Irbesartan zentiva 75 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 75 mg tabletten.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 75 mg irbesartan.
Hulpstof met bekend effect: 15,37 mg lactosemonohydraat per tablet.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet.
Wit tot gebroken wit, biconvex en ovaal van vorm, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de
andere kant het nummer 2771.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Irbesartan Zentiva is geïndiceerd voor de behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen.
Het is ook geïndiceerd voor de behandeling van nefropathie bij volwassen patiënten met hypertensie
en type 2 diabetes mellitus als onderdeel van een antihypertensieve medicatie (zie rubrieken 4.3, 4.4,
4.5 en 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De gebruikelijke aanbevolen aanvangs- en onderhoudsdosis bedraagt 150 mg éénmaal daags, met of
zonder voedsel. Een dosis van éénmaal daags 150 mg Irbesartan Zentiva resulteert in een betere
controle van de bloeddruk gedurende 24 uur dan 75 mg. Echter, er kan overwogen worden de
behandeling te beginnen met 75 mg, met name bij patiënten die hemodialyse ondergaan en bij oudere
patiënten boven de 75 jaar.
Bij patiënten die onvoldoende onder controle zijn te brengen met 150 mg éénmaal daags, kan de
dosering Irbesartan Zentiva verhoogd worden tot 300 mg, of er kan een ander antihypertensivum
worden toegevoegd (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1). In het bijzonder is aangetoond dat toevoeging
van een diureticum zoals hydrochloorthiazide tot een additief effect van Irbesartan Zentiva leidt (zie
rubriek 4.5).
Bij type 2 diabetes patiënten met hypertensie, dient voor de behandeling van nefropathie te worden
gestart met éénmaal daags 150 mg irbesartan en te worden getitreerd naar de aanbevolen
onderhoudsdosering van éénmaal daags 300 mg.
Het bewijs voor het gunstig effect op de nier van Irbesartan Zentiva bij type 2 diabetes patiënten met
hypertensie is gebaseerd op onderzoeken waar irbesartan werd toegevoegd aan andere
antihypertensiva, die zo nodig werden gebruikt om de gewenste bloeddrukwaarde te bereiken (zie
rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1)
2
Speciale populaties
In patients insufficiently controlled with 150 mg once daily, the dose of Irbesartan Zentiva can be
increased to 300 mg, or other antihypertensive agents can be added (see sections 4.3, 4.4, 4.5 and 5.1).
In particular, the addition of a diuretic such as hydrochlorothiazide has been shown to have an additive
effect with Irbesartan Zentiva (see section 4.5).
Verminderde leverfunctie
Patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Er is geen
klinische ervaring bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Oudere patiënten
Hoewel men in overweging dient te nemen om bij patiënten ouder dan 75 jaar te beginnen met 75 mg,
is er doorgaans bij oudere patiënten geen dosisaanpassing nodig.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Irbesartan Zentiva bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn
nog niet vastgesteld. De beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2,
maar er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof, of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Zentiva met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-
indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m
2
) (zie
rubrieken 4.5 en 5.1).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Intravasculaire volumedepletie: symptomatische hypotensie, met name na de eerste dosis, kan
optreden bij patiënten die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling
met diuretica, diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden
gecorrigeerd voordat met de behandeling van Irbesartan Zentiva begonnen wordt.
Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een stenose in de arterie
naar slechts één werkende nier lopen een groter risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie, als
ze behandeld worden met geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem. Hoewel dit niet is gedocumenteerd voor Irbesartan Zentiva, kan een dergelijk
effect verwacht worden bij het gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten.
Nierfunctieverlies en niertransplantatie: als Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij patiënten met
nierfunctieverlies, wordt periodieke controle van de serumkalium- en serumcreatininespiegels
aanbevolen. Er is geen ervaring met de toediening van Irbesartan Zentiva bij patiënten die recent een
niertransplantatie hebben ondergaan.
Hypertensieve patiënten met type 2 diabetes en nefropathie: uit een analyse van de studie bij patiënten
met vergevorderde nefropathie bleek dat de effecten van irbesartan op zowel renale als
3
cardiovasculaire voorvallen niet uniform over alle subgroepen waren verdeeld. Met name bleek dat
deze minder positief waren bij vrouwen en niet-blanke patiënten (zie rubriek 5.1).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS): er is bewijs dat bij
gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten of aliskiren het risico op
hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) toeneemt.
Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-
receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.5 en 5.1). Als
behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Hyperkaliëmie: zoals bij andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem kan hyperkaliëmie optreden tijdens de behandeling met Irbesartan Zentiva. Dit
geldt met name voor patiënten met een verminderde nierfunctie, uitgesproken proteïnurie als gevolg
van diabetische nefropathie, en/of hartfalen. Bij risicopatiënten wordt nauwgezette controle van het
serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Hypoglykemie: Irbesartan Zentiva kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij
patiënten behandeld met insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring
overwogen worden; een dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer
aangewezen (zie rubriek 4.5).
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Zentiva niet aanbevolen.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Zoals ook waargenomen voor ACE-remmers, zijn irbesartan en de andere angiotensine-2-
receptorantagonisten duidelijk minder effectief in verlaging van de bloeddruk bij patiënten met een
donkere huidskleur dan bij patiënten met een lichte huidskleur, mogelijk als gevolg van de hogere
prevalentie van een laag-renine status in de zwarte hypertensieve populatie (zie rubriek 5.1).
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
4
Pediatrische patiënten: irbesartan is onderzocht in kinderen van 6 tot 16 jaar maar de huidige gegevens
zijn onvoldoende ter onderbouwing van een verbreding van het gebruik in kinderen totdat nieuwe
gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 4.8, 5.1 en 5.2).
Hulpstoffen:
Lactose: patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele
lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Natrium: dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Diuretica en andere antihypertensiva: andere antihypertensiva kunnen het hypotensieve effect van
irbesartan vergroten, hoewel Irbesartan Zentiva veilig is gecombineerd met andere antihypertensiva,
zoals bètablokkers, langwerkende calciumantagonisten en thiazidediuretica. Voorafgaande
behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van hypotensie tot gevolg
hebben, als met de behandeling met Irbesartan Zentiva begonnen wordt (zie rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies hebben laten zien
dat dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Kaliumsupplementen en kaliumsparende diuretica: op grond van ervaringen met het gebruik van
andere geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensinesysteem kan het gelijktijdig
gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparine), leiden tot verhogingen van het serumkalium, en zijn daarom niet aanbevolen (zie
rubriek 4.4).
Lithium: reversibele toenames in serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Deze combinatie wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien
gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te
controleren.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de C
max
en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
5
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Borstvoeding:
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan Zentiva
tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding
hebben alternatieve behandelingen met een beter vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het
bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Vruchtbaarheid:
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
6
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat irbesartan invloed
heeft op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Bij het besturen van
voertuigen of het bedienen van machines, dient er rekening mee gehouden te worden dat duizeligheid
of vermoeidheid kunnen optreden tijdens de behandeling.
4.8
Bijwerkingen
In placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met hypertensie was er over het algemeen geen
verschil in de incidentie van bijwerkingen tussen de irbesartangroep (56,2%) en de placebogroep
(56,5%). Staken als gevolg van klinische verschijnselen of afwijkende laboratoriumwaarden kwam
minder vaak voor bij de met irbesartan behandelde patiënten (3,3%) ten opzichte van de placebogroep
(4,5%). De incidentie van bijwerkingen was niet gerelateerd aan dosis (binnen het aanbevolen
doseringsgebied), geslacht, leeftijd, ras of duur van de behandeling.
Bij diabetische hypertensieve patiënten met microalbuminurie en een normale nierfunctie werd
orthostatische duizeligheid bij 0,5% van de patiënten (d.w.z. zelden) gemeld, maar vaker dan bij de
placebogroep.
De volgende tabel toont de bijwerkingen die gemeld waren in placebogecontroleerde onderzoeken
waarbij 1965 hypertensieve patiënten irbesartan toegediend kregen. Bij diabetische hypertensieve
patiënten met chronische nierinsufficiëntie en proteïnurie, werden bij > 2% van de patiënten en meer
dan bij placebo tevens de volgende bijwerkingen gemeld, gemarkeerd met een ster (*).
De frequentie van de hieronder vermelde ongewenste reacties is gedefinieerd met gebruikmaking van
de volgende conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen
gerangschikt naar afnemende ernst.
Bijwerkingen die gemeld zijn tijdens de post-marketing ervaringen staan ook vermeld. Deze
bijwerkingen zijn afgeleid van spontane meldingen.
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Niet bekend:
anemie, trombocytopenie
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
overgevoeligheidsreacties zoals angioedeem, uitslag, jeuk, anafylactische reactie,
anafylactische shock
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Niet bekend:
hyperkaliëmie, hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
duizeligheid, orthostatische duizeligheid*
Niet bekend:
vertigo, hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Niet bekend:
tinnitus
Hartaandoeningen
Soms:
tachycardie
Bloedvataandoeningen
Vaak:
orthostatische hypotensie*
Soms:
roodheid (flushing)
7
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms:
hoesten
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree, dyspepsie/brandend maagzuur
Niet bekend:dysgeusie
Lever- en galaandoeningen
Soms:
geelzucht
Niet bekend:
hepatitis, abnormale leverfuncties
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend:leukocytoclastische vasculitis
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak:
pijn aan de skeletspieren*
Niet bekend:
gewrichtspijn, myalgie (soms samenhangend met verhoogde plasma creatine kinase
spiegels), spierkrampen
Nier- en urinewegaandoeningen
Niet bekend:
aangetaste nierfunctie inclusief gevallen van nierfalen bij risicopatiënten. (zie
rubriek 4.4)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms:
seksuele disfunctie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
vermoeidheid
Soms:
pijn op de borst
Onderzoeken
Zeer vaak:
Hyperkaliëmie* kwam vaker voor bij diabetespatiënten die behandeld werden met
irbesartan ten opzichte van placebo. Bij hypertensieve diabetespatiënten met
microalbuminurie en normale nierfunctie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l) voor
bij 29,4% van de patiënten in de irbesartan 300 mg groep en bij 22% van de
patiënten in de placebogroep. Bij hypertensieve diabetespatiënten met chronische
nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l)
voor bij 46,3% van de patiënten in de irbesartan groep en 26,3% van de patiënten
in de placebogroep.
Belangrijke verhogingen van plasmacreatinekinase werden vaak waargenomen
(1,7%) bij met irbesartan behandelde personen. Geen van deze verhogingen werd
in verband gebracht met aantoonbare klinische spier/skeletverschijnselen.
Bij 1,7% van de hypertensieve patiënten met vergevorderde diabetische nefropathie
behandeld met irbesartan, werd een niet klinisch relevante afname van
haemoglobine* gezien.
Vaak:
Pediatrische patiënten
In een gerandomiseerd onderzoek met 318 kinderen en adolescenten van 6 tot 16 jaar met hypertensie,
kwamen de volgende bijwerkingen voor tijdens de 3 weken dubbel-blind fase: hoofdpijn (7,9%),
hypotensie (2,2%), duizeligheid (1,9%), hoesten (0,9%). In de 26 weken open-label periode van deze
studie, waren de meest frequente laboratoriumafwijkingen een toename in creatinine (6,5%) en
verhoogde CK waarden in 2% van de behandelde kinderen.
8
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
De ervaring bij volwassenen die gedurende acht weken doseringen kregen tot 900 mg/dag wees niet op
toxiciteit. De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering zijn naar verwachting hypotensie en
tachycardie; bradycardie kan ook optreden door overdosering. Er is geen specifieke informatie
beschikbaar over de behandeling na overdosering met Irbesartan Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig
geobserveerd te worden en de behandeling dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Opwekken
van braken en/of maagspoelen kunnen in overweging gegeven worden. Actieve kool kan nuttig zijn bij
de behandeling van overdosering. Irbesartan wordt door hemodialyse niet verwijderd.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Angiotensine-2-antagonisten, enkelvoudig, ATC-code: C09C A04
Werkingsmechanisme
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (type AT
1
)-antagonist.
Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT
1
-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT
1
)-receptoren leidt tot een verhoging van plasmareninespiegels en
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels niet belangrijk beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan
remt niet het ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine
afbreekt tot onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te
zijn.
Klinische werkzaamheid
Hypertensie
Irbesartan verlaagt de bloeddruk met minimale veranderingen van de hartslag. De bloeddrukdaling is
van de dosis afhankelijk bij éénmaal daagse doseringen en tendeert af te vlakken bij doseringen hoger
dan 300 mg. Doseringen van 150-300 mg éénmaal daags verlagen de bloeddruk tijdens de dalperiode
(d.w.z. 24 uur na inname) zowel in liggende als in zittende positie met gemiddeld 8-13/5-8 mm Hg
(systolisch/diastolisch) meer dan in geval van placebo.
De maximale bloeddrukdaling wordt 3-6 uur na inname bereikt en het bloeddrukverlagend effect
houdt ten minste 24 uur aan. Bij de aanbevolen doseringen was de verlaging van de bloeddruk na
24 uur 60-70% van de corresponderende maximale diastolische en systolische bloeddruk. Eénmaal
daags 150 mg gaf dal- en gemiddelde 24-uurs effecten die vergelijkbaar waren met dezelfde totale
dosis verdeeld over twee giften.
Het bloeddrukverlagend effect van Irbesartan Zentiva treedt binnen 1-2 weken op; een maximaal
effect wordt 4-6 weken na aanvang van de behandeling bereikt. De antihypertensieve effecten houden
aan bij chronisch gebruik. Na staken van de behandeling keert de bloeddruk geleidelijk terug naar de
uitgangswaarde. ‘Re-bound’-hypertensie is niet waargenomen.
De bloeddrukverlagende effecten van irbesartan en thiazidediuretica zijn additief. Bij patiënten bij wie
de behandeling met irbesartan alleen niet voldoende is, resulteert toevoeging aan irbesartan van laag
9
gedoseerd hydrochloorthiazide (12,5 mg) éénmaal daags in een verdere, voor placebo gecorrigeerde,
bloeddrukdaling tijdens de dalperiode van 7-10/3-6 mm Hg (systolisch/diastolisch).
De werkzaamheid van Irbesartan Zentiva wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht. Evenals het
geval is bij andere geneesmiddelen die invloed uitoefenen op het renine-angiotensinesysteem,
vertonen hypertensiepatiënten met een zwarte huidskleur een opvallend geringere reactie op
irbesartanmonotherapie. Als aan de behandeling met irbesartan een lage dosis hydrochloorthiazide
(b.v. 12,5 mg per dag) wordt toegevoegd, benadert het bloeddrukverlagend effect bij patiënten met een
zwarte huidskleur dat bij blanken.
Er is geen klinisch belangrijk effect op het serumurinezuur en op de urinezuurexcretie in de urine.
Pediatrische patiënten
Daling van de bloeddruk met een getitreerde doeldosering van 0,5 mg/kg (lage dosis), 1,5 mg/kg
(medium dosis) en 4,5 mg/kg (hoge dosis), werd gedurende 3 weken geëvalueerd bij 318 kinderen en
adolescenten van 6-16 jaar met hypertensie of risico op hypertensie (diabetes, hypertensie in de
familie). Na 3 weken was de gemiddelde daling versus de uitgangswaarde in de primaire effectiviteit
variabel, de zittend gemeten dalwaarde voor de systolische bloeddruk (SeSBP), 11,7 mmHg (lage
dosis), 9,3 mmHg (medium dosis), 13,2 mmHg (hoge dosis). Er waren geen significant verschillen
zichtbaar tussen de doseringen. De aangepaste gemiddelde verandering in de zittend gemeten
dalwaarde voor diastolische bloeddruk (SeDBP) was: 3,8 mmHg (lage dosis), 3,2 mmHg (medium
dosis), 5,6 mmHg (hoge dosis). Gedurende een volgende tweeweekse periode werden patiënten
opnieuw gerandomiseerd naar ofwel actieve behandeling ofwel een placebo. Patiënten behandeld met
placebo hadden een toename in de bloeddruk van 2,4 en 2,0 mmHg in respectievelijk SeSBP en
SeDBP vergeleken met een verandering van respectievelijk +0,1 en -0,3 mmHg in de groep behandeld
met irbesartan (zie rubriek 4.2).
Hypertensie en type 2 diabetes met nefropathie
De “Irbesartan Diabetische Nefropathie Trial (IDNT)” toont aan dat irbesartan de progressie van
nefropathie vermindert bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie.
IDNT is een dubbelblind, gecontroleerd morbiditeits- en mortaliteitsonderzoek waarbij Irbesartan
Zentiva, amlodipine en placebo werden vergeleken. Bij 1715 hypertensieve patiënten met
type 2 diabetes, proteïnurie ≥ 900 mg/dag en serumcreatininewaarden van 1,0–3,0 mg/dl, werden de
lange termijn effecten (gemiddeld 2,6 jaar) van Irbesartan Zentiva op de progressie van nefropathie en
mortaliteit onderzocht. Patiënten werden getitreerd van 75 mg naar een onderhoudsdosering van
300 mg Irbesartan Zentiva, van 2,5 mg naar 10 mg amlodipine, of placebo zoveel als werd getolereerd.
In alle behandelingsgroepen werden patiënten behandeld met 2 tot 4 antihypertensiva (b.v. diuretica,
bètablokkers, alfa-blokkers) om de vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde van
≤ 135/85 mmHg, of indien de uitgangswaarde > 160 mmHg was een 10 mmHg afname in systolische
druk, te bereiken. Zestig procent (60%) van de patiënten in de placebogroep bereikten deze
streefbloeddrukwaarde, terwijl dit cijfer voor de irbesartan en amlodipine groepen, 76% respectievelijk
78% was. Irbesartan verminderde significant het relatieve risico op het primaire gecombineerde
eindpunt van verdubbeling van het serumcreatinine, terminale nefropathie of mortaliteit. Ongeveer
33% van de patiënten in de irbesartangroep bereikte het primaire renale samengestelde eindpunt
vergeleken met 39% en 41% in de placebo- en amlodipinegroep [20% relatieve risico reductie versus
placebo (p= 0,024) en 23% relatieve risico reductie vergeleken met amlodipine (p= 0,006)]. Wanneer
de individuele componenten van het primaire gecombineerde eindpunt werden geanalyseerd, werd er
geen effect in mortaliteit waargenomen, terwijl een positieve trend in afname van terminale
nefropathie en een significante reductie van verdubbeling van serumcreatinine werd waargenomen.
Subgroepen bestaande uit geslacht, ras, leeftijd, duur van diabetes, uitgangsbloeddrukwaarde,
serumcreatinine, en albumine excretiesnelheid werden beoordeeld op het effect van de behandeling. In
de vrouwelijke en donkere huidskleur subgroepen, welke 32% respectievelijk 26% van de gehele
studiepopulatie vertegenwoordigden, was een gunstig effect op de nier niet duidelijk, hoewel de
betrouwbaarheidsintervallen dit niet uitsluiten. Voor het secundaire eindpunt van fatale en niet-fatale
cardiovasculaire voorvallen, was er geen significant verschil tussen de drie groepen in de totale
populatie, hoewel een toegenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij vrouwen en een
afgenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij mannen in de irbesartangroep versus het op
10
placebo gebaseerde regime. Een toegenomen incidentie van niet-fatale MI en beroerte werd gezien bij
vrouwen in het op irbesartan gebaseerde regime versus het op amlodipine gebaseerde regime, terwijl
hospitalisatie als gevolg van hartfalen in de gehele populatie was afgenomen. Echter er is geen
duidelijke verklaring gevonden voor deze bevindingen bij vrouwen.
Het onderzoek naar de effecten van “Irbesartan op Microalbuminurie in Hypertensieve Patiënten met
type 2 Diabetes Mellitus (IRMA 2)” toont aan dat irbesartan 300 mg de progressie tot uitgesproken
proteïnurie in patiënten met microalbuminurie vertraagt. IRMA 2 is een placebogecontroleerd
dubbelblind/morbiditeitsonderzoek bij 590 patiënten met type 2 diabetes, microalbuminurie
(30-300 mg/dag) en normale nierfunctie (serum creatinine ≤ 1,5 mg/dl in mannen en < 1,1 mg/dl in
vrouwen). Het onderzoek betrof de lange termijn effecten (2 jaar) van Irbesartan Zentiva op de
progressie tot klinisch (uitgesproken) proteïnurie (urinaire albumine excretie snelheid > 300 mg/dag,
en een toename in de urinaire albumine excretie snelheid van minstens 30% t.o.v. de
uitgangssnelheid). De vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde was ≤ 135/85 mmHg. Indien
nodig werden, om de streefbloeddrukwaarde te bereiken, extra antihypertensiva (m.u.v. ACE-
remmers, angiotensine-2-receptorantagonisten en dihydropyridine calciumblokkers) gegeven. Terwijl
vergelijkbare bloeddrukwaarden werden bereikt in alle behandelingsgroepen, bereikte minder
patiënten met irbesartan 300 mg (5,2%) dan met placebo (14,9%) of in de irbesartan 150 mg groep
(9,7%) het eindpunt van uitgesproken proteïnurie, hetgeen een 70% afname in relatief risico voor de
hogere dosis versus placebo (p = 0,0004) demonstreert. Een samenhangende verbetering in de
glomerulaire filtratie snelheid (GFR) werd gedurende de eerste drie maanden van behandeling niet
waargenomen. De vertraging van de progressie tot klinisch uitgesproken proteïnurie was na drie
maanden zichtbaar en hield gedurende de periode van 2 jaar aan. Regressie tot een normale albumine
excretie (< 30 mg/dag) trad frequenter op in de Irbesartan Zentiva 300 mg groep (34%) dan in de
placebogroep (21%).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht. ONTARGET was een studie bij patiënten met een
voorgeschiedenis van cardiovasculair of cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in
combinatie met tekenen van eindorgaanschade. VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met
diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine-II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studiedie was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine-II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
11
Na orale toediening wordt irbesartan goed geabsorbeerd: onderzoeken naar de absolute biologische
beschikbaarheid resulteerden in waarden van 60-80%. Gelijktijdig voedselgebruik had geen
belangrijke invloed op de biologische beschikbaarheid van irbesartan.
Distributie
De plasma-eiwitbinding is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume is 53-93 liter.
Biotransformatie
Na orale of intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit toegeschreven worden aan onveranderd irbesartan. Irbesartan wordt door
glucuronidering en oxidatie in de lever omgezet. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ca. 6%). Onderzoek
in vitro
toont aan dat irbesartan voornamelijk geoxideerd
wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een verwaarloosbaar
effect.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg (tweemaal de maximaal aanbevolen dosering); het mechanisme hierachter is
niet bekend. 1,5-2 uur na orale toediening worden maximale plasmaconcentraties bereikt. De totale
lichaamsklaring en de klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3-3,5 ml/min. De
terminale eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. ‘Steady state’-
plasmaconcentraties worden bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse
doseringsschema. Een beperkte cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na
herhaalde éénmaal-daagse toediening. In een studie werd bij vrouwelijke hypertensiepatiënten een iets
hogere irbesartanplasmaconcentratie gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan
bleven ongewijzigd. Voor vrouwen is geen dosisaanpassing nodig. De AUC- en C
max
-waarden van
irbesartan waren in ouderen personen (≥ 65 jaar) iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter,
de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk gewijzigd. Voor oudere patiënten is dosisaanpassing
niet nodig.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de lever als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na IV-toediening van
14
C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit teruggevonden in de
urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine uitgescheiden als
onveranderd irbesartan.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van irbesartan is bestudeerd in 23 hypertensieve kinderen na toediening van een
enkelvoudige en meervoudige dagelijkse dosering irbesartan (2 mg/kg) tot een maximale dagelijkse
dosering van 150 mg gedurende vier weken. Van deze 23 kinderen, was bij 21 een evaluatie mogelijk
voor een vergelijking met de farmacokinetiek bij volwassenen (twaalf van deze kinderen waren ouder
dan 12 jaar, negen kinderen waren tussen de 6 en 12 jaar). De resultaten toonden aan dat C
max
, AUC en
mate van klaring vergelijkbaar waren met die waargenomen in volwassen patiënten behandeld met
150 mg irbesartan per dag. Een beperkte accumulatie van irbesartan (18%) in plasma werd gezien na
herhaald eenmaal daags doseren.
12
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd.
Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige leverfunctiestoornissen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er was geen bewijs voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
(≥ 250 mg/kg/dag in ratten en ≥ 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses (≥ 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan in ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nier (zoals interstitiële
nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en creatinineplasmaconcentraties);
deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve effect van het geneesmiddel, welke
leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde irbesartan hyperplasie/hypertrofie van
de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses ≥ 90 mg/kg/dag, in makaken bij doses
≥ 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden veroorzaakt door het
farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen lijkt de
hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortaliteit bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoek met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte, hydro-
ureter of subcutaan oedeem) zien op ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij konijnen werd
abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke toxiciteit,
waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en konijnen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulosenatrium
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
Colloïdaal siliciumdioxide
Voorverstijfseld maïszetmeel
Poloxameer 188.
13
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 30°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Doos met 14 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doos met 28 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 98 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 x 1 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/001-005
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING / HERNIEUWING
VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 20 januari 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau
http://www.ema.europa.eu/.
14
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 150 mg tabletten.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 150 mg irbesartan.
Hulpstof met bekend effect: 30,75 mg lactosemonohydraat per tablet.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet.
Wit tot gebroken wit, biconvex en ovaal van vorm, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de
andere kant het nummer 2772.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Irbesartan Zentiva is geïndiceerd voor de behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen.
Het is ook geïndiceerd voor de behandeling van nefropathie bij volwassen patiënten met hypertensie
en type 2 diabetes mellitus als onderdeel van een antihypertensieve medicatie (zie rubrieken 4.3, 4.4,
4.5 en 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De gebruikelijke aanbevolen aanvangs- en onderhoudsdosis bedraagt 150 mg éénmaal daags, met of
zonder voedsel. Een dosis van éénmaal daags 150 mg Irbesartan Zentiva resulteert in een betere
controle van de bloeddruk gedurende 24 uur dan 75 mg. Echter, er kan overwogen worden de
behandeling te beginnen met 75 mg, met name bij patiënten die hemodialyse ondergaan en bij oudere
patiënten boven de 75 jaar.
Bij patiënten die onvoldoende onder controle zijn te brengen met 150 mg éénmaal daags, kan de
dosering Irbesartan Zentiva verhoogd worden tot 300 mg, of er kan een ander antihypertensivum
worden toegevoegd (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1). In het bijzonder is aangetoond dat toevoeging
van een diureticum zoals hydrochloorthiazide tot een additief effect van Irbesartan Zentiva leidt (zie
rubriek 4.5).
Bij type 2 diabetes patiënten met hypertensie, dient voor de behandeling van nefropathie te worden
gestart met éénmaal daags 150 mg irbesartan en te worden getitreerd naar de aanbevolen
onderhoudsdosering van éénmaal daags 300 mg.
Het bewijs voor het gunstig effect op de nier van Irbesartan Zentiva bij type 2 diabetes patiënten met
hypertensie is gebaseerd op onderzoeken waar irbesartan werd toegevoegd aan andere
antihypertensiva, die zo nodig werden gebruikt om de gewenste bloeddrukwaarde te bereiken (zie
rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1)
15
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Patiënten met een verminderde nierfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Een lagere aanvangsdosis
(75 mg) dient overwogen te worden bij patiënten die hemodialyse ondergaan (zie rubriek 4.4).
Verminderde leverfunctie
Patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Er is geen
klinische ervaring bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Oudere patiënten
Hoewel men in overweging dient te nemen om bij patiënten ouder dan 75 jaar te beginnen met 75 mg,
is er doorgaans bij oudere patiënten geen dosisaanpassing nodig.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Irbesartan Zentiva bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn
nog niet vastgesteld. De beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2,
maar er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof, of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Zentiva met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-
indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m
2
) (zie
rubriek 4.5 en 5.1).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Intravasculaire volumedepletie: symptomatische hypotensie, met name na de eerste dosis, kan
optreden bij patiënten die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling
met diuretica, diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden
gecorrigeerd voordat met de behandeling van Irbesartan Zentiva begonnen wordt.
Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een stenose in de arterie
naar slechts één werkende nier lopen een groter risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie, als
ze behandeld worden met geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem. Hoewel dit niet is gedocumenteerd voor Irbesartan Zentiva, kan een dergelijk
effect verwacht worden bij het gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten.
Nierfunctieverlies en niertransplantatie: als Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij patiënten met
nierfunctieverlies, wordt periodieke controle van de serumkalium- en serumcreatininespiegels
aanbevolen. Er is geen ervaring met de toediening van Irbesartan Zentiva bij patiënten die recent een
niertransplantatie hebben ondergaan.
Hypertensieve patiënten met type 2 diabetes en nefropathie: uit een analyse van de studie bij patiënten
met vergevorderde nefropathie bleek dat de effecten van irbesartan op zowel renale als
16
cardiovasculaire voorvallen niet uniform over alle subgroepen waren verdeeld. Met name bleek dat
deze minder positief waren bij vrouwen en niet-blanke patiënten (zie rubriek 5.1).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS):er is bewijs dat bij
gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten of aliskiren het risico op
hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) toeneemt.
Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-
receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.5 en 5.1). Als
behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Hyperkaliëmie: zoals bij andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem kan hyperkaliëmie optreden tijdens de behandeling met Irbesartan Zentiva. Dit
geldt met name voor patiënten met een verminderde nierfunctie, uitgesproken proteïnurie als gevolg
van diabetische nefropathie, en/of hartfalen. Bij risicopatiënten wordt nauwgezette controle van het
serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Hypoglykemie: Irbesartan Zentiva kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij
patiënten behandeld met insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring
overwogen worden; een dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer
aangewezen (zie rubriek 4.5).
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Zentiva niet aanbevolen.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Zoals ook waargenomen voor ACE-remmers, zijn irbesartan en de andere angiotensine-2-
receptorantagonisten duidelijk minder effectief in verlaging van de bloeddruk bij patiënten met een
donkere huidskleur dan bij patiënten met een lichte huidskleur, mogelijk als gevolg van de hogere
prevalentie van een laag-renine status in de zwarte hypertensieve populatie (zie rubriek 5.1).
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
17
Pediatrische patiënten: irbesartan is onderzocht in kinderen van 6 tot 16 jaar maar de huidige gegevens
zijn onvoldoende ter onderbouwing van een verbreding van het gebruik in kinderen totdat nieuwe
gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 4.8, 5.1 en 5.2).
Hulpstoffen:
Lactose: patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele
lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Natrium: dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Diuretica en andere antihypertensiva: andere antihypertensiva kunnen het hypotensieve effect van
irbesartan vergroten, hoewel Irbesartan Zentiva veilig is gecombineerd met andere antihypertensiva,
zoals bètablokkers, langwerkende calciumantagonisten en thiazidediuretica. Voorafgaande
behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van hypotensie tot gevolg
hebben, als met de behandeling met Irbesartan Zentiva begonnen wordt (zie rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Kaliumsupplementen en kaliumsparende diuretica: op grond van ervaringen met het gebruik van
andere geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensinesysteem kan het gelijktijdig
gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparine), leiden tot verhogingen van het serumkalium, en zijn daarom niet aanbevolen (zie
rubriek 4.4).
Lithium: reversibele toenames in serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Deze combinatie wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien
gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te
controleren.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de C
max
en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
18
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Borstvoeding
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan Zentiva
tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding
hebben alternatieve behandelingen met een beter vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het
bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
19
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat irbesartan invloed
heeft op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Bij het besturen van
voertuigen of het bedienen van machines, dient er rekening mee gehouden te worden dat duizeligheid
of vermoeidheid kunnen optreden tijdens de behandeling.
4.8
Bijwerkingen
In placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met hypertensie was er over het algemeen geen
verschil in de incidentie van bijwerkingen tussen de irbesartangroep (56,2%) en de placebogroep
(56,5%). Staken als gevolg van klinische verschijnselen of afwijkende laboratoriumwaarden kwam
minder vaak voor bij de met irbesartan behandelde patiënten (3,3%) ten opzichte van de placebogroep
(4,5%). De incidentie van bijwerkingen was niet gerelateerd aan dosis (binnen het aanbevolen
doseringsgebied), geslacht, leeftijd, ras of duur van de behandeling.
Bij diabetische hypertensieve patiënten met microalbuminurie en een normale nierfunctie werd
orthostatische duizeligheid bij 0,5% van de patiënten (d.w.z. zelden) gemeld, maar vaker dan bij de
placebogroep.
De volgende tabel toont de bijwerkingen die gemeld waren in placebogecontroleerde onderzoeken
waarbij 1965 hypertensieve patiënten irbesartan toegediend kregen. Bij diabetische hypertensieve
patiënten met chronische nierinsufficiëntie en proteïnurie, werden bij > 2% van de patiënten en meer
dan bij placebo tevens de volgende bijwerkingen gemeld, gemarkeerd met een ster (*).
De frequentie van de hieronder vermelde ongewenste reacties is gedefinieerd met gebruikmaking van
de volgende conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen
gerangschikt naar afnemende ernst.
Bijwerkingen die gemeld zijn tijdens de post-marketing ervaringen staan ook vermeld. Deze
bijwerkingen zijn afgeleid van spontane meldingen.
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Niet bekend:
anemie, trombocytopenie
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
overgevoeligheidsreacties zoals angioedeem, uitslag, jeuk, anafylactische reactie,
anafylactische shock
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Niet bekend:
hyperkaliëmie, hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
duizeligheid, orthostatische duizeligheid*
Niet bekend:
vertigo, hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Niet bekend:
tinnitus
Hartaandoeningen
Soms:
tachycardie
Bloedvataandoeningen
Vaak:
orthostatische hypotensie*
Soms:
roodheid (flushing)
20
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms:
hoesten
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree, dyspepsie/brandend maagzuur
Niet bekend:
dysgeusie
Lever- en galaandoeningen
Soms:
geelzucht
Niet bekend:
hepatitis, abnormale leverfuncties
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend:
leukocytoclastische vasculitis
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak:
pijn aan de skeletspieren*
Niet bekend:
gewrichtspijn, myalgie (soms samenhangend met verhoogde plasma creatine kinase
spiegels), spierkrampen
Nier- en urinewegaandoeningen
Niet bekend:
aangetaste nierfunctie inclusief gevallen van nierfalen bij risicopatiënten. (zie
rubriek 4.4)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms:
seksuele disfunctie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
vermoeidheid
Soms:
pijn op de borst
Onderzoeken
Zeer vaak:
Hyperkaliëmie* kwam vaker voor bij diabetespatiënten die behandeld werden met
irbesartan ten opzichte van placebo. Bij hypertensieve diabetespatiënten met
microalbuminurie en normale nierfunctie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l) voor
bij 29,4% van de patiënten in de irbesartan 300 mg groep en bij 22% van de
patiënten in de placebogroep. Bij hypertensieve diabetespatiënten met chronische
nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l)
voor bij 46,3% van de patiënten in de irbesartan groep en 26,3% van de patiënten
in de placebogroep.
Belangrijke verhogingen van plasmacreatinekinase werden vaak waargenomen
(1,7%) bij met irbesartan behandelde personen. Geen van deze verhogingen werd
in verband gebracht met aantoonbare klinische spier/skeletverschijnselen.
Bij 1,7% van de hypertensieve patiënten met vergevorderde diabetische nefropathie
behandeld met irbesartan, werd een niet klinisch relevante afname van
haemoglobine* gezien.
Vaak:
Pediatrische patiënten:
In een gerandomiseerd onderzoek met 318 kinderen en adolescenten van 6 tot 16 jaar met hypertensie,
kwamen de volgende bijwerkingen voor tijdens de 3 weken dubbel-blind fase: hoofdpijn (7,9%),
hypotensie (2,2%), duizeligheid (1,9%), hoesten (0,9%). In de 26 weken open-label periode van deze
studie, waren de meest frequente laboratoriumafwijkingen een toename in creatinine (6,5%) en
verhoogde CK waarden in 2% van de behandelde kinderen.
21
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
De ervaring bij volwassenen die gedurende acht weken doseringen kregen tot 900 mg/dag wees niet op
toxiciteit. De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering zijn naar verwachting hypotensie en
tachycardie; bradycardie kan ook optreden door overdosering. Er is geen specifieke informatie
beschikbaar over de behandeling na overdosering met Irbesartan Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig
geobserveerd te worden en de behandeling dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Opwekken
van braken en/of maagspoelen kunnen in overweging gegeven worden. Actieve kool kan nuttig zijn bij
de behandeling van overdosering. Irbesartan wordt door hemodialyse niet verwijderd.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Angiotensine-2-antagonisten, enkelvoudig, ATC-code: C09C A04
Werkingsmechanisme
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (type AT
1
)-antagonist.
Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT
1
-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT
1
)-receptoren leidt tot een verhoging van plasmareninespiegels en
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels niet belangrijk beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan
remt niet het ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine
afbreekt tot onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te
zijn.
Klinische werkzaamheid
Hypertensie
Irbesartan verlaagt de bloeddruk met minimale veranderingen van de hartslag. De bloeddrukdaling is
van de dosis afhankelijk bij éénmaal daagse doseringen en tendeert af te vlakken bij doseringen hoger
dan 300 mg. Doseringen van 150-300 mg éénmaal daags verlagen de bloeddruk tijdens de dalperiode
(d.w.z. 24 uur na inname) zowel in liggende als in zittende positie met gemiddeld 8-13/5-8 mm Hg
(systolisch/diastolisch) meer dan in geval van placebo.
De maximale bloeddrukdaling wordt 3-6 uur na inname bereikt en het bloeddrukverlagend effect
houdt ten minste 24 uur aan. Bij de aanbevolen doseringen was de verlaging van de bloeddruk na
24 uur 60-70% van de corresponderende maximale diastolische en systolische bloeddruk. Eénmaal
daags 150 mg gaf dal- en gemiddelde 24-uurs effecten die vergelijkbaar waren met dezelfde totale
dosis verdeeld over twee giften.
Het bloeddrukverlagend effect van Irbesartan Zentiva treedt binnen 1-2 weken op; een maximaal
effect wordt 4-6 weken na aanvang van de behandeling bereikt. De antihypertensieve effecten houden
aan bij chronisch gebruik. Na staken van de behandeling keert de bloeddruk geleidelijk terug naar de
uitgangswaarde. ‘Re-bound’-hypertensie is niet waargenomen.
De bloeddrukverlagende effecten van irbesartan en thiazidediuretica zijn additief. Bij patiënten bij wie
de behandeling met irbesartan alleen niet voldoende is, resulteert toevoeging aan irbesartan van laag
22
gedoseerd hydrochloorthiazide (12,5 mg) éénmaal daags in een verdere, voor placebo gecorrigeerde,
bloeddrukdaling tijdens de dalperiode van 7-10/3-6 mm Hg (systolisch/diastolisch).
De werkzaamheid van Irbesartan Zentiva wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht. Evenals het
geval is bij andere geneesmiddelen die invloed uitoefenen op het renine-angiotensinesysteem,
vertonen hypertensiepatiënten met een zwarte huidskleur een opvallend geringere reactie op
irbesartanmonotherapie. Als aan de behandeling met irbesartan een lage dosis hydrochloorthiazide
(b.v. 12,5 mg per dag) wordt toegevoegd, benadert het bloeddrukverlagend effect bij patiënten met een
zwarte huidskleur dat bij blanken.
Er is geen klinisch belangrijk effect op het serumurinezuur en op de urinezuurexcretie in de urine.
Pediatrische patiënten
Daling van de bloeddruk met een getitreerde doeldosering van 0,5 mg/kg (lage dosis), 1,5 mg/kg
(medium dosis) en 4,5 mg/kg (hoge dosis), werd gedurende 3 weken geëvalueerd bij 318 kinderen en
adolescenten van 6-16 jaar met hypertensie of risico op hypertensie (diabetes, hypertensie in de
familie). Na 3 weken was de gemiddelde daling versus de uitgangswaarde in de primaire effectiviteit
variabel, de zittend gemeten dalwaarde voor de systolische bloeddruk (SeSBP), 11,7 mmHg (lage
dosis), 9,3 mmHg (medium dosis), 13,2 mmHg (hoge dosis). Er waren geen significant verschillen
zichtbaar tussen de doseringen. De aangepaste gemiddelde verandering in de zittend gemeten
dalwaarde voor diastolische bloeddruk (SeDBP) was: 3,8 mmHg (lage dosis), 3,2 mmHg (medium
dosis), 5,6 mmHg (hoge dosis). Gedurende een volgende tweeweekse periode werden patiënten
opnieuw gerandomiseerd naar ofwel actieve behandeling ofwel een placebo. Patiënten behandeld met
placebo hadden een toename in de bloeddruk van 2,4 en 2,0 mmHg in respectievelijk SeSBP en
SeDBP vergeleken met een verandering van respectievelijk +0,1 en -0,3 mmHg in de groep behandeld
met irbesartan (zie rubriek 4.2).
Hypertensie en type 2 diabetes met nefropathie
De “Irbesartan Diabetische Nefropathie Trial (IDNT)” toont aan dat irbesartan de progressie van
nefropathie vermindert bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie.
IDNT is een dubbelblind, gecontroleerd morbiditeits- en mortaliteitsonderzoek waarbij Irbesartan
Zentiva, amlodipine en placebo werden vergeleken. Bij 1715 hypertensieve patiënten met
type 2 diabetes, proteïnurie ≥ 900 mg/dag en serumcreatininewaarden van 1,0–3,0 mg/dl, werden de
lange termijn effecten (gemiddeld 2,6 jaar) van Irbesartan Zentiva op de progressie van nefropathie en
mortaliteit onderzocht. Patiënten werden getitreerd van 75 mg naar een onderhoudsdosering van
300 mg Irbesartan Zentiva, van 2,5 mg naar 10 mg amlodipine, of placebo zoveel als werd getolereerd.
In alle behandelingsgroepen werden patiënten behandeld met 2 tot 4 antihypertensiva (b.v. diuretica,
bètablokkers, alfa-blokkers) om de vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde van
≤ 135/85 mmHg, of indien de uitgangswaarde > 160 mmHg was een 10 mmHg afname in systolische
druk, te bereiken. Zestig procent (60%) van de patiënten in de placebogroep bereikten deze
streefbloeddrukwaarde, terwijl dit cijfer voor de irbesartan en amlodipine groepen, 76% respectievelijk
78% was. Irbesartan verminderde significant het relatieve risico op het primaire gecombineerde
eindpunt van verdubbeling van het serumcreatinine, terminale nefropathie of mortaliteit. Ongeveer
33% van de patiënten in de irbesartangroep bereikte het primaire renale samengestelde eindpunt
vergeleken met 39% en 41% in de placebo- en amlodipinegroep [20% relatieve risico reductie versus
placebo (p= 0,024) en 23% relatieve risico reductie vergeleken met amlodipine (p= 0,006)]. Wanneer
de individuele componenten van het primaire gecombineerde eindpunt werden geanalyseerd, werd er
geen effect in mortaliteit waargenomen, terwijl een positieve trend in afname van terminale
nefropathie en een significante reductie van verdubbeling van serumcreatinine werd waargenomen.
Subgroepen bestaande uit geslacht, ras, leeftijd, duur van diabetes, uitgangsbloeddrukwaarde,
serumcreatinine, en albumine excretiesnelheid werden beoordeeld op het effect van de behandeling. In
de vrouwelijke en donkere huidskleur subgroepen, welke 32% respectievelijk 26% van de gehele
studiepopulatie vertegenwoordigden, was een gunstig effect op de nier niet duidelijk, hoewel de
betrouwbaarheidsintervallen dit niet uitsluiten. Voor het secundaire eindpunt van fatale en niet-fatale
cardiovasculaire voorvallen, was er geen significant verschil tussen de drie groepen in de totale
populatie, hoewel een toegenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij vrouwen en een
23
afgenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij mannen in de irbesartangroep versus het op
placebo gebaseerde regime. Een toegenomen incidentie van niet-fatale MI en beroerte werd gezien bij
vrouwen in het op irbesartan gebaseerde regime versus het op amlodipine gebaseerde regime, terwijl
hospitalisatie als gevolg van hartfalen in de gehele populatie was afgenomen. Echter er is geen
duidelijke verklaring gevonden voor deze bevindingen bij vrouwen.
Het onderzoek naar de effecten van “Irbesartan op Microalbuminurie in Hypertensieve Patiënten met
type 2 Diabetes Mellitus (IRMA 2)” toont aan dat irbesartan 300 mg de progressie tot uitgesproken
proteïnurie in patiënten met microalbuminurie vertraagt. IRMA 2 is een placebogecontroleerd
dubbelblind/morbiditeitsonderzoek bij 590 patiënten met type 2 diabetes, microalbuminurie
(30-300 mg/dag) en normale nierfunctie (serum creatinine ≤ 1,5 mg/dl in mannen en < 1,1 mg/dl in
vrouwen). Het onderzoek betrof de lange termijn effecten (2 jaar) van Irbesartan Zentiva op de
progressie tot klinisch (uitgesproken) proteïnurie (urinaire albumine excretie snelheid > 300 mg/dag,
en een toename in de urinaire albumine excretie snelheid van minstens 30% t.o.v. de
uitgangssnelheid). De vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde was ≤ 135/85 mmHg. Indien
nodig werden, om de streefbloeddrukwaarde te bereiken, extra antihypertensiva (m.u.v. ACE-
remmers, angiotensine-2-receptorantagonisten en dihydropyridine calciumblokkers) gegeven. Terwijl
vergelijkbare bloeddrukwaarden werden bereikt in alle behandelingsgroepen, bereikte minder
patiënten met irbesartan 300 mg (5,2%) dan met placebo (14,9%) of in de irbesartan 150 mg groep
(9,7%) het eindpunt van uitgesproken proteïnurie, hetgeen een 70% afname in relatief risico voor de
hogere dosis versus placebo (p = 0,0004) demonstreert. Een samenhangende verbetering in de
glomerulaire filtratie snelheid (GFR) werd gedurende de eerste drie maanden van behandeling niet
waargenomen. De vertraging van de progressie tot klinisch uitgesproken proteïnurie was na drie
maanden zichtbaar en hield gedurende de periode van 2 jaar aan. Regressie tot een normale albumine
excretie (< 30 mg/dag) trad frequenter op in de Irbesartan Zentiva 300 mg groep (34%) dan in de
placebogroep (21%).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht. ONTARGET was een studie bij patiënten met een
voorgeschiedenis van cardiovasculair of cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in
combinatie met tekenen van eindorgaanschade. VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met
diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine-II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine-II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
24
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na orale toediening wordt irbesartan goed geabsorbeerd: onderzoeken naar de absolute biologische
beschikbaarheid resulteerden in waarden van 60-80%. Gelijktijdig voedselgebruik had geen
belangrijke invloed op de biologische beschikbaarheid van irbesartan.
Distributie
De plasma-eiwitbinding is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume is 53-93 liter.
Biotransformatie
Na orale of intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit toegeschreven worden aan onveranderd irbesartan. Irbesartan wordt door
glucuronidering en oxidatie in de lever omgezet. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ca. 6%). Onderzoek
in vitro
toont aan dat irbesartan voornamelijk geoxideerd
wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een verwaarloosbaar
effect.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg (tweemaal de maximaal aanbevolen dosering); het mechanisme hierachter is
niet bekend. 1,5-2 uur na orale toediening worden maximale plasmaconcentraties bereikt. De totale
lichaamsklaring en de klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3-3,5 ml/min. De
terminale eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. ‘Steady state’-
plasmaconcentraties worden bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse
doseringsschema. Een beperkte cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na
herhaalde éénmaal-daagse toediening. In een studie werd bij vrouwelijke hypertensiepatiënten een iets
hogere irbesartanplasmaconcentratie gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan
bleven ongewijzigd. Voor vrouwen is geen dosisaanpassing nodig. De AUC- en C
max
-waarden van
irbesartan waren in ouderen personen (≥ 65 jaar) iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter,
de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk gewijzigd. Voor oudere patiënten is dosisaanpassing
niet nodig.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de lever als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na IV-toediening van
14
C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit teruggevonden in de
urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine uitgescheiden als
onveranderd irbesartan.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van irbesartan is bestudeerd in 23 hypertensieve kinderen na toediening van een
enkelvoudige en meervoudige dagelijkse dosering irbesartan (2 mg/kg) tot een maximale dagelijkse
dosering van 150 mg gedurende vier weken. Van deze 23 kinderen, was bij 21 een evaluatie mogelijk
voor een vergelijking met de farmacokinetiek bij volwassenen (twaalf van deze kinderen waren ouder
dan 12 jaar, negen kinderen waren tussen de 6 en 12 jaar). De resultaten toonden aan dat C
max
, AUC en
mate van klaring vergelijkbaar waren met die waargenomen in volwassen patiënten behandeld met
150 mg irbesartan per dag. Een beperkte accumulatie van irbesartan (18%) in plasma werd gezien na
herhaald eenmaal daags doseren.
25
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd.
Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige leverfunctiestoornissen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er was geen bewijs voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
(≥ 250 mg/kg/dag in ratten en ≥ 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses (≥ 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan in ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nier (zoals interstitiële
nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en creatinineplasmaconcentraties);
deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve effect van het geneesmiddel, welke
leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde irbesartan hyperplasie/hypertrofie van
de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses ≥ 90 mg/kg/dag, in makaken bij doses
≥ 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden veroorzaakt door het
farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen lijkt de
hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortaliteit bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoek met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte, hydro-
ureter of subcutaan oedeem) zien op ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij konijnen werd
abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke toxiciteit,
waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en konijnen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulosenatrium
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
Colloïdaal siliciumdioxide
Voorverstijfseld maïszetmeel
Poloxameer 188.
26
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 30°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Doos met 14 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doos met 28 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 98 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 x 1 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/006-010
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING / HERNIEUWING
VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 20 januari 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau
http://www.ema.europa.eu/.
27
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 300 mg tabletten.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 300 mg irbesartan.
Hulpstof met bekend effect: 61,50 mg lactosemonohydraat per tablet.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet.
Wit tot gebroken wit, biconvex en ovaal van vorm, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de
andere kant het nummer 2773.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Irbesartan Zentiva is geïndiceerd voor de behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen.
Het is ook geïndiceerd voor de behandeling van nefropathie bij volwassen patiënten met hypertensie
en type 2 diabetes mellitus als onderdeel van een antihypertensieve medicatie (zie rubrieken 4.3, 4.4,
4.5 en 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De gebruikelijke aanbevolen aanvangs- en onderhoudsdosis bedraagt 150 mg éénmaal daags, met of
zonder voedsel. Een dosis van éénmaal daags 150 mg Irbesartan Zentiva resulteert in een betere
controle van de bloeddruk gedurende 24 uur dan 75 mg. Echter, er kan overwogen worden de
behandeling te beginnen met 75 mg, met name bij patiënten die hemodialyse ondergaan en bij oudere
patiënten boven de 75 jaar.
Bij patiënten die onvoldoende onder controle zijn te brengen met 150 mg éénmaal daags, kan de
dosering Irbesartan Zentiva verhoogd worden tot 300 mg, of er kan een ander antihypertensivum
worden toegevoegd (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1). In het bijzonder is aangetoond dat toevoeging
van een diureticum zoals hydrochloorthiazide tot een additief effect van Irbesartan Zentiva leidt (zie
rubriek 4.5).
Bij type 2 diabetes patiënten met hypertensie, dient voor de behandeling van nefropathie te worden
gestart met éénmaal daags 150 mg irbesartan en te worden getitreerd naar de aanbevolen
onderhoudsdosering van éénmaal daags 300 mg.
Het bewijs voor het gunstig effect op de nier van Irbesartan Zentiva bij type 2 diabetes patiënten met
hypertensie is gebaseerd op onderzoeken waar irbesartan werd toegevoegd aan andere
antihypertensiva, die zo nodig werden gebruikt om de gewenste bloeddrukwaarde te bereiken (zie
rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1)
28
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Patiënten met een verminderde nierfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Een lagere aanvangsdosis
(75 mg) dient overwogen te worden bij patiënten die hemodialyse ondergaan (zie rubriek 4.4).
Verminderde leverfunctie
Patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Er is geen
klinische ervaring bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Oudere patiënten
Hoewel men in overweging dient te nemen om bij patiënten ouder dan 75 jaar te beginnen met 75 mg,
is er doorgaans bij oudere patiënten geen dosisaanpassing nodig.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Irbesartan Zentiva bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn
nog niet vastgesteld. De beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2,
maar er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof, of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Zentiva met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-
indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m
2
) (zie
rubriek 4.5 en 5.1).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Intravasculaire volumedepletie: symptomatische hypotensie, met name na de eerste dosis, kan
optreden bij patiënten die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling
met diuretica, diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden
gecorrigeerd voordat met de behandeling van Irbesartan Zentiva begonnen wordt.
Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een stenose in de arterie
naar slechts één werkende nier lopen een groter risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie, als
ze behandeld worden met geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem. Hoewel dit niet is gedocumenteerd voor Irbesartan Zentiva, kan een dergelijk
effect verwacht worden bij het gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten.
Nierfunctieverlies en niertransplantatie: als Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij patiënten met
nierfunctieverlies, wordt periodieke controle van de serumkalium- en serumcreatininespiegels
aanbevolen. Er is geen ervaring met de toediening van Irbesartan Zentiva bij patiënten die recent een
niertransplantatie hebben ondergaan.
Hypertensieve patiënten met type 2 diabetes en nefropathie: uit een analyse van de studie bij patiënten
met vergevorderde nefropathie bleek dat de effecten van irbesartan op zowel renale als
29
cardiovasculaire voorvallen niet uniform over alle subgroepen waren verdeeld. Met name bleek dat
deze minder positief waren bij vrouwen en niet-blanke patiënten (zie rubriek 5.1).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS): er is bewijs dat bij
gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten of aliskiren het risico op
hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) toeneemt.
Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-
receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.5 en 5.1). Als
behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Hyperkaliëmie: zoals bij andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem kan hyperkaliëmie optreden tijdens de behandeling met Irbesartan Zentiva. Dit
geldt met name voor patiënten met een verminderde nierfunctie, uitgesproken proteïnurie als gevolg
van diabetische nefropathie, en/of hartfalen. Bij risicopatiënten wordt nauwgezette controle van het
serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Hypoglykemie: Irbesartan Zentiva kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij
patiënten behandeld met insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring
overwogen worden; een dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer
aangewezen (zie rubriek 4.5).
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Zentiva niet aanbevolen.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Zoals ook waargenomen voor ACE-remmers, zijn irbesartan en de andere angiotensine-2-
receptorantagonisten duidelijk minder effectief in verlaging van de bloeddruk bij patiënten met een
donkere huidskleur dan bij patiënten met een lichte huidskleur, mogelijk als gevolg van de hogere
prevalentie van een laag-renine status in de zwarte hypertensieve populatie (zie rubriek 5.1).
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Pediatrische patiënten: irbesartan is onderzocht in kinderen van 6 tot 16 jaar maar de huidige gegevens
zijn onvoldoende ter onderbouwing van een verbreding van het gebruik in kinderen totdat nieuwe
gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 4.8, 5.1 en 5.2).
30
Hulpstoffen:
Lactose: patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele
lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Natrium: dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Diuretica en andere antihypertensiva: andere antihypertensiva kunnen het hypotensieve effect van
irbesartan vergroten, hoewel Irbesartan Zentiva veilig is gecombineerd met andere antihypertensiva,
zoals bètablokkers, langwerkende calciumantagonisten en thiazidediuretica. Voorafgaande
behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van hypotensie tot gevolg
hebben, als met de behandeling met Irbesartan Zentiva begonnen wordt (zie rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Kaliumsupplementen en kaliumsparende diuretica: op grond van ervaringen met het gebruik van
andere geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensinesysteem kan het gelijktijdig
gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparine), leiden tot verhogingen van het serumkalium, en zijn daarom niet aanbevolen (zie
rubriek 4.4).
Lithium: reversibele toenames in serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Deze combinatie wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien
gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te
controleren.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de C
max
en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
31
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap:
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen. Pasgeborenen van wie de moeder
angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen nauwkeurig gecontroleerd te worden op
hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Borstvoeding
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan Zentiva
tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding
hebben alternatieve behandelingen met een beter vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het
bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat irbesartan invloed
heeft op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Bij het besturen van
32
voertuigen of het bedienen van machines, dient er rekening mee gehouden te worden dat duizeligheid
of vermoeidheid kunnen optreden tijdens de behandeling.
4.8
Bijwerkingen
In placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met hypertensie was er over het algemeen geen
verschil in de incidentie van bijwerkingen tussen de irbesartangroep (56,2%) en de placebogroep
(56,5%). Staken als gevolg van klinische verschijnselen of afwijkende laboratoriumwaarden kwam
minder vaak voor bij de met irbesartan behandelde patiënten (3,3%) ten opzichte van de placebogroep
(4,5%). De incidentie van bijwerkingen was niet gerelateerd aan dosis (binnen het aanbevolen
doseringsgebied), geslacht, leeftijd, ras of duur van de behandeling.
Bij diabetische hypertensieve patiënten met microalbuminurie en een normale nierfunctie werd
orthostatische duizeligheid bij 0,5% van de patiënten (d.w.z. zelden) gemeld, maar vaker dan bij de
placebogroep.
De volgende tabel toont de bijwerkingen die gemeld waren in placebogecontroleerde onderzoeken
waarbij 1965 hypertensieve patiënten irbesartan toegediend kregen. Bij diabetische hypertensieve
patiënten met chronische nierinsufficiëntie en proteïnurie, werden bij > 2% van de patiënten en meer
dan bij placebo tevens de volgende bijwerkingen gemeld, gemarkeerd met een ster (*).
De frequentie van de hieronder vermelde ongewenste reacties is gedefinieerd met gebruikmaking van
de volgende conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen
gerangschikt naar afnemende ernst.
Bijwerkingen die gemeld zijn tijdens de post-marketing ervaringen staan ook vermeld. Deze
bijwerkingen zijn afgeleid van spontane meldingen.
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Niet bekend:
anemie, trombocytopenie
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
overgevoeligheidsreacties zoals angioedeem, uitslag, jeuk, anafylactische reactie,
anafylactische shock
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Niet bekend:
hyperkaliëmie, hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
duizeligheid, orthostatische duizeligheid*
Niet bekend:
vertigo, hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Niet bekend:
tinnitus
Hartaandoeningen
Soms:
tachycardie
Bloedvataandoeningen
Vaak:
orthostatische hypotensie*
Soms:
roodheid (flushing)
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms:
hoesten
33
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree, dyspepsie/brandend maagzuur
Niet bekend:
dysgeusie
Lever- en galaandoeningen
Soms:
geelzucht
Niet bekend:
hepatitis, abnormale leverfuncties
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend:leukocytoclastische vasculitis
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak:
pijn aan de skeletspieren*
Niet bekend:
gewrichtspijn, myalgie (soms samenhangend met verhoogde plasma creatine kinase
spiegels), spierkrampen
Nier- en urinewegaandoeningen
Niet bekend:
aangetaste nierfunctie inclusief gevallen van nierfalen bij risicopatiënten. (zie
rubriek 4.4)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms:
seksuele disfunctie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
vermoeidheid
Soms:
pijn op de borst
Onderzoeken
Zeer vaak:
Hyperkaliëmie* kwam vaker voor bij diabetespatiënten die behandeld werden met
irbesartan ten opzichte van placebo. Bij hypertensieve diabetespatiënten met
microalbuminurie en normale nierfunctie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l) voor
bij 29,4% van de patiënten in de irbesartan 300 mg groep en bij 22% van de
patiënten in de placebogroep. Bij hypertensieve diabetespatiënten met chronische
nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l)
voor bij 46,3% van de patiënten in de irbesartan groep en 26,3% van de patiënten
in de placebogroep.
Belangrijke verhogingen van plasmacreatinekinase werden vaak waargenomen
(1,7%) bij met irbesartan behandelde personen. Geen van deze verhogingen werd
in verband gebracht met aantoonbare klinische spier/skeletverschijnselen.
Bij 1,7% van de hypertensieve patiënten met vergevorderde diabetische nefropathie
behandeld met irbesartan, werd een niet klinisch relevante afname van
haemoglobine* gezien.
Vaak:
Pediatrische patiënten
In een gerandomiseerd onderzoek met 318 kinderen en adolescenten van 6 tot 16 jaar met hypertensie,
kwamen de volgende bijwerkingen voor tijdens de 3 weken dubbel-blind fase: hoofdpijn (7,9%),
hypotensie (2,2%), duizeligheid (1,9%), hoesten (0,9%). In de 26 weken open-label periode van deze
studie, waren de meest frequente laboratoriumafwijkingen een toename in creatinine (6,5%) en
verhoogde CK waarden in 2% van de behandelde kinderen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
34
4.9
Overdosering
De ervaring bij volwassenen die gedurende acht weken doseringen kregen tot 900 mg/dag wees niet op
toxiciteit. De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering zijn naar verwachting hypotensie en
tachycardie; bradycardie kan ook optreden door overdosering. Er is geen specifieke informatie
beschikbaar over de behandeling na overdosering met Irbesartan Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig
geobserveerd te worden en de behandeling dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Opwekken
van braken en/of maagspoelen kunnen in overweging gegeven worden. Actieve kool kan nuttig zijn bij
de behandeling van overdosering. Irbesartan wordt door hemodialyse niet verwijderd.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Angiotensine-2-antagonisten, enkelvoudig, ATC-code: C09C A04
Werkingsmechanisme: Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor
(type AT
1
)-antagonist. Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand
komen via de AT
1
-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het
selectieve antagonisme van de angiotensine-2 (AT
1
)-receptoren leidt tot een verhoging van
plasmareninespiegels en angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-
aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen doseringen worden de serumkaliumspiegels niet belangrijk
beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan remt niet het ACE (kininase-II), een enzym dat
angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine afbreekt tot onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft
geen metabole activatie nodig om werkzaam te zijn.
Klinische werkzaamheid
Hypertensie
Irbesartan verlaagt de bloeddruk met minimale veranderingen van de hartslag. De bloeddrukdaling is
van de dosis afhankelijk bij éénmaal daagse doseringen en tendeert af te vlakken bij doseringen hoger
dan 300 mg. Doseringen van 150-300 mg éénmaal daags verlagen de bloeddruk tijdens de dalperiode
(d.w.z. 24 uur na inname) zowel in liggende als in zittende positie met gemiddeld 8-13/5-8 mm Hg
(systolisch/diastolisch) meer dan in geval van placebo.
De maximale bloeddrukdaling wordt 3-6 uur na inname bereikt en het bloeddrukverlagend effect
houdt ten minste 24 uur aan. Bij de aanbevolen doseringen was de verlaging van de bloeddruk na
24 uur 60-70% van de corresponderende maximale diastolische en systolische bloeddruk. Eénmaal
daags 150 mg gaf dal- en gemiddelde 24-uurs effecten die vergelijkbaar waren met dezelfde totale
dosis verdeeld over twee giften.
Het bloeddrukverlagend effect van Irbesartan Zentiva treedt binnen 1-2 weken op; een maximaal
effect wordt 4-6 weken na aanvang van de behandeling bereikt. De antihypertensieve effecten houden
aan bij chronisch gebruik. Na staken van de behandeling keert de bloeddruk geleidelijk terug naar de
uitgangswaarde. ‘Re-bound’-hypertensie is niet waargenomen.
De bloeddrukverlagende effecten van irbesartan en thiazidediuretica zijn additief. Bij patiënten bij wie
de behandeling met irbesartan alleen niet voldoende is, resulteert toevoeging aan irbesartan van laag
gedoseerd hydrochloorthiazide (12,5 mg) éénmaal daags in een verdere, voor placebo gecorrigeerde,
bloeddrukdaling tijdens de dalperiode van 7-10/3-6 mm Hg (systolisch/diastolisch).
De werkzaamheid van Irbesartan Zentiva wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht. Evenals het
geval is bij andere geneesmiddelen die invloed uitoefenen op het renine-angiotensinesysteem,
vertonen hypertensiepatiënten met een zwarte huidskleur een opvallend geringere reactie op
irbesartanmonotherapie. Als aan de behandeling met irbesartan een lage dosis hydrochloorthiazide
(b.v. 12,5 mg per dag) wordt toegevoegd, benadert het bloeddrukverlagend effect bij patiënten met een
zwarte huidskleur dat bij blanken.
Er is geen klinisch belangrijk effect op het serumurinezuur en op de urinezuurexcretie in de urine.
35
Pediatrische patiënten
Daling van de bloeddruk met een getitreerde doeldosering van 0,5 mg/kg (lage dosis), 1,5 mg/kg
(medium dosis) en 4,5 mg/kg (hoge dosis), werd gedurende 3 weken geëvalueerd bij 318 kinderen en
adolescenten van 6-16 jaar met hypertensie of risico op hypertensie (diabetes, hypertensie in de
familie). Na 3 weken was de gemiddelde daling versus de uitgangswaarde in de primaire effectiviteit
variabel, de zittend gemeten dalwaarde voor de systolische bloeddruk (SeSBP), 11,7 mmHg (lage
dosis), 9,3 mmHg (medium dosis), 13,2 mmHg (hoge dosis). Er waren geen significant verschillen
zichtbaar tussen de doseringen. De aangepaste gemiddelde verandering in de zittend gemeten
dalwaarde voor diastolische bloeddruk (SeDBP) was: 3,8 mmHg (lage dosis), 3,2 mmHg (medium
dosis), 5,6 mmHg (hoge dosis). Gedurende een volgende tweeweekse periode werden patiënten
opnieuw gerandomiseerd naar ofwel actieve behandeling ofwel een placebo. Patiënten behandeld met
placebo hadden een toename in de bloeddruk van 2,4 en 2,0 mmHg in respectievelijk SeSBP en
SeDBP vergeleken met een verandering van respectievelijk +0,1 en -0,3 mmHg in de groep behandeld
met irbesartan (zie rubriek 4.2).
Hypertensie en type 2 diabetes met nefropathie
De “Irbesartan Diabetische Nefropathie Trial (IDNT)” toont aan dat irbesartan de progressie van
nefropathie vermindert bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie.
IDNT is een dubbelblind, gecontroleerd morbiditeits- en mortaliteitsonderzoek waarbij Irbesartan
Zentiva, amlodipine en placebo werden vergeleken. Bij 1715 hypertensieve patiënten met
type 2 diabetes, proteïnurie ≥ 900 mg/dag en serumcreatininewaarden van 1,0–3,0 mg/dl, werden de
lange termijn effecten (gemiddeld 2,6 jaar) van Irbesartan Zentiva op de progressie van nefropathie en
mortaliteit onderzocht. Patiënten werden getitreerd van 75 mg naar een onderhoudsdosering van
300 mg Irbesartan Zentiva, van 2,5 mg naar 10 mg amlodipine, of placebo zoveel als werd getolereerd.
In alle behandelingsgroepen werden patiënten behandeld met 2 tot 4 antihypertensiva (b.v. diuretica,
bètablokkers, alfa-blokkers) om de vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde van
≤ 135/85 mmHg, of indien de uitgangswaarde > 160 mmHg was een 10 mmHg afname in systolische
druk, te bereiken. Zestig procent (60%) van de patiënten in de placebogroep bereikten deze
streefbloeddrukwaarde, terwijl dit cijfer voor de irbesartan en amlodipine groepen, 76% respectievelijk
78% was. Irbesartan verminderde significant het relatieve risico op het primaire gecombineerde
eindpunt van verdubbeling van het serumcreatinine, terminale nefropathie of mortaliteit. Ongeveer
33% van de patiënten in de irbesartangroep bereikte het primaire renale samengestelde eindpunt
vergeleken met 39% en 41% in de placebo- en amlodipinegroep [20% relatieve risico reductie versus
placebo (p= 0,024) en 23% relatieve risico reductie vergeleken met amlodipine (p= 0,006)]. Wanneer
de individuele componenten van het primaire gecombineerde eindpunt werden geanalyseerd, werd er
geen effect in mortaliteit waargenomen, terwijl een positieve trend in afname van terminale
nefropathie en een significante reductie van verdubbeling van serumcreatinine werd waargenomen.
Subgroepen bestaande uit geslacht, ras, leeftijd, duur van diabetes, uitgangsbloeddrukwaarde,
serumcreatinine, en albumine excretiesnelheid werden beoordeeld op het effect van de behandeling. In
de vrouwelijke en donkere huidskleur subgroepen, welke 32% respectievelijk 26% van de gehele
studiepopulatie vertegenwoordigden, was een gunstig effect op de nier niet duidelijk, hoewel de
betrouwbaarheidsintervallen dit niet uitsluiten. Voor het secundaire eindpunt van fatale en niet-fatale
cardiovasculaire voorvallen, was er geen significant verschil tussen de drie groepen in de totale
populatie, hoewel een toegenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij vrouwen en een
afgenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij mannen in de irbesartangroep versus het op
placebo gebaseerde regime. Een toegenomen incidentie van niet-fatale MI en beroerte werd gezien bij
vrouwen in het op irbesartan gebaseerde regime versus het op amlodipine gebaseerde regime, terwijl
hospitalisatie als gevolg van hartfalen in de gehele populatie was afgenomen. Echter er is geen
duidelijke verklaring gevonden voor deze bevindingen bij vrouwen.
Het onderzoek naar de effecten van “Irbesartan op Microalbuminurie in Hypertensieve Patiënten met
type 2 Diabetes Mellitus (IRMA 2)” toont aan dat irbesartan 300 mg de progressie tot uitgesproken
proteïnurie in patiënten met microalbuminurie vertraagt. IRMA 2 is een placebogecontroleerd
dubbelblind/morbiditeitsonderzoek bij 590 patiënten met type 2 diabetes, microalbuminurie
(30-300 mg/dag) en normale nierfunctie (serum creatinine ≤ 1,5 mg/dl in mannen en < 1,1 mg/dl in
vrouwen). Het onderzoek betrof de lange termijn effecten (2 jaar) van Irbesartan Zentiva op de
36
progressie tot klinisch (uitgesproken) proteïnurie (urinaire albumine excretie snelheid > 300 mg/dag,
en een toename in de urinaire albumine excretie snelheid van minstens 30% t.o.v. de
uitgangssnelheid). De vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde was ≤ 135/85 mmHg. Indien
nodig werden, om de streefbloeddrukwaarde te bereiken, extra antihypertensiva (m.u.v. ACE-
remmers, angiotensine-2-receptorantagonisten en dihydropyridine calciumblokkers) gegeven. Terwijl
vergelijkbare bloeddrukwaarden werden bereikt in alle behandelingsgroepen, bereikte minder
patiënten met irbesartan 300 mg (5,2%) dan met placebo (14,9%) of in de irbesartan 150 mg groep
(9,7%) het eindpunt van uitgesproken proteïnurie, hetgeen een 70% afname in relatief risico voor de
hogere dosis versus placebo (p = 0,0004) demonstreert. Een samenhangende verbetering in de
glomerulaire filtratie snelheid (GFR) werd gedurende de eerste drie maanden van behandeling niet
waargenomen. De vertraging van de progressie tot klinisch uitgesproken proteïnurie was na drie
maanden zichtbaar en hield gedurende de periode van 2 jaar aan. Regressie tot een normale albumine
excretie (< 30 mg/dag) trad frequenter op in de Irbesartan Zentiva 300 mg groep (34%) dan in de
placebogroep (21%).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een angiotensine
II-receptorantagonist onderzocht. ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis
van cardiovasculair of cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen
van eindorgaanschade. VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en
diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine-II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine-II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na orale toediening wordt irbesartan goed geabsorbeerd: onderzoeken naar de absolute biologische
beschikbaarheid resulteerden in waarden van 60-80%. Gelijktijdig voedselgebruik had geen
belangrijke invloed op de biologische beschikbaarheid van irbesartan.
Distributie
De plasma-eiwitbinding is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume is 53-93 liter.
Biotransformatie
37
Na orale of intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit toegeschreven worden aan onveranderd irbesartan. Irbesartan wordt door
glucuronidering en oxidatie in de lever omgezet. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ca. 6%). Onderzoek
in vitro
toont aan dat irbesartan voornamelijk geoxideerd
wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een verwaarloosbaar
effect.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg (tweemaal de maximaal aanbevolen dosering); het mechanisme hierachter is
niet bekend. 1,5-2 uur na orale toediening worden maximale plasmaconcentraties bereikt. De totale
lichaamsklaring en de klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3-3,5 ml/min. De
terminale eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. ‘Steady state’-
plasmaconcentraties worden bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse
doseringsschema. Een beperkte cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na
herhaalde éénmaal-daagse toediening. In een studie werd bij vrouwelijke hypertensiepatiënten een iets
hogere irbesartanplasmaconcentratie gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan
bleven ongewijzigd. Voor vrouwen is geen dosisaanpassing nodig. De AUC- en C
max
-waarden van
irbesartan waren in ouderen personen (≥ 65 jaar) iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter,
de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk gewijzigd. Voor oudere patiënten is dosisaanpassing
niet nodig.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de lever als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na IV-toediening van
14
C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit teruggevonden in de
urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine uitgescheiden als
onveranderd irbesartan.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van irbesartan is bestudeerd in 23 hypertensieve kinderen na toediening van een
enkelvoudige en meervoudige dagelijkse dosering irbesartan (2 mg/kg) tot een maximale dagelijkse
dosering van 150 mg gedurende vier weken. Van deze 23 kinderen, was bij 21 een evaluatie mogelijk
voor een vergelijking met de farmacokinetiek bij volwassenen (twaalf van deze kinderen waren ouder
dan 12 jaar, negen kinderen waren tussen de 6 en 12 jaar). De resultaten toonden aan dat C
max
, AUC en
mate van klaring vergelijkbaar waren met die waargenomen in volwassen patiënten behandeld met
150 mg irbesartan per dag. Een beperkte accumulatie van irbesartan (18%) in plasma werd gezien na
herhaald eenmaal daags doseren.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd.
Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige leverfunctiestoornissen.
38
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er was geen bewijs voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
(≥ 250 mg/kg/dag in ratten en ≥ 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses (≥ 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan in ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nier (zoals interstitiële
nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en creatinineplasmaconcentraties);
deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve effect van het geneesmiddel, welke
leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde irbesartan hyperplasie/hypertrofie van
de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses ≥ 90 mg/kg/dag, in makaken bij doses
≥ 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden veroorzaakt door het
farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen lijkt de
hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortaliteit bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoek met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte, hydro-
ureter of subcutaan oedeem) zien op ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij konijnen werd
abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke toxiciteit,
waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en konijnen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulosenatrium
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
Colloïdaal siliciumdioxide
Voorverstijfseld maïszetmeel
Poloxameer 188.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 30°C.
39
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Doos met 14 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doos met 28 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 98 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 x 1 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/011-015
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING / HERNIEUWING
VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 20 januari 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau
http://www.ema.europa.eu/.
40
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 75 mg filmomhulde tabletten.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 75 mg irbesartan.
Hulpstof met bekend effect: 25,50 mg lactosemonohydraat per filmomhulde tablet.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Wit tot gebroken wit, biconvex en ovaal van vorm, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de
andere kant het nummer 2871.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Irbesartan Zentiva is geïndiceerd voor de behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen.
Het is ook geïndiceerd voor de behandeling van nefropathie bij volwassen patiënten met hypertensie
en type 2 diabetes mellitus als onderdeel van een antihypertensieve medicatie (zie rubrieken 4.3, 4.4,
4.5 en 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De gebruikelijke aanbevolen aanvangs- en onderhoudsdosis bedraagt 150 mg éénmaal daags, met of
zonder voedsel. Een dosis van éénmaal daags 150 mg Irbesartan Zentiva resulteert in een betere
controle van de bloeddruk gedurende 24 uur dan 75 mg. Echter, er kan overwogen worden de
behandeling te beginnen met 75 mg, met name bij patiënten die hemodialyse ondergaan en bij oudere
patiënten boven de 75 jaar.
Bij patiënten die onvoldoende onder controle zijn te brengen met 150 mg éénmaal daags, kan de
dosering Irbesartan Zentiva verhoogd worden tot 300 mg, of er kan een ander antihypertensivum
worden toegevoegd (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1). In het bijzonder is aangetoond dat toevoeging
van een diureticum zoals hydrochloorthiazide tot een additief effect van Irbesartan Zentiva leidt (zie
rubriek 4.5).
Bij type 2 diabetes patiënten met hypertensie, dient voor de behandeling van nefropathie te worden
gestart met éénmaal daags 150 mg irbesartan en te worden getitreerd naar de aanbevolen
onderhoudsdosering van éénmaal daags 300 mg.
Het bewijs voor het gunstig effect op de nier van Irbesartan Zentiva bij type 2 diabetes patiënten met
hypertensie is gebaseerd op onderzoeken waar irbesartan werd toegevoegd aan andere
antihypertensiva, die zo nodig werden gebruikt om de gewenste bloeddrukwaarde te bereiken (zie
rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1)
41
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Patiënten met een verminderde nierfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Een lagere aanvangsdosis
(75 mg) dient overwogen te worden bij patiënten die hemodialyse ondergaan (zie rubriek 4.4).
Verminderde leverfunctie
Patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Er is geen
klinische ervaring bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Oudere patiënten
Hoewel men in overweging dient te nemen om bij patiënten ouder dan 75 jaar te beginnen met 75 mg,
is er doorgaans bij oudere patiënten geen dosisaanpassing nodig.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Irbesartan Zentiva bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn
nog niet vastgesteld. De beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2,
maar er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof, of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Zentiva met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-
indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m
2
) (zie
rubriek 4.5 en 5.1).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Intravasculaire volumedepletie: symptomatische hypotensie, met name na de eerste dosis, kan
optreden bij patiënten die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling
met diuretica, diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden
gecorrigeerd voordat met de behandeling van Irbesartan Zentiva begonnen wordt.
Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een stenose in de arterie
naar slechts één werkende nier lopen een groter risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie, als
ze behandeld worden met geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem. Hoewel dit niet is gedocumenteerd voor Irbesartan Zentiva, kan een dergelijk
effect verwacht worden bij het gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten.
Nierfunctieverlies en niertransplantatie: als Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij patiënten met
nierfunctieverlies, wordt periodieke controle van de serumkalium- en serumcreatininespiegels
aanbevolen. Er is geen ervaring met de toediening van Irbesartan Zentiva bij patiënten die recent een
niertransplantatie hebben ondergaan.
Hypertensieve patiënten met type 2 diabetes en nefropathie: uit een analyse van de studie bij patiënten
met vergevorderde nefropathie bleek dat de effecten van irbesartan op zowel renale als
42
cardiovasculaire voorvallen niet uniform over alle subgroepen waren verdeeld. Met name bleek dat
deze minder positief waren bij vrouwen en niet-blanke patiënten (zie rubriek 5.1).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS): er is bewijs dat bij
gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten of aliskiren het risico
verhogen op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen)
toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-remmers,
angiotensine-II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.5 en
5.1). Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Hyperkaliëmie: zoals bij andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem kan hyperkaliëmie optreden tijdens de behandeling met Irbesartan Zentiva. Dit
geldt met name voor patiënten met een verminderde nierfunctie, uitgesproken proteïnurie als gevolg
van diabetische nefropathie, en/of hartfalen. Bij risicopatiënten wordt nauwgezette controle van het
serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Hypoglykemie: Irbesartan Zentiva kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij
patiënten behandeld met insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring
overwogen worden; een dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer
aangewezen (zie rubriek 4.5).
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Zentiva niet aanbevolen.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Zoals ook waargenomen voor ACE-remmers, zijn irbesartan en de andere angiotensine-2-
receptorantagonisten duidelijk minder effectief in verlaging van de bloeddruk bij patiënten met een
donkere huidskleur dan bij patiënten met een lichte huidskleur, mogelijk als gevolg van de hogere
prevalentie van een laag-renine status in de zwarte hypertensieve populatie (zie rubriek 5.1).
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Pediatrische patiënten: irbesartan is onderzocht in kinderen van 6 tot 16 jaar maar de huidige gegevens
zijn onvoldoende ter onderbouwing van een verbreding van het gebruik in kinderen totdat nieuwe
gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 4.8, 5.1 en 5.2).
43
Hulpstoffen:
Lactose: patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele
lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Natrium: dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Diuretica en andere antihypertensiva: andere antihypertensiva kunnen het hypotensieve effect van
irbesartan vergroten, hoewel Irbesartan Zentiva veilig is gecombineerd met andere antihypertensiva,
zoals bètablokkers, langwerkende calciumantagonisten en thiazidediuretica. Voorafgaande
behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van hypotensie tot gevolg
hebben, als met de behandeling met Irbesartan Zentiva begonnen wordt (zie rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Kaliumsupplementen en kaliumsparende diuretica: op grond van ervaringen met het gebruik van
andere geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensinesysteem kan het gelijktijdig
gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparine), leiden tot verhogingen van het serumkalium, en zijn daarom niet aanbevolen (zie
rubriek 4.4).
Lithium: reversibele toenames in serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Deze combinatie wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien
gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te
controleren.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de C
max
en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
44
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap:
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen. Pasgeborenen van wie de moeder
angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen nauwkeurig gecontroleerd te worden op
hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Borstvoeding
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan Zentiva
tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding
hebben alternatieve behandelingen met een beter vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het
bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat irbesartan invloed
heeft op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Bij het besturen van
voertuigen of het bedienen van machines, dient er rekening mee gehouden te worden dat duizeligheid
of vermoeidheid kunnen optreden tijdens de behandeling.
45
4.8
Bijwerkingen
In placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met hypertensie was er over het algemeen geen
verschil in de incidentie van bijwerkingen tussen de irbesartangroep (56,2%) en de placebogroep
(56,5%). Staken als gevolg van klinische verschijnselen of afwijkende laboratoriumwaarden kwam
minder vaak voor bij de met irbesartan behandelde patiënten (3,3%) ten opzichte van de placebogroep
(4,5%). De incidentie van bijwerkingen was niet gerelateerd aan dosis (binnen het aanbevolen
doseringsgebied), geslacht, leeftijd, ras of duur van de behandeling.
Bij diabetische hypertensieve patiënten met microalbuminurie en een normale nierfunctie werd
orthostatische duizeligheid bij 0,5% van de patiënten (d.w.z. zelden) gemeld, maar vaker dan bij de
placebogroep.
De volgende tabel toont de bijwerkingen die gemeld waren in placebogecontroleerde onderzoeken
waarbij 1965 hypertensieve patiënten irbesartan toegediend kregen. Bij diabetische hypertensieve
patiënten met chronische nierinsufficiëntie en proteïnurie, werden bij > 2% van de patiënten en meer
dan bij placebo tevens de volgende bijwerkingen gemeld, gemarkeerd met een ster (*).
De frequentie van de hieronder vermelde ongewenste reacties is gedefinieerd met gebruikmaking van
de volgende conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen
gerangschikt naar afnemende ernst.
Bijwerkingen die gemeld zijn tijdens de post-marketing ervaringen staan ook vermeld. Deze
bijwerkingen zijn afgeleid van spontane meldingen.
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Niet bekend:
anemie, trombocytopenie
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
overgevoeligheidsreacties zoals angioedeem, uitslag, jeuk, anafylactische reactie,
anafylactische shock
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Niet bekend:
hyperkaliëmie, hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
duizeligheid, orthostatische duizeligheid*
Niet bekend:
vertigo, hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Niet bekend:
tinnitus
Hartaandoeningen
Soms:
tachycardie
Bloedvataandoeningen
Vaak:
orthostatische hypotensie*
Soms:
roodheid (flushing)
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms:
hoesten
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree, dyspepsie/brandend maagzuur
46
Niet bekend:dysgeusie
Lever- en galaandoeningen
Soms:
geelzucht
Niet bekend:
hepatitis, abnormale leverfuncties
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend:
leukocytoclastische vasculitis
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak:
pijn aan de skeletspieren*
Niet bekend:
gewrichtspijn, myalgie (soms samenhangend met verhoogde plasma creatine kinase
spiegels), spierkrampen
Nier- en urinewegaandoeningen
Niet bekend:
aangetaste nierfunctie inclusief gevallen van nierfalen bij risicopatiënten. (zie
rubriek 4.4)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms:
seksuele disfunctie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
vermoeidheid
Soms:
pijn op de borst
Onderzoeken
Zeer vaak:
Hyperkaliëmie* kwam vaker voor bij diabetespatiënten die behandeld werden met
irbesartan ten opzichte van placebo. Bij hypertensieve diabetespatiënten met
microalbuminurie en normale nierfunctie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l) voor
bij 29,4% van de patiënten in de irbesartan 300 mg groep en bij 22% van de
patiënten in de placebogroep. Bij hypertensieve diabetespatiënten met chronische
nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l)
voor bij 46,3% van de patiënten in de irbesartan groep en 26,3% van de patiënten
in de placebogroep.
belangrijke verhogingen van plasmacreatinekinase werden vaak waargenomen
(1,7%) bij met irbesartan behandelde personen. Geen van deze verhogingen werd
in verband gebracht met aantoonbare klinische spier/skeletverschijnselen.
Bij 1,7% van de hypertensieve patiënten met vergevorderde diabetische nefropathie
behandeld met irbesartan, werd een niet klinisch relevante afname van
haemoglobine* gezien.
Vaak:
Pediatrische patiënten
In een gerandomiseerd onderzoek met 318 kinderen en adolescenten van 6 tot 16 jaar met hypertensie,
kwamen de volgende bijwerkingen voor tijdens de 3 weken dubbel-blind fase: hoofdpijn (7,9%),
hypotensie (2,2%), duizeligheid (1,9%), hoesten (0,9%). In de 26 weken open-label periode van deze
studie, waren de meest voorkomende laboratoriumafwijkingen een toename in creatinine (6,5%) en
verhoogde CK waarden in 2% van de behandelde kinderen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
47
4.9
Overdosering
De ervaring bij volwassenen die gedurende acht weken doseringen kregen tot 900 mg/dag wees niet op
toxiciteit. De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering zijn naar verwachting hypotensie en
tachycardie; bradycardie kan ook optreden door overdosering. Er is geen specifieke informatie
beschikbaar over de behandeling na overdosering met Irbesartan Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig
geobserveerd te worden en de behandeling dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Opwekken
van braken en/of maagspoelen kunnen in overweging gegeven worden. Actieve kool kan nuttig zijn bij
de behandeling van overdosering. Irbesartan wordt door hemodialyse niet verwijderd.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Angiotensine-2-antagonisten, enkelvoudig, ATC-code: C09C A04
Werkingsmechanisme
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (type AT
1
)-antagonist.
Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT
1
-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT
1
)-receptoren leidt tot een verhoging van plasmareninespiegels en
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels niet belangrijk beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan
remt niet het ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine
afbreekt tot onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te
zijn.
Klinische werkzaamheid
Hypertensie
Irbesartan verlaagt de bloeddruk met minimale veranderingen van de hartslag. De bloeddrukdaling is
van de dosis afhankelijk bij éénmaal daagse doseringen en tendeert af te vlakken bij doseringen hoger
dan 300 mg. Doseringen van 150-300 mg éénmaal daags verlagen de bloeddruk tijdens de dalperiode
(d.w.z. 24 uur na inname) zowel in liggende als in zittende positie met gemiddeld 8-13/5-8 mm Hg
(systolisch/diastolisch) meer dan in geval van placebo.
De maximale bloeddrukdaling wordt 3-6 uur na inname bereikt en het bloeddrukverlagend effect
houdt ten minste 24 uur aan. Bij de aanbevolen doseringen was de verlaging van de bloeddruk na
24 uur 60-70% van de corresponderende maximale diastolische en systolische bloeddruk. Eénmaal
daags 150 mg gaf dal- en gemiddelde 24-uurs effecten die vergelijkbaar waren met dezelfde totale
dosis verdeeld over twee giften.
Het bloeddrukverlagend effect van Irbesartan Zentiva treedt binnen 1-2 weken op; een maximaal
effect wordt 4-6 weken na aanvang van de behandeling bereikt. De antihypertensieve effecten houden
aan bij chronisch gebruik. Na staken van de behandeling keert de bloeddruk geleidelijk terug naar de
uitgangswaarde. ‘Re-bound’-hypertensie is niet waargenomen.
De bloeddrukverlagende effecten van irbesartan en thiazidediuretica zijn additief. Bij patiënten bij wie
de behandeling met irbesartan alleen niet voldoende is, resulteert toevoeging aan irbesartan van laag
gedoseerd hydrochloorthiazide (12,5 mg) éénmaal daags in een verdere, voor placebo gecorrigeerde,
bloeddrukdaling tijdens de dalperiode van 7-10/3-6 mm Hg (systolisch/diastolisch).
De werkzaamheid van Irbesartan Zentiva wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht. Evenals het
geval is bij andere geneesmiddelen die invloed uitoefenen op het renine-angiotensinesysteem,
vertonen hypertensiepatiënten met een zwarte huidskleur een opvallend geringere reactie op
irbesartanmonotherapie. Als aan de behandeling met irbesartan een lage dosis hydrochloorthiazide
(b.v. 12,5 mg per dag) wordt toegevoegd, benadert het bloeddrukverlagend effect bij patiënten met een
zwarte huidskleur dat bij blanken.
Er is geen klinisch belangrijk effect op het serumurinezuur en op de urinezuurexcretie in de urine.
48
Pediatrische patiënten
Daling van de bloeddruk met een getitreerde doeldosering van 0,5 mg/kg (lage dosis), 1,5 mg/kg
(medium dosis) en 4,5 mg/kg (hoge dosis), werd gedurende 3 weken geëvalueerd bij 318 kinderen en
adolescenten van 6-16 jaar met hypertensie of risico op hypertensie (diabetes, hypertensie in de
familie). Na 3 weken was de gemiddelde daling versus de uitgangswaarde in de primaire effectiviteit
variabel, de zittend gemeten dalwaarde voor de systolische bloeddruk (SeSBP), 11,7 mmHg (lage
dosis), 9,3 mmHg (medium dosis), 13,2 mmHg (hoge dosis). Er waren geen significant verschillen
zichtbaar tussen de doseringen. De aangepaste gemiddelde verandering in de zittend gemeten
dalwaarde voor diastolische bloeddruk (SeDBP) was: 3,8 mmHg (lage dosis), 3,2 mmHg (medium
dosis), 5,6 mmHg (hoge dosis). Gedurende een volgende tweeweekse periode werden patiënten
opnieuw gerandomiseerd naar ofwel actieve behandeling ofwel een placebo. Patiënten behandeld met
placebo hadden een toename in de bloeddruk van 2,4 en 2,0 mmHg in respectievelijk SeSBP en
SeDBP vergeleken met een verandering van respectievelijk +0,1 en -0,3 mmHg in de groep behandeld
met irbesartan (zie rubriek 4.2).
Hypertensie en type 2 diabetes met nefropathie
De "Irbesartan Diabetische Nefropathie Trial (IDNT)" toont aan dat irbesartan de progressie van
nefropathie vermindert bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie.
IDNT is een dubbelblind, gecontroleerd morbiditeits- en mortaliteitsonderzoek waarbij Irbesartan
Zentiva, amlodipine en placebo werden vergeleken. Bij 1.715 hypertensieve patiënten met
type 2 diabetes, proteïnurie ≥ 900 mg/dag en serumcreatininewaarden van 1,0–3,0 mg/dl, werden de
lange termijn effecten (gemiddeld 2,6 jaar) van Irbesartan Zentiva op de progressie van nefropathie en
mortaliteit onderzocht. Patiënten werden getitreerd van 75 mg naar een onderhoudsdosering van
300 mg Irbesartan Zentiva, van 2,5 mg naar 10 mg amlodipine, of placebo zoveel als werd getolereerd.
In alle behandelingsgroepen werden patiënten behandeld met 2 tot 4 antihypertensiva (b.v. diuretica,
bètablokkers, alfa-blokkers) om de vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde van
≤ 135/85 mmHg, of indien de uitgangswaarde > 160 mmHg was een 10 mmHg afname in systolische
druk, te bereiken. Zestig procent (60%) van de patiënten in de placebogroep bereikten deze
streefbloeddrukwaarde, terwijl dit cijfer voor de irbesartan en amlodipine groepen, 76% respectievelijk
78% was. Irbesartan verminderde significant het relatieve risico op het primaire gecombineerde
eindpunt van verdubbeling van het serumcreatinine, terminale nefropathie of mortaliteit. Ongeveer
33% van de patiënten in de irbesartangroep bereikte het primaire renale samengestelde eindpunt
vergeleken met 39% en 41% in de placebo- en amlodipinegroep [20% relatieve risico reductie versus
placebo (p= 0,024) en 23% relatieve risico reductie vergeleken met amlodipine (p= 0,006)]. Wanneer
de individuele componenten van het primaire gecombineerde eindpunt werden geanalyseerd, werd er
geen effect in mortaliteit waargenomen, terwijl een positieve trend in afname van terminale
nefropathie en een significante reductie van verdubbeling van serumcreatinine werd waargenomen.
Subgroepen bestaande uit geslacht, ras, leeftijd, duur van diabetes, uitgangsbloeddrukwaarde,
serumcreatinine, en albumine excretiesnelheid werden beoordeeld op het effect van de behandeling. In
de vrouwelijke en donkere huidskleur subgroepen, welke 32% respectievelijk 26% van de gehele
studiepopulatie vertegenwoordigden, was een gunstig effect op de nier niet duidelijk, hoewel de
betrouwbaarheidsintervallen dit niet uitsluiten. Voor het secundaire eindpunt van fatale en niet-fatale
cardiovasculaire voorvallen, was er geen significant verschil tussen de drie groepen in de totale
populatie, hoewel een toegenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij vrouwen en een
afgenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij mannen in de irbesartangroep versus het op
placebo gebaseerde regime. Een toegenomen incidentie van niet-fatale MI en beroerte werd gezien bij
vrouwen in het op irbesartan gebaseerde regime versus het op amlodipine gebaseerde regime, terwijl
hospitalisatie als gevolg van hartfalen in de gehele populatie was afgenomen. Echter er is geen
duidelijke verklaring gevonden voor deze bevindingen bij vrouwen.
Het onderzoek naar de effecten van "Irbesartan op Microalbuminurie in Hypertensieve Patiënten met
type 2 Diabetes Mellitus (IRMA 2)" toont aan dat irbesartan 300 mg de progressie tot uitgesproken
proteïnurie in patiënten met microalbuminurie vertraagt. IRMA 2 is een placebogecontroleerd
dubbelblind morbiditeitsonderzoek bij 590 patiënten met type 2 diabetes, microalbuminurie
49
(30-300 mg/dag) en normale nierfunctie (serum creatinine ≤ 1,5 mg/dl in mannen en < 1,1 mg/dl in
vrouwen). Het onderzoek betrof de lange termijn effecten (2 jaar) van Irbesartan Zentiva op de
progressie tot klinisch (uitgesproken) proteïnurie (urinaire albumine excretie snelheid > 300 mg/dag,
en een toename in de urinaire albumine excretie snelheid van minstens 30% t.o.v. de
uitgangssnelheid). De vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde was ≤ 135/85 mmHg. Indien
nodig werden, om de streefbloeddrukwaarde te bereiken, extra antihypertensiva (m.u.v. ACE-
remmers, angiotensine-2-receptorantagonisten en dihydropyridine calciumblokkers) gegeven. Terwijl
vergelijkbare bloeddrukwaarden werden bereikt in alle behandelingsgroepen, bereikte minder
patiënten met irbesartan 300 mg (5,2%) dan met placebo (14,9%) of in de irbesartan 150 mg groep
(9,7%) het eindpunt van uitgesproken proteïnurie, hetgeen een 70% afname in relatief risico voor de
hogere dosis versus placebo (p = 0,0004) demonstreert. Een samenhangende verbetering in de
glomerulaire filtratie snelheid (GFR) werd gedurende de eerste drie maanden van behandeling niet
waargenomen. De vertraging van de progressie tot klinisch uitgesproken proteïnurie was na drie
maanden zichtbaar en hield gedurende de periode van 2 jaar aan. Regressie tot een normale albumine
excretie (< 30 mg/dag) trad frequenter op in de Irbesartan Zentiva 300 mg groep (34%) dan in de
placebogroep (21%).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht. ONTARGET was een studie bij patiënten met een
voorgeschiedenis van cardiovasculair of cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in
combinatie met tekenen van eindorgaanschade. VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met
diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine-II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine-II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na orale toediening wordt irbesartan goed geabsorbeerd: onderzoeken naar de absolute biologische
beschikbaarheid resulteerden in waarden van 60-80%. Gelijktijdig voedselgebruik had geen
belangrijke invloed op de biologische beschikbaarheid van irbesartan.
Distributie
De plasma-eiwitbinding is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume is 53-93 liter.
50
Biotransformatie
Na orale of intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit toegeschreven worden aan onveranderd irbesartan. Irbesartan wordt door
glucuronidering en oxidatie in de lever omgezet. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ca. 6%). Onderzoek
in vitro
toont aan dat irbesartan voornamelijk geoxideerd
wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een verwaarloosbaar
effect.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg (tweemaal de maximaal aanbevolen dosering); het mechanisme hierachter is
niet bekend. 1,5-2 uur na orale toediening worden maximale plasmaconcentraties bereikt. De totale
lichaamsklaring en de klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3-3,5 ml/min. De
terminale eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. ‘Steady state’-
plasmaconcentraties worden bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse
doseringsschema. Een beperkte cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na
herhaalde éénmaal-daagse toediening. In een studie werd bij vrouwelijke hypertensiepatiënten een iets
hogere irbesartanplasmaconcentratie gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan
bleven ongewijzigd. Voor vrouwen is geen dosisaanpassing nodig. De AUC- en C
max
-waarden van
irbesartan waren in ouderen personen (≥ 65 jaar) iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter,
de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk gewijzigd. Voor oudere patiënten is dosisaanpassing
niet nodig.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de lever als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na IV-toediening van
14
C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit teruggevonden in de
urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine uitgescheiden als
onveranderd irbesartan.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van irbesartan is bestudeerd in 23 hypertensieve kinderen na toediening van een
enkelvoudige en meervoudige dagelijkse dosering irbesartan (2 mg/kg) tot een maximale dagelijkse
dosering van 150 mg gedurende vier weken. Van deze 23 kinderen, was bij 21 een evaluatie mogelijk
voor een vergelijking met de farmacokinetiek bij volwassenen (twaalf van deze kinderen waren ouder
dan 12 jaar, negen kinderen waren tussen de 6 en 12 jaar). De resultaten toonden aan dat C
max
, AUC en
mate van klaring vergelijkbaar waren met die waargenomen in volwassen patiënten behandeld met
150 mg irbesartan per dag. Een beperkte accumulatie van irbesartan (18%) in plasma werd gezien na
herhaald eenmaal daags doseren.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
51
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er was geen bewijs voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
(≥ 250 mg/kg/dag in ratten en ≥ 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses (≥ 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan in ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nier (zoals interstitiële
nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en creatinineplasmaconcentraties);
deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve effect van het geneesmiddel, welke
leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde irbesartan hyperplasie/hypertrofie van
de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses ≥ 90 mg/kg/dag, in makaken bij doses
≥ 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden veroorzaakt door het
farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen lijkt de
hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortaliteit bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoek met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte, hydro-
ureter of subcutaan oedeem) zien op ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij konijnen werd
abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke toxiciteit,
waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en konijnen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Lactosemonohydraat
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulosenatrium
Hypromellose
Siliciumdioxide
Magnesiumstearaat.
Filmomhulling:
Lactosemonohydraat
Hypromellose
Titaniumdioxide (E171)
Macrogol 3000
Cera carnauba.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
52
Houdbaarheid
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Doos met 14 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doos met 28 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 84 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 90 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 98 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 x 1 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde
eenheidsblisterverpakking.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/016-021
EU/1/06/376/034-035
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING / HERNIEUWING
VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 20 januari 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau
http://www.ema.europa.eu/.
53
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 150 mg filmomhulde tabletten.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg irbesartan.
Hulpstof met bekend effect: 51,00 mg lactosemonohydraat per filmomhulde tablet.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Wit tot gebroken wit, biconvex en ovaal van vorm, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de
andere kant het nummer 2872.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Irbesartan Zentiva is geïndiceerd voor de behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen.
Het is ook geïndiceerd voor de behandeling van nefropathie bij volwassen patiënten met hypertensie
en type 2 diabetes mellitus als onderdeel van een antihypertensieve medicatie (zie rubrieken 4.3, 4.4,
4.5 en 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De gebruikelijke aanbevolen aanvangs- en onderhoudsdosis bedraagt 150 mg éénmaal daags, met of
zonder voedsel. Een dosis van éénmaal daags 150 mg Irbesartan Zentiva resulteert in een betere
controle van de bloeddruk gedurende 24 uur dan 75 mg. Echter, er kan overwogen worden de
behandeling te beginnen met 75 mg, met name bij patiënten die hemodialyse ondergaan en bij oudere
patiënten boven de 75 jaar.
Bij patiënten die onvoldoende onder controle zijn te brengen met 150 mg éénmaal daags, kan de
dosering Irbesartan Zentiva verhoogd worden tot 300 mg, of er kan een ander antihypertensivum
worden toegevoegd (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1). In het bijzonder is aangetoond dat toevoeging
van een diureticum zoals hydrochloorthiazide tot een additief effect van Irbesartan Zentiva leidt (zie
rubriek 4.5).
Bij type 2 diabetes patiënten met hypertensie, dient voor de behandeling van nefropathie te worden
gestart met éénmaal daags 150 mg irbesartan en te worden getitreerd naar de aanbevolen
onderhoudsdosering van éénmaal daags 300 mg.
Het bewijs voor het gunstig effect op de nier van Irbesartan Zentiva bij type 2 diabetes patiënten met
hypertensie is gebaseerd op onderzoeken waar irbesartan werd toegevoegd aan andere
antihypertensiva, die zo nodig werden gebruikt om de gewenste bloeddrukwaarde te bereiken (zie
rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1)
54
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Patiënten met een verminderde nierfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Een lagere aanvangsdosis
(75 mg) dient overwogen te worden bij patiënten die hemodialyse ondergaan (zie rubriek 4.4).
Verminderde leverfunctie
Patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Er is geen
klinische ervaring bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Oudere patiënten
Hoewel men in overweging dient te nemen om bij patiënten ouder dan 75 jaar te beginnen met 75 mg,
is er doorgaans bij oudere patiënten geen dosisaanpassing nodig.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Irbesartan Zentiva bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn
nog niet vastgesteld. De beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2,
maar er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof, of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Zentiva met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-
indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m
2
) (zie
rubriek 4.5 en 5.1).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Intravasculaire volumedepletie: symptomatische hypotensie, met name na de eerste dosis, kan
optreden bij patiënten die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling
met diuretica, diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden
gecorrigeerd voordat met de behandeling van Irbesartan Zentiva begonnen wordt.
Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een stenose in de arterie
naar slechts één werkende nier lopen een groter risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie, als
ze behandeld worden met geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem. Hoewel dit niet is gedocumenteerd voor Irbesartan Zentiva, kan een dergelijk
effect verwacht worden bij het gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten.
Nierfunctieverlies en niertransplantatie: als Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij patiënten met
nierfunctieverlies, wordt periodieke controle van de serumkalium- en serumcreatininespiegels
aanbevolen. Er is geen ervaring met de toediening van Irbesartan Zentiva bij patiënten die recent een
niertransplantatie hebben ondergaan.
Hypertensieve patiënten met type 2 diabetes en nefropathie: uit een analyse van de studie bij patiënten
met vergevorderde nefropathie bleek dat de effecten van irbesartan op zowel renale als
55
cardiovasculaire voorvallen niet uniform over alle subgroepen waren verdeeld. Met name bleek dat
deze minder positief waren bij vrouwen en niet-blanke patiënten (zie rubriek 5.1).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS): er is bewijs dat bij
gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten of aliskiren het risico op
hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) toeneemt.
Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-
receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.5 en 5.1). Als
behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Hyperkaliëmie: zoals bij andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem kan hyperkaliëmie optreden tijdens de behandeling met Irbesartan Zentiva. Dit
geldt met name voor patiënten met een verminderde nierfunctie, uitgesproken proteïnurie als gevolg
van diabetische nefropathie, en/of hartfalen. Bij risicopatiënten wordt nauwgezette controle van het
serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Hypoglykemie: Irbesartan Zentiva kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij
patiënten behandeld met insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring
overwogen worden; een dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer
aangewezen (zie rubriek 4.5).
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Zentiva niet aanbevolen.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Zoals ook waargenomen voor ACE-remmers, zijn irbesartan en de andere angiotensine-2-
receptorantagonisten duidelijk minder effectief in verlaging van de bloeddruk bij patiënten met een
donkere huidskleur dan bij patiënten met een lichte huidskleur, mogelijk als gevolg van de hogere
prevalentie van een laag-renine status in de zwarte hypertensieve populatie (zie rubriek 5.1).
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Pediatrische patiënten: irbesartan is onderzocht in kinderen van 6 tot 16 jaar maar de huidige gegevens
zijn onvoldoende ter onderbouwing van een verbreding van het gebruik in kinderen totdat nieuwe
gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 4.8, 5.1 en 5.2).
56
Hulpstoffen:
Lactose: patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele
lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Natrium: dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Diuretica en andere antihypertensiva: andere antihypertensiva kunnen het hypotensieve effect van
irbesartan vergroten, hoewel Irbesartan Zentiva veilig is gecombineerd met andere antihypertensiva,
zoals bètablokkers, langwerkende calciumantagonisten en thiazidediuretica. Voorafgaande
behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van hypotensie tot gevolg
hebben, als met de behandeling met Irbesartan Zentiva begonnen wordt (zie rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Kaliumsupplementen en kaliumsparende diuretica: op grond van ervaringen met het gebruik van
andere geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensinesysteem kan het gelijktijdig
gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparine), leiden tot verhogingen van het serumkalium, en zijn daarom niet aanbevolen (zie
rubriek 4.4).
Lithium: reversibele toenames in serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Deze combinatie wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien
gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te
controleren.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de C
max
en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
57
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen. Pasgeborenen van wie de moeder
angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen nauwkeurig gecontroleerd te worden op
hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Borstvoeding
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan Zentiva
tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding
hebben alternatieve behandelingen met een beter vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het
bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat irbesartan invloed
heeft op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Bij het besturen van
voertuigen of het bedienen van machines, dient er rekening mee gehouden te worden dat duizeligheid
of vermoeidheid kunnen optreden tijdens de behandeling.
58
4.8
Bijwerkingen
In placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met hypertensie was er over het algemeen geen
verschil in de incidentie van bijwerkingen tussen de irbesartangroep (56,2%) en de placebogroep
(56,5%). Staken als gevolg van klinische verschijnselen of afwijkende laboratoriumwaarden kwam
minder vaak voor bij de met irbesartan behandelde patiënten (3,3%) ten opzichte van de placebogroep
(4,5%). De incidentie van bijwerkingen was niet gerelateerd aan dosis (binnen het aanbevolen
doseringsgebied), geslacht, leeftijd, ras of duur van de behandeling.
Bij diabetische hypertensieve patiënten met microalbuminurie en een normale nierfunctie werd
orthostatische duizeligheid bij 0,5% van de patiënten (d.w.z. zelden) gemeld, maar vaker dan bij de
placebogroep.
De volgende tabel toont de bijwerkingen die gemeld waren in placebogecontroleerde onderzoeken
waarbij 1965 hypertensieve patiënten irbesartan toegediend kregen. Bij diabetische hypertensieve
patiënten met chronische nierinsufficiëntie en proteïnurie, werden bij > 2% van de patiënten en meer
dan bij placebo tevens de volgende bijwerkingen gemeld, gemarkeerd met een ster (*).
De frequentie van de hieronder vermelde ongewenste reacties is gedefinieerd met gebruikmaking van
de volgende conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen
gerangschikt naar afnemende ernst.
Bijwerkingen die gemeld zijn tijdens de post-marketing ervaringen staan ook vermeld. Deze
bijwerkingen zijn afgeleid van spontane meldingen.
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Niet bekend:
anemie, trombocytopenie
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
overgevoeligheidsreacties zoals angioedeem, uitslag, jeuk, anafylactische reactie,
anafylactische shock
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Niet bekend:
hyperkaliëmie, hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
duizeligheid, orthostatische duizeligheid*
Niet bekend:
vertigo, hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Niet bekend:
tinnitus
Hartaandoeningen
Soms:
tachycardie
Bloedvataandoeningen
Vaak:
orthostatische hypotensie*
Soms:
roodheid (flushing)
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms:
hoesten
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree, dyspepsie/brandend maagzuur
59
Niet bekend:dysgeusie
Lever- en galaandoeningen
Soms:
geelzucht
Niet bekend:
hepatitis, abnormale leverfuncties
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend:leukocytoclastische vasculitis
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak:
pijn aan de skeletspieren*
Niet bekend:
gewrichtspijn, myalgie (soms samenhangend met verhoogde plasma creatine kinase
spiegels), spierkrampen
Nier- en urinewegaandoeningen
Niet bekend:
aangetaste nierfunctie inclusief gevallen van nierfalen bij risicopatiënten. (zie
rubriek 4.4)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms:
seksuele disfunctie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
vermoeidheid
Soms:
pijn op de borst
Onderzoeken
Zeer vaak:
Hyperkaliëmie* kwam vaker voor bij diabetespatiënten die behandeld werden met
irbesartan ten opzichte van placebo. Bij hypertensieve diabetespatiënten met
microalbuminurie en normale nierfunctie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l) voor
bij 29,4% van de patiënten in de irbesartan 300 mg groep en bij 22% van de
patiënten in de placebogroep. Bij hypertensieve diabetespatiënten met chronische
nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l)
voor bij 46,3% van de patiënten in de irbesartan groep en 26,3% van de patiënten
in de placebogroep.
belangrijke verhogingen van plasmacreatinekinase werden vaak waargenomen
(1,7%) bij met irbesartan behandelde personen. Geen van deze verhogingen werd
in verband gebracht met aantoonbare klinische spier/skeletverschijnselen.
Bij 1,7% van de hypertensieve patiënten met vergevorderde diabetische nefropathie
behandeld met irbesartan, werd een niet klinisch relevante afname van
haemoglobine* gezien.
Vaak:
Pediatrische patiënten
In een gerandomiseerd onderzoek met 318 kinderen en adolescenten van 6 tot 16 jaar met hypertensie,
kwamen de volgende bijwerkingen voor tijdens de 3 weken dubbel-blind fase: hoofdpijn (7,9%),
hypotensie (2,2%), duizeligheid (1,9%), hoesten (0,9%). In de 26 weken open-label periode van deze
studie, waren de meest voorkomende laboratoriumafwijkingen een toename in creatinine (6,5%) en
verhoogde CK waarden in 2% van de behandelde kinderen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
60
4.9
Overdosering
De ervaring bij volwassenen die gedurende acht weken doseringen kregen tot 900 mg/dag wees niet op
toxiciteit. De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering zijn naar verwachting hypotensie en
tachycardie; bradycardie kan ook optreden door overdosering. Er is geen specifieke informatie
beschikbaar over de behandeling na overdosering met Irbesartan Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig
geobserveerd te worden en de behandeling dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Opwekken
van braken en/of maagspoelen kunnen in overweging gegeven worden. Actieve kool kan nuttig zijn bij
de behandeling van overdosering. Irbesartan wordt door hemodialyse niet verwijderd.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Angiotensine-2-antagonisten, enkelvoudig, ATC-code: C09C A04
Werkingsmechanisme
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (type AT
1
)-antagonist.
Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT
1
-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT
1
)-receptoren leidt tot een verhoging van plasmareninespiegels en
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels niet belangrijk beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan
remt niet het ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine
afbreekt tot onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te
zijn.
Klinische werkzaamheid
Hypertensie
Irbesartan verlaagt de bloeddruk met minimale veranderingen van de hartslag. De bloeddrukdaling is
van de dosis afhankelijk bij éénmaal daagse doseringen en tendeert af te vlakken bij doseringen hoger
dan 300 mg. Doseringen van 150-300 mg éénmaal daags verlagen de bloeddruk tijdens de dalperiode
(d.w.z. 24 uur na inname) zowel in liggende als in zittende positie met gemiddeld 8-13/5-8 mm Hg
(systolisch/diastolisch) meer dan in geval van placebo.
De maximale bloeddrukdaling wordt 3-6 uur na inname bereikt en het bloeddrukverlagend effect
houdt ten minste 24 uur aan. Bij de aanbevolen doseringen was de verlaging van de bloeddruk na
24 uur 60-70% van de corresponderende maximale diastolische en systolische bloeddruk. Eénmaal
daags 150 mg gaf dal- en gemiddelde 24-uurs effecten die vergelijkbaar waren met dezelfde totale
dosis verdeeld over twee giften.
Het bloeddrukverlagend effect van Irbesartan Zentiva treedt binnen 1-2 weken op; een maximaal
effect wordt 4-6 weken na aanvang van de behandeling bereikt. De antihypertensieve effecten houden
aan bij chronisch gebruik. Na staken van de behandeling keert de bloeddruk geleidelijk terug naar de
uitgangswaarde. ‘Re-bound’-hypertensie is niet waargenomen.
De bloeddrukverlagende effecten van irbesartan en thiazidediuretica zijn additief. Bij patiënten bij wie
de behandeling met irbesartan alleen niet voldoende is, resulteert toevoeging aan irbesartan van laag
gedoseerd hydrochloorthiazide (12,5 mg) éénmaal daags in een verdere, voor placebo gecorrigeerde,
bloeddrukdaling tijdens de dalperiode van 7-10/3-6 mm Hg (systolisch/diastolisch).
De werkzaamheid van Irbesartan Zentiva wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht. Evenals het
geval is bij andere geneesmiddelen die invloed uitoefenen op het renine-angiotensinesysteem,
vertonen hypertensiepatiënten met een zwarte huidskleur een opvallend geringere reactie op
irbesartanmonotherapie. Als aan de behandeling met irbesartan een lage dosis hydrochloorthiazide
(b.v. 12,5 mg per dag) wordt toegevoegd, benadert het bloeddrukverlagend effect bij patiënten met een
zwarte huidskleur dat bij blanken.
Er is geen klinisch belangrijk effect op het serumurinezuur en op de urinezuurexcretie in de urine.
61
Pediatrische patiënten
Daling van de bloeddruk met een getitreerde doeldosering van 0,5 mg/kg (lage dosis), 1,5 mg/kg
(medium dosis) en 4,5 mg/kg (hoge dosis), werd gedurende 3 weken geëvalueerd bij 318 kinderen en
adolescenten van 6-16 jaar met hypertensie of risico op hypertensie (diabetes, hypertensie in de
familie). Na 3 weken was de gemiddelde daling versus de uitgangswaarde in de primaire effectiviteit
variabel, de zittend gemeten dalwaarde voor de systolische bloeddruk (SeSBP), 11,7 mmHg (lage
dosis), 9,3 mmHg (medium dosis), 13,2 mmHg (hoge dosis). Er waren geen significant verschillen
zichtbaar tussen de doseringen. De aangepaste gemiddelde verandering in de zittend gemeten
dalwaarde voor diastolische bloeddruk (SeDBP) was: 3,8 mmHg (lage dosis), 3,2 mmHg (medium
dosis), 5,6 mmHg (hoge dosis). Gedurende een volgende tweeweekse periode werden patiënten
opnieuw gerandomiseerd naar ofwel actieve behandeling ofwel een placebo. Patiënten behandeld met
placebo hadden een toename in de bloeddruk van 2,4 en 2,0 mmHg in respectievelijk SeSBP en
SeDBP vergeleken met een verandering van respectievelijk +0,1 en -0,3 mmHg in de groep behandeld
met irbesartan (zie rubriek 4.2).
Hypertensie en type 2 diabetes met nefropathie
De "Irbesartan Diabetische Nefropathie Trial (IDNT)" toont aan dat irbesartan de progressie van
nefropathie vermindert bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie.
IDNT is een dubbelblind, gecontroleerd morbiditeits- en mortaliteitsonderzoek waarbij Irbesartan
Zentiva, amlodipine en placebo werden vergeleken. Bij 1.715 hypertensieve patiënten met
type 2 diabetes, proteïnurie ≥ 900 mg/dag en serumcreatininewaarden van 1,0–3,0 mg/dl, werden de
lange termijn effecten (gemiddeld 2,6 jaar) van Irbesartan Zentiva op de progressie van nefropathie en
mortaliteit onderzocht. Patiënten werden getitreerd van 75 mg naar een onderhoudsdosering van
300 mg Irbesartan Zentiva, van 2,5 mg naar 10 mg amlodipine, of placebo zoveel als werd getolereerd.
In alle behandelingsgroepen werden patiënten behandeld met 2 tot 4 antihypertensiva (b.v. diuretica,
bètablokkers, alfa-blokkers) om de vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde van
≤ 135/85 mmHg, of indien de uitgangswaarde > 160 mmHg was een 10 mmHg afname in systolische
druk, te bereiken. Zestig procent (60%) van de patiënten in de placebogroep bereikten deze
streefbloeddrukwaarde, terwijl dit cijfer voor de irbesartan en amlodipine groepen, 76% respectievelijk
78% was. Irbesartan verminderde significant het relatieve risico op het primaire gecombineerde
eindpunt van verdubbeling van het serumcreatinine, terminale nefropathie of mortaliteit. Ongeveer
33% van de patiënten in de irbesartangroep bereikte het primaire renale samengestelde eindpunt
vergeleken met 39% en 41% in de placebo- en amlodipinegroep [20% relatieve risico reductie versus
placebo (p= 0,024) en 23% relatieve risico reductie vergeleken met amlodipine (p= 0,006)]. Wanneer
de individuele componenten van het primaire gecombineerde eindpunt werden geanalyseerd, werd er
geen effect in mortaliteit waargenomen, terwijl een positieve trend in afname van terminale
nefropathie en een significante reductie van verdubbeling van serumcreatinine werd waargenomen.
Subgroepen bestaande uit geslacht, ras, leeftijd, duur van diabetes, uitgangsbloeddrukwaarde,
serumcreatinine, en albumine excretiesnelheid werden beoordeeld op het effect van de behandeling. In
de vrouwelijke en donkere huidskleur subgroepen, welke 32% respectievelijk 26% van de gehele
studiepopulatie vertegenwoordigden, was een gunstig effect op de nier niet duidelijk, hoewel de
betrouwbaarheidsintervallen dit niet uitsluiten. Voor het secundaire eindpunt van fatale en niet-fatale
cardiovasculaire voorvallen, was er geen significant verschil tussen de drie groepen in de totale
populatie, hoewel een toegenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij vrouwen en een
afgenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij mannen in de irbesartangroep versus het op
placebo gebaseerde regime. Een toegenomen incidentie van niet-fatale MI en beroerte werd gezien bij
vrouwen in het op irbesartan gebaseerde regime versus het op amlodipine gebaseerde regime, terwijl
hospitalisatie als gevolg van hartfalen in de gehele populatie was afgenomen. Echter er is geen
duidelijke verklaring gevonden voor deze bevindingen bij vrouwen.
Het onderzoek naar de effecten van "Irbesartan op Microalbuminurie in Hypertensieve Patiënten met
type 2 Diabetes Mellitus (IRMA 2)" toont aan dat irbesartan 300 mg de progressie tot uitgesproken
proteïnurie in patiënten met microalbuminurie vertraagt. IRMA 2 is een placebogecontroleerd
dubbelblind morbiditeitsonderzoek bij 590 patiënten met type 2 diabetes, microalbuminurie
(30-300 mg/dag) en normale nierfunctie (serum creatinine ≤ 1,5 mg/dl in mannen en < 1,1 mg/dl in
62
vrouwen). Het onderzoek betrof de lange termijn effecten (2 jaar) van Irbesartan Zentiva op de
progressie tot klinisch (uitgesproken) proteïnurie (urinaire albumine excretie snelheid > 300 mg/dag,
en een toename in de urinaire albumine excretie snelheid van minstens 30% t.o.v. de
uitgangssnelheid). De vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde was ≤ 135/85 mmHg. Indien
nodig werden, om de streefbloeddrukwaarde te bereiken, extra antihypertensiva (m.u.v. ACE-
remmers, angiotensine-2-receptorantagonisten en dihydropyridine calciumblokkers) gegeven. Terwijl
vergelijkbare bloeddrukwaarden werden bereikt in alle behandelingsgroepen, bereikte minder
patiënten met irbesartan 300 mg (5,2%) dan met placebo (14,9%) of in de irbesartan 150 mg groep
(9,7%) het eindpunt van uitgesproken proteïnurie, hetgeen een 70% afname in relatief risico voor de
hogere dosis versus placebo (p = 0,0004) demonstreert. Een samenhangende verbetering in de
glomerulaire filtratie snelheid (GFR) werd gedurende de eerste drie maanden van behandeling niet
waargenomen. De vertraging van de progressie tot klinisch uitgesproken proteïnurie was na drie
maanden zichtbaar en hield gedurende de periode van 2 jaar aan. Regressie tot een normale albumine
excretie (< 30 mg/dag) trad frequenter op in de Irbesartan Zentiva 300 mg groep (34%) dan in de
placebogroep (21%).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht. ONTARGET was een studie bij patiënten met een
voorgeschiedenis van cardiovasculair of cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in
combinatie met tekenen van eindorgaanschade. VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met
diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine-II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine-II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na orale toediening wordt irbesartan goed geabsorbeerd: onderzoeken naar de absolute biologische
beschikbaarheid resulteerden in waarden van 60-80%. Gelijktijdig voedselgebruik had geen
belangrijke invloed op de biologische beschikbaarheid van irbesartan.
Distributie
De plasma-eiwitbinding is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume is 53-93 liter.
63
Biotransformatie
Na orale of intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit toegeschreven worden aan onveranderd irbesartan. Irbesartan wordt door
glucuronidering en oxidatie in de lever omgezet. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ca. 6%). Onderzoek
in vitro
toont aan dat irbesartan voornamelijk geoxideerd
wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een verwaarloosbaar
effect.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg (tweemaal de maximaal aanbevolen dosering); het mechanisme hierachter is
niet bekend. 1,5-2 uur na orale toediening worden maximale plasmaconcentraties bereikt. De totale
lichaamsklaring en de klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3-3,5 ml/min. De
terminale eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. ‘Steady state’-
plasmaconcentraties worden bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse
doseringsschema. Een beperkte cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na
herhaalde éénmaal-daagse toediening. In een studie werd bij vrouwelijke hypertensiepatiënten een iets
hogere irbesartanplasmaconcentratie gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan
bleven ongewijzigd. Voor vrouwen is geen dosisaanpassing nodig. De AUC- en C
max
-waarden van
irbesartan waren in ouderen personen (≥ 65 jaar) iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter,
de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk gewijzigd. Voor oudere patiënten is dosisaanpassing
niet nodig.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de lever als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na IV-toediening van
14
C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit teruggevonden in de
urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine uitgescheiden als
onveranderd irbesartan.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van irbesartan is bestudeerd in 23 hypertensieve kinderen na toediening van een
enkelvoudige en meervoudige dagelijkse dosering irbesartan (2 mg/kg) tot een maximale dagelijkse
dosering van 150 mg gedurende vier weken. Van deze 23 kinderen, was bij 21 een evaluatie mogelijk
voor een vergelijking met de farmacokinetiek bij volwassenen (twaalf van deze kinderen waren ouder
dan 12 jaar, negen kinderen waren tussen de 6 en 12 jaar). De resultaten toonden aan dat C
max
, AUC en
mate van klaring vergelijkbaar waren met die waargenomen in volwassen patiënten behandeld met
150 mg irbesartan per dag. Een beperkte accumulatie van irbesartan (18%) in plasma werd gezien na
herhaald eenmaal daags doseren.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
64
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er was geen bewijs voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
(≥ 250 mg/kg/dag in ratten en ≥ 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses (≥ 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan in ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nier (zoals interstitiële
nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en creatinineplasmaconcentraties);
deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve effect van het geneesmiddel, welke
leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde irbesartan hyperplasie/hypertrofie van
de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses ≥ 90 mg/kg/dag, in makaken bij doses
≥ 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden veroorzaakt door het
farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen lijkt de
hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortaliteit bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoek met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte, hydro-
ureter of subcutaan oedeem) zien op ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij konijnen werd
abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke toxiciteit,
waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en konijnen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Lactosemonohydraat
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulosenatrium
Hypromellose
Siliciumdioxide
Magnesiumstearaat.
Filmomhulling:
Lactosemonohydraat
Hypromellose
Titaniumdioxide (E171)
Macrogol 3000
Cera carnauba.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
65
Houdbaarheid
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Doos met 14 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doos met 28 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 84 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 90 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 98 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 x 1 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde
eenheidsblisterverpakking.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/022-027
EU/1/06/376/036-037
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING / HERNIEUWING
VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 20 januari 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau
http://www.ema.europa.eu/.
66
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 300 mg filmomhulde tabletten.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan.
Hulpstof met bekend effect: 102,00 mg lactosemonohydraat per filmomhulde tablet.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Wit tot gebroken wit, biconvex en ovaal van vorm, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de
andere kant het nummer 2873.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Irbesartan Zentiva is geïndiceerd voor de behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen.
Het is ook geïndiceerd voor de behandeling van nefropathie bij volwassen patiënten met hypertensie
en type 2 diabetes mellitus als onderdeel van een antihypertensieve medicatie (zie rubrieken 4.3, 4.4,
4.5 en 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De gebruikelijke aanbevolen aanvangs- en onderhoudsdosis bedraagt 150 mg éénmaal daags, met of
zonder voedsel. Een dosis van éénmaal daags 150 mg Irbesartan Zentiva resulteert in een betere
controle van de bloeddruk gedurende 24 uur dan 75 mg. Echter, er kan overwogen worden de
behandeling te beginnen met 75 mg, met name bij patiënten die hemodialyse ondergaan en bij oudere
patiënten boven de 75 jaar.
Bij patiënten die onvoldoende onder controle zijn te brengen met 150 mg éénmaal daags, kan de
dosering Irbesartan Zentiva verhoogd worden tot 300 mg, of er kan een ander antihypertensivum
worden toegevoegd (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1). In het bijzonder is aangetoond dat toevoeging
van een diureticum zoals hydrochloorthiazide tot een additief effect van Irbesartan Zentiva leidt (zie
rubriek 4.5).
Bij type 2 diabetes patiënten met hypertensie, dient voor de behandeling van nefropathie te worden
gestart met éénmaal daags 150 mg irbesartan en te worden getitreerd naar de aanbevolen
onderhoudsdosering van éénmaal daags 300 mg.
Het bewijs voor het gunstig effect op de nier van Irbesartan Zentiva bij type 2 diabetes patiënten met
hypertensie is gebaseerd op onderzoeken waar irbesartan werd toegevoegd aan andere
antihypertensiva, die zo nodig werden gebruikt om de gewenste bloeddrukwaarde te bereiken (zie
rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1)
67
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Patiënten met een verminderde nierfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Een lagere aanvangsdosis
(75 mg) dient overwogen te worden bij patiënten die hemodialyse ondergaan (zie rubriek 4.4).
Verminderde leverfunctie
Patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Er is geen
klinische ervaring bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Oudere patiënten
Hoewel men in overweging dient te nemen om bij patiënten ouder dan 75 jaar te beginnen met 75 mg,
is er doorgaans bij oudere patiënten geen dosisaanpassing nodig.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Irbesartan Zentiva bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn
nog niet vastgesteld. De beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2,
maar er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof, of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Zentiva met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-
indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m
2
) (zie
rubriek 4.5 en 5.1).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Intravasculaire volumedepletie: symptomatische hypotensie, met name na de eerste dosis, kan
optreden bij patiënten die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling
met diuretica, diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden
gecorrigeerd voordat met de behandeling van Irbesartan Zentiva begonnen wordt.
Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een stenose in de arterie
naar slechts één werkende nier lopen een groter risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie, als
ze behandeld worden met geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem. Hoewel dit niet is gedocumenteerd voor Irbesartan Zentiva, kan een dergelijk
effect verwacht worden bij het gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten.
Nierfunctieverlies en niertransplantatie: als Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij patiënten met
nierfunctieverlies, wordt periodieke controle van de serumkalium- en serumcreatininespiegels
aanbevolen. Er is geen ervaring met de toediening van Irbesartan Zentiva bij patiënten die recent een
niertransplantatie hebben ondergaan.
Hypertensieve patiënten met type 2 diabetes en nefropathie: uit een analyse van de studie bij patiënten
met vergevorderde nefropathie bleek dat de effecten van irbesartan op zowel renale als
68
cardiovasculaire voorvallen niet uniform over alle subgroepen waren verdeeld. Met name bleek dat
deze minder positief waren bij vrouwen en niet-blanke patiënten (zie rubriek 5.1).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS): er is bewijs dat bij
gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten of aliskiren het risico op
hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) toeneemt.
Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-
receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.5 en 5.1). Als
behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Hyperkaliëmie: zoals bij andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem kan hyperkaliëmie optreden tijdens de behandeling met Irbesartan Zentiva. Dit
geldt met name voor patiënten met een verminderde nierfunctie, uitgesproken proteïnurie als gevolg
van diabetische nefropathie, en/of hartfalen. Bij risicopatiënten wordt nauwgezette controle van het
serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Hypoglykemie: Irbesartan Zentiva kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij
patiënten behandeld met insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring
overwogen worden; een dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer
aangewezen (zie rubriek 4.5).
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Zentiva niet aanbevolen.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Zoals ook waargenomen voor ACE-remmers, zijn irbesartan en de andere angiotensine-2-
receptorantagonisten duidelijk minder effectief in verlaging van de bloeddruk bij patiënten met een
donkere huidskleur dan bij patiënten met een lichte huidskleur, mogelijk als gevolg van de hogere
prevalentie van een laag-renine status in de zwarte hypertensieve populatie (zie rubriek 5.1).
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Pediatrische patiënten: irbesartan is onderzocht in kinderen van 6 tot 16 jaar maar de huidige gegevens
zijn onvoldoende ter onderbouwing van een verbreding van het gebruik in kinderen totdat nieuwe
gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 4.8, 5.1 en 5.2).
69
Hulpstoffen:
Lactose: patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele
lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Natrium: dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Diuretica en andere antihypertensiva: andere antihypertensiva kunnen het hypotensieve effect van
irbesartan vergroten, hoewel Irbesartan Zentiva veilig is gecombineerd met andere antihypertensiva,
zoals bètablokkers, langwerkende calciumantagonisten en thiazidediuretica. Voorafgaande
behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van hypotensie tot gevolg
hebben, als met de behandeling met Irbesartan Zentiva begonnen wordt (zie rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Kaliumsupplementen en kaliumsparende diuretica: op grond van ervaringen met het gebruik van
andere geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensinesysteem kan het gelijktijdig
gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparine), leiden tot verhogingen van het serumkalium, en zijn daarom niet aanbevolen (zie
rubriek 4.4).
Lithium: reversibele toenames in serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Deze combinatie wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien
gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te
controleren.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID’s): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID’s), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID’s
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de C
max
en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
70
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Borstvoeding
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan Zentiva
tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding
hebben alternatieve behandelingen met een beter vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het
bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat irbesartan invloed
heeft op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Bij het besturen van
71
voertuigen of het bedienen van machines, dient er rekening mee gehouden te worden dat duizeligheid
of vermoeidheid kunnen optreden tijdens de behandeling.
4.8
Bijwerkingen
In placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met hypertensie was er over het algemeen geen
verschil in de incidentie van bijwerkingen tussen de irbesartangroep (56,2%) en de placebogroep
(56,5%). Staken als gevolg van klinische verschijnselen of afwijkende laboratoriumwaarden kwam
minder vaak voor bij de met irbesartan behandelde patiënten (3,3%) ten opzichte van de placebogroep
(4,5%). De incidentie van bijwerkingen was niet gerelateerd aan dosis (binnen het aanbevolen
doseringsgebied), geslacht, leeftijd, ras of duur van de behandeling.
Bij diabetische hypertensieve patiënten met microalbuminurie en een normale nierfunctie werd
orthostatische duizeligheid bij 0,5% van de patiënten (d.w.z. zelden) gemeld, maar vaker dan bij de
placebogroep.
De volgende tabel toont de bijwerkingen die gemeld waren in placebogecontroleerde onderzoeken
waarbij 1965 hypertensieve patiënten irbesartan toegediend kregen. Bij diabetische hypertensieve
patiënten met chronische nierinsufficiëntie en proteïnurie, werden bij > 2% van de patiënten en meer
dan bij placebo tevens de volgende bijwerkingen gemeld, gemarkeerd met een ster (*).
De frequentie van de hieronder vermelde ongewenste reacties is gedefinieerd met gebruikmaking van
de volgende conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen
gerangschikt naar afnemende ernst.
Bijwerkingen die gemeld zijn tijdens de post-marketing ervaringen staan ook vermeld. Deze
bijwerkingen zijn afgeleid van spontane meldingen.
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Niet bekend:
anemie, trombocytopenie
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
overgevoeligheidsreacties zoals angioedeem, uitslag, jeuk, anafylactische reactie,
anafylactische shock
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Niet bekend:
hyperkaliëmie, hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
duizeligheid, orthostatische duizeligheid*
Niet bekend:
vertigo, hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Niet bekend:
tinnitus
Hartaandoeningen
Soms:
tachycardie
Bloedvataandoeningen
Vaak:
orthostatische hypotensie*
Soms:
roodheid (flushing)
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms:
hoesten
72
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree, dyspepsie/brandend maagzuur
Niet bekend:
dysgeusie
Lever- en galaandoeningen
Soms:
geelzucht
Niet bekend:
hepatitis, abnormale leverfuncties
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend:
leukocytoclastische vasculitis
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak:
pijn aan de skeletspieren*
Niet bekend:
gewrichtspijn, myalgie (soms samenhangend met verhoogde plasma creatine kinase
spiegels), spierkrampen
Nier- en urinewegaandoeningen
Niet bekend:
aangetaste nierfunctie inclusief gevallen van nierfalen bij risicopatiënten. (zie
rubriek 4.4)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms:
seksuele disfunctie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
vermoeidheid
Soms:
pijn op de borst
Onderzoeken
Zeer vaak:
Hyperkaliëmie* kwam vaker voor bij diabetespatiënten die behandeld werden met
irbesartan ten opzichte van placebo. Bij hypertensieve diabetespatiënten met
microalbuminurie en normale nierfunctie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l) voor
bij 29,4% van de patiënten in de irbesartan 300 mg groep en bij 22% van de
patiënten in de placebogroep. Bij hypertensieve diabetespatiënten met chronische
nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l)
voor bij 46,3% van de patiënten in de irbesartan groep en 26,3% van de patiënten
in de placebogroep.
belangrijke verhogingen van plasmacreatinekinase werden vaak waargenomen
(1,7%) bij met irbesartan behandelde personen. Geen van deze verhogingen werd
in verband gebracht met aantoonbare klinische spier/skeletverschijnselen. Bij 1,7%
van de hypertensieve patiënten met vergevorderde diabetische nefropathie
behandeld met irbesartan, werd een niet klinisch relevante afname van
haemoglobine* gezien.
Vaak:
Pediatrische patiënten
In een gerandomiseerd onderzoek met 318 kinderen en adolescenten van 6 tot 16 jaar met hypertensie,
kwamen de volgende bijwerkingen voor tijdens de 3 weken dubbel-blind fase: hoofdpijn (7,9%),
hypotensie (2,2%), duizeligheid (1,9%), hoesten (0,9%). In de 26 weken open-label periode van deze
studie, waren de meest voorkomende laboratoriumafwijkingen een toename in creatinine (6,5%) en
verhoogde CK waarden in 2% van de behandelde kinderen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
73
4.9
Overdosering
De ervaring bij volwassenen die gedurende acht weken doseringen kregen tot 900 mg/dag wees niet op
toxiciteit. De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering zijn naar verwachting hypotensie en
tachycardie; bradycardie kan ook optreden door overdosering. Er is geen specifieke informatie
beschikbaar over de behandeling na overdosering met Irbesartan Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig
geobserveerd te worden en de behandeling dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Opwekken
van braken en/of maagspoelen kunnen in overweging gegeven worden. Actieve kool kan nuttig zijn bij
de behandeling van overdosering. Irbesartan wordt door hemodialyse niet verwijderd.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Angiotensine-2-antagonisten, enkelvoudig, ATC-code: C09C A04
Werkingsmechanisme
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (type AT
1
)-antagonist.
Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT
1
-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT
1
)-receptoren leidt tot een verhoging van plasmareninespiegels en
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels niet belangrijk beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan
remt niet het ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine
afbreekt tot onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te
zijn.
Klinische werkzaamheid
Hypertensie
Irbesartan verlaagt de bloeddruk met minimale veranderingen van de hartslag. De bloeddrukdaling is
van de dosis afhankelijk bij éénmaal daagse doseringen en tendeert af te vlakken bij doseringen hoger
dan 300 mg. Doseringen van 150-300 mg éénmaal daags verlagen de bloeddruk tijdens de dalperiode
(d.w.z. 24 uur na inname) zowel in liggende als in zittende positie met gemiddeld 8-13/5-8 mm Hg
(systolisch/diastolisch) meer dan in geval van placebo.
De maximale bloeddrukdaling wordt 3-6 uur na inname bereikt en het bloeddrukverlagend effect
houdt ten minste 24 uur aan. Bij de aanbevolen doseringen was de verlaging van de bloeddruk na
24 uur 60-70% van de corresponderende maximale diastolische en systolische bloeddruk. Eénmaal
daags 150 mg gaf dal- en gemiddelde 24-uurs effecten die vergelijkbaar waren met dezelfde totale
dosis verdeeld over twee giften.
Het bloeddrukverlagend effect van Irbesartan Zentiva treedt binnen 1-2 weken op; een maximaal
effect wordt 4-6 weken na aanvang van de behandeling bereikt. De antihypertensieve effecten houden
aan bij chronisch gebruik. Na staken van de behandeling keert de bloeddruk geleidelijk terug naar de
uitgangswaarde. ‘Re-bound’-hypertensie is niet waargenomen.
De bloeddrukverlagende effecten van irbesartan en thiazidediuretica zijn additief. Bij patiënten bij wie
de behandeling met irbesartan alleen niet voldoende is, resulteert toevoeging aan irbesartan van laag
gedoseerd hydrochloorthiazide (12,5 mg) éénmaal daags in een verdere, voor placebo gecorrigeerde,
bloeddrukdaling tijdens de dalperiode van 7-10/3-6 mm Hg (systolisch/diastolisch).
De werkzaamheid van Irbesartan Zentiva wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht. Evenals het
geval is bij andere geneesmiddelen die invloed uitoefenen op het renine-angiotensinesysteem,
vertonen hypertensiepatiënten met een zwarte huidskleur een opvallend geringere reactie op
74
irbesartanmonotherapie. Als aan de behandeling met irbesartan een lage dosis hydrochloorthiazide
(b.v. 12,5 mg per dag) wordt toegevoegd, benadert het bloeddrukverlagend effect bij patiënten met een
zwarte huidskleur dat bij blanken.
Er is geen klinisch belangrijk effect op het serumurinezuur en op de urinezuurexcretie in de urine.
Pediatrische patiënten
Daling van de bloeddruk met een getitreerde doeldosering van 0,5 mg/kg (lage dosis), 1,5 mg/kg
(medium dosis) en 4,5 mg/kg (hoge dosis), werd gedurende 3 weken geëvalueerd bij 318 kinderen en
adolescenten van 6-16 jaar met hypertensie of risico op hypertensie (diabetes, hypertensie in de
familie). Na 3 weken was de gemiddelde daling versus de uitgangswaarde in de primaire effectiviteit
variabel, de zittend gemeten dalwaarde voor de systolische bloeddruk (SeSBP), 11,7 mmHg (lage
dosis), 9,3 mmHg (medium dosis), 13,2 mmHg (hoge dosis). Er waren geen significant verschillen
zichtbaar tussen de doseringen. De aangepaste gemiddelde verandering in de zittend gemeten
dalwaarde voor diastolische bloeddruk (SeDBP) was: 3,8 mmHg (lage dosis), 3,2 mmHg (medium
dosis), 5,6 mmHg (hoge dosis). Gedurende een volgende tweeweekse periode werden patiënten
opnieuw gerandomiseerd naar ofwel actieve behandeling ofwel een placebo. Patiënten behandeld met
placebo hadden een toename in de bloeddruk van 2,4 en 2,0 mmHg in respectievelijk SeSBP en
SeDBP vergeleken met een verandering van respectievelijk +0,1 en -0,3 mmHg in de groep behandeld
met irbesartan (zie rubriek 4.2).
Hypertensie en type 2 diabetes met nefropathie
De “Irbesartan Diabetische Nefropathie Trial (IDNT)” toont aan dat irbesartan de progressie van
nefropathie vermindert bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie.
IDNT is een dubbelblind, gecontroleerd morbiditeits- en mortaliteitsonderzoek waarbij Irbesartan
Zentiva, amlodipine en placebo werden vergeleken. Bij 1.715 hypertensieve patiënten met
type 2 diabetes, proteïnurie ≥ 900 mg/dag en serumcreatininewaarden van 1,0–3,0 mg/dl, werden de
lange termijn effecten (gemiddeld 2,6 jaar) van Irbesartan Zentiva op de progressie van nefropathie en
mortaliteit onderzocht. Patiënten werden getitreerd van 75 mg naar een onderhoudsdosering van
300 mg Irbesartan Zentiva, van 2,5 mg naar 10 mg amlodipine, of placebo zoveel als werd getolereerd.
In alle behandelingsgroepen werden patiënten behandeld met 2 tot 4 antihypertensiva (b.v. diuretica,
bètablokkers, alfa-blokkers) om de vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde van
≤ 135/85 mmHg, of indien de uitgangswaarde > 160 mmHg was een 10 mmHg afname in systolische
druk, te bereiken. Zestig procent (60%) van de patiënten in de placebogroep bereikten deze
streefbloeddrukwaarde, terwijl dit cijfer voor de irbesartan en amlodipine groepen, 76% respectievelijk
78% was. Irbesartan verminderde significant het relatieve risico op het primaire gecombineerde
eindpunt van verdubbeling van het serumcreatinine, terminale nefropathie of mortaliteit. Ongeveer
33% van de patiënten in de irbesartangroep bereikte het primaire renale samengestelde eindpunt
vergeleken met 39% en 41% in de placebo- en amlodipinegroep [20% relatieve risico reductie versus
placebo (p= 0,024) en 23% relatieve risico reductie vergeleken met amlodipine (p= 0,006)]. Wanneer
de individuele componenten van het primaire gecombineerde eindpunt werden geanalyseerd, werd er
geen effect in mortaliteit waargenomen, terwijl een positieve trend in afname van terminale
nefropathie en een significante reductie van verdubbeling van serumcreatinine werd waargenomen.
Subgroepen bestaande uit geslacht, ras, leeftijd, duur van diabetes, uitgangsbloeddrukwaarde,
serumcreatinine, en albumine excretiesnelheid werden beoordeeld op het effect van de behandeling. In
de vrouwelijke en donkere huidskleur subgroepen, welke 32% respectievelijk 26% van de gehele
studiepopulatie vertegenwoordigden, was een gunstig effect op de nier niet duidelijk, hoewel de
betrouwbaarheidsintervallen dit niet uitsluiten. Voor het secundaire eindpunt van fatale en niet-fatale
cardiovasculaire voorvallen, was er geen significant verschil tussen de drie groepen in de totale
populatie, hoewel een toegenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij vrouwen en een
afgenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij mannen in de irbesartangroep versus het op
placebo gebaseerde regime. Een toegenomen incidentie van niet-fatale MI en beroerte werd gezien bij
vrouwen in het op irbesartan gebaseerde regime versus het op amlodipine gebaseerde regime, terwijl
hospitalisatie als gevolg van hartfalen in de gehele populatie was afgenomen. Echter er is geen
duidelijke verklaring gevonden voor deze bevindingen bij vrouwen.
75
Het onderzoek naar de effecten van “Irbesartan op Microalbuminurie in Hypertensieve Patiënten met
type 2 Diabetes Mellitus (IRMA 2)” toont aan dat irbesartan 300 mg de progressie tot uitgesproken
proteïnurie in patiënten met microalbuminurie vertraagt. IRMA 2 is een placebogecontroleerd
dubbelblind morbiditeitsonderzoek bij 590 patiënten met type 2 diabetes, microalbuminurie
(30-300 mg/dag) en normale nierfunctie (serum creatinine ≤ 1,5 mg/dl in mannen en < 1,1 mg/dl in
vrouwen). Het onderzoek betrof de lange termijn effecten (2 jaar) van Irbesartan Zentiva op de
progressie tot klinisch (uitgesproken) proteïnurie (urinaire albumine excretie snelheid > 300 mg/dag,
en een toename in de urinaire albumine excretie snelheid van minstens 30% t.o.v. de
uitgangssnelheid). De vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde was ≤ 135/85 mmHg. Indien
nodig werden, om de streefbloeddrukwaarde te bereiken, extra antihypertensiva (m.u.v. ACE-
remmers, angiotensine-2-receptorantagonisten en dihydropyridine calciumblokkers) gegeven. Terwijl
vergelijkbare bloeddrukwaarden werden bereikt in alle behandelingsgroepen, bereikte minder
patiënten met irbesartan 300 mg (5,2%) dan met placebo (14,9%) of in de irbesartan 150 mg groep
(9,7%) het eindpunt van uitgesproken proteïnurie, hetgeen een 70% afname in relatief risico voor de
hogere dosis versus placebo (p = 0,0004) demonstreert. Een samenhangende verbetering in de
glomerulaire filtratie snelheid (GFR) werd gedurende de eerste drie maanden van behandeling niet
waargenomen. De vertraging van de progressie tot klinisch uitgesproken proteïnurie was na drie
maanden zichtbaar en hield gedurende de periode van 2 jaar aan. Regressie tot een normale albumine
excretie (< 30 mg/dag) trad frequenter op in de Irbesartan Zentiva 300 mg groep (34%) dan in de
placebogroep (21%).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht. ONTARGET was een studie bij patiënten met een
voorgeschiedenis van cardiovasculair of cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in
combinatie met tekenen van eindorgaanschade. VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met
diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine-II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine-II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na orale toediening wordt irbesartan goed geabsorbeerd: onderzoeken naar de absolute biologische
beschikbaarheid resulteerden in waarden van 60-80%. Gelijktijdig voedselgebruik had geen
belangrijke invloed op de biologische beschikbaarheid van irbesartan.
76
Distributie
De plasma-eiwitbinding is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume is 53-93 liter.
Biotransformatie
Na orale of intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit toegeschreven worden aan onveranderd irbesartan. Irbesartan wordt door
glucuronidering en oxidatie in de lever omgezet. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ca. 6%). Onderzoek
in vitro
toont aan dat irbesartan voornamelijk geoxideerd
wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een verwaarloosbaar
effect.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg (tweemaal de maximaal aanbevolen dosering); het mechanisme hierachter is
niet bekend. 1,5-2 uur na orale toediening worden maximale plasmaconcentraties bereikt. De totale
lichaamsklaring en de klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3-3,5 ml/min. De
terminale eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. ‘Steady state’-
plasmaconcentraties worden bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse
doseringsschema. Een beperkte cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na
herhaalde éénmaal-daagse toediening. In een studie werd bij vrouwelijke hypertensiepatiënten een iets
hogere irbesartanplasmaconcentratie gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan
bleven ongewijzigd. Voor vrouwen is geen dosisaanpassing nodig. De AUC- en C
max
-waarden van
irbesartan waren in ouderen personen (≥ 65 jaar) iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter,
de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk gewijzigd. Voor oudere patiënten is dosisaanpassing
niet nodig.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de lever als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na IV-toediening van
14
C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit teruggevonden in de
urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine uitgescheiden als
onveranderd irbesartan.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van irbesartan is bestudeerd in 23 hypertensieve kinderen na toediening van een
enkelvoudige en meervoudige dagelijkse dosering irbesartan (2 mg/kg) tot een maximale dagelijkse
dosering van 150 mg gedurende vier weken. Van deze 23 kinderen, was bij 21 een evaluatie mogelijk
voor een vergelijking met de farmacokinetiek bij volwassenen (twaalf van deze kinderen waren ouder
dan 12 jaar, negen kinderen waren tussen de 6 en 12 jaar). De resultaten toonden aan dat C
max
, AUC en
mate van klaring vergelijkbaar waren met die waargenomen in volwassen patiënten behandeld met
150 mg irbesartan per dag. Een beperkte accumulatie van irbesartan (18%) in plasma werd gezien na
herhaald eenmaal daags doseren.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd.
77
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er was geen bewijs voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
(≥ 250 mg/kg/dag in ratten en ≥ 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses (≥ 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan in ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nier (zoals interstitiële
nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en creatinineplasmaconcentraties);
deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve effect van het geneesmiddel, welke
leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde irbesartan hyperplasie/hypertrofie van
de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses ≥ 90 mg/kg/dag, in makaken bij doses
≥ 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden veroorzaakt door het
farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen lijkt de
hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortaliteit bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoek met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte, hydro-
ureter of subcutaan oedeem) zien op ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij konijnen werd
abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke toxiciteit,
waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en konijnen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Lactosemonohydraat
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulosenatrium
Hypromellose
Siliciumdioxide
Magnesiumstearaat.
Filmomhulling:
Lactosemonohydraat
Hypromellose
Titaniumdioxide (E171)
Macrogol 3000
Cera carnauba.
78
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 30°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Doos met 14 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doos met 28 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 84 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 90 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 98 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 x 1 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde
eenheidsblisterverpakking.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/028-033
EU/1/06/376/038-039
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING / HERNIEUWING
VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 20 januari 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau
http://www.ema.europa.eu/.
79
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN –GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN
DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
D.
80
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100Tours
Frankrijk
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Sanofi-Aventis, S.A.
Ctra. C-35 (La Batlloria-Hostalric), km. 63.09
17404 Riells i Viabrea (Girona)
Spanje
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel dienen de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende partij te zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN –
GEBRUIK
Aan medisch recept onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
81
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
Verplichting tot het nemen van maatregelen na toekenning van de handelsvergunning
De vergunninghouder moet binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen nakomen:
Voorwaarden voor de handelsvergunning
De vergunninghouder moet ervoor zorgen dat de productieprocessen van het
eindproduct worden beoordeeld op het mogelijke risico op vorming van N-
nitrosaminen en zo nodig worden gewijzigd om nitrosamineverontreinigingen
zoveel mogelijk te beperken, in lijn met de op 25 juni 2020 door het Comité
voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik uitgebrachte aanbevelingen in het
kader van de procedure krachtens artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr.
726/2004 betreffende introsamine-onzuiverheden in geneesmiddelen voor
menselijk gebruik.
Uiterste datum
26 september
2022
82
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
83
A. ETIKETTERING
84
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 75 mg tabletten
irbesartan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat: irbesartan 75 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat tevens lactosemonohydraat.
4.
Tablet
14 tabletten
28 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oraal gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren beneden 30°C.
85
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/001 - 14 tabletten
EU/1/06/376/002 - 28 tabletten
EU/1/06/376/003 - 56 tabletten
EU/1/06/376/004 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/376/005 - 98 tabletten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
BATCHNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Zentiva 75 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
86
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 75 mg tabletten
irbesartan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
BATCHNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
14 - 28 - 56 - 98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
56 x 1 tabletten:
87
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 150 mg tabletten
irbesartan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat: irbesartan 150 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat tevens lactosemonohydraat.
4.
Tablet
14 tabletten
28 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oraal gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter .
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren beneden 30°C.
88
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/006 - 14 tabletten
EU/1/06/376/007 - 28 tabletten
EU/1/06/376/008 - 56 tabletten
EU/1/06/376/009 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/376/010 - 98 tabletten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
BATCHNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Zentiva 150 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
89
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 150 mg tabletten
irbesartan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
BATCHNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
14 - 28 - 56 - 98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
56 x 1 tabletten:
90
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 300 mg tabletten
irbesartan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat: irbesartan 300 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat tevens lactosemonohydraat.
4.
Tablet
14 tabletten
28 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oraal gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter .
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren beneden 30°C.
91
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/011 - 14 tabletten
EU/1/06/376/012 - 28 tabletten
EU/1/06/376/013 - 56 tabletten
EU/1/06/376/014 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/376/015 - 98 tabletten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
BATCHNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Zentiva 300 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
92
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 300 mg tabletten
irbesartan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
BATCHNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
14 - 28 - 56 - 98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
56 x 1 tabletten:
93
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD:
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 75 mg filmomhulde tabletten
irbesartan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat: irbesartan 75 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat tevens lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tabletten
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
94
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/016 - 14 tabletten
EU/1/06/376/017 - 28 tabletten
EU/1/06/376/034 - 30 tabletten
EU/1/06/376/018 - 56 tabletten
EU/1/06/376/019 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/376/020 - 84 tabletten
EU/1/06/376/035 - 90 tabletten
EU/1/06/376/021 - 98 tabletten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
BATCHNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Zentiva 75 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
95
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
96
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 75 mg tabletten
irbesartan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
BATCHNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
14 - 28 - 56 - 84 - 98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
30 - 56 x 1 - 90 tabletten:
97
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD:
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 150 mg filmomhulde tabletten
irbesartan
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Elke tablet bevat: irbesartan 150 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat tevens lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tabletten
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik en het zicht van kinderen houden.
7.
8.
EXP
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
98
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/022 - 14 tabletten
EU/1/06/376/023 - 28 tabletten
EU/1/06/376/036 - 30 tabletten
EU/1/06/376/024 - 56 tabletten
EU/1/06/376/025 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/376/026 - 84 tabletten
EU/1/06/376/037 - 90 tabletten
EU/1/06/376/027 - 98 tabletten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
BATCHNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Zentiva 150 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
99
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
100
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 150 mg tabletten
irbesartan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
BATCHNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
14 - 28 - 56 - 84 - 98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
30 - 56 x 1 - 90 tabletten:
101
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD:
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 300 mg filmomhulde tabletten
irbesartan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME BESTANSTOF(FEN)
Elke tablet bevat: irbesartan 300 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat tevens lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tabletten
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
102
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/028 - 14 tabletten
EU/1/06/376/029 - 28 tabletten
EU/1/06/376/038 - 30 tabletten
EU/1/06/376/030 - 56 tabletten
EU/1/06/376/031 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/376/032 - 84 tabletten
EU/1/06/376/039 - 90 tabletten
EU/1/06/376/033 - 98 tabletten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
BATCHNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Zentiva 300 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
103
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
104
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 300 mg tabletten
irbesartan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
BATCHNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
14 - 28 - 56 - 84 - 98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
30 - 56 x 1 - 90 tabletten:
105
B. BIJSLUITER
106
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Irbesartan Zentiva 75 mg tabletten
irbesartan
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Zentiva behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als angiotensine-II-
receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en zich bindt aan
receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een stijging van de
bloeddruk tot gevolg. Irbesartan Zentiva verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt. Irbesartan Zentiva vertraagt de
afname van de nierfunctie bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes.
Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij volwassen patiënten
bij de behandeling van hoge bloeddruk (essentiële
hypertensie)
ter bescherming van de nier bij type 2 diabetes patiënten met hoge bloeddruk waarbij door
laboratoriumtesten een verminderde nierfunctie is aangetoond.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent
allergisch
voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger.
(Het is ook beter om Irbesartan Zentiva te vermijden
tijdens de beginfase van de zwangerschap – zie de rubriek zwangerschap)
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis
en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
u krijgt last van
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen
u lijdt aan
hartproblemen
u krijgt Irbesartan Zentiva voor
diabetische nierziekte.
In dit geval zal uw arts regelmatig
bloedonderzoek uitvoeren, met name in geval van een slechte nierfunctie om de
bloedkaliumspiegels te meten
107
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel
(tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
u moet geopereerd worden
of u moet
verdovingsmiddelen krijgen
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o
een “ACE-remmer” (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o
aliskiren.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek ‘Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”.
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige nadelige
effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten omdat de veiligheid en
werkzaamheid nog niet volledig zijn vastgesteld.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Zentiva nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken ‘Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?” en “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
U zou bloedcontroles nodig kunnen hebben als u:
kaliumsupplementen gebruikt
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen gebruikt
kaliumsparende medicijnen (zoals bepaalde plaspillen) gebruikt
lithium-bevattende medicijnen gebruikt
repaglinide (medicijn voor het verlagen van de bloedsuikerspiegel)
Indien u bepaalde ontstekingsremmers gebruikt (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen
NSAID’s)), kan het effect van irbesartan afnemen.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Zentiva kan worden ingenomen met of zonder voedsel.
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden). Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Zentiva voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u
zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in plaats van Irbesartan
Zentiva. Irbesartan Zentiva wordt afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik kan ernstige nadelige
effecten hebben voor uw baby bij gebruik na de derde maand van de zwangerschap.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoeding te gaan geven. Irbesartan
Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een andere behandeling
108
voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een pasgeboren of een te
vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet door
Irbesartan Zentiva verminderd. Echter, af en toe kan duizeligheid of vermoeidheid optreden tijdens de
behandeling van hoge bloeddruk. Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts voordat u een
voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet
verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Zentiva bevat natrium.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet,
dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
HOE GEBRUIKT U DIT MIDDEL?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Wijze van inname
Irbesartan Zentiva is voor
oraal gebruik.
De tabletten dienen doorgeslikt te worden met voldoende
vocht (b.v. een glas water). U kunt Irbesartan Zentiva innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw
dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat
u doorgaat met het innemen van dit medicijn totdat uw arts u anders adviseert.
Patiënten met hoge bloeddruk
De gebruikelijke dosering is 150 mg éénmaal daags (twee tabletten per dag). De dosis mag later
verhoogd worden tot 300 mg éénmaal daags (vier tabletten per dag), afhankelijk van het effect
op uw bloeddruk.
Patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte
Bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes is éénmaal daags 300 mg (vier tabletten per
dag) de aanbevolen onderhoudsdosering voor de behandeling van hiermee samenhangende
nierziekte.
De arts kan een lagere dosis voorschrijven, met name bij patiënten die
dialyse van hun bloed
ondergaan,
of bij patiënten die
ouder zijn dan 75 jaar.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient bereikt te worden binnen 4-6 weken na het begin van
de behandeling.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar. Indien een kind
enkele tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
109
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Net als bij gelijksoortige geneesmiddelen, zijn in zeldzame gevallen allergische huidreacties (uitslag,
netelroos), alsmede zwelling van het gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die
irbesartan kregen. Als u denkt dat u een dergelijke reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop dan met Irbesartan Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Zeer vaak: kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
De gerapporteerde bijwerkingen tijdens klinisch onderzoek bij patiënten die behandeld werden met
Irbesartan Zentiva zijn:
Zeer vaak (kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen): indien u hoge bloeddruk heeft en
type 2 diabetes met nierziekte kan bloedonderzoek een verhoogd kaliumgehalte aangeven.
Vaak (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen): duizeligheid, gevoel van
ziekte/overgeven, vermoeidheid en bloedonderzoek kan verhoogde spiegels aangeven van een
enzym wat een indicatie is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase). Bij patiënten met hoge
bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte werd tevens lage bloeddruk en duizeligheid (met
name wanneer opgestaan wordt vanuit liggende of zittende houding) en pijn in gewrichten of
spieren en verlaagde spiegels van een eiwit in de rode bloedcellen (hemoglobine) gerapporteerd.
Soms (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen): verhoogde hartslag, blozen, hoest,
diarree, gestoorde spijsvertering/brandend maagzuur, seksuele disfunctie (problemen met
seksuele prestaties), pijn op de borst.
Sommige bijwerkingen zijn gemeld sinds het op de markt komen van Irbesartan Zentiva.
Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: gevoel van duizeligheid, hoofdpijn,
smaakstoornissen, oorsuizen, spierkrampen, pijn in uw gewrichten en spieren, verminderd aantal rode
bloedcellen (anemie – klachten zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij
inspanning, duizeligheid en bleekheid), verminderd aantal bloedplaatjes,verstoring van de werking van
de lever, verhoogd kaliumgehalte in het bloed, verminderde werking van de nieren en ontsteking van
kleine bloedvaten voornamelijk in de huid (een aandoening bekend als leukocytoclastische vasculitis),
ernstige allergische reacties (anafylactische shock) en een lage bloedsuikerspiegel. Soms zijn ook
gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit) gemeld.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
110
Bewaren beneden 30°C.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is irbesartan. Elke tablet van Irbesartan Zentiva 75 mg bevat
75 mg irbesartan.
De andere stoffen in dit middel zijn microkristallijne cellulose, carboxymethylcellulosenatrium,
lactosemonohydraat, magnesiumstearaat, colloïdaal siliciumdioxide, voorverstijfseld
maïszetmeel en poloxameer 188.
Hoe ziet Irbesartan Zentiva er uit en wat zit er in een verpakking?
Irbesartan Zentiva 75 mg tabletten zijn wit tot gebroken wit, biconvex en ovaalvormig met een hart
ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2771 ingegraveerd aan de andere zijde.
Irbesartan Zentiva 75 mg tabletten worden geleverd in verpakkingen met 14, 28, 56 of 98 tabletten in
doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Verpakking (EAV) van 56 x 1 tabletten voor levering aan
ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant:
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
PV-Belgium@zentiva.com
България
Zentiva, k.s.
Тел: +35924417136
PV-Bulgaria@zentiva.com
Lietuva
Zentiva, k.s.
Tel: +370 52152025
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Luxembourg@zentiva.com
111
Česká republika
Zentiva, k.s.
Tel: +420 267 241 111
PV-Czech-Republic@zentiva.com
Danmark
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +45 787 68 400
PV-Denmark@zentiva.com
Deutschland
Zentiva Pharma GmbH
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
PV-Germany@zentiva.com
Eesti
Zentiva, k.s.
Tel: +372 52 70308
PV-Estonia@zentiva.com
Ελλάδα
Zentiva, k.s.
Τηλ: +30 211 198 7510
PV-Greece@zentiva.com
España
Zentiva, k.s.
Tel: +34 931 815 250
PV-Spain@zentiva.com
France
Zentiva France
Tél: +33 (0) 800 089 219
PV-France@zentiva.com
Hrvatska
Zentiva d.o.o.
Tel: +385 1 6641 830
PV-Croatia@zentiva.com
Ireland
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
PV-Ireland@zentiva.com
Ísland
Zentiva Denmark ApS
Sími: +354 539 0650
PV-Iceland@zentiva.com
Italia
Zentiva Italia S.r.l.
Tel: +39-02-38598801
PV-Italy@zentiva.com
Magyarország
Zentiva Pharma Kft.
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Hungary@zentiva.com
Malta
Zentiva, k.s.
Tel: +356 277 82 052
PV-Malta@zentiva.com
Nederland
Zentiva, k.s.
Tel: +31 202 253 638
PV-Netherlands@zentiva.com
Norge
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +47 219 66 203
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Tel: +43 720 778 877
PV-Austria@zentiva.com
Polska
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Poland@zentiva.com
Portugal
Zentiva Portugal, Lda
Tel: +351210601360
PV-Portugal@zentiva.com
România
ZENTIVA S.A.
Tel: +4 021 304 7597
PV-Romania@zentiva.com
Slovenija
Zentiva, k.s.
Tel: +386 360 00 408
PV-Slovenia@zentiva.com
Slovenská republika
Zentiva, a.s.
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Slovakia@zentiva.com
Suomi/Finland
Zentiva Denmark ApS
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Finland@zentiva.com
112
Κύπρος
Zentiva, k.s.
Τηλ: +357 240 30 144
PV-Cyprus@zentiva.com
Latvija
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
PV-Latvia@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Sverige
Zentiva Denmark ApS
Tel: +46 840 838 822
PV-Sweden@zentiva.com
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
113
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Irbesartan Zentiva 150 mg tabletten
irbesartan
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Zentiva behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als angiotensine-II-
receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en zich bindt aan
receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een stijging van de
bloeddruk tot gevolg. Irbesartan Zentiva verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt. Irbesartan Zentiva vertraagt de
afname van de nierfunctie bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes.
Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij volwassen patiënten
bij de behandeling van hoge bloeddruk (essentiële
hypertensie)
ter bescherming van de nier bij type 2 diabetes patiënten met hoge bloeddruk waarbij door
laboratoriumtesten een verminderde nierfunctie is aangetoond.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent
allergisch
voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger.
(Het is ook beter om Irbesartan Zentiva te vermijden
tijdens de beginfase van de zwangerschap – zie de rubriek zwangerschap)
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis
en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
u krijgt last van
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen
u lijdt aan
hartproblemen
u krijgt Irbesartan Zentiva voor
diabetische nierziekte.
In dit geval zal uw arts regelmatig
bloedonderzoek uitvoeren, met name in geval van een slechte nierfunctie om de
bloedkaliumspiegels te meten
114
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel
(tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
u moet geopereerd worden
of u moet
verdovingsmiddelen krijgen
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o
een “ACE-remmer” (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o
aliskiren.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek ‘Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”.
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige nadelige
effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten omdat de veiligheid en
werkzaamheid nog niet volledig zijn vastgesteld.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Zentiva nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken “Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?” en “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
U zou bloedcontroles nodig kunnen hebben als u:
kaliumsupplementen gebruikt
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen gebruikt
kaliumsparende medicijnen (zoals bepaalde plaspillen) gebruikt
lithium-bevattende medicijnen gebruikt
repaglinide (medicijn voor het verlagen van de bloedsuikerspiegel)
Indien u bepaalde ontstekingsremmers gebruikt (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen
NSAID’s)), kan het effect van irbesartan afnemen.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Zentiva kan worden ingenomen met of zonder voedsel.
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden). Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Zentiva voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u
zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in plaats van Irbesartan
Zentiva. Irbesartan Zentiva wordt afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik kan ernstige nadelige
effecten hebben voor uw baby bij gebruik na de derde maand van de zwangerschap.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoeding te gaan geven. Irbesartan
Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een andere behandeling
115
voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een pasgeboren of een te
vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet door
Irbesartan Zentiva verminderd. Echter, af en toe kan duizeligheid of vermoeidheid optreden tijdens de
behandeling van hoge bloeddruk. Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts voordat u een
voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Zentiva bevat natrium.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet,
dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit middel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het
juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Wijze van inname
Irbesartan Zentiva is voor
oraal gebruik.
De tabletten dienen doorgeslikt te worden met voldoende
vocht (b.v. een glas water). U kunt Irbesartan Zentiva innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw
dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat
u doorgaat met het innemen van dit medicijn totdat uw arts u anders adviseert.
Patiënten met hoge bloeddruk
De gebruikelijke dosering is 150 mg éénmaal daags. De dosis mag later verhoogd worden tot
300 mg éénmaal daags (twee tabletten per dag), afhankelijk van het effect op uw bloeddruk.
Patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte
Bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes is éénmaal daags 300 mg (twee tabletten
per dag) de aanbevolen onderhoudsdosering voor de behandeling van hiermee samenhangende
nierziekte.
De arts kan een lagere dosis voorschrijven, met name bij patiënten die
dialyse van hun bloed
ondergaan,
of bij patiënten die
ouder zijn dan 75 jaar.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient bereikt te worden binnen 4-6 weken na het begin van
de behandeling.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar. Indien een kind
enkele tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
116
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Net als bij gelijksoortige geneesmiddelen, zijn in zeldzame gevallen allergische huidreacties (uitslag,
netelroos), alsmede zwelling van het gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die
irbesartan kregen. Als u denkt dat u een dergelijke reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop dan met Irbesartan Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Zeer vaak: kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
De gerapporteerde bijwerkingen tijdens klinisch onderzoek bij patiënten die behandeld werden met
Irbesartan Zentiva zijn:
Zeer vaak (kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen): indien u hoge bloeddruk heeft en
type 2 diabetes met nierziekte kan bloedonderzoek een verhoogd kaliumgehalte aangeven.
Vaak (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen): duizeligheid, gevoel van
ziekte/overgeven, vermoeidheid en bloedonderzoek kan verhoogde spiegels aangeven van een
enzym wat een indicatie is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase). Bij patiënten met hoge
bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte werd tevens lage bloeddruk en duizeligheid (met
name wanneer opgestaan wordt vanuit liggende of zittende houding) en pijn in gewrichten of
spieren en verlaagde spiegels van een eiwit in de rode bloedcellen (hemoglobine) gerapporteerd.
Soms (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen): verhoogde hartslag, blozen, hoest,
diarree, gestoorde spijsvertering/brandend maagzuur, seksuele disfunctie (problemen met
seksuele prestaties), pijn op de borst.
Sommige bijwerkingen zijn gemeld sinds het op de markt komen van Irbesartan Zentiva.
Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: gevoel van duizeligheid, hoofdpijn,
smaakstoornissen, oorsuizen, spierkrampen, pijn in uw gewrichten en spieren, verminderd aantal rode
bloedcellen (anemie – klachten zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij
inspanning, duizeligheid en bleekheid), verminderd aantal bloedplaatjes, verstoring van de werking
van de lever, verhoogd kaliumgehalte in het bloed, verminderde werking van de nieren en ontsteking
van kleine bloedvaten voornamelijk in de huid (een aandoening bekend als leukocytoclastische
vasculitis), ernstige allergische reacties (anafylactische shock) en een lage bloedsuikerspiegel. Soms
zijn ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit) gemeld.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
117
Bewaren beneden 30°C.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is irbesartan. Elke tablet van Irbesartan Zentiva 150 mg bevat
150 mg irbesartan.
De andere stoffen in dit middel zijn microkristallijne cellulose, carboxymethylcellulosenatrium,
lactosemonohydraat, magnesiumstearaat, colloïdaal siliciumdioxide, voorverstijfseld
maïszetmeel en poloxameer 188.
Hoe ziet Irbesartan Zentiva er uit en wat zit er in een verpakking?
Irbesartan Zentiva 150 mg tabletten zijn wit tot gebroken wit, biconvex en ovaalvormig met een hart
ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2772 ingegraveerd aan de andere zijde.
Irbesartan Zentiva 150 mg tabletten worden geleverd in verpakkingen met 14, 28, 56 of 98 tabletten in
doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Verpakking (EAV) van 56 x 1 tabletten voor levering aan
ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant:
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
PV-Belgium@zentiva.com
България
Zentiva, k.s.
Тел: +35924417136
PV-Bulgaria@zentiva.com
Lietuva
Zentiva, k.s.
Tel: +370 52152025
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Luxembourg@zentiva.com
118
Česká republika
Zentiva, k.s.
Tel: +420 267 241 111
PV-Czech-Republic@zentiva.com
Danmark
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +45 787 68 400
PV-Denmark@zentiva.com
Deutschland
Zentiva Pharma GmbH
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
PV-Germany@zentiva.com
Eesti
Zentiva, k.s.
Tel: +372 52 70308
PV-Estonia@zentiva.com
Ελλάδα
Zentiva, k.s.
Τηλ: +30 211 198 7510
PV-Greece@zentiva.com
España
Zentiva, k.s.
Tel: +34 931 815 250
PV-Spain@zentiva.com
France
Zentiva France
Tél: +33 (0) 800 089 219
PV-France@zentiva.com
Hrvatska
Zentiva d.o.o.
Tel: +385 1 6641 830
PV-Croatia@zentiva.com
Ireland
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
PV-Ireland@zentiva.com
Ísland
Zentiva Denmark ApS
Sími: +354 539 0650
PV-Iceland@zentiva.com
Italia
Zentiva Italia S.r.l.
Tel: +39-02-38598801
PV-Italy@zentiva.com
Magyarország
Zentiva Pharma Kft.
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Hungary@zentiva.com
Malta
Zentiva, k.s.
Tel: +356 277 82 052
PV-Malta@zentiva.com
Nederland
Zentiva, k.s.
Tel: +31 202 253 638
PV-Netherlands@zentiva.com
Norge
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +47 219 66 203
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Tel: +43 720 778 877
PV-Austria@zentiva.com
Polska
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Poland@zentiva.com
Portugal
Zentiva Portugal, Lda
Tel: +351210601360
PV-Portugal@zentiva.com
România
ZENTIVA S.A.
Tel: +4 021 304 7597
PV-Romania@zentiva.com
Slovenija
Zentiva, k.s.
Tel: +386 360 00 408
PV-Slovenia@zentiva.com
Slovenská republika
Zentiva, a.s.
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Slovakia@zentiva.com
Suomi/Finland
Zentiva Denmark ApS
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Finland@zentiva.com
119
Κύπρος
Zentiva, k.s.
Τηλ: +357 240 30 144
PV-Cyprus@zentiva.com
Latvija
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
PV-Latvia@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Sverige
Zentiva Denmark ApS.
Tel: +46 840 838 822
PV-Sweden@zentiva.com
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
120
Bijsluiter : informatie voor de gebruiker
Irbesartan Zentiva 300 mg tabletten
irbesartan
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Zentiva behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als angiotensine-II-
receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en zich bindt aan
receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een stijging van de
bloeddruk tot gevolg. Irbesartan Zentiva verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt. Irbesartan Zentiva vertraagt de
afname van de nierfunctie bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes.
Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij volwassen patiënten
bij de behandeling van hoge bloeddruk (essentiële
hypertensie)
ter bescherming van de nier bij type 2 diabetes patiënten met hoge bloeddruk waarbij door
laboratoriumtesten een verminderde nierfunctie is aangetoond.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent
allergisch
voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger.
(Het is ook beter om Irbesartan Zentiva te vermijden
tijdens de beginfase van de zwangerschap – zie de rubriek zwangerschap)
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis
en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
u krijgt last van
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen
u lijdt aan
hartproblemen
u krijgt Irbesartan Zentiva voor
diabetische nierziekte.
In dit geval zal uw arts regelmatig
bloedonderzoek uitvoeren, met name in geval van een slechte nierfunctie om de
bloedkaliumspiegels te meten
121
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel
(tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
u moet geopereerd worden
of u moet
verdovingsmiddelen krijgen
als u een van de volgende middelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o
een “ACE-remmer” (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o
aliskiren.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek ‘Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”.
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige nadelige
effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten omdat de veiligheid en
werkzaamheid nog niet volledig zijn vastgesteld.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Zentiva nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken ‘Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?” en “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
U zou bloedcontroles nodig kunnen hebben als u:
kaliumsupplementen gebruikt
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen gebruikt
kaliumsparende medicijnen (zoals bepaalde plaspillen) gebruikt
lithium-bevattende medicijnen gebruikt
repaglinide (medicijn voor het verlagen van de bloedsuikerspiegel)
Indien u bepaalde ontstekingsremmers gebruikt (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen
NSAID’s)), kan het effect van irbesartan afnemen.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Zentiva kan worden ingenomen met of zonder voedsel.
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden). Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Zentiva voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u
zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in plaats van Irbesartan
Zentiva. Irbesartan Zentiva wordt afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik kan ernstige nadelige
effecten hebben voor uw baby bij gebruik na de derde maand van de zwangerschap.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoeding te gaan geven. Irbesartan
Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een andere behandeling
122
voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een pasgeboren of een te
vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet door
Irbesartan Zentiva verminderd. Echter, af en toe kan duizeligheid of vermoeidheid optreden tijdens de
behandeling van hoge bloeddruk. Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts voordat u een
voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Zentiva bevat natrium.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet,
dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Wijze van inname
Irbesartan Zentiva is voor
oraal gebruik.
De tabletten dienen doorgeslikt te worden met voldoende
vocht (b.v. een glas water). U kunt Irbesartan Zentiva innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw
dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat
u doorgaat met het innemen van dit medicijn totdat uw arts u anders adviseert.
Patiënten met hoge bloeddruk
De gebruikelijke dosering is 150 mg éénmaal daags. De dosis mag later verhoogd worden tot
300 mg éénmaal daags, afhankelijk van het effect op uw bloeddruk.
Patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte
Bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes is éénmaal daags 300 mg de aanbevolen
onderhoudsdosering voor de behandeling van hiermee samenhangende nierziekte.
De arts kan een lagere dosis voorschrijven, met name bij patiënten die
dialyse van hun bloed
ondergaan,
of bij patiënten die
ouder zijn dan 75 jaar.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient bereikt te worden binnen 4-6 weken na het begin van
de behandeling.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar. Indien een kind
enkele tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
123
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Net als bij gelijksoortige geneesmiddelen, zijn in zeldzame gevallen allergische huidreacties (uitslag,
netelroos), alsmede zwelling van het gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die
irbesartan kregen. Als u denkt dat u een dergelijke reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop dan met Irbesartan Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Zeer vaak: kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
De gerapporteerde bijwerkingen tijdens klinisch onderzoek bij patiënten die behandeld werden met
Irbesartan Zentiva zijn:
Zeer vaak (kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen): indien u hoge bloeddruk heeft en
type 2 diabetes met nierziekte kan bloedonderzoek een verhoogd kaliumgehalte aangeven.
Vaak (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen): duizeligheid, gevoel van
ziekte/overgeven, vermoeidheid en bloedonderzoek kan verhoogde spiegels aangeven van een
enzym wat een indicatie is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase). Bij patiënten met hoge
bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte werd tevens lage bloeddruk en duizeligheid (met
name wanneer opgestaan wordt vanuit liggende of zittende houding) en pijn in gewrichten of
spieren en verlaagde spiegels van een eiwit in de rode bloedcellen (hemoglobine) gerapporteerd.
Soms (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen): verhoogde hartslag, blozen, hoest,
diarree, gestoorde spijsvertering/brandend maagzuur, seksuele disfunctie (problemen met
seksuele prestaties), pijn op de borst.
Sommige bijwerkingen zijn gemeld sinds het op de markt komen van Irbesartan Zentiva.
Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: gevoel van duizeligheid, hoofdpijn,
smaakstoornissen, oorsuizen, spierkrampen, pijn in uw gewrichten en spieren, verminderd aantal rode
bloedcellen (anemie – klachten zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij
inspanning, duizeligheid en bleekheid), verminderd aantal bloedplaatjes, verstoring van de werking
van de lever, verhoogd kaliumgehalte in het bloed, verminderde werking van de nieren en ontsteking
van kleine bloedvaten voornamelijk in de huid (een aandoening bekend als leukocytoclastische
vasculitis), ernstige allergische reacties (anafylactische shock) en een lage bloedsuikerspiegel. Soms
zijn ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit) gemeld.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit middel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en op de
blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
124
Bewaren beneden 30°C.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is irbesartan. Elke tablet van Irbesartan Zentiva 300 mg bevat
300 mg irbesartan.
De andere stoffen in dit middel zijn microkristallijne cellulose, carboxymethylcellulosenatrium,
lactosemonohydraat, magnesiumstearaat, colloïdaal siliciumdioxide, voorverstijfseld
maïszetmeel en poloxameer 188.
Hoe ziet Irbesartan Zentiva er uit en wat zit er in een verpakking?
Irbesartan Zentiva 300 mg tabletten zijn wit tot gebroken wit, biconvex en ovaalvormig met een hart
ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2773 ingegraveerd aan de andere zijde.
Irbesartan Zentiva 300 mg tabletten worden geleverd in verpakkingen met 14, 28, 56 of 98 tabletten in
doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Verpakking (EAV) van 56 x 1 tabletten voor levering aan
ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant:
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
PV-Belgium@zentiva.com
България
Zentiva, k.s.
Тел: +35924417136
PV-Bulgaria@zentiva.com
Lietuva
Zentiva, k.s.
Tel: +370 52152025
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Luxembourg@zentiva.com
125
Česká republika
Zentiva, k.s.
Tel: +420 267 241 111
PV-Czech-Republic@zentiva.com
Danmark
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +45 787 68 400
PV-Denmark@zentiva.com
Deutschland
Zentiva Pharma GmbH
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
PV-Germany@zentiva.com
Eesti
Zentiva, k.s.
Tel: +372 52 70308
PV-Estonia@zentiva.com
Ελλάδα
Zentiva, k.s.
Τηλ: +30 211 198 7510
PV-Greece@zentiva.com
España
Zentiva, k.s.
Tel: +34 931 815 250
PV-Spain@zentiva.com
France
Zentiva France
Tél: +33 (0) 800 089 219
PV-France@zentiva.com
Hrvatska
Zentiva d.o.o.
Tel: +385 1 6641 830
PV-Croatia@zentiva.com
Ireland
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
PV-Ireland@zentiva.com
Ísland
Zentiva Denmark ApS
Sími: +354 539 0650
PV-Iceland@zentiva.com
Italia
Zentiva Italia S.r.l.
Tel: +39-02-38598801
PV-Italy@zentiva.com
Magyarország
Zentiva Pharma Kft.
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Hungary@zentiva.com
Malta
Zentiva, k.s.
Tel: +356 277 82 052
PV-Malta@zentiva.com
Nederland
Zentiva, k.s.
Tel: +31 202 253 638
PV-Netherlands@zentiva.com
Norge
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +47 219 66 203
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Tel: +43 720 778 877
PV-Austria@zentiva.com
Polska
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Poland@zentiva.com
Portugal
Zentiva Portugal, Lda
Tel: +351210601360
PV-Portugal@zentiva.com
România
ZENTIVA S.A.
Tel: +4 021 304 7597
PV-Romania@zentiva.com
Slovenija
Zentiva, k.s.
Tel: +386 360 00 408
PV-Slovenia@zentiva.com
Slovenská republika
Zentiva, a.s.
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Slovakia@zentiva.com
Suomi/Finland
Zentiva Denmark ApS
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Finland@zentiva.com
126
Κύπρος
Zentiva, k.s.
Τηλ: +357 240 30 144
PV-Cyprus@zentiva.com
Latvija
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
PV-Latvia@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Sverige
Zentiva Denmark ApS
Tel: +46 840 838 822
PV-Sweden@zentiva.com
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het
EuropeseeGeneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
127
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Irbesartan Zentiva 75 mg filmomhulde tabletten
irbesartan
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Zentiva behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als angiotensine-II-
receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en zich bindt aan
receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een stijging van de
bloeddruk tot gevolg. Irbesartan Zentiva verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt. Irbesartan Zentiva vertraagt de
afname van de nierfunctie bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes.
Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij volwassen patiënten
bij de behandeling van hoge bloeddruk (essentiële
hypertensie)
ter bescherming van de nier bij type 2 diabetes patiënten met hoge bloeddruk waarbij door
laboratoriumtesten een verminderde nierfunctie is aangetoond.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent
allergisch
voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger.
(Het is ook beter om Irbesartan Zentiva te vermijden
tijdens de beginfase van de zwangerschap – zie de rubriek zwangerschap)
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis
en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
u krijgt last van
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen
u lijdt aan
hartproblemen
u krijgt Irbesartan Zentiva voor
diabetische nierziekte.
In dit geval zal uw arts regelmatig
bloedonderzoek uitvoeren, met name in geval van een slechte nierfunctie om de
bloedkaliumspiegels te meten
128
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel
(tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
u moet geopereerd worden
of u moet
verdovingsmiddelen krijgen
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o
een “ACE-remmer” (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o
aliskiren.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek ‘Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”.
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige nadelige
effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten omdat de veiligheid en
werkzaamheid nog niet volledig zijn vastgesteld.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Zentiva nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook informatie in de rubrieken ‘Wanneer mag u dit
middel niet gebruiken?” en “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
U zou bloedcontroles nodig kunnen hebben als u:
kaliumsupplementen gebruikt
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen gebruikt
kaliumsparende medicijnen (zoals bepaalde plaspillen) gebruikt
lithiumbevattende medicijnen gebruikt
repaglinide (medicijn voor het verlagen van de bloedsuikerspiegel)
Indien u bepaalde ontstekingsremmers inneemt (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen
(NSAID’s)), kan het effect van irbesartan afnemen.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Zentiva kan worden ingenomen met of zonder voedsel.
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden). Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Zentiva voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u
zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in plaats van Irbesartan
Zentiva. Irbesartan Zentiva wordt afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik kan ernstige nadelige
effecten hebben voor uw baby bij gebruik na de derde maand van de zwangerschap.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoeding te gaan geven. Irbesartan
Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een andere behandeling
129
voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een pasgeboren of een te
vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet door
Irbesartan Zentiva verminderd. Echter, af en toe kan duizeligheid of vermoeidheid optreden tijdens de
behandeling van hoge bloeddruk. Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts voordat u een
voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Zentiva bevat natrium.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet,
dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Wijze van inname
Irbesartan Zentiva is voor
oraal gebruik.
De tabletten dienen doorgeslikt te worden met voldoende
vocht (b.v. een glas water). U kunt Irbesartan Zentiva innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw
dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat
u doorgaat met het innemen van dit medicijn totdat uw arts u anders adviseert.
Patiënten met hoge bloeddruk
De gebruikelijke dosering is 150 mg éénmaal daags (twee tabletten per dag). De dosis mag later
verhoogd worden tot 300 mg éénmaal daags (vier tabletten per dag), afhankelijk van het effect
op uw bloeddruk.
Patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte
Bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes is éénmaal daags 300 mg (vier tabletten per
dag) de aanbevolen onderhoudsdosering voor de behandeling van hiermee samenhangende
nierziekte.
De arts kan een lagere dosis voorschrijven, met name bij patiënten die
dialyse van hun bloed
ondergaan,
of bij patiënten die
ouder zijn dan 75 jaar.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient bereikt te worden binnen 4 – 6 weken na het begin
van de behandeling.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar. Indien een kind
enkele tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
130
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Net als bij gelijksoortige geneesmiddelen, zijn in zeldzame gevallen allergische huidreacties (uitslag,
netelroos), evenals zwelling van het gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die
irbesartan kregen. Als u denkt dat u een dergelijke reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop dan met Irbesartan Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Zeer vaak: kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
De gerapporteerde bijwerkingen tijdens klinisch onderzoek bij patiënten die behandeld werden met
Irbesartan Zentiva zijn:
Zeer vaak (kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen): indien u hoge bloeddruk heeft en
type 2 diabetes met nierziekte kan bloedonderzoek een verhoogd kaliumgehalte aangeven.
Vaak (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen): duizeligheid, gevoel van
ziekte/overgeven, vermoeidheid en bloedonderzoek kan verhoogde spiegels aangeven van een
enzym wat een indicatie is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase). Bij patiënten met hoge
bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte werd tevens lage bloeddruk en duizeligheid (met
name wanneer opgestaan wordt vanuit liggende of zittende houding) en pijn in gewrichten of
spieren en verlaagde spiegels van een eiwit in de rode bloedcellen (hemoglobine) gerapporteerd.
Soms (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen): verhoogde hartslag, blozen, hoest,
diarree, gestoorde spijsvertering/brandend maagzuur, seksuele disfunctie (problemen met
seksuele prestaties), pijn op de borst.
Sommige bijwerkingen zijn gemeld sinds het op de markt komen van Irbesartan Zentiva.
Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: gevoel van duizeligheid, hoofdpijn,
smaakstoornissen, oorsuizen, spierkrampen, pijn in uw gewrichten en spieren, verminderd aantal rode
bloedcellen (anemie – klachten zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij
inspanning, duizeligheid en bleekheid), verminderd aantal bloedplaatjes,, verstoring van de werking
van de lever, verhoogd kaliumgehalte in het bloed, verminderde werking van de nieren en ontsteking
van kleine bloedvaten voornamelijk in de huid (een aandoening bekend als leukocytoclastische
vasculitis), ernstige allergische reacties (anafylactische shock) en een lage bloedsuikerspiegel. Soms
zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit) gemeld.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
131
Bewaren beneden 30°C.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is irbesartan. Elke tablet van Irbesartan Zentiva 75 mg bevat
75 mg irbesartan.
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose,
carboxymethylcellulosenatrium, hypromellose, colloïdaal siliciumdioxide, magnesiumstearaat,
titaniumdioxide, macrogol 3000, cera carnauba.
Hoe ziet Irbesartan Zentiva er uit en wat zit er in een verpakking?
Irbesartan Zentiva 75 mg filmomhulde tabletten zijn wit tot gebroken wit, biconvex en ovaalvormig
met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2871 ingegraveerd aan de andere zijde.
Irbesartan Zentiva 75 mg filmomhulde tabletten worden geleverd in verpakkingen met 14, 28, 30, 56,
84, 90 of 98 filmomhulde tabletten in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Verpakking (EAV) van
56 x 1 filmomhulde tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant:
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
132
België/Belgique/Belgien
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
PV-Belgium@zentiva.com
България
Zentiva, k.s.
Тел: +35924417136
PV-Bulgaria@zentiva.com
Česká republika
Zentiva, k.s.
Tel: +420 267 241 111
PV-Czech-Republic@zentiva.com
Danmark
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +45 787 68 400
PV-Denmark@zentiva.com
Deutschland
Zentiva Pharma GmbH
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
PV-Germany@zentiva.com
Eesti
Zentiva, k.s.
Tel: +372 52 70308
PV-Estonia@zentiva.com
Ελλάδα
Zentiva, k.s.
Τηλ: +30 211 198 7510
PV-Greece@zentiva.com
España
Zentiva, k.s.
Tel: +34 931 815 250
PV-Spain@zentiva.com
France
Zentiva France
Tél: +33 (0) 800 089 219
PV-France@zentiva.com
Hrvatska
Zentiva d.o.o.
Tel: +385 1 6641 830
PV-Croatia@zentiva.com
Ireland
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
PV-Ireland@zentiva.com
Lietuva
Zentiva, k.s.
Tel: +370 52152025
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Luxembourg@zentiva.com
Magyarország
Zentiva Pharma Kft.
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Hungary@zentiva.com
Malta
Zentiva, k.s.
Tel: +356 277 82 052
PV-Malta@zentiva.com
Nederland
Zentiva, k.s.
Tel: +31 202 253 638
PV-Netherlands@zentiva.com
Norge
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +47 219 66 203
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Tel: +43 720 778 877
PV-Austria@zentiva.com
Polska
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Poland@zentiva.com
Portugal
Zentiva Portugal, Lda
Tel: +351210601360
PV-Portugal@zentiva.com
România
ZENTIVA S.A.
Tel: +4 021 304 7597
PV-Romania@zentiva.com
Slovenija
Zentiva, k.s.
Tel: +386 360 00 408
PV-Slovenia@zentiva.com
133
Ísland
Zentiva Denmark ApS
Sími: +354 539 0650
PV-Iceland@zentiva.com
Italia
Zentiva Italia S.r.l.
Tel: +39-02-38598801
PV-Italy@zentiva.com
Κύπρος
Zentiva, k.s.
Τηλ: +357 240 30 144
PV-Cyprus@zentiva.com
Latvija
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
PV-Latvia@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Slovenská republika
Zentiva, a.s.
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Slovakia@zentiva.com
Suomi/Finland
Zentiva Denmark ApS
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Finland@zentiva.com
Sverige
Zentiva Denmark ApS
Tel: +46 840 838 822
PV-Sweden@zentiva.com
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
134
Bijsluiter : informatie voor de gebruiker
Irbesartan Zentiva 150 mg filmomhulde tabletten
irbesartan
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Zentiva behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als angiotensine-II-
receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en zich bindt aan
receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een stijging van de
bloeddruk tot gevolg. Irbesartan Zentiva verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt. Irbesartan Zentiva vertraagt de
afname van de nierfunctie bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes.
Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij volwassen patiënten
bij de behandeling van hoge bloeddruk (essentiële
hypertensie)
ter bescherming van de nier bij type 2 diabetes patiënten met hoge bloeddruk waarbij door
laboratoriumtesten een verminderde nierfunctie is aangetoond.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent
allergisch
voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger.
(Het is ook beter om Irbesartan Zentiva te vermijden
tijdens de beginfase van de zwangerschap – zie de rubriek zwangerschap)
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis
en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
u krijgt last van
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen
u lijdt aan
hartproblemen
u krijgt Irbesartan Zentiva voor
diabetische nierziekte.
In dit geval zal uw arts regelmatig
bloedonderzoek uitvoeren, met name in geval van een slechte nierfunctie om de
bloedkaliumspiegels te meten
135
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel
(tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
u moet geopereerd worden
of u moet
verdovingsmiddelen krijgen
als u een van de volgende middelen om hoge bloeddruk te behandelen inneemt:
o
een “ACE-remmer” (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o
aliskiren.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek ‘Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”.
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige nadelige
effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten omdat de veiligheid en
werkzaamheid nog niet volledig zijn vastgesteld.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Zentiva nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken ‘Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?” en “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
U zou bloedcontroles nodig kunnen hebben als u:
kaliumsupplementen gebruikt
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen gebruikt
kaliumsparende medicijnen (zoals bepaalde plaspillen) gebruikt
lithiumbevattende medicijnen gebruikt
repaglinide (medicijn voor het verlagen van de bloedsuikerspiegel)
Indien u bepaalde ontstekingsremmers inneemt (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen
(NSAID’s)), kan het effect van irbesartan afnemen.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Zentiva kan worden ingenomen met of zonder voedsel.
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden). Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Zentiva voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u
zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in plaats van Irbesartan
Zentiva. Irbesartan Zentiva wordt afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik kan ernstige nadelige
effecten hebben voor uw baby bij gebruik na de derde maand van de zwangerschap.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoeding te gaan geven. Irbesartan
Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een andere behandeling
136
voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een pasgeboren of een te
vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet door
Irbesartan Zentiva verminderd. Echter, af en toe kan duizeligheid of vermoeidheid optreden tijdens de
behandeling van hoge bloeddruk. Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts voordat u een
voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Zentiva bevat natrium.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet,
dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
HOE GEBRUIKT U DIT MIDDEL?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Wijze van inname
Irbesartan Zentiva is voor
oraal gebruik.
De tabletten dienen doorgeslikt te worden met voldoende
vocht (b.v. een glas water). U kunt Irbesartan Zentiva innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw
dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat
u doorgaat met het innemen van dit medicijn totdat uw arts u anders adviseert.
Patiënten met hoge bloeddruk
De gebruikelijke dosering is 150 mg éénmaal daags. De dosis mag later verhoogd worden tot
300 mg éénmaal daags (twee tabletten per dag), afhankelijk van het effect op uw bloeddruk.
Patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte
Bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes is éénmaal daags 300 mg (twee tabletten
per dag) de aanbevolen onderhoudsdosering voor de behandeling van hiermee samenhangende
nierziekte.
De arts kan een lagere dosis voorschrijven, met name bij patiënten die
dialyse van hun bloed
ondergaan,
of bij patiënten die
ouder zijn dan 75 jaar.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient bereikt te worden binnen 4 – 6 weken na het begin
van de behandeling.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar. Indien een kind
enkele tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
137
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Net als bij gelijksoortige geneesmiddelen, zijn in zeldzame gevallen allergische huidreacties (uitslag,
netelroos), evenals zwelling van het gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die
irbesartan kregen. Als u denkt dat u een dergelijke reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop dan met Irbesartan Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Zeer vaak: kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
De gerapporteerde bijwerkingen tijdens klinisch onderzoek bij patiënten die behandeld werden met
Irbesartan Zentiva zijn:
Zeer vaak (kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen): indien u hoge bloeddruk heeft en
type 2 diabetes met nierziekte kan bloedonderzoek een verhoogd kaliumgehalte aangeven.
Vaak (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen): duizeligheid, gevoel van
ziekte/overgeven, vermoeidheid en bloedonderzoek kan verhoogde spiegels aangeven van een
enzym wat een indicatie is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase). Bij patiënten met hoge
bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte werd tevens lage bloeddruk en duizeligheid (met
name wanneer opgestaan wordt vanuit liggende of zittende houding) en pijn in gewrichten of
spieren en verlaagde spiegels van een eiwit in de rode bloedcellen (hemoglobine) gerapporteerd.
Soms (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen): verhoogde hartslag, blozen, hoest,
diarree, gestoorde spijsvertering/brandend maagzuur, seksuele disfunctie (problemen met
seksuele prestaties), pijn op de borst.
Sommige bijwerkingen zijn gemeld sinds het op de markt komen van Irbesartan Zentiva.
Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: gevoel van duizeligheid, hoofdpijn,
smaakstoornissen, oorsuizen, spierkrampen, pijn in uw gewrichten en spieren, verminderd aantal rode
bloedcellen (anemie – klachten zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij
inspanning, duizeligheid en bleekheid), verminderd aantal bloedplaatjes, verstoring van de werking
van de lever, verhoogd kaliumgehalte in het bloed, verminderde werking van de nieren en ontsteking
van kleine bloedvaten voornamelijk in de huid (een aandoening bekend als leukocytoclastische
vasculitis), ernstige allergische reacties (anafylactische shock) en een lage bloedsuikerspiegel. Soms
zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit) gemeld.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
138
Bewaren beneden 30°C.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is irbesartan. Elke tablet van Irbesartan Zentiva 150 mg bevat
150 mg irbesartan.
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose,
carboxymethylcellulosenatrium, hypromellose, colloïdaal siliciumdioxide, magnesiumstearaat,
titaniumdioxide, macrogol 3000, cera carnauba.
Hoe ziet Irbesartan Zentiva er uit en wat zit er in een verpakking?
Irbesartan Zentiva 150 mg filmomhulde tabletten zijn wit tot gebroken wit, biconvex en ovaalvormig
met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2872 ingegraveerd aan de andere zijde.
Irbesartan Zentiva 150 mg filmomhulde tabletten worden geleverd in verpakkingen met 14, 28, 30, 56,
84, 90 of 98 filmomhulde tabletten in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Verpakking (EAV) van
56 x 1 filmomhulde tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant:
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Sanofi-Aventis, S.A.
Ctra. C-35 (La Batlloria-Hostalric), km. 63.09
17404 Riells i Viabrea (Girona)
Spanje
139
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
PV-Belgium@zentiva.com
България
Zentiva, k.s.
Тел: +35924417136
PV-Bulgaria@zentiva.com
Česká republika
Zentiva, k.s.
Tel: +420 267 241 111
PV-Czech-Republic@zentiva.com
Danmark
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +45 787 68 400
PV-Denmark@zentiva.com
Deutschland
Zentiva Pharma GmbH
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
PV-Germany@zentiva.com
Eesti
Zentiva, k.s.
Tel: +372 52 70308
PV-Estonia@zentiva.com
Ελλάδα
Zentiva, k.s.
Τηλ: +30 211 198 7510
PV-Greece@zentiva.com
España
Zentiva, k.s.
Tel: +34 931 815 250
PV-Spain@zentiva.com
France
Zentiva France
Tél: +33 (0) 800 089 219
PV-France@zentiva.com
Lietuva
Zentiva, k.s.
Tel: +370 52152025
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Luxembourg@zentiva.com
Magyarország
Zentiva Pharma Kft.
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Hungary@zentiva.com
Malta
Zentiva, k.s.
Tel: +356 277 82 052
PV-Malta@zentiva.com
Nederland
Zentiva, k.s.
Tel: +31 202 253 638
PV-Netherlands@zentiva.com
Norge
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +47 219 66 203
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Tel: +43 720 778 877
PV-Austria@zentiva.com
Polska
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Poland@zentiva.com
Portugal
Zentiva Portugal, Lda
Tel: +351210601360
PV-Portugal@zentiva.com
140
Hrvatska
Zentiva d.o.o.
Tel: +385 1 6641 830
PV-Croatia@zentiva.com
Ireland
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
PV-Ireland@zentiva.com
Ísland
Zentiva Denmark ApS
Sími: +354 539 0650
PV-Iceland@zentiva.com
Italia
Zentiva Italia S.r.l.
Tel: +39-02-38598801
PV-Italy@zentiva.com
Κύπρος
Zentiva, k.s.
Τηλ: +357 240 30 144
PV-Cyprus@zentiva.com
Latvija
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
PV-Latvia@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
România
ZENTIVA S.A.
Tel: +4 021 304 7597
PV-Romania@zentiva.com
Slovenija
Zentiva, k.s.
Tel: +386 360 00 408
PV-Slovenia@zentiva.com
Slovenská republika
Zentiva, a.s.
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Slovakia@zentiva.com
Suomi/Finland
Zentiva Denmark ApS
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Finland@zentiva.com
Sverige
Zentiva Denmark ApS
Tel: +46 840 838 822
PV-Sweden@zentiva.com
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
141
Bijsluiter : informatie voor de gebruiker
Irbesartan Zentiva 300 mg filmomhulde tabletten
irbesartan
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor dit middel gebruikt?
Irbesartan Zentiva behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als angiotensine-II-
receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en zich bindt aan
receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een stijging van de
bloeddruk tot gevolg. Irbesartan Zentiva verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt. Irbesartan Zentiva vertraagt de
afname van de nierfunctie bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes.
Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij volwassen patiënten
bij de behandeling van hoge bloeddruk (essentiële
hypertensie)
ter bescherming van de nier bij type 2 diabetes patiënten met hoge bloeddruk waarbij door
laboratoriumtesten een verminderde nierfunctie is aangetoond.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent
allergisch
voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger.
(Het is ook beter om Irbesartan Zentiva te vermijden
tijdens de beginfase van de zwangerschap – zie de rubriek zwangerschap)
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis
en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
u krijgt last van
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen
u lijdt aan
hartproblemen
u krijgt Irbesartan Zentiva voor
diabetische nierziekte.
In dit geval zal uw arts regelmatig
bloedonderzoek uitvoeren, met name in geval van een slechte nierfunctie om de
bloedkaliumspiegels te meten
142
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel
(tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
u moet geopereerd worden
of u moet
verdovingsmiddelen krijgen
als u een van de volgende middelen om hoge bloeddruk te behandelen inneemt:
o
een “ACE-remmer” (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o
aliskiren.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek ‘Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”.
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige nadelige
effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten omdat de veiligheid en
werkzaamheid nog niet volledig zijn vastgesteld.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Zentiva nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Uw arts kan het nodig achten om uw dosis te veranderen en/of andere voorzorgsmaatregelen te nemen:
Indien u een ACE-remmer of aliskiren gebruikt (zie ook informatie in de rubrieken ‘Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?” en “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
U zou bloedcontroles nodig kunnen hebben als u:
kaliumsupplementen gebruikt
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen gebruikt
kaliumsparende medicijnen (zoals bepaalde plaspillen) gebruikt
lithiumbevattende medicijnen gebruikt
repaglinide (medicijn voor het verlagen van de bloedsuikerspiegel)
Indien u bepaalde ontstekingsremmers inneemt (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen
(NSAID’s)), kan het effect van irbesartan afnemen.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Zentiva kan worden ingenomen met of zonder voedsel.
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden). Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Zentiva voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u
zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in plaats van Irbesartan
Zentiva. Irbesartan Zentiva wordt afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik kan ernstige nadelige
effecten hebben voor uw baby bij gebruik na de derde maand van de zwangerschap.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoeding te gaan geven. Irbesartan
Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een andere behandeling
143
voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een pasgeboren of een te
vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet door
Irbesartan Zentiva verminderd. Echter, af en toe kan duizeligheid of vermoeidheid optreden tijdens de
behandeling van hoge bloeddruk. Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts voordat u een
voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Zentiva bevat natrium.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet,
dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit middel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het
juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Wijze van inname
Irbesartan Zentiva is voor
oraal gebruik.
De tabletten dienen doorgeslikt te worden met voldoende
vocht (b.v. een glas water). U kunt Irbesartan Zentiva innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw
dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat
u doorgaat met het innemen van dit medicijn totdat uw arts u anders adviseert.
Patiënten met hoge bloeddruk
De gebruikelijke dosering is 150 mg éénmaal daags. De dosis mag later verhoogd worden tot
300 mg éénmaal daags, afhankelijk van het effect op uw bloeddruk.
Patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte
Bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes is éénmaal daags 300 mg de aanbevolen
onderhoudsdosering voor de behandeling van hiermee samenhangende nierziekte.
De arts kan een lagere dosis voorschrijven, met name bij patiënten die
dialyse van hun bloed
ondergaan,
of bij patiënten die
ouder zijn dan 75 jaar.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient bereikt te worden binnen 4 – 6 weken na het begin
van de behandeling.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar. Indien een kind
enkele tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
144
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Net als bij gelijksoortige geneesmiddelen, zijn in zeldzame gevallen allergische huidreacties (uitslag,
netelroos), evenals zwelling van het gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die
irbesartan kregen. Als u denkt dat u een dergelijke reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop dan met Irbesartan Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Zeer vaak: kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
De gerapporteerde bijwerkingen tijdens klinisch onderzoek bij patiënten die behandeld werden met
Irbesartan Zentiva zijn:
Zeer vaak (kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen): indien u hoge bloeddruk heeft en
type 2 diabetes met nierziekte kan bloedonderzoek een verhoogd kaliumgehalte aangeven.
Vaak (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen): duizeligheid, gevoel van
ziekte/overgeven, vermoeidheid en bloedonderzoek kan verhoogde spiegels aangeven van een
enzym wat een indicatie is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase). Bij patiënten met hoge
bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte werd tevens lage bloeddruk en duizeligheid (met
name wanneer opgestaan wordt vanuit liggende of zittende houding) en pijn in gewrichten of
spieren en verlaagde spiegels van een eiwit in de rode bloedcellen (hemoglobine) gerapporteerd.
Soms (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen): verhoogde hartslag, blozen, hoest,
diarree, gestoorde spijsvertering/brandend maagzuur, seksuele disfunctie (problemen met
seksuele prestaties), pijn op de borst.
Sommige bijwerkingen zijn gemeld sinds het op de markt komen van Irbesartan Zentiva.
Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: gevoel van duizeligheid, hoofdpijn,
smaakstoornissen, oorsuizen, spierkrampen, pijn in uw gewrichten en spieren, verminderd aantal rode
bloedcellen (anemie – klachten zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij
inspanning, duizeligheid en bleekheid), verminderd aantal bloedplaatjes, verstoring van de werking
van de lever, verhoogd kaliumgehalte in het bloed, verminderde werking van de nieren en ontsteking
van kleine bloedvaten voornamelijk in de huid (een aandoening bekend als leukocytoclastische
vasculitis), ernstige allergische reacties (anafylactische shock) en een lage bloedsuikerspiegel. Soms
zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit) gemeld.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit middel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en op de
blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
145
Bewaren beneden 30°C.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is irbesartan. Elke tablet van Irbesartan Zentiva 300 mg bevat
300 mg irbesartan.
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose,
carboxymethylcellulosenatrium, hypromellose, colloïdaal siliciumdioxide, magnesiumstearaat,
titaniumdioxide, macrogol 3000, cera carnauba.
Hoe ziet Irbesartan Zentiva er uit en wat zit er in een verpakking?
Irbesartan Zentiva 300 mg filmomhulde tabletten zijn wit tot gebroken wit, biconvex en ovaalvormig
met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2873 ingegraveerd aan de andere zijde.
Irbesartan Zentiva 300 mg filmomhulde tabletten worden geleverd in verpakkingen met 14, 28, 30, 56,
84, 90 of 98 filmomhulde tabletten in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Verpakking (EAV) van
56 x 1 filmomhulde tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant:
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Sanofi-Aventis, S.A.
Ctra. C-35 (La Batlloria-Hostalric), km. 63.09
17404 Riells i Viabrea (Girona)
Spanje
146
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
PV-Belgium@zentiva.com
България
Zentiva, k.s.
Тел: +35924417136
PV-Bulgaria@zentiva.com
Česká republika
Zentiva, k.s.
Tel: +420 267 241 111
PV-Czech-Republic@zentiva.com
Danmark
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +45 787 68 400
PV-Denmark@zentiva.com
Deutschland
Zentiva Pharma GmbH
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
PV-Germany@zentiva.com
Eesti
Zentiva, k.s.
Tel: +372 52 70308
PV-Estonia@zentiva.com
Ελλάδα
Zentiva, k.s.
Τηλ: +30 211 198 7510
PV-Greece@zentiva.com
España
Zentiva, k.s.
Tel: +34 931 815 250
PV-Spain@zentiva.com
France
Zentiva France
Tél: +33 (0) 800 089 219
PV-France@zentiva.com
Lietuva
Zentiva, k.s.
Tel: +370 52152025
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Luxembourg@zentiva.com
Magyarország
Zentiva Pharma Kft.
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Hungary@zentiva.com
Malta
Zentiva, k.s.
Tel: +356 277 82 052
PV-Malta@zentiva.com
Nederland
Zentiva, k.s.
Tel: +31 202 253 638
PV-Netherlands@zentiva.com
Norge
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +47 219 66 203
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Tel: +43 720 778 877
PV-Austria@zentiva.com
Polska
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Poland@zentiva.com
Portugal
Zentiva Portugal, Lda
Tel: +351210601360
PV-Portugal@zentiva.com
147
Hrvatska
Zentiva d.o.o.
Tel: +385 1 6641 830
PV-Croatia@zentiva.com
Ireland
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
PV-Ireland@zentiva.com
Ísland
Zentiva Denmark ApS
Sími: +354 539 0650
PV-Iceland@zentiva.com
Italia
Zentiva Italia S.r.l.
Tel: +39-02-38598801
PV-Italy@zentiva.com
Κύπρος
Zentiva, k.s.
Τηλ: +357 240 30 144
PV-Cyprus@zentiva.com
Latvija
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
PV-Latvia@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
România
ZENTIVA S.A.
Tel: +4 021 304 7597
PV-Romania@zentiva.com
Slovenija
Zentiva, k.s.
Tel: +386 360 00 408
PV-Slovenia@zentiva.com
Slovenská republika
Zentiva, a.s.
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Slovakia@zentiva.com
Suomi/Finland
Zentiva Denmark ApS
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Finland@zentiva.com
Sverige
Zentiva Denmark ApS
Tel: +46 840 838 822
PV-Sweden@zentiva.com
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
148

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Irbesartan Zentiva 75 mg tabletten.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Elke tablet bevat 75 mg irbesartan.
Hulpstof met bekend effect: 15,37 mg lactosemonohydraat per tablet.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM

Tablet.
Wit tot gebroken wit, biconvex en ovaal van vorm, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de
andere kant het nummer 2771.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties


Irbesartan Zentiva is geïndiceerd voor de behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen.
Het is ook geïndiceerd voor de behandeling van nefropathie bij volwassen patiënten met hypertensie
en type 2 diabetes mellitus als onderdeel van een antihypertensieve medicatie (zie rubrieken 4.3, 4.4,
4.5 en 5.1).

4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering
De gebruikelijke aanbevolen aanvangs- en onderhoudsdosis bedraagt 150 mg éénmaal daags, met of
zonder voedsel. Een dosis van éénmaal daags 150 mg Irbesartan Zentiva resulteert in een betere
controle van de bloeddruk gedurende 24 uur dan 75 mg. Echter, er kan overwogen worden de
behandeling te beginnen met 75 mg, met name bij patiënten die hemodialyse ondergaan en bij oudere
patiënten boven de 75 jaar.
Bij patiënten die onvoldoende onder controle zijn te brengen met 150 mg éénmaal daags, kan de
dosering Irbesartan Zentiva verhoogd worden tot 300 mg, of er kan een ander antihypertensivum
worden toegevoegd (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1). In het bijzonder is aangetoond dat toevoeging
van een diureticum zoals hydrochloorthiazide tot een additief effect van Irbesartan Zentiva leidt (zie
rubriek 4.5).
Bij type 2 diabetes patiënten met hypertensie, dient voor de behandeling van nefropathie te worden
gestart met éénmaal daags 150 mg irbesartan en te worden getitreerd naar de aanbevolen
onderhoudsdosering van éénmaal daags 300 mg.
Het bewijs voor het gunstig effect op de nier van Irbesartan Zentiva bij type 2 diabetes patiënten met
hypertensie is gebaseerd op onderzoeken waar irbesartan werd toegevoegd aan andere
antihypertensiva, die zo nodig werden gebruikt om de gewenste bloeddrukwaarde te bereiken (zie
rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1)

In patients insufficiently controlled with 150 mg once daily, the dose of Irbesartan Zentiva can be
increased to 300 mg, or other antihypertensive agents can be added (see sections 4.3, 4.4, 4.5 and 5.1).
In particular, the addition of a diuretic such as hydrochlorothiazide has been shown to have an additive
effect with Irbesartan Zentiva (see section 4.5).
Verminderde leverfunctie
Patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Er is geen
klinische ervaring bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Oudere patiënten
Hoewel men in overweging dient te nemen om bij patiënten ouder dan 75 jaar te beginnen met 75 mg,
is er doorgaans bij oudere patiënten geen dosisaanpassing nodig.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Irbesartan Zentiva bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn
nog niet vastgesteld. De beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2,
maar er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik

4.3 Contra-indicaties

Overgevoeligheid voor de werkzame stof, of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Zentiva met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-
indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m2) (zie
rubrieken 4.5 en 5.1).

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik

Intravasculaire volumedepletie: symptomatische hypotensie, met name na de eerste dosis, kan
optreden bij patiënten die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling
met diuretica, diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden
gecorrigeerd voordat met de behandeling van Irbesartan Zentiva begonnen wordt.
Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een stenose in de arterie
naar slechts één werkende nier lopen een groter risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie, als
ze behandeld worden met geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem. Hoewel dit niet is gedocumenteerd voor Irbesartan Zentiva, kan een dergelijk
effect verwacht worden bij het gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten.
Nierfunctieverlies en niertransplantatie: als Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij patiënten met
nierfunctieverlies, wordt periodieke controle van de serumkalium- en serumcreatininespiegels
aanbevolen. Er is geen ervaring met de toediening van Irbesartan Zentiva bij patiënten die recent een
niertransplantatie hebben ondergaan.
Hypertensieve patiënten met type 2 diabetes en nefropathie: uit een analyse van de studie bij patiënten
met vergevorderde nefropathie bleek dat de effecten van irbesartan op zowel renale als
deze minder positief waren bij vrouwen en niet-blanke patiënten (zie rubriek 5.1).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS): er is bewijs dat bij
gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten of aliskiren het risico op
hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) toeneemt.
Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-
receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.5 en 5.1). Als
behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Hyperkaliëmie: zoals bij andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem kan hyperkaliëmie optreden tijdens de behandeling met Irbesartan Zentiva. Dit
geldt met name voor patiënten met een verminderde nierfunctie, uitgesproken proteïnurie als gevolg
van diabetische nefropathie, en/of hartfalen. Bij risicopatiënten wordt nauwgezette controle van het
serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Hypoglykemie: Irbesartan Zentiva kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij
patiënten behandeld met insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring
overwogen worden; een dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer
aangewezen (zie rubriek 4.5).
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Zentiva niet aanbevolen.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Zoals ook waargenomen voor ACE-remmers, zijn irbesartan en de andere angiotensine-2-
receptorantagonisten duidelijk minder effectief in verlaging van de bloeddruk bij patiënten met een
donkere huidskleur dan bij patiënten met een lichte huidskleur, mogelijk als gevolg van de hogere
prevalentie van een laag-renine status in de zwarte hypertensieve populatie (zie rubriek 5.1).
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
zijn onvoldoende ter onderbouwing van een verbreding van het gebruik in kinderen totdat nieuwe
gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 4.8, 5.1 en 5.2).
Hulpstoffen:
Lactose: patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele
lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Natrium: dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

Diuretica en andere antihypertensiva: andere antihypertensiva kunnen het hypotensieve effect van
irbesartan vergroten, hoewel Irbesartan Zentiva veilig is gecombineerd met andere antihypertensiva,
zoals bètablokkers, langwerkende calciumantagonisten en thiazidediuretica. Voorafgaande
behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van hypotensie tot gevolg
hebben, als met de behandeling met Irbesartan Zentiva begonnen wordt (zie rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies hebben laten zien
dat dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Kaliumsupplementen en kaliumsparende diuretica: op grond van ervaringen met het gebruik van
andere geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensinesysteem kan het gelijktijdig
gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparine), leiden tot verhogingen van het serumkalium, en zijn daarom niet aanbevolen (zie
rubriek 4.4).
Lithium: reversibele toenames in serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Deze combinatie wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien
gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te
controleren.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de Cmax en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
zijn (zie rubriek 4.4).


Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding

Zwangerschap
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Borstvoeding:
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan Zentiva
tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding
hebben alternatieve behandelingen met een beter vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het
bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Vruchtbaarheid:
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).

Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat irbesartan invloed
heeft op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Bij het besturen van
voertuigen of het bedienen van machines, dient er rekening mee gehouden te worden dat duizeligheid
of vermoeidheid kunnen optreden tijdens de behandeling.

4.8 Bijwerkingen

In placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met hypertensie was er over het algemeen geen
verschil in de incidentie van bijwerkingen tussen de irbesartangroep (56,2%) en de placebogroep
(56,5%). Staken als gevolg van klinische verschijnselen of afwijkende laboratoriumwaarden kwam
minder vaak voor bij de met irbesartan behandelde patiënten (3,3%) ten opzichte van de placebogroep
(4,5%). De incidentie van bijwerkingen was niet gerelateerd aan dosis (binnen het aanbevolen
doseringsgebied), geslacht, leeftijd, ras of duur van de behandeling.
Bij diabetische hypertensieve patiënten met microalbuminurie en een normale nierfunctie werd
orthostatische duizeligheid bij 0,5% van de patiënten (d.w.z. zelden) gemeld, maar vaker dan bij de
placebogroep.
De volgende tabel toont de bijwerkingen die gemeld waren in placebogecontroleerde onderzoeken
waarbij 1965 hypertensieve patiënten irbesartan toegediend kregen. Bij diabetische hypertensieve
patiënten met chronische nierinsufficiëntie en proteïnurie, werden bij > 2% van de patiënten en meer
dan bij placebo tevens de volgende bijwerkingen gemeld, gemarkeerd met een ster (*).
De frequentie van de hieronder vermelde ongewenste reacties is gedefinieerd met gebruikmaking van
de volgende conventie: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100, < 1/10); soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden
( 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen
gerangschikt naar afnemende ernst.
Bijwerkingen die gemeld zijn tijdens de post-marketing ervaringen staan ook vermeld. Deze
bijwerkingen zijn afgeleid van spontane meldingen.
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Niet bekend:
anemie, trombocytopenie

Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
overgevoeligheidsreacties zoals angioedeem, uitslag, jeuk, anafylactische reactie,
anafylactische shock
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Niet bekend:
hyperkaliëmie, hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
duizeligheid, orthostatische duizeligheid*
Niet bekend:
vertigo, hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Niet bekend:
tinnitus
Hartaandoeningen
Soms:
tachycardie
Bloedvataandoeningen
Vaak:
orthostatische hypotensie*
Soms:
roodheid (flushing)
Soms:
hoesten
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree, dyspepsie/brandend maagzuur
Niet bekend: dysgeusie
Lever- en galaandoeningen
Soms:
geelzucht
Niet bekend:
hepatitis, abnormale leverfuncties
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend: leukocytoclastische vasculitis
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak:
pijn aan de skeletspieren*
Niet bekend:
gewrichtspijn, myalgie (soms samenhangend met verhoogde plasma creatine kinase
spiegels), spierkrampen
Nier- en urinewegaandoeningen
Niet bekend:
aangetaste nierfunctie inclusief gevallen van nierfalen bij risicopatiënten. (zie
rubriek 4.4)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms:
seksuele disfunctie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
vermoeidheid
Soms:
pijn op de borst
Onderzoeken
Zeer vaak:
Hyperkaliëmie* kwam vaker voor bij diabetespatiënten die behandeld werden met
irbesartan ten opzichte van placebo. Bij hypertensieve diabetespatiënten met
microalbuminurie en normale nierfunctie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l) voor
bij 29,4% van de patiënten in de irbesartan 300 mg groep en bij 22% van de
patiënten in de placebogroep. Bij hypertensieve diabetespatiënten met chronische
nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l)
voor bij 46,3% van de patiënten in de irbesartan groep en 26,3% van de patiënten
in de placebogroep.
Vaak:
Belangrijke verhogingen van plasmacreatinekinase werden vaak waargenomen
(1,7%) bij met irbesartan behandelde personen. Geen van deze verhogingen werd
in verband gebracht met aantoonbare klinische spier/skeletverschijnselen.
Bij 1,7% van de hypertensieve patiënten met vergevorderde diabetische nefropathie
behandeld met irbesartan, werd een niet klinisch relevante afname van
haemoglobine* gezien.
Pediatrische patiënten
In een gerandomiseerd onderzoek met 318 kinderen en adolescenten van 6 tot 16 jaar met hypertensie,
kwamen de volgende bijwerkingen voor tijdens de 3 weken dubbel-blind fase: hoofdpijn (7,9%),
hypotensie (2,2%), duizeligheid (1,9%), hoesten (0,9%). In de 26 weken open-label periode van deze
studie, waren de meest frequente laboratoriumafwijkingen een toename in creatinine (6,5%) en
verhoogde CK waarden in 2% van de behandelde kinderen.
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering

De ervaring bij volwassenen die gedurende acht weken doseringen kregen tot 900 mg/dag wees niet op
toxiciteit. De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering zijn naar verwachting hypotensie en
tachycardie; bradycardie kan ook optreden door overdosering. Er is geen specifieke informatie
beschikbaar over de behandeling na overdosering met Irbesartan Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig
geobserveerd te worden en de behandeling dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Opwekken
van braken en/of maagspoelen kunnen in overweging gegeven worden. Actieve kool kan nuttig zijn bij
de behandeling van overdosering. Irbesartan wordt door hemodialyse niet verwijderd.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen


Farmacotherapeutische categorie: Angiotensine-2-antagonisten, enkelvoudig, ATC-code: C09C A04
Werkingsmechanisme
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (type AT1)-antagonist.
Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT1-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT1)-receptoren leidt tot een verhoging van plasmareninespiegels en
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels niet belangrijk beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan
remt niet het ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine
afbreekt tot onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te
zijn.
Klinische werkzaamheid

Hypertensie
Irbesartan verlaagt de bloeddruk met minimale veranderingen van de hartslag. De bloeddrukdaling is
van de dosis afhankelijk bij éénmaal daagse doseringen en tendeert af te vlakken bij doseringen hoger
dan 300 mg. Doseringen van 150-300 mg éénmaal daags verlagen de bloeddruk tijdens de dalperiode
(d.w.z. 24 uur na inname) zowel in liggende als in zittende positie met gemiddeld 8-13/5-8 mm Hg
(systolisch/diastolisch) meer dan in geval van placebo.
De maximale bloeddrukdaling wordt 3-6 uur na inname bereikt en het bloeddrukverlagend effect
houdt ten minste 24 uur aan. Bij de aanbevolen doseringen was de verlaging van de bloeddruk na
24 uur 60-70% van de corresponderende maximale diastolische en systolische bloeddruk. Eénmaal
daags 150 mg gaf dal- en gemiddelde 24-uurs effecten die vergelijkbaar waren met dezelfde totale
dosis verdeeld over twee giften.
Het bloeddrukverlagend effect van Irbesartan Zentiva treedt binnen 1-2 weken op; een maximaal
effect wordt 4-6 weken na aanvang van de behandeling bereikt. De antihypertensieve effecten houden
aan bij chronisch gebruik. Na staken van de behandeling keert de bloeddruk geleidelijk terug naar de
uitgangswaarde. `Re-bound'-hypertensie is niet waargenomen.
De bloeddrukverlagende effecten van irbesartan en thiazidediuretica zijn additief. Bij patiënten bij wie
de behandeling met irbesartan alleen niet voldoende is, resulteert toevoeging aan irbesartan van laag
bloeddrukdaling tijdens de dalperiode van 7-10/3-6 mm Hg (systolisch/diastolisch).
De werkzaamheid van Irbesartan Zentiva wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht. Evenals het
geval is bij andere geneesmiddelen die invloed uitoefenen op het renine-angiotensinesysteem,
vertonen hypertensiepatiënten met een zwarte huidskleur een opvallend geringere reactie op
irbesartanmonotherapie. Als aan de behandeling met irbesartan een lage dosis hydrochloorthiazide
(b.v. 12,5 mg per dag) wordt toegevoegd, benadert het bloeddrukverlagend effect bij patiënten met een
zwarte huidskleur dat bij blanken.
Er is geen klinisch belangrijk effect op het serumurinezuur en op de urinezuurexcretie in de urine.
Pediatrische patiënten
Daling van de bloeddruk met een getitreerde doeldosering van 0,5 mg/kg (lage dosis), 1,5 mg/kg
(medium dosis) en 4,5 mg/kg (hoge dosis), werd gedurende 3 weken geëvalueerd bij 318 kinderen en
adolescenten van 6-16 jaar met hypertensie of risico op hypertensie (diabetes, hypertensie in de
familie). Na 3 weken was de gemiddelde daling versus de uitgangswaarde in de primaire effectiviteit
variabel, de zittend gemeten dalwaarde voor de systolische bloeddruk (SeSBP), 11,7 mmHg (lage
dosis), 9,3 mmHg (medium dosis), 13,2 mmHg (hoge dosis). Er waren geen significant verschillen
zichtbaar tussen de doseringen. De aangepaste gemiddelde verandering in de zittend gemeten
dalwaarde voor diastolische bloeddruk (SeDBP) was: 3,8 mmHg (lage dosis), 3,2 mmHg (medium
dosis), 5,6 mmHg (hoge dosis). Gedurende een volgende tweeweekse periode werden patiënten
opnieuw gerandomiseerd naar ofwel actieve behandeling ofwel een placebo. Patiënten behandeld met
placebo hadden een toename in de bloeddruk van 2,4 en 2,0 mmHg in respectievelijk SeSBP en
SeDBP vergeleken met een verandering van respectievelijk +0,1 en -0,3 mmHg in de groep behandeld
met irbesartan (zie rubriek 4.2).
Hypertensie en type 2 diabetes met nefropathie
De 'Irbesartan Diabetische Nefropathie Trial (IDNT)' toont aan dat irbesartan de progressie van
nefropathie vermindert bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie.
IDNT is een dubbelblind, gecontroleerd morbiditeits- en mortaliteitsonderzoek waarbij Irbesartan
Zentiva, amlodipine en placebo werden vergeleken. Bij 1715 hypertensieve patiënten met
type 2 diabetes, proteïnurie 900 mg/dag en serumcreatininewaarden van 1,0­3,0 mg/dl, werden de
lange termijn effecten (gemiddeld 2,6 jaar) van Irbesartan Zentiva op de progressie van nefropathie en
mortaliteit onderzocht. Patiënten werden getitreerd van 75 mg naar een onderhoudsdosering van
300 mg Irbesartan Zentiva, van 2,5 mg naar 10 mg amlodipine, of placebo zoveel als werd getolereerd.
In alle behandelingsgroepen werden patiënten behandeld met 2 tot 4 antihypertensiva (b.v. diuretica,
bètablokkers, alfa-blokkers) om de vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde van
135/85 mmHg, of indien de uitgangswaarde > 160 mmHg was een 10 mmHg afname in systolische
druk, te bereiken. Zestig procent (60%) van de patiënten in de placebogroep bereikten deze
streefbloeddrukwaarde, terwijl dit cijfer voor de irbesartan en amlodipine groepen, 76% respectievelijk
78% was. Irbesartan verminderde significant het relatieve risico op het primaire gecombineerde
eindpunt van verdubbeling van het serumcreatinine, terminale nefropathie of mortaliteit. Ongeveer
33% van de patiënten in de irbesartangroep bereikte het primaire renale samengestelde eindpunt
vergeleken met 39% en 41% in de placebo- en amlodipinegroep [20% relatieve risico reductie versus
placebo (p= 0,024) en 23% relatieve risico reductie vergeleken met amlodipine (p= 0,006)]. Wanneer
de individuele componenten van het primaire gecombineerde eindpunt werden geanalyseerd, werd er
geen effect in mortaliteit waargenomen, terwijl een positieve trend in afname van terminale
nefropathie en een significante reductie van verdubbeling van serumcreatinine werd waargenomen.
Subgroepen bestaande uit geslacht, ras, leeftijd, duur van diabetes, uitgangsbloeddrukwaarde,
serumcreatinine, en albumine excretiesnelheid werden beoordeeld op het effect van de behandeling. In
de vrouwelijke en donkere huidskleur subgroepen, welke 32% respectievelijk 26% van de gehele
studiepopulatie vertegenwoordigden, was een gunstig effect op de nier niet duidelijk, hoewel de
betrouwbaarheidsintervallen dit niet uitsluiten. Voor het secundaire eindpunt van fatale en niet-fatale
cardiovasculaire voorvallen, was er geen significant verschil tussen de drie groepen in de totale
populatie, hoewel een toegenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij vrouwen en een
afgenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij mannen in de irbesartangroep versus het op
vrouwen in het op irbesartan gebaseerde regime versus het op amlodipine gebaseerde regime, terwijl
hospitalisatie als gevolg van hartfalen in de gehele populatie was afgenomen. Echter er is geen
duidelijke verklaring gevonden voor deze bevindingen bij vrouwen.
Het onderzoek naar de effecten van 'Irbesartan op Microalbuminurie in Hypertensieve Patiënten met
type 2 Diabetes Mellitus (IRMA 2)' toont aan dat irbesartan 300 mg de progressie tot uitgesproken
proteïnurie in patiënten met microalbuminurie vertraagt. IRMA 2 is een placebogecontroleerd
dubbelblind/morbiditeitsonderzoek bij 590 patiënten met type 2 diabetes, microalbuminurie
(30-300 mg/dag) en normale nierfunctie (serum creatinine 1,5 mg/dl in mannen en < 1,1 mg/dl in
vrouwen). Het onderzoek betrof de lange termijn effecten (2 jaar) van Irbesartan Zentiva op de
progressie tot klinisch (uitgesproken) proteïnurie (urinaire albumine excretie snelheid > 300 mg/dag,
en een toename in de urinaire albumine excretie snelheid van minstens 30% t.o.v. de
uitgangssnelheid). De vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde was 135/85 mmHg. Indien
nodig werden, om de streefbloeddrukwaarde te bereiken, extra antihypertensiva (m.u.v. ACE-
remmers, angiotensine-2-receptorantagonisten en dihydropyridine calciumblokkers) gegeven. Terwijl
vergelijkbare bloeddrukwaarden werden bereikt in alle behandelingsgroepen, bereikte minder
patiënten met irbesartan 300 mg (5,2%) dan met placebo (14,9%) of in de irbesartan 150 mg groep
(9,7%) het eindpunt van uitgesproken proteïnurie, hetgeen een 70% afname in relatief risico voor de
hogere dosis versus placebo (p = 0,0004) demonstreert. Een samenhangende verbetering in de
glomerulaire filtratie snelheid (GFR) werd gedurende de eerste drie maanden van behandeling niet
waargenomen. De vertraging van de progressie tot klinisch uitgesproken proteïnurie was na drie
maanden zichtbaar en hield gedurende de periode van 2 jaar aan. Regressie tot een normale albumine
excretie (< 30 mg/dag) trad frequenter op in de Irbesartan Zentiva 300 mg groep (34%) dan in de
placebogroep (21%).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht. ONTARGET was een studie bij patiënten met een
voorgeschiedenis van cardiovasculair of cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in
combinatie met tekenen van eindorgaanschade. VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met
diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine-II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studiedie was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine-II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen

Absorptie
beschikbaarheid resulteerden in waarden van 60-80%. Gelijktijdig voedselgebruik had geen
belangrijke invloed op de biologische beschikbaarheid van irbesartan.
Distributie
De plasma-eiwitbinding is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume is 53-93 liter.
Biotransformatie
Na orale of intraveneuze toediening van 14C-irbesartan kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit toegeschreven worden aan onveranderd irbesartan. Irbesartan wordt door
glucuronidering en oxidatie in de lever omgezet. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ca. 6%). Onderzoek in vitro toont aan dat irbesartan voornamelijk geoxideerd
wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een verwaarloosbaar
effect.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg (tweemaal de maximaal aanbevolen dosering); het mechanisme hierachter is
niet bekend. 1,5-2 uur na orale toediening worden maximale plasmaconcentraties bereikt. De totale
lichaamsklaring en de klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3-3,5 ml/min. De
terminale eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. `Steady state'-
plasmaconcentraties worden bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse
doseringsschema. Een beperkte cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na
herhaalde éénmaal-daagse toediening. In een studie werd bij vrouwelijke hypertensiepatiënten een iets
hogere irbesartanplasmaconcentratie gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan
bleven ongewijzigd. Voor vrouwen is geen dosisaanpassing nodig. De AUC- en Cmax -waarden van
irbesartan waren in ouderen personen ( 65 jaar) iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter,
de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk gewijzigd. Voor oudere patiënten is dosisaanpassing
niet nodig.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de lever als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na IV-toediening van 14C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit teruggevonden in de
urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine uitgescheiden als
onveranderd irbesartan.


Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van irbesartan is bestudeerd in 23 hypertensieve kinderen na toediening van een
enkelvoudige en meervoudige dagelijkse dosering irbesartan (2 mg/kg) tot een maximale dagelijkse
dosering van 150 mg gedurende vier weken. Van deze 23 kinderen, was bij 21 een evaluatie mogelijk
voor een vergelijking met de farmacokinetiek bij volwassenen (twaalf van deze kinderen waren ouder
dan 12 jaar, negen kinderen waren tussen de 6 en 12 jaar). De resultaten toonden aan dat Cmax, AUC en
mate van klaring vergelijkbaar waren met die waargenomen in volwassen patiënten behandeld met
150 mg irbesartan per dag. Een beperkte accumulatie van irbesartan (18%) in plasma werd gezien na
herhaald eenmaal daags doseren.


Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd.
Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige leverfunctiestoornissen.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek

Er was geen bewijs voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
( 250 mg/kg/dag in ratten en 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses ( 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan in ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nier (zoals interstitiële
nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en creatinineplasmaconcentraties);
deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve effect van het geneesmiddel, welke
leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde irbesartan hyperplasie/hypertrofie van
de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses 90 mg/kg/dag, in makaken bij doses
10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden veroorzaakt door het
farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen lijkt de
hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortaliteit bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoek met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte, hydro-
ureter of subcutaan oedeem) zien op ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij konijnen werd
abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke toxiciteit,
waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en konijnen.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen


Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulosenatrium
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
Colloïdaal siliciumdioxide
Voorverstijfseld maïszetmeel
Poloxameer 188.


Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid

3 jaar.

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

Bewaren beneden 30°C.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking

Doos met 14 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doos met 28 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 98 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 x 1 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen

Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/06/376/001-005
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING / HERNIEUWING
VAN DE VERGUNNING

Datum van eerste vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 20 januari 2012
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau http://www.ema.europa.eu/.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Irbesartan Zentiva 150 mg tabletten.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Elke tablet bevat 150 mg irbesartan.
Hulpstof met bekend effect: 30,75 mg lactosemonohydraat per tablet.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM

Tablet.
Wit tot gebroken wit, biconvex en ovaal van vorm, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de
andere kant het nummer 2772.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties


Irbesartan Zentiva is geïndiceerd voor de behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen.
Het is ook geïndiceerd voor de behandeling van nefropathie bij volwassen patiënten met hypertensie
en type 2 diabetes mellitus als onderdeel van een antihypertensieve medicatie (zie rubrieken 4.3, 4.4,
4.5 en 5.1).

4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering
De gebruikelijke aanbevolen aanvangs- en onderhoudsdosis bedraagt 150 mg éénmaal daags, met of
zonder voedsel. Een dosis van éénmaal daags 150 mg Irbesartan Zentiva resulteert in een betere
controle van de bloeddruk gedurende 24 uur dan 75 mg. Echter, er kan overwogen worden de
behandeling te beginnen met 75 mg, met name bij patiënten die hemodialyse ondergaan en bij oudere
patiënten boven de 75 jaar.
Bij patiënten die onvoldoende onder controle zijn te brengen met 150 mg éénmaal daags, kan de
dosering Irbesartan Zentiva verhoogd worden tot 300 mg, of er kan een ander antihypertensivum
worden toegevoegd (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1). In het bijzonder is aangetoond dat toevoeging
van een diureticum zoals hydrochloorthiazide tot een additief effect van Irbesartan Zentiva leidt (zie
rubriek 4.5).
Bij type 2 diabetes patiënten met hypertensie, dient voor de behandeling van nefropathie te worden
gestart met éénmaal daags 150 mg irbesartan en te worden getitreerd naar de aanbevolen
onderhoudsdosering van éénmaal daags 300 mg.
Het bewijs voor het gunstig effect op de nier van Irbesartan Zentiva bij type 2 diabetes patiënten met
hypertensie is gebaseerd op onderzoeken waar irbesartan werd toegevoegd aan andere
antihypertensiva, die zo nodig werden gebruikt om de gewenste bloeddrukwaarde te bereiken (zie
rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1)

Verminderde nierfunctie
Patiënten met een verminderde nierfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Een lagere aanvangsdosis
(75 mg) dient overwogen te worden bij patiënten die hemodialyse ondergaan (zie rubriek 4.4).
Verminderde leverfunctie
Patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Er is geen
klinische ervaring bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Oudere patiënten
Hoewel men in overweging dient te nemen om bij patiënten ouder dan 75 jaar te beginnen met 75 mg,
is er doorgaans bij oudere patiënten geen dosisaanpassing nodig.
Pediatrische patiënten

De veiligheid en werkzaamheid van Irbesartan Zentiva bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn
nog niet vastgesteld. De beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2,
maar er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik

4.3 Contra-indicaties

Overgevoeligheid voor de werkzame stof, of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Zentiva met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-
indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m2) (zie
rubriek 4.5 en 5.1).

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik

Intravasculaire volumedepletie: symptomatische hypotensie, met name na de eerste dosis, kan
optreden bij patiënten die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling
met diuretica, diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden
gecorrigeerd voordat met de behandeling van Irbesartan Zentiva begonnen wordt.
Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een stenose in de arterie
naar slechts één werkende nier lopen een groter risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie, als
ze behandeld worden met geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem. Hoewel dit niet is gedocumenteerd voor Irbesartan Zentiva, kan een dergelijk
effect verwacht worden bij het gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten.
Nierfunctieverlies en niertransplantatie: als Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij patiënten met
nierfunctieverlies, wordt periodieke controle van de serumkalium- en serumcreatininespiegels
aanbevolen. Er is geen ervaring met de toediening van Irbesartan Zentiva bij patiënten die recent een
niertransplantatie hebben ondergaan.
Hypertensieve patiënten met type 2 diabetes en nefropathie: uit een analyse van de studie bij patiënten
met vergevorderde nefropathie bleek dat de effecten van irbesartan op zowel renale als
deze minder positief waren bij vrouwen en niet-blanke patiënten (zie rubriek 5.1).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS):er is bewijs dat bij
gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten of aliskiren het risico op
hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) toeneemt.
Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-
receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.5 en 5.1). Als
behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Hyperkaliëmie: zoals bij andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem kan hyperkaliëmie optreden tijdens de behandeling met Irbesartan Zentiva. Dit
geldt met name voor patiënten met een verminderde nierfunctie, uitgesproken proteïnurie als gevolg
van diabetische nefropathie, en/of hartfalen. Bij risicopatiënten wordt nauwgezette controle van het
serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Hypoglykemie: Irbesartan Zentiva kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij
patiënten behandeld met insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring
overwogen worden; een dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer
aangewezen (zie rubriek 4.5).
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Zentiva niet aanbevolen.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Zoals ook waargenomen voor ACE-remmers, zijn irbesartan en de andere angiotensine-2-
receptorantagonisten duidelijk minder effectief in verlaging van de bloeddruk bij patiënten met een
donkere huidskleur dan bij patiënten met een lichte huidskleur, mogelijk als gevolg van de hogere
prevalentie van een laag-renine status in de zwarte hypertensieve populatie (zie rubriek 5.1).
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
zijn onvoldoende ter onderbouwing van een verbreding van het gebruik in kinderen totdat nieuwe
gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 4.8, 5.1 en 5.2).
Hulpstoffen:
Lactose: patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele
lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Natrium: dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

Diuretica en andere antihypertensiva: andere antihypertensiva kunnen het hypotensieve effect van
irbesartan vergroten, hoewel Irbesartan Zentiva veilig is gecombineerd met andere antihypertensiva,
zoals bètablokkers, langwerkende calciumantagonisten en thiazidediuretica. Voorafgaande
behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van hypotensie tot gevolg
hebben, als met de behandeling met Irbesartan Zentiva begonnen wordt (zie rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Kaliumsupplementen en kaliumsparende diuretica: op grond van ervaringen met het gebruik van
andere geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensinesysteem kan het gelijktijdig
gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparine), leiden tot verhogingen van het serumkalium, en zijn daarom niet aanbevolen (zie
rubriek 4.4).
Lithium: reversibele toenames in serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Deze combinatie wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien
gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te
controleren.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de Cmax en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
zijn (zie rubriek 4.4).


Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding

Zwangerschap
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Borstvoeding
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan Zentiva
tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding
hebben alternatieve behandelingen met een beter vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het
bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).

Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat irbesartan invloed
heeft op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Bij het besturen van
voertuigen of het bedienen van machines, dient er rekening mee gehouden te worden dat duizeligheid
of vermoeidheid kunnen optreden tijdens de behandeling.

4.8 Bijwerkingen

In placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met hypertensie was er over het algemeen geen
verschil in de incidentie van bijwerkingen tussen de irbesartangroep (56,2%) en de placebogroep
(56,5%). Staken als gevolg van klinische verschijnselen of afwijkende laboratoriumwaarden kwam
minder vaak voor bij de met irbesartan behandelde patiënten (3,3%) ten opzichte van de placebogroep
(4,5%). De incidentie van bijwerkingen was niet gerelateerd aan dosis (binnen het aanbevolen
doseringsgebied), geslacht, leeftijd, ras of duur van de behandeling.
Bij diabetische hypertensieve patiënten met microalbuminurie en een normale nierfunctie werd
orthostatische duizeligheid bij 0,5% van de patiënten (d.w.z. zelden) gemeld, maar vaker dan bij de
placebogroep.
De volgende tabel toont de bijwerkingen die gemeld waren in placebogecontroleerde onderzoeken
waarbij 1965 hypertensieve patiënten irbesartan toegediend kregen. Bij diabetische hypertensieve
patiënten met chronische nierinsufficiëntie en proteïnurie, werden bij > 2% van de patiënten en meer
dan bij placebo tevens de volgende bijwerkingen gemeld, gemarkeerd met een ster (*).
De frequentie van de hieronder vermelde ongewenste reacties is gedefinieerd met gebruikmaking van
de volgende conventie: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100, < 1/10); soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden
( 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen
gerangschikt naar afnemende ernst.
Bijwerkingen die gemeld zijn tijdens de post-marketing ervaringen staan ook vermeld. Deze
bijwerkingen zijn afgeleid van spontane meldingen.
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Niet bekend:
anemie, trombocytopenie
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
overgevoeligheidsreacties zoals angioedeem, uitslag, jeuk, anafylactische reactie,
anafylactische shock
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Niet bekend:
hyperkaliëmie, hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
duizeligheid, orthostatische duizeligheid*
Niet bekend:
vertigo, hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Niet bekend:
tinnitus
Hartaandoeningen
Soms:
tachycardie
Bloedvataandoeningen
Vaak:
orthostatische hypotensie*
Soms:
roodheid (flushing)
Soms:
hoesten
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree, dyspepsie/brandend maagzuur
Niet bekend:
dysgeusie
Lever- en galaandoeningen
Soms:
geelzucht
Niet bekend:
hepatitis, abnormale leverfuncties
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend:
leukocytoclastische vasculitis
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak:
pijn aan de skeletspieren*
Niet bekend:
gewrichtspijn, myalgie (soms samenhangend met verhoogde plasma creatine kinase
spiegels), spierkrampen
Nier- en urinewegaandoeningen
Niet bekend:
aangetaste nierfunctie inclusief gevallen van nierfalen bij risicopatiënten. (zie
rubriek 4.4)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms:
seksuele disfunctie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
vermoeidheid
Soms:
pijn op de borst
Onderzoeken
Zeer vaak:
Hyperkaliëmie* kwam vaker voor bij diabetespatiënten die behandeld werden met
irbesartan ten opzichte van placebo. Bij hypertensieve diabetespatiënten met
microalbuminurie en normale nierfunctie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l) voor
bij 29,4% van de patiënten in de irbesartan 300 mg groep en bij 22% van de
patiënten in de placebogroep. Bij hypertensieve diabetespatiënten met chronische
nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l)
voor bij 46,3% van de patiënten in de irbesartan groep en 26,3% van de patiënten
in de placebogroep.
Vaak:
Belangrijke verhogingen van plasmacreatinekinase werden vaak waargenomen
(1,7%) bij met irbesartan behandelde personen. Geen van deze verhogingen werd
in verband gebracht met aantoonbare klinische spier/skeletverschijnselen.
Bij 1,7% van de hypertensieve patiënten met vergevorderde diabetische nefropathie
behandeld met irbesartan, werd een niet klinisch relevante afname van
haemoglobine* gezien.
Pediatrische patiënten:
In een gerandomiseerd onderzoek met 318 kinderen en adolescenten van 6 tot 16 jaar met hypertensie,
kwamen de volgende bijwerkingen voor tijdens de 3 weken dubbel-blind fase: hoofdpijn (7,9%),
hypotensie (2,2%), duizeligheid (1,9%), hoesten (0,9%). In de 26 weken open-label periode van deze
studie, waren de meest frequente laboratoriumafwijkingen een toename in creatinine (6,5%) en
verhoogde CK waarden in 2% van de behandelde kinderen.
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering

De ervaring bij volwassenen die gedurende acht weken doseringen kregen tot 900 mg/dag wees niet op
toxiciteit. De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering zijn naar verwachting hypotensie en
tachycardie; bradycardie kan ook optreden door overdosering. Er is geen specifieke informatie
beschikbaar over de behandeling na overdosering met Irbesartan Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig
geobserveerd te worden en de behandeling dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Opwekken
van braken en/of maagspoelen kunnen in overweging gegeven worden. Actieve kool kan nuttig zijn bij
de behandeling van overdosering. Irbesartan wordt door hemodialyse niet verwijderd.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen


Farmacotherapeutische categorie: Angiotensine-2-antagonisten, enkelvoudig, ATC-code: C09C A04
Werkingsmechanisme
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (type AT1)-antagonist.
Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT1-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT1)-receptoren leidt tot een verhoging van plasmareninespiegels en
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels niet belangrijk beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan
remt niet het ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine
afbreekt tot onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te
zijn.
Klinische werkzaamheid

Hypertensie
Irbesartan verlaagt de bloeddruk met minimale veranderingen van de hartslag. De bloeddrukdaling is
van de dosis afhankelijk bij éénmaal daagse doseringen en tendeert af te vlakken bij doseringen hoger
dan 300 mg. Doseringen van 150-300 mg éénmaal daags verlagen de bloeddruk tijdens de dalperiode
(d.w.z. 24 uur na inname) zowel in liggende als in zittende positie met gemiddeld 8-13/5-8 mm Hg
(systolisch/diastolisch) meer dan in geval van placebo.
De maximale bloeddrukdaling wordt 3-6 uur na inname bereikt en het bloeddrukverlagend effect
houdt ten minste 24 uur aan. Bij de aanbevolen doseringen was de verlaging van de bloeddruk na
24 uur 60-70% van de corresponderende maximale diastolische en systolische bloeddruk. Eénmaal
daags 150 mg gaf dal- en gemiddelde 24-uurs effecten die vergelijkbaar waren met dezelfde totale
dosis verdeeld over twee giften.
Het bloeddrukverlagend effect van Irbesartan Zentiva treedt binnen 1-2 weken op; een maximaal
effect wordt 4-6 weken na aanvang van de behandeling bereikt. De antihypertensieve effecten houden
aan bij chronisch gebruik. Na staken van de behandeling keert de bloeddruk geleidelijk terug naar de
uitgangswaarde. `Re-bound'-hypertensie is niet waargenomen.
De bloeddrukverlagende effecten van irbesartan en thiazidediuretica zijn additief. Bij patiënten bij wie
de behandeling met irbesartan alleen niet voldoende is, resulteert toevoeging aan irbesartan van laag
bloeddrukdaling tijdens de dalperiode van 7-10/3-6 mm Hg (systolisch/diastolisch).
De werkzaamheid van Irbesartan Zentiva wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht. Evenals het
geval is bij andere geneesmiddelen die invloed uitoefenen op het renine-angiotensinesysteem,
vertonen hypertensiepatiënten met een zwarte huidskleur een opvallend geringere reactie op
irbesartanmonotherapie. Als aan de behandeling met irbesartan een lage dosis hydrochloorthiazide
(b.v. 12,5 mg per dag) wordt toegevoegd, benadert het bloeddrukverlagend effect bij patiënten met een
zwarte huidskleur dat bij blanken.
Er is geen klinisch belangrijk effect op het serumurinezuur en op de urinezuurexcretie in de urine.
Pediatrische patiënten
Daling van de bloeddruk met een getitreerde doeldosering van 0,5 mg/kg (lage dosis), 1,5 mg/kg
(medium dosis) en 4,5 mg/kg (hoge dosis), werd gedurende 3 weken geëvalueerd bij 318 kinderen en
adolescenten van 6-16 jaar met hypertensie of risico op hypertensie (diabetes, hypertensie in de
familie). Na 3 weken was de gemiddelde daling versus de uitgangswaarde in de primaire effectiviteit
variabel, de zittend gemeten dalwaarde voor de systolische bloeddruk (SeSBP), 11,7 mmHg (lage
dosis), 9,3 mmHg (medium dosis), 13,2 mmHg (hoge dosis). Er waren geen significant verschillen
zichtbaar tussen de doseringen. De aangepaste gemiddelde verandering in de zittend gemeten
dalwaarde voor diastolische bloeddruk (SeDBP) was: 3,8 mmHg (lage dosis), 3,2 mmHg (medium
dosis), 5,6 mmHg (hoge dosis). Gedurende een volgende tweeweekse periode werden patiënten
opnieuw gerandomiseerd naar ofwel actieve behandeling ofwel een placebo. Patiënten behandeld met
placebo hadden een toename in de bloeddruk van 2,4 en 2,0 mmHg in respectievelijk SeSBP en
SeDBP vergeleken met een verandering van respectievelijk +0,1 en -0,3 mmHg in de groep behandeld
met irbesartan (zie rubriek 4.2).
Hypertensie en type 2 diabetes met nefropathie
De 'Irbesartan Diabetische Nefropathie Trial (IDNT)' toont aan dat irbesartan de progressie van
nefropathie vermindert bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie.
IDNT is een dubbelblind, gecontroleerd morbiditeits- en mortaliteitsonderzoek waarbij Irbesartan
Zentiva, amlodipine en placebo werden vergeleken. Bij 1715 hypertensieve patiënten met
type 2 diabetes, proteïnurie 900 mg/dag en serumcreatininewaarden van 1,0­3,0 mg/dl, werden de
lange termijn effecten (gemiddeld 2,6 jaar) van Irbesartan Zentiva op de progressie van nefropathie en
mortaliteit onderzocht. Patiënten werden getitreerd van 75 mg naar een onderhoudsdosering van
300 mg Irbesartan Zentiva, van 2,5 mg naar 10 mg amlodipine, of placebo zoveel als werd getolereerd.
In alle behandelingsgroepen werden patiënten behandeld met 2 tot 4 antihypertensiva (b.v. diuretica,
bètablokkers, alfa-blokkers) om de vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde van
135/85 mmHg, of indien de uitgangswaarde > 160 mmHg was een 10 mmHg afname in systolische
druk, te bereiken. Zestig procent (60%) van de patiënten in de placebogroep bereikten deze
streefbloeddrukwaarde, terwijl dit cijfer voor de irbesartan en amlodipine groepen, 76% respectievelijk
78% was. Irbesartan verminderde significant het relatieve risico op het primaire gecombineerde
eindpunt van verdubbeling van het serumcreatinine, terminale nefropathie of mortaliteit. Ongeveer
33% van de patiënten in de irbesartangroep bereikte het primaire renale samengestelde eindpunt
vergeleken met 39% en 41% in de placebo- en amlodipinegroep [20% relatieve risico reductie versus
placebo (p= 0,024) en 23% relatieve risico reductie vergeleken met amlodipine (p= 0,006)]. Wanneer
de individuele componenten van het primaire gecombineerde eindpunt werden geanalyseerd, werd er
geen effect in mortaliteit waargenomen, terwijl een positieve trend in afname van terminale
nefropathie en een significante reductie van verdubbeling van serumcreatinine werd waargenomen.
Subgroepen bestaande uit geslacht, ras, leeftijd, duur van diabetes, uitgangsbloeddrukwaarde,
serumcreatinine, en albumine excretiesnelheid werden beoordeeld op het effect van de behandeling. In
de vrouwelijke en donkere huidskleur subgroepen, welke 32% respectievelijk 26% van de gehele
studiepopulatie vertegenwoordigden, was een gunstig effect op de nier niet duidelijk, hoewel de
betrouwbaarheidsintervallen dit niet uitsluiten. Voor het secundaire eindpunt van fatale en niet-fatale
cardiovasculaire voorvallen, was er geen significant verschil tussen de drie groepen in de totale
populatie, hoewel een toegenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij vrouwen en een
placebo gebaseerde regime. Een toegenomen incidentie van niet-fatale MI en beroerte werd gezien bij
vrouwen in het op irbesartan gebaseerde regime versus het op amlodipine gebaseerde regime, terwijl
hospitalisatie als gevolg van hartfalen in de gehele populatie was afgenomen. Echter er is geen
duidelijke verklaring gevonden voor deze bevindingen bij vrouwen.
Het onderzoek naar de effecten van 'Irbesartan op Microalbuminurie in Hypertensieve Patiënten met
type 2 Diabetes Mellitus (IRMA 2)' toont aan dat irbesartan 300 mg de progressie tot uitgesproken
proteïnurie in patiënten met microalbuminurie vertraagt. IRMA 2 is een placebogecontroleerd
dubbelblind/morbiditeitsonderzoek bij 590 patiënten met type 2 diabetes, microalbuminurie
(30-300 mg/dag) en normale nierfunctie (serum creatinine 1,5 mg/dl in mannen en < 1,1 mg/dl in
vrouwen). Het onderzoek betrof de lange termijn effecten (2 jaar) van Irbesartan Zentiva op de
progressie tot klinisch (uitgesproken) proteïnurie (urinaire albumine excretie snelheid > 300 mg/dag,
en een toename in de urinaire albumine excretie snelheid van minstens 30% t.o.v. de
uitgangssnelheid). De vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde was 135/85 mmHg. Indien
nodig werden, om de streefbloeddrukwaarde te bereiken, extra antihypertensiva (m.u.v. ACE-
remmers, angiotensine-2-receptorantagonisten en dihydropyridine calciumblokkers) gegeven. Terwijl
vergelijkbare bloeddrukwaarden werden bereikt in alle behandelingsgroepen, bereikte minder
patiënten met irbesartan 300 mg (5,2%) dan met placebo (14,9%) of in de irbesartan 150 mg groep
(9,7%) het eindpunt van uitgesproken proteïnurie, hetgeen een 70% afname in relatief risico voor de
hogere dosis versus placebo (p = 0,0004) demonstreert. Een samenhangende verbetering in de
glomerulaire filtratie snelheid (GFR) werd gedurende de eerste drie maanden van behandeling niet
waargenomen. De vertraging van de progressie tot klinisch uitgesproken proteïnurie was na drie
maanden zichtbaar en hield gedurende de periode van 2 jaar aan. Regressie tot een normale albumine
excretie (< 30 mg/dag) trad frequenter op in de Irbesartan Zentiva 300 mg groep (34%) dan in de
placebogroep (21%).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht. ONTARGET was een studie bij patiënten met een
voorgeschiedenis van cardiovasculair of cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in
combinatie met tekenen van eindorgaanschade. VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met
diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine-II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine-II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.


Absorptie
Na orale toediening wordt irbesartan goed geabsorbeerd: onderzoeken naar de absolute biologische
beschikbaarheid resulteerden in waarden van 60-80%. Gelijktijdig voedselgebruik had geen
belangrijke invloed op de biologische beschikbaarheid van irbesartan.
Distributie
De plasma-eiwitbinding is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume is 53-93 liter.
Biotransformatie
Na orale of intraveneuze toediening van 14C-irbesartan kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit toegeschreven worden aan onveranderd irbesartan. Irbesartan wordt door
glucuronidering en oxidatie in de lever omgezet. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ca. 6%). Onderzoek in vitro toont aan dat irbesartan voornamelijk geoxideerd
wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een verwaarloosbaar
effect.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg (tweemaal de maximaal aanbevolen dosering); het mechanisme hierachter is
niet bekend. 1,5-2 uur na orale toediening worden maximale plasmaconcentraties bereikt. De totale
lichaamsklaring en de klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3-3,5 ml/min. De
terminale eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. `Steady state'-
plasmaconcentraties worden bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse
doseringsschema. Een beperkte cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na
herhaalde éénmaal-daagse toediening. In een studie werd bij vrouwelijke hypertensiepatiënten een iets
hogere irbesartanplasmaconcentratie gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan
bleven ongewijzigd. Voor vrouwen is geen dosisaanpassing nodig. De AUC- en Cmax -waarden van
irbesartan waren in ouderen personen ( 65 jaar) iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter,
de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk gewijzigd. Voor oudere patiënten is dosisaanpassing
niet nodig.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de lever als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na IV-toediening van 14C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit teruggevonden in de
urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine uitgescheiden als
onveranderd irbesartan.


Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van irbesartan is bestudeerd in 23 hypertensieve kinderen na toediening van een
enkelvoudige en meervoudige dagelijkse dosering irbesartan (2 mg/kg) tot een maximale dagelijkse
dosering van 150 mg gedurende vier weken. Van deze 23 kinderen, was bij 21 een evaluatie mogelijk
voor een vergelijking met de farmacokinetiek bij volwassenen (twaalf van deze kinderen waren ouder
dan 12 jaar, negen kinderen waren tussen de 6 en 12 jaar). De resultaten toonden aan dat Cmax, AUC en
mate van klaring vergelijkbaar waren met die waargenomen in volwassen patiënten behandeld met
150 mg irbesartan per dag. Een beperkte accumulatie van irbesartan (18%) in plasma werd gezien na
herhaald eenmaal daags doseren.


Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd.
Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige leverfunctiestoornissen.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek

Er was geen bewijs voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
( 250 mg/kg/dag in ratten en 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses ( 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan in ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nier (zoals interstitiële
nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en creatinineplasmaconcentraties);
deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve effect van het geneesmiddel, welke
leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde irbesartan hyperplasie/hypertrofie van
de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses 90 mg/kg/dag, in makaken bij doses
10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden veroorzaakt door het
farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen lijkt de
hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortaliteit bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoek met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte, hydro-
ureter of subcutaan oedeem) zien op ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij konijnen werd
abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke toxiciteit,
waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en konijnen.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen


Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulosenatrium
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
Colloïdaal siliciumdioxide
Voorverstijfseld maïszetmeel
Poloxameer 188.


Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid

3 jaar.

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

Bewaren beneden 30°C.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking

Doos met 14 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doos met 28 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 98 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 x 1 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen

Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/06/376/006-010
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING / HERNIEUWING
VAN DE VERGUNNING

Datum van eerste vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 20 januari 2012
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau http://www.ema.europa.eu/.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Irbesartan Zentiva 300 mg tabletten.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Elke tablet bevat 300 mg irbesartan.
Hulpstof met bekend effect: 61,50 mg lactosemonohydraat per tablet.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM

Tablet.
Wit tot gebroken wit, biconvex en ovaal van vorm, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de
andere kant het nummer 2773.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties


Irbesartan Zentiva is geïndiceerd voor de behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen.
Het is ook geïndiceerd voor de behandeling van nefropathie bij volwassen patiënten met hypertensie
en type 2 diabetes mellitus als onderdeel van een antihypertensieve medicatie (zie rubrieken 4.3, 4.4,
4.5 en 5.1).

4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering
De gebruikelijke aanbevolen aanvangs- en onderhoudsdosis bedraagt 150 mg éénmaal daags, met of
zonder voedsel. Een dosis van éénmaal daags 150 mg Irbesartan Zentiva resulteert in een betere
controle van de bloeddruk gedurende 24 uur dan 75 mg. Echter, er kan overwogen worden de
behandeling te beginnen met 75 mg, met name bij patiënten die hemodialyse ondergaan en bij oudere
patiënten boven de 75 jaar.
Bij patiënten die onvoldoende onder controle zijn te brengen met 150 mg éénmaal daags, kan de
dosering Irbesartan Zentiva verhoogd worden tot 300 mg, of er kan een ander antihypertensivum
worden toegevoegd (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1). In het bijzonder is aangetoond dat toevoeging
van een diureticum zoals hydrochloorthiazide tot een additief effect van Irbesartan Zentiva leidt (zie
rubriek 4.5).
Bij type 2 diabetes patiënten met hypertensie, dient voor de behandeling van nefropathie te worden
gestart met éénmaal daags 150 mg irbesartan en te worden getitreerd naar de aanbevolen
onderhoudsdosering van éénmaal daags 300 mg.
Het bewijs voor het gunstig effect op de nier van Irbesartan Zentiva bij type 2 diabetes patiënten met
hypertensie is gebaseerd op onderzoeken waar irbesartan werd toegevoegd aan andere
antihypertensiva, die zo nodig werden gebruikt om de gewenste bloeddrukwaarde te bereiken (zie
rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1)

Verminderde nierfunctie
Patiënten met een verminderde nierfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Een lagere aanvangsdosis
(75 mg) dient overwogen te worden bij patiënten die hemodialyse ondergaan (zie rubriek 4.4).
Verminderde leverfunctie
Patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Er is geen
klinische ervaring bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Oudere patiënten
Hoewel men in overweging dient te nemen om bij patiënten ouder dan 75 jaar te beginnen met 75 mg,
is er doorgaans bij oudere patiënten geen dosisaanpassing nodig.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Irbesartan Zentiva bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn
nog niet vastgesteld. De beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2,
maar er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik

4.3 Contra-indicaties

Overgevoeligheid voor de werkzame stof, of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Zentiva met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-
indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m2) (zie
rubriek 4.5 en 5.1).

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik

Intravasculaire volumedepletie: symptomatische hypotensie, met name na de eerste dosis, kan
optreden bij patiënten die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling
met diuretica, diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden
gecorrigeerd voordat met de behandeling van Irbesartan Zentiva begonnen wordt.
Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een stenose in de arterie
naar slechts één werkende nier lopen een groter risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie, als
ze behandeld worden met geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem. Hoewel dit niet is gedocumenteerd voor Irbesartan Zentiva, kan een dergelijk
effect verwacht worden bij het gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten.
Nierfunctieverlies en niertransplantatie: als Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij patiënten met
nierfunctieverlies, wordt periodieke controle van de serumkalium- en serumcreatininespiegels
aanbevolen. Er is geen ervaring met de toediening van Irbesartan Zentiva bij patiënten die recent een
niertransplantatie hebben ondergaan.
Hypertensieve patiënten met type 2 diabetes en nefropathie: uit een analyse van de studie bij patiënten
met vergevorderde nefropathie bleek dat de effecten van irbesartan op zowel renale als
deze minder positief waren bij vrouwen en niet-blanke patiënten (zie rubriek 5.1).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS): er is bewijs dat bij
gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten of aliskiren het risico op
hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) toeneemt.
Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-
receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.5 en 5.1). Als
behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Hyperkaliëmie: zoals bij andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem kan hyperkaliëmie optreden tijdens de behandeling met Irbesartan Zentiva. Dit
geldt met name voor patiënten met een verminderde nierfunctie, uitgesproken proteïnurie als gevolg
van diabetische nefropathie, en/of hartfalen. Bij risicopatiënten wordt nauwgezette controle van het
serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Hypoglykemie: Irbesartan Zentiva kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij
patiënten behandeld met insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring
overwogen worden; een dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer
aangewezen (zie rubriek 4.5).
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Zentiva niet aanbevolen.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Zoals ook waargenomen voor ACE-remmers, zijn irbesartan en de andere angiotensine-2-
receptorantagonisten duidelijk minder effectief in verlaging van de bloeddruk bij patiënten met een
donkere huidskleur dan bij patiënten met een lichte huidskleur, mogelijk als gevolg van de hogere
prevalentie van een laag-renine status in de zwarte hypertensieve populatie (zie rubriek 5.1).
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Pediatrische patiënten: irbesartan is onderzocht in kinderen van 6 tot 16 jaar maar de huidige gegevens
zijn onvoldoende ter onderbouwing van een verbreding van het gebruik in kinderen totdat nieuwe
gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 4.8, 5.1 en 5.2).
Lactose: patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele
lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Natrium: dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

Diuretica en andere antihypertensiva: andere antihypertensiva kunnen het hypotensieve effect van
irbesartan vergroten, hoewel Irbesartan Zentiva veilig is gecombineerd met andere antihypertensiva,
zoals bètablokkers, langwerkende calciumantagonisten en thiazidediuretica. Voorafgaande
behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van hypotensie tot gevolg
hebben, als met de behandeling met Irbesartan Zentiva begonnen wordt (zie rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Kaliumsupplementen en kaliumsparende diuretica: op grond van ervaringen met het gebruik van
andere geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensinesysteem kan het gelijktijdig
gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparine), leiden tot verhogingen van het serumkalium, en zijn daarom niet aanbevolen (zie
rubriek 4.4).
Lithium: reversibele toenames in serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Deze combinatie wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien
gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te
controleren.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de Cmax en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).


farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding

Zwangerschap:
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen. Pasgeborenen van wie de moeder
angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen nauwkeurig gecontroleerd te worden op
hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Borstvoeding
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan Zentiva
tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding
hebben alternatieve behandelingen met een beter vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het
bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen

Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat irbesartan invloed
heeft op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Bij het besturen van
of vermoeidheid kunnen optreden tijdens de behandeling.

4.8 Bijwerkingen

In placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met hypertensie was er over het algemeen geen
verschil in de incidentie van bijwerkingen tussen de irbesartangroep (56,2%) en de placebogroep
(56,5%). Staken als gevolg van klinische verschijnselen of afwijkende laboratoriumwaarden kwam
minder vaak voor bij de met irbesartan behandelde patiënten (3,3%) ten opzichte van de placebogroep
(4,5%). De incidentie van bijwerkingen was niet gerelateerd aan dosis (binnen het aanbevolen
doseringsgebied), geslacht, leeftijd, ras of duur van de behandeling.
Bij diabetische hypertensieve patiënten met microalbuminurie en een normale nierfunctie werd
orthostatische duizeligheid bij 0,5% van de patiënten (d.w.z. zelden) gemeld, maar vaker dan bij de
placebogroep.
De volgende tabel toont de bijwerkingen die gemeld waren in placebogecontroleerde onderzoeken
waarbij 1965 hypertensieve patiënten irbesartan toegediend kregen. Bij diabetische hypertensieve
patiënten met chronische nierinsufficiëntie en proteïnurie, werden bij > 2% van de patiënten en meer
dan bij placebo tevens de volgende bijwerkingen gemeld, gemarkeerd met een ster (*).
De frequentie van de hieronder vermelde ongewenste reacties is gedefinieerd met gebruikmaking van
de volgende conventie: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100, < 1/10); soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden
( 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen
gerangschikt naar afnemende ernst.
Bijwerkingen die gemeld zijn tijdens de post-marketing ervaringen staan ook vermeld. Deze
bijwerkingen zijn afgeleid van spontane meldingen.
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Niet bekend:
anemie, trombocytopenie
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
overgevoeligheidsreacties zoals angioedeem, uitslag, jeuk, anafylactische reactie,
anafylactische shock
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Niet bekend:
hyperkaliëmie, hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
duizeligheid, orthostatische duizeligheid*
Niet bekend:
vertigo, hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Niet bekend:
tinnitus
Hartaandoeningen
Soms:
tachycardie
Bloedvataandoeningen
Vaak:
orthostatische hypotensie*
Soms:
roodheid (flushing)
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms:
hoesten
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree, dyspepsie/brandend maagzuur
Niet bekend:
dysgeusie
Lever- en galaandoeningen
Soms:
geelzucht
Niet bekend:
hepatitis, abnormale leverfuncties
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend: leukocytoclastische vasculitis
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak:
pijn aan de skeletspieren*
Niet bekend:
gewrichtspijn, myalgie (soms samenhangend met verhoogde plasma creatine kinase
spiegels), spierkrampen
Nier- en urinewegaandoeningen
Niet bekend:
aangetaste nierfunctie inclusief gevallen van nierfalen bij risicopatiënten. (zie
rubriek 4.4)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms:
seksuele disfunctie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
vermoeidheid
Soms:
pijn op de borst
Onderzoeken
Zeer vaak:
Hyperkaliëmie* kwam vaker voor bij diabetespatiënten die behandeld werden met
irbesartan ten opzichte van placebo. Bij hypertensieve diabetespatiënten met
microalbuminurie en normale nierfunctie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l) voor
bij 29,4% van de patiënten in de irbesartan 300 mg groep en bij 22% van de
patiënten in de placebogroep. Bij hypertensieve diabetespatiënten met chronische
nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l)
voor bij 46,3% van de patiënten in de irbesartan groep en 26,3% van de patiënten
in de placebogroep.
Vaak:
Belangrijke verhogingen van plasmacreatinekinase werden vaak waargenomen
(1,7%) bij met irbesartan behandelde personen. Geen van deze verhogingen werd
in verband gebracht met aantoonbare klinische spier/skeletverschijnselen.
Bij 1,7% van de hypertensieve patiënten met vergevorderde diabetische nefropathie
behandeld met irbesartan, werd een niet klinisch relevante afname van
haemoglobine* gezien.
Pediatrische patiënten
In een gerandomiseerd onderzoek met 318 kinderen en adolescenten van 6 tot 16 jaar met hypertensie,
kwamen de volgende bijwerkingen voor tijdens de 3 weken dubbel-blind fase: hoofdpijn (7,9%),
hypotensie (2,2%), duizeligheid (1,9%), hoesten (0,9%). In de 26 weken open-label periode van deze
studie, waren de meest frequente laboratoriumafwijkingen een toename in creatinine (6,5%) en
verhoogde CK waarden in 2% van de behandelde kinderen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.


De ervaring bij volwassenen die gedurende acht weken doseringen kregen tot 900 mg/dag wees niet op
toxiciteit. De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering zijn naar verwachting hypotensie en
tachycardie; bradycardie kan ook optreden door overdosering. Er is geen specifieke informatie
beschikbaar over de behandeling na overdosering met Irbesartan Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig
geobserveerd te worden en de behandeling dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Opwekken
van braken en/of maagspoelen kunnen in overweging gegeven worden. Actieve kool kan nuttig zijn bij
de behandeling van overdosering. Irbesartan wordt door hemodialyse niet verwijderd.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen


Farmacotherapeutische categorie: Angiotensine-2-antagonisten, enkelvoudig, ATC-code: C09C A04
Werkingsmechanisme: Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor
(type AT1)-antagonist. Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand
komen via de AT1-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het
selectieve antagonisme van de angiotensine-2 (AT1)-receptoren leidt tot een verhoging van
plasmareninespiegels en angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-
aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen doseringen worden de serumkaliumspiegels niet belangrijk
beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan remt niet het ACE (kininase-II), een enzym dat
angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine afbreekt tot onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft
geen metabole activatie nodig om werkzaam te zijn.
Klinische werkzaamheid

Hypertensie
Irbesartan verlaagt de bloeddruk met minimale veranderingen van de hartslag. De bloeddrukdaling is
van de dosis afhankelijk bij éénmaal daagse doseringen en tendeert af te vlakken bij doseringen hoger
dan 300 mg. Doseringen van 150-300 mg éénmaal daags verlagen de bloeddruk tijdens de dalperiode
(d.w.z. 24 uur na inname) zowel in liggende als in zittende positie met gemiddeld 8-13/5-8 mm Hg
(systolisch/diastolisch) meer dan in geval van placebo.
De maximale bloeddrukdaling wordt 3-6 uur na inname bereikt en het bloeddrukverlagend effect
houdt ten minste 24 uur aan. Bij de aanbevolen doseringen was de verlaging van de bloeddruk na
24 uur 60-70% van de corresponderende maximale diastolische en systolische bloeddruk. Eénmaal
daags 150 mg gaf dal- en gemiddelde 24-uurs effecten die vergelijkbaar waren met dezelfde totale
dosis verdeeld over twee giften.
Het bloeddrukverlagend effect van Irbesartan Zentiva treedt binnen 1-2 weken op; een maximaal
effect wordt 4-6 weken na aanvang van de behandeling bereikt. De antihypertensieve effecten houden
aan bij chronisch gebruik. Na staken van de behandeling keert de bloeddruk geleidelijk terug naar de
uitgangswaarde. `Re-bound'-hypertensie is niet waargenomen.
De bloeddrukverlagende effecten van irbesartan en thiazidediuretica zijn additief. Bij patiënten bij wie
de behandeling met irbesartan alleen niet voldoende is, resulteert toevoeging aan irbesartan van laag
gedoseerd hydrochloorthiazide (12,5 mg) éénmaal daags in een verdere, voor placebo gecorrigeerde,
bloeddrukdaling tijdens de dalperiode van 7-10/3-6 mm Hg (systolisch/diastolisch).
De werkzaamheid van Irbesartan Zentiva wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht. Evenals het
geval is bij andere geneesmiddelen die invloed uitoefenen op het renine-angiotensinesysteem,
vertonen hypertensiepatiënten met een zwarte huidskleur een opvallend geringere reactie op
irbesartanmonotherapie. Als aan de behandeling met irbesartan een lage dosis hydrochloorthiazide
(b.v. 12,5 mg per dag) wordt toegevoegd, benadert het bloeddrukverlagend effect bij patiënten met een
zwarte huidskleur dat bij blanken.
Er is geen klinisch belangrijk effect op het serumurinezuur en op de urinezuurexcretie in de urine.
Daling van de bloeddruk met een getitreerde doeldosering van 0,5 mg/kg (lage dosis), 1,5 mg/kg
(medium dosis) en 4,5 mg/kg (hoge dosis), werd gedurende 3 weken geëvalueerd bij 318 kinderen en
adolescenten van 6-16 jaar met hypertensie of risico op hypertensie (diabetes, hypertensie in de
familie). Na 3 weken was de gemiddelde daling versus de uitgangswaarde in de primaire effectiviteit
variabel, de zittend gemeten dalwaarde voor de systolische bloeddruk (SeSBP), 11,7 mmHg (lage
dosis), 9,3 mmHg (medium dosis), 13,2 mmHg (hoge dosis). Er waren geen significant verschillen
zichtbaar tussen de doseringen. De aangepaste gemiddelde verandering in de zittend gemeten
dalwaarde voor diastolische bloeddruk (SeDBP) was: 3,8 mmHg (lage dosis), 3,2 mmHg (medium
dosis), 5,6 mmHg (hoge dosis). Gedurende een volgende tweeweekse periode werden patiënten
opnieuw gerandomiseerd naar ofwel actieve behandeling ofwel een placebo. Patiënten behandeld met
placebo hadden een toename in de bloeddruk van 2,4 en 2,0 mmHg in respectievelijk SeSBP en
SeDBP vergeleken met een verandering van respectievelijk +0,1 en -0,3 mmHg in de groep behandeld
met irbesartan (zie rubriek 4.2).
Hypertensie en type 2 diabetes met nefropathie
De 'Irbesartan Diabetische Nefropathie Trial (IDNT)' toont aan dat irbesartan de progressie van
nefropathie vermindert bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie.
IDNT is een dubbelblind, gecontroleerd morbiditeits- en mortaliteitsonderzoek waarbij Irbesartan
Zentiva, amlodipine en placebo werden vergeleken. Bij 1715 hypertensieve patiënten met
type 2 diabetes, proteïnurie 900 mg/dag en serumcreatininewaarden van 1,0­3,0 mg/dl, werden de
lange termijn effecten (gemiddeld 2,6 jaar) van Irbesartan Zentiva op de progressie van nefropathie en
mortaliteit onderzocht. Patiënten werden getitreerd van 75 mg naar een onderhoudsdosering van
300 mg Irbesartan Zentiva, van 2,5 mg naar 10 mg amlodipine, of placebo zoveel als werd getolereerd.
In alle behandelingsgroepen werden patiënten behandeld met 2 tot 4 antihypertensiva (b.v. diuretica,
bètablokkers, alfa-blokkers) om de vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde van
135/85 mmHg, of indien de uitgangswaarde > 160 mmHg was een 10 mmHg afname in systolische
druk, te bereiken. Zestig procent (60%) van de patiënten in de placebogroep bereikten deze
streefbloeddrukwaarde, terwijl dit cijfer voor de irbesartan en amlodipine groepen, 76% respectievelijk
78% was. Irbesartan verminderde significant het relatieve risico op het primaire gecombineerde
eindpunt van verdubbeling van het serumcreatinine, terminale nefropathie of mortaliteit. Ongeveer
33% van de patiënten in de irbesartangroep bereikte het primaire renale samengestelde eindpunt
vergeleken met 39% en 41% in de placebo- en amlodipinegroep [20% relatieve risico reductie versus
placebo (p= 0,024) en 23% relatieve risico reductie vergeleken met amlodipine (p= 0,006)]. Wanneer
de individuele componenten van het primaire gecombineerde eindpunt werden geanalyseerd, werd er
geen effect in mortaliteit waargenomen, terwijl een positieve trend in afname van terminale
nefropathie en een significante reductie van verdubbeling van serumcreatinine werd waargenomen.
Subgroepen bestaande uit geslacht, ras, leeftijd, duur van diabetes, uitgangsbloeddrukwaarde,
serumcreatinine, en albumine excretiesnelheid werden beoordeeld op het effect van de behandeling. In
de vrouwelijke en donkere huidskleur subgroepen, welke 32% respectievelijk 26% van de gehele
studiepopulatie vertegenwoordigden, was een gunstig effect op de nier niet duidelijk, hoewel de
betrouwbaarheidsintervallen dit niet uitsluiten. Voor het secundaire eindpunt van fatale en niet-fatale
cardiovasculaire voorvallen, was er geen significant verschil tussen de drie groepen in de totale
populatie, hoewel een toegenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij vrouwen en een
afgenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij mannen in de irbesartangroep versus het op
placebo gebaseerde regime. Een toegenomen incidentie van niet-fatale MI en beroerte werd gezien bij
vrouwen in het op irbesartan gebaseerde regime versus het op amlodipine gebaseerde regime, terwijl
hospitalisatie als gevolg van hartfalen in de gehele populatie was afgenomen. Echter er is geen
duidelijke verklaring gevonden voor deze bevindingen bij vrouwen.
Het onderzoek naar de effecten van 'Irbesartan op Microalbuminurie in Hypertensieve Patiënten met
type 2 Diabetes Mellitus (IRMA 2)' toont aan dat irbesartan 300 mg de progressie tot uitgesproken
proteïnurie in patiënten met microalbuminurie vertraagt. IRMA 2 is een placebogecontroleerd
dubbelblind/morbiditeitsonderzoek bij 590 patiënten met type 2 diabetes, microalbuminurie
(30-300 mg/dag) en normale nierfunctie (serum creatinine 1,5 mg/dl in mannen en < 1,1 mg/dl in
vrouwen). Het onderzoek betrof de lange termijn effecten (2 jaar) van Irbesartan Zentiva op de
en een toename in de urinaire albumine excretie snelheid van minstens 30% t.o.v. de
uitgangssnelheid). De vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde was 135/85 mmHg. Indien
nodig werden, om de streefbloeddrukwaarde te bereiken, extra antihypertensiva (m.u.v. ACE-
remmers, angiotensine-2-receptorantagonisten en dihydropyridine calciumblokkers) gegeven. Terwijl
vergelijkbare bloeddrukwaarden werden bereikt in alle behandelingsgroepen, bereikte minder
patiënten met irbesartan 300 mg (5,2%) dan met placebo (14,9%) of in de irbesartan 150 mg groep
(9,7%) het eindpunt van uitgesproken proteïnurie, hetgeen een 70% afname in relatief risico voor de
hogere dosis versus placebo (p = 0,0004) demonstreert. Een samenhangende verbetering in de
glomerulaire filtratie snelheid (GFR) werd gedurende de eerste drie maanden van behandeling niet
waargenomen. De vertraging van de progressie tot klinisch uitgesproken proteïnurie was na drie
maanden zichtbaar en hield gedurende de periode van 2 jaar aan. Regressie tot een normale albumine
excretie (< 30 mg/dag) trad frequenter op in de Irbesartan Zentiva 300 mg groep (34%) dan in de
placebogroep (21%).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een angiotensine
II-receptorantagonist onderzocht. ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis
van cardiovasculair of cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen
van eindorgaanschade. VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en
diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine-II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine-II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen

Absorptie
Na orale toediening wordt irbesartan goed geabsorbeerd: onderzoeken naar de absolute biologische
beschikbaarheid resulteerden in waarden van 60-80%. Gelijktijdig voedselgebruik had geen
belangrijke invloed op de biologische beschikbaarheid van irbesartan.
Distributie
De plasma-eiwitbinding is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume is 53-93 liter.
Biotransformatie
radioactiviteit toegeschreven worden aan onveranderd irbesartan. Irbesartan wordt door
glucuronidering en oxidatie in de lever omgezet. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ca. 6%). Onderzoek in vitro toont aan dat irbesartan voornamelijk geoxideerd
wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een verwaarloosbaar
effect.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg (tweemaal de maximaal aanbevolen dosering); het mechanisme hierachter is
niet bekend. 1,5-2 uur na orale toediening worden maximale plasmaconcentraties bereikt. De totale
lichaamsklaring en de klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3-3,5 ml/min. De
terminale eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. `Steady state'-
plasmaconcentraties worden bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse
doseringsschema. Een beperkte cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na
herhaalde éénmaal-daagse toediening. In een studie werd bij vrouwelijke hypertensiepatiënten een iets
hogere irbesartanplasmaconcentratie gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan
bleven ongewijzigd. Voor vrouwen is geen dosisaanpassing nodig. De AUC- en Cmax -waarden van
irbesartan waren in ouderen personen ( 65 jaar) iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter,
de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk gewijzigd. Voor oudere patiënten is dosisaanpassing
niet nodig.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de lever als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na IV-toediening van 14C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit teruggevonden in de
urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine uitgescheiden als
onveranderd irbesartan.


Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van irbesartan is bestudeerd in 23 hypertensieve kinderen na toediening van een
enkelvoudige en meervoudige dagelijkse dosering irbesartan (2 mg/kg) tot een maximale dagelijkse
dosering van 150 mg gedurende vier weken. Van deze 23 kinderen, was bij 21 een evaluatie mogelijk
voor een vergelijking met de farmacokinetiek bij volwassenen (twaalf van deze kinderen waren ouder
dan 12 jaar, negen kinderen waren tussen de 6 en 12 jaar). De resultaten toonden aan dat Cmax, AUC en
mate van klaring vergelijkbaar waren met die waargenomen in volwassen patiënten behandeld met
150 mg irbesartan per dag. Een beperkte accumulatie van irbesartan (18%) in plasma werd gezien na
herhaald eenmaal daags doseren.


Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd.
Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige leverfunctiestoornissen.


Er was geen bewijs voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
( 250 mg/kg/dag in ratten en 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses ( 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan in ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nier (zoals interstitiële
nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en creatinineplasmaconcentraties);
deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve effect van het geneesmiddel, welke
leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde irbesartan hyperplasie/hypertrofie van
de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses 90 mg/kg/dag, in makaken bij doses
10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden veroorzaakt door het
farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen lijkt de
hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortaliteit bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoek met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte, hydro-
ureter of subcutaan oedeem) zien op ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij konijnen werd
abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke toxiciteit,
waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en konijnen.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen


Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulosenatrium
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
Colloïdaal siliciumdioxide
Voorverstijfseld maïszetmeel
Poloxameer 188.

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid

Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid

3 jaar.

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

Bewaren beneden 30°C.


Doos met 14 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doos met 28 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 98 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 x 1 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen

Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/06/376/011-015
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING / HERNIEUWING
VAN DE VERGUNNING

Datum van eerste vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 20 januari 2012
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau http://www.ema.europa.eu/.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Irbesartan Zentiva 75 mg filmomhulde tabletten.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Elke filmomhulde tablet bevat 75 mg irbesartan.
Hulpstof met bekend effect: 25,50 mg lactosemonohydraat per filmomhulde tablet.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM

Filmomhulde tablet.
Wit tot gebroken wit, biconvex en ovaal van vorm, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de
andere kant het nummer 2871.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties


Irbesartan Zentiva is geïndiceerd voor de behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen.
Het is ook geïndiceerd voor de behandeling van nefropathie bij volwassen patiënten met hypertensie
en type 2 diabetes mellitus als onderdeel van een antihypertensieve medicatie (zie rubrieken 4.3, 4.4,
4.5 en 5.1).

4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering
De gebruikelijke aanbevolen aanvangs- en onderhoudsdosis bedraagt 150 mg éénmaal daags, met of
zonder voedsel. Een dosis van éénmaal daags 150 mg Irbesartan Zentiva resulteert in een betere
controle van de bloeddruk gedurende 24 uur dan 75 mg. Echter, er kan overwogen worden de
behandeling te beginnen met 75 mg, met name bij patiënten die hemodialyse ondergaan en bij oudere
patiënten boven de 75 jaar.
Bij patiënten die onvoldoende onder controle zijn te brengen met 150 mg éénmaal daags, kan de
dosering Irbesartan Zentiva verhoogd worden tot 300 mg, of er kan een ander antihypertensivum
worden toegevoegd (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1). In het bijzonder is aangetoond dat toevoeging
van een diureticum zoals hydrochloorthiazide tot een additief effect van Irbesartan Zentiva leidt (zie
rubriek 4.5).
Bij type 2 diabetes patiënten met hypertensie, dient voor de behandeling van nefropathie te worden
gestart met éénmaal daags 150 mg irbesartan en te worden getitreerd naar de aanbevolen
onderhoudsdosering van éénmaal daags 300 mg.
Het bewijs voor het gunstig effect op de nier van Irbesartan Zentiva bij type 2 diabetes patiënten met
hypertensie is gebaseerd op onderzoeken waar irbesartan werd toegevoegd aan andere
antihypertensiva, die zo nodig werden gebruikt om de gewenste bloeddrukwaarde te bereiken (zie
rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1)

Verminderde nierfunctie
Patiënten met een verminderde nierfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Een lagere aanvangsdosis
(75 mg) dient overwogen te worden bij patiënten die hemodialyse ondergaan (zie rubriek 4.4).

Verminderde leverfunctie
Patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Er is geen
klinische ervaring bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Oudere patiënten
Hoewel men in overweging dient te nemen om bij patiënten ouder dan 75 jaar te beginnen met 75 mg,
is er doorgaans bij oudere patiënten geen dosisaanpassing nodig.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Irbesartan Zentiva bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn
nog niet vastgesteld. De beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2,
maar er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik

4.3 Contra-indicaties

Overgevoeligheid voor de werkzame stof, of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Zentiva met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-
indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m2) (zie
rubriek 4.5 en 5.1).

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik

Intravasculaire volumedepletie: symptomatische hypotensie, met name na de eerste dosis, kan
optreden bij patiënten die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling
met diuretica, diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden
gecorrigeerd voordat met de behandeling van Irbesartan Zentiva begonnen wordt.
Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een stenose in de arterie
naar slechts één werkende nier lopen een groter risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie, als
ze behandeld worden met geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem. Hoewel dit niet is gedocumenteerd voor Irbesartan Zentiva, kan een dergelijk
effect verwacht worden bij het gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten.
Nierfunctieverlies en niertransplantatie: als Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij patiënten met
nierfunctieverlies, wordt periodieke controle van de serumkalium- en serumcreatininespiegels
aanbevolen. Er is geen ervaring met de toediening van Irbesartan Zentiva bij patiënten die recent een
niertransplantatie hebben ondergaan.
Hypertensieve patiënten met type 2 diabetes en nefropathie: uit een analyse van de studie bij patiënten
met vergevorderde nefropathie bleek dat de effecten van irbesartan op zowel renale als
deze minder positief waren bij vrouwen en niet-blanke patiënten (zie rubriek 5.1).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS): er is bewijs dat bij
gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten of aliskiren het risico
verhogen op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen)
toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-remmers,
angiotensine-II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.5 en
5.1). Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Hyperkaliëmie: zoals bij andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem kan hyperkaliëmie optreden tijdens de behandeling met Irbesartan Zentiva. Dit
geldt met name voor patiënten met een verminderde nierfunctie, uitgesproken proteïnurie als gevolg
van diabetische nefropathie, en/of hartfalen. Bij risicopatiënten wordt nauwgezette controle van het
serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Hypoglykemie: Irbesartan Zentiva kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij
patiënten behandeld met insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring
overwogen worden; een dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer
aangewezen (zie rubriek 4.5).
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Zentiva niet aanbevolen.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Zoals ook waargenomen voor ACE-remmers, zijn irbesartan en de andere angiotensine-2-
receptorantagonisten duidelijk minder effectief in verlaging van de bloeddruk bij patiënten met een
donkere huidskleur dan bij patiënten met een lichte huidskleur, mogelijk als gevolg van de hogere
prevalentie van een laag-renine status in de zwarte hypertensieve populatie (zie rubriek 5.1).
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Pediatrische patiënten: irbesartan is onderzocht in kinderen van 6 tot 16 jaar maar de huidige gegevens
zijn onvoldoende ter onderbouwing van een verbreding van het gebruik in kinderen totdat nieuwe
gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 4.8, 5.1 en 5.2).
Lactose: patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele
lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Natrium: dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

Diuretica en andere antihypertensiva: andere antihypertensiva kunnen het hypotensieve effect van
irbesartan vergroten, hoewel Irbesartan Zentiva veilig is gecombineerd met andere antihypertensiva,
zoals bètablokkers, langwerkende calciumantagonisten en thiazidediuretica. Voorafgaande
behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van hypotensie tot gevolg
hebben, als met de behandeling met Irbesartan Zentiva begonnen wordt (zie rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Kaliumsupplementen en kaliumsparende diuretica: op grond van ervaringen met het gebruik van
andere geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensinesysteem kan het gelijktijdig
gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparine), leiden tot verhogingen van het serumkalium, en zijn daarom niet aanbevolen (zie
rubriek 4.4).
Lithium: reversibele toenames in serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Deze combinatie wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien
gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te
controleren.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de Cmax en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding

Zwangerschap:
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen. Pasgeborenen van wie de moeder
angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen nauwkeurig gecontroleerd te worden op
hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Borstvoeding
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan Zentiva
tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding
hebben alternatieve behandelingen met een beter vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het
bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen

Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat irbesartan invloed
heeft op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Bij het besturen van
voertuigen of het bedienen van machines, dient er rekening mee gehouden te worden dat duizeligheid
of vermoeidheid kunnen optreden tijdens de behandeling.

In placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met hypertensie was er over het algemeen geen
verschil in de incidentie van bijwerkingen tussen de irbesartangroep (56,2%) en de placebogroep
(56,5%). Staken als gevolg van klinische verschijnselen of afwijkende laboratoriumwaarden kwam
minder vaak voor bij de met irbesartan behandelde patiënten (3,3%) ten opzichte van de placebogroep
(4,5%). De incidentie van bijwerkingen was niet gerelateerd aan dosis (binnen het aanbevolen
doseringsgebied), geslacht, leeftijd, ras of duur van de behandeling.
Bij diabetische hypertensieve patiënten met microalbuminurie en een normale nierfunctie werd
orthostatische duizeligheid bij 0,5% van de patiënten (d.w.z. zelden) gemeld, maar vaker dan bij de
placebogroep.
De volgende tabel toont de bijwerkingen die gemeld waren in placebogecontroleerde onderzoeken
waarbij 1965 hypertensieve patiënten irbesartan toegediend kregen. Bij diabetische hypertensieve
patiënten met chronische nierinsufficiëntie en proteïnurie, werden bij > 2% van de patiënten en meer
dan bij placebo tevens de volgende bijwerkingen gemeld, gemarkeerd met een ster (*).
De frequentie van de hieronder vermelde ongewenste reacties is gedefinieerd met gebruikmaking van
de volgende conventie: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100, < 1/10); soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden
( 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen
gerangschikt naar afnemende ernst.
Bijwerkingen die gemeld zijn tijdens de post-marketing ervaringen staan ook vermeld. Deze
bijwerkingen zijn afgeleid van spontane meldingen
.
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Niet bekend:
anemie, trombocytopenie
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
overgevoeligheidsreacties zoals angioedeem, uitslag, jeuk, anafylactische reactie,
anafylactische shock
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Niet bekend:
hyperkaliëmie, hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
duizeligheid, orthostatische duizeligheid*
Niet bekend:
vertigo, hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Niet bekend:
tinnitus
Hartaandoeningen
Soms:
tachycardie
Bloedvataandoeningen
Vaak:
orthostatische hypotensie*
Soms:
roodheid (flushing)
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms:
hoesten
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree, dyspepsie/brandend maagzuur
Lever- en galaandoeningen
Soms:
geelzucht
Niet bekend:
hepatitis, abnormale leverfuncties
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend:
leukocytoclastische vasculitis
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak:
pijn aan de skeletspieren*
Niet bekend:
gewrichtspijn, myalgie (soms samenhangend met verhoogde plasma creatine kinase
spiegels), spierkrampen
Nier- en urinewegaandoeningen
Niet bekend:
aangetaste nierfunctie inclusief gevallen van nierfalen bij risicopatiënten. (zie
rubriek 4.4)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms:
seksuele disfunctie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
vermoeidheid
Soms:
pijn op de borst
Onderzoeken
Zeer vaak:
Hyperkaliëmie* kwam vaker voor bij diabetespatiënten die behandeld werden met
irbesartan ten opzichte van placebo. Bij hypertensieve diabetespatiënten met
microalbuminurie en normale nierfunctie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l) voor
bij 29,4% van de patiënten in de irbesartan 300 mg groep en bij 22% van de
patiënten in de placebogroep. Bij hypertensieve diabetespatiënten met chronische
nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l)
voor bij 46,3% van de patiënten in de irbesartan groep en 26,3% van de patiënten
in de placebogroep.
Vaak:
belangrijke verhogingen van plasmacreatinekinase werden vaak waargenomen
(1,7%) bij met irbesartan behandelde personen. Geen van deze verhogingen werd
in verband gebracht met aantoonbare klinische spier/skeletverschijnselen.
Bij 1,7% van de hypertensieve patiënten met vergevorderde diabetische nefropathie
behandeld met irbesartan, werd een niet klinisch relevante afname van
haemoglobine* gezien.
Pediatrische patiënten
In een gerandomiseerd onderzoek met 318 kinderen en adolescenten van 6 tot 16 jaar met hypertensie,
kwamen de volgende bijwerkingen voor tijdens de 3 weken dubbel-blind fase: hoofdpijn (7,9%),
hypotensie (2,2%), duizeligheid (1,9%), hoesten (0,9%). In de 26 weken open-label periode van deze
studie, waren de meest voorkomende laboratoriumafwijkingen een toename in creatinine (6,5%) en
verhoogde CK waarden in 2% van de behandelde kinderen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.


De ervaring bij volwassenen die gedurende acht weken doseringen kregen tot 900 mg/dag wees niet op
toxiciteit. De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering zijn naar verwachting hypotensie en
tachycardie; bradycardie kan ook optreden door overdosering. Er is geen specifieke informatie
beschikbaar over de behandeling na overdosering met Irbesartan Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig
geobserveerd te worden en de behandeling dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Opwekken
van braken en/of maagspoelen kunnen in overweging gegeven worden. Actieve kool kan nuttig zijn bij
de behandeling van overdosering. Irbesartan wordt door hemodialyse niet verwijderd.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Angiotensine-2-antagonisten, enkelvoudig, ATC-code: C09C A04
Werkingsmechanisme
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (type AT1)-antagonist.
Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT1-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT1)-receptoren leidt tot een verhoging van plasmareninespiegels en
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels niet belangrijk beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan
remt niet het ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine
afbreekt tot onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te
zijn.
Klinische werkzaamheid

Hypertensie
Irbesartan verlaagt de bloeddruk met minimale veranderingen van de hartslag. De bloeddrukdaling is
van de dosis afhankelijk bij éénmaal daagse doseringen en tendeert af te vlakken bij doseringen hoger
dan 300 mg. Doseringen van 150-300 mg éénmaal daags verlagen de bloeddruk tijdens de dalperiode
(d.w.z. 24 uur na inname) zowel in liggende als in zittende positie met gemiddeld 8-13/5-8 mm Hg
(systolisch/diastolisch) meer dan in geval van placebo.
De maximale bloeddrukdaling wordt 3-6 uur na inname bereikt en het bloeddrukverlagend effect
houdt ten minste 24 uur aan. Bij de aanbevolen doseringen was de verlaging van de bloeddruk na
24 uur 60-70% van de corresponderende maximale diastolische en systolische bloeddruk. Eénmaal
daags 150 mg gaf dal- en gemiddelde 24-uurs effecten die vergelijkbaar waren met dezelfde totale
dosis verdeeld over twee giften.
Het bloeddrukverlagend effect van Irbesartan Zentiva treedt binnen 1-2 weken op; een maximaal
effect wordt 4-6 weken na aanvang van de behandeling bereikt. De antihypertensieve effecten houden
aan bij chronisch gebruik. Na staken van de behandeling keert de bloeddruk geleidelijk terug naar de
uitgangswaarde. `Re-bound'-hypertensie is niet waargenomen.
De bloeddrukverlagende effecten van irbesartan en thiazidediuretica zijn additief. Bij patiënten bij wie
de behandeling met irbesartan alleen niet voldoende is, resulteert toevoeging aan irbesartan van laag
gedoseerd hydrochloorthiazide (12,5 mg) éénmaal daags in een verdere, voor placebo gecorrigeerde,
bloeddrukdaling tijdens de dalperiode van 7-10/3-6 mm Hg (systolisch/diastolisch).
De werkzaamheid van Irbesartan Zentiva wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht. Evenals het
geval is bij andere geneesmiddelen die invloed uitoefenen op het renine-angiotensinesysteem,
vertonen hypertensiepatiënten met een zwarte huidskleur een opvallend geringere reactie op
irbesartanmonotherapie. Als aan de behandeling met irbesartan een lage dosis hydrochloorthiazide
(b.v. 12,5 mg per dag) wordt toegevoegd, benadert het bloeddrukverlagend effect bij patiënten met een
zwarte huidskleur dat bij blanken.
Er is geen klinisch belangrijk effect op het serumurinezuur en op de urinezuurexcretie in de urine.
(medium dosis) en 4,5 mg/kg (hoge dosis), werd gedurende 3 weken geëvalueerd bij 318 kinderen en
adolescenten van 6-16 jaar met hypertensie of risico op hypertensie (diabetes, hypertensie in de
familie). Na 3 weken was de gemiddelde daling versus de uitgangswaarde in de primaire effectiviteit
variabel, de zittend gemeten dalwaarde voor de systolische bloeddruk (SeSBP), 11,7 mmHg (lage
dosis), 9,3 mmHg (medium dosis), 13,2 mmHg (hoge dosis). Er waren geen significant verschillen
zichtbaar tussen de doseringen. De aangepaste gemiddelde verandering in de zittend gemeten
dalwaarde voor diastolische bloeddruk (SeDBP) was: 3,8 mmHg (lage dosis), 3,2 mmHg (medium
dosis), 5,6 mmHg (hoge dosis). Gedurende een volgende tweeweekse periode werden patiënten
opnieuw gerandomiseerd naar ofwel actieve behandeling ofwel een placebo. Patiënten behandeld met
placebo hadden een toename in de bloeddruk van 2,4 en 2,0 mmHg in respectievelijk SeSBP en
SeDBP vergeleken met een verandering van respectievelijk +0,1 en -0,3 mmHg in de groep behandeld
met irbesartan (zie rubriek 4.2).
Hypertensie en type 2 diabetes met nefropathie
De "Irbesartan Diabetische Nefropathie Trial (IDNT)" toont aan dat irbesartan de progressie van
nefropathie vermindert bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie.
IDNT is een dubbelblind, gecontroleerd morbiditeits- en mortaliteitsonderzoek waarbij Irbesartan
Zentiva, amlodipine en placebo werden vergeleken. Bij 1.715 hypertensieve patiënten met
type 2 diabetes, proteïnurie 900 mg/dag en serumcreatininewaarden van 1,0­3,0 mg/dl, werden de
lange termijn effecten (gemiddeld 2,6 jaar) van Irbesartan Zentiva op de progressie van nefropathie en
mortaliteit onderzocht. Patiënten werden getitreerd van 75 mg naar een onderhoudsdosering van
300 mg Irbesartan Zentiva, van 2,5 mg naar 10 mg amlodipine, of placebo zoveel als werd getolereerd.
In alle behandelingsgroepen werden patiënten behandeld met 2 tot 4 antihypertensiva (b.v. diuretica,
bètablokkers, alfa-blokkers) om de vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde van
135/85 mmHg, of indien de uitgangswaarde > 160 mmHg was een 10 mmHg afname in systolische
druk, te bereiken. Zestig procent (60%) van de patiënten in de placebogroep bereikten deze
streefbloeddrukwaarde, terwijl dit cijfer voor de irbesartan en amlodipine groepen, 76% respectievelijk
78% was. Irbesartan verminderde significant het relatieve risico op het primaire gecombineerde
eindpunt van verdubbeling van het serumcreatinine, terminale nefropathie of mortaliteit. Ongeveer
33% van de patiënten in de irbesartangroep bereikte het primaire renale samengestelde eindpunt
vergeleken met 39% en 41% in de placebo- en amlodipinegroep [20% relatieve risico reductie versus
placebo (p= 0,024) en 23% relatieve risico reductie vergeleken met amlodipine (p= 0,006)]. Wanneer
de individuele componenten van het primaire gecombineerde eindpunt werden geanalyseerd, werd er
geen effect in mortaliteit waargenomen, terwijl een positieve trend in afname van terminale
nefropathie en een significante reductie van verdubbeling van serumcreatinine werd waargenomen.
Subgroepen bestaande uit geslacht, ras, leeftijd, duur van diabetes, uitgangsbloeddrukwaarde,
serumcreatinine, en albumine excretiesnelheid werden beoordeeld op het effect van de behandeling. In
de vrouwelijke en donkere huidskleur subgroepen, welke 32% respectievelijk 26% van de gehele
studiepopulatie vertegenwoordigden, was een gunstig effect op de nier niet duidelijk, hoewel de
betrouwbaarheidsintervallen dit niet uitsluiten. Voor het secundaire eindpunt van fatale en niet-fatale
cardiovasculaire voorvallen, was er geen significant verschil tussen de drie groepen in de totale
populatie, hoewel een toegenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij vrouwen en een
afgenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij mannen in de irbesartangroep versus het op
placebo gebaseerde regime. Een toegenomen incidentie van niet-fatale MI en beroerte werd gezien bij
vrouwen in het op irbesartan gebaseerde regime versus het op amlodipine gebaseerde regime, terwijl
hospitalisatie als gevolg van hartfalen in de gehele populatie was afgenomen. Echter er is geen
duidelijke verklaring gevonden voor deze bevindingen bij vrouwen.
Het onderzoek naar de effecten van "Irbesartan op Microalbuminurie in Hypertensieve Patiënten met
type 2 Diabetes Mellitus (IRMA 2)" toont aan dat irbesartan 300 mg de progressie tot uitgesproken
proteïnurie in patiënten met microalbuminurie vertraagt. IRMA 2 is een placebogecontroleerd
dubbelblind morbiditeitsonderzoek bij 590 patiënten met type 2 diabetes, microalbuminurie
vrouwen). Het onderzoek betrof de lange termijn effecten (2 jaar) van Irbesartan Zentiva op de
progressie tot klinisch (uitgesproken) proteïnurie (urinaire albumine excretie snelheid > 300 mg/dag,
en een toename in de urinaire albumine excretie snelheid van minstens 30% t.o.v. de
uitgangssnelheid). De vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde was 135/85 mmHg. Indien
nodig werden, om de streefbloeddrukwaarde te bereiken, extra antihypertensiva (m.u.v. ACE-
remmers, angiotensine-2-receptorantagonisten en dihydropyridine calciumblokkers) gegeven. Terwijl
vergelijkbare bloeddrukwaarden werden bereikt in alle behandelingsgroepen, bereikte minder
patiënten met irbesartan 300 mg (5,2%) dan met placebo (14,9%) of in de irbesartan 150 mg groep
(9,7%) het eindpunt van uitgesproken proteïnurie, hetgeen een 70% afname in relatief risico voor de
hogere dosis versus placebo (p = 0,0004) demonstreert. Een samenhangende verbetering in de
glomerulaire filtratie snelheid (GFR) werd gedurende de eerste drie maanden van behandeling niet
waargenomen. De vertraging van de progressie tot klinisch uitgesproken proteïnurie was na drie
maanden zichtbaar en hield gedurende de periode van 2 jaar aan. Regressie tot een normale albumine
excretie (< 30 mg/dag) trad frequenter op in de Irbesartan Zentiva 300 mg groep (34%) dan in de
placebogroep (21%).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht. ONTARGET was een studie bij patiënten met een
voorgeschiedenis van cardiovasculair of cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in
combinatie met tekenen van eindorgaanschade. VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met
diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine-II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine-II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen

Absorptie
Na orale toediening wordt irbesartan goed geabsorbeerd: onderzoeken naar de absolute biologische
beschikbaarheid resulteerden in waarden van 60-80%. Gelijktijdig voedselgebruik had geen
belangrijke invloed op de biologische beschikbaarheid van irbesartan.
Distributie
De plasma-eiwitbinding is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume is 53-93 liter.
Na orale of intraveneuze toediening van 14C-irbesartan kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit toegeschreven worden aan onveranderd irbesartan. Irbesartan wordt door
glucuronidering en oxidatie in de lever omgezet. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ca. 6%). Onderzoek in vitro toont aan dat irbesartan voornamelijk geoxideerd
wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een verwaarloosbaar
effect.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg (tweemaal de maximaal aanbevolen dosering); het mechanisme hierachter is
niet bekend. 1,5-2 uur na orale toediening worden maximale plasmaconcentraties bereikt. De totale
lichaamsklaring en de klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3-3,5 ml/min. De
terminale eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. `Steady state'-
plasmaconcentraties worden bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse
doseringsschema. Een beperkte cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na
herhaalde éénmaal-daagse toediening. In een studie werd bij vrouwelijke hypertensiepatiënten een iets
hogere irbesartanplasmaconcentratie gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan
bleven ongewijzigd. Voor vrouwen is geen dosisaanpassing nodig. De AUC- en Cmax -waarden van
irbesartan waren in ouderen personen ( 65 jaar) iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter,
de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk gewijzigd. Voor oudere patiënten is dosisaanpassing
niet nodig.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de lever als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na IV-toediening van 14C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit teruggevonden in de
urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine uitgescheiden als
onveranderd irbesartan.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van irbesartan is bestudeerd in 23 hypertensieve kinderen na toediening van een
enkelvoudige en meervoudige dagelijkse dosering irbesartan (2 mg/kg) tot een maximale dagelijkse
dosering van 150 mg gedurende vier weken. Van deze 23 kinderen, was bij 21 een evaluatie mogelijk
voor een vergelijking met de farmacokinetiek bij volwassenen (twaalf van deze kinderen waren ouder
dan 12 jaar, negen kinderen waren tussen de 6 en 12 jaar). De resultaten toonden aan dat Cmax, AUC en
mate van klaring vergelijkbaar waren met die waargenomen in volwassen patiënten behandeld met
150 mg irbesartan per dag. Een beperkte accumulatie van irbesartan (18%) in plasma werd gezien na
herhaald eenmaal daags doseren.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.


Er was geen bewijs voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
( 250 mg/kg/dag in ratten en 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses ( 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan in ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nier (zoals interstitiële
nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en creatinineplasmaconcentraties);
deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve effect van het geneesmiddel, welke
leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde irbesartan hyperplasie/hypertrofie van
de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses 90 mg/kg/dag, in makaken bij doses
10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden veroorzaakt door het
farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen lijkt de
hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortaliteit bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoek met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte, hydro-
ureter of subcutaan oedeem) zien op ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij konijnen werd
abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke toxiciteit,
waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en konijnen.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen


Tabletkern:
Lactosemonohydraat
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulosenatrium
Hypromellose
Siliciumdioxide
Magnesiumstearaat.
Filmomhulling:
Lactosemonohydraat
Hypromellose
Titaniumdioxide (E171)
Macrogol 3000
Cera carnauba.

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid

Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid

3 jaar.

Bewaren beneden 30°C.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking

Doos met 14 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doos met 28 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 84 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 90 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 98 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 x 1 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde
eenheidsblisterverpakking.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen

Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/06/376/016-021
EU/1/06/376/034-035
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING / HERNIEUWING
VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 20 januari 2012
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau http://www.ema.europa.eu/.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Irbesartan Zentiva 150 mg filmomhulde tabletten.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg irbesartan.
Hulpstof met bekend effect: 51,00 mg lactosemonohydraat per filmomhulde tablet.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM

Filmomhulde tablet.
Wit tot gebroken wit, biconvex en ovaal van vorm, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de
andere kant het nummer 2872.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties


Irbesartan Zentiva is geïndiceerd voor de behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen.
Het is ook geïndiceerd voor de behandeling van nefropathie bij volwassen patiënten met hypertensie
en type 2 diabetes mellitus als onderdeel van een antihypertensieve medicatie (zie rubrieken 4.3, 4.4,
4.5 en 5.1).

4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering
De gebruikelijke aanbevolen aanvangs- en onderhoudsdosis bedraagt 150 mg éénmaal daags, met of
zonder voedsel. Een dosis van éénmaal daags 150 mg Irbesartan Zentiva resulteert in een betere
controle van de bloeddruk gedurende 24 uur dan 75 mg. Echter, er kan overwogen worden de
behandeling te beginnen met 75 mg, met name bij patiënten die hemodialyse ondergaan en bij oudere
patiënten boven de 75 jaar.
Bij patiënten die onvoldoende onder controle zijn te brengen met 150 mg éénmaal daags, kan de
dosering Irbesartan Zentiva verhoogd worden tot 300 mg, of er kan een ander antihypertensivum
worden toegevoegd (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1). In het bijzonder is aangetoond dat toevoeging
van een diureticum zoals hydrochloorthiazide tot een additief effect van Irbesartan Zentiva leidt (zie
rubriek 4.5).
Bij type 2 diabetes patiënten met hypertensie, dient voor de behandeling van nefropathie te worden
gestart met éénmaal daags 150 mg irbesartan en te worden getitreerd naar de aanbevolen
onderhoudsdosering van éénmaal daags 300 mg.
Het bewijs voor het gunstig effect op de nier van Irbesartan Zentiva bij type 2 diabetes patiënten met
hypertensie is gebaseerd op onderzoeken waar irbesartan werd toegevoegd aan andere
antihypertensiva, die zo nodig werden gebruikt om de gewenste bloeddrukwaarde te bereiken (zie
rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1)

Verminderde nierfunctie
Patiënten met een verminderde nierfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Een lagere aanvangsdosis
(75 mg) dient overwogen te worden bij patiënten die hemodialyse ondergaan (zie rubriek 4.4).

Verminderde leverfunctie
Patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Er is geen
klinische ervaring bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Oudere patiënten
Hoewel men in overweging dient te nemen om bij patiënten ouder dan 75 jaar te beginnen met 75 mg,
is er doorgaans bij oudere patiënten geen dosisaanpassing nodig.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Irbesartan Zentiva bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn
nog niet vastgesteld. De beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2,
maar er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik

4.3 Contra-indicaties

Overgevoeligheid voor de werkzame stof, of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Zentiva met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-
indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m2) (zie
rubriek 4.5 en 5.1).

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik

Intravasculaire volumedepletie: symptomatische hypotensie, met name na de eerste dosis, kan
optreden bij patiënten die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling
met diuretica, diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden
gecorrigeerd voordat met de behandeling van Irbesartan Zentiva begonnen wordt.
Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een stenose in de arterie
naar slechts één werkende nier lopen een groter risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie, als
ze behandeld worden met geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem. Hoewel dit niet is gedocumenteerd voor Irbesartan Zentiva, kan een dergelijk
effect verwacht worden bij het gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten.
Nierfunctieverlies en niertransplantatie: als Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij patiënten met
nierfunctieverlies, wordt periodieke controle van de serumkalium- en serumcreatininespiegels
aanbevolen. Er is geen ervaring met de toediening van Irbesartan Zentiva bij patiënten die recent een
niertransplantatie hebben ondergaan.
Hypertensieve patiënten met type 2 diabetes en nefropathie: uit een analyse van de studie bij patiënten
met vergevorderde nefropathie bleek dat de effecten van irbesartan op zowel renale als
deze minder positief waren bij vrouwen en niet-blanke patiënten (zie rubriek 5.1).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS): er is bewijs dat bij
gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten of aliskiren het risico op
hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) toeneemt.
Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-
receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.5 en 5.1). Als
behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Hyperkaliëmie: zoals bij andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem kan hyperkaliëmie optreden tijdens de behandeling met Irbesartan Zentiva. Dit
geldt met name voor patiënten met een verminderde nierfunctie, uitgesproken proteïnurie als gevolg
van diabetische nefropathie, en/of hartfalen. Bij risicopatiënten wordt nauwgezette controle van het
serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Hypoglykemie: Irbesartan Zentiva kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij
patiënten behandeld met insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring
overwogen worden; een dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer
aangewezen (zie rubriek 4.5).
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Zentiva niet aanbevolen.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Zoals ook waargenomen voor ACE-remmers, zijn irbesartan en de andere angiotensine-2-
receptorantagonisten duidelijk minder effectief in verlaging van de bloeddruk bij patiënten met een
donkere huidskleur dan bij patiënten met een lichte huidskleur, mogelijk als gevolg van de hogere
prevalentie van een laag-renine status in de zwarte hypertensieve populatie (zie rubriek 5.1).
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Pediatrische patiënten: irbesartan is onderzocht in kinderen van 6 tot 16 jaar maar de huidige gegevens
zijn onvoldoende ter onderbouwing van een verbreding van het gebruik in kinderen totdat nieuwe
gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 4.8, 5.1 en 5.2).
Lactose: patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele
lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Natrium: dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

Diuretica en andere antihypertensiva: andere antihypertensiva kunnen het hypotensieve effect van
irbesartan vergroten, hoewel Irbesartan Zentiva veilig is gecombineerd met andere antihypertensiva,
zoals bètablokkers, langwerkende calciumantagonisten en thiazidediuretica. Voorafgaande
behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van hypotensie tot gevolg
hebben, als met de behandeling met Irbesartan Zentiva begonnen wordt (zie rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Kaliumsupplementen en kaliumsparende diuretica: op grond van ervaringen met het gebruik van
andere geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensinesysteem kan het gelijktijdig
gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparine), leiden tot verhogingen van het serumkalium, en zijn daarom niet aanbevolen (zie
rubriek 4.4).
Lithium: reversibele toenames in serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Deze combinatie wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien
gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te
controleren.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de Cmax en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding

Zwangerschap
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen. Pasgeborenen van wie de moeder
angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen nauwkeurig gecontroleerd te worden op
hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Borstvoeding
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan Zentiva
tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding
hebben alternatieve behandelingen met een beter vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het
bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen

Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat irbesartan invloed
heeft op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Bij het besturen van
voertuigen of het bedienen van machines, dient er rekening mee gehouden te worden dat duizeligheid
of vermoeidheid kunnen optreden tijdens de behandeling.

In placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met hypertensie was er over het algemeen geen
verschil in de incidentie van bijwerkingen tussen de irbesartangroep (56,2%) en de placebogroep
(56,5%). Staken als gevolg van klinische verschijnselen of afwijkende laboratoriumwaarden kwam
minder vaak voor bij de met irbesartan behandelde patiënten (3,3%) ten opzichte van de placebogroep
(4,5%). De incidentie van bijwerkingen was niet gerelateerd aan dosis (binnen het aanbevolen
doseringsgebied), geslacht, leeftijd, ras of duur van de behandeling.
Bij diabetische hypertensieve patiënten met microalbuminurie en een normale nierfunctie werd
orthostatische duizeligheid bij 0,5% van de patiënten (d.w.z. zelden) gemeld, maar vaker dan bij de
placebogroep.
De volgende tabel toont de bijwerkingen die gemeld waren in placebogecontroleerde onderzoeken
waarbij 1965 hypertensieve patiënten irbesartan toegediend kregen. Bij diabetische hypertensieve
patiënten met chronische nierinsufficiëntie en proteïnurie, werden bij > 2% van de patiënten en meer
dan bij placebo tevens de volgende bijwerkingen gemeld, gemarkeerd met een ster (*).
De frequentie van de hieronder vermelde ongewenste reacties is gedefinieerd met gebruikmaking van
de volgende conventie: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100, < 1/10); soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden
( 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen
gerangschikt naar afnemende ernst.
Bijwerkingen die gemeld zijn tijdens de post-marketing ervaringen staan ook vermeld. Deze
bijwerkingen zijn afgeleid van spontane meldingen
.

Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Niet bekend:
anemie, trombocytopenie
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
overgevoeligheidsreacties zoals angioedeem, uitslag, jeuk, anafylactische reactie,
anafylactische shock
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Niet bekend:
hyperkaliëmie, hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
duizeligheid, orthostatische duizeligheid*
Niet bekend:
vertigo, hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Niet bekend:
tinnitus
Hartaandoeningen
Soms:
tachycardie
Bloedvataandoeningen
Vaak:
orthostatische hypotensie*
Soms:
roodheid (flushing)
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms:
hoesten
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree, dyspepsie/brandend maagzuur
Lever- en galaandoeningen
Soms:
geelzucht
Niet bekend:
hepatitis, abnormale leverfuncties
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend: leukocytoclastische vasculitis
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak:
pijn aan de skeletspieren*
Niet bekend:
gewrichtspijn, myalgie (soms samenhangend met verhoogde plasma creatine kinase
spiegels), spierkrampen
Nier- en urinewegaandoeningen
Niet bekend:
aangetaste nierfunctie inclusief gevallen van nierfalen bij risicopatiënten. (zie
rubriek 4.4)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms:
seksuele disfunctie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
vermoeidheid
Soms:
pijn op de borst
Onderzoeken
Zeer vaak:
Hyperkaliëmie* kwam vaker voor bij diabetespatiënten die behandeld werden met
irbesartan ten opzichte van placebo. Bij hypertensieve diabetespatiënten met
microalbuminurie en normale nierfunctie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l) voor
bij 29,4% van de patiënten in de irbesartan 300 mg groep en bij 22% van de
patiënten in de placebogroep. Bij hypertensieve diabetespatiënten met chronische
nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l)
voor bij 46,3% van de patiënten in de irbesartan groep en 26,3% van de patiënten
in de placebogroep.
Vaak:
belangrijke verhogingen van plasmacreatinekinase werden vaak waargenomen
(1,7%) bij met irbesartan behandelde personen. Geen van deze verhogingen werd
in verband gebracht met aantoonbare klinische spier/skeletverschijnselen.
Bij 1,7% van de hypertensieve patiënten met vergevorderde diabetische nefropathie
behandeld met irbesartan, werd een niet klinisch relevante afname van
haemoglobine* gezien.
Pediatrische patiënten
In een gerandomiseerd onderzoek met 318 kinderen en adolescenten van 6 tot 16 jaar met hypertensie,
kwamen de volgende bijwerkingen voor tijdens de 3 weken dubbel-blind fase: hoofdpijn (7,9%),
hypotensie (2,2%), duizeligheid (1,9%), hoesten (0,9%). In de 26 weken open-label periode van deze
studie, waren de meest voorkomende laboratoriumafwijkingen een toename in creatinine (6,5%) en
verhoogde CK waarden in 2% van de behandelde kinderen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.


De ervaring bij volwassenen die gedurende acht weken doseringen kregen tot 900 mg/dag wees niet op
toxiciteit. De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering zijn naar verwachting hypotensie en
tachycardie; bradycardie kan ook optreden door overdosering. Er is geen specifieke informatie
beschikbaar over de behandeling na overdosering met Irbesartan Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig
geobserveerd te worden en de behandeling dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Opwekken
van braken en/of maagspoelen kunnen in overweging gegeven worden. Actieve kool kan nuttig zijn bij
de behandeling van overdosering. Irbesartan wordt door hemodialyse niet verwijderd.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Angiotensine-2-antagonisten, enkelvoudig, ATC-code: C09C A04
Werkingsmechanisme
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (type AT1)-antagonist.
Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT1-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT1)-receptoren leidt tot een verhoging van plasmareninespiegels en
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels niet belangrijk beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan
remt niet het ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine
afbreekt tot onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te
zijn.
Klinische werkzaamheid

Hypertensie
Irbesartan verlaagt de bloeddruk met minimale veranderingen van de hartslag. De bloeddrukdaling is
van de dosis afhankelijk bij éénmaal daagse doseringen en tendeert af te vlakken bij doseringen hoger
dan 300 mg. Doseringen van 150-300 mg éénmaal daags verlagen de bloeddruk tijdens de dalperiode
(d.w.z. 24 uur na inname) zowel in liggende als in zittende positie met gemiddeld 8-13/5-8 mm Hg
(systolisch/diastolisch) meer dan in geval van placebo.
De maximale bloeddrukdaling wordt 3-6 uur na inname bereikt en het bloeddrukverlagend effect
houdt ten minste 24 uur aan. Bij de aanbevolen doseringen was de verlaging van de bloeddruk na
24 uur 60-70% van de corresponderende maximale diastolische en systolische bloeddruk. Eénmaal
daags 150 mg gaf dal- en gemiddelde 24-uurs effecten die vergelijkbaar waren met dezelfde totale
dosis verdeeld over twee giften.
Het bloeddrukverlagend effect van Irbesartan Zentiva treedt binnen 1-2 weken op; een maximaal
effect wordt 4-6 weken na aanvang van de behandeling bereikt. De antihypertensieve effecten houden
aan bij chronisch gebruik. Na staken van de behandeling keert de bloeddruk geleidelijk terug naar de
uitgangswaarde. `Re-bound'-hypertensie is niet waargenomen.
De bloeddrukverlagende effecten van irbesartan en thiazidediuretica zijn additief. Bij patiënten bij wie
de behandeling met irbesartan alleen niet voldoende is, resulteert toevoeging aan irbesartan van laag
gedoseerd hydrochloorthiazide (12,5 mg) éénmaal daags in een verdere, voor placebo gecorrigeerde,
bloeddrukdaling tijdens de dalperiode van 7-10/3-6 mm Hg (systolisch/diastolisch).
De werkzaamheid van Irbesartan Zentiva wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht. Evenals het
geval is bij andere geneesmiddelen die invloed uitoefenen op het renine-angiotensinesysteem,
vertonen hypertensiepatiënten met een zwarte huidskleur een opvallend geringere reactie op
irbesartanmonotherapie. Als aan de behandeling met irbesartan een lage dosis hydrochloorthiazide
(b.v. 12,5 mg per dag) wordt toegevoegd, benadert het bloeddrukverlagend effect bij patiënten met een
zwarte huidskleur dat bij blanken.
Er is geen klinisch belangrijk effect op het serumurinezuur en op de urinezuurexcretie in de urine.
Daling van de bloeddruk met een getitreerde doeldosering van 0,5 mg/kg (lage dosis), 1,5 mg/kg
(medium dosis) en 4,5 mg/kg (hoge dosis), werd gedurende 3 weken geëvalueerd bij 318 kinderen en
adolescenten van 6-16 jaar met hypertensie of risico op hypertensie (diabetes, hypertensie in de
familie). Na 3 weken was de gemiddelde daling versus de uitgangswaarde in de primaire effectiviteit
variabel, de zittend gemeten dalwaarde voor de systolische bloeddruk (SeSBP), 11,7 mmHg (lage
dosis), 9,3 mmHg (medium dosis), 13,2 mmHg (hoge dosis). Er waren geen significant verschillen
zichtbaar tussen de doseringen. De aangepaste gemiddelde verandering in de zittend gemeten
dalwaarde voor diastolische bloeddruk (SeDBP) was: 3,8 mmHg (lage dosis), 3,2 mmHg (medium
dosis), 5,6 mmHg (hoge dosis). Gedurende een volgende tweeweekse periode werden patiënten
opnieuw gerandomiseerd naar ofwel actieve behandeling ofwel een placebo. Patiënten behandeld met
placebo hadden een toename in de bloeddruk van 2,4 en 2,0 mmHg in respectievelijk SeSBP en
SeDBP vergeleken met een verandering van respectievelijk +0,1 en -0,3 mmHg in de groep behandeld
met irbesartan (zie rubriek 4.2).
Hypertensie en type 2 diabetes met nefropathie
De "Irbesartan Diabetische Nefropathie Trial (IDNT)" toont aan dat irbesartan de progressie van
nefropathie vermindert bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie.
IDNT is een dubbelblind, gecontroleerd morbiditeits- en mortaliteitsonderzoek waarbij Irbesartan
Zentiva, amlodipine en placebo werden vergeleken. Bij 1.715 hypertensieve patiënten met
type 2 diabetes, proteïnurie 900 mg/dag en serumcreatininewaarden van 1,0­3,0 mg/dl, werden de
lange termijn effecten (gemiddeld 2,6 jaar) van Irbesartan Zentiva op de progressie van nefropathie en
mortaliteit onderzocht. Patiënten werden getitreerd van 75 mg naar een onderhoudsdosering van
300 mg Irbesartan Zentiva, van 2,5 mg naar 10 mg amlodipine, of placebo zoveel als werd getolereerd.
In alle behandelingsgroepen werden patiënten behandeld met 2 tot 4 antihypertensiva (b.v. diuretica,
bètablokkers, alfa-blokkers) om de vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde van
135/85 mmHg, of indien de uitgangswaarde > 160 mmHg was een 10 mmHg afname in systolische
druk, te bereiken. Zestig procent (60%) van de patiënten in de placebogroep bereikten deze
streefbloeddrukwaarde, terwijl dit cijfer voor de irbesartan en amlodipine groepen, 76% respectievelijk
78% was. Irbesartan verminderde significant het relatieve risico op het primaire gecombineerde
eindpunt van verdubbeling van het serumcreatinine, terminale nefropathie of mortaliteit. Ongeveer
33% van de patiënten in de irbesartangroep bereikte het primaire renale samengestelde eindpunt
vergeleken met 39% en 41% in de placebo- en amlodipinegroep [20% relatieve risico reductie versus
placebo (p= 0,024) en 23% relatieve risico reductie vergeleken met amlodipine (p= 0,006)]. Wanneer
de individuele componenten van het primaire gecombineerde eindpunt werden geanalyseerd, werd er
geen effect in mortaliteit waargenomen, terwijl een positieve trend in afname van terminale
nefropathie en een significante reductie van verdubbeling van serumcreatinine werd waargenomen.
Subgroepen bestaande uit geslacht, ras, leeftijd, duur van diabetes, uitgangsbloeddrukwaarde,
serumcreatinine, en albumine excretiesnelheid werden beoordeeld op het effect van de behandeling. In
de vrouwelijke en donkere huidskleur subgroepen, welke 32% respectievelijk 26% van de gehele
studiepopulatie vertegenwoordigden, was een gunstig effect op de nier niet duidelijk, hoewel de
betrouwbaarheidsintervallen dit niet uitsluiten. Voor het secundaire eindpunt van fatale en niet-fatale
cardiovasculaire voorvallen, was er geen significant verschil tussen de drie groepen in de totale
populatie, hoewel een toegenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij vrouwen en een
afgenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij mannen in de irbesartangroep versus het op
placebo gebaseerde regime. Een toegenomen incidentie van niet-fatale MI en beroerte werd gezien bij
vrouwen in het op irbesartan gebaseerde regime versus het op amlodipine gebaseerde regime, terwijl
hospitalisatie als gevolg van hartfalen in de gehele populatie was afgenomen. Echter er is geen
duidelijke verklaring gevonden voor deze bevindingen bij vrouwen.
Het onderzoek naar de effecten van "Irbesartan op Microalbuminurie in Hypertensieve Patiënten met
type 2 Diabetes Mellitus (IRMA 2)" toont aan dat irbesartan 300 mg de progressie tot uitgesproken
proteïnurie in patiënten met microalbuminurie vertraagt. IRMA 2 is een placebogecontroleerd
dubbelblind morbiditeitsonderzoek bij 590 patiënten met type 2 diabetes, microalbuminurie
(30-300 mg/dag) en normale nierfunctie (serum creatinine 1,5 mg/dl in mannen en < 1,1 mg/dl in
progressie tot klinisch (uitgesproken) proteïnurie (urinaire albumine excretie snelheid > 300 mg/dag,
en een toename in de urinaire albumine excretie snelheid van minstens 30% t.o.v. de
uitgangssnelheid). De vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde was 135/85 mmHg. Indien
nodig werden, om de streefbloeddrukwaarde te bereiken, extra antihypertensiva (m.u.v. ACE-
remmers, angiotensine-2-receptorantagonisten en dihydropyridine calciumblokkers) gegeven. Terwijl
vergelijkbare bloeddrukwaarden werden bereikt in alle behandelingsgroepen, bereikte minder
patiënten met irbesartan 300 mg (5,2%) dan met placebo (14,9%) of in de irbesartan 150 mg groep
(9,7%) het eindpunt van uitgesproken proteïnurie, hetgeen een 70% afname in relatief risico voor de
hogere dosis versus placebo (p = 0,0004) demonstreert. Een samenhangende verbetering in de
glomerulaire filtratie snelheid (GFR) werd gedurende de eerste drie maanden van behandeling niet
waargenomen. De vertraging van de progressie tot klinisch uitgesproken proteïnurie was na drie
maanden zichtbaar en hield gedurende de periode van 2 jaar aan. Regressie tot een normale albumine
excretie (< 30 mg/dag) trad frequenter op in de Irbesartan Zentiva 300 mg groep (34%) dan in de
placebogroep (21%).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht. ONTARGET was een studie bij patiënten met een
voorgeschiedenis van cardiovasculair of cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in
combinatie met tekenen van eindorgaanschade. VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met
diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine-II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine-II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen

Absorptie
Na orale toediening wordt irbesartan goed geabsorbeerd: onderzoeken naar de absolute biologische
beschikbaarheid resulteerden in waarden van 60-80%. Gelijktijdig voedselgebruik had geen
belangrijke invloed op de biologische beschikbaarheid van irbesartan.
Distributie
De plasma-eiwitbinding is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume is 53-93 liter.

Na orale of intraveneuze toediening van 14C-irbesartan kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit toegeschreven worden aan onveranderd irbesartan. Irbesartan wordt door
glucuronidering en oxidatie in de lever omgezet. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ca. 6%). Onderzoek in vitro toont aan dat irbesartan voornamelijk geoxideerd
wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een verwaarloosbaar
effect.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg (tweemaal de maximaal aanbevolen dosering); het mechanisme hierachter is
niet bekend. 1,5-2 uur na orale toediening worden maximale plasmaconcentraties bereikt. De totale
lichaamsklaring en de klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3-3,5 ml/min. De
terminale eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. `Steady state'-
plasmaconcentraties worden bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse
doseringsschema. Een beperkte cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na
herhaalde éénmaal-daagse toediening. In een studie werd bij vrouwelijke hypertensiepatiënten een iets
hogere irbesartanplasmaconcentratie gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan
bleven ongewijzigd. Voor vrouwen is geen dosisaanpassing nodig. De AUC- en Cmax -waarden van
irbesartan waren in ouderen personen ( 65 jaar) iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter,
de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk gewijzigd. Voor oudere patiënten is dosisaanpassing
niet nodig.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de lever als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na IV-toediening van 14C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit teruggevonden in de
urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine uitgescheiden als
onveranderd irbesartan.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van irbesartan is bestudeerd in 23 hypertensieve kinderen na toediening van een
enkelvoudige en meervoudige dagelijkse dosering irbesartan (2 mg/kg) tot een maximale dagelijkse
dosering van 150 mg gedurende vier weken. Van deze 23 kinderen, was bij 21 een evaluatie mogelijk
voor een vergelijking met de farmacokinetiek bij volwassenen (twaalf van deze kinderen waren ouder
dan 12 jaar, negen kinderen waren tussen de 6 en 12 jaar). De resultaten toonden aan dat Cmax, AUC en
mate van klaring vergelijkbaar waren met die waargenomen in volwassen patiënten behandeld met
150 mg irbesartan per dag. Een beperkte accumulatie van irbesartan (18%) in plasma werd gezien na
herhaald eenmaal daags doseren.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.


Er was geen bewijs voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
( 250 mg/kg/dag in ratten en 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses ( 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan in ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nier (zoals interstitiële
nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en creatinineplasmaconcentraties);
deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve effect van het geneesmiddel, welke
leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde irbesartan hyperplasie/hypertrofie van
de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses 90 mg/kg/dag, in makaken bij doses
10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden veroorzaakt door het
farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen lijkt de
hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortaliteit bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoek met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte, hydro-
ureter of subcutaan oedeem) zien op ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij konijnen werd
abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke toxiciteit,
waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en konijnen.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen


Tabletkern:
Lactosemonohydraat
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulosenatrium
Hypromellose
Siliciumdioxide
Magnesiumstearaat.
Filmomhulling:
Lactosemonohydraat
Hypromellose
Titaniumdioxide (E171)
Macrogol 3000
Cera carnauba.

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid

Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid

3 jaar.

Bewaren beneden 30°C.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking

Doos met 14 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doos met 28 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 84 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 90 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 98 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 x 1 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde
eenheidsblisterverpakking.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen

Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/06/376/022-027
EU/1/06/376/036-037
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING / HERNIEUWING
VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 20 januari 2012
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau http://www.ema.europa.eu/.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Irbesartan Zentiva 300 mg filmomhulde tabletten.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan.
Hulpstof met bekend effect: 102,00 mg lactosemonohydraat per filmomhulde tablet.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM

Filmomhulde tablet.
Wit tot gebroken wit, biconvex en ovaal van vorm, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de
andere kant het nummer 2873.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties


Irbesartan Zentiva is geïndiceerd voor de behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen.
Het is ook geïndiceerd voor de behandeling van nefropathie bij volwassen patiënten met hypertensie
en type 2 diabetes mellitus als onderdeel van een antihypertensieve medicatie (zie rubrieken 4.3, 4.4,
4.5 en 5.1).

4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering
De gebruikelijke aanbevolen aanvangs- en onderhoudsdosis bedraagt 150 mg éénmaal daags, met of
zonder voedsel. Een dosis van éénmaal daags 150 mg Irbesartan Zentiva resulteert in een betere
controle van de bloeddruk gedurende 24 uur dan 75 mg. Echter, er kan overwogen worden de
behandeling te beginnen met 75 mg, met name bij patiënten die hemodialyse ondergaan en bij oudere
patiënten boven de 75 jaar.
Bij patiënten die onvoldoende onder controle zijn te brengen met 150 mg éénmaal daags, kan de
dosering Irbesartan Zentiva verhoogd worden tot 300 mg, of er kan een ander antihypertensivum
worden toegevoegd (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1). In het bijzonder is aangetoond dat toevoeging
van een diureticum zoals hydrochloorthiazide tot een additief effect van Irbesartan Zentiva leidt (zie
rubriek 4.5).
Bij type 2 diabetes patiënten met hypertensie, dient voor de behandeling van nefropathie te worden
gestart met éénmaal daags 150 mg irbesartan en te worden getitreerd naar de aanbevolen
onderhoudsdosering van éénmaal daags 300 mg.
Het bewijs voor het gunstig effect op de nier van Irbesartan Zentiva bij type 2 diabetes patiënten met
hypertensie is gebaseerd op onderzoeken waar irbesartan werd toegevoegd aan andere
antihypertensiva, die zo nodig werden gebruikt om de gewenste bloeddrukwaarde te bereiken (zie
rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1)

Verminderde nierfunctie
Patiënten met een verminderde nierfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Een lagere aanvangsdosis
(75 mg) dient overwogen te worden bij patiënten die hemodialyse ondergaan (zie rubriek 4.4).

Verminderde leverfunctie
Patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie behoeven geen dosisaanpassing. Er is geen
klinische ervaring bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Oudere patiënten
Hoewel men in overweging dient te nemen om bij patiënten ouder dan 75 jaar te beginnen met 75 mg,
is er doorgaans bij oudere patiënten geen dosisaanpassing nodig.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Irbesartan Zentiva bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn
nog niet vastgesteld. De beschikbare gegevens worden beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2,
maar er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik

4.3 Contra-indicaties

Overgevoeligheid voor de werkzame stof, of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Zentiva met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-
indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m2) (zie
rubriek 4.5 en 5.1).

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik

Intravasculaire volumedepletie: symptomatische hypotensie, met name na de eerste dosis, kan
optreden bij patiënten die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling
met diuretica, diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden
gecorrigeerd voordat met de behandeling van Irbesartan Zentiva begonnen wordt.
Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een stenose in de arterie
naar slechts één werkende nier lopen een groter risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie, als
ze behandeld worden met geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem. Hoewel dit niet is gedocumenteerd voor Irbesartan Zentiva, kan een dergelijk
effect verwacht worden bij het gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten.
Nierfunctieverlies en niertransplantatie: als Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij patiënten met
nierfunctieverlies, wordt periodieke controle van de serumkalium- en serumcreatininespiegels
aanbevolen. Er is geen ervaring met de toediening van Irbesartan Zentiva bij patiënten die recent een
niertransplantatie hebben ondergaan.
Hypertensieve patiënten met type 2 diabetes en nefropathie: uit een analyse van de studie bij patiënten
met vergevorderde nefropathie bleek dat de effecten van irbesartan op zowel renale als
deze minder positief waren bij vrouwen en niet-blanke patiënten (zie rubriek 5.1).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS): er is bewijs dat bij
gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten of aliskiren het risico op
hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) toeneemt.
Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-
receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.5 en 5.1). Als
behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Hyperkaliëmie: zoals bij andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem kan hyperkaliëmie optreden tijdens de behandeling met Irbesartan Zentiva. Dit
geldt met name voor patiënten met een verminderde nierfunctie, uitgesproken proteïnurie als gevolg
van diabetische nefropathie, en/of hartfalen. Bij risicopatiënten wordt nauwgezette controle van het
serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Hypoglykemie: Irbesartan Zentiva kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij
patiënten behandeld met insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring
overwogen worden; een dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer
aangewezen (zie rubriek 4.5).
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Zentiva niet aanbevolen.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Zoals ook waargenomen voor ACE-remmers, zijn irbesartan en de andere angiotensine-2-
receptorantagonisten duidelijk minder effectief in verlaging van de bloeddruk bij patiënten met een
donkere huidskleur dan bij patiënten met een lichte huidskleur, mogelijk als gevolg van de hogere
prevalentie van een laag-renine status in de zwarte hypertensieve populatie (zie rubriek 5.1).
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Pediatrische patiënten: irbesartan is onderzocht in kinderen van 6 tot 16 jaar maar de huidige gegevens
zijn onvoldoende ter onderbouwing van een verbreding van het gebruik in kinderen totdat nieuwe
gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 4.8, 5.1 en 5.2).
Lactose: patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele
lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Natrium: dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

Diuretica en andere antihypertensiva: andere antihypertensiva kunnen het hypotensieve effect van
irbesartan vergroten, hoewel Irbesartan Zentiva veilig is gecombineerd met andere antihypertensiva,
zoals bètablokkers, langwerkende calciumantagonisten en thiazidediuretica. Voorafgaande
behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van hypotensie tot gevolg
hebben, als met de behandeling met Irbesartan Zentiva begonnen wordt (zie rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Kaliumsupplementen en kaliumsparende diuretica: op grond van ervaringen met het gebruik van
andere geneesmiddelen die invloed hebben op het renine-angiotensinesysteem kan het gelijktijdig
gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparine), leiden tot verhogingen van het serumkalium, en zijn daarom niet aanbevolen (zie
rubriek 4.4).
Lithium: reversibele toenames in serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Deze combinatie wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien
gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te
controleren.
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de Cmax en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding

Zwangerschap
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Borstvoeding
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan Zentiva
tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding
hebben alternatieve behandelingen met een beter vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het
bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen

Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat irbesartan invloed
heeft op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Bij het besturen van
of vermoeidheid kunnen optreden tijdens de behandeling.

4.8 Bijwerkingen

In placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met hypertensie was er over het algemeen geen
verschil in de incidentie van bijwerkingen tussen de irbesartangroep (56,2%) en de placebogroep
(56,5%). Staken als gevolg van klinische verschijnselen of afwijkende laboratoriumwaarden kwam
minder vaak voor bij de met irbesartan behandelde patiënten (3,3%) ten opzichte van de placebogroep
(4,5%). De incidentie van bijwerkingen was niet gerelateerd aan dosis (binnen het aanbevolen
doseringsgebied), geslacht, leeftijd, ras of duur van de behandeling.
Bij diabetische hypertensieve patiënten met microalbuminurie en een normale nierfunctie werd
orthostatische duizeligheid bij 0,5% van de patiënten (d.w.z. zelden) gemeld, maar vaker dan bij de
placebogroep.
De volgende tabel toont de bijwerkingen die gemeld waren in placebogecontroleerde onderzoeken
waarbij 1965 hypertensieve patiënten irbesartan toegediend kregen. Bij diabetische hypertensieve
patiënten met chronische nierinsufficiëntie en proteïnurie, werden bij > 2% van de patiënten en meer
dan bij placebo tevens de volgende bijwerkingen gemeld, gemarkeerd met een ster (*).
De frequentie van de hieronder vermelde ongewenste reacties is gedefinieerd met gebruikmaking van
de volgende conventie: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100, < 1/10); soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden
( 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen
gerangschikt naar afnemende ernst.
Bijwerkingen die gemeld zijn tijdens de post-marketing ervaringen staan ook vermeld. Deze
bijwerkingen zijn afgeleid van spontane meldingen
.
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Niet bekend:
anemie, trombocytopenie
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
overgevoeligheidsreacties zoals angioedeem, uitslag, jeuk, anafylactische reactie,
anafylactische shock
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Niet bekend:
hyperkaliëmie, hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
duizeligheid, orthostatische duizeligheid*
Niet bekend:
vertigo, hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Niet bekend:
tinnitus
Hartaandoeningen
Soms:
tachycardie
Bloedvataandoeningen
Vaak:
orthostatische hypotensie*
Soms:
roodheid (flushing)
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms:
hoesten
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree, dyspepsie/brandend maagzuur
Niet bekend:
dysgeusie
Lever- en galaandoeningen
Soms:
geelzucht
Niet bekend:
hepatitis, abnormale leverfuncties
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend:
leukocytoclastische vasculitis
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak:
pijn aan de skeletspieren*
Niet bekend:
gewrichtspijn, myalgie (soms samenhangend met verhoogde plasma creatine kinase
spiegels), spierkrampen
Nier- en urinewegaandoeningen
Niet bekend:
aangetaste nierfunctie inclusief gevallen van nierfalen bij risicopatiënten. (zie
rubriek 4.4)
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms:
seksuele disfunctie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
vermoeidheid
Soms:
pijn op de borst
Onderzoeken
Zeer vaak:
Hyperkaliëmie* kwam vaker voor bij diabetespatiënten die behandeld werden met
irbesartan ten opzichte van placebo. Bij hypertensieve diabetespatiënten met
microalbuminurie en normale nierfunctie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l) voor
bij 29,4% van de patiënten in de irbesartan 300 mg groep en bij 22% van de
patiënten in de placebogroep. Bij hypertensieve diabetespatiënten met chronische
nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie kwam hyperkaliëmie ( 5,5 mEq/l)
voor bij 46,3% van de patiënten in de irbesartan groep en 26,3% van de patiënten
in de placebogroep.
Vaak:
belangrijke verhogingen van plasmacreatinekinase werden vaak waargenomen
(1,7%) bij met irbesartan behandelde personen. Geen van deze verhogingen werd
in verband gebracht met aantoonbare klinische spier/skeletverschijnselen. Bij 1,7%
van de hypertensieve patiënten met vergevorderde diabetische nefropathie
behandeld met irbesartan, werd een niet klinisch relevante afname van
haemoglobine* gezien.
Pediatrische patiënten
In een gerandomiseerd onderzoek met 318 kinderen en adolescenten van 6 tot 16 jaar met hypertensie,
kwamen de volgende bijwerkingen voor tijdens de 3 weken dubbel-blind fase: hoofdpijn (7,9%),
hypotensie (2,2%), duizeligheid (1,9%), hoesten (0,9%). In de 26 weken open-label periode van deze
studie, waren de meest voorkomende laboratoriumafwijkingen een toename in creatinine (6,5%) en
verhoogde CK waarden in 2% van de behandelde kinderen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.


De ervaring bij volwassenen die gedurende acht weken doseringen kregen tot 900 mg/dag wees niet op
toxiciteit. De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering zijn naar verwachting hypotensie en
tachycardie; bradycardie kan ook optreden door overdosering. Er is geen specifieke informatie
beschikbaar over de behandeling na overdosering met Irbesartan Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig
geobserveerd te worden en de behandeling dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Opwekken
van braken en/of maagspoelen kunnen in overweging gegeven worden. Actieve kool kan nuttig zijn bij
de behandeling van overdosering. Irbesartan wordt door hemodialyse niet verwijderd.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Angiotensine-2-antagonisten, enkelvoudig, ATC-code: C09C A04
Werkingsmechanisme
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (type AT1)-antagonist.
Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT1-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT1)-receptoren leidt tot een verhoging van plasmareninespiegels en
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels niet belangrijk beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan
remt niet het ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine
afbreekt tot onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te
zijn.
Klinische werkzaamheid


Hypertensie

Irbesartan verlaagt de bloeddruk met minimale veranderingen van de hartslag. De bloeddrukdaling is
van de dosis afhankelijk bij éénmaal daagse doseringen en tendeert af te vlakken bij doseringen hoger
dan 300 mg. Doseringen van 150-300 mg éénmaal daags verlagen de bloeddruk tijdens de dalperiode
(d.w.z. 24 uur na inname) zowel in liggende als in zittende positie met gemiddeld 8-13/5-8 mm Hg
(systolisch/diastolisch) meer dan in geval van placebo.
De maximale bloeddrukdaling wordt 3-6 uur na inname bereikt en het bloeddrukverlagend effect
houdt ten minste 24 uur aan. Bij de aanbevolen doseringen was de verlaging van de bloeddruk na
24 uur 60-70% van de corresponderende maximale diastolische en systolische bloeddruk. Eénmaal
daags 150 mg gaf dal- en gemiddelde 24-uurs effecten die vergelijkbaar waren met dezelfde totale
dosis verdeeld over twee giften.
Het bloeddrukverlagend effect van Irbesartan Zentiva treedt binnen 1-2 weken op; een maximaal
effect wordt 4-6 weken na aanvang van de behandeling bereikt. De antihypertensieve effecten houden
aan bij chronisch gebruik. Na staken van de behandeling keert de bloeddruk geleidelijk terug naar de
uitgangswaarde. `Re-bound'-hypertensie is niet waargenomen.
De bloeddrukverlagende effecten van irbesartan en thiazidediuretica zijn additief. Bij patiënten bij wie
de behandeling met irbesartan alleen niet voldoende is, resulteert toevoeging aan irbesartan van laag
gedoseerd hydrochloorthiazide (12,5 mg) éénmaal daags in een verdere, voor placebo gecorrigeerde,
bloeddrukdaling tijdens de dalperiode van 7-10/3-6 mm Hg (systolisch/diastolisch).
De werkzaamheid van Irbesartan Zentiva wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht. Evenals het
geval is bij andere geneesmiddelen die invloed uitoefenen op het renine-angiotensinesysteem,
vertonen hypertensiepatiënten met een zwarte huidskleur een opvallend geringere reactie op
(b.v. 12,5 mg per dag) wordt toegevoegd, benadert het bloeddrukverlagend effect bij patiënten met een
zwarte huidskleur dat bij blanken.
Er is geen klinisch belangrijk effect op het serumurinezuur en op de urinezuurexcretie in de urine.
Pediatrische patiënten
Daling van de bloeddruk met een getitreerde doeldosering van 0,5 mg/kg (lage dosis), 1,5 mg/kg
(medium dosis) en 4,5 mg/kg (hoge dosis), werd gedurende 3 weken geëvalueerd bij 318 kinderen en
adolescenten van 6-16 jaar met hypertensie of risico op hypertensie (diabetes, hypertensie in de
familie). Na 3 weken was de gemiddelde daling versus de uitgangswaarde in de primaire effectiviteit
variabel, de zittend gemeten dalwaarde voor de systolische bloeddruk (SeSBP), 11,7 mmHg (lage
dosis), 9,3 mmHg (medium dosis), 13,2 mmHg (hoge dosis). Er waren geen significant verschillen
zichtbaar tussen de doseringen. De aangepaste gemiddelde verandering in de zittend gemeten
dalwaarde voor diastolische bloeddruk (SeDBP) was: 3,8 mmHg (lage dosis), 3,2 mmHg (medium
dosis), 5,6 mmHg (hoge dosis). Gedurende een volgende tweeweekse periode werden patiënten
opnieuw gerandomiseerd naar ofwel actieve behandeling ofwel een placebo. Patiënten behandeld met
placebo hadden een toename in de bloeddruk van 2,4 en 2,0 mmHg in respectievelijk SeSBP en
SeDBP vergeleken met een verandering van respectievelijk +0,1 en -0,3 mmHg in de groep behandeld
met irbesartan (zie rubriek 4.2).
Hypertensie en type 2 diabetes met nefropathie
De 'Irbesartan Diabetische Nefropathie Trial (IDNT)' toont aan dat irbesartan de progressie van
nefropathie vermindert bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie en uitgesproken proteïnurie.
IDNT is een dubbelblind, gecontroleerd morbiditeits- en mortaliteitsonderzoek waarbij Irbesartan
Zentiva, amlodipine en placebo werden vergeleken. Bij 1.715 hypertensieve patiënten met
type 2 diabetes, proteïnurie 900 mg/dag en serumcreatininewaarden van 1,0­3,0 mg/dl, werden de
lange termijn effecten (gemiddeld 2,6 jaar) van Irbesartan Zentiva op de progressie van nefropathie en
mortaliteit onderzocht. Patiënten werden getitreerd van 75 mg naar een onderhoudsdosering van
300 mg Irbesartan Zentiva, van 2,5 mg naar 10 mg amlodipine, of placebo zoveel als werd getolereerd.
In alle behandelingsgroepen werden patiënten behandeld met 2 tot 4 antihypertensiva (b.v. diuretica,
bètablokkers, alfa-blokkers) om de vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde van
135/85 mmHg, of indien de uitgangswaarde > 160 mmHg was een 10 mmHg afname in systolische
druk, te bereiken. Zestig procent (60%) van de patiënten in de placebogroep bereikten deze
streefbloeddrukwaarde, terwijl dit cijfer voor de irbesartan en amlodipine groepen, 76% respectievelijk
78% was. Irbesartan verminderde significant het relatieve risico op het primaire gecombineerde
eindpunt van verdubbeling van het serumcreatinine, terminale nefropathie of mortaliteit. Ongeveer
33% van de patiënten in de irbesartangroep bereikte het primaire renale samengestelde eindpunt
vergeleken met 39% en 41% in de placebo- en amlodipinegroep [20% relatieve risico reductie versus
placebo (p= 0,024) en 23% relatieve risico reductie vergeleken met amlodipine (p= 0,006)]. Wanneer
de individuele componenten van het primaire gecombineerde eindpunt werden geanalyseerd, werd er
geen effect in mortaliteit waargenomen, terwijl een positieve trend in afname van terminale
nefropathie en een significante reductie van verdubbeling van serumcreatinine werd waargenomen.
Subgroepen bestaande uit geslacht, ras, leeftijd, duur van diabetes, uitgangsbloeddrukwaarde,
serumcreatinine, en albumine excretiesnelheid werden beoordeeld op het effect van de behandeling. In
de vrouwelijke en donkere huidskleur subgroepen, welke 32% respectievelijk 26% van de gehele
studiepopulatie vertegenwoordigden, was een gunstig effect op de nier niet duidelijk, hoewel de
betrouwbaarheidsintervallen dit niet uitsluiten. Voor het secundaire eindpunt van fatale en niet-fatale
cardiovasculaire voorvallen, was er geen significant verschil tussen de drie groepen in de totale
populatie, hoewel een toegenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij vrouwen en een
afgenomen incidentie van niet-fataal MI werd gezien bij mannen in de irbesartangroep versus het op
placebo gebaseerde regime. Een toegenomen incidentie van niet-fatale MI en beroerte werd gezien bij
vrouwen in het op irbesartan gebaseerde regime versus het op amlodipine gebaseerde regime, terwijl
hospitalisatie als gevolg van hartfalen in de gehele populatie was afgenomen. Echter er is geen
duidelijke verklaring gevonden voor deze bevindingen bij vrouwen.
type 2 Diabetes Mellitus (IRMA 2)' toont aan dat irbesartan 300 mg de progressie tot uitgesproken
proteïnurie in patiënten met microalbuminurie vertraagt. IRMA 2 is een placebogecontroleerd
dubbelblind morbiditeitsonderzoek bij 590 patiënten met type 2 diabetes, microalbuminurie
(30-300 mg/dag) en normale nierfunctie (serum creatinine 1,5 mg/dl in mannen en < 1,1 mg/dl in
vrouwen). Het onderzoek betrof de lange termijn effecten (2 jaar) van Irbesartan Zentiva op de
progressie tot klinisch (uitgesproken) proteïnurie (urinaire albumine excretie snelheid > 300 mg/dag,
en een toename in de urinaire albumine excretie snelheid van minstens 30% t.o.v. de
uitgangssnelheid). De vooraf vastgestelde te bereiken bloeddrukwaarde was 135/85 mmHg. Indien
nodig werden, om de streefbloeddrukwaarde te bereiken, extra antihypertensiva (m.u.v. ACE-
remmers, angiotensine-2-receptorantagonisten en dihydropyridine calciumblokkers) gegeven. Terwijl
vergelijkbare bloeddrukwaarden werden bereikt in alle behandelingsgroepen, bereikte minder
patiënten met irbesartan 300 mg (5,2%) dan met placebo (14,9%) of in de irbesartan 150 mg groep
(9,7%) het eindpunt van uitgesproken proteïnurie, hetgeen een 70% afname in relatief risico voor de
hogere dosis versus placebo (p = 0,0004) demonstreert. Een samenhangende verbetering in de
glomerulaire filtratie snelheid (GFR) werd gedurende de eerste drie maanden van behandeling niet
waargenomen. De vertraging van de progressie tot klinisch uitgesproken proteïnurie was na drie
maanden zichtbaar en hield gedurende de periode van 2 jaar aan. Regressie tot een normale albumine
excretie (< 30 mg/dag) trad frequenter op in de Irbesartan Zentiva 300 mg groep (34%) dan in de
placebogroep (21%).
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht. ONTARGET was een studie bij patiënten met een
voorgeschiedenis van cardiovasculair of cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in
combinatie met tekenen van eindorgaanschade. VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met
diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine-II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine-II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine-II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen

Absorptie
Na orale toediening wordt irbesartan goed geabsorbeerd: onderzoeken naar de absolute biologische
beschikbaarheid resulteerden in waarden van 60-80%. Gelijktijdig voedselgebruik had geen
belangrijke invloed op de biologische beschikbaarheid van irbesartan.

De plasma-eiwitbinding is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume is 53-93 liter.
Biotransformatie
Na orale of intraveneuze toediening van 14C-irbesartan kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit toegeschreven worden aan onveranderd irbesartan. Irbesartan wordt door
glucuronidering en oxidatie in de lever omgezet. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ca. 6%). Onderzoek in vitro toont aan dat irbesartan voornamelijk geoxideerd
wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een verwaarloosbaar
effect.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg (tweemaal de maximaal aanbevolen dosering); het mechanisme hierachter is
niet bekend. 1,5-2 uur na orale toediening worden maximale plasmaconcentraties bereikt. De totale
lichaamsklaring en de klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3-3,5 ml/min. De
terminale eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. `Steady state'-
plasmaconcentraties worden bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse
doseringsschema. Een beperkte cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na
herhaalde éénmaal-daagse toediening. In een studie werd bij vrouwelijke hypertensiepatiënten een iets
hogere irbesartanplasmaconcentratie gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan
bleven ongewijzigd. Voor vrouwen is geen dosisaanpassing nodig. De AUC- en Cmax -waarden van
irbesartan waren in ouderen personen ( 65 jaar) iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter,
de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk gewijzigd. Voor oudere patiënten is dosisaanpassing
niet nodig.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de lever als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na IV-toediening van 14C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit teruggevonden in de
urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine uitgescheiden als
onveranderd irbesartan.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van irbesartan is bestudeerd in 23 hypertensieve kinderen na toediening van een
enkelvoudige en meervoudige dagelijkse dosering irbesartan (2 mg/kg) tot een maximale dagelijkse
dosering van 150 mg gedurende vier weken. Van deze 23 kinderen, was bij 21 een evaluatie mogelijk
voor een vergelijking met de farmacokinetiek bij volwassenen (twaalf van deze kinderen waren ouder
dan 12 jaar, negen kinderen waren tussen de 6 en 12 jaar). De resultaten toonden aan dat Cmax, AUC en
mate van klaring vergelijkbaar waren met die waargenomen in volwassen patiënten behandeld met
150 mg irbesartan per dag. Een beperkte accumulatie van irbesartan (18%) in plasma werd gezien na
herhaald eenmaal daags doseren.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd.

Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek

Er was geen bewijs voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
( 250 mg/kg/dag in ratten en 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses ( 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan in ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nier (zoals interstitiële
nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en creatinineplasmaconcentraties);
deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve effect van het geneesmiddel, welke
leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde irbesartan hyperplasie/hypertrofie van
de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses 90 mg/kg/dag, in makaken bij doses
10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden veroorzaakt door het
farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen lijkt de
hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortaliteit bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoek met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte, hydro-
ureter of subcutaan oedeem) zien op ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij konijnen werd
abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke toxiciteit,
waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en konijnen.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen


Tabletkern:
Lactosemonohydraat
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulosenatrium
Hypromellose
Siliciumdioxide
Magnesiumstearaat.
Filmomhulling:
Lactosemonohydraat
Hypromellose
Titaniumdioxide (E171)
Macrogol 3000
Cera carnauba.


Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid

3 jaar.

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

Bewaren beneden 30°C.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking

Doos met 14 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doos met 28 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 84 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 90 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 98 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakkingen.
Doos met 56 x 1 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde
eenheidsblisterverpakking.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen

Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/06/376/028-033
EU/1/06/376/038-039
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING / HERNIEUWING
VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 20 januari 2012
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau http://www.ema.europa.eu/.





BIJLAGE II

A. FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN ­GEBRUIK

C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN
DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN

D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100Tours
Frankrijk
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Sanofi-Aventis, S.A.
Ctra. C-35 (La Batlloria-Hostalric), km. 63.09
17404 Riells i Viabrea (Girona)
Spanje
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel dienen de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende partij te zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN ­
GEBRUIK
Aan medisch recept onderworpen geneesmiddel.
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN

·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.

D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
·
Verplichting tot het nemen van maatregelen na toekenning van de handelsvergunning
De vergunninghouder moet binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen nakomen:
Voorwaarden voor de handelsvergunning
Uiterste datum
De vergunninghouder moet ervoor zorgen dat de productieprocessen van het
26 september
eindproduct worden beoordeeld op het mogelijke risico op vorming van N-
2022
nitrosaminen en zo nodig worden gewijzigd om nitrosamineverontreinigingen
zoveel mogelijk te beperken, in lijn met de op 25 juni 2020 door het Comité
voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik uitgebrachte aanbevelingen in het
kader van de procedure krachtens artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr.
726/2004 betreffende introsamine-onzuiverheden in geneesmiddelen voor
menselijk gebruik.

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER

A. ETIKETTERING

BUITENVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 75 mg tabletten
irbesartan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat: irbesartan 75 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat tevens lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
14 tabletten
28 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/001 - 14 tabletten
EU/1/06/376/002 - 28 tabletten
EU/1/06/376/003 - 56 tabletten
EU/1/06/376/004 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/376/005 - 98 tabletten
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Zentiva 75 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 75 mg tabletten
irbesartan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
14 - 28 - 56 - 98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
56 x 1 tabletten:

BUITENVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 150 mg tabletten
irbesartan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat: irbesartan 150 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat tevens lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
14 tabletten
28 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter .
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/006 - 14 tabletten
EU/1/06/376/007 - 28 tabletten
EU/1/06/376/008 - 56 tabletten
EU/1/06/376/009 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/376/010 - 98 tabletten
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Zentiva 150 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 150 mg tabletten
irbesartan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
14 - 28 - 56 - 98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
56 x 1 tabletten:

BUITENVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 300 mg tabletten
irbesartan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat: irbesartan 300 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat tevens lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
14 tabletten
28 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter .
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/011 - 14 tabletten
EU/1/06/376/012 - 28 tabletten
EU/1/06/376/013 - 56 tabletten
EU/1/06/376/014 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/376/015 - 98 tabletten
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Zentiva 300 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 300 mg tabletten
irbesartan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
14 - 28 - 56 - 98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
56 x 1 tabletten:

BUITENVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 75 mg filmomhulde tabletten
irbesartan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat: irbesartan 75 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat tevens lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tabletten
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/016 - 14 tabletten
EU/1/06/376/017 - 28 tabletten
EU/1/06/376/034 - 30 tabletten
EU/1/06/376/018 - 56 tabletten
EU/1/06/376/019 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/376/020 - 84 tabletten
EU/1/06/376/035 - 90 tabletten
EU/1/06/376/021 - 98 tabletten
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Zentiva 75 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 75 mg tabletten
irbesartan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
14 - 28 - 56 - 84 - 98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
30 - 56 x 1 - 90 tabletten:

BUITENVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 150 mg filmomhulde tabletten
irbesartan
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Elke tablet bevat: irbesartan 150 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat tevens lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tabletten
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik en het zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/022 - 14 tabletten
EU/1/06/376/023 - 28 tabletten
EU/1/06/376/036 - 30 tabletten
EU/1/06/376/024 - 56 tabletten
EU/1/06/376/025 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/376/026 - 84 tabletten
EU/1/06/376/037 - 90 tabletten
EU/1/06/376/027 - 98 tabletten
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Zentiva 150 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 150 mg tabletten
irbesartan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
14 - 28 - 56 - 84 - 98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
30 - 56 x 1 - 90 tabletten:

BUITENVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 300 mg filmomhulde tabletten
irbesartan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME BESTANSTOF(FEN)


Elke tablet bevat: irbesartan 300 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat tevens lactosemonohydraat.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tabletten
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/376/028 - 14 tabletten
EU/1/06/376/029 - 28 tabletten
EU/1/06/376/038 - 30 tabletten
EU/1/06/376/030 - 56 tabletten
EU/1/06/376/031 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/376/032 - 84 tabletten
EU/1/06/376/039 - 90 tabletten
EU/1/06/376/033 - 98 tabletten
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Zentiva 300 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN

WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Zentiva 300 mg tabletten
irbesartan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
14 - 28 - 56 - 84 - 98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
30 - 56 x 1 - 90 tabletten:

B. BIJSLUITER
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Irbesartan Zentiva 75 mg tabletten
irbesartan

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Irbesartan Zentiva behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als angiotensine-II-
receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en zich bindt aan
receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een stijging van de
bloeddruk tot gevolg. Irbesartan Zentiva verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt. Irbesartan Zentiva vertraagt de
afname van de nierfunctie bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes.
Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij volwassen patiënten
bij de behandeling van hoge bloeddruk (essentiële hypertensie)
ter bescherming van de nier bij type 2 diabetes patiënten met hoge bloeddruk waarbij door
laboratoriumtesten een verminderde nierfunctie is aangetoond.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?

U bent
allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om Irbesartan Zentiva te vermijden
tijdens de beginfase van de zwangerschap ­ zie de rubriek zwangerschap)

U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
u krijgt last van
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen
u lijdt aan
hartproblemen
u krijgt Irbesartan Zentiva voor
diabetische nierziekte. In dit geval zal uw arts regelmatig
bloedonderzoek uitvoeren, met name in geval van een slechte nierfunctie om de
bloedkaliumspiegels te meten
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel (tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.

u moet geopereerd worden of u moet
verdovingsmiddelen krijgen
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o een 'ACE-remmer' (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o aliskiren.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek `Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?'.
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige nadelige
effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten omdat de veiligheid en
werkzaamheid nog niet volledig zijn vastgesteld.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast Irbesartan Zentiva nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken `Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').

U zou bloedcontroles nodig kunnen hebben als u:
kaliumsupplementen gebruikt
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen gebruikt
kaliumsparende medicijnen (zoals bepaalde plaspillen) gebruikt
lithium-bevattende medicijnen gebruikt
repaglinide (medicijn voor het verlagen van de bloedsuikerspiegel)
Indien u bepaalde ontstekingsremmers gebruikt (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen
NSAID's)), kan het effect van irbesartan afnemen.

Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Zentiva kan worden ingenomen met of zonder voedsel.

Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden). Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Zentiva voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u
zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in plaats van Irbesartan
Zentiva. Irbesartan Zentiva wordt afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik kan ernstige nadelige
effecten hebben voor uw baby bij gebruik na de derde maand van de zwangerschap.

Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoeding te gaan geven. Irbesartan
Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een andere behandeling
vroeg geboren baby.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet door
Irbesartan Zentiva verminderd. Echter, af en toe kan duizeligheid of vermoeidheid optreden tijdens de
behandeling van hoge bloeddruk. Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts voordat u een
voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.

Irbesartan Zentiva bevat lactose. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet
verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.

Irbesartan Zentiva bevat natrium. Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet,
dat wil zeggen dat het in wezen `natriumvrij' is.
3.
HOE GEBRUIKT U DIT MIDDEL?

Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Wijze van inname
Irbesartan Zentiva is voor
oraal gebruik. De tabletten dienen doorgeslikt te worden met voldoende
vocht (b.v. een glas water). U kunt Irbesartan Zentiva innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw
dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat
u doorgaat met het innemen van dit medicijn totdat uw arts u anders adviseert.
Patiënten met hoge bloeddruk
De gebruikelijke dosering is 150 mg éénmaal daags (twee tabletten per dag). De dosis mag later
verhoogd worden tot 300 mg éénmaal daags (vier tabletten per dag), afhankelijk van het effect
op uw bloeddruk.
Patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte
Bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes is éénmaal daags 300 mg (vier tabletten per
dag) de aanbevolen onderhoudsdosering voor de behandeling van hiermee samenhangende
nierziekte.
De arts kan een lagere dosis voorschrijven, met name bij patiënten die
dialyse van hun bloed
ondergaan, of bij patiënten die
ouder zijn dan 75 jaar.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient bereikt te worden binnen 4-6 weken na het begin van
de behandeling.

Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar

Irbesartan Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar. Indien een kind
enkele tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?

Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.

Mogelijke bijwerkingen

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Net als bij gelijksoortige geneesmiddelen, zijn in zeldzame gevallen allergische huidreacties (uitslag,
netelroos), alsmede zwelling van het gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die
irbesartan kregen. Als u denkt dat u een dergelijke reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop dan met Irbesartan Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Zeer vaak: kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
De gerapporteerde bijwerkingen tijdens klinisch onderzoek bij patiënten die behandeld werden met
Irbesartan Zentiva zijn:
Zeer vaak (kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen): indien u hoge bloeddruk heeft en
type 2 diabetes met nierziekte kan bloedonderzoek een verhoogd kaliumgehalte aangeven.
Vaak (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen): duizeligheid, gevoel van
ziekte/overgeven, vermoeidheid en bloedonderzoek kan verhoogde spiegels aangeven van een
enzym wat een indicatie is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase). Bij patiënten met hoge
bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte werd tevens lage bloeddruk en duizeligheid (met
name wanneer opgestaan wordt vanuit liggende of zittende houding) en pijn in gewrichten of
spieren en verlaagde spiegels van een eiwit in de rode bloedcellen (hemoglobine) gerapporteerd.
Soms (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen): verhoogde hartslag, blozen, hoest,
diarree, gestoorde spijsvertering/brandend maagzuur, seksuele disfunctie (problemen met
seksuele prestaties), pijn op de borst.
Sommige bijwerkingen zijn gemeld sinds het op de markt komen van Irbesartan Zentiva.
Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: gevoel van duizeligheid, hoofdpijn,
smaakstoornissen, oorsuizen, spierkrampen, pijn in uw gewrichten en spieren, verminderd aantal rode
bloedcellen (anemie ­ klachten zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij
inspanning, duizeligheid en bleekheid), verminderd aantal bloedplaatjes,verstoring van de werking van
de lever, verhoogd kaliumgehalte in het bloed, verminderde werking van de nieren en ontsteking van
kleine bloedvaten voornamelijk in de huid (een aandoening bekend als leukocytoclastische vasculitis),
ernstige allergische reacties (anafylactische shock) en een lage bloedsuikerspiegel. Soms zijn ook
gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit) gemeld.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.

Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

De werkzame stof in dit middel is irbesartan. Elke tablet van Irbesartan Zentiva 75 mg bevat
75 mg irbesartan.
De andere stoffen in dit middel zijn microkristallijne cellulose, carboxymethylcellulosenatrium,
lactosemonohydraat, magnesiumstearaat, colloïdaal siliciumdioxide, voorverstijfseld
maïszetmeel en poloxameer 188.

Hoe ziet Irbesartan Zentiva er uit en wat zit er in een verpakking?
Irbesartan Zentiva 75 mg tabletten zijn wit tot gebroken wit, biconvex en ovaalvormig met een hart
ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2771 ingegraveerd aan de andere zijde.
Irbesartan Zentiva 75 mg tabletten worden geleverd in verpakkingen met 14, 28, 56 of 98 tabletten in
doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Verpakking (EAV) van 56 x 1 tabletten voor levering aan
ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:

Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië

Fabrikant:
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
Tel: +370 52152025
PV-Belgium@zentiva.com
PV-Lithuania@zentiva.com


Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +35924417136
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Bulgaria@zentiva.com
PV-Luxembourg@zentiva.com

Ceská republika
Magyarország
Zentiva, k.s.
Zentiva Pharma Kft.
Tel: +420 267 241 111
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Czech-Republic@zentiva.com
PV-Hungary@zentiva.com

Danmark
Malta
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, k.s.
Tlf: +45 787 68 400
Tel: +356 277 82 052
PV-Denmark@zentiva.com
PV-Malta@zentiva.com

Deutschland
Nederland
Zentiva Pharma GmbH
Zentiva, k.s.
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
Tel: +31 202 253 638
PV-Germany@zentiva.com
PV-Netherlands@zentiva.com

Eesti
Norge
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +372 52 70308
Tlf: +47 219 66 203
PV-Estonia@zentiva.com
PV-Norway@zentiva.com


Österreich
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +30 211 198 7510
Tel: +43 720 778 877
PV-Greece@zentiva.com
PV-Austria@zentiva.com

España
Polska
Zentiva, k.s.
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 931 815 250
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Spain@zentiva.com
PV-Poland@zentiva.com

France
Portugal
Zentiva France
Zentiva Portugal, Lda
Tél: +33 (0) 800 089 219
Tel: +351210601360
PV-France@zentiva.com
PV-Portugal@zentiva.com

Hrvatska
România
Zentiva d.o.o.
ZENTIVA S.A.
Tel: +385 1 6641 830
Tel: +4 021 304 7597
PV-Croatia@zentiva.com
PV-Romania@zentiva.com

Ireland
Slovenija
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
Tel: +386 360 00 408
PV-Ireland@zentiva.com
PV-Slovenia@zentiva.com

Ísland
Slovenská republika
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, a.s.
Sími: +354 539 0650
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Iceland@zentiva.com
PV-Slovakia@zentiva.com

Italia
Suomi/Finland
Zentiva Italia S.r.l.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +39-02-38598801
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Italy@zentiva.com
PV-Finland@zentiva.com


Sverige
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
: +357 240 30 144
Tel: +46 840 838 822
PV-Cyprus@zentiva.com
PV-Sweden@zentiva.com

Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-Latvia@zentiva.com
PV-United-Kingdom@zentiva.com


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Irbesartan Zentiva 150 mg tabletten
irbesartan

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Irbesartan Zentiva behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als angiotensine-II-
receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en zich bindt aan
receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een stijging van de
bloeddruk tot gevolg. Irbesartan Zentiva verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt. Irbesartan Zentiva vertraagt de
afname van de nierfunctie bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes.
Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij volwassen patiënten
bij de behandeling van hoge bloeddruk (essentiële hypertensie)
ter bescherming van de nier bij type 2 diabetes patiënten met hoge bloeddruk waarbij door
laboratoriumtesten een verminderde nierfunctie is aangetoond.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?

U bent
allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om Irbesartan Zentiva te vermijden
tijdens de beginfase van de zwangerschap ­ zie de rubriek zwangerschap)

U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
u krijgt last van
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen
u lijdt aan
hartproblemen
u krijgt Irbesartan Zentiva voor
diabetische nierziekte. In dit geval zal uw arts regelmatig
bloedonderzoek uitvoeren, met name in geval van een slechte nierfunctie om de
bloedkaliumspiegels te meten
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel (tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.

u moet geopereerd worden of u moet
verdovingsmiddelen krijgen
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o een 'ACE-remmer' (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o aliskiren.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek `Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?'.
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige nadelige
effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten omdat de veiligheid en
werkzaamheid nog niet volledig zijn vastgesteld.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast Irbesartan Zentiva nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken 'Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').

U zou bloedcontroles nodig kunnen hebben als u:
kaliumsupplementen gebruikt
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen gebruikt
kaliumsparende medicijnen (zoals bepaalde plaspillen) gebruikt
lithium-bevattende medicijnen gebruikt
repaglinide (medicijn voor het verlagen van de bloedsuikerspiegel)
Indien u bepaalde ontstekingsremmers gebruikt (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen
NSAID's)), kan het effect van irbesartan afnemen.

Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Zentiva kan worden ingenomen met of zonder voedsel.

Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden). Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Zentiva voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u
zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in plaats van Irbesartan
Zentiva. Irbesartan Zentiva wordt afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik kan ernstige nadelige
effecten hebben voor uw baby bij gebruik na de derde maand van de zwangerschap.

Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoeding te gaan geven. Irbesartan
Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een andere behandeling
vroeg geboren baby.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet door
Irbesartan Zentiva verminderd. Echter, af en toe kan duizeligheid of vermoeidheid optreden tijdens de
behandeling van hoge bloeddruk. Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts voordat u een
voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.

Irbesartan Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit middel inneemt.

Irbesartan Zentiva bevat natrium. Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet,
dat wil zeggen dat het in wezen `natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?

Gebruik dit middel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het
juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Wijze van inname
Irbesartan Zentiva is voor
oraal gebruik. De tabletten dienen doorgeslikt te worden met voldoende
vocht (b.v. een glas water). U kunt Irbesartan Zentiva innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw
dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat
u doorgaat met het innemen van dit medicijn totdat uw arts u anders adviseert.
Patiënten met hoge bloeddruk
De gebruikelijke dosering is 150 mg éénmaal daags. De dosis mag later verhoogd worden tot
300 mg éénmaal daags (twee tabletten per dag), afhankelijk van het effect op uw bloeddruk.
Patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte
Bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes is éénmaal daags 300 mg (twee tabletten
per dag) de aanbevolen onderhoudsdosering voor de behandeling van hiermee samenhangende
nierziekte.
De arts kan een lagere dosis voorschrijven, met name bij patiënten die
dialyse van hun bloed
ondergaan, of bij patiënten die
ouder zijn dan 75 jaar.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient bereikt te worden binnen 4-6 weken na het begin van
de behandeling.

Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar

Irbesartan Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar. Indien een kind
enkele tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?

Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
Mogelijke bijwerkingen

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Net als bij gelijksoortige geneesmiddelen, zijn in zeldzame gevallen allergische huidreacties (uitslag,
netelroos), alsmede zwelling van het gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die
irbesartan kregen. Als u denkt dat u een dergelijke reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop dan met Irbesartan Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Zeer vaak: kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
De gerapporteerde bijwerkingen tijdens klinisch onderzoek bij patiënten die behandeld werden met
Irbesartan Zentiva zijn:
Zeer vaak (kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen): indien u hoge bloeddruk heeft en
type 2 diabetes met nierziekte kan bloedonderzoek een verhoogd kaliumgehalte aangeven.
Vaak (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen): duizeligheid, gevoel van
ziekte/overgeven, vermoeidheid en bloedonderzoek kan verhoogde spiegels aangeven van een
enzym wat een indicatie is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase). Bij patiënten met hoge
bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte werd tevens lage bloeddruk en duizeligheid (met
name wanneer opgestaan wordt vanuit liggende of zittende houding) en pijn in gewrichten of
spieren en verlaagde spiegels van een eiwit in de rode bloedcellen (hemoglobine) gerapporteerd.
Soms (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen): verhoogde hartslag, blozen, hoest,
diarree, gestoorde spijsvertering/brandend maagzuur, seksuele disfunctie (problemen met
seksuele prestaties), pijn op de borst.
Sommige bijwerkingen zijn gemeld sinds het op de markt komen van Irbesartan Zentiva.
Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: gevoel van duizeligheid, hoofdpijn,
smaakstoornissen, oorsuizen, spierkrampen, pijn in uw gewrichten en spieren, verminderd aantal rode
bloedcellen (anemie ­ klachten zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij
inspanning, duizeligheid en bleekheid), verminderd aantal bloedplaatjes, verstoring van de werking
van de lever, verhoogd kaliumgehalte in het bloed, verminderde werking van de nieren en ontsteking
van kleine bloedvaten voornamelijk in de huid (een aandoening bekend als leukocytoclastische
vasculitis), ernstige allergische reacties (anafylactische shock) en een lage bloedsuikerspiegel. Soms
zijn ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit) gemeld.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

De werkzame stof in dit middel is irbesartan. Elke tablet van Irbesartan Zentiva 150 mg bevat
150 mg irbesartan.
De andere stoffen in dit middel zijn microkristallijne cellulose, carboxymethylcellulosenatrium,
lactosemonohydraat, magnesiumstearaat, colloïdaal siliciumdioxide, voorverstijfseld
maïszetmeel en poloxameer 188.

Hoe ziet Irbesartan Zentiva er uit en wat zit er in een verpakking?
Irbesartan Zentiva 150 mg tabletten zijn wit tot gebroken wit, biconvex en ovaalvormig met een hart
ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2772 ingegraveerd aan de andere zijde.
Irbesartan Zentiva 150 mg tabletten worden geleverd in verpakkingen met 14, 28, 56 of 98 tabletten in
doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Verpakking (EAV) van 56 x 1 tabletten voor levering aan
ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:

Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië

Fabrikant:
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
Tel: +370 52152025
PV-Belgium@zentiva.com
PV-Lithuania@zentiva.com


Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +35924417136
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Bulgaria@zentiva.com
PV-Luxembourg@zentiva.com

Ceská republika
Magyarország
Zentiva, k.s.
Zentiva Pharma Kft.
Tel: +420 267 241 111
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Czech-Republic@zentiva.com
PV-Hungary@zentiva.com

Danmark
Malta
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, k.s.
Tlf: +45 787 68 400
Tel: +356 277 82 052
PV-Denmark@zentiva.com
PV-Malta@zentiva.com

Deutschland
Nederland
Zentiva Pharma GmbH
Zentiva, k.s.
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
Tel: +31 202 253 638
PV-Germany@zentiva.com
PV-Netherlands@zentiva.com

Eesti
Norge
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +372 52 70308
Tlf: +47 219 66 203
PV-Estonia@zentiva.com
PV-Norway@zentiva.com


Österreich
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +30 211 198 7510
Tel: +43 720 778 877
PV-Greece@zentiva.com
PV-Austria@zentiva.com

España
Polska
Zentiva, k.s.
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 931 815 250
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Spain@zentiva.com
PV-Poland@zentiva.com

France
Portugal
Zentiva France
Zentiva Portugal, Lda
Tél: +33 (0) 800 089 219
Tel: +351210601360
PV-France@zentiva.com
PV-Portugal@zentiva.com

Hrvatska
România
Zentiva d.o.o.
ZENTIVA S.A.
Tel: +385 1 6641 830
Tel: +4 021 304 7597
PV-Croatia@zentiva.com
PV-Romania@zentiva.com

Ireland
Slovenija
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
Tel: +386 360 00 408
PV-Ireland@zentiva.com
PV-Slovenia@zentiva.com

Ísland
Slovenská republika
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, a.s.
Sími: +354 539 0650
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Iceland@zentiva.com
PV-Slovakia@zentiva.com

Italia
Suomi/Finland
Zentiva Italia S.r.l.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +39-02-38598801
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Italy@zentiva.com
PV-Finland@zentiva.com


Sverige
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS.
: +357 240 30 144
Tel: +46 840 838 822
PV-Cyprus@zentiva.com
PV-Sweden@zentiva.com

Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-Latvia@zentiva.com
PV-United-Kingdom@zentiva.com


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
Bijsluiter : informatie voor de gebruiker
Irbesartan Zentiva 300 mg tabletten
irbesartan

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Irbesartan Zentiva behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als angiotensine-II-
receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en zich bindt aan
receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een stijging van de
bloeddruk tot gevolg. Irbesartan Zentiva verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt. Irbesartan Zentiva vertraagt de
afname van de nierfunctie bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes.
Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij volwassen patiënten
bij de behandeling van hoge bloeddruk (essentiële hypertensie)
ter bescherming van de nier bij type 2 diabetes patiënten met hoge bloeddruk waarbij door
laboratoriumtesten een verminderde nierfunctie is aangetoond.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?

U bent
allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om Irbesartan Zentiva te vermijden
tijdens de beginfase van de zwangerschap ­ zie de rubriek zwangerschap)

U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
u krijgt last van
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen
u lijdt aan
hartproblemen
u krijgt Irbesartan Zentiva voor
diabetische nierziekte. In dit geval zal uw arts regelmatig
bloedonderzoek uitvoeren, met name in geval van een slechte nierfunctie om de
bloedkaliumspiegels te meten
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel (tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.

u moet geopereerd worden of u moet
verdovingsmiddelen krijgen
als u een van de volgende middelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o een 'ACE-remmer' (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o aliskiren.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek `Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?'.
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige nadelige
effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten omdat de veiligheid en
werkzaamheid nog niet volledig zijn vastgesteld.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast Irbesartan Zentiva nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken `Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').

U zou bloedcontroles nodig kunnen hebben als u:
kaliumsupplementen gebruikt
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen gebruikt
kaliumsparende medicijnen (zoals bepaalde plaspillen) gebruikt
lithium-bevattende medicijnen gebruikt
repaglinide (medicijn voor het verlagen van de bloedsuikerspiegel)
Indien u bepaalde ontstekingsremmers gebruikt (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen
NSAID's)), kan het effect van irbesartan afnemen.

Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Zentiva kan worden ingenomen met of zonder voedsel.

Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden). Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Zentiva voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u
zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in plaats van Irbesartan
Zentiva. Irbesartan Zentiva wordt afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik kan ernstige nadelige
effecten hebben voor uw baby bij gebruik na de derde maand van de zwangerschap.

Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoeding te gaan geven. Irbesartan
Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een andere behandeling
vroeg geboren baby.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet door
Irbesartan Zentiva verminderd. Echter, af en toe kan duizeligheid of vermoeidheid optreden tijdens de
behandeling van hoge bloeddruk. Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts voordat u een
voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.

Irbesartan Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit middel inneemt.

Irbesartan Zentiva bevat natrium. Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet,
dat wil zeggen dat het in wezen `natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?

Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Wijze van inname
Irbesartan Zentiva is voor
oraal gebruik. De tabletten dienen doorgeslikt te worden met voldoende
vocht (b.v. een glas water). U kunt Irbesartan Zentiva innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw
dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat
u doorgaat met het innemen van dit medicijn totdat uw arts u anders adviseert.
Patiënten met hoge bloeddruk
De gebruikelijke dosering is 150 mg éénmaal daags. De dosis mag later verhoogd worden tot
300 mg éénmaal daags, afhankelijk van het effect op uw bloeddruk.
Patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte
Bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes is éénmaal daags 300 mg de aanbevolen
onderhoudsdosering voor de behandeling van hiermee samenhangende nierziekte.
De arts kan een lagere dosis voorschrijven, met name bij patiënten die
dialyse van hun bloed
ondergaan, of bij patiënten die
ouder zijn dan 75 jaar.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient bereikt te worden binnen 4-6 weken na het begin van
de behandeling.

Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar

Irbesartan Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar. Indien een kind
enkele tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?

Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.

Mogelijke bijwerkingen

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Net als bij gelijksoortige geneesmiddelen, zijn in zeldzame gevallen allergische huidreacties (uitslag,
netelroos), alsmede zwelling van het gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die
irbesartan kregen. Als u denkt dat u een dergelijke reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop dan met Irbesartan Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Zeer vaak: kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
De gerapporteerde bijwerkingen tijdens klinisch onderzoek bij patiënten die behandeld werden met
Irbesartan Zentiva zijn:
Zeer vaak (kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen): indien u hoge bloeddruk heeft en
type 2 diabetes met nierziekte kan bloedonderzoek een verhoogd kaliumgehalte aangeven.
Vaak (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen): duizeligheid, gevoel van
ziekte/overgeven, vermoeidheid en bloedonderzoek kan verhoogde spiegels aangeven van een
enzym wat een indicatie is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase). Bij patiënten met hoge
bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte werd tevens lage bloeddruk en duizeligheid (met
name wanneer opgestaan wordt vanuit liggende of zittende houding) en pijn in gewrichten of
spieren en verlaagde spiegels van een eiwit in de rode bloedcellen (hemoglobine) gerapporteerd.
Soms (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen): verhoogde hartslag, blozen, hoest,
diarree, gestoorde spijsvertering/brandend maagzuur, seksuele disfunctie (problemen met
seksuele prestaties), pijn op de borst.
Sommige bijwerkingen zijn gemeld sinds het op de markt komen van Irbesartan Zentiva.
Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: gevoel van duizeligheid, hoofdpijn,
smaakstoornissen, oorsuizen, spierkrampen, pijn in uw gewrichten en spieren, verminderd aantal rode
bloedcellen (anemie ­ klachten zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij
inspanning, duizeligheid en bleekheid), verminderd aantal bloedplaatjes, verstoring van de werking
van de lever, verhoogd kaliumgehalte in het bloed, verminderde werking van de nieren en ontsteking
van kleine bloedvaten voornamelijk in de huid (een aandoening bekend als leukocytoclastische
vasculitis), ernstige allergische reacties (anafylactische shock) en een lage bloedsuikerspiegel. Soms
zijn ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit) gemeld.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit middel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en op de
blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.

Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

De werkzame stof in dit middel is irbesartan. Elke tablet van Irbesartan Zentiva 300 mg bevat
300 mg irbesartan.
De andere stoffen in dit middel zijn microkristallijne cellulose, carboxymethylcellulosenatrium,
lactosemonohydraat, magnesiumstearaat, colloïdaal siliciumdioxide, voorverstijfseld
maïszetmeel en poloxameer 188.

Hoe ziet Irbesartan Zentiva er uit en wat zit er in een verpakking?
Irbesartan Zentiva 300 mg tabletten zijn wit tot gebroken wit, biconvex en ovaalvormig met een hart
ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2773 ingegraveerd aan de andere zijde.
Irbesartan Zentiva 300 mg tabletten worden geleverd in verpakkingen met 14, 28, 56 of 98 tabletten in
doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Verpakking (EAV) van 56 x 1 tabletten voor levering aan
ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:

Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië

Fabrikant:
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
Tel: +370 52152025
PV-Belgium@zentiva.com
PV-Lithuania@zentiva.com


Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +35924417136
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Bulgaria@zentiva.com
PV-Luxembourg@zentiva.com

Ceská republika
Magyarország
Zentiva, k.s.
Zentiva Pharma Kft.
Tel: +420 267 241 111
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Czech-Republic@zentiva.com
PV-Hungary@zentiva.com

Danmark
Malta
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, k.s.
Tlf: +45 787 68 400
Tel: +356 277 82 052
PV-Denmark@zentiva.com
PV-Malta@zentiva.com

Deutschland
Nederland
Zentiva Pharma GmbH
Zentiva, k.s.
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
Tel: +31 202 253 638
PV-Germany@zentiva.com
PV-Netherlands@zentiva.com

Eesti
Norge
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +372 52 70308
Tlf: +47 219 66 203
PV-Estonia@zentiva.com
PV-Norway@zentiva.com


Österreich
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +30 211 198 7510
Tel: +43 720 778 877
PV-Greece@zentiva.com
PV-Austria@zentiva.com

España
Polska
Zentiva, k.s.
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 931 815 250
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Spain@zentiva.com
PV-Poland@zentiva.com

France
Portugal
Zentiva France
Zentiva Portugal, Lda
Tél: +33 (0) 800 089 219
Tel: +351210601360
PV-France@zentiva.com
PV-Portugal@zentiva.com

Hrvatska
România
Zentiva d.o.o.
ZENTIVA S.A.
Tel: +385 1 6641 830
Tel: +4 021 304 7597
PV-Croatia@zentiva.com
PV-Romania@zentiva.com

Ireland
Slovenija
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
Tel: +386 360 00 408
PV-Ireland@zentiva.com
PV-Slovenia@zentiva.com

Ísland
Slovenská republika
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, a.s.
Sími: +354 539 0650
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Iceland@zentiva.com
PV-Slovakia@zentiva.com

Italia
Suomi/Finland
Zentiva Italia S.r.l.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +39-02-38598801
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Italy@zentiva.com
PV-Finland@zentiva.com


Sverige
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
: +357 240 30 144
Tel: +46 840 838 822
PV-Cyprus@zentiva.com
PV-Sweden@zentiva.com

Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-Latvia@zentiva.com
PV-United-Kingdom@zentiva.com


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het
EuropeseeGeneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Irbesartan Zentiva 75 mg filmomhulde tabletten
irbesartan

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Zentiva behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als angiotensine-II-
receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en zich bindt aan
receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een stijging van de
bloeddruk tot gevolg. Irbesartan Zentiva verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt. Irbesartan Zentiva vertraagt de
afname van de nierfunctie bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes.
Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij volwassen patiënten
bij de behandeling van hoge bloeddruk (essentiële hypertensie)
ter bescherming van de nier bij type 2 diabetes patiënten met hoge bloeddruk waarbij door
laboratoriumtesten een verminderde nierfunctie is aangetoond.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?

U bent
allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om Irbesartan Zentiva te vermijden
tijdens de beginfase van de zwangerschap ­ zie de rubriek zwangerschap)

U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
u krijgt last van
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen
u lijdt aan
hartproblemen
u krijgt Irbesartan Zentiva voor
diabetische nierziekte. In dit geval zal uw arts regelmatig
bloedonderzoek uitvoeren, met name in geval van een slechte nierfunctie om de
bloedkaliumspiegels te meten
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel (tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.

u moet geopereerd worden of u moet
verdovingsmiddelen krijgen
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o een 'ACE-remmer' (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o aliskiren.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek `Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?'.
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige nadelige
effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).

Kinderen en jongeren tot 18 jaar

Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten omdat de veiligheid en
werkzaamheid nog niet volledig zijn vastgesteld.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast Irbesartan Zentiva nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook informatie in de rubrieken `Wanneer mag u dit
middel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').

U zou bloedcontroles nodig kunnen hebben als u:
kaliumsupplementen gebruikt
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen gebruikt
kaliumsparende medicijnen (zoals bepaalde plaspillen) gebruikt
lithiumbevattende medicijnen gebruikt
repaglinide (medicijn voor het verlagen van de bloedsuikerspiegel)
Indien u bepaalde ontstekingsremmers inneemt (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen
(NSAID's)), kan het effect van irbesartan afnemen.

Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Zentiva kan worden ingenomen met of zonder voedsel.

Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden). Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Zentiva voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u
zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in plaats van Irbesartan
Zentiva. Irbesartan Zentiva wordt afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik kan ernstige nadelige
effecten hebben voor uw baby bij gebruik na de derde maand van de zwangerschap.

Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoeding te gaan geven. Irbesartan
Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een andere behandeling
vroeg geboren baby.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet door
Irbesartan Zentiva verminderd. Echter, af en toe kan duizeligheid of vermoeidheid optreden tijdens de
behandeling van hoge bloeddruk. Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts voordat u een
voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.

Irbesartan Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit middel inneemt.

Irbesartan Zentiva bevat natrium. Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet,
dat wil zeggen dat het in wezen `natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?

Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Wijze van inname
Irbesartan Zentiva is voor
oraal gebruik. De tabletten dienen doorgeslikt te worden met voldoende
vocht (b.v. een glas water). U kunt Irbesartan Zentiva innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw
dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat
u doorgaat met het innemen van dit medicijn totdat uw arts u anders adviseert.
Patiënten met hoge bloeddruk
De gebruikelijke dosering is 150 mg éénmaal daags (twee tabletten per dag). De dosis mag later
verhoogd worden tot 300 mg éénmaal daags (vier tabletten per dag), afhankelijk van het effect
op uw bloeddruk.
Patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte
Bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes is éénmaal daags 300 mg (vier tabletten per
dag) de aanbevolen onderhoudsdosering voor de behandeling van hiermee samenhangende
nierziekte.
De arts kan een lagere dosis voorschrijven, met name bij patiënten die
dialyse van hun bloed
ondergaan, of bij patiënten die
ouder zijn dan 75 jaar.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient bereikt te worden binnen 4 ­ 6 weken na het begin
van de behandeling.

Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar

Irbesartan Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar. Indien een kind
enkele tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?

Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
Mogelijke bijwerkingen

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Net als bij gelijksoortige geneesmiddelen, zijn in zeldzame gevallen allergische huidreacties (uitslag,
netelroos), evenals zwelling van het gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die
irbesartan kregen. Als u denkt dat u een dergelijke reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop dan met Irbesartan Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Zeer vaak: kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
De gerapporteerde bijwerkingen tijdens klinisch onderzoek bij patiënten die behandeld werden met
Irbesartan Zentiva zijn:
Zeer vaak (kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen): indien u hoge bloeddruk heeft en
type 2 diabetes met nierziekte kan bloedonderzoek een verhoogd kaliumgehalte aangeven.
Vaak (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen): duizeligheid, gevoel van
ziekte/overgeven, vermoeidheid en bloedonderzoek kan verhoogde spiegels aangeven van een
enzym wat een indicatie is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase). Bij patiënten met hoge
bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte werd tevens lage bloeddruk en duizeligheid (met
name wanneer opgestaan wordt vanuit liggende of zittende houding) en pijn in gewrichten of
spieren en verlaagde spiegels van een eiwit in de rode bloedcellen (hemoglobine) gerapporteerd.
Soms (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen): verhoogde hartslag, blozen, hoest,
diarree, gestoorde spijsvertering/brandend maagzuur, seksuele disfunctie (problemen met
seksuele prestaties), pijn op de borst.
Sommige bijwerkingen zijn gemeld sinds het op de markt komen van Irbesartan Zentiva.
Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: gevoel van duizeligheid, hoofdpijn,
smaakstoornissen, oorsuizen, spierkrampen, pijn in uw gewrichten en spieren, verminderd aantal rode
bloedcellen (anemie ­ klachten zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij
inspanning, duizeligheid en bleekheid), verminderd aantal bloedplaatjes,, verstoring van de werking
van de lever, verhoogd kaliumgehalte in het bloed, verminderde werking van de nieren en ontsteking
van kleine bloedvaten voornamelijk in de huid (een aandoening bekend als leukocytoclastische
vasculitis), ernstige allergische reacties (anafylactische shock) en een lage bloedsuikerspiegel. Soms
zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit) gemeld.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

De werkzame stof in dit middel is irbesartan. Elke tablet van Irbesartan Zentiva 75 mg bevat
75 mg irbesartan.
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose,
carboxymethylcellulosenatrium, hypromellose, colloïdaal siliciumdioxide, magnesiumstearaat,
titaniumdioxide, macrogol 3000, cera carnauba.

Hoe ziet Irbesartan Zentiva er uit en wat zit er in een verpakking?
Irbesartan Zentiva 75 mg filmomhulde tabletten zijn wit tot gebroken wit, biconvex en ovaalvormig
met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2871 ingegraveerd aan de andere zijde.
Irbesartan Zentiva 75 mg filmomhulde tabletten worden geleverd in verpakkingen met 14, 28, 30, 56,
84, 90 of 98 filmomhulde tabletten in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Verpakking (EAV) van
56 x 1 filmomhulde tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië

Fabrikant:
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:

België/Belgique/Belgien
Lietuva
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
Tel: +370 52152025
PV-Belgium@zentiva.com
PV-Lithuania@zentiva.com


Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +35924417136
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Bulgaria@zentiva.com
PV-Luxembourg@zentiva.com

Ceská republika
Magyarország
Zentiva, k.s.
Zentiva Pharma Kft.
Tel: +420 267 241 111
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Czech-Republic@zentiva.com
PV-Hungary@zentiva.com

Danmark
Malta
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, k.s.
Tlf: +45 787 68 400
Tel: +356 277 82 052
PV-Denmark@zentiva.com
PV-Malta@zentiva.com

Deutschland
Nederland
Zentiva Pharma GmbH
Zentiva, k.s.
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
Tel: +31 202 253 638
PV-Germany@zentiva.com
PV-Netherlands@zentiva.com

Eesti
Norge
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +372 52 70308
Tlf: +47 219 66 203
PV-Estonia@zentiva.com
PV-Norway@zentiva.com


Österreich
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +30 211 198 7510
Tel: +43 720 778 877
PV-Greece@zentiva.com
PV-Austria@zentiva.com

España
Polska
Zentiva, k.s.
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 931 815 250
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Spain@zentiva.com
PV-Poland@zentiva.com

France
Portugal
Zentiva France
Zentiva Portugal, Lda
Tél: +33 (0) 800 089 219
Tel: +351210601360
PV-France@zentiva.com
PV-Portugal@zentiva.com

Hrvatska
România
Zentiva d.o.o.
ZENTIVA S.A.
Tel: +385 1 6641 830
Tel: +4 021 304 7597
PV-Croatia@zentiva.com
PV-Romania@zentiva.com

Ireland
Slovenija
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
Tel: +386 360 00 408
PV-Ireland@zentiva.com
PV-Slovenia@zentiva.com

Ísland
Slovenská republika
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, a.s.
Sími: +354 539 0650
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Iceland@zentiva.com
PV-Slovakia@zentiva.com

Italia
Suomi/Finland
Zentiva Italia S.r.l.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +39-02-38598801
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Italy@zentiva.com
PV-Finland@zentiva.com


Sverige
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
: +357 240 30 144
Tel: +46 840 838 822
PV-Cyprus@zentiva.com
PV-Sweden@zentiva.com

Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-Latvia@zentiva.com
PV-United-Kingdom@zentiva.com


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
Bijsluiter : informatie voor de gebruiker
Irbesartan Zentiva 150 mg filmomhulde tabletten
irbesartan

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Irbesartan Zentiva behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als angiotensine-II-
receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en zich bindt aan
receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een stijging van de
bloeddruk tot gevolg. Irbesartan Zentiva verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt. Irbesartan Zentiva vertraagt de
afname van de nierfunctie bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes.
Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij volwassen patiënten
bij de behandeling van hoge bloeddruk (essentiële hypertensie)
ter bescherming van de nier bij type 2 diabetes patiënten met hoge bloeddruk waarbij door
laboratoriumtesten een verminderde nierfunctie is aangetoond.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?

U bent
allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om Irbesartan Zentiva te vermijden
tijdens de beginfase van de zwangerschap ­ zie de rubriek zwangerschap)

U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
u krijgt last van
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen
u lijdt aan
hartproblemen
u krijgt Irbesartan Zentiva voor
diabetische nierziekte. In dit geval zal uw arts regelmatig
bloedonderzoek uitvoeren, met name in geval van een slechte nierfunctie om de
bloedkaliumspiegels te meten
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel (tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.

u moet geopereerd worden of u moet
verdovingsmiddelen krijgen
als u een van de volgende middelen om hoge bloeddruk te behandelen inneemt:
o een 'ACE-remmer' (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o aliskiren.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek `Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?'.
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige nadelige
effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).

Kinderen en jongeren tot 18 jaar

Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten omdat de veiligheid en
werkzaamheid nog niet volledig zijn vastgesteld.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast Irbesartan Zentiva nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken `Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').

U zou bloedcontroles nodig kunnen hebben als u:
kaliumsupplementen gebruikt
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen gebruikt
kaliumsparende medicijnen (zoals bepaalde plaspillen) gebruikt
lithiumbevattende medicijnen gebruikt
repaglinide (medicijn voor het verlagen van de bloedsuikerspiegel)
Indien u bepaalde ontstekingsremmers inneemt (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen
(NSAID's)), kan het effect van irbesartan afnemen.

Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Zentiva kan worden ingenomen met of zonder voedsel.

Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden). Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Zentiva voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u
zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in plaats van Irbesartan
Zentiva. Irbesartan Zentiva wordt afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik kan ernstige nadelige
effecten hebben voor uw baby bij gebruik na de derde maand van de zwangerschap.

Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoeding te gaan geven. Irbesartan
Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een andere behandeling
vroeg geboren baby.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet door
Irbesartan Zentiva verminderd. Echter, af en toe kan duizeligheid of vermoeidheid optreden tijdens de
behandeling van hoge bloeddruk. Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts voordat u een
voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.

Irbesartan Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit middel inneemt.

Irbesartan Zentiva bevat natrium. Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet,
dat wil zeggen dat het in wezen `natriumvrij' is.
3.
HOE GEBRUIKT U DIT MIDDEL?

Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Wijze van inname
Irbesartan Zentiva is voor
oraal gebruik. De tabletten dienen doorgeslikt te worden met voldoende
vocht (b.v. een glas water). U kunt Irbesartan Zentiva innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw
dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat
u doorgaat met het innemen van dit medicijn totdat uw arts u anders adviseert.
Patiënten met hoge bloeddruk
De gebruikelijke dosering is 150 mg éénmaal daags. De dosis mag later verhoogd worden tot
300 mg éénmaal daags (twee tabletten per dag), afhankelijk van het effect op uw bloeddruk.
Patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte
Bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes is éénmaal daags 300 mg (twee tabletten
per dag) de aanbevolen onderhoudsdosering voor de behandeling van hiermee samenhangende
nierziekte.
De arts kan een lagere dosis voorschrijven, met name bij patiënten die
dialyse van hun bloed
ondergaan, of bij patiënten die
ouder zijn dan 75 jaar.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient bereikt te worden binnen 4 ­ 6 weken na het begin
van de behandeling.

Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar

Irbesartan Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar. Indien een kind
enkele tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?

Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.

Mogelijke bijwerkingen

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Net als bij gelijksoortige geneesmiddelen, zijn in zeldzame gevallen allergische huidreacties (uitslag,
netelroos), evenals zwelling van het gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die
irbesartan kregen. Als u denkt dat u een dergelijke reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop dan met Irbesartan Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Zeer vaak: kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
De gerapporteerde bijwerkingen tijdens klinisch onderzoek bij patiënten die behandeld werden met
Irbesartan Zentiva zijn:
Zeer vaak (kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen): indien u hoge bloeddruk heeft en
type 2 diabetes met nierziekte kan bloedonderzoek een verhoogd kaliumgehalte aangeven.
Vaak (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen): duizeligheid, gevoel van
ziekte/overgeven, vermoeidheid en bloedonderzoek kan verhoogde spiegels aangeven van een
enzym wat een indicatie is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase). Bij patiënten met hoge
bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte werd tevens lage bloeddruk en duizeligheid (met
name wanneer opgestaan wordt vanuit liggende of zittende houding) en pijn in gewrichten of
spieren en verlaagde spiegels van een eiwit in de rode bloedcellen (hemoglobine) gerapporteerd.
Soms (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen): verhoogde hartslag, blozen, hoest,
diarree, gestoorde spijsvertering/brandend maagzuur, seksuele disfunctie (problemen met
seksuele prestaties), pijn op de borst.
Sommige bijwerkingen zijn gemeld sinds het op de markt komen van Irbesartan Zentiva.
Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: gevoel van duizeligheid, hoofdpijn,
smaakstoornissen, oorsuizen, spierkrampen, pijn in uw gewrichten en spieren, verminderd aantal rode
bloedcellen (anemie ­ klachten zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij
inspanning, duizeligheid en bleekheid), verminderd aantal bloedplaatjes, verstoring van de werking
van de lever, verhoogd kaliumgehalte in het bloed, verminderde werking van de nieren en ontsteking
van kleine bloedvaten voornamelijk in de huid (een aandoening bekend als leukocytoclastische
vasculitis), ernstige allergische reacties (anafylactische shock) en een lage bloedsuikerspiegel. Soms
zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit) gemeld.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.

Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

De werkzame stof in dit middel is irbesartan. Elke tablet van Irbesartan Zentiva 150 mg bevat
150 mg irbesartan.
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose,
carboxymethylcellulosenatrium, hypromellose, colloïdaal siliciumdioxide, magnesiumstearaat,
titaniumdioxide, macrogol 3000, cera carnauba.

Hoe ziet Irbesartan Zentiva er uit en wat zit er in een verpakking?
Irbesartan Zentiva 150 mg filmomhulde tabletten zijn wit tot gebroken wit, biconvex en ovaalvormig
met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2872 ingegraveerd aan de andere zijde.
Irbesartan Zentiva 150 mg filmomhulde tabletten worden geleverd in verpakkingen met 14, 28, 30, 56,
84, 90 of 98 filmomhulde tabletten in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Verpakking (EAV) van
56 x 1 filmomhulde tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië

Fabrikant:
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Sanofi-Aventis, S.A.
Ctra. C-35 (La Batlloria-Hostalric), km. 63.09
17404 Riells i Viabrea (Girona)
Spanje
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
Tel: +370 52152025
PV-Belgium@zentiva.com
PV-Lithuania@zentiva.com


Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +35924417136
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Bulgaria@zentiva.com
PV-Luxembourg@zentiva.com

Ceská republika
Magyarország
Zentiva, k.s.
Zentiva Pharma Kft.
Tel: +420 267 241 111
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Czech-Republic@zentiva.com
PV-Hungary@zentiva.com

Danmark
Malta
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, k.s.
Tlf: +45 787 68 400
Tel: +356 277 82 052
PV-Denmark@zentiva.com
PV-Malta@zentiva.com

Deutschland
Nederland
Zentiva Pharma GmbH
Zentiva, k.s.
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
Tel: +31 202 253 638
PV-Germany@zentiva.com
PV-Netherlands@zentiva.com

Eesti
Norge
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +372 52 70308
Tlf: +47 219 66 203
PV-Estonia@zentiva.com
PV-Norway@zentiva.com


Österreich
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +30 211 198 7510
Tel: +43 720 778 877
PV-Greece@zentiva.com
PV-Austria@zentiva.com

España
Polska
Zentiva, k.s.
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 931 815 250
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Spain@zentiva.com
PV-Poland@zentiva.com

France
Portugal
Zentiva France
Zentiva Portugal, Lda
Tél: +33 (0) 800 089 219
Tel: +351210601360
PV-France@zentiva.com
PV-Portugal@zentiva.com

Hrvatska
România
Zentiva d.o.o.
ZENTIVA S.A.
Tel: +385 1 6641 830
Tel: +4 021 304 7597
PV-Croatia@zentiva.com
PV-Romania@zentiva.com

Ireland
Slovenija
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
Tel: +386 360 00 408
PV-Ireland@zentiva.com
PV-Slovenia@zentiva.com

Ísland
Slovenská republika
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, a.s.
Sími: +354 539 0650
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Iceland@zentiva.com
PV-Slovakia@zentiva.com

Italia
Suomi/Finland
Zentiva Italia S.r.l.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +39-02-38598801
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Italy@zentiva.com
PV-Finland@zentiva.com


Sverige
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
: +357 240 30 144
Tel: +46 840 838 822
PV-Cyprus@zentiva.com
PV-Sweden@zentiva.com

Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-Latvia@zentiva.com
PV-United-Kingdom@zentiva.com


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
Bijsluiter : informatie voor de gebruiker
Irbesartan Zentiva 300 mg filmomhulde tabletten
irbesartan

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Zentiva en waarvoor dit middel gebruikt?

Irbesartan Zentiva behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als angiotensine-II-
receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en zich bindt aan
receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een stijging van de
bloeddruk tot gevolg. Irbesartan Zentiva verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt. Irbesartan Zentiva vertraagt de
afname van de nierfunctie bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes.
Irbesartan Zentiva wordt gebruikt bij volwassen patiënten
bij de behandeling van hoge bloeddruk (essentiële hypertensie)
ter bescherming van de nier bij type 2 diabetes patiënten met hoge bloeddruk waarbij door
laboratoriumtesten een verminderde nierfunctie is aangetoond.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?

U bent
allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om Irbesartan Zentiva te vermijden
tijdens de beginfase van de zwangerschap ­ zie de rubriek zwangerschap)

U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
u krijgt last van
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen
u lijdt aan
hartproblemen
u krijgt Irbesartan Zentiva voor
diabetische nierziekte. In dit geval zal uw arts regelmatig
bloedonderzoek uitvoeren, met name in geval van een slechte nierfunctie om de
bloedkaliumspiegels te meten
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel (tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.

u moet geopereerd worden of u moet
verdovingsmiddelen krijgen
als u een van de volgende middelen om hoge bloeddruk te behandelen inneemt:
o een 'ACE-remmer' (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o aliskiren.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek `Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?'.
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige nadelige
effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).

Kinderen en jongeren tot 18 jaar

Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten omdat de veiligheid en
werkzaamheid nog niet volledig zijn vastgesteld.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast Irbesartan Zentiva nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Uw arts kan het nodig achten om uw dosis te veranderen en/of andere voorzorgsmaatregelen te nemen:
Indien u een ACE-remmer of aliskiren gebruikt (zie ook informatie in de rubrieken `Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').

U zou bloedcontroles nodig kunnen hebben als u:
kaliumsupplementen gebruikt
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen gebruikt
kaliumsparende medicijnen (zoals bepaalde plaspillen) gebruikt
lithiumbevattende medicijnen gebruikt
repaglinide (medicijn voor het verlagen van de bloedsuikerspiegel)
Indien u bepaalde ontstekingsremmers inneemt (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen
(NSAID's)), kan het effect van irbesartan afnemen.

Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Zentiva kan worden ingenomen met of zonder voedsel.

Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden). Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Zentiva voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u
zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in plaats van Irbesartan
Zentiva. Irbesartan Zentiva wordt afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te
worden ingenomen vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik kan ernstige nadelige
effecten hebben voor uw baby bij gebruik na de derde maand van de zwangerschap.

Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoeding te gaan geven. Irbesartan
Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een andere behandeling
vroeg geboren baby.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet door
Irbesartan Zentiva verminderd. Echter, af en toe kan duizeligheid of vermoeidheid optreden tijdens de
behandeling van hoge bloeddruk. Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts voordat u een
voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.

Irbesartan Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit middel inneemt.

Irbesartan Zentiva bevat natrium. Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet,
dat wil zeggen dat het in wezen `natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?

Gebruik dit middel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het
juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Wijze van inname
Irbesartan Zentiva is voor
oraal gebruik. De tabletten dienen doorgeslikt te worden met voldoende
vocht (b.v. een glas water). U kunt Irbesartan Zentiva innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw
dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat
u doorgaat met het innemen van dit medicijn totdat uw arts u anders adviseert.
Patiënten met hoge bloeddruk
De gebruikelijke dosering is 150 mg éénmaal daags. De dosis mag later verhoogd worden tot
300 mg éénmaal daags, afhankelijk van het effect op uw bloeddruk.
Patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte
Bij patiënten met hoge bloeddruk en type 2 diabetes is éénmaal daags 300 mg de aanbevolen
onderhoudsdosering voor de behandeling van hiermee samenhangende nierziekte.
De arts kan een lagere dosis voorschrijven, met name bij patiënten die
dialyse van hun bloed
ondergaan, of bij patiënten die
ouder zijn dan 75 jaar.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient bereikt te worden binnen 4 ­ 6 weken na het begin
van de behandeling.

Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar

Irbesartan Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar. Indien een kind
enkele tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?

Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.

Mogelijke bijwerkingen

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Net als bij gelijksoortige geneesmiddelen, zijn in zeldzame gevallen allergische huidreacties (uitslag,
netelroos), evenals zwelling van het gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die
irbesartan kregen. Als u denkt dat u een dergelijke reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop dan met Irbesartan Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Zeer vaak: kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
De gerapporteerde bijwerkingen tijdens klinisch onderzoek bij patiënten die behandeld werden met
Irbesartan Zentiva zijn:
Zeer vaak (kan bij meer dan 1 op de 10 patiënten voorkomen): indien u hoge bloeddruk heeft en
type 2 diabetes met nierziekte kan bloedonderzoek een verhoogd kaliumgehalte aangeven.
Vaak (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen): duizeligheid, gevoel van
ziekte/overgeven, vermoeidheid en bloedonderzoek kan verhoogde spiegels aangeven van een
enzym wat een indicatie is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase). Bij patiënten met hoge
bloeddruk en type 2 diabetes met nierziekte werd tevens lage bloeddruk en duizeligheid (met
name wanneer opgestaan wordt vanuit liggende of zittende houding) en pijn in gewrichten of
spieren en verlaagde spiegels van een eiwit in de rode bloedcellen (hemoglobine) gerapporteerd.
Soms (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen): verhoogde hartslag, blozen, hoest,
diarree, gestoorde spijsvertering/brandend maagzuur, seksuele disfunctie (problemen met
seksuele prestaties), pijn op de borst.
Sommige bijwerkingen zijn gemeld sinds het op de markt komen van Irbesartan Zentiva.
Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: gevoel van duizeligheid, hoofdpijn,
smaakstoornissen, oorsuizen, spierkrampen, pijn in uw gewrichten en spieren, verminderd aantal rode
bloedcellen (anemie ­ klachten zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij
inspanning, duizeligheid en bleekheid), verminderd aantal bloedplaatjes, verstoring van de werking
van de lever, verhoogd kaliumgehalte in het bloed, verminderde werking van de nieren en ontsteking
van kleine bloedvaten voornamelijk in de huid (een aandoening bekend als leukocytoclastische
vasculitis), ernstige allergische reacties (anafylactische shock) en een lage bloedsuikerspiegel. Soms
zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit) gemeld.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit middel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en op de
blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.

Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

De werkzame stof in dit middel is irbesartan. Elke tablet van Irbesartan Zentiva 300 mg bevat
300 mg irbesartan.
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose,
carboxymethylcellulosenatrium, hypromellose, colloïdaal siliciumdioxide, magnesiumstearaat,
titaniumdioxide, macrogol 3000, cera carnauba.

Hoe ziet Irbesartan Zentiva er uit en wat zit er in een verpakking?
Irbesartan Zentiva 300 mg filmomhulde tabletten zijn wit tot gebroken wit, biconvex en ovaalvormig
met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2873 ingegraveerd aan de andere zijde.
Irbesartan Zentiva 300 mg filmomhulde tabletten worden geleverd in verpakkingen met 14, 28, 30, 56,
84, 90 of 98 filmomhulde tabletten in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Verpakking (EAV) van
56 x 1 filmomhulde tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië

Fabrikant:
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Zentiva k.s.
U kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Sanofi-Aventis, S.A.
Ctra. C-35 (La Batlloria-Hostalric), km. 63.09
17404 Riells i Viabrea (Girona)
Spanje
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
Tel: +370 52152025
PV-Belgium@zentiva.com
PV-Lithuania@zentiva.com


Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +35924417136
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Bulgaria@zentiva.com
PV-Luxembourg@zentiva.com

Ceská republika
Magyarország
Zentiva, k.s.
Zentiva Pharma Kft.
Tel: +420 267 241 111
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Czech-Republic@zentiva.com
PV-Hungary@zentiva.com

Danmark
Malta
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, k.s.
Tlf: +45 787 68 400
Tel: +356 277 82 052
PV-Denmark@zentiva.com
PV-Malta@zentiva.com

Deutschland
Nederland
Zentiva Pharma GmbH
Zentiva, k.s.
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
Tel: +31 202 253 638
PV-Germany@zentiva.com
PV-Netherlands@zentiva.com

Eesti
Norge
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +372 52 70308
Tlf: +47 219 66 203
PV-Estonia@zentiva.com
PV-Norway@zentiva.com


Österreich
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +30 211 198 7510
Tel: +43 720 778 877
PV-Greece@zentiva.com
PV-Austria@zentiva.com

España
Polska
Zentiva, k.s.
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 931 815 250
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Spain@zentiva.com
PV-Poland@zentiva.com

France
Portugal
Zentiva France
Zentiva Portugal, Lda
Tél: +33 (0) 800 089 219
Tel: +351210601360
PV-France@zentiva.com
PV-Portugal@zentiva.com

Hrvatska
România
Zentiva d.o.o.
ZENTIVA S.A.
Tel: +385 1 6641 830
Tel: +4 021 304 7597
PV-Croatia@zentiva.com
PV-Romania@zentiva.com

Ireland
Slovenija
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
Tel: +386 360 00 408
PV-Ireland@zentiva.com
PV-Slovenia@zentiva.com

Ísland
Slovenská republika
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, a.s.
Sími: +354 539 0650
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Iceland@zentiva.com
PV-Slovakia@zentiva.com

Italia
Suomi/Finland
Zentiva Italia S.r.l.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +39-02-38598801
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Italy@zentiva.com
PV-Finland@zentiva.com


Sverige
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
: +357 240 30 144
Tel: +46 840 838 822
PV-Cyprus@zentiva.com
PV-Sweden@zentiva.com

Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-Latvia@zentiva.com
PV-United-Kingdom@zentiva.com


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).

Heb je dit medicijn gebruikt? Irbesartan Zentiva 75 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Irbesartan Zentiva 75 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Irbesartan Zentiva 75 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG