Abecma 260-500 x 10*6

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Abecma 260-500 x 10
6
cellen dispersie voor infusie
2.
2.1
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Algemene beschrijving
Abecma (idecabtagene vicleucel) is een genetisch gemodificeerde autologe immunotherapie die
bestaat uit humane T-cellen getransduceerd met lentivirale vector (LVV) die codeert voor een chimere
antigeenreceptor (CAR) die zich richt op B-cel-maturatie-antigeen.
2.2
Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling
Elke patiëntspecifieke infuuszak met Abecma bevat idecabtagene vicleucel celdispersie in een batch-
afhankelijke concentratie autologe T-cellen die zodanig genetisch gemodificeerd zijn dat ze een
anti-BCMA chimere antigeenreceptor (CAR-positieve levensvatbare T-cellen) tot expressie brengen.
Het eindproduct is verpakt in een of meer infuuszakken met een celdispersie van 260 tot
500 x 10
6
CAR-positieve levensvatbare T-cellen.
Elke infuuszak bevat 10-30 ml, 30-70 ml of 55-100 ml dispersie voor infusie.
De cellulaire samenstelling en het definitieve aantal cellen variëren tussen individuele patiëntbatches.
Naast T-cellen kunnen naturalkillercellen (NK-cellen) aanwezig zijn. De kwantitatieve informatie over
het aantal CAR-positieve levensvatbare T-cellen/zak wordt weergegeven in het ‘vrijgifte voor
infusie’-certificaat (release for infusion certificate, RfIC) dat zich in het deksel bevindt van de droge
(damp) verlader die gebruikt wordt voor het transporteren.
Hulpstoffen met bekend effect
Dit geneesmiddel bevat 5% dimethylsulfoxide (DMSO), tot 752 mg natrium en tot 274 mg kalium per
dosis.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Dispersie voor infusie.
Een kleurloze dispersie.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Abecma is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met recidiverend en refractair
multipel myeloom die minimaal drie eerdere behandelingen hebben gekregen, waaronder een
immunomodulerend middel, een proteasoomremmer en een anti-CD38-antilichaam, en bij wie
ziekteprogressie is opgetreden tijdens de laatste behandeling.
2
4.2
Dosering en wijze van toediening
Abecma moeten worden toegediend in een gekwalificeerd behandelcentrum.
De behandeling met Abecma moet worden gestart onder leiding en onder toezicht van een arts met
ervaring in het behandelen van hematologische maligniteiten die getraind is in het toedienen en
behandelen van patiënten die Abecma krijgen.
Voorafgaand aan de infusie met Abecma moeten minimaal één dosis tocilizumab en noodapparatuur
beschikbaar zijn voor gebruik in geval van een cytokine-‘release’-syndroom (CRS). Het
behandelcentrum moet binnen 8 uur na elke vorige dosis toegang hebben tot een extra dosis
tocilizumab. In het uitzonderlijke geval dat tocilizumab niet beschikbaar is als gevolg van een tekort
dat wordt vermeld in de EMA-catalogus van tekorten (EMA
shortage catalogue),
moeten voorafgaand
aan de infusie geschikte alternatieve maatregelen beschikbaar zijn om CRS anders dan met
tocilizumab te behandelen.
Dosering
Abecma is uitsluitend bedoeld voor autoloog gebruik (zie rubriek 4.4). Het vervaardigen en vrijgeven
van Abecma duurt meestal ongeveer 4-5 weken.
De behandeling bestaat uit een enkele dosis voor infusie met een dispersie van CAR-positieve
levensvatbare T-cellen in een of meer infuuszakken. De streefdosis is 420 x 10
6
CAR-positieve
levensvatbare T-cellen binnen een bereik van 260 tot 500 x 10
6
CAR-positieve levensvatbare T-cellen.
Zie het bijbehorende ‘vrijgifte voor infusie’-certificaat (RfIC) voor aanvullende informatie met
betrekking tot de dosis.
Voorbehandeling (lymfodepletie-chemotherapie)
Lymfodepletie-chemotherapie die bestaat uit 300 mg/m
2
intraveneus (i.v.) cyclofosfamide en
30 mg/m
2
i.v. fludarabine moet worden toegediend gedurende 3 dagen. Zie de productinformatie voor
cyclofosfamide en fludarabine voor informatie over dosisaanpassing bij nierfunctiestoornis.
Abecma zal 2 dagen na voltooiing van de lymfodepletie-chemotherapie worden toegediend gedurende
maximaal 9 dagen. De beschikbaarheid van Abecma moet worden bevestigd vóór aanvang van de
lymfodepletie-chemotherapie. Als de infusie uitgesteld wordt en hierdoor de termijn tussen het
voltooien van de lymfodepletie-chemotherapie en de infusie meer dan 4 weken wordt, moet de
lymfodepletie chemotherapie worden herhaald.
Premedicatie
Om het risico op infusiereacties te beperken, moet de patiënt premedicatie worden gegeven met
paracetamol (500 tot 1 000 mg oraal) en difenhydramine (12,5 mg intraveneus of 25 tot 50 mg oraal)
of een andere H
1
-antihistamine, ongeveer 30 tot 60 minuten vóór infusie met Abecma.
Profylactisch gebruik van systemische corticosteroïden dient te worden vermeden omdat dit de
werking van Abecma kan verstoren. Therapeutische doses corticosteroïden moeten worden vermeden
72 uur vóór het begin van lymfodepletie-chemotherapie en na de infusie van Abecma, behalve voor de
behandeling van CRS, neurologische toxiciteiten en andere levensbedreigende noodgevallen (zie
rubriek 4.4).
Klinische evaluatie voorafgaand aan de infusie
Behandeling met Abecma dient te worden uitgesteld bij sommige groepen risicopatiënten (zie
rubriek 4.4).
3
Monitoring na infusie
-
Patiënten dienen de eerste 10 dagen na infusie in het gekwalificeerde behandelcentrum
gecontroleerd te worden op tekenen en symptomen van CRS, neurologische bijwerkingen en
andere toxiciteiten.
-
Na de eerste 10 dagen volgend op de infusie moet de patiënt naar oordeel van de arts worden
gecontroleerd.
-
Patiënten dienen te worden geïnstrueerd gedurende ten minste 4 weken na infusie in de buurt
(binnen 2 uur reizen) van het gekwalificeerde behandelcentrum te blijven.
Speciale patiëntengroepen
Patiënten met infectie met het humaan immunodeficiëntievirus (HIV), hepatitis B-virus (HBV) en
hepatitis C-virus (HCV)
Er is geen klinische ervaring bij patiënten met actieve HIV-, HBV- of HCV-infectie. Screening voor
HBV, actieve HIV en actieve HCV moet worden uitgevoerd vóór het verzamelen van cellen voor de
productie. Leukaferesemateriaal van patiënten met actieve HIV- of actieve HCV-infectie wordt niet
geaccepteerd voor productie van Abecma (zie rubriek 4.4).
Ouderen
Er is geen dosisaanpassing vereist voor patiënten ouder dan 65 jaar (zie rubriek 5.1).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Abecma bij kinderen en adolescenten onder de leeftijd van 18 jaar
zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Abecma is uitsluitend voor intraveneus gebruik.
Toediening
Gebruik GEEN leukodepletiefilter.
Controleer of tocilizumab of geschikte alternatieven, in het uitzonderlijke geval dat tocilizumab
niet beschikbaar is als gevolg van een tekort dat wordt vermeld in de EMA-catalogus van
tekorten, en noodapparatuur beschikbaar zijn voorafgaand aan de infusie en tijdens de
herstelperiode.
Centraal-veneuze toegang kan worden gebruikt voor de infusie van Abecma en wordt
aangemoedigd bij patiënten met slechte perifere toegang.
Bevestig dat de identiteit van de patiënt overeenkomt met de identificatie van de patiënt op de
Abecma-infuuszak.
Voor instructies over bereiding, toediening, accidentele blootstelling en verwijdering van het
geneesmiddel, zie rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Contra-indicaties voor de lymfodepletie-chemotherapie moeten in overweging worden genomen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
De vereisten voor het terugvinden van de herkomst van geneesmiddelen voor geavanceerde
celtherapie moeten worden toegepast. Om het terugvinden van de herkomst te waarborgen, dienen de
naam van het product, het batchnummer en de naam van de behandelde patiënt gedurende 30 jaar na
de uiterste houdbaarheidsdatum van het product bewaard te worden.
4
Redenen voor uitstel van de behandeling
Vanwege de risico's in verband met de Abecma-behandeling dient de infusie maximaal 7 dagen te
worden uitgesteld wanneer een patiënt een van de volgende aandoeningen heeft:
Onopgeloste ernstige bijwerkingen (met name pulmonaire bijwerkingen, cardiale bijwerkingen
of hypotensie) met inbegrip van bijwerkingen van de voorafgaande chemotherapieën.
Actieve infecties of inflammatoire aandoeningen (zoals pneumonitis, myocarditis of hepatitis).
Actieve graft-versus-host-ziekte (GVHD).
Autoloog gebruik
Abecma is enkel bedoeld voor autoloog gebruik en mag in geen geval worden toegediend aan andere
patiënten. Voorafgaand aan de infusie moet worden bevestigd dat de identiteit van de patiënt
overeenkomt met de identificatie van de patiënt op de Abecma-infuuszak, -cassette en het ‘vrijgifte
voor infusie’-certificaat (RfIC). Abecma mag niet worden toegediend als de informatie op het
patiëntspecifieke etiket niet overeenkomt met de betreffende patiënt.
Gelijktijdige ziekte
Patiënten met een actieve aandoening aan het centrale zenuwstelsel (CZS) of een ontoereikende nier-,
lever-, long- of hartfunctie zijn waarschijnlijk kwetsbaarder voor de gevolgen van de hieronder
beschreven bijwerkingen en vereisen extra aandacht.
Pathologie van het centrale zenuwstelsel
Er is geen ervaring met gebruik van Abecma bij patiënten met aantasting van het CZS door het
myeloom of andere reeds bestaande, klinisch relevante pathologieën van het CZS.
Eerdere allogene stamceltransplantatie
Het wordt niet aanbevolen dat patiënten met Abecma worden behandeld binnen 4 maanden na een
allogene stamceltransplantatie (SCT) vanwege het mogelijke risico op verergering van GVHD met
Abecma. Leukaferese voor Abecma-productie moet ten minste 12 weken na allogene SCT worden
uitgevoerd.
Eerdere behandeling met een anti-BCMA-therapie
Er is beperkte ervaring met Abecma bij patiënten die zijn blootgesteld aan een eerdere
BCMA-gerichte therapie.
Er is beperkte ervaring van herbehandeling van patiënten met een tweede dosis Abecma. Na een
herbehandeling met Abecma traden er zelden responsen op en waren deze minder duurzaam in
vergelijking met een eerste behandeling. Daarnaast werden er fatale uitkomsten waargenomen bij
herbehandelde patiënten.
Cytokine-‘release’-syndroom (CRS)
CRS, waaronder fatale of levensbedreigende reacties, traden op na Abecma-infusie. Bijna alle
patiënten hebben een zekere mate van CRS ervaren. De mediane tijd tot het begin van CRS was 1 dag
(bereik: 1 tot 12) (zie rubriek 4.8).
Monitoring en behandeling van CRS
CRS moet worden vastgesteld op basis van klinische presentatie. Patiënten moeten worden beoordeeld
en behandeld voor andere oorzaken van koorts, hypoxie en hypotensie. In sommige gevallen kunnen
hemofagocytaire lymfohistiocytose/macrofagenactivatiesyndroom (HLH/MAS) voorkomen als er
sprake is van CRS, en de fysiologie van de syndromen kan overlappen. MAS is een mogelijk
5
levensbedreigende aandoening en patiënten moeten zorgvuldig worden gecontroleerd op tekenen van
MAS. Behandeling van MAS moet worden toegediend volgens de richtlijnen van de instelling.
Op de locatie moet per patiënt één dosis tocilizumab beschikbaar zijn voor toediening voorafgaand aan
Abecma-infusie. Het behandelcentrum moet toegang hebben tot een extra dosis tocilizumab binnen
8 uur na elke vorige dosis. In het uitzonderlijke geval dat tocilizumab niet beschikbaar is als gevolg
van een tekort dat wordt vermeld in de EMA-catalogus van tekorten, moet het behandelcentrum over
geschikte alternatieve maatregelen beschikken om CRS anders dan met tocilizumab te behandelen.
Patiënten dienen de eerste 10 dagen na Abecma-infusie in het gekwalificeerde behandelcentrum
gecontroleerd te worden op tekenen en symptomen van CRS. Na de eerste 10 dagen volgend op de
infusie moet de patiënt naar oordeel van de arts worden gecontroleerd. De patiënten dienen
geadviseerd te worden om gedurende ten minste 4 weken na infusie in de buurt (binnen 2 uur reizen)
van het gekwalificeerde behandelcentrum te blijven en om onmiddellijk medische hulp te zoeken als
er tekenen of symptomen van CRS optreden ongeacht het moment.
Bij het eerste teken van CRS moet behandeling met ondersteunende zorg, tocilizumab of tocilizumab
en corticosteroïden worden ingesteld, zoals aangegeven in tabel 1. Na toediening van tocilizumab en
corticosteroïden (zie rubriek 4.5) kan Abecma-expansie en persistentie aanhouden.
Patiënten die CRS ervaren, moeten nauwlettend worden gecontroleerd op hartfunctie en orgaanfunctie
tot de symptomen verdwijnen. Voor ernstige of levensbedreigende CRS moet controle op de intensive
care en ondersteunende therapie worden overwogen.
Als gelijktijdig neurologische toxiciteit wordt vermoed tijdens CRS, moet de neurologische toxiciteit
volgens de aanbevelingen in tabel 2 worden behandeld en meer agressieve interventie van de twee
reacties vermeld in tabel 1 en 2 worden gebruikt.
Bij patiënten met refractaire CRS, binnen 72 uur na Abecma-infusie, gekenmerkt door aanhoudende
koorts, eindorgaantoxiciteit (bijv. hypoxie, hypotensie) en/of HLH/MAS die niet verbeteren van ernst
binnen 12 uur na de eerstelijnsinterventies, worden hogere dosis corticosteroïden, alternatieve
anticytokinemiddelen, anti-T-celtherapieën aanbevolen.
Tabel 1.
CRS-gradering en behandelrichtlijnen
CRS-graad
a
Graad 1
De symptomen vereisen
alleen symptomatische
behandeling (bijv. koorts,
misselijkheid, vermoeidheid,
hoofdpijn, spierpijn, malaise).
Tocilizumab
Als deze 72 uur of langer na de
infusie starten, behandel dan
symptomatisch.
Als de eerste symptomen
minder dan 72 uur na de
infusie zijn gestart en de
symptomen niet onder controle
kunnen worden gehouden door
ondersteunende zorg alleen,
moet tocilizumab 8 mg/kg i.v.
gedurende 1 uur (niet meer dan
800 mg) worden overwogen.
Corticosteroïden
6
CRS-graad
a
Graad 2
De symptomen vereisen en
reageren op matige
interventie.
Zuurstofbehoefte is minder
dan 40% FiO
2
of hypotensie
reageert op vocht of lage
dosis van één vasopressor of
orgaantoxiciteit graad 2.
Graad 3
De symptomen vereisen en
reageren op agressieve
interventie.
Koorts, zuurstofbehoefte is
meer dan of gelijk aan 40%
FiO
2
of hypotensie waarvoor
hoge doses van een
vasopressor of meerdere
vasopressoren nodig zijn of
orgaantoxiciteit graad 3 of
transaminitis graad 4.
Tocilizumab
Dien tocilizumab 8 mg/kg i.v.
gedurende 1 uur toe (niet meer
dan 800 mg).
Corticosteroïden
Overweeg dexamethason
10 mg i.v. elke 12 tot 24 uur.
Dien tocilizumab 8 mg/kg i.v.
gedurende 1 uur toe (niet meer
dan 800 mg).
Dien dexamethason toe (bijv.
10 mg i.v. elke 12 uur).
Voor graad 2 en 3:
Zonder verbetering binnen 24 uur of als er snelle progressie is, herhaal dan tocilizumab en
verhoog de dosis en frequentie van dexamethason (20 mg i.v. elke 6 tot 12 uur).
Zonder verbetering binnen 24 uur of als er aanhoudende snelle progressie is, schakel dan over op
methylprednisolon 2 mg/kg gevolgd door 2 mg/kg verdeeld over 4 keer per dag.
Als gestart wordt met steroïden, geef steroïden dan gedurende ten minste 3 doses en bouw de
dosis geleidelijk af gedurende maximaal 7 dagen.
Overweeg na 2 doses tocilizumab alternatieve anticytokinemiddelen.
Gebruik niet meer dan 3 doses tocilizumab in 24 uur of 4 doses in totaal.
Graad 4
Levensbedreigende
symptomen.
Noodzaak voor ondersteuning
met beademingsapparaat of
continue venoveneuze
hemodialyse (CVVHD) of
orgaantoxiciteit graad 4
(exclusief transaminitis).
Dien tocilizumab 8 mg/kg i.v.
gedurende 1 uur toe (niet meer
dan 800 mg).
Dien dexamethason 20 mg i.v.
elke 6 uur toe.
Voor graad 4:
Overweeg na 2 doses tocilizumab alternatieve anticytokinemiddelen. Gebruik niet meer dan
3 doses tocilizumab in 24 uur of 4 doses in totaal.
Als er geen verbetering is binnen 24 uur, overweeg dan methylprednisolon (1 tot 2 g, elke 24 uur
indien nodig; bouw de dosis geleidelijk af zoals klinisch geïndiceerd) of anti-T-celtherapieën
zoals cyclofosfamide 1,5 g/m
2
of andere.
a
Lee et al, 2014.
Neurologische bijwerkingen
Neurologische toxiciteit, zoals afasie en encefalopathie, die mogelijk ernstig of levensbedreigend zijn
traden op na de behandeling met Abecma. De mediane tijd tot het begin van het eerste voorval van
7
neurotoxiciteit was 2 dagen (bereik: 1 tot 10 dagen). Neurologische toxiciteit kan gelijktijdig
plaatsvinden met CRS, na verdwijnen van CRS of bij afwezigheid van CRS (zie rubriek 4.8).
Monitoring en behandeling van neurologische toxiciteiten
Patiënten dienen de eerste 10 dagen na Abecma-infusie in het gekwalificeerde behandelcentrum
gecontroleerd te worden op tekenen en symptomen van neurologische toxiciteiten. Na de eerste
10 dagen volgend op de infusie moet de patiënt naar oordeel van de arts worden gecontroleerd. De
patiënten dienen geadviseerd te worden om gedurende ten minste 4 weken na infusie in de buurt
(binnen 2 uur reizen) van het gekwalificeerde behandelcentrum te blijven en om onmiddellijk
medische hulp te zoeken als er tekenen of symptomen van neurologische toxiciteiten optreden,
ongeacht het moment.
Als neurologische toxiciteit wordt vermoed, moet deze worden behandeld volgens de aanbevelingen in
tabel 2. Andere oorzaken van neurologische symptomen moeten worden uitgesloten. Ondersteunende
therapie op intensive care moet worden verstrekt voor ernstige of levensbedreigende neurologische
toxiciteiten.
Als gelijktijdig CRS wordt vermoed tijdens de neurologische toxiciteitsreactie, moet dit volgens de
aanbevelingen in tabel 1 worden behandeld en actievere interventie voor de twee reacties vermeld in
tabel 1 en 2 worden gebruikt.
Tabel 2.
Gradering neurologische toxiciteit en behandelrichtlijnen
Neurologische
toxiciteit van
graad
a
Graad 1
Licht of
asymptomatisch
Corticosteroïden en geneesmiddelen tegen aanvallen
Start met niet-sederende geneesmiddelen tegen insulten als profylaxe van
insulten (bijv. levetiracetam).
Indien 72 uur of langer na de infusie, de patiënt observeren.
Overweeg dexamethason 10 mg i.v. elke 12 tot 24 uur gedurende 2 tot
3 dagen, indien minder dan 72 uur na de infusie en de symptomen niet onder
controle te houden zijn door ondersteunende zorg alleen.
Start met niet-sederende geneesmiddelen tegen insulten als profylaxe van
insulten (bijv. levetiracetam).
Start met dexamethason 10 mg i.v. elke 12 uur gedurende 2 tot 3 dagen of
langer voor hardnekkige symptomen. Overweeg een geleidelijke afbouw van
de dosis voor een totale blootstelling aan steroïden van meer dan 3 dagen.
Steroïden worden niet aanbevolen voor geïsoleerde hoofdpijn van graad 2.
Als er geen verbetering is na 24 uur gebruik of als er verergering van
neurologische toxiciteit optreedt, verhoog dan de dosis en/of frequentie van
dexamethason tot een maximum van 20 mg i.v. elke 6 uur.
Start met niet-sederende geneesmiddelen tegen insulten als profylaxe van
insulten (bijv. levetiracetam).
Start met dexamethason 10 tot 20 mg i.v. elke 8 tot 12 uur. Steroïden worden
niet aanbevolen voor geïsoleerde hoofdpijn van graad 3.
Als er geen verbetering is na 24 uur gebruik of als verergering van
neurologische toxiciteit optreedt, verhoog dan de dosis methylprednisolon
(2 mg/kg oplaaddosis, gevolgd door 2 mg/kg verdeeld over 4 keer per dag; de
dosis geleidelijk afbouwen binnen 7 dagen).
Graad 2
Matig
Graad 3
Ernstig of
medisch
significant maar
niet onmiddellijk
levensbedreigend;
ziekenhuisopname
of verlenging;
invaliderend
8
Neurologische
toxiciteit van
graad
a
Corticosteroïden en geneesmiddelen tegen aanvallen
Als cerebraal oedeem wordt vermoed, overweeg dan hyperventilatie en
hyperosmolaire therapie. Geef hoge dosis methylprednisolon (1 tot 2 g, elke
24 uur indien nodig; bouw de dosis geleidelijk af zoals klinisch geïndiceerd)
en cyclofosfamide 1,5 g/m
2
.
Graad 4
Levensbedreigend Start met niet-sederende geneesmiddelen tegen insulten als profylaxe van
insulten (bijv. levetiracetam).
Start met dexamethason 20 mg i.v. elke 6 uur.
Als er geen verbetering is na 24 uur gebruik of als verergering van
neurologische toxiciteit optreedt, verhoog dan naar hoge dosis
methylprednisolon (1 tot 2 g, elke 24 uur indien nodig; bouw de dosis
geleidelijk af zoals klinisch geïndiceerd). Overweeg cyclofosfamide 1,5 g/m
2
.
Als cerebraal oedeem wordt vermoed, overweeg dan hyperventilatie en
hyperosmolaire therapie. Geef hoge dosis methylprednisolon (1 tot 2 g, elke
24 uur indien nodig; bouw de dosis geleidelijk af zoals klinisch geïndiceerd)
en cyclofosfamide 1,5 g/m
2
.
a
NCI CTCAE v.4-criteria voor gradering van neurologische toxiciteiten.
Langdurige cytopenieën
Patiënten kunnen gedurende meerdere weken na lymfocytendepletie-chemotherapie en Abecma-
infusie cytopenieën vertonen (zie rubriek 4.8). Het bloedbeeld moet worden gecontroleerd voor en na
Abecma-infusie. Cytopenieën moeten worden behandeld met myeloïde groeifactor en ondersteuning
met bloedtransfusie volgens de richtlijnen van uw instelling.
Infecties en febriele neutropenie
Abecma mag niet worden toegediend aan patiënten met actieve infecties of inflammatoire
aandoeningen. Ernstige infecties, waaronder levensbedreigende of fatale infecties, zijn opgetreden bij
patiënten na toediening van Abecma (zie rubriek 4.8). Patiënten moeten worden gecontroleerd op
tekenen en symptomen van infectie voor en na Abecma-infusie en op de juiste wijze worden
behandeld. Profylactische, preventieve en/of therapeutische antimicrobiële middelen moeten worden
toegediend volgens de richtlijnen van de instelling.
Febriele neutropenie werd waargenomen bij patiënten na Abecma-infusie (zie rubriek 4.8) en kan
gelijktijdig met CRS optreden. In het geval van febriele neutropenie moet de infectie worden
beoordeeld en behandeld met breedspectrumantibiotica, vocht en andere ondersteunende zorg als dit
medisch geïndiceerd is.
Virale reactivering
Infectie met het cytomegalovirus (CMV) die leidt tot pneumonie en overlijden zijn opgetreden na
toediening van Abecma (zie rubriek 4.8). Patiënten moeten worden gecontroleerd en behandeld voor
CMV-infectie volgens de klinische richtlijnen.
HBV-reactivering, in sommige gevallen leidend tot fulminante hepatitis, leverfalen en overlijden, kan
optreden bij patiënten die werden behandeld met geneesmiddelen die gericht waren tegen
plasmacellen (zie rubriek 4.8).
9
Screening voor CMV, HBV, actieve HIV en actieve HCV moet worden uitgevoerd vóór het
verzamelen van cellen voor de productie (zie rubriek 4.2).
Hypogammaglobulinemie
Plasmacelaplasie en hypogammaglobulinemie kunnen optreden bij patiënten die behandeld worden
met Abecma (zie rubriek 4.8). Immunoglobulinespiegels moeten worden gecontroleerd na de
behandeling met Abecma en worden behandeld volgens de richtlijnen van de instelling, inclusief
voorzorgsmaatregelen tegen infecties, antibiotica- of antivirale profylaxe en
immunoglobulinesubstitutie.
Secundaire maligniteiten
Patiënten die behandeld zijn met Abecma, kunnen secundaire maligniteiten ontwikkelen. Patiënten
moeten levenslang worden gecontroleerd op secundaire maligniteiten. Wanneer zich een secundaire
maligniteit van T-cel-oorsprong voordoet, neem dan contact op met het bedrijf voor instructies over
het afnemen van monsters bij de patiënt voor verder onderzoek.
Overgevoeligheidsreacties
Allergische reacties kunnen optreden bij de infusie met Abecma. Ernstige overgevoeligheidsreacties,
waaronder anafylaxie, kunnen het gevolg zijn van dimethylsulfoxide (DMSO), een hulpstof in
Abecma. Patiënten die nog niet eerder zijn blootgesteld aan DMSO moeten nauwlettend worden
geobserveerd. De vitale functies (bloeddruk, hartslag en zuurstofsaturatie) en het optreden van
symptomen moeten worden gecontroleerd vóór het begin van de infusie, ongeveer elke tien minuten
tijdens de infusie en elk uur, gedurende 3 uur, na de infusie.
Interferentie met serologische tests
HIV en het lentivirus dat gebruikt is voor de productie van Abecma hebben beperkte, korte stukken
van identiek genetisch materiaal (RNA). Daarom kunnen enkele commerciële HIV-nucleïnezuurtests
fout-positieve resultaten geven bij patiënten die Abecma hebben gekregen.
Bloed-, orgaan-, weefsel- en celdonatie
Patiënten die zijn behandeld met Abecma, mogen geen bloed, organen, weefsels of cellen voor
transplantatie doneren.
Follow-up op lange termijn
Om meer inzicht te krijgen in de veiligheid en werkzaamheid op lange termijn van Abecma wordt
verwacht dat patiënten worden opgenomen in een register en dat ze in dit register worden opgevolgd.
Hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat tot 33 mmol (752 mg) natrium per dosis, overeenkomend met 37,6% van de
door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g natrium voor een volwassene.
Dit geneesmiddel bevat tot 7 mmol (274 mg) kalium per dosis. Voorzichtigheid is geboden bij
patiënten met een verminderde nierfunctie of patiënten op een gecontroleerd kaliumdieet.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
10
De gelijktijdige toediening van middelen waarvan bekend is dat ze de T-celfunctie remmen, is niet
formeel bestudeerd. De gelijktijdige toediening van middelen waarvan bekend is dat ze de T-celfunctie
stimuleren, is niet onderzocht en de effecten zijn onbekend.
Tocilizumab en gebruik van corticosteroïden
Sommige patiënten vereisen tocilizumab en/of corticosteroïden voor de behandeling van CRS (zie
rubriek 4.8). Het gebruik van tocilizumab en/of steroïden voor de behandeling van CRS kwam vaker
voor bij patiënten met een hogere cellulaire expansie.
Patiënten met CRS die met tocilizumab werden behandeld, hadden hogere Abecma-cellulaire
expansieniveaus, gemeten door een respectievelijk 1,4-voudig en 1,6-voudig hogere gemiddelde C
max
(n = 66) en AUC
0-28 dagen
(n = 65), vergeleken met patiënten die geen tocilizumab kregen (n = 61 voor
C
max
en n = 60 voor AUC
0-28 dagen
). Zo ook hadden patiënten met CRS die met corticosteroïden werden
behandeld, hogere Abecma-cellulaire expansieniveaus, gemeten door een respectievelijk 1,7-voudig
en 2,2-voudig hogere gemiddelde C
max
(n = 18) en AUC
0-28 dagen
(n = 18), vergeleken met patiënten die
geen corticosteroïden kregen (n = 109 voor C
max
en n = 107 voor AUC
0-28 dagen
).
Levende vaccins
De veiligheid van immunisatie met levende virale vaccins tijdens of na behandeling met Abecma is
niet onderzocht. Vaccinatie met levende virale vaccins wordt niet aanbevolen gedurende ten minste
6 weken vóór het starten van lymfodepletie-chemotherapie, tijdens de behandeling met Abecma en tot
immuunherstel na de behandeling met Abecma.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden / anticonceptie bij mannen en vrouwen
De zwangerschapsstatus van vrouwen die zwanger kunnen worden, moet worden gecontroleerd met
behulp van een zwangerschapstest vóór het begin van de behandeling met Abecma.
Zie de voorschrijfinformatie voor fludarabine en cyclofosfamide voor informatie over de noodzaak
van doeltreffende anticonceptie bij patiënten die lymfodepletie-chemotherapie krijgen.
Er zijn onvoldoende gegevens over blootstelling om een aanbeveling te doen met betrekking tot de
duur van anticonceptie na de behandeling met Abecma.
Zwangerschap
Er zijn geen gegevens over het gebruik van idecabtagene vicleucel bij zwangere vrouwen. Er is geen
dieronderzoek met betrekking tot reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit met idecabtagene vicleucel
uitgevoerd om te bepalen of het middel bij toediening aan een zwangere vrouw schadelijk is voor de
foetus (zie rubriek 5.3).
Het is niet bekend of idecabtagene vicleucel kan worden overgedragen op de foetus. Op basis van het
werkingsmechanisme kunnen de getransduceerde cellen als ze de placenta passeren foetale toxiciteit
veroorzaken, inclusief plasmacelaplasie of hypogammaglobulinemie. Abecma wordt daarom niet
aanbevolen voor gebruik tijdens de zwangerschap of bij vrouwen die zwanger kunnen worden en geen
anticonceptie toepassen. Zwangere vrouwen moeten worden geïnformeerd over de mogelijke risico's
voor de foetus. Zwangerschap na de behandeling met Abecma dient te worden besproken met de
behandelend arts.
Beoordeling van immunoglobulinegehaltes bij pasgeboren zuigelingen van moeders die met Abecma
werden behandeld, moet worden overwogen.
11
Borstvoeding
Het is niet bekend of idecabtagene vicleucel-cellen in de moedermelk worden uitgescheiden of
overgedragen worden aan het met moedermelk gevoede kind. Risico voor met moedermelk gevoede
zuigelingen kan niet worden uitgesloten. Vrouwen die borstvoeding geven, moeten geadviseerd
worden over het mogelijke risico voor het kind dat borstvoeding krijgt.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over het effect van idecabtagene vicleucel op de vruchtbaarheid. De effecten
van idecabtagene vicleucel op de mannelijke en vrouwelijke vruchtbaarheid zijn niet onderzocht in
dieronderzoek.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Abecma kan grote invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
Vanwege de kans op neurologische bijwerkingen, waaronder veranderde psychische gesteldheid of
epileptische insulten met Abecma, moeten patiënten die Abecma krijgen zich onthouden van het rijden
of het bedienen van zware of mogelijk gevaarlijke machines gedurende ten minste 8 weken na
Abecma-infusie of totdat de neurologische bijwerkingen verdwenen zijn.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De veiligheidsgegevens die in deze rubriek worden beschreven, geven de blootstelling weer aan
Abecma in de KarMMa- en CRB-401-studies waarin 184 patiënten met recidiverend en refractair
multipel myeloom Abecma kregen. De mediane duur van opvolging was 15,5 maanden. De meest
voorkomende bijwerkingen waren neutropenie (91,3%), CRS (81,0%), anemie (70,7%),
trombocytopenie (66,8%), infecties - pathogeen niet-gespecificeerd (53,8%), leukopenie (48,4%),
vermoeidheid (39,1%), diarree (36,4%), hypokaliëmie (34,2%), hypofosfatemie (32,6%),
misselijkheid (32,6%), lymfopenie (31,5%), pyrexie (28,8%), hoesten (27,2%),
hypocalciëmie (26,6%), infecties - viraal (26,1%), hoofdpijn (23,9%), hypomagnesiëmie (22,3%),
infectie van de bovenste luchtwegen (21,7%), artralgie (20,7%), perifeer oedeem (20,1%),
verminderde eetlust (19,6%), hypogammaglobulinemie (19,6%) en febriele neutropenie (16,3%);
andere vaak voorkomende bijwerkingen die zijn opgetreden met een lagere frequentie en als klinisch
belangrijk worden beschouwd, zijn onder andere longontsteking (10,3%), tremor (8,2%),
slaperigheid (5,4%), afasie (4,3%), encefalopathie (4,3%) en syncope (4,3%).
Ernstige bijwerkingen traden op bij 70,1% van de patiënten. De meest voorkomende ernstige
bijwerkingen, waren CRS (17,4%), longontsteking (7,1%), febriele neutropenie (6,0%) en
pyrexie (6,0%); andere ernstige bijwerkingen die zijn opgetreden met een lagere frequentie en als
klinisch belangrijk worden beschouwd, zijn neutropenie (4,3%), sepsis (3,8%),
trombocytopenie (3,8%), verwardheid (2,2%), dyspneu (2,2%), hypoxie (1,6%), veranderingen in
mentale status (1,6%) en encefalopathie (1,6%).
De meest voorkomende bijwerkingen van graad 3 of 4 waren neutropenie (88,6%), anemie (58,2%),
trombocytopenie (53,5%), leukopenie (45,1%), lymfopenie (30,4%), infecties - pathogeen niet-
gespecificeerd (17,9%), hypofosfatemie (17,4%), febriele neutropenie (14,7%), hypocalciëmie (7,1%),
infecties - viraal (7,1%), longontsteking (6,0%), CRS (5,4%), hypertensie (5,4%) en
hyponatriëmie (5,4%).
Bijwerkingen van graad 3 of 4 werden vaker waargenomen binnen de eerste 8 weken na de infusie
(97,8%) vergeleken met later dan 8 weken na de infusie (60,8%). De vaakst gemelde bijwerkingen van
graad 3 of 4, gemeld tijdens de eerste 8 weken na de infusie, waren neutropenie (87,0%),
12
anemie (56,0%), trombocytopenie (48,4%), leukopenie (44,0%) lymfopenie (27,7%) en
hypofosfatemie (16,3%).
Overzichtstabel van bijwerkingen
Tabel 3 geeft een overzicht van de bijwerkingen waargenomen bij 128 patiënten in de KarMMa-studie
en 56 patiënten in de CRB-401-studie behandeld met Abecma over het streefdosisniveaus van
150 tot 450 x 10
6
CAR-positieve T-cellen (zie tabel 4 in rubriek 5.1 voor het overeenkomstige
dosisbereik van CAR-positieve levensvatbare T-cellen). Bijwerkingen worden weergegeven per
MedDRA-systeem/orgaanklasse
en frequentie. Frequenties zijn gedefinieerd als: zeer vaak (≥
1/10),
vaak (≥
1/100, <
1/10), soms (≥
1/1 000, <
1/100), zelden (≥
1/10 000, < 1/1 000), zeer zelden
(< 1/10 000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke
frequentiegroep worden de bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Tabel 3.
Bijwerkingen waargenomen bij patiënten behandeld met Abecma
Bijwerking
Infecties – bacteriële
Infecties – virale
Infecties – pathogeen niet-
gespecificeerd
Infecties – schimmels
Neutropenie
Leukopenie
Trombocytopenie
Febriele neutropenie
Lymfopenie
Anemie
Diffuse intravasale stolling
Cytokine-‘release’-syndroom
Hypogammaglobulinemie
Hemofagocytaire
lymfohistiocytose*
Hypofosfatemie
Hypokaliëmie
Hyponatriëmie
Hypocalciëmie
Hypoalbuminemie
Verminderde eetlust
Hypomagnesiëmie
Delier
b
Slapeloosheid
Encefalopathie
c
Hoofdpijn*
Duizeligheid
d
Insulten
Hemiparese
Afasie
e
Ataxie
f
Motorische functiestoornis
g
Tremor
Tachycardie*
Atriumfibrilleren*
Hypertensie
Hypotensie*
h
13
Systeem/orgaanklasse
Infecties en parasitaire
aandoeningen
a
Frequentie alle graden
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Zeer vaak
Vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Bloed- en lymfestelsel-
aandoeningen
Immuunsysteem-
aandoeningen
Voedings- en stofwisselings-
stoornissen
Psychische stoornissen
Zenuwstelselaandoeningen
Hartaandoeningen
Bloedvataandoeningen
Systeem/orgaanklasse
Ademhalingsstelsel-,
borstkas- en mediastinum-
aandoeningen
Maagdarmstelsel-
aandoeningen
Bijwerking
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Onderzoeken
*Bijwerking die is gemeld als een manifestatie van CRS.
a
Bijwerkingen uit systeem/orgaanklasse Infecties en parasitaire aandoeningen zijn gegroepeerd per soort pathogeen.
b
Delier omvat delirium, desoriëntatie, hallucinatie.
c
Encefalopathie omvat amnesie, bradyfrenie, cognitieve stoornis, verwardheid, verstoring van het aandachtsvermogen,
dyscalculie, dysgrafie, encefalopathie, lethargie, geheugenstoornis, veranderingen in mentale status, metabole
encefalopathie, slaperigheid, toxische encefalopathie.
d
Duizeligheid omvat duizeligheid, presyncope, syncope, vertigo.
e
Afasie omvat afasie, dysartrie.
f
Ataxie omvat ataxie, loopstoornissen.
g
Motorische functiestoornis omvat motorische stoornis, spierspasmen, spierzwakte.
h
Hypotensie omvat hypotensie, orthostatische hypotensie.
i
Gastro-intestinale bloeding omvat gastro-intestinale bloeding, hemorroïdale bloeding, melena, mondbloeding.
j
Vermoeidheid omvat vermoeidheid, malaise.
k
Oedeem omvat oedeem, gezichtsoedeem, gegeneraliseerd oedeem, perifeer oedeem, perifere zwelling.
Dyspneu
Hoest
Longoedeem
Hypoxie*
Braken
Diarree
Misselijkheid
Obstipatie
Gastro-intestinale bloeding
i
Artralgie
Myalgie
Pyrexie*
Vermoeidheid*
j
Asthenie
Oedeem
k
Rillingen*
Alanineaminotransferase
verhoogd
Aspartaataminotransferase
Zeer vaak
verhoogd
Alkalische fosfatase in het bloed Zeer vaak
verhoogd
C--reactief proteïne verhoogd* Vaak
Frequentie alle graden
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Zeer vaak
Vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Beschrijving van bepaalde bijwerkingen
Cytokine-‘release’-syndroom
In de samengevoegde studies (KarMMa en CRB-401) trad CRS op bij 81,0% van de patiënten die
Abecma kregen. CRS van graad 3 of hoger (Lee et al, 2014) trad op bij 5,4% van de patiënten, met
fatale (graad 5) CRS gemeld bij 0,5% van de patiënten. De mediane tijd tot begin, elke graad, was
1 dag (bereik: 1 tot 17) en de mediane duur van CRS was 5 dagen (bereik: 1 tot 63).
De meest voorkomende manifestaties van CRS waren onder meer pyrexie (78,3%),
hypotensie (32,1%), tachycardie (25,5%), rillingen (23,4%), hypoxie (16,3%), verhoogd C-reactief
proteïne (16,3%), hoofdpijn (14,7%) en vermoeidheid (10,9%). Bijwerkingen van graad 3 of hoger die
kunnen worden waargenomen in verband met CRS, waren atriumfibrilleren, capillaireleksyndroom,
hypotensie, hypoxie en HLH/MAS.
Van de 184 patiënten kreeg 45,1% tocilizumab; 32,6% kreeg een enkele dosis terwijl 12,5% meer dan
1 dosis tocilizumab kreeg voor de behandeling van CRS. In het algemeen kreeg 15,8% van de
patiënten over de beoogde dosisniveaus ten minste 1 dosis corticosteroïden voor de behandeling van
CRS. Van de 92 patiënten kreeg, bij de streefdosis van 450 x 10
6
CAR-positieve T-cellen, 54,3% van
de patiënten tocilizumab en 22,8% ten minste 1 dosis corticosteroïden voor de behandeling van CRS.
Zie rubriek 4.4 voor begeleiding bij controle en behandeling.
14
Neurologische bijwerkingen
In de samengevoegde studies waren bij de 184 patiënten, onafhankelijk van toeschrijving van
neurotoxiciteit door de onderzoeker, de meest voorkomende neurologische of psychiatrische
bijwerkingen: hoofdpijn (28,8%), duizeligheid (15,2%), verwardheid (13,0%), slapeloosheid (9,8%),
angst (8,2%), tremor (8,2%) en slaperigheid (6,5%). Andere neurologische bijwerkingen die optraden
met een lagere frequentie en als klinisch belangrijk werden beschouwd, waren afasie (4,3%) en
encefalopathie (4,3%).
CAR-T-cel-geassocieerde neurotoxiciteit werd in de KarMMa-studie primair vastgesteld door de
onderzoekers. Deze trad op bij 18,0% van de 128 patiënten die Abecma kregen, waarvan bij 3,1% van
de patiënten graad 3 (geen bijwerkingen van graad 4 of 5). De mediane tijd tot het begin van de eerste
bijwerking was 2 dagen (bereik: 1 tot 10). De mediane duur was 3 dagen (bereik: 1 tot 26). In het
algemeen kreeg 7,8% van de patiënten ten minste 1 dosis corticosteroïden voor de behandeling van
CAR-T-cel-geassocieerde neurotoxiciteit, terwijl bij de streefdosis van 450 x 10
6
CAR-positieve
T-cellen 14,8% van de patiënten ten minste 1 dosis corticosteroïden kreeg. De meest voorkomende
manifestaties van door de onderzoeker vastgestelde neurotoxiciteit bestond uit verwardheid (9,4%),
encefalopathie (5,5%), afasie (4,7%), hallucinatie (3,1%) en veranderingen in de mentale toestand
(3,1%). Zie rubriek 4.4 voor begeleiding bij de monitoring en behandeling.
Febriele neutropenie en infecties
In de samengevoegde studies traden infecties op bij 71,2% van de patiënten. Bij 23,4% van de
patiënten traden infecties op van graad 3 of 4. Infecties van graad 3 of 4 met een niet-gespecificeerd
pathogeen traden op bij 17,9%, virale infecties bij 7,1%, bacteriële infecties bij 3,8% en
schimmelinfecties bij 0,5% van de patiënten. Fatale infecties met een niet-gespecificeerd pathogeen
werden gemeld bij 1,6% van de patiënten en 0,5% van de patiënten had een fatale schimmel- of
virusinfectie. Zie rubriek 4.4 voor begeleiding bij controle en behandeling.
Febriele neutropenie (graad 3 of 4) werd waargenomen bij 14,7% van de patiënten na Abecma-infusie.
Febriele neutropenie kan gelijktijdig met CRS optreden. Zie rubriek 4.4 voor begeleiding bij
monitoring en behandeling.
Langdurige cytopenie
Patiënten kunnen na lymfodepletie-chemotherapie en Abecma-infusie langdurig cytopenieën vertonen.
In de samengevoegde studies was bij de laatste evaluatie in de eerste maand na Abecma-infusie bij
34,8% van de 178 patiënten met neutropenie van graad 3 of 4 en 72,7% van de 110 patiënten met
trombocytopenie van graad 3 of 4 dit niet verdwenen. Van de 62 patiënten met neutropenie die niet
verdwenen was in maand 1, herstelde 82,3% van neutropenie van graad 3 of 4 met een mediane tijd tot
herstel vanaf Abecma-infusie van 1,9 maanden. Van de 80 patiënten met trombocytopenie die niet
verdwenen was in maand 1, herstelde 71,3% van trombocytopenie van graad 3 of 4 met de mediane
tijd tot herstel van 2,2 maanden. Zie rubriek 4.4 voor begeleiding bij monitoring en behandeling.
Hypogammaglobulinemie
Hypogammaglobulinemie werd gemeld bij 19,6% van de patiënten die werden behandeld met Abecma
in de samengevoegde onderzoeken met een mediane tijd tot het begin van 100 dagen
(bereik: 15 tot 326). Zie rubriek 4.4 voor begeleiding bij monitoring en behandeling.
Immunogeniciteit
Abecma heeft het vermogen om antilichamen tegen CAR te induceren. In klinische onderzoeken werd
de humorale immunogeniciteit van Abecma gemeten door bepaling van anti-CAR-antilichaam in
serum vóór en na de toediening. In de samengevoegde studies testte 4,3% van de patiënten positief
voor anti-CAR-antilichamen voor de infusie en 50,5% na de infusie. Er is geen bewijs dat de
aanwezigheid van reeds bestaande anti-CAR-antilichamen na de infusie een invloed hebben op de
cellulaire expansie, veiligheid of werkzaamheid van Abecma.
15
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er zijn beperkte gegevens over overdosering met Abecma.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: nog niet toegewezen, ATC-code: nog niet toegewezen
Werkingsmechanisme
Abecma is een chimere antigeenreceptor (CAR)-positieve T-celtherapie die zich richt op
B-celmaturatie-antigeen (BCMA), die tot expressie komt aan het oppervlak van normale en maligne
plasmacellen. Het CAR-construct beschikt over een anti-BCMA scFv-targeting-domein voor
antigeenspecificiteit, een transmembraandomein, een CD3-zeta T-celactivatie-domein en een
41BB-costimulatoir domein. Antigeen-specifieke activering van Abecma resulteert in CAR-positieve
T-celproliferatie, cytokinesecretie en daaropvolgende cytolytische dood van cellen die BCMA tot
expressie brengen.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
KarMMa is een open-label, eenarmig, multicentrisch onderzoek ter evaluatie van de werkzaamheid en
veiligheid van Abecma bij volwassen patiënten met recidiverend en refractair multipel myeloom die
ten minste 3 eerdere behandelingen tegen myeloom hebben gekregen, waaronder een
immunomodulerend middel, een proteasoomremmer en een anti-CD38-antilichaam, en die niet
reageerden op het laatste behandelingsregime. Patiënten met CZS-aantasting door het myeloom, een
voorgeschiedenis van andere BCMA-gerichte therapieën, allogene STC of eerdere gentherapie
gebaseerd of andere genetisch gemodificeerde T-celtherapie werden uitgesloten. Patiënten met een
voorgeschiedenis van CZS-aandoeningen (zoals insulten), onvoldoende lever-, nier-, beenmergfunctie,
hart- en longfunctie of een huidige behandeling met immunosuppressiva werden uitgesloten.
Het onderzoek bestond uit: voorbehandeling (screening, leukaferese en overbruggingstherapie [indien
nodig]); de behandeling (lymfodepletie-chemotherapie en Abecma-infusie); en nabehandeling
(lopend) gedurende ten minste 24 maanden na de Abecma-infusie of tot gedocumenteerde
ziekteprogressie, afhankelijk van welke periode langer is. De lymfodepletie-chemotherapieperiode
was een cyclus van 3 dagen met cyclofosfamide (300 mg/m
2
i.v. infusie dagelijks gedurende 3 dagen)
en fludarabine (30 mg/m
2
i.v. infusie dagelijks gedurende 3 dagen) vanaf 5 dagen voorafgaand aan de
streefdatum voor infusie met Abecma. Patiënten werden opgenomen in het ziekenhuis gedurende
14 dagen na infusie met Abecma om mogelijke CRS en neurotoxiciteit te controleren en te
behandelen.
Van de 140 patiënten die waren opgenomen (d.w.z. die leukaferese ondergingen), kregen
128 patiënten de Abecma-infusie. Van de 140 patiënten kreeg slechts één patiënt het geneesmiddel
niet vanwege productiefalen. Tevens werden elf andere patiënten niet behandeld met Abecma,
vanwege het besluit van de arts (n = 3), terugtrekking van de patiënt (n = 4), bijwerkingen (n = 1),
progressieve ziekte (n = 1) of overlijden (n = 2) voorafgaand aan de toediening van Abecma.
16
Antikankertherapie voor het beheersen van de ziekte (ter overbrugging) was toegestaan tussen aferese
en lymfodepletie waarbij de laatste dosis ten minste 14 dagen voorafgaand aan het begin van de
lymfodepletie-chemotherapie werd toegediend. Van de 128 patiënten die behandeld waren met
Abecma, kregen de meeste patiënten (87,5%) antikankerbehandeling voor ziektebeheersing, volgens
het oordeel van de onderzoeker.
De streefdoses in het klinisch onderzoek waren 150, 300 of 450 x 10
6
CAR-positieve T-cellen per
infusie. Het toegestane dosisbereik was 150 tot 540 x 10
6
CAR-positieve T-cellen. In tabel 4 hieronder
worden de streefdosisniveaus weergegeven die gebruikt werden in het klinisch onderzoek op basis van
het totale aantal CAR-positieve T-cellen en het overeenkomstige bereik van de werkelijk toegediende
dosis, gedefinieerd als CAR-positieve levensvatbare T-cellen.
Tabel 4.
Totale dosis CAR-positieve T-cellen met het overeenkomstige dosisbereik van
CAR-positieve levensvatbare T-cellen (x10
6
)
CAR-positieve levensvatbare T-cellen (x10
6
)
(min., max.)
133 tot 181
254 tot 299
307 tot 485
Streefdosis op basis van het totale aantal
CAR-positieve T-cellen, inclusief
levensvatbare en niet-levensvatbare cellen
(x10
6
)
150
300
450
Tabel 5 geeft een overzicht van de baselinekenmerken van de patiënt en de ziekte voor de
ingeschreven en behandelde patiënten in het onderzoek.
Tabel 5.
Baselinekenmerken demografie/ziekte voor de onderzoekspopulatie
Kenmerken
Leeftijd (jaar)
Mediaan (min., max.)
65 jaar, n (%)
75 jaar, n (%)
Geslacht, mannelijk, n (%)
Ras, n (%)
Aziatisch
Zwart
Blank
ECOG-prestatiestatus, n (%)
0
1
2
a
Patiënten met extramedullair
plasmacytoom, n (%)
Tijd sinds de oorspronkelijke
diagnose (jaar), mediaan (min.,
max.)
Voorafgaand aan de
stamceltransplantatie, n (%)
Baseline cytogenetisch hoog risico
b,c
60 (42,9)
77 (55,0)
3 (2,1)
52 (37,1)
6 (1,0, 17,9)
131 (93,6)
46 (32,9)
17
Totaal ingeschreven
(n = 140)
60,5 (33, 78)
48 (34,3%)
5 (3,6)
82 (58,6)
3 (2,1)
8 (5,7)
113 (80,7)
Totaal behandeld
(n = 128)
60,5 (33, 78)
45 (35,2)
4 (3,1)
76 (59,4)
3 (2,3)
6 (4,7)
103 (80,5)
57 (44,5)
68 (53,1)
3 (2,3)
50 (39,1)
6 (1,0, 17,9)
120 (93,8)
45 (35,2)
Kenmerken
Beoordeeld ISS-stadium bij de
baseline (afgeleid)
d
, n (%)
Stadium I
Stadium II
Stadium III
Onbekend
Aantal eerdere
antimyeloombehandelingen
e
,
mediaan (min., max.)
Drievoudig refractair
f
, n (%)
Creatinineklaring (ml/min), n (%)
< 30
30 tot < 45
45 tot < 60
60 tot < 80
80
Totaal ingeschreven
(n = 140)
14 (10,0)
97 (69,3)
26 (18,6)
3 (2,1)
6 (3, 17)
117 (83,6)
3 (2,1)
9 (6,4)
13 (9,3)
38 (27,1)
77 (55,0)
Totaal behandeld
(n = 128)
14 (10,9)
90 (70,3)
21 (16,4)
3 (2,3)
6 (3, 16)
108 (84,4)
1 (0,8)
8 (6,3)
10 (7,8)
36 (28,1)
73 (57,0)
Max. = maximum; min. = minimum
a
Deze patiënten hadden een ECOG-score van < 2 bij de screening om in aanmerking te komen voor deelname, maar
vervolgens verslechtering naar een ECOG-score
van ≥
2 bij de baseline voor de start van LD-chemotherapie.
b
Baseline cytogenetische afwijking was gebaseerd op de baseline cytogenetica van het centraal laboratorium, indien
beschikbaar. Indien het centraal laboratorium niet beschikbaar of onbekend was, werden cytogenetica voorafgaand aan de
screening gebruikt.
c
Hoog risico gedefinieerd als deletie in chromosoom 17p (del[17p]), translocatie waarbij chromosomen 4 en 14 (t[4;14])
betrokken waren of translocatie waarbij chromosomen 14 en 16 (t[14;16]) betrokken waren.
d
Beoordeelde ISS werd afgeleid door middel van het baseline ISS-stadium, cytogene afwijking en serum-
lactaatdehydrogenase.
e
Inductie met of zonder hematopoëtische stamceltransplantatie en met of zonder onderhoudstherapie werd beschouwd als
een enkelvoudige therapie.
f
Drievoudig refractair wordt gedefinieerd als refractair voor een immunomodulerend middel, een proteasoomremmer en een
anti-CD38-antilichaam.
De mediane tijd van leukaferese tot de beschikbaarheid van het product was 32 dagen
(bereik: 24 tot 55 dagen) en de mediane tijd van leukaferese tot infusie was 40 dagen
(bereik: 33 tot 79 dagen). De mediane werkelijk toegediende dosis over alle streefdoses in het klinisch
onderzoek was 315,3 x 10
6
CAR-positieve T-cellen (bereik 150,5 tot 518,4).
De werkzaamheid werd beoordeeld op basis van het algehele responspercentage (ORR), complete
responspercentage (CR) en duur van respons (DOR), zoals vastgesteld door een onafhankelijke
beoordelingscommissie. Andere effectiviteitsparameters omvatten minimale residuele ziekte (MRD)
met behulp van next-generation sequencing (NGS).
Effectiviteitsparameters bij de streefdoses in het klinisch onderzoek (150 tot 450 x 10
6
CAR-positieve
T-cellen) worden weergegeven in tabel 6. De mediane follow-up was 19,9 maanden voor alle met
Abecma behandelde patiënten.
18
Tabel 6.
Samenvatting van werkzaamheid op basis van het KarMMa-onderzoek
Ingeschre-
ven
a
(n = 140)
Behandelde populatie
Streefdosis van Abecma (CAR-positieve T-cellen)
150 x 10
6b
(n = 4)
2 (50,0)
(6,8;93,2)
1 (25,0)
(0,6; 80,6)
2 (50,0)
(6,8; 93,2)
300 x 10
6
(n = 70)
48 (68,6)
(56,4; 79,1)
20 (28,6)
(18,4; 40,6)
31 (44,3)
(32,4; 56,7)
450 x 10
6
(n = 54)
44 (81,5)
(68,6; 90,7)
21 (38,9)
(25,9; 53,1)
35 (64,8)
(50,6; 77,3)
Totaal
150 tot 450 x 10
6
(n = 128)
94 (73,4)
(65,8; 81,1)
42 (32,8)
(24,7; 40,9)
68 (53,1)
(44,5; 61,8)
Totaal
responspercentage
(sCR+CR+VGPR+PR),
n (%)
95%-BI
c
CR of beter, n (%)
95%-BI
c
VGPR of beter, n (%)
95%-BI
c
MRD-negatieve status
d
en
CR
Gebaseerd op
behandelde patiënten
n (%)
95%-BI
Tijd tot respons, n
Mediaan (maanden)
Min., max.
Duur van de respons
(PR of beter)
e
, n
Mediaan (maanden)
95%-BI
94 (67,1)
(59,4; 74,9)
42 (30,0)
(22,4; 37,6)
68 (48,6)
(40,3; 56,9)
94
1,0
0,5, 8,8
94
10,6
8,0, 11,4
4
1 (25,0)
0,6; 80,6
2
1,0
1,0, 1,0
2
15,8
2,8, 28,8
70
17 (24,3)
14,8; 36,0
48
1,0
0,5, 8,8
48
8,5
5,4, 11,0
54
14 (25,9)
15,0 39,7
44
1,0
0,9, 2,0
44
11,3
10,3, 17,0
128
32 (25,0)
17,8; 33,4
94
1,0
0,5, 8,8
94
10,6
8,0, 11,4
CAR = chimere antigeenreceptor; BI = betrouwbaarheidsinterval; CR = volledige response; MRD = minimale residuele
ziekte; NI = niet inschatbaar; PR = gedeeltelijke respons; sCR = strikte volledige respons; VGPR = zeer goede partiële
respons.
a
Alle patiënten die leukaferese ondergingen.
b
De 150 x 10
6
CAR-positieve T-celdosis maakt geen deel uit van het goedgekeurde dosisbereik.
c
Voor Totaal ("Behandelde populatie" en "Ingeschreven populatie"): Wald BI; voor individuele streefdosisniveaus: Clopper-
Pearson exact BI.
d
Op basis van een drempel van 10
-5
met behulp van een next-generation sequencing assay. 95%-BI voor het percentage
MRD-negativiteit werd verkregen met de Clopper-Pearson exacte BI voor de individuele streefdosisniveaus en voor de
behandelde populatie.
e
Mediaan en 95%-BI zijn gebaseerd op de Kaplan-Meier-benadering.
Let op: De streefdosis is 450 x 10
6
CAR-positieve T-cellen binnen een bereik van 150 tot 540 x 10
6
CAR-positieve T-cellen.
De 150 x 10
6
CAR-positieve T-celdosis maakt geen deel uit van het goedgekeurde dosisbereik.
19
De Kaplan-Meier-curve van de duur van de respons per beste totale respons wordt getoond in
afbeelding 1.
Afbeelding 1.
Kaplan-Meier-curve van de duur van de respons op basis van de beoordeling
door de onafhankelijke beoordelingscommissie volgens IMWG-criteria – per
beste totale respons (met Abecma behandelde populatie)
Waarschijnlijkheid van aanhoudende respons, %
Tijd (maanden)
CR of beter
VGPR
PR
42
26
26
42
25
23
40
22
15
39
18
9
36
16
4
35
15
2
28
8
0
26
7
0
25
5
0
24
2
0
20
1
0
17
1
0
10
0
0
6
0
0
3
0
0
0
CR of beter: proefpersonen: 42; voorvallen: 23; mediaan: 21,45 (95%-BI: 12,52; NI)
VGPR: proefpersonen: 26; voorvallen: 25; mediaan: 10,38 (95%-BI: 5,09; 12,22)
PR: proefpersonen: 26; voorvallen: 26; mediaan: 4,50 (95%-BI: 2,86; 6,54)
BI = betrouwbaarheidsinterval; IMWG = International Myeloma Working Group; NI = niet inschatbaar. Twee patiënten met
een 150 x 10
6
CAR-positieve T-celdosis die geen deel uitmaakt van het goedgekeurde dosisbereik zijn opgenomen in
figuur 1.
Speciale patiëntengroepen
Ouderen
In het klinisch onderzoek naar Abecma waren 48 (34,3%) patiënten in het KarMMa-onderzoek 65 jaar
of ouder en 5 (3,6%) waren 75 jaar of ouder (zie tabel 5). Er werden geen klinisch belangrijke
verschillen in veiligheid of werkzaamheid van Abecma waargenomen tussen deze patiënten en
patiënten jonger dan 65 jaar.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Abecma in alle subgroepen van pediatrische
patiënten naar de behandeling van mature B-celneoplasma’s (zie rubriek 4.2 voor informatie over
pediatrisch gebruik).
Dit geneesmiddel is geregistreerd in het kader van een zogeheten ‘voorwaardelijke toelating’.
Dit betekent dat aanvullend bewijs over de baten van dit geneesmiddel wordt afgewacht.
Het Europees Geneesmiddelenbureau zal nieuwe informatie over dit geneesmiddel op zijn minst
eenmaal per jaar beoordelen en zo nodig deze SPC aanpassen.
20
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na Abecma-infusie vermenigvuldigen de CAR-positieve T-cellen zich en ondergaan ze een snelle
multi-log expansie gevolgd door een bi-exponentiële afname. De mediane tijd van de maximale
uitbreiding in perifeer bloed (T
max
) trad 11 dagen na infusie op.
Abecma kan blijven bestaan in perifeer bloed tot maximaal 1 jaar na de infusie.
De hoeveelheid transgen van Abecma werd positief geassocieerd met objectieve tumorrespons
(gedeeltelijke respons of beter). De mediane C
max
-waarden bij responders (n = 93) waren ongeveer
4,5 maal hoger vergeleken met de overeenstemmende waarden bij non-responders (n = 34). De
mediane AUC
0-28 dagen
bij responders (N = 93) was ongeveer 5,5 maal hoger dan bij non-responders
(N = 32).
Speciale patiëntengroepen
Patiënten met een verslechterde nier- en leverfunctie
Onderzoeken naar een verslechterde nier- en leverfunctie met Abecma werden niet uitgevoerd.
Effecten van leeftijd, gewicht, geslacht of ras
Leeftijd (bereik: 33 tot 78 jaar) had geen invloed op Abecma-expansieparameters. De farmacokinetiek
van Abecma bij patiënten jonger dan 18 jaar is niet geëvalueerd.
Patiënten met een lager lichaamsgewicht hadden een hogere cellulaire expansie. Door de hoge
variabiliteit in farmacokinetische cellulaire expansie wordt het totale effect van gewicht op de
expansieparameters van Abecma niet als klinisch relevant beschouwd.
Geslacht had geen invloed op Abecma-expansieparameters.
Ras en etniciteit hadden geen significant effect op Abecma-expansieparameters.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Abecma bestaat uit gemodificeerde humane T-cellen, er zijn dus geen representatieve
in vitro-assays,
ex vivo-modellen
of
in vivo-modellen
die de toxicologische eigenschappen van het humane product
nauwkeurig kunnen beschrijven. Daarom werden traditionele toxicologische onderzoeken, gebruikt
voor ontwikkeling van geneesmiddelen, niet uitgevoerd.
Genotoxiciteitsassays en carcinogeniciteitsonderzoeken werden niet uitgevoerd.
In vitro-expansiestudies
met gezonde donoren en patiënten toonden geen bewijs voor transformatie
en/of immortalisatie en geen preferentiële integratie vlak bij belangrijke genen in Abecma-T-cellen.
Gezien de aard van het geneesmiddel werden niet-klinische studies naar de vruchtbaarheid,
reproductie en ontwikkeling niet uitgevoerd.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
CryoStor CS10
Natriumchloride
Natriumgluconaat
Natriumacetaattrihydraat
Kaliumchloride
Magnesiumchloride
Water voor injecties
21
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
Houdbaarheid
Abecma is gedurende 1 jaar stabiel wanneer het wordt bewaard in de dampfase van vloeibare stikstof
(≤
-130°C).
Elke zak moet worden toegediend binnen 1 uur na de start van het ontdooien. Na ontdooien moet de
hoeveelheid van het geneesmiddel bestemd voor infusie bij kamertemperatuur (20°C–25°C) worden
bewaard.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de vriezer en bevroren transporteren in de dampfase van vloeibare
stikstof (≤
-130°C) en
het product moet bevroren blijven totdat de patiënt klaar is voor de behandeling om ervoor te zorgen
dat de levensvatbare, levende autologe cellen beschikbaar zijn voor toediening aan de patiënt. Het
geneesmiddel mag NIET worden ingevroren na ontdooien.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na ontdooien, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Ethyleenvinylacetaat cryopreservatiezak(ken) met verzegeld toegevoegd buisje met 10-30 ml (50 ml
zak), 30-70 ml (250 ml zak) of 55-100 ml (500 ml zak) celdispersie.
Elke cryopreservatiezak is afzonderlijk verpakt in een metalen cassette.
Eén individuele behandelingsdosis bestaat uit één of meer infuuszakken van dezelfde grootte en
hetzelfde vulvolume.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Te nemen voorzorgen voorafgaand aan gebruik of toediening van het geneesmiddel
Abecma dient binnen het behandelcentrum te worden vervoerd in gesloten, onbreekbare, lekdichte
containers.
Dit geneesmiddel bevat menselijke bloedcellen. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die
Abecma hanteren, moeten gepaste voorzorgsmaatregelen treffen (dragen van handschoenen en bril)
om mogelijke overdracht van besmettelijke ziekten te vermijden.
Voorbereiding voorafgaand aan toediening
Voorafgaand aan de Abecma-infusie moet worden bevestigd dat de identiteit van de patiënt
overeenkomt met de identificatie van de patiënt op de Abecma-cassette(s), de infuuszak(ken) en het
‘vrijgifte voor infusie’-certificaat (RfIC). De Abecma-infuuszak mag niet worden verwijderd uit de
cassette als de informatie op het voor de patiënt specifieke etiket niet overeenkomt met de betreffende
patiënt. Er moet onmiddellijk contact worden opgenomen met het bedrijf als er verschillen bestaan
tussen de etiketten en de identificatie van de patiënt.
Als er meer dan één infuuszak is ontvangen voor de behandeling, ontdooi dan de infuuszakken een
voor een. De timing voor ontdooien van Abecma en de infusie moet gecoördineerd worden. De
22
infusiestarttijd moet vooraf worden bevestigd en worden aangepast voor ontdooien, zodat Abecma
beschikbaar is voor infusie als de patiënt klaar is.
Ontdooien
Haal de Abecma-infuuszak uit de cassette en inspecteer de infuuszak vóór het ontdooien op
eventuele beschadigingen van de integriteit van de container, zoals barsten of scheuren. Als de
infuuszak beschadigd lijkt of lekt, mag het middel niet worden toegediend en moet het worden
verwijderd overeenkomstig de lokale richtlijnen voor het hanteren van afvalmateriaal van
humane oorsprong.
Plaats de infuuszak in een tweede steriele zak.
Ontdooi Abecma bij ongeveer 37°C met behulp van een goedgekeurd ontdooitoestel of
waterbad totdat er geen ijs meer zichtbaar is in de infuuszak. Meng voorzichtig de inhoud van
de zak met verschillende klompjes cellulair materiaal. Als zichtbare celklompjes overblijven,
blijf de inhoud van de zak dan voorzichtig mengen. Kleine klompjes cellulair materiaal zouden
zich moeten verspreiden door het voorzichtig mengen. Abecma niet wassen, afdraaien en/of
resuspenderen in nieuwe media vóór de infusie.
Toediening van Abecma
Vul de lijn van de infuusset met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie vóór
de infusie.
Infundeer Abecma binnen 1 uur na de start van het ontdooien, zo snel als de zwaartekracht
toelaat.
Nadat de gehele inhoud van de infuuszak is toegediend, moeten de lijnen gespoeld worden met
natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie met dezelfde infusiesnelheid, om
ervoor te zorgen dat al het product is toegediend.
Volg dezelfde procedure voor alle daaropvolgende infuuszakken voor de geïdentificeerde
patiënt.
Te nemen voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen van het geneesmiddel
Ongebruikt geneesmiddel en al het materiaal dat in aanraking is gekomen met Abecma (vast en
vloeibaar afval) dient te worden behandeld en afgevoerd als mogelijk besmettelijk afval volgens de
lokale richtlijnen voor het hanteren van materiaal van humane oorsprong.
Accidentele blootstelling
In geval van accidentele blootstelling moeten de lokale richtlijnen voor het hanteren van materiaal van
humane oorsprong worden gevolgd. Werkoppervlakken en materialen die mogelijk in contact zijn
geweest met Abecma, moeten worden ontsmet met een geschikt ontsmettingsmiddel.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1539/001
23
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 18 augustus 2021
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
MM/JJJJ
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
24
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF
EN FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN WAARAAN NA
TOEKENNING VAN EEN VOORWAARDELIJKE
VERGUNNING MOET WORDEN VOLDAAN
B.
C.
D.
E.
25
A.
FABRIKANT VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN FABRIKANT
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant van de biologisch werkzame stof
Celgene Corporation
Building S12
556 Morris Avenue
Summit, NJ 07901
Verenigde Staten
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Celgene Distribution B.V.
Orteliuslaan 1000
3528 BD Utrecht
Nederland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst
met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7
van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het
Europese webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen
6 maanden na toekenning van de vergunning indienen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
26
Extra risicobeperkende maatregelen
Belangrijke elementen:
Beschikbaarheid van tocilizumab en kwalificatie van het centrum via het gecontroleerde
distributieprogramma
De vergunninghouder zal ervoor zorgen dat ziekenhuizen en hun geassocieerde centra die Abecma
verstrekken, gekwalificeerd zijn in overeenstemming met het overeengekomen gecontroleerde
distributieprogramma door:
te zorgen voor onmiddellijke toegang in het centrum tot één dosis tocilizumab per patiënt
voorafgaand aan Abecma-infusie. Het behandelcentrum moet toegang hebben tot een extra dosis
tocilizumab binnen 8 uur na elke vorige dosis. In het uitzonderlijke geval dat tocilizumab niet
beschikbaar is als gevolg van een tekort dat wordt vermeld in de EMA-catalogus van tekorten
(EMA
shortage catalogue),
moet worden verzekerd dat geschikte alternatieve maatregelen op
de locatie beschikbaar zijn om CRS anders dan met tocilizumab te behandelen.
ervoor te zorgen dat professionele zorgverleners die betrokken zijn bij de behandeling van een
patiënt, het educatieve programma hebben voltooid.
Educatief programma
Voorafgaand aan de introductie van Abecma in elke lidstaat moet de vergunninghouder met de
nationale bevoegde instantie overeenstemming bereiken over de inhoud en de vorm van de
opleidingsmaterialen.
Educatief programma voor zorgverleners
Alle zorgverleners die verwacht worden Abecma voor te schrijven, te verstrekken en toe te dienen,
zullen een leidraad voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg krijgen met informatie over:
-
identificatie van CRS en ernstige neurologische bijwerkingen;
-
behandeling van CRS en ernstige neurologische bijwerkingen;
-
adequate controle van CRS en ernstige neurologische bijwerkingen;
-
verstrekken van alle relevante informatie aan patiënten;
-
Het behandelcentrum moet toegang hebben tot een extra dosis tocilizumab binnen 8 uur na elke
vorige dosis. In het uitzonderlijke geval dat tocilizumab niet beschikbaar is als gevolg van een
tekort dat wordt vermeld in de EMA-catalogus van tekorten (EMA
shortage catalogue),
moet
worden verzekerd dat geschikte alternatieve maatregelen op de locatie beschikbaar zijn om CRS
anders dan met tocilizumab te behandelen.
-
contactgegevens voor tumormonstertesten na het ontstaan van een secundaire maligniteit van
T-cel-oorsprong;
-
het onderzoek naar de veiligheid en werkzaamheid op lange termijn van Abecma en het belang
om bij te dragen aan een dergelijk onderzoek;
-
ervoor zorgen dat bijwerkingen adequaat en op gepaste wijze worden gemeld;
-
ervoor zorgen dat er gedetailleerde instructies over de procedure voor ontdooien worden
gegeven.
Educatief programma voor patiënten
Alle patiënten die Abecma krijgen, zullen een patiëntenkaart krijgen met de volgende
kernboodschappen:
-
de risico's van CRS en ernstige neurologische bijwerkingen in verband met Abecma;
-
de noodzaak om onmiddellijk de symptomen van vermoede CRS en neurotoxiciteit aan de
behandelend arts te melden;
-
de noodzaak om in de nabijheid van de locatie te blijven waar Abecma is toegediend,
gedurende ten minste 4 weken na Abecma-infusie;
-
de noodzaak om de patiëntenkaart altijd bij zich te dragen;
27
-
-
een herinnering voor de patiënt om de patiëntenkaart te tonen aan elke beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg, ook in geval van nood, en een boodschap voor beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg dat de patiënt met Abecma wordt behandeld;
velden voor het noteren van de contactgegevens van de voorschrijvende arts en het
batchnummer.
Verplichting tot het nemen van maatregelen na toekenning van de handelsvergunning
De vergunninghouder moet binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen nakomen:
Beschrijving
Om de werkzaamheid en veiligheid op lange termijn van Abecma verder te
karakteriseren bij volwassen patiënten met recidiverend en refractair multipel
myeloom die minimaal drie eerdere behandelingen hebben gekregen, waaronder
een immunomodulerend middel, een proteasoomremmer en een
anti-CD38-antilichaam, en bij wie ziekteprogressie is opgetreden tijdens de
laatste behandeling, zal de vergunninghouder een prospectief onderzoek op basis
van gegevens uit een register uitvoeren volgens een overeengekomen protocol en
de resultaten hiervan indienen.
Uiterste
datum
Tussentijdse
verslagen in
te dienen
volgens het
RMP.
Laatste
verslag:
Q3 2042
E.
SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN WAARAAN NA TOEKENNING VAN EEN
VOORWAARDELIJKE VERGUNNING MOET WORDEN VOLDAAN
Dit is een voorwaardelijke vergunning en overeenkomstig artikel 14-a van Verordening (EG)
nr. 726/2004 moet de vergunninghouder binnen het vastgestelde tijdschema de volgende
verplichtingen nakomen:
Beschrijving
Ter bevestiging van de werkzaamheid en veiligheid van Abecma bij volwassen
patiënten met recidiverend en refractair multipel myeloom die minimaal drie
eerdere behandelingen hebben gekregen, moet de vergunninghouder de resultaten
van het fase 3-onderzoek KarMMa-3 (MM-003) indienen waarin de
werkzaamheid en veiligheid van Abecma worden vergeleken met
standaardbehandelingen op basis van 3 geneesmiddelen bij proefpersonen met
recidiverend en refractair multipel myeloom.
Uiterste
datum
Juni 2023
28
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
29
A. ETIKETTERING
30
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING (CASSETTE)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Abecma 260-500 x 10
6
cellen dispersie voor infusie
idecabtagene vicleucel (CAR+ levensvatbare T-cellen)
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Autologe humane T-cellen
ex vivo
genetisch gemodificeerd met behulp van een lentivirale vector die
codeert voor een chimere antigeenreceptor (CAR) die BCMA herkent.
Bevat 260–500 x 10
6
CAR+ levensvatbare T-cellen.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: CryoStor CS10, natriumchloride, natriumgluconaat, natriumacetaattrihydraat,
kaliumchloride, magnesiumchloride, water voor injecties. Zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Dispersie voor infusie
10-30 ml per zak
30-70 ml per zak
55-100 ml per zak
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Niet bestralen.
Intraveneus gebruik.
Meng de inhoud van de zak tijdens het ontdooien.
Gebruik GEEN leukodepletiefilter.
STOP, patiënt-ID bevestigen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Uitsluitend voor autoloog gebruik.
31
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de vriezer in de dampfase van vloeibare
stikstof (≤
-130°C).
Ontdooi het geneesmiddel niet tot het gebruik ervan.
Niet opnieuw invriezen.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde menselijke bloedcellen.
Ongebruikt geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig de lokale
richtlijnen voor het hanteren van afval van materiaal van humane oorsprong.
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1539/001
13.
PARTIJNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
SEC:
Voornaam:
Achternaam:
Geboortedatum patiënt:
Aph ID/DIN:
JOIN:
Lot:
Identificatienr. zak:
14.
15.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
32
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing.
33
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
INFUUSZAK
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Abecma 260-500 x 10
6
cellen dispersie voor infusie
idecabtagene vicleucel (CAR+ levensvatbare T-cellen)
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Autologe humane T-cellen
ex vivo
genetisch gemodificeerd met behulp van een lentivirale vector die
codeert voor een chimere antigeenreceptor (CAR) die BCMA herkent.
Bevat 260–500 x 10
6
CAR+ levensvatbare T-cellen.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: CryoStor CS10, natriumchloride, natriumgluconaat, natriumacetaattrihydraat,
kaliumchloride, magnesiumchloride, water voor injecties. Zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Dispersie voor infusie
10-30 ml per zak
30-70 ml per zak
55-100 ml per zak
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Niet bestralen.
Intraveneus gebruik.
Meng de inhoud van de zak tijdens het ontdooien.
Gebruik GEEN leukodepletiefilter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Uitsluitend voor autoloog gebruik.
8.
EXP
34
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de vriezer in de dampfase van vloeibare
stikstof (≤
-130°C).
Het geneesmiddel niet ontdooien tot het gebruik ervan.
Niet opnieuw invriezen.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde menselijke bloedcellen.
Ongebruikt geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig de lokale
richtlijnen voor het hanteren van afval van materiaal van humane oorsprong.
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1539/001
13.
PARTIJNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
Voornaam:
Achternaam:
Geboortedatum patiënt:
Aph ID/DIN:
JOIN:
Lot:
Identificatienr. zak:
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
35
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing.
36
GEGEVENS DIE OP HET ‘VRIJGIFTE VOOR INFUSIE’-CERTIFICAAT (RfIC)
BIJGELEVERD BIJ ELKE LEVERING VOOR ÉÉN PATIËNT MOETEN WORDEN
VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Abecma 260 - 500 x 10
6
cellen dispersie voor infusie
idecabtagene vicleucel (CAR+ levensvatbare T-cellen)
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Autologe humane T-cellen
ex vivo
genetisch gemodificeerd met behulp van een lentivirale vector die
codeert voor een chimere antigeenreceptor (CAR) die BCMA herkent.
3.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID EN DOSERING
VAN HET GENEESMIDDEL
Identificatienummer van zak voor toediening
Identificatienr. zak:
Identificatienr. zak:
Identificatienr. zak:
Identificatienr. zak:
Identificatienr. zak:
Identificatienr. zak:
Identificatienr. zak:
Identificatienr. zak:
Werkelijk
vulvolume (ml)*
Aantal
CAR+ levensvatbare
T-cellen per zak
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
Totaal aantal zakken voor toediening
Totaal
dosisvolume
Dosis (totaal aantal CAR+
levensvatbare T-cellen)
*Het werkelijke volume is het volume geneesmiddel dat zich in elke zak bevindt en is mogelijk niet hetzelfde als het
streefvolume dat vermeld staat op het etiket van de zak met het geneesmiddel.
4.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
5.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
BEWAAR DIT DOCUMENT EN HOUD HET BESCHIKBAAR BIJ DE VOORBEREIDING VAN
DE TOEDIENING VAN ABECMA.
Uitsluitend voor autoloog gebruik.
37
6.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Niet van toepassing.
7.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM EN ANDERE PARTIJSPECIFIEKE INFORMATIE
Informatie over het product en de dosering
Vervaardigd door:
Fabricagedatum:
Uiterste gebruiksdatum:
Levensvatbaarheidspercentage van de cellen:
8.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde menselijke bloedcellen.
Ongebruikt geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig de lokale
richtlijnen voor het hanteren van afval van materiaal van humane oorsprong.
9.
PARTIJNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
Patiënteninformatie
Voornaam:
Geboortedatum:
JOIN:
APH ID/DIN:
SEC:
Achternaam:
Lotnummer:
Land:
10.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
11.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1539/001
38
B. BIJSLUITER
39
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Abecma 260 tot 500 x 10
6
cellen dispersie voor infusie
idecabtagene vicleucel (CAR+ levensvatbare T-cellen)
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Uw arts geeft u een waarschuwingskaart voor patiënten. Lees deze zorgvuldig en volg de
instructies op.
Toon deze waarschuwingskaart voor patiënten altijd aan uw arts of verpleegkundige als u ze ziet
of als u in het ziekenhuis wordt opgenomen.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Abecma is en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe wordt dit middel gegeven?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Abecma is en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Abecma?
Abecma is een soort geneesmiddel dat een ‘genetisch gemodificeerde celtherapie’ wordt genoemd. De
werkzame stof in het geneesmiddel is idecabtagene vicleucel en is gemaakt van uw eigen witte
bloedcellen, T-cellen genaamd.
Waarvoor wordt Abecma gebruikt?
Abecma wordt gebruikt voor de behandeling van volwassenen met multipel myeloom, wat een kanker
is van het beenmerg.
Het wordt toegediend als eerdere behandelingen voor uw kanker niet hebben gewerkt of de kanker
terug is gekomen.
Hoe werkt Abecma?
De witte bloedcellen worden uit uw bloed gehaald en worden genetisch gemodificeerd zodat ze zich
kunnen richten op de myeloomcellen in uw lichaam.
Wanneer Abecma in uw bloed wordt gebracht door middel van een infusie, zullen de gemodificeerde
witte bloedcellen de myeloomcellen doden.
40
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Als u denkt dat u misschien allergisch bent, vraag uw arts dan om advies.
U bent allergisch voor een van de stoffen in de geneesmiddelen die u krijgt voor lymfodepletie-
chemotherapie die gebruikt wordt om uw lichaam voor te bereiden op de behandeling met
Abecma.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt en als u:
long- of hartproblemen heeft.
een lage bloeddruk heeft.
een stamceltransplantatie heeft gehad in de afgelopen 4 maanden.
klachten of symptomen van graft-versus-host-ziekte heeft. Dit gebeurt als getransplanteerde
cellen uw lichaam aanvallen, waardoor symptomen zoals huiduitslag, misselijkheid, overgeven,
diarree en bloederige ontlasting ontstaan.
een infectie heeft. De infectie zal worden behandeld voordat u Abecma krijgt toegediend.
merkt dat de symptomen van uw kanker erger worden. Bij myeloom kan dit onder meer koorts,
gevoel van zwakte, botpijn, onverklaard gewichtsverlies zijn.
een infectie met het cytomegalovirus (CMV), hepatitis B- of C-virus of humaan
immunodeficiëntievirus (HIV) heeft gehad.
een vaccinatie heeft gehad in de voorafgaande 6 weken of van plan bent om er een te krijgen in
de komende paar maanden.
Als een van bovenstaande situaties op u van toepassing is (of u niet zeker bent), neem dan contact op
met uw arts voordat u Abecma krijgt.
Testen en onderzoeken
Voordat u Abecma krijgt, zal uw arts:
uw longen, hart en bloeddruk controleren.
letten op tekenen van infectie; een infectie zal worden behandeld voordat u Abecma krijgt.
controleren of uw kanker erger wordt.
controleren op CMV-, hepatitis B-, hepatitis C- of HIV-infectie.
Nadat u Abecma heeft gekregen
Er zijn ernstige bijwerkingen die u onmiddellijk aan uw arts of verpleegkundige moet vertellen
en waarvoor u misschien onmiddellijk medische hulp moet krijgen. Zie rubriek 4 onder
‘Ernstige bijwerkingen’.
Uw arts zal uw bloedbeeld regelmatig controleren aangezien het aantal bloedcellen kan dalen.
Blijf gedurende ten minste 4 weken in de buurt van het behandelcentrum waar u Abecma heeft
gekregen. Zie rubriek 3 en 4.
U mag geen bloed, organen, weefsels of cellen doneren voor transplantatie.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Abecma mag niet worden gebruikt bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast dit middel nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
verpleegkundige. Dit geldt ook voor vrij verkrijgbare geneesmiddelen.
41
Geneesmiddelen die invloed hebben op uw immuunsysteem
Voordat u Abecma krijgt, moet u uw arts of verpleegkundige vertellen of u geneesmiddelen gebruikt
die uw afweersysteem verzwakken, zoals corticosteroïden. Dit is omdat deze geneesmiddelen de
werking van Abecma kunnen beïnvloeden.
Zie rubriek 3 voor informatie over de geneesmiddelen die u krijgt voordat u Abecma krijgt.
Vaccinaties
U mag bepaalde vaccins, die levende vaccins worden genoemd, niet krijgen:
in de 6 weken voordat u een korte behandeling met chemotherapie (genaamd lymfodepletie-
chemotherapie) krijgt om uw lichaam voor te bereiden op Abecma.
tijdens de behandeling met Abecma.
na de behandeling terwijl het afweersysteem aan het herstellen is.
Praat met uw arts als u eventuele vaccinaties nodig heeft.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Dit is omdat de effecten van Abecma bij
zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven niet bekend zijn en schadelijk kunnen zijn
voor uw ongeboren baby of kind dat borstvoeding krijgt.
Als u zwanger bent of denkt zwanger te zijn na de behandeling met Abecma, vertel dit dan
onmiddellijk aan uw arts.
U krijgt een zwangerschapstest voordat de behandeling begint. Abecma mag alleen worden
gegeven als de testresultaten aantonen dat u niet zwanger bent.
Bespreek zwangerschap met uw arts als u Abecma heeft gekregen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
U mag geen voertuigen besturen, machines bedienen of deelnemen aan activiteiten waarvoor u alert
moet zijn gedurende ten minste 8 weken na de behandeling of totdat uw arts u zegt dat u volledig bent
hersteld. Abecma kan slaperigheid veroorzaken, kan leiden tot verwardheid of aanvallen (stuipen).
Abecma bevat natrium, kalium en dimethylsulfoxide (DMSO)
Dit geneesmiddel bevat tot 752 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) per
dosis. Dit komt overeen met 37,6% van de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid natrium in de
voeding voor een volwassene.
Dit middel bevat tot 274 mg kalium per dosis. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een
verminderde nierfunctie of patiënten op een gecontroleerd kaliumdieet.
Als u niet eerder bent blootgesteld aan DMSO, moet u tijdens de eerste minuten van de infusieperiode
nauwlettend worden geobserveerd.
3.
Hoe wordt dit middel gegeven?
Bloed geven om Abecma te maken uit uw witte bloedcellen
Uw arts zal wat bloed van u afnemen via een slangetje (katheter) in uw ader. Sommige van uw
witte bloedcellen worden gescheiden van uw bloed en de rest van uw bloed wordt teruggeleid
uw lichaam in. Deze procedure heet ‘leukaferese’ en kan 3 tot 6 uur duren. Dit proces moet
misschien worden herhaald.
Uw witte bloedcellen worden dan ingevroren en opgestuurd om Abecma te maken.
42
Andere geneesmiddelen die u krijgt vóór Abecma
Een paar dagen voordat u Abecma krijgt, krijgt u een korte behandeling met chemotherapie. Dit
is om uw bestaande witte bloedcellen te verwijderen.
Kort voordat u Abecma krijgt, krijgt u paracetamol en een antihistaminicum. Dit is bedoeld om
het risico op infusiereacties en koorts te verminderen.
Hoe wordt Abecma gegeven?
Uw arts controleert of de Abecma uit uw eigen bloed werd gemaakt door te controleren of de
identiteitsgegevens van de patiënt op de geneesmiddeletiketten overeenkomen met uw
gegevens.
Abecma wordt gegeven als een infusie via een lijn in uw ader.
Nadat Abecma is toegediend
Blijf gedurende ten minste 4 weken in de buurt van het behandelcentrum waar u Abecma heeft
gekregen.
U zult in het behandelcentrum dagelijks gecontroleerd worden gedurende ten minste 10 dagen
om te controleren of de behandeling werkt en om u te helpen als u bijwerkingen heeft. Zie
rubriek 2 en 4.
U mag geen bloed, organen, weefsels of cellen doneren voor transplantatie.
Als u een afspraak mist
Bel uw arts of het behandelcentrum zo snel mogelijk om een nieuwe afspraak te maken.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Ernstige bijwerkingen
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u last krijgt van een van de volgende bijwerkingen nadat
u Abecma heeft gekregen. Deze treden doorgaans op in de eerste 8 weken na de infusie, maar kunnen
ook later ontstaan:
koorts, rillingen, ademhalingsproblemen, duizeligheid of een licht gevoel in het hoofd,
misselijkheid, hoofdpijn, snelle hartslag, lage bloeddruk of vermoeidheid – dit kunnen
symptomen zijn van cytokine-‘release’-syndroom of CRS, een ernstige of mogelijk fatale
aandoening.
verwardheid, geheugenproblemen, spraakproblemen of vertraagd spreken, moeite met het
begrijpen van een gesprek, verlies van evenwicht of coördinatie, desoriëntatie, minder alert zijn
(verminderd bewustzijn) of overmatige slaperigheid, verlies van bewustzijn, ijlen, aanvallen
(stuipen), rillen of zwakte met verlies van beweging aan één kant van het lichaam.
tekenen van een infectie, zoals koorts, rillingen of beven, hoesten, kortademigheid, snelle
ademhaling en snelle polsslag.
zich zeer moe, zwak of kortademig voelen, dit kunnen tekenen zijn van een laag aantal rode
bloedcellen (anemie).
blauwe plekken zonder oorzaak of gemakkelijker bloeden, zoals neusbloedingen of bloeding uit
de mond of darmen, dit kan teken zijn van een laag aantal bloedplaatjes in uw bloed.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u een van de bovengenoemde bijwerkingen krijgt, aangezien u
mogelijk dringende medische behandeling nodig heeft.
43
Andere mogelijke bijwerkingen zijn
Zeer vaak: komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
gebrek aan energie
hoge bloeddruk
verminderde eetlust
verstopping van de darmen (obstipatie)
gezwollen enkels, armen, benen en gezicht
gewrichtspijn
laag aantal witte bloedcellen (neutrofielen, leukocyten en lymfocyten), waardoor het risico op
infectie verhoogt
infecties zoals longontsteking of infecties van de luchtwegen, mond, huid, urinewegen of bloed,
die kunnen worden veroorzaakt door bacteriën, een virus of een schimmel
laag gehalte aan antilichamen, immunoglobulinen genaamd, (hypogammaglobulinemie) die
belangrijk zijn bij het bestrijden van infecties
verlaagd gehalte van calcium, natrium, magnesium, kalium, fosfaat of albumine, wat kan leiden
tot vermoeidheid, spierzwakte of -krampen of een onregelmatige hartslag
verhoogd gehalte van leverenzymen (abnormale leverfunctietest) of een hoger gehalte van een
eiwit (C-reactief proteïne) in het bloed dat kan wijzen op een ontsteking.
Vaak: komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
ernstige ontsteking door activering van uw afweersysteem, wat kan leiden tot ernstige schade in
het lichaam
moeite met slapen
spierpijn
abnormale bewegingen van het lichaam of gebrek aan coördinatie
ongelijke of onregelmatige hartslag
vocht in de longen
laag zuurstofgehalte in het bloed, wat kan leiden tot kortademigheid, verwarring of slaperigheid.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen.
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
van de cassette en van de infuuszak na ‘EXP’.
Bewaren in de vriezer en bevroren transporteren in de dampfase van vloeibare
stikstof (≤
-130°C). Het
geneesmiddel niet ontdooien voordat het klaar is om te worden gebruikt. Niet opnieuw invriezen.
Gebruik dit geneesmiddel niet als de infuuszak beschadigd is of lekt.
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde menselijke bloedcellen. Voor ongebruikte
geneesmiddelen of afvalmateriaal moeten de lokale richtlijnen voor het hanteren van afval van
materiaal van humane oorsprong worden gevolgd.
44
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is idecabtagene vicleucel. Elke infuuszak met Abecma bevat
idecabtagene vicleucel celdispersie in een batch-afhankelijke concentratie autologe T-cellen die
zodanig genetisch gemodificeerd zijn dat ze een anti-BCMA chimere antigeenreceptor
(CAR-positieve levensvatbare T-cellen) tot expressie brengen. Eén of meer infuuszakken
bevatten een totaal van 260-500 × 10
6
CAR-positieve levensvatbare T-cellen.
De andere stoffen (hulpstoffen) in dit middel zijn CryoStor CS10, natriumchloride,
natriumgluconaat, natriumacetaattrihydraat, kaliumchloride, magnesiumchloride, water voor
injecties. Zie rubriek 2 ‘Abecma bevat natrium, kalium en DMSO’.
Hoe ziet Abecma eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Abecma is een kleurloze celdispersie voor infusie, geleverd in een of meerdere infuuszakken die
afzonderlijk verpakt zijn in een metalen cassette. Elke zak bevat 10 ml tot 100 ml celdispersie.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Fabrikant
Celgene Distribution B.V.
Orteliuslaan 1000
3528 BD Utrecht
Nederland
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Dit geneesmiddel is voorwaardelijk toegelaten. Dit betekent dat er in de toekomst meer definitieve
gegevens worden verwacht over dit geneesmiddel. Het Europees Geneesmiddelenbureau zal ieder jaar
nieuwe informatie over het geneesmiddel beoordelen. Als dat nodig is, zal deze bijsluiter worden
aangepast.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu. Hier vindt u ook verwijzingen naar andere
websites over zeldzame ziektes en hun behandelingen.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Het is belangrijk dat u de volledige inhoud van deze procedure leest voordat u Abecma gaat toedienen.
Te nemen voorzorgen voorafgaand aan gebruik of toediening van het geneesmiddel
Abecma dient binnen het behandelcentrum te worden vervoerd in gesloten, onbreekbare,
lekdichte containers.
Dit geneesmiddel bevat menselijke bloedcellen. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die
Abecma hanteren, moeten gepaste voorzorgsmaatregelen treffen (dragen van handschoenen en
bril) om mogelijke overdracht van besmettelijke ziekten te vermijden.
45
Voorbereiding voorafgaand aan toediening
Voorafgaand aan de Abecma-infusie moet worden bevestigd dat de identiteit van de patiënt
overeenkomt met de identificatie van de patiënt op de Abecma-cassette(s), de infuuszak(ken) en
het ‘vrijgifte voor infusie’-certificaat (RfIC).
De Abecma-infuuszak mag niet worden verwijderd uit de cassette als de informatie op het voor
de patiënt specifieke etiket niet overeenkomt met de betreffende patiënt. Er moet onmiddellijk
contact worden opgenomen met het bedrijf als er verschillen bestaan tussen de etiketten en de
identificatie van de patiënt.
Als er meer dan één infuuszak is ontvangen voor de behandeling, ontdooi dan de infuuszakken
een voor een. De timing voor ontdooien van Abecma en de infusie moet gecoördineerd worden.
De infusiestarttijd moet vooraf worden bevestigd en worden aangepast voor ontdooien, zodat
Abecma beschikbaar is voor infusie als de patiënt klaar is.
Ontdooien
Haal de Abecma-infuuszak uit de cassette en inspecteer de infuuszak vóór het ontdooien op
eventuele beschadigingen van de integriteit van de container, zoals barsten of scheuren. Als de
infuuszak beschadigd lijkt of lekt, mag het middel niet worden toegediend en moet het worden
verwijderd overeenkomstig de lokale richtlijnen voor het hanteren van afval van materiaal van
humane oorsprong.
Plaats de infuuszak in een tweede steriele zak.
Ontdooi Abecma bij ongeveer 37°C met behulp van een goedgekeurd ontdooitoestel of
waterbad totdat er geen ijs meer zichtbaar is in de infuuszak. Meng voorzichtig de inhoud van
de zak met verschillende klompjes cellulair materiaal. Als zichtbare celklompjes overblijven,
blijf de inhoud van de zak dan voorzichtig mengen. Kleine klompjes cellulair materiaal zouden
zich moeten verspreiden door het voorzichtig mengen. Abecma niet wassen, afdraaien en/of
resuspenderen in nieuwe middelen vóór de infusie.
Toediening van Abecma
Gebruik GEEN leukodepletiefilter.
Intraveneuze infusie van Abecma mag alleen worden toegediend door een beroepsbeoefenaar in
de gezondheidszorg die ervaring heeft met immunosuppressieve patiënten en in staat is om
anafylaxie te behandelen.
Controleer of tocilizumab en noodapparatuur beschikbaar zijn voorafgaand aan de infusie en
tijdens de herstelperiode. In het uitzonderlijke geval dat tocilizumab niet beschikbaar is als
gevolg van een tekort dat wordt vermeld in de EMA-catalogus van tekorten (EMA
shortage
catalogue),
moet worden verzekerd dat geschikte alternatieve maatregelen op de locatie
beschikbaar zijn om CRS anders dan met tocilizumab te behandelen.
Centraal-veneuze toegang kan worden gebruikt voor de infusie van Abecma en wordt
aangemoedigd bij patiënten met slechte perifere toegang.
Bevestig dat de identiteit van de patiënt overeenkomt met de identificatie van de patiënt op de
Abecma-infuuszak.
Vul de slang van de infuusset met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie vóór
de infusie.
Dien Abecma toe binnen 1 uur na de start van het ontdooien en zo snel als de zwaartekracht
toelaat.
Nadat de gehele inhoud van de infuuszak is toegediend, moet de slangenset gespoeld worden
met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie met dezelfde infusiesnelheid, om
ervoor te zorgen dat al het product is toegediend.
Volg dezelfde procedure voor alle daaropvolgende infuuszakken voor de geïdentificeerde
patiënt.
Verwijdering van Abecma
Ongebruikt geneesmiddel en al het materiaal dat in aanraking is gekomen met Abecma (vast en
vloeibaar afval) dient te worden behandeld en afgevoerd als mogelijk besmettelijk afval volgens
de lokale richtlijnen voor het hanteren van materiaal van humane oorsprong.
46
Accidentele blootstelling
In geval van accidentele blootstelling moeten de lokale richtlijnen voor het hanteren van
materiaal van humane oorsprong worden gevolgd. Werkoppervlakken en materialen die
mogelijk in contact zijn geweest met Abecma, moeten worden ontsmet met een geschikt
ontsmettingsmiddel.
47

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Abecma 260-500 x 106 cellen dispersie voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

2.1 Algemene beschrijving
Abecma (idecabtagene vicleucel) is een genetisch gemodificeerde autologe immunotherapie die
bestaat uit humane T-cellen getransduceerd met lentivirale vector (LVV) die codeert voor een chimere
antigeenreceptor (CAR) die zich richt op B-cel-maturatie-antigeen.

2.2 Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling
Elke patiëntspecifieke infuuszak met Abecma bevat idecabtagene vicleucel celdispersie in een batch-
afhankelijke concentratie autologe T-cellen die zodanig genetisch gemodificeerd zijn dat ze een
anti-BCMA chimere antigeenreceptor (CAR-positieve levensvatbare T-cellen) tot expressie brengen.
Het eindproduct is verpakt in een of meer infuuszakken met een celdispersie van 260 tot
500 x 106 CAR-positieve levensvatbare T-cellen.
Elke infuuszak bevat 10-30 ml, 30-70 ml of 55-100 ml dispersie voor infusie.
De cellulaire samenstelling en het definitieve aantal cellen variëren tussen individuele patiëntbatches.
Naast T-cellen kunnen naturalkillercellen (NK-cellen) aanwezig zijn. De kwantitatieve informatie over
het aantal CAR-positieve levensvatbare T-cellen/zak wordt weergegeven in het `vrijgifte voor
infusie'-certificaat (release for infusion certificate, RfIC) dat zich in het deksel bevindt van de droge
(damp) verlader die gebruikt wordt voor het transporteren.
Hulpstoffen met bekend effect
Dit geneesmiddel bevat 5% dimethylsulfoxide (DMSO), tot 752 mg natrium en tot 274 mg kalium per
dosis.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Dispersie voor infusie.
Een kleurloze dispersie.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Abecma is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met recidiverend en refractair
multipel myeloom die minimaal drie eerdere behandelingen hebben gekregen, waaronder een
immunomodulerend middel, een proteasoomremmer en een anti-CD38-antilichaam, en bij wie
ziekteprogressie is opgetreden tijdens de laatste behandeling.
Abecma moeten worden toegediend in een gekwalificeerd behandelcentrum.
De behandeling met Abecma moet worden gestart onder leiding en onder toezicht van een arts met
ervaring in het behandelen van hematologische maligniteiten die getraind is in het toedienen en
behandelen van patiënten die Abecma krijgen.
Voorafgaand aan de infusie met Abecma moeten minimaal één dosis tocilizumab en noodapparatuur
beschikbaar zijn voor gebruik in geval van een cytokine-`release'-syndroom (CRS). Het
behandelcentrum moet binnen 8 uur na elke vorige dosis toegang hebben tot een extra dosis
tocilizumab. In het uitzonderlijke geval dat tocilizumab niet beschikbaar is als gevolg van een tekort
dat wordt vermeld in de EMA-catalogus van tekorten (EMA shortage catalogue), moeten voorafgaand
aan de infusie geschikte alternatieve maatregelen beschikbaar zijn om CRS anders dan met
tocilizumab te behandelen.
Dosering
Abecma is uitsluitend bedoeld voor autoloog gebruik (zie rubriek 4.4). Het vervaardigen en vrijgeven
van Abecma duurt meestal ongeveer 4-5 weken.
De behandeling bestaat uit een enkele dosis voor infusie met een dispersie van CAR-positieve
levensvatbare T-cellen in een of meer infuuszakken. De streefdosis is 420 x 106 CAR-positieve
levensvatbare T-cellen binnen een bereik van 260 tot 500 x 106 CAR-positieve levensvatbare T-cellen.
Zie het bijbehorende `vrijgifte voor infusie'-certificaat (RfIC) voor aanvullende informatie met
betrekking tot de dosis.
Voorbehandeling (lymfodepletie-chemotherapie)
Lymfodepletie-chemotherapie die bestaat uit 300 mg/m2 intraveneus (i.v.) cyclofosfamide en
30 mg/m2 i.v. fludarabine moet worden toegediend gedurende 3 dagen. Zie de productinformatie voor
cyclofosfamide en fludarabine voor informatie over dosisaanpassing bij nierfunctiestoornis.
Abecma zal 2 dagen na voltooiing van de lymfodepletie-chemotherapie worden toegediend gedurende
maximaal 9 dagen. De beschikbaarheid van Abecma moet worden bevestigd vóór aanvang van de
lymfodepletie-chemotherapie. Als de infusie uitgesteld wordt en hierdoor de termijn tussen het
voltooien van de lymfodepletie-chemotherapie en de infusie meer dan 4 weken wordt, moet de
lymfodepletie chemotherapie worden herhaald.
Premedicatie
Om het risico op infusiereacties te beperken, moet de patiënt premedicatie worden gegeven met
paracetamol (500 tot 1 000 mg oraal) en difenhydramine (12,5 mg intraveneus of 25 tot 50 mg oraal)
of een andere H1-antihistamine, ongeveer 30 tot 60 minuten vóór infusie met Abecma.
Profylactisch gebruik van systemische corticosteroïden dient te worden vermeden omdat dit de
werking van Abecma kan verstoren. Therapeutische doses corticosteroïden moeten worden vermeden
72 uur vóór het begin van lymfodepletie-chemotherapie en na de infusie van Abecma, behalve voor de
behandeling van CRS, neurologische toxiciteiten en andere levensbedreigende noodgevallen (zie
rubriek 4.4).
Klinische evaluatie voorafgaand aan de infusie
Behandeling met Abecma dient te worden uitgesteld bij sommige groepen risicopatiënten (zie
rubriek 4.4).
-
Patiënten dienen de eerste 10 dagen na infusie in het gekwalificeerde behandelcentrum
gecontroleerd te worden op tekenen en symptomen van CRS, neurologische bijwerkingen en
andere toxiciteiten.
-
Na de eerste 10 dagen volgend op de infusie moet de patiënt naar oordeel van de arts worden
gecontroleerd.
-
Patiënten dienen te worden geïnstrueerd gedurende ten minste 4 weken na infusie in de buurt
(binnen 2 uur reizen) van het gekwalificeerde behandelcentrum te blijven.
Speciale patiëntengroepen
Patiënten met infectie met het humaan immunodeficiëntievirus (HIV), hepatitis B-virus (HBV) en
hepatitis C-virus (HCV)
Er is geen klinische ervaring bij patiënten met actieve HIV-, HBV- of HCV-infectie. Screening voor
HBV, actieve HIV en actieve HCV moet worden uitgevoerd vóór het verzamelen van cellen voor de
productie. Leukaferesemateriaal van patiënten met actieve HIV- of actieve HCV-infectie wordt niet
geaccepteerd voor productie van Abecma (zie rubriek 4.4).
Ouderen
Er is geen dosisaanpassing vereist voor patiënten ouder dan 65 jaar (zie rubriek 5.1).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Abecma bij kinderen en adolescenten onder de leeftijd van 18 jaar
zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Abecma is uitsluitend voor intraveneus gebruik.
Toediening
·
Gebruik
GEEN leukodepletiefilter.
·
Controleer of tocilizumab of geschikte alternatieven, in het uitzonderlijke geval dat tocilizumab
niet beschikbaar is als gevolg van een tekort dat wordt vermeld in de EMA-catalogus van
tekorten, en noodapparatuur beschikbaar zijn voorafgaand aan de infusie en tijdens de
herstelperiode.
·
Centraal-veneuze toegang kan worden gebruikt voor de infusie van Abecma en wordt
aangemoedigd bij patiënten met slechte perifere toegang.
·
Bevestig dat de identiteit van de patiënt overeenkomt met de identificatie van de patiënt op de
Abecma-infuuszak.
Voor instructies over bereiding, toediening, accidentele blootstelling en verwijdering van het
geneesmiddel, zie rubriek 6.6.

4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Contra-indicaties voor de lymfodepletie-chemotherapie moeten in overweging worden genomen.

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
De vereisten voor het terugvinden van de herkomst van geneesmiddelen voor geavanceerde
celtherapie moeten worden toegepast. Om het terugvinden van de herkomst te waarborgen, dienen de
naam van het product, het batchnummer en de naam van de behandelde patiënt gedurende 30 jaar na
de uiterste houdbaarheidsdatum van het product bewaard te worden.
Vanwege de risico's in verband met de Abecma-behandeling dient de infusie maximaal 7 dagen te
worden uitgesteld wanneer een patiënt een van de volgende aandoeningen heeft:
·
Onopgeloste ernstige bijwerkingen (met name pulmonaire bijwerkingen, cardiale bijwerkingen
of hypotensie) met inbegrip van bijwerkingen van de voorafgaande chemotherapieën.
·
Actieve infecties of inflammatoire aandoeningen (zoals pneumonitis, myocarditis of hepatitis).
·
Actieve graft-versus-host-ziekte (GVHD).
Autoloog gebruik
Abecma is enkel bedoeld voor autoloog gebruik en mag in geen geval worden toegediend aan andere
patiënten. Voorafgaand aan de infusie moet worden bevestigd dat de identiteit van de patiënt
overeenkomt met de identificatie van de patiënt op de Abecma-infuuszak, -cassette en het `vrijgifte
voor infusie'-certificaat (RfIC). Abecma mag niet worden toegediend als de informatie op het
patiëntspecifieke etiket niet overeenkomt met de betreffende patiënt.
Gelijktijdige ziekte
Patiënten met een actieve aandoening aan het centrale zenuwstelsel (CZS) of een ontoereikende nier-,
lever-, long- of hartfunctie zijn waarschijnlijk kwetsbaarder voor de gevolgen van de hieronder
beschreven bijwerkingen en vereisen extra aandacht.
Pathologie van het centrale zenuwstelsel
Er is geen ervaring met gebruik van Abecma bij patiënten met aantasting van het CZS door het
myeloom of andere reeds bestaande, klinisch relevante pathologieën van het CZS.

Eerdere allogene stamceltransplantatie
Het wordt niet aanbevolen dat patiënten met Abecma worden behandeld binnen 4 maanden na een
allogene stamceltransplantatie (SCT) vanwege het mogelijke risico op verergering van GVHD met
Abecma. Leukaferese voor Abecma-productie moet ten minste 12 weken na allogene SCT worden
uitgevoerd.
Eerdere behandeling met een anti-BCMA-therapie
Er is beperkte ervaring met Abecma bij patiënten die zijn blootgesteld aan een eerdere
BCMA-gerichte therapie.
Er is beperkte ervaring van herbehandeling van patiënten met een tweede dosis Abecma. Na een
herbehandeling met Abecma traden er zelden responsen op en waren deze minder duurzaam in
vergelijking met een eerste behandeling. Daarnaast werden er fatale uitkomsten waargenomen bij
herbehandelde patiënten.
Cytokine-`release'-syndroom (CRS)
CRS, waaronder fatale of levensbedreigende reacties, traden op na Abecma-infusie. Bijna alle
patiënten hebben een zekere mate van CRS ervaren. De mediane tijd tot het begin van CRS was 1 dag
(bereik: 1 tot 12) (zie rubriek 4.8).
Monitoring en behandeling van CRS
CRS moet worden vastgesteld op basis van klinische presentatie. Patiënten moeten worden beoordeeld
en behandeld voor andere oorzaken van koorts, hypoxie en hypotensie. In sommige gevallen kunnen
hemofagocytaire lymfohistiocytose/macrofagenactivatiesyndroom (HLH/MAS) voorkomen als er
sprake is van CRS, en de fysiologie van de syndromen kan overlappen. MAS is een mogelijk
MAS. Behandeling van MAS moet worden toegediend volgens de richtlijnen van de instelling.
Op de locatie moet per patiënt één dosis tocilizumab beschikbaar zijn voor toediening voorafgaand aan
Abecma-infusie. Het behandelcentrum moet toegang hebben tot een extra dosis tocilizumab binnen
8 uur na elke vorige dosis. In het uitzonderlijke geval dat tocilizumab niet beschikbaar is als gevolg
van een tekort dat wordt vermeld in de EMA-catalogus van tekorten, moet het behandelcentrum over
geschikte alternatieve maatregelen beschikken om CRS anders dan met tocilizumab te behandelen.
Patiënten dienen de eerste 10 dagen na Abecma-infusie in het gekwalificeerde behandelcentrum
gecontroleerd te worden op tekenen en symptomen van CRS. Na de eerste 10 dagen volgend op de
infusie moet de patiënt naar oordeel van de arts worden gecontroleerd. De patiënten dienen
geadviseerd te worden om gedurende ten minste 4 weken na infusie in de buurt (binnen 2 uur reizen)
van het gekwalificeerde behandelcentrum te blijven en om onmiddellijk medische hulp te zoeken als
er tekenen of symptomen van CRS optreden ongeacht het moment.
Bij het eerste teken van CRS moet behandeling met ondersteunende zorg, tocilizumab of tocilizumab
en corticosteroïden worden ingesteld, zoals aangegeven in tabel 1. Na toediening van tocilizumab en
corticosteroïden (zie rubriek 4.5) kan Abecma-expansie en persistentie aanhouden.
Patiënten die CRS ervaren, moeten nauwlettend worden gecontroleerd op hartfunctie en orgaanfunctie
tot de symptomen verdwijnen. Voor ernstige of levensbedreigende CRS moet controle op de intensive
care en ondersteunende therapie worden overwogen.
Als gelijktijdig neurologische toxiciteit wordt vermoed tijdens CRS, moet de neurologische toxiciteit
volgens de aanbevelingen in tabel 2 worden behandeld en meer agressieve interventie van de twee
reacties vermeld in tabel 1 en 2 worden gebruikt.
Bij patiënten met refractaire CRS, binnen 72 uur na Abecma-infusie, gekenmerkt door aanhoudende
koorts, eindorgaantoxiciteit (bijv. hypoxie, hypotensie) en/of HLH/MAS die niet verbeteren van ernst
binnen 12 uur na de eerstelijnsinterventies, worden hogere dosis corticosteroïden, alternatieve
anticytokinemiddelen, anti-T-celtherapieën aanbevolen.

Tabel 1.
CRS-gradering en behandelrichtlijnen

CRS-graada
Tocilizumab
Corticosteroïden
Graad 1

De symptomen vereisen
Als deze 72 uur of langer na de
alleen symptomatische
infusie starten, behandel dan
behandeling (bijv. koorts,
symptomatisch.
misselijkheid, vermoeidheid, Als de eerste symptomen
hoofdpijn, spierpijn, malaise). minder dan 72 uur na de
infusie zijn gestart en de
symptomen niet onder controle
kunnen worden gehouden door
ondersteunende zorg alleen,
moet tocilizumab 8 mg/kg i.v.
gedurende 1 uur (niet meer dan
800 mg) worden overwogen.
Tocilizumab
Corticosteroïden
Graad 2

De symptomen vereisen en
Dien tocilizumab 8 mg/kg i.v. Overweeg dexamethason
reageren op matige
gedurende 1 uur toe (niet meer 10
mg i.v. elke 12 tot 24 uur.
interventie.
da
n 800 mg).
Zuurstofbehoefte is minder
dan 40% FiO2 of hypotensie
reageert op vocht of lage
dosis van één vasopressor of
orgaantoxiciteit graad 2.
Graad 3

De symptomen vereisen en
Dien tocilizumab 8 mg/kg i.v. Dien dexamethason toe (bijv.
reageren op agressieve
gedurende 1 uur toe (niet meer 10
mg i.v. elke 12 uur).
interventie.
da
n 800 mg).
Koorts, zuurstofbehoefte is
meer dan of gelijk aan 40%
FiO2 of hypotensie waarvoor
hoge doses van een
vasopressor of meerdere
vasopressoren nodig zijn of
orgaantoxiciteit graad 3 of
transaminitis graad 4.
Voor graad 2 en 3:
Zonder verbetering binnen 24 uur of als er snelle progressie is, herhaal dan tocilizumab en
verhoog de dosis en frequentie van dexamethason (20 mg i.v. elke 6 tot 12 uur).
Zonder verbetering binnen 24 uur of als er aanhoudende snelle progressie is, schakel dan over op
methylprednisolon 2 mg/kg gevolgd door 2 mg/kg verdeeld over 4 keer per dag.
Als gestart wordt met steroïden, geef steroïden dan gedurende ten minste 3 doses en bouw de
dosis geleidelijk af gedurende maximaal 7 dagen.
Overweeg na 2 doses tocilizumab alternatieve anticytokinemiddelen.
Gebruik niet meer dan 3 doses tocilizumab in 24 uur of 4 doses in totaal.
Graad 4

Levensbedreigende
Dien tocilizumab 8 mg/kg i.v. Dien dexamethason 20 mg i.v.
symptomen.
gedurende 1 uur toe (niet meer elke 6 uur toe.
Noodzaak voor ondersteuning dan 800 mg).
met beademingsapparaat of
continue venoveneuze
hemodialyse (CVVHD) of
orgaantoxiciteit graad 4
(exclusief transaminitis).
Voor graad 4:
Overweeg na 2 doses tocilizumab alternatieve anticytokinemiddelen. Gebruik niet meer dan
3 doses tocilizumab in 24 uur of 4 doses in totaal.
Als er geen verbetering is binnen 24 uur, overweeg dan methylprednisolon (1 tot 2 g, elke 24 uur
indien nodig; bouw de dosis geleidelijk af zoals klinisch geïndiceerd) of anti-T-celtherapieën
zoals cyclofosfamide 1,5 g/m2 of andere.
a Lee et al, 2014.
Neurologische bijwerkingen
Neurologische toxiciteit, zoals afasie en encefalopathie, die mogelijk ernstig of levensbedreigend zijn
traden op na de behandeling met Abecma. De mediane tijd tot het begin van het eerste voorval van
plaatsvinden met CRS, na verdwijnen van CRS of bij afwezigheid van CRS (zie rubriek 4.8).
Monitoring en behandeling van neurologische toxiciteiten
Patiënten dienen de eerste 10 dagen na Abecma-infusie in het gekwalificeerde behandelcentrum
gecontroleerd te worden op tekenen en symptomen van neurologische toxiciteiten. Na de eerste
10 dagen volgend op de infusie moet de patiënt naar oordeel van de arts worden gecontroleerd. De
patiënten dienen geadviseerd te worden om gedurende ten minste 4 weken na infusie in de buurt
(binnen 2 uur reizen) van het gekwalificeerde behandelcentrum te blijven en om onmiddellijk
medische hulp te zoeken als er tekenen of symptomen van neurologische toxiciteiten optreden,
ongeacht het moment.
Als neurologische toxiciteit wordt vermoed, moet deze worden behandeld volgens de aanbevelingen in
tabel 2. Andere oorzaken van neurologische symptomen moeten worden uitgesloten. Ondersteunende
therapie op intensive care moet worden verstrekt voor ernstige of levensbedreigende neurologische
toxiciteiten.
Als gelijktijdig CRS wordt vermoed tijdens de neurologische toxiciteitsreactie, moet dit volgens de
aanbevelingen in tabel 1 worden behandeld en actievere interventie voor de twee reacties vermeld in
tabel 1 en 2 worden gebruikt.

Tabel 2.
Gradering neurologische toxiciteit en behandelrichtlijnen

Neurologische
toxiciteit van
Corticosteroïden en geneesmiddelen tegen aanvallen
graada
Graad 1
Licht of
Start met niet-sederende geneesmiddelen tegen insulten als profylaxe van
asymptomatisch
insulten (bijv. levetiracetam).
Indien 72 uur of langer na de infusie, de patiënt observeren.
Overweeg dexamethason 10 mg i.v. elke 12 tot 24 uur gedurende 2 tot
3 dagen, indien minder dan 72 uur na de infusie en de symptomen niet onder
controle te houden zijn door ondersteunende zorg alleen.

Graad 2
Matig
Start met niet-sederende geneesmiddelen tegen insulten als profylaxe van
insulten (bijv. levetiracetam).
Start met dexamethason 10 mg i.v. elke 12 uur gedurende 2 tot 3 dagen of
langer voor hardnekkige symptomen. Overweeg een geleidelijke afbouw van
de dosis voor een totale blootstelling aan steroïden van meer dan 3 dagen.
Steroïden worden niet aanbevolen voor geïsoleerde hoofdpijn van graad 2.
Als er geen verbetering is na 24 uur gebruik of als er verergering van
neurologische toxiciteit optreedt, verhoog dan de dosis en/of frequentie van
dexamethason tot een maximum van 20 mg i.v. elke 6 uur.
Graad 3
Ernstig of
Start met niet-sederende geneesmiddelen tegen insulten als profylaxe van
medisch
insulten (bijv. levetiracetam).
significant maar
Start met dexamethason 10 tot 20 mg i.v. elke 8 tot 12 uur. Steroïden worden
niet onmiddellijk niet aanbevolen voor geïsoleerde hoofdpijn van graad 3.
levensbedreigend; Als er geen verbetering is na 24 uur gebruik of als verergering van
ziekenhuisopname neurologische toxiciteit optreedt, verhoog dan de dosis methylprednisolon
of verlenging;
(2 mg/kg oplaaddosis, gevolgd door 2 mg/kg verdeeld over 4 keer per dag; de
invaliderend
dosis geleidelijk afbouwen binnen 7 dagen).
toxiciteit van
Corticosteroïden en geneesmiddelen tegen aanvallen
graada
Als cerebraal oedeem wordt vermoed, overweeg dan hyperventilatie en
hyperosmolaire therapie. Geef hoge dosis methylprednisolon (1 tot 2 g, elke
24 uur indien nodig; bouw de dosis geleidelijk af zoals klinisch geïndiceerd)
en cyclofosfamide 1,5 g/m2.
Graad 4
Levensbedreigend Start met niet-sederende geneesmiddelen tegen insulten als profylaxe van
insulten (bijv. levetiracetam).
Start met dexamethason 20 mg i.v. elke 6 uur.
Als er geen verbetering is na 24 uur gebruik of als verergering van
neurologische toxiciteit optreedt, verhoog dan naar hoge dosis
methylprednisolon (1 tot 2 g, elke 24 uur indien nodig; bouw de dosis
geleidelijk af zoals klinisch geïndiceerd). Overweeg cyclofosfamide 1,5 g/m2.
Als cerebraal oedeem wordt vermoed, overweeg dan hyperventilatie en
hyperosmolaire therapie. Geef hoge dosis methylprednisolon (1 tot 2 g, elke
24 uur indien nodig; bouw de dosis geleidelijk af zoals klinisch geïndiceerd)
en cyclofosfamide 1,5 g/m2.
a NCI CTCAE v.4-criteria voor gradering van neurologische toxiciteiten.
Langdurige cytopenieën
Patiënten kunnen gedurende meerdere weken na lymfocytendepletie-chemotherapie en Abecma-
infusie cytopenieën vertonen (zie rubriek 4.8). Het bloedbeeld moet worden gecontroleerd voor en na
Abecma-infusie. Cytopenieën moeten worden behandeld met myeloïde groeifactor en ondersteuning
met bloedtransfusie volgens de richtlijnen van uw instelling.
Infecties en febriele neutropenie
Abecma mag niet worden toegediend aan patiënten met actieve infecties of inflammatoire
aandoeningen. Ernstige infecties, waaronder levensbedreigende of fatale infecties, zijn opgetreden bij
patiënten na toediening van Abecma (zie rubriek 4.8). Patiënten moeten worden gecontroleerd op
tekenen en symptomen van infectie voor en na Abecma-infusie en op de juiste wijze worden
behandeld. Profylactische, preventieve en/of therapeutische antimicrobiële middelen moeten worden
toegediend volgens de richtlijnen van de instelling.
Febriele neutropenie werd waargenomen bij patiënten na Abecma-infusie (zie rubriek 4.8) en kan
gelijktijdig met CRS optreden. In het geval van febriele neutropenie moet de infectie worden
beoordeeld en behandeld met breedspectrumantibiotica, vocht en andere ondersteunende zorg als dit
medisch geïndiceerd is.
Virale reactivering
Infectie met het cytomegalovirus (CMV) die leidt tot pneumonie en overlijden zijn opgetreden na
toediening van Abecma (zie rubriek 4.8). Patiënten moeten worden gecontroleerd en behandeld voor
CMV-infectie volgens de klinische richtlijnen.
HBV-reactivering, in sommige gevallen leidend tot fulminante hepatitis, leverfalen en overlijden, kan
optreden bij patiënten die werden behandeld met geneesmiddelen die gericht waren tegen
plasmacellen (zie rubriek 4.8).
verzamelen van cellen voor de productie (zie rubriek 4.2).
Hypogammaglobulinemie
Plasmacelaplasie en hypogammaglobulinemie kunnen optreden bij patiënten die behandeld worden
met Abecma (zie rubriek 4.8). Immunoglobulinespiegels moeten worden gecontroleerd na de
behandeling met Abecma en worden behandeld volgens de richtlijnen van de instelling, inclusief
voorzorgsmaatregelen tegen infecties, antibiotica- of antivirale profylaxe en
immunoglobulinesubstitutie.
Secundaire maligniteiten
Patiënten die behandeld zijn met Abecma, kunnen secundaire maligniteiten ontwikkelen. Patiënten
moeten levenslang worden gecontroleerd op secundaire maligniteiten. Wanneer zich een secundaire
maligniteit van T-cel-oorsprong voordoet, neem dan contact op met het bedrijf voor instructies over
het afnemen van monsters bij de patiënt voor verder onderzoek.
Overgevoeligheidsreacties
Allergische reacties kunnen optreden bij de infusie met Abecma. Ernstige overgevoeligheidsreacties,
waaronder anafylaxie, kunnen het gevolg zijn van dimethylsulfoxide (DMSO), een hulpstof in
Abecma. Patiënten die nog niet eerder zijn blootgesteld aan DMSO moeten nauwlettend worden
geobserveerd. De vitale functies (bloeddruk, hartslag en zuurstofsaturatie) en het optreden van
symptomen moeten worden gecontroleerd vóór het begin van de infusie, ongeveer elke tien minuten
tijdens de infusie en elk uur, gedurende 3 uur, na de infusie.
Interferentie met serologische tests
HIV en het lentivirus dat gebruikt is voor de productie van Abecma hebben beperkte, korte stukken
van identiek genetisch materiaal (RNA). Daarom kunnen enkele commerciële HIV-nucleïnezuurtests
fout-positieve resultaten geven bij patiënten die Abecma hebben gekregen.
Bloed-, orgaan-, weefsel- en celdonatie
Patiënten die zijn behandeld met Abecma, mogen geen bloed, organen, weefsels of cellen voor
transplantatie doneren.
Follow-up op lange termijn
Om meer inzicht te krijgen in de veiligheid en werkzaamheid op lange termijn van Abecma wordt
verwacht dat patiënten worden opgenomen in een register en dat ze in dit register worden opgevolgd.
Hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat tot 33 mmol (752 mg) natrium per dosis, overeenkomend met 37,6% van de
door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g natrium voor een volwassene.
Dit geneesmiddel bevat tot 7 mmol (274 mg) kalium per dosis. Voorzichtigheid is geboden bij
patiënten met een verminderde nierfunctie of patiënten op een gecontroleerd kaliumdieet.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
formeel bestudeerd. De gelijktijdige toediening van middelen waarvan bekend is dat ze de T-celfunctie
stimuleren, is niet onderzocht en de effecten zijn onbekend.
Tocilizumab en gebruik van corticosteroïden
Sommige patiënten vereisen tocilizumab en/of corticosteroïden voor de behandeling van CRS (zie
rubriek 4.8). Het gebruik van tocilizumab en/of steroïden voor de behandeling van CRS kwam vaker
voor bij patiënten met een hogere cellulaire expansie.
Patiënten met CRS die met tocilizumab werden behandeld, hadden hogere Abecma-cellulaire
expansieniveaus, gemeten door een respectievelijk 1,4-voudig en 1,6-voudig hogere gemiddelde Cmax
(n = 66) en AUC0-28 dagen (n = 65), vergeleken met patiënten die geen tocilizumab kregen (n = 61 voor
Cmax en n = 60 voor AUC0-28 dagen). Zo ook hadden patiënten met CRS die met corticosteroïden werden
behandeld, hogere Abecma-cellulaire expansieniveaus, gemeten door een respectievelijk 1,7-voudig
en 2,2-voudig hogere gemiddelde Cmax (n = 18) en AUC0-28 dagen (n = 18), vergeleken met patiënten die
geen corticosteroïden kregen (n = 109 voor Cmax en n = 107 voor AUC0-28 dagen).
Levende vaccins
De veiligheid van immunisatie met levende virale vaccins tijdens of na behandeling met Abecma is
niet onderzocht. Vaccinatie met levende virale vaccins wordt niet aanbevolen gedurende ten minste
6 weken vóór het starten van lymfodepletie-chemotherapie, tijdens de behandeling met Abecma en tot
immuunherstel na de behandeling met Abecma.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden / anticonceptie bij mannen en vrouwen
De zwangerschapsstatus van vrouwen die zwanger kunnen worden, moet worden gecontroleerd met
behulp van een zwangerschapstest vóór het begin van de behandeling met Abecma.
Zie de voorschrijfinformatie voor fludarabine en cyclofosfamide voor informatie over de noodzaak
van doeltreffende anticonceptie bij patiënten die lymfodepletie-chemotherapie krijgen.
Er zijn onvoldoende gegevens over blootstelling om een aanbeveling te doen met betrekking tot de
duur van anticonceptie na de behandeling met Abecma.
Zwangerschap
Er zijn geen gegevens over het gebruik van idecabtagene vicleucel bij zwangere vrouwen. Er is geen
dieronderzoek met betrekking tot reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit met idecabtagene vicleucel
uitgevoerd om te bepalen of het middel bij toediening aan een zwangere vrouw schadelijk is voor de
foetus (zie rubriek 5.3).
Het is niet bekend of idecabtagene vicleucel kan worden overgedragen op de foetus. Op basis van het
werkingsmechanisme kunnen de getransduceerde cellen als ze de placenta passeren foetale toxiciteit
veroorzaken, inclusief plasmacelaplasie of hypogammaglobulinemie. Abecma wordt daarom niet
aanbevolen voor gebruik tijdens de zwangerschap of bij vrouwen die zwanger kunnen worden en geen
anticonceptie toepassen. Zwangere vrouwen moeten worden geïnformeerd over de mogelijke risico's
voor de foetus. Zwangerschap na de behandeling met Abecma dient te worden besproken met de
behandelend arts.
Beoordeling van immunoglobulinegehaltes bij pasgeboren zuigelingen van moeders die met Abecma
werden behandeld, moet worden overwogen.

Het is niet bekend of idecabtagene vicleucel-cellen in de moedermelk worden uitgescheiden of
overgedragen worden aan het met moedermelk gevoede kind. Risico voor met moedermelk gevoede
zuigelingen kan niet worden uitgesloten. Vrouwen die borstvoeding geven, moeten geadviseerd
worden over het mogelijke risico voor het kind dat borstvoeding krijgt.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over het effect van idecabtagene vicleucel op de vruchtbaarheid. De effecten
van idecabtagene vicleucel op de mannelijke en vrouwelijke vruchtbaarheid zijn niet onderzocht in
dieronderzoek.

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Abecma kan grote invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
Vanwege de kans op neurologische bijwerkingen, waaronder veranderde psychische gesteldheid of
epileptische insulten met Abecma, moeten patiënten die Abecma krijgen zich onthouden van het rijden
of het bedienen van zware of mogelijk gevaarlijke machines gedurende ten minste 8 weken na
Abecma-infusie of totdat de neurologische bijwerkingen verdwenen zijn.

4.8 Bijwerkingen

Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De veiligheidsgegevens die in deze rubriek worden beschreven, geven de blootstelling weer aan
Abecma in de KarMMa- en CRB-401-studies waarin 184 patiënten met recidiverend en refractair
multipel myeloom Abecma kregen. De mediane duur van opvolging was 15,5 maanden. De meest
voorkomende bijwerkingen waren neutropenie (91,3%), CRS (81,0%), anemie (70,7%),
trombocytopenie (66,8%), infecties - pathogeen niet-gespecificeerd (53,8%), leukopenie (48,4%),
vermoeidheid (39,1%), diarree (36,4%), hypokaliëmie (34,2%), hypofosfatemie (32,6%),
misselijkheid (32,6%), lymfopenie (31,5%), pyrexie (28,8%), hoesten (27,2%),
hypocalciëmie (26,6%), infecties - viraal (26,1%), hoofdpijn (23,9%), hypomagnesiëmie (22,3%),
infectie van de bovenste luchtwegen (21,7%), artralgie (20,7%), perifeer oedeem (20,1%),
verminderde eetlust (19,6%), hypogammaglobulinemie (19,6%) en febriele neutropenie (16,3%);
andere vaak voorkomende bijwerkingen die zijn opgetreden met een lagere frequentie en als klinisch
belangrijk worden beschouwd, zijn onder andere longontsteking (10,3%), tremor (8,2%),
slaperigheid (5,4%), afasie (4,3%), encefalopathie (4,3%) en syncope (4,3%).
Ernstige bijwerkingen traden op bij 70,1% van de patiënten. De meest voorkomende ernstige
bijwerkingen, waren CRS (17,4%), longontsteking (7,1%), febriele neutropenie (6,0%) en
pyrexie (6,0%); andere ernstige bijwerkingen die zijn opgetreden met een lagere frequentie en als
klinisch belangrijk worden beschouwd, zijn neutropenie (4,3%), sepsis (3,8%),
trombocytopenie (3,8%), verwardheid (2,2%), dyspneu (2,2%), hypoxie (1,6%), veranderingen in
mentale status (1,6%) en encefalopathie (1,6%).
De meest voorkomende bijwerkingen van graad 3 of 4 waren neutropenie (88,6%), anemie (58,2%),
trombocytopenie (53,5%), leukopenie (45,1%), lymfopenie (30,4%), infecties - pathogeen niet-
gespecificeerd (17,9%), hypofosfatemie (17,4%), febriele neutropenie (14,7%), hypocalciëmie (7,1%),
infecties - viraal (7,1%), longontsteking (6,0%), CRS (5,4%), hypertensie (5,4%) en
hyponatriëmie (5,4%).
Bijwerkingen van graad 3 of 4 werden vaker waargenomen binnen de eerste 8 weken na de infusie
(97,8%) vergeleken met later dan 8 weken na de infusie (60,8%). De vaakst gemelde bijwerkingen van
graad 3 of 4, gemeld tijdens de eerste 8 weken na de infusie, waren neutropenie (87,0%),
hypofosfatemie (16,3%).
Overzichtstabel van bijwerkingen
Tabel 3 geeft een overzicht van de bijwerkingen waargenomen bij 128 patiënten in de KarMMa-studie
en 56 patiënten in de CRB-401-studie behandeld met Abecma over het streefdosisniveaus van
150 tot 450 x 106 CAR-positieve T-cellen (zie tabel 4 in rubriek 5.1 voor het overeenkomstige
dosisbereik van CAR-positieve levensvatbare T-cellen). Bijwerkingen worden weergegeven per
MedDRA-systeem/orgaanklasse en frequentie. Frequenties zijn gedefinieerd als: zeer vaak ( 1/10),
vaak ( 1/100, < 1/10), soms ( 1/1 000, < 1/100), zelden ( 1/10 000, < 1/1 000), zeer zelden
(< 1/10 000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke
frequentiegroep worden de bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Tabel 3. Bijwerkingen waargenomen bij patiënten behandeld met Abecma

Systeem/orgaanklasse
Bijwerking
Frequentie alle graden
Infecties en parasitaire
Infecties ­ bacteriële
Zeer vaak
aandoeningena
Infecties ­ virale
Zeer vaak
Infecties ­ pathogeen niet-
Zeer vaak
gespecificeerd
Infecties ­ schimmels
Vaak
Bloed- en lymfestelsel-
Neutropenie
Zeer vaak
aandoeningen
Leukopenie
Zeer vaak
Trombocytopenie
Zeer vaak
Febriele neutropenie
Zeer vaak
Lymfopenie
Zeer vaak
Anemie
Zeer vaak
Diffuse intravasale stolling
Vaak
Immuunsysteem-
Cytokine-`release'-syndroom
Zeer vaak
aandoeningen
Hypogammaglobulinemie
Zeer vaak
Hemofagocytaire
Vaak
lymfohistiocytose*
Voedings- en stofwisselings- Hypofosfatemie
Zeer vaak
stoornissen
Hypokaliëmie
Zeer vaak
Hyponatriëmie
Zeer vaak
Hypocalciëmie
Zeer vaak
Hypoalbuminemie
Zeer vaak
Verminderde eetlust
Zeer vaak
Hypomagnesiëmie
Zeer vaak
Psychische stoornissen
Delierb
Vaak
Slapeloosheid
Vaak
Zenuwstelselaandoeningen
Encefalopathiec
Zeer vaak
Hoofdpijn*
Zeer vaak
Duizeligheidd
Zeer vaak
Insulten
Vaak
Hemiparese
Vaak
Afasiee
Vaak
Ataxief
Vaak
Motorische functiestoornisg
Vaak
Tremor
Vaak
Hartaandoeningen
Tachycardie*
Zeer vaak
Atriumfibrilleren*
Vaak
Bloedvataandoeningen
Hypertensie
Zeer vaak
Hypotensie*h
Zeer vaak
Bijwerking
Frequentie alle graden
Ademhalingsstelsel-,
Dyspneu
Zeer vaak
borstkas- en mediastinum-
Hoest
Zeer vaak
aandoeningen
Longoedeem
Vaak
Hypoxie*
Vaak
Maagdarmstelsel-
Braken
Zeer vaak
aandoeningen
Diarree
Zeer vaak
Misselijkheid
Zeer vaak
Obstipatie
Zeer vaak
Gastro-intestinale bloedingi
Vaak
Skeletspierstelsel- en
Artralgie
Zeer vaak
bindweefselaandoeningen
Myalgie
Vaak
Algemene aandoeningen en Pyrexie*
Zeer vaak
toedieningsplaatsstoornissen Vermoeidheid*j
Zeer vaak
Asthenie
Zeer vaak
Oedeemk
Zeer vaak
Rillingen*
Zeer vaak
Onderzoeken
Alanineaminotransferase
Zeer vaak
verhoogd
Aspartaataminotransferase
Zeer vaak
verhoogd
Alkalische fosfatase in het bloed Zeer vaak
verhoogd
C--reactief proteïne verhoogd* Vaak
*Bijwerking die is gemeld als een manifestatie van CRS.
a Bijwerkingen uit systeem/orgaanklasse Infecties en parasitaire aandoeningen zijn gegroepeerd per soort pathogeen.
b Delier omvat delirium, desoriëntatie, hallucinatie.
c Encefalopathie omvat amnesie, bradyfrenie, cognitieve stoornis, verwardheid, verstoring van het aandachtsvermogen,
dyscalculie, dysgrafie, encefalopathie, lethargie, geheugenstoornis, veranderingen in mentale status, metabole
encefalopathie, slaperigheid, toxische encefalopathie.
d Duizeligheid omvat duizeligheid, presyncope, syncope, vertigo.
e Afasie omvat afasie, dysartrie.
f Ataxie omvat ataxie, loopstoornissen.
g Motorische functiestoornis omvat motorische stoornis, spierspasmen, spierzwakte.
h Hypotensie omvat hypotensie, orthostatische hypotensie.
i Gastro-intestinale bloeding omvat gastro-intestinale bloeding, hemorroïdale bloeding, melena, mondbloeding.
j Vermoeidheid omvat vermoeidheid, malaise.
k Oedeem omvat oedeem, gezichtsoedeem, gegeneraliseerd oedeem, perifeer oedeem, perifere zwelling.
Beschrijving van bepaalde bijwerkingen

Cytokine-`release'-syndroom

In de samengevoegde studies (KarMMa en CRB-401) trad CRS op bij 81,0% van de patiënten die
Abecma kregen. CRS van graad 3 of hoger (Lee et al, 2014) trad op bij 5,4% van de patiënten, met
fatale (graad 5) CRS gemeld bij 0,5% van de patiënten. De mediane tijd tot begin, elke graad, was
1 dag (bereik: 1 tot 17) en de mediane duur van CRS was 5 dagen (bereik: 1 tot 63).
De meest voorkomende manifestaties van CRS waren onder meer pyrexie (78,3%),
hypotensie (32,1%), tachycardie (25,5%), rillingen (23,4%), hypoxie (16,3%), verhoogd C-reactief
proteïne (16,3%), hoofdpijn (14,7%) en vermoeidheid (10,9%). Bijwerkingen van graad 3 of hoger die
kunnen worden waargenomen in verband met CRS, waren atriumfibrilleren, capillaireleksyndroom,
hypotensie, hypoxie en HLH/MAS.
Van de 184 patiënten kreeg 45,1% tocilizumab; 32,6% kreeg een enkele dosis terwijl 12,5% meer dan
1 dosis tocilizumab kreeg voor de behandeling van CRS. In het algemeen kreeg 15,8% van de
patiënten over de beoogde dosisniveaus ten minste 1 dosis corticosteroïden voor de behandeling van
CRS. Van de 92 patiënten kreeg, bij de streefdosis van 450 x 106 CAR-positieve T-cellen, 54,3% van
de patiënten tocilizumab en 22,8% ten minste 1 dosis corticosteroïden voor de behandeling van CRS.
Zie rubriek 4.4 voor begeleiding bij controle en behandeling.
In de samengevoegde studies waren bij de 184 patiënten, onafhankelijk van toeschrijving van
neurotoxiciteit door de onderzoeker, de meest voorkomende neurologische of psychiatrische
bijwerkingen: hoofdpijn (28,8%), duizeligheid (15,2%), verwardheid (13,0%), slapeloosheid (9,8%),
angst (8,2%), tremor (8,2%) en slaperigheid (6,5%). Andere neurologische bijwerkingen die optraden
met een lagere frequentie en als klinisch belangrijk werden beschouwd, waren afasie (4,3%) en
encefalopathie (4,3%).
CAR-T-cel-geassocieerde neurotoxiciteit werd in de KarMMa-studie primair vastgesteld door de
onderzoekers. Deze trad op bij 18,0% van de 128 patiënten die Abecma kregen, waarvan bij 3,1% van
de patiënten graad 3 (geen bijwerkingen van graad 4 of 5). De mediane tijd tot het begin van de eerste
bijwerking was 2 dagen (bereik: 1 tot 10). De mediane duur was 3 dagen (bereik: 1 tot 26). In het
algemeen kreeg 7,8% van de patiënten ten minste 1 dosis corticosteroïden voor de behandeling van
CAR-T-cel-geassocieerde neurotoxiciteit, terwijl bij de streefdosis van 450 x 106 CAR-positieve
T-cellen 14,8% van de patiënten ten minste 1 dosis corticosteroïden kreeg. De meest voorkomende
manifestaties van door de onderzoeker vastgestelde neurotoxiciteit bestond uit verwardheid (9,4%),
encefalopathie (5,5%), afasie (4,7%), hallucinatie (3,1%) en veranderingen in de mentale toestand
(3,1%). Zie rubriek 4.4 voor begeleiding bij de monitoring en behandeling.
Febriele neutropenie en infecties
In de samengevoegde studies traden infecties op bij 71,2% van de patiënten. Bij 23,4% van de
patiënten traden infecties op van graad 3 of 4. Infecties van graad 3 of 4 met een niet-gespecificeerd
pathogeen traden op bij 17,9%, virale infecties bij 7,1%, bacteriële infecties bij 3,8% en
schimmelinfecties bij 0,5% van de patiënten. Fatale infecties met een niet-gespecificeerd pathogeen
werden gemeld bij 1,6% van de patiënten en 0,5% van de patiënten had een fatale schimmel- of
virusinfectie. Zie rubriek 4.4 voor begeleiding bij controle en behandeling.
Febriele neutropenie (graad 3 of 4) werd waargenomen bij 14,7% van de patiënten na Abecma-infusie.
Febriele neutropenie kan gelijktijdig met CRS optreden. Zie rubriek 4.4 voor begeleiding bij
monitoring en behandeling.
Langdurige cytopenie
Patiënten kunnen na lymfodepletie-chemotherapie en Abecma-infusie langdurig cytopenieën vertonen.
In de samengevoegde studies was bij de laatste evaluatie in de eerste maand na Abecma-infusie bij
34,8% van de 178 patiënten met neutropenie van graad 3 of 4 en 72,7% van de 110 patiënten met
trombocytopenie van graad 3 of 4 dit niet verdwenen. Van de 62 patiënten met neutropenie die niet
verdwenen was in maand 1, herstelde 82,3% van neutropenie van graad 3 of 4 met een mediane tijd tot
herstel vanaf Abecma-infusie van 1,9 maanden. Van de 80 patiënten met trombocytopenie die niet
verdwenen was in maand 1, herstelde 71,3% van trombocytopenie van graad 3 of 4 met de mediane
tijd tot herstel van 2,2 maanden. Zie rubriek 4.4 voor begeleiding bij monitoring en behandeling.
Hypogammaglobulinemie
Hypogammaglobulinemie werd gemeld bij 19,6% van de patiënten die werden behandeld met Abecma
in de samengevoegde onderzoeken met een mediane tijd tot het begin van 100 dagen
(bereik: 15 tot 326). Zie rubriek 4.4 voor begeleiding bij monitoring en behandeling.
Immunogeniciteit
Abecma heeft het vermogen om antilichamen tegen CAR te induceren. In klinische onderzoeken werd
de humorale immunogeniciteit van Abecma gemeten door bepaling van anti-CAR-antilichaam in
serum vóór en na de toediening. In de samengevoegde studies testte 4,3% van de patiënten positief
voor anti-CAR-antilichamen voor de infusie en 50,5% na de infusie. Er is geen bewijs dat de
aanwezigheid van reeds bestaande anti-CAR-antilichamen na de infusie een invloed hebben op de
cellulaire expansie, veiligheid of werkzaamheid van Abecma.

Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
Er zijn beperkte gegevens over overdosering met Abecma.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: nog niet toegewezen, ATC-code: nog niet toegewezen
Werkingsmechanisme
Abecma is een chimere antigeenreceptor (CAR)-positieve T-celtherapie die zich richt op
B-celmaturatie-antigeen (BCMA), die tot expressie komt aan het oppervlak van normale en maligne
plasmacellen. Het CAR-construct beschikt over een anti-BCMA scFv-targeting-domein voor
antigeenspecificiteit, een transmembraandomein, een CD3-zeta T-celactivatie-domein en een
41BB-costimulatoir domein. Antigeen-specifieke activering van Abecma resulteert in CAR-positieve
T-celproliferatie, cytokinesecretie en daaropvolgende cytolytische dood van cellen die BCMA tot
expressie brengen.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
KarMMa is een open-label, eenarmig, multicentrisch onderzoek ter evaluatie van de werkzaamheid en
veiligheid van Abecma bij volwassen patiënten met recidiverend en refractair multipel myeloom die
ten minste 3 eerdere behandelingen tegen myeloom hebben gekregen, waaronder een
immunomodulerend middel, een proteasoomremmer en een anti-CD38-antilichaam, en die niet
reageerden op het laatste behandelingsregime. Patiënten met CZS-aantasting door het myeloom, een
voorgeschiedenis van andere BCMA-gerichte therapieën, allogene STC of eerdere gentherapie
gebaseerd of andere genetisch gemodificeerde T-celtherapie werden uitgesloten. Patiënten met een
voorgeschiedenis van CZS-aandoeningen (zoals insulten), onvoldoende lever-, nier-, beenmergfunctie,
hart- en longfunctie of een huidige behandeling met immunosuppressiva werden uitgesloten.
Het onderzoek bestond uit: voorbehandeling (screening, leukaferese en overbruggingstherapie [indien
nodig]); de behandeling (lymfodepletie-chemotherapie en Abecma-infusie); en nabehandeling
(lopend) gedurende ten minste 24 maanden na de Abecma-infusie of tot gedocumenteerde
ziekteprogressie, afhankelijk van welke periode langer is. De lymfodepletie-chemotherapieperiode
was een cyclus van 3 dagen met cyclofosfamide (300 mg/m2 i.v. infusie dagelijks gedurende 3 dagen)
en fludarabine (30 mg/m2 i.v. infusie dagelijks gedurende 3 dagen) vanaf 5 dagen voorafgaand aan de
streefdatum voor infusie met Abecma. Patiënten werden opgenomen in het ziekenhuis gedurende
14 dagen na infusie met Abecma om mogelijke CRS en neurotoxiciteit te controleren en te
behandelen.
Van de 140 patiënten die waren opgenomen (d.w.z. die leukaferese ondergingen), kregen
128 patiënten de Abecma-infusie. Van de 140 patiënten kreeg slechts één patiënt het geneesmiddel
niet vanwege productiefalen. Tevens werden elf andere patiënten niet behandeld met Abecma,
vanwege het besluit van de arts (n = 3), terugtrekking van de patiënt (n = 4), bijwerkingen (n = 1),
progressieve ziekte (n = 1) of overlijden (n = 2) voorafgaand aan de toediening van Abecma.
en lymfodepletie waarbij de laatste dosis ten minste 14 dagen voorafgaand aan het begin van de
lymfodepletie-chemotherapie werd toegediend. Van de 128 patiënten die behandeld waren met
Abecma, kregen de meeste patiënten (87,5%) antikankerbehandeling voor ziektebeheersing, volgens
het oordeel van de onderzoeker.
De streefdoses in het klinisch onderzoek waren 150, 300 of 450 x 106 CAR-positieve T-cellen per
infusie. Het toegestane dosisbereik was 150 tot 540 x 106 CAR-positieve T-cellen. In tabel 4 hieronder
worden de streefdosisniveaus weergegeven die gebruikt werden in het klinisch onderzoek op basis van
het totale aantal CAR-positieve T-cellen en het overeenkomstige bereik van de werkelijk toegediende
dosis, gedefinieerd als CAR-positieve levensvatbare T-cellen.

Tabel 4.
Totale dosis CAR-positieve T-cellen met het overeenkomstige dosisbereik van
CAR-positieve levensvatbare T-cellen (x106)

Streefdosis op basis van het totale aantal
CAR-positieve levensvatbare T-cellen (x106)
CAR-positieve T-cellen, inclusief
(min., max.)
levensvatbare en niet-levensvatbare cellen
(x106)
150
133 tot 181
300
254 tot 299
450
307 tot 485
Tabel 5 geeft een overzicht van de baselinekenmerken van de patiënt en de ziekte voor de
ingeschreven en behandelde patiënten in het onderzoek.

Tabel 5.
Baselinekenmerken demografie/ziekte voor de onderzoekspopulatie

Kenmerken
Totaal ingeschreven
Totaal behandeld
(n = 140)
(n = 128)
Leeftijd (jaar)

Mediaan (min., max.)
60,5 (33, 78)
60,5 (33, 78)
65 jaar, n (%)
48 (34,3%)
45 (35,2)
75 jaar, n (%)
5 (3,6)
4 (3,1)
Geslacht, mannelijk, n (%)
82 (58,6)
76 (59,4)
Ras, n (%)

Aziatisch
3 (2,1)
3 (2,3)
Zwart
8 (5,7)
6 (4,7)
Blank
113 (80,7)
103 (80,5)
ECOG-prestatiestatus, n (%)

0
60 (42,9)
57 (44,5)
1
77 (55,0)
68 (53,1)
2
a
3 (2,1)
3 (2,3)
Patiënten met extramedullair
plasmacytoom, n (%)
52 (37,1)
50 (39,1)
Tijd sinds de oorspronkelijke
diagnose (jaar), mediaan (min.,
6 (1,0, 17,9)
6 (1,0, 17,9)
max.)
Voorafgaand aan de
stamceltransplantatie, n (%)
131 (93,6)
120 (93,8)
Baseline cytogenetisch hoog risicob,c
46 (32,9)
45 (35,2)
Totaal ingeschreven
Totaal behandeld
(n = 140)
(n = 128)
Beoordeeld ISS-stadium bij de
baseline (afgeleid)d, n (%)

Stadium I
14 (10,0)
14 (10,9)
Stadium II
97 (69,3)
90 (70,3)
Stadium III
26 (18,6)
21 (16,4)
Onbekend
3 (2,1)
3 (2,3)
Aantal eerdere
antimyeloombehandelingene,
6 (3, 17)
6 (3, 16)
mediaan (min., max.)
Drievoudig refractairf, n (%)

117 (83,6)
108 (84,4)
Creatinineklaring (ml/min), n (%)

< 30
3 (2,1)
1 (0,8)
30 tot < 45
9 (6,4)
8 (6,3)
45 tot < 60
13 (9,3)
10 (7,8)
60 tot < 80
38 (27,1)
36 (28,1)
80
77 (55,0)
73 (57,0)
Max. = maximum; min. = minimum
a Deze patiënten hadden een ECOG-score van < 2 bij de screening om in aanmerking te komen voor deelname, maar
vervolgens verslechtering naar een ECOG-score van 2 bij de baseline voor de start van LD-chemotherapie.
b Baseline cytogenetische afwijking was gebaseerd op de baseline cytogenetica van het centraal laboratorium, indien
beschikbaar. Indien het centraal laboratorium niet beschikbaar of onbekend was, werden cytogenetica voorafgaand aan de
screening gebruikt.
c Hoog risico gedefinieerd als deletie in chromosoom 17p (del[17p]), translocatie waarbij chromosomen 4 en 14 (t[4;14])
betrokken waren of translocatie waarbij chromosomen 14 en 16 (t[14;16]) betrokken waren.
d Beoordeelde ISS werd afgeleid door middel van het baseline ISS-stadium, cytogene afwijking en serum-
lactaatdehydrogenase.
e Inductie met of zonder hematopoëtische stamceltransplantatie en met of zonder onderhoudstherapie werd beschouwd als
een enkelvoudige therapie.
f Drievoudig refractair wordt gedefinieerd als refractair voor een immunomodulerend middel, een proteasoomremmer en een
anti-CD38-antilichaam.
De mediane tijd van leukaferese tot de beschikbaarheid van het product was 32 dagen
(bereik: 24 tot 55 dagen) en de mediane tijd van leukaferese tot infusie was 40 dagen
(bereik: 33 tot 79 dagen). De mediane werkelijk toegediende dosis over alle streefdoses in het klinisch
onderzoek was 315,3 x 106 CAR-positieve T-cellen (bereik 150,5 tot 518,4).
De werkzaamheid werd beoordeeld op basis van het algehele responspercentage (ORR), complete
responspercentage (CR) en duur van respons (DOR), zoals vastgesteld door een onafhankelijke
beoordelingscommissie. Andere effectiviteitsparameters omvatten minimale residuele ziekte (MRD)
met behulp van next-generation sequencing (NGS).
Effectiviteitsparameters bij de streefdoses in het klinisch onderzoek (150 tot 450 x 106 CAR-positieve
T-cellen) worden weergegeven in tabel 6. De mediane follow-up was 19,9 maanden voor alle met
Abecma behandelde patiënten.

Samenvatting van werkzaamheid op basis van het KarMMa-onderzoek

Ingeschre-
Behandelde populatie
vena
Streefdosis van Abecma (CAR-positieve T-cellen)


Totaal

150 x 106b 300 x 106
450 x 106 150 tot 450 x 106
(n = 140)
(n = 4)
(n = 70)
(n = 54)
(n = 128)
Totaal
responspercentage
(sCR+CR+VGPR+PR),
94 (67,1)
2 (50,0)
48 (68,6)
44 (81,5)
94 (73,4)
n (%)
95%-BIc
(59,4; 74,9) (6,8;93,2) (56,4; 79,1) (68,6; 90,7)
(65,8; 81,1)
CR of beter, n (%)
42 (30,0)
1 (25,0)
20 (28,6)
21 (38,9)
42 (32,8)
95%-BIc
(22,4; 37,6) (0,6; 80,6) (18,4; 40,6) (25,9; 53,1)
(24,7; 40,9)
VGPR of beter, n (%)
68 (48,6)
2 (50,0)
31 (44,3)
35 (64,8)
68 (53,1)
95%-BIc
(40,3; 56,9) (6,8; 93,2) (32,4; 56,7) (50,6; 77,3)
(44,5; 61,8)
MRD-negatieve statusd
en CR



Gebaseerd op
behandelde patiënten
­
4
70
54
128
n (%)
­
1 (25,0)
17 (24,3)
14 (25,9)
32 (25,0)
95%-BI
­
0,6; 80,6
14,8; 36,0
15,0 39,7
17,8; 33,4
Tijd tot respons,
n
94
2
48
44
94
Mediaan (maanden)
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
Min., max.
0,5, 8,8
1,0, 1,0
0,5, 8,8
0,9, 2,0
0,5, 8,8

Duur van de respons
(PR of beter)e, n
94
2
48
44
94
Mediaan (maanden)
10,6
15,8
8,5
11,3
10,6
95%-BI
8,0, 11,4
2,8, 28,8
5,4, 11,0
10,3, 17,0
8,0, 11,4
CAR = chimere antigeenreceptor; BI = betrouwbaarheidsinterval; CR = volledige response; MRD = minimale residuele
ziekte; NI = niet inschatbaar; PR = gedeeltelijke respons; sCR = strikte volledige respons; VGPR = zeer goede partiële
respons.
a Alle patiënten die leukaferese ondergingen.
b De 150 x 106 CAR-positieve T-celdosis maakt geen deel uit van het goedgekeurde dosisbereik.
c Voor Totaal ("Behandelde populatie" en "Ingeschreven populatie"): Wald BI; voor individuele streefdosisniveaus: Clopper-
Pearson exact BI.
d Op basis van een drempel van 10-5 met behulp van een next-generation sequencing assay. 95%-BI voor het percentage
MRD-negativiteit werd verkregen met de Clopper-Pearson exacte BI voor de individuele streefdosisniveaus en voor de
behandelde populatie.
e Mediaan en 95%-BI zijn gebaseerd op de Kaplan-Meier-benadering.
Let op: De streefdosis is 450 x 106 CAR-positieve T-cellen binnen een bereik van 150 tot 540 x 106 CAR-positieve T-cellen.
De 150 x 106 CAR-positieve T-celdosis maakt geen deel uit van het goedgekeurde dosisbereik.
afbeelding 1.

Afbeelding 1. Kaplan-Meier-curve van de duur van de respons op basis van de beoordeling
door de onafhankelijke beoordelingscommissie volgens IMWG-criteria ­ per
beste totale respons (met Abecma behandelde populatie)

p
o
n
s
,
%
es
d
e r
h
o
u
d
en
aan
an
v
h
eid
lijk
ijn
s
ch
aar
W

Tijd (maanden)
CR of beter
42 42 40
39 36 35
28 26 25
24 20 17
10 6
3
0
VGPR
26 25 22
18 16 15
8
7
5
2
1
1
0
0
0
PR
26 23 15
9
4
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0









CR of beter: proefpersonen: 42; voorvallen: 23; mediaan: 21,45 (95%-BI: 12,52; NI)
VGPR: proefpersonen: 26; voorvallen: 25; mediaan: 10,38 (95%-BI: 5,09; 12,22)
PR: proefpersonen: 26; voorvallen: 26; mediaan: 4,50 (95%-BI: 2,86; 6,54)
BI = betrouwbaarheidsinterval; IMWG = International Myeloma Working Group; NI = niet inschatbaar. Twee patiënten met
een 150 x 106 CAR-positieve T-celdosis die geen deel uitmaakt van het goedgekeurde dosisbereik zijn opgenomen in
figuur 1.
Speciale patiëntengroepen
Ouderen
In het klinisch onderzoek naar Abecma waren 48 (34,3%) patiënten in het KarMMa-onderzoek 65 jaar
of ouder en 5 (3,6%) waren 75 jaar of ouder (zie tabel 5). Er werden geen klinisch belangrijke
verschillen in veiligheid of werkzaamheid van Abecma waargenomen tussen deze patiënten en
patiënten jonger dan 65 jaar.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Abecma in alle subgroepen van pediatrische
patiënten naar de behandeling van mature B-celneoplasma's (zie rubriek 4.2 voor informatie over
pediatrisch gebruik).
Dit geneesmiddel is geregistreerd in het kader van een zogeheten `voorwaardelijke toelating'.
Dit betekent dat aanvullend bewijs over de baten van dit geneesmiddel wordt afgewacht.
Het Europees Geneesmiddelenbureau zal nieuwe informatie over dit geneesmiddel op zijn minst
eenmaal per jaar beoordelen en zo nodig deze SPC aanpassen.
20

Na Abecma-infusie vermenigvuldigen de CAR-positieve T-cellen zich en ondergaan ze een snelle
multi-log expansie gevolgd door een bi-exponentiële afname. De mediane tijd van de maximale
uitbreiding in perifeer bloed (Tmax) trad 11 dagen na infusie op.
Abecma kan blijven bestaan in perifeer bloed tot maximaal 1 jaar na de infusie.
De hoeveelheid transgen van Abecma werd positief geassocieerd met objectieve tumorrespons
(gedeeltelijke respons of beter). De mediane Cmax-waarden bij responders (n = 93) waren ongeveer
4,5 maal hoger vergeleken met de overeenstemmende waarden bij non-responders (n = 34). De
mediane AUC0-28 dagen bij responders (N = 93) was ongeveer 5,5 maal hoger dan bij non-responders
(N = 32).
Speciale patiëntengroepen
Patiënten met een verslechterde nier- en leverfunctie
Onderzoeken naar een verslechterde nier- en leverfunctie met Abecma werden niet uitgevoerd.
Effecten van leeftijd, gewicht, geslacht of ras
Leeftijd (bereik: 33 tot 78 jaar) had geen invloed op Abecma-expansieparameters. De farmacokinetiek
van Abecma bij patiënten jonger dan 18 jaar is niet geëvalueerd.
Patiënten met een lager lichaamsgewicht hadden een hogere cellulaire expansie. Door de hoge
variabiliteit in farmacokinetische cellulaire expansie wordt het totale effect van gewicht op de
expansieparameters van Abecma niet als klinisch relevant beschouwd.
Geslacht had geen invloed op Abecma-expansieparameters.
Ras en etniciteit hadden geen significant effect op Abecma-expansieparameters.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Abecma bestaat uit gemodificeerde humane T-cellen, er zijn dus geen representatieve in vitro-assays,
ex vivo-modellen of in vivo-modellen die de toxicologische eigenschappen van het humane product
nauwkeurig kunnen beschrijven. Daarom werden traditionele toxicologische onderzoeken, gebruikt
voor ontwikkeling van geneesmiddelen, niet uitgevoerd.
Genotoxiciteitsassays en carcinogeniciteitsonderzoeken werden niet uitgevoerd.

In vitro
-expansiestudies met gezonde donoren en patiënten toonden geen bewijs voor transformatie
en/of immortalisatie en geen preferentiële integratie vlak bij belangrijke genen in Abecma-T-cellen.
Gezien de aard van het geneesmiddel werden niet-klinische studies naar de vruchtbaarheid,
reproductie en ontwikkeling niet uitgevoerd.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
CryoStor CS10
Natriumchloride
Natriumgluconaat
Natriumacetaattrihydraat
Kaliumchloride
Magnesiumchloride
Water voor injecties
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.

6.3 Houdbaarheid
Abecma is gedurende 1 jaar stabiel wanneer het wordt bewaard in de dampfase van vloeibare stikstof
( -130°C).
Elke zak moet worden toegediend binnen 1 uur na de start van het ontdooien. Na ontdooien moet de
hoeveelheid van het geneesmiddel bestemd voor infusie bij kamertemperatuur (20°C­25°C) worden
bewaard.

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de vriezer en bevroren transporteren in de dampfase van vloeibare stikstof ( -130°C) en
het product moet bevroren blijven totdat de patiënt klaar is voor de behandeling om ervoor te zorgen
dat de levensvatbare, levende autologe cellen beschikbaar zijn voor toediening aan de patiënt. Het
geneesmiddel mag NIET worden ingevroren na ontdooien.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na ontdooien, zie rubriek 6.3.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Ethyleenvinylacetaat cryopreservatiezak(ken) met verzegeld toegevoegd buisje met 10-30 ml (50 ml
zak), 30-70 ml (250 ml zak) of 55-100 ml (500 ml zak) celdispersie.
Elke cryopreservatiezak is afzonderlijk verpakt in een metalen cassette.
Eén individuele behandelingsdosis bestaat uit één of meer infuuszakken van dezelfde grootte en
hetzelfde vulvolume.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Te nemen voorzorgen voorafgaand aan gebruik of toediening van het geneesmiddel
Abecma dient binnen het behandelcentrum te worden vervoerd in gesloten, onbreekbare, lekdichte
containers.
Dit geneesmiddel bevat menselijke bloedcellen. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die
Abecma hanteren, moeten gepaste voorzorgsmaatregelen treffen (dragen van handschoenen en bril)
om mogelijke overdracht van besmettelijke ziekten te vermijden.
Voorbereiding voorafgaand aan toediening
Voorafgaand aan de Abecma-infusie moet worden bevestigd dat de identiteit van de patiënt
overeenkomt met de identificatie van de patiënt op de Abecma-cassette(s), de infuuszak(ken) en het
`vrijgifte voor infusie'-certificaat (RfIC). De Abecma-infuuszak mag niet worden verwijderd uit de
cassette als de informatie op het voor de patiënt specifieke etiket niet overeenkomt met de betreffende
patiënt. Er moet onmiddellijk contact worden opgenomen met het bedrijf als er verschillen bestaan
tussen de etiketten en de identificatie van de patiënt.
Als er meer dan één infuuszak is ontvangen voor de behandeling, ontdooi dan de infuuszakken een
voor een. De timing voor ontdooien van Abecma en de infusie moet gecoördineerd worden. De
beschikbaar is voor infusie als de patiënt klaar is.
Ontdooien
·
Haal de Abecma-infuuszak uit de cassette en inspecteer de infuuszak vóór het ontdooien op
eventuele beschadigingen van de integriteit van de container, zoals barsten of scheuren. Als de
infuuszak beschadigd lijkt of lekt, mag het middel niet worden toegediend en moet het worden
verwijderd overeenkomstig de lokale richtlijnen voor het hanteren van afvalmateriaal van
humane oorsprong.
·
Plaats de infuuszak in een tweede steriele zak.
·
Ontdooi Abecma bij ongeveer 37°C met behulp van een goedgekeurd ontdooitoestel of
waterbad totdat er geen ijs meer zichtbaar is in de infuuszak. Meng voorzichtig de inhoud van
de zak met verschillende klompjes cellulair materiaal. Als zichtbare celklompjes overblijven,
blijf de inhoud van de zak dan voorzichtig mengen. Kleine klompjes cellulair materiaal zouden
zich moeten verspreiden door het voorzichtig mengen. Abecma niet wassen, afdraaien en/of
resuspenderen in nieuwe media vóór de infusie.
Toediening van Abecma
·
Vul de lijn van de infuusset met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie vóór
de infusie.
·
Infundeer Abecma binnen 1 uur na de start van het ontdooien, zo snel als de zwaartekracht
toelaat.
·
Nadat de gehele inhoud van de infuuszak is toegediend, moeten de lijnen gespoeld worden met
natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie met dezelfde infusiesnelheid, om
ervoor te zorgen dat al het product is toegediend.
·
Volg dezelfde procedure voor alle daaropvolgende infuuszakken voor de geïdentificeerde
patiënt.
Te nemen voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen van het geneesmiddel
Ongebruikt geneesmiddel en al het materiaal dat in aanraking is gekomen met Abecma (vast en
vloeibaar afval) dient te worden behandeld en afgevoerd als mogelijk besmettelijk afval volgens de
lokale richtlijnen voor het hanteren van materiaal van humane oorsprong.
Accidentele blootstelling
In geval van accidentele blootstelling moeten de lokale richtlijnen voor het hanteren van materiaal van
humane oorsprong worden gevolgd. Werkoppervlakken en materialen die mogelijk in contact zijn
geweest met Abecma, moeten worden ontsmet met een geschikt ontsmettingsmiddel.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1539/001
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 18 augustus 2021
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
MM/JJJJ
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.


BIJLAGE II

A.
FABRIKANT VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF
EN FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

E.
SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN WAARAAN NA
TOEKENNING VAN EEN VOORWAARDELIJKE
VERGUNNING MOET WORDEN VOLDAAN

VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant van de biologisch werkzame stof
Celgene Corporation
Building S12
556 Morris Avenue
Summit, NJ 07901
Verenigde Staten
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Celgene Distribution B.V.
Orteliuslaan 1000
3528 BD Utrecht
Nederland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst
met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7
van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het
Europese webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen
6 maanden na toekenning van de vergunning indienen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.

Extra risicobeperkende maatregelen

Belangrijke elementen:
Beschikbaarheid van tocilizumab en kwalificatie van het centrum via het gecontroleerde
distributieprogramma
De vergunninghouder zal ervoor zorgen dat ziekenhuizen en hun geassocieerde centra die Abecma
verstrekken, gekwalificeerd zijn in overeenstemming met het overeengekomen gecontroleerde
distributieprogramma door:
·
te zorgen voor onmiddellijke toegang in het centrum tot één dosis tocilizumab per patiënt
voorafgaand aan Abecma-infusie. Het behandelcentrum moet toegang hebben tot een extra dosis
tocilizumab binnen 8 uur na elke vorige dosis. In het uitzonderlijke geval dat tocilizumab niet
beschikbaar is als gevolg van een tekort dat wordt vermeld in de EMA-catalogus van tekorten
(EMA shortage catalogue), moet worden verzekerd dat geschikte alternatieve maatregelen op
de locatie beschikbaar zijn om CRS anders dan met tocilizumab te behandelen.
·
ervoor te zorgen dat professionele zorgverleners die betrokken zijn bij de behandeling van een
patiënt, het educatieve programma hebben voltooid.
Educatief programma
Voorafgaand aan de introductie van Abecma in elke lidstaat moet de vergunninghouder met de
nationale bevoegde instantie overeenstemming bereiken over de inhoud en de vorm van de
opleidingsmaterialen.
Educatief programma voor zorgverleners
Alle zorgverleners die verwacht worden Abecma voor te schrijven, te verstrekken en toe te dienen,
zullen een leidraad voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg krijgen met informatie over:
-
identificatie van CRS en ernstige neurologische bijwerkingen;
-
behandeling van CRS en ernstige neurologische bijwerkingen;
-
adequate controle van CRS en ernstige neurologische bijwerkingen;
-
verstrekken van alle relevante informatie aan patiënten;
-
Het behandelcentrum moet toegang hebben tot een extra dosis tocilizumab binnen 8 uur na elke
vorige dosis. In het uitzonderlijke geval dat tocilizumab niet beschikbaar is als gevolg van een
tekort dat wordt vermeld in de EMA-catalogus van tekorten (EMA shortage catalogue), moet
worden verzekerd dat geschikte alternatieve maatregelen op de locatie beschikbaar zijn om CRS
anders dan met tocilizumab te behandelen.
-
contactgegevens voor tumormonstertesten na het ontstaan van een secundaire maligniteit van
T-cel-oorsprong;
-
het onderzoek naar de veiligheid en werkzaamheid op lange termijn van Abecma en het belang
om bij te dragen aan een dergelijk onderzoek;
-
ervoor zorgen dat bijwerkingen adequaat en op gepaste wijze worden gemeld;
-
ervoor zorgen dat er gedetailleerde instructies over de procedure voor ontdooien worden
gegeven.
Educatief programma voor patiënten
Alle patiënten die Abecma krijgen, zullen een patiëntenkaart krijgen met de volgende
kernboodschappen:
-
de risico's van CRS en ernstige neurologische bijwerkingen in verband met Abecma;
-
de noodzaak om onmiddellijk de symptomen van vermoede CRS en neurotoxiciteit aan de
behandelend arts te melden;
-
de noodzaak om in de nabijheid van de locatie te blijven waar Abecma is toegediend,
gedurende ten minste 4 weken na Abecma-infusie;
-
de noodzaak om de patiëntenkaart altijd bij zich te dragen;
een herinnering voor de patiënt om de patiëntenkaart te tonen aan elke beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg, ook in geval van nood, en een boodschap voor beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg dat de patiënt met Abecma wordt behandeld;
-
velden voor het noteren van de contactgegevens van de voorschrijvende arts en het
batchnummer.
·
Verplichting tot het nemen van maatregelen na toekenning van de handelsvergunning
De vergunninghouder moet binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen nakomen:
Beschrijving
Uiterste
datum
Om de werkzaamheid en veiligheid op lange termijn van Abecma verder te
Tussentijdse
karakteriseren bij volwassen patiënten met recidiverend en refractair multipel
verslagen in
myeloom die minimaal drie eerdere behandelingen hebben gekregen, waaronder
te dienen
een immunomodulerend middel, een proteasoomremmer en een
volgens het
anti-CD38-antilichaam, en bij wie ziekteprogressie is opgetreden tijdens de
RMP.
laatste behandeling, zal de vergunninghouder een prospectief onderzoek op basis
van gegevens uit een register uitvoeren volgens een overeengekomen protocol en Laatste
de resultaten hiervan indienen.
verslag:
Q3 2042
E.
SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN WAARAAN NA TOEKENNING VAN EEN
VOORWAARDELIJKE VERGUNNING MOET WORDEN VOLDAAN
Dit is een voorwaardelijke vergunning en overeenkomstig artikel 14-a van Verordening (EG)
nr. 726/2004 moet de vergunninghouder binnen het vastgestelde tijdschema de volgende
verplichtingen nakomen:
Beschrijving
Uiterste
datum
Ter bevestiging van de werkzaamheid en veiligheid van Abecma bij volwassen
Juni 2023
patiënten met recidiverend en refractair multipel myeloom die minimaal drie
eerdere behandelingen hebben gekregen, moet de vergunninghouder de resultaten
van het fase 3-onderzoek KarMMa-3 (MM-003) indienen waarin de
werkzaamheid en veiligheid van Abecma worden vergeleken met
standaardbehandelingen op basis van 3 geneesmiddelen bij proefpersonen met
recidiverend en refractair multipel myeloom.

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER


A. ETIKETTERING


BUITENVERPAKKING (CASSETTE)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Abecma 260-500 x 106 cellen dispersie voor infusie
idecabtagene vicleucel (CAR+ levensvatbare T-cellen)

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Autologe humane T-cellen ex vivo genetisch gemodificeerd met behulp van een lentivirale vector die
codeert voor een chimere antigeenreceptor (CAR) die BCMA herkent.
Bevat 260­500 x 106 CAR+ levensvatbare T-cellen.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: CryoStor CS10, natriumchloride, natriumgluconaat, natriumacetaattrihydraat,
kaliumchloride, magnesiumchloride, water voor injecties. Zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Dispersie voor infusie
10-30 ml per zak
30-70 ml per zak
55-100 ml per zak
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Niet bestralen.
Intraveneus gebruik.
Meng de inhoud van de zak tijdens het ontdooien.
Gebruik GEEN leukodepletiefilter.
STOP, patiënt-ID bevestigen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Uitsluitend voor autoloog gebruik.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de vriezer in de dampfase van vloeibare stikstof ( -130°C).
Ontdooi het geneesmiddel niet tot het gebruik ervan.
Niet opnieuw invriezen.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde menselijke bloedcellen.
Ongebruikt geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig de lokale
richtlijnen voor het hanteren van afval van materiaal van humane oorsprong.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1539/001
13. PARTIJNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
SEC:
Voornaam:
Achternaam:
Geboortedatum patiënt:
Aph ID/DIN:
JOIN:
Lot:
Identificatienr. zak:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING


15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing.


INFUUSZAK
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Abecma 260-500 x 106 cellen dispersie voor infusie
idecabtagene vicleucel (CAR+ levensvatbare T-cellen)
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Autologe humane T-cellen ex vivo genetisch gemodificeerd met behulp van een lentivirale vector die
codeert voor een chimere antigeenreceptor (CAR) die BCMA herkent.
Bevat 260­500 x 106 CAR+ levensvatbare T-cellen.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: CryoStor CS10, natriumchloride, natriumgluconaat, natriumacetaattrihydraat,
kaliumchloride, magnesiumchloride, water voor injecties. Zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Dispersie voor infusie
10-30 ml per zak
30-70 ml per zak
55-100 ml per zak
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Niet bestralen.
Intraveneus gebruik.
Meng de inhoud van de zak tijdens het ontdooien.
Gebruik GEEN leukodepletiefilter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Uitsluitend voor autoloog gebruik.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de vriezer in de dampfase van vloeibare stikstof ( -130°C).
Het geneesmiddel niet ontdooien tot het gebruik ervan.
Niet opnieuw invriezen.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde menselijke bloedcellen.
Ongebruikt geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig de lokale
richtlijnen voor het hanteren van afval van materiaal van humane oorsprong.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1539/001
13. PARTIJNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
Voornaam:
Achternaam:
Geboortedatum patiënt:
Aph ID/DIN:
JOIN:
Lot:
Identificatienr. zak:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING


15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.

UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing.

BIJGELEVERD BIJ ELKE LEVERING VOOR ÉÉN PATIËNT MOETEN WORDEN
VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Abecma 260 - 500 x 106 cellen dispersie voor infusie
idecabtagene vicleucel (CAR+ levensvatbare T-cellen)
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Autologe humane T-cellen ex vivo genetisch gemodificeerd met behulp van een lentivirale vector die
codeert voor een chimere antigeenreceptor (CAR) die BCMA herkent.
3.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID EN DOSERING
VAN HET GENEESMIDDEL
Identificatienummer van zak voor toediening
Werkelijk
Aantal
vulvolum e (ml)*
CAR+ levensvatbare
T-cellen per zak
Identificatienr. zak:

Identificatienr. zak: N.v.t.

Identificatienr. zak: N.v.t.

Identificatienr. zak: N.v.t.

Identificatienr. zak: N.v.t.

Identificatienr. zak: N.v.t.

Identificatienr. zak: N.v.t.

Identificatienr. zak: N.v.t.

Totaal aantal zakken voor toediening
Totaal
Dosis (totaal aantal CAR+
dosisvolume
levensvatbare T-cellen)



*Het werkelijke volume is het volume geneesmiddel dat zich in elke zak bevindt en is mogelijk niet hetzelfde als het
streefvolume dat vermeld staat op het etiket van de zak met het geneesmiddel.
4.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
5.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
BEWAAR DIT DOCUMENT EN HOUD HET BESCHIKBAAR BIJ DE VOORBEREIDING VAN
DE TOEDIENING VAN ABECMA.
Uitsluitend voor autoloog gebruik.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Niet van toepassing.
7.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM EN ANDERE PARTIJSPECIFIEKE INFORMATIE
Informatie over het product en de dosering
Vervaardigd door:
Fabricagedatum:
Uiterste gebruiksdatum:
Levensvatbaarheidspercentage van de cellen:

8.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde menselijke bloedcellen.
Ongebruikt geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig de lokale
richtlijnen voor het hanteren van afval van materiaal van humane oorsprong.
9.
PARTIJNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES

Patiënteninformatie
Voornaam:
Achternaam:
Geboortedatum:
Lotnummer:
JOIN:
Land:
APH ID/DIN:

SEC:

10. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
11. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1539/001


B. BIJSLUITER

Abecma 260 tot 500 x 106 cellen dispersie voor infusie
idecabtagene vicleucel (CAR+ levensvatbare T-cellen)
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
·
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
·
Uw arts geeft u een waarschuwingskaart voor patiënten. Lees deze zorgvuldig en volg de
instructies op.
·
Toon deze waarschuwingskaart voor patiënten altijd aan uw arts of verpleegkundige als u ze ziet
of als u in het ziekenhuis wordt opgenomen.
·
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
·
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Abecma is en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe wordt dit middel gegeven?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Abecma is en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Wat is Abecma?
Abecma is een soort geneesmiddel dat een `genetisch gemodificeerde celtherapie' wordt genoemd. De
werkzame stof in het geneesmiddel is idecabtagene vicleucel en is gemaakt van uw eigen witte
bloedcellen, T-cellen genaamd.

Waarvoor wordt Abecma gebruikt?
Abecma wordt gebruikt voor de behandeling van volwassenen met multipel myeloom, wat een kanker
is van het beenmerg.
Het wordt toegediend als eerdere behandelingen voor uw kanker niet hebben gewerkt of de kanker
terug is gekomen.

Hoe werkt Abecma?
De witte bloedcellen worden uit uw bloed gehaald en worden genetisch gemodificeerd zodat ze zich
kunnen richten op de myeloomcellen in uw lichaam.
Wanneer Abecma in uw bloed wordt gebracht door middel van een infusie, zullen de gemodificeerde
witte bloedcellen de myeloomcellen doden.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?


Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
·
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Als u denkt dat u misschien allergisch bent, vraag uw arts dan om advies.
·
U bent allergisch voor een van de stoffen in de geneesmiddelen die u krijgt voor lymfodepletie-
chemotherapie die gebruikt wordt om uw lichaam voor te bereiden op de behandeling met
Abecma.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt en als u:
·
long- of hartproblemen heeft.
·
een lage bloeddruk heeft.
·
een stamceltransplantatie heeft gehad in de afgelopen 4 maanden.
·
klachten of symptomen van graft-versus-host-ziekte heeft. Dit gebeurt als getransplanteerde
cellen uw lichaam aanvallen, waardoor symptomen zoals huiduitslag, misselijkheid, overgeven,
diarree en bloederige ontlasting ontstaan.
·
een infectie heeft. De infectie zal worden behandeld voordat u Abecma krijgt toegediend.
·
merkt dat de symptomen van uw kanker erger worden. Bij myeloom kan dit onder meer koorts,
gevoel van zwakte, botpijn, onverklaard gewichtsverlies zijn.
·
een infectie met het cytomegalovirus (CMV), hepatitis B- of C-virus of humaan
immunodeficiëntievirus (HIV) heeft gehad.
·
een vaccinatie heeft gehad in de voorafgaande 6 weken of van plan bent om er een te krijgen in
de komende paar maanden.
Als een van bovenstaande situaties op u van toepassing is (of u niet zeker bent), neem dan contact op
met uw arts voordat u Abecma krijgt.

Testen en onderzoeken
Voordat u Abecma krijgt, zal uw arts:
·
uw longen, hart en bloeddruk controleren.
·
letten op tekenen van infectie; een infectie zal worden behandeld voordat u Abecma krijgt.
·
controleren of uw kanker erger wordt.
·
controleren op CMV-, hepatitis B-, hepatitis C- of HIV-infectie.

Nadat u Abecma heeft gekregen
·
Er zijn ernstige bijwerkingen die u onmiddellijk aan uw arts of verpleegkundige moet vertellen
en waarvoor u misschien onmiddellijk medische hulp moet krijgen. Zie rubriek 4 onder
`Ernstige bijwerkingen'.
·
Uw arts zal uw bloedbeeld regelmatig controleren aangezien het aantal bloedcellen kan dalen.
·
Blijf gedurende ten minste 4 weken in de buurt van het behandelcentrum waar u Abecma heeft
gekregen. Zie rubriek 3 en 4.
·
U mag geen bloed, organen, weefsels of cellen doneren voor transplantatie.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Abecma mag niet worden gebruikt bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast dit middel nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
verpleegkundige. Dit geldt ook voor vrij verkrijgbare geneesmiddelen.
Voordat u Abecma krijgt, moet u uw arts of verpleegkundige vertellen of u geneesmiddelen gebruikt
die uw afweersysteem verzwakken, zoals corticosteroïden. Dit is omdat deze geneesmiddelen de
werking van Abecma kunnen beïnvloeden.
Zie rubriek 3 voor informatie over de geneesmiddelen die u krijgt voordat u Abecma krijgt.

Vaccinaties
U mag bepaalde vaccins, die levende vaccins worden genoemd, niet krijgen:
·
in de 6 weken voordat u een korte behandeling met chemotherapie (genaamd lymfodepletie-
chemotherapie) krijgt om uw lichaam voor te bereiden op Abecma.
·
tijdens de behandeling met Abecma.
·
na de behandeling terwijl het afweersysteem aan het herstellen is.
Praat met uw arts als u eventuele vaccinaties nodig heeft.

Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Dit is omdat de effecten van Abecma bij
zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven niet bekend zijn en schadelijk kunnen zijn
voor uw ongeboren baby of kind dat borstvoeding krijgt.
·
Als u zwanger bent of denkt zwanger te zijn na de behandeling met Abecma, vertel dit dan
onmiddellijk aan uw arts.
·
U krijgt een zwangerschapstest voordat de behandeling begint. Abecma mag alleen worden
gegeven als de testresultaten aantonen dat u niet zwanger bent.
Bespreek zwangerschap met uw arts als u Abecma heeft gekregen.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
U mag geen voertuigen besturen, machines bedienen of deelnemen aan activiteiten waarvoor u alert
moet zijn gedurende ten minste 8 weken na de behandeling of totdat uw arts u zegt dat u volledig bent
hersteld. Abecma kan slaperigheid veroorzaken, kan leiden tot verwardheid of aanvallen (stuipen).

Abecma bevat natrium, kalium en dimethylsulfoxide (DMSO)
Dit geneesmiddel bevat tot 752 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) per
dosis. Dit komt overeen met 37,6% van de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid natrium in de
voeding voor een volwassene.
Dit middel bevat tot 274 mg kalium per dosis. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een
verminderde nierfunctie of patiënten op een gecontroleerd kaliumdieet.
Als u niet eerder bent blootgesteld aan DMSO, moet u tijdens de eerste minuten van de infusieperiode
nauwlettend worden geobserveerd.
3.
Hoe wordt dit middel gegeven?

Bloed geven om Abecma te maken uit uw witte bloedcellen
·
Uw arts zal wat bloed van u afnemen via een slangetje (katheter) in uw ader. Sommige van uw
witte bloedcellen worden gescheiden van uw bloed en de rest van uw bloed wordt teruggeleid
uw lichaam in. Deze procedure heet `leukaferese' en kan 3 tot 6 uur duren. Dit proces moet
misschien worden herhaald.
·
Uw witte bloedcellen worden dan ingevroren en opgestuurd om Abecma te maken.
·
Een paar dagen voordat u Abecma krijgt, krijgt u een korte behandeling met chemotherapie. Dit
is om uw bestaande witte bloedcellen te verwijderen.
·
Kort voordat u Abecma krijgt, krijgt u paracetamol en een antihistaminicum. Dit is bedoeld om
het risico op infusiereacties en koorts te verminderen.

Hoe wordt Abecma gegeven?
·
Uw arts controleert of de Abecma uit uw eigen bloed werd gemaakt door te controleren of de
identiteitsgegevens van de patiënt op de geneesmiddeletiketten overeenkomen met uw
gegevens.
·
Abecma wordt gegeven als een infusie via een lijn in uw ader.

Nadat Abecma is toegediend
·
Blijf gedurende ten minste 4 weken in de buurt van het behandelcentrum waar u Abecma heeft
gekregen.
·
U zult in het behandelcentrum dagelijks gecontroleerd worden gedurende ten minste 10 dagen
om te controleren of de behandeling werkt en om u te helpen als u bijwerkingen heeft. Zie
rubriek 2 en 4.
·
U mag geen bloed, organen, weefsels of cellen doneren voor transplantatie.

Als u een afspraak mist
Bel uw arts of het behandelcentrum zo snel mogelijk om een nieuwe afspraak te maken.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.

Ernstige bijwerkingen
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u last krijgt van een van de volgende bijwerkingen nadat
u Abecma heeft gekregen. Deze treden doorgaans op in de eerste 8 weken na de infusie, maar kunnen
ook later ontstaan:
·
koorts, rillingen, ademhalingsproblemen, duizeligheid of een licht gevoel in het hoofd,
misselijkheid, hoofdpijn, snelle hartslag, lage bloeddruk of vermoeidheid ­ dit kunnen
symptomen zijn van cytokine-`release'-syndroom of CRS, een ernstige of mogelijk fatale
aandoening.
·
verwardheid, geheugenproblemen, spraakproblemen of vertraagd spreken, moeite met het
begrijpen van een gesprek, verlies van evenwicht of coördinatie, desoriëntatie, minder alert zijn
(verminderd bewustzijn) of overmatige slaperigheid, verlies van bewustzijn, ijlen, aanvallen
(stuipen), rillen of zwakte met verlies van beweging aan één kant van het lichaam.
·
tekenen van een infectie, zoals koorts, rillingen of beven, hoesten, kortademigheid, snelle
ademhaling en snelle polsslag.
·
zich zeer moe, zwak of kortademig voelen, dit kunnen tekenen zijn van een laag aantal rode
bloedcellen (anemie).
·
blauwe plekken zonder oorzaak of gemakkelijker bloeden, zoals neusbloedingen of bloeding uit
de mond of darmen, dit kan teken zijn van een laag aantal bloedplaatjes in uw bloed.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u een van de bovengenoemde bijwerkingen krijgt, aangezien u
mogelijk dringende medische behandeling nodig heeft.

Zeer vaak: komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
·
gebrek aan energie
·
hoge bloeddruk
·
verminderde eetlust
·
verstopping van de darmen (obstipatie)
·
gezwollen enkels, armen, benen en gezicht
·
gewrichtspijn
·
laag aantal witte bloedcellen (neutrofielen, leukocyten en lymfocyten), waardoor het risico op
infectie verhoogt
·
infecties zoals longontsteking of infecties van de luchtwegen, mond, huid, urinewegen of bloed,
die kunnen worden veroorzaakt door bacteriën, een virus of een schimmel
·
laag gehalte aan antilichamen, immunoglobulinen genaamd, (hypogammaglobulinemie) die
belangrijk zijn bij het bestrijden van infecties
·
verlaagd gehalte van calcium, natrium, magnesium, kalium, fosfaat of albumine, wat kan leiden
tot vermoeidheid, spierzwakte of -krampen of een onregelmatige hartslag
·
verhoogd gehalte van leverenzymen (abnormale leverfunctietest) of een hoger gehalte van een
eiwit (C-reactief proteïne) in het bloed dat kan wijzen op een ontsteking.

Vaak: komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
·
ernstige ontsteking door activering van uw afweersysteem, wat kan leiden tot ernstige schade in
het lichaam
·
moeite met slapen
·
spierpijn
·
abnormale bewegingen van het lichaam of gebrek aan coördinatie
·
ongelijke of onregelmatige hartslag
·
vocht in de longen
·
laag zuurstofgehalte in het bloed, wat kan leiden tot kortademigheid, verwarring of slaperigheid.

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?

De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen.
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
van de cassette en van de infuuszak na `EXP'.
Bewaren in de vriezer en bevroren transporteren in de dampfase van vloeibare stikstof ( -130°C). Het
geneesmiddel niet ontdooien voordat het klaar is om te worden gebruikt. Niet opnieuw invriezen.
Gebruik dit geneesmiddel niet als de infuuszak beschadigd is of lekt.
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde menselijke bloedcellen. Voor ongebruikte
geneesmiddelen of afvalmateriaal moeten de lokale richtlijnen voor het hanteren van afval van
materiaal van humane oorsprong worden gevolgd.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
·
De werkzame stof in dit middel is idecabtagene vicleucel. Elke infuuszak met Abecma bevat
idecabtagene vicleucel celdispersie in een batch-afhankelijke concentratie autologe T-cellen die
zodanig genetisch gemodificeerd zijn dat ze een anti-BCMA chimere antigeenreceptor
(CAR-positieve levensvatbare T-cellen) tot expressie brengen. Eén of meer infuuszakken
bevatten een totaal van 260-500 × 106 CAR-positieve levensvatbare T-cellen.
·
De andere stoffen (hulpstoffen) in dit middel zijn CryoStor CS10, natriumchloride,
natriumgluconaat, natriumacetaattrihydraat, kaliumchloride, magnesiumchloride, water voor
injecties. Zie rubriek 2 `Abecma bevat natrium, kalium en DMSO'.

Hoe ziet Abecma eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Abecma is een kleurloze celdispersie voor infusie, geleverd in een of meerdere infuuszakken die
afzonderlijk verpakt zijn in een metalen cassette. Elke zak bevat 10 ml tot 100 ml celdispersie.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland

Fabrikant
Celgene Distribution B.V.
Orteliuslaan 1000
3528 BD Utrecht
Nederland

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Dit geneesmiddel is voorwaardelijk toegelaten. Dit betekent dat er in de toekomst meer definitieve
gegevens worden verwacht over dit geneesmiddel. Het Europees Geneesmiddelenbureau zal ieder jaar
nieuwe informatie over het geneesmiddel beoordelen. Als dat nodig is, zal deze bijsluiter worden
aangepast.

Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu. Hier vindt u ook verwijzingen naar andere
websites over zeldzame ziektes en hun behandelingen.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Het is belangrijk dat u de volledige inhoud van deze procedure leest voordat u Abecma gaat toedienen.
Te nemen voorzorgen voorafgaand aan gebruik of toediening van het geneesmiddel
·
Abecma dient binnen het behandelcentrum te worden vervoerd in gesloten, onbreekbare,
lekdichte containers.
·
Dit geneesmiddel bevat menselijke bloedcellen. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die
Abecma hanteren, moeten gepaste voorzorgsmaatregelen treffen (dragen van handschoenen en
bril) om mogelijke overdracht van besmettelijke ziekten te vermijden.
·
Voorafgaand aan de Abecma-infusie moet worden bevestigd dat de identiteit van de patiënt
overeenkomt met de identificatie van de patiënt op de Abecma-cassette(s), de infuuszak(ken) en
het `vrijgifte voor infusie'-certificaat (RfIC).
·
De Abecma-infuuszak mag niet worden verwijderd uit de cassette als de informatie op het voor
de patiënt specifieke etiket niet overeenkomt met de betreffende patiënt. Er moet onmiddellijk
contact worden opgenomen met het bedrijf als er verschillen bestaan tussen de etiketten en de
identificatie van de patiënt.
·
Als er meer dan één infuuszak is ontvangen voor de behandeling, ontdooi dan de infuuszakken
een voor een. De timing voor ontdooien van Abecma en de infusie moet gecoördineerd worden.
De infusiestarttijd moet vooraf worden bevestigd en worden aangepast voor ontdooien, zodat
Abecma beschikbaar is voor infusie als de patiënt klaar is.
Ontdooien
·
Haal de Abecma-infuuszak uit de cassette en inspecteer de infuuszak vóór het ontdooien op
eventuele beschadigingen van de integriteit van de container, zoals barsten of scheuren. Als de
infuuszak beschadigd lijkt of lekt, mag het middel niet worden toegediend en moet het worden
verwijderd overeenkomstig de lokale richtlijnen voor het hanteren van afval van materiaal van
humane oorsprong.
·
Plaats de infuuszak in een tweede steriele zak.
·
Ontdooi Abecma bij ongeveer 37°C met behulp van een goedgekeurd ontdooitoestel of
waterbad totdat er geen ijs meer zichtbaar is in de infuuszak. Meng voorzichtig de inhoud van
de zak met verschillende klompjes cellulair materiaal. Als zichtbare celklompjes overblijven,
blijf de inhoud van de zak dan voorzichtig mengen. Kleine klompjes cellulair materiaal zouden
zich moeten verspreiden door het voorzichtig mengen. Abecma niet wassen, afdraaien en/of
resuspenderen in nieuwe middelen vóór de infusie.
Toediening van Abecma
·
Gebruik GEEN leukodepletiefilter.
·
Intraveneuze infusie van Abecma mag alleen worden toegediend door een beroepsbeoefenaar in
de gezondheidszorg die ervaring heeft met immunosuppressieve patiënten en in staat is om
anafylaxie te behandelen.
·
Controleer of tocilizumab en noodapparatuur beschikbaar zijn voorafgaand aan de infusie en
tijdens de herstelperiode. In het uitzonderlijke geval dat tocilizumab niet beschikbaar is als
gevolg van een tekort dat wordt vermeld in de EMA-catalogus van tekorten (EMA shortage
catalogue), moet worden verzekerd dat geschikte alternatieve maatregelen op de locatie
beschikbaar zijn om CRS anders dan met tocilizumab te behandelen.
·
Centraal-veneuze toegang kan worden gebruikt voor de infusie van Abecma en wordt
aangemoedigd bij patiënten met slechte perifere toegang.
·
Bevestig dat de identiteit van de patiënt overeenkomt met de identificatie van de patiënt op de
Abecma-infuuszak.
·
Vul de slang van de infuusset met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie vóór
de infusie.
·
Dien Abecma toe binnen 1 uur na de start van het ontdooien en zo snel als de zwaartekracht
toelaat.
·
Nadat de gehele inhoud van de infuuszak is toegediend, moet de slangenset gespoeld worden
met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie met dezelfde infusiesnelheid, om
ervoor te zorgen dat al het product is toegediend.
·
Volg dezelfde procedure voor alle daaropvolgende infuuszakken voor de geïdentificeerde
patiënt.
Verwijdering van Abecma
·
Ongebruikt geneesmiddel en al het materiaal dat in aanraking is gekomen met Abecma (vast en
vloeibaar afval) dient te worden behandeld en afgevoerd als mogelijk besmettelijk afval volgens
de lokale richtlijnen voor het hanteren van materiaal van humane oorsprong.
·
In geval van accidentele blootstelling moeten de lokale richtlijnen voor het hanteren van
materiaal van humane oorsprong worden gevolgd. Werkoppervlakken en materialen die
mogelijk in contact zijn geweest met Abecma, moeten worden ontsmet met een geschikt
ontsmettingsmiddel.

Heb je dit medicijn gebruikt? Abecma 260-500 x 10*6 te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Abecma 260-500 x 10*6 te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Abecma 260-500 x 10*6

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG