Pemetrexed medac 500 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pemetrexed medac 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Pemetrexed medac 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Pemetrexed medac 1000 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Pemetrexed medac 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Elke injectieflacon bevat 100 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatrium hemipentahydraat).
Hulpstof met bekend effect
Elke 100 mg injectieflacon bevat ongeveer 11 mg natrium.
Pemetrexed medac 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Elke injectieflacon bevat 500 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatrium hemipentahydraat).
Hulpstof met bekend effect
Elke 500 mg injectieflacon bevat ongeveer 54 mg natrium.
Pemetrexed medac 1000 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Elke injectieflacon bevat 1000 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatrium hemipentahydraat).
Hulpstof met bekend effect
Elke 1000 mg injectieflacon bevat ongeveer 108 mg natrium.
Na reconstitutie (zie rubriek 6.6) bevat iedere injectieflacon 25 mg/ml pemetrexed.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
Wit tot lichtgeel poeder.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Maligne mesothelioom van de pleura
Pemetrexed medac is in combinatie met cisplatine aangewezen voor de behandeling van
chemotherapie-naïeve patiënten met inoperabel maligne mesothelioom van de pleura.
Niet-kleincellig longcarcinoom
Pemetrexed medac in combinatie met cisplatine is aangewezen als eerstelijnsbehandeling van
patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom, anders dan
overwegend plaveiselcelhistologie (zie rubriek 5.1).
Pemetrexed medac is geïndiceerd als monotherapie voor de onderhoudsbehandeling van lokaal
gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom anders dan overwegend
plaveiselcelhistologie bij patiënten bij wie de ziekte onmiddellijk na op platina gebaseerde
chemotherapie geen progressie heeft vertoond (zie rubriek 5.1).
2
Pemetrexed medac is aangewezen als monotherapie voor de tweedelijnsbehandeling van patiënten met
lokaal gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom, anders dan overwegend
plaveiselcelhistologie (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Pemetrexed medac mag alleen worden toegediend onder toezicht van een arts die gekwalificeerd is in
het gebruik van chemotherapie tegen kanker.
Dosering
Pemetrexed in combinatie met cisplatine
De aanbevolen dosis Pemetrexed medac bedraagt 500 mg/m² lichaamsoppervlakte, toegediend als een
intraveneuze infusie gedurende 10 minuten op de eerste dag van elke 21-daagse cyclus. De aanbevolen
dosis cisplatine is 75 mg/m² lichaamsoppervlakte, toegediend als een intraveneuze infusie gedurende
twee uur. Cisplatine wordt ongeveer 30 minuten na voltooiing van de infusie met pemetrexed, op de
eerste dag van elke 21-daagse cyclus toegediend. Patiënten moeten vóór en/of na toediening van
cisplatine adequaat worden behandeld met anti-emetica en geschikte hydratie krijgen (zie tevens de
Samenvatting van de productkenmerken van cisplatine voor specifiek doseringsadvies).
Pemetrexed als enkelvoudig agens
Bij patiënten behandeld voor niet-kleincellig longcarcinoom na chemotherapie, bedraagt de aanbevolen
dosis Pemetrexed medac 500 mg/m² lichaamsoppervlakte, toegediend als een intraveneuze infusie
gedurende 10 minuten op de eerste dag van elke 21-daagse cyclus.
Regime van voorafgaande medicatie
Om de incidentie en ernst van huidreacties te verminderen, dient een corticosteroïd te worden gegeven
op de dag vóór, op de dag van en op de dag na toediening van pemetrexed. Het corticosteroïd dient
equivalent te zijn aan 4 mg dexamethason tweemaal daags oraal toegediend (zie rubriek 4.4).
Om de toxiciteit te verminderen moeten patiënten die worden behandeld met pemetrexed tevens
vitaminesupplementen krijgen (zie rubriek 4.4). Patiënten moeten dagelijks oraal foliumzuur of een
multivitaminepreparaat met foliumzuur (350 - 1000 µg) innemen. Gedurende de zeven dagen
voorafgaand aan de eerste dosis pemetrexed moeten ten minste vijf doses foliumzuur worden
ingenomen en de inname ervan moet gedurende de gehele behandelingsperiode en gedurende 21 dagen
na de laatste dosis pemetrexed worden voortgezet. Patiënten moeten tevens een intramusculaire
injectie vitamine B
12
(1000 µg) krijgen toegediend in de week voorafgaand aan de eerste dosis
pemetrexed en daarna eenmaal per drie cycli. Daaropvolgende vitamine B
12
-injecties kunnen op
dezelfde dag als pemetrexed worden toegediend.
Monitoring
Patiënten die pemetrexed krijgen toegediend, dienen vóór elke dosis te worden gecontroleerd met een
complete bloedtelling, inclusief een differentiële witte bloedceltelling (WBT) en plaatjestelling.
Voorafgaand aan elke toediening van chemotherapie moet de bloedsamenstelling worden onderzocht
om de nier- en leverfunctie te beoordelen. Vóór het begin van elke chemotherapiecyclus moeten
patiënten de volgende waarden hebben: de absolute neutrofielconcentratie (ANC) dient
1.500 cellen/mm³
en de plaatjesconcentratie dient ≥
100000 cellen/mm³ te zijn.
De creatinineklaring dient ≥
45 ml/min te zijn.
Totaal bilirubine dient ≤
1,5 keer de bovengrens van normaal te zijn. Alkalische fosfatase (AF),
aspartaataminotransferase (ASAT of SGOT) en alanineaminotransferase (ALAT of SGPT) dienen
3
keer de bovengrens van normaal te zijn. Alkalische fosfatase, ASAT en ALAT ≤
5 keer de
bovengrens van normaal is aanvaardbaar als de lever bij de tumor betrokken is.
Dosisaanpassingen
Dosisaanpassingen aan het begin van een volgende cyclus dienen te zijn gebaseerd op de laagste
3
hematologische waarden of de maximale niet-hematologische toxiciteit van de voorgaande
behandelingscyclus. De behandeling kan worden uitgesteld om patiënten voldoende hersteltijd te
geven. Na herstel dienen patiënten opnieuw te worden behandeld aan de hand van de richtlijnen uit
tabel 1, 2 en 3, die gelden voor Pemetrexed medac als enkelvoudig agens of in combinatie met
cisplatine.
Tabel 1 – Dosisaanpassingstabel voor pemetrexed (als enkelvoudig agens of in combinatie)
en cisplatine – hematologische toxiciteiten
75% van vorige dosis (zowel
Laagste ANC < 500/mm³ en laagste plaatjesconcentratie
pemetrexed als cisplatine)
50000/mm³
Laagste plaatjesconcentratie < 50000/mm³ ongeacht laagste
ANC
Laagste plaatjesconcentratie < 50000/mm³ met bloeding
a
, ongeacht
laagste ANC
a
75% van vorige dosis (zowel
pemetrexed als cisplatine)
50% van vorige dosis (zowel
pemetrexed als cisplatine)
Deze criteria voldoen aan de National Cancer Institute Common Toxicity Criteria (CTC v2.0; NCI 1998) definitie van ≥
CTC
klasse 2 bloeding.
Als zich bij patiënten niet-hematologische
toxiciteiten ≥
klasse 3 ontwikkelen (met uitzondering van
neurotoxiciteit), dient toediening van pemetrexed te worden stopgezet totdat de waarde minder is dan
of gelijk is aan de waarde die de patiënt vóór de behandeling had. De behandeling dient te worden
hervat volgens de richtlijnen in tabel 2.
Tabel 2 – Dosisaanpassingstabel voor pemetrexed (als enkelvoudig agens of in combinatie)
en cisplatine – niet-hematologische toxiciteiten
a, b
dosis pemetrexed
dosis cisplatine (mg/m²)
(mg/m²)
Elke toxiciteit klasse 3 of 4 met
75% van vorige dosis
75% van vorige dosis
uitzondering van mucositis
Elke diarree die ziekenhuisopname
75% van vorige dosis
75% van vorige dosis
nodig maakt (onafhankelijk van
klasse) of diarree klasse 3 of 4
Mucositis klasse 3 of 4
50% van vorige dosis
100% van vorige dosis
a
b
National Cancer Institute Common Toxicity Criteria (CTC v2.0; NCI 1998).
Met uitzondering van neurotoxiciteit
In het geval van neurotoxiciteit is de aanbevolen dosisaanpassing voor pemetrexed en cisplatine
aangegeven in tabel 3. Patiënten dienen met de behandeling te stoppen als neurotoxiciteit klasse 3 of 4
wordt waargenomen.
Tabel 3 – Dosisaanpassing voor pemetrexed (als enkelvoudig agens of in combinatie)
en cisplatine – neurotoxiciteit
a
CTC -klasse
dosis pemetrexed (mg/m²)
dosis cisplatine (mg/m²)
0–1
100% van vorige dosis
100% van vorige dosis
2
100% van vorige dosis
50% van vorige dosis
a
National Cancer Institute Common Toxicity Criteria (CTC v2.0; NCI 1998)
De behandeling met pemetrexed dient te worden stopgezet als een patiënt hematologische of
niet-hematologische toxiciteit klasse 3 of 4 ondervindt na 2 dosisreducties of onmiddellijk als
neurotoxiciteit klasse 3 of 4 wordt waargenomen.
4
Speciale patiëntengroepen
Ouderen
In klinische onderzoeken zijn geen aanwijzingen gevonden dat patiënten van 65 jaar of ouder een
verhoogd risico lopen van bijwerkingen vergeleken met patiënten van jonger dan 65 jaar. Er zijn
geen andere dosisreducties noodzakelijk dan de reducties die voor alle patiënten worden aanbevolen.
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Pemetrexed medac bij pediatrische patiënten voor de indicatie
maligne mesothelioom van de pleura en niet-kleincellig longcarcinoom.
Patiënten met nierinsufficiëntie (standaard cockcroft en gault-formule of glomerulaire
filtratiesnelheid gemeten met Tc99m-DPTA-serumklaringsmethode)
Pemetrexed wordt voornamelijk onveranderd via de nieren uitgescheiden. Bij klinische onderzoeken
hadden patiënten met een creatinineklaring van ≥
45 ml/min geen andere dosisaanpassingen nodig
dan de aanpassingen die voor alle patiënten worden aanbevolen. Er zijn onvoldoende gegevens over
het gebruik van pemetrexed bij patiënten met een creatinineklaring lager dan 45 ml/min; derhalve
wordt het gebruik van pemetrexed niet aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Patiënten met leverinsufficiëntie
Er zijn geen relaties tussen ASAT (SGOT), ALAT (SGPT) of totaal bilirubine en de
farmacokinetiek van pemetrexed vastgesteld. Er is echter geen specifiek onderzoek gedaan naar
patiënten met leverinsufficiëntie zoals bilirubine > 1,5 keer de bovengrens van normaal en/of
aminotransferase > 3,0 keer de bovengrens van normaal (levermetastasen afwezig) of > 5,0 keer de
bovengrens van normaal (levermetastasen aanwezig).
Wijze van toediening
Pemetrexed medac is voor intraveneus gebruik. Pemetrexed medac dient te worden toegediend als
een intraveneuze infusie gedurende 10 minuten op de eerste dag van iedere cyclus van 21 dagen.
Voor te nemen voorzorgen voorafgaand aan gebruik of toediening van Pemetrexed medac en voor
instructies over reconstitutie en verdunning van Pemetrexed medac voorafgaand aan toediening, zie
rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Borstvoeding (zie rubriek 4.6).
Gelijktijdige vaccinatie voor gele koorts (zie rubriek 4.5).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Pemetrexed kan de beenmergfunctie onderdrukken wat zich uit in neutropenie, trombocytopenie en
anemie (of pancytopenie) (zie rubriek 4.8). Myelosuppressie is meestal de dosisbeperkende toxiciteit.
Patiënten dienen tijdens de behandeling te worden gecontroleerd op myelosuppressie en pemetrexed
mag pas worden toegediend aan patiënten als de absolute neutrofielconcentratie (ANC) naar
1.500 cellen/mm³
en de plaatjesconcentratie naar ≥
100000 cellen/mm³ is teruggekeerd.
Dosisreducties voor volgende cycli zijn gebaseerd op laagste ANC, laagste plaatjesconcentratie en
maximale niet-hematologische toxiciteit waargenomen tijdens de vorige cyclus (zie rubriek 4.2).
Er werd minder toxiciteit en een reductie in hematologische en niet-hematologische toxiciteiten
klasse 3 en 4, zoals neutropenie, met koorts gepaard gaande neutropenie en infectie met neutropenie
klasse 3 en 4 gemeld wanneer voorbehandeling met foliumzuur en vitamine B
12
plaatsvond.
Derhalve moeten alle patiënten die worden behandeld met pemetrexed worden geïnstrueerd als
5
profylactische maatregel foliumzuur en vitamine B
12
te gebruiken om behandelingsgerelateerde
toxiciteit (zie rubriek 4.2) te verminderen.
Bij patiënten die niet met een corticosteroïd waren voorbehandeld zijn huidreacties gemeld.
Voorbehandeling met dexamethason (of equivalent) kan de incidentie en ernst van huidreacties
verminderen (zie rubriek 4.2).
Er is een onvoldoende groot aantal patiënten onderzocht met een creatinineklaring van minder dan
45 ml/min. Om deze reden wordt het gebruik van pemetrexed bij patiënten met een creatinineklaring
van < 45 ml/min niet aangeraden (zie rubriek 4.2).
Patiënten met lichte tot matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 45 - 79 ml/min) dienen af te zien
van het gebruik van niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen (NSAID’s), zoals ibuprofen, en
acetylsalicylzuur (> 1,3 g per dag) gedurende 2 dagen vóór, op de dag van en 2 dagen na toediening
van pemetrexed (zie rubriek 4.5).
Bij patiënten met lichte tot matige nierinsufficiëntie die in aanmerking komen voor therapie met
pemetrexed dient het gebruik van NSAID’s met een lange eliminatiehalfwaardetijd onderbroken te
worden gedurende ten minste 5 dagen vóór, op de dag van en ten minste 2 dagen na toediening van
pemetrexed (zie rubriek 4.5).
Ernstige nier-voorvallen, inclusief acuut nierfalen, zijn gerapporteerd bij alleen pemetrexed of in
verband met andere chemotherapeutische middelen. Veel van deze patiënten waarbij dit optrad,
hadden een onderliggende risicofactor voor de ontwikkeling van nier gebeurtenissen inclusief
dehydratie of een vroeger bestaan van hypertensie of diabetes. Na het in de handel brengen van het
middel werden bij gebruik van pemetrexed alleen of in combinatie met andere chemotherapeutische
middelen ook nefrogene diabetes insipidus en tubulaire niernecrose gemeld. De meeste van deze
gevallen verdwenen na stopzetting van de behandeling met pemetrexed. Patiënten moeten
regelmatig gecontroleerd worden op acute tubulaire necrose, een verminderde nierfunctie en tekenen
en symptomen van nefrogene diabetes insipidus (bijvoorbeeld hypernatriëmie).
Het effect van vocht in de derde ruimte, zoals pleura-effusie of ascites, op pemetrexed is niet volledig
gedefinieerd. Een fase 2 studie met pemetrexed bij 31 patiënten met solide tumoren en stabiel vocht in
de derde ruimte vertoonde, vergeleken met patiënten zonder vochtophopingen in de derde ruimte,
geen verschil in genormaliseerde plasmaconcentratie of klaring met betrekking tot pemetrexed
dosering. Derhalve dient drainage van vochtophoping in de derde ruimte voorafgaand aan behandeling
met pemetrexed overwogen te worden, maar dit hoeft niet noodzakelijk te zijn.
Vanwege de gastro-intestinale toxiciteit van pemetrexed wanneer het in combinatie met
cisplatine gegeven wordt, is ernstige uitdroging waargenomen. Derhalve dienen patiënten een
adequate behandeling met anti-emetica te krijgen en een toereikende hydratie vóór en/of na de
behandeling.
Tijdens klinische onderzoeken met pemetrexed zijn soms ernstige cardiovasculaire bijwerkingen,
inclusief myocardinfarct en cerebrovasculaire bijwerkingen gemeld, in de meeste gevallen wanneer
het gegeven werd in combinatie met een ander cytotoxisch middel. De meeste patiënten bij wie deze
bijwerkingen werden waargenomen, hadden reeds bestaande cardiovasculaire risicofactoren (zie
rubriek 4.8).
Verminderde afweer is veelvoorkomend bij kankerpatiënten. Als gevolg daarvan wordt het
gebruik van levende, verzwakte vaccins niet aanbevolen (zie rubriek 4.3 en 4.5).
Pemetrexed kan genetisch schadelijke effecten hebben. Geslachtsrijpe mannen wordt geadviseerd
gedurende de behandeling en tot 3 maanden daarna geen kind te verwekken. Aanbevolen wordt
gebruik te maken van anticonceptiemiddelen of onthouding. Vanwege de mogelijkheid dat
behandeling met pemetrexed irreversibele onvruchtbaarheid kan veroorzaken, wordt mannen
aangeraden advies in te winnen over spermaopslag voordat ze met de behandeling beginnen.
6
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd moeten effectieve anticonceptiemethoden gebruiken gedurende de
behandeling met pemetrexed en gedurende 6 maanden na het voltooien van de behandeling (zie
rubriek 4.6).
Gevallen van bestralingspneumonitis zijn gemeld bij patiënten die voorafgaand, gedurende of na hun
pemetrexedtherapie behandeld werden met bestraling. Bij deze patiënten in het bijzonder zou extra
aandacht moeten worden besteed en extra voorzichtigheid in acht moeten worden genomen bij het
gebruik van andere stralingsgevoelige middelen.
Gevallen van ‘radiation recall’ zijn gemeld bij patiënten die weken of jaren eerder radiotherapie
hebben gekregen.
Hulpstoffen
Pemetrexed medac 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per injectieflacon van 100 mg, dat wil
zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
Pemetrexed medac 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Dit geneesmiddel bevat 54 mg natrium per injectieflacon van 500 mg, overeenkomend met 2,70% van
de door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g voor een volwassene.
Pemetrexed medac 1000 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Dit geneesmiddel bevat 108 mg natrium per injectieflacon van 1000 mg, overeenkomend met 5,40%
van de door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g voor een volwassene.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Pemetrexed wordt voornamelijk onveranderd renaal geëlimineerd via tubulaire secretie en in mindere
mate door glomerulaire filtratie. Gelijktijdige toediening van nefrotoxische geneesmiddelen
(bijvoorbeeld aminoglycoside, lisdiuretica, platinaverbindingen, ciclosporine) kan mogelijk resulteren
in vertraagde klaring van pemetrexed. Deze combinatie dient met voorzichtigheid te worden gebruikt.
Indien nodig dient de creatinineklaring nauwlettend te worden gecontroleerd.
Gelijktijdige toediening van stoffen die eveneens tubulair worden uitgescheiden (bijv. probenecide,
penicilline) kan mogelijk resulteren in vertraagde klaring van pemetrexed. Voorzichtigheid moet
worden betracht wanneer deze geneesmiddelen worden gecombineerd met pemetrexed. Indien nodig
dient de creatinineklaring nauwlettend te worden gecontroleerd.
Bij patiënten met een normale nierfunctie (creatinineklaring ≥
80 ml/min), kunnen hoge doses
niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen (NSAID’s, zoals > 1.600 mg/dag ibuprofen) en
acetylsalicylzuur
in hogere doses (≥
1,3 g per dag) de eliminatie van pemetrexed verminderen en,
als gevolg daarvan, het vóórkomen van bijwerkingen van pemetrexed doen toenemen. Derhalve
dient voorzichtigheid te worden betracht, wanneer hogere doses NSAID’s of acetylsalicylzuur in
hogere doses worden toegediend, gelijktijdig met pemetrexed aan patiënten met een normale
nierfunctie (creatinineklaring
80 ml/min).
Bij patiënten met lichte tot matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 45 - 79 ml/min) dient de
gelijktijdige toediening van pemetrexed met NSAID’s (bijvoorbeeld ibuprofen) of acetylsalicylzuur in
hogere doses te worden vermeden gedurende 2 dagen vóór, op de dag van en 2 dagen na toediening
van pemetrexed (zie rubriek 4.4).
In afwezigheid van gegevens met betrekking tot mogelijke interactie met NSAID’s die een langere
halfwaardetijd hebben, zoals piroxicam of rofecoxib, dient de gelijktijdige toediening van
pemetrexed aan patiënten met lichte tot matige nierinsufficiëntie te worden onderbroken gedurende
ten minste 5 dagen vóór, op de dag van en tenminste 2 dagen na toediening van pemetrexed (zie
7
rubriek 4.4). Als gelijktijdige toediening van NSAID’s noodzakelijk is, dienen patiënten nauwkeurig
gemonitord te worden op toxiciteit, in het bijzonder op myelosuppressie en gastrointestinale
toxiciteit.
Pemetrexed wordt in beperkte mate door de lever gemetaboliseerd. Resultaten van
in-vitro-onderzoeken
met humane levermicrosomen gaven aan dat geen klinisch significante
remming door pemetrexed te verwachten is van de metabolische klaring van geneesmiddelen
gemetaboliseerd door CYP3A, CYP2D6, CYP2C9 en CYP1A2.
Interacties die algemeen voorkomen bij alle cytotoxica
Vanwege het verhoogde trombotische risico bij patiënten met kanker wordt vaak gebruikgemaakt
van behandeling met anticoagulantia. De hoge intra-individuele variabiliteit van de stollingsstatus
tijdens ziekte en de mogelijkheid van interactie tussen orale anticoagulantia en chemotherapie tegen
kanker maken een frequentere controle van INR (International Normalised Ratio) noodzakelijk, als
wordt besloten de patiënt met orale anticoagulantia te behandelen.
Contra-indicatie voor gelijktijdig gebruik: Vaccinatie tegen gele koorts: risico van dodelijke,
gegeneraliseerde vaccinatieziekte (zie rubriek 4.3).
Niet aanbevolen gelijktijdig gebruik: Levende, verzwakte vaccins (met uitzondering van gele koorts,
waar gelijktijdig gebruik gecontraïndiceerd is): risico van systemische, mogelijk dodelijke ziekte.
Het risico is verhoogd bij personen die vanwege hun onderliggende aandoening al een onderdrukte
afweer hebben. Gebruik een inactief vaccin indien dit bestaat (poliomyelitis) (zie rubriek 4.4).
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd / Anticonceptie bij mannen en vrouwen
Pemetrexed kan genetisch schadelijke effecten hebben. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd moeten
een effectieve anticonceptiemethode gebruiken gedurende de behandeling met pemetrexed en
gedurende 6 maanden na het voltooien van de behandeling.
Geslachtsrijpe mannen wordt geadviseerd een effectieve anticonceptiemethode te gebruiken en geen
kind te verwekken gedurende de behandeling en tot 3 maanden daarna.
Zwangerschap
Er zijn geen gegevens over het gebruik van pemetrexed bij zwangere vrouwen, maar van pemetrexed,
evenals van andere antimetabolieten, wordt vermoed dat het ernstige aangeboren afwijkingen
veroorzaakt wanneer het tijdens de zwangerschap wordt toegediend. Uit dieronderzoek is
reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3). Pemetrexed mag niet tijdens de zwangerschap
worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk, na zorgvuldige afweging van de noodzaak voor de
moeder en het risico voor de foetus (zie rubriek 4.4).
Borstvoeding
Het is niet bekend of pemetrexed in de moedermelk wordt uitgescheiden en effecten op met
moedermelk gevoede pasgeborenen/zuigelingen kunnen niet worden uitgesloten. Borstvoeding moet
worden gestaakt tijdens behandeling met pemetrexed (zie rubriek 4.3).
Vruchtbaarheid
Vanwege de mogelijkheid dat behandeling met pemetrexed irreversibele onvruchtbaarheid kan
veroorzaken, wordt mannen aangeraden advies in te winnen over spermaopslag voordat ze met de
behandeling beginnen.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Er is echter gemeld dat pemetrexed vermoeidheid kan veroorzaken. Om
deze reden dienen patiënten te worden gewaarschuwd niet te rijden en geen machines te bedienen als
deze bijwerking optreedt.
8
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De vaakst gemelde bijwerkingen met betrekking tot pemetrexed, toegepast als monotherapie of in
combinatie, zijn beenmergsuppressie, tot uiting komend als anemie, neutropenie, leukopenie,
trombocytopenie en maagdarmstelseltoxiciteit, tot uiting komend als anorexie, misselijkheid, braken,
diarree, obstipatie, faryngitis, mucositis en stomatitis. Andere bijwerkingen omvatten
nieraandoeningen, verhoogde aminotransferasen, alopecia, vermoeidheid, uitdroging, huiduitslag,
infectie/sepsis en neuropathie. Zelden waargenomen bijwerkingen zijn Stevens-Johnsonsyndroom en
toxische epidermale necrolyse.
Tabel van bijwerkingen
Tabel 4 somt de bijwerkingen op die ongeacht causaliteit in verband worden gebracht met pemetrexed,
gebruikt als een monotherapiebehandeling of in combinatie met cisplatine in de registratiestudies
(JMCH, JMEI, JMBD, JMEN en PARAMOUNT) en uit de postmarketingperiode.
Bijwerkingen worden vermeld volgens de MedDRA-systeem/orgaanklassen. Voor de classificatie van de
frequentie is de volgende conventie gebruikt: zeer vaak: ≥ 1/10; vaak: ≥
1/100, <
1/10; soms: ≥
1/1000,
<
1/100; zelden: ≥
1/10000, <
1/1000; zeer zelden: ≤
1/10000 en onbekend (kan met de beschikbare
gegevens niet worden vastgesteld).
Tabel 4. Frequenties van alle graden bijwerkingen uit de registratiestudies ongeacht causaliteit:
JMEI (ALIMTA vs. docetaxel), JMDB (ALIMTA en cisplatine versus GEMZAR en cisplatine),
JMCH (ALIMTA plus cisplatine versus cisplatine), JMEN en PARAMOUNT (pemetrexed plus
beste ondersteunende zorg versus placebo plus beste ondersteunende zorg) en uit de
postmarketingperiode.
Systeem/
Orgaanklasse
(MedDRA)
Infecties en
parasitaire
aandoeningen
Bloed- en
lymfestelsel-
aandoeningen
Immuun-
systeem-
aandoeningen
Voedings- en
stofwisselings-
stoornissen
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Onbekend
Infectie
a
Faryngitis
Neutropenie
Leukopenie
Verlaagd
hemoglobine
Sepsis
b
Dermohypo-
dermitis
Pancytopenie
Auto-
immune
hemolytische
anemie
Anafylac-
tische shock
Febriele
neutropenie,
Verlaagde
bloedplaatjes
Overgevoe-
ligheid
Uitdroging
Smaakstoornis
Perifere
motorische
neuropathie
Perifere
sensorische
neuropathie
Duizeligheid
Beroerte
Ischemisch
infarct
Intracraniale
bloeding
9
Oog-
aandoeningen
Hart-
aandoeningen
Conjunctivitis
Droge ogen
Verhoogde
traanvloed
Kerato-
conjunctivitis
sicca
Ooglidoedeem
Aandoeningen
van het
oogoppervlak
Hartfalen
Aritmie
Bloedvat-
aandoeningen
Ademhalings-
stelsel-,
borstkas en
mediastinum-
aandoeningen
Maagdarm-
stelsel-
aandoeningen
Angina
Hartinfarct
Coronaire
hartziekte
Supraventri-
culaire
aritmie
Perifere
ischemie
c
Pulmonale
embolie
Interstitiële
pneumonitis
b
d
Stomatitis
Dispepsie
Anorexie
Constipatie
Braken
Buikpijn
Diarree
Misselijkheid
Rectale
hemorragie
Maagdarm-
bloeding
Darm-
perforatie
Oesofagitis
Colitis
e
Hepatitis
Lever- en gal-
aandoeningen
Huid- en
onderhuid-
aandoeningen
Uitslag
Huid-
afschilfering
Verhoogd
alanine-
transferase
Verhoogd
aspartaat-
transferase
Hyper-
pigmentatie
Pruritus
Erythema
multiforme
Haaruitval
Urticaria
Erytheem
Stevens-
Johnson-
syndroom
b
Toxische
epidermale
necrolyse
b
Pemphigus
Bulleuze
dermatitis
Erythema-
teus oedeem
f
Pseudo-
cellulitis
Dermatitis
Eczeem
Prurigo
10
Nier- en
urineweg-
aandoeningen
Algemene
aandoeningen
en
toedienings-
plaats-
stoornissen
Onderzoeken
Verlaagde
creatinine-
klaring,
Verhoogd
bloed-
creatinine
e
Vermoeid-
heid
Nierfalen,
Verlaagde
glomerulaire
filtratiesnelheid
Nefrogene
diabetes
insipidus
Tubulaire
niernecros
e
Pyrexie
Pijn
Oedeem
Pijn op de borst
Slijmvlies-
ontsteking
Verhoogd
gamma-
glutamyl-
transferase
Bestralings-
oesofagitis,
Bestralings-
pneumonitis
Recall-
fenomeen
Letsels,
intoxicaties en
verrichtings-
complicaties
a
met en zonder neutropenie
in sommige gevallen fataal
c
soms leidend tot necrose van extremiteiten
d
met respiratoire insufficiëntie
e
alleen waargenomen in combinatie met cisplatine
f
voornamelijk in de onderste ledematen
b
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Tot de gemelde symptomen van overdosering behoren neutropenie, anemie, trombocytopenie,
mucositis, sensorische polyneuropathie en huiduitslag. Tot de verwachte complicaties van
overdosering behoren beenmergsuppressie die zich uit in neutropenie, trombocytopenie en anemie.
Daarnaast kunnen infectie met of zonder koorts, diarree en/of mucositis worden waargenomen. Als
overdosering wordt vermoed, dienen patiënten te worden gecontroleerd met bloedtellingen en dienen
zij zo nodig ondersteunende behandeling te ontvangen. Bij de behandeling van
pemetrexed-overdosering dient het gebruik van calciumfolinaat/folinezuur te worden overwogen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: antineoplastische middelen, foliumzuuranalogen, ATC-code:
L01BA04
Pemetrexed medac is een ‘multi-targeted’ antifolaat tegen kanker dat zijn werking uitoefent door
cruciale folaat-afhankelijke metabole processen die essentieel zijn voor de celdeling, te verstoren.
In-vitro-onderzoeken hebben aangetoond dat pemetrexed zich gedraagt als een multitargeted antifolaat
door remming van thymidylaatsynthase (TS), dihydrofolaatreductase (DHFR) en
11
glycinamide-ribonucleotide-formyltransferase (GARFT), die folaat-afhankelijke sleutelenzymen zijn
voor de de novo biosynthese van thymidine en purinenucleotiden. Pemetrexed wordt in de cellen
gebracht door zowel de gereduceerde ‘folate carrier’ als folaatbindende eiwittransportsystemen in het
membraan. Eenmaal in de cel wordt pemetrexed snel en efficiënt omgezet in polyglutamaatvormen
door het enzym folylpolyglutamaat-synthetase. De polyglutamaatvormen worden bewaard in cellen en
zijn nog sterkere remmers van TS en GARFT. Polyglutamatie is een tijd- en concentratieafhankelijk
proces dat plaatsvindt in tumorcellen en, in mindere mate, in normale weefsels. Gepolyglutameerde
metabolieten hebben een langere intracellulaire halfwaardetijd, wat resulteert in een verlengde
werking van het geneesmiddel in maligne cellen.
Klinische werkzaamheid
Mesothelioom
EMPHACIS, een multicentrisch, gerandomiseerd, enkelblind fase 3 onderzoek naar pemetrexed plus
cisplatine versus cisplatine bij chemotherapie-naïeve patiënten met maligne mesothelioom van de
pleura, heeft aangetoond dat patiënten behandeld met pemetrexed en cisplatine een klinisch
betekenisvol mediaan overlevingsvoordeel van 2,8 maanden hebben ten opzichte van patiënten die
alleen cisplatine ontvangen.
Tijdens het onderzoek werden laaggedoseerde foliumzuur en vitamine-B
12
-supplementen aan de
behandeling van de patiënten toegevoegd om de toxiciteit te verminderen. De primaire analyse van dit
onderzoek werd uitgevoerd met de populatie van alle patiënten die willekeurig waren ingedeeld in een
behandelingsgroep en die onderzoeksmedicatie ontvingen (gerandomiseerd en behandeld). Een
subgroepanalyse werd uitgevoerd met patiënten die foliumzuur- en vitamine-B
12
-supplementen
ontvingen gedurende het gehele verloop van de onderzoeksbehandeling (volledig gesupplementeerd).
De resultaten van deze werkzaamheidsanalysen zijn samengevat in de onderstaande tabel:
Tabel 5. Werkzaamheid van pemetrexed plus cisplatine versus cisplatine bij maligne
mesothelioom van de pleura
gerandomiseerde en behandelde volledig gesupplementeerde
patiënten
patiënten
pemetrexed/
pemetrexed/
cisplatine
cisplatine
cisplatine
cisplatine
(n = 222)
(n = 163)
(n = 226)
(n = 168)
12,1
9,3
13,3
10,0
(10,0 - 14,4)
(7,8 - 10,7)
(11,4 – 14,9)
(8,4 – 11,9)
0,020
0,051
5,7
3,9
6,1
3,9
(4,9 - 6,5)
0,001
4,5
(3,9 - 4,9)
0,001
41,3%
16,7%
(34,8 - 48,1)
(12,0 - 22,2)
< 0,001
2,7
(2,1 - 2,9)
(2,8 - 4,4)
(5,3 – 7,0)
(2,8 – 4,5)
0,008
4,7
2,7
(4,3 – 5,6)
(2,2 – 3,1)
0,001
45,5%
19,6%
(37,8 – 53,4) (13,8 – 26,6)
< 0,001
werkzaamheidsparameter
Mediane OS (maanden)
(95% BI)
Log rank p-waarde
a
Mediane tijd tot tumorprogressie
(maanden)
(95% BI)
Log rank p-waarde
a
Tijd tot behandelingsfalen
(maanden)
(95% BI)
Log rank p-waarde
a
Totale responspercentage
b
(95% BI)
Fisher’s exacte p-waarde
a
Afkorting: BI = betrouwbaarheidsinterval; OS = “overall survival”, totale overleving
a
p-waarde heeft betrekking op vergelijking tussen groepen
b
In de pemetrexed/cisplatinegroep, gerandomiseerd en behandeld (n = 225) en volledig gesupplementeerd (n = 167)
Met de Lung Cancer Symptom Scale werd in de pemetrexed/cisplatinegroep (212 patiënten) versus
alleen de cisplatinegroep (218 patiënten) een statistisch significante verbetering aangetoond van de
klinisch relevante symptomen (pijn en dyspneu) die verband houden met maligne mesothelioom van
de pleura. Er werden tevens statistisch significante verschillen in longfunctietests waargenomen. De
scheiding tussen de behandelingsgroepen werd bereikt door verbetering in longfunctie in de
12
pemetrexed/cisplatinegroep en verslechtering van de longfunctie in de loop van de tijd in de
controlegroep.
De gegevens over patiënten met maligne mesothelioom van de pleura die alleen met pemetrexed
werden behandeld, zijn beperkt. Pemetrexed werd in een dosis van 500 mg/m² als enkelvoudig agens
onderzocht bij 64 chemotherapie-naïeve patiënten met maligne mesothelioom van de pleura. Het totale
responspercentage was 14,1%.
Niet kleincellig longcarcinoom (NSCLC), tweedelijnsbehandeling
Een multicentrisch, gerandomiseerd, open-label fase 3 onderzoek naar pemetrexed versus docetaxel bij
patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd (NSCLC) na voorafgaande chemotherapie wees op
een mediane overlevingsduur van 8,3 maanden voor patiënten behandeld met pemetrexed (Intent–
To-Treat [ITT]populatie n = 283) en 7,9 maanden voor patiënten behandeld met docetaxel (ITT
n = 288). Eerdere chemotherapie omvatte geen pemetrexed. Een analyse van de impact van NSCLC
histologie op het behandelingseffect op de totale overleving (OS) was gunstig voor pemetrexed versus
docetaxel bij NSCLC niet-plaveisel histologie (n = 399; 9,3 versus 8,0 maanden, aangepast hazard
ratio [HR] = 0,78; 95% betrouwbaarheidsinterval [BI] = 0,61-1,00; p = 0,047) en viel gunstig uit voor
docetaxel bij plaveiselcelcarcinoom histologie (n = 172; 6,2 versus 7,4 maanden, aangepast
HR = 1,56; 95% BI = 1,08-2,26; p = 0,018). Er werden geen klinisch relevante verschillen in het
veiligheidsprofiel van pemetrexed gezien tussen de histologische subgroepen.
Beperkte klinische data uit een aparte gerandomiseerde, fase 3, gecontroleerde studie, suggereren dat
de werkzaamheid (OS, progressievrije overleving [PFS]) van pemetrexed gelijk is tussen patiënten die
eerder voorbehandeld werden met docetaxel (n = 41) en patiënten die geen eerdere
docetaxelbehandeling kregen (n = 540).
Tabel 6. Werkzaamheid van pemetrexed versus docetaxel bij NSCLC-ITT-populatie
Pemetrexed
(n = 283)
8,3
(7,0 – 9,4)
Docetaxel
(n = 288)
7,9
(6,3 – 9,2)
Overlevingsduur (maanden)
Mediaan (m)
95% BI voor mediaan
HR
95% BI voor HR
Non-inferiority p-waarde (HR)
PFS (maanden)
Mediaan
HR (95% BI)
Tijd tot behandelingsfalen (TTTF - months)
Mediaan
HR (95% BI)
Respons (n: gekwalificeerd voor respons)
Responspercentage (%)(95% BI)
Stabiele ziekte (%)
0,99
(0,82 – 1,20)
0,226
(n = 283)
(n = 288)
2,9
2,9
0,97 (0,82 – 1,16)
(n = 283)
(n = 288)
2,3
2,1
0,84 (0,71 – 0,997)
(n = 264)
(n = 274)
9,1 (5,9 – 13,2)
8,8 (5,7 – 12,8)
45,8
46,4
Afkortingen: BI = betrouwbaarheidsinterval; HR = hazard ratio; ITT = intent to treat; n = totale populatiegrootte;
PFS = Progressievrije overleving
NSCLC, eerstelijnsbehandeling
Een multicenter, gerandomiseerde, open-label, fase 3 studie met pemetrexed plus cisplatine versus
gemcitabine plus cisplatine in chemotherapie-naïeve patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd
(stadium IIIB of IV) NSCLC liet zien dat pemetrexed plus cisplatine (ITT populatie n = 862) voldeed
aan het primaire eindpunt en vergelijkbaar klinisch effect had als gemcitabine plus cisplatine (ITT
n = 863) in OS (aangepast HR 0,94; 95% BI 0,84-1,05). Alle in deze studie geïncludeerde patiënten
hadden een ECOG score status 0 of 1.
De analyse van het primaire effect was gebaseerd op de ITT-populatie. Analyses van gevoeligheid van
de belangrijkste werkzaamheideindpunten werden ook uitgevoerd op de Protocol Qualified (PQ)
13
populatie. Analyses van werkzaamheid op de PQ-populatie komen overeen met de analyses voor de
ITT-populatie en ondersteunen dat PC niet inferieur is aan GC.
PFS en totale responspercentage waren gelijk tussen de behandelingsarmen: mediaan PFS was
4,8 maanden voor pemetrexed plus cisplatine versus 5,1 maanden voor gemcitabine plus cisplatine
(aangepast HR 1,04; 95% BI 0,94 - 1,15), en totaal responspercentage was 30,6% (95% BI 27,3 - 33,9)
voor pemetrexed plus cisplatine versus 28,2% (95% BI 25,0 - 31,4) voor gemcitabine plus cisplatine.
PFS data werden gedeeltelijk bevestigd door een onafhankelijk review (400/1725 patiënten werden
willekeurig geselecteerd voor review).
De analyse van de impact van NSCLC-histologie op de OS wees op klinisch relevante verschillen in
overleving afhankelijk van de histologie; zie onderstaande tabel.
Tabel 7. Werkzaamheid van pemetrexed + cisplatine vs. gemcitabine + cisplatine bij eerstelijns
niet-kleincellig longcarcinoom – ITT-populatie en histologische subgroepen
ITT-populatie en
histologische
subgroepen
ITT-populatie
(n = 1.725)
Adenocarcinoom
(n = 847)
Groot-cellig
(n = 153)
Overige
(n = 252)
Plaveiselcel
(n = 473)
Mediane OS in maanden
(95% BI)
gemcitabine +
pemetrexed +
cisplatine
cisplatine
10,3
n = 862
10,3
n = 863
(9,8 - 11,2)
(9,6 - 10,9)
12,6
n = 436
10,9
n = 411
(10,7 - 13,6)
(10,2 - 11,9)
10,4
n = 76
6,7
n = 77
(8,6 - 14,1)
(5,5 - 9,0)
8,6
n = 106
9,2
n = 146
(6,8 - 10,2)
(8,1 - 10,6)
9,4
n = 244
10,8
n = 229
(8,4 - 10,2)
(9,5 - 12,1)
Aangepast
HR
(95% BI)
0,94
a
(0,84 - 1,05)
0,84
(0,71 - 0,99)
0,67
(0,48 - 0,96)
1,08
(0,81 - 1,45)
1,23
(1,00 - 1,51)
Superioriteit
p-waarde
0,259
0,033
0,027
0,586
0,050
Afkortingen: BI = betrouwbaarheidsinterval; HR = hazard ratio; ITT = intent-to-treat; n = totale populatiegrootte
a
Statistisch significant voor non-inferioriteit, met het gehele betrouwbaarheidsinterval voor HR ruim onder de 1,17645 non-
inferioriteitsmarge (p < 0,001)
Kaplan Meier plots van OS per histologie
AC
PC
GC
GC
PC
GC
Er werden geen klinisch relevante verschillen waargenomen in het veiligheidsprofiel van pemetrexed
plus cisplatine binnen de histologische subgroepen.
Patiënten die met pemetrexed en cisplatine werden behandeld, hadden minder transfusies (16,4%
versus 28,9%, p < 0,001), transfusies van rode bloedcellen (16,1% versus 27,3%, p < 0,001) en
transfusies van plaatjes (1,8% versus 4,5%, p = 0,002) nodig. Patiënten hadden bovendien minder
14
toediening nodig van erythropoietine/ darbepoëtine (10,4% versus 18,1%, p < 0,001), G-CSF/GM-CSF
(3,1% versus 6,1%, p = 0,004), en ijzerpreparaten (4,3% versus 7,0%, p = 0,021).
NSCLC, onderhoudsbehandeling
JMEN
Een multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase 3 studie (JMEN)
vergeleek de werkzaamheid en veiligheid van onderhoudsbehandeling met pemetrexed plus BSC
(Best Supportive Care, beste ondersteunende zorg) (n = 441) met die van placebo plus BSC (n = 222)
bij patiënten met lokaal gevorderd (stadium IIIB) of gemetastaseerd (stadium IV) NSCLC die geen
progressie vertoonde na 4 kuren eerstelijnsdoublettherapie met cisplatine of carboplatine in
combinatie met gemcitabine, paclitaxel of docetaxel. Eerstelijnsdoublettherapie met pemetrexed was
daarin niet opgenomen. Alle in deze studie geïncludeerde patiënten hadden een ECOG-scorestatus 0
of 1. Patiënten ontvingen onderhoudsbehandeling totdat progressie van de ziekte optrad.
Werkzaamheid en veiligheid werden gemeten vanaf de randomisatietijd na voltooiing van de
eerstelijns(inductie)therapie. Patiënten ontvingen gemiddeld 5 kuren onderhoudsbehandeling met
pemetrexed en 3,5 placebokuren. Een totaal van 213 patiënten (48,3%) voltooide
6 en een totaal van
103 patiënten (23,4%) voltooide
10 behandelingskuren met pemetrexed.
De studie voldeed aan het primaire eindpunt en liet een statistisch significante verbetering in PFS zien
in de pemetrexed-arm vergeleken met de placebo-arm (n = 581, onafhankelijk gereviewde populatie,
mediaan van respectievelijk 4,0 maanden en 2,0 maanden) (HR = 0,60, 95% BI: 0,49 - 0,73,
p < 0,00001). De onafhankelijke review van patiëntenscans bevestigden de bevindingen van de
PFS-beoordeling van de onderzoeker. De mediane OS van de totale populatie (n = 663) was
13,4 maanden in de pemetrexed-arm en 10,6 maanden in de placebo-arm, HR = 0,79 (95% BI: 0,65 tot
0,95; p = 0,01192).
In overeenstemming met andere pemetrexed-studies werd in JMEN een verschil in werkzaamheid
volgens NSCLC-histologie waargenomen. Bij patiënten met NSCLC anders dan overwegend
plaveiselcelhistologie (n = 430, onafhankelijk gereviewde populatie) was de mediane PFS
4,4 maanden in de pemetrexed-arm en 1,8 maanden in de placebo-arm, HR = 0,47, 95% BI:
0,37 - 0,60, p = 0,00001). De mediane OS bij patiënten met NSCLC anders dan overwegend
plaveiselcelhistologie (n = 481) was 15,5 maanden in de pemetrexed-arm en 10,3 maanden in de
placebo-arm (HR = 0,70, 95% BI: 0,56 - 0,88, p = 0,002). Inclusief de inductiefase was de mediane
OS bij patiënten met NSCLC anders dan overwegend plaveiselcelhistologie 18,6 maanden in de
pemetrexed-arm en 13,6 maanden in de placebo-arm (HR = 0,71, 95% BI: 0,56 - 0,88, p = 0,002).
De PFS- en OS-resultaten bij patiënten met plaveiselcelhistologie duidden niet op voordeel van
pemetrexed vergeleken met placebo.
Er zijn binnen de histologische subgroepen geen klinisch relevante verschillen waargenomen met
betrekking tot het veiligheidsprofiel van pemetrexed.
JMEN: Kaplan Meier plots van PFS en OS van pemetrexed versus placebo bij patiënten met
NSCLC anders dan overwegend plaveiselcelhistologie:
Progressievrije overleving
Pemetrexed
Placebo
Totale overleving
Pemetrexed
Placebo
PFS-kans
PFS (maanden)
15
Overlevingskans
Overlevingstijd (maanden)
PARAMOUNT
Een multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase 3-studie
(PARAMOUNT) vergeleek de werkzaamheid en veiligheid van continuation maintenance
behandeling met pemetrexed plus BSC (n = 359) met die van placebo plus BSC (n = 180) bij
patiënten met lokaal gevorderd (stadium IIIB) of gemetastaseerd (stadium IV) NSCLC, anders dan
overwegend plaveiselcelhistologie die geen progressie vertoonden na 4 kuren
eerstelijnscombinatietherapie van pemetrexed met cisplatine. Van de 939 patiënten die behandeld
waren met pemetrexed plus cisplatine inductiebehandeling, werden 539 patiënten gerandomiseerd
naar onderhoudsbehandeling met pemetrexed of placebo. Van de gerandomiseerde patiënten had
44,9% een complete/partiële respons op pemetrexed plus inductie met cisplatine en 51,9% had een
respons van stabiele ziekte. Patiënten gerandomiseerd naar onderhoudsbehandeling moesten een
ECOG performancestatus hebben van 0 tot 1. De mediane tijd vanaf de start van de behandeling met
pemetrexed plus cisplatine inductiebehandeling tot de start van de onderhoudsbehandeling was
2,96 maanden in zowel de pemetrexed-arm als in de placebo-arm. Gerandomiseerde patiënten kregen
onderhoudsbehandeling tot het moment van progressie van de ziekte. Werkzaamheid en veiligheid
werden gemeten vanaf de tijd van randomisatie na voltooiing van de eerstelijns (inductie)
behandeling. Patiënten kregen mediaan een behandeling van 4 kuren onderhoudsbehandeling met
pemetrexed en 4 kuren placebo. In totaal 169 patiënten (47,1%) maakten
6 kuren
onderhoudsbehandeling met pemetrexed af, hetgeen ten minste 10 volledige kuren pemetrexed
betekent.
De studie voldeed aan het primaire eindpunt en liet een statistisch significante verbetering in PFS zien
in de pemetrexed-arm vergeleken met de placebo-arm (n = 472, onafhankelijk gereviewde populatie,
mediaan van respectievelijk 3,9 maanden en 2,6 maanden) (HR = 0,64, 95% BI: 0,51 - 0,81,
p = 0,0002). De onafhankelijke review van patiëntenscans bevestigde de bevindingen van de
PFS-beoordeling van de onderzoeker. Gemeten vanaf de start van de behandeling met pemetrexed
plus cisplatine eerstelijnsinductie, was voor gerandomiseerde patiënten de mediane door de
onderzoeker vastgestelde PFS 6,9 maanden voor de pemetrexed-arm en 5,6 maanden voor de placebo-
arm (HR = 0,59; 95% BI = 0,47 - 0,74).
Na inductiebehandeling met pemetrexed/cisplatine (4 kuren) was behandeling met pemetrexed voor
OS statistisch superieur aan placebo (mediaan 13,9 maanden versus 11,0 maanden, HR = 0,78,
95% BI = 0,64 - 0,96, p = 0,0195). Ten tijde van deze finale overlevingsanalyse waren in de
pemetrexed-arm 28,7% van de patiënten nog in leven of niet meer in de follow-up versus 21,7% in de
placebo-arm. Het relatieve behandelingseffect van pemetrexed was intern consistent over de
subgroepen (waaronder stadium van de ziekte, inductierespons, ECOG-scorestatus, rokersstatus,
geslacht, histologie en leeftijd) en gelijk aan het effect zoals waargenomen in de niet aangepaste OS-
en PFS-analyses. De overlevingscijfers na 1 jaar en na 2 jaar waren voor patiënten op pemetrexed
respectievelijk 58% en 32%, vergeleken met 45% en 21% voor patiënten op placebo. Vanaf het begin
van de eerstelijnsinductiebehandeling met pemetrexed/cisplatine was de mediane OS 16,9 maanden in
de pemetrexed-arm en 14,0 maanden in de placebo-arm (HR = 0,78, 95% BI = 0,64 - 0,96). Het
percentage patiënten dat na de studie medicatie kreeg was 64,3% voor pemetrexed en 71,7% voor
placebo.
16
PARAMOUNT: Kaplan Meier plot van PFS en OS van continuation maintenance met
pemetrexed versus placebo bij patiënten met NSCLC anders dan overwegend
plaveiselcelhistologie (gemeten vanaf de randomisatie)
PFS
OS
Pemetrexed
Placebo
Pemetrexed
Placebo
PFS (maanden)
Overlevingskans
PFS-kans
OS (maanden)
De pemetrexed onderhoudsveiligheidsprofielen van de twee studies JMEN en PARAMOUNT waren
gelijk.
Pediatrische patiënten
Het Europese Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant om
de resultaten in te dienen van onderzoek met pemetrexed in alle subgroepen van pediatrische patiënten
bij de toegekende indicaties (zie rubriek 4.2
voor informatie over pediatrisch gebruik
).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetische eigenschappen van pemetrexed na toediening als enkelvoudig agens zijn
onderzocht bij 426 kankerpatiënten met een verscheidenheid aan vaste tumoren in doses variërend van 0,2
tot 838 mg/m² en geïnfundeerd gedurende een periode van 10 minuten. Pemetrexed heeft een steady-state-
verdelingsvolume van 9 l/m². In-vitro-onderzoeken geven aan dat pemetrexed voor ongeveer 81% aan
plasma-eiwitten wordt gebonden. De binding werd niet merkbaar beïnvloed door verschillende maten van
nierinsufficiëntie. Pemetrexed wordt beperkt door de lever gemetaboliseerd. Pemetrexed wordt
voornamelijk in de urine uitgescheiden, waarbij 70% tot 90% van de toegediende dosis onveranderd in
de urine wordt aangetroffen binnen de eerste 24 uur na toediening. In-vitro-studies tonen aan dat
pemetrexed actief uitgescheiden wordt door OAT3 (organische anion transporter 3). De totale
systemische klaring van pemetrexed is 91,8 ml/min en de plasma-eliminatiehalfwaardetijd is 3,5 uur
bij patiënten met een normale nierfunctie (creatinineklaring van 90 ml/min). De variabiliteit in klaring
tussen patiënten is matig (19,3%). De totale systemische blootstelling (AUC) en de maximale
plasmaconcentratie van pemetrexed nemen proportioneel toe met de dosis. De farmacokinetiek van
pemetrexed is consistent gedurende meervoudige behandelingscycli.
De farmacokinetische eigenschappen van pemetrexed worden niet beïnvloed door gelijktijdig toegediende
cisplatine. Oraal foliumzuur en intramusculaire vitamine-B
12
-supplementen hebben geen effect op de
farmacokinetiek van pemetrexed.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Toediening van pemetrexed bij zwangere muizen resulteerde in verminderde foetale
levensvatbaarheid, verminderd foetaal gewicht, onvolledige ossificatie van sommige skeletstructuren
en gespleten gehemelte.
17
Toediening van pemetrexed bij mannelijke muizen resulteerde in reproductieve toxiciteit gekenmerkt
door verminderde vruchtbaarheidscijfers en testikelatrofie. In een studie die werd uitgevoerd bij beagle
honden zijn bij een intraveneuze bolus injectie gedurende 9 maanden bevindingen gedaan in de
testikels van de honden (degeneratie/necrose van het zaad geleidend epitheel). Dit wijst erop dat
pemetrexed de mannelijke vruchtbaarheid kan verminderen. De vrouwelijke vruchtbaarheid werd niet
onderzocht.
Pemetrexed was niet mutageen bij de
in vitro
chromosoomaberratie-test in ovariumcellen van de
Chinese hamster of bij de Ames-test. Pemetrexed is clastogeen gebleken bij de
in vivo
micronucleus-test bij de muis.
Er is geen onderzoek gedaan naar het carcinogene potentieel van pemetrexed.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Mannitol (E421)
Zoutzuur (voor pH-aanpassing)
Natriumhydroxide (voor pH-aanpassing)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Pemetrexed is fysisch onverenigbaar met verdunningsvloeistoffen die calcium bevatten, waaronder
Ringer-lactaatoplossing voor injectie en Ringer-oplossing voor injectie. Bij gebrek aan onderzoek naar
onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
Houdbaarheid
Ongeopende injectieflacon
3 jaar
Gereconstitueerde oplossing en infuusoplossing
Wanneer ze volgens de instructies worden bereid, bevatten gereconstitueerde oplossingen en
infuusoplossingen met pemetrexed geen antimicrobiële conserveringsmiddelen.
De chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik van gereconstitueerde oplossingen en
infuusoplossingen met pemetrexed zijn aangetoond gedurende 24 uur bij 2°C tot 8°C.
Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product onmiddellijk te worden gebruikt. Als het niet
onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de opslagtijd tijdens gebruik en de omgevingscondities vóór gebruik
de verantwoordelijkheid van de gebruiker (niet langer dan 24 uur bij 2°C tot 8°C).
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na reconstitutie, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Type I glazen injectieflacon met rubberen (broombutylrubber met fluoropolymeer coating) stop die
100, 500 of 1000 mg pemetrexed bevat.
Verpakking met 1 injectieflacon.
18
6.6
1.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Maak gebruik van aseptische techniek tijdens de reconstitutie en verdere verdunning
van pemetrexed voor toediening via intraveneuze infusie.
Bereken de dosis en het aantal benodigde injectieflacons Pemetrexed medac. Elke
injectieflacon bevat een overmaat aan pemetrexed om toediening van de aangegeven
hoeveelheid te vergemakkelijken.
Reconstitueer injectieflacons van 100 mg met 4,2 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
oplossing voor injectie, zonder conserveermiddel, wat leidt tot een oplossing die 25 mg/ml
pemetrexed bevat. Schud elke injectieflacon voorzichtig totdat het poeder volledig is opgelost.
De verkregen oplossing is helder en varieert in kleur van kleurloos tot geel (zonder dat dit de
productkwaliteit negatief beïnvloedt). De pH van de gereconstitueerde oplossing is tussen 6,6
en 7,8.
Verdere verdunning is noodzakelijk.
Reconstitueer injectieflacons van 500 mg met 20 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing
voor injectie, zonder conserveermiddel, wat leidt tot een oplossing die 25 mg/ml pemetrexed
bevat. Schud elke injectieflacon voorzichtig totdat het poeder volledig is opgelost. De verkregen
oplossing is helder en varieert in kleur van kleurloos tot geel (zonder dat dit de productkwaliteit
negatief beïnvloedt). De pH van de gereconstitueerde oplossing is tussen 6,6 en 7,8.
Verdere
verdunning is noodzakelijk.
Reconstitueer injectieflacons van 1000 mg met 40 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
oplossing voor injectie, zonder conserveermiddel, wat leidt tot een oplossing die 25 mg/ml
pemetrexed bevat. Schud elke injectieflacon voorzichtig totdat het poeder volledig is opgelost.
De verkregen oplossing is helder en varieert in kleur van kleurloos tot geel (zonder dat dit de
productkwaliteit negatief beïnvloedt). De pH van de gereconstitueerde oplossing is tussen 6,6
en 7,8.
Verdere verdunning is noodzakelijk.
2.
3.
4.
Het juiste volume aan gereconstitueerde pemetrexed-oplossing moet verder worden verdund
tot 100 ml met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, zonder
conserveermiddel, en te worden toegediend als een intraveneuze infusie gedurende
10 minuten.
Pemetrexed-infuusoplossingen die volgens de bovenstaande instructies zijn bereid, zijn
compatibel met toedieningssets en infuuszakken van polyvinylchloride met polyolefin-
voering.
Parenterale geneesmiddelen moeten vóór toediening visueel worden geïnspecteerd op deeltjes
en verkleuring. Als deeltjes worden waargenomen, mag niet worden toegediend.
Pemetrexed-oplossingen zijn alleen bestemd voor eenmalig gebruik. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
5.
6.
7.
Voorzorgen voor bereiding en toediening
Evenals bij andere potentieel toxische middelen tegen kanker, dient voorzichtigheid te worden
betracht bij de verwerking en bereiding van pemetrexed-infuusoplossingen. Het gebruik van
handschoenen wordt aangeraden. Als een pemetrexed-oplossing in contact komt met de huid, moet de
huid onmiddellijk en grondig met zeep en water worden gewassen. Als pemetrexed-oplossingen in
contact komen met de slijmvliezen, moet met veel water worden gespoeld. Pemetrexed is geen
blaartrekkend middel. Er is geen specifiek antidotum tegen extravasatie van pemetrexed. Er zijn een
paar gevallen gemeld van pemetrexed-extravasatie, die door de onderzoeker niet als ernstig werden
beoordeeld. Extravasatie dient te worden behandeld volgens de standaardpraktijk ter plekke, zoals bij
andere niet-blaartrekkende middelen.
19
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
medac Gesellschaft für klinische Spezialpräparate mbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
tel.: +49 4103 8006-0
fax: +49 4103 8006-100
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNINNG VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Pemetrexed medac 100 mg
Pemetrexed medac 500 mg
Pemetrexed medac 1000 mg
EU/1/15/1038/001
EU/1/15/1038/002
EU/1/15/1038/003
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 27 november 2015
Datum van laatste verlenging: 19 augustus 2020
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
20
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
B.
C.
D.
21
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Synthon Hispania, S.L.
C/ Castello, nº1, Pol. Las Salinas,
Sant Boi de Llobregat
08830 Barcelona, Spanje
Synthon, s.r.o.
Brněnská 32/čp. 597
Blansko
678 17
Tsjechië
medac Gesellschaft für klinische Spezialpräparate mbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG
EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
22
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
23
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
24
A. ETIKETTERING
25
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Omdoos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pemetrexed medac 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
pemetrexed
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere injectieflacon bevat 100 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatriumhemipentahydraat).
Na reconstitutie bevat iedere injectieflacon 25 mg/ml pemetrexed.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Mannitol, zoutzuur, natriumhydroxide (zie bijsluiter voor meer informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWINGEN, INDIEN NODIG
Cytotoxisch.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
26
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
medac GmbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1038/001
13.
Partij
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
27
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Omdoos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pemetrexed medac 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
pemetrexed
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere injectieflacon bevat 500 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatriumhemipentahydraat).
Na reconstitutie bevat iedere injectieflacon 25 mg/ml pemetrexed.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Mannitol, zoutzuur, natriumhydroxide (zie bijsluiter voor meer informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWINGEN, INDIEN NODIG
Cytotoxisch.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
28
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
medac GmbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1038/002
13.
Partij
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
29
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Omdoos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pemetrexed medac 1000 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
pemetrexed
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere injectieflacon bevat 1000 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatriumhemipentahydraat).
Na reconstitutie bevat iedere injectieflacon 25 mg/ml pemetrexed.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Mannitol, zoutzuur, natriumhydroxide (zie bijsluiter voor meer informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWINGEN, INDIEN NODIG
Cytotoxisch.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
30
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
medac GmbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1038/003
13.
Partij
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
31
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
Injectieflacon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Pemetrexed medac 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
pemetrexed
Intraveneus gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Lees de bijsluiter voor de houdbaarheid van het gereconstitueerde product.
4.
Partij
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
100 mg
6.
OVERIGE
Cytotoxisch.
32
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Injectieflacon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pemetrexed medac 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
pemetrexed
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 500 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatriumhemipentahydraat).
Na reconstitutie, bevat iedere injectieflacon 25 mg/ml pemetrexed.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Mannitol, zoutzuur, natriumhydroxide (zie bijsluiter voor meer informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEGEN
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Cytotoxisch.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
33
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
medac GmbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1038/002
13.
Partij
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
34
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Injectieflacon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pemetrexed medac 1000 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
pemetrexed
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 1000 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatrium hemipentahydraat).
Na reconstitutie, bevat iedere injectieflacon 25 mg/ml pemetrexed.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Mannitol, zoutzuur, natriumhydroxide (zie bijsluiter voor meer informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEGEN
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Cytotoxisch.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
35
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
medac GmbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1038/003
13.
Partij
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
36
B. BIJSLUITER
37
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Pemetrexed medac 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Pemetrexed medac 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Pemetrexed medac 1000 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
pemetrexed
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is Pemetrexed medac en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Pemetrexed medac en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Pemetrexed medac is een geneesmiddel dat wordt gebruikt bij de behandeling van kanker.
Pemetrexed medac wordt in combinatie met cisplatine, een ander medicijn tegen kanker, gegeven als
behandeling voor kwaadaardig mesothelioom van het longvlies, een vorm van kanker waarbij de
bekleding van de long wordt aangetast, bij patiënten die nog geen eerdere chemotherapie hebben
gekregen.
Pemetrexed medac wordt ook in combinatie met cisplatine gegeven bij de eerste behandeling van
patiënten met een gevorderd stadium van longkanker.
Pemetrexed kan u voorgeschreven worden als u longkanker in een gevorderd stadium heeft en als uw
ziekte niet op behandeling reageert of als ze grotendeels onveranderd blijft na initiële chemotherapie.
Pemetrexed medac is tevens een behandeling voor patiënten met gevorderd stadium van longkanker,
bij wie de ziekte zich verder ontwikkeld heeft nadat een andere eerste chemotherapie is gebruikt.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6).
U geeft borstvoeding. U moet de borstvoeding gedurende behandeling met Pemetrexed medac
stopzetten.
U heeft onlangs een vaccin tegen gele koorts gekregen, of u staat op het punt er een te krijgen.
38
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt, als:
u nierproblemen hebt of hebt gehad, aangezien bij u dan mogelijk geen Pemetrexed medac mag
worden toegediend. Vóór elke infusie zullen bloedmonsters bij u worden genomen om te
beoordelen of uw nier- en leverfunctie voldoende zijn en om te controleren of u genoeg
bloedcellen heeft om Pemetrexed medac toegediend te krijgen. Afhankelijk van uw algemene
toestand en als uw bloedceltellingen te laag zijn kan uw arts besluiten de dosis te wijzigen of uw
behandeling uit te stellen. Als u tevens cisplatine krijgt toegediend, zal uw arts ervoor zorgen
dat u goed gehydrateerd wordt en de juiste behandeling ontvangt vóór en na toediening van
cisplatine om overgeven te voorkomen.
u bestraald bent of bestraald gaat worden, omdat er een vroege of late reactie op de bestraling
kan zijn met Pemetrexed medac.
u onlangs bent gevaccineerd, omdat dit mogelijk negatieve effecten kan geven met Pemetrexed
medac.
u een hartziekte hebt of hebt gehad.
u een vochtophoping rond uw longen heeft; uw arts kan besluiten het vocht te verwijderen
voordat u Pemetrexed medac krijgt toegediend.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen of jongeren tot 18 jaar aangezien er geen
ervaring is met dit geneesmiddel bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Pemetrexed medac nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan aan
uw arts of ziekenhuisapotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen verkregen zonder recept.
Breng uw arts zeker op de hoogte als u een geneesmiddel gebruikt tegen pijn of ontsteking (zwelling),
zoals zogenoemde ‘niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen’ (NSAID’s), inclusief geneesmiddelen
die zijn gekocht zonder doktersrecept (zoals ibuprofen). Er zijn vele soorten NSAID’s met
verschillende werkingsduur. Op basis van de geplande datum van uw infusie met Pemetrexed medac
en/of de status van uw nierfunctie, moet uw arts u adviseren over welke geneesmiddelen u kunt
gebruiken en wanneer u deze kunt gebruiken. Vraag bij twijfel uw arts of apotheker of één van uw
geneesmiddelen een NSAID is.
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Uit voorzorg heeft het de
voorkeur het gebruik van Pemetrexed medac te vermijden tijdens de zwangerschap. Uw arts zal met u
praten over het potentiële risico van het gebruik van Pemetrexed medac tijdens de zwangerschap.
Vrouwen moeten gebruikmaken van een effectieve anticonceptiemethode tijdens de behandeling met
Pemetrexed medac en gedurende 6 maanden na de laatste dosering.
Borstvoeding
U mag geen borstvoeding geven terwijl u Pemetrexed medac toegediend krijgt. Bespreek met uw arts
wanneer het veilig is om de borstvoeding te hervatten nadat uw behandeling is beëindigd.
Vruchtbaarheid
Mannen wordt geadviseerd tijdens de behandeling geen kind te verwekken en gedurende 3 maanden
na behandeling met Pemetrexed medac. Gedurende de behandeling en tot 3 maanden na behandeling
moet dus een effectieve anticonceptiemethode worden toegepast. Vraag uw arts of apotheker om
advies als u gedurende de behandeling of in de 3 maanden na behandeling een kind wil verwekken.
Pemetrexed medac kan bij u de mogelijkheid om kinderen te krijgen beïnvloeden. Vraag uw arts om
advies over spermaopslag voordat u met uw behandeling begint.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Pemetrexed medac kan ervoor zorgen dat u zich vermoeid voelt. Wees voorzichtig met het besturen
39
van een auto of het bedienen van machines.
Pemetrexed medac bevat natrium
Pemetrexed medac 100 mg
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per injectieflacon van 100 mg, dat wil zeggen
dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
Pemetrexed medac 500 mg
Dit middel bevat 54 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) per
injectieflacon van 500 mg. Dit komt overeen met 2,70% van de aanbevolen maximale dagelijkse
hoeveelheid natrium in de voeding voor een volwassene.
Pemetrexed medac 1000 mg
Dit middel bevat 108 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) per
injectieflacon van 1000 mg. Dit komt overeen met 5,40% van de aanbevolen maximale dagelijkse
hoeveelheid natrium in de voeding voor een volwassene.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
De aanbevolen dosis Pemetrexed medac is 500 milligram voor iedere vierkante meter van de
oppervlakte van uw lichaam. Uw lengte en gewicht worden gemeten om de oppervlakte van uw
lichaam te berekenen. Uw arts zal deze lichaamsoppervlakte gebruiken om de juiste dosis voor u te
berekenen. Afhankelijk van uw bloedceltellingen en uw algemene toestand kan deze dosis worden
aangepast of kan de behandeling worden uitgesteld. Een ziekenhuisapotheker, verpleegkundige of arts
zal het Pemetrexed medac poeder gemengd hebben met natriumchloride 9 mg/ml (0.9%) oplossing
voor injectie voordat dit aan u wordt toegediend.
U zult Pemetrexed medac altijd toegediend krijgen via infusie in één van uw aders. De infusie zal
ongeveer 10 minuten duren.
De toediening van Pemetrexed medac in combinatie met cisplatine
De arts of ziekenhuisapotheker zal op basis van uw lengte en gewicht de dosis bepalen die u nodig
heeft. Cisplatine wordt ook toegediend via infusie in één van uw aders en wordt ongeveer 30 minuten
na beëindiging van de infusie van Pemetrexed medac toegediend. De infusie van cisplatine zal
ongeveer 2 uur duren.
Doorgaans krijgt u om de 3 weken een infuus.
Aanvullende medicatie
Corticosteroïden
Uw arts zal u steroïdtabletten voorschrijven (overeenkomend met 4 mg dexamethason tweemaal
daags), die u zult moeten innemen op de dag vóór, op de dag van en de dag na behandeling met
Pemetrexed medac. U krijgt dit geneesmiddel om de frequentie en ernst van huidreacties te
verminderen die mogelijk gedurende uw behandeling tegen kanker bij u kunnen optreden.
Vitaminesupplementen
Uw arts zal u foliumzuur (vitamine) of een multivitaminepreparaat met foliumzuur (350 – 1000 µg)
voorschrijven dat u eenmaal daags via de mond moet innemen, tijdens uw behandeling met
Pemetrexed medac. U moet ten minste 5 doses innemen gedurende de zeven dagen voorafgaand aan de
eerste dosis Pemetrexed medac. U moet het foliumzuur gedurende 21 dagen na de laatste dosis
Pemetrexed medac blijven gebruiken. U zult tevens een injectie met vitamine B
12
(1000 µg)
toegediend krijgen in de week vóór toediening van Pemetrexed medac en daarna ongeveer om de
9 weken (dat overeenkomt met 3 kuren met Pemetrexed medac). U krijgt vitamine B
12
en foliumzuur
om de mogelijke toxische effecten van de behandeling tegen kanker te verminderen.
40
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
U moet in de volgende gevallen onmiddellijk contact opnemen met uw arts:
bij koorts of infectie (respectievelijk vaak of zeer vaak): als uw temperatuur 38ºC of hoger is,
bij zweten of andere tekenen van infectie (omdat u mogelijk minder witte bloedcellen hebt dan
normaal, wat zeer vaak voorkomt). De infectie (sepsis) kan ernstig zijn en overlijden tot gevolg
hebben
als u pijn op de borst krijgt (vaak) of een snelle hartslag hebt (soms)
als u pijn, roodheid, zwellingen of wondjes in uw mond hebt (zeer vaak)
bij een allergische reactie: als u huiduitslag (zeer vaak)/een branderig of tintelend gevoel (vaak),
of koorts (vaak) krijgt. In zeldzame gevallen kunnen huidreacties ernstig zijn en overlijden tot
gevolg hebben. Neem contact op met uw arts als u ernstige huiduitslag, jeuk of blaren krijgt
(Stevens-Johnsonsyndroom of toxische epidermale necrolyse)
als u last krijgt van vermoeidheid, een gevoel van zwakte, makkelijk buiten adem raakt of als u
er bleek uitziet (omdat u mogelijk minder hemoglobine hebt dan normaal, dat zeer vaak
voorkomt)
als u last hebt van bloedend tandvlees, neusbloedingen of mondbloedingen of bloedingen die
niet stoppen, roodachtige of rozeachtige urine, onverwachte bloeduitstortingen (omdat u
mogelijk minder
bloed
plaatjes hebt dan normaal, dat vaak voorkomt)
als u plotselinge ademnood, hevige pijn op de borst of hoest met bloederig slijm krijgt (soms)
(dit kan een aanwijzing zijn voor een bloedprop in de bloedvaten van de longen)
De volgende bijwerkingen kunnen optreden tijdens behandeling met pemetrexed:
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
Infectie
Faryngitis (keelpijn)
Laag aantal neutrofiele granulocyten (een type witte bloedcel)
Laag aantal witte bloedcellen
Lage hemoglobinespiegel
Pijn, roodheid, zwelling of zweren in de mond
Verminderde eetlust
Braken
Diarree
Misselijkheid
Huiduitslag
Huidschilfering
Abnormale bloedtesten die een verminderd functioneren van de nieren aantonen
Vermoeidheid
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
Bloedinfectie
Koorts met een laag aantal neutrofiele granulocyten (een type witte bloedcel)
Laag aantal bloedplaatjes
Allergische reactie
Verlies van lichaamsvloeistoffen
Smaakverandering
Schade aan de motorische zenuwen die voornamelijk in de armen en benen spierzwakte en spieratrofie
(verzwakking) kan veroorzaken
Schade aan de sensorische zenuwen die gevoelsverlies, brandende pijn en een instabiele gang kan
41
veroorzaken
Duizeligheid
Ontsteking of zwelling van de conjunctiva (het membraan dat de binnenkant van de oogleden en het
witte gedeelte van het oog bedekt)
Droge ogen
Waterige ogen
Droogheid van de conjunctiva (het membraan dat de binnenkant van de oogleden en het witte gedeelte
van het oog bedekt) en hoornvlies (het heldere vlies voor de iris en pupil)
Zwelling van de oogleden
Oogaandoening met droogheid, traanvorming, irritatie en/of pijn
Hartfalen (aandoening die het pompvermogen van uw hartspier beïnvloedt)
Onregelmatig hartritme
Problemen met de spijsvertering (indigestie)
Verstopping (constipatie)
Buikpijn
Lever: toename van chemische stoffen in het bloed die door de lever worden gemaakt
Toegenomen huidpigmentatie
Jeuk op de huid
Uitslag op het lichaam waarbij elke markering er als een schietschijf uitziet
Haaruitval
Netelroos
Stoppen van de werking van de nier
Verminderd functioneren van de nier
Koorts
Pijn
Te veel vloeistof in het lichaamsweefsel die zwelling veroorzaakt
Pijn op de borst
Ontsteking en zweervorming aan de slijmvliezen die de binnenkant van het spijsverteringskanaal
bedekken
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers)
Vermindering van het aantal rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes
Beroerte
Type beroerte waarbij een slagader naar de hersenen is geblokkeerd
Bloeding in de schedel
Angina (pijn op de borst die wordt veroorzaakt door een verminderde bloedstroom naar het hart)
Hartaanval
Vernauwing of blokkade van de slagaders van het hart
Verhoogd hartritme
Gebrekkige verdeling van bloed naar de ledematen
Blokkade in één van de longslagaders
Ontsteking en vorming van littekenweefsel aan de binnenkant van de longen met
ademhalingsproblemen
Stromen van helderrood bloed uit het poepgat
Bloeding van het maag-darmkanaal
Gescheurde darm
Ontsteking van de binnenkant van de slokdarm
Ontsteking van de binnenkant van de dikke darm, die gepaard kan gaan met een bloeding van de darm
of het poepgat (alleen waargenomen in combinatie met cisplatine)
Ontsteking, het lichaam houdt te veel vocht vast (oedeem), rode huid en erosie van het
slijmvliesoppervlak van de slokdarm die veroorzaakt wordt door bestralingstherapie
Longontsteking die door bestralingstherapie veroorzaakt wordt
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers)
Vernietiging van rode bloedcellen
Anafylactische shock (ernstige allergische reactie)
Ontstekingsaandoening van de lever
42
Roodheid van de huid
Huiduitslag die tot ontwikkeling komt in een eerder bestraald gebied
Zeer zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 10000 gebruikers)
Infecties van de huid en weke delen
Stevens-Johnson
syndroom
(een soort ernstige reactie van de huid en slijmvliezen die
levensbedreigend kan zijn)
Toxische epidermale necrolyse (een soort ernstige huidreactie die levensbedreigend kan zijn)
Auto-immuunaandoening die resulteert in huiduitslag en blaarvorming op de benen, armen en buik
Ontsteking van de huid gekenmerkt door de aanwezigheid van bulten die met vloeistof gevuld zijn
Kwetsbare huid, blaren en huidbeschadigingen en vorming van littekens op de huid
Roodheid, pijn en zwelling op voornamelijk de onderste ledematen
Ontsteking van de huid en vet onder de huid (pseudocellulitis)
Ontsteking van de huid (dermatitis)
Huid die ontstoken raakt, jeukt en rood, gescheurd en ruw is
Intens jeukende plekken
Niet bekend (de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Vorm van diabetes, primair als gevolg van nierziekte
Aandoening van de nieren waarbij tubulaire epitheelcellen die de nierbuisjes vormen, afsterven
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de doos na ‘EXP’.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Gereconstitueerde oplossingen en infuusoplossingen: Het product dient onmiddellijk te worden
gebruikt. Wanneer bereid volgens de instructies, zijn chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik
van gereconstitueerde oplossingen en infuusoplossingen met pemetrexed aangetoond gedurende 24 uur
in de koelkast (2°C - 8°C).
Dit geneesmiddel is uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik. Al het ongebruikte geneesmiddel of
afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is pemetrexed.
Pemetrexed medac 100 mg: Elke injectieflacon bevat 100 mg pemetrexed (als pemetrexed
dinatriumhemipentahydraat).
Pemetrexed medac 500 mg: Elke injectieflacon bevat 500 mg pemetrexed (als pemetrexed
dinatriumhemipentahydraat).
Pemetrexed medac 1000 mg: Elke injectieflacon bevat 1000 mg pemetrexed (als pemetrexed
43
dinatriumhemipentahydraat).
Na reconstitutie bevat de oplossing 25 mg/ml pemetrexed.
De andere stoffen in dit middel zijn mannitol, zoutzuur en natriumhydroxide. Zie rubriek 2
“Pemetrexed medac bevat natrium”.
Hoe ziet Pemetrexed medac eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Pemetrexed medac is een poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie in een glazen
injectieflacon met rubberen stop.
Het is een wit tot lichtgeel poeder.
Elke verpakking bestaat uit één injectieflacon met 100, 500 of 1000 mg pemetrexed.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
medac
Gesellschaft für klinische Spezialpräparate mbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
tel.: +49 4103 8006-0
fax: +49 4103 8006-100
Fabrikant
Synthon Hispania SL
C/Castelló n°1, Pol. Las Salinas
08830 Sant Boi de Llobregat
Barcelona
Spanje
tel.: +34 936401516
fax: +34 936401146
Synthon, s.r.o.
Brnĕnská
32/čp. 597
67801 Blansko
Tsjechische Republiek
tel.: +420 516 427 311
fax: +420 516 417 350
medac
Gesellschaft für klinische Spezialpräparate mbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
tel.: +49 4103 8006-0
fax: +49 4103 8006-100
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Instructies voor gebruik, verwerking en verwijdering
44
1.
Maak gebruik van aseptische techniek tijdens de reconstitutie en verdere verdunning van
pemetrexed voor toediening via intraveneuze infusie.
Bereken de dosis en het aantal benodigde injectieflacons Pemetrexed medac. Elke
injectieflacon bevat een overmaat aan pemetrexed om toediening van de aangegeven
hoeveelheid te vergemakkelijken.
Pemetrexed medac 100 mg:
Reconstitueer elke injectieflacon van 100 mg met 4,2 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
oplossing voor injectie, zonder conserveermiddel, wat leidt tot een oplossing die 25 mg/ml
pemetrexed bevat.
Pemetrexed medac 500 mg:
Reconstitueer elke injectieflacon van 500 mg met 20 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
oplossing voor injectie, zonder conserveermiddel, wat leidt tot een oplossing die 25 mg/ml
pemetrexed bevat.
Pemetrexed medac 1000 mg:
Reconstitueer elke injectieflacon van 1000 mg met 40 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
oplossing voor injectie, zonder conserveermiddel, wat leidt tot een oplossing die 25 mg/ml
pemetrexed bevat.
Schud elke injectieflacon voorzichtig totdat het poeder volledig is opgelost. De verkregen
oplossing is helder en varieert in kleur van kleurloos tot geel (zonder dat dit de
productkwaliteit negatief beïnvloedt). De pH van de gereconstitueerde oplossing is tussen 6,6
en 7,8.
Verdere verdunning is noodzakelijk.
2.
3.
4.
Het juiste volume aan gereconstitueerde pemetrexed-oplossing moet verder worden verdund
tot 100 ml met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, zonder
conserveermiddel, en te worden toegediend als een intraveneuze infusie gedurende
10 minuten.
Pemetrexed-infuusoplossingen die volgens de bovenstaande instructies zijn bereid, zijn
compatibel met toedieningssets en infuuszakken van polyvinylchloride met polyolefin-voering.
Pemetrexed is onverenigbaar met verdunningsvloeistoffen die calcium bevatten, waaronder
Ringer-lactaatoplossing voor injectie en Ringer-oplossing voor injectie
Parenterale geneesmiddelen moeten vóór toediening visueel worden geïnspecteerd op deeltjes
en verkleuring. Als deeltjes worden waargenomen, mag niet worden toegediend.
Pemetrexed-oplossingen zijn alleen bestemd voor eenmalig gebruik. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
5.
6.
7.
Voorzorgen voor bereiding en toediening
Evenals bij andere potentieel toxische middelen tegen kanker, dient voorzichtigheid te worden betracht
bij de verwerking en bereiding van pemetrexed-infuusoplossingen. Het gebruik van handschoenen
wordt aangeraden. Als een pemetrexed-oplossing in contact komt met de huid, moet de huid
onmiddellijk en grondig met zeep en water worden gewassen. Als pemetrexed-oplossingen in contact
komen met de slijmvliezen, moet met veel water worden gespoeld. Pemetrexed is geen blaartrekkend
middel. Er is geen specifiek antidotum tegen extravasatie van pemetrexed. Er zijn een paar gevallen
gemeld van pemetrexed-extravasatie, die door de onderzoeker niet als ernstig werden beoordeeld.
Extravasatie dient te worden behandeld volgens de standaardpraktijk ter plekke, zoals bij andere niet-
blaartrekkende middelen.
45

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN


NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pemetrexed medac 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Pemetrexed medac 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Pemetrexed medac 1000 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Pemetrexed medac 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Elke injectieflacon bevat 100 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatrium hemipentahydraat).
Hulpstof met bekend effect
Elke 100 mg injectieflacon bevat ongeveer 11 mg natrium.
Pemetrexed medac 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Elke injectieflacon bevat 500 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatrium hemipentahydraat).
Hulpstof met bekend effect
Elke 500 mg injectieflacon bevat ongeveer 54 mg natrium.
Pemetrexed medac 1000 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Elke injectieflacon bevat 1000 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatrium hemipentahydraat).
Hulpstof met bekend effect
Elke 1000 mg injectieflacon bevat ongeveer 108 mg natrium.
Na reconstitutie (zie rubriek 6.6) bevat iedere injectieflacon 25 mg/ml pemetrexed.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
Wit tot lichtgeel poeder.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Maligne mesothelioom van de pleura
Pemetrexed medac is in combinatie met cisplatine aangewezen voor de behandeling van
chemotherapie-naïeve patiënten met inoperabel maligne mesothelioom van de pleura.
Niet-kleincellig longcarcinoom
Pemetrexed medac in combinatie met cisplatine is aangewezen als eerstelijnsbehandeling van
patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom, anders dan
overwegend plaveiselcelhistologie (zie rubriek 5.1).
Pemetrexed medac is geïndiceerd als monotherapie voor de onderhoudsbehandeling van lokaal
gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom anders dan overwegend
plaveiselcelhistologie bij patiënten bij wie de ziekte onmiddellijk na op platina gebaseerde
chemotherapie geen progressie heeft vertoond (zie rubriek 5.1).
lokaal gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom, anders dan overwegend
plaveiselcelhistologie (zie rubriek 5.1).

4.2 Dosering en wijze van toediening
Pemetrexed medac mag alleen worden toegediend onder toezicht van een arts die gekwalificeerd is in
het gebruik van chemotherapie tegen kanker.
Dosering
Pemetrexed in combinatie met cisplatine
De aanbevolen dosis Pemetrexed medac bedraagt 500 mg/m² lichaamsoppervlakte, toegediend als een
intraveneuze infusie gedurende 10 minuten op de eerste dag van elke 21-daagse cyclus. De aanbevolen
dosis cisplatine is 75 mg/m² lichaamsoppervlakte, toegediend als een intraveneuze infusie gedurende
twee uur. Cisplatine wordt ongeveer 30 minuten na voltooiing van de infusie met pemetrexed, op de
eerste dag van elke 21-daagse cyclus toegediend. Patiënten moeten vóór en/of na toediening van
cisplatine adequaat worden behandeld met anti-emetica en geschikte hydratie krijgen (zie tevens de
Samenvatting van de productkenmerken van cisplatine voor specifiek doseringsadvies).
Pemetrexed als enkelvoudig agens
Bij patiënten behandeld voor niet-kleincellig longcarcinoom na chemotherapie, bedraagt de aanbevolen
dosis Pemetrexed medac 500 mg/m² lichaamsoppervlakte, toegediend als een intraveneuze infusie
gedurende 10 minuten op de eerste dag van elke 21-daagse cyclus.
Regime van voorafgaande medicatie
Om de incidentie en ernst van huidreacties te verminderen, dient een corticosteroïd te worden gegeven
op de dag vóór, op de dag van en op de dag na toediening van pemetrexed. Het corticosteroïd dient
equivalent te zijn aan 4 mg dexamethason tweemaal daags oraal toegediend (zie rubriek 4.4).
Om de toxiciteit te verminderen moeten patiënten die worden behandeld met pemetrexed tevens
vitaminesupplementen krijgen (zie rubriek 4.4). Patiënten moeten dagelijks oraal foliumzuur of een
multivitaminepreparaat met foliumzuur (350 - 1000 µg) innemen. Gedurende de zeven dagen
voorafgaand aan de eerste dosis pemetrexed moeten ten minste vijf doses foliumzuur worden
ingenomen en de inname ervan moet gedurende de gehele behandelingsperiode en gedurende 21 dagen
na de laatste dosis pemetrexed worden voortgezet. Patiënten moeten tevens een intramusculaire
injectie vitamine B12 (1000 µg) krijgen toegediend in de week voorafgaand aan de eerste dosis
pemetrexed en daarna eenmaal per drie cycli. Daaropvolgende vitamine B12-injecties kunnen op
dezelfde dag als pemetrexed worden toegediend.
Monitoring
Patiënten die pemetrexed krijgen toegediend, dienen vóór elke dosis te worden gecontroleerd met een
complete bloedtelling, inclusief een differentiële witte bloedceltelling (WBT) en plaatjestelling.
Voorafgaand aan elke toediening van chemotherapie moet de bloedsamenstelling worden onderzocht
om de nier- en leverfunctie te beoordelen. Vóór het begin van elke chemotherapiecyclus moeten
patiënten de volgende waarden hebben: de absolute neutrofielconcentratie (ANC) dient
1.500 cellen/mm³ en de plaatjesconcentratie dient 100000 cellen/mm³ te zijn.
De creatinineklaring dient 45 ml/min te zijn.
Totaal bilirubine dient 1,5 keer de bovengrens van normaal te zijn. Alkalische fosfatase (AF),
aspartaataminotransferase (ASAT of SGOT) en alanineaminotransferase (ALAT of SGPT) dienen
3 keer de bovengrens van normaal te zijn. Alkalische fosfatase, ASAT en ALAT 5 keer de
bovengrens van normaal is aanvaardbaar als de lever bij de tumor betrokken is.
Dosisaanpassingen
Dosisaanpassingen aan het begin van een volgende cyclus dienen te zijn gebaseerd op de laagste
behandelingscyclus. De behandeling kan worden uitgesteld om patiënten voldoende hersteltijd te
geven. Na herstel dienen patiënten opnieuw te worden behandeld aan de hand van de richtlijnen uit
tabel 1, 2 en 3, die gelden voor Pemetrexed medac als enkelvoudig agens of in combinatie met
cisplatine.
Tabel 1 ­ Dosisaanpassingstabel voor pemetrexed (als enkelvoudig agens of in combinatie)
en cisplatine ­ hematologische toxiciteiten
Laagste ANC < 500/mm³ en laagste plaatjesconcentratie
75% van vorige dosis (zowel
50000/mm³
pemetrexed als cisplatine)
Laagste plaatjesconcentratie < 50000/mm³ ongeacht laagste
75% van vorige dosis (zowel
ANC
pemetrexed als cisplatine)
Laagste plaatjesconcentratie < 50000/mm³ met bloedinga, ongeacht
50% van vorige dosis (zowel
laagste ANC
pemetrexed als cisplatine)
a Deze criteria voldoen aan de National Cancer Institute Common Toxicity Criteria (CTC v2.0; NCI 1998) definitie van CTC
klasse 2 bloeding.
Als zich bij patiënten niet-hematologische toxiciteiten klasse 3 ontwikkelen (met uitzondering van
neurotoxiciteit), dient toediening van pemetrexed te worden stopgezet totdat de waarde minder is dan
of gelijk is aan de waarde die de patiënt vóór de behandeling had. De behandeling dient te worden
hervat volgens de richtlijnen in tabel 2.
Tabel 2 ­ Dosisaanpassingstabel voor pemetrexed (als enkelvoudig agens of in combinatie)
en cisplatine ­ niet-hematologische toxiciteitena, b

dosis pemetrexed
dosis cisplatine (mg/m²)
(mg/m²)
Elke toxiciteit klasse 3 of 4 met
75% van vorige dosis
75% van vorige dosis
uitzondering van mucositis
Elke diarree die ziekenhuisopname
75% van vorige dosis
75% van vorige dosis
nodig maakt (onafhankelijk van
klasse) of diarree klasse 3 of 4
Mucositis klasse 3 of 4
50% van vorige dosis
100% van vorige dosis
a National Cancer Institute Common Toxicity Criteria (CTC v2.0; NCI 1998).
b Met uitzondering van neurotoxiciteit
In het geval van neurotoxiciteit is de aanbevolen dosisaanpassing voor pemetrexed en cisplatine
aangegeven in tabel 3. Patiënten dienen met de behandeling te stoppen als neurotoxiciteit klasse 3 of 4
wordt waargenomen.

Tabel 3 ­ Dosisaanpassing voor pemetrexed (als enkelvoudig agens of in combinatie)
en cisplatine ­ neurotoxiciteit
CTCa-klasse
dosis pemetrexed (mg/m²)
dosis cisplatine (mg/m²)
0 ­ 1
100% van vorige dosis
100% van vorige dosis
2
100% van vorige dosis
50% van vorige dosis
a National Cancer Institute Common Toxicity Criteria (CTC v2.0; NCI 1998)
De behandeling met pemetrexed dient te worden stopgezet als een patiënt hematologische of
niet-hematologische toxiciteit klasse 3 of 4 ondervindt na 2 dosisreducties of onmiddellijk als
neurotoxiciteit klasse 3 of 4 wordt waargenomen.

Ouderen
In klinische onderzoeken zijn geen aanwijzingen gevonden dat patiënten van 65 jaar of ouder een
verhoogd risico lopen van bijwerkingen vergeleken met patiënten van jonger dan 65 jaar. Er zijn
geen andere dosisreducties noodzakelijk dan de reducties die voor alle patiënten worden aanbevolen.
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Pemetrexed medac bij pediatrische patiënten voor de indicatie
maligne mesothelioom van de pleura en niet-kleincellig longcarcinoom.

Patiënten met nierinsufficiëntie (standaard cockcroft en gault-formule of glomerulaire

filtratiesnelheid gemeten met Tc99m-DPTA-serumklaringsmethode)
Pemetrexed wordt voornamelijk onveranderd via de nieren uitgescheiden. Bij klinische onderzoeken
hadden patiënten met een creatinineklaring van 45 ml/min geen andere dosisaanpassingen nodig
dan de aanpassingen die voor alle patiënten worden aanbevolen. Er zijn onvoldoende gegevens over
het gebruik van pemetrexed bij patiënten met een creatinineklaring lager dan 45 ml/min; derhalve
wordt het gebruik van pemetrexed niet aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Patiënten met leverinsufficiëntie
Er zijn geen relaties tussen ASAT (SGOT), ALAT (SGPT) of totaal bilirubine en de
farmacokinetiek van pemetrexed vastgesteld. Er is echter geen specifiek onderzoek gedaan naar
patiënten met leverinsufficiëntie zoals bilirubine > 1,5 keer de bovengrens van normaal en/of
aminotransferase > 3,0 keer de bovengrens van normaal (levermetastasen afwezig) of > 5,0 keer de
bovengrens van normaal (levermetastasen aanwezig).
Wijze van toediening
Pemetrexed medac is voor intraveneus gebruik. Pemetrexed medac dient te worden toegediend als
een intraveneuze infusie gedurende 10 minuten op de eerste dag van iedere cyclus van 21 dagen.
Voor te nemen voorzorgen voorafgaand aan gebruik of toediening van Pemetrexed medac en voor
instructies over reconstitutie en verdunning van Pemetrexed medac voorafgaand aan toediening, zie
rubriek 6.6.

4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Borstvoeding (zie rubriek 4.6).
Gelijktijdige vaccinatie voor gele koorts (zie rubriek 4.5).

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Pemetrexed kan de beenmergfunctie onderdrukken wat zich uit in neutropenie, trombocytopenie en
anemie (of pancytopenie) (zie rubriek 4.8). Myelosuppressie is meestal de dosisbeperkende toxiciteit.
Patiënten dienen tijdens de behandeling te worden gecontroleerd op myelosuppressie en pemetrexed
mag pas worden toegediend aan patiënten als de absolute neutrofielconcentratie (ANC) naar
1.500 cellen/mm³ en de plaatjesconcentratie naar 100000 cellen/mm³ is teruggekeerd.
Dosisreducties voor volgende cycli zijn gebaseerd op laagste ANC, laagste plaatjesconcentratie en
maximale niet-hematologische toxiciteit waargenomen tijdens de vorige cyclus (zie rubriek 4.2).
Er werd minder toxiciteit en een reductie in hematologische en niet-hematologische toxiciteiten
klasse 3 en 4, zoals neutropenie, met koorts gepaard gaande neutropenie en infectie met neutropenie
klasse 3 en 4 gemeld wanneer voorbehandeling met foliumzuur en vitamine B12 plaatsvond.
Derhalve moeten alle patiënten die worden behandeld met pemetrexed worden geïnstrueerd als
toxiciteit (zie rubriek 4.2) te verminderen.
Bij patiënten die niet met een corticosteroïd waren voorbehandeld zijn huidreacties gemeld.
Voorbehandeling met dexamethason (of equivalent) kan de incidentie en ernst van huidreacties
verminderen (zie rubriek 4.2).
Er is een onvoldoende groot aantal patiënten onderzocht met een creatinineklaring van minder dan
45 ml/min. Om deze reden wordt het gebruik van pemetrexed bij patiënten met een creatinineklaring
van < 45 ml/min niet aangeraden (zie rubriek 4.2).
Patiënten met lichte tot matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 45 - 79 ml/min) dienen af te zien
van het gebruik van niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen (NSAID's), zoals ibuprofen, en
acetylsalicylzuur (> 1,3 g per dag) gedurende 2 dagen vóór, op de dag van en 2 dagen na toediening
van pemetrexed (zie rubriek 4.5).
Bij patiënten met lichte tot matige nierinsufficiëntie die in aanmerking komen voor therapie met
pemetrexed dient het gebruik van NSAID's met een lange eliminatiehalfwaardetijd onderbroken te
worden gedurende ten minste 5 dagen vóór, op de dag van en ten minste 2 dagen na toediening van
pemetrexed (zie rubriek 4.5).
Ernstige nier-voorvallen, inclusief acuut nierfalen, zijn gerapporteerd bij alleen pemetrexed of in
verband met andere chemotherapeutische middelen. Veel van deze patiënten waarbij dit optrad,
hadden een onderliggende risicofactor voor de ontwikkeling van nier gebeurtenissen inclusief
dehydratie of een vroeger bestaan van hypertensie of diabetes. Na het in de handel brengen van het
middel werden bij gebruik van pemetrexed alleen of in combinatie met andere chemotherapeutische
middelen ook nefrogene diabetes insipidus en tubulaire niernecrose gemeld. De meeste van deze
gevallen verdwenen na stopzetting van de behandeling met pemetrexed. Patiënten moeten
regelmatig gecontroleerd worden op acute tubulaire necrose, een verminderde nierfunctie en tekenen
en symptomen van nefrogene diabetes insipidus (bijvoorbeeld hypernatriëmie).
Het effect van vocht in de derde ruimte, zoals pleura-effusie of ascites, op pemetrexed is niet volledig
gedefinieerd. Een fase 2 studie met pemetrexed bij 31 patiënten met solide tumoren en stabiel vocht in
de derde ruimte vertoonde, vergeleken met patiënten zonder vochtophopingen in de derde ruimte,
geen verschil in genormaliseerde plasmaconcentratie of klaring met betrekking tot pemetrexed
dosering. Derhalve dient drainage van vochtophoping in de derde ruimte voorafgaand aan behandeling
met pemetrexed overwogen te worden, maar dit hoeft niet noodzakelijk te zijn.
Vanwege de gastro-intestinale toxiciteit van pemetrexed wanneer het in combinatie met
cisplatine gegeven wordt, is ernstige uitdroging waargenomen. Derhalve dienen patiënten een
adequate behandeling met anti-emetica te krijgen en een toereikende hydratie vóór en/of na de
behandeling.
Tijdens klinische onderzoeken met pemetrexed zijn soms ernstige cardiovasculaire bijwerkingen,
inclusief myocardinfarct en cerebrovasculaire bijwerkingen gemeld, in de meeste gevallen wanneer
het gegeven werd in combinatie met een ander cytotoxisch middel. De meeste patiënten bij wie deze
bijwerkingen werden waargenomen, hadden reeds bestaande cardiovasculaire risicofactoren (zie
rubriek 4.8).
Verminderde afweer is veelvoorkomend bij kankerpatiënten. Als gevolg daarvan wordt het
gebruik van levende, verzwakte vaccins niet aanbevolen (zie rubriek 4.3 en 4.5).
Pemetrexed kan genetisch schadelijke effecten hebben. Geslachtsrijpe mannen wordt geadviseerd
gedurende de behandeling en tot 3 maanden daarna geen kind te verwekken. Aanbevolen wordt
gebruik te maken van anticonceptiemiddelen of onthouding. Vanwege de mogelijkheid dat
behandeling met pemetrexed irreversibele onvruchtbaarheid kan veroorzaken, wordt mannen
aangeraden advies in te winnen over spermaopslag voordat ze met de behandeling beginnen.
behandeling met pemetrexed en gedurende 6 maanden na het voltooien van de behandeling (zie
rubriek 4.6).
Gevallen van bestralingspneumonitis zijn gemeld bij patiënten die voorafgaand, gedurende of na hun
pemetrexedtherapie behandeld werden met bestraling. Bij deze patiënten in het bijzonder zou extra
aandacht moeten worden besteed en extra voorzichtigheid in acht moeten worden genomen bij het
gebruik van andere stralingsgevoelige middelen.
Gevallen van `radiation recall' zijn gemeld bij patiënten die weken of jaren eerder radiotherapie
hebben gekregen.
Hulpstoffen
Pemetrexed medac 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per injectieflacon van 100 mg, dat wil
zeggen dat het in wezen `natriumvrij' is.
Pemetrexed medac 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Dit geneesmiddel bevat 54 mg natrium per injectieflacon van 500 mg, overeenkomend met 2,70% van
de door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g voor een volwassene.
Pemetrexed medac 1000 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Dit geneesmiddel bevat 108 mg natrium per injectieflacon van 1000 mg, overeenkomend met 5,40%
van de door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g voor een volwassene.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Pemetrexed wordt voornamelijk onveranderd renaal geëlimineerd via tubulaire secretie en in mindere
mate door glomerulaire filtratie. Gelijktijdige toediening van nefrotoxische geneesmiddelen
(bijvoorbeeld aminoglycoside, lisdiuretica, platinaverbindingen, ciclosporine) kan mogelijk resulteren
in vertraagde klaring van pemetrexed. Deze combinatie dient met voorzichtigheid te worden gebruikt.
Indien nodig dient de creatinineklaring nauwlettend te worden gecontroleerd.
Gelijktijdige toediening van stoffen die eveneens tubulair worden uitgescheiden (bijv. probenecide,
penicilline) kan mogelijk resulteren in vertraagde klaring van pemetrexed. Voorzichtigheid moet
worden betracht wanneer deze geneesmiddelen worden gecombineerd met pemetrexed. Indien nodig
dient de creatinineklaring nauwlettend te worden gecontroleerd.
Bij patiënten met een normale nierfunctie (creatinineklaring 80 ml/min), kunnen hoge doses
niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen (NSAID's, zoals > 1.600 mg/dag ibuprofen) en
acetylsalicylzuur in hogere doses ( 1,3 g per dag) de eliminatie van pemetrexed verminderen en,
als gevolg daarvan, het vóórkomen van bijwerkingen van pemetrexed doen toenemen. Derhalve
dient voorzichtigheid te worden betracht, wanneer hogere doses NSAID's of acetylsalicylzuur in
hogere doses worden toegediend, gelijktijdig met pemetrexed aan patiënten met een normale
nierfunctie (creatinineklaring 80 ml/min).
Bij patiënten met lichte tot matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 45 - 79 ml/min) dient de
gelijktijdige toediening van pemetrexed met NSAID's (bijvoorbeeld ibuprofen) of acetylsalicylzuur in
hogere doses te worden vermeden gedurende 2 dagen vóór, op de dag van en 2 dagen na toediening
van pemetrexed (zie rubriek 4.4).
In afwezigheid van gegevens met betrekking tot mogelijke interactie met NSAID's die een langere
halfwaardetijd hebben, zoals piroxicam of rofecoxib, dient de gelijktijdige toediening van
pemetrexed aan patiënten met lichte tot matige nierinsufficiëntie te worden onderbroken gedurende
ten minste 5 dagen vóór, op de dag van en tenminste 2 dagen na toediening van pemetrexed (zie
gemonitord te worden op toxiciteit, in het bijzonder op myelosuppressie en gastrointestinale
toxiciteit.
Pemetrexed wordt in beperkte mate door de lever gemetaboliseerd. Resultaten van
in-vitro-onderzoeken met humane levermicrosomen gaven aan dat geen klinisch significante
remming door pemetrexed te verwachten is van de metabolische klaring van geneesmiddelen
gemetaboliseerd door CYP3A, CYP2D6, CYP2C9 en CYP1A2.
Interacties die algemeen voorkomen bij alle cytotoxica
Vanwege het verhoogde trombotische risico bij patiënten met kanker wordt vaak gebruikgemaakt
van behandeling met anticoagulantia. De hoge intra-individuele variabiliteit van de stollingsstatus
tijdens ziekte en de mogelijkheid van interactie tussen orale anticoagulantia en chemotherapie tegen
kanker maken een frequentere controle van INR (International Normalised Ratio) noodzakelijk, als
wordt besloten de patiënt met orale anticoagulantia te behandelen.
Contra-indicatie voor gelijktijdig gebruik: Vaccinatie tegen gele koorts: risico van dodelijke,
gegeneraliseerde vaccinatieziekte (zie rubriek 4.3).
Niet aanbevolen gelijktijdig gebruik: Levende, verzwakte vaccins (met uitzondering van gele koorts,
waar gelijktijdig gebruik gecontraïndiceerd is): risico van systemische, mogelijk dodelijke ziekte.
Het risico is verhoogd bij personen die vanwege hun onderliggende aandoening al een onderdrukte
afweer hebben. Gebruik een inactief vaccin indien dit bestaat (poliomyelitis) (zie rubriek 4.4).

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd / Anticonceptie bij mannen en vrouwen
Pemetrexed kan genetisch schadelijke effecten hebben. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd moeten
een effectieve anticonceptiemethode gebruiken gedurende de behandeling met pemetrexed en
gedurende 6 maanden na het voltooien van de behandeling.
Geslachtsrijpe mannen wordt geadviseerd een effectieve anticonceptiemethode te gebruiken en geen
kind te verwekken gedurende de behandeling en tot 3 maanden daarna.
Zwangerschap
Er zijn geen gegevens over het gebruik van pemetrexed bij zwangere vrouwen, maar van pemetrexed,
evenals van andere antimetabolieten, wordt vermoed dat het ernstige aangeboren afwijkingen
veroorzaakt wanneer het tijdens de zwangerschap wordt toegediend. Uit dieronderzoek is
reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3). Pemetrexed mag niet tijdens de zwangerschap
worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk, na zorgvuldige afweging van de noodzaak voor de
moeder en het risico voor de foetus (zie rubriek 4.4).
Borstvoeding
Het is niet bekend of pemetrexed in de moedermelk wordt uitgescheiden en effecten op met
moedermelk gevoede pasgeborenen/zuigelingen kunnen niet worden uitgesloten. Borstvoeding moet
worden gestaakt tijdens behandeling met pemetrexed (zie rubriek 4.3).
Vruchtbaarheid
Vanwege de mogelijkheid dat behandeling met pemetrexed irreversibele onvruchtbaarheid kan
veroorzaken, wordt mannen aangeraden advies in te winnen over spermaopslag voordat ze met de
behandeling beginnen.

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Er is echter gemeld dat pemetrexed vermoeidheid kan veroorzaken. Om
deze reden dienen patiënten te worden gewaarschuwd niet te rijden en geen machines te bedienen als
deze bijwerking optreedt.

Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De vaakst gemelde bijwerkingen met betrekking tot pemetrexed, toegepast als monotherapie of in
combinatie, zijn beenmergsuppressie, tot uiting komend als anemie, neutropenie, leukopenie,
trombocytopenie en maagdarmstelseltoxiciteit, tot uiting komend als anorexie, misselijkheid, braken,
diarree, obstipatie, faryngitis, mucositis en stomatitis. Andere bijwerkingen omvatten
nieraandoeningen, verhoogde aminotransferasen, alopecia, vermoeidheid, uitdroging, huiduitslag,
infectie/sepsis en neuropathie. Zelden waargenomen bijwerkingen zijn Stevens-Johnsonsyndroom en
toxische epidermale necrolyse.
Tabel van bijwerkingen
Tabel 4 somt de bijwerkingen op die ongeacht causaliteit in verband worden gebracht met pemetrexed,
gebruikt als een monotherapiebehandeling of in combinatie met cisplatine in de registratiestudies
(JMCH, JMEI, JMBD, JMEN en PARAMOUNT) en uit de postmarketingperiode.
Bijwerkingen worden vermeld volgens de MedDRA-systeem/orgaanklassen. Voor de classificatie van de
frequentie is de volgende conventie gebruikt: zeer vaak: 1/10; vaak: 1/100, < 1/10; soms: 1/1000,
< 1/100; zelden: 1/10000, < 1/1000; zeer zelden: 1/10000 en onbekend (kan met de beschikbare
gegevens niet worden vastgesteld).
Tabel 4. Frequenties van alle graden bijwerkingen uit de registratiestudies ongeacht causaliteit:
JMEI (ALIMTA vs. docetaxel), JMDB (ALIMTA en cisplatine versus GEMZAR en cisplatine),
JMCH (ALIMTA plus cisplatine versus cisplatine), JMEN en PARAMOUNT (pemetrexed plus
beste ondersteunende zorg versus placebo plus beste ondersteunende zorg) en uit de
postmarketingperiode.

Systeem/
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden Onbekend
Orgaanklasse
(MedDRA)
Infecties en
Infectiea
Sepsisb

Dermohypo-
parasitaire
Faryngitis
dermitis
aandoeningen
Bloed- en
Neutropenie Febriele
Pancytopenie Auto-

lymfestelsel-
Leukopenie
neutropenie,
immune
aandoeningen Verlaagd
Verlaagde
hemolytische
hemoglobine bloedplaatjes
anemie
Immuun-
Overgevoe-
Anafylac-

systeem-
ligheid
tische shock
aandoeningen
Voedings- en
Uitdroging


stofwisselings-
stoornissen
Zenuwstelsel-
Smaakstoornis
Beroerte

aandoeningen
Perifere
Ischemisch
motorische
infarct
neuropathie
Intracraniale
Perifere
bloeding
sensorische
neuropathie
Duizeligheid
Conjunctivitis


aandoeningen
Droge ogen
Verhoogde
traanvloed
Kerato-
conjunctivitis
sicca
Ooglidoedeem
Aandoeningen
van het
oogoppervlak
Hart-
Hartfalen
Angina

aandoeningen
Aritmie
Hartinfarct
Coronaire
hartziekte
Supraventri-
culaire
aritmie
Bloedvat-

Perifere

aandoeningen
ischemiec
Ademhalings-

Pulmonale

stelsel-,
embolie
borstkas en
Interstitiële
mediastinum-
pneumonitisb
aandoeningen
d
Maagdarm-
Stomatitis
Dispepsie
Rectale

stelsel-
Anorexie
Constipatie
hemorragie
aandoeningen Braken
Buikpijn
Maagdarm-
Diarree
bloeding
Misselijkheid
Darm-
perforatie
Oesofagitis
Colitise
Lever- en gal-
Verhoogd
Hepatitis

aandoeningen
alanine-
transferase
Verhoogd
aspartaat-
transferase
Huid- en
Uitslag
Hyper-
Erytheem
Stevens-
onderhuid-
Huid-
pigmentatie
Johnson-
aandoeningen afschilfering Pruritus
syndroomb
Erythema
Toxische
multiforme
epidermale
Haaruitval
necrolyseb
Urticaria
Pemphigus
Bulleuze
dermatitis
Erythema-
teus oedeemf
Pseudo-
cellulitis
Dermatitis
Eczeem
Prurigo
Verlaagde
Nierfalen,

Nefrogene
urineweg-
creatinine-
Verlaagde
diabetes
aandoeningen klaring,
glomerulaire
insipidus
Verhoogd
filtratiesnelheid
Tubulaire
bloed-
niernecros
creatininee
e
Algemene
Vermoeid-
Pyrexie


aandoeningen heid
Pijn
en
Oedeem
toedienings-
Pijn op de borst
plaats-
Slijmvlies-
stoornissen
ontsteking
Onderzoeken
Verhoogd


gamma-
glutamyl-
transferase
Letsels,

Bestralings-
Recall-

intoxicaties en
oesofagitis,
fenomeen
verrichtings-
Bestralings-
complicaties
pneumonitis
a met en zonder neutropenie
b in sommige gevallen fataal
c soms leidend tot necrose van extremiteiten
d met respiratoire insufficiëntie
e alleen waargenomen in combinatie met cisplatine
f voornamelijk in de onderste ledematen
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
Tot de gemelde symptomen van overdosering behoren neutropenie, anemie, trombocytopenie,
mucositis, sensorische polyneuropathie en huiduitslag. Tot de verwachte complicaties van
overdosering behoren beenmergsuppressie die zich uit in neutropenie, trombocytopenie en anemie.
Daarnaast kunnen infectie met of zonder koorts, diarree en/of mucositis worden waargenomen. Als
overdosering wordt vermoed, dienen patiënten te worden gecontroleerd met bloedtellingen en dienen
zij zo nodig ondersteunende behandeling te ontvangen. Bij de behandeling van
pemetrexed-overdosering dient het gebruik van calciumfolinaat/folinezuur te worden overwogen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: antineoplastische middelen, foliumzuuranalogen, ATC-code:
L01BA04
Pemetrexed medac is een `multi-targeted' antifolaat tegen kanker dat zijn werking uitoefent door
cruciale folaat-afhankelijke metabole processen die essentieel zijn voor de celdeling, te verstoren.
In-vitro-onderzoeken hebben aangetoond dat pemetrexed zich gedraagt als een multitargeted antifolaat
door remming van thymidylaatsynthase (TS), dihydrofolaatreductase (DHFR) en
voor de de novo biosynthese van thymidine en purinenucleotiden. Pemetrexed wordt in de cellen
gebracht door zowel de gereduceerde `folate carrier' als folaatbindende eiwittransportsystemen in het
membraan. Eenmaal in de cel wordt pemetrexed snel en efficiënt omgezet in polyglutamaatvormen
door het enzym folylpolyglutamaat-synthetase. De polyglutamaatvormen worden bewaard in cellen en
zijn nog sterkere remmers van TS en GARFT. Polyglutamatie is een tijd- en concentratieafhankelijk
proces dat plaatsvindt in tumorcellen en, in mindere mate, in normale weefsels. Gepolyglutameerde
metabolieten hebben een langere intracellulaire halfwaardetijd, wat resulteert in een verlengde
werking van het geneesmiddel in maligne cellen.
Klinische werkzaamheid
Mesothelioom
EMPHACIS, een multicentrisch, gerandomiseerd, enkelblind fase 3 onderzoek naar pemetrexed plus
cisplatine versus cisplatine bij chemotherapie-naïeve patiënten met maligne mesothelioom van de
pleura, heeft aangetoond dat patiënten behandeld met pemetrexed en cisplatine een klinisch
betekenisvol mediaan overlevingsvoordeel van 2,8 maanden hebben ten opzichte van patiënten die
alleen cisplatine ontvangen.
Tijdens het onderzoek werden laaggedoseerde foliumzuur en vitamine-B12-supplementen aan de
behandeling van de patiënten toegevoegd om de toxiciteit te verminderen. De primaire analyse van dit
onderzoek werd uitgevoerd met de populatie van alle patiënten die willekeurig waren ingedeeld in een
behandelingsgroep en die onderzoeksmedicatie ontvingen (gerandomiseerd en behandeld). Een
subgroepanalyse werd uitgevoerd met patiënten die foliumzuur- en vitamine-B12-supplementen
ontvingen gedurende het gehele verloop van de onderzoeksbehandeling (volledig gesupplementeerd).
De resultaten van deze werkzaamheidsanalysen zijn samengevat in de onderstaande tabel:

Tabel 5. Werkzaamheid van pemetrexed plus cisplatine versus cisplatine bij maligne
mesothelioom van de pleura


gerandomiseerde en behandelde volledig gesupplementeerde
patiënten
patiënten
pemetrexed/
pemetrexed/
werkzaamheidsparameter
cisplatine
cisplatine
cisplatine
cisplatine
(n = 226)
(n = 222)
(n = 168)
(n = 163)
Mediane OS (maanden)
12,1
9,3
13,3
10,0
(95% BI)
(10,0 - 14,4)
(7,8 - 10,7)
(11,4 ­ 14,9) (8,4 ­ 11,9)
Log rank p-waardea
0,020
0,051
Mediane tijd tot tumorprogressie
5,7
3,9
6,1
3,9
(maanden)


(95% BI)
(4,9 - 6,5)
(2,8 - 4,4)
(5,3 ­ 7,0)
(2,8 ­ 4,5)
Log rank p-waarde a
0,001
0,008
Tijd tot behandelingsfalen
4,5
2,7
4,7
2,7
(maanden)
(3,9 - 4,9)
(2,1 - 2,9)
(4,3 ­ 5,6)
(2,2 ­ 3,1)
(95% BI)
Log rank p-waarde a
0,001
0,001
Totale responspercentage b
41,3%
16,7%
45,5%
19,6%
(95% BI)
(34,8 - 48,1)
(12,0 - 22,2)
(37,8 ­ 53,4) (13,8 ­ 26,6)
Fisher's exacte p-waarde a
< 0,001
< 0,001
Afkorting: BI = betrouwbaarheidsinterval; OS = 'overall survival', totale overleving
a p-waarde heeft betrekking op vergelijking tussen groepen
b In de pemetrexed/cisplatinegroep, gerandomiseerd en behandeld (n = 225) en volledig gesupplementeerd (n = 167)
Met de Lung Cancer Symptom Scale werd in de pemetrexed/cisplatinegroep (212 patiënten) versus
alleen de cisplatinegroep (218 patiënten) een statistisch significante verbetering aangetoond van de
klinisch relevante symptomen (pijn en dyspneu) die verband houden met maligne mesothelioom van
de pleura. Er werden tevens statistisch significante verschillen in longfunctietests waargenomen. De
scheiding tussen de behandelingsgroepen werd bereikt door verbetering in longfunctie in de
controlegroep.
De gegevens over patiënten met maligne mesothelioom van de pleura die alleen met pemetrexed
werden behandeld, zijn beperkt. Pemetrexed werd in een dosis van 500 mg/m² als enkelvoudig agens
onderzocht bij 64 chemotherapie-naïeve patiënten met maligne mesothelioom van de pleura. Het totale
responspercentage was 14,1%.
Niet kleincellig longcarcinoom (NSCLC), tweedelijnsbehandeling
Een multicentrisch, gerandomiseerd, open-label fase 3 onderzoek naar pemetrexed versus docetaxel bij
patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd (NSCLC) na voorafgaande chemotherapie wees op
een mediane overlevingsduur van 8,3 maanden voor patiënten behandeld met pemetrexed (Intent­
To-Treat [ITT]populatie n = 283) en 7,9 maanden voor patiënten behandeld met docetaxel (ITT
n = 288). Eerdere chemotherapie omvatte geen pemetrexed. Een analyse van de impact van NSCLC
histologie op het behandelingseffect op de totale overleving (OS) was gunstig voor pemetrexed versus
docetaxel bij NSCLC niet-plaveisel histologie (n = 399; 9,3 versus 8,0 maanden, aangepast hazard
ratio [HR] = 0,78; 95% betrouwbaarheidsinterval [BI] = 0,61-1,00; p = 0,047) en viel gunstig uit voor
docetaxel bij plaveiselcelcarcinoom histologie (n = 172; 6,2 versus 7,4 maanden, aangepast
HR = 1,56; 95% BI = 1,08-2,26; p = 0,018). Er werden geen klinisch relevante verschillen in het
veiligheidsprofiel van pemetrexed gezien tussen de histologische subgroepen.
Beperkte klinische data uit een aparte gerandomiseerde, fase 3, gecontroleerde studie, suggereren dat
de werkzaamheid (OS, progressievrije overleving [PFS]) van pemetrexed gelijk is tussen patiënten die
eerder voorbehandeld werden met docetaxel (n = 41) en patiënten die geen eerdere
docetaxelbehandeling kregen (n = 540).

Tabel 6. Werkzaamheid van pemetrexed versus docetaxel bij NSCLC-ITT-populatie


Pemetrexed
Docetaxel
Overlevingsduur (maanden)
(n = 283)
(n = 288)
· Mediaan (m)
8,3
7,9
· 95% BI voor mediaan
(7,0 ­ 9,4)
(6,3 ­ 9,2)
· HR
0,99
· 95% BI voor HR
(0,82 ­ 1,20)
· Non-inferiority p-waarde (HR)
0,226
PFS (maanden)
(n = 283)
(n = 288)
· Mediaan
2,9
2,9
· HR (95% BI)
0,97 (0,82 ­ 1,16)
Tijd tot behandelingsfalen (TTTF - months)
(n = 283)
(n = 288)
· Mediaan
2,3
2,1
· HR (95% BI)
0,84 (0,71 ­ 0,997)
Respons (n: gekwalificeerd voor respons)
(n = 264)
(n = 274)
· Responspercentage (%)(95% BI)
9,1 (5,9 ­ 13,2)
8,8 (5,7 ­ 12,8)
· Stabiele ziekte (%)
45,8
46,4
Afkortingen: BI = betrouwbaarheidsinterval; HR = hazard ratio; ITT = intent to treat; n = totale populatiegrootte;
PFS = Progressievrije overleving
NSCLC, eerstelijnsbehandeling
Een multicenter, gerandomiseerde, open-label, fase 3 studie met pemetrexed plus cisplatine versus
gemcitabine plus cisplatine in chemotherapie-naïeve patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd
(stadium IIIB of IV) NSCLC liet zien dat pemetrexed plus cisplatine (ITT populatie n = 862) voldeed
aan het primaire eindpunt en vergelijkbaar klinisch effect had als gemcitabine plus cisplatine (ITT
n = 863) in OS (aangepast HR 0,94; 95% BI 0,84-1,05). Alle in deze studie geïncludeerde patiënten
hadden een ECOG score status 0 of 1.
De analyse van het primaire effect was gebaseerd op de ITT-populatie. Analyses van gevoeligheid van
de belangrijkste werkzaamheideindpunten werden ook uitgevoerd op de Protocol Qualified (PQ)
populatie. Analyses van werkzaamheid op de PQ-populatie komen overeen met de analyses voor de
ITT-populatie en ondersteunen dat PC niet inferieur is aan GC.
PFS en totale responspercentage waren gelijk tussen de behandelingsarmen: mediaan PFS was
4,8 maanden voor pemetrexed plus cisplatine versus 5,1 maanden voor gemcitabine plus cisplatine
(aangepast HR 1,04; 95% BI 0,94 - 1,15), en totaal responspercentage was 30,6% (95% BI 27,3 - 33,9)
voor pemetrexed plus cisplatine versus 28,2% (95% BI 25,0 - 31,4) voor gemcitabine plus cisplatine.
PFS data werden gedeeltelijk bevestigd door een onafhankelijk review (400/1725 patiënten werden
willekeurig geselecteerd voor review).
De analyse van de impact van NSCLC-histologie op de OS wees op klinisch relevante verschillen in
overleving afhankelijk van de histologie; zie onderstaande tabel.

Tabel 7. Werkzaamheid van pemetrexed + cisplatine vs. gemcitabine + cisplatine bij eerstelijns
niet-kleincellig longcarcinoom ­ ITT-populatie en histologische subgroepen
ITT-populatie en
Mediane OS in maanden
Aangepast Superioriteit
histologische
(95% BI)
HR
p-waarde
subgroepen
pemetrexed +
gemcitabine +
(95% BI)
cisplatine
cisplatine
ITT-populatie
10,3
n = 862
10,3
n = 863
0,94a
0,259
(n = 1.725)
(9,8 - 11,2)
(9,6 - 10,9)
(0,84 - 1,05)
Adenocarcinoom
12,6
n = 436
10,9
n = 411
0,84
0,033
(n = 847)
(10,7 - 13,6)
(10,2 - 11,9)
(0,71 - 0,99)
Groot-cellig
10,4
n = 76
6,7
n = 77
0,67
0,027
(n = 153)
(8,6 - 14,1)
(5,5 - 9,0)
(0,48 - 0,96)
Overige
8,6
n = 106
9,2
n = 146
1,08
0,586
(n = 252)
(6,8 - 10,2)
(8,1 - 10,6)
(0,81 - 1,45)
Plaveiselcel
9,4
n = 244
10,8
n = 229
1,23
0,050
(n = 473)
(8,4 - 10,2)
(9,5 - 12,1)
(1,00 - 1,51)
Afkortingen: BI = betrouwbaarheidsinterval; HR = hazard ratio; ITT = intent-to-treat; n = totale populatiegrootte
a Statistisch significant voor non-inferioriteit, met het gehele betrouwbaarheidsinterval voor HR ruim onder de 1,17645 non-
inferioriteitsmarge (p < 0,001)

Kaplan Meier plots van OS per histologie
AC
PC
GC
PC
GC
GC

Er werden geen klinisch relevante verschillen waargenomen in het veiligheidsprofiel van pemetrexed
plus cisplatine binnen de histologische subgroepen.
Patiënten die met pemetrexed en cisplatine werden behandeld, hadden minder transfusies (16,4%
versus 28,9%, p < 0,001), transfusies van rode bloedcellen (16,1% versus 27,3%, p < 0,001) en
transfusies van plaatjes (1,8% versus 4,5%, p = 0,002) nodig. Patiënten hadden bovendien minder
toediening nodig van erythropoietine/ darbepoëtine (10,4% versus 18,1%, p < 0,001), G-CSF/GM-CSF
(3,1% versus 6,1%, p = 0,004), en ijzerpreparaten (4,3% versus 7,0%, p = 0,021).
NSCLC, onderhoudsbehandeling
JMEN
Een multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase 3 studie (JMEN)
vergeleek de werkzaamheid en veiligheid van onderhoudsbehandeling met pemetrexed plus BSC
(Best Supportive Care, beste ondersteunende zorg) (n = 441) met die van placebo plus BSC (n = 222)
bij patiënten met lokaal gevorderd (stadium IIIB) of gemetastaseerd (stadium IV) NSCLC die geen
progressie vertoonde na 4 kuren eerstelijnsdoublettherapie met cisplatine of carboplatine in
combinatie met gemcitabine, paclitaxel of docetaxel. Eerstelijnsdoublettherapie met pemetrexed was
daarin niet opgenomen. Alle in deze studie geïncludeerde patiënten hadden een ECOG-scorestatus 0
of 1. Patiënten ontvingen onderhoudsbehandeling totdat progressie van de ziekte optrad.
Werkzaamheid en veiligheid werden gemeten vanaf de randomisatietijd na voltooiing van de
eerstelijns(inductie)therapie. Patiënten ontvingen gemiddeld 5 kuren onderhoudsbehandeling met
pemetrexed en 3,5 placebokuren. Een totaal van 213 patiënten (48,3%) voltooide 6 en een totaal van
103 patiënten (23,4%) voltooide 10 behandelingskuren met pemetrexed.
De studie voldeed aan het primaire eindpunt en liet een statistisch significante verbetering in PFS zien
in de pemetrexed-arm vergeleken met de placebo-arm (n = 581, onafhankelijk gereviewde populatie,
mediaan van respectievelijk 4,0 maanden en 2,0 maanden) (HR = 0,60, 95% BI: 0,49 - 0,73,
p < 0,00001). De onafhankelijke review van patiëntenscans bevestigden de bevindingen van de
PFS-beoordeling van de onderzoeker. De mediane OS van de totale populatie (n = 663) was
13,4 maanden in de pemetrexed-arm en 10,6 maanden in de placebo-arm, HR = 0,79 (95% BI: 0,65 tot
0,95; p = 0,01192).
In overeenstemming met andere pemetrexed-studies werd in JMEN een verschil in werkzaamheid
volgens NSCLC-histologie waargenomen. Bij patiënten met NSCLC anders dan overwegend
plaveiselcelhistologie (n = 430, onafhankelijk gereviewde populatie) was de mediane PFS
4,4 maanden in de pemetrexed-arm en 1,8 maanden in de placebo-arm, HR = 0,47, 95% BI:
0,37 - 0,60, p = 0,00001). De mediane OS bij patiënten met NSCLC anders dan overwegend
plaveiselcelhistologie (n = 481) was 15,5 maanden in de pemetrexed-arm en 10,3 maanden in de
placebo-arm (HR = 0,70, 95% BI: 0,56 - 0,88, p = 0,002). Inclusief de inductiefase was de mediane
OS bij patiënten met NSCLC anders dan overwegend plaveiselcelhistologie 18,6 maanden in de
pemetrexed-arm en 13,6 maanden in de placebo-arm (HR = 0,71, 95% BI: 0,56 - 0,88, p = 0,002).
De PFS- en OS-resultaten bij patiënten met plaveiselcelhistologie duidden niet op voordeel van
pemetrexed vergeleken met placebo.
Er zijn binnen de histologische subgroepen geen klinisch relevante verschillen waargenomen met
betrekking tot het veiligheidsprofiel van pemetrexed.

JMEN: Kaplan Meier plots van PFS en OS van pemetrexed versus placebo bij patiënten met
NSCLC anders dan overwegend plaveiselcelhistologie:
Progressievrije overleving
Totale overleving
Pemetrexed
Pemetrexed
Placebo
Placebo
ns
ka
n
gs
ns
-
ka
r
l
e
vi
ve
PFS
O
PFS (maanden)
Overlevingstijd (maanden)
Een multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase 3-studie
(PARAMOUNT) vergeleek de werkzaamheid en veiligheid van continuation maintenance
behandeling met pemetrexed plus BSC (n = 359) met die van placebo plus BSC (n = 180) bij
patiënten met lokaal gevorderd (stadium IIIB) of gemetastaseerd (stadium IV) NSCLC, anders dan
overwegend plaveiselcelhistologie die geen progressie vertoonden na 4 kuren
eerstelijnscombinatietherapie van pemetrexed met cisplatine. Van de 939 patiënten die behandeld
waren met pemetrexed plus cisplatine inductiebehandeling, werden 539 patiënten gerandomiseerd
naar onderhoudsbehandeling met pemetrexed of placebo. Van de gerandomiseerde patiënten had
44,9% een complete/partiële respons op pemetrexed plus inductie met cisplatine en 51,9% had een
respons van stabiele ziekte. Patiënten gerandomiseerd naar onderhoudsbehandeling moesten een
ECOG performancestatus hebben van 0 tot 1. De mediane tijd vanaf de start van de behandeling met
pemetrexed plus cisplatine inductiebehandeling tot de start van de onderhoudsbehandeling was
2,96 maanden in zowel de pemetrexed-arm als in de placebo-arm. Gerandomiseerde patiënten kregen
onderhoudsbehandeling tot het moment van progressie van de ziekte. Werkzaamheid en veiligheid
werden gemeten vanaf de tijd van randomisatie na voltooiing van de eerstelijns (inductie)
behandeling. Patiënten kregen mediaan een behandeling van 4 kuren onderhoudsbehandeling met
pemetrexed en 4 kuren placebo. In totaal 169 patiënten (47,1%) maakten 6 kuren
onderhoudsbehandeling met pemetrexed af, hetgeen ten minste 10 volledige kuren pemetrexed
betekent.
De studie voldeed aan het primaire eindpunt en liet een statistisch significante verbetering in PFS zien
in de pemetrexed-arm vergeleken met de placebo-arm (n = 472, onafhankelijk gereviewde populatie,
mediaan van respectievelijk 3,9 maanden en 2,6 maanden) (HR = 0,64, 95% BI: 0,51 - 0,81,
p = 0,0002). De onafhankelijke review van patiëntenscans bevestigde de bevindingen van de
PFS-beoordeling van de onderzoeker. Gemeten vanaf de start van de behandeling met pemetrexed
plus cisplatine eerstelijnsinductie, was voor gerandomiseerde patiënten de mediane door de
onderzoeker vastgestelde PFS 6,9 maanden voor de pemetrexed-arm en 5,6 maanden voor de placebo-
arm (HR = 0,59; 95% BI = 0,47 - 0,74).
Na inductiebehandeling met pemetrexed/cisplatine (4 kuren) was behandeling met pemetrexed voor
OS statistisch superieur aan placebo (mediaan 13,9 maanden versus 11,0 maanden, HR = 0,78,
95% BI = 0,64 - 0,96, p = 0,0195). Ten tijde van deze finale overlevingsanalyse waren in de
pemetrexed-arm 28,7% van de patiënten nog in leven of niet meer in de follow-up versus 21,7% in de
placebo-arm. Het relatieve behandelingseffect van pemetrexed was intern consistent over de
subgroepen (waaronder stadium van de ziekte, inductierespons, ECOG-scorestatus, rokersstatus,
geslacht, histologie en leeftijd) en gelijk aan het effect zoals waargenomen in de niet aangepaste OS-
en PFS-analyses. De overlevingscijfers na 1 jaar en na 2 jaar waren voor patiënten op pemetrexed
respectievelijk 58% en 32%, vergeleken met 45% en 21% voor patiënten op placebo. Vanaf het begin
van de eerstelijnsinductiebehandeling met pemetrexed/cisplatine was de mediane OS 16,9 maanden in
de pemetrexed-arm en 14,0 maanden in de placebo-arm (HR = 0,78, 95% BI = 0,64 - 0,96). Het
percentage patiënten dat na de studie medicatie kreeg was 64,3% voor pemetrexed en 71,7% voor
placebo.

PARAMOUNT: Kaplan Meier plot van PFS en OS van continuation maintenance met
pemetrexed versus placebo bij patiënten met NSCLC anders dan overwegend
plaveiselcelhistologie (gemeten vanaf de randomisatie)

PFS
OS
Pemetrexed
Pemetrexed
Placebo
Placebo

ns
ns
ka
-
ka
n
gs
PFS
r
l
e
vi
ve
O

PFS (maanden)
OS (maanden)
De pemetrexed onderhoudsveiligheidsprofielen van de twee studies JMEN en PARAMOUNT waren
gelijk.
Pediatrische patiënten
Het Europese Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant om
de resultaten in te dienen van onderzoek met pemetrexed in alle subgroepen van pediatrische patiënten
bij de toegekende indicaties (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetische eigenschappen van pemetrexed na toediening als enkelvoudig agens zijn
onderzocht bij 426 kankerpatiënten met een verscheidenheid aan vaste tumoren in doses variërend van 0,2
tot 838 mg/m² en geïnfundeerd gedurende een periode van 10 minuten. Pemetrexed heeft een steady-state-
verdelingsvolume van 9 l/m². In-vitro-onderzoeken geven aan dat pemetrexed voor ongeveer 81% aan
plasma-eiwit en wordt gebonden. De binding werd niet merkbaar beïnvloed door verschil ende maten van
nierinsufficiëntie. Pemetrexed wordt beperkt door de lever gemetaboliseerd. Pemetrexed wordt
voornamelijk in de urine uitgescheiden, waarbij 70% tot 90% van de toegediende dosis onveranderd in
de urine wordt aangetroffen binnen de eerste 24 uur na toediening. In-vitro-studies tonen aan dat
pemetrexed actief uitgescheiden wordt door OAT3 (organische anion transporter 3). De totale
systemische klaring van pemetrexed is 91,8 ml/min en de plasma-eliminatiehalfwaardetijd is 3,5 uur
bij patiënten met een normale nierfunctie (creatinineklaring van 90 ml/min). De variabiliteit in klaring
tussen patiënten is matig (19,3%). De totale systemische blootstelling (AUC) en de maximale
plasmaconcentratie van pemetrexed nemen proportioneel toe met de dosis. De farmacokinetiek van
pemetrexed is consistent gedurende meervoudige behandelingscycli.
De farmacokinetische eigenschappen van pemetrexed worden niet beïnvloed door gelijktijdig toegediende
cisplatine. Oraal foliumzuur en intramusculaire vitamine-B12-supplementen hebben geen effect op de
farmacokinetiek van pemetrexed.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Toediening van pemetrexed bij zwangere muizen resulteerde in verminderde foetale
levensvatbaarheid, verminderd foetaal gewicht, onvolledige ossificatie van sommige skeletstructuren
en gespleten gehemelte.
door verminderde vruchtbaarheidscijfers en testikelatrofie. In een studie die werd uitgevoerd bij beagle
honden zijn bij een intraveneuze bolus injectie gedurende 9 maanden bevindingen gedaan in de
testikels van de honden (degeneratie/necrose van het zaad geleidend epitheel). Dit wijst erop dat
pemetrexed de mannelijke vruchtbaarheid kan verminderen. De vrouwelijke vruchtbaarheid werd niet
onderzocht.
Pemetrexed was niet mutageen bij de in vitro chromosoomaberratie-test in ovariumcellen van de
Chinese hamster of bij de Ames-test. Pemetrexed is clastogeen gebleken bij de in vivo
micronucleus-test bij de muis.
Er is geen onderzoek gedaan naar het carcinogene potentieel van pemetrexed.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Mannitol (E421)
Zoutzuur (voor pH-aanpassing)
Natriumhydroxide (voor pH-aanpassing)

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Pemetrexed is fysisch onverenigbaar met verdunningsvloeistoffen die calcium bevatten, waaronder
Ringer-lactaatoplossing voor injectie en Ringer-oplossing voor injectie. Bij gebrek aan onderzoek naar
onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden.

6.3 Houdbaarheid
Ongeopende injectieflacon
3 jaar
Gereconstitueerde oplossing en infuusoplossing
Wanneer ze volgens de instructies worden bereid, bevatten gereconstitueerde oplossingen en
infuusoplossingen met pemetrexed geen antimicrobiële conserveringsmiddelen.
De chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik van gereconstitueerde oplossingen en
infuusoplossingen met pemetrexed zijn aangetoond gedurende 24 uur bij 2°C tot 8°C.
Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product onmiddellijk te worden gebruikt. Als het niet
onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de opslagtijd tijdens gebruik en de omgevingscondities vóór gebruik
de verantwoordelijkheid van de gebruiker (niet langer dan 24 uur bij 2°C tot 8°C).

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.

Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na reconstitutie, zie rubriek 6.3.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Type I glazen injectieflacon met rubberen (broombutylrubber met fluoropolymeer coating) stop die
100, 500 of 1000 mg pemetrexed bevat.
Verpakking met 1 injectieflacon.

1.
Maak gebruik van aseptische techniek tijdens de reconstitutie en verdere verdunning
van pemetrexed voor toediening via intraveneuze infusie.
2.
Bereken de dosis en het aantal benodigde injectieflacons Pemetrexed medac. Elke
injectieflacon bevat een overmaat aan pemetrexed om toediening van de aangegeven
hoeveelheid te vergemakkelijken.
3.
Reconstitueer injectieflacons van 100 mg met 4,2 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
oplossing voor injectie, zonder conserveermiddel, wat leidt tot een oplossing die 25 mg/ml
pemetrexed bevat. Schud elke injectieflacon voorzichtig totdat het poeder volledig is opgelost.
De verkregen oplossing is helder en varieert in kleur van kleurloos tot geel (zonder dat dit de
productkwaliteit negatief beïnvloedt). De pH van de gereconstitueerde oplossing is tussen 6,6
en 7,8.
Verdere verdunning is noodzakelijk.
Reconstitueer injectieflacons van 500 mg met 20 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing
voor injectie, zonder conserveermiddel, wat leidt tot een oplossing die 25 mg/ml pemetrexed
bevat. Schud elke injectieflacon voorzichtig totdat het poeder volledig is opgelost. De verkregen
oplossing is helder en varieert in kleur van kleurloos tot geel (zonder dat dit de productkwaliteit
negatief beïnvloedt). De pH van de gereconstitueerde oplossing is tussen 6,6 en 7,8.
Verdere
verdunning is noodzakelijk.
Reconstitueer injectieflacons van 1000 mg met 40 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
oplossing voor injectie, zonder conserveermiddel, wat leidt tot een oplossing die 25 mg/ml
pemetrexed bevat. Schud elke injectieflacon voorzichtig totdat het poeder volledig is opgelost.
De verkregen oplossing is helder en varieert in kleur van kleurloos tot geel (zonder dat dit de
productkwaliteit negatief beïnvloedt). De pH van de gereconstitueerde oplossing is tussen 6,6
en 7,8.
Verdere verdunning is noodzakelijk.
4.
Het juiste volume aan gereconstitueerde pemetrexed-oplossing moet verder worden verdund
tot 100 ml met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, zonder
conserveermiddel, en te worden toegediend als een intraveneuze infusie gedurende
10 minuten.
5.
Pemetrexed-infuusoplossingen die volgens de bovenstaande instructies zijn bereid, zijn
compatibel met toedieningssets en infuuszakken van polyvinylchloride met polyolefin-
voering.
6.
Parenterale geneesmiddelen moeten vóór toediening visueel worden geïnspecteerd op deeltjes
en verkleuring. Als deeltjes worden waargenomen, mag niet worden toegediend.
7.
Pemetrexed-oplossingen zijn alleen bestemd voor eenmalig gebruik. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
Voorzorgen voor bereiding en toediening
Evenals bij andere potentieel toxische middelen tegen kanker, dient voorzichtigheid te worden
betracht bij de verwerking en bereiding van pemetrexed-infuusoplossingen. Het gebruik van
handschoenen wordt aangeraden. Als een pemetrexed-oplossing in contact komt met de huid, moet de
huid onmiddellijk en grondig met zeep en water worden gewassen. Als pemetrexed-oplossingen in
contact komen met de slijmvliezen, moet met veel water worden gespoeld. Pemetrexed is geen
blaartrekkend middel. Er is geen specifiek antidotum tegen extravasatie van pemetrexed. Er zijn een
paar gevallen gemeld van pemetrexed-extravasatie, die door de onderzoeker niet als ernstig werden
beoordeeld. Extravasatie dient te worden behandeld volgens de standaardpraktijk ter plekke, zoals bij
andere niet-blaartrekkende middelen.

HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
medac Gesellschaft für klinische Spezialpräparate mbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
tel.: +49 4103 8006-0
fax: +49 4103 8006-100
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNINNG VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1038/001
Pemetrexed medac 100 mg
EU/1/15/1038/002
Pemetrexed medac 500 mg
EU/1/15/1038/003
Pemetrexed medac 1000 mg


9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 27 november 2015
Datum van laatste verlenging: 19 augustus 2020


10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.



BIJLAGE II

A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE

B.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK

C.

ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN

D.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Synthon Hispania, S.L.
C/ Castello, nº1, Pol. Las Salinas,
Sant Boi de Llobregat
08830 Barcelona, Spanje
Synthon, s.r.o.
Brnnská 32/cp. 597
Blansko
678 17
Tsjechië
medac Gesellschaft für klinische Spezialpräparate mbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).


C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG
EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.

Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.











BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER


A. ETIKETTERING


Omdoos

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pemetrexed medac 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
pemetrexed
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere injectieflacon bevat 100 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatriumhemipentahydraat).
Na reconstitutie bevat iedere injectieflacon 25 mg/ml pemetrexed.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Mannitol, zoutzuur, natriumhydroxide (zie bijsluiter voor meer informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWINGEN, INDIEN NODIG
Cytotoxisch.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
medac GmbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1038/001
13. PARTIJNUMMER
Partij
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN


Omdoos

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pemetrexed medac 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
pemetrexed
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere injectieflacon bevat 500 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatriumhemipentahydraat).
Na reconstitutie bevat iedere injectieflacon 25 mg/ml pemetrexed.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Mannitol, zoutzuur, natriumhydroxide (zie bijsluiter voor meer informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWINGEN, INDIEN NODIG
Cytotoxisch.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
medac GmbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1038/002
13. PARTIJNUMMER
Partij
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN


Omdoos

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pemetrexed medac 1000 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
pemetrexed
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere injectieflacon bevat 1000 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatriumhemipentahydraat).
Na reconstitutie bevat iedere injectieflacon 25 mg/ml pemetrexed.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Mannitol, zoutzuur, natriumhydroxide (zie bijsluiter voor meer informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWINGEN, INDIEN NODIG
Cytotoxisch.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
medac GmbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1038/003
13. PARTIJNUMMER
Partij
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD

Injectieflacon

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Pemetrexed medac 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
pemetrexed
Intraveneus gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Lees de bijsluiter voor de houdbaarheid van het gereconstitueerde product.
4.
PARTIJNUMMER
Partij
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
100 mg
6.
OVERIGE
Cytotoxisch.


Injectieflacon

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pemetrexed medac 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
pemetrexed
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 500 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatriumhemipentahydraat).
Na reconstitutie, bevat iedere injectieflacon 25 mg/ml pemetrexed.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Mannitol, zoutzuur, natriumhydroxide (zie bijsluiter voor meer informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEGEN
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Cytotoxisch.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
medac GmbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1038/002
13. PARTIJNUMMER
Partij
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar



Injectieflacon

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pemetrexed medac 1000 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
pemetrexed
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 1000 mg pemetrexed (als pemetrexed dinatrium hemipentahydraat).
Na reconstitutie, bevat iedere injectieflacon 25 mg/ml pemetrexed.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Mannitol, zoutzuur, natriumhydroxide (zie bijsluiter voor meer informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEGEN
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Cytotoxisch.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
medac GmbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1038/003
13. PARTIJNUMMER
Partij
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar

B. BIJSLUITER

Pemetrexed medac 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Pemetrexed medac 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Pemetrexed medac 1000 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
pemetrexed
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Pemetrexed medac en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Pemetrexed medac en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Pemetrexed medac is een geneesmiddel dat wordt gebruikt bij de behandeling van kanker.
Pemetrexed medac wordt in combinatie met cisplatine, een ander medicijn tegen kanker, gegeven als
behandeling voor kwaadaardig mesothelioom van het longvlies, een vorm van kanker waarbij de
bekleding van de long wordt aangetast, bij patiënten die nog geen eerdere chemotherapie hebben
gekregen.
Pemetrexed medac wordt ook in combinatie met cisplatine gegeven bij de eerste behandeling van
patiënten met een gevorderd stadium van longkanker.
Pemetrexed kan u voorgeschreven worden als u longkanker in een gevorderd stadium heeft en als uw
ziekte niet op behandeling reageert of als ze grotendeels onveranderd blijft na initiële chemotherapie.
Pemetrexed medac is tevens een behandeling voor patiënten met gevorderd stadium van longkanker,
bij wie de ziekte zich verder ontwikkeld heeft nadat een andere eerste chemotherapie is gebruikt.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6).
-
U geeft borstvoeding. U moet de borstvoeding gedurende behandeling met Pemetrexed medac
stopzetten.
-
U heeft onlangs een vaccin tegen gele koorts gekregen, of u staat op het punt er een te krijgen.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt, als:
-
u nierproblemen hebt of hebt gehad, aangezien bij u dan mogelijk geen Pemetrexed medac mag
worden toegediend. Vóór elke infusie zullen bloedmonsters bij u worden genomen om te
beoordelen of uw nier- en leverfunctie voldoende zijn en om te controleren of u genoeg
bloedcellen heeft om Pemetrexed medac toegediend te krijgen. Afhankelijk van uw algemene
toestand en als uw bloedceltellingen te laag zijn kan uw arts besluiten de dosis te wijzigen of uw
behandeling uit te stellen. Als u tevens cisplatine krijgt toegediend, zal uw arts ervoor zorgen
dat u goed gehydrateerd wordt en de juiste behandeling ontvangt vóór en na toediening van
cisplatine om overgeven te voorkomen.
-
u bestraald bent of bestraald gaat worden, omdat er een vroege of late reactie op de bestraling
kan zijn met Pemetrexed medac.
-
u onlangs bent gevaccineerd, omdat dit mogelijk negatieve effecten kan geven met Pemetrexed
medac.
-
u een hartziekte hebt of hebt gehad.
-
u een vochtophoping rond uw longen heeft; uw arts kan besluiten het vocht te verwijderen
voordat u Pemetrexed medac krijgt toegediend.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen of jongeren tot 18 jaar aangezien er geen
ervaring is met dit geneesmiddel bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Pemetrexed medac nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan aan
uw arts of ziekenhuisapotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen verkregen zonder recept.
Breng uw arts zeker op de hoogte als u een geneesmiddel gebruikt tegen pijn of ontsteking (zwelling),
zoals zogenoemde `niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen' (NSAID's), inclusief geneesmiddelen
die zijn gekocht zonder doktersrecept (zoals ibuprofen). Er zijn vele soorten NSAID's met
verschillende werkingsduur. Op basis van de geplande datum van uw infusie met Pemetrexed medac
en/of de status van uw nierfunctie, moet uw arts u adviseren over welke geneesmiddelen u kunt
gebruiken en wanneer u deze kunt gebruiken. Vraag bij twijfel uw arts of apotheker of één van uw
geneesmiddelen een NSAID is.

Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Uit voorzorg heeft het de
voorkeur het gebruik van Pemetrexed medac te vermijden tijdens de zwangerschap. Uw arts zal met u
praten over het potentiële risico van het gebruik van Pemetrexed medac tijdens de zwangerschap.
Vrouwen moeten gebruikmaken van een effectieve anticonceptiemethode tijdens de behandeling met
Pemetrexed medac en gedurende 6 maanden na de laatste dosering.

Borstvoeding
U mag geen borstvoeding geven terwijl u Pemetrexed medac toegediend krijgt. Bespreek met uw arts
wanneer het veilig is om de borstvoeding te hervat en nadat uw behandeling is beëindigd.

Vruchtbaarheid
Mannen wordt geadviseerd tijdens de behandeling geen kind te verwekken en gedurende 3 maanden
na behandeling met Pemetrexed medac. Gedurende de behandeling en tot 3 maanden na behandeling
moet dus een effectieve anticonceptiemethode worden toegepast. Vraag uw arts of apotheker om
advies als u gedurende de behandeling of in de 3 maanden na behandeling een kind wil verwekken.
Pemetrexed medac kan bij u de mogelijkheid om kinderen te krijgen beïnvloeden. Vraag uw arts om
advies over spermaopslag voordat u met uw behandeling begint.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Pemetrexed medac kan ervoor zorgen dat u zich vermoeid voelt. Wees voorzichtig met het besturen

Pemetrexed medac bevat natrium
Pemetrexed medac 100 mg
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per injectieflacon van 100 mg, dat wil zeggen
dat het in wezen `natriumvrij' is.
Pemetrexed medac 500 mg
Dit middel bevat 54 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) per
injectieflacon van 500 mg. Dit komt overeen met 2,70% van de aanbevolen maximale dagelijkse
hoeveelheid natrium in de voeding voor een volwassene.
Pemetrexed medac 1000 mg
Dit middel bevat 108 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) per
injectieflacon van 1000 mg. Dit komt overeen met 5,40% van de aanbevolen maximale dagelijkse
hoeveelheid natrium in de voeding voor een volwassene.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
De aanbevolen dosis Pemetrexed medac is 500 milligram voor iedere vierkante meter van de
oppervlakte van uw lichaam. Uw lengte en gewicht worden gemeten om de oppervlakte van uw
lichaam te berekenen. Uw arts zal deze lichaamsoppervlakte gebruiken om de juiste dosis voor u te
berekenen. Afhankelijk van uw bloedceltellingen en uw algemene toestand kan deze dosis worden
aangepast of kan de behandeling worden uitgesteld. Een ziekenhuisapotheker, verpleegkundige of arts
zal het Pemetrexed medac poeder gemengd hebben met natriumchloride 9 mg/ml (0.9%) oplossing
voor injectie voordat dit aan u wordt toegediend.
U zult Pemetrexed medac altijd toegediend krijgen via infusie in één van uw aders. De infusie zal
ongeveer 10 minuten duren.

De toediening van Pemetrexed medac in combinatie met cisplatine
De arts of ziekenhuisapotheker zal op basis van uw lengte en gewicht de dosis bepalen die u nodig
heeft. Cisplatine wordt ook toegediend via infusie in één van uw aders en wordt ongeveer 30 minuten
na beëindiging van de infusie van Pemetrexed medac toegediend. De infusie van cisplatine zal
ongeveer 2 uur duren.
Doorgaans krijgt u om de 3 weken een infuus.

Aanvullende medicatie
Corticosteroïden
Uw arts zal u steroïdtabletten voorschrijven (overeenkomend met 4 mg dexamethason tweemaal
daags), die u zult moeten innemen op de dag vóór, op de dag van en de dag na behandeling met
Pemetrexed medac. U krijgt dit geneesmiddel om de frequentie en ernst van huidreacties te
verminderen die mogelijk gedurende uw behandeling tegen kanker bij u kunnen optreden.
Vitaminesupplementen
Uw arts zal u foliumzuur (vitamine) of een multivitaminepreparaat met foliumzuur (350 ­ 1000 µg)
voorschrijven dat u eenmaal daags via de mond moet innemen, tijdens uw behandeling met
Pemetrexed medac. U moet ten minste 5 doses innemen gedurende de zeven dagen voorafgaand aan de
eerste dosis Pemetrexed medac. U moet het foliumzuur gedurende 21 dagen na de laatste dosis
Pemetrexed medac blijven gebruiken. U zult tevens een injectie met vitamine B12 (1000 µg)
toegediend krijgen in de week vóór toediening van Pemetrexed medac en daarna ongeveer om de
9 weken (dat overeenkomt met 3 kuren met Pemetrexed medac). U krijgt vitamine B12 en foliumzuur
om de mogelijke toxische effecten van de behandeling tegen kanker te verminderen.
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
U moet in de volgende gevallen onmiddellijk contact opnemen met uw arts:
-
bij koorts of infectie (respectievelijk vaak of zeer vaak): als uw temperatuur 38ºC of hoger is,
bij zweten of andere tekenen van infectie (omdat u mogelijk minder witte bloedcellen hebt dan
normaal, wat zeer vaak voorkomt). De infectie (sepsis) kan ernstig zijn en overlijden tot gevolg
hebben
-
als u pijn op de borst krijgt (vaak) of een snelle hartslag hebt (soms)
-
als u pijn, roodheid, zwellingen of wondjes in uw mond hebt (zeer vaak)
-
bij een allergische reactie: als u huiduitslag (zeer vaak)/een branderig of tintelend gevoel (vaak),
of koorts (vaak) krijgt. In zeldzame gevallen kunnen huidreacties ernstig zijn en overlijden tot
gevolg hebben. Neem contact op met uw arts als u ernstige huiduitslag, jeuk of blaren krijgt
(Stevens-Johnsonsyndroom of toxische epidermale necrolyse)
-
als u last krijgt van vermoeidheid, een gevoel van zwakte, makkelijk buiten adem raakt of als u
er bleek uitziet (omdat u mogelijk minder hemoglobine hebt dan normaal, dat zeer vaak
voorkomt)
-
als u last hebt van bloedend tandvlees, neusbloedingen of mondbloedingen of bloedingen die
niet stoppen, roodachtige of rozeachtige urine, onverwachte bloeduitstortingen (omdat u
mogelijk minder bloedplaatjes hebt dan normaal, dat vaak voorkomt)
-
als u plotselinge ademnood, hevige pijn op de borst of hoest met bloederig slijm krijgt (soms)
(dit kan een aanwijzing zijn voor een bloedprop in de bloedvaten van de longen)
De volgende bijwerkingen kunnen optreden tijdens behandeling met pemetrexed:
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
Infectie
Faryngitis (keelpijn)
Laag aantal neutrofiele granulocyten (een type witte bloedcel)
Laag aantal witte bloedcellen
Lage hemoglobinespiegel
Pijn, roodheid, zwelling of zweren in de mond
Verminderde eetlust
Braken
Diarree
Misselijkheid
Huiduitslag
Huidschilfering
Abnormale bloedtesten die een verminderd functioneren van de nieren aantonen
Vermoeidheid
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
Bloedinfectie
Koorts met een laag aantal neutrofiele granulocyten (een type witte bloedcel)
Laag aantal bloedplaatjes
Allergische reactie
Verlies van lichaamsvloeistoffen
Smaakverandering
Schade aan de motorische zenuwen die voornamelijk in de armen en benen spierzwakte en spieratrofie
(verzwakking) kan veroorzaken
Schade aan de sensorische zenuwen die gevoelsverlies, brandende pijn en een instabiele gang kan
Duizeligheid
Ontsteking of zwelling van de conjunctiva (het membraan dat de binnenkant van de oogleden en het
witte gedeelte van het oog bedekt)
Droge ogen
Waterige ogen
Droogheid van de conjunctiva (het membraan dat de binnenkant van de oogleden en het witte gedeelte
van het oog bedekt) en hoornvlies (het heldere vlies voor de iris en pupil)
Zwelling van de oogleden
Oogaandoening met droogheid, traanvorming, irritatie en/of pijn
Hartfalen (aandoening die het pompvermogen van uw hartspier beïnvloedt)
Onregelmatig hartritme
Problemen met de spijsvertering (indigestie)
Verstopping (constipatie)
Buikpijn
Lever: toename van chemische stoffen in het bloed die door de lever worden gemaakt
Toegenomen huidpigmentatie
Jeuk op de huid
Uitslag op het lichaam waarbij elke markering er als een schietschijf uitziet
Haaruitval
Netelroos
Stoppen van de werking van de nier
Verminderd functioneren van de nier
Koorts
Pijn
Te veel vloeistof in het lichaamsweefsel die zwelling veroorzaakt
Pijn op de borst
Ontsteking en zweervorming aan de slijmvliezen die de binnenkant van het spijsverteringskanaal
bedekken
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers)
Vermindering van het aantal rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes
Beroerte
Type beroerte waarbij een slagader naar de hersenen is geblokkeerd
Bloeding in de schedel
Angina (pijn op de borst die wordt veroorzaakt door een verminderde bloedstroom naar het hart)
Hartaanval
Vernauwing of blokkade van de slagaders van het hart
Verhoogd hartritme
Gebrekkige verdeling van bloed naar de ledematen
Blokkade in één van de longslagaders
Ontsteking en vorming van littekenweefsel aan de binnenkant van de longen met
ademhalingsproblemen
Stromen van helderrood bloed uit het poepgat
Bloeding van het maag-darmkanaal
Gescheurde darm
Ontsteking van de binnenkant van de slokdarm
Ontsteking van de binnenkant van de dikke darm, die gepaard kan gaan met een bloeding van de darm
of het poepgat (alleen waargenomen in combinatie met cisplatine)
Ontsteking, het lichaam houdt te veel vocht vast (oedeem), rode huid en erosie van het
slijmvliesoppervlak van de slokdarm die veroorzaakt wordt door bestralingstherapie
Longontsteking die door bestralingstherapie veroorzaakt wordt
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers)
Vernietiging van rode bloedcellen
Anafylactische shock (ernstige allergische reactie)
Ontstekingsaandoening van de lever
Huiduitslag die tot ontwikkeling komt in een eerder bestraald gebied
Zeer zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 10000 gebruikers)
Infecties van de huid en weke delen
Stevens-Johnsonsyndroom (een soort ernstige reactie van de huid en slijmvliezen die
levensbedreigend kan zijn)
Toxische epidermale necrolyse (een soort ernstige huidreactie die levensbedreigend kan zijn)
Auto-immuunaandoening die resulteert in huiduitslag en blaarvorming op de benen, armen en buik
Ontsteking van de huid gekenmerkt door de aanwezigheid van bulten die met vloeistof gevuld zijn
Kwetsbare huid, blaren en huidbeschadigingen en vorming van littekens op de huid
Roodheid, pijn en zwelling op voornamelijk de onderste ledematen
Ontsteking van de huid en vet onder de huid (pseudocellulitis)
Ontsteking van de huid (dermatitis)
Huid die ontstoken raakt, jeukt en rood, gescheurd en ruw is
Intens jeukende plekken
Niet bekend (de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Vorm van diabetes, primair als gevolg van nierziekte
Aandoening van de nieren waarbij tubulaire epitheelcellen die de nierbuisjes vormen, afsterven

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de doos na `EXP'.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Gereconstitueerde oplossingen en infuusoplossingen: Het product dient onmiddellijk te worden
gebruikt. Wanneer bereid volgens de instructies, zijn chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik
van gereconstitueerde oplossingen en infuusoplossingen met pemetrexed aangetoond gedurende 24 uur
in de koelkast (2°C - 8°C).
Dit geneesmiddel is uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik. Al het ongebruikte geneesmiddel of
afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is pemetrexed.
Pemetrexed medac 100 mg: Elke injectieflacon bevat 100 mg pemetrexed (als pemetrexed
dinatriumhemipentahydraat).
Pemetrexed medac 500 mg: Elke injectieflacon bevat 500 mg pemetrexed (als pemetrexed
dinatriumhemipentahydraat).
Pemetrexed medac 1000 mg: Elke injectieflacon bevat 1000 mg pemetrexed (als pemetrexed
Na reconstitutie bevat de oplossing 25 mg/ml pemetrexed.
De andere stoffen in dit middel zijn mannitol, zoutzuur en natriumhydroxide. Zie rubriek 2
'Pemetrexed medac bevat natrium'.

Hoe ziet Pemetrexed medac eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Pemetrexed medac is een poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie in een glazen
injectieflacon met rubberen stop.
Het is een wit tot lichtgeel poeder.
Elke verpakking bestaat uit één injectieflacon met 100, 500 of 1000 mg pemetrexed.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
medac
Gesellschaft für klinische Spezialpräparate mbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
tel.: +49 4103 8006-0
fax: +49 4103 8006-100

Fabrikant
Synthon Hispania SL
C/Castelló n°1, Pol. Las Salinas
08830 Sant Boi de Llobregat
Barcelona
Spanje
tel.: +34 936401516
fax: +34 936401146
Synthon, s.r.o.
Brnnská 32/cp. 597
67801 Blansko
Tsjechische Republiek
tel.: +420 516 427 311
fax: +420 516 417 350
medac
Gesellschaft für klinische Spezialpräparate mbH
Theaterstr. 6
22880 Wedel
Duitsland
tel.: +49 4103 8006-0
fax: +49 4103 8006-100

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.

Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:

Instructies voor gebruik, verwerking en verwijdering
Maak gebruik van aseptische techniek tijdens de reconstitutie en verdere verdunning van
pemetrexed voor toediening via intraveneuze infusie.
2.
Bereken de dosis en het aantal benodigde injectieflacons Pemetrexed medac. Elke
injectieflacon bevat een overmaat aan pemetrexed om toediening van de aangegeven
hoeveelheid te vergemakkelijken.
3.
Pemetrexed medac 100 mg:
Reconstitueer elke injectieflacon van 100 mg met 4,2 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
oplossing voor injectie, zonder conserveermiddel, wat leidt tot een oplossing die 25 mg/ml
pemetrexed bevat.
Pemetrexed medac 500 mg:
Reconstitueer elke injectieflacon van 500 mg met 20 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
oplossing voor injectie, zonder conserveermiddel, wat leidt tot een oplossing die 25 mg/ml
pemetrexed bevat.
Pemetrexed medac 1000 mg:
Reconstitueer elke injectieflacon van 1000 mg met 40 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
oplossing voor injectie, zonder conserveermiddel, wat leidt tot een oplossing die 25 mg/ml
pemetrexed bevat.
Schud elke injectieflacon voorzichtig totdat het poeder volledig is opgelost. De verkregen
oplossing is helder en varieert in kleur van kleurloos tot geel (zonder dat dit de
productkwaliteit negatief beïnvloedt). De pH van de gereconstitueerde oplossing is tussen 6,6
en 7,8.
Verdere verdunning is noodzakelijk.
4.
Het juiste volume aan gereconstitueerde pemetrexed-oplossing moet verder worden verdund
tot 100 ml met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, zonder
conserveermiddel, en te worden toegediend als een intraveneuze infusie gedurende
10 minuten.
5.
Pemetrexed-infuusoplossingen die volgens de bovenstaande instructies zijn bereid, zijn
compatibel met toedieningssets en infuuszakken van polyvinylchloride met polyolefin-voering.
Pemetrexed is onverenigbaar met verdunningsvloeistoffen die calcium bevatten, waaronder
Ringer-lactaatoplossing voor injectie en Ringer-oplossing voor injectie
6.
Parenterale geneesmiddelen moeten vóór toediening visueel worden geïnspecteerd op deeltjes
en verkleuring. Als deeltjes worden waargenomen, mag niet worden toegediend.
7.
Pemetrexed-oplossingen zijn alleen bestemd voor eenmalig gebruik. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.

Voorzorgen voor bereiding en toediening
Evenals bij andere potentieel toxische middelen tegen kanker, dient voorzichtigheid te worden betracht
bij de verwerking en bereiding van pemetrexed-infuusoplossingen. Het gebruik van handschoenen
wordt aangeraden. Als een pemetrexed-oplossing in contact komt met de huid, moet de huid
onmiddellijk en grondig met zeep en water worden gewassen. Als pemetrexed-oplossingen in contact
komen met de slijmvliezen, moet met veel water worden gespoeld. Pemetrexed is geen blaartrekkend
middel. Er is geen specifiek antidotum tegen extravasatie van pemetrexed. Er zijn een paar gevallen
gemeld van pemetrexed-extravasatie, die door de onderzoeker niet als ernstig werden beoordeeld.
Extravasatie dient te worden behandeld volgens de standaardpraktijk ter plekke, zoals bij andere niet-
blaartrekkende middelen.

Heb je dit medicijn gebruikt? Pemetrexed Medac 500 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Pemetrexed Medac 500 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Pemetrexed Medac 500 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG