Yentreve 20 mg

-
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
YENTREVE 20 mg harde maagsapresistente capsules
YENTREVE 40 mg harde maagsapresistente capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
YENTREVE 20 mg
Elke capsule bevat 20 mg duloxetine (als hydrochloride).
Hulpstoffen met bekend effect:
Elke capsule kan tot 37 mg sacharose bevatten.
YENTREVE 40 mg
Elke capsule bevat 40 mg duloxetine (als hydrochloride).
Hulpstoffen met bekend effect:
Elke capsule kan tot 74 mg sacharose bevatten.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde maagsapresistente capsule.
YENTREVE 20MG
Ondoorschijnende, blauwe romp met het opschrift ‘20 mg’ en een ondoorschijnend blauw kapje met
het opschrift ‘9544’.
YENTREVE 40MG
Ondoorschijnende, oranje romp met het opschrift ’40 mg’ en een ondoorschijnend blauw kapje met het
opschrift ‘9545’.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
YENTREVE is geïndiceerd bij vrouwen voor de behandeling van matige tot ernstige Stress-Urine-
Incontinentie (SUI; inspanningsincontinentie).
Yentreve is geïndiceerd voor volwassenen.
Voor verdere informatie, zie rubriek 5.1.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosis van YENTREVE is tweemaal daags 40 mg onafhankelijk van de maaltijd in te
nemen. Na 2 - 4 weken behandeling dienen patiënten opnieuw te worden beoordeeld om het voordeel
en het verdragen van de behandeling te evalueren. Sommige patiënten kunnen baat hebben bij een start
dosering van 20 mg tweemaal daags gedurende twee weken alvorens de dosering te verhogen tot de
aanbevolen dosering van tweemaal daags 40 mg. Dosis escalatie kan het risico van misselijkheid en
duizeligheid verminderen maar niet ongedaan maken.
2
Er zijn echter beperkte gegevens beschikbaar die de werkzaamheid van YENTREVE tweemaal daags
20 mg ondersteunen.
De werkzaamheid van YENTREVE is niet geëvalueerd gedurende een periode van meer dan
drie maanden in placebogecontroleerde studies. Het voordeel van de behandeling dient met
regelmatige tussenpozen opnieuw te worden beoordeeld.
Het combineren van YENTREVE met een programma van bekkenbodem spiertraining kan effectiever
zijn dan beide behandelingen afzonderlijk. Het wordt aanbevolen om gelijktijdige bekkenbodem
spiertraining te overwegen.
Leverfunctiestoornis
YENTREVE mag niet worden gebruikt bij vrouwen met een leveraandoening die leidt tot
leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.3 en 5.2).
Nierfunctiestoornis
Voor patiënten met lichte of matige nierdisfunctie (creatinineklaring 30 tot 80 ml/min) is geen
doseringsaanpassing noodzakelijk. YENTREVE mag niet worden gebruikt door patiënten met ernstige
nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min; zie rubriek 4.3).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van duloxetine voor de behandeling van stress-urine-incontinentie zijn
niet onderzocht. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Speciale patiëntgroepen
Ouderen
Bij het behandelen van ouderen is voorzichtigheid geboden.
Stopzetting van de behandeling
Plotseling stopzetten dient te worden vermeden. Bij stopzetting van de behandeling met YENTREVE
dient de dosering over een periode van tenminste 1 tot 2 weken geleidelijk te worden afgebouwd om
de kans op onthoudingsverschijnselen zo klein mogelijk te houden (zie rubriek 4.4 en 4.8). Indien niet
tolereerbare symptomen optreden na een afname van de dosering of na stopzetting van de behandeling,
kan overwogen worden om de laatst voorgeschreven dosering te hervatten. Vervolgens kan de arts
doorgaan met verlagen van de dosering, echter in een langzamere mate.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Een leveraandoening die leidt tot leverfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
YENTREVE dient niet te worden gebruikt in combinatie met niet-selectieve, irreversibele monoamine
oxidase remmers - MAO-remmers (zie rubriek 4.5).
YENTREVE dient niet te worden gebruikt in combinatie met CYP1A2-remmers, zoals fluvoxamine,
ciprofloxacine of enoxacine, aangezien de combinatie leidt tot verhoogde plasmaconcentraties van
duloxetine (zie rubriek 4.5).
Ernstige nierfunctiestoornis (creatinine klaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.4).
3
Start van de behandeling met YENTREVE is gecontra-indiceerd bij patiënten met ongecontroleerde
hypertensie, dit zou tot een verhoogd risico op hypertensieve crisis bij deze patiënten kunnen leiden
(zie rubriek 4.4 en 4.8).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Manie en convulsies
YENTREVE dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een voorgeschiedenis van
manie of de diagnose bipolaire stoornis en/of convulsies.
Serotoninesyndroom
Het serotoninesyndroom, een mogelijk levensbedreigende aandoening, kan, zoals bij andere
serotonerge middelen, bij behandeling met duloxetine voorkomen, in het bijzonder bij gelijktijdig
gebruik van andere serotonerge middelen (waaronder SSRI’s, SNRI’s, tricyclische antidepressiva of
triptanen), met middelen die het metabolisme van serotonine aantasten zoals MAO-remmers of met
antipsychotica of andere dopamine-antagonisten die het serotonerge neurotransmittersysteem kunnen
beïnvloeden (zie rubrieken 4.3 en 4.5).
Symptomen van het serotoninesyndroom kunnen veranderingen van de mentale status omvatten (bijv.
agitatie, hallucinaties, coma), autonome instabiliteit (bijv. tachycardie, labiele bloeddruk,
hyperthermie), neuromusculaire afwijkingen (bijv. hyperreflexie, geen coördinatie) en/of
gastrointestinale symptomen (bijv. misselijkheid, braken, diarree).
Als gelijktijdige behandeling met duloxetine en andere serotonerge middelen die het serotonerge en/of
dopaminerge neurotransmittersysteem kunnen beïnvloeden, klinisch gerechtvaardigd is, wordt
zorgvuldige observatie van de patient geadviseerd, in het bijzonder gedurende het begin van de
behandeling en bij verhogingen van de dosis.
Sint-janskruid
Bijwerkingen kunnen vaker optreden tijdens gelijktijdig gebruik van YENTREVE en
kruidenpreparaten met sint-janskruid (Hypericum
perforatum).
Mydriasis
In verband met duloxetine is melding gemaakt van mydriasis. Derhalve dient voorzichtigheid te
worden betracht wanneer duloxetine wordt voorgeschreven bij patiënten met verhoogde intraoculaire
druk of mensen die risico lopen op acuut nauwekamerhoekglaucoom.
Bloeddruk en hartslag
Duloxetine wordt geassocieerd met een verhoging van de bloeddruk en klinisch significante
hypertensie bij sommige patiënten. Dit kan een gevolg zijn van het noradrenerge effect van duloxetine.
Gevallen van hypertensieve crisis zijn gerapporteerd met duloxetine, vooral bij patiënten met reeds
bestaande hypertensie. Daarom wordt bij patiënten met een verhoogde bloeddruk en/of hartaandoening
bewaking van de bloeddruk aanbevolen, vooral gedurende de eerste maand van de behandeling.
Duloxetine dient voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten waarbij de conditie gepaard kan gaan
met een versnelde hartslag of verhoogde bloeddruk. Voorzichtigheid is geboden wanneer duloxetine
wordt gebruikt gelijktijdig met geneesmiddelen die het metabolisme hiervan kunnen verstoren (zie
rubriek 4.5). Voor patiënten die een blijvende toename van de bloeddruk ervaren tijdens gebruik van
duloxetine dient ofwel dosisverlaging, dan wel geleidelijk staken van de behandeling te worden
overwogen (zie rubriek 4.8). Bij patiënten met ongecontroleerde hypertensie dient duloxetine niet
gestart te worden (zie rubriek 4.3).
Nierfunctiestoornissen
Verhoogde plasmaconcentraties van duloxetine komen voor bij patiënten met ernstige
nierfunctiestoornissen die hemodialyse ondergaan (creatinineklaring < 30 ml/min). Voor patiënten met
ernstige nierfunctiestoornissen, zie rubriek 4.3. Zie rubriek 4.2 voor informatie over patiënten met
lichte of matige nierdisfunctie.
4
Bloedingen
Bij Selectieve Serotonine Heropname Remmers (SSRI's) en Serotonine/Noradrenaline Heropname
Remmers (SNRI’s), waaronder duloxetine, is melding gemaakt van bloedingsafwijkingen zoals
ecchymoses, purpura en gastrointestinale bloedingen. Duloxetine kan het risico op post-
partumbloedingen verhogen (zie rubriek 4.6). Voorzichtigheid is geboden bij patiënten die gebruik
maken van anticoagulantia en/of geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de plaatjesfunctie
aantasten (bijvoorbeeld NSAID’s of acetylsalicylzuur) en bij patiënten van wie bekend is dat ze
bloedingsneigingen hebben.
Stopzetten van de behandeling
Onthoudingsverschijnselen bij stopzetting van de behandeling zijn gebruikelijk, vooral wanneer abrupt
wordt gestopt (zie rubriek 4.8). In een klinisch onderzoek werden bijwerkingen waargenomen na
abrupt stopzetten van de behandeling in 44 % van de patiënten behandeld met YENTREVE en in 24 %
van de patiënten behandeld met placebo.
De kans op onthoudingsverschijnselen bij behandeling met SSRI’s en SNRI’s kan afhankelijk zijn van
verschillende factoren waaronder de duur en de dosering van de behandeling en de snelheid van
dosisreductie. De meest voorkomende symptomen zijn beschreven in rubriek 4.8. Over het algemeen
zijn deze symptomen licht tot matig van aard, echter bij sommige patiënten kan de intensiteit ernstig
zijn. Normaal gesproken treden deze op in de eerste dagen na stopzetting van de behandeling, er zijn
echter zeldzame meldingen van patiënten die per ongeluk een dosis vergeten waren. Over het
algemeen zijn deze symptomen zelf-beperkend en verdwijnen ze binnen 2 weken, hoewel ze bij
sommige patiënten langer aanwezig kunnen zijn (2 – 3 maanden, of langer). Daarom wordt
geadviseerd om duloxetine geleidelijk af te bouwen over een periode van ten minste 2 weken,
afhankelijk van de behoefte van de patiënt (zie rubriek 4.2).
Hyponatriëmie
Hyponatriëmie is gerapporteerd bij toediening van YENTREVE, waaronder gevallen met minder dan
110 mmol natrium/l serum. Hyponatriëmie kan worden veroorzaakt als gevolg van het syndroom van
inadequate secretie van anti diuretisch hormoon (SIADH). De meerderheid van deze gevallen kwam
voor bij oudere patiënten, in het bijzonder wanneer dit gepaard gaat met een recente voorgeschiedenis
van verstoorde vloeistofbalans of met omstandigheden die predisponeren tot een verstoorde
vloeistofbalans. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een verhoogde kans op hyponatriëmie,
zoals ouderen, cirrotische- of gedehydrateerde patiënten of patiënten behandeld met diuretica.
Depressie, suïcidale gedachten en gedrag
Hoewel YENTREVE niet geïndiceerd is voor de behandeling van depressie, bestaat het actieve
bestanddeel (duloxetine) ook als een antidepressivum. Depressie is geassocieerd met risico op
suïcidale gedachten, zelfbeschadiging en suïcide (suïcidegerelateerde voorvallen). Het risico blijft
bestaan totdat significante remissie optreedt. Aangezien het kan zijn dat er geen verbetering optreedt
gedurende de eerste paar weken of langer van de behandeling, dient nauwkeurig toezicht te worden
gehouden op deze patiënten totdat een dergelijke verbetering optreedt. Het is algemene klinische
ervaring dat de kans op suïcide in de beginfase van herstel kan toenemen. Het is bekend dat patiënten
met een geschiedenis van suïcidegerelateerde voorvallen of diegenen die een significante mate van
suïcidale ideeënvorming vertonen voorafgaand aan de start van een behandeling grotere kans hebben
op suïcidaal gedrag en gedurende de behandeling zorgvuldig gevolgd moeten worden. Een meta-
analyse van placebogecontroleerde klinische onderzoeken van antidepressiva bij psychiatrische
stoornissen liet een verhoogd risico op suïcidaal gedrag zien met antidepressiva vergeleken met
placebo bij patiënten jonger dan 25 jaar.
Op zichzelf staande gevallen van suïcidale gedachten en suïcidale gedragingen zijn gemeld tijdens
therapie met duloxetine of vlak na het staken van de behandeling (zie rubriek 4.8). Artsen dienen
patiënten te stimuleren om verontrustende gedachten of gevoelens of depressieve symptomen altijd te
melden. Indien tijdens YENTREVE therapie de patiënt agitatie of depressieve symptomen ontwikkelt
moet er gespecialiseerd medisch advies worden gezocht. Dit aangezien depressie een ernstige
medische aandoening is. Als het besluit wordt genomen om antidepressiva farmacotherapie te
initiëren, wordt een geleidelijke discontinuering van YENTREVE aanbevolen (zie rubriek 4.2).
5
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
YENTREVE dient niet te worden gebruikt bij de behandeling van kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Aan suïcide gerelateerde gedragingen (suïcidepogingen en suïcidale gedachten) en vijandigheid
(voornamelijk agressie, oppositioneel gedrag en woede) werden in klinische studies vaker
waargenomen bij kinderen en jongeren behandeld met antidepressiva vergeleken met diegenen
behandeld met placebo. Indien toch, op basis van een klinische noodzaak, de beslissing wordt
genomen om te behandelen, dient de patiënt zorgvuldig te worden gevolgd voor het optreden van
suïcidale symptomen. Daarnaast ontbreken langetermijngegevens over de veiligheid bij kinderen en
jongeren met betrekking tot groei, maturatie en cognitieve en gedragsontwikkeling.
Geneesmiddelen die duloxetine bevatten
Duloxetine is beschikbaar onder verschillende merknamen voor verschillende indicaties (behandeling
van diabetische neuropathische pijn, depressieve stoornis, gegeneraliseerde angststoornis en stress
urine incontinentie). Het gebruik van meer dan één van deze merknamen gelijktijdig moet worden
vermeden.
Hepatitis/verhoogde lever enzymen
Er zijn gevallen van leverbeschadiging waaronder ernstige verhogingen van leverenzymen (> 10 maal
de normale bovengrens), hepatitis en geelzucht gerapporteerd met duloxetine (zie rubriek 4.8). De
meeste gevallen vonden plaats tijdens de eerste maanden van behandeling. Het patroon van
leverbeschadiging was voornamelijk hepatocellulair. Duloxetine dient met voorzichtigheid te worden
gebruikt bij patiënten die behandeld worden met andere geneesmiddelen geassocieerd met
leverbeschadiging.
Acathisie / psychomotorische rusteloosheid
Het gebruik van duloxetine wordt geassocieerd met het ontwikkelen van acathisie, gekarakteriseerd
door een subjectieve onprettige, verontrustende rusteloosheid en de behoefte veel te bewegen gepaard
gaand met het niet in staat zijn om stil te zitten of stil te staan. Dit gebeurt meestal binnen de eerste
paar weken van de behandeling. Bij patiënten die deze symptomen ontwikkelen kan verhogen van de
dosering schadelijk zijn.
Seksuele disfunctie
Selectieve serotonine heropnameremmers (SSRI's)/ serotonine noradrenaline-heropnameremmers
(SNRI's) kunnen symptomen van seksuele disfunctie veroorzaken (zie rubriek 4.8). Er zijn meldingen
geweest van langdurige seksuele disfunctie waar de symptomen bleven aanhouden ondanks het staken
van de behandeling met SSRI's/SNRI’s.
Sacharose
YENTREVE harde maagsapresistente capsules bevatten sacharose. Patiënten met de zeldzame
erfelijke problemen fructose-intolerantie, glucose-galactosemalabsorptie of sacharase-isomaltase-
insufficiëntie dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen in essentie
“natriumvrij”
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers):
Vanwege het risico op het serotoninesyndroom dient
duloxetine niet te worden gebruikt in combinatie met niet-selectieve, irreversibele
monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers) of binnen minimaal 14 dagen na het stopzetten van de
behandeling met een MAO-remmer. Op basis van de halfwaardetijd van duloxetine moet na het
stopzetten van YENTREVE tenminste 5 dagen worden gewacht voordat met een MAO-remmer kan
worden begonnen (zie rubriek 4.3).
Het gelijktijdig gebruik van YENTREVE met selectieve, reversibele MAO-remmers, zoals
moclobemide, wordt niet aangeraden (zie rubriek 4.4). Het antibioticum linozelide is een reversibele
6
niet-selectieve MAO-remmer en dient niet aan patiënten gegeven te worden die met YENTREVE
worden behandeld (zie rubriek 4.4).
CYP1A2-remmers:
Omdat CYP1A2 bij het metabolisme van duloxetine is betrokken, zal gelijktijdig
gebruik van YENTREVE en sterke CYP1A2-remmers waarschijnlijk resulteren in hogere
concentraties duloxetine. Fluvoxamine (100 mg eenmaal daags), een krachtige CYP1A2-remmer,
verlaagde de schijnbare plasmaklaring van duloxetine met ongeveer 77 % en verhoogde de AUC
0-t
.
met een factor 6. Daarom dient YENTREVE niet te worden toegediend in combinatie met krachtige
CYP1A2-remmers zoals fluvoxamine (zie rubriek 4.3).
Centraal werkende geneesmiddelen:
Voorzichtigheid is geboden wanneer YENTREVE wordt gebruikt
in combinatie met andere centraal werkende geneesmiddelen of stoffen, waaronder alcohol en sedativa
(benzodiazepinen, morfinomimetica, antipsychotica, fenobarbital, sedatieve antihistaminica).
Serotonerge middelen:
In zeldzame gevallen is melding gemaakt van het serotoninesyndroom bij
patiënten die SSRI’s/SNRI’s gelijktijdig gebruiken met serotonerge middelen. Voorzichtigheid is
geboden als Yentreve tegelijk wordt gebruikt met serotonerge middelen zoals SSRI’s,SNRI’s,
tricyclische antidepressiva zoals clomipramine of amitriptyline, MAO-remmers zoals moclobemide of
linezolide, sint-janskruid (Hypericum
perforatum)
of triptanen, tramadol, pethidine en tryptofaan (zie
rubriek 4.4).
Effecten van duloxetine op andere geneesmiddelen
Geneesmiddelen gemetaboliseerd door CYP1A2:
De farmacokinetiek van theofylline, een CYP1A2-
substraat, werd niet significant beïnvloed door gelijktijdige toediening van duloxetine (60 mg
tweemaal daags).
Geneesmiddelen gemetaboliseerd door CYP2D6:
Duloxetine is een matige remmer van CYP2D6.
Wanneer duloxetine werd toegediend als een dosis van 60 mg tweemaal daags met een enkele dosis
desipramine, een CYP2D6 substraat, was de AUC van desipramine 3 maal zo hoog. Gelijktijdige
toediening van duloxetine (40 mg tweemaal daags) verhoogt de ‘steady state AUC’ van tolterodine
(2 mg tweemaal daags) met 71 %, maar heeft geen invloed op de farmacokinetiek van de actieve 5-
hydroxymetaboliet hiervan en er wordt geen doseringsaanpassing aanbevolen. Voorzichtigheid is
geboden als duloxetine gelijktijdig wordt toegediend met geneesmiddelen die voornamelijk worden
gemetaboliseerd door CYP2D6 (risperidon, tricyclische antidepressiva [TCA’s] zoals nortriptyline,
amitryptiline en imipramine) met name als deze een smalle therapeutische breedte hebben (zoals
flecainide, propafenon en metoprolol).
Orale anticonceptiva en andere steroïden:
Uit de resultaten van
in vitro-onderzoeken
blijkt dat
duloxetine niet aanzet tot de katalytische activiteit van CYP3A. Er zijn geen specifieke
in vivo
interactiestudies met geneesmiddelen uitgevoerd.
Anticoagulantia en antiplatelet middelen:
Voorzichtigheid is geboden wanneer duloxetine wordt
gecombineerd met orale anticoagulantia of antiplatelet middelen door een potentieel verhoogd risico
op bloedingen. Er zijn toenames in INR waarden gerapporteerd wanneer duloxetine gelijktijdig werd
toegediend met warfarine. Echter, gelijktijdige toediening van duloxetine met warfarine onder steady
state voorwaarden bij gezonde vrijwilligers als onderdeel van een klinisch-farmacologische studie,
resulteerde niet in een klinisch significante verandering in INR ten opzichte van de uitgangswaarde,
noch in de farmacokinetiek van R- of S-warfarine.
Effecten van andere geneesmiddelen op duloxetine
Antacida en H2-antagonisten:
Gelijktijdige toediening van YENTREVE met aluminium en
magnesium bevattende antacida of met famotidine had geen significant effect op de snelheid of mate
van duloxetine-absorptie na orale toediening van een dosis van 40 mg.
Middelen met CYP1A2-inducerende werking:
Uit farmacokinetische populatieanalyses is gebleken dat
rokers bijna 50 % lagere plasmaspiegels van duloxetine hebben dan niet-rokers.
7
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vruchtbaarheid
In dierstudies had duloxetine geen effect op de mannelijke vruchtbaarheid en effecten bij vrouwen
waren slechts duidelijk bij doses die toxiciteit bij de moeder veroorzaakten.
Zwangerschap
Uit experimenteel onderzoek bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken bij systemische
blootstellingsniveaus (AUC) van duloxetine die lager waren dan de maximale klinische blootstelling
(zie rubriek 5.3).
Twee grote obeservationele onderzoeken wijzen niet op een algeheel verhoogd risico op ernstige
aangeboren afwijkingen (één onderzoek in de Verenigde Staten met daarin 2.500 vrouwen
blootgesteld aan duloxetine tijdens het eerste trimester en één onderzoek in de EU met daarin 1.500
vrouwen blootgesteld aan duloxetine tijdens het eerste trimester). De analyse op specifieke
afwijkingen zoals cardiale afwijkingen laat geen eenduidige resultaten zien.
In het onderzoek in de EU werd blootstelling van de moeder aan duloxetine laat in de zwangerschap
(op enig moment vanaf 20 weken van de zwangerschapsduur tot aan de bevalling) in verband gebracht
met een verhoogd risico op een vroeggeboorte (minder dan tweemaal verhoogd, overeenkomende met
ongeveer 6 additionele vroeggeboortes per 100 vrouwen die laat in de zwangerschap met duloxetine
werden behandeld). De meerderheid van de vroeggeboortes trad op tussen 35 en 36 weken van de
zwangerschap. Dit verband werd niet waargenomen in de studie in de Verenigde Staten.
De observationele gegevens in de Verenigde Staten hebben een (minder dan tweemaal) verhoogd
risico aangetoond op post-partumbloedingen na blootstelling aan duloxetine binnen een maand voor de
geboorte.
Epidemiologische gegevens hebben erop gewezen dat het gebruik van SSRI’s tijdens de
zwangerschap, in het bijzonder aan het eind van de zwangerschap, de kans op blijvende pulmonale
hypertensie bij de pasgeborene (PPHN) kan verhogen. Hoewel er geen studies gedaan zijn die de
relatie tussen PPHN en behandeling met SNRI hebben onderzocht, kan dit mogelijke risico, het
betrokken werkingsmechanisme (remming van de serotonine-heropname) in aanmerking genomen, bij
duloxetine niet worden uitgesloten.
Net als bij andere serotonerge geneesmiddelen, kunnen onthoudingsverschijnselen voorkomen bij de
pasgeborene na gebruik van duloxetine door de moeder vlak voor de bevalling.
Onthoudingsverschijnselen waargenomen bij duloxetine kunnen onder andere zijn hypotonie, tremor,
voortdurend bewegen, moeilijkheden bij het voeden, ademnood en convulsies. De meerderheid van de
gevallen heeft zich ofwel tijdens de geboorte ofwel een paar dagen na de geboorte voorgedaan.
YENTREVE dient alleen tijdens de zwangerschap te worden gebruikt als de potentiële voordelen het
potentiële risico voor de foetus rechtvaardigen. Vrouwen moet worden geadviseerd dat ze hun arts
informeren als ze tijdens de behandeling zwanger worden of zwanger willen worden.
Borstvoeding
Duloxetine wordt erg zwak uitgescheiden in de humane melk gebaseerd op een onderzoek met
6 patiënten die melkafscheiding hadden en die geen borstvoeding gaven aan hun kinderen. De
geschatte dagelijkse dosis voor het kind op een mg/kg basis is ongeveer 0,14 % van de dosis van de
moeder (zie rubriek 5.2). Aangezien de veiligheid van duloxetine bij kinderen niet is vastgesteld,
wordt het gebruik van YENTREVE tijdens het geven van borstvoeding niet aanbevolen.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek gedaan naar de effecten op de rijvaardigheid of het vermogen om machines te
bedienen. YENTREVE kan geassocieerd worden met sedatie en duizeligheid. Patiënten dienen
8
geïnstrueerd te worden dat, indien zij sedatie of duizeligheid ervaren, mogelijk gevaarlijke taken
dienen te vermijden zoals rijden of het bedienen van machines.
4.8
Bijwerkingen
a.
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest gemelde bijwerkingen bij patiënten behandeld met YENTREVE in klinische studies in SUI
en lagere urineweg aandoeningen waren misselijkheid, droge mond, vermoeidheid en obstipatie.
Uit de gegevensanalyse van vier 12 weken durende, placebogecontroleerde klinische studies bij
patiënten met SUI, onder wie 958 met duloxetine behandelde en 955 met placebo behandelde
patiënten bleek dat de gemelde bijwerkingen doorgaans begonnen in de eerste week van de
behandeling. De meeste van de vaakst voorkomende bijwerkingen waren echter licht tot matig van
aard en verdwenen binnen 30 dagen nadat ze waren opgetreden (bijv. misselijkheid).
b.
Getabelleerde samenvatting van de bijwerkingen
Tabel 1 beschrijft de bijwerkingen gezien uit spontane meldingen en in placebogecontroleerde
klinische studies.
Tabel 1. Bijwerkingen
Frequentieschatting: Zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100 tot
<
1/10), soms (≥ 1/1000 tot
<
1/100), zelden
(≥ 1/10.000 tot
<
1/1000), zeer zelden (< 1/10.000).
Binnen elke frequentiegroep zijn de bijwerkingen beschreven in volgorde van afnemende ernst.
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Zeer
Zelden
Infecties en parasitaire aandoeningen
Laryngitis
Immuunsysteemaandoeningen
Overgevoelig-
heidsstoornis
Endocriene aandoeningen
Hypothyreoïdisme
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Verminderde
Dehydratatie
eetlust
Anafylactische
reactie
Psychische stoornissen
Slapeloosheid
Agitatie
Verminderd
libido
Angstgevoelens
Slaapstoornissen
Hyperglykemie
(vnl. gemeld bij
diabetische
patiënten)
Hyponatriëmie
SIADH
6
Suïcidaal gedrag
5,6
Suïcidale
gedachten
5,7
Manie
6
Hallucinaties
Agressie en
boosheid
4,6
Tandenknarsen
Desoriëntatie
Apathie
Abnormaal
orgasme
Abnormale dromen
9
Zeer vaak
Vaak
Soms
Nervositeit
Stoornis in
oplettendheid
Verminderde
smaak
Slechte kwaliteit
van slaap
Zelden
Serotonine
syndroom
6
Convulsies
1,6
Myoclonus
Acathisie
6
Psychomoto-rische
rusteloosheid
6
Extrapyramidale
symptomen
6
Dyskinesie
Restless legs
syndroom
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Duizeligheid
Lethargie
Slaperigheid
Tremor
Paresthesie
Zeer
Zelden
10
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Glaucoom
Oogaandoeningen
Vertroebeld zicht
Zeer
Zelden
Mydriasis
Visuele stoornissen
Droge ogen
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Duizeling
Tinnitus
1
Oorpijn
Hartaandoeningen
Palpitaties
Tachycardie
Bloedvataandoeningen
Hypertensie
3,7
Blozen
Supraventriculaire
aritmie,
hoofdzakelijk
atriumfibrilleren
6
Hypertensieve
crisis
3
Orthostatische
hypotensie
2
Perifere kou
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Geeuwen
Strak gevoel bij de
keel
Neusbloedingen
Interstitiële
longziekte
10
Eosinofiele
pneumonie
6
Maagdarmstelselaandoeningen
Misselijkheid Diarree
Maagdarm
Bloed in ontlasting
7
Droge mond
Buikpijn
bloedingen
Microscopische
Obstipatie
Overgeven
Gastro-enteritis
colitis
9
Dyspepsie
Stomatitis
Oprisping
Gastritis
Dysfagie
Flatulentie
Ademgeur
Lever- en galaandoeningen
Hepatitis
3
Leverfalen
6
Verhoogde
Geelzucht
6
leverenzymen
(ALT, AST,
alkaline fosfatase)
Acute
leverbeschadi-ging
Huid- en onderhuidaandoeningen
Overmatig
Huiduitslag
Stevens-Johnson
zweten
Nachtelijk zweten
Syndroom
6
Urticaria
Angioneurotisch
Contactdermatitis
oedeem
6
Koud zweet
Fotosensitivi-
Verhoogde neiging teitreacties
tot blauwe plekken
Flauwvallen
2
Bloeddruk-
verhoging
3
Cutane
vasculitis
11
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Spiertrekkingen
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Skeletspier-
pijn
Spierstijfheid
Spierspasme
Trismus
Nier- en urinewegaandoeningen
Aarzeling om te
plassen
Dysurie Nachtelijk
plassen
Pollakisurie
Abnormale
urinegeur
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Gynaecologische
bloedingen
Menopausale
symptomen
Zeer
Zelden
Urine retentie
6
Polyurie
Verminderde
urinestroom
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vermoeidheid Zwakheid
Pijn op de borst
7
Rillingen
Vallen
8
Abnormaal gevoel
Koud gevoel
Dorst
Malaise
Warm gevoel
Onderzoeken
Gewichtsafname
Gewichtstoename
Bloedcholesterol
verhoogd Verhoogd
creatine fosfokinase
in het bloed
1
2
Menstruatie-
stoornis
Galactorroe
Hyperprolac-
tinemie
Post-
partumbloedingen
6
Verstoring van het
lopen
Verhoogd
kaliumgehalte in
het bloed
Gevallen van convulsies en gevallen van tinnitus zijn ook gemeld na stopzetten van de behandeling.
Gevallen van orthostatische hypotensie en flauwvallen zijn met name gemeld aan het begin van de
behandeling.
3
Zie rubriek 4.4.
4
Gevallen van agressie en boosheid zijn voornamelijk gemeld in het begin van de behandeling of na
het stopzetten van de behandeling.
5
Gevallen van suïcidale gedachten en suïcidaal gedrag zijn beschreven tijdens de behandeling met
duloxetine of snel na het stopzetten van de behandeling (zie rubriek 4.4).
6
Geschatte frequentie van bijwerkingen, gerapporteerd na het op de markt komen, niet waargenomen
in placebogecontroleerde klinische onderzoeken.
7
Niet statistisch significant verschillend van placebo.
8
Vallen kwam vaker voor bij ouderen (≥65 jaar).
9
Geschatte frequentie gebaseerd op alle klinische onderzoeksdata.
10
Geschatte frequentie gebaseerd op placebo-gecontroleerde klinische onderzoeken.
12
c.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Wanneer gestopt wordt met duloxetine (met name bij abrupt stoppen) leidt dit vaak tot
onttrekkingsverschijnselen. Duizeligheid, gevoelsstoornissen (inbegrepen paresthesie of elektrische-
schokachtige sensaties, in het bijzonder in het hoofd), slaapstoornissen (inbegrepen slapeloosheid en
diepe dromen), vermoeidheid, slaperigheid, agitatie of angst, misselijkheid en/of overgeven, tremor,
hoofdpijn, myalgie, overgevoeligheid, diarree, abnormale zweetafscheiding en duizeligheid zijn de
meest gemelde reacties.
In het algemeen geldt voor SSRI’s en SNRI’s dat deze symptomen mild tot matig en zelf-beperkend
zijn, hoewel ze bij sommige patiënten ernstig en/of langdurig zijn. Daarom wordt geadviseerd om,
wanneer duloxetine behandeling niet langer nodig is, geleidelijk aan te stoppen door de dosering
langzaam af te bouwen (zie rubriek 4.2 en 4.4).
De gecorrigeerde hartslag QT-interval bij met duloxetine behandelde patiënten verschilde niet van die
bij met placebo behandelde patiënten. Er werden geen klinische significante verschillen waargenomen
voor QT, PR, QRS of QTcB metingen tussen duloxetine en placebo behandelde patiënten.
In de 12 weken acute fase van drie klinische studies van duloxetine bij patiënten met diabetische
neuropathische pijn, werd een kleine maar statistisch significante toename in nuchtere
bloedglucosewaarden waargenomen bij met duloxetine behandelde patiënten. HbA
1c
was stabiel bij
zowel de duloxetine behandelde als de placebo behandelde patiënten. In de verlengde fase, welke tot
52 weken duurde, was er een toename van het HbA
1c
in zowel de duloxetine als de routine groep, maar
de gemiddelde toename was 0,3 % groter in de duloxetine behandelde groep. Er was ook een kleine
toename van de nuchtere bloedglucose waarde en het totale cholesterol in de duloxetine behandelde
groep terwijl deze lab waarden een kleine daling lieten zien in de routine groep.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Gevallen van overdosering, alleen of in combinatie met andere geneesmiddelen, zijn gemeld
duloxetine doseringen van bijna 5400 mg. Enkele fatale gevolgen zijn opgetreden, vooral bij
gecombineerde overdoseringen maar ook met enkel duloxetine bij een dosis van ongeveer 1000 mg.
Tekenen en symptomen van overdosering (bij alleen duloxetine of in combinatie met andere
geneesmiddelen) zijn slaperigheid, coma, serotonine syndroom, toevallen, overgeven en tachycardie.
Er is geen specifiek antidotum tegen duloxetine bekend, maar indien het serotonine syndroom
optreedt, kan specifieke behandeling overwogen worden (zoals met cyproheptadine en/of temperatuur
controle). De luchtwegen dienen te worden vrijgemaakt. Aangeraden wordt de hartfuncties en de vitale
functies nauwlettend te controleren en tevens adequate symptomatische en ondersteunende
maatregelen te nemen. Indien dit spoedig na inslikken wordt uitgevoerd of bij symptomatische
patiënten kan maagspoeling zijn aangewezen. Om de absorptie te beperken kan geactiveerde kool
worden gebruikt. Duloxetine heeft een groot verdelingsvolume en het is onwaarschijnlijk dat
geforceerde diurese, hemoperfusie en wisselperfusie van nut zullen zijn.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutisch groep: Overige antidepressiva. ATC code: N06AX21.
13
Werkingsmechanisme
Duloxetine is een gecombineerde serotonine (5-HT)- en noradrenaline (NA)-heropnameremmer. Het
remt de heropname van dopamine in zwakke mate en heeft geen significante affiniteit voor
histaminerge, dopaminerge, cholinerge en adrenerge receptoren.
Farmacodynamische effecten
Bij dierproeven leiden verhoogde concentraties van 5-HT en NA in het sacrale ruggenmerg tot een
toegenomen tonus van de urethra door een verhoogde stimulatie van de nervus pudendus naar de
urethrale dwarsgestreepte sfincterspier, die alleen tijdens de vulfase van de mictiecyclus optreedt. Van
een vergelijkbaar mechanisme bij vrouwen, wordt aangenomen dat het resulteert in sterkere urethrale
sluiting tijdens urineopslag met fysieke stress wat de werkzaamheid van duloxetine bij de behandeling
van vrouwen met SUI zou kunnen verklaren.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van duloxetine 40 mg tweemaal daags bij de behandeling van SUI werd vastgesteld
in vier dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken waarbij 1913 vrouwen (22 tot 83 jaar) met
SUI werden gerandomiseerd; hierbij kregen 958 patiënten duloxetine en 955 patiënten een placebo
toegewezen. De voornaamste maatstaven voor de werkzaamheid waren de urine-incontinentie-
episodefrequentie (IEF) uit dagboeken en een urine-incontinentiespecifieke levenskwaliteitsscore (I-
QOL).
Urine-incontinentie-episodefrequentie:
Bij alle vier onderzoeken vertoonde de met duloxetine
behandelde groep een mediane afname in IEF van 50 % of meer tegenover veranderingen in de
placebogroep van 33 %. Er werden verschillen waargenomen bij iedere visite na 4 weken (duloxetine
54 % en placebo 22 %), na 8 weken (52 % en 29 %), en na 12 weken (52 % en 33 %) het
geneesmiddel innemen.
Bij een aanvullend onderzoek dat zich beperkte tot patiënten met ernstige SUI werden alle reacties met
duloxetine binnen 2 weken bereikt.
De werkzaamheid van YENTREVE is niet geëvalueerd voor een langere periode dan drie maanden in
placebogecontroleerde studies. Het klinische voordeel van YENTREVE vergeleken met placebo is
niet aangetoond bij vrouwen met lichte SUI, in gerandomiseerde studies gedefinieerd als diegenen met
een IEF van < 14 per week. Bij deze vrouwen kan YENTREVE geen voordeel geven boven dat wat
verkregen wordt door conservatievere gedragsinterventies.
Kwaliteit van leven:
Incontinence Quality of Life (I-QOL) vragenlijst scores waren significant
verbeterd in de met duloxetine behandelde patiëntengroep in vergelijking met de met placebo
behandelde groep (9,2 versus 5,9 verbetering van de score, p < 0,001). Met gebruikmaking van een
schaal voor de globale verbetering (PGI), waren significant meer vrouwen die duloxetine gebruikten
van mening dat hun symptomen van stressincontinentie verbeterd waren tijdens de behandeling
vergeleken met vrouwen die placebo namen (64,6 % versus 50,1 %, p < 0,001).
YENTREVE en voorafgaande urine-incontinentiechirurgie:
Er zijn beperkte gegevens die suggereren
dat de voordelen van YENTREVE niet afnemen bij vrouwen met stress-urine-incontinentie die
voorheen incontinentiechirurgie ondergaan hebben.
YENTREVE en bekkenbodemspiertraining:
Gedurende een 12 weken durend geblindeerd,
gerandomiseerd, gecontroleerd onderzoek zorgde YENTREVE voor grotere afnamen in IEF dan bij
alleen placebobehandeling of bij alleen bekkenbodemspiertraining. Gecombineerde behandeling
(duloxetine + bekkenbodemspiertraining) zorgde voor een sterkere verbetering ten aanzien van zowel
gebruik van incontinentiemateriaal als aandoeningsspecifieke maatstaven voor levenskwaliteit dan
alleen YENTREVE of alleen bekkenbodemspiertraining.
14
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Yentreve in alle subgroepen van pediatrische
patiënten met stress-urine-incontinentie. Zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Duloxetine wordt als een enkele enantiomeer toegediend. Duloxetine wordt uitgebreid
gemetaboliseerd door oxidatieve enzymen (CYP1A2 en het polymorfe CYP2D6), gevolgd door
conjugatie. De farmacokinetiek van duloxetine varieert sterk tussen proefpersonen (over het algemeen
50 - 60 %), gedeeltelijk vanwege geslacht, leeftijd, wel of niet roken en de status van metabolisatie
door CYP2D6.
Absorptie:
Duloxetine wordt na orale toediening goed geabsorbeerd en de C
max
wordt 6 uur na
dosering bereikt. De absolute orale biologische beschikbaarheid van duloxetine varieerde van 32 % tot
80 % (gemiddeld 50 %). Voedsel vertraagt de benodigde tijd om de piekconcentratie te bereiken van 6
tot 10 uur en zorgt voor een marginale afname van de mate van absorptie (circa 11 %). Deze
veranderingen hebben geen enkele klinische relevantie.
Distributie:
Duloxetine wordt voor circa 96 % aan menselijke plasma-eiwitten gebonden. Duloxetine
bindt zowel aan albumine als aan alfa-1-zuur-glycoproteïne. De eiwitbinding wordt niet beïnvloed
door nier- of leverfunctiestoornissen.
Biotransformatie:
Duloxetine wordt uitgebreid gemetaboliseerd en de metabolieten worden
voornamelijk in urine uitgescheiden. Zowel CYP450 2D6 als CYP450 1A2 katalyseren de vorming
van de twee belangrijkste metabolieten glucuronideconjugaat van 4-hydroxyduloxetine en
sulfaatconjugaat van 5-hydroxy 6-methoxyduloxetine. Op basis van
in vitro-onderzoeken
worden de
circulerende metabolieten van duloxetine als farmacologisch inactief beschouwd. De farmacokinetiek
van duloxetine bij patiënten die langzame omzetters zijn met betrekking tot CYP2D6, is niet specifiek
onderzocht. Beperkte data suggereren dat de plasmaspiegels van duloxetine bij deze patiënten hoger
zijn.
Eliminatie:
De eliminatie-halfwaardetijd van duloxetine na een orale dosis varieert van 8 tot 17 uur
(gemiddeld 12 uur). Na een intraveneuze dosis varieert de plasmaklaring van duloxetine van 22 l/uur
tot 46 l/uur (gemiddeld 36 l/uur). Na een orale dosis varieert de schijnbare plasmaklaring van
duloxetine van 33 tot 261 l/uur (gemiddeld 101 l/uur).
Speciale groepen patiënten
Geslacht:
Er zijn farmacokinetische verschillen geïdentificeerd tussen mannen en vrouwen (de
schijnbare plasmaklaring is bij vrouwen ongeveer 50% lager). Op basis van de overlap in de
klaringsspreiding vormen farmacokinetische verschillen op grond van geslacht geen rechtvaardiging
voor de aanbeveling om een lagere dosis voor vrouwelijke patiënten te gebruiken.
Leeftijd:
Hoewel er farmacokinetische verschillen zijn vastgesteld tussen jongere en oudere vrouwen
(≥ 65 jaar) (AUC neemt toe met ongeveer 25 % en de halfwaardetijd is ongeveer 25 % langer bij
ouderen) zijn deze verschillen niet groot genoeg om aanpassingen van de dosis te rechtvaardigen. Als
algemene aanbeveling dient voorzichtigheid betracht te worden bij het behandelen van ouderen (zie
rubrieken 4.2 en 4.4).
Nierfunctiestoornissen:
Patiënten met nierziekte in het eindstadium die dialyse ondergingen, hadden
2 keer zo hoge C
max
- en AUC-waarden voor duloxetine als gezonde proefpersonen. Farmacokinetische
gegevens over duloxetine zijn beperkt bij patiënten met lichte of matige nierfunctiestoornissen.
Leverinsufficiëntie:
Matige leverziekte (Child-Pugh klasse B) beïnvloedde de farmacokinetiek van
duloxetine. Vergeleken met gezonde proefpersonen was de schijnbare plasmaklaring van duloxetine
79 % lager, de schijnbare terminale halfwaardetijd was 2,3 keer langer en de AUC was 3,7 keer hoger
15
bij patiënten met matige leverziekte. De farmacokinetiek van duloxetine en zijn metabolieten is niet
bestudeerd bij patiënten met lichte of ernstige leverinsufficiëntie.
Moeders die borstvoeding geven:
De eigenschappen van duloxetine zijn bestudeerd bij 6 moeders die
borstvoeding gaven 12 weken postpartum. Duloxetine werd gedetecteerd in de moedermelk, en
steady-state concentraties in moedermelk zijn ongeveer éénvierde van die in plasma. De hoeveelheid
duloxetine in moedermelk is ongeveer 7 microgram/dag bij een dosering van 40 mg tweemaal daags.
Het geven van borstvoeding had geen invloed op de farmacokinetiek van duloxetine.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Duloxetine was in een standaard serie testen niet genotoxisch en was niet carcinogeen bij ratten. In de
carcinogeniteitsstudie bij ratten werden meerkernige cellen gezien in de lever in afwezigheid van
andere histopathologische veranderingen. Het onderliggende mechanisme en de klinische relevantie
zijn onbekend.
Vrouwtjesmuizen die gedurende 2 jaar duloxetine kregen toegediend, hadden alleen bij de hoge dosis
(144 mg/kg/dag) een verhoogde incidentie van hepatocellulaire adenomen en carcinomen, maar
aangenomen werd dat deze het gevolg waren van inductie van microsomale leverenzymen. In hoeverre
deze gegevens bij de muis relevant zijn voor de mens is onbekend. Bij vrouwtjesratten die duloxetine
toegediend kregen vóór en tijdens het paren en de vroege zwangerschap, nam de voedselconsumptie
en het lichaamsgewicht van het moederdier af, werd de oestrus verstoord, nam het aantal
levendgeboren en overlevende jongen af en was sprake van een vertraagde groei van de jongen, bij
systemische blootstellingsniveaus, waarvan geschat wordt dat die ten hoogste overeenkwamen met de
maximale klinische blootstelling (AUC). In een embryotoxiciteitsstudie bij konijnen werd een hogere
incidentie van cardiovasculaire malformaties en skeletmalformaties waargenomen bij systemische
blootstellingsniveaus onder de maximale klinische blootstelling (AUC). Er werden geen malformaties
waargenomen bij een andere studie, waarbij een hogere dosis van een verschillend zout van duloxetine
werd getest. In een pre-/postnatale toxiciteitsstudie bij de rat leidde duloxetine tot afwijkende
gedragseffecten bij de nakomelingen bij systemische blootstellingsniveaus onder de maximale
klinische blootstelling (AUC).
Studies bij jonge ratten vertoonden voorbijgaande effecten op neurogedrag, evenals significant
verlaagd lichaamsgewicht en voedselinname, leverenzyminductie en hepatocellulaire vorming van
vacuolen bij 45 mg/kg/dag. Het algemene toxiciteitsprofiel van duloxetine bij jonge ratten was gelijk
aan dat bij volwassen ratten. Het niveau zonder bijwerkingen werd bepaald op 20 mg/kg/dag.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Inhoud capsule
Hypromellose
Hypromellose acetaat succinaat
Sacharose
Suikerbolletjes
Talk
Titaniumdioxide (E171)
Triethylcitraat
Capsule-omhulsel
YENTREVE 20 mg
Gelatine
Natriumlaurylsulfaat
Titaniumdioxide (E171)
16
Indigokarmijn (E132)
Eetbare zwarte inkt
Eetbare inkt
Zwart ijzeroxide – synthetisch (E172)
Propyleenglycol
Schellak
YENTREVE 40 mg
Gelatine
Natriumlaurylsulfaat
Titaniumdioxide (E171)
Indigokarmijn (E132)
Rood ijzeroxide (E172)
Geel ijzeroxide (E172)
Eetbare zwarte inkt
Eetbare zwarte inkt:
Zwart ijzeroxide – synthetisch (E172)
Propyleenglycol
Schellak
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht. Bewaren beneden 30°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Polyvinylchloride (PVC), polyethyleen (PE) en polychlorotrifluoroethyleen (PCTFE) blister die is
afgedicht met aluminiumfolie.
YENTREVE 20 mg
YENTREVE 20 mg is beschikbaar in verpakkingen van 28, 56 en 98 harde maagsapresistente
capsules.
YENTREVE 40 mg
YENTREVE 40 mg is beschikbaar in verpakkingen van 28, 56, 98 en 140 harde maagsapresistente
capsules en in een multiverpakking van 196 (2 verpakkingen van 98) harde maagsapresistente
capsules.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
17
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Eli Lilly Nederland BV, Papendorpseweg 83, 3528 BJ Utrecht, Nederland.
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/280/001
EU/1/04/280/002
EU/1/04/280/003
EU/1/04/280/004
EU/1/04/280/005
EU/1/04/280/006
EU/1/04/280/007
EU/1/04/280/008
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 11 augustus 2004
Datum van laatste verlenging: 24 juni 2009
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
18
BIJLAGE II
A.
B.
C.
D.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
19
A.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Lilly SA
Avenida de la Industria No 30
28108 Alcobendas
Madrid
Spain
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR’s)
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen voor dit geneesmiddel worden
vermeld in de lijst met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c,
onder punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op
het Europese webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP - risicobeheerplan)
De vergunninghouder voert de noodzakelijke onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in Module
1.8.2. van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een RMP-update wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en de risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
20
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
21
A. ETIKETTERING
22
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
KARTONNEN DOOSJES VOOR 40 mg HARDE MAAGSAPRESISTENTE CAPSULES
1.
BENAMING VAN HET GENEESMIDDEL
YENTREVE 40 mg harde maagsapresistente capsules.
Duloxetine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 40 mg duloxetine (als hydrochloride)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat sacharose
Zie bijsluiter voor verdere informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde maagsapresistentie capsules
56 harde maagsapresistentie capsules
98 harde maagsapresistentie capsules
140 harde maagsapresistentie capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht. Bewaren beneden 30°C.
23
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Eli Lilly Nederland BV, Papendorpseweg 83, 3528 BJ Utrecht, Nederland.
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/280/002 (28 harde maagsapresistente capsules)
EU/1/04/280/003 (56 harde maagsapresistente capsules)
EU/1/04/280/004 (98 harde maagsapresistente capsules)
EU/1/04/280/005 (140 harde maagsapresistente capsules)
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
BATCHNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE OVER BRAILLE
YENTREVE 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
24
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VOOR TUSSENVERPAKKING VOOR 40 MG HARDE MAAGSAPRESISTENTE
CAPSULES (ZONDER BLUE BOX)
1.
BENAMING VAN HET GENEESMIDDEL
YENTREVE 40 mg harde maagsapresistente capsules.
Duloxetine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 40 mg duloxetine (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat sacharose
Zie bijsluiter voor verdere informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
98 harde maagsapresistente capsules.
Component van een multiverpakking, kan niet apart worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht. Bewaren beneden 30°C.
25
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Eli Lilly Nederland BV, Papendorpseweg 83, 3528 BJ Utrecht, Nederland.
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/280/006
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
BATCHNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE OVER BRAILLE
YENTREVE 40 mg
26
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN
VERMELDOMDOOS VOOR 40 MG HARDE MAAGSAPRESISTENTE CAPSULES (MET
BLUE BOX)
1.
BENAMING VAN HET GENEESMIDDEL
YENTREVE 40 mg harde maagsapresistente capsules.
Duloxetine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 40 mg duloxetine (als hydrochloride)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat sacharose
Zie bijsluiter voor verdere informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multiverpakking: 196 (2 verpakkingen van 98 harde maagsapresistente capsules)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht. Bewaren beneden 30°C.
27
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Eli Lilly Nederland BV, Grootslag 1-5, NL-3991 RA, Houten, Nederland.
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/280/006
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
BATCHNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE OVER BRAILLE
YENTREVE 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
28
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD (40 mg HARDE MAAGSAPRESISTENTE CAPSULES)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
YENTREVE 40 mg harde maagsapresistente capsules
Duloxetine
2.
Lilly
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
BATCHNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
29
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
KARTONNEN DOOSJES VOOR 20 mg HARDE MAAGSAPRESISTENTE CAPSULES
1.
BENAMING VAN HET GENEESMIDDEL
YENTREVE 20 mg harde maagsapresistente capsules.
Duloxetine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 20 mg duloxetine (als hydrochloride)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat sacharose.
Zie bijsluiter voor verdere informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
56 harde maagsapresistente capsules.
28 harde maagsapresistente capsules.
98 harde maagsapresistente capsules.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht. Bewaren beneden 30°C.
30
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Eli Lilly Nederland BV, Papendorpseweg 83, 3528 BJ Utrecht, Nederland.
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/280/001 (56 harde maagsapresistente capsules)
EU/1/04/280/007 (28 harde maagsapresistente capsules)
EU/1/04/280/008 (98 harde maagsapresistente capsules)
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
BATCHNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE OVER BRAILLE
YENTREVE 20 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
31
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD (20 mg HARDE MAAGSAPRESISTENTE CAPSULES)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
YENTREVE 20 mg harde maagsapresistente capsules
Duloxetine
2.
Lilly
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
BATCHNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
32
B. BIJSLUITER
33
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
YENTREVE 20 mg harde maagsapresistente capsules
YENTREVE 40 mg harde maagsapresistente capsules
Duloxetine (als hydrochloride)
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is YENTREVE en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is YENTREVE en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
YENTREVE bevat het werkzame bestanddeel duloxetine. YENTREVE verhoogt de concentraties van
serotonine en noradrenaline in het zenuwstelsel.
YENTREVE is een geneesmiddel dat via de mond moet worden ingenomen voor het behandelen van
stress-urine-incontinentie (SUI; inspanningsincontinentie) bij vrouwen.
Stress-urine-incontinentie is een medische aandoening waarbij patiënten ongewild urine verliezen of
urine lekken tijdens lichamelijke inspanning of activiteiten zoals lachen, hoesten, niezen, tillen of
sporten.
Aangenomen wordt dat YENTREVE werkt door de kracht te vergroten van de spier die urine
tegenhoudt wanneer u lacht, niest of lichamelijke activiteiten uitvoert.
De werkzaamheid van YENTREVE wordt versterkt wanneer het wordt gecombineerd met een
trainingsprogramma genaamd bekkenbodemspiertraining.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U heeft een leverziekte.
-
U heeft een ernstige nierziekte.
-
U gebruikt een ander geneesmiddel dat bekend is als monoamineoxidaseremmer (MAO-remmer)
of u heeft dat de laatste 14 dagen gebruikt (zie ‘Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?’).
-
U gebruikt fluvoxamine, dat gewoonlijk gebruikt wordt voor de behandeling van depressies,
ciprofloxacine of enoxacine, dat gebruikt wordt voor de behandeling van verschillende infecties.
Praat met uw arts als u een hoge bloeddruk of hartkwaal heeft. Uw arts kan u vertellen of u
YENTREVE kunt innemen.
34
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Om de volgende redenen kan YENTREVE niet geschikt zijn voor u. Neem contact op met uw arts
voordat u YENTREVE gebruikt als u:
-
geneesmiddelen gebruikt voor de behandeling van depressie (zie “Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?’)
-
sint-janskruid (Hypericum
perforatum),
een kruidenpreparaat, gebruikt
-
een nierziekte heeft
-
insulten (toevallen) heeft gehad
-
een manie heeft gehad
-
lijdt aan een bipolaire stoornis
-
oogproblemen heeft zoals bepaalde soorten glaucoom (verhoogde druk in het oog)
-
een voorgeschiedenis heeft van bloedingsstoornissen (neiging om bloeduitstortingen te krijgen),
met name als u zwanger bent (zie “Zwangerschap en borstvoeding”)
-
het gevaar loopt op een laag natriumgehalte (bijvoorbeeld als u diuretica (plasmiddelen)
gebruikt, in het bijzonder als u tot de ouderen behoort)
-
op dit moment wordt behandeld met een ander geneesmiddel dat leverschade kan veroorzaken
-
andere geneesmiddelen gebruikt die duloxetine bevatten (zie ‘Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?’)
YENTREVE kan een gevoel van rusteloosheid veroorzaken of een onvermogen om stil te zitten of stil
te staan. U dient uw arts hiervan op de hoogte te stellen indien dit bij u gebeurt.
Geneesmiddelen zoals Yentreve (zogenaamde SSRI’s/SNRI's) kunnen symptomen van seksuele
disfunctie veroorzaken (zie rubriek 4). In sommige gevallen blijven deze symptomen na het stoppen
van de behandeling aanhouden.
Suïcidale gedachten en het verergeren van depressie of angststoornis
Hoewel YENTREVE niet aangewezen is voor de behandeling van depressie wordt het actieve
bestanddeel (duloxetine) ook gebruikt als antidepressivum. Als u depressief bent en/of u lijdt aan
angststoornissen kunt u soms gedachten hebben over het beschadigen van uzelf of over zelfdoding.
Deze kunnen verergeren als u voor de eerste keer antidepressiva gebruikt, omdat het voor al deze
geneesmiddelen een tijd duurt voordat deze gaan werken. Meestal duurt dit 2 weken maar soms langer.
U zult grotere kans maken op dit soort gedachten als u:
-
eerder gedachten heeft gehad om uzelf te doden of te beschadigen
-
een jongvolwassene bent. Uit klinisch onderzoek is gebleken dat de kans op suïcidaal gedrag,
bij volwassenen onder de 25 jaar met een psychiatrisch verleden die behandeld werden met
antidepressiva, vergroot is
Als u gedachten heeft over zelfdoding of het beschadigen van uzelf, moet u contact opnemen met
de arts of moet u meteen naar een ziekenhuis gaan.
Het kan helpen als u een familielid of een goede vriend vertelt dat u depressief bent, of een
angststoornis heeft, en hem te vragen de bijsluiter te lezen. U kunt hen vragen, het u te vertellen indien
zij vinden dat uw depressie of uw angsten zich verergeren, of indien zij zich zorgen maken over
veranderingen in uw gedrag.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
YENTREVE dient niet te worden gebruikt bij kinderen en jongeren tot 18 jaar. Ook moet u weten dat
patiënten onder 18 jaar een verhoogd risico hebben op bijwerkingen zoals poging tot zelfdoding,
gedachten van zelfdoding en vijandigheid (voornamelijk agressie, oppositioneel gedrag en woede),
wanneer zij geneesmiddelen uit deze klasse innemen. Tevens zijn de effecten op de lange termijn van
YENTREVE met betrekking tot groei, rijping en cognitieve en gedragsontwikkeling bij deze
leeftijdsgroep nog niet aangetoond.
35
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast YENTREVE nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
Het belangrijkste bestanddeel van YENTREVE, duloxetine, wordt ook gebruikt in andere
geneesmiddelen voor andere aandoeningen
diabetisch neuropathische pijn, depressie, angstgevoelens en stress urine incontinentie.
Het gelijktijdig gebruik van meer dan één van deze geneesmiddelen moet worden vermeden. Overleg
met uw arts indien u al een geneesmiddel gebruikt dat duloxetine bevat.
Uw arts dient te beslissen of u YENTREVE in combinatie met andere geneesmiddelen kunt gebruiken.
Begin of stop niet met het gebruik van andere geneesmiddelen, inclusief geneesmiddelen die zijn
gekocht zonder voorschrift en geneeskrachtige kruiden, zonder hierover met uw arts te hebben
overlegd.
Informeer ook uw arts indien u één van deze geneesmiddelen gebruikt:
Monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers):
U mag YENTREVE niet gebruiken als u een
geneesmiddel tegen depressie, monoamino-oxidaseremmer (MAO-remmer) genaamd, gebruikt of de
afgelopen 14 dagen heeft gebruikt. Voorbeelden van MAO-remmers zijn moclobemide (een
antidepressivum) en linezolide (een antibioticum). Het gebruik van een MAO-remmer in combinatie
met een groot aantal geneesmiddelen op medisch voorschrift, waaronder YENTREVE, kan ernstige of
zelfs levensbedreigende bijwerkingen veroorzaken. Nadat u bent gestopt met het gebruik van een
MAO-remmer moet u ten minste 14 dagen wachten voordat u YENTREVE mag gebruiken. Tevens
moet u, nadat u bent gestopt met het gebruik van YENTREVE, ten minste 5 dagen wachten voordat u
een MAO-remmer gebruikt.
Geneesmiddelen die slaperigheid veroorzaken:
Dit zijn onder meer geneesmiddelen voorgeschreven
door uw arts zoals benzodiazepinen, krachtige pijnstillers, antipsychotica, fenobarbital en sedatieve
antihistaminica.
Geneesmiddelen die de serotoninespiegel verhogen:
Triptanen, tramadol, tryptofaan, SSRI's (zoals
paroxetine en fluoxetine), SNRI’s (zoals venlafaxine) tricyclische antidepressiva (zoals clomipramine,
amitriptyline), pethidine, sint-janskruid en MAO-remmers (zoals moclobemide en linezolide). Deze
geneesmiddelen verhogen het risico van bijwerkingen; als u bij gebruik van één van deze
geneesmiddelen samen met YENTREVE ongebruikelijke symptomen krijgt, dient u uw arts te
bezoeken.
Orale anticoagulantia of bloedplaatjesaggregatieremmers:
Geneesmiddelen die het bloed dunner
maken of voorkómen dat het bloed klontert. Deze geneesmiddelen zouden het risico op bloedingen
kunnen verhogen.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
YENTREVE kan met of zonder voedsel worden ingenomen. U dient op te passen met het drinken van
alcohol als u YENTREVE gebruikt.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Licht uw arts in als u zwanger geworden bent, of als u zwanger probeert te worden en u
YENTREVE gebruikt. U dient YENTREVE alleen te gebruiken nadat u de mogelijke voordelen
en de mogelijke risico’s voor uw ongeboren kind met de arts heeft besproken.
Verzeker u ervan dat uw verloskundige en/of arts weet dat u YENTREVE gebruikt.
Gelijksoortige geneesmiddelen (SSRI’s) kunnen, als ze tijdens de zwangerschap zijn gebruikt,
de kans op een ernstige bijwerking bij baby’s, blijvende pulmonale hypertensie (PPHN)
36
genaamd, verhogen. De baby zal dan sneller ademhalen en blauwachtig worden. Deze
verschijnselen treden gewoonlijk binnen 24 uur na de geboorte op. Als dit bij uw baby gebeurt,
moet u direct uw verloskundige en/of arts waarschuwen.
Als u YENTREVE gebruikt tegen het einde van uw zwangerschap, kan uw baby bij de geboorte
een aantal verschijnselen hebben. Dit begint gewoonlijk bij de geboorte of binnen een paar
dagen na de geboorte. Deze verschijnselen kunnen onder andere zijn: slappe spieren, beven,
voortdurend bewegen, niet goed kunnen voeden, ademhalingsproblemen en toevallen. Als uw
baby bij de geboorte een of meer van deze verschijnselen heeft of als u zich zorgen maakt over
de gezondheid van uw baby, moet u contact opnemen met uw arts of verloskundige. Zij zullen u
kunnen adviseren.
Als u YENTREVE gebruikt tegen het einde van uw zwangerschap, is er een verhoogd risico op
overmatig vaginaal bloeden kort na de geboorte, met name als u een voorgeschiedenis heeft van
bloedingsstoornissen. Uw arts of verloskundige moeten ervan op de hoogte zijn dat u duloxetine
gebruikt, zodat zij u kunnen adviseren.
Beschikbare gegevens over het gebruik van YENTREVE tijdens de eerste drie maanden van de
zwangerschap wijzen in het algemeen niet op een algeheel toegenomen risico op aangeboren
afwijkingen bij het kind. Als YENTREVE wordt genomen tijdens de tweede helft van de
zwangerschap, kan er een verhoogd risico zijn dat de zuigeling vroeg wordt geboren
(6 additionele vroeggeboren zuigelingen per 100 vrouwen die YENTREVE in het tweede deel
van de zwangerschap gebruiken), en dan meestal tussen week 35 en week 36 van de
zwangerschap.
Licht uw arts in als u borstvoeding geeft. Het gebruik van YENTREVE is, als u borstvoeding
geeft, niet aanbevolen. U kunt uw arts of apotheker om advies vragen
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
YENTREVE kan u slaperig of duizelig maken. U mag pas autorijden of gereedschap en machines
bedienen als u weet welke invloed YENTREVE op u heeft.
YENTREVE bevat sacharose
YENTREVE bevat
sacharose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet
verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
YENTREVE bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per capsule, dat wil zeggen dat het in wezen
’natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
YENTREVE dient oraal (via de mond) te worden ingenomen. U dient de capsule in zijn geheel met
wat water door te slikken.
De aanbevolen dosis van YENTREVE is tweemaal daags (‘s ochtends en in de namiddag of ‘s avonds)
één capsule van 40 mg. Uw arts kan besluiten uw behandeling te starten met tweemaal daags
één capsule van 20 mg gedurende twee weken voordat de dosering 40 mg tweemaal daags wordt.
Om u eraan te herinneren dat u YENTREVE moet gebruiken, kan het helpen om het middel iedere dag
op dezelfde tijdstippen in te nemen.
37
Stop niet met het gebruik van YENTREVE en wijzig de dosis niet zonder daarover met uw arts te
praten. Het is belangrijk dat uw aandoening goed behandeld wordt om u te helpen beter te worden. Als
u niet behandeld wordt, kan het zijn dat uw aandoening niet over gaat en ernstiger en moeilijker te
behandelen wordt.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Bel onmiddellijk uw arts of apotheker als u meer YENTREVE heeft ingenomen dan de hoeveelheid
die is voorgeschreven door uw arts. Verschijnselen van overdosering omvatten slaperigheid, coma,
serotoninesyndroom (een zeldzame reactie die gevoelens kan veroorzaken als grote vreugde, sufheid,
onhandigheid, onrust, gevoel van dronken zijn, koorts, zweten of stijve spieren), toevallen, braken en
snelle hartslag.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u een dosis mist, neemt u deze in zodra u eraan denkt. Als het echter tijd is voor uw volgende
dosis, slaat u de gemiste dosis over en gebruikt u alleen de gebruikelijke enkele dosis. Neem geen
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Gebruik niet meer dan de hoeveelheid YENTREVE
die bij u is voorgeschreven voor één dag.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
STOP NIET met het innemen van uw capsules zonder dat dit door uw arts is geadviseerd, ook als u
zich beter voelt. Als uw arts van mening is dat u niet langer behoefte heeft aan YENTREVE zal hij/zij
u vragen om uw dosis gedurende 2 weken af te bouwen.
Sommige patiënten die na meer dan 1 week behandeling plotseling stopten met het gebruik van
YENTREVE hebben symptomen gehad zoals
duizeligheid, tintelend gevoel zoals spelden en naalden of elektrische-schokachtige sensaties (in
het bijzonder in het hoofd), slaapstoornissen (levendige dromen, nachtmerries, onvermogen tot
slapen, vermoeidheid, slaperigheid, onrustig gevoel, bezorgde gevoelens, misselijk en
overgeven, rillen (trillen), hoofdpijn, spierpijn, geïrriteerd gevoel, diarree, overmatig zweten of
duizeligheid.
Deze symptomen zijn doorgaans niet ernstig en verdwijnen binnen een paar dagen, maar als u
symptomen heeft die storend zijn, dient u uw arts om advies te vragen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. Deze bijwerkingen zijn normaal gesproken licht tot matig van aard en verdwijnen vaak na
een korte periode.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (komen voorbij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
misselijkheid, droge mond, obstipatie
vermoeidheid
Vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij maximaal 1 op de 10 gebruikers)
gebrek aan eetlust
moeilijk kunnen slapen, zich geagiteerd voelen, minder zin in seks hebben, zich angstig voelen,
slaapproblemen
hoofdpijn, duizeligheid, zich lui voelen, zich slaperig voelen, trillen (tremoren), gevoelloosheid,
inclusief gevoelloosheid of prikkelingen/tintelingen van de huid
wazig zien
zich duizelig voelen of “tollen” (vertigo)
verhoogde bloeddruk, blozen
diarree, maagpijn, overgeven, maagzuur of spijsverteringsstoornis (indigestie)
38
overmatig zweten
zwakte, rillingen
Soms voorkomende bijwerkingen (komen voor bij maximaal 1 op de 100 gebruikers)
keelontsteking die een hese stem veroorzaakt
allergische reacties
vertraagde werking van de schildklier wat vermoeidheid en gewichtstoename kan veroorzaken
uitdroging
tandenknarsen, gedesoriënteerd gevoel, gebrek aan motivatie, moeilijk of geen orgasme kunnen
krijgen, ongewone dromen
zich zenuwachtig voelen, zich moeilijk kunnen concentreren, andere smaak dan gewoonlijk,
slechte kwaliteit van slapen
verwijde pupillen (het donkere centrum van het oog), problemen met zien, ogen voelen droog
tinnitus (waarnemen van een geluid in het oor terwijl er geen extern geluid is), oorpijn
het hart voelen pompen in de borstkas, versnelde en/of onregelmatige hartslag
flauwvallen
toenemend geeuwen
overgeven van bloed of zwarte teerachtige ontlasting, maagdarmontsteking, ontsteking in de
mond, oprispingen, slikproblemen, winderigheid, slechte adem
leverontsteking die buikpijn en gele verkleuring van de huid of het oogwit kan veroorzaken
(jeukende) huiduitslag, nachtelijk zweten, galbulten, koud zweten, verhoogde neiging tot blauwe
plekken
Spierpijn, spierstijfheid, spierkrampen, samentrekking van de kaakspier
moeilijk kunnen beginnen met plassen, pijn bij het plassen, ‘s nachts moeten plassen, vaak
moeten plassen, ongewone urinegeur
abnormale vaginale bloeding, menopauze-verschijnselen
pijn op de borst, het koud hebben, dorst hebben, het warm hebben
gewichtsverlies, gewichtstoename
Yentreve kan effecten veroorzaken waar u zich mogelijk niet van bewust bent, zoals verhoogde
leverenzymen of verhoogde kalium-, creatinefosfatase-, suiker- of cholesterol niveaus in het
bloed
Zelden voorkomende bijwerkingen (komen voor bij maximaal 1 op de 1000 gebruikers)
ernstige allergische reactie, die moeilijkheden bij het ademen veroorzaakt of duizeligheid met
gezwollen tong of lippen
verlaagde natriumconcentratie in het bloed (meestal bij oudere mensen; de verschijnselen
kunnen zijn: zich duizelig, zwak, verward, slaperig of zeer vermoeid voelen, of misselijkheid en
braken; ernstiger verschijnselen zijn flauwvallen, toevallen of vallen), syndroom van inadequate
secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH)
suïcidaal gedrag, suïcidale gedachten, manie (overactiviteit, snelle gedachten en afgenomen
slaapbehoefte), hallucinaties, agressie en boosheid
serotoninesyndroom (een zeldzame reactie die gevoelens kan veroorzaken als grote vreugde,
sufheid, onhandigheid, onrust, gevoel van dronken zijn, koorts, zweten of stijve spieren),
toevallen, plotselinge, onvrijwillige trekkingen of trillingen van de spieren, een gevoel van
rusteloosheid of niet stil kunnen zitten of staan, moeilijkheden bij het onder controle houden van
bewegingen, bijvoorbeeld een gebrek aan coördinatie of onvrijwillige bewegingen van de
spieren, rusteloze-benensyndroom (‘restless legs syndrome’)
verhoogde druk in de ogen (glaucoom)
duizelig gevoel, licht gevoel in het hoofd of flauw voelen vooral wanneer er te snel wordt
opgestaan, koud gevoel in vingers en/of tenen
strak gevoel bij de keel, neusbloedingen
hoesten, piepende ademhaling en kortademigheid die vergezeld kan gaan met verhoging
helderrood bloed in de ontlasting, ontsteking van de dikke darm (wat diarree veroorzaakt)
leverfalen, geel worden van de huid of het oogwit (geelzucht)
39
stevens-johnson syndroom (ernstige ziekte met blaarvorming op de huid, mond, ogen en
genitaliën), ernstige allergische reactie die zwelling van gezicht of keel veroorzaakt (angio-
oedeem), gevoeligheid voor zonlicht
spiertrekkingen
moeilijk of niet kunnen plassen, meer moeten plassen dan normaal, een afgenomen urinestroom
hebben
abnormale menstruatie waaronder hevige, pijnlijke, onregelmatige of verlengde menstruatie,
ongewoon lichte of uitgebleven menstruatie, abnormale productie van borstmelk bij mannen en
vrouwen
overmatig vaginaal bloeden kort na de geboorte (post-partumbloedingen)
vallen (meestal bij ouderen), abnormale manier van lopen
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (komen voor bij maximaal 1 op de 10.000 gebruikers)
Ontsteking van de bloedvaten in de huid (cutane vasculitis)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht. Bewaren beneden 30°C.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De
werkzame
stof in dit middel is duloxetine.
Elke capsule bevat 20 of 40 mg duloxetine (als hydrochloride).
De
andere
stoffen in dit middel zijn:
Capsule inhoud:
hypromellose, hypromellose acetaat succinaat, sacharose, suikerbolletjes, talk,
titaniumdioxide (E171), triethylcitraat
(Zie het einde van rubriek 2 voor meer informatie over
sacharose).
Capsule wand:
gelatine, natriumlaurylsulfaat, titaniumdioxide (E171), indigokarmijn (E132), rood
ijzeroxide en geel ijzeroxide, eetbare zwarte inkt.
Eetbare inkt:
synthetisch zwart ijzeroxide (E172), propyleenglycol, schellak.
Hoe ziet YENTREVE eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
YENTREVE is een harde maagsapresistente capsule.
Elke capsule YENTREVE bevat korrels duloxtine hydrochloride met een deklaag om deze te
beschermen tegen maagzuur.
40
YENTREVE is beschikbaar in twee sterktes: 20 en 40 mg
De capsules van 40 mg zijn oranje en blauw en hebben het opschrift ‘40 mg’ en ‘9545’.
De capsules van 20 mg zijn blauw en hebben het opschrift ‘20 mg’ en ‘9544’.
YENTREVE 40 mg is verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 56, 98, 140 en 196 (2 x 98) capsules.
YENTREVE 20 mg is verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 56 en 98 capsules.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Eli Lilly Nederland B.V.,
Papendorpseweg 83, 3528 BJ Utrecht, Nederland.
Fabrikant:
Lilly S.A., Avda. de la Industria, 30, 28108 Alcobendas, Madrid, Spanje.
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Eli Lilly Benelux S.A./N.V.
Tél/Tel: + 32-(0)2 548 84 84
България
ТП
"Ели
Лили Недерла½д" Б.В.
-
България
тел. + 359 2 491 41 40
Česká republika
Eli Lilly ČR, s.r.o.
Tel: + 420 234 664 111
Danmark
Eli Lilly Danmark A/S
Tlf: +45 45 26 60 00
Deutschland
Lilly Deutschland GmbH
Tel. + 49-(0) 6172 273 2222
Eesti
Lietuva
Eli Lilly Lietuva
Tel. +370 (5) 2649600
Luxembourg/Luxemburg
Eli Lilly Benelux S.A./N.V.
Tél/Tel: + 32-(0)2 548 84 84
Magyarország
Lilly Hungária Kft.
Tel: + 36 1 328 5100
Malta
Charles de Giorgio Ltd.
Tel: + 356 25600 500
Nederland
Eli Lilly Nederland B.V.
Tel: + 31-(0) 30 60 25 800
Norge
Eli Lilly Norge A.S
Tlf: +47 22 88 18 00
Österreich
Eli Lilly Ges.m.b.H.
Tel: + 43-(0) 1 711 780
Polska
Eli Lilly Polska Sp. z o.o.
Tel: +48 22 440 33 00
Eli Lilly Nederland B.V.
Tel:
+372
6 817 280
Ελλάδα
ΦΑΡΜΑΣΕΡΒ-ΛΙΛΛΥ Α.Ε.Β.Ε.
Τηλ: +30 210 629 4600
España
Spaly Bioquímica, S.A.
Tel: + 34-91 623 17 32
41
France
Lilly France
Tél: +33-(0) 1 55 49 34 34
Hrvatska
Eli Lilly Hrvatska d.o.o.
Tel: +385 1 2350 999
Ireland
Eli Lilly and Company (Ireland) Limited
Tel: +353-(0) 1 661 4377
Ísland
Icepharma hf.
Sími + 354 540 8000
Italia
Eli Lilly Italia S.p.A.
Tel: + 39- 055 42571
Κύπρος
Phadisco Ltd
Τηλ: +357 22 715000
Latvija
Eli Lilly (Suisse) S.A.
Pārstāvniecība Latvijā
Tel: + 371 67364000
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Portugal
Lilly Portugal - Produtos Farmacêuticos,
Lda
Tel: + 351 21-4126600
România
Eli Lilly România S.R.L.
Tel: + 40 21 4023000
Slovenija
Eli Lilly farmacevtska družba, d.o.o.
Tel: +386 (0)1 580 00 10
Slovenská republika
Eli Lilly Slovakia s.r.o.
Tel: + 421 220 663 111
Suomi/Finland
Oy Eli Lilly Finland Ab
Puh/Tel: +358-(0) 9 85 45 250
Sverige
Eli Lilly Sweden AB
Tel: + 46-(0)8 7378800
United Kingdom (Northern Ireland)
Eli Lilly and Company (Ireland) Limited
Tel: + 353-(0) 1 661 4377
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
42

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
YENTREVE 20 mg harde maagsapresistente capsules
YENTREVE 40 mg harde maagsapresistente capsules



2.

KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
YENTREVE 20 mg
Elke capsule bevat 20 mg duloxetine (als hydrochloride).
Hulpstoffen met bekend effect:
Elke capsule kan tot 37 mg sacharose bevatten.
YENTREVE 40 mg
Elke capsule bevat 40 mg duloxetine (als hydrochloride).
Hulpstoffen met bekend effect:
Elke capsule kan tot 74 mg sacharose bevatten.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde maagsapresistente capsule.
YENTREVE 20MG
Ondoorschijnende, blauwe romp met het opschrift `20 mg' en een ondoorschijnend blauw kapje met
het opschrift `9544'.
YENTREVE 40MG
Ondoorschijnende, oranje romp met het opschrift '40 mg' en een ondoorschijnend blauw kapje met het
opschrift `9545'.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
YENTREVE is geïndiceerd bij vrouwen voor de behandeling van matige tot ernstige Stress-Urine-
Incontinentie (SUI; inspanningsincontinentie).
Yentreve is geïndiceerd voor volwassenen.
Voor verdere informatie, zie rubriek 5.1.

4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering
De aanbevolen dosis van YENTREVE is tweemaal daags 40 mg onafhankelijk van de maaltijd in te
nemen. Na 2 - 4 weken behandeling dienen patiënten opnieuw te worden beoordeeld om het voordeel
en het verdragen van de behandeling te evalueren. Sommige patiënten kunnen baat hebben bij een start
dosering van 20 mg tweemaal daags gedurende twee weken alvorens de dosering te verhogen tot de
aanbevolen dosering van tweemaal daags 40 mg. Dosis escalatie kan het risico van misselijkheid en
duizeligheid verminderen maar niet ongedaan maken.
20 mg ondersteunen.
De werkzaamheid van YENTREVE is niet geëvalueerd gedurende een periode van meer dan
drie maanden in placebogecontroleerde studies. Het voordeel van de behandeling dient met
regelmatige tussenpozen opnieuw te worden beoordeeld.
Het combineren van YENTREVE met een programma van bekkenbodem spiertraining kan effectiever
zijn dan beide behandelingen afzonderlijk. Het wordt aanbevolen om gelijktijdige bekkenbodem
spiertraining te overwegen.
Leverfunctiestoornis
YENTREVE mag niet worden gebruikt bij vrouwen met een leveraandoening die leidt tot
leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.3 en 5.2).

Nierfunctiestoornis

Voor patiënten met lichte of matige nierdisfunctie (creatinineklaring 30 tot 80 ml/min) is geen
doseringsaanpassing noodzakelijk. YENTREVE mag niet worden gebruikt door patiënten met ernstige
nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min; zie rubriek 4.3).

Pediatrische patiënten

De veiligheid en werkzaamheid van duloxetine voor de behandeling van stress-urine-incontinentie zijn
niet onderzocht. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Speciale patiëntgroepen
Ouderen
Bij het behandelen van ouderen is voorzichtigheid geboden.
Stopzetting van de behandeling
Plotseling stopzetten dient te worden vermeden. Bij stopzetting van de behandeling met YENTREVE
dient de dosering over een periode van tenminste 1 tot 2 weken geleidelijk te worden afgebouwd om
de kans op onthoudingsverschijnselen zo klein mogelijk te houden (zie rubriek 4.4 en 4.8). Indien niet
tolereerbare symptomen optreden na een afname van de dosering of na stopzetting van de behandeling,
kan overwogen worden om de laatst voorgeschreven dosering te hervatten. Vervolgens kan de arts
doorgaan met verlagen van de dosering, echter in een langzamere mate.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik

4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Een leveraandoening die leidt tot leverfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
YENTREVE dient niet te worden gebruikt in combinatie met niet-selectieve, irreversibele monoamine
oxidase remmers - MAO-remmers (zie rubriek 4.5).
YENTREVE dient niet te worden gebruikt in combinatie met CYP1A2-remmers, zoals fluvoxamine,
ciprofloxacine of enoxacine, aangezien de combinatie leidt tot verhoogde plasmaconcentraties van
duloxetine (zie rubriek 4.5).
Ernstige nierfunctiestoornis (creatinine klaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.4).
hypertensie, dit zou tot een verhoogd risico op hypertensieve crisis bij deze patiënten kunnen leiden
(zie rubriek 4.4 en 4.8).

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Manie en convulsies
YENTREVE dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een voorgeschiedenis van
manie of de diagnose bipolaire stoornis en/of convulsies.
Serotoninesyndroom
Het serotoninesyndroom, een mogelijk levensbedreigende aandoening, kan, zoals bij andere
serotonerge middelen, bij behandeling met duloxetine voorkomen, in het bijzonder bij gelijktijdig
gebruik van andere serotonerge middelen (waaronder SSRI's, SNRI's, tricyclische antidepressiva of
triptanen), met middelen die het metabolisme van serotonine aantasten zoals MAO-remmers of met
antipsychotica of andere dopamine-antagonisten die het serotonerge neurotransmittersysteem kunnen
beïnvloeden (zie rubrieken 4.3 en 4.5).
Symptomen van het serotoninesyndroom kunnen veranderingen van de mentale status omvatten (bijv.
agitatie, hallucinaties, coma), autonome instabiliteit (bijv. tachycardie, labiele bloeddruk,
hyperthermie), neuromusculaire afwijkingen (bijv. hyperreflexie, geen coördinatie) en/of
gastrointestinale symptomen (bijv. misselijkheid, braken, diarree).
Als gelijktijdige behandeling met duloxetine en andere serotonerge middelen die het serotonerge en/of
dopaminerge neurotransmittersysteem kunnen beïnvloeden, klinisch gerechtvaardigd is, wordt
zorgvuldige observatie van de patient geadviseerd, in het bijzonder gedurende het begin van de
behandeling en bij verhogingen van de dosis.

Sint-janskruid

Bijwerkingen kunnen vaker optreden tijdens gelijktijdig gebruik van YENTREVE en
kruidenpreparaten met sint-janskruid (Hypericum perforatum).
Mydriasis
In verband met duloxetine is melding gemaakt van mydriasis. Derhalve dient voorzichtigheid te
worden betracht wanneer duloxetine wordt voorgeschreven bij patiënten met verhoogde intraoculaire
druk of mensen die risico lopen op acuut nauwekamerhoekglaucoom.
Bloeddruk en hartslag
Duloxetine wordt geassocieerd met een verhoging van de bloeddruk en klinisch significante
hypertensie bij sommige patiënten. Dit kan een gevolg zijn van het noradrenerge effect van duloxetine.
Gevallen van hypertensieve crisis zijn gerapporteerd met duloxetine, vooral bij patiënten met reeds
bestaande hypertensie. Daarom wordt bij patiënten met een verhoogde bloeddruk en/of hartaandoening
bewaking van de bloeddruk aanbevolen, vooral gedurende de eerste maand van de behandeling.
Duloxetine dient voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten waarbij de conditie gepaard kan gaan
met een versnelde hartslag of verhoogde bloeddruk. Voorzichtigheid is geboden wanneer duloxetine
wordt gebruikt gelijktijdig met geneesmiddelen die het metabolisme hiervan kunnen verstoren (zie
rubriek 4.5). Voor patiënten die een blijvende toename van de bloeddruk ervaren tijdens gebruik van
duloxetine dient ofwel dosisverlaging, dan wel geleidelijk staken van de behandeling te worden
overwogen (zie rubriek 4.8). Bij patiënten met ongecontroleerde hypertensie dient duloxetine niet
gestart te worden (zie rubriek 4.3).
Nierfunctiestoornissen
Verhoogde plasmaconcentraties van duloxetine komen voor bij patiënten met ernstige
nierfunctiestoornissen die hemodialyse ondergaan (creatinineklaring < 30 ml/min). Voor patiënten met
ernstige nierfunctiestoornissen, zie rubriek 4.3. Zie rubriek 4.2 voor informatie over patiënten met
lichte of matige nierdisfunctie.

Bij Selectieve Serotonine Heropname Remmers (SSRI's) en Serotonine/Noradrenaline Heropname
Remmers (SNRI's), waaronder duloxetine, is melding gemaakt van bloedingsafwijkingen zoals
ecchymoses, purpura en gastrointestinale bloedingen. Duloxetine kan het risico op post-
partumbloedingen verhogen (zie rubriek 4.6). Voorzichtigheid is geboden bij patiënten die gebruik
maken van anticoagulantia en/of geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de plaatjesfunctie
aantasten (bijvoorbeeld NSAID's of acetylsalicylzuur) en bij patiënten van wie bekend is dat ze
bloedingsneigingen hebben.
Stopzetten van de behandeling
Onthoudingsverschijnselen bij stopzetting van de behandeling zijn gebruikelijk, vooral wanneer abrupt
wordt gestopt (zie rubriek 4.8). In een klinisch onderzoek werden bijwerkingen waargenomen na
abrupt stopzetten van de behandeling in 44 % van de patiënten behandeld met YENTREVE en in 24 %
van de patiënten behandeld met placebo.
De kans op onthoudingsverschijnselen bij behandeling met SSRI's en SNRI's kan afhankelijk zijn van
verschillende factoren waaronder de duur en de dosering van de behandeling en de snelheid van
dosisreductie. De meest voorkomende symptomen zijn beschreven in rubriek 4.8. Over het algemeen
zijn deze symptomen licht tot matig van aard, echter bij sommige patiënten kan de intensiteit ernstig
zijn. Normaal gesproken treden deze op in de eerste dagen na stopzetting van de behandeling, er zijn
echter zeldzame meldingen van patiënten die per ongeluk een dosis vergeten waren. Over het
algemeen zijn deze symptomen zelf-beperkend en verdwijnen ze binnen 2 weken, hoewel ze bij
sommige patiënten langer aanwezig kunnen zijn (2 ­ 3 maanden, of langer). Daarom wordt
geadviseerd om duloxetine geleidelijk af te bouwen over een periode van ten minste 2 weken,
afhankelijk van de behoefte van de patiënt (zie rubriek 4.2).
Hyponatriëmie
Hyponatriëmie is gerapporteerd bij toediening van YENTREVE, waaronder gevallen met minder dan
110 mmol natrium/l serum. Hyponatriëmie kan worden veroorzaakt als gevolg van het syndroom van
inadequate secretie van anti diuretisch hormoon (SIADH). De meerderheid van deze gevallen kwam
voor bij oudere patiënten, in het bijzonder wanneer dit gepaard gaat met een recente voorgeschiedenis
van verstoorde vloeistofbalans of met omstandigheden die predisponeren tot een verstoorde
vloeistofbalans. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een verhoogde kans op hyponatriëmie,
zoals ouderen, cirrotische- of gedehydrateerde patiënten of patiënten behandeld met diuretica.

Depressie, suïcidale gedachten en gedrag

Hoewel YENTREVE niet geïndiceerd is voor de behandeling van depressie, bestaat het actieve
bestanddeel (duloxetine) ook als een antidepressivum. Depressie is geassocieerd met risico op
suïcidale gedachten, zelfbeschadiging en suïcide (suïcidegerelateerde voorvallen). Het risico blijft
bestaan totdat significante remissie optreedt. Aangezien het kan zijn dat er geen verbetering optreedt
gedurende de eerste paar weken of langer van de behandeling, dient nauwkeurig toezicht te worden
gehouden op deze patiënten totdat een dergelijke verbetering optreedt. Het is algemene klinische
ervaring dat de kans op suïcide in de beginfase van herstel kan toenemen. Het is bekend dat patiënten
met een geschiedenis van suïcidegerelateerde voorvallen of diegenen die een significante mate van
suïcidale ideeënvorming vertonen voorafgaand aan de start van een behandeling grotere kans hebben
op suïcidaal gedrag en gedurende de behandeling zorgvuldig gevolgd moeten worden. Een meta-
analyse van placebogecontroleerde klinische onderzoeken van antidepressiva bij psychiatrische
stoornissen liet een verhoogd risico op suïcidaal gedrag zien met antidepressiva vergeleken met
placebo bij patiënten jonger dan 25 jaar.
Op zichzelf staande gevallen van suïcidale gedachten en suïcidale gedragingen zijn gemeld tijdens
therapie met duloxetine of vlak na het staken van de behandeling (zie rubriek 4.8). Artsen dienen
patiënten te stimuleren om verontrustende gedachten of gevoelens of depressieve symptomen altijd te
melden. Indien tijdens YENTREVE therapie de patiënt agitatie of depressieve symptomen ontwikkelt
moet er gespecialiseerd medisch advies worden gezocht. Dit aangezien depressie een ernstige
medische aandoening is. Als het besluit wordt genomen om antidepressiva farmacotherapie te
initiëren, wordt een geleidelijke discontinuering van YENTREVE aanbevolen (zie rubriek 4.2).
YENTREVE dient niet te worden gebruikt bij de behandeling van kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Aan suïcide gerelateerde gedragingen (suïcidepogingen en suïcidale gedachten) en vijandigheid
(voornamelijk agressie, oppositioneel gedrag en woede) werden in klinische studies vaker
waargenomen bij kinderen en jongeren behandeld met antidepressiva vergeleken met diegenen
behandeld met placebo. Indien toch, op basis van een klinische noodzaak, de beslissing wordt
genomen om te behandelen, dient de patiënt zorgvuldig te worden gevolgd voor het optreden van
suïcidale symptomen. Daarnaast ontbreken langetermijngegevens over de veiligheid bij kinderen en
jongeren met betrekking tot groei, maturatie en cognitieve en gedragsontwikkeling.

Geneesmiddelen die duloxetine bevatten
Duloxetine is beschikbaar onder verschillende merknamen voor verschillende indicaties (behandeling
van diabetische neuropathische pijn, depressieve stoornis, gegeneraliseerde angststoornis en stress
urine incontinentie). Het gebruik van meer dan één van deze merknamen gelijktijdig moet worden
vermeden.
Hepatitis/verhoogde lever enzymen
Er zijn gevallen van leverbeschadiging waaronder ernstige verhogingen van leverenzymen (> 10 maal
de normale bovengrens), hepatitis en geelzucht gerapporteerd met duloxetine (zie rubriek 4.8). De
meeste gevallen vonden plaats tijdens de eerste maanden van behandeling. Het patroon van
leverbeschadiging was voornamelijk hepatocellulair. Duloxetine dient met voorzichtigheid te worden
gebruikt bij patiënten die behandeld worden met andere geneesmiddelen geassocieerd met
leverbeschadiging.

Acathisie / psychomotorische rusteloosheid
Het gebruik van duloxetine wordt geassocieerd met het ontwikkelen van acathisie, gekarakteriseerd
door een subjectieve onprettige, verontrustende rusteloosheid en de behoefte veel te bewegen gepaard
gaand met het niet in staat zijn om stil te zitten of stil te staan. Dit gebeurt meestal binnen de eerste
paar weken van de behandeling. Bij patiënten die deze symptomen ontwikkelen kan verhogen van de
dosering schadelijk zijn.
Seksuele disfunctie
Selectieve serotonine heropnameremmers (SSRI's)/ serotonine noradrenaline-heropnameremmers
(SNRI's) kunnen symptomen van seksuele disfunctie veroorzaken (zie rubriek 4.8). Er zijn meldingen
geweest van langdurige seksuele disfunctie waar de symptomen bleven aanhouden ondanks het staken
van de behandeling met SSRI's/SNRI's.

Sacharose

YENTREVE harde maagsapresistente capsules bevatten sacharose. Patiënten met de zeldzame
erfelijke problemen fructose-intolerantie, glucose-galactosemalabsorptie of sacharase-isomaltase-
insufficiëntie dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen in essentie
'natriumvrij'

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

Monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers): Vanwege het risico op het serotoninesyndroom dient
duloxetine niet te worden gebruikt in combinatie met niet-selectieve, irreversibele
monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers) of binnen minimaal 14 dagen na het stopzetten van de
behandeling met een MAO-remmer. Op basis van de halfwaardetijd van duloxetine moet na het
stopzetten van YENTREVE tenminste 5 dagen worden gewacht voordat met een MAO-remmer kan
worden begonnen (zie rubriek 4.3).
Het gelijktijdig gebruik van YENTREVE met selectieve, reversibele MAO-remmers, zoals
moclobemide, wordt niet aangeraden (zie rubriek 4.4). Het antibioticum linozelide is een reversibele
worden behandeld (zie rubriek 4.4).
CYP1A2-remmers: Omdat CYP1A2 bij het metabolisme van duloxetine is betrokken, zal gelijktijdig
gebruik van YENTREVE en sterke CYP1A2-remmers waarschijnlijk resulteren in hogere
concentraties duloxetine. Fluvoxamine (100 mg eenmaal daags), een krachtige CYP1A2-remmer,
verlaagde de schijnbare plasmaklaring van duloxetine met ongeveer 77 % en verhoogde de AUC0-t.
met een factor 6. Daarom dient YENTREVE niet te worden toegediend in combinatie met krachtige
CYP1A2-remmers zoals fluvoxamine (zie rubriek 4.3).
Centraal werkende geneesmiddelen: Voorzichtigheid is geboden wanneer YENTREVE wordt gebruikt
in combinatie met andere centraal werkende geneesmiddelen of stoffen, waaronder alcohol en sedativa
(benzodiazepinen, morfinomimetica, antipsychotica,
fenobarbital, sedatieve antihistaminica).


Serotonerge middelen:
In zeldzame gevallen is melding gemaakt van het serotoninesyndroom bij
patiënten die SSRI's/SNRI's gelijktijdig gebruiken met serotonerge middelen. Voorzichtigheid is
geboden als Yentreve tegelijk wordt gebruikt met serotonerge middelen zoals SSRI's,SNRI's,
tricyclische antidepressiva zoals clomipramine of amitriptyline, MAO-remmers zoals moclobemide of
linezolide, sint-janskruid (Hypericum perforatum)
of triptanen, tramadol, pethidine en tryptofaan (zie
rubriek 4.4).
Effecten van duloxetine op andere geneesmiddelen
Geneesmiddelen gemetaboliseerd door CYP1A2: De farmacokinetiek van theofylline, een CYP1A2-
substraat, werd niet significant beïnvloed door gelijktijdige toediening van duloxetine (60 mg
tweemaal daags).

Geneesmiddelen gemetaboliseerd door CYP2D6
: Duloxetine is een matige remmer van CYP2D6.
Wanneer duloxetine werd toegediend als een dosis van 60 mg tweemaal daags met een enkele dosis
desipramine, een CYP2D6 substraat, was de AUC van desipramine 3 maal zo hoog. Gelijktijdige
toediening van duloxetine (40 mg tweemaal daags) verhoogt de `steady state AUC' van tolterodine
(2 mg tweemaal daags) met 71 %, maar heeft geen invloed op de farmacokinetiek van de actieve 5-
hydroxymetaboliet hiervan en er wordt geen doseringsaanpassing aanbevolen. Voorzichtigheid is
geboden als duloxetine gelijktijdig wordt toegediend met geneesmiddelen die voornamelijk worden
gemetaboliseerd door CYP2D6 (risperidon, tricyclische antidepressiva [TCA's] zoals nortriptyline,
amitryptiline en imipramine) met name als deze een smalle therapeutische breedte hebben (zoals
flecainide, propafenon en metoprolol).

Orale anticonceptiva en andere steroïden
: Uit de resultaten van in vitro-onderzoeken blijkt dat
duloxetine niet aanzet tot de katalytische activiteit van CYP3A. Er zijn geen specifieke in vivo
interactiestudies met geneesmiddelen uitgevoerd.

Anticoagulantia en antiplatelet middelen:
Voorzichtigheid is geboden wanneer duloxetine wordt
gecombineerd met orale anticoagulantia of antiplatelet middelen door een potentieel verhoogd risico
op bloedingen. Er zijn toenames in INR waarden gerapporteerd wanneer duloxetine gelijktijdig werd
toegediend met warfarine. Echter, gelijktijdige toediening van duloxetine met warfarine onder steady
state voorwaarden bij gezonde vrijwilligers als onderdeel van een klinisch-farmacologische studie,
resulteerde niet in een klinisch significante verandering in INR ten opzichte van de uitgangswaarde,
noch in de farmacokinetiek van R- of S-warfarine.
Effecten van andere geneesmiddelen op duloxetine
Antacida en H2-antagonisten: Gelijktijdige toediening van YENTREVE met aluminium en
magnesium bevattende antacida of met famotidine had geen significant effect op de snelheid of mate
van duloxetine-absorptie na orale toediening van een dosis van 40 mg.
Middelen met CYP1A2-inducerende werking: Uit farmacokinetische populatieanalyses is gebleken dat
rokers bijna 50 % lagere plasmaspiegels van duloxetine hebben dan niet-rokers.

Vruchtbaarheid
In dierstudies had duloxetine geen effect op de mannelijke vruchtbaarheid en effecten bij vrouwen
waren slechts duidelijk bij doses die toxiciteit bij de moeder veroorzaakten.

Zwangerschap
Uit experimenteel onderzoek bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken bij systemische
blootstellingsniveaus (AUC) van duloxetine die lager waren dan de maximale klinische blootstelling
(zie rubriek 5.3).
Twee grote obeservationele onderzoeken wijzen niet op een algeheel verhoogd risico op ernstige
aangeboren afwijkingen (één onderzoek in de Verenigde Staten met daarin 2.500 vrouwen
blootgesteld aan duloxetine tijdens het eerste trimester en één onderzoek in de EU met daarin 1.500
vrouwen blootgesteld aan duloxetine tijdens het eerste trimester). De analyse op specifieke
afwijkingen zoals cardiale afwijkingen laat geen eenduidige resultaten zien.
In het onderzoek in de EU werd blootstelling van de moeder aan duloxetine laat in de zwangerschap
(op enig moment vanaf 20 weken van de zwangerschapsduur tot aan de bevalling) in verband gebracht
met een verhoogd risico op een vroeggeboorte (minder dan tweemaal verhoogd, overeenkomende met
ongeveer 6 additionele vroeggeboortes per 100 vrouwen die laat in de zwangerschap met duloxetine
werden behandeld). De meerderheid van de vroeggeboortes trad op tussen 35 en 36 weken van de
zwangerschap. Dit verband werd niet waargenomen in de studie in de Verenigde Staten.
De observationele gegevens in de Verenigde Staten hebben een (minder dan tweemaal) verhoogd
risico aangetoond op post-partumbloedingen na blootstelling aan duloxetine binnen een maand voor de
geboorte.
Epidemiologische gegevens hebben erop gewezen dat het gebruik van SSRI's tijdens de
zwangerschap, in het bijzonder aan het eind van de zwangerschap, de kans op blijvende pulmonale
hypertensie bij de pasgeborene (PPHN) kan verhogen. Hoewel er geen studies gedaan zijn die de
relatie tussen PPHN en behandeling met SNRI hebben onderzocht, kan dit mogelijke risico, het
betrokken werkingsmechanisme (remming van de serotonine-heropname) in aanmerking genomen, bij
duloxetine niet worden uitgesloten.
Net als bij andere serotonerge geneesmiddelen, kunnen onthoudingsverschijnselen voorkomen bij de
pasgeborene na gebruik van duloxetine door de moeder vlak voor de bevalling.
Onthoudingsverschijnselen waargenomen bij duloxetine kunnen onder andere zijn hypotonie, tremor,
voortdurend bewegen, moeilijkheden bij het voeden, ademnood en convulsies. De meerderheid van de
gevallen heeft zich ofwel tijdens de geboorte ofwel een paar dagen na de geboorte voorgedaan.
YENTREVE dient alleen tijdens de zwangerschap te worden gebruikt als de potentiële voordelen het
potentiële risico voor de foetus rechtvaardigen. Vrouwen moet worden geadviseerd dat ze hun arts
informeren als ze tijdens de behandeling zwanger worden of zwanger willen worden.
Borstvoeding
Duloxetine wordt erg zwak uitgescheiden in de humane melk gebaseerd op een onderzoek met
6 patiënten die melkafscheiding hadden en die geen borstvoeding gaven aan hun kinderen. De
geschatte dagelijkse dosis voor het kind op een mg/kg basis is ongeveer 0,14 % van de dosis van de
moeder (zie rubriek 5.2). Aangezien de veiligheid van duloxetine bij kinderen niet is vastgesteld,
wordt het gebruik van YENTREVE tijdens het geven van borstvoeding niet aanbevolen.

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek gedaan naar de effecten op de rijvaardigheid of het vermogen om machines te
bedienen. YENTREVE kan geassocieerd worden met sedatie en duizeligheid. Patiënten dienen
dienen te vermijden zoals rijden of het bedienen van machines.

4.8 Bijwerkingen

a.
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest gemelde bijwerkingen bij patiënten behandeld met YENTREVE in klinische studies in SUI
en lagere urineweg aandoeningen waren misselijkheid, droge mond, vermoeidheid en obstipatie.
Uit de gegevensanalyse van vier 12 weken durende, placebogecontroleerde klinische studies bij
patiënten met SUI, onder wie 958 met duloxetine behandelde en 955 met placebo behandelde
patiënten bleek dat de gemelde bijwerkingen doorgaans begonnen in de eerste week van de
behandeling. De meeste van de vaakst voorkomende bijwerkingen waren echter licht tot matig van
aard en verdwenen binnen 30 dagen nadat ze waren opgetreden (bijv. misselijkheid).
b.
Getabelleerde samenvatting van de bijwerkingen
Tabel 1 beschrijft de bijwerkingen gezien uit spontane meldingen en in placebogecontroleerde
klinische studies.
Tabel 1. Bijwerkingen
Frequentieschatting: Zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100 tot < 1/10), soms ( 1/1000 tot < 1/100), zelden
( 1/10.000 tot < 1/1000), zeer zelden (< 1/10.000).
Binnen elke frequentiegroep zijn de bijwerkingen beschreven in volgorde van afnemende ernst.
Zeer vaak Vaak
Soms
Zelden
Zeer

Zelden
Infecties en parasitaire aandoeningen

Laryngitis

Immuunsysteemaandoeningen

Overgevoelig-
Anafylactische
heidsstoornis
reactie
Endocriene aandoeningen

Hypothyreoïdisme
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Verminderde
Dehydratatie
Hyperglykemie
eetlust
(vnl. gemeld bij
diabetische
patiënten)
Hyponatriëmie
SIADH6
Psychische stoornissen
Slapeloosheid
Tandenknarsen
Suïcidaal gedrag5,6
Agitatie
Desoriëntatie
Suïcidale
Verminderd
Apathie
gedachten5,7
libido
Abnormaal
Manie6
Angstgevoelens
orgasme
Hallucinaties
Slaapstoornissen Abnormale dromen Agressie en
boosheid4,6
Vaak
Soms
Zelden
Zeer

Zelden
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Nervositeit
Serotonine
Duizeligheid
Stoornis in
syndroom6
Lethargie
oplettendheid
Convulsies1,6
Slaperigheid
Verminderde
Myoclonus
Tremor
smaak
Acathisie6
Paresthesie
Slechte kwaliteit
Psychomoto-rische
van slaap
rusteloosheid6
Extrapyramidale
symptomen6
Dyskinesie
Restless legs
syndroom
Soms
Zelden
Zeer

Zelden
Oogaandoeningen
Vertroebeld zicht Mydriasis
Glaucoom
Visuele stoornissen
Droge ogen
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Duizeling
Tinnitus1

Oorpijn
Hartaandoeningen

Palpitaties
Supraventriculaire
Tachycardie
aritmie,
hoofdzakelijk
atriumfibrilleren6
Bloedvataandoeningen
Hypertensie3,7
Flauwvallen2
Hypertensieve
Blozen
Bloeddruk-
crisis3
verhoging3
Orthostatische
hypotensie2
Perifere kou
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen

Geeuwen
Strak gevoel bij de
keel
Neusbloedingen
Interstitiële
longziekte10
Eosinofiele
pneumonie6
Maagdarmstelselaandoeningen
Misselijkheid Diarree
Maagdarm
Bloed in ontlasting
Droge mond Buikpijn
bloedingen7
Microscopische
Obstipatie
Overgeven
Gastro-enteritis
colitis9
Dyspepsie
Stomatitis
Oprisping
Gastritis
Dysfagie
Flatulentie
Ademgeur
Lever- en galaandoeningen

Hepatitis3
Leverfalen6
Verhoogde
Geelzucht6
leverenzymen
(ALT, AST,
alkaline fosfatase)
Acute
leverbeschadi-ging
Huid- en onderhuidaandoeningen
Overmatig
Huiduitslag
Stevens-Johnson
Cutane
zweten
Nachtelijk zweten
Syndroom6
vasculitis
Urticaria
Angioneurotisch
Contactdermatitis
oedeem6
Koud zweet
Fotosensitivi-
Verhoogde neiging teitreacties
tot blauwe plekken
Soms
Zelden
Zeer

Zelden
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen

Skeletspier-
Spiertrekkingen
pijn
Spierstijfheid
Spierspasme
Trismus
Nier- en urinewegaandoeningen

Aarzeling om te
Urine retentie6
plassen
Polyurie
Dysurie Nachtelijk Verminderde
plassen
urinestroom
Pollakisurie
Abnormale
urinegeur
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen

Gynaecologische
Menstruatie-
bloedingen
stoornis
Menopausale
Galactorroe
symptomen
Hyperprolac-
tinemie
Post-
partumbloedingen6
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vermoeidheid Zwakheid
Pijn op de borst7
Verstoring van het
Rillingen
Vallen8
lopen
Abnormaal gevoel
Koud gevoel
Dorst
Malaise
Warm gevoel
Onderzoeken

Gewichtsafname
Verhoogd
Gewichtstoename
kaliumgehalte in
Bloedcholesterol
het bloed
verhoogd Verhoogd
creatine fosfokinase
in het bloed
1 Gevallen van convulsies en gevallen van tinnitus zijn ook gemeld na stopzetten van de behandeling.
2 Gevallen van orthostatische hypotensie en flauwvallen zijn met name gemeld aan het begin van de
behandeling.
3Zie rubriek 4.4.
4Gevallen van agressie en boosheid zijn voornamelijk gemeld in het begin van de behandeling of na
het stopzetten van de behandeling.
5Gevallen van suïcidale gedachten en suïcidaal gedrag zijn beschreven tijdens de behandeling met
duloxetine of snel na het stopzetten van de behandeling (zie rubriek 4.4).
6Geschatte frequentie van bijwerkingen, gerapporteerd na het op de markt komen, niet waargenomen
in placebogecontroleerde klinische onderzoeken.
7Niet statistisch significant verschillend van placebo.
8Vallen kwam vaker voor bij ouderen (65 jaar).
9 Geschatte frequentie gebaseerd op alle klinische onderzoeksdata.
10 Geschatte frequentie gebaseerd op placebo-gecontroleerde klinische onderzoeken.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Wanneer gestopt wordt met duloxetine (met name bij abrupt stoppen) leidt dit vaak tot
onttrekkingsverschijnselen. Duizeligheid, gevoelsstoornissen (inbegrepen paresthesie of elektrische-
schokachtige sensaties, in het bijzonder in het hoofd), slaapstoornissen (inbegrepen slapeloosheid en
diepe dromen), vermoeidheid, slaperigheid, agitatie of angst, misselijkheid en/of overgeven, tremor,
hoofdpijn, myalgie, overgevoeligheid, diarree, abnormale zweetafscheiding en duizeligheid zijn de
meest gemelde reacties.
In het algemeen geldt voor SSRI's en SNRI's dat deze symptomen mild tot matig en zelf-beperkend
zijn, hoewel ze bij sommige patiënten ernstig en/of langdurig zijn. Daarom wordt geadviseerd om,
wanneer duloxetine behandeling niet langer nodig is, geleidelijk aan te stoppen door de dosering
langzaam af te bouwen (zie rubriek 4.2 en 4.4).
De gecorrigeerde hartslag QT-interval bij met duloxetine behandelde patiënten verschilde niet van die
bij met placebo behandelde patiënten. Er werden geen klinische significante verschillen waargenomen
voor QT, PR, QRS of QTcB metingen tussen duloxetine en placebo behandelde patiënten.
In de 12 weken acute fase van drie klinische studies van duloxetine bij patiënten met diabetische
neuropathische pijn, werd een kleine maar statistisch significante toename in nuchtere
bloedglucosewaarden waargenomen bij met duloxetine behandelde patiënten. HbA1c was stabiel bij
zowel de duloxetine behandelde als de placebo behandelde patiënten. In de verlengde fase, welke tot
52 weken duurde, was er een toename van het HbA1c in zowel de duloxetine als de routine groep, maar
de gemiddelde toename was 0,3 % groter in de duloxetine behandelde groep. Er was ook een kleine
toename van de nuchtere bloedglucose waarde en het totale cholesterol in de duloxetine behandelde
groep terwijl deze lab waarden een kleine daling lieten zien in de routine groep.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
Gevallen van overdosering, alleen of in combinatie met andere geneesmiddelen, zijn gemeld
duloxetine doseringen van bijna 5400 mg. Enkele fatale gevolgen zijn opgetreden, vooral bij
gecombineerde overdoseringen maar ook met enkel duloxetine bij een dosis van ongeveer 1000 mg.
Tekenen en symptomen van overdosering (bij alleen duloxetine of in combinatie met andere
geneesmiddelen) zijn slaperigheid, coma, serotonine syndroom, toevallen, overgeven en tachycardie.
Er is geen specifiek antidotum tegen duloxetine bekend, maar indien het serotonine syndroom
optreedt, kan specifieke behandeling overwogen worden (zoals met cyproheptadine en/of temperatuur
controle). De luchtwegen dienen te worden vrijgemaakt. Aangeraden wordt de hartfuncties en de vitale
functies nauwlettend te controleren en tevens adequate symptomatische en ondersteunende
maatregelen te nemen. Indien dit spoedig na inslikken wordt uitgevoerd of bij symptomatische
patiënten kan maagspoeling zijn aangewezen. Om de absorptie te beperken kan geactiveerde kool
worden gebruikt. Duloxetine heeft een groot verdelingsvolume en het is onwaarschijnlijk dat
geforceerde diurese, hemoperfusie en wisselperfusie van nut zullen zijn.


5.

FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen

Farmacotherapeutisch groep: Overige antidepressiva. ATC code: N06AX21.
Duloxetine is een gecombineerde serotonine (5-HT)- en noradrenaline (NA)-heropnameremmer. Het
remt de heropname van dopamine in zwakke mate en heeft geen significante affiniteit voor
histaminerge, dopaminerge, cholinerge en adrenerge receptoren.
Farmacodynamische effecten
Bij dierproeven leiden verhoogde concentraties van 5-HT en NA in het sacrale ruggenmerg tot een
toegenomen tonus van de urethra door een verhoogde stimulatie van de nervus pudendus naar de
urethrale dwarsgestreepte sfincterspier, die alleen tijdens de vulfase van de mictiecyclus optreedt. Van
een vergelijkbaar mechanisme bij vrouwen, wordt aangenomen dat het resulteert in sterkere urethrale
sluiting tijdens urineopslag met fysieke stress wat de werkzaamheid van duloxetine bij de behandeling
van vrouwen met SUI zou kunnen verklaren.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van duloxetine 40 mg tweemaal daags bij de behandeling van SUI werd vastgesteld
in vier dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken waarbij 1913 vrouwen (22 tot 83 jaar) met
SUI werden gerandomiseerd; hierbij kregen 958 patiënten duloxetine en 955 patiënten een placebo
toegewezen. De voornaamste maatstaven voor de werkzaamheid waren de urine-incontinentie-
episodefrequentie (IEF) uit dagboeken en een urine-incontinentiespecifieke levenskwaliteitsscore (I-
QOL).
Urine-incontinentie-episodefrequentie: Bij alle vier onderzoeken vertoonde de met duloxetine
behandelde groep een mediane afname in IEF van 50 % of meer tegenover veranderingen in de
placebogroep van 33 %. Er werden verschillen waargenomen bij iedere visite na 4 weken (duloxetine
54 % en placebo 22 %), na 8 weken (52 % en 29 %), en na 12 weken (52 % en 33 %) het
geneesmiddel innemen.
Bij een aanvullend onderzoek dat zich beperkte tot patiënten met ernstige SUI werden alle reacties met
duloxetine binnen 2 weken bereikt.
De werkzaamheid van YENTREVE is niet geëvalueerd voor een langere periode dan drie maanden in
placebogecontroleerde studies. Het klinische voordeel van YENTREVE vergeleken met placebo is
niet aangetoond bij vrouwen met lichte SUI, in gerandomiseerde studies gedefinieerd als diegenen met
een IEF van < 14 per week. Bij deze vrouwen kan YENTREVE geen voordeel geven boven dat wat
verkregen wordt door conservatievere gedragsinterventies.
Kwaliteit van leven: Incontinence Quality of Life (I-QOL) vragenlijst scores waren significant
verbeterd in de met duloxetine behandelde patiëntengroep in vergelijking met de met placebo
behandelde groep (9,2 versus 5,9 verbetering van de score, p < 0,001). Met gebruikmaking van een
schaal voor de globale verbetering (PGI), waren significant meer vrouwen die duloxetine gebruikten
van mening dat hun symptomen van stressincontinentie verbeterd waren tijdens de behandeling
vergeleken met vrouwen die placebo namen (64,6 % versus 50,1 %, p < 0,001).

YENTREVE en voorafgaande urine-incontinentiechirurgie:
Er zijn beperkte gegevens die suggereren
dat de voordelen van YENTREVE niet afnemen bij vrouwen met stress-urine-incontinentie die
voorheen incontinentiechirurgie ondergaan hebben.

YENTREVE en bekkenbodemspiertraining: Gedurende een 12 weken durend geblindeerd,
gerandomiseerd, gecontroleerd onderzoek zorgde YENTREVE voor grotere afnamen in IEF dan bij
alleen placebobehandeling of bij alleen bekkenbodemspiertraining. Gecombineerde behandeling
(duloxetine + bekkenbodemspiertraining) zorgde voor een sterkere verbetering ten aanzien van zowel
gebruik van incontinentiemateriaal als aandoeningsspecifieke maatstaven voor levenskwaliteit dan
alleen YENTREVE of alleen bekkenbodemspiertraining.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Yentreve in alle subgroepen van pediatrische
patiënten met stress-urine-incontinentie. Zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik.



5.2 Farmacokinetische eigenschappen



Duloxetine wordt als een enkele enantiomeer toegediend. Duloxetine wordt uitgebreid
gemetaboliseerd door oxidatieve enzymen (CYP1A2 en het polymorfe CYP2D6), gevolgd door
conjugatie. De farmacokinetiek van duloxetine varieert sterk tussen proefpersonen (over het algemeen
50 - 60 %), gedeeltelijk vanwege geslacht, leeftijd, wel of niet roken en de status van metabolisatie
door CYP2D6.
Absorptie: Duloxetine wordt na orale toediening goed geabsorbeerd en de Cmax wordt 6 uur na
dosering bereikt. De absolute orale biologische beschikbaarheid van duloxetine varieerde van 32 % tot
80 % (gemiddeld 50 %). Voedsel vertraagt de benodigde tijd om de piekconcentratie te bereiken van 6
tot 10 uur en zorgt voor een marginale afname van de mate van absorptie (circa 11 %). Deze
veranderingen hebben geen enkele klinische relevantie.
Distributie: Duloxetine wordt voor circa 96 % aan menselijke plasma-eiwitten gebonden. Duloxetine
bindt zowel aan albumine als aan alfa-1-zuur-glycoproteïne. De eiwitbinding wordt niet beïnvloed
door nier- of leverfunctiestoornissen.
Biotransformatie: Duloxetine wordt uitgebreid gemetaboliseerd en de metabolieten worden
voornamelijk in urine uitgescheiden. Zowel CYP450 2D6 als CYP450 1A2 katalyseren de vorming
van de twee belangrijkste metabolieten glucuronideconjugaat van 4-hydroxyduloxetine en
sulfaatconjugaat van 5-hydroxy 6-methoxyduloxetine. Op basis van in vitro-onderzoeken worden de
circulerende metabolieten van duloxetine als farmacologisch inactief beschouwd. De farmacokinetiek
van duloxetine bij patiënten die langzame omzetters zijn met betrekking tot CYP2D6, is niet specifiek
onderzocht. Beperkte data suggereren dat de plasmaspiegels van duloxetine bij deze patiënten hoger
zijn.
Eliminatie: De eliminatie-halfwaardetijd van duloxetine na een orale dosis varieert van 8 tot 17 uur
(gemiddeld 12 uur). Na een intraveneuze dosis varieert de plasmaklaring van duloxetine van 22 l/uur
tot 46 l/uur (gemiddeld 36 l/uur). Na een orale dosis varieert de schijnbare plasmaklaring van
duloxetine van 33 tot 261 l/uur (gemiddeld 101 l/uur).

Speciale groepen patiënten
Geslacht: Er zijn farmacokinetische verschillen geïdentificeerd tussen mannen en vrouwen (de
schijnbare plasmaklaring is bij vrouwen ongeveer 50% lager). Op basis van de overlap in de
klaringsspreiding vormen farmacokinetische verschillen op grond van geslacht geen rechtvaardiging
voor de aanbeveling om een lagere dosis voor vrouwelijke patiënten te gebruiken.

Leeftijd
: Hoewel er farmacokinetische verschillen zijn vastgesteld tussen jongere en oudere vrouwen
( 65 jaar) (AUC neemt toe met ongeveer 25 % en de halfwaardetijd is ongeveer 25 % langer bij
ouderen) zijn deze verschillen niet groot genoeg om aanpassingen van de dosis te rechtvaardigen. Als
algemene aanbeveling dient voorzichtigheid betracht te worden bij het behandelen van ouderen (zie
rubrieken 4.2 en 4.4).
Nierfunctiestoornissen: Patiënten met nierziekte in het eindstadium die dialyse ondergingen, hadden
2 keer zo hoge Cmax- en AUC-waarden voor duloxetine als gezonde proefpersonen. Farmacokinetische
gegevens over duloxetine zijn beperkt bij patiënten met lichte of matige nierfunctiestoornissen.
Leverinsufficiëntie: Matige leverziekte (Child-Pugh klasse B) beïnvloedde de farmacokinetiek van
duloxetine. Vergeleken met gezonde proefpersonen was de schijnbare plasmaklaring van duloxetine
79 % lager, de schijnbare terminale halfwaardetijd was 2,3 keer langer en de AUC was 3,7 keer hoger
bestudeerd bij patiënten met lichte of ernstige leverinsufficiëntie.

Moeders die borstvoeding geven:
De eigenschappen van duloxetine zijn bestudeerd bij 6 moeders die
borstvoeding gaven 12 weken postpartum. Duloxetine werd gedetecteerd in de moedermelk, en
steady-state concentraties in moedermelk zijn ongeveer éénvierde van die in plasma. De hoeveelheid
duloxetine in moedermelk is ongeveer 7 microgram/dag bij een dosering van 40 mg tweemaal daags.
Het geven van borstvoeding had geen invloed op de farmacokinetiek van duloxetine.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek

Duloxetine was in een standaard serie testen niet genotoxisch en was niet carcinogeen bij ratten. In de
carcinogeniteitsstudie bij ratten werden meerkernige cellen gezien in de lever in afwezigheid van
andere histopathologische veranderingen. Het onderliggende mechanisme en de klinische relevantie
zijn onbekend.
Vrouwtjesmuizen die gedurende 2 jaar duloxetine kregen toegediend, hadden alleen bij de hoge dosis
(144 mg/kg/dag) een verhoogde incidentie van hepatocellulaire adenomen en carcinomen, maar
aangenomen werd dat deze het gevolg waren van inductie van microsomale leverenzymen. In hoeverre
deze gegevens bij de muis relevant zijn voor de mens is onbekend. Bij vrouwtjesratten die duloxetine
toegediend kregen vóór en tijdens het paren en de vroege zwangerschap, nam de voedselconsumptie
en het lichaamsgewicht van het moederdier af, werd de oestrus verstoord, nam het aantal
levendgeboren en overlevende jongen af en was sprake van een vertraagde groei van de jongen, bij
systemische blootstellingsniveaus, waarvan geschat wordt dat die ten hoogste overeenkwamen met de
maximale klinische blootstelling (AUC). In een embryotoxiciteitsstudie bij konijnen werd een hogere
incidentie van cardiovasculaire malformaties en skeletmalformaties waargenomen bij systemische
blootstellingsniveaus onder de maximale klinische blootstelling (AUC). Er werden geen malformaties
waargenomen bij een andere studie, waarbij een hogere dosis van een verschillend zout van duloxetine
werd getest. In een pre-/postnatale toxiciteitsstudie bij de rat leidde duloxetine tot afwijkende
gedragseffecten bij de nakomelingen bij systemische blootstellingsniveaus onder de maximale
klinische blootstelling (AUC).
Studies bij jonge ratten vertoonden voorbijgaande effecten op neurogedrag, evenals significant
verlaagd lichaamsgewicht en voedselinname, leverenzyminductie en hepatocellulaire vorming van
vacuolen bij 45 mg/kg/dag. Het algemene toxiciteitsprofiel van duloxetine bij jonge ratten was gelijk
aan dat bij volwassen ratten. Het niveau zonder bijwerkingen werd bepaald op 20 mg/kg/dag.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Inhoud capsule
Hypromellose
Hypromellose acetaat succinaat
Sacharose
Suikerbolletjes
Talk
Titaniumdioxide (E171)
Triethylcitraat
Capsule-omhulsel
YENTREVE 20 mg
Gelatine
Natriumlaurylsulfaat
Titaniumdioxide (E171)
Eetbare zwarte inkt
Eetbare inkt
Zwart ijzeroxide ­ synthetisch (E172)
Propyleenglycol
Schellak
YENTREVE 40 mg
Gelatine
Natriumlaurylsulfaat
Titaniumdioxide (E171)
Indigokarmijn (E132)
Rood ijzeroxide (E172)
Geel ijzeroxide (E172)
Eetbare zwarte inkt
Eetbare zwarte inkt:
Zwart ijzeroxide ­ synthetisch (E172)
Propyleenglycol
Schellak

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid
3 jaar.

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht. Bewaren beneden 30°C.


6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Polyvinylchloride (PVC), polyethyleen (PE) en polychlorotrifluoroethyleen (PCTFE) blister die is
afgedicht met aluminiumfolie.
YENTREVE 20 mg
YENTREVE 20 mg is beschikbaar in verpakkingen van 28, 56 en 98 harde maagsapresistente
capsules.
YENTREVE 40 mg
YENTREVE 40 mg is beschikbaar in verpakkingen van 28, 56, 98 en 140 harde maagsapresistente
capsules en in een multiverpakking van 196 (2 verpakkingen van 98) harde maagsapresistente
capsules.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Eli Lilly Nederland BV, Papendorpseweg 83, 3528 BJ Utrecht, Nederland.
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/280/001
EU/1/04/280/002
EU/1/04/280/003
EU/1/04/280/004
EU/1/04/280/005
EU/1/04/280/006
EU/1/04/280/007
EU/1/04/280/008
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 11 augustus 2004
Datum van laatste verlenging: 24 juni 2009
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
BIJLAGE II
A. FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Lilly SA
Avenida de la Industria No 30
28108 Alcobendas
Madrid
Spain
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

·
Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR's)
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen voor dit geneesmiddel worden
vermeld in de lijst met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c,
onder punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op
het Europese webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP - risicobeheerplan)
De vergunninghouder voert de noodzakelijke onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in Module
1.8.2. van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een RMP-update wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en de risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING

KARTONNEN DOOSJES VOOR 40 mg HARDE MAAGSAPRESISTENTE CAPSULES

1.
BENAMING VAN HET GENEESMIDDEL
YENTREVE 40 mg harde maagsapresistente capsules.
Duloxetine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 40 mg duloxetine (als hydrochloride)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat sacharose
Zie bijsluiter voor verdere informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde maagsapresistentie capsules
56 harde maagsapresistentie capsules
98 harde maagsapresistentie capsules
140 harde maagsapresistentie capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht. Bewaren beneden 30°C.

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Eli Lilly Nederland BV, Papendorpseweg 83, 3528 BJ Utrecht, Nederland.
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/280/002 (28 harde maagsapresistente capsules)
EU/1/04/280/003 (56 harde maagsapresistente capsules)
EU/1/04/280/004 (98 harde maagsapresistente capsules)
EU/1/04/280/005 (140 harde maagsapresistente capsules)
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK


16. INFORMATIE OVER BRAILLE

YENTREVE 40 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
DOOS VOOR TUSSENVERPAKKING VOOR 40 MG HARDE MAAGSAPRESISTENTE
CAPSULES (ZONDER BLUE BOX)
1.
BENAMING VAN HET GENEESMIDDEL
YENTREVE 40 mg harde maagsapresistente capsules.
Duloxetine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 40 mg duloxetine (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat sacharose
Zie bijsluiter voor verdere informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
98 harde maagsapresistente capsules.
Component van een multiverpakking, kan niet apart worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht. Bewaren beneden 30°C.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Eli Lilly Nederland BV, Papendorpseweg 83, 3528 BJ Utrecht, Nederland.
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/280/006
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK


16. INFORMATIE OVER BRAILLE

YENTREVE 40 mg
VERMELDOMDOOS VOOR 40 MG HARDE MAAGSAPRESISTENTE CAPSULES (MET
BLUE BOX)
1.
BENAMING VAN HET GENEESMIDDEL
YENTREVE 40 mg harde maagsapresistente capsules.
Duloxetine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 40 mg duloxetine (als hydrochloride)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat sacharose
Zie bijsluiter voor verdere informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multiverpakking: 196 (2 verpakkingen van 98 harde maagsapresistente capsules)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht. Bewaren beneden 30°C.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Eli Lilly Nederland BV, Grootslag 1-5, NL-3991 RA, Houten, Nederland.
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/280/006
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK


16. INFORMATIE OVER BRAILLE

YENTREVE 40 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
WORDEN VERMELD (40 mg HARDE MAAGSAPRESISTENTE CAPSULES)

1.

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
YENTREVE 40 mg harde maagsapresistente capsules
Duloxetine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Lilly
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot


5.
OVERIGE


KARTONNEN DOOSJES VOOR 20 mg HARDE MAAGSAPRESISTENTE CAPSULES

1.
BENAMING VAN HET GENEESMIDDEL
YENTREVE 20 mg harde maagsapresistente capsules.
Duloxetine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 20 mg duloxetine (als hydrochloride)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat sacharose.
Zie bijsluiter voor verdere informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
56 harde maagsapresistente capsules.
28 harde maagsapresistente capsules.
98 harde maagsapresistente capsules.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht. Bewaren beneden 30°C.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Eli Lilly Nederland BV, Papendorpseweg 83, 3528 BJ Utrecht, Nederland.
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/280/001 (56 harde maagsapresistente capsules)
EU/1/04/280/007 (28 harde maagsapresistente capsules)
EU/1/04/280/008 (98 harde maagsapresistente capsules)
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK


16. INFORMATIE OVER BRAILLE
YENTREVE 20 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
WORDEN VERMELD (20 mg HARDE MAAGSAPRESISTENTE CAPSULES)

1.

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
YENTREVE 20 mg harde maagsapresistente capsules
Duloxetine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Lilly
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
B. BIJSLUITER

YENTREVE 20 mg harde maagsapresistente capsules
YENTREVE 40 mg harde maagsapresistente capsules
Duloxetine (als hydrochloride)

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.


Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is YENTREVE en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is YENTREVE en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
YENTREVE bevat het werkzame bestanddeel duloxetine. YENTREVE verhoogt de concentraties van
serotonine en noradrenaline in het zenuwstelsel.
YENTREVE is een geneesmiddel dat via de mond moet worden ingenomen voor het behandelen van
stress-urine-incontinentie (SUI; inspanningsincontinentie) bij vrouwen.
Stress-urine-incontinentie is een medische aandoening waarbij patiënten ongewild urine verliezen of
urine lekken tijdens lichamelijke inspanning of activiteiten zoals lachen, hoesten, niezen, tillen of
sporten.
Aangenomen wordt dat YENTREVE werkt door de kracht te vergroten van de spier die urine
tegenhoudt wanneer u lacht, niest of lichamelijke activiteiten uitvoert.
De werkzaamheid van YENTREVE wordt versterkt wanneer het wordt gecombineerd met een
trainingsprogramma genaamd bekkenbodemspiertraining.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U heeft een leverziekte.
-
U heeft een ernstige nierziekte.
-
U gebruikt een ander geneesmiddel dat bekend is als monoamineoxidaseremmer (MAO-remmer)
of u heeft dat de laatste 14 dagen gebruikt (zie `Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?').
-
U gebruikt fluvoxamine, dat gewoonlijk gebruikt wordt voor de behandeling van depressies,
ciprofloxacine of enoxacine, dat gebruikt wordt voor de behandeling van verschillende infecties.
Praat met uw arts als u een hoge bloeddruk of hartkwaal heeft. Uw arts kan u vertellen of u
YENTREVE kunt innemen.
Om de volgende redenen kan YENTREVE niet geschikt zijn voor u. Neem contact op met uw arts
voordat u YENTREVE gebruikt als u:
-
geneesmiddelen gebruikt voor de behandeling van depressie (zie 'Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?')
-
sint-janskruid (Hypericum perforatum), een kruidenpreparaat, gebruikt
-
een nierziekte heeft
-
insulten (toevallen) heeft gehad
-
een manie heeft gehad
-
lijdt aan een bipolaire stoornis
-
oogproblemen heeft zoals bepaalde soorten glaucoom (verhoogde druk in het oog)
-
een voorgeschiedenis heeft van bloedingsstoornissen (neiging om bloeduitstortingen te krijgen),
met name als u zwanger bent (zie 'Zwangerschap en borstvoeding')
-
het gevaar loopt op een laag natriumgehalte (bijvoorbeeld als u diuretica (plasmiddelen)
gebruikt, in het bijzonder als u tot de ouderen behoort)
-
op dit moment wordt behandeld met een ander geneesmiddel dat leverschade kan veroorzaken
-
andere geneesmiddelen gebruikt die duloxetine bevatten (zie `Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?')
YENTREVE kan een gevoel van rusteloosheid veroorzaken of een onvermogen om stil te zitten of stil
te staan. U dient uw arts hiervan op de hoogte te stellen indien dit bij u gebeurt.


Geneesmiddelen zoals Yentreve (zogenaamde SSRI's/SNRI's) kunnen symptomen van seksuele
disfunctie veroorzaken (zie rubriek 4). In sommige gevallen blijven deze symptomen na het stoppen
van de behandeling aanhouden.

Suïcidale gedachten en het verergeren van depressie of angststoornis
Hoewel YENTREVE niet aangewezen is voor de behandeling van depressie wordt het actieve
bestanddeel (duloxetine) ook gebruikt als antidepressivum. Als u depressief bent en/of u lijdt aan
angststoornissen kunt u soms gedachten hebben over het beschadigen van uzelf of over zelfdoding.
Deze kunnen verergeren als u voor de eerste keer antidepressiva gebruikt, omdat het voor al deze
geneesmiddelen een tijd duurt voordat deze gaan werken. Meestal duurt dit 2 weken maar soms langer.
U zult grotere kans maken op dit soort gedachten als u:
-
eerder gedachten heeft gehad om uzelf te doden of te beschadigen
-
een jongvolwassene bent. Uit klinisch onderzoek is gebleken dat de kans op suïcidaal gedrag,
bij volwassenen onder de 25 jaar met een psychiatrisch verleden die behandeld werden met
antidepressiva, vergroot is

Als u gedachten heeft over zelfdoding of het beschadigen van uzelf, moet u contact opnemen met

de arts of moet u meteen naar een ziekenhuis gaan.
Het kan helpen als u een familielid of een goede vriend vertelt dat u depressief bent, of een
angststoornis heeft, en hem te vragen de bijsluiter te lezen. U kunt hen vragen, het u te vertellen indien
zij vinden dat uw depressie of uw angsten zich verergeren, of indien zij zich zorgen maken over
veranderingen in uw gedrag.


Kinderen en jongeren tot 18 jaar
YENTREVE dient niet te worden gebruikt bij kinderen en jongeren tot 18 jaar. Ook moet u weten dat
patiënten onder 18 jaar een verhoogd risico hebben op bijwerkingen zoals poging tot zelfdoding,
gedachten van zelfdoding en vijandigheid (voornamelijk agressie, oppositioneel gedrag en woede),
wanneer zij geneesmiddelen uit deze klasse innemen. Tevens zijn de effecten op de lange termijn van
YENTREVE met betrekking tot groei, rijping en cognitieve en gedragsontwikkeling bij deze
leeftijdsgroep nog niet aangetoond.
Gebruikt u naast YENTREVE nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
Het belangrijkste bestanddeel van YENTREVE, duloxetine, wordt ook gebruikt in andere
geneesmiddelen voor andere aandoeningen
·
diabetisch neuropathische pijn, depressie, angstgevoelens en stress urine incontinentie.
Het gelijktijdig gebruik van meer dan één van deze geneesmiddelen moet worden vermeden. Overleg
met uw arts indien u al een geneesmiddel gebruikt dat duloxetine bevat.
Uw arts dient te beslissen of u YENTREVE in combinatie met andere geneesmiddelen kunt gebruiken.
Begin of stop niet met het gebruik van andere geneesmiddelen, inclusief geneesmiddelen die zijn
gekocht zonder voorschrift en geneeskrachtige kruiden, zonder hierover met uw arts te hebben
overlegd.

Informeer ook uw arts indien u één van deze geneesmiddelen gebruikt:

Monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers): U mag YENTREVE niet gebruiken als u een
geneesmiddel tegen depressie, monoamino-oxidaseremmer (MAO-remmer) genaamd, gebruikt of de
afgelopen 14 dagen heeft gebruikt. Voorbeelden van MAO-remmers zijn moclobemide (een
antidepressivum) en linezolide (een antibioticum). Het gebruik van een MAO-remmer in combinatie
met een groot aantal geneesmiddelen op medisch voorschrift, waaronder YENTREVE, kan ernstige of
zelfs levensbedreigende bijwerkingen veroorzaken. Nadat u bent gestopt met het gebruik van een
MAO-remmer moet u ten minste 14 dagen wachten voordat u YENTREVE mag gebruiken. Tevens
moet u, nadat u bent gestopt met het gebruik van YENTREVE, ten minste 5 dagen wachten voordat u
een MAO-remmer gebruikt.

Geneesmiddelen die slaperigheid veroorzaken: Dit zijn onder meer geneesmiddelen voorgeschreven
door uw arts zoals benzodiazepinen, krachtige pijnstillers, antipsychotica,
fenobarbital en sedatieve
antihistaminica.

Geneesmiddelen die de serotoninespiegel verhogen: Triptanen, tramadol, tryptofaan, SSRI's (zoals
paroxetine en fluoxetine), SNRI's (zoals venlafaxine) tricyclische antidepressiva (zoals clomipramine,
amitriptyline), pethidine, sint-janskruid en MAO-remmers (zoals moclobemide en linezolide). Deze
geneesmiddelen verhogen het risico van bijwerkingen; als u bij gebruik van één van deze
geneesmiddelen samen met YENTREVE ongebruikelijke symptomen krijgt, dient u uw arts te
bezoeken.

Orale anticoagulantia of bloedplaatjesaggregatieremmers: Geneesmiddelen die het bloed dunner
maken of voorkómen dat het bloed klontert. Deze geneesmiddelen zouden het risico op bloedingen
kunnen verhogen.

Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
YENTREVE kan met of zonder voedsel worden ingenomen. U dient op te passen met het drinken van
alcohol als u YENTREVE gebruikt.

Zwangerschap en borstvoeding

Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
·
Licht uw arts in als u zwanger geworden bent, of als u zwanger probeert te worden en u
YENTREVE gebruikt. U dient YENTREVE alleen te gebruiken nadat u de mogelijke voordelen
en de mogelijke risico's voor uw ongeboren kind met de arts heeft besproken.
·
Verzeker u ervan dat uw verloskundige en/of arts weet dat u YENTREVE gebruikt.
Gelijksoortige geneesmiddelen (SSRI's) kunnen, als ze tijdens de zwangerschap zijn gebruikt,
de kans op een ernstige bijwerking bij baby's, blijvende pulmonale hypertensie (PPHN)
verschijnselen treden gewoonlijk binnen 24 uur na de geboorte op. Als dit bij uw baby gebeurt,
moet u direct uw verloskundige en/of arts waarschuwen.
·
Als u YENTREVE gebruikt tegen het einde van uw zwangerschap, kan uw baby bij de geboorte
een aantal verschijnselen hebben. Dit begint gewoonlijk bij de geboorte of binnen een paar
dagen na de geboorte. Deze verschijnselen kunnen onder andere zijn: slappe spieren, beven,
voortdurend bewegen, niet goed kunnen voeden, ademhalingsproblemen en toevallen. Als uw
baby bij de geboorte een of meer van deze verschijnselen heeft of als u zich zorgen maakt over
de gezondheid van uw baby, moet u contact opnemen met uw arts of verloskundige. Zij zullen u
kunnen adviseren.
·
Als u YENTREVE gebruikt tegen het einde van uw zwangerschap, is er een verhoogd risico op
overmatig vaginaal bloeden kort na de geboorte, met name als u een voorgeschiedenis heeft van
bloedingsstoornissen. Uw arts of verloskundige moeten ervan op de hoogte zijn dat u duloxetine
gebruikt, zodat zij u kunnen adviseren.
·
Beschikbare gegevens over het gebruik van YENTREVE tijdens de eerste drie maanden van de
zwangerschap wijzen in het algemeen niet op een algeheel toegenomen risico op aangeboren
afwijkingen bij het kind. Als YENTREVE wordt genomen tijdens de tweede helft van de
zwangerschap, kan er een verhoogd risico zijn dat de zuigeling vroeg wordt geboren
(6 additionele vroeggeboren zuigelingen per 100 vrouwen die YENTREVE in het tweede deel
van de zwangerschap gebruiken), en dan meestal tussen week 35 en week 36 van de
zwangerschap.
·
Licht uw arts in als u borstvoeding geeft. Het gebruik van YENTREVE is, als u borstvoeding
geeft, niet aanbevolen. U kunt uw arts of apotheker om advies vragen

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
YENTREVE kan u slaperig of duizelig maken. U mag pas autorijden of gereedschap en machines
bedienen als u weet welke invloed YENTREVE op u heeft.

YENTREVE bevat sacharose
YENTREVE bevat
sacharose. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet
verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.

YENTREVE bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per capsule, dat wil zeggen dat het in wezen
'natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
YENTREVE dient oraal (via de mond) te worden ingenomen. U dient de capsule in zijn geheel met
wat water door te slikken.
De aanbevolen dosis van YENTREVE is tweemaal daags (`s ochtends en in de namiddag of `s avonds)
één capsule van 40 mg. Uw arts kan besluiten uw behandeling te starten met tweemaal daags
één capsule van 20 mg gedurende twee weken voordat de dosering 40 mg tweemaal daags wordt.
Om u eraan te herinneren dat u YENTREVE moet gebruiken, kan het helpen om het middel iedere dag
op dezelfde tijdstippen in te nemen.
praten. Het is belangrijk dat uw aandoening goed behandeld wordt om u te helpen beter te worden. Als
u niet behandeld wordt, kan het zijn dat uw aandoening niet over gaat en ernstiger en moeilijker te
behandelen wordt.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Bel onmiddellijk uw arts of apotheker als u meer YENTREVE heeft ingenomen dan de hoeveelheid
die is voorgeschreven door uw arts. Verschijnselen van overdosering omvatten slaperigheid, coma,
serotoninesyndroom (een zeldzame reactie die gevoelens kan veroorzaken als grote vreugde, sufheid,
onhandigheid, onrust, gevoel van dronken zijn, koorts, zweten of stijve spieren), toevallen, braken en
snelle hartslag.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?

Als u een dosis mist, neemt u deze in zodra u eraan denkt. Als het echter tijd is voor uw volgende
dosis, slaat u de gemiste dosis over en gebruikt u alleen de gebruikelijke enkele dosis. Neem geen
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Gebruik niet meer dan de hoeveelheid YENTREVE
die bij u is voorgeschreven voor één dag.

Als u stopt met het gebruik van dit middel
STOP NIET met het innemen van uw capsules zonder dat dit door uw arts is geadviseerd, ook als u
zich beter voelt. Als uw arts van mening is dat u niet langer behoefte heeft aan YENTREVE zal hij/zij
u vragen om uw dosis gedurende 2 weken af te bouwen.
Sommige patiënten die na meer dan 1 week behandeling plotseling stopten met het gebruik van
YENTREVE hebben symptomen gehad zoals
·
duizeligheid, tintelend gevoel zoals spelden en naalden of elektrische-schokachtige sensaties (in
het bijzonder in het hoofd), slaapstoornissen (levendige dromen, nachtmerries, onvermogen tot
slapen, vermoeidheid, slaperigheid, onrustig gevoel, bezorgde gevoelens, misselijk en
overgeven, rillen (trillen), hoofdpijn, spierpijn, geïrriteerd gevoel, diarree, overmatig zweten of
duizeligheid.
Deze symptomen zijn doorgaans niet ernstig en verdwijnen binnen een paar dagen, maar als u
symptomen heeft die storend zijn, dient u uw arts om advies te vragen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. Deze bijwerkingen zijn normaal gesproken licht tot matig van aard en verdwijnen vaak na
een korte periode.

Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (komen voorbij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
·
misselijkheid, droge mond, obstipatie
·
vermoeidheid

Vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij maximaal 1 op de 10 gebruikers)
·
gebrek aan eetlust
·
moeilijk kunnen slapen, zich geagiteerd voelen, minder zin in seks hebben, zich angstig voelen,
slaapproblemen
·
hoofdpijn, duizeligheid, zich lui voelen, zich slaperig voelen, trillen (tremoren), gevoelloosheid,
inclusief gevoelloosheid of prikkelingen/tintelingen van de huid
·
wazig zien
·
zich duizelig voelen of 'tollen' (vertigo)
·
verhoogde bloeddruk, blozen
·
diarree, maagpijn, overgeven, maagzuur of spijsverteringsstoornis (indigestie)
overmatig zweten
·
zwakte, rillingen

Soms voorkomende bijwerkingen (komen voor bij maximaal 1 op de 100 gebruikers)
·
keelontsteking die een hese stem veroorzaakt
·
allergische reacties
·
vertraagde werking van de schildklier wat vermoeidheid en gewichtstoename kan veroorzaken
·
uitdroging
·
tandenknarsen, gedesoriënteerd gevoel, gebrek aan motivatie, moeilijk of geen orgasme kunnen
krijgen, ongewone dromen
·
zich zenuwachtig voelen, zich moeilijk kunnen concentreren, andere smaak dan gewoonlijk,
slechte kwaliteit van slapen
·
verwijde pupillen (het donkere centrum van het oog), problemen met zien, ogen voelen droog
·
tinnitus (waarnemen van een geluid in het oor terwijl er geen extern geluid is), oorpijn
·
het hart voelen pompen in de borstkas, versnelde en/of onregelmatige hartslag
·
flauwvallen
·
toenemend geeuwen
·
overgeven van bloed of zwarte teerachtige ontlasting, maagdarmontsteking, ontsteking in de
mond, oprispingen, slikproblemen, winderigheid, slechte adem
·
leverontsteking die buikpijn en gele verkleuring van de huid of het oogwit kan veroorzaken
·
(jeukende) huiduitslag, nachtelijk zweten, galbulten, koud zweten, verhoogde neiging tot blauwe
plekken
·
Spierpijn, spierstijfheid, spierkrampen, samentrekking van de kaakspier
·
moeilijk kunnen beginnen met plassen, pijn bij het plassen, `s nachts moeten plassen, vaak
moeten plassen, ongewone urinegeur
·
abnormale vaginale bloeding, menopauze-verschijnselen
·
pijn op de borst, het koud hebben, dorst hebben, het warm hebben
·
gewichtsverlies, gewichtstoename
·
Yentreve kan effecten veroorzaken waar u zich mogelijk niet van bewust bent, zoals verhoogde
leverenzymen of verhoogde kalium-, creatinefosfatase-, suiker- of cholesterol niveaus in het
bloed

Zelden voorkomende bijwerkingen (komen voor bij maximaal 1 op de 1000 gebruikers)
·
ernstige allergische reactie, die moeilijkheden bij het ademen veroorzaakt of duizeligheid met
gezwollen tong of lippen
·
verlaagde natriumconcentratie in het bloed (meestal bij oudere mensen; de verschijnselen
kunnen zijn: zich duizelig, zwak, verward, slaperig of zeer vermoeid voelen, of misselijkheid en
braken; ernstiger verschijnselen zijn flauwvallen, toevallen of vallen), syndroom van inadequate
secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH)
·
suïcidaal gedrag, suïcidale gedachten, manie (overactiviteit, snelle gedachten en afgenomen
slaapbehoefte), hallucinaties, agressie en boosheid
·
serotoninesyndroom (een zeldzame reactie die gevoelens kan veroorzaken als grote vreugde,
sufheid, onhandigheid, onrust, gevoel van dronken zijn, koorts, zweten of stijve spieren),
toevallen, plotselinge, onvrijwillige trekkingen of trillingen van de spieren, een gevoel van
rusteloosheid of niet stil kunnen zitten of staan, moeilijkheden bij het onder controle houden van
bewegingen, bijvoorbeeld een gebrek aan coördinatie of onvrijwillige bewegingen van de
spieren, rusteloze-benensyndroom (`restless legs syndrome')
·
verhoogde druk in de ogen (glaucoom)
·
duizelig gevoel, licht gevoel in het hoofd of flauw voelen vooral wanneer er te snel wordt
opgestaan, koud gevoel in vingers en/of tenen
·
strak gevoel bij de keel, neusbloedingen
·
hoesten, piepende ademhaling en kortademigheid die vergezeld kan gaan met verhoging
·
helderrood bloed in de ontlasting, ontsteking van de dikke darm (wat diarree veroorzaakt)
·
leverfalen, geel worden van de huid of het oogwit (geelzucht)
stevens-johnson syndroom (ernstige ziekte met blaarvorming op de huid, mond, ogen en
genitaliën), ernstige allergische reactie die zwelling van gezicht of keel veroorzaakt (angio-
oedeem), gevoeligheid voor zonlicht
·
spiertrekkingen
·
moeilijk of niet kunnen plassen, meer moeten plassen dan normaal, een afgenomen urinestroom
hebben
·
abnormale menstruatie waaronder hevige, pijnlijke, onregelmatige of verlengde menstruatie,
ongewoon lichte of uitgebleven menstruatie, abnormale productie van borstmelk bij mannen en
vrouwen
·
overmatig vaginaal bloeden kort na de geboorte (post-partumbloedingen)
·
vallen (meestal bij ouderen), abnormale manier van lopen

Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (komen voor bij maximaal 1 op de 10.000 gebruikers)
·
Ontsteking van de bloedvaten in de huid (cutane vasculitis)

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum.
Die vindt u op de doos na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht. Bewaren beneden 30°C.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.

6.

Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

De
werkzame stof in dit middel is duloxetine.
Elke capsule bevat 20 of 40 mg duloxetine (als hydrochloride).
De
andere stoffen in dit middel zijn:
Capsule inhoud: hypromellose, hypromellose acetaat succinaat, sacharose, suikerbolletjes, talk,
titaniumdioxide (E171), triethylcitraat (Zie het einde van rubriek 2 voor meer informatie over
sacharose).
Capsule wand: gelatine, natriumlaurylsulfaat, titaniumdioxide (E171), indigokarmijn (E132), rood
ijzeroxide en geel ijzeroxide, eetbare zwarte inkt.
Eetbare inkt: synthetisch zwart ijzeroxide (E172), propyleenglycol, schellak.

Hoe ziet YENTREVE eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
YENTREVE is een harde maagsapresistente capsule.
Elke capsule YENTREVE bevat korrels duloxtine hydrochloride met een deklaag om deze te
beschermen tegen maagzuur.
De capsules van 40 mg zijn oranje en blauw en hebben het opschrift `40 mg' en `9545'.
De capsules van 20 mg zijn blauw en hebben het opschrift `20 mg' en `9544'.
YENTREVE 40 mg is verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 56, 98, 140 en 196 (2 x 98) capsules.
YENTREVE 20 mg is verkrijgbaar in verpakkingen van 28, 56 en 98 capsules.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Eli Lilly Nederland B.V.,
Papendorpseweg 83, 3528 BJ Utrecht, Nederland.
Fabrikant: Lilly S.A., Avda. de la Industria, 30, 28108 Alcobendas, Madrid, Spanje.
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Eli Lilly Benelux S.A./N.V.
Eli Lilly Lietuva
Tél/Tel: + 32-(0)2 548 84 84
Tel. +370 (5) 2649600


Luxembourg/Luxemburg
" " .. -
Eli Lilly Benelux S.A./N.V.
. + 359 2 491 41 40
Tél/Tel: + 32-(0)2 548 84 84

Ceská republika
Magyarország
Eli Lilly CR, s.r.o.
Lilly Hungária Kft.
Tel: + 420 234 664 111
Tel: + 36 1 328 5100

Danmark
Malta
Eli Lilly Danmark A/S
Charles de Giorgio Ltd.
Tlf: +45 45 26 60 00
Tel: + 356 25600 500

Deutschland
Nederland
Lilly Deutschland GmbH
Eli Lilly Nederland B.V.
Tel. + 49-(0) 6172 273 2222
Tel: + 31-(0) 30 60 25 800

Eesti
Norge
Eli Lilly Nederland B.V.
Eli Lilly Norge A.S
Tel:
+372 6 817 280
Tlf: +47 22 88 18 00


Österreich
- ....
Eli Lilly Ges.m.b.H.
: +30 210 629 4600
Tel: + 43-(0) 1 711 780

España
Polska
Spaly Bioquímica, S.A.
Eli Lilly Polska Sp. z o.o.
Tel: + 34-91 623 17 32
Tel: +48 22 440 33 00

Portugal
Lilly France
Lilly Portugal - Produtos Farmacêuticos,
Tél: +33-(0) 1 55 49 34 34
Lda

Tel: + 351 21-4126600

Hrvatska
România
Eli Lilly Hrvatska d.o.o.
Eli Lilly România S.R.L.
Tel: +385 1 2350 999
Tel: + 40 21 4023000


Ireland

Slovenija
Eli Lilly and Company (Ireland) Limited
Eli Lilly farmacevtska druzba, d.o.o.
Tel: +353-(0) 1 661 4377
Tel: +386 (0)1 580 00 10
Ísland
Slovenská republika
Icepharma hf.
Eli Lilly Slovakia s.r.o.
Sími + 354 540 8000
Tel: + 421 220 663 111


Italia

Suomi/Finland
Eli Lilly Italia S.p.A.
Oy Eli Lilly Finland Ab
Tel: + 39- 055 42571
Puh/Tel: +358-(0) 9 85 45 250



Sverige
Phadisco Ltd
Eli Lilly Sweden AB
: +357 22 715000
Tel: + 46-(0)8 7378800


Latvija

United Kingdom (Northern Ireland)
Eli Lilly (Suisse) S.A. Prstvniecba Latvij
Eli Lilly and Company (Ireland) Limited
Tel: + 371 67364000
Tel: + 353-(0) 1 661 4377


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in


Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? Yentreve 20 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Yentreve 20 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Yentreve 20 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG