Kaliumchloride 0,3 % + glucose 5 % fresenius kabi vial

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% Fresenius Kabi, oplossing voor infusie
Kaliumchloride, glucose (als monohydraat)
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% Fresenius Kabi en waarvoor wordt dit middel
gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% Fresenius Kabi en waarvoor wordt dit middel
gebruikt?
Dit middel is een oplossing van kaliumchloride en glucose in water. Kaliumchloride is een chemisch
bestanddeel (vaak een zout genaamd) dat zich in het bloed bevindt. Glucose is een van de
energiebronnen van het lichaam. Deze oplossing voor infusie levert 200 kilocalorieën per liter.
Dit geneesmiddel wordt gebruikt als een bron van koolhydraten (suiker) voor de preventie en
behandeling van:
-
kaliumverlies in het lichaam (bijvoorbeeld na behandeling met bepaalde
diuretica[plastabletten])
-
Laag kaliumgehalte in het bloed (hypokaliëmie) in situaties die kunnen leiden tot
kaliumchloride- en waterverlies zoals
-
Wanneer je niet kan eten of drinken door ziekte of na een operatie
-
Overmatig zweten ten gevolge van hoge koorts
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
Als de kaliumspiegels in uw bloed hoger zijn dan normaal ( hyperkaliëmie)
-
Als de chloridespiegels in uw bloed hoger zijn dan normaal (hyperchloremie)
-
Als u ernstige problemen heeft met de werking van uw nieren (u produceert weinig of geen
urine)
-
Als u een hartfalen heeft die niet goed behandeld wordt (niet-gecompenseerd hartfalen) en
symptomen veroorzaakt zoals:
-
Kortademigheid
-
Zwellen van de enkels
-
Als u een aandoening heeft waarbij de bijnieren niet goed werken (ziekte van Addison)
-
onvoldoende behandelde diabetes, waardoor uw bloedsuikergehalte kan stijgen tot boven de
normale waarden (niet-gecompenseerde diabetes)
-
toestanden waarin glucose niet verdragen wordt, zoals:
-
metabole stress (de stofwisseling van het lichaam werkt niet goed, bijvoorbeeld als
gevolg van een ernstige ziekte);
NOTBE578H
Page
1
of
9
-
-
-
hyperosmolair coma (bewusteloosheid), een vorm van coma die kan optreden als u
lijdt aan diabetes en niet voldoende geneesmiddelen toegediend krijgt;
een te hoog suikergehalte in het bloed (hyperglykemie)
een te hoog lactaatgehalte in het bloed (hyperlactatemie)
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Dit geneesmiddel heeft een hogere concentratie (hypertone oplossing) dan bloed. Uw arts zal hiermee
rekening houden bij de berekening van uw dosis.
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
-
Als u een hartziekte of hartfalen heeft
-
Als u ademhalingsinsufficiëntie (longaandoening) heeft
-
Als u een zwakke nierfunctie heeft (Bij bovenstaande aandoeningen kan bijzondere bewaking
vereist zijn.)
-
Als u een ziekte van de bijnieren heeft die de hoeveelheid steroïde hormonen in het lichaam
beïnvloedt (adrenocorticale insufficiëntie)
-
Als u ernstig gedehydrateerd bent ( waterverlies uit het lichaam bv. bij braken of diarree)
-
Als u een ernstige wonde heeft die een grote oppervlakte van de huid betreft, zoals een
brandwonde
-
Als u een verwonding opgelopen heeft aan het hoofd in de afgelopen 24 uur;
-
Als u een hoge druk binnen in de schedel heeft (intracraniale hypertensie)
-
Als u onlangs een beroerte gehad heeft;
-
Als u een maïsallergie heeft (Kaliumchloride 0,3% - Glucose 5% bevat glucose afkomstig
van maïs)
-
Als u een aandoening heeft die de oorzaak is van een verhoogd gehalte van vasopressine, een
hormoon dat het vocht in uw lichaam regelt. U zou te veel vasopressine in uw lichaam
kunnen hebben omdat u, bijvoorbeeld:
- een plotse en ernstige ziekte heeft gehad
- pijn heeft
- een operatie heeft ondergaan
- infecties, brandwonden of een hersenziekte heeft
- ziekten heeft die te maken hebben met uw hart, lever, nieren
- bepaalde geneesmiddelen inneemt.
Hierdoor kan het risico op een laag natriumgehalte in uw bloed stijgen en dit kan leiden tot hoofdpijn,
misselijkheid, toevallen, lethargie, coma, zwelling van de hersenen en overlijden. Zwelling van de
hersenen verhoogt het risico op overlijden en op hersenschade. Mensen die een risico lopen op
zwelling van de hersenen zijn:
- kinderen
- vrouwen (in het bijzonder wanneer u in de vruchtbare leeftijd bent)
-
mensen die problemen hebben met het vochtniveau in hun hersenen, bijvoorbeeld, door
hersenvliesontsteking, bloeding in de schedel of een hersenletsel.
U
zal nauwkeurig gecontroleerd worden wanneer u dit geneesmiddel krijgt toegediend. Uw arts zal
bloed- en urinestalen nemen om uw conditie te controleren. Speciale aandacht zal genomen worden
als u hart- of leverproblemen heeft
Uw arts houdt er rekening mee als u parenterale voeding krijgt (via infusie toegediende voeding in
een ader). Bij langdurige behandeling met dit middel moet u mogelijk voedingssupplementen
toegediend krijgen.
Aangezien dit middel glucose (suiker) bevat, kan de oplossing een te hoog suikergehalte in het bloed
(hyperglykemie) veroorzaken. In dat geval kan uw arts:
-
de infusiesnelheid aanpassen.
-
u insuline toedienen om het bloedsuikergehalte te verlagen.
Pagina
2
van
NOTBE578G
Dit is vooral belangrijk als u lijdt aan diabetes.
Alle patiënten dienen nauwgezet te worden gecontroleerd. In gevallen waarbij de normale regulering
van het watergehalte van het bloed verstoord is ten gevolge van verhoogde secretie van het
antidiuretisch hormoon (ADH), kan de infusie van vloeistoffen met een lage
natriumchlorideconcentratie (hypotone vloeistoffen) leiden tot een laag natriumgehalte in het bloed
(hyponatriëmie). Dit kan leiden tot hoofdpijn, misselijkheid, epileptische aanvallen, lethargie, coma,
zwelling van de hersenen (hersenoedeem) en overlijden; daarom worden deze symptomen (acute
symptomatische hyponatriëmische encefalopathie) beschouwd als een medische noodsituatie
Kinderen
Dit middel moet met extra voorzichtigheid worden gegeven aan kinderen. Pasgeborenen,
voornamelijk diegenen die te vroeg geboren zijn en diegenen met een laag geboortegewicht, lopen
een groter risico dat
een te laag of te hoog suikergehalte in het bloed
ontstaat (hypo- of
hyperglykemie) na een behandeling met intraveneuze glucoseoplossingen.
-
Lage suikerspiegels
bij pasgeborenen kunnen leiden tot langdurige epileptische aanvallen,
coma en hersenbeschadiging.
-
Hoge suikerspiegels
zijn in verband gebracht met een bloeding in de hersenen, bacteriële en
schimmelinfecties, schade aan het oog (prematuren-retinopathie), infecties in het darmstelsel
(necrotiserende enterocolitis), longproblemen (bronchopulmonale dysplasie), langer verblijf
in het ziekenhuis en overlijden.
.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen
Gebruikt u naast Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% Fresenius Kabi nog andere geneesmiddelen of
heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere
geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Het is vooral belangrijk dat u het uw arts vertelt als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
-
hartglycosiden, geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van hartfalen
(bijvoorbeeld digoxine);
-
anti-aritmische middelen, geneesmiddelen die gebruikt worden om een afwijkend hartritme te
onderdrukken (bijvoorbeeld kinidine, hydrokinidine, procaïnamide);
-
geneesmiddelen gebruikt die het kaliumgehalte in het bloed doen toenemen, zoals:
-
kaliumsparende diuretica, ook wel bekend als ‘plastabletten’ (bijvoorbeeld amiloride,
spironolacton, triamtereen);
-
ACE-remmers (geneesmiddelen die vooral gebruikt worden bij de behandeling van een
hoge bloeddruk);
-
angiotensine II-receptorantagonisten (geneesmiddelen die gebruikt worden bij de
behandeling van een hoge bloeddruk);
-
ciclosporine (een geneesmiddel dat gebruikt wordt om afstoting van een transplantaat te
voorkomen);
-
tacrolimus (een geneesmiddel dat gebruikt wordt om afstoting van een transplantaat te
voorkomen en bij de behandeling van bepaalde huidziekten);
-
geneesmiddelen die kalium bevatten (zoals kaliumsupplementen, zoutvervangende
middelen die kalium bevatten)
-
Sommige geneesmiddelen werken in op het hormoon vasopressine. Deze geneesmiddelen kunnen
bestaan uit:
-
medicatie tegen diabetes (chloorpropamide)
-
geneesmiddelen tegen cholesterol (clofibraat)
-
medicatie tegen epilepsie (carbamazepine)
-
middelen die lijken op amfetamine (o.a. MDMA)
-
sommige geneesmiddelen tegen kanker (vincristine, ifosfamide, cyclofosfamide)
-
selectieve serotonineheropnameremmers (gebruikt om depressie te behandelen)
-
antipsychotica
-
opioïden voor bestrijding ernstige pijn
Pagina
3
van
NOTBE578G
-
geneesmiddelen tegen pijn en/of ontsteking (ook bekend als NSAID’s)
geneesmiddelen die de werking van vasopressine nabootsen of versterken zoals
desmopressine (gebruikt om verhoogde dorst en plassen te behandelen), terlipressine
(gebruikt om bloeding van de slokdarm te behandelen) en oxytocine (gebruikt om bevalling
op te wekken).
Andere geneesmiddelen die het risico op hyponatriëmie verhogen omvatten ook algemene
diuretica en anti-epileptica zoals oxcarbazepine.
-
Vanwege het risico op beschadiging of samenklonteren van rode bloedcellen mag dit middel niet met
dezelfde naald worden toegediend als waarmee een bloedtransfusie uitgevoerd wordt.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Vraag uw arts wat u mag eten en drinken.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Dit geneesmiddel mag gebruikt worden tijdens de zwangerschap en tijdens het geven van
borstvoeding. Uw arts zal de hoeveelheid geneesmiddel die u krijgt nauwlettend in de gaten houden.
Ook zal uw arts geregeld bloedonderzoek bij u doen om de concentratie van de chemische stoffen in
uw bloed te controleren. Als de hoeveelheid kalium in uw bloed verandert, kan dat namelijk invloed
hebben op de werking van uw hart en op de werking van het hart van uw ongeboren kind.
Dit geneesmiddel dient met speciale voorzichtigheid te worden gegeven bij zwangere vrouwen tijdens
de bevalling, met name indien gecombineerd met oxytocine (een hormoon dat kan worden
toegediend om arbeid in te leiden en bloeding te beheersen ) vanwege het risico op hyponatriëmie.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit geneesmiddel heeft geen invloed op uw rijvaardigheid of het gebruik van machines
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Dit geneesmiddel zal u toegediend worden door een arts of verpleegkundige.
Uw arts bepaalt hoeveel geneesmiddel u nodig heeft en wanneer het geneesmiddel wordt toegediend.
Dit zal afhangen van uw leeftijd, uw gewicht, uw klinische en biologische toestand, en van uw
hydratietoestand (de hoeveelheid vocht in uw lichaam). Ook andere behandelingen die u ondergaat
kunnen invloed hebben op de hoeveelheid geneesmiddel die u krijgt.
Voor en tijdens de infusie zal uw arts de hoeveelheid vloeistof in uw lichaam, de zuurtegraad van uw
bloed en urine flow, en de hoeveelheid elektrolyten (met name natrium) in uw bloed (voornamelijk
bij patiënten met hoge plasmawaarden van het hormoon vasopressine, of die andere geneesmiddelen
innemen die het effect van vasopressine versterken) willen meten.
De infusiesnelheid wordt bepaald door uw arts.
Als het bij u nodig is om een grote hoeveelheid geneesmiddel toe te dienen of het geneesmiddel snel
toe te dienen, dan zal de arts een hartfilmpje (ECG) maken om de activiteit van uw hart in de gaten te
houden.
Wanneer u dit geneesmiddel krijgt, zal uw arts bloedonderzoek doen om de concentratie van
volgende componenten te controleren:
-
Kalium
NOTBE578G
Pagina
4
van
Andere elektrolyten (zoals natrium en chloride) alsook andere chemische bestanddelen die
zich doorgaans in uw bloed bevinden (zoals creatinine, een afbraakproduct van spieren), te
controleren en te volgen.
Als u een verminderde nierfunctie heeft kan het zijn dat u een lagere dosering krijgt.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als er bij u te veel van dit geneesmiddel wordt toegediend, zou u de volgende symptomen kunnen
krijgen:
-
tintelingen en een branderig gevoel in de armen en benen (paresthesie);
-
spierzwakte;
-
niet meer kunnen bewegen (verlamming);
-
onregelmatige hartslag (aritmie);
-
hartblok (heel trage hartslag);
-
hartstilstand (het hart stopt met werken, wat een levensgevaarlijke situatie is)
-
geestelijke verwardheid;
-
verzuring van het bloed (acidose), met vermoeidheid, verwardheid, slaapzucht (lethargie)
en een versnelde ademhaling tot gevolg.
Laat het uw arts onmiddellijk weten als u een van deze symptomen krijgt. Dan wordt de toediening
van het geneesmiddel gestopt en wordt u behandeld op basis van de symptomen die u heeft.
Als u denkt dat u mogelijk teveel van dit middel heeft gekregen, neem dan onmiddellijk contact
op met uw arts of het Antigifcentrum (070/245.245).
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De frequentie van de bijwerkingen is niet bekend.
Vertel het uw arts of verpleegkundige als u een van de volgende bijwerkingen opmerkt:
-
Abnormale toename van het bloedvolume (hypervolemie)
-
overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie (een ernstige allergische reactie) (mogelijk
symptoom bij patiënten met een allergie voor maïs);
-
Koorts
-
Rillingen
Onder meer de volgende bijwerkingen kunnen optreden als gevolg van de wijze van toediening:
-
Infectie op de injectieplaats
-
Irritatie of pijn op de injectieplaats (roodheid of zwelling)
-
Ontsteking van de ader waarin de oplossing is geïnjecteerd (flebitis). Dit kan leiden tot
roodheid, zwelling en pijn of branden van de ader waarin de oplossing werd toegediend
-
Bloedprop op de injectieplaats wat pijn, zwelling en roodheid veroorzaakt in de omgeving
van de prop
-
een te laag natriumgehalte in het bloed (hyponatriëmie). Een te laag natriumgehalte kan
leiden tot hersenletsel en overlijden ten gevolge van zwelling van de hersenen (cerebrale
oedeem) (zie ook de rubriek “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Het melden van bijwerkingen
NOTBE578G
Pagina
5
van
-
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden in Nederland via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, Website:
www.lareb.nl.
In België kan u bijwerkingen melden via het Federaal agentschap voor geneesmiddelen
en gezondheidsproducten(www.fagg-afmps.be of
patientinfo@fagg.be).
Door bijwerkingen te
melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum die te vinden is op de fles na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Enkel gebruiken indien de oplossing helder is, geen zichtbare deeltjes bevat en de verpakking
onbeschadigd is.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stoffen in dit middel zijn kaliumchloride en glucose (als monohydraat). Elke ml
oplossing bevat 3.0 mg kaliumchloride en 50.0 mg glucose.
- Elke fles van 500 ml bevat 1.5 g kaliumchloride en 25.0 g glucose
- Elke fles van 1000 ml bevat 3.0 g kaliumchloride en 50.0 g glucose
- De andere stoffen in dit middel zijn water voor injecties en natriumhydroxide en zoutzuur voor
aanpassing van de zuurgraad (pH)
Hoe ziet Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% Fresenius Kabi eruit en hoeveel zit er in een
verpakking?
Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% Fresenius Kabi is een heldere, kleurloze oplossing, vrij van
deeltjes. Het is beschikbaar in 500 ml en 1000 ml lage densiteit polyethyleen flessen afgesloten met
een polyolefine dop die een polyisopreen rubberen stopper bevat. Het wordt verdeeld in verpakkingen
van 10 flessen.
Niet alle verpakkingen worden op de markt gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
België:
Fresenius Kabi nv
Brandekensweg 9
2627 Schelle
Fabrikant:
Labesfal – Laboratórios Almiro, S.A
Zona Industrial do Lagedo
Santiago de Besteiros, 3465 – 157
Portugal
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen:
België :
Nederland :
500 ml : BE476533
RVG115547
NOTBE578G
Pagina
6
van
Nederland:
Fresenius Kabi Nederland BV
Amersfoortseweg 10E
3705 GJ Zeist
1000 ml : BE476542
Afleveringswijze:
België:
Geneesmiddel op medisch voorschrift
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
België
Bulgarije
Estland
Frankrijk
Ierland
Letland
Litouwen
Polen
Portugal
Slovenië
Spanje
Nederland
Verenigd Koninkrijk
Kaliumchloride 0,3% - Glucose 5% Fresenius Kabi
Калиев хлорид + Глюкоза Каби 3 mg/ml + 50 mg/ml и½фузио½е½
разтвор
Potassium Chloride/Glucose Fresenius 3 mg/50 mg/ml
Chlorure de potassium 0,3% et glucose 5% Kabi, solution pour
perfusion
Potassium Chloride 0,3% w/v & Glucose 5% w/v Solution for Infusion
Potassium Chloride/Glucose Fresenius 3 mg/50 mg/ml šķīdums
infūzijām
Potassium Chloride/ Glucose Fresenius 3 mg/50 mg/ml infuzinis
tirpalas
Kalii chloridum 0,3% + Glucosum 5% Kabi
Cloreto de Potássio 0,3% p/v e Glucose 5% p/v Kabi
Kalijev klorid/Glukoza Kabi 3 mg/50 mg v 1 ml raztopina za
infundiranje
Cloruro de potasio Kabi 40 mEq/l en Glucosa 5% solución para
perfusion EFG
Kaliumchloride 0,3% - Glucose 5% Fresenius Kabi
Potassium Chloride 0,3% w/v & Glucose 5% w/v Solution for Infusion
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 10/2019.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-----
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg.
Wijze van toediening
Dit product is voor eenmalig gebruik. Elke ongebruikte oplossing dient weggegooid te worden.
Gebruik enkel indien de oplossing helder en vrij van partikels is en wanneer de verpakking niet
beschadigd is.
Toedieningsweg
De toediening dient te gebeuren via de intraveneuze route met gebruikmaking van steriele en
pyrogeenvrije toedieningsmiddelen.
Intraveneus kalium moet toegediend worden via een grote perifere of centrale ader om het risico op
sclerose te verminderen. Indien via een centrale ader toegediend, dient men zich er van te
NOTBE578G
Pagina
7
van
vergewissen dat de katheter zich niet in het atrium of ventrikel bevindt om lokale hyperkaliëmie te
voorkomen.
Oplossingen met kalium dienen langzaam toegediend te worden.
Toedieningssnelheid
Aangezien de toediening intraveneus is, mag kalium niet sneller gegeven worden dan 15-20 mmol/uur
om een gevaarlijk hyperkaliëmie te voorkomen.
In ieder geval dient de dosering zoals aangegeven onder “algemene dosering” niet overschreden te
worden.
Dosering
Algemeen advies
Vloeistofbalans,
serumglucose, serumnatrium en andere elektrolyten moeten wellicht worden
gecontroleerd voor en tijdens toediening, , met name bij patiënten met een verhoogde niet-osmotische
afgifte van vasopressine (antidiuretisch
hormoon-secretiedeficiëntiesyndroom, SIADH
) en bij
patiënten die gelijktijdig worden behandeld met vasopressine-agonisten vanwege het risico op
hyponatriëmie..
Controle van serumnatrium is vooral belangrijk voor producten met een lagere natrium concentratie
in vergelijking met de serumnatrium concentratie. Na infusie van dit middel treedt een snel actief
glucose transport in de lichaamscellen op. Deze toestand bevordert een effect dat kan worden
beschouwd als toevoer van vrij water en aanleiding kan geven tot ernstige hyponatriëmie
De aanbevolen dosering voor de behandeling van isotonische volumedepletie (extracellulaire
dehydratatie) met behulp van intraveneuze oplossing is;
-
Voor volwassenen: 500ml tot 3 liter/24 uur
-
Voor baby’s en kinderen:
o
0-10 kg lichaamsgewicht: 100 ml/kg/24 uur
o
10-20 kg lichaamsgewicht: 1000 ml + (50 ml/kg boven 10 kg)/24 uur
o
>20 kg lichaamsgewicht: 1500 ml + (20 ml/kg boven 20 kg)/24 uur
Dosering voor de preventie en behandeling van kaliumdepletie
- Volwassenen, ouderen en adolescenten:
Een gebruikelijke dosering van kalium ter preventie van hypokaliëmie kan tot dagelijks tot 50 mmol
zijn en gelijkaardige dosis kunnen voldoende zijn bij milde kaliumdeficiëntie. Indien gebruikt voor de
behandeling van hypokaliëmie is de aanbevolen dosering 20 mmol kalium gedurende 2-3 uur (dit is
7-10 mmol/uur) onder ECG-controle.
De aanbevolen maximum toedieningssnelheid mag niet hoger liggen dan 15 tot 20 mmol/u.
Patiënten met nierinsufficiëntie moeten lagere doses toegediend krijgen.
De aanbevolen dosering onder “Algemene doseringsvereisten” mag echter in geen geval worden
overschreden.
Pediatrische patiënten:
Wanneer gebruikt voor de behandeling van hypokaliëmie is de aanbevolen dosering 0,3-0,5 mmol/kg
lichaamsgewicht/uur. De dosering moet aangepast worden aan de regelmatig bepaalde lab waarden.
De maximale aanbevolen dosering kalium is 2 tot 3 mmol/kg lichaamsgewicht/dag.
NOTBE578G
Pagina
8
van
De infuussnelheid en het infuusvolume hangen af van de leeftijd, het gewicht, de klinische en
metabole aandoeningen van de patiënt en concomitante therapie en moeten worden bepaald door de
dienstdoende arts met ervaring in pediatrische intraveneuze vloeistoftherapie.
Houdbaarheid na eerste opening:
De stabiliteit van het middel na openen is niet getest. Derhalve dient het middel onmiddellijk na
openen gebruikt te worden.
Houdbaarheid tijdens gebruik (additieven):
Chemische en fysische stabiliteit na verdunning van een ander geneesmiddel bij de pH van
Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% dient voorafgaand aan gebruik te worden vastgesteld.
Aangezien er geen compatibiliteitsstudies zijn gedaan, mag dit geneesmiddel niet gemengd worden
met andere geneesmiddelen.
Het is de verantwoordelijkheid van de arts om de onverenigbaarheid van een toe te voegen
geneesmiddel ten opzichte van Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% te beoordelen door te
controleren of er een kleurverandering optreedt en/of er een mogelijke vorming van een precipitaat,
onoplosbaar complex of kristal optreedt. De gebruiksaanwijzing van het geneesmiddel dat toegevoegd
zal worden moet worden geraadpleegd.
Controleer, voordat een geneesmiddel wordt toegevoegd, of het oplosbaar en/of stabiel is in water bij
de pH van Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% (pH 3,5-6,0).
Ter informatie, de volgende geneesmiddelen zijn onverenigbaar met Kaliumchloride 0,3 % + Glucose
5%
(onvolledige lijst):
-
amfotericine B
-
dobutamine.
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het verdunde product onmiddellijk worden gebruikt. Indien het
product niet onmiddellijk wordt gebruikt, is de gebruiker verantwoordelijk voor de bewaartijden en -
condities na verdunning en voorafgaand aan het gebruik.
NOTBE578G
Pagina
9
van

Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% Fresenius Kabi, oplossing voor infusie
Kaliumchloride, glucose (als monohydraat)
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is
Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% Fresenius Kabi en waarvoor wordt dit middel
gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% Fresenius Kabi en waarvoor wordt dit middel
gebruikt?

Dit middel is een oplossing van kaliumchloride en glucose in water. Kaliumchloride is een chemisch
bestanddeel (vaak een zout genaamd) dat zich in het bloed bevindt. Glucose is een van de
energiebronnen van het lichaam. Deze oplossing voor infusie levert 200 kilocalorieën per liter.
Dit geneesmiddel wordt gebruikt als een bron van koolhydraten (suiker) voor de preventie en
behandeling van:
- kaliumverlies in het lichaam (bijvoorbeeld na behandeling met bepaalde
diuretica[plastabletten])
- Laag kaliumgehalte in het bloed (hypokaliëmie) in situaties die kunnen leiden tot
kaliumchloride- en waterverlies zoals
- Wanneer je niet kan eten of drinken door ziekte of na een operatie
- Overmatig zweten ten gevolge van hoge koorts
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- Als de kaliumspiegels in uw bloed hoger zijn dan normaal ( hyperkaliëmie)
- Als de chloridespiegels in uw bloed hoger zijn dan normaal (hyperchloremie)
- Als u ernstige problemen heeft met de werking van uw nieren (u produceert weinig of geen
urine)
- Als u een hartfalen heeft die niet goed behandeld wordt (niet-gecompenseerd hartfalen) en
symptomen veroorzaakt zoals:
- Kortademigheid
- Zwellen van de enkels
- Als u een aandoening heeft waarbij de bijnieren niet goed werken (ziekte van Addison)
- onvoldoende behandelde diabetes, waardoor uw bloedsuikergehalte kan stijgen tot boven de
normale waarden (niet-gecompenseerde diabetes)
- toestanden waarin glucose niet verdragen wordt, zoals:
- metabole stress (de stofwisseling van het lichaam werkt niet goed, bijvoorbeeld als
gevolg van een ernstige ziekte);
NOTBE578H
hyperosmolair coma (bewusteloosheid), een vorm van coma die kan optreden als u
lijdt aan diabetes en niet voldoende geneesmiddelen toegediend krijgt;
- een te hoog suikergehalte in het bloed (hyperglykemie)
- een te hoog lactaatgehalte in het bloed (hyperlactatemie)
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Dit geneesmiddel heeft een hogere concentratie (hypertone oplossing) dan bloed. Uw arts zal hiermee
rekening houden bij de berekening van uw dosis.
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
- Als u een hartziekte of hartfalen heeft
- Als u ademhalingsinsufficiëntie (longaandoening) heeft
- Als u een zwakke nierfunctie heeft (Bij bovenstaande aandoeningen kan bijzondere bewaking
vereist zijn.)
- Als u een ziekte van de bijnieren heeft die de hoeveelheid steroïde hormonen in het lichaam
beïnvloedt (adrenocorticale insufficiëntie)
- Als u ernstig gedehydrateerd bent ( waterverlies uit het lichaam bv. bij braken of diarree)
- Als u een ernstige wonde heeft die een grote oppervlakte van de huid betreft, zoals een
brandwonde
- Als u een verwonding opgelopen heeft aan het hoofd in de afgelopen 24 uur;
- Als u een hoge druk binnen in de schedel heeft (intracraniale hypertensie)
- Als u onlangs een beroerte gehad heeft;
- Als u een maïsallergie heeft (Kaliumchloride 0,3% - Glucose 5% bevat glucose afkomstig
van maïs)
- Als u een aandoening heeft die de oorzaak is van een verhoogd gehalte van vasopressine, een
hormoon dat het vocht in uw lichaam regelt. U zou te veel vasopressine in uw lichaam
kunnen hebben omdat u, bijvoorbeeld:
- een plotse en ernstige ziekte heeft gehad
- pijn heeft
- een operatie heeft ondergaan
- infecties, brandwonden of een hersenziekte heeft
- ziekten heeft die te maken hebben met uw hart, lever, nieren
- bepaalde geneesmiddelen inneemt.
Hierdoor kan het risico op een laag natriumgehalte in uw bloed stijgen en dit kan leiden tot hoofdpijn,
misselijkheid, toevallen, lethargie, coma, zwelling van de hersenen en overlijden. Zwelling van de
hersenen verhoogt het risico op overlijden en op hersenschade. Mensen die een risico lopen op
zwelling van de hersenen zijn:
- kinderen
- vrouwen (in het bijzonder wanneer u in de vruchtbare leeftijd bent)
- mensen die problemen hebben met het vochtniveau in hun hersenen, bijvoorbeeld, door
hersenvliesontsteking, bloeding in de schedel of een hersenletsel.
U zal nauwkeurig gecontroleerd worden wanneer u dit geneesmiddel krijgt toegediend. Uw arts zal
bloed- en urinestalen nemen om uw conditie te controleren. Speciale aandacht zal genomen worden
als u hart- of leverproblemen heeft
Uw arts houdt er rekening mee als u parenterale voeding krijgt (via infusie toegediende voeding in
een ader). Bij langdurige behandeling met dit middel moet u mogelijk voedingssupplementen
toegediend krijgen.
Aangezien dit middel glucose (suiker) bevat, kan de oplossing een te hoog suikergehalte in het bloed
(hyperglykemie) veroorzaken. In dat geval kan uw arts:
- de infusiesnelheid aanpassen.
- u insuline toedienen om het bloedsuikergehalte te verlagen.
NOTBE578G
Kinderen
Dit middel moet met extra voorzichtigheid worden gegeven aan kinderen. Pasgeborenen,
voornamelijk diegenen die te vroeg geboren zijn en diegenen met een laag geboortegewicht, lopen
een groter risico dat
een te laag of te hoog suikergehalte in het bloed ontstaat (hypo- of
hyperglykemie) na een behandeling met intraveneuze glucoseoplossingen.
-
Lage suikerspiegels bij pasgeborenen kunnen leiden tot langdurige epileptische aanvallen,
coma en hersenbeschadiging.
-
Hoge suikerspiegels zijn in verband gebracht met een bloeding in de hersenen, bacteriële en
schimmelinfecties, schade aan het oog (prematuren-retinopathie), infecties in het darmstelsel
(necrotiserende enterocolitis), longproblemen (bronchopulmonale dysplasie), langer verblijf
in het ziekenhuis en overlijden.
.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen
Gebruikt u naast Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% Fresenius Kabi nog andere geneesmiddelen of
heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere
geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Het is vooral belangrijk dat u het uw arts vertelt als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
-
hartglycosiden, geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van hartfalen
(bijvoorbeeld digoxine);
- anti-aritmische middelen, geneesmiddelen die gebruikt worden om een afwijkend hartritme te
onderdrukken (bijvoorbeeld kinidine, hydrokinidine, procaïnamide);
- geneesmiddelen gebruikt die het kaliumgehalte in het bloed doen toenemen, zoals:
- kaliumsparende diuretica, ook wel bekend als `plastabletten' (bijvoorbeeld amiloride,
spironolacton, triamtereen);
- ACE-remmers (geneesmiddelen die vooral gebruikt worden bij de behandeling van een
hoge bloeddruk);
- angiotensine II-receptorantagonisten (geneesmiddelen die gebruikt worden bij de
behandeling van een hoge bloeddruk);
- ciclosporine (een geneesmiddel dat gebruikt wordt om afstoting van een transplantaat te
voorkomen);
- tacrolimus (een geneesmiddel dat gebruikt wordt om afstoting van een transplantaat te
voorkomen en bij de behandeling van bepaalde huidziekten);
- geneesmiddelen die kalium bevatten (zoals kaliumsupplementen, zoutvervangende
middelen die kalium bevatten)
- Sommige geneesmiddelen werken in op het hormoon vasopressine. Deze geneesmiddelen kunnen
bestaan uit:
- medicatie tegen diabetes (chloorpropamide)
- geneesmiddelen tegen cholesterol (clofibraat)
- medicatie tegen epilepsie (carbamazepine)
- middelen die lijken op amfetamine (o.a. MDMA)
- sommige geneesmiddelen tegen kanker (vincristine, ifosfamide, cyclofosfamide)
- selectieve serotonineheropnameremmers (gebruikt om depressie te behandelen)
- antipsychotica
- opioïden voor bestrijding ernstige pijn
NOTBE578G
geneesmiddelen tegen pijn en/of ontsteking (ook bekend als NSAID's)
geneesmiddelen die de werking van vasopressine nabootsen of versterken zoals
desmopressine (gebruikt om verhoogde dorst en plassen te behandelen), terlipressine
(gebruikt om bloeding van de slokdarm te behandelen) en oxytocine (gebruikt om bevalling
op te wekken).
- Andere geneesmiddelen die het risico op hyponatriëmie verhogen omvatten ook algemene
diuretica en anti-epileptica zoals oxcarbazepine.
Vanwege het risico op beschadiging of samenklonteren van rode bloedcellen mag dit middel niet met
dezelfde naald worden toegediend als waarmee een bloedtransfusie uitgevoerd wordt.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Vraag uw arts wat u mag eten en drinken.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Dit geneesmiddel mag gebruikt worden tijdens de zwangerschap en tijdens het geven van
borstvoeding. Uw arts zal de hoeveelheid geneesmiddel die u krijgt nauwlettend in de gaten houden.
Ook zal uw arts geregeld bloedonderzoek bij u doen om de concentratie van de chemische stoffen in
uw bloed te controleren. Als de hoeveelheid kalium in uw bloed verandert, kan dat namelijk invloed
hebben op de werking van uw hart en op de werking van het hart van uw ongeboren kind.
Dit geneesmiddel dient met speciale voorzichtigheid te worden gegeven bij zwangere vrouwen tijdens
de bevalling, met name indien gecombineerd met oxytocine (een hormoon dat kan worden
toegediend om arbeid in te leiden en bloeding te beheersen ) vanwege het risico op hyponatriëmie.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit geneesmiddel heeft geen invloed op uw rijvaardigheid of het gebruik van machines
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Dit geneesmiddel zal u toegediend worden door een arts of verpleegkundige.
Uw arts bepaalt hoeveel geneesmiddel u nodig heeft en wanneer het geneesmiddel wordt toegediend.
Dit zal afhangen van uw leeftijd, uw gewicht, uw klinische en biologische toestand, en van uw
hydratietoestand (de hoeveelheid vocht in uw lichaam). Ook andere behandelingen die u ondergaat
kunnen invloed hebben op de hoeveelheid geneesmiddel die u krijgt.
Voor en tijdens de infusie zal uw arts de hoeveelheid vloeistof in uw lichaam, de zuurtegraad van uw
bloed en urine flow, en de hoeveelheid elektrolyten (met name natrium) in uw bloed (voornamelijk
bij patiënten met hoge plasmawaarden van het hormoon vasopressine, of die andere geneesmiddelen
innemen die het effect van vasopressine versterken) willen meten.
De infusiesnelheid wordt bepaald door uw arts.
Als het bij u nodig is om een grote hoeveelheid geneesmiddel toe te dienen of het geneesmiddel snel
toe te dienen, dan zal de arts een hartfilmpje (ECG) maken om de activiteit van uw hart in de gaten te
houden.
Wanneer u dit geneesmiddel krijgt, zal uw arts bloedonderzoek doen om de concentratie van
volgende componenten te controleren:
- Kalium
NOTBE578G
Andere elektrolyten (zoals natrium en chloride) alsook andere chemische bestanddelen die
zich doorgaans in uw bloed bevinden (zoals creatinine, een afbraakproduct van spieren), te
controleren en te volgen.
Als u een verminderde nierfunctie heeft kan het zijn dat u een lagere dosering krijgt.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als er bij u te veel van dit geneesmiddel wordt toegediend, zou u de volgende symptomen kunnen
krijgen:
- tintelingen en een branderig gevoel in de armen en benen (paresthesie);
- spierzwakte;
- niet meer kunnen bewegen (verlamming);
- onregelmatige hartslag (aritmie);
- hartblok (heel trage hartslag);
- hartstilstand (het hart stopt met werken, wat een levensgevaarlijke situatie is)
- geestelijke verwardheid;
- verzuring van het bloed (acidose), met vermoeidheid, verwardheid, slaapzucht (lethargie)
en een versnelde ademhaling tot gevolg.
Laat het uw arts onmiddellijk weten als u een van deze symptomen krijgt. Dan wordt de toediening
van het geneesmiddel gestopt en wordt u behandeld op basis van de symptomen die u heeft.
Als u denkt dat u mogelijk teveel van dit middel heeft gekregen, neem dan onmiddellijk contact
op met uw arts of het Antigifcentrum (070/245.245).
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De frequentie van de bijwerkingen is niet bekend.
Vertel het uw arts of verpleegkundige als u een van de volgende bijwerkingen opmerkt:
- Abnormale toename van het bloedvolume (hypervolemie)
-
overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie (een ernstige allergische reactie) (mogelijk

symptoom bij patiënten met een allergie voor maïs);
-
Koorts
-
Rillingen
Onder meer de volgende bijwerkingen kunnen optreden als gevolg van de wijze van toediening:
- Infectie op de injectieplaats
-
Irritatie of pijn op de injectieplaats
(roodheid of zwelling)
-
Ontsteking van de ader waarin de oplossing is geïnjecteerd (flebitis). Dit kan leiden tot
roodheid, zwelling en pijn of branden van de ader waarin de oplossing werd toegediend
-
Bloedprop op de injectieplaats wat pijn, zwelling en roodheid veroorzaakt in de omgeving
van de prop
-
een te laag natriumgehalte in het bloed (hyponatriëmie). Een te laag natriumgehalte kan
leiden tot hersenletsel en overlijden ten gevolge van zwelling van de hersenen (cerebrale
oedeem) (zie ook de rubriek 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
Het melden van bijwerkingen
NOTBE578G
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum die te vinden is op de fles na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Enkel gebruiken indien de oplossing helder is, geen zichtbare deeltjes bevat en de verpakking
onbeschadigd is.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stoffen in dit middel zijn kaliumchloride en glucose (als monohydraat). Elke ml
oplossing bevat 3.0 mg kaliumchloride en 50.0 mg glucose.
- Elke fles van 500 ml bevat 1.5 g kaliumchloride en 25.0 g glucose
- Elke fles van 1000 ml bevat 3.0 g kaliumchloride en 50.0 g glucose
- De andere stoffen in dit middel zijn water voor injecties en natriumhydroxide en zoutzuur voor
aanpassing van de zuurgraad (pH)
Hoe ziet Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% Fresenius Kabi eruit en hoeveel zit er in een
verpakking?

Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% Fresenius Kabi is een heldere, kleurloze oplossing, vrij van
deeltjes. Het is beschikbaar in 500 ml en 1000 ml lage densiteit polyethyleen flessen afgesloten met
een polyolefine dop die een polyisopreen rubberen stopper bevat. Het wordt verdeeld in verpakkingen
van 10 flessen.
Niet alle verpakkingen worden op de markt gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
België:
Nederland:
Fresenius Kabi nv
Fresenius Kabi Nederland BV
Brandekensweg 9
Amersfoortseweg 10E
2627 Schelle
3705 GJ Zeist
Fabrikant:
Labesfal ­ Laboratórios Almiro, S.A
Zona Industrial do Lagedo
Santiago de Besteiros, 3465 ­ 157
Portugal
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen:
België :
Nederland :
500 ml : BE476533
RVG115547
NOTBE578G
Afleveringswijze:
België:
Geneesmiddel op medisch voorschrift
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
België
Kaliumchloride 0,3% - Glucose 5% Fresenius Kabi
+ 3 mg/ml + 50 mg/ml
Bulgarije
Estland
Potassium Chloride/Glucose Fresenius 3 mg/50 mg/ml
Chlorure de potassium 0,3% et glucose 5% Kabi, solution pour
Frankrijk
perfusion
Ierland
Potassium Chloride 0,3% w/v & Glucose 5% w/v Solution for Infusion
Potassium Chloride/Glucose Fresenius 3 mg/50 mg/ml sdums
Letland
infzijm
Potassium Chloride/ Glucose Fresenius 3 mg/50 mg/ml infuzinis
Litouwen
tirpalas
Polen
Kalii chloridum 0,3% + Glucosum 5% Kabi
Portugal
Cloreto de Potássio 0,3% p/v e Glucose 5% p/v Kabi
Slovenië
Kalijev klorid/Glukoza Kabi 3 mg/50 mg v 1 ml raztopina za
infundiranje
Cloruro de potasio Kabi 40 mEq/l en Glucosa 5% solución para
Spanje
perfusion EFG
Nederland
Kaliumchloride 0,3% - Glucose 5% Fresenius Kabi
Verenigd Koninkrijk
Potassium Chloride 0,3% w/v & Glucose 5% w/v Solution for Infusion
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 10/2019.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-----
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg.

Wijze van toediening
Dit product is voor eenmalig gebruik. Elke ongebruikte oplossing dient weggegooid te worden.
Gebruik enkel indien de oplossing helder en vrij van partikels is en wanneer de verpakking niet
beschadigd is.
Toedieningsweg
De toediening dient te gebeuren via de intraveneuze route met gebruikmaking van steriele en
pyrogeenvrije toedieningsmiddelen.
Intraveneus kalium moet toegediend worden via een grote perifere of centrale ader om het risico op
sclerose te verminderen. Indien via een centrale ader toegediend, dient men zich er van te
NOTBE578G
Oplossingen met kalium dienen langzaam toegediend te worden.
Toedieningssnelheid
Aangezien de toediening intraveneus is, mag kalium niet sneller gegeven worden dan 15-20 mmol/uur
om een gevaarlijk hyperkaliëmie te voorkomen.
In ieder geval dient de dosering zoals aangegeven onder 'algemene dosering' niet overschreden te
worden.
Dosering
Algemeen advies
Vloeistofbalans, serumglucose, serumnatrium en andere elektrolyten moeten wellicht worden
gecontroleerd voor en tijdens toediening, , met name bij patiënten met een verhoogde niet-osmotische
afgifte van vasopressine (antidiuretisch hormoon-secretiedeficiëntiesyndroom, SIADH ) en bij
patiënten die gelijktijdig worden behandeld met vasopressine-agonisten vanwege het risico op
hyponatriëmie..
Controle van serumnatrium is vooral belangrijk voor producten met een lagere natrium concentratie
in vergelijking met de serumnatrium concentratie. Na infusie van dit middel treedt een snel actief
glucose transport in de lichaamscellen op. Deze toestand bevordert een effect dat kan worden
beschouwd als toevoer van vrij water en aanleiding kan geven tot ernstige hyponatriëmie
De aanbevolen dosering voor de behandeling van isotonische volumedepletie (extracellulaire
dehydratatie) met behulp van intraveneuze oplossing is;
-
Voor volwassenen: 500ml tot 3 liter/24 uur
- Voor baby's en kinderen:
o 0-10 kg lichaamsgewicht: 100 ml/kg/24 uur
o 10-20 kg lichaamsgewicht: 1000 ml + (50 ml/kg boven 10 kg)/24 uur
o >20 kg lichaamsgewicht: 1500 ml + (20 ml/kg boven 20 kg)/24 uur
Dosering voor de preventie en behandeling van kaliumdepletie
- Volwassenen, ouderen en adolescenten:
Een gebruikelijke dosering van kalium ter preventie van hypokaliëmie kan tot dagelijks tot 50 mmol
zijn en gelijkaardige dosis kunnen voldoende zijn bij milde kaliumdeficiëntie. Indien gebruikt voor de
behandeling van hypokaliëmie is de aanbevolen dosering 20 mmol kalium gedurende 2-3 uur (dit is
7-10 mmol/uur) onder ECG-controle.
De aanbevolen maximum toedieningssnelheid mag niet hoger liggen dan 15 tot 20 mmol/u.
Patiënten met nierinsufficiëntie moeten lagere doses toegediend krijgen.
De aanbevolen dosering onder 'Algemene doseringsvereisten' mag echter in geen geval worden
overschreden.
Pediatrische patiënten:
Wanneer gebruikt voor de behandeling van hypokaliëmie is de aanbevolen dosering 0,3-0,5 mmol/kg
lichaamsgewicht/uur. De dosering moet aangepast worden aan de regelmatig bepaalde lab waarden.
De maximale aanbevolen dosering kalium is 2 tot 3 mmol/kg lichaamsgewicht/dag.
NOTBE578G
Houdbaarheid na eerste opening:
De stabiliteit van het middel na openen is niet getest. Derhalve dient het middel onmiddellijk na
openen gebruikt te worden.
Houdbaarheid tijdens gebruik (additieven):
Chemische en fysische stabiliteit na verdunning van een ander geneesmiddel bij de pH van
Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% dient voorafgaand aan gebruik te worden vastgesteld.
Aangezien er geen compatibiliteitsstudies zijn gedaan, mag dit geneesmiddel niet gemengd worden
met andere geneesmiddelen.
Het is de verantwoordelijkheid van de arts om de onverenigbaarheid van een toe te voegen
geneesmiddel ten opzichte van Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% te beoordelen door te
controleren of er een kleurverandering optreedt en/of er een mogelijke vorming van een precipitaat,
onoplosbaar complex of kristal optreedt. De gebruiksaanwijzing van het geneesmiddel dat toegevoegd
zal worden moet worden geraadpleegd.
Controleer, voordat een geneesmiddel wordt toegevoegd, of het oplosbaar en/of stabiel is in water bij
de pH van Kaliumchloride 0,3% + Glucose 5% (pH 3,5-6,0).
Ter informatie, de volgende geneesmiddelen zijn onverenigbaar met Kaliumchloride 0,3 % + Glucose
5 %
(onvolledige lijst):
-
amfotericine B
- dobutamine.
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het verdunde product onmiddellijk worden gebruikt. Indien het
product niet onmiddellijk wordt gebruikt, is de gebruiker verantwoordelijk voor de bewaartijden en -
condities na verdunning en voorafgaand aan het gebruik.
NOTBE578G

Heb je dit medicijn gebruikt? Kaliumchloride 0,3 % + Glucose 5 % Fresenius Kabi vial te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Kaliumchloride 0,3 % + Glucose 5 % Fresenius Kabi vial te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Kaliumchloride 0,3 % + Glucose 5 % Fresenius Kabi vial

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG