Olanzapine teva 20 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 2,5 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 71,3 mg lactose.
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 5 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 68,9 mg lactose.
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 7,5 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 103,3 mg lactose.
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 10 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 137,8 mg lactose.
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 15 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 206,7 mg lactose.
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 20 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 275,5 mg lactose.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
Witte, biconvexe, ronde filmomhulde tabletten met de inscriptie “OL 2.5” aan de ene zijde en zonder
inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
Witte, biconvexe, ronde filmomhulde tabletten met de inscriptie “OL 5” aan de ene zijde en zonder
inscriptie aan de andere zijde.
2
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
Witte, biconvexe, ronde filmomhulde tabletten met de inscriptie “OL 7,5” aan de ene zijde en zonder
inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
Witte, biconvexe, ronde filmomhulde tabletten met de inscriptie “OL 10” aan de ene zijde en zonder
inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
Lichtblauwe, biconvexe, ovale filmomhulde tabletten met de inscriptie “OL 15” aan de ene zijde en
zonder inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
Roze, biconvexe, ovale filmomhulde tabletten met de inscriptie “OL 20” aan de ene zijde en zonder
inscriptie aan de andere zijde.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Volwassenen
Olanzapine is geïndiceerd voor de behandeling van schizofrenie.
Olanzapine is effectief in het handhaven van de klinische verbetering bij voortgezette behandeling van
patiënten die in het beginstadium reageerden op de behandeling.
Olanzapine is geïndiceerd voor de behandeling van matig tot ernstige manische episode.
Bij patiënten wier manische episode heeft gereageerd op behandeling met olanzapine, is olanzapine
bestemd ter voorkoming van een recidief bij patiënten met bipolaire stoornis (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Volwassenen
Schizofrenie: de aanbevolen startdosering voor olanzapine is 10 mg per dag.
Manische episode: de startdosering is 15 mg als eenmaal daagse dosis bij monotherapie of 10 mg
dagelijks in combinatietherapie (zie rubriek 5.1).
Ter voorkoming van een recidief bij bipolaire stoornis: de aanbevolen startdosering is 10 mg per dag.
Bij patiënten die olanzapine hebben gekregen voor de behandeling van een manische episode dient een
behandeling ter voorkoming van een recidief te worden voortgezet met dezelfde dosis. Indien zich een
nieuwe manische, gemengde of depressieve episode voordoet, dient de therapie met olanzapine te
worden voortgezet (met optimalisering van de dosis indien noodzakelijk) met aanvullende therapie om
de stemmingssymptomen te behandelen, op geleide van het klinisch beeld.
Tijdens de behandeling van schizofrenie, een manische episode en ter voorkoming van een recidief bij
bipolaire stoornis kan de dagelijkse dosis worden aangepast op basis van het individuele klinisch beeld
binnen een bereik van 5-20 mg per dag. Een verhoging tot een dosering hoger dan de aanbevolen
startdosering wordt uitsluitend aanbevolen na een juiste medische herbeoordeling en dient normaal
gesproken alleen plaats te vinden met intervallen van niet minder dan 24 uur. Olanzapine kan worden
toegediend onafhankelijk van maaltijden, omdat de absorptie niet wordt beïnvloed door voedsel.
3
Geleidelijk afbouwen van de dosering dient te worden overwogen wanneer de behandeling met
olanzapine wordt gestaakt.
Speciale patiëntengroepen
Ouderen
Een lagere startdosering (5 mg/dag) wordt niet routinematig aanbevolen, maar dient overwogen te
worden voor personen van 65 jaar en ouder indien klinische factoren dit rechtvaardigen (zie
rubriek 4.4).
Verminderde nier- en/of leverfunctie
Een lagere startdosering (5 mg) dient overwogen te worden voor deze patiënten. In geval van matige
leverinsufficiëntie (cirrose, Child-Pugh Klasse A of B) dient de startdosering 5 mg te zijn en slechts
met voorzichtigheid te worden verhoogd.
Rokers
De startdosering en het doseringsbereik hoeven niet routinematig aangepast te worden voor niet-rokers
t.o.v. rokers. Het metabolisme van olanzapine kan geïnduceerd worden door roken. Klinische controle
wordt aanbevolen en een verhoging van de olanzapinedosis kan, indien nodig, overwogen worden (zie
rubriek 4.5).
Wanneer meer dan 1 factor aanwezig is die kan leiden tot een trager metabolisme (vrouwelijk
geslacht, bejaarden, niet-rokerstatus) dient overwogen te worden de startdosering te verlagen. Een
verhoging in dosering, indien aangewezen, dient bij deze patiënten met de nodige voorzichtigheid
plaats te vinden.
(Zie rubriek 4.5 en 5.2)
Pediatrische patiënten
Olanzapine wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar als
gevolg van een gebrek aan gegevens over de veiligheid en werkzaamheid. Een grotere mate van
gewichtstoename, veranderingen in lipiden en prolactine zijn gemeld in kortetermijn onderzoeken bij
adolescente patiënten, vergeleken met onderzoeken bij volwassen patiënten. (zie rubriek 4.4, 4.8, 5.1
en 5.2).
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Patiënten met een bekend risico op nauwekamerhoekglaucoom.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Tijdens behandeling met antipsychotica kan het een aantal dagen tot enkele weken duren voordat de
klinische toestand van de patiënt verbetert. Patiënten dienen nauwlettend gevolgd te worden tijdens
deze periode.
Dementiegerelateerde psychose en/of gedragsstoornissen
Door een toename in mortaliteit en het risico op CVA (cerebrovasculair accident) wordt olanzapine
niet aanbevolen voor gebruik bij patiënten met dementiegerelateerde psychose en/of
gedragsstoornissen. In placebogecontroleerde klinische onderzoeken (6-12 weken durend) bij oudere
patiënten (gemiddelde leeftijd 78 jaar) met dementiegerelateerde psychose en/of gestoord gedrag,
kwam het 2 keer vaker voor dat patiënten overleden wanneer ze met olanzapine werden behandeld
vergeleken met placebo (3,5% versus 1,5%). De hogere incidentie van overlijden was niet gerelateerd
aan de dosis olanzapine (gemiddelde dagdosering 4,4 mg) of de duur van de behandeling.
Risicofactoren die deze patiëntenpopulatie vatbaar kunnen maken voor verhoogde mortaliteit zijn:
leeftijd > 65 jaar, dysfagie, sedatie, ondervoeding en dehydratatie, longaandoeningen (bijvoorbeeld
pneumonie, met of zonder aspiratie) of gelijktijdig gebruik van benzodiazepines. Echter, de hogere
incidentie van overlijden in de groep die behandeld werd met olanzapine vergeleken met de met
4
placebo behandelde patiënten was onafhankelijk van deze risicofactoren.
In dezelfde klinische onderzoeken waren cerebrovasculaire bijwerkingen (bijvoorbeeld CVA,
beroerte, transient ischemic attack [TIA]), waaronder gevallen met dodelijke afloop, gemeld. Er was
een 3-voudige toename in cerebrovasculaire bijwerkingen bij patiënten behandeld met olanzapine
vergeleken met patiënten die met placebo werden behandeld (1,3% versus 0,4%, respectievelijk). Alle
olanzapine- en placebobehandelde patiënten die een cerebrovasculaire bijwerking hadden ervaren,
hadden voorafgaand aan deze bijwerking bestaande risicofactoren. Leeftijd > 75 jaar en
vasculair/gemengde dementie werden geïdentificeerd als risicofactoren voor cerebrovasculaire
bijwerkingen geassocieerd met olanzapinebehandeling. De werkzaamheid van olanzapine was niet
bewezen in deze onderzoeken.
Ziekte van Parkinson
Het gebruik van olanzapine wordt niet aanbevolen voor de behandeling van een door geneesmiddelen
geïnduceerde (dopamineagonist) psychose bij patiënten met de ziekte van Parkinson. In klinische
onderzoeken werd verergering van de parkinsonsymptomen en -hallucinaties zeer vaak gemeld en
vaker dan bij placebo (zie rubriek 4.8), en olanzapine was niet effectiever dan placebo in de
behandeling van psychotische symptomen. In deze onderzoeken was het vereist dat patiënten in het
begin stabiel waren op de laagste effectieve dosis van antiparkinsongeneesmiddelen
(dopamineagonist) en gedurende het gehele onderzoek dezelfde antiparkinsongeneesmiddelen bleven
gebruiken in dezelfde dosering. Olanzapine werd gestart met 2,5 mg/dag en opgebouwd tot een
maximum van 15 mg/dag, gebaseerd op de beoordeling van de onderzoeker.
Maligne Neurolepticasyndroom (MNS)
MNS is een potentieel levensbedreigende aandoening die geassocieerd wordt met antipsychotica.
Zeldzame gevallen, gemeld als MNS, zijn ook ontvangen in relatie tot olanzapine. Klinische
manifestaties van MNS zijn hyperpyrexie, spierrigiditeit, veranderde mentale status en aanwijzingen
voor autonome instabiliteit (onregelmatige pols of bloeddruk, tachycardie, diaforese en cardiale
dysritmie). Bijkomende verschijnselen kunnen zijn een verhoogd creatinefosfokinase, myoglobinurie
(rabdomyolyse) en acuut nierfalen. Wanneer een patiënt klachten en symptomen ontwikkelt die duiden
op MNS, of onverklaarde hoge koorts heeft zonder aanvullende klinische verschijnselen van MNS,
dienen alle antipsychotica, inclusief olanzapine, gestaakt te worden.
Hyperglykemie en diabetes
Hyperglykemie en/of ontwikkeling van of exacerbatie van diabetes, in enkele gevallen geassocieerd
met ketoacidose of coma, is soms gemeld, waaronder enkele met een fatale afloop (zie rubriek 4.8). In
sommige gevallen werd een voorafgaande toename van het lichaamsgewicht gemeld. Dit kan een
predisponerende factor zijn. Het wordt geadviseerd om patiënten klinisch adequaat te volgen zoals
beschreven wordt in de gebruikte richtlijnen voor antipsychotica, bijvoorbeeld door het meten van
bloedglucose bij baseline, 12 weken na de start van de olanzapinebehandeling en daarna jaarlijks.
Patiënten die behandeld worden met een antipsychoticum, inclusief olanzapine, dienen te worden
geobserveerd op tekenen en symptomen van hyperglykemie (zoals polydipsie, polyurie, polyfagie en
zwakte). Patiënten met diabetes mellitus of met risicofactoren voor de ontwikkeling van diabetes
mellitus dienen regelmatig gecontroleerd te worden op tekenen van verslechtering van de
glucosecontrole. Daarnaast dient ook regelmatig het gewicht te worden gecontroleerd, bijvoorbeeld bij
baseline, 4, 8 en 12 weken na de start van de olanzapinebehandeling en daarna ieder kwartaal.
Lipidenveranderingen
Ongewenste veranderingen in de lipiden zijn gezien bij met olanzapine behandelde patiënten in
placebogecontroleerd klinisch onderzoek (zie rubriek 4.8). Lipidenveranderingen dienen klinisch
adequaat gereguleerd te worden, in het bijzonder bij dyslipidemische patiënten en patiënten met
risicofactoren voor de ontwikkeling van lipidenstoornissen. Patiënten die behandeld worden met een
antipsychoticum, inclusief olanzapine, dienen regelmatig gecontroleerd te worden op lipiden in
overeenstemming met gebruikte richtlijnen voor antipsychotica, bijvoorbeeld bij baseline, 12 weken
na de start van de olanzapinebehandeling en daarna iedere 5 jaar.
Anticholinergische activiteit
Hoewel olanzapine
in vitro
een anticholinerge activiteit vertoonde, toonden de klinische onderzoeken
5
een lage incidentie van dergelijke gevallen. Aangezien klinische ervaring met olanzapine bij patiënten
die lijden aan een bijkomende aandoening beperkt is, wordt geadviseerd dit met voorzichtigheid voor
te schrijven aan patiënten met prostaathypertrofie of paralytische ileus en aanverwante aandoeningen.
Hepatische functie
Voorbijgaande, asymptomatische verhogingen van leveraminotransferasen (ALAT, ASAT) werden
vaak waargenomen, vooral aan het begin van de behandeling. Voorzichtigheid en periodieke controle
is geboden bij patiënten met verhoogde ALAT- en/of ASAT-waarden; bij patiënten met klachten en
symptomen van leverstoornissen; bij patiënten met reeds bestaande aandoeningen met beperkte
functionele leverreserve en bij patiënten die behandeld worden met potentieel hepatotoxische
geneesmiddelen. In gevallen waarin hepatitis (inclusief hepatocellulair, cholestatisch of gemengd
leverletsel) is gediagnosticeerd dient de behandeling te worden gestaakt.
Neutropenie
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een laag aantal leukocyten en/of neutrofielen, om welke
reden dan ook, bij patiënten met comedicatie waarvan bekend is dat deze neutropenie kan
veroorzaken, bij patiënten met een voorgeschiedenis van geneesmiddelgeïnduceerde
beenmergdepressie/toxiciteit, bij patiënten met beenmergdepressie t.g.v. een bijkomende ziekte,
radiotherapie of chemotherapie en bij patiënten met hypereosinofilie of met myeloproliferatieve
ziekte. Bij gelijktijdige toediening van olanzapine met valproaat is vaak neutropenie gerapporteerd
(zie rubriek 4.8).
Beëindiging van de behandeling
Acute symptomen zoals transpireren, slapeloosheid, tremor, angst, misselijkheid of braken zijn zelden
gemeld (≥ 0,01% en < 0,1%) wanneer olanzapine abrupt wordt gestaakt.
QT-interval
In klinisch onderzoek werd een klinisch betekenisvolle QTc-verlenging (Fridericia QT-correctie
[QTcF] ≥
500 milliseconden [msec] op een willekeurig moment na baseline bij patiënten met een
baseline QTcF < 500 msec) soms (0,1 tot 1%) gemeld bij patiënten behandeld met olanzapine zonder
een significant verschil in cardiovasculaire voorvallen in vergelijking met met placebo behandelde
patiënten. Er is echter voorzichtigheid geboden wanneer olanzapine wordt voorgeschreven met
geneesmiddelen die het QTc-interval verlengen, vooral bij ouderen, bij patiënten met een congenitaal
verlengd QT-syndroom, congestief hartfalen, hypertrofie van het hart, hypokaliëmie of
hypomagnesiëmie.
Trombo-embolie
Een tijdelijk verband tussen behandeling met olanzapine en veneuze trombo-embolie is
soms (≥
0,1%
en < 1%) gemeld. Er is geen causaal verband vastgesteld tussen het optreden van veneuze
trombo-embolie en behandeling met olanzapine. Echter, aangezien patiënten met schizofrenie vaak
verworven risicofactoren voor veneuze trombo-embolie vertonen, dienen alle mogelijke risicofactoren
voor VTE (bijvoorbeeld immobilisatie van patiënten) te worden geïdentificeerd en preventieve
maatregelen dienen te worden genomen.
Algemene werking op het zenuwstelsel
Aangezien olanzapine voornamelijk op het centrale zenuwstelsel werkt, is voorzichtigheid geboden
wanneer het in combinatie met andere centraal werkende geneesmiddelen dan wel alcohol wordt
gebruikt. Omdat het
in vitro
dopamineantagonisme vertoont, kan olanzapine de effecten van directe en
indirecte dopamineagonisten tegenwerken.
Convulsies
Olanzapine dient met voorzichtigheid gebruikt te worden bij patiënten met een voorgeschiedenis van
convulsies of voor wie factoren gelden die de convulsiedrempel kunnen verlagen. Het optreden van
convulsies is soms gemeld bij patiënten die worden behandeld met olanzapine. In de meeste van deze
gevallen werden een voorgeschiedenis van convulsies of risicofactoren voor convulsies gemeld.
Tardieve dyskinesie
6
In vergelijkende onderzoeken van één jaar of minder werd olanzapine geassocieerd met een statistisch
significant lagere incidentie van behandelingsgerelateerde dyskinesie. Het risico op tardieve
dyskinesie neemt echter toe bij langdurige therapie; als er daarom klachten of symptomen van tardieve
dyskinesie optreden bij een patiënt die olanzapine gebruikt, dient een verlaging van de dosering of
staking overwogen te worden. Deze symptomen kunnen tijdelijk verergeren of zelfs verschijnen na het
staken van de behandeling.
Orthostatische hypotensie
Tijdens klinische onderzoeken met olanzapine werd orthostatische hypotensie af en toe waargenomen
bij ouderen. Het wordt aanbevolen de bloeddruk regelmatig te meten bij patiënten ouder dan 65 jaar.
Plotselinge hartdood
In rapporten na het op de markt brengen van olanzapine is het optreden van plotselinge hartdood
gerapporteerd bij patiënten met olanzapine. In een retrospectieve observationele cohortstudie was de
kans op vooronderstelde plotselinge hartdood bij patiënten behandeld met olanzapine ongeveer twee
keer zo groot als bij patiënten die geen antipsychotica gebruikten. In de studie was het risico van
olanzapine vergelijkbaar met het risico van atypische antipsychotica die in een samengevoegde
analyse waren geïncludeerd.
Pediatrische patiënten
Olanzapine is niet geïndiceerd voor de behandeling van kinderen en adolescenten. Onderzoeken bij
patiënten tussen 13-17 jaar lieten diverse ongewenste bijwerkingen zien, zoals gewichtstoename,
veranderingen in metabole parameters en toename van prolactinespiegels (zie rubriek 4.8 en 5.1).
Hulpstof
Lactose
Olanzapine Teva filmomhulde tabletten bevatten lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke afwijkingen
van galactose tolerantie, personen met Lapp lactase deficiëntie of glucose-galactose malabsorptie
dienen deze medicatie niet te gebruiken.
4.5.
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
Mogelijke interacties met invloed op olanzapine
Aangezien olanzapine wordt gemetaboliseerd door CYP1A2, kunnen stoffen die dit iso-enzym
specifiek kunnen induceren of remmen, de farmacokinetiek van olanzapine beïnvloeden.
Inductie van CYP1A2
Het metabolisme van olanzapine kan worden geïnduceerd door roken en carbamazepine, wat kan
leiden tot verminderde concentraties van olanzapine. Er is slechts lichte tot matige verhoging van de
klaring van olanzapine waargenomen. De klinische consequenties zijn waarschijnlijk beperkt, maar
klinische controle wordt aanbevolen en een verhoging van de dosis olanzapine kan, indien
noodzakelijk, overwogen worden (zie rubriek 4.2).
Remming van CYP1A2
Van fluvoxamine, een specifieke CYP1A2-remmer, is aangetoond dat het het metabolisme van
olanzapine significant remt. De gemiddelde toename in de C
max
van olanzapine, volgend op
fluvoxamine, was 54% bij vrouwelijke niet-rokers en 77% bij mannelijke rokers. De gemiddelde
toename van de AUC van olanzapine, was respectievelijk 52% en 108%. Een lagere startdosis van
olanzapine dient te worden overwogen bij patiënten die fluvoxamine of enige andere
CYP1A2-remmers gebruiken, zoals ciprofloxacine. Een lagere dosis olanzapine dient te worden
overwogen als wordt begonnen met een behandeling met een remmer van CYP1A2.
Verminderde biologische beschikbaarheid
Geactiveerde kool vermindert de biologische beschikbaarheid van oraal olanzapine met 50 tot 60% en
moet ten minste 2 uur voor of na olanzapine worden ingenomen.
7
Van fluoxetine (een remmer van CYP2D6), een enkele dosis antacidum (aluminium, magnesium) of
cimetidine is niet aangetoond dat deze de farmacokinetiek van olanzapine significant beïnvloeden.
Mogelijkheid van olanzapine om andere geneesmiddelen te beïnvloeden
Olanzapine kan een antagonistisch effect hebben op directe en indirecte dopamineagonisten.
Olanzapine remt niet de belangrijkste CYP450-iso-enzymen
in vitro
(bijvoorbeeld 1A2, 2D6, 2C9,
2C19, 3A4). Er wordt dus geen specifieke interactie verwacht, zoals bevestigd met behulp van
in-vivo-onderzoeken
waar geen remming van het metabolisme van de volgende actieve stoffen werd
gevonden: tricyclische antidepressiva (die voornamelijk de CYP2D6-route vertegenwoordigen),
warfarine (CYP2C9), theofylline (CYP1A2) of diazepam (CYP3A4 en 2C19).
Olanzapine liet geen interactie zien wanneer het gelijktijdig werd toegediend met lithium of
biperideen.
Therapeutische controle van de valproaatplasmaspiegels gaf geen indicatie dat aanpassing van de
valproaatdosis noodzakelijk is na de start van gelijktijdige toediening van olanzapine.
Algemene werking op het zenuwstelsel
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten die alcohol gebruiken of geneesmiddelen krijgen die
depressie van het centrale zenuwstelsel kunnen veroorzaken.
Gelijktijdig gebruik van olanzapine met antiparkinsongeneesmiddelen bij patiënten met de ziekte van
Parkinson en dementie wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4).
QTc-interval
Voorzichtigheid is geboden wanneer olanzapine gelijktijdig wordt toegediend met geneesmiddelen die
het QTc-interval kunnen verlengen (zie rubriek 4.4).
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen adequate, goed gecontroleerde onderzoeken bij zwangere vrouwen beschikbaar. Patiënten
dienen te worden aangeraden hun arts te informeren wanneer zij zwanger raken of zwanger willen
worden tijdens de behandeling met olanzapine. Desondanks, omdat de humane ervaring beperkt is,
dient olanzapine slechts gebruikt te worden tijdens de zwangerschap wanneer het mogelijke voordeel
het mogelijke risico voor de foetus rechtvaardigt.
Pasgeboren kinderen die tijdens het derde trimester van de zwangerschap zijn blootgesteld aan
antipsychotica (waaronder olanzapine), lopen risico op bijwerkingen na de bevalling waaronder
extrapiramidale symptomen en/of onttrekkingsverschijnselen die kunnen variëren in ernst en duur. Er
zijn meldingen van agitatie, hypertonie, hypotonie, tremor, slaperigheid, ademnood of
voedingsstoornis. Pasgeborenen moeten daarom nauwlettend worden gecontroleerd.
Borstvoeding
In een onderzoek bij gezonde vrouwen die borstvoeding gaven, werd olanzapine uitgescheiden in de
moedermelk. De gemiddelde blootstelling van het kind (mg/kg) in “steady-state” werd geschat op
1,8% van de maternale olanzapinedosis (mg/kg). Patiënten dienen te worden geadviseerd hun kind
geen borstvoeding te geven tijdens het gebruik van olanzapine.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen effecten op de vruchtbaarheid bekend (zie rubriek 5.3 voor preklinische informatie).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek uitgevoerd met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen. Aangezien olanzapine slaperigheid en duizeligheid kan
veroorzaken, dienen patiënten gewaarschuwd te worden voor het gebruik van machines, waaronder
motorvoertuigen.
4.8
Bijwerkingen
8
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Volwassenen
De meest frequent (gezien bij ≥
1% van de patiënten) gemelde bijwerkingen tijdens de behandeling
met olanzapine in klinisch onderzoek waren slaperigheid, gewichtstoename, eosinofilie, verhoogde
prolactine-, cholesterol-, glucose- en triglyceridespiegels (zie rubriek 4.4), glucosurie, toegenomen
eetlust, duizeligheid, acathisie, parkinsonisme, leukopenie, neutropenie (zie rubriek 4.4), dyskinesie,
orthostatische hypotensie, anticholinerge effecten, voorbijgaande asymptomatische verhogingen van
de leveraminotransferasen (zie rubriek 4.4), (huid)uitslag, asthenie, moeheid, koorts, artralgie,
verhoogd alkalische fosfatase, hoog gammaglutamyltransferase, hoog urinezuur, hoog
creatinefosfokinase en oedeem.
Lijst met bijwerkingen in tabelvorm
De volgende tabel geeft een overzicht met bijwerkingen en laboratoriumonderzoeken die zijn gemeld
via spontane meldingen en tijdens de klinische onderzoeken. Binnen elke frequentie groep, worden de
bijwerkingen weergegeven in afnemende mate van ernst. De frequenties zijn als volgt gedefinieerd:
zeer vaak (≥
1/10),
vaak (≥
1/100 tot < 1/10),
soms (≥
1/1.000 tot < 1/100),
zelden (≥
1/10.000 tot
< 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden
bepaald).
Zeer vaak
Vaak
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Eosinofilie
Leukopenie
10
Neutropenie
10
Immuunsysteemaandoeningen
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Gewichtstoename
1
Verhoogde
cholesterolspiegels
2,3
Verhoogde
glucosespiegels
4
Verhoogde
triglyceridespiegels
2,5
Glucosurie
Toegenomen eetlust
Zenuwstelselaandoeningen
Somnolentie
Duizeligheid
Acathisie
6
Parkinsonisme
6
Dyskinesie
6
Soms
Zelden
Trombocyto-
penie
Overgevoelig-
heid
11
Ontwikkeling of
exacerbatie van
diabetes, soms
geassocieerd met
ketoacidose of
coma, waaronder
enkele gevallen
met fatale afloop
(zie
rubriek 4.4)
11
Convulsies
waarbij in de
meeste van deze
gevallen, een
voorgeschiedenis
van convulsies
of risicofactoren
voor convulsies
gemeld is
11
Dystonie
(inclusief
oogdraaiingen)
11
Tardieve
dyskinesie
11
Amnesie
9
Dysartrie
9
Niet bekend
Onderkoeling.
12
Maligne
Neuroleptica
Syndroom
(MNS) (zie
rubriek 4.4.)
12
Dystonie
(inclusief
oogdraaiingen)
Tardieve
dyskinesie
Ontwennings-
verschijnselen
7,
Zeer vaak
Vaak
Hartaandoeningen
Soms
Stotteren
11
Rusteloze benen
syndroom
11
Bradycardie
QT
c
-verlenging
(zie rubriek 4.4)
Zelden
Niet bekend
Bloedvataandoeningen
Orthostatische
hypotensie
10
Ventriculaire
tachycardie/fi-
brillatie
plotselinge dood
(zie
rubriek 4.4)
11
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen
Lichte,
voorbijgaande
anticholinerge
effecten inclusief
constipatie en droge
mond.
Lever- en galaandoeningen
Voorbijgaande,
asymptomatische
verhogingen van
leveramino-
transferasen (ALAT,
ASAT), vooral in het
begin van de
behandeling (zie
rubriek 4.4).
Huid- en onderhuidaandoeningen
Huiduitslag
Epistaxis
9
Opgezwollen
buik
9
Hypersalivatie
11
Pancreatitis
11
Trombo-embolie
(inclusief
longembolie en
diep-veneuze
trombose) (zie
rubriek 4.4)
Hepatitis
(inclusief
hepatocellulair,
cholestatisch of
gemengd
leverletsel)
11
.
Fotosensitieve
reactie
Alopecia
Rabdomyolyse
11
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Artralgie
9
Nier- en urinewegaandoeningen
Urine-
incontinentie
Urineretentie
Vertraagde
urinelozing
11
Zwangerschap, perinatale periode en puerperium
Drugreactie met
eosinofilie en
systemische
symptomen (DRESS)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
10
Neonataal
geneesmiddel-
onttrekkingssyndroom
(zie rubriek 4.6)
Zeer vaak
Soms
Amenorroe
Vergroting van
de borsten
Galactorroe bij
vrouwen
Gynecomastie/
vergroting van
de borsten bij
mannen
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Asthenie
Moeheid
Oedeem
Koorts
10
Onderzoeken
Verhoogde
Verhoogde
Verhoogde totale
10
plasmaprolactine-
alkalische fosfatase
bilirubine
8
Hoge
spiegels
creatinefosfokinase
11
Hoge
gammaglutamyl-
transferase
10
Hoog urinezuur
10
1
Vaak
Erectiestoornis bij
mannen
Verminderd libido
bij mannen en
vrouwen
Zelden
Priapisme
12
Niet bekend
Klinisch significante gewichtstoename werd gezien bij alle Body Mass Index (BMI)-categorieën.
Na kortetermijnbehandeling (mediane behandelingsduur 47 dagen) kwam gewichtstoename van
7% van het lichaamsgewicht na
start van de behandeling zeer vaak voor (22,2%), ≥
15% van het
lichaamsgewicht na start van de behandeling kwam vaak voor (4,2%) en gewichtstoename van
25% van het lichaamsgewicht na start van de behandeling kwam soms voor (0,8%). Bij
langdurige blootstelling (ten minste 48
weken), kwam gewichtstoename van ≥ 7%, ≥
15% en
25% zeer vaak voor (respectievelijk 64,4%, 31,7% en 12,3%).
Gemiddelde verhogingen in nuchtere lipidenwaarden (totaal cholesterol, LDL-cholesterol en
triglyceriden) waren groter bij patiënten zonder bewijs van dysregulatie van lipiden bij aanvang.
Er werd gezien dat normale nuchtere cholesterolspiegels bij aanvang (< 5,17 mmol/l) naar een hoge
spiegel toenamen (≥
6,2 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere cholesterolspiegels bij
aanvang (≥
5,17 mmol/l-< 6,2
mmol/l) naar een hoge spiegel (≥
6,2 mmol/l) kwamen zeer vaak
voor.
Er werd gezien dat normale nuchtere glucosespiegels bij aanvang (< 5,56 mmol/l) naar een hoge
spiegel toenamen (≥
7 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere glucosespiegels bij aanvang
(≥
5,56-< 7
mmol/l) naar een hoge spiegel (≥
7 mmol/l) kwam zeer vaak voor.
Er werd gezien dat normale nuchtere triglyceridenspiegels bij aanvang (< 1,69 mmol/l) naar een
hoge spiegel toenamen (≥
2,26 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere
triglyceridenspiegels bij aanvang (≥
1,69 mmol/l-< 2,26 mmol/l) naar een hoge spiegel
(≥
2,26 mmol/l) kwamen zeer vaak voor.
In klinische onderzoeken was de incidentie van Parkinsonisme en dystonie bij patiënten behandeld
met olanzapine numeriek hoger, maar niet statistisch significant verschillend van placebo.
Patiënten behandeld met olanzapine hadden een lagere incidentie van Parkinsonisme, acathisie en
dystonie vergeleken met getitreerde doses van haloperidol. Door gebrek aan gedetailleerde
informatie over de voorgeschiedenis van individuele acute en tardieve extrapiramidale
bewegingsstoornissen, kan men op dit ogenblik niet concluderen dat olanzapine minder tardieve
dyskinesie en/of andere tardieve extrapiramidale syndromen voortbrengt.
11
2
3
4
5
6
7
Acute symptomen zoals zweten, slapeloosheid, tremor, angst, misselijkheid en overgeven zijn
gemeld wanneer olanzapine plotseling wordt gestaakt.
In klinische onderzoeken tot 12 weken overschreden de plasmaprolactineconcentraties de bovenste
limiet van de normale range bij ongeveer 30% van de met olanzapine behandelde patiënten met een
normale uitgangsprolactinewaarde. Bij de meerderheid van deze patiënten waren de verhogingen in
het algemeen bescheiden en bleven beneden twee keer de bovenste limiet van de normale range.
Bijwerking geïdentificeerd in klinisch onderzoek uit de geïntegreerde olanzapinedatabase.
Beoordeeld via gemeten waarden in klinisch onderzoek uit de geïntegreerde olanzapinedatabase.
Bijwerking geïdentificeerd uit spontane postmarketingmeldingen waarbij de frequentie is
vastgesteld met gebruik van de geïntegreerde olanzapinedatabase.
Bijwerking geïdentificeerd uit spontane postmarketingmeldingen met een frequentie geschat op de
bovenste limiet van het 95% betrouwbaarheidsinterval, gebruikmakend van de geïntegreerde
olanzapinedatabase.
8
9
10
11
12
Langdurige blootstelling (ten minste 48 weken)
Het aandeel van de patiënten die klinische significante negatieve veranderingen ondervonden met
betrekking tot gewichtstoename, glucose, totaal/LDL/HDL-cholesterol of triglyceriden nam in de loop
van de tijd toe. Bij volwassen patiënten die gedurende 9-12 maanden werden behandeld, was de
snelheid waarmee de gemiddelde bloedglucose toenam, vertraagd na ongeveer 6 maanden.
Aanvullende informatie over speciale patiëntenpopulaties
In klinische onderzoeken bij oudere patiënten met dementie werd behandeling met olanzapine in
verband gebracht met een hogere incidentie van mortaliteit en cerebrovasculaire bijwerkingen
vergeleken met placebo (zie rubriek 4.4).
Zeer vaak (> 10%) voorkomende bijwerkingen die geassocieerd worden met het gebruik van
olanzapine in deze patiëntengroep waren een abnormaal looppatroon en vallen. Pneumonie, verhoogde
lichaamstemperatuur, lethargie, erytheem, visuele hallucinaties en urine-incontinentie werden vaak
(1 – 10%) waargenomen.
Uit klinische onderzoeken bij patiënten met een geneesmiddelgeïnduceerde (dopamineagonist)
psychose bij de ziekte van Parkinson werd een verergering van de parkinsonsymptomatologie en
-hallucinaties zeer vaak gemeld en vaker dan bij placebo.
In één klinisch onderzoek bij patiënten met bipolaire manie resulteerde de combinatietherapie van
valproaat met olanzapine in een neutropenie incidentie van 4,1%; mogelijk hebben hoge
valproaatspiegels hiertoe bijgedragen. Olanzapine gaf, in combinatie met lithium of valproaat, een
toename (≥ 10%) van tremor, droge mond, toename in eetlust en gewicht. Spraakstoornis werd
eveneens vaak gerapporteerd. Tijdens de behandeling met olanzapine in combinatie met lithium of
valproaat werd een gewichtstoename van 7% of meer gezien ten opzichte van het lichaamsgewicht bij
start van de behandeling bij 17,4% van de patiënten tijdens acute therapie (tot 6 weken).
Langetermijnbehandeling met olanzapine (tot 12 maanden) ter preventie van een recidief bij patiënten
met bipolaire stoornis werd in verband gebracht met een gewichtstoename van 7% of meer ten
opzichte van het lichaamsgewicht bij start van de behandeling bij 39,9% van de patiënten.
Pediatrische patiënten
Olanzapine is niet geïndiceerd voor de behandeling van kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar.
Hoewel er geen klinische onderzoeken zijn uitgevoerd om adolescenten te vergelijken met
volwassenen, zijn gegevens uit onderzoeken met adolescenten vergeleken met die uit onderzoeken met
volwassenen.
De volgende tabel geeft een samenvatting van de bijwerkingen die met grotere frequentie zijn gemeld
12
bij adolescente patiënten (leeftijd 13-17 jaar) dan bij volwassen patiënten of bijwerkingen die enkel
gemeld zijn tijdens kortetermijn klinisch onderzoek met adolescente patiënten. Klinisch significante
gewichtstoename (≥
7%) lijkt vaker op te treden in de adolescente populatie in vergelijking met
volwassenen met een vergelijkbare blootstelling. De omvang van de gewichtstoename en het aandeel
van de adolescente patiënten die een klinisch significante gewichtstoename hadden waren groter na
langdurige blootstelling (ten minste 24 weken) dan na blootstelling gedurende korte tijd.
Binnen elke frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. De
terminologie van de
frequentie is als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥
1/10),
vaak (≥
1/100 tot < 1/10).
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak: Gewichtstoename
13
, verhoogde triglyceridespiegels
14
, toegenomen eetlust.
Vaak: Verhoogde cholesterolspiegels
15
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak: Sedatie (met inbegrip van: hypersomnie, lethargie, slaperigheid).
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak: Droge mond
Lever- en galaandoeningen
Zeer vaak: Verhogingen van de leveraminotransferasen (ALAT/ASAT; zie rubriek 4.4).
Onderzoeken
Zeer vaak: Afgenomen totaal bilirubine, toegenomen GGT, verhoogde plasmaprolactinespiegels
16
.
13
Na kortetermijnbehandeling (mediane duur 22 dagen) kwam
gewichtstoename van ≥
7% van het
lichaamsgewicht (kg) bij aanvang
zeer vaak voor (40,6%), ≥
15% van het lichaamsgewicht bij
aanvang
kwam vaak voor (7,1%) en ≥
25% van het lichaamsgewicht bij aanvang kwam vaak voor
(2,5%). Bij langdurige blootstelling (ten minste 24
weken) kwam 89,4% ≥ 7%, 55,3% ≥
15% en
29,1% ≥
25% van het lichaamsgewicht bij start van de behandeling aan.
Er werd gezien dat normale nuchtere triglyceridenspiegels bij aanvang (< 1,016 mmol/l) naar een
hoge spiegel toenamen (≥
1,467 mmol/l), en dat borderline nuchtere triglyceridenspiegels bij
aanvang (≥ 1,016 mmol/l-< 1,467
mmol/l) naar een hoge spiegel toenamen (≥
1,467 mmol/l).
Er werd vaak gezien dat normale nuchtere cholesterolspiegels bij aanvang (< 4,39 mmol/l) naar een
hoge spiegel toenamen (≥
5,17 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere cholesterolspiegels
bij aanvang (≥
4,39 mmol/l-< 5,17
mmol/l) naar een hoge spiegel (≥
5,17 mmol/l) kwamen zeer
vaak voor.
Verhoogde plasmaprolactinespiegels werden gemeld in 47,4% van de adolescente patiënten.
14
15
16
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Klachten en symptomen
Zeer vaak voorkomende symptomen bij overdosering (incidentie > 10%) zijn tachycardie,
agitatie/agressiviteit, dysartrie, verschillende extrapiramidale symptomen en een verminderd
bewustzijn variërend van sedatie tot coma.
Andere medisch significante gevolgen van overdosering zijn delirium, convulsie, coma, mogelijke
maligne neurolepticasyndroom, ademhalingsdepressie, aspiratie, hypertensie of hypotensie,
cardiale aritmieën (< 2% van de gevallen van overdosering) en hart- en ademstilstand. Dodelijke
aflopen zijn gemeld bij acute overdoses vanaf 450 mg maar overleving is ook gemeld na acute
13
overdosis van ongeveer 2 g olanzapine oraal.
Behandeling
Er bestaat geen specifiek antidotum tegen olanzapine. Het induceren van braken wordt niet
aanbevolen. De standaardprocedures voor de behandeling van overdosering kunnen van
toepassing zijn (dat wil zeggen maagspoeling, toediening van geactiveerde kool). Het is
aangetoond dat de gelijktijdige toediening van geactiveerde kool de orale biologische
beschikbaarheid van olanzapine met 50 tot 60% vermindert.
Symptomatische behandeling en controle van de vitale orgaanfuncties dienen te worden ingesteld op
geleide van het klinisch beeld, waaronder behandeling van hypotensie en circulatoire collaps en
ondersteuning van de ademhalingsfunctie. Gebruik geen adrenaline, dopamine, of andere
sympathicomimetica met bèta-agonistische activiteit, omdat stimulering van de bètareceptoren de
hypotensie kan verergeren. Het volgen van de cardiovasculaire functies is noodzakelijk om mogelijke
aritmieën te detecteren. Zorgvuldige medische supervisie en monitoren dienen te worden voortgezet
totdat de patiënt is hersteld.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psycholeptica, diazepines, oxazepines, thiazepines en oxepines.
ATC-code: N05A H03.
Farmacodynamische effecten
Olanzapine is een antipsychoticum, een middel tegen manie en een stemmingsstabilisator dat een
breed farmacologisch profiel vertoont in een aantal receptorsystemen.
In preklinische onderzoeken vertoonde olanzapine een reeks van receptoraffiniteiten (K
i
;
<
100 nM)
voor serotonine 5HT
2A/2C
-, 5HT
3
- en 5HT
6
-receptoren, dopamine D
1
-, D
2
-, D
3
-, D
4
- en D
5
-receptoren,
cholinerge muscarinereceptoren (M
1
-M
5
),
α
1
-adrenerge receptoren en histamine H
1
-receptoren.
Diergedragsonderzoeken met olanzapine duidden op 5HT-, dopamine-, en cholinerg antagonisme,
consistent met het receptorbindingsprofiel. Olanzapine vertoonde een hogere
in-vitro-affiniteit
voor
serotonine 5HT
2
- dan dopamine D
2
-receptoren en grotere 5HT-activiteit dan D-activiteit in
in-vivo-modellen.
Electrofysiologische onderzoeken toonden aan dat olanzapine selectief het vuren
van de mesolimbische (A 10) dopaminerge neuronen reduceert, terwijl het weinig effect heeft op de
striatale (A 9) banen betrokken bij motorische functies. Olanzapine verlaagde een geconditioneerde
vermijdingsreactie, een test die voorspellend is voor antipsychotische activiteit, bij doses lager dan die
welke katalepsie veroorzaken, een effect dat wijst op motorische bijwerkingen. Anders dan bij
sommige andere antipsychotica neemt bij olanzapine de respons toe in een “anxiolytische” test.
In een Positron Emissie Tomografie (PET) onderzoek bij gezonde vrijwilligers met een éénmalige
orale dosis (10 mg) had olanzapine een grotere 5HT
2A
-receptorbezetting dan dopamine
D
2
-receptorbezetting. Bovendien bleek uit een Single Photon Emission Computed Tomography
(SPECT) onderzoek in schizofrene patiënten dat patiënten gevoelig voor olanzapine een lagere
striatale D
2
bezetting hadden dan patiënten gevoelig voor sommige andere antipsychotica en
risperidon, terwijl deze vergelijkbaar waren met patiënten gevoelig voor clozapine.
Klinische werkzaamheid
In 2 op 2 placebo en 2 op 3 gecontroleerde vergelijkende onderzoeken met meer dan 2900 schizofrene
patiënten die zowel positieve als negatieve symptomen vertoonden werd olanzapine geassocieerd met
statistisch significant grotere verbeteringen van zowel negatieve als positieve symptomen.
In een multinationaal, dubbelblind, vergelijkend onderzoek van schizofrenie, schizoaffectieve en
aanverwante stoornissen, waarbij 1481 patiënten met verschillende graad van geassocieerde
depressieve symptomen (gemiddelde uitgangswaarde van 16,6 op de Montgomery-Asberg Depression
Rating Scale-MADRS) betrokken waren, toonde een prospectieve secundaire analyse een statistisch
14
significante verbetering aan (p = 0,001) in de verandering van de gemoedsscore van uitgangswaarde
tot eindwaarde, in het voordeel van olanzapine (- 6,0) ten opzichte van haloperidol (- 3,1).
Bij patiënten met een manische of gemengde episode van bipolaire stoornis vertoonde olanzapine
superieure werkzaamheid ten opzichte van placebo en valproaatseminatrium, terwijl de manische
symptomen over een periode van 3 weken afnamen. Olanzapine vertoonde vergelijkbare
werkzaamheidresultaten qua werkzaamheid als haloperidol, uitgedrukt in de proportie patiënten die
een symptomatische remissie van manie en depressie hadden bij 6 en 12 weken. In een comedicatie
onderzoek waarbij patiënten ten minste 2 weken werden behandeld met lithium of valproaat,
resulteerde de gelijktijdige toediening van 10 mg olanzapine (comedicatie met lithium of valproaat) in
een grotere afname van symptomen van manie dan met lithium- of valproaatmonotherapie na 6 weken.
In een 12 maanden durend recidiefpreventieonderzoek bij patiënten met een manische episode, die in
remissie waren gekomen met olanzapine en vervolgens gerandomiseerd werden naar olanzapine of
placebo, liet olanzapine een statistisch significante superioriteit boven placebo zien, gemeten volgens
het primaire eindpunt van een bipolair recidief. Olanzapine liet ook een statistisch significant voordeel
boven placebo zien in termen van preventie van ofwel een recidief van manie ofwel een recidief van
depressie.
In een tweede 12 maanden durend recidiefpreventieonderzoek bij patiënten met een manische episode,
die in remissie waren gekomen met een combinatie van olanzapine en lithium en vervolgens
gerandomiseerd werden naar enkel olanzapine of lithium, was olanzapine statistisch niet inferieur aan
lithium volgens het primaire eindpunt van een bipolair recidief (olanzapine 30,0%, lithium 38,3%;
p = 0,055).
In een 18 maanden durend onderzoek met combinatietherapie bij patiënten met een manische of
gemengde episode, die in remissie waren gekomen met olanzapine in combinatie met een
stemmingsstabilisator (lithium of valproaat), was langetermijn olanzapine combinatietherapie met
lithium of valproaat niet statistisch significant superieur ten opzichte van enkel lithium of valproaat in
het uitstellen van een bipolair recidief, gedefinieerd volgens (diagnostische) criteria van het syndroom.
Pediatrische patiënten
Gecontroleerde werkzaamheidsgegevens bij adolescenten (leeftijd 13 tot 17 jaar) zijn beperkt tot
kortetermijnstudies bij schizofrenie (6 weken) en manie geassocieerd met bipolaire I-stoornis
(3 weken), waar minder dan 200 adolescenten bij betrokken waren. Olanzapine werd gebruikt in een
flexibele dosering beginnend met 2,5 en oplopend tot 20 mg/dag. Tijdens de behandeling met
olanzapine namen de adolescenten significant veel meer in gewicht toe dan volwassenen. De omvang
van veranderingen in nuchter totaal cholesterol, LDL-cholesterol, triglyceriden en prolactine (zie
rubriek 4.4 en 4.8) was groter bij adolescenten dan bij volwassenen. Er zijn geen gecontroleerde
gegevens over het behoud van effect over de veiligheid op de langetermijn (zie rubriek 4.4 en 4.8).
Informatie over langetermijnveiligheid is primair beperkt tot open label, ongecontroleerde data.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Olanzapine wordt goed geabsorbeerd na orale toediening, waarbij de piekplasmaconcentraties worden
bereikt na 5 tot 8 uur. De absorptie wordt niet beïnvloed door voedsel. De absolute orale biologische
beschikbaarheid t.o.v. intraveneuze toediening is niet vastgesteld.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van olanzapine bedroeg ongeveer 93% over het concentratiebereik van
ongeveer 7 tot ongeveer 1000 ng/ml. Het wordt voornamelijk gebonden
aan albumine en α
1
-zure
glycoproteïne.
Biotransformatie
Olanzapine wordt gemetaboliseerd in de lever via conjugatie en oxidatie. De belangrijkste metaboliet
is het 10-N-glucuronide, dat de bloed-hersenbarrière niet passeert. Cytochroom P450-CYP1A2 en
15
P450-CYP2D6 dragen bij tot de vorming van de N-desmethyl en 2-hydroxymethyl metabolieten, die
beide in onderzoeken bij dieren
in vivo
significant minder farmacologische activiteit vertoonden dan
olanzapine. De overheersende farmacologische activiteit komt van de moederstof olanzapine.
Eliminatie
Na orale toediening varieerde de terminale eliminatie-halfwaardetijd van olanzapine in gezonde
personen met leeftijd en geslacht.
De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van olanzapine is bij gezonde ouderen (65 jaar en ouder)
verlengd vergeleken met niet-ouderen (51,8 uur t.o.v. 33,8 uur) en de klaring was afgenomen (17,5
t.o.v. 18,2 l/uur). De farmacokinetische variabiliteit waargenomen bij ouderen valt binnen de
variabiliteit bij niet-ouderen. Bij 44 schizofrene patiënten ouder dan 65 jaar was een dosis van 5 tot
20 mg niet geassocieerd met een afwijkend profiel van ongewenste effecten.
De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van olanzapine is bij vrouwen enigszins verlengd (36,7 uur
t.o.v. 32,3 uur) vergeleken met mannen, en de klaring was afgenomen (18,9 t.o.v. 27,3 l/uur). Echter,
olanzapine (5-20 mg) vertoonde een vergelijkbaar veiligheidsprofiel bij zowel vrouwelijke (n = 467)
als bij mannelijke patiënten (n = 869).
Nierfunctiestoornis
Bij patiënten met een nierfunctiestoornis (creatinine klaring
<
10 ml/min) was er t.o.v. gezonde
personen geen significant verschil in gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd (37,7 t.o.v. 32,4 uur) of
klaring (21,2 t.o.v. 25,0 l/uur). Een massabalansonderzoek toonde aan dat ongeveer 57% van
radio-gelabeld olanzapine in de urine verscheen, hoofdzakelijk als metabolieten.
Leverfunctiestoornis
Een kleine studie naar het effect van een leverfunctiestoornis bij 6 personen met klinisch significante
cirrose (Child-Pugh score A (n = 5) en B (n = 1)) toonde weinig effect aan op de farmacokinetiek van
oraal toegediend olanzapine (enkelvoudige dosis van 2,5-7,5 mg): personen met een milde tot matige
leverfunctiestoornis hadden een licht verhoogde systemische klaring en een snellere
eliminatiehalfwaardetijd in vergelijking met personen zonder leverfunctiestoornis (n = 3). Er waren
meer rokers onder de personen met cirrose (4/6; 67%) dan onder personen zonder leverfunctiestoornis
(0/2; 0%).
Roken
Bij niet-rokers was t.o.v. de rokers (mannen en vrouwen) de gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd
(38,6 uur t.o.v. 30,4 uur) verlengd en de klaring (18,6 t.o.v. 27,7 l/uur) afgenomen.
De plasmaklaring van olanzapine is lager bij ouderen dan bij jongeren, in vrouwen dan in mannen en
in niet-rokers dan in rokers. Echter, de grootte van de invloed van leeftijd, geslacht of roken op de
klaring en halfwaardetijd van olanzapine is klein in vergelijking met de totale interindividuele
variabiliteit.
In een onderzoek van Kaukasische, Japanse en Chinese personen waren er geen verschillen in de
farmacokinetische parameters tussen de 3 populaties.
Pediatrische patiënten
Adolescenten (leeftijd 13 tot 17 jaar): De farmacokinetiek van olanzapine is vergelijkbaar tussen
adolescenten en volwassenen. In klinisch onderzoek was de gemiddelde olanzapineblootstelling bij
adolescenten ongeveer 27% hoger. Demografische verschillen tussen adolescenten en volwassenen
omvatten een lager gemiddeld lichaamsgewicht en er waren minder rokers onder de adolescenten.
Dergelijke factoren dragen mogelijk bij aan een hogere gemiddelde blootstelling bij adolescenten.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Acute toxiciteit (na eenmalige dosis)
De symptomen van toxiciteit bij knaagdieren na orale toediening waren karakteristiek voor potente
neuroleptica: hypo-activiteit, coma, tremoren, clonische convulsies, speekselvloed en gereduceerde
16
gewichtstoename. De mediane letale doses waren ongeveer 210 mg/kg (muizen) en 175 mg/kg
(ratten). Honden verdroegen eenmalige orale doses tot 100 mg/kg zonder mortaliteit. De klinische
symptomen omvatten sedatie, ataxie, tremoren, verhoging van de hartfrequentie, bemoeilijkte
ademhaling, miosis en anorexia. Bij apen veroorzaakten eenmalige orale doses tot 100 mg/kg
prostratie, en in hogere doses, een verlaagd bewustzijn.
Toxiciteit bij herhaalde dosering
Bij onderzoeken met een duur tot 3 maanden bij muizen en tot 1 jaar bij ratten en honden werden
voornamelijk depressie van het centrale zenuwstelsel (CZS), anticholinerge effecten en perifere
hematologische stoornissen gezien. Er ontwikkelde zich tolerantie voor de CZS-depressie.
Groeiparameters verminderden bij hoge doses. Bij ratten zijn reversibele effecten gezien passend bij
een verhoogde prolactinespiegel. Zij omvatten een gewichtsvermindering van de ovaria en uterus en
morfologische veranderingen in het vaginaal epitheel en in borstklieren.
Hematologische toxiciteit
Effecten op hematologische parameters werden gevonden in alle species, waaronder dosisafhankelijke
afnamen in circulerende leukocyten in muizen en aspecifieke verlagingen van circulerende leukocyten
in ratten; er was echter geen beenmergcytotoxiciteit aantoonbaar. Er ontwikkelde zich bij enkele
honden die behandeld werden met 8 of 10 mg/kg/dag (totale olanzapineblootstelling [AUC] is
12-15 maal groter dan die bij een dosis van 12 mg aan de mens) reversibele neutropenie,
trombocytopenie of anemie. Bij cytopenische honden werden geen ongewenste effecten waargenomen
op moedercellen en prolifererende cellen in het beenmerg.
Reproductietoxiciteit
Olanzapine had geen teratogene effecten. Sedatie beïnvloedde de paringsprestatie van mannelijke
ratten. Bij ratten werden de oestruscycli beïnvloed bij doses van ten minste 1,1 mg/kg (3 maal de
maximale dosis bij de mens) en de voortplantingsparameters werden beïnvloed bij doses van ten
minste 3 mg/kg (9 maal de maximale dosis bij de mens). De nakomelingen van met olanzapine
behandelde ratten bleken in foetale ontwikkeling vertraagd te zijn en bij deze werden voorbijgaande
dalingen in activiteit gezien.
Mutageniciteit
In een volledige reeks van standaardtesten, waaronder bacteriële mutatietesten en
in-vitro-
en
in-vivo-zoogdiertesten,
was olanzapine niet mutageen noch veroorzaakte het een chromosoombreuk.
Carcinogeniteit
Op basis van de resultaten van onderzoeken bij muizen en ratten werd geconcludeerd dat olanzapine
niet carcinogeen is.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Kern van de tablet
Lactosemonohydraat
Hydroxypropylcellulose
Crospovidon type A
Colloïdaal silicium dioxide
Microkristallijne cellulose
Magnesiumstearaat
Omhulling van de tablet
Hypromellose
Olanzapine Teva 2,5 mg/5 mg/7,5 mg/10 mg filmomhulde tabletten
Wit kleurmengsel (polydextrose, hypromellose, glyceroltriacetaat, macrogol 8000, titaniumdioxide
E171)
17
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
Blauw kleurmengsel (polydextrose, hypromellose, glyceroltriacetaat, macrogol 8000,
titaniumdioxide E171, indigotine E132)
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
Roze kleurmengsel (polydextrose, hypromellose, glyceroltriacetaat, macrogol 8000,
titaniumdioxide E171, rood ijzeroxide E172)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
2 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 25 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakkingen in doosjes van 28, 30, 35, 56,70 en
98 filmomhulde tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakkingen in doosjes van 28, 28 x 1, 30, 30 x 1, 35, 35 x 1,
50, 50 x 1, 56, 56 x 1, 70, 70 x 1, 98 of 98 x 1 filmomhulde tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakkingen in doosjes van 28, 28 x 1, 30, 30 x 1, 35, 35 x 1,
56, 56 x 1, 60, 70, 70 x 1, 98 of 98 x 1 filmomhulde tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakkingen in doosjes van 7, 7 x 1, 28, 28 x 1, 30, 30 x 1,
35, 35 x 1, 50, 50 x 1, 56, 56 x 1, 60, 70, 70 x 1, 98 of 98 x 1 filmomhulde tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakkingen in doosjes van 28, 30, 35, 50, 56, 70 of
98 filmomhulde tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakkingen in doosjes van 28, 30, 35, 56, 70 of
98 filmomhulde tabletten per doosje.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
18
2031 GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
EU/1/07/427/001 – 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/002 – 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/038 – 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/003 – 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/048 – 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/058 – 98 tabletten, per doos.
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
EU/1/07/427/004 – 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/070 – 28 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/005 – 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/071 – 30 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/039 – 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/072 – 35 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/006 – 50 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/073 – 50 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/007 – 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/074 – 56 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/049 – 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/075 – 70 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/059 – 98 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/076 – 98 x 1 tablet, per doos.
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
EU/1/07/427/008 – 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/077 – 28 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/009 – 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/078 – 30 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/040 – 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/079 – 35 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/010 – 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/080 – 56 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/068 – 60 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/050 – 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/081 – 70 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/060 – 98 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/082 – 98 x 1 tablet, per doos.
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
EU/1/07/427/011 – 7 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/083 – 7 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/012 – 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/084 – 28 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/013 – 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/085 – 30 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/041 – 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/086 – 35 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/014 – 50 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/087 – 50 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/015 – 56 tabletten, per doos.
19
EU/1/07/427/088 – 56 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/069 – 60 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/051 – 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/089 – 70 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/061 – 98 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/090 – 98 x 1 tablet, per doos.
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
EU/1/07/427/016 – 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/017 – 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/042 – 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/018 – 50 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/019 – 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/052 – 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/062 – 98 tabletten, per doos.
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
EU/1/07/427/020 – 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/021 – 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/043 – 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/022 – 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/053 – 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/063 – 98 tabletten, per doos.
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 12 december 2007
Datum van laatste verlenging: 12 december 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
{MM/JJJJ}
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europe.eu <, en de website van {naam van het nationaal
bureau (link)}>.
20
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat 5 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 47,5 mg lactose, 0,2625 mg sucrose en 2,25 mg aspartaam (E951).
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat 10 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 95,0 mg lactose, 0,525 mg sucrose en 4,5 mg aspartaam (E951).
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat 15 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 142,5 mg lactose, 0,7875 mg sucrose en 6,75 mg aspartaam
(E951).
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat 20 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 190,0 mg lactose, 1,05 mg sucrose en 9,0 mg aspartaam (E951).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Orodispergeerbare tablet
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
Een gele, ronde dubbelbolle tablet met een diameter van 8 mm.
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
Een gele, ronde dubbelbolle tablet met een diameter van 10 mm.
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
Een gele, ronde dubbelbolle tablet met een diameter van 11 mm.
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
Een gele, ronde dubbelbolle tablet met een diameter van 12 mm.
21
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Volwassenen
Olanzapine is geïndiceerd voor de behandeling van schizofrenie.
Olanzapine is effectief in het handhaven van de klinische verbetering bij voortgezette behandeling van
patiënten die in het beginstadium reageerden op de behandeling.
Olanzapine is geïndiceerd voor de behandeling van matig tot ernstige manische episode.
Bij patiënten wiens manische episode heeft gereageerd op behandeling met olanzapine, is olanzapine
bestemd ter voorkoming van een recidief bij patiënten met bipolaire stoornis (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Volwassenen
Schizofrenie: de aanbevolen startdosering voor olanzapine is 10 mg per dag.
Manische episode: de startdosering is 15 mg als eenmaal daagse dosis bij monotherapie of 10 mg
dagelijks in combinatietherapie (zie rubriek 5.1).
Ter voorkoming van een recidief bij bipolaire stoornis: de aanbevolen startdosering is 10 mg per dag.
Bij patiënten die olanzapine hebben gekregen voor de behandeling van een manische episode dient een
behandeling ter voorkoming van een recidief te worden voortgezet met dezelfde dosis. Indien zich een
nieuwe manische, gemengde of depressieve episode voordoet, dient de therapie met olanzapine te
worden voortgezet (met optimalisering van de dosis indien noodzakelijk) met aanvullende therapie om
de stemmingssymptomen te behandelen, op geleide van het klinisch beeld.
Tijdens de behandeling van schizofrenie, een manische episode en ter voorkoming van een recidief bij
bipolaire stoornis kan de dagelijkse dosis worden aangepast op basis van het individuele klinisch beeld
binnen een bereik van 5-20 mg per dag. Een verhoging tot een dosering hoger dan de aanbevolen
startdosering wordt uitsluitend aanbevolen na een juiste medische herbeoordeling en dient normaal
gesproken alleen plaats te vinden met intervallen van niet minder dan 24 uur. Olanzapine kan worden
toegediend onafhankelijk van maaltijden, omdat de absorptie niet wordt beïnvloed door voedsel.
Geleidelijk afbouwen van de dosering dient te worden overwogen wanneer de behandeling met
olanzapine wordt gestaakt.
De Olanzapine Teva orodispergeerbare tablet dient in de mond te worden gebracht alwaar het snel
oplost in de speekselvloeistof zodat het gemakkelijk kan worden ingeslikt. Het is moeilijk om de
intacte orodispergeerbare tablet uit de mond te nemen. Omdat de orodispergeerbare tablet kwetsbaar
is, dient het direct na het openen van de blister te worden ingenomen. Als alternatief kan het vlak voor
gebruik worden gedispergeerd in een vol glas water of in een andere geschikte drank (sinaasappelsap,
appelsap, melk of koffie).
Olanzapine orodispergeerbare tablet is bio-equivalent aan olanzapine omhulde tabletten met een
gelijke snelheid en mate van absorptie. Het heeft dezelfde dosering en frequentie van toediening als
olanzapine omhulde tabletten. Olanzapine orodispergeerbare tablet kan als alternatief worden gebruikt
voor olanzapine omhulde tabletten.
Speciale patiëntengroepen
22
Ouderen
Een lagere startdosering (5 mg/dag) wordt niet routinematig aanbevolen, maar dient overwogen te
worden voor personen van 65 jaar en ouder indien klinische factoren dit rechtvaardigen (zie
rubriek 4.4).
Verminderde nier- en/of leverfunctie
Een lagere startdosering (5 mg) dient overwogen te worden voor deze patiënten. In geval van matige
leverinsufficiëntie (cirrose, Child-Pugh Klasse A of B) dient de startdosering 5 mg te zijn en slechts
met voorzichtigheid te worden verhoogd.
Rokers
De startdosering en het doseringsbereik hoeven niet routinematig aangepast te worden voor niet-rokers
t.o.v. rokers. Het metabolisme van olanzapine kan geïnduceerd worden door roken. Klinische controle
wordt aanbevolen en een verhoging van de olanzapinedosis kan, indien nodig, overwogen worden (zie
rubriek 4.5).
Wanneer meer dan 1 factor aanwezig is die kan leiden tot een trager metabolisme (vrouwelijk
geslacht, bejaarden, niet-rokerstatus) dient overwogen te worden de startdosering te verlagen. Een
verhoging in dosering, indien aangewezen, dient bij deze patiënten met de nodige voorzichtigheid
plaats te vinden.
In gevallen waar dosiverhogingen in stappen van 2,5 mg noodzakelijk worden geacht, dienen
Olanzapine Teva filmomhulde tabletten te worden gebruikt.
(Zie rubriek 4.5 en 5.2)
Pediatrische patiënten
Olanzapine wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar als
gevolg van een gebrek aan gegevens over de veiligheid en werkzaamheid. Een grotere mate van
gewichtstoename, veranderingen in lipiden en prolactine zijn gemeld in kortetermijn onderzoeken bij
adolescente patiënten, vergeleken met onderzoeken bij volwassen patiënten. (zie rubriek 4.4, 4.8, 5.1
en 5.2).
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Patiënten met een bekend risico op nauwekamerhoekglaucoom.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Tijdens behandeling met antipsychotica kan het een aantal dagen tot enkele weken duren voordat de
klinische toestand van de patiënt verbetert. Patiënten dienen nauwlettend gevolgd te worden tijdens
deze periode.
Dementiegerelateerde psychose en/of gedragsstoornissen
Door een toename in mortaliteit en het risico op CVA (cerebrovasculair accident) wordt olanzapine
niet aanbevolen voor gebruik bij patiënten met dementiegerelateerde psychose en/of
gedragsstoornissen. In placebogecontroleerde klinische onderzoeken (6-12 weken durend) bij oudere
patiënten (gemiddelde leeftijd 78 jaar) met dementiegerelateerde psychose en/of gestoord gedrag,
kwam het 2 keer vaker voor dat patiënten overleden wanneer ze met olanzapine werden behandeld
vergeleken met placebo (3,5% versus 1,5%). De hogere incidentie van overlijden was niet gerelateerd
aan de dosis olanzapine (gemiddelde dagdosering 4,4 mg) of de duur van de behandeling.
Risicofactoren die deze patiëntenpopulatie vatbaar kunnen maken voor verhoogde mortaliteit zijn:
leeftijd > 65 jaar, dysfagie, sedatie, ondervoeding en dehydratatie, longaandoeningen (bijvoorbeeld
pneumonie, met of zonder aspiratie) of gelijktijdig gebruik van benzodiazepines. Echter, de hogere
incidentie van overlijden in de groep die behandeld werd met olanzapine vergeleken met de met
placebo behandelde patiënten was onafhankelijk van deze risicofactoren.
In dezelfde klinische onderzoeken waren cerebrovasculaire bijwerkingen (bijvoorbeeld CVA,
23
beroerte, transient ischemic attack [TIA]), waaronder gevallen met dodelijke afloop, gemeld. Er was
een 3-voudige toename in cerebrovasculaire bijwerkingen bij patiënten behandeld met olanzapine
vergeleken met patiënten die met placebo werden behandeld (1,3% versus 0,4%, respectievelijk). Alle
olanzapine- en placebobehandelde patiënten die een cerebrovasculaire bijwerking hadden ervaren,
hadden voorafgaand aan deze bijwerking bestaande risicofactoren. Leeftijd > 75 jaar en
vasculair/gemengde dementie werden geïdentificeerd als risicofactoren voor cerebrovasculaire
bijwerkingen geassocieerd met olanzapinebehandeling. De werkzaamheid van olanzapine was niet
bewezen in deze onderzoeken.
Ziekte van Parkinson
Het gebruik van olanzapine wordt niet aanbevolen voor de behandeling van een door geneesmiddelen
geïnduceerde (dopamineagonist) psychose bij patiënten met de ziekte van Parkinson. In klinische
onderzoeken werd verergering van de parkinsonsymptomen en -hallucinaties zeer vaak gemeld en
vaker dan bij placebo (zie rubriek 4.8), en olanzapine was niet effectiever dan placebo in de
behandeling van psychotische symptomen. In deze onderzoeken was het vereist dat patiënten in het
begin stabiel waren op de laagste effectieve dosis van antiparkinsongeneesmiddelen
(dopamineagonist) en gedurende het gehele onderzoek dezelfde antiparkinsongeneesmiddelen bleven
gebruiken in dezelfde dosering. Olanzapine werd gestart met 2,5 mg/dag en opgebouwd tot een
maximum van 15 mg/dag, gebaseerd op de beoordeling van de onderzoeker.
Maligne Neurolepticasyndroom(MNS)
MNS is een potentieel levensbedreigende aandoening die geassocieerd wordt met antipsychotica.
Zeldzame gevallen, gemeld als MNS, zijn ook ontvangen in relatie tot olanzapine. Klinische
manifestaties van MNS zijn hyperpyrexie, spierrigiditeit, veranderde mentale status en aanwijzingen
voor autonome instabiliteit (onregelmatige pols of bloeddruk, tachycardie, diaforese en cardiale
dysritmie). Bijkomende verschijnselen kunnen zijn een verhoogd creatinefosfokinase, myoglobinurie
(rabdomyolyse) en acuut nierfalen. Wanneer een patiënt klachten en symptomen ontwikkelt die duiden
op MNS, of onverklaarde hoge koorts heeft zonder aanvullende klinische verschijnselen van MNS,
dienen alle antipsychotica, inclusief olanzapine, gestaakt te worden.
Hyperglykemie en diabetes
Hyperglykemie en/of ontwikkeling van of exacerbatie van diabetes, in enkele gevallen geassocieerd
met ketoacidose of coma, is soms gemeld, waaronder enkele met een fatale afloop (zie rubriek 4.8). In
sommige gevallen werd een voorafgaande toename van het lichaamsgewicht gemeld. Dit kan een
predisponerende factor zijn. Het wordt geadviseerd om patienten klinisch adequaat te volgen zoals
beschreven wordt in de gebruikte richtlijnen voor antipsychotica, bijvoorbeeld door het meten van
bloedglucose bij baseline, 12 weken na de start van de olanzapinebehandeling en daarna jaarlijks.
Patiënten die behandeld worden met een antipsychoticum, inclusief olanzapine, dienen te worden
geobserveerd op tekenen en symptomen van hyperglykemie (zoals polydipsie, polyurie, polyfagie en
zwakte). Patiënten met diabetes mellitus of met risicofactoren voor de ontwikkeling van diabetes
mellitus dienen regelmatig gecontroleerd te worden op tekenen van verslechtering van de
glucosecontrole. Daarnaast dient ook regelmatig het gewicht te worden gecontroleerd, bijvoorbeeld bij
baseline, 4, 8 en 12 weken na de start van de olanzapinebehandeling en daarna ieder kwartaal.
Lipidenveranderingen
Ongewenste veranderingen in de lipiden zijn gezien bij met olanzapine behandelde patiënten in
placebogecontroleerd klinisch onderzoek (zie rubriek 4.8). Lipidenveranderingen dienen klinisch
adequaat gereguleerd te worden, in het bijzonder bij dyslipidemische patiënten en patiënten met
risicofactoren voor de ontwikkeling van lipidenstoornissen. Patiënten die behandeld worden met een
antipsychoticum, inclusief olanzapine, dienen regelmatig gecontroleerd te worden op lipiden in
overeenstemming met gebruikte richtlijnen voor antipsychotica, bijvoorbeeld bij baseline, 12 weken
na de start van de olanzapinebehandeling en daarna iedere 5 jaar.
Anticholinergische activiteit
Hoewel olanzapine
in vitro
een anticholinerge activiteit vertoonde, toonden de klinische onderzoeken
een lage incidentie van dergelijke gevallen. Aangezien klinische ervaring met olanzapine bij patiënten
die lijden aan een bijkomende aandoening beperkt is, wordt geadviseerd dit met voorzichtigheid voor
24
te schrijven aan patiënten met prostaathypertrofie of paralytische ileus en aanverwante aandoeningen.
Hepatische functie
Voorbijgaande, asymptomatische verhogingen van leveraminotransferasen, ALAT, ASAT werden
vaak waargenomen, vooral aan het begin van de behandeling. Voorzichtigheid en periodieke controle
is geboden bij patiënten met verhoogde ALAT- en/of ASAT-waarden; bij patiënten met klachten en
symptomen van leverstoornissen; bij patiënten met reeds bestaande aandoeningen met beperkte
functionele leverreserve en bij patiënten die behandeld worden met potentieel hepatotoxische
geneesmiddelen. In gevallen waarin hepatitis (inclusief hepatocellulair, cholestatisch of gemengd
leverletsel) is gediagnosticeerd dient de behandeling te worden gestaakt.
Neutropenie
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een laag aantal leukocyten en/of neutrofielen, om welke
reden dan ook, bij patiënten met comedicatie waarvan bekend is dat deze neutropenie kan
veroorzaken, bij patiënten met een voorgeschiedenis van geneesmiddelgeïnduceerde
beenmergdepressie/toxiciteit, bij patiënten met beenmergdepressie t.g.v. een bijkomende ziekte,
radiotherapie of chemotherapie en bij patiënten met hypereosinofilie of met myeloproliferatieve
ziekte. Bij gelijktijdige toediening van olanzapine met valproaat is vaak neutropenie gerapporteerd
(zie rubriek 4.8).
Beëindiging van de behandeling
Acute symptomen zoals transpireren, slapeloosheid, tremor, angst, misselijkheid of braken zijn zelden
gemeld (
> 0,01% en
< 0,1%) wanneer olanzapine abrupt wordt gestaakt.
QT-interval
In klinisch onderzoek werd een klinisch betekenisvolle QTc-verlenging (Fridericia QT-correctie
[QTcF] ≥
500 milliseconden [msec] op een willekeurig moment na baseline bij patiënten met een
baseline QTcF < 500 msec) soms (0,1 tot 1%) gemeld bij patiënten behandeld met olanzapine zonder
een significant verschil in cardiovasculaire voorvallen in vergelijking met met placebo behandelde
patiënten. Er is echter voorzichtigheid geboden wanneer olanzapine wordt voorgeschreven met
geneesmiddelen die het QTc-interval verlengen, vooral bij ouderen, bij patiënten met een congenitaal
verlengd QT-syndroom, congestief hartfalen, hypertrofie van het hart, hypokaliëmie of
hypomagnesiëmie.
Trombo-embolie
Een tijdelijk verband tussen behandeling met olanzapine en veneuze trombo-embolie is
soms (≥
0,1%
en < 1%) gemeld. Er is geen causaal verband vastgesteld tussen het optreden van veneuze
trombo-embolie en behandeling met olanzapine. Echter, aangezien patiënten met schizofrenie vaak
verworven risicofactoren voor veneuze trombo-embolie vertonen, dienen alle mogelijke risicofactoren
voor VTE (bijvoorbeeld immobilisatie van patiënten) te worden geïdentificeerd en preventieve
maatregelen dienen te worden genomen.
Algemene werking op het zenuwstelsel
Aangezien olanzapine voornamelijk op het centrale zenuwstelsel werkt, is voorzichtigheid geboden
wanneer het in combinatie met andere centraal werkende geneesmiddelen dan wel alcohol wordt
gebruikt. Omdat het
in vitro
dopamineantagonisme vertoont, kan olanzapine de effecten van directe en
indirecte dopamineagonisten tegenwerken.
Convulsies
Olanzapine dient met voorzichtigheid gebruikt te worden bij patiënten met een voorgeschiedenis van
convulsies of voor wie factoren gelden die de convulsiedrempel kunnen verlagen. Het optreden van
convulsies is soms gemeld bij patiënten die worden behandeld met olanzapine. In de meeste van deze
gevallen werden een voorgeschiedenis van convulsies of risicofactoren voor convulsies gemeld.
Tardieve dyskinesie
In vergelijkende onderzoeken van één jaar of minder werd olanzapine geassocieerd met een statistisch
significant lagere incidentie van behandelingsgerelateerde dyskinesie. Het risico op tardieve
25
dyskinesie neemt echter toe bij langdurige therapie; als er daarom klachten of symptomen van tardieve
dyskinesie optreden bij een patiënt die olanzapine gebruikt, dient een verlaging van de dosering of
staking overwogen te worden. Deze symptomen kunnen tijdelijk verergeren of zelfs verschijnen na het
staken van de behandeling.
Orthostatische hypotensie
Tijdens klinische onderzoeken met olanzapine werd orthostatische hypotensie af en toe waargenomen
bij ouderen. Het wordt aanbevolen de bloeddruk regelmatig te meten bij patiënten ouder dan 65 jaar.
Plotselinge hartdood
In rapporten na het op de markt brengen van olanzapine is het optreden van plotselinge hartdood
gerapporteerd bij patiënten met olanzapine. In een retrospectieve observationele cohortstudie was de
kans op vooronderstelde plotselinge hartdood bij patiënten behandeld met olanzapine ongeveer twee
keer zo groot als bij patiënten die geen antipsychotica gebruikten. In de studie was het risico van
olanzapine vergelijkbaar met het risico van atypische antipsychotica die in een samengevoegde
analyse waren geïncludeerd.
Pediatrische patiënten
Olanzapine is niet geïndiceerd voor de behandeling van kinderen en adolescenten. Onderzoeken bij
patiënten tussen 13-17 jaar lieten diverse ongewenste bijwerkingen zien, zoals gewichtstoename,
veranderingen in metabole parameters en toename van prolactinespiegels (zie rubriek 4.8 en 5.1).
Hulpstoffen
Lactose
Olanzapine Teva bevat bevat lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-
intolerantie, Lapp lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie dienen dit geneesmiddel niet te
gebruiken.
Sucrose
Olanzapine Teva bevat bevat sucrose. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-
intolerantie, Lapp lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te
gebruiken.
Aspartaam
Aspartaam wordt gehydrolyseerd in het maag-darmkanaal na orale inname. Een van de belangrijkste
hydrolyseproducten is fenylalanine. Het kan schadelijk zijn voor patiënten met fenylketonurie (PKU),
een zeldzame erfelijke aandoening waarbij fenylalanine zich ophoopt doordat het lichaam dit niet goed
kan omzetten.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
Mogelijke interacties met invloed op olanzapine
Aangezien olanzapine wordt gemetaboliseerd door CYP1A2, kunnen stoffen die dit iso-enzym
specifiek kunnen induceren of remmen, de farmacokinetiek van olanzapine beïnvloeden.
Inductie van CYP1A2
Het metabolisme van olanzapine kan worden geïnduceerd door roken en carbamazepine, wat kan
leiden tot verminderde concentraties van olanzapine. Er is slechts lichte tot matige verhoging van de
klaring van olanzapine waargenomen. De klinische consequenties zijn waarschijnlijk beperkt, maar
klinische controle wordt aanbevolen en een verhoging van de dosis olanzapine kan, indien
noodzakelijk, overwogen worden (zie rubriek 4.2).
Remming van CYP1A2
Van fluvoxamine, een specifieke CYP1A2-remmer, is aangetoond dat het het metabolisme van
olanzapine significant remt. De gemiddelde toename in de C
max
van olanzapine, volgend op
fluvoxamine, was 54% bij vrouwelijke niet-rokers en 77% bij mannelijke rokers. De gemiddelde
toename van de AUC van olanzapine, was respectievelijk 52% en 108%. Een lagere startdosis van
26
olanzapine dient te worden overwogen bij patiënten die fluvoxamine of enige andere
CYP1A2-remmers gebruiken, zoals ciprofloxacine. Een lagere dosis olanzapine dient te worden
overwogen als wordt begonnen met een behandeling met een remmer van CYP1A2.
Verminderde biologische beschikbaarheid
Geactiveerde kool vermindert de biologische beschikbaarheid van oraal olanzapine met 50 tot 60% en
moet ten minste 2 uur voor of na olanzapine worden ingenomen.
Van fluoxetine (een remmer van CYP2D6), een enkele dosis antacidum (aluminium, magnesium) of
cimetidine is niet aangetoond dat deze de farmacokinetiek van olanzapine significant beïnvloeden.
Mogelijkheid van olanzapine om andere geneesmiddelen te beïnvloeden
Olanzapine kan een antagonistisch effect hebben op directe en indirecte dopamineagonisten.
Olanzapine remt niet de belangrijkste CYP450-iso-enzymen
in vitro
(bijvoorbeeld 1A2, 2D6, 2C9,
2C19, 3A4). Er wordt dus geen specifieke interactie verwacht, zoals bevestigd met behulp van
in-vivo-onderzoeken
waar geen remming van het metabolisme van de volgende actieve stoffen werd
gevonden: tricyclische antidepressiva (die voornamelijk de CYP2D6-route vertegenwoordigen),
warfarine (CYP2C9), theofylline (CYP1A2) of diazepam (CYP3A4 en 2C19).
Olanzapine liet geen interactie zien wanneer het gelijktijdig werd toegediend met lithium of
biperideen.
Therapeutische controle van de valproaatplasmaspiegels gaf geen indicatie dat aanpassing van de
valproaatdosis noodzakelijk is na de start van gelijktijdige toediening van olanzapine.
Algemene werking op het zenuwstelsel
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten die alcohol gebruiken of geneesmiddelen krijgen die
depressie van het centrale zenuwstelsel kunnen veroorzaken.
Gelijktijdig gebruik van olanzapine met antiparkinsongeneesmiddelen bij patiënten met de ziekte van
Parkinson en dementie wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4).
QTc-interval
Voorzichtigheid is geboden wanneer olanzapine gelijktijdig wordt toegediend met geneesmiddelen die
het QTc-interval kunnen verlengen (zie rubriek 4.4).
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen adequate, goed gecontroleerde onderzoeken bij zwangere vrouwen beschikbaar. Patiënten
dienen te worden aangeraden hun arts te informeren wanneer zij zwanger raken of zwanger willen
worden tijdens de behandeling met olanzapine. Desondanks, omdat de humane ervaring beperkt is,
dient olanzapine slechts gebruikt te worden tijdens de zwangerschap wanneer het mogelijke voordeel
het mogelijke risico voor de foetus rechtvaardigt.
Pasgeboren kinderen die tijdens het derde trimester van de zwangerschap zijn blootgesteld aan
antipsychotica (waaronder olanzapine), lopen risico op bijwerkingen na de bevalling waaronder
extrapiramidale symptomen en/of onttrekkingsverschijnselen die kunnen variëren in ernst en duur. Er
zijn meldingen van agitatie, hypertonie, hypotonie, tremor, slaperigheid, ademnood of
voedingsstoornis. Pasgeborenen moeten daarom nauwlettend worden gecontroleerd.
Borstvoeding
In een onderzoek bij gezonde vrouwen die borstvoeding gaven, werd olanzapine uitgescheiden in de
moedermelk. De gemiddelde blootstelling van het kind (mg/kg) in “steady-state” werd geschat op
1,8% van de maternale olanzapinedosis (mg/kg). Patiënten dienen te worden geadviseerd hun kind
geen borstvoeding te geven tijdens het gebruik van olanzapine.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen effecten op de vruchtbaarheid bekend (zie rubriek 5.3 voor preklinische informatie).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
27
Er is geen onderzoek uitgevoerd met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen. Aangezien olanzapine slaperigheid en duizeligheid kan
veroorzaken, dienen patiënten gewaarschuwd te worden voor het gebruik van machines, waaronder
motorvoertuigen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Volwassenen
De meest frequent (gezien bij ≥
1% van de patiënten) gemelde bijwerkingen tijdens de behandeling
met olanzapine in klinisch onderzoek waren slaperigheid, gewichtstoename, eosinofilie, verhoogde
prolactine-, cholesterol-, glucose- en triglyceridespiegels (zie rubriek 4.4), glucosurie, toegenomen
eetlust, duizeligheid, acathisie, parkinsonisme, leukopenie, neutropenie (zie rubriek 4.4), dyskinesie,
orthostatische hypotensie, anticholinerge effecten, voorbijgaande asymptomatische verhogingen van
de leveraminotransferasen (zie rubriek 4.4), huiduitslag, asthenie, moeheid, koorts, artralgie, verhoogd
alkalische fosfatase, hoog gammaglutamyltransferase, hoog urinezuur, hoog creatinefosfokinase en
oedeem.
Lijst met bijwerkingen in tabelvorm
De volgende tabel geeft een overzicht met bijwerkingen en laboratoriumonderzoeken die zijn gemeld
via spontane meldingen en tijdens de klinische onderzoeken. Binnen elke frequentie groep, worden de
bijwerkingen weergegeven in afnemende mate van ernst. De frequenties zijn als volgt gedefinieerd:
zeer vaak (≥
1/10),
vaak (≥
1/100 tot < 1/10),
soms (≥
1/1.000 tot < 1/100),
zelden (≥
1/10.000 tot
< 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden
bepaald).
Zeer vaak
Vaak
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Eosinofilie
Leukopenie
10
Immuunsysteemaandoeningen
Soms
Zelden
Trombocytopenie
Niet bekend
Neutropenie
10
Overgevoelig-
heid
11
Ontwikkeling of
exacerbatie van
diabetes, soms
geassocieerd
met ketoacidose
of coma,
waaronder
enkele gevallen
met fatale
afloop (zie
rubriek 4.4)
11
Onderkoeling
Voedings- en stofwisselingstoornissen
Gewichtstoename
1
Verhoogde
cholesterol
spiegels
2,3
Verhoogde glucose
spiegels
4
Verhoogde
triglyceride
spiegels
2,5
Glucosurie
Toegenomen
eetlust
Zenuwstelselaandoeningen
28
Zeer vaak
Somnolentie
Vaak
Duizeligheid
Acathisie
6
Parkinsonisme6
Dyskinesie6
Soms
Convulsies
waarbij in de
meeste van deze
gevallen, een
voorgeschiedeni
s van convulsies
of risicofactoren
voor convulsies
gemeld is
11
Dystonie
(inclusief
oogdraaiingen)
11
Zelden
Maligne
Neuroleptica
Syndroom (MNS)
(zie rubriek 4.4.)
12
Ontwennings-
verschijnselen
7, 12
Niet bekend
Hartaandoeningen
Tardieve
dyskinesie
11
Amnesie
9
Dysartrie
Stotteren
11
Rusteloze benen
syndroom
11
Bradycardie
QT
c
verlenging
(zie rubriek 4.4)
Ventriculaire
tachycardie/fibril-
latie
plotselinge dood
(zie rubriek 4.4)
11
Bloedvataandoeningen
Orthostatische
hypotensie
10
Trombo-
embolie
(inclusief
longembolie en
diep-veneuze
trombose) (zie
rubriek 4.4)
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Epistaxis
9
Maagdarmstelselaandoeningen
Lichte,
Opgezwollen
voorbijgaande
buik
9
anticholinerge
Hypersalivatie
11
effecten inclusief
constipatie en
droge mond.
Lever- en galaandoeningen
Voorbijgaande,
asymptomatische
verhogingen van
leveramino-
transferasen
(ALAT, ASAT),
vooral in het begin
van de behandeling
(zie rubriek 4.4).
Huid- en onderhuidaandoeningen
Huiduitslag
Fotosensitieve
29
Pancreatitis
11
Hepatitis (inclusief
hepatocellulair,
cholestatisch of
gemengd
leverletsel)
11
.
Drugreactie met
Zeer vaak
Vaak
Soms
reactie
Alopecia
Zelden
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Nier- en urinewegaandoeningen
Niet bekend
eosinofilie en
systemische
symptomen
(DRESS)
Artralgie
9
Rabdomyolyse
11
Urine-
incontinentie
Urineretentie
Vertraagde
urinelozing
11
Zwangerschap, perinatale periode en puerperium
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Erectiestoornis bij
mannen
Verminderd libido
bij mannen en
vrouwen
Neonataal
geneesmiddel-
onttrekkings-
syndroom (zie
rubriek 4.6)
Priapisme
12
Amenorroe
Vergroting van
de borsten
Galactorroe bij
vrouwen
Gynecomastie/
vergroting van
de borsten bij
mannen
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Asthenie
Moeheid
Oedeem
Onderzoeken
Verhoogde plasma-
prolactinespiegels
8
Koorts
10
Verhoogde
alkalische
fosfatase
10
Hoge
creatinefosfokinase
11
Verhoogde
totale bilirubine
Hoog urinezuur
10
1
Hoge
gammaglutamyl-
transferase
10
Klinisch significante gewichtstoename werd gezien bij alle Body Mass Index (BMI)-categorieën.
Na kortetermijnbehandeling (mediane behandelingsduur 47 dagen) kwam gewichtstoename van
7% van het lichaamsgewicht na
start van de behandeling zeer vaak voor (22,2%), ≥
15% van het
lichaamsgewicht na start van de behandeling kwam vaak voor (4,2%) en gewichtstoename van
25% van het lichaamsgewicht na start van de behandeling kwam soms voor (0,8%). Bij
langdurige blootstelling (ten minste 48
weken), kwam gewichtstoename van ≥ 7%, ≥
15% en
25% zeer vaak voor (respectievelijk 64,4%, 31,7% en 12,3%).
Gemiddelde verhogingen in nuchtere lipidenwaarden (totaal cholesterol, LDL-cholesterol en
triglyceriden) waren groter bij patiënten zonder bewijs van dysregulatie van lipiden bij aanvang.
30
2
3
Er werd gezien dat normale nuchtere cholesterolspiegels bij aanvang (< 5,17 mmol/l) naar een hoge
spiegel toenamen (≥
6,2 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere cholesterolspiegels bij
aanvang (≥
5,17 mmol/l-< 6,2
mmol/l) naar een hoge spiegel (≥
6,2 mmol/l) kwamen zeer vaak
voor.
Er werd gezien dat normale nuchtere glucosespiegels bij aanvang (< 5,56 mmol/l) naar een hoge
spiegel toenamen (≥
7 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere glucosespiegels bij aanvang
(≥
5,56-< 7
mmol/l) naar een hoge spiegel (≥
7 mmol/l) kwam zeer vaak voor.
Er werd gezien dat normale nuchtere triglyceridenspiegels bij aanvang (< 1,69 mmol/l) naar een
hoge spiegel toenamen (≥
2,26 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere
triglyceridenspiegels bij aanvang (≥
1,69 mmol/l-< 2,26 mmol/l) naar een hoge spiegel
(≥
2,26 mmol/l) kwamen zeer vaak voor.
In klinische onderzoeken was de incidentie van Parkinsonisme en dystonie bij patiënten behandeld
met olanzapine numeriek hoger, maar niet statistisch significant verschillend van placebo.
Patiënten behandeld met olanzapine hadden een lagere incidentie van Parkinsonisme, acathisie en
dystonie vergeleken met getitreerde doses van haloperidol. Door gebrek aan gedetailleerde
informatie over de voorgeschiedenis van individuele acute en tardieve extrapiramidale
bewegingsstoornissen, kan men op dit ogenblik niet concluderen dat olanzapine minder tardieve
dyskinesie en/of andere tardieve extrapiramidale syndromen voortbrengt.
Acute symptomen zoals zweten, slapeloosheid, tremor, angst, misselijkheid en overgeven zijn
gemeld wanneer olanzapine plotseling wordt gestaakt.
In klinische onderzoeken tot 12 weken overschreden de plasmaprolactineconcentraties de bovenste
limiet van de normale range bij ongeveer 30% van de met olanzapine behandelde patiënten met een
normale uitgangsprolactinewaarde. Bij de meerderheid van deze patiënten waren de verhogingen in
het algemeen bescheiden en bleven beneden twee keer de bovenste limiet van de normale range.
Bijwerking geïdentificeerd in klinisch onderzoek uit de geïntegreerde olanzapinedatabase.
Beoordeeld via gemeten waarden in klinisch onderzoek uit de geïntegreerde olanzapinedatabase.
Bijwerking geïdentificeerd uit spontane postmarketingmeldingen waarbij de frequentie is
vastgesteld met gebruik van de geïntegreerde olanzapinedatabase.
Bijwerking geïdentificeerd uit spontane postmarketingmeldingen met een frequentie geschat op de
bovenste limiet van het 95% betrouwbaarheidsinterval, gebruikmakend van de geïntegreerde
olanzapinedatabase.
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Langdurige blootstelling (ten minste 48 weken)
Het aandeel van de patiënten die klinische significante negatieve veranderingen ondervonden met
betrekking tot gewichtstoename, glucose, totaal/LDL/HDL-cholesterol of triglyceriden nam in de loop
van de tijd toe. Bij volwassen patiënten die gedurende 9-12 maanden werden behandeld, was de
snelheid waarmee de gemiddelde bloedglucose toenam, vertraagd na ongeveer 6 maanden.
Aanvullende informatie over speciale patiëntenpopulaties
In klinische onderzoeken bij oudere patiënten met dementie werd behandeling met olanzapine in
verband gebracht met een hogere incidentie van mortaliteit en cerebrovasculaire bijwerkingen
vergeleken met placebo (zie rubriek 4.4).
Zeer vaak (> 10%) voorkomende bijwerkingen die geassocieerd worden met het gebruik van
olanzapine in deze patiëntengroep waren een abnormaal looppatroon en vallen. Pneumonie, verhoogde
lichaamstemperatuur, lethargie, erytheem, visuele hallucinaties en urine-incontinentie werden vaak
(1 – 10%) waargenomen.
31
Uit klinische onderzoeken bij patiënten met een geneesmiddelgeïnduceerde (dopamineagonist)
psychose bij de ziekte van Parkinson werd een verergering van de parkinsonsymptomatologie en
-hallucinaties zeer vaak gemeld en vaker dan bij placebo.
In één klinisch onderzoek bij patiënten met bipolaire manie resulteerde de combinatietherapie van
valproaat met olanzapine in een neutropenie incidentie van 4,1%; mogelijk hebben hoge
valproaatspiegels hiertoe bijgedragen. Olanzapine gaf, in combinatie met lithium of valproaat, een
toename (≥ 10%) van tremor, droge mond, toename in eetlust en gewicht. Spraakstoornis werd
eveneens vaak gerapporteerd. Tijdens de behandeling met olanzapine in combinatie met lithium of
valproaat werd een gewichtstoename van 7% of meer gezien ten opzichte van het lichaamsgewicht bij
start van de behandeling bij 17,4% van de patiënten tijdens acute therapie (tot 6 weken).
Langetermijnbehandeling met olanzapine (tot 12 maanden) ter preventie van een recidief bij patiënten
met bipolaire stoornis werd in verband gebracht met een gewichtstoename van 7% of meer ten
opzichte van het lichaamsgewicht bij start van de behandeling bij 39,9% van de patiënten.
Pediatrische patiënten
Olanzapine is niet geïndiceerd voor de behandeling van kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar.
Hoewel er geen klinische onderzoeken zijn uitgevoerd om adolescenten te vergelijken met
volwassenen, zijn gegevens uit onderzoeken met adolescenten vergeleken met die uit onderzoeken met
volwassenen.
De volgende tabel geeft een samenvatting van de bijwerkingen die met grotere frequentie zijn gemeld
bij adolescente patiënten (leeftijd 13-17 jaar) dan bij volwassen patiënten of bijwerkingen die enkel
gemeld zijn tijdens kortetermijn klinisch onderzoek met adolescente patiënten. Klinisch significante
gewichtstoename (≥
7%) lijkt vaker op te treden in de adolescente populatie in vergelijking met
volwassenen met een vergelijkbare blootstelling. De omvang van de gewichtstoename en het aandeel
van de adolescente patiënten die een klinisch significante gewichtstoename hadden waren groter na
langdurige blootstelling (ten minste 24 weken) dan na blootstelling gedurende korte tijd.
Binnen elke frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. De
terminologie van de frequentie
is als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥
1/10),
vaak (≥
1/100 tot < 1/10).
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak: Gewichtstoename
13
, verhoogde triglyceridespiegels
14
, toegenomen eetlust.
Vaak: Verhoogde cholesterolspiegels
15
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak: Sedatie (met inbegrip van: hypersomnie, lethargie, slaperigheid).
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak: Droge mond
Lever- en galaandoeningen
Zeer vaak: Verhogingen van de leveraminotransferasen (ALAT/ASAT; zie rubriek 4.4).
Onderzoeken
Zeer vaak: Afgenomen totaal bilirubine, toegenomen GGT, verhoogde plasmaprolactinespiegels
16
.
13
Na kortetermijnbehandeling (mediane duur 22 dagen) kwam
gewichtstoename van ≥
7% van het
lichaamsgewicht (kg) bij aanvang
zeer vaak voor (40,6%), ≥
15% van het lichaamsgewicht bij
aanvang
kwam vaak voor (7,1%) en ≥
25% van het lichaamsgewicht bij aanvang kwam vaak voor
(2,5%). Bij langdurige blootstelling (ten minste 24
weken) kwam 89,4% ≥ 7%, 55,3% ≥
15% en
29,1% ≥
25% van het lichaamsgewicht bij start van de behandeling aan.
Er werd gezien dat normale nuchtere triglyceridenspiegels bij aanvang (< 1,016 mmol/l) naar een
hoge spiegel toenamen (≥
1,467 mmol/l), en dat borderline nuchtere triglyceridenspiegels bij
aanvang (≥
1,016 mmol/l-< 1,467
mmol/l) naar een hoge spiegel toenamen (≥
1,467 mmol/l).
Er werd vaak gezien dat normale nuchtere cholesterolspiegels bij aanvang (< 4,39 mmol/l) naar een
hoge spiegel toenamen (≥
5,17 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere cholesterolspiegels
32
14
15
bij aanvang (≥
4,39 mmol/l-< 5,17
mmol/l) naar een hoge spiegel (≥
5,17 mmol/l) kwamen zeer
vaak voor.
16
Verhoogde plasmaprolactinespiegels werden gemeld in 47,4% van de adolescente patiënten.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Klachten en symptomen
Zeer vaak voorkomende symptomen bij overdosering (incidentie > 10%) zijn tachycardie,
agitatie/agressiviteit, dysartrie, verschillende extrapiramidale symptomen en een verminderd
bewustzijn variërend van sedatie tot coma.
Andere medisch significante gevolgen van overdosering zijn delirium, convulsie, coma, mogelijke
maligne neurolepticasyndroom, ademhalingsdepressie, aspiratie, hypertensie of hypotensie,
cardiale aritmieën (< 2% van de gevallen van overdosering) en hart- en ademstilstand. Dodelijke
aflopen zijn gemeld bij acute overdoses vanaf 450 mg maar overleving is ook gemeld na acute
overdosis van ongeveer 2 g olanzapine oraal.
Behandeling
Er bestaat geen specifiek antidotum tegen olanzapine. Het induceren van braken wordt niet
aanbevolen. De standaardprocedures voor de behandeling van overdosering kunnen van
toepassing zijn (dat wil zeggen maagspoeling, toediening van geactiveerde kool). Het is
aangetoond dat de gelijktijdige toediening van geactiveerde kool de orale biologische
beschikbaarheid van olanzapine met 50 tot 60% vermindert.
Symptomatische behandeling en controle van de vitale orgaanfuncties dienen te worden ingesteld op
geleide van het klinisch beeld, waaronder behandeling van hypotensie en circulatoire collaps en
ondersteuning van de ademhalingsfunctie. Gebruik geen adrenaline, dopamine, of andere
sympathicomimetica met bèta-agonistische activiteit, omdat stimulering van de bètareceptoren de
hypotensie kan verergeren. Het volgen van de cardiovasculaire functies is noodzakelijk om mogelijke
aritmieën te detecteren. Zorgvuldige medische supervisie en monitoren dienen te worden voortgezet
totdat de patiënt is hersteld.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psycholeptica, diazepines, oxazepines, thiazepines en oxepines.
ATC-code: N05A H03.
Farmacodynamische effecten
Olanzapine is een antipsychoticum, een middel tegen manie en een stemmingsstabilisator dat een
breed farmacologisch profiel vertoont in een aantal receptorsystemen.
In preklinische onderzoeken vertoonde olanzapine een reeks van receptoraffiniteiten (K
i
;
<
100 nM)
voor serotonine 5HT
2A/2C
-, 5HT
3
- en 5HT
6
-receptoren, dopamine D
1
-, D
2
-, D
3
-, D
4
- en D
5
-receptoren,
cholinerge muscarinereceptoren (M
1
-M
5
),
α
1
-adrenerge receptoren en histamine H
1
-receptoren.
Diergedragsonderzoeken met olanzapine duidden op 5HT-, dopamine-, en cholinerg antagonisme,
consistent met het receptorbindingsprofiel. Olanzapine vertoonde een hogere
in-vitro-affiniteit
voor
serotonine 5HT
2
- dan dopamine D
2
-receptoren en grotere 5HT-activiteit dan D-activiteit in
in-vivo-modellen.
Electrofysiologische onderzoeken toonden aan dat olanzapine selectief het vuren
van de mesolimbische (A 10) dopaminerge neuronen reduceert, terwijl het weinig effect heeft op de
33
striatale (A 9) banen betrokken bij motorische functies. Olanzapine verlaagde een geconditioneerde
vermijdingsreactie, een test die voorspellend is voor antipsychotische activiteit, bij doses lager dan die
welke katalepsie veroorzaken, een effect dat wijst op motorische bijwerkingen. Anders dan bij
sommige andere antipsychotica neemt bij olanzapine de respons toe in een “anxiolytische” test.
In een Positron Emissie Tomografie (PET) onderzoek bij gezonde vrijwilligers met een éénmalige
orale dosis (10 mg) had olanzapine een grotere 5HT
2A
-receptorbezetting dan dopamine
D
2
-receptorbezetting. Bovendien bleek uit een Single Photon Emission Computed Tomography
(SPECT) onderzoek in schizofrene patiënten dat patiënten gevoelig voor olanzapine een lagere
striatale D
2
bezetting hadden dan patiënten gevoelig voor sommige andere antipsychotica en
risperidon, terwijl deze vergelijkbaar waren met patiënten gevoelig voor clozapine.
Klinische werkzaamheid
In 2 op 2 placebo en 2 op 3 gecontroleerde vergelijkende onderzoeken met meer dan 2900 schizofrene
patiënten die zowel positieve als negatieve symptomen vertoonden werd olanzapine geassocieerd met
statistisch significant grotere verbeteringen van zowel negatieve als positieve symptomen.
In een multinationaal, dubbelblind, vergelijkend onderzoek van schizofrenie, schizoaffectieve en
aanverwante stoornissen, waarbij 1481 patiënten met verschillende graad van geassocieerde
depressieve symptomen (gemiddelde uitgangswaarde van 16,6 op de Montgomery-Asberg Depression
Rating Scale-MADRS) betrokken waren, toonde een prospectieve secundaire analyse een statistisch
significante verbetering aan (p = 0,001) in de verandering van de gemoedsscore van uitgangswaarde
tot eindwaarde, in het voordeel van olanzapine (- 6,0) ten opzichte van haloperidol (- 3,1).
Bij patiënten met een manische of gemengde episode van bipolaire stoornis vertoonde olanzapine
superieure werkzaamheid ten opzichte van placebo en valproaatseminatrium, terwijl de manische
symptomen over een periode van 3 weken afnamen. Olanzapine vertoonde vergelijkbare
werkzaamheidresultaten qua werkzaamheid als haloperidol, uitgedrukt in de proportie patiënten die
een symptomatische remissie van manie en depressie hadden bij 6 en 12 weken. In een comedicatie
onderzoek waarbij patiënten ten minste 2 weken werden behandeld met lithium of valproaat,
resulteerde de gelijktijdige toediening van 10 mg olanzapine (comedicatie met lithium of valproaat) in
een grotere afname van symptomen van manie dan met lithium- of valproaatmonotherapie na 6 weken.
In een 12 maanden durend recidiefpreventieonderzoek bij patiënten met een manische episode, die in
remissie waren gekomen met olanzapine en vervolgens gerandomiseerd werden naar olanzapine of
placebo, liet olanzapine een statistisch significante superioriteit boven placebo zien, gemeten volgens
het primaire eindpunt van een bipolair recidief. Olanzapine liet ook een statistisch significant voordeel
boven placebo zien in termen van preventie van ofwel een recidief van manie ofwel een recidief van
depressie.
In een tweede 12 maanden durend recidiefpreventieonderzoek bij patiënten met een manische episode,
die in remissie waren gekomen met een combinatie van olanzapine en lithium en vervolgens
gerandomiseerd werden naar enkel olanzapine of lithium, was olanzapine statistisch niet inferieur aan
lithium volgens het primaire eindpunt van een bipolair recidief (olanzapine 30,0%, lithium 38,3%;
p = 0,055).
In een 18 maanden durend onderzoek met combinatietherapie bij patiënten met een manische of
gemengde episode, die in remissie waren gekomen met olanzapine in combinatie met een
stemmingsstabilisator (lithium of valproaat), was langetermijn olanzapine combinatietherapie met
lithium of valproaat niet statistisch significant superieur ten opzichte van enkel lithium of valproaat in
het uitstellen van een bipolair recidief, gedefinieerd volgens (diagnostische) criteria van het syndroom.
Pediatrische patiënten
Gecontroleerde werkzaamheidsgegevens bij adolescenten (leeftijd 13 tot 17 jaar) zijn beperkt tot
kortetermijnstudies bij schizofrenie (6 weken) en manie geassocieerd met bipolaire I-stoornis
(3 weken), waar minder dan 200 adolescenten bij betrokken waren. Olanzapine werd gebruikt in een
flexibele dosering beginnend met 2,5 en oplopend tot 20 mg/dag. Tijdens de behandeling met
34
olanzapine namen de adolescenten significant veel meer in gewicht toe dan volwassenen. De omvang
van veranderingen in nuchter totaal cholesterol, LDL-cholesterol, triglyceriden en prolactine (zie
rubriek 4.4 en 4.8) was groter bij adolescenten dan bij volwassenen. Er zijn geen gecontroleerde
gegevens over het behoud van effect of over de veiligheid op de langetermijn (zie rubriek 4.4 en 4.8).
Informatie over langetermijnveiligheid is primair beperkt tot open label, ongecontroleerde data.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Olanzapine wordt goed geabsorbeerd na orale toediening, waarbij de piekplasmaconcentraties worden
bereikt na 5 tot 8 uur. De absorptie wordt niet beïnvloed door voedsel. De absolute orale biologische
beschikbaarheid t.o.v. intraveneuze toediening is niet vastgesteld.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van olanzapine bedroeg ongeveer 93% over het concentratiebereik van
ongeveer 7 tot ongeveer 1000 ng/ml. Het wordt voornamelijk
gebonden aan albumine en α
1
-zure
glycoproteïne.
Biotransformatie
Olanzapine wordt gemetaboliseerd in de lever via conjugatie en oxidatie. De belangrijkste metaboliet
is het 10-N-glucuronide, dat de bloed-hersenbarrière niet passeert. Cytochroom P450-CYP1A2 en
P450-CYP2D6 dragen bij tot de vorming van de N-desmethyl en 2-hydroxymethyl metabolieten, die
beide in onderzoeken bij dieren
in vivo
significant minder farmacologische activiteit vertoonden dan
olanzapine. De overheersende farmacologische activiteit komt van de moederstof olanzapine.
Eliminatie
Na orale toediening varieerde de terminale eliminatie-halfwaardetijd van olanzapine in gezonde
personen met leeftijd en geslacht.
De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van olanzapine is bij gezonde ouderen (65 jaar en ouder)
verlengd vergeleken met niet-ouderen (51,8 uur t.o.v. 33,8 uur) en de klaring was afgenomen (17,5
t.o.v. 18,2 l/uur). De farmacokinetische variabiliteit waargenomen bij ouderen valt binnen de
variabiliteit bij niet-ouderen. Bij 44 schizofrene patiënten ouder dan 65 jaar was een dosis van 5 tot
20 mg niet geassocieerd met een afwijkend profiel van ongewenste effecten.
De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van olanzapine is bij vrouwen enigszins verlengd (36,7 uur
t.o.v. 32,3 uur) vergeleken met mannen, en de klaring was afgenomen (18,9 t.o.v. 27,3 l/uur). Echter,
olanzapine (5-20 mg) vertoonde een vergelijkbaar veiligheidsprofiel bij zowel vrouwelijke (n = 467)
als bij mannelijke patiënten (n = 869).
Nierfunctiestoornis
Bij patiënten met een nierfunctiestoornis (creatinine klaring
<
10 ml/min) was er t.o.v. gezonde
personen geen significant verschil in gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd (37,7 t.o.v. 32,4 uur) of
klaring (21,2 t.o.v. 25,0 l/uur). Een massa-balansonderzoek toonde aan dat ongeveer 57% van
radio-gelabeld olanzapine in de urine verscheen, hoofdzakelijk als metabolieten.
Leverfunctiestoornis
Een kleine studie naar het effect van een leverfunctiestoornis bij 6 personen met klinisch significante
cirrose (Child-Pugh score A (n = 5) en B (n = 1)) toonde weinig effect aan op de farmacokinetiek van
oraal toegediend olanzapine (enkelvoudige dosis van 2,5-7,5 mg): personen met een milde tot matige
leverfunctiestoornis hadden een licht verhoogde systemische klaring en een snellere
eliminatiehalfwaardetijd in vergelijking met personen zonder leverfunctiestoornis (n = 3). Er waren
meer rokers onder de personen met cirrose (4/6; 67%) dan onder personen zonder leverfunctiestoornis
(0/2; 0%).
Roken
Bij niet-rokers was t.o.v. de rokers (mannen en vrouwen) de gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd
35
(38,6 uur t.o.v. 30,4 uur) verlengd en de klaring (18,6 t.o.v. 27,7 l/uur) afgenomen.
De plasmaklaring van olanzapine is lager bij ouderen dan bij jongeren, in vrouwen dan in mannen en
in niet-rokers dan in rokers. Echter, de grootte van de invloed van leeftijd, geslacht of roken op de
klaring en halfwaardetijd van olanzapine is klein in vergelijking met de totale interindividuele
variabiliteit.
In een onderzoek van Kaukasische, Japanse en Chinese personen waren er geen verschillen in de
farmacokinetische parameters tussen de 3 populaties.
Pediatrische patiënten
Adolescenten (leeftijd 13 tot 17 jaar): De farmacokinetiek van olanzapine is vergelijkbaar tussen
adolescenten en volwassenen. In klinisch onderzoek was de gemiddelde olanzapineblootstelling bij
adolescenten ongeveer 27% hoger. Demografische verschillen tussen adolescenten en volwassenen
omvatten een lager gemiddeld lichaamsgewicht en er waren minder rokers onder de adolescenten.
Dergelijke factoren dragen mogelijk bij aan een hogere gemiddelde blootstelling bij adolescenten.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Acute toxiciteit (na eenmalige dosis)
De symptomen van toxiciteit bij knaagdieren na orale toediening waren karakteristiek voor potente
neuroleptica: hypo-activiteit, coma, tremoren, clonische convulsies, speekselvloed en gereduceerde
gewichtstoename. De mediane letale doses waren ongeveer 210 mg/kg (muizen) en 175 mg/kg
(ratten). Honden verdroegen eenmalige orale doses tot 100 mg/kg zonder mortaliteit. De klinische
symptomen omvatten sedatie, ataxie, tremoren, verhoging van de hartfrequentie, bemoeilijkte
ademhaling, miosis en anorexia. Bij apen veroorzaakten eenmalige orale doses tot 100 mg/kg
prostratie, en in hogere doses, een verlaagd bewustzijn.
Toxiciteit bij herhaalde dosering
Bij onderzoeken met een duur tot 3 maanden bij muizen en tot 1 jaar bij ratten en honden werden
voornamelijk depressie van het centrale zenuwstelsel (CZS), anticholinerge effecten en perifere
hematologische stoornissen gezien. Er ontwikkelde zich tolerantie voor de CZS-depressie.
Groeiparameters verminderden bij hoge doses. Bij ratten zijn reversibele effecten gezien passend bij
een verhoogde prolactinespiegel. Zij omvatten een gewichtsvermindering van de ovaria en uterus en
morfologische veranderingen in het vaginaal epitheel en in borstklieren.
Hematologische toxiciteit
Effecten op hematologische parameters werden gevonden in alle species, waaronder dosisafhankelijke
afnamen in circulerende leukocyten in muizen en aspecifieke verlagingen van circulerende leukocyten
in ratten; er was echter geen beenmergcytotoxiciteit aantoonbaar. Er ontwikkelde zich bij enkele
honden die behandeld werden met 8 of 10 mg/kg/dag (totale olanzapineblootstelling [AUC] is
12-15 maal groter dan die bij een dosis van 12 mg aan de mens) reversibele neutropenie,
trombocytopenie of anemie. Bij cytopenische honden werden geen ongewenste effecten waargenomen
op moedercellen en prolifererende cellen in het beenmerg.
Reproductietoxiciteit
Olanzapine had geen teratogene effecten. Sedatie beïnvloedde de paringsprestatie van mannelijke
ratten. Bij ratten werden de oestruscycli beïnvloed bij doses van ten minste 1,1 mg/kg (3 maal de
maximale dosis bij de mens) en de voortplantingsparameters werden beïnvloed bij doses van ten
minste 3 mg/kg (9 maal de maximale dosis bij de mens). De nakomelingen van met olanzapine
behandelde ratten bleken in foetale ontwikkeling vertraagd te zijn en bij deze werden voorbijgaande
dalingen in activiteit gezien.
Mutageniciteit
In een volledige reeks van standaardtesten, waaronder bacteriële mutatietesten en
in-vitro-
en
in-vivo-zoogdiertesten,
was olanzapine niet mutageen noch veroorzaakte het een chromosoombreuk.
Carcinogeniteit
36
Op basis van de resultaten van onderzoeken bij muizen en ratten werd geconcludeerd dat olanzapine
niet carcinogeen is.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Mannitol (E421)
Aspartaam (E951)
Magnesiumstearaat
Crospovidon type B
Lactosemonohydraat
Hydroxypropylcellulose
Citroensmaak (smaakstoffen, maltodextrine, sucrose, arabische gom (E414), glyceryltriacetaat
(E1518) en alfa-tocoferol (E307).
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
2 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
OPA-Al-PVC/Al blisterverpakkingen in doosjes van 28, 30, 35, 50, 56, 70 of 98 orodispergeerbare
tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
OPA-Al-PVC/Al blisterverpakkingen in doosjes van 28, 30, 35, 50, 56, 70 of 98 orodispergeerbare
tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
OPA-Al-PVC/Al blisterverpakkingen in doosjes van 28, 30, 35, 50, 56, 70 of 98 orodispergeerbare
tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
OPA-Al-PVC/Al blisterverpakkingen in doosjes van 28, 30, 35, 56, 70 of 98 orodispergeerbare
tabletten per doosje.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
37
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
EU/1/07/427/023 – 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/024 – 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/044 – 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/025 – 50 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/026 – 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/054 – 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/064 – 98 tabletten, per doos.
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
EU/1/07/427/027 – 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/028 – 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/045 – 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/029 – 50 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/030 – 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/055 – 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/065 – 98 tabletten, per doos.
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
EU/1/07/427/031 – 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/032 – 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/046 – 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/033 – 50 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/034 – 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/056 – 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/066 – 98 tabletten, per doos.
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
EU/1/07/427/035 – 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/036 – 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/047 – 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/037 – 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/057 – 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/067 – 98 tabletten, per doos.
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 12 december 2007
Datum van laatste verlenging: 12 december 2012
38
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
{MM/JJJJ}
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europe.eu <, en de website van {naam van het nationaal
bureau (link)}>.
39
BIJLAGE II
A. FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
40
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Teva Pharmaceutical Works Co. Ltd
Pallagi út 13
4042 Debrecen
Hongarije
TEVA PHARMA S.L.U.
Poligono Industrial Malpica, c/C, no. 4
50.016 Zaragoza
Spanje
Merckle GmbH
Ludwig-Merckle-Strasse 3
89143 Blaubeuren
Duitsland
Teva Pharma B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
Niet van toepassing.
41
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
42
A. ETIKETTERING
43
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat: 2,5 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
35 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
70 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
44
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/001
EU/1/07/427/002
EU/1/07/427/003
EU/1/07/427/038
EU/1/07/427/048
EU/1/07/427/058
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
45
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
46
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
Teva
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
47
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat: 5 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 filmomhulde tabletten
28 x 1 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
30 x 1 filmomhulde tabletten
35 filmomhulde tabletten
35 x 1 filmomhulde tabletten
50 filmomhulde tabletten
50 x 1 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tabletten
70 filmomhulde tabletten
70 x 1 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
98 x 1 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
48
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/004
EU/1/07/427/005
EU/1/07/427/006
EU/1/07/427/007
EU/1/07/427/039
EU/1/07/427/049
EU/1/07/427/059
EU/1/07/427/070
EU/1/07/427/071
EU/1/07/427/072
EU/1/07/427/073
EU/1/07/427/074
EU/1/07/427/075
EU/1/07/427/076
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
49
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
50
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
Teva
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
51
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat: 7,5 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 filmomhulde tabletten
28 x 1 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
30 x 1 filmomhulde tabletten
35 filmomhulde tabletten
35 x 1 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
70 filmomhulde tabletten
70 x 1 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
98 x 1 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
52
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/008
EU/1/07/427/009
EU/1/07/427/010
EU/1/07/427/040
EU/1/07/427/050
EU/1/07/427/060
EU/1/07/427/068
EU/1/07/427/077
EU/1/07/427/078
EU/1/07/427/079
EU/1/07/427/080
EU/1/07/427/081
EU/1/07/427/082
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
53
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
54
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
Teva
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
55
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat: 10 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 filmomhulde tabletten
7 x 1 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
28 x 1 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
30 x 1 filmomhulde tabletten
35 filmomhulde tabletten
35 x 1 filmomhulde tabletten
50 filmomhulde tabletten
50 x 1 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
70 filmomhulde tabletten
70 x 1 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
98 x 1 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
56
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/011
EU/1/07/427/012
EU/1/07/427/013
EU/1/07/427/014
EU/1/07/427/015
EU/1/07/427/041
EU/1/07/427/051
EU/1/07/427/061
EU/1/07/427/069
EU/1/07/427/083
EU/1/07/427/084
EU/1/07/427/085
EU/1/07/427/086
EU/1/07/427/087
EU/1/07/427/088
EU/1/07/427/089
EU/1/07/427/090
13.
Lot
PARTIJNUMMER
57
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
58
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
Teva
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
59
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat: 15 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
35 filmomhulde tabletten
50 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
70 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
60
Bewaren beneden 25 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/016
EU/1/07/427/017
EU/1/07/427/018
EU/1/07/427/019
EU/1/07/427/042
EU/1/07/427/052
EU/1/07/427/062
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
61
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
62
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
Teva
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
63
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat: 20 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
35 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
70 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
64
Bewaren beneden 25 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/020
EU/1/07/427/021
EU/1/07/427/022
EU/1/07/427/043
EU/1/07/427/053
EU/1/07/427/063
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
65
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
66
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
Teva
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
67
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat: 5 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactose, sucrose en aspartaam (E951), zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 orodispergeerbare tabletten
30 orodispergeerbare tabletten
35 orodispergeerbare tabletten
50 orodispergeerbare tabletten
56 orodispergeerbare tabletten
70 orodispergeerbare tabletten
98 orodispergeerbare tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
68
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/023
EU/1/07/427/024
EU/1/07/427/025
EU/1/07/427/026
EU/1/07/427/044
EU/1/07/427/054
EU/1/07/427/064
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
69
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
70
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
Teva
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
71
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat: 10 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactose, sucrose en aspartaam (E951), zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 orodispergeerbare tabletten
30 orodispergeerbare tabletten
35 orodispergeerbare tabletten
50 orodispergeerbare tabletten
56 orodispergeerbare tabletten
70 orodispergeerbare tabletten
98 orodispergeerbare tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
72
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/027
EU/1/07/427/028
EU/1/07/427/029
EU/1/07/427/030
EU/1/07/427/045
EU/1/07/427/055
EU/1/07/427/065
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
73
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
74
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
Teva
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
75
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat: 15 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactose, sucrose en aspartaam (E951), zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 orodispergeerbare tabletten
30 orodispergeerbare tabletten
35 orodispergeerbare tabletten
50 orodispergeerbare tabletten
56 orodispergeerbare tabletten
70 orodispergeerbare tabletten
98 orodispergeerbare tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
76
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/031
EU/1/07/427/032
EU/1/07/427/033
EU/1/07/427/034
EU/1/07/427/046
EU/1/07/427/056
EU/1/07/427/066
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
77
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
78
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
Teva
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
79
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat: 20 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactose, sucrose en aspartaam (E951), zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 orodispergeerbare tabletten
30 orodispergeerbare tabletten
35 orodispergeerbare tabletten
56 orodispergeerbare tabletten
70 orodispergeerbare tabletten
98 orodispergeerbare tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
80
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/035
EU/1/07/427/036
EU/1/07/427/037
EU/1/07/427/047
EU/1/07/427/057
EU/1/07/427/067
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
81
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
82
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
Teva
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
83
B. BIJSLUITER
84
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Olanzapine Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Olanzapine Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Olanzapine Teva bevat de werkzame stof olanzapine. Olanzapine Teva behoort tot de groep van
geneesmiddelen die antipsychotica wordt genoemd en wordt gebruikt ter behandeling van de volgende
aandoeningen:
- Schizofrenie, een ziekte met verschijnselen zoals het horen, zien of voelen van dingen die er
niet zijn; waangedachten, ongebruikelijke achterdocht en teruggetrokken gedrag. Mensen met
deze ziekte kunnen zich ook depressief, angstig of gespannen voelen.
-
Matige tot ernstige manische episoden, een aandoening met verschijnselen van opwinding of
euforie.
Gebleken is dat Olanzapine Teva herhaling van deze verschijnselen voorkomt bij patiënten met
bipolaire stoornis bij wie de manische episode reageerde op behandeling met olanzapine.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Een allergische reactie kan herkend worden aan huiduitslag, jeuk, een gezwollen
gezicht, gezwollen lippen of kortademigheid. Als dit op u van toepassing is, vertel dit dan aan uw
arts.
-
Voorheen werden reeds oogproblemen zoals bepaalde vormen van glaucoom (verhoogde druk in
het oog) bij u vastgesteld.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.
-
Het gebruik van Olanzapine Teva door oudere patiënten met dementie wordt niet aanbevolen
85
-
-
-
-
aangezien er ernstige bijwerkingen kunnen optreden
Geneesmiddelen van dit type kunnen abnormale bewegingen van met name het gezicht of de tong
veroorzaken. Als dit optreedt terwijl u Olanzapine Teva gebruikt, moet u dit aan uw arts vertellen.
In zeer zeldzame gevallen kunnen geneesmiddelen van dit type een combinatie van koorts, een
snellere ademhaling, transpiratie, spierstijfheid en sufheid of slaperigheid veroorzaken. Indien dit
voorkomt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Bij patiënten die
Olanzapine Teva
gebruiken, is gewichtstoename geconstateerd. U en uw arts
moeten regelmatig uw gewicht controleren.
Overweeg, indien nodig, verwijzing naar een
vetgehalte (triglyceriden en cholesterol) geconstateerd. Voordat u begint met het gebruik van
Olanzapine Teva
, en regelmatig tijdens de behandeling, moet uw arts bloedtesten doen om uw
bloedsuiker en bepaalde vetgehalten te controleren.
Vertel het uw arts als u of iemand in uw familie bloedstolsels heeft gehad, omdat geneesmiddelen
als deze in verband zijn gebracht met de vorming van bloedstolsels.
diëtist of hulp bij het opstellen van een dieet.
Bij patiënten die
Olanzapine Teva
gebruiken, is een hoog bloedsuikergehalte en een hoog
-
Als u lijdt aan een van de volgende ziekten, vertel dit dan zo snel mogelijk aan uw arts:
-
beroerte of “kleine” beroerte (tijdelijke symptomen van beroerte)
-
ziekte van Parkinson
-
prostaatklachten
-
belemmerde darmpassage (paralytische ileus)
-
lever- of nierziekte
-
bloedstoornissen
-
hartaandoening
-
diabetes
-
toevallen
-
als u weet dat u een zouttekort kunt hebben door langdurige ernstige diarree en braken of door
gebruik van plaspillen (diuretica)
Indien u lijdt aan dementie, dient u of uw verzorger/familie aan uw arts te vertellen of u ooit een
beroerte of “kleine” beroerte heeft gehad.
Indien u ouder dan 65 jaar bent, kan als voorzorgsmaatregel regelmatig uw bloeddruk door uw arts
gecontroleerd worden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Olanzapine Teva is niet bestemd voor patiënten die jonger zijn dan 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Neemt u naast Olanzapine Teva nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts
of apotheker.
Gebruik alleen andere geneesmiddelen indien u Olanzapine Teva gebruikt als uw arts zegt dat dit kan.
U kunt zich slaperig voelen als u Olanzapine Teva samen gebruikt met geneesmiddelen tegen
depressie of geneesmiddelen tegen angst of slaapmiddelen (tranquillizers).
Vertel het met name aan uw arts wanneer u:
-
geneesmiddelen tegen de ziekte van Parkinson gebruikt
-
carbamazepine (gebruikt bij epilepsie en om de stemming in evenwicht te houden), fluvoxamine
(een geneesmiddel tegen depressie) of ciprofloxacine (een antibioticum) gebruikt; het kan nodig
zijn om uw dosis Olanzapine Teva aan te passen.
Waarop moet u letten met alcohol?
Drink geen alcohol als u Olanzapine Teva gebruikt omdat Olanzapine Teva en alcohol samen u
slaperig kunnen maken.
86
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Men dient dit geneesmiddel niet aan u voor te schrijven indien u borstvoeding geeft, aangezien kleine
hoeveelheden Olanzapine Teva in de moedermelk terecht kunnen komen.
De volgende symptomen kunnen optreden bij pasgeboren baby´s van moeders die Olanzapine Teva in
het laatste trimester (laatste drie maanden van hun zwangerschap) hebben gebruikt: trillen, stijve en/of
zwakke spieren, slaperigheid, opwinding, ademhalingsproblemen en problemen met voeden. Als uw
baby last krijgt van een van deze symptomen, neem dan contact op met uw arts.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er bestaat een risico op sufheid als u Olanzapine Teva gebruikt. Als dit optreedt dient u geen
voertuigen te besturen of gereedschappen of machines te bedienen. Vertel dit aan uw arts.
Olanzapine Teva bevat lactose
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit middel inneemt.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat verteld heeft. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Uw arts zal u vertellen hoeveel Olanzapine Teva tabletten u dient in te nemen, en voor hoelang. De
dagelijkse dosis Olanzapine Teva is tussen 5 mg en 20 mg. Raadpleeg uw arts indien de symptomen
terugkeren maar stop niet met het innemen van Olanzapine Teva tenzij uw arts u vertelt dat te doen.
Olanzapine Teva tabletten dienen éénmaal daags te worden ingenomen volgens advies van de arts.
Probeer uw tabletten iedere dag op hetzelfde tijdstip in te nemen. Het maakt niet uit of u dit met of
zonder voedsel doet. Olanzapine Teva omhulde tabletten zijn voor oraal gebruik.
U moet de tabletten in hun geheel met water doorslikken.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Patiënten die meer Olanzapine Teva hebben ingenomen dan voorgeschreven hebben de volgende
symptomen ervaren: versneld kloppen van het hart, agitatie/agressie, problemen met spraak, ongewone
bewegingen (met name van gezicht of tong) en een verminderd bewustzijn. Andere symptomen
kunnen zijn: acute verwardheid, convulsies (epilepsie), coma, een combinatie van koorts, versnelde
ademhaling, transpireren, verstijfde spieren en een suf gevoel of slaperigheid, vertraging van de
ademhaling, zich verslikken, hoge bloeddruk of lage bloeddruk, abnormale hartritmes. Neem direct
contact op met uw arts of het ziekenhuis als u een van boverstaande verschijnselen krijgt. Laat de arts
uw verpakking met tabletten zien.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem uw tabletten zodra u dat opmerkt. Neem geen 2 doses in op een dag.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van deze tabletten alleen omdat u zich beter voelt. Het is van belang dat u
ze blijft gebruiken voor zolang als uw arts dit aangeeft.
Indien u plotseling stopt met het gebruik van Olanzapine Teva kunnen symptomen optreden zoals
zweten, niet kunnen slapen, beven, angst of misselijkheid en overgeven. Uw arts kan u adviseren om
geleidelijk de dosis te verminderen voordat u stopt met de behandeling.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
87
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Informeer uw arts meteen als u een van de volgende verschijnselen heeft:
-
ongebruikelijke bewegingen vooral van gezicht en tong (een vaak voorkomende bijwerking die
kan voorkomen bij 1 op de 10 mensen);
-
bloedstolsels in de aderen (een soms voorkomende bijwerking die kan voorkomen bij 1 op de
100 mensen), met name in de benen (verschijnselen zijn onder andere zwelling, pijn en
roodkleuring van het been), die zich door de bloedvaten kunnen verplaatsen naar de longen,
waardoor ze pijn op de borst en moeilijkheden bij het ademen kunnen veroorzaken. Als u een van
deze verschijnselen constateert, win dan onmiddellijk medisch advies in;
-
een combinatie van koorts, sneller ademen, zweten, spierstijfheid en sufheid of slaperigheid (hoe
vaak deze bijwerking voorkomt, is op basis van de beschikbare gegevens niet te berekenen).
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen) zijn onder
andere gewichtstoename, slaperigheid; en toename van de prolactinespiegel in het bloed.
In de vroege stadia van de behandeling kunnen sommige mensen zich duizelig voelen of flauwvallen
(met een trage hartslag), vooral wanneer men overeind komt vanuit een liggende of zittende positie.
Dit gaat gewoonlijk vanzelf over, maar als dit niet het geval is, raadpleeg dan uw arts.
Vaak gemelde bijwerkingen (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen) zijn veranderingen
in de concentraties van sommige bloedcellen en circulerende vetten in het bloed, tijdelijke
verhogingen van de leverenzymen in het begin van de behandeling, verhogingen in de suikerspiegel in
het bloed en de urine, verhogingen van de spiegels van urinezuur en creatinefosfokinase in het bloed,
meer hongergevoel, duizeligheid, rusteloosheid, beven, ongebruikelijke bewegingen (dyskinesie),
verstopping, droge mond, huiduitslag, krachtsverlies, extreme vermoeidheid, vasthouden van vocht
wat leidt tot zwelling van de handen, enkels of voeten, koorts, gewrichtspijn en seksueel
disfunctioneren zoals afgenomen libido bij mannen en vrouwen of erectiestoornis bij mannen.
Soms voorkomende bijwerkingen (die kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen) zijn
overgevoeligheid (bijvoorbeeld zwelling in de mond en keel, jeuk, huiduitslag), diabetes of erger
worden van diabetes, soms geassocieerd met ketoacidose (ketonen in het bloed en de urine) of coma,
toevallen, gewoonlijk geassocieerd met een voorgeschiedenis van toevallen (epilepsie), spierstijfheid
of spasmen (met inbegrip van oogbewegingen), rusteloze benen syndroom, problemen met praten,
stotteren, langzame hartslag, gevoelig zijn voor zonlicht, neusbloeding, opgezwollen buik, kwijlen,
geheugenverlies of vergeetachtigheid, urine-incontinentie, niet kunnen plassen, haaruitval,
afwezigheid of afname van menstruele perioden, en veranderingen in de borsten bij mannen en
vrouwen zoals een abnormale productie van melk of abnormale groei.
Zelden voorkomende bijwerkingen (die kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 1000 mensen) zijn
onder meer verlaging van de normale lichaamstemperatuur, afwijkende hartritmes, plotselinge
onverklaarbare dood, ontsteking van de alvleesklier die ernstige buikpijn, koorts en ziekte kan
veroorzaken, leveraandoening die tot uiting komt als geel worden van de huid en van de witte
gedeelten in de ogen, spierziekte tot uiting komend als onverklaarbare pijn, en langdurige en/of
pijnlijke erectie.
Zeer zelden ernstige allergische reacties zoals DRESS (Drugreactie met eosinofilie en systemische
symptomen). DRESS begint met griepachtige symptomen en huiduitslag in het gezicht, die zich
daarna verder over het lichaam verspreidt, hoge temperatuur, vergrote lymfeklieren, verhoogde
leverenzymwaarden die blijken uit bloedtests en een toename van een soort witte bloedcel
(eosinofilie).
88
Tijdens olanzapinebehandeling hebben oudere patiënten met dementie een verhoogde kans op een
beroerte, longontsteking, urine-incontinentie, extreme vermoeidheid, dingen zien die er niet zijn,
verhoging van de lichaamstemperatuur, roodheid van de huid en kunnen ze vallen en problemen
ondervinden met lopen. Er zijn enkele fatale gevallen gemeld bij deze specifieke patiëntengroep.
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson kan
Olanzapine Teva
de symptomen verergeren.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25 °C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is olanzapine.
Elke Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tablet bevat 2,5 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tablet bevat 5 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tablet bevat 7,5 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tablet bevat 10 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tablet bevat 15 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tablet bevat 20 mg van de werkzame stof.
De andere stoffen in dit middel zijn:
Kern van de tablet:
lactosemonohydraat, hydroxypropylcellulose, crospovidon (type A),
colloïdaal silicium dioxide, microkristallijne cellulose, magnesiumstearaat.
Omhulling van de tablet:
hypromellose, polydextrose, glyceroltriacetaat, macrogol 8000,
titaniumdioxide (E171). Tevens bevat de 15 mg tablet indigotine (E132) en de 20 mg tablet
rood ijzeroxide (E172).
-
Hoe ziet Olanzapine Teva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tablet is een witte, dubbelbolle, ronde filmomhulde tablet met
de inscriptie “OL 2.5” aan de ene zijde en zonder inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tablet is een witte, dubbelbolle, ronde filmomhulde tablet met de
inscriptie “OL 5” aan de ene zijde en zonder inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tablet is een witte, dubbelbolle, ronde filmomhulde tablet met
de inscriptie “OL 7.5” aan de ene zijde en zonder inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tablet is een witte, dubbelbolle, ronde filmomhulde tablet met de
89
inscriptie “OL 10” aan de ene zijde en zonder inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tablet is een lichtblauwe, dubbelbolle, ovale filmomhulde tablet
met de inscriptie “OL 15” aan de ene zijde en zonder inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tablet is een roze, dubbelbolle, ovale filmomhulde tablet met de
inscriptie “OL 20” aan de ene zijde en zonder inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 30, 35, 56,
70 of 98 tabletten.
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 28 x 1, 30,
30 x 1, 35, 35 x 1, 50, 50 x 1, 56, 56 x 1, 70, 70 x 1, 98 of 98 x 1 tabletten.
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 28 x 1, 30,
30 x 1, 35, 35 x 1, 56, 56 x 1, 60, 70, 70 x 1, 98 of 98 x 1 tabletten.
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 7, 7 x 1, 28,
28 x 1, 30, 30 x 1, 35, 35 x 1, 50, 50 x 1, 56, 56 x 1, 60, 70, 70 x 1, 98 of 98 x 1 tabletten.
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 30, 35, 50,
56, 70 of 98 tabletten.
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 30, 35, 56,
70 of 98 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Fabrikant
Teva Pharmaceutical Works Co. Ltd
Pallagi út 13
4042 Debrecen
Hongarije
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Tél/Tel: +32 38207373
България
Тева Фарма ЕАД
Тел: +359 24899585
Česká republika
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Tel: +420 251007111
Danmark
SanoSwiss UAB
Litauen
Tlf: +370 70001320
90
Lietuva
UAB Teva Baltics
Tel: +370 52660203
Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 38207373
Magyarország
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +36 12886400
Malta
Teva Pharmaceuticals Ireland
L-Irlanda
Tel: +44 2075407117
Deutschland
TEVA GmbH
Tel: +49 73140208
Eesti
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 6610801
Ελλάδα
Specifar A.B.E.E.
Τηλ: +30 2118805000
España
Teva Pharma, S.L.U.
Tel: +34 913873280
France
Teva Santé
Tél: +33 155917800
Hrvatska
Pliva Hrvatska d.o.o.
Tel: +385 13720000
Ireland
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +44 2075407117
Ísland
Teva Pharma Iceland ehf.
Sími: +354 5503300
Italia
Teva Italia S.r.l.
Tel: +39 028917981
Κύπρος
Specifar A.B.E.E.
Ελλάδα
Τηλ: +30 2118805000
Latvija
UAB Teva Baltics filiāle Latvijā
Tel: +371 67323666
Nederland
Teva Nederland B.V.
Tel: +31 8000228400
Norge
Teva Norway AS
Tlf: +47 66775590
Österreich
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
Tel: +43 1970070
Polska
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel: +48 223459300
Portugal
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tel: +351 214767550
România
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +40 212306524
Slovenija
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +386 15890390
Slovenská republika
TEVA Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Tel: +421 257267911
Suomi/Finland
Teva Finland Oy
Puh/Tel: +358 201805900
Sverige
Teva Sweden AB
Tel: +46 42121100
United Kingdom (Northern Ireland)
Teva Pharmaceuticals Ireland
Ireland
Tel: +44 2075407117
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in <{MM/JJJJ}><{maand JJJJ}>.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europe.eu.
91
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Olanzapine Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Olanzapine Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Olanzapine Teva bevat de werkzame stof olanzapine. Olanzapine Teva behoort tot een groep van
geneesmiddelen die antipsychotica worden genoemd en wordt gebruikt ter behandeling van de
volgende aandoeningen:
-
Schizofrenie, een ziekte met verschijnselen zoals het horen, zien of voelen van dingen die er niet
zijn, waangedachten, ongebruikelijke achterdocht en teruggetrokken gedrag. Mensen met deze
ziekte kunnen zich ook depressief, angstig of gespannen voelen.
-
Matige tot ernstige manische episoden, een aandoening met verschijnselen van opwinding of
euforie.
Gebleken is dat Olanzapine Teva herhaling van deze verschijnselen voorkomt bij patiënten met
bipolaire stoornis bij wie de manische episode reageerde op behandeling met olanzapine.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Een allergische reactie kan herkend worden aan huiduitslag, jeuk, een gezwollen
gezicht, gezwollen lippen of kortademigheid. Als dit op u van toepassing is, vertel dit dan de arts.
-
Voorheen werden al oogproblemen zoals bepaalde vormen van glaucoom (verhoogde druk in het
oog) bij u vastgesteld.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.
-
Het gebruik van Olanzapine Teva door oudere patiënten met dementie wordt niet aanbevolen
aangezien er ernstige bijwerkingen kunnen optreden
-
Geneesmiddelen van dit type kunnen abnormale bewegingen van met name het gezicht of de tong
veroorzaken. Als dit optreedt terwijl u Olanzapine Teva gebruikt, moet u dit aan uw arts vertellen.
92
-
-
-
In zeer zeldzame gevallen kunnen geneesmiddelen van dit type een combinatie van koorts, een
snellere ademhaling, transpiratie, spierstijfheid en sufheid of slaperigheid veroorzaken. Indien dit
voorkomt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Bij patiënten die
Olanzapine Teva
gebruiken, is gewichtstoename geconstateerd. U en uw arts
moeten regelmatig uw gewicht controleren.
Overweeg, indien nodig, verwijzing naar een
vetgehalte (triglyceriden en cholesterol) geconstateerd. Voordat u begint met het gebruik van
Olanzapine Teva
, en regelmatig tijdens de behandeling, moet uw arts bloedtesten doen om uw
bloedsuiker en bepaalde vetgehalten te controleren.
Vertel het uw arts als u of iemand in uw familie bloedstolsels heeft gehad, omdat geneesmiddelen
als deze in verband zijn gebracht met de vorming van bloedstolsels.
diëtist of hulp bij het opstellen van een dieet.
Bij patiënten die
Olanzapine Teva
gebruiken, is een hoog bloedsuikergehalte en een hoog
-
Als u lijdt aan een van de volgende ziekten, vertel dit dan zo snel mogelijk aan uw arts:
-
beroerte of “kleine” beroerte (tijdelijke symptomen van beroerte)
-
ziekte van Parkinson
-
prostaatklachten
-
belemmerde darmpassage (paralytische ileus)
-
lever- of nierziekte
-
bloedstoornissen
-
hartaandoening
-
diabetes
-
toevallen
-
als u weet dat u een zouttekort kunt hebben door langdurige ernstige diarree en braken of door
gebruik van plaspillen (diuretica)
Indien u lijdt aan dementie, dient u of uw verzorger/familie aan uw arts te vertellen of u ooit een
beroerte of “kleine” beroerte heeft gehad.
Indien u ouder dan 65 jaar bent, kan als voorzorgsmaatregel regelmatig uw bloeddruk door uw arts
gecontroleerd worden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Olanzapine Teva is niet bestemd voor patiënten die jonger zijn dan 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Neemt u naast Olanzapine Teva nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts
of apotheker.
Gebruik alleen andere geneesmiddelen indien u Olanzapine Teva gebruikt als uw arts zegt dat dit kan.
U kunt zich slaperig voelen als u Olanzapine Teva samen gebruikt met geneesmiddelen tegen
depressie of geneesmiddelen tegen angst of slaapmiddelen (tranquillizers).
Vertel het met name aan uw arts wanneer u:
-
geneesmiddelen tegen de ziekte van Parkinson gebruikt
-
carbamazepine (gebruikt bij epilepsie en om de stemming in evenwicht te houden), fluvoxamine
(een geneesmiddel tegen depressie) of ciprofloxacine (een antibioticum) gebruikt; het kan nodig
zijn om uw dosis Olanzapine Teva aan te passen.
Waarop moet u letten met alcohol?
Drink geen alcohol als u Olanzapine Teva gebruikt omdat Olanzapine Teva en alcohol samen u
slaperig kunnen maken.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
93
Men dient dit geneesmiddel niet aan u voor te schrijven indien u borstvoeding geeft, aangezien kleine
hoeveelheden Olanzapine Teva in de moedermelk terecht kunnen komen.
De volgende symptomen kunnen optreden bij pasgeboren baby´s van moeders die Olanzapine Teva in
het laatste trimester (laatste drie maanden van hun zwangerschap) hebben gebruikt: trillen, stijve en/of
zwakke spieren, slaperigheid, opwinding, ademhalingsproblemen en problemen met voeden. Als uw
baby last krijgt van een van deze symptomen, neem dan contact op met uw arts.
Men dient dit geneesmiddel niet aan u voor te schrijven indien u borstvoeding geeft, aangezien kleine
hoeveelheden Olanzapine Teva in de moedermelk terecht kunnen komen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er bestaat een risico op sufheid als u Olanzapine Teva gebruikt. Als dit optreedt dient u geen
voertuigen te besturen of gereedschappen of machines te bedienen. Vertel dit aan uw arts.
Olanzapine Teva bevat lactose, sucrose en aspartaam
Dit geneesmiddel bevat lactose en sucrose. Indien uw arts u verteld heeft dat u een intolerantie voor
bepaalde suikers heeft, neem dan contact met uw arts op voordat u dit geneesmiddel inneemt.
Dit middel bevat 2,25 mg/4,5 mg/6,75 mg/9 mg aspartaam in elke orodispergeerbare tablet van
5 mg/10 mg/15 mg/20 mg. Aspartaam is een bron van fenylalanine. Het kan schadelijk zijn als u
fenylketonurie (PKU) heeft, een zeldzame erfelijke aandoening waarbij fenylalanine zich ophoopt
doordat het lichaam dit niet goed kan omzetten.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat verteld heeft. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Uw arts zal u vertellen hoeveel Olanzapine Teva tabletten u dient in te nemen en voor hoelang. De
dagelijkse dosis Olanzapine Teva is tussen 5 mg en 20 mg. Raadpleeg uw arts indien de symptomen
terugkeren maar stop niet met het innemen van Olanzapine Teva tenzij uw arts u vertelt dat te doen.
Olanzapine Teva tabletten dienen éénmaal daags te worden ingenomen volgens advies van de arts.
Probeer uw tabletten iedere dag op hetzelfde tijdstip in te nemen. Het maakt niet uit of u dit met of
zonder voedsel doet. Olanzapine Teva orodispergeerbare tabletten zijn voor oraal gebruik.
Olanzapine Teva tabletten breken gemakkelijk. U moet er daarom voorzichtig mee omgaan. Pak de
tabletten niet met natte handen omdat de tabletten uit elkaar kunnen vallen. Plaats de tablet in de
mond. Deze lost onmiddellijk op in de mond, zodat u deze makkelijk kan doorslikken.
U kunt de tablet ook toevoegen aan een vol glas of kopje water, sinaasappelsap, appelsap, melk of
koffie, en roeren. Bij sommige dranken kan het mengsel van kleur veranderen en mogelijk troebel
worden. Drink het direct op.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Patiënten die meer Olanzapine Teva hebben ingenomen dan voorgeschreven hebben de volgende
symptomen ervaren: versneld kloppen van het hart, agitatie/agressie, problemen met spraak, ongewone
bewegingen (met name van gezicht of tong) en een verminderd bewustzijn. Andere symptomen
kunnen zijn: acute verwardheid, convulsies (epilepsie), coma, een combinatie van koorts, versnelde
ademhaling, transpireren, verstijfde spieren en een suf gevoel of slaperigheid, vertraging van de
ademhaling, zich verslikken, hoge bloeddruk of lage bloeddruk, abnormale hartritmes. Neem direct
contact op met uw arts of het ziekenhuis als u een van boverstaande verschijnselen krijgt. Laat de arts
uw verpakking met tabletten zien.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem uw tabletten zodra u dat opmerkt. Neem geen dubbele dosis om een vergeten tablet in te halen.
94
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van deze tabletten alleen omdat u zich beter voelt. Het is van belang dat u
ze blijft gebruiken voor zolang als uw arts dit aangeeft.
Indien u plotseling stopt met het gebruik van Olanzapine Teva kunnen symptomen optreden zoals
zweten, niet kunnen slapen, beven, angst of misselijkheid en overgeven. Uw arts kan u adviseren om
geleidelijk de dosis te verminderen voordat u stopt met de behandeling.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Informeer uw arts meteen als u een van de volgende verschijnselen heeft:
-
ongebruikelijke bewegingen vooral van gezicht en tong (een vaak voorkomende bijwerking die
kan voorkomen bij 1 op de 10 mensen);
-
bloedstolsels in de aderen (een soms voorkomende bijwerking die kan voorkomen bij 1 op de
100 mensen), met name in de benen (verschijnselen zijn onder andere zwelling, pijn en
roodkleuring van het been), die zich door de bloedvaten kunnen verplaatsen naar de longen,
waardoor ze pijn op de borst en moeilijkheden bij het ademen kunnen veroorzaken. Als u een van
deze verschijnselen constateert, win dan onmiddellijk medisch advies in;
-
een combinatie van koorts, sneller ademen, zweten, spierstijfheid en sufheid of slaperigheid (hoe
vaak deze bijwerking voorkomt, is op basis van de beschikbare gegevens niet te berekenen).
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen) zijn onder
andere gewichtstoename, slaperigheid; en toename van de prolactinespiegel in het bloed.
In de vroege stadia van de behandeling kunnen sommige mensen zich duizelig voelen of flauwvallen
(met een trage hartslag), vooral wanneer men overeind komt vanuit een liggende of zittende positie.
Dit gaat gewoonlijk vanzelf over, maar als dit niet het geval is, raadpleeg dan uw arts.
Vaak gemelde bijwerkingen (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen) zijn veranderingen
in de concentraties van sommige bloedcellen en circulerende vetten in het bloed, tijdelijke
verhogingen van de leverenzymen in het begin van de behandeling, verhogingen in de suikerspiegel in
het bloed en de urine, verhogingen van de spiegels van urinezuur en creatinefosfokinase in het bloed,
meer hongergevoel, duizeligheid, rusteloosheid, beven, ongebruikelijke bewegingen (dyskinesie),
spierstijfheid of spasmen (met inbegrip van oogbewegingen), rusteloze benen syndroom, problemen
met praten, verstopping, droge mond, huiduitslag, krachtsverlies, extreme vermoeidheid, vasthouden
van vocht wat leidt tot zwelling van de handen, enkels of voeten, koorts, gewrichtspijn en seksueel
disfunctioneren zoals afgenomen libido bij mannen en vrouwen of erectiestoornis bij mannen.
Soms voorkomende bijwerkingen (die kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen) zijn
overgevoeligheid (bijvoorbeeld zwelling in de mond en keel, jeuk, huiduitslag), diabetes of erger
worden van diabetes, soms geassocieerd met ketoacidose (ketonen in het bloed en de urine) of coma,
toevallen, gewoonlijk geassocieerd met een voorgeschiedenis van toevallen (epilepsie), spierstijfheid
of spasmen (met inbegrip van oogbewegingen), problemen met praten, stotteren, langzame hartslag,
gevoelig zijn voor zonlicht, neusbloeding, opgezwollen buik, kwijlen, geheugenverlies of
vergeetachtigheid, urine-incontinentie, niet kunnen plassen, haaruitval, afwezigheid of afname van
menstruele perioden, en veranderingen in de borsten bij mannen en vrouwen zoals een abnormale
productie van melk of abnormale groei.
Zelden voorkomende bijwerkingen (die kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 1000 mensen) zijn
onder meer verlaging van de normale lichaamstemperatuur, afwijkende hartritmes, plotselinge
onverklaarbare dood, ontsteking van de alvleesklier die ernstige buikpijn, koorts en ziekte kan
veroorzaken, leveraandoening die tot uiting komt als geel worden van de huid en van de witte
95
gedeelten in de ogen, spierziekte tot uiting komend als onverklaarbare pijn, en langdurige en/of
pijnlijke erectie.
Zeer zelden ernstige allergische reacties zoals DRESS (Drugreactie met eosinofilie en systemische
symptomen). DRESS begint met griepachtige symptomen en huiduitslag in het gezicht, die zich
daarna verder over het lichaam verspreidt, hoge temperatuur, vergrote lymfeklieren, verhoogde
leverenzymwaarden die blijken uit bloedtests en een toename van een soort witte bloedcel
(eosinofilie).
Tijdens olanzapinebehandeling hebben oudere patiënten met dementie een verhoogde kans op een
beroerte, longontsteking, urine-incontinentie, extreme vermoeidheid, dingen zien die er niet zijn,
verhoging van de lichaamstemperatuur, roodheid van de huid en kunnen ze vallen en problemen
ondervinden met lopen. Er zijn enkele fatale gevallen gemeld bij deze specifieke patiëntengroep.
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson kan Olanzapine Teva de symptomen verergeren.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is olanzapine.
Elke Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tablet bevat 5 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tablet bevat 10 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tablet bevat 15 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tablet bevat 20 mg van de werkzame stof.
De andere stoffen in dit middel zijn: mannitol (E421), asparataam (E951), magnesiumstearaat,
crospovidon type B, lactosemonohydraat, hydroxypropylcellulose en citroen smaak
(smaakstoffen, maltodextrine, sucrose, arabische gom (E414), glyceryltriacetaat (E1518) en
alfa-tocoferol (E307).
-
Hoe ziet Olanzapine Teva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Orodispergeerbare tablet is de technische naam voor een tablet welke direct in uw mond oplost zodat
deze gemakkelijk doorgeslikt kan worden.
96
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tablet is een gele, ronde, dubbelbolle tablet met een diameter
van 8 mm.
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tablet is een gele, ronde, dubbelbolle tablet met een
diameter van 10 mm.
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tablet is een gele, ronde, dubbelbolle tablet met een
diameter van 11 mm.
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tablet is een gele, ronde, dubbelbolle tablet met een
diameter van 12 mm.
Olanzapine Teva 5 mg, 10 mg en 15 mg orodispergeerbare tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen
van 28, 30, 35, 50, 56, 70 of 98 tabletten.
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 30, 35,
56, 70 of 98 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Fabrikant
Teva Pharmaceutical Works Co. Ltd
Pallagi út 13
4042 Debrecen
Hongarije
TEVA PHARMA S.L.U.
Poligono Industrial Malpica, c/C, no. 4
50.016 Zaragoza
Spanje
Merckle GmbH
Ludwig-Merckle-Strasse 3
89143 Blaubeuren
Duitsland
Teva Pharma B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Tél/Tel: +32 38207373
Lietuva
UAB Teva Baltics
Tel: +370 52660203
97
България
Тева Фарма ЕАД
Тел: +359 24899585
Česká republika
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Tel: +420 251007111
Danmark
SanoSwiss UAB
Litauen
Tlf: +370 70001320
Deutschland
TEVA GmbH
Tel: +49 73140208
Eesti
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 6610801
Ελλάδα
Specifar A.B.E.E.
Τηλ: +30 2118805000
España
Teva Pharma, S.L.U.
Tel: +34 913873280
France
Teva Santé
Tél: +33 155917800
Hrvatska
Pliva Hrvatska d.o.o.
Tel: +385 13720000
Ireland
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +44 2075407117
Ísland
Teva Pharma Iceland ehf.
Sími: +354 5503300
Italia
Teva Italia S.r.l.
Tel: +39 028917981
Κύπρος
Specifar A.B.E.E.
Ελλάδα
Τηλ: +30 2118805000
Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 38207373
Magyarország
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +36 12886400
Malta
Teva Pharmaceuticals Ireland
L-Irlanda
Tel: +44 2075407117
Nederland
Teva Nederland B.V.
Tel: +31 8000228400
Norge
Teva Norway AS
Tlf: +47 66775590
Österreich
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
Tel: +43 1970070
Polska
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel: +48 223459300
Portugal
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tel: +351 214767550
România
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +40 212306524
Slovenija
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +386 15890390
Slovenská republika
TEVA Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Tel: +421 257267911
Suomi/Finland
Teva Finland Oy
Puh/Tel: +358 201805900
Sverige
Teva Sweden AB
Tel: +46 42121100
98
Latvija
UAB Teva Baltics filiāle Latvijā
Tel: +371 67323666
United Kingdom (Northern Ireland)
Teva Pharmaceuticals Ireland
Ireland
Tel: +44 2075407117
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in <{MM/JJJJ}><{maand JJJJ}>.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europe.eu.
99

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 2,5 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 71,3 mg lactose.
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 5 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 68,9 mg lactose.
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 7,5 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 103,3 mg lactose.
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 10 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 137,8 mg lactose.
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 15 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 206,7 mg lactose.
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 20 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 275,5 mg lactose.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
Witte, biconvexe, ronde filmomhulde tabletten met de inscriptie 'OL 2.5' aan de ene zijde en zonder
inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
Witte, biconvexe, ronde filmomhulde tabletten met de inscriptie 'OL 5' aan de ene zijde en zonder
inscriptie aan de andere zijde.
Witte, biconvexe, ronde filmomhulde tabletten met de inscriptie 'OL 7,5' aan de ene zijde en zonder
inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
Witte, biconvexe, ronde filmomhulde tabletten met de inscriptie 'OL 10' aan de ene zijde en zonder
inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
Lichtblauwe, biconvexe, ovale filmomhulde tabletten met de inscriptie 'OL 15' aan de ene zijde en
zonder inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
Roze, biconvexe, ovale filmomhulde tabletten met de inscriptie 'OL 20' aan de ene zijde en zonder
inscriptie aan de andere zijde.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Volwassenen
Olanzapine is geïndiceerd voor de behandeling van schizofrenie.
Olanzapine is effectief in het handhaven van de klinische verbetering bij voortgezette behandeling van
patiënten die in het beginstadium reageerden op de behandeling.
Olanzapine is geïndiceerd voor de behandeling van matig tot ernstige manische episode.
Bij patiënten wier manische episode heeft gereageerd op behandeling met olanzapine, is olanzapine
bestemd ter voorkoming van een recidief bij patiënten met bipolaire stoornis (zie rubriek 5.1).

4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Volwassenen
Schizofrenie: de aanbevolen startdosering voor olanzapine is 10 mg per dag.
Manische episode: de startdosering is 15 mg als eenmaal daagse dosis bij monotherapie of 10 mg
dagelijks in combinatietherapie (zie rubriek 5.1).
Ter voorkoming van een recidief bij bipolaire stoornis: de aanbevolen startdosering is 10 mg per dag.
Bij patiënten die olanzapine hebben gekregen voor de behandeling van een manische episode dient een
behandeling ter voorkoming van een recidief te worden voortgezet met dezelfde dosis. Indien zich een
nieuwe manische, gemengde of depressieve episode voordoet, dient de therapie met olanzapine te
worden voortgezet (met optimalisering van de dosis indien noodzakelijk) met aanvullende therapie om
de stemmingssymptomen te behandelen, op geleide van het klinisch beeld.
Tijdens de behandeling van schizofrenie, een manische episode en ter voorkoming van een recidief bij
bipolaire stoornis kan de dagelijkse dosis worden aangepast op basis van het individuele klinisch beeld
binnen een bereik van 5-20 mg per dag. Een verhoging tot een dosering hoger dan de aanbevolen
startdosering wordt uitsluitend aanbevolen na een juiste medische herbeoordeling en dient normaal
gesproken alleen plaats te vinden met intervallen van niet minder dan 24 uur. Olanzapine kan worden
toegediend onafhankelijk van maaltijden, omdat de absorptie niet wordt beïnvloed door voedsel.
olanzapine wordt gestaakt.
Speciale patiëntengroepen
Ouderen
Een lagere startdosering (5 mg/dag) wordt niet routinematig aanbevolen, maar dient overwogen te
worden voor personen van 65 jaar en ouder indien klinische factoren dit rechtvaardigen (zie
rubriek 4.4).
Verminderde nier- en/of leverfunctie
Een lagere startdosering (5 mg) dient overwogen te worden voor deze patiënten. In geval van matige
leverinsufficiëntie (cirrose, Child-Pugh Klasse A of B) dient de startdosering 5 mg te zijn en slechts
met voorzichtigheid te worden verhoogd.
Rokers
De startdosering en het doseringsbereik hoeven niet routinematig aangepast te worden voor niet-rokers
t.o.v. rokers. Het metabolisme van olanzapine kan geïnduceerd worden door roken. Klinische controle
wordt aanbevolen en een verhoging van de olanzapinedosis kan, indien nodig, overwogen worden (zie
rubriek 4.5).
Wanneer meer dan 1 factor aanwezig is die kan leiden tot een trager metabolisme (vrouwelijk
geslacht, bejaarden, niet-rokerstatus) dient overwogen te worden de startdosering te verlagen. Een
verhoging in dosering, indien aangewezen, dient bij deze patiënten met de nodige voorzichtigheid
plaats te vinden.
(Zie rubriek 4.5 en 5.2)
Pediatrische patiënten
Olanzapine wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar als
gevolg van een gebrek aan gegevens over de veiligheid en werkzaamheid. Een grotere mate van
gewichtstoename, veranderingen in lipiden en prolactine zijn gemeld in kortetermijn onderzoeken bij
adolescente patiënten, vergeleken met onderzoeken bij volwassen patiënten. (zie rubriek 4.4, 4.8, 5.1
en 5.2).

4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Patiënten met een bekend risico op nauwekamerhoekglaucoom.

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Tijdens behandeling met antipsychotica kan het een aantal dagen tot enkele weken duren voordat de
klinische toestand van de patiënt verbetert. Patiënten dienen nauwlettend gevolgd te worden tijdens
deze periode.
Dementiegerelateerde psychose en/of gedragsstoornissen
Door een toename in mortaliteit en het risico op CVA (cerebrovasculair accident) wordt olanzapine
niet aanbevolen voor gebruik bij patiënten met dementiegerelateerde psychose en/of
gedragsstoornissen. In placebogecontroleerde klinische onderzoeken (6-12 weken durend) bij oudere
patiënten (gemiddelde leeftijd 78 jaar) met dementiegerelateerde psychose en/of gestoord gedrag,
kwam het 2 keer vaker voor dat patiënten overleden wanneer ze met olanzapine werden behandeld
vergeleken met placebo (3,5% versus 1,5%). De hogere incidentie van overlijden was niet gerelateerd
aan de dosis olanzapine (gemiddelde dagdosering 4,4 mg) of de duur van de behandeling.
Risicofactoren die deze patiëntenpopulatie vatbaar kunnen maken voor verhoogde mortaliteit zijn:
leeftijd > 65 jaar, dysfagie, sedatie, ondervoeding en dehydratatie, longaandoeningen (bijvoorbeeld
pneumonie, met of zonder aspiratie) of gelijktijdig gebruik van benzodiazepines. Echter, de hogere
incidentie van overlijden in de groep die behandeld werd met olanzapine vergeleken met de met
In dezelfde klinische onderzoeken waren cerebrovasculaire bijwerkingen (bijvoorbeeld CVA,
beroerte, transient ischemic attack [TIA]), waaronder gevallen met dodelijke afloop, gemeld. Er was
een 3-voudige toename in cerebrovasculaire bijwerkingen bij patiënten behandeld met olanzapine
vergeleken met patiënten die met placebo werden behandeld (1,3% versus 0,4%, respectievelijk). Alle
olanzapine- en placebobehandelde patiënten die een cerebrovasculaire bijwerking hadden ervaren,
hadden voorafgaand aan deze bijwerking bestaande risicofactoren. Leeftijd > 75 jaar en
vasculair/gemengde dementie werden geïdentificeerd als risicofactoren voor cerebrovasculaire
bijwerkingen geassocieerd met olanzapinebehandeling. De werkzaamheid van olanzapine was niet
bewezen in deze onderzoeken.
Ziekte van Parkinson
Het gebruik van olanzapine wordt niet aanbevolen voor de behandeling van een door geneesmiddelen
geïnduceerde (dopamineagonist) psychose bij patiënten met de ziekte van Parkinson. In klinische
onderzoeken werd verergering van de parkinsonsymptomen en -hallucinaties zeer vaak gemeld en
vaker dan bij placebo (zie rubriek 4.8), en olanzapine was niet effectiever dan placebo in de
behandeling van psychotische symptomen. In deze onderzoeken was het vereist dat patiënten in het
begin stabiel waren op de laagste effectieve dosis van antiparkinsongeneesmiddelen
(dopamineagonist) en gedurende het gehele onderzoek dezelfde antiparkinsongeneesmiddelen bleven
gebruiken in dezelfde dosering. Olanzapine werd gestart met 2,5 mg/dag en opgebouwd tot een
maximum van 15 mg/dag, gebaseerd op de beoordeling van de onderzoeker.
Maligne Neurolepticasyndroom (MNS)
MNS is een potentieel levensbedreigende aandoening die geassocieerd wordt met antipsychotica.
Zeldzame gevallen, gemeld als MNS, zijn ook ontvangen in relatie tot olanzapine. Klinische
manifestaties van MNS zijn hyperpyrexie, spierrigiditeit, veranderde mentale status en aanwijzingen
voor autonome instabiliteit (onregelmatige pols of bloeddruk, tachycardie, diaforese en cardiale
dysritmie). Bijkomende verschijnselen kunnen zijn een verhoogd creatinefosfokinase, myoglobinurie
(rabdomyolyse) en acuut nierfalen. Wanneer een patiënt klachten en symptomen ontwikkelt die duiden
op MNS, of onverklaarde hoge koorts heeft zonder aanvullende klinische verschijnselen van MNS,
dienen alle antipsychotica, inclusief olanzapine, gestaakt te worden.
Hyperglykemie en diabetes
Hyperglykemie en/of ontwikkeling van of exacerbatie van diabetes, in enkele gevallen geassocieerd
met ketoacidose of coma, is soms gemeld, waaronder enkele met een fatale afloop (zie rubriek 4.8). In
sommige gevallen werd een voorafgaande toename van het lichaamsgewicht gemeld. Dit kan een
predisponerende factor zijn. Het wordt geadviseerd om patiënten klinisch adequaat te volgen zoals
beschreven wordt in de gebruikte richtlijnen voor antipsychotica, bijvoorbeeld door het meten van
bloedglucose bij baseline, 12 weken na de start van de olanzapinebehandeling en daarna jaarlijks.
Patiënten die behandeld worden met een antipsychoticum, inclusief olanzapine, dienen te worden
geobserveerd op tekenen en symptomen van hyperglykemie (zoals polydipsie, polyurie, polyfagie en
zwakte). Patiënten met diabetes mellitus of met risicofactoren voor de ontwikkeling van diabetes
mellitus dienen regelmatig gecontroleerd te worden op tekenen van verslechtering van de
glucosecontrole. Daarnaast dient ook regelmatig het gewicht te worden gecontroleerd, bijvoorbeeld bij
baseline, 4, 8 en 12 weken na de start van de olanzapinebehandeling en daarna ieder kwartaal.
Lipidenveranderingen
Ongewenste veranderingen in de lipiden zijn gezien bij met olanzapine behandelde patiënten in
placebogecontroleerd klinisch onderzoek (zie rubriek 4.8). Lipidenveranderingen dienen klinisch
adequaat gereguleerd te worden, in het bijzonder bij dyslipidemische patiënten en patiënten met
risicofactoren voor de ontwikkeling van lipidenstoornissen. Patiënten die behandeld worden met een
antipsychoticum, inclusief olanzapine, dienen regelmatig gecontroleerd te worden op lipiden in
overeenstemming met gebruikte richtlijnen voor antipsychotica, bijvoorbeeld bij baseline, 12 weken
na de start van de olanzapinebehandeling en daarna iedere 5 jaar.
Anticholinergische activiteit
Hoewel olanzapine in vitro een anticholinerge activiteit vertoonde, toonden de klinische onderzoeken
die lijden aan een bijkomende aandoening beperkt is, wordt geadviseerd dit met voorzichtigheid voor
te schrijven aan patiënten met prostaathypertrofie of paralytische ileus en aanverwante aandoeningen.
Hepatische functie
Voorbijgaande, asymptomatische verhogingen van leveraminotransferasen (ALAT, ASAT) werden
vaak waargenomen, vooral aan het begin van de behandeling. Voorzichtigheid en periodieke controle
is geboden bij patiënten met verhoogde ALAT- en/of ASAT-waarden; bij patiënten met klachten en
symptomen van leverstoornissen; bij patiënten met reeds bestaande aandoeningen met beperkte
functionele leverreserve en bij patiënten die behandeld worden met potentieel hepatotoxische
geneesmiddelen. In gevallen waarin hepatitis (inclusief hepatocellulair, cholestatisch of gemengd
leverletsel) is gediagnosticeerd dient de behandeling te worden gestaakt.
Neutropenie
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een laag aantal leukocyten en/of neutrofielen, om welke
reden dan ook, bij patiënten met comedicatie waarvan bekend is dat deze neutropenie kan
veroorzaken
, bij patiënten met een voorgeschiedenis van geneesmiddelgeïnduceerde
beenmergdepressie/toxiciteit, bij patiënten met beenmergdepressie t.g.v. een bijkomende ziekte,
radiotherapie of chemotherapie en bij patiënten met hypereosinofilie of met myeloproliferatieve
ziekte. Bij gelijktijdige toediening van olanzapine met valproaat is vaak neutropenie gerapporteerd
(zie rubriek 4.8).
Beëindiging van de behandeling
Acute symptomen zoals transpireren, slapeloosheid, tremor, angst, misselijkheid of braken zijn zelden
gemeld ( 0,01% en < 0,1%) wanneer olanzapine abrupt wordt gestaakt.
QT-interval
In klinisch onderzoek werd een klinisch betekenisvolle QTc-verlenging (Fridericia QT-correctie
[QTcF] 500 milliseconden [msec] op een willekeurig moment na baseline bij patiënten met een
baseline QTcF < 500 msec) soms (0,1 tot 1%) gemeld bij patiënten behandeld met olanzapine zonder
een significant verschil in cardiovasculaire voorvallen in vergelijking met met placebo behandelde
patiënten. Er is echter voorzichtigheid geboden wanneer olanzapine wordt voorgeschreven met
geneesmiddelen die het QTc-interval verlengen, vooral bij ouderen, bij patiënten met een congenitaal
verlengd QT-syndroom, congestief hartfalen, hypertrofie van het hart, hypokaliëmie of
hypomagnesiëmie.
Trombo-embolie
Een tijdelijk verband tussen behandeling met olanzapine en veneuze trombo-embolie is soms ( 0,1%
en < 1%) gemeld. Er is geen causaal verband vastgesteld tussen het optreden van veneuze
trombo-embolie en behandeling met olanzapine. Echter, aangezien patiënten met schizofrenie vaak
verworven risicofactoren voor veneuze trombo-embolie vertonen, dienen alle mogelijke risicofactoren
voor VTE (bijvoorbeeld immobilisatie van patiënten) te worden geïdentificeerd en preventieve
maatregelen dienen te worden genomen.
Algemene werking op het zenuwstelsel
Aangezien olanzapine voornamelijk op het centrale zenuwstelsel werkt, is voorzichtigheid geboden
wanneer het in combinatie met andere centraal werkende geneesmiddelen dan wel alcohol wordt
gebruikt. Omdat het in vitro dopamineantagonisme vertoont, kan olanzapine de effecten van directe en
indirecte dopamineagonisten tegenwerken.
Convulsies
Olanzapine dient met voorzichtigheid gebruikt te worden bij patiënten met een voorgeschiedenis van
convulsies of voor wie factoren gelden die de convulsiedrempel kunnen verlagen. Het optreden van
convulsies is soms gemeld bij patiënten die worden behandeld met olanzapine. In de meeste van deze
gevallen werden een voorgeschiedenis van convulsies of risicofactoren voor convulsies gemeld.
Tardieve dyskinesie
significant lagere incidentie van behandelingsgerelateerde dyskinesie. Het risico op tardieve
dyskinesie neemt echter toe bij langdurige therapie; als er daarom klachten of symptomen van tardieve
dyskinesie optreden bij een patiënt die olanzapine gebruikt, dient een verlaging van de dosering of
staking overwogen te worden. Deze symptomen kunnen tijdelijk verergeren of zelfs verschijnen na het
staken van de behandeling.
Orthostatische hypotensie
Tijdens klinische onderzoeken met olanzapine werd orthostatische hypotensie af en toe waargenomen
bij ouderen. Het wordt aanbevolen de bloeddruk regelmatig te meten bij patiënten ouder dan 65 jaar.
Plotselinge hartdood
In rapporten na het op de markt brengen van olanzapine is het optreden van plotselinge hartdood
gerapporteerd bij patiënten met olanzapine. In een retrospectieve observationele cohortstudie was de
kans op vooronderstelde plotselinge hartdood bij patiënten behandeld met olanzapine ongeveer twee
keer zo groot als bij patiënten die geen antipsychotica gebruikten. In de studie was het risico van
olanzapine vergelijkbaar met het risico van atypische antipsychotica die in een samengevoegde
analyse waren geïncludeerd.
Pediatrische patiënten
Olanzapine is niet geïndiceerd voor de behandeling van kinderen en adolescenten. Onderzoeken bij
patiënten tussen 13-17 jaar lieten diverse ongewenste bijwerkingen zien, zoals gewichtstoename,
veranderingen in metabole parameters en toename van prolactinespiegels (zie rubriek 4.8 en 5.1).
Hulpstof
Lactose
Olanzapine Teva filmomhulde tabletten bevatten lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke afwijkingen
van galactose tolerantie, personen met Lapp lactase deficiëntie of glucose-galactose malabsorptie
dienen deze medicatie niet te gebruiken.

4.5. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
Mogelijke interacties met invloed op olanzapine
Aangezien olanzapine wordt gemetaboliseerd door CYP1A2, kunnen stoffen die dit iso-enzym
specifiek kunnen induceren of remmen, de farmacokinetiek van olanzapine beïnvloeden.
Inductie van CYP1A2
Het metabolisme van olanzapine kan worden geïnduceerd door roken en carbamazepine, wat kan
leiden tot verminderde concentraties van olanzapine. Er is slechts lichte tot matige verhoging van de
klaring van olanzapine waargenomen. De klinische consequenties zijn waarschijnlijk beperkt, maar
klinische controle wordt aanbevolen en een verhoging van de dosis olanzapine kan, indien
noodzakelijk, overwogen worden (zie rubriek 4.2).
Remming van CYP1A2
Van fluvoxamine, een specifieke CYP1A2-remmer, is aangetoond dat het het metabolisme van
olanzapine significant remt. De gemiddelde toename in de Cmax van olanzapine, volgend op
fluvoxamine, was 54% bij vrouwelijke niet-rokers en 77% bij mannelijke rokers. De gemiddelde
toename van de AUC van olanzapine, was respectievelijk 52% en 108%. Een lagere startdosis van
olanzapine dient te worden overwogen bij patiënten die fluvoxamine of enige andere
CYP1A2-remmers gebruiken, zoals ciprofloxacine. Een lagere dosis olanzapine dient te worden
overwogen als wordt begonnen met een behandeling met een remmer van CYP1A2.
Verminderde biologische beschikbaarheid
Geactiveerde kool vermindert de biologische beschikbaarheid van oraal olanzapine met 50 tot 60% en
moet ten minste 2 uur voor of na olanzapine worden ingenomen.
cimetidine is niet aangetoond dat deze de farmacokinetiek van olanzapine significant beïnvloeden.
Mogelijkheid van olanzapine om andere geneesmiddelen te beïnvloeden
Olanzapine kan een antagonistisch effect hebben op directe en indirecte dopamineagonisten.
Olanzapine remt niet de belangrijkste CYP450-iso-enzymen in vitro (bijvoorbeeld 1A2, 2D6, 2C9,
2C19, 3A4). Er wordt dus geen specifieke interactie verwacht, zoals bevestigd met behulp van
in-vivo-onderzoeken waar geen remming van het metabolisme van de volgende actieve stoffen werd
gevonden: tricyclische antidepressiva (die voornamelijk de CYP2D6-route vertegenwoordigen),
warfarine (CYP2C9), theofylline (CYP1A2) of diazepam (CYP3A4 en 2C19).
Olanzapine liet geen interactie zien wanneer het gelijktijdig werd toegediend met lithium of
biperideen.
Therapeutische controle van de valproaatplasmaspiegels gaf geen indicatie dat aanpassing van de
valproaatdosis noodzakelijk is na de start van gelijktijdige toediening van olanzapine.
Algemene werking op het zenuwstelsel
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten die alcohol gebruiken of geneesmiddelen krijgen die
depressie van het centrale zenuwstelsel kunnen veroorzaken.
Gelijktijdig gebruik van olanzapine met antiparkinsongeneesmiddelen bij patiënten met de ziekte van
Parkinson en dementie wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4).
QTc-interval
Voorzichtigheid is geboden wanneer olanzapine gelijktijdig wordt toegediend met geneesmiddelen die
het QTc-interval kunnen verlengen (zie rubriek 4.4).

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen adequate, goed gecontroleerde onderzoeken bij zwangere vrouwen beschikbaar. Patiënten
dienen te worden aangeraden hun arts te informeren wanneer zij zwanger raken of zwanger willen
worden tijdens de behandeling met olanzapine. Desondanks, omdat de humane ervaring beperkt is,
dient olanzapine slechts gebruikt te worden tijdens de zwangerschap wanneer het mogelijke voordeel
het mogelijke risico voor de foetus rechtvaardigt.
Pasgeboren kinderen die tijdens het derde trimester van de zwangerschap zijn blootgesteld aan
antipsychotica (waaronder olanzapine), lopen risico op bijwerkingen na de bevalling waaronder
extrapiramidale symptomen en/of onttrekkingsverschijnselen die kunnen variëren in ernst en duur. Er
zijn meldingen van agitatie, hypertonie, hypotonie, tremor, slaperigheid, ademnood of
voedingsstoornis. Pasgeborenen moeten daarom nauwlettend worden gecontroleerd.
Borstvoeding
In een onderzoek bij gezonde vrouwen die borstvoeding gaven, werd olanzapine uitgescheiden in de
moedermelk. De gemiddelde blootstelling van het kind (mg/kg) in 'steady-state' werd geschat op
1,8% van de maternale olanzapinedosis (mg/kg). Patiënten dienen te worden geadviseerd hun kind
geen borstvoeding te geven tijdens het gebruik van olanzapine.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen effecten op de vruchtbaarheid bekend (zie rubriek 5.3 voor preklinische informatie).

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek uitgevoerd met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen. Aangezien olanzapine slaperigheid en duizeligheid kan
veroorzaken, dienen patiënten gewaarschuwd te worden voor het gebruik van machines, waaronder
motorvoertuigen.

4.8 Bijwerkingen
Volwassenen
De meest frequent (gezien bij 1% van de patiënten) gemelde bijwerkingen tijdens de behandeling
met olanzapine in klinisch onderzoek waren slaperigheid, gewichtstoename, eosinofilie, verhoogde
prolactine-, cholesterol-, glucose- en triglyceridespiegels (zie rubriek 4.4), glucosurie, toegenomen
eetlust, duizeligheid, acathisie, parkinsonisme, leukopenie, neutropenie (zie rubriek 4.4), dyskinesie,
orthostatische hypotensie, anticholinerge effecten, voorbijgaande asymptomatische verhogingen van
de leveraminotransferasen (zie rubriek 4.4), (huid)uitslag, asthenie, moeheid, koorts, artralgie,
verhoogd alkalische fosfatase, hoog gammaglutamyltransferase, hoog urinezuur, hoog
creatinefosfokinase en oedeem.
Lijst met bijwerkingen in tabelvorm
De volgende tabel geeft een overzicht met bijwerkingen en laboratoriumonderzoeken die zijn gemeld
via spontane meldingen en tijdens de klinische onderzoeken. Binnen elke frequentie groep, worden de
bijwerkingen weergegeven in afnemende mate van ernst. De frequenties zijn als volgt gedefinieerd:
zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100 tot < 1/10), soms ( 1/1.000 tot < 1/100), zelden ( 1/10.000 tot
< 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden
bepaald).

Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Eosinofilie
Trombocyto-
Leukopenie10
penie
Neutropenie10
I
mmuunsysteemaandoeningen

Overgevoelig-


heid 11

Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Gewichtstoename1 Verhoogde
Ontwikkeling of Onderkoeling.
cholesterolspiegels2,3 exacerbatie van
Verhoogde
diabetes, soms
glucosespiegels4
geassocieerd met
Verhoogde
ketoacidose of
triglyceridespiegels2,5 coma, waaronder
Glucosurie
enkele gevallen
Toegenomen eetlust met fatale afloop
(zie
rubriek 4.4)11
Zenuwstelselaandoeningen
Somnolentie
Duizeligheid
Convulsies
Maligne
Acathisie6
waarbij in de
Neuroleptica
Parkinsonisme6
meeste van deze Syndroom
Dyskinesie6
gevallen, een
(MNS) (zie
voorgeschiedenis rubriek 4.4.)12
van convulsies
Dystonie
of risicofactoren (inclusief
voor convulsies
oogdraaiingen)
gemeld is11
Tardieve
Dystonie
dyskinesie
(inclusief
Ontwennings-
oogdraaiingen)11 verschijnselen7,
Tardieve
12
dyskinesie11
Amnesie9
Dysartrie
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
Stotteren11
Rusteloze benen
syndroom11
Hartaandoeningen

Bradycardie
Ventriculaire
QTc-verlenging
tachycardie/fi-
(zie rubriek 4.4) brillatie
plotselinge dood
(zie
rubriek 4.4)11
Bloedvataandoeningen
Orthostatische
Trombo-embolie

hypotensie10
(inclusief
longembolie en
diep-veneuze
trombose) (zie
rubriek 4.4)
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen

Epistaxis9

Maagdarmstelselaandoeningen
Lichte,
Opgezwollen
Pancreatitis11
voorbijgaande
buik9
anticholinerge
Hypersalivatie11
effecten inclusief
constipatie en droge
mond.
Lever- en galaandoeningen
Voorbijgaande,
Hepatitis
asymptomatische
(inclusief
verhogingen van
hepatocellulair,
leveramino-
cholestatisch of
transferasen (ALAT,
gemengd
ASAT), vooral in het
leverletsel)11.
begin van de
behandeling (zie
rubriek 4.4).
Huid- en onderhuidaandoeningen
Huiduitslag
Fotosensitieve

Drugreactie met
reactie
eosinofilie en
Alopecia
systemische
symptomen (DRESS)
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Artralgie9

Rabdomyolyse11
Nier- en urinewegaandoeningen

Urine-

incontinentie
Urineretentie
Vertraagde
urinelozing11
Zwangerschap, perinatale periode en puerperium


Neonataal
geneesmiddel-
onttrekkingssyndroom
(zie rubriek 4.6)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
Erectiestoornis bij
Amenorroe
Priapisme12

mannen
Vergroting van
Verminderd libido
de borsten
bij mannen en
Galactorroe bij
vrouwen
vrouwen
Gynecomastie/
vergroting van
de borsten bij
mannen

Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Asthenie



Moeheid
Oedeem
Koorts10
Onderzoeken
Verhoogde
Verhoogde
Verhoogde totale
plasmaprolactine-
alkalische fosfatase10 bilirubine
spiegels8
Hoge
creatinefosfokinase11
Hoge
gammaglutamyl-
transferase10
Hoog urinezuur10
1 Klinisch significante gewichtstoename werd gezien bij alle Body Mass Index (BMI)-categorieën.
Na kortetermijnbehandeling (mediane behandelingsduur 47 dagen) kwam gewichtstoename van
7% van het lichaamsgewicht na start van de behandeling zeer vaak voor (22,2%), 15% van het
lichaamsgewicht na start van de behandeling kwam vaak voor (4,2%) en gewichtstoename van
25% van het lichaamsgewicht na start van de behandeling kwam soms voor (0,8%). Bij
langdurige blootstelling (ten minste 48 weken), kwam gewichtstoename van 7%, 15% en
25% zeer vaak voor (respectievelijk 64,4%, 31,7% en 12,3%).
2 Gemiddelde verhogingen in nuchtere lipidenwaarden (totaal cholesterol, LDL-cholesterol en
triglyceriden) waren groter bij patiënten zonder bewijs van dysregulatie van lipiden bij aanvang.
3 Er werd gezien dat normale nuchtere cholesterolspiegels bij aanvang (< 5,17 mmol/l) naar een hoge
spiegel toenamen ( 6,2 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere cholesterolspiegels bij
aanvang ( 5,17 mmol/l-< 6,2 mmol/l) naar een hoge spiegel ( 6,2 mmol/l) kwamen zeer vaak
voor.
4 Er werd gezien dat normale nuchtere glucosespiegels bij aanvang (< 5,56 mmol/l) naar een hoge
spiegel toenamen ( 7 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere glucosespiegels bij aanvang
( 5,56-< 7 mmol/l) naar een hoge spiegel ( 7 mmol/l) kwam zeer vaak voor.
5 Er werd gezien dat normale nuchtere triglyceridenspiegels bij aanvang (< 1,69 mmol/l) naar een
hoge spiegel toenamen ( 2,26 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere
triglyceridenspiegels bij aanvang ( 1,69 mmol/l-< 2,26 mmol/l) naar een hoge spiegel
( 2,26 mmol/l) kwamen zeer vaak voor.
6 In klinische onderzoeken was de incidentie van Parkinsonisme en dystonie bij patiënten behandeld
met olanzapine numeriek hoger, maar niet statistisch significant verschillend van placebo.
Patiënten behandeld met olanzapine hadden een lagere incidentie van Parkinsonisme, acathisie en
dystonie vergeleken met getitreerde doses van haloperidol. Door gebrek aan gedetailleerde
informatie over de voorgeschiedenis van individuele acute en tardieve extrapiramidale
bewegingsstoornissen, kan men op dit ogenblik niet concluderen dat olanzapine minder tardieve
dyskinesie en/of andere tardieve extrapiramidale syndromen voortbrengt.
gemeld wanneer olanzapine plotseling wordt gestaakt.
8 In klinische onderzoeken tot 12 weken overschreden de plasmaprolactineconcentraties de bovenste
limiet van de normale range bij ongeveer 30% van de met olanzapine behandelde patiënten met een
normale uitgangsprolactinewaarde. Bij de meerderheid van deze patiënten waren de verhogingen in
het algemeen bescheiden en bleven beneden twee keer de bovenste limiet van de normale range.
9 Bijwerking geïdentificeerd in klinisch onderzoek uit de geïntegreerde olanzapinedatabase.
10 Beoordeeld via gemeten waarden in klinisch onderzoek uit de geïntegreerde olanzapinedatabase.
11 Bijwerking geïdentificeerd uit spontane postmarketingmeldingen waarbij de frequentie is
vastgesteld met gebruik van de geïntegreerde olanzapinedatabase.
12 Bijwerking geïdentificeerd uit spontane postmarketingmeldingen met een frequentie geschat op de
bovenste limiet van het 95% betrouwbaarheidsinterval, gebruikmakend van de geïntegreerde
olanzapinedatabase.
Langdurige blootstelling (ten minste 48 weken)
Het aandeel van de patiënten die klinische significante negatieve veranderingen ondervonden met
betrekking tot gewichtstoename, glucose, totaal/LDL/HDL-cholesterol of triglyceriden nam in de loop
van de tijd toe. Bij volwassen patiënten die gedurende 9-12 maanden werden behandeld, was de
snelheid waarmee de gemiddelde bloedglucose toenam, vertraagd na ongeveer 6 maanden.

Aanvullende informatie over speciale patiëntenpopulaties
In klinische onderzoeken bij oudere patiënten met dementie werd behandeling met olanzapine in
verband gebracht met een hogere incidentie van mortaliteit en cerebrovasculaire bijwerkingen
vergeleken met placebo (zie rubriek 4.4).
Zeer vaak (> 10%) voorkomende bijwerkingen die geassocieerd worden met het gebruik van
olanzapine in deze patiëntengroep waren een abnormaal looppatroon en vallen. Pneumonie, verhoogde
lichaamstemperatuur, lethargie, erytheem, visuele hallucinaties en urine-incontinentie werden vaak
(1 ­ 10%) waargenomen.
Uit klinische onderzoeken bij patiënten met een geneesmiddelgeïnduceerde (dopamineagonist)
psychose bij de ziekte van Parkinson werd een verergering van de parkinsonsymptomatologie en
-hallucinaties zeer vaak gemeld en vaker dan bij placebo.
In één klinisch onderzoek bij patiënten met bipolaire manie resulteerde de combinatietherapie van
valproaat met olanzapine in een neutropenie incidentie van 4,1%; mogelijk hebben hoge
valproaatspiegels hiertoe bijgedragen. Olanzapine gaf, in combinatie met lithium of valproaat, een
toename ( 10%) van tremor, droge mond, toename in eetlust en gewicht. Spraakstoornis werd
eveneens vaak gerapporteerd. Tijdens de behandeling met olanzapine in combinatie met lithium of
valproaat werd een gewichtstoename van 7% of meer gezien ten opzichte van het lichaamsgewicht bij
start van de behandeling bij 17,4% van de patiënten tijdens acute therapie (tot 6 weken).
Langetermijnbehandeling met olanzapine (tot 12 maanden) ter preventie van een recidief bij patiënten
met bipolaire stoornis werd in verband gebracht met een gewichtstoename van 7% of meer ten
opzichte van het lichaamsgewicht bij start van de behandeling bij 39,9% van de patiënten.
Pediatrische patiënten
Olanzapine is niet geïndiceerd voor de behandeling van kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar.
Hoewel er geen klinische onderzoeken zijn uitgevoerd om adolescenten te vergelijken met
volwassenen, zijn gegevens uit onderzoeken met adolescenten vergeleken met die uit onderzoeken met
volwassenen.
De volgende tabel geeft een samenvatting van de bijwerkingen die met grotere frequentie zijn gemeld
gemeld zijn tijdens kortetermijn klinisch onderzoek met adolescente patiënten. Klinisch significante
gewichtstoename ( 7%) lijkt vaker op te treden in de adolescente populatie in vergelijking met
volwassenen met een vergelijkbare blootstelling. De omvang van de gewichtstoename en het aandeel
van de adolescente patiënten die een klinisch significante gewichtstoename hadden waren groter na
langdurige blootstelling (ten minste 24 weken) dan na blootstelling gedurende korte tijd.
Binnen elke frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. De
terminologie van de frequentie is als volgt gedefinieerd: zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100 tot < 1/10).

Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak: Gewichtstoename13, verhoogde triglyceridespiegels14, toegenomen eetlust.
Vaak: Verhoogde cholesterolspiegels15
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak: Sedatie (met inbegrip van: hypersomnie, lethargie, slaperigheid).
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak: Droge mond
Lever- en galaandoeningen
Zeer vaak: Verhogingen van de leveraminotransferasen (ALAT/ASAT; zie rubriek 4.4).
Onderzoeken
Zeer vaak: Afgenomen totaal bilirubine, toegenomen GGT, verhoogde plasmaprolactinespiegels16.
13 Na kortetermijnbehandeling (mediane duur 22 dagen) kwam gewichtstoename van 7% van het
lichaamsgewicht (kg) bij aanvang zeer vaak voor (40,6%), 15% van het lichaamsgewicht bij
aanvang kwam vaak voor (7,1%) en 25% van het lichaamsgewicht bij aanvang kwam vaak voor
(2,5%). Bij langdurige blootstelling (ten minste 24 weken) kwam 89,4% 7%, 55,3% 15% en
29,1% 25% van het lichaamsgewicht bij start van de behandeling aan.
14 Er werd gezien dat normale nuchtere triglyceridenspiegels bij aanvang (< 1,016 mmol/l) naar een
hoge spiegel toenamen ( 1,467 mmol/l), en dat borderline nuchtere triglyceridenspiegels bij
aanvang ( 1,016 mmol/l-< 1,467 mmol/l) naar een hoge spiegel toenamen ( 1,467 mmol/l).
15 Er werd vaak gezien dat normale nuchtere cholesterolspiegels bij aanvang (< 4,39 mmol/l) naar een
hoge spiegel toenamen ( 5,17 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere cholesterolspiegels
bij aanvang ( 4,39 mmol/l-< 5,17 mmol/l) naar een hoge spiegel ( 5,17 mmol/l) kwamen zeer
vaak voor.
16 Verhoogde plasmaprolactinespiegels werden gemeld in 47,4% van de adolescente patiënten.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
Klachten en symptomen
Zeer vaak voorkomende symptomen bij overdosering (incidentie > 10%) zijn tachycardie,
agitatie/agressiviteit, dysartrie, verschillende extrapiramidale symptomen en een verminderd
bewustzijn variërend van sedatie tot coma.
Andere medisch significante gevolgen van overdosering zijn delirium, convulsie, coma, mogelijke
maligne neurolepticasyndroom, ademhalingsdepressie, aspiratie, hypertensie of hypotensie,
cardiale aritmieën (< 2% van de gevallen van overdosering) en hart- en ademstilstand. Dodelijke
aflopen zijn gemeld bij acute overdoses vanaf 450 mg maar overleving is ook gemeld na acute
Behandeling
Er bestaat geen specifiek antidotum tegen olanzapine. Het induceren van braken wordt niet
aanbevolen. De standaardprocedures voor de behandeling van overdosering kunnen van
toepassing zijn (dat wil zeggen maagspoeling, toediening van geactiveerde kool). Het is
aangetoond dat de gelijktijdige toediening van geactiveerde kool de orale biologische
beschikbaarheid van olanzapine met 50 tot 60% vermindert.
Symptomatische behandeling en controle van de vitale orgaanfuncties dienen te worden ingesteld op
geleide van het klinisch beeld, waaronder behandeling van hypotensie en circulatoire collaps en
ondersteuning van de ademhalingsfunctie. Gebruik geen adrenaline, dopamine, of andere
sympathicomimetica met bèta-agonistische activiteit, omdat stimulering van de bètareceptoren de
hypotensie kan verergeren. Het volgen van de cardiovasculaire functies is noodzakelijk om mogelijke
aritmieën te detecteren. Zorgvuldige medische supervisie en monitoren dienen te worden voortgezet
totdat de patiënt is hersteld.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psycholeptica, diazepines, oxazepines, thiazepines en oxepines.
ATC-code: N05A H03.
Farmacodynamische effecten
Olanzapine is een antipsychoticum, een middel tegen manie en een stemmingsstabilisator dat een
breed farmacologisch profiel vertoont in een aantal receptorsystemen.
In preklinische onderzoeken vertoonde olanzapine een reeks van receptoraffiniteiten (Ki; < 100 nM)
voor serotonine 5HT2A/2C-, 5HT3- en 5HT6-receptoren, dopamine D1-, D2-, D3-, D4- en D5-receptoren,
cholinerge muscarinereceptoren (M1-M5), 1-adrenerge receptoren en histamine H1-receptoren.
Diergedragsonderzoeken met olanzapine duidden op 5HT-, dopamine-, en cholinerg antagonisme,
consistent met het receptorbindingsprofiel. Olanzapine vertoonde een hogere in-vitro-affiniteit voor
serotonine 5HT2- dan dopamine D2-receptoren en grotere 5HT-activiteit dan D-activiteit in
in-vivo-modellen. Electrofysiologische onderzoeken toonden aan dat olanzapine selectief het vuren
van de mesolimbische (A 10) dopaminerge neuronen reduceert, terwijl het weinig effect heeft op de
striatale (A 9) banen betrokken bij motorische functies. Olanzapine verlaagde een geconditioneerde
vermijdingsreactie, een test die voorspellend is voor antipsychotische activiteit, bij doses lager dan die
welke katalepsie veroorzaken, een effect dat wijst op motorische bijwerkingen. Anders dan bij
sommige andere antipsychotica neemt bij olanzapine de respons toe in een 'anxiolytische' test.
In een Positron Emissie Tomografie (PET) onderzoek bij gezonde vrijwilligers met een éénmalige
orale dosis (10 mg) had olanzapine een grotere 5HT2A-receptorbezetting dan dopamine
D2-receptorbezetting. Bovendien bleek uit een Single Photon Emission Computed Tomography
(SPECT) onderzoek in schizofrene patiënten dat patiënten gevoelig voor olanzapine een lagere
striatale D2 bezetting hadden dan patiënten gevoelig voor sommige andere antipsychotica en
risperidon, terwijl deze vergelijkbaar waren met patiënten gevoelig voor clozapine.
Klinische werkzaamheid
In 2 op 2 placebo en 2 op 3 gecontroleerde vergelijkende onderzoeken met meer dan 2900 schizofrene
patiënten die zowel positieve als negatieve symptomen vertoonden werd olanzapine geassocieerd met
statistisch significant grotere verbeteringen van zowel negatieve als positieve symptomen.
In een multinationaal, dubbelblind, vergelijkend onderzoek van schizofrenie, schizoaffectieve en
aanverwante stoornissen, waarbij 1481 patiënten met verschillende graad van geassocieerde
depressieve symptomen (gemiddelde uitgangswaarde van 16,6 op de Montgomery-Asberg Depression
Rating Scale-MADRS) betrokken waren, toonde een prospectieve secundaire analyse een statistisch
tot eindwaarde, in het voordeel van olanzapine (- 6,0) ten opzichte van haloperidol (- 3,1).
Bij patiënten met een manische of gemengde episode van bipolaire stoornis vertoonde olanzapine
superieure werkzaamheid ten opzichte van placebo en valproaatseminatrium, terwijl de manische
symptomen over een periode van 3 weken afnamen. Olanzapine vertoonde vergelijkbare
werkzaamheidresultaten qua werkzaamheid als haloperidol, uitgedrukt in de proportie patiënten die
een symptomatische remissie van manie en depressie hadden bij 6 en 12 weken. In een comedicatie
onderzoek waarbij patiënten ten minste 2 weken werden behandeld met lithium of valproaat,
resulteerde de gelijktijdige toediening van 10 mg olanzapine (comedicatie met lithium of valproaat) in
een grotere afname van symptomen van manie dan met lithium- of valproaatmonotherapie na 6 weken.
In een 12 maanden durend recidiefpreventieonderzoek bij patiënten met een manische episode, die in
remissie waren gekomen met olanzapine en vervolgens gerandomiseerd werden naar olanzapine of
placebo, liet olanzapine een statistisch significante superioriteit boven placebo zien, gemeten volgens
het primaire eindpunt van een bipolair recidief. Olanzapine liet ook een statistisch significant voordeel
boven placebo zien in termen van preventie van ofwel een recidief van manie ofwel een recidief van
depressie.
In een tweede 12 maanden durend recidiefpreventieonderzoek bij patiënten met een manische episode,
die in remissie waren gekomen met een combinatie van olanzapine en lithium en vervolgens
gerandomiseerd werden naar enkel olanzapine of lithium, was olanzapine statistisch niet inferieur aan
lithium volgens het primaire eindpunt van een bipolair recidief (olanzapine 30,0%, lithium 38,3%;
p = 0,055).
In een 18 maanden durend onderzoek met combinatietherapie bij patiënten met een manische of
gemengde episode, die in remissie waren gekomen met olanzapine in combinatie met een
stemmingsstabilisator (lithium of valproaat), was langetermijn olanzapine combinatietherapie met
lithium of valproaat niet statistisch significant superieur ten opzichte van enkel lithium of valproaat in
het uitstellen van een bipolair recidief, gedefinieerd volgens (diagnostische) criteria van het syndroom.
Pediatrische patiënten
Gecontroleerde werkzaamheidsgegevens bij adolescenten (leeftijd 13 tot 17 jaar) zijn beperkt tot
kortetermijnstudies bij schizofrenie (6 weken) en manie geassocieerd met bipolaire I-stoornis
(3 weken), waar minder dan 200 adolescenten bij betrokken waren. Olanzapine werd gebruikt in een
flexibele dosering beginnend met 2,5 en oplopend tot 20 mg/dag. Tijdens de behandeling met
olanzapine namen de adolescenten significant veel meer in gewicht toe dan volwassenen. De omvang
van veranderingen in nuchter totaal cholesterol, LDL-cholesterol, triglyceriden en prolactine (zie
rubriek 4.4 en 4.8) was groter bij adolescenten dan bij volwassenen. Er zijn geen gecontroleerde
gegevens over het behoud van effect over de veiligheid op de langetermijn (zie rubriek 4.4 en 4.8).
Informatie over langetermijnveiligheid is primair beperkt tot open label, ongecontroleerde data.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Olanzapine wordt goed geabsorbeerd na orale toediening, waarbij de piekplasmaconcentraties worden
bereikt na 5 tot 8 uur. De absorptie wordt niet beïnvloed door voedsel. De absolute orale biologische
beschikbaarheid t.o.v. intraveneuze toediening is niet vastgesteld.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van olanzapine bedroeg ongeveer 93% over het concentratiebereik van
ongeveer 7 tot ongeveer 1000 ng/ml. Het wordt voornamelijk gebonden aan albumine en 1-zure
glycoproteïne.
Biotransformatie
Olanzapine wordt gemetaboliseerd in de lever via conjugatie en oxidatie. De belangrijkste metaboliet
is het 10-N-glucuronide, dat de bloed-hersenbarrière niet passeert. Cytochroom P450-CYP1A2 en
beide in onderzoeken bij dieren in vivo significant minder farmacologische activiteit vertoonden dan
olanzapine. De overheersende farmacologische activiteit komt van de moederstof olanzapine.
Eliminatie
Na orale toediening varieerde de terminale eliminatie-halfwaardetijd van olanzapine in gezonde
personen met leeftijd en geslacht.
De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van olanzapine is bij gezonde ouderen (65 jaar en ouder)
verlengd vergeleken met niet-ouderen (51,8 uur t.o.v. 33,8 uur) en de klaring was afgenomen (17,5
t.o.v. 18,2 l/uur). De farmacokinetische variabiliteit waargenomen bij ouderen valt binnen de
variabiliteit bij niet-ouderen. Bij 44 schizofrene patiënten ouder dan 65 jaar was een dosis van 5 tot
20 mg niet geassocieerd met een afwijkend profiel van ongewenste effecten.
De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van olanzapine is bij vrouwen enigszins verlengd (36,7 uur
t.o.v. 32,3 uur) vergeleken met mannen, en de klaring was afgenomen (18,9 t.o.v. 27,3 l/uur). Echter,
olanzapine (5-20 mg) vertoonde een vergelijkbaar veiligheidsprofiel bij zowel vrouwelijke (n = 467)
als bij mannelijke patiënten (n = 869).
Nierfunctiestoornis
Bij patiënten met een nierfunctiestoornis (creatinine klaring < 10 ml/min) was er t.o.v. gezonde
personen geen significant verschil in gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd (37,7 t.o.v. 32,4 uur) of
klaring (21,2 t.o.v. 25,0 l/uur). Een massabalansonderzoek toonde aan dat ongeveer 57% van
radio-gelabeld olanzapine in de urine verscheen, hoofdzakelijk als metabolieten.
Leverfunctiestoornis
Een kleine studie naar het effect van een leverfunctiestoornis bij 6 personen met klinisch significante
cirrose (Child-Pugh score A (n = 5) en B (n = 1)) toonde weinig effect aan op de farmacokinetiek van
oraal toegediend olanzapine (enkelvoudige dosis van 2,5-7,5 mg): personen met een milde tot matige
leverfunctiestoornis hadden een licht verhoogde systemische klaring en een snellere
eliminatiehalfwaardetijd in vergelijking met personen zonder leverfunctiestoornis (n = 3). Er waren
meer rokers onder de personen met cirrose (4/6; 67%) dan onder personen zonder leverfunctiestoornis
(0/2; 0%).
Roken
Bij niet-rokers was t.o.v. de rokers (mannen en vrouwen) de gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd
(38,6 uur t.o.v. 30,4 uur) verlengd en de klaring (18,6 t.o.v. 27,7 l/uur) afgenomen.
De plasmaklaring van olanzapine is lager bij ouderen dan bij jongeren, in vrouwen dan in mannen en
in niet-rokers dan in rokers. Echter, de grootte van de invloed van leeftijd, geslacht of roken op de
klaring en halfwaardetijd van olanzapine is klein in vergelijking met de totale interindividuele
variabiliteit.
In een onderzoek van Kaukasische, Japanse en Chinese personen waren er geen verschillen in de
farmacokinetische parameters tussen de 3 populaties.
Pediatrische patiënten
Adolescenten (leeftijd 13 tot 17 jaar): De farmacokinetiek van olanzapine is vergelijkbaar tussen
adolescenten en volwassenen. In klinisch onderzoek was de gemiddelde olanzapineblootstelling bij
adolescenten ongeveer 27% hoger. Demografische verschillen tussen adolescenten en volwassenen
omvatten een lager gemiddeld lichaamsgewicht en er waren minder rokers onder de adolescenten.
Dergelijke factoren dragen mogelijk bij aan een hogere gemiddelde blootstelling bij adolescenten.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Acute toxiciteit (na eenmalige dosis)
De symptomen van toxiciteit bij knaagdieren na orale toediening waren karakteristiek voor potente
neuroleptica: hypo-activiteit, coma, tremoren, clonische convulsies, speekselvloed en gereduceerde
(ratten). Honden verdroegen eenmalige orale doses tot 100 mg/kg zonder mortaliteit. De klinische
symptomen omvatten sedatie, ataxie, tremoren, verhoging van de hartfrequentie, bemoeilijkte
ademhaling, miosis en anorexia. Bij apen veroorzaakten eenmalige orale doses tot 100 mg/kg
prostratie, en in hogere doses, een verlaagd bewustzijn.

Toxiciteit bij herhaalde dosering
Bij onderzoeken met een duur tot 3 maanden bij muizen en tot 1 jaar bij ratten en honden werden
voornamelijk depressie van het centrale zenuwstelsel (CZS), anticholinerge effecten en perifere
hematologische stoornissen gezien. Er ontwikkelde zich tolerantie voor de CZS-depressie.
Groeiparameters verminderden bij hoge doses. Bij ratten zijn reversibele effecten gezien passend bij
een verhoogde prolactinespiegel. Zij omvatten een gewichtsvermindering van de ovaria en uterus en
morfologische veranderingen in het vaginaal epitheel en in borstklieren.
Hematologische toxiciteit
Effecten op hematologische parameters werden gevonden in alle species, waaronder dosisafhankelijke
afnamen in circulerende leukocyten in muizen en aspecifieke verlagingen van circulerende leukocyten
in ratten; er was echter geen beenmergcytotoxiciteit aantoonbaar. Er ontwikkelde zich bij enkele
honden die behandeld werden met 8 of 10 mg/kg/dag (totale olanzapineblootstelling [AUC] is
12-15 maal groter dan die bij een dosis van 12 mg aan de mens) reversibele neutropenie,
trombocytopenie of anemie. Bij cytopenische honden werden geen ongewenste effecten waargenomen
op moedercellen en prolifererende cellen in het beenmerg.
Reproductietoxiciteit
Olanzapine had geen teratogene effecten. Sedatie beïnvloedde de paringsprestatie van mannelijke
ratten. Bij ratten werden de oestruscycli beïnvloed bij doses van ten minste 1,1 mg/kg (3 maal de
maximale dosis bij de mens) en de voortplantingsparameters werden beïnvloed bij doses van ten
minste 3 mg/kg (9 maal de maximale dosis bij de mens). De nakomelingen van met olanzapine
behandelde ratten bleken in foetale ontwikkeling vertraagd te zijn en bij deze werden voorbijgaande
dalingen in activiteit gezien.
Mutageniciteit
In een volledige reeks van standaardtesten, waaronder bacteriële mutatietesten en in-vitro- en
in-vivo-zoogdiertesten, was olanzapine niet mutageen noch veroorzaakte het een chromosoombreuk.
Carcinogeniteit
Op basis van de resultaten van onderzoeken bij muizen en ratten werd geconcludeerd dat olanzapine
niet carcinogeen is.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Kern van de tablet
Lactosemonohydraat
Hydroxypropylcellulose
Crospovidon type A
Colloïdaal silicium dioxide
Microkristallijne cellulose
Magnesiumstearaat
Omhulling van de tablet
Hypromellose
Olanzapine Teva 2,5 mg/5 mg/7,5 mg/10 mg filmomhulde tabletten
Wit kleurmengsel (polydextrose, hypromellose, glyceroltriacetaat, macrogol 8000, titaniumdioxide
E171)
Blauw kleurmengsel (polydextrose, hypromellose, glyceroltriacetaat, macrogol 8000,
titaniumdioxide E171, indigotine E132)
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
Roze kleurmengsel (polydextrose, hypromellose, glyceroltriacetaat, macrogol 8000,
titaniumdioxide E171, rood ijzeroxide E172)

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid
2 jaar

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakkingen in doosjes van 28, 30, 35, 56,70 en
98 filmomhulde tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakkingen in doosjes van 28, 28 x 1, 30, 30 x 1, 35, 35 x 1,
50, 50 x 1, 56, 56 x 1, 70, 70 x 1, 98 of 98 x 1 filmomhulde tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakkingen in doosjes van 28, 28 x 1, 30, 30 x 1, 35, 35 x 1,
56, 56 x 1, 60, 70, 70 x 1, 98 of 98 x 1 filmomhulde tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakkingen in doosjes van 7, 7 x 1, 28, 28 x 1, 30, 30 x 1,
35, 35 x 1, 50, 50 x 1, 56, 56 x 1, 60, 70, 70 x 1, 98 of 98 x 1 filmomhulde tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakkingen in doosjes van 28, 30, 35, 50, 56, 70 of
98 filmomhulde tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakkingen in doosjes van 28, 30, 35, 56, 70 of
98 filmomhulde tabletten per doosje.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
EU/1/07/427/001 ­ 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/002 ­ 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/038 ­ 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/003 ­ 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/048 ­ 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/058 ­ 98 tabletten, per doos.
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
EU/1/07/427/004 ­ 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/070 ­ 28 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/005 ­ 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/071 ­ 30 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/039 ­ 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/072 ­ 35 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/006 ­ 50 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/073 ­ 50 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/007 ­ 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/074 ­ 56 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/049 ­ 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/075 ­ 70 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/059 ­ 98 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/076 ­ 98 x 1 tablet, per doos.
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
EU/1/07/427/008 ­ 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/077 ­ 28 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/009 ­ 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/078 ­ 30 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/040 ­ 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/079 ­ 35 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/010 ­ 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/080 ­ 56 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/068 ­ 60 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/050 ­ 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/081 ­ 70 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/060 ­ 98 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/082 ­ 98 x 1 tablet, per doos.
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
EU/1/07/427/011 ­ 7 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/083 ­ 7 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/012 ­ 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/084 ­ 28 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/013 ­ 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/085 ­ 30 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/041 ­ 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/086 ­ 35 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/014 ­ 50 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/087 ­ 50 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/015 ­ 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/069 ­ 60 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/051 ­ 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/089 ­ 70 x 1 tablet, per doos.
EU/1/07/427/061 ­ 98 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/090 ­ 98 x 1 tablet, per doos.
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
EU/1/07/427/016 ­ 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/017 ­ 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/042 ­ 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/018 ­ 50 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/019 ­ 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/052 ­ 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/062 ­ 98 tabletten, per doos.
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
EU/1/07/427/020 ­ 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/021 ­ 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/043 ­ 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/022 ­ 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/053 ­ 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/063 ­ 98 tabletten, per doos.
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 12 december 2007
Datum van laatste verlenging: 12 december 2012
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
{MM/JJJJ}
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europe.eu <, en de website van {naam van het nationaal
bureau (link)}>.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat 5 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 47,5 mg lactose, 0,2625 mg sucrose en 2,25 mg aspartaam (E951).
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat 10 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 95,0 mg lactose, 0,525 mg sucrose en 4,5 mg aspartaam (E951).
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat 15 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 142,5 mg lactose, 0,7875 mg sucrose en 6,75 mg aspartaam
(E951).
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat 20 mg olanzapine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 190,0 mg lactose, 1,05 mg sucrose en 9,0 mg aspartaam (E951).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Orodispergeerbare tablet
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
Een gele, ronde dubbelbolle tablet met een diameter van 8 mm.
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
Een gele, ronde dubbelbolle tablet met een diameter van 10 mm.
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
Een gele, ronde dubbelbolle tablet met een diameter van 11 mm.
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
Een gele, ronde dubbelbolle tablet met een diameter van 12 mm.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Volwassenen
Olanzapine is geïndiceerd voor de behandeling van schizofrenie.
Olanzapine is effectief in het handhaven van de klinische verbetering bij voortgezette behandeling van
patiënten die in het beginstadium reageerden op de behandeling.
Olanzapine is geïndiceerd voor de behandeling van matig tot ernstige manische episode.
Bij patiënten wiens manische episode heeft gereageerd op behandeling met olanzapine, is olanzapine
bestemd ter voorkoming van een recidief bij patiënten met bipolaire stoornis (zie rubriek 5.1).

4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Volwassenen
Schizofrenie: de aanbevolen startdosering voor olanzapine is 10 mg per dag.
Manische episode: de startdosering is 15 mg als eenmaal daagse dosis bij monotherapie of 10 mg
dagelijks in combinatietherapie (zie rubriek 5.1).
Ter voorkoming van een recidief bij bipolaire stoornis: de aanbevolen startdosering is 10 mg per dag.
Bij patiënten die olanzapine hebben gekregen voor de behandeling van een manische episode dient een
behandeling ter voorkoming van een recidief te worden voortgezet met dezelfde dosis. Indien zich een
nieuwe manische, gemengde of depressieve episode voordoet, dient de therapie met olanzapine te
worden voortgezet (met optimalisering van de dosis indien noodzakelijk) met aanvullende therapie om
de stemmingssymptomen te behandelen, op geleide van het klinisch beeld.
Tijdens de behandeling van schizofrenie, een manische episode en ter voorkoming van een recidief bij
bipolaire stoornis kan de dagelijkse dosis worden aangepast op basis van het individuele klinisch beeld
binnen een bereik van 5-20 mg per dag. Een verhoging tot een dosering hoger dan de aanbevolen
startdosering wordt uitsluitend aanbevolen na een juiste medische herbeoordeling en dient normaal
gesproken alleen plaats te vinden met intervallen van niet minder dan 24 uur. Olanzapine kan worden
toegediend onafhankelijk van maaltijden, omdat de absorptie niet wordt beïnvloed door voedsel.
Geleidelijk afbouwen van de dosering dient te worden overwogen wanneer de behandeling met
olanzapine wordt gestaakt.
De Olanzapine Teva orodispergeerbare tablet dient in de mond te worden gebracht alwaar het snel
oplost in de speekselvloeistof zodat het gemakkelijk kan worden ingeslikt. Het is moeilijk om de
intacte orodispergeerbare tablet uit de mond te nemen. Omdat de orodispergeerbare tablet kwetsbaar
is, dient het direct na het openen van de blister te worden ingenomen. Als alternatief kan het vlak voor
gebruik worden gedispergeerd in een vol glas water of in een andere geschikte drank (sinaasappelsap,
appelsap, melk of koffie).
Olanzapine orodispergeerbare tablet is bio-equivalent aan olanzapine omhulde tabletten met een
gelijke snelheid en mate van absorptie. Het heeft dezelfde dosering en frequentie van toediening als
olanzapine omhulde tabletten. Olanzapine orodispergeerbare tablet kan als alternatief worden gebruikt
voor olanzapine omhulde tabletten.
Speciale patiëntengroepen
Een lagere startdosering (5 mg/dag) wordt niet routinematig aanbevolen, maar dient overwogen te
worden voor personen van 65 jaar en ouder indien klinische factoren dit rechtvaardigen (zie
rubriek 4.4).
Verminderde nier- en/of leverfunctie
Een lagere startdosering (5 mg) dient overwogen te worden voor deze patiënten. In geval van matige
leverinsufficiëntie (cirrose, Child-Pugh Klasse A of B) dient de startdosering 5 mg te zijn en slechts
met voorzichtigheid te worden verhoogd.
Rokers
De startdosering en het doseringsbereik hoeven niet routinematig aangepast te worden voor niet-rokers
t.o.v. rokers. Het metabolisme van olanzapine kan geïnduceerd worden door roken. Klinische controle
wordt aanbevolen en een verhoging van de olanzapinedosis kan, indien nodig, overwogen worden (zie
rubriek 4.5).
Wanneer meer dan 1 factor aanwezig is die kan leiden tot een trager metabolisme (vrouwelijk
geslacht, bejaarden, niet-rokerstatus) dient overwogen te worden de startdosering te verlagen. Een
verhoging in dosering, indien aangewezen, dient bij deze patiënten met de nodige voorzichtigheid
plaats te vinden.
In gevallen waar dosiverhogingen in stappen van 2,5 mg noodzakelijk worden geacht, dienen
Olanzapine Teva filmomhulde tabletten te worden gebruikt.
(Zie rubriek 4.5 en 5.2)
Pediatrische patiënten
Olanzapine wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar als
gevolg van een gebrek aan gegevens over de veiligheid en werkzaamheid. Een grotere mate van
gewichtstoename, veranderingen in lipiden en prolactine zijn gemeld in kortetermijn onderzoeken bij
adolescente patiënten, vergeleken met onderzoeken bij volwassen patiënten. (zie rubriek 4.4, 4.8, 5.1
en 5.2).

4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Patiënten met een bekend risico op nauwekamerhoekglaucoom.

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Tijdens behandeling met antipsychotica kan het een aantal dagen tot enkele weken duren voordat de
klinische toestand van de patiënt verbetert. Patiënten dienen nauwlettend gevolgd te worden tijdens
deze periode.
Dementiegerelateerde psychose en/of gedragsstoornissen
Door een toename in mortaliteit en het risico op CVA (cerebrovasculair accident) wordt olanzapine
niet aanbevolen voor gebruik bij patiënten met dementiegerelateerde psychose en/of
gedragsstoornissen. In placebogecontroleerde klinische onderzoeken (6-12 weken durend) bij oudere
patiënten (gemiddelde leeftijd 78 jaar) met dementiegerelateerde psychose en/of gestoord gedrag,
kwam het 2 keer vaker voor dat patiënten overleden wanneer ze met olanzapine werden behandeld
vergeleken met placebo (3,5% versus 1,5%). De hogere incidentie van overlijden was niet gerelateerd
aan de dosis olanzapine (gemiddelde dagdosering 4,4 mg) of de duur van de behandeling.
Risicofactoren die deze patiëntenpopulatie vatbaar kunnen maken voor verhoogde mortaliteit zijn:
leeftijd > 65 jaar, dysfagie, sedatie, ondervoeding en dehydratatie, longaandoeningen (bijvoorbeeld
pneumonie, met of zonder aspiratie) of gelijktijdig gebruik van benzodiazepines. Echter, de hogere
incidentie van overlijden in de groep die behandeld werd met olanzapine vergeleken met de met
placebo behandelde patiënten was onafhankelijk van deze risicofactoren.
In dezelfde klinische onderzoeken waren cerebrovasculaire bijwerkingen (bijvoorbeeld CVA,
een 3-voudige toename in cerebrovasculaire bijwerkingen bij patiënten behandeld met olanzapine
vergeleken met patiënten die met placebo werden behandeld (1,3% versus 0,4%, respectievelijk). Alle
olanzapine- en placebobehandelde patiënten die een cerebrovasculaire bijwerking hadden ervaren,
hadden voorafgaand aan deze bijwerking bestaande risicofactoren. Leeftijd > 75 jaar en
vasculair/gemengde dementie werden geïdentificeerd als risicofactoren voor cerebrovasculaire
bijwerkingen geassocieerd met olanzapinebehandeling. De werkzaamheid van olanzapine was niet
bewezen in deze onderzoeken.
Ziekte van Parkinson
Het gebruik van olanzapine wordt niet aanbevolen voor de behandeling van een door geneesmiddelen
geïnduceerde (dopamineagonist) psychose bij patiënten met de ziekte van Parkinson. In klinische
onderzoeken werd verergering van de parkinsonsymptomen en -hallucinaties zeer vaak gemeld en
vaker dan bij placebo (zie rubriek 4.8), en olanzapine was niet effectiever dan placebo in de
behandeling van psychotische symptomen. In deze onderzoeken was het vereist dat patiënten in het
begin stabiel waren op de laagste effectieve dosis van antiparkinsongeneesmiddelen
(dopamineagonist) en gedurende het gehele onderzoek dezelfde antiparkinsongeneesmiddelen bleven
gebruiken in dezelfde dosering. Olanzapine werd gestart met 2,5 mg/dag en opgebouwd tot een
maximum van 15 mg/dag, gebaseerd op de beoordeling van de onderzoeker.
Maligne Neurolepticasyndroom(MNS)
MNS is een potentieel levensbedreigende aandoening die geassocieerd wordt met antipsychotica.
Zeldzame gevallen, gemeld als MNS, zijn ook ontvangen in relatie tot olanzapine. Klinische
manifestaties van MNS zijn hyperpyrexie, spierrigiditeit, veranderde mentale status en aanwijzingen
voor autonome instabiliteit (onregelmatige pols of bloeddruk, tachycardie, diaforese en cardiale
dysritmie). Bijkomende verschijnselen kunnen zijn een verhoogd creatinefosfokinase, myoglobinurie
(rabdomyolyse) en acuut nierfalen. Wanneer een patiënt klachten en symptomen ontwikkelt die duiden
op MNS, of onverklaarde hoge koorts heeft zonder aanvullende klinische verschijnselen van MNS,
dienen alle antipsychotica, inclusief olanzapine, gestaakt te worden.
Hyperglykemie en diabetes
Hyperglykemie en/of ontwikkeling van of exacerbatie van diabetes, in enkele gevallen geassocieerd
met ketoacidose of coma, is soms gemeld, waaronder enkele met een fatale afloop (zie rubriek 4.8). In
sommige gevallen werd een voorafgaande toename van het lichaamsgewicht gemeld. Dit kan een
predisponerende factor zijn. Het wordt geadviseerd om patienten klinisch adequaat te volgen zoals
beschreven wordt in de gebruikte richtlijnen voor antipsychotica, bijvoorbeeld door het meten van
bloedglucose bij baseline, 12 weken na de start van de olanzapinebehandeling en daarna jaarlijks.
Patiënten die behandeld worden met een antipsychoticum, inclusief olanzapine, dienen te worden
geobserveerd op tekenen en symptomen van hyperglykemie (zoals polydipsie, polyurie, polyfagie en
zwakte). Patiënten met diabetes mellitus of met risicofactoren voor de ontwikkeling van diabetes
mellitus dienen regelmatig gecontroleerd te worden op tekenen van verslechtering van de
glucosecontrole. Daarnaast dient ook regelmatig het gewicht te worden gecontroleerd, bijvoorbeeld bij
baseline, 4, 8 en 12 weken na de start van de olanzapinebehandeling en daarna ieder kwartaal.
Lipidenveranderingen
Ongewenste veranderingen in de lipiden zijn gezien bij met olanzapine behandelde patiënten in
placebogecontroleerd klinisch onderzoek (zie rubriek 4.8). Lipidenveranderingen dienen klinisch
adequaat gereguleerd te worden, in het bijzonder bij dyslipidemische patiënten en patiënten met
risicofactoren voor de ontwikkeling van lipidenstoornissen. Patiënten die behandeld worden met een
antipsychoticum, inclusief olanzapine, dienen regelmatig gecontroleerd te worden op lipiden in
overeenstemming met gebruikte richtlijnen voor antipsychotica, bijvoorbeeld bij baseline, 12 weken
na de start van de olanzapinebehandeling en daarna iedere 5 jaar.
Anticholinergische activiteit
Hoewel olanzapine in vitro een anticholinerge activiteit vertoonde, toonden de klinische onderzoeken
een lage incidentie van dergelijke gevallen. Aangezien klinische ervaring met olanzapine bij patiënten
die lijden aan een bijkomende aandoening beperkt is, wordt geadviseerd dit met voorzichtigheid voor
Hepatische functie
Voorbijgaande, asymptomatische verhogingen van leveraminotransferasen, ALAT, ASAT werden
vaak waargenomen, vooral aan het begin van de behandeling. Voorzichtigheid en periodieke controle
is geboden bij patiënten met verhoogde ALAT- en/of ASAT-waarden; bij patiënten met klachten en
symptomen van leverstoornissen; bij patiënten met reeds bestaande aandoeningen met beperkte
functionele leverreserve en bij patiënten die behandeld worden met potentieel hepatotoxische
geneesmiddelen. In gevallen waarin hepatitis (inclusief hepatocellulair, cholestatisch of gemengd
leverletsel) is gediagnosticeerd dient de behandeling te worden gestaakt.
Neutropenie
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een laag aantal leukocyten en/of neutrofielen, om welke
reden dan ook, bij patiënten met comedicatie waarvan bekend is dat deze neutropenie kan
veroorzaken
, bij patiënten met een voorgeschiedenis van geneesmiddelgeïnduceerde
beenmergdepressie/toxiciteit, bij patiënten met beenmergdepressie t.g.v. een bijkomende ziekte,
radiotherapie of chemotherapie en bij patiënten met hypereosinofilie of met myeloproliferatieve
ziekte. Bij gelijktijdige toediening van olanzapine met valproaat is vaak neutropenie gerapporteerd
(zie rubriek 4.8).
Beëindiging van de behandeling
Acute symptomen zoals transpireren, slapeloosheid, tremor, angst, misselijkheid of braken zijn zelden
gemeld (> 0,01% en < 0,1%) wanneer olanzapine abrupt wordt gestaakt.
QT-interval
In klinisch onderzoek werd een klinisch betekenisvolle QTc-verlenging (Fridericia QT-correctie
[QTcF] 500 milliseconden [msec] op een willekeurig moment na baseline bij patiënten met een
baseline QTcF < 500 msec) soms (0,1 tot 1%) gemeld bij patiënten behandeld met olanzapine zonder
een significant verschil in cardiovasculaire voorvallen in vergelijking met met placebo behandelde
patiënten. Er is echter voorzichtigheid geboden wanneer olanzapine wordt voorgeschreven met
geneesmiddelen die het QTc-interval verlengen, vooral bij ouderen, bij patiënten met een congenitaal
verlengd QT-syndroom, congestief hartfalen, hypertrofie van het hart, hypokaliëmie of
hypomagnesiëmie.

Trombo-embolie
Een tijdelijk verband tussen behandeling met olanzapine en veneuze trombo-embolie is soms ( 0,1%
en < 1%) gemeld. Er is geen causaal verband vastgesteld tussen het optreden van veneuze
trombo-embolie en behandeling met olanzapine. Echter, aangezien patiënten met schizofrenie vaak
verworven risicofactoren voor veneuze trombo-embolie vertonen, dienen alle mogelijke risicofactoren
voor VTE (bijvoorbeeld immobilisatie van patiënten) te worden geïdentificeerd en preventieve
maatregelen dienen te worden genomen.
Algemene werking op het zenuwstelsel
Aangezien olanzapine voornamelijk op het centrale zenuwstelsel werkt, is voorzichtigheid geboden
wanneer het in combinatie met andere centraal werkende geneesmiddelen dan wel alcohol wordt
gebruikt. Omdat het in vitro dopamineantagonisme vertoont, kan olanzapine de effecten van directe en
indirecte dopamineagonisten tegenwerken.
Convulsies
Olanzapine dient met voorzichtigheid gebruikt te worden bij patiënten met een voorgeschiedenis van
convulsies of voor wie factoren gelden die de convulsiedrempel kunnen verlagen. Het optreden van
convulsies is soms gemeld bij patiënten die worden behandeld met olanzapine. In de meeste van deze
gevallen werden een voorgeschiedenis van convulsies of risicofactoren voor convulsies gemeld.
Tardieve dyskinesie
In vergelijkende onderzoeken van één jaar of minder werd olanzapine geassocieerd met een statistisch
significant lagere incidentie van behandelingsgerelateerde dyskinesie. Het risico op tardieve
dyskinesie optreden bij een patiënt die olanzapine gebruikt, dient een verlaging van de dosering of
staking overwogen te worden. Deze symptomen kunnen tijdelijk verergeren of zelfs verschijnen na het
staken van de behandeling.
Orthostatische hypotensie
Tijdens klinische onderzoeken met olanzapine werd orthostatische hypotensie af en toe waargenomen
bij ouderen. Het wordt aanbevolen de bloeddruk regelmatig te meten bij patiënten ouder dan 65 jaar.
Plotselinge hartdood
In rapporten na het op de markt brengen van olanzapine is het optreden van plotselinge hartdood
gerapporteerd bij patiënten met olanzapine. In een retrospectieve observationele cohortstudie was de
kans op vooronderstelde plotselinge hartdood bij patiënten behandeld met olanzapine ongeveer twee
keer zo groot als bij patiënten die geen antipsychotica gebruikten. In de studie was het risico van
olanzapine vergelijkbaar met het risico van atypische antipsychotica die in een samengevoegde
analyse waren geïncludeerd.
Pediatrische patiënten
Olanzapine is niet geïndiceerd voor de behandeling van kinderen en adolescenten. Onderzoeken bij
patiënten tussen 13-17 jaar lieten diverse ongewenste bijwerkingen zien, zoals gewichtstoename,
veranderingen in metabole parameters en toename van prolactinespiegels (zie rubriek 4.8 en 5.1).
Hulpstoffen
Lactose
Olanzapine Teva bevat bevat lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-
intolerantie, Lapp lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie dienen dit geneesmiddel niet te
gebruiken.
Sucrose
Olanzapine Teva bevat bevat sucrose. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-
intolerantie, Lapp lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te
gebruiken.
Aspartaam
Aspartaam wordt gehydrolyseerd in het maag-darmkanaal na orale inname. Een van de belangrijkste
hydrolyseproducten is fenylalanine. Het kan schadelijk zijn voor patiënten met fenylketonurie (PKU),
een zeldzame erfelijke aandoening waarbij fenylalanine zich ophoopt doordat het lichaam dit niet goed
kan omzetten.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
Mogelijke interacties met invloed op olanzapine
Aangezien olanzapine wordt gemetaboliseerd door CYP1A2, kunnen stoffen die dit iso-enzym
specifiek kunnen induceren of remmen, de farmacokinetiek van olanzapine beïnvloeden.
Inductie van CYP1A2
Het metabolisme van olanzapine kan worden geïnduceerd door roken en carbamazepine, wat kan
leiden tot verminderde concentraties van olanzapine. Er is slechts lichte tot matige verhoging van de
klaring van olanzapine waargenomen. De klinische consequenties zijn waarschijnlijk beperkt, maar
klinische controle wordt aanbevolen en een verhoging van de dosis olanzapine kan, indien
noodzakelijk, overwogen worden (zie rubriek 4.2).
Remming van CYP1A2
Van fluvoxamine, een specifieke CYP1A2-remmer, is aangetoond dat het het metabolisme van
olanzapine significant remt. De gemiddelde toename in de Cmax van olanzapine, volgend op
fluvoxamine, was 54% bij vrouwelijke niet-rokers en 77% bij mannelijke rokers. De gemiddelde
toename van de AUC van olanzapine, was respectievelijk 52% en 108%. Een lagere startdosis van
CYP1A2-remmers gebruiken, zoals ciprofloxacine. Een lagere dosis olanzapine dient te worden
overwogen als wordt begonnen met een behandeling met een remmer van CYP1A2.
Verminderde biologische beschikbaarheid
Geactiveerde kool vermindert de biologische beschikbaarheid van oraal olanzapine met 50 tot 60% en
moet ten minste 2 uur voor of na olanzapine worden ingenomen.
Van fluoxetine (een remmer van CYP2D6), een enkele dosis antacidum (aluminium, magnesium) of
cimetidine is niet aangetoond dat deze de farmacokinetiek van olanzapine significant beïnvloeden.
Mogelijkheid van olanzapine om andere geneesmiddelen te beïnvloeden
Olanzapine kan een antagonistisch effect hebben op directe en indirecte dopamineagonisten.
Olanzapine remt niet de belangrijkste CYP450-iso-enzymen in vitro (bijvoorbeeld 1A2, 2D6, 2C9,
2C19, 3A4). Er wordt dus geen specifieke interactie verwacht, zoals bevestigd met behulp van
in-vivo-onderzoeken waar geen remming van het metabolisme van de volgende actieve stoffen werd
gevonden: tricyclische antidepressiva (die voornamelijk de CYP2D6-route vertegenwoordigen),
warfarine (CYP2C9), theofylline (CYP1A2) of diazepam (CYP3A4 en 2C19).
Olanzapine liet geen interactie zien wanneer het gelijktijdig werd toegediend met lithium of
biperideen.
Therapeutische controle van de valproaatplasmaspiegels gaf geen indicatie dat aanpassing van de
valproaatdosis noodzakelijk is na de start van gelijktijdige toediening van olanzapine.
Algemene werking op het zenuwstelsel
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten die alcohol gebruiken of geneesmiddelen krijgen die
depressie van het centrale zenuwstelsel kunnen veroorzaken.
Gelijktijdig gebruik van olanzapine met antiparkinsongeneesmiddelen bij patiënten met de ziekte van
Parkinson en dementie wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4).
QTc-interval
Voorzichtigheid is geboden wanneer olanzapine gelijktijdig wordt toegediend met geneesmiddelen die
het QTc-interval kunnen verlengen (zie rubriek 4.4).

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen adequate, goed gecontroleerde onderzoeken bij zwangere vrouwen beschikbaar. Patiënten
dienen te worden aangeraden hun arts te informeren wanneer zij zwanger raken of zwanger willen
worden tijdens de behandeling met olanzapine. Desondanks, omdat de humane ervaring beperkt is,
dient olanzapine slechts gebruikt te worden tijdens de zwangerschap wanneer het mogelijke voordeel
het mogelijke risico voor de foetus rechtvaardigt.
Pasgeboren kinderen die tijdens het derde trimester van de zwangerschap zijn blootgesteld aan
antipsychotica (waaronder olanzapine), lopen risico op bijwerkingen na de bevalling waaronder
extrapiramidale symptomen en/of onttrekkingsverschijnselen die kunnen variëren in ernst en duur. Er
zijn meldingen van agitatie, hypertonie, hypotonie, tremor, slaperigheid, ademnood of
voedingsstoornis. Pasgeborenen moeten daarom nauwlettend worden gecontroleerd.
Borstvoeding
In een onderzoek bij gezonde vrouwen die borstvoeding gaven, werd olanzapine uitgescheiden in de
moedermelk. De gemiddelde blootstelling van het kind (mg/kg) in 'steady-state' werd geschat op
1,8% van de maternale olanzapinedosis (mg/kg). Patiënten dienen te worden geadviseerd hun kind
geen borstvoeding te geven tijdens het gebruik van olanzapine.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen effecten op de vruchtbaarheid bekend (zie rubriek 5.3 voor preklinische informatie).

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
vermogen om machines te bedienen. Aangezien olanzapine slaperigheid en duizeligheid kan
veroorzaken, dienen patiënten gewaarschuwd te worden voor het gebruik van machines, waaronder
motorvoertuigen.

4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Volwassenen
De meest frequent (gezien bij 1% van de patiënten) gemelde bijwerkingen tijdens de behandeling
met olanzapine in klinisch onderzoek waren slaperigheid, gewichtstoename, eosinofilie, verhoogde
prolactine-, cholesterol-, glucose- en triglyceridespiegels (zie rubriek 4.4), glucosurie, toegenomen
eetlust, duizeligheid, acathisie, parkinsonisme, leukopenie, neutropenie (zie rubriek 4.4), dyskinesie,
orthostatische hypotensie, anticholinerge effecten, voorbijgaande asymptomatische verhogingen van
de leveraminotransferasen (zie rubriek 4.4), huiduitslag, asthenie, moeheid, koorts, artralgie, verhoogd
alkalische fosfatase, hoog gammaglutamyltransferase, hoog urinezuur, hoog creatinefosfokinase en
oedeem.
Lijst met bijwerkingen in tabelvorm
De volgende tabel geeft een overzicht met bijwerkingen en laboratoriumonderzoeken die zijn gemeld
via spontane meldingen en tijdens de klinische onderzoeken. Binnen elke frequentie groep, worden de
bijwerkingen weergegeven in afnemende mate van ernst. De frequenties zijn als volgt gedefinieerd:
zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100 tot < 1/10), soms ( 1/1.000 tot < 1/100), zelden ( 1/10.000 tot
< 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden
bepaald).

Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Eosinofilie
Trombocytopenie
Leukopenie10
Neutropenie10
Immuunsysteemaandoeningen

Overgevoelig-


heid 11

Voedings- en stofwisselingstoornissen
Gewichtstoename1
Verhoogde
Ontwikkeling of Onderkoeling
cholesterol
exacerbatie van
spiegels2,3
diabetes, soms
Verhoogde glucose geassocieerd
spiegels4
met ketoacidose
Verhoogde
of coma,
triglyceride
waaronder
spiegels2,5
enkele gevallen
Glucosurie
met fatale
Toegenomen
afloop (zie
eetlust
rubriek 4.4) 11

Zenuwstelselaandoeningen
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
Somnolentie
Duizeligheid
Convulsies
Maligne
Acathisie6
waarbij in de
Neuroleptica
Parkinsonisme6
meeste van deze Syndroom (MNS)
Dyskinesie6
gevallen, een
(zie rubriek 4.4.)12
voorgeschiedeni Ontwennings-
s van convulsies verschijnselen7, 12
of risicofactoren
voor convulsies
gemeld is11
Dystonie
(inclusief
oogdraaiingen)
11
Tardieve
dyskinesie11
Amnesie9
Dysartrie
Stotteren11
Rusteloze benen
syndroom11
Hartaandoeningen

Bradycardie
Ventriculaire
QTc verlenging
tachycardie/fibril-
(zie rubriek 4.4) latie
plotselinge dood
(zie rubriek 4.4)11
Bloedvataandoeningen
Orthostatische
Trombo-


hypotensie10
embolie
(inclusief
longembolie en
diep-veneuze
trombose) (zie
rubriek 4.4)

Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen

Epistaxis9


Maagdarmstelselaandoeningen
Lichte,
Opgezwollen
Pancreatitis11
voorbijgaande
buik9
anticholinerge
Hypersalivatie11
effecten inclusief
constipatie en
droge mond.
Lever- en galaandoeningen
Voorbijgaande,
Hepatitis (inclusief
asymptomatische
hepatocellulair,
verhogingen van
cholestatisch of
leveramino-
gemengd
transferasen
leverletsel)11.
(ALAT, ASAT),
vooral in het begin
van de behandeling
(zie rubriek 4.4).
Huid- en onderhuidaandoeningen

Huiduitslag
Fotosensitieve

Drugreactie met
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
reactie
eosinofilie en
Alopecia
systemische
symptomen
(DRESS)

Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen

Artralgie9

Rabdomyolyse11

Nier- en urinewegaandoeningen


Urine-

incontinentie
Urineretentie
Vertraagde
urinelozing11
Zwangerschap, perinatale periode en puerperium



Neonataal
geneesmiddel-
onttrekkings-
syndroom (zie
rubriek 4.6)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen

Erectiestoornis bij Amenorroe
Priapisme12

mannen
Vergroting van
Verminderd libido de borsten
bij mannen en
Galactorroe bij
vrouwen
vrouwen
Gynecomastie/
vergroting van
de borsten bij
mannen

Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen

Asthenie



Moeheid
Oedeem
Koorts10

Onderzoeken
Verhoogde plasma-
Verhoogde
Verhoogde

prolactinespiegels8
alkalische
totale bilirubine
fosfatase10
Hoge
creatinefosfokinase
11
Hoge
gammaglutamyl-
transferase10
Hoog urinezuur10
1 Klinisch significante gewichtstoename werd gezien bij alle Body Mass Index (BMI)-categorieën.
Na kortetermijnbehandeling (mediane behandelingsduur 47 dagen) kwam gewichtstoename van
7% van het lichaamsgewicht na start van de behandeling zeer vaak voor (22,2%), 15% van het
lichaamsgewicht na start van de behandeling kwam vaak voor (4,2%) en gewichtstoename van
25% van het lichaamsgewicht na start van de behandeling kwam soms voor (0,8%). Bij
langdurige blootstelling (ten minste 48 weken), kwam gewichtstoename van 7%, 15% en
25% zeer vaak voor (respectievelijk 64,4%, 31,7% en 12,3%).
2 Gemiddelde verhogingen in nuchtere lipidenwaarden (totaal cholesterol, LDL-cholesterol en
triglyceriden) waren groter bij patiënten zonder bewijs van dysregulatie van lipiden bij aanvang.
spiegel toenamen ( 6,2 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere cholesterolspiegels bij
aanvang ( 5,17 mmol/l-< 6,2 mmol/l) naar een hoge spiegel ( 6,2 mmol/l) kwamen zeer vaak
voor.
4 Er werd gezien dat normale nuchtere glucosespiegels bij aanvang (< 5,56 mmol/l) naar een hoge
spiegel toenamen ( 7 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere glucosespiegels bij aanvang
( 5,56-< 7 mmol/l) naar een hoge spiegel ( 7 mmol/l) kwam zeer vaak voor.
5 Er werd gezien dat normale nuchtere triglyceridenspiegels bij aanvang (< 1,69 mmol/l) naar een
hoge spiegel toenamen ( 2,26 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere
triglyceridenspiegels bij aanvang ( 1,69 mmol/l-< 2,26 mmol/l) naar een hoge spiegel
( 2,26 mmol/l) kwamen zeer vaak voor.
6 In klinische onderzoeken was de incidentie van Parkinsonisme en dystonie bij patiënten behandeld
met olanzapine numeriek hoger, maar niet statistisch significant verschillend van placebo.
Patiënten behandeld met olanzapine hadden een lagere incidentie van Parkinsonisme, acathisie en
dystonie vergeleken met getitreerde doses van haloperidol. Door gebrek aan gedetailleerde
informatie over de voorgeschiedenis van individuele acute en tardieve extrapiramidale
bewegingsstoornissen, kan men op dit ogenblik niet concluderen dat olanzapine minder tardieve
dyskinesie en/of andere tardieve extrapiramidale syndromen voortbrengt.
7 Acute symptomen zoals zweten, slapeloosheid, tremor, angst, misselijkheid en overgeven zijn
gemeld wanneer olanzapine plotseling wordt gestaakt.
8 In klinische onderzoeken tot 12 weken overschreden de plasmaprolactineconcentraties de bovenste
limiet van de normale range bij ongeveer 30% van de met olanzapine behandelde patiënten met een
normale uitgangsprolactinewaarde. Bij de meerderheid van deze patiënten waren de verhogingen in
het algemeen bescheiden en bleven beneden twee keer de bovenste limiet van de normale range.
9 Bijwerking geïdentificeerd in klinisch onderzoek uit de geïntegreerde olanzapinedatabase.
10 Beoordeeld via gemeten waarden in klinisch onderzoek uit de geïntegreerde olanzapinedatabase.
11 Bijwerking geïdentificeerd uit spontane postmarketingmeldingen waarbij de frequentie is
vastgesteld met gebruik van de geïntegreerde olanzapinedatabase.
12 Bijwerking geïdentificeerd uit spontane postmarketingmeldingen met een frequentie geschat op de
bovenste limiet van het 95% betrouwbaarheidsinterval, gebruikmakend van de geïntegreerde
olanzapinedatabase.
Langdurige blootstelling (ten minste 48 weken)
Het aandeel van de patiënten die klinische significante negatieve veranderingen ondervonden met
betrekking tot gewichtstoename, glucose, totaal/LDL/HDL-cholesterol of triglyceriden nam in de loop
van de tijd toe. Bij volwassen patiënten die gedurende 9-12 maanden werden behandeld, was de
snelheid waarmee de gemiddelde bloedglucose toenam, vertraagd na ongeveer 6 maanden.

Aanvullende informatie over speciale patiëntenpopulaties
In klinische onderzoeken bij oudere patiënten met dementie werd behandeling met olanzapine in
verband gebracht met een hogere incidentie van mortaliteit en cerebrovasculaire bijwerkingen
vergeleken met placebo (zie rubriek 4.4).
Zeer vaak (> 10%) voorkomende bijwerkingen die geassocieerd worden met het gebruik van
olanzapine in deze patiëntengroep waren een abnormaal looppatroon en vallen. Pneumonie, verhoogde
lichaamstemperatuur, lethargie, erytheem, visuele hallucinaties en urine-incontinentie werden vaak
(1 ­ 10%) waargenomen.
psychose bij de ziekte van Parkinson werd een verergering van de parkinsonsymptomatologie en
-hallucinaties zeer vaak gemeld en vaker dan bij placebo.
In één klinisch onderzoek bij patiënten met bipolaire manie resulteerde de combinatietherapie van
valproaat met olanzapine in een neutropenie incidentie van 4,1%; mogelijk hebben hoge
valproaatspiegels hiertoe bijgedragen. Olanzapine gaf, in combinatie met lithium of valproaat, een
toename ( 10%) van tremor, droge mond, toename in eetlust en gewicht. Spraakstoornis werd
eveneens vaak gerapporteerd. Tijdens de behandeling met olanzapine in combinatie met lithium of
valproaat werd een gewichtstoename van 7% of meer gezien ten opzichte van het lichaamsgewicht bij
start van de behandeling bij 17,4% van de patiënten tijdens acute therapie (tot 6 weken).
Langetermijnbehandeling met olanzapine (tot 12 maanden) ter preventie van een recidief bij patiënten
met bipolaire stoornis werd in verband gebracht met een gewichtstoename van 7% of meer ten
opzichte van het lichaamsgewicht bij start van de behandeling bij 39,9% van de patiënten.
Pediatrische patiënten
Olanzapine is niet geïndiceerd voor de behandeling van kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar.
Hoewel er geen klinische onderzoeken zijn uitgevoerd om adolescenten te vergelijken met
volwassenen, zijn gegevens uit onderzoeken met adolescenten vergeleken met die uit onderzoeken met
volwassenen.
De volgende tabel geeft een samenvatting van de bijwerkingen die met grotere frequentie zijn gemeld
bij adolescente patiënten (leeftijd 13-17 jaar) dan bij volwassen patiënten of bijwerkingen die enkel
gemeld zijn tijdens kortetermijn klinisch onderzoek met adolescente patiënten. Klinisch significante
gewichtstoename ( 7%) lijkt vaker op te treden in de adolescente populatie in vergelijking met
volwassenen met een vergelijkbare blootstelling. De omvang van de gewichtstoename en het aandeel
van de adolescente patiënten die een klinisch significante gewichtstoename hadden waren groter na
langdurige blootstelling (ten minste 24 weken) dan na blootstelling gedurende korte tijd.
Binnen elke frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. De
terminologie van de frequentie is als volgt gedefinieerd: zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100 tot < 1/10).

Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak: Gewichtstoename13, verhoogde triglyceridespiegels14, toegenomen eetlust.
Vaak: Verhoogde cholesterolspiegels15
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak: Sedatie (met inbegrip van: hypersomnie, lethargie, slaperigheid).
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak: Droge mond
Lever- en galaandoeningen
Zeer vaak: Verhogingen van de leveraminotransferasen (ALAT/ASAT; zie rubriek 4.4).
Onderzoeken
Zeer vaak: Afgenomen totaal bilirubine, toegenomen GGT, verhoogde plasmaprolactinespiegels16.
13 Na kortetermijnbehandeling (mediane duur 22 dagen) kwam gewichtstoename van 7% van het
lichaamsgewicht (kg) bij aanvang zeer vaak voor (40,6%), 15% van het lichaamsgewicht bij
aanvang kwam vaak voor (7,1%) en 25% van het lichaamsgewicht bij aanvang kwam vaak voor
(2,5%). Bij langdurige blootstelling (ten minste 24 weken) kwam 89,4% 7%, 55,3% 15% en
29,1% 25% van het lichaamsgewicht bij start van de behandeling aan.
14 Er werd gezien dat normale nuchtere triglyceridenspiegels bij aanvang (< 1,016 mmol/l) naar een
hoge spiegel toenamen ( 1,467 mmol/l), en dat borderline nuchtere triglyceridenspiegels bij
aanvang ( 1,016 mmol/l-< 1,467 mmol/l) naar een hoge spiegel toenamen ( 1,467 mmol/l).
15 Er werd vaak gezien dat normale nuchtere cholesterolspiegels bij aanvang (< 4,39 mmol/l) naar een
hoge spiegel toenamen ( 5,17 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere cholesterolspiegels
vaak voor.
16 Verhoogde plasmaprolactinespiegels werden gemeld in 47,4% van de adolescente patiënten.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
Klachten en symptomen
Zeer vaak voorkomende symptomen bij overdosering (incidentie > 10%) zijn tachycardie,
agitatie/agressiviteit, dysartrie, verschillende extrapiramidale symptomen en een verminderd
bewustzijn variërend van sedatie tot coma.
Andere medisch significante gevolgen van overdosering zijn delirium, convulsie, coma, mogelijke
maligne neurolepticasyndroom, ademhalingsdepressie, aspiratie, hypertensie of hypotensie,
cardiale aritmieën (< 2% van de gevallen van overdosering) en hart- en ademstilstand. Dodelijke
aflopen zijn gemeld bij acute overdoses vanaf 450 mg maar overleving is ook gemeld na acute
overdosis van ongeveer 2 g olanzapine oraal.
Behandeling
Er bestaat geen specifiek antidotum tegen olanzapine. Het induceren van braken wordt niet
aanbevolen. De standaardprocedures voor de behandeling van overdosering kunnen van
toepassing zijn (dat wil zeggen maagspoeling, toediening van geactiveerde kool). Het is
aangetoond dat de gelijktijdige toediening van geactiveerde kool de orale biologische
beschikbaarheid van olanzapine met 50 tot 60% vermindert.
Symptomatische behandeling en controle van de vitale orgaanfuncties dienen te worden ingesteld op
geleide van het klinisch beeld, waaronder behandeling van hypotensie en circulatoire collaps en
ondersteuning van de ademhalingsfunctie. Gebruik geen adrenaline, dopamine, of andere
sympathicomimetica met bèta-agonistische activiteit, omdat stimulering van de bètareceptoren de
hypotensie kan verergeren. Het volgen van de cardiovasculaire functies is noodzakelijk om mogelijke
aritmieën te detecteren. Zorgvuldige medische supervisie en monitoren dienen te worden voortgezet
totdat de patiënt is hersteld.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psycholeptica, diazepines, oxazepines, thiazepines en oxepines.
ATC-code: N05A H03.
Farmacodynamische effecten
Olanzapine is een antipsychoticum, een middel tegen manie en een stemmingsstabilisator dat een
breed farmacologisch profiel vertoont in een aantal receptorsystemen.
In preklinische onderzoeken vertoonde olanzapine een reeks van receptoraffiniteiten (Ki; < 100 nM)
voor serotonine 5HT2A/2C-, 5HT3- en 5HT6-receptoren, dopamine D1-, D2-, D3-, D4- en D5-receptoren,
cholinerge muscarinereceptoren (M1-M5), 1-adrenerge receptoren en histamine H1-receptoren.
Diergedragsonderzoeken met olanzapine duidden op 5HT-, dopamine-, en cholinerg antagonisme,
consistent met het receptorbindingsprofiel. Olanzapine vertoonde een hogere in-vitro-affiniteit voor
serotonine 5HT2- dan dopamine D2-receptoren en grotere 5HT-activiteit dan D-activiteit in
in-vivo-modellen. Electrofysiologische onderzoeken toonden aan dat olanzapine selectief het vuren
van de mesolimbische (A 10) dopaminerge neuronen reduceert, terwijl het weinig effect heeft op de
vermijdingsreactie, een test die voorspellend is voor antipsychotische activiteit, bij doses lager dan die
welke katalepsie veroorzaken, een effect dat wijst op motorische bijwerkingen. Anders dan bij
sommige andere antipsychotica neemt bij olanzapine de respons toe in een 'anxiolytische' test.
In een Positron Emissie Tomografie (PET) onderzoek bij gezonde vrijwilligers met een éénmalige
orale dosis (10 mg) had olanzapine een grotere 5HT2A-receptorbezetting dan dopamine
D2-receptorbezetting. Bovendien bleek uit een Single Photon Emission Computed Tomography
(SPECT) onderzoek in schizofrene patiënten dat patiënten gevoelig voor olanzapine een lagere
striatale D2 bezetting hadden dan patiënten gevoelig voor sommige andere antipsychotica en
risperidon, terwijl deze vergelijkbaar waren met patiënten gevoelig voor clozapine.
Klinische werkzaamheid
In 2 op 2 placebo en 2 op 3 gecontroleerde vergelijkende onderzoeken met meer dan 2900 schizofrene
patiënten die zowel positieve als negatieve symptomen vertoonden werd olanzapine geassocieerd met
statistisch significant grotere verbeteringen van zowel negatieve als positieve symptomen.
In een multinationaal, dubbelblind, vergelijkend onderzoek van schizofrenie, schizoaffectieve en
aanverwante stoornissen, waarbij 1481 patiënten met verschillende graad van geassocieerde
depressieve symptomen (gemiddelde uitgangswaarde van 16,6 op de Montgomery-Asberg Depression
Rating Scale-MADRS) betrokken waren, toonde een prospectieve secundaire analyse een statistisch
significante verbetering aan (p = 0,001) in de verandering van de gemoedsscore van uitgangswaarde
tot eindwaarde, in het voordeel van olanzapine (- 6,0) ten opzichte van haloperidol (- 3,1).
Bij patiënten met een manische of gemengde episode van bipolaire stoornis vertoonde olanzapine
superieure werkzaamheid ten opzichte van placebo en valproaatseminatrium, terwijl de manische
symptomen over een periode van 3 weken afnamen. Olanzapine vertoonde vergelijkbare
werkzaamheidresultaten qua werkzaamheid als haloperidol, uitgedrukt in de proportie patiënten die
een symptomatische remissie van manie en depressie hadden bij 6 en 12 weken. In een comedicatie
onderzoek waarbij patiënten ten minste 2 weken werden behandeld met lithium of valproaat,
resulteerde de gelijktijdige toediening van 10 mg olanzapine (comedicatie met lithium of valproaat) in
een grotere afname van symptomen van manie dan met lithium- of valproaatmonotherapie na 6 weken.
In een 12 maanden durend recidiefpreventieonderzoek bij patiënten met een manische episode, die in
remissie waren gekomen met olanzapine en vervolgens gerandomiseerd werden naar olanzapine of
placebo, liet olanzapine een statistisch significante superioriteit boven placebo zien, gemeten volgens
het primaire eindpunt van een bipolair recidief. Olanzapine liet ook een statistisch significant voordeel
boven placebo zien in termen van preventie van ofwel een recidief van manie ofwel een recidief van
depressie.
In een tweede 12 maanden durend recidiefpreventieonderzoek bij patiënten met een manische episode,
die in remissie waren gekomen met een combinatie van olanzapine en lithium en vervolgens
gerandomiseerd werden naar enkel olanzapine of lithium, was olanzapine statistisch niet inferieur aan
lithium volgens het primaire eindpunt van een bipolair recidief (olanzapine 30,0%, lithium 38,3%;
p = 0,055).
In een 18 maanden durend onderzoek met combinatietherapie bij patiënten met een manische of
gemengde episode, die in remissie waren gekomen met olanzapine in combinatie met een
stemmingsstabilisator (lithium of valproaat), was langetermijn olanzapine combinatietherapie met
lithium of valproaat niet statistisch significant superieur ten opzichte van enkel lithium of valproaat in
het uitstellen van een bipolair recidief, gedefinieerd volgens (diagnostische) criteria van het syndroom.
Pediatrische patiënten
Gecontroleerde werkzaamheidsgegevens bij adolescenten (leeftijd 13 tot 17 jaar) zijn beperkt tot
kortetermijnstudies bij schizofrenie (6 weken) en manie geassocieerd met bipolaire I-stoornis
(3 weken), waar minder dan 200 adolescenten bij betrokken waren. Olanzapine werd gebruikt in een
flexibele dosering beginnend met 2,5 en oplopend tot 20 mg/dag. Tijdens de behandeling met
van veranderingen in nuchter totaal cholesterol, LDL-cholesterol, triglyceriden en prolactine (zie
rubriek 4.4 en 4.8) was groter bij adolescenten dan bij volwassenen. Er zijn geen gecontroleerde
gegevens over het behoud van effect of over de veiligheid op de langetermijn (zie rubriek 4.4 en 4.8).
Informatie over langetermijnveiligheid is primair beperkt tot open label, ongecontroleerde data.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Olanzapine wordt goed geabsorbeerd na orale toediening, waarbij de piekplasmaconcentraties worden
bereikt na 5 tot 8 uur. De absorptie wordt niet beïnvloed door voedsel. De absolute orale biologische
beschikbaarheid t.o.v. intraveneuze toediening is niet vastgesteld.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van olanzapine bedroeg ongeveer 93% over het concentratiebereik van
ongeveer 7 tot ongeveer 1000 ng/ml. Het wordt voornamelijk gebonden aan albumine en 1-zure
glycoproteïne.
Biotransformatie
Olanzapine wordt gemetaboliseerd in de lever via conjugatie en oxidatie. De belangrijkste metaboliet
is het 10-N-glucuronide, dat de bloed-hersenbarrière niet passeert. Cytochroom P450-CYP1A2 en
P450-CYP2D6 dragen bij tot de vorming van de N-desmethyl en 2-hydroxymethyl metabolieten, die
beide in onderzoeken bij dieren in vivo significant minder farmacologische activiteit vertoonden dan
olanzapine. De overheersende farmacologische activiteit komt van de moederstof olanzapine.
Eliminatie
Na orale toediening varieerde de terminale eliminatie-halfwaardetijd van olanzapine in gezonde
personen met leeftijd en geslacht.
De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van olanzapine is bij gezonde ouderen (65 jaar en ouder)
verlengd vergeleken met niet-ouderen (51,8 uur t.o.v. 33,8 uur) en de klaring was afgenomen (17,5
t.o.v. 18,2 l/uur). De farmacokinetische variabiliteit waargenomen bij ouderen valt binnen de
variabiliteit bij niet-ouderen. Bij 44 schizofrene patiënten ouder dan 65 jaar was een dosis van 5 tot
20 mg niet geassocieerd met een afwijkend profiel van ongewenste effecten.
De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van olanzapine is bij vrouwen enigszins verlengd (36,7 uur
t.o.v. 32,3 uur) vergeleken met mannen, en de klaring was afgenomen (18,9 t.o.v. 27,3 l/uur). Echter,
olanzapine (5-20 mg) vertoonde een vergelijkbaar veiligheidsprofiel bij zowel vrouwelijke (n = 467)
als bij mannelijke patiënten (n = 869).
Nierfunctiestoornis
Bij patiënten met een nierfunctiestoornis (creatinine klaring < 10 ml/min) was er t.o.v. gezonde
personen geen significant verschil in gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd (37,7 t.o.v. 32,4 uur) of
klaring (21,2 t.o.v. 25,0 l/uur). Een massa-balansonderzoek toonde aan dat ongeveer 57% van
radio-gelabeld olanzapine in de urine verscheen, hoofdzakelijk als metabolieten.
Leverfunctiestoornis
Een kleine studie naar het effect van een leverfunctiestoornis bij 6 personen met klinisch significante
cirrose (Child-Pugh score A (n = 5) en B (n = 1)) toonde weinig effect aan op de farmacokinetiek van
oraal toegediend olanzapine (enkelvoudige dosis van 2,5-7,5 mg): personen met een milde tot matige
leverfunctiestoornis hadden een licht verhoogde systemische klaring en een snellere
eliminatiehalfwaardetijd in vergelijking met personen zonder leverfunctiestoornis (n = 3). Er waren
meer rokers onder de personen met cirrose (4/6; 67%) dan onder personen zonder leverfunctiestoornis
(0/2; 0%).
Roken
Bij niet-rokers was t.o.v. de rokers (mannen en vrouwen) de gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd
De plasmaklaring van olanzapine is lager bij ouderen dan bij jongeren, in vrouwen dan in mannen en
in niet-rokers dan in rokers. Echter, de grootte van de invloed van leeftijd, geslacht of roken op de
klaring en halfwaardetijd van olanzapine is klein in vergelijking met de totale interindividuele
variabiliteit.
In een onderzoek van Kaukasische, Japanse en Chinese personen waren er geen verschillen in de
farmacokinetische parameters tussen de 3 populaties.
Pediatrische patiënten
Adolescenten (leeftijd 13 tot 17 jaar): De farmacokinetiek van olanzapine is vergelijkbaar tussen
adolescenten en volwassenen. In klinisch onderzoek was de gemiddelde olanzapineblootstelling bij
adolescenten ongeveer 27% hoger. Demografische verschillen tussen adolescenten en volwassenen
omvatten een lager gemiddeld lichaamsgewicht en er waren minder rokers onder de adolescenten.
Dergelijke factoren dragen mogelijk bij aan een hogere gemiddelde blootstelling bij adolescenten.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Acute toxiciteit (na eenmalige dosis)
De symptomen van toxiciteit bij knaagdieren na orale toediening waren karakteristiek voor potente
neuroleptica: hypo-activiteit, coma, tremoren, clonische convulsies, speekselvloed en gereduceerde
gewichtstoename. De mediane letale doses waren ongeveer 210 mg/kg (muizen) en 175 mg/kg
(ratten). Honden verdroegen eenmalige orale doses tot 100 mg/kg zonder mortaliteit. De klinische
symptomen omvatten sedatie, ataxie, tremoren, verhoging van de hartfrequentie, bemoeilijkte
ademhaling, miosis en anorexia. Bij apen veroorzaakten eenmalige orale doses tot 100 mg/kg
prostratie, en in hogere doses, een verlaagd bewustzijn.

Toxiciteit bij herhaalde dosering
Bij onderzoeken met een duur tot 3 maanden bij muizen en tot 1 jaar bij ratten en honden werden
voornamelijk depressie van het centrale zenuwstelsel (CZS), anticholinerge effecten en perifere
hematologische stoornissen gezien. Er ontwikkelde zich tolerantie voor de CZS-depressie.
Groeiparameters verminderden bij hoge doses. Bij ratten zijn reversibele effecten gezien passend bij
een verhoogde prolactinespiegel. Zij omvatten een gewichtsvermindering van de ovaria en uterus en
morfologische veranderingen in het vaginaal epitheel en in borstklieren.
Hematologische toxiciteit
Effecten op hematologische parameters werden gevonden in alle species, waaronder dosisafhankelijke
afnamen in circulerende leukocyten in muizen en aspecifieke verlagingen van circulerende leukocyten
in ratten; er was echter geen beenmergcytotoxiciteit aantoonbaar. Er ontwikkelde zich bij enkele
honden die behandeld werden met 8 of 10 mg/kg/dag (totale olanzapineblootstelling [AUC] is
12-15 maal groter dan die bij een dosis van 12 mg aan de mens) reversibele neutropenie,
trombocytopenie of anemie. Bij cytopenische honden werden geen ongewenste effecten waargenomen
op moedercellen en prolifererende cellen in het beenmerg.
Reproductietoxiciteit
Olanzapine had geen teratogene effecten. Sedatie beïnvloedde de paringsprestatie van mannelijke
ratten. Bij ratten werden de oestruscycli beïnvloed bij doses van ten minste 1,1 mg/kg (3 maal de
maximale dosis bij de mens) en de voortplantingsparameters werden beïnvloed bij doses van ten
minste 3 mg/kg (9 maal de maximale dosis bij de mens). De nakomelingen van met olanzapine
behandelde ratten bleken in foetale ontwikkeling vertraagd te zijn en bij deze werden voorbijgaande
dalingen in activiteit gezien.
Mutageniciteit
In een volledige reeks van standaardtesten, waaronder bacteriële mutatietesten en in-vitro- en
in-vivo-zoogdiertesten, was olanzapine niet mutageen noch veroorzaakte het een chromosoombreuk.
Carcinogeniteit
niet carcinogeen is.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Mannitol (E421)
Aspartaam (E951)
Magnesiumstearaat
Crospovidon type B
Lactosemonohydraat
Hydroxypropylcellulose
Citroensmaak (smaakstoffen, maltodextrine, sucrose, arabische gom (E414), glyceryltriacetaat
(E1518) en alfa-tocoferol (E307).

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid
2 jaar.

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
OPA-Al-PVC/Al blisterverpakkingen in doosjes van 28, 30, 35, 50, 56, 70 of 98 orodispergeerbare
tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
OPA-Al-PVC/Al blisterverpakkingen in doosjes van 28, 30, 35, 50, 56, 70 of 98 orodispergeerbare
tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
OPA-Al-PVC/Al blisterverpakkingen in doosjes van 28, 30, 35, 50, 56, 70 of 98 orodispergeerbare
tabletten per doosje.
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
OPA-Al-PVC/Al blisterverpakkingen in doosjes van 28, 30, 35, 56, 70 of 98 orodispergeerbare
tabletten per doosje.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
2031 GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
EU/1/07/427/023 ­ 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/024 ­ 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/044 ­ 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/025 ­ 50 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/026 ­ 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/054 ­ 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/064 ­ 98 tabletten, per doos.
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
EU/1/07/427/027 ­ 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/028 ­ 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/045 ­ 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/029 ­ 50 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/030 ­ 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/055 ­ 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/065 ­ 98 tabletten, per doos.
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
EU/1/07/427/031 ­ 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/032 ­ 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/046 ­ 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/033 ­ 50 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/034 ­ 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/056 ­ 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/066 ­ 98 tabletten, per doos.
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
EU/1/07/427/035 ­ 28 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/036 ­ 30 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/047 ­ 35 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/037 ­ 56 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/057 ­ 70 tabletten, per doos.
EU/1/07/427/067 ­ 98 tabletten, per doos.
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 12 december 2007
Datum van laatste verlenging: 12 december 2012
{MM/JJJJ}
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europe.eu <, en de website van {naam van het nationaal
bureau (link)}>.



BIJLAGE II

A. FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL

Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Teva Pharmaceutical Works Co. Ltd
Pallagi út 13
4042 Debrecen
Hongarije
TEVA PHARMA S.L.U.
Poligono Industrial Malpica, c/C, no. 4
50.016 Zaragoza
Spanje
Merckle GmbH
Ludwig-Merckle-Strasse 3
89143 Blaubeuren
Duitsland
Teva Pharma B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
Niet van toepassing.

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER


A. ETIKETTERING


DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat: 2,5 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
35 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
70 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/001
EU/1/07/427/002
EU/1/07/427/003
EU/1/07/427/038
EU/1/07/427/048
EU/1/07/427/058
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16 INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER

Lot


5.
OVERIGE


DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat: 5 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 filmomhulde tabletten
28 x 1 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
30 x 1 filmomhulde tabletten
35 filmomhulde tabletten
35 x 1 filmomhulde tabletten
50 filmomhulde tabletten
50 x 1 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tabletten
70 filmomhulde tabletten
70 x 1 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
98 x 1 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/004
EU/1/07/427/005
EU/1/07/427/006
EU/1/07/427/007
EU/1/07/427/039
EU/1/07/427/049
EU/1/07/427/059
EU/1/07/427/070
EU/1/07/427/071
EU/1/07/427/072
EU/1/07/427/073
EU/1/07/427/074
EU/1/07/427/075
EU/1/07/427/076
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.

16 INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER

Lot


5.
OVERIGE


DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat: 7,5 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 filmomhulde tabletten
28 x 1 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
30 x 1 filmomhulde tabletten
35 filmomhulde tabletten
35 x 1 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
70 filmomhulde tabletten
70 x 1 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
98 x 1 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG

UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/008
EU/1/07/427/009
EU/1/07/427/010
EU/1/07/427/040
EU/1/07/427/050
EU/1/07/427/060
EU/1/07/427/068
EU/1/07/427/077
EU/1/07/427/078
EU/1/07/427/079
EU/1/07/427/080
EU/1/07/427/081
EU/1/07/427/082
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.

16 INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER

Lot


5.
OVERIGE


DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat: 10 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 filmomhulde tabletten
7 x 1 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
28 x 1 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
30 x 1 filmomhulde tabletten
35 filmomhulde tabletten
35 x 1 filmomhulde tabletten
50 filmomhulde tabletten
50 x 1 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
70 filmomhulde tabletten
70 x 1 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
98 x 1 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/011
EU/1/07/427/012
EU/1/07/427/013
EU/1/07/427/014
EU/1/07/427/015
EU/1/07/427/041
EU/1/07/427/051
EU/1/07/427/061
EU/1/07/427/069
EU/1/07/427/083
EU/1/07/427/084
EU/1/07/427/085
EU/1/07/427/086
EU/1/07/427/087
EU/1/07/427/088
EU/1/07/427/089
EU/1/07/427/090
13. PARTIJNUMMER
Lot

Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16 INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER

Lot


5.
OVERIGE


DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat: 15 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
35 filmomhulde tabletten
50 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
70 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/016
EU/1/07/427/017
EU/1/07/427/018
EU/1/07/427/019
EU/1/07/427/042
EU/1/07/427/052
EU/1/07/427/062
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16 INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER

Lot


5.
OVERIGE


DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat: 20 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
35 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
70 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/020
EU/1/07/427/021
EU/1/07/427/022
EU/1/07/427/043
EU/1/07/427/053
EU/1/07/427/063
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16 INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
olanzapine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER

Lot


5.
OVERIGE


DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat: 5 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactose, sucrose en aspartaam (E951), zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 orodispergeerbare tabletten
30 orodispergeerbare tabletten
35 orodispergeerbare tabletten
50 orodispergeerbare tabletten
56 orodispergeerbare tabletten
70 orodispergeerbare tabletten
98 orodispergeerbare tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/023
EU/1/07/427/024
EU/1/07/427/025
EU/1/07/427/026
EU/1/07/427/044
EU/1/07/427/054
EU/1/07/427/064
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16 INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER

Lot


5.
OVERIGE


DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat: 10 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactose, sucrose en aspartaam (E951), zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 orodispergeerbare tabletten
30 orodispergeerbare tabletten
35 orodispergeerbare tabletten
50 orodispergeerbare tabletten
56 orodispergeerbare tabletten
70 orodispergeerbare tabletten
98 orodispergeerbare tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/027
EU/1/07/427/028
EU/1/07/427/029
EU/1/07/427/030
EU/1/07/427/045
EU/1/07/427/055
EU/1/07/427/065
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16 INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER

Lot


5.
OVERIGE


DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat: 15 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactose, sucrose en aspartaam (E951), zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 orodispergeerbare tabletten
30 orodispergeerbare tabletten
35 orodispergeerbare tabletten
50 orodispergeerbare tabletten
56 orodispergeerbare tabletten
70 orodispergeerbare tabletten
98 orodispergeerbare tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/031
EU/1/07/427/032
EU/1/07/427/033
EU/1/07/427/034
EU/1/07/427/046
EU/1/07/427/056
EU/1/07/427/066
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16 INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER

Lot


5.
OVERIGE


DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat: 20 mg olanzapine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat o.a. lactose, sucrose en aspartaam (E951), zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 orodispergeerbare tabletten
30 orodispergeerbare tabletten
35 orodispergeerbare tabletten
56 orodispergeerbare tabletten
70 orodispergeerbare tabletten
98 orodispergeerbare tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/427/035
EU/1/07/427/036
EU/1/07/427/037
EU/1/07/427/047
EU/1/07/427/057
EU/1/07/427/067
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16 INFORMATIE IN BRAILLE
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER

Lot


5.
OVERIGE




B. BIJSLUITER

Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten
olanzapine

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Olanzapine Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Olanzapine Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Olanzapine Teva bevat de werkzame stof olanzapine. Olanzapine Teva behoort tot de groep van
geneesmiddelen die antipsychotica wordt genoemd en wordt gebruikt ter behandeling van de volgende
aandoeningen:
- Schizofrenie, een ziekte met verschijnselen zoals het horen, zien of voelen van dingen die er
niet zijn; waangedachten, ongebruikelijke achterdocht en teruggetrokken gedrag. Mensen met
deze ziekte kunnen zich ook depressief, angstig of gespannen voelen.
- Matige tot ernstige manische episoden, een aandoening met verschijnselen van opwinding of
euforie.
Gebleken is dat Olanzapine Teva herhaling van deze verschijnselen voorkomt bij patiënten met
bipolaire stoornis bij wie de manische episode reageerde op behandeling met olanzapine.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Een allergische reactie kan herkend worden aan huiduitslag, jeuk, een gezwollen
gezicht, gezwollen lippen of kortademigheid. Als dit op u van toepassing is, vertel dit dan aan uw
arts.
-
Voorheen werden reeds oogproblemen zoals bepaalde vormen van glaucoom (verhoogde druk in
het oog) bij u vastgesteld.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.
- Het gebruik van Olanzapine Teva door oudere patiënten met dementie wordt niet aanbevolen
- Geneesmiddelen van dit type kunnen abnormale bewegingen van met name het gezicht of de tong
veroorzaken. Als dit optreedt terwijl u Olanzapine Teva gebruikt, moet u dit aan uw arts vertellen.
- In zeer zeldzame gevallen kunnen geneesmiddelen van dit type een combinatie van koorts, een
snellere ademhaling, transpiratie, spierstijfheid en sufheid of slaperigheid veroorzaken. Indien dit
voorkomt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
- Bij patiënten die Olanzapine Teva gebruiken, is gewichtstoename geconstateerd. U en uw arts
moeten regelmatig uw gewicht controleren. Overweeg, indien nodig, verwijzing naar een
diëtist of hulp bij het opstellen van een dieet.
- Bij patiënten die Olanzapine Teva gebruiken, is een hoog bloedsuikergehalte en een hoog
vetgehalte (triglyceriden en cholesterol) geconstateerd. Voordat u begint met het gebruik van
Olanzapine Teva, en regelmatig tijdens de behandeling, moet uw arts bloedtesten doen om uw
bloedsuiker en bepaalde vetgehalten te controleren.
- Vertel het uw arts als u of iemand in uw familie bloedstolsels heeft gehad, omdat geneesmiddelen
als deze in verband zijn gebracht met de vorming van bloedstolsels.
Als u lijdt aan een van de volgende ziekten, vertel dit dan zo snel mogelijk aan uw arts:
- beroerte of 'kleine' beroerte (tijdelijke symptomen van beroerte)
- ziekte van Parkinson
- prostaatklachten
- belemmerde darmpassage (paralytische ileus)
- lever- of nierziekte
- bloedstoornissen
- hartaandoening
-
diabetes
- toevallen
- als u weet dat u een zouttekort kunt hebben door langdurige ernstige diarree en braken of door
gebruik van plaspillen (diuretica)
Indien u lijdt aan dementie, dient u of uw verzorger/familie aan uw arts te vertellen of u ooit een
beroerte of 'kleine' beroerte heeft gehad.
Indien u ouder dan 65 jaar bent, kan als voorzorgsmaatregel regelmatig uw bloeddruk door uw arts
gecontroleerd worden.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Olanzapine Teva is niet bestemd voor patiënten die jonger zijn dan 18 jaar.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Neemt u naast Olanzapine Teva nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts
of apotheker.
Gebruik alleen andere geneesmiddelen indien u Olanzapine Teva gebruikt als uw arts zegt dat dit kan.
U kunt zich slaperig voelen als u Olanzapine Teva samen gebruikt met geneesmiddelen tegen
depressie of geneesmiddelen tegen angst of slaapmiddelen (tranquillizers).
Vertel het met name aan uw arts wanneer u:
- geneesmiddelen tegen de ziekte van Parkinson gebruikt
- carbamazepine (gebruikt bij epilepsie en om de stemming in evenwicht te houden), fluvoxamine
(een geneesmiddel tegen depressie) of ciprofloxacine (een antibioticum) gebruikt; het kan nodig
zijn om uw dosis Olanzapine Teva aan te passen.

Waarop moet u letten met alcohol?
Drink geen alcohol als u Olanzapine Teva gebruikt omdat Olanzapine Teva en alcohol samen u
slaperig kunnen maken.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Men dient dit geneesmiddel niet aan u voor te schrijven indien u borstvoeding geeft, aangezien kleine
hoeveelheden Olanzapine Teva in de moedermelk terecht kunnen komen.
De volgende symptomen kunnen optreden bij pasgeboren baby´s van moeders die Olanzapine Teva in
het laatste trimester (laatste drie maanden van hun zwangerschap) hebben gebruikt: trillen, stijve en/of
zwakke spieren, slaperigheid, opwinding, ademhalingsproblemen en problemen met voeden. Als uw
baby last krijgt van een van deze symptomen, neem dan contact op met uw arts.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er bestaat een risico op sufheid als u Olanzapine Teva gebruikt. Als dit optreedt dient u geen
voertuigen te besturen of gereedschappen of machines te bedienen. Vertel dit aan uw arts.

Olanzapine Teva bevat lactose
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit middel inneemt.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat verteld heeft. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Uw arts zal u vertellen hoeveel Olanzapine Teva tabletten u dient in te nemen, en voor hoelang. De
dagelijkse dosis Olanzapine Teva is tussen 5 mg en 20 mg. Raadpleeg uw arts indien de symptomen
terugkeren maar stop niet met het innemen van Olanzapine Teva tenzij uw arts u vertelt dat te doen.
Olanzapine Teva tabletten dienen éénmaal daags te worden ingenomen volgens advies van de arts.
Probeer uw tabletten iedere dag op hetzelfde tijdstip in te nemen. Het maakt niet uit of u dit met of
zonder voedsel doet. Olanzapine Teva omhulde tabletten zijn voor oraal gebruik.
U moet de tabletten in hun geheel met water doorslikken.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Patiënten die meer Olanzapine Teva hebben ingenomen dan voorgeschreven hebben de volgende
symptomen ervaren: versneld kloppen van het hart, agitatie/agressie, problemen met spraak, ongewone
bewegingen (met name van gezicht of tong) en een verminderd bewustzijn. Andere symptomen
kunnen zijn: acute verwardheid, convulsies (epilepsie), coma, een combinatie van koorts, versnelde
ademhaling, transpireren, verstijfde spieren en een suf gevoel of slaperigheid, vertraging van de
ademhaling, zich verslikken, hoge bloeddruk of lage bloeddruk, abnormale hartritmes. Neem direct
contact op met uw arts of het ziekenhuis als u een van boverstaande verschijnselen krijgt. Laat de arts
uw verpakking met tabletten zien.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem uw tabletten zodra u dat opmerkt. Neem geen 2 doses in op een dag.

Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van deze tabletten alleen omdat u zich beter voelt. Het is van belang dat u
ze blijft gebruiken voor zolang als uw arts dit aangeeft.
Indien u plotseling stopt met het gebruik van Olanzapine Teva kunnen symptomen optreden zoals
zweten, niet kunnen slapen, beven, angst of misselijkheid en overgeven. Uw arts kan u adviseren om
geleidelijk de dosis te verminderen voordat u stopt met de behandeling.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Informeer uw arts meteen als u een van de volgende verschijnselen heeft:
- ongebruikelijke bewegingen vooral van gezicht en tong (een vaak voorkomende bijwerking die
kan voorkomen bij 1 op de 10 mensen);
- bloedstolsels in de aderen (een soms voorkomende bijwerking die kan voorkomen bij 1 op de
100 mensen), met name in de benen (verschijnselen zijn onder andere zwelling, pijn en
roodkleuring van het been), die zich door de bloedvaten kunnen verplaatsen naar de longen,
waardoor ze pijn op de borst en moeilijkheden bij het ademen kunnen veroorzaken. Als u een van
deze verschijnselen constateert, win dan onmiddellijk medisch advies in;
- een combinatie van koorts, sneller ademen, zweten, spierstijfheid en sufheid of slaperigheid (hoe
vaak deze bijwerking voorkomt, is op basis van de beschikbare gegevens niet te berekenen).
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen) zijn onder
andere gewichtstoename, slaperigheid; en toename van de prolactinespiegel in het bloed.
In de vroege stadia van de behandeling kunnen sommige mensen zich duizelig voelen of flauwvallen
(met een trage hartslag), vooral wanneer men overeind komt vanuit een liggende of zittende positie.
Dit gaat gewoonlijk vanzelf over, maar als dit niet het geval is, raadpleeg dan uw arts.
Vaak gemelde bijwerkingen (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen) zijn veranderingen
in de concentraties van sommige bloedcellen en circulerende vetten in het bloed, tijdelijke
verhogingen van de leverenzymen in het begin van de behandeling, verhogingen in de suikerspiegel in
het bloed en de urine, verhogingen van de spiegels van urinezuur en creatinefosfokinase in het bloed,
meer hongergevoel, duizeligheid, rusteloosheid, beven, ongebruikelijke bewegingen (dyskinesie),
verstopping, droge mond, huiduitslag, krachtsverlies, extreme vermoeidheid, vasthouden van vocht
wat leidt tot zwelling van de handen, enkels of voeten, koorts, gewrichtspijn en seksueel
disfunctioneren zoals afgenomen libido bij mannen en vrouwen of erectiestoornis bij mannen.
Soms voorkomende bijwerkingen (die kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen) zijn
overgevoeligheid (bijvoorbeeld zwelling in de mond en keel, jeuk, huiduitslag), diabetes of erger
worden van diabetes, soms geassocieerd met ketoacidose (ketonen in het bloed en de urine) of coma,
toevallen, gewoonlijk geassocieerd met een voorgeschiedenis van toevallen (epilepsie), spierstijfheid
of spasmen (met inbegrip van oogbewegingen), rusteloze benen syndroom, problemen met praten,
stotteren, langzame hartslag, gevoelig zijn voor zonlicht, neusbloeding, opgezwollen buik, kwijlen,
geheugenverlies of vergeetachtigheid, urine-incontinentie, niet kunnen plassen, haaruitval,
afwezigheid of afname van menstruele perioden, en veranderingen in de borsten bij mannen en
vrouwen zoals een abnormale productie van melk of abnormale groei.
Zelden voorkomende bijwerkingen (die kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 1000 mensen) zijn
onder meer verlaging van de normale lichaamstemperatuur, afwijkende hartritmes, plotselinge
onverklaarbare dood, ontsteking van de alvleesklier die ernstige buikpijn, koorts en ziekte kan
veroorzaken, leveraandoening die tot uiting komt als geel worden van de huid en van de witte
gedeelten in de ogen, spierziekte tot uiting komend als onverklaarbare pijn, en langdurige en/of
pijnlijke erectie.
Zeer zelden ernstige allergische reacties zoals DRESS (Drugreactie met eosinofilie en systemische
symptomen). DRESS begint met griepachtige symptomen en huiduitslag in het gezicht, die zich
daarna verder over het lichaam verspreidt, hoge temperatuur, vergrote lymfeklieren, verhoogde
leverenzymwaarden die blijken uit bloedtests en een toename van een soort witte bloedcel
(eosinofilie).
beroerte, longontsteking, urine-incontinentie, extreme vermoeidheid, dingen zien die er niet zijn,
verhoging van de lichaamstemperatuur, roodheid van de huid en kunnen ze vallen en problemen
ondervinden met lopen. Er zijn enkele fatale gevallen gemeld bij deze specifieke patiëntengroep.
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson kan Olanzapine Teva de symptomen verergeren.

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25 °C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is olanzapine.
Elke Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tablet bevat 2,5 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tablet bevat 5 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tablet bevat 7,5 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tablet bevat 10 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tablet bevat 15 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tablet bevat 20 mg van de werkzame stof.
-
De andere stoffen in dit middel zijn:
Kern van de tablet: lactosemonohydraat, hydroxypropylcellulose, crospovidon (type A),
colloïdaal silicium dioxide, microkristallijne cellulose, magnesiumstearaat.
Omhulling van de tablet: hypromellose, polydextrose, glyceroltriacetaat, macrogol 8000,
titaniumdioxide (E171). Tevens bevat de 15 mg tablet indigotine (E132) en de 20 mg tablet
rood ijzeroxide (E172).

Hoe ziet Olanzapine Teva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tablet is een witte, dubbelbolle, ronde filmomhulde tablet met
de inscriptie 'OL 2.5' aan de ene zijde en zonder inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tablet is een witte, dubbelbolle, ronde filmomhulde tablet met de
inscriptie 'OL 5' aan de ene zijde en zonder inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tablet is een witte, dubbelbolle, ronde filmomhulde tablet met
de inscriptie 'OL 7.5' aan de ene zijde en zonder inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tablet is een witte, dubbelbolle, ronde filmomhulde tablet met de
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tablet is een lichtblauwe, dubbelbolle, ovale filmomhulde tablet
met de inscriptie 'OL 15' aan de ene zijde en zonder inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tablet is een roze, dubbelbolle, ovale filmomhulde tablet met de
inscriptie 'OL 20' aan de ene zijde en zonder inscriptie aan de andere zijde.
Olanzapine Teva 2,5 mg filmomhulde tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 30, 35, 56,
70 of 98 tabletten.
Olanzapine Teva 5 mg filmomhulde tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 28 x 1, 30,
30 x 1, 35, 35 x 1, 50, 50 x 1, 56, 56 x 1, 70, 70 x 1, 98 of 98 x 1 tabletten.
Olanzapine Teva 7,5 mg filmomhulde tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 28 x 1, 30,
30 x 1, 35, 35 x 1, 56, 56 x 1, 60, 70, 70 x 1, 98 of 98 x 1 tabletten.
Olanzapine Teva 10 mg filmomhulde tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 7, 7 x 1, 28,
28 x 1, 30, 30 x 1, 35, 35 x 1, 50, 50 x 1, 56, 56 x 1, 60, 70, 70 x 1, 98 of 98 x 1 tabletten.
Olanzapine Teva 15 mg filmomhulde tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 30, 35, 50,
56, 70 of 98 tabletten.
Olanzapine Teva 20 mg filmomhulde tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 30, 35, 56,
70 of 98 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland

Fabrikant
Teva Pharmaceutical Works Co. Ltd
Pallagi út 13
4042 Debrecen
Hongarije
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
UAB Teva Baltics
Tél/Tel: +32 38207373
Tel: +370 52660203


Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
: +359 24899585
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 38207373

Ceská republika
Magyarország
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +420 251007111
Tel: +36 12886400

Danmark
Malta
SanoSwiss UAB
Teva Pharmaceuticals Ireland
Litauen
L-Irlanda
Tlf: +370 70001320
Tel: +44 2075407117

Deutschland
Nederland
TEVA GmbH
Teva Nederland B.V.
Tel: +49 73140208
Tel: +31 8000228400

Eesti
Norge
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Teva Norway AS
Tel: +372 6610801
Tlf: +47 66775590


Österreich
Specifar A.B.E.E.
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
: +30 2118805000
Tel: +43 1970070

España
Polska
Teva Pharma, S.L.U.
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 913873280
Tel: +48 223459300

France
Portugal
Teva Santé
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tél: +33 155917800
Tel: +351 214767550

Hrvatska
România
Pliva Hrvatska d.o.o.
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +385 13720000
Tel: +40 212306524

Ireland
Slovenija
Teva Pharmaceuticals Ireland
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +44 2075407117
Tel: +386 15890390

Ísland
Slovenská republika
Teva Pharma Iceland ehf.
TEVA Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Sími: +354 5503300
Tel: +421 257267911

Italia
Suomi/Finland
Teva Italia S.r.l.
Teva Finland Oy
Tel: +39 028917981
Puh/Tel: +358 201805900


Sverige
Specifar A.B.E.E.
Teva Sweden AB
Tel: +46 42121100
: +30 2118805000

Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
UAB Teva Baltics filile Latvij
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +371 67323666
Ireland
Tel: +44 2075407117


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in <{MM/JJJJ}><{maand JJJJ}>.

Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europe.eu.

Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tabletten
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tabletten
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tabletten
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten
olanzapine

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Olanzapine Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Olanzapine Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Olanzapine Teva bevat de werkzame stof olanzapine. Olanzapine Teva behoort tot een groep van
geneesmiddelen die antipsychotica worden genoemd en wordt gebruikt ter behandeling van de
volgende aandoeningen:
- Schizofrenie, een ziekte met verschijnselen zoals het horen, zien of voelen van dingen die er niet
zijn, waangedachten, ongebruikelijke achterdocht en teruggetrokken gedrag. Mensen met deze
ziekte kunnen zich ook depressief, angstig of gespannen voelen.
- Matige tot ernstige manische episoden, een aandoening met verschijnselen van opwinding of
euforie.
Gebleken is dat Olanzapine Teva herhaling van deze verschijnselen voorkomt bij patiënten met
bipolaire stoornis bij wie de manische episode reageerde op behandeling met olanzapine.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Een allergische reactie kan herkend worden aan huiduitslag, jeuk, een gezwollen
gezicht, gezwollen lippen of kortademigheid. Als dit op u van toepassing is, vertel dit dan de arts.
-
Voorheen werden al oogproblemen zoals bepaalde vormen van glaucoom (verhoogde druk in het
oog) bij u vastgesteld.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.
- Het gebruik van Olanzapine Teva door oudere patiënten met dementie wordt niet aanbevolen
aangezien er ernstige bijwerkingen kunnen optreden
- Geneesmiddelen van dit type kunnen abnormale bewegingen van met name het gezicht of de tong
veroorzaken. Als dit optreedt terwijl u Olanzapine Teva gebruikt, moet u dit aan uw arts vertellen.
snellere ademhaling, transpiratie, spierstijfheid en sufheid of slaperigheid veroorzaken. Indien dit
voorkomt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
- Bij patiënten die Olanzapine Teva gebruiken, is gewichtstoename geconstateerd. U en uw arts
moeten regelmatig uw gewicht controleren. Overweeg, indien nodig, verwijzing naar een
diëtist of hulp bij het opstellen van een dieet.
- Bij patiënten die Olanzapine Teva gebruiken, is een hoog bloedsuikergehalte en een hoog
vetgehalte (triglyceriden en cholesterol) geconstateerd. Voordat u begint met het gebruik van
Olanzapine Teva, en regelmatig tijdens de behandeling, moet uw arts bloedtesten doen om uw
bloedsuiker en bepaalde vetgehalten te controleren.
- Vertel het uw arts als u of iemand in uw familie bloedstolsels heeft gehad, omdat geneesmiddelen
als deze in verband zijn gebracht met de vorming van bloedstolsels.
Als u lijdt aan een van de volgende ziekten, vertel dit dan zo snel mogelijk aan uw arts:
- beroerte of 'kleine' beroerte (tijdelijke symptomen van beroerte)
- ziekte van Parkinson
- prostaatklachten
- belemmerde darmpassage (paralytische ileus)
- lever- of nierziekte
- bloedstoornissen
- hartaandoening
- diabetes
- toevallen
- als u weet dat u een zouttekort kunt hebben door langdurige ernstige diarree en braken of door
gebruik van plaspillen (diuretica)
Indien u lijdt aan dementie, dient u of uw verzorger/familie aan uw arts te vertellen of u ooit een
beroerte of 'kleine' beroerte heeft gehad.
Indien u ouder dan 65 jaar bent, kan als voorzorgsmaatregel regelmatig uw bloeddruk door uw arts
gecontroleerd worden.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Olanzapine Teva is niet bestemd voor patiënten die jonger zijn dan 18 jaar.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Neemt u naast Olanzapine Teva nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts
of apotheker.
Gebruik alleen andere geneesmiddelen indien u Olanzapine Teva gebruikt als uw arts zegt dat dit kan.
U kunt zich slaperig voelen als u Olanzapine Teva samen gebruikt met geneesmiddelen tegen
depressie of geneesmiddelen tegen angst of slaapmiddelen (tranquillizers).
Vertel het met name aan uw arts wanneer u:
- geneesmiddelen tegen de ziekte van Parkinson gebruikt
- carbamazepine (gebruikt bij epilepsie en om de stemming in evenwicht te houden), fluvoxamine
(een geneesmiddel tegen depressie) of ciprofloxacine (een antibioticum) gebruikt; het kan nodig
zijn om uw dosis Olanzapine Teva aan te passen.

Waarop moet u letten met alcohol?
Drink geen alcohol als u Olanzapine Teva gebruikt omdat Olanzapine Teva en alcohol samen u
slaperig kunnen maken.

Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
hoeveelheden Olanzapine Teva in de moedermelk terecht kunnen komen.
De volgende symptomen kunnen optreden bij pasgeboren baby´s van moeders die Olanzapine Teva in
het laatste trimester (laatste drie maanden van hun zwangerschap) hebben gebruikt: trillen, stijve en/of
zwakke spieren, slaperigheid, opwinding, ademhalingsproblemen en problemen met voeden. Als uw
baby last krijgt van een van deze symptomen, neem dan contact op met uw arts.
Men dient dit geneesmiddel niet aan u voor te schrijven indien u borstvoeding geeft, aangezien kleine
hoeveelheden Olanzapine Teva in de moedermelk terecht kunnen komen.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er bestaat een risico op sufheid als u Olanzapine Teva gebruikt. Als dit optreedt dient u geen
voertuigen te besturen of gereedschappen of machines te bedienen. Vertel dit aan uw arts.

Olanzapine Teva bevat lactose, sucrose en aspartaam
Dit geneesmiddel bevat lactose en sucrose. Indien uw arts u verteld heeft dat u een intolerantie voor
bepaalde suikers heeft, neem dan contact met uw arts op voordat u dit geneesmiddel inneemt.
Dit middel bevat 2,25 mg/4,5 mg/6,75 mg/9 mg aspartaam in elke orodispergeerbare tablet van
5 mg/10 mg/15 mg/20 mg. Aspartaam is een bron van fenylalanine. Het kan schadelijk zijn als u
fenylketonurie (PKU) heeft, een zeldzame erfelijke aandoening waarbij fenylalanine zich ophoopt
doordat het lichaam dit niet goed kan omzetten.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat verteld heeft. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Uw arts zal u vertellen hoeveel Olanzapine Teva tabletten u dient in te nemen en voor hoelang. De
dagelijkse dosis Olanzapine Teva is tussen 5 mg en 20 mg. Raadpleeg uw arts indien de symptomen
terugkeren maar stop niet met het innemen van Olanzapine Teva tenzij uw arts u vertelt dat te doen.
Olanzapine Teva tabletten dienen éénmaal daags te worden ingenomen volgens advies van de arts.
Probeer uw tabletten iedere dag op hetzelfde tijdstip in te nemen. Het maakt niet uit of u dit met of
zonder voedsel doet. Olanzapine Teva orodispergeerbare tabletten zijn voor oraal gebruik.
Olanzapine Teva tabletten breken gemakkelijk. U moet er daarom voorzichtig mee omgaan. Pak de
tabletten niet met natte handen omdat de tabletten uit elkaar kunnen vallen. Plaats de tablet in de
mond. Deze lost onmiddellijk op in de mond, zodat u deze makkelijk kan doorslikken.
U kunt de tablet ook toevoegen aan een vol glas of kopje water, sinaasappelsap, appelsap, melk of
koffie, en roeren. Bij sommige dranken kan het mengsel van kleur veranderen en mogelijk troebel
worden. Drink het direct op.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Patiënten die meer Olanzapine Teva hebben ingenomen dan voorgeschreven hebben de volgende
symptomen ervaren: versneld kloppen van het hart, agitatie/agressie, problemen met spraak, ongewone
bewegingen (met name van gezicht of tong) en een verminderd bewustzijn. Andere symptomen
kunnen zijn: acute verwardheid, convulsies (epilepsie), coma, een combinatie van koorts, versnelde
ademhaling, transpireren, verstijfde spieren en een suf gevoel of slaperigheid, vertraging van de
ademhaling, zich verslikken, hoge bloeddruk of lage bloeddruk, abnormale hartritmes. Neem direct
contact op met uw arts of het ziekenhuis als u een van boverstaande verschijnselen krijgt. Laat de arts
uw verpakking met tabletten zien.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem uw tabletten zodra u dat opmerkt. Neem geen dubbele dosis om een vergeten tablet in te halen.
Stop niet met het innemen van deze tabletten alleen omdat u zich beter voelt. Het is van belang dat u
ze blijft gebruiken voor zolang als uw arts dit aangeeft.
Indien u plotseling stopt met het gebruik van Olanzapine Teva kunnen symptomen optreden zoals
zweten, niet kunnen slapen, beven, angst of misselijkheid en overgeven. Uw arts kan u adviseren om
geleidelijk de dosis te verminderen voordat u stopt met de behandeling.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Informeer uw arts meteen als u een van de volgende verschijnselen heeft:
- ongebruikelijke bewegingen vooral van gezicht en tong (een vaak voorkomende bijwerking die
kan voorkomen bij 1 op de 10 mensen);
- bloedstolsels in de aderen (een soms voorkomende bijwerking die kan voorkomen bij 1 op de
100 mensen), met name in de benen (verschijnselen zijn onder andere zwelling, pijn en
roodkleuring van het been), die zich door de bloedvaten kunnen verplaatsen naar de longen,
waardoor ze pijn op de borst en moeilijkheden bij het ademen kunnen veroorzaken. Als u een van
deze verschijnselen constateert, win dan onmiddellijk medisch advies in;
- een combinatie van koorts, sneller ademen, zweten, spierstijfheid en sufheid of slaperigheid (hoe
vaak deze bijwerking voorkomt, is op basis van de beschikbare gegevens niet te berekenen).
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen) zijn onder
andere gewichtstoename, slaperigheid; en toename van de prolactinespiegel in het bloed.
In de vroege stadia van de behandeling kunnen sommige mensen zich duizelig voelen of flauwvallen
(met een trage hartslag), vooral wanneer men overeind komt vanuit een liggende of zittende positie.
Dit gaat gewoonlijk vanzelf over, maar als dit niet het geval is, raadpleeg dan uw arts.
Vaak gemelde bijwerkingen (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen) zijn veranderingen
in de concentraties van sommige bloedcellen en circulerende vetten in het bloed, tijdelijke
verhogingen van de leverenzymen in het begin van de behandeling, verhogingen in de suikerspiegel in
het bloed en de urine, verhogingen van de spiegels van urinezuur en creatinefosfokinase in het bloed,
meer hongergevoel, duizeligheid, rusteloosheid, beven, ongebruikelijke bewegingen (dyskinesie),
spierstijfheid of spasmen (met inbegrip van oogbewegingen), rusteloze benen syndroom, problemen
met praten, verstopping, droge mond, huiduitslag, krachtsverlies, extreme vermoeidheid, vasthouden
van vocht wat leidt tot zwelling van de handen, enkels of voeten, koorts, gewrichtspijn en seksueel
disfunctioneren zoals afgenomen libido bij mannen en vrouwen of erectiestoornis bij mannen.
Soms voorkomende bijwerkingen (die kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen) zijn
overgevoeligheid (bijvoorbeeld zwelling in de mond en keel, jeuk, huiduitslag), diabetes of erger
worden van diabetes, soms geassocieerd met ketoacidose (ketonen in het bloed en de urine) of coma,
toevallen, gewoonlijk geassocieerd met een voorgeschiedenis van toevallen (epilepsie), spierstijfheid
of spasmen (met inbegrip van oogbewegingen), problemen met praten, stotteren, langzame hartslag,
gevoelig zijn voor zonlicht, neusbloeding, opgezwollen buik, kwijlen, geheugenverlies of
vergeetachtigheid, urine-incontinentie, niet kunnen plassen, haaruitval, afwezigheid of afname van
menstruele perioden, en veranderingen in de borsten bij mannen en vrouwen zoals een abnormale
productie van melk of abnormale groei.
Zelden voorkomende bijwerkingen (die kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 1000 mensen) zijn
onder meer verlaging van de normale lichaamstemperatuur, afwijkende hartritmes, plotselinge
onverklaarbare dood, ontsteking van de alvleesklier die ernstige buikpijn, koorts en ziekte kan
veroorzaken, leveraandoening die tot uiting komt als geel worden van de huid en van de witte
pijnlijke erectie.
Zeer zelden ernstige allergische reacties zoals DRESS (Drugreactie met eosinofilie en systemische
symptomen). DRESS begint met griepachtige symptomen en huiduitslag in het gezicht, die zich
daarna verder over het lichaam verspreidt, hoge temperatuur, vergrote lymfeklieren, verhoogde
leverenzymwaarden die blijken uit bloedtests en een toename van een soort witte bloedcel
(eosinofilie).
Tijdens olanzapinebehandeling hebben oudere patiënten met dementie een verhoogde kans op een
beroerte, longontsteking, urine-incontinentie, extreme vermoeidheid, dingen zien die er niet zijn,
verhoging van de lichaamstemperatuur, roodheid van de huid en kunnen ze vallen en problemen
ondervinden met lopen. Er zijn enkele fatale gevallen gemeld bij deze specifieke patiëntengroep.
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson kan Olanzapine Teva de symptomen verergeren.

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is olanzapine.
Elke Olanzapine Teva 5 mg orodispergeerbare tablet bevat 5 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tablet bevat 10 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tablet bevat 15 mg van de werkzame stof.
Elke Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tablet bevat 20 mg van de werkzame stof.
-
De andere stoffen in dit middel zijn: mannitol (E421), asparataam (E951), magnesiumstearaat,
crospovidon type B, lactosemonohydraat, hydroxypropylcellulose en citroen smaak
(smaakstoffen, maltodextrine, sucrose, arabische gom (E414), glyceryltriacetaat (E1518) en
alfa-tocoferol (E307).

Hoe ziet Olanzapine Teva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Orodispergeerbare tablet is de technische naam voor een tablet welke direct in uw mond oplost zodat
deze gemakkelijk doorgeslikt kan worden.
van 8 mm.
Olanzapine Teva 10 mg orodispergeerbare tablet is een gele, ronde, dubbelbolle tablet met een
diameter van 10 mm.
Olanzapine Teva 15 mg orodispergeerbare tablet is een gele, ronde, dubbelbolle tablet met een
diameter van 11 mm.
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tablet is een gele, ronde, dubbelbolle tablet met een
diameter van 12 mm.
Olanzapine Teva 5 mg, 10 mg en 15 mg orodispergeerbare tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen
van 28, 30, 35, 50, 56, 70 of 98 tabletten.
Olanzapine Teva 20 mg orodispergeerbare tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 30, 35,
56, 70 of 98 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland

Fabrikant
Teva Pharmaceutical Works Co. Ltd
Pallagi út 13
4042 Debrecen
Hongarije
TEVA PHARMA S.L.U.
Poligono Industrial Malpica, c/C, no. 4
50.016 Zaragoza
Spanje
Merckle GmbH
Ludwig-Merckle-Strasse 3
89143 Blaubeuren
Duitsland
Teva Pharma B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
UAB Teva Baltics
Tél/Tel: +32 38207373
Tel: +370 52660203

Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
: +359 24899585
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 38207373

Ceská republika
Magyarország
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +420 251007111
Tel: +36 12886400

Danmark
Malta
SanoSwiss UAB
Teva Pharmaceuticals Ireland
Litauen
L-Irlanda
Tlf: +370 70001320
Tel: +44 2075407117

Deutschland
Nederland
TEVA GmbH
Teva Nederland B.V.
Tel: +49 73140208
Tel: +31 8000228400

Eesti
Norge
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Teva Norway AS
Tel: +372 6610801
Tlf: +47 66775590


Österreich
Specifar A.B.E.E.
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
: +30 2118805000
Tel: +43 1970070

España
Polska
Teva Pharma, S.L.U.
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 913873280
Tel: +48 223459300

France
Portugal
Teva Santé
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tél: +33 155917800
Tel: +351 214767550

Hrvatska
România
Pliva Hrvatska d.o.o.
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +385 13720000
Tel: +40 212306524

Ireland
Slovenija
Teva Pharmaceuticals Ireland
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +44 2075407117
Tel: +386 15890390

Ísland
Slovenská republika
Teva Pharma Iceland ehf.
TEVA Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Sími: +354 5503300
Tel: +421 257267911

Italia
Suomi/Finland
Teva Italia S.r.l.
Teva Finland Oy
Tel: +39 028917981
Puh/Tel: +358 201805900


Sverige
Specifar A.B.E.E.
Teva Sweden AB
Tel: +46 42121100
: +30 2118805000

United Kingdom (Northern Ireland)
UAB Teva Baltics filile Latvij
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +371 67323666
Ireland
Tel: +44 2075407117

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in <{MM/JJJJ}><{maand JJJJ}>.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europe.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? Olanzapine Teva 20 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Olanzapine Teva 20 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Olanzapine Teva 20 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG