Nobivac tricat trio

Bijsluiter – NL versie
Nobivac Tricat Trio
BIJSLUITER
Nobivac Tricat Trio, lyofilisaat en solvens voor suspensie voor injectie voor katten
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN
DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Intervet International B.V. – Boxmeer – Nederland vertegenwoordigd door
MSD Animal Health BVBA - Lynx Binnenhof 5 - 1200 Brussel
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Nobivac Tricat Trio, lyofilisaat en solvens voor suspensie voor injectie voor katten
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per dosis van 1 ml:
Lyofilisaat:
Werkzame bestanddelen:
Levend verzwakt kattencalicivirus, stam F9: ≥ 4,6 log
10
PFU
1
Levend verzwakt kattenherpesvirus type 1, stam G2620A: ≥ 5,2 log
10
PFU
1
Levend verzwakt kattenpanleucopenievirus, stam MW-1: ≥ 4,3 log
10
CCID
50 2
1
2
PFU: Plaque-Forming Units
CCID
50
: Cell Culture Infective Dose 50%
Lyofilisaat en solvens voor suspensie voor injectie.
Gebroken-wit lyofilisaat.
4.
INDICATIES
Actieve immunisatie van katten om vanaf de leeftijd van 8-9 weken klinische symptomen
veroorzaakt door een infectie met het kattencalicivirus (FCV) en het kattenherpesvirus type 1
(FHV, kattenrhinotracheïtisvirus) te verminderen en om klinische symptomen, leucopenie en
virusexcretie veroorzaakt door infectie met het kattenpanleucopenievirus (FPLV) te
verhinderen.
De aanvang van de immuniteit is voor de FCV- en FHV-component 4 weken, en 3 weken
voor de FPLV-component.
De immuniteitsduur is 1 jaar voor de FCV- en FHV-component, en 3 jaar voor de FPLV-
component.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken gedurende dracht of lactatie aangezien het product niet getest werd in
drachtige of lacterende kattinnen. Levend FPL-virus kan voortplantingsproblemen bij
drachtige kattinnen en aangeboren afwijkingen bij de nakomelingen veroorzaken.
Bijsluiter – NL versie
Nobivac Tricat Trio
6.
BIJWERKINGEN
Gedurende 1-2 dagen kan een licht pijnlijke zwelling op de injectieplaats waargenomen
worden.
Een geringe voorbijgaande temperatuursverhoging (tot 40° C) kan gedurende 1-2 dagen
voorkomen.
In sommige gevallen kan niezen, hoesten, neusuitvloei, lichte sufheid of verminderde eetlust
waargenomen worden tot 2 dagen na vaccinatie. In zeer zeldzame gevallen kan het vaccin
overgevoeligheidsreacties veroorzaken (pruritus, dyspnoe, braken, diarree en flauwvallen).
Indien u ernstige bijwerkingen of anderssoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter
worden vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts te verwittigen.
7.
DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Katten.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEG
Ten minste 4,6 log
10
PFU FCV, stam F9; 5,2 log
10
PFU FHV, stam G2620A en 4,3 log
10
CCID
50
FPLV, stam MW-1 in 1,0 ml solvens.
Voor de basisvaccinatie zijn twee doses, subcutaan geïnjecteerd, met een interval van 3-4
weken vereist. De eerste enting wordt gegeven op de leeftijd van 8-9 weken en de tweede
enting vanaf de leeftijd van 12 weken.
Hervaccinatie:
Een enkelvoudige dosis (1 ml) volgens volgend schema:
Hervaccinatie tegen het kattencalicivirus en kattenherpesvirus type 1 moet ieder jaar gebeuren
(met vaccins die de F9 of G2620 stammen bevatten, indien beschikbaar).
Hervaccinatie tegen het kattenpanleucopenievirus kan elke 3 jaar gegeven worden (met stam
MW-1, die ook in Nobivac Tricat Trio voorkomt - indien beschikbaar).
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Reconstitueer de gevriesdroogde fractie van het vaccin met het bijbehorende solvens
onmiddellijk voor gebruik.
Injecteer het solvens in de flacon met het lyofilisaat en schud zacht tot het pellet volledig
opgelost is.
Breng het vaccin op kamertemperatuur en dien 1 ml van het vaccin subcutaan toe.
Gebruik steriel injectiemateriaal maar vermijd contact van het vaccin met desinfectia.
Gereconstitueerd vaccin dient binnen de 30 minuten gebruikt te worden.
10.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Buiten bereik en zicht van kinderen bewaren.
Lyofilisaat: bewaren in een koelkast (2° C - 8° C).
Beschermen tegen licht.
Solvens: kan bewaard blijven beneden de 25° C, indien het apart van het lyofilisaat bewaard
wordt. Niet laten bevriezen.
Niet gebruiken na vervaldatum vermeld op het etiket.
Bijsluiter – NL versie
Nobivac Tricat Trio
11.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Vaccineer enkel gezonde dieren.
Maternale antilichamen, die kunnen voorkomen tot 9-12 weken ouderdom, kunnen een
negatieve invloed hebben op de werkzaamheid van het vaccin. Door de aanwezigheid van
maternale antilichamen is het mogelijk dat vaccinatie niet volledig de klinische symptomen,
leucopenie en virusexcretie na een FPLV- infectie kan verhinderen.
In dergelijke gevallen, waar een relatief hoog niveau aan maternale antilichamen verwacht
wordt, dient het vaccinatieschema aangepast gepland te worden.
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij
gebruik met enig ander diergeneesmiddel. De beslissing om dit vaccin voor of na enig ander
diergeneesmiddel te gebruiken dient geval per geval genomen te worden.
In geval van accidentele zelfinjectie, zoek onmiddellijk medische hulp en toon de bijsluiter of
het etiket aan de arts.
Na een tienvoudige overdosis kan een licht pijnlijke zwelling gedurende 4-10 dagen op de
injectieplaats waargenomen worden. Een voorbijgaande lichte temperatuursverhoging (tot
40,8° C) kan voorkomen gedurende 1-2 dagen.
In sommige gevallen kan algemeen ongemak, hoesten, niezen, voorbijgaande sloomheid en
verminderde eetlust gedurende enkele dagen na vaccinatie waargenomen worden.
Niet mengen met andere diergeneesmiddelen.
12.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE
RESTANTEN HIERVAN
Verwijder de restanten van het middel door koken, verbranding of onderdompeling in een
geschikt desinfectiemiddel, overeenkomstig de nationale vereisten.
13.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Mei 2014
14.
OVERIGE INFORMATIE
Presentaties: 5x, 10x, 25x, 50x monodosisflacons vaccin en solvens.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Afleveringswijze:
Op diergeneeskundig voorschrift.
Registratienummer:
BE-V296895
Nobivac Tricat Trio
BIJSLUITER
Nobivac Tricat Trio, lyofilisaat en solvens voor suspensie voor injectie voor katten
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN
DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Intervet International B.V. ­ Boxmeer ­ Nederland vertegenwoordigd door
MSD Animal Health BVBA - Lynx Binnenhof 5 - 1200 Brussel
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Nobivac Tricat Trio, lyofilisaat en solvens voor suspensie voor injectie voor katten
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per dosis van 1 ml:
Lyofilisaat:
Werkzame bestanddelen:
Levend verzwakt kattencalicivirus, stam F9: 4,6 log10 PFU1
Levend verzwakt kattenherpesvirus type 1, stam G2620A: 5,2 log10 PFU1
Levend verzwakt kattenpanleucopenievirus, stam MW-1: 4,3 log
2
10 CCID50
1 PFU: Plaque-Forming Units
2 CCID50: Cell Culture Infective Dose 50%
Lyofilisaat en solvens voor suspensie voor injectie.
Gebroken-wit lyofilisaat.
4.
INDICATIES
Actieve immunisatie van katten om vanaf de leeftijd van 8-9 weken klinische symptomen
veroorzaakt door een infectie met het kattencalicivirus (FCV) en het kattenherpesvirus type 1
(FHV, kattenrhinotracheïtisvirus) te verminderen en om klinische symptomen, leucopenie en
virusexcretie veroorzaakt door infectie met het kattenpanleucopenievirus (FPLV) te
verhinderen.
De aanvang van de immuniteit is voor de FCV- en FHV-component 4 weken, en 3 weken
voor de FPLV-component.
De immuniteitsduur is 1 jaar voor de FCV- en FHV-component, en 3 jaar voor de FPLV-
component.
5.
CONTRA-INDICATIES
Nobivac Tricat Trio
6.
BIJWERKINGEN
Gedurende 1-2 dagen kan een licht pijnlijke zwelling op de injectieplaats waargenomen
worden.
Een geringe voorbijgaande temperatuursverhoging (tot 40° C) kan gedurende 1-2 dagen
voorkomen.
In sommige gevallen kan niezen, hoesten, neusuitvloei, lichte sufheid of verminderde eetlust
waargenomen worden tot 2 dagen na vaccinatie. In zeer zeldzame gevallen kan het vaccin
overgevoeligheidsreacties veroorzaken (pruritus, dyspnoe, braken, diarree en flauwvallen).
Indien u ernstige bijwerkingen of anderssoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter
worden vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts te verwittigen.
7.
DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Katten.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEG

Ten minste 4,6 log10 PFU FCV, stam F9; 5,2 log10 PFU FHV, stam G2620A en 4,3 log10
CCID50 FPLV, stam MW-1 in 1,0 ml solvens.
Voor de basisvaccinatie zijn twee doses, subcutaan geïnjecteerd, met een interval van 3-4
weken vereist. De eerste enting wordt gegeven op de leeftijd van 8-9 weken en de tweede
enting vanaf de leeftijd van 12 weken.
Hervaccinatie:
Een enkelvoudige dosis (1 ml) volgens volgend schema:
Hervaccinatie tegen het kattencalicivirus en kattenherpesvirus type 1 moet ieder jaar gebeuren
(met vaccins die de F9 of G2620 stammen bevatten, indien beschikbaar).
Hervaccinatie tegen het kattenpanleucopenievirus kan elke 3 jaar gegeven worden (met stam
MW-1, die ook in Nobivac Tricat Trio voorkomt - indien beschikbaar).
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Reconstitueer de gevriesdroogde fractie van het vaccin met het bijbehorende solvens
onmiddellijk voor gebruik.
Injecteer het solvens in de flacon met het lyofilisaat en schud zacht tot het pellet volledig
opgelost is.
Breng het vaccin op kamertemperatuur en dien 1 ml van het vaccin subcutaan toe.
Gebruik steriel injectiemateriaal maar vermijd contact van het vaccin met desinfectia.
Gereconstitueerd vaccin dient binnen de 30 minuten gebruikt te worden.
10.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Nobivac Tricat Trio
11.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Vaccineer enkel gezonde dieren.
Maternale antilichamen, die kunnen voorkomen tot 9-12 weken ouderdom, kunnen een
negatieve invloed hebben op de werkzaamheid van het vaccin. Door de aanwezigheid van
maternale antilichamen is het mogelijk dat vaccinatie niet volledig de klinische symptomen,
leucopenie en virusexcretie na een FPLV- infectie kan verhinderen.
In dergelijke gevallen, waar een relatief hoog niveau aan maternale antilichamen verwacht
wordt, dient het vaccinatieschema aangepast gepland te worden.
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij
gebruik met enig ander diergeneesmiddel. De beslissing om dit vaccin voor of na enig ander
diergeneesmiddel te gebruiken dient geval per geval genomen te worden.
In geval van accidentele zelfinjectie, zoek onmiddellijk medische hulp en toon de bijsluiter of
het etiket aan de arts.
Na een tienvoudige overdosis kan een licht pijnlijke zwelling gedurende 4-10 dagen op de
injectieplaats waargenomen worden. Een voorbijgaande lichte temperatuursverhoging (tot
40,8° C) kan voorkomen gedurende 1-2 dagen.
In sommige gevallen kan algemeen ongemak, hoesten, niezen, voorbijgaande sloomheid en
verminderde eetlust gedurende enkele dagen na vaccinatie waargenomen worden.
Niet mengen met andere diergeneesmiddelen.
12.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE
RESTANTEN HIERVAN

Verwijder de restanten van het middel door koken, verbranding of onderdompeling in een
geschikt desinfectiemiddel, overeenkomstig de nationale vereisten.
13.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Mei 2014
14.
OVERIGE INFORMATIE
Presentaties: 5x, 10x, 25x, 50x monodosisflacons vaccin en solvens.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

Heb je dit medicijn gebruikt? Nobivac Tricat Trio te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Nobivac Tricat Trio te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Nobivac Tricat Trio

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG