Ixiaro

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN het GENEESMIDDEL
IXIARO suspensie voor injectie
Japanse-encefalitisvaccin (geïnactiveerd, geadsorbeerd)
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
6 AU
3
≤ 460 ng ED
50
1 dosis (0,5 ml) IXIARO bevat:
Japanse-encefalitisvirus stam SA
14
-14-2 (geïnactiveerd)
1,2
overeenkomend met een sterkte van
1
2
geproduceerd in Vero-cellen
geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide, gehydrateerd (ongeveer 0,25 milligram Al
3+
)
3
antigeen-eenheden
Hulpstoffen met bekend effect
Dit geneesmiddel bevat kalium, minder dan 1 mmol (39 mg) per enkele dosering van 0,5 ml, d.w.z. in wezen
'kaliumvrij' en minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per enkele dosering van 0,5 ml, dat wil zeggen in wezen
'natriumvrij'. Dit product kan sporen van residueel natriummetabisulfiet bevatten, wat onder de
detectielimiet ligt.
Fosfaatgebufferde fysiologische zoutoplossing 0,0067 M (in PO4) heeft de volgende zoutsamenstelling:
NaCl – 9 mg/ml
KH2PO4 – 0,144 mg/ml
Na2HPO4 – 0,795 mg/ml
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie.
Heldere vloeistof met een witte neerslag.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
IXIARO is geïndiceerd voor actieve immunisatie tegen Japanse encefalitis bij volwassenen, adolescenten,
kinderen en baby's in de leeftijd van 2 maanden en ouder.
IXIARO moet worden overwogen voor toepassing bij
personen met een risico van blootstelling door reizen of
tijdens uitoefening van hun beroep.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Volwassenen (in de leeftijd van 18 tot ≤ 65 jaar)
De primaire vaccinatiereeks bestaat uit twee afzonderlijke doses van elk 0,5 ml aan de hand van het
volgende conventionele schema:
Eerste dosis op dag 0.
Tweede dosis: 28 dagen na de eerste dosis.
Snel schema
2
Personen in de leeftijd van 18 tot ≤ 65 jaar kunnen worden gevaccineerd volgens een snel schema, en wel
als volgt:
Eerste dosis op dag 0.
Tweede dosis: 7 dagen na de eerste dosis.
Voor beide schema’s geldt dat de primaire immunisatie ten minste één week vóór potentiële blootstelling
aan het Japanse-encefalitisvirus (JEV) moet zijn voltooid (zie rubriek 4.4).
Aanbevolen wordt dat gevaccineerden die de eerste dosis IXIARO toegediend hebben gekregen, de primaire
vaccinatiekuur van 2 doses IXIARO afmaken.
Als de primaire immunisatie met 2 injecties niet wordt voltooid, wordt mogelijk geen volledige bescherming
tegen de ziekte verkregen. Er zijn gegevens die erop wijzen dat een tweede injectie, gegeven tot maximaal
11 maanden na de eerste dosis, leidt tot hoge seroconversiepercentages (zie rubriek 5.1).
Boosterdosis
Een boosterdosis (derde dosis) dient binnen het tweede jaar (d.w.z. 12 – 24 maanden) na primaire
immunisatie, voorafgaand aan potentiële herblootstelling aan JEV, te worden gegeven.
Personen die voortdurend een verhoogde kans op Japanse encefalitis hebben (laboratoriummedewerkers of
mensen die in endemische gebieden verblijven) dienen 12 maanden na primaire immunisatie een
boosterdosis te krijgen (zie rubriek 5.1). Langetermijngegevens over serobescherming na een eerste
boosterdosis die 12 - 24 maanden na primaire immunisatie werd gegeven, suggereren dat 10 jaar na de eerste
boosterdosis, voorafgaand aan mogelijke blootstelling aan JEV, een tweede booster gegeven zou moeten
worden.
Ouderen
(in de leeftijd van > 65 jaar)
De primaire vaccinatiereeks bestaat uit twee afzonderlijke doses van elk 0,5 ml aan de hand van het
volgende conventionele schema:
Eerste dosis op dag 0.
Tweede dosis: 28 dagen na de eerste dosis.
De primaire immunisatie moet ten minste één week vóór potentiële blootstelling aan het Japanse
encefalitisvirus (JEV) zijn voltooid (zie rubriek 4.4).
Aanbevolen wordt dat gevaccineerden die de eerste dosis IXIARO toegediend hebben gekregen, de primaire
vaccinatiekuur van 2 doses IXIARO afmaken.
Als de primaire immunisatie met 2 injecties niet wordt voltooid, wordt mogelijk geen volledige bescherming
tegen de ziekte verkregen. Er zijn gegevens die erop wijzen dat een tweede injectie, gegeven tot maximaal
11 maanden na de eerste dosis, leidt tot hoge seroconversiepercentages (zie rubriek 5.1).
Boosterdosis
Zoals geldt voor veel vaccins, is bij oudere personen de immuunrespons op IXIARO lager dan bij jongere
volwassenen. Het is onzeker hoe lang het vaccin bij oudere personen bescherming biedt, daarom moet een
boosterdosis (derde dosis) worden overwogen voordat verdere blootstelling aan JEV plaatsvindt. Het is niet
bekend of er na een boosterdosis sprake is van langdurige serobescherming.
Pediatrische patiënten
Kinderen en adolescenten in de leeftijd van 3 tot < 18 jaar
De primaire vaccinatiereeks bestaat uit twee afzonderlijke doses van elk 0,5 ml aan de hand van het
volgende schema:
Eerste dosis op dag 0.
Tweede dosis: 28 dagen na de eerste dosis.
Kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar
De primaire vaccinatiereeks bestaat uit twee afzonderlijke doses van elk 0,25 ml aan de hand van het
volgende schema:
3
Eerste dosis op dag 0.
Tweede dosis: 28 dagen na de eerste dosis.
Voor instructies over de bereiding van een dosis van 0,25 ml voor kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot
< 3 jaar, zie rubriek 6.6.
Aanbevolen wordt dat gevaccineerden die de eerste dosis IXIARO toegediend hebben gekregen, de primaire
vaccinatiekuur van 2 doses IXIARO afmaken.
Boosterdosis (kinderen en adolescenten)
Een boosterdosis (derde dosis) dient binnen het tweede jaar (d.w.z. 12 – 24 maanden) na primaire
immunisatie, voorafgaand aan potentiële herblootstelling aan JEV, te worden gegeven.
Kinderen en adolescenten die voortdurend een verhoogde kans op Japanse encefalitis hebben (mensen die in
endemische gebieden verblijven) dienen 12 maanden na primaire immunisatie een boosterdosis te krijgen
(zie rubriek 5.1).
Kinderen en adolescenten in de leeftijd van 3 tot < 18 jaar dienen een eenmalige boosterdosis van 0,5 ml te
krijgen.
Kinderen in de leeftijd van 14 maanden tot < 3 jaar dienen een eenmalige boosterdosis van 0,25 ml te
krijgen.
Zie rubriek 6.6 voor instructies over het bereiden van een dosis van 0,25 ml voor kinderen in de leeftijd van
2 maanden tot < 3 jaar.
Bij kinderen zijn geen langetermijngegevens gegenereerd over serobescherming na twee jaar na een eerste
booster die 1 jaar na primaire immunisatie werd toegediend.
Kinderen jonger dan 2 maanden
De veiligheid en werkzaamheid van IXIARO bij kinderen jonger dan 2 maanden zijn niet vastgesteld. Er
zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Het vaccin moet via intramusculaire injectie worden toegediend in de
musculus deltoideus.
Bij baby's kan
het anterolaterale deel van de dij als injectieplaats worden gebruikt. IXIARO mag nooit intravasculair
worden geïnjecteerd.
Wanneer IXIARO gelijktijdig met andere injecteerbare vaccins wordt toegediend, moeten ze in
afzonderlijke spuiten en op tegenoverliggende plaatsen worden toegediend.
In uitzonderlijke gevallen kan IXIARO ook subcutaan worden toegediend aan patiënten met
trombocytopenie of stollingsstoornissen, aangezien na intramusculaire injectie een bloeding kan optreden.
Subcutane toediening zou kunnen leiden tot een suboptimale respons op het vaccin (zie rubriek 4.4). Hierbij
moet echter worden opgemerkt dat er geen gegevens zijn over de klinische werkzaamheid die toediening via
de subcutane route ondersteunen.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen of voor de
residuen protaminesulfaat, formaldehyde, bovien serumalbumine, gastcel-DNA, natriummetabisulfiet (zie
rubriek 2), gastcelproteïne.
De tweede dosis mag niet worden toegediend aan personen bij wie zich na toediening van de eerste dosis
van het vaccin overgevoeligheidsreacties voordoen.
De toediening moet worden uitgesteld bij personen met ernstige acute, met koorts gepaard gaande ziekten.
4
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Traceerbaarheid
Om de traceerbaarheid van biologische geneesmiddelproducten te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product duidelijk worden vastgelegd.
Zoals geldt voor alle injecteerbare vaccins, moet er altijd adequate medische behandeling en toezicht
beschikbaar zijn voor behandeling van zeldzame gevallen van anafylactische reacties na toediening van het
vaccin.
IXIARO mag onder geen beding intravasculair worden toegediend.
Zoals geldt voor elk vaccin, leidt vaccinatie met IXIARO mogelijk niet in alle gevallen tot bescherming.
IXIARO beschermt niet tegen door andere micro-organismen veroorzaakte vormen van encefalitis.
Net als andere intramusculaire injecties mag het vaccin niet intramusculair worden toegediend aan personen
met trombocytopenie, hemofilie of andere stollingsstoornissen (zie rubriek 4.2).
Na immunisatie volgens het conventionele schema is 10 dagen na de eerste i.m. vaccinatie bij volwassenen
een seroconversiepercentage van 29,4% waargenomen en één week na de tweede i.m. vaccinatie een
percentage van 97,3%. Na immunisatie volgens het snelle schema is 7 dagen na de tweede i.m. vaccinatie
een seroconversiepercentage van 99% waargenomen. Daarom moet de primaire immunisatie ten minste één
week voorafgaand aan mogelijke blootstelling aan het Japanse-encefalitisvirus (JEV) zijn afgerond.
Bescherming tegen Japanse encefalitis is niet verzekerd totdat de tweede dosis is ontvangen.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdige toediening van IXIARO en andere vaccins:
Gelijktijdige toediening van IXIARO en geïnactiveerd hepatitis-A-vaccin en geïnactiveerd rabiësvaccin
volgens twee verschillende schema’s is in klinische onderzoeken beoordeeld. Er was geen sprake van
interferentie met de immuunrespons op de vaccins tegen het Japanse-encefalitisvirus (JEV), het hepatitis-A-
virus of het rabiësvirus (zie rubriek 5.1).
Bij gelijktijdige toediening werden de veiligheidsprofielen van IXIARO en de andere onderzochte vaccins
niet aangetast.
Bij patiënten die immunosuppressieve therapie kregen toegediend, of bij patiënten met immunodeficiëntie
wordt mogelijk geen adequate immuunrespons bereikt.
Pediatrische patiënten
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd bij kinderen en adolescenten.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er is een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van IXIARO bij zwangere vrouwen. In
onderzoeken met dieren was sprake van bevindingen met onduidelijke klinische relevantie (zie rubriek 5.3).
Uit voorzorg dient het gebruik van IXIARO tijdens zwangerschap te worden vermeden.
Borstvoeding
Het is niet bekend of IXIARO wordt uitgescheiden in de moedermelk. Er worden geen effecten op de
pasgeboren baby/zuigeling verwacht omdat de systemische blootstelling aan IXIARO van de vrouwen die
borstvoeding geven verwaarloosbaar klein is. Door het ontbreken van gegevens en uit voorzorg dient het
gebruik van IXIARO te worden vermeden tijdens de periode dat borstvoeding wordt gegeven.
Vruchtbaarheid
5
Een onderzoek met ratten duidde niet op vaccingerelateerde effecten op de vrouwelijke reproductie, het
gewicht van de foetus, de overleving en ontwikkeling van de nakomelingen.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
IXIARO heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines
te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De veiligheid van IXIARO werd beoordeeld in gecontroleerde en niet-gecontroleerde klinische onderzoeken
met 5021 gezonde volwassenen (van niet-endemische landen), en 1559 kinderen en adolescenten
(grotendeels van endemische landen).
Ongeveer 40% van de behandelde personen had systemische bijwerkingen en ongeveer 54% had reacties op
de injectieplaats. Deze doen zich meestal voor binnen de eerste drie dagen na vaccinatie, zijn doorgaans
licht en verdwijnen binnen enkele dagen. Tussen de eerste en tweede dosis of na een boosterdosis werd geen
toename van het aantal bijwerkingen opgemerkt bij volwassenen.
De meest gemelde bijwerkingen bij volwassenen waren onder meer hoofdpijn (20% van de personen),
myalgie (13%), pijn op de injectieplaats (33%), gevoeligheid van de injectieplaats (33%) en vermoeidheid
(12,9%).
De meest gemelde bijwerkingen bij kinderen en jongeren tot 18 jaar waren onder meer pyrexie, diarree,
influenza-achtige ziekte, prikkelbaarheid, injectieplaatspijn, gevoeligheid op de injectieplaats en roodheid
op de injectieplaats (zie tabel 1).
De bijwerkingen worden ingedeeld aan de hand van de volgende frequenties:
Zeer vaak: ≥ 1/10
Vaak: ≥ 1/100, < 1/10
Soms: ≥1/1.000, < 1/100
Zelden: ≥1/10.000, < 1/1.000
Volwassen en oudere patiënten (> 65 jaar)
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Soms: lymfadenopathie
Zelden: trombocytopenie
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak: hoofdpijn
Soms: migraine, duizeligheid
Zelden: paresthesie, neuritis, dysgeusie, syncope*
Oogaandoeningen
Zelden: ooglidoedeem
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Soms: vertigo
Hartaandoeningen
Zelden: palpitaties, tachycardie
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Zelden: dyspneu
6
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak: misselijkheid
Soms: braken, diarree, abdominale pijn
Huid- en onderhuidaandoeningen
Soms: huiduitslag, pruritus, hyperhidrose
Zelden: urticaria, erytheem
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Zeer vaak: myalgie
Soms: musculoskeletale stijfheid, artralgie
Zelden: pijn in de ledematen
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak: pijn op de injectieplaats, gevoeligheid van de injectieplaats, vermoeidheid
Vaak: griepachtige ziekte, pyrexie, andere reacties op de injectieplaats zoals rode huid, verharding, zwelling,
jeuk
Soms: koude rillingen, malaise, asthenie
Zelden: perifeer oedeem
Onderzoeken
Soms: verhoogde leverenzymen
*ook gemeld tijdens de postmarketingervaring
7
Pediatrische patiënten (in de leeftijd van 2 maanden tot < 18 jaar)
Tabel 1:
Frequentie van bijwerkingen die zijn waargenomen bij kinderen die de dosis van 0,25 ml
toegediend kregen (in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar), en bij kinderen en adolescenten
die de dosis van 0,5 ml toegediend kregen (in de leeftijd van 3 jaar tot < 18 jaar)
Frequentie van bijwerkingen (%) volgens dosis/leeftijd
0,25 ml
0,5 ml
N=783
N=628
2 maanden tot
3 tot < 18 jaar
< 3 jaar
Systeem/orgaanklasse
Voorkeursterm
Bloed- en
lymfestelselaandoeningen
Lymfadenopathie
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen
Verminderde eetlust
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en
mediastinumaandoeningen
Hoesten
Maagdarmstelselaandoeningen
Diarree
Braken
Misselijkheid
Buikpijn
Huid- en onderhuidaandoeningen
Uitslag
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Myalgie
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Pyrexie
Griepachtige ziekte
Prikkelbaarheid
Vermoeidheid
Roodheid op de injectieplaats
Pijn op de injectieplaats
Gevoeligheid van de injectieplaats
Zwelling van de injectieplaats
Verharding van de injectieplaats
Jeuk op de injectieplaats
Onderzoeken
Verhoogde leverenzymwaarden
0,1
0,0
8,2
2,9
1,9
6,1
0,5
11,9
7,3
3,9
0,1
6,3
0,3
1,4
1,9
1,9
0,0
1,4
3,0
7,1
28,5
10,9
10,9
3,5
10,0
6,1
4,2
3,6
1,2
0,6
0,5
10,4
2,9
1,9
3,5
4,1
14,1
14,7
2,2
1,9
1,6
0,2
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze
wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via
het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
8
4.9
Overdosering
Er zijn geen symptomen die gerelateerd zijn aan overdosering gerapporteerd.
Pediatrische patiënten
Bij pediatrische patiënten zijn geen gevallen van overdosering gemeld. Onbedoelde toediening van een dosis
van 0,5 ml IXIARO bij kinderen in de leeftijd van 1 tot < 3 jaar houdt geen problemen voor de veiligheid in
(rubriek 5.1).
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische groep: vaccins, virusvaccins, encefalitisvaccins. ATC-code: J07BA02
Werkingsmechanisme
Het werkingsmechanisme van vaccins tegen Japanse encefalitis (JE) is niet helemaal duidelijk. Onderzoeken
bij dieren hebben aangetoond dat het vaccin het immuunsysteem aanzet tot de aanmaak van antilichamen
tegen het Japanse-encefalitisvirus die zeer vaak bescherming bieden. Bij met humane IXIARO-antisera
behandelde muizen werden provocatieonderzoeken uitgevoerd. Uit deze onderzoeken bleek dat vrijwel alle
muizen met een plaquereductieneutralisatietest-titer van ten minste 1:10 beschermd waren tegen dodelijke
provocatie met het Japanse-encefalitisvirus.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Er zijn geen prospectieve werkzaamheidsonderzoeken uitgevoerd. De immunogeniciteit van IXIARO werd
onderzocht bij ongeveer 3119 gezonde volwassen proefpersonen opgenomen in zeven gerandomiseerde,
gecontroleerde en vijf niet-gecontroleerde fase 3-onderzoeken en bij ongeveer 550 gezonde kinderen die in
twee gerandomiseerde, gecontroleerde en twee niet-gecontroleerde klinische fase 3-onderzoeken werden
opgenomen.
Hoofdonderzoek naar immunogeniciteit (volwassenen)
De immunogeniciteit van het vaccin werd beoordeeld in een gerandomiseerd, multicentrisch, voor de
waarnemer geblindeerd klinisch fase 3-onderzoek met werkzame controle met 867 gezonde mannelijke en
vrouwelijke proefpersonen die IXIARO of het in de VS goedgekeurde JEV-vaccin JE-VAX kregen
toegediend (op dag 0, 7 en 28 door middel van subcutane injectie). Het co-primaire eindpunt werd gevormd
door het seroconversiepercentage (anti-JEV-antilichaamtiter ≥1:10) en de geometrisch gemiddelde titers
(GMT's) op dag 56 zoals vastgesteld door een plaquereductieneutralisatietest (PRNT) voor de hele
onderzoekspopulatie.
Op dag 56 was het percentage proefpersonen met seroconversie voor beide behandelgroepen gelijk (96,4%
vs. 93,8% voor respectievelijk IXIARO en JE-VAX). De GMT was op dag 56 toegenomen tot
respectievelijk 243,6 voor IXIARO en tot 102,0 voor JE-VAX. De met IXIARO geïnduceerde
immuunreacties waren niet-inferieur aan die geïnduceerd met JE-VAX (tabel 2).
9
Tabel 2:
Seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titers van IXIARO en JE-VAX in de
per-protocolpopulatie. Titers van anti-JEV-neutraliserende antilichamen werden gemeten tegen
de JEV-stam SA
14
-14-2.
Seroconversiepercentage
Tijdpunt
IXIARO
N=365
% (n)
0
54 (197)
96,4 (352)
JE-VAX
N=370
% (n)
0
86,8 (321)
93,8 (347)
Bezoek 0 (screening)
Bezoek 3 (dag 28)
Bezoek 4 (dag 56)
Geometrisch gemiddelde titer (d.m.v. plaquereductieneutralisatietest)
Tijdpunt
IXIARO
N=365
GMT (n)
5,0 (365)
17,4 (363)
243,6 (361)
JE-VAX
N=370
GMT (n)
5,0 (370)
76,9 (367)
102,0 (364)
Bezoek 0 (screening)
Bezoek 3 (dag 28)
Bezoek 4 (dag 56)
In dit onderzoek met werkzame controle werd het effect van de leeftijd op de immuunrespons op IXIARO en
JE-VAX als een secundair eindpunt beoordeeld door proefpersonen van 50 jaar of ouder (N=262,
gemiddelde leeftijd 59,8) te vergelijken met degenen jonger dan 50 jaar (N=605, gemiddelde leeftijd 33,9).
Op dag 28 of dag 56 na vaccinatie was er bij personen <50 jaar geen significant verschil tussen het
seroconversiepercentage met IXIARO en met JE-VAX ten opzichte van degenen ≥50 jaar. In de groep met
JE-VAX waren de geometrisch gemiddelde titers op dag 28 bij proefpersonen <50 jaar significant hoger dan
bij degenen ≥50 jaar (80,9 vs. 45,9; p=0,0236), maar op dag 56 werd voor deze behandelgroep geen
significant verschil waargenomen. In de groep die IXIARO kreeg toegediend, werden geen significante
effecten op de geometrisch gemiddelde titer waargenomen. Op dag 28 of dag 56 werd voor elk van de
behandelgroepen geen significant verschil tussen de seroconversiepercentages bij proefpersonen <50 jaar en
bij proefpersonen ≥50 jaar waargenomen.
Persistentie van antilichamen (volwassenen)
De persistentie van antilichamen werd geëvalueerd in een niet-gecontroleerd klinisch fase 3-
vervolgonderzoek, waarin proefpersonen werden opgenomen die twee centrale onderzoeken hadden voltooid
en die ten minste één dosis IXIARO toegediend hadden gekregen. De immunogeniciteit op lange termijn van
IXIARO werd beoordeeld in een subset van 181 proefpersonen tot 24 maanden [intent-to-treat-populatie
(ITT-populatie)] en bij 152 proefpersonen tot 36 maanden na de eerste vaccinatie met IXIARO.
Percentages proefpersonen met PRNT
50
≥ 1:10 en GMT's bij maand 2, 6, 12, 24 en 36 zijn voor de ITT-
populatie samengevat in tabel 3.
10
Tabel 3:
Percentages proefpersonen met PRNT
50
≥ 1:10 en geometrisch gemiddelde titers (GMT's)
bij maand 2, 6, 12, 24 en 36 na vaccinatie met IXIARO (ITT-populatie)
Percentages proefpersonen met PRNT
50
≥ 1:10
GMT
Tijdpunt
% (n/N)
95% betrouwbaar-
GMT (N)
95% betrouwbaar-
heidsinterval
heidsinterval
Maand 2
98,9 (179/181)
[96,1; 99,7]
310,8 (181)
[268,8; 359,4]
Maand 6
95,0 (172/181)
[90,8; 97,4]
83,5 (181)
[70,9; 98,4]
Maand 12
83,4 (151/181)
[77,3; 88,1]
41,2 (181)
[34,4; 49,3]
Maand 24
81,8 (148/181)
[75,5; 86,7]
44,3 (181)
[36,7; 53,4]
Maand 36
84,9 (129/152)
[78,3; 89,7]
43,8 (152)
[36,5; 52,6]
De waargenomen afname van de GMT's is zoals verwacht en komt goed overeen met gegevens afkomstig
van andere geïnactiveerde JE-vaccins.
In een ander open-label, fase 3-vervolgonderzoek is de persistentie van antilichamen tot maximaal
24 maanden na primaire vaccinatie beoordeeld. In totaal werden 116 proefpersonen die het aanbevolen
primaire vaccinatieschema van IXIARO hadden gevolgd, opgenomen in dit vervolgonderzoek. Percentages
proefpersonen met PRNT
50
≥ 1:10 waren 82,8% (95% BI: 74,9; 88,6; N=116) in maand 6 en 58,3% in
maand 12 (95% BI: 49,1; 66,9, N=115). In maand 24 had 48,3% (95% BI: 39,4; 57,3, N=116) van de
proefpersonen die de aanbevolen primaire immunisatie hadden voltooid nog steeds PRNT
50
-titers
1:10. In
maand 24 bedroeg de GMT bij deze proefpersonen 16,2 (95% BI: 13,8; 19,0).
Booster-immunisatie (volwassenen)
In een niet-gecontroleerd, open-label fase 3-onderzoek werd een enkele boosterdosis van 6 microgram
(0,5 ml) IXIARO gegeven in maand 15 na primaire immunisatie. Alle 198 behandelde proefpersonen
werden opgenomen in de ITT- en veiligheidspopulaties.
Percentages proefpersonen met PRNT
50
≥ 1:10 en GMT in de loop van de tijd zijn weergegeven in tabel 4:
Tabel 4:
Percentages proefpersonen met PRNT
50
≥ 1:10 en GMT, vooraf en in maand 1, 6 en 12 na een
enkele boosterdosis van 6 microgram (0,5 ml) die aan proefpersonen werd toegediend in
maand 15 na aanbevolen primaire immunisatie met IXIARO (ITT-populatie)
Percentages proefpersonen met
PRNT
50
≥ 1:10
95% BI
69,2%
[62,4%; 75,2%]
100,0%
98,5%
98,5%
[98,1%; 100,0%]
[95,6%; 99,5%]
[95,6%; 99,5%]
GMT
95% BI
[19,0; 26,7]
[742,4; 1091,3]
[390,7; 608,1]
[294,5; 443,5]
Pre-booster, Dag 0
(n=198)
Dag 28 (n=198)
Maand 6 (n=197)
Maand 12 (n=194)
22,5
900,1
487,4
361,4
Persistentie van antilichamen na booster-immunisatie (volwassenen)
In een niet-gecontroleerde, open-label verlenging van het booster-onderzoek dat hierboven wordt
beschreven, werden 67 proefpersonen opgevolgd voor bepaling van titers van JEV-neutraliserende
antilichamen ongeveer 6 jaar na een boosterdosis. 96% van de proefpersonen (64/67) had nog steeds
beschermende hoeveelheden antilichamen (PRNT
50
≥1:10), met een GMT van 148 (95%BI: 107; 207). Er
werd wiskundige modellering toegepast om de gemiddelde duur van de bescherming te projecteren. Op basis
van dit model wordt geschat dat de gemiddelde duur van de bescherming 14 jaar zal bedragen en dat 75%
van de gevaccineerden gedurende 10 jaar beschermende hoeveelheden antilichamen (PRNT
50
≥1:10) zullen
houden. Een tweede booster dient daarom gegeven te worden 10 jaar na de eerste boosterdosis, die 1 jaar na
de primaire immunisatie wordt toegediend, voorafgaand aan mogelijk blootstelling aan JEV.
11
Schema voor snelle immunisatie (volwassenen)
De immunogeniciteit van IXIARO, toegediend volgens het snelle vaccinatieschema, werd beoordeeld in een
gerandomiseerd, voor de waarnemer geblindeerd fase 3-onderzoek. In totaal kregen 217 proefpersonen in de
leeftijd van 18 tot ≤ 65 jaar volgens een schema voor snelle immunisatie op dag 0 en dag 7 IXIARO samen
met geïnactiveerd rabiësvaccin (Rabipur) en 56 proefpersonen kregen volgens het conventionele
immunisatieschema op dag 0 en dag 28 alleen IXIARO. Het percentage proefpersonen met seroconversie op
7 en 28 dagen na de laatste immunisatie was voor beide schema’s ongeveer gelijk. De
seroconversiepercentages en de antilichaamtiters bleven voor beide schema’s eveneens vergelijkbaar hoog
tot 12 maanden na de eerste immunisatie (tabel 5).
Het snelle schema werd getest bij gelijktijdige toediening van IXIARO en Rabipur, maar kan ook worden
gebruikt voor toediening van alleen IXIARO, aangezien er geen interferentie tussen de immuunresponsen op
de twee vaccins is waargenomen (zie rubriek 4.5).
Tabel 5:
Seroconversiepercentages en GMT’s voor anti-JEV-neutraliserende antilichamen op dag 0,
14, 21, 35, 56 en 365 na immunisatie met IXIARO en geïnactiveerd rabiësvaccin volgens
een snel schema en alleen IXIARO volgens een conventioneel schema (per-
protocolpopulatie)
Seroconversiepercentage
(percentage proefpersonen met
PRNT
50
≥1:10)
Snel schema
Conventioneel
schema
% (n/N)
Vaccinatieschema
IXIARO Dag 0,7
Rabipur Dag
0,3,7
6 (13/215)
99 (206/209)
100 (207/208)
99 (203/206)
98 (200/204)
% (n/N)
IXIARO Dag 0,28
-
9 (5/55)
n.v.t.
n.v.t.
100 (47/47)
100 (49/49)
88 (42/48)
GMT
(
plaquereductieneutralisatietest)
Snel schema
(N)
IXIARO Dag 0,7
Rabipur Dag
0,3,7
5,63 (215)
715 (209)
1255 (208)
690 (206)
372 (204)
117 (199)
Conventioneel
schema
(N)
IXIARO Dag 0, 28
-
5,73 (55)
n.v.t.
n.v.t.
376 (47)
337 (49)
39 (48)
Dag 0
Dag 14
Dag 21
Dag 35
Dag 56
Dag 365
94 (188/199)
n.v.t. = niet van toepassing
Onvolledige primaire immunisatie (volwassenen)
De immunogeniciteit van boosterdoses is ook beoordeeld in het onderzoek naar persistentie van immuniteit
na verschillende primaire immunisatieschema's (2 x 6 microgram: N=116, 1 x 12 microgram: N=116 of
1 x 6 microgram: N=117). Een enkele boosterdosis van 6 microgram (0,5 ml) werd 11 of 23 maanden na de
eerste dosis toegediend aan proefpersonen bij wie was vastgesteld dat ze in maand 6 en/of maand 12 na de
primaire immunisatie seronegatief waren (PRNT
50
-titers < 1:10). De resultaten geven aan dat de tweede
injectie van de primaire immunisatiereeks tot 11 maanden na de eerste dosis kan worden gegeven. De
immuunresponsen op verdere doses op verschillende tijdstippen na volledige of onvolledige primaire
immunisatie worden weergegeven in tabel 6.
12
Tabel 6:
SCR en GMT, vier weken na een enkele boosterdosis van 6 microgram, toegediend aan
proefpersonen met een PRNT
50
< 1:10 (PRNT
50
< 1:10 betekent dat een proefpersoon niet meer
beschermd is) in maand 11 of maand 23 na aanbevolen primaire immunisatie (2 x 6 microgram)
of onvolledige primaire immunisatie (1 x 6 microgram) met IXIARO (ITT-populatie)
(n / N)
SCR
GMT
[
95% BI
]
Booster na aanbevolen primaire
immunisatie (2 x 6 microgram)
Booster in maand 11
Booster in maand 23
Tweede dosis na onvolledige primaire
immunisatie (1 x 6 microgram)
Tweede dosis in maand 11
Tweede dosis in maand 23
(17 / 17)
(27 / 27)
100 %
100 %
673,6
2536,7
[378,7;
1198,2]
[1467,7;
4384,4
]
(99 / 100)
(5 / 5)
99 %
100 %
504,3
571,4
[367,3; 692,3]
[88,2; 3702,9]
Gelijktijdig gebruik (volwassenen)
Gelijktijdige toediening van IXIARO en geïnactiveerd hepatitis-A-vaccin (HAV-vaccin) (HAVRIX 1440)
Gelijktijdig gebruik van IXIARO met geïnactiveerd hepatitis-A-vaccin (HAV-vaccin) (HAVRIX 1440) is in
één klinisch onderzoek beoordeeld. Er was geen sprake van interferentie met de immuunrespons op
respectievelijk het JE-virus en HAV. Gelijktijdige toediening van IXIARO en geïnactiveerd hepatitis-A-
vaccin bleek niet-inferieur te zijn aan enkelvoudige vaccinaties ten aanzien van de geometrisch gemiddelde
titers (GMT's) van anti-JEV-neutraliserend antilichaam en HAV-antilichaam en wat betreft de
seroconversiepercentages (tabel 7).
Tabel 7:
Seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer van anti-JEV-neutraliserend
antilichaam op dag 56 en seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer voor HAV-
antilichaam op dag 28 in de per-protocolpopulatie
Seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer voor anti-JEV-neutraliserend antilichaam op dag
56
% met SCR
100,0
98,2
GMT
202,7
192,2
95%-betrouwbaarheidsinterval
[153,7; 261,2]
[147,9; 249,8]
Groep C: IXIARO + HAVRIX 1440
Groep A: IXIARO + placebo
Percentages seroconversie en geometrisch gemiddelde titer voor HAV-antilichaam op dag 28
% met SCR
100,0
96,2
GMT
150,0
124,0
95%-betrouwbaarheidsinterval
[111,7; 202,3]
[91,4; 168,2]
Groep C: IXIARO + HAVRIX 1440
Groep B: HAVRIX + placebo
Gelijktijdige toediening van IXIARO en geïnactiveerd rabiësvaccin (Rabipur):
In een voor de waarnemer geblindeerd fase 3-onderzoek werd gelijktijdige toediening van IXIARO en
Rabipur onderzocht bij volwassenen in de leeftijd van 18 tot ≤ 65 jaar in vergelijking met respectieve
enkelvoudige vaccinaties volgens een conventioneel schema. Er werd geen interferentie waargenomen met
betrekking tot de geometrisch gemiddelde titer (GMT) en de seroconversiepercentages voor anti-JEV-
neutraliserende antilichamen (tabel 8). Ook was er geen interferentie met de immuunrespons op Rabipur.
13
Tabel 8:
Seroconversiepercentages (percentage proefpersonen met PRNT
50
≥1:10) en GMT’s
(plaquereductieneutralisatietest) voor anti-JEV-neutraliserende antilichamen na toediening van
IXIARO en Rabipur volgens een conventioneel schema, per-protocolpopulatie
Seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer voor JEV-neutraliserend antilichaam op dag 56
SCR [%] (n/N)
GMT
[95%-betrouwbaarheidsinterval
]
(N)
299 [254-352]
(157)
337 [252-451]
(49)
IXIARO + Rabipur
IXIARO
100
(157/157)
100
(49/49)
Vaccinatieschema’s: IXIARO: dag 0/28, Rabipur: dag 0/7/28.
Immunogeniciteit bij ouderen (> 65 jaar)
De immunogeniciteit van IXIARO werd beoordeeld in een open-label, niet-gecontroleerd onderzoek met
200 gezonde ouderen in de leeftijd van > 65 tot 83 jaar, waaronder proefpersonen met stabiele
onderliggende aandoeningen zoals hypercholesterolemie, hypertensie, cardiovasculaire ziekte of niet-
insuline-afhankelijke diabetes mellitus. JEV-neutraliserende antilichamen werden bepaald op 42 dagen na
de tweede dosis van de primaire reeks (dag 70). Ouderen hebben een lagere immuunrespons op vaccinatie in
vergelijking met jongere volwassenen of kinderen, voor wat betreft seroconversiepercentages (percentage
proefpersonen met PRNT
50
titer ≥1:10) en geometrische gemiddelde titers (tabel 9).
Tabel 9:
Seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer van JEV-neutraliserend antilichaam
op dag 70 in de intent-to-treat-populatie, voor de gehele onderzoekspopulatie en gestratificeerd
naar leeftijd
Seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer voor JEV-neutraliserend antilichaam op dag 70
n/N
Totale onderzoekspopulatie
Leeftijdsgroep >65 - <75 jaar
Leeftijdsgroep ≥75 jaar
128/197
113/173
15/23
SCR
65%
65,3%
65,2%
GMT
37
37,2
42,2
95%-betrouwbaarheidsinterva
l
29,2, 47,8
28,6, 48,3
19,2, 92,7
Pediatrische patiënten
In een fase 2-onderzoek met gezonde Indiase peuters in de leeftijd van ≥ 1 jaar tot < 3 jaar werden
24 kinderen gevaccineerd met 0,25 ml IXIARO (de toegelaten dosis voor deze leeftijdsgroep) en
24 kinderen kregen de dosis van 0,5 ml van volwassenen. Gegevens zijn beperkt, maar bij deze
leeftijdsgroep waren er geen verschillen in het veiligheidsprofiel tussen de dosis van 0,25 ml en de dosis van
0,5 ml.
Immunogeniciteit en veiligheid van IXIARO bij kinderen en adolescenten van een JEV-endemisch land
De veiligheid en immunogeniciteit van IXIARO werden geëvalueerd in een gerandomiseerd, gecontroleerd,
open-label klinisch onderzoek dat in de Filippijnen werd uitgevoerd, waar JEV endemisch is. Het
veiligheidsprofiel van IXIARO werd vergeleken met de controlevaccins Havrix (hepatitis A-vaccin,
preparaat voor kinderen 720 ELISA-eenheden/0,5 ml) en Prevenar (7-valent pneumokokkenconjugaatvaccin
[difterie CRM
197
-proteïne]).
14
De immunogeniciteit werd geëvalueerd in een subgroep van de onderzoekspopulatie en bestond uit de
bepaling van het seroconversiepercentage (SCR), gedefinieerd als JEV-neutraliserende antilichaamtiter
≥ 1:10, het aantal proefpersonen dat minstens een viervoudige toename bereikte voor antilichaamtiters en de
geometrisch gemiddelde titer (GMT) op dag 56 en in maand 7, volgens dosis en volgens leeftijdsgroep. De
immuunresponsen die IXIARO opwekte, worden weergegeven in tabel 10.
Tabel 10:
Seroconversiepercentages, percentages proefpersonen met minstens een 4-voudige toename van
JEV-neutraliserende antilichaamtiters en geometrisch gemiddelde titers bij aanvang, op dag 56
en in maand 7, gestratificeerd volgens leeftijdsgroep, intention to treat-populatie
Vaccindosis
Leeftijdsgroep
2 maanden –
< 6 maanden
0,25 ml
6 maanden –
< 12 maanden
1 jaar –
< 3 jaar
3 jaar -
< 12 jaar
0,5 ml
12 jaar -
< 18 jaar
Seroconversiepercentages % (n/N)
Vóór vaccinatie
Dag 56
Maand 7
30% (3/10)
100% (9/9)
100% (10/10)
0% (0/20)
100% (19/19)
100% (18/18)
3,2% (4/125)
99,2% (119/120)
85,5% (106/124)
16,8% (17/101)
100,0%
(100/100)
91,0% (91/100)
45,7% (64/140)
100% (137/137)
97,1% (133/137)
Aantal proefpersonen die een ≥ 4-voudige toename van JEV-antilichaamtiters bereikte % (n/N)
Dag 56
100 (9/9)
94,7 (18/19)
96,7 (116/120)
94,0 (94/100)
77,4 (106/137)
Maand 7
90,0 (9/10)
83,3 (15/18)
75,8 (94/124)
71,0 (71/100)
65,0 (89/137)
Geometrisch gemiddelde titer (N)
Vóór vaccinatie
Dag 56
Maand 7
8,42 (10)
687,35 (9)
159,27 (10)
5
(20)
377,79 (19)
64,00 (18)
5,52 (124)
258,90 (121)
38,91 (125)
6,54 (101)
213,67 (100)
43,60 (100)
13,08 (140)
175,63 (137)
86,61 (137)
◊Negatieve titers vóór vaccinatie werden beschouwd als 5.
In de volledige onderzoekspopulatie werden veiligheid en verdraagbaarheid geëvalueerd. De eerste zeven
dagen na elke vaccinatie noteerden de ouders of proefpersonen de bijwerkingen op een dagboekkaart. De
ouders of proefpersonen werd gevraagd naar eventuele ongewenste bijwerkingen op de dag van de tweede
vaccinatie en tijdens de bezoeken die ze aflegden en die bestonden uit een lichamelijk onderzoek 28 dagen
(dag 56) en 6 maanden (maand 7) na de tweede dosis. Het veiligheidsprofiel van IXIARO was vergelijkbaar
met dat van Havrix of Prevenar.
Persistentie van antilichamen en boosterdosis bij kinderen en adolescenten uit een JEV-endemisch land
De persistentie van JEV-neutraliserende antilichamen na primaire immunisatie en de veiligheid en
immunogeniciteit van een boosterdosis van IXIARO 12 maanden na primaire immunisatie werden
geëvalueerd in een gerandomiseerd, gecontroleerd, open-label klinisch onderzoek dat werd uitgevoerd in de
Filippijnen, waar JEV endemisch is (300 kinderen, gemiddelde leeftijd 5,3 jaar, bereik 1,2 – 17,3 jaar). 150
kinderen werden opgevolgd gedurende drie jaar zonder booster, nog eens 150 kinderen kregen na 1 jaar een
booster (0,25 ml voor kinderen in de leeftijd < 3 jaar op het moment van de booster, 0,5 ml voor kinderen in
de leeftijd van 3 jaar en ouder) en werden opgevolgd gedurende de resterende twee jaar.
Serobeschermingspercentages (SPR), gedefinieerd als neutraliserende antilichaamtiter ≥1:10, en
15
geometrisch gemiddelde titers (GMT’s) worden weergegeven in tabel 11. De boosterdosis leidde tot een
duidelijke stijging in GMT’s en het serobeschermingspercentage bleef twee jaar na de booster op 100%.
Table 11:
Serobeschermingspercentages en geometrisch gemiddelde titers met en zonder een booster van
IXIARO in Maand 12, 13, 24 en 36, intent-to-treat-populatie
Zonder booster
N = 150
Boosterdosis 12 maanden na primaire
immunisatie
N = 149
Boosterdosis van Boosterdosis van
0,25 ml
0,5 ml
N=81
N=67
Serobeschermingspercentage % (n/N)
Tijdstip na
primaire
immunisatie
Maand 12
Maand 13
Maand 24
Maand 36
89,9 (134/149)
n.b.
89,0 (130/146)
90,1 (128/142)
97,5 (79/81)
100 (81/81)
100 (80/80)
100,0 (76/76)
Geometrisch gemiddelde titer
89,6 (60/67)
100,0 (67/67)
100,0 (67/67)
100,0 (67/67)
Maand 12
Maand 13
Maand 24
Maand 36
n.b. = niet beschikbaar
46
n.b.
50
59
67
2911
572
427
40
1366
302
280
Immunogeniciteit en veiligheid bij kinderen en adolescenten van niet-endemische landen
De veiligheid en immunogeniciteit van IXIARO werden geëvalueerd in een niet-gecontroleerd, open-label
klinisch onderzoek dat in de Verenigde Staten, Europa en Australië werd uitgevoerd bij gezonde mannelijke
en vrouwelijke proefpersonen die van plan waren om naar JEV-endemische gebieden te reizen. Kinderen en
adolescenten in de leeftijd van ≥ 3 tot < 18 jaar kregen twee vaccindoses van 0,5 ml en kinderen in de
leeftijd van ≥ 2 maanden tot < 3 jaar kregen twee vaccindoses van 0,25 ml op dag 0 en dag 28 met een
intramusculaire injectie. Er werden immunogeniciteitsgegevens geëvalueerd bij 64 proefpersonen. De SCR’s
en GMT’s worden weergegeven in tabel 12.
16
Tabel 12:
Seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer van JEV-neutraliserend antilichaam
volgens vaccindosis en leeftijdsgroep. Intention to treat-populatie
Dosis
IXIARO
Tijdpunt
SCR
n/N
100%
5/5
100%
2/2
100%
57/57
90,6%
29/32
57,1
38,4; 84,9
340,7
48,0
0,0;
3 214 485,7
269,8; 430,3
GMT
95%
betrouwbaar-
heidsinterval
106,0; 441,0
Leeftijdsgroep ≥ 2 maanden tot
< 3 jaar
0,25 ml
Dag 56
Maand 7
216,2
Leeftijdsgroep ≥ 3 jaar tot
< 18 jaar
0,5 ml
Dag 56
Maand 7
Persistentie van antilichamen bij kinderen en adolescenten uit niet-endemische landen
Persistentie van antilichamen werd gedurende drie jaar na de primaire vaccinatie met IXIARO geëvalueerd
in een niet-gecontroleerd, open-label follow-up klinisch onderzoek dat werd uitgevoerd in de Verenigde
Staten, Europa en Australië. Langetermijngegevens over immunogeniciteit werden geëvalueerd bij 23
kinderen (gemiddelde leeftijd 14,3 jaar, bereik 3 - 18 jaar). De SPR’s en GMT’s worden weergegeven in
tabel 13.
Tabel 13:
Serobeschermingspercentage en geometrisch gemiddelde titer van JEV-neutraliserende
antilichamen per vaccindosis en leeftijdsgroep. Intent-to-treat-populatie
Serobeschermingspercentage
(percentage proefpersonen met
PRNT
50
≥1:10)
% (n/N)
Na primaire
immunisatie met
dosis van 0,25 ml
Na primaire
immunisatie met
dosis van 0,5 ml
Geometrisch gemiddelde titer
(
plaquereductieneutralisatietest)
GMT [95%BI]
Na primaire
immunisatie met
dosis van 0,25 ml
Na primaire
immunisatie met
dosis van 0,5 ml
Maand 12
Maand 24
Maand 36
0% (0/0)
100% (1/1)
100% (1/1)
89,5% (17/19)
90,9% (20/22)
88,9% (16/18)
-
193 [n.b.]
136 [n.b.]
48 [28; 80]
75 [46; 124]
61 [35; 106]
n.b. 95%-betrouwbaarheidsinterval kon niet worden vastgesteld (gegevens van één enkele proefpersoon)
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Niet van toepassing.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens inzake toxiciteit zijn beperkt.
In een onderzoek naar reproductie en pre/postnatale toxiciteit werden geen aan het vaccin gerelateerde
effecten gesignaleerd op de voortplanting, het foetale gewicht, de overleving en ontwikkeling van de jongen.
17
In de groep die 2 doses kreeg toegediend, werd echter onvolledige ossificatie van delen van het skelet
waargenomen, maar niet in de groep met 3 doses. Het is op dit moment moeilijk te verklaren of dit
verschijnsel aan de behandeling gerelateerd is.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Fosfaatgebufferde fysiologische zoutoplossing bestaande uit:
Natriumchloride
Kaliumdiwaterstoffosfaat
Dinatriumwaterstoffosfaat
Water voor injecties
Zie rubriek 2 voor het adjuvans.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen
gemengd worden.
6.3
3 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
0,5 ml suspensie in een voorgevulde injectiespuit (type 1-glas) met een zuigerstop (chloorbutylelastomeer).
Verpakking van 1 injectiespuit met of zonder afzonderlijke naald.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
De voorgevulde injectiespuit is uitsluitend voor eenmalig gebruik bestemd en mag bij maximaal één persoon
worden gebruikt. De voorgevulde injectiespuit is gebruiksklaar. Als er geen naald is meegeleverd, moet een
steriele naald worden gebruikt.
Niet gebruiken als de folie van de blisterverpakking niet intact is of als de verpakking beschadigd is.
Bij bewaren kan een fijn witte neerslag met een helder kleurloos supernatant zichtbaar zijn.
Vóór gebruik dient de injectiespuit goed te worden geschud zodat een witte, troebele, homogene suspensie
ontstaat. Niet toedienen als er na het schudden nog deeltjes te zien zijn of verkleuring wordt waargenomen,
of als de injectiespuit fysiek beschadigd lijkt te zijn.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
18
Informatie over de toediening van een dosis van 0,5 ml IXIARO aan personen in de leeftijd van 3 jaar en
ouder
Voor toediening van de volledige dosis van 0,5 ml moeten de onderstaande stappen worden gevolgd:
1. Schud met de injectiespuit om een homogene suspensie te verkrijgen.
2. Verwijder de dop van de punt van de injectiespuit door er voorzichtig aan te draaien. Probeer niet
de punt af te breken of er af te trekken; hierdoor kan de injectiespuit beschadigd raken.
3. Bevestig een naald op de voorgevulde injectiespuit.
Informatie over de bereiding van een dosis van 0,25 ml IXIARO voor gebruik bij kinderen jonger dan 3 jaar
Voor toediening van een dosis van 0,25 ml bij kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar moeten de
onderstaande stappen worden gevolgd:
1. Schud met de injectiespuit om een homogene suspensie te verkrijgen.
2. Verwijder de dop van de punt van de injectiespuit door er voorzichtig aan te draaien. Probeer niet
de punt af te breken of er af te trekken; hierdoor kan de injectiespuit beschadigd raken.
3. Bevestig een naald op de voorgevulde injectiespuit.
4. Houd de injectiespuit rechtop.
5. Duw de plunjerstop tot aan de rand van de rode lijn op de cilinder van de injectiespuit, aangeduid
met een rood pijltje (zie afbeelding 1)*, om het overtollige volume te verwijderen.
6. Bevestig een nieuwe steriele naald voordat u de rest van het volume injecteert.
* Als u de plunjerstop voorbij de rode lijn hebt geduwd, is het niet zeker dat er nog een dosis van 0,25 ml is
en moet een nieuwe injectiespuit worden gebruikt.
Afbeelding 1: Klaar
maken voor
toediening van een
dosis van 0,25 ml
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Valneva Austria GmbH
Campus Vienna Biocenter 3
A-1030 Wenen
Oostenrijk
19
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/501/001
EU/1/08/501/002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 31 maart 2009
Datum van laatste verlenging: 28 februari 2014
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
20
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME
STOF(FEN) EN FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK
VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
B.
C.
D.
21
A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
Valneva Scotland Ltd.
Oakbank Park Road,
Livingston EH53 0TG
Verenigd Koninkrijk
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Valneva Austria GmbH
Campus Vienna Biocenter 3
A-1030 Wenen
Oostenrijk
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
Officiële vrijgifte van de batch
In overeenstemming met artikel 114 van Richtlijn 2001/83/EG en amendementen, zal de officiële
vrijgifte van de batch worden uitgevoerd door een laboratorium van de staat of een specifiek daartoe
aangewezen laboratorium.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met Europese
referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG
en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module 1.8.2
van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-aanpassingen.
Een RMP-aanpassing wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
22
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
23
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
24
A. ETIKETTERING
25
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Buitenverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
IXIARO suspensie voor injectie
Japanse-encefalitisvaccin (geïnactiveerd, geadsorbeerd)
Presentatie voor volwassenen, adolescenten en kinderen
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 dosis (0,5 ml) IXIARO bevat:
6 AU (antigeen-eenheden, overeenkomend met een sterkte van ≤ 460 ng ED
50
) van geïnactiveerd Japanse-
encefalitisvirus stam SA
14
-14-2 (geproduceerd in Vero-cellen) geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide,
gehydrateerd (ongeveer 0,25 mg Al
3+
).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen:
Fosfaatgebufferde oplossing bestaande uit natriumchloride, kaliumdiwaterstoffosfaat,
dinatriumwaterstoffosfaat en water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Suspensie voor injectie.
0,5 ml enkelvoudige dosis in een voorgevulde injectiespuit.
0,5 ml enkelvoudige dosis in een voorgevulde injectiespuit + 1 naald
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculaire (IM) toediening.
Schudden om een gelijkmatig verdeelde suspensie te verkrijgen.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Niet intravasculair injecteren.
8.
EXP:
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
26
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
Vernietigen overeenkomstig lokale voorschriften.
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Valneva Austria GmbH
Campus Vienna Biocenter 3
A-1030 Vienna
Austria
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/501/001
EU/1/08/501/002
13.
Lot:
PARTIJNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
<2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.>
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
< PC: {nummer}
SN: {nummer}
NN: {nummer} >
<Niet van toepassing.>
27
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Folie voor blisterverpakking
Blanco witte folie zonder gedrukte informatie.
28
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
Etiket voorgevulde injectiespuit
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
IXIARO suspensie voor injectie
Japanse-encefalitisvaccin
Intramusculaire (IM) toediening
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP:
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot:
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 dosis, 0,5 ml
6.
OVERIGE
Bewaren in de koelkast
Niet in de vriezer bewaren
29
B. BIJSLUITER
30
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
IXIARO suspensie voor injectie
Japanse-encefalitisvaccin (geïnactiveerd, geadsorbeerd)
Lees goed de hele bijsluiter voordat u of uw kind dit vaccin toegediend krijgt want er staat
belangrijke informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u of uw kind hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts.
Geef dit vaccin niet door aan anderen, want het is alleen aan u en/of uw kind voorgeschreven.
Krijgt u en/of uw kind last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u en/of uw
kind een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is IXIARO en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u en/of uw kind dit middel niet toegediend krijgen of moet u en/of uw kind er extra
voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe wordt dit middel toegediend?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is IXIARO en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
IXIARO is een vaccin tegen het Japanse-encefalitisvirus.
Door het vaccin zorgt het lichaam zelf voor bescherming (het produceert antilichamen) tegen deze ziekte.
IXIARO wordt gebruikt om infectie met het Japanse-encefalitisvirus (JEV) te voorkomen. Dit virus komt
voornamelijk voor in Azië en wordt op de mens overgedragen door muggen die een geïnfecteerd dier (zoals
varkens) hebben gebeten. Bij veel geïnfecteerde mensen ontstaan lichte of helemaal geen verschijnselen. Bij
mensen die ernstig ziek worden, begint JE meestal als een griepachtige ziekte, met koorts, koude rillingen,
vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid en braken. In het vroege stadium van de ziekte komen ook
verwardheid en rusteloosheid voor.
IXIARO mag alleen worden toegediend aan volwassenen, jongeren tot 18 jaar, kinderen en baby's in de
leeftijd van 2 maanden en ouder die naar landen reizen waar JE endemisch is of die beroepsmatig een risico
lopen.
2.
Wanneer mag u en/of uw kind dit middel niet toegediend krijgen of moet u en/of uw kind er
extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag dit middel niet worden gebruikt?
U bent en/of uw kind is allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
Als zich bij u en/of uw kind na toediening van een eerdere dosis IXIARO een allergische reactie heeft
voorgedaan. Tekenen van een allergische reactie zijn onder meer een jeukende huiduitslag,
kortademigheid en zwelling van gezicht en tong.
Als u en/of uw kind ziek bent/is en hoge koorts heeft. In dit geval stelt uw arts de vaccinatie uit.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
IXIARO mag niet in een bloedvat worden ingespoten.
De primaire immunisatie moet ten minste één week voorafgaand aan mogelijke blootstelling aan JEV zijn
afgerond.
Informeer uw arts:
31
Als zich bij u en/of uw kind na eerdere toediening van een vaccin gezondheidsproblemen hebben
voorgedaan.
Als u en/of uw kind weet dat u andere allergieën heeft.
Als u een stollingsstoornis (een ziekte waardoor u en/of uw kind meer bloedt dan normaal) heeft of
een lager aantal bloedplaatjes waardoor het risico van bloeding of bloeduitstorting toeneemt
(trombocytopenie).
Als uw kind jonger is dan 2 maanden, omdat IXIARO niet is onderzocht bij baby's jonger dan
2 maanden.
Als het afweersysteem van u of uw kind niet goed functioneert (immunodeficiëntie) of als u en/of uw
kind geneesmiddelen inneemt die uw afweersysteem aantasten (zoals het geneesmiddel cortison of
een middel tegen kanker).
Uw arts bespreekt met u de mogelijke risico’s en voordelen van toediening van IXIARO.
Denk er aan dat:
IXIARO de ziekte waartegen het beschermt, niet kan veroorzaken.
IXIARO niet beschermt tegen infecties die door andere virussen dan het Japanse-encefalitisvirus
worden veroorzaakt.
Zoals met elk ander vaccin is het mogelijk dat vaccinatie met IXIARO misschien niet in alle gevallen
leidt tot bescherming.
U ook na toediening van IXIARO de juiste voorzorgen moet nemen voor u en voor uw kind om
muggenbeten te voorkomen (de juiste kleding, gebruik van insectenwerende middelen en
muskietennetten).
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Uit onderzoeken bij mensen die werden uitgevoerd ter beoordeling van de werkzaamheid en veiligheid van
geneesmiddelen (klinische onderzoeken), is gebleken dat IXIARO tegelijk met het hepatitis-A-vaccin en het
rabiësvaccin kan worden toegediend.
Gebruikt u en/of uw kind naast IXIARO nog andere geneesmiddelen, heeft u en/of uw kind dat kort geleden
gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u en/of uw kind in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat
gebruiken? Vertel dat dan uw arts. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen
of als onlangs aan u en/of uw kind een ander vaccin is toegediend.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Er bestaan beperkte gegevens afkomstig van toepassing van IXIARO bij zwangere vrouwen of vrouwen die
borstvoeding geven.
Uit voorzorg moet het gebruik van IXIARO tijdens zwangerschap of borstvoeding worden gemeden.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact
op met uw arts voordat u dit vaccin toegediend krijgt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
IXIARO heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.
IXIARO bevat kalium en natrium
Dit geneesmiddel bevat kalium, minder dan 1 mmol (39 mg) per enkele dosering van 0,5 ml, d.w.z. in wezen
'kaliumvrij' en minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per enkele dosering van 0,5 ml, dat wil zeggen in wezen
'natriumvrij'. Dit product kan sporen van residueel natriummetabisulfiet bevatten, wat onder de detectielimiet
ligt.
3.
Hoe wordt dit middel toegediend?
32
De gebruikelijke dosering voor volwassenen, jongeren tot 18 jaar en kinderen in de leeftijd van 3 jaar en
ouder is in totaal 2 injecties van elk 0,5 ml:
de eerste injectie op dag 0,
de tweede injectie 28 dagen na de eerste injectie (dag 28).
Volwassenen in de leeftijd van 18 tot ≤ 65 jaar kunnen ook als volgt worden gevaccineerd:
de eerste injectie op dag 0
de tweede injectie 7 dagen na de eerste injectie (dag 7).
Baby’s en kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar
De gebruikelijke dosering voor baby’s en kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar is in totaal
2 injecties van elk 0,25 ml:
de eerste injectie op dag 0
de tweede injectie 28 dagen na de eerste injectie (dag 28).
Zie achteraan deze bijsluiter voor instructies over de bereiding van een dosis van 0,25 ml.
Zorg ervoor dat u en/of uw kind de hele vaccinatiekuur van twee injecties afmaakt. De tweede injectie moet
uiterlijk één week voor het risico op blootstelling aan het JE-virus worden toegediend. Als u en/of uw kind
de kuur niet afmaakt, bent u en/of is uw kind mogelijk niet volledig tegen de ziekte beschermd.
Voor volwassenen, adolescenten, kinderen en baby’s in de leeftijd van 1 jaar of ouder kan er binnen het
tweede jaar (d.w.z. 12 – 24 maanden) na de eerste injectie van de aanbevolen primaire immunisatie een
herhalingsinjectie worden gegeven. Voor volwassenen kan 10 jaar na de eerste herhalingsinjectie een
tweede herhalingsinjectie worden gegeven. Voor ouderen (> 65 jaar) kan de eerste herhalings-injectie eerder
worden gegeven. Uw arts zal beslissen of herhalingsinjecties nodig zijn en wanneer deze moeten worden
gegeven.
Toediening
IXIARO wordt door uw arts of een verpleegkundige in de bovenarmspier (deltaspier) bij u of uw kind
ingespoten. Het mag niet in een bloedvat worden ingespoten. In het geval dat bij u en/of uw kind sprake is
van een stollingsstoornis, kan uw arts het vaccin onder de huid (subcutaan) toedienen.
Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts of apotheker.
Wat u moet doen wanneer u vergeten bent IXIARO te laten toedienen
Als u en/of uw kind een geplande injectie vergeet, overleg dan met uw arts en maak een nieuwe afspraak
voor de tweede injectie. Zonder de tweede injectie bent u en/of is uw kind niet volledig beschermd tegen de
ziekte. Er zijn gegevens waaruit blijkt dat de tweede injectie tot 11 maanden na de eerste kan worden
gegeven.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te
maken.
De meeste van de hieronder genoemde bijwerkingen zijn tijdens klinische onderzoeken waargenomen. Ze
doen zich meestal voor binnen de eerste drie dagen na vaccinatie, zijn doorgaans licht en verdwijnen binnen
enkele dagen.
Zeer vaak (treffen meer dan 1 op de 10 gebruikers):
hoofdpijn, spierpijn, pijn op de injectieplaats, gevoeligheid van de injectieplaats, vermoeidheid
Vaak (treffen 1 tot 10 gebruikers op de 100):
33
misselijkheid, griepachtige ziekte, koorts, andere reacties op de injectieplaats (bijv. roodheid, verharding,
zwelling, jeuk)
Soms (treffen 1 tot 10 gebruikers op de 1.000):
braken, huiduitslag, veranderingen in de lymfeknopen, migraine (bonzende hoofdpijn, vaak gepaard gaand
met misselijkheid en braken en gevoeligheid voor licht), duizeligheid, draaiduizeligheid, diarree, buikpijn,
overmatig zweten, jeuk, koude rillingen, algemeen onwel voelen, stijfheid van skeletspieren, gewrichtspijn,
zwakte, afwijkende laboratoriumuitslagen van levertests (verhoogde leverenzymwaarden)
Zelden (treffen 1 tot 10 gebruikers op de 10.000):
hartkloppingen, snelle hartslag, moeite met ademhalen, ongewone gevoeligheid van de huid (bijvoorbeeld
spelden- en naaldprikken), netelroos, rode huid, pijn in armen of benen, te weinig bloedplaatjes, ontsteking
van zenuwen, zwelling van ledemaat en zwelling van enkels, smaakstoornissen, zwelling van ooglid,
flauwvallen
Bijkomende bijwerkingen bij kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar
Bij kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar zijn de volgende bijwerkingen vaker waargenomen dan
bij kinderen in de leeftijd van 3 jaar tot < 12 jaar, jongeren tot 18 jaar en volwassenen:
Zeer vaak:
koorts (28,9%), diarree (11,8%), griepachtige ziekte (11,2%), prikkelbaarheid (11,0%)
Vaak:
verminderde eetlust, braken, huiduitslag
Soms:
hoesten
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen
die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem
zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit
geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
verpakking en het etiket na ‘EXP’. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C).
Niet in de vriezer bewaren. Als het vaccin bevroren is geweest, mag het niet meer worden gebruikt.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u en/of uw kind niet meer gebruikt. Ze worden
dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
1 dosis (0,5 ml) IXIARO bevat:
Japanse-encefalitisvirus stam SA
14
-14-2 (geïnactiveerd)
1,2
6 AU
3
overeenkomend met een sterkte van ≤ 460 ng ED
50
1
2
geproduceerd in Vero-cellen
geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide, gehydrateerd (ongeveer 0,25 milligram Al
3+
)
3
antigeen-eenheden
34
Aluminiumhydroxide is als adjuvans aan dit vaccin toegevoegd.
De andere stoffen in dit middel zijn: natriumchloride, kaliumdiwaterstoffosfaat, dinatriumwaterstoffosfaat,
water voor injecties.
Hoe ziet IXIARO eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
IXIARO is een suspensie voor injectie (0,5 ml in een glazen injectiespuit met of zonder afzonderlijke naald,
verpakking van 1).
IXIARO is een witte en enigszins melkachtige steriele suspensie, die bij schudden homogeen wordt.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Valneva Austria GmbH
Campus Vienna Biocenter 3
A-1030 Wenen
Oostenrijk
E-mail:
infoixiaro@valneva.com
Fabrikant:
Valneva Austria GmbH
Campus Vienna Biocenter 3
A-1030 Wenen
Oostenrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de houder van de vergunning
voor het in de handel brengen via het volgende e-mailadres:
infoixiaro@valneva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
Deze bijsluiter is beschikbaar in alle EU/EER-talen op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
De voorgevulde injectiespuit is uitsluitend voor eenmalig gebruik bestemd en mag bij maximaal één persoon
worden gebruikt. De voorgevulde injectiespuit is gebruiksklaar. Als er geen naald is meegeleverd, moet een
steriele naald worden gebruikt.
Niet gebruiken als de folie van de blisterverpakking niet intact is of als de verpakking beschadigd is.
Bij bewaren kan een fijn witte neerslag met een helder kleurloos supernatant zichtbaar zijn.
Vóór gebruik dient de injectiespuit goed te worden geschud zodat een witte, troebele, homogene suspensie
ontstaat. Niet toedienen als er na het schudden nog deeltjes te zien zijn of verkleuring wordt waargenomen,
of als de injectiespuit fysiek beschadigd lijkt te zijn.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
35
Informatie over de toediening van een dosis van 0,5 ml IXIARO aan personen in de leeftijd van 3 jaar en
ouder
Voor toediening van de volledige dosis van 0,5 ml moeten de onderstaande stappen worden gevolgd:
1.
2.
3.
Schud met de injectiespuit om een homogene suspensie te verkrijgen.
Verwijder de dop van de tip van de injectiespuit door er voorzichtig aan te draaien. Probeer niet de tip
af te breken of er af te trekken; hierdoor kan de injectiespuit beschadigd raken.
Bevestig een naald op de voorgevulde injectiespuit.
Informatie over de bereiding van eens dosis van 0,25 ml IXIARO voor gebruik bij kinderen jonger dan 3 jaar
Voor toediening van een dosis van 0,25 ml bij kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar moeten de
onderstaande stappen worden gevolgd:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Schud met de injectiespuit om een homogene suspensie te verkrijgen.
Verwijder de dop van de tip van de injectiespuit door er voorzichtig aan te draaien. Probeer niet de tip
af te breken of er af te trekken; hierdoor kan de injectiespuit beschadigd raken.
Bevestig een naald op de voorgevulde injectiespuit.
Houd de injectiespuit rechtop.
Duw de plunjerstop tot aan de rand van de rode lijn op de cilinder van de injectiespuit, aangeduid met
een rood pijltje (zie afbeelding 1)*, om het overtollige volume te verwijderen.
Bevestig een nieuwe steriele naald voordat u de rest van het volume injecteert.
* Als u de plunjerstop voorbij de rode lijn hebt geduwd, is het niet zeker dat er nog een dosis van 0,25 ml is
en moet een nieuwe injectiespuit worden gebruikt.
Afbeelding 1: Klaar
maken voor
toediening van een
dosis van 0,25 ml
36

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

NAAM VAN het GENEESMIDDEL
IXIARO suspensie voor injectie
Japanse-encefalitisvaccin (geïnactiveerd, geadsorbeerd)

2.

KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
1 dosis (0,5 ml) IXIARO bevat:
Japanse-encefalitisvirus stam SA14-14-2 (geïnactiveerd)1,2
6 AU3
overeenkomend met een sterkte van
460 ng ED50
1 geproduceerd in Vero-cellen
2 geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide, gehydrateerd (ongeveer 0,25 milligram Al3+)
3 antigeen-eenheden
Hulpstoffen met bekend effect
Dit geneesmiddel bevat kalium, minder dan 1 mmol (39 mg) per enkele dosering van 0,5 ml, d.w.z. in wezen
'kaliumvrij' en minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per enkele dosering van 0,5 ml, dat wil zeggen in wezen
'natriumvrij'. Dit product kan sporen van residueel natriummetabisulfiet bevatten, wat onder de
detectielimiet ligt.
Fosfaatgebufferde fysiologische zoutoplossing 0,0067 M (in PO4) heeft de volgende zoutsamenstelling:
NaCl ­ 9 mg/ml
KH2PO4 ­ 0,144 mg/ml
Na2HPO4 ­ 0,795 mg/ml
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.

FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie.
Heldere vloeistof met een witte neerslag.

4.

KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties

IXIARO is geïndiceerd voor actieve immunisatie tegen Japanse encefalitis bij volwassenen, adolescenten,
kinderen en baby's in de leeftijd van 2 maanden en ouder.
IXIARO moet worden overwogen voor toepassing bij personen met een risico van blootstelling door reizen of
tijdens uitoefening van hun beroep.

4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Volwassenen (in de leeftijd van 18 tot 65 jaar)
De primaire vaccinatiereeks bestaat uit twee afzonderlijke doses van elk 0,5 ml aan de hand van het
volgende conventionele schema:
Eerste dosis op dag 0.
Tweede dosis: 28 dagen na de eerste dosis.
Snel schema
als volgt:
Eerste dosis op dag 0.
Tweede dosis: 7 dagen na de eerste dosis.
Voor beide schema's geldt dat de primaire immunisatie ten minste één week vóór potentiële blootstelling
aan het Japanse-encefalitisvirus (JEV) moet zijn voltooid (zie rubriek 4.4).
Aanbevolen wordt dat gevaccineerden die de eerste dosis IXIARO toegediend hebben gekregen, de primaire
vaccinatiekuur van 2 doses IXIARO afmaken.
Als de primaire immunisatie met 2 injecties niet wordt voltooid, wordt mogelijk geen volledige bescherming
tegen de ziekte verkregen. Er zijn gegevens die erop wijzen dat een tweede injectie, gegeven tot maximaal
11 maanden na de eerste dosis, leidt tot hoge seroconversiepercentages (zie rubriek 5.1).

Boosterdosis
Een boosterdosis (derde dosis) dient binnen het tweede jaar (d.w.z. 12 ­ 24 maanden) na primaire
immunisatie, voorafgaand aan potentiële herblootstelling aan JEV, te worden gegeven.
Personen die voortdurend een verhoogde kans op Japanse encefalitis hebben (laboratoriummedewerkers of
mensen die in endemische gebieden verblijven) dienen 12 maanden na primaire immunisatie een
boosterdosis te krijgen (zie rubriek 5.1). Langetermijngegevens over serobescherming na een eerste
boosterdosis die 12 - 24 maanden na primaire immunisatie werd gegeven, suggereren dat 10 jaar na de eerste
boosterdosis, voorafgaand aan mogelijke blootstelling aan JEV, een tweede booster gegeven zou moeten
worden.

Ouderen (in de leeftijd van > 65 jaar)
De primaire vaccinatiereeks bestaat uit twee afzonderlijke doses van elk 0,5 ml aan de hand van het
volgende conventionele schema:
Eerste dosis op dag 0.
Tweede dosis: 28 dagen na de eerste dosis.
De primaire immunisatie moet ten minste één week vóór potentiële blootstelling aan het Japanse
encefalitisvirus (JEV) zijn voltooid (zie rubriek 4.4).
Aanbevolen wordt dat gevaccineerden die de eerste dosis IXIARO toegediend hebben gekregen, de primaire
vaccinatiekuur van 2 doses IXIARO afmaken.
Als de primaire immunisatie met 2 injecties niet wordt voltooid, wordt mogelijk geen volledige bescherming
tegen de ziekte verkregen. Er zijn gegevens die erop wijzen dat een tweede injectie, gegeven tot maximaal
11 maanden na de eerste dosis, leidt tot hoge seroconversiepercentages (zie rubriek 5.1).
Boosterdosis
Zoals geldt voor veel vaccins, is bij oudere personen de immuunrespons op IXIARO lager dan bij jongere
volwassenen. Het is onzeker hoe lang het vaccin bij oudere personen bescherming biedt, daarom moet een
boosterdosis (derde dosis) worden overwogen voordat verdere blootstelling aan JEV plaatsvindt. Het is niet
bekend of er na een boosterdosis sprake is van langdurige serobescherming.

Pediatrische patiënten
Kinderen en adolescenten in de leeftijd van 3 tot < 18 jaar
De primaire vaccinatiereeks bestaat uit twee afzonderlijke doses van elk 0,5 ml aan de hand van het
volgende schema:
Eerste dosis op dag 0.
Tweede dosis: 28 dagen na de eerste dosis.
Kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar
De primaire vaccinatiereeks bestaat uit twee afzonderlijke doses van elk 0,25 ml aan de hand van het
volgende schema:
Tweede dosis: 28 dagen na de eerste dosis.
Voor instructies over de bereiding van een dosis van 0,25 ml voor kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot
< 3 jaar, zie rubriek 6.6.
Aanbevolen wordt dat gevaccineerden die de eerste dosis IXIARO toegediend hebben gekregen, de primaire
vaccinatiekuur van 2 doses IXIARO afmaken.
Boosterdosis (kinderen en adolescenten
)
Een boosterdosis (derde dosis) dient binnen het tweede jaar (d.w.z. 12 ­ 24 maanden) na primaire
immunisatie, voorafgaand aan potentiële herblootstelling aan JEV, te worden gegeven.
Kinderen en adolescenten die voortdurend een verhoogde kans op Japanse encefalitis hebben (mensen die in
endemische gebieden verblijven) dienen 12 maanden na primaire immunisatie een boosterdosis te krijgen
(zie rubriek 5.1).
Kinderen en adolescenten in de leeftijd van 3 tot < 18 jaar dienen een eenmalige boosterdosis van 0,5 ml te
krijgen.
Kinderen in de leeftijd van 14 maanden tot < 3 jaar dienen een eenmalige boosterdosis van 0,25 ml te
krijgen.
Zie rubriek 6.6 voor instructies over het bereiden van een dosis van 0,25 ml voor kinderen in de leeftijd van
2 maanden tot < 3 jaar.
Bij kinderen zijn geen langetermijngegevens gegenereerd over serobescherming na twee jaar na een eerste
booster die 1 jaar na primaire immunisatie werd toegediend.
Kinderen jonger dan 2 maanden
De veiligheid en werkzaamheid van IXIARO bij kinderen jonger dan 2 maanden zijn niet vastgesteld. Er
zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Het vaccin moet via intramusculaire injectie worden toegediend in de musculus deltoideus. Bij baby's kan
het anterolaterale deel van de dij als injectieplaats worden gebruikt. IXIARO mag nooit intravasculair
worden geïnjecteerd.
Wanneer IXIARO gelijktijdig met andere injecteerbare vaccins wordt toegediend, moeten ze in
afzonderlijke spuiten en op tegenoverliggende plaatsen worden toegediend.
In uitzonderlijke gevallen kan IXIARO ook subcutaan worden toegediend aan patiënten met
trombocytopenie of stollingsstoornissen, aangezien na intramusculaire injectie een bloeding kan optreden.
Subcutane toediening zou kunnen leiden tot een suboptimale respons op het vaccin (zie rubriek 4.4). Hierbij
moet echter worden opgemerkt dat er geen gegevens zijn over de klinische werkzaamheid die toediening via
de subcutane route ondersteunen.

4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen of voor de
residuen protaminesulfaat, formaldehyde, bovien serumalbumine, gastcel-DNA, natriummetabisulfiet (zie
rubriek 2), gastcelproteïne.
De tweede dosis mag niet worden toegediend aan personen bij wie zich na toediening van de eerste dosis
van het vaccin overgevoeligheidsreacties voordoen.
De toediening moet worden uitgesteld bij personen met ernstige acute, met koorts gepaard gaande ziekten.
Traceerbaarheid
Om de traceerbaarheid van biologische geneesmiddelproducten te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product duidelijk worden vastgelegd.
Zoals geldt voor alle injecteerbare vaccins, moet er altijd adequate medische behandeling en toezicht
beschikbaar zijn voor behandeling van zeldzame gevallen van anafylactische reacties na toediening van het
vaccin.
IXIARO mag onder geen beding intravasculair worden toegediend.
Zoals geldt voor elk vaccin, leidt vaccinatie met IXIARO mogelijk niet in alle gevallen tot bescherming.
IXIARO beschermt niet tegen door andere micro-organismen veroorzaakte vormen van encefalitis.
Net als andere intramusculaire injecties mag het vaccin niet intramusculair worden toegediend aan personen
met trombocytopenie, hemofilie of andere stollingsstoornissen (zie rubriek 4.2).
Na immunisatie volgens het conventionele schema is 10 dagen na de eerste i.m. vaccinatie bij volwassenen
een seroconversiepercentage van 29,4% waargenomen en één week na de tweede i.m. vaccinatie een
percentage van 97,3%. Na immunisatie volgens het snelle schema is 7 dagen na de tweede i.m. vaccinatie
een seroconversiepercentage van 99% waargenomen. Daarom moet de primaire immunisatie ten minste één
week voorafgaand aan mogelijke blootstelling aan het Japanse-encefalitisvirus (JEV) zijn afgerond.
Bescherming tegen Japanse encefalitis is niet verzekerd totdat de tweede dosis is ontvangen.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

Gelijktijdige toediening van IXIARO en andere vaccins:
Gelijktijdige toediening van IXIARO en geïnactiveerd hepatitis-A-vaccin en geïnactiveerd rabiësvaccin
volgens twee verschillende schema's is in klinische onderzoeken beoordeeld. Er was geen sprake van
interferentie met de immuunrespons op de vaccins tegen het Japanse-encefalitisvirus (JEV), het hepatitis-A-
virus of het rabiësvirus (zie rubriek 5.1).
Bij gelijktijdige toediening werden de veiligheidsprofielen van IXIARO en de andere onderzochte vaccins
niet aangetast.
Bij patiënten die immunosuppressieve therapie kregen toegediend, of bij patiënten met immunodeficiëntie
wordt mogelijk geen adequate immuunrespons bereikt.
Pediatrische patiënten
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd bij kinderen en adolescenten.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding

Zwangerschap
Er is een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van IXIARO bij zwangere vrouwen. In
onderzoeken met dieren was sprake van bevindingen met onduidelijke klinische relevantie (zie rubriek 5.3).
Uit voorzorg dient het gebruik van IXIARO tijdens zwangerschap te worden vermeden.
Borstvoeding
Het is niet bekend of IXIARO wordt uitgescheiden in de moedermelk. Er worden geen effecten op de
pasgeboren baby/zuigeling verwacht omdat de systemische blootstelling aan IXIARO van de vrouwen die
borstvoeding geven verwaarloosbaar klein is. Door het ontbreken van gegevens en uit voorzorg dient het
gebruik van IXIARO te worden vermeden tijdens de periode dat borstvoeding wordt gegeven.
Vruchtbaarheid
gewicht van de foetus, de overleving en ontwikkeling van de nakomelingen.

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
IXIARO heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines
te bedienen.

4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De veiligheid van IXIARO werd beoordeeld in gecontroleerde en niet-gecontroleerde klinische onderzoeken
met 5021 gezonde volwassenen (van niet-endemische landen), en 1559 kinderen en adolescenten
(grotendeels van endemische landen).
Ongeveer 40% van de behandelde personen had systemische bijwerkingen en ongeveer 54% had reacties op
de injectieplaats. Deze doen zich meestal voor binnen de eerste drie dagen na vaccinatie, zijn doorgaans
licht en verdwijnen binnen enkele dagen. Tussen de eerste en tweede dosis of na een boosterdosis werd geen
toename van het aantal bijwerkingen opgemerkt bij volwassenen.
De meest gemelde bijwerkingen bij volwassenen waren onder meer hoofdpijn (20% van de personen),
myalgie (13%), pijn op de injectieplaats (33%), gevoeligheid van de injectieplaats (33%) en vermoeidheid
(12,9%).
De meest gemelde bijwerkingen bij kinderen en jongeren tot 18 jaar waren onder meer pyrexie, diarree,
influenza-achtige ziekte, prikkelbaarheid, injectieplaatspijn, gevoeligheid op de injectieplaats en roodheid
op de injectieplaats (zie tabel 1).
De bijwerkingen worden ingedeeld aan de hand van de volgende frequenties:
Zeer vaak: 1/10
Vaak: 1/100, < 1/10
Soms: 1/1.000, < 1/100
Zelden: 1/10.000, < 1/1.000
Volwassen en oudere patiënten (> 65 jaar)

Bloed- en lymfestelselaandoeningen

Soms: lymfadenopathie
Zelden: trombocytopenie

Zenuwstelselaandoeningen

Zeer vaak: hoofdpijn
Soms: migraine, duizeligheid
Zelden: paresthesie, neuritis, dysgeusie, syncope*

Oogaandoeningen

Zelden: ooglidoedeem

Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen

Soms: vertigo
Hartaandoeningen
Zelden: palpitaties, tachycardie

Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen

Zelden: dyspneu

Vaak: misselijkheid
Soms: braken, diarree, abdominale pijn

Huid- en onderhuidaandoeningen

Soms: huiduitslag, pruritus, hyperhidrose
Zelden: urticaria, erytheem

Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen

Zeer vaak: myalgie
Soms: musculoskeletale stijfheid, artralgie
Zelden: pijn in de ledematen

Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen

Zeer vaak: pijn op de injectieplaats, gevoeligheid van de injectieplaats, vermoeidheid
Vaak: griepachtige ziekte, pyrexie, andere reacties op de injectieplaats zoals rode huid, verharding, zwelling,
jeuk
Soms: koude rillingen, malaise, asthenie
Zelden: perifeer oedeem

Onderzoeken

Soms: verhoogde leverenzymen
*ook gemeld tijdens de postmarketingervaring
Tabel 1:
Frequentie van bijwerkingen die zijn waargenomen bij kinderen die de dosis van 0,25 ml
toegediend kregen (in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar), en bij kinderen en adolescenten
die de dosis van 0,5 ml toegediend kregen (in de leeftijd van 3 jaar tot < 18 jaar)



Frequentie van bijwerkingen (%) volgens dosis/leeftijd
Systeem/orgaanklasse
0,25 ml
0,5 ml
Voorkeursterm
N=783
N=628
2 maanden tot
3 tot < 18 jaar
< 3 jaar
Bloed- en

lymfestelselaandoeningen
Lymfadenopathie
0,1
0,0
Voedings- en

stofwisselingsstoornissen
Verminderde eetlust
8,2
1,9
Zenuwstelselaandoeningen

Hoofdpijn
2,9
6,1
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en

mediastinumaandoeningen Hoesten
0,5
0,3
Maagdarmstelselaandoeningen

Diarree
11,9
1,4
Braken
7,3
1,9
Misselijkheid
3,9
1,9
Buikpijn
0,1
0,0
Huid- en onderhuidaandoeningen

Uitslag
6,3
1,4
Skeletspierstelsel- en

bindweefselaandoeningen Myalgie
3,0
7,1
Algemene aandoeningen en

toedieningsplaatsstoornissen
Pyrexie
28,5
10,4
Griepachtige ziekte
10,9
2,9
Prikkelbaarheid
10,9
1,9
Vermoeidheid
3,5
3,5
Roodheid op de injectieplaats
10,0
4,1
Pijn op de injectieplaats
6,1
14,1
Gevoeligheid van de injectieplaats
4,2
14,7
Zwelling van de injectieplaats
3,6
2,2
Verharding van de injectieplaats
1,2
1,9
Jeuk op de injectieplaats
0,6
1,6
Onderzoeken

Verhoogde leverenzymwaarden
0,5
0,2
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze
wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via
het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
Er zijn geen symptomen die gerelateerd zijn aan overdosering gerapporteerd.
Pediatrische patiënten
Bij pediatrische patiënten zijn geen gevallen van overdosering gemeld. Onbedoelde toediening van een dosis
van 0,5 ml IXIARO bij kinderen in de leeftijd van 1 tot < 3 jaar houdt geen problemen voor de veiligheid in
(rubriek 5.1).

5.

FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen

Farmacotherapeutische groep: vaccins, virusvaccins, encefalitisvaccins. ATC-code: J07BA02
Werkingsmechanisme
Het werkingsmechanisme van vaccins tegen Japanse encefalitis (JE) is niet helemaal duidelijk. Onderzoeken
bij dieren hebben aangetoond dat het vaccin het immuunsysteem aanzet tot de aanmaak van antilichamen
tegen het Japanse-encefalitisvirus die zeer vaak bescherming bieden. Bij met humane IXIARO-antisera
behandelde muizen werden provocatieonderzoeken uitgevoerd. Uit deze onderzoeken bleek dat vrijwel alle
muizen met een plaquereductieneutralisatietest-titer van ten minste 1:10 beschermd waren tegen dodelijke
provocatie met het Japanse-encefalitisvirus.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Er zijn geen prospectieve werkzaamheidsonderzoeken uitgevoerd. De immunogeniciteit van IXIARO werd
onderzocht bij ongeveer 3119 gezonde volwassen proefpersonen opgenomen in zeven gerandomiseerde,
gecontroleerde en vijf niet-gecontroleerde fase 3-onderzoeken en bij ongeveer 550 gezonde kinderen die in
twee gerandomiseerde, gecontroleerde en twee niet-gecontroleerde klinische fase 3-onderzoeken werden
opgenomen.
Hoofdonderzoek naar immunogeniciteit (volwassenen)
De immunogeniciteit van het vaccin werd beoordeeld in een gerandomiseerd, multicentrisch, voor de
waarnemer geblindeerd klinisch fase 3-onderzoek met werkzame controle met 867 gezonde mannelijke en
vrouwelijke proefpersonen die IXIARO of het in de VS goedgekeurde JEV-vaccin JE-VAX kregen
toegediend (op dag 0, 7 en 28 door middel van subcutane injectie). Het co-primaire eindpunt werd gevormd
door het seroconversiepercentage (anti-JEV-antilichaamtiter 1:10) en de geometrisch gemiddelde titers
(GMT's) op dag 56 zoals vastgesteld door een plaquereductieneutralisatietest (PRNT) voor de hele
onderzoekspopulatie.
Op dag 56 was het percentage proefpersonen met seroconversie voor beide behandelgroepen gelijk (96,4%
vs. 93,8% voor respectievelijk IXIARO en JE-VAX). De GMT was op dag 56 toegenomen tot
respectievelijk 243,6 voor IXIARO en tot 102,0 voor JE-VAX. De met IXIARO geïnduceerde
immuunreacties waren niet-inferieur aan die geïnduceerd met JE-VAX (tabel 2).
Seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titers van IXIARO en JE-VAX in de
per-protocolpopulatie. Titers van anti-JEV-neutraliserende antilichamen werden gemeten tegen
de JEV-stam SA14-14-2.

Seroconversiepercentage

Tijdpunt
IXIARO
JE-VAX
N=365
N=370
% (n)
% (n)
Bezoek 0 (screening)
0
0
Bezoek 3 (dag 28)
54 (197)
86,8 (321)
Bezoek 4 (dag 56)
96,4 (352)
93,8 (347)
Geometrisch gemiddelde titer (d.m.v. plaquereductieneutralisatietest)
Tijdpunt
IXIARO
JE-VAX
N=365
N=370
GMT (n)
GMT (n)
Bezoek 0 (screening)
5,0 (365)
5,0 (370)
Bezoek 3 (dag 28)
17,4 (363)
76,9 (367)
Bezoek 4 (dag 56)
243,6 (361)
102,0 (364)
In dit onderzoek met werkzame controle werd het effect van de leeftijd op de immuunrespons op IXIARO en
JE-VAX als een secundair eindpunt beoordeeld door proefpersonen van 50 jaar of ouder (N=262,
gemiddelde leeftijd 59,8) te vergelijken met degenen jonger dan 50 jaar (N=605, gemiddelde leeftijd 33,9).
Op dag 28 of dag 56 na vaccinatie was er bij personen <50 jaar geen significant verschil tussen het
seroconversiepercentage met IXIARO en met JE-VAX ten opzichte van degenen 50 jaar. In de groep met
JE-VAX waren de geometrisch gemiddelde titers op dag 28 bij proefpersonen <50 jaar significant hoger dan
bij degenen 50 jaar (80,9 vs. 45,9; p=0,0236), maar op dag 56 werd voor deze behandelgroep geen
significant verschil waargenomen. In de groep die IXIARO kreeg toegediend, werden geen significante
effecten op de geometrisch gemiddelde titer waargenomen. Op dag 28 of dag 56 werd voor elk van de
behandelgroepen geen significant verschil tussen de seroconversiepercentages bij proefpersonen <50 jaar en
bij proefpersonen 50 jaar waargenomen.
Persistentie van antilichamen (volwassenen)
De persistentie van antilichamen werd geëvalueerd in een niet-gecontroleerd klinisch fase 3-
vervolgonderzoek, waarin proefpersonen werden opgenomen die twee centrale onderzoeken hadden voltooid
en die ten minste één dosis IXIARO toegediend hadden gekregen. De immunogeniciteit op lange termijn van
IXIARO werd beoordeeld in een subset van 181 proefpersonen tot 24 maanden [intent-to-treat-populatie
(ITT-populatie)] en bij 152 proefpersonen tot 36 maanden na de eerste vaccinatie met IXIARO.
Percentages proefpersonen met PRNT50 1:10 en GMT's bij maand 2, 6, 12, 24 en 36 zijn voor de ITT-
populatie samengevat in tabel 3.
Percentages proefpersonen met PRNT50 1:10 en geometrisch gemiddelde titers (GMT's)
bij maand 2, 6, 12, 24 en 36 na vaccinatie met IXIARO (ITT-populatie)
Percentages proefpersonen met PRNT50 1:10
GMT
Tijdpunt
% (n/N)
95% betrouwbaar-
GMT (N)
95% betrouwbaar-
heidsinterval
heidsinterval
Maand 2
98,9 (179/181)
[96,1; 99,7]
310,8 (181)
[268,8; 359,4]
Maand 6
95,0 (172/181)
[90,8; 97,4]
83,5 (181)
[70,9; 98,4]
Maand 12
83,4 (151/181)
[77,3; 88,1]
41,2 (181)
[34,4; 49,3]
Maand 24
81,8 (148/181)
[75,5; 86,7]
44,3 (181)
[36,7; 53,4]
Maand 36
84,9 (129/152)
[78,3; 89,7]
43,8 (152)
[36,5; 52,6]
De waargenomen afname van de GMT's is zoals verwacht en komt goed overeen met gegevens afkomstig
van andere geïnactiveerde JE-vaccins.
In een ander open-label, fase 3-vervolgonderzoek is de persistentie van antilichamen tot maximaal
24 maanden na primaire vaccinatie beoordeeld. In totaal werden 116 proefpersonen die het aanbevolen
primaire vaccinatieschema van IXIARO hadden gevolgd, opgenomen in dit vervolgonderzoek. Percentages
proefpersonen met PRNT50 1:10 waren 82,8% (95% BI: 74,9; 88,6; N=116) in maand 6 en 58,3% in
maand 12 (95% BI: 49,1; 66,9, N=115). In maand 24 had 48,3% (95% BI: 39,4; 57,3, N=116) van de
proefpersonen die de aanbevolen primaire immunisatie hadden voltooid nog steeds PRNT50-titers 1:10. In
maand 24 bedroeg de GMT bij deze proefpersonen 16,2 (95% BI: 13,8; 19,0).
Booster-immunisatie (volwassenen)
In een niet-gecontroleerd, open-label fase 3-onderzoek werd een enkele boosterdosis van 6 microgram
(0,5 ml) IXIARO gegeven in maand 15 na primaire immunisatie. Alle 198 behandelde proefpersonen
werden opgenomen in de ITT- en veiligheidspopulaties.
Percentages proefpersonen met PRNT50 1:10 en GMT in de loop van de tijd zijn weergegeven in tabel 4:
Tabel 4:
Percentages proefpersonen met PRNT50 1:10 en GMT, vooraf en in maand 1, 6 en 12 na een
enkele boosterdosis van 6 microgram (0,5 ml) die aan proefpersonen werd toegediend in
maand 15 na aanbevolen primaire immunisatie met IXIARO (ITT-populatie)


Percentages proefpersonen met
GMT
PRNT50 1:10

95% BI
95% BI
Pre-booster, Dag 0
69,2%
[62,4%; 75,2%]
22,5
[19,0; 26,7]
(n=198)
Dag 28 (n=198)
100,0%
[98,1%; 100,0%]
900,1
[742,4; 1091,3]
Maand 6 (n=197)
98,5%
[95,6%; 99,5%]
487,4
[390,7; 608,1]
Maand 12 (n=194)
98,5%
[95,6%; 99,5%]
361,4
[294,5; 443,5]
Persistentie van antilichamen na booster-immunisatie (volwassenen)
In een niet-gecontroleerde, open-label verlenging van het booster-onderzoek dat hierboven wordt
beschreven, werden 67 proefpersonen opgevolgd voor bepaling van titers van JEV-neutraliserende
antilichamen ongeveer 6 jaar na een boosterdosis. 96% van de proefpersonen (64/67) had nog steeds
beschermende hoeveelheden antilichamen (PRNT501:10), met een GMT van 148 (95%BI: 107; 207). Er
werd wiskundige modellering toegepast om de gemiddelde duur van de bescherming te projecteren. Op basis
van dit model wordt geschat dat de gemiddelde duur van de bescherming 14 jaar zal bedragen en dat 75%
van de gevaccineerden gedurende 10 jaar beschermende hoeveelheden antilichamen (PRNT501:10) zullen
houden. Een tweede booster dient daarom gegeven te worden 10 jaar na de eerste boosterdosis, die 1 jaar na
de primaire immunisatie wordt toegediend, voorafgaand aan mogelijk blootstelling aan JEV.

De immunogeniciteit van IXIARO, toegediend volgens het snelle vaccinatieschema, werd beoordeeld in een
gerandomiseerd, voor de waarnemer geblindeerd fase 3-onderzoek. In totaal kregen 217 proefpersonen in de
leeftijd van 18 tot 65 jaar volgens een schema voor snelle immunisatie op dag 0 en dag 7 IXIARO samen
met geïnactiveerd rabiësvaccin (Rabipur) en 56 proefpersonen kregen volgens het conventionele
immunisatieschema op dag 0 en dag 28 alleen IXIARO. Het percentage proefpersonen met seroconversie op
7 en 28 dagen na de laatste immunisatie was voor beide schema's ongeveer gelijk. De
seroconversiepercentages en de antilichaamtiters bleven voor beide schema's eveneens vergelijkbaar hoog
tot 12 maanden na de eerste immunisatie (tabel 5).
Het snelle schema werd getest bij gelijktijdige toediening van IXIARO en Rabipur, maar kan ook worden
gebruikt voor toediening van alleen IXIARO, aangezien er geen interferentie tussen de immuunresponsen op
de twee vaccins is waargenomen (zie rubriek 4.5).
Tabel 5:
Seroconversiepercentages en GMT's voor anti-JEV-neutraliserende antilichamen op dag 0,
14, 21, 35, 56 en 365 na immunisatie met IXIARO en geïnactiveerd rabiësvaccin volgens
een snel schema en alleen IXIARO volgens een conventioneel schema (per-
protocolpopulatie)

Seroconversiepercentage
GMT
(percentage proefpersonen met
(plaquereductieneutralisatietest)
PRNT501:10)
Snel schema
Conventioneel
Snel schema
Conventioneel
% (n/N)
schema
(N)
schema
% (n/N)
(N)
Vaccinatieschema
IXIARO Dag 0,7
IXIARO Dag 0,28
IXIARO Dag 0,7 IXIARO Dag 0, 28
Rabipur Dag
-
Rabipur Dag
-
0,3,7
0,3,7
Dag 0
6 (13/215)
9 (5/55)
5,63 (215)
5,73 (55)
Dag 14
99 (206/209)
n.v.t.
715 (209)
n.v.t.
Dag 21
100 (207/208)
n.v.t.
1255 (208)
n.v.t.
Dag 35
99 (203/206)
100 (47/47)
690 (206)
376 (47)
Dag 56
98 (200/204)
100 (49/49)
372 (204)
337 (49)
Dag 365
94 (188/199)
88 (42/48)
117 (199)
39 (48)
n.v.t. = niet van toepassing
Onvolledige primaire immunisatie (volwassenen)
De immunogeniciteit van boosterdoses is ook beoordeeld in het onderzoek naar persistentie van immuniteit
na verschillende primaire immunisatieschema's (2 x 6 microgram: N=116, 1 x 12 microgram: N=116 of
1 x 6 microgram: N=117). Een enkele boosterdosis van 6 microgram (0,5 ml) werd 11 of 23 maanden na de
eerste dosis toegediend aan proefpersonen bij wie was vastgesteld dat ze in maand 6 en/of maand 12 na de
primaire immunisatie seronegatief waren (PRNT50-titers < 1:10). De resultaten geven aan dat de tweede
injectie van de primaire immunisatiereeks tot 11 maanden na de eerste dosis kan worden gegeven. De
immuunresponsen op verdere doses op verschillende tijdstippen na volledige of onvolledige primaire
immunisatie worden weergegeven in tabel 6.
SCR en GMT, vier weken na een enkele boosterdosis van 6 microgram, toegediend aan
proefpersonen met een PRNT50 < 1:10 (PRNT50 < 1:10 betekent dat een proefpersoon niet meer
beschermd is) in maand 11 of maand 23 na aanbevolen primaire immunisatie (2 x 6 microgram)
of onvolledige primaire immunisatie (1 x 6 microgram) met IXIARO (ITT-populatie)


(n / N)
SCR
GMT
[95% BI]
Booster na aanbevolen primaire


immunisatie (2 x 6 microgram)
Booster in maand 11
(17 / 17)
100 %
673,6
[378,7;
1198,2]
Booster in maand 23
(27 / 27)
100 %
2536,7
[1467,7;
4384,4]
Tweede dosis na onvolledige primaire


immunisatie (1 x 6 microgram)
Tweede dosis in maand 11
(99 / 100)
99 %
504,3
[367,3; 692,3]
Tweede dosis in maand 23
(5 / 5)
100 %
571,4
[88,2; 3702,9]
Gelijktijdig gebruik (volwassenen)
Gelijktijdige toediening van IXIARO en geïnactiveerd hepatitis-A-vaccin (HAV-vaccin) (HAVRIX 1440)
Gelijktijdig gebruik van IXIARO met geïnactiveerd hepatitis-A-vaccin (HAV-vaccin) (HAVRIX 1440) is in
één klinisch onderzoek beoordeeld. Er was geen sprake van interferentie met de immuunrespons op
respectievelijk het JE-virus en HAV. Gelijktijdige toediening van IXIARO en geïnactiveerd hepatitis-A-
vaccin bleek niet-inferieur te zijn aan enkelvoudige vaccinaties ten aanzien van de geometrisch gemiddelde
titers (GMT's) van anti-JEV-neutraliserend antilichaam en HAV-antilichaam en wat betreft de
seroconversiepercentages (tabel 7).
Tabel 7:
Seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer van anti-JEV-neutraliserend
antilichaam op dag 56 en seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer voor HAV-
antilichaam op dag 28 in de per-protocolpopulatie

Seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer voor anti-JEV-neutraliserend antilichaam op dag
56

% met SCR
GMT
95%-betrouwbaarheidsinterval
Groep C: IXIARO + HAVRIX 1440
100,0
202,7
[153,7; 261,2]
Groep A: IXIARO + placebo
98,2
192,2
[147,9; 249,8]
Percentages seroconversie en geometrisch gemiddelde titer voor HAV-antilichaam op dag 28

% met SCR
GMT
95%-betrouwbaarheidsinterval
Groep C: IXIARO + HAVRIX 1440
100,0
150,0
[111,7; 202,3]
Groep B: HAVRIX + placebo
96,2
124,0
[91,4; 168,2]
Gelijktijdige toediening van IXIARO en geïnactiveerd rabiësvaccin (Rabipur):
In een voor de waarnemer geblindeerd fase 3-onderzoek werd gelijktijdige toediening van IXIARO en
Rabipur onderzocht bij volwassenen in de leeftijd van 18 tot 65 jaar in vergelijking met respectieve
enkelvoudige vaccinaties volgens een conventioneel schema. Er werd geen interferentie waargenomen met
betrekking tot de geometrisch gemiddelde titer (GMT) en de seroconversiepercentages voor anti-JEV-
neutraliserende antilichamen (tabel 8). Ook was er geen interferentie met de immuunrespons op Rabipur.
(plaquereductieneutralisatietest) voor anti-JEV-neutraliserende antilichamen na toediening van
IXIARO en Rabipur volgens een conventioneel schema, per-protocolpopulatie
Seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer voor JEV-neutraliserend antilichaam op dag 56

SCR [%] (n/N)
GMT
[95%-betrouwbaarheidsinterval
]
(N)
IXIARO + Rabipur
100
299 [254-352]
(157/157)
(157)
IXIARO
100
337 [252-451]
(49/49)
(49)
Vaccinatieschema's: IXIARO: dag 0/28, Rabipur: dag 0/7/28.
Immunogeniciteit bij ouderen (> 65 jaar)
De immunogeniciteit van IXIARO werd beoordeeld in een open-label, niet-gecontroleerd onderzoek met
200 gezonde ouderen in de leeftijd van > 65 tot 83 jaar, waaronder proefpersonen met stabiele
onderliggende aandoeningen zoals hypercholesterolemie, hypertensie, cardiovasculaire ziekte of niet-
insuline-afhankelijke diabetes mellitus. JEV-neutraliserende antilichamen werden bepaald op 42 dagen na
de tweede dosis van de primaire reeks (dag 70). Ouderen hebben een lagere immuunrespons op vaccinatie in
vergelijking met jongere volwassenen of kinderen, voor wat betreft seroconversiepercentages (percentage
proefpersonen met PRNT50 titer 1:10) en geometrische gemiddelde titers (tabel 9).
Tabel 9:
Seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer van JEV-neutraliserend antilichaam
op dag 70 in de intent-to-treat-populatie, voor de gehele onderzoekspopulatie en gestratificeerd
naar leeftijd
Seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer voor JEV-neutraliserend antilichaam op dag 70


n / N
SCR
GMT 95%-betrouwbaarheidsinterva
l
Totale onderzoekspopulatie
128/197
65%
37
29,2, 47,8
Leeftijdsgroep >65 - <75 jaar
113/173
65,3%
37,2
28,6, 48,3
Leeftijdsgroep 75 jaar
15/23
65,2%
42,2
19,2, 92,7

Pediatrische patiënten



In een fase 2-onderzoek met gezonde Indiase peuters in de leeftijd van 1 jaar tot < 3 jaar werden
24 kinderen gevaccineerd met 0,25 ml IXIARO (de toegelaten dosis voor deze leeftijdsgroep) en
24 kinderen kregen de dosis van 0,5 ml van volwassenen. Gegevens zijn beperkt, maar bij deze
leeftijdsgroep waren er geen verschillen in het veiligheidsprofiel tussen de dosis van 0,25 ml en de dosis van
0,5 ml.

Immunogeniciteit en veiligheid van IXIARO bij kinderen en adolescenten van een JEV-endemisch land
De veiligheid en immunogeniciteit van IXIARO werden geëvalueerd in een gerandomiseerd, gecontroleerd,
open-label klinisch onderzoek dat in de Filippijnen werd uitgevoerd, waar JEV endemisch is. Het
veiligheidsprofiel van IXIARO werd vergeleken met de controlevaccins Havrix (hepatitis A-vaccin,
preparaat voor kinderen 720 ELISA-eenheden/0,5 ml) en Prevenar (7-valent pneumokokkenconjugaatvaccin
[difterie CRM197-proteïne]).
bepaling van het seroconversiepercentage (SCR), gedefinieerd als JEV-neutraliserende antilichaamtiter
1:10, het aantal proefpersonen dat minstens een viervoudige toename bereikte voor antilichaamtiters en de
geometrisch gemiddelde titer (GMT) op dag 56 en in maand 7, volgens dosis en volgens leeftijdsgroep. De
immuunresponsen die IXIARO opwekte, worden weergegeven in tabel 10.
Tabel 10: Seroconversiepercentages, percentages proefpersonen met minstens een 4-voudige toename van
JEV-neutraliserende antilichaamtiters en geometrisch gemiddelde titers bij aanvang, op dag 56
en in maand 7, gestratificeerd volgens leeftijdsgroep, intention to treat-populatie
Vaccindosis
0,25 ml
0,5 ml
Leeftijdsgroep
2 maanden ­
6 maanden ­
1 jaar ­
3 jaar -
12 jaar -
< 6 maanden
< 12 maanden
< 3 jaar
< 12 jaar
< 18 jaar
Seroconversiepercentages % (n/N)
Vóór vaccinatie
30% (3/10)
0% (0/20)
3,2% (4/125)
16,8% (17/101)
45,7% (64/140)
Dag 56
100% (9/9)
100% (19/19)
99,2% (119/120)
100,0%
(100/100)
100% (137/137)
Maand 7
100% (10/10)
100% (18/18)
85,5% (106/124) 91,0% (91/100) 97,1% (133/137)
Aantal proefpersonen die een 4-voudige toename van JEV-antilichaamtiters bereikte % (n/N)
Dag 56
100 (9/9)
94,7 (18/19)
96,7 (116/120)
94,0 (94/100)
77,4 (106/137)
Maand 7
75,8 (94/124)
71,0 (71/100)
65,0 (89/137)
90,0 (9/10)
83,3 (15/18)


Geometrisch gemiddelde titer (N)
Vóór vaccinatie
8,42 (10)
5 (20)
5,52 (124)
6,54 (101)
13,08 (140)
Dag 56
687,35 (9)
377,79 (19)
258,90 (121)
213,67 (100)


175,63 (137)
Maand 7
159,27 (10)
64,00 (18)
38,91 (125)
43,60 (100)
86,61 (137)



Negatieve titers vóór vaccinatie werden beschouwd als 5.

In de volledige onderzoekspopulatie werden veiligheid en verdraagbaarheid geëvalueerd. De eerste zeven
dagen na elke vaccinatie noteerden de ouders of proefpersonen de bijwerkingen op een dagboekkaart. De
ouders of proefpersonen werd gevraagd naar eventuele ongewenste bijwerkingen op de dag van de tweede
vaccinatie en tijdens de bezoeken die ze aflegden en die bestonden uit een lichamelijk onderzoek 28 dagen
(dag 56) en 6 maanden (maand 7) na de tweede dosis. Het veiligheidsprofiel van IXIARO was vergelijkbaar
met dat van Havrix of Prevenar.
Persistentie van antilichamen en boosterdosis bij kinderen en adolescenten uit een JEV-endemisch land
De persistentie van JEV-neutraliserende antilichamen na primaire immunisatie en de veiligheid en
immunogeniciteit van een boosterdosis van IXIARO 12 maanden na primaire immunisatie werden
geëvalueerd in een gerandomiseerd, gecontroleerd, open-label klinisch onderzoek dat werd uitgevoerd in de
Filippijnen, waar JEV endemisch is (300 kinderen, gemiddelde leeftijd 5,3 jaar, bereik 1,2 ­ 17,3 jaar). 150
kinderen werden opgevolgd gedurende drie jaar zonder booster, nog eens 150 kinderen kregen na 1 jaar een
booster (0,25 ml voor kinderen in de leeftijd < 3 jaar op het moment van de booster, 0,5 ml voor kinderen in
de leeftijd van 3 jaar en ouder) en werden opgevolgd gedurende de resterende twee jaar.
Serobeschermingspercentages (SPR), gedefinieerd als neutraliserende antilichaamtiter 1:10, en
duidelijke stijging in GMT's en het serobeschermingspercentage bleef twee jaar na de booster op 100%.
Table 11: Serobeschermingspercentages en geometrisch gemiddelde titers met en zonder een booster van
IXIARO in Maand 12, 13, 24 en 36, intent-to-treat-populatie
Boosterdosis 12 maanden na primaire
Zonder booster
N = 150
immunisatie
N = 149
Tijdstip na
Boosterdosis van Boosterdosis van
primaire
0,25 ml
0,5 ml
immunisatie
N=81
N=67
Serobeschermingspercentage % (n/N)
Maand 12
89,9 (134/149)
97,5 (79/81)
89,6 (60/67)
Maand 13
n.b.
100 (81/81)
100,0 (67/67)
Maand 24
89,0 (130/146)
100 (80/80)
100,0 (67/67)
Maand 36
90,1 (128/142)
100,0 (76/76)
100,0 (67/67)
Geometrisch gemiddelde titer
Maand 12
46
67
40
Maand 13
n.b.
2911
1366
Maand 24
50
572
302
Maand 36
59
427
280
n.b. = niet beschikbaar
Immunogeniciteit en veiligheid bij kinderen en adolescenten van niet-endemische landen
De veiligheid en immunogeniciteit van IXIARO werden geëvalueerd in een niet-gecontroleerd, open-label
klinisch onderzoek dat in de Verenigde Staten, Europa en Australië werd uitgevoerd bij gezonde mannelijke
en vrouwelijke proefpersonen die van plan waren om naar JEV-endemische gebieden te reizen. Kinderen en
adolescenten in de leeftijd van 3 tot < 18 jaar kregen twee vaccindoses van 0,5 ml en kinderen in de
leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar kregen twee vaccindoses van 0,25 ml op dag 0 en dag 28 met een
intramusculaire injectie. Er werden immunogeniciteitsgegevens geëvalueerd bij 64 proefpersonen. De SCR's
en GMT's worden weergegeven in tabel 12.
volgens vaccindosis en leeftijdsgroep. Intention to treat-populatie

Dosis
Tijdpunt
SCR
GMT
95%
IXIARO
n / N
betrouwbaar-
heidsinterval
Leeftijdsgroep 2 maanden tot
100%
216,2
106,0; 441,0
< 3 jaar
0,25 ml
Dag 56
5/5
100%
48,0
0,0;

Maand 7
2/2
3 214 485,7
Leeftijdsgroep 3 jaar tot
100%
340,7
269,8; 430,3
< 18 jaar
0,5 ml
Dag 56
57/57
90,6%
57,1
38,4; 84,9

Maand 7
29/32

Persistentie van antilichamen bij kinderen en adolescenten uit niet-endemische landen

Persistentie van antilichamen werd gedurende drie jaar na de primaire vaccinatie met IXIARO geëvalueerd
in een niet-gecontroleerd, open-label follow-up klinisch onderzoek dat werd uitgevoerd in de Verenigde
Staten, Europa en Australië. Langetermijngegevens over immunogeniciteit werden geëvalueerd bij 23
kinderen (gemiddelde leeftijd 14,3 jaar, bereik 3 - 18 jaar). De SPR's en GMT's worden weergegeven in
tabel 13.
Tabel 13: Serobeschermingspercentage en geometrisch gemiddelde titer van JEV-neutraliserende
antilichamen per vaccindosis en leeftijdsgroep. Intent-to-treat-populatie

Serobeschermingspercentage
Geometrisch gemiddelde titer
(percentage proefpersonen met
(plaquereductieneutralisatietest)
PRNT501:10)
GMT [95%BI]
% (n/N)
Na primaire
Na primaire
Na primaire
Na primaire
immunisatie met
immunisatie met
immunisatie met
immunisatie met
dosis van 0,25 ml
dosis van 0,5 ml
dosis van 0,25 ml
dosis van 0,5 ml
Maand 12
0% (0/0)
89,5% (17/19)
-
48 [28; 80]
Maand 24
100% (1/1)
90,9% (20/22)
193 [n.b.]
75 [46; 124]
Maand 36
100% (1/1)
88,9% (16/18)
136 [n.b.]
61 [35; 106]
n.b. 95%-betrouwbaarheidsinterval kon niet worden vastgesteld (gegevens van één enkele proefpersoon)

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Niet van toepassing.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek

Niet-klinische gegevens inzake toxiciteit zijn beperkt.
In een onderzoek naar reproductie en pre/postnatale toxiciteit werden geen aan het vaccin gerelateerde
effecten gesignaleerd op de voortplanting, het foetale gewicht, de overleving en ontwikkeling van de jongen.
waargenomen, maar niet in de groep met 3 doses. Het is op dit moment moeilijk te verklaren of dit
verschijnsel aan de behandeling gerelateerd is.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen

Fosfaatgebufferde fysiologische zoutoplossing bestaande uit:
Natriumchloride
Kaliumdiwaterstoffosfaat
Dinatriumwaterstoffosfaat
Water voor injecties
Zie rubriek 2 voor het adjuvans.

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen
gemengd worden.

6.3 Houdbaarheid
3 jaar

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

Bewaren in de koelkast (2°C ­ 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
0,5 ml suspensie in een voorgevulde injectiespuit (type 1-glas) met een zuigerstop (chloorbutylelastomeer).
Verpakking van 1 injectiespuit met of zonder afzonderlijke naald.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies

De voorgevulde injectiespuit is uitsluitend voor eenmalig gebruik bestemd en mag bij maximaal één persoon
worden gebruikt. De voorgevulde injectiespuit is gebruiksklaar. Als er geen naald is meegeleverd, moet een
steriele naald worden gebruikt.
Niet gebruiken als de folie van de blisterverpakking niet intact is of als de verpakking beschadigd is.
Bij bewaren kan een fijn witte neerslag met een helder kleurloos supernatant zichtbaar zijn.
Vóór gebruik dient de injectiespuit goed te worden geschud zodat een witte, troebele, homogene suspensie
ontstaat. Niet toedienen als er na het schudden nog deeltjes te zien zijn of verkleuring wordt waargenomen,
of als de injectiespuit fysiek beschadigd lijkt te zijn.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
ouder
Voor toediening van de volledige dosis van 0,5 ml moeten de onderstaande stappen worden gevolgd:
1. Schud met de injectiespuit om een homogene suspensie te verkrijgen.
2. Verwijder de dop van de punt van de injectiespuit door er voorzichtig aan te draaien. Probeer niet
de punt af te breken of er af te trekken; hierdoor kan de injectiespuit beschadigd raken.
3. Bevestig een naald op de voorgevulde injectiespuit.
Informatie over de bereiding van een dosis van 0,25 ml IXIARO voor gebruik bij kinderen jonger dan 3 jaar
Voor toediening van een dosis van 0,25 ml bij kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar moeten de
onderstaande stappen worden gevolgd:
1. Schud met de injectiespuit om een homogene suspensie te verkrijgen.
2. Verwijder de dop van de punt van de injectiespuit door er voorzichtig aan te draaien. Probeer niet
de punt af te breken of er af te trekken; hierdoor kan de injectiespuit beschadigd raken.
3. Bevestig een naald op de voorgevulde injectiespuit.
4. Houd de injectiespuit rechtop.
5. Duw de plunjerstop tot aan de rand van de rode lijn op de cilinder van de injectiespuit, aangeduid
met een rood pijltje (zie afbeelding 1)*, om het overtollige volume te verwijderen.
6. Bevestig een nieuwe steriele naald voordat u de rest van het volume injecteert.
* Als u de plunjerstop voorbij de rode lijn hebt geduwd, is het niet zeker dat er nog een dosis van 0,25 ml is
en moet een nieuwe injectiespuit worden gebruikt.
Afbeelding 1: Klaar
maken voor
toediening van een
dosis van 0,25 ml


7.

HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Valneva Austria GmbH
Campus Vienna Biocenter 3
A-1030 Wenen
Oostenrijk


NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/08/501/001
EU/1/08/501/002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 31 maart 2009
Datum van laatste verlenging: 28 februari 2014
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
BIJLAGE II

A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME
STOF(FEN) EN FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK
VOOR VRIJGIFTE

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
A. FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE


Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
Valneva Scotland Ltd.
Oakbank Park Road,
Livingston EH53 0TG
Verenigd Koninkrijk
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Valneva Austria GmbH
Campus Vienna Biocenter 3
A-1030 Wenen
Oostenrijk
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.

Officiële vrijgifte van de batch
In overeenstemming met artikel 114 van Richtlijn 2001/83/EG en amendementen, zal de officiële
vrijgifte van de batch worden uitgevoerd door een laboratorium van de staat of een specifiek daartoe
aangewezen laboratorium.
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met Europese
referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG
en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module 1.8.2
van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-aanpassingen.

Een RMP-aanpassing wordt ingediend:
· op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING

Buitenverpakking

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
IXIARO suspensie voor injectie
Japanse-encefalitisvaccin (geïnactiveerd, geadsorbeerd)
Presentatie voor volwassenen, adolescenten en kinderen

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 dosis (0,5 ml) IXIARO bevat:
6 AU (antigeen-eenheden, overeenkomend met een sterkte van 460 ng ED50) van geïnactiveerd Japanse-
encefalitisvirus stam SA14-14-2 (geproduceerd in Vero-cellen) geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide,
gehydrateerd (ongeveer 0,25 mg Al3+).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: Fosfaatgebufferde oplossing bestaande uit natriumchloride, kaliumdiwaterstoffosfaat,
dinatriumwaterstoffosfaat en water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Suspensie voor injectie.
0,5 ml enkelvoudige dosis in een voorgevulde injectiespuit.
0,5 ml enkelvoudige dosis in een voorgevulde injectiespuit + 1 naald

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)

Intramusculaire (IM) toediening.
Schudden om een gelijkmatig verdeelde suspensie te verkrijgen.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Niet intravasculair injecteren.

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:

BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast (2°C ­ 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
Vernietigen overeenkomstig lokale voorschriften.

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Valneva Austria GmbH
Campus Vienna Biocenter 3
A-1030 Vienna
Austria
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/08/501/001
EU/1/08/501/002
13. PARTIJNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
<2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.>

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
< PC: {nummer}
SN: {nummer}
NN: {nummer} >
<Niet van toepassing.>

WORDEN VERMELD

Folie voor blisterverpakking

Blanco witte folie zonder gedrukte informatie.

WORDEN VERMELD
Etiket voorgevulde injectiespuit
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
IXIARO suspensie voor injectie
Japanse-encefalitisvaccin
Intramusculaire (IM) toediening
2.
WIJZE VAN TOEDIENING

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 dosis, 0,5 ml
6.
OVERIGE
Bewaren in de koelkast
Niet in de vriezer bewaren












B. BIJSLUITER


IXIARO suspensie voor injectie
Japanse-encefalitisvaccin (geïnactiveerd, geadsorbeerd)

Lees goed de hele bijsluiter voordat u of uw kind dit vaccin toegediend krijgt want er staat
belangrijke informatie in voor u.
·
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u of uw kind hem later weer nodig.
·
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts.
·
Geef dit vaccin niet door aan anderen, want het is alleen aan u en/of uw kind voorgeschreven.
·
Krijgt u en/of uw kind last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u en/of uw
kind een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is IXIARO en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u en/of uw kind dit middel niet toegediend krijgen of moet u en/of uw kind er extra
voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe wordt dit middel toegediend?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

1.
Wat is IXIARO en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
IXIARO is een vaccin tegen het Japanse-encefalitisvirus.
Door het vaccin zorgt het lichaam zelf voor bescherming (het produceert antilichamen) tegen deze ziekte.
IXIARO wordt gebruikt om infectie met het Japanse-encefalitisvirus (JEV) te voorkomen. Dit virus komt
voornamelijk voor in Azië en wordt op de mens overgedragen door muggen die een geïnfecteerd dier (zoals
varkens) hebben gebeten. Bij veel geïnfecteerde mensen ontstaan lichte of helemaal geen verschijnselen. Bij
mensen die ernstig ziek worden, begint JE meestal als een griepachtige ziekte, met koorts, koude rillingen,
vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid en braken. In het vroege stadium van de ziekte komen ook
verwardheid en rusteloosheid voor.
IXIARO mag alleen worden toegediend aan volwassenen, jongeren tot 18 jaar, kinderen en baby's in de
leeftijd van 2 maanden en ouder die naar landen reizen waar JE endemisch is of die beroepsmatig een risico
lopen.
2.
Wanneer mag u en/of uw kind dit middel niet toegediend krijgen of moet u en/of uw kind er
extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag dit middel niet worden gebruikt?
·
U bent en/of uw kind is allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
·
Als zich bij u en/of uw kind na toediening van een eerdere dosis IXIARO een allergische reactie heeft
voorgedaan. Tekenen van een allergische reactie zijn onder meer een jeukende huiduitslag,
kortademigheid en zwelling van gezicht en tong.
·
Als u en/of uw kind ziek bent/is en hoge koorts heeft. In dit geval stelt uw arts de vaccinatie uit.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?

IXIARO mag niet in een bloedvat worden ingespoten.
De primaire immunisatie moet ten minste één week voorafgaand aan mogelijke blootstelling aan JEV zijn
afgerond.
Informeer uw arts:
Als zich bij u en/of uw kind na eerdere toediening van een vaccin gezondheidsproblemen hebben
voorgedaan.
·
Als u en/of uw kind weet dat u andere allergieën heeft.
·
Als u een stollingsstoornis (een ziekte waardoor u en/of uw kind meer bloedt dan normaal) heeft of
een lager aantal bloedplaatjes waardoor het risico van bloeding of bloeduitstorting toeneemt
(trombocytopenie).
·
Als uw kind jonger is dan 2 maanden, omdat IXIARO niet is onderzocht bij baby's jonger dan
2 maanden.
·
Als het afweersysteem van u of uw kind niet goed functioneert (immunodeficiëntie) of als u en/of uw
kind geneesmiddelen inneemt die uw afweersysteem aantasten
(zoals het geneesmiddel cortison of
een middel tegen kanker).
Uw arts bespreekt met u de mogelijke risico's en voordelen van toediening van IXIARO.
Denk er aan dat:
·
IXIARO de ziekte waartegen het beschermt, niet kan veroorzaken.
·
IXIARO niet beschermt tegen infecties die door andere virussen dan het Japanse-encefalitisvirus
worden veroorzaakt.
·
Zoals met elk ander vaccin is het mogelijk dat vaccinatie met IXIARO misschien niet in alle gevallen
leidt tot bescherming.
·
U ook na toediening van IXIARO de juiste voorzorgen moet nemen voor u en voor uw kind om
muggenbeten te voorkomen (de juiste kleding, gebruik van insectenwerende middelen en
muskietennetten).
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Uit onderzoeken bij mensen die werden uitgevoerd ter beoordeling van de werkzaamheid en veiligheid van
geneesmiddelen (klinische onderzoeken), is gebleken dat IXIARO tegelijk met het hepatitis-A-vaccin en het
rabiësvaccin kan worden toegediend.
Gebruikt u en/of uw kind naast IXIARO nog andere geneesmiddelen, heeft u en/of uw kind dat kort geleden
gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u en/of uw kind in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat
gebruiken? Vertel dat dan uw arts. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen
of als onlangs aan u en/of uw kind een ander vaccin is toegediend.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Er bestaan beperkte gegevens afkomstig van toepassing van IXIARO bij zwangere vrouwen of vrouwen die
borstvoeding geven.
Uit voorzorg moet het gebruik van IXIARO tijdens zwangerschap of borstvoeding worden gemeden.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact
op met uw arts voordat u dit vaccin toegediend krijgt.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
IXIARO heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.

IXIARO bevat kalium en natrium
Dit geneesmiddel bevat kalium, minder dan 1 mmol (39 mg) per enkele dosering van 0,5 ml, d.w.z. in wezen
'kaliumvrij' en minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per enkele dosering van 0,5 ml, dat wil zeggen in wezen
'natriumvrij'. Dit product kan sporen van residueel natriummetabisulfiet bevatten, wat onder de detectielimiet
ligt.
3.
Hoe wordt dit middel toegediend?
ouder is in totaal 2 injecties van elk 0,5 ml:
·
de eerste injectie op dag 0,
·
de tweede injectie 28 dagen na de eerste injectie (dag 28).
Volwassenen in de leeftijd van 18 tot 65 jaar kunnen ook als volgt worden gevaccineerd:
·
de eerste injectie op dag 0
·
de tweede injectie 7 dagen na de eerste injectie (dag 7).
Baby's en kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar
De gebruikelijke dosering voor baby's en kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar is in totaal
2 injecties van elk 0,25 ml:
·
de eerste injectie op dag 0
·
de tweede injectie 28 dagen na de eerste injectie (dag 28).
Zie achteraan deze bijsluiter voor instructies over de bereiding van een dosis van 0,25 ml.
Zorg ervoor dat u en/of uw kind de hele vaccinatiekuur van twee injecties afmaakt. De tweede injectie moet
uiterlijk één week voor het risico op blootstelling aan het JE-virus worden toegediend. Als u en/of uw kind
de kuur niet afmaakt, bent u en/of is uw kind mogelijk niet volledig tegen de ziekte beschermd.
Voor volwassenen, adolescenten, kinderen en baby's in de leeftijd van 1 jaar of ouder kan er binnen het
tweede jaar (d.w.z. 12 ­ 24 maanden) na de eerste injectie van de aanbevolen primaire immunisatie een
herhalingsinjectie worden gegeven. Voor volwassenen kan 10 jaar na de eerste herhalingsinjectie een
tweede herhalingsinjectie worden gegeven. Voor ouderen (> 65 jaar) kan de eerste herhalings-injectie eerder
worden gegeven. Uw arts zal beslissen of herhalingsinjecties nodig zijn en wanneer deze moeten worden
gegeven.
Toediening
IXIARO wordt door uw arts of een verpleegkundige in de bovenarmspier (deltaspier) bij u of uw kind
ingespoten. Het mag niet in een bloedvat worden ingespoten. In het geval dat bij u en/of uw kind sprake is
van een stollingsstoornis, kan uw arts het vaccin onder de huid (subcutaan) toedienen.
Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts of apotheker.

Wat u moet doen wanneer u vergeten bent IXIARO te laten toedienen
Als u en/of uw kind een geplande injectie vergeet, overleg dan met uw arts en maak een nieuwe afspraak
voor de tweede injectie. Zonder de tweede injectie bent u en/of is uw kind niet volledig beschermd tegen de
ziekte. Er zijn gegevens waaruit blijkt dat de tweede injectie tot 11 maanden na de eerste kan worden
gegeven.

4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te
maken.
De meeste van de hieronder genoemde bijwerkingen zijn tijdens klinische onderzoeken waargenomen. Ze
doen zich meestal voor binnen de eerste drie dagen na vaccinatie, zijn doorgaans licht en verdwijnen binnen
enkele dagen.
Zeer vaak (treffen meer dan 1 op de 10 gebruikers):
hoofdpijn, spierpijn, pijn op de injectieplaats, gevoeligheid van de injectieplaats, vermoeidheid
Vaak (treffen 1 tot 10 gebruikers op de 100):
zwelling, jeuk)
Soms (treffen 1 tot 10 gebruikers op de 1.000):
braken, huiduitslag, veranderingen in de lymfeknopen, migraine (bonzende hoofdpijn, vaak gepaard gaand
met misselijkheid en braken en gevoeligheid voor licht), duizeligheid, draaiduizeligheid, diarree, buikpijn,
overmatig zweten, jeuk, koude rillingen, algemeen onwel voelen, stijfheid van skeletspieren, gewrichtspijn,
zwakte, afwijkende laboratoriumuitslagen van levertests (verhoogde leverenzymwaarden)
Zelden (treffen 1 tot 10 gebruikers op de 10.000):
hartkloppingen, snelle hartslag, moeite met ademhalen, ongewone gevoeligheid van de huid (bijvoorbeeld
spelden- en naaldprikken), netelroos, rode huid, pijn in armen of benen, te weinig bloedplaatjes, ontsteking
van zenuwen, zwelling van ledemaat en zwelling van enkels, smaakstoornissen, zwelling van ooglid,
flauwvallen

Bijkomende bijwerkingen bij kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar
Bij kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar zijn de volgende bijwerkingen vaker waargenomen dan
bij kinderen in de leeftijd van 3 jaar tot < 12 jaar, jongeren tot 18 jaar en volwassenen:
Zeer vaak: koorts (28,9%), diarree (11,8%), griepachtige ziekte (11,2%), prikkelbaarheid (11,0%)
Vaak: verminderde eetlust, braken, huiduitslag
Soms: hoesten

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen
die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem
zoals vermeld in aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit
geneesmiddel.

5.
Hoe bewaart u dit middel?
·
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
·
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
verpakking en het etiket na `EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
·
Bewaren in de koelkast (2°C ­ 8°C).
·
Niet in de vriezer bewaren. Als het vaccin bevroren is geweest, mag het niet meer worden gebruikt.
·
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
·
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u en/of uw kind niet meer gebruikt. Ze worden
dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.

6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
1 dosis (0,5 ml) IXIARO bevat:
Japanse-encefalitisvirus stam SA14-14-2 (geïnactiveerd)1,2 6 AU3
overeenkomend met een sterkte van 460 ng ED50
1 geproduceerd in Vero-cellen
2 geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide, gehydrateerd (ongeveer 0,25 milligram Al3+)
3 antigeen-eenheden

De andere stoffen in dit middel zijn: natriumchloride, kaliumdiwaterstoffosfaat, dinatriumwaterstoffosfaat,
water voor injecties.

Hoe ziet IXIARO eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
IXIARO is een suspensie voor injectie (0,5 ml in een glazen injectiespuit met of zonder afzonderlijke naald,
verpakking van 1).
IXIARO is een witte en enigszins melkachtige steriele suspensie, die bij schudden homogeen wordt.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Valneva Austria GmbH
Campus Vienna Biocenter 3
A-1030 Wenen
Oostenrijk
E-mail: infoixiaro@valneva.com
Fabrikant:
Valneva Austria GmbH
Campus Vienna Biocenter 3
A-1030 Wenen
Oostenrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de houder van de vergunning
voor het in de handel brengen via het volgende e-mailadres:
infoixiaro@valneva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in .

Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Deze bijsluiter is beschikbaar in alle EU/EER-talen op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
De voorgevulde injectiespuit is uitsluitend voor eenmalig gebruik bestemd en mag bij maximaal één persoon
worden gebruikt. De voorgevulde injectiespuit is gebruiksklaar. Als er geen naald is meegeleverd, moet een
steriele naald worden gebruikt.
Niet gebruiken als de folie van de blisterverpakking niet intact is of als de verpakking beschadigd is.
Bij bewaren kan een fijn witte neerslag met een helder kleurloos supernatant zichtbaar zijn.
Vóór gebruik dient de injectiespuit goed te worden geschud zodat een witte, troebele, homogene suspensie
ontstaat. Niet toedienen als er na het schudden nog deeltjes te zien zijn of verkleuring wordt waargenomen,
of als de injectiespuit fysiek beschadigd lijkt te zijn.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
ouder
Voor toediening van de volledige dosis van 0,5 ml moeten de onderstaande stappen worden gevolgd:
1.
Schud met de injectiespuit om een homogene suspensie te verkrijgen.
2.
Verwijder de dop van de tip van de injectiespuit door er voorzichtig aan te draaien. Probeer niet de tip
af te breken of er af te trekken; hierdoor kan de injectiespuit beschadigd raken.
3.
Bevestig een naald op de voorgevulde injectiespuit.
Informatie over de bereiding van eens dosis van 0,25 ml IXIARO voor gebruik bij kinderen jonger dan 3 jaar
Voor toediening van een dosis van 0,25 ml bij kinderen in de leeftijd van 2 maanden tot < 3 jaar moeten de
onderstaande stappen worden gevolgd:
1.
Schud met de injectiespuit om een homogene suspensie te verkrijgen.
2.
Verwijder de dop van de tip van de injectiespuit door er voorzichtig aan te draaien. Probeer niet de tip
af te breken of er af te trekken; hierdoor kan de injectiespuit beschadigd raken.
3.
Bevestig een naald op de voorgevulde injectiespuit.
4.
Houd de injectiespuit rechtop.
5.
Duw de plunjerstop tot aan de rand van de rode lijn op de cilinder van de injectiespuit, aangeduid met
een rood pijltje (zie afbeelding 1)*, om het overtollige volume te verwijderen.
6.
Bevestig een nieuwe steriele naald voordat u de rest van het volume injecteert.
* Als u de plunjerstop voorbij de rode lijn hebt geduwd, is het niet zeker dat er nog een dosis van 0,25 ml is
en moet een nieuwe injectiespuit worden gebruikt.










Afbeelding 1: Klaar

maken voor

toediening van een

dosis van 0,25 ml

Heb je dit medicijn gebruikt? Ixiaro te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Ixiaro te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Ixiaro

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG