Navelbine 10 mg/ml

Bijsluiter
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Navelbine 10 mg/1 ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
Navelbine 40 mg/4 ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
Navelbine 50 mg/5 ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
Vinorelbine (onder de vorm van tartraat)
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel toegediend krijgt want er staat
belangrijke informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Navelbine en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe wordt dit middel toegediend?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
WAT IS NAVELBINE EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT?
Navelbine maakt deel uit van een groep geneesmiddelen, vinca-alkaloïden genaamd, gebruikt voor de
behandeling van bepaalde kankers.
Navelbine is aangewezen bij de behandeling van bepaalde vormen van borstkanker, van longkanker
en bij patiënten met pijn ten gevolge van bepaalde vormen van prostaatkanker.
2.
WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U EXTRA
VOORZICHTIG ZIJN?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
Als u allergisch bent voor een van de stoffen in dit geneesmiddel (deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6), of voor een geneesmiddel uit de groep geneesmiddelen tegen kanker die vinca-
alkaloïden wordt genoemd,
-
Als u borstvoeding geeft,
-
Als u een laag gehalte witte bloedcellen en/of bloedplaatjes heeft of als u een ernstige infectie
vertoont, momenteel of recent (minder dan 2 weken geleden),
-
Als u overweegt om u te laten vaccineren tegen gele koorts of zojuist werd gevaccineerd.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel toegediend krijgt als:
-
U een voorgeschiedenis heeft van een hartaanval of ernstige borstpijn.
-
U radiotherapie toegediend kreeg waarbij het bestralingsgebied de lever bevat.
-
U tekens of symptomen van een infectie vertoont (bijvoorbeeld koorts, rillingen, hoest).
-
U voorziet om u te laten vaccineren. Levende verzwakte vaccins (bijv. het vaccin tegen mazelen,
het vaccin tegen bof en het vaccin tegen rubella,…) zijn afgeraden in geval van een behandeling
met Navelbine aangezien ze het risico op een dodelijke vacinatieziekte kunnen verhogen.
-
Uw leverfunctie niet normaal is.
-
U zwanger bent.
1/6
Bijsluiter
Voor en tijdens de behandeling met Navelbine zullen bloedmonsters genomen worden om na te gaan
of u de behandeling kan krijgen. Als de resultaten van deze analyses niet voldoen, moet de
behandeling uitgesteld worden en nieuwe testen zullen uitgevoerd worden totdat de resultaten weer
normaal worden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Navelbine is niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen jonger dan 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Navelbine nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan
uw arts of apotheker.
Bijzondere aandacht dient geschonken te worden door uw arts als u één van de volgende
geneesmiddelen heeft ingenomen:
-
geneesmiddelen gebruikt om het bloed te verdunnen (anticoagulantia)
-
een geneesmiddel tegen epilepsie, fenytoïne genoemd
-
een geneesmiddel tegen schimmelinfecties, itraconazol genoemd
-
geneesmiddelen tegen kanker zoals mitomycine C en lapatinib
-
geneesmiddelen die het immuunsysteem verstoren, zoals ciclosporine en tacrolimus
De combinatie van Navelbine met andere geneesmiddelen bekend voor hun beenmergtoxiciteit (die
uw witte bloedcellen, rode bloedcellen en plaatjes aantasten) kan ook sommige bijwerkingen
verergeren.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met uw arts
voordat u dit geneesmiddel gebruikt want er zijn potentiële risico’s voor het kind.
U mag geen borstvoeding geven als u Navelbine toegediend krijgt.
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd dienen een doeltreffend voorbehoedsmiddel te gebruiken tijdens de
behandeling en tot 3 maanden na het einde van de behandeling.
Mannen die behandeld worden met Navelbine worden aangeraden om geen kinderen te verwekken
tijdens de behandeling en tot 3 maanden na het einde van de behandeling, en om advies in te winnen
betreffende de bewaring van sperma voor de behandeling, gezien Navelbine de mannelijke
vruchtbaarheid kan wijzigen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er werd geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen.
Maar zoals steeds mag u geen voertuig besturen als u zich niet goed voelt of als uw arts u heeft
aangeraden om dit niet te doen.
3.
HOE WORDT DIT MIDDEL TOEGEDIEND?
Tijdens en voor de behandeling met Navelbine zal uw arts uw bloedbeeld controleren. De dosis die u
wordt toegediend zal afhangen van de resultaten van uw bloedbeeld, uw lichaamsoppervlak en uw
algemene toestand. Uw arts zal u zeggen welke dosis u zal krijgen, hoe vaak en hoe lang u behandeld
dient te worden.
Wijze van gebruik en toedieningsweg
Navelbine moet verdund worden voor toediening. Navelbine mag uitsluitend toegediend worden via
intraveneuze weg. De behandeling moet toegediend worden via infusie over een periode van 6 tot 10
minuten. Na toediening moet de ader overvloedig gespoeld worden met een steriele oplossing.
CZ/H/xxxx/WS/15 ID 285544
2/6
Bijsluiter
Heeft u te veel van Navelbine toegediend gekregen?
Uw dosis Navelbine wordt zorgvuldig opgevolgd en gecontroleerd door uw arts en uw apotheker. Als
u meer Navelbine heeft gekregen dan de voorgeschreven dosis, neem dan onmiddellijk contact op met
uw arts, uw apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245). Er kunnen ernstige symptomen in
verband met uw bloedcomponenten optreden en u kan tekens van een infectie ontwikkelen (zoals
koorts, rillingen, hoest). U kan ook ernstige constipatie ontwikkelen. Raadpleeg in dit geval
onmiddellijk uw arts.
Als u stopt met het gebruik van Navelbine
Uw arts zal beslissen wanneer u uw behandeling mag stoppen. Als u echter uw behandeling vroeger
wenst te stoppen dan voorzien, moet u andere opties met uw arts bespreken.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Contacteer onmiddellijk uw arts, als u tijdens de behandeling met Navelbine één van de
volgende symptomen ontwikkelt:
-
tekenen van een infectie, zoals hoest, koorts en rillingen,
-
ernstige constipatie gepaard gaande met buikpijn als u gedurende meerdere dagen geen stoelgang
heeft gehad,
-
hevige duizeligheid, ijl gevoel in het hoofd tijdens het rechtkomen, dit kunnen tekenen zijn van
een ernstig verlaagde bloeddruk
-
ongebruikelijke, ernstige borstpijn, deze symptomen kunnen te wijten zijn aan een stoornis van de
hartfunctie door een onvoldoende bloedtoevoer, een zogenaamde ischemische hartaandoening,
zoals bijvoorbeeeld angina pectoris of een hartinfarct (soms dodelijk),
-
ademhalingsmoeilijkheden, die de symptomen kunnen zijn van een aandoening die het acute
respiratory distress syndroom wordt genoemd, en die ernstig en levensbedreigend kan zijn
-
duizeligheid, verlaagde bloeddruk, huiduitslag op alle lichaamsdelen of zwelling van de oogleden,
gezicht, lippen of keel, die tekenen kunnen zijn van een allergische reactie.
Zeer vaak voorkomende bijwerkigen
(kunnen voorkomen bij meer dan 1 op de 10 personen)
-
Misselijkheid; Braken; Verstopping;
-
Een daling van het aantal rode bloedcellen die bleekheid, zwakte of kortademigheid kan
veroorzaken;
-
Een daling van de witte bloedcellen die u gevoeliger maakt voor infecties;
-
Zwakte van de onderste ledematen;
-
Verlies van sommige reflexen, met soms een wijziging van de tastzin;
-
Haarverlies , gewoonlijk licht tijdens een langdurige behandeling;
-
Ontsteking en zweren in de mond of de keel;
-
Reacties op de plaats waar Navelbine werd toegediend, zoals roodheid, brandend gevoel,
verkleuring van de ader, ontsteking van de aders;
-
Leveraandoeningen (abnormale levertest).
Vaak voorkomende bijwerkigen
(kunnen voorkomen bij tot 1 op de 10 personen)
-
Een daling van het aantal bloedplaatjes die het risico op bloedingen of blauwe plekken kan
vergroten;
-
Gewrichtspijn;
-
Kaakpijn;
-
Spierpijn;
-
Vermoeiheid (asthenie);
CZ/H/xxxx/WS/15 ID 285544
3/6
Bijsluiter
-
-
-
-
Koorts;
Pijn op verschillende plaatsen van uw lichaam zoals pijn op de borst of pijn op de plaats van de
tumor;
Diarree;
Infecties op verschillende plaatsen.
Soms voorkomende bijwerkigen
(kunnen voorkomen bij tot 1 op de 100 personen)
-
Ernstige moeilijkheden bij lichaamsbewegingen en met de tastzin;
-
Duizeligheid;
-
Een plotseling gevoel van warmte en roodheid van het gezicht en de nek;
-
Koudegevoel in handen en voeten;
-
Ademhalingsmoeilijkheden of piepende ademhaling (dyspnoe en bronchospasme);
-
Bloedinfectie (sepsis) met symptomen zoals hoge koorts en verslechtering van de algemene
gezondheid;
-
Hoge bloeddruk.
Zelden voorkomende bijwerkigen
(kunnen voorkomen bij tot 1 op de 1.000 personen)
-
Hartaanval (ischemisch hartaandoening, angina pectoris, myocard infarct, soms fataal);
-
Longtoxiciteit (ontsteking en fibrose, soms fataal);
-
Ernstige buikpijn en rugpijn (pancreatitis);
-
Lage natriumspiegel in het bloed (wat symptomen als vermoeidheid, verwardheid,
spiertrekkingen en bewusteloosheid kan veroorzaken);
-
Zweren op de injectieplaats waar Navelbine werd toegediend (lokale necrose);
-
Huiduitslag op uw lichaam zoals uitslag en opstoten (veralgemeende huidreacties).
Zeer zelden voorkomende bijwerkigen
(kunnen voorkomen bij tot 1 op de 10.000 personen)
-
Onregelmatige hartslag (tachycardie), hartkloppingen, hartritmestoornissen.
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
-
Buikpijn, maagdarmbloedingen;
-
Hartfalen dat kortademigheid en zwelling van de enkels kan veroorzaken;
-
Roodheid van de voeten en handen (erytheem);
-
Laag natriumgehalte als gevolg van overproductie van een hormoon waardoor vocht wordt
vastgehouden, met zwakte, vermoeidheid of verwardheid als gevolg (Inadequate secretie van
antidiuretisch hormoon (SIADH));
-
Gebrek aan spiercontrole kan worden geassocieerd met abnormaal looppatroon,
spraakveranderingen en afwijkingen in oogbewegingen (ataxie);
-
Hoofdpijn;
-
Rillingen met koorts;
-
Hoest;
-
Verlies van eetlust;
-
Gewichtsverlies.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het:
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Postbus 97
Galileelaan 5/03
1000 BRUSSEL
1210 BRUSSEL
Madou
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
CZ/H/xxxx/WS/15 ID 285544
4/6
Bijsluiter
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5.
HOE BEWAART U DIT MIDDEL?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
injectieflacon en de doos na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand
is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Navelbine zal verdund en opgeslagen worden door het ziekenhuispersoneel.
6.
INHOUD VAN DE VERPAKKING EN OVERIGE INFORMATIE
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is vinorelbine (onder de vorm van tartraat). Elke ml oplossing
bevat 10 mg vinorelbine
-
De andere stof in dit middel is water voor injecties
Hoe ziet Navelbine eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Navelbine is een concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie in heldere glazen
injectieflacons (van 1, 4 of 5 ml). Het concentraat is een heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing.
Navelbine is beschikbaar in:
Dozen met 1 of 10 injectieflacons van 1 ml,
Dozen met 1 of 10 injectieflacons van 4 ml,
Dozen met 1 of 10 injectieflacons van 5 ml.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
PIERRE FABRE MEDICAMENT
Les Cauquillous
81500 Lavaur
Frankrijk
Fabrikant
FAREVA PAU
FAREVA PAU 1
Avenue du Béarn
64320 IDRON
Frankrijk
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
NAVELBINE 10 mg/1 ml : BE177606
NAVELBINE 40 mg/4 ml : BE177597
NAVELBINE 50 mg/5 ml : BE177581
CZ/H/xxxx/WS/15 ID 285544
5/6
Bijsluiter
Afleveringswijze:
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 02/2022.
_______________________________________________________________________________
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg:
De bereiding en de toediening van Navelbine moeten worden uitgevoerd door ervaren personen.
Aangepaste bescherming van de ogen, wegwerphandschoenen, beschermende maskers en een
wegwerpschort moeten worden gedragen. Eventuele spatten of lekken moeten worden afgeveegd.
Elk contact met de ogen moet worden vermeden. Was onmiddellijk het oog met een natriumchloride
oplossing 9 mg/ml (0,9%) voor injectie in geval van contact. Bovendien moet elk blootgesteld
oppervlak zorgvuldig gereinigd worden en de gezichten en de handen moeten gewassen worden.
Na verdunning van Navelbine in een 9 mg/ml (0,9%) natriumchloride-oplossing voor injectie of in
een 5% glucose-oplossing voor injectie, werd de fysico-chemische ‘in-use’-stabiliteit aangetoond
voor 1 dag bij 20°C +/- 5°C blootgesteld aan licht, 40 dagen bij 20°C +/- 5°C beschermd tegen licht
of 40 dagen in de koelkast (2°C - 8°C) beschermd tegen licht, in een injectieflacon van neutraal glas,
of een zak van polyvinylchloride of polyethyleen of vinylacetaat.
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het product onmiddellijk gebruikt worden. Als het niet
onmiddellijk gebruikt wordt, zullen de bewaartijd en -voorwaarden vóór gebruik onder de
verantwoordelijkheid vallen van de persoon die het product toedient. Deze mogen niet langer dan 24
uur tussen 2°C en 8°C zijn, tenzij de bereiding werd uitgevoerd onder gecontroleerde en gevalideerde
steriele voorwaarden.
Er is geen inhoud/verpakking-onverenigbaarheid tussen Navelbine en de injectieflacon in neutraal
glas, de zak in PVC, de zak in vinylacetaat, de zak in polyethyleen en de infusieset met PVC
leidingen.
Het wordt aangeraden om het Navelbine infuus toe te dienen over een periode van 6 à 10 minuten na
verdunning in 20-50 ml natriumchlorideoplossing 9 mg/ml (0,9%) voor injectie of een 5% glucose-
oplossing voor injectie. Na toediening moet de ader grondig gespoeld worden met minstens 250 ml
isotone oplossing.
Navelbine mag uitsluitend intraveneus toegediend worden: het is extreem belangrijk om zich er van te
verzekeren dat de naald juist in de ader is aangebracht alvorens de injectie Navelbine te starten.
Wanneer Navelbine zich tijdens de intraveneuze toediening in het weefsel rondom infiltreert, kan een
aanzienlijke lokale irritatie optreden. In dat geval moet de injectie onderbroken worden, de ader moet
gespoeld worden met een zoutoplossing en de rest van de dosis moet in een andere ader toegediend
worden.
In geval van extravasatie, om het risico op flebitis te verminderen, kunnen glucocorticoïden
onmiddellijk via intraveneuze weg toegediend worden.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
CZ/H/xxxx/WS/15 ID 285544
6/6

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Navelbine 10 mg/1 ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
Navelbine 40 mg/4 ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
Navelbine 50 mg/5 ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie

Vinorelbine (onder de vorm van tartraat)
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel toegediend krijgt want er staat
belangrijke informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Navelbine en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe wordt dit middel toegediend?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
WAT IS NAVELBINE EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT?
Navelbine maakt deel uit van een groep geneesmiddelen, vinca-alkaloïden genaamd, gebruikt voor de
behandeling van bepaalde kankers.
Navelbine is aangewezen bij de behandeling van bepaalde vormen van borstkanker, van longkanker
en bij patiënten met pijn ten gevolge van bepaalde vormen van prostaatkanker.
2.
WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U EXTRA
VOORZICHTIG ZIJN?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
Als u allergisch bent voor een van de stoffen in dit geneesmiddel (deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6), of voor een geneesmiddel uit de groep geneesmiddelen tegen kanker die vinca-
alkaloïden wordt genoemd,
- Als u borstvoeding geeft,
- Als u een laag gehalte witte bloedcellen en/of bloedplaatjes heeft of als u een ernstige infectie
vertoont, momenteel of recent (minder dan 2 weken geleden),
- Als u overweegt om u te laten vaccineren tegen gele koorts of zojuist werd gevaccineerd.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel toegediend krijgt als:
-
U een voorgeschiedenis heeft van een hartaanval of ernstige borstpijn.
- U radiotherapie toegediend kreeg waarbij het bestralingsgebied de lever bevat.
- U tekens of symptomen van een infectie vertoont (bijvoorbeeld koorts, rillingen, hoest).
- U voorziet om u te laten vaccineren. Levende verzwakte vaccins (bijv. het vaccin tegen mazelen,
het vaccin tegen bof en het vaccin tegen rubella,...) zijn afgeraden in geval van een behandeling
met Navelbine aangezien ze het risico op een dodelijke vacinatieziekte kunnen verhogen.
- Uw leverfunctie niet normaal is.
- U zwanger bent.
Voor en tijdens de behandeling met Navelbine zullen bloedmonsters genomen worden om na te gaan
of u de behandeling kan krijgen. Als de resultaten van deze analyses niet voldoen, moet de
behandeling uitgesteld worden en nieuwe testen zullen uitgevoerd worden totdat de resultaten weer
normaal worden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Navelbine is niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen jonger dan 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Navelbine nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan
uw arts of apotheker.
Bijzondere aandacht dient geschonken te worden door uw arts als u één van de volgende
geneesmiddelen heeft ingenomen:
-
geneesmiddelen gebruikt om het bloed te verdunnen (anticoagulantia)
- een geneesmiddel tegen epilepsie, fenytoïne genoemd
- een geneesmiddel tegen schimmelinfecties, itraconazol genoemd
- geneesmiddelen tegen kanker zoals mitomycine C en lapatinib
- geneesmiddelen die het immuunsysteem verstoren, zoals ciclosporine en tacrolimus
De combinatie van Navelbine met andere geneesmiddelen bekend voor hun beenmergtoxiciteit (die
uw witte bloedcellen, rode bloedcellen en plaatjes aantasten) kan ook sommige bijwerkingen
verergeren.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met uw arts
voordat u dit geneesmiddel gebruikt want er zijn potentiële risico's voor het kind.
U mag geen borstvoeding geven als u Navelbine toegediend krijgt.
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd dienen een doeltreffend voorbehoedsmiddel te gebruiken tijdens de
behandeling en tot 3 maanden na het einde van de behandeling.
Mannen die behandeld worden met Navelbine worden aangeraden om geen kinderen te verwekken
tijdens de behandeling en tot 3 maanden na het einde van de behandeling, en om advies in te winnen
betreffende de bewaring van sperma voor de behandeling, gezien Navelbine de mannelijke
vruchtbaarheid kan wijzigen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er werd geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen.
Maar zoals steeds mag u geen voertuig besturen als u zich niet goed voelt of als uw arts u heeft
aangeraden om dit niet te doen.
3.
HOE WORDT DIT MIDDEL TOEGEDIEND?
Tijdens en voor de behandeling met Navelbine zal uw arts uw bloedbeeld controleren. De dosis die u
wordt toegediend zal afhangen van de resultaten van uw bloedbeeld, uw lichaamsoppervlak en uw
algemene toestand. Uw arts zal u zeggen welke dosis u zal krijgen, hoe vaak en hoe lang u behandeld
dient te worden.
Wijze van gebruik en toedieningsweg
Navelbine moet verdund worden voor toediening. Navelbine mag uitsluitend toegediend worden via
intraveneuze weg. De behandeling moet toegediend worden via infusie over een periode van 6 tot 10
minuten. Na toediening moet de ader overvloedig gespoeld worden met een steriele oplossing.
CZ/H/xxxx/WS/15 ID 285544
Heeft u te veel van Navelbine toegediend gekregen?
Uw dosis Navelbine wordt zorgvuldig opgevolgd en gecontroleerd door uw arts en uw apotheker. Als
u meer Navelbine heeft gekregen dan de voorgeschreven dosis, neem dan onmiddellijk contact op met
uw arts, uw apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245). Er kunnen ernstige symptomen in
verband met uw bloedcomponenten optreden en u kan tekens van een infectie ontwikkelen (zoals
koorts, rillingen, hoest). U kan ook ernstige constipatie ontwikkelen. Raadpleeg in dit geval
onmiddellijk uw arts.
Als u stopt met het gebruik van Navelbine
Uw arts zal beslissen wanneer u uw behandeling mag stoppen. Als u echter uw behandeling vroeger
wenst te stoppen dan voorzien, moet u andere opties met uw arts bespreken.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Contacteer onmiddellijk uw arts, als u tijdens de behandeling met Navelbine één van de
volgende symptomen ontwikkelt:
-
tekenen van een infectie, zoals hoest, koorts en rillingen,
- ernstige constipatie gepaard gaande met buikpijn als u gedurende meerdere dagen geen stoelgang
heeft gehad,
- hevige duizeligheid, ijl gevoel in het hoofd tijdens het rechtkomen, dit kunnen tekenen zijn van
een ernstig verlaagde bloeddruk
- ongebruikelijke, ernstige borstpijn, deze symptomen kunnen te wijten zijn aan een stoornis van de
hartfunctie door een onvoldoende bloedtoevoer, een zogenaamde ischemische hartaandoening,
zoals bijvoorbeeeld angina pectoris of een hartinfarct (soms dodelijk),
- ademhalingsmoeilijkheden, die de symptomen kunnen zijn van een aandoening die het acute
respiratory distress syndroom wordt genoemd, en die ernstig en levensbedreigend kan zijn
- duizeligheid, verlaagde bloeddruk, huiduitslag op alle lichaamsdelen of zwelling van de oogleden,
gezicht, lippen of keel, die tekenen kunnen zijn van een allergische reactie.
Zeer vaak voorkomende bijwerkigen (kunnen voorkomen bij meer dan 1 op de 10 personen)
-
Misselijkheid; Braken; Verstopping;
-
Een daling van het aantal rode bloedcellen die bleekheid, zwakte of kortademigheid kan
veroorzaken;
-
Een daling van de witte bloedcellen die u gevoeliger maakt voor infecties;
-
Zwakte van de onderste ledematen;
-
Verlies van sommige reflexen, met soms een
wijziging van de tastzin;
-
Haarverlies , gewoonlijk licht tijdens een langdurige behandeling;
-
Ontsteking en zweren in de mond of de keel;
-
Reacties op de plaats waar Navelbine werd toegediend, zoals roodheid, brandend gevoel,
verkleuring van de ader, ontsteking van de aders;
-
Leveraandoeningen (abnormale levertest).
Vaak voorkomende bijwerkigen (kunnen voorkomen bij tot 1 op de 10 personen)
-
Een daling van het aantal bloedplaatjes die het risico op bloedingen of blauwe plekken kan
vergroten;
- Gewrichtspijn;
- Kaakpijn;
- Spierpijn;
- Vermoeiheid (asthenie);
CZ/H/xxxx/WS/15 ID 285544
- Koorts;
- Pijn op verschillende plaatsen van uw lichaam zoals pijn op de borst of pijn op de plaats van de
tumor;
- Diarree;
- Infecties op verschillende plaatsen.
Soms voorkomende bijwerkigen (kunnen voorkomen bij tot 1 op de 100 personen)
-
Ernstige moeilijkheden bij lichaamsbewegingen en met de tastzin;
- Duizeligheid;
- Een plotseling gevoel van warmte en roodheid van het gezicht en de nek;
- Koudegevoel in handen en voeten;
- Ademhalingsmoeilijkheden of piepende ademhaling (dyspnoe en bronchospasme);
- Bloedinfectie (sepsis) met symptomen zoals hoge koorts en verslechtering van de algemene
gezondheid;
- Hoge bloeddruk.
Zelden voorkomende bijwerkigen (kunnen voorkomen bij tot 1 op de 1.000 personen)
-
Hartaanval (ischemisch hartaandoening, angina pectoris, myocard infarct, soms fataal);
- Longtoxiciteit (ontsteking en fibrose, soms fataal);
- Ernstige buikpijn en rugpijn (pancreatitis);
- Lage natriumspiegel in het bloed (wat symptomen als vermoeidheid, verwardheid,
spiertrekkingen en bewusteloosheid kan veroorzaken);
- Zweren op de injectieplaats waar Navelbine werd toegediend (lokale necrose);
- Huiduitslag op uw lichaam zoals uitslag en opstoten (veralgemeende huidreacties).
Zeer zelden voorkomende bijwerkigen (kunnen voorkomen bij tot 1 op de 10.000 personen)
-
Onregelmatige hartslag (tachycardie), hartkloppingen, hartritmestoornissen.
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
-
Buikpijn, maagdarmbloedingen;
- Hartfalen dat kortademigheid en zwelling van de enkels kan veroorzaken;
- Roodheid van de voeten en handen (erytheem);
- Laag natriumgehalte als gevolg van overproductie van een hormoon waardoor vocht wordt
vastgehouden, met zwakte, vermoeidheid of verwardheid als gevolg (Inadequate secretie van
antidiuretisch hormoon (SIADH));
- Gebrek aan spiercontrole kan worden geassocieerd met abnormaal looppatroon,
spraakveranderingen en afwijkingen in oogbewegingen (ataxie);
- Hoofdpijn;
- Rillingen met koorts;
- Hoest;
- Verlies van eetlust;
- Gewichtsverlies.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het:
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Postbus 97
Galileelaan 5/03
1000 BRUSSEL
1210 BRUSSEL
Madou
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
CZ/H/xxxx/WS/15 ID 285544
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5.
HOE BEWAART U DIT MIDDEL?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
injectieflacon en de doos na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand
is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Navelbine zal verdund en opgeslagen worden door het ziekenhuispersoneel.
6.
INHOUD VAN DE VERPAKKING EN OVERIGE INFORMATIE
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is vinorelbine (onder de vorm van tartraat). Elke ml oplossing
bevat 10 mg vinorelbine
- De andere stof in dit middel is water voor injecties
Hoe ziet Navelbine eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Navelbine is een concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie in heldere glazen
injectieflacons (van 1, 4 of 5 ml). Het concentraat is een heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing.
Navelbine is beschikbaar in:
Dozen met 1 of 10 injectieflacons van 1 ml,
Dozen met 1 of 10 injectieflacons van 4 ml,
Dozen met 1 of 10 injectieflacons van 5 ml.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
PIERRE FABRE MEDICAMENT
Les Cauquillous
81500 Lavaur
Frankrijk
Fabrikant
FAREVA PAU
FAREVA PAU 1
Avenue du Béarn
64320 IDRON
Frankrijk
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
NAVELBINE 10 mg/1 ml : BE177606
NAVELBINE 40 mg/4 ml : BE177597
NAVELBINE 50 mg/5 ml : BE177581
CZ/H/xxxx/WS/15 ID 285544
Afleveringswijze: Geneesmiddel op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 02/2022.
_______________________________________________________________________________
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg:

De bereiding en de toediening van Navelbine moeten worden uitgevoerd door ervaren personen.
Aangepaste bescherming van de ogen, wegwerphandschoenen, beschermende maskers en een
wegwerpschort moeten worden gedragen. Eventuele spatten of lekken moeten worden afgeveegd.
Elk contact met de ogen moet worden vermeden. Was onmiddellijk het oog met een natriumchloride
oplossing 9 mg/ml (0,9%) voor injectie in geval van contact. Bovendien moet elk blootgesteld
oppervlak zorgvuldig gereinigd worden en de gezichten en de handen moeten gewassen worden.
Na verdunning van Navelbine in een 9 mg/ml (0,9%) natriumchloride-oplossing voor injectie of in
een 5% glucose-oplossing voor injectie, werd de fysico-chemische `in-use'-stabiliteit aangetoond
voor 1 dag bij 20°C +/- 5°C blootgesteld aan licht, 40 dagen bij 20°C +/- 5°C beschermd tegen licht
of 40 dagen in de koelkast (2°C - 8°C) beschermd tegen licht, in een injectieflacon van neutraal glas,
of een zak van polyvinylchloride of polyethyleen of vinylacetaat.
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het product onmiddellijk gebruikt worden. Als het niet
onmiddellijk gebruikt wordt, zullen de bewaartijd en -voorwaarden vóór gebruik onder de
verantwoordelijkheid vallen van de persoon die het product toedient. Deze mogen niet langer dan 24
uur tussen 2°C en 8°C zijn, tenzij de bereiding werd uitgevoerd onder gecontroleerde en gevalideerde
steriele voorwaarden.
Er is geen inhoud/verpakking-onverenigbaarheid tussen Navelbine en de injectieflacon in neutraal
glas, de zak in PVC, de zak in vinylacetaat, de zak in polyethyleen en de infusieset met PVC
leidingen.
Het wordt aangeraden om het Navelbine infuus toe te dienen over een periode van 6 à 10 minuten na
verdunning in 20-50 ml natriumchlorideoplossing 9 mg/ml (0,9%) voor injectie of een 5% glucose-
oplossing voor injectie. Na toediening moet de ader grondig gespoeld worden met minstens 250 ml
isotone oplossing.
Navelbine mag uitsluitend intraveneus toegediend worden: het is extreem belangrijk om zich er van te
verzekeren dat de naald juist in de ader is aangebracht alvorens de injectie Navelbine te starten.
Wanneer Navelbine zich tijdens de intraveneuze toediening in het weefsel rondom infiltreert, kan een
aanzienlijke lokale irritatie optreden. In dat geval moet de injectie onderbroken worden, de ader moet
gespoeld worden met een zoutoplossing en de rest van de dosis moet in een andere ader toegediend
worden.
In geval van extravasatie, om het risico op flebitis te verminderen, kunnen glucocorticoïden
onmiddellijk via intraveneuze weg toegediend worden.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
CZ/H/xxxx/WS/15 ID 285544

Heb je dit medicijn gebruikt? Navelbine 10 mg/ml te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Navelbine 10 mg/ml te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Navelbine 10 mg/ml

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG