Neoprinil pour-on 5 mg/ml

Notice – Version NL
NEOPRINIL POUR-ON 5 MG/ML
BIJSLUITER
Neoprinil pour-on 5 mg/ml pour-on oplossing voor runderen
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
VIRBAC
1
ère
avenue 2065m LID
06516 Carros
FRANKRIJK
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Neoprinil pour-on 5 mg/ml pour-on oplossing voor runderen
Eprinomectine
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per ml:
Werkzaam bestanddeel:
Eprinomectine
Hulpstoffen:
Butylhydroxytolueen (E321)
Alpha(L,D)-tocopherol (E307)
5,00 mg
0,10 mg
0,06 mg
Licht geelachtige, heldere olie-oplossing.
4.
INDICATIE(S)
Bij rund (vlees- en melkvee):
Bestrijding van infecties door de volgende eprinomectine-gevoelige parasieten:
Maagdarmwormen (volwassen en L4-larven):
Ostertagia ostertagi
(incl. geïnhibeerde L4 larven),
Ostertagia lyrata
(volwassen),
Haemonchus placei, Trichostrongylus axei, Trichostrongylus
colubriformis, Cooperia
spp. (incl. geïnhibeerde L4 larven),
Cooperia oncophora, Cooperia punctata,
Cooperia pectinata, Cooperia surnabada, Bunostomum phlebotomum, Nematodirus helvetianus,
Oesophagostomum radiatum, Oesophagostomum
spp. (volwassen),
Trichuris discolor
(volwassen);
Longwormen:
Dictyocaulus viviparus
(volwassen en L4 larven);
Runderhorzellarven (parasitaire stadia):
Hypoderma bovis, Hypoderma lineatum;
Schurftmijten:
Chorioptes bovis, Sarcoptes scabiei
var.
bovis;
Zuigende luizen:
Linognathus vituli, Haematopinus eurysternus, Solenopotes capillatus;
Bijtende luizen:
Damalinia bovis;
Hoornvliegen:
Haematobia irritans
Notice – Version NL
NEOPRINIL POUR-ON 5 MG/ML
Het diergeneesmiddel heeft een verlengde werking tegen:
- Nematodirus helvetianus
gedurende 14 dagen,
- Trichostrongylus axei
en
Haemonchus placei
gedurende 21 dagen,
-
Dictyocaulus viviparus, Cooperia oncophora, Cooperia punctata, Cooperia sumabada,
Oesophagostomum radiatum
en
Ostertagia ostertagi
gedurende 28 dagen.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij diersoorten die niet vermeld staan onder rubriek “Doeldiersoorten”.Niet oraal of per
injectie toedienen.
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.
Avermectines zijn mogelijk schadelijk voor andere diersoorten (zoals honden, katten en paarden). Er
zijn gevallen gerapporteerd waarbij avermectine fataal was voor honden, met name Collies, Old
English Sheepdogs en verwante rassen en kruisingen, alsook bij land- en zeeschildpadden.
6.
BIJWERKINGEN
Tijdelijke likreacties, trillingen van de huid op de toedieningsplaats, milde lokale reacties zoals het
verschijnen van roos en huidschilfers op de toedieningsplaats, worden zeer zelden waargenomen.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in
kennis te stellen.
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten_Eurostation II_Victor Hortaplein
40, bus 40_1060 Brussel_België_
e-mail:adversedrugreactions_vet@fagg-afmps.be
7.
Rund.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN)
EN WIJZE VAN GEBRUIK
DOELDIERSOORT
Voor uitwendig gebruik.
Pour-on gebruik.
Voor eenmalige topicale toediening. De aanbevolen dosering is 500 μg eprinomectine per kg
lichaamsgewicht, overeenkomend met 1 ml/10 kg lichaamsgewicht.
Het diergeneesmiddel dient over het midden van de rug worden toegediend in een dunne streep van
de schoft tot de staart.
Teneinde een juiste dosering te berekenen, dient het lichaamsgewicht zo nauwkeurig mogelijk te
worden bepaald; de nauwkeurigheid van het doseerhulpmiddel dient te worden gecontroleerd.
Als dieren groepsgewijs behandeld worden in plaats van individueel, dienen zij op gewicht te worden
ingedeeld in groepen en moet de toe te dienen dosis op basis daarvan worden berekend, dit om onder-
Notice – Version NL
NEOPRINIL POUR-ON 5 MG/ML
of overdosering te vermijden.
Alle dieren van dezelfde groep op hetzelfde moment behandelen.
Notice – Version NL
NEOPRINIL POUR-ON 5 MG/ML
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Knijp-doseer-gietsysteem (fles van 1 liter)
1 en 2. Haal de beschermzegel van aluminium van de fles af.
3 en 4. Schroef de doseerdop op de fles.
Stel de dosis in door de bovenzijde van de dop te draaien ende pijl op de gekartelde ring bij het juiste
lichaamsgewicht te brengen.
Houd de hoogste stand aan als het lichaamsgewicht zich tussen twee waarden bevindt.
5. Houd de fles rechtop en knijp erin om een geringe overmaat van de benodigde dosis, zoals
aangegeven door de ijkstrepen, te krijgen.
6 en 7. Na opheffing van de druk wordt de dosis automatisch op het juiste niveau ingesteld.
Haal na gebruik de doseerdop van de fles af en schroef de dop op de fles.
1L.
Notice – Version NL
NEOPRINIL POUR-ON 5 MG/ML
Pour-on container (2,5 liter en 5 liter)
Sluit een geschikt doseerapparaat met slang als volgt op de pour-on container aan.
1 en 2. Haal de beschermzegel van aluminium van de fles af.
3. Vervang de afsluitdop met de slangdop en draai deze vast.
4. Bevestig de ene kant van de slang op de slangdop en de andere kant op het doseerpistool.
5. Voer de vloeistof voorzichtig door het doseerpistool en controleer deze op lekken.
Volg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het doseerapparaat voor aanpassing van de doses,
goed gebruik en onderhoud van het doseerapparaat en slang.
Houd de hoogste stand aan als het lichaamsgewicht zich tussen twee waarden bevindt.
Notice – Version NL
NEOPRINIL POUR-ON 5 MG/ML
FlexiBag (2,5 liter, 4,5 liter en 8 liter flexibele zak)
Sluit een geschikt doseerpistool als volgt op de FlexiBag aan.
1 tot 4. Bevestig de ene kant van de slang op het E-lock systeem, de andere kant op het
doseerpistool.
5 en 6. Maak het E-lock systeem vast aan de FlexiBag.
7. Voer de vloeistof voorzichtig door het doseerpistool en controleer deze op lekken.
Volg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het doseerapparaat voor aanpassing van de doses,
goed gebruik en onderhoud van het doseerapparaat en de slang.
Houd de hoogste stand aan als het lichaamsgewicht zich tussen twee waarden in bevindt.
10. WACHTTIJD(EN)
Vlees en slachtafval: 15 dagen
Melk: nul uur
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Dit diergeneesmiddel vereist geen bijzondere bewaarvoorschriften.
Fles en pour-on container: Na openen, gebruiken binnen 1 jaar.
Zakken: Na openen, gebruiken binnen 2 jaar.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na “EXP”.
De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
De volgende situaties dienen vermeden te worden, omdat zij de ontwikkeling van resistentie
bevorderen en uiteindelijk kunnen leiden tot ondoeltreffendheid van de behandeling:
-
te frequent en herhaald gebruik van anthelmintica van eenzelfde groep gedurende een langere
periode,
-
onderdosering, door onderschatting van het lichaamsgewicht, onjuiste toediening van
het diergeneesmiddel of een niet of onjuist gekalibreerd doseerapparaat (indien van
toepassing).
Vermoedelijke klinische gevallen van resistentie tegen anthelmintica moeten nader onderzocht
worden door middel van geschikte testen (bijv. Faecal Egg Count Reduction Test). Wanneer het
resultaat van de testen duidelijk wijst op resistentie tegen een bepaald anthelminticum, moet
een anthelminticum van een andere groep met een andere werkingsmechanisme worden
toegediend.
Tot nu toe is geen resistentie tegen eprinomectine (een macrocyclisch lacton) gerapporteerd bij
runderen binnen de EU. Echter, resistentie tegen andere macrocyclische lactonen is wel
gerapporteerd bij parasietensoorten bij runderen binnen de EU. Derhalve dient het gebruik van dit
diergeneesmiddel gebaseerd te worden op nationale epidemiologische gegevens (regionaal en op
bedrijfsniveau) met betrekking tot de gevoeligheid van nematoden en adviezen over hoe een
verdere resistentieontwikkeling tegen wormmiddelen beperkt kan worden.
Bij kans op herinfectie, dient een dierenarts te worden geraadpleegd voor advies over de
noodzakelijkheid en de frequentie van een herhaalbehandeling.
Gebruik het diergeneesmiddel voor het beste resultaat als onderdeel van een
bestrijdingsprogramma van zowel inwendige als uitwendige runderparasieten, gebaseerd op de
epidemiologie van deze parasieten.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij
dieren Uitsluitend voor uitwendige toediening.
Om bijwerkingen te voorkomen, veroorzaakt door de dood van horzellarven in de slokdarm of de
ruggengraat, wordt aanbevolen het diergeneesmiddel na het uitzwermen van de horzels toe te
dienen en voordat de larven hun plek in het lichaam bereiken. Raadpleeg de dierenarts voor de
geschikte behandelingsperiode.
Voor doeltreffend gebruik, moet het diergeneesmiddel niet worden aangebracht op gedeelten van de
rug die bedekt zijn met modder of mest. Het diergeneesmiddel moet uitsluitend worden aangebracht
op gezonde huid.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de
dieren toedient
Dit diergeneesmiddel kan irriterend zijn voor de huid en ogen en kan overgevoeligheid veroorzaken
(allergische reacties).
Vermijd direct contact met de huid of de ogen tijdens de behandeling en bij het hanteren van dieren
die recent behandeld zijn.
Personen met een bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de
hulpstoffen moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden.
Draag rubberen handschoenen, laarzen en een waterdichte jas tijdens het
toedienen van het diergeneesmiddel.
In geval van accidenteel huidcontact, het betrokken gebied onmiddellijk met water en zeep wassen.
In geval van accidenteel oogcontact, het oog dan onmiddellijk uitspoelen met water. Indien het
diergeneesmiddel op kleding wordt gemorst, deze zo snel mogelijk uittrekken en wassen.
In geval van accidentele ingestie kan het centrale zenuwstelsel worden aangetast. Vermijd
accidentele ingestie van het diergeneesmiddel, ook middels hand-mond contact. In geval van
accidentele ingestie dient de mond met water te worden gespoeld en dient onmiddellijk een
arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Niet roken, eten of drinken tijdens het hanteren van het diergeneesmiddel.
Na gebruik de handen wassen.
Overige voorzorgsmaatregelen
Net zoals andere macrocyclische lactonen, kan eprinomectine een negatief effect hebben op niet-
doeldieren. Uitscheiding van potentieel giftige niveau’s eprinomectine kan gedurende een periode
van enkele weken volgend op de behandeling plaatsvinden. Faeces met eprinomectine die door
behandelde dieren wordt uitgescheiden in de wei, reduceert mogelijk de overvloed aan organismen
die zich met mest voeden, hetgeen de mestafbraak kan beïnvloeden.
Eprinomectine is zeer giftig voor waterorganismen, is persistent in de grond en kan zich
ophopen in sediment. Behandelde dieren scheiden faeces met eprinomectine uit, welke tijdelijk
de aanwezigheid van mest-etende organismen kan verminderen. Na behandeling met het
diergeneesmiddel kunnen runderen een hoeveelheid eprinomectine uitscheiden die toxisch is
voor mestvliegen gedurende een periode van vier weken en in deze periode kan de
aanwezigheid van mestvliegen verminderd zijn.
Bij herhaaldelijke behandeling met eprinomectine (en diergeneesmiddelen van dezelfde
anthelmintische groep) wordt aanbevolen om dieren niet iedere keer op dezelfde weide te
behandelen zodat mestfauna populaties de mogelijkheid hebben om te herstellen.
Eprinomectine is inherent toxisch voor waterorganismen. Het diergeneesmiddel mag alleen
worden gebruikt volgens de instructies op het etiket. Op basis van de excretie van eprinomectine
bij pour-on gebruik, mogen behandelde runderen gedurende zeven dagen na de behandeling geen
toegang hebben tot oppervlaktewater.
Dracht en lactatie:
Uit laboratoriumonderzoek bij ratten en konijnen zijn geen gegevens naar voren gekomen die
wijzen op teratogene of foetotoxische effecten veroorzaakt door het gebruik van eprinomectine bij
therapeutische doseringen. De veiligheid van het diergeneesmiddel is bewezen tijdens dracht en
lactatie en bij fokstieren. Het diergeneesmiddel kan tijdens dracht en lactatie worden gebruikt en
ook bij fokstieren.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Aangezien eprinomectine sterk bindt aan plasma-eiwitten, dient hiermee rekening te worden
gehouden indien dit diergeneesmiddel wordt gebruikt in combinatie met andere moleculen met
dezelfde eigenschappen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Bij toedienen van 5 maal de aanbevolen dosering zijn geen symptomen van
toxiciteit waargenomen. Er is geen specifiek antidoot bekend.
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel niet
met andere diergeneesmiddelen worden gemengd.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL
AFVALMATERIAAL
Extreem gevaarlijk voor vissen en andere waterorganismen. Het diergeneesmiddel dient niet
in het oppervlaktewater terecht te komen, aangezien dit gevaarlijk kan zijn voor vissen en
andere waterorganismen.
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
April 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootten :
-
1 liter flessen met een doseerapparaat,
-
pour-on containers van 2,5 en 5 liter,
-
flexibele zakken van 2,5 liter, 4,5 liter en 8 liter.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Lot : {nummer}
EXP : {maand/jaar}
BE-V461146 (HDPE Flacon/pour-on
container)
BE-V461155 (PET/Alu/PA/PE zak)
KANALISATIE
Op diergeneeskundig voorschrift
NEOPRINIL POUR-ON 5 MG/ML
BIJSLUITER
Neoprinil pour-on 5 mg/ml pour-on oplossing voor runderen
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
VIRBAC
1ère avenue 2065m LID
06516 Carros
FRANKRIJK
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Neoprinil pour-on 5 mg/ml pour-on oplossing voor runderen
Eprinomectine
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per ml:
Werkzaam bestanddeel:
Eprinomectine
5,00 mg
Hulpstoffen:
Butylhydroxytolueen (E321)
0,10 mg
Alpha(L,D)-tocopherol (E307) 0,06 mg
Licht geelachtige, heldere olie-oplossing.
4.
INDICATIE(S)
Bij rund (vlees- en melkvee):
Bestrijding van infecties door de volgende eprinomectine-gevoelige parasieten:
NEOPRINIL POUR-ON 5 MG/ML
Het diergeneesmiddel heeft een verlengde werking tegen:
- Nematodirus helvetianus gedurende 14 dagen,
- Trichostrongylus axei
en Haemonchus placei gedurende 21 dagen,
- Dictyocaulus viviparus, Cooperia oncophora, Cooperia punctata, Cooperia sumabada,
Oesophagostomum radiatum
en Ostertagia ostertagi gedurende 28 dagen.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij diersoorten die niet vermeld staan onder rubriek 'Doeldiersoorten'.Niet oraal of per
injectie toedienen.
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.
Avermectines zijn mogelijk schadelijk voor andere diersoorten (zoals honden, katten en paarden). Er
zijn gevallen gerapporteerd waarbij avermectine fataal was voor honden, met name Collies, Old
English Sheepdogs en verwante rassen en kruisingen, alsook bij land- en zeeschildpadden.
6.
BIJWERKINGEN
Tijdelijke likreacties, trillingen van de huid op de toedieningsplaats, milde lokale reacties zoals het
verschijnen van roos en huidschilfers op de toedieningsplaats, worden zeer zelden waargenomen.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in
kennis te stellen.
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten_Eurostation II_Victor Hortaplein
40, bus 40_1060 Brussel_België_
e-mail:adv

ersedrugreactions_vet@fagg-afmps.be
7.
DOELDIERSOORT
Rund.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN)
EN WIJZE VAN GEBRUIK

NEOPRINIL POUR-ON 5 MG/ML
of overdosering te vermijden.
Notice ­ Version NL
NEOPRINIL POUR-ON 5 MG/ML
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Knijp-doseer-gietsysteem (fles van 1 liter)
1 en 2. Haal de beschermzegel van aluminium van de fles af.
3 en 4. Schroef de doseerdop op de fles.
Stel de dosis in door de bovenzijde van de dop te draaien ende pijl op de gekartelde ring bij het juiste
lichaamsgewicht te brengen.
Houd de hoogste stand aan als het lichaamsgewicht zich tussen twee waarden bevindt.
5. Houd de fles rechtop en knijp erin om een geringe overmaat van de benodigde dosis, zoals
aangegeven door de ijkstrepen, te krijgen.
6 en 7. Na opheffing van de druk wordt de dosis automatisch op het juiste niveau ingesteld.
Haal na gebruik de doseerdop van de fles af en schroef de dop op de fles.
Notice ­ Version NL
NEOPRINIL POUR-ON 5 MG/ML
Notice ­ Version NL
NEOPRINIL POUR-ON 5 MG/ML
Vlees en slachtafval: 15 dagen
Melk: nul uur
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Dit diergeneesmiddel vereist geen bijzondere bewaarvoorschriften.
Fles en pour-on container: Na openen, gebruiken binnen 1 jaar.
Zakken: Na openen, gebruiken binnen 2 jaar.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na 'EXP'.
De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
De volgende situaties dienen vermeden te worden, omdat zij de ontwikkeling van resistentie
bevorderen en uiteindelijk kunnen leiden tot ondoeltreffendheid van de behandeling:
-
te frequent en herhaald gebruik van anthelmintica van eenzelfde groep gedurende een langere
periode,
- onderdosering, door onderschatting van het lichaamsgewicht, onjuiste toediening van
het diergeneesmiddel of een niet of onjuist gekalibreerd doseerapparaat (indien van
toepassing).
Vermoedelijke klinische gevallen van resistentie tegen anthelmintica moeten nader onderzocht
worden door middel van geschikte testen (bijv. Faecal Egg Count Reduction Test). Wanneer het
resultaat van de testen duidelijk wijst op resistentie tegen een bepaald anthelminticum, moet
een anthelminticum van een andere groep met een andere werkingsmechanisme worden
toegediend.
Tot nu toe is geen resistentie tegen eprinomectine (een macrocyclisch lacton) gerapporteerd bij
runderen binnen de EU. Echter, resistentie tegen andere macrocyclische lactonen is wel
gerapporteerd bij parasietensoorten bij runderen binnen de EU. Derhalve dient het gebruik van dit
diergeneesmiddel gebaseerd te worden op nationale epidemiologische gegevens (regionaal en op
bedrijfsniveau) met betrekking tot de gevoeligheid van nematoden en adviezen over hoe een
verdere resistentieontwikkeling tegen wormmiddelen beperkt kan worden.
Bij kans op herinfectie, dient een dierenarts te worden geraadpleegd voor advies over de
noodzakelijkheid en de frequentie van een herhaalbehandeling.
Gebruik het diergeneesmiddel voor het beste resultaat als onderdeel van een
bestrijdingsprogramma van zowel inwendige als uitwendige runderparasieten, gebaseerd op de
epidemiologie van deze parasieten.
Niet roken, eten of drinken tijdens het hanteren van het diergeneesmiddel.
Na gebruik de handen wassen.
Overige voorzorgsmaatregelen
Net zoals andere macrocyclische lactonen, kan eprinomectine een negatief effect hebben op niet-
doeldieren. Uitscheiding van potentieel giftige niveau's eprinomectine kan gedurende een periode
van enkele weken volgend op de behandeling plaatsvinden. Faeces met eprinomectine die door
behandelde dieren wordt uitgescheiden in de wei, reduceert mogelijk de overvloed aan organismen
die zich met mest voeden, hetgeen de mestafbraak kan beïnvloeden.
Eprinomectine is zeer giftig voor waterorganismen, is persistent in de grond en kan zich
ophopen in sediment. Behandelde dieren scheiden faeces met eprinomectine uit, welke tijdelijk
de aanwezigheid van mest-etende organismen kan verminderen. Na behandeling met het
diergeneesmiddel kunnen runderen een hoeveelheid eprinomectine uitscheiden die toxisch is
voor mestvliegen gedurende een periode van vier weken en in deze periode kan de
aanwezigheid van mestvliegen verminderd zijn.
Bij herhaaldelijke behandeling met eprinomectine (en diergeneesmiddelen van dezelfde
anthelmintische groep) wordt aanbevolen om dieren niet iedere keer op dezelfde weide te
behandelen zodat mestfauna populaties de mogelijkheid hebben om te herstellen.
Eprinomectine is inherent toxisch voor waterorganismen. Het diergeneesmiddel mag alleen
worden gebruikt volgens de instructies op het etiket. Op basis van de excretie van eprinomectine
bij pour-on gebruik, mogen behandelde runderen gedurende zeven dagen na de behandeling geen
toegang hebben tot oppervlaktewater.
Dracht en lactatie:
Uit laboratoriumonderzoek bij ratten en konijnen zijn geen gegevens naar voren gekomen die
wijzen op teratogene of foetotoxische effecten veroorzaakt door het gebruik van eprinomectine bij
therapeutische doseringen. De veiligheid van het diergeneesmiddel is bewezen tijdens dracht en
lactatie en bij fokstieren. Het diergeneesmiddel kan tijdens dracht en lactatie worden gebruikt en
ook bij fokstieren.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Aangezien eprinomectine sterk bindt aan plasma-eiwitten, dient hiermee rekening te worden
gehouden indien dit diergeneesmiddel wordt gebruikt in combinatie met andere moleculen met
dezelfde eigenschappen.
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel niet
met andere diergeneesmiddelen worden gemengd.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL
AFVALMATERIAAL

Extreem gevaarlijk voor vissen en andere waterorganismen. Het diergeneesmiddel dient niet
in het oppervlaktewater terecht te komen, aangezien dit gevaarlijk kan zijn voor vissen en
andere waterorganismen.
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
April 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootten :
-
1 liter flessen met een doseerapparaat,
- pour-on containers van 2,5 en 5 liter,
- flexibele zakken van 2,5 liter, 4,5 liter en 8 liter.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Lot : {nummer}
EXP : {maand/jaar}
BE-V461146 (HDPE Flacon/
pour-on container)
BE-V461155 (PET/Alu/PA/PE zak)

Heb je dit medicijn gebruikt? Neoprinil Pour-On 5 mg/ml te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Neoprinil Pour-On 5 mg/ml te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Neoprinil Pour-On 5 mg/ml

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG