeer vaak
Perifeer oedeem
Zeer vaak
Pyrexie
Zeer vaak
12
Mucosale droogheid
Zeer vaak
13
Oedeem
Vaak
Onderzoeken
Gewicht verlaagd
Zeer vaak
Bloedcreatinine verhoogd
Zeer vaak
Gammaglutamyltransferase verhoogd
Zeer vaak
Alanineaminotransferase verhoogd
Zeer vaak
Lipase verhoogd
Zeer vaak
Geactiveerde partiële tromboplastinetijd
Zeer vaak
(aPTT) verlengd
Albumine verlaagd
Zeer vaak
Geglycosyleerde hemoglobine verhoogd
Vaak
*
#
1
2
3
4
5
6
7
147 (51,8)
58 (20,4)
53 (18,7)
53 (18,7)
18 (6,3)
10 (3,5)
5 (1,8)
3 (1,1)
1 (0,4)
Niet bekend
Niet bekend
22 (7,7)
19 (6,7)
16 (5,6)
16 (5,6)
123 (43,3)
56 (19,7)
47 (16,5)
45 (15,8)
36 (12,7)
18 (6,3)
79 (27,8)
192 (67,6)
151 (53,2)
125 (44,0)
121 (42,6)
63 (22,2)
41 (14,4)
8 (2,8)
55 (19,4)*
2 (0,7)*
1 (0,4)*
2 (0,7)*
2 (0,7)*
2 (0,7)*
1 (0,4)*
Niet bekend
Niet bekend
1 (0,4)*
5 (1,8)*
5 (1,8)
16 (5,6)*
6 (2,1)*
2 (0,7)
1 (0,4)*
15 (5,3)*
8 (2,8)*
34 (12,0)
12 (4,2)*
20 (7,0)
2 (0,7)
1 (0,4)
0
8
9
10
11
12
13
Er werden geen bijwerkingen van graad 4 waargenomen
Bijwerkingen gemeld tijdens postmarketingervaring. Deze zijn afkomstig van spontane meldingen waarbij
het niet altijd mogelijk is de frequentie of een causaal verband met de blootstelling aan het geneesmiddel
op betrouwbare wijze vast te stellen.
Urineweginfectie: omvat ook één geval van urosepsis
Overgevoeligheid: omvat ook allergische dermatitis
Ketoacidose: omvat ook diabetische ketoacidose (zie rubriek 4.4)
Dysgeusie: omvat ook ageusie, hypogeusie
Pneumonitis: omvat ook interstitiële longziekte
Stomatitis: omvat ook aften en mondulceratie
Rash: omvat ook maculopapuleuze rash, vlekkerige rash, gegeneraliseerde rash, papuleuze rash,
pruritische rash
Droge huid: omvat ook huidkloven, xerose, xeroderma
Erytheem: omvat ook gegeneraliseerd erytheem
Dermatitis: omvat ook acneïforme dermatitis
Vermoeidheid: omvat ook asthenie
Mucosale droogheid: omvat ook droge mond, vulvovaginale droogte
Oedeem: omvat ook aangezichtszwelling, gezichtsoedeem, ooglidoedeem
17
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Hyperglykemie
Hyperglykemie (NPG > 160 mg/dl) werd gemeld bij 190 (66,9%) patiënten; gevallen van graad 2
(NPG 160-250 mg/dl), graad 3 (NPG > 250-500 mg/dl) en graad 4 (NPG > 500 mg/dl) werden gemeld
bij respectievelijk 16,2%, 33,8% en 4,6% van de patiënten.
Op basis van NPG- en HbA1c-uitgangswaarden werd 56% van de patiënten beschouwd als
prediabetisch (NPG > 100-126 mg/dl [5,6 tot 6,9 mmol/l] en/of HbA1c 5,7-6,4%) en werd 4,2% van
de patiënten beschouwd als diabetisch (NPG ≥ 126 mg/dl [≥ 7,0 mmol/l] en/of HbA1c ≥ 6,5%). Bij
74,8% van de patiënten die bij aanvang prediabetisch waren, deed zich hyperglykemie (alle graden)
voor bij behandeling met alpelisib. Bij alle patiënten met hyperglykemie van graad ≥ 2
(NPG ≥ 160 mg/dl) bedroeg de mediane tijd tot eerste optreden 15 dagen (spreiding: 5 dagen tot
900 dagen) (op basis van laboratoriumbevindingen). De mediane duur van hyperglykemie van
graad ≥ 2 bedroeg 10 dagen (95%-BI: 8 tot 13 dagen). Bij de patiënten met hyperglykemie van
graad ≥ 2 bedroeg de mediane tijd tot verbetering (met minstens één graad ten opzichte van het eerste
voorval) 8 dagen (95%-BI: 8 tot 10 dagen). Bij alle patiënten die met fulvestrant doorgingen na
stopzetting van Piqray, keerde de NPG-spiegel terug naar de uitgangswaarde (normaal).
Hyperglykemie werd behandeld met antidiabetica, zie rubriek 4.4.
Rash
Gevallen van rash (waaronder maculopapuleuze, vlekkerige, gegeneraliseerde, papuleuze en
pruritische rash, dermatitis en acneïforme dermatitis) werden gemeld bij 153 (53,9%) patiënten. De
rash was hoofdzakelijk licht of matig (graad 1 of 2) en responsief op behandeling, en in sommige
gevallen ging de rash gepaard met pruritus en een droge huid. Gevallen van graad 2 en 3 werden
gemeld bij respectievelijk 13,7% en 20,1% van de patiënten, met een mediane tijd tot het optreden van
12 dagen (spreiding: 2 dagen tot 220 dagen).
Bij patiënten die een profylactische rashbehandeling, inclusief antihistaminica, kregen, werd rash
minder vaak gemeld dan in de totale populatie: 26,1% vs. 53,9% voor alle gradaties, 11,4% vs. 20,1%
voor graad 3 en 3,4% vs. 4,2% voor rash leidend tot definitieve stopzetting van Piqray. Derhalve kan
bij de start van de behandeling met Piqray worden begonnen met profylactische toediening van
antihistaminica.
Gastro-intestinale toxiciteit (misselijkheid, diarree, braken)
Diarree, misselijkheid en braken werden gemeld bij respectievelijk 59,5%, 46,8% en 28,5% van de
patiënten (zie tabel 7).
Gevallen van diarree van graad 2 en 3 werden gemeld bij respectievelijk 19,7% en 7,0% van de
patiënten, met een mediane tijd tot het optreden van diarree van graad ≥ 2 van 50 dagen (spreiding:
1 dag tot 954 dagen).
Ernstige diarree en klinische gevolgen, zoals dehydratie en acuut nierletsel, zijn gemeld tijdens de
behandeling met Piqray en verdwenen met passende interventie (zie tabel 4). Anti-emetica (bijv.
ondansetron) en antidiarrhoica (bijv. loperamide) werden gebruikt bij respectievelijk 28/153 (17,6%)
en 109/169 (64,5%) patiënten om de symptomen te behandelen.
Osteonecrose van de kaak
Osteonecrose van de kaak werd gemeld bij 5,6% van de patiënten (16/284) in de behandelingsgroep
met Piqray plus fulvestrant. Vijftien patiënten die osteonecrose van de kaak doormaakten, werden
blootgesteld aan gelijktijdig gegeven bisfosfonaten (bijv. zoledroninezuur) of RANK-ligandremmers
(bijv. denosumab). Daarom kan een verhoogd risico van ontwikkeling van osteonecrose van de kaak
niet worden uitgesloten bij patiënten die Piqray en bisfosfonaten of RANK-ligandremmers krijgen.
18
Ouderen
Bij patiënten ≥ 65 jaar die met alpelisib plus fulvestrant werden behandeld, was sprake van een hogere
incidentie van hyperglykemie van graad 3-4 (45,3%) vergeleken met patiënten < 65 jaar (33,5%),
terwijl hyperglykemie van graad 3-4 bij patiënten < 75 jaar 36% bedroeg vergeleken met 55,9% bij
patiënten ≥ 75 jaar.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Symptomen
De bijwerkingen geassocieerd met overdosering zijn in overeenstemming met het veiligheidsprofiel
van Piqray en omvatten hyperglykemie, misselijkheid, asthenie en rash.
Behandeling
In alle gevallen van overdosering moeten waar nodig algemene symptomatische en ondersteunende
maatregelen worden ingesteld. Er is geen antidotum tegen Piqray bekend.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Antineoplastische middelen, overige antineoplastische middelen,
ATC-code: L01EM03
Werkingsmechanisme
Alpelisib is een α-specifieke klasse I fosfatidylinositol-3-kinase (PI3Kα)-remmer.
Gain-of-function-
mutaties in het gen dat codeert voor de katalytische α-subeenheid van PI3K (PIK3CA) leiden tot
activering van PI3Kα en AKT-signalering, cellulaire transformatie en de vorming van tumoren in
in-
vitro-
en
in-vivo-modellen.
In borstkankercellijnen remde alpelisib de fosforylering van PI3K downstream doelwitten waaronder
AKT, en vertoonde het activiteit in cellijnen met een PIK3CA-mutatie.
In vivo
remde alpelisib de PI3K/AKT-signaaltransductieroute en verminderde het de tumorgroei in
xenotransplantaatmodellen, waaronder modellen van borstkanker.
Het is aangetoond dat PI3K-remming door behandeling met alpelisib een toename van de
oestrogeenreceptor (ER)-transcriptie in borstkankercellen induceert. De combinatie van alpelisib en
fulvestrant liet een toegenomen antitumoractiviteit zien vergeleken met monotherapie met alpelisib of
fulvestrant in xenotransplantaatmodellen afgeleid van ER-positieve, PIK3CA-gemuteerde
borstkankercellijnen.
De PI3K/AKT-signaaltransductieroute is verantwoordelijk voor glucosehomeostase, en hyperglykemie
is een verwachte on-target bijwerking van PI3K-remming.
19
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Piqray werd onderzocht in een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd
fase III-hoofdonderzoek naar alpelisib in combinatie met fulvestrant bij postmenopauzale vrouwen, en
mannen, met HR-positieve, HER2-negatieve gevorderde (lokaal-regionaal gerecidiveerde of
gemetastaseerde) borstkanker bij wie de ziekteprogressie vertoonde of terugkeerde tijdens of na
behandeling op basis van een aromataseremmer (met of zonder CDK4/6-combinatie).
In totaal werden 572 patiënten ingeschreven in twee cohorten: één cohort met borstkanker mét
PIK3CA-mutatie en één cohort met borstkanker zonder PIK3CA-mutatie. De patiënten werden in een
verhouding van 1:1 gerandomiseerd naar behandeling met ofwel alpelisib 300 mg plus fulvestrant
ofwel placebo plus fulvestrant. De randomisatie werd gestratificeerd naar aanwezigheid van long-
en/of levermetastase en eerdere behandeling met een of meerdere CDK4/6-remmers.
In het cohort met PIK3CA-mutatie werden 169 patiënten met één of meer PIK3CA-mutaties (C420R,
E542K, E545A, E545D [alleen 1635G>T], E545G, E545K, Q546E, Q546R, H1047L, H1047R of
H1047Y) gerandomiseerd naar behandeling met alpelisib in combinatie met fulvestrant en werden
172 patiënten gerandomiseerd naar behandeling met placebo in combinatie met fulvestrant. In dit
cohort hadden 170 (49,9%) patiënten lever-/longmetastasen en hadden 20 (5,9%) patiënten een eerdere
behandeling met een CDK4/6-remmer gekregen.
De patiënten hadden een mediane leeftijd van 63 jaar (spreiding: 25 tot 92 jaar). 44,9% van de
patiënten was 65 jaar of ouder en ≤ 85 jaar. Van de opgenomen patiënten was 66,3% wit,
21,7% Aziatisch en 1,2% zwart of Afro-Amerikaans. De onderzoekspopulatie omvatte één mannelijke
patiënt; hij was ingeschreven in het cohort met de PIK3CA-mutatie en werd behandeld met alpelisib
en fulvestrant. Van de proefpersonen had 66,0% en 33,4% een ECOG-prestatiestatus van
respectievelijk 0 en 1.
Van de patiënten had 97,7% een eerdere endocriene therapie gekregen. Bij 67,7% van de
proefpersonen was endocriene therapie de laatste therapie vóór hun inschrijving in het onderzoek.
Letrozol en anastrozol waren de meest gebruikte endocriene therapieën. Het kader van de laatste
endocriene therapie vóór inschrijving in het onderzoek was therapeutisch bij 47,8% van de patiënten
en adjuvante therapie bij 51,9% van de patiënten. In totaal werd 85,6% van de patiënten aangemerkt
als personen met endocrien-resistente ziekte: primaire endocriene resistentie (de
novo
resistentie) werd
waargenomen bij 13,2% en secundaire endocriene resistentie (recidief/progressie na een initiële
respons) bij 72,4% van de patiënten.
Er was tussen de onderzoeksgroepen een goede balans met betrekking tot demografische gegevens,
ziektekenmerken bij aanvang, ECOG-score, tumorlast en eerdere antineoplastische therapie.
Tijdens de gerandomiseerde behandelingsfase werd alpelisib 300 mg of placebo oraal toegediend,
eenmaal daags op continue basis. Fulvestrant 500 mg werd intramusculair toegediend in cyclus 1 op
dag 1 en 15 en vervolgens op dag 1 van een 28 dagen tellende cyclus tijdens de behandelingsfase
(toediening ±3 dagen).
Patiënten mochten tijdens het onderzoek of na ziekteprogressie niet van placebo overstappen op
alpelisib.
Het primaire eindpunt voor het onderzoek was progressievrije overleving (progression-free
survival,
PFS) aan de hand van de responsbeoordelingscriteria bij solide tumoren (RECIST v1.1), op basis van
de onderzoekersbeoordeling bij patiënten een PIK3CA-mutatie. Het belangrijkste secundaire eindpunt
was totale overleving (overall
survival,
OS) voor patiënten met een PIK3CA-mutatie.
Andere secundaire eindpunten waren, onder andere, PFS voor patiënten zonder een PIK3CA-mutatie
en OS voor patiënten zonder een PIK3CA-mutatie.
20
Analyse van primaire werkzaamheid
Het onderzoek behaalde zijn primaire doelstelling bij de finale PFS-analyse (‘cut-off’-datum 12 juni
2018) waarbij een statistisch significante verbetering van de PFS volgens beoordeling van de
onderzoeker in het cohort met de PIK3CA-mutatie werd aangetoond bij patiënten behandeld met
alpelisib plus fulvestrant ten opzichte van patiënten behandeld met placebo plus fulvestrant, met een
geschatte reductie van het risico van ziekteprogressie of overlijden van 35% in het voordeel van de
behandeling met alpelisib plus fulvestrant (zie tabel 8).
Tabel 8
Onderzoek C2301 primaire werkzaamheidsanalyse - Samenvatting van
werkzaamheidsresultaten op basis van RECIST (FAS, cohort met PIK3CA-
mutatie). ‘Cut-off’-datum: 12 juni 2018
Piqray + fulvestrant
Placebo + fulvestrant
(n=169)
(n=172)
Mediane progressievrije overleving (PFS) (maanden, 95%-BI)
Radiologische beoordeling onderzoeker
#
Cohort met PIK3CA-mutatie
11,0
5,7
(N=341)
(7,5 tot 14,5)
(3,7 tot 7,4)
Hazardratio (95%-BI)
0,65 (0,50 tot 0,85)
a
p-waarde
0,00065
Beoordeling geblindeerde onafhankelijke beoordelingscommissie*
#
Cohort met PIK3CA-mutatie
11,1
3,7
(N=173)
(7,3 tot 16,8)
(2,1 tot 5,6)
Hazardratio (95%-BI)
0,48 (0,32 tot 0,71)
p-waarde
n.v.t.
BI = betrouwbaarheidsinterval; N = aantal patiënten; n.v.t. = niet van toepassing
a
p-waarde is verkregen met de eenzijdige gestratificeerde logrank-toets.
#
Per RECIST 1.1
* Op basis van 50%
sample-based
audit benadering
In het cohort met PIK3CA-mutatie bleek uit analyses van PFS-subgroepen, conform de
onderzoekersbeoordeling op basis van randomisatie-stratificatiefactoren, een over het algemeen
consistent behandelingseffect ten gunste van de behandelingsgroep met alpelisib, ongeacht aan- of
afwezigheid van long-/levermetastasen.
Bij 20 patiënten met eerdere behandeling met een CDK4/6 remmer was de hazard ratio (HR) voor PFS
0,48 (95%-BI: 0,17-1,36); de mediane PFS was 1,8 maanden (95%-BI: 1,7-3,6) in de
behandelingsgroep met placebo plus fulvestrant en 5,5 maanden (95%-BI: 1,6-16,8) in de
behandelingsgroep met alpelisib plus fulvestrant.
Gebruik makend van een ‘cut-off’-datum voor data van 12-Jun-2018 waren de PFS-resultaten voor de
subgroep van de endocrien-resistente patiënten (HR=0,64; 95%-BI: 0,49-0,85, n=292) en de
endocrien-gevoelige patiënten (HR=0,87; 95%-BI: 0,35-2,17, n=39) in het voordeel van de
behandelingsgroep met alpelisib plus fulvestrant. Het aantal endocrien-gevoelige patiënten met een
PIK3CA-mutatie was beperkt (n=39) en de resultaten dienen met voorzichtigheid geïnterpreteerd te
worden.
Gebruik makend van een ‘cut-off’-datum voor data van 12-Jun-2018, was het totale responspercentage
(ORR) bij patiënten met meetbare ziekte bij aanvang 35,7% (95%-BI: 27,4-44,7) in de
behandelingsgroep met alpelisib plus fulvestrant en 16,2% (95%-BI: 10,4-23,5) in de
behandelingsgroep met placebo plus fulvestrant.
21
Op het moment van de finale OS-analyse (‘cut-off’-datum van 23 april 2020) werd een beschrijvende
follow-up werkzaamheidsanalyse voor de PFS-data uitgevoerd. Met een mediane duur van
randomisatie tot ‘cut-off’ van ongeveer 42 maanden waren de gemelde PFS-resultaten consistent met
de resultaten van de primaire PFS-analyse. Er was een geschatte risicoreductie op progressie of
overlijden van 36% in het voordeel van de behandeling met alpelisib plus fulvestrant (HR= 0,64; 95%-
BI: 0,50-0,81) (figuur 1).
Figuur 1
Onderzoek C2301 - Kaplan-Meier-curve van PFS volgens beoordeling van de
onderzoeker (FAS, cohort met PIK3CA-mutatie): beschrijvende update met ‘cut-
off’-datum voor data van 23 april 2020
100
Tijdstippen censurering
Censoring Times
Alpelisib + fulv. (n/N = 124/169)
Alpelisib + Fulv (n/N = 124/169)
Placebo +
+ Fulv (n/N
149/172)
Placebo
fulv. (n/N =
= 149/172)
Hazardratio
Ratio = 0.64
Hazard
= 0,64
95%-BI [0,50-0,81]
95 % CI [0.50;0.81]
Kaplan-Meier-medianen (maanden)
Alpelisib + fulv.: 11,0
Kaplan-Meier medians (Months)
Placebo + fulv.:
Fulv : 11.0
Alpelisib +
5,7
80
Event-free probability
voorval (%)
Waarschijnlijkheid geen
(%)
60
Placebo + Fulv : 5.7
40
20
0
0
4
8
12
16
20
24
28
32
36
40
44
48
52
56
Aantal patiënten nog steeds “at risk”
Number of subjects still at risk
0
169
172
4
123
89
8
85
67
Time (Months)
Tijd (maanden)
16
54
40
20
44
33
24
37
22
28
29
13
32
24
10
36
18
7
40
12
4
44
6
1
48
1
1
52
0
1
56
0
0
Tijd (maanden)
Time (Months)
Alpelisib +
+
fulv.
Alpelisib Fulv
Placebo
fulv.
Placebo +
+ Fulv
12
66
51
Finale analyse totale overleving (OS)
Bij de finale OS-analyse bereikte het onderzoek niet zijn belangrijkste secundaire doelstelling. Vanaf
de ‘cut-off’-datum voor data van 23 april 2020 werd een totaal van 87 (51,5%) overlijdens gemeld in
de onderzoeksgroep met alpelisib plus fulvestrant en 94 (54,7%) in de onderzoeksgroep met placebo
plus fulvestrant. De HR was 0,86 (95%-BI: 0,64-1.15; p=0,15, eenzijdig) en de vooraf gespecificeerde
O’Brien-Fleming werkzaamheidsgrens van p ≤0,0161 werd niet overschreden. Mediane OS was
39,3 maanden (95%-BI: 34,1-44,9) in de onderzoeksgroep met alpelisib plus fulvestrant en
31,4 maanden (95%-BI: 26,8-41,3) in de onderzoeksgroep placebo plus fulvestrant (figuur 2).
22
Figuur 2
Onderzoek C2301 belangrijkste secundaire analyse - Kaplan-Meier-curve van OS
(FAS, cohort met PIK3CA-mutatie) met ‘cut-off’-datum van 23 april 2020
100
Event-free probability (%)
Waarschijnlijkheid geen voorval (%)
80
60
Tijdstippen censurering
Censoring Times
Alpelisib + fulv. (n/N =
= 87/169)
Alpelisib + Fulv (n/N
87/169)
40
Placebo
Placebo +
+ Fulv (n/N
94/172)
fulv. (n/N =
= 94/172)
Hazardratio = 0,86
0.86
Hazard Ratio =
95 %
[0,64-1,15]
95%-BI
CI [0.64;1.15]
20
Kaplan-Meier-medianen (maanden)
Kaplan-Meier medians (Months)
Alpelisib
fulv.: 39,3
Alpelisib +
+ Fulv : 39.3
Placebo + fulv.: 31,4
0
Placebo + Fulv : 31.4
Log-rank p-waarde, 1-zijdig = 0,15
Logrank p-value 1-sided = 0.15
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
26
28
30
32
34
36
38
40
42
44
46
48
50
52
54
Aantal patiënten
still at
steeds “at risk”
nog
risk
Number of subjects
Tijd
Time (Months)
(maanden)
Alpelisib + Fulv
Alpelisib + fulv.
Placebo + Fulv
Placebo + fulv.
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
Time (Months)
Tijd (maanden)
24
26
28
30
94
80
32
91
74
34
85
73
36
68
60
38
56
49
40
47
42
42
35
29
44
26
20
46
19
13
48
9
7
50
4
6
52
1
3
54
0
0
169 162 159 156 145 141 138 133 126 122 112 111 108 103 102
172 164 155 150 149 143 133 126 119 115 111 104
98
92
86
Bij patiënten die eerder behandeld werden met CDK4/6i (n=20) was de mediane OS in de
onderzoeksgroep alpelisib plus fulvestrant 29,8 maanden (95%-BI: 6,7- 38,2) in vergelijking tot
12,9 maanden (95%-BI: 2,5-34,6) in de onderzoeksgroep placebo plus fulvestrant (HR=0,67; 95%-BI:
0,21-2,18).
Cohort zonder PIK3CA-mutatie
Er werd geen PFS-voordeel waargenomen bij patiënten van wie het tumorweefsel geen
PIK3CA-mutatie had.
Eerder gebruik van fulvestrant in onderzoek CBYL719X2102
Patiënten die eerder behandeld werden met fulvestrant werden niet opgenomen in het pivotale
onderzoek. In het fase I-onderzoek CBYL719X2101 meldden 39 proefpersonen eerder gebruik van
fulvestrant. De beste totale respons op behandeling met alpelisib plus fulvestrant voor de
21 proefpersonen met PIK3CA-mutaties en meetbare ziekte bij aanvang was partiële respons bij
7 proefpersonen, stabiele ziekte bij 11 proefpersonen en progressieve ziekte bij 2 proefpersonen.
Dientengevolge is het bewijs van de werkzaamheid van deze behandeling niet geleverd bij patiënten
die eerder werden behandeld met fulvestrant wegens de huidige beperkte gegevens (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Piqray in alle subgroepen van pediatrische patiënten
met borstkanker (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetiek van alpelisib werd onderzocht bij patiënten op een oraal doseringsschema
variërend van 30 tot 450 mg per dag. Gezonde proefpersonen kregen een enkelvoudige orale dosis die
varieerde van 300 tot 400 mg. De farmacokinetiek bij oncologiepatiënten en gezonde proefpersonen
was vergelijkbaar.
23
Absorptie
Na orale toediening van alpelisib varieerde de mediane tijd tot het bereiken van de
piekplasmaconcentratie (t
max
) tussen 2,0 en 4,0 uur, onafhankelijk van dosis, tijd of regime. Op basis
van absorptiemodellen werd geschat dat de biologische beschikbaarheid zeer hoog (> 99%) is onder
niet-nuchtere omstandigheden, maar lager onder nuchtere omstandigheden (~68,7% bij een dosis van
300 mg). Steady-state-plasmaconcentraties van alpelisib na dagelijkse dosering kunnen bij de meeste
patiënten naar verwachting worden bereikt op dag 3 na het instellen van de therapie.
Effect van voedsel
De absorptie van alpelisib wordt beïnvloed door voedsel. Bij gezonde vrijwilligers na een
enkelvoudige orale alpelisib-dosis van 300 mg resulteerde een vetrijke en calorierijke (high-fat
high-calorie,
HFHC) maaltijd (985 calorieën met 58,1 g vet), in vergelijking met de nuchtere toestand,
in een verhoging van AUC
inf
met 73% en C
max
met 84%, en een vetarme en caloriearme (low-fat
low-
calorie,
LFLC) maaltijd (334 calorieën met 8,7 g vet) resulteerde in een verhoging van AUC
inf
met 77% en C
max
met 145%. Er werd tussen LFLC en HFHC geen significant verschil in AUC
inf
vastgesteld, met een geometrisch gemiddelde van 0,978 (BI: 0,876-1,09), wat aantoont dat vetgehalte
noch totale calorie-inname een aanzienlijke invloed op de absorptie heeft. De toename van de gastro-
intestinale oplosbaarheid door de gal, afgescheiden in reactie op voedselinname, is de mogelijke
oorzaak van het effect van voedsel. Derhalve moet Piqray onmiddellijk na het eten worden
ingenomen, elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip.
Distributie
Alpelisib bindt matig aan eiwitten, met een vrije fractie van 10,8%, ongeacht de concentratie.
Alpelisib werd gelijkelijk gedistribueerd tussen rode bloedcellen en plasma, met een gemiddelde
bloed-plasmaratio van 1,03
in vivo.
Aangezien alpelisib een substraat van humane
effluxtransporteiwitten is, wordt er niet verwacht dat bij de mens penetratie van de
bloed-hersenbarrière plaats zal vinden. Het distributievolume van alpelisib bij steady-state (Vss/F)
wordt geschat op 114 liter (interindividuele variatiecoëfficiënt [CV%] 46%).
Biotransformatie
In-vitro-onderzoeken
hebben aangetoond dat de vorming van de hydrolysemetaboliet BZG791 door
chemische en enzymatische amidehydrolyse een belangrijke metabole route is, gevolgd door
CYP3A4-gemedieerde hydroxylering. De hydrolyse van alpelisib vindt systemisch plaats door zowel
chemische afbraak als enzymatische hydrolyse via alom tot expressie gebrachte enzymen van hoge
capaciteit (esterasen, amidasen, choline-esterase) die niet beperkt zijn tot de lever.
CYP3A4-gemedieerde metabolieten en glucuroniden waren goed voor ~15% van de dosis; BZG791
was goed voor ~40-45% van de dosis. De rest van de dosis, die als onveranderd alpelisib in urine en
feces werd aangetroffen, werd ofwel uitgescheiden als alpelisib of niet geabsorbeerd.
Eliminatie
Alpelisib laat een lage klaring zien, met 9,2 l/u (CV% 21%) op basis van farmacokinetisch populatie-
onderzoek onder niet-nuchtere omstandigheden. De van de populatie afgeleide halfwaardetijd,
ongeacht dosis en tijd, bedroeg 8 tot 9 uur bij steady-state met 300 mg eenmaal daags.
In een massabalansonderzoek bij mensen werden alpelisib en de metabolieten van alpelisib na orale
toediening voornamelijk aangetroffen in de feces (81,0%) als alpelisib, of gemetaboliseerd als
BZG791. De excretie in de urine is gering (13,5%), met onveranderde alpelisib (2%). Na een
enkelvoudige orale dosis van [14C]-alpelisib werd 94,5% van de totale toegediende radioactieve dosis
binnen 8 dagen teruggevonden.
24
Lineariteit/non-lineariteit
Het werd vastgesteld dat tussen 30 en 450 mg de farmacokinetiek lineair was qua dosis en tijd onder
niet-nuchtere omstandigheden. Na meerdere doses is de blootstelling aan alpelisib (AUC) bij steady-
state slechts iets hoger dan bij een enkelvoudige dosis, met een gemiddelde accumulatie van 1,3 tot 1,5
bij een dagelijks doseringsschema.
Metabole interactie
CYP3A4-substraten
In een geneesmiddeleninteractieonderzoek met het gevoelige CYP3A4-substraat everolimus steeg de
AUC met 11,2%. Er wordt geen klinisch betekenisvolle verandering verwacht als gevolg van een
geneesmiddeleninteractie met CYP3A4-substraten.
CYP3A4-inductoren
Een geneesmiddeleninteractieonderzoek met gelijktijdige toediening van alpelisib en rifampicine, een
sterke CYP3A4-inductor, bevestigde dat er een klinisch significante farmacokinetische interactie is
tussen alpelisib en sterke CYP3A4-inductoren (zie rubriek 4.5).
Interactie met betrekking tot transporteiwitten
Op basis van
in-vitro-gegevens
kan remming
van het organisch-aniontransporteiwit OAT3 van de nier
door alpelisib (en/of zijn metaboliet BZG791) niet worden genegeerd bij patiënten met de
therapeutische dosis.
Alpelisib vertoonde slechts een zwakke
in-vitro-inhibitie
ten opzichte van de alom tot expressie
gebrachte effluxtransporteiwitten (P-gp, BCRP, MRP2, BSEP), 'solute carrier transporters' bij de
ingang van de lever (OATP1B1, OATP1B3, OCT1) en 'solute carrier transporters' in de nieren (OAT1,
OCT2, MATE1, MATE2K). Aangezien ongebonden systemische steady-state-concentraties (of
concentraties bij de ingang van de lever) bij zowel de therapeutische dosering als de maximaal
verdragen dosering significant lager zijn dan de experimenteel vastgestelde ongebonden
inhibitieconstanten of IC
50
, zal de inhibitie zich niet vertalen in klinische significantie. Vanwege de
hoge concentraties alpelisib in het darmlumen kan een effect op intestinaal P-gp en BCRP niet
volledig worden uitgesloten.
Speciale populaties
Effect van leeftijd, gewicht en geslacht
Het farmacokinetische populatie-onderzoek liet zien dat er geen klinisch relevante effecten van
leeftijd, lichaamsgewicht of geslacht op de systemische blootstelling aan alpelisib zijn waarvoor een
aanpassing van de dosis Piqray nodig is.
Pediatrische patiënten (jonger dan 18 jaar)
De farmacokinetiek van Piqray bij kinderen in de leeftijd van 0-18 jaar is niet vastgesteld. Er zijn geen
gegevens beschikbaar.
Ouderen (65 jaar of ouder)
Van de 284 patiënten die werden behandeld met Piqray in het fase III-onderzoek (in de
behandelingsgroep met alpelisib plus fulvestrant) waren 117 patiënten ≥ 65 jaar en 34 patiënten
tussen 75 en 87 jaar. Over het algemeen werden er geen verschillen in blootstelling aan Piqray
waargenomen tussen deze en jongere patiënten (zie rubriek 4.2).
25
Ras/etniciteit
Uit farmacokinetisch populatie-onderzoek en farmacokinetische analyses binnen een fase I-onderzoek
bij Japanse kankerpatiënten bleek dat er geen klinisch relevante effecten van etniciteit op de
systemische blootstelling aan Piqray zijn.
Niet-compartimentele farmacokinetische parameters na enkelvoudige en meerdere dagdoses van
Piqray bij Japanse patiënten kwamen sterk overeen met de parameters die werden gerapporteerd bij de
witte populatie.
Nierinsufficiëntie
Op grond van een farmacokinetisch populatie-onderzoek bij 117 patiënten met een normale nierfunctie
(eGFR ≥ 90 ml/min/1,73 m
2
)/(CLcr ≥ 90 ml/min), 108 patiënten met lichte nierinsufficiëntie (eGFR
60 tot < 90 ml/min/1,73 m
2
)/(CLcr 60 tot < 90 ml/min) en 45 patiënten met matige nierinsufficiëntie
(eGFR 30 tot < 60 ml/min/1,73 m
2
), had lichte tot matige nierinsufficiëntie geen effect op de
blootstelling aan alpelisib (zie rubriek 4.2).
Leverinsufficiëntie
Op grond van een farmacokinetisch onderzoek bij patiënten met leverinsufficiëntie hadden matige en
ernstige leverinsufficiëntie een verwaarloosbaar effect op de blootstelling aan alpelisib (zie
rubriek 4.2). De gemiddelde blootstelling aan alpelisib steeg tot het 1,26-voudige bij patiënten met een
ernstige (GMR: 1,00 voor C
max
; 1,26 voor AUC
last
/AUC
inf
) leverinsufficiëntie.
Op grond van een farmacokinetisch populatie-onderzoek bij 230 patiënten met een normale
leverfunctie, 41 patiënten met lichte leverinsufficiëntie en geen patiënten met matige
leverinsufficiëntie, hadden lichte en matige leverinsufficiëntie geen effect op de blootstelling aan
alpelisib, wat de bevindingen van het specifieke onderzoek naar leverinsufficiëntie verder ondersteunt
(zie rubriek 4.2).
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Veiligheidsfarmacologie en toxiciteit bij herhaalde dosering
Het merendeel van de waargenomen effecten van alpelisib was gerelateerd aan de farmacologische
activiteit van alpelisib als p110α-specifieke remmer van de PI3K-route, zoals de invloed op de
glucosehomeostase resulterend in hyperglykemie en het risico op verhoogde bloeddruk. Het
beenmerg- en lymfeweefsel, de pancreas en sommige voortplantingsorganen van beide geslachten
waren de voornaamste doelorganen voor bijwerkingen. De effecten op beenmerg en lymfoïdweefsel
waren over het algemeen reversibel na het staken van de behandeling. De effecten op de pancreas en
voortplantingsorganen waren niet volledig reversibel maar vertoonden een tendens richting reversie.
Cardiovasculaire veiligheidsfarmacologie
In-vitro-remming
van hERG-kanalen (IC
50
van 9,4 µM) werd aangetoond bij concentraties die een
factor ~13 hoger waren dan de blootstelling bij de mens, bij de aanbevolen dosis van 300 mg/dag. Er
werd geen relevant elektrofysiologisch effect waargenomen bij honden.
Carcinogeniteit en mutageniteit
Er zijn geen carcinogeniteitsstudies uitgevoerd.
De resultaten van standaard genotoxiciteitsonderzoeken met alpelisib waren negatief. In een
onderzoek naar toxiciteit bij herhaalde dosering bij ratten, waarbij micronucleusanalyse was
geïntegreerd, waren de niveaus van blootstelling aan alpelisib 1,4-maal hoger bij mannelijke dieren en
2-maal hoger bij vrouwelijke dieren dan de therapeutische blootstelling bij volwassen mensen die
behandeld worden met de aanbevolen dosis. Derhalve kan de mogelijkheid van genotoxiciteit van
alpelisib bij mensen niet worden uitgesloten.
26
Reproductietoxiciteit
In onderzoeken naar de embryofoetale ontwikkeling bij ratten en konijnen is aangetoond dat orale
toediening van alpelisib tijdens de organogenese embryotoxiciteit, foetotoxiciteit en teratogeniteit
induceerde. Bij ratten en konijnen werd na prenatale blootstelling aan alpelisib een hogere incidentie
van verlies voor en na innesteling, een lager gewicht van de foetussen en een hogere incidentie van
foetale afwijkingen (vergroot hersenventrikel, verminderde botvorming, en skeletmisvormingen)
waargenomen, vanaf een blootstelling die lager was dan de blootstelling bij mensen bij de hoogste
aanbevolen dosering van 300 mg, wat een mogelijke klinische relevantie aangeeft.
Er is geen vruchtbaarheidsonderzoek bij ratten gedaan. Echter, in onderzoeken naar toxiciteit bij
herhaalde dosering werden bijwerkingen waargenomen in voortplantingsorganen, zoals vaginale en
baarmoederatrofie en veranderingen in de oestrische cyclus bij ratten, afname in gewicht van prostaat
en testes bij ratten en honden en atrofie van de prostaat bij honden bij klinisch relevante doses op basis
van AUC.
Fototoxiciteit
Uit een
in vitro-fototoxiciteitstest
met de fibroblastcellijn Balb/c 3T3 van muizen kwam geen relevant
fototoxiciteitspotentieel van alpelisib naar voren.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern
Microkristallijne cellulose
Mannitol
Natriumzetmeelglycolaat
Hypromellose
Magnesiumstearaat
Filmomhulling
Hypromellose
IJzeroxide, zwart (E172)
IJzeroxide, rood (E172)
Titaandioxide (E171)
Macrogol
Talk
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
27
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Blisterverpakkingen van PVC/PCTFE/alu (polyvinylchloride/polychloortrifluorethyleen/aluminium)
geseald in een blisterkaart met 14 filmomhulde tabletten.
Piqray 50 mg en 200 mg filmomhulde tabletten
Verpakkingen met 28 filmomhulde tabletten (14 van 50 mg en 14 van 200 mg) of 56 filmomhulde
tabletten (28 van 50 mg en 28 van 200 mg).
Multiverpakkingen met 168 filmomhulde tabletten (3x 56, elk met 28 tabletten van 50 mg en
28 tabletten van 200 mg).
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
Verpakkingen met 28 of 56 filmomhulde tabletten.
Multiverpakkingen met 168 (3x 56) filmomhulde tabletten.
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
Verpakkingen met 14 of 28 filmomhulde tabletten.
Multiverpakkingen met 84 (3x 28) filmomhulde tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1455/001-009
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
27 juli 2020
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
28
BIJLAGE II
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
B.
C.
D.
29
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Novartis Pharma GmbH
Roonstrasse 25
90429 Neurenberg
Duitsland
Lek Pharmaceuticals d.d.
Verovskova ulica 57
1526 Ljubljana
Slovenië
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen
6 maanden na toekenning van de vergunning indienen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
30
Extra risicobeperkende maatregelen
Vóór de introductie van Piqray moet in elke lidstaat de vergunninghouder (MAH) met de nationaal
bevoegde autoriteit afspraken maken over de inhoud en opmaak van het educatieve programma,
inclusief de communicatiemiddelen en distributiekanalen en elk ander aspect van het programma.
Het educatieve programma is gericht op het verhogen van de bewustwording en het verstrekken van
informatie met betrekking tot de verschijnselen en symptomen van ernstige hyperglykemie, waaronder
ketoacidose, en hoe deze moeten worden behandeld.
De vergunninghouder dient ervoor te zorgen dat in elke lidstaat waar Piqray in de handel wordt
gebracht, alle professionele zorgverleners die Piqray naar verwachting voorschrijven het educatieve
materiaal voor artsen krijgen of daar toegang toe hebben.
Het educatieve materiaal voor artsen
dient het volgende te bevatten:
De samenvatting van de productkenmerken
Gids voor professionele zorgverleners
De gids voor professionele zorgverleners
dient de volgende belangrijke elementen te bevatten:
Ernstige hyperglykemie, in sommige gevallen geassocieerd met hyperglykemisch hyperosmolair
niet-ketotisch syndroom (HHNKS) of ketoacidose, is waargenomen bij patiënten behandeld met
Piqray. Er is een aantal gevallen van ketoacidose met fatale afloop gemeld in de postmarketingsetting.
Vóór het starten van de behandeling
-
Piqray is geassocieerd met een verhoogd risico op hyperglykemie.
-
Patiënten met een hoger risico (diabetisch, prediabetisch, een NPG > 250 mg/dl, een BMI
≥ 30 of ≥ 75 jaar oud) moeten overleg hebben met een professionele zorgverlener met
ervaring in de behandeling van hyperglykemie.
-
De actuele antidiabetische behandeling van de patiënt zou beïnvloed kunnen worden door
de behandeling met alpelisib door interactie met orale antidiabetica die gemetaboliseerd
worden door CYP2C9 en CYP2C8 (waaronder begrepen, maar niet beperkt tot,
repaglinide, rosiglitazon, glipizide en tolbutamide).
-
Test op NPG en HbA1c en optimaliseer de bloedglucosespiegel van de patiënt vóór het
starten van behandeling met alpelisib.
-
Adviseer patiënten over het risico op hyperglykemie, de nood aan
levensstijlveranderingen, klachten en verschijnselen van hyperglykemie (bijv. overmatige
dorst, vaker plassen dan gewoonlijk of een grotere hoeveelheid urine dan gewoonlijk,
verhoogde eetlust met gewichtsverlies, moeilijk ademen, hoofdpijn, misselijkheid,
braken) en het belang om een professionele zorgverlener te raadplegen als verschijnselen
zich voordoen.
Tijdens de behandeling
-
Volg het schema om nuchtere glucose te controleren volgens de Piqray-
productinformatie. Let op: er zijn verschillende schema’s voor patiënten met en zonder
risicofactoren.
-
Volg in het geval van hyperglykemie de tabel voor hyperglykemie-gerelateerde
dosisaanpassing en behandeling volgens de Piqray-productinformatie.
-
Er moet rekening worden gehouden met mogelijke geneesmiddeleninteracties wanneer
antidiabetische behandeling wordt opgestart.
31
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
32
A. ETIKETTERING
33
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS VAN VERPAKKINGEN MET TABLETTEN VAN 150 MG
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
alpelisib
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg alpelisib.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
28 tabletten
Voorraad voor 14 dagen bij een
dagdosis van 300 mg.
56 tabletten
Voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 300 mg.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
34
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 filmomhulde tabletten van 150 mg
56 filmomhulde tabletten van 150 mg
EU/1/20/1455/001
EU/1/20/1455/002
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 150 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
35
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS VAN MULTIVERPAKKING MET TABLETTEN VAN 150 MG (MET BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
alpelisib
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg alpelisib.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
Multiverpakking: 168 (3x 56) tabletten
3x voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 300 mg.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
36
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
168 (3x 56) filmomhulde tabletten van 150 mg
EU/1/20/1455/003
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 150 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
37
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BINNENDOOS VAN MULTIVERPAKKING MET TABLETTEN VAN 150 MG (ZONDER
BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
alpelisib
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg alpelisib.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
56 tabletten
Voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 300 mg.
Onderdeel van een multiverpakking. Niet voor afzonderlijke verkoop.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
38
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
168 (3x 56) filmomhulde tabletten van 150 mg
EU/1/20/1455/003
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 150 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
39
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERKAART VAN VERPAKKINGEN MET TABLETTEN VAN 150 MG
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 150 mg tabletten
alpelisib
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
OVERIGE
Neem beide tabletten in de gekleurde rij onmiddellijk na het eten in op de aangegeven dag.
40
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS VAN VERPAKKINGEN MET TABLETTEN VAN 200 MG
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
alpelisib
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg alpelisib.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 tabletten
Voorraad voor 14 dagen bij een
dagdosis van 200 mg.
28 tabletten
Voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 200 mg.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
41
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
14 filmomhulde tabletten van 200 mg
28 filmomhulde tabletten van 200 mg
EU/1/20/1455/007
EU/1/20/1455/008
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 200 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
42
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS VAN MULTIVERPAKKING MET TABLETTEN VAN 200 MG (MET BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
alpelisib
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg alpelisib.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
Multiverpakking: 84 (3x 28) tabletten
3x voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 200 mg.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
43
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
84 (3x 28) filmomhulde tabletten van 200 mg
EU/1/20/1455/009
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 200 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
44
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BINNENDOOS VAN MULTIVERPAKKING MET TABLETTEN VAN 200 MG (ZONDER
BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
alpelisib
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg alpelisib.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
28 tabletten
Voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 200 mg.
Onderdeel van een multiverpakking. Niet voor afzonderlijke verkoop.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
45
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
84 (3x 28) filmomhulde tabletten van 200 mg
EU/1/20/1455/009
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 200 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
46
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERKAART VAN VERPAKKINGEN MET TABLETTEN VAN 200 MG
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 200 mg tabletten
alpelisib
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
OVERIGE
Neem één tablet onmiddellijk na het eten in op de aangegeven dag.
47
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS VAN VERPAKKINGEN MET TABLETTEN VAN 50 MG EN 200 MG
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
alpelisib
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg of 200 mg alpelisib.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 tabletten van 50 mg
14 tabletten van 200 mg
Voorraad voor 14 dagen bij een
dagdosis van 250 mg.
28 tabletten van 50 mg
28 tabletten van 200 mg
Voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 250 mg.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
48
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
14 filmomhulde tabletten van 50 mg + 14 filmomhulde tabletten van
200 mg
28 filmomhulde tabletten van 50 mg + 28 filmomhulde tabletten van
200 mg
EU/1/20/1455/004
EU/1/20/1455/005
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 50 mg + 200 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
49
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS VAN MULTIVERPAKKING MET TABLETTEN VAN 50 MG EN 200 MG (MET
BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
alpelisib
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg of 200 mg alpelisib.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
Multiverpakking:
84 (3x28) tabletten van 50 mg
84 (3x28) tabletten van 200 mg
3x voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 250 mg.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
50
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
84 (3x28) filmomhulde tabletten van 50 mg + 84 (3x28) filmomhulde
tabletten van 200 mg
EU/1/20/1455/006
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 50 mg + 200 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
51
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BINNENDOOS VAN MULTIVERPAKKING MET TABLETTEN VAN 50 MG EN 200 MG
(ZONDER BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
alpelisib
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg of 200 mg alpelisib.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
28 tabletten van 50 mg
28 tabletten van 200 mg
Voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 250 mg.
Onderdeel van een multiverpakking. Niet voor afzonderlijke verkoop.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
52
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
84 filmomhulde tabletten van 50 mg + 84 filmomhulde tabletten van
200 mg (3x 28 + 28)
EU/1/20/1455/006
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 50 mg + 200 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
53
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERKAART VAN VERPAKKINGEN MET TABLETTEN VAN 50 MG EN 200 MG
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 50 mg tabletten
Piqray 200 mg tabletten
alpelisib
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
OVERIGE
Neem beide tabletten in de gekleurde rij onmiddellijk na het eten in op de aangegeven dag.
54
B. BIJSLUITER
55
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
alpelisib
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is Piqray en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Piqray en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Piqray?
Piqray bevat de werkzame stof alpelisib, die hoort bij een groep geneesmiddelen die
fosfatidylinositol-3-kinaseremmers (PI3K-remmers) worden genoemd.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Piqray wordt gebruikt voor de behandeling van vrouwen na de overgang en mannen met een type
borstkanker: gevorderde hormoonreceptor (HR)-positieve, humane epidermale-groeifactorreceptor 2
(HER2)-negatieve borstkanker. Piqray wordt gebruikt samen met fulvestrant, een
hormoonbehandeling tegen kanker, bij patiënten bij wie de kanker niet heeft gereageerd op andere
hormoonbehandelingen en die bepaalde veranderingen (mutaties) hebben in een gen dat PIK3CA heet.
Uw arts zal een monster nemen van uw bloed en/of tumorweefsel. Dat monster wordt dan onderzocht
op deze PIK3CA-mutaties. Als het resultaat positief is, is de kans groot dat uw kanker zal reageren op
behandeling met Piqray.
Hoe werkt dit middel?
Piqray blokkeert de effecten van enzymen die fosfatidylinositol-3-kinasen (PI3K) heten. Deze
enzymen helpen kankercellen om te groeien en nieuwe kankercellen aan te maken. Door hun werking
te blokkeren, kan Piqray de groei en verspreiding van de kanker helpen tegengaan en de kankercellen
helpen vernietigen.
Als u vragen heeft over hoe Piqray werkt, of waarom u dit geneesmiddel heeft gekregen, neem dan
contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
56
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Volg alle instructies van uw arts heel goed op. Die kunnen anders zijn dan de algemene informatie in
deze bijsluiter. Twijfelt u ergens over? Neem dan contact op met uw arts.
Wanneer mag u dit middel niet innemen?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Als u denkt dat u misschien allergisch bent, vraag uw arts dan om advies.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt, als een van de volgende
punten op u van toepassing is:
-
als u te veel suiker in uw bloed (of diabetes) heeft of ooit heeft gehad (of verschijnselen van te
veel suiker in uw bloed, zoals extreem veel dorst en een droge mond, vaker moeten plassen dan
anders, meer plassen dan anders, moeheid, misselijkheid, meer zin in eten met gewichtsverlies).
-
als u ooit Stevens-Johnson-syndroom (SJS), erythema multiforme (EM), geneesmiddelenreactie
met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom) of toxische epidermale
necrolyse heeft gehad (TEN; mogelijke verschijnselen zijn een rode huid, blaren op de lippen of
in de ogen of mond, huidafschilfering, met of zonder koorts, huiduitslag).
-
als u een ernstige botziekte heeft die de kaak aantast (osteonecrose van de kaak).
Neem meteen contact op met uw arts of apotheker als tijdens uw behandeling met Piqray een van de
volgende punten op u van toepassing is:
-
Uitslag, jeuk, netelroos (galbulten), kortademigheid, moeilijk ademen, piepen, hoesten, een licht
gevoel in het hoofd, duizeligheid, veranderingen in bewustzijn, lage bloeddruk, rood worden
van de huid, zwelling van gezicht of keel, blauwe verkleuring van de lippen, tong of huid
(mogelijke verschijnselen van ernstige allergische reacties).
-
Nieuwe of veranderende ademhalingsproblemen zoals moeilijk of pijnlijk ademen, hoesten, snel
ademen, blauwe verkleuring van de lippen, tong of huid, de hik (mogelijke verschijnselen van
een niet-besmettelijke pneumonitis of longontsteking).
-
Meer dorst dan anders en een droge mond, vaker plassen dan anders, moeheid, meer zin in eten
met gewichtsverlies, verwardheid, misselijkheid, overgeven, fruitige geur van de adem, moeite
met ademen en een droge of blozende huid, wat verschijnselen kunnen zijn van te veel suiker in
uw bloed (hyperglykemie) en de complicaties hiervan.
-
Huiduitslag, rood worden van de huid, blaren op de lippen of in de ogen of mond,
huidafschilfering, soms met koorts (mogelijke verschijnselen van een van de volgende
huidaandoeningen: Stevens-Johnson-syndroom (SJS), erythema multiforme (EM),
geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom) of
toxische epidermale necrolyse (TEN)).
-
Nieuwe of verergerende mondklachten (zoals loszittende tanden, pijn of zwelling, het niet
genezen van wondjes in de mond of afscheiding).
-
Ernstige diarree of ernstige buikpijn of stoelgang met slijm of bloed, wat verschijnselen kunnen
zijn van een ontsteking van uw darmen (colitis).
Mogelijk moet uw arts deze verschijnselen behandelen, uw behandeling tijdelijk stoppen, uw dosis
verlagen of uw behandeling met Piqray definitief stoppen.
Bloedonderzoeken vóór en tijdens uw behandeling met Piqray
Uw arts zal vóór –en regelmatig tijdens– de behandeling met Piqray een bloedonderzoek doen om te
kijken hoeveel suiker in uw bloed zit. Op basis van de resultaten zal uw arts de nodige maatregelen
nemen, zoals het voorschrijven van een geneesmiddel om de bloedsuiker te verlagen. Uw arts kan, als
dat nodig is, besluiten uw behandeling met Piqray tijdelijk te stoppen of uw dosis Piqray te verlagen,
zodat uw bloedsuiker kan dalen. Uw arts kan ook besluiten om de behandeling met Piqray helemaal te
stoppen.
57
Zorg dat u uw bloedsuiker regelmatig controleert voordat u met de behandeling met Piqray
start, tijdens de behandeling en nadat u bent gestopt met de behandeling.
-
Uw arts zal u precies vertellen waar en wanneer de bloedonderzoeken zijn. De behandeling met
Piqray kan pas worden gestart als de onderzoeken laten zien dat de hoeveelheid suiker in uw
bloed goed is. Dit is omdat Piqray een verhoging van de bloedsuiker kan veroorzaken
(hyperglykemie); dat kan ernstig zijn en mogelijk moet u daarvoor worden behandeld. Alleen
via regelmatig nuchter bloedonderzoek kan de arts erachter komen of u misschien
hyperglykemie krijgt.
-
Uw arts zal u precies vertellen waar en wanneer u uw bloedsuiker moet controleren. Dit moet
vaker in de eerste 4 weken van de behandeling en vooral in de eerste 2 weken van de
behandeling met Piqray. Daarna moet u uw bloed minstens één keer in de maand controleren;
hoe vaak precies hangt af van uw bloedsuiker.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Piqray mag niet worden gebruikt bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Piqray nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kortgeleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Het gaat hierbij vooral om:
-
eltrombopag, een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor de behandeling van een laag aantal
bloedplaatjes
-
geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van borstkanker, zoals lapatinib,
everolimus of ribociclib
-
pantoprazol, een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor de behandeling van maagzuur en ervoor
zorgt dat er minder zuur in uw maag wordt aangemaakt
-
midazolam, een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor kalmering of bij slaapproblemen
-
rifampicine, een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor de behandeling van tuberculose en
enkele andere ernstige infecties
-
encorafenib, een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor de behandeling van een bepaald soort
huidkanker
-
warfarine, een geneesmiddel dat ervoor zorgt dat het bloed minder snel klontert
Twijfelt u of uw geneesmiddel bij een van de hierboven genoemde geneesmiddelen hoort? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Piqray mag niet gebruikt worden bij vrouwen die zwanger zijn, zwanger kunnen zijn of borstvoeding
geven. Piqray kan slecht zijn voor de baby in uw buik. Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt
u zwanger worden? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel
gebruikt. Vrouwen mogen geen borstvoeding geven tijdens de behandeling en gedurende ten minste
1 week na de laatste dosis Piqray. Uw arts zal de mogelijke risico's van het gebruik van Piqray tijdens
de zwangerschap of het geven van borstvoeding met u bespreken.
Als u een vrouw bent die zwanger kan worden, wil uw arts eerst zeker weten dat u niet zwanger bent;
pas dan mag u beginnen met de behandeling met Piqray. Daarom moet misschien bij u een
zwangerschapstest worden uitgevoerd.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten een betrouwbare anticonceptiemethode gebruiken
tijdens de behandeling en nog minstens 1 week nadat ze gestopt zijn met Piqray. Vraag uw arts naar
geschikte methoden. Vertel het direct aan uw arts als u denkt dat u misschien zwanger bent geworden
nadat u bent begonnen met de behandeling met Piqray.
Tijdens de behandeling, en ook nog minstens 1 week nadat ze gestopt zijn met Piqray, moeten
mannelijke patiënten een condoom gebruiken als ze seks hebben met een vrouwelijke partner die
zwanger kan worden. Als de partner van een mannelijke patiënt denkt dat ze in die periode misschien
zwanger is geworden, moet ze dat direct aan een arts vertellen.
58
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Bij behandeling met Piqray kan moeheid optreden. U moet daarom voorzichtig zijn bij het autorijden
of het gebruik van machines tijdens uw behandeling met Piqray.
Piqray bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per filmomhulde tablet, dat wil zeggen
dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
Hoeveel van dit middel moet u innemen?
De gebruikelijke startdosering van Piqray is 300 mg één keer per dag. Uw arts zal beslissen wat de
juiste dosis voor u is.
Afhankelijk van de voorgeschreven dosis, moet u het volgende aantal tabletten innemen:
-
Dosis van 300 mg: 2 tabletten van 150 mg
-
Dosis van 250 mg: 1 tablet van 200 mg en 1 tablet van 50 mg
-
Dosis van 200 mg: 1 tablet van 200 mg
Heeft u na het innemen van de Piqray-tablet(ten) overgegeven? Neem dan niet weer uw tablet(ten) in,
maar doe dat pas op het volgende geplande tijdstip.
Uw arts zal bepalen welke dosis fulvestrant u moet krijgen en wanneer u die moet krijgen.
Afhankelijk van hoe uw lichaam reageert op de behandeling met Piqray, kan uw arts beslissen om uw
Piqray-dosis aan te passen. Het is heel belangrijk dat u de instructies van uw arts opvolgt. Als u last
krijgt van bepaalde bijwerkingen, kan uw arts u vragen een lagere dosis in te nemen, de behandeling
een tijdje te onderbreken of helemaal met de behandeling te stoppen.
Wanneer moet u dit middel innemen?
De Piqray-tabletten worden geleverd in doosjes met blisterkaarten. Op elke blisterkaart staat welke
tablet(ten) u moet innemen op elke dag van de week. Volg de instructies op de blisterkaart.
Neem Piqray een keer per dag, direct na het eten. Als u Piqray elke dag op hetzelfde tijdstip inneemt,
onthoudt u gemakkelijker wanneer u het geneesmiddel moet innemen.
Hoe neemt u dit middel in?
De Piqray-tabletten moet in hun geheel worden doorgeslikt: ze mogen niet worden stukgekauwd,
kapotgemaakt of gebroken voordat ze worden doorgeslikt. U moet geen tablet innemen die gebroken,
gebarsten of op een andere manier beschadigd is omdat u dan misschien niet de volledige dosis
inneemt.
Hoe lang moet u dit middel innemen?
Blijf Piqray innemen zolang als uw arts dat wil.
Dit is een behandeling die maanden tot jaren kan duren. Uw arts zal regelmatig uw gezondheid
checken om te zien of de behandeling het gewenste effect heeft.
Als u vragen heeft over hoe lang u Piqray moet innemen, neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
59
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Mensen die te veel Piqray-tabletten innamen, kregen te maken met bijwerkingen die bekende
bijwerkingen van Piqray zijn, zoals hoge bloedsuiker, misselijkheid, moeheid en huiduitslag. Als u per
ongeluk te veel tabletten heeft ingenomen, of als iemand anders per ongeluk uw medicatie heeft
ingenomen, neem dan meteen contact op met een arts of ziekenhuis voor advies. Het kan zijn dat dan
medische behandeling nodig is.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u vergeten bent om een Piqray-dosis in te nemen, kunt u deze dosis nog steeds innemen, meteen
na wat eten, maar wel binnen 9 uur na het tijdstip waarop u de dosis eigenlijk had moeten innemen.
Als u pas meer dan 9 uur daarna erachter komt dat u een dosis bent vergeten, moet u de dosis voor die
dag overslaan. Neem de volgende dag uw dosis op het normale tijdstip. Neem geen dubbele dosis om
een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Als u stopt met de behandeling met Piqray kan uw ziekte erger worden. Stop alleen met het innemen
van Piqray als uw arts tegen u zegt dat u moet stoppen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Sommige bijwerkingen kunnen ernstig zijn
Als u een ernstige bijwerking krijgt,
stop dan met het innemen van dit geneesmiddel en neem
meteen contact op met uw arts.
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers):
-
Erg veel dorst hebben, vaker plassen dan anders of meer plassen dan anders, meer zin in eten
met gewichtsverlies (mogelijke verschijnselen van te veel suiker in uw bloed, ook wel
hyperglykemie genoemd)
-
Koorts, hoesten, loopneus, vergrote lymfeklieren, pijnlijke gewrichten, huiduitslag,
nachtzweten, gewichtsverlies (mogelijke verschijnselen van een laag aantal lymfocyten, een
soort witte bloedcellen)
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
-
Huiduitslag, jeuk, netelroos (galbulten), kortademigheid, moeilijk ademen, piepen, hoesten, een
licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, veranderingen in bewustzijn, lage bloeddruk, rood
worden van de huid, zwelling van gezicht en/of keel, blauwe verkleuring van de lippen, tong of
huid (mogelijke verschijnselen van ernstige allergische reacties).
-
Ademhalingsproblemen zoals moeilijk of pijnlijk ademen, hoesten, snel ademen, blauwe
verkleuring van de lippen, tong of huid, de hik (mogelijke verschijnselen van een
longontsteking).
-
Minder vaak of minder plassen dan anders, zwelling in benen, enkels en rond de ogen, moeheid,
in de war zijn, misselijkheid, stuiptrekkingen, pijn op de borst (mogelijke tekenen dat uw nieren
niet meer goed werken)
-
Pijn, zwelling of doof gevoel in de kaak, een zwaar gevoel in de kaak of los gaan zitten van een
tand (mogelijke verschijnselen van botontkalking van de kaak)
-
Huiduitslag, rood worden van de huid, blaren op de lippen of in de ogen of mond,
huidafschilfering (mogelijke verschijnselen van erythema multiforme)
60
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
-
Moeilijk ademen, hoofdpijn, misselijkheid, overgeven (mogelijke verschijnselen van de
aandoening ketoacidose, waarbij er veel zuren in het bloed zitten)
-
Heftige pijn in de bovenbuik (mogelijke verschijnselen van ontsteking van de alvleesklier)
-
Huiduitslag, rode huid, blaren op de lippen of in de ogen of mond, huidafschilfering, koorts
(mogelijke verschijnselen van het Stevens-Johnson-syndroom)
Niet bekend:
de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
-
Diarree, een groter aantal stoelgangen dan gewoonlijk, bloed in de stoelgang of donkerder
gekleurde stoelgang, pijn of gevoeligheid in de maagstreek (mogelijke verschijnselen van
colitis, dat is een ontsteking van de darmen)
-
Verwardheid, droge mond, droge of blozende huid, misselijkheid, overgeven, vermoeidheid,
vaak moeten plassen, dorst (mogelijke tekenen van hyperglykemisch hyperosmolair
niet-ketotisch syndroom (HHNKS))
-
Zwelling van uw gezicht of keel en moeilijk kunnen ademen (mogelijke verschijnselen van
angio-oedeem, dat is een soort ernstige allergische reactie)
-
Huiduitslag, koorts (mogelijke verschijnselen van geneesmiddelenuitslag met eosinofilie en
systemische symptomen (DRESS-syndroom))
Andere mogelijke bijwerkingen
Andere bijwerkingen zijn de bijwerkingen die hieronder worden vermeld. Als een van deze
bijwerkingen ernstig wordt, vertel dat dan aan uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Zeer vaak:
-
Pijn bij het plassen en vaak plassen (mogelijke verschijnselen van een urineweginfectie)
-
Moeheid, bleke huid (mogelijke verschijnselen van bloedarmoede, een aandoening waarbij er te
weinig rode bloedcellen in het bloed zitten)
-
Spontane bloedingen of blauwe plekken (verschijnselen van een laag aantal trombocyten, ook
wel bloedplaatjes genoemd)
-
Minder zin in eten
-
Hoofdpijn
-
Vreemde smaak in de mond (dysgeusie)
-
Diarree
-
Misselijkheid
-
Overgeven
-
Wondjes of zweertjes in de mond met tandvleesontsteking (stomatitis)
-
Buikpijn
-
Maagklachten (dyspepsie)
-
Huiduitslag
-
Haarverlies of dunner worden van haar (alopecia)
-
Jeuk (pruritus)
-
Droge huid
-
Moeheid
-
Pijn, rood worden en zwellen van de luchtwegen, de slokdarm of het slijmvlies van de
geslachtsorganen (slijmvliesontsteking)
-
Gezwollen handen, enkels of voeten (perifeer oedeem)
-
Koorts (pyrexie)
-
Droge slijmvliezen
-
Verlaagd gewicht
-
Lage hoeveelheid calcium in het bloed, wat soms kan leiden tot krampen (hypocalciëmie)
-
Lage hoeveelheid kalium in het bloed, wat kan leiden tot zwakke spieren, ongewilde en pijnlijke
samentrekking van een spier (spierkramp), en/of een afwijkend hartritme (hypokaliëmie)
61
Vaak:
-
Uitdroging (dehydratie)
-
Moeilijk in slaap vallen (insomnia)
-
Droge ogen
-
Wazig zien
-
Hoofdpijn, duizeligheid (mogelijke verschijnselen van hoge bloeddruk)
-
Zwelling van een deel of uw hele arm (ook de vingers) of been (ook de tenen), zwaar gevoel,
beperkte beweging, ongemak, verdikking van de huid en infecties die vaker terugkomen
(mogelijke verschijnselen van een ophoping van vocht in uw lymfeklieren)
-
Tandpijn
-
Bloeding, gevoelig of gezwollen tandvlees (verschijnselen van ontsteking van het tandvlees)
-
Gebarsten, gekloofde lippen (cheilitis)
-
Tandvleespijn
-
Roodheid van de huid (erytheem)
-
Huidontsteking met huiduitslag (dermatitis)
-
Rood worden en/of zwelling en mogelijk vervelling op de handpalmen en voetzolen, soms met
een tintelend gevoel en brandende pijn (verschijnselen van hand- en voetsyndroom)
-
Ongewilde en pijnlijke samentrekking van spieren (spierkramp)
-
Spierpijn (myalgie)
-
Zwelling over het hele lichaam (oedeem)
Tijdens de behandeling met Piqray kunnen de resultaten van sommige bloedonderzoeken afwijken,
zoals:
Zeer vaak:
-
Hoge concentraties van de volgende enzymen in het bloed: gammaglutamyltransferase,
alanineaminotransferase, lipase
-
Hoge bloedsuiker
-
Hoge concentraties creatinine en/of calcium in het bloed
-
Lage hoeveelheden lymfocyten, bloedplaatjes, suiker, hemoglobine en/of albumine in het bloed
-
Verlengde geactiveerde partiële tromboplastinetijd (een maat voor het stollingsvermogen van
het bloed die aangeeft dat uw bloed trager stolt dan normaal)
Vaak:
-
Hoge concentratie geglycosyleerde hemoglobine in het bloed (dit is een stof die laat zien
hoeveel suiker er in het bloed zat over de afgelopen 8 tot 12 weken)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en
blisterkaart na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Neem dit geneesmiddel niet in als u merkt dat de verpakking is beschadigd of als het lijkt of er iemand
aan de verpakking heeft gezeten.
62
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is alpelisib.
-
In elke Piqray filmomhulde tablet van 50 mg zit 50 mg alpelisib.
-
In elke Piqray filmomhulde tablet van 150 mg zit 150 mg alpelisib.
-
In elke Piqray filmomhulde tablet van 200 mg zit 200 mg alpelisib.
-
De andere stoffen in dit middel zijn:
-
Tabletkern: microkristallijne cellulose, mannitol, natriumzetmeelglycolaat, hypromellose,
magnesiumstearaat.
-
Omhulling: hypromellose, rood en zwart ijzeroxide (E172), titaandioxide (E171),
macrogol, talk.
Hoe ziet Piqray eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten zijn lichtroze, ronde tabletten met de tekst 'L7' aan de ene zijde en
'NVR' aan de andere zijde. De diameter is ongeveer 7,2 mm.
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten zijn vaalrode, ovale tabletten met de tekst 'UL7' aan de ene zijde
en 'NVR' aan de andere zijde. De afmetingen zijn ongeveer: 14,2 mm (lengte); 5,7 mm (breedte).
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten zijn lichtrode, ovale tabletten met de tekst 'YL7' aan de ene zijde
en 'NVR' aan de andere zijde. De afmetingen zijn ongeveer: 16,2 mm (lengte); 6,5 mm (breedte).
Piqray wordt geleverd als filmomhulde tabletten in blisterverpakkingen. Piqray is verkrijgbaar in de
volgende verpakkingsgrootten:
-
Verpakkingen met filmomhulde tabletten van 50 mg en 200 mg (voor patiënten met een
dagdosis van 250 mg).
-
Verpakkingen met een voorraad voor 14 dagen: 28 filmomhulde tabletten (14 van 50 mg
en 14 van 200 mg).
-
Verpakkingen met een voorraad voor 28 dagen: 56 filmomhulde tabletten (28 van 50 mg
en 28 van 200 mg).
-
Multiverpakkingen met 168 filmomhulde tabletten (3x 56, elk met 28 tabletten van 50 mg
en 28 tabletten van 200 mg).
-
Verpakkingen met filmomhulde tabletten van 150 mg (voor patiënten met een dagdosis van
300 mg).
-
Verpakkingen met een voorraad voor 14 dagen: 28 filmomhulde tabletten.
-
Verpakkingen met een voorraad voor 28 dagen: 56 filmomhulde tabletten.
-
Multiverpakkingen met 168 (3x 56) filmomhulde tabletten.
-
Verpakkingen met filmomhulde tabletten van 200 mg (voor patiënten met een dagdosis van
200 mg).
-
Verpakkingen met een voorraad voor 14 dagen: 14 filmomhulde tabletten.
-
Verpakkingen met een voorraad voor 28 dagen: 28 filmomhulde tabletten.
-
Multiverpakkingen met 84 (3x 28) filmomhulde tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
63
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
Fabrikant
Novartis Pharma GmbH
Roonstrasse 25
90429 Neurenberg
Duitsland
Lek Pharmaceuticals d.d.
Verovskova ulica 57
1526 Ljubljana
Slovenië
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
България
Novartis Bulgaria EOOD
Тел: +359 2 489 98 28
Česká republika
Novartis s.r.o.
Tel: +420 225 775 111
Danmark
Novartis Healthcare A/S
Tlf: +45 39 16 84 00
Deutschland
Novartis Pharma GmbH
Tel: +49 911 273 0
Eesti
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 66 30 810
Ελλάδα
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Τηλ: +30 210 281 17 12
España
Novartis Farmacéutica, S.A.
Tel: +34 93 306 42 00
France
Novartis Pharma S.A.S.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Lietuva
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tel: +370 5 269 16 50
Luxembourg/Luxemburg
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Magyarország
Novartis Hungária Kft.
Tel.: +36 1 457 65 00
Malta
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +356 2122 2872
Nederland
Novartis Pharma B.V.
Tel: +31 88 04 52 555
Norge
Novartis Norge AS
Tlf: +47 23 05 20 00
Österreich
Novartis Pharma GmbH
Tel: +43 1 86 6570
Polska
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 375 4888
Portugal
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tel: +351 21 000 8600
64
Hrvatska
Novartis Hrvatska d.o.o.
Tel. +385 1 6274 220
Ireland
Novartis Ireland Limited
Tel: +353 1 260 12 55
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Novartis Farma S.p.A.
Tel: +39 02 96 54 1
Κύπρος
Novartis Pharma Services Inc.
Τηλ: +357 22 690 690
Latvija
SIA Novartis Baltics
Tel: +371 67 887 070
România
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel: +40 21 31299 01
Slovenija
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +386 1 300 75 50
Slovenská republika
Novartis Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 5542 5439
Suomi/Finland
Novartis Finland Oy
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200
Sverige
Novartis Sverige AB
Tel: +46 8 732 32 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Novartis Ireland Limited
Tel: +44 1276 698370
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
65
BIJLAGE IV
WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR DE WIJZIGING VAN DE
VOORWAARDEN VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
66
Wetenschappelijke conclusies
Rekening houdend met het beoordelingsrapport van het Risicobeoordelingscomité voor
geneesmiddelenbewaking (PRAC) over de periodieke veiligheidsupdate(s) (PSUR(’s)) voor alpelisib,
heeft het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik (CHMP) de volgende
wetenschappelijke conclusies getrokken:
In het licht van de beschikbare gegevens over colitis uit spontane meldingen, waaronder in één geval
een nauwe temporele relatie, acht het PRAC een oorzakelijk verband tussen alpelisib en colitis op zijn
minst redelijkerwijs mogelijk. Het PRAC concludeerde dat de productinformatie van producten die
alpelisib bevatten dienovereenkomstig moet worden gewijzigd.
In het licht van de beschikbare gegevens over angio-oedeem uit spontane meldingen, waaronder in
sommige gevallen een nauwe temporele relatie, een positieve de-challenge en re-challenge, en gezien
een plausibel werkingsmechanisme, acht het PRAC een oorzakelijk verband tussen alpelisib en angio-
oedeem op zijn minst redelijkerwijs mogelijk. Het PRAC concludeerde dat de productinformatie van
producten die alpelisib bevatten dienovereenkomstig moet worden aangepast.
Het CHMP stemt in met de door het PRAC getrokken wetenschappelijke conclusies.
Redenen voor de wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunning voor het in de
handel brengen
Op basis van de wetenschappelijke conclusies voor alpelisib is het CHMP van mening dat de baten-
risicoverhouding van het geneesmiddel dat alpelisib bevat ongewijzigd blijft op voorwaarde dat de
voorgestelde wijzigingen in de productinformatie worden aangebracht.
Het CHMP beveelt aan de voorwaarden van de vergunning voor het in de handel brengen te wijzigen.
67

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg alpelisib.
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg alpelisib.
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg alpelisib.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet).
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten
Lichtroze, ronde, convexe filmomhulde tablet met schuine randen en met de aanduiding 'L7' aan de
ene zijde en 'NVR' aan de andere zijde. De diameter bedraagt ongeveer 7,2 mm.
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
Vaalrode, ovale, convexe filmomhulde tablet met schuine randen en met de aanduiding 'UL7' aan de
ene zijde en 'NVR' aan de andere zijde. De afmetingen zijn ongeveer: 14,2 mm (lengte); 5,7 mm
(breedte).
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
Lichtrode, ovale, convexe filmomhulde tablet met schuine randen en met de aanduiding 'YL7' aan de
ene zijde en 'NVR' aan de andere zijde. De afmetingen zijn ongeveer: 16,2 mm (lengte); 6,5 mm
(breedte).

KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Piqray is geïndiceerd in combinatie met fulvestrant voor de behandeling van postmenopauzale
vrouwen, en mannen, met lokaal gevorderde of gemetastaseerde hormoonreceptor (HR)-positieve,
humane epidermale-groeifactorreceptor 2 (HER2)-negatieve borstkanker met een PIK3CA-mutatie na
ziekteprogressie volgend op endocriene therapie als monotherapie (zie rubriek 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Behandeling met Piqray dient te worden ingesteld door een arts die ervaring heeft met het gebruik van
behandelingen tegen kanker.
Patiënten met HR-positieve, HER2-negatieve gevorderde borstkanker dienen voor behandeling met
Piqray te worden geselecteerd op basis van de aanwezigheid van een PIK3CA-mutatie in tumor- of
plasmamonsters, met gebruikmaking van een gevalideerde test. Als er geen mutatie wordt
gedetecteerd in een plasmamonster, dient tumorweefsel onderzocht te worden, indien beschikbaar.
Dosering
De aanbevolen dosering is 300 mg alpelisib (2 filmomhulde tabletten van 150 mg) eenmaal daags
ingenomen op continue basis. Piqray moet onmiddellijk na het eten worden ingenomen, elke dag op
ongeveer hetzelfde tijdstip (zie rubriek 5.2). De maximale aanbevolen dagdosis Piqray is 300 mg.
Als een dosis Piqray wordt gemist, kan deze onmiddellijk na het eten binnen 9 uur na het gebruikelijke
tijdstip van toediening worden ingenomen. Na meer dan 9 uur moet de dosis voor die dag worden
overgeslagen. De volgende dag moet Piqray op het gebruikelijke tijdstip worden ingenomen. Als de
patiënt braakt na het innemen van de dosis Piqray, mag de patiënt geen extra dosis innemen op die dag
en moet de patiënt de volgende dag het gebruikelijke doseringsschema hervatten op het gebruikelijke
tijdstip.
Piqray moet gelijktijdig met fulvestrant worden toegediend. De aanbevolen dosis fulvestrant is 500 mg
intramusculair toegediend op dag 1, 15 en 29, en daarna eenmaal per maand. Raadpleeg de
samenvatting van de productkenmerken voor fulvestrant.
De behandeling dient te worden voortgezet zolang er medisch voordeel wordt waargenomen of totdat
onaanvaardbare toxiciteit optreedt. Dosisaanpassingen kunnen noodzakelijk zijn om de
verdraagbaarheid te verbeteren.
Dosisaanpassingen
Voor behandeling van ernstige of onverdraagbare geneesmiddelbijwerkingen (ADR's) kan het nodig
zijn de behandeling met Piqray tijdelijk te onderbreken, de dosering te verlagen en/of de behandeling
te staken. Als verlaging van de dosis nodig is, kunnen de richtlijnen voor dosisverlaging bij ADR's in
tabel 1 worden geraadpleegd. Een maximum van 2 dosisverlagingen wordt aanbevolen; daarna moet
de behandeling van de patiënt met Piqray definitief worden gestaakt. Dosisverlaging moet worden
gebaseerd op de ergste voorgaande toxiciteit.
Tabel 1
Richtlijnen voor aanbevolen dosisverlaging van Piqray in geval van ADR's1

Dosisniveau Piqray
Dosis en schema
Aantal en sterkte van tabletten
Startdosis
300 mg/dag continu
2 tabletten van 150 mg
Eerste dosisverlaging
250 mg/dag continu
1 tablet van 200 mg en 1 tablet van
50 mg
Tweede dosisverlaging
200 mg/dag continu
1 tablet van 200 mg
1 Slechts één dosisverlaging is toegestaan bij pancreatitis.

Dosisaanpassing en behandeling bij hyperglykemie

Nuchtere
Aanbeveling
glucosewaarden (NG)1
Dosisaanpassing en behandeling dienen uitsluitend te worden gebaseerd op nuchtere
glucosewaarden (plasma/bloed)

> ULN-160 mg/dl of
Aanpassing van de dosis Piqray is niet nodig.
> ULN-8,9 mmol/l
Behandeling met orale antidiabetica starten of intensiveren2.
> 160-250 mg/dl of
Aanpassing van de dosis Piqray is niet nodig.
> 8,9-13,9 mmol/l
Behandeling met orale antidiabetica starten of intensiveren2.
Als binnen 21 dagen NG niet daalt tot 160 mg/dl of 8,9 mmol/l op
behandeling met geschikte orale antidiabetica2,3, de dosis Piqray
verlagen met 1 dosisniveau en de specifieke aanbevelingen voor de
NG-waarde opvolgen.
> 250-500 mg/dl of
Piqray onderbreken.
> 13,9-27,8 mmol/l
Behandeling met orale antidiabetica starten of intensiveren2 en
aanvullende antidiabetica zoals insuline3 overwegen gedurende
1-2 dagen tot de hyperglykemie verdwenen is, zoals klinisch
geïndiceerd.
Intraveneuze hydratatie toedienen en passende behandeling overwegen
(bijv. interventie voor elektrolyt-/ketoacidose-/hyperosmolaire
stoornissen).
Als NG binnen 3 tot 5 dagen daalt tot 160 mg/dl of 8,9 mmol/l op
behandeling met geschikte antidiabetica, Piqray hervatten op het
eerstvolgende lagere dosisniveau.
Als NG binnen 3 tot 5 dagen niet daalt tot 160 mg/dl of 8,9 mmol/l op
behandeling met geschikte antidiabetica, wordt overleg met een
professionele zorgverlener met expertise in de behandeling van
hyperglykemie aanbevolen.
·
Als binnen 21 dagen NG niet daalt tot 160 mg/dl of 8,9 mmol/l na
behandeling met geschikte antidiabetica2,3, definitief stoppen met de
behandeling met Piqray.
Piqray onderbreken.
> 27,8 mmol/l
Behandeling met geschikte antidiabetica starten of intensiveren2,3
(intraveneuze hydratatie toedienen en passende behandeling overwegen
[bijv. interventie voor elektrolyt-/ketoacidose-/hyperosmolaire
stoornissen]); opnieuw controleren binnen 24 uur en op klinische
indicatie.
·
Als NG daalt tot 500 mg/dl of 27,8 mmol/l, dan de specifieke
aanbevelingen voor NG-waarde < 500 mg/dl opvolgen.
Als NG > 500 mg/dl of > 27,8 mmol/l wordt bevestigd na 24 uur,
definitief stoppen met de behandeling met Piqray.
1
Nuchtere glucosewaarden weerspiegelen de gradering van hyperglykemie volgens CTCAE-
versie 4.03; CTCAE = Common Terminology Criteria for Adverse Events.
2
Toepasselijke antidiabetica, zoals metformine, SGLT2-remmers of insuline-sensitizers (zoals
thiazolidinedionen of dipeptidylpeptidase-4-remmers), moeten worden gestart en de betreffende
voorschrijfinformatie moet worden doorgenomen voor aanbevelingen ten aanzien van dosering en
dosistitratie, inclusief lokale richtlijnen voor de behandeling van diabetes. Metformine werd
aanbevolen in het klinische fase III-onderzoek, met de volgende richtlijn: Metformine dient te worden
gestart op 500 mg eenmaal daags. Op basis van verdraagbaarheid kan de dosis metformine worden
verhoogd tot 500 mg tweemaal daags, gevolgd door 500 mg bij het ontbijt en 1000 mg bij de
avondmaaltijd, gevolgd door een verdere verhoging tot 1000 mg tweemaal daags indien nodig (zie
rubriek 4.4).
3
Zoals aanbevolen in het klinische fase III-onderzoek, kan insuline gedurende 1-2 dagen worden
gebruikt tot de hyperglykemie verdwenen is. Dit is echter in het merendeel van de gevallen van
alpelisib-geïnduceerde hyperglykemie mogelijk niet noodzakelijk, gezien de korte halfwaardetijd van
alpelisib en de verwachting dat de glucosespiegel zal normaliseren na onderbreking van de
behandeling met Piqray.
Uitgangswaarden van diabetische status en prediabetische status, BMI 30 en leeftijd 75 jaar bleken
risicofactoren te zijn voor hyperglykemie bij patiënten die behandeld werden met alpelisib. Deze
risicofactoren waren aanwezig bij 74,7% van patiënten met een willekeurige graad van hyperglykemie
en bij 86,2% van patiënten met een hyperglycemie van graad 3 of 4 (zie rubriek 4.4).


Dosisaanpassing en behandeling bij rash

Graad1
Aanbeveling
Alle graden
Overleg met een dermatoloog dient altijd te worden
overwogen.
Graad 1
Aanpassing van de dosis Piqray is niet nodig.
(< 10% lichaamsoppervlak [body
Behandeling met topische corticosteroïden starten.
surface area, BSA] met actieve
Toevoegen van orale antihistaminica overwegen om
huidtoxiciteit)
symptomen te behandelen.
Als actieve rash niet binnen 28 dagen na de gepaste
behandeling is verbeterd, voeg dan een lage dosis
systemisch corticosteroïd toe.
Graad 2
Aanpassing van de dosis Piqray is niet nodig.
(10-30% BSA met actieve
Behandeling met topische corticosteroïden en orale
huidtoxiciteit)
antihistaminica starten of intensiveren.
Behandeling met systemische corticosteroïden in een lage
dosering overwegen.
Als rash binnen 10 dagen verbetert tot graad 1, mag het
systemisch corticosteroïd worden stopgezet.
Graad 3 (bijv. ernstige rash die niet
Piqray onderbreken tot rash verbetert tot graad 1.
op medische behandeling reageert)
Behandeling met topische/systemische corticosteroïden en
(> 30% BSA met actieve
antihistaminica starten of intensiveren.
huidtoxiciteit)
Zodra rash verbetert tot graad 1, Piqray hervatten op het
eerstvolgende lagere dosisniveau.
Graad 4 (bijv. huidaandoeningen met Piqray definitief stopzetten.
ernstige bulleuze huiduitslag,
blaarvorming of exfoliatie)
(elk percentage BSA geassocieerd
met uitgebreide superinfectie, waarbij
intraveneuze antibiotica zijn
geïndiceerd; levensbedreigende
gevolgen)
1
Gradering volgens CTCAE-versie 5.0

Dosisaanpassing en behandeling bij diarree of colitis

Graad1
Aanbeveling
Graad 1
Aanpassing van de dosis Piqray is niet nodig. Geschikte medische behandeling
starten en monitoren zoals klinisch geïndiceerd.
Graad 22
Behandeling met Piqray onderbreken.
Geschikte medische behandeling starten of intensiveren en monitoren zoals
klinisch geïndiceerd.
Als diarree of colitis verbetert tot graad 1, Piqray hervatten op hetzelfde
dosisniveau.
Voor terugkerende diarree of colitis graad 2, behandeling met Piqray
onderbreken tot verbetering tot graad 1, vervolgens Piqray hervatten op het
eerstvolgende lagere dosisniveau.
Graad 32,3
Behandeling met Piqray onderbreken.
Geschikte medische behandeling starten of intensiveren en monitoren zoals
klinisch geïndiceerd.
Als diarree of colitis verbetert tot graad 1, Piqray hervatten op het
eerstvolgende lagere dosisniveau.
Graad 42,3
Piqray definitief stopzetten
1
Gradering volgens CTCAE-versie 5.0.
2
Voor graad 2 bijkomende behandeling overwegen, zoals steroïden.
3
Patiënten moeten aanvullend worden behandeld volgens de lokale zorgstandaard, inclusief
controle van de elektrolyten, toediening van anti-emetica en antidiarrhoica en/of extra vocht
en elektrolytsupplementen, zoals klinisch geïndiceerd.
Andere toxiciteiten

Tabel 5
Dosisaanpassing en behandeling bij andere toxiciteiten (exclusief hyperglykemie,
rash en diarree of colitis)


Graad1
Aanbeveling
Graad 1 of 2
Aanpassing van de dosis Piqray is niet nodig. Geschikte medische behandeling
starten en monitoren indien klinisch geïndiceerd 2,3.
Graad 3
Behandeling met Piqray onderbreken tot verbetering tot graad 1, vervolgens
Piqray hervatten op het eerstvolgende lagere dosisniveau2.
Graad 4
Piqray definitief stopzetten3.
1
Gradering volgens CTCAE-versie 5.0
2
In geval van pancreatitis van graad 2 en 3 de behandeling met Piqray onderbreken tot verbetering tot
graad 1 en hervatten op het eerstvolgende lagere dosisniveau. Slechts één dosisverlaging is
toegestaan. Als opnieuw toxiciteit optreedt, behandeling met Piqray definitief stopzetten.
3
In geval van verhoogd totaalbilirubine van graad 2: behandeling met Piqray onderbreken tot herstel tot
graad 1 en hervatten in dezelfde dosis indien verdwenen in 14 dagen of hervatten op het
eerstvolgende lagere dosisniveau indien verdwenen in > 14 dagen.



Schema voor nuchtere glucosecontroles

Aanbevolen schema voor het
Aanbevolen schema voor het
controleren van nuchtere glucose-
controleren van nuchtere glucose-
en HbA1c-waarden bij alle
en HbA1c-waarden bij patiënten
patiënten behandeld met Piqray
met diabetes, prediabetes,
BMI 30 of leeftijd 75 jaar
behandeld met Piqray

Tijdens de screening, Op nuchtere plasmaglucose (NPG) en HbA1c testen en de
voordat de
bloedglucosespiegel van de patiënt optimaliseren (zie tabel 2).
behandeling met
Piqray wordt gestart

Na het starten van
Nuchtere glucose controleren in week 1, 2, 4, 6 en 8 na de start van de
de behandeling met
behandeling, en daarna maandelijks.
Piqray
Regelmatig nuchtere glucose (zelf)
Dagelijks in de eerste 2 weken van de
controleren, vaker in de eerste
behandeling nuchtere glucose (zelf)
4 weken en met name in de eerste
controleren. Vervolgens doorgaan
2 weken van de behandeling, volgens met controleren van nuchtere
de instructies van een professionele
glucose, zo frequent als nodig is om
zorgverlener*.
de hyperglykemie te behandelen,
volgens de instructies van een
professionele zorgverlener*.
HbA1c dient na 4 weken behandeling en daarna elke 3 maanden te worden
gecontroleerd.
Als zich
Regelmatig nuchtere glucose controleren conform de lokale zorgstandaard en
hyperglykemie
in elk geval totdat nuchtere glucose daalt tot normale waarden.
ontwikkelt na het
Tijdens behandeling met antidiabetica doorgaan met de controle van nuchtere
starten van de
glucose, ten minste eenmaal per week gedurende 8 weken, gevolgd door
behandeling met
eenmaal in de 2 weken, en nuchtere glucose controleren volgens de instructies
Piqray
van een professionele zorgverlener met expertise in de behandeling van
hyperglykemie.
* Alle controles van glucose dienen te worden uitgevoerd naar het oordeel van de arts zoals klinisch
geïndiceerd.
Patiënten dienen te worden geïnformeerd over de tekenen en symptomen van hyperglykemie (bijv.
overmatige dorst, vaker urineren dan gebruikelijk of een grotere hoeveelheid urine dan gebruikelijk,
verhoogde eetlust met gewichtsverlies).
Van de 190 patiënten met hyperglykemie werd 87,4% (166/190) behandeld met antidiabetische
medicatie, en 75,8% (144/190) meldde het gebruik van metformine als enige middel of in combinatie
met andere antidiabetische medicatie (bijv. insuline, dipeptidylpeptidase-4 (DPP-4)-remmers, SGLT2-
remmers en sulfonylurea).
Orale antidiabetische medicatie werd gebruikt bij 154 patiënten. Van deze 154 patiënten, zetten 17
(11,0%) de studiebehandeling stop vanwege hyperglykemie. Gelijktijdige insuline-medicatie werd
gebruikt bij 54 patiënten; van deze zetten 13 (24,1%) de studiebehandeling stop vanwege
hyperglykemie.
Van de 162 patiënten met graad 2 hyperglykemie hadden er 155 ten minste 1 graad verbetering en
de mediane tijd tot verbetering vanaf het eerste voorval was 8 dagen (95%-BI: 8 tot 10).
Bij de patiënten met verhoogde NPG die de behandeling met fulvestrant voortzetten na stopzetting van
Piqray (n=58), keerde bij 98,3% (n=57) de NPG-spiegel terug naar de uitgangswaarde.



Bijwerkingen waargenomen in klinisch fase III-onderzoek en tijdens
postmarketingervaring


Bijwerking
Alle graden (%)
Graad 3 of 4 (%)
Infecties en parasitaire aandoeningen
Urineweginfectie1
Zeer vaak
29 (10,2)
2 (0,7)*
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Anemie
Zeer vaak
125 (44,0)
14 (4,9)*
Lymfocytentelling verlaagd
Zeer vaak
157 (55,3)
26 (9,2)
Plaatjestelling verlaagd
Zeer vaak
43 (15,1)
4 (1,4)*
Immuunsysteemaandoeningen
Overgevoeligheid2
Vaak
11 (3,9)
2 (0,7)*
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Plasmaglucose verhoogd
Zeer vaak
225 (79,2)
111 (39,1)
Plasmaglucose verlaagd
Zeer vaak
76 (26,8)
1 (0,4)
Verminderde eetlust
Zeer vaak
102 (35,9)
2 (0,7)*
Hypokaliëmie
Zeer vaak
42 (14,8)
18 (6,3)
Hypocalciëmie
Zeer vaak
79 (27,8)
6 (2,1)
Magnesium verlaagd
Zeer vaak
34 (12,0)
1 (0,4)
Dehydratie
Vaak
10 (3,5)
1 (0,4)*
Ketoacidose3
Soms
2 (0,7)
2 (0,7)
Hyperglykemisch
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
hyperosmolair niet-ketotisch syndroom
(HHNKS) #
Psychische stoornissen
Insomnia
Vaak
22 (7,7)

Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Zeer vaak
55 (19,4)
2 (0,7)*
Dysgeusie4
Zeer vaak
44 (15,5)
1 (0,4)*
Oogaandoeningen
Gezichtsvermogen wazig
Vaak
15 (5,3)
1 (0,4)*
Droog oog
Vaak
10 (3,5)

Bloedvataandoeningen
Hypertensie
Vaak
27 (9,5)
13 (4,6)
Lymfoedeem
Vaak
16 (5,6)

Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Pneumonitis5
Vaak
5 (1,8)
1 (0,4)*
Maagdarmstelselaandoeningen
Diarree
Zeer vaak
169 (59,5)
20 (7,0)*
Misselijkheid
Zeer vaak
133 (46,8)
8 (2,8)*
Stomatitis6
Zeer vaak
86 (30,3)
7 (2,5)*
Braken
Zeer vaak
81 (28,5)
2 (0,7)*
Abdominale pijn
Zeer vaak
50 (17,6)
4 (1,4)*
Dyspepsie
Zeer vaak
33 (11,6)
Tandpijn
Vaak
13 (4,6)
1 (0,4)*
Gingivitis
Vaak
11 (3,9)
1 (0,4)*
Gingiva-pijn
Vaak
9 (3,2)
Cheilitis
Vaak
8 (2,8)
Pancreatitis
Soms
1 (0,4)
1 (0,4)
Colitis#
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Zeer vaak
147 (51,8)
55 (19,4)*
Alopecia
Zeer vaak
58 (20,4)
Pruritus
Zeer vaak
53 (18,7)
2 (0,7)*
Droge huid8
Zeer vaak
53 (18,7)
1 (0,4)*
Erytheem9
Vaak
18 (6,3)
2 (0,7)*
Dermatitis10
Vaak
10 (3,5)
2 (0,7)*
Palmoplantair erytrodysesthesiesyndroom
Vaak
5 (1,8)
Erythema multiforme
Vaak
3 (1,1)
2 (0,7)*
Stevens-Johnson-syndroom
Soms
1 (0,4)
1 (0,4)*
Geneesmiddelenreactie met eosinofilie en
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
systemische symptomen (DRESS-syndroom)#
Angio-oedeem#
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Spierspasmen
Vaak
22 (7,7)
Myalgie
Vaak
19 (6,7)
1 (0,4)*
Osteonecrose van kaak
Vaak
16 (5,6)
5 (1,8)*
Nier- en urinewegaandoeningen
Acuut nierletsel
Vaak
16 (5,6)
5 (1,8)
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vermoeidheid11
Zeer vaak
123 (43,3)
16 (5,6)*
Mucosale ontsteking
Zeer vaak
56 (19,7)
6 (2,1)*
Perifeer oedeem
Zeer vaak
47 (16,5)
Pyrexie
Zeer vaak
45 (15,8)
2 (0,7)
Mucosale droogheid12
Zeer vaak
36 (12,7)
1 (0,4)*
Oedeem13
Vaak
18 (6,3)

Onderzoeken
Gewicht verlaagd
Zeer vaak
79 (27,8)
15 (5,3)*
Bloedcreatinine verhoogd
Zeer vaak
192 (67,6)
8 (2,8)*
Gammaglutamyltransferase verhoogd
Zeer vaak
151 (53,2)
34 (12,0)
Alanineaminotransferase verhoogd
Zeer vaak
125 (44,0)
12 (4,2)*
Lipase verhoogd
Zeer vaak
121 (42,6)
20 (7,0)
Geactiveerde partiële tromboplastinetijd
Zeer vaak
63 (22,2)
2 (0,7)
(aPTT) verlengd
Albumine verlaagd
Zeer vaak
41 (14,4)
1 (0,4)
Geglycosyleerde hemoglobine verhoogd
Vaak
8 (2,8)
0
*
Er werden geen bijwerkingen van graad 4 waargenomen
#
Bijwerkingen gemeld tijdens postmarketingervaring. Deze zijn afkomstig van spontane meldingen waarbij
het niet altijd mogelijk is de frequentie of een causaal verband met de blootstelling aan het geneesmiddel
op betrouwbare wijze vast te stellen.
1
Urineweginfectie: omvat ook één geval van urosepsis
2
Overgevoeligheid: omvat ook allergische dermatitis
3
Ketoacidose: omvat ook diabetische ketoacidose (zie rubriek 4.4)
4
Dysgeusie: omvat ook ageusie, hypogeusie
5
Pneumonitis: omvat ook interstitiële longziekte
6
Stomatitis: omvat ook aften en mondulceratie
7
Rash: omvat ook maculopapuleuze rash, vlekkerige rash, gegeneraliseerde rash, papuleuze rash,
pruritische rash
8
Droge huid: omvat ook huidkloven, xerose, xeroderma
9
Erytheem: omvat ook gegeneraliseerd erytheem
10
Dermatitis: omvat ook acneïforme dermatitis
11
Vermoeidheid: omvat ook asthenie
12
Mucosale droogheid: omvat ook droge mond, vulvovaginale droogte
13
Oedeem: omvat ook aangezichtszwelling, gezichtsoedeem, ooglidoedeem

FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Antineoplastische middelen, overige antineoplastische middelen,
ATC-code: L01EM03
Werkingsmechanisme
Alpelisib is een -specifieke klasse I fosfatidylinositol-3-kinase (PI3K)-remmer. Gain-of-function-
mutaties in het gen dat codeert voor de katalytische -subeenheid van PI3K (PIK3CA) leiden tot
activering van PI3K en AKT-signalering, cellulaire transformatie en de vorming van tumoren in in-
vitro
- en in-vivo-modellen.
In borstkankercellijnen remde alpelisib de fosforylering van PI3K downstream doelwitten waaronder
AKT, en vertoonde het activiteit in cellijnen met een PIK3CA-mutatie.
In vivo remde alpelisib de PI3K/AKT-signaaltransductieroute en verminderde het de tumorgroei in
xenotransplantaatmodellen, waaronder modellen van borstkanker.
Het is aangetoond dat PI3K-remming door behandeling met alpelisib een toename van de
oestrogeenreceptor (ER)-transcriptie in borstkankercellen induceert. De combinatie van alpelisib en
fulvestrant liet een toegenomen antitumoractiviteit zien vergeleken met monotherapie met alpelisib of
fulvestrant in xenotransplantaatmodellen afgeleid van ER-positieve, PIK3CA-gemuteerde
borstkankercellijnen.
De PI3K/AKT-signaaltransductieroute is verantwoordelijk voor glucosehomeostase, en hyperglykemie
is een verwachte on-target bijwerking van PI3K-remming.
Onderzoek C2301 primaire werkzaamheidsanalyse - Samenvatting van
werkzaamheidsresultaten op basis van RECIST (FAS, cohort met PIK3CA-
mutatie). `Cut-off'-datum: 12 juni 2018



Piqray + fulvestrant
Placebo + fulvestrant
(n=169)
(n=172)
Mediane progressievrije overleving (PFS) (maanden, 95%-BI)
Radiologische beoordeling onderzoeker #
Cohort met PIK3CA-mutatie
11,0
5,7
(N=341)
(7,5 tot 14,5)
(3,7 tot 7,4)
Hazardratio (95%-BI)
0,65 (0,50 tot 0,85)
p-waardea
0,00065
Beoordeling geblindeerde onafhankelijke beoordelingscommissie*#
Cohort met PIK3CA-mutatie
11,1
3,7
(N=173)
(7,3 tot 16,8)
(2,1 tot 5,6)
Hazardratio (95%-BI)
0,48 (0,32 tot 0,71)
p-waarde
n.v.t.
BI = betrouwbaarheidsinterval; N = aantal patiënten; n.v.t. = niet van toepassing
a p-waarde is verkregen met de eenzijdige gestratificeerde logrank-toets.
# Per RECIST 1.1
* Op basis van 50% sample-based audit benadering
In het cohort met PIK3CA-mutatie bleek uit analyses van PFS-subgroepen, conform de
onderzoekersbeoordeling op basis van randomisatie-stratificatiefactoren, een over het algemeen
consistent behandelingseffect ten gunste van de behandelingsgroep met alpelisib, ongeacht aan- of
afwezigheid van long-/levermetastasen.
Bij 20 patiënten met eerdere behandeling met een CDK4/6 remmer was de hazard ratio (HR) voor PFS
0,48 (95%-BI: 0,17-1,36); de mediane PFS was 1,8 maanden (95%-BI: 1,7-3,6) in de
behandelingsgroep met placebo plus fulvestrant en 5,5 maanden (95%-BI: 1,6-16,8) in de
behandelingsgroep met alpelisib plus fulvestrant.
Gebruik makend van een `cut-off'-datum voor data van 12-Jun-2018 waren de PFS-resultaten voor de
subgroep van de endocrien-resistente patiënten (HR=0,64; 95%-BI: 0,49-0,85, n=292) en de
endocrien-gevoelige patiënten (HR=0,87; 95%-BI: 0,35-2,17, n=39) in het voordeel van de
behandelingsgroep met alpelisib plus fulvestrant. Het aantal endocrien-gevoelige patiënten met een
PIK3CA-mutatie was beperkt (n=39) en de resultaten dienen met voorzichtigheid geïnterpreteerd te
worden.
Gebruik makend van een `cut-off'-datum voor data van 12-Jun-2018, was het totale responspercentage
(ORR) bij patiënten met meetbare ziekte bij aanvang 35,7% (95%-BI: 27,4-44,7) in de
behandelingsgroep met alpelisib plus fulvestrant en 16,2% (95%-BI: 10,4-23,5) in de
behandelingsgroep met placebo plus fulvestrant.
Onderzoek C2301 - Kaplan-Meier-curve van PFS volgens beoordeling van de
onderzoeker (FAS, cohort met PIK3CA-mutatie): beschrijvende update met `cut-
off'-datum voor data van 23 april 2020


100
Tijdstippen censurering
Censoring Times
A
A llppeelliissiibb +
+ fFuullvv. ((n
n/ /N
N =
= 112244//11
6 6
9)9 )
P
P llaac
c e
e b
boo ++ f F
ul u
v l.v ( (
n/n/
N N
= =1 1
4 4
9/ 9
1 /7127
) 2)
80
Ha H
z a
arzdarratdi oR
=a t0i,o6 =
4 0.64
%)
(
95
l
9
%5- %
BI [C
0,I 5[0
0-.5
0, 0
8 ;10] .81]
a)
v
r
Kaplan-Meier-medianen (maanden)
% o
( o
v
y
Alpelisib + fulv.: 11,0
t n
Kaplan-Meier medians (Months)
i
l e
60
i e
b g
Pl A
ac lep
b e
o l is
+ ib
f
ul+
v .F
: u
5 l,v
7 : 11.0
a
b di
o e
r
Placebo + Fulv : 5.7
hp
k
je
i
le
nr
jf
i-
ht
40
n scr
e a
v a
E W
20
0
0
4
8
12
16
20
24
28
32
36
40
44
48
52
56
Time (Months)
Aantal patiënten nog steeds 'at risk'
Tijd (maanden)
Number of subjects still at risk
Tij T
d i m
( e
m (aM
a o
n ndth
e sn))
0
4
8
12
16
20
24
28
32
36
40
44
48
52
56
Al A
p l
e p
l e
i lsiisi
b b
+
+ F
f u
ullv
v. 169
123
85
66
54
44
37
29
24
18
12
6
1
0
0
Placebo + Fulv
172
89
67
51
40
33
22
13
10
7
4
1
1
1
0
Placebo + fulv.

Finale analyse totale overleving (OS)
Bij de finale OS-analyse bereikte het onderzoek niet zijn belangrijkste secundaire doelstelling. Vanaf
de `cut-off'-datum voor data van 23 april 2020 werd een totaal van 87 (51,5%) overlijdens gemeld in
de onderzoeksgroep met alpelisib plus fulvestrant en 94 (54,7%) in de onderzoeksgroep met placebo
plus fulvestrant. De HR was 0,86 (95%-BI: 0,64-1.15; p=0,15, eenzijdig) en de vooraf gespecificeerde
O'Brien-Fleming werkzaamheidsgrens van p 0,0161 werd niet overschreden. Mediane OS was
39,3 maanden (95%-BI: 34,1-44,9) in de onderzoeksgroep met alpelisib plus fulvestrant en
31,4 maanden (95%-BI: 26,8-41,3) in de onderzoeksgroep placebo plus fulvestrant (figuur 2).
Onderzoek C2301 belangrijkste secundaire analyse - Kaplan-Meier-curve van OS
(FAS, cohort met PIK3CA-mutatie) met `cut-off'-datum van 23 april 2020

100
%)
(
l
a
v
80
r
o
o
v
)
n%
e(
ey
gti
l
d
60
i
Tijdstippen censurering
b i
a e
Censoring Times
b h
o
r k
A
Allp
p e
elliis
siib
b +
+ fF
u u
l l
vv
. ((n
n/ /N
N =
= 88
77
/ /
1 1
6 6
9 9
) )
jp
i
le
n
Placebo + Fulv (n/N = 94/172)
e j
r i
Placebo + fulv. (n/N = 94/172)
f
- h
t
40
n sc
Hazardratio = 0,86
e r
Hazard Ratio = 0.86
v a
E a
9 9
5 5
% %
-B IC
[ I
0 [,0
6 .46
- 4
1,;1
1 .
5 1
] 5]
W
Kaplan-Meier-medianen (maanden)
Kaplan-Meier medians (Months)
20
A
Al l
pp
e e
li li
s s
i i
b b
+ +
f F
ul u
v.lv
:
3:
9 3
, 9
3 .3
Placebo + Fulv : 31.4
Placebo + fulv.: 31,4
L
Loo
g g
-rra
ann
kk
pp
- -v
waa
a lru
d e
e, 1
1 --s
z iid
j e
di d
g =
= 0
0, .1
155
0
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
26
28
30
32
34
36
38
40
42
44
46
48
50
52
54
Time (Months)
Aantal patiënten nog steeds 'at risk'
Tijd (maanden)
Number of subjects still at risk
Tijd T
(im
mea (aM
n o
dnt
e h
ns))
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
26
28
30
32
34
36
38
40
42
44
46
48
50
52
54
Alpe A
lilp
s e
i lbis
ib
+ +
f
uFlu
v l.v
169 162 159 156 145 141 138 133 126 122 112 111 108 103 102
94
91
85
68
56
47
35
26
19
9
4
1
0
Placebo + Fulv
172 164 155 150 149 143 133 126 119 115 111 104
98
92
86
80
74
73
60
49
42
29
20
13
7
6
3
0
Placebo + fulv.

Bij patiënten die eerder behandeld werden met CDK4/6i (n=20) was de mediane OS in de
onderzoeksgroep alpelisib plus fulvestrant 29,8 maanden (95%-BI: 6,7- 38,2) in vergelijking tot
12,9 maanden (95%-BI: 2,5-34,6) in de onderzoeksgroep placebo plus fulvestrant (HR=0,67; 95%-BI:
0,21-2,18).
Cohort zonder PIK3CA-mutatie
Er werd geen PFS-voordeel waargenomen bij patiënten van wie het tumorweefsel geen
PIK3CA-mutatie had.
Eerder gebruik van fulvestrant in onderzoek CBYL719X2102
Patiënten die eerder behandeld werden met fulvestrant werden niet opgenomen in het pivotale
onderzoek. In het fase I-onderzoek CBYL719X2101 meldden 39 proefpersonen eerder gebruik van
fulvestrant. De beste totale respons op behandeling met alpelisib plus fulvestrant voor de
21 proefpersonen met PIK3CA-mutaties en meetbare ziekte bij aanvang was partiële respons bij
7 proefpersonen, stabiele ziekte bij 11 proefpersonen en progressieve ziekte bij 2 proefpersonen.
Dientengevolge is het bewijs van de werkzaamheid van deze behandeling niet geleverd bij patiënten
die eerder werden behandeld met fulvestrant wegens de huidige beperkte gegevens (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Piqray in alle subgroepen van pediatrische patiënten
met borstkanker (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen

De farmacokinetiek van alpelisib werd onderzocht bij patiënten op een oraal doseringsschema
variërend van 30 tot 450 mg per dag. Gezonde proefpersonen kregen een enkelvoudige orale dosis die
varieerde van 300 tot 400 mg. De farmacokinetiek bij oncologiepatiënten en gezonde proefpersonen
was vergelijkbaar.

FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Tabletkern
Microkristallijne cellulose
Mannitol
Natriumzetmeelglycolaat
Hypromellose
Magnesiumstearaat
Filmomhulling
Hypromellose
IJzeroxide, zwart (E172)
IJzeroxide, rood (E172)
Titaandioxide (E171)
Macrogol
Talk
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1455/001-009

9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

27 juli 2020

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.

BIJLAGE II

A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE


B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK


C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN


D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Novartis Pharma GmbH
Roonstrasse 25
90429 Neurenberg
Duitsland
Lek Pharmaceuticals d.d.
Verovskova ulica 57
1526 Ljubljana
Slovenië
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen
6 maanden na toekenning van de vergunning indienen.

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.

Extra risicobeperkende maatregelen
Vóór de introductie van Piqray moet in elke lidstaat de vergunninghouder (MAH) met de nationaal
bevoegde autoriteit afspraken maken over de inhoud en opmaak van het educatieve programma,
inclusief de communicatiemiddelen en distributiekanalen en elk ander aspect van het programma.
Het educatieve programma is gericht op het verhogen van de bewustwording en het verstrekken van
informatie met betrekking tot de verschijnselen en symptomen van ernstige hyperglykemie, waaronder
ketoacidose, en hoe deze moeten worden behandeld.
De vergunninghouder dient ervoor te zorgen dat in elke lidstaat waar Piqray in de handel wordt
gebracht, alle professionele zorgverleners die Piqray naar verwachting voorschrijven het educatieve
materiaal voor artsen krijgen of daar toegang toe hebben.
Het educatieve materiaal voor artsen dient het volgende te bevatten:
·
De samenvatting van de productkenmerken
·
Gids voor professionele zorgverleners

De gids voor professionele zorgverleners dient de volgende belangrijke elementen te bevatten:
Ernstige hyperglykemie, in sommige gevallen geassocieerd met hyperglykemisch hyperosmolair
niet-ketotisch syndroom (HHNKS) of ketoacidose, is waargenomen bij patiënten behandeld met
Piqray. Er is een aantal gevallen van ketoacidose met fatale afloop gemeld in de postmarketingsetting.
·
Vóór het starten van de behandeling
-
Piqray is geassocieerd met een verhoogd risico op hyperglykemie.
-
Patiënten met een hoger risico (diabetisch, prediabetisch, een NPG > 250 mg/dl, een BMI
30 of 75 jaar oud) moeten overleg hebben met een professionele zorgverlener met
ervaring in de behandeling van hyperglykemie.
-
De actuele antidiabetische behandeling van de patiënt zou beïnvloed kunnen worden door
de behandeling met alpelisib door interactie met orale antidiabetica die gemetaboliseerd
worden door CYP2C9 en CYP2C8 (waaronder begrepen, maar niet beperkt tot,
repaglinide, rosiglitazon, glipizide en tolbutamide).
-
Test op NPG en HbA1c en optimaliseer de bloedglucosespiegel van de patiënt vóór het
starten van behandeling met alpelisib.
-
Adviseer patiënten over het risico op hyperglykemie, de nood aan
levensstijlveranderingen, klachten en verschijnselen van hyperglykemie (bijv. overmatige
dorst, vaker plassen dan gewoonlijk of een grotere hoeveelheid urine dan gewoonlijk,
verhoogde eetlust met gewichtsverlies, moeilijk ademen, hoofdpijn, misselijkheid,
braken) en het belang om een professionele zorgverlener te raadplegen als verschijnselen
zich voordoen.
·
Tijdens de behandeling
-
Volg het schema om nuchtere glucose te controleren volgens de Piqray-
productinformatie. Let op: er zijn verschillende schema's voor patiënten met en zonder
risicofactoren.
-
Volg in het geval van hyperglykemie de tabel voor hyperglykemie-gerelateerde
dosisaanpassing en behandeling volgens de Piqray-productinformatie.
-
Er moet rekening worden gehouden met mogelijke geneesmiddeleninteracties wanneer
antidiabetische behandeling wordt opgestart.



BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER


A. ETIKETTERING

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
alpelisib

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg alpelisib.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
28 tabletten
Voorraad voor 14 dagen bij een
dagdosis van 300 mg.
56 tabletten
Voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 300 mg.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1455/001
28 filmomhulde tabletten van 150 mg
EU/1/20/1455/002
56 filmomhulde tabletten van 150 mg
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 150 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
alpelisib

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg alpelisib.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
Multiverpakking: 168 (3x 56) tabletten
3x voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 300 mg.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1455/003
168 (3x 56) filmomhulde tabletten van 150 mg
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 150 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
alpelisib

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg alpelisib.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
56 tabletten
Voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 300 mg.
Onderdeel van een multiverpakking. Niet voor afzonderlijke verkoop.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1455/003
168 (3x 56) filmomhulde tabletten van 150 mg
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 150 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 150 mg tabletten
alpelisib

2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Novartis Europharm Limited

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
OVERIGE
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
Neem beide tabletten in de gekleurde rij onmiddellijk na het eten in op de aangegeven dag.

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
alpelisib

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg alpelisib.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 tabletten
Voorraad voor 14 dagen bij een
dagdosis van 200 mg.
28 tabletten
Voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 200 mg.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1455/007
14 filmomhulde tabletten van 200 mg
EU/1/20/1455/008
28 filmomhulde tabletten van 200 mg
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 200 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
alpelisib

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg alpelisib.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
Multiverpakking: 84 (3x 28) tabletten
3x voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 200 mg.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1455/009
84 (3x 28) filmomhulde tabletten van 200 mg
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 200 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
alpelisib

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg alpelisib.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
28 tabletten
Voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 200 mg.
Onderdeel van een multiverpakking. Niet voor afzonderlijke verkoop.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1455/009
84 (3x 28) filmomhulde tabletten van 200 mg
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 200 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 200 mg tabletten
alpelisib

2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Novartis Europharm Limited

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
OVERIGE
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
Neem één tablet onmiddellijk na het eten in op de aangegeven dag.

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
alpelisib

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg of 200 mg alpelisib.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 tabletten van 50 mg
14 tabletten van 200 mg
Voorraad voor 14 dagen bij een
dagdosis van 250 mg.
28 tabletten van 50 mg
28 tabletten van 200 mg
Voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 250 mg.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1455/004
14 filmomhulde tabletten van 50 mg + 14 filmomhulde tabletten van
200 mg
EU/1/20/1455/005
28 filmomhulde tabletten van 50 mg + 28 filmomhulde tabletten van
200 mg
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 50 mg + 200 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
alpelisib

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg of 200 mg alpelisib.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
Multiverpakking:
84 (3x28) tabletten van 50 mg
84 (3x28) tabletten van 200 mg
3x voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 250 mg.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1455/006
84 (3x28) filmomhulde tabletten van 50 mg + 84 (3x28) filmomhulde
tabletten van 200 mg
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 50 mg + 200 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
alpelisib

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg of 200 mg alpelisib.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
28 tabletten van 50 mg
28 tabletten van 200 mg
Voorraad voor 28 dagen bij een
dagdosis van 250 mg.
Onderdeel van een multiverpakking. Niet voor afzonderlijke verkoop.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1455/006
84 filmomhulde tabletten van 50 mg + 84 filmomhulde tabletten van
200 mg (3x 28 + 28)
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Piqray 50 mg + 200 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Piqray 50 mg tabletten
Piqray 200 mg tabletten
alpelisib

2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Novartis Europharm Limited

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
OVERIGE
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
Neem beide tabletten in de gekleurde rij onmiddellijk na het eten in op de aangegeven dag.


B. BIJSLUITER

Piqray 50 mg filmomhulde tabletten
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten
alpelisib
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.

-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Piqray en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Piqray en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Wat is Piqray?
Piqray bevat de werkzame stof alpelisib, die hoort bij een groep geneesmiddelen die
fosfatidylinositol-3-kinaseremmers (PI3K-remmers) worden genoemd.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Piqray wordt gebruikt voor de behandeling van vrouwen na de overgang en mannen met een type
borstkanker: gevorderde hormoonreceptor (HR)-positieve, humane epidermale-groeifactorreceptor 2
(HER2)-negatieve borstkanker. Piqray wordt gebruikt samen met fulvestrant, een
hormoonbehandeling tegen kanker, bij patiënten bij wie de kanker niet heeft gereageerd op andere
hormoonbehandelingen en die bepaalde veranderingen (mutaties) hebben in een gen dat PIK3CA heet.
Uw arts zal een monster nemen van uw bloed en/of tumorweefsel. Dat monster wordt dan onderzocht
op deze PIK3CA-mutaties. Als het resultaat positief is, is de kans groot dat uw kanker zal reageren op
behandeling met Piqray.
Hoe werkt dit middel?
Piqray blokkeert de effecten van enzymen die fosfatidylinositol-3-kinasen (PI3K) heten. Deze
enzymen helpen kankercellen om te groeien en nieuwe kankercellen aan te maken. Door hun werking
te blokkeren, kan Piqray de groei en verspreiding van de kanker helpen tegengaan en de kankercellen
helpen vernietigen.
Als u vragen heeft over hoe Piqray werkt, of waarom u dit geneesmiddel heeft gekregen, neem dan
contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.

Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Volg alle instructies van uw arts heel goed op. Die kunnen anders zijn dan de algemene informatie in
deze bijsluiter. Twijfelt u ergens over? Neem dan contact op met uw arts.
Wanneer mag u dit middel niet innemen?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Als u denkt dat u misschien allergisch bent, vraag uw arts dan om advies.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt, als een van de volgende
punten op u van toepassing is:
-
als u te veel suiker in uw bloed (of diabetes) heeft of ooit heeft gehad (of verschijnselen van te
veel suiker in uw bloed, zoals extreem veel dorst en een droge mond, vaker moeten plassen dan
anders, meer plassen dan anders, moeheid, misselijkheid, meer zin in eten met gewichtsverlies).
-
als u ooit Stevens-Johnson-syndroom (SJS), erythema multiforme (EM), geneesmiddelenreactie
met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom) of toxische epidermale
necrolyse heeft gehad (TEN; mogelijke verschijnselen zijn een rode huid, blaren op de lippen of
in de ogen of mond, huidafschilfering, met of zonder koorts, huiduitslag).
-
als u een ernstige botziekte heeft die de kaak aantast (osteonecrose van de kaak).
Neem meteen contact op met uw arts of apotheker als tijdens uw behandeling met Piqray een van de
volgende punten op u van toepassing is:
-
Uitslag, jeuk, netelroos (galbulten), kortademigheid, moeilijk ademen, piepen, hoesten, een licht
gevoel in het hoofd, duizeligheid, veranderingen in bewustzijn, lage bloeddruk, rood worden
van de huid, zwelling van gezicht of keel, blauwe verkleuring van de lippen, tong of huid
(mogelijke verschijnselen van ernstige allergische reacties).
-
Nieuwe of veranderende ademhalingsproblemen zoals moeilijk of pijnlijk ademen, hoesten, snel
ademen, blauwe verkleuring van de lippen, tong of huid, de hik (mogelijke verschijnselen van
een niet-besmettelijke pneumonitis of longontsteking).
-
Meer dorst dan anders en een droge mond, vaker plassen dan anders, moeheid, meer zin in eten
met gewichtsverlies, verwardheid, misselijkheid, overgeven, fruitige geur van de adem, moeite
met ademen en een droge of blozende huid, wat verschijnselen kunnen zijn van te veel suiker in
uw bloed (hyperglykemie) en de complicaties hiervan.
-
Huiduitslag, rood worden van de huid, blaren op de lippen of in de ogen of mond,
huidafschilfering, soms met koorts (mogelijke verschijnselen van een van de volgende
huidaandoeningen: Stevens-Johnson-syndroom (SJS), erythema multiforme (EM),
geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom) of
toxische epidermale necrolyse (TEN)).
-
Nieuwe of verergerende mondklachten (zoals loszittende tanden, pijn of zwelling, het niet
genezen van wondjes in de mond of afscheiding).
-
Ernstige diarree of ernstige buikpijn of stoelgang met slijm of bloed, wat verschijnselen kunnen
zijn van een ontsteking van uw darmen (colitis).
Mogelijk moet uw arts deze verschijnselen behandelen, uw behandeling tijdelijk stoppen, uw dosis
verlagen of uw behandeling met Piqray definitief stoppen.

Bloedonderzoeken vóór en tijdens uw behandeling met Piqray
Uw arts zal vóór ­en regelmatig tijdens­ de behandeling met Piqray een bloedonderzoek doen om te
kijken hoeveel suiker in uw bloed zit. Op basis van de resultaten zal uw arts de nodige maatregelen
nemen, zoals het voorschrijven van een geneesmiddel om de bloedsuiker te verlagen. Uw arts kan, als
dat nodig is, besluiten uw behandeling met Piqray tijdelijk te stoppen of uw dosis Piqray te verlagen,
zodat uw bloedsuiker kan dalen. Uw arts kan ook besluiten om de behandeling met Piqray helemaal te
stoppen.
Uw arts zal u precies vertellen waar en wanneer de bloedonderzoeken zijn. De behandeling met
Piqray kan pas worden gestart als de onderzoeken laten zien dat de hoeveelheid suiker in uw
bloed goed is. Dit is omdat Piqray een verhoging van de bloedsuiker kan veroorzaken
(hyperglykemie); dat kan ernstig zijn en mogelijk moet u daarvoor worden behandeld. Alleen
via regelmatig nuchter bloedonderzoek kan de arts erachter komen of u misschien
hyperglykemie krijgt.
-
Uw arts zal u precies vertellen waar en wanneer u uw bloedsuiker moet controleren. Dit moet
vaker in de eerste 4 weken van de behandeling en vooral in de eerste 2 weken van de
behandeling met Piqray. Daarna moet u uw bloed minstens één keer in de maand controleren;
hoe vaak precies hangt af van uw bloedsuiker.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Piqray mag niet worden gebruikt bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Piqray nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kortgeleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Het gaat hierbij vooral om:
-
eltrombopag, een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor de behandeling van een laag aantal
bloedplaatjes
-
geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van borstkanker, zoals lapatinib,
everolimus of ribociclib
-
pantoprazol, een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor de behandeling van maagzuur en ervoor
zorgt dat er minder zuur in uw maag wordt aangemaakt
-
midazolam, een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor kalmering of bij slaapproblemen
-
rifampicine, een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor de behandeling van tuberculose en
enkele andere ernstige infecties
-
encorafenib, een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor de behandeling van een bepaald soort
huidkanker
-
warfarine, een geneesmiddel dat ervoor zorgt dat het bloed minder snel klontert
Twijfelt u of uw geneesmiddel bij een van de hierboven genoemde geneesmiddelen hoort? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Piqray mag niet gebruikt worden bij vrouwen die zwanger zijn, zwanger kunnen zijn of borstvoeding
geven. Piqray kan slecht zijn voor de baby in uw buik. Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt
u zwanger worden? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel
gebruikt. Vrouwen mogen geen borstvoeding geven tijdens de behandeling en gedurende ten minste
1 week na de laatste dosis Piqray. Uw arts zal de mogelijke risico's van het gebruik van Piqray tijdens
de zwangerschap of het geven van borstvoeding met u bespreken.
Als u een vrouw bent die zwanger kan worden, wil uw arts eerst zeker weten dat u niet zwanger bent;
pas dan mag u beginnen met de behandeling met Piqray. Daarom moet misschien bij u een
zwangerschapstest worden uitgevoerd.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten een betrouwbare anticonceptiemethode gebruiken
tijdens de behandeling en nog minstens 1 week nadat ze gestopt zijn met Piqray. Vraag uw arts naar
geschikte methoden. Vertel het direct aan uw arts als u denkt dat u misschien zwanger bent geworden
nadat u bent begonnen met de behandeling met Piqray.
Tijdens de behandeling, en ook nog minstens 1 week nadat ze gestopt zijn met Piqray, moeten
mannelijke patiënten een condoom gebruiken als ze seks hebben met een vrouwelijke partner die
zwanger kan worden. Als de partner van een mannelijke patiënt denkt dat ze in die periode misschien
zwanger is geworden, moet ze dat direct aan een arts vertellen.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
Hoeveel van dit middel moet u innemen?
De gebruikelijke startdosering van Piqray is 300 mg één keer per dag. Uw arts zal beslissen wat de
juiste dosis voor u is.
Afhankelijk van de voorgeschreven dosis, moet u het volgende aantal tabletten innemen:
-
Dosis van 300 mg: 2 tabletten van 150 mg
-
Dosis van 250 mg: 1 tablet van 200 mg en 1 tablet van 50 mg
-
Dosis van 200 mg: 1 tablet van 200 mg
Heeft u na het innemen van de Piqray-tablet(ten) overgegeven? Neem dan niet weer uw tablet(ten) in,
maar doe dat pas op het volgende geplande tijdstip.
Uw arts zal bepalen welke dosis fulvestrant u moet krijgen en wanneer u die moet krijgen.
Afhankelijk van hoe uw lichaam reageert op de behandeling met Piqray, kan uw arts beslissen om uw
Piqray-dosis aan te passen. Het is heel belangrijk dat u de instructies van uw arts opvolgt. Als u last
krijgt van bepaalde bijwerkingen, kan uw arts u vragen een lagere dosis in te nemen, de behandeling
een tijdje te onderbreken of helemaal met de behandeling te stoppen.
Wanneer moet u dit middel innemen?
De Piqray-tabletten worden geleverd in doosjes met blisterkaarten. Op elke blisterkaart staat welke
tablet(ten) u moet innemen op elke dag van de week. Volg de instructies op de blisterkaart.
Neem Piqray een keer per dag, direct na het eten. Als u Piqray elke dag op hetzelfde tijdstip inneemt,
onthoudt u gemakkelijker wanneer u het geneesmiddel moet innemen.
Hoe neemt u dit middel in?
De Piqray-tabletten moet in hun geheel worden doorgeslikt: ze mogen niet worden stukgekauwd,
kapotgemaakt of gebroken voordat ze worden doorgeslikt. U moet geen tablet innemen die gebroken,
gebarsten of op een andere manier beschadigd is omdat u dan misschien niet de volledige dosis
inneemt.
Hoe lang moet u dit middel innemen?
Blijf Piqray innemen zolang als uw arts dat wil.
Dit is een behandeling die maanden tot jaren kan duren. Uw arts zal regelmatig uw gezondheid
checken om te zien of de behandeling het gewenste effect heeft.
Als u vragen heeft over hoe lang u Piqray moet innemen, neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Sommige bijwerkingen kunnen ernstig zijn
Als u een ernstige bijwerking krijgt,
stop dan met het innemen van dit geneesmiddel en neem
meteen contact op met uw arts
.
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers):
-
Erg veel dorst hebben, vaker plassen dan anders of meer plassen dan anders, meer zin in eten
met gewichtsverlies (mogelijke verschijnselen van te veel suiker in uw bloed, ook wel
hyperglykemie genoemd)
-
Koorts, hoesten, loopneus, vergrote lymfeklieren, pijnlijke gewrichten, huiduitslag,
nachtzweten, gewichtsverlies (mogelijke verschijnselen van een laag aantal lymfocyten, een
soort witte bloedcellen)

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
-
Huiduitslag, jeuk, netelroos (galbulten), kortademigheid, moeilijk ademen, piepen, hoesten, een
licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, veranderingen in bewustzijn, lage bloeddruk, rood
worden van de huid, zwelling van gezicht en/of keel, blauwe verkleuring van de lippen, tong of
huid (mogelijke verschijnselen van ernstige allergische reacties).
-
Ademhalingsproblemen zoals moeilijk of pijnlijk ademen, hoesten, snel ademen, blauwe
verkleuring van de lippen, tong of huid, de hik (mogelijke verschijnselen van een
longontsteking).
-
Minder vaak of minder plassen dan anders, zwelling in benen, enkels en rond de ogen, moeheid,
in de war zijn, misselijkheid, stuiptrekkingen, pijn op de borst (mogelijke tekenen dat uw nieren
niet meer goed werken)
-
Pijn, zwelling of doof gevoel in de kaak, een zwaar gevoel in de kaak of los gaan zitten van een
tand (mogelijke verschijnselen van botontkalking van de kaak)
-
Huiduitslag, rood worden van de huid, blaren op de lippen of in de ogen of mond,
huidafschilfering (mogelijke verschijnselen van erythema multiforme)
Moeilijk ademen, hoofdpijn, misselijkheid, overgeven (mogelijke verschijnselen van de
aandoening ketoacidose, waarbij er veel zuren in het bloed zitten)
-
Heftige pijn in de bovenbuik (mogelijke verschijnselen van ontsteking van de alvleesklier)
-
Huiduitslag, rode huid, blaren op de lippen of in de ogen of mond, huidafschilfering, koorts
(mogelijke verschijnselen van het Stevens-Johnson-syndroom)

Niet bekend: de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
-
Diarree, een groter aantal stoelgangen dan gewoonlijk, bloed in de stoelgang of donkerder
gekleurde stoelgang, pijn of gevoeligheid in de maagstreek (mogelijke verschijnselen van
colitis, dat is een ontsteking van de darmen)
-
Verwardheid, droge mond, droge of blozende huid, misselijkheid, overgeven, vermoeidheid,
vaak moeten plassen, dorst (mogelijke tekenen van hyperglykemisch hyperosmolair
niet-ketotisch syndroom (HHNKS))
-
Zwelling van uw gezicht of keel en moeilijk kunnen ademen (mogelijke verschijnselen van
angio-oedeem, dat is een soort ernstige allergische reactie)
-
Huiduitslag, koorts (mogelijke verschijnselen van geneesmiddelenuitslag met eosinofilie en
systemische symptomen (DRESS-syndroom))

Andere mogelijke bijwerkingen
Andere bijwerkingen zijn de bijwerkingen die hieronder worden vermeld. Als een van deze
bijwerkingen ernstig wordt, vertel dat dan aan uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Zeer vaak:
-
Pijn bij het plassen en vaak plassen (mogelijke verschijnselen van een urineweginfectie)
-
Moeheid, bleke huid (mogelijke verschijnselen van bloedarmoede, een aandoening waarbij er te
weinig rode bloedcellen in het bloed zitten)
-
Spontane bloedingen of blauwe plekken (verschijnselen van een laag aantal trombocyten, ook
wel bloedplaatjes genoemd)
-
Minder zin in eten
-
Hoofdpijn
-
Vreemde smaak in de mond (dysgeusie)
-
Diarree
-
Misselijkheid
-
Overgeven
-
Wondjes of zweertjes in de mond met tandvleesontsteking (stomatitis)
-
Buikpijn
-
Maagklachten (dyspepsie)
-
Huiduitslag
-
Haarverlies of dunner worden van haar (alopecia)
-
Jeuk (pruritus)
-
Droge huid
-
Moeheid
-
Pijn, rood worden en zwellen van de luchtwegen, de slokdarm of het slijmvlies van de
geslachtsorganen (slijmvliesontsteking)
-
Gezwollen handen, enkels of voeten (perifeer oedeem)
-
Koorts (pyrexie)
-
Droge slijmvliezen
-
Verlaagd gewicht
-
Lage hoeveelheid calcium in het bloed, wat soms kan leiden tot krampen (hypocalciëmie)
-
Lage hoeveelheid kalium in het bloed, wat kan leiden tot zwakke spieren, ongewilde en pijnlijke
samentrekking van een spier (spierkramp), en/of een afwijkend hartritme (hypokaliëmie)


Uitdroging (dehydratie)
-
Moeilijk in slaap vallen (insomnia)
-
Droge ogen
-
Wazig zien
-
Hoofdpijn, duizeligheid (mogelijke verschijnselen van hoge bloeddruk)
-
Zwelling van een deel of uw hele arm (ook de vingers) of been (ook de tenen), zwaar gevoel,
beperkte beweging, ongemak, verdikking van de huid en infecties die vaker terugkomen
(mogelijke verschijnselen van een ophoping van vocht in uw lymfeklieren)
-
Tandpijn
-
Bloeding, gevoelig of gezwollen tandvlees (verschijnselen van ontsteking van het tandvlees)
-
Gebarsten, gekloofde lippen (cheilitis)
-
Tandvleespijn
-
Roodheid van de huid (erytheem)
-
Huidontsteking met huiduitslag (dermatitis)
-
Rood worden en/of zwelling en mogelijk vervelling op de handpalmen en voetzolen, soms met
een tintelend gevoel en brandende pijn (verschijnselen van hand- en voetsyndroom)
-
Ongewilde en pijnlijke samentrekking van spieren (spierkramp)
-
Spierpijn (myalgie)
-
Zwelling over het hele lichaam (oedeem)
Tijdens de behandeling met Piqray kunnen de resultaten van sommige bloedonderzoeken afwijken,
zoals:
Zeer vaak:
-
Hoge concentraties van de volgende enzymen in het bloed: gammaglutamyltransferase,
alanineaminotransferase, lipase
-
Hoge bloedsuiker
-
Hoge concentraties creatinine en/of calcium in het bloed
-
Lage hoeveelheden lymfocyten, bloedplaatjes, suiker, hemoglobine en/of albumine in het bloed
-
Verlengde geactiveerde partiële tromboplastinetijd (een maat voor het stollingsvermogen van
het bloed die aangeeft dat uw bloed trager stolt dan normaal)

Vaak:
-
Hoge concentratie geglycosyleerde hemoglobine in het bloed (dit is een stof die laat zien
hoeveel suiker er in het bloed zat over de afgelopen 8 tot 12 weken)

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.

5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en
blisterkaart na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Neem dit geneesmiddel niet in als u merkt dat de verpakking is beschadigd of als het lijkt of er iemand
aan de verpakking heeft gezeten.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is alpelisib.
-
In elke Piqray filmomhulde tablet van 50 mg zit 50 mg alpelisib.
-
In elke Piqray filmomhulde tablet van 150 mg zit 150 mg alpelisib.
-
In elke Piqray filmomhulde tablet van 200 mg zit 200 mg alpelisib.
-
De andere stoffen in dit middel zijn:
-
Tabletkern: microkristallijne cellulose, mannitol, natriumzetmeelglycolaat, hypromellose,
magnesiumstearaat.
-
Omhulling: hypromellose, rood en zwart ijzeroxide (E172), titaandioxide (E171),
macrogol, talk.

Hoe ziet Piqray eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Piqray 50 mg filmomhulde tabletten zijn lichtroze, ronde tabletten met de tekst 'L7' aan de ene zijde en
'NVR' aan de andere zijde. De diameter is ongeveer 7,2 mm.
Piqray 150 mg filmomhulde tabletten zijn vaalrode, ovale tabletten met de tekst 'UL7' aan de ene zijde
en 'NVR' aan de andere zijde. De afmetingen zijn ongeveer: 14,2 mm (lengte); 5,7 mm (breedte).
Piqray 200 mg filmomhulde tabletten zijn lichtrode, ovale tabletten met de tekst 'YL7' aan de ene zijde
en 'NVR' aan de andere zijde. De afmetingen zijn ongeveer: 16,2 mm (lengte); 6,5 mm (breedte).
Piqray wordt geleverd als filmomhulde tabletten in blisterverpakkingen. Piqray is verkrijgbaar in de
volgende verpakkingsgrootten:
-
Verpakkingen met filmomhulde tabletten van 50 mg en 200 mg (voor patiënten met een
dagdosis van 250 mg).
-
Verpakkingen met een voorraad voor 14 dagen: 28 filmomhulde tabletten (14 van 50 mg
en 14 van 200 mg).
-
Verpakkingen met een voorraad voor 28 dagen: 56 filmomhulde tabletten (28 van 50 mg
en 28 van 200 mg).
-
Multiverpakkingen met 168 filmomhulde tabletten (3x 56, elk met 28 tabletten van 50 mg
en 28 tabletten van 200 mg).
-
Verpakkingen met filmomhulde tabletten van 150 mg (voor patiënten met een dagdosis van
300 mg).
-
Verpakkingen met een voorraad voor 14 dagen: 28 filmomhulde tabletten.
-
Verpakkingen met een voorraad voor 28 dagen: 56 filmomhulde tabletten.
-
Multiverpakkingen met 168 (3x 56) filmomhulde tabletten.
-
Verpakkingen met filmomhulde tabletten van 200 mg (voor patiënten met een dagdosis van
200 mg).
-
Verpakkingen met een voorraad voor 14 dagen: 14 filmomhulde tabletten.
-
Verpakkingen met een voorraad voor 28 dagen: 28 filmomhulde tabletten.
-
Multiverpakkingen met 84 (3x 28) filmomhulde tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Novartis Pharma N.V.
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Tel: +370 5 269 16 50


Luxembourg/Luxemburg
Novartis Bulgaria EOOD
Novartis Pharma N.V.
: +359 2 489 98 28
Tél/Tel: +32 2 246 16 11

Ceská republika
Magyarország
Novartis s.r.o.
Novartis Hungária Kft.
Tel: +420 225 775 111
Tel.: +36 1 457 65 00

Danmark
Malta
Novartis Healthcare A/S
Novartis Pharma Services Inc.
Tlf: +45 39 16 84 00
Tel: +356 2122 2872

Deutschland
Nederland
Novartis Pharma GmbH
Novartis Pharma B.V.
Tel: +49 911 273 0
Tel: +31 88 04 52 555

Eesti
Norge
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Novartis Norge AS
Tel: +372 66 30 810
Tlf: +47 23 05 20 00


Österreich
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Novartis Pharma GmbH
: +30 210 281 17 12
Tel: +43 1 86 6570

España
Polska
Novartis Farmacéutica, S.A.
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel: +34 93 306 42 00
Tel.: +48 22 375 4888

France
Portugal
Novartis Pharma S.A.S.
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Tel: +351 21 000 8600

România
Novartis Hrvatska d.o.o.
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel. +385 1 6274 220
Tel: +40 21 31299 01

Ireland
Slovenija
Novartis Ireland Limited
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +353 1 260 12 55
Tel: +386 1 300 75 50

Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Novartis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 5542 5439

Italia
Suomi/Finland
Novartis Farma S.p.A.
Novartis Finland Oy
Tel: +39 02 96 54 1
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200

Sverige
Novartis Pharma Services Inc.
Novartis Sverige AB
: +357 22 690 690
Tel: +46 8 732 32 00

Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
SIA Novartis Baltics
Novartis Ireland Limited
Tel: +371 67 887 070
Tel: +44 1276 698370


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

BIJLAGE IV

WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR DE WIJZIGING VAN DE
VOORWAARDEN VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN


Heb je dit medicijn gebruikt? Piqray 150 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Piqray 150 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Piqray 150 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG