Jcovden

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
JCOVDEN suspensie voor injectie
COVID-19-vaccin (Ad26.COV2-S [recombinant])
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Dit is een injectieflacon met meerdere doses, die 5 doses van 0,5 ml bevat.
Eén dosis (0,5 ml) bevat:
Adenovirus type 26 dat codeert voor de spike-glycoproteïne van SARS-CoV-2* (Ad26.COV2-S), niet
minder dan 8,92 log
10
infectieuze eenheden (Inf.U).
*
Geproduceerd in de PER.C6 TetR-cellijn en door middel van recombinant-DNA-technologie.
Het product bevat genetisch gemodificeerde organismen (GMO’s).
Hulpstoffen met bekend effect
Elke dosis (0,5 ml) bevat ongeveer 2 mg ethanol.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie (injectie).
Kleurloze tot enigszins gele, heldere tot zeer opaalachtige suspensie (pH = 6-6,4).
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
JCOVDEN is geïndiceerd voor actieve immunisatie van personen van 18 jaar en ouder voor de
preventie van COVID-19 veroorzaakt door SARS-CoV-2.
Het gebruik van dit vaccin dient te gebeuren in overeenstemming met de officiële aanbevelingen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Personen van 18 jaar of ouder
Primaire vaccinatie
JCOVDEN wordt toegediend als een eenmalige dosis van 0,5 ml, uitsluitend door middel van een
intramusculaire injectie.
2
Boosterdosis
Een boosterdosis (tweede dosis) van 0,5 ml van JCOVDEN kan intramusculair worden toegediend aan
personen van 18 jaar en ouder ten minste 2 maanden na de primaire vaccinatie (zie ook
rubriek 4.4, 4.8 en 5.1).
Een boosterdosis van het JCOVDEN (0,5 ml) kan worden toegediend als heterologe boosterdosis na
afronding van de primaire vaccinatie met een goedgekeurd mRNA-COVID-19-vaccin. Het
doseringsinterval voor de heterologe boosterdosis is hetzelfde als het interval dat is goedgekeurd voor
een boosterdosis van het vaccin gebruikt voor de primaire vaccinatie (zie ook rubriek 4.4, 4.8 en 5.1).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van JCOVDEN bij kinderen en adolescenten (jonger dan 18 jaar) zijn
nog niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Ouderen
Er is geen dosisaanpassing nodig bij oudere personen van ≥ 65 jaar. Zie ook rubriek 4.8 en 5.1.
Wijze van toediening
JCOVDEN is uitsluitend bedoeld voor intramusculaire injectie, bij voorkeur in de deltaspier van de
bovenarm.
Injecteer het vaccin niet intravasculair, intraveneus, subcutaan of intradermaal.
Het vaccin mag niet in dezelfde spuit worden gemengd met andere vaccins of geneesmiddelen.
Voor te nemen voorzorgen voorafgaand aan toediening van het vaccin, zie rubriek 4.4.
Voor instructies over hanteren en verwijderen van het vaccin, zie rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Een voorgeschiedenis van bevestigde trombose met trombocytopenie syndroom (TTS) na vaccinatie
met ongeacht welk COVID-19-vaccin (zie ook rubriek 4.4).
Personen die eerder episoden van capillairleksyndroom (CLS) hebben gehad (zie ook rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Overgevoeligheid en anafylaxie
Voorvallen van anafylaxie zijn gemeld. Medisch toezicht en een gepaste medische behandeling dienen
steeds aanwezig te zijn voor het geval dat zich een anafylactisch voorval voordoet na toediening van
het vaccin. Nauwlettende observatie na vaccinatie gedurende ten minste 15 minuten wordt aanbevolen.
Angstgerelateerde reacties
Angstgerelateerde reacties, waaronder vasovagale reacties (syncope), hyperventilatie of
stressgerelateerde reacties kunnen optreden in verband met vaccinatie als psychogene reactie op de
3
injectie van de naald. Het is belangrijk dat er voorzorgsmaatregelen zijn getroffen om letsel als gevolg
van flauwvallen te voorkomen.
Gelijktijdige ziekte
Vaccinatie dient te worden uitgesteld bij personen met een acute infectie of acute ernstige ziekte
gepaard gaande met koorts. Bij aanwezigheid van een lichte infectie en/of laaggradige koorts hoeft de
vaccinatie niet te worden uitgesteld.
Stollingsstoornissen
Trombose met trombocytopenie syndroom:
Een combinatie van trombose en trombocytopenie,
in enkele gevallen gepaard gaande met bloedingen, is zeer zelden waargenomen na vaccinatie
met JCOVDEN. Dit omvat ernstige gevallen van veneuze trombose op ongebruikelijke plaatsen
zoals cerebrale veneuze sinustrombose (CVST), splanchnische veneuze trombose, evenals
arteriële trombose gelijktijdig met trombocytopenie. Fatale afloop is gemeld. Deze gevallen
traden op binnen de eerste drie weken na vaccinatie en voornamelijk bij personen jonger dan
60 jaar.
Trombose in combinatie met trombocytopenie vereist een gespecialiseerde klinische
behandeling. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg dienen de richtlijnen te raadplegen die
van toepassing zijn en/of specialisten (bijv. hematologen, bloedstollingsspecialisten) te
raadplegen om deze aandoening te diagnosticeren en behandelen.
Personen die trombose met trombocytopenie syndroom hebben doorgemaakt na toediening van
ongeacht welk COVID-19-vaccin, mogen geen JCOVDEN krijgen. (zie ook rubriek 4.3).
Veneuze trombo-embolie:
Veneuze trombo-embolie (VTE) is zelden waargenomen na
vaccinatie met JCOVDEN (zie rubriek 4.8). Hiermee dient rekening te worden gehouden bij
personen met een verhoogd risico op VTE.
Immune trombocytopenie:
Gevallen van immune trombocytopenie met zeer lage
bloedplaatjesniveaus (< 20 000 per μl) zijn zeer zelden gemeld na vaccinatie met JCOVDEN,
meestal binnen de eerste vier weken na het krijgen van JCOVDEN. Hierbij waren gevallen met
bloeding en gevallen met dodelijke afloop. Enkele hiervan kwamen voor bij personen met een
voorgeschiedenis van immune trombocytopenie (ITP). Als een persoon ITP in de
voorgeschiedenis heeft, dient men vóór de vaccinatie rekening te houden met de risico’s van het
ontwikkelen van lage bloedplaatjeswaarden en na vaccinatie wordt aanbevolen de bloedplaatjes
te monitoren.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg moeten alert zijn op de tekenen en symptomen van
trombo-embolie en/of trombocytopenie. Gevaccineerde personen moeten worden geïnstrueerd
onmiddellijk medische hulp te zoeken als zij na vaccinatie symptomen ontwikkelen zoals
kortademigheid, pijn op de borst, pijn in de benen, zwelling van de benen of aanhoudende buikpijn.
Bovendien moet iedereen met neurologische symptomen, waaronder ernstige of aanhoudende
hoofdpijn, convulsies, veranderingen in mentale toestand of wazig zien na vaccinatie, en iedereen die
na een paar dagen blauwe plekken (petechiën) op de huid krijgt buiten de plaats van vaccinatie,
onmiddellijk medische hulp inroepen.
Personen bij wie trombocytopenie wordt vastgesteld binnen drie weken na vaccinatie met JCOVDEN,
moeten actief onderzocht worden op tekenen van trombose. Evenzo moeten personen die zich binnen
3 weken na vaccinatie met trombose melden, worden geëvalueerd op trombocytopenie.
Risico op bloedingen bij intramusculaire toediening
Zoals bij andere intramusculaire injecties moet het vaccin met voorzichtigheid worden gebruikt bij
personen die anticoagulantia gebruiken of bij personen met trombocytopenie of een stollingsstoornis
(zoals hemofilie), omdat deze personen bloedingen of blauwe plekken kunnen krijgen na een
intramusculaire toediening.
4
Capillairleksyndroom
Zeer zeldzame gevallen van capillairleksyndroom (CLS) zijn gemeld in de eerste dagen na vaccinatie
met JCOVDEN, in sommige gevallen met een fatale afloop. Een voorgeschiedenis van CLS is gemeld.
CLS is een zeldzame aandoening, die wordt gekenmerkt door acute episoden van
oedeem (vooral in armen en benen) met hypotensie, hemoconcentratie en hypoalbuminemie. Patiënten
met een acute CLS-episode na vaccinatie moeten direct worden herkend en behandeld. Intensieve
ondersteunende therapie is meestal gerechtvaardigd. Personen met een bekende voorgeschiedenis van
CLS mogen niet met dit vaccin worden gevaccineerd. Zie ook rubriek 4.3.
Guillain-Barré-syndroom en myelitis transversa
Het Guillain-Barré-syndroom (GBS) en myelitis transversa (MT) zijn zeer zelden gemeld na
vaccinatie met JCOVDEN. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg moeten alert zijn op tekenen
en symptomen van GBS en MT om zeker te zijn van een juiste diagnose, zodat adequate
ondersteunende zorg en behandeling geïnitieerd kunnen worden en andere oorzaken kunnen worden
uitgesloten.
Risico op zeer zeldzame voorvallen na een boosterdosis
Het risico op zeer zeldzame voorvallen (zoals stollingsstoornissen waaronder trombose met
trombocytopenie syndroom, CLS en GBS) na een boosterdosis met JCOVDEN is nog niet beschreven.
Immuungecompromitteerde personen
De werkzaamheid, veiligheid en immunogeniciteit van het vaccin zijn niet beoordeeld bij
immuungecompromitteerde personen, waaronder personen die met immunosuppressiva worden
behandeld. De werkzaamheid van JCOVDEN kan minder zijn bij immuungecompromitteerde
personen.
Duur van bescherming
De duur van de bescherming die door het vaccin wordt geboden is onbekend, omdat die met lopende
klinische onderzoeken nog wordt bepaald.
Beperkingen van werkzaamheid van het vaccin
Bescherming begint ongeveer 14 dagen na vaccinatie. Net als bij alle vaccins beschermt vaccinatie
met JCOVDEN mogelijk niet alle gevaccineerden (zie rubriek 5.1).
Hulpstoffen
Natrium
Dit vaccin bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 0,5 ml, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
Alcohol
Dit vaccin bevat 2 mg alcohol (ethanol) per dosis van 0,5 ml. De kleine hoeveelheid alcohol in dit
geneesmiddel zal geen merkbare effecten hebben.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd. Er zijn geen gegevens om de gelijktijdige toediening
van JCOVDEN en andere vaccins te kunnen beoordelen.
5
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er is beperkte ervaring met het gebruik van JCOVDEN bij zwangere vrouwen. De resultaten van
dieronderzoek met JCOVDEN duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
zwangerschap, de embryonale/foetale ontwikkeling, de bevalling of de postnatale ontwikkeling (zie
rubriek 5.3).
Toediening van JCOVDEN tijdens de zwangerschap mag alleen worden overwogen wanneer de
potentiële voordelen opwegen tegen de potentiële risico’s voor de moeder en de foetus.
Borstvoeding
Het is niet bekend of JCOVDEN in de moedermelk wordt uitgescheiden.
Vruchtbaarheid
De resultaten van dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
JCOVDEN heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Bepaalde bijwerkingen die vermeld staan in rubriek 4.8 kunnen echter tijdelijk
invloed hebben op de rijvaardigheid of op het vermogen om machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Primaire vaccinatie (primaire analyse)
De veiligheid van JCOVDEN werd beoordeeld in een fase III-studie die nog niet is afgesloten
(COV3001). In totaal kregen 21 895 volwassenen vanaf 18 jaar een primaire vaccinatie met
JCOVDEN bestaande uit één dosis. De mediane leeftijd van de personen was 52 jaar (bereik: 18-
100 jaar). De veiligheidsanalyse werd uitgevoerd zodra de mediane duur van de
follow-up
van
2 maanden na de vaccinatie was bereikt. Een langere
follow-up
van de veiligheid van > 2 maanden is
beschikbaar voor 11 948 volwassenen die JCOVDEN kregen.
In studie COV3001 was injectieplaatspijn de meest gemelde lokale bijwerking (48,6%). De meest
voorkomende systemische bijwerkingen waren hoofdpijn (38,9%), vermoeidheid (38,2%), myalgie
(33,2%) en nausea (14,2%). Pyrexie (gedefinieerd als een lichaamstemperatuur ≥ 38,0°C) werd
waargenomen bij 9% van de deelnemers. De meeste bijwerkingen traden op binnen 1-2 dagen na
vaccinatie en waren licht tot matig in ernst en van korte duur (1-2 dagen).
Reactogeniciteit was over het algemeen lichter van aard en werd minder vaak gerapporteerd bij oudere
volwassenen (763 volwassenen ≥ 65 jaar).
Het veiligheidsprofiel was vergelijkbaar tussen deelnemers met of zonder voorafgaand bewijs van
SARS-CoV-2-infectie op
baseline;
in totaal hebben 2 151 volwassenen die seropositief waren op
baseline
JCOVDEN gekregen (9,8%).
Boosterdosis (tweede dosis) na primaire vaccinatie met JCOVDEN
De veiligheid van een boosterdosis (tweede dosis) met JCOVDEN toegediend ongeveer 2 maanden na
de primaire vaccinatie werd geëvalueerd in een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde
fase III-studie die nog steeds gaande is (COV3009). In de analyse van de volledige set (FAS,
full
6
analysis set),
van de 15 708 volwassenen van 18 jaar en ouder die één dosis van JCOVDEN kregen,
kregen in totaal 8 646 personen een tweede dosis tijdens de dubbelblinde fase. In de analyse van een
subgroep voor reactogeniciteit, van de 3 016 personen die één dosis van JCOVDEN kregen, kregen
1 559 personen een tweede dosis tijdens de dubbelblinde fase. De mediane leeftijd van de personen
was 53,0 jaar (bereik: 18-99 jaar). Bij het afsluiten van de gegevens (25 juni 2021), was de mediane
follow-up-duur
na de boosterdosis met JCOVDEN 38 dagen. Het gevraagde bijwerkingenprofiel voor
de boosterdosis was vergelijkbaar met dat na de eerste dosis. Er werden geen nieuwe
veiligheidssignalen geïdentificeerd.
Boosterdosis na primaire vaccinatie met een goedgekeurd mRNA-COVID-19-vaccin
De veiligheid van een boosterdosis met JCOVDEN toegediend ten minste 12 weken na primaire
vaccinatie met een goedgekeurd mRNA-COVID-19-vaccinregime werd beoordeeld na twee doses van
Spikevax (49 personen) of Comirnaty (51 personen), of één dosis van JCOVDEN (50 personen). De
mediane leeftijd van de personen was 55,0 jaar (bereik: 20-77 jaar). Bij het afsluiten van de gegevens
(24 september 2021), had 98,7% van de proefpersonen de dag 29-visite na boostervaccinatie voltooid
(geen van hen heeft dag 91 bereikt). Na heterologe boostervaccinatie met JCOVDEN, was het
gevraagde bijwerkingenprofiel voor de boosterdosis vergelijkbaar met dat na de primaire vaccinatie
met JCOVDEN of een homologe boosterdosis.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen waargenomen tijdens de klinische studie COV3001 of afkomstig van postmarketing
bronnen zijn vermeld volgens de systeem/orgaanklassen van MedDRA. De frequentiecategorieën zijn
als volgt gedefinieerd:
Zeer vaak (≥ 1/10);
Vaak (≥ 1/100, < 1/10);
Soms (≥ 1/1 000, < 1/100);
Zelden (≥ 1/10 000, < 1/1 000);
Zeer zelden (< 1/10 000);
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Binnen elke frequentiegroep zijn de bijwerkingen gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 1:
Bijwerkingen gemeld na vaccinatie met JCOVDEN
Niet bekend
(kan met de
beschikbare
gegevens niet
worden
bepaald)
Immune trombo-
cytopenie
Anafylaxie
b
Guillain-
Barré-
syndroom
Myelitis
transversa
Systeem/
orgaanklasse
Bloed- en
lymfestelsel-
aandoeningen
Immuun-
systeem-
aandoeningen
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Evenwichts-
orgaan- en
oor-
aandoeningen
Bloedvat-
aandoeningen
Zeer vaak
(≥ 1/10)
Vaak
(≥ 1/100,
< 1/10)
Soms
(≥ 1/1 000,
< 1/100)
Zelden
(≥ 1/10 000,
< 1/1 000)
Lymf-
adenopathie
Over-
gevoeligheid
a
;
urticaria
Hypo-esthesie
Tinnitus
Zeer zelden
(< 1/10 000)
Hoofdpijn
Tremor;
duizeligheid;
paresthesie
Veneuze
trombo-embolie
Trombose in
combinatie
met trombo-
cytopenie
Capillair-
leksyndroom;
cutane
kleinevaten-
vasculitis
7
Ademhalings-
stelsel-,
borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Maagdarm-
stelsel-
aandoeningen
Huid- en
onderhuid-
aandoeningen
Skeletspier-
stelsel- en
bindweefsel-
aandoeningen
Algemene
aandoeningen
en
toedienings-
plaatsstoor-
nissen
a
b
Hoesten
Niezen;
oro-
faryngeale
pijn
Diarree
Rash;
hyperhidrose
Braken
Nausea
Myalgie
Artralgie
Vermoeid-
heid;
injectieplaats-
pijn
Pyrexie;
injectieplaats-
erytheem;
zwelling van
injectieplaats;
koude
rillingen
Spierzwakte;
pijn in
extremiteit;
rugpijn
Asthenie;
malaise
Overgevoeligheid verwijst naar allergische reacties van de huid en onderhuids weefsel.
Gevallen afkomstig van een open-labelstudie die nog niet is afgesloten in Zuid-Afrika.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V en het
batchnummer/lotnummer vermelden, indien beschikbaar.
4.9
Overdosering
Er zijn geen gevallen van overdosering gemeld. In fase I/II-studies waarin een (tot tweemaal) hogere
dosis werd toegediend, bleef men JCOVDEN goed verdragen. Gevaccineerde personen meldden
echter een toename in reactogeniciteit (toegenomen injectieplaatspijn, vermoeidheid, hoofdpijn,
myalgie, nausea en pyrexie).
In het geval van overdosering wordt aanbevolen de vitale functies te monitoren en eventuele
symptomen te behandelen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: vaccins, overige virale vaccins, ATC-code: J07BX03
Werkingsmechanisme
JCOVDEN is een monovalent vaccin, samengesteld uit een recombinant, replicatie-incompetent,
humaan adenovirus type 26 als vector, dat de code bevat voor de gehele lengte van een SARS-CoV-2-
spike (S)-glycoproteïne, in een gestabiliseerde conformatie. Na toediening wordt de S-glycoproteïne
van SARS-CoV-2 tijdelijk tot expressie gebracht, hetgeen zowel reacties stimuleert van
neutraliserende als van andere functionele antilichamen specifiek voor de S-proteïne, evenals
cellulaire immuunreacties tegen het S-antigeen, wat kan bijdragen aan bescherming tegen COVID-19.
8
Klinische werkzaamheid
Werkzaamheid van een primaire vaccinatie met één dosis
Primaire analyse
Een primaire analyse (cut-off-datum 22 januari 2021) van een multicentrische, gerandomiseerde,
dubbelblinde, placebogecontroleerde fase III-studie (COV3001), werd uitgevoerd in de Verenigde
Staten, Zuid-Afrika en landen in Latijns-Amerika, om de werkzaamheid, veiligheid en
immunogeniciteit te beoordelen van een primaire vaccinatie met een eenmalige dosis van JCOVDEN
voor de preventie van COVID-19 bij volwassenen van 18 jaar en ouder. Personen met een afwijkend
functionerend immuunsysteem als gevolg van een klinische aandoening, mensen die in de voorgaande
6 maanden een immunosuppressieve behandeling hadden gehad en zwangere vrouwen werden van de
studie uitgesloten. Deelnemers met een stabiele hiv-infectie die onder behandeling waren, werden niet
uitgesloten. Toegelaten vaccins – met uitzondering van levende vaccins – konden meer dan 14 dagen
voor of meer dan 14 dagen na de vaccinatie in de studie worden toegediend. Toegelaten levende,
verzwakte vaccins konden meer dan 28 dagen voor of meer dan 28 dagen na de vaccinatie in de studie
worden toegediend.
In totaal werden er 44 325 personen gerandomiseerd in een verhouding van 1:1 in parallelle groepen
waarvan de ene groep een intramusculaire injectie kreeg met JCOVDEN en de andere groep placebo.
In totaal kregen 21 895 volwassenen JCOVDEN en 21 888 volwassenen kregen een placebo. De
deelnemers werden gevolgd met een mediane follow-upduur van ongeveer 2 maanden na de
vaccinatie.
De populatie in de primaire werkzaamheidsanalyse van 39 321 personen omvatte 38 059 personen die
op
baseline
seronegatief waren voor SARS-CoV-2 en 1 262 personen van wie de serologische status
onbekend was.
De demografische en andere kenmerken op
baseline
waren hetzelfde bij personen die JCOVDEN
kregen en degenen die een placebo kregen. In de populatie voor de primaire werkzaamheidsanalyse
was, onder de personen die JCOVDEN kregen, de mediane leeftijd 52,0 jaar (bereik: 18-100 jaar);
79,7% (N = 15 646) van de personen was 18 t/m 64 jaar [verder was 20,3% (N = 3 984) 65 jaar of
ouder en 3,8% (N = 755) 75 jaar of ouder]; 44,3% van de personen was vrouw; 46,8% was afkomstig
uit Noord-Amerika (Verenigde Staten), 40,6% was afkomstig uit Latijns-Amerika en 12,6% was
afkomstig uit zuidelijk Afrika (Zuid-Afrika). In totaal hadden 7 830 (39,9%) personen op
baseline
minimaal één reeds bestaande aandoening die gepaard gingen met een verhoogd risico op progressie
tot ernstige COVID-19. Bestaande aandoeningen waren onder andere: obesitas, gedefinieerd als een
BMI ≥ 30 kg/m
2
(27,5%), hypertensie (10,3%), type 2-diabetes (7,2%), stabiele hiv-infectie of hiv-
infectie die goed onder controle was (2,5%), ernstige hartziekten (2,4%) en astma (1,3%). Bij ≤ 1%
van de personen waren andere comorbiditeiten aanwezig.
Gevallen van COVID-19 werden door een centraal laboratorium bevestigd op basis van een positieve
uitslag van SARS-CoV-2-virus-RNA, gebruikmakend van een test op basis van een
polymerasekettingreactie (PCR). Tabel 2 geeft een overzicht van de werkzaamheid van het vaccin in
het algemeen en voor de belangrijkste leeftijdsgroepen.
9
Analyse van de werkzaamheid van het vaccin tegen COVID-19
b
bij SARS-CoV-2-
seronegatieve volwassenen – populatie voor de primaire werkzaamheidsanalyse
na een eenmalige dosis
JCOVDEN
Placebo
N = 19 630
N = 19 691
%
Gevallen
Persoon-
Gevallen
Persoon-
Werkzaam-
van
Jaren
van
Jaren
heid van het
COVID-19
COVID-19
vaccin
Subgroep
(n)
(n)
(95%-BI)
c
14 dagen na vaccinatie
Alle proefpersonen
a
116
3 116,6
348
3 096,1
66,9
(59,0; 73,4)
18 t/m 64 jaar
107
2 530,3
297
2 511,2
64,2
(55,3; 71,6)
65 jaar en ouder
9
586,3
51
584,9
82,4
(63,9; 92,4)
75 jaar en ouder
0
107,4
8
99,2
100
(45,9; 100,0)
28 dagen na vaccinatie
Alle proefpersonen
a
66
3 102,0
193
3 070,7
66,1
(55,0; 74,8)
18 t/m 64 jaar
60
2 518,7
170
2 490,1
65,1
(52,9; 74,5)
65 jaar en ouder
6
583,3
23
580,5
74,0
(34,4; 91,4)
75 jaar en ouder
0
106,4
3
98,1
Tabel 2:
a
b
c
Co-primair eindpunt zoals gedefinieerd in het protocol.
Symptomatische COVID-19 waarvoor een positieve RT-PCR-uitslag vereist is, en minstens 1 respiratoir teken of
symptoom, of 2 andere systemische tekenen of symptomen, zoals gedefinieerd in het protocol.
Betrouwbaarheidsintervallen voor ‘Alle proefpersonen’ werden gecorrigeerd om te controleren op een type I-fout bij
meervoudig testen. Betrouwbaarheidsintervallen voor de leeftijdsgroepen zijn weergegeven zonder correctie.
De werkzaamheid van het vaccin tegen ernstige COVID-19 is hieronder weergegeven in tabel 3.
Analyses van de werkzaamheid van het vaccin tegen ernstige COVID-19
a
bij
SARS-CoV-2-seronegatieve volwassenen – populatie voor de primaire
werkzaamheidsanalyse na een eenmalige dosis
JCOVDEN
Placebo
N = 19 630
N = 19 691
%
Gevallen
Gevallen
Werkzaam-
van
van
heid van het
COVID-19
Persoon-
COVID-19
Persoon-
vaccin
Subgroep
(n)
Jaren
(n)
Jaren
(95%-BI)
b
14 dagen na vaccinatie
Ernstig
76,7
14
3 125,1
60
3 122,0
(54,6; 89,1)
28 dagen na vaccinatie
Ernstig
85,4
5
3 106,2
34
3 082,6
(54,2; 96,9)
Tabel 3:
a
b
De uiteindelijke vaststelling van ernstige gevallen van COVID-19 werd gedaan door een onafhankelijke
beoordelingscommissie, die ook de ernst van de ziekte bepaalde op basis van de definitie in de FDA-richtlijnen.
Betrouwbaarheidsintervallen werden gecorrigeerd om te controleren op een type I-fout bij meervoudig testen.
Van de 14 vs. 60 ernstige gevallen met een ontstaan minimaal 14 dagen na de vaccinatie in
respectievelijk de JCOVDEN-groep en de placebogroep, werden er respectievelijk 2 en 6 opgenomen
in het ziekenhuis. 3 personen overleden (allen in de placebogroep). De meerderheid van de overige
10
ernstige gevallen voldeed aan enkel het criterium voor zuurstofsaturatie (SpO
2
) voor ernstige ziekte
(≤ 93% op kamerlucht).
Bijgewerkte analyses
De bijgewerkte analyses van de werkzaamheid aan het eind van de dubbelblinde fase (cut-off-datum
9 juli 2021) werden uitgevoerd met aanvullende bevestigde gevallen van COVID-19 die optraden
gedurende een geblindeerde, placebogecontroleerde
follow-up,
met een mediane
follow-up
van
4 maanden na een eenmalige dosis van het JCOVDEN.
Analyse van werkzaamheid van het vaccin tegen symptomatische
a
en ernstige
b
COVID-19
a
– 14 dagen en 28 dagen na een eenmalige dosis
%
JCOVDEN
Placebo
werkzaamheid
van het vaccin
d
d
N = 19 577
N = 19 608
(95%-BI)
c
Eindpunt
Gevallen
Gevallen
van
van
Persoon-
Persoon-
COVID-
COVID-19
jaren
jaren
19
(n)
(n)
14 dagen na vaccinatie
56,3
Symptomatische
484
6 685,6
1 067
6 440,2
COVID-19
(51,3; 60,9)
55,3
18 t/m 64 jaar
438
5 572,0
944
5 363,6
(49,9; 60,2)
63,8
65 jaar en ouder
46
1 113,6
123
1 076,6
(48,9; 74,8)
48,3
75 jaar en ouder
9
198,2
15
170,9
(-26,1; 80,1)
73,3
Ernstige COVID-19
56
6 774,6
205
6 625,2
(63,9; 80,5)
74,3
18 t/m 64 jaar
46
5 653,8
175
5 531,4
(64,2; 81,8)
67,5
65 jaar en ouder
10
1 120,8
30
1 093,8
(31,6; 85,8)
71,2
75 jaar en ouder
2
199,4
6
172,4
(-61,2; 97,2)
28 dagen na vaccinatie
52,9
Symptomatische
433
6 658,4
883
6 400,4
COVID-19
(47,1; 58,1)
52,2
18 t/m 64 jaar
393
5 549,9
790
5 330,5
(46,0; 57,8)
58,5
65 jaar en ouder
40
1 108,5
93
1 069,9
(39,3; 72,1)
22,3
75 jaar en ouder
9
196,0
10
169,3
(-112,8; 72,1)
74,6
Ernstige COVID-19
46
6 733,8
176
6 542,1
(64,7; 82,1)
75,4
18 t/m 64 jaar
38
5 619,2
150
5 460,5
(64,7; 83,2)
70,1
65 jaar en ouder
8
1 114,6
26
1 081,6
(32,1; 88,3)
65,5
75 jaar en ouder
2
197,2
5
170,1
(-110,7; 96,7)
Tabel 4:
11
a
b
c
d
Symptomatische COVID-19 waarvoor een positieve RT-PCR-uitslag vereist is, en minstens 1 respiratoir teken of
symptoom, of 2 andere systemische tekenen of symptomen, zoals gedefinieerd in het protocol.
De uiteindelijke vaststelling van ernstige gevallen van COVID-19 werd gedaan door een onafhankelijke
beoordelingscommissie, die ook de ernst van de ziekte bepaalde op basis van de definitie in de FDA-richtlijnen.
Co-primair eindpunt zoals gedefinieerd in het protocol.
Per-protocol werkzaamheidspopulatie.
Na 14 dagen na vaccinatie, werden 18 vs. 74 gevallen van moleculair bevestigd COVID-19 in het
ziekenhuis opgenomen, respectievelijk in de JCOVDEN-groep vs. de placebogroep, wat resulteert in
76,1% (aangepast 95%-BI: 56,9; 87,7) werkzaamheid van het vaccin. In totaal vereisten 5 gevallen in
de JCOVDEN-groep vs. 17 gevallen in de placebogroep opname op een afdeling intensive care (IC) en
4 vs. 8 gevallen in respectievelijk de JCOVDEN-groep vs. de placebogroep hadden mechanische
beademing nodig.
De werkzaamheid van het vaccin tegen asymptomatische infecties ten minste 28 dagen na vaccinatie
was 28,9% (95%-BI: 20,0; 36,8) en tegen alle SARS-CoV-2-infecties was dit 41,7% (95%-BI: 36,3;
46,7).
Subgroepanalyses van het primaire werkzaamheidseindpunt lieten gelijke puntschattingen voor de
werkzaamheid zien voor mannelijke en vrouwelijke deelnemers, evenals voor deelnemers met en
zonder medische comorbiditeit geassocieerd met een hoog risico op ernstige COVID-19.
Een samenvatting van de werkzaamheid van het vaccin per stamvariant is terug te vinden in
onderstaande tabel 5:
Tabel 5:
Samenvatting van de werkzaamheid van het vaccin tegen symptomatische
a
en
ernstige
b
COVID-19 per stamvariant na een eenmalige dosis
Ernst
Symptomatische
Ernstige
COVID-19
COVID-19
% werkzaamheid
van het vaccin
% werkzaamheid
van het vaccin
Variant
Referentie
Alfa (B.1.1.7)
Beta (B.1.351)
Gamma (P.1)
Zeta (P.2)
Mu (B.1.621)
Begin
Minimaal 14 dagen na
vaccinatie
Minimaal 28 dagen na
vaccinatie
Minimaal 14 dagen na
vaccinatie
Minimaal 28 dagen na
vaccinatie
Minimaal 14 dagen na
vaccinatie
Minimaal 28 dagen na
vaccinatie
Minimaal 14 dagen na
vaccinatie
Minimaal 28 dagen na
vaccinatie
Minimaal 14 dagen na
vaccinatie
Minimaal 28 dagen na
vaccinatie
Minimaal 14 dagen na
vaccinatie
Minimaal 28 dagen na
vaccinatie
12
(95%-BI)
71,5%
(57,3; 81,4)
58,2%
(35,0; 73,7)
70,1%
(35,1; 87,6)
70,2%
(35,3; 87,6)
38,1%
(4,2; 60,4)
51,9%
(19,1; 72,2)
36,4%
(13,9; 53,2)
36,5%
(14,1; 53,3)
64,8%
(47,3; 77,0)
64,1%
(42,5; 78,3)
35,8%
(1,5; 58,6)
35,9%
(1,7; 58,7)
(95%-BI)
89,7%
(57,3; 98,8)
93,1%
(54,4; 99,8)
51,1%
(-241,2; 95,6)
51,4%
(-239,0; 95,6)
70,2%
(28,4; 89,2)
78,4%
(34,5; 94,7)
63,3%
(18,3; 85,0)
63,6%
(18,8; 85,1)
91,1%
(38,8; 99,8)
87,9%
(9,4; 99,7)
79,4%
(38,1; 94,9)
79,5%
(38,5; 94,9)
Lambda (C.37)
Delta
(B.1.617.2/AY.1/AY.
2)
Ander
a
b
Minimaal 14 dagen na
vaccinatie
Minimaal 28 dagen na
vaccinatie
Minimaal 14 dagen na
vaccinatie
Minimaal 28 dagen na
vaccinatie
Minimaal 14 dagen na
vaccinatie
Minimaal 28 dagen na
vaccinatie
10,0%
(-39,5; 42,0)
10,1%
(-39,2; 42,1)
-6,0%
(-178,3; 59,2)
-5,7%
(-177,7; 59,2)
73,2%
(65,4; 79,4)
69,0%
(59,1; 76,8)
67,4%
(-30,6; 94,3)
67,6%
(-29,8; 94,4)
NE*
NE*
NE*
NE*
81,4%
(59,8; 92,5)
75,7%
(46,2; 90,3)
*
Symptomatische COVID-19 waarvoor een positieve RT-PCR-uitslag vereist is, en minstens 1 respiratoir teken of
symptoom, of 2 andere systemische tekenen of symptomen, zoals gedefinieerd in het protocol.
De uiteindelijke vaststelling van ernstige gevallen van COVID-19 werd gedaan door een onafhankelijke
beoordelingscommissie, die ook de ernst van de ziekte bepaalde op basis van de definitie in de FDA-richtlijnen.
Indien voor een eindpunt minder dan 6 gevallen worden waargenomen, wordt de werkzaamheid van het vaccin niet
weergegeven. NE = niet te schatten (not
estimable).
Werkzaamheid van twee doses van JCOVDEN toegediend met een tussentijd van 2 maanden
Een definitieve analyse (cut-off-datum 25 juni 2021) van een multicentrische, gerandomiseerde,
dubbelblinde, placebogecontroleerde fase III-studie (COV3009) werd uitgevoerd in Noord- en Latijns-
Amerika, Afrika, Europa en Azië, om de werkzaamheid, veiligheid en immunogeniciteit te beoordelen
van twee doses van JCOVDEN toegediend met een tussentijd van 56 dagen. Personen met een
afwijkend functionerend immuunsysteem als gevolg van een klinische aandoening, personen die in de
voorgaande 6 maanden een immunosuppressieve behandeling hadden gehad en zwangere vrouwen
werden van de studie uitgesloten. Deelnemers met een stabiele hiv-infectie die onder behandeling
waren, werden niet uitgesloten. Toegelaten vaccins – met uitzondering van levende vaccins – konden
meer dan 14 dagen voor of meer dan 14 dagen na de vaccinatie in de studie worden toegediend.
Toegelaten levende, verzwakte vaccins konden meer dan 28 dagen voor of meer dan 28 dagen na de
vaccinatie in de studie worden toegediend.
In totaal werden 31 300 personen gerandomiseerd in de dubbelblinde fase van de studie. In totaal
werden 14 492 (46,3%) personen opgenomen in de per-protocol-werkzaamheidspopulatie
(7 484 personen kregen JCOVDEN en 7 008 personen kregen een placebo). De deelnemers werden
gevolgd gedurende een mediaan van 36 dagen (bereik: 0-172 dagen) na vaccinatie.
De demografische en andere kenmerken op
baseline
waren vergelijkbaar bij personen die ten minste
twee doses van JCOVDEN kregen en degenen die een placebo kregen. In de populatie voor de
primaire werkzaamheidsanalyse was, onder de personen die twee doses van JCOVDEN kregen, de
mediane leeftijd 50,0 jaar (bereik: 18-99 jaar); 87,0% (N = 6 512) van de personen was 18 t/m 64 jaar
[verder was 13,0% (N = 972) 65 jaar of ouder en 1,9% (N = 144) 75 jaar of ouder]; 45,4% van de
personen was vrouw; 37,5% was afkomstig uit Noord-Amerika (Verenigde Staten), 51,0% was
afkomstig uit Europa (Verenigd Koninkrijk inbegrepen), 5,4% was afkomstig uit Zuid-Afrika, 1,9%
was afkomstig uit de Filipijnen en 4,2% was afkomstig uit Latijns-Amerika. In totaal hadden 2 747
(36,7%) personen op
baseline
minimaal één reeds bestaande aandoening die geassocieerd wordt met
een verhoogd risico op progressie tot ernstige COVID-19. Bestaande aandoeningen waren onder
andere: obesitas, gedefinieerd als een BMI ≥ 30 kg/m
2
(24,6%), hypertensie (8,9%), slaapapneu
(6,7%), diabetes type 2 (5,2%), ernstige hartziekten (3,6%), astma (1,7%) en stabiele hiv-infectie of
hiv-infectie die goed onder controle was (1,3%). Bij ≤ 1% van de personen waren andere
comorbiditeiten aanwezig.
De werkzaamheid van het vaccin tegen symptomatische COVID-19 en ernstige COVID-19 is
weergegeven in onderstaande tabel 6:
13
Analyse van de werkzaamheid van het vaccin tegen symptomatische
a
en ernstige
b
COVID-19 – 14 dagen na boosterdosis (tweede dosis)
JCOVDEN
Placebo
c
N = 7 484
N = 7 008
c
Gevallen
%
van
Gevallen
werkzaamheid
COVID-19
Persoon-
van COVID- Persoon- van het vaccin
Eindpunt
(n)
jaren
19 (n)
jaren
(95%-BI)
d
Symptomatische
75,2
COVID-19
14
1 730,0
52
1 595,0
(54,6; 87,3)
Ernstige COVID-19
100
e
0
1 730,7
8
1 598,9
(32,6; 100,0)
Tabel 6:
a
b
c
d
e
Symptomatische COVID-19 waarvoor een positieve RT-PCR-uitslag vereist is, en minstens 1 respiratoir teken of
symptoom, of 2 andere systemische tekenen of symptomen, zoals gedefinieerd in het protocol.
De uiteindelijke vaststelling van ernstige gevallen van COVID-19 werd gedaan door een onafhankelijke
beoordelingscommissie, die ook de ernst van de ziekte bepaalde op basis van de definitie in de FDA-richtlijnen.
Per-protocol werkzaamheidspopulatie.
Betrouwbaarheidsintervallen werden gecorrigeerd om te controleren op een type I-fout bij meervoudig testen.
Van de 8 deelnemers met ernstige ziekte, werd er 1 opgenomen op een afdeling intensive care.
Bij ongeveer 68% van de centraal bevestigde stammen is met ingang van deze analyse (juli 2021) de
sequentie bepaald. Resultaten van een voorlopige analyse van varianten waarvan voldoende gevallen
beschikbaar waren voor betekenisvolle interpretaties (Alfa [B.1.1.7)] en Mu [B.1.621]) laten zien dat,
na de eerste dosis van JCOVDEN, de werkzaamheid tegen deze twee varianten 14 dagen na dosis 1
(dag 15-dag 56) respectievelijk 71,6% [95%-BI: 43,2; 86,9] en 43,9% [95%-BI: -43,4; 79,6] was. Na
de tweede dosis (≥71 dagen) was de werkzaamheid tegen Alfa en Mu respectievelijk 94,2% [95%-BI:
62,9; 99,9] en 63,1% [95%-BI: -27,9; 91,6]. Daarom werd een statistisch significante werkzaamheid
voor Mu niet aangetoond. Er waren slechts enkele Delta-gevallen (respectievelijk 2 en 1 in de
JCOVDEN-groep en de placebogroep) en geen gevallen van de referentiestam, noch in de JCOVDEN-
groep, noch in de placebogroep bij de
follow-up
14 dagen na de boosterdosis (≥71 dagen).
De werkzaamheid van het vaccin tegen asymptomatische infecties ten minste 14 dagen na tweede
vaccinatie was 34,2% (95%-BI: -6,4; 59,8).
Immunogeniciteit van een boosterdosis (tweede dosis) na primaire vaccinatie met JCOVDEN
Er moet worden opgemerkt dat er geen vastgesteld immuuncorrelaat van bescherming is. In een
fase II-studie (COV2001) kregen personen van 18 t/m 55 jaar en van 65 jaar en ouder een boosterdosis
van het JCOVDEN ongeveer 2 maanden na de primaire vaccinatie. Immunogeniciteit werd beoordeeld
door het meten van neutraliserende antilichamen tegen de SARS-CoV-2 Victoria/1/2020-stam met
behulp van een gekwalificeerde
wild-type
virusneutralisatietest (wtVNA). Gegevens over
immunogeniciteit zijn beschikbaar van 39 personen, van wie er 15 een leeftijd hadden van 65 jaar of
ouder, en zijn samengevat in tabel 7.
SARS-CoV-2-neutralisatie
wild-type
VNA-VICTORIA/1/2020 (IC50),
Studie COV2001 Groep 1, per-protocol immunogeniciteits-set*
28 dagen na
primaire
Voor de
14 dagen na 28 dagen na
Baseline
vaccinatie
boosterdosis boosterdosis boosterdosis
(dag 1)
(dag 29)
(dag 57)
(dag 71)
(dag 85)
N
38
39
39
39
38
Geometrisch
< LLOQ
260 (196;
212 (142;
518 (354;
424 (301;
gemiddelde titer
(< LLOQ,
346)
314)
758)
597)
(95%-BI)
< LLOQ)
Tabel 7:
14
Toenamefactor van
het geometrisch
gemiddelde (95%-
BI) t.o.v. voor de
booster
n/a
n/a
n/a
2,3
(1,7; 3,1)
1,8
(1,4; 2,4)
LLOQ =
lower limit of quantification
(ondergrens voor kwantificatie).
* PPI-set: De per-protocol immunogeniciteitspopulatie omvat alle gerandomiseerde en gevaccineerde personen van wie
er gegevens over immunogeniciteit beschikbaar zijn, met uitzondering van personen met grote afwijkingen van het
protocol waarvan wordt verwacht dat ze invloed hebben op de immunogeniciteitsuitkomsten. Daarnaast werden
monsters verkregen na gemiste vaccinaties of van personen met natuurlijke SARS-CoV-2-infectie optredend na
screening
(indien van toepassing) uitgesloten van de analyse.
Toename in neutraliserende en bindende antilichamen tegen de SARS-CoV-2-referentiestam werd ook
waargenomen in studies COV1001, COV1002 en COV2001 bij een beperkt aantal deelnemers aan de
studie na een booster die werd toegediend na 2, 3 en 6 maanden, in vergelijking met de waarden vóór
de booster. In het algemeen varieerde de toename van de geometrisch gemiddelde titer vóór de booster
tot 1 maand na de booster van 1,5- tot 4,4-maal voor neutraliserende antilichamen, en van 2,5-tot 5,8-
maal voor bindende antilichamen. Een tweevoudige daling van de antilichaamniveaus werd
waargenomen 4 maanden na de boosterdosis na 2 maanden, vergeleken met 1 maand na de
boosterdosis na 2 maanden. De antilichaamniveaus waren nog steeds hoger dan de antilichaamniveaus
na een eenmalige dosis op een vergelijkbaar tijdstip. Deze gegevens ondersteunen de toediening van
een boosterdosis indien toegediend met een tussentijd van 2 maanden of langer na de primaire
vaccinatie.
Immunogeniciteit van een boosterdosis na primaire vaccinatie met een goedgekeurd mRNA-COVID-
19-vaccin
Een onafhankelijke open-label klinische fase I/II-studie (NCT04889209) werd uitgevoerd in de
Verenigde Staten, waarin een heterologe boosterdosis van het JCOVDEN werd onderzocht.
Immunogeniciteit werd beoordeeld met behulp van een psVNA op basis van een lentivirus dat het
SARS-CoV-2 Spike-eiwit met D614G-mutatie tot expressie brengt. Wegens de beperkte
steekproefgrootte zijn de waargenomen verschillen alleen beschrijvend. In deze studie werden
volwassenen die minstens 12 weken voor inclusie een primaire vaccinatie hadden afgerond met
Spikevax (serie met 2 doses) (N = 151), JCOVDEN (eenmalige dosis) (N = 156), of Comirnaty (serie
met 2 doses) (N = 151) en die geen voorgeschiedenis van SARS-CoV-2-infectie meldden, 1:1:1
gerandomiseerd voor het krijgen van een boosterdosis van één van drie vaccins: Spikevax,
JCOVDEN, of Comirnaty. Titers van neutraliserende antilichamen werden beoordeeld op dag 1 voor
toediening van de boosterdosis en op dag 15 en dag 29 na de boosterdosis. Een boosterrespons op
JCOVDEN werd aangetoond, ongeacht de primaire vaccinatie. Het antilichaamniveau op dag 15 na
een heterologe booster met JCOVDEN is lager dan na een homologe booster met een goedgekeurd
mRNA-vaccin, terwijl op dag 29 de titers van neutraliserende antilichamen tussen beide regimes
ongeveer gelijk zijn. Uit de gegevens blijkt dat het homologe regime met JCOVDEN een lagere
antilichaamrespons opwekt dan een heterologe booster met een goedgekeurd mRNA-vaccin. De
klinische relevantie hiervan is onbekend. Er zijn alleen gegevens over immunogeniciteit op korte
termijn beschikbaar; bescherming op lange termijn en immunologisch geheugen zijn momenteel
onbekend.
Ouderen
JCOVDEN werd beoordeeld bij personen van 18 jaar en ouder. De werkzaamheid van JCOVDEN was
vergelijkbaar tussen oudere (≥ 65 jaar) en jongere personen (18-64 jaar).
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met JCOVDEN in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten ter preventie van COVID-19 (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch
gebruik).
15
Voorwaardelijke toelating
Dit geneesmiddel is geregistreerd in het kader van een zogeheten ‘voorwaardelijke toelating’. Dit
betekent dat aanvullend bewijs over de baten van dit geneesmiddel wordt afgewacht. Het Europees
Geneesmiddelenbureau zal nieuwe informatie over dit geneesmiddel op zijn minst eenmaal per jaar
beoordelen en zo nodig deze SPC aanpassen.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Niet van toepassing.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering, lokale
verdraagbaarheid en reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
Genotoxiciteit en carcinogeniciteit
Er is geen onderzoek gedaan naar het genotoxische of carcinogene effect van JCOVDEN. Van de
bestanddelen van het vaccin wordt niet verwacht dat ze genotoxisch of carcinogeen kunnen zijn.
Reproductietoxiciteit en vruchtbaarheid
De reproductietoxiciteit en vruchtbaarheid bij vrouwen werden beoordeeld in een gecombineerde
studie naar de embryo-foetale en pre- en postnatale ontwikkeling bij konijnen. In deze studie werd een
eerste vaccinatie met JCOVDEN 7 dagen voor het paren intramusculair toegediend aan vrouwelijke
konijnen, in een dosis die overeenkomt met een dosis die 2-maal zo hoog is als de aanbevolen dosis bij
de mens, gevolgd door 2 vaccinaties in dezelfde dosering tijdens de draagtijd (namelijk op dag 6 en
dag 20 van de draagtijd). Er waren geen aan het vaccin gerelateerde effecten op de vrouwelijke
vruchtbaarheid, de zwangerschap, de embryo-foetale ontwikkeling of op de ontwikkeling van het
nageslacht. Zowel de moederdieren als hun foetussen en nageslacht vertoonden antilichaamtiters
specifiek voor de S-proteïne van SARS-CoV-2, hetgeen aangeeft dat antilichamen van de moeder
tijdens de draagtijd werden overgedragen op de foetussen. Er zijn geen gegevens met JCOVDEN
beschikbaar over de uitscheiding van vaccin in moedermelk.
Daarnaast bracht een conventionele toxiciteitsstudie (met herhaalde dosering) met JCOVDEN bij
konijnen geen enkel effect op de mannelijke geslachtsorganen aan het licht dat de vruchtbaarheid van
de man zou kunnen beperken.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Verpakking van 10 injectieflacons
2-hydroxypropyl-β-cyclodextrine (HBCD)
Citroenzuur-monohydraat
Ethanol
Zoutzuur
Polysorbaat 80
Natriumchloride
Natriumhydroxide
Trinatriumcitraat-dihydraat
Water voor injecties
16
Verpakking van 20 injectieflacons
2-hydroxypropyl-β-cyclodextrine (HBCD)
Citroenzuur-monohydraat
Ethanol
Zoutzuur
Polysorbaat 80
Natriumchloride
Natriumhydroxide
Water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen of verdund worden.
6.3
Houdbaarheid
Ongeopende injectieflacon
2 jaar indien bewaard bij -25°C tot -15°C.
Nadat het uit de vriezer is gehaald, kan het ongeopende vaccin gekoeld worden bewaard bij 2°C tot
8°C, beschermd tegen licht, gedurende één enkele periode van maximaal 11 maanden, waarbij de
gedrukte houdbaarheidsdatum (EXP) niet mag worden overschreden.
Als het eenmaal is ontdooid, mag het vaccin niet opnieuw worden ingevroren.
Voor de speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren, zie rubriek 6.4.
Geopende injectieflacon (na het eerste aanprikken van de injectieflacon)
Chemische en fysische stabiliteit, inclusief tijdens transport, van het vaccin tijdens gebruik is
aangetoond gedurende 6 uur bij 2°C tot 25°C. Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product bij
voorkeur onmiddellijk na het eerste aanprikken van de injectieflacon te worden gebruikt. Het product
kan echter gedurende maximaal 6 uur worden bewaard bij 2°C tot 8°C of maximaal 3 uur bij
kamertemperatuur (maximaal 25°C) na het eerste aanprikken van de injectieflacon. Na deze periodes
zijn de bewaartijden en -omstandigheden tijdens het gebruik de verantwoordelijkheid van de
gebruiker.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de vriezer en bevroren transporteren bij -25°C tot -15°C. De houdbaarheidsdatum voor
opslag bij -25°C tot -15°C is afgedrukt op de injectieflacon en op de doos na EXP.
Bij opslag in bevroren toestand bij -25°C tot -15°C kan het vaccin ofwel worden ontdooid bij 2°C tot
8°C ofwel bij kamertemperatuur:
bij 2°C tot 8°C: voor een doos met 10 of 20 injectieflacons duurt het ontdooien ongeveer 13 uur;
voor een afzonderlijke injectieflacon duurt het ontdooien ongeveer 2 uur.
bij kamertemperatuur (maximaal 25°C): voor een doos met 10 of 20 injectieflacons duurt het
ontdooien ongeveer 4 uur; voor een afzonderlijke injectieflacon duurt het ontdooien ongeveer
1 uur.
Het vaccin kan ook worden bewaard in een koelkast of worden getransporteerd bij 2°C tot 8°C
gedurende één enkele periode van maximaal 11 maanden, waarbij de oorspronkelijke
houdbaarheidsdatum (EXP) niet mag worden overschreden. Nadat het product is overgebracht naar
opslag bij 2°C tot 8°C moet de aangepaste houdbaarheidsdatum op de doos worden genoteerd en moet
17
het vaccin voor de nieuwe houdbaarheidsdatum worden gebruikt of weggegooid. De oorspronkelijke
houdbaarheidsdatum moet worden doorgestreept. Het vaccin kan ook worden vervoerd bij 2°C tot
8°C, zolang de juiste bewaarcondities (temperatuur, tijd) worden toegepast.
Als het eenmaal is ontdooid, kan het vaccin niet opnieuw worden ingevroren.
Bewaar de injectieflacons in de oorspronkelijke doos ter bescherming tegen licht.
Ongeopend JCOVDEN is gedurende in totaal 12 uur stabiel bij 9°C tot 25°C. Dit is geen aanbevolen
bewaar- of transportconditie, maar het kan als leidraad dienen bij beslissingen voor gebruik in het
geval van tijdelijke temperatuurschommelingen tijdens de bewaarperiode van 11 maanden bij 2°C tot
8°C.
Voor bewaarcondities van het geneesmiddel na opening, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
2,5 ml suspensie in een injectieflacon met meerdere doses (type I-glas) met een rubberen stop
(chloorbutyl met een oppervlaktecoating van fluorpolymeer), aluminium krimpverzegeling en een
blauwe plastic dop. Elke injectieflacon bevat 5 doses van 0,5 ml.
Verpakkingsgrootten van 10 of 20 injectieflacons met meerdere doses.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Gebruiksinstructies en toediening
Dit vaccin moet worden gehanteerd door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg
gebruikmakend van een aseptische techniek om de steriliteit van elke dosis te waarborgen.
Het vaccin is na ontdooien klaar voor gebruik.
Het vaccin kan worden geleverd in bevroren toestand bij -25°C tot -15°C of ontdooid bij 2°C tot
8°C.
Vaccin na ontdooien niet opnieuw invriezen.
Bewaar de injectieflacons in de oorspronkelijke doos ter bescherming tegen licht en om de
houdbaarheidsdatum voor de verschillende bewaarcondities te noteren, indien van toepassing.
a.
Bewaren na ontvangst van het vaccin
ALS U UW VACCIN ONTVANGT IN BEVROREN TOESTAND BIJ -25°C tot -15°C, kunt u
het:
-25°C tot -15°C
2°C tot 8°C
OF
Bewaren in een vriezer
Het vaccin kan bevroren worden bewaard en
vervoerd bij
-25°C tot -15°C.
18
Bewaren in een koelkast
Het vaccin kan ook worden bewaard en
vervoerd bij
2°C tot 8°C
gedurende één
De houdbaarheidsdatum voor bewaren is op
de injectieflacon en op de doos afgedrukt na
EXP (zie rubriek 6.4).
enkele periode van
maximaal 11 maanden,
waarbij de oorspronkelijke
houdbaarheidsdatum (EXP) niet mag worden
overschreden.
Nadat het product
in een koelkast
is
geplaatst bij
2°C tot 8°C,
moet de
aangepaste houdbaarheidsdatum op de doos
worden genoteerd en moet het vaccin vóór de
aangepaste houdbaarheidsdatum worden
gebruikt of weggegooid.
De oorspronkelijke
houdbaarheidsdatum moet worden
doorgestreept
(zie rubriek 6.4).
ALS U UW VACCIN ONTVANGT IN ONTDOOIDE TOESTAND BIJ 2°C tot 8°C moet u
het in de koelkast bewaren:
2°C tot 8°C
Niet
opnieuw invriezen als het product bij ontvangst al is ontdooid bij 2°C tot 8°C.
N.B.:
Als het vaccin gekoeld wordt ontvangen bij 2°C tot 8°C, controleer dan bij ontvangst of de
houdbaarheidsdatum door de plaatselijke leverancier is aangepast. Als u geen nieuwe
houdbaarheidsdatum kunt vinden, neem dan contact op met de plaatselijke leverancier om de
houdbaarheidsdatum in de koelkast te bevestigen. Noteer de
nieuwe houdbaarheidsdatum
op de
doos voordat het vaccin in de koelkast wordt geplaatst.
De oorspronkelijke houdbaarheidsdatum
moet worden doorgestreept
(zie rubriek 6.4).
b.
Bij bewaren in de vriezer moet(en) de injectieflacon(s) voor het toedienen ontdooid
worden, ofwel in de koelkast, ofwel bij kamertemperatuur
2°C tot 8°C
Maximaal 25°C
13 uur
ontdooien
OF
4 uur
ontdooien
1 uur
ontdooien
Ontdooien in de koelkast
Na bewaren in de vriezer bij -25°C tot -15°C
duurt het ontdooien bij
2°C tot 8°C
voor een
doos met 10 of 20 injectieflacons ongeveer
13 uur; voor afzonderlijke injectieflacons is
dat ongeveer 2 uur.
19
Ontdooien bij kamertemperatuur
Na bewaren in de vriezer bij -25°C
tot
-15°C, moet een doos met 10 of
20 injectieflacons of een afzonderlijke
injectieflacon worden ontdooid bij
kamertemperatuur van maximaal
25°C.
Als het vaccin niet onmiddellijk wordt
gebruikt, raadpleeg dan de instructies in de
rubriek ‘Bewaren in een koelkast’.
De injectieflacon moet worden bewaard in de
oorspronkelijke doos ter bescherming tegen
licht en om de houdbaarheidsdatum voor de
verschillende bewaarcondities op te
schrijven, indien van toepassing.
Na ontdooien niet opnieuw invriezen.
Voor een doos met 10 of 20 injectieflacons
duurt het ontdooien ongeveer
4 uur.
Voor een afzonderlijke injectieflacon duurt
het ontdooien ongeveer
1 uur.
Het vaccin is stabiel gedurende in totaal
12 uur bij 9°C tot 25°C.
Het is geen
aanbevolen bewaar- of vervoerconditie, maar
kan als leidraad dienen bij beslissingen voor
gebruik in geval van tijdelijke
temperatuurschommelingen.
Als het vaccin niet onmiddellijk wordt
gebruikt, raadpleeg dan de instructies in de
rubriek ‘Bewaren in een koelkast’.
Na ontdooien
niet
opnieuw invriezen.
c.
Injectieflacon en vaccin inspecteren
JCOVDEN is een kleurloze tot lichtgele, heldere tot zeer opalescente suspensie (pH = 6-6,4).
Het vaccin moet voor toediening visueel worden geïnspecteerd op vreemde deeltjes en
verkleuring.
De injectieflacon moet voor toediening visueel worden geïnspecteerd op barstjes of andere
afwijkingen zoals aanwijzingen voor geknoei. Is een van deze kenmerken aanwezig, dien het
vaccin dan niet toe.
d.
Vaccin klaarmaken en toedienen
10
SEC.
Draai de injectieflacon
zachtjes rond
Draai
– alvorens een dosis
van het vaccin toe te dienen
– de injectieflacon zachtjes
10 seconden rond. Houd de
injectieflacon daarbij
rechtop.
Niet
schudden
Trek 0,5 ml op
Trek met een steriele naald
en een steriele injectiespuit
een eenmalige dosis van
0,5 ml
op uit de
injectieflacon met meerdere
doses (zie rubriek 4.2).
Uit de injectieflacon met
meerdere doses kunnen
maximaal 5 doses worden
opgetrokken.
Gooi weg wat er
eventueel aan vaccin in de
injectieflacon achterblijft nadat
er 5 doses zijn opgetrokken.
Injecteer 0,5 ml
Uitsluitend
toedienen door
middel van een
intramusculaire injectie
in
de deltaspier van de
bovenarm (zie rubriek 4.2).
20
e.
Bewaren na eerste aanprikken
2°C tot 8°C
Maximaal 6 uur
bewaren
Maximaal 25°C
OF
Maximaal 3 uur
bewaren
Noteer datum en tijdstip
waarop de injectieflacon
moet worden weggegooid
Noteer op het etiket van
elke injectieflacon na het
eerste aanprikken van de
injectieflacon de datum en
het tijdstip waarop de
injectieflacon moet worden
weggegooid.
Bij voorkeur onmiddellijk
na eerste aanprikken
gebruiken.
Na het eerste
aanprikken van de
injectieflacon kan het
vaccin bij
2°C tot 8°C
maximaal 6 uur
worden bewaard.
Gooi het vaccin weg
als het niet binnen
deze tijd is gebruikt.
Na het eerste aanprikken
van de injectieflacon kan
het vaccin bij
kamertemperatuur
(maximaal 25°C)
één
periode van
maximaal
3 uur
worden bewaard.
(zie rubriek 6.3).
Gooi het vaccin weg als
het niet binnen deze tijd is
gebruikt.
f.
Verwijderen
Al het ongebruikte vaccin of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften voor farmaceutisch afval. Plaatsen waar mogelijk gemorst is, moeten worden
gedesinfecteerd gebruikmakend van middelen met virusdodende activiteit tegen adenovirussen.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Janssen-Cilag International NV
Turnhoutseweg 30
B-2340 Beerse
België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1525/001
EU/1/20/1525/002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 11 maart 2021
Datum van laatste verlenging: 3 januari 2022
21
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
22
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANTEN VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER
VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT
EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN WAARAAN NA TOEKENNING
VAN EEN VOORWAARDELIJKE VERGUNNING MOET WORDEN
VOLDAAN
D.
E.
23
A.
FABRIKANTEN VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN FABRIKANTEN
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten van de biologisch werkzame stof
Janssen Biologics B.V.
Einsteinweg 101
2333 CB Leiden
Nederland
Emergent Manufacturing
Operations Baltimore LLC
5901 East Lombard Street
Baltimore, MD 21224
Verenigde Staten (VS)
Biological E. Limited
Plot No. 1, Biotech Park, Phase II
Kolthur Village, Shameerpet
Medchal-Malkajgiri District,
Telangana-500078
India
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Janssen Biologics B.V.
Einsteinweg 101
2333 CB Leiden
Nederland
Janssen Pharmaceutica NV
Turnhoutseweg 30
2340 Beerse
België
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
Officiële vrijgifte van de batch
In overeenstemming met artikel 114 van Richtlijn 2001/83/EG, zal de officiële vrijgifte van de batch
worden uitgevoerd door een rijkslaboratorium of een specifiek daartoe aangewezen laboratorium.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
24
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen
6 maanden na toekenning van de vergunning indienen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
E.
SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN WAARAAN NA TOEKENNING VAN EEN
VOORWAARDELIJKE VERGUNNING MOET WORDEN VOLDAAN
Dit is een voorwaardelijke vergunning en overeenkomstig artikel 14-a van Verordening (EG) nr.
726/2004 moet de vergunninghouder binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen
nakomen:
Beschrijving
Om de consistentie van het productieproces van de werkzame stof te
bevestigen, moet de vergunninghouder aanvullende validatie- en
vergelijkingsgegevens verstrekken.
Om de consistentie van het productieproces van het eindproduct te
bevestigen, moet de vergunninghouder aanvullende validatie- en
vergelijkingsgegevens verstrekken.
Om de werkzaamheid en de veiligheid van het COVID-19-vaccin
Ad26.COV2.S te bevestigen, moet de vergunninghouder het
definitieve klinische onderzoeksrapport indienen van het
gerandomiseerde, placebogecontroleerde, waarnemergeblindeerde
onderzoek VAC31518COV3001.
Uiterste datum
31 oktober 2022
30 september 2022
31 december 2023
25
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
26
A. ETIKETTERING
27
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
JCOVDEN suspensie voor injectie
COVID-19-vaccin (Ad26.COV2-S [recombinant])
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén dosis (0,5 ml) bevat niet minder dan 8,92 log
10
infectieuze eenheden
Adenovirus type 26 dat codeert voor de spike-glycoproteïne van SARS-CoV-2 (Ad26.COV2-S)
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde organismen.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Verpakking van 10 injectieflacons
Hulpstoffen: 2-hydroxypropyl-β-cyclodextrine, citroenzuur-monohydraat, ethanol, zoutzuur,
polysorbaat-80, natriumchloride, natriumhydroxide, trinatriumcitraat-dihydraat, water voor injecties.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
Verpakking van 20 injectieflacons
Hulpstoffen: 2-hydroxypropyl-β-cyclodextrine, citroenzuur-monohydraat, ethanol, zoutzuur,
polysorbaat-80, natriumchloride, natriumhydroxide, water voor injecties. Zie bijsluiter voor meer
informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Suspensie voor injectie
10 injectieflacons met meerdere doses
20 injectieflacons met meerdere doses
Elke injectieflacon bevat 5 doses van 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor meer informatie: scan deze QR-code of ga naar www.covid19vaccinejanssen.com.
28
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Zie EXP voor uiterste gebruiksdatum bij -25°C tot -15°C.
Noteer de nieuwe houdbaarheidsdatum bij 2°C tot 8°C (max 11 maanden): __________ Streep de
oude houdbaarheidsdatum door.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de vriezer en bevroren transporteren bij -25°C tot -15°C.
Kan ook worden bewaard bij 2°C tot 8°C gedurende 11 maanden. Noteer de nieuwe
houdbaarheidsdatum.
Eenmaal ontdooid niet opnieuw invriezen.
Bewaar de injectieflacons in de oorspronkelijke doos ter bescherming tegen licht.
Voor aanvullende informatie over houdbaarheid en bewaren, zie bijsluiter.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Vernietigen in overeenstemming met de lokale voorschriften voor farmaceutisch afval.
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Janssen-Cilag International NV
Turnhoutseweg 30
B-2340 Beerse
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1525/001
EU/1/20/1525/002
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
29
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 1D & 2D BARCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE
GEGEVENS
30
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET INJECTIEFLACON MET MEERDERE DOSES (5 DOSES VAN 0,5 ML)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
JCOVDEN injectie
COVID-19-vaccin (Ad26.COV2-S [recombinant])
i.m.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Intramusculair gebruik
3.
EXP
4.
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
5 doses van 0,5 ml
6.
OVERIGE
Datum/tijd weggooien
31
B. BIJSLUITER
32
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
JCOVDEN suspensie voor injectie
COVID-19-vaccin (Ad26.COV2-S [recombinant])
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u wordt gevaccineerd want er staat belangrijke informatie
in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is JCOVDEN en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe wordt dit middel gegeven?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe wordt dit middel bewaard?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is JCOVDEN en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
JCOVDEN is een vaccin om COVID-19 te voorkomen. COVID-19 is een ziekte die wordt
veroorzaakt door het coronavirus (SARS-CoV-2-virus).
Dit vaccin wordt gegeven aan volwassenen van 18 jaar en ouder.
Het vaccin zorgt ervoor dat het immuunsysteem (dat is het natuurlijke afweersysteem van het lichaam)
antistoffen en gespecialiseerde witte bloedcellen gaat maken die het virus tegenwerken. Dit beschermt
u tegen COVID-19.
Geen van de stoffen in dit vaccin kan COVID-19 veroorzaken.
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee
zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit vaccin. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Als u een bloedstolsel heeft gehad en tegelijk weinig bloedplaatjes (trombose met
trombocytopenie syndroom, TTS), nadat u een vaccinatie heeft gehad met een vaccin tegen
COVID-19 (welke maakt niet uit).
Als u eerder de diagnose capillairleksyndroom heeft gekregen (een aandoening die leidt tot het
lekken van vloeistof uit kleine bloedvaten).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel krijgt toegediend in
de volgende gevallen:
als u wel eens een ernstige allergische reactie heeft gehad op een injectie met een ander vaccin,
als u wel eens bent flauwgevallen nadat u een injectie met een naald heeft gehad,
als u een ernstige infectie heeft met koorts (meer dan 38°C). Als u alleen lichte koorts heeft, of
een luchtweginfectie zoals een verkoudheid, kunt u wel de vaccinatie krijgen,
33
als u een bloedingsprobleem heeft, snel blauwe plekken krijgt of als u bloed verdunnende
medicijnen gebruikt (medicijnen die bloedstolsels voorkomen),
als uw afweersysteem niet goed werkt (immuundeficiëntie) of als u medicijnen gebruikt die uw
afweersysteem verzwakken (zoals corticosteroïden in hoge dosis, immuunsuppressiva of
medicijnen tegen kanker),
als u een hoger risico heeft op bloedklonters in uw aderen (veneuze trombo-embolie, VTE).
Zoals bij elk vaccin kan het zijn dat vaccinatie met dit vaccin niet iedereen die het ontvangt volledig
beschermt. Het is niet bekend hoe lang u beschermd zult zijn.
Aandoeningen van het bloed
Veneuze trombo-embolie:
bloedklonters in de aderen (veneuze trombo-embolie, VTE) zijn
zelden waargenomen na vaccinatie met JCOVDEN.
Trombose met trombocytopenie syndroom.
In het bloed is na vaccinatie met JCOVDEN in heel
zeldzame gevallen een combinatie gezien van bloedklonters en weinig ‘bloedplaatjes’. Dit zijn
ernstige gevallen met bloedklonters, ook op ongebruikelijke plaatsen, zoals in de hersenen,
lever, darmen en milt. Soms ging dit samen met bloedingen. Deze gevallen gebeurden vooral
binnen de eerste drie weken na de vaccinatie en bij personen jonger dan 60 jaar. Een enkel geval
had een dodelijke afloop.
Immune trombocytopenie:
zeer laag aantal bloedplaatjes (immune trombocytopenie), wat
samen kan gaan met bloedingen. Deze werden zelden gemeld, meestal binnen de eerste vier
weken na vaccinatie met JCOVDEN.
Roep onmiddellijk medische hulp in als u klachten ervaart die kunnen wijzen op aandoeningen van het
bloed. Krijgt u een paar dagen na de vaccinatie last van ernstige of aanhoudende hoofdpijn? Krijgt u
aanvallen van epilepsie, merkt u veranderingen in uw mentale toestand of gaat u wazig zien? Krijgt u
zomaar bloedingen of zomaar blauwe plekken buiten de vaccinatieplaats? Krijgt u rode puntjes buiten
de vaccinatieplaats? Wordt u kortademig? Krijgt u pijn op de borst? Doet uw been pijn? Wordt uw
been dik? Of krijgt u aanhoudende buikpijn? Vertel uw zorgverlener dat u net bent gevaccineerd met
JCOVDEN.
Capillairleksyndroom
Zeer zeldzame gevallen van capillairleksyndroom (CLS) zijn gemeld na vaccinatie met JCOVDEN.
Minstens één patiënt die deze bijwerking kreeg, had eerder de diagnose CLS gekregen. CLS is een
ernstige, mogelijk dodelijke aandoening die leidt tot het lekken van vloeistof uit kleine bloedvaten
(capillairen). Gevolgen zijn: snel opkomende zwelling van de armen en benen, plotselinge
gewichtstoename en een flauw gevoel (lage bloeddruk). Roep direct medische hulp in als deze
klachten zich voordoen in de dagen na de vaccinatie.
Aandoeningen van het zenuwstelsel
Guillain-Barré-syndroom
Zoek meteen medische hulp als u last krijgt van zwakte en verlamming in de armen en benen
die kunnen uitbreiden naar de borst en het gezicht (Guillain-Barré-syndroom, GBS). Dit is zeer
zelden gemeld na vaccinatie met JCOVDEN.
Ontsteking van het ruggenmerg (myelitis transversa)
Zoek meteen medische hulp als u last krijgt van zwakte in de armen of benen, zintuiglijke
symptomen (zoals tintelingen, gevoelloosheid, pijn of verlies van pijngevoel) of problemen met
de blaas- of darmfunctie. Dit is zeer zelden gemeld na vaccinatie met JCOVDEN.
Risico op zeer zeldzame bijwerkingen na een boosterdosis
Het is niet bekend wat het risico is op zeer zeldzame bijwerkingen (zoals aandoeningen van het bloed
waaronder trombose met trombocytopenie syndroom, CLS of GBS) na een boosterdosis van
JCOVDEN.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit vaccin wordt niet aanbevolen bij kinderen onder de 18 jaar. Er is op dit moment niet genoeg
informatie over het gebruik van dit vaccin bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
34
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast JCOVDEN nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dit geldt ook voor het krijgen van nog andere vaccins.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u de vaccinatie krijgt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Enkele van de bijwerkingen van dit vaccin die in rubriek 4 staan (Mogelijke bijwerkingen) kunnen
tijdelijk invloed hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om machines te bedienen. Wacht tot
deze effecten zijn weggetrokken voordat u een voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
JCOVDEN bevat natrium
Dit vaccin bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van een halve milliliter, dat wil zeggen
dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
JCOVDEN bevat alcohol
Dit vaccin bevat 2 mg alcohol (ethanol) per dosis van een halve milliliter. De hoeveelheid alcohol in
dit vaccin komt overeen met minder dan 1 milliliter bier of wijn. Er zit een kleine hoeveelheid alcohol
in dit middel. Dit is zo weinig dat u hier niets van merkt.
3.
Hoe wordt dit middel gegeven?
Uw arts, apotheker of verpleegkundige zal de vaccinatie geven via een injectie in een spier, normaal
gesproken in de bovenarm.
Hoeveel vaccin krijgt u?
Voor de eerste vaccinatie (de primaire vaccinatie) krijgt u één keer een injectie van een halve milliliter
van JCOVDEN.
Een booster dosis (tweede dosis) kan worden gegeven ten minste 2 maanden na de eerste vaccinatie,
voor personen van 18 jaar en ouder.
U kunt JCOVDEN ook als enkelvoudige boosterdosis krijgen als u bij uw eerste vaccinaties een
goedgekeurd mRNA-vaccin tegen COVID-19 kreeg (2 doses). De wachttijd tot de boosterdosis is even
lang als de wachttijd die is goedgekeurd voor de boosterdosis van het vaccin dat werd gebruikt bij uw
eerste vaccinatie.
Na de injectie met het vaccin zal uw arts, apotheker of verpleegkundige u ongeveer 15 minuten in de
gaten houden om te zien of u geen allergische reactie krijgt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit vaccin? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk vaccin kan ook dit middel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. De
meeste van deze bijwerkingen treden op binnen 1 of 2 dagen nadat u de vaccinatie heeft gekregen.
35
Zoek onmiddellijk medische hulp als u binnen 3 weken na de vaccinatie een of meer van de volgende
klachten krijgt:
ernstige of aanhoudende hoofdpijn, wazig zien, veranderingen in uw mentale toestand,
aanvallen van epilepsie;
kortademigheid, pijn op uw borst, zwelling van uw been, pijn in uw been of aanhoudende
buikpijn;
ongewone blauwe plekken op uw huid of rode puntjes buiten de vaccinatieplaats.
Zoek
dringend
medische hulp als u verschijnselen krijgt van een ernstige allergische reactie. De
volgende klachten, of een combinatie ervan, kunnen wijzen op zo’n reactie:
zich flauw of licht in het hoofd voelen
veranderingen in uw hartslag
kortademigheid
piepende ademhaling
uw lippen, gezicht of keel zwellen op
huiduitslag of roze bulten op de huid met erge jeuk (netelroos)
misselijkheid of overgeven
buikpijn
Met dit vaccin kunnen de volgende bijwerkingen optreden.
Zeer vaak:
komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
hoofdpijn
misselijkheid
spierpijn
pijn op de plaats waar de injectie is gegeven
zich erg moe voelen
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
roodheid op de plaats waar de injectie is gegeven
zwelling op de plaats waar de injectie is gegeven
koude rillingen
pijn in gewrichten
hoesten
koorts
Soms:
komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
huiduitslag
zwakke spieren
pijn in een arm of been
zich slap voelen
zich niet lekker voelen
niezen
keelpijn
rugpijn
trillen
overmatig zweten
raar gevoel in de huid, zoals een tintelend, prikkelend of doof gevoel (paresthesie)
diarree
duizeligheid
Zelden:
komen voor bij minder dan 1 op de 1 000 gebruikers
een allergische reactie
uitslag op de huid met roze bulten en erge jeuk (netelroos of galbulten)
lymfeklieren die groter zijn dan normaal (lymfadenopathie)
36
minder gevoel in de huid bij aanraken (hypo-esthesie)
oorsuizen (tinnitus)
braken
bloedklonters in de aderen (veneuze trombo-embolie, VTE)
Zeer zelden:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 000 gebruikers
bloedklonters, vaak op ongebruikelijke plaatsen (bijvoorbeeld in de hersenen, lever, darmen,
milt), in combinatie met een laag aantal bloedplaatjes
ernstige zenuwontsteking, die verlamming en moeite met ademhalen kan veroorzaken (Guillain-
Barré-syndroom [GBS])
Niet bekend
(kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
ernstige allergische reactie
capillairleksyndroom (een aandoening die leidt tot het lekken van vloeistof uit kleine
bloedvaten)
laag aantal bloedplaatjes (immune trombocytopenie) wat gepaard kan gaan met bloedingen (zie
rubriek 2, ‘Aandoeningen van het bloed’)
ontsteking van het ruggenmerg
ontsteking van kleine bloedvaten (kleinevatenvasculitis) met huiduitslag of kleine rode of
paarse, platte, ronde vlekken onder het huidoppervlak of blauwe plekken
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u bijwerkingen heeft waar u last van
heeft of die niet weggaan.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. U moet het
batchnummer/lotnummer vermelden als dat beschikbaar is. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons
helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe wordt dit middel bewaard?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
De injectieflacon bewaren in de oorspronkelijke doos ter bescherming tegen licht.
Uw arts, apotheker of verpleegkundige is verantwoordelijk voor het bewaren van dit vaccin en voor
het op de juiste wijze afvoeren van ongebruikt materiaal.
Bewaren in de vriezer en bevroren transporteren bij -25°C tot -15°C. De houdbaarheidsdatum voor
opslag bij -25°C tot -15°C is afgedrukt op de injectieflacon en op de doos na EXP.
Het vaccin is na ontdooien klaar voor gebruik. Het vaccin kan worden geleverd in bevroren toestand
bij -25°C tot -15°C of ontdooid bij 2°C tot 8°C.
Bij opslag in bevroren toestand bij -25°C tot -15°C kan het vaccin ofwel worden ontdooid bij 2°C tot
8°C ofwel bij kamertemperatuur:
bij 2°C tot 8°C: voor een doos met 10 of 20 injectieflacons duurt het ontdooien ongeveer 13 uur;
voor een afzonderlijke injectieflacon duurt het ontdooien ongeveer 2 uur.
bij kamertemperatuur (maximaal 25°C): voor een doos met 10 of 20 injectieflacons duurt het
ontdooien ongeveer 4 uur; voor een afzonderlijke injectieflacon duurt het ontdooien ongeveer
1 uur.
Als het eenmaal is ontdooid, kan het vaccin niet opnieuw worden ingevroren.
37
Het vaccin kan ook worden bewaard in een koelkast of worden getransporteerd bij 2°C tot 8°C
gedurende één enkele periode van maximaal 11 maanden, waarbij de oorspronkelijke
houdbaarheidsdatum (EXP) niet mag worden overschreden. Nadat het product is overgebracht naar
opslag bij 2°C tot 8°C moet de aangepaste houdbaarheidsdatum op de doos worden genoteerd en moet
het vaccin voor de nieuwe houdbaarheidsdatum worden gebruikt of weggegooid. De oorspronkelijke
houdbaarheidsdatum moet worden doorgestreept. Het vaccin kan ook worden vervoerd bij 2°C tot
8°C, zolang de juiste bewaarcondities (temperatuur, tijd) worden toegepast.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is Adenovirus type 26 (Ad26.COV2-S). In dat virus zit DNA
(de stof met erfelijke eigenschappen). In het DNA van dat virus is een ander stukje gebracht,
met daarop de code voor een bepaalde stof (het spike-eiwit) van het coronavirus SARS-CoV-2.
Dat extra stukje voor het spike-eiwit is gemaakt in gekweekte cellen met de naam PER.C6
TetR-cellen. In één dosis van een halve milliliter zit genoeg werkzame stof, namelijk niet
minder dan 8,92 log
10
infectieuze eenheden (Inf.U).
Dit product bevat genetisch gemodificeerde organismen (GMO’s). Dat wil zeggen dat het DNA
van het adenovirus is veranderd.
De andere stoffen (hulpstoffen) in dit middel zijn:
-
Verpakking van 10 injectieflacons: 2-hydroxypropyl-β-cyclodextrine (HBCD),
citroenzuurmonohydraat, ethanol, zoutzuur, polysorbaat-80, natriumchloride,
natriumhydroxide, trinatriumcitraat-dihydraat, water voor injecties (zie ook rubriek 2:
‘JCOVDEN bevat natrium’ en ‘JCOVDEN bevat alcohol’).
-
Verpakking van 20 injectieflacons: 2-hydroxypropyl-β-cyclodextrine (HBCD),
citroenzuurmonohydraat, ethanol, zoutzuur, polysorbaat-80, natriumchloride,
natriumhydroxide, water voor injecties (zie ook rubriek 2: ‘JCOVDEN bevat natrium’ en
‘JCOVDEN bevat alcohol’).
Hoe ziet JCOVDEN eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dit is een injectievloeistof (suspensie). De suspensie is kleurloos tot iets gelig, helder tot melkachtig
(zuurgraad 6-6,4).
Het zit in een injectieflacon (glas, type I) van 2,5 milliliter met een rubberen stop, aluminium
krimpverzegeling en een blauwe plastic dop.
Met de injectieflacon van 2,5 milliliter kunnen 5 mensen worden gevaccineerd, elk met een dosis van
een halve milliliter.
Dit vaccin is beschikbaar in een verpakking met 10 of 20 injectieflacons met meerdere doses.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Janssen-Cilag International NV
Turnhoutseweg 30
B-2340 Beerse
België
Fabrikant
Janssen Biologics B.V.
Einsteinweg 101
2333 CB Leiden
Nederland
38
Janssen Pharmaceutica NV
Turnhoutseweg 30
2340 Beerse
België
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Janssen-Cilag NV
Tel/Tél: +3233939323/0080056540088
България
„Джо½съ½ & Джо½съ½ България” ЕООД
Тел.: +35928008028/080018192
Česká republika
Janssen-Cilag s.r.o.
Tel: +420225296622/0080056540088
Danmark
Janssen-Cilag A/S
Tlf: +4535158573/0080056540088
Deutschland
Janssen-Cilag GmbH
Tel: +4932221863163/0080056540088
Eesti
UAB "JOHNSON & JOHNSON" Eesti filiaal
Tel: +3728804474/8002642
Ελλάδα
Janssen-Cilag Φαρμακευτική Α.Ε.Β.Ε.
Tηλ: +302119906006/0080056540088
España
Janssen-Cilag, S.A.
Tel: +34912158005/0080056540088
France
Janssen-Cilag
Tél: +33185169327/0080056540088
Hrvatska
Johnson & Johnson S.E. d.o.o.
Tel: +38518848011/0800806027
Ireland
Janssen Sciences Ireland UC
Tel: +353212356806/0080056540088
Lietuva
UAB “JOHNSON & JOHNSON”
Tel: +37052142002/0080056540088
Luxembourg/Luxemburg
Janssen-Cilag NV
Tél/Tel: +35227302815/0080056540088
Magyarország
Janssen-Cilag Kft.
Tel.: +3614292336/0080056540088
Malta
AM MANGION LTD
Tel: +35627780004/80065007
Nederland
Janssen-Cilag B.V.
Tel: +31880030701/0080056540088
Norge
Janssen-Cilag AS
Tlf: +4723500417/0080056540088
Österreich
Janssen-Cilag Pharma GmbH
Tel: +43720380110/0080056540088
Polska
Janssen-Cilag Polska Sp. z o.o.
Tel.: +48225123915/0080056540088
Portugal
Janssen-Cilag Farmacêutica, Lda.
Tel: +351220608007/0080056540088
România
Johnson & Johnson România SRL
Tel: +40311305128/0800672516
Slovenija
Johnson & Johnson d.o.o.
Tel: +38616009336/0080056540088
39
Ísland
Janssen-Cilag AB
c/o Vistor hf.
Sími: +3545390674/0080056540088
Italia
Janssen-Cilag SpA
Tel: +390699748520/0080056540088
Κύπρος
Βαρ½άβας Χατζηπα½αγής Λτδ
Τηλ: +35725654186/0080056540088
Latvija
UAB "JOHNSON & JOHNSON" filiāle Latvijā
Tel: +37163138821/0080056540088
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Slovenská republika
Johnson & Johnson, s.r.o.
Tel: +421250112534/0080056540088
Suomi/Finland
Janssen-Cilag Oy
Puh/Tel: +358981710294/99080056540088
Sverige
Janssen-Cilag AB
Tfn: +46851992561/0080056540088
United Kingdom (Northern Ireland)
Janssen Sciences Ireland UC
Tel: +442076602872/0080056540088
Dit vaccin is voorwaardelijk toegelaten. Dit betekent dat er in de toekomst meer definitieve gegevens
worden verwacht over dit vaccin. Het Europees Geneesmiddelenbureau zal ieder jaar nieuwe
informatie over het vaccin beoordelen. Als dat nodig is, zal deze bijsluiter worden aangepast.
Scan de QR-code hieronder (deze code staat ook op de doos en op de QR-kaart). Zo krijgt u de
bijsluiter in verschillende talen.
Of ga naar www.covid19vaccinejanssen.com
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Deze bijsluiter is beschikbaar in alle EU/EER-talen op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Net als met alle injecteerbare vaccins, moeten een passende medische behandeling en toezicht in
het geval van een anafylactische reactie na toediening van JCOVDEN altijd direct beschikbaar
zijn. Personen dienen na vaccinatie minimaal 15 minuten in de gaten te worden gehouden door
een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.
JCOVDEN mag niet in dezelfde spuit worden gemengd of verdund met andere geneesmiddelen.
JCOVDEN mag onder geen enkele omstandigheid via een intravasculaire, intraveneuze,
subcutane of intradermale injectie worden toegediend.
Immunisatie dient uitsluitend te worden uitgevoerd met een intramusculaire injectie, bij
voorkeur in de deltaspier van de bovenarm.
Syncope (flauwvallen) kan voorkomen bij elke injectie, waaronder injectie met JCOVDEN. Er
dienen procedures voorhanden te zijn om letsel als gevolg van vallen te voorkomen en om
syncopale reacties te behandelen.
40
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Instructies voor toediening en hantering
Dit vaccin moet worden klaargemaakt en toegediend door een beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg, waarbij een aseptische techniek moet worden toegepast om de steriliteit van elke
dosis te waarborgen.
Bewaren in de vriezer en bevroren transporteren bij -25°C tot -15°C. De houdbaarheidsdatum voor
opslag bij -25°C tot -15°C is afgedrukt op de injectieflacon en op de doos na EXP.
Het vaccin is na ontdooien klaar voor gebruik. Het vaccin kan worden geleverd in bevroren toestand
bij -25°C tot -15°C of ontdooid bij 2°C tot 8°C.
Bij opslag in bevroren toestand bij -25°C tot -15°C kan het vaccin ofwel worden ontdooid bij 2°C tot
8°C ofwel bij kamertemperatuur:
bij 2°C tot 8°C: voor een doos met 10 of 20 injectieflacons duurt het ontdooien ongeveer 13 uur;
voor een afzonderlijke injectieflacon duurt het ontdooien ongeveer 2 uur.
bij kamertemperatuur (maximaal 25°C): voor een doos met 10 of 20 injectieflacons duurt het
ontdooien ongeveer 4 uur; voor een afzonderlijke injectieflacon duurt het ontdooien ongeveer
1 uur.
Als het eenmaal is ontdooid, kan het vaccin niet opnieuw worden ingevroren.
Het vaccin kan ook worden bewaard in een koelkast of worden getransporteerd bij 2°C tot 8°C
gedurende één enkele periode van maximaal 11 maanden, waarbij de oorspronkelijke
houdbaarheidsdatum (EXP) niet mag worden overschreden. Nadat het product is overgebracht naar
opslag bij 2°C tot 8°C moet de aangepaste houdbaarheidsdatum op de doos worden genoteerd en moet
het vaccin voor de nieuwe houdbaarheidsdatum worden gebruikt of weggegooid. De oorspronkelijke
houdbaarheidsdatum moet worden doorgestreept. Het vaccin kan ook worden vervoerd bij 2°C tot
8°C, zolang de juiste bewaarcondities (temperatuur, tijd) worden toegepast.
Bewaar de injectieflacons in de oorspronkelijke doos ter bescherming tegen licht en om de
houdbaarheidsdatum voor de verschillende bewaarcondities te noteren, indien van toepassing.
JCOVDEN is een kleurloze tot iets gelige, heldere tot zeer opaalachtige suspensie (pH = 6-6,4). Het
vaccin dient vóór toediening visueel te worden geïnspecteerd op deeltjes en verkleuring. De
injectieflacon dient visueel te worden geïnspecteerd op barsten of andere afwijkingen zoals blijken van
opening voor toediening. Mocht een van deze kenmerken aanwezig zijn, dien het vaccin dan niet toe.
Draai - alvorens een dosis van het vaccin toe te dienen - de injectieflacon zachtjes 10 seconden rond.
Houd de injectieflacon daarbij rechtop. Niet schudden. Gebruik een steriele naald en steriele spuit om
een dosis van 0,5 ml uit de injectieflacon met meerdere doses op te trekken en dien deze uitsluitend
toe door middel van een intramusculaire injectie in de deltaspier van de bovenarm.
Uit de injectieflacon met meerdere doses kunnen maximaal 5 doses worden opgetrokken. Gooi vaccin
weg dat na het optrekken van 5 doses in de injectieflacon achterblijft.
Na het eerste aanprikken van de injectieflacon kan het vaccin (de injectieflacon) gedurende maximaal
6 uur worden bewaard bij 2°C tot 8°C of op kamertemperatuur blijven (maximaal 25°C) gedurende
één periode van maximaal 3 uur. Gooi het weg als het vaccin niet binnen deze tijd wordt gebruikt.
Noteer na het eerste aanprikken van de injectieflacon op het etiket van elke injectieflacon de datum en
het tijdstip waarop de injectieflacon moet worden weggegooid.
41
Verwijderen
Al het ongebruikte vaccin of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften voor farmaceutisch afval. Plaatsen waar mogelijk gemorst is, moeten worden
gedesinfecteerd gebruikmakend van middelen met virusdodende activiteit tegen adenovirussen.
42

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
JCOVDEN suspensie voor injectie
COVID-19-vaccin (Ad26.COV2-S [recombinant])
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Dit is een injectieflacon met meerdere doses, die 5 doses van 0,5 ml bevat.
Eén dosis (0,5 ml) bevat:
Adenovirus type 26 dat codeert voor de spike-glycoproteïne van SARS-CoV-2* (Ad26.COV2-S), niet
minder dan 8,92 log10 infectieuze eenheden (Inf.U).
*
Geproduceerd in de PER.C6 TetR-cellijn en door middel van recombinant-DNA-technologie.
Het product bevat genetisch gemodificeerde organismen (GMO's).
Hulpstoffen met bekend effect
Elke dosis (0,5 ml) bevat ongeveer 2 mg ethanol.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie (injectie).
Kleurloze tot enigszins gele, heldere tot zeer opaalachtige suspensie (pH = 6-6,4).
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
JCOVDEN is geïndiceerd voor actieve immunisatie van personen van 18 jaar en ouder voor de
preventie van COVID-19 veroorzaakt door SARS-CoV-2.
Het gebruik van dit vaccin dient te gebeuren in overeenstemming met de officiële aanbevelingen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Personen van 18 jaar of ouder
Primaire vaccinatie
JCOVDEN wordt toegediend als een eenmalige dosis van 0,5 ml, uitsluitend door middel van een
intramusculaire injectie.
Een boosterdosis (tweede dosis) van 0,5 ml van JCOVDEN kan intramusculair worden toegediend aan
personen van 18 jaar en ouder ten minste 2 maanden na de primaire vaccinatie (zie ook
rubriek 4.4, 4.8 en 5.1).
Een boosterdosis van het JCOVDEN (0,5 ml) kan worden toegediend als heterologe boosterdosis na
afronding van de primaire vaccinatie met een goedgekeurd mRNA-COVID-19-vaccin. Het
doseringsinterval voor de heterologe boosterdosis is hetzelfde als het interval dat is goedgekeurd voor
een boosterdosis van het vaccin gebruikt voor de primaire vaccinatie (zie ook rubriek 4.4, 4.8 en 5.1).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van JCOVDEN bij kinderen en adolescenten (jonger dan 18 jaar) zijn
nog niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Ouderen
Er is geen dosisaanpassing nodig bij oudere personen van 65 jaar. Zie ook rubriek 4.8 en 5.1.
Wijze van toediening
JCOVDEN is uitsluitend bedoeld voor intramusculaire injectie, bij voorkeur in de deltaspier van de
bovenarm.
Injecteer het vaccin niet intravasculair, intraveneus, subcutaan of intradermaal.
Het vaccin mag niet in dezelfde spuit worden gemengd met andere vaccins of geneesmiddelen.
Voor te nemen voorzorgen voorafgaand aan toediening van het vaccin, zie rubriek 4.4.
Voor instructies over hanteren en verwijderen van het vaccin, zie rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Een voorgeschiedenis van bevestigde trombose met trombocytopenie syndroom (TTS) na vaccinatie
met ongeacht welk COVID-19-vaccin (zie ook rubriek 4.4).
Personen die eerder episoden van capillairleksyndroom (CLS) hebben gehad (zie ook rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Overgevoeligheid en anafylaxie
Voorvallen van anafylaxie zijn gemeld. Medisch toezicht en een gepaste medische behandeling dienen
steeds aanwezig te zijn voor het geval dat zich een anafylactisch voorval voordoet na toediening van
het vaccin. Nauwlettende observatie na vaccinatie gedurende ten minste 15 minuten wordt aanbevolen.
Angstgerelateerde reacties
Angstgerelateerde reacties, waaronder vasovagale reacties (syncope), hyperventilatie of
stressgerelateerde reacties kunnen optreden in verband met vaccinatie als psychogene reactie op de
Gelijktijdige ziekte
Vaccinatie dient te worden uitgesteld bij personen met een acute infectie of acute ernstige ziekte
gepaard gaande met koorts. Bij aanwezigheid van een lichte infectie en/of laaggradige koorts hoeft de
vaccinatie niet te worden uitgesteld.
Stollingsstoornissen

Trombose met trombocytopenie syndroom:
Een combinatie van trombose en trombocytopenie,
in enkele gevallen gepaard gaande met bloedingen, is zeer zelden waargenomen na vaccinatie
met JCOVDEN. Dit omvat ernstige gevallen van veneuze trombose op ongebruikelijke plaatsen
zoals cerebrale veneuze sinustrombose (CVST), splanchnische veneuze trombose, evenals
arteriële trombose gelijktijdig met trombocytopenie. Fatale afloop is gemeld. Deze gevallen
traden op binnen de eerste drie weken na vaccinatie en voornamelijk bij personen jonger dan
60 jaar.
Trombose in combinatie met trombocytopenie vereist een gespecialiseerde klinische
behandeling. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg dienen de richtlijnen te raadplegen die
van toepassing zijn en/of specialisten (bijv. hematologen, bloedstollingsspecialisten) te
raadplegen om deze aandoening te diagnosticeren en behandelen.
Personen die trombose met trombocytopenie syndroom hebben doorgemaakt na toediening van
ongeacht welk COVID-19-vaccin, mogen geen JCOVDEN krijgen. (zie ook rubriek 4.3).

Veneuze trombo-embolie:
Veneuze trombo-embolie (VTE) is zelden waargenomen na
vaccinatie met JCOVDEN (zie rubriek 4.8). Hiermee dient rekening te worden gehouden bij
personen met een verhoogd risico op VTE.

Immune trombocytopenie:
Gevallen van immune trombocytopenie met zeer lage
bloedplaatjesniveaus (< 20 000 per l) zijn zeer zelden gemeld na vaccinatie met JCOVDEN,
meestal binnen de eerste vier weken na het krijgen van JCOVDEN. Hierbij waren gevallen met
bloeding en gevallen met dodelijke afloop. Enkele hiervan kwamen voor bij personen met een
voorgeschiedenis van immune trombocytopenie (ITP). Als een persoon ITP in de
voorgeschiedenis heeft, dient men vóór de vaccinatie rekening te houden met de risico's van het
ontwikkelen van lage bloedplaatjeswaarden en na vaccinatie wordt aanbevolen de bloedplaatjes
te monitoren.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg moeten alert zijn op de tekenen en symptomen van
trombo-embolie en/of trombocytopenie. Gevaccineerde personen moeten worden geïnstrueerd
onmiddellijk medische hulp te zoeken als zij na vaccinatie symptomen ontwikkelen zoals
kortademigheid, pijn op de borst, pijn in de benen, zwelling van de benen of aanhoudende buikpijn.
Bovendien moet iedereen met neurologische symptomen, waaronder ernstige of aanhoudende
hoofdpijn, convulsies, veranderingen in mentale toestand of wazig zien na vaccinatie, en iedereen die
na een paar dagen blauwe plekken (petechiën) op de huid krijgt buiten de plaats van vaccinatie,
onmiddellijk medische hulp inroepen.
Personen bij wie trombocytopenie wordt vastgesteld binnen drie weken na vaccinatie met JCOVDEN,
moeten actief onderzocht worden op tekenen van trombose. Evenzo moeten personen die zich binnen
3 weken na vaccinatie met trombose melden, worden geëvalueerd op trombocytopenie.
Risico op bloedingen bij intramusculaire toediening
Zoals bij andere intramusculaire injecties moet het vaccin met voorzichtigheid worden gebruikt bij
personen die anticoagulantia gebruiken of bij personen met trombocytopenie of een stollingsstoornis
(zoals hemofilie), omdat deze personen bloedingen of blauwe plekken kunnen krijgen na een
intramusculaire toediening.
Zeer zeldzame gevallen van capillairleksyndroom (CLS) zijn gemeld in de eerste dagen na vaccinatie
met JCOVDEN, in sommige gevallen met een fatale afloop. Een voorgeschiedenis van CLS is gemeld.
CLS is een zeldzame aandoening, die wordt gekenmerkt door acute episoden van
oedeem (vooral in armen en benen) met hypotensie, hemoconcentratie en hypoalbuminemie. Patiënten
met een acute CLS-episode na vaccinatie moeten direct worden herkend en behandeld. Intensieve
ondersteunende therapie is meestal gerechtvaardigd. Personen met een bekende voorgeschiedenis van
CLS mogen niet met dit vaccin worden gevaccineerd. Zie ook rubriek 4.3.
Guillain-Barré-syndroom en myelitis transversa
Het Guillain-Barré-syndroom (GBS) en myelitis transversa (MT) zijn zeer zelden gemeld na
vaccinatie met JCOVDEN. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg moeten alert zijn op tekenen
en symptomen van GBS en MT om zeker te zijn van een juiste diagnose, zodat adequate
ondersteunende zorg en behandeling geïnitieerd kunnen worden en andere oorzaken kunnen worden
uitgesloten.
Risico op zeer zeldzame voorvallen na een boosterdosis
Het risico op zeer zeldzame voorvallen (zoals stollingsstoornissen waaronder trombose met
trombocytopenie syndroom, CLS en GBS) na een boosterdosis met JCOVDEN is nog niet beschreven.
Immuungecompromitteerde personen
De werkzaamheid, veiligheid en immunogeniciteit van het vaccin zijn niet beoordeeld bij
immuungecompromitteerde personen, waaronder personen die met immunosuppressiva worden
behandeld. De werkzaamheid van JCOVDEN kan minder zijn bij immuungecompromitteerde
personen.
Duur van bescherming
De duur van de bescherming die door het vaccin wordt geboden is onbekend, omdat die met lopende
klinische onderzoeken nog wordt bepaald.
Beperkingen van werkzaamheid van het vaccin
Bescherming begint ongeveer 14 dagen na vaccinatie. Net als bij alle vaccins beschermt vaccinatie
met JCOVDEN mogelijk niet alle gevaccineerden (zie rubriek 5.1).
Hulpstoffen
Natrium
Dit vaccin bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 0,5 ml, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.
Alcohol
Dit vaccin bevat 2 mg alcohol (ethanol) per dosis van 0,5 ml. De kleine hoeveelheid alcohol in dit
geneesmiddel zal geen merkbare effecten hebben.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd. Er zijn geen gegevens om de gelijktijdige toediening
van JCOVDEN en andere vaccins te kunnen beoordelen.
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er is beperkte ervaring met het gebruik van JCOVDEN bij zwangere vrouwen. De resultaten van
dieronderzoek met JCOVDEN duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
zwangerschap, de embryonale/foetale ontwikkeling, de bevalling of de postnatale ontwikkeling (zie
rubriek 5.3).
Toediening van JCOVDEN tijdens de zwangerschap mag alleen worden overwogen wanneer de
potentiële voordelen opwegen tegen de potentiële risico's voor de moeder en de foetus.
Borstvoeding
Het is niet bekend of JCOVDEN in de moedermelk wordt uitgescheiden.
Vruchtbaarheid
De resultaten van dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
JCOVDEN heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Bepaalde bijwerkingen die vermeld staan in rubriek 4.8 kunnen echter tijdelijk
invloed hebben op de rijvaardigheid of op het vermogen om machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Primaire vaccinatie (primaire analyse)
De veiligheid van JCOVDEN werd beoordeeld in een fase III-studie die nog niet is afgesloten
(COV3001). In totaal kregen 21 895 volwassenen vanaf 18 jaar een primaire vaccinatie met
JCOVDEN bestaande uit één dosis. De mediane leeftijd van de personen was 52 jaar (bereik: 18-
100 jaar). De veiligheidsanalyse werd uitgevoerd zodra de mediane duur van de follow-up van
2 maanden na de vaccinatie was bereikt. Een langere follow-up van de veiligheid van > 2 maanden is
beschikbaar voor 11 948 volwassenen die JCOVDEN kregen.
In studie COV3001 was injectieplaatspijn de meest gemelde lokale bijwerking (48,6%). De meest
voorkomende systemische bijwerkingen waren hoofdpijn (38,9%), vermoeidheid (38,2%), myalgie
(33,2%) en nausea (14,2%). Pyrexie (gedefinieerd als een lichaamstemperatuur 38,0°C) werd
waargenomen bij 9% van de deelnemers. De meeste bijwerkingen traden op binnen 1-2 dagen na
vaccinatie en waren licht tot matig in ernst en van korte duur (1-2 dagen).
Reactogeniciteit was over het algemeen lichter van aard en werd minder vaak gerapporteerd bij oudere
volwassenen (763 volwassenen 65 jaar).
Het veiligheidsprofiel was vergelijkbaar tussen deelnemers met of zonder voorafgaand bewijs van
SARS-CoV-2-infectie op baseline; in totaal hebben 2 151 volwassenen die seropositief waren op
baseline JCOVDEN gekregen (9,8%).
Boosterdosis (tweede dosis) na primaire vaccinatie met JCOVDEN
De veiligheid van een boosterdosis (tweede dosis) met JCOVDEN toegediend ongeveer 2 maanden na
de primaire vaccinatie werd geëvalueerd in een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde
fase III-studie die nog steeds gaande is (COV3009). In de analyse van de volledige set (FAS, full
Boosterdosis na primaire vaccinatie met een goedgekeurd mRNA-COVID-19-vaccin
De veiligheid van een boosterdosis met JCOVDEN toegediend ten minste 12 weken na primaire
vaccinatie met een goedgekeurd mRNA-COVID-19-vaccinregime werd beoordeeld na twee doses van
Spikevax (49 personen) of Comirnaty (51 personen), of één dosis van JCOVDEN (50 personen). De
mediane leeftijd van de personen was 55,0 jaar (bereik: 20-77 jaar). Bij het afsluiten van de gegevens
(24 september 2021), had 98,7% van de proefpersonen de dag 29-visite na boostervaccinatie voltooid
(geen van hen heeft dag 91 bereikt). Na heterologe boostervaccinatie met JCOVDEN, was het
gevraagde bijwerkingenprofiel voor de boosterdosis vergelijkbaar met dat na de primaire vaccinatie
met JCOVDEN of een homologe boosterdosis.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen waargenomen tijdens de klinische studie COV3001 of afkomstig van postmarketing
bronnen zijn vermeld volgens de systeem/orgaanklassen van MedDRA. De frequentiecategorieën zijn
als volgt gedefinieerd:
Zeer vaak ( 1/10);
Vaak ( 1/100, < 1/10);
Soms ( 1/1 000, < 1/100);
Zelden ( 1/10 000, < 1/1 000);
Zeer zelden (< 1/10 000);
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Binnen elke frequentiegroep zijn de bijwerkingen gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 1:
Bijwerkingen gemeld na vaccinatie met JCOVDEN
Niet bekend
(kan met de
beschikbare
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
gegevens niet
Systeem/
Zeer vaak
( 1/100,
( 1/1 000,
( 1/10 000,
(< 1/10 000)
worden
orgaanklasse
( 1/10)
< 1/10)
< 1/100)
< 1/1 000)
bepaald)
Bloed- en
lymfestelsel-
Lymf-
Immune trombo-
aandoeningen
adenopathie
cytopenie
Immuun-
Over-
Anafylaxieb
systeem-
gevoeligheida;
aandoeningen
urticaria
Zenuwstelsel-
Hoofdpijn
Tremor;
Hypo-esthesie
Guillain-
Myelitis
aandoeningen
duizeligheid;
Barré-
transversa
paresthesie
syndroom
Evenwichts-
Tinnitus
orgaan- en
oor-
aandoeningen
Bloedvat-
Veneuze
Trombose in
Capillair-
aandoeningen
trombo-embolie
combinatie
leksyndroom;
met trombo-
cutane
cytopenie
kleinevaten-
vasculitis
Hoesten
Niezen;
stelsel-,
oro-
borstkas- en
faryngeale
mediastinum-
pijn
aandoeningen
Maagdarm-
Nausea
Diarree
Braken
stelsel-
aandoeningen
Huid- en
Rash;
onderhuid-
hyperhidrose
aandoeningen
Skeletspier-
Myalgie
Artralgie
Spierzwakte;
stelsel- en
pijn in
bindweefsel-
extremiteit;
aandoeningen
rugpijn
Algemene
Vermoeid-
Pyrexie;
Asthenie;
aandoeningen
heid;
injectieplaats-
malaise
en
injectieplaats-
erytheem;
toedienings-
pijn
zwelling van
plaatsstoor-
injectieplaats;
nissen
koude
rillingen
a
Overgevoeligheid verwijst naar allergische reacties van de huid en onderhuids weefsel.
b
Gevallen afkomstig van een open-labelstudie die nog niet is afgesloten in Zuid-Afrika.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V en het
batchnummer/lotnummer vermelden, indien beschikbaar.
4.9
Overdosering
Er zijn geen gevallen van overdosering gemeld. In fase I/II-studies waarin een (tot tweemaal) hogere
dosis werd toegediend, bleef men JCOVDEN goed verdragen. Gevaccineerde personen meldden
echter een toename in reactogeniciteit (toegenomen injectieplaatspijn, vermoeidheid, hoofdpijn,
myalgie, nausea en pyrexie).
In het geval van overdosering wordt aanbevolen de vitale functies te monitoren en eventuele
symptomen te behandelen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: vaccins, overige virale vaccins, ATC-code: J07BX03
Werkingsmechanisme
JCOVDEN is een monovalent vaccin, samengesteld uit een recombinant, replicatie-incompetent,
humaan adenovirus type 26 als vector, dat de code bevat voor de gehele lengte van een SARS-CoV-2-
spike (S)-glycoproteïne, in een gestabiliseerde conformatie. Na toediening wordt de S-glycoproteïne
van SARS-CoV-2 tijdelijk tot expressie gebracht, hetgeen zowel reacties stimuleert van
neutraliserende als van andere functionele antilichamen specifiek voor de S-proteïne, evenals
cellulaire immuunreacties tegen het S-antigeen, wat kan bijdragen aan bescherming tegen COVID-19.
Werkzaamheid van een primaire vaccinatie met één dosis
Primaire analyse
Een primaire analyse (cut-off-datum 22 januari 2021) van een multicentrische, gerandomiseerde,
dubbelblinde, placebogecontroleerde fase III-studie (COV3001), werd uitgevoerd in de Verenigde
Staten, Zuid-Afrika en landen in Latijns-Amerika, om de werkzaamheid, veiligheid en
immunogeniciteit te beoordelen van een primaire vaccinatie met een eenmalige dosis van JCOVDEN
voor de preventie van COVID-19 bij volwassenen van 18 jaar en ouder. Personen met een afwijkend
functionerend immuunsysteem als gevolg van een klinische aandoening, mensen die in de voorgaande
6 maanden een immunosuppressieve behandeling hadden gehad en zwangere vrouwen werden van de
studie uitgesloten. Deelnemers met een stabiele hiv-infectie die onder behandeling waren, werden niet
uitgesloten. Toegelaten vaccins ­ met uitzondering van levende vaccins ­ konden meer dan 14 dagen
voor of meer dan 14 dagen na de vaccinatie in de studie worden toegediend. Toegelaten levende,
verzwakte vaccins konden meer dan 28 dagen voor of meer dan 28 dagen na de vaccinatie in de studie
worden toegediend.
In totaal werden er 44 325 personen gerandomiseerd in een verhouding van 1:1 in parallelle groepen
waarvan de ene groep een intramusculaire injectie kreeg met JCOVDEN en de andere groep placebo.
In totaal kregen 21 895 volwassenen JCOVDEN en 21 888 volwassenen kregen een placebo. De
deelnemers werden gevolgd met een mediane follow-upduur van ongeveer 2 maanden na de
vaccinatie.
De populatie in de primaire werkzaamheidsanalyse van 39 321 personen omvatte 38 059 personen die
op baseline seronegatief waren voor SARS-CoV-2 en 1 262 personen van wie de serologische status
onbekend was.
De demografische en andere kenmerken op baseline waren hetzelfde bij personen die JCOVDEN
kregen en degenen die een placebo kregen. In de populatie voor de primaire werkzaamheidsanalyse
was, onder de personen die JCOVDEN kregen, de mediane leeftijd 52,0 jaar (bereik: 18-100 jaar);
79,7% (N = 15 646) van de personen was 18 t/m 64 jaar [verder was 20,3% (N = 3 984) 65 jaar of
ouder en 3,8% (N = 755) 75 jaar of ouder]; 44,3% van de personen was vrouw; 46,8% was afkomstig
uit Noord-Amerika (Verenigde Staten), 40,6% was afkomstig uit Latijns-Amerika en 12,6% was
afkomstig uit zuidelijk Afrika (Zuid-Afrika). In totaal hadden 7 830 (39,9%) personen op baseline
minimaal één reeds bestaande aandoening die gepaard gingen met een verhoogd risico op progressie
tot ernstige COVID-19. Bestaande aandoeningen waren onder andere: obesitas, gedefinieerd als een
BMI 30 kg/m2 (27,5%), hypertensie (10,3%), type 2-diabetes (7,2%), stabiele hiv-infectie of hiv-
infectie die goed onder controle was (2,5%), ernstige hartziekten (2,4%) en astma (1,3%). Bij 1%
van de personen waren andere comorbiditeiten aanwezig.
Gevallen van COVID-19 werden door een centraal laboratorium bevestigd op basis van een positieve
uitslag van SARS-CoV-2-virus-RNA, gebruikmakend van een test op basis van een
polymerasekettingreactie (PCR). Tabel 2 geeft een overzicht van de werkzaamheid van het vaccin in
het algemeen en voor de belangrijkste leeftijdsgroepen.
Analyse van de werkzaamheid van het vaccin tegen COVID-19b bij SARS-CoV-2-
seronegatieve volwassenen ­ populatie voor de primaire werkzaamheidsanalyse
na een eenmalige dosis

JCOVDEN
Placebo
N = 19 630
N = 19 691
%
Gevallen
Persoon-
Gevallen
Persoon-
Werkzaam-
van
Jaren
van
Jaren
heid van het
COVID-19
COVID-19
vaccin
Subgroep
(n)
(n)
(95%-BI)c
14 dagen na vaccinatie
Alle proefpersonena

116
3 116,6
348
3 096,1
66,9
(59,0; 73,4)
18 t/m 64 jaar
107
2 530,3
297
2 511,2
64,2
(55,3; 71,6)
65 jaar en ouder
9
586,3
51
584,9
82,4
(63,9; 92,4)
75 jaar en ouder
0
107,4
8
99,2
100
(45,9; 100,0)
28 dagen na vaccinatie
Alle proefpersonena

66
3 102,0
193
3 070,7
66,1
(55,0; 74,8)
18 t/m 64 jaar
60
2 518,7
170
2 490,1
65,1
(52,9; 74,5)
65 jaar en ouder
6
583,3
23
580,5
74,0
(34,4; 91,4)
75 jaar en ouder
0
106,4
3
98,1
­
a
Co-primair eindpunt zoals gedefinieerd in het protocol.
b
Symptomatische COVID-19 waarvoor een positieve RT-PCR-uitslag vereist is, en minstens 1 respiratoir teken of
symptoom, of 2 andere systemische tekenen of symptomen, zoals gedefinieerd in het protocol.
c
Betrouwbaarheidsintervallen voor `Alle proefpersonen' werden gecorrigeerd om te controleren op een type I-fout bij
meervoudig testen. Betrouwbaarheidsintervallen voor de leeftijdsgroepen zijn weergegeven zonder correctie.
De werkzaamheid van het vaccin tegen ernstige COVID-19 is hieronder weergegeven in tabel 3.
Tabel 3:
Analyses van de werkzaamheid van het vaccin tegen ernstige COVID-19a bij
SARS-CoV-2-seronegatieve volwassenen ­ populatie voor de primaire
werkzaamheidsanalyse na een eenmalige dosis

JCOVDEN
Placebo
N = 19 630
N = 19 691
%
Gevallen
Gevallen
Werkzaam-
van
van
heid van het
COVID-19
Persoon-
COVID-19
Persoon-
vaccin
Subgroep
(n)
Jaren
(n)
Jaren
(95%-BI)b
14 dagen na vaccinatie
Ernstig
76,7
14
3 125,1
60
3 122,0
(54,6; 89,1)
28 dagen na vaccinatie
Ernstig
85,4
5
3 106,2
34
3 082,6
(54,2; 96,9)
a
De uiteindelijke vaststelling van ernstige gevallen van COVID-19 werd gedaan door een onafhankelijke
beoordelingscommissie, die ook de ernst van de ziekte bepaalde op basis van de definitie in de FDA-richtlijnen.
b
Betrouwbaarheidsintervallen werden gecorrigeerd om te controleren op een type I-fout bij meervoudig testen.
Van de 14 vs. 60 ernstige gevallen met een ontstaan minimaal 14 dagen na de vaccinatie in
respectievelijk de JCOVDEN-groep en de placebogroep, werden er respectievelijk 2 en 6 opgenomen
in het ziekenhuis. 3 personen overleden (allen in de placebogroep). De meerderheid van de overige
Bijgewerkte analyses
De bijgewerkte analyses van de werkzaamheid aan het eind van de dubbelblinde fase (cut-off-datum
9 juli 2021) werden uitgevoerd met aanvullende bevestigde gevallen van COVID-19 die optraden
gedurende een geblindeerde, placebogecontroleerde follow-up, met een mediane follow-up van
4 maanden na een eenmalige dosis van het JCOVDEN.
Tabel 4:
Analyse van werkzaamheid van het vaccin tegen symptomatischea en ernstigeb
COVID-19a ­ 14 dagen en 28 dagen na een eenmalige dosis

%
JCOVDEN
Placebo
werkzaamheid
van het vaccin
N = 19 577d
N = 19 608d
(95%-BI)
Eindpuntc
Gevallen
Gevallen
van
van
Persoon-
Persoon-
COVID-
COVID-19
jaren
jaren
19
(n)
(n)
14 dagen na vaccinatie
Symptomatische
56,3
484
6 685,6
1 067
6 440,2
COVID-19
(51,3; 60,9)
55,3
18 t/m 64 jaar
438
5 572,0
944
5 363,6
(49,9; 60,2)
63,8
65 jaar en ouder
46
1 113,6
123
1 076,6
(48,9; 74,8)
48,3
75 jaar en ouder
9
198,2
15
170,9
(-26,1; 80,1)
73,3
Ernstige COVID-19
56
6 774,6
205
6 625,2
(63,9; 80,5)
74,3
18 t/m 64 jaar
46
5 653,8
175
5 531,4
(64,2; 81,8)
67,5
65 jaar en ouder
10
1 120,8
30
1 093,8
(31,6; 85,8)
71,2
75 jaar en ouder
2
199,4
6
172,4
(-61,2; 97,2)
28 dagen na vaccinatie
Symptomatische
52,9
433
6 658,4
883
6 400,4
COVID-19
(47,1; 58,1)
52,2
18 t/m 64 jaar
393
5 549,9
790
5 330,5
(46,0; 57,8)
58,5
65 jaar en ouder
40
1 108,5
93
1 069,9
(39,3; 72,1)
22,3
75 jaar en ouder
9
196,0
10
169,3
(-112,8; 72,1)
74,6
Ernstige COVID-19
46
6 733,8
176
6 542,1
(64,7; 82,1)
75,4
18 t/m 64 jaar
38
5 619,2
150
5 460,5
(64,7; 83,2)
70,1
65 jaar en ouder
8
1 114,6
26
1 081,6
(32,1; 88,3)
65,5
75 jaar en ouder
2
197,2
5
170,1
(-110,7; 96,7)
Symptomatische COVID-19 waarvoor een positieve RT-PCR-uitslag vereist is, en minstens 1 respiratoir teken of
symptoom, of 2 andere systemische tekenen of symptomen, zoals gedefinieerd in het protocol.
b
De uiteindelijke vaststelling van ernstige gevallen van COVID-19 werd gedaan door een onafhankelijke
beoordelingscommissie, die ook de ernst van de ziekte bepaalde op basis van de definitie in de FDA-richtlijnen.
c
Co-primair eindpunt zoals gedefinieerd in het protocol.
d
Per-protocol werkzaamheidspopulatie.
Na 14 dagen na vaccinatie, werden 18 vs. 74 gevallen van moleculair bevestigd COVID-19 in het
ziekenhuis opgenomen, respectievelijk in de JCOVDEN-groep vs. de placebogroep, wat resulteert in
76,1% (aangepast 95%-BI: 56,9; 87,7) werkzaamheid van het vaccin. In totaal vereisten 5 gevallen in
de JCOVDEN-groep vs. 17 gevallen in de placebogroep opname op een afdeling intensive care (IC) en
4 vs. 8 gevallen in respectievelijk de JCOVDEN-groep vs. de placebogroep hadden mechanische
beademing nodig.
De werkzaamheid van het vaccin tegen asymptomatische infecties ten minste 28 dagen na vaccinatie
was 28,9% (95%-BI: 20,0; 36,8) en tegen alle SARS-CoV-2-infecties was dit 41,7% (95%-BI: 36,3;
46,7).
Subgroepanalyses van het primaire werkzaamheidseindpunt lieten gelijke puntschattingen voor de
werkzaamheid zien voor mannelijke en vrouwelijke deelnemers, evenals voor deelnemers met en
zonder medische comorbiditeit geassocieerd met een hoog risico op ernstige COVID-19.
Een samenvatting van de werkzaamheid van het vaccin per stamvariant is terug te vinden in
onderstaande tabel 5:
Tabel 5:
Samenvatting van de werkzaamheid van het vaccin tegen symptomatischea en
ernstigeb COVID-19 per stamvariant na een eenmalige dosis

Ernst
Symptomatische
Ernstige
COVID-19
COVID-19
% werkzaamheid
% werkzaamheid
van het vaccin
van het vaccin
Variant
Begin
(95%-BI)
(95%-BI)
Minimaal 14 dagen na
71,5%
89,7%
vaccinatie
(57,3; 81,4)
(57,3; 98,8)
Minimaal 28 dagen na
58,2%
93,1%
Referentie
vaccinatie
(35,0; 73,7)
(54,4; 99,8)
Minimaal 14 dagen na
70,1%
51,1%
vaccinatie
(35,1; 87,6)
(-241,2; 95,6)
Minimaal 28 dagen na
70,2%
51,4%
Alfa (B.1.1.7)
vaccinatie
(35,3; 87,6)
(-239,0; 95,6)
Minimaal 14 dagen na
38,1%
70,2%
vaccinatie
(4,2; 60,4)
(28,4; 89,2)
Minimaal 28 dagen na
51,9%
78,4%
Beta (B.1.351)
vaccinatie
(19,1; 72,2)
(34,5; 94,7)
Minimaal 14 dagen na
36,4%
63,3%
vaccinatie
(13,9; 53,2)
(18,3; 85,0)
Minimaal 28 dagen na
36,5%
63,6%
Gamma (P.1)
vaccinatie
(14,1; 53,3)
(18,8; 85,1)
Minimaal 14 dagen na
64,8%
91,1%
vaccinatie
(47,3; 77,0)
(38,8; 99,8)
Minimaal 28 dagen na
64,1%
87,9%
Zeta (P.2)
vaccinatie
(42,5; 78,3)
(9,4; 99,7)
Minimaal 14 dagen na
35,8%
79,4%
vaccinatie
(1,5; 58,6)
(38,1; 94,9)
Minimaal 28 dagen na
35,9%
79,5%
Mu (B.1.621)
vaccinatie
(1,7; 58,7)
(38,5; 94,9)
10,0%
67,4%
vaccinatie
(-39,5; 42,0)
(-30,6; 94,3)
Minimaal 28 dagen na
10,1%
67,6%
Lambda (C.37)
vaccinatie
(-39,2; 42,1)
(-29,8; 94,4)
Minimaal 14 dagen na
-6,0%
NE*
Delta
vaccinatie
(-178,3; 59,2)
NE*
(B.1.617.2/AY.1/AY.
Minimaal 28 dagen na
-5,7%
NE*
2)
vaccinatie
(-177,7; 59,2)
NE*
Minimaal 14 dagen na
73,2%
81,4%
vaccinatie
(65,4; 79,4)
(59,8; 92,5)
Minimaal 28 dagen na
69,0%
75,7%
Ander
vaccinatie
(59,1; 76,8)
(46,2; 90,3)
a
Symptomatische COVID-19 waarvoor een positieve RT-PCR-uitslag vereist is, en minstens 1 respiratoir teken of
symptoom, of 2 andere systemische tekenen of symptomen, zoals gedefinieerd in het protocol.
b
De uiteindelijke vaststelling van ernstige gevallen van COVID-19 werd gedaan door een onafhankelijke
beoordelingscommissie, die ook de ernst van de ziekte bepaalde op basis van de definitie in de FDA-richtlijnen.
* Indien voor een eindpunt minder dan 6 gevallen worden waargenomen, wordt de werkzaamheid van het vaccin niet
weergegeven. NE = niet te schatten (not estimable).
Werkzaamheid van twee doses van JCOVDEN toegediend met een tussentijd van 2 maanden
Een definitieve analyse (cut-off-datum 25 juni 2021) van een multicentrische, gerandomiseerde,
dubbelblinde, placebogecontroleerde fase III-studie (COV3009) werd uitgevoerd in Noord- en Latijns-
Amerika, Afrika, Europa en Azië, om de werkzaamheid, veiligheid en immunogeniciteit te beoordelen
van twee doses van JCOVDEN toegediend met een tussentijd van 56 dagen. Personen met een
afwijkend functionerend immuunsysteem als gevolg van een klinische aandoening, personen die in de
voorgaande 6 maanden een immunosuppressieve behandeling hadden gehad en zwangere vrouwen
werden van de studie uitgesloten. Deelnemers met een stabiele hiv-infectie die onder behandeling
waren, werden niet uitgesloten. Toegelaten vaccins ­ met uitzondering van levende vaccins ­ konden
meer dan 14 dagen voor of meer dan 14 dagen na de vaccinatie in de studie worden toegediend.
Toegelaten levende, verzwakte vaccins konden meer dan 28 dagen voor of meer dan 28 dagen na de
vaccinatie in de studie worden toegediend.
In totaal werden 31 300 personen gerandomiseerd in de dubbelblinde fase van de studie. In totaal
werden 14 492 (46,3%) personen opgenomen in de per-protocol-werkzaamheidspopulatie
(7 484 personen kregen JCOVDEN en 7 008 personen kregen een placebo). De deelnemers werden
gevolgd gedurende een mediaan van 36 dagen (bereik: 0-172 dagen) na vaccinatie.
De demografische en andere kenmerken op baseline waren vergelijkbaar bij personen die ten minste
twee doses van JCOVDEN kregen en degenen die een placebo kregen. In de populatie voor de
primaire werkzaamheidsanalyse was, onder de personen die twee doses van JCOVDEN kregen, de
mediane leeftijd 50,0 jaar (bereik: 18-99 jaar); 87,0% (N = 6 512) van de personen was 18 t/m 64 jaar
[verder was 13,0% (N = 972) 65 jaar of ouder en 1,9% (N = 144) 75 jaar of ouder]; 45,4% van de
personen was vrouw; 37,5% was afkomstig uit Noord-Amerika (Verenigde Staten), 51,0% was
afkomstig uit Europa (Verenigd Koninkrijk inbegrepen), 5,4% was afkomstig uit Zuid-Afrika, 1,9%
was afkomstig uit de Filipijnen en 4,2% was afkomstig uit Latijns-Amerika. In totaal hadden 2 747
(36,7%) personen op baseline minimaal één reeds bestaande aandoening die geassocieerd wordt met
een verhoogd risico op progressie tot ernstige COVID-19. Bestaande aandoeningen waren onder
andere: obesitas, gedefinieerd als een BMI 30 kg/m2 (24,6%), hypertensie (8,9%), slaapapneu
(6,7%), diabetes type 2 (5,2%), ernstige hartziekten (3,6%), astma (1,7%) en stabiele hiv-infectie of
hiv-infectie die goed onder controle was (1,3%). Bij 1% van de personen waren andere
comorbiditeiten aanwezig.
De werkzaamheid van het vaccin tegen symptomatische COVID-19 en ernstige COVID-19 is
weergegeven in onderstaande tabel 6:
Analyse van de werkzaamheid van het vaccin tegen symptomatischea en ernstigeb
COVID-19 ­ 14 dagen na boosterdosis (tweede dosis)

JCOVDEN
Placebo
N = 7 484c
N = 7 008c
Gevallen
%
van
Gevallen
werkzaamheid
COVID-19
Persoon-
van COVID- Persoon-
van het vaccin
Eindpunt
(n)
jaren
19 (n)
jaren
(95%-BI)d
Symptomatische
75,2
COVID-19
14
1 730,0
52
1 595,0
(54,6; 87,3)
Ernstige COVID-19
100
0
1 730,7
8e
1 598,9
(32,6; 100,0)
a
Symptomatische COVID-19 waarvoor een positieve RT-PCR-uitslag vereist is, en minstens 1 respiratoir teken of
symptoom, of 2 andere systemische tekenen of symptomen, zoals gedefinieerd in het protocol.
b
De uiteindelijke vaststelling van ernstige gevallen van COVID-19 werd gedaan door een onafhankelijke
beoordelingscommissie, die ook de ernst van de ziekte bepaalde op basis van de definitie in de FDA-richtlijnen.
c
Per-protocol werkzaamheidspopulatie.
d
Betrouwbaarheidsintervallen werden gecorrigeerd om te controleren op een type I-fout bij meervoudig testen.
e
Van de 8 deelnemers met ernstige ziekte, werd er 1 opgenomen op een afdeling intensive care.
Bij ongeveer 68% van de centraal bevestigde stammen is met ingang van deze analyse (juli 2021) de
sequentie bepaald. Resultaten van een voorlopige analyse van varianten waarvan voldoende gevallen
beschikbaar waren voor betekenisvolle interpretaties (Alfa [B.1.1.7)] en Mu [B.1.621]) laten zien dat,
na de eerste dosis van JCOVDEN, de werkzaamheid tegen deze twee varianten 14 dagen na dosis 1
(dag 15-dag 56) respectievelijk 71,6% [95%-BI: 43,2; 86,9] en 43,9% [95%-BI: -43,4; 79,6] was. Na
de tweede dosis (71 dagen) was de werkzaamheid tegen Alfa en Mu respectievelijk 94,2% [95%-BI:
62,9; 99,9] en 63,1% [95%-BI: -27,9; 91,6]. Daarom werd een statistisch significante werkzaamheid
voor Mu niet aangetoond. Er waren slechts enkele Delta-gevallen (respectievelijk 2 en 1 in de
JCOVDEN-groep en de placebogroep) en geen gevallen van de referentiestam, noch in de JCOVDEN-
groep, noch in de placebogroep bij de follow-up 14 dagen na de boosterdosis (71 dagen).
De werkzaamheid van het vaccin tegen asymptomatische infecties ten minste 14 dagen na tweede
vaccinatie was 34,2% (95%-BI: -6,4; 59,8).
Immunogeniciteit van een boosterdosis (tweede dosis) na primaire vaccinatie met JCOVDEN
Er moet worden opgemerkt dat er geen vastgesteld immuuncorrelaat van bescherming is. In een
fase II-studie (COV2001) kregen personen van 18 t/m 55 jaar en van 65 jaar en ouder een boosterdosis
van het JCOVDEN ongeveer 2 maanden na de primaire vaccinatie. Immunogeniciteit werd beoordeeld
door het meten van neutraliserende antilichamen tegen de SARS-CoV-2 Victoria/1/2020-stam met
behulp van een gekwalificeerde wild-type virusneutralisatietest (wtVNA). Gegevens over
immunogeniciteit zijn beschikbaar van 39 personen, van wie er 15 een leeftijd hadden van 65 jaar of
ouder, en zijn samengevat in tabel 7.
Tabel 7:
SARS-CoV-2-neutralisatie wild-type VNA-VICTORIA/1/2020 (IC50),
Studie COV2001 Groep 1, per-protocol immunogeniciteits-set*

28 dagen na
primaire
Voor de
14 dagen na
28 dagen na
Baseline
vaccinatie
boosterdosis
boosterdosis boosterdosis
(dag 1)
(dag 29)
(dag 57)
(dag 71)
(dag 85)
N
38
39
39
39
38
Geometrisch
< LLOQ
260 (196;
212 (142;
518 (354;
424 (301;
gemiddelde titer
(< LLOQ,
346)
314)
758)
597)
(95%-BI)
< LLOQ)
2,3
1,8
gemiddelde (95%-
n/a
n/a
n/a
(1,7; 3,1)
(1,4; 2,4)
BI) t.o.v. voor de
booster
LLOQ = lower limit of quantification (ondergrens voor kwantificatie).
* PPI-set: De per-protocol immunogeniciteitspopulatie omvat alle gerandomiseerde en gevaccineerde personen van wie
er gegevens over immunogeniciteit beschikbaar zijn, met uitzondering van personen met grote afwijkingen van het
protocol waarvan wordt verwacht dat ze invloed hebben op de immunogeniciteitsuitkomsten. Daarnaast werden
monsters verkregen na gemiste vaccinaties of van personen met natuurlijke SARS-CoV-2-infectie optredend na
screening (indien van toepassing) uitgesloten van de analyse.
Toename in neutraliserende en bindende antilichamen tegen de SARS-CoV-2-referentiestam werd ook
waargenomen in studies COV1001, COV1002 en COV2001 bij een beperkt aantal deelnemers aan de
studie na een booster die werd toegediend na 2, 3 en 6 maanden, in vergelijking met de waarden vóór
de booster. In het algemeen varieerde de toename van de geometrisch gemiddelde titer vóór de booster
tot 1 maand na de booster van 1,5- tot 4,4-maal voor neutraliserende antilichamen, en van 2,5-tot 5,8-
maal voor bindende antilichamen. Een tweevoudige daling van de antilichaamniveaus werd
waargenomen 4 maanden na de boosterdosis na 2 maanden, vergeleken met 1 maand na de
boosterdosis na 2 maanden. De antilichaamniveaus waren nog steeds hoger dan de antilichaamniveaus
na een eenmalige dosis op een vergelijkbaar tijdstip. Deze gegevens ondersteunen de toediening van
een boosterdosis indien toegediend met een tussentijd van 2 maanden of langer na de primaire
vaccinatie.
Immunogeniciteit van een boosterdosis na primaire vaccinatie met een goedgekeurd mRNA-COVID-
19-vaccin

Een onafhankelijke open-label klinische fase I/II-studie (NCT04889209) werd uitgevoerd in de
Verenigde Staten, waarin een heterologe boosterdosis van het JCOVDEN werd onderzocht.
Immunogeniciteit werd beoordeeld met behulp van een psVNA op basis van een lentivirus dat het
SARS-CoV-2 Spike-eiwit met D614G-mutatie tot expressie brengt. Wegens de beperkte
steekproefgrootte zijn de waargenomen verschillen alleen beschrijvend. In deze studie werden
volwassenen die minstens 12 weken voor inclusie een primaire vaccinatie hadden afgerond met
Spikevax (serie met 2 doses) (N = 151), JCOVDEN (eenmalige dosis) (N = 156), of Comirnaty (serie
met 2 doses) (N = 151) en die geen voorgeschiedenis van SARS-CoV-2-infectie meldden, 1:1:1
gerandomiseerd voor het krijgen van een boosterdosis van één van drie vaccins: Spikevax,
JCOVDEN, of Comirnaty. Titers van neutraliserende antilichamen werden beoordeeld op dag 1 voor
toediening van de boosterdosis en op dag 15 en dag 29 na de boosterdosis. Een boosterrespons op
JCOVDEN werd aangetoond, ongeacht de primaire vaccinatie. Het antilichaamniveau op dag 15 na
een heterologe booster met JCOVDEN is lager dan na een homologe booster met een goedgekeurd
mRNA-vaccin, terwijl op dag 29 de titers van neutraliserende antilichamen tussen beide regimes
ongeveer gelijk zijn. Uit de gegevens blijkt dat het homologe regime met JCOVDEN een lagere
antilichaamrespons opwekt dan een heterologe booster met een goedgekeurd mRNA-vaccin. De
klinische relevantie hiervan is onbekend. Er zijn alleen gegevens over immunogeniciteit op korte
termijn beschikbaar; bescherming op lange termijn en immunologisch geheugen zijn momenteel
onbekend.
Ouderen
JCOVDEN werd beoordeeld bij personen van 18 jaar en ouder. De werkzaamheid van JCOVDEN was
vergelijkbaar tussen oudere ( 65 jaar) en jongere personen (18-64 jaar).
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met JCOVDEN in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten ter preventie van COVID-19 (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch
gebruik).
Dit geneesmiddel is geregistreerd in het kader van een zogeheten `voorwaardelijke toelating'. Dit
betekent dat aanvullend bewijs over de baten van dit geneesmiddel wordt afgewacht. Het Europees
Geneesmiddelenbureau zal nieuwe informatie over dit geneesmiddel op zijn minst eenmaal per jaar
beoordelen en zo nodig deze SPC aanpassen.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Niet van toepassing.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering, lokale
verdraagbaarheid en reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
Genotoxiciteit en carcinogeniciteit
Er is geen onderzoek gedaan naar het genotoxische of carcinogene effect van JCOVDEN. Van de
bestanddelen van het vaccin wordt niet verwacht dat ze genotoxisch of carcinogeen kunnen zijn.
Reproductietoxiciteit en vruchtbaarheid
De reproductietoxiciteit en vruchtbaarheid bij vrouwen werden beoordeeld in een gecombineerde
studie naar de embryo-foetale en pre- en postnatale ontwikkeling bij konijnen. In deze studie werd een
eerste vaccinatie met JCOVDEN 7 dagen voor het paren intramusculair toegediend aan vrouwelijke
konijnen, in een dosis die overeenkomt met een dosis die 2-maal zo hoog is als de aanbevolen dosis bij
de mens, gevolgd door 2 vaccinaties in dezelfde dosering tijdens de draagtijd (namelijk op dag 6 en
dag 20 van de draagtijd). Er waren geen aan het vaccin gerelateerde effecten op de vrouwelijke
vruchtbaarheid, de zwangerschap, de embryo-foetale ontwikkeling of op de ontwikkeling van het
nageslacht. Zowel de moederdieren als hun foetussen en nageslacht vertoonden antilichaamtiters
specifiek voor de S-proteïne van SARS-CoV-2, hetgeen aangeeft dat antilichamen van de moeder
tijdens de draagtijd werden overgedragen op de foetussen. Er zijn geen gegevens met JCOVDEN
beschikbaar over de uitscheiding van vaccin in moedermelk.
Daarnaast bracht een conventionele toxiciteitsstudie (met herhaalde dosering) met JCOVDEN bij
konijnen geen enkel effect op de mannelijke geslachtsorganen aan het licht dat de vruchtbaarheid van
de man zou kunnen beperken.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Verpakking van 10 injectieflacons
2-hydroxypropyl--cyclodextrine (HBCD)
Citroenzuur-monohydraat
Ethanol
Zoutzuur
Polysorbaat 80
Natriumchloride
Natriumhydroxide
Trinatriumcitraat-dihydraat
Water voor injecties
2-hydroxypropyl--cyclodextrine (HBCD)
Citroenzuur-monohydraat
Ethanol
Zoutzuur
Polysorbaat 80
Natriumchloride
Natriumhydroxide
Water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen of verdund worden.
6.3
Houdbaarheid
Ongeopende injectieflacon
2 jaar indien bewaard bij -25°C tot -15°C.
Nadat het uit de vriezer is gehaald, kan het ongeopende vaccin gekoeld worden bewaard bij 2°C tot
8°C, beschermd tegen licht, gedurende één enkele periode van maximaal 11 maanden, waarbij de
gedrukte houdbaarheidsdatum (EXP) niet mag worden overschreden.
Als het eenmaal is ontdooid, mag het vaccin niet opnieuw worden ingevroren.
Voor de speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren, zie rubriek 6.4.
Geopende injectieflacon (na het eerste aanprikken van de injectieflacon)
Chemische en fysische stabiliteit, inclusief tijdens transport, van het vaccin tijdens gebruik is
aangetoond gedurende 6 uur bij 2°C tot 25°C. Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product bij
voorkeur onmiddellijk na het eerste aanprikken van de injectieflacon te worden gebruikt. Het product
kan echter gedurende maximaal 6 uur worden bewaard bij 2°C tot 8°C of maximaal 3 uur bij
kamertemperatuur (maximaal 25°C) na het eerste aanprikken van de injectieflacon. Na deze periodes
zijn de bewaartijden en -omstandigheden tijdens het gebruik de verantwoordelijkheid van de
gebruiker.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de vriezer en bevroren transporteren bij -25°C tot -15°C. De houdbaarheidsdatum voor
opslag bij -25°C tot -15°C is afgedrukt op de injectieflacon en op de doos na EXP.
Bij opslag in bevroren toestand bij -25°C tot -15°C kan het vaccin ofwel worden ontdooid bij 2°C tot
8°C ofwel bij kamertemperatuur:
bij 2°C tot 8°C: voor een doos met 10 of 20 injectieflacons duurt het ontdooien ongeveer 13 uur;
voor een afzonderlijke injectieflacon duurt het ontdooien ongeveer 2 uur.
bij kamertemperatuur (maximaal 25°C): voor een doos met 10 of 20 injectieflacons duurt het
ontdooien ongeveer 4 uur; voor een afzonderlijke injectieflacon duurt het ontdooien ongeveer
1 uur.
Het vaccin kan ook worden bewaard in een koelkast of worden getransporteerd bij 2°C tot 8°C
gedurende één enkele periode van maximaal 11 maanden, waarbij de oorspronkelijke
houdbaarheidsdatum (EXP) niet mag worden overschreden. Nadat het product is overgebracht naar
opslag bij 2°C tot 8°C moet de aangepaste houdbaarheidsdatum op de doos worden genoteerd en moet
Als het eenmaal is ontdooid, kan het vaccin niet opnieuw worden ingevroren.
Bewaar de injectieflacons in de oorspronkelijke doos ter bescherming tegen licht.
Ongeopend JCOVDEN is gedurende in totaal 12 uur stabiel bij 9°C tot 25°C. Dit is geen aanbevolen
bewaar- of transportconditie, maar het kan als leidraad dienen bij beslissingen voor gebruik in het
geval van tijdelijke temperatuurschommelingen tijdens de bewaarperiode van 11 maanden bij 2°C tot
8°C.
Voor bewaarcondities van het geneesmiddel na opening, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
2,5 ml suspensie in een injectieflacon met meerdere doses (type I-glas) met een rubberen stop
(chloorbutyl met een oppervlaktecoating van fluorpolymeer), aluminium krimpverzegeling en een
blauwe plastic dop. Elke injectieflacon bevat 5 doses van 0,5 ml.
Verpakkingsgrootten van 10 of 20 injectieflacons met meerdere doses.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Gebruiksinstructies en toediening
Dit vaccin moet worden gehanteerd door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg
gebruikmakend van een aseptische techniek om de steriliteit van elke dosis te waarborgen.
Het vaccin is na ontdooien klaar voor gebruik.
Het vaccin kan worden geleverd in bevroren toestand bij -25°C tot -15°C of ontdooid bij 2°C tot
8°C.
Vaccin na ontdooien niet opnieuw invriezen.
Bewaar de injectieflacons in de oorspronkelijke doos ter bescherming tegen licht en om de
houdbaarheidsdatum voor de verschillende bewaarcondities te noteren, indien van toepassing.
a.
Bewaren na ontvangst van het vaccin
ALS U UW VACCIN ONTVANGT IN BEVROREN TOESTAND BIJ -25°C tot -15°C, kunt u
het:

-25°C tot -15°C
2°C tot 8°C
OF
Bewaren in een vriezer
Bewaren in een koelkast
Het vaccin kan bevroren worden bewaard en Het vaccin kan ook worden bewaard en
vervoerd bij
-25°C tot -15°C.
vervoerd bij
2°C tot 8°C gedurende één
enkele periode van
maximaal 11 maanden,
de injectieflacon en op de doos afgedrukt na
waarbij de oorspronkelijke
EXP (zie rubriek 6.4).
houdbaarheidsdatum (EXP) niet mag worden
overschreden.
Nadat het product
in een koelkast is
geplaatst bij
2°C tot 8°C, moet de
aangepaste houdbaarheidsdatum op de doos
worden genoteerd en moet het vaccin vóór de
aangepaste houdbaarheidsdatum worden
gebruikt of weggegooid.
De oorspronkelijke
houdbaarheidsdatum moet worden
doorgestreept
(zie rubriek 6.4).
ALS U UW VACCIN ONTVANGT IN ONTDOOIDE TOESTAND BIJ 2°C tot 8°C moet u
het in de koelkast bewaren:

2°C tot 8°C
Niet opnieuw invriezen als het product bij ontvangst al is ontdooid bij 2°C tot 8°C.
N.B.: Als het vaccin gekoeld wordt ontvangen bij 2°C tot 8°C, controleer dan bij ontvangst of de
houdbaarheidsdatum door de plaatselijke leverancier is aangepast. Als u geen nieuwe
houdbaarheidsdatum kunt vinden, neem dan contact op met de plaatselijke leverancier om de
houdbaarheidsdatum in de koelkast te bevestigen. Noteer de
nieuwe houdbaarheidsdatum op de
doos voordat het vaccin in de koelkast wordt geplaatst.
De oorspronkelijke houdbaarheidsdatum
moet worden doorgestreept
(zie rubriek 6.4).
b.
Bij bewaren in de vriezer moet(en) de injectieflacon(s) voor het toedienen ontdooid
worden, ofwel in de koelkast, ofwel bij kamertemperatuur

2°C tot 8°C
Maximaal 25°C
OF
4 uur
1 uur
13 uur
ontdooien
ontdooien
ontdooien
Ontdooien in de koelkast
Ontdooien bij kamertemperatuur
Na bewaren in de vriezer bij -25°C tot -15°C Na bewaren in de vriezer bij -
25°C
duurt het ontdooien bij
2°C tot 8°C voor een
tot -
15°C, moet een doos met 10 of
doos met 10 of 20 injectieflacons ongeveer
20 injectieflacons of een afzonderlijke
13 uur; voor afzonderlijke injectieflacons is
injectieflacon worden ontdooid bij
dat ongeveer 2 uur.
kamertemperatuur van maximaal
25°C.
Voor een doos met 10 of 20 injectieflacons
gebruikt, raadpleeg dan de instructies in de
duurt het ontdooien ongeveer
4 uur.
rubriek `Bewaren in een koelkast'.
Voor een afzonderlijke injectieflacon duurt
De injectieflacon moet worden bewaard in de
het ontdooien ongeveer
1 uur.
oorspronkelijke doos ter bescherming tegen
Het vaccin is stabiel gedurende in totaal
licht en om de houdbaarheidsdatum voor de
12 uur bij 9°C tot 25°C. Het is geen
verschillende bewaarcondities op te
aanbevolen bewaar- of vervoerconditie, maar
schrijven, indien van toepassing.
kan als leidraad dienen bij beslissingen voor
Na ontdooien niet opnieuw invriezen.
gebruik in geval van tijdelijke
temperatuurschommelingen.
Als het vaccin niet onmiddellijk wordt
gebruikt, raadpleeg dan de instructies in de
rubriek `Bewaren in een koelkast'.
Na ontdooien
niet opnieuw invriezen.
c.
Injectieflacon en vaccin inspecteren
JCOVDEN is een kleurloze tot lichtgele, heldere tot zeer opalescente suspensie (pH = 6-6,4).
Het vaccin moet voor toediening visueel worden geïnspecteerd op vreemde deeltjes en
verkleuring.
De injectieflacon moet voor toediening visueel worden geïnspecteerd op barstjes of andere
afwijkingen zoals aanwijzingen voor geknoei. Is een van deze kenmerken aanwezig, dien het
vaccin dan niet toe.
d.
Vaccin klaarmaken en toedienen
10
SEC.
Draai de injectieflacon
Trek 0,5 ml op
Injecteer 0,5 ml
zachtjes rond
Trek met een steriele naald
Uitsluitend toedienen door
Draai ­ alvorens een dosis
en een steriele injectiespuit
middel van een
van het vaccin toe te dienen
een eenmalige dosis van
intramusculaire injectie in
­ de injectieflacon zachtjes
0,5 ml op uit de
de deltaspier van de
10 seconden rond.
Houd de
injectieflacon met meerdere
bovenarm (zie rubriek 4.2).
injectieflacon daarbij
doses (zie rubriek 4.2).
rechtop.

Uit de injectieflacon met
Niet schudden
meerdere doses kunnen
maximaal 5 doses worden
opgetrokken
. Gooi weg wat er
eventueel aan vaccin in de
injectieflacon achterblijft nadat
er 5 doses zijn opgetrokken.
Bewaren na eerste aanprikken
2°C tot 8°C
Maximaal 25°C
Maximaal 6 uur
Maximaal 3 uur
bewaren
OF
bewaren
Noteer datum en tijdstip
Na het eerste
Na het eerste aanprikken
waarop de injectieflacon
aanprikken van de
van de injectieflacon kan
moet worden weggegooid
injectieflacon kan het
het vaccin bij
Noteer op het etiket van
vaccin bij
2°C tot 8°C
kamertemperatuur
elke injectieflacon na het
maximaal 6 uur
(maximaal 25°C) één
eerste aanprikken van de
worden bewaard.
periode van
maximaal
injectieflacon de datum en
Gooi het vaccin weg
3 uur worden bewaard.
het tijdstip waarop de
als het niet binnen
(zie rubriek 6.3).
injectieflacon moet worden
deze tijd is gebruikt.
Gooi het vaccin weg als
weggegooid.
het niet binnen deze tijd is
Bij voorkeur onmiddellijk
gebruikt.
na eerste aanprikken
gebruiken.
f.
Verwijderen
Al het ongebruikte vaccin of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften voor farmaceutisch afval. Plaatsen waar mogelijk gemorst is, moeten worden
gedesinfecteerd gebruikmakend van middelen met virusdodende activiteit tegen adenovirussen.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Janssen-Cilag International NV
Turnhoutseweg 30
B-2340 Beerse
België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1525/001
EU/1/20/1525/002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 11 maart 2021
Datum van laatste verlenging: 3 januari 2022
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
A.
FABRIKANTEN VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER
VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT
EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL

E.
SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN WAARAAN NA TOEKENNING
VAN EEN VOORWAARDELIJKE VERGUNNING MOET WORDEN
VOLDAAN

FABRIKANTEN VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN FABRIKANTEN
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

Naam en adres van de fabrikanten van de biologisch werkzame stof
Janssen Biologics B.V.
Einsteinweg 101
2333 CB Leiden
Nederland
Emergent Manufacturing
Operations Baltimore LLC
5901 East Lombard Street
Baltimore, MD 21224
Verenigde Staten (VS)
Biological E. Limited
Plot No. 1, Biotech Park, Phase II
Kolthur Village, Shameerpet
Medchal-Malkajgiri District,
Telangana-500078
India
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Janssen Biologics B.V.
Einsteinweg 101
2333 CB Leiden
Nederland
Janssen Pharmaceutica NV
Turnhoutseweg 30
2340 Beerse
België
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.

Officiële vrijgifte van de batch
In overeenstemming met artikel 114 van Richtlijn 2001/83/EG, zal de officiële vrijgifte van de batch
worden uitgevoerd door een rijkslaboratorium of een specifiek daartoe aangewezen laboratorium.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen
6 maanden na toekenning van de vergunning indienen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL


Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
E.
SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN WAARAAN NA TOEKENNING VAN EEN
VOORWAARDELIJKE VERGUNNING MOET WORDEN VOLDAAN

Dit is een voorwaardelijke vergunning en overeenkomstig artikel 14-a van Verordening (EG) nr.
726/2004 moet de vergunninghouder binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen
nakomen:
Beschrijving
Uiterste datum
Om de consistentie van het productieproces van de werkzame stof te
31 oktober 2022
bevestigen, moet de vergunninghouder aanvullende validatie- en
vergelijkingsgegevens verstrekken.
Om de consistentie van het productieproces van het eindproduct te
30 september 2022
bevestigen, moet de vergunninghouder aanvullende validatie- en
vergelijkingsgegevens verstrekken.
Om de werkzaamheid en de veiligheid van het COVID-19-vaccin
31 december 2023
Ad26.COV2.S te bevestigen, moet de vergunninghouder het
definitieve klinische onderzoeksrapport indienen van het
gerandomiseerde, placebogecontroleerde, waarnemergeblindeerde
onderzoek VAC31518COV3001.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
JCOVDEN suspensie voor injectie
COVID-19-vaccin (Ad26.COV2-S [recombinant])
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén dosis (0,5 ml) bevat niet minder dan 8,92 log10 infectieuze eenheden
Adenovirus type 26 dat codeert voor de spike-glycoproteïne van SARS-CoV-2 (Ad26.COV2-S)
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde organismen.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Verpakking van 10 injectieflacons
Hulpstoffen: 2-hydroxypropyl--cyclodextrine, citroenzuur-monohydraat, ethanol, zoutzuur,
polysorbaat-80, natriumchloride, natriumhydroxide, trinatriumcitraat-dihydraat, water voor injecties.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
Verpakking van 20 injectieflacons
Hulpstoffen: 2-hydroxypropyl--cyclodextrine, citroenzuur-monohydraat, ethanol, zoutzuur,
polysorbaat-80, natriumchloride, natriumhydroxide, water voor injecties. Zie bijsluiter voor meer
informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Suspensie voor injectie
10 injectieflacons met meerdere doses
20 injectieflacons met meerdere doses
Elke injectieflacon bevat 5 doses van 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor meer informatie: scan deze QR-code of ga naar www.covid19vaccinejanssen.com.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Zie EXP voor uiterste gebruiksdatum bij -25°C tot -15°C.
Noteer de nieuwe houdbaarheidsdatum bij 2°C tot 8°C (max 11 maanden): __________ Streep de
oude houdbaarheidsdatum door.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de vriezer en bevroren transporteren bij -25°C tot -15°C.
Kan ook worden bewaard bij 2°C tot 8°C gedurende 11 maanden. Noteer de nieuwe
houdbaarheidsdatum.
Eenmaal ontdooid niet opnieuw invriezen.
Bewaar de injectieflacons in de oorspronkelijke doos ter bescherming tegen licht.
Voor aanvullende informatie over houdbaarheid en bewaren, zie bijsluiter.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

Vernietigen in overeenstemming met de lokale voorschriften voor farmaceutisch afval.
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Janssen-Cilag International NV
Turnhoutseweg 30
B-2340 Beerse
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1525/001
EU/1/20/1525/002
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 1D & 2D BARCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE
GEGEVENS

PC
SN
NN
ETIKET INJECTIEFLACON MET MEERDERE DOSES (5 DOSES VAN 0,5 ML)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
JCOVDEN injectie
COVID-19-vaccin (Ad26.COV2-S [recombinant])
i.m.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Intramusculair gebruik
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
5 doses van 0,5 ml
6.
OVERIGE
Datum/tijd weggooien
JCOVDEN suspensie voor injectie
COVID-19-vaccin (Ad26.COV2-S [recombinant])
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u wordt gevaccineerd want er staat belangrijke informatie
in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is JCOVDEN en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe wordt dit middel gegeven?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe wordt dit middel bewaard?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is JCOVDEN en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
JCOVDEN is een vaccin om COVID-19 te voorkomen. COVID-19 is een ziekte die wordt
veroorzaakt door het coronavirus (SARS-CoV-2-virus).
Dit vaccin wordt gegeven aan volwassenen van 18 jaar en ouder.
Het vaccin zorgt ervoor dat het immuunsysteem (dat is het natuurlijke afweersysteem van het lichaam)
antistoffen en gespecialiseerde witte bloedcellen gaat maken die het virus tegenwerken. Dit beschermt
u tegen COVID-19.
Geen van de stoffen in dit vaccin kan COVID-19 veroorzaken.
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee
zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?

U bent allergisch voor een van de stoffen in dit vaccin. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Als u een bloedstolsel heeft gehad en tegelijk weinig bloedplaatjes (trombose met
trombocytopenie syndroom, TTS), nadat u een vaccinatie heeft gehad met een vaccin tegen
COVID-19 (welke maakt niet uit).
Als u eerder de diagnose capillairleksyndroom heeft gekregen (een aandoening die leidt tot het
lekken van vloeistof uit kleine bloedvaten).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel krijgt toegediend in
de volgende gevallen:
als u wel eens een ernstige allergische reactie heeft gehad op een injectie met een ander vaccin,
als u wel eens bent flauwgevallen nadat u een injectie met een naald heeft gehad,
als u een ernstige infectie heeft met koorts (meer dan 38°C). Als u alleen lichte koorts heeft, of
een luchtweginfectie zoals een verkoudheid, kunt u wel de vaccinatie krijgen,
als u een bloedingsprobleem heeft, snel blauwe plekken krijgt of als u bloed verdunnende
medicijnen gebruikt (medicijnen die bloedstolsels voorkomen),
als uw afweersysteem niet goed werkt (immuundeficiëntie) of als u medicijnen gebruikt die uw
afweersysteem verzwakken (zoals corticosteroïden in hoge dosis, immuunsuppressiva of
medicijnen tegen kanker),
als u een hoger risico heeft op bloedklonters in uw aderen (veneuze trombo-embolie, VTE).
Zoals bij elk vaccin kan het zijn dat vaccinatie met dit vaccin niet iedereen die het ontvangt volledig
beschermt. Het is niet bekend hoe lang u beschermd zult zijn.
Aandoeningen van het bloed


Veneuze trombo-embolie
: bloedklonters in de aderen (veneuze trombo-embolie, VTE) zijn
zelden waargenomen na vaccinatie met JCOVDEN.

Trombose met trombocytopenie syndroom
. In het bloed is na vaccinatie met JCOVDEN in heel
zeldzame gevallen een combinatie gezien van bloedklonters en weinig `bloedplaatjes'. Dit zijn
ernstige gevallen met bloedklonters, ook op ongebruikelijke plaatsen, zoals in de hersenen,
lever, darmen en milt. Soms ging dit samen met bloedingen. Deze gevallen gebeurden vooral
binnen de eerste drie weken na de vaccinatie en bij personen jonger dan 60 jaar. Een enkel geval
had een dodelijke afloop.

Immune trombocytopenie
: zeer laag aantal bloedplaatjes (immune trombocytopenie), wat
samen kan gaan met bloedingen. Deze werden zelden gemeld, meestal binnen de eerste vier
weken na vaccinatie met JCOVDEN.
Roep onmiddellijk medische hulp in als u klachten ervaart die kunnen wijzen op aandoeningen van het
bloed. Krijgt u een paar dagen na de vaccinatie last van ernstige of aanhoudende hoofdpijn? Krijgt u
aanvallen van epilepsie, merkt u veranderingen in uw mentale toestand of gaat u wazig zien? Krijgt u
zomaar bloedingen of zomaar blauwe plekken buiten de vaccinatieplaats? Krijgt u rode puntjes buiten
de vaccinatieplaats? Wordt u kortademig? Krijgt u pijn op de borst? Doet uw been pijn? Wordt uw
been dik? Of krijgt u aanhoudende buikpijn? Vertel uw zorgverlener dat u net bent gevaccineerd met
JCOVDEN.
Capillairleksyndroom
Zeer zeldzame gevallen van capillairleksyndroom (CLS) zijn gemeld na vaccinatie met JCOVDEN.
Minstens één patiënt die deze bijwerking kreeg, had eerder de diagnose CLS gekregen. CLS is een
ernstige, mogelijk dodelijke aandoening die leidt tot het lekken van vloeistof uit kleine bloedvaten
(capillairen). Gevolgen zijn: snel opkomende zwelling van de armen en benen, plotselinge
gewichtstoename en een flauw gevoel (lage bloeddruk). Roep direct medische hulp in als deze
klachten zich voordoen in de dagen na de vaccinatie.
Aandoeningen van het zenuwstelsel

Guillain-Barré-syndroom
Zoek meteen medische hulp als u last krijgt van zwakte en verlamming in de armen en benen
die kunnen uitbreiden naar de borst en het gezicht (Guillain-Barré-syndroom, GBS). Dit is zeer
zelden gemeld na vaccinatie met JCOVDEN.

Ontsteking van het ruggenmerg (myelitis transversa)
Zoek meteen medische hulp als u last krijgt van zwakte in de armen of benen, zintuiglijke
symptomen (zoals tintelingen, gevoelloosheid, pijn of verlies van pijngevoel) of problemen met
de blaas- of darmfunctie. Dit is zeer zelden gemeld na vaccinatie met JCOVDEN.
Risico op zeer zeldzame bijwerkingen na een boosterdosis
Het is niet bekend wat het risico is op zeer zeldzame bijwerkingen (zoals aandoeningen van het bloed
waaronder trombose met trombocytopenie syndroom, CLS of GBS) na een boosterdosis van
JCOVDEN.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit vaccin wordt niet aanbevolen bij kinderen onder de 18 jaar. Er is op dit moment niet genoeg
informatie over het gebruik van dit vaccin bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u de vaccinatie krijgt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Enkele van de bijwerkingen van dit vaccin die in rubriek 4 staan (Mogelijke bijwerkingen) kunnen
tijdelijk invloed hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om machines te bedienen. Wacht tot
deze effecten zijn weggetrokken voordat u een voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
JCOVDEN bevat natrium
Dit vaccin bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van een halve milliliter, dat wil zeggen
dat het in wezen `natriumvrij' is.
JCOVDEN bevat alcohol
Dit vaccin bevat 2 mg alcohol (ethanol) per dosis van een halve milliliter. De hoeveelheid alcohol in
dit vaccin komt overeen met minder dan 1 milliliter bier of wijn. Er zit een kleine hoeveelheid alcohol
in dit middel. Dit is zo weinig dat u hier niets van merkt.
3.
Hoe wordt dit middel gegeven?
Uw arts, apotheker of verpleegkundige zal de vaccinatie geven via een injectie in een spier, normaal
gesproken in de bovenarm.
Hoeveel vaccin krijgt u?
Voor de eerste vaccinatie (de primaire vaccinatie) krijgt u één keer een injectie van een halve milliliter
van JCOVDEN.
Een booster dosis (tweede dosis) kan worden gegeven ten minste 2 maanden na de eerste vaccinatie,
voor personen van 18 jaar en ouder.
U kunt JCOVDEN ook als enkelvoudige boosterdosis krijgen als u bij uw eerste vaccinaties een
goedgekeurd mRNA-vaccin tegen COVID-19 kreeg (2 doses). De wachttijd tot de boosterdosis is even
lang als de wachttijd die is goedgekeurd voor de boosterdosis van het vaccin dat werd gebruikt bij uw
eerste vaccinatie.
Na de injectie met het vaccin zal uw arts, apotheker of verpleegkundige u ongeveer 15 minuten in de
gaten houden om te zien of u geen allergische reactie krijgt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit vaccin? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk vaccin kan ook dit middel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. De
meeste van deze bijwerkingen treden op binnen 1 of 2 dagen nadat u de vaccinatie heeft gekregen.
ernstige of aanhoudende hoofdpijn, wazig zien, veranderingen in uw mentale toestand,
aanvallen van epilepsie;
kortademigheid, pijn op uw borst, zwelling van uw been, pijn in uw been of aanhoudende
buikpijn;
ongewone blauwe plekken op uw huid of rode puntjes buiten de vaccinatieplaats.
Zoek
dringend medische hulp als u verschijnselen krijgt van een ernstige allergische reactie. De
volgende klachten, of een combinatie ervan, kunnen wijzen op zo'n reactie:
zich flauw of licht in het hoofd voelen
veranderingen in uw hartslag
kortademigheid
piepende ademhaling
uw lippen, gezicht of keel zwellen op
huiduitslag of roze bulten op de huid met erge jeuk (netelroos)
misselijkheid of overgeven
buikpijn
Met dit vaccin kunnen de volgende bijwerkingen optreden.
Zeer vaak: komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
hoofdpijn
misselijkheid
spierpijn
pijn op de plaats waar de injectie is gegeven
zich erg moe voelen
Vaak: komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
roodheid op de plaats waar de injectie is gegeven
zwelling op de plaats waar de injectie is gegeven
koude rillingen
pijn in gewrichten
hoesten
koorts
Soms: komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
huiduitslag
zwakke spieren
pijn in een arm of been
zich slap voelen
zich niet lekker voelen
niezen
keelpijn
rugpijn
trillen
overmatig zweten
raar gevoel in de huid, zoals een tintelend, prikkelend of doof gevoel (paresthesie)
diarree
duizeligheid
Zelden: komen voor bij minder dan 1 op de 1 000 gebruikers
een allergische reactie
uitslag op de huid met roze bulten en erge jeuk (netelroos of galbulten)
lymfeklieren die groter zijn dan normaal (lymfadenopathie)
minder gevoel in de huid bij aanraken (hypo-esthesie)
oorsuizen (tinnitus)
braken
bloedklonters in de aderen (veneuze trombo-embolie, VTE)
Zeer zelden: komen voor bij minder dan 1 op de 10 000 gebruikers
bloedklonters, vaak op ongebruikelijke plaatsen (bijvoorbeeld in de hersenen, lever, darmen,
milt), in combinatie met een laag aantal bloedplaatjes
ernstige zenuwontsteking, die verlamming en moeite met ademhalen kan veroorzaken (Guillain-
Barré-syndroom [GBS])
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
ernstige allergische reactie
capillairleksyndroom (een aandoening die leidt tot het lekken van vloeistof uit kleine
bloedvaten)
laag aantal bloedplaatjes (immune trombocytopenie) wat gepaard kan gaan met bloedingen (zie
rubriek 2, `Aandoeningen van het bloed')
ontsteking van het ruggenmerg
ontsteking van kleine bloedvaten (kleinevatenvasculitis) met huiduitslag of kleine rode of
paarse, platte, ronde vlekken onder het huidoppervlak of blauwe plekken
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u bijwerkingen heeft waar u last van
heeft of die niet weggaan.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. U moet het
batchnummer/lotnummer vermelden als dat beschikbaar is. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons
helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe wordt dit middel bewaard?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
De injectieflacon bewaren in de oorspronkelijke doos ter bescherming tegen licht.
Uw arts, apotheker of verpleegkundige is verantwoordelijk voor het bewaren van dit vaccin en voor
het op de juiste wijze afvoeren van ongebruikt materiaal.
Bewaren in de vriezer en bevroren transporteren bij -25°C tot -15°C. De houdbaarheidsdatum voor
opslag bij -25°C tot -15°C is afgedrukt op de injectieflacon en op de doos na EXP.
Het vaccin is na ontdooien klaar voor gebruik. Het vaccin kan worden geleverd in bevroren toestand
bij -25°C tot -15°C of ontdooid bij 2°C tot 8°C.
Bij opslag in bevroren toestand bij -25°C tot -15°C kan het vaccin ofwel worden ontdooid bij 2°C tot
8°C ofwel bij kamertemperatuur:
bij 2°C tot 8°C: voor een doos met 10 of 20 injectieflacons duurt het ontdooien ongeveer 13 uur;
voor een afzonderlijke injectieflacon duurt het ontdooien ongeveer 2 uur.
bij kamertemperatuur (maximaal 25°C): voor een doos met 10 of 20 injectieflacons duurt het
ontdooien ongeveer 4 uur; voor een afzonderlijke injectieflacon duurt het ontdooien ongeveer
1 uur.
Als het eenmaal is ontdooid, kan het vaccin niet opnieuw worden ingevroren.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?

De werkzame stof in dit middel is Adenovirus type 26 (Ad26.COV2-S). In dat virus zit DNA
(de stof met erfelijke eigenschappen). In het DNA van dat virus is een ander stukje gebracht,
met daarop de code voor een bepaalde stof (het spike-eiwit) van het coronavirus SARS-CoV-2.
Dat extra stukje voor het spike-eiwit is gemaakt in gekweekte cellen met de naam PER.C6
TetR-cellen. In één dosis van een halve milliliter zit genoeg werkzame stof, namelijk niet
minder dan 8,92 log10 infectieuze eenheden (Inf.U).
Dit product bevat genetisch gemodificeerde organismen (GMO's). Dat wil zeggen dat het DNA
van het adenovirus is veranderd.
De andere stoffen (hulpstoffen) in dit middel zijn:
-
Verpakking van 10 injectieflacons: 2-hydroxypropyl--cyclodextrine (HBCD),
citroenzuurmonohydraat, ethanol, zoutzuur, polysorbaat-80, natriumchloride,
natriumhydroxide, trinatriumcitraat-dihydraat, water voor injecties (zie ook rubriek 2:
`JCOVDEN bevat natrium' en `JCOVDEN bevat alcohol').
- Verpakking van 20 injectieflacons: 2-hydroxypropyl--cyclodextrine (HBCD),
citroenzuurmonohydraat, ethanol, zoutzuur, polysorbaat-80, natriumchloride,
natriumhydroxide, water voor injecties (zie ook rubriek 2: `JCOVDEN bevat natrium' en
`JCOVDEN bevat alcohol').
Hoe ziet JCOVDEN eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dit is een injectievloeistof (suspensie). De suspensie is kleurloos tot iets gelig, helder tot melkachtig
(zuurgraad 6-6,4).
Het zit in een injectieflacon (glas, type I) van 2,5 milliliter met een rubberen stop, aluminium
krimpverzegeling en een blauwe plastic dop.
Met de injectieflacon van 2,5 milliliter kunnen 5 mensen worden gevaccineerd, elk met een dosis van
een halve milliliter.
Dit vaccin is beschikbaar in een verpakking met 10 of 20 injectieflacons met meerdere doses.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Janssen-Cilag International NV
Turnhoutseweg 30
B-2340 Beerse
België
Fabrikant
Janssen Biologics B.V.
Einsteinweg 101
2333 CB Leiden
Nederland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Janssen-Cilag NV
UAB 'JOHNSON & JOHNSON'
Tel/Tél: +3233939323/0080056540088
Tel: +37052142002/0080056540088

Luxembourg/Luxemburg
,, & '
Janssen-Cilag NV
.: +35928008028/080018192
Tél/Tel: +35227302815/0080056540088
Ceská republika
Magyarország
Janssen-Cilag s.r.o.
Janssen-Cilag Kft.
Tel: +420225296622/0080056540088
Tel.: +3614292336/0080056540088
Danmark
Malta
Janssen-Cilag A/S
AM MANGION LTD
Tlf: +4535158573/0080056540088
Tel: +35627780004/80065007
Deutschland
Nederland
Janssen-Cilag GmbH
Janssen-Cilag B.V.
Tel: +4932221863163/0080056540088
Tel: +31880030701/0080056540088
Eesti
Norge
UAB "JOHNSON & JOHNSON" Eesti filiaal
Janssen-Cilag AS
Tel: +3728804474/8002642
Tlf: +4723500417/0080056540088

Österreich
Janssen-Cilag ....
Janssen-Cilag Pharma GmbH
T: +302119906006/0080056540088
Tel: +43720380110/0080056540088
España
Polska
Janssen-Cilag, S.A.
Janssen-Cilag Polska Sp. z o.o.
Tel: +34912158005/0080056540088
Tel.: +48225123915/0080056540088
France
Portugal
Janssen-Cilag
Janssen-Cilag Farmacêutica, Lda.
Tél: +33185169327/0080056540088
Tel: +351220608007/0080056540088
Hrvatska
România
Johnson & Johnson S.E. d.o.o.
Johnson & Johnson România SRL
Tel: +38518848011/0800806027
Tel: +40311305128/0800672516
Ireland
Slovenija
Janssen Sciences Ireland UC
Johnson & Johnson d.o.o.
Tel: +353212356806/0080056540088
Tel: +38616009336/0080056540088
Slovenská republika
Janssen-Cilag AB
Johnson & Johnson, s.r.o.
c/o Vistor hf.
Tel: +421250112534/0080056540088
Sími: +3545390674/0080056540088
Italia
Suomi/Finland
Janssen-Cilag SpA
Janssen-Cilag Oy
Tel: +390699748520/0080056540088
Puh/Tel: +358981710294/99080056540088

Sverige
Janssen-Cilag AB
: +35725654186/0080056540088
Tfn: +46851992561/0080056540088
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
UAB "JOHNSON & JOHNSON" filile Latvij
Janssen Sciences Ireland UC
Tel: +37163138821/0080056540088
Tel: +442076602872/0080056540088
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Dit vaccin is voorwaardelijk toegelaten. Dit betekent dat er in de toekomst meer definitieve gegevens
worden verwacht over dit vaccin. Het Europees Geneesmiddelenbureau zal ieder jaar nieuwe
informatie over het vaccin beoordelen. Als dat nodig is, zal deze bijsluiter worden aangepast.
Scan de QR-code hieronder (deze code staat ook op de doos en op de QR-kaart). Zo krijgt u de
bijsluiter in verschillende talen.
Of ga naar www.covid19vaccinejanssen.com
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Deze bijsluiter is beschikbaar in alle EU/EER-talen op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Net als met alle injecteerbare vaccins, moeten een passende medische behandeling en toezicht in
het geval van een anafylactische reactie na toediening van JCOVDEN altijd direct beschikbaar
zijn. Personen dienen na vaccinatie minimaal 15 minuten in de gaten te worden gehouden door
een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.
JCOVDEN mag niet in dezelfde spuit worden gemengd of verdund met andere geneesmiddelen.
JCOVDEN mag onder geen enkele omstandigheid via een intravasculaire, intraveneuze,
subcutane of intradermale injectie worden toegediend.
Immunisatie dient uitsluitend te worden uitgevoerd met een intramusculaire injectie, bij
voorkeur in de deltaspier van de bovenarm.
Syncope (flauwvallen) kan voorkomen bij elke injectie, waaronder injectie met JCOVDEN. Er
dienen procedures voorhanden te zijn om letsel als gevolg van vallen te voorkomen en om
syncopale reacties te behandelen.
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Instructies voor toediening en hantering
Dit vaccin moet worden klaargemaakt en toegediend door een beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg, waarbij een aseptische techniek moet worden toegepast om de steriliteit van elke
dosis te waarborgen.
Bewaren in de vriezer en bevroren transporteren bij -25°C tot -15°C. De houdbaarheidsdatum voor
opslag bij -25°C tot -15°C is afgedrukt op de injectieflacon en op de doos na EXP.
Het vaccin is na ontdooien klaar voor gebruik. Het vaccin kan worden geleverd in bevroren toestand
bij -25°C tot -15°C of ontdooid bij 2°C tot 8°C.
Bij opslag in bevroren toestand bij -25°C tot -15°C kan het vaccin ofwel worden ontdooid bij 2°C tot
8°C ofwel bij kamertemperatuur:
bij 2°C tot 8°C: voor een doos met 10 of 20 injectieflacons duurt het ontdooien ongeveer 13 uur;
voor een afzonderlijke injectieflacon duurt het ontdooien ongeveer 2 uur.
bij kamertemperatuur (maximaal 25°C): voor een doos met 10 of 20 injectieflacons duurt het
ontdooien ongeveer 4 uur; voor een afzonderlijke injectieflacon duurt het ontdooien ongeveer
1 uur.
Als het eenmaal is ontdooid, kan het vaccin niet opnieuw worden ingevroren.
Het vaccin kan ook worden bewaard in een koelkast of worden getransporteerd bij 2°C tot 8°C
gedurende één enkele periode van maximaal 11 maanden, waarbij de oorspronkelijke
houdbaarheidsdatum (EXP) niet mag worden overschreden. Nadat het product is overgebracht naar
opslag bij 2°C tot 8°C moet de aangepaste houdbaarheidsdatum op de doos worden genoteerd en moet
het vaccin voor de nieuwe houdbaarheidsdatum worden gebruikt of weggegooid. De oorspronkelijke
houdbaarheidsdatum moet worden doorgestreept. Het vaccin kan ook worden vervoerd bij 2°C tot
8°C, zolang de juiste bewaarcondities (temperatuur, tijd) worden toegepast.
Bewaar de injectieflacons in de oorspronkelijke doos ter bescherming tegen licht en om de
houdbaarheidsdatum voor de verschillende bewaarcondities te noteren, indien van toepassing.
JCOVDEN is een kleurloze tot iets gelige, heldere tot zeer opaalachtige suspensie (pH = 6-6,4). Het
vaccin dient vóór toediening visueel te worden geïnspecteerd op deeltjes en verkleuring. De
injectieflacon dient visueel te worden geïnspecteerd op barsten of andere afwijkingen zoals blijken van
opening voor toediening. Mocht een van deze kenmerken aanwezig zijn, dien het vaccin dan niet toe.
Draai - alvorens een dosis van het vaccin toe te dienen - de injectieflacon zachtjes 10 seconden rond.
Houd de injectieflacon daarbij rechtop. Niet schudden. Gebruik een steriele naald en steriele spuit om
een dosis van 0,5 ml uit de injectieflacon met meerdere doses op te trekken en dien deze uitsluitend
toe door middel van een intramusculaire injectie in de deltaspier van de bovenarm.
Uit de injectieflacon met meerdere doses kunnen maximaal 5 doses worden opgetrokken. Gooi vaccin
weg dat na het optrekken van 5 doses in de injectieflacon achterblijft.
Na het eerste aanprikken van de injectieflacon kan het vaccin (de injectieflacon) gedurende maximaal
6 uur worden bewaard bij 2°C tot 8°C of op kamertemperatuur blijven (maximaal 25°C) gedurende
één periode van maximaal 3 uur. Gooi het weg als het vaccin niet binnen deze tijd wordt gebruikt.
Noteer na het eerste aanprikken van de injectieflacon op het etiket van elke injectieflacon de datum en
het tijdstip waarop de injectieflacon moet worden weggegooid.
Al het ongebruikte vaccin of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften voor farmaceutisch afval. Plaatsen waar mogelijk gemorst is, moeten worden
gedesinfecteerd gebruikmakend van middelen met virusdodende activiteit tegen adenovirussen.

Heb je dit medicijn gebruikt? Jcovden te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Jcovden te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Jcovden

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG