Emtriva 200 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Emtriva 200 mg harde capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke harde capsule bevat 200 mg emtricitabine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule.
Elke capsule bestaat uit een ondoorzichtig wit onderste deel en een ondoorzichtig lichtblauw bovenste
deel en heeft een afmeting van 19,4 mm x 6,9 mm. Elke capsule is bedrukt met “200 mg” op het
bovenste deel en “GILEAD” en [Gilead logo] op het onderste deel in zwarte inkt.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Emtriva is geïndiceerd in combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen voor de behandeling
van met het humaan immunodeficiëntievirus type 1 (HIV-1) geïnfecteerde volwassenen en kinderen in
de leeftijd van 4 maanden en ouder.
Deze indicatie is gebaseerd op onderzoeken bij nog niet eerder behandelde patiënten en reeds eerder
behandelde patiënten bij wie het virus onder stabiele controle is. Er is geen ervaring met het gebruik
van Emtriva bij patiënten bij wie het huidige regime niet aanslaat of bij wie meerdere regimes niet
aangeslagen zijn (zie rubriek 5.1).
Bij het beslissen over een nieuw regime voor patiënten bij wie een antiretroviraal regime niet is
aangeslagen, dient men de mutatiepatronen toegekend aan verschillende geneesmiddelen en de
behandelingsanamnese van de individuele patiënt zorgvuldig in acht te nemen. Indien mogelijk kan
het testen op resistentie aangewezen zijn.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De therapie moet worden gestart door een arts met ervaring in de behandeling van HIV-infecties.
Dosering
Emtriva 200 mg harde capsules kunnen met of zonder voedsel ingenomen worden.
Volwassenen:
De aanbevolen dosis Emtriva is 200 mg (één harde capsule), eenmaal daags oraal in te
nemen.
Wanneer een patiënt een dosis Emtriva heeft overgeslagen en dit binnen 12 uur na het gebruikelijke
tijdstip van innemen bemerkt, moet de patiënt Emtriva zo snel mogelijk met of zonder voedsel
innemen en doorgaan met zijn/haar normale doseringsschema. Wanneer een patiënt een dosis Emtriva
heeft overgeslagen en dit later dan 12 uur na het gebruikelijke tijdstip van innemen bemerkt en het
bijna tijd is voor zijn/haar volgende dosis, mag de patiënt de overgeslagen dosis niet meer innemen en
moet hij/zij gewoon doorgaan met het gebruikelijke doseringsschema.
2
Wanneer de patiënt binnen 1 uur na het innemen van Emtriva overgeeft, moet hij/zij een nieuwe dosis
innemen. Wanneer de patiënt na meer dan 1 uur na het innemen van Emtriva overgeeft, hoeft hij/zij
geen nieuwe dosis in te nemen.
Speciale patiëntgroepen
Ouderen:
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid bij patiënten ouder
dan 65 jaar. Een aanpassing van de aanbevolen dagdosis voor volwassenen is echter naar alle
waarschijnlijkheid niet noodzakelijk tenzij er tekenen van nierinsufficiëntie optreden.
Nierinsufficiëntie:
Emtricitabine wordt via de nieren uitgescheiden en de blootstelling aan
emtricitabine neemt aanzienlijk toe bij patiënten met nierinsufficiëntie (zie rubriek 5.2). Aanpassing
van de dosis of van het doseringsinterval is nodig bij alle patiënten met een creatinineklaring
< 30 ml/min (zie rubriek 4.4).
Tabel 1 hieronder bevat richtlijnen voor de aanpassing van het doseringsinterval voor de 200 mg harde
capsules afhankelijk van de mate van nierinsufficiëntie. De veiligheid en werkzaamheid van de
aanpassing van het doseringsinterval naar om de 72 of 96 uur bij patiënten met een creatinineklaring
< 30 ml/min zijn niet klinisch geëvalueerd. De klinische respons op de behandeling en de nierfunctie
dienen daarom nauwlettend geobserveerd te worden bij deze patiënten (zie rubriek 4.4).
Patiënten met nierinsufficiëntie kunnen ook behandeld worden met Emtriva 10 mg/ml drank om voor
een verlaagde dagdosis emtricitabine te zorgen. Raadpleeg de Samenvatting van de productkenmerken
voor Emtriva 10 mg/ml drank.
Tabel 1: Richtlijnen voor het doseringsinterval voor de 200 mg harde capsules aangepast op
geleide van de creatinineklaring
30
Aanbevolen
doseringsinterval voor
200 mg harde capsules
Eén harde capsule
(200 mg) om de 24 uur
Creatinineklaring (ml/min)
15-29
< 15 (functioneel nierloos
met noodzaak van
periodieke hemodialyse)*
Eén harde capsule
Eén harde capsule (200 mg)
(200 mg) om de 72 uur
om de 96 uur
* Er is uitgegaan van drie hemodialysesessies per week, elk met een duur van 3 uur en beginnend ten minste 12 uur na
toediening van de laatste dosis emtricitabine.
Patiënten met terminale nieraandoening
(End Stage Renal Disease, ESRD)
die worden behandeld met
andere vormen van dialyse zoals ambulante peritoneale dialyse zijn niet onderzocht en er kunnen geen
dosisaanbevelingen gedaan worden.
Leverinsufficiëntie:
Er zijn geen gegevens beschikbaar op basis waarvan een dosisaanbeveling gedaan
kan worden voor patiënten met leverinsufficiëntie. Op grond van de minimale metabolisering van
emtricitabine en de renale eliminatieroute is het echter onwaarschijnlijk dat een dosisaanpassing bij
patiënten met leverinsufficiëntie noodzakelijk zou zijn (zie rubriek 5.2).
Als de behandeling met Emtriva wordt gestopt bij patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en
hepatitis B-virus (HBV), dienen deze patiënten nauwlettend te worden gecontroleerd op tekenen van
exacerbatie van hepatitis (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten:
De aanbevolen dosis Emtriva voor kinderen in de leeftijd van 4 maanden en
ouder en adolescenten tot en met 18 jaar met een gewicht van ten minste 33 kg die in staat zijn harde
capsules te slikken, is 200 mg (één harde capsule), eenmaal daags oraal in te nemen.
Er zijn geen gegevens met betrekking tot de werkzaamheid en slechts zeer beperkte gegevens met
betrekking tot de veiligheid van emtricitabine bij zuigelingen jonger dan 4 maanden. Daarom wordt
Emtriva niet aangeraden voor gebruik bij zuigelingen die jonger zijn dan 4 maanden (zie voor
farmacokinetische gegevens voor deze leeftijdscategorie rubriek 5.2).
3
Er zijn geen gegevens beschikbaar op basis waarvan een dosisaanbeveling gedaan kan worden voor
pediatrische patiënten met nierinsufficiëntie.
Wijze van toediening
Emtriva 200 mg harde capsules dienen eenmaal daags, oraal, met of zonder voedsel te worden
ingenomen.
Emtriva is ook verkrijgbaar als een 10 mg/ml drank voor gebruik bij zuigelingen in de leeftijd van
4 maanden en ouder, bij kinderen en patiënten die geen harde capsules kunnen slikken en bij patiënten
met nierinsufficiëntie. Raadpleeg de Samenvatting van de productkenmerken voor Emtriva 10 mg/ml
drank. Aangezien er tussen de presentatievormen van de harde capsule en de drank een verschil in de
biobeschikbaarheid van emtricitabine bestaat, leidt 240 mg emtricitabine toegediend als drank naar
alle waarschijnlijkheid tot vergelijkbare plasmaconcentraties als die waargenomen na toediening van
één harde capsule met 200 mg emtricitabine (zie rubriek 5.2).
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Algemeen
Emtricitabine wordt niet aanbevolen als monotherapie voor de behandeling van HIV-infecties. Het
moet gebruikt worden in combinatie met andere antiretrovirale middelen. Raadpleeg ook de
Samenvattingen van de productkenmerken van de andere in de combinatietherapie gebruikte
antiretrovirale geneesmiddelen.
Gelijktijdige toediening van andere geneesmiddelen
Emtriva dient niet te worden ingenomen met andere geneesmiddelen die emtricitabine bevatten of met
geneesmiddelen die lamivudine bevatten.
Opportunistische infecties
Patiënten die emtricitabine of een andere antiretrovirale therapie krijgen, kunnen opportunistische
infecties en andere complicaties van HIV-infecties blijven ontwikkelen en moeten derhalve onder
nauwlettende klinische observatie blijven van artsen met ervaring in de behandeling van patiënten met
HIV-geassocieerde aandoeningen.
HIV-transmissie
Hoewel bewezen is dat effectieve virale suppressie met antiretrovirale behandeling het risico van
seksuele overdracht substantieel vermindert, kan een nog aanwezig risico niet worden uitgesloten.
Voorzorgsmaatregelen om overdracht te voorkomen dienen te worden genomen in overeenstemming
met nationale richtlijnen.
Nierfunctie
Emtricitabine wordt voornamelijk via de nieren uitgescheiden door glomerulaire filtratie en actieve
tubulaire secretie. Emtricitabine-blootstelling kan aanzienlijk verhoogd zijn bij patiënten met ernstige
nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) die een dagelijkse dosis van 200 mg emtricitabine
als harde capsules of 240 mg als drank krijgen. Dientengevolge is een aanpassing van het
doseringsinterval (bij gebruik van Emtriva 200 mg harde capsules) of een verlaging van de dagdosis
emtricitabine (bij gebruik van Emtriva 10 mg/ml drank) nodig bij alle patiënten met een
creatinineklaring < 30 ml/min. De veiligheid en werkzaamheid van de in rubriek 4.2 gegeven
richtlijnen voor het aanpassen van het doseringsinterval zijn gebaseerd op farmacokinetische gegevens
en modellen op basis van een enkele dosis en zijn niet klinisch geëvalueerd. De klinische respons op
de behandeling en de nierfunctie dienen daarom nauwlettend geobserveerd te worden bij patiënten die
worden behandeld met emtricitabine met verlengde doseringsintervallen (zie rubrieken 4.2 en 5.2).
4
Voorzichtigheid dient te worden betracht bij gelijktijdige toediening van emtricitabine met
geneesmiddelen die worden uitgescheiden via actieve tubulaire secretie, aangezien deze gelijktijdige
toediening kan leiden tot een verhoging van serumconcentraties van óf emtricitabine óf een gelijktijdig
toegediend geneesmiddel als gevolg van competitie voor deze eliminatieweg (zie rubriek 4.5).
Gewicht en metabole parameters
Een gewichtstoename en een stijging van de serumlipiden- en bloedglucosespiegels kunnen tijdens
antiretrovirale behandeling optreden. Zulke veranderingen kunnen gedeeltelijk samenhangen met het
onder controle brengen van de ziekte en de levensstijl. Voor lipiden is er in sommige gevallen bewijs
voor een effect van de behandeling, terwijl er voor gewichtstoename geen sterk bewijs is dat het aan
een specifieke behandeling gerelateerd is. Voor het controleren van de serumlipiden en bloedglucose
wordt verwezen naar de vastgestelde HIV-behandelrichtlijnen. Lipidestoornissen moeten worden
behandeld waar dat klinisch aangewezen is.
Leverfunctie
Patiënten met een reeds bestaande leverdisfunctie, waaronder chronische actieve hepatitis, vertonen
vaker leverfunctie-afwijkingen tijdens gecombineerde antiretrovirale therapie (CART) en dienen
conform de standaardprocedures gecontroleerd te worden. Patiënten met chronische hepatitis-B- of
hepatitis-C-infectie die behandeld worden met CART, hebben een verhoogd risico op ernstige, en
mogelijk fatale, hepatische bijwerkingen. Raadpleeg bij gelijktijdige antivirale therapie voor
hepatitis B of C de betreffende Samenvatting van de productkenmerken voor deze geneesmiddelen.
Zijn er aanwijzingen voor exacerbaties van leverziekte bij dergelijke patiënten, dan moet onderbreken
of stoppen van de behandeling overwogen worden.
Patiënten met gelijktijdige infectie met HBV
Emtricitabine is
in vitro
werkzaam tegen HBV. Er zijn echter beperkte gegevens beschikbaar over de
werkzaamheid en veiligheid van emtricitabine (als een 200 mg harde capsule, eenmaal daags
toegediend) bij patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en HBV. Het gebruik van emtricitabine bij
patiënten met chronische HBV-infectie induceert hetzelfde mutatiepatroon in het YMDD-motief zoals
waargenomen bij lamivudinetherapie. De YMDD-mutatie veroorzaakt resistentie tegen zowel
emtricitabine als lamivudine.
Patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en HBV dienen gedurende ten minste enige maanden na
het stoppen van de behandeling met emtricitabine door middel van klinisch vervolgonderzoek en
laboratoriumonderzoek nauwlettend gecontroleerd te worden op tekenen van exacerbaties van
hepatitis. Dergelijke exacerbaties zijn waargenomen na het stoppen van de behandeling met
emtricitabine bij patiënten met HBV-infectie zonder gelijktijdige HIV-infectie en zijn voornamelijk
aangetoond door verhogingen van serum-alanineaminotransferase (serum-ALAT) naast opnieuw
verschijnen van HBV DNA. Bij sommige van deze patiënten was de reactivering van HBV
geassocieerd met ernstigere leverziekte, waaronder decompensatie en leverfalen. Er zijn niet
voldoende aanwijzingen om te kunnen bepalen of het opnieuw starten met emtricitabine invloed heeft
op het verloop van exacerbaties van hepatitis die na het stoppen van de emtricitabinebehandeling
waren opgetreden. Bij patiënten met gevorderde leverziekte of cirrose wordt stoppen van de
behandeling afgeraden, omdat exacerbaties van hepatitis na het einde van de behandeling kunnen
leiden tot leverdecompensatie.
Mitochondriale disfunctie na blootstelling
in utero
Nucleos(t)ide-analogen kunnen een effect hebben op de mitochondriale functie in variabele gradaties,
hetgeen het meest uitgesproken is met stavudine, didanosine en zidovudine. Bij HIV-negatieve
zuigelingen die
in utero
en/of postnataal werden blootgesteld aan nucleoside-analogen, werd
mitochondriale disfunctie gerapporteerd; deze betroffen voornamelijk behandeling met schema’s die
zidovudine bevatten. De belangrijkste gerapporteerde bijwerkingen zijn hematologische aandoeningen
(anemie, neutropenie) en metabole stoornissen (hyperlactatemie, hyperlipasemie). Deze bijwerkingen
waren vaak van voorbijgaande aard. Laat intredende neurologische afwijkingen werden in zeldzame
gevallen gerapporteerd (hypertonie, convulsie, abnormaal gedrag). Of dergelijke neurologische
afwijkingen voorbijgaand of blijvend zijn, is momenteel niet bekend. Met deze bevindingen moet
5
rekening worden gehouden bij kinderen die
in utero
werden blootgesteld aan nucleos(t)ide-analogen
en die ernstige klinische bevindingen van onbekende etiologie vertonen, met name neurologische
bevindingen. Deze bevindingen hebben geen invloed op de huidige nationale aanbevelingen voor
antiretrovirale therapie bij zwangere vrouwen ter voorkoming van verticale overdracht van HIV.
Immuunreactiveringssyndroom
Bij met HIV geïnfecteerde patiënten die op het moment dat CART wordt gestart een ernstige
immuundeficiëntie hebben, kan zich een ontstekingsreactie op asymptomatische of nog aanwezige
opportunistische pathogenen voordoen, die tot ernstige klinische manifestaties of verergering van de
symptomen kan leiden. Dergelijke reacties zijn vooral in de eerste weken of maanden na het starten
van CART gezien. Relevante voorbeelden zijn onder andere cytomegalovirus retinitis,
gegeneraliseerde en/of focale mycobacteriële infecties en
Pneumocystis jirovecii
pneumonie. Alle
symptomen van de ontsteking moeten worden beoordeeld en zo nodig dient een behandeling te
worden ingesteld.
Van auto-immuunziekten (zoals de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) is ook gerapporteerd
dat ze in een setting van immuunreactivering kunnen optreden; de gerapporteerde tijd tot het begin van
de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het starten van de
behandeling optreden.
Osteonecrose
Hoewel men aanneemt dat bij de etiologie vele factoren een rol spelen (waaronder gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie, hoge Body Mass Index), zijn gevallen
van osteonecrose vooral gemeld bij patiënten met voortgeschreden HIV-infectie en/of langdurige
blootstelling aan CART. Patiënten moet worden aangeraden om een arts te raadplegen wanneer hun
gewrichten pijnlijk zijn of stijf worden of wanneer zij moeilijk kunnen bewegen.
Ouderen
Emtriva is niet bestudeerd bij patiënten ouder dan 65 jaar. Bij oudere patiënten is de kans op
verminderde nierfunctie groter. Daarom dient men voorzichtig te zijn bij de behandeling van oudere
patiënten met Emtriva.
Pediatrische patiënten
Naast de bijwerkingen die volwassenen ondervonden, traden in klinisch onderzoek waaraan
pediatrische HIV-patiënten deelnamen vaker anemie en huidverkleuring op (zie rubriek 4.8).
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
Emtricitabine had
in vitro
geen remmende werking op metabolisme gemedieerd door de volgende
humane CYP450-isoenzymen: 1A2, 2A6, 2B6, 2C9, 2C19, 2D6 en 3A4. Emtricitabine remde het voor
glucuronidatie verantwoordelijke enzym niet. Op basis van de resultaten van deze
in vitro
experimenten en de bekende eliminatiewegen van emtricitabine is het potentieel voor CYP450-
gemedieerde interacties van emtricitabine met andere geneesmiddelen laag.
Er zijn geen klinisch significante interacties bij gelijktijdige toediening van emtricitabine met
indinavir, zidovudine, stavudine, famciclovir of tenofovirdisoproxilfumaraat.
Emtricitabine wordt voornamelijk via glomerulaire filtratie en actieve tubulaire secretie uitgescheiden.
Behalve van famciclovir en tenofovirdisoproxilfumaraat, is het effect van gelijktijdige toediening van
emtricitabine met geneesmiddelen die via de renale eliminatieroute worden uitgescheiden, of andere
geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de nierfunctie beïnvloeden, niet geëvalueerd. Gelijktijdige
toediening van emtricitabine met geneesmiddelen die worden uitgescheiden via actieve tubulaire
secretie, kan resulteren in een verhoging van serumconcentraties van óf emtricitabine óf een
gelijktijdig toegediend geneesmiddel als gevolg van competitie voor deze eliminatieweg.
6
Er is tot nu toe geen klinische ervaring met gelijktijdige toediening van cytidine-analogen.
Dientengevolge kan het gebruik van emtricitabine in combinatie met lamivudine voor de behandeling
van HIV-infectie op dit moment niet worden aangeraden.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Een matige hoeveelheid gegevens over zwangere vrouwen (tussen 300 en 1.000
zwangerschapsuitkomsten) duidt erop dat emtricitabine niet tot afwijkingen leidt of foetaal/neonataal
toxisch is. De resultaten van dieronderzoek duiden niet op reproductietoxiciteit. Het gebruik van
emtricitabine tijdens de zwangerschap kan zo nodig worden overwogen.
Borstvoeding
Het is aangetoond dat emtricitabine in de moedermelk wordt uitgescheiden. Er is onvoldoende
informatie over de effecten van emtricitabine op pasgeborenen/zuigelingen. Derhalve mag Emtriva
niet worden gebruikt in de periode dat borstvoeding wordt gegeven.
Gewoonlijk is het raadzaam dat met HIV geïnfecteerde vrouwen hun baby in geen geval borstvoeding
geven, om het overdragen van HIV op de baby te voorkomen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het effect van emtricitabine bij mensen. De resultaten van
dieronderzoek duiden niet op schadelijke effecten van emtricitabine op de vruchtbaarheid.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Patiënten dienen echter ingelicht te worden over het feit, dat er melding is
gemaakt van duizeligheid tijdens behandeling met emtricitabine.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
In klinisch onderzoek bij met HIV geïnfecteerde volwassenen waren de meest voorkomende
bijwerkingen van emtricitabine diarree (14,0%), hoofdpijn (10,2%), verhoogd creatinekinase (10,2%)
en misselijkheid (10,0%). Naast de bijwerkingen die bij volwassenen werden gemeld, traden in
klinisch onderzoek waaraan pediatrische HIV-patiënten deelnamen vaker anemie (9,5%) en
huidverkleuring (31,8%) op.
Stoppen van de behandeling met Emtriva bij patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en HBV kan
gepaard gaan met ernstige acute exacerbaties van hepatitis (zie rubriek 4.4).
Samenvatting van de bijwerkingen in tabelvorm
De beoordeling van bijwerkingen uit de gegevens van klinisch onderzoek is gebaseerd op ervaring in
drie klinische onderzoeken bij volwassenen (n = 1.479) en drie pediatrische onderzoeken (n = 169). In
de onderzoeken bij volwassenen kregen 1.039 nog niet eerder behandelde en 440 eerder behandelde
patiënten emtricitabine (n = 814) of vergelijkend geneesmiddel (n = 665) gedurende 48 weken in
combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen.
De bijwerkingen die vermoedelijk (of ten minste mogelijk) verband houden met de behandeling bij
volwassenen op basis van ervaring uit klinisch onderzoek en tijdens postmarketinggebruik worden
hierna in tabel 2 genoemd per lichaamssysteem, orgaanklasse en frequentie. Binnen iedere
frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. De frequentie wordt
gedefinieerd als zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥
1/100, <
1/10) of soms (≥
1/1.000, < 1/100).
7
Tabel 2: Samenvatting in tabelvorm van de bijwerkingen die in verband gebracht worden met
emtricitabine op basis van ervaring uit klinisch onderzoek en tijdens postmarketinggebruik
Frequentie
Emtricitabine
Bloed- en lymfestelselaandoeningen:
Vaak:
neutropenie
Soms:
anemie
2
Immuunsysteemaandoeningen:
Vaak:
allergische reactie
Voedings- en stofwisselingsstoornissen:
Vaak:
hypertriglyceridemie, hyperglykemie
Psychische stoornissen:
Vaak:
slapeloosheid, abnormale dromen
Zenuwstelselaandoeningen:
Zeer vaak:
hoofdpijn
Vaak:
duizeligheid
Maagdarmstelselaandoeningen:
Zeer vaak:
diarree, misselijkheid
Vaak:
verhoogde amylasespiegels waaronder verhoogde pancreas-amylasespiegels, verhoogde
serumlipasespiegels, braken, abdominale pijn, dyspepsie
Lever- en galaandoeningen:
Vaak:
verhoogd aspartaataminotransferase (ASAT) in serum en/of verhoogd ALAT in serum,
hyperbilirubinemie
Huid- en onderhuidaandoeningen:
Vaak:
vesiculobulaire uitslag, pustuleuze uitslag, maculopapulaire uitslag, uitslag, jeuk,
urticaria, huidverkleuring (toegenomen pigmentatie)
1,2
Soms:
angio-oedeem
3
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen:
Zeer vaak:
verhoogd creatinekinase
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen:
Vaak:
pijn, asthenie
1
2
3
Zie rubriek 4.8,
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
voor meer informatie.
Bij toediening van emtricitabine aan pediatrische patiënten trad vaak anemie en zeer vaak huidverkleuring (toegenomen
pigmentatie) op (zie rubriek 4.8,
Pediatrische patiënten).
Deze bijwerking, die aan de hand van postmarketingbewaking werd geïdentificeerd, werd niet waargenomen in
gerandomiseerd gecontroleerd klinisch onderzoek bij volwassenen of klinisch onderzoek bij pediatrische HIV-patiënten
met emtricitabine. De frequentiecategorie ‘soms’ werd geschat aan de hand van een statistische berekening op basis van
het totale aantal patiënten dat in dit klinisch onderzoek werd blootgesteld aan emtricitabine (n = 1.563).
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Huidverkleuring (toegenomen pigmentatie):
De huidverkleuring, die als hyperpigmentatie
voornamelijk op de handpalmen en/of voetzolen zichtbaar is, was over het algemeen licht van aard,
asymptomatisch en van geringe klinische betekenis. Het mechanisme is onbekend.
Metabole parameters:
Het gewicht en de serumlipiden- en bloedglucosespiegels kunnen toenemen
tijdens antiretrovirale behandeling (zie rubriek 4.4).
Immuunreactiveringssyndroom:
Bij met HIV geïnfecteerde patiënten die op het moment dat CART
wordt gestart een ernstige immuundeficiëntie hebben, kan zich een ontstekingsreactie op
asymptomatische of nog aanwezige opportunistische infecties voordoen. Auto-immuunziekten (zoals
de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) zijn ook gerapporteerd; de gerapporteerde tijd tot het
begin van de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het starten van
de behandeling optreden (zie rubriek 4.4).
Osteonecrose:
Er zijn gevallen van osteonecrose gemeld, vooral bij patiënten met algemeen erkende
risicofactoren, voortgeschreden HIV-infectie of langdurige blootstelling aan CART. De frequentie
hiervan is onbekend (zie rubriek 4.4).
8
Pediatrische patiënten
De beoordeling van de bijwerkingen bij pediatrische patiënten aan de hand van de gegevens uit
klinisch onderzoek is gebaseerd op ervaring in drie pediatrische onderzoeken (n = 169) waarin nog
niet eerder behandelde (n = 123) en eerder behandelde (n = 46) pediatrische HIV-patiënten in de
leeftijd van 4 maanden tot 18 jaar werden behandeld met emtricitabine in combinatie met andere
antiretrovirale middelen.
Naast de bijwerkingen die bij volwassenen werden gemeld (zie rubriek 4.8,
Samenvatting van de
bijwerkingen in tabelvorm)
werden de volgende bijwerkingen vaker bij pediatrische patiënten
waargenomen: anemie trad vaak (9,5%) en huidverkleuring (toegenomen pigmentatie) zeer vaak
(31,8%) bij pediatrische patiënten op.
Andere speciale patiëntgroep(en)
Ouderen:
Emtriva is niet bestudeerd bij patiënten ouder dan 65 jaar. Bij oudere patiënten is de kans op
verminderde nierfunctie groter. Daarom dient men voorzichtig te zijn bij de behandeling van oudere
patiënten met Emtriva (zie rubriek 4.2).
Patiënten met nierfunctiestoornis:
Emtricitabine wordt via de nieren uitgescheiden en de blootstelling
aan emtricitabine neemt aanzienlijk toe bij patiënten met nierinsufficiëntie. Aanpassing van de dosis of
van het doseringsinterval is nodig bij alle patiënten met een creatinineklaring < 30 ml/min (zie
rubrieken 4.2, 4.4 en 5.2).
HIV-patiënten met gelijktijdige HBV-infectie:
Het bijwerkingenprofiel bij patiënten met gelijktijdige
HBV-infectie is gelijk aan het profiel dat waargenomen wordt bij patiënten met HIV-infectie zonder
gelijktijdige HBV-infectie. Zoals echter te verwachten was bij deze patiëntengroep, kwamen
verhogingen in ASAT- en ALAT-spiegels vaker voor dan bij de algemene met HIV geïnfecteerde
groep.
Exacerbaties van hepatitis na stopzetting van de behandeling:
Bij HIV-patiënten met gelijktijdige
HBV-infectie kunnen na het stoppen met de behandeling exacerbaties van hepatitis optreden (zie
rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Toediening van max. 1.200 mg emtricitabine ging gepaard met de bovenvermelde bijwerkingen (zie
rubriek 4.8).
Bij een overdosis moet de patiënt op tekenen van toxiciteit gecontroleerd worden en waar nodig
ondersteunende standaardbehandeling toegepast worden.
Max. 30% van de dosis emtricitabine kan verwijderd worden door middel van hemodialyse. Het is niet
bekend of emtricitabine verwijderd kan worden door middel van peritoneale dialyse.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Nucleoside en nucleotide reverse transcriptase-remmers, ATC-code:
J05AF09
9
Werkingsmechanisme en farmacodynamische effecten
Emtricitabine is een synthetisch nucleoside-analoog van cytidine en werkt specifiek tegen HIV-1,
HIV-2 en HBV.
Emtricitabine wordt gefosforyleerd door cellulaire enzymen om zo emtricitabine 5’-trifosfaat te
vormen, dat de HIV-1 reverse transcriptase competitief remt, wat DNA-keten-terminatie tot gevolg
heeft. Emtricitabine is een zwakke remmer van DNA-polymerases
α, β en ε en mitochondriale DNA-
polymerase
γ bij zoogdieren.
Emtricitabine vertoonde
in vitro
geen cytotoxiciteit voor perifere mononucleaire bloedcellen
(PBMC’s), conventionele lymfocyt- en monocyt-macrofaagcellijnen of beenmergstamcellen. Noch
in vitro
noch
in vivo
was er bewijs van toxiciteit voor mitochondria.
Antivirale werking in vitro:
De emtricitabineconcentratie voor 50% remming (IC
50
) tegen
laboratoriumisolaten en klinische isolaten van HIV-1 lag tussen 0,0013 en 0,5 µmol/l. In
combinatiestudies van emtricitabine met proteaseremmers (PI’s), nucleoside-, nucleotide- en
non-nucleoside-analoogremmers van HIV reverse transcriptase werden additieve tot synergistische
effecten waargenomen. De meeste van deze combinaties zijn niet bij mensen onderzocht.
Bij het testen op activiteit tegen laboratoriumstammen van HBV lag de IC
50
voor emtricitabine tussen
0,01 en 0,04 µmol/l.
Resistentie:
Resistentie van HIV-1 tegen emtricitabine ontwikkelt zich als het gevolg van
veranderingen bij codon 184 van de HIV reverse transcriptase, waardoor de methionine wordt
vervangen door een valine (een isoleucine-intermediair is ook waargenomen). Deze HIV-1-mutatie
werd
in vitro
en bij met HIV-1 geïnfecteerde patiënten waargenomen.
Emtricitabine-resistente virussen waren kruisresistent tegen lamivudine, maar bleven hun gevoeligheid
voor andere nucleoside reverse transcriptase-remmers (NRTI’s) (zidovudine, stavudine, tenofovir,
abacavir en didanosine), alle non-nucleoside reverse transcriptase-remmers (NNRTI’s) en alle PI’s
behouden. Virussen die resistent zijn tegen zidovudine, didanosine en NNRTI’s bleven hun
gevoeligheid voor emtricitabine (IC
50
= 0,002 µmol/l tot 0,08 µmol/l) behouden.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van emtricitabine in combinatie met andere antiretrovirale middelen, waaronder
nucleoside-analogen, non-nucleoside-analogen en PI’s, is aangetoond bij de behandeling van
HIV-infectie bij nog niet eerder behandelde patiënten en reeds eerder behandelde patiënten bij wie het
virus onder stabiele controle is. Er is geen ervaring met het gebruik van emtricitabine bij patiënten bij
wie het huidige regime niet aanslaat of bij wie meerdere regimes niet aangeslagen zijn.
Bij volwassenen die nog niet eerder een antiretrovirale behandeling kregen, werkte emtricitabine
significant beter dan stavudine wanneer beide geneesmiddelen in combinatie met didanosine en
efavirenz ingenomen werden gedurende een 48 weken durende behandeling. Fenotypische analyse liet
geen significante veranderingen zien in gevoeligheid voor emtricitabine, tenzij de M184V/I-mutatie
zich ontwikkeld had.
Bij virologisch stabiele reeds eerder behandelde volwassenen werd aangetoond dat emtricitabine, in
combinatie met een NRTI (óf stavudine óf zidovudine) en een PI of een NNRTI geen mindere
resultaten boekte dan lamivudine wat het aandeel van responders (< 400 kopieën/ml) gedurende
48 weken betreft (77% voor emtricitabine, 82% voor lamivudine). In een tweede onderzoek werden
bovendien reeds eerder behandelde volwassenen op een stabiel op PI gebaseerd HAART-regime (hoog
actief antiretroviraal therapieregime) gerandomiseerd op een eenmaal-daags-regime dat emtricitabine
bevatte, of gingen door met hun PI-HAART-regime. Na een behandeling van 48 weken liet het regime
dat emtricitabine bevatte, een equivalent aandeel van de patiënten met HIV RNA < 400 kopieën/ml
(94% voor emtricitabine
versus
92%) en een groter aandeel van de patiënten met HIV RNA
< 50 kopieën/ml (95% voor emtricitabine
versus
87%) zien in vergelijking met de patiënten die
doorgingen met hun PI-HAART-regime.
10
Pediatrische patiënten
Bij zuigelingen en kinderen ouder dan 4 maanden bereikte of behield de meerderheid van de patiënten
complete suppressie van plasma HIV-1 RNA gedurende 48 weken (89% bereikte
400 kopieën/ml en
77% bereikte
50 kopieën/ml).
Er is geen klinische ervaring met het gebruik van emtricitabine bij zuigelingen jonger dan 4 maanden.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Emtricitabine wordt snel en extensief geabsorbeerd na orale toediening met piek-plasmaconcentraties
die 1 tot 2 uur na de dosis optreden. Bij 20 met HIV geïnfecteerde patiënten die dagelijks 200 mg
emtricitabine als harde capsules kregen, waren de
steady-state
piek-plasmaconcentraties van
emtricitabine (C
max
), de dalconcentraties (C
min
) en het gebied onder de plasmaconcentratie-tijdcurve
gedurende een 24-uur doseringsinterval (AUC) respectievelijk 1,8 ± 0,7 µg/ml, 0,09 ± 0,07 µg/ml en
10,0 ± 3,1 µg·uur/ml. De
steady-state
dal-plasmaconcentraties bereikten waarden die ca. 4 keer hoger
lagen dan de
in vitro
IC
90
-waarden voor anti-HIV-activiteit.
De absolute biobeschikbaarheid van emtricitabine uit Emtriva 200 mg harde capsules werd geschat op
93% en de absolute biobeschikbaarheid uit de Emtriva 10 mg/ml drank werd geschat op 75%.
In een pilotonderzoek bij kinderen en een definitief bio-equivalentie-onderzoek bij volwassenen werd
aangetoond dat de Emtriva 10 mg/ml drank ca. 80% van de biobeschikbaarheid van de Emtriva
200 mg harde capsules had. De reden voor dit verschil is niet bekend. Wegens dit verschil in
biobeschikbaarheid zou 240 mg emtricitabine toegediend als drank moeten zorgen voor vergelijkbare
plasmaconcentraties zoals deze waargenomen worden na toediening van één 200 mg emtricitabine
harde capsule. Daarom kunnen kinderen die ten minste 33 kg wegen, óf dagelijks één 200 mg harde
capsule óf eenmaal daags de drank tot een maximum dosis van 240 mg (24 ml) innemen.
Toediening van Emtriva 200 mg harde capsules met een vetrijke maaltijd of toediening van Emtriva
10 mg/ml drank met een vetarme of vetrijke maaltijd had geen effect op de systemische blootstelling
(AUC
0-∞
) van emtricitabine; daarom kunnen Emtriva 200 mg harde capsules en Emtriva 10 mg/ml
drank met of zonder voedsel toegediend worden.
Distributie
In vitro
binding van emtricitabine aan humane plasmaproteïnen was < 4% en onafhankelijk van de
concentratie tussen 0,02 en 200 µg/ml. De gemiddelde verhouding van plasma- tot bloedconcentratie
was ca. 1,0 en de gemiddelde verhouding van sperma- tot plasmaconcentratie was ca. 4,0.
Het schijnbare volume van verdeling na intraveneuze toediening van emtricitabine was 1,4 ± 0,3 l/kg,
wat erop wijst dat emtricitabine uitgebreid verdeeld wordt over het gehele lichaam in zowel
intracellulaire als extracellulaire compartimenten.
Biotransformatie
Emtricitabine wordt in beperkte mate gemetaboliseerd. De biotransformatie van emtricitabine omvat
oxidatie van de thiolgroep tot de 3’-sulfoxide diastereomeren (ca. 9% van de dosis) en conjugatie met
glucuronzuur tot het 2’-O-glucuronide (ca. 4% van de dosis).
Emtricitabine had geen remmende werking op
in vitro
geneesmiddelmetabolisme gemedieerd door de
volgende humane CYP450-isoenzymen: 1A2, 2A6, 2B6, 2C9, 2C19, 2D6 en 3A4.
Emtricitabine had ook geen remmende werking op uridine-5’-difosfoglucuronyltransferase, het enzym
dat verantwoordelijk is voor glucuronidatie.
11
Eliminatie
Emtricitabine wordt voornamelijk uitgescheiden door de nieren, waarbij de dosis volledig wordt
teruggevonden in urine (ca. 86%) en faeces (ca. 14%). Dertien procent van de dosis emtricitabine werd
teruggevonden in de urine in de vorm van drie metabolieten. De systemische klaring van emtricitabine
bedroeg gemiddeld 307 ml/min (4,03 ml/min/kg). Na orale toediening is de eliminatiehalfwaardetijd
van emtricitabine ca. 10 uur.
Lineariteit/non-lineariteit
De farmacokinetiek van emtricitabine is proportioneel ten opzichte van de dosis over het dosisbereik
van 25 tot 200 mg na eenmalige of herhaalde toediening.
Intracellulaire farmacokinetiek:
In een klinisch onderzoek was de intracellulaire halfwaardetijd van
emtricitabine-trifosfaat in PBMC’s 39 uur. Intracellulaire trifosfaatwaarden namen toe met de dosis,
maar bereikten een plateau bij doses van 200 mg of hoger.
Volwassenen met nierinsufficiëntie
Farmacokinetische parameters werden vastgesteld na toediening van één enkele dosis 200 mg
emtricitabine harde capsules aan 30 niet met HIV geïnfecteerde proefpersonen met nierinsufficiëntie
in diverse gradaties. De proefpersonen werden ingedeeld volgens de uitgangswaarde van de
creatinineklaring (> 80 ml/min als normale functie; 50-80 ml/min als milde stoornis; 30-49 ml/min als
matige stoornis; < 30 ml/min als ernstige stoornis; < 15 ml/min als functioneel nierloos met noodzaak
van hemodialyse).
De systemische emtricitabine-blootstelling (gemiddelde ± standaardafwijking) nam toe van
11,8 ± 2,9 µg·uur/ml bij personen met normale nierfunctie tot respectievelijk 19,9 ± 1,1 µg·uur/ml,
25,0 ± 5,7 µg·uur/ml en 34,0 ± 2,1 µg·uur/ml bij patiënten met milde, matige en ernstige
nierfunctiestoornis.
Bij patiënten met ESRD die hemodialyse nodig hebben, werd ca. 30% van de dosis emtricitabine
teruggevonden in het dialysaat tijdens een 3 uur durende dialyseperiode die binnen 1,5 uur na
toediening van de dosis emtricitabine was gestart (bloedstroomsnelheid van 400 ml/min en
dialysaatstroomsnelheid van ca. 600 ml/min).
Leverinsufficiëntie
De farmacokinetiek van emtricitabine is niet onderzocht bij niet met HBV geïnfecteerde personen met
leverinsufficiëntie in diverse gradaties. Over het algemeen was de farmacokinetiek van emtricitabine
bij met HBV geïnfecteerde patiënten gelijk aan die bij gezonde proefpersonen en bij met HIV
geïnfecteerde patiënten.
Leeftijd
Er zijn geen farmacokinetische gegevens beschikbaar voor ouderen (ouder dan 65 jaar).
Geslacht
Alhoewel de gemiddelde C
max
en C
min
ca. 20% hoger waren en de gemiddelde AUC 16% hoger was bij
vrouwen in vergelijking met mannen, werd dit verschil niet als klinisch relevant beschouwd.
Etniciteit
Er is geen klinisch belangrijk farmacokinetisch verschil met betrekking tot etniciteit vastgesteld.
Pediatrische patiënten
Over het algemeen is de farmacokinetiek van emtricitabine bij zuigelingen, kinderen en adolescenten
(in de leeftijd van 4 maanden tot 18 jaar) gelijk aan die waargenomen bij volwassenen.
De gemiddelde AUC bij 77 zuigelingen, kinderen en adolescenten die eenmaal daags 6 mg/kg
emtricitabine als drank of eenmaal daags 200 mg emtricitabine als harde capsules toegediend kregen,
was vergelijkbaar met de gemiddelde AUC van 10,0 µg·uur/ml bij 20 volwassenen die 200 mg harde
capsules eenmaal daags toegediend kregen.
12
In een open-label, niet-vergelijkend onderzoek werden farmacokinetische gegevens verzameld van
20 pasgeborenen van met HIV geïnfecteerde moeders die in de periode tussen de eerste levensweek en
een leeftijd van 3 maanden twee vierdaagse kuren met emtricitabine drank hadden gekregen met een
dosis van eenmaal per dag 3 mg/kg. Deze dosis is de helft van de toegelaten dosis voor zuigelingen
van 4 maanden en ouder (6 mg/kg). De schijnbare totale
steady-state
lichaamsklaring (CL/F) steeg in
deze periode van 3 maanden met de leeftijd, waarbij de AUC overeenkomstig daalde. De
plasmablootstelling aan emtricitabine (AUC) bij zuigelingen met een leeftijd tot 3 maanden die
eenmaal per dag 3 mg/kg emtricitabine kregen, was vergelijkbaar met de blootstelling die werd
waargenomen bij met HIV geïnfecteerde volwassenen en kinderen van 4 maanden en ouder die
dagelijkse doses van 6 mg/kg kregen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens over emtricitabine duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze
gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie,
toxiciteit bij herhaalde dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel en reproductie- en
ontwikkelingstoxiciteit.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Inhoud capsule
Crospovidon
Magnesiumstearaat (E572)
Microkristallijne cellulose (E460)
Povidon (E1201)
Capsulehuls
Gelatine
Indigotine (E132)
Titaniumdioxide (E171)
Drukinkt
Zwart ijzeroxide (E172)
Schellak (E904)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Fles van hoge-dichtheid-polyethyleen (HDPE) met een kindveilige sluiting van polypropyleen, met
30 harde capsules.
13
Blisterverpakkingen van polychlorotrifluoroethyleen (PCTFE)/polyethyleen (PE)/
polyvinylchloride (PVC)/aluminium. Elke blisterverpakking bevat 30 harde capsules.
Verpakkingsgrootte: 30 harde capsules.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/03/261/001
EU/1/03/261/002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 24 oktober 2003
Datum van laatste verlenging: 22 september 2008
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
14
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Emtriva 10 mg/ml drank
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke ml Emtriva drank bevat 10 mg emtricitabine.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke dosis (24 ml) bevat 36 mg methylparahydroxybenzoaat (E218), 3,6 mg
propylparahydroxybenzoaat (E216), 1,2 mg sunset geel (E110), 480 mg propyleenglycol en heeft een
natriumgehalte van 36 mg.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Drank.
De heldere drank is oranje tot donkeroranje.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Emtriva is geïndiceerd in combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen voor de behandeling
van met het humaan immunodeficiëntievirus type 1 (HIV-1) geïnfecteerde volwassenen en kinderen in
de leeftijd van 4 maanden en ouder.
Deze indicatie is gebaseerd op onderzoeken bij nog niet eerder behandelde patiënten en reeds eerder
behandelde patiënten bij wie het virus onder stabiele controle is. Er is geen ervaring met het gebruik
van Emtriva bij patiënten bij wie het huidige regime niet aanslaat of bij wie meerdere regimes niet
aangeslagen zijn (zie rubriek 5.1).
Bij het beslissen over een nieuw regime voor patiënten bij wie een antiretroviraal regime niet is
aangeslagen, dient men de mutatiepatronen toegekend aan verschillende geneesmiddelen en de
behandelingsanamnese van de individuele patiënt zorgvuldig in acht te nemen. Indien mogelijk kan
het testen op resistentie aangewezen zijn.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De therapie moet worden gestart door een arts met ervaring in de behandeling van HIV-infecties.
Dosering
Emtriva 10 mg/ml drank kan met of zonder voedsel ingenomen worden. Een maatbekertje is
bijgesloten (zie rubriek 6.5).
Volwassenen:
De aanbevolen dosis Emtriva 10 mg/ml drank is eenmaal daags 240 mg (24 ml).
Wanneer een patiënt een dosis Emtriva heeft overgeslagen en dit binnen 12 uur na het gebruikelijke
tijdstip van innemen bemerkt, moet de patiënt Emtriva zo snel mogelijk met of zonder voedsel
innemen en doorgaan met zijn/haar normale doseringsschema. Wanneer een patiënt een dosis Emtriva
15
heeft overgeslagen en dit later dan 12 uur na het gebruikelijke tijdstip van innemen bemerkt en het
bijna tijd is voor zijn/haar volgende dosis, mag de patiënt de overgeslagen dosis niet meer innemen en
moet hij/zij gewoon doorgaan met het gebruikelijke doseringsschema.
Wanneer de patiënt binnen 1 uur na het innemen van Emtriva overgeeft, moet hij/zij een nieuwe dosis
innemen. Wanneer de patiënt na meer dan 1 uur na het innemen van Emtriva overgeeft, hoeft hij/zij
geen nieuwe dosis in te nemen.
Emtriva 200 mg harde capsules zijn beschikbaar voor volwassenen, adolescenten en kinderen die ten
minste 33 kg wegen en harde capsules kunnen slikken. Raadpleeg de Samenvatting van de
productkenmerken voor Emtriva 200 mg harde capsules. Aangezien er tussen de presentatievormen
van de harde capsule en de drank een verschil in de biobeschikbaarheid van emtricitabine bestaat, leidt
240 mg emtricitabine toegediend als drank (24 ml) naar alle waarschijnlijkheid tot vergelijkbare
plasmaconcentraties als die waargenomen na toediening van één harde capsule met 200 mg
emtricitabine (zie rubriek 5.2).
Speciale patiëntgroepen
Ouderen:
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid bij patiënten ouder
dan 65 jaar. Een aanpassing van de aanbevolen dagdosis voor volwassenen is echter naar alle
waarschijnlijkheid niet noodzakelijk tenzij er tekenen van nierinsufficiëntie optreden.
Nierinsufficiëntie:
Emtricitabine wordt via de nieren uitgescheiden en de blootstelling aan
emtricitabine neemt aanzienlijk toe bij patiënten met nierinsufficiëntie (zie rubriek 5.2). Aanpassing
van de dosis of van het doseringsinterval is nodig bij alle patiënten met een creatinineklaring
< 30 ml/min (zie rubriek 4.4).
Tabel 1 hieronder bevat dagdoses voor Emtriva 10 mg/ml drank afhankelijk van de mate van
nierinsufficiëntie. De veiligheid en werkzaamheid van deze doses zijn niet klinisch geëvalueerd. De
klinische respons op de behandeling en de nierfunctie dienen daarom nauwlettend geobserveerd te
worden bij deze patiënten (zie rubriek 4.4).
Patiënten met nierinsufficiëntie kunnen onder wijziging van het doseringsinterval ook behandeld
worden met Emtriva 200 mg harde capsules. Raadpleeg de Samenvatting van de productkenmerken
voor Emtriva 200 mg harde capsules.
Tabel 1: Dagdoses Emtriva 10 mg/ml drank aangepast op geleide van de creatinineklaring
30
Aanbevolen dosis
Emtriva 10 mg/ml
drank om de 24 uur
240 mg
(24 ml)
Creatinineklaring (ml/min)
15-29
< 15 (functioneel nierloos met
noodzaak van periodieke
hemodialyse)*
80 mg
60 mg
(8 ml)
(6 ml)
* Er is uitgegaan van drie hemodialysesessies per week, elk met een duur van 3 uur en beginnend ten minste 12 uur na
toediening van de laatste dosis emtricitabine.
Patiënten met terminale nieraandoening
(End Stage Renal Disease, ESRD)
die worden behandeld met
andere vormen van dialyse zoals ambulante peritoneale dialyse zijn niet onderzocht en er kunnen geen
dosisaanbevelingen gedaan worden.
Leverinsufficiëntie:
Er zijn geen gegevens beschikbaar op basis waarvan een dosisaanbeveling gedaan
kan worden voor patiënten met leverinsufficiëntie. Op grond van de minimale metabolisering van
emtricitabine en de renale eliminatieroute is het echter onwaarschijnlijk dat een dosisaanpassing bij
patiënten met leverinsufficiëntie noodzakelijk zou zijn (zie rubriek 5.2).
16
Als de behandeling met Emtriva wordt gestopt bij patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en
hepatitis B-virus (HBV), dienen deze patiënten nauwlettend te worden gecontroleerd op tekenen van
exacerbatie van hepatitis (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten:
De aanbevolen dosis Emtriva 10 mg/ml drank is 6 mg/kg tot een maximum
van 240 mg (24 ml) eenmaal daags.
Kinderen in de leeftijd van 4 maanden en ouder, die ten minste 33 kg wegen, kunnen óf dagelijks
200 mg (één harde capsule) innemen of eenmaal daags emtricitabine als drank tot een maximum van
240 mg innemen.
Er zijn geen gegevens met betrekking tot de werkzaamheid en slechts zeer beperkte gegevens met
betrekking tot de veiligheid van emtricitabine bij zuigelingen jonger dan 4 maanden. Daarom wordt
Emtriva niet aangeraden voor gebruik bij zuigelingen die jonger zijn dan 4 maanden (zie voor
farmacokinetische gegevens voor deze leeftijdscategorie rubriek 5.2).
Er zijn geen gegevens beschikbaar op basis waarvan een dosisaanbeveling gedaan kan worden voor
pediatrische patiënten met nierinsufficiëntie.
Wijze van toediening
Emtriva 10 mg/ml drank dient eenmaal daags, oraal, met of zonder voedsel te worden ingenomen. Een
maatbekertje is bijgesloten (zie rubriek 6.5).
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Algemeen
Emtricitabine wordt niet aanbevolen als monotherapie voor de behandeling van HIV-infecties. Het
moet gebruikt worden in combinatie met andere antiretrovirale middelen. Raadpleeg ook de
Samenvattingen van de productkenmerken van de andere in de combinatietherapie gebruikte
antiretrovirale geneesmiddelen.
Gelijktijdige toediening van andere geneesmiddelen
Emtriva dient niet te worden ingenomen met andere geneesmiddelen die emtricitabine bevatten of met
geneesmiddelen die lamivudine bevatten.
Opportunistische infecties
Patiënten die emtricitabine of een andere antiretrovirale therapie krijgen, kunnen opportunistische
infecties en andere complicaties van HIV-infecties blijven ontwikkelen en moeten derhalve onder
nauwlettende klinische observatie blijven van artsen met ervaring in de behandeling van patiënten met
HIV-geassocieerde aandoeningen.
HIV-transmissie
Hoewel bewezen is dat effectieve virale suppressie met antiretrovirale behandeling het risico van
seksuele overdracht substantieel vermindert, kan een nog aanwezig risico niet worden uitgesloten.
Voorzorgsmaatregelen om overdracht te voorkomen dienen te worden genomen in overeenstemming
met nationale richtlijnen.
Nierfunctie
Emtricitabine wordt voornamelijk via de nieren uitgescheiden door glomerulaire filtratie en actieve
tubulaire secretie. Emtricitabine-blootstelling kan aanzienlijk verhoogd zijn bij patiënten met ernstige
nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) die een dagelijkse dosis van 200 mg emtricitabine
als harde capsules of 240 mg als drank krijgen. Dientengevolge is een aanpassing van het
doseringsinterval (bij gebruik van Emtriva 200 mg harde capsules) of een verlaging van de dagdosis
17
emtricitabine (bij gebruik van Emtriva 10 mg/ml drank) nodig bij alle patiënten met een
creatinineklaring < 30 ml/min. De veiligheid en werkzaamheid van de in rubriek 4.2 aangegeven
verlaagde doses zijn gebaseerd op farmacokinetische gegevens en modellen op basis van een enkele
dosis en zijn niet klinisch geëvalueerd. De klinische respons op de behandeling en de nierfunctie
dienen daarom nauwlettend geobserveerd te worden bij patiënten die met een verlaagde dosis
emtricitabine worden behandeld (zie rubrieken 4.2 en 5.2).
Voorzichtigheid dient te worden betracht bij gelijktijdige toediening van emtricitabine met
geneesmiddelen die worden uitgescheiden via actieve tubulaire secretie, aangezien deze gelijktijdige
toediening kan leiden tot een verhoging van serumconcentraties van óf emtricitabine óf een gelijktijdig
toegediend geneesmiddel als gevolg van competitie voor deze eliminatieweg (zie rubriek 4.5).
Gewicht en metabole parameters
Een gewichtstoename en een stijging van de serumlipiden- en bloedglucosespiegels kunnen tijdens
antiretrovirale behandeling optreden. Zulke veranderingen kunnen gedeeltelijk samenhangen met het
onder controle brengen van de ziekte en de levensstijl. Voor lipiden is er in sommige gevallen bewijs
voor een effect van de behandeling, terwijl er voor gewichtstoename geen sterk bewijs is dat het aan
een specifieke behandeling gerelateerd is. Voor het controleren van de serumlipiden en bloedglucose
wordt verwezen naar de vastgestelde HIV-behandelrichtlijnen. Lipidestoornissen moeten worden
behandeld waar dat klinisch aangewezen is.
Leverfunctie
Patiënten met een reeds bestaande leverdisfunctie, waaronder chronische actieve hepatitis, vertonen
vaker leverfunctie-afwijkingen tijdens gecombineerde antiretrovirale therapie (CART) en dienen
conform de standaardprocedures gecontroleerd te worden. Patiënten met chronische hepatitis-B- of
hepatitis-C-infectie die behandeld worden met CART, hebben een verhoogd risico op ernstige, en
mogelijk fatale, hepatische bijwerkingen. Raadpleeg bij gelijktijdige antivirale therapie voor
hepatitis B of C de betreffende Samenvatting van de productkenmerken voor deze geneesmiddelen.
Zijn er aanwijzingen voor exacerbaties van leverziekte bij dergelijke patiënten, dan moet onderbreken
of stoppen van de behandeling overwogen worden.
Patiënten met gelijktijdige infectie met HBV
Emtricitabine is
in vitro
werkzaam tegen HBV. Er zijn echter beperkte gegevens beschikbaar over de
werkzaamheid en veiligheid van emtricitabine (als een 200 mg harde capsule, eenmaal daags
toegediend) bij patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en HBV. Het gebruik van emtricitabine bij
patiënten met chronische HBV-infectie induceert hetzelfde mutatiepatroon in het YMDD-motief zoals
waargenomen bij lamivudinetherapie. De YMDD-mutatie veroorzaakt resistentie tegen zowel
emtricitabine als lamivudine.
Patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en HBV dienen gedurende ten minste enige maanden na
het stoppen van de behandeling met emtricitabine door middel van klinisch vervolgonderzoek en
laboratoriumonderzoek nauwlettend gecontroleerd te worden op tekenen van exacerbaties van
hepatitis. Dergelijke exacerbaties zijn waargenomen na het stoppen van de behandeling met
emtricitabine bij patiënten met HBV-infectie zonder gelijktijdige HIV-infectie en zijn voornamelijk
aangetoond door verhogingen van serum-alanineaminotransferase (serum-ALAT) naast opnieuw
verschijnen van HBV DNA. Bij sommige van deze patiënten was de reactivering van HBV
geassocieerd met ernstigere leverziekte, waaronder decompensatie en leverfalen. Er zijn niet
voldoende aanwijzingen om te kunnen bepalen of het opnieuw starten met emtricitabine invloed heeft
op het verloop van exacerbaties van hepatitis die na het stoppen van de emtricitabinebehandeling
waren opgetreden. Bij patiënten met gevorderde leverziekte of cirrose wordt stoppen van de
behandeling afgeraden, omdat exacerbaties van hepatitis na het einde van de behandeling kunnen
leiden tot leverdecompensatie.
Mitochondriale disfunctie na blootstelling
in utero
Nucleos(t)ide-analogen kunnen een effect hebben op de mitochondriale functie in variabele gradaties,
hetgeen het meest uitgesproken is met stavudine, didanosine en zidovudine. Bij HIV-negatieve
18
zuigelingen die
in utero
en/of postnataal werden blootgesteld aan nucleoside-analogen, werd
mitochondriale disfunctie gerapporteerd; deze betroffen voornamelijk behandeling met schema’s die
zidovudine bevatten. De belangrijkste gerapporteerde bijwerkingen zijn hematologische aandoeningen
(anemie, neutropenie) en metabole stoornissen (hyperlactatemie, hyperlipasemie). Deze bijwerkingen
waren vaak van voorbijgaande aard. Laat intredende neurologische afwijkingen werden in zeldzame
gevallen gerapporteerd (hypertonie, convulsie, abnormaal gedrag). Of dergelijke neurologische
afwijkingen voorbijgaand of blijvend zijn, is momenteel niet bekend. Met deze bevindingen moet
rekening worden gehouden bij kinderen die
in utero
werden blootgesteld aan nucleos(t)ide-analogen
en die ernstige klinische bevindingen van onbekende etiologie vertonen, met name neurologische
bevindingen. Deze bevindingen hebben geen invloed op de huidige nationale aanbevelingen voor
antiretrovirale therapie bij zwangere vrouwen ter voorkoming van verticale overdracht van HIV.
Immuunreactiveringssyndroom
Bij met HIV geïnfecteerde patiënten die op het moment dat CART wordt gestart een ernstige
immuundeficiëntie hebben, kan zich een ontstekingsreactie op asymptomatische of nog aanwezige
opportunistische pathogenen voordoen, die tot ernstige klinische manifestaties of verergering van de
symptomen kan leiden. Dergelijke reacties zijn vooral in de eerste weken of maanden na het starten
van CART gezien. Relevante voorbeelden zijn onder andere cytomegalovirus retinitis,
gegeneraliseerde en/of focale mycobacteriële infecties en
Pneumocystis jirovecii
pneumonie. Alle
symptomen van de ontsteking moeten worden beoordeeld en zo nodig dient een behandeling te
worden ingesteld.
Van auto-immuunziekten (zoals de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) is ook gerapporteerd
dat ze in een setting van immuunreactivering kunnen optreden; de gerapporteerde tijd tot het begin van
de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het starten van de
behandeling optreden.
Osteonecrose
Hoewel men aanneemt dat bij de etiologie vele factoren een rol spelen (waaronder gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie, hoge Body Mass Index), zijn gevallen
van osteonecrose vooral gemeld bij patiënten met voortgeschreden HIV-infectie en/of langdurige
blootstelling aan CART. Patiënten moet worden aangeraden om een arts te raadplegen wanneer hun
gewrichten pijnlijk zijn of stijf worden of wanneer zij moeilijk kunnen bewegen.
Emtriva drank bevat sunset geel (E110) dat allergische reacties kan veroorzaken,
methylparahydroxybenzoaat (E218) en propylparahydroxybenzoaat (E216) die allergische reacties
kunnen veroorzaken (wellicht vertraagd). Dit geneesmiddel bevat 36 mg natrium per 24 ml, equivalent
aan 1,8% van de door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g natrium voor een
volwassene.
Ouderen
Emtriva is niet bestudeerd bij patiënten ouder dan 65 jaar. Bij oudere patiënten is de kans op
verminderde nierfunctie groter. Daarom dient men voorzichtig te zijn bij de behandeling van oudere
patiënten met Emtriva.
Pediatrische patiënten
Naast de bijwerkingen die volwassenen ondervonden, traden in klinisch onderzoek waaraan
pediatrische HIV-patiënten deelnamen vaker anemie en huidverkleuring op (zie rubriek 4.8).
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
Emtricitabine had
in vitro
geen remmende werking op metabolisme gemedieerd door de volgende
humane CYP450-isoenzymen: 1A2, 2A6, 2B6, 2C9, 2C19, 2D6 en 3A4. Emtricitabine remde het voor
glucuronidatie verantwoordelijke enzym niet. Op basis van de resultaten van deze
in vitro
19
experimenten en de bekende eliminatiewegen van emtricitabine is het potentieel voor CYP450-
gemedieerde interacties van emtricitabine met andere geneesmiddelen laag.
Er zijn geen klinisch significante interacties bij gelijktijdige toediening van emtricitabine met
indinavir, zidovudine, stavudine, famciclovir of tenofovirdisoproxilfumaraat.
Emtricitabine wordt voornamelijk via glomerulaire filtratie en actieve tubulaire secretie uitgescheiden.
Behalve van famciclovir en tenofovirdisoproxilfumaraat, is het effect van gelijktijdige toediening van
emtricitabine met geneesmiddelen die via de renale eliminatieroute worden uitgescheiden, of andere
geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de nierfunctie beïnvloeden, niet geëvalueerd. Gelijktijdige
toediening van emtricitabine met geneesmiddelen die worden uitgescheiden via actieve tubulaire
secretie, kan resulteren in een verhoging van serumconcentraties van óf emtricitabine óf een
gelijktijdig toegediend geneesmiddel als gevolg van competitie voor deze eliminatieweg.
Er is tot nu toe geen klinische ervaring met gelijktijdige toediening van cytidine-analogen.
Dientengevolge kan het gebruik van emtricitabine in combinatie met lamivudine voor de behandeling
van HIV-infectie op dit moment niet worden aangeraden.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Een matige hoeveelheid gegevens over zwangere vrouwen (tussen 300 en 1.000
zwangerschapsuitkomsten) duidt erop dat emtricitabine niet tot afwijkingen leidt of foetaal/neonataal
toxisch is. De resultaten van dieronderzoek duiden niet op reproductietoxiciteit. Het gebruik van
emtricitabine tijdens de zwangerschap kan zo nodig worden overwogen.
Borstvoeding
Het is aangetoond dat emtricitabine in de moedermelk wordt uitgescheiden. Er is onvoldoende
informatie over de effecten van emtricitabine op pasgeborenen/zuigelingen. Derhalve mag Emtriva
niet worden gebruikt in de periode dat borstvoeding wordt gegeven.
Gewoonlijk is het raadzaam dat met HIV geïnfecteerde vrouwen hun baby in geen geval borstvoeding
geven, om het overdragen van HIV op de baby te voorkomen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het effect van emtricitabine bij mensen. De resultaten van
dieronderzoek duiden niet op schadelijke effecten van emtricitabine op de vruchtbaarheid.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Patiënten dienen echter ingelicht te worden over het feit, dat er melding is
gemaakt van duizeligheid tijdens behandeling met emtricitabine.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
In klinisch onderzoek bij met HIV geïnfecteerde volwassenen waren de meest voorkomende
bijwerkingen van emtricitabine diarree (14,0%), hoofdpijn (10,2%), verhoogd creatinekinase (10,2%)
en misselijkheid (10,0%). Naast de bijwerkingen die bij volwassenen werden gemeld, traden in
klinisch onderzoek waaraan pediatrische HIV-patiënten deelnamen vaker anemie (9,5%) en
huidverkleuring (31,8%) op.
Stoppen van de behandeling met Emtriva bij patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en HBV kan
gepaard gaan met ernstige acute exacerbaties van hepatitis (zie rubriek 4.4).
20
Samenvatting van de bijwerkingen in tabelvorm
De beoordeling van bijwerkingen uit de gegevens van klinisch onderzoek is gebaseerd op ervaring in
drie klinische onderzoeken bij volwassenen (n = 1.479) en drie pediatrische onderzoeken (n = 169). In
de onderzoeken bij volwassenen kregen 1.039 nog niet eerder behandelde en 440 eerder behandelde
patiënten emtricitabine (n = 814) of vergelijkend geneesmiddel (n = 665) gedurende 48 weken in
combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen.
De bijwerkingen die vermoedelijk (of ten minste mogelijk) verband houden met de behandeling bij
volwassenen op basis van ervaring uit klinisch onderzoek en tijdens postmarketinggebruik worden
hierna in tabel 2 genoemd per lichaamssysteem, orgaanklasse en frequentie. Binnen iedere
frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. De frequentie wordt
gedefinieerd als zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥
1/100, <
1/10) of soms (≥
1/1.000, < 1/100).
Tabel 2: Samenvatting in tabelvorm van de bijwerkingen die in verband gebracht worden met
emtricitabine op basis van ervaring uit klinisch onderzoek en tijdens postmarketinggebruik
Frequentie
Emtricitabine
Bloed- en lymfestelselaandoeningen:
Vaak:
neutropenie
Soms:
anemie
2
Immuunsysteemaandoeningen:
Vaak:
allergische reactie
Voedings- en stofwisselingsstoornissen:
Vaak:
hypertriglyceridemie, hyperglykemie
Psychische stoornissen:
Vaak:
slapeloosheid, abnormale dromen
Zenuwstelselaandoeningen:
Zeer vaak:
hoofdpijn
Vaak:
duizeligheid
Maagdarmstelselaandoeningen:
Zeer vaak:
diarree, misselijkheid
Vaak:
verhoogde amylasespiegels waaronder verhoogde pancreas-amylasespiegels, verhoogde
serumlipasespiegels, braken, abdominale pijn, dyspepsie
Lever- en galaandoeningen:
Vaak:
verhoogd aspartaataminotransferase (ASAT) in serum en/of verhoogd ALAT in serum,
hyperbilirubinemie
Huid- en onderhuidaandoeningen:
Vaak:
vesiculobulaire uitslag, pustuleuze uitslag, maculopapulaire uitslag, uitslag, jeuk,
urticaria, huidverkleuring (toegenomen pigmentatie)
1,2
Soms:
angio-oedeem
3
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen:
Zeer vaak:
verhoogd creatinekinase
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen:
Vaak:
pijn, asthenie
1
2
3
Zie rubriek 4.8,
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
voor meer informatie.
Bij toediening van emtricitabine aan pediatrische patiënten trad vaak anemie en zeer vaak huidverkleuring (toegenomen
pigmentatie) op (zie rubriek 4.8,
Pediatrische patiënten).
Deze bijwerking, die aan de hand van postmarketingbewaking werd geïdentificeerd, werd niet waargenomen in
gerandomiseerd gecontroleerd klinisch onderzoek bij volwassenen of klinisch onderzoek bij pediatrische HIV-patiënten
met emtricitabine. De frequentiecategorie ‘soms’ werd geschat aan de hand van een statistische berekening op basis van
het totale aantal patiënten dat in dit klinisch onderzoek werd blootgesteld aan emtricitabine (n = 1.563).
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Huidverkleuring (toegenomen pigmentatie):
De huidverkleuring, die als hyperpigmentatie
voornamelijk op de handpalmen en/of voetzolen zichtbaar is, was over het algemeen licht van aard,
asymptomatisch en van geringe klinische betekenis. Het mechanisme is onbekend.
Metabole parameters:
Het gewicht en de serumlipiden- en bloedglucosespiegels kunnen toenemen
tijdens antiretrovirale behandeling (zie rubriek 4.4).
21
Immuunreactiveringssyndroom:
Bij met HIV geïnfecteerde patiënten die op het moment dat CART
wordt gestart een ernstige immuundeficiëntie hebben, kan zich een ontstekingsreactie op
asymptomatische of nog aanwezige opportunistische infecties voordoen. Auto-immuunziekten (zoals
de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) zijn ook gerapporteerd; de gerapporteerde tijd tot het
begin van de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het starten van
de behandeling optreden (zie rubriek 4.4).
Osteonecrose:
Er zijn gevallen van osteonecrose gemeld, vooral bij patiënten met algemeen erkende
risicofactoren, voortgeschreden HIV-infectie of langdurige blootstelling aan CART. De frequentie
hiervan is onbekend (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
De beoordeling van de bijwerkingen bij pediatrische patiënten aan de hand van de gegevens uit
klinisch onderzoek is gebaseerd op ervaring in drie pediatrische onderzoeken (n = 169) waarin nog
niet eerder behandelde (n = 123) en eerder behandelde (n = 46) pediatrische HIV-patiënten in de
leeftijd van 4 maanden tot 18 jaar werden behandeld met emtricitabine in combinatie met andere
antiretrovirale middelen.
Naast de bijwerkingen die bij volwassenen werden gemeld (zie rubriek 4.8,
Samenvatting van de
bijwerkingen in tabelvorm)
werden de volgende bijwerkingen vaker bij pediatrische patiënten
waargenomen: anemie trad vaak (9,5%) en huidverkleuring (toegenomen pigmentatie) zeer vaak
(31,8%) bij pediatrische patiënten op.
Andere speciale patiëntgroep(en)
Ouderen:
Emtriva is niet bestudeerd bij patiënten ouder dan 65 jaar. Bij oudere patiënten is de kans op
verminderde nierfunctie groter. Daarom dient men voorzichtig te zijn bij de behandeling van oudere
patiënten met Emtriva (zie rubriek 4.2).
Patiënten met nierfunctiestoornis:
Emtricitabine wordt via de nieren uitgescheiden en de blootstelling
aan emtricitabine neemt aanzienlijk toe bij patiënten met nierinsufficiëntie. Aanpassing van de dosis of
van het doseringsinterval is nodig bij alle patiënten met een creatinineklaring < 30 ml/min (zie
rubrieken 4.2, 4.4 en 5.2).
HIV-patiënten met gelijktijdige HBV-infectie:
Het bijwerkingenprofiel bij patiënten met gelijktijdige
HBV-infectie is gelijk aan het profiel dat waargenomen wordt bij patiënten met HIV-infectie zonder
gelijktijdige HBV-infectie. Zoals echter te verwachten was bij deze patiëntengroep, kwamen
verhogingen in ASAT- en ALAT-spiegels vaker voor dan bij de algemene met HIV geïnfecteerde
groep.
Exacerbaties van hepatitis na stopzetting van de behandeling:
Bij HIV-patiënten met gelijktijdige
HBV-infectie kunnen na het stoppen met de behandeling exacerbaties van hepatitis optreden (zie
rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Toediening van max. 1.200 mg emtricitabine ging gepaard met de bovenvermelde bijwerkingen (zie
rubriek 4.8).
Bij een overdosis moet de patiënt op tekenen van toxiciteit gecontroleerd worden en waar nodig
ondersteunende standaardbehandeling toegepast worden.
22
Max. 30% van de dosis emtricitabine kan verwijderd worden door middel van hemodialyse. Het is niet
bekend of emtricitabine verwijderd kan worden door middel van peritoneale dialyse.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Nucleoside en nucleotide reverse transcriptase-remmers, ATC-code:
J05AF09
Werkingsmechanisme en farmacodynamische effecten
Emtricitabine is een synthetisch nucleoside-analoog van cytidine en werkt specifiek tegen HIV-1,
HIV-2 en HBV.
Emtricitabine wordt gefosforyleerd door cellulaire enzymen om zo emtricitabine 5’-trifosfaat te
vormen, dat de HIV-1 reverse transcriptase competitief remt, wat DNA-keten-terminatie tot gevolg
heeft. Emtricitabine is een zwakke remmer van DNA-polymerases
α, β en ε en mitochondriale DNA-
polymerase
γ bij zoogdieren.
Emtricitabine vertoonde
in vitro
geen cytotoxiciteit voor perifere mononucleaire bloedcellen
(PBMC’s), conventionele lymfocyt- en monocyt-macrofaagcellijnen of beenmergstamcellen. Noch
in vitro
noch
in vivo
was er bewijs van toxiciteit voor mitochondria.
Antivirale werking in vitro:
De emtricitabineconcentratie voor 50% remming (IC
50
) tegen
laboratoriumisolaten en klinische isolaten van HIV-1 lag tussen 0,0013 en 0,5 µmol/l. In
combinatiestudies van emtricitabine met proteaseremmers (PI’s), nucleoside-, nucleotide- en
non-nucleoside-analoogremmers van HIV reverse transcriptase werden additieve tot synergistische
effecten waargenomen. De meeste van deze combinaties zijn niet bij mensen onderzocht.
Bij het testen op activiteit tegen laboratoriumstammen van HBV lag de IC
50
voor emtricitabine tussen
0,01 en 0,04 µmol/l.
Resistentie:
Resistentie van HIV-1 tegen emtricitabine ontwikkelt zich als het gevolg van
veranderingen bij codon 184 van de HIV reverse transcriptase, waardoor de methionine wordt
vervangen door een valine (een isoleucine-intermediair is ook waargenomen). Deze HIV-1-mutatie
werd
in vitro
en bij met HIV-1 geïnfecteerde patiënten waargenomen.
Emtricitabine-resistente virussen waren kruisresistent tegen lamivudine, maar bleven hun gevoeligheid
voor andere nucleoside reverse transcriptase-remmers (NRTI’s) (zidovudine, stavudine, tenofovir,
abacavir en didanosine), alle non-nucleoside reverse transcriptase-remmers (NNRTI’s) en alle PI’s
behouden. Virussen die resistent zijn tegen zidovudine, didanosine en NNRTI’s bleven hun
gevoeligheid voor emtricitabine (IC
50
=0,002 µmol/l tot 0,08 µmol/l) behouden.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van emtricitabine in combinatie met andere antiretrovirale middelen, waaronder
nucleoside-analogen, non-nucleoside-analogen en PI’s, is aangetoond bij de behandeling van
HIV-infectie bij nog niet eerder behandelde patiënten en reeds eerder behandelde patiënten bij wie het
virus onder stabiele controle is. Er is geen ervaring met het gebruik van emtricitabine bij patiënten bij
wie het huidige regime niet aanslaat of bij wie meerdere regimes niet aangeslagen zijn.
Bij volwassenen die nog niet eerder een antiretrovirale behandeling kregen, werkte emtricitabine
significant beter dan stavudine wanneer beide geneesmiddelen in combinatie met didanosine en
efavirenz ingenomen werden gedurende een 48 weken durende behandeling. Fenotypische analyse liet
geen significante veranderingen zien in gevoeligheid voor emtricitabine, tenzij de M184V/I-mutatie
zich ontwikkeld had.
23
Bij virologisch stabiele reeds eerder behandelde volwassenen werd aangetoond dat emtricitabine, in
combinatie met een NRTI (óf stavudine óf zidovudine) en een proteaseremmer (PI) of een NNRTI
geen mindere resultaten boekte dan lamivudine wat het aandeel van responders (< 400 kopieën/ml)
gedurende 48 weken betreft (77% voor emtricitabine, 82% voor lamivudine). In een tweede onderzoek
werden bovendien reeds eerder behandelde volwassenen op een stabiel op PI gebaseerd
HAART-regime (hoog actief antiretroviraal therapieregime) gerandomiseerd op een eenmaal-daags-
regime dat emtricitabine bevatte, of gingen door met hun PI-HAART-regime. Na een behandeling van
48 weken liet het regime dat emtricitabine bevatte, een equivalent aandeel van de patiënten met
HIV RNA < 400 kopieën/ml (94% voor emtricitabine
versus
92%) en een groter aandeel van de
patiënten met HIV RNA < 50 kopieën/ml (95% voor emtricitabine
versus
87%) zien in vergelijking
met de patiënten die doorgingen met hun PI-HAART-regime.
Pediatrische patiënten
Bij zuigelingen en kinderen ouder dan 4 maanden bereikte of behield de meerderheid van de patiënten
complete suppressie van plasma HIV-1 RNA gedurende 48 weken (89% bereikte
400 kopieën/ml en
77% bereikte
50 kopieën/ml).
Er is geen klinische ervaring met het gebruik van emtricitabine bij zuigelingen jonger dan 4 maanden.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Emtricitabine wordt snel en extensief geabsorbeerd na orale toediening met piek-plasmaconcentraties
die 1 tot 2 uur na de dosis optreden. Bij 20 met HIV geïnfecteerde patiënten die dagelijks 200 mg
emtricitabine als harde capsules kregen, waren de
steady-state
piek-plasmaconcentraties van
emtricitabine (C
max
), de dalconcentraties (C
min
) en het gebied onder de plasmaconcentratie-tijdcurve
gedurende een 24-uur doseringsinterval (AUC) respectievelijk 1,8 ± 0,7 µg/ml, 0,09 ± 0,07 µg/ml en
10,0 ± 3,1 µg·uur/ml. De
steady-state
dal-plasmaconcentraties bereikten waarden die ca. 4 keer hoger
lagen dan de
in vitro
IC
90
-waarden voor anti-HIV-activiteit.
De absolute biobeschikbaarheid van emtricitabine uit Emtriva 200 mg harde capsules werd geschat op
93% en de absolute biobeschikbaarheid uit de Emtriva 10 mg/ml drank werd geschat op 75%.
In een pilotonderzoek bij kinderen en een definitief bio-equivalentie-onderzoek bij volwassenen werd
aangetoond dat de Emtriva 10 mg/ml drank ca. 80% van de biobeschikbaarheid van de Emtriva
200 mg harde capsules had. De reden voor dit verschil is niet bekend. Wegens dit verschil in
biobeschikbaarheid zou 240 mg emtricitabine toegediend als drank moeten zorgen voor vergelijkbare
plasmaconcentraties zoals deze waargenomen worden na toediening van één 200 mg emtricitabine
harde capsule. Daarom kunnen kinderen die ten minste 33 kg wegen, óf dagelijks één 200 mg harde
capsule óf eenmaal daags de drank tot een maximum dosis van 240 mg (24 ml) innemen.
Toediening van Emtriva 200 mg harde capsules met een vetrijke maaltijd of toediening van Emtriva
10 mg/ml drank met een vetarme of vetrijke maaltijd had geen effect op de systemische blootstelling
(AUC
0-∞
) van emtricitabine; daarom kunnen Emtriva 200 mg harde capsules en Emtriva 10 mg/ml
drank met of zonder voedsel toegediend worden.
Distributie
In vitro
binding van emtricitabine aan humane plasmaproteïnen was < 4% en onafhankelijk van de
concentratie tussen 0,02 en 200 µg/ml. De gemiddelde verhouding van plasma- tot bloedconcentratie
was ca. 1,0 en de gemiddelde verhouding van sperma- tot plasmaconcentratie was ca. 4,0.
Het schijnbare volume van verdeling na intraveneuze toediening van emtricitabine was 1,4 ± 0,3 l/kg,
wat erop wijst dat emtricitabine uitgebreid verdeeld wordt over het gehele lichaam in zowel
intracellulaire als extracellulaire compartimenten.
24
Biotransformatie
Emtricitabine wordt in beperkte mate gemetaboliseerd. De biotransformatie van emtricitabine omvat
oxidatie van de thiolgroep tot de 3’-sulfoxide diastereomeren (ca. 9% van de dosis) en conjugatie met
glucuronzuur tot het 2’-O-glucuronide (ca. 4% van de dosis).
Emtricitabine had geen remmende werking op
in vitro
geneesmiddelmetabolisme gemedieerd door de
volgende humane CYP450-isoenzymen: 1A2, 2A6, 2B6, 2C9, 2C19, 2D6 en 3A4.
Emtricitabine had ook geen remmende werking op uridine-5’-difosfoglucuronyltransferase, het enzym
dat verantwoordelijk is voor glucuronidatie.
Eliminatie
Emtricitabine wordt voornamelijk uitgescheiden door de nieren, waarbij de dosis volledig wordt
teruggevonden in urine (ca. 86%) en faeces (ca. 14%). Dertien procent van de dosis emtricitabine werd
teruggevonden in de urine in de vorm van drie metabolieten. De systemische klaring van emtricitabine
bedroeg gemiddeld 307 ml/min (4,03 ml/min/kg). Na orale toediening is de eliminatiehalfwaardetijd
van emtricitabine ca. 10 uur.
Lineariteit/non-lineariteit
De farmacokinetiek van emtricitabine is proportioneel ten opzichte van de dosis over het dosisbereik
van 25 tot 200 mg na eenmalige of herhaalde toediening.
Intracellulaire farmacokinetiek:
In een klinisch onderzoek was de intracellulaire halfwaardetijd van
emtricitabine-trifosfaat in PBMC’s 39 uur. Intracellulaire trifosfaatwaarden namen toe met de dosis,
maar bereikten een plateau bij doses van 200 mg of hoger.
Volwassenen met nierinsufficiëntie
Farmacokinetische parameters werden vastgesteld na toediening van één enkele dosis 200 mg
emtricitabine harde capsules aan 30 niet met HIV geïnfecteerde proefpersonen met nierinsufficiëntie
in diverse gradaties. De proefpersonen werden ingedeeld volgens de uitgangswaarde van de
creatinineklaring (> 80 ml/min als normale functie; 50-80 ml/min als milde stoornis; 30-49 ml/min als
matige stoornis; < 30 ml/min als ernstige stoornis; < 15 ml/min als functioneel nierloos met noodzaak
van hemodialyse).
De systemische emtricitabine-blootstelling (gemiddelde ± standaardafwijking) nam toe van
11,8 ± 2,9 µg·uur/ml bij personen met normale nierfunctie tot respectievelijk 19,9 ± 1,1 µg·uur/ml,
25,0 ± 5,7 µg·uur/ml en 34,0 ± 2,1 µg·uur/ml bij patiënten met milde, matige en ernstige
nierfunctiestoornis.
Bij patiënten met ESRD die hemodialyse nodig hebben, werd ca. 30% van de dosis emtricitabine
teruggevonden in het dialysaat tijdens een 3 uur durende dialyseperiode die binnen 1,5 uur na
toediening van de dosis emtricitabine was gestart (bloedstroomsnelheid van 400 ml/min en
dialysaatstroomsnelheid van ca. 600 ml/min).
Leverinsufficiëntie
De farmacokinetiek van emtricitabine is niet onderzocht bij niet met HBV geïnfecteerde personen met
leverinsufficiëntie in diverse gradaties. Over het algemeen was de farmacokinetiek van emtricitabine
bij met HBV geïnfecteerde patiënten gelijk aan die bij gezonde proefpersonen en bij met HIV
geïnfecteerde patiënten.
Leeftijd
Er zijn geen farmacokinetische gegevens beschikbaar voor ouderen (ouder dan 65 jaar).
Geslacht
Alhoewel de gemiddelde C
max
en C
min
ca. 20% hoger waren en de gemiddelde AUC 16% hoger was bij
vrouwen in vergelijking met mannen, werd dit verschil niet als klinisch relevant beschouwd.
25
Etniciteit
Er is geen klinisch belangrijk farmacokinetisch verschil met betrekking tot etniciteit vastgesteld.
Pediatrische patiënten
Over het algemeen is de farmacokinetiek van emtricitabine bij zuigelingen, kinderen en adolescenten
(in de leeftijd van 4 maanden tot 18 jaar) gelijk aan die waargenomen bij volwassenen.
De gemiddelde AUC bij 77 zuigelingen, kinderen en adolescenten die eenmaal daags 6 mg/kg
emtricitabine als drank of eenmaal daags 200 mg emtricitabine als harde capsules toegediend kregen,
was vergelijkbaar met de gemiddelde AUC van 10,0 µg·uur/ml bij 20 volwassenen die 200 mg harde
capsules eenmaal daags toegediend kregen.
In een open-label, niet-vergelijkend onderzoek werden farmacokinetische gegevens verzameld van
20 pasgeborenen van met HIV geïnfecteerde moeders die in de periode tussen de eerste levensweek en
een leeftijd van 3 maanden twee vierdaagse kuren met emtricitabine drank hadden gekregen met een
dosis van eenmaal per dag 3 mg/kg. Deze dosis is de helft van de toegelaten dosis voor zuigelingen
van 4 maanden en ouder (6 mg/kg). De schijnbare totale
steady-state
lichaamsklaring (CL/F) steeg in
deze periode van 3 maanden met de leeftijd, waarbij de AUC overeenkomstig daalde. De
plasmablootstelling aan emtricitabine (AUC) bij zuigelingen met een leeftijd tot 3 maanden die
eenmaal per dag 3 mg/kg emtricitabine kregen, was vergelijkbaar met de blootstelling die werd
waargenomen bij met HIV geïnfecteerde volwassenen en kinderen van 4 maanden en ouder die
dagelijkse doses van 6 mg/kg kregen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens over emtricitabine duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze
gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie,
toxiciteit bij herhaalde dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel en reproductie- en
ontwikkelingstoxiciteit.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Suikerspin-smaakstof
Dinatriumedetaat
Zoutzuur
Methylparahydroxybenzoaat (E218)
Propyleenglycol
Propylparahydroxybenzoaat (E216)
Natriumhydroxide
Monobasisch natriumfosfaat, monohydraat
Sunset geel (E110)
Gezuiverd water
Xylitol (E967)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
Na eerste opening: 45 dagen.
Houdbaarheid
26
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Na openen: Bewaren beneden 25°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Amberkleurige fles van polyethyleentereftalaat (PET) met een kindveilige sluiting. De verpakking
bevat ook een maatbekertje van polypropyleen met een inhoud van 30 ml en maatstrepen per ml. De
fles bevat 170 ml drank.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Patiënten moeten geïnstrueerd worden dat eventueel ongebruikte drank in de fles 45 dagen na opening
dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften of te worden teruggebracht naar de
apotheek.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/03/261/003
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 24 oktober 2003
Datum van laatste verlenging: 22 september 2008
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
27
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
D.
28
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Gilead Sciences Ireland UC
IDA Business & Technology Park
Carrigtohill
County Cork
Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
De houder van deze vergunning voor het in de handel brengen moet de Europese Commissie op de
hoogte brengen van zijn marketingplannen voor het bij dit besluit goedgekeurde geneesmiddel.
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
Mocht het tijdstip van indiening van een periodiek veiligheidsverslag en indiening van de aanpassing
van het RMP samenvallen, dan kunnen beide gelijktijdig worden ingediend.
29
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
30
A. ETIKETTERING
31
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
TEKST VOOR ETIKET OP FLES EN DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Emtriva 200 mg harde capsules
emtricitabine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 200 mg emtricitabine.
3.
4.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 harde capsules.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
32
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/03/261/001
13.
Lot
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
Emtriva [alleen op de buitenverpakking]
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}
33
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
TEKST VOOR DOOS BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Emtriva 200 mg harde capsules
emtricitabine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 200 mg emtricitabine.
3.
4.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 harde capsules.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
34
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/03/261/002
13.
Lot
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
Emtriva [alleen op de buitenverpakking]
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}
35
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Emtriva 200 mg harde capsules
emtricitabine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Gilead Sciences Ireland UC
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
36
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
TEKST VOOR ETIKET OP FLES EN DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Emtriva 10 mg/ml drank
emtricitabine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke ml bevat 10 mg emtricitabine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat E110, E216, E218, natrium en propyleenglycol, zie voor meer informatie de bijsluiter.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
170 ml drank.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
Na openen: De drank dient binnen 45 dagen gebruikt te worden. Er wordt aangeraden, de datum
waarop de verpakking uit de koelkast werd gehaald, te noteren op de verpakking.
Geopend:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
37
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Na openen: Bewaren beneden 25°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/03/261/003
13.
Lot
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
Emtriva [alleen op de buitenverpakking]
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}
38
B. BIJSLUITER
39
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Emtriva 200 mg harde capsules
emtricitabine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Emtriva en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Emtriva en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
Emtriva is een behandeling van Humaan Immunodeficiëntie Virus
(HIV)-infectie bij
volwassenen, kinderen en zuigelingen in de leeftijd van 4 maanden en ouder. Emtriva 200 mg harde
capsules zijn
alleen geschikt voor patiënten die ten minste 33 kg wegen.
Emtriva drank is
verkrijgbaar voor mensen die moeite hebben Emtriva harde capsules te slikken.
Emtriva bevat de werkzame stof
emtricitabine.
Deze werkzame stof is een
antiretroviraal
geneesmiddel dat gebruikt wordt voor de behandeling van HIV-infectie. Emtricitabine is een
nucleoside reverse transcriptase-remmer
(NRTI), die werkt door het belemmeren van de normale
werking van een enzym (reverse transcriptase) dat voor het HI-virus noodzakelijk is om zich te
vermenigvuldigen. Emtriva kan de hoeveelheid HIV in het bloed (virusbelasting) verminderen. Het
kan ook helpen het aantal T-cellen die CD4-cellen genoemd worden, te vermeerderen. Emtriva moet
altijd gecombineerd worden met andere geneesmiddelen voor de behandeling van HIV-infectie.
U kunt nog steeds HIV doorgeven
als u dit geneesmiddel gebruikt, ofschoon het risico wordt
verlaagd door effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw arts over de voorzorgsmaatregelen die
nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.
Dit geneesmiddel biedt geen genezing voor HIV-infectie.
Het is mogelijk dat u in de tijd dat u
Emtriva gebruikt toch infecties of andere ziektes die verband houden met HIV-infectie krijgt.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch
voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Als dit voor u geldt, licht dan uw arts onmiddellijk in.
40
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Licht uw arts in als u een nierziekte heeft gehad
of als onderzoeken problemen met uw
nieren aan het licht hebben gebracht. Voordat met de behandeling begonnen wordt, kan uw arts
bloedonderzoeken laten doen om de werking van uw nieren te controleren en kan u aanraden
om de capsules minder vaak te nemen of Emtriva drank voorschrijven. Uw arts kan ook tijdens
de behandeling bloedonderzoeken laten doen om de werking van uw nieren te controleren.
Overleg met uw arts als u ouder bent dan 65 jaar.
Emtriva is niet onderzocht bij patiënten
die ouder zijn dan 65 jaar. Indien u ouder bent dan 65 jaar en Emtriva voorgeschreven krijgt, zal
uw arts u nauwgezet controleren.
Overleg met uw arts als u een leverziekte, inclusief hepatitis (leverontsteking), heeft of
vroeger gehad heeft.
Patiënten met een leverziekte, inclusief chronische hepatitis B of C, die
behandeld worden met antiretrovirale middelen, lopen een verhoogd risico op ernstige en
potentieel fatale levercomplicaties. Als u een hepatitis-B-infectie heeft, zal uw arts zorgvuldig
overwegen wat de beste behandeling voor u is. Indien u een leverziekte of chronische
hepatitis-B-infectie heeft of vroeger gehad heeft, kan uw arts bloedonderzoeken laten verrichten
om de leverfunctie zorgvuldig te controleren.
Let op infecties.
Als u een gevorderde HIV-ziekte (AIDS) en een andere infectie heeft, kunt u
een ontsteking of verslechtering van de symptomen van een infectie ontwikkelen, wanneer u
begint met de behandeling met Emtriva. Dit kunnen tekenen zijn dat het verbeterde
immuunsysteem (natuurlijke afweer) zich tegen een infectie teweer stelt. Als u kort nadat u bent
begonnen met het innemen van Emtriva tekenen van ontsteking of infectie waarneemt,
licht uw
arts dan onmiddellijk in.
Naast opportunistische infecties, kunnen ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat
wanneer het immuunsysteem gezond lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart
met het innemen van geneesmiddelen voor de behandeling van uw HIV-infectie. Auto-
immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de behandeling optreden. Als u merkt
dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals spierzwakte, zwakte die
begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van de romp van het
lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste behandeling
onmiddellijk contact op met uw arts.
Botproblemen.
Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een
botaandoening ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel
veroorzaakt door verminderde bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans
op ontwikkeling van deze aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale
combinatietherapie, gebruik van corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie
en een hoge Body Mass Index (overgewicht). Tekenen van osteonecrose zijn stijfheid en pijn in
de gewrichten (in het bijzonder in de heupen, knieën en schouders) en moeilijk kunnen
bewegen. Wanneer u een van deze verschijnselen opmerkt, licht dan uw arts in.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef Emtriva niet aan zuigelingen
jonger dan 4 maanden.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
U dient geen Emtriva in te nemen
als u reeds andere geneesmiddelen gebruikt die emtricitabine of
lamivudine bevatten, die ook voor de behandeling van HIV-infectie worden gebruikt, tenzij dit zo is
voorgeschreven door uw arts.
41
Gebruikt u naast Emtriva nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Stop niet met uw behandeling zonder uw arts te raadplegen.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Indien u tijdens uw zwangerschap Emtriva heeft gebruikt, zal uw arts regelmatige bloedonderzoeken
en andere diagnostische onderzoeken willen doen om de ontwikkeling van uw kind te controleren. Bij
kinderen van wie de moeder NRTI’s heeft gebruikt tijdens de zwangerschap, woog het voordeel van
de bescherming tegen HIV op tegen het risico van bijwerkingen.
Geef geen borstvoeding als u Emtriva gebruikt.
De reden hiervoor is dat de werkzame stof in
dit geneesmiddel wordt uitgescheiden in de moedermelk. Het is bekend dat het virus via de
moedermelk kan worden doorgegeven aan de baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Emtriva kan duizeligheid veroorzaken. Als u zich duizelig voelt wanneer u Emtriva neemt,
bestuur
geen auto of ander voertuig
en gebruik geen machines of gereedschap.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit middel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld.
Twijfelt u
over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen dosering is:
Volwassenen: Elke dag één 200 mg harde capsule, met of zonder voedsel.
Slik de harde
capsule met een glas water.
Kinderen en adolescenten tot 18 jaar
die ten minste 33 kg wegen en die in staat zijn harde
capsules te slikken: elke dag één 200 mg harde capsule, met of zonder voedsel.
Voor zuigelingen vanaf 4 maanden, kinderen en patiënten die niet in staat zijn harde capsules te
slikken en patiënten met nierproblemen, is Emtriva verkrijgbaar als vloeistof (drank). Als u moeite
heeft de capsules te slikken, licht dan uw arts in.
Neem altijd de door uw arts aanbevolen dosis in.
Dit is om ervoor te zorgen dat uw
geneesmiddel volledig effectief is en om het risico op de ontwikkeling van resistentie tegen de
behandeling te verminderen. U mag de dosis alleen veranderen wanneer uw arts dat zegt.
Als u problemen heeft met uw nieren,
kan uw arts u aanraden om Emtriva minder vaak te
nemen.
Uw arts zal Emtriva voorschrijven met andere antiretrovirale geneesmiddelen.
Raadpleeg
de bijsluiters van de andere antiretrovirale middelen voor aanwijzingen hoe deze
geneesmiddelen moeten worden ingenomen.
42
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk teveel Emtriva harde capsules heeft ingenomen, raadpleeg dan uw arts of de
dichtstbijzijnde ziekenhuisafdeling Spoedeisende Hulp. Houd de verpakking bij u, zodat u eenvoudig
kunt beschrijven wat u heeft ingenomen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Het is belangrijk dat u geen dosis Emtriva overslaat.
Als u een dosis Emtriva heeft overgeslagen en dit binnen 12 uur na het gebruikelijke tijdstip van
innemen bemerkt,
moet u deze zo spoedig mogelijk innemen, en daarna uw volgende dosis op het
gewone tijdstip nemen.
Als het toch al bijna tijd is voor uw volgende dosis (minder dan 12 uur),
vergeet de overgeslagen
dosis dan gewoon. Wacht en neem de volgende dosis op het gewone tijdstip in. Neem geen dubbele
dosis om een vergeten harde capsule in te halen.
Als u heeft overgegeven
Als het minder dan een uur geleden is dat u Emtriva heeft ingenomen,
neem dan een nieuwe
capsule in. U hoeft geen nieuwe capsule in te nemen, als u meer dan een uur na het innemen van
Emtriva heeft overgegeven.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van Emtriva zonder eerst uw arts te raadplegen.
Stoppen met de
behandeling met Emtriva kan de werkzaamheid van de door uw arts aanbevolen
anti-HIV-behandeling verminderen. Praat met uw arts voordat u stopt, vooral als u bijwerkingen
ondervindt of een andere ziekte heeft. Neem weer contact op met uw arts voordat u opnieuw
begint met het innemen van Emtriva capsules.
Als u zowel HIV-infectie als hepatitis B heeft,
is het bijzonder belangrijk om niet te stoppen
met uw behandeling met Emtriva zonder eerst uw arts te raadplegen. Bij sommige patiënten
duidden bloedonderzoeken of symptomen erop dat hun hepatitis verslechterd was na het
stoppen met Emtriva. Eventueel moeten er gedurende een aantal maanden na het stoppen met de
behandeling bloedonderzoeken bij u uitgevoerd worden. Bij sommige patiënten met gevorderde
leverziekte of cirrose wordt stoppen met de behandeling afgeraden, omdat dit kan leiden tot
verergering van de hepatitis.
Licht uw arts onmiddellijk in over nieuwe of ongebruikelijke verschijnselen na het stoppen met de
behandeling, in het bijzonder verschijnselen die u met uw hepatitis-B-infectie in verband brengt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Tijdens de HIV-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipiden- en
bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw
gezondheid en door uw levensstijl. In het geval van een stijging van de serumlipidenwaarden kan het
soms worden veroorzaakt door de HIV-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
43
Licht uw arts in als een van de volgende bijwerkingen optreedt:
Meest voorkomende bijwerkingen
De volgende bijwerkingen komen
zeer vaak
voor (deze kunnen bij meer dan 1 op de 10 patiënten
optreden):
hoofdpijn, diarree, misselijkheid
spierpijn en -zwakheid (bij verhoogde creatinekinasespiegels in het bloed)
Andere mogelijke bijwerkingen
De volgende bijwerkingen komen
vaak
voor (deze kunnen bij minder dan 1 op de 10 patiënten
optreden):
duizeligheid, zwakte, slapeloosheid, abnormale dromen
braken, problemen met spijsvertering die leiden tot klachten na maaltijden, buikpijn
uitslag (waaronder rode vlekken of plekken soms met blaarvorming en opzwelling van de huid),
die allergische reacties kunnen zijn, jeuk, veranderingen van huidskleur waaronder vlekvormig
donker worden van de huid
pijn
Onderzoeken kunnen ook aantonen:
verlaagd aantal witte bloedlichaampjes (hierdoor kunt u vatbaarder worden voor infecties)
verhoogd gehalte triglyceriden (vetzuren), verhoogde kleurstof van de gal in het bloed of
verhoogde bloedsuiker
problemen met lever en alvleesklier
De volgende bijwerkingen komen
soms
voor (deze kunnen bij minder dan 1 op de 100 patiënten
optreden):
bloedarmoede (verlaagd aantal rode bloedlichaampjes)
zwelling van het gezicht, de lippen, tong of keel
Andere mogelijke effecten
Bij kinderen die emtricitabine kregen, traden zeer vaak
veranderingen van huidskleur
waaronder
vlekvormig donker worden van de huid en vaak
bloedarmoede
(verlaagd aantal rode
bloedlichaampjes) op. Als de productie van rode bloedlichaampjes verlaagd is, kan het kind
verschijnselen van vermoeidheid of kortademigheid hebben.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de fles, de
blisterverpakking en de doos na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die
maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
44
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is
emtricitabine.
Elke harde capsule Emtriva bevat 200 mg
emtricitabine.
De andere stoffen in dit middel zijn:
Inhoud capsule:
microkristallijne cellulose (E460), crospovidon, magnesiumstearaat (E572),
povidon (E1201)
Capsulehuls:
gelatine, indigotine (E132), titaniumdioxide (E171)
Drukinkt:
zwart ijzeroxide (E172), schellak (E904)
Hoe ziet Emtriva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Emtriva harde capsules bestaan uit een ondoorzichtig wit onderste deel en een ondoorzichtig
lichtblauw bovenste deel. Elke capsule is bedrukt met “200 mg” op het bovenste deel en “GILEAD”
en [Gilead logo] op het onderste deel in zwarte inkt. Emtriva wordt geleverd in flessen of in
blisterverpakkingen met 30 capsules.
Emtriva is ook verkrijgbaar als drank voor gebruik bij kinderen en zuigelingen in de leeftijd van
4 maanden en ouder, patiënten die moeilijk kunnen slikken en patiënten met nierproblemen. Er is een
afzonderlijke bijsluiter voor Emtriva 10 mg/ml drank.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland
Fabrikant
Gilead Sciences Ireland UC
IDA Business & Technology Park
Carrigtohill
County Cork
Ierland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Gilead Sciences Belgium SRL-BV
Tél/Tel: + 32 (0) 24 01 35 50
Lietuva
Gilead Sciences Poland Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 262 8702
45
България
Gilead Sciences Ireland UC
Тел.:
+ 353 (0) 1 686 1888
Česká republika
Gilead Sciences s.r.o.
Tel: + 420 910 871 986
Danmark
Gilead Sciences Sweden AB
Tlf: + 46 (0) 8 5057 1849
Deutschland
Gilead Sciences GmbH
Tel: + 49 (0) 89 899890-0
Eesti
Gilead Sciences Poland Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 262 8702
Ελλάδα
Gilead Sciences
Ελλάς Μ.ΕΠΕ.
Τηλ: + 30 210 8930 100
España
Gilead Sciences, S.L.
Tel: + 34 91 378 98 30
France
Gilead Sciences
Tél: + 33 (0) 1 46 09 41 00
Hrvatska
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 353 (0) 1 686 1888
Ireland
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 353 (0) 214 825 999
Ísland
Gilead Sciences Sweden AB
Sími: + 46 (0) 8 5057 1849
Italia
Gilead Sciences S.r.l.
Tel: + 39 02 439201
Κύπρος
Gilead Sciences
Ελλάς Μ.ΕΠΕ.
Τηλ: + 30 210 8930 100
Latvija
Gilead Sciences Poland Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 262 8702
Luxembourg/Luxemburg
Gilead Sciences Belgium SRL-BV
Tél/Tel: + 32 (0) 24 01 35 50
Magyarország
Gilead Sciences Ireland UC
Tel.: + 353 (0) 1 686 1888
Malta
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 353 (0) 1 686 1888
Nederland
Gilead Sciences Netherlands B.V.
Tel: + 31 (0) 20 718 36 98
Norge
Gilead Sciences Sweden AB
Tlf: + 46 (0) 8 5057 1849
Österreich
Gilead Sciences GesmbH
Tel: + 43 1 260 830
Polska
Gilead Sciences Poland Sp. z o.o.
Tel.: + 48 22 262 8702
Portugal
Gilead Sciences, Lda.
Tel: + 351 21 7928790
România
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 353 (0) 1 686 1888
Slovenija
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 353 (0) 1 686 1888
Slovenská republika
Gilead Sciences Slovakia s.r.o.
Tel: + 421 232 121 210
Suomi/Finland
Gilead Sciences Sweden AB
Puh/Tel: + 46 (0) 8 5057 1849
Sverige
Gilead Sciences Sweden AB
Tel: + 46 (0) 8 5057 1849
United Kingdom (Northern Ireland)
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 44 (0) 8000 113 700
46
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in .
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
47
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Emtriva 10 mg/ml drank
emtricitabine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Emtriva en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Emtriva en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
Emtriva is een behandeling van Humaan Immunodeficiëntie Virus
(HIV)-infectie bij
volwassenen, kinderen en zuigelingen in de leeftijd van 4 maanden en ouder. Emtriva drank is speciaal
geschikt voor mensen die moeite hebben Emtriva harde capsules te slikken.
Emtriva bevat de werkzame stof
emtricitabine.
Deze werkzame stof is een
antiretroviraal
geneesmiddel dat gebruikt wordt voor de behandeling van HIV-infectie. Emtricitabine is een
nucleoside reverse transcriptase-remmer
(NRTI), die werkt door het belemmeren van de normale
werking van een enzym (reverse transcriptase) dat voor het HI-virus noodzakelijk is om zich te
vermenigvuldigen. Emtriva kan de hoeveelheid HIV in het bloed (virusbelasting) verminderen. Het
kan ook helpen het aantal T-cellen die CD4-cellen genoemd worden, te vermeerderen. Emtriva moet
altijd gecombineerd worden met andere geneesmiddelen voor de behandeling van HIV-infectie.
U kunt nog steeds HIV doorgeven
als u dit geneesmiddel gebruikt, ofschoon het risico wordt
verlaagd door effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw arts over de voorzorgsmaatregelen die
nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.
Dit geneesmiddel biedt geen genezing voor HIV-infectie.
Het is mogelijk dat u in de tijd dat u
Emtriva gebruikt toch infecties of andere ziektes die verband houden met HIV-infectie krijgt.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch
voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Als dit voor u geldt, licht dan uw arts onmiddellijk in.
48
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Licht uw arts in als u een nierziekte heeft gehad
of als onderzoeken problemen met uw
nieren aan het licht hebben gebracht. Voordat met de behandeling begonnen wordt, kan uw arts
bloedonderzoeken laten doen om de werking van uw nieren te controleren en kan u aanraden
om een lagere dosis van de drank te nemen of Emtriva harde capsules voorschrijven. Uw arts
kan ook tijdens de behandeling bloedonderzoeken laten doen om de werking van uw nieren te
controleren.
Overleg met uw arts als u ouder bent dan 65 jaar.
Emtriva is niet onderzocht bij patiënten
die ouder zijn dan 65 jaar. Indien u ouder bent dan 65 jaar en Emtriva voorgeschreven krijgt, zal
uw arts u nauwgezet controleren.
Overleg met uw arts als u een leverziekte, inclusief hepatitis (leverontsteking), heeft of
vroeger gehad heeft.
Patiënten met een leverziekte, inclusief chronische hepatitis B of C, die
behandeld worden met antiretrovirale middelen, lopen een verhoogd risico op ernstige en
potentieel fatale levercomplicaties. Als u een hepatitis-B-infectie heeft, zal uw arts zorgvuldig
overwegen wat de beste behandeling voor u is. Indien u een leverziekte of chronische
hepatitis-B-infectie heeft of vroeger gehad heeft, kan uw arts bloedonderzoeken laten verrichten
om de leverfunctie zorgvuldig te controleren.
Let op infecties.
Als u een gevorderde HIV-ziekte (AIDS) en een andere infectie heeft, kunt u
een ontsteking of verslechtering van de symptomen van een infectie ontwikkelen, wanneer u
begint met de behandeling met Emtriva. Dit kunnen tekenen zijn dat het verbeterde
immuunsysteem (natuurlijke afweer) zich tegen een infectie teweer stelt. Als u kort nadat u bent
begonnen met het innemen van Emtriva tekenen van ontsteking of infectie waarneemt,
licht uw
arts dan onmiddellijk in.
Naast opportunistische infecties, kunnen ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat
wanneer het immuunsysteem gezond lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart
met het innemen van geneesmiddelen voor de behandeling van uw HIV-infectie. Auto-
immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de behandeling optreden. Als u merkt
dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals spierzwakte, zwakte die
begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van de romp van het
lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste behandeling
onmiddellijk contact op met uw arts.
Botproblemen.
Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een
botaandoening ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel
veroorzaakt door verminderde bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans
op ontwikkeling van deze aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale
combinatietherapie, gebruik van corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie
en een hoge Body Mass Index (overgewicht). Tekenen van osteonecrose zijn stijfheid en pijn in
de gewrichten (in het bijzonder in de heupen, knieën en schouders) en moeilijk kunnen
bewegen. Wanneer u een van deze verschijnselen opmerkt, licht dan uw arts in.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef Emtriva niet aan zuigelingen
jonger dan 4 maanden.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
U dient geen Emtriva in te nemen
als u reeds andere geneesmiddelen gebruikt die emtricitabine of
lamivudine bevatten, die ook voor de behandeling van HIV-infectie worden gebruikt, tenzij dit zo is
voorgeschreven door uw arts.
49
Gebruikt u naast Emtriva nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Stop niet met uw behandeling zonder uw arts te raadplegen.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Indien u tijdens uw zwangerschap Emtriva heeft gebruikt, zal uw arts regelmatige bloedonderzoeken
en andere diagnostische onderzoeken willen doen om de ontwikkeling van uw kind te controleren. Bij
kinderen van wie de moeder NRTI’s heeft gebruikt tijdens de zwangerschap, woog het voordeel van
de bescherming tegen HIV op tegen het risico van bijwerkingen.
Geef geen borstvoeding als u Emtriva gebruikt.
De reden hiervoor is dat de werkzame stof in
dit geneesmiddel wordt uitgescheiden in de moedermelk. Het is bekend dat het virus via de
moedermelk kan worden doorgegeven aan de baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Emtriva kan duizeligheid veroorzaken. Als u zich duizelig voelt wanneer u Emtriva neemt,
bestuur
geen auto of ander voertuig
en gebruik geen machines of gereedschap.
Emtriva drank bevat:
Sunset geel (E110) kan allergische reacties veroorzaken. Methylparahydroxybenzoaat (E218) en
propylparahydroxybenzoaat (E216) kunnen allergische reacties veroorzaken (wellicht vertraagd). Dit
geneesmiddel bevat 36 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) per 24 ml.
Dit komt overeen met 1,8% van de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid natrium in de
voeding voor een volwassene.
Dit geneesmiddel bevat ook 480 mg propyleenglycol per 24 ml (maximale enkelvoudige dosis),
overeenkomend met een maximum van 12 mg/kg/dag.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit middel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld.
Twijfelt u
over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen dosering is:
Volwassenen:
Uw arts zal u adviseren over de juiste hoeveelheid Emtriva drank die ingenomen
moet worden. Emtriva drank kan met of zonder voedsel ingenomen worden.
Zuigelingen, kinderen en adolescenten die 40 kg of minder wegen:
de dosis Emtriva
10 mg/ml drank wordt berekend volgens uw lichaamsgewicht. De volgende tabel bevat
voorbeelden voor lichaamsgewicht en de overeenkomstige doses en volumes van de drank die
elke dag ingenomen moeten worden:
50
Lichaamsgewicht (kg)
5 kg
10 kg
15 kg
20 kg
25 kg
30 kg
35 kg
40 kg
Dosis emtricitabine (mg)
30 mg
60 mg
90 mg
120 mg
150 mg
180 mg
210 mg
240 mg
Per dag
Hoeveel 10 mg/ml drank moet worden
ingenomen (ml)
3 ml
6 ml
9 ml
12 ml
15 ml
18 ml
21 ml
24 ml
Zorg ervoor dat u begrijpt hoe u de juiste hoeveelheid drank afmeet en toedient afhankelijk van het
gewicht van de persoon die behandeld wordt. Gebruik het maatbekertje dat in de verpakking is
bijgesloten om de juiste dosis af te meten. Het maatbekertje heeft maatstrepen voor iedere ml drank.
Raadpleeg uw arts of apotheker bij twijfel over hoeveel Emtriva u dient in te nemen.
Neem altijd de door uw arts aanbevolen dosis in.
Dit is om ervoor te zorgen dat uw
geneesmiddel volledig effectief is en om het risico op de ontwikkeling van resistentie tegen de
behandeling te verminderen. U mag de dosis alleen veranderen wanneer uw arts dat zegt.
Als u problemen heeft met uw nieren,
kan uw arts u aanraden om Emtriva minder vaak te
nemen.
Uw arts zal Emtriva voorschrijven met andere antiretrovirale geneesmiddelen.
Raadpleeg
de bijsluiters van de andere antiretrovirale middelen voor aanwijzingen hoe deze
geneesmiddelen moeten worden ingenomen.
Emtriva is ook verkrijgbaar als harde capsules. Deze zijn alleen geschikt voor patiënten die ten minste
33 kg wegen en harde capsules kunnen slikken. De concentraties in het bloed die verkregen worden na
het innemen van één Emtriva 200 mg harde capsule zijn vergelijkbaar met de concentraties die
verkregen worden na het innemen van 24 ml drank. Neem contact op met uw arts, als u graag zou
willen overstappen van Emtriva drank op Emtriva harde capsules.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk teveel Emtriva drank heeft ingenomen, raadpleeg dan uw arts of de dichtstbijzijnde
ziekenhuisafdeling Spoedeisende Hulp. Houd de fles met de drank bij u, zodat u eenvoudig kunt
beschrijven wat u heeft ingenomen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Het is belangrijk dat u geen dosis Emtriva overslaat.
Als u een dosis Emtriva heeft overgeslagen en dit binnen 12 uur na het gebruikelijke tijdstip van
innemen bemerkt,
moet u deze zo spoedig mogelijk innemen, en daarna uw volgende dosis op het
gewone tijdstip nemen.
Als het toch al bijna tijd is voor uw volgende dosis (minder dan 12 uur),
vergeet de overgeslagen
dosis dan gewoon. Wacht en neem de volgende dosis op het gewone tijdstip in. Neem geen dubbele
dosis om een vergeten dosis in te halen.
51
Als u heeft overgegeven
Als het minder dan een uur geleden is dat u Emtriva heeft ingenomen,
neem dan een nieuwe dosis
in. U hoeft geen nieuwe dosis in te nemen, als u meer dan een uur na het innemen van Emtriva heeft
overgegeven.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van Emtriva zonder eerst uw arts te raadplegen.
Stoppen met de
behandeling met Emtriva kan de werkzaamheid van de door uw arts aanbevolen
anti-HIV-behandeling verminderen. Praat met uw arts voordat u stopt, vooral als u bijwerkingen
ondervindt of een andere ziekte heeft. Neem weer contact op met uw arts voordat u opnieuw
begint met het innemen van Emtriva drank.
Als u zowel HIV-infectie als hepatitis B heeft,
is het bijzonder belangrijk om niet te stoppen
met uw behandeling met Emtriva zonder eerst uw arts te raadplegen. Bij sommige patiënten
duidden bloedonderzoeken of symptomen erop dat hun hepatitis verslechterd was na het
stoppen met Emtriva. Eventueel moeten er gedurende een aantal maanden na het stoppen met de
behandeling bloedonderzoeken bij u uitgevoerd worden. Bij sommige patiënten met gevorderde
leverziekte of cirrose wordt stoppen met de behandeling afgeraden, omdat dit kan leiden tot
verergering van de hepatitis.
Licht uw arts onmiddellijk in over nieuwe of ongebruikelijke verschijnselen na het stoppen met de
behandeling, in het bijzonder verschijnselen die u met uw hepatitis-B-infectie in verband brengt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Tijdens de HIV-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipiden- en
bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw
gezondheid en door uw levensstijl. In het geval van een stijging van de serumlipidenwaarden kan het
soms worden veroorzaakt door de HIV-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Licht uw arts in als een van de volgende bijwerkingen optreedt:
Meest voorkomende bijwerkingen
De volgende bijwerkingen komen
zeer vaak
voor (deze kunnen bij meer dan 1 op de 10 patiënten
optreden):
hoofdpijn, diarree, misselijkheid
spierpijn en -zwakheid (bij verhoogde creatinekinasespiegels in het bloed)
Andere mogelijke bijwerkingen
De volgende bijwerkingen komen
vaak
voor (deze kunnen bij minder dan 1 op de 10 patiënten
optreden):
duizeligheid, zwakte, slapeloosheid, abnormale dromen
braken, problemen met spijsvertering die leiden tot klachten na maaltijden, buikpijn
uitslag (waaronder rode vlekken of plekken soms met blaarvorming en opzwelling van de huid),
die allergische reacties kunnen zijn, jeuk, veranderingen van huidskleur waaronder vlekvormig
donker worden van de huid
52
pijn
Onderzoeken kunnen ook aantonen:
verlaagd aantal witte bloedlichaampjes (hierdoor kunt u vatbaarder worden voor infecties)
verhoogd gehalte triglyceriden (vetzuren), verhoogde kleurstof van de gal in het bloed of
verhoogde bloedsuiker
problemen met lever en alvleesklier
De volgende bijwerkingen komen
soms
voor (deze kunnen bij minder dan 1 op de 100 patiënten
optreden):
bloedarmoede (verlaagd aantal rode bloedlichaampjes)
zwelling van het gezicht, de lippen, tong of keel
Andere mogelijke effecten
Bij kinderen die emtricitabine kregen, traden zeer vaak
veranderingen van huidskleur
waaronder
vlekvormig donker worden van de huid en vaak
bloedarmoede
(verlaagd aantal rode
bloedlichaampjes) op. Als de productie van rode bloedlichaampjes verlaagd is, kan het kind
verschijnselen van vermoeidheid of kortademigheid hebben.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de fles en de
doos na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C) totdat fles geopend wordt.
Na het openen van de fles deze bewaren beneden 25°C. De inhoud van de fles dient binnen 45 dagen
na opening verbruikt te worden. Er wordt aangeraden, de datum waarop de verpakking uit de koelkast
werd gehaald, te noteren op de verpakking.
Als er na 45 dagen eventueel ongebruikte drank in de fles over is, dient deze te worden vernietigd
overeenkomstig lokale voorschriften of te worden teruggebracht naar de apotheek.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is
emtricitabine.
Eén ml Emtriva drank bevat 10 mg
emtricitabine (10 mg/ml).
53
De andere stoffen in dit middel zijn:
suikerspin-smaakstof, dinatriumedetaat, zoutzuur,
methylparahydroxybenzoaat (E218), propyleenglycol, propylparahydroxybenzoaat (E216),
natriumhydroxide, monobasisch natriumfosfaat, monohydraat, sunset geel (E110), gezuiverd
water, xylitol (E967).
Hoe ziet Emtriva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Emtriva drank is een heldere, oranje tot donkeroranje drank die geleverd wordt in flessen met 170 ml;
een maatbekertje is bijgesloten.
Emtriva is ook verkrijgbaar als harde capsules. Deze zijn alleen geschikt voor patiënten die ten minste
33 kg wegen en harde capsules kunnen slikken. Er is een afzonderlijke bijsluiter voor Emtriva 200 mg
harde capsules.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland
Fabrikant
Gilead Sciences Ireland UC
IDA Business & Technology Park
Carrigtohill
County Cork
Ierland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Gilead Sciences Belgium SRL-BV
Tél/Tel: + 32 (0) 24 01 35 50
България
Gilead Sciences Ireland UC
Тел.:
+ 353 (0) 1 686 1888
Česká republika
Gilead Sciences s.r.o.
Tel: + 420 910 871 986
Danmark
Gilead Sciences Sweden AB
Tlf: + 46 (0) 8 5057 1849
Deutschland
Gilead Sciences GmbH
Tel: + 49 (0) 89 899890-0
Eesti
Gilead Sciences Poland Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 262 8702
Lietuva
Gilead Sciences Poland Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 262 8702
Luxembourg/Luxemburg
Gilead Sciences Belgium SRL-BV
Tél/Tel: + 32 (0) 24 01 35 50
Magyarország
Gilead Sciences Ireland UC
Tel.: + 353 (0) 1 686 1888
Malta
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 353 (0) 1 686 1888
Nederland
Gilead Sciences Netherlands B.V.
Tel: + 31 (0) 20 718 36 98
Norge
Gilead Sciences Sweden AB
Tlf: + 46 (0) 8 5057 1849
54
Ελλάδα
Gilead Sciences
Ελλάς Μ.ΕΠΕ.
Τηλ: + 30 210 8930 100
España
Gilead Sciences, S.L.
Tel: + 34 91 378 98 30
France
Gilead Sciences
Tél: + 33 (0) 1 46 09 41 00
Hrvatska
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 353 (0) 1 686 1888
Ireland
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 353 (0) 214 825 999
Ísland
Gilead Sciences Sweden AB
Sími: + 46 (0) 8 5057 1849
Italia
Gilead Sciences S.r.l.
Tel: + 39 02 439201
Κύπρος
Gilead Sciences
Ελλάς Μ.ΕΠΕ.
Τηλ: + 30 210 8930 100
Latvija
Gilead Sciences Poland Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 262 8702
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in .
Österreich
Gilead Sciences GesmbH
Tel: + 43 1 260 830
Polska
Gilead Sciences Poland Sp. z o.o.
Tel.: + 48 22 262 8702
Portugal
Gilead Sciences, Lda.
Tel: + 351 21 7928790
România
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 353 (0) 1 686 1888
Slovenija
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 353 (0) 1 686 1888
Slovenská republika
Gilead Sciences Slovakia s.r.o.
Tel: + 421 232 121 210
Suomi/Finland
Gilead Sciences Sweden AB
Puh/Tel: + 46 (0) 8 5057 1849
Sverige
Gilead Sciences Sweden AB
Tel: + 46 (0) 8 5057 1849
United Kingdom (Northern Ireland)
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 44 (0) 8000 113 700
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
55

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Emtriva 200 mg harde capsules

2.

KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke harde capsule bevat 200 mg emtricitabine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule.
Elke capsule bestaat uit een ondoorzichtig wit onderste deel en een ondoorzichtig lichtblauw bovenste
deel en heeft een afmeting van 19,4 mm x 6,9 mm. Elke capsule is bedrukt met '200 mg' op het
bovenste deel en 'GILEAD' en [Gilead logo] op het onderste deel in zwarte inkt.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Emtriva is geïndiceerd in combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen voor de behandeling
van met het humaan immunodeficiëntievirus type 1 (HIV-1) geïnfecteerde volwassenen en kinderen in
de leeftijd van 4 maanden en ouder.
Deze indicatie is gebaseerd op onderzoeken bij nog niet eerder behandelde patiënten en reeds eerder
behandelde patiënten bij wie het virus onder stabiele controle is. Er is geen ervaring met het gebruik
van Emtriva bij patiënten bij wie het huidige regime niet aanslaat of bij wie meerdere regimes niet
aangeslagen zijn (zie rubriek 5.1).
Bij het beslissen over een nieuw regime voor patiënten bij wie een antiretroviraal regime niet is
aangeslagen, dient men de mutatiepatronen toegekend aan verschillende geneesmiddelen en de
behandelingsanamnese van de individuele patiënt zorgvuldig in acht te nemen. Indien mogelijk kan
het testen op resistentie aangewezen zijn.

4.2 Dosering en wijze van toediening
De therapie moet worden gestart door een arts met ervaring in de behandeling van HIV-infecties.
Dosering
Emtriva 200 mg harde capsules kunnen met of zonder voedsel ingenomen worden.
Volwassenen: De aanbevolen dosis Emtriva is 200 mg (één harde capsule), eenmaal daags oraal in te
nemen.
Wanneer een patiënt een dosis Emtriva heeft overgeslagen en dit binnen 12 uur na het gebruikelijke
tijdstip van innemen bemerkt, moet de patiënt Emtriva zo snel mogelijk met of zonder voedsel
innemen en doorgaan met zijn/haar normale doseringsschema. Wanneer een patiënt een dosis Emtriva
heeft overgeslagen en dit later dan 12 uur na het gebruikelijke tijdstip van innemen bemerkt en het
bijna tijd is voor zijn/haar volgende dosis, mag de patiënt de overgeslagen dosis niet meer innemen en
moet hij/zij gewoon doorgaan met het gebruikelijke doseringsschema.
innemen. Wanneer de patiënt na meer dan 1 uur na het innemen van Emtriva overgeeft, hoeft hij/zij
geen nieuwe dosis in te nemen.
Speciale patiëntgroepen
Ouderen: Er zijn geen gegevens beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid bij patiënten ouder
dan 65 jaar. Een aanpassing van de aanbevolen dagdosis voor volwassenen is echter naar alle
waarschijnlijkheid niet noodzakelijk tenzij er tekenen van nierinsufficiëntie optreden.
Nierinsufficiëntie: Emtricitabine wordt via de nieren uitgescheiden en de blootstelling aan
emtricitabine neemt aanzienlijk toe bij patiënten met nierinsufficiëntie (zie rubriek 5.2). Aanpassing
van de dosis of van het doseringsinterval is nodig bij alle patiënten met een creatinineklaring
< 30 ml/min (zie rubriek 4.4).
Tabel 1 hieronder bevat richtlijnen voor de aanpassing van het doseringsinterval voor de 200 mg harde
capsules afhankelijk van de mate van nierinsufficiëntie. De veiligheid en werkzaamheid van de
aanpassing van het doseringsinterval naar om de 72 of 96 uur bij patiënten met een creatinineklaring
< 30 ml/min zijn niet klinisch geëvalueerd. De klinische respons op de behandeling en de nierfunctie
dienen daarom nauwlettend geobserveerd te worden bij deze patiënten (zie rubriek 4.4).
Patiënten met nierinsufficiëntie kunnen ook behandeld worden met Emtriva 10 mg/ml drank om voor
een verlaagde dagdosis emtricitabine te zorgen. Raadpleeg de Samenvatting van de productkenmerken
voor Emtriva 10 mg/ml drank.

Tabel 1: Richtlijnen voor het doseringsinterval voor de 200 mg harde capsules aangepast op
geleide van de creatinineklaring
Creatinineklaring (ml/min)

30
15-29
< 15 (functioneel nierloos
met noodzaak van
periodieke hemodialyse)*

Aanbevolen
Eén harde capsule
Eén harde capsule
Eén harde capsule (200 mg)
doseringsinterval voor
(200 mg) om de 24 uur (200 mg) om de 72 uur
om de 96 uur
200 mg harde capsules
* Er is uitgegaan van drie hemodialysesessies per week, elk met een duur van 3 uur en beginnend ten minste 12 uur na
toediening van de laatste dosis emtricitabine.
Patiënten met terminale nieraandoening (End Stage Renal Disease, ESRD) die worden behandeld met
andere vormen van dialyse zoals ambulante peritoneale dialyse zijn niet onderzocht en er kunnen geen
dosisaanbevelingen gedaan worden.
Leverinsufficiëntie: Er zijn geen gegevens beschikbaar op basis waarvan een dosisaanbeveling gedaan
kan worden voor patiënten met leverinsufficiëntie. Op grond van de minimale metabolisering van
emtricitabine en de renale eliminatieroute is het echter onwaarschijnlijk dat een dosisaanpassing bij
patiënten met leverinsufficiëntie noodzakelijk zou zijn (zie rubriek 5.2).
Als de behandeling met Emtriva wordt gestopt bij patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en
hepatitis B-virus (HBV), dienen deze patiënten nauwlet end te worden gecontroleerd op tekenen van
exacerbatie van hepatitis (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten: De aanbevolen dosis Emtriva voor kinderen in de leeftijd van 4 maanden en
ouder en adolescenten tot en met 18 jaar met een gewicht van ten minste 33 kg die in staat zijn harde
capsules te slikken, is 200 mg (één harde capsule), eenmaal daags oraal in te nemen.
Er zijn geen gegevens met betrekking tot de werkzaamheid en slechts zeer beperkte gegevens met
betrekking tot de veiligheid van emtricitabine bij zuigelingen jonger dan 4 maanden. Daarom wordt
Emtriva niet aangeraden voor gebruik bij zuigelingen die jonger zijn dan 4 maanden (zie voor
farmacokinetische gegevens voor deze leeftijdscategorie rubriek 5.2).
pediatrische patiënten met nierinsufficiëntie.
Wijze van toediening
Emtriva 200 mg harde capsules dienen eenmaal daags, oraal, met of zonder voedsel te worden
ingenomen.
Emtriva is ook verkrijgbaar als een 10 mg/ml drank voor gebruik bij zuigelingen in de leeftijd van
4 maanden en ouder, bij kinderen en patiënten die geen harde capsules kunnen slikken en bij patiënten
met nierinsufficiëntie. Raadpleeg de Samenvatting van de productkenmerken voor Emtriva 10 mg/ml
drank. Aangezien er tussen de presentatievormen van de harde capsule en de drank een verschil in de
biobeschikbaarheid van emtricitabine bestaat, leidt 240 mg emtricitabine toegediend als drank naar
alle waarschijnlijkheid tot vergelijkbare plasmaconcentraties als die waargenomen na toediening van
één harde capsule met 200 mg emtricitabine (zie rubriek 5.2).

4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Algemeen
Emtricitabine wordt niet aanbevolen als monotherapie voor de behandeling van HIV-infecties. Het
moet gebruikt worden in combinatie met andere antiretrovirale middelen. Raadpleeg ook de
Samenvattingen van de productkenmerken van de andere in de combinatietherapie gebruikte
antiretrovirale geneesmiddelen.

Gelijktijdige toediening van andere geneesmiddelen
Emtriva dient niet te worden ingenomen met andere geneesmiddelen die emtricitabine bevatten of met
geneesmiddelen die lamivudine bevatten.
Opportunistische infecties
Patiënten die emtricitabine of een andere antiretrovirale therapie krijgen, kunnen opportunistische
infecties en andere complicaties van HIV-infecties blijven ontwikkelen en moeten derhalve onder
nauwlettende klinische observatie blijven van artsen met ervaring in de behandeling van patiënten met
HIV-geassocieerde aandoeningen.
HIV-transmissie
Hoewel bewezen is dat effectieve virale suppressie met antiretrovirale behandeling het risico van
seksuele overdracht substantieel vermindert, kan een nog aanwezig risico niet worden uitgesloten.
Voorzorgsmaatregelen om overdracht te voorkomen dienen te worden genomen in overeenstemming
met nationale richtlijnen.
Nierfunctie
Emtricitabine wordt voornamelijk via de nieren uitgescheiden door glomerulaire filtratie en actieve
tubulaire secretie. Emtricitabine-blootstel ing kan aanzienlijk verhoogd zijn bij patiënten met ernstige
nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) die een dagelijkse dosis van 200 mg emtricitabine
als harde capsules of 240 mg als drank krijgen. Dientengevolge is een aanpassing van het
doseringsinterval (bij gebruik van Emtriva 200 mg harde capsules) of een verlaging van de dagdosis
emtricitabine (bij gebruik van Emtriva 10 mg/ml drank) nodig bij alle patiënten met een
creatinineklaring < 30 ml/min. De veiligheid en werkzaamheid van de in rubriek 4.2 gegeven
richtlijnen voor het aanpassen van het doseringsinterval zijn gebaseerd op farmacokinetische gegevens
en modellen op basis van een enkele dosis en zijn niet klinisch geëvalueerd. De klinische respons op
de behandeling en de nierfunctie dienen daarom nauwlettend geobserveerd te worden bij patiënten die
worden behandeld met emtricitabine met verlengde doseringsintervallen (zie rubrieken 4.2 en 5.2).
geneesmiddelen die worden uitgescheiden via actieve tubulaire secretie, aangezien deze gelijktijdige
toediening kan leiden tot een verhoging van serumconcentraties van óf emtricitabine óf een gelijktijdig
toegediend geneesmiddel als gevolg van competitie voor deze eliminatieweg (zie rubriek 4.5).
Gewicht en metabole parameters
Een gewichtstoename en een stijging van de serumlipiden- en bloedglucosespiegels kunnen tijdens
antiretrovirale behandeling optreden. Zulke veranderingen kunnen gedeeltelijk samenhangen met het
onder controle brengen van de ziekte en de levensstijl. Voor lipiden is er in sommige gevallen bewijs
voor een effect van de behandeling, terwijl er voor gewichtstoename geen sterk bewijs is dat het aan
een specifieke behandeling gerelateerd is. Voor het controleren van de serumlipiden en bloedglucose
wordt verwezen naar de vastgestelde HIV-behandelrichtlijnen. Lipidestoornissen moeten worden
behandeld waar dat klinisch aangewezen is.
Leverfunctie
Patiënten met een reeds bestaande leverdisfunctie, waaronder chronische actieve hepatitis, vertonen
vaker leverfunctie-afwijkingen tijdens gecombineerde antiretrovirale therapie (CART) en dienen
conform de standaardprocedures gecontroleerd te worden. Patiënten met chronische hepatitis-B- of
hepatitis-C-infectie die behandeld worden met CART, hebben een verhoogd risico op ernstige, en
mogelijk fatale, hepatische bijwerkingen. Raadpleeg bij gelijktijdige antivirale therapie voor
hepatitis B of C de betreffende Samenvatting van de productkenmerken voor deze geneesmiddelen.
Zijn er aanwijzingen voor exacerbaties van leverziekte bij dergelijke patiënten, dan moet onderbreken
of stoppen van de behandeling overwogen worden.
Patiënten met gelijktijdige infectie met HBV
Emtricitabine is in vitro werkzaam tegen HBV. Er zijn echter beperkte gegevens beschikbaar over de
werkzaamheid en veiligheid van emtricitabine (als een 200 mg harde capsule, eenmaal daags
toegediend) bij patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en HBV. Het gebruik van emtricitabine bij
patiënten met chronische HBV-infectie induceert hetzelfde mutatiepatroon in het YMDD-motief zoals
waargenomen bij lamivudinetherapie. De YMDD-mutatie veroorzaakt resistentie tegen zowel
emtricitabine als lamivudine.
Patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en HBV dienen gedurende ten minste enige maanden na
het stoppen van de behandeling met emtricitabine door middel van klinisch vervolgonderzoek en
laboratoriumonderzoek nauwlettend gecontroleerd te worden op tekenen van exacerbaties van
hepatitis. Dergelijke exacerbaties zijn waargenomen na het stoppen van de behandeling met
emtricitabine bij patiënten met HBV-infectie zonder gelijktijdige HIV-infectie en zijn voornamelijk
aangetoond door verhogingen van serum-alanineaminotransferase (serum-ALAT) naast opnieuw
verschijnen van HBV DNA. Bij sommige van deze patiënten was de reactivering van HBV
geassocieerd met ernstigere leverziekte, waaronder decompensatie en leverfalen. Er zijn niet
voldoende aanwijzingen om te kunnen bepalen of het opnieuw starten met emtricitabine invloed heeft
op het verloop van exacerbaties van hepatitis die na het stoppen van de emtricitabinebehandeling
waren opgetreden. Bij patiënten met gevorderde leverziekte of cirrose wordt stoppen van de
behandeling afgeraden, omdat exacerbaties van hepatitis na het einde van de behandeling kunnen
leiden tot leverdecompensatie.
Mitochondriale disfunctie na blootstel ing in utero
Nucleos(t)ide-analogen kunnen een effect hebben op de mitochondriale functie in variabele gradaties,
hetgeen het meest uitgesproken is met stavudine, didanosine en zidovudine. Bij HIV-negatieve
zuigelingen die in utero en/of postnataal werden blootgesteld aan nucleoside-analogen, werd
mitochondriale disfunctie gerapporteerd; deze betroffen voornamelijk behandeling met schema's die
zidovudine bevatten. De belangrijkste gerapporteerde bijwerkingen zijn hematologische aandoeningen
(anemie, neutropenie) en metabole stoornissen (hyperlactatemie, hyperlipasemie). Deze bijwerkingen
waren vaak van voorbijgaande aard. Laat intredende neurologische afwijkingen werden in zeldzame
gevallen gerapporteerd (hypertonie, convulsie, abnormaal gedrag). Of dergelijke neurologische
afwijkingen voorbijgaand of blijvend zijn, is momenteel niet bekend. Met deze bevindingen moet
en die ernstige klinische bevindingen van onbekende etiologie vertonen, met name neurologische
bevindingen. Deze bevindingen hebben geen invloed op de huidige nationale aanbevelingen voor
antiretrovirale therapie bij zwangere vrouwen ter voorkoming van verticale overdracht van HIV.
Immuunreactiveringssyndroom
Bij met HIV geïnfecteerde patiënten die op het moment dat CART wordt gestart een ernstige
immuundeficiëntie hebben, kan zich een ontstekingsreactie op asymptomatische of nog aanwezige
opportunistische pathogenen voordoen, die tot ernstige klinische manifestaties of verergering van de
symptomen kan leiden. Dergelijke reacties zijn vooral in de eerste weken of maanden na het starten
van CART gezien. Relevante voorbeelden zijn onder andere cytomegalovirus retinitis,
gegeneraliseerde en/of focale mycobacteriële infecties en Pneumocystis jirovecii pneumonie. Al e
symptomen van de ontsteking moeten worden beoordeeld en zo nodig dient een behandeling te
worden ingesteld.
Van auto-immuunziekten (zoals de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) is ook gerapporteerd
dat ze in een set ing van immuunreactivering kunnen optreden; de gerapporteerde tijd tot het begin van
de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het starten van de
behandeling optreden.
Osteonecrose
Hoewel men aanneemt dat bij de etiologie vele factoren een rol spelen (waaronder gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie, hoge Body Mass Index), zijn gevallen
van osteonecrose vooral gemeld bij patiënten met voortgeschreden HIV-infectie en/of langdurige
blootstelling aan CART. Patiënten moet worden aangeraden om een arts te raadplegen wanneer hun
gewrichten pijnlijk zijn of stijf worden of wanneer zij moeilijk kunnen bewegen.
Ouderen
Emtriva is niet bestudeerd bij patiënten ouder dan 65 jaar. Bij oudere patiënten is de kans op
verminderde nierfunctie groter. Daarom dient men voorzichtig te zijn bij de behandeling van oudere
patiënten met Emtriva.
Pediatrische patiënten
Naast de bijwerkingen die volwassenen ondervonden, traden in klinisch onderzoek waaraan
pediatrische HIV-patiënten deelnamen vaker anemie en huidverkleuring op (zie rubriek 4.8).

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
Emtricitabine had in vitro geen remmende werking op metabolisme gemedieerd door de volgende
humane CYP450-isoenzymen: 1A2, 2A6, 2B6, 2C9, 2C19, 2D6 en 3A4. Emtricitabine remde het voor
glucuronidatie verantwoordelijke enzym niet. Op basis van de resultaten van deze in vitro
experimenten en de bekende eliminatiewegen van emtricitabine is het potentieel voor CYP450-
gemedieerde interacties van emtricitabine met andere geneesmiddelen laag.
Er zijn geen klinisch significante interacties bij gelijktijdige toediening van emtricitabine met
indinavir, zidovudine, stavudine, famciclovir of tenofovirdisoproxilfumaraat.
Emtricitabine wordt voornamelijk via glomerulaire filtratie en actieve tubulaire secretie uitgescheiden.
Behalve van famciclovir en tenofovirdisoproxilfumaraat, is het effect van gelijktijdige toediening van
emtricitabine met geneesmiddelen die via de renale eliminatieroute worden uitgescheiden, of andere
geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de nierfunctie beïnvloeden, niet geëvalueerd. Gelijktijdige
toediening van emtricitabine met geneesmiddelen die worden uitgescheiden via actieve tubulaire
secretie, kan resulteren in een verhoging van serumconcentraties van óf emtricitabine óf een
gelijktijdig toegediend geneesmiddel als gevolg van competitie voor deze eliminatieweg.
Dientengevolge kan het gebruik van emtricitabine in combinatie met lamivudine voor de behandeling
van HIV-infectie op dit moment niet worden aangeraden.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Een matige hoeveelheid gegevens over zwangere vrouwen (tussen 300 en 1.000
zwangerschapsuitkomsten) duidt erop dat emtricitabine niet tot afwijkingen leidt of foetaal/neonataal
toxisch is. De resultaten van dieronderzoek duiden niet op reproductietoxiciteit. Het gebruik van
emtricitabine tijdens de zwangerschap kan zo nodig worden overwogen.
Borstvoeding
Het is aangetoond dat emtricitabine in de moedermelk wordt uitgescheiden. Er is onvoldoende
informatie over de effecten van emtricitabine op pasgeborenen/zuigelingen. Derhalve mag Emtriva
niet worden gebruikt in de periode dat borstvoeding wordt gegeven.
Gewoonlijk is het raadzaam dat met HIV geïnfecteerde vrouwen hun baby in geen geval borstvoeding
geven, om het overdragen van HIV op de baby te voorkomen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het effect van emtricitabine bij mensen. De resultaten van
dieronderzoek duiden niet op schadelijke effecten van emtricitabine op de vruchtbaarheid.

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Patiënten dienen echter ingelicht te worden over het feit, dat er melding is
gemaakt van duizeligheid tijdens behandeling met emtricitabine.

4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel

In klinisch onderzoek bij met HIV geïnfecteerde volwassenen waren de meest voorkomende
bijwerkingen van emtricitabine diarree (14,0%), hoofdpijn (10,2%), verhoogd creatinekinase (10,2%)
en misselijkheid (10,0%). Naast de bijwerkingen die bij volwassenen werden gemeld, traden in
klinisch onderzoek waaraan pediatrische HIV-patiënten deelnamen vaker anemie (9,5%) en
huidverkleuring (31,8%) op.
Stoppen van de behandeling met Emtriva bij patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en HBV kan
gepaard gaan met ernstige acute exacerbaties van hepatitis (zie rubriek 4.4).
Samenvatting van de bijwerkingen in tabelvorm
De beoordeling van bijwerkingen uit de gegevens van klinisch onderzoek is gebaseerd op ervaring in
drie klinische onderzoeken bij volwassenen (n = 1.479) en drie pediatrische onderzoeken (n = 169). In
de onderzoeken bij volwassenen kregen 1.039 nog niet eerder behandelde en 440 eerder behandelde
patiënten emtricitabine (n = 814) of vergelijkend geneesmiddel (n = 665) gedurende 48 weken in
combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen.
De bijwerkingen die vermoedelijk (of ten minste mogelijk) verband houden met de behandeling bij
volwassenen op basis van ervaring uit klinisch onderzoek en tijdens postmarketinggebruik worden
hierna in tabel 2 genoemd per lichaamssysteem, orgaanklasse en frequentie. Binnen iedere
frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. De frequentie wordt
gedefinieerd als zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100, < 1/10) of soms ( 1/1.000, < 1/100).

emtricitabine op basis van ervaring uit klinisch onderzoek en tijdens postmarketinggebruik

Frequentie

Emtricitabine
Bloed- en lymfestelselaandoeningen:
Vaak:
neutropenie
Soms:
anemie2
Immuunsysteemaandoeningen:
Vaak:
allergische reactie
Voedings- en stofwisselingsstoornissen:
Vaak:
hypertriglyceridemie, hyperglykemie
Psychische stoornissen:
Vaak:
slapeloosheid, abnormale dromen
Zenuwstelselaandoeningen:
Zeer vaak:
hoofdpijn
Vaak:
duizeligheid
Maagdarmstelselaandoeningen:
Zeer vaak:
diarree, misselijkheid
Vaak:
verhoogde amylasespiegels waaronder verhoogde pancreas-amylasespiegels, verhoogde
serumlipasespiegels, braken, abdominale pijn, dyspepsie
Lever- en galaandoeningen:
Vaak:
verhoogd aspartaataminotransferase (ASAT) in serum en/of verhoogd ALAT in serum,
hyperbilirubinemie
Huid- en onderhuidaandoeningen:
Vaak:
vesiculobulaire uitslag, pustuleuze uitslag, maculopapulaire uitslag, uitslag, jeuk,
urticaria, huidverkleuring (toegenomen pigmentatie)1,2
Soms:
angio-oedeem3
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen:
Zeer vaak:
verhoogd creatinekinase
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen:
Vaak:
pijn, asthenie
1 Zie rubriek 4.8, Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen voor meer informatie.
2 Bij toediening van emtricitabine aan pediatrische patiënten trad vaak anemie en zeer vaak huidverkleuring (toegenomen
pigmentatie) op (zie rubriek 4.8, Pediatrische patiënten).
3
Deze bijwerking, die aan de hand van postmarketingbewaking werd geïdentificeerd, werd niet waargenomen in
gerandomiseerd gecontroleerd klinisch onderzoek bij volwassenen of klinisch onderzoek bij pediatrische HIV-patiënten
met emtricitabine. De frequentiecategorie `soms' werd geschat aan de hand van een statistische berekening op basis van
het totale aantal patiënten dat in dit klinisch onderzoek werd blootgesteld aan emtricitabine (n = 1.563).
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Huidverkleuring (toegenomen pigmentatie): De huidverkleuring, die als hyperpigmentatie
voornamelijk op de handpalmen en/of voetzolen zichtbaar is, was over het algemeen licht van aard,
asymptomatisch en van geringe klinische betekenis. Het mechanisme is onbekend.
Metabole parameters: Het gewicht en de serumlipiden- en bloedglucosespiegels kunnen toenemen
tijdens antiretrovirale behandeling (zie rubriek 4.4).
Immuunreactiveringssyndroom: Bij met HIV geïnfecteerde patiënten die op het moment dat CART
wordt gestart een ernstige immuundeficiëntie hebben, kan zich een ontstekingsreactie op
asymptomatische of nog aanwezige opportunistische infecties voordoen. Auto-immuunziekten (zoals
de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) zijn ook gerapporteerd; de gerapporteerde tijd tot het
begin van de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het starten van
de behandeling optreden (zie rubriek 4.4).
Osteonecrose: Er zijn gevallen van osteonecrose gemeld, vooral bij patiënten met algemeen erkende
risicofactoren, voortgeschreden HIV-infectie of langdurige blootstelling aan CART. De frequentie
hiervan is onbekend (zie rubriek 4.4).
De beoordeling van de bijwerkingen bij pediatrische patiënten aan de hand van de gegevens uit
klinisch onderzoek is gebaseerd op ervaring in drie pediatrische onderzoeken (n = 169) waarin nog
niet eerder behandelde (n = 123) en eerder behandelde (n = 46) pediatrische HIV-patiënten in de
leeftijd van 4 maanden tot 18 jaar werden behandeld met emtricitabine in combinatie met andere
antiretrovirale middelen.
Naast de bijwerkingen die bij volwassenen werden gemeld (zie rubriek 4.8, Samenvatting van de
bijwerkingen in tabelvorm) werden de volgende bijwerkingen vaker bij pediatrische patiënten
waargenomen: anemie trad vaak (9,5%) en huidverkleuring (toegenomen pigmentatie) zeer vaak
(31,8%) bij pediatrische patiënten op.
Andere speciale patiëntgroep(en)
Ouderen: Emtriva is niet bestudeerd bij patiënten ouder dan 65 jaar. Bij oudere patiënten is de kans op
verminderde nierfunctie groter. Daarom dient men voorzichtig te zijn bij de behandeling van oudere
patiënten met Emtriva (zie rubriek 4.2).
Patiënten met nierfunctiestoornis: Emtricitabine wordt via de nieren uitgescheiden en de blootstelling
aan emtricitabine neemt aanzienlijk toe bij patiënten met nierinsufficiëntie. Aanpassing van de dosis of
van het doseringsinterval is nodig bij alle patiënten met een creatinineklaring < 30 ml/min (zie
rubrieken 4.2, 4.4 en 5.2).
HIV-patiënten met gelijktijdige HBV-infectie: Het bijwerkingenprofiel bij patiënten met gelijktijdige
HBV-infectie is gelijk aan het profiel dat waargenomen wordt bij patiënten met HIV-infectie zonder
gelijktijdige HBV-infectie. Zoals echter te verwachten was bij deze patiëntengroep, kwamen
verhogingen in ASAT- en ALAT-spiegels vaker voor dan bij de algemene met HIV geïnfecteerde
groep.
Exacerbaties van hepatitis na stopzetting van de behandeling: Bij HIV-patiënten met gelijktijdige
HBV-infectie kunnen na het stoppen met de behandeling exacerbaties van hepatitis optreden (zie
rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
Toediening van max. 1.200 mg emtricitabine ging gepaard met de bovenvermelde bijwerkingen (zie
rubriek 4.8).
Bij een overdosis moet de patiënt op tekenen van toxiciteit gecontroleerd worden en waar nodig
ondersteunende standaardbehandeling toegepast worden.
Max. 30% van de dosis emtricitabine kan verwijderd worden door middel van hemodialyse. Het is niet
bekend of emtricitabine verwijderd kan worden door middel van peritoneale dialyse.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen

Farmacotherapeutische categorie: Nucleoside en nucleotide reverse transcriptase-remmers, ATC-code:
J05AF09
Emtricitabine is een synthetisch nucleoside-analoog van cytidine en werkt specifiek tegen HIV-1,
HIV-2 en HBV.
Emtricitabine wordt gefosforyleerd door cellulaire enzymen om zo emtricitabine 5'-trifosfaat te
vormen, dat de HIV-1 reverse transcriptase competitief remt, wat DNA-keten-terminatie tot gevolg
heeft. Emtricitabine is een zwakke remmer van DNA-polymerases , en en mitochondriale DNA-
polymerase bij zoogdieren.
Emtricitabine vertoonde in vitro geen cytotoxiciteit voor perifere mononucleaire bloedcellen
(PBMC's), conventionele lymfocyt- en monocyt-macrofaagcellijnen of beenmergstamcellen. Noch
in vitro noch in vivo was er bewijs van toxiciteit voor mitochondria.
Antivirale werking in vitro: De emtricitabineconcentratie voor 50% remming (IC50) tegen
laboratoriumisolaten en klinische isolaten van HIV-1 lag tussen 0,0013 en 0,5 µmol/l. In
combinatiestudies van emtricitabine met proteaseremmers (PI's), nucleoside-, nucleotide- en
non-nucleoside-analoogremmers van HIV reverse transcriptase werden additieve tot synergistische
effecten waargenomen. De meeste van deze combinaties zijn niet bij mensen onderzocht.
Bij het testen op activiteit tegen laboratoriumstammen van HBV lag de IC50 voor emtricitabine tussen
0,01 en 0,04 µmol/l.
Resistentie: Resistentie van HIV-1 tegen emtricitabine ontwikkelt zich als het gevolg van
veranderingen bij codon 184 van de HIV reverse transcriptase, waardoor de methionine wordt
vervangen door een valine (een isoleucine-intermediair is ook waargenomen). Deze HIV-1-mutatie
werd in vitro en bij met HIV-1 geïnfecteerde patiënten waargenomen.
Emtricitabine-resistente virussen waren kruisresistent tegen lamivudine, maar bleven hun gevoeligheid
voor andere nucleoside reverse transcriptase-remmers (NRTI's) (zidovudine, stavudine, tenofovir,
abacavir en didanosine), alle non-nucleoside reverse transcriptase-remmers (NNRTI's) en alle PI's
behouden. Virussen die resistent zijn tegen zidovudine, didanosine en NNRTI's bleven hun
gevoeligheid voor emtricitabine (IC50 = 0,002 µmol/l tot 0,08 µmol/l) behouden.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van emtricitabine in combinatie met andere antiretrovirale middelen, waaronder
nucleoside-analogen, non-nucleoside-analogen en PI's, is aangetoond bij de behandeling van
HIV-infectie bij nog niet eerder behandelde patiënten en reeds eerder behandelde patiënten bij wie het
virus onder stabiele controle is. Er is geen ervaring met het gebruik van emtricitabine bij patiënten bij
wie het huidige regime niet aanslaat of bij wie meerdere regimes niet aangeslagen zijn.
Bij volwassenen die nog niet eerder een antiretrovirale behandeling kregen, werkte emtricitabine
significant beter dan stavudine wanneer beide geneesmiddelen in combinatie met didanosine en
efavirenz ingenomen werden gedurende een 48 weken durende behandeling. Fenotypische analyse liet
geen significante veranderingen zien in gevoeligheid voor emtricitabine, tenzij de M184V/I-mutatie
zich ontwikkeld had.
Bij virologisch stabiele reeds eerder behandelde volwassenen werd aangetoond dat emtricitabine, in
combinatie met een NRTI (óf stavudine óf zidovudine) en een PI of een NNRTI geen mindere
resultaten boekte dan lamivudine wat het aandeel van responders (< 400 kopieën/ml) gedurende
48 weken betreft (77% voor emtricitabine, 82% voor lamivudine). In een tweede onderzoek werden
bovendien reeds eerder behandelde volwassenen op een stabiel op PI gebaseerd HAART-regime (hoog
actief antiretroviraal therapieregime) gerandomiseerd op een eenmaal-daags-regime dat emtricitabine
bevatte, of gingen door met hun PI-HAART-regime. Na een behandeling van 48 weken liet het regime
dat emtricitabine bevatte, een equivalent aandeel van de patiënten met HIV RNA < 400 kopieën/ml
(94% voor emtricitabine versus 92%) en een groter aandeel van de patiënten met HIV RNA
< 50 kopieën/ml (95% voor emtricitabine versus 87%) zien in vergelijking met de patiënten die
doorgingen met hun PI-HAART-regime.
Bij zuigelingen en kinderen ouder dan 4 maanden bereikte of behield de meerderheid van de patiënten
complete suppressie van plasma HIV-1 RNA gedurende 48 weken (89% bereikte 400 kopieën/ml en
77% bereikte 50 kopieën/ml).
Er is geen klinische ervaring met het gebruik van emtricitabine bij zuigelingen jonger dan 4 maanden.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Emtricitabine wordt snel en extensief geabsorbeerd na orale toediening met piek-plasmaconcentraties
die 1 tot 2 uur na de dosis optreden. Bij 20 met HIV geïnfecteerde patiënten die dagelijks 200 mg
emtricitabine als harde capsules kregen, waren de steady-state piek-plasmaconcentraties van
emtricitabine (Cmax), de dalconcentraties (Cmin) en het gebied onder de plasmaconcentratie-tijdcurve
gedurende een 24-uur doseringsinterval (AUC) respectievelijk 1,8 ± 0,7 µg/ml, 0,09 ± 0,07 µg/ml en
10,0 ± 3,1 µg·uur/ml. De steady-state dal-plasmaconcentraties bereikten waarden die ca. 4 keer hoger
lagen dan de in vitro IC90-waarden voor anti-HIV-activiteit.
De absolute biobeschikbaarheid van emtricitabine uit Emtriva 200 mg harde capsules werd geschat op
93% en de absolute biobeschikbaarheid uit de Emtriva 10 mg/ml drank werd geschat op 75%.
In een pilotonderzoek bij kinderen en een definitief bio-equivalentie-onderzoek bij volwassenen werd
aangetoond dat de Emtriva 10 mg/ml drank ca. 80% van de biobeschikbaarheid van de Emtriva
200 mg harde capsules had. De reden voor dit verschil is niet bekend. Wegens dit verschil in
biobeschikbaarheid zou 240 mg emtricitabine toegediend als drank moeten zorgen voor vergelijkbare
plasmaconcentraties zoals deze waargenomen worden na toediening van één 200 mg emtricitabine
harde capsule. Daarom kunnen kinderen die ten minste 33 kg wegen, óf dagelijks één 200 mg harde
capsule óf eenmaal daags de drank tot een maximum dosis van 240 mg (24 ml) innemen.
Toediening van Emtriva 200 mg harde capsules met een vetrijke maaltijd of toediening van Emtriva
10 mg/ml drank met een vetarme of vetrijke maaltijd had geen effect op de systemische blootstelling
(AUC0-) van emtricitabine; daarom kunnen Emtriva 200 mg harde capsules en Emtriva 10 mg/ml
drank met of zonder voedsel toegediend worden.
Distributie
In vitro binding van emtricitabine aan humane plasmaproteïnen was < 4% en onafhankelijk van de
concentratie tussen 0,02 en 200 µg/ml. De gemiddelde verhouding van plasma- tot bloedconcentratie
was ca. 1,0 en de gemiddelde verhouding van sperma- tot plasmaconcentratie was ca. 4,0.
Het schijnbare volume van verdeling na intraveneuze toediening van emtricitabine was 1,4 ± 0,3 l/kg,
wat erop wijst dat emtricitabine uitgebreid verdeeld wordt over het gehele lichaam in zowel
intracellulaire als extracellulaire compartimenten.
Biotransformatie
Emtricitabine wordt in beperkte mate gemetaboliseerd. De biotransformatie van emtricitabine omvat
oxidatie van de thiolgroep tot de 3'-sulfoxide diastereomeren (ca. 9% van de dosis) en conjugatie met
glucuronzuur tot het 2'-O-glucuronide (ca. 4% van de dosis).
Emtricitabine had geen remmende werking op in vitro geneesmiddelmetabolisme gemedieerd door de
volgende humane CYP450-isoenzymen: 1A2, 2A6, 2B6, 2C9, 2C19, 2D6 en 3A4.
Emtricitabine had ook geen remmende werking op uridine-5'-difosfoglucuronyltransferase, het enzym
dat verantwoordelijk is voor glucuronidatie.
Emtricitabine wordt voornamelijk uitgescheiden door de nieren, waarbij de dosis volledig wordt
teruggevonden in urine (ca. 86%) en faeces (ca. 14%). Dertien procent van de dosis emtricitabine werd
teruggevonden in de urine in de vorm van drie metabolieten. De systemische klaring van emtricitabine
bedroeg gemiddeld 307 ml/min (4,03 ml/min/kg). Na orale toediening is de eliminatiehalfwaardetijd
van emtricitabine ca. 10 uur.
Lineariteit/non-lineariteit
De farmacokinetiek van emtricitabine is proportioneel ten opzichte van de dosis over het dosisbereik
van 25 tot 200 mg na eenmalige of herhaalde toediening.
Intracellulaire farmacokinetiek: In een klinisch onderzoek was de intracellulaire halfwaardetijd van
emtricitabine-trifosfaat in PBMC's 39 uur. Intracellulaire trifosfaatwaarden namen toe met de dosis,
maar bereikten een plateau bij doses van 200 mg of hoger.
Volwassenen met nierinsufficiëntie
Farmacokinetische parameters werden vastgesteld na toediening van één enkele dosis 200 mg
emtricitabine harde capsules aan 30 niet met HIV geïnfecteerde proefpersonen met nierinsufficiëntie
in diverse gradaties. De proefpersonen werden ingedeeld volgens de uitgangswaarde van de
creatinineklaring (> 80 ml/min als normale functie; 50-80 ml/min als milde stoornis; 30-49 ml/min als
matige stoornis; < 30 ml/min als ernstige stoornis; < 15 ml/min als functioneel nierloos met noodzaak
van hemodialyse).
De systemische emtricitabine-blootstel ing (gemiddelde ± standaardafwijking) nam toe van
11,8 ± 2,9 µg·uur/ml bij personen met normale nierfunctie tot respectievelijk 19,9 ± 1,1 µg·uur/ml,
25,0 ± 5,7 µg·uur/ml en 34,0 ± 2,1 µg·uur/ml bij patiënten met milde, matige en ernstige
nierfunctiestoornis.
Bij patiënten met ESRD die hemodialyse nodig hebben, werd ca. 30% van de dosis emtricitabine
teruggevonden in het dialysaat tijdens een 3 uur durende dialyseperiode die binnen 1,5 uur na
toediening van de dosis emtricitabine was gestart (bloedstroomsnelheid van 400 ml/min en
dialysaatstroomsnelheid van ca. 600 ml/min).
Leverinsufficiëntie
De farmacokinetiek van emtricitabine is niet onderzocht bij niet met HBV geïnfecteerde personen met
leverinsufficiëntie in diverse gradaties. Over het algemeen was de farmacokinetiek van emtricitabine
bij met HBV geïnfecteerde patiënten gelijk aan die bij gezonde proefpersonen en bij met HIV
geïnfecteerde patiënten.
Leeftijd
Er zijn geen farmacokinetische gegevens beschikbaar voor ouderen (ouder dan 65 jaar).
Geslacht
Alhoewel de gemiddelde Cmax en Cmin ca. 20% hoger waren en de gemiddelde AUC 16% hoger was bij
vrouwen in vergelijking met mannen, werd dit verschil niet als klinisch relevant beschouwd.
Etniciteit
Er is geen klinisch belangrijk farmacokinetisch verschil met betrekking tot etniciteit vastgesteld.
Pediatrische patiënten
Over het algemeen is de farmacokinetiek van emtricitabine bij zuigelingen, kinderen en adolescenten
(in de leeftijd van 4 maanden tot 18 jaar) gelijk aan die waargenomen bij volwassenen.
De gemiddelde AUC bij 77 zuigelingen, kinderen en adolescenten die eenmaal daags 6 mg/kg
emtricitabine als drank of eenmaal daags 200 mg emtricitabine als harde capsules toegediend kregen,
was vergelijkbaar met de gemiddelde AUC van 10,0 µg·uur/ml bij 20 volwassenen die 200 mg harde
capsules eenmaal daags toegediend kregen.
20 pasgeborenen van met HIV geïnfecteerde moeders die in de periode tussen de eerste levensweek en
een leeftijd van 3 maanden twee vierdaagse kuren met emtricitabine drank hadden gekregen met een
dosis van eenmaal per dag 3 mg/kg. Deze dosis is de helft van de toegelaten dosis voor zuigelingen
van 4 maanden en ouder (6 mg/kg). De schijnbare totale steady-state lichaamsklaring (CL/F) steeg in
deze periode van 3 maanden met de leeftijd, waarbij de AUC overeenkomstig daalde. De
plasmablootstelling aan emtricitabine (AUC) bij zuigelingen met een leeftijd tot 3 maanden die
eenmaal per dag 3 mg/kg emtricitabine kregen, was vergelijkbaar met de blootstelling die werd
waargenomen bij met HIV geïnfecteerde volwassenen en kinderen van 4 maanden en ouder die
dagelijkse doses van 6 mg/kg kregen.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens over emtricitabine duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze
gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie,
toxiciteit bij herhaalde dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel en reproductie- en
ontwikkelingstoxiciteit.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Inhoud capsule
Crospovidon
Magnesiumstearaat (E572)
Microkristallijne cellulose (E460)
Povidon (E1201)
Capsulehuls
Gelatine
Indigotine (E132)
Titaniumdioxide (E171)
Drukinkt
Zwart ijzeroxide (E172)
Schellak (E904)

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid
3 jaar.

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Fles van hoge-dichtheid-polyethyleen (HDPE) met een kindveilige sluiting van polypropyleen, met
30 harde capsules.
polyvinylchloride (PVC)/aluminium. Elke blisterverpakking bevat 30 harde capsules.
Verpakkingsgrootte: 30 harde capsules.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/03/261/001
EU/1/03/261/002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 24 oktober 2003
Datum van laatste verlenging: 22 september 2008
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Emtriva 10 mg/ml drank

2.

KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke ml Emtriva drank bevat 10 mg emtricitabine.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke dosis (24 ml) bevat 36 mg methylparahydroxybenzoaat (E218), 3,6 mg
propylparahydroxybenzoaat (E216), 1,2 mg sunset geel (E110), 480 mg propyleenglycol en heeft een
natriumgehalte van 36 mg.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Drank.
De heldere drank is oranje tot donkeroranje.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Emtriva is geïndiceerd in combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen voor de behandeling
van met het humaan immunodeficiëntievirus type 1 (HIV-1) geïnfecteerde volwassenen en kinderen in
de leeftijd van 4 maanden en ouder.
Deze indicatie is gebaseerd op onderzoeken bij nog niet eerder behandelde patiënten en reeds eerder
behandelde patiënten bij wie het virus onder stabiele controle is. Er is geen ervaring met het gebruik
van Emtriva bij patiënten bij wie het huidige regime niet aanslaat of bij wie meerdere regimes niet
aangeslagen zijn (zie rubriek 5.1).
Bij het beslissen over een nieuw regime voor patiënten bij wie een antiretroviraal regime niet is
aangeslagen, dient men de mutatiepatronen toegekend aan verschillende geneesmiddelen en de
behandelingsanamnese van de individuele patiënt zorgvuldig in acht te nemen. Indien mogelijk kan
het testen op resistentie aangewezen zijn.

4.2 Dosering en wijze van toediening
De therapie moet worden gestart door een arts met ervaring in de behandeling van HIV-infecties.
Dosering
Emtriva 10 mg/ml drank kan met of zonder voedsel ingenomen worden. Een maatbekertje is
bijgesloten (zie rubriek 6.5).
Volwassenen: De aanbevolen dosis Emtriva 10 mg/ml drank is eenmaal daags 240 mg (24 ml).
Wanneer een patiënt een dosis Emtriva heeft overgeslagen en dit binnen 12 uur na het gebruikelijke
tijdstip van innemen bemerkt, moet de patiënt Emtriva zo snel mogelijk met of zonder voedsel
innemen en doorgaan met zijn/haar normale doseringsschema. Wanneer een patiënt een dosis Emtriva
bijna tijd is voor zijn/haar volgende dosis, mag de patiënt de overgeslagen dosis niet meer innemen en
moet hij/zij gewoon doorgaan met het gebruikelijke doseringsschema.
Wanneer de patiënt binnen 1 uur na het innemen van Emtriva overgeeft, moet hij/zij een nieuwe dosis
innemen. Wanneer de patiënt na meer dan 1 uur na het innemen van Emtriva overgeeft, hoeft hij/zij
geen nieuwe dosis in te nemen.
Emtriva 200 mg harde capsules zijn beschikbaar voor volwassenen, adolescenten en kinderen die ten
minste 33 kg wegen en harde capsules kunnen slikken. Raadpleeg de Samenvatting van de
productkenmerken voor Emtriva 200 mg harde capsules. Aangezien er tussen de presentatievormen
van de harde capsule en de drank een verschil in de biobeschikbaarheid van emtricitabine bestaat, leidt
240 mg emtricitabine toegediend als drank (24 ml) naar alle waarschijnlijkheid tot vergelijkbare
plasmaconcentraties als die waargenomen na toediening van één harde capsule met 200 mg
emtricitabine (zie rubriek 5.2).
Speciale patiëntgroepen
Ouderen: Er zijn geen gegevens beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid bij patiënten ouder
dan 65 jaar. Een aanpassing van de aanbevolen dagdosis voor volwassenen is echter naar alle
waarschijnlijkheid niet noodzakelijk tenzij er tekenen van nierinsufficiëntie optreden.
Nierinsufficiëntie: Emtricitabine wordt via de nieren uitgescheiden en de blootstelling aan
emtricitabine neemt aanzienlijk toe bij patiënten met nierinsufficiëntie (zie rubriek 5.2). Aanpassing
van de dosis of van het doseringsinterval is nodig bij alle patiënten met een creatinineklaring
< 30 ml/min (zie rubriek 4.4).
Tabel 1 hieronder bevat dagdoses voor Emtriva 10 mg/ml drank afhankelijk van de mate van
nierinsufficiëntie. De veiligheid en werkzaamheid van deze doses zijn niet klinisch geëvalueerd. De
klinische respons op de behandeling en de nierfunctie dienen daarom nauwlettend geobserveerd te
worden bij deze patiënten (zie rubriek 4.4).
Patiënten met nierinsufficiëntie kunnen onder wijziging van het doseringsinterval ook behandeld
worden met Emtriva 200 mg harde capsules. Raadpleeg de Samenvatting van de productkenmerken
voor Emtriva 200 mg harde capsules.

Tabel 1: Dagdoses Emtriva 10 mg/ml drank aangepast op geleide van de creatinineklaring
Creatinineklaring (ml/min)

30
15-29
< 15 (functioneel nierloos met

noodzaak van periodieke
hemodialyse)*

Aanbevolen dosis
240 mg
80 mg
60 mg
Emtriva 10 mg/ml
(24 ml)
(8 ml)
(6 ml)
drank om de 24 uur
* Er is uitgegaan van drie hemodialysesessies per week, elk met een duur van 3 uur en beginnend ten minste 12 uur na
toediening van de laatste dosis emtricitabine.
Patiënten met terminale nieraandoening (End Stage Renal Disease, ESRD) die worden behandeld met
andere vormen van dialyse zoals ambulante peritoneale dialyse zijn niet onderzocht en er kunnen geen
dosisaanbevelingen gedaan worden.
Leverinsufficiëntie: Er zijn geen gegevens beschikbaar op basis waarvan een dosisaanbeveling gedaan
kan worden voor patiënten met leverinsufficiëntie. Op grond van de minimale metabolisering van
emtricitabine en de renale eliminatieroute is het echter onwaarschijnlijk dat een dosisaanpassing bij
patiënten met leverinsufficiëntie noodzakelijk zou zijn (zie rubriek 5.2).
hepatitis B-virus (HBV), dienen deze patiënten nauwlet end te worden gecontroleerd op tekenen van
exacerbatie van hepatitis (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten: De aanbevolen dosis Emtriva 10 mg/ml drank is 6 mg/kg tot een maximum
van 240 mg (24 ml) eenmaal daags.
Kinderen in de leeftijd van 4 maanden en ouder, die ten minste 33 kg wegen, kunnen óf dagelijks
200 mg (één harde capsule) innemen of eenmaal daags emtricitabine als drank tot een maximum van
240 mg innemen.
Er zijn geen gegevens met betrekking tot de werkzaamheid en slechts zeer beperkte gegevens met
betrekking tot de veiligheid van emtricitabine bij zuigelingen jonger dan 4 maanden. Daarom wordt
Emtriva niet aangeraden voor gebruik bij zuigelingen die jonger zijn dan 4 maanden (zie voor
farmacokinetische gegevens voor deze leeftijdscategorie rubriek 5.2).
Er zijn geen gegevens beschikbaar op basis waarvan een dosisaanbeveling gedaan kan worden voor
pediatrische patiënten met nierinsufficiëntie.
Wijze van toediening
Emtriva 10 mg/ml drank dient eenmaal daags, oraal, met of zonder voedsel te worden ingenomen. Een
maatbekertje is bijgesloten (zie rubriek 6.5).

4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Algemeen
Emtricitabine wordt niet aanbevolen als monotherapie voor de behandeling van HIV-infecties. Het
moet gebruikt worden in combinatie met andere antiretrovirale middelen. Raadpleeg ook de
Samenvattingen van de productkenmerken van de andere in de combinatietherapie gebruikte
antiretrovirale geneesmiddelen.
Gelijktijdige toediening van andere geneesmiddelen
Emtriva dient niet te worden ingenomen met andere geneesmiddelen die emtricitabine bevatten of met
geneesmiddelen die lamivudine bevatten.
Opportunistische infecties
Patiënten die emtricitabine of een andere antiretrovirale therapie krijgen, kunnen opportunistische
infecties en andere complicaties van HIV-infecties blijven ontwikkelen en moeten derhalve onder
nauwlettende klinische observatie blijven van artsen met ervaring in de behandeling van patiënten met
HIV-geassocieerde aandoeningen.
HIV-transmissie
Hoewel bewezen is dat effectieve virale suppressie met antiretrovirale behandeling het risico van
seksuele overdracht substantieel vermindert, kan een nog aanwezig risico niet worden uitgesloten.
Voorzorgsmaatregelen om overdracht te voorkomen dienen te worden genomen in overeenstemming
met nationale richtlijnen.
Nierfunctie
Emtricitabine wordt voornamelijk via de nieren uitgescheiden door glomerulaire filtratie en actieve
tubulaire secretie. Emtricitabine-blootstel ing kan aanzienlijk verhoogd zijn bij patiënten met ernstige
nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) die een dagelijkse dosis van 200 mg emtricitabine
als harde capsules of 240 mg als drank krijgen. Dientengevolge is een aanpassing van het
doseringsinterval (bij gebruik van Emtriva 200 mg harde capsules) of een verlaging van de dagdosis
creatinineklaring < 30 ml/min. De veiligheid en werkzaamheid van de in rubriek 4.2 aangegeven
verlaagde doses zijn gebaseerd op farmacokinetische gegevens en modellen op basis van een enkele
dosis en zijn niet klinisch geëvalueerd. De klinische respons op de behandeling en de nierfunctie
dienen daarom nauwlettend geobserveerd te worden bij patiënten die met een verlaagde dosis
emtricitabine worden behandeld (zie rubrieken 4.2 en 5.2).
Voorzichtigheid dient te worden betracht bij gelijktijdige toediening van emtricitabine met
geneesmiddelen die worden uitgescheiden via actieve tubulaire secretie, aangezien deze gelijktijdige
toediening kan leiden tot een verhoging van serumconcentraties van óf emtricitabine óf een gelijktijdig
toegediend geneesmiddel als gevolg van competitie voor deze eliminatieweg (zie rubriek 4.5).
Gewicht en metabole parameters
Een gewichtstoename en een stijging van de serumlipiden- en bloedglucosespiegels kunnen tijdens
antiretrovirale behandeling optreden. Zulke veranderingen kunnen gedeeltelijk samenhangen met het
onder controle brengen van de ziekte en de levensstijl. Voor lipiden is er in sommige gevallen bewijs
voor een effect van de behandeling, terwijl er voor gewichtstoename geen sterk bewijs is dat het aan
een specifieke behandeling gerelateerd is. Voor het controleren van de serumlipiden en bloedglucose
wordt verwezen naar de vastgestelde HIV-behandelrichtlijnen. Lipidestoornissen moeten worden
behandeld waar dat klinisch aangewezen is.
Leverfunctie
Patiënten met een reeds bestaande leverdisfunctie, waaronder chronische actieve hepatitis, vertonen
vaker leverfunctie-afwijkingen tijdens gecombineerde antiretrovirale therapie (CART) en dienen
conform de standaardprocedures gecontroleerd te worden. Patiënten met chronische hepatitis-B- of
hepatitis-C-infectie die behandeld worden met CART, hebben een verhoogd risico op ernstige, en
mogelijk fatale, hepatische bijwerkingen. Raadpleeg bij gelijktijdige antivirale therapie voor
hepatitis B of C de betreffende Samenvatting van de productkenmerken voor deze geneesmiddelen.
Zijn er aanwijzingen voor exacerbaties van leverziekte bij dergelijke patiënten, dan moet onderbreken
of stoppen van de behandeling overwogen worden.
Patiënten met gelijktijdige infectie met HBV
Emtricitabine is in vitro werkzaam tegen HBV. Er zijn echter beperkte gegevens beschikbaar over de
werkzaamheid en veiligheid van emtricitabine (als een 200 mg harde capsule, eenmaal daags
toegediend) bij patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en HBV. Het gebruik van emtricitabine bij
patiënten met chronische HBV-infectie induceert hetzelfde mutatiepatroon in het YMDD-motief zoals
waargenomen bij lamivudinetherapie. De YMDD-mutatie veroorzaakt resistentie tegen zowel
emtricitabine als lamivudine.
Patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en HBV dienen gedurende ten minste enige maanden na
het stoppen van de behandeling met emtricitabine door middel van klinisch vervolgonderzoek en
laboratoriumonderzoek nauwlettend gecontroleerd te worden op tekenen van exacerbaties van
hepatitis. Dergelijke exacerbaties zijn waargenomen na het stoppen van de behandeling met
emtricitabine bij patiënten met HBV-infectie zonder gelijktijdige HIV-infectie en zijn voornamelijk
aangetoond door verhogingen van serum-alanineaminotransferase (serum-ALAT) naast opnieuw
verschijnen van HBV DNA. Bij sommige van deze patiënten was de reactivering van HBV
geassocieerd met ernstigere leverziekte, waaronder decompensatie en leverfalen. Er zijn niet
voldoende aanwijzingen om te kunnen bepalen of het opnieuw starten met emtricitabine invloed heeft
op het verloop van exacerbaties van hepatitis die na het stoppen van de emtricitabinebehandeling
waren opgetreden. Bij patiënten met gevorderde leverziekte of cirrose wordt stoppen van de
behandeling afgeraden, omdat exacerbaties van hepatitis na het einde van de behandeling kunnen
leiden tot leverdecompensatie.
Mitochondriale disfunctie na blootstelling in utero
Nucleos(t)ide-analogen kunnen een effect hebben op de mitochondriale functie in variabele gradaties,
hetgeen het meest uitgesproken is met stavudine, didanosine en zidovudine. Bij HIV-negatieve
mitochondriale disfunctie gerapporteerd; deze betroffen voornamelijk behandeling met schema's die
zidovudine bevatten. De belangrijkste gerapporteerde bijwerkingen zijn hematologische aandoeningen
(anemie, neutropenie) en metabole stoornissen (hyperlactatemie, hyperlipasemie). Deze bijwerkingen
waren vaak van voorbijgaande aard. Laat intredende neurologische afwijkingen werden in zeldzame
gevallen gerapporteerd (hypertonie, convulsie, abnormaal gedrag). Of dergelijke neurologische
afwijkingen voorbijgaand of blijvend zijn, is momenteel niet bekend. Met deze bevindingen moet
rekening worden gehouden bij kinderen die in utero werden blootgesteld aan nucleos(t)ide-analogen
en die ernstige klinische bevindingen van onbekende etiologie vertonen, met name neurologische
bevindingen. Deze bevindingen hebben geen invloed op de huidige nationale aanbevelingen voor
antiretrovirale therapie bij zwangere vrouwen ter voorkoming van verticale overdracht van HIV.
Immuunreactiveringssyndroom
Bij met HIV geïnfecteerde patiënten die op het moment dat CART wordt gestart een ernstige
immuundeficiëntie hebben, kan zich een ontstekingsreactie op asymptomatische of nog aanwezige
opportunistische pathogenen voordoen, die tot ernstige klinische manifestaties of verergering van de
symptomen kan leiden. Dergelijke reacties zijn vooral in de eerste weken of maanden na het starten
van CART gezien. Relevante voorbeelden zijn onder andere cytomegalovirus retinitis,
gegeneraliseerde en/of focale mycobacteriële infecties en Pneumocystis jirovecii pneumonie. Al e
symptomen van de ontsteking moeten worden beoordeeld en zo nodig dient een behandeling te
worden ingesteld.
Van auto-immuunziekten (zoals de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) is ook gerapporteerd
dat ze in een set ing van immuunreactivering kunnen optreden; de gerapporteerde tijd tot het begin van
de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het starten van de
behandeling optreden.
Osteonecrose
Hoewel men aanneemt dat bij de etiologie vele factoren een rol spelen (waaronder gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie, hoge Body Mass Index), zijn gevallen
van osteonecrose vooral gemeld bij patiënten met voortgeschreden HIV-infectie en/of langdurige
blootstelling aan CART. Patiënten moet worden aangeraden om een arts te raadplegen wanneer hun
gewrichten pijnlijk zijn of stijf worden of wanneer zij moeilijk kunnen bewegen.
Emtriva drank bevat sunset geel (E110) dat allergische reacties kan veroorzaken,
methylparahydroxybenzoaat (E218) en propylparahydroxybenzoaat (E216) die allergische reacties
kunnen veroorzaken (wellicht vertraagd). Dit geneesmiddel bevat 36 mg natrium per 24 ml, equivalent
aan 1,8% van de door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g natrium voor een
volwassene.
Ouderen
Emtriva is niet bestudeerd bij patiënten ouder dan 65 jaar. Bij oudere patiënten is de kans op
verminderde nierfunctie groter. Daarom dient men voorzichtig te zijn bij de behandeling van oudere
patiënten met Emtriva.
Pediatrische patiënten
Naast de bijwerkingen die volwassenen ondervonden, traden in klinisch onderzoek waaraan
pediatrische HIV-patiënten deelnamen vaker anemie en huidverkleuring op (zie rubriek 4.8).

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
Emtricitabine had in vitro geen remmende werking op metabolisme gemedieerd door de volgende
humane CYP450-isoenzymen: 1A2, 2A6, 2B6, 2C9, 2C19, 2D6 en 3A4. Emtricitabine remde het voor
glucuronidatie verantwoordelijke enzym niet. Op basis van de resultaten van deze in vitro
gemedieerde interacties van emtricitabine met andere geneesmiddelen laag.
Er zijn geen klinisch significante interacties bij gelijktijdige toediening van emtricitabine met
indinavir, zidovudine, stavudine, famciclovir of tenofovirdisoproxilfumaraat.
Emtricitabine wordt voornamelijk via glomerulaire filtratie en actieve tubulaire secretie uitgescheiden.
Behalve van famciclovir en tenofovirdisoproxilfumaraat, is het effect van gelijktijdige toediening van
emtricitabine met geneesmiddelen die via de renale eliminatieroute worden uitgescheiden, of andere
geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de nierfunctie beïnvloeden, niet geëvalueerd. Gelijktijdige
toediening van emtricitabine met geneesmiddelen die worden uitgescheiden via actieve tubulaire
secretie, kan resulteren in een verhoging van serumconcentraties van óf emtricitabine óf een
gelijktijdig toegediend geneesmiddel als gevolg van competitie voor deze eliminatieweg.
Er is tot nu toe geen klinische ervaring met gelijktijdige toediening van cytidine-analogen.
Dientengevolge kan het gebruik van emtricitabine in combinatie met lamivudine voor de behandeling
van HIV-infectie op dit moment niet worden aangeraden.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Een matige hoeveelheid gegevens over zwangere vrouwen (tussen 300 en 1.000
zwangerschapsuitkomsten) duidt erop dat emtricitabine niet tot afwijkingen leidt of foetaal/neonataal
toxisch is. De resultaten van dieronderzoek duiden niet op reproductietoxiciteit. Het gebruik van
emtricitabine tijdens de zwangerschap kan zo nodig worden overwogen.
Borstvoeding
Het is aangetoond dat emtricitabine in de moedermelk wordt uitgescheiden. Er is onvoldoende
informatie over de effecten van emtricitabine op pasgeborenen/zuigelingen. Derhalve mag Emtriva
niet worden gebruikt in de periode dat borstvoeding wordt gegeven.
Gewoonlijk is het raadzaam dat met HIV geïnfecteerde vrouwen hun baby in geen geval borstvoeding
geven, om het overdragen van HIV op de baby te voorkomen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het effect van emtricitabine bij mensen. De resultaten van
dieronderzoek duiden niet op schadelijke effecten van emtricitabine op de vruchtbaarheid.

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Patiënten dienen echter ingelicht te worden over het feit, dat er melding is
gemaakt van duizeligheid tijdens behandeling met emtricitabine.

4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel

In klinisch onderzoek bij met HIV geïnfecteerde volwassenen waren de meest voorkomende
bijwerkingen van emtricitabine diarree (14,0%), hoofdpijn (10,2%), verhoogd creatinekinase (10,2%)
en misselijkheid (10,0%). Naast de bijwerkingen die bij volwassenen werden gemeld, traden in
klinisch onderzoek waaraan pediatrische HIV-patiënten deelnamen vaker anemie (9,5%) en
huidverkleuring (31,8%) op.
Stoppen van de behandeling met Emtriva bij patiënten met gelijktijdige infectie met HIV en HBV kan
gepaard gaan met ernstige acute exacerbaties van hepatitis (zie rubriek 4.4).
De beoordeling van bijwerkingen uit de gegevens van klinisch onderzoek is gebaseerd op ervaring in
drie klinische onderzoeken bij volwassenen (n = 1.479) en drie pediatrische onderzoeken (n = 169). In
de onderzoeken bij volwassenen kregen 1.039 nog niet eerder behandelde en 440 eerder behandelde
patiënten emtricitabine (n = 814) of vergelijkend geneesmiddel (n = 665) gedurende 48 weken in
combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen.
De bijwerkingen die vermoedelijk (of ten minste mogelijk) verband houden met de behandeling bij
volwassenen op basis van ervaring uit klinisch onderzoek en tijdens postmarketinggebruik worden
hierna in tabel 2 genoemd per lichaamssysteem, orgaanklasse en frequentie. Binnen iedere
frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. De frequentie wordt
gedefinieerd als zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100, < 1/10) of soms ( 1/1.000, < 1/100).

Tabel 2: Samenvatting in tabelvorm van de bijwerkingen die in verband gebracht worden met
emtricitabine op basis van ervaring uit klinisch onderzoek en tijdens postmarketinggebruik

Frequentie

Emtricitabine
Bloed- en lymfestelselaandoeningen:
Vaak:
neutropenie
Soms:
anemie2
Immuunsysteemaandoeningen:
Vaak:
allergische reactie
Voedings- en stofwisselingsstoornissen:
Vaak:
hypertriglyceridemie, hyperglykemie
Psychische stoornissen:
Vaak:
slapeloosheid, abnormale dromen
Zenuwstelselaandoeningen:
Zeer vaak:
hoofdpijn
Vaak:
duizeligheid
Maagdarmstelselaandoeningen:
Zeer vaak:
diarree, misselijkheid
Vaak:
verhoogde amylasespiegels waaronder verhoogde pancreas-amylasespiegels, verhoogde
serumlipasespiegels, braken, abdominale pijn, dyspepsie
Lever- en galaandoeningen:
Vaak:
verhoogd aspartaataminotransferase (ASAT) in serum en/of verhoogd ALAT in serum,
hyperbilirubinemie
Huid- en onderhuidaandoeningen:
Vaak:
vesiculobulaire uitslag, pustuleuze uitslag, maculopapulaire uitslag, uitslag, jeuk,
urticaria, huidverkleuring (toegenomen pigmentatie)1,2
Soms:
angio-oedeem3
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen:
Zeer vaak:
verhoogd creatinekinase
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen:
Vaak:
pijn, asthenie
1 Zie rubriek 4.8, Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen voor meer informatie.
2 Bij toediening van emtricitabine aan pediatrische patiënten trad vaak anemie en zeer vaak huidverkleuring (toegenomen
pigmentatie) op (zie rubriek 4.8, Pediatrische patiënten).
3 Deze bijwerking, die aan de hand van postmarketingbewaking werd geïdentificeerd, werd niet waargenomen in
gerandomiseerd gecontroleerd klinisch onderzoek bij volwassenen of klinisch onderzoek bij pediatrische HIV-patiënten
met emtricitabine. De frequentiecategorie `soms' werd geschat aan de hand van een statistische berekening op basis van
het totale aantal patiënten dat in dit klinisch onderzoek werd blootgesteld aan emtricitabine (n = 1.563).
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Huidverkleuring (toegenomen pigmentatie): De huidverkleuring, die als hyperpigmentatie
voornamelijk op de handpalmen en/of voetzolen zichtbaar is, was over het algemeen licht van aard,
asymptomatisch en van geringe klinische betekenis. Het mechanisme is onbekend.
Metabole parameters: Het gewicht en de serumlipiden- en bloedglucosespiegels kunnen toenemen
tijdens antiretrovirale behandeling (zie rubriek 4.4).
wordt gestart een ernstige immuundeficiëntie hebben, kan zich een ontstekingsreactie op
asymptomatische of nog aanwezige opportunistische infecties voordoen. Auto-immuunziekten (zoals
de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) zijn ook gerapporteerd; de gerapporteerde tijd tot het
begin van de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het starten van
de behandeling optreden (zie rubriek 4.4).
Osteonecrose: Er zijn gevallen van osteonecrose gemeld, vooral bij patiënten met algemeen erkende
risicofactoren, voortgeschreden HIV-infectie of langdurige blootstelling aan CART. De frequentie
hiervan is onbekend (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
De beoordeling van de bijwerkingen bij pediatrische patiënten aan de hand van de gegevens uit
klinisch onderzoek is gebaseerd op ervaring in drie pediatrische onderzoeken (n = 169) waarin nog
niet eerder behandelde (n = 123) en eerder behandelde (n = 46) pediatrische HIV-patiënten in de
leeftijd van 4 maanden tot 18 jaar werden behandeld met emtricitabine in combinatie met andere
antiretrovirale middelen.
Naast de bijwerkingen die bij volwassenen werden gemeld (zie rubriek 4.8, Samenvatting van de
bijwerkingen in tabelvorm) werden de volgende bijwerkingen vaker bij pediatrische patiënten
waargenomen: anemie trad vaak (9,5%) en huidverkleuring (toegenomen pigmentatie) zeer vaak
(31,8%) bij pediatrische patiënten op.
Andere speciale patiëntgroep(en)
Ouderen: Emtriva is niet bestudeerd bij patiënten ouder dan 65 jaar. Bij oudere patiënten is de kans op
verminderde nierfunctie groter. Daarom dient men voorzichtig te zijn bij de behandeling van oudere
patiënten met Emtriva (zie rubriek 4.2).
Patiënten met nierfunctiestoornis: Emtricitabine wordt via de nieren uitgescheiden en de blootstelling
aan emtricitabine neemt aanzienlijk toe bij patiënten met nierinsufficiëntie. Aanpassing van de dosis of
van het doseringsinterval is nodig bij alle patiënten met een creatinineklaring < 30 ml/min (zie
rubrieken 4.2, 4.4 en 5.2).
HIV-patiënten met gelijktijdige HBV-infectie: Het bijwerkingenprofiel bij patiënten met gelijktijdige
HBV-infectie is gelijk aan het profiel dat waargenomen wordt bij patiënten met HIV-infectie zonder
gelijktijdige HBV-infectie. Zoals echter te verwachten was bij deze patiëntengroep, kwamen
verhogingen in ASAT- en ALAT-spiegels vaker voor dan bij de algemene met HIV geïnfecteerde
groep.
Exacerbaties van hepatitis na stopzetting van de behandeling: Bij HIV-patiënten met gelijktijdige
HBV-infectie kunnen na het stoppen met de behandeling exacerbaties van hepatitis optreden (zie
rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
Toediening van max. 1.200 mg emtricitabine ging gepaard met de bovenvermelde bijwerkingen (zie
rubriek 4.8).
Bij een overdosis moet de patiënt op tekenen van toxiciteit gecontroleerd worden en waar nodig
ondersteunende standaardbehandeling toegepast worden.
bekend of emtricitabine verwijderd kan worden door middel van peritoneale dialyse.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen

Farmacotherapeutische categorie: Nucleoside en nucleotide reverse transcriptase-remmers, ATC-code:
J05AF09
Werkingsmechanisme en farmacodynamische effecten
Emtricitabine is een synthetisch nucleoside-analoog van cytidine en werkt specifiek tegen HIV-1,
HIV-2 en HBV.
Emtricitabine wordt gefosforyleerd door cellulaire enzymen om zo emtricitabine 5'-trifosfaat te
vormen, dat de HIV-1 reverse transcriptase competitief remt, wat DNA-keten-terminatie tot gevolg
heeft. Emtricitabine is een zwakke remmer van DNA-polymerases , en en mitochondriale DNA-
polymerase bij zoogdieren.
Emtricitabine vertoonde in vitro geen cytotoxiciteit voor perifere mononucleaire bloedcellen
(PBMC's), conventionele lymfocyt- en monocyt-macrofaagcellijnen of beenmergstamcellen. Noch
in vitro noch in vivo was er bewijs van toxiciteit voor mitochondria.
Antivirale werking in vitro: De emtricitabineconcentratie voor 50% remming (IC50) tegen
laboratoriumisolaten en klinische isolaten van HIV-1 lag tussen 0,0013 en 0,5 µmol/l. In
combinatiestudies van emtricitabine met proteaseremmers (PI's), nucleoside-, nucleotide- en
non-nucleoside-analoogremmers van HIV reverse transcriptase werden additieve tot synergistische
effecten waargenomen. De meeste van deze combinaties zijn niet bij mensen onderzocht.
Bij het testen op activiteit tegen laboratoriumstammen van HBV lag de IC50 voor emtricitabine tussen
0,01 en 0,04 µmol/l.
Resistentie: Resistentie van HIV-1 tegen emtricitabine ontwikkelt zich als het gevolg van
veranderingen bij codon 184 van de HIV reverse transcriptase, waardoor de methionine wordt
vervangen door een valine (een isoleucine-intermediair is ook waargenomen). Deze HIV-1-mutatie
werd in vitro en bij met HIV-1 geïnfecteerde patiënten waargenomen.
Emtricitabine-resistente virussen waren kruisresistent tegen lamivudine, maar bleven hun gevoeligheid
voor andere nucleoside reverse transcriptase-remmers (NRTI's) (zidovudine, stavudine, tenofovir,
abacavir en didanosine), alle non-nucleoside reverse transcriptase-remmers (NNRTI's) en alle PI's
behouden. Virussen die resistent zijn tegen zidovudine, didanosine en NNRTI's bleven hun
gevoeligheid voor emtricitabine (IC50=0,002 µmol/l tot 0,08 µmol/l) behouden.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van emtricitabine in combinatie met andere antiretrovirale middelen, waaronder
nucleoside-analogen, non-nucleoside-analogen en PI's, is aangetoond bij de behandeling van
HIV-infectie bij nog niet eerder behandelde patiënten en reeds eerder behandelde patiënten bij wie het
virus onder stabiele controle is. Er is geen ervaring met het gebruik van emtricitabine bij patiënten bij
wie het huidige regime niet aanslaat of bij wie meerdere regimes niet aangeslagen zijn.
Bij volwassenen die nog niet eerder een antiretrovirale behandeling kregen, werkte emtricitabine
significant beter dan stavudine wanneer beide geneesmiddelen in combinatie met didanosine en
efavirenz ingenomen werden gedurende een 48 weken durende behandeling. Fenotypische analyse liet
geen significante veranderingen zien in gevoeligheid voor emtricitabine, tenzij de M184V/I-mutatie
zich ontwikkeld had.
combinatie met een NRTI (óf stavudine óf zidovudine) en een proteaseremmer (PI) of een NNRTI
geen mindere resultaten boekte dan lamivudine wat het aandeel van responders (< 400 kopieën/ml)
gedurende 48 weken betreft (77% voor emtricitabine, 82% voor lamivudine). In een tweede onderzoek
werden bovendien reeds eerder behandelde volwassenen op een stabiel op PI gebaseerd
HAART-regime (hoog actief antiretroviraal therapieregime) gerandomiseerd op een eenmaal-daags-
regime dat emtricitabine bevatte, of gingen door met hun PI-HAART-regime. Na een behandeling van
48 weken liet het regime dat emtricitabine bevatte, een equivalent aandeel van de patiënten met
HIV RNA < 400 kopieën/ml (94% voor emtricitabine versus 92%) en een groter aandeel van de
patiënten met HIV RNA < 50 kopieën/ml (95% voor emtricitabine versus 87%) zien in vergelijking
met de patiënten die doorgingen met hun PI-HAART-regime.
Pediatrische patiënten
Bij zuigelingen en kinderen ouder dan 4 maanden bereikte of behield de meerderheid van de patiënten
complete suppressie van plasma HIV-1 RNA gedurende 48 weken (89% bereikte 400 kopieën/ml en
77% bereikte 50 kopieën/ml).
Er is geen klinische ervaring met het gebruik van emtricitabine bij zuigelingen jonger dan 4 maanden.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen

Absorptie
Emtricitabine wordt snel en extensief geabsorbeerd na orale toediening met piek-plasmaconcentraties
die 1 tot 2 uur na de dosis optreden. Bij 20 met HIV geïnfecteerde patiënten die dagelijks 200 mg
emtricitabine als harde capsules kregen, waren de steady-state piek-plasmaconcentraties van
emtricitabine (Cmax), de dalconcentraties (Cmin) en het gebied onder de plasmaconcentratie-tijdcurve
gedurende een 24-uur doseringsinterval (AUC) respectievelijk 1,8 ± 0,7 µg/ml, 0,09 ± 0,07 µg/ml en
10,0 ± 3,1 µg·uur/ml. De steady-state dal-plasmaconcentraties bereikten waarden die ca. 4 keer hoger
lagen dan de in vitro IC90-waarden voor anti-HIV-activiteit.
De absolute biobeschikbaarheid van emtricitabine uit Emtriva 200 mg harde capsules werd geschat op
93% en de absolute biobeschikbaarheid uit de Emtriva 10 mg/ml drank werd geschat op 75%.
In een pilotonderzoek bij kinderen en een definitief bio-equivalentie-onderzoek bij volwassenen werd
aangetoond dat de Emtriva 10 mg/ml drank ca. 80% van de biobeschikbaarheid van de Emtriva
200 mg harde capsules had. De reden voor dit verschil is niet bekend. Wegens dit verschil in
biobeschikbaarheid zou 240 mg emtricitabine toegediend als drank moeten zorgen voor vergelijkbare
plasmaconcentraties zoals deze waargenomen worden na toediening van één 200 mg emtricitabine
harde capsule. Daarom kunnen kinderen die ten minste 33 kg wegen, óf dagelijks één 200 mg harde
capsule óf eenmaal daags de drank tot een maximum dosis van 240 mg (24 ml) innemen.
Toediening van Emtriva 200 mg harde capsules met een vetrijke maaltijd of toediening van Emtriva
10 mg/ml drank met een vetarme of vetrijke maaltijd had geen effect op de systemische blootstelling
(AUC0-) van emtricitabine; daarom kunnen Emtriva 200 mg harde capsules en Emtriva 10 mg/ml
drank met of zonder voedsel toegediend worden.
Distributie
In vitro binding van emtricitabine aan humane plasmaproteïnen was < 4% en onafhankelijk van de
concentratie tussen 0,02 en 200 µg/ml. De gemiddelde verhouding van plasma- tot bloedconcentratie
was ca. 1,0 en de gemiddelde verhouding van sperma- tot plasmaconcentratie was ca. 4,0.
Het schijnbare volume van verdeling na intraveneuze toediening van emtricitabine was 1,4 ± 0,3 l/kg,
wat erop wijst dat emtricitabine uitgebreid verdeeld wordt over het gehele lichaam in zowel
intracellulaire als extracellulaire compartimenten.
Emtricitabine wordt in beperkte mate gemetaboliseerd. De biotransformatie van emtricitabine omvat
oxidatie van de thiolgroep tot de 3'-sulfoxide diastereomeren (ca. 9% van de dosis) en conjugatie met
glucuronzuur tot het 2'-O-glucuronide (ca. 4% van de dosis).
Emtricitabine had geen remmende werking op in vitro geneesmiddelmetabolisme gemedieerd door de
volgende humane CYP450-isoenzymen: 1A2, 2A6, 2B6, 2C9, 2C19, 2D6 en 3A4.
Emtricitabine had ook geen remmende werking op uridine-5'-difosfoglucuronyltransferase, het enzym
dat verantwoordelijk is voor glucuronidatie.
Eliminatie
Emtricitabine wordt voornamelijk uitgescheiden door de nieren, waarbij de dosis volledig wordt
teruggevonden in urine (ca. 86%) en faeces (ca. 14%). Dertien procent van de dosis emtricitabine werd
teruggevonden in de urine in de vorm van drie metabolieten. De systemische klaring van emtricitabine
bedroeg gemiddeld 307 ml/min (4,03 ml/min/kg). Na orale toediening is de eliminatiehalfwaardetijd
van emtricitabine ca. 10 uur.
Lineariteit/non-lineariteit
De farmacokinetiek van emtricitabine is proportioneel ten opzichte van de dosis over het dosisbereik
van 25 tot 200 mg na eenmalige of herhaalde toediening.
Intracellulaire farmacokinetiek: In een klinisch onderzoek was de intracellulaire halfwaardetijd van
emtricitabine-trifosfaat in PBMC's 39 uur. Intracellulaire trifosfaatwaarden namen toe met de dosis,
maar bereikten een plateau bij doses van 200 mg of hoger.
Volwassenen met nierinsufficiëntie
Farmacokinetische parameters werden vastgesteld na toediening van één enkele dosis 200 mg
emtricitabine harde capsules aan 30 niet met HIV geïnfecteerde proefpersonen met nierinsufficiëntie
in diverse gradaties. De proefpersonen werden ingedeeld volgens de uitgangswaarde van de
creatinineklaring (> 80 ml/min als normale functie; 50-80 ml/min als milde stoornis; 30-49 ml/min als
matige stoornis; < 30 ml/min als ernstige stoornis; < 15 ml/min als functioneel nierloos met noodzaak
van hemodialyse).
De systemische emtricitabine-blootstel ing (gemiddelde ± standaardafwijking) nam toe van
11,8 ± 2,9 µg·uur/ml bij personen met normale nierfunctie tot respectievelijk 19,9 ± 1,1 µg·uur/ml,
25,0 ± 5,7 µg·uur/ml en 34,0 ± 2,1 µg·uur/ml bij patiënten met milde, matige en ernstige
nierfunctiestoornis.
Bij patiënten met ESRD die hemodialyse nodig hebben, werd ca. 30% van de dosis emtricitabine
teruggevonden in het dialysaat tijdens een 3 uur durende dialyseperiode die binnen 1,5 uur na
toediening van de dosis emtricitabine was gestart (bloedstroomsnelheid van 400 ml/min en
dialysaatstroomsnelheid van ca. 600 ml/min).
Leverinsufficiëntie
De farmacokinetiek van emtricitabine is niet onderzocht bij niet met HBV geïnfecteerde personen met
leverinsufficiëntie in diverse gradaties. Over het algemeen was de farmacokinetiek van emtricitabine
bij met HBV geïnfecteerde patiënten gelijk aan die bij gezonde proefpersonen en bij met HIV
geïnfecteerde patiënten.
Leeftijd
Er zijn geen farmacokinetische gegevens beschikbaar voor ouderen (ouder dan 65 jaar).
Geslacht
Alhoewel de gemiddelde Cmax en Cmin ca. 20% hoger waren en de gemiddelde AUC 16% hoger was bij
vrouwen in vergelijking met mannen, werd dit verschil niet als klinisch relevant beschouwd.
Er is geen klinisch belangrijk farmacokinetisch verschil met betrekking tot etniciteit vastgesteld.
Pediatrische patiënten
Over het algemeen is de farmacokinetiek van emtricitabine bij zuigelingen, kinderen en adolescenten
(in de leeftijd van 4 maanden tot 18 jaar) gelijk aan die waargenomen bij volwassenen.
De gemiddelde AUC bij 77 zuigelingen, kinderen en adolescenten die eenmaal daags 6 mg/kg
emtricitabine als drank of eenmaal daags 200 mg emtricitabine als harde capsules toegediend kregen,
was vergelijkbaar met de gemiddelde AUC van 10,0 µg·uur/ml bij 20 volwassenen die 200 mg harde
capsules eenmaal daags toegediend kregen.
In een open-label, niet-vergelijkend onderzoek werden farmacokinetische gegevens verzameld van
20 pasgeborenen van met HIV geïnfecteerde moeders die in de periode tussen de eerste levensweek en
een leeftijd van 3 maanden twee vierdaagse kuren met emtricitabine drank hadden gekregen met een
dosis van eenmaal per dag 3 mg/kg. Deze dosis is de helft van de toegelaten dosis voor zuigelingen
van 4 maanden en ouder (6 mg/kg). De schijnbare totale steady-state lichaamsklaring (CL/F) steeg in
deze periode van 3 maanden met de leeftijd, waarbij de AUC overeenkomstig daalde. De
plasmablootstelling aan emtricitabine (AUC) bij zuigelingen met een leeftijd tot 3 maanden die
eenmaal per dag 3 mg/kg emtricitabine kregen, was vergelijkbaar met de blootstelling die werd
waargenomen bij met HIV geïnfecteerde volwassenen en kinderen van 4 maanden en ouder die
dagelijkse doses van 6 mg/kg kregen.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens over emtricitabine duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze
gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie,
toxiciteit bij herhaalde dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel en reproductie- en
ontwikkelingstoxiciteit.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Suikerspin-smaakstof
Dinatriumedetaat
Zoutzuur
Methylparahydroxybenzoaat (E218)
Propyleenglycol
Propylparahydroxybenzoaat (E216)
Natriumhydroxide
Monobasisch natriumfosfaat, monohydraat
Sunset geel (E110)
Gezuiverd water
Xylitol (E967)

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
Na eerste opening: 45 dagen.

Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Na openen: Bewaren beneden 25°C.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Amberkleurige fles van polyethyleentereftalaat (PET) met een kindveilige sluiting. De verpakking
bevat ook een maatbekertje van polypropyleen met een inhoud van 30 ml en maatstrepen per ml. De
fles bevat 170 ml drank.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Patiënten moeten geïnstrueerd worden dat eventueel ongebruikte drank in de fles 45 dagen na opening
dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften of te worden teruggebracht naar de
apotheek.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/03/261/003
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 24 oktober 2003
Datum van laatste verlenging: 22 september 2008
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).











BIJLAGE II

A. FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE

B.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK

C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE

HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET

BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Gilead Sciences Ireland UC
IDA Business & Technology Park
Carrigtohill
County Cork
Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
De houder van deze vergunning voor het in de handel brengen moet de Europese Commissie op de
hoogte brengen van zijn marketingplannen voor het bij dit besluit goedgekeurde geneesmiddel.
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
Mocht het tijdstip van indiening van een periodiek veiligheidsverslag en indiening van de aanpassing
van het RMP samenvallen, dan kunnen beide gelijktijdig worden ingediend.
BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
MOETEN WORDEN VERMELD

TEKST VOOR ETIKET OP FLES EN DOOS

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Emtriva 200 mg harde capsules
emtricitabine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 200 mg emtricitabine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 harde capsules.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
HANDEL BRENGEN
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/03/261/001
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Emtriva [alleen
op de buitenverpakking]
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}

MOETEN WORDEN VERMELD

TEKST VOOR DOOS BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Emtriva 200 mg harde capsules
emtricitabine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 200 mg emtricitabine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 harde capsules.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
HANDEL BRENGEN
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/03/261/002
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Emtriva [alleen
op de buitenverpakking]
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}
WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Emtriva 200 mg harde capsules
emtricitabine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Gilead Sciences Ireland UC
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot


5.
OVERIGE

MOETEN WORDEN VERMELD

TEKST VOOR ETIKET OP FLES EN DOOS

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Emtriva 10 mg/ml drank
emtricitabine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke ml bevat 10 mg emtricitabine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat E110, E216, E218, natrium en propyleenglycol, zie voor meer informatie de bijsluiter.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
170 ml drank.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na openen: De drank dient binnen 45 dagen gebruikt te worden. Er wordt aangeraden, de datum
waarop de verpakking uit de koelkast werd gehaald, te noteren op de verpakking.
Geopend:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Na openen: Bewaren beneden 25°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/03/261/003
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Emtriva [alleen
op de buitenverpakking]
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}
B. BIJSLUITER

Emtriva 200 mg harde capsules
emtricitabine

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Emtriva en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Emtriva en waarvoor wordt dit middel ingenomen?

Emtriva is een behandeling van Humaan Immunodeficiëntie Virus (HIV)-infectie bij
volwassenen, kinderen en zuigelingen in de leeftijd van 4 maanden en ouder. Emtriva 200 mg harde
capsules zijn
al een geschikt voor patiënten die ten minste 33 kg wegen. Emtriva drank is
verkrijgbaar voor mensen die moeite hebben Emtriva harde capsules te slikken.

Emtriva bevat de werkzame stof emtricitabine. Deze werkzame stof is een antiretroviraal
geneesmiddel dat gebruikt wordt voor de behandeling van HIV-infectie. Emtricitabine is een
nucleoside reverse transcriptase-remmer (NRTI), die werkt door het belemmeren van de normale
werking van een enzym (reverse transcriptase) dat voor het HI-virus noodzakelijk is om zich te
vermenigvuldigen. Emtriva kan de hoeveelheid HIV in het bloed (virusbelasting) verminderen. Het
kan ook helpen het aantal T-cellen die CD4-cellen genoemd worden, te vermeerderen. Emtriva moet
altijd gecombineerd worden met andere geneesmiddelen voor de behandeling van HIV-infectie.

U kunt nog steeds HIV doorgeven als u dit geneesmiddel gebruikt, ofschoon het risico wordt
verlaagd door effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw arts over de voorzorgsmaatregelen die
nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.

Dit geneesmiddel biedt geen genezing voor HIV-infectie. Het is mogelijk dat u in de tijd dat u
Emtriva gebruikt toch infecties of andere ziektes die verband houden met HIV-infectie krijgt.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
·
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Als dit voor u geldt, licht dan uw arts onmiddel ijk in.

·
Licht uw arts in als u een nierziekte heeft gehad of als onderzoeken problemen met uw
nieren aan het licht hebben gebracht. Voordat met de behandeling begonnen wordt, kan uw arts
bloedonderzoeken laten doen om de werking van uw nieren te controleren en kan u aanraden
om de capsules minder vaak te nemen of Emtriva drank voorschrijven. Uw arts kan ook tijdens
de behandeling bloedonderzoeken laten doen om de werking van uw nieren te controleren.
·
Overleg met uw arts als u ouder bent dan 65 jaar. Emtriva is niet onderzocht bij patiënten
die ouder zijn dan 65 jaar. Indien u ouder bent dan 65 jaar en Emtriva voorgeschreven krijgt, zal
uw arts u nauwgezet controleren.
·
Overleg met uw arts als u een leverziekte, inclusief hepatitis (leverontsteking), heeft of
vroeger gehad heeft. Patiënten met een leverziekte, inclusief chronische hepatitis B of C, die
behandeld worden met antiretrovirale middelen, lopen een verhoogd risico op ernstige en
potentieel fatale levercomplicaties. Als u een hepatitis-B-infectie heeft, zal uw arts zorgvuldig
overwegen wat de beste behandeling voor u is. Indien u een leverziekte of chronische
hepatitis-B-infectie heeft of vroeger gehad heeft, kan uw arts bloedonderzoeken laten verrichten
om de leverfunctie zorgvuldig te controleren.
·
Let op infecties. Als u een gevorderde HIV-ziekte (AIDS) en een andere infectie heeft, kunt u
een ontsteking of verslechtering van de symptomen van een infectie ontwikkelen, wanneer u
begint met de behandeling met Emtriva. Dit kunnen tekenen zijn dat het verbeterde
immuunsysteem (natuurlijke afweer) zich tegen een infectie teweer stelt. Als u kort nadat u bent
begonnen met het innemen van Emtriva tekenen van ontsteking of infectie waarneemt,
licht uw
arts dan onmiddellijk in.
Naast opportunistische infecties, kunnen ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat
wanneer het immuunsysteem gezond lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart
met het innemen van geneesmiddelen voor de behandeling van uw HIV-infectie. Auto-
immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de behandeling optreden. Als u merkt
dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals spierzwakte, zwakte die
begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van de romp van het
lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste behandeling
onmiddellijk contact op met uw arts.
·
Botproblemen. Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een
botaandoening ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel
veroorzaakt door verminderde bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans
op ontwikkeling van deze aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale
combinatietherapie, gebruik van corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie
en een hoge Body Mass Index (overgewicht). Tekenen van osteonecrose zijn stijfheid en pijn in
de gewrichten (in het bijzonder in de heupen, knieën en schouders) en moeilijk kunnen
bewegen. Wanneer u een van deze verschijnselen opmerkt, licht dan uw arts in.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar

Geef Emtriva niet aan zuigelingen jonger dan 4 maanden.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

U dient geen Emtriva in te nemen als u reeds andere geneesmiddelen gebruikt die emtricitabine of
lamivudine bevatten, die ook voor de behandeling van HIV-infectie worden gebruikt, tenzij dit zo is
voorgeschreven door uw arts.
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts of
apotheker.

Stop niet met uw behandeling zonder uw arts te raadplegen.

Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Indien u tijdens uw zwangerschap Emtriva heeft gebruikt, zal uw arts regelmatige bloedonderzoeken
en andere diagnostische onderzoeken willen doen om de ontwikkeling van uw kind te controleren. Bij
kinderen van wie de moeder NRTI's heeft gebruikt tijdens de zwangerschap, woog het voordeel van
de bescherming tegen HIV op tegen het risico van bijwerkingen.
·
Geef geen borstvoeding als u Emtriva gebruikt. De reden hiervoor is dat de werkzame stof in
dit geneesmiddel wordt uitgescheiden in de moedermelk. Het is bekend dat het virus via de
moedermelk kan worden doorgegeven aan de baby.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Emtriva kan duizeligheid veroorzaken. Als u zich duizelig voelt wanneer u Emtriva neemt,
bestuur
geen auto of ander voertuig en gebruik geen machines of gereedschap.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
·
Neem dit middel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u
over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

De aanbevolen dosering is:
·
Volwassenen: Elke dag één 200 mg harde capsule, met of zonder voedsel. Slik de harde
capsule met een glas water.
·
Kinderen en adolescenten tot 18 jaar die ten minste 33 kg wegen en die in staat zijn harde
capsules te slikken: elke dag één 200 mg harde capsule, met of zonder voedsel.
Voor zuigelingen vanaf 4 maanden, kinderen en patiënten die niet in staat zijn harde capsules te
slikken en patiënten met nierproblemen, is Emtriva verkrijgbaar als vloeistof (drank). Als u moeite
heeft de capsules te slikken, licht dan uw arts in.
·
Neem altijd de door uw arts aanbevolen dosis in. Dit is om ervoor te zorgen dat uw
geneesmiddel volledig effectief is en om het risico op de ontwikkeling van resistentie tegen de
behandeling te verminderen. U mag de dosis alleen veranderen wanneer uw arts dat zegt.
·
Als u problemen heeft met uw nieren, kan uw arts u aanraden om Emtriva minder vaak te
nemen.
·
Uw arts zal Emtriva voorschrijven met andere antiretrovirale geneesmiddelen. Raadpleeg
de bijsluiters van de andere antiretrovirale middelen voor aanwijzingen hoe deze
geneesmiddelen moeten worden ingenomen.

Als u per ongeluk teveel Emtriva harde capsules heeft ingenomen, raadpleeg dan uw arts of de
dichtstbijzijnde ziekenhuisafdeling Spoedeisende Hulp. Houd de verpakking bij u, zodat u eenvoudig
kunt beschrijven wat u heeft ingenomen.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Het is belangrijk dat u geen dosis Emtriva overslaat.

Als u een dosis Emtriva heeft overgeslagen en dit binnen 12 uur na het gebruikelijke tijdstip van
innemen bemerkt, moet u deze zo spoedig mogelijk innemen, en daarna uw volgende dosis op het
gewone tijdstip nemen.

Als het toch al bijna tijd is voor uw volgende dosis (minder dan 12 uur), vergeet de overgeslagen
dosis dan gewoon. Wacht en neem de volgende dosis op het gewone tijdstip in. Neem geen dubbele
dosis om een vergeten harde capsule in te halen.

Als u heeft overgegeven

Als het minder dan een uur geleden is dat u Emtriva heeft ingenomen,
neem dan een nieuwe
capsule in. U hoeft geen nieuwe capsule in te nemen, als u meer dan een uur na het innemen van
Emtriva heeft overgegeven.

Als u stopt met het innemen van dit middel
·
Stop niet met het innemen van Emtriva zonder eerst uw arts te raadplegen. Stoppen met de
behandeling met Emtriva kan de werkzaamheid van de door uw arts aanbevolen
anti-HIV-behandeling verminderen. Praat met uw arts voordat u stopt, vooral als u bijwerkingen
ondervindt of een andere ziekte heeft. Neem weer contact op met uw arts voordat u opnieuw
begint met het innemen van Emtriva capsules.
·
Als u zowel HIV-infectie als hepatitis B heeft, is het bijzonder belangrijk om niet te stoppen
met uw behandeling met Emtriva zonder eerst uw arts te raadplegen. Bij sommige patiënten
duidden bloedonderzoeken of symptomen erop dat hun hepatitis verslechterd was na het
stoppen met Emtriva. Eventueel moeten er gedurende een aantal maanden na het stoppen met de
behandeling bloedonderzoeken bij u uitgevoerd worden. Bij sommige patiënten met gevorderde
leverziekte of cirrose wordt stoppen met de behandeling afgeraden, omdat dit kan leiden tot
verergering van de hepatitis.
Licht uw arts onmiddellijk in over nieuwe of ongebruikelijke verschijnselen na het stoppen met de
behandeling, in het bijzonder verschijnselen die u met uw hepatitis-B-infectie in verband brengt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Tijdens de HIV-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipiden- en
bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw
gezondheid en door uw levensstijl. In het geval van een stijging van de serumlipidenwaarden kan het
soms worden veroorzaakt door de HIV-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.

Meest voorkomende bijwerkingen
De volgende bijwerkingen komen
zeer vaak voor (deze kunnen bij meer dan 1 op de 10 patiënten
optreden):
·
hoofdpijn, diarree, misselijkheid
·
spierpijn en -zwakheid (bij verhoogde creatinekinasespiegels in het bloed)

Andere mogelijke bijwerkingen

De volgende bijwerkingen komen
vaak voor (deze kunnen bij minder dan 1 op de 10 patiënten
optreden):
·
duizeligheid, zwakte, slapeloosheid, abnormale dromen
·
braken, problemen met spijsvertering die leiden tot klachten na maaltijden, buikpijn
·
uitslag (waaronder rode vlekken of plekken soms met blaarvorming en opzwelling van de huid),
die allergische reacties kunnen zijn, jeuk, veranderingen van huidskleur waaronder vlekvormig
donker worden van de huid
·
pijn
Onderzoeken kunnen ook aantonen:
·
verlaagd aantal witte bloedlichaampjes (hierdoor kunt u vatbaarder worden voor infecties)
·
verhoogd gehalte triglyceriden (vetzuren), verhoogde kleurstof van de gal in het bloed of
verhoogde bloedsuiker
·
problemen met lever en alvleesklier
De volgende bijwerkingen komen
soms voor (deze kunnen bij minder dan 1 op de 100 patiënten
optreden):
·
bloedarmoede (verlaagd aantal rode bloedlichaampjes)
·
zwelling van het gezicht, de lippen, tong of keel

Andere mogelijke effecten
Bij kinderen die emtricitabine kregen, traden zeer vaak
veranderingen van huidskleur waaronder
vlekvormig donker worden van de huid en vaak
bloedarmoede (verlaagd aantal rode
bloedlichaampjes) op. Als de productie van rode bloedlichaampjes verlaagd is, kan het kind
verschijnselen van vermoeidheid of kortademigheid hebben.

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de fles, de
blisterverpakking en de doos na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die
maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
·
De werkzame stof in dit middel is emtricitabine. Elke harde capsule Emtriva bevat 200 mg
emtricitabine.
·
De andere stoffen in dit middel zijn:
Inhoud capsule: microkristallijne cellulose (E460), crospovidon, magnesiumstearaat (E572),
povidon (E1201)
Capsulehuls: gelatine, indigotine (E132), titaniumdioxide (E171)
Drukinkt: zwart ijzeroxide (E172), schellak (E904)

Hoe ziet Emtriva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Emtriva harde capsules bestaan uit een ondoorzichtig wit onderste deel en een ondoorzichtig
lichtblauw bovenste deel. Elke capsule is bedrukt met '200 mg' op het bovenste deel en 'GILEAD'
en [Gilead logo] op het onderste deel in zwarte inkt. Emtriva wordt geleverd in flessen of in
blisterverpakkingen met 30 capsules.

Emtriva is ook verkrijgbaar als drank voor gebruik bij kinderen en zuigelingen in de leeftijd van
4 maanden en ouder, patiënten die moeilijk kunnen slikken en patiënten met nierproblemen. Er is een
afzonderlijke bijsluiter voor Emtriva 10 mg/ml drank.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland

Fabrikant
Gilead Sciences Ireland UC
IDA Business & Technology Park
Carrigtohill
County Cork
Ierland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Gilead Sciences Belgium SRL-BV
Gilead Sciences Poland
Sp. z o.o.
Tél/Tel: + 32 (0) 24 01 35 50
Tel: + 48 22 262 8702

Luxembourg/Luxemburg
Gilead Sciences Ireland UC
Gilead Sciences Belgium SRL-BV
.: + 353 (0) 1 686 1888
Tél/Tel: + 32 (0) 24 01 35 50


Ceská republika
Magyarország
Gilead Sciences s.r.o.
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 420 910 871 986
Tel.: + 353 (0) 1 686 1888

Danmark
Malta
Gilead Sciences Sweden AB
Gilead Sciences Ireland UC
Tlf: + 46 (0) 8 5057 1849
Tel: + 353 (0) 1 686 1888

Deutschland
Nederland
Gilead Sciences GmbH
Gilead Sciences Netherlands B.V.
Tel: + 49 (0) 89 899890-0
Tel: + 31 (0) 20 718 36 98

Eesti
Norge
Gilead Sciences Poland
Sp. z o.o.
Gilead Sciences Sweden AB
Tel: + 48 22 262 8702
Tlf: + 46 (0) 8 5057 1849


Österreich
Gilead Sciences ..
Gilead Sciences GesmbH
: + 30 210 8930 100
Tel: + 43 1 260 830

España
Polska
Gilead Sciences, S.L.
Gilead Sciences Poland
Sp. z o.o.
Tel: + 34 91 378 98 30
Tel.: + 48 22 262 8702

France
Portugal
Gilead Sciences
Gilead Sciences, Lda.
Tél: + 33 (0) 1 46 09 41 00
Tel: + 351 21 7928790


Hrvatska
România
Gilead Sciences Ireland UC
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 353 (0) 1 686 1888
Tel: + 353 (0) 1 686 1888

Ireland
Slovenija
Gilead Sciences Ireland UC
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 353 (0) 214 825 999
Tel: + 353 (0) 1 686 1888

Ísland
Slovenská republika
Gilead Sciences Sweden AB
Gilead Sciences Slovakia s.r.o.
Sími: + 46 (0) 8 5057 1849
Tel: + 421 232 121 210


Italia
Suomi/Finland
Gilead Sciences S.r.l.
Gilead Sciences Sweden AB
Tel: + 39 02 439201
Puh/Tel: + 46 (0) 8 5057 1849



Sverige
Gilead Sciences ..
Gilead Sciences Sweden AB
: + 30 210 8930 100
Tel: + 46 (0) 8 5057 1849


Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Gilead Sciences Poland
Sp. z o.o.
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 48 22 262 8702
Tel: + 44 (0) 8000 113 700


Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Emtriva 10 mg/ml drank
emtricitabine

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Emtriva en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Emtriva en waarvoor wordt dit middel ingenomen?

Emtriva is een behandeling van Humaan Immunodeficiëntie Virus (HIV)-infectie bij
volwassenen, kinderen en zuigelingen in de leeftijd van 4 maanden en ouder. Emtriva drank is speciaal
geschikt voor mensen die moeite hebben Emtriva harde capsules te slikken.

Emtriva bevat de werkzame stof emtricitabine. Deze werkzame stof is een antiretroviraal
geneesmiddel dat gebruikt wordt voor de behandeling van HIV-infectie. Emtricitabine is een
nucleoside reverse transcriptase-remmer (NRTI), die werkt door het belemmeren van de normale
werking van een enzym (reverse transcriptase) dat voor het HI-virus noodzakelijk is om zich te
vermenigvuldigen. Emtriva kan de hoeveelheid HIV in het bloed (virusbelasting) verminderen. Het
kan ook helpen het aantal T-cellen die CD4-cellen genoemd worden, te vermeerderen. Emtriva moet
altijd gecombineerd worden met andere geneesmiddelen voor de behandeling van HIV-infectie.

U kunt nog steeds HIV doorgeven als u dit geneesmiddel gebruikt, ofschoon het risico wordt
verlaagd door effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw arts over de voorzorgsmaatregelen die
nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.

Dit geneesmiddel biedt geen genezing voor HIV-infectie. Het is mogelijk dat u in de tijd dat u
Emtriva gebruikt toch infecties of andere ziektes die verband houden met HIV-infectie krijgt.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
·
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.

Als dit voor u geldt, licht dan uw arts onmiddel ijk in.

·
Licht uw arts in als u een nierziekte heeft gehad of als onderzoeken problemen met uw
nieren aan het licht hebben gebracht. Voordat met de behandeling begonnen wordt, kan uw arts
bloedonderzoeken laten doen om de werking van uw nieren te controleren en kan u aanraden
om een lagere dosis van de drank te nemen of Emtriva harde capsules voorschrijven. Uw arts
kan ook tijdens de behandeling bloedonderzoeken laten doen om de werking van uw nieren te
controleren.
·
Overleg met uw arts als u ouder bent dan 65 jaar. Emtriva is niet onderzocht bij patiënten
die ouder zijn dan 65 jaar. Indien u ouder bent dan 65 jaar en Emtriva voorgeschreven krijgt, zal
uw arts u nauwgezet controleren.
·
Overleg met uw arts als u een leverziekte, inclusief hepatitis (leverontsteking), heeft of
vroeger gehad heeft. Patiënten met een leverziekte, inclusief chronische hepatitis B of C, die
behandeld worden met antiretrovirale middelen, lopen een verhoogd risico op ernstige en
potentieel fatale levercomplicaties. Als u een hepatitis-B-infectie heeft, zal uw arts zorgvuldig
overwegen wat de beste behandeling voor u is. Indien u een leverziekte of chronische
hepatitis-B-infectie heeft of vroeger gehad heeft, kan uw arts bloedonderzoeken laten verrichten
om de leverfunctie zorgvuldig te controleren.
·
Let op infecties. Als u een gevorderde HIV-ziekte (AIDS) en een andere infectie heeft, kunt u
een ontsteking of verslechtering van de symptomen van een infectie ontwikkelen, wanneer u
begint met de behandeling met Emtriva. Dit kunnen tekenen zijn dat het verbeterde
immuunsysteem (natuurlijke afweer) zich tegen een infectie teweer stelt. Als u kort nadat u bent
begonnen met het innemen van Emtriva tekenen van ontsteking of infectie waarneemt,
licht uw
arts dan onmiddellijk in.
Naast opportunistische infecties, kunnen ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat
wanneer het immuunsysteem gezond lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart
met het innemen van geneesmiddelen voor de behandeling van uw HIV-infectie. Auto-
immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de behandeling optreden. Als u merkt
dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals spierzwakte, zwakte die
begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van de romp van het
lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste behandeling
onmiddellijk contact op met uw arts.
·
Botproblemen. Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een
botaandoening ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel
veroorzaakt door verminderde bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans
op ontwikkeling van deze aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale
combinatietherapie, gebruik van corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie
en een hoge Body Mass Index (overgewicht). Tekenen van osteonecrose zijn stijfheid en pijn in
de gewrichten (in het bijzonder in de heupen, knieën en schouders) en moeilijk kunnen
bewegen. Wanneer u een van deze verschijnselen opmerkt, licht dan uw arts in.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar

Geef Emtriva niet aan zuigelingen jonger dan 4 maanden.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

U dient geen Emtriva in te nemen als u reeds andere geneesmiddelen gebruikt die emtricitabine of
lamivudine bevatten, die ook voor de behandeling van HIV-infectie worden gebruikt, tenzij dit zo is
voorgeschreven door uw arts.
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts of
apotheker.

Stop niet met uw behandeling zonder uw arts te raadplegen.

Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Indien u tijdens uw zwangerschap Emtriva heeft gebruikt, zal uw arts regelmatige bloedonderzoeken
en andere diagnostische onderzoeken willen doen om de ontwikkeling van uw kind te controleren. Bij
kinderen van wie de moeder NRTI's heeft gebruikt tijdens de zwangerschap, woog het voordeel van
de bescherming tegen HIV op tegen het risico van bijwerkingen.
·
Geef geen borstvoeding als u Emtriva gebruikt. De reden hiervoor is dat de werkzame stof in
dit geneesmiddel wordt uitgescheiden in de moedermelk. Het is bekend dat het virus via de
moedermelk kan worden doorgegeven aan de baby.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Emtriva kan duizeligheid veroorzaken. Als u zich duizelig voelt wanneer u Emtriva neemt,
bestuur
geen auto of ander voertuig en gebruik geen machines of gereedschap.

Emtriva drank bevat:
Sunset geel (E110) kan allergische reacties veroorzaken. Methylparahydroxybenzoaat (E218) en
propylparahydroxybenzoaat (E216) kunnen allergische reacties veroorzaken (wellicht vertraagd). Dit
geneesmiddel bevat 36 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) per 24 ml.
Dit komt overeen met 1,8% van de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid natrium in de
voeding voor een volwassene.
Dit geneesmiddel bevat ook 480 mg propyleenglycol per 24 ml (maximale enkelvoudige dosis),
overeenkomend met een maximum van 12 mg/kg/dag.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
·
Neem dit middel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u
over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

De aanbevolen dosering is:
·
Volwassenen: Uw arts zal u adviseren over de juiste hoeveelheid Emtriva drank die ingenomen
moet worden. Emtriva drank kan met of zonder voedsel ingenomen worden.
·
Zuigelingen, kinderen en adolescenten die 40 kg of minder wegen: de dosis Emtriva
10 mg/ml drank wordt berekend volgens uw lichaamsgewicht. De volgende tabel bevat
voorbeelden voor lichaamsgewicht en de overeenkomstige doses en volumes van de drank die
elke dag ingenomen moeten worden:

Per dag
Lichaamsgewicht (kg)
Dosis emtricitabine (mg)
Hoeveel 10 mg/ml drank moet worden
ingenomen (ml)
5 kg
30 mg
3 ml
10 kg
60 mg
6 ml
15 kg
90 mg
9 ml
20 kg
120 mg
12 ml
25 kg
150 mg
15 ml
30 kg
180 mg
18 ml
35 kg
210 mg
21 ml
40 kg
240 mg
24 ml
Zorg ervoor dat u begrijpt hoe u de juiste hoeveelheid drank afmeet en toedient afhankelijk van het
gewicht van de persoon die behandeld wordt. Gebruik het maatbekertje dat in de verpakking is
bijgesloten om de juiste dosis af te meten. Het maatbekertje heeft maatstrepen voor iedere ml drank.
Raadpleeg uw arts of apotheker bij twijfel over hoeveel Emtriva u dient in te nemen.
·
Neem altijd de door uw arts aanbevolen dosis in. Dit is om ervoor te zorgen dat uw
geneesmiddel volledig effectief is en om het risico op de ontwikkeling van resistentie tegen de
behandeling te verminderen. U mag de dosis alleen veranderen wanneer uw arts dat zegt.
·
Als u problemen heeft met uw nieren, kan uw arts u aanraden om Emtriva minder vaak te
nemen.
·
Uw arts zal Emtriva voorschrijven met andere antiretrovirale geneesmiddelen. Raadpleeg
de bijsluiters van de andere antiretrovirale middelen voor aanwijzingen hoe deze
geneesmiddelen moeten worden ingenomen.
Emtriva is ook verkrijgbaar als harde capsules. Deze zijn alleen geschikt voor patiënten die ten minste
33 kg wegen en harde capsules kunnen slikken. De concentraties in het bloed die verkregen worden na
het innemen van één Emtriva 200 mg harde capsule zijn vergelijkbaar met de concentraties die
verkregen worden na het innemen van 24 ml drank. Neem contact op met uw arts, als u graag zou
willen overstappen van Emtriva drank op Emtriva harde capsules.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk teveel Emtriva drank heeft ingenomen, raadpleeg dan uw arts of de dichtstbijzijnde
ziekenhuisafdeling Spoedeisende Hulp. Houd de fles met de drank bij u, zodat u eenvoudig kunt
beschrijven wat u heeft ingenomen.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Het is belangrijk dat u geen dosis Emtriva overslaat.

Als u een dosis Emtriva heeft overgeslagen en dit binnen 12 uur na het gebruikelijke tijdstip van
innemen bemerkt, moet u deze zo spoedig mogelijk innemen, en daarna uw volgende dosis op het
gewone tijdstip nemen.

Als het toch al bijna tijd is voor uw volgende dosis (minder dan 12 uur), vergeet de overgeslagen
dosis dan gewoon. Wacht en neem de volgende dosis op het gewone tijdstip in. Neem geen dubbele
dosis om een vergeten dosis in te halen.


Als het minder dan een uur geleden is dat u Emtriva heeft ingenomen,
neem dan een nieuwe dosis
in. U hoeft geen nieuwe dosis in te nemen, als u meer dan een uur na het innemen van Emtriva heeft
overgegeven.

Als u stopt met het innemen van dit middel
·
Stop niet met het innemen van Emtriva zonder eerst uw arts te raadplegen. Stoppen met de
behandeling met Emtriva kan de werkzaamheid van de door uw arts aanbevolen
anti-HIV-behandeling verminderen. Praat met uw arts voordat u stopt, vooral als u bijwerkingen
ondervindt of een andere ziekte heeft. Neem weer contact op met uw arts voordat u opnieuw
begint met het innemen van Emtriva drank.
·
Als u zowel HIV-infectie als hepatitis B heeft, is het bijzonder belangrijk om niet te stoppen
met uw behandeling met Emtriva zonder eerst uw arts te raadplegen. Bij sommige patiënten
duidden bloedonderzoeken of symptomen erop dat hun hepatitis verslechterd was na het
stoppen met Emtriva. Eventueel moeten er gedurende een aantal maanden na het stoppen met de
behandeling bloedonderzoeken bij u uitgevoerd worden. Bij sommige patiënten met gevorderde
leverziekte of cirrose wordt stoppen met de behandeling afgeraden, omdat dit kan leiden tot
verergering van de hepatitis.
Licht uw arts onmiddellijk in over nieuwe of ongebruikelijke verschijnselen na het stoppen met de
behandeling, in het bijzonder verschijnselen die u met uw hepatitis-B-infectie in verband brengt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Tijdens de HIV-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipiden- en
bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw
gezondheid en door uw levensstijl. In het geval van een stijging van de serumlipidenwaarden kan het
soms worden veroorzaakt door de HIV-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.

Licht uw arts in als een van de volgende bijwerkingen optreedt:

Meest voorkomende bijwerkingen
De volgende bijwerkingen komen
zeer vaak voor (deze kunnen bij meer dan 1 op de 10 patiënten
optreden):
·
hoofdpijn, diarree, misselijkheid
·
spierpijn en -zwakheid (bij verhoogde creatinekinasespiegels in het bloed)

Andere mogelijke bijwerkingen

De volgende bijwerkingen komen
vaak voor (deze kunnen bij minder dan 1 op de 10 patiënten
optreden):
·
duizeligheid, zwakte, slapeloosheid, abnormale dromen
·
braken, problemen met spijsvertering die leiden tot klachten na maaltijden, buikpijn
·
uitslag (waaronder rode vlekken of plekken soms met blaarvorming en opzwelling van de huid),
die allergische reacties kunnen zijn, jeuk, veranderingen van huidskleur waaronder vlekvormig
donker worden van de huid
pijn
Onderzoeken kunnen ook aantonen:
·
verlaagd aantal witte bloedlichaampjes (hierdoor kunt u vatbaarder worden voor infecties)
·
verhoogd gehalte triglyceriden (vetzuren), verhoogde kleurstof van de gal in het bloed of
verhoogde bloedsuiker
·
problemen met lever en alvleesklier
De volgende bijwerkingen komen
soms voor (deze kunnen bij minder dan 1 op de 100 patiënten
optreden):
·
bloedarmoede (verlaagd aantal rode bloedlichaampjes)
·
zwelling van het gezicht, de lippen, tong of keel

Andere mogelijke effecten
Bij kinderen die emtricitabine kregen, traden zeer vaak
veranderingen van huidskleur waaronder
vlekvormig donker worden van de huid en vaak
bloedarmoede (verlaagd aantal rode
bloedlichaampjes) op. Als de productie van rode bloedlichaampjes verlaagd is, kan het kind
verschijnselen van vermoeidheid of kortademigheid hebben.

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de fles en de
doos na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C) totdat fles geopend wordt.
Na het openen van de fles deze bewaren beneden 25°C. De inhoud van de fles dient binnen 45 dagen
na opening verbruikt te worden. Er wordt aangeraden, de datum waarop de verpakking uit de koelkast
werd gehaald, te noteren op de verpakking.
Als er na 45 dagen eventueel ongebruikte drank in de fles over is, dient deze te worden vernietigd
overeenkomstig lokale voorschriften of te worden teruggebracht naar de apotheek.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
·
De werkzame stof in dit middel is emtricitabine. Eén ml Emtriva drank bevat 10 mg
emtricitabine (10 mg/ml).
De andere stoffen in dit middel zijn: suikerspin-smaakstof, dinatriumedetaat, zoutzuur,
methylparahydroxybenzoaat (E218), propyleenglycol, propylparahydroxybenzoaat (E216),
natriumhydroxide, monobasisch natriumfosfaat, monohydraat, sunset geel (E110), gezuiverd
water, xylitol (E967).

Hoe ziet Emtriva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Emtriva drank is een heldere, oranje tot donkeroranje drank die geleverd wordt in flessen met 170 ml;
een maatbekertje is bijgesloten.
Emtriva is ook verkrijgbaar als harde capsules. Deze zijn alleen geschikt voor patiënten die ten minste
33 kg wegen en harde capsules kunnen slikken. Er is een afzonderlijke bijsluiter voor Emtriva 200 mg
harde capsules.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Gilead Sciences Ireland UC
Carrigtohill
County Cork, T45 DP77
Ierland

Fabrikant
Gilead Sciences Ireland UC
IDA Business & Technology Park
Carrigtohill
County Cork
Ierland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Gilead Sciences Belgium SRL-BV
Gilead Sciences Poland
Sp. z o.o.
Tél/Tel: + 32 (0) 24 01 35 50
Tel: + 48 22 262 8702


Luxembourg/Luxemburg
Gilead Sciences Ireland UC
Gilead Sciences Belgium SRL-BV
.: + 353 (0) 1 686 1888
Tél/Tel: + 32 (0) 24 01 35 50


Ceská republika
Magyarország
Gilead Sciences s.r.o.
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 420 910 871 986
Tel.: + 353 (0) 1 686 1888

Danmark
Malta
Gilead Sciences Sweden AB
Gilead Sciences Ireland UC
Tlf: + 46 (0) 8 5057 1849
Tel: + 353 (0) 1 686 1888

Deutschland
Nederland
Gilead Sciences GmbH
Gilead Sciences Netherlands B.V.
Tel: + 49 (0) 89 899890-0
Tel: + 31 (0) 20 718 36 98

Eesti
Norge
Gilead Sciences Poland
Sp. z o.o.
Gilead Sciences Sweden AB
Tel: + 48 22 262 8702
Tlf: + 46 (0) 8 5057 1849

Österreich
Gilead Sciences ..
Gilead Sciences GesmbH
: + 30 210 8930 100
Tel: + 43 1 260 830

España
Polska
Gilead Sciences, S.L.
Gilead Sciences Poland
Sp. z o.o.
Tel: + 34 91 378 98 30
Tel.: + 48 22 262 8702

France
Portugal
Gilead Sciences
Gilead Sciences, Lda.
Tél: + 33 (0) 1 46 09 41 00
Tel: + 351 21 7928790


Hrvatska
România
Gilead Sciences Ireland UC
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 353 (0) 1 686 1888
Tel: + 353 (0) 1 686 1888

Ireland
Slovenija
Gilead Sciences Ireland UC
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 353 (0) 214 825 999
Tel: + 353 (0) 1 686 1888

Ísland
Slovenská republika
Gilead Sciences Sweden AB
Gilead Sciences Slovakia s.r.o.
Sími: + 46 (0) 8 5057 1849
Tel: + 421 232 121 210


Italia
Suomi/Finland
Gilead Sciences S.r.l.
Gilead Sciences Sweden AB
Tel: + 39 02 439201
Puh/Tel: + 46 (0) 8 5057 1849



Sverige
Gilead Sciences ..
Gilead Sciences Sweden AB
: + 30 210 8930 100
Tel: + 46 (0) 8 5057 1849


Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Gilead Sciences Poland
Sp. z o.o.
Gilead Sciences Ireland UC
Tel: + 48 22 262 8702
Tel: + 44 (0) 8000 113 700


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in .
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? Emtriva 200 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Emtriva 200 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Emtriva 200 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG