Isemid 1 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Isemid 1 mg kauwtabletten voor honden (2,5 – 11,5 kg)
Isemid 2 mg kauwtabletten voor honden (> 11,5 – 23 kg)
Isemid 4 mg kauwtabletten voor honden (> 23 – 60 kg)
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per kauwtablet:
Werkzame bestanddelen:
Isemid 1 mg
Isemid 2 mg
Isemid 4 mg
Hulpstoffen:
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
1 mg torasemide
2 mg torasemide
4 mg torasemide
Kauwtablet.
Langwerpige bruine tabletten met breukstreep. De tablet kan in twee helften worden verdeeld.
4.
4.1
Hond.
4.2
Indicatie(s) voor gebruik met specificatie van de doeldiersoort(en)
KLINISCHE GEGEVENS
Doeldiersoort(en)
Voor de behandeling van klinische symptomen gerelateerd aan congestief hartfalen bij honden,
inclusief pulmonair oedeem.
4.3
Contra-indicaties
Niet gebruiken in gevallen van nierfalen.
Niet gebruiken in gevallen van dehydratie, hypovolemie of hypotensie.
Niet gelijktijdig gebruiken met andere lisdiuretica.
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.
4.4
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
De aanvangs-/onderhoudsdosis kan tijdelijk worden verhoogd als pulmonair oedeem ernstiger wordt,
dat wil zeggen het bereiken van alveolair longoedeem (zie rubriek 4.9).
4.5
Speciale voorzorgsmaatregelen bij gebruik
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Bij honden met acuut longoedeem dat spoedbehandeling vereist, dient eerst het gebruik van
injecteerbare diergeneesmiddelen te worden overwogen voordat orale diuretica worden gestart.
Nierfunctie (meting van ureum en creatinine in het bloed, evenals eiwit: creatinine (UPC) ratio in de
urine), hydratiestatus en serum elektrolyten moeten voorafgaand aan en tijdens de behandeling worden
gecontroleerd met zeer regelmatige tussenpozen, volgens de baten-risicoanalyse uitgevoerd door de
behandelend dierenarts (zie rubrieken 4.3 en 4.6 van de SPC). De diuretische respons op torasemide
kan in de loop van de tijd toenemen na herhaalde toediening, met name bij doses hoger dan 0,2
mg/kg/dag; daarom moet frequentere monitoring worden overwogen.
Torasemide dient met voorzichtigheid gebruikt te worden in geval van diabetes mellitus. Monitoring
van glycemie bij dieren met diabetes wordt aanbevolen vóór en tijdens de behandeling. Bij honden met
bestaande elektrolyten en/of water disbalans, zou dit gecorrigeerd moeten worden vóór een
behandeling met torasemide.
Omdat torasemide het dorstgevoel verhoogt, moeten honden vrij toegang hebben tot vers water.
In geval van verlies van eetlust en/of braken en/of lethargie, of in geval van aanpassing van de
behandeling, dient de nierfunctie (ureum en creatinine in het bloed, evenals eiwit: creatinine (UPC)
ratio in de urine) te worden gecontroleerd.
In een klinische veldstudie heeft Isemid zijn werkzaamheid aangetoond bij gebruik als
eerstelijnsbehandeling. Vervanging van een alternatief lisdiureticum door dit diergeneesmiddel werd
niet geëvalueerd en een dergelijke verandering dient alleen te worden geïmplementeerd op basis van
een baten-risicoanalyse door de behandelend dierenarts.
De veiligheid en werkzaamheid van het diergeneesmiddel zijn niet beoordeeld bij honden die minder
dan 2,5 kg wegen. Bij deze dieren alleen te gebruiken volgens de baten/risicoanalyse door de
behandelend dierenarts.
De tabletten zijn gearomatiseerd.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
Dit diergeneesmiddel kan verhoogde urineproductie, dorst en/of gastro-intestinale stoornissen en/of
hypotensie en/of dehydratatie veroorzaken in geval van orale opname. Alle gedeeltelijk gebruikte
tabletten moeten worden teruggeplaatst in de blisterverpakking en vervolgens in de originele
kartonnen verpakking om te voorkomen dat kinderen er toegang tot hebben. In geval van accidentele
ingestie, met name door een kind, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter
of het etiket te worden getoond.
Dit diergeneesmiddel kan overgevoeligheids- (allergische) reacties veroorzaken bij personen die
gevoelig zijn voor torasemide. Personen met een bekende overgevoeligheid voor torasemide,
sulfonamiden of een van de hulpstoffen moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden. Indien er
allergische symptomen optreden, dient u medisch advies in te winnen en de verpakking van het
diergeneesmiddel aan de arts te laten zien.
Was de handen na gebruik.
4.6
Bijwerkingen (frequentie en ernst)
In een klinische veldstudie werden zeer vaak nierinsufficiëntie, een verhoging van de renale
bloedwaarden, hemoconcentratie en veranderingen in de elektrolytbalans (chloor, natrium, kalium,
fosfor, magnesium, calcium) waargenomen.
De volgende klinische symptomen werden vaak waargenomen: episodische gastro-intestinale
symptomen zoals braken en diarree, dehydratie, polyurie, polydipsie, urine-incontinentie, anorexia,
gewichtsverlies en lusteloosheid.
Andere effecten die consistent zijn met de farmacologische activiteit van torasemide werden
waargenomen in preklinische studies bij gezonde honden in de aanbevolen dosering, dat wil zeggen
droge mucosa van de mondholte, reversibele toename van glucose- en aldosteron-serumconcentraties,
afname van het soortelijk gewicht van de urine en toename van urine pH.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
4.7
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
Laboratoriumstudies bij ratten en konijnen hebben foetotoxiciteit aangetoond bij maternotoxische
doses. Aangezien de veiligheid van het diergeneesmiddel bij de doeldiersoorten niet is vastgesteld,
wordt gebruik van het diergeneesmiddel niet aanbevolen tijdens dracht, lactatie of bij fokdieren.
4.8
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdige toediening van lisdiuretica en NSAID's kan leiden tot een verminderde natriuretische
reactie.
Gelijktijdig gebruik met NSAID's, aminoglycosiden of cefalosporinen kan het risico op nefrotoxiciteit
en/of ototoxiciteit van deze diergeneesmiddelen verhogen.
Torasemide kan de werking van orale hypoglykemische middelen tegenwerken.
Torasemide kan het risico op sulfonamiden-allergie verhogen.
In gevallen van gelijktijdige toediening met corticosteroïden, kunnen de effecten van kaliumverlies
worden versterkt.
In gevallen van gelijktijdige toediening met amfotericine B kan een verhoogde kans op nefrotoxiciteit
en intensivering van het elektrolyten onevenwicht worden waargenomen.
Er zijn geen farmacokinetische interacties gemeld na gelijktijdige toediening van torasemide en
digoxine; echter hypokaliëmie kan door digoxine-geïnduceerde aritmieën bevorderen.
Torasemide kan de renale excretie van salicylaten verminderen, wat leidt tot een verhoogd risico op
toxiciteit.
Voorzichtigheid is geboden wanneer torasemide gelijktijdig wordt toegediend met andere sterk aan
plasma-eiwit gebonden diergeneesmiddelen. Aangezien de eiwitbinding de renale excretie van
torasemide bevordert, kan een afname in binding als gevolg van verdringing door een ander
diergeneesmiddel een diuretische resistentie veroorzaken.
Gelijktijdige toediening van torasemide met andere diergeneesmiddelen welke gemetaboliseerd
worden door cytochroom P450-families 3A4 (o.a. enalapril, buprenorfine, doxycycline, cyclosporine)
en 2E1 (isofluraan, sevofluraan, theofylline) kunnen hun klaring uit de systemische circulatie
verminderen.
Het effect van antihypertensieve diergeneesmiddelen, met name angiotensine converting enzyme
(ACE) -remmers, kan toenemen bij gelijktijdige toediening met torasemide.
4.9
Dosering en toedieningsweg
Oraal gebruik.
De aanbevolen aanvangs-/onderhoudsdosis is 0,13 tot 0,25 mg torasemide/kg lichaamsgewicht/dag,
eenmaal daags.
In geval van matig of ernstig longoedeem, kan deze dosis indien nodig worden verhoogd tot een
maximale dosis van 0,4 mg/kg lichaamsgewicht/dag, eenmaal daags.
Doses van 0,26 mg/kg en hoger mogen alleen voor een maximale periode van 5 dagen worden
toegediend. Na deze periode moet de dosis worden verlaagd tot de onderhoudsdosering en moet de
hond binnen enkele dagen door de dierenarts worden beoordeeld.
De volgende tabel toont het aangepaste doseringsschema aan binnen het aanbevolen dosisbereik van
0,13 tot 0,4 mg/kg/dag:
Lichaamsgewicht
Hond
(kg)
2,5 tot 4
> 4 tot 6
> 6 tot 8
> 8 tot 11,5
> 11,5 tot 15
> 15 tot 23
> 23 tot 30
> 30 tot 40
> 40 tot 60
Aantal en sterkte van de toe te dienen tabletten
Aanvangs-/Onderhoudsdosering
(0,13 tot 0,25 mg/kg/dag)
1 mg
½
1
van 1 tot 1 + ½
van 1 + ½ tot 2
2 mg
van 1 tot 1 + ½
van 1 + ½ tot 2
4 mg
van 1 tot 1 + ½
van 1 + ½ tot 2
van 2 tot 2 + ½
2
van 2 + ½ tot 3
van 3 tot 4
2
van 2 + ½ tot 3
1
1+½
van 2 tot 2 + ½
van 2 + ½ tot 3
Tijdelijk hoge dosering
(0,26 tot 0,40 mg/kg/dag)
De dosis moet worden aangepast om het comfort van de patiënt te behouden, met aandacht voor de
renale functie en elektrolytenbalans. Zodra de symptomen van congestief hartfalen onder controle zijn
en de patiënt stabiel is, moet de behandeling worden voortgezet met de laagst effectieve dosis, indien
langdurige diuretische therapie met dit diergeneesmiddel noodzakelijk is.
Als de tablet niet spontaan door de hond wordt opgenomen, kan het ook met voedsel of rechtstreeks in
de bek worden gegeven.
4.10 Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota), indien noodzakelijk
Na toediening aan gezonde honden van 3 maal en 5 maal de maximale dosering, gedurende 5
opeenvolgende dagen, gevolgd door 177 dagelijkse toedieningen van 3 maal en 5 maal de hoogste
therapeutisch aanbevolen dosis voor onderhoud, werden histopathologische veranderingen in de nieren
(interstitiële ontsteking, dilatatie van niertubuli en subcapsulaire cysten) aangetoond naast de effecten
die werden waargenomen na de toediening van de aanbevolen dosis (zie rubriek 4.6). De nierlaesies
waren nog steeds aanwezig op 28 dagen na het einde van de behandeling. Microscopische kenmerken
van de laesies duiden op een voortgaand herstelproces. Deze laesies kunnen hoogstwaarschijnlijk
worden beschouwd als een gevolg van het farmacodynamische effect (diurese) en werden niet
geassocieerd met aanwijzingen voor glomerulosclerose of interstitiële fibrose.
Voorbijgaande dosis-respons veranderingen in de bijnieren, bestaande uit minimale tot matige
reactieve hypertrofie/hyperplasie, vermoedelijk gerelateerd aan een hoge productie van aldosteron,
werden waargenomen bij honden die werden behandeld met tot 5 maal de hoogst therapeutisch
aanbevolen dosering. Een verhoging van albumine serumconcentratie werd waargenomen. ECG-
veranderingen zonder enige klinische symptomen (toename in P-golf en/of QT-interval) werden bij
sommige dieren waargenomen na toediening van 5 maal de hoogst aanbevolen dosis. De causatieve rol
van veranderingen in plasma-elektrolytenwaarden kan niet worden uitgesloten.
Na toediening van 3 en 5 maal de hoogst therapeutisch aanbevolen dosering bij gezonde honden werd
een afname van de eetlust waargenomen die in sommige gevallen tot een gewichtsverlies leidde.
In geval van overdosering is de behandeling, afhankelijk van de voorkomende symptomen, naar
goeddunken van de verantwoordelijke dierenarts.
4.11 Wachttijd(en)
Niet van toepassing.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacotherapeutische groep: Cardiovasculair systeem; high-ceiling diuretica; gewone sulfonamiden
ATCvet-code: QC03CA04
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Torasemide behoort tot de klasse pyridine-3-sulfonylurea lisdiuretica, ook wel high-ceiling diuretica
genoemd. Torasemide heeft een chemische structuur tussen die van lisdiuretica (zoals furosemide) en
Cl-kanaalblokkers.
De belangrijkste werking van torasemide bevindt zich in het medullaire deel van het opstijgend deel
van de lus van Henle, waar het inwerkt op de Na/:K/:2Cl- cotransporter gelokaliseerd in het luminale
membraan (urinezijde) en de actieve reabsorptie van natrium en chloride.
Daarom correleert de diuretische activiteit van torasemide beter met de snelheid van torasemide
uitscheiding in de urine dan met de concentratie in het bloed.
Aangezien het opstijgend deel van de lus van Henle ondoordringbaar is voor water, verhoogt de
inhibitie van de Na+/Cl- beweging van het lumen naar de interstitiële ruimte, de ionenconcentraties in
het lumen en produceert een hypertoon medullair interstitium. Dientengevolge wordt heropname van
water uit het verzamelkanaal geremd en wordt het watervolume aan de luminale zijde verhoogd.
Torasemide veroorzaakt een significante, dosisafhankelijke toename van de urinestroom en de
uitscheiding van natrium en kalium in de urine. Torasemide heeft een krachtiger, langer werkende
diuretische activiteit dan furosemide.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na een enkele intraveneuze dosis van 0,2 mg torasemide/kg lichaamsgewicht aan honden, was de
gemiddelde totale klaring 22,1 ml/uur/kg, met een gemiddeld distributievolume van 166 ml/kg en een
gemiddelde terminale halfwaardetijd van ongeveer 6 uur . Na orale toediening van 0,2 mg
torasemide/kg lichaamsgewicht is de absolute biologische beschikbaarheid ongeveer 99% op basis van
plasma concentratie-tijd gegevens en 93% op basis van urine concentratie-tijd gegevens.
Voedsel verhoogde aanzienlijk de AUC
0
-∞ van torasemide met 37% en vertraagde licht de T
max
, maar
in nuchtere en gevoede toestand zijn de maximale concentraties (C
max
) ongeveer gelijk (respectievelijk
2015 μg/L versus 2221 μg/L). Bovendien is het diuretisch effect van torasemide ongeveer hetzelfde
onder nuchtere en gevoede omstandigheden. Bijgevolg kan het diergeneesmiddel met of zonder
voedsel worden toegediend.
Bij honden is de plasma-eiwitbinding > 98%.
Een groot deel van de dosis (ongeveer 60%) wordt als onveranderde moederstof via de urine
uitgescheiden. Het aandeel torasemide dat wordt uitgescheiden via de urine is ongeveer hetzelfde
onder nuchtere of gevoede omstandigheden (respectievelijk 61% en 59%).
Twee metabolieten (een gedealkyleerde en een gehydroxyleerde metaboliet) werden in de urine
geïdentificeerd. De moederstof wordt gemetaboliseerd door de hepatische cytochroom P450-families
3A4 en 2E1, en in mindere mate door 2C9.
Er werd geen accumulatie van torasemide waargenomen na herhaalde, eenmaal daagse orale
toediening gedurende 10 dagen, ongeacht de toegediende dosis (variërend van 0,1 tot 0,4 mg / kg),
zelfs indien een geringe supra dosis evenredigheid werd waargenomen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Lactose monohydraat
Microkristallijne cellulose
Povidone (K30)
Varkenslever poeder smaak
Gecomprimeerde suiker
Crospovidone (type B)
Magnesium stearaat
6.2
Belangrijke onverenigbaarheden
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheidstermijn
Houdbaarheid van het diergeneesmiddel in de verkoopverpakking: 4 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Dit diergeneesmiddel vereist geen speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren.
Resterende tabletdelen moeten in de blister worden bewaard en bij de volgende toediening worden
gegeven.
Houd de tabletten buiten het bereik van dieren om accidentele inname te voorkomen.
6.5
Aard en samenstelling van de primaire verpakking
Blisterverpakking van polyamide/aluminium/PVC, thermisch verzegeld met aluminiumfolie (elke
blister bevat 10 tabletten) en verpakt in een kartonnen doos.
Alle sterktes zijn beschikbaar in de volgende verpakkingsgrootten:
Verpakkingsgrootten van 30 of 90 tabletten.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen van niet-gebruikte
diergeneesmiddelen of afvalmateriaal voortkomend uit het gebruik van het
diergeneesmiddel
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten
te worden verwijderd.
7.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Ceva Santé Animale
10 av. de La Ballastière
33500 Libourne
Frankrijk
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/2/18/232/001 - 006
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING / VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste vergunningverlening:
09/01/2019
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenagentschap (http://www.ema.europa.eu/).
VERBODSMAATREGELEN TEN AANZIEN VAN DE VERKOOP, DE LEVERING EN/OF HET
GEBRUIK
Niet van toepassing.
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VAN HET (DE) BIOLOGISCH WERKZAME
BESTANDDE(E)L(EN) EN> FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK
VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
HET GEBRUIK
VERMELDING VAN DE MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN (MRLs)
B.
C.
A.
FABRIKANT(EN) VAN HET (DE) BIOLOGISCH WERKZAME
BESTANDDE(E)L(EN) EN FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Ceva Santé Animale
ZI Très le Bois
22600 Loudéac
Frankrijk
Ceva Santé Animale
Boulevard de la Communication,
Zone autoroutière
53950 Louverne
Frankrijk
In de gedrukte bijsluiter van het diergeneesmiddel dienen de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende partij te zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE LEVERING EN HET
GEBRUIK
Diergeneesmiddel op voorschrift.
C.
VERMELDING VAN DE MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN (MRL’s)
Niet van toepassing.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Kartonnen doos (30 tabletten)
Kartonnen doos (90 tabletten)
1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Isemid 1 mg kauwtabletten voor honden (2,5 – 11,5 kg)
Isemid 2 mg kauwtabletten voor honden (> 11,5 – 23 kg)
Isemid 4 mg kauwtabletten voor honden (> 23 – 60 kg)
torasemide
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Per kauwtablet:
1 mg torasemide
2 mg torasemide
4 mg torasemide
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Kauwtablet.
4.
VERPAKKINGSGROOTTE
30 kauwtabletten
90 kauwtabletten
5.
Hond.
DOELDIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
6.
INDICATIE(S)
7.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees vóór gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
8.
WACHTTIJD(EN)
9.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NOODZAKELIJK
Lees vóór gebruik de bijsluiter.
10.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {maand/jaar}
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Resterende tabletdelen moeten in de blister worden bewaard en bij de volgende toediening worden
gegeven.
Bewaar buiten het bereik van dieren.
12.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Verwijdering: lees de bijsluiter.
13.
VERMELDING “UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK” EN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE LEVERING EN HET
GEBRUIK, INDIEN VAN TOEPASSING
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik. Uitsluitend op diergeneeskundig voorschrift.
14.
VERMELDING “BUITEN HET ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN BEWAREN”
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
15.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Ceva Santé Animale
10 av. de La Ballastière
33500 Libourne
Frankrijk
16.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/2/18/232/001 (30 tabletten 1 mg)
EU/2/18/232/002 (90 tabletten 1 mg)
EU/2/18/232/003 (30 tabletten 2 mg)
EU/2/18/232/004 (90 tabletten 2 mg)
EU/2/18/232/005 (30 tabletten 4 mg)
EU/2/18/232/006 (90 tabletten 4 mg)
17.
PARTIJNUMMER FABRIKANT
Lot {nummer}
MIMIMALE GEGEVENS DIE OP DE BLISTERVERPAKKING OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blister
1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Isemid 1 mg kauwtabletten
Isemid 2 mg kauwtabletten
Isemid 4 mg kauwtabletten
torasemide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
3.
EXP:
4.
Lot:
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
PARTIJNUMMER
5.
VERMELDING “UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK”
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik.
B. BIJSLUITER
BIJSLUITER
Isemid 1 mg kauwtabletten voor honden (2,5 – 11,5 kg)
Isemid 2 mg kauwtabletten voor honden (> 11,5 – 23 kg)
Isemid 4 mg kauwtabletten voor honden (> 23 – 60 kg)
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Ceva Santé Animale
10, av. de La Ballastière
33500 Libourne
Frankrijk
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Ceva Santé Animale
ZI Très le Bois
22600 Loudéac
Frankrijk
Ceva Santé Animale
Boulevard de la Communication,
Zone autoroutière
53950 Louverne
Frankrijk
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Isemid 1 mg kauwtabletten voor honden (2,5 – 11,5 kg)
Isemid 2 mg kauwtabletten voor honden (> 11,5 – 23 kg)
Isemid 4 mg kauwtabletten voor honden (> 23 – 60 kg)
torasemide
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per kauwtablet:
Werkzame bestanddelen:
Isemid 1 mg
Isemid 2 mg
Isemid 4 mg
1 mg torasemide
2 mg torasemide
4 mg torasemide
Langwerpige bruine tabletten met breukstreep. De tablet kan in twee helften worden verdeeld.
4.
INDICATIE(S)
Voor de behandeling van klinische symptomen gerelateerd aan congestief hartfalen bij honden,
inclusief pulmonair oedeem.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken in gevallen van nierfalen.
Niet gebruiken in gevallen van dehydratie, hypovolemie of hypotensie.
Niet gelijktijdig gebruiken met andere lisdiuretica.
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.
6.
BIJWERKINGEN
In een klinische veldstudie werden zeer vaak nierinsufficiëntie, een verhoging van de renale
bloedwaarden, hemoconcentratie en veranderingen in de elektrolytbalans (chloor, natrium, kalium,
fosfor, magnesium, calcium) waargenomen.
De volgende klinische symptomen werden vaak waargenomen: episodische gastro-intestinale
symptomen zoals braken en diarree, dehydratie, polyurie, polydipsie, urine-incontinentie, anorexia,
gewichtsverlies en lusteloosheid.
Andere effecten die consistent zijn met de farmacologische activiteit van torasemide werden
waargenomen in preklinische studies bij gezonde honden in de aanbevolen dosering, dat wil zeggen
droge mucosa van de mondholte, reversibele toename van glucose- en aldosteron-serumconcentraties,
afname van het soortelijk gewicht van de urine en toename van urine pH.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
Hond.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK
DOELDIERSOORT(EN)
Oraal gebruik.
De aanbevolen aanvangs-/onderhoudsdosis is 0,13 tot 0,25 mg torasemide/kg lichaamsgewicht/dag,
eenmaal daags.
In geval van matig of ernstig longoedeem, kan deze dosis indien nodig worden verhoogd tot een
maximale dosis van 0,4 mg/kg lichaamsgewicht/dag, eenmaal daags.
Doses van 0,26 mg/kg en hoger mogen alleen voor een maximale periode van 5 dagen worden
toegediend. Na deze periode moet de dosis worden verlaagd tot de onderhoudsdosering en moet de
hond binnen enkele dagen door de dierenarts worden beoordeeld.
De volgende tabel toont het aangepaste doseringsschema aan binnen het aanbevolen dosisbereik van
0,13 tot 0,4 mg/kg/dag:
Lichaamsgewicht
Hond
(kg)
2,5 tot 4
> 4 tot 6
> 6 tot 8
> 8 tot 11,5
> 11,5 tot 15
> 15 tot 23
> 23 tot 30
> 30 tot 40
> 40 tot 60
Aantal en sterkte van de toe te dienen tabletten
Aanvangs-/Onderhoudsdosering
(0,13 tot 0,25 mg/kg/dag)
1 mg
½
1
van 1 tot 1 + ½
van 1 + ½ tot 2
2 mg
van 1 tot 1 + ½
van 1 + ½ tot 2
4 mg
van 1 tot 1 + ½
van 1 + ½ tot 2
van 2 tot 2 + ½
2
van 2 + ½ tot 3
van 3 tot 4
2
van 2 + ½ tot 3
1
1+½
van 2 tot 2 + ½
van 2 + ½ tot 3
Tijdelijk hoge dosering
(0,26 tot 0,40 mg/kg/dag)
De dosis moet worden aangepast om het comfort van de patiënt te behouden, met aandacht voor de
renale functie en elektrolytenbalans. Zodra de symptomen van congestief hartfalen onder controle zijn
en de patiënt stabiel is, moet de behandeling worden voortgezet met de laagst effectieve dosis, indien
langdurige diuretische therapie met dit diergeneesmiddel noodzakelijk is.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Als de tablet niet spontaan door de hond wordt opgenomen, kan het ook met voedsel of rechtstreeks in
de bek worden gegeven.
10.
WACHTTIJD(EN)
Niet van toepassing.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Dit diergeneesmiddel vereist geen bijzondere bewaarvoorschriften.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de buitenverpakking of
de blister na EXP. De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
Resterende tabletdelen moeten in de blister worden bewaard en bij de volgende toediening worden
gegeven.
Houd de tabletten buiten het bereik van dieren om accidentele inname te voorkomen.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort :
De aanvangs-/onderhoudsdosis kan tijdelijk worden verhoogd als pulmonair oedeem ernstiger wordt,
dat wil zeggen het bereiken van alveolair longoedeem (zie rubriek “Dosering voor elke doeldiersoort,
toedieningsweg(en) en wijze van gebruik”).
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Bij honden met acuut longoedeem dat spoedbehandeling vereist, dient eerst het gebruik van
injecteerbare diergeneesmiddelen te worden overwogen voordat orale diuretica worden gestart.
Nierfunctie (meting van ureum en creatinine in het bloed, evenals eiwit: creatinine (UPC) ratio in de
urine), hydratiestatus en serum elektrolyten moeten voorafgaand aan en tijdens de behandeling worden
gecontroleerd met zeer regelmatige tussenpozen, volgens de baten-risicoanalyse uitgevoerd door de
behandelend dierenarts (zie rubrieken “Contra-indicaties” en “Bijwerkingen”). De diuretische respons
op torasemide kan in de loop van de tijd toenemen na herhaalde toediening, met name bij doses hoger
dan 0,2 mg/kg/dag; daarom moet frequentere monitoring worden overwogen.
Torasemide dient met voorzichtigheid gebruikt te worden in geval van diabetes mellitus. Monitoring
van glycemie bij dieren met diabetes wordt aanbevolen vóór en tijdens de behandeling. Bij honden met
bestaande elektrolyten en/of water disbalans, zou dit gecorrigeerd moeten worden vóór een
behandeling met torasemide.
Omdat torasemide het dorstgevoel verhoogt, moeten honden vrij toegang hebben tot vers water.
In geval van verlies van eetlust en/of braken en/of lethargie, of in geval van aanpassing van de
behandeling, dient de nierfunctie (ureum en creatinine in het bloed, evenals eiwit: creatinine (UPC)
ratio in de urine) te worden gecontroleerd.
In een klinische veldstudie heeft Isemid zijn werkzaamheid aangetoond bij gebruik als
eerstelijnsbehandeling. Vervanging van een alternatief lisdiureticum door dit diergeneesmiddel werd
niet geëvalueerd en een dergelijke verandering dient alleen te worden geïmplementeerd op basis van
een baten-risicoanalyse door de behandelend dierenarts.
De veiligheid en werkzaamheid van het diergeneesmiddel zijn niet beoordeeld bij honden die minder
dan 2,5 kg wegen. Bij deze dieren alleen te gebruiken volgens de baten/risicoanalyse door de
behandelend dierenarts.
De tabletten zijn gearomatiseerd.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Dit diergeneesmiddel kan verhoogde urineproductie, dorst en/of gastro-intestinale stoornissen en/of
hypotensie en/of dehydratatie veroorzaken in geval van orale opname. Alle gedeeltelijk gebruikte
tabletten moeten worden teruggeplaatst in de blisterverpakking en vervolgens in de originele
kartonnen verpakking om te voorkomen dat kinderen er toegang tot hebben. In geval van accidentele
ingestie, met name door een kind, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter
of het etiket te worden getoond.
Dit diergeneesmiddel kan overgevoeligheids- (allergische) reacties veroorzaken bij personen die
gevoelig zijn voor torasemide. Personen met een bekende overgevoeligheid voor torasemide,
sulfonamiden of een van de hulpstoffen moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden. Indien er
allergische symptomen optreden, dient u medisch advies in te winnen en de verpakking van het
diergeneesmiddel aan de arts te laten zien.
Was de handen na gebruik.
Dracht en lactatie:
Laboratoriumstudies bij ratten en konijnen hebben foetotoxiciteit aangetoond bij maternotoxische
doses. Aangezien de veiligheid van het diergeneesmiddel bij de doeldiersoorten niet is vastgesteld,
wordt gebruik van het diergeneesmiddel niet aanbevolen tijdens dracht, lactatie of bij fokdieren.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Gelijktijdige toediening van lisdiuretica en NSAID's kan leiden tot een verminderde natriuretische
reactie.
Gelijktijdig gebruik met NSAID's, aminoglycosiden of cefalosporinen kan het risico op nefrotoxiciteit
en/of ototoxiciteit van deze diergeneesmiddelen verhogen.
Torasemide kan de werking van orale hypoglykemische middelen tegenwerken.
Torasemide kan het risico op sulfonamiden-allergie verhogen.
In gevallen van gelijktijdige toediening met corticosteroïden, kunnen de effecten van kaliumverlies
worden versterkt.
In gevallen van gelijktijdige toediening met amfotericine B kan een verhoogde kans op nefrotoxiciteit
en intensivering van het elektrolyten onevenwicht worden waargenomen.
Er zijn geen farmacokinetische interacties gemeld na gelijktijdige toediening van torasemide en
digoxine; echter hypokaliëmie kan door digoxine-geïnduceerde aritmieën bevorderen.
Torasemide kan de renale excretie van salicylaten verminderen, wat leidt tot een verhoogd risico op
toxiciteit.
Voorzichtigheid is geboden wanneer torasemide gelijktijdig wordt toegediend met andere sterk aan
plasma-eiwit gebonden diergeneesmiddelen. Aangezien de eiwitbinding de renale excretie van
torasemide bevordert, kan een afname in binding als gevolg van verdringing door een ander
diergeneesmiddel een diuretische resistentie veroorzaken.
Gelijktijdige toediening van torasemide met andere diergeneesmiddelen welke gemetaboliseerd
worden door cytochroom P450-families 3A4 (o.a. enalapril, buprenorfine, doxycycline, cyclosporine)
en 2E1 (isofluraan, sevofluraan, theofylline) kunnen hun klaring uit de systemische circulatie
verminderen.
Het effect van antihypertensieve diergeneesmiddelen, met name angiotensine converting enzyme
(ACE) -remmers, kan toenemen bij gelijktijdige toediening met torasemide.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Na toediening aan gezonde honden van 3 maal en 5 maal de maximale dosering, gedurende 5
opeenvolgende dagen, gevolgd door 177 dagelijkse toedieningen van 3 maal en 5 maal de hoogste
therapeutisch aanbevolen dosis voor onderhoud, werden histopathologische veranderingen in de nieren
(interstitiële ontsteking, dilatatie van niertubuli en subcapsulaire cysten) aangetoond naast de effecten
die werden waargenomen na de toediening van de aanbevolen dosis (zie rubriek “Bijwerkingen”). De
nierlaesies waren nog steeds aanwezig op 28 dagen na het einde van de behandeling. Microscopische
kenmerken van de laesies duiden op een voortgaand herstelproces. Deze laesies kunnen
hoogstwaarschijnlijk worden beschouwd als een gevolg van het farmacodynamische effect (diurese)
en werden niet geassocieerd met aanwijzingen voor glomerulosclerose of interstitiële fibrose.
Voorbijgaande dosis-respons veranderingen in de bijnieren, bestaande uit minimale tot matige
reactieve hypertrofie/hyperplasie, vermoedelijk gerelateerd aan een hoge productie van aldosteron,
werden waargenomen bij honden die werden behandeld met tot 5 maal de hoogst therapeutisch
aanbevolen dosering. Een verhoging van albumine serumconcentratie werd waargenomen. ECG-
veranderingen zonder enige klinische symptomen (toename in P-golf en/of QT-interval) werden bij
sommige dieren waargenomen na toediening van 5 maal de hoogst aanbevolen dosis. De causatieve rol
van veranderingen in plasma-elektrolytenwaarden kan niet worden uitgesloten.
Na toediening van 3 en 5 maal de hoogst therapeutisch aanbevolen dosering bij gezonde honden werd
een afname van de eetlust waargenomen die in sommige gevallen tot een gewichtsverlies leidde.
In geval van overdosering is de behandeling, afhankelijk van de voorkomende symptomen, naar
goeddunken van de verantwoordelijke dierenarts.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenagentschap (http://www.ema.europa.eu/).
15.
OVERIGE INFORMATIE
Elke blister bevat 10 tabletten en is verpakt in een kartonnen doos.
Alle sterktes zijn beschikbaar in verpakkingsgrootten van 30 of 90 tabletten.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Farmacodynamische eigenschappen
Torasemide behoort tot de klasse pyridine-3-sulfonylurea lisdiuretica, ook wel high-ceiling diuretica
genoemd. Torasemide heeft een chemische structuur tussen die van lisdiuretica (zoals furosemide) en
Cl-kanaalblokkers.
De belangrijkste werking van torasemide bevindt zich in het medullaire deel van het opstijgend deel
van de lus van Henle, waar het inwerkt op de Na/:K/:2Cl- cotransporter gelokaliseerd in het luminale
membraan (urinezijde) en de actieve reabsorptie van natrium en chloride.
Daarom correleert de diuretische activiteit van torasemide beter met de snelheid van torasemide
uitscheiding in de urine dan met de concentratie in het bloed.
Aangezien het opstijgend deel van de lus van Henle ondoordringbaar is voor water, verhoogt de
inhibitie van de Na+/Cl- beweging van het lumen naar de interstitiële ruimte, de ionenconcentraties in
het lumen en produceert een hypertoon medullair interstitium. Dientengevolge wordt heropname van
water uit het verzamelkanaal geremd en wordt het watervolume aan de luminale zijde verhoogd.
Torasemide veroorzaakt een significante, dosisafhankelijke toename van de urinestroom en de
uitscheiding van natrium en kalium in de urine. Torasemide heeft een krachtiger, langer werkende
diuretische activiteit dan furosemide.
Farmacokinetische eigenschappen
Na een enkele intraveneuze dosis van 0,2 mg torasemide/kg lichaamsgewicht aan honden, was de
gemiddelde totale klaring 22,1 ml/uur/kg, met een gemiddeld distributievolume van 166 ml/kg en een
gemiddelde terminale halfwaardetijd van ongeveer 6 uur . Na orale toediening van 0,2 mg
torasemide/kg lichaamsgewicht is de absolute biologische beschikbaarheid ongeveer 99% op basis van
plasma concentratie-tijd gegevens en 93% op basis van urine concentratie-tijd gegevens.
Voedsel verhoogde aanzienlijk de AUC
0
-∞ van torasemide met 37% en vertraagde licht de T
max
, maar
in nuchtere en gevoede toestand zijn de maximale concentraties (C
max
) ongeveer gelijk (respectievelijk
2015 μg/L versus 2221 μg/L). Bovendien is het diuretisch effect van torasemide ongeveer hetzelfde
onder nuchtere en gevoede omstandigheden. Bijgevolg kan het diergeneesmiddel met of zonder
voedsel worden toegediend.
Bij honden is de plasma-eiwitbinding > 98%.
Een groot deel van de dosis (ongeveer 60%) wordt als onveranderde moederstof via de urine
uitgescheiden. Het aandeel torasemide dat wordt uitgescheiden via de urine is ongeveer hetzelfde
onder nuchtere of gevoede omstandigheden (respectievelijk 61% en 59%).
Twee metabolieten (een gedealkyleerde en een gehydroxyleerde metaboliet) werden in de urine
geïdentificeerd. De moederstof wordt gemetaboliseerd door de hepatische cytochroom P450-families
3A4 en 2E1, en in mindere mate door 2C9.

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Isemid 1 mg kauwtabletten voor honden (2,5 ­ 11,5 kg)
Isemid 2 mg kauwtabletten voor honden (> 11,5 ­ 23 kg)
Isemid 4 mg kauwtabletten voor honden (> 23 ­ 60 kg)
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per kauwtablet:

Werkzame bestanddelen:
Isemid 1 mg
1 mg torasemide
Isemid 2 mg
2 mg torasemide
Isemid 4 mg
4 mg torasemide

Hulpstoffen:
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Kauwtablet.
Langwerpige bruine tabletten met breukstreep. De tablet kan in twee helften worden verdeeld.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Doeldiersoort(en)
Hond.

4.2 Indicatie(s) voor gebruik met specificatie van de doeldiersoort(en)
Voor de behandeling van klinische symptomen gerelateerd aan congestief hartfalen bij honden,
inclusief pulmonair oedeem.

4.3 Contra-indicaties
Niet gebruiken in gevallen van nierfalen.
Niet gebruiken in gevallen van dehydratie, hypovolemie of hypotensie.
Niet gelijktijdig gebruiken met andere lisdiuretica.
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.

4.4 Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
De aanvangs-/onderhoudsdosis kan tijdelijk worden verhoogd als pulmonair oedeem ernstiger wordt,
dat wil zeggen het bereiken van alveolair longoedeem (zie rubriek 4.9).

4.5 Speciale voorzorgsmaatregelen bij gebruik
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Bij honden met acuut longoedeem dat spoedbehandeling vereist, dient eerst het gebruik van
injecteerbare diergeneesmiddelen te worden overwogen voordat orale diuretica worden gestart.
urine), hydratiestatus en serum elektrolyten moeten voorafgaand aan en tijdens de behandeling worden
gecontroleerd met zeer regelmatige tussenpozen, volgens de baten-risicoanalyse uitgevoerd door de
behandelend dierenarts (zie rubrieken 4.3 en 4.6 van de SPC). De diuretische respons op torasemide
kan in de loop van de tijd toenemen na herhaalde toediening, met name bij doses hoger dan 0,2
mg/kg/dag; daarom moet frequentere monitoring worden overwogen.
Torasemide dient met voorzichtigheid gebruikt te worden in geval van diabetes mellitus. Monitoring
van glycemie bij dieren met diabetes wordt aanbevolen vóór en tijdens de behandeling. Bij honden met
bestaande elektrolyten en/of water disbalans, zou dit gecorrigeerd moeten worden vóór een
behandeling met torasemide.
Omdat torasemide het dorstgevoel verhoogt, moeten honden vrij toegang hebben tot vers water.
In geval van verlies van eetlust en/of braken en/of lethargie, of in geval van aanpassing van de
behandeling, dient de nierfunctie (ureum en creatinine in het bloed, evenals eiwit: creatinine (UPC)
ratio in de urine) te worden gecontroleerd.
In een klinische veldstudie heeft Isemid zijn werkzaamheid aangetoond bij gebruik als
eerstelijnsbehandeling. Vervanging van een alternatief lisdiureticum door dit diergeneesmiddel werd
niet geëvalueerd en een dergelijke verandering dient alleen te worden geïmplementeerd op basis van
een baten-risicoanalyse door de behandelend dierenarts.
De veiligheid en werkzaamheid van het diergeneesmiddel zijn niet beoordeeld bij honden die minder
dan 2,5 kg wegen. Bij deze dieren alleen te gebruiken volgens de baten/risicoanalyse door de
behandelend dierenarts.
De tabletten zijn gearomatiseerd.

Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
Dit diergeneesmiddel kan verhoogde urineproductie, dorst en/of gastro-intestinale stoornissen en/of
hypotensie en/of dehydratatie veroorzaken in geval van orale opname. Alle gedeeltelijk gebruikte
tabletten moeten worden teruggeplaatst in de blisterverpakking en vervolgens in de originele
kartonnen verpakking om te voorkomen dat kinderen er toegang tot hebben. In geval van accidentele
ingestie, met name door een kind, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter
of het etiket te worden getoond.
Dit diergeneesmiddel kan overgevoeligheids- (allergische) reacties veroorzaken bij personen die
gevoelig zijn voor torasemide. Personen met een bekende overgevoeligheid voor torasemide,
sulfonamiden of een van de hulpstoffen moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden. Indien er
allergische symptomen optreden, dient u medisch advies in te winnen en de verpakking van het
diergeneesmiddel aan de arts te laten zien.
Was de handen na gebruik.

4.6 Bijwerkingen (frequentie en ernst)
In een klinische veldstudie werden zeer vaak nierinsufficiëntie, een verhoging van de renale
bloedwaarden, hemoconcentratie en veranderingen in de elektrolytbalans (chloor, natrium, kalium,
fosfor, magnesium, calcium) waargenomen.
De volgende klinische symptomen werden vaak waargenomen: episodische gastro-intestinale
symptomen zoals braken en diarree, dehydratie, polyurie, polydipsie, urine-incontinentie, anorexia,
gewichtsverlies en lusteloosheid.
Andere effecten die consistent zijn met de farmacologische activiteit van torasemide werden
droge mucosa van de mondholte, reversibele toename van glucose- en aldosteron-serumconcentraties,
afname van het soortelijk gewicht van de urine en toename van urine pH.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)

4.7 Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
Laboratoriumstudies bij ratten en konijnen hebben foetotoxiciteit aangetoond bij maternotoxische
doses. Aangezien de veiligheid van het diergeneesmiddel bij de doeldiersoorten niet is vastgesteld,
wordt gebruik van het diergeneesmiddel niet aanbevolen tijdens dracht, lactatie of bij fokdieren.

4.8 Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdige toediening van lisdiuretica en NSAID's kan leiden tot een verminderde natriuretische
reactie.
Gelijktijdig gebruik met NSAID's, aminoglycosiden of cefalosporinen kan het risico op nefrotoxiciteit
en/of ototoxiciteit van deze diergeneesmiddelen verhogen.
Torasemide kan de werking van orale hypoglykemische middelen tegenwerken.
Torasemide kan het risico op sulfonamiden-allergie verhogen.
In gevallen van gelijktijdige toediening met corticosteroïden, kunnen de effecten van kaliumverlies
worden versterkt.
In gevallen van gelijktijdige toediening met amfotericine B kan een verhoogde kans op nefrotoxiciteit
en intensivering van het elektrolyten onevenwicht worden waargenomen.
Er zijn geen farmacokinetische interacties gemeld na gelijktijdige toediening van torasemide en
digoxine; echter hypokaliëmie kan door digoxine-geïnduceerde aritmieën bevorderen.
Torasemide kan de renale excretie van salicylaten verminderen, wat leidt tot een verhoogd risico op
toxiciteit.
Voorzichtigheid is geboden wanneer torasemide gelijktijdig wordt toegediend met andere sterk aan
plasma-eiwit gebonden diergeneesmiddelen. Aangezien de eiwitbinding de renale excretie van
torasemide bevordert, kan een afname in binding als gevolg van verdringing door een ander
diergeneesmiddel een diuretische resistentie veroorzaken.
Gelijktijdige toediening van torasemide met andere diergeneesmiddelen welke gemetaboliseerd
worden door cytochroom P450-families 3A4 (o.a. enalapril, buprenorfine, doxycycline, cyclosporine)
en 2E1 (isofluraan, sevofluraan, theofylline) kunnen hun klaring uit de systemische circulatie
verminderen.
Het effect van antihypertensieve diergeneesmiddelen, met name angiotensine converting enzyme
(ACE) -remmers, kan toenemen bij gelijktijdige toediening met torasemide.

4.9 Dosering en toedieningsweg
Oraal gebruik.
De aanbevolen aanvangs-/onderhoudsdosis is 0,13 tot 0,25 mg torasemide/kg lichaamsgewicht/dag,
eenmaal daags.
maximale dosis van 0,4 mg/kg lichaamsgewicht/dag, eenmaal daags.
Doses van 0,26 mg/kg en hoger mogen alleen voor een maximale periode van 5 dagen worden
toegediend. Na deze periode moet de dosis worden verlaagd tot de onderhoudsdosering en moet de
hond binnen enkele dagen door de dierenarts worden beoordeeld.
De volgende tabel toont het aangepaste doseringsschema aan binnen het aanbevolen dosisbereik van
0,13 tot 0,4 mg/kg/dag:

Lichaamsgewicht
Aantal en sterkte van de toe te dienen tabletten
Hond
(kg)
Aanvangs-/Onderhoudsdosering
Tijdelijk hoge dosering
(0,13 tot 0,25 mg/kg/dag)
(0,26 tot 0,40 mg/kg/dag)


1 mg
2,5 tot 4
½
1
> 4 tot 6
1
1 + ½
> 6 tot 8
van 1 tot 1 + ½
van 2 tot 2 + ½
> 8 tot 11,5
van 1 + ½ tot 2
van 2 + ½ tot 3

2 mg
> 11,5 tot 15
van 1 tot 1 + ½
2
> 15 tot 23
van 1 + ½ tot 2
van 2 + ½ tot 3

4 mg
> 23 tot 30
van 1 tot 1 + ½
2
> 30 tot 40
van 1 + ½ tot 2
van 2 + ½ tot 3
> 40 tot 60
van 2 tot 2 + ½
van 3 tot 4
De dosis moet worden aangepast om het comfort van de patiënt te behouden, met aandacht voor de
renale functie en elektrolytenbalans. Zodra de symptomen van congestief hartfalen onder controle zijn
en de patiënt stabiel is, moet de behandeling worden voortgezet met de laagst effectieve dosis, indien
langdurige diuretische therapie met dit diergeneesmiddel noodzakelijk is.
Als de tablet niet spontaan door de hond wordt opgenomen, kan het ook met voedsel of rechtstreeks in
de bek worden gegeven.

4.10 Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota), indien noodzakelijk

Na toediening aan gezonde honden van 3 maal en 5 maal de maximale dosering, gedurende 5
opeenvolgende dagen, gevolgd door 177 dagelijkse toedieningen van 3 maal en 5 maal de hoogste
therapeutisch aanbevolen dosis voor onderhoud, werden histopathologische veranderingen in de nieren
(interstitiële ontsteking, dilatatie van niertubuli en subcapsulaire cysten) aangetoond naast de effecten
die werden waargenomen na de toediening van de aanbevolen dosis (zie rubriek 4.6). De nierlaesies
waren nog steeds aanwezig op 28 dagen na het einde van de behandeling. Microscopische kenmerken
van de laesies duiden op een voortgaand herstelproces. Deze laesies kunnen hoogstwaarschijnlijk
worden beschouwd als een gevolg van het farmacodynamische effect (diurese) en werden niet
geassocieerd met aanwijzingen voor glomerulosclerose of interstitiële fibrose.
Voorbijgaande dosis-respons veranderingen in de bijnieren, bestaande uit minimale tot matige
reactieve hypertrofie/hyperplasie, vermoedelijk gerelateerd aan een hoge productie van aldosteron,
werden waargenomen bij honden die werden behandeld met tot 5 maal de hoogst therapeutisch
aanbevolen dosering. Een verhoging van albumine serumconcentratie werd waargenomen. ECG-
veranderingen zonder enige klinische symptomen (toename in P-golf en/of QT-interval) werden bij
sommige dieren waargenomen na toediening van 5 maal de hoogst aanbevolen dosis. De causatieve rol
van veranderingen in plasma-elektrolytenwaarden kan niet worden uitgesloten.
Na toediening van 3 en 5 maal de hoogst therapeutisch aanbevolen dosering bij gezonde honden werd
In geval van overdosering is de behandeling, afhankelijk van de voorkomende symptomen, naar
goeddunken van de verantwoordelijke dierenarts.

4.11 Wachttijd(en)
Niet van toepassing.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacotherapeutische groep: Cardiovasculair systeem; high-ceiling diuretica; gewone sulfonamiden
ATCvet-code: QC03CA04

5.1 Farmacodynamische eigenschappen

Torasemide behoort tot de klasse pyridine-3-sulfonylurea lisdiuretica, ook wel high-ceiling diuretica
genoemd. Torasemide heeft een chemische structuur tussen die van lisdiuretica (zoals furosemide) en
Cl-kanaalblokkers.
De belangrijkste werking van torasemide bevindt zich in het medullaire deel van het opstijgend deel
van de lus van Henle, waar het inwerkt op de Na/:K/:2Cl- cotransporter gelokaliseerd in het luminale
membraan (urinezijde) en de actieve reabsorptie van natrium en chloride.
Daarom correleert de diuretische activiteit van torasemide beter met de snelheid van torasemide
uitscheiding in de urine dan met de concentratie in het bloed.
Aangezien het opstijgend deel van de lus van Henle ondoordringbaar is voor water, verhoogt de
inhibitie van de Na+/Cl- beweging van het lumen naar de interstitiële ruimte, de ionenconcentraties in
het lumen en produceert een hypertoon medullair interstitium. Dientengevolge wordt heropname van
water uit het verzamelkanaal geremd en wordt het watervolume aan de luminale zijde verhoogd.
Torasemide veroorzaakt een significante, dosisafhankelijke toename van de urinestroom en de
uitscheiding van natrium en kalium in de urine. Torasemide heeft een krachtiger, langer werkende
diuretische activiteit dan furosemide.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Na een enkele intraveneuze dosis van 0,2 mg torasemide/kg lichaamsgewicht aan honden, was de
gemiddelde totale klaring 22,1 ml/uur/kg, met een gemiddeld distributievolume van 166 ml/kg en een
gemiddelde terminale halfwaardetijd van ongeveer 6 uur . Na orale toediening van 0,2 mg
torasemide/kg lichaamsgewicht is de absolute biologische beschikbaarheid ongeveer 99% op basis van
plasma concentratie-tijd gegevens en 93% op basis van urine concentratie-tijd gegevens.
Voedsel verhoogde aanzienlijk de AUC0- van torasemide met 37% en vertraagde licht de Tmax, maar
in nuchtere en gevoede toestand zijn de maximale concentraties (Cmax) ongeveer gelijk (respectievelijk
2015 g/L versus 2221 g/L). Bovendien is het diuretisch effect van torasemide ongeveer hetzelfde
onder nuchtere en gevoede omstandigheden. Bijgevolg kan het diergeneesmiddel met of zonder
voedsel worden toegediend.
Bij honden is de plasma-eiwitbinding > 98%.
Een groot deel van de dosis (ongeveer 60%) wordt als onveranderde moederstof via de urine
uitgescheiden. Het aandeel torasemide dat wordt uitgescheiden via de urine is ongeveer hetzelfde
onder nuchtere of gevoede omstandigheden (respectievelijk 61% en 59%).
Twee metabolieten (een gedealkyleerde en een gehydroxyleerde metaboliet) werden in de urine
geïdentificeerd. De moederstof wordt gemetaboliseerd door de hepatische cytochroom P450-families
3A4 en 2E1, en in mindere mate door 2C9.
Er werd geen accumulatie van torasemide waargenomen na herhaalde, eenmaal daagse orale
toediening gedurende 10 dagen, ongeacht de toegediende dosis (variërend van 0,1 tot 0,4 mg / kg),
zelfs indien een geringe supra dosis evenredigheid werd waargenomen.

FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Lactose monohydraat
Microkristallijne cellulose
Povidone (K30)
Varkenslever poeder smaak
Gecomprimeerde suiker
Crospovidone (type B)
Magnesium stearaat

6.2 Belangrijke onverenigbaarheden
Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheidstermijn
Houdbaarheid van het diergeneesmiddel in de verkoopverpakking: 4 jaar

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Dit diergeneesmiddel vereist geen speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren.
Resterende tabletdelen moeten in de blister worden bewaard en bij de volgende toediening worden
gegeven.
Houd de tabletten buiten het bereik van dieren om accidentele inname te voorkomen.

6.5 Aard en samenstelling van de primaire verpakking
Blisterverpakking van polyamide/aluminium/PVC, thermisch verzegeld met aluminiumfolie (elke
blister bevat 10 tabletten) en verpakt in een kartonnen doos.
Alle sterktes zijn beschikbaar in de volgende verpakkingsgrootten:
Verpakkingsgrootten van 30 of 90 tabletten.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen van niet-gebruikte
diergeneesmiddelen of afvalmateriaal voortkomend uit het gebruik van het
diergeneesmiddel
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten
te worden verwijderd.
7.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Ceva Santé Animale
10 av. de La Ballastière
33500 Libourne
Frankrijk


NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/2/18/232/001 - 006
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING / VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste vergunningverlening: 09/01/2019
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenagentschap (http://www.ema.europa.eu/).
VERBODSMAATREGELEN TEN AANZIEN VAN DE VERKOOP, DE LEVERING EN/OF HET
GEBRUIK

BIJLAGE II

A.
FABRIKANT(EN) VAN HET (DE) BIOLOGISCH WERKZAME
BESTANDDE(E)L(EN) EN> FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK
VOOR VRIJGIFTE

B.

VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
HET GEBRUIK

C.

VERMELDING VAN DE MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN (MRLs)


FABRIKANT(EN) VAN HET (DE) BIOLOGISCH WERKZAME
BESTANDDE(E)L(EN) EN FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Ceva Santé Animale
ZI Très le Bois
22600 Loudéac
Frankrijk
Ceva Santé Animale
Boulevard de la Communication,
Zone autoroutière
53950 Louverne
Frankrijk
In de gedrukte bijsluiter van het diergeneesmiddel dienen de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende partij te zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE LEVERING EN HET
GEBRUIK
Diergeneesmiddel op voorschrift.

C.
VERMELDING VAN DE MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN (MRL's)
Niet van toepassing.


BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER


A. ETIKETTERING


Kartonnen doos (30 tabletten)

Kartonnen doos (90 tabletten)
1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Isemid 1 mg kauwtabletten voor honden (2,5 ­ 11,5 kg)
Isemid 2 mg kauwtabletten voor honden (> 11,5 ­ 23 kg)
Isemid 4 mg kauwtabletten voor honden (> 23 ­ 60 kg)
torasemide
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Per kauwtablet:
1 mg torasemide
2 mg torasemide
4 mg torasemide
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Kauwtablet.
4.
VERPAKKINGSGROOTTE
30 kauwtabletten
90 kauwtabletten
5.
DOELDIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Hond.
6.
INDICATIE(S)

7.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees vóór gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
8.
WACHTTIJD(EN)

SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NOODZAKELIJK
Lees vóór gebruik de bijsluiter.
10. UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {maand/jaar}
11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Resterende tabletdelen moeten in de blister worden bewaard en bij de volgende toediening worden
gegeven.
Bewaar buiten het bereik van dieren.
12. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Verwijdering: lees de bijsluiter.
13. VERMELDING 'UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK' EN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE LEVERING EN HET
GEBRUIK, INDIEN VAN TOEPASSING
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik. Uitsluitend op diergeneeskundig voorschrift.
14. VERMELDING 'BUITEN HET ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN BEWAREN'
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
15. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Ceva Santé Animale
10 av. de La Ballastière
33500 Libourne
Frankrijk
16. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/2/18/232/001 (30 tabletten 1 mg)
EU/2/18/232/002 (90 tabletten 1 mg)
EU/2/18/232/003 (30 tabletten 2 mg)
EU/2/18/232/004 (90 tabletten 2 mg)
EU/2/18/232/005 (30 tabletten 4 mg)
EU/2/18/232/006 (90 tabletten 4 mg)


Lot {nummer}



WORDEN VERMELD

Blister

1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Isemid 1 mg kauwtabletten
Isemid 2 mg kauwtabletten
Isemid 4 mg kauwtabletten
torasemide

2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:

4.
PARTIJNUMMER
Lot:
5.
VERMELDING 'UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK'
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik.


B. BIJSLUITER
Isemid 1 mg kauwtabletten voor honden (2,5 ­ 11,5 kg)
Isemid 2 mg kauwtabletten voor honden (> 11,5 ­ 23 kg)
Isemid 4 mg kauwtabletten voor honden (> 23 ­ 60 kg)

1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Ceva Santé Animale
10, av. de La Ballastière
33500 Libourne
Frankrijk
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Ceva Santé Animale
ZI Très le Bois
22600 Loudéac
Frankrijk


Ceva Santé Animale
Boulevard de la Communication,
Zone autoroutière
53950 Louverne
Frankrijk
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Isemid 1 mg kauwtabletten voor honden (2,5 ­ 11,5 kg)
Isemid 2 mg kauwtabletten voor honden (> 11,5 ­ 23 kg)
Isemid 4 mg kauwtabletten voor honden (> 23 ­ 60 kg)
torasemide
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per kauwtablet:

Werkzame bestanddelen:
Isemid 1 mg
1 mg torasemide
Isemid 2 mg
2 mg torasemide
Isemid 4 mg
4 mg torasemide
Langwerpige bruine tabletten met breukstreep. De tablet kan in twee helften worden verdeeld.
4.
INDICATIE(S)
Voor de behandeling van klinische symptomen gerelateerd aan congestief hartfalen bij honden,
inclusief pulmonair oedeem.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken in gevallen van nierfalen.
Niet gebruiken in gevallen van dehydratie, hypovolemie of hypotensie.
Niet gelijktijdig gebruiken met andere lisdiuretica.
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.
6.
BIJWERKINGEN
In een klinische veldstudie werden zeer vaak nierinsufficiëntie, een verhoging van de renale
bloedwaarden, hemoconcentratie en veranderingen in de elektrolytbalans (chloor, natrium, kalium,
fosfor, magnesium, calcium) waargenomen.
De volgende klinische symptomen werden vaak waargenomen: episodische gastro-intestinale
symptomen zoals braken en diarree, dehydratie, polyurie, polydipsie, urine-incontinentie, anorexia,
gewichtsverlies en lusteloosheid.
Andere effecten die consistent zijn met de farmacologische activiteit van torasemide werden
waargenomen in preklinische studies bij gezonde honden in de aanbevolen dosering, dat wil zeggen
droge mucosa van de mondholte, reversibele toename van glucose- en aldosteron-serumconcentraties,
afname van het soortelijk gewicht van de urine en toename van urine pH.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Hond.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK
Oraal gebruik.
De aanbevolen aanvangs-/onderhoudsdosis is 0,13 tot 0,25 mg torasemide/kg lichaamsgewicht/dag,
eenmaal daags.
In geval van matig of ernstig longoedeem, kan deze dosis indien nodig worden verhoogd tot een
maximale dosis van 0,4 mg/kg lichaamsgewicht/dag, eenmaal daags.
Doses van 0,26 mg/kg en hoger mogen alleen voor een maximale periode van 5 dagen worden
toegediend. Na deze periode moet de dosis worden verlaagd tot de onderhoudsdosering en moet de
hond binnen enkele dagen door de dierenarts worden beoordeeld.
De volgende tabel toont het aangepaste doseringsschema aan binnen het aanbevolen dosisbereik van
0,13 tot 0,4 mg/kg/dag:

Aantal en sterkte van de toe te dienen tabletten
Hond
(kg)
Aanvangs-/Onderhoudsdosering
Tijdelijk hoge dosering
(0,13 tot 0,25 mg/kg/dag)
(0,26 tot 0,40 mg/kg/dag)


1 mg
2,5 tot 4
½
1
> 4 tot 6
1
1 + ½
> 6 tot 8
van 1 tot 1 + ½
van 2 tot 2 + ½
> 8 tot 11,5
van 1 + ½ tot 2
van 2 + ½ tot 3

2 mg
> 11,5 tot 15
van 1 tot 1 + ½
2
> 15 tot 23
van 1 + ½ tot 2
van 2 + ½ tot 3

4 mg
> 23 tot 30
van 1 tot 1 + ½
2
> 30 tot 40
van 1 + ½ tot 2
van 2 + ½ tot 3
> 40 tot 60
van 2 tot 2 + ½
van 3 tot 4
De dosis moet worden aangepast om het comfort van de patiënt te behouden, met aandacht voor de
renale functie en elektrolytenbalans. Zodra de symptomen van congestief hartfalen onder controle zijn
en de patiënt stabiel is, moet de behandeling worden voortgezet met de laagst effectieve dosis, indien
langdurige diuretische therapie met dit diergeneesmiddel noodzakelijk is.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Als de tablet niet spontaan door de hond wordt opgenomen, kan het ook met voedsel of rechtstreeks in
de bek worden gegeven.
10. WACHTTIJD(EN)
Niet van toepassing.
11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Dit diergeneesmiddel vereist geen bijzondere bewaarvoorschriften.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de buitenverpakking of
de blister na EXP. De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
Resterende tabletdelen moeten in de blister worden bewaard en bij de volgende toediening worden
gegeven.
Houd de tabletten buiten het bereik van dieren om accidentele inname te voorkomen.
12. SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort :
De aanvangs-/onderhoudsdosis kan tijdelijk worden verhoogd als pulmonair oedeem ernstiger wordt,
dat wil zeggen het bereiken van alveolair longoedeem (zie rubriek 'Dosering voor elke doeldiersoort,
toedieningsweg(en) en wijze van gebruik').
Bij honden met acuut longoedeem dat spoedbehandeling vereist, dient eerst het gebruik van
injecteerbare diergeneesmiddelen te worden overwogen voordat orale diuretica worden gestart.
Nierfunctie (meting van ureum en creatinine in het bloed, evenals eiwit: creatinine (UPC) ratio in de
urine), hydratiestatus en serum elektrolyten moeten voorafgaand aan en tijdens de behandeling worden
gecontroleerd met zeer regelmatige tussenpozen, volgens de baten-risicoanalyse uitgevoerd door de
behandelend dierenarts (zie rubrieken 'Contra-indicaties' en 'Bijwerkingen'). De diuretische respons
op torasemide kan in de loop van de tijd toenemen na herhaalde toediening, met name bij doses hoger
dan 0,2 mg/kg/dag; daarom moet frequentere monitoring worden overwogen.
Torasemide dient met voorzichtigheid gebruikt te worden in geval van diabetes mellitus. Monitoring
van glycemie bij dieren met diabetes wordt aanbevolen vóór en tijdens de behandeling. Bij honden met
bestaande elektrolyten en/of water disbalans, zou dit gecorrigeerd moeten worden vóór een
behandeling met torasemide.
Omdat torasemide het dorstgevoel verhoogt, moeten honden vrij toegang hebben tot vers water.
In geval van verlies van eetlust en/of braken en/of lethargie, of in geval van aanpassing van de
behandeling, dient de nierfunctie (ureum en creatinine in het bloed, evenals eiwit: creatinine (UPC)
ratio in de urine) te worden gecontroleerd.
In een klinische veldstudie heeft Isemid zijn werkzaamheid aangetoond bij gebruik als
eerstelijnsbehandeling. Vervanging van een alternatief lisdiureticum door dit diergeneesmiddel werd
niet geëvalueerd en een dergelijke verandering dient alleen te worden geïmplementeerd op basis van
een baten-risicoanalyse door de behandelend dierenarts.
De veiligheid en werkzaamheid van het diergeneesmiddel zijn niet beoordeeld bij honden die minder
dan 2,5 kg wegen. Bij deze dieren alleen te gebruiken volgens de baten/risicoanalyse door de
behandelend dierenarts.
De tabletten zijn gearomatiseerd.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Dit diergeneesmiddel kan verhoogde urineproductie, dorst en/of gastro-intestinale stoornissen en/of
hypotensie en/of dehydratatie veroorzaken in geval van orale opname. Alle gedeeltelijk gebruikte
tabletten moeten worden teruggeplaatst in de blisterverpakking en vervolgens in de originele
kartonnen verpakking om te voorkomen dat kinderen er toegang tot hebben. In geval van accidentele
ingestie, met name door een kind, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter
of het etiket te worden getoond.
Dit diergeneesmiddel kan overgevoeligheids- (allergische) reacties veroorzaken bij personen die
gevoelig zijn voor torasemide. Personen met een bekende overgevoeligheid voor torasemide,
sulfonamiden of een van de hulpstoffen moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden. Indien er
allergische symptomen optreden, dient u medisch advies in te winnen en de verpakking van het
diergeneesmiddel aan de arts te laten zien.
Was de handen na gebruik.
Dracht en lactatie:
Laboratoriumstudies bij ratten en konijnen hebben foetotoxiciteit aangetoond bij maternotoxische
doses. Aangezien de veiligheid van het diergeneesmiddel bij de doeldiersoorten niet is vastgesteld,
wordt gebruik van het diergeneesmiddel niet aanbevolen tijdens dracht, lactatie of bij fokdieren.
Gelijktijdige toediening van lisdiuretica en NSAID's kan leiden tot een verminderde natriuretische
reactie.
Gelijktijdig gebruik met NSAID's, aminoglycosiden of cefalosporinen kan het risico op nefrotoxiciteit
en/of ototoxiciteit van deze diergeneesmiddelen verhogen.
Torasemide kan de werking van orale hypoglykemische middelen tegenwerken.
Torasemide kan het risico op sulfonamiden-allergie verhogen.
In gevallen van gelijktijdige toediening met corticosteroïden, kunnen de effecten van kaliumverlies
worden versterkt.
In gevallen van gelijktijdige toediening met amfotericine B kan een verhoogde kans op nefrotoxiciteit
en intensivering van het elektrolyten onevenwicht worden waargenomen.
Er zijn geen farmacokinetische interacties gemeld na gelijktijdige toediening van torasemide en
digoxine; echter hypokaliëmie kan door digoxine-geïnduceerde aritmieën bevorderen.
Torasemide kan de renale excretie van salicylaten verminderen, wat leidt tot een verhoogd risico op
toxiciteit.
Voorzichtigheid is geboden wanneer torasemide gelijktijdig wordt toegediend met andere sterk aan
plasma-eiwit gebonden diergeneesmiddelen. Aangezien de eiwitbinding de renale excretie van
torasemide bevordert, kan een afname in binding als gevolg van verdringing door een ander
diergeneesmiddel een diuretische resistentie veroorzaken.
Gelijktijdige toediening van torasemide met andere diergeneesmiddelen welke gemetaboliseerd
worden door cytochroom P450-families 3A4 (o.a. enalapril, buprenorfine, doxycycline, cyclosporine)
en 2E1 (isofluraan, sevofluraan, theofylline) kunnen hun klaring uit de systemische circulatie
verminderen.
Het effect van antihypertensieve diergeneesmiddelen, met name angiotensine converting enzyme
(ACE) -remmers, kan toenemen bij gelijktijdige toediening met torasemide.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Na toediening aan gezonde honden van 3 maal en 5 maal de maximale dosering, gedurende 5
opeenvolgende dagen, gevolgd door 177 dagelijkse toedieningen van 3 maal en 5 maal de hoogste
therapeutisch aanbevolen dosis voor onderhoud, werden histopathologische veranderingen in de nieren
(interstitiële ontsteking, dilatatie van niertubuli en subcapsulaire cysten) aangetoond naast de effecten
die werden waargenomen na de toediening van de aanbevolen dosis (zie rubriek 'Bijwerkingen'). De
nierlaesies waren nog steeds aanwezig op 28 dagen na het einde van de behandeling. Microscopische
kenmerken van de laesies duiden op een voortgaand herstelproces. Deze laesies kunnen
hoogstwaarschijnlijk worden beschouwd als een gevolg van het farmacodynamische effect (diurese)
en werden niet geassocieerd met aanwijzingen voor glomerulosclerose of interstitiële fibrose.
Voorbijgaande dosis-respons veranderingen in de bijnieren, bestaande uit minimale tot matige
reactieve hypertrofie/hyperplasie, vermoedelijk gerelateerd aan een hoge productie van aldosteron,
werden waargenomen bij honden die werden behandeld met tot 5 maal de hoogst therapeutisch
aanbevolen dosering. Een verhoging van albumine serumconcentratie werd waargenomen. ECG-
veranderingen zonder enige klinische symptomen (toename in P-golf en/of QT-interval) werden bij
sommige dieren waargenomen na toediening van 5 maal de hoogst aanbevolen dosis. De causatieve rol
van veranderingen in plasma-elektrolytenwaarden kan niet worden uitgesloten.
Na toediening van 3 en 5 maal de hoogst therapeutisch aanbevolen dosering bij gezonde honden werd
een afname van de eetlust waargenomen die in sommige gevallen tot een gewichtsverlies leidde.
In geval van overdosering is de behandeling, afhankelijk van de voorkomende symptomen, naar
goeddunken van de verantwoordelijke dierenarts.


GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.

14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN

Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenagentschap (http://www.ema.europa.eu/).

15. OVERIGE INFORMATIE
Elke blister bevat 10 tabletten en is verpakt in een kartonnen doos.
Alle sterktes zijn beschikbaar in verpakkingsgrootten van 30 of 90 tabletten.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Farmacodynamische eigenschappen
Torasemide behoort tot de klasse pyridine-3-sulfonylurea lisdiuretica, ook wel high-ceiling diuretica
genoemd. Torasemide heeft een chemische structuur tussen die van lisdiuretica (zoals furosemide) en
Cl-kanaalblokkers.
De belangrijkste werking van torasemide bevindt zich in het medullaire deel van het opstijgend deel
van de lus van Henle, waar het inwerkt op de Na/:K/:2Cl- cotransporter gelokaliseerd in het luminale
membraan (urinezijde) en de actieve reabsorptie van natrium en chloride.
Daarom correleert de diuretische activiteit van torasemide beter met de snelheid van torasemide
uitscheiding in de urine dan met de concentratie in het bloed.
Aangezien het opstijgend deel van de lus van Henle ondoordringbaar is voor water, verhoogt de
inhibitie van de Na+/Cl- beweging van het lumen naar de interstitiële ruimte, de ionenconcentraties in
het lumen en produceert een hypertoon medullair interstitium. Dientengevolge wordt heropname van
water uit het verzamelkanaal geremd en wordt het watervolume aan de luminale zijde verhoogd.
Torasemide veroorzaakt een significante, dosisafhankelijke toename van de urinestroom en de
uitscheiding van natrium en kalium in de urine. Torasemide heeft een krachtiger, langer werkende
diuretische activiteit dan furosemide.
Farmacokinetische eigenschappen
Na een enkele intraveneuze dosis van 0,2 mg torasemide/kg lichaamsgewicht aan honden, was de
gemiddelde totale klaring 22,1 ml/uur/kg, met een gemiddeld distributievolume van 166 ml/kg en een
gemiddelde terminale halfwaardetijd van ongeveer 6 uur . Na orale toediening van 0,2 mg
torasemide/kg lichaamsgewicht is de absolute biologische beschikbaarheid ongeveer 99% op basis van
plasma concentratie-tijd gegevens en 93% op basis van urine concentratie-tijd gegevens.
Voedsel verhoogde aanzienlijk de AUC0- van torasemide met 37% en vertraagde licht de Tmax, maar
in nuchtere en gevoede toestand zijn de maximale concentraties (Cmax) ongeveer gelijk (respectievelijk
2015 g/L versus 2221 g/L). Bovendien is het diuretisch effect van torasemide ongeveer hetzelfde
onder nuchtere en gevoede omstandigheden. Bijgevolg kan het diergeneesmiddel met of zonder
voedsel worden toegediend.
Bij honden is de plasma-eiwitbinding > 98%.
Een groot deel van de dosis (ongeveer 60%) wordt als onveranderde moederstof via de urine
uitgescheiden. Het aandeel torasemide dat wordt uitgescheiden via de urine is ongeveer hetzelfde
onder nuchtere of gevoede omstandigheden (respectievelijk 61% en 59%).
Twee metabolieten (een gedealkyleerde en een gehydroxyleerde metaboliet) werden in de urine
geïdentificeerd. De moederstof wordt gemetaboliseerd door de hepatische cytochroom P450-families
3A4 en 2E1, en in mindere mate door 2C9.

Heb je dit medicijn gebruikt? Isemid 1 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Isemid 1 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Isemid 1 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG