Tasmar 100 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 100 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 100 mg tolcapon.
Hulpstof met bekend effect
Iedere filmomhulde tablet bevat 7,5 mg lactosemonohydraat.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Bleke tot lichtgele, zeshoekige, biconvexe filmomhulde tablet. Een zijde is voorzien van de indruk
“TASMAR” en “100”.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Tasmar is in combinatie met levodopa/benserazide of levodopa/carbidopa geïndiceerd voor gebruik
bij patiënten met levodopa-responsieve idiopathische ziekte van Parkinson en motorische fluctuaties,
die niet reageerden op of intolerant zijn voor andere catechol-O-methyltransferase (COMT) remmers
(zie rubriek 5.1). Vanwege het risico van mogelijk fatale acute leverbeschadiging, dient Tasmar niet
overwogen te worden als eerste stap ter aanvulling van levodopa/benserazide of levodopa/carbidopa
(zie rubrieken 4.4 en 4.8). Indien er geen
substantiёle
klinische verbetering wordt gezien binnen 3
weken na starten met de behandeling, dient Tasmar gestaakt te worden.
Aangezien Tasmar alleen in combinatie met levodopa/benserazide en levodopa/carbidopa gebruikt
dient te worden, is de informatie over het voorschrijven van deze levodopapreparaten ook van
toepassing voor het gelijktijdig gebruik van Tasmar.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Pediatrische patiënten
Tasmar wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen jonger dan 18 jaar wegens onvoldoende
gegevens over de veiligheid en werkzaamheid. Er is geen relevante indicatie voor Tasmar bij kinderen
en adolescenten.
Ouderen
Bij ouderen is geen dosisaanpassing van Tasmar nodig.
Verminderde leverfunctie (zie rubriek 4.3)
Tasmar is gecontra-indiceerd bij patiënten met leverziekte of verhoogde leverenzymen.
Verminderde nierfunctie (zie rubriek 5.2)
2
Bij patiënten met een lichte tot matige nierfinsufficiëntie (creatinineklaring
30
ml/min) is geen
dosisaanpassing van Tasmar nodig. Patiënten met ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring
<30 ml/min) dienen met voorzichtigheid te worden behandeld. Er is geen informatie beschikbaar over
de tolerantie van tolcapon in deze populaties (zie rubriek 5.2).
Wijze van toediening
Het toedienen van Tasmar is beperkt tot het voorschrijven en supervisie door artsen met ervaring in de
behandeling van gevorderde ziekte van Parkinson.
Tasmar wordt driemaal daags oraal toegediend.
Tasmar kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 5.2).
Tasmar tabletten zijn filmomhuld en moeten in hun geheel worden ingenomen omdat tolcapon een
bittere smaak heeft.
Tasmar kan met alle farmaceutische vormen van levodopa/benserazide en levodopa/carbidopa
worden gecombineerd (zie ook rubriek 4.5).
De eerste dosis Tasmar van de dag dient samen te worden ingenomen met de eerste dagdosering van
het levodopapreparaat en de volgende doses dienen ongeveer 6 en 12 uur later te worden gegeven.
Tasmar kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 5.2).
De aanbevolen dosering van Tasmar is driemaal daags 100 mg, altijd als een toevoeging aan
levodopa/beserazide of levodopa/carbidopa therapie. Alleen in uitzonderlijke gevallen, als de te
verwachten stapsgewijze klinische verbetering het toegenomen risico op leverreacties rechtvaardigt,
zou de therapie verhoogd kunnen worden naar 3 maal daags 200 mg. (zie rubrieken 4.4 en 4.8). Indien
binnen de 3 weken na de start van de behandeling geen substantiële klinische verbetering optreedt,
dient Tasmar gestaakt te worden (ongeacht de dosis).
De maximale therapeutische dosering van driemaal daags 200 mg mag niet overschreden worden
aangezien er geen bewijs bestaat voor additionele effectiviteit bij hogere doses.
De leverfunctie dient gecontroleerd te worden voorafgaande aan de start van de behandeling met
Tasmar en vervolgens gecontroleerd, elke 2 weken gedurende het eerste jaar van de behandeling, elke
4 weken gedurende de volgende 6 maanden en elke 8 weken daarna. Als de dosis wordt verhoogd tot
3 maal daags 200 mg, dient de leverenzymmonitoring plaats te vinden voorafgaande aan de verhoging
van de dosis en vervolgens opnieuw geïnitieerd te worden volgens bovengenoemde sequentie van
frequenties. (zie rubrieken 4.4 en 4.8).
De behandeling met Tasmar dient eveneens gestaakt te worden indien de ALT (alanine
aminotransferase) en/of AST (aspartaat aminotransferase) de bovenlimiet van de normaalwaarde
overstijgt of indien er zich symptomen of tekenen van leverfalen ontwikkelen (zie rubriek 4.4).
Levodopa-aanpassingen tijdens de Tasmar behandeling
Omdat Tasmar de afbraak van levodopa in het lichaam vermindert, kunnen er bijwerkingen optreden
ten gevolge van toegenomen levodopaconcentraties bij het begin van de Tasmar behandeling. In
klinisch onderzoek was een verlaging van de dagelijkse levodopadosis nodig bij meer dan 70 % van
de patiënten die dagelijks meer dan 600 mg levodopa gebruikten, of bij patiënten met matige of
ernstige dyskinesie voorafgaande aan het begin van de behandeling.
Bij patiënten, bij wie een verlaging van de levodopadosis was vereist, was de gemiddelde verlaging
ongeveer 30 % van de dagelijkse levodopadosis. Bij het starten met Tasmar, dienen alle
patiёnten
geïnformeerd te zijn aangaande de symptomen van te veel levodopa en wat te doen als dit zich
voordoet.
Levodopa-aanpassingen als Tasmar wordt gestaakt
De volgende suggesties zijn gebaseerd op farmacologische overwegingen en zijn niet
geёvalueerd
in
klinisch onderzoek. De levodopadosis dient niet verminderd te worden als de Tasmar therapie wordt
gestaakt wegens bijwerkingen gerelateerd aan te veel levodopa. Echter, als de Tasmar therapie wordt
3
gestaakt wegens andere redenen dan te veel levodopa, zou de levodopa dosis mogelijk verhoogd
moeten worden tot het niveau gelijk of groter aan dat van voor het begin van de Tasmar therapie, in
het bijzonder wanneer de
patiёnt
grote levodopareducties ondergaan heeft bij de start van Tasmar. In
alle gevallen, dienen
patiёnten
voorgelicht te worden ten aanzien van de symptomen van te weinig
levodopa en wat te doen als het zich voordoet. Levodopa aanpassingen zijn meest waarschijnlijk
vereist binnen 1-2 dagen na staken van Tasmar.
4.3
4.4
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
Bewijs van leverziekte of verhoogde leverenzymen.
Ernstige dyskinesie.
Eerder doorgemaakte Maligne Neurolepticasyndroom (NMS) Symptomen Complex en/of niet-
traumatische rhabdomyolyse of hyperthermie.
Feochromocytoom.
Behandeling met niet-selectieve mono amino oxidase (MAO) remmers.
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Tasmar therapie dient alleen geïnitieerd te worden door artsen met ervaring op het gebied van de
behandeling van gevorderde ziekte van Parkinson om een passende risico-baten analyse te
waarborgen. Tasmar dient niet voorgeschreven te worden totdat er een complete informatieve
discussie aangaande de risico’s heeft plaatsgevonden met de patiënt.
Tasmar dient gestaakt te worden als er geen
substantiёle
klinische verbetering gezien wordt binnen 3
weken na starten met de therapie ongeacht de dosis.
Leverbeschadiging
Vanwege het risico op zeldzame maar potentieel fatale acute leverbeschadiging is Tasmar alleen
geïndiceerd voor het gebruik bij
patiёnten
met levodopa-responsieve idiopatische ziekte van
Parkinson en motorische fluctuaties die niet reageerden op of intolerant waren voor andere COMT-
remmers. Periodieke controle van leverenzymen kan het voorkomen van fulminante hepatitis niet
betrouwbaar voorspellen. Men gelooft echter algemeen dat een vroege detectie van door medicatie
veroorzaakte leverbeschadiging samen met het onmiddellijk stoppen van de verdachte medicatie de
kans op herstel vergroot. Leverbeschadiging kwam het meest voor tussen 1 maand en 6 maanden na
de start van de behandeling met Tasmar. Daarnaast is hepatitis, optredend na ongeveer 18 maanden
behandeling, zelden gerapporteerd. Het dient ook opgemerkt te worden dat vrouwelijke patiënten een
hoger risico kunnen hebben op leverbeschadiging (zie rubriek 4.8).
Voor het starten van de behandeling: als de leverfunctietesten abnormaal zijn of als er tekenen zijn
van verminderde leverfunctie, dient Tasmar niet te worden voorgeschreven. Als Tasmar
voorgeschreven gaat worden, dient de patiënt geïnformeerd te worden over de tekenen en de
symptomen die kunnen wijzen op leverbeschadiging, en de dokter onmiddellijk te informeren.
Tijdens de behandeling: De leverfunctie dient elke 2 weken gecontroleerd te worden gedurende het
eerste jaar van de behandeling, elke 4 weken gedurende de volgende 6 maanden en daarna elke 8
weken. Als de dosis wordt verhoogd tot 3 maal daags 200 mg, dient de leverenzym- monitoring plaats
te vinden voorafgaande aan de verhoging van de dosis en vervolgens opnieuw geïnitieerd te worden
volgens bovenstaande sequentie van frequenties. De behandeling dient onmiddellijk gestaakt te
worden als de ALT en/of de AST 1 x de bovenlimiet van de normaalwaarde (ULN) overstijgt of als er
zich symptomen of tekenen van leverfalen ontwikkelen (aanhoudende misselijkheid, vermoeidheid,
lethargie, anorexie, geelzucht, donkere urine, pruritus en pijn in het rechter bovenkwadrant).
Als de behandeling is gestaakt:
Patiёnten
die blijkgeven van acute leverbeschadiging tijdens Tasmar
gebruik en waarbij het geneesmiddel wordt gestopt, hebben mogelijk een verhoogd risico op
4
leverbeschadiging als Tasmar opnieuw gegeven wordt. Hierdoor dienen dergelijke
patiёnten
gewoonlijk niet in aanmerking te komen voor herbehandeling.
Maligne Neurolepticasyndroom (NMS)
Bij Parkinson-patiënten lijkt NMS voor te komen wanneer dopaminerge- verhogende geneesmiddelen
worden onderbroken of gestopt. Indien symptomen voorkomen na het stoppen van Tasmar, dienen
artsen daarom te overwegen de levodopadosis van de patiënt te verhogen (zie rubriek 4.2).
Geïsoleerde gevallen, overeenkomend met NMS, zijn in verband gebracht met de behandeling met
Tasmar. Symptomen beginnen gewoonlijk tijdens de Tasmarbehandeling of kort na het stoppen van
Tasmar. NMS wordt gekenmerkt door motorische symptomen (stijfheid, myoclonus en tremor),
mentale statusveranderingen (agitatie, verwardheid, stupor en coma) verhoogde temperatuur,
ontregeling van het autonome zenuwstelsel (labiele bloeddruk, tachycardie) en verhoogde serum
creatine fosfokinase (CPK) hetgeen het gevolg zou kunnen zijn van myolyse. Een diagnose van NMS
dient overwogen te worden zelfs als niet alle van bovengenoemde bevindingen aanwezig zijn. Bij een
dergelijke diagnose dient Tasmar onmiddellijk te worden gestaakt en de patiënt nauwgezet te worden
gevolgd.
Voorafgaande aan de behandeling: Ter verkleining van het risico van NMS, dient aan patiënten met
ernstige dyskinesie of een voorgeschiedenis van NMS waaronder rhabdomyolyse of hyperthermie
geen Tasmar voorgeschreven te worden (zie rubriek 4.3). Patiënten die een veelvoud aan
geneesmiddelen ontvangen die verschillende systemen van het centrale zenuwstelsel (CZS)
beïnvloeden in de hersenen (b.v. antidepressiva, neuroleptica, anticholinergica) zouden een hoger
risico kunnen lopen om NMS te ontwikkelen.
Stoornissen in de impulsbeheersing
Patiënten moeten regelmatig worden gecontroleerd op de ontwikkeling van stoornissen in de
impulsbeheersing. Patiënten en verzorgers dienen erop te worden gewezen dat bij patiënten die
werden behandeld met dopamine-agonisten en/of dopaminerge behandelingen zoals Tasmar in
combinatie met levodopa gedragssymptomen van stoornissen in de impulsbeheersing kunnen optreden
waaronder pathologisch gokken, toegenomen libido, hyperseksualiteit, compulsieve uitgaven of
aankopen, eetaanvallen en dwangmatig eten. Als deze symptomen zich ontwikkelen, wordt
heroverweging van de behandeling aanbevolen.
Dyskinesie, misselijkheid en andere met levodopa samenhangende bijwerkingen
Er kan een toename optreden van met levodopa samenhangende bijwerkingen. Deze bijwerkingen
kunnen dikwijls afgezwakt worden door het verlagen van de levodopa-dosis (zie rubriek 4.2).
Diarree
In klinische studies ontwikkelde zich bij 16 % en 18 % van de patiënten, die respectievelijk driemaal
daags 100 mg en 200 mg Tasmar kregen, diarree, vergeleken bij 8 % van de patiënten die een placebo
kregen. De met Tasmar samenhangende diarree begon meestal 2 tot 4 maanden na het begin van de
therapie. Diarree leidde bij 5 % en 6 % van de patienten, die respectievelijk 100 mg en 200 mg
Tasmar kregen toegediend, tot stoppen van de therapie, vergeleken met 1 % van de placebo-patiënten.
Interactie met benserazide
Tengevolge van de interactie tussen een hoge dosis benserazide en tolcapon (resulterend in verhoogde
spiegels van benserazide), dient de voorschrijver, totdat meer ervaring is verkregen, te letten op
dosisgerelateerde bijwerkingen (zie rubriek 4.5).
MAO-remmers
Tasmar dient niet te worden toegediend in combinatie met niet-selectieve monoamino-oxydase
(MAO)-remmers (b.v. fenelzine en tranylcypromine). De combinatie van MAO-A- en MAO-B
remmers komt overeen met niet-selectieve MAO-remming en daarom dienen ze niet tezamen te
worden gegeven met Tasmar en levodopapreparaten (zie ook rubriek 4.5). Selectieve MAO-B-
5
remmers dienen niet in hogere dan de aanbevolen doses te worden gebruikt (b.v. selegiline
10 mg/dag), wanneer ze gelijktijdig met Tasmar worden toegediend
Warfarine
Aangezien de klinische informatie beperkt is wat betreft de combinatie van warfarine en tolcapon,
dienen de coagulatieparameters te worden gecontroleerd wanneer deze geneesmiddelen samen worden
toegediend.
Speciale bevolkingsgroepen
Patiënten met een ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring <30 ml/min) dienen met
voorzichtigheid behandeld te worden. Er zijn geen gegevens over de verdraagbaarheid van tolcapon
bij deze bevolkingsgroep beschikbaar (zie rubriek 5.2).
Tasmar bevat lactose en natrium
Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie
of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet in te nemen.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per filmomhulde tablet, dat wil zeggen dat het
in wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Het is bekend dat Tasmar, als een COMT-remmer, de biologische beschikbaarheid van gelijktijdig
toegediend levodopa verhoogt. De hierop volgende verhoging in dopaminerge stimulatie kan leiden
tot dopaminerge bijwerkingen waargenomen na behandeling met COMT-remmers. De meest
voorkomende hiervan zijn: verhoogde dyskinesie, misselijkheid, braken, buikpijn, syncope,
orthostatische klachten, obstipatie, slaapstoornissen, slapeloosheid, hallucinatie.
Levodopa werd geassocieerd met slaperigheid en episodes van plotselinge slaap. Plotselinge slaap
gedurende dagelijkse bezigheden, in bepaalde gevallen zonder besef ervan of zonder voorafgaande
tekenen, werd zeer zelden gerapporteerd. Patiënten dienen hierover te worden geïnformeerd en
aangeraden voorzichtig te zijn bij het rijden of bij het gebruik van machines gedurende de levodopa
behandeling. Patiënten die slaperigheid en/of een episode van plotselinge slaap hebben ondervonden
dienen niet te rijden en geen machines te gebruiken (zie rubriek 4.7). Verder kan een vermindering
van de levodopadosis of het staken van de behandeling worden overwogen.
Geneesmiddelen die worden gemetaboliseerd door catechol-O-methyltransferase (COMT)
Tolcapon zou de farmacokinetiek van geneesmiddelen, die worden gemetaboliseerd door COMT,
kunnen beïnvloeden. Er zijn geen effecten waargenomen op de farmacokinetiek van het COMT-
substraat carbidopa. Een interactie werd waargenomen met benserazide, wat kan leiden tot verhoogde
spiegels van benserazide en de actieve metaboliet daarvan. De grootte van het effect was afhankelijk
van de dosis benserazide. De plasmaconcentraties van benserazide, die werden waargenomen na co-
medicatie van tolcapon en benserazide-25 mg/levodopa, bevonden zich nog binnen de waarden, die
worden waargenomen bij levodopa/benserazide alleen. Anderzijds, na co-medicatie van tolcapon en
benserazide-50 mg/ levodopa, konden de plasmaspiegels van benserazide toenemen tot boven de
spiegels, die gewoonlijk worden waargenomen bij levodopa/benserazide alleen. Het effect van
tolcapon op de farmacokinetiek van andere geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door COMT,
zoals alfa- methyldopa, dobutamine, apomorfine, adrenaline en isoprenaline, is niet bepaald. De
voorschrijver dient te letten op bijwerkingen, die veroorzaakt worden door veronderstelde verhoogde
plasmaspiegels van deze geneesmiddelen wanneer ze gecombineerd worden met Tasmar.
Effect van tolcapon op het metabolisme van andere geneesmiddelen
Omdat tolcapon
in vitro
affiniteit vertoont voor cytochroom
CYP2C9,
zou het kunnen interfereren met
geneesmiddelen, waarvan de klaring afhankelijk is van deze metabole route zoals tolbutamide en
warfarine. In een interactiestudie veranderde tolcapon de farmacokinetiek van tolbutamide niet.
Daarom lijkt een klinisch relevante interactie met betrekking tot cytochroom
CYP2C9
onwaarschijnlijk.
6
Omdat de klinische ervaring ten aanzien van de combinatie van warfarine en tolcapon beperkt is,
dienen de stollingsparameters gecontroleerd te worden in geval van co-medicatie van deze middelen.
Geneesmiddelen die catecholaminen verhogen
Omdat tolcapon interfereert met het metabolisme van catecholaminen, is theoretisch interactie
mogelijk met andere geneesmiddelen die een effect hebben op catecholaminespiegels.
Wanneer Tasmar werd toegediend in combinatie met levodopa/carbidopa en desipramine, trad er geen
significante verandering op in de bloeddruk, de hartfrequentie en de plasmaconcentraties van
desipramine. In het algemeen nam de frequentie van bijwerkingen iets toe. Deze bijwerkingen waren
voorspelbaar op grond van de bekende bijwerkingen van elk van deze drie middelen afzonderlijk.
Voorzichtigheid is daarom geboden wanneer krachtige noradrenaline-heropname-remmers, zoals
desipramine, maprotiline of venlafaxine, worden toegediend aan patiënten met de ziekte van
Parkinson die reeds behandeld worden met Tasmar en levodopa-preparaten.
In klinische studies rapporteerden patiënten, die een combinatie van Tasmar en een levodopa-
preparaat kregen toegediend, dezelfde bijwerkingen, onafhankelijk van het feit of ze al dan niet
tegelijkertijd selegiline (een MAO-B-remmer) kregen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn niet voldoende gegevens over het gebruik van tolcapon bij zwangere vrouwen. Daarom dient
Tasmar tijdens de zwangerschap uitsluitend gebruikt te worden als de potentiële voordelen opwegen
tegen het potentiële risico voor de foetus.
Borstvoeding
In dierstudies bleek dat tolcapon werd uitgescheiden in de moedermelk.
Het is niet bekend of tolcapon veilig is voor zuigelingen; vrouwen dienen daarom geen borstvoeding
te geven als ze behandeld worden met Tasmar.
Vruchtbaarheid
Bij ratten en konijnen werd embryo-/foetotoxiciteit waargenomen na tolcapontoediening (zie rubriek
5.3). Het potentiële risico bij de mens is niet bekend.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten van Tasmar op de rijvaardigheid en op
het vermogen om machines te bedienen.
Het is uit het klinisch onderzoek niet gebleken dat Tasmar een negatieve invloed heeft op de
rijvaardigheid of het vermogen om machines te gebruiken. De patiënten dienen er echter op
geattendeerd te worden dat de symptomen van hun ziekte van Parkinson de rijvaardigheid en het
vermogen om machines te gebruiken nadelig kan beïnvloeden.
Het is bekend dat Tasmar, als een COMT-remmer, de biologische beschikbaarheid van gelijktijdig
toegediend levodopa verhoogt. De hierop volgende verhoging in dopaminerge stimulatie kan leiden
tot dopaminerge bijwerkingen waargenomen na behandeling met COMT-remmers. Patiënten die
worden behandeld met levodopa en die slaperigheid en/of episodes van plotselinge slaap vertonen,
dienen geïnformeerd te worden niet te rijden of geen activiteiten uit te voeren waarbij een
verminderde waakzaamheid henzelf of anderen in gevaar kan brengen voor ernstige letsels of dood
(bv. gebruik van machines) tot dergelijke terugkerende episodes alsook de slaperigheid verdwenen
zijn (zie ook rubriek 4.4).
7
4.8
Bijwerkingen
De meest voorkomende waargenomen bijwerkingen in samenhang met het gebruik van Tasmar en
meer voorkomend dan bij het gebruik van placebo worden weergegeven in onderstaande tabel. Het is
echter bekend dat Tasmar, als een COMT-remmer, de biologische beschikbaarheid van gelijktijdig
toegediend levodopa verhoogt. De hierop volgende verhoging in dopaminerge stimulatie kan leiden
tot dopaminerge bijwerkingen waargenomen na behandeling met COMT-remmers. De meest
voorkomende hiervan zijn: verhoogde dyskinesie, misselijkheid, braken, buikpijn, syncope,
orthostatische klachten, obstipatie, slaapstoornissen, slapeloosheid, hallucinatie.
Diarree was de enige bijwerking die in het algemeen leidde tot het staken van de behandeling met
Tasmar in klinisch onderzoek (zie rubriek 4.4).
Zeer vaak
(≥
1/10)
Vaak
(≥
1/100 tot < 1/10)
Soms
(≥1/1000
tot < 1/100)
Zelden
(≥1/10.000
tot < 1/1000)
Zeer zelden (<1/10.000)
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
De ervaring met Tasmar, verkregen in parallel, placebogecontroleerde, gerandomiseerde studies met
patiënten met de ziekte van Parkinson, wordt getoond in de volgende tabel met bijwerkingen, die op
een mogelijke relatie met Tasmar wijzen.
Samenvatting van de bijwerkingen, die mogelijk gerelateerd zijn aan Tasmar met bruto incidentie
cijfers voor de fase-III placebo-gecontroleerde studies.
Systeem/orgaanklasse
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Psychische stoornissen
Incidentie* Bijwerkingen
Vaak
Infectie van de bovenste luchtwegen
Zeer vaak
Slaapstoornissen
Excessief dromen
Somnolentie
Verwardheid
Hallucinatie
Stoornissen in de impulsbeheersing*
(toegenomen libido, hyperseksualiteit,
pathologisch gokken, compulsieve uitgaven
of aankopen, eetaanvallen en dwangmatig
eten (zie rubriek 4.4)).
Dyskinesie
Dystonie
Hoofdpijn
Duizeligheid
Slaperigheid
Orthostatische klachten
Symptomen van het maligne
neurolepticasyndroom (zie rubriek 4.4)
Hypokinesie
Syncope
Misselijkheid
Zelden
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Zelden
Vaak
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
8
Systeem/orgaanklasse
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen
Huid- en onderhuidaandoeningen
Nier- en urinewegaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Lever- en galaandoeningen
Incidentie* Bijwerkingen
Diarree
Vaak
Braken
Constipatie
Xerostomie
Buikpijn
Dyspepsie
Zeer vaak
Anorexie
Vaak
Vaak
Vaak
Toegenomen transpiratie
Urineverkleuring
Pijn op de borst
Influenza-achtige aandoening
Hepatocellulaire beschadiging, in zeldzame
gevallen met fatale afloop* (zie rubriek
4.1)
Verhoging van alanine-aminotransferase
(ALT)
Soms
Onderzoeken
Soms
* Bijwerkingen waarvoor geen frequentie kon worden afgeleid uit klinische studies (d.w.z. waar
een bepaalde bijwerking niet werd waargenomen in klinische studies, maar alleen post-marketing
werd gemeld) zijn aangegeven met een asterisk (*), en de frequentie categorie is berekend op basis
van de EU-richtlijn.
Verhoging van alanine-aminotransferase
Bij 1 % van de patiënten, die driemaal daags 100 mg Tasmar kregen en bij 3 % van de patiënten, die
driemaal daags 200 mg kregen, traden verhogingen op van alanine- aminotransferase (ALT) tot meer
dan driemaal zo hoog als de bovenste grens van de normaalwaarde (ULN). Verhogingen werden
ongeveer twee maal zo vaak gezien bij vrouwen. Deze verhogingen verschenen gewoonlijk binnen 6
tot 12 weken na het begin van de behandeling en gingen niet gepaard met enig klinisch teken of
symptoom. In ongeveer de helft van het aantal gevallen keerden de transaminasespiegels spontaan
terug tot de beginwaarden terwijl de patiënten de Tasmar-therapie voortzetten. Bij de overigen
keerden de transaminasespiegels terug naar de waarden van voor de behandeling wanneer de therapie
werd gestaakt.
Hepatocellulaire beschadiging
Zeldzame gevallen van ernstige hepatocellulaire beschadiging leidend tot de dood zijn gerapporteerd
tijdens het in de handel zijn (zie rubriek 4.4).
Symptomen van het maligne neurolepticasyndroom
Er zijn enkele geïsoleerde gevallen gerapporteerd van patiënten met symptomen, die deden denken
aan het maligne neurolepticasyndroom (zie rubriek 4.4) volgend op het verminderen of staken van de
behandeling met Tasmar en volgend op de introductie van Tasmar als dit gepaard ging met een
aanzienlijke reductie van andere tegelijkertijd toegediende dopaminerge medicaties. Bovendien, is
rhabdomyolyse ten gevolge van NMS of ernstige dyskinesie waargenomen.
Verkleuring van de urine
Tolcapon en de metabolieten zijn geel en kunnen bij de patiënten een onschuldige versterking van de
kleur van de urine veroorzaken.
Stoornissen in de impulsbeheersing
9
Bij patiënten die werden behandeld met dopamine-agonisten en/of dopaminerge behandelingen zoals
Tasmar in combinatie met levodopa kunnen gedragssymptomen van stoornissen in de
impulsbeheersing optreden waaronder pathologisch gokken, toegenomen libido, hyperseksualiteit,
compulsieve uitgaven of aankopen, eetaanvallen en dwangmatig eten (zie rubriek 4.4 ‘Bijzondere
waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik’).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum, LAREB.
4.9
Overdosering
Geïsoleerde gevallen van ofwel accidentele ofwel opzettelijke overdosering met tolcapon tabletten
zijn gemeld. De klinische omstandigheden van deze gevallen waren echter zo divers dat uit deze
gevallen geen algemene conclusies kunnen worden getrokken.
De hoogst toegediende dosis tolcapon aan mensen was driemaal daags 800 mg, met en zonder co-
medicatie van levodopa, in een 1 week durende studie bij oudere gezonde vrijwilligers. De piek-
plasmaconcentratie van tolcapon was bij deze dosis gemiddeld 30
g/ml
(ter vergelijking: bij doses
van 100 mg en 200 mg tolcapon zijn deze waarden respectievelijk 3
g/ml
en 6
g/ml).
Misselijkheid,
braken en duizeligheid werden waargenomen, vooral in combinatie met levodopa.
Behandeling van overdosis
Opname in het ziekenhuis wordt geadviseerd. Algemeen ondersteunende zorg is aangewezen. Op
grond van de fysisch-chemische eigenschappen van de stof, lijkt hemodialyse van weinig nut te zijn.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmaco-therapeutische categorie: Anti-Parkinson geneesmiddelen, andere antidopaminerge
middelen, ATC-code: NO4BX01
Werkingsmechanisme
Tolcapon is een oraal actieve, selectieve en reversibele catechol-O-methyltransferase (COMT)-
remmer. Toegediend in combinatie met levodopa en een aromatische aminozuurdecarboxylase-
remmer (AADC-I) leidt het tot een meer stabiele plasmaspiegel van levodopa doordat tolcapon de
omzetting van levodopa tot 3-methoxy-4-hydroxy-L-fenylalanine (3-OMD) vermindert.
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson zijn hoge plasmaspiegels van 3-OMD wel in verband
gebracht met een slechte respons op levodopa. Tolcapon vermindert in hoge mate de vorming van 3-
OMD.
Farmacodynamische effecten
Onderzoek bij gezonde vrijwilligers heeft aangetoond dat tolcapon na orale toediening de activiteit
van het humaan erythrocyten-COMT reversibel remt. De remming is nauw gerelateerd aan de
plasmaspiegel van tolcapon. Bij 200 mg tolcapon is de maximale remming van de erythrocyten-
COMT-activiteit gemiddeld groter dan 80 %. Bij driemaal daagse toediening van 200 mg Tasmar is
deze remming bij dalspiegels 30 % tot 45 % en er ontstaat geen gewenning.
Na het staken van de toediening van tolcapon werd een voorbijgaande stijging van de erythrocyten-
COMT-activiteit tot boven de waarden van voor de behandeling waargenomen. Onderzoek bij
patiënten met de ziekte van Parkinson heeft echter aangetoond dat er na het staken van de behandeling
10
geen significante verandering optrad in de farmacokinetiek van levodopa of in de respons van de
patiënt op levodopa vergeleken met de waarden van voor de behandeling.
Als Tasmar samen met levodopa wordt toegediend verhoogt het de biologische beschikbaarheid
(AUC) van levodopa bij benadering tweevoudig. Dit is te danken aan een vermindering van de klaring
van L-dopa hetgeen resulteert in een verlenging van de terminale eliminatie-halfwaardetijd (t
½)
van
levodopa. In het algemeen was er geen invloed op de gemiddelde piekplasma-spiegel (C
max
) van
levodopa en het tijdstip waarop deze werd bereikt (t
max
). Het effect treedt op na de eerste gift.
Onderzoeken bij gezonde vrijwilligers en bij patiënten met de ziekte van Parkinson hebben bevestigd
dat het maximale effect optreedt bij een dosering van 100 tot 200 mg tolcapon. De plasmaspiegels van
3-OMD werden aanzienlijk en dosisafhankelijk verlaagd door tolcapon als het samen met een
levodopa/AADC-I (aromatische aminozuurdecarboxylase-remmer) (benserazide of carbidopa) werd
gegeven.
Het effect van tolcapon op de farmacokinetiek van levodopa is bij alle farmaceutische vormen van
levodopa/benzerazide en levodopa/carbidopa hetzelfde: het is onafhankelijk van de levodopa-dosis, de
verhouding levodopa/AADC-I (benserazide of carbidopa) en het gebruik van vormen met vertraagde
afgifte.
Klinische Werkzaamheid en Veiligheid
Dubbelblinde placebo-gecontroleerde klinische studies hebben een significante vermindering van
ongeveer 20 % tot 30 % in de "OFF"-tijd aangetoond en een vergelijkbare toename in de "ON"-tijd,
vergezeld van een afname van de ernst van de symptomen bij fluctuerende patiënten die Tasmar
kregen. De globale beoordeling van de effectiviteit door de onderzoekers wees eveneens op een
significante verbetering.
Een dubbelblind onderzoek vergeleek Tasmar met entacapon bij
patiёnten
met de ziekte van
Parkinson die op zijn minst 3 uur OFF tijd per dag hadden terwijl ze geoptimaliseerde levodopa-
therapie ontvingen. De primaire uitkomst was het deel van de
patiёnten
met een toename van 1 of
meer uren ON tijd (zie tabel 1)
Tab. 1 Primaire en Secundaire Uitkomsten van dubbelblind onderzoek
Entacapon
Tolcapon
N=75
N=75
Primaire Uitkomst
Aantal (percentage) met
≥1
uur toename
32 (43 %)
40 (53 %)
ON tijd respons
Secundaire Uitkomst
Aantal (percentage) met lichte tot
19 (25 %)
29 (39 %)
aanzienlijke verbetering
Aantal (percentage) verbeterd ten aanzien
van de primaire en secundaire uitkomst
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
13 (17 %)
24 (32 %)
p waarde
95 % BI
p=0,191
-5,2;26,6
p=0,080
-1,4;28,1
NVT
NVT
De farmacokinetiek van tolcapon is binnen het therapeutisch bereik lineair en onafhankelijk van de
co-medicatie met een levodopa/decarboxylase-remmer (benserazide of carbidopa).
Absorptie
Tolcapon wordt snel geabsorbeerd met een t
max
van ongeveer 2 uur. De absolute biologische
beschikbaarheid na een orale dosis is ongeveer 65 %. Bij een driemaal daagse dosering van 100 mg of
200 mg van tolcapon treedt geen cumulatie op. Bij deze doses is de C
max
respectievelijk ongeveer
3
g/ml
en 6
g/ml.
Voedsel vertraagt en vermindert de absorptie van tolcapon, maar de relatieve
11
biologische beschikbaarheid van een dosis tolcapon, die samen met een maaltijd wordt genomen,
blijft nog steeds 80 % tot 90 %.
Distributie
Het verdelingsvolume van tolcapon is klein (V
ss
= 9 l). Tengevolge van de hoge eiwitbinding
(>99,9 %) verdeelt tolcapon zich niet op grote schaal over het weefsel.
In-vitro
onderzoek heeft
aangetoond dat tolcapon zich voornamelijk aan serumalbumine bindt.
Biotransformatie/Eliminatie
Alvorens te worden uitgescheiden wordt tolcapon bijna volledig gemetaboliseerd en slechts een kleine
hoeveelheid (0,5 % van de toegediende dosis) wordt onveranderd in de urine teruggevonden.
Conjugatie tot niet werkzaam glucuronide is het voornaamste metabole proces van tolcapon.
Daarnaast wordt tolcapon door COMT gemetyleerd tot 3-O-methyltolcapon en door cytochroom P450
3A4 en P450 2A6 afgebroken tot een primaire alcohol (hydroxylering van de methylgroep), die
vervolgens wordt geoxydeerd tot de carboxylzuur. Vermoedelijk treedt er in geringe mate reductie op
tot een amine en de daarop volgende N-acetylering. Na orale toediening worden tolcapon en de
metabolieten voor 60 % in de urine en voor 40 % in de faeces uitgescheiden.
Tolcapon heeft een lage extractieratio (E.R. = 0,15) en wordt matig systemisch geklaard (ongeveer
7l/h). De t
½
van tolcapon is ongeveer 2 uur.
Leverinsufficiëntie
Vanwege het risico op leverbeschadiging, als gezien tijdens post-marketing gebruik, is Tasmar
gecontra-indiceerd bij
patiёnten
met leverziekte of verhoogde leverenzymen. Een onderzoek bij
patiënten met leverinsufficiëntie heeft aangetoond dat een matig, niet-cirrotisch leverlijden geen
invloed had op de farmacokinetiek van tolcapon. Hoewel, bij patiënten met een matige levercirrose
was de klaring van het ongebonden tolcapon echter met bijna 50 % verlaagd. Hierdoor kan de
gemiddelde concentratie van het ongebonden tolcapon tweemaal zo hoog worden.
Nierinsufficiëntie
De farmacokinetiek van tolcapon is niet onderzocht bij patiënten met nierinsufficiëntie. Echter, de
relatie tussen de nierfunctie en de farmacokinetiek is onderzocht door in klinisch onderzoek gebruik te
maken van de farmacokinetiek in de onderzoeksgroep. De gegevens van meer dan 400 patiënten
hebben bevestigd dat over een breed gebied van waarden van de creatinineklaring (30 – 130 ml/min)
niet worden beïnvloed door de nierfunctie. Dit kon worden verklaard door het feit dat slechts een
verwaarloosbare hoeveelheid van tolcapon wordt uitgescheiden in de urine en dat de voornaamste
metaboliet, tolcaponglucuronide, wordt uitgescheiden in de urine en de gal (faeces).
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Preklinische data, gebaseerd op conventionele studies met betrekking tot safety, farmacologie,
herhaalde dosistoxiciteit, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, toxiciteit ten aanzien van de
voortplanting, lieten geen speciale risico’s zien bij de mens.
Carcinogenese, mutagenese
Bij 3 % en 5 % van de ratten in de groepen met respectievelijk de middelhoge en hoge dosis in het 24-
maanden carcinogeniteitsonderzoek werden renale epitheliale tumoren (adenomen of carcinomen)
aangetoond. Er werd echter geen aanwijzing voor renale toxiciteit waargenomen in de lage
dosisgroep. Een toegenomen incidentie van adenocarcinomen van de uterus werd gezien in de groep
met de hoge dosis in het carcinogeniteitsonderzoek bij de rat. Er waren geen soortgelijke renale
bevindingen in het carcinogeniteitsonderzoek bij de muis, of bij honden.
Mutagenese
Aangetoond werd dat tolcapon niet genotoxisch is in een volledige serie mutageniteitsonderzoeken.
Reproductietoxiciteit
12
Wanneer tolcapon alleen werd toegediend, werden geen teratogene noch andere relevante effecten op
de vruchtbaarheid aangetoond
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
calciumwaterstoffosfaat (watervrij)
microkristallijne cellulose
povidon K30
natriumzetmeelglycolaat
lactosemonohydraat
talk
magnesiumstearaat.
Filmomhulsel:
methylhydroxypropylcellulose
talk
geel ijzeroxide (E 172)
ethylcellulose
titaniumdioxide (E 171)
triacetine
natriumlaurylsulfaat.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing
6.3
5 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
PVC/PE/PVDC doordrukstrips (verpakkingsgrootten 30 of 60 filmomhulde tabletten).
Oranje-gele glazen flessen zonder droogmiddel (verpakkingsgrootten 30, 60, 100 of 200 filmomhulde
tabletten).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Meda AB
Pipers väg 2A
S-170 09 Solna
Zweden
13
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/044/001-3, 7, 8, 10
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 27 augustus 1997
Hernieuwing van de vergunning: 31 augustus 2004
Datum van laatste verlenging: 21 juli 2014
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het
Europees Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
14
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 200 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg tolcapon.
Hulpstof met bekend effect
Iedere filmomhulde tablet bevat 15 mg lactosemonohydraat.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Oranje-gele tot bruin gele, zeshoekige, biconvexe filmomhulde tablet. Een zijde is voorzien van de
indruk “TASMAR” en “200”.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Tasmar is in combinatie met levodopa/benserazide of levodopa/carbidopa geïndiceerd voor gebruik
bij patiënten met levodopa-responsieve idiopathische ziekte van Parkinson en motorische fluctuaties,
die niet reageerden op of intolerant zijn voor andere catechol-O-methyltransferase (COMT) remmers
(zie rubriek 5.1). Vanwege het risico van mogelijk fatale acute leverbeschadiging, dient Tasmar niet
overwogen te worden als eerste stap ter aanvulling van levodopa/benserazide of levodopa/carbidopa
(zie rubrieken 4.4 en 4.8). Indien er geen
substantiёle
klinische verbetering wordt gezien binnen 3
weken na starten met de behandeling, dient Tasmar gestaakt te worden.
Aangezien Tasmar alleen in combinatie met levodopa/benserazide en levodopa/carbidopa gebruikt
dient te worden, is de informatie over het voorschrijven van deze levodopapreparaten ook van
toepassing voor het gelijktijdig gebruik van Tasmar.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Pediatrische patiënten
Tasmar wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen jonger dan 18 jaar wegens onvoldoende
gegevens over de veiligheid en werkzaamheid. Er is geen relevante indicatie voor Tasmar bij kinderen
en adolescenten.
Ouderen
Bij ouderen is geen dosisaanpassing van Tasmar nodig.
Verminderde leverfunctie (zie rubriek 4.3)
Tasmar is gecontra-indiceerd bij patiënten met leverziekte of verhoogde leverenzymen.
Verminderde nierfunctie (zie rubriek 5.2)
15
Bij patiënten met een lichte tot matige nierfinsufficiëntie (creatinineklaring
30
ml/min) is geen
dosisaanpassing van Tasmar nodig. Patiënten met ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring
<30 ml/min) dienen met voorzichtigheid te worden behandeld. Er is geen informatie beschikbaar over
de tolerantie van tolcapon in deze populaties (zie rubriek 5.2).
Wijze van toediening
Het toedienen van Tasmar is beperkt tot het voorschrijven en supervisie door artsen met ervaring in de
behandeling van gevorderde ziekte van Parkinson.
Tasmar wordt driemaal daags oraal toegediend.
Tasmar kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 5.2).
Tasmar tabletten zijn filmomhuld en moeten in hun geheel worden ingenomen omdat tolcapon een
bittere smaak heeft.
Tasmar kan met alle farmaceutische vormen van levodopa/benserazide en levodopa/carbidopa
worden gecombineerd (zie ook rubriek 4.5).
De eerste dosis Tasmar van de dag dient samen te worden ingenomen met de eerste dagdosering van
het levodopapreparaat en de volgende doses dienen ongeveer 6 en 12 uur later te worden gegeven.
Tasmar kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 5.2).
De aanbevolen dosering van Tasmar is driemaal daags 100 mg, altijd als een toevoeging aan
levodopa/beserazide of levodopa/carbidopa therapie. Alleen in uitzonderlijke gevallen, als de te
verwachten stapsgewijze klinische verbetering het toegenomen risico op leverreacties rechtvaardigt,
zou de therapie verhoogd kunnen worden naar 3 maal daags 200 mg. (Zie rubrieken 4.4 en 4.8). Indien
binnen de 3 weken na de start van de behandeling geen substantiële klinische verbetering optreedt,
dient Tasmar gestaakt te worden (ongeacht de dosis). De maximale therapeutische dosering van
driemaal daags 200 mg mag niet overschreden worden aangezien er geen bewijs bestaat voor
additionele effectiviteit bij hogere doses.
De leverfunctie dient gecontroleerd te worden voorafgaande aan de start van de behandeling met
Tasmar en vervolgens gecontroleerd, elke 2 weken gedurende het eerste jaar van de behandeling, elke
4 weken gedurende de volgende 6 maanden en elke 8 weken daarna. Als de dosis wordt verhoogd tot
3 maal daags 200 mg, dient de leverenzymmonitoring plaats te vinden voorafgaande aan de verhoging
van de dosis en vervolgens opnieuw geïnitieerd te worden volgens bovengenoemde sequentie van
frequenties. (zie rubrieken 4.4 en 4.8).
De behandeling met Tasmar dient eveneens gestaakt te worden indien de ALT (alanine
aminotransferase) en/of AST (aspartaat aminotransferase) de bovenlimiet van de normaalwaarde
overstijgt of indien er zich symptomen of tekenen van leverfalen ontwikkelen (zie rubriek 4.4).
Levodopa-aanpassingen tijdens de Tasmar behandeling
Omdat Tasmar de afbraak van levodopa in het lichaam vermindert, kunnen er bijwerkingen optreden
ten gevolge van toegenomen levodopaconcentraties bij het begin van de Tasmar behandeling. In
klinisch onderzoek was een verlaging van de dagelijkse levodopadosis nodig bij meer dan 70 % van
de patiënten die dagelijks meer dan 600 mg levodopa gebruikten, of bij patiënten met matige of
ernstige dyskinesie voorafgaande aan het begin van de behandeling.
Bij patiënten, bij wie een verlaging van de levodopadosis was vereist, was de gemiddelde verlaging
ongeveer 30 % van de dagelijkse levodopadosis. Bij het starten met Tasmar, dienen alle
patiёnten
geïnformeerd te zijn aangaande de symptomen van te veel levodopa en wat te doen als dit zich
voordoet.
Levodopa-aanpassingen als Tasmar wordt gestaakt
De volgende suggesties zijn gebaseerd op farmacologische overwegingen en zijn niet
geёvalueerd
in
klinisch onderzoek. De levodopadosis dient niet verminderd te worden als de Tasmar therapie wordt
16
gestaakt wegens bijwerkingen gerelateerd aan te veel levodopa. Echter, als de Tasmar therapie wordt
gestaakt wegens andere redenen dan te veel levodopa, zou de levodopa dosis mogelijk verhoogd
moeten worden tot het niveau gelijk of groter aan dat van voor het begin van de Tasmar therapie, in
het bijzonder wanneer de
patiёnt
grote levodopareducties ondergaan heeft bij de start van Tasmar. In
alle gevallen, dienen
patiёnten
voorgelicht te worden ten aanzien van de symptomen van te weinig
levodopa en wat te doen als het zich voordoet. Levodopa aanpassingen zijn meest waarschijnlijk
vereist binnen 1-2 dagen na staken van Tasmar.
4.3
4.4
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
Bewijs van leverziekte of verhoogde leverenzymen.
Ernstige dyskinesie.
Eerder doorgemaakte Maligne Neurolepticasyndroom Symptomen Complex (NMS) en/of niet-
traumatische rhabdomyolyse of hyperthermie.
Feochromocytoom.
Behandeling met niet-selectieve mono amino oxidase (MAO) remmers.
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Tasmar therapie dient alleen geïnitieerd te worden door artsen met ervaring op het gebied van de
behandeling van gevorderde ziekte van Parkinson om een passende risico-baten analyse te
waarborgen. Tasmar dient niet voorgeschreven te worden totdat er een complete informatieve
discussie aangaande de risico’s heeft plaatsgevonden met de patiënt.
Tasmar dient gestaakt te worden als er geen
substantiёle
klinische verbetering gezien wordt binnen 3
weken na starten met de therapie ongeacht de dosis.
LeverbeschadigingVanwege het risico op zeldzame maar potentieel fatale acute leverbeschadiging is
Tasmar alleen geïndiceerd voor het gebruik bij
patiёnten
met levodopa-responsieve idiopatische
ziekte van Parkinson en motorische fluctuaties die niet reageerden op of intolerant waren voor andere
COMT- remmers. Periodieke controle van leverenzymen kan het voorkomen van fulminante hepatitis
niet betrouwbaar voorspellen. Men gelooft echter algemeen dat een vroege detectie van door
medicatie veroorzaakte leverbeschadiging samen met het onmiddellijk stoppen van de verdachte
medicatie de kans op herstel vergroot. Leverbeschadiging kwam het meest voor tussen 1 maand en 6
maanden na de start van de behandeling met Tasmar. Daarnaast is hepatitis, optredend na ongeveer 18
maanden behandeling, zelden gerapporteerd. Het dient ook opgemerkt te worden dat vrouwelijke
patiënten een hoger risico kunnen hebben op leverbeschadiging (zie rubriek 4.8).
Voor het starten van de behandeling: als de leverfunctietesten abnormaal zijn of als er tekenen zijn
van verminderde leverfunctie, dient Tasmar niet te worden voorgeschreven. Als Tasmar
voorgeschreven gaat worden, dient de patiënt geïnformeerd te worden over de tekenen en de
symptomen die kunnen wijzen op leverbeschadiging, en de dokter onmiddellijk te informeren.
Tijdens de behandeling: De leverfunctie dient elke 2 weken gecontroleerd te worden gedurende het
eerste jaar van de behandeling, elke 4 weken gedurende de volgende 6 maanden en daarna elke 8
weken. Als de dosis wordt verhoogd tot 3 maal daags 200 mg, dient de leverenzym- monitoring plaats
te vinden voorafgaande aan de verhoging van de dosis en vervolgens opnieuw geïnitieerd te worden
volgens bovenstaande sequentie van frequenties. De behandeling dient onmiddellijk gestaakt te
worden als de ALT en/of de AST 1 x de bovenlimiet van de normaalwaarde (ULN) overstijgt of als er
zich symptomen of tekenen van leverfalen ontwikkelen (aanhoudende misselijkheid, vermoeidheid,
lethargie, anorexie, geelzucht, donkere urine, pruritus en pijn in het rechter bovenkwadrant).
Als de behandeling is gestaakt:
Patiёnten
die blijkgeven van acute leverbeschadiging tijdens Tasmar
gebruik en waarbij het geneesmiddel wordt gestopt, hebben mogelijk een verhoogd risico op
17
leverbeschadiging als Tasmar opnieuw gegeven wordt. Hierdoor dienen dergelijke
patiёnten
gewoonlijk niet in aanmerking te komen voor herbehandeling.
Maligne Neurolepticasyndroom (NMS)
Bij Parkinson-patiënten lijkt NMS voor te komen wanneer dopaminerge- verhogende geneesmiddelen
worden onderbroken of gestopt. Indien symptomen voorkomen na het stoppen van Tasmar, dienen
artsen daarom te overwegen de levodopadosis van de patiënt te verhogen (zie 4.2).
Geïsoleerde gevallen, overeenkomend met NMS, zijn in verband gebracht met de behandeling met
Tasmar. Symptomen beginnen gewoonlijk tijdens de Tasmarbehandeling of kort na het stoppen van
Tasmar. NMS wordt gekenmerkt door motorische symptomen (stijfheid, myoclonus en tremor),
mentale statusveranderingen (agitatie, verwardheid, stupor en coma) verhoogde temperatuur,
ontregeling van het autonome zenuwstelsel (labiele bloeddruk, tachycardie) en verhoogde serum
creatine fosfokinase (CPK) hetgeen het gevolg zou kunnen zijn van myolyse. Een diagnose van NMS
dient overwogen te worden zelfs als niet alle van bovengenoemde bevindingen aanwezig zijn. Bij een
dergelijke diagnose dient Tasmar onmiddellijk te worden gestaakt en de patiënt nauwgezet te worden
gevolgd.
Voorafgaande aan de behandeling: Ter verkleining van het risico van NMS, dient aan patiënten met
ernstige dyskinesie of een voorgeschiedenis van NMS waaronder rhabdomyolyse of hyperthermie
geen Tasmar voorgeschreven te worden (zie rubriek 4.3). Patiënten die een veelvoud aan
geneesmiddelen ontvangen die verschillende systemen van het centrale zenuwstelsel (CZS)
beïnvloeden in de hersenen (b.v. antidepressiva, neuroleptica, anticholinergica) zouden een hoger
risico kunnen lopen om NMS te ontwikkelen.
Stoornissen in de impulsbeheersing
Patiënten moeten regelmatig worden gecontroleerd op de ontwikkeling van stoornissen in de
impulsbeheersing. Patiënten en verzorgers dienen erop te worden gewezen dat bij patiënten die
werden behandeld met dopamine-agonisten en/of dopaminerge behandelingen zoals Tasmar in
combinatie met levodopa gedragssymptomen van stoornissen in de impulsbeheersing kunnen optreden
waaronder pathologisch gokken, toegenomen libido, hyperseksualiteit, compulsieve uitgaven of
aankopen, eetaanvallen en dwangmatig eten. Als deze symptomen zich ontwikkelen, wordt
heroverweging van de behandeling aanbevolen.
Dyskinesie, misselijkheid en andere met levodopa samenhangende bijwerkingen
Er kan een toename optreden van met levodopa samenhangende bijwerkingen. Deze bijwerkingen
kunnen dikwijls afgezwakt worden door het verlagen van de levodopa-dosis (zie rubriek 4.2).
Diarree
In klinische studies ontwikkelde zich bij 16 % en 18 % van de patiënten, die respectievelijk driemaal
daags 100 mg en 200 mg Tasmar kregen, diarree, vergeleken bij 8 % van de patiënten die een placebo
kregen. De met Tasmar samenhangende diarree begon meestal 2 tot 4 maanden na het begin van de
therapie. Diarree leidde bij 5 % en 6 % van de patienten, die respectievelijk 100 en 200 mg Tasmar
kregen toegediend, tot stoppen van de therapie, vergeleken met 1 % van de placebo-patiënten.
Interactie met benserazide
Tengevolge van de interactie tussen een hoge dosis benserazide en tolcapon (resulterend in verhoogde
spiegels van benserazide), dient de voorschrijver, totdat meer ervaring is verkregen, te letten op
dosisgerelateerde bijwerkingen (zie rubriek 4.5).
MAO-remmers
Tasmar dient niet te worden toegediend in combinatie met niet-selectieve monoamino-oxydase
(MAO)-remmers (b.v. fenelzine en tranylcypromine). De combinatie van MAO-A- en MAO-B
remmers komt overeen met niet-selectieve MAO-remming en daarom dienen ze niet tezamen te
worden gegeven met Tasmar en levodopapreparaten (zie ook rubriek 4.5). Selectieve MAO-B-
18
remmers dienen niet in hogere dan de aanbevolen doses te worden gebruikt (b.v. selegiline
10 mg/dag), wanneer ze gelijktijdig met Tasmar worden toegediend
Warfarine
Aangezien de klinische informatie beperkt is wat betreft de combinatie van warfarine en tolcapon,
dienen de coagulatieparameters te worden gecontroleerd wanneer deze geneesmiddelen samen worden
toegediend.
Speciale bevolkingsgroepen
Patiënten met een ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring <30 ml/min) dienen met
voorzichtigheid behandeld te worden. Er zijn geen gegevens over de verdraagbaarheid van tolcapon
bij deze bevolkingsgroep beschikbaar (zie 5.2).
Tasmar bevat lactose en natrium
Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie
of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet in te nemen.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per filmomhulde tablet, dat wil zeggen dat het
in wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Het is bekend dat Tasmar, als een COMT-remmer, de biologische beschikbaarheid van gelijktijdig
toegediend levodopa verhoogt. De hierop volgende verhoging in dopaminerge stimulatie kan leiden
tot dopaminerge bijwerkingen waargenomen na behandeling met COMT-remmers. De meest
voorkomende hiervan zijn: verhoogde dyskinesie, misselijkheid, braken, buikpijn, syncope,
orthostatische klachten, obstipatie, slaapstoornissen, slapeloosheid, hallucinatie.
Levodopa werd geassocieerd met slaperigheid en episodes van plotselinge slaap. Plotselinge slaap
gedurende dagelijkse bezigheden, in bepaalde gevallen zonder besef ervan of zonder voorafgaande
tekenen, werd zeer zelden gerapporteerd. Patiënten dienen hierover te worden geïnformeerd en
aangeraden voorzichtig te zijn bij het rijden of bij het gebruik van machines gedurende de levodopa
behandeling. Patiënten die slaperigheid en/of een episode van plotselinge slaap hebben ondervonden
dienen niet te rijden en geen machines te gebruiken (zie rubriek 4.7). Verder kan een vermindering
van de levodopadosis of het staken van de behandeling worden overwogen.
Geneesmiddelen die worden gemetaboliseerd door catechol-O-methyltransferase (COMT)
Tolcapon zou de farmacokinetiek van geneesmiddelen, die worden gemetaboliseerd door COMT,
kunnen beïnvloeden. Er zijn geen effecten waargenomen op de farmacokinetiek van het COMT-
substraat carbidopa. Een interactie werd waargenomen met benserazide, wat kan leiden tot verhoogde
spiegels van benserazide en de actieve metaboliet daarvan. De grootte van het effect was afhankelijk
van de dosis benserazide. De plasmaconcentraties van benserazide, die werden waargenomen na co-
medicatie van tolcapon en benserazide-25 mg/levodopa, bevonden zich nog binnen de waarden, die
worden waargenomen bij levodopa/benserazide alleen. Anderzijds, na co-medicatie van tolcapon en
benserazide-50 mg/ levodopa, konden de plasmaspiegels van benserazide toenemen tot boven de
spiegels, die gewoonlijk worden waargenomen bij levodopa/benserazide alleen. Het effect van
tolcapon op de farmacokinetiek van andere geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door COMT,
zoals alfa- methyldopa, dobutamine, apomorfine, adrenaline en isoprenaline, is niet bepaald. De
voorschrijver dient te letten op bijwerkingen, die veroorzaakt worden door veronderstelde verhoogde
plasmaspiegels van deze geneesmiddelen wanneer ze gecombineerd worden met Tasmar.
Effect van tolcapon op het metabolisme van andere geneesmiddelen
Omdat tolcapon
in vitro
affiniteit vertoont voor cytochroom
CYP2C9,
zou het kunnen interfereren met
geneesmiddelen, waarvan de klaring afhankelijk is van deze metabole route zoals tolbutamide en
warfarine. In een interactiestudie veranderde tolcapon de farmacokinetiek van tolbutamide niet.
Daarom lijkt een klinisch relevante interactie met betrekking tot cytochroom
CYP2C9
onwaarschijnlijk.
19
Omdat de klinische ervaring ten aanzien van de combinatie van warfarine en tolcapon beperkt is,
dienen de stollingsparameters gecontroleerd te worden in geval van co-medicatie van deze middelen.
Geneesmiddelen die catecholaminen verhogen
Omdat tolcapon interfereert met het metabolisme van catecholaminen, is theoretisch interactie
mogelijk met andere geneesmiddelen die een effect hebben op catecholaminespiegels.
Wanneer Tasmar werd toegediend in combinatie met levodopa/carbidopa en desipramine, trad er geen
significante verandering op in de bloeddruk, de hartfrequentie en de plasmaconcentraties van
desipramine. In het algemeen nam de frequentie van bijwerkingen iets toe. Deze bijwerkingen waren
voorspelbaar op grond van de bekende bijwerkingen van elk van deze drie middelen afzonderlijk.
Voorzichtigheid is daarom geboden wanneer krachtige noradrenaline-heropname-remmers, zoals
desipramine, maprotiline of venlafaxine, worden toegediend aan patiënten met de ziekte van
Parkinson die reeds behandeld worden met Tasmar en levodopa-preparaten.
In klinische studies rapporteerden patiënten, die een combinatie van Tasmar en een levodopa-
preparaat kregen toegediend, dezelfde bijwerkingen, onafhankelijk van het feit of ze al dan niet
tegelijkertijd selegiline (een MAO-B-remmer) kregen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn niet voldoende gegevens over het gebruik van tolcapon bij zwangere vrouwen. Daarom dient
Tasmar tijdens de zwangerschap uitsluitend gebruikt te worden als de potentiële voordelen opwegen
tegen het potentiële risico voor de foetus.
Borstvoeding
In dierstudies bleek dat tolcapon werd uitgescheiden in de moedermelk.
Het is niet bekend of tolcapon veilig is voor zuigelingen; vrouwen dienen daarom geen borstvoeding
te geven als ze behandeld worden met Tasmar.
Vruchtbaarheid
Bij ratten en konijnen werd embryo-/foetotoxiciteit waargenomen na tolcapontoediening (zie rubriek
5.3). Het potentiële risico bij de mens is niet bekend.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten van Tasmar op de rijvaardigheid en op
het vermogen om machines te bedienen.
Het is uit het klinisch onderzoek niet gebleken dat Tasmar een negatieve invloed heeft op de
rijvaardigheid of het vermogen om machines te gebruiken. De patiënten dienen er echter op
geattendeerd te worden dat de symptomen van hun ziekte van Parkinson de rijvaardigheid en het
vermogen om machines te gebruiken nadelig kan beïnvloeden.
Het is bekend dat Tasmar, als een COMT-remmer, de biologische beschikbaarheid van gelijktijdig
toegediend levodopa verhoogt. De hierop volgende verhoging in dopaminerge stimulatie kan leiden
tot dopaminerge bijwerkingen waargenomen na behandeling met COMT-remmers. Patiënten die
worden behandeld met levodopa en die slaperigheid en/of episodes van plotselinge slaap vertonen,
dienen geïnformeerd te worden niet te rijden of geen activiteiten uit te voeren waarbij een
verminderde waakzaamheid henzelf of anderen in gevaar kan brengen voor ernstige letsels of dood
(bv. gebruik van machines) tot dergelijke terugkerende episodes alsook de slaperigheid verdwenen
zijn (zie ook rubriek 4.4).
20
4.8
Bijwerkingen
De meest voorkomende waargenomen bijwerkingen in samenhang met het gebruik van Tasmar en
meer voorkomend dan bij het gebruik van placebo worden weergegeven in onderstaande tabel. Het is
echter bekend dat Tasmar, als een COMT-remmer, de biologische beschikbaarheid van gelijktijdig
toegediend levodopa verhoogt. De hierop volgende verhoging in dopaminerge stimulatie kan leiden
tot dopaminerge bijwerkingen waargenomen na behandeling met COMT-remmers. De meest
voorkomende hiervan zijn: verhoogde dyskinesie, misselijkheid, braken, buikpijn, syncope,
orthostatische klachten, obstipatie, slaapstoornissen, slapeloosheid, hallucinatie.
Diarree was de enige bijwerking die in het algemeen leidde tot het staken van de behandeling met
Tasmar in klinisch onderzoek (zie rubriek 4.4).
Zeer vaak
(≥
1/10)
Vaak
(≥
1/100 tot < 1/10)
Soms
(≥1/1000
tot < 1/100)
Zelden
(≥1/10.000
tot < 1/1000)
Zeer zelden (<1/10.000)
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
De ervaring met Tasmar, verkregen in parallel, placebogecontroleerde, gerandomiseerde studies met
patiënten met de ziekte van Parkinson, wordt getoond in de volgende tabel met bijwerkingen, die op
een mogelijke relatie met Tasmar wijzen.
Samenvatting van de bijwerkingen, die mogelijk gerelateerd zijn aan Tasmar met bruto incidentie
cijfers voor de fase-III placebo-gecontroleerde studies.
Systeem/orgaanklasse
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Psychische stoornissen
Incidentie* Bijwerkingen
Vaak
Infectie van de bovenste luchtwegen
Zeer vaak
Slaapstoornissen
Excessief dromen
Somnolentie
Verwardheid
Hallucinatie
Stoornissen in de impulsbeheersing*
(toegenomen libido, hyperseksualiteit,
pathologisch gokken, compulsieve uitgaven
of aankopen, eetaanvallen en dwangmatig
eten (zie rubriek 4.4)).
Dyskinesie
Dystonie
Hoofdpijn
Duizeligheid
Slaperigheid
Orthostatische klachten
Symptomen van het maligne
neurolepticasyndroom (zie rubriek 4.4)
Hypokinesie
Syncope
Misselijkheid
Zelden
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Zelden
Vaak
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
21
Systeem/orgaanklasse
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen
Huid- en onderhuidaandoeningen
Nier- en urinewegaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Lever- en galaandoeningen
Incidentie* Bijwerkingen
Diarree
Vaak
Braken
Constipatie
Xerostomie
Buikpijn
Dyspepsie
Zeer vaak
Anorexie
Vaak
Vaak
Vaak
Toegenomen transpiratie
Urineverkleuring
Pijn op de borst
Influenza-achtige aandoening
Hepatocellulaire beschadiging, in zeldzame
gevallen met fatale afloop* (zie rubriek
4.1)
Verhoging van alanine-aminotransferase
(ALT)
Soms
Onderzoeken
Soms
* Bijwerkingen waarvoor geen frequentie kon worden afgeleid uit klinische studies (d.w.z. waar
een bepaalde bijwerking niet werd waargenomen in klinische studies, maar alleen post-marketing
werd gemeld) zijn aangegeven met een asterisk (*), en de frequentie categorie is berekend op basis
van de EU-richtlijn.
Verhoging van alanine-aminotransferase
Bij 1 % van de patiënten, die driemaal daags 100 mg Tasmar kregen en bij 3 % van de patiënten, die
driemaal daags 200 mg kregen, traden verhogingen op van alanine- aminotransferase (ALT) tot meer
dan driemaal zo hoog als de bovenste grens van de normaalwaarde (ULN). Verhogingen werden
ongeveer twee maal zo vaak gezien bij vrouwen. Deze verhogingen verschenen gewoonlijk binnen 6
tot 12 weken na het begin van de behandeling en gingen niet gepaard met enig klinisch teken of
symptoom. In ongeveer de helft van het aantal gevallen keerden de transaminasespiegels spontaan
terug tot de beginwaarden terwijl de patiënten de Tasmar-therapie voortzetten. Bij de overigen
keerden de transaminasespiegels terug naar de waarden van voor de behandeling wanneer de therapie
werd gestaakt.
Hepatocellulaire beschadiging
Zeldzame gevallen van ernstige hepatocellulaire beschadiging leidend tot de dood zijn gerapporteerd
tijdens het in de handel zijn (zie rubriek 4.4).
Symptomen van het maligne neurolepticasyndroom
Er zijn enkele geïsoleerde gevallen gerapporteerd van patiënten met symptomen, die deden denken
aan het maligne neurolepticasyndroom (zie rubriek 4.4) volgend op het verminderen of staken van de
behandeling met Tasmar en volgend op de introductie van Tasmar als dit gepaard ging met een
aanzienlijke reductie van andere tegelijkertijd toegediende dopaminerge medicaties. Bovendien, is
rhabdomyolyse ten gevolge van NMS of ernstige dyskinesie waargenomen.
Verkleuring van de urine
Tolcapon en de metabolieten zijn geel en kunnen bij de patiënten een onschuldige versterking van de
kleur van de urine veroorzaken.
Stoornissen in de impulsbeheersing
22
Bij patiënten die werden behandeld met dopamine-agonisten en/of dopaminerge behandelingen zoals
Tasmar in combinatie met levodopa kunnen gedragssymptomen van stoornissen in de
impulsbeheersing optreden waaronder pathologisch gokken, toegenomen libido, hyperseksualiteit,
compulsieve uitgaven of aankopen, eetaanvallen en dwangmatig eten (zie rubriek 4.4 ‘Bijzondere
waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik’).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum, LAREB.
4.9
Overdosering
Geïsoleerde gevallen van ofwel accidentele ofwel opzettelijke overdosering met tolcapon tabletten
zijn gemeld. De klinische omstandigheden van deze gevallen waren echter zo divers dat uit deze
gevallen geen algemene conclusies kunnen worden getrokken.
De hoogst toegediende dosis tolcapon aan mensen was driemaal daags 800 mg, met en zonder co-
medicatie van levodopa, in een 1 week durende studie bij oudere gezonde vrijwilligers. De piek-
plasmaconcentratie van tolcapon was bij deze dosis gemiddeld 30
g/ml
(ter vergelijking: bij doses
van 100 mg en 200 mg tolcapon zijn deze waarden respectievelijk 3
g/ml
en 6
g/ml).
Misselijkheid,
braken en duizeligheid werden waargenomen, vooral in combinatie met levodopa.
Behandeling van overdosis
Opname in het ziekenhuis wordt geadviseerd. Algemeen ondersteunende zorg is aangewezen. Op
grond van de fysisch-chemische eigenschappen van de stof, lijkt hemodialyse van weinig nut te zijn.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmaco-therapeutische categorie: Anti-Parkinson geneesmiddelen, andere antidopaminerge
middelen, ATC-code: NO4BX01
Werkingsmechanisme
Tolcapon is een oraal actieve, selectieve en reversibele catechol-O-methyltransferase (COMT)-
remmer. Toegediend in combinatie met levodopa en een aromatische aminozuurdecarboxylase-
remmer (AADC-I) leidt het tot een meer stabiele plasmaspiegel van levodopa doordat tolcapon de
omzetting van levodopa tot 3-methoxy-4-hydroxy-L-fenylalanine (3-OMD) vermindert.
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson zijn hoge plasmaspiegels van 3-OMD wel in verband
gebracht met een slechte respons op levodopa. Tolcapon vermindert in hoge mate de vorming van 3-
OMD.
Farmacdynamische effecten
Onderzoek bij gezonde vrijwilligers heeft aangetoond dat tolcapon na orale toediening de activiteit
van het humaan erythrocyten-COMT reversibel remt. De remming is nauw gerelateerd aan de
plasmaspiegel van tolcapon. Bij 200 mg tolcapon is de maximale remming van de erythrocyten-
COMT-activiteit gemiddeld groter dan 80 %. Bij driemaal daagse toediening van 200 mg Tasmar is
deze remming bij dalspiegels 30 % tot 45 % en er ontstaat geen gewenning.
Na het staken van de toediening van tolcapon werd een voorbijgaande stijging van de erythrocyten-
COMT-activiteit tot boven de waarden van voor de behandeling waargenomen. Onderzoek bij
patiënten met de ziekte van Parkinson heeft echter aangetoond dat er na het staken van de behandeling
23
geen significante verandering optrad in de farmacokinetiek van levodopa of in de respons van de
patiënt op levodopa vergeleken met de waarden van voor de behandeling.
Als Tasmar samen met levodopa wordt toegediend verhoogt het de biologische beschikbaarheid
(AUC) van levodopa bij benadering tweevoudig. Dit is te danken aan een vermindering van de klaring
van L-dopa hetgeen resulteert in een verlenging van de terminale eliminatie-halfwaardetijd (t
½)
van
levodopa. In het algemeen was er geen invloed op de gemiddelde piekplasma-spiegel (C
max
) van
levodopa en het tijdstip waarop deze werd bereikt (t
max
). Het effect treedt op na de eerste gift.
Onderzoeken bij gezonde vrijwilligers en bij patiënten met de ziekte van Parkinson hebben bevestigd
dat het maximale effect optreedt bij een dosering van 100 tot 200 mg tolcapon. De plasmaspiegels van
3-OMD werden aanzienlijk en dosisafhankelijk verlaagd door tolcapon als het samen met een
levodopa/AADC-I (aromatische aminozuurdecarboxylase-remmer) (benserazide of carbidopa) werd
gegeven.
Het effect van tolcapon op de farmacokinetiek van levodopa is bij alle farmaceutische vormen van
levodopa/benzerazide en levodopa/carbidopa hetzelfde: het is onafhankelijk van de levodopa-dosis, de
verhouding levodopa/AADC-I (benserazide of carbidopa) en het gebruik van vormen met vertraagde
afgifte.
Klinische Effectiviteit en Veiligheid
Dubbelblinde placebo-gecontroleerde klinische studies hebben een significante vermindering van
ongeveer 20 % tot 30 % in de "OFF"-tijd aangetoond en een vergelijkbare toename in de "ON"-tijd,
vergezeld van een afname van de ernst van de symptomen bij fluctuerende patiënten die Tasmar
kregen. De globale beoordeling van de effectiviteit door de onderzoekers wees eveneens op een
significante verbetering.
Een dubbelblind onderzoek vergeleek Tasmar met entacapon bij
patiёnten
met de ziekte van
Parkinson die op zijn minst 3 uur OFF tijd per dag hadden terwijl ze geoptimaliseerde levodopa-
therapie ontvingen. De primaire uitkomst was het deel van de
patiёnten
met een toename van 1 of
meer uren ON tijd (zie tabel 1).
Tab. 1 Primaire en Secundaire Uitkomsten van dubbelblind onderzoek
Entacapon
N=75
Primaire Uitkomst
Aantal (percentage) met
≥1
uur toename
ON tijd respons
Secundaire Uitkomst
Aantal (percentage) met lichte tot
aanzienlijke verbetering
Aantal (percentage) verbeterd ten aanzien
van de primaire en secundaire uitkomst
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
32 (43 %)
Tolcapon
N=75
40 (53 %)
p waarde
95 % BI
p=0,191
-5,2;26,6
19 (25 %)
29 (39 %)
p=0,080
-1,4;28,1
13 (17 %)
24 (32 %)
NVT
NVT
De farmacokinetiek van tolcapon is binnen het therapeutisch bereik lineair en onafhankelijk van de
co-medicatie met een levodopa/decarboxylase-remmer (benserazide of carbidopa).
Absorptie
Tolcapon wordt snel geabsorbeerd met een t
max
van ongeveer 2 uur. De absolute biologische
beschikbaarheid na een orale dosis is ongeveer 65 %. Bij een driemaal daagse dosering van 100 mg of
200 mg van tolcapon treedt geen cumulatie op. Bij deze doses is de C
max
respectievelijk ongeveer
3
g/ml
en 6
g/ml.
Voedsel vertraagt en vermindert de absorptie van tolcapon, maar de relatieve
24
biologische beschikbaarheid van een dosis tolcapon, die samen met een maaltijd wordt genomen,
blijft nog steeds 80 % tot 90 %.
Distributie
Het verdelingsvolume van tolcapon is klein (V
ss
= 9 l). Tengevolge van de hoge eiwitbinding
(>99,9 %) verdeelt tolcapon zich niet op grote schaal over het weefsel.
In-vitro
onderzoek heeft
aangetoond dat tolcapon zich voornamelijk aan serumalbumine bindt.
Biotransformatie/eliminatie
Alvorens te worden uitgescheiden wordt tolcapon bijna volledig gemetaboliseerd en slechts een kleine
hoeveelheid (0,5 % van de toegediende dosis) wordt onveranderd in de urine teruggevonden.
Conjugatie tot niet werkzaam glucuronide is het voornaamste metabole proces van tolcapon.
Daarnaast wordt tolcapon door COMT gemetyleerd tot 3-O-methyltolcapon en door cytochroom P450
3A4 en P450 2A6 afgebroken tot een primaire alcohol (hydroxylering van de methylgroep), die
vervolgens wordt geoxydeerd tot de carboxylzuur. Vermoedelijk treedt er in geringe mate reductie op
tot een amine en de daarop volgende N-acetylering. Na orale toediening worden tolcapon en de
metabolieten voor 60 % in de urine en voor 40 % in de faeces uitgescheiden.
Tolcapon heeft een lage extractieratio (E.R. = 0,15) en wordt matig systemisch geklaard (ongeveer
7l/h). De t
½
van tolcapon is ongeveer 2 uur.
Leverinsufficiëntie
Vanwege het risico op leverbeschadiging, als gezien tijdens post-marketing gebruik, is Tasmar
gecontra-indiceerd bij
patiёnten
met leverziekte of verhoogde leverenzymen. Een onderzoek bij
patiënten met leverinsufficiëntie heeft aangetoond dat een matig, niet-cirrotisch leverlijden geen
invloed had op de farmacokinetiek van tolcapon. Hoewel, bij patiënten met een matige levercirrose
was de klaring van het ongebonden tolcapon echter met bijna 50 % verlaagd. Hierdoor kan de
gemiddelde concentratie van het ongebonden tolcapon tweemaal zo hoog worden.
Nierinsufficiëntie
De farmacokinetiek van tolcapon is niet onderzocht bij patiënten met nierinsufficiëntie. Echter, de
relatie tussen de nierfunctie en de farmacokinetiek is onderzocht door in klinisch onderzoek gebruik te
maken van de farmacokinetiek in de onderzoeksgroep. De gegevens van meer dan 400 patiënten
hebben bevestigd dat over een breed gebied van waarden van de creatinineklaring (30 – 130 ml/min)
niet worden beïnvloed door de nierfunctie. Dit kon worden verklaard door het feit dat slechts een
verwaarloosbare hoeveelheid van tolcapon wordt uitgescheiden in de urine en dat de voornaamste
metaboliet, tolcaponglucuronide, wordt uitgescheiden in de urine en de gal (faeces).
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Preklinische data, gebaseerd op conventionele studies met betrekking tot safety, farmacologie,
herhaalde dosistoxiciteit, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, toxiciteit ten aanzien van de
voortplanting, lieten geen speciale risico’s zien bij de mens.
Carcinogenese, mutagenese
Bij 3 % en 5 % van de ratten in de groepen met respectievelijk de middelhoge en hoge dosis in het 24-
maanden carcinogeniteitsonderzoek werden renale epitheliale tumoren (adenomen of carcinomen)
aangetoond. Er werd echter geen aanwijzing voor renale toxiciteit waargenomen in de lage
dosisgroep. Een toegenomen incidentie van adenocarcinomen van de uterus werd gezien in de groep
met de hoge dosis in het carcinogeniteitsonderzoek bij de rat. Er waren geen soortgelijke renale
bevindingen in het carcinogeniteitsonderzoek bij de muis, of bij honden.
Mutagenese
Aangetoond werd dat tolcapon niet genotoxisch is in een volledige serie mutageniteitsonderzoeken.
Reproductietoxiciteit
25
Wanneer tolcapon alleen werd toegediend, werden geen teratogene noch andere relevante effecten op
de vruchtbaarheid aangetoond
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
calciumwaterstoffosfaat (watervrij)
microkristallijne cellulose
povidon K30
natriumzetmeelglycolaat
lactosemonohydraat
talk
magnesiumstearaat.
Filmomhulsel:
methylhydroxypropylcellulose
talk
geel ijzeroxide (E 172)
ethylcellulose
titaniumdioxide (E 171)
triacetine
natriumlaurylsulfaat.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing
6.3
5 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
PVC/PE/PVDC doordrukstrips (verpakkingsgrootten 30 of 60 filmomhulde tabletten).
Oranje-gele glazen flessen zonder droogmiddel (verpakkingsgrootte 100 filmomhulde tabletten).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Meda AB
Pipers väg 2A
S-170 09 Solna
Zweden
26
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/044/004-6
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 27 augustus 1997
Hernieuwing van de vergunning: 31 augustus 2004
Datum van laatste verlenging: 21 juli 2014
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het
Europees Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu)
27
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
B.
C.
D.
28
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
ICN Polfa Rzeszów S.A.
ul.
Przemysłowa
2
35-959 Rzeszów
Polen
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIENVAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan bijzonder en beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting
van de productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
Mocht het tijdstip van indiening van een periodiek veiligheidsverslag en indiening van de RMP-
aanpassing samenvallen, dan kunnen beiden gelijktijdig worden ingediend.
VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT HET VEILIG EN
EFFECTIEF GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Niet van toepassing.
29
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
30
A. ETIKETTERING
31
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
Omdoos fles en etiket
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 100 mg filmomhulde tabletten
tolcapon
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Iedere filmomhulde tablet bevat 100 mg tolcapon.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat tevens lactose. Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
30 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
100 filmomhulde tabletten
200 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
De tabletten dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. De tabletten niet breken of fijnmaken.
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
32
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
11.
Meda AB
Pipers väg 2A
S-170 09 Solna
Zweden
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
(30 tabletten)
(60 tabletten)
(100 tabletten)
(200 tabletten)
EU/1/97/044/007
EU/1/97/044/008
EU/1/97/044/003
EU/1/97/044/010
13.
Lot
14.
U.R.
15.
PARTIJNUMMER
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Tasmar 100 mg (alleen van toepassing op de buitenverpakking)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
33
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
Omdoos doordrukstrips
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 100 mg filmomhulde tabletten
tolcapon
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Iedere filmomhulde tablet bevat 100 mg tolcapon
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat tevens lactose. Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
30 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
De tabletten dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. De tabletten niet breken of fijnmaken.
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
11.
Meda AB
34
Pipers väg 2A
S-170 09 Solna
Zweden
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/044/001 (30 tabletten)
EU/1/97/044/002 (60 tabletten)
13.
Lot
14.
U.R.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Tasmar 100 mg (alleen van toepassing op de buitenverpakking)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
35
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Doordrukstrip
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 100 mg filmomhulde tabletten
tolcapon
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Meda AB
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
36
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD:
Omdoos fles en etiket
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 200 mg filmomhulde tabletten
tolcapon
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Iedere filmomhulde tablet bevat 200 mg tolcapon
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat tevens lactose. Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
100 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
De tabletten dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. De tabletten niet breken of fijnmaken.
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Meda AB
37
Pipers väg 2A
S-170 09 Solna
Zweden
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/044/006: 100 tabletten
13.
Lot
14.
U.R.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Tasmar 200 mg (alleen van toepassing op de buitenverpakking)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
38
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD:
Omdoos doordrukstrips
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 200 mg filmomhulde tabletten
tolcapon
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Iedere filmomhulde tablet bevat 200 mg tolcapon
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat tevens lactose. Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
30 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
De tabletten dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. De tabletten niet breken of fijnmaken.
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
11.
Meda AB
Pipers väg 2A
39
S-170 09 Solna
Zweden
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/044/004: 30 tabletten
EU/1/97/044/005: 60 tabletten
13.
Lot
14.
U.R.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Tasmar 200 mg (alleen van toepassing op de buitenverpakking)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
40
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Doordrukstrip
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 200 mg filmomhulde tabletten
tolcapon
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Meda AB
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
41
B. BIJSLUITER
42
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Tasmar, 100 mg filmomhulde tablet
tolcapon
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
In deze bijsluiter:
1. Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe neemt u dit middel in?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Tasmar wordt gebruikt samen met het geneesmiddel levodopa (levodopa/benserazide of
levodopa/carbidopa) voor de behandeling van de ziekte van Parkinson.
Tasmar wordt gebruikt wanneer alle andere alternatieve geneesmiddelen uw ziekte van Parkinson niet
kunnen stabiliseren.
Voor de behandeling van de ziekte van Parkinson neemt u al levodopa in. Een natuurlijk enzym in het
lichaam Catechol-O-methyltransferase (COMT) breekt de levodopa medicatie af. Tasmar blokkeert
dit enzym en vertraagt de afbraak van levodopa. Dit betekent dat wanneer het wordt ingenomen samen
met levodopa (als levodopa/benserazide of levodopa/carbidopa) u een verbetering zou moeten hebben
in uw symptomen van de ziekte van Parkinson.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
wanneer u een leverziekte hebt of een toename van leverenzymen
-
wanneer u ernstige onwillekeurige bewegingen hebt (dyskinesie)
-
wanneer u een voorgeschiedenis hebt van ernstige verschijnselen van spierverstijving, koorts of
geestelijke verwardheid (Maligne Neurolepticasyndroom Symptomen Complex (NMS)) en/of
beschadiging van het skeletspierweefsel (niet-traumatische rhabdomyolyse) of koorts
(hyperthermie)
-
wanneer u allergisch bent voor de werkzame stof tolcapon of voor één van de andere
bestanddelen van Tasmar
-
wanneer u een bepaald soort tumor van het bijniermerg heeft (feochromocytoom)
-
wanneer u bepaalde geneesmiddelen gebruikt om depressie en onrust te behandelen die niet-
selectieve mono amine oxidase (MAO) remmers worden genoemd
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Overleg met uw arts of apotheker voordat u begint met Tasmar.
U moet niet beginnen met het innemen van Tasmar totdat uw arts
- de risico’s van de behandeling met Tasmar heeft uitgelegd
43
-
-
-
de noodzakelijke maatregelen om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken heeft uitgelegd
uw eventuele vragen heeft beantwoord
als u zwanger bent of van plan bent zwanger te worden. Uw arts zal de voor- en nadelen met u
bespreken over het nemen van Tasmar gedurende zwangerschap. De effecten van Tasmar bij
zuigelingen zijn niet onderzocht. U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met
Tasmar.
Vertel uw arts als u of uw familie/verzorger merkt dat u drang of onbedwingbare zin ontwikkelt om u
te gedragen op een manier die ongebruikelijk is voor u of als u impuls, aandrang of verleiding niet
kunt weerstaan om bepaalde activiteiten te verrichten die schadelijk kunnen zijn voor uzelf of
anderen. Deze gedragingen worden stoornissen in de impulsbeheersing genoemd en hiertoe kunnen
gokverslaving, overmatig eten of geld uitgeven, een abnormaal sterke drang naar seks of een sterke
toename van seksuele gedachten of gevoelens. Uw arts kan het nodig vinden om uw behandeling te
herzien.
U mag alleen Tasmar krijgen wanneer uw ziekte van Parkinson niet voldoende onder controle is bij
het gebruik van andere behandelingen.
Bovendien zal uw dokter de behandeling met Tasmar stoppen wanneer uw toestand na 3 weken niet
voldoende is verbeterd om de risico’s van de voortzetting van de behandeling te rechtvaardigen.
Leverbeschadiging
Tasmar kan zeldzame maar mogelijk dodelijke leverbeschadiging veroorzaken. Leverbeschadiging
treedt meestal op na 1 maand en voor 6 maanden. Het dient ook opgemerkt te worden dat vrouwelijke
patiënten een hoger risico kunnen hebben op leverbeschadiging. Daarom moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen.
Voordat u met de behandeling begint:
Om de kans op leverbeschadiging te verminderen moet u geen Tasmar gebruiken wanneer
- u een leverziekte hebt
- in geval van verhoogde leverfunctiewaarden in bloedtesten die vóór het begin van de
behandeling zijn gedaan (testen van alanine aminotransferase (ALT) en aspartaat
aminotransferase (AST)).
Terwijl u behandeling krijgt:
Tijdens de behandeling zullen bloedtesten volgens de volgende tijdsintervallen worden gedaan:
elke 2 weken gedurende de eerste 12 maanden van de behandeling,
elke 4 weken gedurende de volgende 6 maanden van de behandeling,
elke 8 weken gedurende de verdere behandeling.
De behandeling zal worden gestopt wanneer de uitslagen abnormaal worden.
De behandeling met Tasmar kan soms leiden tot leverstoornis. Daarom moet u onmiddellijk contact
met uw arts opnemen wanneer u symptomen ervaart zoals misselijkheid, overgeven, buikpijn (vooral
bij de lever in het gebied rechtsboven), verlies van eetlust, zwakte, koorts, donker worden van urine,
geelzucht (gele huid of ogen) of als u gemakkelijker vermoeid raakt.
Wanneer u al bent behandeld met Tasmar en een acute leverbeschadiging ontwikkelde tijdens de
behandeling, mag u Tasmar niet opnieuw gebruiken.
NMS (Maligne Neurolepticasyndroom)
Tijdens behandeling met Tasmar kunnen verschijnselen van het Maligne Neurolepticasyndroom
(NMS) optreden.
NMS bestaat uit een aantal of alle van de volgende:
- ernstige spierstijfheid, schokkende bewegingen van spieren, armen of benen en pijnlijke
spieren. Spierbeschadiging kan soms donkere urine veroorzaken.
- andere belangrijke symptomen zijn hoge koorts en geestelijke verwardheid.
44
Zeer zelden kunt u na plotselinge vermindering of stopzetten van Tasmar of andere anti-Parkinson
geneesmiddelen ernstige symptomen van spierverstijving, koorts of geestelijke verwardheid ervaren.
Wanneer dit gebeurt informeer dan uw arts.
De volgende voorzorgsmaatregelen moeten in acht worden genomen
Voor begin van de behandeling:
Om de kans van NMS te verminderen mag u Tasmar niet gebruiken wanneer uw arts zegt dat u
ernstige onwillekeurige bewegingen (dyskinesie) hebt of een eerdere ziekte hebt gehad die NMS kan
zijn geweest.
Informeer uw arts over alle voorgeschreven en niet voorgeschreven geneesmiddelen omdat het risico
op NMS kan verergeren wanneer u bepaalde geneesmiddelen gebruikt.
Tijdens behandeling:
Wanneer u symptomen ontwikkelt zoals boven beschreven waarvan u denkt dat dit NMS is, moet u
dat onmiddellijk aan uw arts vertellen.
Stop niet met Tasmar of een ander geneesmiddel voor de ziekte van Parkinson zonder uw arts te
informeren, omdat dit het risico op NMS kan doen toenemen.
Informeer uw arts ook:
-
wanneer u een andere ziekte dan de ziekte van Parkinson hebt.
-
wanneer u allergisch bent voor andere geneesmiddelen, voedingsstoffen en kleurstoffen.
-
wanneer u korte tijd na het begin en gedurende de behandeling met Tasmar verschijnselen
krijgt die door levodopa kunnen worden veroorzaakt, zoals onwillekeurige bewegingen
(dyskinesie) en misselijkheid.
Wanneer u zich niet goed voelt, neem dan contact op met uw arts omdat u mogelijk minder levodopa
moet nemen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Tasmar wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen jonger dan 18 jaar omdat er niet voldoende
gegevens zijn over de veiligheid en de werking. Er is geen relevante indicatie voor gebruik door
kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Tasmar nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kortgeleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken innemen? Vertel dat
dan uw arts of apotheker.
Licht uw arts in over alle andere geneesmiddelen die u gebruikt voornamelijk:
- antidepressiva,
-
alfa-methyldopa
(gebruikt om verhoogde bloeddruk te behandelen),
- apomorfine (gebruikt voor ziekte van Parkinson),
- dobutamine (gebruikt voor de chronische hartaandoening),
- adrenaline en isoprenaline (beiden gebruikt voor hartaanvallen),
- antistollingsmiddelen van het warfarine-type (voorkomen van bloedstolsels). In dit geval zal
uw arts regelmatig bloedtesten nemen om te controleren hoe gemakkelijk het bloed stolt.
Wanneer u naar het ziekenhuis gaat of wanneer nieuwe geneesmiddelen zijn voorgeschreven, moet u
aan uw arts vertellen dat u Tasmar neemt.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Tasmar kan met of zonder voedsel worden genomen.
Tasmar moet worden ingenomen met 1 glas water.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
45
Vertel uw arts wanneer u zwanger bent of van plan bent zwanger te worden. Uw arts zal de voor- en
nadelen met u bespreken over het nemen van Tasmar gedurende zwangerschap.
De effecten van Tasmar bij zuigelingen zijn niet onderzocht. U mag geen borstvoeding geven tijdens
de behandeling met Tasmar.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Omdat de ziekte van Parkinson invloed kan uitoefenen op uw rijvaardigheid en het vermogen om
machines te gebruiken dient u dit met uw arts te bespreken.
Tasmar heeft invloed op uw symptomen van de ziekte van Parkinson.
Tasmar tegelijk gebruikt met uw andere Parkinson geneesmiddelen kan excessieve loomheid
(slaperigheid) en episodes van plotselinge slaap veroorzaken (u kunt opeens in slaap vallen). U dient
dus niet te rijden of machines te gebruiken tot dergelijke terugkerende episodes en de overmatige
slaperigheid verdwenen zijn.
Tasmar bevat lactose en natrium
Indien uw arts u ingelicht heeft dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem contact op met uw arts
alvorens dit geneesmiddel in te nemen.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Volg bij het innemen van Tasmar nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of
apotheker.
Dosering en toedieningsfrequentie
Uw arts moet uw behandeling altijd met de standaarddosering beginnen van driemaal daags 1 tablet
(100 mg (1 tablet)).
Wanneer geen verbeteringen worden gezien binnen 3 weken na het starten van de behandeling moet
Tasmar gestopt worden.
Om de werking te verbeteren mag uw arts de dosering alleen verhogen tot driemaal daags 2 tabletten
(driemaal daags 200 mg) wanneer de verbetering van de verschijnselen van de ziekte van Parkinson
zwaarder weegt dan de verwachte toename van de bijwerkingen. De bijwerkingen bij een hogere
dosering kunnen vaak ernstig zijn en uw lever beïnvloeden. Wanneer u niet beter wordt op de hogere
dosering na een totaal van 3 weken, zal uw arts uw behandeling met Tasmar stoppen.
Uw dosering van levodopa dient misschien veranderd te worden, bij het starten en tijdens de
behandeling met Tasmar. Uw arts zal u adviseren wat te doen.
Hoe wordt Tasmar ingenomen
Slik Tasmar door met 1 glas water.
Breek de tabletten niet en maak ze niet fijn.
De eerste Tasmar tablet moet ’s ochtends samen met uw andere anti-Parkinson geneesmiddel
‘levodopa’ ingenomen.
De andere doses Tasmar worden ongeveer 6 en 12 uur later genomen.
Tijd van de dag
Ochtend
Middag
Avond
Dose
1 Tasmar tablet
1 Tasmar tablet
1 Tasmar tablet
Note
Samen met de eerste dagelijkse dosis van
‘levodopa’.
Heeft u teveel van dit middel ingenomen?
46
Neem onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker of ziekenhuis, omdat medische hulp dringend
nodig kan zijn. Wanneer een ander persoon per ongeluk uw geneesmiddel heeft ingenomen, neem dan
onmiddellijk contact op met uw arts of ziekenhuis, omdat hij of zij dringend medische hulp nodig kan
hebben.
Symptomen van overdosering kunnen zijn: misselijkheid, braken, duizeligheid en
ademhalingsproblemen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem het zodra u het zich herinnert in, ga dan verder met de behandeling op de gebruikelijke
tijdstippen. Wanneer de volgende dosis echter al meteen daarna moet worden ingenomen, haal dan de
vergeten dosis niet in. Neem geen dubbele dosis om de vergeten individuele dosis in te halen.
Wanneer u meerdere doses bent vergeten, neem dan contact op met uw arts en volg het advies dat u
gekregen hebt op.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Verminder of stop niet met het nemen van uw medicijnen tenzij uw arts u dat vertelt. Volg altijd de
instructies van uw arts over de duur van de behandeling met Tasmar.
4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De frequentie van mogelijke bijwerkingen wordt hieronder volgens de volgende conventie
gedefinieerd:
Zeer vaak:
bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
Vaak:
bij 1 tot 10 op de 100 gebruikers
Soms:
bij 1 tot 10 op de 1000 gebruikers
Zelden:
bij 1 tot 10 op de 10.000 gebruikers
Zeer zelden:
bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
Niet bekend:
kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Vertel het zo snel mogelijk aan uw arts of apotheker:
- als u
zich niet goed voelt
wanneer u Tasmar gebruikt.
- als verschijnselen ervaart zoals
misselijkheid, braken, buikpijn, afgenomen eetlust,
zwakte, koorts, donker worden van urine of geelzucht
omdat soms verstoringen van de
werking van de lever en soms ernstige leverontsteking (hepatitis) is waargenomen.
- als u merkt dat uw urine donkerder is omdat dit een teken is van een spier- of
leverbeschadiging. Andere verkleuring van gele urine is gewoonlijk onschadelijk.
- als u aanhoudende of ernstige diarree krijgt.
Vlak na het begin en gedurende uw behandeling met Tasmar, kunt u verschijnselen krijgen,
veroorzaakt door levodopa, zoals onwillekeurige bewegingen en misselijkheid. Neem daarom,
wanneer u zich niet goed voelt, onmiddellijk contact op met uw arts daar het mogelijk is dat uw dosis
levodopa veranderd dient te worden.
Andere mogelijke bijwerkingen:
Zeer vaak:
- onwillekeurige bewegingen (dyskinesie),
- misselijkheid, verminderde eetlust, diarree,
- hoofdpijn, duizeligheid
- slaapproblemen, slaperigheid,
47
-
-
-
-
Vaak:
-
-
-
-
-
-
-
-
-
licht gevoel in het hoofd bij het staan (orthostatische klachten),
geestelijke verwardheid en hallucinaties,
bewegingsstoornis met onvrijwillige bewegingen en verkeerde stand (dystonie),
overmatig dromen.
pijn op de borst,
obstipatie, zuurbranden, maagpijn, braken, droge mond,
flauwvallen,
toegenomen zweten,
influenza-achtige symptomen,
verminderde vrijwillige en onvrijwillige bewegingen (hypokinesie),
infectie van de bovenste luchtwegen,
verhoging van bepaalde leverenzymen,
verkleuring van de urine.
Soms:
- leverbeschadiging, in zeldzame gevallen met fatale afloop.
Zelden:
- ernstige verschijnselen van spierverstijving, koorts of geestelijke verwarring (Maligne
Neurolepticasyndroom) als de anti-Parkinson behandeling plotseling wordt verminderd of
gestopt.
- Stoornis van de impulsbeheersing (het
niet kunnen onderdrukken van de impuls om iets te
doen dat schadelijk zou kunnen zijn), hiertoe behoren:
o
Sterke impuls om overmatig te gokken ondanks ernstige persoonlijke gevolgen of
gevolgen voor het gezin.
o
Veranderde of toegenomen seksuele interesse en gedrag dat van grote zorg is voor uzelf
of anderen, bijvoorbeeld een verhoogde seksuele drift.
o
Onbedwingbare behoefte om overmatig te winkelen of geld uit te geven.
o
Vreetbuien (het eten van grote hoeveelheden voedsel in een korte periode) of dwangmatig
eten (het eten van meer dan normaal en meer dan nodig is om uw honger te stillen).
Vertel het aan uw arts als u last krijgt van een van deze gedragingen; hij/zij zal met u bespreken
hoe deze symptomen behandeld of verminderd kunnen worden.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het Nederlands Bijwerkingen Centrum, LAREB, via www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de verpakking
na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Gebruik dit geneesmiddel niet, als u merkt dat de tabletten beschadigd zijn.
48
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is tolcapon (100 mg in elke filmomhulde tablet)
-
De andere stoffen (hulpstoffen) zijn:
Tabletkern: calciumwaterstoffosfaat (watervrij), microkristallijne cellulose, povidon K 30,
natriumzetmeelglycolaat, lactosemonohydraat (zie rubriek 2 ” Tasmar bevat lactose”, talk,
magnesiumstearaat.
Filmomhulsel: hydroxypropylmethylcellulose, talk, geel ijzeroxide (E 172), ethylcellulose,
titaniumdioxide (E 171), triacetine en natriumlaurylsulfaat
Hoe ziet Tasmar er uit en hoeveel zit er in een verpakking?
Tasmar is een bleke tot lichtgele, ovaalvormige, filmomhulde tablet. Een zijde is voorzien van de
indruk “TASMAR” en “100”. Tasmar wordt afgeleverd in de vorm van filmomhulde tabletten met
100 mg tolcapon. Het is beschikbaar in doordrukstrips met een verpakkingsgrootte van 30 of 60
tabletten en in glazen flessen met een verpakkingsgrootte van 30, 60, 100 of 200 filmomhulde
tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Meda AB
Pipers väg 2A
S-170 09 Solna
Zweden
Fabrikant
ICN Polfa Rzeszów S.A.
ul.
Przemysłowa
2
35-959 Rzeszów
Polen
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
België/Belgique/Belgien
Mylan EPD bvba/sprl
Chaussée de la Hulpe 166/
Terhulpsesteenweg 166
B-1170 Brussels
Tél/Tel: +32 2 5 04 08 11
Luxembourg/Luxemburg
Mylan EPD bvba/sprl
Chaussée de la Hulpe 166/
Terhulpsesteenweg 166
B-1170 Brussels
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 2 5 04 08 11
Magyarország
Mylan EPD Kft.
H-1138 Budapest,
Váci út 150.
Tel.: +36 1 465 2100
България
Майла½ ЕООД
бул. Сит½яково
48,
ет.
7
Офис сграда „Сердика Офиси“
1505
София
Тел:
+359 2 44 5400
Česká
republika
Mylan Healthcare CZ s.r.o.
Evropská 2590/33C
Prague 6 160 00
Czech Republic
Tel: +420 234 064 203
49
Malta
V.J. Salomone Pharma Limited
Upper Cross Road, Marsa,
MRS 1542, Malta
Tel: +356 22983143
Danmark
Mylan Denmark ApS
Borupvang 1
2750 Denmark
Tlf: +45 28 11 69 32
Deutschland
MEDA Pharma GmbH & Co. KG
Benzstraße 1
D-61352 Bad Homburg v.d.H.
Tel: + 49 6172 888 01
Eesti
Meda Pharma SIA
Liivalaia 13/15
10151 11018Tallinn
Tel. + 372 6261 025
Ελλάδα
MEDA Pharmaceuticals A.E.
Αγίου Δημητρίου
63
17456
Άλιμος
Τηλ:
+30 210 6 77 5690
España
Mylan Pharmaceuticals S.L.
C/Plom, 2-4, 5ª planta
08038 - Barcelona
Tel: +34 900 102 712
Nederland
Mylan Healthcare B.V.
Krijgsman 20
NL-1186 DM Amstelveen
Tel: +31 20 426 33 00
Norge
Mylan Healthcare Norge A/S
Hagaløkkveien 26
N-1383 Asker
Tlf: +47 66 75 33 00
Österreich
MEDA Pharma GmbH
Guglgasse 15
A-1110 Wien
Tel: + 43 1 86 390
Polska
Mylan Healthcare Sp. z o.o.
ul
.Postępu
21 B
02-676 Warszawa
Tel: +48 22 5466400
Portugal
BGP Products, Unipessoal, Lda.
Av. D. João II,
Edifício Atlantis, nº 44C – 7.3 e 7.4
1990-095 Lisboa
Tel:+351 214 127 200
România
BGP PRODUCTS SRL
Tel.: +40372 579 000
France
Mylan Medical SAS
40-44 rue Washington
75008 Paris
Tél : +33 156 64 10 70
Hrvatska
Mylan Hrvatska d.o.o.
Tel: +385 1 23 50 599
Ireland
Mylan Ireland Limited
Unit 34/35, Block A
Dunboyne Business Park
Dunboyne
IRL - Co Meath
Tel: +353 (0) 87 1694982
Slovenija
Mylan Healthcare d.o.o.
Dolenjska cesta 242c
1000 Ljubljana
Tel: +386 1 23 63 180
50
Ísland
Icepharma hf
Box 906
S-170 09 Solna
Svíþjóð.
Sími: +354 540 8000
Italia
Meda Pharma S.p.A.
Viale Brenta, 18
I-20139 Milano
Tel: +39 0261246987
Κύπρος
Varnavas Hadjipanayis Ltd
Τηλ:
+357 2220 7700
Slovenská republika
MEDA Pharma spol. s. r.o.
Trnavská cesta 50
821 02 Bratislava
Tel: +421 2 32 199 100
Suomi/Finland
Meda Oy
Vaisalantie 4/ Vaisalavägen 4
FI-02130 Espoo/ Esbo
Puh/Tel: +358 20 720 9550
Sverige
Meda AB
Box 906
S-170 09 Solna
Tel: +46 8 630 1900
United Kingdom
Mylan Products Ltd.,
Station Close,
Potters Bar,
Hertfordshire,
EN6 1TL, UK
+44 (0) 1707 853000
Latvija
Meda Pharma SIA
101 Mūkusalas str.
Rīga
LV‐1004
Tālr:
+371 67616137
Lietuva
Meda Pharma SIA
½algirio str. 90-100
Vilnius LT-09303
Tel. + 370 52059367
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in <{MM/JJJJ}> <{maand JJJJ}>.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
51
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Tasmar, 200 mg filmomhulde tablet
tolcapon
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
In deze bijsluiter:
1. Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe neemt u dit middel in?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Tasmar wordt gebruikt samen met het geneesmiddel levodopa (levodopa/benserazide of
levodopa/carbidopa) voor de behandeling van de ziekte van Parkinson. Tasmar wordt gebruikt
wanneer alle andere alternatieve geneesmiddelen uw ziekte van Parkinson niet kunnen stabiliseren.
Voor de behandeling van de ziekte van Parkinson neemt u al levodopa in. Een natuurlijk enzym in het
lichaam Catechol-O-methyltransferase (COMT) breekt de levodopa medicatie af. Tasmar blokkeert
dit enzym en vertraagt de afbraak van levodopa. Dit betekent dat wanneer het wordt ingenomen samen
met levodopa (als levodopa/benserazide of levodopa/carbidopa) u een verbetering zou moeten hebben
in uw symptomen van de ziekte van Parkinson.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
wanneer u een leverziekte hebt of een toename van leverenzymen
-
wanneer u ernstige onwillekeurige bewegingen hebt (dyskinesie)
-
wanneer u een voorgeschiedenis hebt van ernstige verschijnselen van spierverstijving, koorts of
geestelijke verwardheid (Maligne Neurolepticasyndroom Symptomen Complex (NMS)) en/of
beschadiging van het skeletspierweefsel (niet-traumatische rhabdomyolyse) of koorts
(hyperthermie)
-
wanneer u allergisch bent voor de werkzame stof tolcapon of voor één van de andere
bestanddelen van Tasmar
-
wanneer u een bepaald soort tumor van het bijniermerg heeft (feochromocytoom)
-
wanneer u bepaalde geneesmiddelen gebruikt om depressie en onrust te behandelen die niet-
selectieve mono amine oxidase (MAO) remmers worden genoemd
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
U moet niet beginnen met het innemen van Tasmar totdat uw arts
52
-
-
-
-
de risico’s van de behandeling met Tasmar heeft uitgelegd
de noodzakelijke maatregelen om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken heeft uitgelegd
uw eventuele vragen heeft beantwoord
als u zwanger bent of van plan bent zwanger te worden. Uw arts zal de voor- en nadelen met u
bespreken over het nemen van Tasmar gedurende zwangerschap. De effecten van Tasmar bij
zuigelingen zijn niet onderzocht. U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met
Tasmar.
Vertel uw arts als u of uw familie/verzorger merkt dat u drang of onbedwingbare zin ontwikkelt om u
te gedragen op een manier die ongebruikelijk is voor u of als u impuls, aandrang of verleiding niet
kunt weerstaan om bepaalde activiteiten te verrichten die schadelijk kunnen zijn voor uzelf of
anderen. Deze gedragingen worden stoornissen in de impulsbeheersing genoemd en hiertoe kunnen
gokverslaving, overmatig eten of geld uitgeven, een abnormaal sterke drang naar seks of een sterke
toename van seksuele gedachten of gevoelens. Uw arts kan het nodig vinden om uw behandeling te
herzien.
U mag alleen Tasmar krijgen wanneer uw ziekte van Parkinson niet voldoende onder controle is bij
het gebruik van andere behandelingen.
Bovendien zal uw arts de behandeling met Tasmar stoppen wanneer uw toestand na 3 weken niet
voldoende is verbeterd om de risico’s van de voortzetting van de behandeling te rechtvaardigen.
Leverbeschadiging
Tasmar kan zeldzame maar mogelijk dodelijke leverbeschadiging veroorzaken. Leverbeschadiging
treedt meestal op na 1 maand en voor 6 maanden. Het dient ook opgemerkt te worden dat vrouwelijke
patiënten een hoger risico kunnen hebben op leverbeschadiging. Daarom moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen.
Voordat u met de behandeling begint:
Om de kans op leverbeschadiging te verminderen moet u geen Tasmar gebruiken wanneer
- u een leverziekte hebt
- wanneer in geval van verhoogde leverfunctiewaarden in bloedtesten die vóór het begin van de
behandeling zijn gedaan (testen van alanine aminotransferase (ALT) en aspartaat
aminotransferase (AST)).
Terwijl u behandeling krijgt:
Tijdens de behandeling zullen bloedtesten volgens de volgende tijdsintervallen worden gedaan:
elke 2 weken gedurende de eerste 12 maanden van de behandeling,
elke 4 weken gedurende de volgende 6 maanden van de behandeling,
elke 8 weken gedurende de verdere behandeling.
De behandeling zal worden gestopt wanneer de uitslagen abnormaal worden.
De behandeling met Tasmar kan soms leiden tot leverstoornis. Daarom moet u onmiddellijk contact
met uw arts opnemen wanneer u symptomen ervaart zoals misselijkheid, overgeven, buikpijn (vooral
bij de lever in het gebied rechtsboven), verlies van eetlust, zwakte, koorts, donker worden van urine,
geelzucht (gele huid of ogen) of als u gemakkelijker vermoeid raakt.
Wanneer u al bent behandeld met Tasmar en een acute leverbeschadiging ontwikkelde tijdens de
behandeling, mag u Tasmar niet opnieuw gebruiken.
NMS (Maligne Neurolepticasyndroom)
Tijdens behandeling met Tasmar kunnen verschijnselen van het Maligne Neurolepticasyndroom
(NMS) optreden.
NMSbestaat uit een aantal of alle van de volgende:
- ernstige spierstijfheid, schokkende bewegingen van spieren, armen of benen en pijnlijke
spieren. Spierbeschadiging kan soms donkere urine veroorzaken.
- andere belangrijke symptomen zijn hoge koorts en geestelijke verwardheid.
53
Zeer zelden kunt u na plotselinge vermindering of stopzetten van Tasmar of andere anti-Parkinson
geneesmiddelen ernstige symptomen van spierverstijving, koorts of geestelijke verwardheid ervaren.
Wanneer dit gebeurt informeer dan uw arts.
De volgende voorzorgsmaatregelen moeten in acht worden genomen
Voor begin van de behandeling:
Om de kans van NMS te verminderen mag u Tasmar niet gebruiken wanneer uw arts zegt dat u
ernstige onwillekeurige bewegingen (dyskinesie) hebt of een eerdere ziekte hebt gehad die NMS kan
zijn geweest.
Informeer uw arts over alle voorgeschreven en niet voorgeschreven geneesmiddelen omdat het risico
op NMS kan verergeren wanneer bepaalde geneesmiddelen gebruikt.
Tijdens behandeling:
Wanneer u symptomen ontwikkelt zoals boven beschreven waarvan u denkt dat dit NMS is, moet u
dat onmiddellijk aan uw arts vertellen.
Stop niet met Tasmar of een ander geneesmiddel voor de ziekte van Parkinson zonder uw arts te
informeren, omdat dit het risico op NMS kan doen toenemen.
Informeer uw arts ook:
-
wanneer u een andere ziekte dan de ziekte van Parkinson hebt.
-
wanneer u allergisch bent voor andere geneesmiddelen, voedingsstoffen en kleurstoffen.
-
wanneer u korte tijd na het begin en gedurende de behandeling met Tasmar verschijnselen
krijgt die door levodopa kunnen worden veroorzaakt, zoals onwillekeurige bewegingen
(dyskinesie) en misselijkheid.
Wanneer u zich niet goed voelt, neem dan contact op met uw arts omdat u mogelijk minder levodopa
moet nemen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Tasmar wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen jonger dan 18 jaar omdat er niet voldoende
gegevens zijn over de veiligheid en de werking. Er is geen relevante indicatie voor gebruik door
kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Tasmar nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kortgeleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken innemen? Vertel dat
dan uw arts of apotheker.
Licht uw arts in over alle andere geneesmiddelen die u gebruikt voornamelijk:
- antidepressiva,
-
alfa-methyldopa
(gebruikt om verhoogde bloeddruk te behandelen),
- apomorfine ( gebruikt voor ziekte van Parkinson),
- dobutamine (gebruikt voor de chronische hartaandoening),
- adrenaline en isoprenaline (beiden gebruikt voor hartaanvallen),
- antistollingsmiddelen van het warfarine-type (voorkomen van bloedstolsels). In dit geval zal
uw arts regelmatig bloedtesten nemen om te controleren hoe gemakkelijk het bloed stolt.
Wanneer u naar het ziekenhuis gaat of wanneer nieuwe geneesmiddelen zijn voorgeschreven, moet u
aan uw arts vertellen dat u Tasmar neemt.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Tasmar kan met of zonder voedsel worden genomen.
Tasmar moet worden ingenomen met 1 glas water.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
54
Vertel uw arts wanneer u zwanger bent of van plan bent zwanger te worden. Uw arts zal de voor- en
nadelen met u bespreken over het nemen van Tasmar gedurende zwangerschap.
De effecten van Tasmar bij zuigelingen zijn niet onderzocht. U mag geen borstvoeding geven tijdens
de behandeling met Tasmar.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Omdat de ziekte van Parkinson invloed kan uitoefenen op uw rijvaardigheid en het vermogen om
machines te gebruiken dient u dit met uw arts te bespreken.
Tasmar heeft invloed op uw symptomen van de ziekte van Parkinson.
Tasmar tegelijk gebruikt met uw andere Parkinson geneesmiddelen kan excessieve loomheid
(slaperigheid) en episodes van plotselinge slaap veroorzaken (u kunt opeens in slaap vallen). U dient
dus niet te rijden of machines te gebruiken tot dergelijke terugkerende episodes en de overmatige
slaperigheid verdwenen zijn.
Tasmar bevat lactose en natrium
Indien uw arts u ingelicht heeft dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem conctact op met uw arts
alvorens dit geneesmiddel in te nemen.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Volg bij het innemen van Tasmar nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of
apotheker.
Dosering en toedieningsfrequentie
Uw arts moet uw behandeling altijd met de standaarddosering beginnen driemaal daags 1 tablet
(100 mg (1 tablet)). Wanneer geen verbeteringen worden gezien binnen 3 weken na het starten van de
behandeling moet Tasmar gestopt worden.
Om de werking te verbeteren mag uw arts de dosering alleen verhogen tot de hogere dosis (driemaal
daags 200 mg) wanneer de verbetering van de verschijnselen van de ziekte van Parkinson zwaarder
weegt dan de verwachte toename van de bijwerkingen. De bijwerkingen bij een hogere dosering
kunnen vaak ernstig zijn en uw lever beïnvloeden. Wanneer u niet beter wordt op de hogere dosering
na een totaal van 3 weken, zal uw arts uw behandeling met Tasmar stoppen.
Uw dosering van levodopa dient misschien veranderd te worden, bij het starten en tijdens de
behandeling met Tasmar. Uw arts zal u adviseren wat te doen.
Hoe wordt Tasmar ingenomen
Slik Tasmar door met 1 glas water.
Breek de tabletten niet en maak ze niet fijn.
De eerste Tasmar tablet moet ’s ochtends samen met uw andere anti-Parkinson geneesmiddel
‘levodopa’ ingenomen.
De andere doses Tasmar worden ongeveer 6 en 12 uur later genomen.
Tijd van de dag
Ochtend
Middag
Avond
Dose
1 Tasmar tablet
1 Tasmar tablet
1 Tasmar tablet
Note
Samen met de eerste dagelijkse dosis van
‘levodopa’.
Heeft u teveel van dit middel ingenomen?
Neem onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker of ziekenhuis, omdat medische hulp dringend
nodig kan zijn. Wanneer een ander persoon per ongeluk uw geneesmiddel heeft ingenomen, neem dan
55
onmiddellijk contact op met uw arts of ziekenhuis, omdat hij of zij dringend medische hulp nodig kan
hebben.
Symptomen van overdosering kunnen zijn: misselijkheid, braken, duizeligheid en
ademhalingsproblemen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem het zodra u het zich herinnert in, ga dan verder met de behandeling op de gebruikelijke
tijdstippen. Wanneer de volgende dosis echter al meteen daarna moet worden ingenomen, haal dan de
vergeten dosis niet in. Neem geen dubbele dosis om de vergeten individuele dosis in te halen.
Wanneer u meerdere doses bent vergeten, neem dan contact op met uw arts en volg het advies dat u
gekregen hebt op.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Verminder of stop niet met het nemen van uw medicijnen tenzij uw arts u dat vertelt. Volg altijd de
instructies van uw arts over de duur van de behandeling met Tasmar.
4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De frequentie van mogelijke bijwerkingen wordt hieronder volgens de volgende conventie
gedefinieerd:
Zeer vaak:
bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
Vaak:
bij 1 tot 10 op de 100 gebruikers
Soms:
bij 1 tot 10 op de 1000 gebruikers
Zelden:
bij 1 tot 10 op de 10.000 gebruikers
Zeer zelden:
bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
Niet bekend:
kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Vertel het zo snel mogelijk aan uw arts of apotheker:
- als u
zich niet goed voelt
wanneer u Tasmar gebruikt.
- als verschijnselen ervaart zoals
misselijkheid, braken, buikpijn, afgenomen eetlust,
zwakte, koorts, donker worden van urine of geelzucht
omdat soms verstoringen van de
werking van de lever en soms ernstige leverontsteking (hepatitis) is waargenomen.
- als u merkt dat uw urine donkerder is omdat dit een teken is van een spier- of
leverbeschadiging. Andere verkleuring van gele urine is gewoonlijk onschadelijk.
- als u aanhoudende of ernstige diarree krijgt.
Vlak na het begin en gedurende uw behandeling met Tasmar, kunt u verschijnselen krijgen,
veroorzaakt door levodopa, zoals onwillekeurige bewegingen en misselijkheid. Neem daarom,
wanneer u zich niet goed voelt, onmiddellijk contact op met uw arts daar het mogelijk is dat uw dosis
levodopa veranderd dient te worden.
Andere mogelijke bijwerkingen:
Zeer vaak:
- onwillekeurige bewegingen (dyskinesie),
- misselijkheid, verminderde eetlust, diarree,
- hoofdpijn, duizeligheid
- slaapproblemen, slaperigheid,
- licht gevoel in het hoofd bij het staan (orthostatische klachten),
- geestelijke verwardheid en hallucinaties,
56
-
-
Vaak:
-
-
-
-
-
-
-
-
-
bewegingsstoornis met onvrijwillige bewegingen en verkeerde stand (dystonie).
overmatig dromen.
pijn op de borst,
obstipatie, zuurbranden, maagpijn, braken, droge mond,
flauwvallen,
toegenomen zweten,
influenza-achtige symptomen,
verminderde vrijwillige en onvrijwillige bewegingen (hypokinesie),
infectie van de bovenste luchtwegen,
verhoging van bepaalde leverenzymen,
verkleuring van de urine.
Soms:
- leverbeschadiging, in zeldzame gevallen met fatale afloop.
Zelden:
- ernstige verschijnselen van spierverstijving, koorts of geestelijke verwarring (Maligne
Neurolepticasyndroom) als de anti-Parkinson behandeling plotseling wordt verminderd of
gestopt.
- Stoornis van de impulsbeheersing (het
niet kunnen onderdrukken van de impuls om iets te
doen dat schadelijk zou kunnen zijn), hiertoe behoren:
o
Sterke impuls om overmatig te gokken ondanks ernstige persoonlijke gevolgen of
gevolgen voor het gezin.
o
Veranderde of toegenomen seksuele interesse en gedrag dat van grote zorg is voor uzelf
of anderen, bijvoorbeeld een verhoogde seksuele drift.
o
Onbedwingbare behoefte om overmatig te winkelen of geld uit te geven.
o
Vreetbuien (het eten van grote hoeveelheden voedsel in een korte periode) of dwangmatig
eten (het eten van meer dan normaal en meer dan nodig is om uw honger te stillen).
Vertel het aan uw arts als u last krijgt van een van deze gedragingen; hij/zij zal met u bespreken
hoe deze symptomen behandeld of verminderd kunnen worden.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het Nederlands Bijwerkingen Centrum, LAREB, via www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de verpakking
na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Gebruik dit geneesmiddel niet, als u merkt dat de tabletten beschadigd zijn.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
57
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is tolcapon (200 mg in elke filmomhulde tablet)
-
De andere stoffen (hulpstoffen) zijn:
Tabletkern: calciumwaterstoffosfaat (watervrij), microkristallijne cellulose, povidon K 30,
natriumzetmeelglycolaat, lactosemonohydraat (zie rubriek 2 ” Tasmar bevat lactose”, talk,
magnesiumstearaat.
Filmomhulsel: hydroxypropylmethylcellulose, talk, geel ijzeroxide (E 172), ethylcellulose,
titaniumdioxide (E 171), triacetine en natriumlaurylsulfaat
Hoe ziet Tasmar er uit en hoeveel zit er in een verpakking?
Tasmar is een oranje tot bruin gele, ovaalvormige, filmomhulde tablet. Een zijde is voorzien van de
indruk “TASMAR” en “200”. Tasmar wordt afgeleverd in de vorm van filmomhulde tabletten met
200 mg tolcapon. Het is beschikbaar in doordrukstrips met een verpakkingsgrootte van 30 of 60
tabletten en in glazen flessen met een verpakkingsgrootte van 100 filmomhulde tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Meda AB
Pipers väg 2A
S-170 09 Solna
Zweden
Fabrikant
ICN Polfa Rzeszów S.A.
ul.
Przemysłowa
2
35-959 Rzeszów
Polen
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
België/Belgique/Belgien
Mylan EPD bvba/sprl
Chaussée de la Hulpe 166/
Terhulpsesteenweg 166
B-1170 Brussels
Tél/Tel: +32 2 5 04 08 11
Luxembourg/Luxemburg
Mylan EPD bvba/sprl
Chaussée de la Hulpe 166/
Terhulpsesteenweg 166
B-1170 Brussels
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 2 5 04 08 11
Magyarország
Mylan EPD Kft.
H-1138 Budapest,
Váci út 150.
Tel.: +36 1 465 2100
България
Майла½ ЕООД
бул. Сит½яково
48,
ет.
7
Офис сграда „Сердика Офиси“
1505
София
Тел:
+359 2 44 5400
Česká
republika
Mylan Healthcare CZ s.r.o.
Evropská 2590/33C
Prague 6 160 00
Czech Republic
Tel: +420 234 064 203
Malta
V.J. Salomone Pharma Limited
Upper Cross Road, Marsa,
MRS 1542, Malta
Tel: +356 22983143
58
Danmark
Mylan Denmark ApS
Borupvang 1
2750 Denmark
Tlf: +45 28 11 69 32
Deutschland
MEDA Pharma GmbH & Co. KG
Benzstraße 1
D-61352 Bad Homburg v.d.H.
Tel: + 49 6172 888 01
Eesti
Meda Pharma SIA
Liivalaia 13/15
10151 11018Tallinn
Tel. + 372 6261 025
Ελλάδα
MEDA Pharmaceuticals A.E.
Αγίου Δημητρίου
63
17456
Άλιμος
Τηλ:
+30 210 6 77 5690
España
Mylan Pharmaceuticals S.L.
C/Plom, 2-4, 5ª planta
08038 - Barcelona
Tel: +34 900 102 712
Nederland
Mylan Healthcare B.V.
Krijgsman 20
NL-1186 DM Amstelveen
Tel: +31 20 426 33 00
Norge
Mylan Healthcare Norge A/S
Hagaløkkveien 26
N-1383 Asker
Tlf: +47 66 75 33 00
Österreich
MEDA Pharma GmbH
Guglgasse 15
A-1110 Wien
Tel: + 43 1 86 390
Polska
Mylan Healthcare Sp. z o.o.
ul
.Postępu
21 B
02-676 Warszawa
Tel: +48 22 5466400
Portugal
BGP Products, Unipessoal, Lda.
Av. D. João II,
Edifício Atlantis, nº 44C – 7.3 e 7.4
1990-095 Lisboa
Tel:+351 214 127 200
România
BGP PRODUCTS SRL
Tel.: +40372 579 000
France
Mylan Medical SAS
40-44 rue Washington
75008 Paris
Tél : +33 156 64 10 70
Hrvatska
Mylan Hrvatska d.o.o.
Tel: +385 1 23 50 599
Ireland
Mylan Ireland Limited
Unit 34/35, Block A
Dunboyne Business Park
Dunboyne
IRL - Co Meath
Tel: +353 (0) 87 1694982
Ísland
Icepharma hf
Box 906
S-170 09 Solna
Svíþjóð.
Sími: +354 540 8000
59
Slovenija
Mylan Healthcare d.o.o.
Dolenjska cesta 242c
1000 Ljubljana
Tel: +386 1 23 63 180
Slovenská republika
MEDA Pharma spol. s. r.o.
Trnavská cesta 50
821 02 Bratislava
Tel: +421 2 32 199 100
Italia
Meda Pharma S.p.A.
Viale Brenta, 18
I-20139 Milano
Tel: +39 0261246987
Κύπρος
Varnavas Hadjipanayis Ltd
Τηλ:
+357 2220 7700
Suomi/Finland
Meda Oy
Vaisalantie 4/ Vaisalavägen 4
FI-02130 Espoo/ Esbo
Puh/Tel: +358 20 720 9550
Sverige
Meda AB
Box 906
S-170 09 Solna
Tel: +46 8 630 1900
United Kingdom
Mylan Products Ltd.,
Station Close,
Potters Bar,
Hertfordshire,
EN6 1TL, UK
+44 (0) 1707 853000
Latvija
Meda Pharma SIA
101 Mūkusalas str.
Rīga
LV‐1004
Tālr:
+371 67616137
Lietuva
Meda Pharma SIA
½algirio str. 90-100
Vilnius LT-09303
Tel. + 370 52059367
Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in { datum }:
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
60

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 100 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 100 mg tolcapon.
Hulpstof met bekend effect
Iedere filmomhulde tablet bevat 7,5 mg lactosemonohydraat.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Bleke tot lichtgele, zeshoekige, biconvexe filmomhulde tablet. Een zijde is voorzien van de indruk
'TASMAR' en '100'.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Tasmar is in combinatie met levodopa/benserazide of levodopa/carbidopa geïndiceerd voor gebruik
bij patiënten met levodopa-responsieve idiopathische ziekte van Parkinson en motorische fluctuaties,
die niet reageerden op of intolerant zijn voor andere catechol-O-methyltransferase (COMT) remmers
(zie rubriek 5.1). Vanwege het risico van mogelijk fatale acute leverbeschadiging, dient Tasmar niet
overwogen te worden als eerste stap ter aanvulling van levodopa/benserazide of levodopa/carbidopa
(zie rubrieken 4.4 en 4.8). Indien er geen substantile klinische verbetering wordt gezien binnen 3
weken na starten met de behandeling, dient Tasmar gestaakt te worden.
Aangezien Tasmar alleen in combinatie met levodopa/benserazide en levodopa/carbidopa gebruikt
dient te worden, is de informatie over het voorschrijven van deze levodopapreparaten ook van
toepassing voor het gelijktijdig gebruik van Tasmar.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Pediatrische patiënten
Tasmar wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen jonger dan 18 jaar wegens onvoldoende
gegevens over de veiligheid en werkzaamheid. Er is geen relevante indicatie voor Tasmar bij kinderen
en adolescenten.
Ouderen
Bij ouderen is geen dosisaanpassing van Tasmar nodig.
Verminderde leverfunctie (zie rubriek 4.3)
Tasmar is gecontra-indiceerd bij patiënten met leverziekte of verhoogde leverenzymen.
Verminderde nierfunctie (zie rubriek 5.2)
Wijze van toediening
Het toedienen van Tasmar is beperkt tot het voorschrijven en supervisie door artsen met ervaring in de
behandeling van gevorderde ziekte van Parkinson.
Tasmar wordt driemaal daags oraal toegediend.
Tasmar kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 5.2).
Tasmar tabletten zijn filmomhuld en moeten in hun geheel worden ingenomen omdat tolcapon een
bittere smaak heeft.
Tasmar kan met alle farmaceutische vormen van levodopa/benserazide en levodopa/carbidopa
worden gecombineerd (zie ook rubriek 4.5).
De eerste dosis Tasmar van de dag dient samen te worden ingenomen met de eerste dagdosering van
het levodopapreparaat en de volgende doses dienen ongeveer 6 en 12 uur later te worden gegeven.
Tasmar kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 5.2).
De aanbevolen dosering van Tasmar is driemaal daags 100 mg, altijd als een toevoeging aan
levodopa/beserazide of levodopa/carbidopa therapie. Alleen in uitzonderlijke gevallen, als de te
verwachten stapsgewijze klinische verbetering het toegenomen risico op leverreacties rechtvaardigt,
zou de therapie verhoogd kunnen worden naar 3 maal daags 200 mg. (zie rubrieken 4.4 en 4.8). Indien
binnen de 3 weken na de start van de behandeling geen substantiële klinische verbetering optreedt,
dient Tasmar gestaakt te worden (ongeacht de dosis).
De maximale therapeutische dosering van driemaal daags 200 mg mag niet overschreden worden
aangezien er geen bewijs bestaat voor additionele effectiviteit bij hogere doses.
De leverfunctie dient gecontroleerd te worden voorafgaande aan de start van de behandeling met
Tasmar en vervolgens gecontroleerd, elke 2 weken gedurende het eerste jaar van de behandeling, elke
4 weken gedurende de volgende 6 maanden en elke 8 weken daarna. Als de dosis wordt verhoogd tot
3 maal daags 200 mg, dient de leverenzymmonitoring plaats te vinden voorafgaande aan de verhoging
van de dosis en vervolgens opnieuw geïnitieerd te worden volgens bovengenoemde sequentie van
frequenties. (zie rubrieken 4.4 en 4.8).
De behandeling met Tasmar dient eveneens gestaakt te worden indien de ALT (alanine
aminotransferase) en/of AST (aspartaat aminotransferase) de bovenlimiet van de normaalwaarde

overstijgt of indien er zich symptomen of tekenen van leverfalen ontwikkelen (zie rubriek 4.4).
Levodopa-aanpassingen tijdens de Tasmar behandeling
Omdat Tasmar de afbraak van levodopa in het lichaam vermindert, kunnen er bijwerkingen optreden
ten gevolge van toegenomen levodopaconcentraties bij het begin van de Tasmar behandeling. In
klinisch onderzoek was een verlaging van de dagelijkse levodopadosis nodig bij meer dan 70 % van
de patiënten die dagelijks meer dan 600 mg levodopa gebruikten, of bij patiënten met matige of
ernstige dyskinesie voorafgaande aan het begin van de behandeling.
Bij patiënten, bij wie een verlaging van de levodopadosis was vereist, was de gemiddelde verlaging
ongeveer 30 % van de dagelijkse levodopadosis. Bij het starten met Tasmar, dienen alle patinten
geïnformeerd te zijn aangaande de symptomen van te veel levodopa en wat te doen als dit zich
voordoet.
Levodopa-aanpassingen als Tasmar wordt gestaakt
De volgende suggesties zijn gebaseerd op farmacologische overwegingen en zijn niet gevalueerd in
klinisch onderzoek. De levodopadosis dient niet verminderd te worden als de Tasmar therapie wordt
gestaakt wegens bijwerkingen gerelateerd aan te veel levodopa. Echter, als de Tasmar therapie wordt
4.3
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
- Bewijs van leverziekte of verhoogde leverenzymen.
- Ernstige dyskinesie.
- Eerder doorgemaakte Maligne Neurolepticasyndroom (NMS) Symptomen Complex en/of niet-
traumatische rhabdomyolyse of hyperthermie.
- Feochromocytoom.
- Behandeling met niet-selectieve mono amino oxidase (MAO) remmers.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Tasmar therapie dient alleen geïnitieerd te worden door artsen met ervaring op het gebied van de
behandeling van gevorderde ziekte van Parkinson om een passende risico-baten analyse te
waarborgen. Tasmar dient niet voorgeschreven te worden totdat er een complete informatieve
discussie aangaande de risico's heeft plaatsgevonden met de patiënt.
Tasmar dient gestaakt te worden als er geen substantile klinische verbetering gezien wordt binnen 3
weken na starten met de therapie ongeacht de dosis.
Leverbeschadiging
Vanwege het risico op zeldzame maar potentieel fatale acute leverbeschadiging is Tasmar alleen
geïndiceerd voor het gebruik bij patinten met levodopa-responsieve idiopatische ziekte van
Parkinson en motorische fluctuaties die niet reageerden op of intolerant waren voor andere COMT-
remmers. Periodieke controle van leverenzymen kan het voorkomen van fulminante hepatitis niet
betrouwbaar voorspellen. Men gelooft echter algemeen dat een vroege detectie van door medicatie
veroorzaakte leverbeschadiging samen met het onmiddellijk stoppen van de verdachte medicatie de
kans op herstel vergroot. Leverbeschadiging kwam het meest voor tussen 1 maand en 6 maanden na
de start van de behandeling met Tasmar. Daarnaast is hepatitis, optredend na ongeveer 18 maanden
behandeling, zelden gerapporteerd. Het dient ook opgemerkt te worden dat vrouwelijke patiënten een
hoger risico kunnen hebben op leverbeschadiging (zie rubriek 4.8).
Voor het starten van de behandeling: als de leverfunctietesten abnormaal zijn of als er tekenen zijn
van verminderde leverfunctie, dient Tasmar niet te worden voorgeschreven. Als Tasmar
voorgeschreven gaat worden, dient de patiënt geïnformeerd te worden over de tekenen en de
symptomen die kunnen wijzen op leverbeschadiging, en de dokter onmiddellijk te informeren.
Tijdens de behandeling: De leverfunctie dient elke 2 weken gecontroleerd te worden gedurende het
eerste jaar van de behandeling, elke 4 weken gedurende de volgende 6 maanden en daarna elke 8
weken. Als de dosis wordt verhoogd tot 3 maal daags 200 mg, dient de leverenzym- monitoring plaats
te vinden voorafgaande aan de verhoging van de dosis en vervolgens opnieuw geïnitieerd te worden
volgens bovenstaande sequentie van frequenties. De behandeling dient onmiddellijk gestaakt te
worden als de ALT en/of de AST 1 x de bovenlimiet van de normaalwaarde (ULN) overstijgt of als er
zich symptomen of tekenen van leverfalen ontwikkelen (aanhoudende misselijkheid, vermoeidheid,
lethargie, anorexie, geelzucht, donkere urine, pruritus en pijn in het rechter bovenkwadrant).
Als de behandeling is gestaakt: Patinten die blijkgeven van acute leverbeschadiging tijdens Tasmar
gebruik en waarbij het geneesmiddel wordt gestopt, hebben mogelijk een verhoogd risico op
Maligne Neurolepticasyndroom (NMS)
Bij Parkinson-patiënten lijkt NMS voor te komen wanneer dopaminerge- verhogende geneesmiddelen
worden onderbroken of gestopt. Indien symptomen voorkomen na het stoppen van Tasmar, dienen
artsen daarom te overwegen de levodopadosis van de patiënt te verhogen (zie rubriek 4.2).
Geïsoleerde gevallen, overeenkomend met NMS, zijn in verband gebracht met de behandeling met
Tasmar. Symptomen beginnen gewoonlijk tijdens de Tasmarbehandeling of kort na het stoppen van
Tasmar. NMS wordt gekenmerkt door motorische symptomen (stijfheid, myoclonus en tremor),
mentale statusveranderingen (agitatie, verwardheid, stupor en coma) verhoogde temperatuur,
ontregeling van het autonome zenuwstelsel (labiele bloeddruk, tachycardie) en verhoogde serum
creatine fosfokinase (CPK) hetgeen het gevolg zou kunnen zijn van myolyse. Een diagnose van NMS
dient overwogen te worden zelfs als niet alle van bovengenoemde bevindingen aanwezig zijn. Bij een
dergelijke diagnose dient Tasmar onmiddellijk te worden gestaakt en de patiënt nauwgezet te worden
gevolgd.
Voorafgaande aan de behandeling: Ter verkleining van het risico van NMS, dient aan patiënten met
ernstige dyskinesie of een voorgeschiedenis van NMS waaronder rhabdomyolyse of hyperthermie
geen Tasmar voorgeschreven te worden (zie rubriek 4.3). Patiënten die een veelvoud aan
geneesmiddelen ontvangen die verschillende systemen van het centrale zenuwstelsel (CZS)
beïnvloeden in de hersenen (b.v. antidepressiva, neuroleptica, anticholinergica) zouden een hoger
risico kunnen lopen om NMS te ontwikkelen.
Stoornissen in de impulsbeheersing
Patiënten moeten regelmatig worden gecontroleerd op de ontwikkeling van stoornissen in de
impulsbeheersing. Patiënten en verzorgers dienen erop te worden gewezen dat bij patiënten die
werden behandeld met dopamine-agonisten en/of dopaminerge behandelingen zoals Tasmar in
combinatie met levodopa gedragssymptomen van stoornissen in de impulsbeheersing kunnen optreden
waaronder pathologisch gokken, toegenomen libido, hyperseksualiteit, compulsieve uitgaven of
aankopen, eetaanvallen en dwangmatig eten. Als deze symptomen zich ontwikkelen, wordt
heroverweging van de behandeling aanbevolen.
Dyskinesie, misselijkheid en andere met levodopa samenhangende bijwerkingen
Er kan een toename optreden van met levodopa samenhangende bijwerkingen. Deze bijwerkingen
kunnen dikwijls afgezwakt worden door het verlagen van de levodopa-dosis (zie rubriek 4.2).
Diarree
In klinische studies ontwikkelde zich bij 16 % en 18 % van de patiënten, die respectievelijk driemaal
daags 100 mg en 200 mg Tasmar kregen, diarree, vergeleken bij 8 % van de patiënten die een placebo
kregen. De met Tasmar samenhangende diarree begon meestal 2 tot 4 maanden na het begin van de
therapie. Diarree leidde bij 5 % en 6 % van de patienten, die respectievelijk 100 mg en 200 mg
Tasmar kregen toegediend, tot stoppen van de therapie, vergeleken met 1 % van de placebo-patiënten.
Interactie met benserazide
Tengevolge van de interactie tussen een hoge dosis benserazide en tolcapon (resulterend in verhoogde
spiegels van benserazide), dient de voorschrijver, totdat meer ervaring is verkregen, te letten op
dosisgerelateerde bijwerkingen (zie rubriek 4.5).
MAO-remmers
Tasmar dient niet te worden toegediend in combinatie met niet-selectieve monoamino-oxydase
(MAO)-remmers (b.v. fenelzine en tranylcypromine). De combinatie van MAO-A- en MAO-B
remmers komt overeen met niet-selectieve MAO-remming en daarom dienen ze niet tezamen te
worden gegeven met Tasmar en levodopapreparaten (zie ook rubriek 4.5). Selectieve MAO-B-
Warfarine
Aangezien de klinische informatie beperkt is wat betreft de combinatie van warfarine en tolcapon,
dienen de coagulatieparameters te worden gecontroleerd wanneer deze geneesmiddelen samen worden
toegediend.
Speciale bevolkingsgroepen
Patiënten met een ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring <30 ml/min) dienen met
voorzichtigheid behandeld te worden. Er zijn geen gegevens over de verdraagbaarheid van tolcapon
bij deze bevolkingsgroep beschikbaar (zie rubriek 5.2).
Tasmar bevat lactose en natrium
Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie
of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet in te nemen.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per filmomhulde tablet, dat wil zeggen dat het
in wezen `natriumvrij' is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Het is bekend dat Tasmar, als een COMT-remmer, de biologische beschikbaarheid van gelijktijdig
toegediend levodopa verhoogt. De hierop volgende verhoging in dopaminerge stimulatie kan leiden
tot dopaminerge bijwerkingen waargenomen na behandeling met COMT-remmers. De meest
voorkomende hiervan zijn: verhoogde dyskinesie, misselijkheid, braken, buikpijn, syncope,
orthostatische klachten, obstipatie, slaapstoornissen, slapeloosheid, hallucinatie.
Levodopa werd geassocieerd met slaperigheid en episodes van plotselinge slaap. Plotselinge slaap
gedurende dagelijkse bezigheden, in bepaalde gevallen zonder besef ervan of zonder voorafgaande
tekenen, werd zeer zelden gerapporteerd. Patiënten dienen hierover te worden geïnformeerd en
aangeraden voorzichtig te zijn bij het rijden of bij het gebruik van machines gedurende de levodopa
behandeling. Patiënten die slaperigheid en/of een episode van plotselinge slaap hebben ondervonden
dienen niet te rijden en geen machines te gebruiken (zie rubriek 4.7). Verder kan een vermindering
van de levodopadosis of het staken van de behandeling worden overwogen.
Geneesmiddelen die worden gemetaboliseerd door catechol-O-methyltransferase (COMT)
Tolcapon zou de farmacokinetiek van geneesmiddelen, die worden gemetaboliseerd door COMT,
kunnen beïnvloeden. Er zijn geen effecten waargenomen op de farmacokinetiek van het COMT-
substraat carbidopa. Een interactie werd waargenomen met benserazide, wat kan leiden tot verhoogde
spiegels van benserazide en de actieve metaboliet daarvan. De grootte van het effect was afhankelijk
van de dosis benserazide. De plasmaconcentraties van benserazide, die werden waargenomen na co-
medicatie van tolcapon en benserazide-25 mg/levodopa, bevonden zich nog binnen de waarden, die
worden waargenomen bij levodopa/benserazide alleen. Anderzijds, na co-medicatie van tolcapon en
benserazide-50 mg/ levodopa, konden de plasmaspiegels van benserazide toenemen tot boven de
spiegels, die gewoonlijk worden waargenomen bij levodopa/benserazide alleen. Het effect van
tolcapon op de farmacokinetiek van andere geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door COMT,
zoals alfa- methyldopa, dobutamine, apomorfine, adrenaline en isoprenaline, is niet bepaald. De
voorschrijver dient te letten op bijwerkingen, die veroorzaakt worden door veronderstelde verhoogde
plasmaspiegels van deze geneesmiddelen wanneer ze gecombineerd worden met Tasmar.
Effect van tolcapon op het metabolisme van andere geneesmiddelen
Omdat tolcapon in vitro affiniteit vertoont voor cytochroom CYP2C9, zou het kunnen interfereren met
geneesmiddelen, waarvan de klaring afhankelijk is van deze metabole route zoals tolbutamide en
warfarine. In een interactiestudie veranderde tolcapon de farmacokinetiek van tolbutamide niet.
Daarom lijkt een klinisch relevante interactie met betrekking tot cytochroom CYP2C9
onwaarschijnlijk.
Geneesmiddelen die catecholaminen verhogen
Omdat tolcapon interfereert met het metabolisme van catecholaminen, is theoretisch interactie
mogelijk met andere geneesmiddelen die een effect hebben op catecholaminespiegels.
Wanneer Tasmar werd toegediend in combinatie met levodopa/carbidopa en desipramine, trad er geen
significante verandering op in de bloeddruk, de hartfrequentie en de plasmaconcentraties van
desipramine. In het algemeen nam de frequentie van bijwerkingen iets toe. Deze bijwerkingen waren
voorspelbaar op grond van de bekende bijwerkingen van elk van deze drie middelen afzonderlijk.
Voorzichtigheid is daarom geboden wanneer krachtige noradrenaline-heropname-remmers, zoals
desipramine, maprotiline of venlafaxine, worden toegediend aan patiënten met de ziekte van
Parkinson die reeds behandeld worden met Tasmar en levodopa-preparaten.
In klinische studies rapporteerden patiënten, die een combinatie van Tasmar en een levodopa-
preparaat kregen toegediend, dezelfde bijwerkingen, onafhankelijk van het feit of ze al dan niet
tegelijkertijd selegiline (een MAO-B-remmer) kregen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn niet voldoende gegevens over het gebruik van tolcapon bij zwangere vrouwen. Daarom dient
Tasmar tijdens de zwangerschap uitsluitend gebruikt te worden als de potentiële voordelen opwegen
tegen het potentiële risico voor de foetus.
Borstvoeding
In dierstudies bleek dat tolcapon werd uitgescheiden in de moedermelk.
Het is niet bekend of tolcapon veilig is voor zuigelingen; vrouwen dienen daarom geen borstvoeding
te geven als ze behandeld worden met Tasmar.
Vruchtbaarheid
Bij ratten en konijnen werd embryo-/foetotoxiciteit waargenomen na tolcapontoediening (zie rubriek
5.3). Het potentiële risico bij de mens is niet bekend.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten van Tasmar op de rijvaardigheid en op
het vermogen om machines te bedienen.
Het is uit het klinisch onderzoek niet gebleken dat Tasmar een negatieve invloed heeft op de
rijvaardigheid of het vermogen om machines te gebruiken. De patiënten dienen er echter op
geattendeerd te worden dat de symptomen van hun ziekte van Parkinson de rijvaardigheid en het
vermogen om machines te gebruiken nadelig kan beïnvloeden.
Het is bekend dat Tasmar, als een COMT-remmer, de biologische beschikbaarheid van gelijktijdig
toegediend levodopa verhoogt. De hierop volgende verhoging in dopaminerge stimulatie kan leiden
tot dopaminerge bijwerkingen waargenomen na behandeling met COMT-remmers. Patiënten die
worden behandeld met levodopa en die slaperigheid en/of episodes van plotselinge slaap vertonen,
dienen geïnformeerd te worden niet te rijden of geen activiteiten uit te voeren waarbij een
verminderde waakzaamheid henzelf of anderen in gevaar kan brengen voor ernstige letsels of dood
(bv. gebruik van machines) tot dergelijke terugkerende episodes alsook de slaperigheid verdwenen
zijn (zie ook rubriek 4.4).
Bijwerkingen
De meest voorkomende waargenomen bijwerkingen in samenhang met het gebruik van Tasmar en
meer voorkomend dan bij het gebruik van placebo worden weergegeven in onderstaande tabel. Het is
echter bekend dat Tasmar, als een COMT-remmer, de biologische beschikbaarheid van gelijktijdig
toegediend levodopa verhoogt. De hierop volgende verhoging in dopaminerge stimulatie kan leiden
tot dopaminerge bijwerkingen waargenomen na behandeling met COMT-remmers. De meest
voorkomende hiervan zijn: verhoogde dyskinesie, misselijkheid, braken, buikpijn, syncope,
orthostatische klachten, obstipatie, slaapstoornissen, slapeloosheid, hallucinatie.
Diarree was de enige bijwerking die in het algemeen leidde tot het staken van de behandeling met
Tasmar in klinisch onderzoek (zie rubriek 4.4).
Zeer vaak ( 1/10)
Vaak ( 1/100 tot < 1/10)
Soms (1/1000 tot < 1/100)
Zelden (1/10.000 tot < 1/1000)
Zeer zelden (<1/10.000)
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
De ervaring met Tasmar, verkregen in parallel, placebogecontroleerde, gerandomiseerde studies met
patiënten met de ziekte van Parkinson, wordt getoond in de volgende tabel met bijwerkingen, die op
een mogelijke relatie met Tasmar wijzen.
Samenvatting van de bijwerkingen, die mogelijk gerelateerd zijn aan Tasmar met bruto incidentie
cijfers voor de fase-III placebo-gecontroleerde studies.
Systeem/orgaanklasse
Incidentie* Bijwerkingen
Infecties en parasitaire
Vaak
Infectie van de bovenste luchtwegen
aandoeningen
Psychische stoornissen
Zeer vaak
Slaapstoornissen
Excessief dromen
Somnolentie
Verwardheid
Hallucinatie
Zelden
Stoornissen in de impulsbeheersing*
(toegenomen libido, hyperseksualiteit,
pathologisch gokken, compulsieve uitgaven
of aankopen, eetaanvallen en dwangmatig
eten (zie rubriek 4.4)).
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Dyskinesie
Dystonie
Hoofdpijn
Duizeligheid
Slaperigheid
Orthostatische klachten
Zelden
Symptomen van het maligne
neurolepticasyndroom (zie rubriek 4.4)
Vaak
Hypokinesie
Syncope
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Misselijkheid
Incidentie* Bijwerkingen
Diarree
Vaak
Braken
Constipatie
Xerostomie
Buikpijn
Dyspepsie
Voedings- en
Zeer vaak
Anorexie
stofwisselingsstoornissen
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Toegenomen transpiratie
Nier- en urinewegaandoeningen
Vaak
Urineverkleuring
Algemene aandoeningen en
Vaak
Pijn op de borst
toedieningsplaatsstoornissen
Influenza-achtige aandoening
Lever- en galaandoeningen
Soms
Hepatocellulaire beschadiging, in zeldzame
gevallen met fatale afloop* (zie rubriek
4.1)
Onderzoeken
Soms
Verhoging van alanine-aminotransferase
(ALT)

* Bijwerkingen waarvoor geen frequentie kon worden afgeleid uit klinische studies (d.w.z. waar
een bepaalde bijwerking niet werd waargenomen in klinische studies, maar alleen post-marketing
werd gemeld) zijn aangegeven met een asterisk (*), en de frequentie categorie is berekend op basis
van de EU-richtlijn.

Verhoging van alanine-aminotransferase
Bij 1 % van de patiënten, die driemaal daags 100 mg Tasmar kregen en bij 3 % van de patiënten, die
driemaal daags 200 mg kregen, traden verhogingen op van alanine- aminotransferase (ALT) tot meer
dan driemaal zo hoog als de bovenste grens van de normaalwaarde (ULN). Verhogingen werden
ongeveer twee maal zo vaak gezien bij vrouwen. Deze verhogingen verschenen gewoonlijk binnen 6
tot 12 weken na het begin van de behandeling en gingen niet gepaard met enig klinisch teken of
symptoom. In ongeveer de helft van het aantal gevallen keerden de transaminasespiegels spontaan
terug tot de beginwaarden terwijl de patiënten de Tasmar-therapie voortzetten. Bij de overigen
keerden de transaminasespiegels terug naar de waarden van voor de behandeling wanneer de therapie
werd gestaakt.
Hepatocellulaire beschadiging
Zeldzame gevallen van ernstige hepatocellulaire beschadiging leidend tot de dood zijn gerapporteerd
tijdens het in de handel zijn (zie rubriek 4.4).
Symptomen van het maligne neurolepticasyndroom
Er zijn enkele geïsoleerde gevallen gerapporteerd van patiënten met symptomen, die deden denken
aan het maligne neurolepticasyndroom (zie rubriek 4.4) volgend op het verminderen of staken van de
behandeling met Tasmar en volgend op de introductie van Tasmar als dit gepaard ging met een
aanzienlijke reductie van andere tegelijkertijd toegediende dopaminerge medicaties. Bovendien, is
rhabdomyolyse ten gevolge van NMS of ernstige dyskinesie waargenomen.
Verkleuring van de urine
Tolcapon en de metabolieten zijn geel en kunnen bij de patiënten een onschuldige versterking van de
kleur van de urine veroorzaken.
Stoornissen in de impulsbeheersing
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum, LAREB.
4.9
Overdosering
Geïsoleerde gevallen van ofwel accidentele ofwel opzettelijke overdosering met tolcapon tabletten
zijn gemeld. De klinische omstandigheden van deze gevallen waren echter zo divers dat uit deze
gevallen geen algemene conclusies kunnen worden getrokken.
De hoogst toegediende dosis tolcapon aan mensen was driemaal daags 800 mg, met en zonder co-
medicatie van levodopa, in een 1 week durende studie bij oudere gezonde vrijwilligers. De piek-
plasmaconcentratie van tolcapon was bij deze dosis gemiddeld 30 g/ml (ter vergelijking: bij doses
van 100 mg en 200 mg tolcapon zijn deze waarden respectievelijk 3 g/ml en 6 g/ml). Misselijkheid,
braken en duizeligheid werden waargenomen, vooral in combinatie met levodopa.
Behandeling van overdosis
Opname in het ziekenhuis wordt geadviseerd. Algemeen ondersteunende zorg is aangewezen. Op
grond van de fysisch-chemische eigenschappen van de stof, lijkt hemodialyse van weinig nut te zijn.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmaco-therapeutische categorie: Anti-Parkinson geneesmiddelen, andere antidopaminerge
middelen, ATC-code: NO4BX01
Werkingsmechanisme
Tolcapon is een oraal actieve, selectieve en reversibele catechol-O-methyltransferase (COMT)-
remmer. Toegediend in combinatie met levodopa en een aromatische aminozuurdecarboxylase-
remmer (AADC-I) leidt het tot een meer stabiele plasmaspiegel van levodopa doordat tolcapon de
omzetting van levodopa tot 3-methoxy-4-hydroxy-L-fenylalanine (3-OMD) vermindert.
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson zijn hoge plasmaspiegels van 3-OMD wel in verband
gebracht met een slechte respons op levodopa. Tolcapon vermindert in hoge mate de vorming van 3-
OMD.
Farmacodynamische effecten
Onderzoek bij gezonde vrijwilligers heeft aangetoond dat tolcapon na orale toediening de activiteit
van het humaan erythrocyten-COMT reversibel remt. De remming is nauw gerelateerd aan de
plasmaspiegel van tolcapon. Bij 200 mg tolcapon is de maximale remming van de erythrocyten-
COMT-activiteit gemiddeld groter dan 80 %. Bij driemaal daagse toediening van 200 mg Tasmar is
deze remming bij dalspiegels 30 % tot 45 % en er ontstaat geen gewenning.
Na het staken van de toediening van tolcapon werd een voorbijgaande stijging van de erythrocyten-
COMT-activiteit tot boven de waarden van voor de behandeling waargenomen. Onderzoek bij
patiënten met de ziekte van Parkinson heeft echter aangetoond dat er na het staken van de behandeling
Als Tasmar samen met levodopa wordt toegediend verhoogt het de biologische beschikbaarheid
(AUC) van levodopa bij benadering tweevoudig. Dit is te danken aan een vermindering van de klaring
van L-dopa hetgeen resulteert in een verlenging van de terminale eliminatie-halfwaardetijd (t½) van
levodopa. In het algemeen was er geen invloed op de gemiddelde piekplasma-spiegel (Cmax) van
levodopa en het tijdstip waarop deze werd bereikt (tmax). Het effect treedt op na de eerste gift.
Onderzoeken bij gezonde vrijwilligers en bij patiënten met de ziekte van Parkinson hebben bevestigd
dat het maximale effect optreedt bij een dosering van 100 tot 200 mg tolcapon. De plasmaspiegels van
3-OMD werden aanzienlijk en dosisafhankelijk verlaagd door tolcapon als het samen met een
levodopa/AADC-I (aromatische aminozuurdecarboxylase-remmer) (benserazide of carbidopa) werd
gegeven.
Het effect van tolcapon op de farmacokinetiek van levodopa is bij alle farmaceutische vormen van
levodopa/benzerazide en levodopa/carbidopa hetzelfde: het is onafhankelijk van de levodopa-dosis, de
verhouding levodopa/AADC-I (benserazide of carbidopa) en het gebruik van vormen met vertraagde
afgifte.
Klinische Werkzaamheid en Veiligheid
Dubbelblinde placebo-gecontroleerde klinische studies hebben een significante vermindering van
ongeveer 20 % tot 30 % in de "OFF"-tijd aangetoond en een vergelijkbare toename in de "ON"-tijd,
vergezeld van een afname van de ernst van de symptomen bij fluctuerende patiënten die Tasmar
kregen. De globale beoordeling van de effectiviteit door de onderzoekers wees eveneens op een
significante verbetering.
Een dubbelblind onderzoek vergeleek Tasmar met entacapon bij patinten met de ziekte van
Parkinson die op zijn minst 3 uur OFF tijd per dag hadden terwijl ze geoptimaliseerde levodopa-
therapie ontvingen. De primaire uitkomst was het deel van de patinten met een toename van 1 of
meer uren ON tijd (zie tabel 1)
Tab. 1 Primaire en Secundaire Uitkomsten van dubbelblind onderzoek
Entacapon
Tolcapon
p waarde
95 % BI
N=75
N=75
Primaire Uitkomst
Aantal (percentage) met 1 uur toename
32 (43 %)
40 (53 %)
p=0,191
-5,2;26,6
ON tijd respons
Secundaire Uitkomst
Aantal (percentage) met lichte tot
19 (25 %)
29 (39 %)
p=0,080
-1,4;28,1
aanzienlijke verbetering
Aantal (percentage) verbeterd ten aanzien 13 (17 %)
24 (32 %)
NVT
NVT
van de primaire en secundaire uitkomst
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetiek van tolcapon is binnen het therapeutisch bereik lineair en onafhankelijk van de
co-medicatie met een levodopa/decarboxylase-remmer (benserazide of carbidopa).
Absorptie
Tolcapon wordt snel geabsorbeerd met een tmax van ongeveer 2 uur. De absolute biologische
beschikbaarheid na een orale dosis is ongeveer 65 %. Bij een driemaal daagse dosering van 100 mg of
200 mg van tolcapon treedt geen cumulatie op. Bij deze doses is de Cmax respectievelijk ongeveer
3 g/ml en 6 g/ml. Voedsel vertraagt en vermindert de absorptie van tolcapon, maar de relatieve
Distributie
Het verdelingsvolume van tolcapon is klein (Vss = 9 l). Tengevolge van de hoge eiwitbinding
(>99,9 %) verdeelt tolcapon zich niet op grote schaal over het weefsel. In-vitro onderzoek heeft
aangetoond dat tolcapon zich voornamelijk aan serumalbumine bindt.
Biotransformatie/Eliminatie
Alvorens te worden uitgescheiden wordt tolcapon bijna volledig gemetaboliseerd en slechts een kleine
hoeveelheid (0,5 % van de toegediende dosis) wordt onveranderd in de urine teruggevonden.
Conjugatie tot niet werkzaam glucuronide is het voornaamste metabole proces van tolcapon.
Daarnaast wordt tolcapon door COMT gemetyleerd tot 3-O-methyltolcapon en door cytochroom P450
3A4 en P450 2A6 afgebroken tot een primaire alcohol (hydroxylering van de methylgroep), die
vervolgens wordt geoxydeerd tot de carboxylzuur. Vermoedelijk treedt er in geringe mate reductie op
tot een amine en de daarop volgende N-acetylering. Na orale toediening worden tolcapon en de
metabolieten voor 60 % in de urine en voor 40 % in de faeces uitgescheiden.
Tolcapon heeft een lage extractieratio (E.R. = 0,15) en wordt matig systemisch geklaard (ongeveer
7l/h). De t½ van tolcapon is ongeveer 2 uur.
Leverinsufficiëntie
Vanwege het risico op leverbeschadiging, als gezien tijdens post-marketing gebruik, is Tasmar
gecontra-indiceerd bij patinten met leverziekte of verhoogde leverenzymen. Een onderzoek bij
patiënten met leverinsufficiëntie heeft aangetoond dat een matig, niet-cirrotisch leverlijden geen
invloed had op de farmacokinetiek van tolcapon. Hoewel, bij patiënten met een matige levercirrose
was de klaring van het ongebonden tolcapon echter met bijna 50 % verlaagd. Hierdoor kan de
gemiddelde concentratie van het ongebonden tolcapon tweemaal zo hoog worden.
Nierinsufficiëntie
De farmacokinetiek van tolcapon is niet onderzocht bij patiënten met nierinsufficiëntie. Echter, de
relatie tussen de nierfunctie en de farmacokinetiek is onderzocht door in klinisch onderzoek gebruik te
maken van de farmacokinetiek in de onderzoeksgroep. De gegevens van meer dan 400 patiënten
hebben bevestigd dat over een breed gebied van waarden van de creatinineklaring (30 ­ 130 ml/min)
niet worden beïnvloed door de nierfunctie. Dit kon worden verklaard door het feit dat slechts een
verwaarloosbare hoeveelheid van tolcapon wordt uitgescheiden in de urine en dat de voornaamste
metaboliet, tolcaponglucuronide, wordt uitgescheiden in de urine en de gal (faeces).
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Preklinische data, gebaseerd op conventionele studies met betrekking tot safety, farmacologie,
herhaalde dosistoxiciteit, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, toxiciteit ten aanzien van de
voortplanting, lieten geen speciale risico's zien bij de mens.
Carcinogenese, mutagenese
Bij 3 % en 5 % van de ratten in de groepen met respectievelijk de middelhoge en hoge dosis in het 24-
maanden carcinogeniteitsonderzoek werden renale epitheliale tumoren (adenomen of carcinomen)
aangetoond. Er werd echter geen aanwijzing voor renale toxiciteit waargenomen in de lage
dosisgroep. Een toegenomen incidentie van adenocarcinomen van de uterus werd gezien in de groep
met de hoge dosis in het carcinogeniteitsonderzoek bij de rat. Er waren geen soortgelijke renale
bevindingen in het carcinogeniteitsonderzoek bij de muis, of bij honden.
Mutagenese
Aangetoond werd dat tolcapon niet genotoxisch is in een volledige serie mutageniteitsonderzoeken.
Reproductietoxiciteit
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
calciumwaterstoffosfaat (watervrij)
microkristallijne cellulose
povidon K30
natriumzetmeelglycolaat
lactosemonohydraat
talk
magnesiumstearaat.
Filmomhulsel:
methylhydroxypropylcellulose
talk
geel ijzeroxide (E 172)
ethylcellulose
titaniumdioxide (E 171)
triacetine
natriumlaurylsulfaat.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing
6.3
Houdbaarheid
5 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
PVC/PE/PVDC doordrukstrips (verpakkingsgrootten 30 of 60 filmomhulde tabletten).
Oranje-gele glazen flessen zonder droogmiddel (verpakkingsgrootten 30, 60, 100 of 200 filmomhulde
tabletten).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Meda AB
Pipers väg 2A
S-170 09 Solna
Zweden
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/044/001-3, 7, 8, 10
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 27 augustus 1997
Hernieuwing van de vergunning: 31 augustus 2004
Datum van laatste verlenging: 21 juli 2014
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het
Europees Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 200 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg tolcapon.
Hulpstof met bekend effect
Iedere filmomhulde tablet bevat 15 mg lactosemonohydraat.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Oranje-gele tot bruin gele, zeshoekige, biconvexe filmomhulde tablet. Een zijde is voorzien van de
indruk 'TASMAR' en '200'.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Tasmar is in combinatie met levodopa/benserazide of levodopa/carbidopa geïndiceerd voor gebruik
bij patiënten met levodopa-responsieve idiopathische ziekte van Parkinson en motorische fluctuaties,
die niet reageerden op of intolerant zijn voor andere catechol-O-methyltransferase (COMT) remmers
(zie rubriek 5.1). Vanwege het risico van mogelijk fatale acute leverbeschadiging, dient Tasmar niet
overwogen te worden als eerste stap ter aanvulling van levodopa/benserazide of levodopa/carbidopa
(zie rubrieken 4.4 en 4.8). Indien er geen substantile klinische verbetering wordt gezien binnen 3
weken na starten met de behandeling, dient Tasmar gestaakt te worden.
Aangezien Tasmar alleen in combinatie met levodopa/benserazide en levodopa/carbidopa gebruikt
dient te worden, is de informatie over het voorschrijven van deze levodopapreparaten ook van
toepassing voor het gelijktijdig gebruik van Tasmar.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Pediatrische patiënten
Tasmar wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen jonger dan 18 jaar wegens onvoldoende
gegevens over de veiligheid en werkzaamheid. Er is geen relevante indicatie voor Tasmar bij kinderen
en adolescenten.
Ouderen
Bij ouderen is geen dosisaanpassing van Tasmar nodig.
Verminderde leverfunctie (zie rubriek 4.3)
Tasmar is gecontra-indiceerd bij patiënten met leverziekte of verhoogde leverenzymen.
Verminderde nierfunctie (zie rubriek 5.2)
Wijze van toediening
Het toedienen van Tasmar is beperkt tot het voorschrijven en supervisie door artsen met ervaring in de
behandeling van gevorderde ziekte van Parkinson.
Tasmar wordt driemaal daags oraal toegediend.
Tasmar kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 5.2).
Tasmar tabletten zijn filmomhuld en moeten in hun geheel worden ingenomen omdat tolcapon een
bittere smaak heeft.
Tasmar kan met alle farmaceutische vormen van levodopa/benserazide en levodopa/carbidopa
worden gecombineerd (zie ook rubriek 4.5).
De eerste dosis Tasmar van de dag dient samen te worden ingenomen met de eerste dagdosering van
het levodopapreparaat en de volgende doses dienen ongeveer 6 en 12 uur later te worden gegeven.
Tasmar kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 5.2).
De aanbevolen dosering van Tasmar is driemaal daags 100 mg, altijd als een toevoeging aan
levodopa/beserazide of levodopa/carbidopa therapie. Alleen in uitzonderlijke gevallen, als de te
verwachten stapsgewijze klinische verbetering het toegenomen risico op leverreacties rechtvaardigt,
zou de therapie verhoogd kunnen worden naar 3 maal daags 200 mg. (Zie rubrieken 4.4 en 4.8). Indien
binnen de 3 weken na de start van de behandeling geen substantiële klinische verbetering optreedt,
dient Tasmar gestaakt te worden (ongeacht de dosis). De maximale therapeutische dosering van
driemaal daags 200 mg mag niet overschreden worden aangezien er geen bewijs bestaat voor
additionele effectiviteit bij hogere doses.
De leverfunctie dient gecontroleerd te worden voorafgaande aan de start van de behandeling met
Tasmar en vervolgens gecontroleerd, elke 2 weken gedurende het eerste jaar van de behandeling, elke
4 weken gedurende de volgende 6 maanden en elke 8 weken daarna. Als de dosis wordt verhoogd tot
3 maal daags 200 mg, dient de leverenzymmonitoring plaats te vinden voorafgaande aan de verhoging
van de dosis en vervolgens opnieuw geïnitieerd te worden volgens bovengenoemde sequentie van
frequenties. (zie rubrieken 4.4 en 4.8).
De behandeling met Tasmar dient eveneens gestaakt te worden indien de ALT (alanine
aminotransferase) en/of AST (aspartaat aminotransferase) de bovenlimiet van de normaalwaarde

overstijgt of indien er zich symptomen of tekenen van leverfalen ontwikkelen (zie rubriek 4.4).
Levodopa-aanpassingen tijdens de Tasmar behandeling
Omdat Tasmar de afbraak van levodopa in het lichaam vermindert, kunnen er bijwerkingen optreden
ten gevolge van toegenomen levodopaconcentraties bij het begin van de Tasmar behandeling. In
klinisch onderzoek was een verlaging van de dagelijkse levodopadosis nodig bij meer dan 70 % van
de patiënten die dagelijks meer dan 600 mg levodopa gebruikten, of bij patiënten met matige of
ernstige dyskinesie voorafgaande aan het begin van de behandeling.
Bij patiënten, bij wie een verlaging van de levodopadosis was vereist, was de gemiddelde verlaging
ongeveer 30 % van de dagelijkse levodopadosis. Bij het starten met Tasmar, dienen alle patinten
geïnformeerd te zijn aangaande de symptomen van te veel levodopa en wat te doen als dit zich
voordoet.
Levodopa-aanpassingen als Tasmar wordt gestaakt
De volgende suggesties zijn gebaseerd op farmacologische overwegingen en zijn niet gevalueerd in
klinisch onderzoek. De levodopadosis dient niet verminderd te worden als de Tasmar therapie wordt
4.3
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
- Bewijs van leverziekte of verhoogde leverenzymen.
- Ernstige dyskinesie.
- Eerder doorgemaakte Maligne Neurolepticasyndroom Symptomen Complex (NMS) en/of niet-
traumatische rhabdomyolyse of hyperthermie.
- Feochromocytoom.
- Behandeling met niet-selectieve mono amino oxidase (MAO) remmers.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Tasmar therapie dient alleen geïnitieerd te worden door artsen met ervaring op het gebied van de
behandeling van gevorderde ziekte van Parkinson om een passende risico-baten analyse te
waarborgen. Tasmar dient niet voorgeschreven te worden totdat er een complete informatieve
discussie aangaande de risico's heeft plaatsgevonden met de patiënt.
Tasmar dient gestaakt te worden als er geen substantile klinische verbetering gezien wordt binnen 3
weken na starten met de therapie ongeacht de dosis.
LeverbeschadigingVanwege het risico op zeldzame maar potentieel fatale acute leverbeschadiging is
Tasmar alleen geïndiceerd voor het gebruik bij patinten met levodopa-responsieve idiopatische
ziekte van Parkinson en motorische fluctuaties die niet reageerden op of intolerant waren voor andere
COMT- remmers. Periodieke controle van leverenzymen kan het voorkomen van fulminante hepatitis
niet betrouwbaar voorspellen. Men gelooft echter algemeen dat een vroege detectie van door
medicatie veroorzaakte leverbeschadiging samen met het onmiddellijk stoppen van de verdachte
medicatie de kans op herstel vergroot. Leverbeschadiging kwam het meest voor tussen 1 maand en 6
maanden na de start van de behandeling met Tasmar. Daarnaast is hepatitis, optredend na ongeveer 18
maanden behandeling, zelden gerapporteerd. Het dient ook opgemerkt te worden dat vrouwelijke
patiënten een hoger risico kunnen hebben op leverbeschadiging (zie rubriek 4.8).
Voor het starten van de behandeling: als de leverfunctietesten abnormaal zijn of als er tekenen zijn
van verminderde leverfunctie, dient Tasmar niet te worden voorgeschreven. Als Tasmar
voorgeschreven gaat worden, dient de patiënt geïnformeerd te worden over de tekenen en de
symptomen die kunnen wijzen op leverbeschadiging, en de dokter onmiddellijk te informeren.
Tijdens de behandeling: De leverfunctie dient elke 2 weken gecontroleerd te worden gedurende het
eerste jaar van de behandeling, elke 4 weken gedurende de volgende 6 maanden en daarna elke 8
weken. Als de dosis wordt verhoogd tot 3 maal daags 200 mg, dient de leverenzym- monitoring plaats
te vinden voorafgaande aan de verhoging van de dosis en vervolgens opnieuw geïnitieerd te worden
volgens bovenstaande sequentie van frequenties. De behandeling dient onmiddellijk gestaakt te
worden als de ALT en/of de AST 1 x de bovenlimiet van de normaalwaarde (ULN) overstijgt of als er
zich symptomen of tekenen van leverfalen ontwikkelen (aanhoudende misselijkheid, vermoeidheid,
lethargie, anorexie, geelzucht, donkere urine, pruritus en pijn in het rechter bovenkwadrant).
Als de behandeling is gestaakt: Patinten die blijkgeven van acute leverbeschadiging tijdens Tasmar
gebruik en waarbij het geneesmiddel wordt gestopt, hebben mogelijk een verhoogd risico op
Maligne Neurolepticasyndroom (NMS)
Bij Parkinson-patiënten lijkt NMS voor te komen wanneer dopaminerge- verhogende geneesmiddelen
worden onderbroken of gestopt. Indien symptomen voorkomen na het stoppen van Tasmar, dienen
artsen daarom te overwegen de levodopadosis van de patiënt te verhogen (zie 4.2).
Geïsoleerde gevallen, overeenkomend met NMS, zijn in verband gebracht met de behandeling met
Tasmar. Symptomen beginnen gewoonlijk tijdens de Tasmarbehandeling of kort na het stoppen van
Tasmar. NMS wordt gekenmerkt door motorische symptomen (stijfheid, myoclonus en tremor),
mentale statusveranderingen (agitatie, verwardheid, stupor en coma) verhoogde temperatuur,
ontregeling van het autonome zenuwstelsel (labiele bloeddruk, tachycardie) en verhoogde serum
creatine fosfokinase (CPK) hetgeen het gevolg zou kunnen zijn van myolyse. Een diagnose van NMS
dient overwogen te worden zelfs als niet alle van bovengenoemde bevindingen aanwezig zijn. Bij een
dergelijke diagnose dient Tasmar onmiddellijk te worden gestaakt en de patiënt nauwgezet te worden
gevolgd.
Voorafgaande aan de behandeling: Ter verkleining van het risico van NMS, dient aan patiënten met
ernstige dyskinesie of een voorgeschiedenis van NMS waaronder rhabdomyolyse of hyperthermie
geen Tasmar voorgeschreven te worden (zie rubriek 4.3). Patiënten die een veelvoud aan
geneesmiddelen ontvangen die verschillende systemen van het centrale zenuwstelsel (CZS)
beïnvloeden in de hersenen (b.v. antidepressiva, neuroleptica, anticholinergica) zouden een hoger
risico kunnen lopen om NMS te ontwikkelen.
Stoornissen in de impulsbeheersing
Patiënten moeten regelmatig worden gecontroleerd op de ontwikkeling van stoornissen in de
impulsbeheersing. Patiënten en verzorgers dienen erop te worden gewezen dat bij patiënten die
werden behandeld met dopamine-agonisten en/of dopaminerge behandelingen zoals Tasmar in
combinatie met levodopa gedragssymptomen van stoornissen in de impulsbeheersing kunnen optreden
waaronder pathologisch gokken, toegenomen libido, hyperseksualiteit, compulsieve uitgaven of
aankopen, eetaanvallen en dwangmatig eten. Als deze symptomen zich ontwikkelen, wordt
heroverweging van de behandeling aanbevolen.
Dyskinesie, misselijkheid en andere met levodopa samenhangende bijwerkingen
Er kan een toename optreden van met levodopa samenhangende bijwerkingen. Deze bijwerkingen
kunnen dikwijls afgezwakt worden door het verlagen van de levodopa-dosis (zie rubriek 4.2).
Diarree
In klinische studies ontwikkelde zich bij 16 % en 18 % van de patiënten, die respectievelijk driemaal
daags 100 mg en 200 mg Tasmar kregen, diarree, vergeleken bij 8 % van de patiënten die een placebo
kregen. De met Tasmar samenhangende diarree begon meestal 2 tot 4 maanden na het begin van de
therapie. Diarree leidde bij 5 % en 6 % van de patienten, die respectievelijk 100 en 200 mg Tasmar
kregen toegediend, tot stoppen van de therapie, vergeleken met 1 % van de placebo-patiënten.
Interactie met benserazide
Tengevolge van de interactie tussen een hoge dosis benserazide en tolcapon (resulterend in verhoogde
spiegels van benserazide), dient de voorschrijver, totdat meer ervaring is verkregen, te letten op
dosisgerelateerde bijwerkingen (zie rubriek 4.5).
MAO-remmers
Tasmar dient niet te worden toegediend in combinatie met niet-selectieve monoamino-oxydase
(MAO)-remmers (b.v. fenelzine en tranylcypromine). De combinatie van MAO-A- en MAO-B
remmers komt overeen met niet-selectieve MAO-remming en daarom dienen ze niet tezamen te
worden gegeven met Tasmar en levodopapreparaten (zie ook rubriek 4.5). Selectieve MAO-B-
Warfarine
Aangezien de klinische informatie beperkt is wat betreft de combinatie van warfarine en tolcapon,
dienen de coagulatieparameters te worden gecontroleerd wanneer deze geneesmiddelen samen worden
toegediend.
Speciale bevolkingsgroepen
Patiënten met een ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring <30 ml/min) dienen met
voorzichtigheid behandeld te worden. Er zijn geen gegevens over de verdraagbaarheid van tolcapon
bij deze bevolkingsgroep beschikbaar (zie 5.2).
Tasmar bevat lactose en natrium
Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie
of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet in te nemen.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per filmomhulde tablet, dat wil zeggen dat het
in wezen `natriumvrij' is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Het is bekend dat Tasmar, als een COMT-remmer, de biologische beschikbaarheid van gelijktijdig
toegediend levodopa verhoogt. De hierop volgende verhoging in dopaminerge stimulatie kan leiden
tot dopaminerge bijwerkingen waargenomen na behandeling met COMT-remmers. De meest
voorkomende hiervan zijn: verhoogde dyskinesie, misselijkheid, braken, buikpijn, syncope,
orthostatische klachten, obstipatie, slaapstoornissen, slapeloosheid, hallucinatie.
Levodopa werd geassocieerd met slaperigheid en episodes van plotselinge slaap. Plotselinge slaap
gedurende dagelijkse bezigheden, in bepaalde gevallen zonder besef ervan of zonder voorafgaande
tekenen, werd zeer zelden gerapporteerd. Patiënten dienen hierover te worden geïnformeerd en
aangeraden voorzichtig te zijn bij het rijden of bij het gebruik van machines gedurende de levodopa
behandeling. Patiënten die slaperigheid en/of een episode van plotselinge slaap hebben ondervonden
dienen niet te rijden en geen machines te gebruiken (zie rubriek 4.7). Verder kan een vermindering
van de levodopadosis of het staken van de behandeling worden overwogen.
Geneesmiddelen die worden gemetaboliseerd door catechol-O-methyltransferase (COMT)
Tolcapon zou de farmacokinetiek van geneesmiddelen, die worden gemetaboliseerd door COMT,
kunnen beïnvloeden. Er zijn geen effecten waargenomen op de farmacokinetiek van het COMT-
substraat carbidopa. Een interactie werd waargenomen met benserazide, wat kan leiden tot verhoogde
spiegels van benserazide en de actieve metaboliet daarvan. De grootte van het effect was afhankelijk
van de dosis benserazide. De plasmaconcentraties van benserazide, die werden waargenomen na co-
medicatie van tolcapon en benserazide-25 mg/levodopa, bevonden zich nog binnen de waarden, die
worden waargenomen bij levodopa/benserazide alleen. Anderzijds, na co-medicatie van tolcapon en
benserazide-50 mg/ levodopa, konden de plasmaspiegels van benserazide toenemen tot boven de
spiegels, die gewoonlijk worden waargenomen bij levodopa/benserazide alleen. Het effect van
tolcapon op de farmacokinetiek van andere geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door COMT,
zoals alfa- methyldopa, dobutamine, apomorfine, adrenaline en isoprenaline, is niet bepaald. De
voorschrijver dient te letten op bijwerkingen, die veroorzaakt worden door veronderstelde verhoogde
plasmaspiegels van deze geneesmiddelen wanneer ze gecombineerd worden met Tasmar.
Effect van tolcapon op het metabolisme van andere geneesmiddelen
Omdat tolcapon in vitro affiniteit vertoont voor cytochroom CYP2C9, zou het kunnen interfereren met
geneesmiddelen, waarvan de klaring afhankelijk is van deze metabole route zoals tolbutamide en
warfarine. In een interactiestudie veranderde tolcapon de farmacokinetiek van tolbutamide niet.
Daarom lijkt een klinisch relevante interactie met betrekking tot cytochroom CYP2C9
onwaarschijnlijk.
Geneesmiddelen die catecholaminen verhogen
Omdat tolcapon interfereert met het metabolisme van catecholaminen, is theoretisch interactie
mogelijk met andere geneesmiddelen die een effect hebben op catecholaminespiegels.
Wanneer Tasmar werd toegediend in combinatie met levodopa/carbidopa en desipramine, trad er geen
significante verandering op in de bloeddruk, de hartfrequentie en de plasmaconcentraties van
desipramine. In het algemeen nam de frequentie van bijwerkingen iets toe. Deze bijwerkingen waren
voorspelbaar op grond van de bekende bijwerkingen van elk van deze drie middelen afzonderlijk.
Voorzichtigheid is daarom geboden wanneer krachtige noradrenaline-heropname-remmers, zoals
desipramine, maprotiline of venlafaxine, worden toegediend aan patiënten met de ziekte van
Parkinson die reeds behandeld worden met Tasmar en levodopa-preparaten.
In klinische studies rapporteerden patiënten, die een combinatie van Tasmar en een levodopa-
preparaat kregen toegediend, dezelfde bijwerkingen, onafhankelijk van het feit of ze al dan niet
tegelijkertijd selegiline (een MAO-B-remmer) kregen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn niet voldoende gegevens over het gebruik van tolcapon bij zwangere vrouwen. Daarom dient
Tasmar tijdens de zwangerschap uitsluitend gebruikt te worden als de potentiële voordelen opwegen
tegen het potentiële risico voor de foetus.
Borstvoeding
In dierstudies bleek dat tolcapon werd uitgescheiden in de moedermelk.
Het is niet bekend of tolcapon veilig is voor zuigelingen; vrouwen dienen daarom geen borstvoeding
te geven als ze behandeld worden met Tasmar.
Vruchtbaarheid
Bij ratten en konijnen werd embryo-/foetotoxiciteit waargenomen na tolcapontoediening (zie rubriek
5.3). Het potentiële risico bij de mens is niet bekend.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten van Tasmar op de rijvaardigheid en op
het vermogen om machines te bedienen.
Het is uit het klinisch onderzoek niet gebleken dat Tasmar een negatieve invloed heeft op de
rijvaardigheid of het vermogen om machines te gebruiken. De patiënten dienen er echter op
geattendeerd te worden dat de symptomen van hun ziekte van Parkinson de rijvaardigheid en het
vermogen om machines te gebruiken nadelig kan beïnvloeden.
Het is bekend dat Tasmar, als een COMT-remmer, de biologische beschikbaarheid van gelijktijdig
toegediend levodopa verhoogt. De hierop volgende verhoging in dopaminerge stimulatie kan leiden
tot dopaminerge bijwerkingen waargenomen na behandeling met COMT-remmers. Patiënten die
worden behandeld met levodopa en die slaperigheid en/of episodes van plotselinge slaap vertonen,
dienen geïnformeerd te worden niet te rijden of geen activiteiten uit te voeren waarbij een
verminderde waakzaamheid henzelf of anderen in gevaar kan brengen voor ernstige letsels of dood
(bv. gebruik van machines) tot dergelijke terugkerende episodes alsook de slaperigheid verdwenen
zijn (zie ook rubriek 4.4).
Bijwerkingen
De meest voorkomende waargenomen bijwerkingen in samenhang met het gebruik van Tasmar en
meer voorkomend dan bij het gebruik van placebo worden weergegeven in onderstaande tabel. Het is
echter bekend dat Tasmar, als een COMT-remmer, de biologische beschikbaarheid van gelijktijdig
toegediend levodopa verhoogt. De hierop volgende verhoging in dopaminerge stimulatie kan leiden
tot dopaminerge bijwerkingen waargenomen na behandeling met COMT-remmers. De meest
voorkomende hiervan zijn: verhoogde dyskinesie, misselijkheid, braken, buikpijn, syncope,
orthostatische klachten, obstipatie, slaapstoornissen, slapeloosheid, hallucinatie.
Diarree was de enige bijwerking die in het algemeen leidde tot het staken van de behandeling met
Tasmar in klinisch onderzoek (zie rubriek 4.4).
Zeer vaak ( 1/10)
Vaak ( 1/100 tot < 1/10)
Soms (1/1000 tot < 1/100)
Zelden (1/10.000 tot < 1/1000)
Zeer zelden (<1/10.000)
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
De ervaring met Tasmar, verkregen in parallel, placebogecontroleerde, gerandomiseerde studies met
patiënten met de ziekte van Parkinson, wordt getoond in de volgende tabel met bijwerkingen, die op
een mogelijke relatie met Tasmar wijzen.
Samenvatting van de bijwerkingen, die mogelijk gerelateerd zijn aan Tasmar met bruto incidentie
cijfers voor de fase-III placebo-gecontroleerde studies.
Systeem/orgaanklasse
Incidentie* Bijwerkingen
Infecties en parasitaire
Vaak
Infectie van de bovenste luchtwegen
aandoeningen
Psychische stoornissen
Zeer vaak
Slaapstoornissen
Excessief dromen
Somnolentie
Verwardheid
Hallucinatie
Zelden
Stoornissen in de impulsbeheersing*
(toegenomen libido, hyperseksualiteit,
pathologisch gokken, compulsieve uitgaven
of aankopen, eetaanvallen en dwangmatig
eten (zie rubriek 4.4)).
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Dyskinesie
Dystonie
Hoofdpijn
Duizeligheid
Slaperigheid
Orthostatische klachten
Zelden
Symptomen van het maligne
neurolepticasyndroom (zie rubriek 4.4)
Vaak
Hypokinesie
Syncope
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Misselijkheid
Incidentie* Bijwerkingen
Diarree
Vaak
Braken
Constipatie
Xerostomie
Buikpijn
Dyspepsie
Voedings- en
Zeer vaak
Anorexie
stofwisselingsstoornissen
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Toegenomen transpiratie
Nier- en urinewegaandoeningen
Vaak
Urineverkleuring
Algemene aandoeningen en
Vaak
Pijn op de borst
toedieningsplaatsstoornissen
Influenza-achtige aandoening
Lever- en galaandoeningen
Soms
Hepatocellulaire beschadiging, in zeldzame
gevallen met fatale afloop* (zie rubriek
4.1)
Onderzoeken
Soms
Verhoging van alanine-aminotransferase
(ALT)

* Bijwerkingen waarvoor geen frequentie kon worden afgeleid uit klinische studies (d.w.z. waar
een bepaalde bijwerking niet werd waargenomen in klinische studies, maar alleen post-marketing
werd gemeld) zijn aangegeven met een asterisk (*), en de frequentie categorie is berekend op basis
van de EU-richtlijn.

Verhoging van alanine-aminotransferase
Bij 1 % van de patiënten, die driemaal daags 100 mg Tasmar kregen en bij 3 % van de patiënten, die
driemaal daags 200 mg kregen, traden verhogingen op van alanine- aminotransferase (ALT) tot meer
dan driemaal zo hoog als de bovenste grens van de normaalwaarde (ULN). Verhogingen werden
ongeveer twee maal zo vaak gezien bij vrouwen. Deze verhogingen verschenen gewoonlijk binnen 6
tot 12 weken na het begin van de behandeling en gingen niet gepaard met enig klinisch teken of
symptoom. In ongeveer de helft van het aantal gevallen keerden de transaminasespiegels spontaan
terug tot de beginwaarden terwijl de patiënten de Tasmar-therapie voortzetten. Bij de overigen
keerden de transaminasespiegels terug naar de waarden van voor de behandeling wanneer de therapie
werd gestaakt.
Hepatocellulaire beschadiging
Zeldzame gevallen van ernstige hepatocellulaire beschadiging leidend tot de dood zijn gerapporteerd
tijdens het in de handel zijn (zie rubriek 4.4).
Symptomen van het maligne neurolepticasyndroom
Er zijn enkele geïsoleerde gevallen gerapporteerd van patiënten met symptomen, die deden denken
aan het maligne neurolepticasyndroom (zie rubriek 4.4) volgend op het verminderen of staken van de
behandeling met Tasmar en volgend op de introductie van Tasmar als dit gepaard ging met een
aanzienlijke reductie van andere tegelijkertijd toegediende dopaminerge medicaties. Bovendien, is
rhabdomyolyse ten gevolge van NMS of ernstige dyskinesie waargenomen.
Verkleuring van de urine
Tolcapon en de metabolieten zijn geel en kunnen bij de patiënten een onschuldige versterking van de
kleur van de urine veroorzaken.
Stoornissen in de impulsbeheersing
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum, LAREB.
4.9
Overdosering
Geïsoleerde gevallen van ofwel accidentele ofwel opzettelijke overdosering met tolcapon tabletten
zijn gemeld. De klinische omstandigheden van deze gevallen waren echter zo divers dat uit deze
gevallen geen algemene conclusies kunnen worden getrokken.
De hoogst toegediende dosis tolcapon aan mensen was driemaal daags 800 mg, met en zonder co-
medicatie van levodopa, in een 1 week durende studie bij oudere gezonde vrijwilligers. De piek-
plasmaconcentratie van tolcapon was bij deze dosis gemiddeld 30 g/ml (ter vergelijking: bij doses
van 100 mg en 200 mg tolcapon zijn deze waarden respectievelijk 3 g/ml en 6 g/ml). Misselijkheid,
braken en duizeligheid werden waargenomen, vooral in combinatie met levodopa.
Behandeling van overdosis
Opname in het ziekenhuis wordt geadviseerd. Algemeen ondersteunende zorg is aangewezen. Op
grond van de fysisch-chemische eigenschappen van de stof, lijkt hemodialyse van weinig nut te zijn.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmaco-therapeutische categorie: Anti-Parkinson geneesmiddelen, andere antidopaminerge
middelen, ATC-code: NO4BX01
Werkingsmechanisme
Tolcapon is een oraal actieve, selectieve en reversibele catechol-O-methyltransferase (COMT)-
remmer. Toegediend in combinatie met levodopa en een aromatische aminozuurdecarboxylase-
remmer (AADC-I) leidt het tot een meer stabiele plasmaspiegel van levodopa doordat tolcapon de
omzetting van levodopa tot 3-methoxy-4-hydroxy-L-fenylalanine (3-OMD) vermindert.
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson zijn hoge plasmaspiegels van 3-OMD wel in verband
gebracht met een slechte respons op levodopa. Tolcapon vermindert in hoge mate de vorming van 3-
OMD.
Farmacdynamische effecten
Onderzoek bij gezonde vrijwilligers heeft aangetoond dat tolcapon na orale toediening de activiteit
van het humaan erythrocyten-COMT reversibel remt. De remming is nauw gerelateerd aan de
plasmaspiegel van tolcapon. Bij 200 mg tolcapon is de maximale remming van de erythrocyten-
COMT-activiteit gemiddeld groter dan 80 %. Bij driemaal daagse toediening van 200 mg Tasmar is
deze remming bij dalspiegels 30 % tot 45 % en er ontstaat geen gewenning.
Na het staken van de toediening van tolcapon werd een voorbijgaande stijging van de erythrocyten-
COMT-activiteit tot boven de waarden van voor de behandeling waargenomen. Onderzoek bij
patiënten met de ziekte van Parkinson heeft echter aangetoond dat er na het staken van de behandeling
Als Tasmar samen met levodopa wordt toegediend verhoogt het de biologische beschikbaarheid
(AUC) van levodopa bij benadering tweevoudig. Dit is te danken aan een vermindering van de klaring
van L-dopa hetgeen resulteert in een verlenging van de terminale eliminatie-halfwaardetijd (t½) van
levodopa. In het algemeen was er geen invloed op de gemiddelde piekplasma-spiegel (Cmax) van
levodopa en het tijdstip waarop deze werd bereikt (tmax). Het effect treedt op na de eerste gift.
Onderzoeken bij gezonde vrijwilligers en bij patiënten met de ziekte van Parkinson hebben bevestigd
dat het maximale effect optreedt bij een dosering van 100 tot 200 mg tolcapon. De plasmaspiegels van
3-OMD werden aanzienlijk en dosisafhankelijk verlaagd door tolcapon als het samen met een
levodopa/AADC-I (aromatische aminozuurdecarboxylase-remmer) (benserazide of carbidopa) werd
gegeven.
Het effect van tolcapon op de farmacokinetiek van levodopa is bij alle farmaceutische vormen van
levodopa/benzerazide en levodopa/carbidopa hetzelfde: het is onafhankelijk van de levodopa-dosis, de
verhouding levodopa/AADC-I (benserazide of carbidopa) en het gebruik van vormen met vertraagde
afgifte.
Klinische Effectiviteit en Veiligheid
Dubbelblinde placebo-gecontroleerde klinische studies hebben een significante vermindering van
ongeveer 20 % tot 30 % in de "OFF"-tijd aangetoond en een vergelijkbare toename in de "ON"-tijd,
vergezeld van een afname van de ernst van de symptomen bij fluctuerende patiënten die Tasmar
kregen. De globale beoordeling van de effectiviteit door de onderzoekers wees eveneens op een
significante verbetering.
Een dubbelblind onderzoek vergeleek Tasmar met entacapon bij patinten met de ziekte van
Parkinson die op zijn minst 3 uur OFF tijd per dag hadden terwijl ze geoptimaliseerde levodopa-
therapie ontvingen. De primaire uitkomst was het deel van de patinten met een toename van 1 of
meer uren ON tijd (zie tabel 1).
Tab. 1 Primaire en Secundaire Uitkomsten van dubbelblind onderzoek
Entacapon
Tolcapon
p waarde
95 % BI
N=75
N=75
Primaire Uitkomst
Aantal (percentage) met 1 uur toename
32 (43 %)
40 (53 %)
p=0,191
-5,2;26,6
ON tijd respons
Secundaire Uitkomst
Aantal (percentage) met lichte tot
19 (25 %)
29 (39 %)
p=0,080
-1,4;28,1
aanzienlijke verbetering
Aantal (percentage) verbeterd ten aanzien 13 (17 %)
24 (32 %)
NVT
NVT
van de primaire en secundaire uitkomst
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetiek van tolcapon is binnen het therapeutisch bereik lineair en onafhankelijk van de
co-medicatie met een levodopa/decarboxylase-remmer (benserazide of carbidopa).
Absorptie
Tolcapon wordt snel geabsorbeerd met een tmax van ongeveer 2 uur. De absolute biologische
beschikbaarheid na een orale dosis is ongeveer 65 %. Bij een driemaal daagse dosering van 100 mg of
200 mg van tolcapon treedt geen cumulatie op. Bij deze doses is de Cmax respectievelijk ongeveer
3 g/ml en 6 g/ml. Voedsel vertraagt en vermindert de absorptie van tolcapon, maar de relatieve
Distributie
Het verdelingsvolume van tolcapon is klein (Vss = 9 l). Tengevolge van de hoge eiwitbinding
(>99,9 %) verdeelt tolcapon zich niet op grote schaal over het weefsel. In-vitro onderzoek heeft
aangetoond dat tolcapon zich voornamelijk aan serumalbumine bindt.
Biotransformatie/eliminatie
Alvorens te worden uitgescheiden wordt tolcapon bijna volledig gemetaboliseerd en slechts een kleine
hoeveelheid (0,5 % van de toegediende dosis) wordt onveranderd in de urine teruggevonden.
Conjugatie tot niet werkzaam glucuronide is het voornaamste metabole proces van tolcapon.
Daarnaast wordt tolcapon door COMT gemetyleerd tot 3-O-methyltolcapon en door cytochroom P450
3A4 en P450 2A6 afgebroken tot een primaire alcohol (hydroxylering van de methylgroep), die
vervolgens wordt geoxydeerd tot de carboxylzuur. Vermoedelijk treedt er in geringe mate reductie op
tot een amine en de daarop volgende N-acetylering. Na orale toediening worden tolcapon en de
metabolieten voor 60 % in de urine en voor 40 % in de faeces uitgescheiden.
Tolcapon heeft een lage extractieratio (E.R. = 0,15) en wordt matig systemisch geklaard (ongeveer
7l/h). De t½ van tolcapon is ongeveer 2 uur.
Leverinsufficiëntie
Vanwege het risico op leverbeschadiging, als gezien tijdens post-marketing gebruik, is Tasmar
gecontra-indiceerd bij patinten met leverziekte of verhoogde leverenzymen. Een onderzoek bij
patiënten met leverinsufficiëntie heeft aangetoond dat een matig, niet-cirrotisch leverlijden geen
invloed had op de farmacokinetiek van tolcapon. Hoewel, bij patiënten met een matige levercirrose
was de klaring van het ongebonden tolcapon echter met bijna 50 % verlaagd. Hierdoor kan de
gemiddelde concentratie van het ongebonden tolcapon tweemaal zo hoog worden.
Nierinsufficiëntie
De farmacokinetiek van tolcapon is niet onderzocht bij patiënten met nierinsufficiëntie. Echter, de
relatie tussen de nierfunctie en de farmacokinetiek is onderzocht door in klinisch onderzoek gebruik te
maken van de farmacokinetiek in de onderzoeksgroep. De gegevens van meer dan 400 patiënten
hebben bevestigd dat over een breed gebied van waarden van de creatinineklaring (30 ­ 130 ml/min)
niet worden beïnvloed door de nierfunctie. Dit kon worden verklaard door het feit dat slechts een
verwaarloosbare hoeveelheid van tolcapon wordt uitgescheiden in de urine en dat de voornaamste
metaboliet, tolcaponglucuronide, wordt uitgescheiden in de urine en de gal (faeces).
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Preklinische data, gebaseerd op conventionele studies met betrekking tot safety, farmacologie,
herhaalde dosistoxiciteit, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, toxiciteit ten aanzien van de
voortplanting, lieten geen speciale risico's zien bij de mens.
Carcinogenese, mutagenese
Bij 3 % en 5 % van de ratten in de groepen met respectievelijk de middelhoge en hoge dosis in het 24-
maanden carcinogeniteitsonderzoek werden renale epitheliale tumoren (adenomen of carcinomen)
aangetoond. Er werd echter geen aanwijzing voor renale toxiciteit waargenomen in de lage
dosisgroep. Een toegenomen incidentie van adenocarcinomen van de uterus werd gezien in de groep
met de hoge dosis in het carcinogeniteitsonderzoek bij de rat. Er waren geen soortgelijke renale
bevindingen in het carcinogeniteitsonderzoek bij de muis, of bij honden.
Mutagenese
Aangetoond werd dat tolcapon niet genotoxisch is in een volledige serie mutageniteitsonderzoeken.
Reproductietoxiciteit
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
calciumwaterstoffosfaat (watervrij)
microkristallijne cellulose
povidon K30
natriumzetmeelglycolaat
lactosemonohydraat
talk
magnesiumstearaat.
Filmomhulsel:
methylhydroxypropylcellulose
talk
geel ijzeroxide (E 172)
ethylcellulose
titaniumdioxide (E 171)
triacetine
natriumlaurylsulfaat.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing
6.3
Houdbaarheid
5 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
PVC/PE/PVDC doordrukstrips (verpakkingsgrootten 30 of 60 filmomhulde tabletten).
Oranje-gele glazen flessen zonder droogmiddel (verpakkingsgrootte 100 filmomhulde tabletten).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Meda AB
Pipers väg 2A
S-170 09 Solna
Zweden
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/044/004-6
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 27 augustus 1997
Hernieuwing van de vergunning: 31 augustus 2004
Datum van laatste verlenging: 21 juli 2014
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het
Europees Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu)
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
ICN Polfa Rzeszów S.A.
ul. Przemyslowa 2
35-959 Rzeszów
Polen
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIENVAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan bijzonder en beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting
van de productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
Mocht het tijdstip van indiening van een periodiek veiligheidsverslag en indiening van de RMP-
aanpassing samenvallen, dan kunnen beiden gelijktijdig worden ingediend.

VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT HET VEILIG EN
EFFECTIEF GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Niet van toepassing.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
Omdoos fles en etiket
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 100 mg filmomhulde tabletten
tolcapon
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Iedere filmomhulde tablet bevat 100 mg tolcapon.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat tevens lactose. Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
30 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
100 filmomhulde tabletten
200 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
De tabletten dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. De tabletten niet breken of fijnmaken.
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/044/007 (30 tabletten)
EU/1/97/044/008 (60 tabletten)
EU/1/97/044/003 (100 tabletten)
EU/1/97/044/010 (200 tabletten)

13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
U.R.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Tasmar 100 mg (alleen van toepassing op de buitenverpakking)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
Omdoos doordrukstrips
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 100 mg filmomhulde tabletten
tolcapon
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Iedere filmomhulde tablet bevat 100 mg tolcapon
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat tevens lactose. Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
30 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
De tabletten dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. De tabletten niet breken of fijnmaken.
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Meda AB
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/044/001 (30 tabletten)
EU/1/97/044/002 (60 tabletten)

13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
U.R.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Tasmar 100 mg (alleen van toepassing op de buitenverpakking)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
Doordrukstrip
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 100 mg filmomhulde tabletten
tolcapon
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Meda AB
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Omdoos fles en etiket
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 200 mg filmomhulde tabletten
tolcapon
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Iedere filmomhulde tablet bevat 200 mg tolcapon
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat tevens lactose. Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
100 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
De tabletten dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. De tabletten niet breken of fijnmaken.
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Meda AB
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/044/006: 100 tabletten
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
U.R.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Tasmar 200 mg (alleen van toepassing op de buitenverpakking)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
Omdoos doordrukstrips
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 200 mg filmomhulde tabletten
tolcapon
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Iedere filmomhulde tablet bevat 200 mg tolcapon
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat tevens lactose. Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
30 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
De tabletten dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. De tabletten niet breken of fijnmaken.
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Meda AB
Pipers väg 2A
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/044/004: 30 tabletten
EU/1/97/044/005: 60 tabletten

13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
U.R.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Tasmar 200 mg (alleen van toepassing op de buitenverpakking)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
Doordrukstrip
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Tasmar 200 mg filmomhulde tabletten
tolcapon
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Meda AB
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Tasmar, 100 mg filmomhulde tablet
tolcapon
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
In deze bijsluiter:
1.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Tasmar wordt gebruikt samen met het geneesmiddel levodopa (levodopa/benserazide of
levodopa/carbidopa) voor de behandeling van de ziekte van Parkinson.
Tasmar wordt gebruikt wanneer alle andere alternatieve geneesmiddelen uw ziekte van Parkinson niet
kunnen stabiliseren.
Voor de behandeling van de ziekte van Parkinson neemt u al levodopa in. Een natuurlijk enzym in het
lichaam Catechol-O-methyltransferase (COMT) breekt de levodopa medicatie af. Tasmar blokkeert
dit enzym en vertraagt de afbraak van levodopa. Dit betekent dat wanneer het wordt ingenomen samen
met levodopa (als levodopa/benserazide of levodopa/carbidopa) u een verbetering zou moeten hebben
in uw symptomen van de ziekte van Parkinson.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
wanneer u een leverziekte hebt of een toename van leverenzymen
- wanneer u ernstige onwillekeurige bewegingen hebt (dyskinesie)
- wanneer u een voorgeschiedenis hebt van ernstige verschijnselen van spierverstijving, koorts of
geestelijke verwardheid (Maligne Neurolepticasyndroom Symptomen Complex (NMS)) en/of
beschadiging van het skeletspierweefsel (niet-traumatische rhabdomyolyse) of koorts
(hyperthermie)
- wanneer u allergisch bent voor de werkzame stof tolcapon of voor één van de andere
bestanddelen van Tasmar
- wanneer u een bepaald soort tumor van het bijniermerg heeft (feochromocytoom)
- wanneer u bepaalde geneesmiddelen gebruikt om depressie en onrust te behandelen die niet-
selectieve mono amine oxidase (MAO) remmers worden genoemd
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Overleg met uw arts of apotheker voordat u begint met Tasmar.
U moet niet beginnen met het innemen van Tasmar totdat uw arts
- de risico's van de behandeling met Tasmar heeft uitgelegd
de noodzakelijke maatregelen om deze risico's zoveel mogelijk te beperken heeft uitgelegd
- uw eventuele vragen heeft beantwoord
- als u zwanger bent of van plan bent zwanger te worden. Uw arts zal de voor- en nadelen met u
bespreken over het nemen van Tasmar gedurende zwangerschap. De effecten van Tasmar bij
zuigelingen zijn niet onderzocht. U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met
Tasmar.
Vertel uw arts als u of uw familie/verzorger merkt dat u drang of onbedwingbare zin ontwikkelt om u
te gedragen op een manier die ongebruikelijk is voor u of als u impuls, aandrang of verleiding niet
kunt weerstaan om bepaalde activiteiten te verrichten die schadelijk kunnen zijn voor uzelf of
anderen. Deze gedragingen worden stoornissen in de impulsbeheersing genoemd en hiertoe kunnen
gokverslaving, overmatig eten of geld uitgeven, een abnormaal sterke drang naar seks of een sterke
toename van seksuele gedachten of gevoelens. Uw arts kan het nodig vinden om uw behandeling te
herzien.
U mag alleen Tasmar krijgen wanneer uw ziekte van Parkinson niet voldoende onder controle is bij
het gebruik van andere behandelingen.
Bovendien zal uw dokter de behandeling met Tasmar stoppen wanneer uw toestand na 3 weken niet
voldoende is verbeterd om de risico's van de voortzetting van de behandeling te rechtvaardigen.
Leverbeschadiging
Tasmar kan zeldzame maar mogelijk dodelijke leverbeschadiging veroorzaken. Leverbeschadiging
treedt meestal op na 1 maand en voor 6 maanden. Het dient ook opgemerkt te worden dat vrouwelijke
patiënten een hoger risico kunnen hebben op leverbeschadiging. Daarom moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen.
Voordat u met de behandeling begint:
Om de kans op leverbeschadiging te verminderen moet u geen Tasmar gebruiken wanneer
- u een leverziekte hebt
- in geval van verhoogde leverfunctiewaarden in bloedtesten die vóór het begin van de
behandeling zijn gedaan (testen van alanine aminotransferase (ALT) en aspartaat
aminotransferase (AST)).
Terwijl u behandeling krijgt:
Tijdens de behandeling zullen bloedtesten volgens de volgende tijdsintervallen worden gedaan:
elke 2 weken gedurende de eerste 12 maanden van de behandeling,
elke 4 weken gedurende de volgende 6 maanden van de behandeling,
elke 8 weken gedurende de verdere behandeling.
De behandeling zal worden gestopt wanneer de uitslagen abnormaal worden.
De behandeling met Tasmar kan soms leiden tot leverstoornis. Daarom moet u onmiddellijk contact
met uw arts opnemen wanneer u symptomen ervaart zoals misselijkheid, overgeven, buikpijn (vooral
bij de lever in het gebied rechtsboven), verlies van eetlust, zwakte, koorts, donker worden van urine,
geelzucht (gele huid of ogen) of als u gemakkelijker vermoeid raakt.
Wanneer u al bent behandeld met Tasmar en een acute leverbeschadiging ontwikkelde tijdens de
behandeling, mag u Tasmar niet opnieuw gebruiken.
NMS (Maligne Neurolepticasyndroom)
Tijdens behandeling met Tasmar kunnen verschijnselen van het Maligne Neurolepticasyndroom
(NMS) optreden.
NMS bestaat uit een aantal of alle van de volgende:
- ernstige spierstijfheid, schokkende bewegingen van spieren, armen of benen en pijnlijke
spieren. Spierbeschadiging kan soms donkere urine veroorzaken.
- andere belangrijke symptomen zijn hoge koorts en geestelijke verwardheid.
De volgende voorzorgsmaatregelen moeten in acht worden genomen
Voor begin van de behandeling:
Om de kans van NMS te verminderen mag u Tasmar niet gebruiken wanneer uw arts zegt dat u
ernstige onwillekeurige bewegingen (dyskinesie) hebt of een eerdere ziekte hebt gehad die NMS kan
zijn geweest.
Informeer uw arts over alle voorgeschreven en niet voorgeschreven geneesmiddelen omdat het risico
op NMS kan verergeren wanneer u bepaalde geneesmiddelen gebruikt.
Tijdens behandeling:
Wanneer u symptomen ontwikkelt zoals boven beschreven waarvan u denkt dat dit NMS is, moet u
dat onmiddellijk aan uw arts vertellen.
Stop niet met Tasmar of een ander geneesmiddel voor de ziekte van Parkinson zonder uw arts te
informeren, omdat dit het risico op NMS kan doen toenemen.
Informeer uw arts ook:
-
wanneer u een andere ziekte dan de ziekte van Parkinson hebt.
- wanneer u allergisch bent voor andere geneesmiddelen, voedingsstoffen en kleurstoffen.
- wanneer u korte tijd na het begin en gedurende de behandeling met Tasmar verschijnselen
krijgt die door levodopa kunnen worden veroorzaakt, zoals onwillekeurige bewegingen
(dyskinesie) en misselijkheid.
Wanneer u zich niet goed voelt, neem dan contact op met uw arts omdat u mogelijk minder levodopa
moet nemen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Tasmar wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen jonger dan 18 jaar omdat er niet voldoende
gegevens zijn over de veiligheid en de werking. Er is geen relevante indicatie voor gebruik door
kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Tasmar nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kortgeleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken innemen? Vertel dat
dan uw arts of apotheker.
Licht uw arts in over alle andere geneesmiddelen die u gebruikt voornamelijk:
- antidepressiva,
- alfa-methyldopa (gebruikt om verhoogde bloeddruk te behandelen),
- apomorfine (gebruikt voor ziekte van Parkinson),
- dobutamine (gebruikt voor de chronische hartaandoening),
- adrenaline en isoprenaline (beiden gebruikt voor hartaanvallen),
- antistollingsmiddelen van het warfarine-type (voorkomen van bloedstolsels). In dit geval zal
uw arts regelmatig bloedtesten nemen om te controleren hoe gemakkelijk het bloed stolt.
Wanneer u naar het ziekenhuis gaat of wanneer nieuwe geneesmiddelen zijn voorgeschreven, moet u
aan uw arts vertellen dat u Tasmar neemt.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Tasmar kan met of zonder voedsel worden genomen.
Tasmar moet worden ingenomen met 1 glas water.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
De effecten van Tasmar bij zuigelingen zijn niet onderzocht. U mag geen borstvoeding geven tijdens
de behandeling met Tasmar.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Omdat de ziekte van Parkinson invloed kan uitoefenen op uw rijvaardigheid en het vermogen om
machines te gebruiken dient u dit met uw arts te bespreken.
Tasmar heeft invloed op uw symptomen van de ziekte van Parkinson.
Tasmar tegelijk gebruikt met uw andere Parkinson geneesmiddelen kan excessieve loomheid
(slaperigheid) en episodes van plotselinge slaap veroorzaken (u kunt opeens in slaap vallen). U dient
dus niet te rijden of machines te gebruiken tot dergelijke terugkerende episodes en de overmatige
slaperigheid verdwenen zijn.
Tasmar bevat lactose en natrium
Indien uw arts u ingelicht heeft dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem contact op met uw arts
alvorens dit geneesmiddel in te nemen.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Volg bij het innemen van Tasmar nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of
apotheker.
Dosering en toedieningsfrequentie
Uw arts moet uw behandeling altijd met de standaarddosering beginnen van driemaal daags 1 tablet
(100 mg (1 tablet)).
Wanneer geen verbeteringen worden gezien binnen 3 weken na het starten van de behandeling moet
Tasmar gestopt worden.
Om de werking te verbeteren mag uw arts de dosering alleen verhogen tot driemaal daags 2 tabletten
(driemaal daags 200 mg) wanneer de verbetering van de verschijnselen van de ziekte van Parkinson
zwaarder weegt dan de verwachte toename van de bijwerkingen. De bijwerkingen bij een hogere
dosering kunnen vaak ernstig zijn en uw lever beïnvloeden. Wanneer u niet beter wordt op de hogere
dosering na een totaal van 3 weken, zal uw arts uw behandeling met Tasmar stoppen.
Uw dosering van levodopa dient misschien veranderd te worden, bij het starten en tijdens de
behandeling met Tasmar. Uw arts zal u adviseren wat te doen.
Hoe wordt Tasmar ingenomen
Slik Tasmar door met 1 glas water.
Breek de tabletten niet en maak ze niet fijn.
De eerste Tasmar tablet moet 's ochtends samen met uw andere anti-Parkinson geneesmiddel
`levodopa' ingenomen.
De andere doses Tasmar worden ongeveer 6 en 12 uur later genomen.
Tijd van de dag
Dose
Note
Ochtend
1 Tasmar tablet
Samen met de eerste dagelijkse dosis van
`levodopa'.
Middag
1 Tasmar tablet
Avond
1 Tasmar tablet
Heeft u teveel van dit middel ingenomen?
Symptomen van overdosering kunnen zijn: misselijkheid, braken, duizeligheid en
ademhalingsproblemen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem het zodra u het zich herinnert in, ga dan verder met de behandeling op de gebruikelijke
tijdstippen. Wanneer de volgende dosis echter al meteen daarna moet worden ingenomen, haal dan de
vergeten dosis niet in. Neem geen dubbele dosis om de vergeten individuele dosis in te halen.
Wanneer u meerdere doses bent vergeten, neem dan contact op met uw arts en volg het advies dat u
gekregen hebt op.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Verminder of stop niet met het nemen van uw medicijnen tenzij uw arts u dat vertelt. Volg altijd de
instructies van uw arts over de duur van de behandeling met Tasmar.
4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De frequentie van mogelijke bijwerkingen wordt hieronder volgens de volgende conventie
gedefinieerd:
Zeer vaak:
bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
Vaak:
bij 1 tot 10 op de 100 gebruikers
Soms:
bij 1 tot 10 op de 1000 gebruikers
Zelden:
bij 1 tot 10 op de 10.000 gebruikers
Zeer zelden:
bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
Niet bekend:
kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Vertel het zo snel mogelijk aan uw arts of apotheker:
- als u
zich niet goed voelt wanneer u Tasmar gebruikt.
- als verschijnselen ervaart zoals
misselijkheid, braken, buikpijn, afgenomen eetlust,
zwakte, koorts, donker worden van urine of geelzucht
omdat soms verstoringen van de
werking van de lever en soms ernstige leverontsteking (hepatitis) is waargenomen.
- als u merkt dat uw urine donkerder is omdat dit een teken is van een spier- of
leverbeschadiging. Andere verkleuring van gele urine is gewoonlijk onschadelijk.
- als u aanhoudende of ernstige diarree krijgt.
Vlak na het begin en gedurende uw behandeling met Tasmar, kunt u verschijnselen krijgen,
veroorzaakt door levodopa, zoals onwillekeurige bewegingen en misselijkheid. Neem daarom,
wanneer u zich niet goed voelt, onmiddellijk contact op met uw arts daar het mogelijk is dat uw dosis
levodopa veranderd dient te worden.
Andere mogelijke bijwerkingen:
Zeer vaak:
- onwillekeurige bewegingen (dyskinesie),
- misselijkheid, verminderde eetlust, diarree,
- hoofdpijn, duizeligheid
- slaapproblemen, slaperigheid,
licht gevoel in het hoofd bij het staan (orthostatische klachten),
- geestelijke verwardheid en hallucinaties,
- bewegingsstoornis met onvrijwillige bewegingen en verkeerde stand (dystonie),
- overmatig dromen.
Vaak:
- pijn op de borst,
- obstipatie, zuurbranden, maagpijn, braken, droge mond,
- flauwvallen,
- toegenomen zweten,
- influenza-achtige symptomen,
- verminderde vrijwillige en onvrijwillige bewegingen (hypokinesie),
- infectie van de bovenste luchtwegen,
- verhoging van bepaalde leverenzymen,
- verkleuring van de urine.
Soms:
- leverbeschadiging, in zeldzame gevallen met fatale afloop.
Zelden:
- ernstige verschijnselen van spierverstijving, koorts of geestelijke verwarring (Maligne
Neurolepticasyndroom) als de anti-Parkinson behandeling plotseling wordt verminderd of
gestopt.
- Stoornis van de impulsbeheersing (het niet kunnen onderdrukken van de impuls om iets te
doen dat schadelijk zou kunnen zijn), hiertoe behoren:
o Sterke impuls om overmatig te gokken ondanks ernstige persoonlijke gevolgen of
gevolgen voor het gezin.
o Veranderde of toegenomen seksuele interesse en gedrag dat van grote zorg is voor uzelf
of anderen, bijvoorbeeld een verhoogde seksuele drift.
o Onbedwingbare behoefte om overmatig te winkelen of geld uit te geven.
o Vreetbuien (het eten van grote hoeveelheden voedsel in een korte periode) of dwangmatig
eten (het eten van meer dan normaal en meer dan nodig is om uw honger te stillen).
Vertel het aan uw arts als u last krijgt van een van deze gedragingen; hij/zij zal met u bespreken
hoe deze symptomen behandeld of verminderd kunnen worden.

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het Nederlands Bijwerkingen Centrum, LAREB, via www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de verpakking
na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Gebruik dit geneesmiddel niet, als u merkt dat de tabletten beschadigd zijn.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is tolcapon (100 mg in elke filmomhulde tablet)
- De andere stoffen (hulpstoffen) zijn:
Tabletkern: calciumwaterstoffosfaat (watervrij), microkristallijne cellulose, povidon K 30,
natriumzetmeelglycolaat, lactosemonohydraat (zie rubriek 2 ' Tasmar bevat lactose', talk,
magnesiumstearaat.
Filmomhulsel: hydroxypropylmethylcellulose, talk, geel ijzeroxide (E 172), ethylcellulose,
titaniumdioxide (E 171), triacetine en natriumlaurylsulfaat
Hoe ziet Tasmar er uit en hoeveel zit er in een verpakking?
Tasmar is een bleke tot lichtgele, ovaalvormige, filmomhulde tablet. Een zijde is voorzien van de
indruk 'TASMAR' en '100'. Tasmar wordt afgeleverd in de vorm van filmomhulde tabletten met
100 mg tolcapon. Het is beschikbaar in doordrukstrips met een verpakkingsgrootte van 30 of 60
tabletten en in glazen flessen met een verpakkingsgrootte van 30, 60, 100 of 200 filmomhulde
tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Meda AB
Pipers väg 2A
S-170 09 Solna
Zweden
Fabrikant
ICN Polfa Rzeszów S.A.
ul. Przemyslowa 2
35-959 Rzeszów
Polen
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
België/Belgique/Belgien
Luxembourg/Luxemburg
Mylan EPD bvba/sprl
Mylan EPD bvba/sprl
Chaussée de la Hulpe 166/
Chaussée de la Hulpe 166/
Terhulpsesteenweg 166
Terhulpsesteenweg 166
B-1170 Brussels
B-1170 Brussels
Tél/Tel: +32 2 5 04 08 11
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 2 5 04 08 11

Magyarország
Mylan EPD Kft.
. 48, . 7
H-1138 Budapest,
,, '
Váci út 150.
1505
Tel.: +36 1 465 2100
: +359 2 44 5400
Ceská republika
Malta
Mylan Healthcare CZ s.r.o.
V.J. Salomone Pharma Limited
Evropská 2590/33C
Upper Cross Road, Marsa,
Prague 6 160 00
MRS 1542, Malta
Czech Republic
Tel: +356 22983143
Tel: +420 234 064 203
Nederland
Mylan Denmark ApS
Mylan Healthcare B.V.
Borupvang 1
Krijgsman 20
2750 Denmark
NL-1186 DM Amstelveen
Tlf: +45 28 11 69 32
Tel: +31 20 426 33 00
Deutschland
Norge
MEDA Pharma GmbH & Co. KG
Mylan Healthcare Norge A/S
Benzstraße 1
Hagaløkkveien 26
D-61352 Bad Homburg v.d.H.
N-1383 Asker
Tel: + 49 6172 888 01
Tlf: +47 66 75 33 00
Eesti
Österreich
Meda Pharma SIA
MEDA Pharma GmbH
Liivalaia 13/15
Guglgasse 15
10151 11018Tallinn
A-1110 Wien
Tel. + 372 6261 025
Tel: + 43 1 86 390

Polska
MEDA Pharmaceuticals A.E.
Mylan Healthcare Sp. z o.o.
63
ul .Postpu 21 B
17456
02-676 Warszawa
: +30 210 6 77 5690
Tel: +48 22 5466400
España
Portugal
Mylan Pharmaceuticals S.L.
BGP Products, Unipessoal, Lda.
C/Plom, 2-4, 5ª planta
Av. D. João II,
08038 - Barcelona
Edifício Atlantis, nº 44C ­ 7.3 e 7.4
Tel: +34 900 102 712
1990-095 Lisboa
Tel:+351 214 127 200
France
România
Mylan Medical SAS
BGP PRODUCTS SRL
40-44 rue Washington
Tel.: +40372 579 000
75008 Paris
Tél : +33 156 64 10 70
Hrvatska
Mylan Hrvatska d.o.o.
Tel: +385 1 23 50 599
Ireland
Slovenija
Mylan Ireland Limited
Mylan Healthcare d.o.o.
Unit 34/35, Block A
Dolenjska cesta 242c
Dunboyne Business Park
1000 Ljubljana
Dunboyne
Tel: +386 1 23 63 180
IRL - Co Meath
Tel: +353 (0) 87 1694982
Slovenská republika
Icepharma hf
MEDA Pharma spol. s. r.o.
Box 906
Trnavská cesta 50
S-170 09 Solna
821 02 Bratislava
Svíþjóð.
Tel: +421 2 32 199 100
Sími: +354 540 8000
Italia
Suomi/Finland
Meda Pharma S.p.A.
Meda Oy
Viale Brenta, 18
Vaisalantie 4/ Vaisalavägen 4
I-20139 Milano
FI-02130 Espoo/ Esbo
Tel: +39 0261246987
Puh/Tel: +358 20 720 9550

Sverige
Varnavas Hadjipanayis Ltd
Meda AB
: +357 2220 7700
Box 906
S-170 09 Solna
Tel: +46 8 630 1900
Latvija
United Kingdom
Meda Pharma SIA
Mylan Products Ltd.,
101 Mkusalas str.
Station Close,
Rga LV1004
Potters Bar,
Tlr: +371 67616137
Hertfordshire,
EN6 1TL, UK
+44 (0) 1707 853000
Lietuva
Meda Pharma SIA
Zalgirio str. 90-100
Vilnius LT-09303
Tel. + 370 52059367
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in <{MM/JJJJ}> <{maand JJJJ}>.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Tasmar, 200 mg filmomhulde tablet
tolcapon
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
In deze bijsluiter:
1.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Tasmar wordt gebruikt samen met het geneesmiddel levodopa (levodopa/benserazide of
levodopa/carbidopa) voor de behandeling van de ziekte van Parkinson. Tasmar wordt gebruikt
wanneer alle andere alternatieve geneesmiddelen uw ziekte van Parkinson niet kunnen stabiliseren.
Voor de behandeling van de ziekte van Parkinson neemt u al levodopa in. Een natuurlijk enzym in het
lichaam Catechol-O-methyltransferase (COMT) breekt de levodopa medicatie af. Tasmar blokkeert
dit enzym en vertraagt de afbraak van levodopa. Dit betekent dat wanneer het wordt ingenomen samen
met levodopa (als levodopa/benserazide of levodopa/carbidopa) u een verbetering zou moeten hebben
in uw symptomen van de ziekte van Parkinson.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
wanneer u een leverziekte hebt of een toename van leverenzymen
- wanneer u ernstige onwillekeurige bewegingen hebt (dyskinesie)
- wanneer u een voorgeschiedenis hebt van ernstige verschijnselen van spierverstijving, koorts of
geestelijke verwardheid (Maligne Neurolepticasyndroom Symptomen Complex (NMS)) en/of
beschadiging van het skeletspierweefsel (niet-traumatische rhabdomyolyse) of koorts
(hyperthermie)
- wanneer u allergisch bent voor de werkzame stof tolcapon of voor één van de andere
bestanddelen van Tasmar
- wanneer u een bepaald soort tumor van het bijniermerg heeft (feochromocytoom)
- wanneer u bepaalde geneesmiddelen gebruikt om depressie en onrust te behandelen die niet-
selectieve mono amine oxidase (MAO) remmers worden genoemd
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
U moet niet beginnen met het innemen van Tasmar totdat uw arts
de risico's van de behandeling met Tasmar heeft uitgelegd
- de noodzakelijke maatregelen om deze risico's zoveel mogelijk te beperken heeft uitgelegd
- uw eventuele vragen heeft beantwoord
- als u zwanger bent of van plan bent zwanger te worden. Uw arts zal de voor- en nadelen met u
bespreken over het nemen van Tasmar gedurende zwangerschap. De effecten van Tasmar bij
zuigelingen zijn niet onderzocht. U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met
Tasmar.
Vertel uw arts als u of uw familie/verzorger merkt dat u drang of onbedwingbare zin ontwikkelt om u
te gedragen op een manier die ongebruikelijk is voor u of als u impuls, aandrang of verleiding niet
kunt weerstaan om bepaalde activiteiten te verrichten die schadelijk kunnen zijn voor uzelf of
anderen. Deze gedragingen worden stoornissen in de impulsbeheersing genoemd en hiertoe kunnen
gokverslaving, overmatig eten of geld uitgeven, een abnormaal sterke drang naar seks of een sterke
toename van seksuele gedachten of gevoelens. Uw arts kan het nodig vinden om uw behandeling te
herzien.
U mag alleen Tasmar krijgen wanneer uw ziekte van Parkinson niet voldoende onder controle is bij
het gebruik van andere behandelingen.
Bovendien zal uw arts de behandeling met Tasmar stoppen wanneer uw toestand na 3 weken niet
voldoende is verbeterd om de risico's van de voortzetting van de behandeling te rechtvaardigen.
Leverbeschadiging
Tasmar kan zeldzame maar mogelijk dodelijke leverbeschadiging veroorzaken. Leverbeschadiging
treedt meestal op na 1 maand en voor 6 maanden. Het dient ook opgemerkt te worden dat vrouwelijke
patiënten een hoger risico kunnen hebben op leverbeschadiging. Daarom moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen.
Voordat u met de behandeling begint:
Om de kans op leverbeschadiging te verminderen moet u geen Tasmar gebruiken wanneer
- u een leverziekte hebt
- wanneer in geval van verhoogde leverfunctiewaarden in bloedtesten die vóór het begin van de
behandeling zijn gedaan (testen van alanine aminotransferase (ALT) en aspartaat
aminotransferase (AST)).
Terwijl u behandeling krijgt:
Tijdens de behandeling zullen bloedtesten volgens de volgende tijdsintervallen worden gedaan:
elke 2 weken gedurende de eerste 12 maanden van de behandeling,
elke 4 weken gedurende de volgende 6 maanden van de behandeling,
elke 8 weken gedurende de verdere behandeling.
De behandeling zal worden gestopt wanneer de uitslagen abnormaal worden.
De behandeling met Tasmar kan soms leiden tot leverstoornis. Daarom moet u onmiddellijk contact
met uw arts opnemen wanneer u symptomen ervaart zoals misselijkheid, overgeven, buikpijn (vooral
bij de lever in het gebied rechtsboven), verlies van eetlust, zwakte, koorts, donker worden van urine,
geelzucht (gele huid of ogen) of als u gemakkelijker vermoeid raakt.
Wanneer u al bent behandeld met Tasmar en een acute leverbeschadiging ontwikkelde tijdens de
behandeling, mag u Tasmar niet opnieuw gebruiken.
NMS (Maligne Neurolepticasyndroom)
Tijdens behandeling met Tasmar kunnen verschijnselen van het Maligne Neurolepticasyndroom
(NMS) optreden.
NMSbestaat uit een aantal of alle van de volgende:
- ernstige spierstijfheid, schokkende bewegingen van spieren, armen of benen en pijnlijke
spieren. Spierbeschadiging kan soms donkere urine veroorzaken.
- andere belangrijke symptomen zijn hoge koorts en geestelijke verwardheid.
De volgende voorzorgsmaatregelen moeten in acht worden genomen
Voor begin van de behandeling:
Om de kans van NMS te verminderen mag u Tasmar niet gebruiken wanneer uw arts zegt dat u
ernstige onwillekeurige bewegingen (dyskinesie) hebt of een eerdere ziekte hebt gehad die NMS kan
zijn geweest.
Informeer uw arts over alle voorgeschreven en niet voorgeschreven geneesmiddelen omdat het risico
op NMS kan verergeren wanneer bepaalde geneesmiddelen gebruikt.
Tijdens behandeling:
Wanneer u symptomen ontwikkelt zoals boven beschreven waarvan u denkt dat dit NMS is, moet u
dat onmiddellijk aan uw arts vertellen.
Stop niet met Tasmar of een ander geneesmiddel voor de ziekte van Parkinson zonder uw arts te
informeren, omdat dit het risico op NMS kan doen toenemen.
Informeer uw arts ook:
-
wanneer u een andere ziekte dan de ziekte van Parkinson hebt.
- wanneer u allergisch bent voor andere geneesmiddelen, voedingsstoffen en kleurstoffen.
- wanneer u korte tijd na het begin en gedurende de behandeling met Tasmar verschijnselen
krijgt die door levodopa kunnen worden veroorzaakt, zoals onwillekeurige bewegingen
(dyskinesie) en misselijkheid.
Wanneer u zich niet goed voelt, neem dan contact op met uw arts omdat u mogelijk minder levodopa
moet nemen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Tasmar wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen jonger dan 18 jaar omdat er niet voldoende
gegevens zijn over de veiligheid en de werking. Er is geen relevante indicatie voor gebruik door
kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Tasmar nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kortgeleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken innemen? Vertel dat
dan uw arts of apotheker.
Licht uw arts in over alle andere geneesmiddelen die u gebruikt voornamelijk:
- antidepressiva,
- alfa-methyldopa (gebruikt om verhoogde bloeddruk te behandelen),
- apomorfine ( gebruikt voor ziekte van Parkinson),
- dobutamine (gebruikt voor de chronische hartaandoening),
- adrenaline en isoprenaline (beiden gebruikt voor hartaanvallen),
- antistollingsmiddelen van het warfarine-type (voorkomen van bloedstolsels). In dit geval zal
uw arts regelmatig bloedtesten nemen om te controleren hoe gemakkelijk het bloed stolt.
Wanneer u naar het ziekenhuis gaat of wanneer nieuwe geneesmiddelen zijn voorgeschreven, moet u
aan uw arts vertellen dat u Tasmar neemt.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Tasmar kan met of zonder voedsel worden genomen.
Tasmar moet worden ingenomen met 1 glas water.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
De effecten van Tasmar bij zuigelingen zijn niet onderzocht. U mag geen borstvoeding geven tijdens
de behandeling met Tasmar.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Omdat de ziekte van Parkinson invloed kan uitoefenen op uw rijvaardigheid en het vermogen om
machines te gebruiken dient u dit met uw arts te bespreken.
Tasmar heeft invloed op uw symptomen van de ziekte van Parkinson.
Tasmar tegelijk gebruikt met uw andere Parkinson geneesmiddelen kan excessieve loomheid
(slaperigheid) en episodes van plotselinge slaap veroorzaken (u kunt opeens in slaap vallen). U dient
dus niet te rijden of machines te gebruiken tot dergelijke terugkerende episodes en de overmatige
slaperigheid verdwenen zijn.
Tasmar bevat lactose en natrium
Indien uw arts u ingelicht heeft dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem conctact op met uw arts
alvorens dit geneesmiddel in te nemen.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Volg bij het innemen van Tasmar nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of
apotheker.
Dosering en toedieningsfrequentie
Uw arts moet uw behandeling altijd met de standaarddosering beginnen driemaal daags 1 tablet
(100 mg (1 tablet)). Wanneer geen verbeteringen worden gezien binnen 3 weken na het starten van de
behandeling moet Tasmar gestopt worden.
Om de werking te verbeteren mag uw arts de dosering alleen verhogen tot de hogere dosis (driemaal
daags 200 mg) wanneer de verbetering van de verschijnselen van de ziekte van Parkinson zwaarder
weegt dan de verwachte toename van de bijwerkingen. De bijwerkingen bij een hogere dosering
kunnen vaak ernstig zijn en uw lever beïnvloeden. Wanneer u niet beter wordt op de hogere dosering
na een totaal van 3 weken, zal uw arts uw behandeling met Tasmar stoppen.
Uw dosering van levodopa dient misschien veranderd te worden, bij het starten en tijdens de
behandeling met Tasmar. Uw arts zal u adviseren wat te doen.
Hoe wordt Tasmar ingenomen
Slik Tasmar door met 1 glas water.
Breek de tabletten niet en maak ze niet fijn.
De eerste Tasmar tablet moet 's ochtends samen met uw andere anti-Parkinson geneesmiddel
`levodopa' ingenomen.
De andere doses Tasmar worden ongeveer 6 en 12 uur later genomen.
Tijd van de dag
Dose
Note
Ochtend
1 Tasmar tablet
Samen met de eerste dagelijkse dosis van
`levodopa'.
Middag
1 Tasmar tablet
Avond
1 Tasmar tablet
Heeft u teveel van dit middel ingenomen?
Neem onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker of ziekenhuis, omdat medische hulp dringend
nodig kan zijn. Wanneer een ander persoon per ongeluk uw geneesmiddel heeft ingenomen, neem dan
Symptomen van overdosering kunnen zijn: misselijkheid, braken, duizeligheid en
ademhalingsproblemen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem het zodra u het zich herinnert in, ga dan verder met de behandeling op de gebruikelijke
tijdstippen. Wanneer de volgende dosis echter al meteen daarna moet worden ingenomen, haal dan de
vergeten dosis niet in. Neem geen dubbele dosis om de vergeten individuele dosis in te halen.
Wanneer u meerdere doses bent vergeten, neem dan contact op met uw arts en volg het advies dat u
gekregen hebt op.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Verminder of stop niet met het nemen van uw medicijnen tenzij uw arts u dat vertelt. Volg altijd de
instructies van uw arts over de duur van de behandeling met Tasmar.
4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De frequentie van mogelijke bijwerkingen wordt hieronder volgens de volgende conventie
gedefinieerd:
Zeer vaak:
bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
Vaak:
bij 1 tot 10 op de 100 gebruikers
Soms:
bij 1 tot 10 op de 1000 gebruikers
Zelden:
bij 1 tot 10 op de 10.000 gebruikers
Zeer zelden:
bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
Niet bekend:
kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Vertel het zo snel mogelijk aan uw arts of apotheker:
- als u
zich niet goed voelt wanneer u Tasmar gebruikt.
- als verschijnselen ervaart zoals
misselijkheid, braken, buikpijn, afgenomen eetlust,
zwakte, koorts, donker worden van urine of geelzucht
omdat soms verstoringen van de
werking van de lever en soms ernstige leverontsteking (hepatitis) is waargenomen.
- als u merkt dat uw urine donkerder is omdat dit een teken is van een spier- of
leverbeschadiging. Andere verkleuring van gele urine is gewoonlijk onschadelijk.
- als u aanhoudende of ernstige diarree krijgt.
Vlak na het begin en gedurende uw behandeling met Tasmar, kunt u verschijnselen krijgen,
veroorzaakt door levodopa, zoals onwillekeurige bewegingen en misselijkheid. Neem daarom,
wanneer u zich niet goed voelt, onmiddellijk contact op met uw arts daar het mogelijk is dat uw dosis
levodopa veranderd dient te worden.
Andere mogelijke bijwerkingen:
Zeer vaak:
- onwillekeurige bewegingen (dyskinesie),
- misselijkheid, verminderde eetlust, diarree,
- hoofdpijn, duizeligheid
- slaapproblemen, slaperigheid,
- licht gevoel in het hoofd bij het staan (orthostatische klachten),
- geestelijke verwardheid en hallucinaties,
bewegingsstoornis met onvrijwillige bewegingen en verkeerde stand (dystonie).
- overmatig dromen.
Vaak:
- pijn op de borst,
- obstipatie, zuurbranden, maagpijn, braken, droge mond,
- flauwvallen,
- toegenomen zweten,
- influenza-achtige symptomen,
- verminderde vrijwillige en onvrijwillige bewegingen (hypokinesie),
- infectie van de bovenste luchtwegen,
- verhoging van bepaalde leverenzymen,
- verkleuring van de urine.
Soms:
- leverbeschadiging, in zeldzame gevallen met fatale afloop.
Zelden:
- ernstige verschijnselen van spierverstijving, koorts of geestelijke verwarring (Maligne
Neurolepticasyndroom) als de anti-Parkinson behandeling plotseling wordt verminderd of
gestopt.
- Stoornis van de impulsbeheersing (het niet kunnen onderdrukken van de impuls om iets te
doen dat schadelijk zou kunnen zijn), hiertoe behoren:
o Sterke impuls om overmatig te gokken ondanks ernstige persoonlijke gevolgen of
gevolgen voor het gezin.
o Veranderde of toegenomen seksuele interesse en gedrag dat van grote zorg is voor uzelf
of anderen, bijvoorbeeld een verhoogde seksuele drift.
o Onbedwingbare behoefte om overmatig te winkelen of geld uit te geven.
o Vreetbuien (het eten van grote hoeveelheden voedsel in een korte periode) of dwangmatig
eten (het eten van meer dan normaal en meer dan nodig is om uw honger te stillen).
Vertel het aan uw arts als u last krijgt van een van deze gedragingen; hij/zij zal met u bespreken
hoe deze symptomen behandeld of verminderd kunnen worden.

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het Nederlands Bijwerkingen Centrum, LAREB, via www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de verpakking
na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Gebruik dit geneesmiddel niet, als u merkt dat de tabletten beschadigd zijn.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
De werkzame stof in dit middel is tolcapon (200 mg in elke filmomhulde tablet)
- De andere stoffen (hulpstoffen) zijn:
Tabletkern: calciumwaterstoffosfaat (watervrij), microkristallijne cellulose, povidon K 30,
natriumzetmeelglycolaat, lactosemonohydraat (zie rubriek 2 ' Tasmar bevat lactose', talk,
magnesiumstearaat.
Filmomhulsel: hydroxypropylmethylcellulose, talk, geel ijzeroxide (E 172), ethylcellulose,
titaniumdioxide (E 171), triacetine en natriumlaurylsulfaat
Hoe ziet Tasmar er uit en hoeveel zit er in een verpakking?
Tasmar is een oranje tot bruin gele, ovaalvormige, filmomhulde tablet. Een zijde is voorzien van de
indruk 'TASMAR' en '200'. Tasmar wordt afgeleverd in de vorm van filmomhulde tabletten met
200 mg tolcapon. Het is beschikbaar in doordrukstrips met een verpakkingsgrootte van 30 of 60
tabletten en in glazen flessen met een verpakkingsgrootte van 100 filmomhulde tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Meda AB
Pipers väg 2A
S-170 09 Solna
Zweden
Fabrikant
ICN Polfa Rzeszów S.A.
ul. Przemyslowa 2
35-959 Rzeszów
Polen
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
België/Belgique/Belgien
Luxembourg/Luxemburg
Mylan EPD bvba/sprl
Mylan EPD bvba/sprl
Chaussée de la Hulpe 166/
Chaussée de la Hulpe 166/
Terhulpsesteenweg 166
Terhulpsesteenweg 166
B-1170 Brussels
B-1170 Brussels
Tél/Tel: +32 2 5 04 08 11
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 2 5 04 08 11

Magyarország
Mylan EPD Kft.
. 48, . 7
H-1138 Budapest,
,, '
Váci út 150.
1505
Tel.: +36 1 465 2100
: +359 2 44 5400
Ceská republika
Malta
Mylan Healthcare CZ s.r.o.
V.J. Salomone Pharma Limited
Evropská 2590/33C
Upper Cross Road, Marsa,
Prague 6 160 00
MRS 1542, Malta
Czech Republic
Tel: +356 22983143
Tel: +420 234 064 203
Nederland
Mylan Denmark ApS
Mylan Healthcare B.V.
Borupvang 1
Krijgsman 20
2750 Denmark
NL-1186 DM Amstelveen
Tlf: +45 28 11 69 32
Tel: +31 20 426 33 00
Deutschland
Norge
MEDA Pharma GmbH & Co. KG
Mylan Healthcare Norge A/S
Benzstraße 1
Hagaløkkveien 26
D-61352 Bad Homburg v.d.H.
N-1383 Asker
Tel: + 49 6172 888 01
Tlf: +47 66 75 33 00
Eesti
Österreich
Meda Pharma SIA
MEDA Pharma GmbH
Liivalaia 13/15
Guglgasse 15
10151 11018Tallinn
A-1110 Wien
Tel. + 372 6261 025
Tel: + 43 1 86 390

Polska
MEDA Pharmaceuticals A.E.
Mylan Healthcare Sp. z o.o.
63
ul .Postpu 21 B
17456
02-676 Warszawa
: +30 210 6 77 5690
Tel: +48 22 5466400
España
Portugal
Mylan Pharmaceuticals S.L.
BGP Products, Unipessoal, Lda.
C/Plom, 2-4, 5ª planta
Av. D. João II,
08038 - Barcelona
Edifício Atlantis, nº 44C ­ 7.3 e 7.4
Tel: +34 900 102 712
1990-095 Lisboa
Tel:+351 214 127 200
France
România
Mylan Medical SAS
BGP PRODUCTS SRL
40-44 rue Washington
Tel.: +40372 579 000
75008 Paris
Tél : +33 156 64 10 70
Hrvatska
Mylan Hrvatska d.o.o.
Tel: +385 1 23 50 599
Ireland
Slovenija
Mylan Ireland Limited
Mylan Healthcare d.o.o.
Unit 34/35, Block A
Dolenjska cesta 242c
Dunboyne Business Park
1000 Ljubljana
Dunboyne
Tel: +386 1 23 63 180
IRL - Co Meath
Tel: +353 (0) 87 1694982
Ísland
Slovenská republika
Icepharma hf
MEDA Pharma spol. s. r.o.
Box 906
Trnavská cesta 50
S-170 09 Solna
821 02 Bratislava
Svíþjóð.
Tel: +421 2 32 199 100
Sími: +354 540 8000
Suomi/Finland
Meda Pharma S.p.A.
Meda Oy
Viale Brenta, 18
Vaisalantie 4/ Vaisalavägen 4
I-20139 Milano
FI-02130 Espoo/ Esbo
Tel: +39 0261246987
Puh/Tel: +358 20 720 9550

Sverige
Varnavas Hadjipanayis Ltd
Meda AB
: +357 2220 7700
Box 906
S-170 09 Solna
Tel: +46 8 630 1900
Latvija
United Kingdom
Meda Pharma SIA
Mylan Products Ltd.,
101 Mkusalas str.
Station Close,
Rga LV1004
Potters Bar,
Tlr: +371 67616137
Hertfordshire,
EN6 1TL, UK
+44 (0) 1707 853000
Lietuva
Meda Pharma SIA
Zalgirio str. 90-100
Vilnius LT-09303
Tel. + 370 52059367
Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in {
datum }:
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? Tasmar 100 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Tasmar 100 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Tasmar 100 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG