Ibandronic acid teva 150 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandroninezuur Teva 50 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg ibandroninezuur (als natrium monohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Witte, biconvexe, capsulevormige filmomhulde tabletten, bedrukt met “50” aan de ene zijde en blanco
aan de andere zijde.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Ibandroninezuur Teva is geïndiceerd bij volwassenen voor de preventie van skeletaandoeningen (door
ziekte veroorzaakte fracturen, botcomplicaties waarvoor radiotherapie of chirurgie nodig is) bij
patiënten met borstkanker en botmetastasen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Behandeling met Ibandroninezuur Teva dient alleen gestart te worden door artsen met ervaring in de
behandeling van kanker.
Dosering
De aanbevolen dosis is één 50 mg filmomhulde tablet eenmaal daags.
Speciale populaties
Verminderde leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk (zie rubriek 5.2)
Verminderde nierfunctie
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met een milde nierfunctiestoornis (CLcr ≥50 en <80
ml/min).
Bij patiënten met een matige nierfunctiestoornis (CLcr ≥30 en <50 ml/min) wordt aanbevolen om de
dosis aan te passen naar één 50 mg filmomhulde tablet om de dag (zie rubriek 5.2).
Bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (CLcr <30 ml/min) is de aanbevolen dosis één
50 mg filmomhulde tablet eenmaal per week. Zie de doseringsinstructies hierboven.
Oudere patiënten (> 65 jaar)
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Ibandroninezuur Teva bij kinderen en adolescenten onder de
leeftijd van 18
jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar (zie rubriek 5.1 en rubriek
5.2).
2
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
Ibandroninezuur Teva tabletten dienen na een nacht vasten (ten minste 6 uur) en vóór het eerste
voedsel of de eerste drank van de dag genomen te worden. Geneesmiddelen of supplementen
(inclusief calcium) dienen eveneens vermeden te worden vóór de inname van Ibandroninezuur Teva
tabletten. Het vasten moet voortgezet worden gedurende ten minste 30 minuten na het innemen van de
tablet. Water mag op iedere moment tijdens de gedurende van de Ibandroninezuur Teva behandeling
genomen worden (zie rubriek 4.5). Er mag geen water worden gebruikt met een hoge concentratie
calcium. Als er een vermoeden is van een eventuele hoge calciumconcentratie in het leidingwater
(hard water), wordt het aangeraden om gebotteld water te gebruiken met een lage concentratie
mineralen.
-
-
-
-
4.3
-
-
-
-
4.4
De tabletten dienen in zijn geheel met een vol glas water (180 tot 240
ml) doorgeslikt te worden
terwijl de patiënt rechtop zit of staat.
Na de inname van Ibandroninezuur Teva mogen patiënten gedurende 60 minuten niet gaan
liggen.
Patiënten mogen niet op de tablet kauwen of zuigen en mogen de tablet niet fijnmalen vanwege
mogelijke oropharynx ulceratie.
Water is de enige drank die met Ibandroninezuur Teva genomen mag worden.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor ibandroninezuur of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
Hypocalciëmie
Afwijkingen van de slokdarm die lediging van de slokdarm vertragen, zoals vernauwing of
achalasie
Onvermogen om te staan of rechtop te zitten gedurende ten minste 60 minuten
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Patiënten met stoornissen van het bot- stoornissen en mineraalmetabolisme
Hypocalciëmie en andere stoornissen van het bot- en mineraalmetabolisme dienen effectief behandeld
te worden vóór de aanvang van de behandeling met Ibandroninezuur Teva. Adequate inname van
calcium en vitamine D is belangrijk bij alle patiënten. Patiënten dienen extra calcium en/of vitamine D
te krijgen indien de inname via het dieet onvoldoende is.
Gastro-intestinale irritaties
Oraal toegediende bisfosfonaten kunnen lokaal irritatie van de bovenste gastro-intestinale mucosa
veroorzaken. Vanwege deze mogelijke irriterende effecten en het potentieel voor verslechtering van de
onderliggende ziekte, dient Ibandroninezuur Teva met voorzichtigheid toegediend te worden aan
patiënten met actieve aandoeningen van de bovenste gastro-intestinale tractus (bijv. vastgestelde
barrettslokdarm, dysfagie, andere aandoeningen van de slokdarm, gastritis, duodenitis of zweren).
Bijwerkingen zoals oesofagitis, zweren van de slokdarm en oesofageale erosies, die in sommige
gevallen ernstig waren en leidden tot ziekenhuisopname, zelden met bloeding of gevolgd door
slokdarmvernauwing of perforatie, zijn gemeld bij patiënten die behandeld werden met orale
bisfosfonaten. Het risico op ernstige oesofageale bijwerkingen lijkt groter te zijn bij patiënten die zich
niet houden aan de doseringsinstructies en/of die orale bisfosfonaten blijven innemen na het
ontwikkelen van symptomen die duiden op oesofageale irritatie. Patiënten dienen bijzondere aandacht
te besteden aan de doseringsinstructies en dienen zich daaraan te kunnen houden (zie rubriek 4.2).
Artsen dienen alert te zijn op tekenen en symptomen die een mogelijke slokdarmreactie aanduiden en
3
patiënten dienen dan geïnstrueerd te worden om te stoppen met Ibandroninezuur Teva en medische
hulp te zoeken indien zij dysfagie, odynofagie, retrosternale pijn of nieuw of erger wordend brandend
maagzuur ontwikkelen.
Hoewel er tijdens gecontroleerde klinische studies geen bewijs van een toegenomen risico werd
gezien, zijn bij post-marketinggebruik van orale bisfosfonaten maag- en duodenum-ulcera gemeld,
waarvan sommige ernstig en met complicaties.
Acetylsalicylzuur en NSAID’s
Omdat acetylsalicylzuur, niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) en bisfosfonaten
geassocieerd worden met gastro-intestinale irritatie, moet voorzichtigheid worden betracht bij
gelijktijdige toediening.
Osteonecrose van de kaak
Osteonecrose van de kaak (ONJ) werd zeer zelden gerapporteerd sinds het op de markt komen bij
patiënten die behandeld werden met Ibandroninezuur Teva voor oncologische indicaties (zie
rubriek
4.8).
De start van de behandeling of een nieuwe kuur moet uitgesteld worden bij patiënten met ongenezen
open wonden aan het weke weefsel in de mond.
Een tandheelkundig onderzoek met preventieve tandheelkunde en een individuele risico-batenanalyse
worden aanbevolen voordat de behandeling met Ibandroninezuur Teva wordt gestart bij patiënten met
bijkomende risicofactoren.
Met de volgende risicofactoren moet rekening gehouden worden wanneer het risico op het
ontwikkelen van ONJ wordt geëvalueerd voor een patiënt:
-
De potentie van het geneesmiddel om de botresorptie te remmen (hoger risico voor zeer
krachtige middelen), de toedieningsweg (hoger risico voor parenterale toediening) en
cumulatieve dosis van het middel tegen botresorptie
-
Kanker, comorbiditeiten (bijv. bloedarmoede, stollingsstoornissen, infectie), roken
-
Gelijktijdige behandelingen: corticosteroïden, chemotherapie, angiogeneseremmers,
radiotherapie aan hoofd en nek
-
Gebrekkige mondhygiëne, periodontale aandoening, slecht passend kunstgebit, geschiedenis
van gebitsaandoeningen, invasieve tandheelkundige ingrepen (bijv. tandextracties).
Alle patiënten moeten aangemoedigd worden gedurende de behandeling met Ibandroninezuur Teva
een goede mondhygiëne aan te houden, routinematige gebitscontroles te ondergaan, en onmiddellijk
alle orale symptomen te melden zoals loszittende tanden of kiezen, pijn of zwelling, het niet genezen
van zweren of wondvocht. Tijdens de behandeling mogen invasieve tandheelkundige ingrepen enkel
na zorgvuldige overweging uitgevoerd worden en dienen vermeden te worden kort voor of na de
toediening van Ibandroninezuur Teva.
Het behandelschema voor patiënten die ONJ ontwikkelen moet opgezet worden in nauwe
samenwerking tussen de behandelend arts en een tandarts of mondchirurg die ervaren is in de
behandeling van ONJ. Tijdelijke onderbreking van de behandeling met Ibandroninezuur Teva moet
overwogen worden totdat de aandoening is verbeterd en bijdragende risicofactoren verminderd zijn
waar mogelijk.
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang is gemeld bij gebruik van bisfosfonaten, vooral in
samenhang met langdurige behandeling. Mogelijke risicofactoren voor osteonecrose van de
uitwendige gehoorgang zijn onder andere gebruik van steroïden en chemotherapie en/of lokale
risicofactoren zoals infectie of trauma. Er dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van
osteonecrose van de uitwendige gehoorgang bij patiënten die bisfosfonaten toegediend krijgen en bij
wie oorsymptomen, waaronder chronische oorinfecties, optreden.
4
Atypische femurfracturen
Bij behandeling met bisfosfonaten zijn atypische subtrochantere en femurschachtfracturen gemeld,
met name bij patiënten die langdurig wegens osteoporose behandeld worden. Deze transversale of
korte schuine fracturen kunnen langs het hele femur optreden vanaf direct onder de trochanter minor
tot vlak boven de supracondylaire rand. Deze fracturen treden op na minimaal of geen trauma.
Sommige patiënten ervaren pijn in de dij of lies, weken tot maanden voor het optreden van een
volledige femorale fractuur, vaak samen met kenmerken van stressfracturen bij beeldvormend
onderzoek. De fracturen zijn in veel gevallen bilateraal. Daarom moet het contralaterale femur worden
onderzocht bij patiënten die met bisfosfonaten worden behandeld en een femurschachtfractuur hebben
opgelopen. Ook is slechte genezing van deze fracturen gemeld.
Op basis van een individuele inschatting van de voor- en nadelen moet worden overwogen om de
bisfosfonaattherapie te staken bij patiënten met verdenking op een atypische femurfractuur tot er een
beoordeling is gemaakt van de patiënt.
Patiënten moeten het advies krijgen om tijdens behandeling met bisfosfonaten elke pijn in de dij, heup
of lies te melden. Elke patiënt die zich met zulke symptomen aandient, moet worden onderzocht op
een onvolledige femurfractuur.
Nierfunctie
Klinische studies hebben geen bewijs aangetoond voor verslechtering van de nierfunctie bij langdurige
Ibandroninezuur Teva-therapie. Desalniettemin wordt op geleide van de klinische beoordeling van de
individuele patiënt aanbevolen om nierfunctie, serumcalcium, fosfaat en magnesium te controleren bij
patiënten die behandeld worden met Ibandroninezuur Teva.
Patiënten met een bekende overgevoeligheid voor andere bisfosfonaten
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met bekende overgevoeligheid voor andere bisfosfonaten.
Hulpstof(fen)
Natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1
mmol natrium (23
mg) per filmomhulde tablet, dat wil zeggen
dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Geneesmiddel-voedsel interacties
Het is waarschijnlijk dat calciumsupplementen, antacida en sommige orale medicamenten die
multivalente kationen (zoals aluminium, magnesium, ijzer) bevatten, interfereren met de absorptie van
Ibandroninezuur Teva-tabletten. Daarom moet met dergelijke producten, inclusief voedsel, de inname
30
minuten uitgesteld worden volgend op orale toediening.
De biologische beschikbaarheid was ongeveer 75% verminderd wanneer ibandroninezuur tabletten
2 uur na een standaard maal werden toegediend. Daarom wordt aanbevolen dat de tabletten na een
nacht vasten (ten minste 6 uur) worden ingenomen en het vasten moet voortgezet worden tot
30
minuten nadat de dosis genomen is (zie rubriek 4.2).
Interacties met andere geneesmiddelen
Metabole interacties worden niet waarschijnlijk geacht, omdat ibandroninezuur de voornaamste
humane hepatische P450 isoenzymen niet remt en het is aangetoond dat het het levercytochroom P450
systeem bij ratten niet induceert (zie rubriek 5.2). Ibandroninezuur wordt alleen geëlimineerd door
renale secretie en ondergaat geen bio-transformatie.
H2-antagonisten en andere geneesmiddelen die de pH in de maag verhogen
Bij gezonde mannelijke vrijwilligers en bij postmenopauzale vrouwen veroorzaakte intraveneus
ranitidine een verhoging van de biologische beschikbaarheid van ibandroninezuur met ongeveer 20%
(wat de normale variatie van de biologische beschikbaarheid van ibandroninezuur is) waarschijnlijk
als gevolg van een verminderde maagactiviteit. Er is echter geen dosisaanpassing vereist wanneer
5
Ibandroninezuur Teva wordt toegediend met H
2
-antagonisten of andere geneesmiddelen die de maag
pH verhogen.
Acetylsalicylzuur en NSAID’s
Omdat acetylsalicylzuur, niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) en bisfosfonaten
geassocieerd worden met gastro-intestinale irritatie, moet voorzichtigheid worden betracht bij
gelijktijdige toediening (zie rubriek 4.4).
Aminoglycosiden
Voorzichtigheid is geboden wanneer bisfosfonaten toegediend worden samen met aminoglycosiden,
aangezien beide stoffen de serum calciumspiegels kunnen verlagen gedurende langere perioden. Er
dient eveneens aandacht te worden besteed aan het mogelijk bestaan van gelijktijdige
hypomagnesiëmie.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn niet voldoende gegevens over het gebruik van ibandroninezuur bij zwangere vrouwen. Studies
bij ratten hebben reproductietoxiciteit aangetoond (zie rubriek 5.3). Het potentiële
risico voor de mens
is onbekend. Als gevolg hiervan dient Ibandroninezuur Teva niet gebruikt te worden tijdens de
zwangerschap.
Borstvoeding
Het is niet bekend of ibandroninezuur wordt uitgescheiden in moedermelk. Studies bij zogende ratten
hebben de aanwezigheid van lage spiegels van ibandroninezuur in de melk aangetoond volgend op
intraveneuze toediening. Ibandroninezuur Teva mag niet gebruikt worden tijdens de periode waarin
borstvoeding wordt gegeven.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over het effect van ibandroninezuur bij de mens. In reproductiestudies bij ratten
waar oraal werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid. In studies bij ratten
waar intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid bij hoge
dagelijkse doses (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van het farmacodynamische en farmacokinetische profiel en de gemelde bijwerkingen is het
te verwachten dat Ibandroninezuur Teva geen of een verwaarloosbare invloed heeft op de
rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest ernstige bijwerkingen die zijn gemeld zijn anafylactische reactie/shock, atypische
femurfracturen, osteonecrose van de kaak, gastro-intestinale irritatie en oogontsteking (zie paragraaf
“Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen” en rubriek 4.4). De behandeling ging het meest
frequent gepaard met een daling van de serumcalciumwaarde tot onder de normale grenzen
(hypocalciëmie), gevolgd door dyspepsie.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Tabel 1 geeft de bijwerkingen weer uit 2 fase III hoofdstudies (Preventie van voorvallen betreffende
het skelet bij patiënten met borstkanker en botmetastasen: 286 patiënten behandeld met
ibandroninezuur 50 mg oraal toegediend) en op ervaring na het op de markt brengen.
6
Bijwerkingen zijn gerangschikt volgens MedDRA systeem/orgaanklasse en frequentiecategorie.
Frequentiecategorieën zijn gedefinieerd als zeer vaak (>1/10),
vaak (≥ 1/100, <
1/10), soms
(≥ 1/1.000, <
1/100), zelden
(≥ 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (<
1/10.000) en niet bekend (kan met
de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentie worden de bijwerkingen
gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 1 Bijwerkingen
die gemeld zijn voor oraal toegediend Ibandroninezuur
Systeem/
orgaanklasse
Bloed- en
lymfestelsel-
aandoeningen
Immuun-
systeem-
aandoeningen
Zeer
vaak
Vaak
Soms
Anemie
Overgevoelig-
heid†,
broncho-
spasme†,
angio-
oedeem†,
anafylactische
reactie/shock
Hypo-
calciëmie*
Paresthesie,
dysgeusie
(smaak-
verstoring)
Oesofagitis,
buikpijn,
dyspepsie,
misselijkheid
Bloeding,
duodenale
zweer,
gastritis,
dysfagie,
droge mond
Pruritus
*
Zelden
Zeer zelden
Niet bekend
Astma-
exacerbatie
Voedings- en
stofwisselings-
stoornisssen
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Oog-
aandoeningen
Maagdarmstel-
sel-
aandoeningen
Oogont-
steking
†*
Huid- en
onderhuid-
aandoeningen
Skeletspier-
stelsel- en
bindweefsel-
aandoeningen
Atypische
sub-
trochantere
en femur-
schacht-
fracturen†
Nier- en
urineweg-
aandoeningen
Azotemie
(uremie)
7
Stevens-
johnson-
syndroom†,
erythema
multiforme†,
bulleuze
dermatitis†
Osteo-necrose
van de kaak
†*,
osteonecrose
van de
uitwendige
gehoorgang
(bijwerking
van de
bisfosfonaat-
klasse)†
Algemene
aandoeningen
en toedienings-
plaats-
stoornissen
Onderzoeken
Asthenie
* Zie hieronder voor nadere informatie
† Waargenomen bij postmarketing ervaringen
Pijn op de
borst,
influenza-
achtige
ziekte,
malaise,
pijn
Parathyroïd
hormoon in
het bloed
verhoogd
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Hypocalciëmie
Een vermindering van de renale calciumuitscheiding kan samengaan met een daling in het serum-
fosfaatgehalte, die geen therapeutische maatregelen behoeft. Het serum-calciumgehalte kan dalen tot
hypocalciëmische waarden.
Osteonecrose van de kaak
Gevallen van ONJ zijn gemeld, voornamelijk bij kankerpatiënten die werden behandeld met
geneesmiddelen die de botresorptie remmen, zoals ibandroninezuur (zie rubriek 4.4). Gevallen van
ONJ zijn gemeld sinds het op de markt komen van ibandroninezuur.
Oogontsteking
Oogontstekingen zoals uveïtis, episcleritis en scleritis zijn gemeld bij ibandroninezuur. In sommige
gevallen verdwenen de bijwerkingen niet totdat ibandroninezuur de bisfosfonaten gestaakt waserden.
Anafylactische reactie/shock
Gevallen van anafylactische reactie/shock, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld bij patiënten die
werden behandeld met intraveneus ibandroninezuur.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van overdosering met
Ibandroninezuur Teva. Orale overdosering kan echter resulteren in voorvallen in het bovenste
maagdarmkanaal, zoals maagklachten, brandend maagzuur, oesophagitis, gastritis of een maagzweer.
Melk en antacida dienen gegeven te worden om Ibandroninezuur Teva te binden. Vanwege het risico
van slokdarmirritatie, mag braken niet opgewekt te worden en de patiënt dient volledig rechtop te
blijven.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen voor de behandeling van botziekten, bisfosfonaten,
ATC-code: M05BA06
8
Ibandroninezuur behoort tot de groep van de bisfosfonaten, welke specifiek inwerken op het bot. De
selectieve invloed op botweefsel is gebaseerd op de hoge affiniteit van bisfosfonaten voor
botmineralen. Bisfosfonaten werken, door de osteoclastische activiteit te remmen, alhoewel het exacte
werkingsmechanisme nog onduidelijk is.
In vivo
voorkomt ibandroninezuur experimenteel geïnduceerde botafbraak, die wordt veroorzaakt door
het niet functioneren van de gonaden, door retinoïden, tumoren of tumorextracten. De remming van de
endogene botresorptie is ook aangetoond in
45
Ca kinetische studies en door het vrijkomen van radio-
actieve tetracycline, die tevoren in het skelet was geïncorporeerd.
Bij doses die aanmerkelijk hoger waren dan de farmacologische werkzame doses had ibandroninezuur
geen enkele invloed op de botmineralisatie.
Botresorptie als gevolg van maligne aandoening wordt gekenmerkt door overmatige botresorptie die
niet in balans is met voldoende botvorming. Ibandroninezuur remt selectief de osteoclast activiteit. Zo
wordt de botresorptie verminderd waardoor de skeletcomplicaties van de maligne ziekte verminderen.
Klinische studies bij patiënten met borstkanker en botmetastasen hebben aangetoond dat er een
dosisafhankelijk remmend effect op de botosteolyse is, uitgedrukt door merkers van botresorptie en
een dosisafhankelijk effect op skeletgerelateerde voorvallen.
Preventie van skeletgerelateerde voorvallen bij patiënten met borstkanker en botmetastasen met
ibandroninezuur 50 mg tabletten werd onderzocht in twee gerandomiseerde placebogecontroleerde
Fase III studies met een duur van 96 weken. Vrouwelijke patiënten met borstkanker en radiologisch
vastgestelde botmetastasen werden gerandomiseerd aan placebo (277 patiënten) of aan 50 mg
ibandroninezuur
(287
patiënten). De resultaten van deze studie worden hieronder samengevat.
Primaire werkzaamheid eindpunten
Het primaire eindpunt van de studie was de Skelet Morbiditeits Periode Ratio (SMPR). Dit was een
samengesteld eindpunt dat de volgende skeletgerelateerde voorvallen (SRE) als subcomponenten had:
-
-
-
-
radiotherapie op het bot voor behandeling van fracturen/ dreigende fracturen,
chirurgie van het bot voor behandeling van fracturen,
wervelfracturen,
niet-wervelfracturen.
De analyse van de SMPR werd aangepast aan de tijd en nam in aanmerking dat een of meerdere
voorvallen die voorkwamen in een enkele periode van 12 weken mogelijk gerelateerd kunnen zijn.
Meerdere voorvallen werden daardoor slechts een keer geteld in een periode van 12 weken voor het
doel van de analyse. Samengevoegde gegevens uit deze studies toonden een significant voordeel voor
ibandroninezuur 50 mg p.o. boven placebo aan voor wat betreft de reductie van SREs gemeten door
een aan de tijd aangepaste SMPR (p=0,041). Er was een 38% afname in het risico om een SRE te
ontwikkelen voor patiënten met ibandroninezuur behandeld in vergelijking met placebo (relatief risico
0,62, p=0,003). De werkzaamheidsresultaten zijn samengevat in tabel
2.
Tabel 2 Werkzaamheidsresultaten (Borstkankerpatiënten met gemetastaseerde botziekte)
Alle skelet gerelateerde voorvallen (SREs)
Placebo
Ibandroninezuur 50 mg
p-waarde
n=277
n=287
1,15
0,99
p=0,041
-
0,62
p=0,003
SMPR (per patiënt jaar)
SRE relatief risico
Secundaire werkzaamheidseindpunten
Een statistisch significante verbetering in botpijnscore werd aangetoond voor ibandroninezuur 50 mg
in vergelijking met placebo. De pijnafname was gedurende de hele studie consistent onder de
uitgangswaarde en ging gepaard met een significant afgenomen gebruik van analgetica in vergelijking
9
met placebo. De afname in Kwaliteit van Leven en WHO performance status was significant minder
bij met ibandroninezuur behandelde patiënten in vergelijking met placebo. De urineconcentraties van
botresorptiemarker CTx (C-terminaal telopeptide vrijgekomen uit type I collageen) waren significant
afgenomen in de ibandroninezuur groep in vergelijking met placebo. Deze reductie van urine CTx
spiegels was significant gecorreleerd met het primaire eindpunt SMPR (Kendall-tau-b
(p<0,001).
Tabel
3 is een overzichtstabel van deze secundaire
werkzaamheidsresultaten.
Tabel 3 Secundaire werkzaamheidsresultaten (borstkankerpatiënten met gemetastaseerde
botziekte)
Placebo
n=277
0,20
0,85
-26,8
0,54
10,95
Ibandroninezuur
50 mg n=287
-0,10
0,60
-8,3
0,33
-77,32
p-waarde
p=0,001
p=0,019
p=0,032
P=0,008
P=0,001
Botpijn *
Analgeticagebruik *
Kwaliteit van Leven *
WHO performance score *
Urine CTx **
* Gemiddelde verandering vanaf baseline tot de laatste bepaling
** Mediane verandering vanaf baseline tot de laatste bepaling
Pediatrische patiënten (zie rubriek 4.2 en rubriek 5.2)
De veiligheid en werkzaamheid van Ibandroninezuur Teva
bij kinderen en adolescenten jonger dan 18
jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
De absorptie van ibandroninezuur in het bovenste deel van het maagdarmkanaal vindt kort na orale
toediening plaats. Maximale waargenomen plasmaconcentraties in nuchtere toestand werden bereikt
binnen 0,5 tot 2 uur (mediaan 1 uur) in nuchtere toestand en de absolute biologische beschikbaarheid
was ongeveer 0,6%. De mate van absorptie is verstoord wanneer het samen met voedsel en dranken
(anders dan water) ingenomen wordt. De biologische beschikbaarheid is afgenomen met ongeveer
90% wanneer ibandroninezuur ingenomen wordt tegelijk met een standaardontbijt in vergelijking met
de biologische beschikbaarheid die gezien wordt bij nuchtere personen. Wanneer het 30
minuten voor
een maal genomen wordt is de reductie in biologische beschikbaarheid ongeveer 30%.
Er is geen
relevante afname in biologische beschikbaarheid als ibandroninezuur ingenomen wordt 60 minuten
voor het eerste voedsel van de dag.
De biologische beschikbaarheid was met ongeveer 75% afgenomen wanneer ibandroninezuur tabletten
ongeveer 2 uur na een standaardmaaltijd werden toegediend. Daarom wordt het aanbevolen dat de
tabletten ingenomen worden na een nacht vasten (minimaal 6 uur) en het vasten moet voortgezet
worden gedurende ten minste 30
minuten nadat de dosis genomen is (zie rubriek 4.2).
Distributie
Na initiële systemische blootstelling bindt ibandroninezuur snel aan het bot of wordt uitgescheiden in
de urine. Bij mensen is het klaarblijkelijke terminale distributievolume ten minste 90 l en de
hoeveelheid van de dosis die het bot bereikt wordt geschat op 40-50% van de circulerende dosis.
Eiwitbinding in humaan plasma is ongeveer 87% bij therapeutische concentraties
waardoor interactie
met andere geneesmiddelen als gevolg van substitutie onwaarschijnlijk is.
Biotransformatie
Er is geen bewijs dat ibandroninezuur in dieren of mensen gemetaboliseerd wordt.
10
Eliminatie
Het geabsorbeerde deel van ibandroninezuur wordt uit de circulatie verwijderd via botabsorptie
(geschat op 40-50%) en het overige wordt onveranderd uitgescheiden via de nieren. Het niet
geabsorbeerde deel van ibandroninezuur wordt via de feces onveranderd uitgescheiden.
Het bereik van waargenomen klaarblijkelijke halfwaardetijden is breed en afhankelijk van de dosis en
assaygevoeligheid, maar de klaarblijkelijke terminale halfwaardetijd ligt in het algemeen tussen de 10
en 60 uur. Vroege plasmaspiegels dalen echter snel, waarbij 10% van de piekwaarden bereikt worden
binnen 3 en 8
uur na respectievelijk intraveneuze of orale toediening.
De totale klaring van
ibandroninezuur is laag met gemiddelde waarden tussen 84–160
ml/min.
Nierklaring (ongeveer 60 ml/min bij gezonde postmenopauzale vrouwen) neemt 50-60% van de totale
klaring voor zijn rekening en is gerelateerd aan de creatinineklaring. Er wordt aangenomen dat het
verschil tussen de klaarblijkelijk totale en renale klaring de opname door het bot weergeeft.
De uitscheidingsroute via renale eliminatie lijkt geen bekende zure of basische transportsystemen te
bevatten, die betrokken zijn bij de uitscheiding van andere werkzame stoffen. Daarnaast remt
ibandroninezuur niet de voornaamste humane hepatische P450-isoenzymen en induceert het niet het
hepatische cytochroom P450-systeem bij ratten.
Farmacokinetiek bij speciale patiëntengroepen
Geslacht
Biologische beschikbaarheid en farmacokinetiek van ibandroninezuur zijn vergelijkbaar bij mannen en
bij vrouwen.
Ras
Er is geen bewijs voor enige klinisch relevante inter-etnische verschillen tussen Aziaten en blanken bij
ibandroninezuur dispositie. Er zijn enkele gegevens beschikbaar bij patiënten van Afrikaanse herkomst
Patiënten met verminderde nierfunctie
De blootstelling aan ibandroninezuur bij patiënten met verschillende mate van verminderde nierfunctie
is gerelateerd aan creatinineklaring (CLcr).
Personen met een ernstige nierfunctiestoornis (CLcr ≤
30
ml/min) die dagelijks 10 mg ibandroninezuur oraal toegediend kregen gedurende 21 dagen, hadden
2-
tot 3-voudig hogere plasmaconcentraties dan personen met normale nierfunctie (CLcr ≥80
ml/min).
De totale klaring van ibandroninezuur was verminderd tot 44 ml/min bij personen met een ernstige
nierfunctiestoornis, vergeleken met 129 ml/min bij personen met normale nierfunctie. Er is geen
dosisaanpassing vereist bij patiënten met een milde nierfunctiestoornis (CLcr
≥50
en <80
ml/min). Bij
patiënten met een matige (CLcr ≥30 en <50 ml/min) of ernstige nierfunctiestoornis (CLcr <30
ml/min)
wordt een aanpassing van de dosis aanbevolen (zie rubriek 4.2).
Patiënten met gestoorde leverfunctie (zie rubriek 4.2)
Er zijn geen farmacokinetische gegevens voor ibandroninezuur bij patiënten die een
leverfunctiestoornis hebben. De lever speelt geen significante rol in de klaring van ibandroninezuur
aangezien het niet gemetaboliseerd wordt maar geklaard door renale uitscheiding en door opname in
het bot. Daarom is dosisaanpassing niet noodzakelijk bij patiënten met een leverfunctiestoornis.
Bovendien is het onwaarschijnlijk dat hypoproteïnemie bij ernstige leverziekte leidt tot klinisch
significante toenames in de vrije plasmaconcentratie, aangezien de eiwitbinding van ibandroninezuur
ongeveer 87% is bij therapeutische concentraties.
Ouderen (zie rubriek 4.2)
In een multivariantieanalyse werd gevonden dat leeftijd geen onafhankelijke factor is van de
bestudeerde farmacokinetische parameters. Aangezien de nierfunctie afneemt met de leeftijd is dit de
enige factor die in overweging dient te worden genomen. (zie paragraaf verminderde nierfunctie).
Pediatrische patiënten (zie rubrieken 4.2 en 5.1)
11
Er zijn geen gegevens over het gebruik van ibandroninezuur
bij patiënten jonger dan 18
jaar.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische effecten werden uitsluitend waargenomen na blootstelling die geacht wordt beduidend
hoger te liggen dan het maximale niveau waaraan de mens wordt blootgesteld, zodat deze niet relevant
zijn voor klinische doeleinden. Evenals bij andere bisfosfonaten, is vastgesteld dat de nier het primaire
doelorgaan is met betrekking tot systemische toxiciteit.
Mutageniteit/carcinogeniteit:
Er werd geen indicatie voor carcinogeen potentieel waargenomen. Testen voor genotoxiciteit
onthulden geen bewijs voor genetische activiteit voor ibandroninezuur.
Reproductietoxiciteit:
Er werden geen aanwijzingen van directe foetale toxiciteit of teratogene effecten waargenomen voor
ibandroninezuur bij intraveneus behandelde ratten en konijnen. In reproductiestudies bij ratten waar
oraal werd toegediend bestonden de effecten op de vruchtbaarheid uit een toename van pre-
implantatieverlies bij doseringen van 1 mg/kg/dag en hoger. In reproductiestudies bij ratten waar
intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur het aantal spermatozoïden bij doseringen
van 0,3 en 1
mg/kg/dag, verminderde vruchtbaarheid bij mannetjes bij 1 mg/kg/dag en bij vrouwtjes
bij 1,2 mg/kg/dag. Bijwerkingen van ibandroninezuur in reproductietoxiciteit studies bij de rat waren
degene die verwacht werden bij deze klasse van geneesmiddelen (bisfosfonaten). Ze omvatten een
verminderd aantal van implantatieplaatsen, verstoring van de natuurlijke bevalling (dystocia), een
verhoging van inwendige variaties (nierbekken urineleider syndroom) en tandafwijkingen bij F1
nakomelingen van ratten.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Microkristallijne cellulose
Povidon K-30
Crospovidon (type A)
Colloïdaal watervrij siliciumdioxide
Stearinezuur
Tabletomhulling:
Opadry wit YS-1-7003
Titaandioxide (E 171)
Hypromellose
Macrogol 400
Polysorbaat
80
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
2 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
12
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
PVC/Aclar/PVC-aluminium
blisters in kartonnen doosjes met 28 of 84 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften. In het milieu terechtkomen van geneesmiddelen moet worden geminimaliseerd.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 filmomhulde tabletten in PVC/Aclar/PVC
– Aluminium
blisterverpakking in kartonnen doos
84 filmomhulde tabletten in PVC/Aclar/PVC
– Aluminium
blisterverpakking in kartonnen doos
EU/1/10/642/001
EU/1/10/642/002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 17 september 2010
Datum van laatste verlenging: 25 juni 2015
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
1 december 2014
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
13
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandroninezuur Teva 150 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg ibandroninezuur (als natrium monohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Witte, biconvexe, capsulevormige filmomhulde tabletten, bedrukt met “I150” aan de ene zijde en
blanco aan de andere zijde.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Behandeling van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen met een verhoogd risico op fracturen (zie
rubriek 5.1). Een reductie van het risico op wervelfracturen is aangetoond; de werkzaamheid bij
femurhalsfracturen is niet vastgesteld.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosis is één 150 mg filmomhulde tablet per maand. De tablet dient bij voorkeur elke
maand op dezelfde datum ingenomen te worden.
Ibandroninezuur Teva dient ingenomen te worden na een nacht vasten (tenminste 6 uur) en 1 uur vóór
het eerste voedsel of het eerste drinken (anders dan water) van de dag (zie rubriek 4.5) en voordat
andere orale geneesmiddelen of supplementen (inclusief calcium) ingenomen worden:
Indien een dosis vergeten is, dient de patiënt geïnstrueerd te worden om 1 tablet Ibandroninezuur Teva
150 mg in te nemen de ochtend nadat de vergeten dosis werd herinnerd, tenzij de periode tot de
volgende geplande dosis 7 dagen of minder is. Patiënten dienen vervolgens hun dosis eens per maand
in te nemen op de oorspronkelijk geplande datum. Indien de periode tot de volgende geplande dosis
7 dagen of minder is, dienen patiënten te wachten tot hun volgende dosis en dienen ze vanaf dan
1 tablet per maand in te nemen zoals oorspronkelijk gepland. Patiënten mogen geen 2 tabletten in
dezelfde week innemen.
Patiënten dienen aanvullend calcium en/of vitamine D te krijgen indien de opname via het dieet
onvoldoende is (zie rubriek 4.4 en rubriek 4.5).
De optimale duur van de behandeling van osteoporose met een bisfosfonaat is niet vastgesteld. De
noodzaak van voortgezette behandeling moet periodiek heroverwogen worden op basis van de
voordelen en potentiële risico's van Ibandroninezuur Teva voor de individuele patiënt, met name na 5
jaar gebruik of langer.
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Ibandroninezuur Teva wordt niet aanbevolen bij patiënten met een creatinineklaring lager dan
14
30
ml/min vanwege de beperkte klinische ervaring (zie rubriek 4.4 en rubriek 5.2).
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met licht tot matig verminderde nierfunctie waarbij de
creatinineklaring groter
of gelijk is aan 30
ml/min.
Verminderde leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk (zie rubriek 5.2).
Oudere patiënten (> 65 jaar)
Er is geen dosisaanpassing vereist (zie rubriek 5.2)
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Ibandroninezuur Teva bij kinderen
onder de leeftijd van 18 jaar
en
Ibandroninezuur Teva is niet onderzocht in deze populatie (zie rubriek 5.1 en rubriek 5.2).
Wijze van toediening:
Voor oraal gebruik.
-
De tabletten dienen in hun geheel met een glas water (180 tot 240
ml) te worden ingenomen
terwijl de patiënt rechtop zit of staat. Er mag geen water worden gebruikt met een hoge
concentratie calcium. Als er een vermoeden is van een eventuele hoge calciumconcentratie in het
leidingwater (hard water), wordt het aangeraden om gebotteld water te gebruiken met een lage
concentratie mineralen.
Na de inname van Ibandroninezuur Teva mogen patiënten gedurende 1 uur niet gaan liggen.
Water is de enige vloeistof waarmee Ibandroninezuur Teva ingenomen mag worden.
Patiënten mogen niet op de tablet kauwen of zuigen vanwege mogelijke orofaryngeale ulceratie.
Contra-indicaties
-
-
-
4.3
-
-
-
Overgevoeligheid voor ibandroninezuur of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
Hypocalciëmie
Afwijkingen van de slokdarm die lediging van de slokdarm vertragen, zoals vernauwing of
achalasie
- Onvermogen om te staan of rechtop te zitten gedurende ten minste 60 minuten
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Hypocalciëmie
Bestaande hypocalciëmie dient gecorrigeerd te worden vóór de aanvang van de behandeling met
Ibandroninezuur Teva. Andere stoornissen in het bot- en mineraalmetabolisme dienen ook effectief
behandeld te wordezijn. Toereikende inname van calcium en vitamine D is belangrijk bij alle
patiënten.
Gastro-intestinale irritaties
Oraal toegediende bisfosfonaten kunnen lokale irritatie van de bovenste gastro-intestinale mucosa
veroorzaken. Vanwege deze mogelijke irriterende effecten en het potentieel voor verslechtering van de
onderliggende ziekte, dient Ibandroninezuur Teva met voorzichtigheid toegediend te worden aan
patiënten met actieve aandoeningen van de bovenste gastro-intestinale tractus (bijv. vastgestelde
barrettslokdarm, dysfagie, andere aandoeningen van de slokdarm, gastritis, duodenitis of zweren).
Bijwerkingen zoals oesofagitis, zweren van de slokdarm en oesofageale erosies, die in sommige
gevallen ernstig waren en leidden tot ziekenhuisopname, zelden met bloeding of gevolgd door
slokdarmvernauwing of -perforatie, zijn gemeld bij patiënten die behandeld werden met orale
bisfosfonaten. Het risico op ernstige oesofageale bijwerkingen lijkt groter te zijn bij patiënten die zich
niet houden aan de doseringsinstructies en/of die orale bisfosfonaten blijven innemen na het
ontwikkelen van symptomen die duiden op oesofageale irritatie. Patiënten dienen bijzondere aandacht
te besteden aan de doseringsinstructies en dienen zich daaraan te kunnen houden (zie rubriek 4.2).
15
Artsen dienen alert te zijn op tekenen en symptomen die een mogelijke slokdarmreactie aanduiden en
patiënten dienen geïnstrueerd te worden om te stoppen met Ibandroninezuur Teva en medische hulp te
zoeken indien zij dysfagie, odynofagie, retrosternale pijn of nieuw of erger wordend brandend
maagzuur ontwikkelen.
Hoewel er tijdens gecontroleerde klinische studies geen bewijs van een toegenomen risico werd
gezien, zijn bij post-marketinggebruik van orale bisfosfonaten maag- en duodenum-ulcera gemeld,
waarvan sommige ernstig en met complicaties.
Omdat niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen en bisfosfonaten beide geassocieerd worden
met gastro-intestinale irritatie, dient voorzichtigheid in acht te worden genomen bij gelijktijdige
toediening.
Osteonecrose van de kaak
Osteonecrose van de kaak (ONJ) werd zeer zelden gerapporteerd sinds het op de markt komen bij
patiënten die behandeld werden met Ibandroninezuur Teva voor osteoporose (zie rubriek
4.8).
De start van de behandeling of een nieuwe kuur moet uitgesteld worden bij patiënten met ongenezen
open wonden aan het weke weefsel in de mond.
Een tandheelkundig onderzoek met preventieve tandheelkunde en een individuele risico-batenanalyse
worden aanbevolen voordat de behandeling met Ibandroninezuur Teva wordt gestart bij patiënten met
bijkomende risicofactoren.
Met de volgende risicofactoren moet rekening gehouden worden wanneer het risico op het
ontwikkelen van ONJ wordt geëvalueerd voor een patiënt:
-
De potentie van het geneesmiddel om de botresorptie te remmen (hoger risico voor zeer
krachtige middelen), de toedieningsweg (hoger risico voor parenterale toediening) en
cumulatieve dosis van het middel tegen botresorptie
-
Kanker, comorbiditeiten (bijv. bloedarmoede, stollingsstoornissen, infectie), roken
-
Gelijktijdige behandelingen: corticosteroïden, chemotherapie, angiogeneseremmers,
radiotherapie aan hoofd en nek
-
Gebrekkige mondhygiëne, periodontale aandoening, slecht passend kunstgebit, geschiedenis
van gebitsaandoeningen, invasieve tandheelkundige ingrepen (bijv. tandextracties).
Alle patiënten moeten aangemoedigd worden gedurende de behandeling met Ibandroninezuur Teva
een goede mondhygiëne aan te houden, routinematige gebitscontroles te ondergaan, en onmiddellijk
alle orale symptomen te melden zoals loszittende tanden of kiezen, pijn of zwelling, het niet genezen
van zweren of wondvocht. Tijdens de behandeling mogen invasieve tandheelkundige ingrepen enkel
na zorgvuldige overweging uitgevoerd worden en dienen vermeden te worden kort voor of na de
toediening van Ibandroninezuur Teva.
Het behandelschema voor patiënten die ONJ ontwikkelen moet opgezet worden in nauwe
samenwerking tussen de behandelend arts en een tandarts of mondchirurg die ervaren is in de
behandeling van ONJ. Tijdelijke onderbreking van de behandeling met Ibandroninezuur Teva moet
overwogen worden totdat de aandoening is verbeterd en bijdragende risicofactoren verminderd zijn
waar mogelijk.
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang is gemeld bij gebruik van bisfosfonaten, vooral in
samenhang met langdurige behandeling. Mogelijke risicofactoren voor osteonecrose van de
uitwendige gehoorgang zijn onder andere gebruik van steroïden en chemotherapie en/of lokale
risicofactoren zoals infectie of trauma. Er dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van
osteonecrose van de uitwendige gehoorgang bij patiënten die bisfosfonaten toegediend krijgen en bij
wie oorsymptomen, waaronder chronische oorinfecties, optreden.
Atypische femurfracturen
16
Bij behandeling met bisfosfonaten zijn atypische subtrochantere en femurschachtfracturen gemeld,
met name bij patiënten die langdurig wegens osteoporose behandeld worden. Deze transversale of
korte schuine fracturen kunnen langs het hele femur optreden vanaf direct onder de trochanter minor
tot vlak boven de supracondylaire rand. Deze fracturen treden op na minimaal of geen trauma.
Sommige patiënten ervaren pijn in de dij of lies, weken tot maanden voor het optreden van een
volledige femorale fractuur, vaak samen met kenmerken van stressfracturen bij beeldvormend
onderzoek. De fracturen zijn in veel gevallen bilateraal. Daarom moet het contralaterale femur worden
onderzocht bij patiënten die met bisfosfonaten worden behandeld en een femurschachtfractuur hebben
opgelopen. Ook is slechte genezing van deze fracturen gemeld. Op basis van een individuele
inschatting van de voor- en nadelen moet worden overwogen om de bisfosfonaattherapie te staken bij
patiënten met verdenking op een atypische femurfractuur tot er een beoordeling is gemaakt van de
patiënt.
Patiënten moeten het advies krijgen om tijdens behandeling met bisfosfonaten elke pijn in de dij, heup
of lies te melden. Elke patiënt die zich met zulke symptomen aandient, moet worden onderzocht op
een onvolledige femurfractuur.
Verminderde nierfunctie
Vanwege de beperkte klinische ervaring wordt Ibandroninezuur Teva niet aanbevolen bij patiënten
met een creatinineklaring lager dan 30
ml/min (zie rubriek 5.2).
Hulpstof(fen)
Natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1
mmol natrium (23
mg) per filmomhulde tablet, dat wil zeggen
dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Interactie tussen het geneesmiddel en voedsel
In het algemeen wordt de orale biologische beschikbaarheid van ibandroninezuur verlaagd in de
aanwezigheid van voedsel. In het bijzonder producten die calcium, inclusief melk of andere
multivalente kationen (zoals aluminium, magnesium, ijzer) bevatten, interfereren waarschijnlijk met
de absorptie van Ibandroninezuur Teva, wat overeenkomt met de bevindingen in dierstudies. Daarom
dienen patiënten ‘s nachts (tenminste 6 uur) te vasten vóór de inname van Ibandroninezuur Teva en te
blijven vasten gedurende 1 uur na de inname van Ibandroninezuur Teva (zie rubriek 4.2).
Interacties met andere geneesmiddelen
Metabole interacties worden niet waarschijnlijk geacht omdat ibandroninezuur de voornaamste
humane hepatische P450 iso-enzymen niet remt en het aangetoond is dat ibandroninezuur het
hepatische cytochroom P450 systeem bij ratten niet induceert (zie rubriek 5.2). Ibandroninezuur wordt
alleen geëlimineerd door renale uitscheiding en ondergaat geen enkele biotransformatie.
Calciumsupplementen, antacida en sommige orale geneesmiddelen die multivalente kationen bevatten
Calciumsupplementen, antacida en sommige orale geneesmiddelen die multivalente kationen (zoals
aluminium, magnesium, ijzer) bevatten, interfereren waarschijnlijk met de absorptie van
Ibandroninezuur Teva. Daarom dienen patiënten geen andere orale geneesmiddelen in te nemen
gedurende tenminste 6 uur voor de inname van Ibandroninezuur Teva en gedurende 1 uur volgend op
de inname van Ibandroninezuur Teva.
Acetylsalicylzuur en NSAIDs
Omdat acetylsalicylzuur, niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) en bisfosfonaten
geassocieerd worden met gastro-intestinale irritatie, moet voorzichtigheid worden betracht bij
gelijktijdige toediening (zie rubriek 4.4).
H2-antagonisten of protonpompremmers
Van de meer dan 1500 patiënten geïncludeerd in studie BM 16549 (vergelijk van het maandelijkse met
het dagelijkse ibandroninezuur doseerschema), gebruikte na één en na twee jaar respectievelijk 14%
en 18% histamine-(H2-)blokkers
of protonpomp-remmers. Binnen deze groep bleek de incidentie van
17
bijwerkingen op het bovenste deel van het maagdarmkanaal gelijk bij patiënten behandeld met
ibandroninezuur 150 mg eens per maand en ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks.
Bij gezonde mannelijke vrijwilligers en postmenopauzale vrouwen veroorzaakt intraveneuze
toediening van ranitidine een toename in de biologische beschikbaarheid van ibandroninezuur van
ongeveer 20%, waarschijnlijk als gevolg van een verminderde zuurgraad van de maag. Aangezien
deze toename binnen de normale spreiding van de biologische beschikbaarheid van ibandroninezuur
ligt, wordt een dosisaanpassing niet noodzakelijk geacht wanneer Ibandroninezuur Teva toegediend
wordt met H
2
-antagonisten of andere werkzame stoffen die de pH in de maag verhogen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Ibandroninezuur Teva is enkel voor gebruik bij postmenopauzale vrouwen en mag niet door vrouwen
in de vruchtbare leeftijd gebruikt worden.
Er zijn geen adequate gegevens over het gebruik van ibandroninezuur bij zwangere vrouwen. Studies
bij ratten hebben enige reproductietoxiciteit aangetoond (zie rubriek 5.3). Het potentiële
risico voor de
mens is onbekend. Ibandroninezuur Teva mag tijdens de zwangerschap niet gebruikt worden.
Borstvoeding
Het is niet bekend of ibandroninezuur wordt uitgescheiden in moedermelk. Studies bij zogende ratten
hebben de aanwezigheid van lage hoeveelheden ibandroninezuur in de melk aangetoond na
intraveneuze toediening. Ibandroninezuur Teva mag niet gebruikt worden tijdens de periode van
borstvoeding.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over het effect van ibandroninezuur bij de mens. In reproductiestudies bij ratten
waar oraal werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid. In studies bij ratten
waar intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid bij hoge
dagelijkse doses (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van het farmacodynamische en farmacokinetische profiel en de gemelde bijwerkingen is het
te verwachten dat Ibandroninezuur Teva geen of een verwaarloosbare invloed heeft op de
rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest ernstige bijwerkingen die zijn gemeld zijn anafylactische reactie/shock, atypische
femurfracturen, osteonecrose van de kaak, gastro-intestinale irritatie en oogontsteking (zie paragraaf
“Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen” en rubriek 4.4).
De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn artralgie en griepachtige verschijnselen. Deze
verschijnselen zijn normaal gerelateerd aan de eerste dosis, in het algemeen van korte duur, licht tot
matig van ernst en verdwijnen doorgaans tijdens de behandeling, zonder dat daarvoor een medische
behandeling nodig is (zie paragraaf “Griepachtige ziekteverschijnselen”).
Tabel met bijwerkingen
In tabel 1 wordt een complete lijst van de bijwerkingen die bekend zijn weergegeven. De veiligheid
van orale therapie met ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks werd geëvalueerd bij 1251 patiënten
behandeld in 4 placebogecontroleerde klinische studies; de grote meerderheid van deze patiënten
kwam uit de driejarige registratiestudie naar fracturen (MF 4411).
Tijdens een 2 jaar durende studie bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose (BM 16549) bleken
18
de veiligheidsprofielen van ibandroninezuur 150 mg eens per maand en ibandroninezuur 2,5 mg
dagelijks overeen te komen. Het aantal patiënten dat een bijwerking ondervond was 22,7% en 25,0%
voor ibandroninezuur 150 mg eens per maand respectievelijk na één en twee jaar. In de meeste
gevallen werd de therapie niet beëindigd.
Bijwerkingen zijn gerangschikt volgens MedDRA systeem/orgaanklasse en frequentiecategorie.
Frequentiecategorieën zijn gedefinieerd als zeer vaak (>1/10),
vaak (≥ 1/100, <
1/10), soms
(≥ 1/1.000, <
1/100), zelden
(≥ 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (<
1/10.000) en niet bekend (kan met
de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentie worden de bijwerkingen
gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 1: Bijwerkingen die voorkwamen bij postmenopauzale vrouwen die behandeld werden met
ibandroninezuur 150 mg eens per maand of ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks in de fase III studies
BM 16549 en MF 4411 en bij postmarketing ervaringen.
Systeem/orgaanklasse
Immuunsysteemaandoeningen
Zenuwstelselaandoeningen
Oogaandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen*
Vaak
Soms
Astma
exacerbatie
Duizeligheid
Oesofagitis
inclusief
slokdarm-
ulceraties of
stricturen en
dysfagie,
Braken,
Flatulentie
Zelden
Overgevoelig-
heidsreactie
Oogontste-
kingen*†
Duodenitis
Zeer zelden
Anafylactische
reactie/shock*
Hoofdpijn
Oesofagitis,
Gastritis,
Gastro-
oesofageale
refluxziekte,
Dyspepsie,
Diarree,
Buikpijn,
Misselijkheid
Huiduitslag
Huid- en
onderhuidaandoeningen
Angioedeem,
Gezichts-
oedeem,
Urticaria
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Artralgie,
Myalgie, Pijn
aan de
skeletspieren,
Spierkramp,
Stijfheid van
de
skeletspieren
Griepachtige
ziektever-
schijnselen*
Rugpijn
Atypische
subtrochantere
en femur-
schacht-
fracturen†
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Vermoeidheid
Stevens-
johnson-
syndroom†,
Erythema
multiforme†,
Bulleuze
dermatitis†
Osteonecrose
van de kaak*†,
osteonecrose
van de
uitwendige
gehoorgang
(bijwerking
van de
bisfosfonaat-
klasse)†
* Zie hieronder voor nadere informatie
† Waargenomen bij postmarketing ervaringen
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Bijwerkingen van het maagdarmstelsel
19
In de ‘eens per maand-dosering’ studie waren patiënten opgenomen met gastro-intestinale
aandoeningen in de anamnese, inclusief patiënten met ulcera peptica zonder recente bloedingen of
ziekenhuisopname en patiënten met behandelde dyspepsie of reflux. De incidentie van bijwerkingen
op het bovenste deel van het maagdarmkanaal verschilde bij de met 150 mg eens per maand
behandelde patiënten niet vergeleken met de met 2,5 mg dagelijks behandelde patiënten.
Griepachtige ziekteverschijnselen
Griepachtige ziekteverschijnselen omvatten gemelde bijwerkingen als acute fase reactie of symptomen
als myalgie, artralgie, koorts, rillingen, vermoeidheid, misselijkheid, verminderde eetlust of botpijn.
Osteonecrose van de kaak
Gevallen van ONJ zijn gemeld, voornamelijk bij kankerpatiënten die werden behandeld met
geneesmiddelen die de botresorptie remmen, zoals ibandroninezuur (zie rubriek 4.4). Gevallen van
ONJ zijn gemeld sinds het op de markt komen van ibandroninezuur.
Oogontstekingen
Oogontstekingen zoals uveïtis, episcleritis en scleritis zijn gemeld bij ibandroninezuur. In sommige
gevallen verdwenen de bijwerkingen niet totdat ibandroninezuurde bisfosfonaten gestaakt was.
Anafylactische reactie/shock
Gevallen van anafylactische reactie/shock, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld bij patiënten die
werden behandeld met intraveneus ibandroninezuur.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van overdosering met
Ibandroninezuur Teva.
Echter gebaseerd op de kennis van de klasse van stoffen, kan orale overdosering resulteren in
bijwerkingen op het bovenste deel van het maagdarmkanaal (zoals maagklachten, dyspepsie,
oesophagitis, gastritis of ulceraties) of hypocalciëmie. Om Ibandroninezuur Teva te binden, dienen
melk of antacida gegeven te worden en bijwerkingen moeten symptomatisch behandeld worden.
Vanwege het risico van slokdarmirritaties mag braken niet opgewekt worden en de patiënt dient
volledig rechtop te blijven.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie:
Geneesmiddelen voor de behandeling van botziekten,
bisfosfonaten, ATC-code: M05BA06
Werkingsmechanisme
Ibandroninezuur is een zeer krachtig bisfosfonaat, behorend tot de stikstof-bevattende groep
bisfosfonaten, die selectief werken op botweefsel en specifiek de osteoclastactiviteit remmen zonder
direct de botvorming te beïnvloeden. Het interfereert niet met de osteoclast aanmaak. Ibandroninezuur
resulteert in een progressieve netto verhoging van de botmassa en een verminderde incidentie van
fracturen door middel van het verminderen van toegenomen botturnover tot premenopauzale waarden
bij postmenopauzale vrouwen.
Farmacodynamische effecten
20
De farmacodynamische werking van ibandroninezuur is remming van de botresorptie. In vivo
voorkomt ibandroninezuur experimenteel geïnduceerde botafbraak veroorzaakt door het stilleggen van
gonadefunctie, retinoïden, tumoren of tumorextracten. Bij jonge (snel groeiende) ratten, wordt de
endogene botresorptie ook geremd, wat leidt tot toegenomen normale botmassa in vergelijking met
onbehandelde dieren. Diermodellen bevestigen dat ibandroninezuur een zeer krachtige remmer is van
de osteoclastactiviteit. Bij groeiende ratten was er geen bewijs voor verstoorde mineralisatie, zelfs niet
bij doses meer dan 5000 maal de dosis vereist voor osteoporose behandeling.
Zowel dagelijkse als intermitterende (met verlengde dosisvrije intervals) langdurige toediening bij
ratten, honden en apen werd in verband gebracht met de vorming van nieuw bot van normale kwaliteit
en gelijkblijvende of toegenomen mechanische sterkte zelfs bij doses in het toxische gebied. Bij
mensen werd de werkzaamheid van zowel dagelijkse en intermitterende toediening (dosisvrij interval
van 9-10 weken) van ibandroninezuur vastgesteld in een klinische studie (MF 4411), waarin de
ibandroninezuur anti-fractuurwerkzaamheid werd aangetoond.
In diermodellen geeft ibandroninezuur biochemische veranderingen die een aanwijzing zijn voor
dosis-afhankelijke remming van botresorptie, inclusief suppressie van urine biochemische merkers van
bot collageenafbraak (zoals deoxypyridinoline en cross-linked N-telopeptiden van type I collageen
(NTX)).
In een fase 1 bio-equivalentiestudie, uitgevoerd met 72 postmenopauzale vrouwen die in totaal 4 doses
150
mg oraal om de 28
dagen toegediend kregen, werd inhibitie van serum CTX al 24 uur na de eerste
dosis gezien
(mediane inhibitie 28%), met een mediane maximale inhibitie (69%) 6
dagen later. Na de
derde en vierde dosis was 6 dagen na inname de mediane maximale inhibitie 74%, met verlaging tot
een mediane inhibitie van 56% 28
dagen na de vierde dosis. Indien niet verder gedoseerd wordt,
vermindert de suppressie van biochemische markers van botresorptie.
Klinische werkzaamheid
Onafhankelijke risicofactoren, bijvoorbeeld lage BMD, leeftijd, het voorkomen van eerder opgelopen
fracturen, een familiehistorie van fracturen en hoge botturnover, dienen beoordeeld te worden, met als
doel vrouwen te identificeren met een verhoogd risico op osteoporotische fracturen.
Ibandroninezuur 150 mg eens per maand
Botmineraaldichtheid (BMD)
Ibandroninezuur 150 mg eens per maand bleek minstens even effectief in het verhogen van de BMD
als ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks, in een 2 jaar durende, dubbelblinde, multicenter studie (BM
16549) bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose (lumbale wervelkolom BMD T-score lager dan
-2,5 SD bij aanvang). Dit werd aangetoond in zowel de primaire analyse één jaar na aanvang en in de
bevestigende eindpuntanalyse twee jaar na aanvang (zie Tabel 2).
Tabel 2: Gemiddelde relatieve verandering ten opzichte van de uitgangswaarde van lumbale
wervelkolom, totale heup, femurhals en trochanter BMD één jaar na aanvang (primaire analyse) en
twee jaar na aanvang van de behandeling (Per-Protocol Populatie) in studie BM 16549.
Gegevens na 1 jaar in studie
BM 16549
Ibandronine- Ibandroninezuur
zuur 2,5 mg
150 mg eens per
dagelijks
maand
(N=318)
(N=320)
3,9
(3,4-4,3) 4,9 (4,4-5,3)
2,0 (1,7-2,3)
1,7 (1,3-2,1)
3,2
(2,8-3,7)
3,1 (2,8-3,4)
2,2 (1,9-2,6)
4,6 (4,2-5,1)
21
Gemiddelde relatieve
verandering ten opzichte
van uitgangswaarde % [95%
BI]
Lumbale wervelkolom L2-
L4 BMD
Totale heup BMD
Femurhals BMD
Trochanter BMD
Gegevens na 2 jaar in studie
BM 16549
Ibandroninezuur Ibandronine-
2,5 mg dagelijks zuur 150 mg
(N=294)
eens per maand
(N=291)
5,0 (4,4-5,5)
6,6 (6,0-7,1)
2,5 (2,1-2,9)
1,9 (1,4-2,4)
4,0 (3,5-4,5)
4,2 (3,8-4,5)
3,1 (2,7-3,6)
6,2 (5,7-6,7)
Verder bleek ibandroninezuur 150 mg eens per maand voor toename in lumbale wervelkolom BMD
superieur te zijn aan ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks, in een prospectief geplande analyse één jaar na
aanvang, p=0,002, en
twee jaar na aanvang, p<0,001.
Eén jaar na aanvang (primaire
analyse) bleek 91,3% (p=0,005) van de patiënten die
ibandroninezuur
150 mg eens per maand ontvingen, een lumbale wervelkolom BMD toename te hebben boven of gelijk
aan de uitgangswaarde (BMD responders), vergeleken met 84,0% van de patiënten die
ibandroninezuur 2,5
mg dagelijks ontvingen. Twee jaar na aanvang bleek 93,5% (p=0,004) en 86,4%
van de patiënten die respectievelijk ibandroninezuur 150 mg eens per maand of ibandroninezuur
2,5 mg dagelijks ontvingen, responder te zijn.
Voor totale heup BMD,
had een jaar na aanvang 90,0% (p<0,001) van de patiënten die
ibandroninezuur 150 mg eens per maand ontvingen en 76,7% van de patiënten die ibandroninezuur
2,5 mg dagelijks ontvingen een totale heup BMD toenamen boven of gelijk aan de uitgangswaarde.
Twee
jaar na aanvang had 93,4% (p<0,001) van de patiënten die
ibandroninezuur 150 mg eens per
maand ontvingen en 78,4% van de patiënten die ibandroninezuur 2,5
mg dagelijks ontvingen totale
heup BMD toenamen boven of gelijk aan de uitgangswaarde.
Indien een stringenter criterium wordt gehanteerd, waarbij lumbale wervelkolom en totale heup BMD
gecombineerd worden, bleek een jaar na aanvang 83,9% (p<0,001) en 65,7% van de patiënten die
respectievelijk ibandroninezuur 150 mg eens per maand of ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks
ontvingen, responder te zijn. Twee
jaar na aanvang voldeden 87,1% (p<0,001) en 70,5% van de
respectievelijk 150 mg eens per maand en 2,5 mg dagelijks groep aan dit criterium.
Biochemische markers van botturnover
Een klinisch significante reductie van de serum CTX-waarden werd gezien op alle meetmomenten, dat
wil zeggen na 3, 6, 12 en 24 maanden. Een jaar na aanvang (primaire analyse) waren de mediane
relatieve veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde -76% voor de ibandroninezuur 150 mg
eens per maand dosering en -67% voor de ibandroninezuur 2,5 mg dagelijkse dosering. Twee jaar na
aanvang was de mediane relatieve verandering -68%
en
-62% voor respectievelijk de 150 mg
maandelijkse dosering en de 2,5 mg dagelijkse dosering.
Een jaar na aanvang werden 83,5% (p=0,006) van de patiënten die
ibandroninezuur 150 mg eens per
maand ontvingen en 73,9% van de patiënten die ibandroninezuur 2,5
mg dagelijks ontvingen,
geïdentificeerd als responders (gedefinieerd als een vermindering ≥50%
ten opzichte van de
uitgangwaarde). Twee jaar na aanvang werden 78,7% (p=0,002) en 65,6% van de patiënten
geïdentificeerd als responders in respectievelijk de 150 mg maandelijkse dosering en de 2,5 mg
dagelijkse dosering groepen.
Gebaseerd op de resultaten van studie BM 16549 wordt verwacht dat ibandroninezuur 150 mg eens
per maand minstens even effectief is bij het voorkomen van fracturen als ibandroninezuur 2,5 mg
dagelijks.
Ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks
In de initiële 3
jaar durende, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde, fractuurstudie
(MF 4411), werd een statistisch significante en medisch relevante afname in de incidentie van nieuwe
röntgenologische morfometrische en klinische wervelfracturen
aangetoond (tabel 3). In
deze studie
werd ibandroninezuur geëvalueerd bij orale doses van 2,5 mg dagelijks en 20 mg intermitterend als
een experimenteel doseerregime. Ibandroninezuur werd 60 minuten voor de eerste vloeistof- of
voedselinname van de dag (post-dosis nuchtere periode) ingenomen. Aan de studie namen vrouwen
deel in de leeftijd van 55 tot 80
jaar, die tenminste 5 jaar postmenopauzaal waren en waarvan de BMD
van de lumbale wervelkolom 2 tot 5 SD onder het premenopauzale gemiddelde (T-score) lag bij
tenminste één wervel [L1-L4], en die één tot vier prevalente wervelfracturen hadden. Alle patiënten
kregen 500
mg calcium en 400 IE vitamine D dagelijks. De werkzaamheid werd geëvalueerd bij 2928
patiënten. Ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks toegediend toonde een statistisch significante en medisch
22
relevante reductie in de incidentie van nieuwe wervelfracturen. Dit regime verminderde het ontstaan
van nieuwe röntgenologische wervelfracturen met 62% (p=0,0001) tijdens de drie jaar van de studie.
Een relatieve risicovermindering van 61% werd waargenomen na 2 jaar (p=0.0006). Er werd geen
statistisch significant verschil bereikt na 1 jaar van behandeling (p=0,056). Het anti-fractuureffect was
consistent tijdens de duur van de studie. Er waren geen aanwijzingen voor het vervagen van het effect
over de tijd.
De incidentie van klinische wervelfracturen was ook significant afgenomen met 49% (p=0,011). Het
sterke effect op wervelfracturen kwam bovendien tot uitdrukking door een statistisch significante
reductie van lengteverlies in vergelijking
met placebo (p<0,0001).
Tabel 3: Resultaten uit 3
jaar durende fractuurstudie MF 4411 (%, 95% BI)
Placebo
(N=974)
Relatieve Risico Afname
Nieuwe morfometrische
wervelfracturen
Incidentie van nieuwe morfometrische
wervelfracturen
Relatieve risico afname van klinische
wervelfracturen
Incidentie van klinische
wervelfracturen
BMD – gemiddelde verandering t.o.v.
uitgangswaarde wervelkolom na
3
jaar
BMD – gemiddelde verandering t.o.v.
uitgangswaarde totaal heup na 3
jaar.
Ibandroninezuur 2,5 mg
dagelijks
(N=977)
62% (40,9; 75,1)
4,68% (3,2;
6,2)
49% (14,03;
69,49)
5,33% (3,73;
,92)
1,26% (0,8;
1,7)
-0,69% (-1,0; -0,4)
2,75% (1,61;
3,89)
6,54% (6,1; 7,0)
3,36% (3,0; 3,7)
9,56% (7,5; 11,7)
Het effect van de behandeling met ibandroninezuur werd verder beoordeeld in een analyse van de
subpopulatie van patiënten die een uitgangswaarde lumbale wervelkolom BMD T-score hadden lager
dan -2,5. De vermindering van het risico op wervelfracturen was zeer consistent met wat gezien werd
in de gehele populatie.
Tabel 4: Resultaten uit een
3
jaars fractuurstudie MF 4411 (%, 95% BI) voor patiënten met een
wervelkolom BMD T-score lager dan -2,5 als uitgangswaarde
Placebo
(N=587)
Relatieve Risico Afname
Nieuwe morfometrische
wervelfracturen
Incidentie van nieuwe
morfometrische wervelfracturen
Relatieve risico afname van
klinische wervelfracturen
Incidentie van klinische
wervelfracturen
BMD – gemiddelde verandering
t.o.v. uitgangswaarde wervelkolom
na 3 jaar
BMD – gemiddelde verandering
t.o.v. uitgangswaarde totaal heup na
3 jaar.
Ibandroninezuur 2,5 mg
dagelijks (N=575)
59% (34,5; 74,3)
5,36% (3,31; 7,41)
50% (9,49; 71,91)
6,97% (4,67; 9,27)
1,13% (0,6; 1,7)
-0,70% (-1,1; -0,2)
3,57% (1,89; 5,24)
7,01% (6,5; 7,6)
3,59% (3,1; 4,1)
12,54% (9,53; 15,55)
23
Voor niet-wervelfracturen werd binnen de gehele patiëntenpopulatie van studie MF4411 geen reductie
waargenomen, echter dagelijkse inname van ibandronaat bleek effectief te zijn in een hoog-risico
subpopulatie (femurhals BMD T-score< -3,0),
waar een non-vertebrale
risicoreductie van 69% werd
gezien.
Dagelijkse behandeling met 2,5 mg resulteerde in toenemende verhoging van BMD op vertebrale en
non-vertebrale plaatsen van het skelet.
Drie-jaars
wervelkolom BMD toename in vergelijking met placebo was 5,3% en 6,5% in vergelijking
met de uitgangswaarde. Toenames bij de heup ten opzichte
van de uitgangswaarde waren 2,8% bij de
femurhals, 3,4% bij de
totale heup en 5,5% bij de trochanter. Biochemische markers van de
botturnover (zoals urinair CTX en serumosteocalcine) vertoonden het verwachte patroon van
suppressie tot pre-menopauzale
spiegels en bereikten maximale suppressie binnen een periode van 3
tot 6 maanden. Een klinische significante afname van 50% van de biochemische markers van
botresorptie werd al na 1 maand na de start van de behandeling met ibandroninezuur 2,5 mg
waargenomen. Volgend op het stoppen van de behandeling, is er een terugkeer tot de pathologische
snelheid van verhoogde botresorptie geassocieerd met postmenopauzale osteoporose van voor de
behandeling. De histologische analyse van botbiopsieën na twee en drie jaar van behandeling van
post-menopauzale vrouwen vertoonden bot van normale kwaliteit en geen indicatie van een
mineralisatiedefect.
Pediatrische patiënten (zie rubriek 4.2 en rubriek 5.2)
Er zijn geen studies uitgevoerd met Ibandroninezuur Teva in pediatrische patiënten, daarom zijn er
geen gegevens beschikbaar over werkzaamheid of veiligheid voor deze patiëntenpopulatie.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De primaire farmacologische effecten van ibandroninezuur op het bot zijn niet direct gerelateerd aan
de werkelijke plasmaconcentraties, zoals aangetoond in verscheidene studies bij dieren en bij mensen.
Absorptie
De absorptie van ibandroninezuur in het bovenste deel van het maagdarmstelsel treedt snel op na orale
toediening en plasmaconcentraties nemen op een dosis-proportionele wijze toe tot 50 mg orale
inname; boven deze dosis werden meer dan dosis-proportionele toenames waargenomen. Maximale
waargenomen plasmaconcentraties werden bereikt binnen 0,5 tot 2 uur (mediaan 1 uur) in nuchtere
toestand en de absolute biologische beschikbaarheid was ongeveer 0,6%. De mate van absorptie is
verstoord wanneer het samen met voedsel of dranken (anders dan water) ingenomen wordt. De
biologische beschikbaarheid neemt met ongeveer 90% af wanneer ibandroninezuur wordt toegediend
met een standaard ontbijt in vergelijking met de biologische beschikbaarheid die gezien wordt bij
nuchtere personen. Er is geen significante afname in biologische beschikbaarheid op voorwaarde dat
ibandroninezuur ingenomen wordt 60 minuten voor het eerste voedsel van de dag. Zowel de
biologische beschikbaarheid als de BMD toenames zijn geringer wanneer voedsel of dranken binnen
60 minuten na inname van ibandroninezuur ingenomen worden.
Distributie
Na de initiële systemische blootstelling bindt ibandroninezuur snel aan het bot of wordt uitgescheiden
in de urine. Bij mensen is het klaarblijkelijke eliminatie distributievolume tenminste 90 l en de
dosishoeveelheid die het bot bereikt, wordt geschat op 40-50% van de circulerende dosis.
Eiwitbinding in humaan plasma is ongeveer 85%-87% (in vitro bepaald bij therapeutische
geneesmiddel-concentraties), en er is dus een lage potentie voor interactie met andere geneesmiddelen
als gevolg van verdringing.
Biotransformatie
Er zijn geen aanwijzingen dat ibandroninezuur gemetaboliseerd wordt bij dieren of mensen.
Eliminatie
24
Het geabsorbeerde deel van ibandroninezuur wordt verwijderd uit de circulatie via botabsorptie (naar
schatting 40-50% bij postmenopauzale vrouwen) en het overblijfsel wordt onveranderd uitgescheiden
via de nieren. Het niet geabsorbeerde deel van ibandroninezuur wordt onveranderd uitgescheiden via
de feces.
De spreiding van de waargenomen klaarblijkelijke halfwaardetijden is breed, maar de klaarblijkelijke
eliminatie halfwaardetijd ligt in het algemeen tussen de 10-72 uur. Aangezien de berekende waarden
voornamelijk afhankelijk zijn van de duur van de studie, de gebruikte dosis en gevoeligheid van de
analysemethode, is de werkelijke eliminatie halfwaardetijd waarschijnlijk substantieel langer,
overeenkomend met andere bisfosfonaten. Vroege plasmaspiegels dalen snel; 10% van de piekwaarde
wordt binnen 3 en 8
uur na respectievelijk intraveneuze of orale toediening bereikt.
Totale klaring van ibandroninezuur is laag met gemiddelde waarden tussen 84-160
ml/min.
Nierklaring (ongeveer 60 ml/min bij gezonde postmenopauzale vrouwen) neemt 50-60% van de totale
klaring voor zijn rekening en is gerelateerd aan de creatinineklaring. Het verschil tussen de
klaarblijkelijke totale en nierklaring wordt verondersteld de opname in het bot weer te geven.
De uitscheidingsroute lijkt geen bekende zure of basische transportsystemen te bevatten, die betrokken
zijn bij de uitscheiding van andere werkzame stoffen. Daarnaast remt ibandroninezuur niet de
voornaamste humane hepatische P450-isoenzymen en induceert het niet het hepatische cytochroom
P450-systeem bij ratten.
Farmacokinetiek in bijzondere klinische situaties
Geslacht
De farmacokinetiek van ibandroninezuur is vergelijkbaar bij mannen en vrouwen.
Ras
Er is geen bewijs voor enige klinisch relevante inter-etnische verschillen tussen Aziaten en blanken
qua ibandroninezuur dispositie. Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over patiënten van Afrikaanse
herkomst.
Patiënten met een verminderde nierfunctie
Nierklaring van ibandroninezuur bij patiënten met een verschillende graad van verminderde
nierfunctie is lineair gerelateerd aan de creatinineklaring (CLcr).
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk voor patiënten met licht tot matig verminderde nierfunctie
(CLcr gelijk of groter dan 30
ml/min), zoals aangetoond in studie BM 16549, waar de meerderheid
van de patiënten een licht tot matig verminderde nierfunctie had.
Personen met ernstige nierinsufficiëntie (CLcr minder dan 30
ml/min) die dagelijks orale toediening
van 10 mg ibandroninezuur gedurende 21 dagen kregen, hadden 2-
tot 3-voudige
hogere
plasmaconcentraties dan personen met een normale nierfunctie en de totale klaring van
ibandroninezuur was 44 ml/min. Na intraveneuze toediening van 0,5 mg ibandroninezuur, namen
totaal, renaal en niet-renale klaringen respectievelijk af met 67%, 77% en 50% bij personen met
ernstig nierfalen, maar er was geen afname in de tolerantie geassocieerd met de toename in de
blootstelling. Vanwege de beperkte klinische ervaring bij patiënten met ernstig verminderde
nierfunctie, wordt Ibandroninezuur wordt bij deze groep patiënten niet aanbevolen (zie rubrieken 4.2
en 4.4). De farmacokinetiek van ibandroninezuur bij patiënten met eindstadium nierziekte werd alleen
bij een klein aantal hemodialyse patiënten onderzocht. De farmacokinetiek van ibandroninezuur bij
deze patiënten is onbekend en ibandroninezuur dient niet gebruikt te worden onder deze
omstandigheden.
Patiënten met een verminderde leverfunctie (zie rubriek 4.2)
Er zijn geen farmacokinetische gegevens voor ibandroninezuur bij patiënten die een verminderde
leverfunctie hebben. De lever speelt geen significante rol in de klaring van ibandroninezuur dat niet
gemetaboliseerd wordt maar geklaard door renale uitscheiding en door opname in het bot.
25
Dosisaanpassing is daarom niet noodzakelijk bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Ouderen (zie rubriek 4.2)
In een multivariatieanalyse werd gevonden dat leeftijd geen onafhankelijke factor is van de
bestudeerde farmacokinetische parameters. Aangezien de nierfunctie afneemt met de leeftijd is dit de
enige factor die in overweging dient te worden genomen (zie paragraaf verminderde nierfunctie).
Pediatrische patiënten
(zie rubriek 4.2 en rubriek 5.1)
Er zijn geen gegevens over het gebruik van ibandroninezuur bij deze leeftijdsgroepen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Toxische effecten, bijv. tekenen van nierbeschadiging, werden bij honden uitsluitend waargenomen bij
blootstellingen die geacht werden voldoende hoger te liggen dan het maximale niveau waaraan de
mens wordt blootgesteld, zodat deze weinig relevant zijn bij klinisch gebruik.
Mutageniteit/Carcinogeniteit
Er zijn geen aanwijzingen voor mogelijk carcinogeen potentieel waargenomen. Testen voor
genotoxiciteit leverden geen bewijs van genetische activiteit van ibandroninezuur.
Reproductietoxiciteit
Er was geen bewijs voor een direct foetaal toxisch of teratogeen effect van ibandroninezuur bij oraal
behandelde ratten en konijnen en er waren geen bijwerkingen op de ontwikkeling van F
1
nakomelingen bij ratten bij een geëxtrapoleerde blootstelling van tenminste 35
maal boven de humane
blootstelling. In reproductiestudies bij ratten waar oraal werd toegediend bestonden de effecten op de
vruchtbaarheid uit een toename van pre-implantatieverlies bij doseringen van 1 mg/kg/dag en hoger.
In reproductiestudies bij ratten waar intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur het
aantal spermatozoïden bij doseringen van 0,3 en 1
mg/kg/dag, verminderde vruchtbaarheid bij
mannetjes bij 1 mg/kg/dag en bij vrouwtjes bij 1,2 mg/kg/dag. Bijwerkingen van ibandroninezuur in
reproductietoxiciteitsstudies in de rat waren die bijwerkingen die waargenomen worden bij
bisfosfonaten als klasse. Ze omvatten een verminderd aantal innestelingplaatsen, abnormaal
baringsproces (dystokie) en een verhoging van viscerale variaties (nierbekken ureter syndroom)
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Microkristallijne cellulose
Povidon K-30
Crospovidon (type A)
Colloïdaal watervrij siliciumdioxide
Stearinezuur
Tabletomhulling:
Opadry wit YS-1-7003
Titaandioxide (E 171)
Hypromellose
Macrogol 400
Polysorbaat 80
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
26
2 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
PVC/Aclar/PVC-aluminium blisters in kartonnen doosjes met 1 of
3
tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften. In het milieu terechtkomen van geneesmiddelen moet worden geminimaliseerd.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031
GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
1 filmomhulde tablet in PVC/Aclar/PVC – Aluminium blisterverpakking
in kartonnen doos
3 filmomhulde tabletten in PVC/Aclar/PVC
– Aluminium
blisterverpakking in kartonnen doos
EU/1/10/642/003
EU/1/10/642/004
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 17 september 2010
Datum van laatste verlenging: 25 juni 2015
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
1 december 2014
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
27
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
D.
28
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Teva Pharmaceutical Works Private Limited Company
Pallagi út 13
HU-4042 Debrecen
Hongarije
Pharmachemie B.V.
Swensweg 5,
2031 GA Haarlem
Nederland
Teva Czech Industries s.r.o.
Ostravska 29/305
747 70 Opava-Komarov
Tsjechië
Teva Operations Poland Sp.z o.o
ul. Mogilska 80
31-546
Krakow
Polen
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Ibandroninezuur Teva 50 mg: Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie
bijlage I: Samenvatting van de productkenmerken, rubriek 4.2).
Ibandroninezuur Teva 150 mg: Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
Niet van toepassing
29
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
30
A. ETIKETTERING
31
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandroninezuur Teva 50 mg filmomhulde tabletten
ibandroninezuur
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg ibandroninezuur (als natrium monohydraat).
3.
4.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
28 filmomhulde tabletten
84 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Zuig of kauw niet op de tabletten en maal ze niet fijn.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
32
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 filmomhulde tabletten
84 filmomhulde tabletten
EU/1/10/642/001
EU/1/10/642/002
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Ibandroninezuur Teva 50 mg filmomhulde tabletten
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
33
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandroninezuur Teva 50 mg filmomhulde tabletten
ibandroninezuur
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva B.V.
3.
EXP
4.
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Charge
5.
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
OVERIGE
34
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandroninezuur Teva 150 mg filmomhulde tabletten
ibandroninezuur
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg ibandroninezuur (als natrium monohydraat).
3.
4.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
1 filmomhulde tablet
3 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Zuig of kauw niet op de tablet en maal deze niet fijn
Eénmaal per maand een tablet.
Schrijf op op welke dag u de tablet inneemt.
Maand 1 __/__/__
Maand 2 __/__/__
Maand
3 __/__/__
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
35
9.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
1 filmomhulde tablet
3 filmomhulde tabletten
EU/1/10/642/003
EU/1/10/642/004
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Ibandroninezuur Teva 150 mg filmomhulde tabletten
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
36
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandroninezuur Teva 150 mg filmomhulde tabletten
ibandroninezuur
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva B.V.
3.
EXP
4.
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Charge
5.
OVERIGE
Verpakking 3 filmomhulde tabletten
Maand 1
Maand 2
Maand 3
37
B. BIJSLUITER
38
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Ibandroninezuur Teva 50 mg filmomhulde tablet
ibandroninezuur
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Ibandroninezuur Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Ibandroninezuur Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Ibandroninezuur Teva bevat de werkzame stof ibandroninezuur. Dit behoort tot een groep
geneesmiddelen die bisfosfonaten worden genoemd.
Ibandroninezuur Teva wordt gebruikt bij volwassenen en is aan u voorgeschreven als u borstkanker
heeft die zich heeft uitgezaaid naar uw botten (uitzaaiingen worden ook wel botmetastasen genoemd).
Het helpt botbreuken (fracturen) te voorkomen.
Het helpt andere botproblemen, waarbij operatie of radiotherapie noodzakelijk kunnen zijn, te
voorkomen.
Ibandroninezuur Teva werkt door het remmen van de hoeveelheid calcium die uit uw botten verloren
gaat. Dit helpt het zwakker worden van uw botten te stoppen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
als u allergisch bent voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
als u bepaalde problemen heeft met uw keel/slokdarm (oesophagus), zoals vernauwing of
moeite met slikken
-
als u niet in staat bent ten minste een uur lang (60 minuten) te staan of rechtop te zitten
-
als u lage calciumwaarden in uw bloed heeft of die in het verleden heeft gehad.
U mag dit geneesmiddel niet innemen als een van bovenstaande op u van toepassing is. Indien u niet
zeker bent, neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Sinds het op de markt komen is een bijwerking genaamd ‘osteonecrose van de kaak’ (botschade in de
kaak) zeer zelden gemeld bij patiënten die Ibandroninezuur Teva krijgen tegen kankergerelateerde
aandoeningen. Osteonecrose van de kaak kan ook optreden na het stoppen van de behandeling.
39
Het is belangrijk om te proberen om osteonecrose van de kaak te voorkomen aangezien het een
pijnlijke aandoening is die moeilijk te behandelen kan zijn. Om het risico op het ontwikkelen van
osteonecrose van de kaak te verminderen, zijn er enkele voorzorgen die u moet nemen.
Voordat u behandeld wordt, vertel het uw arts/verpleegkundige (beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg) als:
-
u problemen heeft met uw mond of tanden/kiezen, zoals een slecht gebit, tandvleesproblemen,
of als u een afspraak heeft om een tand of kies te laten trekken
-
u geen routinematige mondzorg krijgt of als u heel lang geen gebitscontrole heeft gehad
-
u rookt (aangezien dit de kans op gebitsproblemen kan verhogen)
-
u eerder behandeld werd met een bisfosfonaat (gebruikt om botaandoeningen te behandelen of
voorkomen)
-
u geneesmiddelen gebruikt die corticosteroïden worden genoemd (zoals prednisolon of
dexamethason)
-
u kanker heeft
Uw arts kan u vragen een tandheelkundig onderzoek te ondergaan voordat u de behandeling met
Ibandroninezuur Teva begint.
Tijdens uw behandeling moet u een goede mondhygiëne aanhouden (waaronder regelmatig tanden
poetsen) en moet uw gebit regelmatig worden gecontroleerd. Als u een kunstgebit draagt, moet u er
zeker van zijn dat dit goed past. Als u onder tandheelkundige behandeling bent of een tandheelkundige
ingreep (bijv. het trekken van een of meer tanden of kiezen) zal ondergaan, informeer dan uw arts over
de tandheelkundige behandeling en vertel uw tandarts dat u behandeld wordt met Ibandroninezuur
Teva.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts en tandarts als u problemen ervaart met uw mond of gebit,
zoals losse tanden of kiezen, pijn of zwelling, of het niet genezen van zweren of wondvocht, aangezien
dit tekenen kunnen zijn van osteonecrose van de kaak.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt:
-
als u allergisch bent voor andere bisfosfonaten
-
als u problemen heeft met slikken of maagdarmproblemen heeft
-
als u hoge of lage waarden van vitamine D of andere mineralen heeft.
-
als u nierproblemen heeft.
Irritatie, ontsteking of zweren van de slokdarm (oesophagus) kunnen voorkomen. Vaak gaan deze
gepaard met symptomen als ernstige pijn op de borst, ernstige pijn bij het doorslikken van eten en/of
drinken, ernstige misselijkheid of braken, vooral wanneer u geen vol glas water drinkt en/of wanneer u
binnen een uur na inname van Ibandroninezuur Teva gaat liggen. Als u deze symptomen krijgt, stop
dan met de inname van Ibandroninezuur Teva en neem direct contact op met uw arts (zie rubriek
3 en
rubriek 4).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Ibandroninezuur Teva dient niet gebruikt te worden bij kinderen en jongeren tot
18
jaar.
Neemt u nog andere geneesmiddelen in?
Neemt u naast Ibandroninezuur Teva nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan
of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dit is omdat Ibandroninezuur Teva de wijze waarop andere geneesmiddelen werken
kan beïnvloeden. Ook kunnen sommige andere geneesmiddelen de wijze waarop Ibandroninezuur
Teva werkt beïnvloeden.
In het bijzonder, vertel het uw arts of apotheker
indien u één van onderstaande geneesmiddelen
gebruikt:
-
supplementen die calcium, magnesium, ijzer of aluminium bevatten
40
-
-
acetylsalicylzuur en niet-steroïdale anti-ontstekingsmiddelen, NSAIDs genoemd, zoals
ibuprofen of naproxen. NSAIDs en Ibandroninezuur Teva kunnen beiden uw maag en darm
irriteren
een type antibioticum injectie die "aminoglycoside" wordt genoemd, zoals gentamicine. Dit is
omdat aminoglycosiden en Ibandroninezuur Teva beiden de hoeveelheid calcium in uw bloed
kunnen verlagen.
Het gebruik van geneesmiddelen die de hoeveelheid maagzuur verminderen zoals cimetidine en
ranitidine, kunnen de effecten van Ibandroninezuur Teva licht vermeerderen.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Neem Ibandroninezuur Teva niet in met voedsel of andere dranken dan water, omdat Ibandroninezuur
Teva minder effectief is als het met voedsel of drinken wordt ingenomen (zie rubriek
3).
Neem Ibandroninezuur Teva in ten minste 6 uur nadat u voor het laatst iets gegeten, gedronken of
andere geneesmiddelen of supplementen (bijv. producten die calcium (melk), aluminium, magnesium
en ijzer bevatten) ingenomen heeft, behalve water. Wacht, nadat u uw tablet heeft ingenomen, ten
minste 30
minuten. Daarna kunt u weer uw eerste voedsel en drinken nemen en andere
geneesmiddelen of supplementen (zie rubriek
3).
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik geen Ibandroninezuur Teva als u zwanger bent, wilt zwanger worden of borstvoeding geeft.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
U mag rijden en machines bedienen, omdat het te verwachten is dat Ibandroninezuur Teva geen of een
verwaarloosbare invloed zal hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om machines te bedienen.
Neem eerst contact op met uw arts als u een voertuig wilt besturen, machines of gereedschap wilt
gebruiken.
Ibrandoninezuur Teva bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1
mmol natrium (23
mg) per filmomhulde tablet, dat wil zeggen dat het
in wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Neem uw tablet in ten minste 6 uur nadat u voor het laatst iets gegeten, gedronken of andere
geneesmiddelen of supplementen ingenomen heeft, behalve water. Water met een hoog gehalte aan
calcium mag niet worden gebruikt. Als er een vermoeden is van een eventueel hoog gehalte aan
calcium in het leidingwater (hard water), wordt het aangeraden om water uit een fles met een laag
gehalte aan mineralen te gebruiken.
Uw arts kan regelmatig bloedtesten uitvoeren terwijl u Ibandroninezuur Teva inneemt. Dit is om te
controleren dat u de juiste hoeveelheid van dit geneesmiddel ontvangt.
Gebruik van dit geneesmiddel
Het is belangrijk dat u Ibandroninezuur Teva op het juiste tijdstip en op de juiste wijze inneemt. Dit is
omdat het irritatie, ontsteking of zweren in uw slokdarm (oesophagus) kan veroorzaken.
U kunt dit voorkomen door het volgende te doen:
Neem uw tablet in zodra u wakker wordt, voordat u uw eerste voedsel, drank, geneesmiddel of
supplement inneemt.
41
Neem uw tablet in met alleen een vol glas water (ongeveer 200 ml). Neem uw tablet niet met
een andere drank dan water.
Slik de tablet in zijn geheel in. Kauw, zuig of vermaal de tablet niet. Laat de tablet niet in uw
mond oplossen.
Wacht ten minste 30
minuten nadat u de tablet Ibandroninezuur Teva hebt genomen. Daarna
kunt u uw eerste eten en drinken innemen en andere medicatie of supplementen gebruiken.
Blijf rechtop (zitten of staan) terwijl u uw tabletten neemt en gedurende een uur (60 minuten)
daarna. Anders kan een deel van het geneesmiddel weer in uw slokdarm (oesophagus)
terugkomen.
Hoeveel moet u innemen?
De gebruikelijke dosering van Ibandroninezuur Teva is 1 tablet per dag. Als u matige nierproblemen
heeft, kan uw arts de dosering verminderen naar 1 tablet om de dag. Als u ernstige nierproblemen
heeft, kan uw arts uw dosering verminderen naar 1 tablet per week.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u teveel tabletten neemt, raadpleeg onmiddellijk een arts of ga naar het ziekenhuis. Drink een vol
glas melk voordat u gaat. Laat uzelf niet overgeven. Ga niet liggen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Als u dagelijks een tablet inneemt, sla dan
de gemiste dosis volledig over. Vervolg als gebruikelijk op de volgende dag. Indien u een tablet om de
dag of iedere week inneemt, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Blijf Ibandroninezuur Teva innemen zolang uw arts u dit aangeeft. Dit is omdat het geneesmiddel
alleen zal werken als het de gehele tijd wordt ingenomen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Neem direct contact op met een verpleegkundige of een arts wanneer u last krijgt van de
volgende bijwerkingen - mogelijk heeft u met spoed medische behandeling nodig:
Vaak
(komen voor bij minde dan 1 op de 10 personen)
misselijk zijn, brandend maagzuur en ongemak tijdens het slikken (ontsteking van uw slokdarm)
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 personen)
ernstige maagpijn. Dit kan een teken zijn van een zweer in het eerste deel van de darmen
(twaalfvingerige darm) die aan het bloeden is, of van een ontsteking van uw maag (gastritis).
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 personen):
aanhoudende oogpijn en oogontsteking
pijn, zwakte of een onprettig gevoel in uw dij, heup of lies, die u niet eerder had. U heeft
mogelijk vroege verschijnselen van een mogelijke, ongebruikelijke breuk van uw dijbeen.
Zeer zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 personen)
pijn of een zweer in uw mond of kaak. U heeft mogelijk vroege verschijnselen van ernstige
kaakproblemen (necrose [dood botweefsel] in het kaakbot)
42
neem contact op met uw arts als u oorpijn, uitscheiding uit het oor en/of een oorinfectie heeft.
Dit kunnen tekenen van botschade in het oor zijn.
jeuk, zwelling van uw gezicht, lippen, tong en keel met ademhalingsmoeilijkheden. U kunt een
ernstige, mogelijk levensbedreigende, allergische reactie hebben op het geneesmiddel.
ernstige huidreacties.
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
astma-aanval.
Andere mogelijke bijwerkingen
Vaak
(komen voor bij maximaal 1 op 10 personen)
maagpijn, indigestie
laag calciumgehalte in uw bloed
Gevoel van zwakte.
Soms
(komen voor bij maximaal 1 op 100 personen)
pijn op de borst
jeuk of tintelende huid (paresthesie)
griepachtige symptomen, een algemeen gevoel van onwel zijn of pijn
droge mond, vreemde smaak in uw mond of problemen met slikken
anemie (bloedarmoede)
hoge waarden van ureum of hoge waarden van bijschildklierhormoon in uw bloed.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de
doordrukstrip en de doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is ibandroninezuur. Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg
ibandroninezuur (als natrium monohydraat).
De andere stoffen in dit middel zijn:
tabletkern: microkristallijne cellulose, povidon K-30, crospovidon (type A), colloïdaal
watervrij siliciumdioxide, stearinezuur
tabletomhulling: titaandioxide (E171), hypromellose, macrogol 400, polysorbaat
80.
43
Hoe ziet Ibandroninezuur Teva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
De filmomhulde tabletten Ibandroninezuur Teva zijn wit, biconvex, capsulevormig, bedrukt met “50”
aan de ene zijde en blanco aan de andere zijde.
Ibandroninezuur Teva is verpakt in blisters (PVC/Aclar/PVC-Aluminium) in doosjes met
28 of 84
tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Fabrikant:
Teva Pharmaceutical Works Private Limited Company
Pallagi út 13,
4042 Debrecen
Hongarije
Pharmachemie BV
Swensweg 5,
2031 GA Haarlem
Nederland
Teva Czech Industries s.r.o.
Ostravska 29/305,
747 70 Opava-Komarov
Tsjechische Republiek
Teva Operations Poland Sp.z o.o
ul. Mogilska 80
31-546
Krakow
Polen
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Tél/Tel: +32
38207373
България
Тева Фарма ЕАД
Teл: +359 24899585
Česká republika
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Tel: +420 251007111
Danmark
Teva Denmark A/S
44
Lietuva
UAB Teva Baltics
Tel: +370 52660203
Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 38207373
Magyarország
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +36 12886400
Malta
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tlf: +45 44985511
Deutschland
TEVA GmbH
Tel: +49
73140208
Eesti
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Tel:
+372 6610801
Ελλάδα
Specifar A.B.E.E.
Τηλ: +30 2118805000
España
Teva Pharma, S.L.U.
Tel: +34 913873280
France
Teva Santé
Tél: +33 155917800
Hrvatska
Pliva Hrvatska d.o.o.
Tel: +385 13720000
Ireland
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +44 2075407117
Ísland
Teva Pharma Iceland ehf.
Sími: +354 5503300
Italia
Teva Italia S.r.l.
Tel: +39 028917981
Κύπρος
Specifar A.B.E.E.
Ελλάδα
Τηλ: +30 2118805000
Latvija
UAB Teva Baltics filiāle Latvijā
Tel: +371 67323666
L-Irlanda
Tel: +44 2075407117
Nederland
Teva Nederland B.V.
Tel: +31 8000228400
Norge
Teva Norway AS
Tlf: +47 66775590
Österreich
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
Tel: +43 1970070
Polska
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel: +48 223459300
Portugal
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tel: +351 214767550
România
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +40 212306524
Slovenija
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +386 15890390
Slovenská republika
TEVA Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Tel: +421 257267911
Suomi/Finland
Teva Finland Oy
Puh/Tel: +358 201805900
Sverige
Teva Sweden AB
Tel: +46 42121100
United Kingdom (Northern Ireland)
Teva Pharmaceuticals Ireland
Ireland
Tel: +44 2075407117
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
45
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Ibandroninezuur Teva 150 mg filmomhulde tablet
ibandroninezuur
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Ibandroninezuur Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Ibandroninezuur Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Ibandroninezuur Teva behoort tot de groep van geneesmiddelen die bisfosfonaten worden genoemd.
Het bevat de werkzame stof ibandroninezuur. Ibandroninezuur Teva kan botverlies tegengaan door het
voorkomen van verdere botafbraak en het verhogen van de botmassa bij de meeste vrouwen die het
middel innemen, hoewel zij het verschil niet zullen kunnen zien of voelen. Ibandroninezuur Teva kan
het risico op botbreuken (fracturen) verminderen. Een vermindering van wervelfracturen is
aangetoond, maar niet van heupfracturen.
Ibandroninezuur Teva is aan u voorgeschreven om postmenopauzale osteoporose te behandelen
omdat u een verhoogd risico op fracturen heeft.
Osteoporose is het dunner en brozer worden van
het bot. Dit komt vaak voor bij vrouwen na de menopauze (overgang). Tijdens de menopauze stoppen
de eierstokken van een vrouw met het aanmaken van het vrouwelijke hormoon oestrogeen. Dit
hormoon helpt om het skelet van de vrouw gezond te houden.
Hoe eerder een vrouw in de menopauze komt, des te groter is haar risico op fracturen als gevolg van
osteoporose.
Andere factoren die het risico op fracturen kunnen verhogen, zijn:
-
niet genoeg calcium en vitamine D in het dieet,
-
roken of overmatig alcoholgebruik,
-
niet genoeg lopen of andere oefeningen die uw botten belasten,
-
een familiegeschiedenis van osteoporose.
Een gezonde levensstijl
zal ook helpen om zoveel mogelijk voordeel van uw behandeling te hebben.
Dit omvat:
-
het eten van een uitgebalanceerd dieet, rijk aan calcium en vitamine D,
-
wandelen of het doen van andere oefeningen die de botten belasten,
-
niet roken en niet teveel alcohol drinken.
46
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
als u allergisch bent voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
als u bepaalde problemen heeft met uw keel/slokdarm (oesophagus ), zoals vernauwing of
moeite met slikken.
-
als u niet in staat bent ten minste een uur lang (60 minuten) te staan of rechtop te zitten.
-
als u een laag calciumgehalte in het bloed heeft of deze in het verleden heeft gehad.
Overleg in dat geval met uw arts.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Sinds het op de markt komen is een bijwerking genaamd ‘osteonecrose van de kaak’ (botschade in de
kaak) zeer zelden gemeld bij patiënten die Ibandroninezuur Teva kregen tegen osteoporose.
Osteonecrose van de kaak kan ook optreden na het stoppen van de behandeling.
Het is belangrijk om te proberen om osteonecrose van de kaak te voorkomen aangezien het een
pijnlijke aandoening is die moeilijk te behandelen kan zijn. Om het risico op het ontwikkelen van
osteonecrose van de kaak te verminderen, zijn er enkele voorzorgen die u moet nemen.
Voordat u behandeld wordt, vertel het uw arts/verpleegkundige (beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg) als:
-
u problemen heeft met uw mond of tanden/kiezen, zoals een slecht gebit, tandvleesproblemen,
of als u een afspraak heeft om een tand of kies te laten trekken
-
u geen routinematige mondzorg krijgt of als u heel lang geen gebitscontrole heeft gehad
-
u rookt (aangezien dit de kans op gebitsproblemen kan verhogen)
-
u eerder behandeld werd met een bisfosfonaat (gebruikt om botaandoeningen te behandelen of
voorkomen)
-
u geneesmiddelen gebruikt die corticosteroïden worden genoemd (zoals prednisolon of
dexamethason)
-
u kanker heeft
Uw arts kan u vragen een tandheelkundig onderzoek te ondergaan voordat u de behandeling met
Ibandroninezuur Teva begint.
Tijdens uw behandeling moet u een goede mondhygiëne aanhouden (waaronder regelmatig tanden
poetsen) en moet uw gebit regelmatig worden gecontroleerd. Als u een kunstgebit draagt, moet u er
zeker van zijn dat dit goed past. Als u onder tandheelkundige behandeling bent of een tandheelkundige
ingreep (bijv. het trekken van een of meer tanden of kiezen) zal ondergaan, informeer dan uw arts over
de tandheelkundige behandeling en vertel uw tandarts dat u behandeld wordt met Ibandroninezuur
Teva.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts en tandarts als u problemen ervaart met uw mond of gebit,
zoals losse tanden of kiezen, pijn of zwelling, of het niet genezen van zweren of wondvocht, aangezien
dit tekenen kunnen zijn van osteonecrose van de kaak.
Sommige mensen moeten extra voorzichtig zijn wanneer zij Ibandroninezuur Teva gebruiken. Neem
contact op met uw arts voordat u Ibandroninezuur Teva inneemt:
-
wanneer u stoornissen heeft van het mineraal metabolisme (zoals vitamine D gebrek).
-
wanneer uw nieren niet normaal functioneren.
-
wanneer u problemen heeft met slikken of met de spijsvertering.
Irritatie, ontsteking of het ontwikkelen van zweren van de keel/slokdarm (oesophagus), vaak met
symptomen van ernstige pijn op de borst, ernstige pijn na het doorslikken van eten en/of drinken,
ernstige misselijkheid of braken, vooral als u geen vol glas water drinkt en/of als u gaat liggen binnen
een uur na het innemen van Ibandroninezuur Teva. Als u deze symptomen krijgt, stop dan met het
innemen van Ibandroninezuur Teva en vertel het onmiddellijk aan uw arts (zie rubriek
3).
47
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Ibandroninezuur Teva
dient niet gebruikt te worden bij kinderen en jongeren tot 18
jaar.
Neemt u nog andere geneesmiddelen in?
Neemt u naast Ibandroninezuur Teva nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan
of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. In het bijzonder:
-
-
Supplementen die calcium, magnesium, ijzer of aluminium bevatten,
omdat deze de
werking van Ibandroninezuur Teva kunnen beïnvloeden.
Acetylsalicylzuur en andere niet-steroïdale anti-ontstekingsmiddelen (NSAIDs) (onder andere
ibuprofen, natriumdiclofenac en naproxen) kunnen de maag en darm irriteren. Ibandroninezuur
Teva kan dat ook doen. Wees dus extra voorzichtig als u pijnstillers of ontstekingsremmers
neemt terwijl u Ibandroninezuur Teva gebruikt.
Nadat u uw maandelijkse Ibandroninezuur Teva tablet heeft doorgeslikt
moet u 1 uur wachten
voordat u andere geneesmiddelen neemt,
waaronder spijsverteringstabletten, calciumsupplementen
of vitaminen.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Neem Ibandroninezuur Teva niet in met voedsel of melk.
Ibandroninezuur Teva werkt minder goed
als het samen met voedsel ingenomen wordt.
U mag water drinken, maar geen andere vloeistoffen
Nadat u Ibandroninezuur Teva heeft ingenomen, wacht dan 1 uur voordat u uw eerste voedsel of ander
drinken neemt (zie rubriek
3. Hoe
neemt u dit middel in?).
Zwangerschap en borstvoeding
Ibandroninezuur Teva is alleen bestemd voor gebruik door postmenopauzale vrouwen en mag niet
gebruikt worden door vrouwen die nog zwanger kunnen worden.
Neem Ibandroninezuur Teva niet in wanneer u zwanger bent of borstvoeding geeft. Neem contact op
met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
U mag rijden en machines bedienen, omdat het te verwachten is dat Ibandroninezuur Teva geen of een
verwaarloosbare invloed zal hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om machines te bedienen.
Ibrandoninezuur Teva bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1
mmol natrium (23
mg) per filmomhulde tablet, dat wil zeggen dat het
in wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen dosis van Ibandroninezuur Teva is 1 tablet eens per maand.
Het innemen van uw maandelijkse tablet
Het is belangrijk dat u deze instructies nauwkeurig opvolgt. Zij zijn opgesteld om ervoor te zorgen dat
de tablet Ibandroninezuur Teva uw maag snel bereikt, waardoor de kans op irritatie afneemt.
-
Neem 1 Ibandroninezuur Teva 150 mg tablet eens per maand.
48
-
-
-
Kies een dag van de maand
die gemakkelijk te onthouden is. U kunt bijvoorbeeld steeds
dezelfde datum kiezen (zoals de eerste dag van elke maand) of dezelfde dag (zoals de eerste
zondag van elke maand) om de tablet Ibandroninezuur Teva in te nemen. Kies een datum die het
beste bij uw routine past.
Neem de tablet Ibandroninezuur Teva in
ten minste 6 uur nadat u voor het laatst iets gegeten
of gedronken
heeft, anders dan water.
Neem de tablet Ibandroninezuur Teva
-
’s ochtends na het opstaan
en
-
voordat u iets eet of drinkt
(op een nuchtere maag).
Neem uw tablet in met een vol glas water
(ten
minste 180
ml).
-
Neem uw tablet
niet
in met water met een hoog gehalte aan calcium, vruchtensap of andere dranken.
Als er een vermoeden is van een mogelijk hoog gehalte aan calcium in het leidingwater (hard water),
wordt het aangeraden om water uit een fles met een laag gehalte aan mineralen te gebruiken.
-
-
Slik uw tablet heel door
– niet erop kauwen, niet fijnmalen en niet laten smelten in uw mond.
Voor het volgende uur (60 minuten)
nadat u uw tablet heeft ingenomen, geldt het volgende:
-
Ga niet liggen;
als u niet rechtop blijft (staan of zitten), kan er wat van het geneesmiddel
teruglopen in uw slokdarm
-
Eet niets
-
-
-
Drink niets
(behalve leidingwater als u dit nodig heeft)
Neem geen andere geneesmiddelen.
Nadat u een uur gewacht heeft, kunt u uw eerste eten of drinken van de dag gebruiken. Als u
eenmaal gegeten heeft, kunt u gaan liggen als u dat wilt en kunt u andere geneesmiddelen
innemen.
Ibandroninezuur Teva blijven gebruiken
Het is belangrijk dat u Ibandroninezuur Teva elke maand blijft gebruiken, zolang uw arts het u
voorschrijft. Nadat u 5 jaar Ibandroninezuur Teva heeft gebruikt, overleg dan met uw arts of het nodig
is om Ibandroninezuur Teva te blijven gebruiken.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per vergissing meer dan 1 tablet heeft ingenomen,
drink dan een vol glas melk en neem
onmiddellijk contact op met uw arts.
Probeer niet over te geven en ga niet liggen
– dit kan ertoe leiden dat Ibandroninezuur Teva
slokdarmirritatie veroorzaakt.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
49
Als u vergeet de tablet op de ochtend van de door u gekozen dag in te nemen,
neem dan geen
tablet later op deze dag,
maar kijk op uw kalender om te zien wanneer uw volgende dosis
gepland staat.
Als u vergeten bent uw tablet in te nemen op de door u gekozen dag en indien de volgende
tablet binnen 1 tot 7 dagen ingenomen moet worden…
Neem nooit 2 Ibandroninezuur Teva-tabletten in dezelfde week.
U dient te wachten tot het
moment dat u de volgende dosis zou innemen. Neem dan een tablet als gewoonlijk. Neem
vervolgens één tablet een keer per maand op de oorspronkelijk geplande dagen, zoals
aangegeven op uw kalender.
Als u vergeten bent uw tablet in te nemen op de door u gekozen dag en indien de volgende
dosis meer dan 7 dagen later ingenomen moet worden…
Neem 1 tablet de volgende morgen, na de dag dat u er weer aan denkt. Neem
vervolgens
één tablet per maand op de oorspronkelijk geplande dagen, zoals aangegeven op uw kalender.
Mogelijke bijwerkingen
4.
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Neem direct contact op met een verpleegkundige of een arts wanneer u last krijgt van de
volgende bijwerkingen - mogelijk heeft u met spoed medische behandeling nodig:
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 personen):
hevige pijn op de borst, ernstige pijn na het doorslikken van eten of drinken, ernstige
misselijkheid of braken, moeilijkheden bij het slikken. U kunt een ernstige ontsteking van uw
slokdarm hebben, mogelijk met een zweer of een vernauwing van de keel/slokdarm
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 personen):
jeuk, zwelling van uw gezicht, lippen, tong en keel, met moeilijkheden bij het ademhalen.
aanhoudende oogpijn en oogontsteking
pijn, zwakte of een onprettig gevoel in uw dij, heup of lies, die u niet eerder had. U heeft
mogelijk vroege verschijnselen van een mogelijke, ongebruikelijke breuk van uw dijbeen
Zeer zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 personen):
pijn of een zweer in uw mond of kaak. U heeft mogelijk vroege verschijnselen van ernstige
kaakproblemen (necrose [dood botweefsel] in het kaakbot)
neem contact op met uw arts als u oorpijn, uitscheiding uit het oor en/of een oorinfectie heeft.
Dit kunnen tekenen van botschade in het oor zijn
Ernstige, mogelijk levensbedreigende, allergische reactie
ernstige huidreacties.
Andere mogelijke bijwerkingen
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 personen):
hoofdpijn
brandend maagzuur, ongemak bij het slikken, maag- of buikpijn (kan veroorzaakt zijn door een
ontsteking van de maag), problemen met de spijsvertering, misselijkheid, diarree (dunne
ontlasting) of verstopping
spierkrampen, stijfheid van uw gewrichten en ledematen
griepachtige verschijnselen, waaronder koorts, trillen en rillingen, zich ongemakkelijk voelen,
botpijn en pijnlijke spieren en gewrichten. Vertel het een verpleegkundige of arts indien u last
krijgt van bijwerkingen of deze bijwerkingen langer dan een paar dagen aanhouden
50
huiduitslag.
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 personen):
duizeligheid
winderigheid (winderigheid, opgeblazen gevoel)
rugpijn
zich vermoeid en uitgeput voelen
astma-aanvallen.
Zelden voorkomende bijwerkingen
(komen voor bij minder dan 1 op de 1000 personen):
ontsteking van de twaalfvingerige darm (eerste deel van de darm), die maagpijn veroorzaakt
netelroos.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de
buitenverpakkingdoos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is ibandroninezuur.
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg ibandroninezuur (als natrium monohydraat).
De andere stoffen in dit middel zijn:
tabletkern: microkristallijne cellulose, povidon K-30, crospovidon (type A), colloïdaal watervrij
siliciumdioxide, stearinezuur
tabletomhulling: titaniumdioxide (E171), hypromellose, macrogol
400, polysorbaat 80.
Hoe ziet Ibandroninezuur Teva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
De filmomhulde tabletten Ibandroninezuur Teva zijn wit, biconvex, capsulevormig, bedrukt met
“I150” aan de ene zijde en blanco aan de andere zijde.
Ibandroninezuur Teva is verpakt in blisters (PVC/Aclar/PVC-Aluminium) in doosjes met 1
of 3
tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
51
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Fabrikant:
Teva Pharmaceutical Works Private Limited Company
Pallagi út 13,
4042 Debrecen
Hongarije
Pharmachemie BV
Swensweg 5,
2031 GA Haarlem
Nederland
Teva Czech Industries s.r.o.
Ostravska 29/305, 747 70
Opava-Komarov
Tsjechische Republiek
Teva Operations Poland Sp.z o.o
ul. Mogilska 80
31-546
Krakow
Polen
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Tél/Tel: +32
38207373
България
Тева Фарма ЕАД
Teл: +359 24899585
Česká republika
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Tel: +420 251007111
Danmark
Teva Denmark A/S
Tlf: +45 44985511
Deutschland
TEVA GmbH
Tel: +49
73140208
Eesti
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Tel:
+372 6610801
52
Lietuva
UAB Teva Baltics
Tel: +370 52660203
Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 38207373
Magyarország
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +36 12886400
Malta
Teva Pharmaceuticals Ireland
L-Irlanda
Tel: +44 2075407117
Nederland
Teva Nederland B.V.
Tel: +31 8000228400
Norge
Teva Norway AS
Tlf: +47 66775590
Ελλάδα
Specifar A.B.E.E.
Τηλ: +30 2118805000
España
Teva Pharma, S.L.U.
Tel: +34 913873280
France
Teva Santé
Tél: +33 155917800
Hrvatska
Pliva Hrvatska d.o.o.
Tel: +385 13720000
Ireland
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +44 2075407117
Ísland
Teva Pharma Iceland ehf.
Sími: +354 5503300
Italia
Teva Italia S.r.l.
Tel: +39 028917981
Κύπρος
Specifar A.B.E.E.
Ελλάδα
Τηλ: +30 2118805000
Latvija
UAB Teva Baltics filiāle Latvijā
Tel: +371 67323666
Österreich
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
Tel: +43 1970070
Polska
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel: +48 223459300
Portugal
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tel: +351 214767550
România
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +40 212306524
Slovenija
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +386 15890390
Slovenská republika
TEVA Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Tel: +421 257267911
Suomi/Finland
Teva Finland Oy
Puh/Tel: +358 201805900
Sverige
Teva Sweden AB
Tel: +46 42121100
United Kingdom (Northern Ireland)
Teva Pharmaceuticals Ireland
Ireland
Tel: +44 2075407117
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 12/2014.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
53

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandroninezuur Teva 50 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg ibandroninezuur (als natrium monohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Witte, biconvexe, capsulevormige filmomhulde tabletten, bedrukt met '50' aan de ene zijde en blanco
aan de andere zijde.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Ibandroninezuur Teva is geïndiceerd bij volwassenen voor de preventie van skeletaandoeningen (door
ziekte veroorzaakte fracturen, botcomplicaties waarvoor radiotherapie of chirurgie nodig is) bij
patiënten met borstkanker en botmetastasen.

4.2 Dosering en wijze van toediening
Behandeling met Ibandroninezuur Teva dient alleen gestart te worden door artsen met ervaring in de
behandeling van kanker.

Dosering
De aanbevolen dosis is één 50 mg filmomhulde tablet eenmaal daags.

Speciale populaties
Verminderde leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk (zie rubriek 5.2)

Verminderde nierfunctie
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met een milde nierfunctiestoornis (CLcr 50 en <80
ml/min).
Bij patiënten met een matige nierfunctiestoornis (CLcr 30 en <50 ml/min) wordt aanbevolen om de
dosis aan te passen naar één 50 mg filmomhulde tablet om de dag (zie rubriek 5.2).
Bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (CLcr <30 ml/min) is de aanbevolen dosis één
50 mg filmomhulde tablet eenmaal per week. Zie de doseringsinstructies hierboven.

Oudere patiënten (> 65 jaar)
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Ibandroninezuur Teva bij kinderen en adolescenten onder de
leeftijd van 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar (zie rubriek 5.1 en rubriek
5.2).
Voor oraal gebruik.
Ibandroninezuur Teva tabletten dienen na een nacht vasten (ten minste 6 uur) en vóór het eerste
voedsel of de eerste drank van de dag genomen te worden. Geneesmiddelen of supplementen
(inclusief calcium) dienen eveneens vermeden te worden vóór de inname van Ibandroninezuur Teva
tabletten. Het vasten moet voortgezet worden gedurende ten minste 30 minuten na het innemen van de
tablet. Water mag op iedere moment tijdens de gedurende van de Ibandroninezuur Teva behandeling
genomen worden (zie rubriek 4.5). Er mag geen water worden gebruikt met een hoge concentratie
calcium. Als er een vermoeden is van een eventuele hoge calciumconcentratie in het leidingwater
(hard water), wordt het aangeraden om gebotteld water te gebruiken met een lage concentratie
mineralen.
-
De tabletten dienen in zijn geheel met een vol glas water (180 tot 240 ml) doorgeslikt te worden
terwijl de patiënt rechtop zit of staat.
-
Na de inname van Ibandroninezuur Teva mogen patiënten gedurende 60 minuten niet gaan
liggen.
-
Patiënten mogen niet op de tablet kauwen of zuigen en mogen de tablet niet fijnmalen vanwege
mogelijke oropharynx ulceratie.
-
Water is de enige drank die met Ibandroninezuur Teva genomen mag worden.

4.3 Contra-indicaties
-
Overgevoeligheid voor ibandroninezuur of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
-
Hypocalciëmie
-
Afwijkingen van de slokdarm die lediging van de slokdarm vertragen, zoals vernauwing of
achalasie
-
Onvermogen om te staan of rechtop te zitten gedurende ten minste 60 minuten

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Patiënten met stoornissen van het bot- stoornissen en mineraalmetabolisme
Hypocalciëmie en andere stoornissen van het bot- en mineraalmetabolisme dienen effectief behandeld
te worden vóór de aanvang van de behandeling met Ibandroninezuur Teva. Adequate inname van
calcium en vitamine D is belangrijk bij alle patiënten. Patiënten dienen extra calcium en/of vitamine D
te krijgen indien de inname via het dieet onvoldoende is.
Gastro-intestinale irritaties
Oraal toegediende bisfosfonaten kunnen lokaal irritatie van de bovenste gastro-intestinale mucosa
veroorzaken. Vanwege deze mogelijke irriterende effecten en het potentieel voor verslechtering van de
onderliggende ziekte, dient Ibandroninezuur Teva met voorzichtigheid toegediend te worden aan
patiënten met actieve aandoeningen van de bovenste gastro-intestinale tractus (bijv. vastgestelde
barrettslokdarm, dysfagie, andere aandoeningen van de slokdarm, gastritis, duodenitis of zweren).
Bijwerkingen zoals oesofagitis, zweren van de slokdarm en oesofageale erosies, die in sommige
gevallen ernstig waren en leidden tot ziekenhuisopname, zelden met bloeding of gevolgd door
slokdarmvernauwing of perforatie, zijn gemeld bij patiënten die behandeld werden met orale
bisfosfonaten. Het risico op ernstige oesofageale bijwerkingen lijkt groter te zijn bij patiënten die zich
niet houden aan de doseringsinstructies en/of die orale bisfosfonaten blijven innemen na het
ontwikkelen van symptomen die duiden op oesofageale irritatie. Patiënten dienen bijzondere aandacht
te besteden aan de doseringsinstructies en dienen zich daaraan te kunnen houden (zie rubriek 4.2).
Artsen dienen alert te zijn op tekenen en symptomen die een mogelijke slokdarmreactie aanduiden en
hulp te zoeken indien zij dysfagie, odynofagie, retrosternale pijn of nieuw of erger wordend brandend
maagzuur ontwikkelen.
Hoewel er tijdens gecontroleerde klinische studies geen bewijs van een toegenomen risico werd
gezien, zijn bij post-marketinggebruik van orale bisfosfonaten maag- en duodenum-ulcera gemeld,
waarvan sommige ernstig en met complicaties.
Acetylsalicylzuur en NSAID's
Omdat acetylsalicylzuur, niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) en bisfosfonaten
geassocieerd worden met gastro-intestinale irritatie, moet voorzichtigheid worden betracht bij
gelijktijdige toediening.
Osteonecrose van de kaak
Osteonecrose van de kaak (ONJ) werd zeer zelden gerapporteerd sinds het op de markt komen bij
patiënten die behandeld werden met Ibandroninezuur Teva voor oncologische indicaties (zie
rubriek 4.8).
De start van de behandeling of een nieuwe kuur moet uitgesteld worden bij patiënten met ongenezen
open wonden aan het weke weefsel in de mond.
Een tandheelkundig onderzoek met preventieve tandheelkunde en een individuele risico-batenanalyse
worden aanbevolen voordat de behandeling met Ibandroninezuur Teva wordt gestart bij patiënten met
bijkomende risicofactoren.
Met de volgende risicofactoren moet rekening gehouden worden wanneer het risico op het
ontwikkelen van ONJ wordt geëvalueerd voor een patiënt:
-
De potentie van het geneesmiddel om de botresorptie te remmen (hoger risico voor zeer
krachtige middelen), de toedieningsweg (hoger risico voor parenterale toediening) en
cumulatieve dosis van het middel tegen botresorptie
-
Kanker, comorbiditeiten (bijv. bloedarmoede, stollingsstoornissen, infectie), roken
-
Gelijktijdige behandelingen: corticosteroïden, chemotherapie, angiogeneseremmers,
radiotherapie aan hoofd en nek
-
Gebrekkige mondhygiëne, periodontale aandoening, slecht passend kunstgebit, geschiedenis
van gebitsaandoeningen, invasieve tandheelkundige ingrepen (bijv. tandextracties).
Alle patiënten moeten aangemoedigd worden gedurende de behandeling met Ibandroninezuur Teva
een goede mondhygiëne aan te houden, routinematige gebitscontroles te ondergaan, en onmiddellijk
alle orale symptomen te melden zoals loszittende tanden of kiezen, pijn of zwelling, het niet genezen
van zweren of wondvocht. Tijdens de behandeling mogen invasieve tandheelkundige ingrepen enkel
na zorgvuldige overweging uitgevoerd worden en dienen vermeden te worden kort voor of na de
toediening van Ibandroninezuur Teva.
Het behandelschema voor patiënten die ONJ ontwikkelen moet opgezet worden in nauwe
samenwerking tussen de behandelend arts en een tandarts of mondchirurg die ervaren is in de
behandeling van ONJ. Tijdelijke onderbreking van de behandeling met Ibandroninezuur Teva moet
overwogen worden totdat de aandoening is verbeterd en bijdragende risicofactoren verminderd zijn
waar mogelijk.
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang is gemeld bij gebruik van bisfosfonaten, vooral in
samenhang met langdurige behandeling. Mogelijke risicofactoren voor osteonecrose van de
uitwendige gehoorgang zijn onder andere gebruik van steroïden en chemotherapie en/of lokale
risicofactoren zoals infectie of trauma. Er dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van
osteonecrose van de uitwendige gehoorgang bij patiënten die bisfosfonaten toegediend krijgen en bij
wie oorsymptomen, waaronder chronische oorinfecties, optreden.
Bij behandeling met bisfosfonaten zijn atypische subtrochantere en femurschachtfracturen gemeld,
met name bij patiënten die langdurig wegens osteoporose behandeld worden. Deze transversale of
korte schuine fracturen kunnen langs het hele femur optreden vanaf direct onder de trochanter minor
tot vlak boven de supracondylaire rand. Deze fracturen treden op na minimaal of geen trauma.
Sommige patiënten ervaren pijn in de dij of lies, weken tot maanden voor het optreden van een
volledige femorale fractuur, vaak samen met kenmerken van stressfracturen bij beeldvormend
onderzoek. De fracturen zijn in veel gevallen bilateraal. Daarom moet het contralaterale femur worden
onderzocht bij patiënten die met bisfosfonaten worden behandeld en een femurschachtfractuur hebben
opgelopen. Ook is slechte genezing van deze fracturen gemeld.
Op basis van een individuele inschatting van de voor- en nadelen moet worden overwogen om de
bisfosfonaattherapie te staken bij patiënten met verdenking op een atypische femurfractuur tot er een
beoordeling is gemaakt van de patiënt.
Patiënten moeten het advies krijgen om tijdens behandeling met bisfosfonaten elke pijn in de dij, heup
of lies te melden. Elke patiënt die zich met zulke symptomen aandient, moet worden onderzocht op
een onvolledige femurfractuur.
Nierfunctie
Klinische studies hebben geen bewijs aangetoond voor verslechtering van de nierfunctie bij langdurige
Ibandroninezuur Teva-therapie. Desalniettemin wordt op geleide van de klinische beoordeling van de
individuele patiënt aanbevolen om nierfunctie, serumcalcium, fosfaat en magnesium te controleren bij
patiënten die behandeld worden met Ibandroninezuur Teva.
Patiënten met een bekende overgevoeligheid voor andere bisfosfonaten
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met bekende overgevoeligheid voor andere bisfosfonaten.
Hulpstof(fen)
Natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per filmomhulde tablet, dat wil zeggen
dat het in wezen `natriumvrij' is.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Geneesmiddel-voedsel interacties
Het is waarschijnlijk dat calciumsupplementen, antacida en sommige orale medicamenten die
multivalente kationen (zoals aluminium, magnesium, ijzer) bevatten, interfereren met de absorptie van
Ibandroninezuur Teva-tabletten. Daarom moet met dergelijke producten, inclusief voedsel, de inname
30 minuten uitgesteld worden volgend op orale toediening.
De biologische beschikbaarheid was ongeveer 75% verminderd wanneer ibandroninezuur tabletten
2 uur na een standaard maal werden toegediend. Daarom wordt aanbevolen dat de tabletten na een
nacht vasten (ten minste 6 uur) worden ingenomen en het vasten moet voortgezet worden tot
30 minuten nadat de dosis genomen is (zie rubriek 4.2).
Interacties met andere geneesmiddelen
Metabole interacties worden niet waarschijnlijk geacht, omdat ibandroninezuur de voornaamste
humane hepatische P450 isoenzymen niet remt en het is aangetoond dat het het levercytochroom P450
systeem bij ratten niet induceert (zie rubriek 5.2). Ibandroninezuur wordt alleen geëlimineerd door
renale secretie en ondergaat geen bio-transformatie.
H2-antagonisten en andere geneesmiddelen die de pH in de maag verhogen
Bij gezonde mannelijke vrijwilligers en bij postmenopauzale vrouwen veroorzaakte intraveneus
ranitidine een verhoging van de biologische beschikbaarheid van ibandroninezuur met ongeveer 20%
(wat de normale variatie van de biologische beschikbaarheid van ibandroninezuur is) waarschijnlijk
als gevolg van een verminderde maagactiviteit. Er is echter geen dosisaanpassing vereist wanneer
pH verhogen.
Acetylsalicylzuur en NSAID's
Omdat acetylsalicylzuur, niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) en bisfosfonaten
geassocieerd worden met gastro-intestinale irritatie, moet voorzichtigheid worden betracht bij
gelijktijdige toediening (zie rubriek 4.4).
Aminoglycosiden
Voorzichtigheid is geboden wanneer bisfosfonaten toegediend worden samen met aminoglycosiden,
aangezien beide stoffen de serum calciumspiegels kunnen verlagen gedurende langere perioden. Er
dient eveneens aandacht te worden besteed aan het mogelijk bestaan van gelijktijdige
hypomagnesiëmie.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn niet voldoende gegevens over het gebruik van ibandroninezuur bij zwangere vrouwen. Studies
bij ratten hebben reproductietoxiciteit aangetoond (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico voor de mens
is onbekend. Als gevolg hiervan dient Ibandroninezuur Teva niet gebruikt te worden tijdens de
zwangerschap.
Borstvoeding
Het is niet bekend of ibandroninezuur wordt uitgescheiden in moedermelk. Studies bij zogende ratten
hebben de aanwezigheid van lage spiegels van ibandroninezuur in de melk aangetoond volgend op
intraveneuze toediening. Ibandroninezuur Teva mag niet gebruikt worden tijdens de periode waarin
borstvoeding wordt gegeven.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over het effect van ibandroninezuur bij de mens. In reproductiestudies bij ratten
waar oraal werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid. In studies bij ratten
waar intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid bij hoge
dagelijkse doses (zie rubriek 5.3).

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van het farmacodynamische en farmacokinetische profiel en de gemelde bijwerkingen is het
te verwachten dat Ibandroninezuur Teva geen of een verwaarloosbare invloed heeft op de
rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.

4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest ernstige bijwerkingen die zijn gemeld zijn anafylactische reactie/shock, atypische
femurfracturen, osteonecrose van de kaak, gastro-intestinale irritatie en oogontsteking (zie paragraaf
'Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen' en rubriek 4.4). De behandeling ging het meest
frequent gepaard met een daling van de serumcalciumwaarde tot onder de normale grenzen
(hypocalciëmie), gevolgd door dyspepsie.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Tabel 1 geeft de bijwerkingen weer uit 2 fase III hoofdstudies (Preventie van voorvallen betreffende
het skelet bij patiënten met borstkanker en botmetastasen: 286 patiënten behandeld met
ibandroninezuur 50 mg oraal toegediend) en op ervaring na het op de markt brengen.
Frequentiecategorieën zijn gedefinieerd als zeer vaak (>1/10), vaak ( 1/100, < 1/10), soms
( 1/1.000, < 1/100), zelden ( 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (kan met
de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentie worden de bijwerkingen
gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.

Tabel 1 Bijwerkingen die gemeld zijn voor oraal toegediend Ibandroninezuur
Systeem/
Zeer
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Niet bekend
orgaanklasse
vaak
Bloed- en

Anemie


lymfestelsel-
aandoeningen
Immuun-


Overgevoelig- Astma-
systeem-
heid,
exacerbatie
aandoeningen
broncho-
spasme,
angio-
oedeem,
anafylactische
reactie/shock
*
Voedings- en
Hypo-


stofwisselings-
calciëmie*
stoornisssen
Zenuwstelsel-

Paresthesie,

aandoeningen
dysgeusie
(smaak-
verstoring)
Oog-

Oogont-

aandoeningen
steking*
Maagdarmstel-
Oesofagitis,
Bloeding,


sel-
buikpijn,
duodenale
aandoeningen
dyspepsie,
zweer,
misselijkheid gastritis,
dysfagie,
droge mond
Huid- en

Pruritus
Stevens-

onderhuid-
johnson-
aandoeningen
syndroom,
erythema
multiforme,
bulleuze
dermatitis
Skeletspier-

Atypische
Osteo-necrose
stelsel- en
sub-
van de kaak*,
bindweefsel-
trochantere osteonecrose
aandoeningen
en femur-
van de
schacht-
uitwendige
fracturen
gehoorgang
(bijwerking
van de
bisfosfonaat-
klasse)
Nier- en

Azotemie


urineweg-
(uremie)
aandoeningen
Asthenie
Pijn op de


aandoeningen
borst,
en toedienings-
influenza-
plaats-
achtige
stoornissen
ziekte,
malaise,
pijn
Onderzoeken

Parathyroïd

hormoon in
het bloed
verhoogd
* Zie hieronder voor nadere informatie
Waargenomen bij postmarketing ervaringen
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Hypocalciëmie
Een vermindering van de renale calciumuitscheiding kan samengaan met een daling in het serum-
fosfaatgehalte, die geen therapeutische maatregelen behoeft. Het serum-calciumgehalte kan dalen tot
hypocalciëmische waarden.
Osteonecrose van de kaak
Gevallen van ONJ zijn gemeld, voornamelijk bij kankerpatiënten die werden behandeld met
geneesmiddelen die de botresorptie remmen, zoals ibandroninezuur (zie rubriek 4.4). Gevallen van
ONJ zijn gemeld sinds het op de markt komen van ibandroninezuur.
Oogontsteking
Oogontstekingen zoals uveïtis, episcleritis en scleritis zijn gemeld bij ibandroninezuur. In sommige
gevallen verdwenen de bijwerkingen niet totdat ibandroninezuur de bisfosfonaten gestaakt waserden.
Anafylactische reactie/shock
Gevallen van anafylactische reactie/shock, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld bij patiënten die
werden behandeld met intraveneus ibandroninezuur.

Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering

Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van overdosering met
Ibandroninezuur Teva. Orale overdosering kan echter resulteren in voorvallen in het bovenste
maagdarmkanaal, zoals maagklachten, brandend maagzuur, oesophagitis, gastritis of een maagzweer.
Melk en antacida dienen gegeven te worden om Ibandroninezuur Teva te binden. Vanwege het risico
van slokdarmirritatie, mag braken niet opgewekt te worden en de patiënt dient volledig rechtop te
blijven.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen voor de behandeling van botziekten, bisfosfonaten,
ATC-code: M05BA06
selectieve invloed op botweefsel is gebaseerd op de hoge affiniteit van bisfosfonaten voor
botmineralen. Bisfosfonaten werken, door de osteoclastische activiteit te remmen, alhoewel het exacte
werkingsmechanisme nog onduidelijk is.
In vivo voorkomt ibandroninezuur experimenteel geïnduceerde botafbraak, die wordt veroorzaakt door
het niet functioneren van de gonaden, door retinoïden, tumoren of tumorextracten. De remming van de
endogene botresorptie is ook aangetoond in 45Ca kinetische studies en door het vrijkomen van radio-
actieve tetracycline, die tevoren in het skelet was geïncorporeerd.
Bij doses die aanmerkelijk hoger waren dan de farmacologische werkzame doses had ibandroninezuur
geen enkele invloed op de botmineralisatie.
Botresorptie als gevolg van maligne aandoening wordt gekenmerkt door overmatige botresorptie die
niet in balans is met voldoende botvorming. Ibandroninezuur remt selectief de osteoclast activiteit. Zo
wordt de botresorptie verminderd waardoor de skeletcomplicaties van de maligne ziekte verminderen.
Klinische studies bij patiënten met borstkanker en botmetastasen hebben aangetoond dat er een
dosisafhankelijk remmend effect op de botosteolyse is, uitgedrukt door merkers van botresorptie en
een dosisafhankelijk effect op skeletgerelateerde voorvallen.
Preventie van skeletgerelateerde voorvallen bij patiënten met borstkanker en botmetastasen met
ibandroninezuur 50 mg tabletten werd onderzocht in twee gerandomiseerde placebogecontroleerde
Fase III studies met een duur van 96 weken. Vrouwelijke patiënten met borstkanker en radiologisch
vastgestelde botmetastasen werden gerandomiseerd aan placebo (277 patiënten) of aan 50 mg
ibandroninezuur (287 patiënten). De resultaten van deze studie worden hieronder samengevat.
Primaire werkzaamheid eindpunten
Het primaire eindpunt van de studie was de Skelet Morbiditeits Periode Ratio (SMPR). Dit was een
samengesteld eindpunt dat de volgende skeletgerelateerde voorvallen (SRE) als subcomponenten had:
-
radiotherapie op het bot voor behandeling van fracturen/ dreigende fracturen,
-
chirurgie van het bot voor behandeling van fracturen,
-
wervelfracturen,
-
niet-wervelfracturen.
De analyse van de SMPR werd aangepast aan de tijd en nam in aanmerking dat een of meerdere
voorvallen die voorkwamen in een enkele periode van 12 weken mogelijk gerelateerd kunnen zijn.
Meerdere voorvallen werden daardoor slechts een keer geteld in een periode van 12 weken voor het
doel van de analyse. Samengevoegde gegevens uit deze studies toonden een significant voordeel voor
ibandroninezuur 50 mg p.o. boven placebo aan voor wat betreft de reductie van SREs gemeten door
een aan de tijd aangepaste SMPR (p=0,041). Er was een 38% afname in het risico om een SRE te
ontwikkelen voor patiënten met ibandroninezuur behandeld in vergelijking met placebo (relatief risico
0,62, p=0,003). De werkzaamheidsresultaten zijn samengevat in tabel 2.

Tabel 2 Werkzaamheidsresultaten (Borstkankerpatiënten met gemetastaseerde botziekte)
Alle skelet gerelateerde voorvallen (SREs)
Placebo
Ibandroninezuur 50 mg
p-waarde
n=277
n=287
SMPR (per patiënt jaar)
1,15
0,99
p=0,041
SRE relatief risico
-
0,62
p=0,003
Secundaire werkzaamheidseindpunten
Een statistisch significante verbetering in botpijnscore werd aangetoond voor ibandroninezuur 50 mg
in vergelijking met placebo. De pijnafname was gedurende de hele studie consistent onder de
uitgangswaarde en ging gepaard met een significant afgenomen gebruik van analgetica in vergelijking
bij met ibandroninezuur behandelde patiënten in vergelijking met placebo. De urineconcentraties van
botresorptiemarker CTx (C-terminaal telopeptide vrijgekomen uit type I collageen) waren significant
afgenomen in de ibandroninezuur groep in vergelijking met placebo. Deze reductie van urine CTx
spiegels was significant gecorreleerd met het primaire eindpunt SMPR (Kendall-tau-b (p<0,001).
Tabel 3 is een overzichtstabel van deze secundaire werkzaamheidsresultaten.

Tabel 3 Secundaire werkzaamheidsresultaten (borstkankerpatiënten met gemetastaseerde
botziekte)
Placebo
Ibandroninezuur
p-waarde
n=277
50 mg n=287
Botpijn *
0,20
-0,10
p=0,001
Analgeticagebruik *
0,85
0,60
p=0,019
Kwaliteit van Leven *
-26,8
-8,3
p=0,032
WHO performance score *
0,54
0,33
P=0,008
Urine CTx **
10,95
-77,32
P=0,001
* Gemiddelde verandering vanaf baseline tot de laatste bepaling
** Mediane verandering vanaf baseline tot de laatste bepaling
Pediatrische patiënten (zie rubriek 4.2 en rubriek 5.2)
De veiligheid en werkzaamheid van Ibandroninezuur Teva bij kinderen en adolescenten jonger dan 18
jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
De absorptie van ibandroninezuur in het bovenste deel van het maagdarmkanaal vindt kort na orale
toediening plaats. Maximale waargenomen plasmaconcentraties in nuchtere toestand werden bereikt
binnen 0,5 tot 2 uur (mediaan 1 uur) in nuchtere toestand en de absolute biologische beschikbaarheid
was ongeveer 0,6%. De mate van absorptie is verstoord wanneer het samen met voedsel en dranken
(anders dan water) ingenomen wordt. De biologische beschikbaarheid is afgenomen met ongeveer
90% wanneer ibandroninezuur ingenomen wordt tegelijk met een standaardontbijt in vergelijking met
de biologische beschikbaarheid die gezien wordt bij nuchtere personen. Wanneer het 30 minuten voor
een maal genomen wordt is de reductie in biologische beschikbaarheid ongeveer 30%. Er is geen
relevante afname in biologische beschikbaarheid als ibandroninezuur ingenomen wordt 60 minuten
voor het eerste voedsel van de dag.
De biologische beschikbaarheid was met ongeveer 75% afgenomen wanneer ibandroninezuur tabletten
ongeveer 2 uur na een standaardmaaltijd werden toegediend. Daarom wordt het aanbevolen dat de
tabletten ingenomen worden na een nacht vasten (minimaal 6 uur) en het vasten moet voortgezet
worden gedurende ten minste 30 minuten nadat de dosis genomen is (zie rubriek 4.2).
Distributie
Na initiële systemische blootstelling bindt ibandroninezuur snel aan het bot of wordt uitgescheiden in
de urine. Bij mensen is het klaarblijkelijke terminale distributievolume ten minste 90 l en de
hoeveelheid van de dosis die het bot bereikt wordt geschat op 40-50% van de circulerende dosis.
Eiwitbinding in humaan plasma is ongeveer 87% bij therapeutische concentraties waardoor interactie
met andere geneesmiddelen als gevolg van substitutie onwaarschijnlijk is.
Biotransformatie
Er is geen bewijs dat ibandroninezuur in dieren of mensen gemetaboliseerd wordt.
Het geabsorbeerde deel van ibandroninezuur wordt uit de circulatie verwijderd via botabsorptie
(geschat op 40-50%) en het overige wordt onveranderd uitgescheiden via de nieren. Het niet
geabsorbeerde deel van ibandroninezuur wordt via de feces onveranderd uitgescheiden.
Het bereik van waargenomen klaarblijkelijke halfwaardetijden is breed en afhankelijk van de dosis en
assaygevoeligheid, maar de klaarblijkelijke terminale halfwaardetijd ligt in het algemeen tussen de 10
en 60 uur. Vroege plasmaspiegels dalen echter snel, waarbij 10% van de piekwaarden bereikt worden
binnen 3 en 8 uur na respectievelijk intraveneuze of orale toediening.
De totale klaring van ibandroninezuur is laag met gemiddelde waarden tussen 84­160 ml/min.
Nierklaring (ongeveer 60 ml/min bij gezonde postmenopauzale vrouwen) neemt 50-60% van de totale
klaring voor zijn rekening en is gerelateerd aan de creatinineklaring. Er wordt aangenomen dat het
verschil tussen de klaarblijkelijk totale en renale klaring de opname door het bot weergeeft.
De uitscheidingsroute via renale eliminatie lijkt geen bekende zure of basische transportsystemen te
bevatten, die betrokken zijn bij de uitscheiding van andere werkzame stoffen. Daarnaast remt
ibandroninezuur niet de voornaamste humane hepatische P450-isoenzymen en induceert het niet het
hepatische cytochroom P450-systeem bij ratten.
Farmacokinetiek bij speciale patiëntengroepen
Geslacht
Biologische beschikbaarheid en farmacokinetiek van ibandroninezuur zijn vergelijkbaar bij mannen en
bij vrouwen.
Ras
Er is geen bewijs voor enige klinisch relevante inter-etnische verschillen tussen Aziaten en blanken bij
ibandroninezuur dispositie. Er zijn enkele gegevens beschikbaar bij patiënten van Afrikaanse herkomst
Patiënten met verminderde nierfunctie
De blootstelling aan ibandroninezuur bij patiënten met verschillende mate van verminderde nierfunctie
is gerelateerd aan creatinineklaring (CLcr). Personen met een ernstige nierfunctiestoornis (CLcr
30 ml/min) die dagelijks 10 mg ibandroninezuur oraal toegediend kregen gedurende 21 dagen, hadden
2- tot 3-voudig hogere plasmaconcentraties dan personen met normale nierfunctie (CLcr 80 ml/min).
De totale klaring van ibandroninezuur was verminderd tot 44 ml/min bij personen met een ernstige
nierfunctiestoornis, vergeleken met 129 ml/min bij personen met normale nierfunctie. Er is geen
dosisaanpassing vereist bij patiënten met een milde nierfunctiestoornis (CLcr 50 en <80 ml/min). Bij
patiënten met een matige (CLcr 30 en <50 ml/min) of ernstige nierfunctiestoornis (CLcr <30 ml/min)
wordt een aanpassing van de dosis aanbevolen (zie rubriek 4.2).
Patiënten met gestoorde leverfunctie (zie rubriek 4.2)
Er zijn geen farmacokinetische gegevens voor ibandroninezuur bij patiënten die een
leverfunctiestoornis hebben. De lever speelt geen significante rol in de klaring van ibandroninezuur
aangezien het niet gemetaboliseerd wordt maar geklaard door renale uitscheiding en door opname in
het bot. Daarom is dosisaanpassing niet noodzakelijk bij patiënten met een leverfunctiestoornis.
Bovendien is het onwaarschijnlijk dat hypoproteïnemie bij ernstige leverziekte leidt tot klinisch
significante toenames in de vrije plasmaconcentratie, aangezien de eiwitbinding van ibandroninezuur
ongeveer 87% is bij therapeutische concentraties.
Ouderen (zie rubriek 4.2)
In een multivariantieanalyse werd gevonden dat leeftijd geen onafhankelijke factor is van de
bestudeerde farmacokinetische parameters. Aangezien de nierfunctie afneemt met de leeftijd is dit de
enige factor die in overweging dient te worden genomen. (zie paragraaf verminderde nierfunctie).
Pediatrische patiënten (zie rubrieken 4.2 en 5.1)

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische effecten werden uitsluitend waargenomen na blootstelling die geacht wordt beduidend
hoger te liggen dan het maximale niveau waaraan de mens wordt blootgesteld, zodat deze niet relevant
zijn voor klinische doeleinden. Evenals bij andere bisfosfonaten, is vastgesteld dat de nier het primaire
doelorgaan is met betrekking tot systemische toxiciteit.
Mutageniteit/carcinogeniteit:
Er werd geen indicatie voor carcinogeen potentieel waargenomen. Testen voor genotoxiciteit
onthulden geen bewijs voor genetische activiteit voor ibandroninezuur.
Reproductietoxiciteit:
Er werden geen aanwijzingen van directe foetale toxiciteit of teratogene effecten waargenomen voor
ibandroninezuur bij intraveneus behandelde ratten en konijnen. In reproductiestudies bij ratten waar
oraal werd toegediend bestonden de effecten op de vruchtbaarheid uit een toename van pre-
implantatieverlies bij doseringen van 1 mg/kg/dag en hoger. In reproductiestudies bij ratten waar
intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur het aantal spermatozoïden bij doseringen
van 0,3 en 1 mg/kg/dag, verminderde vruchtbaarheid bij mannetjes bij 1 mg/kg/dag en bij vrouwtjes
bij 1,2 mg/kg/dag. Bijwerkingen van ibandroninezuur in reproductietoxiciteit studies bij de rat waren
degene die verwacht werden bij deze klasse van geneesmiddelen (bisfosfonaten). Ze omvatten een
verminderd aantal van implantatieplaatsen, verstoring van de natuurlijke bevalling (dystocia), een
verhoging van inwendige variaties (nierbekken urineleider syndroom) en tandafwijkingen bij F1
nakomelingen van ratten.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Microkristallijne cellulose
Povidon K-30
Crospovidon (type A)
Colloïdaal watervrij siliciumdioxide
Stearinezuur
Tabletomhulling:
Opadry wit YS-1-7003
Titaandioxide (E 171)
Hypromellose
Macrogol 400
Polysorbaat 80

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid
2 jaar

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.

PVC/Aclar/PVC-aluminium blisters in kartonnen doosjes met 28 of 84 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften. In het milieu terechtkomen van geneesmiddelen moet worden geminimaliseerd.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/10/642/001 28 filmomhulde tabletten in PVC/Aclar/PVC ­ Aluminium
blisterverpakking in kartonnen doos
EU/1/10/642/002
84 filmomhulde tabletten in PVC/Aclar/PVC ­ Aluminium
blisterverpakking in kartonnen doos
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 17 september 2010
Datum van laatste verlenging: 25 juni 2015
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
1 december 2014

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandroninezuur Teva 150 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg ibandroninezuur (als natrium monohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Witte, biconvexe, capsulevormige filmomhulde tabletten, bedrukt met 'I150' aan de ene zijde en
blanco aan de andere zijde.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Behandeling van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen met een verhoogd risico op fracturen (zie
rubriek 5.1). Een reductie van het risico op wervelfracturen is aangetoond; de werkzaamheid bij
femurhalsfracturen is niet vastgesteld.

4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosis is één 150 mg filmomhulde tablet per maand. De tablet dient bij voorkeur elke
maand op dezelfde datum ingenomen te worden.

Ibandroninezuur Teva dient ingenomen te worden na een nacht vasten (tenminste 6 uur) en 1 uur vóór
het eerste voedsel of het eerste drinken (anders dan water) van de dag (zie rubriek 4.5) en voordat
andere orale geneesmiddelen of supplementen (inclusief calcium) ingenomen worden:

Indien een dosis vergeten is, dient de patiënt geïnstrueerd te worden om 1 tablet Ibandroninezuur Teva
150 mg in te nemen de ochtend nadat de vergeten dosis werd herinnerd, tenzij de periode tot de
volgende geplande dosis 7 dagen of minder is. Patiënten dienen vervolgens hun dosis eens per maand
in te nemen op de oorspronkelijk geplande datum. Indien de periode tot de volgende geplande dosis
7 dagen of minder is, dienen patiënten te wachten tot hun volgende dosis en dienen ze vanaf dan
1 tablet per maand in te nemen zoals oorspronkelijk gepland. Patiënten mogen geen 2 tabletten in
dezelfde week innemen.
Patiënten dienen aanvullend calcium en/of vitamine D te krijgen indien de opname via het dieet
onvoldoende is (zie rubriek 4.4 en rubriek 4.5).
De optimale duur van de behandeling van osteoporose met een bisfosfonaat is niet vastgesteld. De
noodzaak van voortgezette behandeling moet periodiek heroverwogen worden op basis van de
voordelen en potentiële risico's van Ibandroninezuur Teva voor de individuele patiënt, met name na 5
jaar gebruik of langer.
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Ibandroninezuur Teva wordt niet aanbevolen bij patiënten met een creatinineklaring lager dan
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met licht tot matig verminderde nierfunctie waarbij de
creatinineklaring groter of gelijk is aan 30 ml/min.
Verminderde leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk (zie rubriek 5.2).

Oudere patiënten (> 65 jaar)
Er is geen dosisaanpassing vereist (zie rubriek 5.2)
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Ibandroninezuur Teva bij kinderen onder de leeftijd van 18 jaar en
Ibandroninezuur Teva is niet onderzocht in deze populatie (zie rubriek 5.1 en rubriek 5.2).
Wijze van toediening:
Voor oraal gebruik.
- De tabletten dienen in hun geheel met een glas water (180 tot 240 ml) te worden ingenomen
terwijl de patiënt rechtop zit of staat. Er mag geen water worden gebruikt met een hoge
concentratie calcium. Als er een vermoeden is van een eventuele hoge calciumconcentratie in het
leidingwater (hard water), wordt het aangeraden om gebotteld water te gebruiken met een lage
concentratie mineralen.
- Na de inname van Ibandroninezuur Teva mogen patiënten gedurende 1 uur niet gaan liggen.
- Water is de enige vloeistof waarmee Ibandroninezuur Teva ingenomen mag worden.
- Patiënten mogen niet op de tablet kauwen of zuigen vanwege mogelijke orofaryngeale ulceratie.

4.3 Contra-indicaties
-
Overgevoeligheid voor ibandroninezuur of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
-
Hypocalciëmie
-
Afwijkingen van de slokdarm die lediging van de slokdarm vertragen, zoals vernauwing of
achalasie
- Onvermogen om te staan of rechtop te zitten gedurende ten minste 60 minuten

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Hypocalciëmie
Bestaande hypocalciëmie dient gecorrigeerd te worden vóór de aanvang van de behandeling met
Ibandroninezuur Teva. Andere stoornissen in het bot- en mineraalmetabolisme dienen ook effectief
behandeld te wordezijn. Toereikende inname van calcium en vitamine D is belangrijk bij alle
patiënten.
Gastro-intestinale irritaties
Oraal toegediende bisfosfonaten kunnen lokale irritatie van de bovenste gastro-intestinale mucosa
veroorzaken. Vanwege deze mogelijke irriterende effecten en het potentieel voor verslechtering van de
onderliggende ziekte, dient Ibandroninezuur Teva met voorzichtigheid toegediend te worden aan
patiënten met actieve aandoeningen van de bovenste gastro-intestinale tractus (bijv. vastgestelde
barrettslokdarm, dysfagie, andere aandoeningen van de slokdarm, gastritis, duodenitis of zweren).
Bijwerkingen zoals oesofagitis, zweren van de slokdarm en oesofageale erosies, die in sommige
gevallen ernstig waren en leidden tot ziekenhuisopname, zelden met bloeding of gevolgd door
slokdarmvernauwing of -perforatie, zijn gemeld bij patiënten die behandeld werden met orale
bisfosfonaten. Het risico op ernstige oesofageale bijwerkingen lijkt groter te zijn bij patiënten die zich
niet houden aan de doseringsinstructies en/of die orale bisfosfonaten blijven innemen na het
ontwikkelen van symptomen die duiden op oesofageale irritatie. Patiënten dienen bijzondere aandacht
te besteden aan de doseringsinstructies en dienen zich daaraan te kunnen houden (zie rubriek 4.2).
patiënten dienen geïnstrueerd te worden om te stoppen met Ibandroninezuur Teva en medische hulp te
zoeken indien zij dysfagie, odynofagie, retrosternale pijn of nieuw of erger wordend brandend
maagzuur ontwikkelen.
Hoewel er tijdens gecontroleerde klinische studies geen bewijs van een toegenomen risico werd
gezien, zijn bij post-marketinggebruik van orale bisfosfonaten maag- en duodenum-ulcera gemeld,
waarvan sommige ernstig en met complicaties.
Omdat niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen en bisfosfonaten beide geassocieerd worden
met gastro-intestinale irritatie, dient voorzichtigheid in acht te worden genomen bij gelijktijdige
toediening.
Osteonecrose van de kaak
Osteonecrose van de kaak (ONJ) werd zeer zelden gerapporteerd sinds het op de markt komen bij
patiënten die behandeld werden met Ibandroninezuur Teva voor osteoporose (zie rubriek 4.8).
De start van de behandeling of een nieuwe kuur moet uitgesteld worden bij patiënten met ongenezen
open wonden aan het weke weefsel in de mond.
Een tandheelkundig onderzoek met preventieve tandheelkunde en een individuele risico-batenanalyse
worden aanbevolen voordat de behandeling met Ibandroninezuur Teva wordt gestart bij patiënten met
bijkomende risicofactoren.
Met de volgende risicofactoren moet rekening gehouden worden wanneer het risico op het
ontwikkelen van ONJ wordt geëvalueerd voor een patiënt:
-
De potentie van het geneesmiddel om de botresorptie te remmen (hoger risico voor zeer
krachtige middelen), de toedieningsweg (hoger risico voor parenterale toediening) en
cumulatieve dosis van het middel tegen botresorptie
-
Kanker, comorbiditeiten (bijv. bloedarmoede, stollingsstoornissen, infectie), roken
-
Gelijktijdige behandelingen: corticosteroïden, chemotherapie, angiogeneseremmers,
radiotherapie aan hoofd en nek
-
Gebrekkige mondhygiëne, periodontale aandoening, slecht passend kunstgebit, geschiedenis
van gebitsaandoeningen, invasieve tandheelkundige ingrepen (bijv. tandextracties).
Alle patiënten moeten aangemoedigd worden gedurende de behandeling met Ibandroninezuur Teva
een goede mondhygiëne aan te houden, routinematige gebitscontroles te ondergaan, en onmiddellijk
alle orale symptomen te melden zoals loszittende tanden of kiezen, pijn of zwelling, het niet genezen
van zweren of wondvocht. Tijdens de behandeling mogen invasieve tandheelkundige ingrepen enkel
na zorgvuldige overweging uitgevoerd worden en dienen vermeden te worden kort voor of na de
toediening van Ibandroninezuur Teva.
Het behandelschema voor patiënten die ONJ ontwikkelen moet opgezet worden in nauwe
samenwerking tussen de behandelend arts en een tandarts of mondchirurg die ervaren is in de
behandeling van ONJ. Tijdelijke onderbreking van de behandeling met Ibandroninezuur Teva moet
overwogen worden totdat de aandoening is verbeterd en bijdragende risicofactoren verminderd zijn
waar mogelijk.
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang is gemeld bij gebruik van bisfosfonaten, vooral in
samenhang met langdurige behandeling. Mogelijke risicofactoren voor osteonecrose van de
uitwendige gehoorgang zijn onder andere gebruik van steroïden en chemotherapie en/of lokale
risicofactoren zoals infectie of trauma. Er dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van
osteonecrose van de uitwendige gehoorgang bij patiënten die bisfosfonaten toegediend krijgen en bij
wie oorsymptomen, waaronder chronische oorinfecties, optreden.
Atypische femurfracturen
met name bij patiënten die langdurig wegens osteoporose behandeld worden. Deze transversale of
korte schuine fracturen kunnen langs het hele femur optreden vanaf direct onder de trochanter minor
tot vlak boven de supracondylaire rand. Deze fracturen treden op na minimaal of geen trauma.
Sommige patiënten ervaren pijn in de dij of lies, weken tot maanden voor het optreden van een
volledige femorale fractuur, vaak samen met kenmerken van stressfracturen bij beeldvormend
onderzoek. De fracturen zijn in veel gevallen bilateraal. Daarom moet het contralaterale femur worden
onderzocht bij patiënten die met bisfosfonaten worden behandeld en een femurschachtfractuur hebben
opgelopen. Ook is slechte genezing van deze fracturen gemeld. Op basis van een individuele
inschatting van de voor- en nadelen moet worden overwogen om de bisfosfonaattherapie te staken bij
patiënten met verdenking op een atypische femurfractuur tot er een beoordeling is gemaakt van de
patiënt.
Patiënten moeten het advies krijgen om tijdens behandeling met bisfosfonaten elke pijn in de dij, heup
of lies te melden. Elke patiënt die zich met zulke symptomen aandient, moet worden onderzocht op
een onvolledige femurfractuur.
Verminderde nierfunctie
Vanwege de beperkte klinische ervaring wordt Ibandroninezuur Teva niet aanbevolen bij patiënten
met een creatinineklaring lager dan 30 ml/min (zie rubriek 5.2).
Hulpstof(fen)
Natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per filmomhulde tablet, dat wil zeggen
dat het in wezen `natriumvrij' is.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Interactie tussen het geneesmiddel en voedsel
In het algemeen wordt de orale biologische beschikbaarheid van ibandroninezuur verlaagd in de
aanwezigheid van voedsel. In het bijzonder producten die calcium, inclusief melk of andere
multivalente kationen (zoals aluminium, magnesium, ijzer) bevatten, interfereren waarschijnlijk met
de absorptie van Ibandroninezuur Teva, wat overeenkomt met de bevindingen in dierstudies. Daarom
dienen patiënten `s nachts (tenminste 6 uur) te vasten vóór de inname van Ibandroninezuur Teva en te
blijven vasten gedurende 1 uur na de inname van Ibandroninezuur Teva (zie rubriek 4.2).
Interacties met andere geneesmiddelen
Metabole interacties worden niet waarschijnlijk geacht omdat ibandroninezuur de voornaamste
humane hepatische P450 iso-enzymen niet remt en het aangetoond is dat ibandroninezuur het
hepatische cytochroom P450 systeem bij ratten niet induceert (zie rubriek 5.2). Ibandroninezuur wordt
alleen geëlimineerd door renale uitscheiding en ondergaat geen enkele biotransformatie.
Calciumsupplementen, antacida en sommige orale geneesmiddelen die multivalente kationen bevatten
Calciumsupplementen, antacida en sommige orale geneesmiddelen die multivalente kationen (zoals
aluminium, magnesium, ijzer) bevatten, interfereren waarschijnlijk met de absorptie van
Ibandroninezuur Teva. Daarom dienen patiënten geen andere orale geneesmiddelen in te nemen
gedurende tenminste 6 uur voor de inname van Ibandroninezuur Teva en gedurende 1 uur volgend op
de inname van Ibandroninezuur Teva.
Acetylsalicylzuur en NSAIDs
Omdat acetylsalicylzuur, niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) en bisfosfonaten
geassocieerd worden met gastro-intestinale irritatie, moet voorzichtigheid worden betracht bij
gelijktijdige toediening (zie rubriek 4.4).
H2-antagonisten of protonpompremmers
Van de meer dan 1500 patiënten geïncludeerd in studie BM 16549 (vergelijk van het maandelijkse met
het dagelijkse ibandroninezuur doseerschema), gebruikte na één en na twee jaar respectievelijk 14%
en 18% histamine-(H2-)blokkers of protonpomp-remmers. Binnen deze groep bleek de incidentie van
ibandroninezuur 150 mg eens per maand en ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks.
Bij gezonde mannelijke vrijwilligers en postmenopauzale vrouwen veroorzaakt intraveneuze
toediening van ranitidine een toename in de biologische beschikbaarheid van ibandroninezuur van
ongeveer 20%, waarschijnlijk als gevolg van een verminderde zuurgraad van de maag. Aangezien
deze toename binnen de normale spreiding van de biologische beschikbaarheid van ibandroninezuur
ligt, wordt een dosisaanpassing niet noodzakelijk geacht wanneer Ibandroninezuur Teva toegediend
wordt met H2-antagonisten of andere werkzame stoffen die de pH in de maag verhogen.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Ibandroninezuur Teva is enkel voor gebruik bij postmenopauzale vrouwen en mag niet door vrouwen
in de vruchtbare leeftijd gebruikt worden.
Er zijn geen adequate gegevens over het gebruik van ibandroninezuur bij zwangere vrouwen. Studies
bij ratten hebben enige reproductietoxiciteit aangetoond (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico voor de
mens is onbekend. Ibandroninezuur Teva mag tijdens de zwangerschap niet gebruikt worden.
Borstvoeding
Het is niet bekend of ibandroninezuur wordt uitgescheiden in moedermelk. Studies bij zogende ratten
hebben de aanwezigheid van lage hoeveelheden ibandroninezuur in de melk aangetoond na
intraveneuze toediening. Ibandroninezuur Teva mag niet gebruikt worden tijdens de periode van
borstvoeding.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over het effect van ibandroninezuur bij de mens. In reproductiestudies bij ratten
waar oraal werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid. In studies bij ratten
waar intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid bij hoge
dagelijkse doses (zie rubriek 5.3).

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van het farmacodynamische en farmacokinetische profiel en de gemelde bijwerkingen is het
te verwachten dat Ibandroninezuur Teva geen of een verwaarloosbare invloed heeft op de
rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.

4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest ernstige bijwerkingen die zijn gemeld zijn anafylactische reactie/shock, atypische
femurfracturen, osteonecrose van de kaak, gastro-intestinale irritatie en oogontsteking (zie paragraaf
'Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen' en rubriek 4.4).
De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn artralgie en griepachtige verschijnselen. Deze
verschijnselen zijn normaal gerelateerd aan de eerste dosis, in het algemeen van korte duur, licht tot
matig van ernst en verdwijnen doorgaans tijdens de behandeling, zonder dat daarvoor een medische
behandeling nodig is (zie paragraaf 'Griepachtige ziekteverschijnselen').
Tabel met bijwerkingen
In tabel 1 wordt een complete lijst van de bijwerkingen die bekend zijn weergegeven. De veiligheid
van orale therapie met ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks werd geëvalueerd bij 1251 patiënten
behandeld in 4 placebogecontroleerde klinische studies; de grote meerderheid van deze patiënten
kwam uit de driejarige registratiestudie naar fracturen (MF 4411).
Tijdens een 2 jaar durende studie bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose (BM 16549) bleken
dagelijks overeen te komen. Het aantal patiënten dat een bijwerking ondervond was 22,7% en 25,0%
voor ibandroninezuur 150 mg eens per maand respectievelijk na één en twee jaar. In de meeste
gevallen werd de therapie niet beëindigd.
Bijwerkingen zijn gerangschikt volgens MedDRA systeem/orgaanklasse en frequentiecategorie.
Frequentiecategorieën zijn gedefinieerd als zeer vaak (>1/10), vaak ( 1/100, < 1/10), soms
( 1/1.000, < 1/100), zelden ( 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (kan met
de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentie worden de bijwerkingen
gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 1: Bijwerkingen die voorkwamen bij postmenopauzale vrouwen die behandeld werden met
ibandroninezuur 150 mg eens per maand of ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks in de fase III studies
BM 16549 en MF 4411 en bij postmarketing ervaringen.
Systeem/orgaanklasse
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Immuunsysteemaandoeningen
Astma
Overgevoelig-
Anafylactische
exacerbatie
heidsreactie
reactie/shock*
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Duizeligheid

Oogaandoeningen

Oogontste-
kingen*
Maagdarmstelselaandoeningen* Oesofagitis,
Oesofagitis
Duodenitis
Gastritis,
inclusief
Gastro-
slokdarm-
oesofageale
ulceraties of
refluxziekte,
stricturen en
Dyspepsie,
dysfagie,
Diarree,
Braken,
Buikpijn,
Flatulentie
Misselijkheid
Huid- en
Huiduitslag
Angioedeem,
Stevens-
onderhuidaandoeningen
Gezichts-
johnson-
oedeem,
syndroom,
Urticaria
Erythema
multiforme,
Bulleuze
dermatitis
Skeletspierstelsel- en
Artralgie,
Rugpijn
Atypische
Osteonecrose
bindweefselaandoeningen
Myalgie, Pijn
subtrochantere
van de kaak*,
aan de
en femur-
osteonecrose
skeletspieren,
schacht-
van de
Spierkramp,
fracturen
uitwendige
Stijfheid van
gehoorgang
de
(bijwerking
skeletspieren
van de
bisfosfonaat-
klasse)
Algemene aandoeningen en
Griepachtige
Vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen
ziektever-
schijnselen*
* Zie hieronder voor nadere informatie
Waargenomen bij postmarketing ervaringen
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Bijwerkingen van het maagdarmstelsel
aandoeningen in de anamnese, inclusief patiënten met ulcera peptica zonder recente bloedingen of
ziekenhuisopname en patiënten met behandelde dyspepsie of reflux. De incidentie van bijwerkingen
op het bovenste deel van het maagdarmkanaal verschilde bij de met 150 mg eens per maand
behandelde patiënten niet vergeleken met de met 2,5 mg dagelijks behandelde patiënten.
Griepachtige ziekteverschijnselen
Griepachtige ziekteverschijnselen omvatten gemelde bijwerkingen als acute fase reactie of symptomen
als myalgie, artralgie, koorts, rillingen, vermoeidheid, misselijkheid, verminderde eetlust of botpijn.
Osteonecrose van de kaak
Gevallen van ONJ zijn gemeld, voornamelijk bij kankerpatiënten die werden behandeld met
geneesmiddelen die de botresorptie remmen, zoals ibandroninezuur (zie rubriek 4.4). Gevallen van
ONJ zijn gemeld sinds het op de markt komen van ibandroninezuur.

Oogontstekingen

Oogontstekingen zoals uveïtis, episcleritis en scleritis zijn gemeld bij ibandroninezuur. In sommige
gevallen verdwenen de bijwerkingen niet totdat ibandroninezuurde bisfosfonaten gestaakt was.
Anafylactische reactie/shock
Gevallen van anafylactische reactie/shock, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld bij patiënten die
werden behandeld met intraveneus ibandroninezuur.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van overdosering met
Ibandroninezuur Teva.
Echter gebaseerd op de kennis van de klasse van stoffen, kan orale overdosering resulteren in
bijwerkingen op het bovenste deel van het maagdarmkanaal (zoals maagklachten, dyspepsie,
oesophagitis, gastritis of ulceraties) of hypocalciëmie. Om Ibandroninezuur Teva te binden, dienen
melk of antacida gegeven te worden en bijwerkingen moeten symptomatisch behandeld worden.
Vanwege het risico van slokdarmirritaties mag braken niet opgewekt worden en de patiënt dient
volledig rechtop te blijven.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen voor de behandeling van botziekten,
bisfosfonaten, ATC-code: M05BA06
Werkingsmechanisme
Ibandroninezuur is een zeer krachtig bisfosfonaat, behorend tot de stikstof-bevattende groep
bisfosfonaten, die selectief werken op botweefsel en specifiek de osteoclastactiviteit remmen zonder
direct de botvorming te beïnvloeden. Het interfereert niet met de osteoclast aanmaak. Ibandroninezuur
resulteert in een progressieve netto verhoging van de botmassa en een verminderde incidentie van
fracturen door middel van het verminderen van toegenomen botturnover tot premenopauzale waarden
bij postmenopauzale vrouwen.
Farmacodynamische effecten
voorkomt ibandroninezuur experimenteel geïnduceerde botafbraak veroorzaakt door het stilleggen van
gonadefunctie, retinoïden, tumoren of tumorextracten. Bij jonge (snel groeiende) ratten, wordt de
endogene botresorptie ook geremd, wat leidt tot toegenomen normale botmassa in vergelijking met
onbehandelde dieren. Diermodellen bevestigen dat ibandroninezuur een zeer krachtige remmer is van
de osteoclastactiviteit. Bij groeiende ratten was er geen bewijs voor verstoorde mineralisatie, zelfs niet
bij doses meer dan 5000 maal de dosis vereist voor osteoporose behandeling.
Zowel dagelijkse als intermitterende (met verlengde dosisvrije intervals) langdurige toediening bij
ratten, honden en apen werd in verband gebracht met de vorming van nieuw bot van normale kwaliteit
en gelijkblijvende of toegenomen mechanische sterkte zelfs bij doses in het toxische gebied. Bij
mensen werd de werkzaamheid van zowel dagelijkse en intermitterende toediening (dosisvrij interval
van 9-10 weken) van ibandroninezuur vastgesteld in een klinische studie (MF 4411), waarin de
ibandroninezuur anti-fractuurwerkzaamheid werd aangetoond.
In diermodellen geeft ibandroninezuur biochemische veranderingen die een aanwijzing zijn voor
dosis-afhankelijke remming van botresorptie, inclusief suppressie van urine biochemische merkers van
bot collageenafbraak (zoals deoxypyridinoline en cross-linked N-telopeptiden van type I collageen
(NTX)).
In een fase 1 bio-equivalentiestudie, uitgevoerd met 72 postmenopauzale vrouwen die in totaal 4 doses
150 mg oraal om de 28 dagen toegediend kregen, werd inhibitie van serum CTX al 24 uur na de eerste
dosis gezien (mediane inhibitie 28%), met een mediane maximale inhibitie (69%) 6 dagen later. Na de
derde en vierde dosis was 6 dagen na inname de mediane maximale inhibitie 74%, met verlaging tot
een mediane inhibitie van 56% 28 dagen na de vierde dosis. Indien niet verder gedoseerd wordt,
vermindert de suppressie van biochemische markers van botresorptie.
Klinische werkzaamheid
Onafhankelijke risicofactoren, bijvoorbeeld lage BMD, leeftijd, het voorkomen van eerder opgelopen
fracturen, een familiehistorie van fracturen en hoge botturnover, dienen beoordeeld te worden, met als
doel vrouwen te identificeren met een verhoogd risico op osteoporotische fracturen.
Ibandroninezuur 150 mg eens per maand
Botmineraaldichtheid (BMD)
Ibandroninezuur 150 mg eens per maand bleek minstens even effectief in het verhogen van de BMD
als ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks, in een 2 jaar durende, dubbelblinde, multicenter studie (BM
16549) bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose (lumbale wervelkolom BMD T-score lager dan
-2,5 SD bij aanvang). Dit werd aangetoond in zowel de primaire analyse één jaar na aanvang en in de
bevestigende eindpuntanalyse twee jaar na aanvang (zie Tabel 2).
Tabel 2: Gemiddelde relatieve verandering ten opzichte van de uitgangswaarde van lumbale
wervelkolom, totale heup, femurhals en trochanter BMD één jaar na aanvang (primaire analyse) en
twee jaar na aanvang van de behandeling (Per-Protocol Populatie) in studie BM 16549.
Gegevens na 1 jaar in studie
Gegevens na 2 jaar in studie
BM 16549
BM 16549
Gemiddelde relatieve
Ibandronine- Ibandroninezuur
Ibandroninezuur Ibandronine-
verandering ten opzichte
zuur 2,5 mg
150 mg eens per
2,5 mg dagelijks zuur 150 mg
van uitgangswaarde % [95% dagelijks
maand
(N=294)
eens per maand
BI]
(N=318)
(N=320)
(N=291)
Lumbale wervelkolom L2-
3,9 (3,4-4,3) 4,9 (4,4-5,3)
5,0 (4,4-5,5)
6,6 (6,0-7,1)
L4 BMD
Totale heup BMD
2,0 (1,7-2,3) 3,1 (2,8-3,4)
2,5 (2,1-2,9)
4,2 (3,8-4,5)
Femurhals BMD
1,7 (1,3-2,1) 2,2 (1,9-2,6)
1,9 (1,4-2,4)
3,1 (2,7-3,6)
Trochanter BMD
3,2 (2,8-3,7) 4,6 (4,2-5,1)
4,0 (3,5-4,5)
6,2 (5,7-6,7)
superieur te zijn aan ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks, in een prospectief geplande analyse één jaar na
aanvang, p=0,002, en twee jaar na aanvang, p<0,001.
Eén jaar na aanvang (primaire analyse) bleek 91,3% (p=0,005) van de patiënten die ibandroninezuur
150 mg eens per maand ontvingen, een lumbale wervelkolom BMD toename te hebben boven of gelijk
aan de uitgangswaarde (BMD responders), vergeleken met 84,0% van de patiënten die
ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks ontvingen. Twee jaar na aanvang bleek 93,5% (p=0,004) en 86,4%
van de patiënten die respectievelijk ibandroninezuur 150 mg eens per maand of ibandroninezuur
2,5 mg dagelijks ontvingen, responder te zijn.
Voor totale heup BMD, had een jaar na aanvang 90,0% (p<0,001) van de patiënten die
ibandroninezuur 150 mg eens per maand ontvingen en 76,7% van de patiënten die ibandroninezuur
2,5 mg dagelijks ontvingen een totale heup BMD toenamen boven of gelijk aan de uitgangswaarde.
Twee jaar na aanvang had 93,4% (p<0,001) van de patiënten die ibandroninezuur 150 mg eens per
maand ontvingen en 78,4% van de patiënten die ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks ontvingen totale
heup BMD toenamen boven of gelijk aan de uitgangswaarde.
Indien een stringenter criterium wordt gehanteerd, waarbij lumbale wervelkolom en totale heup BMD
gecombineerd worden, bleek een jaar na aanvang 83,9% (p<0,001) en 65,7% van de patiënten die
respectievelijk ibandroninezuur 150 mg eens per maand of ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks
ontvingen, responder te zijn. Twee jaar na aanvang voldeden 87,1% (p<0,001) en 70,5% van de
respectievelijk 150 mg eens per maand en 2,5 mg dagelijks groep aan dit criterium.
Biochemische markers van botturnover
Een klinisch significante reductie van de serum CTX-waarden werd gezien op alle meetmomenten, dat
wil zeggen na 3, 6, 12 en 24 maanden. Een jaar na aanvang (primaire analyse) waren de mediane
relatieve veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde -76% voor de ibandroninezuur 150 mg
eens per maand dosering en -67% voor de ibandroninezuur 2,5 mg dagelijkse dosering. Twee jaar na
aanvang was de mediane relatieve verandering -68% en -62% voor respectievelijk de 150 mg
maandelijkse dosering en de 2,5 mg dagelijkse dosering.
Een jaar na aanvang werden 83,5% (p=0,006) van de patiënten die ibandroninezuur 150 mg eens per
maand ontvingen en 73,9% van de patiënten die ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks ontvingen,
geïdentificeerd als responders (gedefinieerd als een vermindering 50% ten opzichte van de
uitgangwaarde). Twee jaar na aanvang werden 78,7% (p=0,002) en 65,6% van de patiënten
geïdentificeerd als responders in respectievelijk de 150 mg maandelijkse dosering en de 2,5 mg
dagelijkse dosering groepen.
Gebaseerd op de resultaten van studie BM 16549 wordt verwacht dat ibandroninezuur 150 mg eens
per maand minstens even effectief is bij het voorkomen van fracturen als ibandroninezuur 2,5 mg
dagelijks.
Ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks
In de initiële 3 jaar durende, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde, fractuurstudie
(MF 4411), werd een statistisch significante en medisch relevante afname in de incidentie van nieuwe
röntgenologische morfometrische en klinische wervelfracturen aangetoond (tabel 3). In deze studie
werd ibandroninezuur geëvalueerd bij orale doses van 2,5 mg dagelijks en 20 mg intermitterend als
een experimenteel doseerregime. Ibandroninezuur werd 60 minuten voor de eerste vloeistof- of
voedselinname van de dag (post-dosis nuchtere periode) ingenomen. Aan de studie namen vrouwen
deel in de leeftijd van 55 tot 80 jaar, die tenminste 5 jaar postmenopauzaal waren en waarvan de BMD
van de lumbale wervelkolom 2 tot 5 SD onder het premenopauzale gemiddelde (T-score) lag bij
tenminste één wervel [L1-L4], en die één tot vier prevalente wervelfracturen hadden. Alle patiënten
kregen 500 mg calcium en 400 IE vitamine D dagelijks. De werkzaamheid werd geëvalueerd bij 2928
patiënten. Ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks toegediend toonde een statistisch significante en medisch
van nieuwe röntgenologische wervelfracturen met 62% (p=0,0001) tijdens de drie jaar van de studie.
Een relatieve risicovermindering van 61% werd waargenomen na 2 jaar (p=0.0006). Er werd geen
statistisch significant verschil bereikt na 1 jaar van behandeling (p=0,056). Het anti-fractuureffect was
consistent tijdens de duur van de studie. Er waren geen aanwijzingen voor het vervagen van het effect
over de tijd.
De incidentie van klinische wervelfracturen was ook significant afgenomen met 49% (p=0,011). Het
sterke effect op wervelfracturen kwam bovendien tot uitdrukking door een statistisch significante
reductie van lengteverlies in vergelijking met placebo (p<0,0001).
Tabel 3: Resultaten uit 3 jaar durende fractuurstudie MF 4411 (%, 95% BI)
Placebo
Ibandroninezuur 2,5 mg
(N=974)
dagelijks
(N=977)
Relatieve Risico Afname
62% (40,9; 75,1)
Nieuwe morfometrische
wervelfracturen
Incidentie van nieuwe morfometrische 9,56% (7,5; 11,7)
4,68% (3,2; 6,2)
wervelfracturen
Relatieve risico afname van klinische
49% (14,03; 69,49)
wervelfracturen
Incidentie van klinische
5,33% (3,73; ,92)
2,75% (1,61; 3,89)
wervelfracturen
BMD ­ gemiddelde verandering t.o.v. 1,26% (0,8; 1,7)
6,54% (6,1; 7,0)
uitgangswaarde wervelkolom na
3 jaar
BMD ­ gemiddelde verandering t.o.v. -0,69% (-1,0; -0,4)
3,36% (3,0; 3,7)
uitgangswaarde totaal heup na 3 jaar.
Het effect van de behandeling met ibandroninezuur werd verder beoordeeld in een analyse van de
subpopulatie van patiënten die een uitgangswaarde lumbale wervelkolom BMD T-score hadden lager
dan -2,5. De vermindering van het risico op wervelfracturen was zeer consistent met wat gezien werd
in de gehele populatie.
Tabel 4: Resultaten uit een 3 jaars fractuurstudie MF 4411 (%, 95% BI) voor patiënten met een
wervelkolom BMD T-score lager dan -2,5 als uitgangswaarde
Placebo (N=587)
Ibandroninezuur 2,5 mg
dagelijks (N=575)
Relatieve Risico Afname
59% (34,5; 74,3)
Nieuwe morfometrische
wervelfracturen
Incidentie van nieuwe
12,54% (9,53; 15,55)
5,36% (3,31; 7,41)
morfometrische wervelfracturen
Relatieve risico afname van
50% (9,49; 71,91)
klinische wervelfracturen
Incidentie van klinische
6,97% (4,67; 9,27)
3,57% (1,89; 5,24)
wervelfracturen
BMD ­ gemiddelde verandering
1,13% (0,6; 1,7)
7,01% (6,5; 7,6)
t.o.v. uitgangswaarde wervelkolom
na 3 jaar
BMD ­ gemiddelde verandering
-0,70% (-1,1; -0,2)
3,59% (3,1; 4,1)
t.o.v. uitgangswaarde totaal heup na
3 jaar.
waargenomen, echter dagelijkse inname van ibandronaat bleek effectief te zijn in een hoog-risico
subpopulatie (femurhals BMD T-score< -3,0), waar een non-vertebrale risicoreductie van 69% werd
gezien.
Dagelijkse behandeling met 2,5 mg resulteerde in toenemende verhoging van BMD op vertebrale en
non-vertebrale plaatsen van het skelet.
Drie-jaars wervelkolom BMD toename in vergelijking met placebo was 5,3% en 6,5% in vergelijking
met de uitgangswaarde. Toenames bij de heup ten opzichte van de uitgangswaarde waren 2,8% bij de
femurhals, 3,4% bij de totale heup en 5,5% bij de trochanter. Biochemische markers van de
botturnover (zoals urinair CTX en serumosteocalcine) vertoonden het verwachte patroon van
suppressie tot pre-menopauzale spiegels en bereikten maximale suppressie binnen een periode van 3
tot 6 maanden. Een klinische significante afname van 50% van de biochemische markers van
botresorptie werd al na 1 maand na de start van de behandeling met ibandroninezuur 2,5 mg
waargenomen. Volgend op het stoppen van de behandeling, is er een terugkeer tot de pathologische
snelheid van verhoogde botresorptie geassocieerd met postmenopauzale osteoporose van voor de
behandeling. De histologische analyse van botbiopsieën na twee en drie jaar van behandeling van
post-menopauzale vrouwen vertoonden bot van normale kwaliteit en geen indicatie van een
mineralisatiedefect.
Pediatrische patiënten (zie rubriek 4.2 en rubriek 5.2)
Er zijn geen studies uitgevoerd met Ibandroninezuur Teva in pediatrische patiënten, daarom zijn er
geen gegevens beschikbaar over werkzaamheid of veiligheid voor deze patiëntenpopulatie.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
De primaire farmacologische effecten van ibandroninezuur op het bot zijn niet direct gerelateerd aan
de werkelijke plasmaconcentraties, zoals aangetoond in verscheidene studies bij dieren en bij mensen.
Absorptie
De absorptie van ibandroninezuur in het bovenste deel van het maagdarmstelsel treedt snel op na orale
toediening en plasmaconcentraties nemen op een dosis-proportionele wijze toe tot 50 mg orale
inname; boven deze dosis werden meer dan dosis-proportionele toenames waargenomen. Maximale
waargenomen plasmaconcentraties werden bereikt binnen 0,5 tot 2 uur (mediaan 1 uur) in nuchtere
toestand en de absolute biologische beschikbaarheid was ongeveer 0,6%. De mate van absorptie is
verstoord wanneer het samen met voedsel of dranken (anders dan water) ingenomen wordt. De
biologische beschikbaarheid neemt met ongeveer 90% af wanneer ibandroninezuur wordt toegediend
met een standaard ontbijt in vergelijking met de biologische beschikbaarheid die gezien wordt bij
nuchtere personen. Er is geen significante afname in biologische beschikbaarheid op voorwaarde dat
ibandroninezuur ingenomen wordt 60 minuten voor het eerste voedsel van de dag. Zowel de
biologische beschikbaarheid als de BMD toenames zijn geringer wanneer voedsel of dranken binnen
60 minuten na inname van ibandroninezuur ingenomen worden.
Distributie
Na de initiële systemische blootstelling bindt ibandroninezuur snel aan het bot of wordt uitgescheiden
in de urine. Bij mensen is het klaarblijkelijke eliminatie distributievolume tenminste 90 l en de
dosishoeveelheid die het bot bereikt, wordt geschat op 40-50% van de circulerende dosis.
Eiwitbinding in humaan plasma is ongeveer 85%-87% (in vitro bepaald bij therapeutische
geneesmiddel-concentraties), en er is dus een lage potentie voor interactie met andere geneesmiddelen
als gevolg van verdringing.
Biotransformatie
Er zijn geen aanwijzingen dat ibandroninezuur gemetaboliseerd wordt bij dieren of mensen.
Eliminatie
schatting 40-50% bij postmenopauzale vrouwen) en het overblijfsel wordt onveranderd uitgescheiden
via de nieren. Het niet geabsorbeerde deel van ibandroninezuur wordt onveranderd uitgescheiden via
de feces.
De spreiding van de waargenomen klaarblijkelijke halfwaardetijden is breed, maar de klaarblijkelijke
eliminatie halfwaardetijd ligt in het algemeen tussen de 10-72 uur. Aangezien de berekende waarden
voornamelijk afhankelijk zijn van de duur van de studie, de gebruikte dosis en gevoeligheid van de
analysemethode, is de werkelijke eliminatie halfwaardetijd waarschijnlijk substantieel langer,
overeenkomend met andere bisfosfonaten. Vroege plasmaspiegels dalen snel; 10% van de piekwaarde
wordt binnen 3 en 8 uur na respectievelijk intraveneuze of orale toediening bereikt.
Totale klaring van ibandroninezuur is laag met gemiddelde waarden tussen 84-160 ml/min.
Nierklaring (ongeveer 60 ml/min bij gezonde postmenopauzale vrouwen) neemt 50-60% van de totale
klaring voor zijn rekening en is gerelateerd aan de creatinineklaring. Het verschil tussen de
klaarblijkelijke totale en nierklaring wordt verondersteld de opname in het bot weer te geven.
De uitscheidingsroute lijkt geen bekende zure of basische transportsystemen te bevatten, die betrokken
zijn bij de uitscheiding van andere werkzame stoffen. Daarnaast remt ibandroninezuur niet de
voornaamste humane hepatische P450-isoenzymen en induceert het niet het hepatische cytochroom
P450-systeem bij ratten.
Farmacokinetiek in bijzondere klinische situaties
Geslacht
De farmacokinetiek van ibandroninezuur is vergelijkbaar bij mannen en vrouwen.
Ras
Er is geen bewijs voor enige klinisch relevante inter-etnische verschillen tussen Aziaten en blanken
qua ibandroninezuur dispositie. Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over patiënten van Afrikaanse
herkomst.
Patiënten met een verminderde nierfunctie
Nierklaring van ibandroninezuur bij patiënten met een verschillende graad van verminderde
nierfunctie is lineair gerelateerd aan de creatinineklaring (CLcr).
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk voor patiënten met licht tot matig verminderde nierfunctie
(CLcr gelijk of groter dan 30 ml/min), zoals aangetoond in studie BM 16549, waar de meerderheid
van de patiënten een licht tot matig verminderde nierfunctie had.
Personen met ernstige nierinsufficiëntie (CLcr minder dan 30 ml/min) die dagelijks orale toediening
van 10 mg ibandroninezuur gedurende 21 dagen kregen, hadden 2- tot 3-voudige hogere
plasmaconcentraties dan personen met een normale nierfunctie en de totale klaring van
ibandroninezuur was 44 ml/min. Na intraveneuze toediening van 0,5 mg ibandroninezuur, namen
totaal, renaal en niet-renale klaringen respectievelijk af met 67%, 77% en 50% bij personen met
ernstig nierfalen, maar er was geen afname in de tolerantie geassocieerd met de toename in de
blootstelling. Vanwege de beperkte klinische ervaring bij patiënten met ernstig verminderde
nierfunctie, wordt Ibandroninezuur wordt bij deze groep patiënten niet aanbevolen (zie rubrieken 4.2
en 4.4). De farmacokinetiek van ibandroninezuur bij patiënten met eindstadium nierziekte werd alleen
bij een klein aantal hemodialyse patiënten onderzocht. De farmacokinetiek van ibandroninezuur bij
deze patiënten is onbekend en ibandroninezuur dient niet gebruikt te worden onder deze
omstandigheden.
Patiënten met een verminderde leverfunctie (zie rubriek 4.2)
Er zijn geen farmacokinetische gegevens voor ibandroninezuur bij patiënten die een verminderde
leverfunctie hebben. De lever speelt geen significante rol in de klaring van ibandroninezuur dat niet
gemetaboliseerd wordt maar geklaard door renale uitscheiding en door opname in het bot.
Ouderen (zie rubriek 4.2)
In een multivariatieanalyse werd gevonden dat leeftijd geen onafhankelijke factor is van de
bestudeerde farmacokinetische parameters. Aangezien de nierfunctie afneemt met de leeftijd is dit de
enige factor die in overweging dient te worden genomen (zie paragraaf verminderde nierfunctie).
Pediatrische patiënten (zie rubriek 4.2 en rubriek 5.1)
Er zijn geen gegevens over het gebruik van ibandroninezuur bij deze leeftijdsgroepen.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Toxische effecten, bijv. tekenen van nierbeschadiging, werden bij honden uitsluitend waargenomen bij
blootstellingen die geacht werden voldoende hoger te liggen dan het maximale niveau waaraan de
mens wordt blootgesteld, zodat deze weinig relevant zijn bij klinisch gebruik.
Mutageniteit/Carcinogeniteit
Er zijn geen aanwijzingen voor mogelijk carcinogeen potentieel waargenomen. Testen voor
genotoxiciteit leverden geen bewijs van genetische activiteit van ibandroninezuur.
Reproductietoxiciteit
Er was geen bewijs voor een direct foetaal toxisch of teratogeen effect van ibandroninezuur bij oraal
behandelde ratten en konijnen en er waren geen bijwerkingen op de ontwikkeling van F1
nakomelingen bij ratten bij een geëxtrapoleerde blootstelling van tenminste 35 maal boven de humane
blootstelling. In reproductiestudies bij ratten waar oraal werd toegediend bestonden de effecten op de
vruchtbaarheid uit een toename van pre-implantatieverlies bij doseringen van 1 mg/kg/dag en hoger.
In reproductiestudies bij ratten waar intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur het
aantal spermatozoïden bij doseringen van 0,3 en 1 mg/kg/dag, verminderde vruchtbaarheid bij
mannetjes bij 1 mg/kg/dag en bij vrouwtjes bij 1,2 mg/kg/dag. Bijwerkingen van ibandroninezuur in
reproductietoxiciteitsstudies in de rat waren die bijwerkingen die waargenomen worden bij
bisfosfonaten als klasse. Ze omvatten een verminderd aantal innestelingplaatsen, abnormaal
baringsproces (dystokie) en een verhoging van viscerale variaties (nierbekken ureter syndroom)
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Microkristallijne cellulose
Povidon K-30
Crospovidon (type A)
Colloïdaal watervrij siliciumdioxide
Stearinezuur
Tabletomhulling:
Opadry wit YS-1-7003
Titaandioxide (E 171)
Hypromellose
Macrogol 400
Polysorbaat 80

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
PVC/Aclar/PVC-aluminium blisters in kartonnen doosjes met 1 of 3 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften. In het milieu terechtkomen van geneesmiddelen moet worden geminimaliseerd.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/10/642/003 1 filmomhulde tablet in PVC/Aclar/PVC ­ Aluminium blisterverpakking
in kartonnen doos
EU/1/10/642/004
3 filmomhulde tabletten in PVC/Aclar/PVC ­ Aluminium
blisterverpakking in kartonnen doos


9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 17 september 2010
Datum van laatste verlenging: 25 juni 2015
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
1 december 2014

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.

BIJLAGE II

A. FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK

C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE

HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN

D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET

BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Teva Pharmaceutical Works Private Limited Company
Pallagi út 13
HU-4042 Debrecen
Hongarije
Pharmachemie B.V.
Swensweg 5,
2031 GA Haarlem
Nederland
Teva Czech Industries s.r.o.
Ostravska 29/305
747 70 Opava-Komarov
Tsjechië
Teva Operations Poland Sp.z o.o
ul. Mogilska 80
31-546 Krakow
Polen
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.


B.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Ibandroninezuur Teva 50 mg: Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie
bijlage I: Samenvatting van de productkenmerken, rubriek 4.2).
Ibandroninezuur Teva 150 mg: Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
Niet van toepassing

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER




A. ETIKETTERING


OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandroninezuur Teva 50 mg filmomhulde tabletten
ibandroninezuur
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg ibandroninezuur (als natrium monohydraat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
28 filmomhulde tabletten
84 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Zuig of kauw niet op de tabletten en maal ze niet fijn.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/10/642/001 28 filmomhulde tabletten
EU/1/10/642/002
84 filmomhulde tabletten
13. PARTIJNUMMER
Charge
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Ibandroninezuur Teva 50 mg filmomhulde tabletten
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandroninezuur Teva 50 mg filmomhulde tabletten
ibandroninezuur
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva B.V.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER

Charge


5.
OVERIGE

Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo


OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandroninezuur Teva 150 mg filmomhulde tabletten
ibandroninezuur
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg ibandroninezuur (als natrium monohydraat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
1 filmomhulde tablet
3 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Zuig of kauw niet op de tablet en maal deze niet fijn
Eénmaal per maand een tablet.
Schrijf op op welke dag u de tablet inneemt.
Maand 1 __/__/__
Maand 2 __/__/__
Maand 3 __/__/__
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/10/642/003 1 filmomhulde tablet
EU/1/10/642/004
3 filmomhulde tabletten
13. PARTIJNUMMER
Charge
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Ibandroninezuur Teva 150 mg filmomhulde tabletten
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandroninezuur Teva 150 mg filmomhulde tabletten
ibandroninezuur
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva B.V.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER

Charge


5.
OVERIGE

Verpakking 3 filmomhulde tabletten

Maand 1
Maand 2
Maand 3


B. BIJSLUITER

Ibandroninezuur
Teva 50 mg filmomhulde tablet
ibandroninezuur

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
·
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
·
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
·
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
·
Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.


Inhoud van deze bijsluiter

1.
Wat is Ibandroninezuur Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie


1.
Wat is Ibandroninezuur Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Ibandroninezuur Teva bevat de werkzame stof ibandroninezuur. Dit behoort tot een groep
geneesmiddelen die bisfosfonaten worden genoemd.
Ibandroninezuur Teva wordt gebruikt bij volwassenen en is aan u voorgeschreven als u borstkanker
heeft die zich heeft uitgezaaid naar uw botten (uitzaaiingen worden ook wel botmetastasen genoemd).
·
Het helpt botbreuken (fracturen) te voorkomen.
·
Het helpt andere botproblemen, waarbij operatie of radiotherapie noodzakelijk kunnen zijn, te
voorkomen.
Ibandroninezuur Teva werkt door het remmen van de hoeveelheid calcium die uit uw botten verloren
gaat. Dit helpt het zwakker worden van uw botten te stoppen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
als u allergisch bent voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
als u bepaalde problemen heeft met uw keel/slokdarm (oesophagus), zoals vernauwing of
moeite met slikken
-
als u niet in staat bent ten minste een uur lang (60 minuten) te staan of rechtop te zitten
-
als u lage calciumwaarden in uw bloed heeft of die in het verleden heeft gehad.

U mag dit geneesmiddel niet innemen als een van bovenstaande op u van toepassing is. Indien u niet
zeker bent, neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?

Sinds het op de markt komen is een bijwerking genaamd `osteonecrose van de kaak' (botschade in de
kaak) zeer zelden gemeld bij patiënten die Ibandroninezuur Teva krijgen tegen kankergerelateerde
aandoeningen. Osteonecrose van de kaak kan ook optreden na het stoppen van de behandeling.
pijnlijke aandoening is die moeilijk te behandelen kan zijn. Om het risico op het ontwikkelen van
osteonecrose van de kaak te verminderen, zijn er enkele voorzorgen die u moet nemen.
Voordat u behandeld wordt, vertel het uw arts/verpleegkundige (beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg) als:
-
u problemen heeft met uw mond of tanden/kiezen, zoals een slecht gebit, tandvleesproblemen,
of als u een afspraak heeft om een tand of kies te laten trekken
-
u geen routinematige mondzorg krijgt of als u heel lang geen gebitscontrole heeft gehad
-
u rookt (aangezien dit de kans op gebitsproblemen kan verhogen)
-
u eerder behandeld werd met een bisfosfonaat (gebruikt om botaandoeningen te behandelen of
voorkomen)
-
u geneesmiddelen gebruikt die corticosteroïden worden genoemd (zoals prednisolon of
dexamethason)
-
u kanker heeft
Uw arts kan u vragen een tandheelkundig onderzoek te ondergaan voordat u de behandeling met
Ibandroninezuur Teva begint.
Tijdens uw behandeling moet u een goede mondhygiëne aanhouden (waaronder regelmatig tanden
poetsen) en moet uw gebit regelmatig worden gecontroleerd. Als u een kunstgebit draagt, moet u er
zeker van zijn dat dit goed past. Als u onder tandheelkundige behandeling bent of een tandheelkundige
ingreep (bijv. het trekken van een of meer tanden of kiezen) zal ondergaan, informeer dan uw arts over
de tandheelkundige behandeling en vertel uw tandarts dat u behandeld wordt met Ibandroninezuur
Teva.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts en tandarts als u problemen ervaart met uw mond of gebit,
zoals losse tanden of kiezen, pijn of zwelling, of het niet genezen van zweren of wondvocht, aangezien
dit tekenen kunnen zijn van osteonecrose van de kaak.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt:
-
als u allergisch bent voor andere bisfosfonaten
-
als u problemen heeft met slikken of maagdarmproblemen heeft
-
als u hoge of lage waarden van vitamine D of andere mineralen heeft.
-
als u nierproblemen heeft.
Irritatie, ontsteking of zweren van de slokdarm (oesophagus) kunnen voorkomen. Vaak gaan deze
gepaard met symptomen als ernstige pijn op de borst, ernstige pijn bij het doorslikken van eten en/of
drinken, ernstige misselijkheid of braken, vooral wanneer u geen vol glas water drinkt en/of wanneer u
binnen een uur na inname van Ibandroninezuur Teva gaat liggen. Als u deze symptomen krijgt, stop
dan met de inname van Ibandroninezuur Teva en neem direct contact op met uw arts (zie rubriek 3 en
rubriek 4).

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Ibandroninezuur Teva dient niet gebruikt te worden bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.

Neemt u nog andere geneesmiddelen in?

Neemt u naast Ibandroninezuur Teva nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan
of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dit is omdat Ibandroninezuur Teva de wijze waarop andere geneesmiddelen werken
kan beïnvloeden. Ook kunnen sommige andere geneesmiddelen de wijze waarop Ibandroninezuur
Teva werkt beïnvloeden.

In het bijzonder, vertel het uw arts of apotheker indien u één van onderstaande geneesmiddelen
gebruikt:
-
supplementen die calcium, magnesium, ijzer of aluminium bevatten
acetylsalicylzuur en niet-steroïdale anti-ontstekingsmiddelen, NSAIDs genoemd, zoals
ibuprofen of naproxen. NSAIDs en Ibandroninezuur Teva kunnen beiden uw maag en darm
irriteren
-
een type antibioticum injectie die "aminoglycoside" wordt genoemd, zoals gentamicine. Dit is
omdat aminoglycosiden en Ibandroninezuur Teva beiden de hoeveelheid calcium in uw bloed
kunnen verlagen.
Het gebruik van geneesmiddelen die de hoeveelheid maagzuur verminderen zoals cimetidine en
ranitidine, kunnen de effecten van Ibandroninezuur Teva licht vermeerderen.

Waarop moet u letten met eten en drinken?

Neem Ibandroninezuur Teva niet in met voedsel of andere dranken dan water, omdat Ibandroninezuur
Teva minder effectief is als het met voedsel of drinken wordt ingenomen (zie rubriek 3).
Neem Ibandroninezuur Teva in ten minste 6 uur nadat u voor het laatst iets gegeten, gedronken of
andere geneesmiddelen of supplementen (bijv. producten die calcium (melk), aluminium, magnesium
en ijzer bevatten) ingenomen heeft, behalve water. Wacht, nadat u uw tablet heeft ingenomen, ten
minste 30 minuten. Daarna kunt u weer uw eerste voedsel en drinken nemen en andere
geneesmiddelen of supplementen (zie rubriek 3).

Zwangerschap en borstvoeding

Gebruik geen Ibandroninezuur Teva als u zwanger bent, wilt zwanger worden of borstvoeding geeft.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
U mag rijden en machines bedienen, omdat het te verwachten is dat Ibandroninezuur Teva geen of een
verwaarloosbare invloed zal hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om machines te bedienen.
Neem eerst contact op met uw arts als u een voertuig wilt besturen, machines of gereedschap wilt
gebruiken.

Ibrandoninezuur Teva bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per filmomhulde tablet, dat wil zeggen dat het
in wezen `natriumvrij' is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Neem uw tablet in ten minste 6 uur nadat u voor het laatst iets gegeten, gedronken of andere
geneesmiddelen of supplementen ingenomen heeft, behalve water. Water met een hoog gehalte aan
calcium mag niet worden gebruikt. Als er een vermoeden is van een eventueel hoog gehalte aan
calcium in het leidingwater (hard water), wordt het aangeraden om water uit een fles met een laag
gehalte aan mineralen te gebruiken.
Uw arts kan regelmatig bloedtesten uitvoeren terwijl u Ibandroninezuur Teva inneemt. Dit is om te
controleren dat u de juiste hoeveelheid van dit geneesmiddel ontvangt.

Gebruik van dit geneesmiddel
Het is belangrijk dat u Ibandroninezuur Teva op het juiste tijdstip en op de juiste wijze inneemt. Dit is
omdat het irritatie, ontsteking of zweren in uw slokdarm (oesophagus) kan veroorzaken.

U kunt dit voorkomen door het volgende te doen:
·
Neem uw tablet in zodra u wakker wordt, voordat u uw eerste voedsel, drank, geneesmiddel of
supplement inneemt.
Neem uw tablet in met alleen een vol glas water (ongeveer 200 ml). Neem uw tablet niet met
een andere drank dan water.
·
Slik de tablet in zijn geheel in. Kauw, zuig of vermaal de tablet niet. Laat de tablet niet in uw
mond oplossen.
·
Wacht ten minste 30 minuten nadat u de tablet Ibandroninezuur Teva hebt genomen. Daarna
kunt u uw eerste eten en drinken innemen en andere medicatie of supplementen gebruiken.
·
Blijf rechtop (zitten of staan) terwijl u uw tabletten neemt en gedurende een uur (60 minuten)
daarna. Anders kan een deel van het geneesmiddel weer in uw slokdarm (oesophagus)
terugkomen.

Hoeveel moet u innemen?
De gebruikelijke dosering van Ibandroninezuur Teva is 1 tablet per dag. Als u matige nierproblemen
heeft, kan uw arts de dosering verminderen naar 1 tablet om de dag. Als u ernstige nierproblemen
heeft, kan uw arts uw dosering verminderen naar 1 tablet per week.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u teveel tabletten neemt, raadpleeg onmiddellijk een arts of ga naar het ziekenhuis. Drink een vol
glas melk voordat u gaat. Laat uzelf niet overgeven. Ga niet liggen.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Als u dagelijks een tablet inneemt, sla dan
de gemiste dosis volledig over. Vervolg als gebruikelijk op de volgende dag. Indien u een tablet om de
dag of iedere week inneemt, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

Als u stopt met het innemen van dit middel
Blijf Ibandroninezuur Teva innemen zolang uw arts u dit aangeeft. Dit is omdat het geneesmiddel
alleen zal werken als het de gehele tijd wordt ingenomen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.

Neem direct contact op met een verpleegkundige of een arts wanneer u last krijgt van de

volgende bijwerkingen - mogelijk heeft u met spoed medische behandeling nodig:

Vaak
(komen voor bij minde dan 1 op de 10 personen)
·
misselijk zijn, brandend maagzuur en ongemak tijdens het slikken (ontsteking van uw slokdarm)

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 personen)
·
ernstige maagpijn. Dit kan een teken zijn van een zweer in het eerste deel van de darmen
(twaalfvingerige darm) die aan het bloeden is, of van een ontsteking van uw maag (gastritis).

Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 personen):
·
aanhoudende oogpijn en oogontsteking
·
pijn, zwakte of een onprettig gevoel in uw dij, heup of lies, die u niet eerder had. U heeft
mogelijk vroege verschijnselen van een mogelijke, ongebruikelijke breuk van uw dijbeen.

Zeer zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 personen)
·
pijn of een zweer in uw mond of kaak. U heeft mogelijk vroege verschijnselen van ernstige
kaakproblemen (necrose [dood botweefsel] in het kaakbot)
neem contact op met uw arts als u oorpijn, uitscheiding uit het oor en/of een oorinfectie heeft.
Dit kunnen tekenen van botschade in het oor zijn.
·
jeuk, zwelling van uw gezicht, lippen, tong en keel met ademhalingsmoeilijkheden. U kunt een
ernstige, mogelijk levensbedreigende, allergische reactie hebben op het geneesmiddel.
·
ernstige huidreacties.

Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
·
astma-aanval.

Andere mogelijke bijwerkingen

Vaak
(komen voor bij maximaal 1 op 10 personen)
·
maagpijn, indigestie
·
laag calciumgehalte in uw bloed
·
Gevoel van zwakte.

Soms (komen voor bij maximaal 1 op 100 personen)
·
pijn op de borst
·
jeuk of tintelende huid (paresthesie)
·
griepachtige symptomen, een algemeen gevoel van onwel zijn of pijn
·
droge mond, vreemde smaak in uw mond of problemen met slikken
·
anemie (bloedarmoede)
·
hoge waarden van ureum of hoge waarden van bijschildklierhormoon in uw bloed.

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de
doordrukstrip en de doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
·
De werkzame stof in dit middel is ibandroninezuur. Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg
ibandroninezuur (als natrium monohydraat).
De andere stoffen in dit middel zijn:
·
tabletkern: microkristallijne cellulose, povidon K-30, crospovidon (type A), colloïdaal
watervrij siliciumdioxide, stearinezuur
·
tabletomhulling: titaandioxide (E171), hypromellose, macrogol 400, polysorbaat 80.
De filmomhulde tabletten Ibandroninezuur Teva zijn wit, biconvex, capsulevormig, bedrukt met '50'
aan de ene zijde en blanco aan de andere zijde.
Ibandroninezuur Teva is verpakt in blisters (PVC/Aclar/PVC-Aluminium) in doosjes met 28 of 84
tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant


Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland

Fabrikant:
Teva Pharmaceutical Works Private Limited Company
Pallagi út 13,
4042 Debrecen
Hongarije
Pharmachemie BV
Swensweg 5,
2031 GA Haarlem
Nederland
Teva Czech Industries s.r.o.
Ostravska 29/305,
747 70 Opava-Komarov
Tsjechische Republiek
Teva Operations Poland Sp.z o.o
ul. Mogilska 80
31-546 Krakow
Polen
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
UAB Teva Baltics
Tél/Tel: +32 38207373
Tel: +370 52660203


Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Te: +359 24899585
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 38207373

Ceská republika
Magyarország
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +420 251007111
Tel: +36 12886400

Danmark
Malta
Teva Denmark A/S
Teva Pharmaceuticals Ireland
L-Irlanda

Tel: +44 2075407117

Deutschland
Nederland
TEVA GmbH
Teva Nederland B.V.
Tel: +49 73140208
Tel: +31 8000228400

Eesti
Norge
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Teva Norway AS
Tel: +372 6610801
Tlf: +47 66775590


Österreich
Specifar A.B.E.E.
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
: +30 2118805000
Tel: +43 1970070

España
Polska
Teva Pharma, S.L.U.
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 913873280
Tel: +48 223459300

France
Portugal
Teva Santé
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tél: +33 155917800
Tel: +351 214767550


Hrvatska
România
Pliva Hrvatska d.o.o.
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +385 13720000
Tel: +40 212306524

Ireland
Slovenija
Teva Pharmaceuticals Ireland
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +44 2075407117
Tel: +386 15890390

Ísland
Slovenská republika
Teva Pharma Iceland ehf.
TEVA Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Sími: +354 5503300
Tel: +421 257267911


Italia
Suomi/Finland
Teva Italia S.r.l.
Teva Finland Oy
Tel: +39 028917981
Puh/Tel: +358 201805900



Sverige
Specifar A.B.E.E.
Teva Sweden AB
Tel: +46 42121100
: +30 2118805000

Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
UAB Teva Baltics filile Latvij
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +371 67323666
Ireland
Tel: +44 2075407117

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.


Ibandroninezuur
Teva 150 mg filmomhulde tablet
ibandroninezuur

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
·
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
·
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
·
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
·
Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Ibandroninezuur Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Ibandroninezuur Teva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Ibandroninezuur Teva behoort tot de groep van geneesmiddelen die bisfosfonaten worden genoemd.
Het bevat de werkzame stof ibandroninezuur. Ibandroninezuur Teva kan botverlies tegengaan door het
voorkomen van verdere botafbraak en het verhogen van de botmassa bij de meeste vrouwen die het
middel innemen, hoewel zij het verschil niet zullen kunnen zien of voelen. Ibandroninezuur Teva kan
het risico op botbreuken (fracturen) verminderen. Een vermindering van wervelfracturen is
aangetoond, maar niet van heupfracturen.

Ibandroninezuur Teva is aan u voorgeschreven om postmenopauzale osteoporose te behandelen
omdat u een verhoogd risico op fracturen heeft. Osteoporose is het dunner en brozer worden van
het bot. Dit komt vaak voor bij vrouwen na de menopauze (overgang). Tijdens de menopauze stoppen
de eierstokken van een vrouw met het aanmaken van het vrouwelijke hormoon oestrogeen. Dit
hormoon helpt om het skelet van de vrouw gezond te houden.
Hoe eerder een vrouw in de menopauze komt, des te groter is haar risico op fracturen als gevolg van
osteoporose.
Andere factoren die het risico op fracturen kunnen verhogen, zijn:
-
niet genoeg calcium en vitamine D in het dieet,
-
roken of overmatig alcoholgebruik,
-
niet genoeg lopen of andere oefeningen die uw botten belasten,
-
een familiegeschiedenis van osteoporose.

Een gezonde levensstijl zal ook helpen om zoveel mogelijk voordeel van uw behandeling te hebben.
Dit omvat:
-
het eten van een uitgebalanceerd dieet, rijk aan calcium en vitamine D,
-
wandelen of het doen van andere oefeningen die de botten belasten,
-
niet roken en niet teveel alcohol drinken.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
als u allergisch bent voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
als u bepaalde problemen heeft met uw keel/slokdarm (oesophagus ), zoals vernauwing of
moeite met slikken.
-
als u niet in staat bent ten minste een uur lang (60 minuten) te staan of rechtop te zitten.
-
als u een laag calciumgehalte in het bloed heeft of deze in het verleden heeft gehad.
Overleg in dat geval met uw arts.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Sinds het op de markt komen is een bijwerking genaamd `osteonecrose van de kaak' (botschade in de
kaak) zeer zelden gemeld bij patiënten die Ibandroninezuur Teva kregen tegen osteoporose.
Osteonecrose van de kaak kan ook optreden na het stoppen van de behandeling.
Het is belangrijk om te proberen om osteonecrose van de kaak te voorkomen aangezien het een
pijnlijke aandoening is die moeilijk te behandelen kan zijn. Om het risico op het ontwikkelen van
osteonecrose van de kaak te verminderen, zijn er enkele voorzorgen die u moet nemen.
Voordat u behandeld wordt, vertel het uw arts/verpleegkundige (beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg) als:
-
u problemen heeft met uw mond of tanden/kiezen, zoals een slecht gebit, tandvleesproblemen,
of als u een afspraak heeft om een tand of kies te laten trekken
-
u geen routinematige mondzorg krijgt of als u heel lang geen gebitscontrole heeft gehad
-
u rookt (aangezien dit de kans op gebitsproblemen kan verhogen)
-
u eerder behandeld werd met een bisfosfonaat (gebruikt om botaandoeningen te behandelen of
voorkomen)
-
u geneesmiddelen gebruikt die corticosteroïden worden genoemd (zoals prednisolon of
dexamethason)
-
u kanker heeft
Uw arts kan u vragen een tandheelkundig onderzoek te ondergaan voordat u de behandeling met
Ibandroninezuur Teva begint.
Tijdens uw behandeling moet u een goede mondhygiëne aanhouden (waaronder regelmatig tanden
poetsen) en moet uw gebit regelmatig worden gecontroleerd. Als u een kunstgebit draagt, moet u er
zeker van zijn dat dit goed past. Als u onder tandheelkundige behandeling bent of een tandheelkundige
ingreep (bijv. het trekken van een of meer tanden of kiezen) zal ondergaan, informeer dan uw arts over
de tandheelkundige behandeling en vertel uw tandarts dat u behandeld wordt met Ibandroninezuur
Teva.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts en tandarts als u problemen ervaart met uw mond of gebit,
zoals losse tanden of kiezen, pijn of zwelling, of het niet genezen van zweren of wondvocht, aangezien
dit tekenen kunnen zijn van osteonecrose van de kaak.
Sommige mensen moeten extra voorzichtig zijn wanneer zij Ibandroninezuur Teva gebruiken. Neem
contact op met uw arts voordat u Ibandroninezuur Teva inneemt:
-
wanneer u stoornissen heeft van het mineraal metabolisme (zoals vitamine D gebrek).
-
wanneer uw nieren niet normaal functioneren.
-
wanneer u problemen heeft met slikken of met de spijsvertering.
Irritatie, ontsteking of het ontwikkelen van zweren van de keel/slokdarm (oesophagus), vaak met
symptomen van ernstige pijn op de borst, ernstige pijn na het doorslikken van eten en/of drinken,
ernstige misselijkheid of braken, vooral als u geen vol glas water drinkt en/of als u gaat liggen binnen
een uur na het innemen van Ibandroninezuur Teva. Als u deze symptomen krijgt, stop dan met het
innemen van Ibandroninezuur Teva en vertel het onmiddellijk aan uw arts (zie rubriek 3).
Ibandroninezuur Teva dient niet gebruikt te worden bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.

Neemt u nog andere geneesmiddelen in?
Neemt u naast Ibandroninezuur Teva nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan
of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. In het bijzonder:
-
Supplementen die calcium, magnesium, ijzer of aluminium bevatten, omdat deze de
werking van Ibandroninezuur Teva kunnen beïnvloeden.
-
Acetylsalicylzuur en andere niet-steroïdale anti-ontstekingsmiddelen (NSAIDs) (onder andere
ibuprofen, natriumdiclofenac en naproxen) kunnen de maag en darm irriteren. Ibandroninezuur
Teva kan dat ook doen. Wees dus extra voorzichtig als u pijnstillers of ontstekingsremmers
neemt terwijl u Ibandroninezuur Teva gebruikt.
Nadat u uw maandelijkse Ibandroninezuur Teva tablet heeft doorgeslikt
moet u 1 uur wachten
voordat u andere geneesmiddelen neemt, waaronder spijsverteringstabletten, calciumsupplementen
of vitaminen.

Waarop moet u letten met eten en drinken?
Neem Ibandroninezuur Teva niet in met voedsel of melk. Ibandroninezuur Teva werkt minder goed
als het samen met voedsel ingenomen wordt.

U mag water drinken, maar geen andere vloeistoffen

Nadat u Ibandroninezuur Teva heeft ingenomen, wacht dan 1 uur voordat u uw eerste voedsel of ander
drinken neemt (zie rubriek 3. Hoe neemt u dit middel in?).

Zwangerschap en borstvoeding
Ibandroninezuur Teva is alleen bestemd voor gebruik door postmenopauzale vrouwen en mag niet
gebruikt worden door vrouwen die nog zwanger kunnen worden.
Neem Ibandroninezuur Teva niet in wanneer u zwanger bent of borstvoeding geeft. Neem contact op
met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
U mag rijden en machines bedienen, omdat het te verwachten is dat Ibandroninezuur Teva geen of een
verwaarloosbare invloed zal hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om machines te bedienen.

Ibrandoninezuur Teva bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per filmomhulde tablet, dat wil zeggen dat het
in wezen `natriumvrij' is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

De aanbevolen dosis van Ibandroninezuur Teva is 1 tablet eens per maand.

Het innemen van uw maandelijkse tablet
Het is belangrijk dat u deze instructies nauwkeurig opvolgt. Zij zijn opgesteld om ervoor te zorgen dat
de tablet Ibandroninezuur Teva uw maag snel bereikt, waardoor de kans op irritatie afneemt.
-
Neem 1 Ibandroninezuur Teva 150 mg tablet eens per maand.

-
Kies een dag van de maand die gemakkelijk te onthouden is. U kunt bijvoorbeeld steeds
dezelfde datum kiezen (zoals de eerste dag van elke maand) of dezelfde dag (zoals de eerste
zondag van elke maand) om de tablet Ibandroninezuur Teva in te nemen. Kies een datum die het
beste bij uw routine past.
-
Neem de tablet Ibandroninezuur Teva in
ten minste 6 uur nadat u voor het laatst
iets gegeten
of gedronken heeft, anders dan water.
-
Neem de tablet Ibandroninezuur Teva
-
's ochtends na het opstaan en
-
voordat u iets eet of drinkt (op een nuchtere maag).
-
Neem uw tablet in met een vol glas water (ten minste 180 ml).
Neem uw tablet
niet in met water met een hoog gehalte aan calcium, vruchtensap of andere dranken.
Als er een vermoeden is van een mogelijk hoog gehalte aan calcium in het leidingwater (hard water),
wordt het aangeraden om water uit een fles met een laag gehalte aan mineralen te gebruiken.
-
Slik uw tablet heel door ­ niet erop kauwen, niet fijnmalen en niet laten smelten in uw mond.
-
Voor het volgende uur (60 minuten) nadat u uw tablet heeft ingenomen, geldt het volgende:
-
Ga niet liggen; als u niet rechtop blijft (staan of zitten), kan er wat van het geneesmiddel
teruglopen in uw slokdarm
-
Eet niets
-
Drink niets (behalve leidingwater als u dit nodig heeft)
-
Neem geen andere geneesmiddelen.
-
Nadat u een uur gewacht heeft, kunt u uw eerste eten of drinken van de dag gebruiken. Als u
eenmaal gegeten heeft, kunt u gaan liggen als u dat wilt en kunt u andere geneesmiddelen
innemen.

Ibandroninezuur Teva blijven gebruiken
Het is belangrijk dat u Ibandroninezuur Teva elke maand blijft gebruiken, zolang uw arts het u
voorschrijft. Nadat u 5 jaar Ibandroninezuur Teva heeft gebruikt, overleg dan met uw arts of het nodig
is om Ibandroninezuur Teva te blijven gebruiken.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per vergissing meer dan 1 tablet heeft ingenomen,
drink dan een vol glas melk en neem
onmiddellijk contact op met uw arts.

Probeer niet over te geven en ga niet liggen ­ dit kan ertoe leiden dat Ibandroninezuur Teva
slokdarmirritatie veroorzaakt.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u vergeet de tablet op de ochtend van de door u gekozen dag in te nemen,
neem dan geen
tablet later op deze dag, maar kijk op uw kalender om te zien wanneer uw volgende dosis
gepland staat.
·
Als u vergeten bent uw tablet in te nemen op de door u gekozen dag en indien de volgende
tablet binnen 1 tot 7 dagen ingenomen moet worden...


Neem nooit 2 Ibandroninezuur Teva-tabletten in dezelfde week. U dient te wachten tot het
moment dat u de volgende dosis zou innemen. Neem dan een tablet als gewoonlijk. Neem
vervolgens één tablet een keer per maand op de oorspronkelijk geplande dagen, zoals
aangegeven op uw kalender.
·
Als u vergeten bent uw tablet in te nemen op de door u gekozen dag en indien de volgende
dosis meer dan 7 dagen later ingenomen moet worden...
Neem 1 tablet de volgende morgen, na de dag dat u er weer aan denkt. Neem vervolgens
één tablet per maand op de oorspronkelijk geplande dagen, zoals aangegeven op uw kalender.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.

Neem direct contact op met een verpleegkundige of een arts wanneer u last krijgt van de
volgende bijwerkingen - mogelijk heeft u met spoed medische behandeling nodig:

Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 personen):
·
hevige pijn op de borst, ernstige pijn na het doorslikken van eten of drinken, ernstige
misselijkheid of braken, moeilijkheden bij het slikken. U kunt een ernstige ontsteking van uw
slokdarm hebben, mogelijk met een zweer of een vernauwing van de keel/slokdarm

Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 personen):
·
jeuk, zwelling van uw gezicht, lippen, tong en keel, met moeilijkheden bij het ademhalen.
·
aanhoudende oogpijn en oogontsteking
·
pijn, zwakte of een onprettig gevoel in uw dij, heup of lies, die u niet eerder had. U heeft
mogelijk vroege verschijnselen van een mogelijke, ongebruikelijke breuk van uw dijbeen

Zeer zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 personen):
·
pijn of een zweer in uw mond of kaak. U heeft mogelijk vroege verschijnselen van ernstige
kaakproblemen (necrose [dood botweefsel] in het kaakbot)
·
neem contact op met uw arts als u oorpijn, uitscheiding uit het oor en/of een oorinfectie heeft.
Dit kunnen tekenen van botschade in het oor zijn
·
Ernstige, mogelijk levensbedreigende, allergische reactie
·
ernstige huidreacties.

Andere mogelijke bijwerkingen

Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 personen):
·
hoofdpijn
·
brandend maagzuur, ongemak bij het slikken, maag- of buikpijn (kan veroorzaakt zijn door een
ontsteking van de maag), problemen met de spijsvertering, misselijkheid, diarree (dunne
ontlasting) of verstopping
·
spierkrampen, stijfheid van uw gewrichten en ledematen
·
griepachtige verschijnselen, waaronder koorts, trillen en rillingen, zich ongemakkelijk voelen,
botpijn en pijnlijke spieren en gewrichten. Vertel het een verpleegkundige of arts indien u last
krijgt van bijwerkingen of deze bijwerkingen langer dan een paar dagen aanhouden
huiduitslag.

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 personen):
· duizeligheid
· winderigheid (winderigheid, opgeblazen gevoel)
·
rugpijn
·
zich vermoeid en uitgeput voelen
·
astma-aanvallen.

Zelden
voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 1000 personen):
·
ontsteking van de twaalfvingerige darm (eerste deel van de darm), die maagpijn veroorzaakt
·
netelroos.

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de
buitenverpakkingdoos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
·
De werkzame stof in dit middel is ibandroninezuur.
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg ibandroninezuur (als natrium monohydraat).
·
De andere stoffen in dit middel zijn:
tabletkern: microkristallijne cellulose, povidon K-30, crospovidon (type A), colloïdaal watervrij
siliciumdioxide, stearinezuur
tabletomhulling: titaniumdioxide (E171), hypromellose, macrogol 400, polysorbaat 80.

Hoe ziet Ibandroninezuur
Teva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
De filmomhulde tabletten Ibandroninezuur Teva zijn wit, biconvex, capsulevormig, bedrukt met
'I150' aan de ene zijde en blanco aan de andere zijde.
Ibandroninezuur Teva is verpakt in blisters (PVC/Aclar/PVC-Aluminium) in doosjes met 1 of 3
tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland

Fabrikant:
Teva Pharmaceutical Works Private Limited Company
Pallagi út 13,
4042 Debrecen
Hongarije
Pharmachemie BV
Swensweg 5,
2031 GA Haarlem
Nederland
Teva Czech Industries s.r.o.
Ostravska 29/305, 747 70
Opava-Komarov
Tsjechische Republiek
Teva Operations Poland Sp.z o.o
ul. Mogilska 80
31-546 Krakow
Polen
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
UAB Teva Baltics
Tél/Tel: +32 38207373
Tel: +370 52660203


Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Te: +359 24899585
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 38207373

Ceská republika
Magyarország
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +420 251007111
Tel: +36 12886400

Danmark
Malta
Teva Denmark A/S
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tlf: +45 44985511
L-Irlanda

Tel: +44 2075407117

Deutschland
Nederland
TEVA GmbH
Teva Nederland B.V.
Tel: +49 73140208
Tel: +31 8000228400

Eesti
Norge
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Teva Norway AS
Tel: +372 6610801
Tlf: +47 66775590


Österreich
Specifar A.B.E.E.
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
: +30 2118805000
Tel: +43 1970070

España
Polska
Teva Pharma, S.L.U.
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 913873280
Tel: +48 223459300

France
Portugal
Teva Santé
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tél: +33 155917800
Tel: +351 214767550


Hrvatska
România
Pliva Hrvatska d.o.o.
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +385 13720000
Tel: +40 212306524

Ireland
Slovenija
Teva Pharmaceuticals Ireland
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +44 2075407117
Tel: +386 15890390

Ísland
Slovenská republika
Teva Pharma Iceland ehf.
TEVA Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Sími: +354 5503300
Tel: +421 257267911


Italia
Suomi/Finland
Teva Italia S.r.l.
Teva Finland Oy
Tel: +39 028917981
Puh/Tel: +358 201805900



Sverige
Specifar A.B.E.E.
Teva Sweden AB
Tel: +46 42121100
: +30 2118805000

Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
UAB Teva Baltics filile Latvij
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +371 67323666
Ireland
Tel: +44 2075407117

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 12/2014.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? Ibandronic Acid Teva 150 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Ibandronic Acid Teva 150 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Ibandronic Acid Teva 150 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG