Edarbi 40 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Edarbi 20 mg tabletten
Edarbi 40 mg tabletten
Edarbi 80 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Edarbi 20 mg tabletten
Elke tablet bevat 20 mg azilsartan medoxomil (als kalium).
Edarbi 40 mg tabletten
Elke tablet bevat 40 mg azilsartan medoxomil (als kalium).
Edarbi 80 mg tabletten
Elke tablet bevat 80 mg azilsartan medoxomil (als kalium).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet.
Edarbi 20 mg tabletten
Witte tot bijna witte ronde tabletten, van 6,0 mm diameter, aan één zijde bedrukt met de letters “ASL”
en aan de andere zijde “20”.
Edarbi 40 mg tabletten
Witte tot bijna witte ronde tabletten, van 7,6 mm diameter, aan één zijde bedrukt met de letters “ASL”
en aan de andere zijde “40”.
Edarbi 80 mg tabletten
Witte tot bijna witte ronde tabletten, van 9,6 mm diameter, aan één zijde bedrukt met de letters “ASL”
en aan de andere zijde “80”.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Edarbi is geïndiceerd voor de behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen aanvangsdosis bedraagt 40 mg eenmaal daags. Bij patiënten bij wie de bloeddruk niet
voldoende onder controle is met een lagere dosis kan de dosis verhoogd worden tot een maximum van
80 mg eenmaal daags.
Het bijna-maximaal antihypertensief effect is binnen de 2 weken aanwezig, waarbij maximale effecten
bereikt worden na 4 weken.
Als de bloeddruk met enkel Edarbi onvoldoende onder controle is, kan de bloeddruk extra verlaagd
worden wanneer dit geneesmiddel toegediend wordt in combinatie met andere antihypertensiva,
2
waaronder diuretica (zoals chloortalidon en hydrochloorthiazide) en calciumkanaalblokkers (zie
rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
Speciale populaties
Oudere personen (65 jaar en ouder)
Een aanpassing van de aanvangsdosis van Edarbi is niet nodig bij oudere patiënten (zie rubriek 5.2),
hoewel een aanvangsdosis van 20 mg overwogen kan worden bij patiënten van 75 jaar of ouder die het
risico lopen op hypotensie.
Verminderde nierfunctie
Voorzichtigheid is geboden bij hypertensieve patiënten met een sterk verminderde nierfunctie of in de
eindfase van een nierziekte, daar Edarbi bij deze patiënten niet werd bestudeerd (zie rubrieken 4.4 en
5.2).
Azilsartan wordt door hemodialyse niet verwijderd van de systemische circulatie.
Patiënten met een licht of matig verminderde nierfunctie vereisen geen dosisaanpassing.
Verminderde leverfunctie
Edarbi werd niet bestudeerd bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie en daarom is het
gebruik ervan niet aanbevolen in deze patiëntengroep (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Gezien de beperkte opgedane ervaring in het gebruik van Edarbi bij patiënten met een licht of matig
verminderde leverfunctie, is nauwgezette controle aanbevolen en moet men een aanvangsdosis van
20 mg in overweging nemen (zie rubriek 5.2).
Intravasculaire volumedepletie
Bij patiënten met een mogelijke intravasculaire volumedepletie of zoutdepletie (bijv. patiënten die
braken, diarree hebben of hoge doses diuretica nemen) dient Edarbi onder strikt medisch toezicht
gegeven te worden en kan een aanvangsdosis van 20 mg worden overwogen (zie rubriek 4.4).
Negroïde populatie
De negroïde populatie vereist geen dosisaanpassing, hoewel kleinere reducties van de bloeddruk
waargenomen werden in vergelijking met een niet-negroïde populatie (zie rubriek 5.1). Dit werd
algemeen vastgesteld voor andere angiotensine II-receptor (AT
1
) antagonisten en
angiotensine-converterend-enzymremmers. Bijgevolg kunnen een dosisverhoging van Edarbi en een
combinatiebehandeling vaker nodig zijn om de bloeddruk bij negroïde patiënten onder controle te
houden.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Edarbi bij kinderen en adolescenten in de leeftijd van 0 tot 18 jaar
zijn nog niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Edarbi is voor oraal gebruik en kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 5.2).
4.3
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
- Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubrieken 4.4 en 4.6).
- Het gelijktijdig gebruik van Edarbi met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-indiceerd
bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m
2
) (zie
rubrieken 4.5 en 5.1).
3
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Geactiveerd renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
Bij patiënten wier vasculaire tonus en nierfunctie voornamelijk van de activiteit van het RAAS
afhankelijk zijn (bijv. patiënten met congestief hartfalen, ernstig verminderde nierfunctie of
nierarteriestenose) is de behandeling met geneesmiddelen die dit systeem beïnvloeden, zoals remmers
voor angiotensine converterende enzymen (ACE) en angiotensine II-receptorantagonisten,
geassocieerd met acute hypotensie, azotemie, oligurie of, in zeldzame gevallen, acuut nierfalen. De
mogelijkheid van dergelijke effecten kan niet uitgesloten worden met Edarbi.
Voorzichtigheid is geboden bij hypertensieve patiënten met een ernstig gestoorde nierfunctie,
congestief hartfalen of nierarteriestenose, daar Edarbi bij deze patiënten niet werd bestudeerd (zie
rubrieken 4.2 en 5.2).
Bij patiënten met ischemische cardiomyopathie of ischemische cerebrovasculaire aandoeningen kan
een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Dubbele blokkade van het RAAS
Er is bewijs dat bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of
aliskiren het risico op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van
ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie
rubrieken 4.5 en 5.1).
Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen niet gelijktijdig te worden ingenomen
door patiënten met diabetische nefropathie.
Niertransplantatie
Er is momenteel geen ervaring met de toediening van Edarbi bij patiënten die recent een
niertransplantatie hebben ondergaan.
Verminderde leverfunctie
Edarbi werd niet bestudeerd bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie en daarom is het
gebruik ervan niet aanbevolen in deze patiëntengroep (zie rubrieken 4.2 en 5.2).
Hypotensie bij patiënten met volume- en/of zoutdepletie
Bij patiënten met een aanzienlijke volume- en/of zoutdepletie (bijv. patiënten die braken, diarree
hebben of hoge doses diuretica nemen) zou na de instelling van een behandeling met Edarbi
symptomatische hypotensie kunnen optreden. Hypovolemie moet worden gecorrigeerd voordat Edarbi
wordt toegediend of de behandeling moet onder nauwlettend toezicht worden gestart en men kan een
aanvangsdosis van 20 mg in overweging nemen.
Primair hyperaldosteronisme
Patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet reageren op antihypertensiva die
werken door remming van het RAAS. Daarom wordt het gebruik van Edarbi niet aanbevolen bij deze
patiënten.
Hyperkaliëmie
Op grond van ervaringen met het gebruik van andere geneesmiddelen die invloed hebben op het
RAAS kan het gelijktijdig gebruik van Edarbi met kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen,
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het kaliumgehalte kunnen
verhogen (bijv. heparine) leiden tot verhogingen van het serumkalium bij hypertensieve patiënten (zie
rubriek 4.5). Bij ouderen, bij patiënten met nierinsufficiëntie, bij diabetici en/of bij patiënten met
onderliggende aandoeningen is het risico op hyperkaliëmie, wat fataal kan zijn, verhoogd. Kalium
moet, indien nodig, gecontroleerd worden.
4
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie
Extra voorzichtigheid moet worden betracht bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose of
aan hypertrofische obstructieve cardiomyopathie (HOCM).
Zwangerschap
Therapie met angiotensine II-receptorantagonisten moet niet gestart worden tijdens de zwangerschap.
Patiënten die een zwangerschap plannen, moeten overgezet worden op een alternatieve
antihypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens de zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine II-receptorantagonisttherapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld, dient de behandeling met angiotensine II-receptorantagonisten
onmiddellijk te worden gestaakt, en moet, indien nodig, worden begonnen met een alternatieve
therapie (zie rubrieken 4.3 en 4.6).
Lithium
Zoals met andere angiotensine II-receptorantagonisten is de combinatie van lithium met Edarbi niet
aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Edarbi bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik wordt niet aanbevolen
Lithium
Reversibele stijging van de serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn waargenomen tijdens
gelijktijdig gebruik van lithium en angiotensine-converterend-enzymremmers. Een gelijkaardig effect
kan optreden met angiotensine II-receptorantagonisten. Omwille van een gebrek aan ervaring met
gelijktijdig gebruik van azilsartan medoxomil en lithium is deze combinatie niet aanbevolen. Indien de
combinatie nodig geacht wordt, wordt aangeraden de serumlithiumspiegels nauwlettend te controleren.
Pas op bij gelijktijdig gebruik
Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's), waaronder selectieve COX-2-remmers,
acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's
Wanneer angiotensine II-receptorantagonisten gelijktijdig toegediend worden met NSAID's (met name
selectieve COX-2-remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het
antihypertensief effect verminderd worden. Bovendien kan het gelijktijdig gebruik van angiotensine
II-receptorantagonisten en NSAID's leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie
en een verhoging van serumkalium. Patiënten moeten daarom voldoende gehydrateerd zijn en het
monitoren van de nierfunctie bij aanvang van de behandeling is aanbevolen.
Kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen en
andere bestanddelen die de kaliumspiegels kunnen verhogen
Het gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen (bijv. heparine) kan leiden tot een verhoging van
de kaliumspiegels. Serumkalium moet, indien nodig, gecontroleerd worden (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie
De gegevens uit klinische studies laten zien dat dubbele blokkade van het RAAS bij het
gecombineerde gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten en aliskiren, in
verband wordt gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie
en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een
enkel geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubrieken 4.3, 4.4 en 5.1).
5
Er zijn geen klinisch significante interacties waargenomen in studies over azilsartan medoxomil of
over azilsartan gelijktijdig toegediend met amlodipine, antacida, chloortalidon, digoxine, fluconazol,
glyburide, ketoconazol, metformine en warfarine.
Azilsartan medoxomil wordt snel gehydrolyseerd tot het actieve deel azilsartan door esterasen in het
maagdarmkanaal en/of tijdens de absorptie van het geneesmiddel (zie rubriek 5.2).
In-vitro-studies
gaven aan dat interacties op basis van esterase-inhibitie onwaarschijnlijk zijn.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Het gebruik van angiotensine II-receptorantagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Het gebruik van angiotensine II-receptorantagonisten is gecontra-indiceerd gedurende het tweede en
derde trimester van de zwangerschap (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Er zijn geen gegevens over het gebruik van azilsartan medoxomil bij zwangere vrouwen. Uit
experimenteel onderzoek bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan
angiotensine-converterende-enzymremmers tijdens het eerste trimester van de zwangerschap; een
kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten. Hoewel er geen gecontroleerde
epidemiologische gegevens zijn over het risico van angiotensine II-receptorantagonisten kan het risico
vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten die een zwangerschap plannen,
moeten overgezet worden op een alternatieve antihypertensieve therapie met een bekend
veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de angiotensine
II-receptorantagonistentherapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt vastgesteld, dient
de behandeling met angiotensine II-receptorantagonisten onmiddellijk te worden gestaakt, en moet,
indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Het is bekend dat blootstelling aan angiotensine II-receptorantagonisten gedurende het tweede en
derde trimester foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in
schedelverharding) en neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) kan induceren (zie
ook rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine II-receptorantagonisten heeft gebruikt, dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie ook rubrieken 4.3 en 4.4).
Borstvoeding
Omdat er geen informatie beschikbaar is over het gebruik van azilsartan medoxomil bij het geven van
borstvoeding, wordt Edarbi niet aangeraden. Alternatieve behandelingen met beter bekende
veiligheidsprofielen verdienen de voorkeur, vooral bij het geven van borstvoeding aan pasgeboren of
prematuur geboren zuigelingen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de impact van azilsartan medoxomil op de vruchtbaarheid bij
de mens. Niet-klinische studies hebben aangetoond dat azilsartan geen effect bleek te hebben op de
mannelijke of vrouwelijke vruchtbaarheid bij ratten (zie rubriek 5.3).
6
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Azilsartan medoxomil heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen. Er dient echter rekening mee gehouden te worden dat
duizeligheid of vermoeidheid af en toe kunnen optreden.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De veiligheid van Edarbi in doses van 20, 40 of 80 mg is beoordeeld in klinische studies bij patiënten
die tot 56 weken lang behandeld werden. In deze klinische studies waren de met de behandeling
geassocieerde bijwerkingen van Edarbi grotendeels licht of matig, met een totale incidentie
vergelijkbaar met die van placebo. De meest voorkomende bijwerking was duizeligheid. De incidentie
van bijwerkingen met dit geneesmiddel werd niet beïnvloed door geslacht, leeftijd of ras. Er werd in
een placebogecontroleerde studie een vergelijkbare frequentie van de bijwerkingen gemeld voor de
Edarbi 20 mg dosis en voor de 40 en 80 mg doses.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen op basis van samengevoegde gegevens (doses van 40 en 80 mg) worden hieronder
vermeld volgens systeem/orgaanklasse en voorkeurstermen. De bijwerkingen worden gerangschikt
volgens frequentie, aan de hand van de volgende conventie: zeer vaak
(≥
1/10); vaak
(≥
1/100, < 1/10);
soms
(≥
1/1.000, < 1/100); zelden
(≥
1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000), met inbegrip van
meldingen van geïsoleerde gevallen. Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt
naar afnemende ernst.
Systeem/orgaanklasse
Zenuwstelselaandoeningen
Bloedvataandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen
Huid- en
onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Onderzoeken
Frequentie
Vaak
Soms
Vaak
Soms
Soms
Zelden
Soms
Soms
Vaak
Soms
Bijwerking
Duizeligheid
Hypotensie
Diarree
Misselijkheid
Huiduitslag, pruritus
Angio-oedeem
Spierspasmen
Vermoeidheid
Perifeer oedeem
Verhoogde bloedwaarden van creatinefosfokinase
Verhoogde bloedwaarden van creatinine
Verhoogde bloedwaarden van urinezuur/hyperurikemie
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Wanneer Edarbi toegediend werd in combinatie met chloortalidon namen de frequenties van
creatininebloedwaarden toe en hypotensie trad niet meer soms, maar vaak op.
Wanneer Edarbi toegediend werd in combinatie met amlodipine nam de frequentie van het perifeer
oedeem toe van soms naar vaak, maar was deze lager dan bij een behandeling met alleen amlodipine.
Onderzoeken
Serumcreatinine
De incidentie van verhogingen in serumcreatinine na behandeling met Edarbi was vergelijkbaar met
placebo in gerandomiseerde placebogecontroleerde monotherapiestudies. Het gelijktijdig toedienen
van Edarbi met diuretica, zoals chloortalidon, resulteerde in een grotere incidentie van
creatininestijgingen, hetgeen eveneens waargenomen wordt met andere angiotensine
II-receptorantagonisten en angiotensine-converterend-enzymremmers. De serumcreatininestijgingen
die genoteerd werden bij een behandeling met Edarbi gecombineerd met een diureticum werden
7
geassocieerd met een grotere bloeddrukdaling, vergeleken met een behandeling met één enkel
geneesmiddel. Vele van deze stijgingen waren kortstondig of niet-progressief bij voortgezet gebruik
van de behandeling. Na stopzetting van de behandeling waren de meeste stijgingen die niet waren
verdwenen tijdens de behandeling reversibel, waarbij de creatininespiegels van de meeste personen
terugkeerden naar de uitgangswaarden of bijna-uitgangswaarden.
Urinezuur
Kleine gemiddelde verhogingen van urinezuur in serum werden opgemerkt na behandeling met Edarbi
(10,8
μmol/l) tegenover placebo (4,3 μmol/l).
Hemoglobine en hematocriet
Er werden kleine dalingen waargenomen in hemoglobine en hematocriet (gemiddelde dalingen van
respectievelijk ongeveer 3 g/l en 1 volumeprocent) in placebogecontroleerde monotherapiestudies. Dit
effect is ook waargenomen met andere remmers van het RAAS.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Symptomen
Op basis van farmacologische overwegingen zijn de meest waarschijnlijke symptomen van een
overdosering naar verwachting symptomatische hypotensie en duizeligheid. Tijdens gecontroleerde
klinische onderzoeken bij gezonde personen werden eenmaaldaagse doses tot 320 mg azilsartan
medoxomil toegediend gedurende 7 dagen en goed verdragen.
Behandeling
Als symptomatische hypotensie optreedt, moet een ondersteunende behandeling ingesteld en vitale
functies gecontroleerd worden.
Azilsartan wordt niet door dialyse verwijderd.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geneesmiddelen die op het renine-angiotensinesysteem werken,
angiotensine-II-antagonisten, enkelvoudig, ATC-code: C09CA09.
Werkingsmechanisme
Azilsartan medoxomil is een oraal werkzame prodrug die snel omgezet wordt in de werkzame stof
azilsartan. Deze stof werkt op een selectieve manier de effecten tegen van angiotensine II door binding
aan de AT
1
-receptor in verschillende weefsels te blokkeren (zie rubriek 5.2). Angiotensine II is de
voornaamste vasopressor van het RAAS met effecten zoals vasoconstrictie, stimulering van synthese
en afgifte van aldosteron, hartstimulering en renale reabsorptie van natrium.
Blokkade van de AT
1
-receptor remt de negatieve regulerende feedback van angiotensine II op de
reninesecretie, maar de resulterende toenames van plasmarenineactiviteit en angiotensine II
circulerende spiegels overstijgen het antihypertensief effect van azilsartan niet.
Essentiële hypertensie
In zeven dubbelblinde gecontroleerde studies werden in totaal 5.941 patiënten (waarvan 3.672 Edarbi,
801 placebo en 1.468 een actieve comparator toegediend kregen) beoordeeld. In totaal was 51% van
8
de patiënten van het mannelijk geslacht en 26% was 65 jaar of ouder (5%
75 jaar); 67% was blank
en 19% van het negroïde ras.
Edarbi werd vergeleken met placebo en werkzame comparatoren in twee 6 weken durende
gerandomiseerde, dubbelblinde studies. Bloeddrukdalingen in vergelijking met placebo, gebaseerd op
24-uurs-gemiddelde-bloeddruk gemeten door een ambulante bloeddrukmeting (ABPM) en
dalbloeddrukmeting in de klinische praktijk (SBP) worden voor beide studies in onderstaande tabel
getoond. Daarnaast leidde de 80 mg dosis van Edarbi tot aanzienlijk grotere SBP-dalingen dan de
hoogste goedgekeurde doses olmesartan medoxomil en valsartan.
Placebo
Edarbi
20 mg
Edarbi
40 mg#
Edarbi
80 mg#
OLM-M
40 mg#
Valsartan
320 mg#
Primair eindpunt:
24-uurs-gemiddelde SBP: LS gemiddelde verandering vanaf de Uitgangswaarde (UW) tot
Week 6 (mm Hg)
Studie 1
-1,4
-12,2 *
-13,5 *
-14,6 *†
-12,6
-
Verandering
t.o.v. UW
Studie 2
-0,3
-
-13,4 *
-14,5 *†
-12,0
-10,2
Verandering
t.o.v. UW
Belangrijkst secundair eindpunt:
Klinische SBP: LS gemiddelde verandering vanaf de Uitgangswaarde (UW) tot Week 6
(mm Hg) (LOCF)
Studie 1
-2,1
-14,3 *
-14,5 *
-17,6 *
-14,9
-
Verandering
t.o.v. UW
Studie 2
-1,8
-
-16,4 *†
-16,7 *†
-13,2
-11,3
Verandering
t.o.v. UW
OLM-M = olmesartan medoxomil, LS = “least squares”, LOCF = “last observation carried
forward”
* Significant verschil vs. placebo (grenswaarde 0,05) in het kader van de stapsgewijze analyse
† Significant verschil vs. comparator(en) (grenswaarde 0,05) in het kader van de stapsgewijze
analyse
# Maximum bereikte dosis in studie 2. De doses werden geforceerd getitreerd in Week 2 van
20 tot 40 mg en van 40 tot 80 mg voor Edarbi, en respectievelijk van 20 tot 40 mg en van
160 tot 320 mg voor olmesartan medoxomil en valsartan.
In deze twee studies behoorden duizeligheid, hoofdpijn en dyslipidemie tot de klinisch belangrijke en
meest voorkomende bijwerkingen. Bij Edarbi, olmesartan medoxomil en valsartan werd duizeligheid
gezien met een incidentie van respectievelijk 3,0%, 3,3% en 1,8%, hoofdpijn met een incidentie van
4,8%, 5,5% en 7,6% en dyslipidemie met een incidentie van 3,5%, 2,4% en 1,1%.
In studies met valsartan of ramipril als werkzame comparator bleef de bloeddrukdalende werking van
Edarbi behouden tijdens langetermijnbehandeling. Edarbi vertoonde een lagere incidentie voor hoest
(1,2%) dan ramipril (8,2%).
Het antihypertensieve effect van azilsartan medoxomil trad op binnen de eerste 2 weken na inname en
het maximale effect werd bereikt na 4 weken. Het bloeddrukverlagend effect van azilsartan
medoxomil hield eveneens aan tijdens het 24 uurs-doseringsinterval. De placebogecorrigeerde
dal/piek-verhoudingen voor SBP en DBP bedroegen ongeveer 80% of meer.
Er werd geen rebound hypertensie waargenomen na het na 6 maanden abrupt afbreken van de
behandeling met Edarbi.
9
Er werden geen algemene verschillen waargenomen in veiligheid en doeltreffendheid tussen oudere
patiënten en jongere patiënten, maar een grotere gevoeligheid voor bloeddrukverlagende effecten bij
sommige oudere patiënten kan niet uitgesloten worden (zie rubriek 4.2). Zoals met andere
angiotensine II-receptorantagonisten en angiotensine-converterend-enzymremmers was het
antihypertensieve effect lager in negroïde patiënten (doorgaans een populatie met een laag
reninegehalte).
De gelijktijdige toediening van Edarbi 40 en 80 mg met een calciumkanaalblokker (amlodipine) of een
diureticum van het thiazide-type (chloortalidon) resulteerde in extra dalingen van de bloeddruk
vergeleken met toedieningen met alleen het andere antihypertensivum. Dosisafhankelijke
bijwerkingen met inbegrip van duizeligheid, hypotensie en serumcreatininestijgingen kwamen vaker
voor in een gecombineerde behandeling met diuretica dan in een behandeling met alleen Edarbi,
terwijl hypokaliëmie minder vaak optrad in een behandeling met alleen een diureticum.
Momenteel zijn gunstige effecten van Edarbi op de mortaliteit en de cardiovasculaire morbiditeit en
doelorgaanbeschadiging niet bekend.
Effect op hartrepolarisatie
Er werd een diepgaande QT/QTc-studie gevoerd ter evaluatie van het vermogen van azilsartan
medoxomil om het QT/QTc-interval bij gezonde personen te verlengen. Er was geen bewijs van een
QT/QTc-verlenging bij een dosis van 320 mg azilsartan medoxomil.
Aanvullende informatie
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET - ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial en VA NEPHRON-D - The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht.
ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculair of
cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen van eind-orgaanschade.
VA NEPHRON D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen bij patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelen Bureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Edarbi in een of meer subgroepen van pediatrische
patiënten met hypertensie (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
10
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na orale toediening wordt azilsartan medoxomil snel gehydroliseerd tot de werkzame stof azilsartan in
het maagdarmstelsel en/of tijdens de absorptie. Op basis van
in-vitro-onderzoek
wordt
carboxymethylenebutenolidase betrokken bij de hydrolyse in de darm en lever. Daarnaast zijn
plasma-esterasen betrokken bij de hydrolyse van azilsartan medoxomil tot azilsartan.
Absorptie
De geschatte absolute orale biologische beschikbaarheid van azilsartan medoxomil op basis van de
azilsartanconcentratie in plasma is ongeveer 60%. Na orale toediening van azilsartan medoxomil
worden piekplasmaconcentraties (C
max
) van azilsartan binnen 1,5-3 uur bereikt. Voedsel heeft geen
invloed op de biologische beschikbaarheid van azilsartan (zie rubriek 4.2).
Distributie
Het verdelingsvolume van azilsartan is ongeveer 16 liter. Azilsartan is sterk aan plasma-eiwitten
gebonden (> 99%), voornamelijk aan serumalbumine. Eiwitbinding is constant bij azilsartan
plasmaconcentraties die ver boven het bereik liggen dat verkregen wordt met de aanbevolen doses.
Biotransformatie
Azilsartan wordt gemetaboliseerd tot twee primaire metabolieten. De belangrijkste metaboliet in
plasma wordt gevormd door
O-dealkylatie,
eveneens metaboliet M-II genoemd, en de minder
belangrijke metaboliet wordt gevormd door decarboxylatie, eveneens metaboliet M-I genoemd.
Systemische blootstellingen aan de belangrijkste en minder belangrijke metabolieten bij de mens
bedroegen respectievelijk ongeveer 50% en minder dan 1% voor azilsartan. M-I en M-II dragen niet
bij tot de farmacologische activiteit van azilsartan medoxomil. Het belangrijkste enzym dat voor het
azilsartan metabolisme verantwoordelijk is, is CYP2C9.
Eliminatie
Na een orale dosis van
14
C-gelabeld azilsartan medoxomil werd ongeveer 55% radioactiviteit
teruggevonden in de feces en ongeveer 42% in de urine, met 15% van de dosis uitgescheiden in de
urine als azilsartan. De eliminatiehalfwaardetijd van azilsartan is ongeveer 11 uur en renale klaring is
ongeveer 2,3 ml/min. Steady-state spiegels van azilsartan worden bereikt binnen 5 dagen en er is geen
enkele accumulatie in het plasma met herhaalde eenmaaldaagse toediening.
Lineariteit/non-lineariteit
Dosisproportionaliteit bij blootstelling werd voor azilsartan vastgesteld binnen het azilsartan
medoxomil doseringsbereik van 20 mg tot 320 mg na enkelvoudige of meervoudige toediening.
Karakteristieken van specifieke patiëntengroepen
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van azilsartan werd niet onderzocht bij kinderen jonger dan 18 jaar.
Oudere personen
De farmacokinetiek van azilsartan verschilt niet aanzienlijk tussen jonge (tussen 18 en 45 jaar) en
oudere patiënten (tussen 65 en 85 jaar).
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een licht, matig en ernstig nierfunctieverlies was de volledige blootstelling aan
azilsartan (AUC) verhoogd met 30%, 25% en 95%. Er werd geen verhoging (+5%) waargenomen bij
patiënten in een eindfase van de nierziekte die gedialyseerd werden. Er werd echter geen klinische
ervaring opgedaan bij patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie of in een eindfase van de
nierziekte (zie rubriek 4.2). Hemodialyse verwijdert azilsartan niet uit de systemische circulatie.
Verminderde leverfunctie
Toediening van Edarbi tot 5 dagen bij personen met een licht (Child-Pugh A) of matig (Child-Pugh B)
verminderde leverfunctie resulteerde in een lichte verhoging van de blootstelling van azilsartan
11
(AUC-verhoging van 1,3 tot 1,6-maal, zie rubriek 4.2). Er zijn geen onderzoeken verricht naar Edarbi
bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Geslacht
De farmacokinetiek van azilsartan verschilt niet aanzienlijk tussen mannen en vrouwen. Er is geen
dosisaanpassing nodig op basis van het geslacht.
Ras
De farmacokinetiek van azilsartan verschilt niet aanzienlijk tussen negroïde en blanke populaties. Er is
geen dosisaanpassing nodig op basis van het ras.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In preklinische veiligheidsonderzoeken werden azilsartan medoxomil en M-II, de belangrijkste
menselijke metaboliet, onderzocht op herhaalde dosistoxiciteit, reproductietoxiciteit, mutageniciteit en
carcinogeniciteit.
In de herhaalde dosistoxiciteitstudies veroorzaakten doses die blootstelling produceerden vergelijkbaar
met blootstelling in het klinisch therapeutische bereik, een afname in de parameters van de rode
bloedcellen, veranderingen in de nieren en renale hemodynamiek, alsmede een toename van het
serumkalium in normotensieve dieren. Deze effecten, die voorkómen werden door oraal extra zout toe
te dienen, hebben geen klinische betekenis in de behandeling van hypertensie.
In ratten en honden werden een toename van de plasmarenineactiviteit en hypertrofie/hyperplasie van
de renale juxtaglomerulaire cellen waargenomen. Deze veranderingen, ook een klasse-effect van
angiotensine-converterend-enzymremmers en andere angiotensine II-receptorantagonisten, lijken geen
klinische betekenis te hebben.
Azilsartan en M-II passeerden de placenta en werden teruggevonden in de foetussen van drachtige
ratten en werden ook uitgescheiden in de melk van zogende ratten. In de reproductietoxiciteitstudies
werd er geen effect waargenomen op de mannelijke of vrouwelijke vruchtbaarheid. Er is geen bewijs
voor een teratogeen effect, maar dierstudies hebben in beperkte mate schadelijke effecten op de
postnatale ontwikkeling van nakomelingen laten zien zoals verminderd lichaamsgewicht, een lichte
vertraging in de fysieke ontwikkeling (vertraagde snijtanderuptie, detachering van het oor, opening
van de ogen) en hogere mortaliteit.
Azilsartan en M-II hebben geen mutageniciteit of relevante clastogene activiteit in
in-vitro-studies
aangetoond en geen aanwijzing voor carcinogeniciteit in ratten en muizen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Mannitol (E 421)
Fumaarzuur (E 297)
Natriumhydroxide
Hydroxypropylcellulose (E 463)
Croscarmellose natrium
Microkristallijne cellulose (E 460)
Magnesiumstearaat (E 572)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
12
6.3
3 jaar.
6.4
Houdbaarheid
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Aluminium blisters
Verpakkingsgrootten:
14, 28, 56 of 98 tabletten; of
Aluminium blisters met geïntegreerd droogmiddel.
Verpakkingsgrootten:
14, 28, 30, 56, 90 of 98 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/734/001 14 tabletten
EU/1/11/734/002 28 tabletten
EU/1/11/734/012 30 tabletten
EU/1/11/734/003 56 tabletten
EU/1/11/734/013 90 tabletten
EU/1/11/734/004 98 tabletten
EU/1/11/734/005 14 tabletten
EU/1/11/734/006 28 tabletten
EU/1/11/734/014 30 tabletten
EU/1/11/734/007 56 tabletten
EU/1/11/734/015 90 tabletten
EU/1/11/734/008 98 tabletten
EU/1/11/734/016 14 tabletten
EU/1/11/734/009 28 tabletten
EU/1/11/734/017 30 tabletten
EU/1/11/734/010 56 tabletten
13
EU/1/11/734/018 90 tabletten
EU/1/11/734/011 98 tabletten
EU/1/11/734/019 14 tabletten
EU/1/11/734/020 28 tabletten
EU/1/11/734/021 56 tabletten
EU/1/11/734/022 98 tabletten
EU/1/11/734/023 14 tabletten
EU/1/11/734/024 28 tabletten
EU/1/11/734/025 56 tabletten
EU/1/11/734/026 98 tabletten
EU/1/11/734/027 14 tabletten
EU/1/11/734/028 28 tabletten
EU/1/11/734/029 56 tabletten
EU/1/11/734/030 98 tabletten
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 7 december 2011
Datum van laatste verlenging: 14 november 2016
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
14
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
B.
C.
D.
15
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Takeda Ireland Ltd.
Bray Business Park
Kilruddery
Co Wicklow
Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst
met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7
van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het
Europese webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
16
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
17
A. ETIKETTERING
18
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Edarbi 20 mg tabletten
azilsartan medoxomil
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 20 mg azilsartan medoxomil (als kalium).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
19
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN ( INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/734/001 14 tabletten
EU/1/11/734/002 28 tabletten
EU/1/11/734/012 30 tabletten
EU/1/11/734/003 56 tabletten
EU/1/11/734/013 90 tabletten
EU/1/11/734/004 98 tabletten
EU/1/11/734/019 14 tabletten
EU/1/11/734/020 28 tabletten
EU/1/11/734/021 56 tabletten
EU/1/11/734/022 98 tabletten
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Edarbi 20 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
20
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}
21
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Edarbi 20 mg tabletten
azilsartan medoxomil
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Takeda Logo
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
22
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Edarbi 40 mg tabletten
azilsartan medoxomil
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 40 mg azilsartan medoxomil (als kalium).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
23
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/734/005 14 tabletten
EU/1/11/734/006 28 tabletten
EU/1/11/734/014 30 tabletten
EU/1/11/734/007 56 tabletten
EU/1/11/734/015 90 tabletten
EU/1/11/734/008 98 tabletten
EU/1/11/734/023 14 tabletten
EU/1/11/734/024 28 tabletten
EU/1/11/734/025 56 tabletten
EU/1/11/734/026 98 tabletten
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Edarbi 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
24
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}
25
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Edarbi 40 mg tabletten
azilsartan medoxomil
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Takeda Logo
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
26
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Edarbi 80 mg tabletten
azilsartan medoxomil
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 80 mg azilsartan medoxomil (als kalium).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
27
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/734/016 14 tabletten
EU/1/11/734/009 28 tabletten
EU/1/11/734/017 30 tabletten
EU/1/11/734/010 56 tabletten
EU/1/11/734/018 90 tabletten
EU/1/11/734/011 98 tabletten
EU/1/11/734/027 14 tabletten
EU/1/11/734/028 28 tabletten
EU/1/11/734/029 56 tabletten
EU/1/11/734/030 98 tabletten
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Edarbi 80 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
28
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}
29
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP DE BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS
MOETEN WORDEN VERMELD
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Edarbi 80 mg tabletten
azilsartan medoxomil
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Takeda Logo
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
30
B. BIJSLUITER
31
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Edarbi 20 mg tabletten
Edarbi 40 mg tabletten
Edarbi 80 mg tabletten
azilsartan medoxomil
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
-
-
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Edarbi en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Edarbi en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Edarbi bevat het werkzaam bestanddeel azilsartan medoxomil en behoort tot een
geneesmiddelenklasse die bekend is als angiotensine II-receptorantagonisten (AIIRA's). Angiotensine
II is een stof die in het lichaam op natuurlijke wijze wordt gemaakt en waardoor de bloedvaten zich
vernauwen. Dit heeft een stijging van de bloeddruk tot gevolg. Edarbi verhindert dit effect waardoor
de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt.
Dit geneesmiddel wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk (essentiële hypertensie) bij
volwassen patiënten (ouder dan 18 jaar).
Binnen 2 weken behandeling zal een bloeddrukdaling meetbaar zijn; het volledige effect van de
ingestelde dosis zal na 4 weken worden bereikt.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U bent langer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om het gebruik van dit geneesmiddel te
vermijden in het begin van de zwangerschap - zie de rubriek zwangerschap).
-
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt, in het bijzonder indien u:
-
lijdt aan nierproblemen
-
aan de dialyse bent of kort geleden een niertransplantatie heeft gehad
-
lijdt aan een ernstige leverziekte
-
lijdt aan hartproblemen (met inbegrip van hartfalen, recent hartaanval)
32
-
-
-
-
-
-
-
ooit een beroerte heeft gehad
een lage bloeddruk heeft of zich duizelig of licht in het hoofd voelt
braakt, recent ernstig gebraakt heeft of indien u diarree heeft
indien u verhoogde kaliumspiegels in uw bloed heeft (aangetoond door bloedtesten)
lijdt aan een bijnierafwijking, genaamd primair hyperaldosteronisme
verteld werd dat u een vernauwing van uw hartkleppen heeft (genaamd "aortaklepstenose of
mitraalklepstenose") of dat de dikte van uw hartspier abnormaal is toegenomen (genaamd
"obstructieve hypertropische cardiomyopathie")
een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o
een ”ACE-remmer” (bijvoorbeeld enalapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft
o
aliskiren.
Uw arts zal mogelijk regelmatig uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in
uw bloed controleren.
Zie ook de informatie in de rubriek “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”.
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden).
Het gebruik van Edarbi wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient NIET te
worden gebruikt als u langer dan 3 maanden zwanger bent, omdat het ernstige nadelige effecten voor
uw baby kan hebben bij gebruik vanaf die periode (zie de rubriek “Zwangerschap en borstvoeding”).
Edarbi kan minder effectief zijn in het verlagen van de bloeddruk bij negroïde patiënten.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er zijn weinig gegevens over de toediening van Edarbi bij kinderen of adolescenten jonger dan 18 jaar.
Daarom dient dit geneesmiddel niet te worden toegediend aan kinderen of adolescenten.
Neemt u nog andere geneesmiddelen in?
Neemt u naast Edarbi nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Edarbi kan de werking van sommige andere geneesmiddelen beïnvloeden en sommige
geneesmiddelen kunnen de werking van Edarbi beïnvloeden.
Vertel uw arts indien u één van de volgende geneesmiddelen neemt, in het bijzonder:
-
Lithium (geneesmiddel voor mentale gezondheidsproblemen)
-
Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) zoals ibuprofen, diclofenac of
celecoxib (geneesmiddelen om pijn en ontstekingen te verminderen)
-
Acetylsalicycliczuur indien u meer dan 3 g per dag neemt (geneesmiddel om pijn en
ontstekingen te verminderen)
-
Geneesmiddelen die het kaliumgehalte in het bloed kunnen verhogen, zoals
kaliumsupplementen, kaliumsparende geneesmiddelen (bepaalde 'plaspillen') of
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen
-
Heparine (bloedverdunner)
-
Diuretica (plaspillen)
-
Aliskiren of andere geneesmiddelen om uw bloeddruk te verlagen (angiotensine-converterende
enzymremmers of angiotensine-II-receptorblokkers, zoals enalapril, lisinopril, ramipril of
valsartan, telmisartan, irbesartan).
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
Als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken “Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?” en “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”
33
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn , wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Normaalgesproken zal uw arts u adviseren te stoppen met het gebruik van Edarbi voordat u zwanger
bent of zodra u weet dat u zwanger bent en uw arts zal u adviseren een ander geneesmiddel te
gebruiken in plaats van Edarbi.
Edarbi wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens het begin van de zwangerschap en dient NIET te
worden gebruikt bij een zwangerschapsduur van langer dan 3 maanden, omdat het ernstige nadelige
effecten voor uw baby kan hebben bij gebruik na de derde zwangerschapsmaand.
Borstvoeding
Vertel uw arts als u borstvoeding geeft. Edarbi wordt niet aanbevolen voor moeders die borstvoeding
geven en uw arts kan kiezen voor een andere behandeling als u borstvoeding wenst te geven, vooral
als uw baby pas is geboren of te vroeg is geboren.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Edarbi zal waarschijnlijk geen invloed hebben op uw rijvaardigheid of uw vermogen om machines te
bedienen. Sommige mensen kunnen echter last krijgen van vermoeidheid of duizeligheid wanneer zij
dit geneesmiddel gebruiken. Als u hier last van heeft, bestuur dan geen voertuig en bedien geen
werktuigen of machines.
Edarbi bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Het is belangrijk om Edarbi elke
dag op hetzelfde tijdstip in te blijven nemen.
Edarbi is voor oraal gebruik. Neem de tablet in met veel water.
U kunt dit geneesmiddel innemen met of zonder eten.
-
-
-
-
De normale aanvangsdosis bedraagt 40 mg eenmaal daags. Uw arts kan deze dosis verhogen tot
maximaal 80 mg eenmaal daags, afhankelijk van het effect op uw bloeddruk.
Voor patiënten zoals veel oudere patiënten (75 jaar en ouder) kan uw arts een lagere
aanvangsdosis van 20 mg eenmaal daags aanbevelen.
Indien u lijdt aan een lichte tot matig ernstige leverziekte kan uw arts u een lagere
aanvangsdosis van 20 mg eenmaal daags aanbevelen.
Voor patiënten die kort geleden lichaamsvloeistoffen verloren hebben, bijv. door braken of
diarree of door het gebruik van plaspillen, kan de arts een lagere aanvangsdosis van 20 mg
eenmaal daags aanbevelen.
Indien u lijdt aan andere bijkomende ziektes zoals ernstige nierziekte of hartfalen zal uw arts
beslissen welke dosis voor u het best is om de behandeling mee te starten.
-
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u te veel tabletten inneemt of als iemand anders uw geneesmiddel inneemt, neem dan onmiddellijk
contact op met uw arts. U kunt zich zwak of duizelig voelen indien u meer Edarbi neemt dan u zou
mogen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Ga gewoon door met de volgende dosis
op het gebruikelijke tijdstip.
34
Als u stopt met het innemen van dit middel
Als u stopt met het innemen van Edarbi kan uw bloeddruk opnieuw toenemen. Stop daarom niet met
het innemen van Edarbi zonder eerst uw arts te raadplegen over alternatieve behandelingsopties.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Stop met het innemen van Edarbi en zoek onmiddellijk medische hulp indien één van de
volgende allergische reacties zich bij u voordoen (deze kunnen bij 1 op 1000 patiënten optreden):
-
Ademhalings- of slikmoeilijkheden, of opzwellen van het gezicht, de lippen, de tong en/of de
keel (angio-oedeem)
-
Jeuk op de huid met bulten.
Andere mogelijke bijwerkingen zijn:
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen bij 1 op de 10 patiënten optreden):
-
Duizeligheid
-
Diarree
-
Verhoogde bloedwaarden van creatininefosfokinase (een indicator van spierbeschadiging).
Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen bij 1 op de 100 patiënten optreden):
-
Lage bloeddruk waardoor u zich zwak of duizelig kunt voelen
-
Vermoeid gevoel
-
Zwelling van de handen, de enkels of de voeten (perifeer oedeem)
-
Huiduitslag en jeuk
-
Misselijkheid
-
Spierspasmen
-
Verhoogde bloedwaarden van serumcreatinine (een indicator van de nierfunctie)
-
Verhoogde bloedwaarden van urinezuur.
Zelden voorkomende bijwerkingen (kunnen bij 1 op de 1000 patiënten optreden):
-
Veranderingen in bloedtestresultaten waaronder verlaagde eiwitspiegels in rode
bloedcellen (hemoglobine).
Bij het innemen van Edarbi met chloortalidon (een plaspil) werden hogere waarden van bepaalde
chemische stoffen in het bloed (zoals creatinine), die indicatoren zijn voor de nierfunctie, vaak
waargenomen (bij minder dan 1 op de 10 patiënten), en een lage bloeddruk trad eveneens vaak
op.
Het opzwellen van de handen, enkels of voeten komt vaker voor (bij minder dan 1 op de 10
patiënten) wanneer Edarbi ingenomen wordt met amlodipine (een calciumkanaalblokker ter
behandeling van hypertensie) dan wanneer Edarbi alleen wordt ingenomen (minder dan 1 op de
100 patiënten). De frequentie van dit effect is het grootst wanneer amlodipine alleen wordt
ingenomen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
35
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaar Edarbi in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De
werkzame stof in dit middel
is azilsartan medoxomil (als kalium).
Edarbi 20 mg:
elke tablet bevat 20 mg azilsartan medoxomil (als kalium)
Edarbi 40 mg:
elke tablet bevat 40 mg azilsartan medoxomil (als kalium)
Edarbi 80 mg:
elke tablet bevat 80 mg azilsartan medoxomil (als kalium)
-
De
andere stoffen in dit middel
zijn mannitol, fumaarzuur, natriumhydroxide,
hydroxypropylcellulose, croscarmellose natrium, microkristallijne cellulose en
magnesiumstearaat.
Hoe ziet Edarbi eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
De tabletten zijn wit en rond en zijn aan één zijde bedrukt met de letters “ASL” en aan de andere zijde
met “20”, “40” of “80”.
Edarbi wordt geleverd in blisters met telkens 14 tabletten of 15 tabletten en zit in een doos met 14, 28,
56 of 98 tabletten, en in blisters met geïntegreerd droogmiddel met telkens 14 tabletten of 15 tabletten
in een doos met 14, 28, 30, 56, 90 of 98 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Takeda Pharma A/S, Delta Park 45, 2665 Vallensbaek Strand, Denemarken
Fabrikant:
Takeda Ireland Limited, Bray Business Park, Kilruddery, Co. Wicklow, Ierland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Takeda Belgium
Tél/Tel: +32 2 464 06 11
takeda-belgium@takeda.com
Lietuva
Takeda UAB
Tel: +370 521 09 070
36
България
Такеда България
Тел.: +359 2 958 27 36; +359 2 958 15 29
Česká republika
Takeda Pharmaceuticals Czech Republic s.r.o
Tel: +420 234 722 722
Danmark
Takeda Pharma A/S
Tlf: +45 46 77 11 11
Deutschland
Takeda GmbH
Tel: +49 (0) 800 825 3325
medinfoEMEA@takeda.com
Eesti
Takeda Pharma AS
Tel: +372 6177 669
Ελλάδα
ΒΙΑΝΕΞ Α.Ε.
Τηλ:
+30 210 80 09 111 120
España
Takeda Farmacéutica España S.A
Tel: +34 917 90 42 22
spain@takeda.com
France
Takeda France SAS
Tél: +33 1 40 67 33 00
medinfoEMEA@takeda.com
Hrvatska
Takeda Pharmaceuticals Croatia d.o.o.
Tel: +385 1 377 88 96
Ireland
Takeda Products Ireland Limited
Tel: +44 (0) 1628 537 900
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
vistor@vistor.is
Italia
Takeda Italia S.p.A.
Tel: +39 06 5026 01
Luxembourg/Luxemburg
Takeda Belgium
Tél/Tel: +32 2 464 06 11
takeda-belgium@takeda.com
Magyarország
Takeda Pharma Kft.
Tel.: +361 2707030
Malta
Takeda Italia S.p.A.
Tel: +39 06 5026 01
Nederland
Takeda Nederland bv
Tel: +31 20 203 5492
medinfoEMEA@takeda.com
Norge
Takeda AS
Tlf: + 47 6676 3030
infonorge@takeda.com
Österreich
Takeda Pharma Ges.m.b.H.
Tel: +43 (0) 800-20 80 50
Polska
Takeda Pharma sp. z o.o.
Tel.: +48 22 608 13 00
Portugal
Tecnimede - Sociedade Técnico-Medicinal, S.A
Tel: +351 21 041 41 00
dmed.fv@tecnimede.pt
România
Takeda Pharmaceuticals SRL
Tel: +40 21 335 03 91
Slovenija
Takeda GmbH, Podružnica Slovenija
Tel: +386 (0) 59 082 480
Slovenská republika
Takeda Pharmaceuticals Slovakia s.r.o
Tel: +421 (2) 20 602 600
Suomi/Finland
Takeda Oy
Puh/Tel: +358 20 746 5000
37
Κύπρος
Takeda Pharma A/S
Τηλ: +45 46 77 11 11
Latvija
Takeda Latvia SIA
Tel: +371 67840082
Sverige
Takeda Pharma AB
Tel: + 46 8 731 28 00
infosweden@takeda.com
United Kingdom
Takeda UK Ltd
Tel: +44 (0) 1628 537 900
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
38

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Edarbi 20 mg tabletten
Edarbi 40 mg tabletten
Edarbi 80 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Edarbi 20 mg tabletten
Elke tablet bevat 20 mg azilsartan medoxomil (als kalium).
Edarbi 40 mg tabletten
Elke tablet bevat 40 mg azilsartan medoxomil (als kalium).
Edarbi 80 mg tabletten
Elke tablet bevat 80 mg azilsartan medoxomil (als kalium).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet.
Edarbi 20 mg tabletten
Witte tot bijna witte ronde tabletten, van 6,0 mm diameter, aan één zijde bedrukt met de letters 'ASL'
en aan de andere zijde '20'.
Edarbi 40 mg tabletten
Witte tot bijna witte ronde tabletten, van 7,6 mm diameter, aan één zijde bedrukt met de letters 'ASL'
en aan de andere zijde '40'.
Edarbi 80 mg tabletten
Witte tot bijna witte ronde tabletten, van 9,6 mm diameter, aan één zijde bedrukt met de letters 'ASL'
en aan de andere zijde '80'.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Edarbi is geïndiceerd voor de behandeling van essentiële hypertensie bij volwassenen.

4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering
De aanbevolen aanvangsdosis bedraagt 40 mg eenmaal daags. Bij patiënten bij wie de bloeddruk niet
voldoende onder controle is met een lagere dosis kan de dosis verhoogd worden tot een maximum van
80 mg eenmaal daags.
Het bijna-maximaal antihypertensief effect is binnen de 2 weken aanwezig, waarbij maximale effecten
bereikt worden na 4 weken.
Als de bloeddruk met enkel Edarbi onvoldoende onder controle is, kan de bloeddruk extra verlaagd
worden wanneer dit geneesmiddel toegediend wordt in combinatie met andere antihypertensiva,
rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).

Speciale populaties

Oudere personen (65 jaar en ouder)
Een aanpassing van de aanvangsdosis van Edarbi is niet nodig bij oudere patiënten (zie rubriek 5.2),
hoewel een aanvangsdosis van 20 mg overwogen kan worden bij patiënten van 75 jaar of ouder die het
risico lopen op hypotensie.

Verminderde nierfunctie

Voorzichtigheid is geboden bij hypertensieve patiënten met een sterk verminderde nierfunctie of in de
eindfase van een nierziekte, daar Edarbi bij deze patiënten niet werd bestudeerd (zie rubrieken 4.4 en
5.2).
Azilsartan wordt door hemodialyse niet verwijderd van de systemische circulatie.
Patiënten met een licht of matig verminderde nierfunctie vereisen geen dosisaanpassing.
Verminderde leverfunctie
Edarbi werd niet bestudeerd bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie en daarom is het
gebruik ervan niet aanbevolen in deze patiëntengroep (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Gezien de beperkte opgedane ervaring in het gebruik van Edarbi bij patiënten met een licht of matig
verminderde leverfunctie, is nauwgezette controle aanbevolen en moet men een aanvangsdosis van
20 mg in overweging nemen (zie rubriek 5.2).
Intravasculaire volumedepletie
Bij patiënten met een mogelijke intravasculaire volumedepletie of zoutdepletie (bijv. patiënten die
braken, diarree hebben of hoge doses diuretica nemen) dient Edarbi onder strikt medisch toezicht
gegeven te worden en kan een aanvangsdosis van 20 mg worden overwogen (zie rubriek 4.4).
Negroïde populatie
De negroïde populatie vereist geen dosisaanpassing, hoewel kleinere reducties van de bloeddruk
waargenomen werden in vergelijking met een niet-negroïde populatie (zie rubriek 5.1). Dit werd
algemeen vastgesteld voor andere angiotensine II-receptor (AT1) antagonisten en
angiotensine-converterend-enzymremmers. Bijgevolg kunnen een dosisverhoging van Edarbi en een
combinatiebehandeling vaker nodig zijn om de bloeddruk bij negroïde patiënten onder controle te
houden.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Edarbi bij kinderen en adolescenten in de leeftijd van 0 tot 18 jaar
zijn nog niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Edarbi is voor oraal gebruik en kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 5.2).


4.3 Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
- Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubrieken 4.4 en 4.6).
- Het gelijktijdig gebruik van Edarbi met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-indiceerd
bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m2) (zie
rubrieken 4.5 en 5.1).

Geactiveerd renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
Bij patiënten wier vasculaire tonus en nierfunctie voornamelijk van de activiteit van het RAAS
afhankelijk zijn (bijv. patiënten met congestief hartfalen, ernstig verminderde nierfunctie of
nierarteriestenose) is de behandeling met geneesmiddelen die dit systeem beïnvloeden, zoals remmers
voor angiotensine converterende enzymen (ACE) en angiotensine II-receptorantagonisten,
geassocieerd met acute hypotensie, azotemie, oligurie of, in zeldzame gevallen, acuut nierfalen. De
mogelijkheid van dergelijke effecten kan niet uitgesloten worden met Edarbi.
Voorzichtigheid is geboden bij hypertensieve patiënten met een ernstig gestoorde nierfunctie,
congestief hartfalen of nierarteriestenose, daar Edarbi bij deze patiënten niet werd bestudeerd (zie
rubrieken 4.2 en 5.2).
Bij patiënten met ischemische cardiomyopathie of ischemische cerebrovasculaire aandoeningen kan
een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Dubbele blokkade van het RAAS
Er is bewijs dat bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of
aliskiren het risico op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van
ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie
rubrieken 4.5 en 5.1).
Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen niet gelijktijdig te worden ingenomen
door patiënten met diabetische nefropathie.
Niertransplantatie
Er is momenteel geen ervaring met de toediening van Edarbi bij patiënten die recent een
niertransplantatie hebben ondergaan.
Verminderde leverfunctie
Edarbi werd niet bestudeerd bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie en daarom is het
gebruik ervan niet aanbevolen in deze patiëntengroep (zie rubrieken 4.2 en 5.2).
Hypotensie bij patiënten met volume- en/of zoutdepletie
Bij patiënten met een aanzienlijke volume- en/of zoutdepletie (bijv. patiënten die braken, diarree
hebben of hoge doses diuretica nemen) zou na de instelling van een behandeling met Edarbi
symptomatische hypotensie kunnen optreden. Hypovolemie moet worden gecorrigeerd voordat Edarbi
wordt toegediend of de behandeling moet onder nauwlettend toezicht worden gestart en men kan een
aanvangsdosis van 20 mg in overweging nemen.
Primair hyperaldosteronisme
Patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet reageren op antihypertensiva die
werken door remming van het RAAS. Daarom wordt het gebruik van Edarbi niet aanbevolen bij deze
patiënten.
Hyperkaliëmie
Op grond van ervaringen met het gebruik van andere geneesmiddelen die invloed hebben op het
RAAS kan het gelijktijdig gebruik van Edarbi met kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen,
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het kaliumgehalte kunnen
verhogen (bijv. heparine) leiden tot verhogingen van het serumkalium bij hypertensieve patiënten (zie
rubriek 4.5). Bij ouderen, bij patiënten met nierinsufficiëntie, bij diabetici en/of bij patiënten met
onderliggende aandoeningen is het risico op hyperkaliëmie, wat fataal kan zijn, verhoogd. Kalium
moet, indien nodig, gecontroleerd worden.
Extra voorzichtigheid moet worden betracht bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose of
aan hypertrofische obstructieve cardiomyopathie (HOCM).
Zwangerschap
Therapie met angiotensine II-receptorantagonisten moet niet gestart worden tijdens de zwangerschap.
Patiënten die een zwangerschap plannen, moeten overgezet worden op een alternatieve
antihypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens de zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine II-receptorantagonisttherapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld, dient de behandeling met angiotensine II-receptorantagonisten
onmiddellijk te worden gestaakt, en moet, indien nodig, worden begonnen met een alternatieve
therapie (zie rubrieken 4.3 en 4.6).
Lithium
Zoals met andere angiotensine II-receptorantagonisten is de combinatie van lithium met Edarbi niet
aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Edarbi bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik wordt niet aanbevolen
Lithium
Reversibele stijging van de serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn waargenomen tijdens
gelijktijdig gebruik van lithium en angiotensine-converterend-enzymremmers. Een gelijkaardig effect
kan optreden met angiotensine II-receptorantagonisten. Omwille van een gebrek aan ervaring met
gelijktijdig gebruik van azilsartan medoxomil en lithium is deze combinatie niet aanbevolen. Indien de
combinatie nodig geacht wordt, wordt aangeraden de serumlithiumspiegels nauwlettend te controleren.

Pas op bij gelijktijdig gebruik
Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's), waaronder selectieve COX-2-remmers,
acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's
Wanneer angiotensine II-receptorantagonisten gelijktijdig toegediend worden met NSAID's (met name
selectieve COX-2-remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het
antihypertensief effect verminderd worden. Bovendien kan het gelijktijdig gebruik van angiotensine
II-receptorantagonisten en NSAID's leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie
en een verhoging van serumkalium. Patiënten moeten daarom voldoende gehydrateerd zijn en het
monitoren van de nierfunctie bij aanvang van de behandeling is aanbevolen.

Kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen en

andere bestanddelen die de kaliumspiegels kunnen verhogen
Het gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen (bijv. heparine) kan leiden tot een verhoging van
de kaliumspiegels. Serumkalium moet, indien nodig, gecontroleerd worden (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie
De gegevens uit klinische studies laten zien dat dubbele blokkade van het RAAS bij het
gecombineerde gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten en aliskiren, in
verband wordt gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie
en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een
enkel geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubrieken 4.3, 4.4 en 5.1).
over azilsartan gelijktijdig toegediend met amlodipine, antacida, chloortalidon, digoxine, fluconazol,
glyburide, ketoconazol, metformine en warfarine.

Azilsartan medoxomil wordt snel gehydrolyseerd tot het actieve deel azilsartan door esterasen in het
maagdarmkanaal en/of tijdens de absorptie van het geneesmiddel (zie rubriek 5.2). In-vitro-studies
gaven aan dat interacties op basis van esterase-inhibitie onwaarschijnlijk zijn.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap

Het gebruik van angiotensine II-receptorantagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Het gebruik van angiotensine II-receptorantagonisten is gecontra-indiceerd gedurende het tweede en
derde trimester van de zwangerschap (zie rubrieken 4.3 en 4.4).

Er zijn geen gegevens over het gebruik van azilsartan medoxomil bij zwangere vrouwen. Uit
experimenteel onderzoek bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3).

Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan
angiotensine-converterende-enzymremmers tijdens het eerste trimester van de zwangerschap; een
kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten. Hoewel er geen gecontroleerde
epidemiologische gegevens zijn over het risico van angiotensine II-receptorantagonisten kan het risico
vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten die een zwangerschap plannen,
moeten overgezet worden op een alternatieve antihypertensieve therapie met een bekend
veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de angiotensine
II-receptorantagonistentherapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt vastgesteld, dient
de behandeling met angiotensine II-receptorantagonisten onmiddellijk te worden gestaakt, en moet,
indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Het is bekend dat blootstelling aan angiotensine II-receptorantagonisten gedurende het tweede en
derde trimester foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in
schedelverharding) en neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) kan induceren (zie
ook rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine II-receptorantagonisten heeft gebruikt, dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie ook rubrieken 4.3 en 4.4).
Borstvoeding
Omdat er geen informatie beschikbaar is over het gebruik van azilsartan medoxomil bij het geven van
borstvoeding, wordt Edarbi niet aangeraden. Alternatieve behandelingen met beter bekende
veiligheidsprofielen verdienen de voorkeur, vooral bij het geven van borstvoeding aan pasgeboren of
prematuur geboren zuigelingen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de impact van azilsartan medoxomil op de vruchtbaarheid bij
de mens. Niet-klinische studies hebben aangetoond dat azilsartan geen effect bleek te hebben op de
mannelijke of vrouwelijke vruchtbaarheid bij ratten (zie rubriek 5.3).

Azilsartan medoxomil heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen. Er dient echter rekening mee gehouden te worden dat
duizeligheid of vermoeidheid af en toe kunnen optreden.

4.8 Bijwerkingen


Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De veiligheid van Edarbi in doses van 20, 40 of 80 mg is beoordeeld in klinische studies bij patiënten
die tot 56 weken lang behandeld werden. In deze klinische studies waren de met de behandeling
geassocieerde bijwerkingen van Edarbi grotendeels licht of matig, met een totale incidentie
vergelijkbaar met die van placebo. De meest voorkomende bijwerking was duizeligheid. De incidentie
van bijwerkingen met dit geneesmiddel werd niet beïnvloed door geslacht, leeftijd of ras. Er werd in
een placebogecontroleerde studie een vergelijkbare frequentie van de bijwerkingen gemeld voor de
Edarbi 20 mg dosis en voor de 40 en 80 mg doses.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen op basis van samengevoegde gegevens (doses van 40 en 80 mg) worden hieronder
vermeld volgens systeem/orgaanklasse en voorkeurstermen. De bijwerkingen worden gerangschikt
volgens frequentie, aan de hand van de volgende conventie: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100, < 1/10);
soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden ( 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000), met inbegrip van
meldingen van geïsoleerde gevallen. Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt
naar afnemende ernst.

Systeem/orgaanklasse
Frequentie
Bijwerking
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak
Duizeligheid
Bloedvataandoeningen
Soms
Hypotensie
Maagdarmstelselaandoeningen Vaak
Diarree
Soms
Misselijkheid
Huid- en
Soms
Huiduitslag, pruritus
onderhuidaandoeningen
Zelden
Angio-oedeem
Skeletspierstelsel- en
Soms
Spierspasmen
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Soms
Vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen
Perifeer oedeem
Onderzoeken
Vaak
Verhoogde bloedwaarden van creatinefosfokinase

Soms
Verhoogde bloedwaarden van creatinine
Verhoogde bloedwaarden van urinezuur/hyperurikemie
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Wanneer Edarbi toegediend werd in combinatie met chloortalidon namen de frequenties van
creatininebloedwaarden toe en hypotensie trad niet meer soms, maar vaak op.
Wanneer Edarbi toegediend werd in combinatie met amlodipine nam de frequentie van het perifeer
oedeem toe van soms naar vaak, maar was deze lager dan bij een behandeling met alleen amlodipine.
Onderzoeken
Serumcreatinine
De incidentie van verhogingen in serumcreatinine na behandeling met Edarbi was vergelijkbaar met
placebo in gerandomiseerde placebogecontroleerde monotherapiestudies. Het gelijktijdig toedienen
van Edarbi met diuretica, zoals chloortalidon, resulteerde in een grotere incidentie van
creatininestijgingen, hetgeen eveneens waargenomen wordt met andere angiotensine
II-receptorantagonisten en angiotensine-converterend-enzymremmers. De serumcreatininestijgingen
die genoteerd werden bij een behandeling met Edarbi gecombineerd met een diureticum werden
geneesmiddel. Vele van deze stijgingen waren kortstondig of niet-progressief bij voortgezet gebruik
van de behandeling. Na stopzetting van de behandeling waren de meeste stijgingen die niet waren
verdwenen tijdens de behandeling reversibel, waarbij de creatininespiegels van de meeste personen
terugkeerden naar de uitgangswaarden of bijna-uitgangswaarden.

Urinezuur
Kleine gemiddelde verhogingen van urinezuur in serum werden opgemerkt na behandeling met Edarbi
(10,8 mol/l) tegenover placebo (4,3 mol/l).
Hemoglobine en hematocriet
Er werden kleine dalingen waargenomen in hemoglobine en hematocriet (gemiddelde dalingen van
respectievelijk ongeveer 3 g/l en 1 volumeprocent) in placebogecontroleerde monotherapiestudies. Dit
effect is ook waargenomen met andere remmers van het RAAS.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
Symptomen
Op basis van farmacologische overwegingen zijn de meest waarschijnlijke symptomen van een
overdosering naar verwachting symptomatische hypotensie en duizeligheid. Tijdens gecontroleerde
klinische onderzoeken bij gezonde personen werden eenmaaldaagse doses tot 320 mg azilsartan
medoxomil toegediend gedurende 7 dagen en goed verdragen.
Behandeling
Als symptomatische hypotensie optreedt, moet een ondersteunende behandeling ingesteld en vitale
functies gecontroleerd worden.
Azilsartan wordt niet door dialyse verwijderd.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geneesmiddelen die op het renine-angiotensinesysteem werken,
angiotensine-II-antagonisten, enkelvoudig, ATC-code: C09CA09.
Werkingsmechanisme
Azilsartan medoxomil is een oraal werkzame prodrug die snel omgezet wordt in de werkzame stof
azilsartan. Deze stof werkt op een selectieve manier de effecten tegen van angiotensine II door binding
aan de AT1-receptor in verschillende weefsels te blokkeren (zie rubriek 5.2). Angiotensine II is de
voornaamste vasopressor van het RAAS met effecten zoals vasoconstrictie, stimulering van synthese
en afgifte van aldosteron, hartstimulering en renale reabsorptie van natrium.
Blokkade van de AT1-receptor remt de negatieve regulerende feedback van angiotensine II op de
reninesecretie, maar de resulterende toenames van plasmarenineactiviteit en angiotensine II
circulerende spiegels overstijgen het antihypertensief effect van azilsartan niet.
Essentiële hypertensie
In zeven dubbelblinde gecontroleerde studies werden in totaal 5.941 patiënten (waarvan 3.672 Edarbi,
801 placebo en 1.468 een actieve comparator toegediend kregen) beoordeeld. In totaal was 51% van
en 19% van het negroïde ras.
Edarbi werd vergeleken met placebo en werkzame comparatoren in twee 6 weken durende
gerandomiseerde, dubbelblinde studies. Bloeddrukdalingen in vergelijking met placebo, gebaseerd op
24-uurs-gemiddelde-bloeddruk gemeten door een ambulante bloeddrukmeting (ABPM) en
dalbloeddrukmeting in de klinische praktijk (SBP) worden voor beide studies in onderstaande tabel
getoond. Daarnaast leidde de 80 mg dosis van Edarbi tot aanzienlijk grotere SBP-dalingen dan de
hoogste goedgekeurde doses olmesartan medoxomil en valsartan.


Placebo
Edarbi
Edarbi
Edarbi
OLM-M Valsartan
20
mg
40
mg#
80
mg#
40
mg#
320
mg#
Primair eindpunt:
24-uurs-gemiddelde SBP: LS gemiddelde verandering vanaf de Uitgangswaarde (UW) tot
Week 6 (mm Hg)
Studie 1
Verandering
-1,4
-12,2 *
-13,5 *
-14,6 *
-12,6
-
t.o.v. UW
Studie 2
Verandering
-0,3
-
-13,4 *
-14,5 *
-12,0
-10,2
t.o.v. UW
Belangrijkst secundair eindpunt:
Klinische SBP: LS gemiddelde verandering vanaf de Uitgangswaarde (UW) tot Week 6
(mm Hg) (LOCF)
Studie 1
Verandering
-2,1
-14,3 *
-14,5 *
-17,6 *
-14,9
-
t.o.v. UW
Studie 2
Verandering
-1,8
-
-16,4 *
-16,7 *
-13,2
-11,3
t.o.v. UW
OLM-M = olmesartan medoxomil, LS = 'least squares', LOCF = 'last observation carried
forward'
* Significant verschil vs. placebo (grenswaarde 0,05) in het kader van de stapsgewijze analyse
Significant verschil vs. comparator(en) (grenswaarde 0,05) in het kader van de stapsgewijze
analyse
# Maximum bereikte dosis in studie 2. De doses werden geforceerd getitreerd in Week 2 van
20 tot 40 mg en van 40 tot 80 mg voor Edarbi, en respectievelijk van 20 tot 40 mg en van
160 tot 320 mg voor olmesartan medoxomil en valsartan.
In deze twee studies behoorden duizeligheid, hoofdpijn en dyslipidemie tot de klinisch belangrijke en
meest voorkomende bijwerkingen. Bij Edarbi, olmesartan medoxomil en valsartan werd duizeligheid
gezien met een incidentie van respectievelijk 3,0%, 3,3% en 1,8%, hoofdpijn met een incidentie van
4,8%, 5,5% en 7,6% en dyslipidemie met een incidentie van 3,5%, 2,4% en 1,1%.
In studies met valsartan of ramipril als werkzame comparator bleef de bloeddrukdalende werking van
Edarbi behouden tijdens langetermijnbehandeling. Edarbi vertoonde een lagere incidentie voor hoest
(1,2%) dan ramipril (8,2%).
Het antihypertensieve effect van azilsartan medoxomil trad op binnen de eerste 2 weken na inname en
het maximale effect werd bereikt na 4 weken. Het bloeddrukverlagend effect van azilsartan
medoxomil hield eveneens aan tijdens het 24 uurs-doseringsinterval. De placebogecorrigeerde
dal/piek-verhoudingen voor SBP en DBP bedroegen ongeveer 80% of meer.
Er werd geen rebound hypertensie waargenomen na het na 6 maanden abrupt afbreken van de
behandeling met Edarbi.
patiënten en jongere patiënten, maar een grotere gevoeligheid voor bloeddrukverlagende effecten bij
sommige oudere patiënten kan niet uitgesloten worden (zie rubriek 4.2). Zoals met andere
angiotensine II-receptorantagonisten en angiotensine-converterend-enzymremmers was het
antihypertensieve effect lager in negroïde patiënten (doorgaans een populatie met een laag
reninegehalte).
De gelijktijdige toediening van Edarbi 40 en 80 mg met een calciumkanaalblokker (amlodipine) of een
diureticum van het thiazide-type (chloortalidon) resulteerde in extra dalingen van de bloeddruk
vergeleken met toedieningen met alleen het andere antihypertensivum. Dosisafhankelijke
bijwerkingen met inbegrip van duizeligheid, hypotensie en serumcreatininestijgingen kwamen vaker
voor in een gecombineerde behandeling met diuretica dan in een behandeling met alleen Edarbi,
terwijl hypokaliëmie minder vaak optrad in een behandeling met alleen een diureticum.
Momenteel zijn gunstige effecten van Edarbi op de mortaliteit en de cardiovasculaire morbiditeit en
doelorgaanbeschadiging niet bekend.
Effect op hartrepolarisatie
Er werd een diepgaande QT/QTc-studie gevoerd ter evaluatie van het vermogen van azilsartan
medoxomil om het QT/QTc-interval bij gezonde personen te verlengen. Er was geen bewijs van een
QT/QTc-verlenging bij een dosis van 320 mg azilsartan medoxomil.
Aanvullende informatie
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET - ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial en VA NEPHRON-D - The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht.
ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculair of
cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen van eind-orgaanschade.
VA NEPHRON D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen bij patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelen Bureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Edarbi in een of meer subgroepen van pediatrische
patiënten met hypertensie (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).


Na orale toediening wordt azilsartan medoxomil snel gehydroliseerd tot de werkzame stof azilsartan in
het maagdarmstelsel en/of tijdens de absorptie. Op basis van in-vitro-onderzoek wordt
carboxymethylenebutenolidase betrokken bij de hydrolyse in de darm en lever. Daarnaast zijn
plasma-esterasen betrokken bij de hydrolyse van azilsartan medoxomil tot azilsartan.
Absorptie
De geschatte absolute orale biologische beschikbaarheid van azilsartan medoxomil op basis van de
azilsartanconcentratie in plasma is ongeveer 60%. Na orale toediening van azilsartan medoxomil
worden piekplasmaconcentraties (Cmax) van azilsartan binnen 1,5-3 uur bereikt. Voedsel heeft geen
invloed op de biologische beschikbaarheid van azilsartan (zie rubriek 4.2).
Distributie
Het verdelingsvolume van azilsartan is ongeveer 16 liter. Azilsartan is sterk aan plasma-eiwitten
gebonden (> 99%), voornamelijk aan serumalbumine. Eiwitbinding is constant bij azilsartan
plasmaconcentraties die ver boven het bereik liggen dat verkregen wordt met de aanbevolen doses.
Biotransformatie
Azilsartan wordt gemetaboliseerd tot twee primaire metabolieten. De belangrijkste metaboliet in
plasma wordt gevormd door O-dealkylatie, eveneens metaboliet M-II genoemd, en de minder
belangrijke metaboliet wordt gevormd door decarboxylatie, eveneens metaboliet M-I genoemd.
Systemische blootstellingen aan de belangrijkste en minder belangrijke metabolieten bij de mens
bedroegen respectievelijk ongeveer 50% en minder dan 1% voor azilsartan. M-I en M-II dragen niet
bij tot de farmacologische activiteit van azilsartan medoxomil. Het belangrijkste enzym dat voor het
azilsartan metabolisme verantwoordelijk is, is CYP2C9.
Eliminatie
Na een orale dosis van 14C-gelabeld azilsartan medoxomil werd ongeveer 55% radioactiviteit
teruggevonden in de feces en ongeveer 42% in de urine, met 15% van de dosis uitgescheiden in de
urine als azilsartan. De eliminatiehalfwaardetijd van azilsartan is ongeveer 11 uur en renale klaring is
ongeveer 2,3 ml/min. Steady-state spiegels van azilsartan worden bereikt binnen 5 dagen en er is geen
enkele accumulatie in het plasma met herhaalde eenmaaldaagse toediening.
Lineariteit/non-lineariteit
Dosisproportionaliteit bij blootstelling werd voor azilsartan vastgesteld binnen het azilsartan
medoxomil doseringsbereik van 20 mg tot 320 mg na enkelvoudige of meervoudige toediening.
Karakteristieken van specifieke patiëntengroepen
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van azilsartan werd niet onderzocht bij kinderen jonger dan 18 jaar.

Oudere personen

De farmacokinetiek van azilsartan verschilt niet aanzienlijk tussen jonge (tussen 18 en 45 jaar) en
oudere patiënten (tussen 65 en 85 jaar).
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een licht, matig en ernstig nierfunctieverlies was de volledige blootstelling aan
azilsartan (AUC) verhoogd met 30%, 25% en 95%. Er werd geen verhoging (+5%) waargenomen bij
patiënten in een eindfase van de nierziekte die gedialyseerd werden. Er werd echter geen klinische
ervaring opgedaan bij patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie of in een eindfase van de
nierziekte (zie rubriek 4.2). Hemodialyse verwijdert azilsartan niet uit de systemische circulatie.
Verminderde leverfunctie
Toediening van Edarbi tot 5 dagen bij personen met een licht (Child-Pugh A) of matig (Child-Pugh B)
verminderde leverfunctie resulteerde in een lichte verhoging van de blootstelling van azilsartan
bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Geslacht
De farmacokinetiek van azilsartan verschilt niet aanzienlijk tussen mannen en vrouwen. Er is geen
dosisaanpassing nodig op basis van het geslacht.
Ras
De farmacokinetiek van azilsartan verschilt niet aanzienlijk tussen negroïde en blanke populaties. Er is
geen dosisaanpassing nodig op basis van het ras.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In preklinische veiligheidsonderzoeken werden azilsartan medoxomil en M-II, de belangrijkste
menselijke metaboliet, onderzocht op herhaalde dosistoxiciteit, reproductietoxiciteit, mutageniciteit en
carcinogeniciteit.
In de herhaalde dosistoxiciteitstudies veroorzaakten doses die blootstelling produceerden vergelijkbaar
met blootstelling in het klinisch therapeutische bereik, een afname in de parameters van de rode
bloedcellen, veranderingen in de nieren en renale hemodynamiek, alsmede een toename van het
serumkalium in normotensieve dieren. Deze effecten, die voorkómen werden door oraal extra zout toe
te dienen, hebben geen klinische betekenis in de behandeling van hypertensie.
In ratten en honden werden een toename van de plasmarenineactiviteit en hypertrofie/hyperplasie van
de renale juxtaglomerulaire cellen waargenomen. Deze veranderingen, ook een klasse-effect van
angiotensine-converterend-enzymremmers en andere angiotensine II-receptorantagonisten, lijken geen
klinische betekenis te hebben.
Azilsartan en M-II passeerden de placenta en werden teruggevonden in de foetussen van drachtige
ratten en werden ook uitgescheiden in de melk van zogende ratten. In de reproductietoxiciteitstudies
werd er geen effect waargenomen op de mannelijke of vrouwelijke vruchtbaarheid. Er is geen bewijs
voor een teratogeen effect, maar dierstudies hebben in beperkte mate schadelijke effecten op de
postnatale ontwikkeling van nakomelingen laten zien zoals verminderd lichaamsgewicht, een lichte
vertraging in de fysieke ontwikkeling (vertraagde snijtanderuptie, detachering van het oor, opening
van de ogen) en hogere mortaliteit.
Azilsartan en M-II hebben geen mutageniciteit of relevante clastogene activiteit in in-vitro-studies
aangetoond en geen aanwijzing voor carcinogeniciteit in ratten en muizen.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Mannitol (E 421)
Fumaarzuur (E 297)
Natriumhydroxide
Hydroxypropylcellulose (E 463)
Croscarmellose natrium
Microkristallijne cellulose (E 460)
Magnesiumstearaat (E 572)

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.

3 jaar.

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking


Aluminium blisters
Verpakkingsgrootten:
14, 28, 56 of 98 tabletten; of
Aluminium blisters met geïntegreerd droogmiddel.
Verpakkingsgrootten:
14, 28, 30, 56, 90 of 98 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/734/001 14 tabletten
EU/1/11/734/002 28 tabletten
EU/1/11/734/012 30 tabletten
EU/1/11/734/003 56 tabletten
EU/1/11/734/013 90 tabletten
EU/1/11/734/004 98 tabletten
EU/1/11/734/005 14 tabletten
EU/1/11/734/006 28 tabletten
EU/1/11/734/014 30 tabletten
EU/1/11/734/007 56 tabletten
EU/1/11/734/015 90 tabletten
EU/1/11/734/008 98 tabletten
EU/1/11/734/016 14 tabletten
EU/1/11/734/009 28 tabletten
EU/1/11/734/017 30 tabletten
EU/1/11/734/010 56 tabletten
EU/1/11/734/011 98 tabletten
EU/1/11/734/019 14 tabletten
EU/1/11/734/020 28 tabletten
EU/1/11/734/021 56 tabletten
EU/1/11/734/022 98 tabletten
EU/1/11/734/023 14 tabletten
EU/1/11/734/024 28 tabletten
EU/1/11/734/025 56 tabletten
EU/1/11/734/026 98 tabletten
EU/1/11/734/027 14 tabletten
EU/1/11/734/028 28 tabletten
EU/1/11/734/029 56 tabletten
EU/1/11/734/030 98 tabletten
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 7 december 2011
Datum van laatste verlenging: 14 november 2016

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).


BIJLAGE II

A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE

B.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK

C.

ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN


D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Takeda Ireland Ltd.
Bray Business Park
Kilruddery
Co Wicklow
Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.


C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst
met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7
van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het
Europese webportaal voor geneesmiddelen.


D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.

Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
· op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
· steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER












A. ETIKETTERING

Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Edarbi 20 mg tabletten
azilsartan medoxomil
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 20 mg azilsartan medoxomil (als kalium).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN


4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM

EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING

Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE

AFVALSTOFFEN ( INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE

HANDEL BRENGEN

Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/734/001 14 tabletten
EU/1/11/734/002 28 tabletten
EU/1/11/734/012 30 tabletten
EU/1/11/734/003 56 tabletten
EU/1/11/734/013 90 tabletten
EU/1/11/734/004 98 tabletten
EU/1/11/734/019 14 tabletten
EU/1/11/734/020 28 tabletten
EU/1/11/734/021 56 tabletten
EU/1/11/734/022 98 tabletten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK


16. INFORMATIE IN BRAILLE

Edarbi 20 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}
WORDEN VERMELD

Blisterverpakking

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Edarbi 20 mg tabletten
azilsartan medoxomil
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL

BRENGEN
Takeda Logo
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM

EXP
4.
PARTIJNUMMER

Lot
5.
OVERIGE

Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Edarbi 40 mg tabletten
azilsartan medoxomil
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 40 mg azilsartan medoxomil (als kalium).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN


4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM

EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING

Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE

HANDEL BRENGEN

Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/734/005 14 tabletten
EU/1/11/734/006 28 tabletten
EU/1/11/734/014 30 tabletten
EU/1/11/734/007 56 tabletten
EU/1/11/734/015 90 tabletten
EU/1/11/734/008 98 tabletten
EU/1/11/734/023 14 tabletten
EU/1/11/734/024 28 tabletten
EU/1/11/734/025 56 tabletten
EU/1/11/734/026 98 tabletten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK


16. INFORMATIE IN BRAILLE

Edarbi 40 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}
WORDEN VERMELD

Blisterverpakking

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Edarbi 40 mg tabletten
azilsartan medoxomil
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL

BRENGEN
Takeda Logo
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM

EXP
4.
PARTIJNUMMER

Lot
5.
OVERIGE

Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Edarbi 80 mg tabletten
azilsartan medoxomil
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 80 mg azilsartan medoxomil (als kalium).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN


4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM

EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING

Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE

HANDEL BRENGEN

Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbaek Strand
Denemarken
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/734/016 14 tabletten
EU/1/11/734/009 28 tabletten
EU/1/11/734/017 30 tabletten
EU/1/11/734/010 56 tabletten
EU/1/11/734/018 90 tabletten
EU/1/11/734/011 98 tabletten
EU/1/11/734/027 14 tabletten
EU/1/11/734/028 28 tabletten
EU/1/11/734/029 56 tabletten
EU/1/11/734/030 98 tabletten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK


16. INFORMATIE IN BRAILLE
Edarbi 80 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}
MOETEN WORDEN VERMELD

Blisterverpakking

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Edarbi 80 mg tabletten
azilsartan medoxomil
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL

BRENGEN
Takeda Logo
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM

EXP
4.
PARTIJNUMMER

Lot
5.
OVERIGE











B. BIJSLUITER


Edarbi 20 mg tabletten
Edarbi 40 mg tabletten
Edarbi 80 mg tabletten
azilsartan medoxomil


Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.

-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Edarbi en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Edarbi en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Edarbi bevat het werkzaam bestanddeel azilsartan medoxomil en behoort tot een
geneesmiddelenklasse die bekend is als angiotensine II-receptorantagonisten (AIIRA's). Angiotensine
II is een stof die in het lichaam op natuurlijke wijze wordt gemaakt en waardoor de bloedvaten zich
vernauwen. Dit heeft een stijging van de bloeddruk tot gevolg. Edarbi verhindert dit effect waardoor
de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt.
Dit geneesmiddel wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk (essentiële hypertensie) bij
volwassen patiënten (ouder dan 18 jaar).
Binnen 2 weken behandeling zal een bloeddrukdaling meetbaar zijn; het volledige effect van de
ingestelde dosis zal na 4 weken worden bereikt.

2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?


Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U bent langer dan 3 maanden zwanger.
(Het is ook beter om het gebruik van dit geneesmiddel te
vermijden in het begin van de zwangerschap - zie de rubriek zwangerschap).
-
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt, in het bijzonder indien u:
-
lijdt aan nierproblemen
-
aan de dialyse bent of kort geleden een niertransplantatie heeft gehad
-
lijdt aan een ernstige leverziekte
-
lijdt aan hartproblemen (met inbegrip van hartfalen, recent hartaanval)
ooit een beroerte heeft gehad
-
een lage bloeddruk heeft of zich duizelig of licht in het hoofd voelt
-
braakt, recent ernstig gebraakt heeft of indien u diarree heeft
-
indien u verhoogde kaliumspiegels in uw bloed heeft (aangetoond door bloedtesten)
-
lijdt aan een bijnierafwijking, genaamd primair hyperaldosteronisme
-
verteld werd dat u een vernauwing van uw hartkleppen heeft (genaamd "aortaklepstenose of
mitraalklepstenose") of dat de dikte van uw hartspier abnormaal is toegenomen (genaamd
"obstructieve hypertropische cardiomyopathie")
- een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o een 'ACE-remmer' (bijvoorbeeld enalapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft
o aliskiren.
Uw arts zal mogelijk regelmatig uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in
uw bloed controleren.
Zie ook de informatie in de rubriek 'Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?'.
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden).
Het gebruik van Edarbi wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient NIET te
worden gebruikt als u langer dan 3 maanden zwanger bent, omdat het ernstige nadelige effecten voor
uw baby kan hebben bij gebruik vanaf die periode (zie de rubriek 'Zwangerschap en borstvoeding').
Edarbi kan minder effectief zijn in het verlagen van de bloeddruk bij negroïde patiënten.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar

Er zijn weinig gegevens over de toediening van Edarbi bij kinderen of adolescenten jonger dan 18 jaar.
Daarom dient dit geneesmiddel niet te worden toegediend aan kinderen of adolescenten.

Neemt u nog andere geneesmiddelen in?

Neemt u naast Edarbi nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Edarbi kan de werking van sommige andere geneesmiddelen beïnvloeden en sommige
geneesmiddelen kunnen de werking van Edarbi beïnvloeden.
Vertel uw arts indien u één van de volgende geneesmiddelen neemt, in het bijzonder:
-
Lithium (geneesmiddel voor mentale gezondheidsproblemen)
-
Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) zoals ibuprofen, diclofenac of
celecoxib (geneesmiddelen om pijn en ontstekingen te verminderen)
-
Acetylsalicycliczuur indien u meer dan 3 g per dag neemt (geneesmiddel om pijn en
ontstekingen te verminderen)
-
Geneesmiddelen die het kaliumgehalte in het bloed kunnen verhogen, zoals
kaliumsupplementen, kaliumsparende geneesmiddelen (bepaalde 'plaspillen') of
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen
-
Heparine (bloedverdunner)
-
Diuretica (plaspillen)
-
Aliskiren of andere geneesmiddelen om uw bloeddruk te verlagen (angiotensine-converterende
enzymremmers of angiotensine-II-receptorblokkers, zoals enalapril, lisinopril, ramipril of
valsartan, telmisartan, irbesartan).
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
Als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken 'Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?'
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn , wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Normaalgesproken zal uw arts u adviseren te stoppen met het gebruik van Edarbi voordat u zwanger
bent of zodra u weet dat u zwanger bent en uw arts zal u adviseren een ander geneesmiddel te
gebruiken in plaats van Edarbi.
Edarbi wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens het begin van de zwangerschap en dient NIET te
worden gebruikt bij een zwangerschapsduur van langer dan 3 maanden, omdat het ernstige nadelige
effecten voor uw baby kan hebben bij gebruik na de derde zwangerschapsmaand.
Borstvoeding
Vertel uw arts als u borstvoeding geeft. Edarbi wordt niet aanbevolen voor moeders die borstvoeding
geven en uw arts kan kiezen voor een andere behandeling als u borstvoeding wenst te geven, vooral
als uw baby pas is geboren of te vroeg is geboren.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Edarbi zal waarschijnlijk geen invloed hebben op uw rijvaardigheid of uw vermogen om machines te
bedienen. Sommige mensen kunnen echter last krijgen van vermoeidheid of duizeligheid wanneer zij
dit geneesmiddel gebruiken. Als u hier last van heeft, bestuur dan geen voertuig en bedien geen
werktuigen of machines.

Edarbi bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?

Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Het is belangrijk om Edarbi elke
dag op hetzelfde tijdstip in te blijven nemen.
Edarbi is voor oraal gebruik. Neem de tablet in met veel water.
U kunt dit geneesmiddel innemen met of zonder eten.
-
De normale aanvangsdosis bedraagt 40 mg eenmaal daags. Uw arts kan deze dosis verhogen tot
maximaal 80 mg eenmaal daags, afhankelijk van het effect op uw bloeddruk.
-
Voor patiënten zoals veel oudere patiënten (75 jaar en ouder) kan uw arts een lagere
aanvangsdosis van 20 mg eenmaal daags aanbevelen.
-
Indien u lijdt aan een lichte tot matig ernstige leverziekte kan uw arts u een lagere
aanvangsdosis van 20 mg eenmaal daags aanbevelen.
-
Voor patiënten die kort geleden lichaamsvloeistoffen verloren hebben, bijv. door braken of
diarree of door het gebruik van plaspillen, kan de arts een lagere aanvangsdosis van 20 mg
eenmaal daags aanbevelen.
-
Indien u lijdt aan andere bijkomende ziektes zoals ernstige nierziekte of hartfalen zal uw arts
beslissen welke dosis voor u het best is om de behandeling mee te starten.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u te veel tabletten inneemt of als iemand anders uw geneesmiddel inneemt, neem dan onmiddellijk
contact op met uw arts. U kunt zich zwak of duizelig voelen indien u meer Edarbi neemt dan u zou
mogen.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Ga gewoon door met de volgende dosis
op het gebruikelijke tijdstip.
Als u stopt met het innemen van Edarbi kan uw bloeddruk opnieuw toenemen. Stop daarom niet met
het innemen van Edarbi zonder eerst uw arts te raadplegen over alternatieve behandelingsopties.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.

Stop met het innemen van Edarbi en zoek onmiddel ijk medische hulp indien één van de
volgende al ergische reacties zich bij u voordoen (deze kunnen bij 1 op 1000 patiënten optreden):
-
Ademhalings- of slikmoeilijkheden, of opzwellen van het gezicht, de lippen, de tong en/of de
keel (angio-oedeem)
-
Jeuk op de huid met bulten.
Andere mogelijke bijwerkingen zijn:
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen bij 1 op de 10 patiënten optreden):
-
Duizeligheid
-
Diarree
-
Verhoogde bloedwaarden van creatininefosfokinase (een indicator van spierbeschadiging).

Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen bij 1 op de 100 patiënten optreden):
-
Lage bloeddruk waardoor u zich zwak of duizelig kunt voelen
-
Vermoeid gevoel
-
Zwelling van de handen, de enkels of de voeten (perifeer oedeem)
-
Huiduitslag en jeuk
-
Misselijkheid
-
Spierspasmen
-
Verhoogde bloedwaarden van serumcreatinine (een indicator van de nierfunctie)
-
Verhoogde bloedwaarden van urinezuur.

Zelden voorkomende bijwerkingen (kunnen bij 1 op de 1000 patiënten optreden):
-
Veranderingen in bloedtestresultaten waaronder verlaagde eiwitspiegels in rode
bloedcellen (hemoglobine).
Bij het innemen van Edarbi met chloortalidon (een plaspil) werden hogere waarden van bepaalde
chemische stoffen in het bloed (zoals creatinine), die indicatoren zijn voor de nierfunctie, vaak
waargenomen (bij minder dan 1 op de 10 patiënten), en een lage bloeddruk trad eveneens vaak
op.
Het opzwellen van de handen, enkels of voeten komt vaker voor (bij minder dan 1 op de 10
patiënten) wanneer Edarbi ingenomen wordt met amlodipine (een calciumkanaalblokker ter
behandeling van hypertensie) dan wanneer Edarbi alleen wordt ingenomen (minder dan 1 op de
100 patiënten). De frequentie van dit effect is het grootst wanneer amlodipine alleen wordt
ingenomen.

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaar Edarbi in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De
werkzame stof in dit middel is azilsartan medoxomil (als kalium).
Edarbi 20 mg: elke tablet bevat 20 mg azilsartan medoxomil (als kalium)
Edarbi 40 mg: elke tablet bevat 40 mg azilsartan medoxomil (als kalium)
Edarbi 80 mg: elke tablet bevat 80 mg azilsartan medoxomil (als kalium)
-
De
andere stoffen in dit middel zijn mannitol, fumaarzuur, natriumhydroxide,
hydroxypropylcellulose, croscarmellose natrium, microkristallijne cellulose en
magnesiumstearaat.

Hoe ziet Edarbi eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
De tabletten zijn wit en rond en zijn aan één zijde bedrukt met de letters 'ASL' en aan de andere zijde
met '20', '40' of '80'.
Edarbi wordt geleverd in blisters met telkens 14 tabletten of 15 tabletten en zit in een doos met 14, 28,
56 of 98 tabletten, en in blisters met geïntegreerd droogmiddel met telkens 14 tabletten of 15 tabletten
in een doos met 14, 28, 30, 56, 90 of 98 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Takeda Pharma A/S, Delta Park 45, 2665 Vallensbaek Strand, Denemarken
Fabrikant:
Takeda Ireland Limited, Bray Business Park, Kilruddery, Co. Wicklow, Ierland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Takeda Belgium
Takeda UAB
Tél/Tel: +32 2 464 06 11
Tel: +370 521 09 070
takeda-belgium@takeda.com

Luxembourg/Luxemburg
Takeda Belgium
.: +359 2 958 27 36; +359 2 958 15 29
Tél/Tel: +32 2 464 06 11
takeda-belgium@takeda.com

Ceská republika
Magyarország
Takeda Pharmaceuticals Czech Republic s.r.o
Takeda Pharma Kft.
Tel: +420 234 722 722
Tel.: +361 2707030

Danmark
Malta
Takeda Pharma A/S
Takeda Italia S.p.A.
Tlf: +45 46 77 11 11
Tel: +39 06 5026 01

Deutschland
Nederland
Takeda GmbH
Takeda Nederland bv
Tel: +49 (0) 800 825 3325
Tel: +31 20 203 5492
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com

Eesti
Norge
Takeda Pharma AS
Takeda AS
Tel: +372 6177 669
Tlf: + 47 6676 3030
infonorge@takeda.com



Österreich
..
Takeda Pharma Ges.m.b.H.
: +30 210 80 09 111 120
Tel: +43 (0) 800-20 80 50
España
Polska
Takeda Farmacéutica España S.A
Takeda Pharma sp. z o.o.
Tel: +34 917 90 42 22
Tel.: +48 22 608 13 00
spain@takeda.com



France
Portugal
Takeda France SAS
Tecnimede - Sociedade Técnico-Medicinal, S.A
Tél: +33 1 40 67 33 00
Tel: +351 21 041 41 00
medinfoEMEA@takeda.com
dmed.fv@tecnimede.pt


Hrvatska
România
Takeda Pharmaceuticals Croatia d.o.o.
Takeda Pharmaceuticals SRL
Tel: +385 1 377 88 96
Tel: +40 21 335 03 91

Ireland
Slovenija
Takeda Products Ireland Limited
Takeda GmbH, Podruznica Slovenija
Tel: +44 (0) 1628 537 900
Tel: +386 (0) 59 082 480

Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Takeda Pharmaceuticals Slovakia s.r.o
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 (2) 20 602 600
vistor@vistor.is


Italia
Suomi/Finland
Takeda Italia S.p.A.
Takeda Oy
Tel: +39 06 5026 01
Puh/Tel: +358 20 746 5000

Sverige
Takeda Pharma A/S
Takeda Pharma AB
: +45 46 77 11 11
Tel: + 46 8 731 28 00

infosweden@takeda.com

Latvija
United Kingdom
Takeda Latvia SIA
Takeda UK Ltd
Tel: +371 67840082
Tel: +44 (0) 1628 537 900


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}

Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? Edarbi 40 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Edarbi 40 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Edarbi 40 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG