Doraxx 25 mg/ml

Bijsluiter – NL Versie
DORAXX 25 MG/ML
BIJSLUITER
DORAXX 25 mg/ml oplossing voor injectie voor varkens
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR
HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Dopharma Research B.V.
Zalmweg 24
4941 VX Raamsdonksveer
Nederland
Fabrikant verantwoordelijk voor
vrijgifte:
Mevet S.A.U.
Polígono Industrial El Segre, p.
409-410,
25191 Lleida
Spanje
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DORAXX 25 mg/ml oplossing voor injectie voor varkens
Tulathromycine
3.
GEHALTE AAN WERKZA)ME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per ml:
Werkzaam bestanddeel:
Tulathromycine
25 mg
Hulpstof:
Monothioglycerol
5 mg
Heldere, kleurloze tot enigszins gele oplossing, vrij van zichtbare deeltjes.
4.
INDICATIES
Behandeling en metafylaxe van respiratoire aandoeningen bij het varken (SRD) geassocieerd
met
Actinobacillus pleuropneumoniae, Pasteurella multocida, Mycoplasma hyopneumoniae,
Haemophilus parasuis
en
Bordetella bronchiseptica
gevoelig voor tulathromycine. De
aanwezigheid van de ziekte in het koppel moet worden vastgesteld voordat het
diergeneesmiddel wordt gebruikt. Het diergeneesmiddel dient alleen gebruikt te worden als
verwacht wordt dat de varkens binnen 2-3 dagen ziek zullen worden.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor macroliden of één van de hulpstoffen.
Bijsluiter – NL Versie
DORAXX 25 MG/ML
6.
BIJWERKINGEN
Pathomorfologische reacties komen voor op de injectieplaats (inclusief omkeerbare
veranderingen van congestie, oedeem, fibrose en bloeding) gedurende ongeveer 30 dagen na
injectie.
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan
in kennis te stellen.
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem (zie CBG-MEB website).
7.
DOELDIERSOORTEN
Varken
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG EN
WIJZE VAN GEBRUIK
Intramusculair gebruik.
Een eenmalige intramusculaire injectie van 2,5 mg tulathromycine/kg lichaamsgewicht
(overeenkomend met 1 ml/10 kg lichaamsgewicht) in de nek.
Voor de behandeling van varkens met een lichaamsgewicht van meer dan 40 kg dient de dosis
zodanig te worden verdeeld dat niet meer dan 4 ml op één plaats wordt geïnjecteerd.
De stop kan veilig worden aangeprikt tot 25 keer.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Voor elke respiratoire aandoening wordt aanbevolen om de dieren in een vroeg stadium van
de ziekte te behandelen en de respons op de behandeling binnen 48 uur na injectie te
evalueren. Als de klinische symptomen van de respiratoire aandoening aanhouden of
verergeren, of als er een terugval optreedt, dient de behandeling te worden gewijzigd, waarbij
een ander antibioticum gebruikt dient te worden en de behandeling wordt voortgezet tot de
klinische symptomen verdwenen zijn.
Teneinde een juiste dosering te berekenen, dient het lichaamsgewicht zo nauwkeurig
mogelijk te worden bepaald. Dit om onderdosering te voorkomen. Bij veelvuldig gebruik van
de injectieflacon wordt het gebruik van een opzuignaald of multi-dosis spuit aanbevolen om
overmatig aanprikken van de stop te voorkomen.
10.
WACHTTIJDEN
Vlees en slachtafval: 13 dagen.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Dit diergeneesmiddel vereist geen bijzondere bewaarvoorschriften.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket
Bijsluiter – NL Versie
DORAXX 25 MG/ML
na EXP. De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
Houdbaarheid na eerste opening van de injectieflacon: 28 dagen.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Kruisresistentie met andere macroliden komt voor. Niet tegelijkertijd toedienen met
antimicrobiële middelen met een soortgelijk werkingsmechanisme zoals andere macroliden of
lincosamiden.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Het gebruik van het diergeneesmiddel dient plaats te vinden op grond van gevoeligheidstesten
van uit het dier geïsoleerde bacteriën. Als dit niet mogelijk is, dient de behandeling gebaseerd
te zijn op lokale (regionaal/bedrijfsniveau) epidemiologische informatie over de gevoeligheid
van de betreffende bacteriën.
Wanneer het diergeneesmiddel wordt gebruikt dient rekening gehouden te worden met het
officiële en nationale beleid ten aanzien van antimicrobiële middelen.
Wanneer het diergeneesmiddel anders wordt gebruikt dan aangegeven in de SPC kan dit het
aantal bacteriën dat resistent is tegen tulathromycine verhogen en de effectiviteit van
behandeling met andere macroliden, lincosamiden en groep B streptograminen verminderen
vanwege de mogelijkheid van kruisresistentie
Indien een overgevoeligheidsreactie optreedt, moet onmiddellijk een passende
behandeling worden ingesteld.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan
de dieren toedient:
Tulathromycine is irriterend voor de ogen. In geval van accidentele blootstelling van de
ogen, dienen de ogen onmiddellijk met schoon water te worden gespoeld.
Tulathromycine kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid, resulterend in
bijv. rood worden van de huid (eytheem) en/of dermatitis. In geval van accidenteel contact
met de huid, dient de huid onmiddellijk te worden gewassen met water en zeep.
Handen wassen na gebruik.
In geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden
geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Als er een vermoeden bestaat van een overgevoeligheidsreactie na accidentele blootstelling
(herkenbaar aan bijv. jeuk, ademhalingsmoeilijkheden, urticaria, zwelling van het gezicht,
misselijkheid, braken), moet een passende behandeling worden gegeven. Zoek onmiddellijk
medisch advies en toon de bijsluiter of het etiket aan de arts.
Dracht en lactatie:
Uit laboratoriumonderzoek bij ratten en konijnen zijn geen gegevens naar voren gekomen
die wijzen op teratogene, foetotoxische of maternotoxische effecten. De veiligheid van het
diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht en lactatie. Uitsluitend gebruiken
Bijsluiter – NL Versie
DORAXX 25 MG/ML
overeenkomstig de baten/risicobeoordeling door de behandelend dierenarts.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Geen bekend.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Bij jonge biggen met een gewicht van ongeveer 10 kg die drie of vijf keer de therapeutische
dosis kregen, werden voorbijgaande symptomen waargenomen die werden toegeschreven aan
irritatie van de injectieplaats, zoals overmatige vocalisatie en rusteloosheid. Kreupelheid werd
ook waargenomen wanneer de achterpoot werd gebruikt als de injectieplaats.
Onverenigbaarheden:
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel
niet met andere diergeneesmiddelen worden gemengd.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN
VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL
AFVALMATERIAAL
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.Vraag
aan uw dierenarts of apotheker wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze
maatregelen dragen bij aan de bescherming van het milieu.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
December 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootten:
Kartonnen doos met 1 injectieflacon van
100 ml.
Voor alle informatie over dit diergeneesmiddel kunt u contact opnemen met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
BE-V593680
KANALISATIE
Op diergeneeskundig voorschrift
DORAXX 25 MG/ML
BIJSLUITER
DORAXX 25 mg/ml oplossing voor injectie voor varkens
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR
HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Dopharma Research B.V.
Zalmweg 24
4941 VX Raamsdonksveer
Nederland
Fabrikant verantwoordelijk voor
vrijgifte:
Mevet S.A.U.
Polígono Industrial El Segre, p.
409-410,
25191 Lleida
Spanje
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DORAXX 25 mg/ml oplossing voor injectie voor varkens
Tulathromycine
3.
GEHALTE AAN WERKZA)ME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per ml:
Werkzaam bestanddeel:
Tulathromycine
25 mg
Hulpstof:
Monothioglycerol
5 mg
Heldere, kleurloze tot enigszins gele oplossing, vrij van zichtbare deeltjes.
4.
INDICATIES
Behandeling en metafylaxe van respiratoire aandoeningen bij het varken (SRD) geassocieerd
met Actinobacillus pleuropneumoniae, Pasteurella multocida, Mycoplasma hyopneumoniae,
Haemophilus parasuis
en Bordetella bronchiseptica gevoelig voor tulathromycine. De
aanwezigheid van de ziekte in het koppel moet worden vastgesteld voordat het
diergeneesmiddel wordt gebruikt. Het diergeneesmiddel dient alleen gebruikt te worden als
verwacht wordt dat de varkens binnen 2-3 dagen ziek zullen worden.
5.
CONTRA-INDICATIES
DORAXX 25 MG/ML
6.
BIJWERKINGEN
Pathomorfologische reacties komen voor op de injectieplaats (inclusief omkeerbare
veranderingen van congestie, oedeem, fibrose en bloeding) gedurende ongeveer 30 dagen na
injectie.
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan
in kennis te stellen.
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem (zie CBG-MEB website).
7.
DOELDIERSOORTEN
Varken
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG EN
WIJZE VAN GEBRUIK

Intramusculair gebruik.
Een eenmalige intramusculaire injectie van 2,5 mg tulathromycine/kg lichaamsgewicht
(overeenkomend met 1 ml/10 kg lichaamsgewicht) in de nek.
Voor de behandeling van varkens met een lichaamsgewicht van meer dan 40 kg dient de dosis
zodanig te worden verdeeld dat niet meer dan 4 ml op één plaats wordt geïnjecteerd.
De stop kan veilig worden aangeprikt tot 25 keer.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Voor elke respiratoire aandoening wordt aanbevolen om de dieren in een vroeg stadium van
de ziekte te behandelen en de respons op de behandeling binnen 48 uur na injectie te
evalueren. Als de klinische symptomen van de respiratoire aandoening aanhouden of
verergeren, of als er een terugval optreedt, dient de behandeling te worden gewijzigd, waarbij
een ander antibioticum gebruikt dient te worden en de behandeling wordt voortgezet tot de
klinische symptomen verdwenen zijn.
Teneinde een juiste dosering te berekenen, dient het lichaamsgewicht zo nauwkeurig
mogelijk te worden bepaald. Dit om onderdosering te voorkomen. Bij veelvuldig gebruik van
de injectieflacon wordt het gebruik van een opzuignaald of multi-dosis spuit aanbevolen om
overmatig aanprikken van de stop te voorkomen.
10.
WACHTTIJDEN
Vlees en slachtafval: 13 dagen.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Dit diergeneesmiddel vereist geen bijzondere bewaarvoorschriften.
DORAXX 25 MG/ML
na EXP. De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
Houdbaarheid na eerste opening van de injectieflacon: 28 dagen.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Kruisresistentie met andere macroliden komt voor. Niet tegelijkertijd toedienen met
antimicrobiële middelen met een soortgelijk werkingsmechanisme zoals andere macroliden of
lincosamiden.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Het gebruik van het diergeneesmiddel dient plaats te vinden op grond van gevoeligheidstesten
van uit het dier geïsoleerde bacteriën. Als dit niet mogelijk is, dient de behandeling gebaseerd
te zijn op lokale (regionaal/bedrijfsniveau) epidemiologische informatie over de gevoeligheid
van de betreffende bacteriën.
Wanneer het diergeneesmiddel wordt gebruikt dient rekening gehouden te worden met het
officiële en nationale beleid ten aanzien van antimicrobiële middelen.
Wanneer het diergeneesmiddel anders wordt gebruikt dan aangegeven in de SPC kan dit het
aantal bacteriën dat resistent is tegen tulathromycine verhogen en de effectiviteit van
behandeling met andere macroliden, lincosamiden en groep B streptograminen verminderen
vanwege de mogelijkheid van kruisresistentie
Indien een overgevoeligheidsreactie optreedt, moet onmiddellijk een passende
behandeling worden ingesteld.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan
de dieren toedient:
Tulathromycine is irriterend voor de ogen. In geval van accidentele blootstelling van de
ogen, dienen de ogen onmiddellijk met schoon water te worden gespoeld.
Tulathromycine kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid, resulterend in
bijv. rood worden van de huid (eytheem) en/of dermatitis. In geval van accidenteel contact
met de huid, dient de huid onmiddellijk te worden gewassen met water en zeep.
Handen wassen na gebruik.
In geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden
geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Als er een vermoeden bestaat van een overgevoeligheidsreactie na accidentele blootstelling
(herkenbaar aan bijv. jeuk, ademhalingsmoeilijkheden, urticaria, zwelling van het gezicht,
misselijkheid, braken), moet een passende behandeling worden gegeven. Zoek onmiddellijk
medisch advies en toon de bijsluiter of het etiket aan de arts.
Dracht en lactatie:
DORAXX 25 MG/ML
overeenkomstig de baten/risicobeoordeling door de behandelend dierenarts.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Geen bekend.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Bij jonge biggen met een gewicht van ongeveer 10 kg die drie of vijf keer de therapeutische
dosis kregen, werden voorbijgaande symptomen waargenomen die werden toegeschreven aan
irritatie van de injectieplaats, zoals overmatige vocalisatie en rusteloosheid. Kreupelheid werd
ook waargenomen wanneer de achterpoot werd gebruikt als de injectieplaats.
Onverenigbaarheden:
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel
niet met andere diergeneesmiddelen worden gemengd.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN
VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL
AFVALMATERIAAL

Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.Vraag
aan uw dierenarts of apotheker wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze
maatregelen dragen bij aan de bescherming van het milieu.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
December 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootten:
Kartonnen doos met 1 injectieflacon van
100 ml.
Voor alle informatie over dit diergeneesmiddel kunt u contact opnemen met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
BE-V593680
KANALISATIE

Heb je dit medicijn gebruikt? Doraxx 25 mg/ml te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Doraxx 25 mg/ml te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Doraxx 25 mg/ml

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG