Arti-cell forte

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Arti-Cell Forte suspensie voor injectie voor paarden
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per dosis van 2 ml:
Werkzaam bestanddeel (1 ml):
Chondrogeen geïnduceerde equine allogene mesenchymale stamcellen uit perifeer bloed (1 ml)
1,4–2,5×10
6
Hulpstoffen (1 ml):
Equine allogeen plasma (EAP) 1 ml
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie.
Suspensie van chondrogeen geïnduceerde equine allogene mesenchymale stamcellen uit perifeer
bloed: heldere kleurloze suspensie.
Equine allogene plasmasuspensie (verdunningsmiddel): heldere gele suspensie.
4.
4.1
Paard
4.2
Indicatie(s) voor gebruik met specificatie van de doeldiersoort(en)
KLINISCHE GEGEVENS
Doeldiersoort(en)
Vermindering van lichte tot matige terugkerende kreupelheid die wordt geassocieerd met aseptische
gewrichtsontsteking bij paarden.
4.3
Contra-indicaties
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.
4.4
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Het diergeneesmiddel bleek werkzaam te zijn bij paarden met lichte tot matige kreupelheid in het
kogelgewricht. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de werkzaamheid bij de behandeling van
anderen gewrichten.
De werkzaamheid van het diergeneesmiddel werd aangetoond in een centraal veldonderzoek na
enkelvoudige toediening van het diergeneesmiddel en gelijktijdige enkelvoudige systemische
toediening van een NSAID. Overeenkomstig de baten-risicobeoordeling door de behandelend
dierenarts van het individuele geval mag op de dag van de intra-articulaire injectie een enkelvoudige
dosis systemische NSAID worden toegediend.
2
4.5
Speciale voorzorgsmaatregelen bij gebruik
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Om bij toediening van intra-articulaire injecties trombose in de kleine bloedvaten te voorkomen is het
van cruciaal belang dat de naald op de juiste wijze wordt geplaatst.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
Houders met vloeibare stikstof mogen uitsluitend door geoefend personeel worden gehanteerd.
Vloeibare stikstof dient te worden gehanteerd in een goed geventileerde ruimte. Wanneer de flacons
uit de patroon met vloeibare stikstof wordt gehaald, moeten beschermingsmiddelen bestaande uit
handschoenen, lange mouwen en een gelaatsmasker of beschermende bril worden gedragen.
In geval van accidentele zelfinjectie kan dit middel pijn, lokale ontstekingsreacties en zwelling op de
injectieplaats veroorzaken die enkele weken kan aanhouden en mogelijk koorts veroorzaakt, en dient
onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.
4.6
Bijwerkingen (frequentie en ernst)
Tijdens de eerste weken van het gebruik van het diergeneesmiddel trad zeer vaak een lichte toename
van de kreupelheid en de reacties op de injectieplaats op, zoals een lichte tot matige toename van de
gewrichtszwelling en een lichte stijging van de temperatuur op de injectieplaats. In het centrale
klinische veldonderzoek werd de enkelvoudige systemische toediening van een NSAID gecombineerd
met een gelijktijdige behandeling met Arti-Cell Forte.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
4.7
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht en lactatie.
Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten-risicobeoordeling door de behandelend dierenarts.
4.8
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Geen gegevens beschikbaar.
Niet gelijktijdig met andere intra-articulaire diergeneesmiddelen toedienen.
4.9
Dosering en toedieningsweg
Toedieningsweg:
Intra-articulair gebruik.
Dosering:
Een enkelvoudige intra-articulaire injectie van 1 dosis (2 ml) per dier.
Bereiding van de suspensie voor injectie:
Het diergeneesmiddel dient intra-articulair te worden toegediend door een dierenarts die speciale
voorzorgsmaatregelen heeft genomen om de steriliteit van de injectieprocedure te garanderen. Het
diergeneesmiddel dient te worden gehanteerd en geïnjecteerd door middel van steriele technieken en
in een schone omgeving.
3
Het diergeneesmiddel moet onmiddellijk na het ontdooien worden toegediend om significante celdood
te voorkomen.
Haal de twee flacons (één flacon met cellen (1 ml) en één flacon EAP (1 ml)) uit de vriezer/vloeibare
stikstof en ontdooi deze onmiddellijk bij 25 °C – 37 °C, bijvoorbeeld in een waterbad, tot de inhoud in
alle flacons volledig ontdooid is (ongeveer vijf minuten). Draag hierbij geschikte handschoenen.
Als er na het ontdooien in (één van) de flacons samenklonterende cellen zichtbaar zijn, schudt u deze
flacon(s) voorzichtig tot de suspensie helder en kleurloos (stamcelsuspensie) of helder en geel (equine
allogene plasmasuspensie: het verdunningsmiddel) is.
Verwijder de dop van de flacon die het eerst ontdooid is en zuig de suspensie in een spuit; verwijder
vervolgens de dop van de andere (ontdooide) flacon en zuig de suspensie in dezelfde spuit. Vermeng
de twee suspensies in dezelfde spuit om één dosis van het middel (2 ml) te verkrijgen.
Gebruik een naald met een diameter groter dan of gelijk aan 22G om beschadiging van de cellen te
voorkomen.
4.10 Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota), indien noodzakelijk
Geen gegevens beschikbaar.
4.11 Wachttijd(en)
Nul dagen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacotherapeutische groep: Andere geneesmiddelen voor aandoeningen van het musculoskeletaal
systeem
ATCvet-code: QM09AX90
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Dit diergeneesmiddel bevat chondrogeen geïnduceerde equine mesenchymale stamcellen en equine
allogeen plasma (EAP). De toevoeging van het EAP aan de stamcellen na het ontdooien en vlak vóór
de toediening van het middel verhoogt de levensvatbaarheid van de stamcellen.
De chondrogene inductie van de mesenchymale stamcellen is bedoeld om chondroprotectieve
mechanismen te activeren, zoals de vorming van extracellulaire matrix. In een experimenteel model
van osteoartritis bij paarden kwamen deze effecten tot uiting in parameters met betrekking tot de
omloopsnelheid van kraakbeen.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na injectie van het middel vindt geen migratie of verspreiding van de stamcellen van het behandelde
gewricht en synovia naar weefsels rond de synoviale ruimte plaats.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Flacon met werkzaam bestanddeel (stamcellen):
Dimethylsulfoxide
Dulbecco’s Modified Eagle Medium - Lage Glucose
4
Flacon met verdunningsmiddel (EAP):
Equine allogeen plasma
6.2
Belangrijkste onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel niet met
andere diergeneesmiddelen worden gemengd.
6.3
Houdbaarheidstermijn
Houdbaarheid van het diergeneesmiddel in de verkoopverpakking: 2 jaar.
Houdbaarheid na reconstitutie volgens instructies: Direct gebruiken.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
In bevroren toestand (
90 °C tot
70 °C) of in vloeibare stikstof bewaren en transporteren.
6.5
Aard en samenstelling van de primaire verpakking
Suspensie van chondrogeen geïnduceerde mesenchymale stamcellen:
Flacon van cyclo-olefin-copolymeer (COC) met een stop van thermoplastisch elastomeer (TPE) en een
dop van polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE).
Equine allogene plasmasuspensie:
Flacon van cyclo-olefin-copolymeer (COC) met een stop van thermoplastisch elastomeer (TPE) en een
dop van polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE).
Iedere verpakking (van polycarbonaat) bevat één enkelvoudige dosis van het middel: één flacon met
stamcelsuspensie en één flacon met EAP-suspensie.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor de verwijdering van niet-gebruikte
diergeneesmiddelen of afvalmateriaal voortkomend uit het gebruik van het
diergeneesmiddel
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
7.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH
55216 Ingelheim/Rhein
DUITSLAND
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/2/18/228/001
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING//VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste vergunningverlening: 29/03/2019
5
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenagentschap (http://www.ema.europa.eu/).
VERBODSMAATREGELEN TEN AANZIEN VAN DE VERKOOP, DE LEVERING EN/OF
HET GEBRUIK
Niet van toepassing.
6
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT VAN HET BIOLOGISCH WERKZAME BESTANDDEEL EN
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN HET
GEBRUIK
VERMELDING VAN DE MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN (MRL’s)
7
A.
FABRIKANT VAN HET BIOLOGISCH WERKZAME BESTANDDEEL EN
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant van het biologisch werkzame bestanddeel
Boehringer Ingelheim Veterinary Medicine Belgium NV
Noorwegenstraat 4
9940 Evergem
BELGIË
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Boehringer Ingelheim Veterinary Medicine Belgium NV
Noorwegenstraat 4
9940 Evergem
BELGIË
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN HET
GEBRUIK
Diergeneesmiddel op voorschrift.
C.
VERMELDING VAN DE MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN (MRL’s)
Het werkzame bestanddeel, zijnde van biologische oorsprong, bedoeld om een passieve immuniteit te
bewerkstelligen, valt buiten het toepassingsgebied van Verordening (EC) nr. 470/2009, wanneer
gebruikt zoals in dit diergeneesmiddel.
De hulpstoffen vermeld in rubriek 6.1 van de SPC zijn ofwel toegestane stoffen waarvoor tabel 1 van
de Bijlage van Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie aangeeft dat geen MRL's nodig zijn
ofwel beschouwd als zijnde niet vallend onder het toepassingsgebied van Verordening (EC) nr.
470/2009, wanneer gebruikt zoals in dit diergeneesmiddel.
8
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
9
A. ETIKETTERING
10
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Verpakking van polycarbonaat
1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Arti-Cell Forte suspensie voor injectie voor paarden
2.
GEHALTE AAN WERKZAME BESTANDELEN
1,4–2,5×10
6
chondrogeen geïnduceerde equine allogene mesenchymale stamcellen uit perifeer bloed
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie
4.
VERPAKKINGSGROOTTE
Eén flacon (1 ml) met stamcellen en één flacon (1 ml) met equine allogeen plasma.
5.
Paard
6.
INDICATIE(S)
DOELDIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
7.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees vóór gebruik de bijsluiter.
Intra-articulair gebruik.
8.
WACHTTIJD(EN)
Wachttijd(en): Nul dagen.
9.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NOODZAKELIJK
Lees vóór gebruik de bijsluiter.
10.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {maand/jaar}
Na reconstitutie direct gebruiken.
11
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
In bevroren toestand (
90 °C tot
70 °C) of in vloeibare stikstof bewaren en transporteren.
12.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Verwijderen van restanten in overeenstemming met lokale vereisten.
13.
VERMELDING ”UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK” EN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE LEVERING EN HET
GEBRUIK, INDIEN VAN TOEPASSING
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik. Uitsluitend op diergeneeskundig voorschrift.
14.
VERMELDING “BUITEN HET ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN BEWAREN”
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
15.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH
DUITSLAND
16.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/2/18/228/001
17.
PARTIJNUMMER FABRIKANT
Partij {nummer}
12
MINIMALE GEGEVENS DIE OP KLEINE VERPAKKINGSEENHEDEN MOETEN
WORDEN VERMELD
Flacon met de stamcelsuspensie
1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Arti-Cell Forte
Suspensie voor injectie
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDE(E)L(EN)
1,4–2,5×10
6
cellen
3.
1 ml
4.
TOEDIENINGSWEG(EN)
SAMENSTELLING PER GEWICHT, PER VOLUME OF AANTAL EENHEDEN
Intra-articulair gebruik
5.
WACHTTIJD(EN)
Wachttijd(en): nul dagen
6.
PARTIJNUMMER
Partij {nummer}
7.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {maand/jaar}
Na reconstitutie direct gebruiken.
8.
VERMELDING “UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK”
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik.
13
MINIMALE GEGEVENS DIE OP KLEINE VERPAKKINGSEENHEDEN MOETEN
WORDEN VERMELD
Flacon die de equine allogene plasmasuspensie bevat
1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Verdunningsmiddel voor Arti-Cell Forte
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDE(E)L(EN)
3.
1 ml
4.
SAMENSTELLING PER GEWICHT, PER VOLUME OF AANTAL EENHEDEN
TOEDIENINGSWEG(EN)
Intra-articulair gebruik
5.
WACHTTIJD(EN)
Wachttijd(en): nul dagen
6.
PARTIJNUMMER
Partij {nummer}
7.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {maand/jaar}
Na reconstitutie direct gebruiken.
8.
VERMELDING “UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK”
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik.
14
B. BIJSLUITER
15
BIJSLUITER:
Arti-Cell Forte suspensie voor injectie voor paarden
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH
55216 Ingelheim/Rhein
DUITSLAND
Fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Boehringer Ingelheim Veterinary Medicine Belgium NV
Noorwegenstraat 4
9940 Evergem
BELGIË
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Arti-Cell Forte suspensie voor injectie voor paarden
Chondrogeen geïnduceerde equine allogene mesenchymale stamcellen uit perifeer bloed
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDD(E)L(EN)
Per dosis (2 ml):
Werkzaam bestanddeel (1 ml):
1,4–2,5×10
6
Chondrogeen geïnduceerde equine allogene mesenchymale stamcellen uit perifeer bloed
(1 ml)
Kleurloze en heldere suspensie.
Hulpstoffen (1 ml):
Equine allogeen plasma (1 ml)
Gele en heldere suspensie.
4.
INDICATIE(S)
Vermindering van lichte tot matige terugkerende kreupelheid die wordt geassocieerd met aseptische
gewrichtsontsteking bij paarden.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.
6.
BIJWERKINGEN
Tijdens de eerste weken van het gebruik van het diergeneesmiddel trad zeer vaak een lichte toename
van de kreupelheid en de reacties op de injectieplaats op, zoals een lichte tot matige toename van de
gewrichtszwelling en een lichte stijging van de temperatuur op de injectieplaats. In het centrale
klinische veldonderzoek werd een enkelvoudige systemische toediening van een NSAID
gecombineerd met een gelijktijdige behandeling met Arti-Cell Forte.
16
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
Paard
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK
DOELDIERSOORT(EN)
Voor intra-articulair gebruik.
Dosering:
Enkelvoudige toediening van één dosis (overeenkomend met 2 ml) per dier
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Bereiding van de suspensie voor injectie:
Het diergeneesmiddel dient intra-articulair te worden toegediend door een dierenarts die speciale
voorzorgsmaatregelen heeft genomen om de steriliteit van de injectieprocedure te garanderen. Het
diergeneesmiddel dient te worden gehanteerd en geïnjecteerd door middel van steriele technieken en
in een schone omgeving.
Het diergeneesmiddel moet onmiddellijk na het ontdooien worden toegediend om significante celdood
te voorkomen.
Haal de twee flacons (één flacon met cellen (1 ml) en één flacon EAP (1 ml)) uit de vriezer/vloeibare
stikstof en ontdooi deze onmiddellijk bij 25 °C – 37 °C, bijvoorbeeld in een waterbad, tot de inhoud in
alle flacons volledig ontdooit is (ongeveer vijf minuten). Draag hierbij geschikte handschoenen.
Als er na het ontdooien in (één van) de flacons samenklonterende cellen zichtbaar zijn, schudt u deze
flacon(s) voorzichtig tot de suspensie helder en kleurloos (stamcelsuspensie) of helder en geel (equine
allogene plasmasuspensie: het verdunningsmiddel) is.
Verwijder de dop van de flacon die het eerst ontdooid is en zuig de suspensie in een spuit; verwijder
vervolgens de dop van de andere (ontdooide) flacon en zuig de suspensie in dezelfde spuit. Vermeng
de twee suspensies in dezelfde spuit om één dosis van het middel (2 ml) te verkrijgen.
Gebruik een naald met een diameter groter dan of gelijk aan 22G om beschadiging van de cellen te
voorkomen.
10.
WACHTTIJD(EN)
Nul dagen.
17
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
In bevroren toestand (
90 °C tot
70 °C) of in vloeibare stikstof bewaren en transporteren.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de etiketten. De uiterste
gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
Houdbaarheid na bereiding van de suspensie voor injectie volgens instructies: direct gebruiken
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Het diergeneesmiddel bleek werkzaam te zijn bij paarden met lichte tot matige kreupelheid in het
kogelgewricht. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de werkzaamheid bij de behandeling van
anderen gewrichten.
De werkzaamheid van het diergeneesmiddel werd aangetoond in een centraal veldonderzoek na
enkelvoudige toediening van het middel en gelijktijdige enkelvoudige systemische toediening van een
NSAID. Overeenkomstig de baten-risicobeoordeling door de behandelend dierenarts van het
individuele geval mag op de dag van de intra-articulaire injectie een enkelvoudige dosis systemische
NSAID worden toegediend.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Om bij toediening van intra-articulaire injecties trombose in de kleine bloedvaten te voorkomen is het
van cruciaal belang dat de naald op de juiste wijze wordt geplaatst.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
Houders met vloeibare stikstof mogen uitsluitend door geoefend personeel worden gehanteerd.
Vloeibare stikstof dient te worden gehanteerd in een goed geventileerde ruimte. Wanneer de flacons
uit de patroon met vloeibare stikstof wordt gehaald, moeten beschermingsmiddelen bestaande uit
handschoenen, lange mouwen en een gelaatsmasker of beschermende bril worden gedragen.
In geval van accidentele zelfinjectie kan dit middel pijn, lokale ontstekingsreacties en zwelling op de
injectieplaats veroorzaken die enkele weken kan aanhouden en mogelijk koorts veroorzaakt, en dient
onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Dracht en lactatie:
De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht en lactatie.
Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten-risicobeoordeling door de behandelend dierenarts.
Interactie(s) met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Geen gegevens beschikbaar.
Niet gelijktijdig met andere intra-articulaire diergeneesmiddelen toedienen.
Overdosering:
Geen gegevens beschikbaar
Belangrijkste onverenigbaarheden:
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel niet met
andere diergeneesmiddelen worden gemengd.
18
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenagentschap (http://www.ema.europa.eu/).
15.
OVERIGE INFORMATIE
Iedere verpakking (van polycarbonaat) bevat één enkelvoudige dosis van het middel: één flacon met
stamcelsuspensie en één flacon met EAP-suspensie.
19

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Arti-Cell Forte suspensie voor injectie voor paarden


2.

KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per dosis van 2 ml:


Werkzaam bestanddeel (1 ml):

Chondrogeen geïnduceerde equine allogene mesenchymale stamcellen uit perifeer bloed (1 ml)
1,4­2,5×106

Hulpstoffen (1 ml):
Equine allogeen plasma (EAP) 1 ml

Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.


3.

FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie.
Suspensie van chondrogeen geïnduceerde equine allogene mesenchymale stamcellen uit perifeer
bloed: heldere kleurloze suspensie.
Equine allogene plasmasuspensie (verdunningsmiddel): heldere gele suspensie.


4.

KLINISCHE GEGEVENS

4.1
Doeldiersoort(en)

Paard

4.2
Indicatie(s) voor gebruik met specificatie van de doeldiersoort(en)
Vermindering van lichte tot matige terugkerende kreupelheid die wordt geassocieerd met aseptische
gewrichtsontsteking bij paarden.

4.3
Contra-indicaties
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.

4.4
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Het diergeneesmiddel bleek werkzaam te zijn bij paarden met lichte tot matige kreupelheid in het
kogelgewricht. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de werkzaamheid bij de behandeling van
anderen gewrichten.
De werkzaamheid van het diergeneesmiddel werd aangetoond in een centraal veldonderzoek na
enkelvoudige toediening van het diergeneesmiddel en gelijktijdige enkelvoudige systemische
toediening van een NSAID. Overeenkomstig de baten-risicobeoordeling door de behandelend
dierenarts van het individuele geval mag op de dag van de intra-articulaire injectie een enkelvoudige
dosis systemische NSAID worden toegediend.

Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Om bij toediening van intra-articulaire injecties trombose in de kleine bloedvaten te voorkomen is het
van cruciaal belang dat de naald op de juiste wijze wordt geplaatst.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
Houders met vloeibare stikstof mogen uitsluitend door geoefend personeel worden gehanteerd.
Vloeibare stikstof dient te worden gehanteerd in een goed geventileerde ruimte. Wanneer de flacons
uit de patroon met vloeibare stikstof wordt gehaald, moeten beschermingsmiddelen bestaande uit
handschoenen, lange mouwen en een gelaatsmasker of beschermende bril worden gedragen.
In geval van accidentele zelfinjectie kan dit middel pijn, lokale ontstekingsreacties en zwelling op de
injectieplaats veroorzaken die enkele weken kan aanhouden en mogelijk koorts veroorzaakt, en dient
onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.

4.6
Bijwerkingen (frequentie en ernst)
Tijdens de eerste weken van het gebruik van het diergeneesmiddel trad zeer vaak een lichte toename
van de kreupelheid en de reacties op de injectieplaats op, zoals een lichte tot matige toename van de
gewrichtszwelling en een lichte stijging van de temperatuur op de injectieplaats. In het centrale
klinische veldonderzoek werd de enkelvoudige systemische toediening van een NSAID gecombineerd
met een gelijktijdige behandeling met Arti-Cell Forte.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)

4.7
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht en lactatie.
Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten-risicobeoordeling door de behandelend dierenarts.

4.8
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Geen gegevens beschikbaar.
Niet gelijktijdig met andere intra-articulaire diergeneesmiddelen toedienen.

4.9
Dosering en toedieningsweg
Toedieningsweg:
Intra-articulair gebruik.
Dosering:
Een enkelvoudige intra-articulaire injectie van 1 dosis (2 ml) per dier.
Bereiding van de suspensie voor injectie:
Het diergeneesmiddel dient intra-articulair te worden toegediend door een dierenarts die speciale
voorzorgsmaatregelen heeft genomen om de steriliteit van de injectieprocedure te garanderen. Het
diergeneesmiddel dient te worden gehanteerd en geïnjecteerd door middel van steriele technieken en
in een schone omgeving.
te voorkomen.
Haal de twee flacons (één flacon met cellen (1 ml) en één flacon EAP (1 ml)) uit de vriezer/vloeibare
stikstof en ontdooi deze onmiddellijk bij 25 °C ­ 37 °C, bijvoorbeeld in een waterbad, tot de inhoud in
alle flacons volledig ontdooid is (ongeveer vijf minuten). Draag hierbij geschikte handschoenen.
Als er na het ontdooien in (één van) de flacons samenklonterende cellen zichtbaar zijn, schudt u deze
flacon(s) voorzichtig tot de suspensie helder en kleurloos (stamcelsuspensie) of helder en geel (equine
allogene plasmasuspensie: het verdunningsmiddel) is.
Verwijder de dop van de flacon die het eerst ontdooid is en zuig de suspensie in een spuit; verwijder
vervolgens de dop van de andere (ontdooide) flacon en zuig de suspensie in dezelfde spuit. Vermeng
de twee suspensies in dezelfde spuit om één dosis van het middel (2 ml) te verkrijgen.
Gebruik een naald met een diameter groter dan of gelijk aan 22G om beschadiging van de cellen te
voorkomen.

4.10
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota), indien noodzakelijk
Geen gegevens beschikbaar.

4.11
Wachttijd(en)
Nul dagen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacotherapeutische groep: Andere geneesmiddelen voor aandoeningen van het musculoskeletaal
systeem
ATCvet-code: QM09AX90

5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Dit diergeneesmiddel bevat chondrogeen geïnduceerde equine mesenchymale stamcellen en equine
allogeen plasma (EAP). De toevoeging van het EAP aan de stamcellen na het ontdooien en vlak vóór
de toediening van het middel verhoogt de levensvatbaarheid van de stamcellen.
De chondrogene inductie van de mesenchymale stamcellen is bedoeld om chondroprotectieve
mechanismen te activeren, zoals de vorming van extracellulaire matrix. In een experimenteel model
van osteoartritis bij paarden kwamen deze effecten tot uiting in parameters met betrekking tot de
omloopsnelheid van kraakbeen.

5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na injectie van het middel vindt geen migratie of verspreiding van de stamcellen van het behandelde
gewricht en synovia naar weefsels rond de synoviale ruimte plaats.

6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1
Lijst van hulpstoffen
Flacon met werkzaam bestanddeel (stamcellen):
Dimethylsulfoxide
Dulbecco's Modified Eagle Medium - Lage Glucose
Equine allogeen plasma

6.2
Belangrijkste onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel niet met
andere diergeneesmiddelen worden gemengd.

6.3
Houdbaarheidstermijn
Houdbaarheid van het diergeneesmiddel in de verkoopverpakking: 2 jaar.
Houdbaarheid na reconstitutie volgens instructies: Direct gebruiken.

6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
In bevroren toestand (­90 °C tot ­70 °C) of in vloeibare stikstof bewaren en transporteren.

6.5
Aard en samenstelling van de primaire verpakking
Suspensie van chondrogeen geïnduceerde mesenchymale stamcellen:
Flacon van cyclo-olefin-copolymeer (COC) met een stop van thermoplastisch elastomeer (TPE) en een
dop van polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE).
Equine allogene plasmasuspensie:
Flacon van cyclo-olefin-copolymeer (COC) met een stop van thermoplastisch elastomeer (TPE) en een
dop van polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE).
Iedere verpakking (van polycarbonaat) bevat één enkelvoudige dosis van het middel: één flacon met
stamcelsuspensie en één flacon met EAP-suspensie.

6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor de verwijdering van niet-gebruikte
diergeneesmiddelen of afvalmateriaal voortkomend uit het gebruik van het
diergeneesmiddel
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
7.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH
55216 Ingelheim/Rhein
DUITSLAND
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/2/18/228/001
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING//VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste vergunningverlening: 29/03/2019

Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenagentschap (http://www.ema.europa.eu/).
VERBODSMAATREGELEN TEN AANZIEN VAN DE VERKOOP, DE LEVERING EN/OF
HET GEBRUIK
Niet van toepassing.

BIJLAGE II

A. FABRIKANT VAN HET BIOLOGISCH WERKZAME BESTANDDEEL EN
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN HET
GEBRUIK

C. VERMELDING VAN DE MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN (MRL's)

FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant van het biologisch werkzame bestanddeel
Boehringer Ingelheim Veterinary Medicine Belgium NV
Noorwegenstraat 4
9940 Evergem
BELGIË
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Boehringer Ingelheim Veterinary Medicine Belgium NV
Noorwegenstraat 4
9940 Evergem
BELGIË
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN HET
GEBRUIK
Diergeneesmiddel op voorschrift.
C. VERMELDING VAN DE MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN (MRL's)
Het werkzame bestanddeel, zijnde van biologische oorsprong, bedoeld om een passieve immuniteit te
bewerkstelligen, valt buiten het toepassingsgebied van Verordening (EC) nr. 470/2009, wanneer
gebruikt zoals in dit diergeneesmiddel.
De hulpstoffen vermeld in rubriek 6.1 van de SPC zijn ofwel toegestane stoffen waarvoor tabel 1 van
de Bijlage van Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie aangeeft dat geen MRL's nodig zijn
ofwel beschouwd als zijnde niet vallend onder het toepassingsgebied van Verordening (EC) nr.
470/2009, wanneer gebruikt zoals in dit diergeneesmiddel.

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER

A. ETIKETTERING


Verpakking van polycarbonaat


1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Arti-Cell Forte suspensie voor injectie voor paarden
2.
GEHALTE AAN WERKZAME BESTANDELEN
1,4­2,5×106 chondrogeen geïnduceerde equine allogene mesenchymale stamcellen uit perifeer bloed
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie
4.
VERPAKKINGSGROOTTE
Eén flacon (1 ml) met stamcellen en één flacon (1 ml) met equine allogeen plasma.
5.
DOELDIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Paard
6.
INDICATIE(S)

7.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees vóór gebruik de bijsluiter.
Intra-articulair gebruik.
8.
WACHTTIJD(EN)
Wachttijd(en): Nul dagen.
9.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NOODZAKELIJK
Lees vóór gebruik de bijsluiter.
10.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {maand/jaar}
Na reconstitutie direct gebruiken.
In bevroren toestand (­90 °C tot ­70 °C) of in vloeibare stikstof bewaren en transporteren.
12.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Verwijderen van restanten in overeenstemming met lokale vereisten.
13.
VERMELDING 'UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK' EN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE LEVERING EN HET
GEBRUIK, INDIEN VAN TOEPASSING
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik. Uitsluitend op diergeneeskundig voorschrift.
14.
VERMELDING 'BUITEN HET ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN BEWAREN'
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
15.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH
DUITSLAND
16.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/2/18/228/001
17.
PARTIJNUMMER FABRIKANT
Partij {nummer}

MINIMALE GEGEVENS DIE OP KLEINE VERPAKKINGSEENHEDEN MOETEN
WORDEN VERMELD

Flacon met de stamcelsuspensie

1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Arti-Cell Forte
Suspensie voor injectie

2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDE(E)L(EN)
1,4­2,5×106 cellen
3.
SAMENSTELLING PER GEWICHT, PER VOLUME OF AANTAL EENHEDEN
1 ml
4.
TOEDIENINGSWEG(EN)
Intra-articulair gebruik
5.
WACHTTIJD(EN)
Wachttijd(en): nul dagen
6.
PARTIJNUMMER
Partij {nummer}
7.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {maand/jaar}
Na reconstitutie direct gebruiken.
8.
VERMELDING 'UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK'
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik.

MINIMALE GEGEVENS DIE OP KLEINE VERPAKKINGSEENHEDEN MOETEN
WORDEN VERMELD

Flacon die de equine allogene plasmasuspensie bevat

1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Verdunningsmiddel voor Arti-Cell Forte

2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDE(E)L(EN)

3.
SAMENSTELLING PER GEWICHT, PER VOLUME OF AANTAL EENHEDEN
1 ml
4.
TOEDIENINGSWEG(EN)
Intra-articulair gebruik
5.
WACHTTIJD(EN)
Wachttijd(en): nul dagen
6.
PARTIJNUMMER
Partij {nummer}
7.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {maand/jaar}
Na reconstitutie direct gebruiken.
8.
VERMELDING 'UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK'
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik.

B. BIJSLUITER
Arti-Cell Forte suspensie voor injectie voor paarden

1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH
55216 Ingelheim/Rhein
DUITSLAND
Fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Boehringer Ingelheim Veterinary Medicine Belgium NV
Noorwegenstraat 4
9940 Evergem
BELGIË
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Arti-Cell Forte suspensie voor injectie voor paarden
Chondrogeen geïnduceerde equine allogene mesenchymale stamcellen uit perifeer bloed
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDD(E)L(EN)
Per dosis (2 ml):


Werkzaam bestanddeel (1 ml):

1,4­2,5×106 Chondrogeen geïnduceerde equine allogene mesenchymale stamcellen uit perifeer bloed
(1 ml)
Kleurloze en heldere suspensie.

Hulpstoffen (1 ml):
Equine allogeen plasma (1 ml)
Gele en heldere suspensie.
4.
INDICATIE(S)
Vermindering van lichte tot matige terugkerende kreupelheid die wordt geassocieerd met aseptische
gewrichtsontsteking bij paarden.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.
6.
BIJWERKINGEN
Tijdens de eerste weken van het gebruik van het diergeneesmiddel trad zeer vaak een lichte toename
van de kreupelheid en de reacties op de injectieplaats op, zoals een lichte tot matige toename van de
gewrichtszwelling en een lichte stijging van de temperatuur op de injectieplaats. In het centrale
klinische veldonderzoek werd een enkelvoudige systemische toediening van een NSAID
gecombineerd met een gelijktijdige behandeling met Arti-Cell Forte.
- zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Paard
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK
Voor intra-articulair gebruik.

Dosering:
Enkelvoudige toediening van één dosis (overeenkomend met 2 ml) per dier
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Bereiding van de suspensie voor injectie:
Het diergeneesmiddel dient intra-articulair te worden toegediend door een dierenarts die speciale
voorzorgsmaatregelen heeft genomen om de steriliteit van de injectieprocedure te garanderen. Het
diergeneesmiddel dient te worden gehanteerd en geïnjecteerd door middel van steriele technieken en
in een schone omgeving.
Het diergeneesmiddel moet onmiddellijk na het ontdooien worden toegediend om significante celdood
te voorkomen.
Haal de twee flacons (één flacon met cellen (1 ml) en één flacon EAP (1 ml)) uit de vriezer/vloeibare
stikstof en ontdooi deze onmiddellijk bij 25 °C ­ 37 °C, bijvoorbeeld in een waterbad, tot de inhoud in
alle flacons volledig ontdooit is (ongeveer vijf minuten). Draag hierbij geschikte handschoenen.
Als er na het ontdooien in (één van) de flacons samenklonterende cellen zichtbaar zijn, schudt u deze
flacon(s) voorzichtig tot de suspensie helder en kleurloos (stamcelsuspensie) of helder en geel (equine
allogene plasmasuspensie: het verdunningsmiddel) is.
Verwijder de dop van de flacon die het eerst ontdooid is en zuig de suspensie in een spuit; verwijder
vervolgens de dop van de andere (ontdooide) flacon en zuig de suspensie in dezelfde spuit. Vermeng
de twee suspensies in dezelfde spuit om één dosis van het middel (2 ml) te verkrijgen.
Gebruik een naald met een diameter groter dan of gelijk aan 22G om beschadiging van de cellen te
voorkomen.
10.
WACHTTIJD(EN)
Nul dagen.
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
In bevroren toestand (­90 °C tot ­70 °C) of in vloeibare stikstof bewaren en transporteren.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de etiketten. De uiterste
gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
Houdbaarheid na bereiding van de suspensie voor injectie volgens instructies: direct gebruiken
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Het diergeneesmiddel bleek werkzaam te zijn bij paarden met lichte tot matige kreupelheid in het
kogelgewricht. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de werkzaamheid bij de behandeling van
anderen gewrichten.
De werkzaamheid van het diergeneesmiddel werd aangetoond in een centraal veldonderzoek na
enkelvoudige toediening van het middel en gelijktijdige enkelvoudige systemische toediening van een
NSAID. Overeenkomstig de baten-risicobeoordeling door de behandelend dierenarts van het
individuele geval mag op de dag van de intra-articulaire injectie een enkelvoudige dosis systemische
NSAID worden toegediend.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Om bij toediening van intra-articulaire injecties trombose in de kleine bloedvaten te voorkomen is het
van cruciaal belang dat de naald op de juiste wijze wordt geplaatst.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
Houders met vloeibare stikstof mogen uitsluitend door geoefend personeel worden gehanteerd.
Vloeibare stikstof dient te worden gehanteerd in een goed geventileerde ruimte. Wanneer de flacons
uit de patroon met vloeibare stikstof wordt gehaald, moeten beschermingsmiddelen bestaande uit
handschoenen, lange mouwen en een gelaatsmasker of beschermende bril worden gedragen.
In geval van accidentele zelfinjectie kan dit middel pijn, lokale ontstekingsreacties en zwelling op de
injectieplaats veroorzaken die enkele weken kan aanhouden en mogelijk koorts veroorzaakt, en dient
onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Dracht en lactatie:
De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht en lactatie.
Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten-risicobeoordeling door de behandelend dierenarts.
Interactie(s) met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Geen gegevens beschikbaar.
Niet gelijktijdig met andere intra-articulaire diergeneesmiddelen toedienen.
Overdosering:
Geen gegevens beschikbaar
Belangrijkste onverenigbaarheden:
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel niet met
andere diergeneesmiddelen worden gemengd.
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenagentschap (http://www.ema.europa.eu/).
15. OVERIGE INFORMATIE
Iedere verpakking (van polycarbonaat) bevat één enkelvoudige dosis van het middel: één flacon met
stamcelsuspensie en één flacon met EAP-suspensie.

Heb je dit medicijn gebruikt? Arti-Cell Forte te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Arti-Cell Forte te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Arti-Cell Forte

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG