Reyataz 150 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 100 mg harde capsules
REYATAZ 150 mg harde capsules
REYATAZ 200 mg harde capsules
REYATAZ 300 mg harde capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
REYATAZ 100 mg harde capsules
Elke capsule bevat 100 mg atazanavir (als sulfaat).
Hulpstof met bekend effect: 54,79 mg lactose per capsule.
REYATAZ 150 mg harde capsules
Elke capsule bevat 150 mg atazanavir (als sulfaat).
Hulpstof met bekend effect: 82,18 mg lactose per capsule.
REYATAZ 200 mg harde capsules
Elke capsule bevat 200 mg atazanavir (als sulfaat).
Hulpstof met bekend effect: 109,57 mg lactose per capsule.
REYATAZ 300 mg harde capsules
Elke capsule bevat 300 mg atazanavir (als sulfaat).
Hulpstof met bekend effect: 164,36 mg lactose per capsule.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule
REYATAZ 100 mg harde capsules
Ondoorzichtig blauw en witte capsule bedrukt met witte en blauwe inkt, met “BMS 100 mg” op de ene
helft en “3623” op de andere helft.
REYATAZ 150 mg harde capsules
Ondoorzichtig blauw en licht blauwe capsule bedrukt met witte en blauwe inkt, met “BMS 150 mg”
op de ene helft en “3624” op de andere helft.
REYATAZ 200 mg harde capsules
Ondoorzichtig blauwe capsule bedrukt met witte inkt, met “BMS 200 mg” op de ene helft en “3631”
op de andere helft.
REYATAZ 300 mg harde capsules
Ondoorzichtig rode en blauwe capsule bedrukt met witte inkt, met “BMS 300 mg” op de ene helft en
“3622” op de andere helft.
2
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
REYATAZ capsules, gelijktijdig toegediend met lage doseringen ritonavir, zijn geïndiceerd voor
gebruik bij hiv-1 geïnfecteerde volwassenen en pediatrische patiënten in de leeftijd van 6 jaar en ouder
in combinatie met andere antiretrovirale middelen (zie rubriek 4.2).
Gebaseerd op de beschikbare virologische en klinische gegevens van volwassen patiënten is er geen
voordeel te verwachten bij patiënten met stammen die resistent zijn tegen meerdere proteaseremmers
(≥ 4 PI-mutaties).
De keuze voor REYATAZ bij voorbehandelde volwassen en pediatrische patiënten dient gebaseerd te
zijn op individuele virale resistentietests en de behandelingshistorie van de patiënt (zie rubrieken 4.4
en 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling dient te worden ingesteld door een arts die ervaren is in de behandeling van hiv-
infecties.
Dosering
Volwassenen
De aanbevolen dosering van REYATAZ capsules is 300 mg éénmaal daags samen met éénmaal daags
100 mg ritonavir en voedsel. Ritonavir wordt gebruikt als versterker ("booster") van de atazanavir
farmacokinetiek (zie rubrieken 4.5 en 5.1). (Zie ook rubriek 4.4 Stoppen van ritonavir alleen onder
beperkende voorwaarden).
Pediatrische patiënten (in de leeftijd van 6 jaar tot jonger dan 18 jaar en met een lichaamsgewicht
van ten minste 15 kg)
De dosering van atazanavir capsules bij pediatrische patiënten is gebaseerd op lichaamsgewicht zoals
weergegeven in Tabel 1 en dient de aanbevolen dosering bij volwassenen niet te overschrijden.
REYATAZ capsules dienen met ritonavir te worden gebruikt en moeten met voedsel worden
ingenomen.
Tabel 1:
Dosering bij pediatrische patiënten (in de leeftijd van 6 jaar tot jonger dan 18 jaar
en met een lichaamsgewicht van ten minste 15 kg) voor REYATAZ capsules met
ritonavir
ritonavir eenmaaldaagse
REYATAZ eenmaaldaagse
Lichaamsgewicht (kg)
dosis
dosis
a
15 tot minder dan 35
200 mg
100 mg
ten minste 35
300 mg
100 mg
a
Ritonavir capsules, tabletten of orale oplossing.
Pediatrische patiënten (ten minste 3 maanden oud en met een lichaamsgewicht van ten minste 5 kg):
REYATAZ poeder voor oraal gebruik is beschikbaar voor pediatrische patiënten van ten minste
3 maanden oud en met een lichaamsgewicht van ten minste 5 kg (zie de Samenvatting van de
Productkenmerken van REYATAZ poeder voor oraal gebruik). Het switchen van REYATAZ poeder
voor oraal gebruik naar REYATAZ capsules wordt aangemoedigd zodra patiënten consequent in staat
zijn capsules door te slikken.
Het is mogelijk dat een dosisverandering nodig is wanneer er van formulering wordt gewisseld.
Raadpleeg de doseringtabel van de specifieke formulering (zie de Samenvatting van de
productkenmerken van REYATAZ oraal poeder).
Speciale populaties
Nierfunctiestoornis
3
Een aanpassing van de dosis is niet nodig. REYATAZ met ritonavir is niet aanbevolen bij patiënten
die hemodialyse ondergaan (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Leverfunctiestoornis
REYATAZ met ritonavir is niet onderzocht bij patiënten met een leverfunctiestoornis. REYATAZ met
ritonavir dient voorzichtig te worden gebruikt bij patiënten met een lichte leverfunctiestoornis.
REYATAZ met ritonavir dient niet te worden gebruikt bij patiënten met een matige tot ernstige
leverfunctiestoornis (zie rubrieken 4.3, 4.4 en 5.2).
Voor het geval dat met ritonavir wordt gestopt binnen het initiële aanbevolen met ritonavir versterkte
behandelschema (zie rubriek 4.4) REYATAZ unboosted zou gehandhaafd kunnen blijven bij patiënten
met een milde leverfunctiestoornis, in een dosis van 400 mg en bij patiënten met een matige
leverfunctiestoornis, met een dosis verlaagd naar 300 mg eenmaal daags met voedsel (zie rubriek 5.2).
REYATAZ unboosted mag niet gebruikt worden bij patiënten met ernstige leverfunctiestoornissen.
Zwangerschap en postpartum:
Tijdens het tweede en derde trimester van de zwangerschap:
REYATAZ 300 mg met ritonavir 100 mg geeft mogelijk onvoldoende blootstelling aan atazanavir,
vooral als de activiteit van atazanavir of de gehele behandeling gecompromitteerd wordt als gevolg
van geneesmiddelresistentie. Omdat er beperkte data beschikbaar zijn en als gevolg van variabiliteit
tussen patiënten tijdens de zwangerschap kan Therapeutische Drug Monitoring (TDM) overwogen
worden om een adequate blootstelling te garanderen.
Het risico van een verdere afname van atazanavirblootstelling wordt verwacht als atazanavir gegeven
wordt met geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de blootstelling aan atazanavir verminderen
(bijvoorbeeld tenofovirdisoproxil of H
2
-receptorantagonisten).
Indien tenofovirdisoproxil of een H
2
-receptorantagonist nodig is, kan een verhoging van de dosis
naar REYATAZ 400 mg met 100 mg ritonavir en TDM overwogen worden (zie rubrieken 4.6 en
5.2).
Het wordt niet aanbevolen om REYATAZ met ritonavir te gebruiken bij zwangere patiënten die
zowel tenofovirdisoproxil als een H
2
-receptorantagonist krijgen.
(Zie rubriek 4.4 Stoppen van ritonavir alleen onder beperkende voorwaarden).
Tijdens de postpartumperiode:
Na een mogelijke vermindering in atazanavirblootstelling tijdens het tweede en derde trimester,
kunnen atazanavirblootstellingen toenemen tijdens de eerste twee maanden na de bevalling (zie
rubriek 5.2). Daarom moeten patiënten na de bevalling nauwgezet gecontroleerd worden op
bijwerkingen.
Gedurende deze periode moeten patiënten dezelfde doseringsaanbevelingen opvolgen als niet-
zwangere patiënten, inclusief de aanbevelingen met betrekking tot gelijktijdige toediening van
geneesmiddelen waarvan bekend is dat zij de atazanavirblootstelling beïnvloeden (zie rubriek 4.5).
Pediatrische patiënten (jonger dan 3 maanden)
REYATAZ mag niet worden gebruikt bij kinderen jonger dan 3 maanden wegens
veiligheidsbezwaren, met name vanwege het mogelijke risico op kernicterus.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik. De capsules dienen geheel te worden doorgeslikt.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
REYATAZ is gecontra-indiceerd bij patiënten met ernstige leverinsufficiëntie (zie rubrieken 4.2
en 4.4 en 5.2). REYATAZ met ritonavir is gecontra-indiceerd bij patiënten met matige
leverinsufficiëntie (zie rubriek 4.2, 4.4 en 5.2).
4
Gelijktijdige toediening met simvastatine of lovastatine (zie rubriek 4.5).
De combinatie met rifampicine (zie rubriek 4.5).
De combinatie met de PDE5-remmer sildenafil voor gebruik bij de behandeling van uitsluitend
pulmonale arteriële hypertensie (PAH) (zie rubriek 4.5). Voor het gelijktijdig gebruik van sildenafil bij
de behandeling van erectiele disfunctie, zie rubriek 4.4 en rubriek 4.5.
Gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die substraten zijn van de isovorm CYP3A4 van cytochroom
P450 en een smalle therapeutische breedte hebben (zoals quetiapine, lurasidon, alfuzosine, astemizol,
terfenadine, cisapride, pimozide, kinidine, bepridil, triazolam, oraal toegediend midazolam
(waarschuwing voor parenteraal toegediend midazolam, zie rubriek 4.5), lomitapide, en
ergotalkaloïden; met name ergotamine, dihydroergotamine, ergonovine, methylergonovine) (zie
rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die grazoprevir bevatten, inclusief de combinatie van
elbasvir/grazoprevir in vaste doses (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik met de combinatie van glecaprevir/pibrentasvir in vaste doses (zie rubriek 4.5)
Gelijktijdig gebruik met producten die St. Janskruid (Hypericum
perforatum)
bevatten (zie
rubriek 4.5).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Hoewel bewezen is dat effectieve virale suppressie met antiretrovirale behandeling het risico op
seksuele overdracht substantieel vermindert, kan een nog aanwezig risico niet worden uitgesloten.
Voorzorgsmaatregelen om overdracht te voorkomen dienen te worden genomen in overeenstemming
met nationale richtlijnen.
Gelijktijdige toediening van REYATAZ met ritonavir bij doseringen hoger dan eenmaal daags 100 mg
is klinisch niet onderzocht. Het gebruik van hogere ritonavirdoses kan het veiligheidsprofiel van
atazanavir beïnvloeden (effecten op het hart, hyperbilirubinemie) en wordt daarom niet aanbevolen.
Uitsluitend wanneer atazanavir met ritonavir gelijktijdig wordt toegediend met efavirenz kan een
verhoging van de dosering van ritonavir naar eenmaal daags 200 mg worden overwogen. In dit geval
is nauwgezette klinische controle geboden (zie Interacties met andere geneesmiddelen hieronder).
Patiënten met coëxisterende condities
Verminderde leverfunctie: Atazanavir wordt voornamelijk gemetaboliseerd in de lever en toegenomen
plasmaconcentraties zijn gezien bij patiënten met een verminderde leverfunctie (zie rubrieken 4.2 en
4.3). De veiligheid en werkzaamheid van REYATAZ zijn niet vastgesteld bij patiënten met
significante onderliggende leverstoornissen. Patiënten met chronische hepatitis B of C die behandeld
worden met een antiretrovirale combinatietherapie hebben een verhoogd risico op ernstige en
potentieel fatale leverbijwerkingen. Raadpleeg bij gelijktijdige antivirale behandeling van hepatitis B
of C dan ook de relevante Samenvatting van de Productkenmerken van deze geneesmiddelen (zie
rubriek 4.8).
Patiënten met een bestaande leverfunctiestoornis, inclusief chronische actieve hepatitis, hebben een
verhoogde frequentie van leverfunctieabnormaliteiten tijdens antiretrovirale combinatietherapie en
dienen volgens de standaardpraktijk te worden gecontroleerd. Indien er bij deze patiënten signalen zijn
van verslechterende leverziekte, dient tijdelijke stopzetting of staken van de behandeling te worden
overwogen.
5
Verminderde nierfunctie: Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een verminderde
nierfunctie. Echter, REYATAZ wordt niet aanbevolen bij patiënten die hemodialyse ondergaan (zie
rubrieken 4.2 en 5.2).
QT-verlenging: Dosisgerelateerde asymptomatische verlengingen van het PR-interval is in klinische
studies met REYATAZ waargenomen. Voorzichtigheid dient in acht te worden genomen met
geneesmiddelen waarvan bekend is dat deze PR-verlengingen induceren. Bij patiënten met bestaande
geleidingsproblemen (tweedegraads of hoger atrioventriculaire of complexe bundeltakblokkade) dient
REYATAZ met voorzichtigheid te worden gebruikt en alleen indien de voordelen groter zijn dan het
risico (zie rubriek 5.1). Speciale voorzichtigheid dient te worden betracht wanneer REYATAZ wordt
voorgeschreven samen met geneesmiddelen die het QT-interval kunnen verlengen en/of bij patiënten
met bestaande risicofactoren (bradycardie, lang congenitaal QT, elektrolytverstoringen (zie rubrieken
4.8 en 5.3).
Hemofiliepatiënten: Er zijn meldingen geweest van toegenomen bloeding, waaronder spontane
huidhematomen en hemartrose, in patiënten met hemofilie type A en B die behandeld werden met
proteaseremmers. Aan enkele patiënten werd aanvullend factor VIII gegeven. In meer dan de helft van
de gemelde gevallen werd de behandeling met proteaseremmers voortgezet of herstart nadat de
behandeling onderbroken was. Een causaal verband is gesuggereerd, hoewel het werkingsmechanisme
niet opgehelderd is. Hemofiliepatiënten moeten daarom attent gemaakt worden op de mogelijkheid
van toegenomen bloeding.
Gewicht en metabole parameters
Een gewichtstoename en een stijging van de serumlipide- en bloedglucosespiegels kunnen tijdens
antiretrovirale behandeling optreden. Zulke veranderingen kunnen gedeeltelijk samenhangen met het
onder controle brengen van de ziekte en met de levensstijl. Voor lipiden is er in sommige gevallen
bewijs voor een effect van de behandeling, terwijl er voor gewichtstoename geen sterk bewijs is dat dit
aan een specifieke behandeling gerelateerd is. Voor het controleren van de serumlipiden en
bloedglucose wordt verwezen naar de vastgestelde hiv-behandelrichtlijnen. Lipidestoornissen moeten
worden behandeld waar dat klinisch aangewezen is.
In klinische studies is gebleken dat REYATAZ (met of zonder ritonavir) in mindere mate dan
vergelijkbare middelen dyslipidemie induceerde.
Hyperbilirubinemie
Reversibele verhogingen van indirect (niet-geconjugeerd) bilirubine gerelateerd aan remming van
UDP-glucuronosyltransferase (UGT) werden gezien in patiënten die werden behandeld met
REYATAZ (zie rubriek 4.8). Levertransaminaseverhogingen die optreden met verhoogd bilirubine bij
patiënten die REYATAZ ontvangen, dienen te worden onderzocht op alternatieve oorzaken.
Alternatieve antiretrovirale therapie voor REYATAZ kan worden overwogen indien geelzucht of
sclerale icterus voor een patiënt onacceptabel is. Dosisverlaging van atazanavir wordt niet aanbevolen
omdat dit kan resulteren in een verlies van therapeutische effectiviteit en er resistentie kan ontstaan.
Indinavir is ook geassocieerd met indirecte (ongeconjugeerde) hyperbilirubinemie als gevolg van
remming van UGT. Combinaties van REYATAZ en indinavir zijn niet onderzocht en gelijktijdige
toediening van deze geneesmiddelen wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Stoppen van ritonavir alleen onder beperkende voorwaarden
De aanbevolen standaard behandeling is REYATAZ versterkt met ritonavir, voor optimale
farmacokinetische parameters en virologische suppressie.
Het stoppen met ritonavir in het versterkte behandelschema van REYATAZ wordt niet aanbevolen,
maar kan overwogen worden bij volwassen patiënten met een dosis van 400 mg eenmaal daags
ingenomen met voedsel, onder de volgende gecombineerde beperkende voorwaarden:
afwezigheid van voorgaand virologisch falen
ondetecteerbare virale belasting tijdens de afgelopen 6 maanden bij het huidige behandelschema
virusstammen die geen mutaties (RAM's) herbergen die worden geassocieerd met hiv-resistentie
voor het huidige behandelschema.
6
REYATAZ gegeven zonder ritonavir dient niet overwogen te worden bij patiënten die behandeld
worden met een backbone behandelschema dat tenofovirdisoproxil bevat en met andere gelijktijdige
medicatie dat de biologische beschikbaarheid van atazanavir verlaagt (zie rubriek 4.5 Voor het geval
dat ritonavir wordt gestopt binnen het aanbevolen met atazanavir versterkte behandelschema) of in
geval van waargenomen therapietrouw problemen.
REYATAZ gegeven zonder ritonavir dient niet gebruikt te worden bij zwangere patiënten, omdat het
kan resulteren in suboptimale blootstelling, in het bijzonder van belang voor de infectie van de moeder
en verticale transmissie.
Cholelithiase
Cholelithiase is gemeld bij patiënten die REYATAZ gebruikten (zie rubriek 4.8). Voor sommige
patiënten was een ziekenhuisopname voor aanvullende behandeling noodzakelijk en sommigen kregen
complicaties. Indien er klachten of symptomen van cholelithiase optreden, kan worden overwogen om
de behandeling tijdelijk te onderbreken of het gebruik te staken.
Chronische nierziekte
Tijdens postmarketingsurveillance is chronische nierziekte gemeld bij met hiv geïnfecteerde patiënten
die behandeld worden met atazanavir, met of zonder ritonavir. Een grootschalige prospectieve
observatiestudie heeft bij HIV-geïnfecteerde patiënten met een aanvankelijk normaal eGFR een
verband aangetoond tussen een verhoogde incidentie van chronische nierziekte en cumulatieve
blootstelling aan atazanavir-/ritonavir-bevattende behandeling. Dit verband werd waargenomen
onafhankelijk van blootstelling aan tenofovirdisoproxil. Regelmatige controle van de nierfunctie van
patiënten dient gedurende de gehele behandelingsduur te worden gehandhaafd (zie rubriek 4.8).
Nefrolithiase
Nefrolithiase is gemeld bij patiënten die REYATAZ gebruikten (zie rubriek 4.8). Voor sommige
patiënten was een ziekenhuisopname voor aanvullende behandeling noodzakelijk en sommigen kregen
complicaties. In enkele gevallen is nefrolithiase in verband gebracht met acuut nierfalen of
nierinsufficiëntie. Indien er tekenen of symptomen van nefrolithiase optreden, kan worden overwogen
om de behandeling tijdelijk te onderbreken of het gebruik te staken.
Immuunreactiveringssyndroom
Bij met hiv geïnfecteerde patiënten die op het moment dat de antiretrovirale combinatietherapie
(CART) wordt gestart een ernstige immuundeficiëntie hebben, kan zich een ontstekingsreactie op
asymptomatische of nog aanwezige opportunistische pathogenen voordoen die tot ernstige klinische
manifestaties of verergering van de symptomen kan leiden. Dergelijke reacties zijn vooral in de eerste
paar weken of maanden na het starten van CART gezien. Relevante voorbeelden zijn cytomegalovirus
retinitis, gegeneraliseerde en/of focale mycobacteriële infecties en
Pneumocystis jirovecii
pneumonie.
Alle ontstekingssymptomen moeten worden beoordeeld en zo nodig dient een behandeling te worden
ingesteld. Van auto-immuunziekten (zoals de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) is ook
gerapporteerd dat ze in een setting van immuunreactivering kunnen optreden; de gerapporteerde tijd
tot het begin van de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het
starten van de behandeling optreden.
Osteonecrose
Hoewel men aanneemt dat bij de etiologie vele factoren een rol spelen (waaronder gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie, hoge Body Mass Index), zijn gevallen
van osteonecrose vooral gemeld bij patiënten met voortgeschreden hiv-infectie en/of langdurige
blootstelling aan antiretrovirale combinatietherapie (CART). Patiënten moet worden aangeraden om
een arts te raadplegen wanneer hun gewrichten pijnlijk zijn of stijf worden of wanneer zij moeilijk
kunnen bewegen.
Huiduitslag en gerelateerde syndromen
Huiduitslag bestaat meestal uit lichte tot matige maculo-papuleuze huiderupties die optreden in de
eerste 3 weken na aanvang van de behandeling met REYATAZ.
7
Stevens-Johnson-syndroom (SJS), erythema multiforme, toxische huiderupties en
geneesmiddelenuitslag met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS syndroom) zijn gemeld bij
patiënten die REYATAZ ontvingen. Patiënten moet worden geadviseerd over de klachten en
verschijnselen en zij moeten nauwlettend worden gecontroleerd op huidreacties. REYATAZ moet
worden gestaakt als er ernstige huiduitslag optreedt.
De beste resultaten bij het behandelen van deze bijwerkingen worden behaald door vroegtijdige
diagnose en het onmiddellijk staken van alle verdachte geneesmiddelen. Als de patiënt SJS of DRESS,
gerelateerd aan het gebruik van REYATAZ, ontwikkelt dan mag de behandeling met REYATAZ niet
opnieuw worden gestart.
Interacties met andere geneesmiddelen
De combinatie van REYATAZ en atorvastatine wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik van REYATAZ met nevirapine of efavirenz wordt niet aanbevolen (zie rubriek
4.5).
Indien gelijktijdig gebruik van REYATAZ met een NNRTI noodzakelijk is, kan een dosisverhoging
van zowel REYATAZ als ritonavir naar respectievelijk 400 mg en 200 mg in combinatie met
efavirenz onder nauwkeurige klinische controle worden overwogen.
Atazanavir wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP3A4. Gelijktijdige behandeling van
REYATAZ met ritonavir en geneesmiddelen die CYP3A4 induceren, wordt niet aanbevolen (zie
rubrieken 4.3 en 4.5).
PDE5-remmers voor de behandeling van erectiele disfunctie: speciale voorzichtigheid dient te worden
betracht wanneer PDE5-remmers (sildenafil, tadalafil of vardenafil) worden voorgeschreven bij de
behandeling van erectiele disfunctie bij patiënten die REYATAZ gebruiken. Bij gelijktijdig gebruik
van REYATAZ met deze geneesmiddelen is het te verwachten dat de concentraties van deze middelen
aanzienlijk stijgen, wat zou kunnen resulteren in PDE5-geassocieerde bijwerkingen zoals hypotensie,
visusstoornissen en priapisme (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik van voriconazol en REYATAZ met ritonavir wordt niet aanbevolen, tenzij een
overweging van de voor- en nadelen het gebruik van voriconazol rechtvaardigt.
Bij de meeste patiënten is een daling van de voriconazol- en atazanavirspiegels te verwachten. Bij een
klein aantal patiënten zonder functionele CYP2C19-allel zijn significant verhoogde
voriconazolspiegels te verwachten (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik van REYATAZ/ritonavir en fluticason of andere glucocorticoïden die door
CYP3A4 gemetaboliseerd worden, wordt niet aangeraden tenzij het potentiële voordeel van de
behandeling opweegt tegen het risico op systemische corticosteroïdeffecten, waaronder het Cushing-
syndroom en suppressie van de bijnier (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik van salmeterol met REYATAZ kan resulteren in een toename van
cardiovasculaire bijwerkingen geassocieerd met salmeterol. Gelijktijdig gebruik van salmeterol en
REYATAZ wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
De absorptie van atazanavir kan afnemen in geval van een verhoogde pH in de maag ongeacht de
oorzaak hiervan.
Gelijktijdig gebruik van REYATAZ en protonpompremmers wordt afgeraden (zie rubriek 4.5). Indien
de combinatie van REYATAZ met een protonpompremmer onvermijdelijk wordt geacht, is
nauwkeurige klinische controle aanbevolen samen met een verhoging van de dosering REYATAZ tot
400 mg met 100 mg ritonavir; doseringen van protonpompremmers, overeenkomend met omeprazol
20 mg, dienen niet te worden overschreden.
8
Gelijktijdig gebruik van REYATAZ en andere hormonale anticonceptiva of orale anticonceptiva die
een ander progestageen dan norgestimaat of norethindron bevatten, is niet onderzocht en dient daarom
te worden vermeden (zie rubriek 4.5).
Pediatrische patiënten
Veiligheid
Asymptomatische verlenging van het PR-interval trad frequenter op bij pediatrische patiënten dan bij
volwassenen. Asymptomatische eerste- en tweedegraads AV-blokkade werd gemeld bij pediatrische
patiënten (zie rubriek 4.8). Voorzichtigheid dient in acht te worden genomen met geneesmiddelen
waarvan bekend is dat deze PR-verlengingen induceren. Bij pediatrische patiënten met bestaande
geleidingsproblemen (tweedegraads of hoger atrioventriculair of complexe bundeltakblokkade) dient
REYATAZ met voorzichtigheid te worden gebruikt en alleen indien de voordelen groter zijn dan het
risico. Cardiale controle wordt aanbevolen op geleide van de aanwezigheid van klinische bevindingen
(bijv. bradycardie).
Werkzaamheid
Atazanavir/ritonavir is niet werkzaam bij virale stammen die meerdere mutaties van resistentie met
zich meedragen.
Hulpstoffen
Lactose
Patiënten met zeldzame aangeboren problemen van galactose-intolerantie, Lapp-lactasedeficiëntie of
glucose-galactosemalabsorptie dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Indien REYATAZ en ritonavir gelijktijdig worden gebruikt, kan het metabolische
geneesmiddelinteractieprofiel van ritonavir overheersen omdat ritonavir een krachtigere CYP3A4-
remmer is dan atazanavir. De Samenvatting van de Productkenmerken van ritonavir dient voor de start
van de behandeling met REYATAZ en ritonavir te worden geraadpleegd.
Atazanavir wordt in de lever gemetaboliseerd door CYP3A4. Het remt CYP3A4. Daarom is
REYATAZ gecontra-indiceerd met geneesmiddelen die substraten zijn van CYP3A4 en een smalle
therapeutische breedte hebben: quetiapine, lurasidon, alfuzosine, astemizol, terfenadine, cisapride,
pimozide, kinidine, bepridil, triazolam, oraal toegediend midazolam, lomitapide, en ergotalkaloïden,
met name ergotamine en dihydroergotamine (zie rubriek 4.3).
Gelijktijdige toediening van REYATAZ met geneesmiddelen die grazoprevir bevatten, inclusief de
combinatie van elbasvir/grazoprevir in vaste doses, is gecontra-indiceerd wegens een verhoging van de
plasmaconcentraties van grazoprevir en elbasvir en een mogelijk verhoogd risico op ALAT-
verhogingen, die geassocieerd worden met verhoogde grazoprevir-concentraties (zie rubriek 4.3).
Gelijktijdig gebruik van REYATAZ met de combinatie van glecaprevir/pibrentasvir in vaste doses is
gecontra-indiceerd vanwege een mogelijk verhoogd risico op ALAT-verhogingen door een
significante toename in glecaprevir en pibrentasvir plasmaconcentraties (zie rubriek 4.3).
Andere interacties
Interacties tussen atazanavir en andere geneesmiddelen worden weergegeven in de onderstaande tabel
(een toename is aangegeven met een “↑”, afname met een “↓”, geen verandering als “↔”). Indien
beschikbaar zijn de 90% betrouwbaarheidsintervallen (CI) aangegeven tussen haakjes. De
gepresenteerde onderzoeken in Tabel 2 zijn uitgevoerd bij gezonde proefpersonen, tenzij anders
aangegeven. Vermeldenswaardig is dat veel studies uitgevoerd zijn met unboosted atazanavir, hetgeen
niet het geregistreerd aanbevolen atazanavirregiem is (zie rubriek 4.4).
Indien stopzetten van ritonavir onder beperkende voorwaarden medisch gerechtvaardigd is
(zie rubriek 4.4), moet bijzondere aandacht gegeven worden aan atazanavirinteracties die kunnen
afwijken bij de afwezigheid van ritonavir (zie informatie in Tabel 2 hieronder).
9
Tabel 2: Interacties tussen REYATAZ en andere geneesmiddelen
Geneesmiddelen per
therapeutische klasse
Interactie
Aanbevelingen omtrent
gelijktijdig gebruik
ANTIVIRALE MIDDELEN TEGEN HEPATITIS C
Grazoprevir 200 mg eenmaal
daags
(atazanavir 300 mg/ritonavir
100 mg eenmaal daags)
Atazanavir AUC ↑43% (↑30% ↑57%)
Atazanavir C
max
↑12% (↑1% ↑24%)
Atazanavir C
min
↑23% (↑13% ↑134%)
Grazoprevir AUC: ↑958% (↑678%
↑1339%)
Grazoprevir C
max
: ↑524% (↑342%
↑781%)
Grazoprevir C
min
: ↑1064% (↑696%
↑1602%)
De concentratie van grazoprevir was
beduidend verhoogd wanneer
gelijktijdig toegediend met
atazanavir/ritonavir.
Atazanavir AUC ↑7% (↑2% ↑17%)
Atazanavir C
max
↑2% (↓4% ↑8%)
Atazanavir C
min
↑15% (↑2% ↑29%)
Elbasvir AUC: ↑376% (↑307%
↑456%)
Elbasvir C
max
: ↑315% (↑246% ↑397%)
Elbasvir C
min
: ↑545% (↑451% ↑654%)
De concentratie van elbasvir was
verhoogd wanneer gelijktijdig
toegediend met atazanavir/ritonavir.
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ met
elbasvir/grazoprevir is gecontra-
indiceerd wegens een
significante verhoging van de
plasmaconcentraties van
grazoprevir en een mogelijk
verhoogd risico op ALAT-
verhogingen (zie rubriek 4.3).
Elbasvir 50 mg eenmaal daags
(atazanavir 300 mg/ritonavir
100 mg eenmaal daags)
10
Sofosbuvir 400 mg /
velpatasvir 100 mg
/voxilaprevir 100 mg
enkelvoudige dosis*
(atazanavir 300 mg/ritonavir
100 mg eenmaal daags)
Sofosbuvir AUC: ↑40% (↑25% ↑57%)
Sofosbuvir C
max
↑29% (↑9% ↑52%)
Velpatasvir AUC: ↑93% (↑58%
↑136%)
Velpatasvir C
max
: ↑29% (↑7% ↑56%)
Voxilaprevir AUC : ↑331% (↑276%
↑393%)
Voxilaprevir C
max
: ↑342% (↑265%
↑435%)
*Limiet voor gebrek aan
farmacokinetische interactie 70-143%
Het effect op atazanavir en ritonavir
blootstelling is niet onderzocht.
Verwachting:
↔ Atazanavir
↔ Ritonavir
Het mechanisme van interactie tussen
REYATAZ/ritonavir en
sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir is
inhibitie van OATP1B, Pgp en
CYP3A.
Glecaprevir AUC: ↑553% (↑424%
↑714%)
Glecaprevir C
max
: ↑306% (↑215%
↑423%)
Glecaprevir C
min
: ↑1330% (↑885%
↑1970%)
Pibrentasvir AUC: ↑64% (↑48%
↑82%)
Pibrentasvir C
max
: ↑29% (↑15% ↑45%)
Pibrentasvir C
min
: ↑129% (↑95%
↑168%)
Verwacht wordt dat gelijktijdige
toediening van REYATAZ en
voxilaprevir-bevattende
geneesmiddelen de concentratie
van voxilaprevir verhoogt.
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ met voxilaprevir-
bevattende behandeling wordt
niet aanbevolen.
Glecaprevir
300 mg/pibrentasvir 120 mg
eenmaal daags
(atazanavir 300 mg/ritonavir
100 mg eenmaal daags*)
Gelijktijdig gebruik van
REYATAZ met
glecaprevir/pibrentasvir is
gecontra-indiceerd vanwege een
mogelijk verhoogd risico op
ALAT-verhogingen door een
significante toename in
glecaprevir en pibrentasvir
plasmaconcentraties (zie rubriek
4.3)
* Effect van atazanavir en ritonavir op
de eerste dosis van glecaprevir en
pibrentasvir is gerapporteerd.
ANTIRETROVIRALE MIDDELEN
Proteaseremmers:
Gelijktijdige toediening van REYATAZ/ritonavir en andere proteaseremmers is niet
onderzocht, maar het is te verwachten dat het de blootstelling aan andere proteaseremmers verhoogt. Daarom
wordt zo een gelijktijdige toediening niet aanbevolen.
11
Ritonavir 100 mg eenmaal
daags
(atazanavir 300 mg eenmaal
daags)
Onderzoek verricht bij hiv-
geïnfecteerde patiënten.
Atazanavir AUC: ↑250% (↑144%
↑403%)*
Atazanavir C
max
: ↑120% (↑56%
↑211%)*
Atazanavir C
min
: ↑713% (↑359%
↑1339%)*
Ritonavir 100 mg eenmaal daags
wordt gebruikt als booster van
de atazanavirfarmacoki-netiek.
* In een gecombineerde analyse werd
atazanavir 300 mg en ritonavir 100 mg
(n=33) vergeleken met atazanavir
400 mg zonder ritonavir (n=28).
Het interactiemechanisme tussen
atazanavir en ritonavir berust op
CYP3A4-inhibitie.
Indinavir
Indinavir wordt geassocieerd met
indirecte ongeconjugeerde
hyperbilirubinemie door remming van
UGT.
Nucleoside/nucleotide reverse transcriptaseremmers (NRTI's)
Lamivudine 150 mg tweemaal
daags + zidovudine 300 mg
tweemaal daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags)
Geen significante effecten op
lamivudine- en
zidovudineconcentraties werden
waargenomen.
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ en indinavir wordt
niet aanbevolen (zie rubriek
4.4).
Gebaseerd op deze gegevens en
omdat ritonavir niet geacht
wordt een significante invloed te
hebben op de farmacokinetiek
van NRTI’s, wordt van de
gelijktijdige toediening van deze
geneesmiddelen en REYATAZ
niet verwacht dat dit de
blootstelling aan de gelijktijdig
toegediende geneesmiddelen
significant zal veranderen.
Abacavir
Het wordt niet verwacht dat
gelijktijdige toediening van abacavir
en REYATAZ zal leiden tot een
significante verandering in de
blootstelling aan abacavir.
12
Didanosine (gebufferde
tabletten) 200 mg/stavudine
40 mg, beide enkelvoudige
dosis
(atazanavir 400 mg
enkelvoudige dosis)
Atazanavir, gelijktijdige toediening
met ddI+d4T (nuchter)
Atazanavir AUC ↓87% (↓92% ↓79%)
Atazanavir C
max
↓89% (↓94% ↓82%)
Atazanavir C
min
↓84% (↓90% ↓73%)
Atazanavir, toegediend 1 uur na
ddI+d4T (nuchter)
Atazanavir AUC ↔3% (↓36% ↑67%)
Atazanavir C
max
↑12% (↓33% ↑18%)
Atazanavir C
min
↔3% (↓39% ↑73%)
Atazanavirconcentraties namen sterk
af bij gelijktijdige toediening met
didanosine (gebufferde tabletten) en
stavudine. Het interactiemechanisme
berust op een afgenomen
oplosbaarheid van atazanavir bij
toenemende pH, gerelateerd aan de
aanwezigheid van een zuurremmer in
de gebufferde didanosinetabletten.
Geen significante effecten op
didanosine- en stavudineconcentraties
werden waargenomen.
Didanosine (met voedsel)
Didanosine AUC ↓34% (↓41% ↓27%)
Didanosine C
max
↓38% (↓48% ↓26%)
Didanosine C
min
↑25% (↓8% ↑69%)
Geen significante effecten op de
atazanavirconcentraties werden
waargenomen bij gelijktijdige
toediening met maagsapresistent
didanosine, echter bij inname met
voedsel nam de didanosineconcentratie
af.
Didanosine dient op een
nuchtere maag te worden
ingenomen 2 uur nadat
REYATAZ met voedsel zijn
ingenomen. Het wordt niet
verwacht dat gelijktijdig gebruik
van stavudine met REYATAZ
de blootstelling aan stavudine
significant zal beïnvloeden.
Didanosine
(maagsapresistente capsules)
400 mg enkelvoudige dosis
(atazanavir 300 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
13
Tenofovirdisoproxilfumaraat
300 mg eenmaal daags
(atazanavir 300 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
300 mg
tenofovirdisoproxilfumaraat is
gelijk aan
245 mg tenofovirdisoproxil
Onderzoek verricht bij hiv-
geïnfecteerde patiënten.
Atazanavir AUC ↓22% (↓35% ↓6%) *
Atazanavir C
max
↓16% (↓30% ↔0%) *
Atazanavir C
min
↓23% (↓43% ↑2%) *
* In een gecombineerde analyse van
diverse klinische onderzoeken werd
atazanavir/ritonavir 300/100 mg
tegelijkertijd toegediend met
tenofovirdisoproxilfumaraat 300 mg
(n=39) vergeleken met
atazanavir/ritonavir 300/100 mg
(n=33).
De werkzaamheid van
REYATAZ/ritonavir in combinatie
met tenofovirdisoproxilfumaraat bij
eerder behandelde patiënten werd
aangetoond in klinisch onderzoek 045
en bij behandelingsnaïeve patiënten in
klinisch onderzoek 138 (zie rubriek 4.8
en 5.1). Het interactiemechanisme
tussen atazanavir en
tenofovirdisoproxilfumaraat is
onbekend.
Tenofovirdisoproxilfumaraat AUC
↑37% (↑30% ↑45%)
Tenofovirdisoproxilfumaraat C
max
↑34% (↑20% ↑51%)
Tenofovirdisoproxilfumaraat C
min
↑29% (↑21% ↑36%)
Bij gelijktijdige toediening met
tenofovirdisoproxilfumaraat
wordt aanbevolen REYATAZ
300 mg met ritonavir 100 mg en
tenofovirdisoproxilfumaraat
300 mg te geven (allen als een
enkelvoudige dosis samen met
voedsel).
Tenofovirdisoproxilfumaraat
300 mg eenmaal daags
(atazanavir 300 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Patiënten dienen nauwlettend
gecontroleerd te worden op
tenofovirdisoproxilfumaraat-
geassocieerde bijwerkingen,
renale afwijkingen inbegrepen.
300 mg
tenofovirdisoproxilfumaraat is
gelijk aan
245 mg tenofovirdisoproxil
Non-nucleoside reverse transcriptaseremmers (NNRTI's)
Efavirenz 600 mg eenmaal
daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Atazanavir ('s avonds): allemaal
ingenomen met voedsel
Atazanavir AUC ↔0%(↓9% ↑10%)*
Atazanavir C
max
↑17%(↑8% ↑27%)*
Atazanavir C
min
↓42%(↓51% ↓31%)*
Gelijktijdige toediening van
efavirenz en REYATAZ wordt
niet aanbevolen (zie rubriek
4.4).
14
Efavirenz 600 mg eenmaal
daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags met ritonavir 200 mg
eenmaal daags)
Nevirapine 200 mg tweemaal
daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Onderzoek verricht bij hiv-
geïnfecteerde patiënten.
Atazanavir ('s avonds): allemaal
ingenomen met voedsel
Atazanavir AUC ↔6% (↓10% ↑26%)
*/**
Atazanavir C
max
↔9% (↓5% ↑26%)
*/**
Atazanavir C
min
↔12% (↓16% ↑49%)
*/**
* Indien vergeleken met REYATAZ
300 mg/ritonavir 100 mg eenmaal
daags ’s avonds zonder efavirenz.
Deze afname van atazanavir C
min
heeft
mogelijk een negatieve invloed op de
werkzaamheid van atazanavir. Het
mechanisme van de
efavirenz/atazanavir-interactie berust
op CYP3A4-inductie.
** gebaseerd op historische
vergelijking.
Nevirapine AUC ↑26% (↑17% ↑36%)
Nevirapine C
max
↑21% (↑11% ↑32%)
Nevirapine C
min
↑35% (↑25% ↑47%)
Atazanavir AUC ↓19% (↓35% ↑2%) *
Atazanavir C
max
↔2% (↓15% ↑24%) *
Atazanavir C
min
↓59% (↓73% ↓40%) *
* Indien vergeleken met REYATAZ
300 mg en ritonavir 100 mg zonder
nevirapine. Deze afname van
atazanavir C
min
heeft mogelijk een
negatieve invloed op de werkzaamheid
van atazanavir. Het
interactiemechanisme van
nevirapine/atazanavir berust op
CYP3A4-inductie.
Gelijktijdige toediening van
nevirapine en REYATAZ wordt
niet aanbevolen (zie rubriek 4.4)
Integraseremmers
Raltegravir 400 mg tweemaal
daags
(atazanavir/ritonavir)
Raltegravir AUC ↑ 41%
Raltegravir C
max
↑ 24%
Raltegravir C
12uur
↑ 77%
Het mechanisme is UGT1A1-
remming.
Er is geen dosisaanpassing
nodig voor raltegravir.
15
ANTIBIOTICA
Claritromycine 500 mg
tweemaal daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags)
Claritromycine AUC ↑94% (↑75%
↑116%)
Claritromycine C
max
↑50% (↑32%
↑71%)
Claritromycine C
min
↑160% (↑135%
↑188%)
14-OH claritromycine
14-OH claritromycine AUC ↓70%
(↓74% ↓66%)
14-OH claritromycine C
max
↓72%
(↓76% ↓67%)
14-OH claritromycine C
min
↓62%
(↓66% ↓58%)
Atazanavir AUC ↑28% (↑16% ↑43%)
Atazanavir C
max
↔6% (↓7% ↑20%)
Atazanavir C
min
↑91% (↑66% ↑121%)
Een dosisverlaging van claritromycine
kan leiden tot subtherapeutische
concentraties van 14-OH
claritromycine. Het mechanisme van
de claritromycine/atazanavir-interactie
berust op CYP3A4-remming.
ANTIMYCOTICA
Ketoconazol 200 mg eenmaal
daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags)
Itraconazol
Geen significante effecten op de
atazanavirconcentratie werden
waargenomen.
Itraconazol is net als ketoconazol
zowel een potente remmer als een
substraat voor CYP3A4.
Gebaseerd op gegevens verkregen met
andere boosted PI’s en ketoconazol,
waarbij de AUC van ketoconazol een
3-voudige toename vertoonde, is de
verwachting dat REYATAZ/ritonavir
de ketoconazol- of
itraconazolconcentraties laat stijgen.
Ketoconazol en itraconazol
dienen met voorzichtigheid te
worden gebruikt met
REYATAZ/ritonavir; hoge
doses van ketoconazol en
itraconazol (> 200 mg/dag)
worden niet aanbevolen.
Geen aanbeveling met
betrekking tot een dosisreductie
kan worden gegeven; daarom is
voorzichtigheid geboden indien
REYATAZ gelijktijdig wordt
toegediend met claritromycine.
16
Voriconazol 200 mg tweemaal
daags
(atazanavir 300
mg/ritonavir 100 mg eenmaal
daags)
Personen met ten minste één
functioneel CYP2C19-allel
Voriconazol AUC ↓33% (↓42% ↓22%)
Voriconazol C
max
↓10% (↓22% ↓4%)
Voriconazol C
min
↓39% (↓49% ↓28%)
Atazanavir AUC ↓12% (↓18% ↓5%)
Atazanavir C
max
↓13% (↓20% ↓4%)
Atazanavir C
min
↓ 20 % (↓28 % ↓10%)
Ritonavir AUC ↓12% (↓17% ↓7%)
Ritonavir C
max
↓9% (↓17% ↔0%)
Ritonavir C
min
↓25% (↓35% ↓14%)
Bij de meeste patiënten met ten minste
één functioneel CYP2C19-allel zijn
een daling van de voriconazol- en
atazanavirspiegels te verwachten.
Gelijktijdige toediening van
voriconazol en REYATAZ met
ritonavir wordt niet aanbevolen,
tenzij een evaluatie van de
voordelen/risico’s voor de
patiënt het gebruik van
voriconazol rechtvaardigt (zie
rubriek 4.4).
Op het moment dat
voriconazolbehandeling nodig
is, dient, indien mogelijk, het
CYP2C19-genotype van de
patiënt bepaald te worden.
Indien gelijktijdige toediening
noodzakelijk is, worden daarom
de volgende aanbevelingen
gedaan, afhankelijk van de
CYP2C19-status:
- bij patiënten met ten minste
één functioneel CYP2C19-allel
wordt zorgvuldige klinische
controle op een verlies van
zowel de voriconazol- (klinische
verschijnselen) als
atazanavireffectiviteit
(virologische respons)
aanbevolen.
- bij patiënten zonder een
functioneel CYP2C19-allel
wordt zorgvuldige controle van
klinische en
laboratoriumgegevens op
voriconazol-gerelateerde
bijwerkingen aanbevolen.
Als genotypering niet mogelijk
is, dient er volledige controle op
veiligheid en werkzaamheid
plaats te vinden.
Geen dosisaanpassingen zijn
nodig voor fluconazol en
REYATAZ.
Voriconazol 50 mg tweemaal
daags
(atazanavir 300
mg/ritonavir 100 mg eenmaal
daags)
Personen zonder een functioneel
CYP2C19-allel
Voriconazol AUC ↑561% (↑451%
↑699%)
Voriconazol C
max
↑438% (↑355%
↑539%)
Voriconazol C
min
↑765% (↑571%
↑1.020%)
Atazanavir AUC ↓20% (↓35% ↓3%)
Atazanavir C
max
↓19% (↓34% ↔0,2%)
Atazanavir C
min
↓ 31 % (↓46 % ↓13%)
Ritonavir AUC ↓11% (↓20% ↓1%)
Ritonavir C
max
↓11% (↓24% ↑4%)
Ritonavir C
min
↓19% (↓35% ↑1%)
Bij een klein aantal patiënten zonder
een functioneel CYP2C19-allel zijn
significant verhoogde
voriconazolspiegels te verwachten.
Fluconazol 200 mg eenmaal
daags
(atazanavir 300 mg en ritonavir
100 mg eenmaal daags)
Atazanavir- en fluconazolconcentraties
veranderden niet significant bij
gelijktijdige toediening van
REYATAZ/ritonavir met fluconazol.
17
ANTIMYCOBACTERIËLE MIDDELEN
Rifabutine 150 mg tweemaal
per week
(atazanavir 300 mg en ritonavir
100 mg eenmaal daags)
Rifabutine AUC ↑48% (↑19% ↑84%)
**
Rifabutine C
max
↑149% (↑103%
↑206%) **
Rifabutine C
min
↑40% (↑5% ↑87%) **
25-O-desacetyl-rifabutine AUC
↑990% (↑714% ↑1361%) **
25-O-desacetyl-rifabutine C
max
↑677%
(↑513% ↑883%) **
25-O-desacetyl-rifabutine C
min
↑1045% (↑715% ↑1510%) **
** indien vergeleken met rifabutine
150 mg eenmaal daags alleen. Totaal
rifabutine en 25-O-desacetyl-rifabutine
AUC ↑119% (↑78% ↑169%).
In eerdere onderzoeken werd de
farmacokinetiek van atazanavir niet
gewijzigd door rifabutine.
Indien samen gegeven met
REYATAZ is de aanbevolen
dosering van rifabutine 150 mg
3 keer per week op vaste dagen
(bijvoorbeeld maandag-
woensdag-vrijdag).
Uitgebreidere controle op aan
rifabutinegerelateerde
bijwerkingen waaronder
neutropenie en uveïtis is
geboden vanwege een te
verwachten verhoogde
blootstelling aan rifabutine.
Verdere dosisverlaging van
rifabutine naar 150 mg
tweemaal per week op vaste
dagen is aanbevolen voor
patiënten door wie de dosering
van 150 mg 3 keer per week niet
wordt verdragen. Men dient
hierbij in gedachten te houden
dat de dosering van tweemaal
per week 150 mg mogelijk niet
kan voorzien in een optimale
blootstelling aan rifabutine,
bijgevolg leidend tot een risico
van rifamycineresistentie en het
falen van de behandeling. Geen
dosisaanpassing is nodig voor
REYATAZ.
De combinatie van rifampicine
en REYATAZ is gecontra-
indiceerd (zie rubriek 4.3).
Rifampicine
Rifampicine is een sterke CYP3A4-
inductor waarvan is aangetoond dat
deze een afname van de atazanavir
AUC kan veroorzaken van 72%,
hetgeen kan leiden tot virologisch
falen en resistentie-ontwikkeling.
Pogingen om de verlaagde
blootstelling te boven te komen door
de dosis van REYATAZ of andere
proteaseremmers te verhogen met
ritonavir, leidde tot een hoge
frequentie van leverreacties.
Vanwege CYP3A4-remming door
REYATAZ is de verwachting dat de
concentraties van quetiapine stijgen.
ANTIPSYCHOTICA
Quetiapine
Gelijktijdige toediening van
quetiapine met REYATAZ is
gecontra-indiceerd omdat
REYATAZ mogelijk de
quetiapine-gerelateerde toxiciteit
verhoogt. Verhoogde
plasmaconcentraties van
quetiapine kunnen leiden tot een
coma (zie rubriek 4.3).
18
Lurasidon
De verwachting is dat REYATAZ de
plasmaspiegels van lurasidon doet
toenemen vanwege CYP3A4-
remming.
Gelijktijdige toediening van
lurasidon met REYATAZ is
gecontra-indiceerd omdat dit
mogelijk de lurasidon-
gerelateerde toxiciteit verhoogt
(zie rubriek 4.3).
ZUURREMMERS
H
2-
Receptorantagonisten
Zonder Tenofovir
Bij hiv-geïnfecteerde patiënten die atazanavir/ritonavir gebruiken bij de
aanbevolen dosering van 300/100 mg eenmaal daags
Famotidine 20 mg tweemaal
Atazanavir AUC ↓18% (↓25% ↑1%)
daags
Atazanavir C
max
↓20% (↓32% ↓7%)
Atazanavir C
min
↔1% (↓16% ↑18%)
Famotidine 40 mg tweemaal
Atazanavir AUC ↓23% (↓32% ↓14%)
daags
Atazanavir C
max
↓23% (↓33% ↓12%)
Atazanavir C
min
↓20% (↓31% ↓8%)
Bij gezonde vrijwilligers die atazanavir/ritonavir gebruiken bij een
verhoogde dosering van 400/100 mg eenmaal daags
Famotidine 40 mg tweemaal
Atazanavir AUC ↔3% (↓14% ↑22%)
daags
Atazanavir C
max
↔2% (↓13% ↑8%)
Atazanavir C
min
↓14% (↓32% ↑8%)
Voor patiënten die geen
tenofovir gebruiken:
indien
REYATAZ 300 mg/ritonavir
100 mg gelijktijdig met een H
2
-
receptorantagonist wordt
gegeven, dient een dosis
equivalent aan 20 mg famotidine
tweemaal daags niet te worden
overschreden. Indien er een
hogere dosis van een H
2
-
receptorantagonist noodzakelijk
is (bijv. famotidine 40 mg
tweemaal daags of equivalent)
kan een toename van de
REYATAZ/ritonavir- dosering
overwogen worden van 300/100
mg naar 400/100 mg.
Met Tenofovirdisoproxilfumaraat 300 mg eenmaal daags (gelijk aan 245 mg tenofovirdisoproxil)
Bij hiv-geïnfecteerde patiënten die atazanavir/ritonavir gebruiken bij de
aanbevolen dosering van 300/100 mg eenmaal daags
Famotidine 20 mg tweemaal
Atazanavir AUC ↓21% (↓34% ↓4%) *
daags
Atazanavir C
max
↓21% (↓36% ↓4%) *
Atazanavir C
min
↓19% (↓37% ↑5%) *
Famotidine 40 mg tweemaal
daags
Atazanavir AUC ↓24% (↓36% ↓11%)
*
Atazanavir C
max
↓23% (↓36% ↓8%) *
Atazanavir C
min
↓25% (↓47% ↑7%) *
Voor patiënten die
tenofovirdisoproxilfumaraat
gebruiken:
Indien
REYATAZ/ritonavir met
tenofovirdisoproxilfumaraat en
een H
2
-receptorantagonist
gelijktijdig wordt gebruikt dan is
een dosisverhoging van
REYATAZ naar 400 mg met
100 mg ritonavir aanbevolen.
Een dosis gelijk aan famotidine
40 mg tweemaal daags dient niet
overschreden te worden.
Bij hiv-geïnfecteerde patiënten die atazanavir/ritonavir gebruiken bij een
verhoogde dosering van 400/100 mg eenmaal daags
Famotidine 20 mg tweemaal
Atazanavir AUC ↑18% (↑6,5% ↑30%)
daags
*
Atazanavir C
max
↑18% (↑6,7% ↑31%)*
Atazanavir C
min
↑24% (↑10% ↑39%)*
19
Famotidine 40 mg tweemaal
daags
Atazanavir AUC ↔2,3% (↓13%
↑10%)*
Atazanavir C
max
↔5% (↓17% ↑8,4%)*
Atazanavir C
min
↔1,3% (↓10% ↑15)*
* Indien vergeleken met atazanavir
300 mg eenmaal daags met ritonavir
100 mg eenmaal daags en
tenofovirdisoproxilfumaraat 300 mg,
alle als enkelvoudige dosis met
voedsel. Indien vergeleken met
atazanavir 300 mg met ritonavir 100
mg
zonder
tenofovirdisoproxilfumaraat,
is een
additionele afname van de
atazanavirconcentratie te verwachten
van ongeveer 20%.
Het interactiemechanisme is een
afgenomen oplosbaarheid van
atazanavir als gevolg van een toename
van de pH in de maag door de H
2
-
blokkers.
Protonpompremmers
Omeprazol 40 mg eenmaal
daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Omeprazol 20 mg eenmaal
daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ met ritonavir en
protonpompremmers wordt niet
aanbevolen. Indien de
combinatie onvermijdbaar
geacht wordt, wordt zorgvuldige
klinische controleaanbevolen
Atazanavir (`s ochtends): 1 uur na
samen met een verhoging van de
omeprazol
Atazanavir AUC ↓30% (↓43% ↓14%) * dosis REYATAZ naar 400 mg
Atazanavir C
max
↓31% (↓42% ↓17%) * met 100 mg ritonavir.
Atazanavir C
min
↓31% (↓46% ↓12%) * Protonpompremmer-doses
vergelijkbaar met omeprazol
20 mg dienen niet te worden
* Indien vergeleken met atazanavir
overschreden (zie rubriek 4.4).
300 mg eenmaal daags met ritonavir
100 mg eenmaal daags.
De afname in AUC, C
max
, en C
min
werd
niet verminderd indien een hogere
dosering REYATAZ/ritonavir
(400/100 mg eenmaal daags) met een
tussenpoos van 12 uur van de inname
van omeprazol werd toegediend.
Hoewel niet onderzocht, worden er
vergelijkbare resultaten verwacht met
andere protonpompremmers. Deze
afname in blootstelling aan atazanavir
zou een negatief effect kunnen hebben
op de werkzaamheid van atazanavir.
Het interactiemechanisme berust op
een verlaagde oplosbaarheid van
atazanavir door een hogere pH in de
maag met protonpompremmers.
Atazanavir (`s ochtends): 2 uur na
omeprazol
Atazanavir AUC ↓61% (↓65% ↓55%)
Atazanavir C
max
↓66% (↓62% ↓49%)
Atazanavir C
min
↓65% (↓71% ↓59%)
20
Antacida
Antacida en geneesmiddelen
die buffers bevatten
Verlaagde plasmaconcentraties van
atazanavir kunnen het gevolg zijn van
een verhoogde pH in de maag indien
antacida, waaronder gebufferde
geneesmiddelen, worden toegediend
met REYATAZ.
ALFA 1-ADRENOCEPTORANTAGONIST
Alfuzosine
Mogelijk verhoogde
alfuzosineconcentraties wat kan
resulteren in hypotensie. Het
interactiemechanisme berust op
CYP3A4-remming door REYATAZ
en/of ritonavir.
REYATAZ dient te worden
ingenomen 2 uur voor of 1 uur
na het gebruik van antacida of
gebufferde geneesmiddelen.
Gelijktijdig gebruik van
alfuzosine met REYATAZ is
gecontra-indiceerd (zie rubriek
4.3).
ANTICOAGULANTIA
Direct werkende orale anticoagulantia (DOAC's)
Apixaban
Rivaroxaban
Mogelijk verhoogde concentraties
apixaban en rivaroxaban, wat kan
leiden tot een hoger risico op bloeding.
Het interactiemechanisme berust op
remming van CYP3A4/en P-gp door
REYATAZ/ritonavir.
Ritonavir is een sterke remmer van
zowel CYP3A4 als P-gp.
REYATAZ is een remmer van
CYP3A4. De mogelijke remming van
P-gp door REYATAZ is onbekend en
kan niet worden uitgesloten.
Mogelijk verhoogde
dabigatranconcentraties wat kan leiden
tot een hoger risico op bloeding. Het
interactiemechanisme is P-gp-
remming.
Ritonavir is een sterke P-gp-remmer.
Mogelijke P-gp-remming door
REYATAZ is onbekend en kan niet
worden uitgesloten.
Mogelijk verhoogde
edoxabanconcentraties wat kan leiden
tot een hoger risico op bloeding. Het
interactiemechanisme berust op P-gp-
remming door REYATAZ/ritonavir.
Ritonavir is een sterke P-gp-remmer.
Mogelijke P-gp-remming door
REYATAZ is onbekend en kan niet
worden uitgesloten.
Gelijktijdig gebruik van
apixaban of rivaroxaban en
REYATAZ met ritonavir wordt
niet aanbevolen
Dabigatran
Gelijktijdig gebruik van
dabigatran en REYATAZ met
ritonavir wordt niet aanbevolen.
Edoxaban
Wees voorzichtig wanneer
edoxaban wordt gebruikt met
REYATAZ.
Raadpleeg rubriek 4.2 en 4.5
van de SPC van edoxaban voor
de juiste
doseringsaanbevelingen voor
edoxaban voor gelijktijdig
gebruik met P-gp-remmers.
Vitamine K-antagonisten
21
Warfarine
Gelijktijdig gebruik met REYATAZ
kan mogelijk warfarine concentraties
verhogen of verlagen.
Het wordt aanbevolen om de
International Normalised Ratio
(INR) zorgvuldig te controleren
gedurende de behandeling met
REYATAZ, vooral bij start van
de behandeling.
Carbamazepine dient met
voorzichtigheid gebruikt te
worden in combinatie met
REYATAZ. Monitor, indien
nodig, carbamazepine
serumconcentraties en pas de
dosering daarop aan. Controleer
nauwkeurig de virologische
respons van de patiënt.
Fenobarbital en fenytoïne dienen
met voorzichtigheid gebruikt te
worden in combinatie met
REYATAZ/ritonavir.
Indien REYATAZ/ritonavir
gelijktijdig wordt toegediend
met hetzij fenytoïne hetzij
fenobarbital kan mogelijk een
dosisaanpassing van fenytoïne
of fenobarbital nodig zijn.
Controleer nauwkeurig de
virologische respons van de
patiënt.
Lamotrigine dient met
voorzichtigheid gebruikt te
worden in combinatie met
REYATAZ/ritonavir.
Monitor, indien nodig,
lamotrigineconcentraties en pas
de dosis daarop aan.
ANTI-EPILEPTICA
Carbamazepine
REYATAZ kan mogelijk leiden tot
een toename in de plasmaspiegels van
carbamazepine vanwege CYP3A4-
remming.
Wegens carbamazepine-inducerend
effect kan een vermindering van
REYATAZblootsteling niet
uitgesloten worden.
Ritonavir kan mogelijk leiden tot een
afname in de plasmaspiegels van
fenytoïne en/of fenobarbital vanwege
CYP2C9- en CYP2C19-inductie.
Wegens fenytoïne/fenobarbital-
inducerend effect kan een
vermindering van
REYATAZblootsteling niet
uitgesloten worden.
Fenytoïne, fenobarbital
Lamotrigine
Gelijktijdige toediening van
lamotrigine en REYATAZ/ritonavir
kan mogelijk leiden tot een afname
van lamotrigine plasmaconcentraties
vanwege UGT1A4-inductie.
ANTINEOPLASTICA EN IMMUNOSUPPRESSIVA
Antineoplastica
Irinotecan
Atazanavir remt UGT en interfereert
mogelijk met het metabolisme van
irinotecan, wat resulteert in een
toegenomen toxiciteit van irinotecan.
Indien REYATAZ gelijktijdig
wordt toegediend met irinotecan
dienen patiënten zorgvuldig te
worden gecontroleerd op
irinotecangerelateerde
bijwerkingen.
Frequentere controle van de
therapeutische concentratie van
deze geneesmiddelen wordt
aanbevolen totdat de
plasmaspiegels gestabiliseerd
zijn.
Immunosuppressiva
Cyclosporine
Tacrolimus
Sirolimus
Concentraties van deze
immunosuppressiva kunnen toenemen
indien deze tegelijkertijd worden
toegediend met REYATAZ door
CYP3A4-remming.
22
CARDIOVASCULAIRE MIDDELEN
Anti-aritmica
Amiodaron,
Systemisch toegediend
lidocaïne,
Kinidine
Concentraties van deze anti-aritmica
kunnen toenemen indien deze
gelijktijdig worden toegediend met
REYATAZ. Het interactiemechanisme
tussen amiodaron of systemisch
toegediend lidocaïne/atazanavir berust
op CYP3A-remming. Kinidine heeft
een smalle therapeutische breedte en is
gecontra-indiceerd vanwege potentiële
remming van CYP3A door
REYATAZ.
REYATAZ dient niet te worden
gebruikt in combinatie met
geneesmiddelen die substraat zijn van
CYP3A4 en die een smalle
therapeutische breedte hebben.
Diltiazem AUC ↑125% (↑109%
↑141%)
Diltiazem C
max
↑98% (↑78% ↑119%)
Diltiazem C
min
↑142% (↑114%
↑173%)
Desacetyl-diltiazem AUC ↑165%
(↑145% ↑187%)
Desacetyl-diltiazem C
max
↑172%
(↑144% ↑203%)
Desacetyl-diltiazem C
min
↑121%
(↑102% ↑142%)
Er werden geen significante effecten
op atazanavirconcentraties
waargenomen. Er was een toename in
het maximum PR-interval vergeleken
met atazanavir alleen. Gelijktijdig
gebruik van diltiazem en
REYATAZ/ritonavir is niet
onderzocht. Het interactiemechanisme
tussen diltiazem/atazanavir berust op
CYP3A4-remming.
Serumconcentraties van verapamil
nemen mogelijk toe door REYATAZ
vanwege CYP3A4-remming.
Voorzichtigheid is geboden en
controles van de therapeutische
concentratie zijn aanbevolen
indien beschikbaar. Gelijktijdig
gebruik met kinidine is
gecontra-indiceerd (zie rubriek
4.3).
Calciumkanaalblokkers
Bepridil
Gelijktijdig gebruik met bepridil
is gecontra-indiceerd (zie
rubriek 4.3).
Een initiële dosisreductie van
diltiazem met 50% wordt
aanbevolen, gevolgd door
benodigde titratie en ECG-
controle.
Diltiazem 180 mg eenmaal
daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags)
Verapamil
Voorzichtigheid is geboden
indien verapamil tegelijkertijd
wordt toegediend met
REYATAZ.
23
CORTICOSTEROÏDEN
Fluticasonpropionaat
intranasaal 50 µg 4 maal
daags gedurende 7 dagen
(ritonavir 100 mg capsules
tweemaal daags)
Fluticasonpropionaat plasmawaarden
namen significant toe, terwijl de
intrinsieke cortisolwaarden afnamen
met ongeveer 86% (90%
betrouwbaarheidsinterval 82-89%).
Grotere effecten kunnen worden
verwacht indien fluticasonpropionaat
wordt geïnhaleerd. Systemische
corticosteroïd-effecten waaronder het
syndroom van Cushing en remming
van de bijnierschors zijn gemeld bij
patiënten die ritonavir kregen en
fluticasonpropionaat inhaleerden dan
wel intranasaal toegediend kregen; dit
kan ook optreden met andere
corticosteroïden die gemetaboliseerd
worden via de P450 3A-route, bijv.
budesonide. De effecten van hoge
systemische fluticasonblootstelling op
ritonavir-plasmawaarden zijn nog
onbekend. Het interactiemechanisme
berust op CYP3A4-remming.
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ/ritonavir en deze
glucocorticoïden wordt niet
aanbevolen tenzij het potentiële
voordeel van de behandeling
zwaarder weegt dan het risico op
systemische corticosteroïd-
effecten. (zie rubriek 4.4). Een
dosisreductie van het
glucocorticoïd, met nauwgezette
controle van de lokale en
systemische effecten, of de
overstap naar een glucocorticoïd
dat geen substraat is voor
CYP3A4 (bijv. beclomethason),
dient te worden overwogen.
Bovendien kan het noodzakelijk
zijn om de dosering over een
langere periode geleidelijk af te
bouwen wanneer de behandeling
met glucocorticoïden gestaakt
wordt.
ERECTIELE DISFUNCTIE
PDE5-remmers
Sildenafil, tadalafil, vardenafil
Sildenafil, tadalafil en vardenafil
worden gemetaboliseerd door
CYP3A4. Gelijktijdig gebruik met
REYATAZ kan leiden tot verhoogde
concentraties van de PDE5-remmer en
een toename van PDE5-geassocieerde
bijwerkingen zoals hypotensie,
visusstoornissen en priapisme. Dit
interactiemechanisme berust op
CYP3A4-remming.
Patiënten dienen te worden
gewaarschuwd over deze
mogelijke bijwerkingen bij het
gebruik van PDE5-remmers
voor erectiele disfunctie in
combinatie met REYATAZ (zie
rubriek 4.4).
Zie ook PULMONALE
ARTERIËLE HYPERTENSIE
in deze tabel voor verdere
informatie betreffende
gelijktijdig gebruik van
REYATAZ met sildenafil.
Gelijktijdig gebruik van
REYATAZ en middelen die St.
Janskruid bevatten, is gecontra-
indiceerd.
PLANTAARDIGE PRODUCTEN
St. Janskruid (Hypericum
perforatum)
Van gelijktijdig gebruik van St.
Janskruid en REYATAZ kan verwacht
worden dat dit leidt tot een significante
afname in plasmawaarden van
atazanavir. Dit effect kan komen door
inductie van CYP3A4. Er bestaat een
risico op het verlies van therapeutisch
effect en de ontwikkeling van
resistentie (zie rubriek 4.3).
24
HORMONALE ANTICONCEPTIVA
Ethinyloestradiol 25 μg +
norgestimaat
(atazanavir 300 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Ethinyloestradiol AUC ↓19% (↓25%
↓13%)
Ethinyloestradiol C
max
↓16% (↓26%
↓5%)
Ethinyloestradiol C
min
↓37% (↓45%
↓29%)
Norgestimaat AUC ↑85% (↑67%
↑105%)
Norgestimaat C
max
↑68% (↑51%
↑88%)
Norgestimaat C
min
↑102% (↑77%
↑131%)
Hoewel de concentratie van
ethinyloestradiol was verhoogd bij
gebruik van atazanavir alleen, door
zowel UGT- als CYP3A4-remming
door atazanavir, is het netto effect van
atazanavir/ritonavir een afname van
ethinyloestradiolspiegels door het
inducerende effect van ritonavir.
De stijging in
progestageenblootstelling kan leiden
tot gerelateerde bijwerkingen (bijv.
insulineresistentie, dyslipidemie, acne
en ‘spotting’) en kan daardoor
mogelijk van invloed zijn op de
therapietrouw.
Ethinyloestradiol AUC ↑48% (↑31%
↑68%)
Ethinyloestradiol C
max
↑15% (↓1%
↑32%)
Ethinyloestradiol C
min
↑91% (↑57%
↑133%)
Norethindrone AUC ↑110% (↑68%
↑162%)
Norethindrone C
max
↑67% (↑42%
↑196%)
Norethindrone C
min
↑262% (↑157%
↑409%)
De stijging in
progestageenblootstelling kan leiden
tot gerelateerde bijwerkingen (bv.
insulineresistentie, dyslipidemie, acne
en 'spotting'), en kan daardoor
mogelijk van invloed zijn op de
therapietrouw.
LIPIDENMODIFICERENDE MIDDELEN
HMG-CoA-reductaseremmers
Indien een oraal
anticonceptivum samen met
REYATAZ/ritonavir wordt
gebruikt, dan wordt het
aanbevolen dat het oraal
anticonceptivum ten minste 30
µg ethinyloestradiol bevat en dat
de patiënt er op wordt gewezen
het doseringsschema van het
anticonceptivum strikt na te
leven. Gelijktijdig gebruik van
REYATAZ/ritonavir en andere
hormonale anticonceptiva of
orale anticonceptiva die een
ander progestageen dan
norgestimaat bevatten, is niet
onderzocht en dient daarom te
worden vermeden. Een
alternatieve betrouwbare
anticonceptiemethode wordt
aanbevolen.
Ethinyloestradiol 35 μg +
norethindrone
(atazanavir
400 mg eenmaal daags)
25
Simvastatine
Lovastatine
Simvastatine en lovastatine zijn voor
hun metabolisme erg afhankelijk van
CYP3A4 en gelijktijdige toediening
met REYATAZ leidt mogelijk tot
hogere concentraties.
Het risico op myopathie, inclusief
rabdomyolyse, kan ook verhoogd zijn
met atorvastatine, hetgeen ook
gemetaboliseerd word door CYP3A4.
Atorvastatine
Hoewel het niet is onderzocht, kan
gelijktijdige toediening met
proteaseremmers mogelijk resulteren
in een stijging in blootstelling aan
pravastatine of fluvastatine.
Pravastatine wordt niet
gemetaboliseerd door CYP3A4.
Fluvastatine wordt gedeeltelijk
gemetaboliseerd door CYP2C9.
Andere lipidenmodificerende middelen
Lomitapide
Lomitapide is sterk afhankelijk van
CYP3A4 voor metabolisme en
gelijktijdige toediening met
REYATAZ en ritonavir leidt mogelijk
tot verhoogde concentraties.
Pravastatine
Fluvastatine
Gelijktijdig gebruik van
simvastatine of lovastatine met
REYATAZ is gecontra-
indiceerd vanwege een verhoogd
risico op myopathie inclusief
rabdomyolyse (zie rubriek 4.3).
Gelijktijdige toediening van
atorvastatine met REYATAZ
wordt niet aanbevolen. Als het
gebruik van atorvastatine strikt
noodzakelijk wordt geacht, dan
dient de laagst mogelijke dosis
van atorvastatine te worden
toegediend onder zorgvuldige
monitoring (zie rubriek 4.4).
Voorzichtigheid dient te worden
betracht.
Gelijktijdige toediening van
lomitapide en REYATAZ met
ritonavir is gecontra-indiceerd
vanwege een mogelijk risico op
duidelijk verhoogde
transaminasespiegels en
hepatotoxiciteit (zie rubriek 4.3).
Gelijktijdig gebruik van
salmeterol met REYATAZ
wordt niet aanbevolen
(zie rubriek 4.4).
INHALATIEBÈTA-AGONISTEN
Salmeterol
Gelijktijdig gebruik met REYATAZ
kan resulteren in verhoogde
concentraties salmeterol en een
toename van salmeterol-geassocieerde
bijwerkingen.
Het interactiemechanisme berust op
CYP3A4-remming door atazanavir
en/of ritonavir.
OPIOÏDEN
Buprenorfine, eenmaal daags,
stabiele onderhoudsdosering
(atazanavir 300 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Buprenorfine AUC ↑67%
Buprenorfine C
max
↑37%
Buprenorfine C
min
↑69%
Norbuprenorfine AUC ↑105%
Norbuprenorfine C
max
↑61%
Norbuprenorfine C
min
↑101%
Het interactiemechanisme berust op
CYP3A4- en UGT1A1-remming.
De concentratie van atazanavir
(wanneer gegeven met ritonavir) werd
niet significant beïnvloed.
26
Gelijktijdige toediening met
REYATAZ en ritonavir maakt
nauwkeurige klinische controle
op sedatie en cognitieve effecten
noodzakelijk. Een
dosisverlaging van buprenorfine
kan worden overwogen.
Geen significante effect op de
methadonconcentratie werd
opgemerkt. Aangezien een lage
dosering ritonavir (100 mg tweemaal
daags) geen significante invloed
vertoont op de methadonconcentratie
wordt er geen interactie verwacht
indien methadon gelijktijdig met
REYATAZ wordt toegediend,
gebaseerd op deze gegevens.
PULMONALE ARTERIËLE HYPERTENSIE
PDE5-remmers
Sildenafil
Gelijktijdig gebruik met REYATAZ
kan resulteren in verhoogde
concentraties van de PDE5-remmer en
een toename van PDE5-remmer-
geassocieerde bijwerkingen.
Het interactiemechanisme berust op
CYP3A4-remming door atazanavir
en/of ritonavir.
SEDATIVA
Benzodiazepines
Midazolam
Triazolam
Midazolam en triazolam worden
extensief gemetaboliseerd door
CYP3A4. Gelijktijdig gebruik met
REYATAZ kan leiden tot een grote
toename van de concentratie van deze
benzodiazepines. Geen
geneesmiddeleninteractiestudies zijn
verricht met gelijktijdige toediening
van REYATAZ samen met
benzodiazepines. Gebaseerd op
gegevens van andere CYP3A4-
remmers kan worden verwacht dat de
plasmaconcentraties van midazolam
significant hoger zullen zijn indien
midazolam oraal wordt toegediend.
Gegevens over gelijktijdig gebruik van
parenteraal midazolam samen met
andere proteaseremmers duiden op een
mogelijke 3- tot 4-voudige toename
van midazolam-plasmawaarden.
Methadon, stabiele
onderhoudsdosering
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags)
Geen dosisaanpassing is nodig
indien methadon gelijktijdig
wordt toegediend met
REYATAZ.
Een veilige en werkzame dosis
in combinatie met REYATAZ is
niet vastgesteld voor sildenafil
voor het gebruik bij de
behandeling van pulmonale
arteriële hypertensie. Sildenafil
voor gebruik bij de behandeling
van pulmonale arteriële
hypertensie is gecontra-
indiceerd (zie rubriek 4.3).
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ met triazolam of
oraal toegediend midazolam is
gecontra-indiceerd
(zie rubriek 4.3), tevens is
voorzichtigheid geboden bij
gelijktijdig gebruik van
REYATAZ en parenteraal
midazolam. Indien REYATAZ
gelijktijdig wordt toegediend
met parenteraal midazolam dient
dit te gebeuren op een intensive
care afdeling (IC) of een
vergelijkbare omgeving waarbij
nauwkeurige klinische controle
en aangewezen medische
behandeling gewaarborgd zijn in
het geval dat respiratoire
depressie en/of geprolongeerde
sedatie optreedt.
Dosisaanpassing van midazolam
dient te worden overwogen, in
het bijzonder wanneer meer dan
een enkelvoudige dosis
midazolam wordt toegediend.
Voor het geval dat met ritonavir wordt gestopt binnen het aanbevolen met atazanavir versterkte
behandelschema (zie rubriek 4.4)
Dezelfde aanbevelingen zouden gelden voor geneesmiddeleninteracties, behalve:
dat gelijktijdige toediening niet wordt aanbevolen met tenofovir, carbamazepine, fenytoïne,
fenobarbital, protonpompremmers en buprenorfine.
27
dat gelijktijdige toediening met famotidine niet is aanbevolen maar indien noodzakelijk, dient
atazanavir zonder ritonavir toegediend te worden ofwel 2 uur na famotidine of 12 uur voor
famotidine. De enkelvoudige dosis van famotidine dient niet meer te zijn dan 20 mg, en de totale
dagelijkse dosis van famotidine dient niet meer te zijn dan 40 mg.
de noodzaak te overwegen dat
gelijktijdige toediening van apixaban, dabigatran of rivaroxaban en REYATAZ zonder
ritonavir de concentraties apixaban, dabigatran of rivaroxaban kan beïnvloeden
gelijktijdige toediening van voriconazol en REYATAZ zonder ritonavir
atazanavirconcentraties kan beïnvloeden
gelijktijdige toediening van fluticason en REYATAZ zonder ritonavir de
fluticasonconcentraties kan verhogen, vergeleken met fluticason alleen gegeven
als een oraal anticonceptiemiddel wordt toegediend met REYATAZ zonder ritonavir, het
wordt aanbevolen dat het orale anticonceptiemiddel niet meer dan 30 µg ethinyloestradiol
bevat
er geen dosisaanpassing van lamotrigine nodig is
Pediatrische patiënten
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Een matige hoeveelheid gegevens over zwangere vrouwen (tussen 300 en 1000
zwangerschapsuitkomsten) duidt erop dat atazanavir niet misvormend is. De resultaten van
dieronderzoek duiden niet op reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Het gebruik van REYATAZ met
ritonavir tijdens de zwangerschap mag alleen overwogen worden als het mogelijke voordeel opweegt
tegen het mogelijke risico.
In klinische studie AI424-182 werd REYATAZ/ritonavir (300/100 mg of 400/100 mg) toegediend in
combinatie met zidovudine/lamivudine bij 41 zwangere vrouwen tijdens het tweede of derde trimester.
Zes van de 20 vrouwen (30%) op REYATAZ/ritonavir 300/100 mg en 13 van de 21 vrouwen (62%)
op REYATAZ/ritonavir 400/100 mg ondervonden graad 3 of 4 hyperbilirubinemie. Er zijn geen
gevallen van melkzuur-acidose waargenomen in klinische studie AI424-182.
De studie beoordeelde 40 baby's die antiretroviraal profylactisch behandeld werden (waar REYATAZ
geen onderdeel van was) en die negatief waren voor hiv-1-DNA op het moment van de bevalling en/of
tijdens de eerste 6 maanden postpartum. Drie van de 20 baby's (15%) geboren uit vrouwen die
behandeld waren met REYATAZ/ritonavir 300/100 mg en vier van de 20 baby's (20%) geboren uit
vrouwen die behandeld werden met REYATAZ/ritonavir 400/100 mg ondervonden graad 3-4
bilirubine. Er was geen bewijs van pathologische geelzucht en zes van de 40 zuigelingen in deze studie
ontvingen lichttherapie gedurende maximaal 4 dagen. Er waren geen gemelde gevallen van kernicterus
bij neonaten.
Voor doseringsaanbevelingen, zie rubriek 4.2 en voor gegevens over de farmacokinetiek, zie rubriek
5.2.
Het is niet bekend of toediening van REYATAZ met ritonavir aan de moeder tijdens de zwangerschap
de fysiologische hyperbilirubinemie zal verergeren en zal leiden tot kernicterus bij neonaten en
zuigelingen. Tijdens de prepartumperiode dient aanvullende monitoring te worden overwogen.
Borstvoeding
Atazanavir is in de moedermelk aangetroffen. In het algemeen wordt aanbevolen dat hiv-geïnfecteerde
vrouwen hun zuigelingen geen borstvoeding moeten geven om overdracht van hiv te vermijden.
Vruchtbaarheid
In een niet-klinisch onderzoek naar vruchtbaarheid en vroege embryonale ontwikkeling bij ratten
veranderde atazanavir de bronstcyclus zonder effect op de paring of vruchtbaarheid (zie rubriek 5.3).
28
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Patiënten dienen te worden geïnformeerd dat duizeligheid is gemeld tijdens behandeling met
behandelschema's die REYATAZ bevatten (zie rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
REYATAZ is op veiligheid onderzocht in combinatietherapie met andere antiretrovirale
geneesmiddelen in gecontroleerde klinische studies bij 1.806 volwassen patiënten die eenmaal daags
400 mg REYATAZ (1151 patiënten gedurende gemiddeld 52 weken en een maximumduur van 152
weken) of REYATAZ 300 mg met ritonavir 100 mg eenmaal daags (655 patiënten gedurende
gemiddeld 96 weken en een maximumduur van 108 weken) toegediend kregen.
De bijwerkingen waren vergelijkbaar bij patiënten die eenmaal daags 400 mg REYATAZ kregen en
bij patiënten die eenmaal daags 300 mg REYATAZ met 100 mg ritonavir kregen, met uitzondering
van geelzucht en verhoogde totaal bilirubinespiegels die vaker bij REYATAZ met ritonavir
voorkwamen.
Bij patiënten die eenmaal daags REYATAZ 400 mg of eenmaal daags REYATAZ 300 mg met
100 mg ritonavir kregen, waren de enige bijwerkingen met elke graad van ernst die zeer vaak werden
gemeld met ten minste een mogelijke relatie met regiems die REYATAZ en één of meer NRTI's
bevatten: misselijkheid (20%), diarree (10%) en geelzucht (13%). Bij patiënten die 300 mg
REYATAZ met 100 mg ritonavir kregen, was de frequentie van geelzucht 19%. In de meerderheid van
de gevallen werd geelzucht binnen enkele dagen tot enkele maanden na start van de behandeling
gemeld (zie rubriek 4.4).
Tijdens postmarketingsurveillance is chronische nierziekte gemeld bij met hiv geïnfecteerde patiënten
die behandeld worden met atazanavir, met of zonder ritonavir. Een grootschalige prospectieve
observatiestudie heeft bij hiv-geïnfecteerde patiënten met een aanvankelijk normaal eGFR een verband
aangetoond tussen een verhoogde incidentie van chronische nierziekte en cumulatieve blootstelling
aan atazanavir-/ritonavir-bevattende behandeling. Dit verband werd waargenomen onafhankelijk van
blootstelling aan tenofovirdisoproxil. Regelmatige controle van de nierfunctie van patiënten dient
gedurende de gehele behandelingsduur te worden gehandhaafd (zie rubriek 4.4).
Tabel met een samenvatting van bijwerkingen
De beoordeling van bijwerkingen van REYATAZ is gebaseerd op veiligheidsgegevens uit klinische
studies en postmarketingervaring. De frequentie is gedefinieerd op basis van de volgende conventie:
zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms (≥ 1/1.000, < 1/100), zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000),
zeer zelden (< 1/10.000). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Immuunsysteemaandoeningen:
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen:
Psychische stoornissen:
Zenuwstelselaandoeningen:
soms: overgevoeligheid
soms: gewicht verlaagd, gewichtstoename, anorexie,
verhoogde eetlust
soms: depressie, desoriëntatie, angst, insomnia,
slaapstoornis, abnormale dromen
vaak: hoofdpijn
soms: perifere neuropathie, syncope, amnesie,
duizeligheid, somnolentie, dysgeusie
vaak: icterus van het oog
Oogaandoeningen:
29
Hartaandoeningen:
Bloedvataandoeningen:
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en
mediastinumaandoeningen:
Maagdarmstelselaandoeningen:
soms: torsades de pointes
a
zelden: QTc-interval verlengd
a
, oedeem, hartklopping
soms: hypertensie
soms: dyspnoea
vaak: braken, diarree, abdominale pijn, nausea, dyspepsie
soms: pancreatitis, gastritis, abdominale distensie, aftoïde
stomatitis, flatulentie, droge mond
vaak: geelzucht
soms: hepatitis, cholelithiase
a
, cholestase
a
zelden: hepatosplenomegalie, cholecystitis
a
vaak: huiduitslag;
soms: erythema multiforme
a,b
, toxische huiderupties
a,b
,
geneesmiddelenuitslag met eosinofilie en systemische
symptomen (DRESS syndroom)
a,b
, angio-oedeem
a
,
urticaria, alopecia, pruritus;
zelden: Stevens-Johnson-syndroom
a,b
, vesiculobulleuze
huiduitslag, eczeem, vasodilatatie
soms: spieratrofie, artralgie, myalgie
zelden: myopathie
soms: nefrolithiase
a
, hematurie, proteïnurie, pollakisurie,
interstitiële nefritis, chronische nieraandoening
a
;
zelden: nierpijn
soms: gynaecomastie
vaak: vermoeidheid
soms: borstkaspijn, malaise, pyrexie, asthenie
zelden: loopstoornis
Lever- en galaandoeningen:
Huid- en onderhuidaandoeningen:
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen:
Nier- en urinewegaandoeningen:
Voortplantingstelsel- en
borstaandoeningen:
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen:
a
Deze bijwerkingen werden gevonden tijdens postmarketingsurveillance, echter de frequenties werden geschat door middel
van een statistische berekening die gebaseerd is op het totale aantal patiënten dat is blootgesteld aan REYATAZ in
gerandomiseerde, gecontroleerde en andere beschikbare klinische studies (n=2321).
b
Zie de beschrijving van specifieke bijwerkingen voor meer informatie.
Beschrijving van specifieke bijwerkingen
Bij met hiv geïnfecteerde patiënten die op het moment dat de antiretrovirale combinatietherapie
(CART) wordt gestart een ernstige immuundeficiëntie hebben, kan zich een ontstekingsreactie op
asymptomatische of nog aanwezige opportunistische infecties voordoen. Auto-immuunziekten (zoals
de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) zijn ook gerapporteerd; de gerapporteerde tijd tot het
begin van de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het starten van
de behandeling optreden (zie rubriek 4.4).
Er zijn gevallen van osteonecrose gemeld, vooral bij patiënten met algemeen erkende risicofactoren,
voortgeschreden hiv-ziekte of langdurige blootstelling aan antiretrovirale combinatietherapie (CART).
De frequentie hiervan is onbekend (zie rubriek 4.4).
Metabole parameters
Gewichtstoename en een stijging van de serumlipide- en bloedglucosespiegels kunnen tijdens
antiretrovirale behandeling optreden (zie rubriek 4.4).
30
Huiduitslag en gerelateerde aandoeningen
Huiduitslag bestaat meestal uit lichte tot matige maculo-papuleuze huiderupties die optreden in de
eerste 3 weken na aanvang van de behandeling met REYATAZ.
Stevens-Johnson-syndroom (SJS), erythema multiforme, toxische huiderupties en
geneesmiddelenuitslag met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom) zijn gemeld bij
patiënten die REYATAZ ontvingen (zie rubriek 4.4).
Laboratoriumafwijkingen
De meest frequent gemelde laboratoriumafwijking bij patiënten met behandelschema's met
REYATAZ en één of meer NRTI's was een verhoogd totaal bilirubine, voornamelijk aangegeven als
verhoogd indirect [ongeconjugeerd] bilirubine (87% graad 1, 2, 3 of 4). Een graad 3- of graad 4-
verhoging van totaal bilirubine werd gemeld bij 37% (6% graad 4). Bij voorbehandelde patiënten die
behandeld werden met eenmaal daags 300 mg REYATAZ met 100 mg ritonavir, met een gemiddelde
duur van 95 weken, had 53% een verhoging van totaal bilirubine graad 3-4. Bij behandelingsnaïeve
patiënten die behandeld werden met eenmaal daags REYATAZ 300 mg met 100 mg ritonavir, met een
gemiddelde duur van 96 weken, had 48% een verhoging van totaal bilirubine graad 3-4 (zie
rubriek 4.4).
Andere opvallende laboratoriumafwijkingen (graad 3 of 4) gemeld in ≥ 2% van de patiënten die
regiems met REYATAZ en één of meer NRTI's hadden, omvatten verhoogd creatininekinase (7%),
verhoogd alanineaminotransferase/serumglutaminepyruvaattransaminase (ALAT/SGPT) (5%), lage
neutrofielen (5%), verhoogd aspartaataminotransferase/serumglutamineoxaloacetaattransaminase
(ASAT/SGOT) (3%) en verhoogd lipase (3%).
Twee procent van de patiënten behandeld met REYATAZ ondervond gelijktijdig graad 3-4
ALAT/ASAT- en graad 3-4 totaal bilirubineverhogingen.
Pediatrische patiënten
In een klinische studie AI424-020 werden pediatrische patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot
jonger dan 18 jaar die het poeder voor oraal gebruik of de capsuleformulering ontvingen gemiddeld
115 weken met REYATAZ behandeld. Het veiligheidsprofiel in deze studie was over het geheel
genomen vergelijkbaar met dat gezien bij volwassenen. Zowel asymptomatische eerstegraads (23%)
en tweedegraads (1%) atrioventriculaire blokkades werden gemeld bij pediatrische patiënten. De
meest frequent gemelde laboratoriumafwijking bij pediatrische patiënten die behandeld werden met
REYATAZ was een verhoogd totaal bilirubine (≥ 2,6 x ULN, graad 3-4), hetgeen optrad bij 45% van
de patiënten.
In klinische studies AI424-397 en AI424-451 werden pediatrische patiënten in de leeftijd van
3 maanden tot jonger dan 11 jaar gemiddeld 80 weken met REYATAZ poeder voor oraal gebruik
behandeld. Er werden geen gevallen van overlijden gemeld. Het veiligheidsprofiel in deze studies was
over het algemeen vergelijkbaar met dat gezien in eerdere onderzoeken bij pediatrische en volwassen
patiënten. De meest frequent gemelde laboratoriumafwijkingen bij pediatrische patiënten die
behandeld werden met REYATAZ poeder voor oraal gebruik waren een verhoogd totaal bilirubine (≥
2,6 x ULN, graad 3-4; 16%) en verhoogd amylase (graad 3-4; 33%), over het algemeen van niet-
pancreatische oorsprong. Verhoging van de ALAT-spiegel werd vaker gemeld bij pediatrische
patiënten in deze studies dan bij volwassenen.
Andere speciale populaties
Patiënten met hepatitis B en/of hepatitis C co-infectie
Van de 1151 patiënten die eenmaal daags 400 mg atazanavir kregen, waren er 177 tevens geïnfecteerd
met chronische hepatitis B of C. Van de 655 patiënten die eenmaal daags 300 mg atazanavir met
100 mg ritonavir kregen, waren er 97 patiënten tevens geïnfecteerd met chronische hepatitis B of C.
Bij patiënten met een co-infectie is de kans dat ze op baseline verhogingen van de levertransaminases
hebben groter dan bij patiënten die geen chronische virale hepatitis hebben. Bij deze patiënten werd er
geen verschil in de frequentie van verhoging van het bilirubine waargenomen ten opzicht van
31
patiënten zonder virale hepatitis. De frequentie van het optreden van een hepatitis of
transaminaseverhogingen door de behandeling bij patiënten met een co-infectie was vergelijkbaar
tussen REYATAZ en regiems met een comparator (zie rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Ervaring met acute overdosering bij de mens met REYATAZ is beperkt. Enkelvoudige doseringen tot
1.200 mg zijn ingenomen door gezonde vrijwilligers zonder symptomatisch ongunstige effecten. Bij
hoge doseringen die leiden tot hoge blootstellingen aan het geneesmiddel, kunnen geelzucht als gevolg
van indirecte (ongeconjugeerde) hyperbilirubinemie (zonder geassocieerde veranderingen in
leverfunctietesten) of PR-intervalverlenging worden gezien (zie rubrieken 4.4 en 4.8).
Behandeling van een overdosis van REYATAZ zou moeten bestaan uit algemeen ondersteunende
maatregelen, zoals het controleren van de vitale functies en het elektrocardiogram (ECG) en het
observeren van de klinische toestand van de patiënt. Indien aangewezen dient niet geabsorbeerde
atazanavir verwijderd te worden door overgeven of maagspoelen. Toediening van actieve kool kan
ook worden gebruikt om het verwijderen van niet geabsorbeerd geneesmiddel te ondersteunen. Er is
geen specifiek antidotum voor een overdosis van REYATAZ. Omdat atazanavir uitgebreid wordt
gemetaboliseerd door de lever en in grote mate aan eiwitten is gebonden, is het onwaarschijnlijk dat
dialyse nut heeft voor significante klaring van dit geneesmiddel.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: antivirale middelen voor systemisch gebruik, proteaseremmers,
ATC-code: J05AE08
Werkingsmechanisme
Atazanavir is een azapeptide hiv-1 proteaseremmer (PI). De verbinding blokkeert selectief de
virusspecifieke bewerking van virale gag-pol eiwitten in hiv-1-geïnfecteerde cellen en voorkomt zo de
vorming van rijpe virionen en infectie van andere cellen.
Antivirale activiteit in vitro:
atazanavir vertoont anti-hiv-1- (inclusief alle geteste clades) en anti-hiv-2-
activiteit.in celkweken.
Resistentie
Antiretrovirale behandelingsnaïeve volwassen patiënten
In klinische studies met antiretrovirale behandelingsnaïeve patiënten behandeld met unboosted
atazanavir, is de I50L substitutie, soms in combinatie met een A71V verandering, de kenmerkende
resistentiesubstitutie van atazanavir. Resistentieniveaus voor atazanavir varieerden van 3,5 tot 29-
voudig zonder aanwijzing voor fenotypische kruisresistentie tegen andere proteaseremmers (afgekort
met PI). In klinische studies met antiretrovirale behandelingsnaïeve patiënten behandeld met boosted
atazanavir, is de 150L substitutie in geen enkele patiënt opgetreden zonder baseline PI substituties. De
N88S-substitutie werd zelden waargenomen bij patiënten met virologisch falen die behandeld werden
met atazanavir (met of zonder ritonavir). Hoewel dit kan bijdragen aan een afgenomen gevoeligheid
voor atazanavir indien het voorkomt bij andere proteasesubstituties, geeft N88S in klinische studies
zelf niet altijd aanleiding tot fenotypische resistentie tegen atazanavir of heeft het geen
samenhangende invloed op de klinische effectiviteit.
32
Tabel 3: De novo substituties in behandelingsnaïeve patiënten na die falen op therapie met
atazanavir + ritonavir (Studie 138, 96 weken)
Frequentie
de novo PI-substitutie (n=26)
a
>20%
geen
10-20%
geen
a
Aantal patiënten met gepaarde genotypes geklassificeerd als virologisch falen (hiv-RNA ≥ 400 kopieën/ml).
De M184I/V-substitutie komt respectievelijk voor in 5/26 REYATAZ/ritonavir en 7/26
lopinavir/ritonavir virologisch gefaalde patiënten.
Met antiretrovirale therapie voorbehandelde volwassen patiënten
Bij met antiretrovirale therapie voorbehandelde patiënten in de studies 009, 043 en 045 bleken 100
isolaten van patiënten die virologisch gefaald hadden op therapie met atazanavir of atazanavir +
ritonavir of atazanavir + saquinavir resistentie tegen atazanavir te hebben ontwikkeld. Van de 60
isolaten van de patiënten behandeld met atazanavir of atazanavir + ritonavir, bevatten er 18 (30%) het
I50Lfenotype, welke eerder beschreven werd bij behandelingsnaïeve patiënten.
Tabel 4. De novo substituties bij voorbehandelde patiënten die falen op therapie met
atazanavir + ritonavir (Studie 045, 48 weken)
Frequentie
de novo PI-substitutie (n=35)
a,b
>20%
M36, M46, I54, A71, V82
10-20%
L10, I15, K20, V32, E35, S37, F53, I62, G73, I84, L90
a
Aantal patiënten met gepaarde genotypes geklassificeerd als virologisch falen (hiv-RNA ≥ 400 kopieën/ml).
Tien patiënten hadden fenotypische resistentie tegen atazanavir + ritonavir (fold change [FC] > 5.2) op baseline. FC
gevoeligheid in celkweken in relatie tot het wildtype als referentie werd bepaald met behulp van PhenoSense
TM
(Monogram Biosciences, South San Francisco, California, USA)
b
Geen van de de novo-substituties (zie tabel 4) was specifiek voor atazanavir en kan mogelijk het
opnieuw optreden betekenen van opgebouwde resistentie tegen atazanavir + ritonavir in de Studie 045
voorbehandelde populatie.
De resistentie bij met antiretrovirale therapie voorbehandelde patiënten bestaat voornamelijk uit
accumulatie van de grote en kleine resistentiemutaties, die reeds eerder zijn beschreven als zijnde
betrokken bij de resistentie tegen proteaseremmers.
Klinische resultaten
Bij antiretrovirale behandelingsnaïeve volwassen patiënten
Onderzoek 138
is een internationaal gerandomiseerd, open-label, multicenter, prospectief onderzoek
met antiretrovirale behandelingsnaïeve patiënten waar REYATAZ/ritonavir (300 mg/100 mg eenmaal
daags) vergeleken wordt met lopinavir/ritonavir (400 mg/100 mg tweemaal daags), elk in combinatie
met een vaste dosis tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (300 mg/200 mg tabletten eenmaal
daags). De REYATAZ/ritonavir-arm toonde vergelijkbare (niet-inferieure) antivirale effectiviteit aan
vergeleken met de lopinavir/ritonavir-arm, zoals bepaald aan de hand van het aantal patiënten met hiv-
RNA < 50 kopieën/ml op week 48 (tabel 5).
Analyse van data na 96 weken behandeling toonde duurzaamheid van antivirale activiteit (tabel 5).
33
Tabel 5:
Effectiviteitsresultaten onderzoek 138
a
REYATAZ/ritonavir
b
lopinavir/ritonavir
c
(300 mg/100 mg eenmaal daags)
(400 mg/100 mg tweemaal daags)
Parameter
n=440
n=443
Week 48
Week 96
Week 48
Week 96
hiv-RNA <50 kopieën/ml, %
Alle patiënten
d
78
74
76
68
Geschat verschil
week 48: 1,7% [-3,8%, 7,1%]
d
[95% CI]
week 96: 6,1%[0,3%, 12,0%]
e
Per protocolanalyse
86
91
89
89
f
(n=392 )
(n=352)
(n=372)
(n=331)
e
Geschat verschil
week 48: -3% [-7,6%, 1,5%]
[95% CI]
week 96: 2,2%[-2,3%, 6,7%]
HIV RNA<50 kopieën/ml, % volgens baseline karakteristiek
d
hiv-RNA
<100.000 kopieën/ml
82 (n=217)
75 (n=217)
81 (n=218)
70 (n=218)
≥100.000 kopieën/ml
74 (n=223)
74 (n=223)
72 (n=225)
66 (n=225)
CD4-celaantal
78 (n=58)
78 (n=58)
63 (n=48)
58 (n=48)
3
<50 cellen/mm
50 tot <100
76 (n=45)
71 (n=45)
69 (n=29)
69 (n=29)
3
cellen/mm
100 tot <200
75 (n=106)
71 (n=106)
78 (n=134)
70 (n=134)
3
cellen/mm
≥200 cellen/mm
3
80 (n=222)
76 (n=222)
80 (n=228)
69 (n=228)
hiv-RNA gemiddelde verandering ten opzichte van baseline, log
10
kopieën/ml
Alle patiënten
-3,09 (n=397)
-3,21 (n=360)
-3,13 (n=379)
-3,19 (n=340)
3
CD4 gemiddelde verandering t.o.v. baseline, cellen/mm
Alle patiënten
203 (n=370)
268 (n=336)
219 (n=363)
290 (n=317)
3
CD4 gemiddelde verandering ten opzichte van baseline, cellen/mm volgens baseline karakteristiek
hiv-RNA
179 (n=183)
243 (n=163)
194 (n=183)
267 (n=152)
<100.000 kopieën/ml
≥100.000 kopieën/ml
227 (n=187)
291 (n=173)
245 (n=180)
310 (n=165)
Gemiddeld CD4-celaantal op baseline was 214 cellen/mm
3
(variërend van 2 tot 810 cellen/mm
3
) en de gemiddelde plasma
hiv-1 RNA-spiegel op baseline was 4,94 log
10
kopieën/ml (variërend van 2,6 tot 5,88 log
10
kopieën/ml)
b
REYATAZ/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
c
Lopinavir/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
d
Intent-to-treat analyse, met ontbrekende waarden beschouwd als falers.
e
Per protocolanalyse: exclusie van patiënten die de studie niet voltooiden en patiënten met grote protocolafwijkingen.
f
Aantal evalueerbare patiënten.
a
Gegevens over het stoppen van ritonavir in het versterkte behandelschema van atazanavir
(zie ook rubriek 4.4)
Studie 136 (INDUMA)
In een open-label, gerandomiseerde, vergelijkende studie, na een 26- tot 30 weken durende
inductiefase met REYATAZ 300mg + ritonavir 100 mg eenmaal daags en twee NRTI's, had unboosted
REYATAZ 400 mg eenmaal daags en twee NRTI's tijdens een 48-weken durende onderhoudsfase
(n=87) een vergelijkbare antivirale werkzaamheid vergeleken met REYATAZ + ritonavir en twee
NRTI's (n=85) bij hiv-geïnfecteerde patiënten met volledige suppressie van hiv-replicatie, zoals
afgemeten aan het deel van de patiënten met hiv-RNA < 50 kopieën/ml: 78% van de patiënten op
unboosted REYATAZ en twee NRTI's vergeleken met 75% op REYATAZ + ritonavir en twee
NRTI's.
Elf patiënten (13%) van de unboosted REYATAZ-groep en 6 (7%) van de REYATAZ + ritonavir-
groep hadden virologische-rebound. Vier patiënten van de unboosted REYATAZ-groep en 2 van de
REYATAZ + ritonavir-groep hadden hiv-RNA > 500 kopieën/ml gedurende de onderhoudsfase. Geen
enkele patiënt van beide groepen vertoonde proteaseremmerresistentie. De M184V-substitutie van
reversetranscriptase, wat resistentie voor lamivudine en emtricitabine bevestigt, werd waargenomen
bij 2 patiënten van de unboosted REYATAZ- en 1 patiënt van de REYATAZ + ritonavir-groep.
34
Er waren minder behandelstopzettingen in de unboosted REAYATAZ-groep (1 vs. 4 patiënten in de
REYATAZ + ritonavir-groep). Er was minder hyperbilirubinemie en geelzucht in de unboosted
REYATAZ-groep vergeleken met de REYATAZ + ritonavir-groep (respectievelijk 18 en
28 patiënten)
In antiretroviraal-voorbehandelde volwassen patiënten
Studie 045
is een gerandomiseerde, multicenter studie met patiënten met virologisch falen op twee of
meer eerdere regiems die minimaal één PI, NRTI en NNRTI bevatten. Hierin werd
REYATAZ/ritonavir (300/100 mg eenmaal daags) en REYATAZ/saquinavir (400/1.200 mg eenmaal
daags) vergeleken met lopinavir + ritonavir (400/100 mg vaste dosiscombinatie tweemaal daags), alle
in combinatie met tenofovirdisoproxilfumaraat (zie rubrieken 4.5 en 4.8) en één NRTI. Bij de
gerandomiseerde patiënten was de gemiddelde tijd van voorafgaande antiretrovirale blootstelling
138 weken voor PI's, 281 weken voor NRTI's en 85 weken voor NNRTI's. Bij de start van de studie
kreeg 34% van de patiënten een PI en 60% een NNRTI. Vijftien van de 120 (13%) patiënten in de
REYATAZ + ritonavir behandelingsarm en 17 van de 123 (14%) patiënten in de lopinavir + ritonavir-
arm hadden vier of meer van de PI-substituties L10, M46, I54, V82, I84 en L90. Tweeëndertig procent
van de patiënten in de studie had een virale stam met minder dan twee NRTI-substituties.
Het primaire eindpunt was het tijdsgemiddelde verschil in wijziging ten opzichte van baseline van hiv-
RNA over 48 weken (tabel 6).
Tabel 6:
Werkzaamheidsresultaten op week 48
a
en op Week 96 (Studie 045)
ATV/RTV
b
(300 mg/
LPV/RTV
c
(400 mg/
Tijdsgemiddelde verschil
Parameter
100 mg eenmaal daags)
100 mg tweemaal daags)
ATV/RTV-LPV/RTV
n=120
n=123
[97,5% BI
d
]
Week 48
Week 96
Week 48
Week 96
Week 48
Week 96
hiv-RNA gemiddelde verandering ten opzichte van baseline, log
10
kopieën/ml
-1,93
-2,29
-1,87
-2,08
0,13
0,14
Alle patiënten
e
(n=90 )
(n=64)
(n=99)
(n=65)
[-0,12, 0,39] [-0,13, 0,41]
f
hiv-RNA <50 kopieën/ml, % (responder/evalueerbaar)
Alle patiënten 36 (43/120) 32 (38/120) 42 (52/123) 35 (41/118)
nvt
nvt
f, g
hiv-RNA <50 kopieën/ml volgens specifieke baseline PI-substituties, %
(responder/evalueerbaar)
0-2
44 (28/63)
41 (26/63)
56 (32/57)
48 (26/54)
nvt
nvt
3
18 (2/11)
9 (1/11)
38 (6/16)
33 (5/15)
nvt
nvt
≥4
27 (12/45)
24 (11/45)
28 (14/50)
20 (10/49)
nvt
nvt
CD4 gemiddelde verandering ten opzichte van baseline, cellen/mm
3
Alle patiënten 110 (n=83)
122 (n=60)
121 (n=94)
154 (n=60)
nvt
nvt
Gemiddelde CD4-celaantal op baseline was 337 cellen/mm
3
(variërend van 14 tot 1.543 cellen/mm
3
) en de gemiddelde
plasma hiv-1 RNA-spiegel op baseline was 4,4 log
10
kopieën/ml (variërend van 2,6 tot 5,88 log
10
kopieën/ml).
b
ATV/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
c
LPV/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
d
Betrouwbaarheidsinterval.
e
Aantal evalueerbare patiënten.
f
Intent-to-treat analysis, met ontbrekende waarden beschouwd als “falers”. Responders op LPV/RTV die hun behandeling
afrondden voor Week 96 zijn geëxcludeerd van de Week 96 analyse. Het percentage patiënten met hiv-RNA < 400
kopieën/ml was 53% en 43% voor ATV/RTV en 54% en 46% voor LPV/RTV op respectievelijk Week 48 en 96.
g
Specifieke substituties zijn wijzigingen op posities L10, K20, L24, V32, L33, M36, M46, G48, I50, I54, L63, A71, G73,
V82, I84 en L90 (0-2, 3, 4 of meer) op baseline.
Nvt = niet van toepassing.
a
Na 48 weken behandeling waren de gemiddelde wijzigingen ten opzichte van baseline van hiv-RNA
spiegels voor REYATAZ + ritonavir en voor lopinavir + ritonavir gelijkwaardig (niet-inferieur).
Vergelijkbare resultaten werden verkregen uit de “last observation carried forward” analysemethode
(tijdsgemiddelde verschil van 0,11, 97,5% betrouwbaarheidsinterval [-0,15, 0,36]). Bij "as-treated"
analyse, met exclusie van ontbrekende waarden, was het percentage patiënten met hiv-RNA < 400
35
kopieën/ml (< 50 kopieën/ml) in de REYATAZ + ritonavir-arm en de lopinavir + ritonavir-arm
respectievelijk 55% (40%) en 56% (46%).
Na 96 weken behandeling, voldeden de gemiddelde hiv-RNA veranderingen ten opzichte van baseline
voor REYATAZ + ritonavir en voor lopinavir + ritonavir, gebaseerd op geobserveerde gevallen, aan
de criteria voor niet-inferioriteit. Vergelijkbare resultaten werden verkregen uit de “last observation
carried forward” analysemethode. Bij "as-treated" analyse, met exclusie van ontbrekende waarden,
was het percentage patiënten met hiv-RNA < 400 kopieën/ml (< 50 kopieën/ml) in de REYATAZ +
ritonavir-arm 84% (72%) en in de lopinavir + ritonavir-arm 82% (72%). Het is belangrijk op te
merken dat op het moment van de 96-weken analyse 48% van alle patiënten nog in de studie zaten.
REYATAZ + saquinavir bleken inferieur te zijn aan lopinavir + ritonavir.
Pediatrische patiënten
Beoordeling van de farmacokinetiek, veiligheid, verdraagbaarheid en werkzaamheid van REYATAZ
is gebaseerd op gegevens van de open-label, multicenter, klinische studie AI424-020 die uitgevoerd
werd bij patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 21 jaar. In deze studie ontvingen over het geheel
genomen 182 pediatrische patiënten (81 antiretroviraal-naïef en 101 antiretroviraal-voorbehandeld)
eenmaal per dag REYATAZ (capsule of poederformulering), met of zonder ritonavir, in combinatie
met twee NRTI's.
De klinische gegevens verkregen uit deze studie zijn ontoereikend ter ondersteuning van het gebruik
van atazanavir (met of zonder ritonavir) bij kinderen beneden de leeftijd van 6 jaar.
Werkzaamheidsresultaten waargenomen bij 41 pediatrische patiënten in de leeftijd van 6 jaar tot
jonger dan 18 jaar die REYATAZ capsules met ritonavir ontvingen, zijn weergegeven in Tabel 7. Bij
behandelingsnaïeve pediatrische patiënten was het gemiddelde CD4 celaantal op baseline
344 cellen/mm
3
(variërend van 2 tot 800 cellen/mm
3
) en de gemiddelde plasma hiv-1 RNA-spiegel op
baseline was 4,67 log
10
kopieën/ml (variërend van 3,70 tot 5,00 log
10
kopieën/ml). Bij voorbehandelde
pediatrische patiënten was het gemiddelde CD4 celaantal op baseline 522 cellen/mm
3
(variërend van
100 tot 1.157 cellen/mm
3
) en de gemiddelde plasma hiv-1 RNA-spiegel op baseline was 4,09 log
10
kopieën/ml (variërend van 3,28 tot 5,00 log
10
kopieën/ml).
Tabel 7:
Werkzaamheidsresultaten (pediatrische patiënten in de leeftijd van 6 jaar tot jonger
dan 18 jaar) in week 48 (studie AI424-020)
Behandelingsnaïef
Voorbehandeld
REYATAZ
REYATAZ
Parameter
capsules/ritonavir
capsules/ritonavir
(300 mg/100 mg
(300 mg/100 mg
eenmaal daags) n=16
eenmaal daags) n=25
a
Hiv-RNA <50 kopieën/ml, %
Alle patiënten
81 (13/16)
24 (6/25)
a
Hiv-RNA <400 kopieën/ml, %
Alle patiënten
88 (14/16)
32 (8/25)
3
CD4 gemiddelde verandering t.o.v. baseline, cellen/mm
Alle patiënten
293 (n=14
b
)
229 (n=14
b
)
hiv-RNA <50 kopieën/ml volgens specifieke baseline PI-substituties,
c
%
(responder/evalueerbaar
d
)
0-2
nvt
27 (4/15)
3
nvt
-
≥4
nvt
0 (0/3)
a
Intent-to-treat analyse, met ontbrekende waarden beschouwd als falers.
Aantal evalueerbare patiënten.
c
PI majeur: L24I, D30N, V32I, L33F, M46IL, I47AV, G48V, I50LV, F53LY, I54ALMSTV, L76V, V82AFLST, I84V,
N88DS, L90M; PI mineur: L10CFIRV, V11I, E35G, K43T, Q58E, A71ILTV, G73ACST, T74P, N83D, L89V.
d
Omvat patiënten met resistentie op baseline.
Nvt = niet van toepassing.
b
36
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetiek van atazanavir werd geëvalueerd bij gezonde volwassen vrijwilligers en hiv-
patiënten; significante verschillen werden gezien tussen de twee groepen. De farmacokinetiek van
atazanavir vertoont een niet-lineair karakter.
Absorptie:
bij hiv-geïnfecteerde patiënten (n=33, gecombineerde onderzoeken) gaven meervoudige
doseringen REYATAZ 300 mg eenmaal daags en ritonavir 100 mg eenmaal daags samen met voedsel
ingenomen een geometrisch gemiddelde (CV%) voor atazanavir, C
max
van 4.466 (42%) ng/ml met een
tijd tot C
max
van ongeveer 2,5 uur. Het geometrisch gemiddelde (CV%) van atazanavir C
min
en AUC
was respectievelijk 654 (76%) ng/ml en 44.185 (51%) ng•uur/ml.
Meervoudige doseringen van REYATAZ 400 mg (zonder ritonavir) eenmaal daags met voedsel bij
hiv-geïnfecteerde patiënten (n=13) produceerde een geometrisch gemiddelde (CV%) voor atazanavir
C
max
van 2298 (71) ng/ml, met tijd tot C
max
van ongeveer 2,0 uur. Het geometrische gemiddelde
(CV%) van atazanavir C
min
en AUC waren respectievelijk 120 (109) ng/ml en 14874 (91) ng•h/ml.
Effect van voedsel: gelijktijdige toediening van REYATAZ en ritonavir met voedsel optimaliseert de
biologische beschikbaarheid van atazanavir. Gelijktijdige toediening van een eenmalige dosis
REYATAZ 300 mg en 100 mg ritonavir samen met een lichte maaltijd leidde tot een toename van
33% van de AUC en een toename van 40% van zowel de C
max
en de 24-uurs concentratie van
atazanavir ten opzichte van de inname op een nuchtere maag. Gelijktijdige inname met een vetrijke
maaltijd beïnvloedde de AUC van atazanavir niet ten opzichte van inname op een nuchtere maag en de
C
max
lag binnen 11% van de waarden bij een nuchtere toestand. De 24-uurs concentratie na een
vetrijke maaltijd nam ongeveer toe met 33% vanwege vertraagde absorptie; de mediane T
max
nam toe
van 2,0 naar 5,0 uur. Toediening van REYATAZ met ritonavir met een lichte danwel een vetrijke
maaltijd verlaagde de AUC en de C
max
variatiecoëfficiënt van REYATAZ en ritonavir met ongeveer
25% vergeleken met die bij een nuchtere toestand. Om de biologische beschikbaarheid te verhogen en
de variabiliteit te minimaliseren, dient REYATAZ te worden ingenomen met voedsel.
Distributie:
atazanavir werd voor ongeveer 86% aan humane serumeiwitten gebonden in het
concentratiegebied van 100 tot 10.000 ng/ml. Atazanavir bindt in gelijke mate aan zowel alfa-1-zuur
glycoproteïne (AAG) als aan albumine (respectievelijk 89% en 86% bij 1.000 ng/ml). In een studie
waarbij meervoudige doses van eenmaal daags 400 mg atazanavir met een lichte maaltijd gedurende
12 weken aan hiv-geïnfecteerde patiënten werd gegeven, werd atazanavir in de cerebrospinale
vloeistof en het sperma aangetoond.
Biotransformatie:
Studies bij de mens en
in vitro
studies waarbij humane levermicrosomen zijn
gebruikt, hebben laten zien dat atazanavir voornamelijk wordt gemetaboliseerd door het CYP3A4 iso-
enzym waarbij geoxygeneerde metabolieten worden gevormd, die daarna in de gal worden
uitgescheiden als vrije of geglucuronideerde metabolieten. Aanvullende minder belangrijke metabole
routes zijn N-dealkylering en hydrolyse. Aanvullende minder belangrijke metabole routes zijn N-
dealkylering en hydrolyse. Twee mindere metabolieten van atazanavir, die
in vitro
geen anti-hiv-
activiteit aantoonden, zijn gedetecteerd in het plasma.
Eliminatie:
na een enkelvoudige dosering van 400 mg
14
C-atazanavir werd respectievelijk 79% en
13% van de totale radioactiviteit teruggevonden in de feces en urine. Ongeveer 20% en 7% van de
toegediende dosis werd als onveranderd geneesmiddel teruggevonden in feces en urine. De
gemiddelde uitscheiding van onveranderd geneesmiddel in de urine was 7% na 2 weken 800 mg
eenmaal daags. Bij hiv-geïnfecteerde volwassen patiënten (n= 33, gecombineerde onderzoeken) was
de gemiddelde halfwaardetijd binnen een dosisinterval van atazanavir 12 uur bij steady-state na een
dagelijkse dosis van 300 mg eenmaal daags met 100 mg ritonavir en een lichte maaltijd.
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie:
bij gezonde personen was de renale uitscheiding van onveranderd atazanavir
ongeveer 7% van de toegediende dosis. Er zijn geen farmacokinetische gegevens beschikbaar over
37
REYATAZ met ritonavir bij patiënten met nierinsufficiëntie. REYATAZ (zonder ritonavir) is
onderzocht in volwassen patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (n=20), inclusief de
patiënten die hemodialyse krijgen, bij meervoudige doses van eenmaal daags 400 mg. Alhoewel deze
studie zijn beperkingen had (bijv. de ongebonden concentratie geneesmiddel is niet bestudeerd),
suggereren de resultaten dat de farmacokinetische parameters van atazanavir verlaagd waren met 30%
tot 50% bij patiënten die hemodialyse ondergingen ten opzichte van patiënten met een normale
nierfunctie. Het mechanisme achter deze daling is onbekend. (Zie rubrieken 4.2 en 4.4)
Verminderde leverfunctie:
atazanavir wordt voornamelijk gemetaboliseerd en uitgescheiden door de
lever. REYATAZ (zonder ritonavir) is onderzocht bij volwassen patiënten met matige tot ernstige
leverfunctiestoornissen (14 Child-Pugh Class B en 2 Child-Pugh Class C patiënten) na een eenmalige
400 mg dosis. De gemiddelde AUC
(0-∞)
was 42% hoger bij patiënten met verminderde leverfunctie dan
bij gezonde proefpersonen. De gemiddelde halfwaardetijd van atazanavir bij patiënten met
verminderde leverfunctie was 12,1 uur vergeleken met 6,4 uur bij gezonde proefpersonen. De effecten
van een verminderde leverfunctie op de farmacokinetiek van atazanavir na een 300 mg dosis samen
met ritonavir zijn niet onderzocht. Verwacht wordt dat de concentraties van atazanavir met of zonder
ritonavir verhoogd zullen zijn bij patiënten met een matig tot ernstig verminderde leverfunctie (zie
rubrieken 4.2, 4.3 en 4.4).
Leeftijd/Geslacht:
een studie naar de farmacokinetiek van atazanavir is uitgevoerd bij 59 gezonde
mannelijke en vrouwelijke proefpersonen (29 jongeren, 30 ouderen). Er waren geen klinisch
significante farmacokinetische verschillen met betrekking tot leeftijd of geslacht.
Ras:
een farmacokinetische populatieanalyse van monsters uit klinische fase II studies gaf aan dat er
geen effect was met betrekking tot ras op atazanavir op de farmacokinetiek van atazanavir.
Zwangerschap:
De farmacokinetische gegevens van hiv-geïnfecteerde zwangere vrouwen die REYATAZ capsules
met ritonavir kregen worden weergegeven in Tabel 8.
Tabel 8:
Steady-State farmacokinetiek van atazanavir met ritonavir bij hiv-geïnfecteerde
zwangere vrouwen die gegeten hebben
atazanavir 300 mg met ritonavir 100 mg
Farmacokinetische
parameter
C
max
ng/ml
Geometrisch gemiddelde
(CV%)
2e trimester
(n=9)
3729,09
(39)
34399,1
(37)
663,78
(36)
3e trimester
(n=20)
3291,46
(48)
34251,5
(43)
668,48
(50)
postpartum
a
(n=36)
5649,10
(31)
60532,7
(33)
1420,64
(47)
AUC ng•uur/ml
Geometrisch gemiddelde
(CV%)
C
min
ng/ml
b
Geometrisch gemiddelde
(CV%)
a
Atazanavir piekconcentraties en AUC's bleken ongeveer 26-40% hoger tijdens de postpartumperiode (4-12 weken) dan
die in het verleden bij hiv-geïnfecteerde, niet-zwangere patiënten zijn waargenomen. Atazanavir plasmadalspiegels
waren ongeveer 2 maal hoger tijdens de postpartumperiode vergeleken met die in het verleden bij hiv-geïnfecteerde niet-
zwangere patiënten zijn waargenomen.
b
C
min
is de concentratie 24 uur na toediening.
Pediatrische patiënten
Er is een trend richting een hogere klaring bij jongere kinderen wanneer wordt genormaliseerd voor
lichaamsgewicht. Hierdoor worden grotere piek-dalratios gezien, echter bij de aanbevolen doseringen
zullen de geometrisch gemiddelde atazanavirblootstellingen (C
min
, C
max
en AUC) bij pediatrische
patiënten naar verwachting vergelijkbaar zijn met de waarden die worden gezien bij volwassenen.
38
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In toxiciteitstudies met herhaalde dosering bij muizen, ratten en honden waren bevindingen gerelateerd
aan atazanavir over het algemeen beperkt tot de lever en omvatten meestal een minimale tot lichte
toename van het serumbilirubine en leverenzymen, hepatocellulaire vacuolisatie en hypertrofie alsook
hepatische necrose van afzonderlijke cellen in alleen vrouwtjesmuizen. Systemische blootstellingen
van muizen (mannetjes), ratten en honden aan atazanavir in doseringen die worden geassocieerd met
veranderingen in de lever waren groter of gelijk aan de blootstellingen die werden gezien bij personen
die eenmaal daags 400 mg kregen. Bij vrouwtjesmuizen was de blootstelling aan atazanavir bij een
dosis die necrose van individuele cellen tot gevolg had 12 keer hoger dan de blootstelling bij personen
die eenmaal daags 400 mg kregen. Serumcholesterol en glucose waren minimaal tot licht verhoogd in
ratten, maar niet in muizen of honden.
Tijdens
in-vitrostudies
werd gekloond humaan cardiaal kaliumkanaal (hERG) met 15% geremd bij een
concentratie (30 μM) atazanavir die overeenkwam met een 30-voudige vrije geneesmiddelconcentratie
van de humane C
max
. Vergelijkbare concentraties atazanavir verhoogden in een studie met vezels van
Purkinje van het konijn de duur van de actiepotentiaal (ADP
90
) met 13%. Elektrocardiografische
veranderingen (sinusbradycardie, verlenging van het PR-interval, verlenging van het QT-interval en
verlenging van het QRS-complex) werden slechts gezien bij een initiële 2 weken durende orale
toxiciteitstudie bij honden. Hierop volgende 9 maanden durende orale toxiciteitstudies bij honden
toonden geen geneesmiddelgerelateerde elektrocardiografische veranderingen. De klinische relevantie
van deze niet-klinische gegevens is onbekend. Mogelijke cardiale effecten van dit middel bij mensen
kunnen niet worden uitgesloten (zie rubrieken 4.4 en 4.8). Men dient rekening te houden met
mogelijke PR-verlenging in geval van overdosering (zie rubriek 4.9).
In een studie naar de vruchtbaarheid en vroege embryonale ontwikkeling bij ratten veranderde
atazanavir de oestrus zonder effecten op de paring of vruchtbaarheid. In ratten en konijnen werden bij
maternaal toxische doseringen geen teratogene effecten gezien. Bij zwangere konijnen werden bij
dode of stervende ongeboren konijnen macroscopische laesies van de maag en darmen gezien bij
maternale doses van 2 en 4 keer de hoogste dosis toegediend in de definitieve embryo-
ontwikkelingsstudie. Bij de beoordeling van pre- en postnatale ontwikkeling in ratten, veroorzaakte
atazanavir een voorbijgaande afname in lichaamsgewicht van de nakomelingen bij een maternaal
toxische dosering. Systemische blootstelling aan atazanavir in doseringen die resulteerden in
maternale toxiciteit was ten minste gelijk aan of iets groter dan die waargenomen in personen, aan wie
eenmaal daags 400 mg was gegeven.
Atazanavir was negatief in een Ames-test voor reversibele mutaties, maar induceerde
in vitro
chromosomale afwijkingen in zowel de afwezigheid als aanwezigheid van metabole activatie. In
in-
vivostudies
bij ratten induceerde atazanavir geen micronuclei in het beenmerg, DNA-schade in het
duodenum (comet-bepaling), of ongepland DNA-herstel in de lever, bij plasma- en
weefselconcentraties die hoger waren dan die
in vitro
clastogeen waren.
Studies naar de lange-termijn carcinogene effecten van atazanavir in muizen en ratten lieten slechts bij
vrouwtjesmuizen een verhoogde incidentie van benigne leveradenomen zien. De verhoogde incidentie
van benigne leveradenomen in vrouwtjesmuizen was waarschijnlijk secundair aan cytotoxische
leververanderingen, zich manifesterend als single-cell necrose en wordt beschouwd als niet relevant
voor mensen bij de bedoelde therapeutische blootstellingen. Er waren geen tumorigene bevindingen in
mannelijke muizen of in ratten.
Atazanavir vergrootte in een
in-vitro-studie
naar oculaire irritatie de troebeling van de corneae van
runderen. Hiermee is aangetoond dat direct contact met het oog irriterend voor het oog kan zijn.
39
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
REYATAZ 100 mg harde capsules
Capsule-inhoud: crospovidon, lactosemonohydraat en magnesiumstearaat
Capsule-omhulsel: gelatine, indigokarmijn (E132) en titanium dioxide (E171)
De blauwe inkt bevat: schellak, propyleenglycol, ammoniumhydroxide en indigokarmijn (E132)
De witte inkt bevat: schellak, titaniumdioxide (E171), ammoniumhydroxide, propyleenglycol en
simethicon
REYATAZ 150 mg harde capsules
Capsule-inhoud: crospovidon, lactosemonohydraat en magnesiumstearaat
Capsule-omhulsel: gelatine, indigokarmijn (E132) en titanium dioxide (E171)
De blauwe inkt bevat: schellak, propyleenglycol, ammoniumhydroxide en indigokarmijn (E132)
De witte inkt bevat: schellak, titaniumdioxide (E171), ammoniumhydroxide, propyleenglycol en
simethicon
REYATAZ 200 mg harde capsules
Capsule-inhoud: crospovidon, lactosemonohydraat en magnesiumstearaat
Capsule-omhulsel: gelatine, indigokarmijn (E132) en titanium dioxide (E171)
De witte inkt bevat: schellak, titaniumdioxide (E171), ammoniumhydroxide, propyleenglycol en
simethicon
REYATAZ 300 mg harde capsules
Capsule-inhoud: crospovidon, lactosemonohydraat en magnesiumstearaat
Capsule-omhulsel: gelatine, rood ijzeroxide, zwart ijzeroxide, geel ijzeroxide, indigokarmijn (E132)
en titaniumdioxide (E171)
De witte inkt bevat: schellak, titaniumdioxide (E171), ammoniumhydroxide, propyleenglycol en
simethicon
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
2 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 25°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
REYATAZ 100 mg harde capsules
40
Elk doosje bevat een fles van polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE), die wordt gesloten met een
kinderveilige polypropyleen deksel. Elke fles bevat 60 harde capsules.
Elk doosje bevat 60 x 1 capsules; 10 blisters met 6 x 1 capsules per blister, elk in Alu/Alu
geperforeerde enkelvoudige blisterverpakkingen.
REYATAZ 150 mg harde capsules
Elk doosje bevat een fles van polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE), die wordt gesloten met een
kinderveilige polypropyleen deksel. Elke fles bevat 60 harde capsules.
Elk doosje bevat 60 x 1 capsules; 10 blisters met 6 x 1 capsules per blister, elk in Alu/Alu
geperforeerde enkelvoudige blisterverpakkingen.
REYATAZ 200 mg harde capsules
Elk doosje bevat een fles van polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE) of drie flacons van
polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE), die wordt/worden gesloten met een kinderveilige
polypropyleen deksel. Elke fles bevat 60 harde capsules.
Elk doosje bevat 60 x 1 capsules; 10 blisters met 6 x 1 capsules per blister, elk in Alu/Alu
geperforeerde enkelvoudige blisterverpakkingen.
REYATAZ 300 mg harde capsules
Elk doosje bevat een fles van polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE) of drie flacons van
polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE), die wordt/worden gesloten met een kinderveilige
polypropyleen deksel. Elke fles bevat 30 harde capsules.
Elk doosje bevat 30 x 1 capsules; 5 blisters met 6 x 1 capsules per blister, elk in Alu/Alu geperforeerde
enkelvoudige blisterverpakkingen.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/03/267/001-006; 008-011
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 02 Maart 2004
Datum van laatste verlenging: 06 Februari 2009
41
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
{MM/JJJJ}
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
42
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 50 mg poeder voor oraal gebruik
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke sachet van 1,5 g poeder voor oraal gebruik bevat 50 mg atazanavir (als sulfaat).
Hulpstof met bekend effect: 63 mg aspartaam; 1305,15 mg sucrose per sachet (1,5 g poeder voor oraal
gebruik).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor oraal gebruik
Gebroken wit tot bleek geel poeder.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
REYATAZ poeder voor oraal gebruik, gelijktijdig toegediend met een lage dosis ritonavir, is
geïndiceerd in combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen voor de behandeling van hiv-1-
geïnfecteerde pediatrische patiënten van ten minste 3 maanden oud en met een lichaamsgewicht van
ten minste 5 kg (zie rubriek 4.2).
Gebaseerd op de beschikbare virologische en klinische gegevens van volwassen patiënten is er geen
voordeel te verwachten bij patiënten met stammen die resistent zijn tegen meerdere proteaseremmers
(≥ 4 PI-mutaties). De keuze voor REYATAZ bij voorbehandelde volwassen en pediatrische patiënten
dient gebaseerd te zijn op individuele virale resistentietests en de behandelingshistorie van de patiënt
(zie rubrieken 4.4 en 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling dient te worden ingesteld door een arts die ervaren is in de behandeling van hiv-
infecties.
Dosering
Pediatrische patiënten (ten minste 3 maanden oud en met een lichaamsgewicht van ten minste 5 kg)
De dosering van atazanavir poeder voor oraal gebruik en ritonavir bij pediatrische patiënten is
gebaseerd op het lichaamsgewicht zoals weergegeven in Tabel 1. REYATAZ poeder voor oraal
gebruik dient met ritonavir en samen met voedsel te worden ingenomen.
Tabel 1: Dosering van REYATAZ poeder voor oraal gebruik met ritonavir bij pediatrische
patiënten
a
(ten minste 3 maanden oud en met een lichaamsgewicht van ten minste 5 kg)
REYATAZ eenmaaldaagse
ritonavir eenmaaldaagse
Lichaamsgewicht (kg)
dosis
dosis
b
ten minste 5 tot minder dan 15
200 mg (4 sachets )
80 mg
c
ten minste 15 tot minder dan 35 250 mg (5 sachets
b
)
80 mg
c
ten minste 35
300 mg (6 sachets
b
)
100 mg
d
Dezelfde aanbevelingen met betrekking tot de timing en maximumdosering van gelijktijdige protonpompremmers en H
2
-
receptorantagonisten bij volwassenen gelden voor pediatrische patiënten (zie rubriek 4.5).
b
Elke sachet bevat 50 mg atazanavir.
c
Ritonavir orale oplossing.
43
a
d
Ritonavir orale oplossing of capsule/tablet.
REYATAZ capsules zijn beschikbaar voor pediatrische patiënten in de leeftijd van ten minste 6 jaar
met een lichaamsgewicht van ten minste 15 kg die in staat zijn om capsules door te slikken (zie de
Samenvatting van de Productkenmerken van REYATAZ capsules). Het wordt aangeraden over te
stappen van REYATAZ poeder voor oraal gebruik op REYATAZ capsules zodra patiënten consistent
in staat zijn de capsules door te slikken.
Het is mogelijk dat een dosisverandering nodig is wanneer er van formulering wordt gewisseld.
Raadpleeg de doseringtabel van de specifieke formulering (zie de Samenvatting van de
Productkenmerken van REYATAZ capsules).
Speciale populaties
Nierfunctiestoornis
Een aanpassing van de dosis is niet nodig. REYATAZ met ritonavir is niet aanbevolen bij patiënten
die hemodialyse ondergaan (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Leverfunctiestoornis
REYATAZ met ritonavir is niet onderzocht bij patiënten met een leverfunctiestoornis. REYATAZ met
ritonavir dient voorzichtig te worden gebruikt bij patiënten met een lichte leverfunctiestoornis.
REYATAZ dient niet te worden gebruikt bij patiënten met een matige tot ernstige leverfunctiestoornis
(zie rubrieken 4.3, 4.4 en 5.2).
Zwangerschap en postpartum:
Tijdens het tweede en derde trimester van de zwangerschap:
REYATAZ 300 mg met ritonavir 100 mg geeft mogelijk onvoldoende blootstelling aan atazanavir,
vooral als de activiteit van atazanavir of de gehele behandeling gecompromitteerd wordt als gevolg
van geneesmiddelresistentie. Omdat er beperkte data beschikbaar zijn en als gevolg van variabiliteit
tussen patiënten tijdens de zwangerschap kan Therapeutische Drug Monitoring (TDM) overwogen
worden om een adequate blootstelling te garanderen.
Het risico van een verdere afname van atazanavirblootstelling wordt verwacht als atazanavir gegeven
wordt met geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de blootstelling aan atazanavir verminderen
(bijvoorbeeld tenofovirdisoproxil of H
2
-receptorantagonisten).
Indien tenofovirdisoproxil of een H
2
-receptorantagonist nodig is, kan een verhoging van de dosis
naar REYATAZ 400 mg met 100 mg ritonavir en TDM overwogen worden (zie rubrieken 4.6
en 5.2).
Het wordt niet aanbevolen om REYATAZ met ritonavir te gebruiken bij zwangere patiënten die
zowel tenofovirdisoproxil als een H
2
-receptorantagonist krijgen.
Tijdens de postpartumperiode:
Na een mogelijke vermindering in atazanavirblootstelling tijdens het tweede en derde trimester,
kunnen atazanavirblootstellingen toenemen tijdens de eerste twee maanden na de bevalling (zie
rubriek 5.2). Daarom moeten patiënten na de bevalling nauwgezet gecontroleerd worden op
bijwerkingen.
Gedurende deze periode moeten patiënten dezelfde doseringsaanbevelingen opvolgen als niet-
zwangere patiënten, inclusief de aanbevelingen met betrekking tot gelijktijdige toediening van
geneesmiddelen waarvan bekend is dat zij de atazanavirblootstelling beïnvloeden (zie rubriek
4.5).
Pediatrische patiënten (jonger dan 3 maanden)
REYATAZ is niet onderzocht bij kinderen jonger dan 3 maanden en wordt niet aanbevolen vanwege
het mogelijke risico op kernicterus.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
44
REYATAZ poeder voor oraal gebruik dient gegeven/ingenomen te worden met voedsel (bijv.
appelmoes of yoghurt) of drank, voor zuigelingen die uit een beker kunnen drinken (bijv. melk,
zuigelingenvoeding of water). Voor jonge zuigelingen (jonger dan 6 maanden) die nog geen vast
voedsel kunnen eten of uit een beker kunnen drinken, dient REYATAZ poeder voor oraal gebruik
gemengd te worden met zuigelingenvoeding en in een orale spuit, verkrijgbaar bij een apotheker,
gegeven te worden. Toediening van REYATAZ en zuigelingenvoeding door middel van een zuigfles
wordt niet aanbevolen omdat de volledige dosis mogelijk niet gegeven wordt.
Voor gegevens met betrekking tot bereiding en toediening van REYATAZ poeder voor oraal gebruik
en Gebruiksinstructies, zie rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Patiënten met matige of ernstige leverinsufficiëntie (zie rubriek 4.2 en 4.4).
Gelijktijdige toediening met simvastatine of lovastatine (zie rubriek 4.5).
Combinatie van rifampicine met gelijktijdige laaggedoseerde ritonavir (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdige toediening van de PDE5-remmer sildenafil voor gebruik bij de behandeling van
uitsluitend pulmonale arteriële hypertensie (PAH) (zie rubriek 4.5). Voor het gelijktijdig gebruik van
sildenafil bij de behandeling van erectiele disfunctie, zie rubriek 4.4 en rubriek 4.5.
Gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die substraten zijn van de isovorm CYP3A4 van cytochroom
P450 en een smalle therapeutische breedte hebben (zoals quetiapine, alfuzosine, astemizol,
terfenadine, cisapride, pimozide, kinidine, lurasidon, bepridil, triazolam, oraal toegediend midazolam
(waarschuwing voor parenteraal toegediend midazolam, zie rubriek 4.5) lomitapide en
ergotalkaloïden; met name ergotamine, dihydroergotamine, ergonovine, methylergonovine) (zie
rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die grazoprevir bevatten, inclusief de combinatie van
elbasvir/grazoprevir in vaste doses (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik met de combinatie van glecaprevir/pibrentasvir in vaste doses (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik met producten die St. Janskruid (Hypericum
perforatum)
bevatten (zie
rubriek 4.5).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Hoewel bewezen is dat effectieve virale suppressie met antiretrovirale behandeling het risico op
seksuele overdracht substantieel vermindert, kan een nog aanwezig risico niet worden uitgesloten.
Voorzorgsmaatregelen om overdracht te voorkomen dienen te worden genomen in overeenstemming
met nationale richtlijnen.
Gelijktijdige toediening van REYATAZ met ritonavir bij doseringen hoger dan eenmaal daags 100 mg
is klinisch niet onderzocht. Het gebruik van hogere ritonavirdoses kan het veiligheidsprofiel van
atazanavir beïnvloeden (effecten op het hart, hyperbilirubinemie) en wordt daarom niet aanbevolen.
Uitsluitend wanneer atazanavir met ritonavir gelijktijdig wordt toegediend met efavirenz kan een
verhoging van de dosering van ritonavir naar eenmaal daags 200 mg worden overwogen. In dit geval
is nauwgezette klinische controle geboden (zie Interacties met andere geneesmiddelen hieronder).
Patiënten met coëxisterende condities
Leverfunctiestoornis
45
Atazanavir wordt voornamelijk gemetaboliseerd in de lever en toegenomen plasmaconcentraties zijn
gezien bij patiënten met een verminderde leverfunctie (zie rubrieken 4.2 en 4.3). De veiligheid en
werkzaamheid van REYATAZ zijn niet vastgesteld bij patiënten met significante onderliggende
leverstoornissen. Patiënten met chronische hepatitis B of C die behandeld worden met een
antiretrovirale combinatietherapie hebben een verhoogd risico op ernstige en potentieel fatale
leverbijwerkingen. Raadpleeg bij gelijktijdige antivirale behandeling van hepatitis B of C dan ook de
relevante Samenvatting van de Productkenmerken van deze geneesmiddelen (zie rubriek 4.8).
Patiënten met een bestaande leverfunctiestoornis, inclusief chronische actieve hepatitis, hebben een
verhoogde frequentie van leverfunctieabnormaliteiten tijdens antiretrovirale combinatietherapie en
dienen volgens de standaardpraktijk te worden gecontroleerd. Indien er bij deze patiënten signalen zijn
van verslechterende leverziekte, dient tijdelijke stopzetting of staken van de behandeling te worden
overwogen.
Nierfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een verminderde nierfunctie. Echter, REYATAZ
wordt niet aanbevolen bij patiënten die hemodialyse ondergaan (zie rubrieken 4.2 en 5.2).
QT-verlenging
Dosisgerelateerde asymptomatische verlengingen van het PR-interval is in klinische studies met
REYATAZ waargenomen. Voorzichtigheid dient in acht te worden genomen met geneesmiddelen
waarvan bekend is dat deze PR-verlengingen induceren. Bij patiënten met bestaande
geleidingsproblemen (tweedegraads of hoger atrioventriculaire of complexe bundeltakblokkade) dient
REYATAZ met voorzichtigheid te worden gebruikt en alleen indien de voordelen groter zijn dan het
risico (zie rubriek 5.1). Speciale voorzichtigheid dient te worden betracht wanneer REYATAZ wordt
voorgeschreven samen met geneesmiddelen die het QT-interval kunnen verlengen en/of bij patiënten
met bestaande risicofactoren (bradycardie, lang congenitaal QT, elektrolytverstoringen (zie rubrieken
4.8 en 5.3).
Hemofiliepatiënten
Er zijn meldingen geweest van toegenomen bloeding, waaronder spontane huidhematomen en
hemartrose , inpatiënten met hemofilie type A en B die behandeld werden met proteaseremmers. Aan
enkele patiënten werd aanvullend factor VIII gegeven. In meer dan de helft van de gemelde gevallen
werd de behandeling met proteaseremmers voortgezet of herstart nadat de behandeling onderbroken
was. Een causaal verband is gesuggereerd, hoewel het werkingsmechanisme niet opgehelderd is.
Hemofiliepatiënten moeten daarom attent gemaakt worden op de mogelijkheid van toegenomen
bloeding.
Gewicht en metabole parameters
Een gewichtstoename en een stijging van de serumlipide- en bloedglucosespiegels kunnen tijdens
antiretrovirale behandeling optreden. Zulke veranderingen kunnen gedeeltelijk samenhangen met het
onder controle brengen van de ziekte en met de levensstijl. Voor lipiden is er in sommige gevallen
bewijs voor een effect van de behandeling, terwijl er voor gewichtstoename geen sterk bewijs is dat dit
aan een specifieke behandeling gerelateerd is. Voor het controleren van de serumlipiden en
bloedglucose wordt verwezen naar de vastgestelde hiv-behandelrichtlijnen. Lipidestoornissen moeten
worden behandeld waar dat klinisch aangewezen is.
In klinische studies is gebleken dat REYATAZ (met of zonder ritonavir) in mindere mate dan
vergelijkbare middelen dyslipidemie induceerde.
Hyperbilirubinemie
Reversibele verhogingen van indirect (niet-geconjugeerd) bilirubine gerelateerd aan remming van
UDP-glucuronosyltransferase (UGT) werden gezien in patiënten die werden behandeld met
REYATAZ (zie rubriek 4.8). Levertransaminaseverhogingen die optreden met verhoogd bilirubine bij
patiënten die REYATAZ ontvangen, dienen te worden onderzocht op alternatieve oorzaken.
Alternatieve antiretrovirale therapie voor REYATAZ kan worden overwogen indien geelzucht of
46
sclerale icterus voor een patiënt onacceptabel is. Dosisverlaging van atazanavir wordt niet aanbevolen
omdat dit kan resulteren in een verlies van therapeutische effectiviteit en er resistentie kan ontstaan.
Indinavir is ook geassocieerd met indirecte (ongeconjugeerde) hyperbilirubinemie als gevolg van
remming van UGT. Combinaties van REYATAZ en indinavir zijn niet onderzocht en gelijktijdige
toediening van deze geneesmiddelen wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Cholelithiase
Cholelithiase is gemeld bij patiënten die REYATAZ gebruikten (zie rubriek 4.8). Voor sommige
patiënten was een ziekenhuisopname voor aanvullende behandeling noodzakelijk en sommigen kregen
complicaties. Indien er klachten of symptomen van cholelithiase optreden, kan worden overwogen om
de behandeling tijdelijk te onderbreken of het gebruik te staken.
Chronische nierziekte
Tijdens postmarketingsurveillance is chronische nierziekte gemeld bij met hiv geïnfecteerde patiënten
die behandeld worden met atazanavir, met of zonder ritonavir. Een grootschalige prospectieve
observatiestudie heeft bij HIV-geïnfecteerde patiënten met een aanvankelijk normaal eGFR een
verband aangetoond tussen een verhoogde incidentie van chronische nierziekte en cumulatieve
blootstelling aan atazanavir-/ritonavir-bevattende behandeling. Dit verband werd waargenomen
onafhankelijk van blootstelling aan tenofovirdisoproxil. Regelmatige controle van de nierfunctie van
patiënten dient gedurende de gehele behandelingsduur te worden gehandhaafd (zie rubriek 4.8).
Nefrolithiase
Nefrolithiase is gemeld bij patiënten die REYATAZ gebruikten (zie rubriek 4.8). Voor sommige
patiënten was een ziekenhuisopname voor aanvullende behandeling noodzakelijk en sommigen kregen
complicaties. In enkele gevallen is nefrolithiase in verband gebracht met acuut nierfalen of
nierinsufficiëntie. Indien er tekenen of symptomen van nefrolithiase optreden, kan worden overwogen
om de behandeling tijdelijk te onderbreken of het gebruik te staken.
Immuunreactiveringssyndroom
Bij met hiv geïnfecteerde patiënten die op het moment dat de antiretrovirale combinatietherapie
(CART) wordt gestart een ernstige immuundeficiëntie hebben, kan zich een ontstekingsreactie op
asymptomatische of nog aanwezige opportunistische pathogenen voordoen die tot ernstige klinische
manifestaties of verergering van de symptomen kan leiden. Dergelijke reacties zijn vooral in de eerste
paar weken of maanden na het starten van CART gezien. Relevante voorbeelden zijn cytomegalovirus
retinitis, gegeneraliseerde en/of focale mycobacteriële infecties en
Pneumocystis jirovecii
pneumonie.
Alle ontstekingssymptomen moeten worden beoordeeld en zo nodig dient een behandeling te worden
ingesteld. Van auto-immuunziekten (zoals de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) is ook
gerapporteerd dat ze in een setting van immuunreactivering kunnen optreden; de gerapporteerde tijd
tot het begin van de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het
starten van de behandeling optreden.
Osteonecrose
Hoewel men aanneemt dat bij de etiologie vele factoren een rol spelen (waaronder gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie, hoge Body Mass Index), zijn gevallen
van osteonecrose vooral gemeld bij patiënten met voortgeschreden hiv-infectie en/of langdurige
blootstelling aan antiretrovirale combinatietherapie (CART). Patiënten moet worden aangeraden om
een arts te raadplegen wanneer hun gewrichten pijnlijk zijn of stijf worden of wanneer zij moeilijk
kunnen bewegen.
Huiduitslag en gerelateerde syndromen
Huiduitslag bestaat meestal uit lichte tot matige maculo-papuleuze huiderupties die optreden in de
eerste 3 weken na aanvang van de behandeling met REYATAZ.
Stevens-Johnson-syndroom (SJS), erythema multiforme, toxische huiderupties en
geneesmiddelenuitslag met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS syndroom) zijn gemeld bij
patiënten die REYATAZ ontvingen. Patiënten moet worden geadviseerd over de klachten en
47
verschijnselen en zij moeten nauwlettend worden gecontroleerd op huidreacties. REYATAZ moet
worden gestaakt als er ernstige huiduitslag optreedt.
De beste resultaten bij het behandelen van deze bijwerkingen worden behaald door vroegtijdige
diagnose en het onmiddellijk staken van alle verdachte geneesmiddelen. Als de patiënt SJS of DRESS,
gerelateerd aan het gebruik van REYATAZ, ontwikkelt dan mag de behandeling met REYATAZ niet
opnieuw worden gestart.
Interacties met andere geneesmiddelen
De combinatie van REYATAZ en atorvastatine wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik van REYATAZ met nevirapine of efavirenz wordt niet aanbevolen (zie rubriek
4.5).
Indien gelijktijdig gebruik van REYATAZ met een NNRTI noodzakelijk is, kan een dosisverhoging
van zowel REYATAZ als ritonavir naar respectievelijk 400 mg en 200 mg in combinatie met
efavirenz onder nauwkeurige klinische controle worden overwogen.
Atazanavir wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP3A4. Gelijktijdige behandeling van
REYATAZ met ritonavir en geneesmiddelen die CYP3A4 induceren, wordt niet aanbevolen (zie
rubrieken 4.3 en 4.5).
PDE5-remmers voor de behandeling van erectiele disfunctie: speciale voorzichtigheid dient te worden
betracht wanneer PDE5-remmers (sildenafil, tadalafil of vardenafil) worden voorgeschreven bij de
behandeling van erectiele disfunctie bij patiënten die REYATAZ met gelijktijdig laaggedoseerde
ritonavir gebruiken. Bij gelijktijdig gebruik van REYATAZ met deze geneesmiddelen is het te
verwachten dat de concentraties van deze middelen aanzienlijk stijgen, wat zou kunnen resulteren in
PDE5-geassocieerde bijwerkingen zoals hypotensie, visusstoornissen en priapisme (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik van voriconazol en REYATAZ met ritonavir wordt niet aanbevolen, tenzij een
overweging van de voor- en nadelen het gebruik van voriconazol rechtvaardigt.
Bij de meeste patiënten is een daling van de voriconazol- en atazanavirspiegels te verwachten. Bij een
klein aantal patiënten zonder functionele CYP2C19-allel zijn significant verhoogde
voriconazolspiegels te verwachten (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik van REYATAZ/ritonavir en fluticason of andere glucocorticoïden die door
CYP3A4 gemetaboliseerd worden, wordt niet aangeraden tenzij het potentiële voordeel van de
behandeling opweegt tegen het risico op systemische corticosteroïdeffecten, waaronder het Cushing-
syndroom en suppressie van de bijnier (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik van salmeterol met REYATAZ/ritonavir kan resulteren in een toename van
cardiovasculaire bijwerkingen geassocieerd met salmeterol. Gelijktijdig gebruik van salmeterol en
REYATAZ wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
De absorptie van atazanavir kan afnemen in geval van een verhoogde pH in de maag ongeacht de
oorzaak hiervan.
Gelijktijdig gebruik van REYATAZ en protonpompremmers wordt afgeraden (zie rubriek 4.5). Indien
de combinatie van REYATAZ met een protonpompremmer onvermijdelijk wordt geacht, is
nauwkeurige klinische controle aanbevolen samen met een verhoging van de dosering REYATAZ tot
400 mg met 100 mg ritonavir; doseringen van protonpompremmers, overeenkomend met omeprazol
20 mg, dienen niet te worden overschreden.
Gelijktijdig gebruik van REYATAZ/ritonavir en andere hormonale anticonceptiva of orale
anticonceptiva die een ander progestageen dan norgestimaat bevatten, is niet onderzocht en dient
daarom te worden vermeden (zie rubriek 4.5).
48
Pediatrische patiënten
Veiligheid
Asymptomatische verlenging van het PR-interval trad frequenter op bij pediatrische patiënten dan bij
volwassenen. Asymptomatische eerste- en tweedegraads AV-blokkade werd gemeld bij pediatrische
patiënten (zie rubriek 4.8). Voorzichtigheid dient in acht te worden genomen met geneesmiddelen
waarvan bekend is dat deze PR-verlengingen induceren. Bij pediatrische patiënten met bestaande
geleidingsproblemen (tweedegraads of hoger atrioventriculair of complexe bundeltakblokkade) dient
REYATAZ met voorzichtigheid te worden gebruikt en alleen indien de voordelen groter zijn dan het
risico. Cardiale controle wordt aanbevolen op geleide van de aanwezigheid van klinische bevindingen
(bijv. bradycardie).
Werkzaamheid
Atazanavir/ritonavir is niet werkzaam bij virale stammen die meerdere mutaties van resistentie met
zich meedragen.
Hulpstoffen
Fenylketonurie
REYATAZ poeder voor oraal gebruik bevat aspartaam als zoetstof. Aspartaam bevat een bron van
fenylalanine en kan daarom niet geschikt zijn voor personen met fenylketonurie.
Diabetici
REYATAZ poeder voor oraal gebruik bevat 1305,15 mg sucrose per sachet. De aanbevolen
pediatrische dosering van REYATAZ poeder voor oraal gebruik bevat 3915,45 mg sucrose per 150 mg
atazanavir, 5220,60 mg sucrose per 200 mg atazanavir, 6525,75 mg sucrose per 250 mg atazanavir en
7830,90 mg sucrose per 300 mg atazanavir. Hier moet rekening mee gehouden worden bij patiënten
met diabetes mellitus. Patiënten met zeldzame erfelijke problemen van fructose-intolerantie, glucose-
galactosemalabsorptie of sucrose-isomaltaseinsufficiëntie dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Indien REYATAZ en ritonavir gelijktijdig worden gebruikt, kan het metabolische
geneesmiddelinteractieprofiel van ritonavir overheersen omdat ritonavir een krachtigere CYP3A4-
remmer is dan atazanavir. De Samenvatting van de Productkenmerken van ritonavir dient voor de start
van de behandeling met REYATAZ en ritonavir te worden geraadpleegd.
Atazanavir wordt in de lever gemetaboliseerd door CYP3A4. Het remt CYP3A4. Daarom is
REYATAZ met ritonavir gecontra-indiceerd met geneesmiddelen die substraten zijn van CYP3A4 en
een smalle therapeutische breedte hebben: quetiapine, lurasidon, alfuzosine, astemizol, terfenadine,
cisapride, pimozide, kinidine, bepridil, triazolam, oraal toegediend midazolam, lomitapide en
ergotalkaloïden, met name ergotamine en dihydroergotamine (zie rubriek 4.3). Gelijktijdige toediening
van REYATAZ met geneesmiddelen die grazoprevir bevatten, inclusief de combinatie van
elbasvir/grazoprevir in vaste doses, is gecontra-indiceerd wegens een verhoging van de
plasmaconcentraties van grazoprevir en elbasvir en een mogelijk verhoogd risico op ALAT-
verhogingen, die geassocieerd worden met verhoogde grazoprevir-concentraties (zie rubriek 4.3).
Gelijktijdig gebruik van REYATAZ met de combinatie van glecaprevir/pibrentasvir in vaste doses is
gecontra-indiceerd vanwege een mogelijk verhoogd risico op ALAT-verhogingen door een
significante toename in glecaprevir en pibrentasvir plasmaconcentraties (zie rubriek 4.3).
Andere interacties
Interacties tussen atazanavir/ritonavir en proteaseremmers, antiretrovirale middelen anders dan
proteaseremmers, en andere niet-antiretrovirale geneesmiddelen worden weergegeven in de
onderstaande tabel (een toename is aangegeven met een “↑”, afname met een “↓”, geen verandering als
“↔”). Indien beschikbaar zijn de 90% betrouwbaarheidsintervallen (CI) aangegeven tussen haakjes.
De gepresenteerde onderzoeken in Tabel 2 zijn uitgevoerd bij gezonde proefpersonen, tenzij anders
aangegeven. Vermeldenswaardig is dat veel studies uitgevoerd zijn met unboosted atazanavir, hetgeen
niet het goedgekeurde aanbevolen atazanavirregiem is.
49
Tabel 2: Interacties tussen REYATAZ en andere geneesmiddelen
Geneesmiddelen per
therapeutische klasse
Interactie
Aanbevelingen omtrent
gelijktijdig gebruik
ANTIVIRALE MIDDELEN TEGEN HEPATITIS C
Grazoprevir 200 mg eenmaal
daags
(atazanavir 300 mg/ritonavir
100 mg eenmaal daags)
Atazanavir AUC ↑43% (↑30% ↑57%)
Atazanavir C
max
↑12% (↑1% ↑24%)
Atazanavir C
min
↑23% (↑13% ↑134%)
Grazoprevir AUC: ↑958% (↑678%
↑1339%)
Grazoprevir C
max
: ↑524% (↑342%
↑781%)
Grazoprevir C
min
: ↑1064% (↑696%
↑1602%)
De concentratie van grazoprevir was
beduidend verhoogd wanneer
gelijktijdig toegediend met
atazanavir/ritonavir.
Atazanavir AUC ↑7% (↑2% ↑17%)
Atazanavir C
max
↑2% (↓4% ↑8%)
Atazanavir C
min
↑15% (↑2% ↑29%)
Elbasvir AUC: ↑376% (↑307%
↑456%)
Elbasvir C
max
: ↑315% (↑246% ↑397%)
Elbasvir C
min
: ↑545% (↑451% ↑654%)
De concentratie van elbasvir was
verhoogd wanneer gelijktijdig
toegediend met atazanavir/ritonavir.
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ met
elbasvir/grazoprevir is gecontra-
indiceerd wegens een
significante verhoging van de
plasmaconcentraties van
grazoprevir en een mogelijk
verhoogd risico op ALAT-
verhogingen (zie rubriek 4.3).
Elbasvir 50 mg eenmaal daags
(atazanavir 300 mg/ritonavir
100 mg eenmaal daags)
50
Sofosbuvir 400 mg/velpatasvir
100 mg/voxilaprevir 100 mg
enkelvoudige dosis*
(atazanavir 300 mg/ritonavir
100 mg eenmaal daags)
Sofosbuvir AUC: ↑40% (↑25% ↑57%)
Sofosbuvir C
max
↑29% (↑9% ↑52%)
Velpatasvir AUC: ↑93% (↑58%
↑136%)
Velpatasvir C
max
: ↑29% (↑7% ↑56%)
Voxilaprevir AUC : ↑331% (↑276%
↑393%)
Voxilaprevir C
max
: ↑342% (↑265%
↑435%)
*Limiet voor gebrek aan
farmacokinetische interactie 70-143%
Het effect op atazanavir en ritonavir
blootstelling is niet onderzocht.
Verwachting:
↔ Atazanavir
↔ Ritonavir
Het mechanisme van interactie tussen
REYATAZ/ritonavir en
sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir is
inhibitie van OATP1B, Pgp en
CYP3A.
Glecaprevir AUC: ↑553% (↑424%
↑714%)
Glecaprevir C
max
: ↑306% (↑215%
↑423%)
Glecaprevir C
min
: ↑1330% (↑885%
↑1970%)
Pibrentasvir AUC: ↑64% (↑48%
↑82%)
Pibrentasvir C
max
: ↑29% (↑15% ↑45%)
Pibrentasvir C
min
: ↑129% (↑95%
↑168%)
Verwacht wordt dat gelijktijdige
toediening van REYATAZ en
voxilaprevir-bevattende
geneesmiddelen de concentratie
van voxilaprevir verhoogt.
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ met voxilaprevir-
bevattende behandeling wordt
niet aanbevolen.
Glecaprevir
300 mg/pibrentasvir 120 mg
eenmaal daags
(atazanavir 300 mg/ritonavir
100 mg eenmaal daags*)
Gelijktijdig gebruik van
REYATAZ met
glecaprevir/pibrentasvir is
gecontra-indiceerd vanwege een
mogelijk verhoogd risico op
ALAT-verhogingen door een
significante toename in
glecaprevir en pibrentasvir
plasmaconcentraties (zie rubriek
4.3)
* Effect van atazanavir en ritonavir op
de eerste dosis van glecaprevir en
pibrentasvir is gerapporteerd.
ANTIRETROVIRALE MIDDELEN
Proteaseremmers:
Gelijktijdige toediening van REYATAZ/ritonavir en andere proteaseremmers is niet
onderzocht, maar het is te verwachten dat het de blootstelling aan andere proteaseremmers verhoogt. Daarom
wordt zo een gelijktijdige toediening niet aanbevolen.
51
Ritonavir 100 mg eenmaal
daags
(atazanavir 300 mg eenmaal
daags)
Onderzoek verricht bij hiv-
geïnfecteerde patiënten.
Atazanavir AUC: ↑250% (↑144%
↑403%)*
Atazanavir C
max
: ↑120% (↑56%
↑211%)*
Atazanavir C
min
: ↑713% (↑359%
↑1339%)*
Ritonavir 100 mg eenmaal daags
wordt gebruikt als booster van
de atazanavirfarmacoki-netiek.
* In een gecombineerde analyse werd
atazanavir 300 mg en ritonavir 100 mg
(n=33) vergeleken met atazanavir
400 mg zonder ritonavir (n=28).
Het interactiemechanisme tussen
atazanavir en ritonavir berust op
CYP3A4-inhibitie.
Indinavir
Indinavir wordt geassocieerd met
indirecte ongeconjugeerde
hyperbilirubinemie door remming van
UGT.
Nucleoside/nucleotide reverse transcriptaseremmers (NRTI's)
Lamivudine 150 mg tweemaal
daags + zidovudine 300 mg
tweemaal daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags)
Geen significante effecten op
lamivudine- en
zidovudineconcentraties werden
waargenomen.
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ/ritonavir en
indinavir wordt niet aanbevolen
(zie rubriek 4.4).
Gebaseerd op deze gegevens en
omdat ritonavir niet geacht
wordt een significante invloed te
hebben op de farmacokinetiek
van NRTI’s, wordt van de
gelijktijdige toediening van
REYATAZ/ritonavir met deze
geneesmiddelen niet verwacht
dat dit de blootstelling aan de
gelijktijdig toegediende
geneesmiddelen significant zal
veranderen.
Abacavir
Het wordt niet verwacht dat
gelijktijdige toediening van abacavir
en REYATAZ/ritonavir zal leiden tot
een significante verandering in de
blootstelling aan abacavir.
52
Didanosine (gebufferde
tabletten) 200 mg/stavudine
40 mg, beide enkelvoudige
dosis
(atazanavir 400 mg
enkelvoudige dosis)
Atazanavir, gelijktijdige toediening
met ddI+d4T (nuchter)
Atazanavir AUC ↓87% (↓92% ↓79%)
Atazanavir C
max
↓89% (↓94% ↓82%)
Atazanavir C
min
↓84% (↓90% ↓73%)
Atazanavir, toegediend 1 uur na
ddI+d4T (nuchter)
Atazanavir AUC ↔3% (↓36% ↑67%)
Atazanavir C
max
↑12% (↓33% ↑18%)
Atazanavir C
min
↔3% (↓39% ↑73%)
Atazanavirconcentraties namen sterk
af bij gelijktijdige toediening met
didanosine (gebufferde tabletten) en
stavudine. Het interactiemechanisme
berust op een afgenomen
oplosbaarheid van atazanavir bij
toenemende pH, gerelateerd aan de
aanwezigheid van een zuurremmer in
de gebufferde didanosinetabletten.
Geen significante effecten op
didanosine- en stavudineconcentraties
werden waargenomen.
Didanosine (met voedsel)
Didanosine AUC ↓34% (↓41% ↓27%)
Didanosine C
max
↓38% (↓48% ↓26%)
Didanosine C
min
↑25% (↓8% ↑69%)
Geen significante effecten op de
atazanavirconcentraties werden
waargenomen bij gelijktijdige
toediening met maagsapresistent
didanosine, echter bij inname met
voedsel nam de didanosineconcentratie
af.
Didanosine dient op een
nuchtere maag te worden
ingenomen 2 uur nadat
REYATAZ/ritonavir met
voedsel zijn ingenomen. Het
wordt niet verwacht dat
gelijktijdig gebruik van
REYATAZ/ritonavir met
stavudine de blootstelling aan
stavudine significant zal
beïnvloeden.
Didanosine
(maagsapresistente capsules)
400 mg enkelvoudige dosis
(atazanavir 300 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
53
Tenofovirdisoproxilfumaraat
300 mg eenmaal daags
(atazanavir 300 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
300 mg
tenofovirdisoproxilfumaraat is
gelijk aan
245 mg tenofovirdisoproxil
Onderzoek verricht bij hiv-
geïnfecteerde patiënten.
Atazanavir AUC ↓22% (↓35% ↓6%) *
Atazanavir C
max
↓16% (↓30% ↔0%) *
Atazanavir C
min
↓23% (↓43% ↑2%) *
* In een gecombineerde analyse van
diverse klinische onderzoeken werd
atazanavir/ritonavir 300/100 mg
tegelijkertijd toegediend met
tenofovirdisoproxilfumaraat 300 mg
(n=39) vergeleken met
atazanavir/ritonavir 300/100 mg
(n=33).
De werkzaamheid van
REYATAZ/ritonavir in combinatie
met tenofovirdisoproxilfumaraat bij
eerder behandelde patiënten werd
aangetoond in klinisch onderzoek 045
en bij behandelingsnaïeve patiënten in
klinisch onderzoek 138 (zie rubriek 4.8
en 5.1). Het interactiemechanisme
tussen atazanavir en
tenofovirdisoproxilfumaraat is
onbekend.
Tenofovirdisoproxilfumaraat AUC
↑37% (↑30% ↑45%)
Tenofovirdisoproxilfumaraat C
max
↑34% (↑20% ↑51%)
Tenofovirdisoproxilfumaraat C
min
↑29% (↑21% ↑36%)
Tenofovirdisoproxilfumaraat
300 mg eenmaal daags
(atazanavir 300 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Patiënten dienen nauwlettend
gecontroleerd te worden op
tenofovirdisoproxil-
geassocieerde bijwerkingen,
renale afwijkingen inbegrepen.
300 mg
tenofovirdisoproxilfumaraat is
gelijk aan
245 mg tenofovirdisoproxil
Non-nucleoside reverse transcriptaseremmers (NNRTI's)
Efavirenz 600 mg eenmaal
daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Atazanavir ('s avonds): allemaal
ingenomen met voedsel
Atazanavir AUC ↔0%(↓9% ↑10%)*
Atazanavir C
max
↑17%(↑8% ↑27%)*
Atazanavir C
min
↓42%(↓51% ↓31%)*
Gelijktijdige toediening van
efavirenz en
REYATAZ/ritonavir wordt niet
aanbevolen (zie rubriek 4.4).
54
Efavirenz 600 mg eenmaal
daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags met ritonavir 200 mg
eenmaal daags)
Nevirapine 200 mg tweemaal
daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Onderzoek verricht bij hiv-
geïnfecteerde patiënten.
Atazanavir ('s avonds): allemaal
ingenomen met voedsel
Atazanavir AUC ↔6% (↓10% ↑26%)
*/**
Atazanavir C
max
↔9% (↓5% ↑26%)
*/**
Atazanavir C
min
↔12% (↓16% ↑49%)
*/**
* Indien vergeleken met REYATAZ
300 mg/ritonavir 100 mg eenmaal
daags ’s avonds zonder efavirenz.
Deze afname van atazanavir C
min
heeft
mogelijk een negatieve invloed op de
werkzaamheid van atazanavir. Het
mechanisme van de
efavirenz/atazanavir-interactie berust
op CYP3A4-inductie.
** gebaseerd op historische
vergelijking.
Nevirapine AUC ↑26% (↑17% ↑36%)
Nevirapine C
max
↑21% (↑11% ↑32%)
Nevirapine C
min
↑35% (↑25% ↑47%)
Atazanavir AUC ↓19% (↓35% ↑2%) *
Atazanavir C
max
↔2% (↓15% ↑24%) *
Atazanavir C
min
↓59% (↓73% ↓40%) *
* Indien vergeleken met REYATAZ
300 mg en ritonavir 100 mg zonder
nevirapine. Deze afname van
atazanavir C
min
heeft mogelijk een
negatieve invloed op de werkzaamheid
van atazanavir. Het
interactiemechanisme van
nevirapine/atazanavir berust op
CYP3A4-inductie.
Gelijktijdige toediening van
nevirapine en
REYATAZ/ritonavir wordt niet
aanbevolen (zie rubriek 4.4)
Integraseremmers
Raltegravir 400 mg tweemaal
daags
(atazanavir/ritonavir)
Raltegravir AUC ↑ 41%
Raltegravir C
max
↑ 24%
Raltegravir C
12uur
↑ 77%
Het mechanisme is UGT1A1-
remming.
ANTIBIOTICA
Er is geen dosisaanpassing
nodig voor raltegravir.
55
Claritromycine 500 mg
tweemaal daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags)
Claritromycine AUC ↑94% (↑75%
↑116%)
Claritromycine C
max
↑50% (↑32%
↑71%)
Claritromycine C
min
↑160% (↑135%
↑188%)
14-OH claritromycine
14-OH claritromycine AUC ↓70%
(↓74% ↓66%)
14-OH claritromycine C
max
↓72%
(↓76% ↓67%)
14-OH claritromycine C
min
↓62%
(↓66% ↓58%)
Atazanavir AUC ↑28% (↑16% ↑43%)
Atazanavir C
max
↔6% (↓7% ↑20%)
Atazanavir C
min
↑91% (↑66% ↑121%)
Een dosisverlaging van claritromycine
kan leiden tot subtherapeutische
concentraties van 14-OH
claritromycine. Het mechanisme van
de claritromycine/atazanavir-interactie
berust op CYP3A4-remming.
Geen aanbeveling met
betrekking tot een dosisreductie
kan worden gegeven; daarom is
voorzichtigheid geboden indien
REYATAZ/ritonavir gelijktijdig
wordt toegediend met
claritromycine.
ANTIMYCOTICA
Ketoconazol 200 mg eenmaal
daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags)
Itraconazol
Geen significante effecten op de
atazanavirconcentratie werden
waargenomen.
Itraconazol is net als ketoconazol
zowel een potente remmer als een
substraat voor CYP3A4.
Gebaseerd op gegevens verkregen met
andere boosted PI’s en ketoconazol,
waarbij de AUC van ketoconazol een
3-voudige toename vertoonde, is de
verwachting dat REYATAZ/ritonavir
de ketoconazol- of
itraconazolconcentraties laat stijgen.
Ketoconazol en itraconazol
dienen met voorzichtigheid te
worden gebruikt met
REYATAZ/ritonavir; hoge
doses van ketoconazol en
itraconazol (> 200 mg/dag)
worden niet aanbevolen.
56
Voriconazol 200 mg tweemaal
daags
(atazanavir 300
mg/ritonavir 100 mg eenmaal
daags)
Personen met ten minste één
functioneel CYP2C19-allel
Voriconazol AUC ↓33% (↓42% ↓22%)
Voriconazol C
max
↓10% (↓22% ↓4%)
Voriconazol C
min
↓39% (↓49% ↓28%)
Atazanavir AUC ↓12% (↓18% ↓5%)
Atazanavir C
max
↓13% (↓20% ↓4%)
Atazanavir C
min
↓ 20 % (↓28 % ↓10%)
Ritonavir AUC ↓12% (↓17% ↓7%)
Ritonavir C
max
↓9% (↓17% ↔0%)
Ritonavir C
min
↓25% (↓35% ↓14%)
Bij de meeste patiënten met ten minste
één functioneel CYP2C19-allel zijn
een daling van de voriconazol- en
atazanavirspiegels te verwachten.
Gelijktijdige toediening van
voriconazol en
REYATAZ/ritonavir wordt niet
aanbevolen, tenzij een evaluatie
van de voordelen/risico’s voor
de patiënt het gebruik van
voriconazol rechtvaardigt (zie
rubriek 4.4).
Op het moment dat
voriconazolbehandeling nodig
is, dient, indien mogelijk, het
CYP2C19-genotype van de
patiënt bepaald te worden.
Indien gelijktijdige toediening
noodzakelijk is, worden daarom
de volgende aanbevelingen
gedaan, afhankelijk van de
CYP2C19-status:
- bij patiënten met ten minste
één functioneel CYP2C19-allel
wordt zorgvuldige klinische
controle op een verlies van
zowel de voriconazol- (klinische
verschijnselen) als
atazanavireffectiviteit
(virologische respons)
aanbevolen.
- bij patiënten zonder een
functioneel CYP2C19-allel
wordt zorgvuldige controle van
klinische en
laboratoriumgegevens op
voriconazol-gerelateerde
bijwerkingen aanbevolen.
Als genotypering niet mogelijk
is, dient er volledige controle op
veiligheid en werkzaamheid
plaats te vinden.
Geen dosisaanpassingen zijn
nodig voor REYATAZ/ritonavir
en fluconazol.
Voriconazol 50 mg tweemaal
daags
(atazanavir 300
mg/ritonavir 100 mg eenmaal
daags)
Personen zonder een functioneel
CYP2C19-allel
Voriconazol AUC ↑561% (↑451%
↑699%)
Voriconazol C
max
↑438% (↑355%
↑539%)
Voriconazol C
min
↑765% (↑571%
↑1.020%)
Atazanavir AUC ↓20% (↓35% ↓3%)
Atazanavir C
max
↓19% (↓34% ↔0,2%)
Atazanavir C
min
↓ 31 % (↓46 % ↓13%)
Ritonavir AUC ↓11% (↓20% ↓1%)
Ritonavir C
max
↓11% (↓24% ↑4%)
Ritonavir C
min
↓19% (↓35% ↑1%)
Bij een klein aantal patiënten zonder
een functioneel CYP2C19-allel zijn
significant verhoogde
voriconazolspiegels te verwachten.
Fluconazol 200 mg eenmaal
Atazanavir- en fluconazolconcentraties
daags
veranderden niet significant bij
(atazanavir 300 mg en ritonavir gelijktijdige toediening van
100 mg eenmaal daags)
REYATAZ/ritonavir met fluconazol.
ANTIMYCOBACTERIËLE MIDDELEN
57
Rifabutine 150 mg tweemaal
per week
(atazanavir 300 mg en ritonavir
100 mg eenmaal daags)
Rifabutine AUC ↑48% (↑19% ↑84%)
**
Rifabutine C
max
↑149% (↑103%
↑206%) **
Rifabutine C
min
↑40% (↑5% ↑87%) **
25-O-desacetyl-rifabutine AUC
↑990% (↑714% ↑1361%) **
25-O-desacetyl-rifabutine C
max
↑677%
(↑513% ↑883%) **
25-O-desacetyl-rifabutine C
min
↑1045% (↑715% ↑1510%) **
** indien vergeleken met rifabutine
150 mg eenmaal daags alleen. Totaal
rifabutine en 25-O-desacetyl-rifabutine
AUC ↑119% (↑78% ↑169%).
In eerdere onderzoeken werd de
farmacokinetiek van atazanavir niet
gewijzigd door rifabutine.
Rifampicine
Rifampicine is een sterke CYP3A4-
inductor waarvan is aangetoond dat
deze een afname van de atazanavir
AUC kan veroorzaken van 72%,
hetgeen kan leiden tot virologisch
falen en resistentie-ontwikkeling.
Pogingen om de verlaagde
blootstelling te boven te komen door
de dosis van REYATAZ of andere
proteaseremmers te verhogen met
ritonavir, leidde tot een hoge
frequentie van leverreacties.
Vanwege CYP3A4-remming door
REYATAZ is de verwachting dat de
concentraties van quetiapine stijgen.
Indien samen gegeven met
REYATAZ/ritonavir is de
aanbevolen dosering van
rifabutine 150 mg 3 keer per
week op vaste dagen
(bijvoorbeeld maandag-
woensdag-vrijdag).
Uitgebreidere controle op aan
rifabutinegerelateerde
bijwerkingen waaronder
neutropenie en uveïtis is
geboden vanwege een te
verwachten verhoogde
blootstelling aan rifabutine.
Verdere dosisverlaging van
rifabutine naar 150 mg
tweemaal per week op vaste
dagen is aanbevolen voor
patiënten door wie de dosering
van 150 mg 3 keer per week niet
wordt verdragen. Men dient
hierbij in gedachten te houden
dat de dosering van tweemaal
per week 150 mg mogelijk niet
kan voorzien in een optimale
blootstelling aan rifabutine,
bijgevolg leidend tot een risico
van rifamycineresistentie en het
falen van de behandeling. Geen
dosisaanpassing is nodig voor
REYATAZ/ritonavir.
De combinatie van rifampicine
en REYATAZ met gelijktijdige
laaggedoseerde ritonavir is
gecontra-indiceerd (zie rubriek
4.3).
ANTIPSYCHOTICA
Quetiapine
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ/ritonavir met
quetiapine is gecontra-indiceerd
omdat REYATAZ mogelijk de
quetiapine-gerelateerde toxiciteit
verhoogt. Verhoogde
plasmaconcentraties van
quetiapine kunnen leiden tot een
coma (zie rubriek 4.3).
58
Lurasidon
De verwachting is dat REYATAZ de
plasmaspiegels van lurasidon doet
toenemen vanwege CYP3A4-
remming.
Gelijktijdige toediening van
lurasidon met REYATAZ is
gecontra-indiceerd omdat dit
mogelijk de lurasidon-
gerelateerde toxiciteit verhoogt
(zie rubriek 4.3).
ZUURREMMERS
H
2-
Receptorantagonisten
Zonder Tenofovir
Bij hiv-geïnfecteerde patiënten die atazanavir/ritonavir gebruiken bij de
aanbevolen dosering van 300/100 mg eenmaal daags
Famotidine 20 mg tweemaal
Atazanavir AUC ↓18% (↓25% ↑1%)
daags
Atazanavir C
max
↓20% (↓32% ↓7%)
Atazanavir C
min
↔1% (↓16% ↑18%)
Famotidine 40 mg tweemaal
Atazanavir AUC ↓23% (↓32% ↓14%)
daags
Atazanavir C
max
↓23% (↓33% ↓12%)
Atazanavir C
min
↓20% (↓31% ↓8%)
Bij gezonde vrijwilligers die atazanavir/ritonavir gebruiken bij een
verhoogde dosering van 400/100 mg eenmaal daags
Famotidine 40 mg tweemaal
Atazanavir AUC ↔3% (↓14% ↑22%)
daags
Atazanavir C
max
↔2% (↓13% ↑8%)
Atazanavir C
min
↓14% (↓32% ↑8%)
Voor patiënten die geen
tenofovir gebruiken:
indien
REYATAZ 300 mg/ritonavir
100 mg gelijktijdig met een H
2
-
receptorantagonist wordt
gegeven, dient een dosis
equivalent aan 20 mg famotidine
tweemaal daags niet te worden
overschreden. Indien er een
hogere dosis van een H
2
-
receptorantagonist noodzakelijk
is (bijv. famotidine 40 mg
tweemaal daags of equivalent)
kan een toename van de
REYATAZ/ritonavir- dosering
overwogen worden van 300/100
mg naar 400/100 mg.
Met Tenofovirdisoproxilfumaraat 300 mg eenmaal daags (gelijk aan 245 mg tenofovirdisoproxil)
Bij hiv-geïnfecteerde patiënten die atazanavir/ritonavir gebruiken bij de
aanbevolen dosering van 300/100 mg eenmaal daags
Famotidine 20 mg tweemaal
Atazanavir AUC ↓21% (↓34% ↓4%) *
daags
Atazanavir C
max
↓21% (↓36% ↓4%) *
Atazanavir C
min
↓19% (↓37% ↑5%) *
Famotidine 40 mg tweemaal
daags
Atazanavir AUC ↓24% (↓36% ↓11%)
*
Atazanavir C
max
↓23% (↓36% ↓8%) *
Atazanavir C
min
↓25% (↓47% ↑7%) *
Voor patiënten die
tenofovirdisoproxilfumaraat
gebruiken:
indien
REYATAZ/ritonavir met
tenofovirdisoproxil en een H
2
-
receptorantagonist gelijktijdig
wordt gebruikt dan is een
dosisverhoging van REYATAZ
naar 400 mg met 100 mg
ritonavir aanbevolen. Een dosis
gelijk aan famotidine 40 mg
tweemaal daags dient niet
overschreden te worden.
Bij hiv-geïnfecteerde patiënten die atazanavir/ritonavir gebruiken bij een
verhoogde dosering van 400/100 mg eenmaal daags
Famotidine 20 mg tweemaal
Atazanavir AUC ↑18% (↑6,5% ↑30%)
daags
*
Atazanavir C
max
↑18% (↑6,7% ↑31%)*
Atazanavir C
min
↑24% (↑10% ↑39%)*
Famotidine 40 mg tweemaal
daags
Atazanavir AUC ↔2,3% (↓13%
↑10%)*
Atazanavir C
max
↔5% (↓17% ↑8,4%)*
Atazanavir C
min
↔1,3% (↓10% ↑15)*
59
* Indien vergeleken met atazanavir
300 mg eenmaal daags met ritonavir
100 mg eenmaal daags en
tenofovirdisoproxilfumaraat 300 mg,
alle als enkelvoudige dosis met
voedsel. Indien vergeleken met
atazanavir 300 mg met ritonavir 100
mg
zonder tenofovir,
is een additionele
afname van de atazanavirconcentratie
te verwachten van ongeveer 20%.
Het interactiemechanisme is een
afgenomen oplosbaarheid van
atazanavir als gevolg van een toename
van de pH in de maag door de H
2
-
blokkers.
Protonpompremmers
Omeprazol 40 mg eenmaal
daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Omeprazol 20 mg eenmaal
daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ/ritonavir met
protonpompremmers wordt niet
aanbevolen. Indien de
combinatie van
REYATAZ/ritonavir met een
protonpompremmer
Atazanavir (`s ochtends): 1 uur na
onvermijdbaar geacht wordt,
omeprazol
Atazanavir AUC ↓30% (↓43% ↓14%) * wordt zorgvuldige klinische
Atazanavir C
max
↓31% (↓42% ↓17%) * controle aanbevolen samen met
Atazanavir C
min
↓31% (↓46% ↓12%) * een verhoging van de dosis
REYATAZ naar 400 mg met
100 mg ritonavir.
* Indien vergeleken met atazanavir
Protonpompremmer-doses
300 mg eenmaal daags met ritonavir
vergelijkbaar met omeprazol
100 mg eenmaal daags.
De afname in AUC, C
max
, en C
min
werd 20 mg dienen niet te worden
overschreden (zie rubriek 4.4).
niet verminderd indien een hogere
dosering REYATAZ/ritonavir
(400/100 mg eenmaal daags) met een
tussenpoos van 12 uur van de inname
van omeprazol werd toegediend.
Hoewel niet onderzocht, worden er
vergelijkbare resultaten verwacht met
andere protonpompremmers. Deze
afname in blootstelling aan atazanavir
zou een negatief effect kunnen hebben
op de werkzaamheid van atazanavir.
Het interactiemechanisme berust op
een verlaagde oplosbaarheid van
atazanavir door een hogere pH in de
maag met protonpompremmers.
Atazanavir (`s ochtends): 2 uur na
omeprazol
Atazanavir AUC ↓61% (↓65% ↓55%)
Atazanavir C
max
↓66% (↓62% ↓49%)
Atazanavir C
min
↓65% (↓71% ↓59%)
Antacida
Antacida en geneesmiddelen
die buffers bevatten
Verlaagde plasmaconcentraties van
atazanavir kunnen het gevolg zijn van
een verhoogde pH in de maag indien
antacida, waaronder gebufferde
geneesmiddelen, worden toegediend
met REYATAZ/ritonavir.
60
REYATAZ/ritonavir dient te
worden ingenomen 2 uur voor of
1 uur na het gebruik van
antacida of gebufferde
geneesmiddelen.
ALFA 1-ADRENOCEPTORANTAGONIST
Alfuzosine
Mogelijk verhoogde
alfuzosineconcentraties wat kan
resulteren in hypotensie. Het
interactiemechanisme berust op
CYP3A4-remming door atazanavir
en/of ritonavir.
Gelijktijdig gebruik van
REYATAZ/ritonavir met
alfuzosine is gecontra-indiceerd
(zie rubriek 4.3).
ANTICOAGULANTIA
Direct werkende orale anticoagulantia (DOACS)
Apixaban
Rivaroxaban
Mogelijk verhoogde concentraties
apixaban en rivaroxaban, wat kan
leiden tot een hoger risico op bloeding.
Het interactiemechanisme berust op
remming van CYP3A4/ en P-gp door
REYATAZ/ritonavir.
Ritonavir is een sterke remmer van
zowel CYP3A4 als P-gp.
REYATAZ is een remmer van
CYP3A4. De mogelijke remming van
P-gp door REYATAZ is onbekend en
kan niet worden uitgesloten.
Mogelijk verhoogde
dabigatranconcentraties wat kan leiden
tot een hoger risico op bloeding. Het
interactiemechanisme is P-gp-
remming.
Ritonavir is een sterke remmer van P-
gp.
Mogelijke P-gp-remming door
REYATAZ is onbekend en kan niet
worden uitgesloten.
Mogelijk verhoogde
edoxabanconcentraties wat kan leiden
tot een hoger risico op bloeding. Het
interactiemechanisme berust op P-gp-
remming door REYATAZ/ritonavir.
Ritonavir is een sterke P-gp-remmer.
Mogelijke P-gp-remming door
REYATAZ is onbekend en kan niet
worden uitgesloten.
Gelijktijdig gebruik van
apixaban of rivaroxaban en
REYATAZ met ritonavir wordt
niet aanbevolen.
Dabigatran
Gelijktijdig gebruik van
dabigatran en REYATAZ met
ritonavir wordt niet aanbevolen.
Edoxaban
Wees voorzichtig wanneer
edoxaban wordt gebruikt met
REYATAZ.
Raadpleeg rubriek 4.2 en 4.5
van de SPC van edoxaban voor
de juiste
doseringsaanbevelingen voor
edoxaban voor gelijktijdig
gebruik met P-gp-remmers.
Vitamine K Antagnonists
Warfarine
Gelijktijdig gebruik met
REYATAZ/ritonavir heeft het
potentieel om de International
Normalised Ratio (INR) te verlagen of,
minder vaak, te verhogen.
Het wordt aanbevolen om de
INR zorgvuldig te controleren
gedurende de behandeling met
REYATAZ/ritonavir, vooral bij
start van de behandeling.
ANTI-EPILEPTICA
61
Carbamazepine
REYATAZ/ritonavir kan mogelijk
leiden tot een toename in de
plasmaspiegels van carbamazepine
vanwege CYP3A4-remming.
Wegens carbamazepine-inducerend
effect kan een vermindering van
REYATAZ/ritonavirblootsteling niet
uitgesloten worden.
Ritonavir kan mogelijk leiden tot een
afname in de plasmaspiegels van
fenytoïne en/of fenobarbital vanwege
CYP2C9- en CYP2C19-inductie.
Wegens fenytoïne/fenobarbital-
inducerend effect kan een
vermindering van
REYATAZ/ritonavirblootsteling niet
uitgesloten worden.
Fenytoïne, fenobarbital
Carbamazepine dient met
voorzichtigheid gebruikt te
worden in combinatie met
REYATAZ/ritonavir. Monitor,
indien nodig, carbamazepine
serumconcentraties en pas de
dosering daarop aan. Controleer
nauwkeurig de virologische
respons van de patiënt.
Fenobarbital en fenytoïne dienen
met voorzichtigheid gebruikt te
worden in combinatie met
REYATAZ/ritonavir.
Indien REYATAZ/ritonavir
gelijktijdig wordt toegediend
met hetzij fenytoïne hetzij
fenobarbital kan mogelijk een
dosisaanpassing van fenytoïne
of fenobarbital nodig zijn.
Controleer nauwkeurig de
virologische respons van de
patiënt.
Lamotrigine dient met
voorzichtigheid gebruikt te
worden in combinatie met
REYATAZ/ritonavir.
Monitor, indien nodig,
lamotrigineconcentraties en pas
de dosis daarop aan.
Lamotrigine
Gelijktijdige toediening van
lamotrigine en REYATAZ/ritonavir
kan mogelijk leiden tot een afname
van lamotrigine plasmaconcentraties
vanwege UGT1A4-inductie.
ANTINEOPLASTICA EN IMMUNOSUPPRESSIVA
Antineoplastica
Irinotecan
Atazanavir remt UGT en interfereert
mogelijk met het metabolisme van
irinotecan, wat resulteert in een
toegenomen toxiciteit van irinotecan.
Indien REYATAZ/ritonavir
gelijktijdig wordt toegediend
met irinotecan dienen patiënten
zorgvuldig te worden
gecontroleerd op
irinotecangerelateerde
bijwerkingen.
Frequentere controle van de
therapeutische concentratie van
deze geneesmiddelen wordt
aanbevolen totdat de
plasmaspiegels gestabiliseerd
zijn.
Immunosuppressiva
Cyclosporine
Tacrolimus
Sirolimus
Concentraties van deze
immunosuppressiva kunnen toenemen
indien deze tegelijkertijd worden
toegediend met REYATAZ/ritonavir
door CYP3A4-remming.
CARDIOVASCULAIRE MIDDELEN
Anti-aritmica
62
Amiodaron,
Systemisch toegediend
lidocaïne,
Kinidine
Concentraties van deze anti-aritmica
kunnen toenemen indien deze
gelijktijdig worden toegediend met
REYATAZ`/ritonavir. Het
interactiemechanisme tussen
amiodaron of systemisch toegediend
lidocaïne/atazanavir berust op
CYP3A-remming. Kinidine heeft een
smalle therapeutische breedte en is
gecontra-indiceerd vanwege potentiële
remming van CYP3A door
REYATAZ/ritonavir.
REYATAZ/ritonavir dient niet te
worden gebruikt in combinatie met
geneesmiddelen die substraat zijn van
CYP3A4 en die een smalle
therapeutische breedte hebben.
Diltiazem AUC ↑125% (↑109%
↑141%)
Diltiazem C
max
↑98% (↑78% ↑119%)
Diltiazem C
min
↑142% (↑114%
↑173%)
Desacetyl-diltiazem AUC ↑165%
(↑145% ↑187%)
Desacetyl-diltiazem C
max
↑172%
(↑144% ↑203%)
Desacetyl-diltiazem C
min
↑121%
(↑102% ↑142%)
Er werden geen significante effecten
op atazanavirconcentraties
waargenomen. Er was een toename in
het maximum PR-interval vergeleken
met atazanavir alleen. Gelijktijdig
gebruik van diltiazem en
REYATAZ/ritonavir is niet
onderzocht. Het interactiemechanisme
tussen diltiazem/atazanavir berust op
CYP3A4-remming.
Serumconcentraties van verapamil
nemen mogelijk toe door
REYATAZ/ritonavir vanwege
CYP3A4-remming.
Voorzichtigheid is geboden en
controles van de therapeutische
concentratie zijn aanbevolen
indien beschikbaar. Gelijktijdig
gebruik met kinidine is
gecontra-indiceerd (zie rubriek
4.3).
Calciumkanaalblokkers
Bepridil
Gelijktijdig gebruik met bepridil
is gecontra-indiceerd (zie
rubriek 4.3).
Een initiële dosisreductie van
diltiazem met 50% wordt
aanbevolen, gevolgd door
benodigde titratie en ECG-
controle.
Diltiazem 180 mg eenmaal
daags
(atazanavir 400 mg eenmaal
daags)
Verapamil
Voorzichtigheid is geboden
indien verapamil tegelijkertijd
wordt toegediend met
REYATAZ/ritonavir.
CORTICOSTEROÏDEN
63
Fluticasonpropionaat
intranasaal 50 µg 4 maal
daags gedurende 7 dagen
(ritonavir 100 mg capsules
tweemaal daags)
Fluticasonpropionaat plasmawaarden
namen significant toe, terwijl de
intrinsieke cortisolwaarden afnamen
met ongeveer 86% (90%
betrouwbaarheidsinterval 82-89%).
Grotere effecten kunnen worden
verwacht indien fluticasonpropionaat
wordt geïnhaleerd. Systemische
corticosteroïd-effecten waaronder het
syndroom van Cushing en remming
van de bijnierschors zijn gemeld bij
patiënten die ritonavir kregen en
fluticasonpropionaat inhaleerden dan
wel intranasaal toegediend kregen; dit
kan ook optreden met andere
corticosteroïden die gemetaboliseerd
worden via de P450 3A-route, bijv.
budesonide. De effecten van hoge
systemische fluticasonblootstelling op
ritonavir-plasmawaarden zijn nog
onbekend. Het interactiemechanisme
berust op CYP3A4-remming.
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ/ritonavir en deze
glucocorticoïden wordt niet
aanbevolen tenzij het potentiële
voordeel van de behandeling
zwaarder weegt dan het risico op
systemische corticosteroïd-
effecten. (zie rubriek 4.4). Een
dosisreductie van het
glucocorticoïd, met nauwgezette
controle van de lokale en
systemische effecten, of de
overstap naar een glucocorticoïd
dat geen substraat is voor
CYP3A4 (bijv. beclomethason),
dient te worden overwogen.
Bovendien kan het noodzakelijk
zijn om de dosering over een
langere periode geleidelijk af te
bouwen wanneer de behandeling
met glucocorticoïden gestaakt
wordt.
ERECTIELE DISFUNCTIE
PDE5-remmers
Sildenafil, tadalafil, vardenafil
Sildenafil, tadalafil en vardenafil
worden gemetaboliseerd door
CYP3A4. Gelijktijdig gebruik met
REYATAZ/ritonavir kan leiden tot
verhoogde concentraties van de PDE5-
remmer en een toename van PDE5-
geassocieerde bijwerkingen zoals
hypotensie, visusstoornissen en
priapisme. Dit interactiemechanisme
berust op CYP3A4-remming.
Patiënten dienen te worden
gewaarschuwd over deze
mogelijke bijwerkingen bij het
gebruik van PDE5-remmers
voor erectiele disfunctie in
combinatie met
REYATAZ/ritonavir (zie
rubriek 4.4).
Zie ook PULMONALE
ARTERIËLE HYPERTENSIE
in deze tabel voor verdere
informatie betreffende
gelijktijdig gebruik van
REYATAZ/ritonavir met
sildenafil.
Gelijktijdig gebruik van
REYATAZ/ritonavir en
middelen die St. Janskruid
bevatten, is gecontra-indiceerd.
PLANTAARDIGE PRODUCTEN
St. Janskruid (Hypericum
perforatum)
Van gelijktijdig gebruik van St.
Janskruid en REYATAZ/ritonavir kan
verwacht worden dat dit leidt tot een
significante afname in plasmawaarden
van atazanavir. Dit effect kan komen
door inductie van CYP3A4. Er bestaat
een risico op het verlies van
therapeutisch effect en de
ontwikkeling van resistentie (zie
rubriek 4.3).
HORMONALE ANTICONCEPTIVA
64
Ethinyloestradiol 25 μg +
norgestimaat
(atazanavir 300 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Ethinyloestradiol AUC ↓19% (↓25%
↓13%)
Ethinyloestradiol C
max
↓16% (↓26%
↓5%)
Ethinyloestradiol C
min
↓37% (↓45%
↓29%)
Norgestimaat AUC ↑85% (↑67%
↑105%)
Norgestimaat C
max
↑68% (↑51%
↑88%)
Norgestimaat C
min
↑102% (↑77%
↑131%)
Hoewel de concentratie van
ethinyloestradiol was verhoogd bij
gebruik van atazanavir alleen, door
zowel UGT- als CYP3A4-remming
door atazanavir, is het netto effect van
atazanavir/ritonavir een afname van
ethinyloestradiolspiegels door het
inducerende effect van ritonavir.
Indien een oraal
anticonceptivum samen met
REYATAZ/ritonavir wordt
gebruikt, dan wordt het
aanbevolen dat het oraal
anticonceptivum ten minste 30
µg ethinyloestradiol bevat en dat
de patiënt er op wordt gewezen
het doseringsschema van het
anticonceptivum strikt na te
leven. Gelijktijdig gebruik van
REYATAZ/ritonavir en andere
hormonale anticonceptiva of
orale anticonceptiva die een
ander progestageen dan
norgestimaat bevatten, is niet
onderzocht en dient daarom te
worden vermeden. Een
alternatieve betrouwbare
anticonceptiemethode wordt
aanbevolen.
De stijging in
progestageenblootstelling kan leiden
tot gerelateerde bijwerkingen (bijv.
insulineresistentie, dyslipidemie, acne
en ‘spotting’) en kan daardoor
mogelijk van invloed zijn op de
therapietrouw.
LIPIDENMODIFICERENDE MIDDELEN
HMG-CoA-reductaseremmers
Simvastatine
Lovastatine
Simvastatine en lovastatine zijn voor
hun metabolisme erg afhankelijk van
CYP3A4 en gelijktijdige toediening
met REYATAZ/ritonavir leidt
mogelijk tot hogere concentraties.
Het risico op myopathie, inclusief
rabdomyolyse, kan ook verhoogd zijn
met atorvastatine, hetgeen ook
gemetaboliseerd word door CYP3A4.
Gelijktijdig gebruik van
simvastatine of lovastatine met
REYATAZ is gecontra-
indiceerd vanwege een verhoogd
risico op myopathie inclusief
rabdomyolyse (zie rubriek 4.3).
Gelijktijdige toediening van
atorvastatine met REYATAZ
wordt niet aanbevolen. Als het
gebruik van atorvastatine strikt
noodzakelijk wordt geacht, dan
dient de laagst mogelijke dosis
van atorvastatine te worden
toegediend onder zorgvuldige
monitoring (zie rubriek 4.4).
Voorzichtigheid dient te worden
betracht.
Atorvastatine
Pravastatine
Fluvastatine
Hoewel het niet is onderzocht, kan
gelijktijdige toediening met
proteaseremmers mogelijk resulteren
in een stijging in blootstelling aan
pravastatine of fluvastatine.
Pravastatine wordt niet
gemetaboliseerd door CYP3A4.
Fluvastatine wordt gedeeltelijk
gemetaboliseerd door CYP2C9.
65
Andere lipidenmodificerende middelen
Lomitapide
Lomitapide is sterk afhankelijk van
CYP3A4 voor metabolisme en
gelijktijdige toediening met
REYATAZ en ritonavir kan kan leiden
tot verhoogde concentraties.
Gelijktijdige toediening van
lomitapide en REYATAZ met
ritonavir is gecontra-indiceerd
vanwege een mogelijk risico op
duidelijk verhoogde
transaminasespiegels en
hepatotoxiciteit (zie rubriek 4.3).
Gelijktijdig gebruik van
salmeterol met
REYATAZ/ritonavir wordt niet
aanbevolen (zie rubriek 4.4).
INHALATIEBÈTA-AGONISTEN
Salmeterol
Gelijktijdig gebruik met
REYATAZ/ritonavir kan resulteren in
verhoogde concentraties salmeterol en
een toename van salmeterol-
geassocieerde bijwerkingen.
Het interactiemechanisme berust op
CYP3A4-remming door atazanavir
en/of ritonavir.
OPIOÏDEN
Buprenorfine, eenmaal daags,
stabiele onderhoudsdosering
(atazanavir 300 mg eenmaal
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Buprenorfine AUC ↑67%
Buprenorfine C
max
↑37%
Buprenorfine C
min
↑69%
Norbuprenorfine AUC ↑105%
Norbuprenorfine C
max
↑61%
Norbuprenorfine C
min
↑101%
Gelijktijdige toediening maakt
klinische controle op sedatie en
cognitieve effecten
noodzakelijk. Een
dosisverlaging van buprenorfine
kan worden overwogen.
Het interactiemechanisme berust op
CYP3A4- en UGT1A1-remming.
De concentratie van atazanavir werd
niet significant beïnvloed.
Methadon, stabiele
Geen significante effect op de
onderhoudsdosering
methadonconcentratie werd
(atazanavir 400 mg eenmaal
opgemerkt. Aangezien een lage
daags)
dosering ritonavir (100 mg tweemaal
daags) geen significante invloed
vertoont op de methadonconcentratie
wordt er geen interactie verwacht
indien methadon gelijktijdig met
REYATAZ en ritonavir wordt
toegediend, gebaseerd op deze
gegevens.
PULMONALE ARTERIËLE HYPERTENSIE
PDE5-remmers
Sildenafil
Gelijktijdig gebruik met
REYATAZ/ritonavir kan resulteren in
verhoogde concentraties van de PDE5-
remmer en een toename van PDE5-
remmer-geassocieerde bijwerkingen.
Het interactiemechanisme berust op
CYP3A4-remming door atazanavir
en/of ritonavir.
Geen dosisaanpassing is nodig
indien methadon gelijktijdig
wordt toegediend met
REYATAZ en ritonavir.
Een veilige en werkzame dosis
in combinatie met
REYATAZ/ritonavir is niet
vastgesteld voor sildenafil voor
het gebruik bij de behandeling
van pulmonale arteriële
hypertensie. Sildenafil voor
gebruik bij de behandeling van
pulmonale arteriële hypertensie
is gecontra-indiceerd (zie
rubriek 4.3).
66
SEDATIVA
Benzodiazepines
Midazolam
Triazolam
Midazolam en triazolam worden
extensief gemetaboliseerd door
CYP3A4. Gelijktijdig gebruik met
REYATAZ/ritonavir kan leiden tot een
grote toename van de concentratie van
deze benzodiazepines. Geen
geneesmiddeleninteractiestudies zijn
verricht met gelijktijdige toediening
van REYATAZ/ritonavir samen met
benzodiazepines. Gebaseerd op
gegevens van andere CYP3A4-
remmers kan worden verwacht dat de
plasmaconcentraties van midazolam
significant hoger zullen zijn indien
midazolam oraal wordt toegediend.
Gegevens over gelijktijdig gebruik van
parenteraal midazolam samen met
andere proteaseremmers duiden op een
mogelijke 3- tot 4-voudige toename
van midazolam-plasmawaarden.
REYATAZ/ritonavir dient niet
gelijktijdig gebruikt te worden
met triazolam of oraal
toegediend midazolam
(zie rubriek 4.3), terwijl
voorzichtigheid moet worden
betracht bij gelijktijdig gebruik
van REYATAZ/ritonavir en
parenteraal midazolam. Indien
REYATAZ gelijktijdig wordt
toegediend met parenteraal
midazolam dient dit te gebeuren
op een intensive care afdeling
(IC) of een vergelijkbare
omgeving waarbij nauwkeurige
klinische controle en
aangewezen medische
behandeling gewaarborgd zijn in
het geval dat respiratoire
depressie en/of geprolongeerde
sedatie optreedt.
Dosisaanpassing van midazolam
dient te worden overwogen, in
het bijzonder wanneer meer dan
een enkelvoudige dosis
midazolam wordt toegediend.
Pediatrische patiënten
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Een matige hoeveelheid gegevens over zwangere vrouwen (tussen 300 en 1000
zwangerschapsuitkomsten) duidt erop dat atazanavir niet misvormend is. De resultaten van
dieronderzoek duiden niet op reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Het gebruik van REYATAZ
tijdens de zwangerschap mag alleen overwogen worden als het mogelijke voordeel opweegt tegen het
mogelijke risico.
In klinische studie AI424-182 werd REYATAZ/ritonavir (300/100 mg of 400/100 mg) toegediend in
combinatie met zidovudine/lamivudine bij 41 zwangere vrouwen tijdens het tweede of derde trimester.
Zes van de 20 vrouwen (30%) op REYATAZ/ritonavir 300/100 mg en 13 van de 21 vrouwen (62%)
op REYATAZ/ritonavir 400/100 mg ondervonden graad 3 of 4 hyperbilirubinemie. Er zijn geen
gevallen van melkzuur-acidose waargenomen in klinische studie AI424-182.
De studie beoordeelde 40 baby's die antiretroviraal profylactisch behandeld werden (waar REYATAZ
geen onderdeel van was) en die negatief waren voor hiv-1-DNA op het moment van de bevalling en/of
tijdens de eerste 6 maanden postpartum. Drie van de 20 baby's (15%) geboren uit vrouwen die
behandeld waren met REYATAZ/ritonavir 300/100 mg en vier van de 20 baby's (20%) geboren uit
vrouwen die behandeld werden met REYATAZ/ritonavir 400/100 mg ondervonden graad 3-4
bilirubine. Er was geen bewijs van pathologische geelzucht en zes van de 40 zuigelingen in deze studie
ontvingen lichttherapie gedurende maximaal 4 dagen. Er waren geen gemelde gevallen van kernicterus
bij neonaten.
67
Voor doseringsaanbevelingen, zie rubriek 4.2 en voor gegevens over de farmacokinetiek, zie rubriek
5.2.
Het is niet bekend of toediening van REYATAZ aan de moeder tijdens de zwangerschap de
fysiologische hyperbilirubinemie zal verergeren en zal leiden tot kernicterus bij neonaten en
zuigelingen. Tijdens de prepartumperiode dient aanvullende monitoring te worden overwogen.
Borstvoeding
Atazanavir is in de moedermelk aangetroffen. In het algemeen wordt aanbevolen dat hiv-geïnfecteerde
vrouwen hun zuigelingen geen borstvoeding moeten geven om overdracht van hiv te vermijden.
Vruchtbaarheid
In een niet-klinisch onderzoek naar vruchtbaarheid en vroege embryonale ontwikkeling bij ratten
veranderde atazanavir de bronstcyclus zonder effect op de paring of vruchtbaarheid (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Patiënten dienen te worden geïnformeerd dat duizeligheid is gemeld tijdens behandeling met
behandelschema's die REYATAZ bevatten (zie rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
REYATAZ is op veiligheid onderzocht in combinatietherapie met andere antiretrovirale
geneesmiddelen in gecontroleerde klinische studies bij 1.806 volwassen patiënten die eenmaal daags
400 mg REYATAZ (1151 patiënten gedurende gemiddeld 52 weken en een maximumduur van 152
weken) of REYATAZ 300 mg met ritonavir 100 mg eenmaal daags (655 patiënten gedurende
gemiddeld 96 weken en een maximumduur van 108 weken) toegediend kregen.
De bijwerkingen waren vergelijkbaar bij patiënten die eenmaal daags 400 mg REYATAZ kregen en
bij patiënten die eenmaal daags 300 mg REYATAZ met 100 mg ritonavir kregen, met uitzondering
van geelzucht en verhoogde totaal bilirubinespiegels die vaker bij REYATAZ met ritonavir
voorkwamen.
Bij patiënten die eenmaal daags REYATAZ 400 mg of eenmaal daags REYATAZ 300 mg met
100 mg ritonavir kregen, waren de enige bijwerkingen met elke graad van ernst die zeer vaak werden
gemeld met ten minste een mogelijke relatie met regiems die REYATAZ en één of meer NRTI's
bevatten: misselijkheid (20%), diarree (10%) en geelzucht (13%). Bij patiënten die 300 mg
REYATAZ met 100 mg ritonavir kregen, was de frequentie van geelzucht 19%. In de meerderheid van
de gevallen werd geelzucht binnen enkele dagen tot enkele maanden na start van de behandeling
gemeld (zie rubriek 4.4).
Tijdens postmarketingsurveillance is chronische nierziekte gemeld bij met hiv geïnfecteerde patiënten
die behandeld worden met atazanavir, met of zonder ritonavir. Een grootschalige prospectieve
observatiestudie heeft bij hiv-geïnfecteerde patiënten met een aanvankelijk normaal eGFR een verband
aangetoond tussen een verhoogde incidentie van chronische nierziekte en cumulatieve blootstelling
aan atazanavir-/ritonavir-bevattende behandeling. Dit verband werd waargenomen onafhankelijk van
blootstelling aan tenofovirdisoproxil. Regelmatige controle van de nierfunctie van patiënten dient
gedurende de gehele behandelingsduur te worden gehandhaafd (zie rubriek 4.4).
Tabel met een samenvatting van bijwerkingen
De beoordeling van bijwerkingen van REYATAZ is gebaseerd op veiligheidsgegevens uit klinische
studies en postmarketingervaring. De frequentie is gedefinieerd op basis van de volgende conventie:
zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms (≥ 1/1.000, < 1/100), zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000),
zeer zelden (< 1/10.000). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
68
Immuunsysteemaandoeningen:
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen:
Psychische stoornissen:
Zenuwstelselaandoeningen:
soms: overgevoeligheid
soms: gewicht verlaagd, gewichtstoename, anorexie,
verhoogde eetlust
soms: depressie, desoriëntatie, angst, insomnia,
slaapstoornis, abnormale dromen
vaak: hoofdpijn
soms: perifere neuropathie, syncope, amnesie,
duizeligheid, somnolentie, dysgeusie
vaak: icterus van het oog
soms: torsades de pointes
a
zelden: QTc-interval verlengd
a
, oedeem, hartklopping
soms: hypertensie
soms: dyspnoea
vaak: braken, diarree, abdominale pijn, nausea, dyspepsie
soms: pancreatitis, gastritis, abdominale distensie, aftoïde
stomatitis, flatulentie, droge mond
vaak: geelzucht
soms: hepatitis, cholelithiase
a
, cholestase
a
zelden: hepatosplenomegalie, cholecystitis
a
vaak: huiduitslag;
soms: erythema multiforme
a,b
, toxische huiderupties
a,b
,
geneesmiddelenuitslag met eosinofilie en systemische
symptomen (DRESS syndroom)
a,b
, angio-oedeem
a
,
urticaria, alopecia, pruritus;
zelden: Stevens-Johnson-syndroom
a,b
, vesiculobulleuze
huiduitslag, eczeem, vasodilatatie
soms: spieratrofie, artralgie, myalgie
zelden: myopathie
soms: nefrolithiase
a
, hematurie, proteïnurie, pollakisurie,
interstitiële nefritis, chronische nieraandoening
a
;
zelden: nierpijn
soms: gynaecomastie
vaak: vermoeidheid
soms: borstkaspijn, malaise, pyrexie, asthenie
zelden: loopstoornis
Oogaandoeningen:
Hartaandoeningen:
Bloedvataandoeningen:
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en
mediastinumaandoeningen:
Maagdarmstelselaandoeningen:
Lever- en galaandoeningen:
Huid- en onderhuidaandoeningen:
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen:
Nier- en urinewegaandoeningen:
Voortplantingstelsel- en
borstaandoeningen:
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen:
a
Deze bijwerkingen werden gevonden tijdens postmarketingsurveillance, echter de frequenties werden geschat door middel
van een statistische berekening die gebaseerd is op het totale aantal patiënten dat is blootgesteld aan REYATAZ in
gerandomiseerde, gecontroleerde en andere beschikbare klinische studies (n=2321).
b
Zie de beschrijving van specifieke bijwerkingen voor meer informatie.
69
Beschrijving van specifieke bijwerkingen
Bij met hiv geïnfecteerde patiënten die op het moment dat de antiretrovirale combinatietherapie
(CART) wordt gestart een ernstige immuundeficiëntie hebben, kan zich een ontstekingsreactie op
asymptomatische of nog aanwezige opportunistische infecties voordoen. Auto-immuunziekten (zoals
de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) zijn ook gerapporteerd; de gerapporteerde tijd tot het
begin van de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het starten van
de behandeling optreden (zie rubriek 4.4).
Er zijn gevallen van osteonecrose gemeld, vooral bij patiënten met algemeen erkende risicofactoren,
voortgeschreden hiv-ziekte of langdurige blootstelling aan antiretrovirale combinatietherapie (CART).
De frequentie hiervan is onbekend (zie rubriek 4.4).
Metabole parameters
Gewichtstoename en een stijging van de serumlipide- en bloedglucosespiegels kunnen tijdens
antiretrovirale behandeling optreden (zie rubriek 4.4).
Huiduitslag en gerelateerde aandoeningen
Huiduitslag bestaat meestal uit lichte tot matige maculo-papuleuze huiderupties die optreden in de
eerste 3 weken na aanvang van de behandeling met REYATAZ.
Stevens-Johnson-syndroom (SJS), erythema multiforme, toxische huiderupties en
geneesmiddelenuitslag met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom) zijn gemeld bij
patiënten die REYATAZ ontvingen (zie rubriek 4.4).
Laboratoriumafwijkingen
De meest frequent gemelde laboratoriumafwijking bij patiënten met behandelschema's met
REYATAZ en één of meer NRTI's was een verhoogd totaal bilirubine, voornamelijk aangegeven als
verhoogd indirect [ongeconjugeerd] bilirubine (87% graad 1, 2, 3 of 4). Een graad 3- of graad 4-
verhoging van totaal bilirubine werd gemeld bij 37% (6% graad 4). Bij voorbehandelde patiënten die
behandeld werden met eenmaal daags 300 mg REYATAZ met 100 mg ritonavir, met een gemiddelde
duur van 95 weken, had 53% een verhoging van totaal bilirubine graad 3-4. Bij behandelingsnaïeve
patiënten die behandeld werden met eenmaal daags REYATAZ 300 mg met 100 mg ritonavir, met een
gemiddelde duur van 96 weken, had 48% een verhoging van totaal bilirubine graad 3-4 (zie
rubriek 4.4).
Andere opvallende laboratoriumafwijkingen (graad 3 of 4) gemeld in ≥ 2% van de patiënten die
regiems met REYATAZ en één of meer NRTI's hadden, omvatten verhoogd creatininekinase (7%),
verhoogd alanineaminotransferase/serumglutaminepyruvaattransaminase (ALAT/SGPT) (5%), lage
neutrofielen (5%), verhoogd aspartaataminotransferase/serumglutamineoxaloacetaattransaminase
(ASAT/SGOT) (3%) en verhoogd lipase (3%).
Twee procent van de patiënten behandeld met REYATAZ ondervond gelijktijdig graad 3-4
ALAT/ASAT- en graad 3-4 totaal bilirubineverhogingen.
Pediatrische patiënten
In een klinische studie AI424-020 werden pediatrische patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot
jonger dan 18 jaar die het poeder voor oraal gebruik of de capsuleformulering ontvingen gemiddeld
115 weken met REYATAZ behandeld. Het veiligheidsprofiel in deze studie was over het geheel
genomen vergelijkbaar met dat gezien bij volwassenen. Zowel asymptomatische eerstegraads (23%)
en tweedegraads (1%) atrioventriculaire blokkades werden gemeld bij pediatrische patiënten. De
meest frequent gemelde laboratoriumafwijking bij pediatrische patiënten die behandeld werden met
REYATAZ was een verhoogd totaal bilirubine (≥ 2,6 x ULN, graad 3-4), hetgeen optrad bij 45% van
de patiënten.
In klinische studies AI424-397 en AI424-451 werden pediatrische patiënten in de leeftijd van
3 maanden tot jonger dan 11 jaar gemiddeld 80 weken met REYATAZ poeder voor oraal gebruik
behandeld. Er werden geen gevallen van overlijden gemeld. Het veiligheidsprofiel in deze studies was
70
over het algemeen vergelijkbaar met dat gezien in eerdere onderzoeken bij pediatrische en volwassen
patiënten. De meest frequent gemelde laboratoriumafwijkingen bij pediatrische patiënten die
behandeld werden met REYATAZ poeder voor oraal gebruik waren een verhoogd totaal bilirubine (≥
2,6 x ULN, graad 3-4; 16%) en verhoogd amylase (graad 3-4; 33%), over het algemeen van niet-
pancreatische oorsprong. Verhoging van de ALAT-spiegel werd vaker gemeld bij pediatrische
patiënten in deze studies dan bij volwassenen.
Andere speciale populaties
Patiënten met hepatitis B en/of hepatitis C co-infectie
Van de 1151 patiënten die eenmaal daags 400 mg atazanavir kregen, waren er 177 tevens geïnfecteerd
met chronische hepatitis B of C. Van de 655 patiënten die eenmaal daags 300 mg atazanavir met
100 mg ritonavir kregen, waren er 97 patiënten tevens geïnfecteerd met chronische hepatitis B of C.
Bij patiënten met een co-infectie is de kans dat ze op baseline verhogingen van de levertransaminases
hebben groter dan bij patiënten die geen chronische virale hepatitis hebben. Bij deze patiënten werd er
geen verschil in de frequentie van verhoging van het bilirubine waargenomen ten opzicht van
patiënten zonder virale hepatitis. De frequentie van het optreden van een hepatitis of
transaminaseverhogingen door de behandeling bij patiënten met een co-infectie was vergelijkbaar
tussen REYATAZ en regiems met een comparator (zie rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Ervaring met acute overdosering bij de mens met REYATAZ is beperkt. Enkelvoudige doseringen tot
1.200 mg zijn ingenomen door gezonde vrijwilligers zonder symptomatisch ongunstige effecten. Bij
hoge doseringen die leiden tot hoge blootstellingen aan het geneesmiddel, kunnen geelzucht als gevolg
van indirecte (ongeconjugeerde) hyperbilirubinemie (zonder geassocieerde veranderingen in
leverfunctietesten) of PR-intervalverlenging worden gezien (zie rubrieken 4.4 en 4.8).
Behandeling van een overdosis van REYATAZ zou moeten bestaan uit algemeen ondersteunende
maatregelen, zoals het controleren van de vitale functies en het elektrocardiogram (ECG) en het
observeren van de klinische toestand van de patiënt. Indien aangewezen dient niet geabsorbeerde
atazanavir verwijderd te worden door overgeven of maagspoelen. Toediening van actieve kool kan
ook worden gebruikt om het verwijderen van niet geabsorbeerd geneesmiddel te ondersteunen. Er is
geen specifiek antidotum voor een overdosis van REYATAZ. Omdat atazanavir uitgebreid wordt
gemetaboliseerd door de lever en in grote mate aan eiwitten is gebonden, is het onwaarschijnlijk dat
dialyse nut heeft voor significante klaring van dit geneesmiddel.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: antivirale middelen voor systemisch gebruik, proteaseremmers,
ATC-code: J05AE08
Werkingsmechanisme
Atazanavir is een azapeptide hiv-1 proteaseremmer (PI). De verbinding blokkeert selectief de
virusspecifieke bewerking van virale gag-pol eiwitten in hiv-1-geïnfecteerde cellen en voorkomt zo de
vorming van rijpe virionen en infectie van andere cellen.
Antivirale activiteit in vitro:
atazanavir vertoont anti-hiv-1- (inclusief alle geteste clades) en anti-hiv-2-
activiteit.in celkweken.
71
Resistentie
Antiretrovirale behandelingsnaïeve volwassen patiënten
In klinische studies met antiretrovirale behandelingsnaïeve patiënten behandeld met unboosted
atazanavir, is de I50L substitutie, soms in combinatie met een A71V verandering, de kenmerkende
resistentiesubstitutie van atazanavir. Resistentieniveaus voor atazanavir varieerden van 3,5 tot 29-
voudig zonder aanwijzing voor fenotypische kruisresistentie tegen andere proteaseremmers (afgekort
met PI). In klinische studies met antiretrovirale behandelingsnaïeve patiënten behandeld met boosted
atazanavir, is de 150L substitutie in geen enkele patiënt opgetreden zonder baseline PI substituties. De
N88S-substitutie werd zelden waargenomen bij patiënten met virologisch falen die behandeld werden
met atazanavir (met of zonder ritonavir). Hoewel dit kan bijdragen aan een afgenomen gevoeligheid
voor atazanavir indien het voorkomt bij andere proteasesubstituties, geeft N88S in klinische studies
zelf niet altijd aanleiding tot fenotypische resistentie tegen atazanavir of heeft het geen
samenhangende invloed op de klinische effectiviteit.
Tabel 3: De novo substituties in behandelingsnaïeve patiënten diefalen op therapie met
atazanavir + ritonavir (Studie 138, 96 weken)
Frequentie
de novo PI-substitutie (n=26)
a
>20%
geen
10-20%
geen
a
Aantal patiënten met gepaarde genotypes geklassificeerd als virologisch falen (hiv-RNA ≥ 400 kopieën/ml).
De M184I/V-substitutie komt respectievelijk voor in 5/26 REYATAZ/ritonavir en 7/26
lopinavir/ritonavir virologisch gefaalde patiënten.
Met antiretrovirale therapie voorbehandelde volwassen patiënten
Bij met antiretrovirale therapie voorbehandelde patiënten in de studies 009, 043 en 045 bleken 100
isolaten van patiënten die virologisch gefaald hadden op therapie met atazanavir of atazanavir +
ritonavir of atazanavir + saquinavir resistentie tegen atazanavir te hebben ontwikkeld. Van de 60
isolaten van de patiënten behandeld met atazanavir of atazanavir + ritonavir, bevatten er 18 (30%) het
I50L-fenotype, welke eerder beschreven werd bij behandelingsnaïeve patiënten.
Tabel 4. De novo substituties bij voorbehandelde patiënten die falen op therapie met
atazanavir + ritonavir (Studie 045, 48 weken)
Frequentie
de novo PI-substitutie (n=35)
a,b
>20%
M36, M46, I54, A71, V82
10-20%
L10, I15, K20, V32, E35, S37, F53, I62, G73, I84, L90
a
Aantal patiënten met gepaarde genotypes geklassificeerd als virologisch falen (hiv-RNA ≥ 400 kopieën/ml).
Tien patiënten hadden fenotypische resistentie tegen atazanavir + ritonavir (fold change [FC] > 5.2) op baseline. FC
gevoeligheid in celkweken in relatie tot het wildtype als referentie werd bepaald met behulp van PhenoSense
TM
(Monogram Biosciences, South San Francisco, California, USA)
b
Geen van de de novo-substituties (zie tabel 4) was specifiek voor atazanavir en kan mogelijk het
opnieuw optreden betekenen van opgebouwde resistentie tegen atazanavir + ritonavir in de Studie 045
voorbehandelde populatie.
De resistentie bij met antiretrovirale therapie voorbehandelde patiënten bestaat voornamelijk uit
accumulatie van de grote en kleine resistentiemutaties, die reeds eerder zijn beschreven als zijnde
betrokken bij de resistentie tegen proteaseremmers.
Klinische resultaten
Bij antiretrovirale behandelingsnaïeve volwassen patiënten
Onderzoek 138
is een internationaal gerandomiseerd, open-label, multicenter, prospectief onderzoek
met 883 antiretrovirale behandelingsnaïeve patiënten waar REYATAZ/ritonavir (300 mg/100 mg
eenmaal daags) vergeleken wordt met lopinavir/ritonavir (400 mg/100 mg tweemaal daags), elk in
combinatie met een vaste dosis tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (300 mg/200 mg tabletten
eenmaal daags). De REYATAZ/ritonavir-arm toonde vergelijkbare (niet-inferieure) antivirale
72
effectiviteit aan vergeleken met de lopinavir/ritonavir-arm, zoals bepaald aan de hand van het aantal
patiënten met hiv-RNA < 50 kopieën/ml op week 48 (tabel 5).
Analyse van data na 96 weken behandeling toonde duurzaamheid van antivirale activiteit (tabel 5).
Het gemiddelde CD4-celaantal op baseline was 214 cellen/mm
3
(bereik: 2 tot 810 cellen/mm
3
) en het
gemiddelde plasma hiv-1-RNA op baseline was 4,94 log
10
kopieën/ml (bereik: 2,6 tot
5,88 log
10
kopieën/ml). De REYATAZ/ritonavir-arm heeft vergelijkbare (niet-inferieure) antivirale
werkzaamheid vergeleken met de lopinavir/ritonavir-arm, bepaald op basis van het deel van patiënten
met hiv-RNA < 50 kopieën/ml op week 48: 78% van de patiënten op REYATAZ/ritonavir in
vergelijking tot 76% op lopinavir/ritonavir (schattingsverschil van ATV/RTV-LPV/RTV: 1,7% [95%
BI, -3,8%, 7,1%] volgens de bevestigde virologische respons (CVR) Non-Completer = Failure
(NC = F) definitie van respons.
In een per-protocolanalyse waarin non-completers (bijv. patiënten die zijn gestopt voor de week
48 hiv-RNA beoordeling) en patiënten met grote afwijkingen van het protocol waren uitgesloten, was
het deel van de patiënten met hiv-RNA < 50 kopieën/ml op week 48 86% (338/392) voor
REYATAZ/ritonavir en 89% (332/372) voor lopinavir/ritonavir (schattingsverschil van ATV/RTV-
LPV/RTV: -3% [95% BI, -7,6%, 1,5%].
73
Tabel 5:
Effectiviteitsresultaten onderzoek 138
a
REYATAZ/ritonavir
b
lopinavir/ritonavir
c
(300 mg/100 mg eenmaal daags)
(400 mg/100 mg tweemaal daags)
Parameter
n=440
n=443
week 48
week 96
week 48
week 96
hiv-RNA <50 kopieën/ml, %
Alle patiënten
d
78
74
76
68
Geschat verschil
week 48: 1,7% [-3,8%, 7,1%]
d
[95% CI]
Week 96: 6,1%[0,3%, 12,0%]
e
Per protocolanalyse
86
91
89
89
f
(n=392 )
(n=352)
(n=372)
(n=331)
e
Geschat verschil
week 48: -3% [-7,6%, 1,5%]
[95% CI]
week 96: 2,2%[-2,3%, 6,7%]
hiv-RNA<50 kopieën/ml, % volgens baseline karakteristiek
d
hiv-RNA
<100.000 kopieën/ml
82 (n=217)
75 (n=217)
81 (n=218)
70 (n=218)
≥100.000 kopieën/ml
74 (n=223)
74 (n=223)
72 (n=225)
66 (n=225)
CD4-celaantal
78 (n=58)
78 (n=58)
63 (n=48)
58 (n=48)
3
<50 cellen/mm
50 tot <100
76 (n=45)
71 (n=45)
69 (n=29)
69 (n=29)
3
cellen/mm
100 tot <200
75 (n=106)
71 (n=106)
78 (n=134)
70 (n=134)
3
cellen/mm
≥200 cellen/mm
3
80 (n=222)
76 (n=222)
80 (n=228)
69 (n=228)
hiv-RNA gemiddelde verandering ten opzichte van baseline, log
10
kopieën/ml
Alle patiënten
-3,09 (n=397)
-3,21 (n=360)
-3,13 (n=379)
-3,19 (n=340)
3
CD4 gemiddelde verandering t.o.v. baseline, cellen/mm
Alle patiënten
203 (n=370)
268 (n=336)
219 (n=363)
290 (n=317)
3
CD4 gemiddelde verandering ten opzichte van baseline, cellen/mm volgens baseline karakteristiek
hiv-RNA
179 (n=183)
243 (n=163)
194 (n=183)
267 (n=152)
<100.000 kopieën/ml
≥100.000 kopieën/ml
227 (n=187)
291 (n=173)
245 (n=180)
310 (n=165)
Gemiddeld CD4-celaantal op baseline was 214 cellen/mm
3
(variërend van 2 tot 810 cellen/mm
3
) en de gemiddelde plasma
hiv-1 RNA-spiegel op baseline was 4,94 log
10
kopieën/ml (variërend van 2,6 tot 5,88 log
10
kopieën/ml)
b
REYATAZ/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
c
Lopinavir/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
d
Intent-to-treat analyse, met ontbrekende waarden beschouwd als falers.
e
Per protocolanalyse: exclusie van patiënten die de studie niet voltooiden en patiënten met grote protocolafwijkingen.
f
Aantal evalueerbare patiënten.
a
In antiretroviraal-voorbehandelde volwassen patiënten
Studie 045
is een gerandomiseerde, multicenter studie met patiënten met virologisch falen op twee of
meer eerdere regiems die minimaal één PI, NRTI en NNRTI bevatten. Hierin werd
REYATAZ/ritonavir (300/100 mg eenmaal daags) en REYATAZ/saquinavir (400/1.200 mg eenmaal
daags) vergeleken met lopinavir + ritonavir (400/100 mg vaste dosiscombinatie tweemaal daags), alle
in combinatie met tenofovirdisoproxilfumaraat (zie rubrieken 4.5 en 4.8) en één NRTI. Bij de
gerandomiseerde patiënten was de gemiddelde tijd van voorafgaande antiretrovirale blootstelling
138 weken voor PI's, 281 weken voor NRTI's en 85 weken voor NNRTI's. Bij de start van de studie
kreeg 34% van de patiënten een PI en 60% een NNRTI. Vijftien van de 120 (13%) patiënten in de
REYATAZ + ritonavir behandelingsarm en 17 van de 123 (14%) patiënten in de lopinavir + ritonavir-
arm hadden vier of meer van de PI-substituties L10, M46, I54, V82, I84 en L90. Tweeëndertig procent
van de patiënten in de studie had een virale stam met minder dan twee NRTI-substituties.
Het primaire eindpunt was het tijdsgemiddelde verschil in wijziging ten opzichte van baseline van hiv-
RNA over 48 weken (tabel 6).
74
Tabel 6:
Werkzaamheidsresultaten op week 48
a
en op Week 96 (Studie 045)
ATV/RTV
b
(300 mg/
LPV/RTV
c
(400 mg/
Tijdsgemiddelde verschil
Parameter
100 mg eenmaal daags)
100 mg tweemaal daags)
ATV/RTV-LPV/RTV
n=120
n=123
[97,5% BI
d
]
Week 48
Week 96
Week 48
Week 96
Week 48
Week 96
hiv-RNA gemiddelde verandering ten opzichte van baseline, log
10
kopieën/ml
-1,93
-2,29
-1,87
-2,08
0,13
0,14
Alle patiënten
e
(n=90 )
(n=64)
(n=99)
(n=65)
[-0,12, 0,39] [-0,13, 0,41]
f
hiv RNA <50 kopieën/ml, % (responder/evalueerbaar)
Alle patiënten 36 (43/120) 32 (38/120) 42 (52/123) 35 (41/118)
nvt
nvt
f, g
hiv RNA <50 kopieën/ml volgens specifieke baseline PI-substituties, %
(responder/evalueerbaar)
0-2
44 (28/63)
41 (26/63)
56 (32/57)
48 (26/54)
nvt
nvt
3
18 (2/11)
9 (1/11)
38 (6/16)
33 (5/15)
nvt
nvt
≥4
27 (12/45)
24 (11/45)
28 (14/50)
20 (10/49)
nvt
nvt
CD4 gemiddelde verandering t.o.v. baseline, cellen/mm
3
Alle patiënten 110 (n=83)
122 (n=60)
121 (n=94)
154 (n=60)
nvt
nvt
Gemiddelde CD4-celaantal op baseline was 337 cellen/mm
3
(variërend van 14 tot 1.543 cellen/mm
3
) en de gemiddelde
plasma hiv-1 RNA-spiegel op baseline was 4,4 log
10
kopieën/ml (variërend van 2,6 tot 5,88 log
10
kopieën/ml).
b
ATV/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
c
LPV/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
d
Betrouwbaarheidsinterval
e
Aantal evalueerbare patiënten.
f
Intent-to-treat analysis, met ontbrekende waarden beschouwd als “falers”. Responders op LPV/RTV die hun behandeling
afrondden voor Week 96 zijn geëxcludeerd van de Week 96 analyse. Het percentage patiënten met hiv-RNA < 400
kopieën/ml was 53% en 43% voor ATV/RTV en 54% en 46% voor LPV/RTV op respectievelijk Week 48 en 96.
g
Specifieke substituties zijn wijzigingen op posities L10, K20, L24, V32, L33, M36, M46, G48, I50, I54, L63, A71, G73,
V82, I84 en L90 (0-2, 3, 4 of meer) op baseline.
Nvt = niet van toepassing.
a
Na 48 weken behandeling waren de gemiddelde wijzigingen ten opzichte van baseline van hiv-RNA
spiegels voor REYATAZ + ritonavir en voor lopinavir + ritonavir gelijkwaardig (niet-inferieur).
Vergelijkbare resultaten werden verkregen uit de “last observation carried forward” analysemethode
(tijdsgemiddelde verschil van 0,11, 97,5% betrouwbaarheidsinterval [-0,15, 0,36]). Bij "as-treated"
analyse, met exclusie van ontbrekende waarden, was het percentage patiënten met hiv-RNA < 400
kopieën/ml (< 50 kopieën/ml) in de REYATAZ + ritonavir-arm en de lopinavir + ritonavir-arm
respectievelijk 55% (40%) en 56% (46%).
Na 96 weken behandeling, voldeden de gemiddelde hiv-RNA veranderingen ten opzichte van baseline
voor REYATAZ + ritonavir en voor lopinavir + ritonavir, gebaseerd op geobserveerde gevallen, aan
de criteria voor niet-inferioriteit. Vergelijkbare resultaten werden verkregen uit de “last observation
carried forward” analysemethode. Bij "as-treated" analyse, met exclusie van ontbrekende waarden,
was het percentage patiënten met hiv-RNA < 400 kopieën/ml (< 50 kopieën/ml) in de REYATAZ +
ritonavir-arm 84% (72%) en in de lopinavir + ritonavir-arm 82% (72%). Het is belangrijk op te
merken dat op het moment van de 96-weken analyse 48% van alle patiënten nog in de studie zaten.
REYATAZ + saquinavir bleken inferieur te zijn aan lopinavir + ritonavir.
Pediatrische patiënten
Pediatrische onderzoeken met REYATAZ-capsules
Beoordeling van de farmacokinetiek, veiligheid, verdraagbaarheid en werkzaamheid van REYATAZ
is gebaseerd op gegevens van de open-label, multicenter, klinische studie AI424-020 die uitgevoerd
werd bij patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 21 jaar. In deze studie ontvingen over het geheel
genomen 182 pediatrische patiënten (81 antiretroviraal-naïef en 101 antiretroviraal-voorbehandeld)
eenmaal per dag REYATAZ (capsule of poederformulering), met of zonder ritonavir, in combinatie
met twee NRTI's.
75
De klinische gegevens verkregen uit deze studie zijn ontoereikend ter ondersteuning van het gebruik
van de atazanavircapsules (met of zonder ritonavir) bij kinderen beneden de leeftijd van 6 jaar.
Werkzaamheidsresultaten waargenomen bij 41 pediatrische patiënten in de leeftijd van 6 jaar tot
jonger dan 18 jaar die REYATAZ capsules met ritonavir ontvingen, zijn weergegeven in Tabel 7. Bij
behandelingsnaïeve pediatrische patiënten was het gemiddelde CD4-celaantal 344 cellen/mm
3
(variërend van 2 tot 800 cellen/mm
3
) en de gemiddelde plasma hiv-1 RNA-spiegel op baseline was
4,67 log
10
kopieën/ml (variërend van 3,70 tot 5,00 log
10
kopieën/ml). Bij voorbehandelde pediatrische
patiënten was het gemiddelde CD4-celaantal op baseline 522 cellen/mm
3
(variërend van 100 tot
1.157 cellen/mm
3
) en de gemiddelde plasma hiv-1 RNA-spiegel op baseline was 4,09 log
10
kopieën/ml
(variërend van 3,28 tot 5,00 log
10
kopieën/ml).
Tabel 7:
Werkzaamheidsresultaten (pediatrische patiënten in de leeftijd van 6 jaar tot jonger
dan 18 jaar) in week 48 (studie AI424-020)
Behandelingsnaïef
Voorbehandeld
REYATAZ
REYATAZ
Parameter
capsules/ritonavir
capsules/ritonavir
(300 mg/100 mg
(300 mg/100 mg
eenmaal daags) n=16
eenmaal daags) n=25
a
Hiv-RNA <50 kopieën/ml, %
Alle patiënten
81 (13/16)
24 (6/25)
a
Hiv-RNA <400 kopieën/ml, %
Alle patiënten
88 (14/16)
32 (8/25)
CD4 gemiddelde verandering t.o.v. baseline, cellen/mm
3
Alle patiënten
293 (n=14
b
)
229 (n=14
b
)
hiv-RNA <50 kopieën/ml volgens specifieke baseline PI-substituties,
c
%
(responder/evalueerbaar
d
)
0-2
nvt
27 (4/15)
3
nvt
-
≥4
nvt
0 (0/3)
a
Intent-to-treat analyse, met ontbrekende waarden beschouwd als falers.
Aantal evalueerbare patiënten.
c
PI majeur: L24I, D30N, V32I, L33F, M46IL, I47AV, G48V, I50LV, F53LY, I54ALMSTV, L76V, V82AFLST, I84V,
N88DS, L90M; PI mineur: L10CFIRV, V11I, E35G, K43T, Q58E, A71ILTV, G73ACST, T74P, N83D, L89V.
d
Omvat patiënten met resistentie op baseline.
Nvt = niet van toepassing.
b
Pediatrische onderzoeken met REYATAZ poeder voor oraal gebruik
Beoordeling van de farmacokinetiek, veiligheid, verdraagbaarheid en virologische respons van
REYATAZ poeder voor oraal gebruik is gebaseerd op gegevens van twee open-label, multicenter
klinische onderzoeken:
AI424-397 (PRINCE I): bij pediatrische patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 6 jaar
AI424-451 (PRINCE-II): bij pediatrische patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 11 jaar
In deze onderzoeken ontvingen 155 patiënten (59 antiretroviraal-behandelingsnaïef en
96 voorbehandeld met antiretrovirale middelen) eenmaal daags REYATAZ poeder voor oraal gebruik
en ritonavir, in combinatie met twee NRTI's.
Voor inclusie in beide onderzoeken moesten de behandelingsnaïeve patiënten genotypische
gevoeligheid voor REYATAZ en twee NRTI's hebben en voorbehandelde patiënten moesten
gedocumenteerde genotypische en fenotypische gevoeligheid voor REYATAZ en ten minste 2 NRTI's
hebben op het moment van screening. Patiënten die uitsluitend blootgesteld waren aan antiretrovirale
middelen
in utero
of tijdens de bevalling werden beschouwd als behandelingsnaïef. Patiënten die
REYATAZ of REYATAZ/ritonavir hadden ontvangen op enig moment voorafgaand aan de
inschrijving of die een geschiedenis van falen op de behandeling met twee of meer proteaseremmers,
proteaseremmerresistentie of bewijs van reeds bestaande hartafwijkingen hadden, werden uitgesloten
van de onderzoeken. Proteaseremmerresistentie werd gedefinieerd als genotypische resistentie tegen
atazanavir of tegen een van beide componenten van de lokale NRTI backbone op basis van de criteria
76
van 1) enige majeure mutatie: I50L, I84V, N88S en 2) ≥ 2 van de volgende kleine of
kruisresistentiemutaties: M46I/L, G48V, I54L/V/M/T/A, V82A/T/FI, L90M, V32I.
Op week 48 waren er 134 pediatrische patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot jonger dan 11 jaar die
REYATAZ poeder voor oraal gebruik met ritonavir ontvangen hadden geëvalueerd op werkzaamheid.
Deze gegevens worden weergegeven in tabel 8. Bij de behandelingsnaïeve pediatrische patiënten was
het gemiddelde CD4-celaantal op baseline 930 cellen/mm
3
(bereik: 46 tot 2.291 cellen/mm
3
) en de
gemiddelde plasma hiv-1-RNA-spiegel op baseline was 4,81 log
10
kopieën/ml (bereik: 3,4 tot 5,9
log
10
kopieën/ml). Bij de voorbehandelde pediatrische patiënten was het gemiddelde CD4-celaantal op
baseline 1.441 cellen/mm
3
(bereik: 84 tot 5.703 cellen/mm
3
) en de gemiddelde plasma hiv-1-RNA-
spiegel op baseline 4,67 log
10
kopieën/ml (bereik: 2,0 tot 5,9 log
10
kopieën/ml).
Tabel 8: Werkzaamheidsresultaten van poeder voor oraal gebruik (pediatrische patiënten van
ten minste 3 maanden oud en met een lichaamsgewicht van ten minste 5 kg) in week 48
(studies AI424-397 en AI424-451)
Parameter Behandelingsnaïef
REYATAZ
poeder/ritonavir n=52
Voorbehandeld
REYATAZ poeder/ritonavir
n=82
52 (17/33)
35 (6/17)
57 (17/30)
50,0 (1/2)
61 (20/33)
59 (10/17)
67 (20/30)
50,0 (1/2)
63 (n=16)
307 (n=8)
374 (n=12)
213 (n=1)
hiv-RNA <50 kopieën/ml, %
a
ten minste 5 tot < 10 kg (REYATAZ
33 (4/12)
150 en 200 mg)
ten minste 10 tot < 15 kg
59 (13/22)
ten minste 15 tot < 25 kg
61 (11/18)
ten minste 25 tot < 35 kg
-
a
hiv-RNA <400 kopieën/ml, %
ten minste 5 tot < 10 kg (REYATAZ
75 (9/12)
150 en 200 mg)
ten minste 10 tot < 15 kg
82 (18/22)
ten minste 15 tot < 25 kg
78 (14/18)
ten minste 25 tot < 35 kg
-
CD4 gemiddelde verandering t.o.v. baseline, cellen/mm
3
ten minste 5 tot < 10 kg (REYATAZ
293 (n=7)
150 en 200 mg)
ten minste 10 tot < 15 kg
293 (n=11)
ten minste 15 tot < 25 kg
305 (n=9)
ten minste 25 tot < 35 kg
-
a
Intent-to-treat analyse, met ontbrekende waarden beschouwd als falers.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Bij hiv-geïnfecteerde patiënten (n=33, gecombineerde onderzoeken) gaven meervoudige
doseringen REYATAZ 300 mg eenmaal daags en ritonavir 100 mg eenmaal daags samen met voedsel
ingenomen een geometrisch gemiddelde (CV%) voor atazanavir, C
max
van 4.466 (42%) ng/ml met een
tijd tot C
max
van ongeveer 2,5 uur. Het geometrisch gemiddelde (CV%) van atazanavir C
min
en AUC
was respectievelijk 654 (76%) ng/ml en 44.185 (51%) ng•uur/ml.
Effect van voedsel: gelijktijdige toediening van REYATAZ en ritonavir met voedsel optimaliseert de
biologische beschikbaarheid van atazanavir. Gelijktijdige toediening van een eenmalige dosis
REYATAZ 300 mg en 100 mg ritonavir samen met een lichte maaltijd leidde tot een toename van
33% van de AUC en een toename van 40% van zowel de C
max
en de 24-uurs concentratie van
atazanavir ten opzichte van de inname op een nuchtere maag. Gelijktijdige inname met een vetrijke
maaltijd beïnvloedde de AUC van atazanavir niet ten opzichte van inname op een nuchtere maag en de
C
max
lag binnen 11% van de waarden bij een nuchtere toestand. De 24-uurs concentratie na een
vetrijke maaltijd nam ongeveer toe met 33% vanwege vertraagde absorptie; de mediane T
max
nam toe
van 2,0 naar 5,0 uur. Toediening van REYATAZ met ritonavir met een lichte danwel een vetrijke
maaltijd verlaagde de AUC en de C
max
variatiecoëfficiënt van REYATAZ en ritonavir met ongeveer
77
25% vergeleken met die bij een nuchtere toestand. Om de biologische beschikbaarheid te verhogen en
de variabiliteit te minimaliseren, dient REYATAZ te worden ingenomen met voedsel.
Distributie:
atazanavir werd voor ongeveer 86% aan humane serumeiwitten gebonden in het
concentratiegebied van 100 tot 10.000 ng/ml. Atazanavir bindt in gelijke mate aan zowel alfa-1-zuur
glycoproteïne (AAG) als aan albumine (respectievelijk 89% en 86% bij 1.000 ng/ml). In een studie
waarbij meervoudige doses van eenmaal daags 400 mg atazanavir met een lichte maaltijd gedurende
12 weken aan hiv-geïnfecteerde patiënten werd gegeven, werd atazanavir in de cerebrospinale
vloeistof en het sperma aangetoond.
Biotransformatie:
Studies bij de mens en
in vitro
studies waarbij humane levermicrosomen zijn
gebruikt, hebben laten zien dat atazanavir voornamelijk wordt gemetaboliseerd door het CYP3A4 iso-
enzym waarbij geoxygeneerde metabolieten worden gevormd, die daarna in de gal worden
uitgescheiden als vrije of geglucuronideerde metabolieten. Aanvullende minder belangrijke metabole
routes zijn N-dealkylering en hydrolyse. Aanvullende minder belangrijke metabole routes zijn N-
dealkylering en hydrolyse. Twee mindere metabolieten van atazanavir, die
in vitro
geen anti-hiv-
activiteit aantoonden, zijn gedetecteerd in het plasma.
Eliminatie:
na een enkelvoudige dosering van 400 mg
14
C-atazanavir werd respectievelijk 79% en
13% van de totale radioactiviteit teruggevonden in de feces en urine. Ongeveer 20% en 7% van de
toegediende dosis werd als onveranderd geneesmiddel teruggevonden in feces en urine. De
gemiddelde uitscheiding van onveranderd geneesmiddel in de urine was 7% na 2 weken 800 mg
eenmaal daags. Bij hiv-geïnfecteerde volwassen patiënten (n= 33, gecombineerde onderzoeken) was
de gemiddelde halfwaardetijd binnen een dosisinterval van atazanavir 12 uur bij steady-state na een
dagelijkse dosis van 300 mg eenmaal daags met 100 mg ritonavir en een lichte maaltijd.
Lineariteit/non-lineariteit De farmacokinetiek van atazanavir werd geëvalueerd bij gezonde volwassen
vrijwilligers en hiv-geïnfecteerde patiënten; significante verschillen werden gezien tussen de twee
groepen. De farmacokinetiek van atazanavir vertoont een niet-lineair karakter.
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie:
bij gezonde personen was de renale uitscheiding van onveranderd atazanavir
ongeveer 7% van de toegediende dosis. Er zijn geen farmacokinetische gegevens beschikbaar over
REYATAZ met ritonavir bij patiënten met nierinsufficiëntie. REYATAZ (zonder ritonavir) is
onderzocht in volwassen patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (n=20), inclusief de
patiënten die hemodialyse krijgen, bij meervoudige doses van eenmaal daags 400 mg. Alhoewel deze
studie zijn beperkingen had (bijv. de ongebonden concentratie geneesmiddel is niet bestudeerd),
suggereren de resultaten dat de farmacokinetische parameters van atazanavir verlaagd waren met 30%
tot 50% bij patiënten die hemodialyse ondergingen ten opzichte van patiënten met een normale
nierfunctie. Het mechanisme achter deze daling is onbekend (zie rubrieken 4.2 en 4.4).
Verminderde leverfunctie:
atazanavir wordt voornamelijk gemetaboliseerd en uitgescheiden door de
lever. De effecten van een verminderde leverfunctie op de farmacokinetiek van atazanavir na een
300 mg dosis samen met ritonavir zijn niet onderzocht. Verwacht wordt dat de concentraties van
atazanavir met of zonder ritonavir verhoogd zullen zijn bij patiënten met een matig tot ernstig
verminderde leverfunctie (zie rubrieken 4.2, 4.3 en 4.4).
Leeftijd/Geslacht:
een studie naar de farmacokinetiek van atazanavir is uitgevoerd bij 59 gezonde
mannelijke en vrouwelijke proefpersonen (29 jongeren, 30 ouderen). Er waren geen klinisch
significante farmacokinetische verschillen met betrekking tot leeftijd of geslacht.
Ras:
een farmacokinetische populatieanalyse van monsters uit klinische fase II studies gaf aan dat er
geen effect was met betrekking tot ras op atazanavir op de farmacokinetiek van atazanavir.
Zwangerschap:
78
De farmacokinetische gegevens van hiv-geïnfecteerde zwangere vrouwen die REYATAZ capsules
met ritonavir kregen worden weergegeven in Tabel 9.
Tabel 9:
Steady-State farmacokinetiek van atazanavir met ritonavir bij hiv-geïnfecteerde
zwangere vrouwen die gegeten hebben
atazanavir 300 mg met ritonavir 100 mg
Farmacokinetische
parameter
C
max
ng/ml
Geometrisch gemiddelde
(CV%)
2e trimester
(n=9)
3729,09
(39)
34399,1
(37)
663,78
(36)
3e trimester
(n=20)
3291,46
(48)
34251,5
(43)
668,48
(50)
postpartum
a
(n=36)
5649,10
(31)
60532,7
(33)
1420,64
(47)
AUC ng•uur/ml
Geometrisch gemiddelde
(CV%)
C
min
ng/ml
b
Geometrisch gemiddelde
(CV%)
a
Atazanavir piekconcentraties en AUC's bleken ongeveer 26-40% hoger tijdens de postpartumperiode (4-12 weken) dan
die in het verleden bij hiv-geïnfecteerde, niet-zwangere patiënten zijn waargenomen. Atazanavir plasmadalspiegels
waren ongeveer 2 maal hoger tijdens de postpartumperiode vergeleken met die in het verleden bij hiv-geïnfecteerde niet-
zwangere patiënten zijn waargenomen.
b
C
min
is de concentratie 24 uur na toediening.
Pediatrische patiënten
Er is een trend richting een hogere klaring bij jongere kinderen wanneer wordt genormaliseerd voor
lichaamsgewicht. Hierdoor worden grotere piek-dalratios gezien, echter bij de aanbevolen doseringen
zullen de geometrisch gemiddelde atazanavirblootstellingen (C
min
, C
max
en AUC) bij pediatrische
patiënten naar verwachting vergelijkbaar zijn met de waarden die worden gezien bij volwassenen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In toxiciteitstudies met herhaalde dosering bij muizen, ratten en honden waren bevindingen gerelateerd
aan atazanavir over het algemeen beperkt tot de lever en omvatten meestal een minimale tot lichte
toename van het serumbilirubine en leverenzymen, hepatocellulaire vacuolisatie en hypertrofie alsook
hepatische necrose van afzonderlijke cellen in alleen vrouwtjesmuizen. Systemische blootstellingen
van muizen (mannetjes), ratten en honden aan atazanavir in doseringen die worden geassocieerd met
veranderingen in de lever waren groter of gelijk aan de blootstellingen die werden gezien bij personen
die eenmaal daags 400 mg kregen. Bij vrouwtjesmuizen was de blootstelling aan atazanavir bij een
dosis die necrose van individuele cellen tot gevolg had 12 keer hoger dan de blootstelling bij personen
die eenmaal daags 400 mg kregen. Serumcholesterol en glucose waren minimaal tot licht verhoogd in
ratten, maar niet in muizen of honden.
Tijdens
in-vitrostudies
werd gekloond humaan cardiaal kaliumkanaal (hERG) met 15% geremd bij een
concentratie (30 μM) atazanavir die overeenkwam met een 30-voudige vrije geneesmiddelconcentratie
van de humane C
max
. Vergelijkbare concentraties atazanavir verhoogden in een studie met vezels van
Purkinje van het konijn de duur van de actiepotentiaal (ADP
90
) met 13%. Elektrocardiografische
veranderingen (sinusbradycardie, verlenging van het PR-interval, verlenging van het QT-interval en
verlenging van het QRS-complex) werden slechts gezien bij een initiële 2 weken durende orale
toxiciteitstudie bij honden. Hierop volgende 9 maanden durende orale toxiciteitstudies bij honden
toonden geen geneesmiddelgerelateerde elektrocardiografische veranderingen. De klinische relevantie
van deze niet-klinische gegevens is onbekend. Mogelijke cardiale effecten van dit middel bij mensen
kunnen niet worden uitgesloten (zie rubrieken 4.4 en 4.8). Men dient rekening te houden met
mogelijke PR-verlenging in geval van overdosering (zie rubriek 4.9).
In een studie naar de vruchtbaarheid en vroege embryonale ontwikkeling bij ratten veranderde
atazanavir de oestrus zonder effecten op de paring of vruchtbaarheid. In ratten en konijnen werden bij
79
maternaal toxische doseringen geen teratogene effecten gezien. Bij zwangere konijnen werden bij
dode of stervende ongeboren konijnen macroscopische laesies van de maag en darmen gezien bij
maternale doses van 2 en 4 keer de hoogste dosis toegediend in de definitieve embryo-
ontwikkelingsstudie. Bij de beoordeling van pre- en postnatale ontwikkeling in ratten, veroorzaakte
atazanavir een voorbijgaande afname in lichaamsgewicht van de nakomelingen bij een maternaal
toxische dosering. Systemische blootstelling aan atazanavir in doseringen die resulteerden in
maternale toxiciteit was ten minste gelijk aan of iets groter dan die waargenomen in personen, aan wie
eenmaal daags 400 mg was gegeven.
Atazanavir was negatief in een Ames-test voor reversibele mutaties, maar induceerde
in vitro
chromosomale afwijkingen in zowel de afwezigheid als aanwezigheid van metabole activatie. In
in-
vivostudies
bij ratten induceerde atazanavir geen micronuclei in het beenmerg, DNA-schade in het
duodenum (comet-bepaling), of ongepland DNA-herstel in de lever, bij plasma- en
weefselconcentraties die hoger waren dan die
in vitro
clastogeen waren.
Studies naar de lange-termijn carcinogene effecten van atazanavir in muizen en ratten lieten slechts bij
vrouwtjesmuizen een verhoogde incidentie van benigne leveradenomen zien. De verhoogde incidentie
van benigne leveradenomen in vrouwtjesmuizen was waarschijnlijk secundair aan cytotoxische
leververanderingen, zich manifesterend als single-cell necrose en wordt beschouwd als niet relevant
voor mensen bij de bedoelde therapeutische blootstellingen. Er waren geen tumorigene bevindingen in
mannelijke muizen of in ratten.
Atazanavir vergrootte in een
in-vitro-studie
naar oculaire irritatie de troebeling van de corneae van
runderen. Hiermee is aangetoond dat direct contact met het oog irriterend voor het oog kan zijn.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Aspartaam (E951)
Sucrose
Sinaasappel-vanille smaak
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar
Na vermenging met voedsel of drank kan het mengsel maximaal 1 uur bewaard worden bij een
temperatuur beneden 30°C.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
REYATAZ poeder voor oraal gebruik dient in de oorspronkelijke sachet bewaard te worden en dient
niet te worden geopend totdat het gebruikt kan worden.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na vermenging, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Polyester film/Aluminium/Polyethyleen gesealde filmsachet.
80
Elke doos bevat 30 sachets.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Gebruiksinstructies:
De dosis en het aantal sachets REYATAZ poeder voor oraal gebruik dat nodig is, wordt vastgesteld op
basis van het lichaamsgewicht (zie rubriek 4.2).
1. Voorafgaand aan het mengen wordt op de sachet getikt om het poeder te laten neerdalen. Met
een schone schaar wordt elke sachet langs de stippellijn doorgeknipt.
2. Uit onderstaande lijst wordt de geschikte optie gekozen voor het mengen en toedienen met
vloeibare zuigelingenvoeding, drank of voedsel. Grotere volumes of hoeveelheden vloeibare
zuigelingenvoeding, drank of voedsel kunnen gebruikt worden voor dosering. Er dient zorg voor
worden gedragen dat de patiënt al de zuigelingenvoeding, drank of voedsel dat het poeder bevat
opeet of -drinkt.
A: Om het aanbevolen aantal sachets REYATAZ poeder voor oraal gebruik te mengen met
vloeibare zuigelingenvoeding in een medicijnkopje of kleine beker en het toe te dienen met een
orale spuit, verkrijgbaar bij een apotheker:
Er wordt een lepel gebruikt om de inhoud te mengen van het juiste aantal sachets (4 of
5 sachets afhankelijk van het gewicht van de zuigeling) met 10 ml bereide vloeibare
zuigelingenvoeding in het medicijnkopje of kleine beker. De volledige hoeveelheid
van het mengsel wordt opgezogen in een orale spuit en toegediend in de rechter- of
linkerbinnenkant van de wang van de zuigeling. Een extra 10 ml zuigelingenvoeding
wordt in het medicijnkopje of kleine beker gegoten om resterende REYATAZ poeder
voor oraal gebruik in het kopje of de beker op te lossen. Het resterende mengsel wordt
opgezogen in de spuit en toegediend in de rechter- of linkerbinnenkant van de wang
van de zuigeling.
B: Om het aanbevolen aantal sachets REYATAZ poeder voor oraal gebruik in een kleine
drinkbeker te mengen met drank zoals melk of water:
Er wordt een lepel gebruikt om de inhoud van de sachets te mengen met 30 ml van de
drank. Het kind drinkt het mengsel op. Een extra 15 ml drank wordt in de drinkbeker
gegoten om de beker grondig te spoelen en de inhoud wordt gemengd. Het kind moet
het gehele resterende mengsel opdrinken.
Als er water wordt gebruikt, moet op hetzelfde moment ook voedsel in worden
genomen.
C: Om het aanbevolen aantal sachets REYATAZ poeder voor oraal gebruik in een kleine beker
te mengen met voedsel zoals appelmoes of yoghurt:
Er wordt één eetlepel voedsel gebruikt om de inhoud van de sachets te mengen. Het
mengsel wordt gevoerd aan de zuigeling of het jonge kind. Een extra eetlepel voedsel
wordt in de kleine beker gedaan en gemengd met de inhoud voor grondige afgifte van
het poeder uit de beker.
3. De volledige dosis REYATAZ poeder voor oraal gebruik (gemengd in de vloeibare
zuigelingenvoeding, drank of voedsel) wordt toegediend binnen één uur na bereiding (het
mengsel kan tijdens deze periode bij kamertemperatuur bewaard worden bij een temperatuur
beneden 30°C).
4. Extra zuigelingenvoeding, drank of voedsel kan worden gegeven na consumptie van het totale
mengsel.
5. Ritonavir wordt onmmiddellijk na de inname van REYATAZ poeder toegediend.
Voor meer informatie over de bereiding en toediening van REYATAZ poeder voor oraal gebruik, zie
de sectie 'Instructies voor gebruik' in de bijsluiter.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
81
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/03/267/012
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 02 Maart 2004
Datum van laatste verlenging: 06 Februari 2009
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
{MM/JJJJ}
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
82
BIJLAGE II
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG
EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
83
A.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
CATALENT ANAGNI S.R.L.
Loc. Fontana del Ceraso snc
Strada Provinciale 12 Casilina, 41
03012 Anagni (FR)
Italië
Swords Laboratories Unlimited Company T/A Bristol-Myers Squibb Pharmaceutical Operations,
External Manufacturing
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Swords Laboratories Unlimited Company T/A Lawrence Laboratories
Unit 12 & 15, Distribution Centre
Shannon Industrial Estate
Shannon, Co. Clare, V14 DD39
Ierland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van Richtlijn
2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese webportaal voor
geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT HET VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
84
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
85
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
86
A. ETIKETTERING
87
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD:
TEKST OP HET DOOSJE (FLACON EN BLISTERVERPAKKINGEN) EN DE TEKST OP
ETIKET VOOR DE FLACONS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 100 mg harde capsules
atazanavir
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 100 mg atazanavir (als sulfaat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat lactose (zie bijsluiter voor verdere informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Doosje en etiket van de fles: 60 harde capsules
Blisterverpakking: 60 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
De capsules dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Fles:
Bewaren beneden 25°C.
88
Blisterverpakking:
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Fles
60 harde capsules: EU/1/03/267/001
Blisterverpakking:
60 harde capsules: EU/1/03/267/002
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Buitenverpakking: REYATAZ 100 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
89
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
SN:
<NN:>
90
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 100 mg harde capsules
atazanavir
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BRISTOL-MYERS SQUIBB PHARMA EEIG
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
91
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD:
TEKST OP HET DOOSJE (FLACON EN BLISTERVERPAKKINGEN) EN DE TEKST OP
ETIKET VOOR DE FLACONS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 150 mg harde capsules
atazanavir
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 150 mg atazanavir (als sulfaat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat lactose (zie bijsluiter voor verdere informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Doosje en etiket van de fles: 60 harde capsules
Blisterverpakking: 60 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
De capsules dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Fles:
Bewaren beneden 25°C.
92
Blisterverpakking:
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Fles
60 harde capsules: EU/1/03/267/003
Blisterverpakking:
60 harde capsules: EU/1/03/267/004
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Buitenverpakking: REYATAZ 150 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
93
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
SN:
<NN:>
94
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 150 mg harde capsules
atazanavir
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BRISTOL-MYERS SQUIBB PHARMA EEIG
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
95
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD:
TEKST OP HET DOOSJE (FLACON EN BLISTERVERPAKKINGEN) EN DE TEKST OP
ETIKET VOOR DE FLACONS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 200 mg harde capsules
atazanavir
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 200 mg atazanavir (als sulfaat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat lactose (zie bijsluiter voor verdere informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Doosje van de flaconverpakking (1 flacon): 60 harde capsules
Doosje van de flaconverpakking: (3 flacons): 3 x 60 harde capsules (3 flacons met 60 harde capsules)
Etiket van flaconverpakking:60 harde capsules
Blisterverpakking: 60 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
De capsules dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}
9.
Fles:
96
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Blisterverpakking:
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Fles
60 harde capsules: EU/1/03/267/005
3 x 60 harde capsules: EU/1/03/267/011
Blisterverpakking:
60 harde capsules: EU/1/03/267/006
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Buitenverpakking: REYATAZ 200 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
97
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
<NN:>
98
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 200 mg harde capsules
atazanavir
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BRISTOL-MYERS SQUIBB PHARMA EEIG
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
99
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD:
TEKST OP HET DOOSJE (FLACON EN BLISTERVERPAKKINGEN) EN DE TEKST OP
ETIKET VOOR DE FLACONS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 300 mg harde capsules
atazanavir
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 300 mg atazanavir (als sulfaat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat lactose (zie bijsluiter voor verdere informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Doosje van de flaconverpakking (1 flacon): 30 harde capsules
Doosje van de flaconverpakking: (3 flacons): 3 x 30 harde capsules (3 flacons met 30 harde capsules)
Etiket van flaconverpakking: 30 harde capsules
Blisterverpakking: 30 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
De capsules dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}
9.
Fles:
100
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Blisterverpakking:
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Fles
30 harde capsules: EU/1/03/267/008
3 x 30 harde capsules: EU/1/03/267/010
Blisterverpakking:
30 harde capsules: EU/1/03/267/009
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Buitenverpakking: REYATAZ 300 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
101
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
<NN:>
102
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 300 mg harde capsules
atazanavir
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BRISTOL-MYERS SQUIBB PHARMA EEIG
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
103
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
TEKST OP HET DOOSJE
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 50 mg poeder voor oraal gebruik
atazanavir
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke sachet bevat 50 mg atazanavir (als sulfaat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat aspartaam en sucrose. Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oraal gebruik
30 sachets
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Er zijn geen bijzondere bewaarcondities.
104
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/03/267/012
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Buitenverpakking: REYATAZ 50 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
<NN:>
105
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
REYATAZ 50 mg POEDER VOOR ORAAL GEBRUIK - SACHETS (FOLIE)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
REYATAZ 50 mg poeder voor oraal gebruik
atazanavir
Oraal gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}
4.
Lot
5.
50 mg
6.
OVERIGE
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
106
B. BIJSLUITER
107
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
REYATAZ 100 mg harde capsules
atazanavir
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Geef dit
geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
REYATAZ is een antiviraal (of antiretroviraal) geneesmiddel.
Het behoort tot de groep van
geneesmiddelen die
proteaseremmers
worden genoemd. Deze geneesmiddelen houden een infectie
met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) onder controle door het blokkeren van een eiwit dat hiv
nodig heeft om zich te vermenigvuldigen. Ze werken door de hoeveelheid hiv in uw lichaam te
verlagen, waardoor uw immuunsysteem weer wordt versterkt. Op deze manier wordt door REYATAZ
het risico op de ontwikkeling van hiv-gerelateerde ziekten verlaagd.
REYATAZ capsules kunnen worden gebruikt door volwassenen en kinderen in de leeftijd van 6 jaar
en ouder. Uw arts heeft REYATAZ aan u voorgeschreven omdat u geïnfecteerd bent met het hiv en dit
kan het zogenaamde 'Acquired ImmunoDeficiency'-syndroom (aids) veroorzaken. REYATAZ wordt
normaliter voorgeschreven in combinatie met andere anti-hiv-geneesmiddelen. Uw arts zal samen met
u bepalen welke combinatie van deze geneesmiddelen met REYATAZ het beste voor u is.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch
voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft matige tot ernstige leverproblemen.
Uw arts zal dan bepalen hoe ernstig uw
leveraandoening is voordat hij besluit of u REYATAZ kan gebruiken.
U gebruikt een van de onderstaande geneesmiddelen:
zie ook
Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?
rifampicine (een antibioticum voor de behandeling van tuberculose).
astemizol of terfenadine (algemeen gebruikt om allergische symptomen te bestrijden;
deze geneesmiddelen kunnen beschikbaar zijn zonder recept); cisapride (ter behandeling
van maagreflux, soms zuurbranden genoemd); pimozide (voor de behandeling van
schizofrenie); kinidine of bepridil (voor correctie van het hartritme); ergotamine, dihydro-
ergotamine, ergonovine, methylergonovine (voor de behandeling van hoofdpijn); en
alfuzosine (voor de behandeling van een vergrote prostaat).
108
quetiapine (gebruikt ter behandeling van schizofrenie, bipolaire stoornis en ernstige
depressieve stoornis); lurasidon (gebruikt ter behandeling van schizofrenie)
geneesmiddelen die St. Janskruid
(Hypericum perforatum,
een kruidenpreparaat)
bevatten.
triazolam en oraal (via de mond in te nemen) midazolam (ter bevordering van de
nachtrust en/of ter vermindering van angst).
Lomitapide, simvastatine en lovastatine (cholesterolverlagers).
geneesmiddelen die grazoprevir bevatten, inclusief de combinatie van
elbasvir/grazoprevir in vaste doses en de combinatie van glecaprevir/pibrentasvir in vaste
doses (gebruikt om chronische hepatitis C te behandelen)
Gebruik sildenafil niet met REYATAZ wanneer sildenafil wordt gebruikt voor de behandeling van
verhoogde bloeddruk in de longslagaders (pulmonale arteriële hypertensie). Sildenafil wordt ook
gebruikt als behandeling van erectiele disfunctie. Vertel het uw arts als u sildenafil gebruikt voor de
behandeling van erectiele disfunctie.
Informeer uw arts direct indien één van deze bovenstaande waarschuwingen op u van toepassing is.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
REYATAZ geeft geen genezing van de hiv-infectie.
De ontwikkeling van infecties en andere ziekten
als gevolg van de hiv-infectie kan doorgaan. U kunt nog steeds hiv doorgeven als u dit geneesmiddel
gebruikt, ofschoon het risico wordt verlaagd door effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw
arts over de voorzorgsmaatregelen die nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.
Bepaalde personen zullen tijdens de behandeling met REYATAZ speciale zorg nodig hebben. Neem
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en vertel het uw arts als:
u hepatitis B of C heeft
u tekenen of verschijnselen ontwikkelt van galstenen (pijn aan de rechterzijde van uw buik)
u hemofilie-A of -B heeft
u hemodialyse nodig heeft.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Er zijn meldingen gemaakt van nierstenen bij patiënten die REYATAZ gebruiken. Indien u tekenen of
symptomen krijgt van nierstenen (pijn aan uw zijde, bloed in de urine, pijn tijdens het plassen), licht
dan onmiddellijk uw arts in.
Bij sommige patiënten met voortgeschreden hiv-infectie (aids) die al eens opportunistische infecties
hebben gehad, kunnen zich kort na het starten van een anti-hiv-therapie tekenen en symptomen
voordoen van een ontsteking door eerdere infecties. Vermoedelijk zijn deze symptomen het gevolg
van verbetering van de immuunrespons (natuurlijke afweer), waardoor het lichaam in staat is zich
teweer te stellen tegen infecties die er eventueel, zonder duidelijke symptomen, al waren. Licht
onmiddellijk uw arts in als u infectieverschijnselen opmerkt. Naast opportunistische infecties, kunnen
ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat wanneer het immuunsysteem gezond
lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart met het innemen van geneesmiddelen voor de
behandeling van uw hiv-infectie. Auto-immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de
behandeling optreden. Als u merkt dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals
spierzwakte, zwakte die begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van
de romp van het lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste
behandeling onmiddellijk contact op met uw arts.
Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een botaandoening
ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel veroorzaakt door verminderde
bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans op ontwikkeling van deze
aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale combinatietherapie, gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie (onderdrukking van de natuurlijke
109
afweer) en een hoge Body Mass Index (overgewicht). Tekenen van osteonecrose zijn stijfheid en pijn
in de gewrichten (in het bijzonder in de heupen, knieën en schouders) en moeilijk kunnen bewegen.
Wanneer u een van deze verschijnselen opmerkt, licht dan uw arts in.
Hyperbilirubinemie (een verhoging van de hoeveelheid bilirubine in het bloed) komt voor bij patiënten
die REYATAZ krijgen. De symptomen kunnen een lichte geelkleuring van de huid of ogen zijn.
Indien u enkele van deze symptomen opmerkt, licht dan uw arts in.
Ernstige huiduitslag, waaronder het Stevens-Johnson-syndroom, is gemeld bij patiënten die
REYATAZ gebruiken. Als u last krijgt van huiduitslag moet u onmiddellijk contact opnemen met uw
arts.
Indien u een verandering in uw hartslag bemerkt (verandering van hartritme), licht dan uw arts in. Bij
kinderen die REYATAZ krijgen, moet mogelijk het hart gecontroleerd worden. De arts van uw kind
zal hierover beslissen.
Kinderen
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen
jonger dan 3 maanden en met een lichaamsgewicht van
minder dan 5 kg. Het gebruik van REYATAZ bij kinderen jonger dan 3 maanden en met een
lichaamsgewicht van minder dan 5 kg is niet onderzocht vanwege het risico op ernstige complicaties.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
U mag REYATAZ niet gebruiken als u bepaalde andere geneesmiddelen gebruikt.
Deze staan
beschreven onder Wanneer mag u dit middel niet gebruiken? aan het begin van rubriek 2.
Er zijn nog andere geneesmiddelen die u niet samen met REYATAZ mag gebruiken. Gebruikt u naast
REYATAZ nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid
dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel het dan uw arts. Dat geldt
ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft. Het is met name belangrijk als het
om één van deze gaat:
andere geneesmiddelen voor de behandeling van een hiv-infectie (bijv. indinavir, nevirapine en
efavirenz)
Sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir (gebruikt om hepatitis C te behandelen)
sildenafil, vardenafil of tadalafil (wordt bij mannen gebruikt om impotentie (erectiestoornis) te
behandelen)
als u een anticonceptiepil ("de
Pil")
om zwangerschap te voorkomen gebruikt samen met
REYATAZ, dan dient u deze precies volgens de aanwijzingen van uw arts in te nemen en geen
enkele dosis over te slaan
elk geneesmiddel dat gebruikt wordt voor de behandeling van aandoeningen die te maken hebben
met maagzuur (bijv. antacida, in te nemen 1 uur voordat u REYATAZ inneemt of 2 uur nadat u
REYATAZ inneemt, H
2
-blokkers zoals famotidine en protonpompremmers zoals omeprazol)
geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen, de hartslag te vertragen of om het hartritme te
corrigeren (amiodaron, diltiazem, systemische lidocaïne, verapamil)
atorvastatine, pravastatine en fluvastatine (cholesterolverlagers)
salmeterol (gebruikt bij de behandeling van astma)
ciclosporine, tacrolimus en sirolimus (geneesmiddelen om de lichaamsafweer te onderdrukken)
bepaalde antibiotica (rifabutine, claritromycine)
ketaconazol, itraconazol en voriconazol (geneesmiddelen tegen schimmels)
apixaban, dabigatran, edoxaban, rivaroxaban, en warfarine (anticoagulantia, gebruikt tegen
bloedstolling)
carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, lamotrigine (middelen tegen epilepsie (anti-epileptica))
irinotecan (gebruikt voor de behandeling van kanker)
kalmeringsmiddelen (b.v. midazolam toegediend via injectie)
buprenorfine (gebruikt bij de behandeling van afhankelijkheid van opiaten en bij pijn).
Sommige geneesmiddelen kunnen mogelijk een wisselwerking geven met ritonavir, een geneesmiddel
dat in combinatie met REYATAZ wordt ingenomen. Het is belangrijk om het uw arts te melden als u
110
fluticason of budesonide gebruikt (middelen die via de neus of via inhalatie worden gebruikt om
symptomen van allergie en astma te behandelen).
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Het is belangrijk dat u REYATAZ met voedsel (een maaltijd of een stevige hap tussendoor) inneemt,
dit verbetert de opname van het geneesmiddel door het lichaam.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Atazanavir, de werkzame stof in
REYATAZ, wordt in de moedermelk uitgescheiden. Patiënten moeten geen borstvoeding geven als zij
REYATAZ gebruiken. Het wordt aanbevolen dat vrouwen die met hiv zijn geïnfecteerd geen
borstvoeding geven, omdat het virus overgedragen kan worden via de moedermelk.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Als u zich duizelig of licht in het hoofd voelt, rijd dan niet en gebruik geen machines en neem direct
contact met uw arts.
REYATAZ bevat lactose
Als uw arts u heeft verteld dat u sommige suikers (bijv. lactose) niet goed kan verdragen, dient u
contact op te nemen met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Op deze manier kunt u er zeker van zijn dat het
geneesmiddel maximaal effectief is en u vermindert de kans dat het virus resistent wordt tegen het
geneesmiddel.
De aanbevolen REYATAZ capsules dosering voor volwassen is éénmaal daags 300 mg samen
met éénmaal daags 100 mg ritonavir en voedsel.
Atazanavir wordt voorgeschreven in combinatie
met andere anti-hiv geneesmiddelen. Uw arts kan de dosering van REYATAZ aanpassen op basis van
uw anti-hiv-behandeling.
Bij kinderen (in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar) zal de arts van uw kind beslissen over
de juiste dosering gebaseerd op het gewicht van uw kind.
De dosis van REYATAZ capsules bij
kinderen wordt berekend op basis van lichaamsgewicht en wordt eenmaal daags ingenomen samen
met voedsel en 100 mg ritonavir zoals hieronder weergegeven:
Lichaamsgewicht
REYATAZ dosis
ritonavir dosis*
(kg)
eenmaal daags
eenmaal daags
(mg)
(mg)
15 tot minder dan 35
200
100
ten minste 35
300
100
*Ritonavir capsules, tabletten of orale oplossing kunnen worden gebruikt.
REYATAZ is ook beschikbaar als een poeder voor oraal gebruik voor kinderen van ten minste
3 maanden en met een lichaamsgewicht van ten minste 5kg. Het wordt aangeraden over te stappen van
REYATAZ poeder voor oraal gebruik op de REYATAZ capsules zodra patiënten consequent in staat
zijn de capsules door te slikken.
Er kan een dosisverandering optreden wanneer er wordt geswitcht tussen poeder voor oraal gebruik en
capsules. Uw arts zal beslissen wat de juiste dosis is gebaseerd op het lichaamsgewicht van uw kind.
Er zijn geen doseringsadviezen voor REYATAZ voor patiënten jonger dan 3 maanden.
111
Neem REYATAZ capsules met voedsel in
(een maaltijd of een stevige hap tussendoor). Slik de
capsules als geheel door.
Open de capsules niet.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Gele verkleuring van de huid en/of ogen (geelzucht) en een onregelmatige hartslag (QTc-interval-
verlenging) kunnen optreden als u of uw kind te veel REYATAZ gebruikt.
Als u per ongeluk meer REYATAZ capsules inneemt dan uw arts heeft voorgeschreven, dient u direct
contact op te nemen met uw hiv-arts of het dichtstbijzijnde ziekenhuis, om advies te vragen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u vergeten bent een dosis in te nemen, neemt u de gemiste dosis dan zo snel mogelijk in samen
met wat voedsel. Neem de volgende dosis van het schema op het normale vastgestelde tijdstip in. Als
het bijna tijd is voor uw volgende dosis, neem dan de gemiste dosis niet in. Wacht en neem de
volgende dosis op het normale vaste tijdstip.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te
halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met de inname van REYATAZ voordat u heeft overlegd met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. Bij het behandelen van een hiv-infectie is het niet altijd gemakkelijk om te
identificeren welke bijwerkingen worden veroorzaakt door REYATAZ, door andere geneesmiddelen
die u gebruikt of door de hiv-infectie zelf. Het is belangrijk dat u uw arts informeert indien u iets
ongewoons aan uw gezondheidstoestand opmerkt.
Tijdens de hiv-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipide- en
bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw
gezondheid en door uw levensstijlen in het geval van een stijging van de serumlipidewaarden soms
door de hiv-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u een van de volgende ernstige bijwerkingen krijgt:
Huiduitslag, jeuk die soms hevig kan zijn is gemeld. De uitslag verdwijnt gewoonlijk binnen
2 weken zonder verandering van uw REYATAZ-behandeling. Hevige uitslag kan zich samen met
andere verschijnselen ontwikkelen, wat ernstig kan zijn. Stop met het gebruiken van REYATAZ
en vertel het uw arts onmiddellijk als u hevige uitslag of uitslag met griepachtige verschijnselen,
blaren, koorts, zweertjes in de mond, spier- of gewrichtspijn, zwelling in het gezicht, ontsteking
van het oogdie roodheid veroorzaakt (conjunctivitis), pijnlijke, warme of rode knobbeltjes
(nodules) krijgt.
Geelverkleuring van uw huid of oogwit, veroorzaakt door een verhoogde concentratie van
bilirubine in uw bloed is vaak gemeld. Deze bijwerking is gewoonlijk niet gevaarlijk bij
volwassenen en kinderen ouder dan 3 maanden, maar het zou een verschijnsel kunnen zijn van
een ernstig probleem. Vertel het uw arts onmiddellijk als uw huid of oogwit geel kleurt.
Veranderingen in de manier waarop uw hart klopt (hartritmestoornis) kan soms voorkomen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u duizelig of licht in het hoofd wordt of als u plotseling
flauwvalt. Dit zouden verschijnselen van een ernstig hartprobleem kunnen zijn.
Leverproblemen kunnen soms voorkomen. Uw arts zou bloedtesten moeten afnemen voordat u
begint met REYATAZ en tijdens de behandeling. Als u leverproblemen heeft, zoals hepatitis B-
of C- infectie, kunt u verergering van uw leverproblemen ervaren. Vertel het uw arts onmiddellijk
als u donkere (thee-kleurige) urine, jeuk, vergeling van uw huid of oogwit, pijn rond de maag,
bleke ontlasting of misselijkheid krijgt.
112
Galblaasproblemen kunnen soms voorkomen bij mensen die REYATAZ gebruiken.
Verschijnselen van galblaasproblemen kunnen bestaan uit pijn aan de rechter- of het middendeel
van het bovenste gedeelte rond de maag, misselijkheid, braken, koorts of vergeling van uw huid
of oogwit.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Nierstenen komen soms voor bij mensen die REYATAZ gebruiken. Vertel het uw arts
onmiddellijk als u verschijnselen van nierstenen krijgt wat kan bestaan uit pijn aan de onderkant
van uw rug of rond de onderkant van uw maag, bloed in uw urine of pijn wanneer u plast.
Andere bijwerkingen die door patiënten zijn gemeld die behandeld werden met REYATAZ:
Vaak (kan bij 1 tot 10 van de gebruikers optreden):
hoofdpijn
braken, diarree, buikpijn (hinderende maagpijn), misselijkheid, dyspepsie
(spijsverteringsstoornis)
moeheid (extreme vermoeidheid)
Soms (kan bij 1 tot 100 van de gebruikers optreden):
perifere neurologische symptomen (gevoelloosheid, zwakte, tintelingen of pijn in de armen en
benen)
overgevoeligheid (allergische reactie)
asthenie (ongewone vermoeidheid of zwakheid)
gewichtsafname, gewichtstoename, anorexie (gebrek aan eetlust), toegenomen eetlust
depressie, angst, slaapstoornissen
desorientatie, amnesie (geheugenverlies), duizeligheid, slaperigheid, abnormale dromen
syncope (flauwvallen), hypertensie (verhoogde bloeddruk)
dyspnoe (kortademigheid)
pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier), gastritis (maagontsteking), afteuze stomatitis
(pijnlijke zweertjes in de mond, slijmvliesverwondingen), dysgeusie (stoornis in de
smaakgewaarwording), flatulentie (winderigheid), droge mond, opzwelling van de buik
angio-oedeem (ernstige zwelling van de huid en andere weefsels, meestal lippen en ogen)
alopecia (ongewoon haarverlies of uitdunning), pruritus (jeuk)
spieratrofie (vermindering van spierweefsel), artralgie (gewrichtspijn), myalgie (pijnlijke spieren)
interstitiële nefritis (ontsteking van de nieren), hematurie (bloed in de urine), proteïnurie
(overmaat aan eiwit in de urine), pollakisurie (vaker moeten plassen)
gynecomastie (borstvergroting bij mannen)
pijn op de borst, malaise (algemeen gevoel van onwelbevinden), koorts
slapeloosheid (moeilijk slapen)
Zelden (kan bij 1 tot 1.000 van de gebruikers optreden):
verstoorde loop (abnormale manier van lopen)
oedeem (vochtophoping)
hepatosplenomegalie (vergroting van de lever en milt)
myopathie (pijnlijke spieren, gevoeligheid of zwakte van de spieren, niet veroorzaakt door
inspanning)
nierpijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in Aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
113
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
het doosje of op de blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
-
De werkzame stof in dit middel is atazanavir. Elke capsule bevat 100 mg atazanavir (als sulfaat).
De andere stoffen in dit middel zijn crospovidon, Lactosemonohydraat en magnesiumstearaat. De
capsule en de drukinkt bevatten gelatine, schellak, Ammoniumhydroxide, simethicon,
propyleenglycol, indigokarmijn (E132) en titanium dioxide (E171).
Hoe ziet REYATAZ eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Elke capsule REYATAZ 100 mg bevat 100 mg atazanavir.
Ondoorzichtig blauw en witte capsule bedrukt met witte en blauwe inkt, met “BMS 100 mg” op de ene
helft en “3623” op de andere helft.
REYATAZ 100 mg harde capsules worden geleverd in flessen met 60 capsules.
REYATAZ 100 mg harde capsules worden ook geleverd in blisters die zijn verpakt in doosjes met 60
capsules.
Het kan zijn dat niet alle verpakkingsvormen beschikbaar zijn in alle landen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de
vergunning voor het in de handel brengen:
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Fabrikant:
CATALENT ANAGNI S.R.L.
Loc. Fontana del Ceraso snc
Strada Provinciale 12 Casilina, 41
03012 Anagni (FR)
Italië
Swords Laboratories T/A Unlimited Company Bristol-Myers Squibb Pharmaceutical Operations,
External Manufacturing
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}
114
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
115
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
REYATAZ 150 mg harde capsules
atazanavir
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Geef dit
geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
REYATAZ is een antiviraal (of antiretroviraal) geneesmiddel.
Het behoort tot de groep van
geneesmiddelen die
proteaseremmers
worden genoemd. Deze geneesmiddelen houden een infectie
met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) onder controle door het blokkeren van een eiwit dat hiv
nodig heeft om zich te vermenigvuldigen. Ze werken door de hoeveelheid hiv in uw lichaam te
verlagen, waardoor uw immuunsysteem weer wordt versterkt. Op deze manier wordt door REYATAZ
het risico op de ontwikkeling van hiv-gerelateerde ziekten verlaagd.
REYATAZ capsules kunnen worden gebruikt door volwassenen en kinderen in de leeftijd van 6 jaar
en ouder. Uw arts heeft REYATAZ aan u voorgeschreven omdat u geïnfecteerd bent met het hiv en dit
kan het zogenaamde 'Acquired ImmunoDeficiency'-syndroom (aids) veroorzaken. REYATAZ wordt
normaliter voorgeschreven in combinatie met andere anti-hiv-geneesmiddelen. Uw arts zal samen met
u bepalen welke combinatie van deze geneesmiddelen met REYATAZ het beste voor u is.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch
voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft matige tot ernstige leverproblemen.
Uw arts zal dan bepalen hoe ernstig uw
leveraandoening is voordat hij besluit of u REYATAZ kan gebruiken.
U gebruikt een van de onderstaande geneesmiddelen:
zie ook
Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?
rifampicine (een antibioticum voor de behandeling van tuberculose).
astemizol of terfenadine (algemeen gebruikt om allergische symptomen te bestrijden; deze
geneesmiddelen kunnen beschikbaar zijn zonder recept); cisapride (ter behandeling van
maagreflux, soms zuurbranden genoemd); pimozide (voor de behandeling van
schizofrenie); kinidine of bepridil (voor correctie van het hartritme); ergotamine, dihydro-
ergotamine, ergonovine, methylergonovine (voor de behandeling van hoofdpijn); en
alfuzosine (voor de behandeling van een vergrote prostaat).
116
quetiapine (gebruikt ter behandeling van schizofrenie, bipolaire stoornis en ernstige
depressieve stoornis); lurasidon (gebruikt ter behandeling van schizofrenie)
geneesmiddelen die St. Janskruid
(Hypericum perforatum,
een kruidenpreparaat)
bevatten.
triazolam en oraal (via de mond in te nemen) midazolam (ter bevordering van de nachtrust
en/of ter vermindering van angst).
Lomitapide, simvastatine en lovastatine (cholesterolverlagers).
producten die grazoprevir bevatten, inclusief combinatie van elbasvir/grazoprevir met
vaste dosis en combinatie van glecaprevir/pibrentasvir met vaste dosis (gebruikt voor de
behandeling van chronische hepatitis C-infectie)
Gebruik sildenafil niet met REYATAZ wanneer sildenafil wordt gebruikt voor de behandeling van
verhoogde bloeddruk in de longslagaders (pulmonale arteriële hypertensie). Sildenafil wordt ook
gebruikt als behandeling van erectiele disfunctie. Vertel het uw arts als u sildenafil gebruikt voor de
behandeling van erectiele disfunctie.
Informeer uw arts direct indien één van deze bovenstaande waarschuwingen op u van toepassing is.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
REYATAZ geeft geen genezing van de hiv-infectie.
De ontwikkeling van infecties en andere ziekten
als gevolg van de hiv-infectie kan doorgaan. U kunt nog steeds hiv doorgeven als u dit geneesmiddel
gebruikt, ofschoon het risico wordt verlaagd door effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw
arts over de voorzorgsmaatregelen die nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.
Bepaalde personen zullen tijdens de behandeling met REYATAZ speciale zorg nodig hebben. Neem
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en vertel het uw arts als:
u hepatitis B of C heeft
u tekenen of verschijnselen ontwikkelt van galstenen (pijn aan de rechterzijde van uw buik)
u hemofilie-A of -B heeft
u hemodialyse nodig heeft.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Er zijn meldingen gemaakt van nierstenen bij patiënten die REYATAZ gebruiken. Indien u tekenen of
symptomen krijgt van nierstenen (pijn aan uw zijde, bloed in de urine, pijn tijdens het plassen), licht
dan onmiddellijk uw arts in.
Bij sommige patiënten met voortgeschreden hiv-infectie (aids) die al eens opportunistische infecties
hebben gehad, kunnen zich kort na het starten van een anti-hiv-therapie tekenen en symptomen
voordoen van een ontsteking door eerdere infecties. Vermoedelijk zijn deze symptomen het gevolg
van verbetering van de immuunrespons (natuurlijke afweer), waardoor het lichaam in staat is zich
teweer te stellen tegen infecties die er eventueel, zonder duidelijke symptomen, al waren. Licht
onmiddellijk uw arts in als u infectieverschijnselen opmerkt. Naast opportunistische infecties, kunnen
ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat wanneer het immuunsysteem gezond
lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart met het innemen van geneesmiddelen voor de
behandeling van uw hiv-infectie. Auto-immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de
behandeling optreden. Als u merkt dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals
spierzwakte, zwakte die begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van
de romp van het lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste
behandeling onmiddellijk contact op met uw arts.
Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een botaandoening
ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel veroorzaakt door verminderde
bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans op ontwikkeling van deze
aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale combinatietherapie, gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie (onderdrukking van de natuurlijke
117
afweer) en een hoge Body Mass Index (overgewicht). Tekenen van osteonecrose zijn stijfheid en pijn
in de gewrichten (in het bijzonder in de heupen, knieën en schouders) en moeilijk kunnen bewegen.
Wanneer u een van deze verschijnselen opmerkt, licht dan uw arts in.
Hyperbilirubinemie (een verhoging van de hoeveelheid bilirubine in het bloed) komt voor bij patiënten
die REYATAZ krijgen. De symptomen kunnen een lichte geelkleuring van de huid of ogen zijn.
Indien u enkele van deze symptomen opmerkt, licht dan uw arts in.
Ernstige huiduitslag, waaronder het Stevens-Johnson-syndroom, is gemeld bij patiënten die
REYATAZ gebruiken. Als u last krijgt van huiduitslag moet u onmiddellijk contact opnemen met uw
arts.
Indien u een verandering in uw hartslag bemerkt (verandering van hartritme), licht dan uw arts in. Bij
kinderen die REYATAZ krijgen, moet mogelijk het hart gecontroleerd worden. De arts van uw kind
zal hierover beslissen.
Kinderen
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen
jonger dan 3 maanden en met een lichaamsgewicht van
minder dan 5 kg. Het gebruik van REYATAZ bij kinderen jonger dan 3 maanden en met een
lichaamsgewicht van minder dan 5 kg is niet onderzocht vanwege het risico op ernstige complicaties.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
U mag REYATAZ niet gebruiken als u bepaalde andere geneesmiddelen gebruikt.
Deze staan
beschreven onder Wanneer mag u dit middel niet gebruiken? aan het begin van rubriek 2.
Er zijn nog andere geneesmiddelen die u niet samen met REYATAZ mag gebruiken. Gebruikt u naast
REYATAZ nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid
dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel het dan uw arts. Dat geldt
ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft. Het is met name belangrijk als het
om één van deze gaat:
andere geneesmiddelen voor de behandeling van een hiv-infectie (bijv. indinavir, nevirapine en
efavirenz)
Sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir (gebruikt om hepatitis C te behandelen)
sildenafil, vardenafil of tadalafil (wordt bij mannen gebruikt om impotentie (erectiestoornis) te
behandelen)
als u een anticonceptiepil ("de
Pil")
om zwangerschap te voorkomen gebruikt samen met
REYATAZ, dan dient u deze precies volgens de aanwijzingen van uw arts in te nemen en geen
enkele dosis over te slaan
elk geneesmiddel dat gebruikt wordt voor de behandeling van aandoeningen die te maken hebben
met maagzuur (bijv. antacida, in te nemen 1 uur voordat u REYATAZ inneemt of 2 uur nadat u
REYATAZ inneemt, H
2
-blokkers zoals famotidine en protonpompremmers zoals omeprazol)
geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen, de hartslag te vertragen of om het hartritme te
corrigeren (amiodaron, diltiazem, systemische lidocaïne, verapamil)
atorvastatine, pravastatine en fluvastatine (cholesterolverlagers)
salmeterol (gebruikt bij de behandeling van astma)
ciclosporine, tacrolimus en sirolimus (geneesmiddelen om de lichaamsafweer te onderdrukken)
bepaalde antibiotica (rifabutine, claritromycine)
ketaconazol, itraconazol en voriconazol (geneesmiddelen tegen schimmels)
apixaban, dabigatran, edoxaban, rivaroxaban, en warfarine (anticoagulantia, gebruikt tegen
bloedstolling)
carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, lamotrigine (middelen tegen epilepsie (anti-epileptica))
irinotecan (gebruikt voor de behandeling van kanker)
kalmeringsmiddelen (b.v. midazolam toegediend via injectie)
buprenorfine (gebruikt bij de behandeling van afhankelijkheid van opiaten en bij pijn).
Sommige geneesmiddelen kunnen mogelijk een wisselwerking geven met ritonavir, een geneesmiddel
dat in combinatie met REYATAZ wordt ingenomen. Het is belangrijk om het uw arts te melden als u
118
fluticason of budesonide gebruikt (middelen die via de neus of via inhalatie worden gebruikt om
symptomen van allergie en astma te behandelen).
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Het is belangrijk dat u REYATAZ met voedsel (een maaltijd of een stevige hap tussendoor) inneemt,
dit verbetert de opname van het geneesmiddel door het lichaam.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Atazanavir, de werkzame stof in
REYATAZ, wordt in de moedermelk uitgescheiden. Patiënten moeten geen borstvoeding geven als zij
REYATAZ gebruiken. Het wordt aanbevolen dat vrouwen die met hiv zijn geïnfecteerd geen
borstvoeding geven, omdat het virus overgedragen kan worden via de moedermelk.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Als u zich duizelig of licht in het hoofd voelt, rijd dan niet en gebruik geen machines en neem direct
contact met uw arts.
REYATAZ bevat lactose
Als uw arts u heeft verteld dat u sommige suikers (bijv. lactose) niet goed kan verdragen, dient u
contact op te nemen met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Op deze manier kunt u er zeker van zijn dat het
geneesmiddel maximaal effectief is en u vermindert de kans dat het virus resistent wordt tegen het
geneesmiddel.
De aanbevolen REYATAZ capsules dosering voor volwassen is éénmaal daags 300 mg samen
met éénmaal daags 100 mg ritonavir en voedsel.
Atazanavir wordt voorgeschreven in combinatie
met andere anti-hiv geneesmiddelen. Uw arts kan de dosering van REYATAZ aanpassen op basis van
uw anti-hiv-behandeling.
Bij kinderen (in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar) zal de arts van uw kind beslissen over
de juiste dosering gebaseerd op het gewicht van uw kind.
De dosis van REYATAZ capsules bij
kinderen wordt berekend op basis van lichaamsgewicht en wordt eenmaal daags ingenomen samen
met voedsel en 100 mg ritonavir zoals hieronder weergegeven:
Lichaamsgewicht
REYATAZ dosis
ritonavir dosis*
(kg)
eenmaal daags
eenmaal daags
(mg)
(mg)
15 tot minder dan 35
200
100
ten minste 35
300
100
*Ritonavir capsules, tabletten of orale oplossing kunnen worden gebruikt.
REYATAZ is ook beschikbaar als een poeder voor oraal gebruik voor kinderen van ten minste
3 maanden en met een lichaamsgewicht van ten minste 5kg. Het wordt aangeraden over te stappen van
REYATAZ poeder voor oraal gebruik op de REYATAZ capsules zodra patiënten consequent in staat
zijn de capsules door te slikken.
Er kan een dosisverandering optreden wanneer er wordt geswitcht tussen poeder voor oraal gebruik en
capsules. Uw arts zal beslissen wat de juiste dosis is gebaseerd op het lichaamsgewicht van uw kind.
Er zijn geen doseringsadviezen voor REYATAZ voor patiënten jonger dan 3 maanden.
119
Neem REYATAZ capsules met voedsel in
(een maaltijd of een stevige hap tussendoor). Slik de
capsules als geheel door.
Open de capsules niet.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Gele verkleuring van de huid en/of ogen (geelzucht) en een onregelmatige hartslag (QTc-interval-
verlenging) kunnen optreden als u of uw kind te veel REYATAZ gebruikt.
Als u per ongeluk meer REYATAZ capsules inneemt dan uw arts heeft voorgeschreven, dient u direct
contact op te nemen met uw hiv-arts of het dichtstbijzijnde ziekenhuis, om advies te vragen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u vergeten bent een dosis in te nemen, neemt u de gemiste dosis dan zo snel mogelijk in samen
met wat voedsel. Neem de volgende dosis van het schema op het normale vastgestelde tijdstip in. Als
het bijna tijd is voor uw volgende dosis, neem dan de gemiste dosis niet in. Wacht en neem de
volgende dosis op het normale vaste tijdstip.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te
halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met de inname van REYATAZ voordat u heeft overlegd met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. Bij het behandelen van een hiv-infectie is het niet altijd gemakkelijk om te
identificeren welke bijwerkingen worden veroorzaakt door REYATAZ, door andere geneesmiddelen
die u gebruikt of door de hiv-infectie zelf. Het is belangrijk dat u uw arts informeert indien u iets
ongewoons aan uw gezondheidstoestand opmerkt.
Tijdens de hiv-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipide- en
bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw
gezondheid en door uw levensstijlen in het geval van een stijging van de serumlipidewaarden soms
door de hiv-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u een van de volgende ernstige bijwerkingen krijgt:
Huiduitslag, jeuk die soms hevig kan zijn is gemeld. De uitslag verdwijnt gewoonlijk binnen
2 weken zonder verandering van uw REYATAZ-behandeling. Hevige uitslag kan zich samen met
andere verschijnselen ontwikkelen, wat ernstig kan zijn. Stop met het gebruiken van REYATAZ
en vertel het uw arts onmiddellijk als u hevige uitslag of uitslag met griepachtige verschijnselen,
blaren, koorts, zweertjes in de mond, spier- of gewrichtspijn, zwelling in het gezicht, ontsteking
van het oogdie roodheid veroorzaakt (conjunctivitis), pijnlijke, warme of rode knobbeltjes
(nodules) krijgt.
Geelverkleuring van uw huid of oogwit, veroorzaakt door een verhoogde concentratie van
bilirubine in uw bloed is vaak gemeld. Deze bijwerking is gewoonlijk niet gevaarlijk bij
volwassenen en kinderen ouder dan 3 maanden, maar het zou een verschijnsel kunnen zijn van
een ernstig probleem. Vertel het uw arts onmiddellijk als uw huid of oogwit geel kleurt.
Veranderingen in de manier waarop uw hart klopt (hartritmestoornis) kan soms voorkomen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u duizelig of licht in het hoofd wordt of als u plotseling
flauwvalt. Dit zouden verschijnselen van een ernstig hartprobleem kunnen zijn.
Leverproblemen kunnen soms voorkomen. Uw arts zou bloedtesten moeten afnemen voordat u
begint met REYATAZ en tijdens de behandeling. Als u leverproblemen heeft, zoals hepatitis B-
of C- infectie, kunt u verergering van uw leverproblemen ervaren. Vertel het uw arts onmiddellijk
als u donkere (thee-kleurige) urine, jeuk, vergeling van uw huid of oogwit, pijn rond de maag,
bleke ontlasting of misselijkheid krijgt.
120
Galblaasproblemen kunnen soms voorkomen bij mensen die REYATAZ gebruiken.
Verschijnselen van galblaasproblemen kunnen bestaan uit pijn aan de rechter- of het middendeel
van het bovenste gedeelte rond de maag, misselijkheid, braken, koorts of vergeling van uw huid
of oogwit.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Nierstenen komen soms voor bij mensen die REYATAZ gebruiken. Vertel het uw arts
onmiddellijk als u verschijnselen van nierstenen krijgt wat kan bestaan uit pijn aan de onderkant
van uw rug of rond de onderkant van uw maag, bloed in uw urine of pijn wanneer u plast.
Andere bijwerkingen die door patiënten zijn gemeld die behandeld werden met REYATAZ:
Vaak (kan bij 1 tot 10 van de gebruikers optreden):
hoofdpijn
braken, diarree, buikpijn (hinderende maagpijn), misselijkheid, dyspepsie
(spijsverteringsstoornis)
moeheid (extreme vermoeidheid)
Soms (kan bij 1 tot 100 van de gebruikers optreden):
perifere neurologische symptomen (gevoelloosheid, zwakte, tintelingen of pijn in de armen en
benen)
overgevoeligheid (allergische reactie)
asthenie (ongewone vermoeidheid of zwakheid)
gewichtsafname, gewichtstoename, anorexie (gebrek aan eetlust), toegenomen eetlust
depressie, angst, slaapstoornissen
desorientatie, amnesie (geheugenverlies), duizeligheid, slaperigheid, abnormale dromen
syncope (flauwvallen), hypertensie (verhoogde bloeddruk)
dyspnoe (kortademigheid)
pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier), gastritis (maagontsteking), afteuze stomatitis
(pijnlijke zweertjes in de mond, slijmvliesverwondingen), dysgeusie (stoornis in de
smaakgewaarwording), flatulentie (winderigheid), droge mond, opzwelling van de buik
angio-oedeem (ernstige zwelling van de huid en andere weefsels, meestal lippen en ogen)
alopecia (ongewoon haarverlies of uitdunning), pruritus (jeuk)
spieratrofie (vermindering van spierweefsel), artralgie (gewrichtspijn), myalgie (pijnlijke spieren)
interstitiële nefritis (ontsteking van de nieren), hematurie (bloed in de urine), proteïnurie
(overmaat aan eiwit in de urine), pollakisurie (vaker moeten plassen)
gynecomastie (borstvergroting bij mannen)
pijn op de borst, malaise (algemeen gevoel van onwelbevinden), koorts
slapeloosheid (moeilijk slapen)
Zelden (kan bij 1 tot 1.000 van de gebruikers optreden):
verstoorde loop (abnormale manier van lopen)
oedeem (vochtophoping)
hepatosplenomegalie (vergroting van de lever en milt)
myopathie (pijnlijke spieren, gevoeligheid of zwakte van de spieren, niet veroorzaakt door
inspanning)
nierpijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in Aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
121
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
het doosje of op de blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
-
De werkzame stof in dit middel is atazanavir. Elke capsule bevat 150 mg atazanavir (als sulfaat).
De andere stoffen in dit middel zijn crospovidon, Lactosemonohydraat en magnesiumstearaat. De
capsule en de drukinkt bevatten gelatine, schellak, Ammoniumhydroxide, simethicon,
propyleenglycol, indigokarmijn (E132) en titanium dioxide (E171).
Hoe ziet REYATAZ eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Elke capsule REYATAZ 150 mg bevat 150 mg atazanavir.
Ondoorzichtig blauw en lichtblauwe capsule bedrukt met witte en blauwe inkt, met “BMS 150 mg” op
de ene helft en “3624” op de andere helft.
REYATAZ 150 mg harde capsules worden geleverd in flessen met 60 capsules.
REYATAZ 150 mg harde capsules worden ook geleverd in blisters die zijn verpakt in doosjes met 60
capsules.
Het kan zijn dat niet alle verpakkingsvormen beschikbaar zijn in alle landen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de
vergunning voor het in de handel brengen:
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Fabrikant:
CATALENT ANAGNI S.R.L.
Loc. Fontana del Ceraso snc
Strada Provinciale 12 Casilina, 41
03012 Anagni (FR)
Italië
Swords Laboratories Unlimited Company T/A Bristol-Myers Squibb Pharmaceutical Operations,
External Manufacturing
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
122
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
123
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
REYATAZ 200 mg harde capsules
atazanavir
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Geef dit
geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
REYATAZ is een antiviraal (of antiretroviraal) geneesmiddel.
Het behoort tot de groep van
geneesmiddelen die
proteaseremmers
worden genoemd. Deze geneesmiddelen houden een infectie
met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) onder controle door het blokkeren van een eiwit dat hiv
nodig heeft om zich te vermenigvuldigen. Ze werken door de hoeveelheid hiv in uw lichaam te
verlagen, waardoor uw immuunsysteem weer wordt versterkt. Op deze manier wordt door REYATAZ
het risico op de ontwikkeling van hiv-gerelateerde ziekten verlaagd.
REYATAZ capsules kunnen worden gebruikt door volwassenen en kinderen in de leeftijd van 6 jaar
en ouder. Uw arts heeft REYATAZ aan u voorgeschreven omdat u geïnfecteerd bent met het hiv en dit
kan het zogenaamde 'Acquired ImmunoDeficiency'-syndroom (aids) veroorzaken. REYATAZ wordt
normaliter voorgeschreven in combinatie met andere anti-hiv-geneesmiddelen. Uw arts zal samen met
u bepalen welke combinatie van deze geneesmiddelen met REYATAZ het beste voor u is.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch
voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft matige tot ernstige leverproblemen.
Uw arts zal dan bepalen hoe ernstig uw
leveraandoening is voordat hij besluit of u REYATAZ kan gebruiken.
U gebruikt een van de onderstaande geneesmiddelen:
zie ook
Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?
rifampicine (een antibioticum voor de behandeling van tuberculose).
astemizol of terfenadine (algemeen gebruikt om allergische symptomen te bestrijden; deze
geneesmiddelen kunnen beschikbaar zijn zonder recept); cisapride (ter behandeling van
maagreflux, soms zuurbranden genoemd); pimozide (voor de behandeling van
schizofrenie); kinidine of bepridil (voor correctie van het hartritme); ergotamine, dihydro-
ergotamine, ergonovine, methylergonovine (voor de behandeling van hoofdpijn); en
alfuzosine (voor de behandeling van een vergrote prostaat).
124
quetiapine (gebruikt ter behandeling van schizofrenie, bipolaire stoornis en ernstige
depressieve stoornis); lurasidon (gebruikt ter behandeling van schizofrenie)
geneesmiddelen die St. Janskruid
(Hypericum perforatum,
een kruidenpreparaat)
bevatten.
triazolam en oraal (via de mond in te nemen) midazolam (ter bevordering van de nachtrust
en/of ter vermindering van angst).
Lomitapide, simvastatine en lovastatine (cholesterolverlagers).
producten die grazoprevir bevatten, inclusief combinatie van elbasvir/grazoprevir met
vaste dosis en combinatie van glecaprevir/pibrentasvir met vaste dosis (gebruikt voor de
behandeling van chronische hepatitis C-infectie)
Gebruik sildenafil niet met REYATAZ wanneer sildenafil wordt gebruikt voor de behandeling van
verhoogde bloeddruk in de longslagaders (pulmonale arteriële hypertensie). Sildenafil wordt ook
gebruikt als behandeling van erectiele disfunctie. Vertel het uw arts als u sildenafil gebruikt voor de
behandeling van erectiele disfunctie.
Informeer uw arts direct indien één van deze bovenstaande waarschuwingen op u van toepassing is.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
REYATAZ geeft geen genezing van de hiv-infectie.
De ontwikkeling van infecties en andere ziekten
als gevolg van de hiv-infectie kan doorgaan. U kunt nog steeds hiv doorgeven als u dit geneesmiddel
gebruikt, ofschoon het risico wordt verlaagd door effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw
arts over de voorzorgsmaatregelen die nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.
Bepaalde personen zullen tijdens de behandeling met REYATAZ speciale zorg nodig hebben. Neem
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en vertel het uw arts als:
u hepatitis B of C heeft
u tekenen of verschijnselen ontwikkelt van galstenen (pijn aan de rechterzijde van uw buik)
u hemofilie-A of -B heeft
u hemodialyse nodig heeft.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Er zijn meldingen gemaakt van nierstenen bij patiënten die REYATAZ gebruiken. Indien u tekenen of
symptomen krijgt van nierstenen (pijn aan uw zijde, bloed in de urine, pijn tijdens het plassen), licht
dan onmiddellijk uw arts in.
Bij sommige patiënten met voortgeschreden hiv-infectie (aids) die al eens opportunistische infecties
hebben gehad, kunnen zich kort na het starten van een anti-hiv-therapie tekenen en symptomen
voordoen van een ontsteking door eerdere infecties. Vermoedelijk zijn deze symptomen het gevolg
van verbetering van de immuunrespons (natuurlijke afweer), waardoor het lichaam in staat is zich
teweer te stellen tegen infecties die er eventueel, zonder duidelijke symptomen, al waren. Licht
onmiddellijk uw arts in als u infectieverschijnselen opmerkt. Naast opportunistische infecties, kunnen
ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat wanneer het immuunsysteem gezond
lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart met het innemen van geneesmiddelen voor de
behandeling van uw hiv-infectie. Auto-immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de
behandeling optreden. Als u merkt dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals
spierzwakte, zwakte die begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van
de romp van het lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste
behandeling onmiddellijk contact op met uw arts.
Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een botaandoening
ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel veroorzaakt door verminderde
bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans op ontwikkeling van deze
aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale combinatietherapie, gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie (onderdrukking van de natuurlijke
125
afweer) en een hoge Body Mass Index (overgewicht). Tekenen van osteonecrose zijn stijfheid en pijn
in de gewrichten (in het bijzonder in de heupen, knieën en schouders) en moeilijk kunnen bewegen.
Wanneer u een van deze verschijnselen opmerkt, licht dan uw arts in.
Hyperbilirubinemie (een verhoging van de hoeveelheid bilirubine in het bloed) komt voor bij patiënten
die REYATAZ krijgen. De symptomen kunnen een lichte geelkleuring van de huid of ogen zijn.
Indien u enkele van deze symptomen opmerkt, licht dan uw arts in.
Ernstige huiduitslag, waaronder het Stevens-Johnson-syndroom, is gemeld bij patiënten die
REYATAZ gebruiken. Als u last krijgt van huiduitslag moet u onmiddellijk contact opnemen met uw
arts.
Indien u een verandering in uw hartslag bemerkt (verandering van hartritme), licht dan uw arts in. Bij
kinderen die REYATAZ krijgen, moet mogelijk het hart gecontroleerd worden. De arts van uw kind
zal hierover beslissen.
Kinderen
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen
jonger dan 3 maanden en met een lichaamsgewicht van
minder dan 5 kg. Het gebruik van REYATAZ bij kinderen jonger dan 3 maanden en met een
lichaamsgewicht van minder dan 5 kg is niet onderzocht vanwege het risico op ernstige complicaties.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
U mag REYATAZ niet gebruiken als u bepaalde andere geneesmiddelen gebruikt.
Deze staan
beschreven onder Wanneer mag u dit middel niet gebruiken? aan het begin van rubriek 2.
Er zijn nog andere geneesmiddelen die u niet samen met REYATAZ mag gebruiken. Gebruikt u naast
REYATAZ nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid
dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel het dan uw arts. Dat geldt
ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft. Het is met name belangrijk als het
om één van deze gaat:
andere geneesmiddelen voor de behandeling van een hiv-infectie (bijv. indinavir, nevirapine en
efavirenz)
Sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir (gebruikt om hepatitis C te behandelen)
sildenafil, vardenafil of tadalafil (wordt bij mannen gebruikt om impotentie (erectiestoornis) te
behandelen)
als u een anticonceptiepil ("de
Pil")
om zwangerschap te voorkomen gebruikt samen met
REYATAZ, dan dient u deze precies volgens de aanwijzingen van uw arts in te nemen en geen
enkele dosis over te slaan
elk geneesmiddel dat gebruikt wordt voor de behandeling van aandoeningen die te maken hebben
met maagzuur (bijv. antacida, in te nemen 1 uur voordat u REYATAZ inneemt of 2 uur nadat u
REYATAZ inneemt, H
2
-blokkers zoals famotidine en protonpompremmers zoals omeprazol)
geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen, de hartslag te vertragen of om het hartritme te
corrigeren (amiodaron, diltiazem, systemische lidocaïne, verapamil)
atorvastatine, pravastatine en fluvastatine (cholesterolverlagers)
salmeterol (gebruikt bij de behandeling van astma)
ciclosporine, tacrolimus en sirolimus (geneesmiddelen om de lichaamsafweer te onderdrukken)
bepaalde antibiotica (rifabutine, claritromycine)
ketaconazol, itraconazol en voriconazol (geneesmiddelen tegen schimmels)
apixaban, dabigatran, edoxaban, rivaroxaban, en warfarine (anticoagulantia, gebruikt tegen
bloedstolling)
carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, lamotrigine (middelen tegen epilepsie (anti-epileptica))
irinotecan (gebruikt voor de behandeling van kanker)
kalmeringsmiddelen (b.v. midazolam toegediend via injectie)
buprenorfine (gebruikt bij de behandeling van afhankelijkheid van opiaten en bij pijn).
Sommige geneesmiddelen kunnen mogelijk een wisselwerking geven met ritonavir, een geneesmiddel
dat in combinatie met REYATAZ wordt ingenomen. Het is belangrijk om het uw arts te melden als u
126
fluticason of budesonide gebruikt (middelen die via de neus of via inhalatie worden gebruikt om
symptomen van allergie en astma te behandelen).
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Het is belangrijk dat u REYATAZ met voedsel (een maaltijd of een stevige hap tussendoor) inneemt,
dit verbetert de opname van het geneesmiddel door het lichaam.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Atazanavir, de werkzame stof in
REYATAZ, wordt in de moedermelk uitgescheiden. Patiënten moeten geen borstvoeding geven als zij
REYATAZ gebruiken. Het wordt aanbevolen dat vrouwen die met hiv zijn geïnfecteerd geen
borstvoeding geven, omdat het virus overgedragen kan worden via de moedermelk.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Als u zich duizelig of licht in het hoofd voelt, rijd dan niet en gebruik geen machines en neem direct
contact met uw arts.
REYATAZ bevat lactose
Als uw arts u heeft verteld dat u sommige suikers (bijv. lactose) niet goed kan verdragen, dient u
contact op te nemen met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Op deze manier kunt u er zeker van zijn dat het
geneesmiddel maximaal effectief is en u vermindert de kans dat het virus resistent wordt tegen het
geneesmiddel.
De aanbevolen REYATAZ capsules dosering voor volwassen is éénmaal daags 300 mg samen
met éénmaal daags 100 mg ritonavir en voedsel.
Atazanavir wordt voorgeschreven in combinatie
met andere anti-hiv geneesmiddelen. Uw arts kan de dosering van REYATAZ aanpassen op basis van
uw anti-hiv-behandeling.
Bij kinderen (in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar) zal de arts van uw kind beslissen over
de juiste dosering gebaseerd op het gewicht van uw kind.
De dosis van REYATAZ capsules bij
kinderen wordt berekend op basis van lichaamsgewicht en wordt eenmaal daags ingenomen samen
met voedsel en 100 mg ritonavir zoals hieronder weergegeven:
Lichaamsgewicht
REYATAZ dosis
ritonavir dosis*
(kg)
eenmaal daags
eenmaal daags
(mg)
(mg)
15 tot minder dan 35
200
100
ten minste 35
300
100
*Ritonavir capsules, tabletten of orale oplossing kunnen worden gebruikt.
REYATAZ is ook beschikbaar als een poeder voor oraal gebruik voor kinderen van ten minste
3 maanden en met een lichaamsgewicht van ten minste 5kg. Het wordt aangeraden over te stappen van
REYATAZ poeder voor oraal gebruik op de REYATAZ capsules zodra patiënten consequent in staat
zijn de capsules door te slikken.
Er kan een dosisverandering optreden wanneer er wordt geswitcht tussen poeder voor oraal gebruik en
capsules. Uw arts zal beslissen wat de juiste dosis is gebaseerd op het lichaamsgewicht van uw kind.
Er zijn geen doseringsadviezen voor REYATAZ voor patiënten jonger dan 3 maanden.
127
Neem REYATAZ capsules met voedsel in
(een maaltijd of een stevige hap tussendoor). Slik de
capsules als geheel door.
Open de capsules niet.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Gele verkleuring van de huid en/of ogen (geelzucht) en een onregelmatige hartslag (QTc-interval-
verlenging) kunnen optreden als u of uw kind te veel REYATAZ gebruikt.
Als u per ongeluk meer REYATAZ capsules inneemt dan uw arts heeft voorgeschreven, dient u direct
contact op te nemen met uw hiv-arts of het dichtstbijzijnde ziekenhuis, om advies te vragen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u vergeten bent een dosis in te nemen, neemt u de gemiste dosis dan zo snel mogelijk in samen
met wat voedsel. Neem de volgende dosis van het schema op het normale vastgestelde tijdstip in. Als
het bijna tijd is voor uw volgende dosis, neem dan de gemiste dosis niet in. Wacht en neem de
volgende dosis op het normale vaste tijdstip.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te
halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met de inname van REYATAZ voordat u heeft overlegd met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. Bij het behandelen van een hiv-infectie is het niet altijd gemakkelijk om te
identificeren welke bijwerkingen worden veroorzaakt door REYATAZ, door andere geneesmiddelen
die u gebruikt of door de hiv-infectie zelf. Het is belangrijk dat u uw arts informeert indien u iets
ongewoons aan uw gezondheidstoestand opmerkt.
Tijdens de hiv-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipide- en
bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw
gezondheid en door uw levensstijlen in het geval van een stijging van de serumlipidewaarden soms
door de hiv-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u een van de volgende ernstige bijwerkingen krijgt:
Huiduitslag, jeuk die soms hevig kan zijn is gemeld. De uitslag verdwijnt gewoonlijk binnen
2 weken zonder verandering van uw REYATAZ-behandeling. Hevige uitslag kan zich samen met
andere verschijnselen ontwikkelen, wat ernstig kan zijn. Stop met het gebruiken van REYATAZ
en vertel het uw arts onmiddellijk als u hevige uitslag of uitslag met griepachtige verschijnselen,
blaren, koorts, zweertjes in de mond, spier- of gewrichtspijn, zwelling in het gezicht, ontsteking
van het oogdie roodheid veroorzaakt (conjunctivitis), pijnlijke, warme of rode knobbeltjes
(nodules) krijgt.
Geelverkleuring van uw huid of oogwit, veroorzaakt door een verhoogde concentratie van
bilirubine in uw bloed is vaak gemeld. Deze bijwerking is gewoonlijk niet gevaarlijk bij
volwassenen en kinderen ouder dan 3 maanden, maar het zou een verschijnsel kunnen zijn van
een ernstig probleem. Vertel het uw arts onmiddellijk als uw huid of oogwit geel kleurt.
Veranderingen in de manier waarop uw hart klopt (hartritmestoornis) kan soms voorkomen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u duizelig of licht in het hoofd wordt of als u plotseling
flauwvalt. Dit zouden verschijnselen van een ernstig hartprobleem kunnen zijn.
Leverproblemen kunnen soms voorkomen. Uw arts zou bloedtesten moeten afnemen voordat u
begint met REYATAZ en tijdens de behandeling. Als u leverproblemen heeft, zoals hepatitis B-
of C- infectie, kunt u verergering van uw leverproblemen ervaren. Vertel het uw arts onmiddellijk
als u donkere (thee-kleurige) urine, jeuk, vergeling van uw huid of oogwit, pijn rond de maag,
bleke ontlasting of misselijkheid krijgt.
128
Galblaasproblemen kunnen soms voorkomen bij mensen die REYATAZ gebruiken.
Verschijnselen van galblaasproblemen kunnen bestaan uit pijn aan de rechter- of het middendeel
van het bovenste gedeelte rond de maag, misselijkheid, braken, koorts of vergeling van uw huid
of oogwit.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Nierstenen komen soms voor bij mensen die REYATAZ gebruiken. Vertel het uw arts
onmiddellijk als u verschijnselen van nierstenen krijgt wat kan bestaan uit pijn aan de onderkant
van uw rug of rond de onderkant van uw maag, bloed in uw urine of pijn wanneer u plast.
Andere bijwerkingen die door patiënten zijn gemeld die behandeld werden met REYATAZ:
Vaak (kan bij 1 tot 10 van de gebruikers optreden):
hoofdpijn
braken, diarree, buikpijn (hinderende maagpijn), misselijkheid, dyspepsie
(spijsverteringsstoornis)
moeheid (extreme vermoeidheid)
Soms (kan bij 1 tot 100 van de gebruikers optreden):
perifere neurologische symptomen (gevoelloosheid, zwakte, tintelingen of pijn in de armen en
benen)
overgevoeligheid (allergische reactie)
asthenie (ongewone vermoeidheid of zwakheid)
gewichtsafname, gewichtstoename, anorexie (gebrek aan eetlust), toegenomen eetlust
depressie, angst, slaapstoornissen
desorientatie, amnesie (geheugenverlies), duizeligheid, slaperigheid, abnormale dromen
syncope (flauwvallen), hypertensie (verhoogde bloeddruk)
dyspnoe (kortademigheid)
pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier), gastritis (maagontsteking), afteuze stomatitis
(pijnlijke zweertjes in de mond, slijmvliesverwondingen), dysgeusie (stoornis in de
smaakgewaarwording), flatulentie (winderigheid), droge mond, opzwelling van de buik
angio-oedeem (ernstige zwelling van de huid en andere weefsels, meestal lippen en ogen)
alopecia (ongewoon haarverlies of uitdunning), pruritus (jeuk)
spieratrofie (vermindering van spierweefsel), artralgie (gewrichtspijn), myalgie (pijnlijke spieren)
interstitiële nefritis (ontsteking van de nieren), hematurie (bloed in de urine), proteïnurie
(overmaat aan eiwit in de urine), pollakisurie (vaker moeten plassen)
gynecomastie (borstvergroting bij mannen)
pijn op de borst, malaise (algemeen gevoel van onwelbevinden), koorts
slapeloosheid (moeilijk slapen)
Zelden (kan bij 1 tot 1.000 van de gebruikers optreden):
verstoorde loop (abnormale manier van lopen)
oedeem (vochtophoping)
hepatosplenomegalie (vergroting van de lever en milt)
myopathie (pijnlijke spieren, gevoeligheid of zwakte van de spieren, niet veroorzaakt door
inspanning)
nierpijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in Aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
129
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
het doosje of op de blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
-
De werkzame stof in dit middel is atazanavir. Elke capsule bevat 200 mg atazanavir (als sulfaat).
De andere stoffen in dit middel zijn crospovidon, Lactosemonohydraat en magnesiumstearaat. De
capsule en de drukinkt bevatten gelatine, schellak, Ammoniumhydroxide, simethicon,
propyleenglycol, indigokarmijn (E132) en titanium dioxide (E171).
Hoe ziet REYATAZ eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Elke capsule REYATAZ 200 mg bevat 200 mg atazanavir.
Ondoorzichtig blauwe capsule bedrukt met witte inkt, met “BMS 200 mg” op de ene helft en “3631”
op de andere helft.
REYATAZ 200 mg harde capsules worden geleverd in flessen met 60 capsules. Eén of drie flacons
met 60 harde capsules zijn beschikbaar per doos.
REYATAZ 200 mg harde capsules worden ook geleverd in blisters die zijn verpakt in doosjes met 60
capsules.
Het kan zijn dat niet alle verpakkingsvormen beschikbaar zijn in alle landen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de
vergunning voor het in de handel brengen:
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Fabrikant:
CATALENT ANAGNI S.R.L.
Loc. Fontana del Ceraso snc
Strada Provinciale 12 Casilina, 41
03012 Anagni (FR)
Italië
Swords Laboratories Unlimited Company T/A Bristol-Myers Squibb Pharmaceutical Operations,
External Manufacturing
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
130
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
131
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
REYATAZ 300 mg harde capsules
atazanavir
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Geef dit
geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
REYATAZ is een antiviraal (of antiretroviraal) geneesmiddel.
Het behoort tot de groep van
geneesmiddelen die
proteaseremmers
worden genoemd. Deze geneesmiddelen houden een infectie
met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) onder controle door het blokkeren van een eiwit dat hiv
nodig heeft om zich te vermenigvuldigen. Ze werken door de hoeveelheid hiv in uw lichaam te
verlagen, waardoor uw immuunsysteem weer wordt versterkt. Op deze manier wordt door REYATAZ
het risico op de ontwikkeling van hiv-gerelateerde ziekten verlaagd.
REYATAZ capsules kunnen worden gebruikt door volwassenen en kinderen in de leeftijd van 6 jaar
en ouder. Uw arts heeft REYATAZ aan u voorgeschreven omdat u geïnfecteerd bent met het hiv en dit
kan het zogenaamde 'Acquired ImmunoDeficiency'-syndroom (aids) veroorzaken. REYATAZ wordt
normaliter voorgeschreven in combinatie met andere anti-hiv-geneesmiddelen. Uw arts zal samen met
u bepalen welke combinatie van deze geneesmiddelen met REYATAZ het beste voor u is.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch
voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft matige tot ernstige leverproblemen.
Uw arts zal dan bepalen hoe ernstig uw
leveraandoening is voordat hij besluit of u REYATAZ kan gebruiken.
U gebruikt een van de onderstaande geneesmiddelen:
zie ook
Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?
rifampicine (een antibioticum voor de behandeling van tuberculose).
astemizol of terfenadine (algemeen gebruikt om allergische symptomen te bestrijden; deze
geneesmiddelen kunnen beschikbaar zijn zonder recept); cisapride (ter behandeling van
maagreflux, soms zuurbranden genoemd); pimozide (voor de behandeling van
schizofrenie); kinidine of bepridil (voor correctie van het hartritme); ergotamine, dihydro-
ergotamine, ergonovine, methylergonovine (voor de behandeling van hoofdpijn); en
alfuzosine (voor de behandeling van een vergrote prostaat).
132
quetiapine (gebruikt ter behandeling van schizofrenie, bipolaire stoornis en ernstige
depressieve stoornis); lurasidon (gebruikt ter behandeling van schizofrenie)
geneesmiddelen die St. Janskruid
(Hypericum perforatum,
een kruidenpreparaat)
bevatten.
triazolam en oraal (via de mond in te nemen) midazolam (ter bevordering van de nachtrust
en/of ter vermindering van angst).
Lomitapide, simvastatine en lovastatine (cholesterolverlagers).
producten die grazoprevir bevatten, inclusief combinatie van elbasvir/grazoprevir met
vaste dosis en combinatie van glecaprevir/pibrentasvir met vaste dosis (gebruikt voor de
behandeling van chronische hepatitis C-infectie)
Gebruik sildenafil niet met REYATAZ wanneer sildenafil wordt gebruikt voor de behandeling van
verhoogde bloeddruk in de longslagaders (pulmonale arteriële hypertensie). Sildenafil wordt ook
gebruikt als behandeling van erectiele disfunctie. Vertel het uw arts als u sildenafil gebruikt voor de
behandeling van erectiele disfunctie.
Informeer uw arts direct indien één van deze bovenstaande waarschuwingen op u van toepassing is.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
REYATAZ geeft geen genezing van de hiv-infectie.
De ontwikkeling van infecties en andere ziekten
als gevolg van de hiv-infectie kan doorgaan. U kunt nog steeds hiv doorgeven als u dit geneesmiddel
gebruikt, ofschoon het risico wordt verlaagd door effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw
arts over de voorzorgsmaatregelen die nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.
Bepaalde personen zullen tijdens de behandeling met REYATAZ speciale zorg nodig hebben. Neem
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en vertel het uw arts als:
u hepatitis B of C heeft
u tekenen of verschijnselen ontwikkelt van galstenen (pijn aan de rechterzijde van uw buik)
u hemofilie-A of -B heeft
u hemodialyse nodig heeft.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Er zijn meldingen gemaakt van nierstenen bij patiënten die REYATAZ gebruiken. Indien u tekenen of
symptomen krijgt van nierstenen (pijn aan uw zijde, bloed in de urine, pijn tijdens het plassen), licht
dan onmiddellijk uw arts in.
Bij sommige patiënten met voortgeschreden hiv-infectie (aids) die al eens opportunistische infecties
hebben gehad, kunnen zich kort na het starten van een anti-hiv-therapie tekenen en symptomen
voordoen van een ontsteking door eerdere infecties. Vermoedelijk zijn deze symptomen het gevolg
van verbetering van de immuunrespons (natuurlijke afweer), waardoor het lichaam in staat is zich
teweer te stellen tegen infecties die er eventueel, zonder duidelijke symptomen, al waren. Licht
onmiddellijk uw arts in als u infectieverschijnselen opmerkt. Naast opportunistische infecties, kunnen
ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat wanneer het immuunsysteem gezond
lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart met het innemen van geneesmiddelen voor de
behandeling van uw hiv-infectie. Auto-immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de
behandeling optreden. Als u merkt dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals
spierzwakte, zwakte die begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van
de romp van het lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste
behandeling onmiddellijk contact op met uw arts.
Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een botaandoening
ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel veroorzaakt door verminderde
bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans op ontwikkeling van deze
aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale combinatietherapie, gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie (onderdrukking van de natuurlijke
133
afweer) en een hoge Body Mass Index (overgewicht). Tekenen van osteonecrose zijn stijfheid en pijn
in de gewrichten (in het bijzonder in de heupen, knieën en schouders) en moeilijk kunnen bewegen.
Wanneer u een van deze verschijnselen opmerkt, licht dan uw arts in.
Hyperbilirubinemie (een verhoging van de hoeveelheid bilirubine in het bloed) komt voor bij patiënten
die REYATAZ krijgen. De symptomen kunnen een lichte geelkleuring van de huid of ogen zijn.
Indien u enkele van deze symptomen opmerkt, licht dan uw arts in.
Ernstige huiduitslag, waaronder het Stevens-Johnson-syndroom, is gemeld bij patiënten die
REYATAZ gebruiken. Als u last krijgt van huiduitslag moet u onmiddellijk contact opnemen met uw
arts.
Indien u een verandering in uw hartslag bemerkt (verandering van hartritme), licht dan uw arts in. Bij
kinderen die REYATAZ krijgen, moet mogelijk het hart gecontroleerd worden. De arts van uw kind
zal hierover beslissen.
Kinderen
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen
jonger dan 3 maanden en met een lichaamsgewicht van
minder dan 5 kg. Het gebruik van REYATAZ bij kinderen jonger dan 3 maanden en met een
lichaamsgewicht van minder dan 5 kg is niet onderzocht vanwege het risico op ernstige complicaties.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
U mag REYATAZ niet gebruiken als u bepaalde andere geneesmiddelen gebruikt.
Deze staan
beschreven onder Wanneer mag u dit middel niet gebruiken? aan het begin van rubriek 2.
Er zijn nog andere geneesmiddelen die u niet samen met REYATAZ mag gebruiken. Gebruikt u naast
REYATAZ nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid
dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel het dan uw arts. Dat geldt
ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft. Het is met name belangrijk als het
om één van deze gaat:
andere geneesmiddelen voor de behandeling van een hiv-infectie (bijv. indinavir, nevirapine en
efavirenz)
Sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir (gebruikt om hepatitis C te behandelen)
sildenafil, vardenafil of tadalafil (wordt bij mannen gebruikt om impotentie (erectiestoornis) te
behandelen)
als u een anticonceptiepil ("de
Pil")
om zwangerschap te voorkomen gebruikt samen met
REYATAZ, dan dient u deze precies volgens de aanwijzingen van uw arts in te nemen en geen
enkele dosis over te slaan
elk geneesmiddel dat gebruikt wordt voor de behandeling van aandoeningen die te maken hebben
met maagzuur (bijv. antacida, in te nemen 1 uur voordat u REYATAZ inneemt of 2 uur nadat u
REYATAZ inneemt, H
2
-blokkers zoals famotidine en protonpompremmers zoals omeprazol)
geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen, de hartslag te vertragen of om het hartritme te
corrigeren (amiodaron, diltiazem, systemische lidocaïne, verapamil)
atorvastatine, pravastatine en fluvastatine (cholesterolverlagers)
salmeterol (gebruikt bij de behandeling van astma)
ciclosporine, tacrolimus en sirolimus (geneesmiddelen om de lichaamsafweer te onderdrukken)
bepaalde antibiotica (rifabutine, claritromycine)
ketaconazol, itraconazol en voriconazol (geneesmiddelen tegen schimmels)
apixaban, dabigatran, edoxaban, rivaroxaban, en warfarine (anticoagulantia, gebruikt tegen
bloedstolling)
carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, lamotrigine (middelen tegen epilepsie (anti-epileptica))
irinotecan (gebruikt voor de behandeling van kanker)
kalmeringsmiddelen (b.v. midazolam toegediend via injectie)
buprenorfine (gebruikt bij de behandeling van afhankelijkheid van opiaten en bij pijn).
Sommige geneesmiddelen kunnen mogelijk een wisselwerking geven met ritonavir, een geneesmiddel
dat in combinatie met REYATAZ wordt ingenomen. Het is belangrijk om het uw arts te melden als u
134
fluticason of budesonide gebruikt (middelen die via de neus of via inhalatie worden gebruikt om
symptomen van allergie en astma te behandelen).
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Het is belangrijk dat u REYATAZ met voedsel (een maaltijd of een stevige hap tussendoor) inneemt,
dit verbetert de opname van het geneesmiddel door het lichaam.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Atazanavir, de werkzame stof in
REYATAZ, wordt in de moedermelk uitgescheiden. Patiënten moeten geen borstvoeding geven als zij
REYATAZ gebruiken. Het wordt aanbevolen dat vrouwen die met hiv zijn geïnfecteerd geen
borstvoeding geven, omdat het virus overgedragen kan worden via de moedermelk.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Als u zich duizelig of licht in het hoofd voelt, rijd dan niet en gebruik geen machines en neem direct
contact met uw arts.
REYATAZ bevat lactose
Als uw arts u heeft verteld dat u sommige suikers (bijv. lactose) niet goed kan verdragen, dient u
contact op te nemen met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Op deze manier kunt u er zeker van zijn dat het
geneesmiddel maximaal effectief is en u vermindert de kans dat het virus resistent wordt tegen het
geneesmiddel.
De aanbevolen REYATAZ capsules dosering voor volwassen is éénmaal daags 300 mg samen
met éénmaal daags 100 mg ritonavir en voedsel.
Atazanavir wordt voorgeschreven in combinatie
met andere anti-hiv geneesmiddelen. Uw arts kan de dosering van REYATAZ aanpassen op basis van
uw anti-hiv-behandeling.
Bij kinderen (in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar) zal de arts van uw kind beslissen over
de juiste dosering gebaseerd op het gewicht van uw kind.
De dosis van REYATAZ capsules bij
kinderen wordt berekend op basis van lichaamsgewicht en wordt eenmaal daags ingenomen samen
met voedsel en 100 mg ritonavir zoals hieronder weergegeven:
Lichaamsgewicht
REYATAZ dosis
ritonavir dosis*
(kg)
eenmaal daags
eenmaal daags
(mg)
(mg)
15 tot minder dan 35
200
100
ten minste 35
300
100
*Ritonavir capsules, tabletten of orale oplossing kunnen worden gebruikt.
REYATAZ is ook beschikbaar als een poeder voor oraal gebruik voor kinderen van ten minste
3 maanden en met een lichaamsgewicht van ten minste 5kg. Het wordt aangeraden over te stappen
van REYATAZ poeder voor oraal gebruik op de REYATAZ capsules zodra patiënten consequent in
staat zijn de capsules door te slikken.
Er kan een dosisverandering optreden wanneer er wordt geswitcht tussen poeder voor oraal gebruik en
capsules. Uw arts zal beslissen wat de juiste dosis is gebaseerd op het lichaamsgewicht van uw kind.
Er zijn geen doseringsadviezen voor REYATAZ voor patiënten jonger dan 3 maanden.
135
Neem REYATAZ capsules met voedsel in
(een maaltijd of een stevige hap tussendoor). Slik de
capsules als geheel door.
Open de capsules niet.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Gele verkleuring van de huid en/of ogen (geelzucht) en een onregelmatige hartslag (QTc-interval-
verlenging) kunnen optreden als u of uw kind te veel REYATAZ gebruikt.
Als u per ongeluk meer REYATAZ capsules inneemt dan uw arts heeft voorgeschreven, dient u direct
contact op te nemen met uw hiv-arts of het dichtstbijzijnde ziekenhuis, om advies te vragen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u vergeten bent een dosis in te nemen, neemt u de gemiste dosis dan zo snel mogelijk in samen
met wat voedsel. Neem de volgende dosis van het schema op het normale vastgestelde tijdstip in. Als
het bijna tijd is voor uw volgende dosis, neem dan de gemiste dosis niet in. Wacht en neem de
volgende dosis op het normale vaste tijdstip.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te
halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met de inname van REYATAZ voordat u heeft overlegd met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. Bij het behandelen van een hiv-infectie is het niet altijd gemakkelijk om te
identificeren welke bijwerkingen worden veroorzaakt door REYATAZ, door andere geneesmiddelen
die u gebruikt of door de hiv-infectie zelf. Het is belangrijk dat u uw arts informeert indien u iets
ongewoons aan uw gezondheidstoestand opmerkt.
Tijdens de hiv-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipide- en
bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw
gezondheid en door uw levensstijlen in het geval van een stijging van de serumlipidewaarden soms
door de hiv-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u een van de volgende ernstige bijwerkingen krijgt:
Huiduitslag, jeuk die soms hevig kan zijn is gemeld. De uitslag verdwijnt gewoonlijk binnen
2 weken zonder verandering van uw REYATAZ-behandeling. Hevige uitslag kan zich samen met
andere verschijnselen ontwikkelen, wat ernstig kan zijn. Stop met het gebruiken van REYATAZ
en vertel het uw arts onmiddellijk als u hevige uitslag of uitslag met griepachtige verschijnselen,
blaren, koorts, zweertjes in de mond, spier- of gewrichtspijn, zwelling in het gezicht, ontsteking
van het oogdie roodheid veroorzaakt (conjunctivitis), pijnlijke, warme of rode knobbeltjes
(nodules) krijgt.
Geelverkleuring van uw huid of oogwit, veroorzaakt door een verhoogde concentratie van
bilirubine in uw bloed is vaak gemeld. Deze bijwerking is gewoonlijk niet gevaarlijk bij
volwassenen en kinderen ouder dan 3 maanden, maar het zou een verschijnsel kunnen zijn van
een ernstig probleem. Vertel het uw arts onmiddellijk als uw huid of oogwit geel kleurt.
Veranderingen in de manier waarop uw hart klopt (hartritmestoornis) kan soms voorkomen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u duizelig of licht in het hoofd wordt of als u plotseling
flauwvalt. Dit zouden verschijnselen van een ernstig hartprobleem kunnen zijn.
Leverproblemen kunnen soms voorkomen. Uw arts zou bloedtesten moeten afnemen voordat u
begint met REYATAZ en tijdens de behandeling. Als u leverproblemen heeft, zoals hepatitis B-
of C- infectie, kunt u verergering van uw leverproblemen ervaren. Vertel het uw arts onmiddellijk
als u donkere (thee-kleurige) urine, jeuk, vergeling van uw huid of oogwit, pijn rond de maag,
bleke ontlasting of misselijkheid krijgt.
136
Galblaasproblemen kunnen soms voorkomen bij mensen die REYATAZ gebruiken.
Verschijnselen van galblaasproblemen kunnen bestaan uit pijn aan de rechter- of het middendeel
van het bovenste gedeelte rond de maag, misselijkheid, braken, koorts of vergeling van uw huid
of oogwit.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Nierstenen komen soms voor bij mensen die REYATAZ gebruiken. Vertel het uw arts
onmiddellijk als u verschijnselen van nierstenen krijgt wat kan bestaan uit pijn aan de onderkant
van uw rug of rond de onderkant van uw maag, bloed in uw urine of pijn wanneer u plast.
Andere bijwerkingen die door patiënten zijn gemeld die behandeld werden met REYATAZ:
Vaak (kan bij 1 tot 10 van de gebruikers optreden):
hoofdpijn
braken, diarree, buikpijn (hinderende maagpijn), misselijkheid, dyspepsie
(spijsverteringsstoornis)
moeheid (extreme vermoeidheid)
Soms (kan bij 1 tot 100 van de gebruikers optreden):
perifere neurologische symptomen (gevoelloosheid, zwakte, tintelingen of pijn in de armen en
benen)
overgevoeligheid (allergische reactie)
asthenie (ongewone vermoeidheid of zwakheid)
gewichtsafname, gewichtstoename, anorexie (gebrek aan eetlust), toegenomen eetlust
depressie, angst, slaapstoornissen
desorientatie, amnesie (geheugenverlies), duizeligheid, slaperigheid, abnormale dromen
syncope (flauwvallen), hypertensie (verhoogde bloeddruk)
dyspnoe (kortademigheid)
pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier), gastritis (maagontsteking), afteuze stomatitis
(pijnlijke zweertjes in de mond, slijmvliesverwondingen), dysgeusie (stoornis in de
smaakgewaarwording), flatulentie (winderigheid), droge mond, opzwelling van de buik
angio-oedeem (ernstige zwelling van de huid en andere weefsels, meestal lippen en ogen)
alopecia (ongewoon haarverlies of uitdunning), pruritus (jeuk)
spieratrofie (vermindering van spierweefsel), artralgie (gewrichtspijn), myalgie (pijnlijke spieren)
interstitiële nefritis (ontsteking van de nieren), hematurie (bloed in de urine), proteïnurie
(overmaat aan eiwit in de urine), pollakisurie (vaker moeten plassen)
gynecomastie (borstvergroting bij mannen)
pijn op de borst, malaise (algemeen gevoel van onwelbevinden), koorts
slapeloosheid (moeilijk slapen)
Zelden (kan bij 1 tot 1.000 van de gebruikers optreden):
verstoorde loop (abnormale manier van lopen)
oedeem (vochtophoping)
hepatosplenomegalie (vergroting van de lever en milt)
myopathie (pijnlijke spieren, gevoeligheid of zwakte van de spieren, niet veroorzaakt door
inspanning)
nierpijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in Aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
137
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
het doosje of op de blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
-
De werkzame stof in dit middel is atazanavir. Elke capsule bevat 300 mg atazanavir (als sulfaat).
De andere stoffen in dit middel zijn crospovidon, Lactosemonohydraat en magnesiumstearaat. De
capsule en de drukinkt bevatten gelatine, schellak, Ammoniumhydroxide, simethicon, rood
ijzeroxide, zwart ijzeroxid, geel ijzeroxide, propyleenglycol, indigokarmijn (E132) en titanium
dioxide (E171).
Hoe ziet REYATAZ eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Elke capsule REYATAZ 300 mg bevat 300 mg atazanavir.
Ondoorzichtig rode en blauwe capsule bedrukt met witte inkt, met “BMS 300 mg” op de ene helft en
“3622” op de andere helft.
REYATAZ 300 mg harde capsules worden geleverd in flessen met 30 capsules. Eén of drie flacons
met 30 harde capsules zijn beschikbaar per doos.
REYATAZ 300 mg harde capsules worden ook geleverd in blisters die zijn verpakt in doosjes met 30
capsules.
Het kan zijn dat niet alle verpakkingsvormen beschikbaar zijn in alle landen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de
vergunning voor het in de handel brengen:
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Fabrikant:
CATALENT ANAGNI S.R.L.
Loc. Fontana del Ceraso snc
Strada Provinciale 12 Casilina, 41
03012 Anagni (FR)
Italië
Swords Laboratories Unlimited Company T/A Bristol-Myers Squibb Pharmaceutical Operations,
External Manufacturing
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
138
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
139
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
REYATAZ 50 mg poeder voor oraal gebruik
atazanavir
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Geef dit
geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
REYATAZ is een antiviraal (of antiretroviraal) geneesmiddel.
Het behoort tot de groep van
geneesmiddelen die
proteaseremmers
worden genoemd. Deze geneesmiddelen houden een infectie
met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) onder controle door het blokkeren van een eiwit dat hiv
nodig heeft om zich te vermenigvuldigen. Ze werken door de hoeveelheid hiv in uw lichaam te
verlagen, waardoor uw immuunsysteem weer wordt versterkt. Op deze manier wordt door REYATAZ
het risico op de ontwikkeling van hiv-gerelateerde ziekten verlaagd.
REYATAZ poeder voor oraal gebruik kan worden gebruikt door kinderen in de leeftijd van ten minste
3 maanden en met een lichaamsgewicht van ten minste 5 kg (zie rubriek 3 Hoe gebruikt u dit middel?).
Uw arts heeft REYATAZ aan u voorgeschreven omdat u geïnfecteerd bent met het hiv en dit kan het
zogenaamde 'Acquired ImmunoDeficiency'-syndroom (aids) veroorzaken. Het moet altijd gebruikt
worden met een lage dosis van ritonavir en in combinatie met andere anti-hiv-geneesmiddelen. Uw
arts zal samen met u bepalen welke combinatie van deze geneesmiddelen met REYATAZ het beste
voor u is.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch
voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft matige tot ernstige leverproblemen.
Uw arts zal dan bepalen hoe ernstig uw
leveraandoening is voordat hij besluit of u REYATAZ kan gebruiken.
U gebruikt een van de onderstaande geneesmiddelen:
zie ook
Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?
rifampicine (een antibioticum voor de behandeling van tuberculose).
astemizol of terfenadine (algemeen gebruikt om allergische symptomen te bestrijden;
deze geneesmiddelen kunnen beschikbaar zijn zonder recept); cisapride (ter behandeling
van maagreflux, soms zuurbranden genoemd); pimozide (voor de behandeling van
schizofrenie); kinidine of bepridil (voor correctie van het hartritme); ergotamine, dihydro-
140
ergotamine, ergonovine, methylergonovine (voor de behandeling van hoofdpijn); en
alfuzosine (voor de behandeling van een vergrote prostaat).
quetiapine (gebruikt ter behandeling van schizofrenie, bipolaire stoornis en ernstige
depressieve stoornis); lurasidon (gebruikt ter behandeling van schizofrenie)
geneesmiddelen die St. Janskruid
(Hypericum perforatum,
een kruidenpreparaat)
bevatten.
triazolam en oraal (via de mond in te nemen) midazolam (ter bevordering van de
nachtrust en/of ter vermindering van angst).
Lomitapide, simvastatine en lovastatine (cholesterolverlagers).
geneesmiddelen die grazoprevir bevatten, inclusief de combinatie van
elbasvir/grazoprevir in vaste doses en de combinatie van glecaprevir/pibrentasvir in vaste
doses (gebruikt om chronische hepatitis C te behandelen)
Gebruik sildenafil niet met REYATAZ wanneer sildenafil wordt gebruikt voor de behandeling van
verhoogde bloeddruk in de longslagaders (pulmonale arteriële hypertensie). Sildenafil wordt ook
gebruikt als behandeling van erectiele disfunctie. Vertel het uw arts als u sildenafil gebruikt voor de
behandeling van erectiele disfunctie.
Informeer uw arts direct indien één van deze bovenstaande waarschuwingen op u van toepassing is.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
REYATAZ geeft geen genezing van de hiv-infectie.
De ontwikkeling van infecties en andere ziekten
als gevolg van de hiv-infectie kan doorgaan. U kunt nog steeds hiv doorgeven als u dit geneesmiddel
gebruikt, ofschoon het risico wordt verlaagd door effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw
arts over de voorzorgsmaatregelen die nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.
Bepaalde personen zullen tijdens de behandeling met REYATAZ speciale zorg nodig hebben. Neem
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en vertel het uw arts als:
u hepatitis B of C heeft
u tekenen of verschijnselen ontwikkelt van galstenen (pijn aan de rechterzijde van uw buik)
u hemofilie -A of -B heeft
u hemodialyse nodig heeft.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Er zijn meldingen gemaakt van nierstenen bij patiënten die REYATAZ gebruiken. Indien u tekenen of
symptomen krijgt van nierstenen (pijn aan uw zijde, bloed in de urine, pijn tijdens het plassen), licht
dan onmiddellijk uw arts in.
Bij sommige patiënten met voortgeschreden hiv-infectie (aids) die al eens opportunistische infecties
hebben gehad, kunnen zich kort na het starten van een anti-hiv-therapie tekenen en symptomen
voordoen van een ontsteking door eerdere infecties. Vermoedelijk zijn deze symptomen het gevolg
van verbetering van de immuunrespons (natuurlijke afweer), waardoor het lichaam in staat is zich
teweer te stellen tegen infecties die er eventueel, zonder duidelijke symptomen, al waren. Licht
onmiddellijk uw arts in als u infectieverschijnselen opmerkt. Naast opportunistische infecties, kunnen
ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat wanneer het immuunsysteem gezond
lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart met het innemen van geneesmiddelen voor de
behandeling van uw hiv-infectie. Auto-immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de
behandeling optreden. Als u merkt dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals
spierzwakte, zwakte die begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van
de romp van het lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste
behandeling onmiddellijk contact op met uw arts.
Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een botaandoening
ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel veroorzaakt door verminderde
bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans op ontwikkeling van deze
141
aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale combinatietherapie, gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie (onderdrukking van de natuurlijke
afweer) en een hoge Body Mass Index (overgewicht). Tekenen van osteonecrose zijn stijfheid en pijn
in de gewrichten (in het bijzonder in de heupen, knieën en schouders) en moeilijk kunnen bewegen.
Wanneer u een van deze verschijnselen opmerkt, licht dan uw arts in.
Hyperbilirubinemie (een verhoging van de hoeveelheid bilirubine in het bloed) komt voor bij patiënten
die REYATAZ krijgen. De symptomen kunnen een lichte geelkleuring van de huid of ogen zijn.
Indien u enkele van deze symptomen opmerkt, licht dan uw arts in.
Ernstige huiduitslag, waaronder het Stevens-Johnson-syndroom, is gemeld bij patiënten die
REYATAZ gebruiken. Als u last krijgt van huiduitslag moet u onmiddellijk contact opnemen met uw
arts.
Indien u een verandering in uw hartslag bemerkt (verandering van hartritme), licht dan uw arts in. Bij
kinderen die REYATAZ krijgen, moet mogelijk het hart gecontroleerd worden. De arts van uw kind
zal hierover beslissen.
Kinderen
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen
jonger dan 3 maanden en met een lichaamsgewicht van
minder dan 5 kg. Het gebruik van REYATAZ bij kinderen jonger dan 3 maanden en met een
lichaamsgewicht van minder dan 5 kg is niet onderzocht vanwege het risico op ernstige complicaties.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
U mag REYATAZ niet gebruiken als u bepaalde andere geneesmiddelen gebruikt.
Deze staan
beschreven onder Wanneer mag u dit middel niet gebruiken? aan het begin van rubriek 2.
Er zijn nog andere geneesmiddelen die u niet samen met REYATAZ mag gebruiken. Gebruikt u naast
REYATAZ nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid
dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel het dan uw arts. Dat geldt
ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft. Het is met name belangrijk als het
om één van deze gaat:
andere geneesmiddelen voor de behandeling van een hiv-infectie (bijv. indinavir, nevirapine en
efavirenz)
Sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir (gebruikt om hepatitis C te behandelen)
sildenafil, vardenafil of tadalafil (wordt bij mannen gebruikt om impotentie (erectiestoornis) te
behandelen)
als u een anticonceptiepil ("de
Pil")
om zwangerschap te voorkomen gebruikt samen met
REYATAZ, dan dient u deze precies volgens de aanwijzingen van uw arts in te nemen en geen
enkele dosis over te slaan
elk geneesmiddel dat gebruikt wordt voor de behandeling van aandoeningen die te maken hebben
met maagzuur (bijv. antacida, in te nemen 1 uur voordat u REYATAZ inneemt of 2 uur nadat u
REYATAZ inneemt, H
2
-blokkers zoals famotidine en protonpompremmers zoals omeprazol)
geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen, de hartslag te vertragen of om het hartritme te
corrigeren (amiodaron, diltiazem, systemische lidocaïne, verapamil)
atorvastatine, pravastatine en fluvastatine (cholesterolverlagers)
salmeterol (gebruikt bij de behandeling van astma)
ciclosporine, tacrolimus en sirolimus (geneesmiddelen om de lichaamsafweer te onderdrukken)
bepaalde antibiotica (rifabutine, claritromycine)
ketaconazol, itraconazol en voriconazol (geneesmiddelen tegen schimmels)
apixaban, dabigatran, edoxaban, rivaroxaban, en warfarine (anticoagulantia, gebruikt tegen
bloedstolling)
carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, lamotrigine (middelen tegen epilepsie (anti-epileptica))
irinotecan (gebruikt voor de behandeling van kanker)
kalmeringsmiddelen (b.v. midazolam toegediend via injectie)
buprenorfine (gebruikt bij de behandeling van afhankelijkheid van opiaten en bij pijn).
142
Sommige geneesmiddelen kunnen mogelijk een wisselwerking geven met ritonavir, een geneesmiddel
dat in combinatie met REYATAZ wordt ingenomen. Het is belangrijk om het uw arts te melden als u
fluticason of budesonide gebruikt (middelen die via de neus of via inhalatie worden gebruikt om
symptomen van allergie en astma te behandelen).
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Zie rubriek 3 Hoe gebruikt u dit middel?.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Atazanavir, de werkzame stof in
REYATAZ, wordt in de moedermelk uitgescheiden. Patiënten moeten geen borstvoeding geven als zij
REYATAZ gebruiken. Het wordt aanbevolen dat vrouwen die met hiv zijn geïnfecteerd geen
borstvoeding geven, omdat het virus overgedragen kan worden via de moedermelk.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Als u zich duizelig of licht in het hoofd voelt, rijd dan niet en gebruik geen machines en neem direct
contact op met uw arts.
REYATAZ poeder voor oraal gebruik bevat:
63 mg aspartaam per zakje. Aspartaam is een bron van fenylalanine. Het kan schadelijk zijn als u
fenylketonurie (PKU) heeft. Dit is een zeldzame genetische aandoening waarbij fenylalanine zich
opstapelt in het lichaam, omdat het lichaam dit niet goed kan verwijderen.
1,3 g sucrose per zakje. Hier moet rekening mee gehouden worden bij patiënten met diabetes
mellitus. Kan schadelijk zijn voor de tanden. Als uw arts u heeft verteld dat uw kind sommige
suikers (bijv. lactose) niet goed kan verdragen, dient u contact op te nemen met uw arts voordat u
dit geneesmiddel inneemt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Op deze manier kunt u er zeker van zijn dat het
geneesmiddel maximaal effectief is en u vermindert de kans dat het virus resistent wordt tegen het
geneesmiddel.
Bij kinderen (ten minste 3 maanden oud en met een lichaamsgewicht van ten minste 5 kg) zal de
arts van uw kind beslissen over de juiste dosering gebaseerd op het gewicht van uw kind.
De
dosis van REYATAZ poeder voor oraal gebruik bij kinderen wordt berekend op basis van het
lichaamsgewicht en wordt eenmaal daags ingenomen samen met voedsel en ritonavir zoals hieronder
weergegeven:
Lichaamsgewicht
REYATAZ dosis
ritonavir dosis*
(kg)
eenmaal daags
eenmaal daags
(mg)
(mg)
a
Ten minste 5 tot minder dan 15
200 mg (4 zakjes )
80 mg
b
Ten minste 15 tot minder dan
250 mg (5 zakjes
a
)
80 mg
b
35
ten minste 35
300 mg (6 zakjes
a
)
100 mg
c
a
Elk
b
zakje bevat 50 mg REYATAZ
Ritonavir orale oplossing
c
Ritonavir orale oplossing of capsule/tablet
REYATAZ is ook beschikbaar als capsules voor volwassenen en kinderen van ten minste 6 jaar met
een lichaamsgewicht van ten minste 15 kg die in staat zijn om capsules door te slikken. Het wordt
aangeraden over te stappen van de REYATAZ poeder voor oraal gebruik op de REYATAZ capsules
zodra patiënten consequent in staat zijn de capsules door te slikken.
143
Een verandering van dosis kan optreden wanneer er wordt geswitcht tussen poeder voor oraal gebruik
en capsules. Uw arts zal beslissen wat de juiste dosis is gebaseerd op het lichaamsgewicht van uw
kind.
Er zijn geen doseringsadviezen voor REYATAZ voor patiënten jonger dan 3 maanden.
Instructies voor REYATAZ poeder voor oraal gebruik:
Voor kinderen die uit een beker kunnen drinken, moet REYATAZ poeder voor oraal gebruik
samen met eten of drinken genomen worden. Als REYATAZ poeder voor oraal gebruik met
water wordt gemengd, moet op hetzelfde moment ook iets gegeten worden.
Voor kinderen die geen vast voedsel kunnen eten of niet uit een beker kunnen drinken, moet
REYATAZ poeder voor oraal gebruik gemengd worden met zuigelingenvoeding en gegeven
worden met een orale spuit. Vraag uw apotheker voor een orale spuit. Gebruik geen
zuigelingenfles om REYATAZ gemengd met zuigelingenvoeding te geven.
Zie de "Gebruiksinstructies" aan het einde van de bijsluiter voor het bereiden en toedienen van
een dosis REYATAZ poeder voor oraal gebruik.
REYATAZ poeder voor oraal gebruik moet binnen 60 minuten na mengen gegeven worden.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Gele verkleuring van de huid en/of ogen (geelzucht) en een onregelmatige hartslag (QTc-interval-
verlenging) kunnen optreden als u of uw kind te veel REYATAZ gebruikt.
Als u per ongeluk meer REYATAZ poeder voor oraal gebruik inneemt of geeft dan uw arts heeft
voorgeschreven, dient u direct contact op te nemen met uw hiv-arts of het dichtstbijzijnde ziekenhuis,
om advies te vragen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u vergeten bent een dosis in te nemen of uw kind een dosis te geven, neem of geef de gemiste
dosis dan zo snel mogelijk samen met wat voedsel en neem of geef de volgende dosis van het schema
op het normale vastgestelde tijdstip. Als het voor u of uw kind bijna tijd is voor de volgende dosis,
neem of geef dan de gemiste dosis niet. Wacht en neem of geef de volgende dosis op het normale
vaste tijdstip.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met de inname van REYATAZ voordat u heeft overlegd met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. Bij het behandelen van een hiv-infectie is het niet altijd gemakkelijk om te
identificeren welke bijwerkingen worden veroorzaakt door REYATAZ, door andere geneesmiddelen
die u gebruikt of door de hiv-infectie zelf. Het is belangrijk dat u uw arts informeert indien u iets
ongewoons aan uw gezondheidstoestand opmerkt.
Tijdens de hiv-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipide- en
bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw
gezondheid en door uw levensstijlen in het geval van een stijging van de serumlipidewaarden soms
door de hiv-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u een van de volgende ernstige bijwerkingen krijgt:
Huiduitslag, jeuk die soms hevig kan zijn is gemeld. De uitslag verdwijnt gewoonlijk binnen
2 weken zonder verandering van uw REYATAZ-behandeling. Hevige uitslag kan zich samen met
andere verschijnselen ontwikkelen, wat ernstig kan zijn. Stop met het gebruiken van REYATAZ
en vertel het uw arts onmiddellijk als u hevige uitslag of uitslag met griepachtige verschijnselen,
144
blaren, koorts, zweertjes in de mond, spier- of gewrichtspijn, zwelling in het gezicht, ontsteking
van het oogdie roodheid veroorzaakt (conjunctivitis), pijnlijke, warme of rode knobbeltjes
(nodules) krijgt.
Geelverkleuring van uw huid of oogwit, veroorzaakt door een verhoogde concentratie van
bilirubine in uw bloed is vaak gemeld. Deze bijwerking is gewoonlijk niet gevaarlijk bij
volwassenen en kinderen ouder dan 3 maanden, maar het zou een verschijnsel kunnen zijn van
een ernstig probleem. Vertel het uw arts onmiddellijk als uw huid of oogwit geel kleurt.
Veranderingen in de manier waarop uw hart klopt (hartritmestoornis) kan soms voorkomen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u duizelig of licht in het hoofd wordt of als u plotseling
flauwvalt. Dit zouden verschijnselen van een ernstig hartprobleem kunnen zijn.
Leverproblemen kunnen soms voorkomen. Uw arts zou bloedtesten moeten afnemen voordat u
begint met REYATAZ en tijdens de behandeling. Als u leverproblemen heeft, zoals hepatitis B-
of C- infectie, kunt u verergering van uw leverproblemen ervaren. Vertel het uw arts onmiddellijk
als u donkere (thee-kleurige) urine, jeuk, vergeling van uw huid of oogwit, pijn rond de maag,
bleke ontlasting of misselijkheid krijgt.
Galblaasproblemen kunnen soms voorkomen bij mensen die REYATAZ gebruiken.
Verschijnselen van galblaasproblemen kunnen bestaan uit pijn aan de rechter- of het middendeel
van het bovenste gedeelte rond de maag, misselijkheid, braken, koorts of vergeling van uw huid
of oogwit.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Nierstenen komen soms voor bij mensen die REYATAZ gebruiken. Vertel het uw arts
onmiddellijk als u verschijnselen van nierstenen krijgt wat kan bestaan uit pijn aan de onderkant
van uw rug of rond de onderkant van uw maag, bloed in uw urine of pijn wanneer u plast.
Andere bijwerkingen die door patiënten zijn gemeld die behandeld werden met REYATAZ:
Vaak (kan bij 1 tot 10 van de gebruikers optreden):
hoofdpijn
braken, diarree, buikpijn (hinderende maagpijn), misselijkheid, dyspepsie
(spijsverteringsstoornis)
moeheid (extreme vermoeidheid)
Soms (kan bij 1 tot 100 van de gebruikers optreden):
perifere neurologische symptomen (gevoelloosheid, zwakte, tintelingen of pijn in de armen en
benen)
overgevoeligheid (allergische reactie)
asthenie (ongewone vermoeidheid of zwakheid)
gewichtsafname, gewichtstoename, anorexie (gebrek aan eetlust), toegenomen eetlust
depressie, angst, slaapstoornissen
desorientatie, amnesie (geheugenverlies), duizeligheid, slaperigheid, abnormale dromen
syncope (flauwvallen), hypertensie (verhoogde bloeddruk)
dyspnoe (kortademigheid)
pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier), gastritis (maagontsteking), afteuze stomatitis
(pijnlijke zweertjes in de mond, slijmvliesverwondingen), dysgeusie (stoornis in de
smaakgewaarwording), flatulentie (winderigheid), droge mond, opzwelling van de buik
angio-oedeem (ernstige zwelling van de huid en andere weefsels, meestal lippen en ogen)
alopecia (ongewoon haarverlies of uitdunning), pruritus (jeuk)
spieratrofie (vermindering van spierweefsel), artralgie (gewrichtspijn), myalgie (pijnlijke spieren)
interstitiële nefritis (ontsteking van de nieren), hematurie (bloed in de urine), proteïnurie
(overmaat aan eiwit in de urine), pollakisurie (vaker moeten plassen)
gynecomastie (borstvergroting bij mannen)
pijn op de borst, malaise (algemeen gevoel van onwelbevinden), koorts
slapeloosheid (moeilijk slapen)
Zelden (kan bij 1 tot 1.000 van de gebruikers optreden):
verstoorde loop (abnormale manier van lopen)
oedeem (vochtophoping)
hepatosplenomegalie (vergroting van de lever en milt)
myopathie (pijnlijke spieren, gevoeligheid of zwakte van de spieren, niet veroorzaakt door
inspanning)
145
nierpijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in Aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het doosje
of op het zakje na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Dit geneesmiddel heeft geen bijzondere bewaarcondities. Open het zakje niet totdat u klaar bent om
het te gebruiken.
Na het mengen van de poeder voor oraal gebruik met voedsel of drank kan het mengsel op
kamertemperatuur (beneden 30
°
C) maximaal 1 uur bewaard worden.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
-
De werkzame stof in dit middel is atazanavir. Elk zakje bevat 50 mg atazanavir (als sulfaat).
De andere stoffen in dit middel zijn aspartaam (E951), sucrose en sinaasappel vanille-aroma.
Hoe ziet REYATAZ eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Elk zakje REYATAZ 50 mg poeder voor oraal gebruik bevat 50 mg atazanavir.
Er is één verpakkingsvorm beschikbaar: 1 doosje met 30 zakjes.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de
vergunning voor het in de handel brengen:
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Fabrikant:
Swords Laboratories Unlimited Company T/A Lawrence Laboratories
Unit 12 & 15, Distribution Centre
Shannon Industrial Estate
Shannon, Co. Clare, V14 DD39
146
Ierland
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
147
Gebruiksinstructies
Deze instructies laten u zien hoe u een dosis REYATAZ poeder voor oraal gebruik bereidt en geeft.
Zorg ervoor dat u deze instructies leest en begrijpt voordat u dit geneesmiddel aan uw kind geeft.
De arts van uw kind zal besluiten wat de juiste dosis is gebaseerd op de leeftijd en het gewicht van uw
kind.
Geef het geneesmiddel altijd binnen 60 minuten na het mengen.
Voordat u het geneesmiddel geeft
1.
Bepaal de dosis en het aantal zakjes van REYATAZ poeder voor oraal gebruik dat nodig is
(zie rubriek 3 Hoe gebruikt u dit middel?).
2. Tik het zakje voorafgaand aan het gebruik. Knip ieder zakje langs de stippellijn.
3. Kies de juiste optie uit de onderstaande lijst voor het geven van REYATAZ poeder voor
oraal gebruik aan uw kind. Er mogen grotere volumes of hoeveelheden vloeibare
zuigelingenvoeding, drank of voedsel worden gebruikt. Zorg ervoor dat al de
zuigelingenvoeding, drank of voedsel dat het geneesmiddel bevat wordt gegeten of
gedronken.
Voorbereiden en geven van het geneesmiddel met vloeibare zuigelingenvoeding met een
medicijnkopje of kleine beker en orale spuit (vraag
uw apotheker om een orale spuit):
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Neem een kleine medicijnbeker of kleine beker en doe de inhoud van alle zakjes in het kopje
of de kleine beker.
Voeg 10 ml vloeibare zuigelingenvoeding toe en meng met een lepel.
Plaats de punt van de orale spuit in het mengsel en trek de zuiger op totdat de volledige
hoeveelheid zuigelingenvoeding is opgezogen.
Plaats de spuit in de mond van uw kind richting de wang en duw de zuiger naar beneden om
het geneesmiddel vrij te geven.
Doe nog 10 ml zuigelingenvoeding in het kopje of de beker en spoel de overgebleven poeder
voor oraal gebruik uit het kopje of de beker.
Plaats de punt van de orale spuit in het mengsel en trek de zuiger op totdat de volledige
hoeveelheid zuigelingenvoeding is opgezogen.
Plaats de spuit in de mond van uw kind richting de wang en duw de zuiger naar beneden om
het geneesmiddel vrij te geven.
Geef uw kind de aanbevolen dosis van ritonavir direct na het geven van REYATAZ poeder
voor oraal gebruik.
Doe de inhoud van de zakjes in een kleine drinkbeker.
Voeg 30 ml van de drank toe en meng het met een lepel.
Laat het kind het mengsel opdrinken.
Voeg nog 15 ml van de drank toe, meng en laat het kind het mengsel opdrinken.
Als er water wordt gebruikt, moet op hetzelfde moment ook voedsel gegeven worden.
Vul een kleine beker met de inhoud van de zakjes.
Voeg minimaal één eetlepel voedsel toe en meng.
Voer het mengsel aan uw kind.
Voeg nog een eetlepel toe aan de beker, meng en voer het aan uw kind.
Voorbereiden en geven van het geneesmiddel met drinken
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
3.
4.
Voorbereiden en geven van het geneesmiddel met voedsel
Heeft u nog vragen over de bereiding of geven van de dosis REYATAZ poeder voor oraal gebruik?
Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
148
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 100 mg harde capsules
REYATAZ 150 mg harde capsules
REYATAZ 200 mg harde capsules
REYATAZ 300 mg harde capsules

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
REYATAZ 100 mg harde capsules
Elke capsule bevat 100 mg atazanavir (als sulfaat).
Hulpstof met bekend effect: 54,79 mg lactose per capsule.
REYATAZ 150 mg harde capsules
Elke capsule bevat 150 mg atazanavir (als sulfaat).
Hulpstof met bekend effect: 82,18 mg lactose per capsule.
REYATAZ 200 mg harde capsules
Elke capsule bevat 200 mg atazanavir (als sulfaat).
Hulpstof met bekend effect: 109,57 mg lactose per capsule.
REYATAZ 300 mg harde capsules
Elke capsule bevat 300 mg atazanavir (als sulfaat).
Hulpstof met bekend effect: 164,36 mg lactose per capsule.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule
REYATAZ 100 mg harde capsules
Ondoorzichtig blauw en witte capsule bedrukt met witte en blauwe inkt, met 'BMS 100 mg' op de ene
helft en '3623' op de andere helft.
REYATAZ 150 mg harde capsules
Ondoorzichtig blauw en licht blauwe capsule bedrukt met witte en blauwe inkt, met 'BMS 150 mg'
op de ene helft en '3624' op de andere helft.
REYATAZ 200 mg harde capsules
Ondoorzichtig blauwe capsule bedrukt met witte inkt, met 'BMS 200 mg' op de ene helft en '3631'
op de andere helft.
REYATAZ 300 mg harde capsules
Ondoorzichtig rode en blauwe capsule bedrukt met witte inkt, met 'BMS 300 mg' op de ene helft en
'3622' op de andere helft.

KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
REYATAZ capsules, gelijktijdig toegediend met lage doseringen ritonavir, zijn geïndiceerd voor
gebruik bij hiv-1 geïnfecteerde volwassenen en pediatrische patiënten in de leeftijd van 6 jaar en ouder
in combinatie met andere antiretrovirale middelen (zie rubriek 4.2).
Gebaseerd op de beschikbare virologische en klinische gegevens van volwassen patiënten is er geen
voordeel te verwachten bij patiënten met stammen die resistent zijn tegen meerdere proteaseremmers
( 4 PI-mutaties).
De keuze voor REYATAZ bij voorbehandelde volwassen en pediatrische patiënten dient gebaseerd te
zijn op individuele virale resistentietests en de behandelingshistorie van de patiënt (zie rubrieken 4.4
en 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
De behandeling dient te worden ingesteld door een arts die ervaren is in de behandeling van hiv-
infecties.
Dosering
Volwassenen
De aanbevolen dosering van REYATAZ capsules is 300 mg éénmaal daags samen met éénmaal daags
100 mg ritonavir en voedsel. Ritonavir wordt gebruikt als versterker ("booster") van de atazanavir
farmacokinetiek (zie rubrieken 4.5 en 5.1). (Zie ook rubriek 4.4 Stoppen van ritonavir alleen onder
beperkende voorwaarden).
Pediatrische patiënten (in de leeftijd van 6 jaar tot jonger dan 18 jaar en met een lichaamsgewicht
van ten minste 15 kg)
De dosering van atazanavir capsules bij pediatrische patiënten is gebaseerd op lichaamsgewicht zoals
weergegeven in Tabel 1 en dient de aanbevolen dosering bij volwassenen niet te overschrijden.
REYATAZ capsules dienen met ritonavir te worden gebruikt en moeten met voedsel worden
ingenomen.
Tabel 1:
Dosering bij pediatrische patiënten (in de leeftijd van 6 jaar tot jonger dan 18 jaar
en met een lichaamsgewicht van ten minste 15 kg) voor REYATAZ capsules met
ritonavir
REYATAZ eenmaaldaagse
ritonavir eenmaaldaagse
Lichaamsgewicht (kg)
dosis
dosisa
15 tot minder dan 35
200 mg
100 mg
ten minste 35
300 mg
100 mg
a Ritonavir capsules, tabletten of orale oplossing.
Pediatrische patiënten (ten minste 3 maanden oud en met een lichaamsgewicht van ten minste 5 kg):
REYATAZ poeder voor oraal gebruik is beschikbaar voor pediatrische patiënten van ten minste
3 maanden oud en met een lichaamsgewicht van ten minste 5 kg (zie de Samenvatting van de
Productkenmerken van REYATAZ poeder voor oraal gebruik). Het switchen van REYATAZ poeder
voor oraal gebruik naar REYATAZ capsules wordt aangemoedigd zodra patiënten consequent in staat
zijn capsules door te slikken.
Het is mogelijk dat een dosisverandering nodig is wanneer er van formulering wordt gewisseld.
Raadpleeg de doseringtabel van de specifieke formulering (zie de Samenvatting van de
productkenmerken van REYATAZ oraal poeder).
Speciale populaties
Nierfunctiestoornis
Indien tenofovirdisoproxil of een H2-receptorantagonist nodig is, kan een verhoging van de dosis
naar REYATAZ 400 mg met 100 mg ritonavir en TDM overwogen worden (zie rubrieken 4.6 en
5.2).
Het wordt niet aanbevolen om REYATAZ met ritonavir te gebruiken bij zwangere patiënten die
zowel tenofovirdisoproxil als een H2-receptorantagonist krijgen.
(Zie rubriek 4.4 Stoppen van ritonavir alleen onder beperkende voorwaarden).
Tijdens de postpartumperiode:
Na een mogelijke vermindering in atazanavirblootstelling tijdens het tweede en derde trimester,
kunnen atazanavirblootstellingen toenemen tijdens de eerste twee maanden na de bevalling (zie
rubriek 5.2). Daarom moeten patiënten na de bevalling nauwgezet gecontroleerd worden op
bijwerkingen.
Gedurende deze periode moeten patiënten dezelfde doseringsaanbevelingen opvolgen als niet-
zwangere patiënten, inclusief de aanbevelingen met betrekking tot gelijktijdige toediening van
geneesmiddelen waarvan bekend is dat zij de atazanavirblootstelling beïnvloeden (zie rubriek 4.5).
Pediatrische patiënten (jonger dan 3 maanden)
REYATAZ mag niet worden gebruikt bij kinderen jonger dan 3 maanden wegens
veiligheidsbezwaren, met name vanwege het mogelijke risico op kernicterus.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik. De capsules dienen geheel te worden doorgeslikt.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
REYATAZ is gecontra-indiceerd bij patiënten met ernstige leverinsufficiëntie (zie rubrieken 4.2
en 4.4 en 5.2). REYATAZ met ritonavir is gecontra-indiceerd bij patiënten met matige
leverinsufficiëntie (zie rubriek 4.2, 4.4 en 5.2).

afwezigheid van voorgaand virologisch falen
ondetecteerbare virale belasting tijdens de afgelopen 6 maanden bij het huidige behandelschema
virusstammen die geen mutaties (RAM's) herbergen die worden geassocieerd met hiv-resistentie
voor het huidige behandelschema.


Geneesmiddelen per
Interactie
Aanbevelingen omtrent
therapeutische klasse
gelijktijdig gebruik
ANTIVIRALE MIDDELEN TEGEN HEPATITIS C
Grazoprevir 200 mg eenmaal
Atazanavir AUC 43% (30% 57%)
Gelijktijdige toediening van
daags
Atazanavir Cmax 12% (1% 24%)
REYATAZ met
(atazanavir 300 mg/ritonavir
Atazanavir Cmin 23% (13% 134%)
elbasvir/grazoprevir is gecontra-
100 mg eenmaal daags)
indiceerd wegens een
Grazoprevir AUC: 958% (678%
significante verhoging van de
1339%)
plasmaconcentraties van
Grazoprevir Cmax: 524% (342%
grazoprevir en een mogelijk
781%)
verhoogd risico op ALAT-
Grazoprevir Cmin: 1064% (696%
verhogingen (zie rubriek 4.3).
1602%)
De concentratie van grazoprevir was
beduidend verhoogd wanneer
gelijktijdig toegediend met
atazanavir/ritonavir.
Elbasvir 50 mg eenmaal daags Atazanavir AUC 7% (2% 17%)
(atazanavir 300 mg/ritonavir
Atazanavir Cmax 2% (4% 8%)
100 mg eenmaal daags)
Atazanavir Cmin 15% (2% 29%)

Elbasvir AUC: 376% (307%
456%)
Elbasvir Cmax: 315% (246% 397%)
Elbasvir Cmin: 545% (451% 654%)
De concentratie van elbasvir was
verhoogd wanneer gelijktijdig
toegediend met atazanavir/ritonavir.
Sofosbuvir AUC: 40% (25% 57%) Verwacht wordt dat gelijktijdige
velpatasvir 100 mg
Sofosbuvir Cmax 29% (9% 52%)
toediening van REYATAZ en
/voxilaprevir 100 mg
voxilaprevir-bevattende
enkelvoudige dosis*
Velpatasvir AUC: 93% (58%
geneesmiddelen de concentratie
(atazanavir 300 mg/ritonavir
136%)
van voxilaprevir verhoogt.
100 mg eenmaal daags)
Velpatasvir Cmax : 29% (7% 56%)
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ met voxilaprevir-
Voxilaprevir AUC : 331% (276%
bevattende behandeling wordt
393%)
niet aanbevolen.
Voxilaprevir Cmax : 342% (265%
435%)
*Limiet voor gebrek aan
farmacokinetische interactie 70-143%
Het effect op atazanavir en ritonavir
blootstelling is niet onderzocht.
Verwachting:
Atazanavir
Ritonavir
Het mechanisme van interactie tussen
REYATAZ/ritonavir en
sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir is
inhibitie van OATP1B, Pgp en
CYP3A.
Glecaprevir
Glecaprevir AUC: 553% (424%
Gelijktijdig gebruik van
300 mg/pibrentasvir 120 mg
714%)
REYATAZ met
eenmaal daags
Glecaprevir Cmax: 306% (215%
glecaprevir/pibrentasvir is
(atazanavir 300 mg/ritonavir
423%)
gecontra-indiceerd vanwege een
100 mg eenmaal daags*)
Glecaprevir Cmin: 1330% (885%
mogelijk verhoogd risico op
1970%)
ALAT-verhogingen door een
significante toename in
Pibrentasvir AUC: 64% (48%
glecaprevir en pibrentasvir
82%)
plasmaconcentraties (zie rubriek
Pibrentasvir Cmax: 29% (15% 45%) 4.3)
Pibrentasvir Cmin: 129% (95%
168%)
* Effect van atazanavir en ritonavir op
de eerste dosis van glecaprevir en
pibrentasvir is gerapporteerd.
ANTIRETROVIRALE MIDDELEN
Proteaseremmers: Gelijktijdige toediening van REYATAZ/ritonavir en andere proteaseremmers is niet
onderzocht, maar het is te verwachten dat het de blootstelling aan andere proteaseremmers verhoogt. Daarom
wordt zo een gelijktijdige toediening niet aanbevolen.
Atazanavir AUC: 250% (144%
Ritonavir 100 mg eenmaal daags
daags
403%)*
wordt gebruikt als booster van
(atazanavir 300 mg eenmaal
Atazanavir Cmax: 120% (56%
de atazanavirfarmacoki-netiek.
daags)
211%)*
Atazanavir Cmin: 713% (359%
Onderzoek verricht bij hiv-
1339%)*
geïnfecteerde patiënten.

* In een gecombineerde analyse werd
atazanavir 300 mg en ritonavir 100 mg
(n=33) vergeleken met atazanavir
400 mg zonder ritonavir (n=28).
Het interactiemechanisme tussen
atazanavir en ritonavir berust op
CYP3A4-inhibitie.
Indinavir
Indinavir wordt geassocieerd met
Gelijktijdige toediening van
indirecte ongeconjugeerde
REYATAZ en indinavir wordt
hyperbilirubinemie door remming van
niet aanbevolen (zie rubriek
UGT.
4.4).
Nucleoside/nucleotide reverse transcriptaseremmers (NRTI's)
Lamivudine 150 mg tweemaal Geen significante effecten op
Gebaseerd op deze gegevens en
daags + zidovudine 300 mg
lamivudine- en
omdat ritonavir niet geacht
tweemaal daags
zidovudineconcentraties werden
wordt een significante invloed te
(atazanavir 400 mg eenmaal
waargenomen.
hebben op de farmacokinetiek
daags)
van NRTI's, wordt van de
gelijktijdige toediening van deze
geneesmiddelen en REYATAZ
niet verwacht dat dit de
blootstelling aan de gelijktijdig
toegediende geneesmiddelen
significant zal veranderen.
Abacavir
Het wordt niet verwacht dat
gelijktijdige toediening van abacavir
en REYATAZ zal leiden tot een
significante verandering in de
blootstelling aan abacavir.
Atazanavir, gelijktijdige toediening
Didanosine dient op een
tabletten) 200 mg/stavudine
met ddI+d4T (nuchter)
nuchtere maag te worden
40 mg, beide enkelvoudige
Atazanavir AUC 87% (92% 79%)
ingenomen 2 uur nadat
dosis
Atazanavir Cmax 89% (94% 82%)
REYATAZ met voedsel zijn
(atazanavir 400 mg
Atazanavir Cmin 84% (90% 73%)
ingenomen. Het wordt niet
enkelvoudige dosis)
verwacht dat gelijktijdig gebruik
Atazanavir, toegediend 1 uur na
van stavudine met REYATAZ
ddI+d4T (nuchter)
de blootstelling aan stavudine
Atazanavir AUC 3% (36% 67%)
significant zal beïnvloeden.
Atazanavir Cmax 12% (33% 18%)
Atazanavir Cmin 3% (39% 73%)
Atazanavirconcentraties namen sterk
af bij gelijktijdige toediening met
didanosine (gebufferde tabletten) en
stavudine. Het interactiemechanisme
berust op een afgenomen
oplosbaarheid van atazanavir bij
toenemende pH, gerelateerd aan de
aanwezigheid van een zuurremmer in
de gebufferde didanosinetabletten.
Geen significante effecten op
didanosine- en stavudineconcentraties
werden waargenomen.
Didanosine
Didanosine (met voedsel)
(maagsapresistente capsules)
Didanosine AUC 34% (41% 27%)
400 mg enkelvoudige dosis
Didanosine Cmax 38% (48% 26%)
(atazanavir 300 mg eenmaal
Didanosine Cmin 25% (8% 69%)
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Geen significante effecten op de
atazanavirconcentraties werden
waargenomen bij gelijktijdige
toediening met maagsapresistent
didanosine, echter bij inname met
voedsel nam de didanosineconcentratie
af.
Atazanavir AUC 22% (35% 6%) * Bij gelijktijdige toediening met
300 mg eenmaal daags
Atazanavir Cmax 16% (30% 0%) * tenofovirdisoproxilfumaraat
(atazanavir 300 mg eenmaal
Atazanavir Cmin 23% (43% 2%) *
wordt aanbevolen REYATAZ
daags met ritonavir 100 mg
300 mg met ritonavir 100 mg en
eenmaal daags)
* In een gecombineerde analyse van
tenofovirdisoproxilfumaraat
diverse klinische onderzoeken werd
300 mg te geven (allen als een
300 mg
atazanavir/ritonavir 300/100 mg
enkelvoudige dosis samen met
tenofovirdisoproxilfumaraat is
tegelijkertijd toegediend met
voedsel).
gelijk aan
tenofovirdisoproxilfumaraat 300 mg
245 mg tenofovirdisoproxil
(n=39) vergeleken met
atazanavir/ritonavir 300/100 mg
Onderzoek verricht bij hiv-
(n=33).
geïnfecteerde patiënten.
De werkzaamheid van
REYATAZ/ritonavir in combinatie
met tenofovirdisoproxilfumaraat bij
eerder behandelde patiënten werd
aangetoond in klinisch onderzoek 045
en bij behandelingsnaïeve patiënten in
klinisch onderzoek 138 (zie rubriek 4.8
en 5.1). Het interactiemechanisme
tussen atazanavir en
tenofovirdisoproxilfumaraat is
onbekend.
Tenofovirdisoproxilfumaraat
Tenofovirdisoproxilfumaraat AUC
Patiënten dienen nauwlettend
300 mg eenmaal daags
37% (30% 45%)
gecontroleerd te worden op
(atazanavir 300 mg eenmaal
Tenofovirdisoproxilfumaraat Cmax
tenofovirdisoproxilfumaraat-
daags met ritonavir 100 mg
34% (20% 51%)
geassocieerde bijwerkingen,
eenmaal daags)
Tenofovirdisoproxilfumaraat Cmin
renale afwijkingen inbegrepen.
29% (21% 36%)
300 mg
tenofovirdisoproxilfumaraat is
gelijk aan
245 mg tenofovirdisoproxil
Non-nucleoside reverse transcriptaseremmers (NNRTI's)
Efavirenz 600 mg eenmaal
Atazanavir ('s avonds): allemaal
Gelijktijdige toediening van
daags
ingenomen met voedsel
efavirenz en REYATAZ wordt
(atazanavir 400 mg eenmaal
Atazanavir AUC 0%(9% 10%)*
niet aanbevolen (zie rubriek
daags met ritonavir 100 mg
Atazanavir Cmax 17%(8% 27%)*
4.4).
eenmaal daags)
Atazanavir Cmin 42%(51% 31%)*


Atazanavir ('s avonds): allemaal
daags
ingenomen met voedsel
(atazanavir 400 mg eenmaal
Atazanavir AUC 6% (10% 26%)
daags met ritonavir 200 mg
*/**
eenmaal daags)
Atazanavir Cmax 9% (5% 26%)
*/**
Atazanavir Cmin 12% (16% 49%)
*/**
* Indien vergeleken met REYATAZ
300 mg/ritonavir 100 mg eenmaal
daags 's avonds zonder efavirenz.
Deze afname van atazanavir Cmin heeft
mogelijk een negatieve invloed op de
werkzaamheid van atazanavir. Het
mechanisme van de
efavirenz/atazanavir-interactie berust
op CYP3A4-inductie.
** gebaseerd op historische
vergelijking.
Nevirapine 200 mg tweemaal
Nevirapine AUC 26% (17% 36%)
Gelijktijdige toediening van
daags
Nevirapine Cmax 21% (11% 32%)
nevirapine en REYATAZ wordt
(atazanavir 400 mg eenmaal
Nevirapine Cmin 35% (25% 47%)
niet aanbevolen (zie rubriek 4.4)
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Atazanavir AUC 19% (35% 2%) *
Atazanavir Cmax 2% (15% 24%) *
Onderzoek verricht bij hiv-
Atazanavir Cmin 59% (73% 40%) *
geïnfecteerde patiënten.

* Indien vergeleken met REYATAZ
300 mg en ritonavir 100 mg zonder
nevirapine. Deze afname van
atazanavir Cmin heeft mogelijk een
negatieve invloed op de werkzaamheid
van atazanavir. Het
interactiemechanisme van
nevirapine/atazanavir berust op
CYP3A4-inductie.
Integraseremmers
Raltegravir 400 mg tweemaal
Raltegravir AUC 41%
Er is geen dosisaanpassing
daags
Raltegravir Cmax 24%
nodig voor raltegravir.
(atazanavir/ritonavir)
Raltegravir C12uur 77%
Het mechanisme is UGT1A1-
remming.
Claritromycine AUC 94% (75%
Geen aanbeveling met
tweemaal daags
116%)
betrekking tot een dosisreductie
(atazanavir 400 mg eenmaal
Claritromycine Cmax 50% (32%
kan worden gegeven; daarom is
daags)
71%)
voorzichtigheid geboden indien
Claritromycine Cmin 160% (135%
REYATAZ gelijktijdig wordt
188%)
toegediend met claritromycine.
14-OH claritromycine
14-OH claritromycine AUC 70%
(74% 66%)
14-OH claritromycine Cmax 72%
(76% 67%)
14-OH claritromycine Cmin 62%
(66% 58%)
Atazanavir AUC 28% (16% 43%)
Atazanavir Cmax 6% (7% 20%)
Atazanavir Cmin 91% (66% 121%)
Een dosisverlaging van claritromycine
kan leiden tot subtherapeutische
concentraties van 14-OH
claritromycine. Het mechanisme van
de claritromycine/atazanavir-interactie
berust op CYP3A4-remming.
ANTIMYCOTICA
Ketoconazol 200 mg eenmaal
Geen significante effecten op de
Ketoconazol en itraconazol
daags
atazanavirconcentratie werden
dienen met voorzichtigheid te
(atazanavir 400 mg eenmaal
waargenomen.
worden gebruikt met
daags)
REYATAZ/ritonavir; hoge
Itraconazol
Itraconazol is net als ketoconazol
doses van ketoconazol en
zowel een potente remmer als een
itraconazol (> 200 mg/dag)
substraat voor CYP3A4.
worden niet aanbevolen.
Gebaseerd op gegevens verkregen met
andere boosted PI's en ketoconazol,
waarbij de AUC van ketoconazol een
3-voudige toename vertoonde, is de
verwachting dat REYATAZ/ritonavir
de ketoconazol- of
itraconazolconcentraties laat stijgen.
Voriconazol Cmax 10% (22% 4%)
voriconazol en REYATAZ met
mg/ritonavir 100 mg eenmaal
Voriconazol Cmin 39% (49% 28%)
ritonavir wordt niet aanbevolen,
daags)
tenzij een evaluatie van de

voordelen/risico's voor de
Personen met ten minste één
Atazanavir AUC 12% (18% 5%)
patiënt het gebruik van
functioneel CYP2C19-allel
Atazanavir Cmax 13% (20% 4%)
voriconazol rechtvaardigt (zie
Atazanavir Cmin 20 % (28 % 10%) rubriek 4.4).

Op het moment dat
Ritonavir AUC 12% (17% 7%)
voriconazolbehandeling nodig
Ritonavir Cmax 9% (17% 0%)
is, dient, indien mogelijk, het
Ritonavir Cmin 25% (35% 14%)
CYP2C19-genotype van de
patiënt bepaald te worden.
Bij de meeste patiënten met ten minste
één functioneel CYP2C19-allel zijn
Indien gelijktijdige toediening
een daling van de voriconazol- en
noodzakelijk is, worden daarom
atazanavirspiegels te verwachten.
de volgende aanbevelingen
gedaan, afhankelijk van de
Voriconazol 50 mg tweemaal
Voriconazol AUC 561% (451%
CYP2C19-status:
daags (atazanavir 300
699%)
mg/ritonavir 100 mg eenmaal
Voriconazol Cmax 438% (355%
- bij patiënten met ten minste
daags)
539%)
één functioneel CYP2C19-allel
Voriconazol Cmin 765% (571%
wordt zorgvuldige klinische
Personen zonder een functioneel 1.020%)
controle op een verlies van
CYP2C19-allel
zowel de voriconazol- (klinische

verschijnselen) als
Atazanavir AUC 20% (35% 3%)
atazanavireffectiviteit
Atazanavir Cmax 19% (34% 0,2%) (virologische respons)
Atazanavir Cmin 31 % (46 % 13%) aanbevolen.

- bij patiënten zonder een
Ritonavir AUC 11% (20% 1%)
functioneel CYP2C19-allel
Ritonavir Cmax 11% (24% 4%)
wordt zorgvuldige controle van
Ritonavir Cmin 19% (35% 1%)
klinische en
laboratoriumgegevens op
Bij een klein aantal patiënten zonder
voriconazol-gerelateerde
een functioneel CYP2C19-allel zijn
bijwerkingen aanbevolen.
significant verhoogde
voriconazolspiegels te verwachten.
Als genotypering niet mogelijk
is, dient er volledige controle op
veiligheid en werkzaamheid
plaats te vinden.
Fluconazol 200 mg eenmaal
Atazanavir- en fluconazolconcentraties Geen dosisaanpassingen zijn
daags
veranderden niet significant bij
nodig voor fluconazol en
(atazanavir 300 mg en ritonavir
gelijktijdige toediening van
REYATAZ.
100 mg eenmaal daags)
REYATAZ/ritonavir met fluconazol.
Rifabutine AUC 48% (19% 84%)
Indien samen gegeven met
per week
**
REYATAZ is de aanbevolen
(atazanavir 300 mg en ritonavir
Rifabutine Cmax 149% (103%
dosering van rifabutine 150 mg
100 mg eenmaal daags)
206%) **
3 keer per week op vaste dagen
Rifabutine Cmin 40% (5% 87%) **
(bijvoorbeeld maandag-
woensdag-vrijdag).
25-O-desacetyl-rifabutine AUC
Uitgebreidere controle op aan
990% (714% 1361%) **
rifabutinegerelateerde
25-O-desacetyl-rifabutine Cmax 677% bijwerkingen waaronder
(513% 883%) **
neutropenie en uveïtis is
25-O-desacetyl-rifabutine Cmin
geboden vanwege een te
1045% (715% 1510%) **
verwachten verhoogde
blootstelling aan rifabutine.
** indien vergeleken met rifabutine
Verdere dosisverlaging van
150 mg eenmaal daags alleen. Totaal
rifabutine naar 150 mg
rifabutine en 25-O-desacetyl-rifabutine tweemaal per week op vaste
AUC 119% (78% 169%).
dagen is aanbevolen voor
patiënten door wie de dosering
In eerdere onderzoeken werd de
van 150 mg 3 keer per week niet
farmacokinetiek van atazanavir niet
wordt verdragen. Men dient
gewijzigd door rifabutine.
hierbij in gedachten te houden
dat de dosering van tweemaal
per week 150 mg mogelijk niet
kan voorzien in een optimale
blootstelling aan rifabutine,
bijgevolg leidend tot een risico
van rifamycineresistentie en het
falen van de behandeling. Geen
dosisaanpassing is nodig voor
REYATAZ.
Rifampicine
Rifampicine is een sterke CYP3A4-
De combinatie van rifampicine
inductor waarvan is aangetoond dat
en REYATAZ is gecontra-
deze een afname van de atazanavir
indiceerd (zie rubriek 4.3).
AUC kan veroorzaken van 72%,
hetgeen kan leiden tot virologisch
falen en resistentie-ontwikkeling.
Pogingen om de verlaagde
blootstelling te boven te komen door
de dosis van REYATAZ of andere
proteaseremmers te verhogen met
ritonavir, leidde tot een hoge
frequentie van leverreacties.
ANTIPSYCHOTICA
Quetiapine
Vanwege CYP3A4-remming door
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ is de verwachting dat de
quetiapine met REYATAZ is
concentraties van quetiapine stijgen.
gecontra-indiceerd omdat
REYATAZ mogelijk de
quetiapine-gerelateerde toxiciteit
verhoogt. Verhoogde
plasmaconcentraties van
quetiapine kunnen leiden tot een
coma (zie rubriek 4.3).
De verwachting is dat REYATAZ de
Gelijktijdige toediening van
plasmaspiegels van lurasidon doet
lurasidon met REYATAZ is
toenemen vanwege CYP3A4-
gecontra-indiceerd omdat dit
remming.
mogelijk de lurasidon-
gerelateerde toxiciteit verhoogt
(zie rubriek 4.3).
ZUURREMMERS
H2-Receptorantagonisten
Zonder Tenofovir
Bij hiv-geïnfecteerde patiënten die atazanavir/ritonavir gebruiken bij de
Voor patiënten die geen
aanbevolen dosering van 300/100 mg eenmaal daags
tenofovir gebruiken: indien
Famotidine 20 mg tweemaal
Atazanavir AUC 18% (25% 1%)
REYATAZ 300 mg/ritonavir
daags
Atazanavir Cmax 20% (32% 7%)
100 mg gelijktijdig met een H2-
Atazanavir Cmin 1% (16% 18%)
receptorantagonist wordt
Famotidine 40 mg tweemaal
Atazanavir AUC 23% (32% 14%)
gegeven, dient een dosis
daags
Atazanavir Cmax 23% (33% 12%)
equivalent aan 20 mg famotidine
Atazanavir Cmin 20% (31% 8%)
tweemaal daags niet te worden
Bij gezonde vrijwilligers die atazanavir/ritonavir gebruiken bij een
overschreden. Indien er een
verhoogde dosering van 400/100 mg eenmaal daags
hogere dosis van een H2-
Famotidine 40 mg tweemaal
Atazanavir AUC 3% (14% 22%)
receptorantagonist noodzakelijk
daags
Atazanavir C
is (bijv. famotidine 40 mg
max 2% (13% 8%)
Atazanavir C
tweemaal daags of equivalent)
min 14% (32% 8%)
kan een toename van de
REYATAZ/ritonavir- dosering
overwogen worden van 300/100
mg naar 400/100 mg.
Met Tenofovirdisoproxilfumaraat 300 mg eenmaal daags (gelijk aan 245 mg tenofovirdisoproxil)
Bij hiv-geïnfecteerde patiënten die atazanavir/ritonavir gebruiken bij de
Voor patiënten die
aanbevolen dosering van 300/100 mg eenmaal daags
tenofovirdisoproxilfumaraat
Famotidine 20 mg tweemaal
Atazanavir AUC 21% (34% 4%) * gebruiken: Indien
daags
Atazanavir Cmax 21% (36% 4%) *
REYATAZ/ritonavir met
Atazanavir Cmin 19% (37% 5%) *
tenofovirdisoproxilfumaraat en
een H2-receptorantagonist
Famotidine 40 mg tweemaal
Atazanavir AUC 24% (36% 11%)
gelijktijdig wordt gebruikt dan is
daags
*
een dosisverhoging van
Atazanavir Cmax 23% (36% 8%) *
REYATAZ naar 400 mg met
Atazanavir Cmin 25% (47% 7%) *
100 mg ritonavir aanbevolen.
Een dosis gelijk aan famotidine
Bij hiv-geïnfecteerde patiënten die atazanavir/ritonavir gebruiken bij een
40 mg tweemaal daags dient niet
verhoogde dosering van 400/100 mg eenmaal daags
overschreden te worden.
Famotidine 20 mg tweemaal
Atazanavir AUC 18% (6,5% 30%)
daags
*
Atazanavir Cmax 18% (6,7% 31%)*
Atazanavir Cmin 24% (10% 39%)*
Atazanavir AUC 2,3% (13%
daags
10%)*
Atazanavir Cmax 5% (17% 8,4%)*
Atazanavir Cmin 1,3% (10% 15)*
* Indien vergeleken met atazanavir
300 mg eenmaal daags met ritonavir
100 mg eenmaal daags en
tenofovirdisoproxilfumaraat 300 mg,
alle als enkelvoudige dosis met
voedsel. Indien vergeleken met
atazanavir 300 mg met ritonavir 100
mg zonder
tenofovirdisoproxilfumaraat, is een
additionele afname van de
atazanavirconcentratie te verwachten
van ongeveer 20%.
Het interactiemechanisme is een
afgenomen oplosbaarheid van
atazanavir als gevolg van een toename
van de pH in de maag door de H2-
blokkers.
Protonpompremmers
Omeprazol 40 mg eenmaal
Atazanavir (`s ochtends): 2 uur na
Gelijktijdige toediening van
daags
omeprazol
REYATAZ met ritonavir en
(atazanavir 400 mg eenmaal
Atazanavir AUC 61% (65% 55%)
protonpompremmers wordt niet
daags met ritonavir 100 mg
Atazanavir Cmax 66% (62% 49%)
aanbevolen. Indien de
eenmaal daags)
Atazanavir Cmin 65% (71% 59%)
combinatie onvermijdbaar

geacht wordt, wordt zorgvuldige
Omeprazol 20 mg eenmaal
Atazanavir (`s ochtends): 1 uur na
klinische controleaanbevolen
daags
omeprazol
samen met een verhoging van de
(atazanavir 400 mg eenmaal
Atazanavir AUC 30% (43% 14%) * dosis REYATAZ naar 400 mg
daags met ritonavir 100 mg
Atazanavir Cmax 31% (42% 17%) * met 100 mg ritonavir.
eenmaal daags)
Atazanavir Cmin 31% (46% 12%) * Protonpompremmer-doses

vergelijkbaar met omeprazol
* Indien vergeleken met atazanavir
20 mg dienen niet te worden
300 mg eenmaal daags met ritonavir
overschreden (zie rubriek 4.4).
100 mg eenmaal daags.
De afname in AUC, Cmax, en Cmin werd
niet verminderd indien een hogere
dosering REYATAZ/ritonavir
(400/100 mg eenmaal daags) met een
tussenpoos van 12 uur van de inname
van omeprazol werd toegediend.
Hoewel niet onderzocht, worden er
vergelijkbare resultaten verwacht met
andere protonpompremmers. Deze
afname in blootstelling aan atazanavir
zou een negatief effect kunnen hebben
op de werkzaamheid van atazanavir.
Het interactiemechanisme berust op
een verlaagde oplosbaarheid van
atazanavir door een hogere pH in de
maag met protonpompremmers.
Verlaagde plasmaconcentraties van
REYATAZ dient te worden
die buffers bevatten
atazanavir kunnen het gevolg zijn van
ingenomen 2 uur voor of 1 uur
een verhoogde pH in de maag indien
na het gebruik van antacida of
antacida, waaronder gebufferde
gebufferde geneesmiddelen.
geneesmiddelen, worden toegediend
met REYATAZ.
ALFA 1-ADRENOCEPTORANTAGONIST
Alfuzosine
Mogelijk verhoogde
Gelijktijdig gebruik van
alfuzosineconcentraties wat kan
alfuzosine met REYATAZ is
resulteren in hypotensie. Het
gecontra-indiceerd (zie rubriek
interactiemechanisme berust op
4.3).
CYP3A4-remming door REYATAZ
en/of ritonavir.
ANTICOAGULANTIA
Direct werkende orale anticoagulantia (DOAC's)
Apixaban
Mogelijk verhoogde concentraties
Gelijktijdig gebruik van
Rivaroxaban
apixaban en rivaroxaban, wat kan
apixaban of rivaroxaban en
leiden tot een hoger risico op bloeding. REYATAZ met ritonavir wordt
Het interactiemechanisme berust op
niet aanbevolen
remming van CYP3A4/en P-gp door
REYATAZ/ritonavir.

Ritonavir is een sterke remmer van
zowel CYP3A4 als P-gp.
REYATAZ is een remmer van
CYP3A4. De mogelijke remming van
P-gp door REYATAZ is onbekend en
kan niet worden uitgesloten.
Mogelijk verhoogde
Gelijktijdig gebruik van
Dabigatran
dabigatranconcentraties wat kan leiden dabigatran en REYATAZ met
tot een hoger risico op bloeding. Het
ritonavir wordt niet aanbevolen.
interactiemechanisme is P-gp-
remming.
Ritonavir is een sterke P-gp-remmer.
Mogelijke P-gp-remming door
REYATAZ is onbekend en kan niet
worden uitgesloten.

Edoxaban
Mogelijk verhoogde
Wees voorzichtig wanneer
edoxabanconcentraties wat kan leiden
edoxaban wordt gebruikt met
tot een hoger risico op bloeding. Het
REYATAZ.
interactiemechanisme berust op P-gp-
remming door REYATAZ/ritonavir.
Raadpleeg rubriek 4.2 en 4.5
van de SPC van edoxaban voor
Ritonavir is een sterke P-gp-remmer.
de juiste
doseringsaanbevelingen voor
Mogelijke P-gp-remming door
edoxaban voor gelijktijdig
REYATAZ is onbekend en kan niet
gebruik met P-gp-remmers.
worden uitgesloten.
Vitamine K-antagonisten
Gelijktijdig gebruik met REYATAZ
Het wordt aanbevolen om de
kan mogelijk warfarine concentraties
International Normalised Ratio
verhogen of verlagen.
(INR) zorgvuldig te controleren
gedurende de behandeling met
REYATAZ, vooral bij start van
de behandeling.
ANTI-EPILEPTICA
Carbamazepine
REYATAZ kan mogelijk leiden tot
Carbamazepine dient met
een toename in de plasmaspiegels van
voorzichtigheid gebruikt te
carbamazepine vanwege CYP3A4-
worden in combinatie met
remming.
REYATAZ. Monitor, indien
Wegens carbamazepine-inducerend
nodig, carbamazepine
effect kan een vermindering van
serumconcentraties en pas de
REYATAZblootsteling niet
dosering daarop aan. Controleer
uitgesloten worden.
nauwkeurig de virologische
respons van de patiënt.
Fenytoïne, fenobarbital
Ritonavir kan mogelijk leiden tot een
Fenobarbital en fenytoïne dienen
afname in de plasmaspiegels van
met voorzichtigheid gebruikt te
fenytoïne en/of fenobarbital vanwege
worden in combinatie met
CYP2C9- en CYP2C19-inductie.
REYATAZ/ritonavir.
Wegens fenytoïne/fenobarbital-
inducerend effect kan een
Indien REYATAZ/ritonavir
vermindering van
gelijktijdig wordt toegediend
REYATAZblootsteling niet
met hetzij fenytoïne hetzij
uitgesloten worden.
fenobarbital kan mogelijk een
dosisaanpassing van fenytoïne
of fenobarbital nodig zijn.
Controleer nauwkeurig de
virologische respons van de
patiënt.
Lamotrigine
Gelijktijdige toediening van
Lamotrigine dient met
lamotrigine en REYATAZ/ritonavir
voorzichtigheid gebruikt te
kan mogelijk leiden tot een afname
worden in combinatie met
van lamotrigine plasmaconcentraties
REYATAZ/ritonavir.
vanwege UGT1A4-inductie.

Monitor, indien nodig,
lamotrigineconcentraties en pas
de dosis daarop aan.
ANTINEOPLASTICA EN IMMUNOSUPPRESSIVA
Antineoplastica
Irinotecan
Atazanavir remt UGT en interfereert
Indien REYATAZ gelijktijdig
mogelijk met het metabolisme van
wordt toegediend met irinotecan
irinotecan, wat resulteert in een
dienen patiënten zorgvuldig te
toegenomen toxiciteit van irinotecan.
worden gecontroleerd op
irinotecangerelateerde
bijwerkingen.
Immunosuppressiva
Cyclosporine
Concentraties van deze
Frequentere controle van de
Tacrolimus
immunosuppressiva kunnen toenemen
therapeutische concentratie van
Sirolimus
indien deze tegelijkertijd worden
deze geneesmiddelen wordt
toegediend met REYATAZ door
aanbevolen totdat de
CYP3A4-remming.
plasmaspiegels gestabiliseerd
zijn.
Concentraties van deze anti-aritmica
Voorzichtigheid is geboden en
Systemisch toegediend
kunnen toenemen indien deze
controles van de therapeutische
lidocaïne,
gelijktijdig worden toegediend met
concentratie zijn aanbevolen
Kinidine
REYATAZ. Het interactiemechanisme indien beschikbaar. Gelijktijdig
tussen amiodaron of systemisch
gebruik met kinidine is
toegediend lidocaïne/atazanavir berust gecontra-indiceerd (zie rubriek
op CYP3A-remming. Kinidine heeft
4.3).
een smalle therapeutische breedte en is
gecontra-indiceerd vanwege potentiële
remming van CYP3A door
REYATAZ.
Calciumkanaalblokkers
Bepridil
REYATAZ dient niet te worden
Gelijktijdig gebruik met bepridil
gebruikt in combinatie met
is gecontra-indiceerd (zie
geneesmiddelen die substraat zijn van
rubriek 4.3).
CYP3A4 en die een smalle
therapeutische breedte hebben.
Diltiazem 180 mg eenmaal
Diltiazem AUC 125% (109%
Een initiële dosisreductie van
daags
141%)
diltiazem met 50% wordt
(atazanavir 400 mg eenmaal
Diltiazem Cmax 98% (78% 119%)
aanbevolen, gevolgd door
daags)
Diltiazem Cmin 142% (114%
benodigde titratie en ECG-
173%)
controle.
Desacetyl-diltiazem AUC 165%
(145% 187%)
Desacetyl-diltiazem Cmax 172%
(144% 203%)
Desacetyl-diltiazem Cmin 121%
(102% 142%)
Er werden geen significante effecten
op atazanavirconcentraties
waargenomen. Er was een toename in
het maximum PR-interval vergeleken
met atazanavir alleen. Gelijktijdig
gebruik van diltiazem en
REYATAZ/ritonavir is niet
onderzocht. Het interactiemechanisme
tussen diltiazem/atazanavir berust op
CYP3A4-remming.
Verapamil
Serumconcentraties van verapamil
Voorzichtigheid is geboden
nemen mogelijk toe door REYATAZ
indien verapamil tegelijkertijd
vanwege CYP3A4-remming.
wordt toegediend met
REYATAZ.
Fluticasonpropionaat plasmawaarden
Gelijktijdige toediening van
intranasaal 50 µg 4 maal
namen significant toe, terwijl de
REYATAZ/ritonavir en deze
daags gedurende 7 dagen
intrinsieke cortisolwaarden afnamen
glucocorticoïden wordt niet
(ritonavir 100 mg capsules
met ongeveer 86% (90%
aanbevolen tenzij het potentiële
tweemaal daags)
betrouwbaarheidsinterval 82-89%).
voordeel van de behandeling
Grotere effecten kunnen worden
zwaarder weegt dan het risico op
verwacht indien fluticasonpropionaat
systemische corticosteroïd-
wordt geïnhaleerd. Systemische
effecten. (zie rubriek 4.4). Een
corticosteroïd-effecten waaronder het
dosisreductie van het
syndroom van Cushing en remming
glucocorticoïd, met nauwgezette
van de bijnierschors zijn gemeld bij
controle van de lokale en
patiënten die ritonavir kregen en
systemische effecten, of de
fluticasonpropionaat inhaleerden dan
overstap naar een glucocorticoïd
wel intranasaal toegediend kregen; dit
dat geen substraat is voor
kan ook optreden met andere
CYP3A4 (bijv. beclomethason),
corticosteroïden die gemetaboliseerd
dient te worden overwogen.
worden via de P450 3A-route, bijv.
Bovendien kan het noodzakelijk
budesonide. De effecten van hoge
zijn om de dosering over een
systemische fluticasonblootstelling op
langere periode geleidelijk af te
ritonavir-plasmawaarden zijn nog
bouwen wanneer de behandeling
onbekend. Het interactiemechanisme
met glucocorticoïden gestaakt
berust op CYP3A4-remming.
wordt.
ERECTIELE DISFUNCTIE
PDE5-remmers
Sildenafil, tadalafil, vardenafil Sildenafil, tadalafil en vardenafil
Patiënten dienen te worden
worden gemetaboliseerd door
gewaarschuwd over deze
CYP3A4. Gelijktijdig gebruik met
mogelijke bijwerkingen bij het
REYATAZ kan leiden tot verhoogde
gebruik van PDE5-remmers
concentraties van de PDE5-remmer en voor erectiele disfunctie in
een toename van PDE5-geassocieerde
combinatie met REYATAZ (zie
bijwerkingen zoals hypotensie,
rubriek 4.4).
visusstoornissen en priapisme. Dit
Zie ook PULMONALE
interactiemechanisme berust op
ARTERIËLE HYPERTENSIE
CYP3A4-remming.
in deze tabel voor verdere
informatie betreffende
gelijktijdig gebruik van
REYATAZ met sildenafil.
PLANTAARDIGE PRODUCTEN
St. Janskruid (Hypericum
Van gelijktijdig gebruik van St.
Gelijktijdig gebruik van
perforatum)
Janskruid en REYATAZ kan verwacht REYATAZ en middelen die St.
worden dat dit leidt tot een significante Janskruid bevatten, is gecontra-
afname in plasmawaarden van
indiceerd.
atazanavir. Dit effect kan komen door
inductie van CYP3A4. Er bestaat een
risico op het verlies van therapeutisch
effect en de ontwikkeling van
resistentie (zie rubriek 4.3).
Ethinyloestradiol AUC 19% (25%
Indien een oraal
norgestimaat
13%)
anticonceptivum samen met
(atazanavir 300 mg eenmaal
Ethinyloestradiol Cmax 16% (26%
REYATAZ/ritonavir wordt
daags met ritonavir 100 mg
5%)
gebruikt, dan wordt het
eenmaal daags)
Ethinyloestradiol Cmin 37% (45%
aanbevolen dat het oraal
29%)
anticonceptivum ten minste 30
µg ethinyloestradiol bevat en dat
Norgestimaat AUC 85% (67%
de patiënt er op wordt gewezen
105%)
het doseringsschema van het
Norgestimaat Cmax 68% (51%
anticonceptivum strikt na te
88%)
leven. Gelijktijdig gebruik van
Norgestimaat Cmin 102% (77%
REYATAZ/ritonavir en andere
131%)
hormonale anticonceptiva of
orale anticonceptiva die een
Hoewel de concentratie van
ander progestageen dan
ethinyloestradiol was verhoogd bij
norgestimaat bevatten, is niet
gebruik van atazanavir alleen, door
onderzocht en dient daarom te
zowel UGT- als CYP3A4-remming
worden vermeden. Een
door atazanavir, is het netto effect van
alternatieve betrouwbare
atazanavir/ritonavir een afname van
anticonceptiemethode wordt
ethinyloestradiolspiegels door het
aanbevolen.
inducerende effect van ritonavir.
De stijging in
progestageenblootstelling kan leiden
tot gerelateerde bijwerkingen (bijv.
insulineresistentie, dyslipidemie, acne
en `spotting') en kan daardoor
mogelijk van invloed zijn op de
therapietrouw.
Ethinyloestradiol 35 g +
Ethinyloestradiol AUC 48% (31%
norethindrone (atazanavir
68%)
400 mg eenmaal daags)
Ethinyloestradiol Cmax 15% (1%
32%)
Ethinyloestradiol Cmin 91% (57%
133%)
Norethindrone AUC 110% (68%
162%)
Norethindrone Cmax 67% (42%
196%)
Norethindrone Cmin 262% (157%
409%)
De stijging in
progestageenblootstelling kan leiden
tot gerelateerde bijwerkingen (bv.
insulineresistentie, dyslipidemie, acne
en 'spotting'), en kan daardoor
mogelijk van invloed zijn op de
therapietrouw.
LIPIDENMODIFICERENDE MIDDELEN
HMG-CoA-reductaseremmers
Simvastatine en lovastatine zijn voor
Gelijktijdig gebruik van
Lovastatine
hun metabolisme erg afhankelijk van
simvastatine of lovastatine met
CYP3A4 en gelijktijdige toediening
REYATAZ is gecontra-
met REYATAZ leidt mogelijk tot
indiceerd vanwege een verhoogd
hogere concentraties.
risico op myopathie inclusief
rabdomyolyse (zie rubriek 4.3).
Atorvastatine
Het risico op myopathie, inclusief
Gelijktijdige toediening van
rabdomyolyse, kan ook verhoogd zijn
atorvastatine met REYATAZ
met atorvastatine, hetgeen ook
wordt niet aanbevolen. Als het
gemetaboliseerd word door CYP3A4.
gebruik van atorvastatine strikt
noodzakelijk wordt geacht, dan
dient de laagst mogelijke dosis
van atorvastatine te worden
toegediend onder zorgvuldige
monitoring (zie rubriek 4.4).
Pravastatine
Hoewel het niet is onderzocht, kan
Voorzichtigheid dient te worden
Fluvastatine
gelijktijdige toediening met
betracht.
proteaseremmers mogelijk resulteren
in een stijging in blootstelling aan
pravastatine of fluvastatine.
Pravastatine wordt niet
gemetaboliseerd door CYP3A4.
Fluvastatine wordt gedeeltelijk
gemetaboliseerd door CYP2C9.
Andere lipidenmodificerende middelen
Lomitapide
Lomitapide is sterk afhankelijk van
Gelijktijdige toediening van
CYP3A4 voor metabolisme en
lomitapide en REYATAZ met
gelijktijdige toediening met
ritonavir is gecontra-indiceerd
REYATAZ en ritonavir leidt mogelijk vanwege een mogelijk risico op
tot verhoogde concentraties.
duidelijk verhoogde
transaminasespiegels en
hepatotoxiciteit (zie rubriek 4.3).
INHALATIEBÈTA-AGONISTEN
Salmeterol
Gelijktijdig gebruik met REYATAZ
Gelijktijdig gebruik van
kan resulteren in verhoogde
salmeterol met REYATAZ
concentraties salmeterol en een
wordt niet aanbevolen
toename van salmeterol-geassocieerde (zie rubriek 4.4).
bijwerkingen.
Het interactiemechanisme berust op
CYP3A4-remming door atazanavir
en/of ritonavir.
OPIOÏDEN
Buprenorfine, eenmaal daags, Buprenorfine AUC 67%
Gelijktijdige toediening met
stabiele onderhoudsdosering
Buprenorfine Cmax 37%
REYATAZ en ritonavir maakt
(atazanavir 300 mg eenmaal
Buprenorfine Cmin 69%
nauwkeurige klinische controle
daags met ritonavir 100 mg
op sedatie en cognitieve effecten
eenmaal daags)
Norbuprenorfine AUC 105%
noodzakelijk. Een
Norbuprenorfine Cmax 61%
dosisverlaging van buprenorfine
Norbuprenorfine Cmin 101%
kan worden overwogen.
Het interactiemechanisme berust op
CYP3A4- en UGT1A1-remming.
De concentratie van atazanavir
(wanneer gegeven met ritonavir) werd
niet significant beïnvloed.
Geen significante effect op de
Geen dosisaanpassing is nodig
onderhoudsdosering
methadonconcentratie werd
indien methadon gelijktijdig
(atazanavir 400 mg eenmaal
opgemerkt. Aangezien een lage
wordt toegediend met
daags)
dosering ritonavir (100 mg tweemaal
REYATAZ.
daags) geen significante invloed
vertoont op de methadonconcentratie
wordt er geen interactie verwacht
indien methadon gelijktijdig met
REYATAZ wordt toegediend,
gebaseerd op deze gegevens.
PULMONALE ARTERIËLE HYPERTENSIE
PDE5-remmers
Sildenafil
Gelijktijdig gebruik met REYATAZ
Een veilige en werkzame dosis
kan resulteren in verhoogde
in combinatie met REYATAZ is
concentraties van de PDE5-remmer en niet vastgesteld voor sildenafil
een toename van PDE5-remmer-
voor het gebruik bij de
geassocieerde bijwerkingen.
behandeling van pulmonale
arteriële hypertensie. Sildenafil
Het interactiemechanisme berust op
voor gebruik bij de behandeling
CYP3A4-remming door atazanavir
van pulmonale arteriële
en/of ritonavir.
hypertensie is gecontra-
indiceerd (zie rubriek 4.3).
SEDATIVA
Benzodiazepines
Midazolam
Midazolam en triazolam worden
Gelijktijdige toediening van
Triazolam
extensief gemetaboliseerd door
REYATAZ met triazolam of
CYP3A4. Gelijktijdig gebruik met
oraal toegediend midazolam is
REYATAZ kan leiden tot een grote
gecontra-indiceerd
toename van de concentratie van deze
(zie rubriek 4.3), tevens is
benzodiazepines. Geen
voorzichtigheid geboden bij
geneesmiddeleninteractiestudies zijn
gelijktijdig gebruik van
verricht met gelijktijdige toediening
REYATAZ en parenteraal
van REYATAZ samen met
midazolam. Indien REYATAZ
benzodiazepines. Gebaseerd op
gelijktijdig wordt toegediend
gegevens van andere CYP3A4-
met parenteraal midazolam dient
remmers kan worden verwacht dat de
dit te gebeuren op een intensive
plasmaconcentraties van midazolam
care afdeling (IC) of een
significant hoger zullen zijn indien
vergelijkbare omgeving waarbij
midazolam oraal wordt toegediend.
nauwkeurige klinische controle
Gegevens over gelijktijdig gebruik van en aangewezen medische
parenteraal midazolam samen met
behandeling gewaarborgd zijn in
andere proteaseremmers duiden op een het geval dat respiratoire
mogelijke 3- tot 4-voudige toename
depressie en/of geprolongeerde
van midazolam-plasmawaarden.
sedatie optreedt.
Dosisaanpassing van midazolam
dient te worden overwogen, in
het bijzonder wanneer meer dan
een enkelvoudige dosis
midazolam wordt toegediend.
Voor het geval dat met ritonavir wordt gestopt binnen het aanbevolen met atazanavir versterkte
behandelschema (zie rubriek 4.4)
Dezelfde aanbevelingen zouden gelden voor geneesmiddeleninteracties, behalve:
dat gelijktijdige toediening niet wordt aanbevolen met tenofovir, carbamazepine, fenytoïne,
fenobarbital, protonpompremmers en buprenorfine.
atazanavir zonder ritonavir toegediend te worden ofwel 2 uur na famotidine of 12 uur voor
famotidine. De enkelvoudige dosis van famotidine dient niet meer te zijn dan 20 mg, en de totale
dagelijkse dosis van famotidine dient niet meer te zijn dan 40 mg.
de noodzaak te overwegen dat
gelijktijdige toediening van apixaban, dabigatran of rivaroxaban en REYATAZ zonder
ritonavir de concentraties apixaban, dabigatran of rivaroxaban kan beïnvloeden
gelijktijdige toediening van voriconazol en REYATAZ zonder ritonavir
atazanavirconcentraties kan beïnvloeden
gelijktijdige toediening van fluticason en REYATAZ zonder ritonavir de
fluticasonconcentraties kan verhogen, vergeleken met fluticason alleen gegeven
als een oraal anticonceptiemiddel wordt toegediend met REYATAZ zonder ritonavir, het
wordt aanbevolen dat het orale anticonceptiemiddel niet meer dan 30 µg ethinyloestradiol
bevat
er geen dosisaanpassing van lamotrigine nodig is
Pediatrische patiënten
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Een matige hoeveelheid gegevens over zwangere vrouwen (tussen 300 en 1000
zwangerschapsuitkomsten) duidt erop dat atazanavir niet misvormend is. De resultaten van
dieronderzoek duiden niet op reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Het gebruik van REYATAZ met
ritonavir tijdens de zwangerschap mag alleen overwogen worden als het mogelijke voordeel opweegt
tegen het mogelijke risico.
In klinische studie AI424-182 werd REYATAZ/ritonavir (300/100 mg of 400/100 mg) toegediend in
combinatie met zidovudine/lamivudine bij 41 zwangere vrouwen tijdens het tweede of derde trimester.
Zes van de 20 vrouwen (30%) op REYATAZ/ritonavir 300/100 mg en 13 van de 21 vrouwen (62%)
op REYATAZ/ritonavir 400/100 mg ondervonden graad 3 of 4 hyperbilirubinemie. Er zijn geen
gevallen van melkzuur-acidose waargenomen in klinische studie AI424-182.
De studie beoordeelde 40 baby's die antiretroviraal profylactisch behandeld werden (waar REYATAZ
geen onderdeel van was) en die negatief waren voor hiv-1-DNA op het moment van de bevalling en/of
tijdens de eerste 6 maanden postpartum. Drie van de 20 baby's (15%) geboren uit vrouwen die
behandeld waren met REYATAZ/ritonavir 300/100 mg en vier van de 20 baby's (20%) geboren uit
vrouwen die behandeld werden met REYATAZ/ritonavir 400/100 mg ondervonden graad 3-4
bilirubine. Er was geen bewijs van pathologische geelzucht en zes van de 40 zuigelingen in deze studie
ontvingen lichttherapie gedurende maximaal 4 dagen. Er waren geen gemelde gevallen van kernicterus
bij neonaten.
Voor doseringsaanbevelingen, zie rubriek 4.2 en voor gegevens over de farmacokinetiek, zie rubriek
5.2.
Het is niet bekend of toediening van REYATAZ met ritonavir aan de moeder tijdens de zwangerschap
de fysiologische hyperbilirubinemie zal verergeren en zal leiden tot kernicterus bij neonaten en
zuigelingen. Tijdens de prepartumperiode dient aanvullende monitoring te worden overwogen.
Borstvoeding
Atazanavir is in de moedermelk aangetroffen. In het algemeen wordt aanbevolen dat hiv-geïnfecteerde
vrouwen hun zuigelingen geen borstvoeding moeten geven om overdracht van hiv te vermijden.
Vruchtbaarheid
In een niet-klinisch onderzoek naar vruchtbaarheid en vroege embryonale ontwikkeling bij ratten
veranderde atazanavir de bronstcyclus zonder effect op de paring of vruchtbaarheid (zie rubriek 5.3).
Immuunsysteemaandoeningen:
soms: overgevoeligheid
Voedings- en
soms: gewicht verlaagd, gewichtstoename, anorexie,
stofwisselingsstoornissen:
verhoogde eetlust
Psychische stoornissen:
soms: depressie, desoriëntatie, angst, insomnia,
slaapstoornis, abnormale dromen
Zenuwstelselaandoeningen:
vaak: hoofdpijn
soms: perifere neuropathie, syncope, amnesie,
duizeligheid, somnolentie, dysgeusie
Oogaandoeningen:
vaak: icterus van het oog
soms: torsades de pointesa
zelden: QTc-interval verlengda, oedeem, hartklopping
Bloedvataandoeningen:
soms: hypertensie

Ademhalingsstelsel-, borstkas- en
soms: dyspnoea
mediastinumaandoeningen:
Maagdarmstelselaandoeningen:
vaak: braken, diarree, abdominale pijn, nausea, dyspepsie
soms: pancreatitis, gastritis, abdominale distensie, aftoïde
stomatitis, flatulentie, droge mond
Lever- en galaandoeningen:
vaak: geelzucht
soms: hepatitis, cholelithiasea, cholestasea
zelden: hepatosplenomegalie, cholecystitisa
Huid- en onderhuidaandoeningen: vaak: huiduitslag;
soms: erythema multiformea,b, toxische huideruptiesa,b,
geneesmiddelenuitslag met eosinofilie en systemische
symptomen (DRESS syndroom)a,b, angio-oedeema,
urticaria, alopecia, pruritus;
zelden: Stevens-Johnson-syndrooma,b, vesiculobulleuze
huiduitslag, eczeem, vasodilatatie
Skeletspierstelsel- en
soms: spieratrofie, artralgie, myalgie
bindweefselaandoeningen:
zelden: myopathie
Nier- en urinewegaandoeningen:
soms: nefrolithiasea, hematurie, proteïnurie, pollakisurie,
interstitiële nefritis, chronische nieraandoeninga;
zelden: nierpijn
Voortplantingstelsel- en
soms: gynaecomastie
borstaandoeningen:

Algemene aandoeningen en
vaak: vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen:
soms: borstkaspijn, malaise, pyrexie, asthenie
zelden: loopstoornis
a Deze bijwerkingen werden gevonden tijdens postmarketingsurveillance, echter de frequenties werden geschat door middel
van een statistische berekening die gebaseerd is op het totale aantal patiënten dat is blootgesteld aan REYATAZ in
gerandomiseerde, gecontroleerde en andere beschikbare klinische studies (n=2321).
b Zie de beschrijving van specifieke bijwerkingen voor meer informatie.
Beschrijving van specifieke bijwerkingen
Bij met hiv geïnfecteerde patiënten die op het moment dat de antiretrovirale combinatietherapie
(CART) wordt gestart een ernstige immuundeficiëntie hebben, kan zich een ontstekingsreactie op
asymptomatische of nog aanwezige opportunistische infecties voordoen. Auto-immuunziekten (zoals
de ziekte van Graves en auto-immuunhepatitis) zijn ook gerapporteerd; de gerapporteerde tijd tot het
begin van de ziekte is echter variabeler en deze bijwerkingen kunnen vele maanden na het starten van
de behandeling optreden (zie rubriek 4.4).
Er zijn gevallen van osteonecrose gemeld, vooral bij patiënten met algemeen erkende risicofactoren,
voortgeschreden hiv-ziekte of langdurige blootstelling aan antiretrovirale combinatietherapie (CART).
De frequentie hiervan is onbekend (zie rubriek 4.4).
Metabole parameters
Gewichtstoename en een stijging van de serumlipide- en bloedglucosespiegels kunnen tijdens
antiretrovirale behandeling optreden (zie rubriek 4.4).

FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: antivirale middelen voor systemisch gebruik, proteaseremmers,
ATC-code: J05AE08
Werkingsmechanisme
Atazanavir is een azapeptide hiv-1 proteaseremmer (PI). De verbinding blokkeert selectief de
virusspecifieke bewerking van virale gag-pol eiwitten in hiv-1-geïnfecteerde cellen en voorkomt zo de
vorming van rijpe virionen en infectie van andere cellen.
Antivirale activiteit in vitro: atazanavir vertoont anti-hiv-1- (inclusief alle geteste clades) en anti-hiv-2-
activiteit.in celkweken.
Resistentie
Antiretrovirale behandelingsnaïeve volwassen patiënten
In klinische studies met antiretrovirale behandelingsnaïeve patiënten behandeld met unboosted
atazanavir, is de I50L substitutie, soms in combinatie met een A71V verandering, de kenmerkende
resistentiesubstitutie van atazanavir. Resistentieniveaus voor atazanavir varieerden van 3,5 tot 29-
voudig zonder aanwijzing voor fenotypische kruisresistentie tegen andere proteaseremmers (afgekort
met PI). In klinische studies met antiretrovirale behandelingsnaïeve patiënten behandeld met boosted
atazanavir, is de 150L substitutie in geen enkele patiënt opgetreden zonder baseline PI substituties. De
N88S-substitutie werd zelden waargenomen bij patiënten met virologisch falen die behandeld werden
met atazanavir (met of zonder ritonavir). Hoewel dit kan bijdragen aan een afgenomen gevoeligheid
voor atazanavir indien het voorkomt bij andere proteasesubstituties, geeft N88S in klinische studies
zelf niet altijd aanleiding tot fenotypische resistentie tegen atazanavir of heeft het geen
samenhangende invloed op de klinische effectiviteit.
de novo PI-substitutie (n=26)a
>20%
geen
10-20%
geen
a Aantal patiënten met gepaarde genotypes geklassificeerd als virologisch falen (hiv-RNA 400 kopieën/ml).
De M184I/V-substitutie komt respectievelijk voor in 5/26 REYATAZ/ritonavir en 7/26
lopinavir/ritonavir virologisch gefaalde patiënten.
Met antiretrovirale therapie voorbehandelde volwassen patiënten
Bij met antiretrovirale therapie voorbehandelde patiënten in de studies 009, 043 en 045 bleken 100
isolaten van patiënten die virologisch gefaald hadden op therapie met atazanavir of atazanavir +
ritonavir of atazanavir + saquinavir resistentie tegen atazanavir te hebben ontwikkeld. Van de 60
isolaten van de patiënten behandeld met atazanavir of atazanavir + ritonavir, bevatten er 18 (30%) het
I50Lfenotype, welke eerder beschreven werd bij behandelingsnaïeve patiënten.
Tabel 4. De novo substituties bij voorbehandelde patiënten die falen op therapie met
atazanavir + ritonavir (Studie 045, 48 weken)
Frequentie
de novo PI-substitutie (n=35)a,b
>20%
M36, M46, I54, A71, V82
10-20%
L10, I15, K20, V32, E35, S37, F53, I62, G73, I84, L90
a Aantal patiënten met gepaarde genotypes geklassificeerd als virologisch falen (hiv-RNA 400 kopieën/ml).
b Tien patiënten hadden fenotypische resistentie tegen atazanavir + ritonavir (fold change [FC] > 5.2) op baseline. FC
gevoeligheid in celkweken in relatie tot het wildtype als referentie werd bepaald met behulp van PhenoSenseTM
(Monogram Biosciences, South San Francisco, California, USA)
Geen van de de novo-substituties (zie tabel 4) was specifiek voor atazanavir en kan mogelijk het
opnieuw optreden betekenen van opgebouwde resistentie tegen atazanavir + ritonavir in de Studie 045
voorbehandelde populatie.
De resistentie bij met antiretrovirale therapie voorbehandelde patiënten bestaat voornamelijk uit
accumulatie van de grote en kleine resistentiemutaties, die reeds eerder zijn beschreven als zijnde
betrokken bij de resistentie tegen proteaseremmers.
Klinische resultaten
Bij antiretrovirale behandelingsnaïeve volwassen patiënten
Onderzoek 138 is een internationaal gerandomiseerd, open-label, multicenter, prospectief onderzoek
met antiretrovirale behandelingsnaïeve patiënten waar REYATAZ/ritonavir (300 mg/100 mg eenmaal
daags) vergeleken wordt met lopinavir/ritonavir (400 mg/100 mg tweemaal daags), elk in combinatie
met een vaste dosis tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (300 mg/200 mg tabletten eenmaal
daags). De REYATAZ/ritonavir-arm toonde vergelijkbare (niet-inferieure) antivirale effectiviteit aan
vergeleken met de lopinavir/ritonavir-arm, zoals bepaald aan de hand van het aantal patiënten met hiv-
RNA < 50 kopieën/ml op week 48 (tabel 5).
Analyse van data na 96 weken behandeling toonde duurzaamheid van antivirale activiteit (tabel 5).
Effectiviteitsresultaten onderzoek 138a
REYATAZ/ritonavirb
lopinavir/ritonavirc
(300 mg/100 mg eenmaal daags)
(400 mg/100 mg tweemaal daags)
Parameter
n=440
n=443
Week 48
Week 96
Week 48
Week 96
hiv-RNA <50 kopieën/ml, %
Alle patiëntend
78
74
76
68
Geschat verschil
week 48: 1,7% [-3,8%, 7,1%]
[95% CI] d
week 96: 6,1%[0,3%, 12,0%]
Per protocolanalyse e
86
91
89
89
(n=392 f)
(n=352)
(n=372)
(n=331)
Geschat verschil e
week 48: -3% [-7,6%, 1,5%]
[95% CI]
week 96: 2,2%[-2,3%, 6,7%]
HIV RNA<50 kopieën/ml, % volgens baseline karakteristiekd
hiv-RNA
<100.000 kopieën/ml
82 (n=217)
75 (n=217)
81 (n=218)
70 (n=218)
100.000 kopieën/ml
74 (n=223)
74 (n=223)
72 (n=225)
66 (n=225)
CD4-celaantal
78 (n=58)
78 (n=58)
63 (n=48)
58 (n=48)
<50 cellen/mm3
50 tot <100
76 (n=45)
71 (n=45)
69 (n=29)
69 (n=29)
cellen/mm3
100 tot <200
75 (n=106)
71 (n=106)
78 (n=134)
70 (n=134)
cellen/mm3
200 cellen/mm3
80 (n=222)
76 (n=222)
80 (n=228)
69 (n=228)
hiv-RNA gemiddelde verandering ten opzichte van baseline, log10 kopieën/ml
Alle patiënten
-3,09 (n=397)
-3,21 (n=360)
-3,13 (n=379)
-3,19 (n=340)
CD4 gemiddelde verandering t.o.v. baseline, cellen/mm3
Alle patiënten
203 (n=370)
268 (n=336)
219 (n=363)
290 (n=317)
CD4 gemiddelde verandering ten opzichte van baseline, cellen/mm3 volgens baseline karakteristiek
hiv-RNA
179 (n=183)
243 (n=163)
194 (n=183)
267 (n=152)
<100.000 kopieën/ml
100.000 kopieën/ml
227 (n=187)
291 (n=173)
245 (n=180)
310 (n=165)
a Gemiddeld CD4-celaantal op baseline was 214 cellen/mm3 (variërend van 2 tot 810 cellen/mm3) en de gemiddelde plasma
hiv-1 RNA-spiegel op baseline was 4,94 log10 kopieën/ml (variërend van 2,6 tot 5,88 log10 kopieën/ml)
b REYATAZ/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
c Lopinavir/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
d Intent-to-treat analyse, met ontbrekende waarden beschouwd als falers.
e Per protocolanalyse: exclusie van patiënten die de studie niet voltooiden en patiënten met grote protocolafwijkingen.
f Aantal evalueerbare patiënten.
Gegevens over het stoppen van ritonavir in het versterkte behandelschema van atazanavir
(zie ook rubriek 4.4)
Studie 136 (INDUMA)
In een open-label, gerandomiseerde, vergelijkende studie, na een 26- tot 30 weken durende
inductiefase met REYATAZ 300mg + ritonavir 100 mg eenmaal daags en twee NRTI's, had unboosted
REYATAZ 400 mg eenmaal daags en twee NRTI's tijdens een 48-weken durende onderhoudsfase
(n=87) een vergelijkbare antivirale werkzaamheid vergeleken met REYATAZ + ritonavir en twee
NRTI's (n=85) bij hiv-geïnfecteerde patiënten met volledige suppressie van hiv-replicatie, zoals
afgemeten aan het deel van de patiënten met hiv-RNA < 50 kopieën/ml: 78% van de patiënten op
unboosted REYATAZ en twee NRTI's vergeleken met 75% op REYATAZ + ritonavir en twee
NRTI's.
Elf patiënten (13%) van de unboosted REYATAZ-groep en 6 (7%) van de REYATAZ + ritonavir-
groep hadden virologische-rebound. Vier patiënten van de unboosted REYATAZ-groep en 2 van de
REYATAZ + ritonavir-groep hadden hiv-RNA > 500 kopieën/ml gedurende de onderhoudsfase. Geen
enkele patiënt van beide groepen vertoonde proteaseremmerresistentie. De M184V-substitutie van
reversetranscriptase, wat resistentie voor lamivudine en emtricitabine bevestigt, werd waargenomen
bij 2 patiënten van de unboosted REYATAZ- en 1 patiënt van de REYATAZ + ritonavir-groep.
Werkzaamheidsresultaten op week 48a en op Week 96 (Studie 045)
ATV/RTVb (300 mg/
LPV/RTVc (400 mg/
Tijdsgemiddelde verschil
Parameter
100 mg eenmaal daags)
100 mg tweemaal daags)
ATV/RTV-LPV/RTV
n=120
n=123
[97,5% BId]
Week 48
Week 96
Week 48
Week 96
Week 48
Week 96
hiv-RNA gemiddelde verandering ten opzichte van baseline, log10 kopieën/ml
-1,93
-2,29
-1,87
-2,08
0,13
0,14
Alle patiënten
(n=90e)
(n=64)
(n=99)
(n=65)
[-0,12, 0,39] [-0,13, 0,41]
hiv-RNA <50 kopieën/ml, %f (responder/evalueerbaar)
Alle patiënten 36 (43/120) 32 (38/120) 42 (52/123) 35 (41/118)
nvt
nvt
hiv-RNA <50 kopieën/ml volgens specifieke baseline PI-substituties,f, g %
(responder/evalueerbaar)
0-2
44 (28/63)
41 (26/63)
56 (32/57)
48 (26/54)
nvt
nvt
3
18 (2/11)
9 (1/11)
38 (6/16)
33 (5/15)
nvt
nvt
4
27 (12/45)
24 (11/45)
28 (14/50)
20 (10/49)
nvt
nvt
CD4 gemiddelde verandering ten opzichte van baseline, cellen/mm3
Alle patiënten 110 (n=83)
122 (n=60)
121 (n=94)
154 (n=60)
nvt
nvt
a Gemiddelde CD4-celaantal op baseline was 337 cellen/mm3 (variërend van 14 tot 1.543 cellen/mm3) en de gemiddelde
plasma hiv-1 RNA-spiegel op baseline was 4,4 log10 kopieën/ml (variërend van 2,6 tot 5,88 log10 kopieën/ml).
b ATV/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
c LPV/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
d Betrouwbaarheidsinterval.
e Aantal evalueerbare patiënten.
f Intent-to-treat analysis, met ontbrekende waarden beschouwd als 'falers'. Responders op LPV/RTV die hun behandeling
afrondden voor Week 96 zijn geëxcludeerd van de Week 96 analyse. Het percentage patiënten met hiv-RNA < 400
kopieën/ml was 53% en 43% voor ATV/RTV en 54% en 46% voor LPV/RTV op respectievelijk Week 48 en 96.
g Specifieke substituties zijn wijzigingen op posities L10, K20, L24, V32, L33, M36, M46, G48, I50, I54, L63, A71, G73,
V82, I84 en L90 (0-2, 3, 4 of meer) op baseline.
Nvt = niet van toepassing.
Na 48 weken behandeling waren de gemiddelde wijzigingen ten opzichte van baseline van hiv-RNA
spiegels voor REYATAZ + ritonavir en voor lopinavir + ritonavir gelijkwaardig (niet-inferieur).
Vergelijkbare resultaten werden verkregen uit de 'last observation carried forward' analysemethode
(tijdsgemiddelde verschil van 0,11, 97,5% betrouwbaarheidsinterval [-0,15, 0,36]). Bij "as-treated"
analyse, met exclusie van ontbrekende waarden, was het percentage patiënten met hiv-RNA < 400
Werkzaamheidsresultaten (pediatrische patiënten in de leeftijd van 6 jaar tot jonger
dan 18 jaar) in week 48 (studie AI424-020)
Behandelingsnaïef
Voorbehandeld
REYATAZ
REYATAZ
Parameter
capsules/ritonavir
capsules/ritonavir
(300 mg/100 mg
(300 mg/100 mg
eenmaal daags) n=16
eenmaal daags) n=25
Hiv-RNA <50 kopieën/ml, % a
Alle patiënten
81 (13/16)
24 (6/25)
Hiv-RNA <400 kopieën/ml, % a
Alle patiënten
88 (14/16)
32 (8/25)
CD4 gemiddelde verandering t.o.v. baseline, cellen/mm3
Alle patiënten
293 (n=14b)
229 (n=14b)
hiv-RNA <50 kopieën/ml volgens specifieke baseline PI-substituties,c %
(responder/evalueerbaard)
0-2
nvt
27 (4/15)
3
nvt
-
4
nvt
0 (0/3)
a Intent-to-treat analyse, met ontbrekende waarden beschouwd als falers.
b Aantal evalueerbare patiënten.
c PI majeur: L24I, D30N, V32I, L33F, M46IL, I47AV, G48V, I50LV, F53LY, I54ALMSTV, L76V, V82AFLST, I84V,
N88DS, L90M; PI mineur: L10CFIRV, V11I, E35G, K43T, Q58E, A71ILTV, G73ACST, T74P, N83D, L89V.
d Omvat patiënten met resistentie op baseline.
Nvt = niet van toepassing.

Steady-State farmacokinetiek van atazanavir met ritonavir bij hiv-geïnfecteerde
zwangere vrouwen die gegeten hebben
atazanavir 300 mg met ritonavir 100 mg
Farmacokinetische
2e trimester
3e trimester
postpartuma
parameter
(n=9)
(n=20)
(n=36)
Cmax ng/ml
3729,09
3291,46
5649,10
Geometrisch gemiddelde
(39)
(48)
(31)
(CV%)
AUC ng·uur/ml
34399,1
34251,5
60532,7
Geometrisch gemiddelde
(37)
(43)
(33)
(CV%)
Cmin ng/mlb
663,78
668,48
1420,64
Geometrisch gemiddelde
(36)
(50)
(47)
(CV%)
a Atazanavir piekconcentraties en AUC's bleken ongeveer 26-40% hoger tijdens de postpartumperiode (4-12 weken) dan
die in het verleden bij hiv-geïnfecteerde, niet-zwangere patiënten zijn waargenomen. Atazanavir plasmadalspiegels
waren ongeveer 2 maal hoger tijdens de postpartumperiode vergeleken met die in het verleden bij hiv-geïnfecteerde niet-
zwangere patiënten zijn waargenomen.
b Cmin is de concentratie 24 uur na toediening.
Pediatrische patiënten
Er is een trend richting een hogere klaring bij jongere kinderen wanneer wordt genormaliseerd voor
lichaamsgewicht. Hierdoor worden grotere piek-dalratios gezien, echter bij de aanbevolen doseringen
zullen de geometrisch gemiddelde atazanavirblootstellingen (Cmin, Cmax en AUC) bij pediatrische
patiënten naar verwachting vergelijkbaar zijn met de waarden die worden gezien bij volwassenen.

FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
REYATAZ 100 mg harde capsules
Capsule-inhoud: crospovidon, lactosemonohydraat en magnesiumstearaat
Capsule-omhulsel: gelatine, indigokarmijn (E132) en titanium dioxide (E171)
De blauwe inkt bevat: schellak, propyleenglycol, ammoniumhydroxide en indigokarmijn (E132)
De witte inkt bevat: schellak, titaniumdioxide (E171), ammoniumhydroxide, propyleenglycol en
simethicon
REYATAZ 150 mg harde capsules
Capsule-inhoud: crospovidon, lactosemonohydraat en magnesiumstearaat
Capsule-omhulsel: gelatine, indigokarmijn (E132) en titanium dioxide (E171)
De blauwe inkt bevat: schellak, propyleenglycol, ammoniumhydroxide en indigokarmijn (E132)
De witte inkt bevat: schellak, titaniumdioxide (E171), ammoniumhydroxide, propyleenglycol en
simethicon
REYATAZ 200 mg harde capsules
Capsule-inhoud: crospovidon, lactosemonohydraat en magnesiumstearaat
Capsule-omhulsel: gelatine, indigokarmijn (E132) en titanium dioxide (E171)
De witte inkt bevat: schellak, titaniumdioxide (E171), ammoniumhydroxide, propyleenglycol en
simethicon
REYATAZ 300 mg harde capsules
Capsule-inhoud: crospovidon, lactosemonohydraat en magnesiumstearaat
Capsule-omhulsel: gelatine, rood ijzeroxide, zwart ijzeroxide, geel ijzeroxide, indigokarmijn (E132)
en titaniumdioxide (E171)
De witte inkt bevat: schellak, titaniumdioxide (E171), ammoniumhydroxide, propyleenglycol en
simethicon
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
2 jaar
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
REYATAZ 100 mg harde capsules
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland

8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/03/267/001-006; 008-011

9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 02 Maart 2004
Datum van laatste verlenging: 06 Februari 2009

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 50 mg poeder voor oraal gebruik

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke sachet van 1,5 g poeder voor oraal gebruik bevat 50 mg atazanavir (als sulfaat).
Hulpstof met bekend effect: 63 mg aspartaam; 1305,15 mg sucrose per sachet (1,5 g poeder voor oraal
gebruik).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor oraal gebruik
Gebroken wit tot bleek geel poeder.

4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
REYATAZ poeder voor oraal gebruik, gelijktijdig toegediend met een lage dosis ritonavir, is
geïndiceerd in combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen voor de behandeling van hiv-1-
geïnfecteerde pediatrische patiënten van ten minste 3 maanden oud en met een lichaamsgewicht van
ten minste 5 kg (zie rubriek 4.2).
Gebaseerd op de beschikbare virologische en klinische gegevens van volwassen patiënten is er geen
voordeel te verwachten bij patiënten met stammen die resistent zijn tegen meerdere proteaseremmers
( 4 PI-mutaties). De keuze voor REYATAZ bij voorbehandelde volwassen en pediatrische patiënten
dient gebaseerd te zijn op individuele virale resistentietests en de behandelingshistorie van de patiënt
(zie rubrieken 4.4 en 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
De behandeling dient te worden ingesteld door een arts die ervaren is in de behandeling van hiv-
infecties.
Dosering
Pediatrische patiënten (ten minste 3 maanden oud en met een lichaamsgewicht van ten minste 5 kg)
De dosering van atazanavir poeder voor oraal gebruik en ritonavir bij pediatrische patiënten is
gebaseerd op het lichaamsgewicht zoals weergegeven in Tabel 1. REYATAZ poeder voor oraal
gebruik dient met ritonavir en samen met voedsel te worden ingenomen.
Tabel 1: Dosering van REYATAZ poeder voor oraal gebruik met ritonavir bij pediatrische
patiëntena (ten minste 3 maanden oud en met een lichaamsgewicht van ten minste 5 kg)
REYATAZ eenmaaldaagse
ritonavir eenmaaldaagse
Lichaamsgewicht (kg)
dosis
dosis
ten minste 5 tot minder dan 15
200 mg (4 sachetsb)
80 mgc
ten minste 15 tot minder dan 35 250 mg (5 sachetsb)
80 mgc
ten minste 35
300 mg (6 sachetsb)
100 mgd
a Dezelfde aanbevelingen met betrekking tot de timing en maximumdosering van gelijktijdige protonpompremmers en H2-
receptorantagonisten bij volwassenen gelden voor pediatrische patiënten (zie rubriek 4.5).
b Elke sachet bevat 50 mg atazanavir.
c Ritonavir orale oplossing.
Indien tenofovirdisoproxil of een H2 -receptorantagonist nodig is, kan een verhoging van de dosis
naar REYATAZ 400 mg met 100 mg ritonavir en TDM overwogen worden (zie rubrieken 4.6
en 5.2).
Het wordt niet aanbevolen om REYATAZ met ritonavir te gebruiken bij zwangere patiënten die
zowel tenofovirdisoproxil als een H2-receptorantagonist krijgen.
Tijdens de postpartumperiode:
Na een mogelijke vermindering in atazanavirblootstelling tijdens het tweede en derde trimester,
kunnen atazanavirblootstellingen toenemen tijdens de eerste twee maanden na de bevalling (zie
rubriek 5.2). Daarom moeten patiënten na de bevalling nauwgezet gecontroleerd worden op
bijwerkingen.
Gedurende deze periode moeten patiënten dezelfde doseringsaanbevelingen opvolgen als niet-
zwangere patiënten, inclusief de aanbevelingen met betrekking tot gelijktijdige toediening van
geneesmiddelen waarvan bekend is dat zij de atazanavirblootstelling beïnvloeden (zie rubriek
4.5).
Pediatrische patiënten (jonger dan 3 maanden)
REYATAZ is niet onderzocht bij kinderen jonger dan 3 maanden en wordt niet aanbevolen vanwege
het mogelijke risico op kernicterus.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.



Geneesmiddelen per
Interactie
Aanbevelingen omtrent
therapeutische klasse
gelijktijdig gebruik
ANTIVIRALE MIDDELEN TEGEN HEPATITIS C
Grazoprevir 200 mg eenmaal
Atazanavir AUC 43% (30% 57%)
Gelijktijdige toediening van
daags
Atazanavir Cmax 12% (1% 24%)
REYATAZ met
(atazanavir 300 mg/ritonavir
Atazanavir Cmin 23% (13% 134%)
elbasvir/grazoprevir is gecontra-
100 mg eenmaal daags)
indiceerd wegens een
Grazoprevir AUC: 958% (678%
significante verhoging van de
1339%)
plasmaconcentraties van
Grazoprevir Cmax: 524% (342%
grazoprevir en een mogelijk
781%)
verhoogd risico op ALAT-
Grazoprevir Cmin: 1064% (696%
verhogingen (zie rubriek 4.3).
1602%)
De concentratie van grazoprevir was
beduidend verhoogd wanneer
gelijktijdig toegediend met
atazanavir/ritonavir.
Elbasvir 50 mg eenmaal daags Atazanavir AUC 7% (2% 17%)
(atazanavir 300 mg/ritonavir
Atazanavir Cmax 2% (4% 8%)
100 mg eenmaal daags)
Atazanavir Cmin 15% (2% 29%)

Elbasvir AUC: 376% (307%
456%)
Elbasvir Cmax: 315% (246% 397%)
Elbasvir Cmin: 545% (451% 654%)
De concentratie van elbasvir was
verhoogd wanneer gelijktijdig
toegediend met atazanavir/ritonavir.
Sofosbuvir Cmax 29% (9% 52%)
toediening van REYATAZ en
enkelvoudige dosis*
voxilaprevir-bevattende
(atazanavir 300 mg/ritonavir
Velpatasvir AUC: 93% (58%
geneesmiddelen de concentratie
100 mg eenmaal daags)
136%)
van voxilaprevir verhoogt.
Velpatasvir Cmax : 29% (7% 56%)
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ met voxilaprevir-
Voxilaprevir AUC : 331% (276%
bevattende behandeling wordt
393%)
niet aanbevolen.
Voxilaprevir Cmax : 342% (265%
435%)
*Limiet voor gebrek aan
farmacokinetische interactie 70-143%
Het effect op atazanavir en ritonavir
blootstelling is niet onderzocht.
Verwachting:
Atazanavir
Ritonavir
Het mechanisme van interactie tussen
REYATAZ/ritonavir en
sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir is
inhibitie van OATP1B, Pgp en
CYP3A.
Glecaprevir
Glecaprevir AUC: 553% (424%
Gelijktijdig gebruik van
300 mg/pibrentasvir 120 mg
714%)
REYATAZ met
eenmaal daags
Glecaprevir Cmax: 306% (215%
glecaprevir/pibrentasvir is
(atazanavir 300 mg/ritonavir
423%)
gecontra-indiceerd vanwege een
100 mg eenmaal daags*)
Glecaprevir Cmin: 1330% (885%
mogelijk verhoogd risico op
1970%)
ALAT-verhogingen door een
significante toename in
Pibrentasvir AUC: 64% (48%
glecaprevir en pibrentasvir
82%)
plasmaconcentraties (zie rubriek
Pibrentasvir Cmax: 29% (15% 45%) 4.3)
Pibrentasvir Cmin: 129% (95%
168%)
* Effect van atazanavir en ritonavir op
de eerste dosis van glecaprevir en
pibrentasvir is gerapporteerd.
ANTIRETROVIRALE MIDDELEN
Proteaseremmers: Gelijktijdige toediening van REYATAZ/ritonavir en andere proteaseremmers is niet
onderzocht, maar het is te verwachten dat het de blootstelling aan andere proteaseremmers verhoogt. Daarom
wordt zo een gelijktijdige toediening niet aanbevolen.
Atazanavir AUC: 250% (144%
Ritonavir 100 mg eenmaal daags
daags
403%)*
wordt gebruikt als booster van
(atazanavir 300 mg eenmaal
Atazanavir Cmax: 120% (56%
de atazanavirfarmacoki-netiek.
daags)
211%)*
Atazanavir Cmin: 713% (359%
Onderzoek verricht bij hiv-
1339%)*
geïnfecteerde patiënten.

* In een gecombineerde analyse werd
atazanavir 300 mg en ritonavir 100 mg
(n=33) vergeleken met atazanavir
400 mg zonder ritonavir (n=28).
Het interactiemechanisme tussen
atazanavir en ritonavir berust op
CYP3A4-inhibitie.
Indinavir
Indinavir wordt geassocieerd met
Gelijktijdige toediening van
indirecte ongeconjugeerde
REYATAZ/ritonavir en
hyperbilirubinemie door remming van
indinavir wordt niet aanbevolen
UGT.
(zie rubriek 4.4).
Nucleoside/nucleotide reverse transcriptaseremmers (NRTI's)
Lamivudine 150 mg tweemaal Geen significante effecten op
Gebaseerd op deze gegevens en
daags + zidovudine 300 mg
lamivudine- en
omdat ritonavir niet geacht
tweemaal daags
zidovudineconcentraties werden
wordt een significante invloed te
(atazanavir 400 mg eenmaal
waargenomen.
hebben op de farmacokinetiek
daags)
van NRTI's, wordt van de
gelijktijdige toediening van
REYATAZ/ritonavir met deze
geneesmiddelen niet verwacht
dat dit de blootstelling aan de
gelijktijdig toegediende
geneesmiddelen significant zal
veranderen.
Abacavir
Het wordt niet verwacht dat
gelijktijdige toediening van abacavir
en REYATAZ/ritonavir zal leiden tot
een significante verandering in de
blootstelling aan abacavir.
Atazanavir, gelijktijdige toediening
Didanosine dient op een
tabletten) 200 mg/stavudine
met ddI+d4T (nuchter)
nuchtere maag te worden
40 mg, beide enkelvoudige
Atazanavir AUC 87% (92% 79%)
ingenomen 2 uur nadat
dosis
Atazanavir Cmax 89% (94% 82%)
REYATAZ/ritonavir met
(atazanavir 400 mg
Atazanavir Cmin 84% (90% 73%)
voedsel zijn ingenomen. Het
enkelvoudige dosis)
wordt niet verwacht dat
Atazanavir, toegediend 1 uur na
gelijktijdig gebruik van
ddI+d4T (nuchter)
REYATAZ/ritonavir met
Atazanavir AUC 3% (36% 67%)
stavudine de blootstelling aan
Atazanavir Cmax 12% (33% 18%)
stavudine significant zal
Atazanavir Cmin 3% (39% 73%)
beïnvloeden.
Atazanavirconcentraties namen sterk
af bij gelijktijdige toediening met
didanosine (gebufferde tabletten) en
stavudine. Het interactiemechanisme
berust op een afgenomen
oplosbaarheid van atazanavir bij
toenemende pH, gerelateerd aan de
aanwezigheid van een zuurremmer in
de gebufferde didanosinetabletten.
Geen significante effecten op
didanosine- en stavudineconcentraties
werden waargenomen.
Didanosine
Didanosine (met voedsel)
(maagsapresistente capsules)
Didanosine AUC 34% (41% 27%)
400 mg enkelvoudige dosis
Didanosine Cmax 38% (48% 26%)
(atazanavir 300 mg eenmaal
Didanosine Cmin 25% (8% 69%)
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
Geen significante effecten op de
atazanavirconcentraties werden
waargenomen bij gelijktijdige
toediening met maagsapresistent
didanosine, echter bij inname met
voedsel nam de didanosineconcentratie
af.
Atazanavir AUC 22% (35% 6%) *
300 mg eenmaal daags
Atazanavir Cmax 16% (30% 0%) *
(atazanavir 300 mg eenmaal
Atazanavir Cmin 23% (43% 2%) *
daags met ritonavir 100 mg
eenmaal daags)
* In een gecombineerde analyse van
diverse klinische onderzoeken werd
300 mg
atazanavir/ritonavir 300/100 mg
tenofovirdisoproxilfumaraat is
tegelijkertijd toegediend met
gelijk aan
tenofovirdisoproxilfumaraat 300 mg
245 mg tenofovirdisoproxil
(n=39) vergeleken met
atazanavir/ritonavir 300/100 mg
Onderzoek verricht bij hiv-
(n=33).
geïnfecteerde patiënten.

De werkzaamheid van
REYATAZ/ritonavir in combinatie
met tenofovirdisoproxilfumaraat bij
eerder behandelde patiënten werd
aangetoond in klinisch onderzoek 045
en bij behandelingsnaïeve patiënten in
klinisch onderzoek 138 (zie rubriek 4.8
en 5.1). Het interactiemechanisme
tussen atazanavir en
tenofovirdisoproxilfumaraat is
onbekend.
Tenofovirdisoproxilfumaraat
Tenofovirdisoproxilfumaraat AUC
Patiënten dienen nauwlettend
300 mg eenmaal daags
37% (30% 45%)
gecontroleerd te worden op
(atazanavir 300 mg eenmaal
Tenofovirdisoproxilfumaraat Cmax
tenofovirdisoproxil-
daags met ritonavir 100 mg
34% (20% 51%)
geassocieerde bijwerkingen,
eenmaal daags)
Tenofovirdisoproxilfumaraat Cmin
renale afwijkingen inbegrepen.
29% (21% 36%)
300 mg
tenofovirdisoproxilfumaraat is
gelijk aan
245 mg tenofovirdisoproxil
Non-nucleoside reverse transcriptaseremmers (NNRTI's)
Efavirenz 600 mg eenmaal
Atazanavir ('s avonds): allemaal
Gelijktijdige toediening van
daags
ingenomen met voedsel
efavirenz en
(atazanavir 400 mg eenmaal
Atazanavir AUC 0%(9% 10%)*
REYATAZ/ritonavir wordt niet
daags met ritonavir 100 mg
Atazanavir Cmax 17%(8% 27%)*
aanbevolen (zie rubriek 4.4).
eenmaal daags)
Atazanavir Cmin 42%(51% 31%)*


Atazanavir ('s avonds): allemaal
daags
ingenomen met voedsel
(atazanavir 400 mg eenmaal
Atazanavir AUC 6% (10% 26%)
daags met ritonavir 200 mg
*/**
eenmaal daags)
Atazanavir Cmax 9% (5% 26%)
*/**
Atazanavir Cmin 12% (16% 49%)
*/**
* Indien vergeleken met REYATAZ
300 mg/ritonavir 100 mg eenmaal
daags 's avonds zonder efavirenz.
Deze afname van atazanavir Cmin heeft
mogelijk een negatieve invloed op de
werkzaamheid van atazanavir. Het
mechanisme van de
efavirenz/atazanavir-interactie berust
op CYP3A4-inductie.
** gebaseerd op historische
vergelijking.
Nevirapine 200 mg tweemaal
Nevirapine AUC 26% (17% 36%)
Gelijktijdige toediening van
daags
Nevirapine Cmax 21% (11% 32%)
nevirapine en
(atazanavir 400 mg eenmaal
Nevirapine Cmin 35% (25% 47%)
REYATAZ/ritonavir wordt niet
daags met ritonavir 100 mg
aanbevolen (zie rubriek 4.4)
eenmaal daags)
Atazanavir AUC 19% (35% 2%) *
Atazanavir Cmax 2% (15% 24%) *
Onderzoek verricht bij hiv-
Atazanavir Cmin 59% (73% 40%) *
geïnfecteerde patiënten.

* Indien vergeleken met REYATAZ
300 mg en ritonavir 100 mg zonder
nevirapine. Deze afname van
atazanavir Cmin heeft mogelijk een
negatieve invloed op de werkzaamheid
van atazanavir. Het
interactiemechanisme van
nevirapine/atazanavir berust op
CYP3A4-inductie.
Integraseremmers
Raltegravir 400 mg tweemaal
Raltegravir AUC 41%
Er is geen dosisaanpassing
daags
Raltegravir Cmax 24%
nodig voor raltegravir.
(atazanavir/ritonavir)
Raltegravir C12uur 77%
Het mechanisme is UGT1A1-
remming.
ANTIBIOTICA
Claritromycine AUC 94% (75%
Geen aanbeveling met
tweemaal daags
116%)
betrekking tot een dosisreductie
(atazanavir 400 mg eenmaal
Claritromycine Cmax 50% (32%
kan worden gegeven; daarom is
daags)
71%)
voorzichtigheid geboden indien
Claritromycine Cmin 160% (135%
REYATAZ/ritonavir gelijktijdig
188%)
wordt toegediend met
claritromycine.
14-OH claritromycine
14-OH claritromycine AUC 70%
(74% 66%)
14-OH claritromycine Cmax 72%
(76% 67%)
14-OH claritromycine Cmin 62%
(66% 58%)
Atazanavir AUC 28% (16% 43%)
Atazanavir Cmax 6% (7% 20%)
Atazanavir Cmin 91% (66% 121%)
Een dosisverlaging van claritromycine
kan leiden tot subtherapeutische
concentraties van 14-OH
claritromycine. Het mechanisme van
de claritromycine/atazanavir-interactie
berust op CYP3A4-remming.
ANTIMYCOTICA
Ketoconazol 200 mg eenmaal
Geen significante effecten op de
Ketoconazol en itraconazol
daags
atazanavirconcentratie werden
dienen met voorzichtigheid te
(atazanavir 400 mg eenmaal
waargenomen.
worden gebruikt met
daags)
REYATAZ/ritonavir; hoge
Itraconazol
Itraconazol is net als ketoconazol
doses van ketoconazol en
zowel een potente remmer als een
itraconazol (> 200 mg/dag)
substraat voor CYP3A4.
worden niet aanbevolen.
Gebaseerd op gegevens verkregen met
andere boosted PI's en ketoconazol,
waarbij de AUC van ketoconazol een
3-voudige toename vertoonde, is de
verwachting dat REYATAZ/ritonavir
de ketoconazol- of
itraconazolconcentraties laat stijgen.
Voriconazol Cmax 10% (22% 4%)
voriconazol en
mg/ritonavir 100 mg eenmaal
Voriconazol Cmin 39% (49% 28%)
REYATAZ/ritonavir wordt niet
daags)
aanbevolen, tenzij een evaluatie

van de voordelen/risico's voor
Personen met ten minste één
Atazanavir AUC 12% (18% 5%)
de patiënt het gebruik van
functioneel CYP2C19-allel
Atazanavir Cmax 13% (20% 4%)
voriconazol rechtvaardigt (zie
Atazanavir Cmin 20 % (28 % 10%) rubriek 4.4).

Op het moment dat
Ritonavir AUC 12% (17% 7%)
voriconazolbehandeling nodig
Ritonavir Cmax 9% (17% 0%)
is, dient, indien mogelijk, het
Ritonavir Cmin 25% (35% 14%)
CYP2C19-genotype van de
patiënt bepaald te worden.
Bij de meeste patiënten met ten minste
één functioneel CYP2C19-allel zijn
Indien gelijktijdige toediening
een daling van de voriconazol- en
noodzakelijk is, worden daarom
atazanavirspiegels te verwachten.
de volgende aanbevelingen
gedaan, afhankelijk van de
Voriconazol 50 mg tweemaal
Voriconazol AUC 561% (451%
CYP2C19-status:
daags (atazanavir 300
699%)
mg/ritonavir 100 mg eenmaal
Voriconazol Cmax 438% (355%
- bij patiënten met ten minste
daags)
539%)
één functioneel CYP2C19-allel
Voriconazol Cmin 765% (571%
wordt zorgvuldige klinische
Personen zonder een functioneel 1.020%)
controle op een verlies van
CYP2C19-allel
zowel de voriconazol- (klinische

verschijnselen) als
Atazanavir AUC 20% (35% 3%)
atazanavireffectiviteit
Atazanavir Cmax 19% (34% 0,2%) (virologische respons)
Atazanavir Cmin 31 % (46 % 13%) aanbevolen.

- bij patiënten zonder een
Ritonavir AUC 11% (20% 1%)
functioneel CYP2C19-allel
Ritonavir Cmax 11% (24% 4%)
wordt zorgvuldige controle van
Ritonavir Cmin 19% (35% 1%)
klinische en
laboratoriumgegevens op
Bij een klein aantal patiënten zonder
voriconazol-gerelateerde
een functioneel CYP2C19-allel zijn
bijwerkingen aanbevolen.
significant verhoogde
voriconazolspiegels te verwachten.
Als genotypering niet mogelijk
is, dient er volledige controle op
veiligheid en werkzaamheid
plaats te vinden.
Fluconazol 200 mg eenmaal
Atazanavir- en fluconazolconcentraties Geen dosisaanpassingen zijn
daags
veranderden niet significant bij
nodig voor REYATAZ/ritonavir
(atazanavir 300 mg en ritonavir
gelijktijdige toediening van
en fluconazol.
100 mg eenmaal daags)
REYATAZ/ritonavir met fluconazol.
ANTIMYCOBACTERIËLE MIDDELEN
Rifabutine AUC 48% (19% 84%)
Indien samen gegeven met
per week
**
REYATAZ/ritonavir is de
(atazanavir 300 mg en ritonavir
Rifabutine Cmax 149% (103%
aanbevolen dosering van
100 mg eenmaal daags)
206%) **
rifabutine 150 mg 3 keer per
Rifabutine Cmin 40% (5% 87%) **
week op vaste dagen
(bijvoorbeeld maandag-
25-O-desacetyl-rifabutine AUC
woensdag-vrijdag).
990% (714% 1361%) **
Uitgebreidere controle op aan
25-O-desacetyl-rifabutine Cmax 677% rifabutinegerelateerde
(513% 883%) **
bijwerkingen waaronder
25-O-desacetyl-rifabutine Cmin
neutropenie en uveïtis is
1045% (715% 1510%) **
geboden vanwege een te
verwachten verhoogde
** indien vergeleken met rifabutine
blootstelling aan rifabutine.
150 mg eenmaal daags alleen. Totaal
Verdere dosisverlaging van
rifabutine en 25-O-desacetyl-rifabutine rifabutine naar 150 mg
AUC 119% (78% 169%).
tweemaal per week op vaste
dagen is aanbevolen voor
In eerdere onderzoeken werd de
patiënten door wie de dosering
farmacokinetiek van atazanavir niet
van 150 mg 3 keer per week niet
gewijzigd door rifabutine.
wordt verdragen. Men dient
hierbij in gedachten te houden
dat de dosering van tweemaal
per week 150 mg mogelijk niet
kan voorzien in een optimale
blootstelling aan rifabutine,
bijgevolg leidend tot een risico
van rifamycineresistentie en het
falen van de behandeling. Geen
dosisaanpassing is nodig voor
REYATAZ/ritonavir.
Rifampicine
Rifampicine is een sterke CYP3A4-
De combinatie van rifampicine
inductor waarvan is aangetoond dat
en REYATAZ met gelijktijdige
deze een afname van de atazanavir
laaggedoseerde ritonavir is
AUC kan veroorzaken van 72%,
gecontra-indiceerd (zie rubriek
hetgeen kan leiden tot virologisch
4.3).
falen en resistentie-ontwikkeling.
Pogingen om de verlaagde
blootstelling te boven te komen door
de dosis van REYATAZ of andere
proteaseremmers te verhogen met
ritonavir, leidde tot een hoge
frequentie van leverreacties.
ANTIPSYCHOTICA
Quetiapine
Vanwege CYP3A4-remming door
Gelijktijdige toediening van
REYATAZ is de verwachting dat de
REYATAZ/ritonavir met
concentraties van quetiapine stijgen.
quetiapine is gecontra-indiceerd
omdat REYATAZ mogelijk de
quetiapine-gerelateerde toxiciteit
verhoogt. Verhoogde
plasmaconcentraties van
quetiapine kunnen leiden tot een
coma (zie rubriek 4.3).
De verwachting is dat REYATAZ de
Gelijktijdige toediening van
plasmaspiegels van lurasidon doet
lurasidon met REYATAZ is
toenemen vanwege CYP3A4-
gecontra-indiceerd omdat dit
remming.
mogelijk de lurasidon-
gerelateerde toxiciteit verhoogt
(zie rubriek 4.3).
ZUURREMMERS
H2-Receptorantagonisten
Zonder Tenofovir
Bij hiv-geïnfecteerde patiënten die atazanavir/ritonavir gebruiken bij de
Voor patiënten die geen
aanbevolen dosering van 300/100 mg eenmaal daags
tenofovir gebruiken: indien
Famotidine 20 mg tweemaal
Atazanavir AUC 18% (25% 1%)
REYATAZ 300 mg/ritonavir
daags
Atazanavir Cmax 20% (32% 7%)
100 mg gelijktijdig met een H2-
Atazanavir Cmin 1% (16% 18%)
receptorantagonist wordt
Famotidine 40 mg tweemaal
Atazanavir AUC 23% (32% 14%)
gegeven, dient een dosis
daags
Atazanavir Cmax 23% (33% 12%)
equivalent aan 20 mg famotidine
Atazanavir Cmin 20% (31% 8%)
tweemaal daags niet te worden
Bij gezonde vrijwilligers die atazanavir/ritonavir gebruiken bij een
overschreden. Indien er een
verhoogde dosering van 400/100 mg eenmaal daags
hogere dosis van een H2-
Famotidine 40 mg tweemaal
Atazanavir AUC 3% (14% 22%)
receptorantagonist noodzakelijk
daags
Atazanavir C
is (bijv. famotidine 40 mg
max 2% (13% 8%)
Atazanavir C
tweemaal daags of equivalent)
min 14% (32% 8%)
kan een toename van de
REYATAZ/ritonavir- dosering
overwogen worden van 300/100
mg naar 400/100 mg.
Met Tenofovirdisoproxilfumaraat 300 mg eenmaal daags (gelijk aan 245 mg tenofovirdisoproxil)
Bij hiv-geïnfecteerde patiënten die atazanavir/ritonavir gebruiken bij de
Voor patiënten die
aanbevolen dosering van 300/100 mg eenmaal daags
tenofovirdisoproxilfumaraat
Famotidine 20 mg tweemaal
Atazanavir AUC 21% (34% 4%) * gebruiken: indien
daags
Atazanavir Cmax 21% (36% 4%) *
REYATAZ/ritonavir met
Atazanavir Cmin 19% (37% 5%) *
tenofovirdisoproxil en een H2-
receptorantagonist gelijktijdig
Famotidine 40 mg tweemaal
Atazanavir AUC 24% (36% 11%)
wordt gebruikt dan is een
daags
*
dosisverhoging van REYATAZ
Atazanavir Cmax 23% (36% 8%) *
naar 400 mg met 100 mg
Atazanavir Cmin 25% (47% 7%) *
ritonavir aanbevolen. Een dosis
gelijk aan famotidine 40 mg
Bij hiv-geïnfecteerde patiënten die atazanavir/ritonavir gebruiken bij een
tweemaal daags dient niet
verhoogde dosering van 400/100 mg eenmaal daags
overschreden te worden.
Famotidine 20 mg tweemaal
Atazanavir AUC 18% (6,5% 30%)
daags
*
Atazanavir Cmax 18% (6,7% 31%)*
Atazanavir Cmin 24% (10% 39%)*
Famotidine 40 mg tweemaal
Atazanavir AUC 2,3% (13%
daags
10%)*
Atazanavir Cmax 5% (17% 8,4%)*
Atazanavir Cmin 1,3% (10% 15)*
* Indien vergeleken met atazanavir
300 mg eenmaal daags met ritonavir
100 mg eenmaal daags en
tenofovirdisoproxilfumaraat 300 mg,
alle als enkelvoudige dosis met
voedsel. Indien vergeleken met
atazanavir 300 mg met ritonavir 100
mg zonder tenofovir, is een additionele
afname van de atazanavirconcentratie
te verwachten van ongeveer 20%.
Het interactiemechanisme is een
afgenomen oplosbaarheid van
atazanavir als gevolg van een toename
van de pH in de maag door de H2-
blokkers.
Protonpompremmers
Omeprazol 40 mg eenmaal
Atazanavir (`s ochtends): 2 uur na
Gelijktijdige toediening van
daags
omeprazol
REYATAZ/ritonavir met
(atazanavir 400 mg eenmaal
Atazanavir AUC 61% (65% 55%)
protonpompremmers wordt niet
daags met ritonavir 100 mg
Atazanavir Cmax 66% (62% 49%)
aanbevolen. Indien de
eenmaal daags)
Atazanavir Cmin 65% (71% 59%)
combinatie van

REYATAZ/ritonavir met een
Omeprazol 20 mg eenmaal
Atazanavir (`s ochtends): 1 uur na
protonpompremmer
daags
omeprazol
onvermijdbaar geacht wordt,
(atazanavir 400 mg eenmaal
Atazanavir AUC 30% (43% 14%) * wordt zorgvuldige klinische
daags met ritonavir 100 mg
Atazanavir Cmax 31% (42% 17%) * controle aanbevolen samen met
eenmaal daags)
Atazanavir Cmin 31% (46% 12%) * een verhoging van de dosis

REYATAZ naar 400 mg met
* Indien vergeleken met atazanavir
100 mg ritonavir.
300 mg eenmaal daags met ritonavir
Protonpompremmer-doses
100 mg eenmaal daags.
vergelijkbaar met omeprazol
De afname in AUC, Cmax, en Cmin werd 20 mg dienen niet te worden
niet verminderd indien een hogere
overschreden (zie rubriek 4.4).
dosering REYATAZ/ritonavir
(400/100 mg eenmaal daags) met een
tussenpoos van 12 uur van de inname
van omeprazol werd toegediend.
Hoewel niet onderzocht, worden er
vergelijkbare resultaten verwacht met
andere protonpompremmers. Deze
afname in blootstelling aan atazanavir
zou een negatief effect kunnen hebben
op de werkzaamheid van atazanavir.
Het interactiemechanisme berust op
een verlaagde oplosbaarheid van
atazanavir door een hogere pH in de
maag met protonpompremmers.
Antacida
Antacida en geneesmiddelen
Verlaagde plasmaconcentraties van
REYATAZ/ritonavir dient te
die buffers bevatten
atazanavir kunnen het gevolg zijn van
worden ingenomen 2 uur voor of
een verhoogde pH in de maag indien
1 uur na het gebruik van
antacida, waaronder gebufferde
antacida of gebufferde
geneesmiddelen, worden toegediend
geneesmiddelen.
met REYATAZ/ritonavir.
Mogelijk verhoogde
Gelijktijdig gebruik van
alfuzosineconcentraties wat kan
REYATAZ/ritonavir met
resulteren in hypotensie. Het
alfuzosine is gecontra-indiceerd
interactiemechanisme berust op
(zie rubriek 4.3).
CYP3A4-remming door atazanavir
en/of ritonavir.
ANTICOAGULANTIA
Direct werkende orale anticoagulantia (DOACS)
Apixaban
Mogelijk verhoogde concentraties
Gelijktijdig gebruik van
Rivaroxaban
apixaban en rivaroxaban, wat kan
apixaban of rivaroxaban en
leiden tot een hoger risico op bloeding. REYATAZ met ritonavir wordt
Het interactiemechanisme berust op
niet aanbevolen.
remming van CYP3A4/ en P-gp door
REYATAZ/ritonavir.
Ritonavir is een sterke remmer van
zowel CYP3A4 als P-gp.
REYATAZ is een remmer van
CYP3A4. De mogelijke remming van
P-gp door REYATAZ is onbekend en
kan niet worden uitgesloten.
Dabigatran
Mogelijk verhoogde
Gelijktijdig gebruik van
dabigatranconcentraties wat kan leiden dabigatran en REYATAZ met
tot een hoger risico op bloeding. Het
ritonavir wordt niet aanbevolen.
interactiemechanisme is P-gp-
remming.
Ritonavir is een sterke remmer van P-
gp.
Mogelijke P-gp-remming door
REYATAZ is onbekend en kan niet
worden uitgesloten.

Edoxaban
Mogelijk verhoogde
Wees voorzichtig wanneer
edoxabanconcentraties wat kan leiden
edoxaban wordt gebruikt met
tot een hoger risico op bloeding. Het
REYATAZ.
interactiemechanisme berust op P-gp-
remming door REYATAZ/ritonavir.
Raadpleeg rubriek 4.2 en 4.5
van de SPC van edoxaban voor
Ritonavir is een sterke P-gp-remmer.
de juiste
doseringsaanbevelingen voor
Mogelijke P-gp-remming door
edoxaban voor gelijktijdig
REYATAZ is onbekend en kan niet
gebruik met P-gp-remmers.
worden uitgesloten.
Vitamine K Antagnonists
Warfarine
Gelijktijdig gebruik met
Het wordt aanbevolen om de
REYATAZ/ritonavir heeft het
INR zorgvuldig te controleren
potentieel om de International
gedurende de behandeling met
Normalised Ratio (INR) te verlagen of, REYATAZ/ritonavir, vooral bij
minder vaak, te verhogen.
start van de behandeling.
ANTI-EPILEPTICA
REYATAZ/ritonavir kan mogelijk
Carbamazepine dient met
leiden tot een toename in de
voorzichtigheid gebruikt te
plasmaspiegels van carbamazepine
worden in combinatie met
vanwege CYP3A4-remming.
REYATAZ/ritonavir. Monitor,
Wegens carbamazepine-inducerend
indien nodig, carbamazepine
effect kan een vermindering van
serumconcentraties en pas de
REYATAZ/ritonavirblootsteling niet
dosering daarop aan. Controleer
uitgesloten worden.
nauwkeurig de virologische
respons van de patiënt.
Fenytoïne, fenobarbital
Ritonavir kan mogelijk leiden tot een
Fenobarbital en fenytoïne dienen
afname in de plasmaspiegels van
met voorzichtigheid gebruikt te
fenytoïne en/of fenobarbital vanwege
worden in combinatie met
CYP2C9- en CYP2C19-inductie.
REYATAZ/ritonavir.
Wegens fenytoïne/fenobarbital-
inducerend effect kan een
Indien REYATAZ/ritonavir
vermindering van
gelijktijdig wordt toegediend
REYATAZ/ritonavirblootsteling niet
met hetzij fenytoïne hetzij
uitgesloten worden.
fenobarbital kan mogelijk een
dosisaanpassing van fenytoïne
of fenobarbital nodig zijn.
Controleer nauwkeurig de
virologische respons van de
patiënt.
Lamotrigine
Gelijktijdige toediening van
Lamotrigine dient met
lamotrigine en REYATAZ/ritonavir
voorzichtigheid gebruikt te
kan mogelijk leiden tot een afname
worden in combinatie met
van lamotrigine plasmaconcentraties
REYATAZ/ritonavir.
vanwege UGT1A4-inductie.
Monitor, indien nodig,
lamotrigineconcentraties en pas
de dosis daarop aan.
ANTINEOPLASTICA EN IMMUNOSUPPRESSIVA
Antineoplastica
Irinotecan
Atazanavir remt UGT en interfereert
Indien REYATAZ/ritonavir
mogelijk met het metabolisme van
gelijktijdig wordt toegediend
irinotecan, wat resulteert in een
met irinotecan dienen patiënten
toegenomen toxiciteit van irinotecan.
zorgvuldig te worden
gecontroleerd op
irinotecangerelateerde
bijwerkingen.
Immunosuppressiva
Cyclosporine
Concentraties van deze
Frequentere controle van de
Tacrolimus
immunosuppressiva kunnen toenemen
therapeutische concentratie van
Sirolimus
indien deze tegelijkertijd worden
deze geneesmiddelen wordt
toegediend met REYATAZ/ritonavir
aanbevolen totdat de
door CYP3A4-remming.
plasmaspiegels gestabiliseerd
zijn.
CARDIOVASCULAIRE MIDDELEN
Anti-aritmica
Concentraties van deze anti-aritmica
Voorzichtigheid is geboden en
Systemisch toegediend
kunnen toenemen indien deze
controles van de therapeutische
lidocaïne,
gelijktijdig worden toegediend met
concentratie zijn aanbevolen
Kinidine
REYATAZ`/ritonavir. Het
indien beschikbaar. Gelijktijdig
interactiemechanisme tussen
gebruik met kinidine is
amiodaron of systemisch toegediend
gecontra-indiceerd (zie rubriek
lidocaïne/atazanavir berust op
4.3).
CYP3A-remming. Kinidine heeft een
smalle therapeutische breedte en is
gecontra-indiceerd vanwege potentiële
remming van CYP3A door
REYATAZ/ritonavir.
Calciumkanaalblokkers
Bepridil
REYATAZ/ritonavir dient niet te
Gelijktijdig gebruik met bepridil
worden gebruikt in combinatie met
is gecontra-indiceerd (zie
geneesmiddelen die substraat zijn van
rubriek 4.3).
CYP3A4 en die een smalle
therapeutische breedte hebben.
Diltiazem 180 mg eenmaal
Diltiazem AUC 125% (109%
Een initiële dosisreductie van
daags
141%)
diltiazem met 50% wordt
(atazanavir 400 mg eenmaal
Diltiazem Cmax 98% (78% 119%)
aanbevolen, gevolgd door
daags)
Diltiazem Cmin 142% (114%
benodigde titratie en ECG-
173%)
controle.
Desacetyl-diltiazem AUC 165%
(145% 187%)
Desacetyl-diltiazem Cmax 172%
(144% 203%)
Desacetyl-diltiazem Cmin 121%
(102% 142%)
Er werden geen significante effecten
op atazanavirconcentraties
waargenomen. Er was een toename in
het maximum PR-interval vergeleken
met atazanavir alleen. Gelijktijdig
gebruik van diltiazem en
REYATAZ/ritonavir is niet
onderzocht. Het interactiemechanisme
tussen diltiazem/atazanavir berust op
CYP3A4-remming.
Verapamil
Serumconcentraties van verapamil
Voorzichtigheid is geboden
nemen mogelijk toe door
indien verapamil tegelijkertijd
REYATAZ/ritonavir vanwege
wordt toegediend met
CYP3A4-remming.
REYATAZ/ritonavir.
CORTICOSTEROÏDEN
Fluticasonpropionaat plasmawaarden
Gelijktijdige toediening van
intranasaal 50 µg 4 maal
namen significant toe, terwijl de
REYATAZ/ritonavir en deze
daags gedurende 7 dagen
intrinsieke cortisolwaarden afnamen
glucocorticoïden wordt niet
(ritonavir 100 mg capsules
met ongeveer 86% (90%
aanbevolen tenzij het potentiële
tweemaal daags)
betrouwbaarheidsinterval 82-89%).
voordeel van de behandeling
Grotere effecten kunnen worden
zwaarder weegt dan het risico op
verwacht indien fluticasonpropionaat
systemische corticosteroïd-
wordt geïnhaleerd. Systemische
effecten. (zie rubriek 4.4). Een
corticosteroïd-effecten waaronder het
dosisreductie van het
syndroom van Cushing en remming
glucocorticoïd, met nauwgezette
van de bijnierschors zijn gemeld bij
controle van de lokale en
patiënten die ritonavir kregen en
systemische effecten, of de
fluticasonpropionaat inhaleerden dan
overstap naar een glucocorticoïd
wel intranasaal toegediend kregen; dit
dat geen substraat is voor
kan ook optreden met andere
CYP3A4 (bijv. beclomethason),
corticosteroïden die gemetaboliseerd
dient te worden overwogen.
worden via de P450 3A-route, bijv.
Bovendien kan het noodzakelijk
budesonide. De effecten van hoge
zijn om de dosering over een
systemische fluticasonblootstelling op
langere periode geleidelijk af te
ritonavir-plasmawaarden zijn nog
bouwen wanneer de behandeling
onbekend. Het interactiemechanisme
met glucocorticoïden gestaakt
berust op CYP3A4-remming.
wordt.
ERECTIELE DISFUNCTIE
PDE5-remmers
Sildenafil, tadalafil, vardenafil Sildenafil, tadalafil en vardenafil
Patiënten dienen te worden
worden gemetaboliseerd door
gewaarschuwd over deze
CYP3A4. Gelijktijdig gebruik met
mogelijke bijwerkingen bij het
REYATAZ/ritonavir kan leiden tot
gebruik van PDE5-remmers
verhoogde concentraties van de PDE5- voor erectiele disfunctie in
remmer en een toename van PDE5-
combinatie met
geassocieerde bijwerkingen zoals
REYATAZ/ritonavir (zie
hypotensie, visusstoornissen en
rubriek 4.4).
priapisme. Dit interactiemechanisme
Zie ook PULMONALE
berust op CYP3A4-remming.
ARTERIËLE HYPERTENSIE
in deze tabel voor verdere
informatie betreffende
gelijktijdig gebruik van
REYATAZ/ritonavir met
sildenafil.
PLANTAARDIGE PRODUCTEN
St. Janskruid (Hypericum
Van gelijktijdig gebruik van St.
Gelijktijdig gebruik van
perforatum)
Janskruid en REYATAZ/ritonavir kan REYATAZ/ritonavir en
verwacht worden dat dit leidt tot een
middelen die St. Janskruid
significante afname in plasmawaarden
bevatten, is gecontra-indiceerd.
van atazanavir. Dit effect kan komen
door inductie van CYP3A4. Er bestaat
een risico op het verlies van
therapeutisch effect en de
ontwikkeling van resistentie (zie
rubriek 4.3).
HORMONALE ANTICONCEPTIVA
Ethinyloestradiol AUC 19% (25%
Indien een oraal
norgestimaat
13%)
anticonceptivum samen met
(atazanavir 300 mg eenmaal
Ethinyloestradiol Cmax 16% (26%
REYATAZ/ritonavir wordt
daags met ritonavir 100 mg
5%)
gebruikt, dan wordt het
eenmaal daags)
Ethinyloestradiol Cmin 37% (45%
aanbevolen dat het oraal
29%)
anticonceptivum ten minste 30
µg ethinyloestradiol bevat en dat
Norgestimaat AUC 85% (67%
de patiënt er op wordt gewezen
105%)
het doseringsschema van het
Norgestimaat Cmax 68% (51%
anticonceptivum strikt na te
88%)
leven. Gelijktijdig gebruik van
Norgestimaat Cmin 102% (77%
REYATAZ/ritonavir en andere
131%)
hormonale anticonceptiva of
orale anticonceptiva die een
Hoewel de concentratie van
ander progestageen dan
ethinyloestradiol was verhoogd bij
norgestimaat bevatten, is niet
gebruik van atazanavir alleen, door
onderzocht en dient daarom te
zowel UGT- als CYP3A4-remming
worden vermeden. Een
door atazanavir, is het netto effect van
alternatieve betrouwbare
atazanavir/ritonavir een afname van
anticonceptiemethode wordt
ethinyloestradiolspiegels door het
aanbevolen.
inducerende effect van ritonavir.
De stijging in
progestageenblootstelling kan leiden
tot gerelateerde bijwerkingen (bijv.
insulineresistentie, dyslipidemie, acne
en `spotting') en kan daardoor
mogelijk van invloed zijn op de
therapietrouw.
LIPIDENMODIFICERENDE MIDDELEN
HMG-CoA-reductaseremmers
Simvastatine
Simvastatine en lovastatine zijn voor
Gelijktijdig gebruik van
Lovastatine
hun metabolisme erg afhankelijk van
simvastatine of lovastatine met
CYP3A4 en gelijktijdige toediening
REYATAZ is gecontra-
met REYATAZ/ritonavir leidt
indiceerd vanwege een verhoogd
mogelijk tot hogere concentraties.
risico op myopathie inclusief
rabdomyolyse (zie rubriek 4.3).
Atorvastatine
Het risico op myopathie, inclusief
Gelijktijdige toediening van
rabdomyolyse, kan ook verhoogd zijn
atorvastatine met REYATAZ
met atorvastatine, hetgeen ook
wordt niet aanbevolen. Als het
gemetaboliseerd word door CYP3A4.
gebruik van atorvastatine strikt
noodzakelijk wordt geacht, dan
dient de laagst mogelijke dosis
van atorvastatine te worden
toegediend onder zorgvuldige
monitoring (zie rubriek 4.4).
Pravastatine
Hoewel het niet is onderzocht, kan
Voorzichtigheid dient te worden
Fluvastatine
gelijktijdige toediening met
betracht.
proteaseremmers mogelijk resulteren
in een stijging in blootstelling aan
pravastatine of fluvastatine.
Pravastatine wordt niet
gemetaboliseerd door CYP3A4.
Fluvastatine wordt gedeeltelijk
gemetaboliseerd door CYP2C9.

Lomitapide
Lomitapide is sterk afhankelijk van
Gelijktijdige toediening van
CYP3A4 voor metabolisme en
lomitapide en REYATAZ met
gelijktijdige toediening met
ritonavir is gecontra-indiceerd
REYATAZ en ritonavir kan kan leiden vanwege een mogelijk risico op
tot verhoogde concentraties.
duidelijk verhoogde
transaminasespiegels en
hepatotoxiciteit (zie rubriek 4.3).
INHALATIEBÈTA-AGONISTEN
Salmeterol
Gelijktijdig gebruik met
Gelijktijdig gebruik van
REYATAZ/ritonavir kan resulteren in
salmeterol met
verhoogde concentraties salmeterol en
REYATAZ/ritonavir wordt niet
een toename van salmeterol-
aanbevolen (zie rubriek 4.4).
geassocieerde bijwerkingen.
Het interactiemechanisme berust op
CYP3A4-remming door atazanavir
en/of ritonavir.
OPIOÏDEN
Buprenorfine, eenmaal daags, Buprenorfine AUC 67%
Gelijktijdige toediening maakt
stabiele onderhoudsdosering
Buprenorfine Cmax 37%
klinische controle op sedatie en
(atazanavir 300 mg eenmaal
Buprenorfine Cmin 69%
cognitieve effecten
daags met ritonavir 100 mg
noodzakelijk. Een
eenmaal daags)
Norbuprenorfine AUC 105%
dosisverlaging van buprenorfine
Norbuprenorfine Cmax 61%
kan worden overwogen.
Norbuprenorfine Cmin 101%
Het interactiemechanisme berust op
CYP3A4- en UGT1A1-remming.
De concentratie van atazanavir werd
niet significant beïnvloed.
Methadon, stabiele
Geen significante effect op de
Geen dosisaanpassing is nodig
onderhoudsdosering
methadonconcentratie werd
indien methadon gelijktijdig
(atazanavir 400 mg eenmaal
opgemerkt. Aangezien een lage
wordt toegediend met
daags)
dosering ritonavir (100 mg tweemaal
REYATAZ en ritonavir.
daags) geen significante invloed
vertoont op de methadonconcentratie
wordt er geen interactie verwacht
indien methadon gelijktijdig met
REYATAZ en ritonavir wordt
toegediend, gebaseerd op deze
gegevens.
PULMONALE ARTERIËLE HYPERTENSIE
PDE5-remmers
Sildenafil
Gelijktijdig gebruik met
Een veilige en werkzame dosis
REYATAZ/ritonavir kan resulteren in
in combinatie met
verhoogde concentraties van de PDE5-
REYATAZ/ritonavir is niet
remmer en een toename van PDE5-
vastgesteld voor sildenafil voor
remmer-geassocieerde bijwerkingen.
het gebruik bij de behandeling
van pulmonale arteriële
Het interactiemechanisme berust op
hypertensie. Sildenafil voor
CYP3A4-remming door atazanavir
gebruik bij de behandeling van
en/of ritonavir.
pulmonale arteriële hypertensie
is gecontra-indiceerd (zie
rubriek 4.3).
Midazolam en triazolam worden
REYATAZ/ritonavir dient niet
Triazolam
extensief gemetaboliseerd door
gelijktijdig gebruikt te worden
CYP3A4. Gelijktijdig gebruik met
met triazolam of oraal
REYATAZ/ritonavir kan leiden tot een toegediend midazolam
grote toename van de concentratie van (zie rubriek 4.3), terwijl
deze benzodiazepines. Geen
voorzichtigheid moet worden
geneesmiddeleninteractiestudies zijn
betracht bij gelijktijdig gebruik
verricht met gelijktijdige toediening
van REYATAZ/ritonavir en
van REYATAZ/ritonavir samen met
parenteraal midazolam. Indien
benzodiazepines. Gebaseerd op
REYATAZ gelijktijdig wordt
gegevens van andere CYP3A4-
toegediend met parenteraal
remmers kan worden verwacht dat de
midazolam dient dit te gebeuren
plasmaconcentraties van midazolam
op een intensive care afdeling
significant hoger zullen zijn indien
(IC) of een vergelijkbare
midazolam oraal wordt toegediend.
omgeving waarbij nauwkeurige
Gegevens over gelijktijdig gebruik van klinische controle en
parenteraal midazolam samen met
aangewezen medische
andere proteaseremmers duiden op een behandeling gewaarborgd zijn in
mogelijke 3- tot 4-voudige toename
het geval dat respiratoire
van midazolam-plasmawaarden.
depressie en/of geprolongeerde
sedatie optreedt.
Dosisaanpassing van midazolam
dient te worden overwogen, in
het bijzonder wanneer meer dan
een enkelvoudige dosis
midazolam wordt toegediend.
Pediatrische patiënten
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Een matige hoeveelheid gegevens over zwangere vrouwen (tussen 300 en 1000
zwangerschapsuitkomsten) duidt erop dat atazanavir niet misvormend is. De resultaten van
dieronderzoek duiden niet op reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Het gebruik van REYATAZ
tijdens de zwangerschap mag alleen overwogen worden als het mogelijke voordeel opweegt tegen het
mogelijke risico.
In klinische studie AI424-182 werd REYATAZ/ritonavir (300/100 mg of 400/100 mg) toegediend in
combinatie met zidovudine/lamivudine bij 41 zwangere vrouwen tijdens het tweede of derde trimester.
Zes van de 20 vrouwen (30%) op REYATAZ/ritonavir 300/100 mg en 13 van de 21 vrouwen (62%)
op REYATAZ/ritonavir 400/100 mg ondervonden graad 3 of 4 hyperbilirubinemie. Er zijn geen
gevallen van melkzuur-acidose waargenomen in klinische studie AI424-182.
De studie beoordeelde 40 baby's die antiretroviraal profylactisch behandeld werden (waar REYATAZ
geen onderdeel van was) en die negatief waren voor hiv-1-DNA op het moment van de bevalling en/of
tijdens de eerste 6 maanden postpartum. Drie van de 20 baby's (15%) geboren uit vrouwen die
behandeld waren met REYATAZ/ritonavir 300/100 mg en vier van de 20 baby's (20%) geboren uit
vrouwen die behandeld werden met REYATAZ/ritonavir 400/100 mg ondervonden graad 3-4
bilirubine. Er was geen bewijs van pathologische geelzucht en zes van de 40 zuigelingen in deze studie
ontvingen lichttherapie gedurende maximaal 4 dagen. Er waren geen gemelde gevallen van kernicterus
bij neonaten.

Immuunsysteemaandoeningen:
soms: overgevoeligheid
Voedings- en
soms: gewicht verlaagd, gewichtstoename, anorexie,
stofwisselingsstoornissen:
verhoogde eetlust
Psychische stoornissen:
soms: depressie, desoriëntatie, angst, insomnia,
slaapstoornis, abnormale dromen
Zenuwstelselaandoeningen:
vaak: hoofdpijn
soms: perifere neuropathie, syncope, amnesie,
duizeligheid, somnolentie, dysgeusie
Oogaandoeningen:
vaak: icterus van het oog
Hartaandoeningen:
soms: torsades de pointesa
zelden: QTc-interval verlengda, oedeem, hartklopping
Bloedvataandoeningen:
soms: hypertensie

Ademhalingsstelsel-, borstkas- en
soms: dyspnoea
mediastinumaandoeningen:
Maagdarmstelselaandoeningen:
vaak: braken, diarree, abdominale pijn, nausea, dyspepsie
soms: pancreatitis, gastritis, abdominale distensie, aftoïde
stomatitis, flatulentie, droge mond
Lever- en galaandoeningen:
vaak: geelzucht
soms: hepatitis, cholelithiasea, cholestasea
zelden: hepatosplenomegalie, cholecystitisa
Huid- en onderhuidaandoeningen: vaak: huiduitslag;
soms: erythema multiformea,b, toxische huideruptiesa,b,
geneesmiddelenuitslag met eosinofilie en systemische
symptomen (DRESS syndroom)a,b, angio-oedeema,
urticaria, alopecia, pruritus;
zelden: Stevens-Johnson-syndrooma,b, vesiculobulleuze
huiduitslag, eczeem, vasodilatatie
Skeletspierstelsel- en
soms: spieratrofie, artralgie, myalgie
bindweefselaandoeningen:
zelden: myopathie
Nier- en urinewegaandoeningen:
soms: nefrolithiasea, hematurie, proteïnurie, pollakisurie,
interstitiële nefritis, chronische nieraandoeninga;
zelden: nierpijn
Voortplantingstelsel- en
soms: gynaecomastie
borstaandoeningen:

Algemene aandoeningen en
vaak: vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen:
soms: borstkaspijn, malaise, pyrexie, asthenie
zelden: loopstoornis
a Deze bijwerkingen werden gevonden tijdens postmarketingsurveillance, echter de frequenties werden geschat door middel
van een statistische berekening die gebaseerd is op het totale aantal patiënten dat is blootgesteld aan REYATAZ in
gerandomiseerde, gecontroleerde en andere beschikbare klinische studies (n=2321).
b Zie de beschrijving van specifieke bijwerkingen voor meer informatie.

FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: antivirale middelen voor systemisch gebruik, proteaseremmers,
ATC-code: J05AE08
Werkingsmechanisme
Atazanavir is een azapeptide hiv-1 proteaseremmer (PI). De verbinding blokkeert selectief de
virusspecifieke bewerking van virale gag-pol eiwitten in hiv-1-geïnfecteerde cellen en voorkomt zo de
vorming van rijpe virionen en infectie van andere cellen.
Antivirale activiteit in vitro: atazanavir vertoont anti-hiv-1- (inclusief alle geteste clades) en anti-hiv-2-
activiteit.in celkweken.
Tabel 3: De novo substituties in behandelingsnaïeve patiënten diefalen op therapie met
atazanavir + ritonavir (Studie 138, 96 weken)
Frequentie
de novo PI-substitutie (n=26)a
>20%
geen
10-20%
geen
a Aantal patiënten met gepaarde genotypes geklassificeerd als virologisch falen (hiv-RNA 400 kopieën/ml).
De M184I/V-substitutie komt respectievelijk voor in 5/26 REYATAZ/ritonavir en 7/26
lopinavir/ritonavir virologisch gefaalde patiënten.
Met antiretrovirale therapie voorbehandelde volwassen patiënten
Bij met antiretrovirale therapie voorbehandelde patiënten in de studies 009, 043 en 045 bleken 100
isolaten van patiënten die virologisch gefaald hadden op therapie met atazanavir of atazanavir +
ritonavir of atazanavir + saquinavir resistentie tegen atazanavir te hebben ontwikkeld. Van de 60
isolaten van de patiënten behandeld met atazanavir of atazanavir + ritonavir, bevatten er 18 (30%) het
I50L-fenotype, welke eerder beschreven werd bij behandelingsnaïeve patiënten.
Tabel 4. De novo substituties bij voorbehandelde patiënten die falen op therapie met
atazanavir + ritonavir (Studie 045, 48 weken)
Frequentie
de novo PI-substitutie (n=35)a,b
>20%
M36, M46, I54, A71, V82
10-20%
L10, I15, K20, V32, E35, S37, F53, I62, G73, I84, L90
a Aantal patiënten met gepaarde genotypes geklassificeerd als virologisch falen (hiv-RNA 400 kopieën/ml).
b Tien patiënten hadden fenotypische resistentie tegen atazanavir + ritonavir (fold change [FC] > 5.2) op baseline. FC
gevoeligheid in celkweken in relatie tot het wildtype als referentie werd bepaald met behulp van PhenoSenseTM
(Monogram Biosciences, South San Francisco, California, USA)
Geen van de de novo-substituties (zie tabel 4) was specifiek voor atazanavir en kan mogelijk het
opnieuw optreden betekenen van opgebouwde resistentie tegen atazanavir + ritonavir in de Studie 045
voorbehandelde populatie.
De resistentie bij met antiretrovirale therapie voorbehandelde patiënten bestaat voornamelijk uit
accumulatie van de grote en kleine resistentiemutaties, die reeds eerder zijn beschreven als zijnde
betrokken bij de resistentie tegen proteaseremmers.
Klinische resultaten
Bij antiretrovirale behandelingsnaïeve volwassen patiënten
Onderzoek 138 is een internationaal gerandomiseerd, open-label, multicenter, prospectief onderzoek
met 883 antiretrovirale behandelingsnaïeve patiënten waar REYATAZ/ritonavir (300 mg/100 mg
eenmaal daags) vergeleken wordt met lopinavir/ritonavir (400 mg/100 mg tweemaal daags), elk in
combinatie met een vaste dosis tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (300 mg/200 mg tabletten
eenmaal daags). De REYATAZ/ritonavir-arm toonde vergelijkbare (niet-inferieure) antivirale

Effectiviteitsresultaten onderzoek 138a
REYATAZ/ritonavirb
lopinavir/ritonavirc
(300 mg/100 mg eenmaal daags)
(400 mg/100 mg tweemaal daags)
Parameter
n=440
n=443
week 48
week 96
week 48
week 96
hiv-RNA <50 kopieën/ml, %
Alle patiëntend
78
74
76
68
Geschat verschil
week 48: 1,7% [-3,8%, 7,1%]
[95% CI] d
Week 96: 6,1%[0,3%, 12,0%]
Per protocolanalyse e
86
91
89
89
(n=392 f)
(n=352)
(n=372)
(n=331)
Geschat verschil e
week 48: -3% [-7,6%, 1,5%]
[95% CI]
week 96: 2,2%[-2,3%, 6,7%]
hiv-RNA<50 kopieën/ml, % volgens baseline karakteristiekd
hiv-RNA
<100.000 kopieën/ml
82 (n=217)
75 (n=217)
81 (n=218)
70 (n=218)
100.000 kopieën/ml
74 (n=223)
74 (n=223)
72 (n=225)
66 (n=225)
CD4-celaantal
78 (n=58)
78 (n=58)
63 (n=48)
58 (n=48)
<50 cellen/mm3
50 tot <100
76 (n=45)
71 (n=45)
69 (n=29)
69 (n=29)
cellen/mm3
100 tot <200
75 (n=106)
71 (n=106)
78 (n=134)
70 (n=134)
cellen/mm3
200 cellen/mm3
80 (n=222)
76 (n=222)
80 (n=228)
69 (n=228)
hiv-RNA gemiddelde verandering ten opzichte van baseline, log10 kopieën/ml
Alle patiënten
-3,09 (n=397)
-3,21 (n=360)
-3,13 (n=379)
-3,19 (n=340)
CD4 gemiddelde verandering t.o.v. baseline, cellen/mm3
Alle patiënten
203 (n=370)
268 (n=336)
219 (n=363)
290 (n=317)
CD4 gemiddelde verandering ten opzichte van baseline, cellen/mm3 volgens baseline karakteristiek
hiv-RNA
179 (n=183)
243 (n=163)
194 (n=183)
267 (n=152)
<100.000 kopieën/ml
100.000 kopieën/ml
227 (n=187)
291 (n=173)
245 (n=180)
310 (n=165)
a Gemiddeld CD4-celaantal op baseline was 214 cellen/mm3 (variërend van 2 tot 810 cellen/mm3) en de gemiddelde plasma
hiv-1 RNA-spiegel op baseline was 4,94 log10 kopieën/ml (variërend van 2,6 tot 5,88 log10 kopieën/ml)
b REYATAZ/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
c Lopinavir/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
d Intent-to-treat analyse, met ontbrekende waarden beschouwd als falers.
e Per protocolanalyse: exclusie van patiënten die de studie niet voltooiden en patiënten met grote protocolafwijkingen.
f Aantal evalueerbare patiënten.
In antiretroviraal-voorbehandelde volwassen patiënten
Studie 045 is een gerandomiseerde, multicenter studie met patiënten met virologisch falen op twee of
meer eerdere regiems die minimaal één PI, NRTI en NNRTI bevatten. Hierin werd
REYATAZ/ritonavir (300/100 mg eenmaal daags) en REYATAZ/saquinavir (400/1.200 mg eenmaal
daags) vergeleken met lopinavir + ritonavir (400/100 mg vaste dosiscombinatie tweemaal daags), alle
in combinatie met tenofovirdisoproxilfumaraat (zie rubrieken 4.5 en 4.8) en één NRTI. Bij de
gerandomiseerde patiënten was de gemiddelde tijd van voorafgaande antiretrovirale blootstelling
138 weken voor PI's, 281 weken voor NRTI's en 85 weken voor NNRTI's. Bij de start van de studie
kreeg 34% van de patiënten een PI en 60% een NNRTI. Vijftien van de 120 (13%) patiënten in de
REYATAZ + ritonavir behandelingsarm en 17 van de 123 (14%) patiënten in de lopinavir + ritonavir-
arm hadden vier of meer van de PI-substituties L10, M46, I54, V82, I84 en L90. Tweeëndertig procent
van de patiënten in de studie had een virale stam met minder dan twee NRTI-substituties.
Het primaire eindpunt was het tijdsgemiddelde verschil in wijziging ten opzichte van baseline van hiv-
RNA over 48 weken (tabel 6).
Werkzaamheidsresultaten op week 48a en op Week 96 (Studie 045)
ATV/RTVb (300 mg/
LPV/RTVc (400 mg/
Tijdsgemiddelde verschil
Parameter
100 mg eenmaal daags)
100 mg tweemaal daags)
ATV/RTV-LPV/RTV
n=120
n=123
[97,5% BId]
Week 48
Week 96
Week 48
Week 96
Week 48
Week 96
hiv-RNA gemiddelde verandering ten opzichte van baseline, log10 kopieën/ml
-1,93
-2,29
-1,87
-2,08
0,13
0,14
Alle patiënten
(n=90e)
(n=64)
(n=99)
(n=65)
[-0,12, 0,39] [-0,13, 0,41]
hiv RNA <50 kopieën/ml, %f (responder/evalueerbaar)
Alle patiënten 36 (43/120) 32 (38/120) 42 (52/123) 35 (41/118)
nvt
nvt
hiv RNA <50 kopieën/ml volgens specifieke baseline PI-substituties,f, g %
(responder/evalueerbaar)
0-2
44 (28/63)
41 (26/63)
56 (32/57)
48 (26/54)
nvt
nvt
3
18 (2/11)
9 (1/11)
38 (6/16)
33 (5/15)
nvt
nvt
4
27 (12/45)
24 (11/45)
28 (14/50)
20 (10/49)
nvt
nvt
CD4 gemiddelde verandering t.o.v. baseline, cellen/mm3
Alle patiënten 110 (n=83)
122 (n=60)
121 (n=94)
154 (n=60)
nvt
nvt
a Gemiddelde CD4-celaantal op baseline was 337 cellen/mm3 (variërend van 14 tot 1.543 cellen/mm3) en de gemiddelde
plasma hiv-1 RNA-spiegel op baseline was 4,4 log10 kopieën/ml (variërend van 2,6 tot 5,88 log10 kopieën/ml).
b ATV/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
c LPV/RTV met tenofovirdisoproxilfumaraat/emtricitabine (vaste dosis 300 mg/200 mg tabletten eenmaal daags).
d Betrouwbaarheidsinterval
e Aantal evalueerbare patiënten.
f Intent-to-treat analysis, met ontbrekende waarden beschouwd als 'falers'. Responders op LPV/RTV die hun behandeling
afrondden voor Week 96 zijn geëxcludeerd van de Week 96 analyse. Het percentage patiënten met hiv-RNA < 400
kopieën/ml was 53% en 43% voor ATV/RTV en 54% en 46% voor LPV/RTV op respectievelijk Week 48 en 96.
g Specifieke substituties zijn wijzigingen op posities L10, K20, L24, V32, L33, M36, M46, G48, I50, I54, L63, A71, G73,
V82, I84 en L90 (0-2, 3, 4 of meer) op baseline.
Nvt = niet van toepassing.
Na 48 weken behandeling waren de gemiddelde wijzigingen ten opzichte van baseline van hiv-RNA
spiegels voor REYATAZ + ritonavir en voor lopinavir + ritonavir gelijkwaardig (niet-inferieur).
Vergelijkbare resultaten werden verkregen uit de 'last observation carried forward' analysemethode
(tijdsgemiddelde verschil van 0,11, 97,5% betrouwbaarheidsinterval [-0,15, 0,36]). Bij "as-treated"
analyse, met exclusie van ontbrekende waarden, was het percentage patiënten met hiv-RNA < 400
kopieën/ml (< 50 kopieën/ml) in de REYATAZ + ritonavir-arm en de lopinavir + ritonavir-arm
respectievelijk 55% (40%) en 56% (46%).
Na 96 weken behandeling, voldeden de gemiddelde hiv-RNA veranderingen ten opzichte van baseline
voor REYATAZ + ritonavir en voor lopinavir + ritonavir, gebaseerd op geobserveerde gevallen, aan
de criteria voor niet-inferioriteit. Vergelijkbare resultaten werden verkregen uit de 'last observation
carried forward' analysemethode. Bij "as-treated" analyse, met exclusie van ontbrekende waarden,
was het percentage patiënten met hiv-RNA < 400 kopieën/ml (< 50 kopieën/ml) in de REYATAZ +
ritonavir-arm 84% (72%) en in de lopinavir + ritonavir-arm 82% (72%). Het is belangrijk op te
merken dat op het moment van de 96-weken analyse 48% van alle patiënten nog in de studie zaten.
REYATAZ + saquinavir bleken inferieur te zijn aan lopinavir + ritonavir.
Pediatrische patiënten
Pediatrische onderzoeken met REYATAZ-capsules
Beoordeling van de farmacokinetiek, veiligheid, verdraagbaarheid en werkzaamheid van REYATAZ
is gebaseerd op gegevens van de open-label, multicenter, klinische studie AI424-020 die uitgevoerd
werd bij patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 21 jaar. In deze studie ontvingen over het geheel
genomen 182 pediatrische patiënten (81 antiretroviraal-naïef en 101 antiretroviraal-voorbehandeld)
eenmaal per dag REYATAZ (capsule of poederformulering), met of zonder ritonavir, in combinatie
met twee NRTI's.
Werkzaamheidsresultaten (pediatrische patiënten in de leeftijd van 6 jaar tot jonger
dan 18 jaar) in week 48 (studie AI424-020)
Behandelingsnaïef
Voorbehandeld
REYATAZ
REYATAZ
Parameter
capsules/ritonavir
capsules/ritonavir
(300 mg/100 mg
(300 mg/100 mg
eenmaal daags) n=16
eenmaal daags) n=25
Hiv-RNA <50 kopieën/ml, % a
Alle patiënten
81 (13/16)
24 (6/25)
Hiv-RNA <400 kopieën/ml, % a
Alle patiënten
88 (14/16)
32 (8/25)
CD4 gemiddelde verandering t.o.v. baseline, cellen/mm3
Alle patiënten
293 (n=14b)
229 (n=14b)
hiv-RNA <50 kopieën/ml volgens specifieke baseline PI-substituties,c %
(responder/evalueerbaard)
0-2
nvt
27 (4/15)
3
nvt
-
4
nvt
0 (0/3)
a Intent-to-treat analyse, met ontbrekende waarden beschouwd als falers.
b Aantal evalueerbare patiënten.
c PI majeur: L24I, D30N, V32I, L33F, M46IL, I47AV, G48V, I50LV, F53LY, I54ALMSTV, L76V, V82AFLST, I84V,
N88DS, L90M; PI mineur: L10CFIRV, V11I, E35G, K43T, Q58E, A71ILTV, G73ACST, T74P, N83D, L89V.
d Omvat patiënten met resistentie op baseline.
Nvt = niet van toepassing.
Pediatrische onderzoeken met REYATAZ poeder voor oraal gebruik
Beoordeling van de farmacokinetiek, veiligheid, verdraagbaarheid en virologische respons van
REYATAZ poeder voor oraal gebruik is gebaseerd op gegevens van twee open-label, multicenter
klinische onderzoeken:
AI424-397 (PRINCE I): bij pediatrische patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 6 jaar
AI424-451 (PRINCE-II): bij pediatrische patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 11 jaar
In deze onderzoeken ontvingen 155 patiënten (59 antiretroviraal-behandelingsnaïef en
96 voorbehandeld met antiretrovirale middelen) eenmaal daags REYATAZ poeder voor oraal gebruik
en ritonavir, in combinatie met twee NRTI's.
Voor inclusie in beide onderzoeken moesten de behandelingsnaïeve patiënten genotypische
gevoeligheid voor REYATAZ en twee NRTI's hebben en voorbehandelde patiënten moesten
gedocumenteerde genotypische en fenotypische gevoeligheid voor REYATAZ en ten minste 2 NRTI's
hebben op het moment van screening. Patiënten die uitsluitend blootgesteld waren aan antiretrovirale
middelen in utero of tijdens de bevalling werden beschouwd als behandelingsnaïef. Patiënten die
REYATAZ of REYATAZ/ritonavir hadden ontvangen op enig moment voorafgaand aan de
inschrijving of die een geschiedenis van falen op de behandeling met twee of meer proteaseremmers,
proteaseremmerresistentie of bewijs van reeds bestaande hartafwijkingen hadden, werden uitgesloten
van de onderzoeken. Proteaseremmerresistentie werd gedefinieerd als genotypische resistentie tegen
atazanavir of tegen een van beide componenten van de lokale NRTI backbone op basis van de criteria
REYATAZ
REYATAZ poeder/ritonavir
Parameter Behandelingsnaïef
poeder/ritonavir n=52
n=82
Voorbehandeld
hiv-RNA <50 kopieën/ml, % a
ten minste 5 tot < 10 kg (REYATAZ
33 (4/12)
52 (17/33)
150 en 200 mg)

ten minste 10 tot < 15 kg
59 (13/22)
35 (6/17)
ten minste 15 tot < 25 kg
61 (11/18)
57 (17/30)
ten minste 25 tot < 35 kg
-
50,0 (1/2)
hiv-RNA <400 kopieën/ml, %a
ten minste 5 tot < 10 kg (REYATAZ
75 (9/12)
61 (20/33)
150 en 200 mg)

ten minste 10 tot < 15 kg
82 (18/22)
59 (10/17)
ten minste 15 tot < 25 kg
78 (14/18)
67 (20/30)
ten minste 25 tot < 35 kg
-
50,0 (1/2)
CD4 gemiddelde verandering t.o.v. baseline, cellen/mm3
ten minste 5 tot < 10 kg (REYATAZ
293 (n=7)
63 (n=16)
150 en 200 mg)

ten minste 10 tot < 15 kg
293 (n=11)
307 (n=8)
ten minste 15 tot < 25 kg
305 (n=9)
374 (n=12)
ten minste 25 tot < 35 kg
-
213 (n=1)
a Intent-to-treat analyse, met ontbrekende waarden beschouwd als falers.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie Bij hiv-geïnfecteerde patiënten (n=33, gecombineerde onderzoeken) gaven meervoudige
doseringen REYATAZ 300 mg eenmaal daags en ritonavir 100 mg eenmaal daags samen met voedsel
ingenomen een geometrisch gemiddelde (CV%) voor atazanavir, Cmax van 4.466 (42%) ng/ml met een
tijd tot Cmax van ongeveer 2,5 uur. Het geometrisch gemiddelde (CV%) van atazanavir Cmin en AUC
was respectievelijk 654 (76%) ng/ml en 44.185 (51%) ng·uur/ml.
Effect van voedsel: gelijktijdige toediening van REYATAZ en ritonavir met voedsel optimaliseert de
biologische beschikbaarheid van atazanavir. Gelijktijdige toediening van een eenmalige dosis
REYATAZ 300 mg en 100 mg ritonavir samen met een lichte maaltijd leidde tot een toename van
33% van de AUC en een toename van 40% van zowel de Cmax en de 24-uurs concentratie van
atazanavir ten opzichte van de inname op een nuchtere maag. Gelijktijdige inname met een vetrijke
maaltijd beïnvloedde de AUC van atazanavir niet ten opzichte van inname op een nuchtere maag en de
Cmax lag binnen 11% van de waarden bij een nuchtere toestand. De 24-uurs concentratie na een
vetrijke maaltijd nam ongeveer toe met 33% vanwege vertraagde absorptie; de mediane Tmax nam toe
van 2,0 naar 5,0 uur. Toediening van REYATAZ met ritonavir met een lichte danwel een vetrijke
maaltijd verlaagde de AUC en de Cmax variatiecoëfficiënt van REYATAZ en ritonavir met ongeveer

Steady-State farmacokinetiek van atazanavir met ritonavir bij hiv-geïnfecteerde
zwangere vrouwen die gegeten hebben
atazanavir 300 mg met ritonavir 100 mg
Farmacokinetische
2e trimester
3e trimester
postpartuma
parameter
(n=9)
(n=20)
(n=36)
Cmax ng/ml
3729,09
3291,46
5649,10
Geometrisch gemiddelde
(39)
(48)
(31)
(CV%)
AUC ng·uur/ml
34399,1
34251,5
60532,7
Geometrisch gemiddelde
(37)
(43)
(33)
(CV%)
Cmin ng/mlb
663,78
668,48
1420,64
Geometrisch gemiddelde
(36)
(50)
(47)
(CV%)
a Atazanavir piekconcentraties en AUC's bleken ongeveer 26-40% hoger tijdens de postpartumperiode (4-12 weken) dan
die in het verleden bij hiv-geïnfecteerde, niet-zwangere patiënten zijn waargenomen. Atazanavir plasmadalspiegels
waren ongeveer 2 maal hoger tijdens de postpartumperiode vergeleken met die in het verleden bij hiv-geïnfecteerde niet-
zwangere patiënten zijn waargenomen.
b Cmin is de concentratie 24 uur na toediening.
Pediatrische patiënten
Er is een trend richting een hogere klaring bij jongere kinderen wanneer wordt genormaliseerd voor
lichaamsgewicht. Hierdoor worden grotere piek-dalratios gezien, echter bij de aanbevolen doseringen
zullen de geometrisch gemiddelde atazanavirblootstellingen (Cmin, Cmax en AUC) bij pediatrische
patiënten naar verwachting vergelijkbaar zijn met de waarden die worden gezien bij volwassenen.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In toxiciteitstudies met herhaalde dosering bij muizen, ratten en honden waren bevindingen gerelateerd
aan atazanavir over het algemeen beperkt tot de lever en omvatten meestal een minimale tot lichte
toename van het serumbilirubine en leverenzymen, hepatocellulaire vacuolisatie en hypertrofie alsook
hepatische necrose van afzonderlijke cellen in alleen vrouwtjesmuizen. Systemische blootstellingen
van muizen (mannetjes), ratten en honden aan atazanavir in doseringen die worden geassocieerd met
veranderingen in de lever waren groter of gelijk aan de blootstellingen die werden gezien bij personen
die eenmaal daags 400 mg kregen. Bij vrouwtjesmuizen was de blootstelling aan atazanavir bij een
dosis die necrose van individuele cellen tot gevolg had 12 keer hoger dan de blootstelling bij personen
die eenmaal daags 400 mg kregen. Serumcholesterol en glucose waren minimaal tot licht verhoogd in
ratten, maar niet in muizen of honden.
Tijdens in-vitrostudies werd gekloond humaan cardiaal kaliumkanaal (hERG) met 15% geremd bij een
concentratie (30 M) atazanavir die overeenkwam met een 30-voudige vrije geneesmiddelconcentratie
van de humane Cmax. Vergelijkbare concentraties atazanavir verhoogden in een studie met vezels van
Purkinje van het konijn de duur van de actiepotentiaal (ADP90) met 13%. Elektrocardiografische
veranderingen (sinusbradycardie, verlenging van het PR-interval, verlenging van het QT-interval en
verlenging van het QRS-complex) werden slechts gezien bij een initiële 2 weken durende orale
toxiciteitstudie bij honden. Hierop volgende 9 maanden durende orale toxiciteitstudies bij honden
toonden geen geneesmiddelgerelateerde elektrocardiografische veranderingen. De klinische relevantie
van deze niet-klinische gegevens is onbekend. Mogelijke cardiale effecten van dit middel bij mensen
kunnen niet worden uitgesloten (zie rubrieken 4.4 en 4.8). Men dient rekening te houden met
mogelijke PR-verlenging in geval van overdosering (zie rubriek 4.9).
In een studie naar de vruchtbaarheid en vroege embryonale ontwikkeling bij ratten veranderde
atazanavir de oestrus zonder effecten op de paring of vruchtbaarheid. In ratten en konijnen werden bij
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Aspartaam (E951)
Sucrose
Sinaasappel-vanille smaak
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar
Na vermenging met voedsel of drank kan het mengsel maximaal 1 uur bewaard worden bij een
temperatuur beneden 30°C.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
REYATAZ poeder voor oraal gebruik dient in de oorspronkelijke sachet bewaard te worden en dient
niet te worden geopend totdat het gebruikt kan worden.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na vermenging, zie rubriek 6.3.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Polyester film/Aluminium/Polyethyleen gesealde filmsachet.
1. Voorafgaand aan het mengen wordt op de sachet getikt om het poeder te laten neerdalen. Met
een schone schaar wordt elke sachet langs de stippellijn doorgeknipt.
2. Uit onderstaande lijst wordt de geschikte optie gekozen voor het mengen en toedienen met
vloeibare zuigelingenvoeding, drank of voedsel. Grotere volumes of hoeveelheden vloeibare
zuigelingenvoeding, drank of voedsel kunnen gebruikt worden voor dosering. Er dient zorg voor
worden gedragen dat de patiënt al de zuigelingenvoeding, drank of voedsel dat het poeder bevat
opeet of -drinkt.
A: Om het aanbevolen aantal sachets REYATAZ poeder voor oraal gebruik te mengen met
vloeibare zuigelingenvoeding in een medicijnkopje of kleine beker en het toe te dienen met een
orale spuit, verkrijgbaar bij een apotheker:
Er wordt een lepel gebruikt om de inhoud te mengen van het juiste aantal sachets (4 of
5 sachets afhankelijk van het gewicht van de zuigeling) met 10 ml bereide vloeibare
zuigelingenvoeding in het medicijnkopje of kleine beker. De volledige hoeveelheid
van het mengsel wordt opgezogen in een orale spuit en toegediend in de rechter- of
linkerbinnenkant van de wang van de zuigeling. Een extra 10 ml zuigelingenvoeding
wordt in het medicijnkopje of kleine beker gegoten om resterende REYATAZ poeder
voor oraal gebruik in het kopje of de beker op te lossen. Het resterende mengsel wordt
opgezogen in de spuit en toegediend in de rechter- of linkerbinnenkant van de wang
van de zuigeling.
B: Om het aanbevolen aantal sachets REYATAZ poeder voor oraal gebruik in een kleine
drinkbeker te mengen met drank zoals melk of water:
Er wordt een lepel gebruikt om de inhoud van de sachets te mengen met 30 ml van de
drank. Het kind drinkt het mengsel op. Een extra 15 ml drank wordt in de drinkbeker
gegoten om de beker grondig te spoelen en de inhoud wordt gemengd. Het kind moet
het gehele resterende mengsel opdrinken.
Als er water wordt gebruikt, moet op hetzelfde moment ook voedsel in worden
genomen.
C: Om het aanbevolen aantal sachets REYATAZ poeder voor oraal gebruik in een kleine beker
te mengen met voedsel zoals appelmoes of yoghurt:
Er wordt één eetlepel voedsel gebruikt om de inhoud van de sachets te mengen. Het
mengsel wordt gevoerd aan de zuigeling of het jonge kind. Een extra eetlepel voedsel
wordt in de kleine beker gedaan en gemengd met de inhoud voor grondige afgifte van
het poeder uit de beker.
3. De volledige dosis REYATAZ poeder voor oraal gebruik (gemengd in de vloeibare
zuigelingenvoeding, drank of voedsel) wordt toegediend binnen één uur na bereiding (het
mengsel kan tijdens deze periode bij kamertemperatuur bewaard worden bij een temperatuur
beneden 30°C).
4. Extra zuigelingenvoeding, drank of voedsel kan worden gegeven na consumptie van het totale
mengsel.
5. Ritonavir wordt onmmiddellijk na de inname van REYATAZ poeder toegediend.
Voor meer informatie over de bereiding en toediening van REYATAZ poeder voor oraal gebruik, zie
de sectie 'Instructies voor gebruik' in de bijsluiter.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.

HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland

8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/03/267/012

9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 02 Maart 2004
Datum van laatste verlenging: 06 Februari 2009

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
{MM/JJJJ}

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.

BIJLAGE II
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG
EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
CATALENT ANAGNI S.R.L.
Loc. Fontana del Ceraso snc
Strada Provinciale 12 Casilina, 41
03012 Anagni (FR)
Italië
Swords Laboratories Unlimited Company T/A Bristol-Myers Squibb Pharmaceutical Operations,
External Manufacturing
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Swords Laboratories Unlimited Company T/A Lawrence Laboratories
Unit 12 & 15, Distribution Centre
Shannon Industrial Estate
Shannon, Co. Clare, V14 DD39
Ierland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van Richtlijn
2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese webportaal voor
geneesmiddelen.

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT HET VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.













BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER

A. ETIKETTERING
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 100 mg harde capsules
atazanavir

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 100 mg atazanavir (als sulfaat).

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat lactose (zie bijsluiter voor verdere informatie).

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Doosje en etiket van de fles: 60 harde capsules
Blisterverpakking: 60 harde capsules

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
De capsules dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. Lees voor het gebruik de bijsluiter.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Fles:
Bewaren beneden 25°C.

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 100 mg harde capsules
atazanavir

2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BRISTOL-MYERS SQUIBB PHARMA EEIG

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
OVERIGE
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 150 mg harde capsules
atazanavir

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 150 mg atazanavir (als sulfaat).

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat lactose (zie bijsluiter voor verdere informatie).

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Doosje en etiket van de fles: 60 harde capsules
Blisterverpakking: 60 harde capsules

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
De capsules dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. Lees voor het gebruik de bijsluiter.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Fles:
Bewaren beneden 25°C.

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 150 mg harde capsules
atazanavir

2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BRISTOL-MYERS SQUIBB PHARMA EEIG

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
OVERIGE
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 200 mg harde capsules
atazanavir

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 200 mg atazanavir (als sulfaat).

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat lactose (zie bijsluiter voor verdere informatie).

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Doosje van de flaconverpakking (1 flacon): 60 harde capsules
Doosje van de flaconverpakking: (3 flacons): 3 x 60 harde capsules (3 flacons met 60 harde capsules)
Etiket van flaconverpakking:60 harde capsules
Blisterverpakking: 60 harde capsules

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
De capsules dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. Lees voor het gebruik de bijsluiter.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Fles:

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 200 mg harde capsules
atazanavir

2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BRISTOL-MYERS SQUIBB PHARMA EEIG

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
OVERIGE
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 300 mg harde capsules
atazanavir

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke capsule bevat 300 mg atazanavir (als sulfaat).

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat lactose (zie bijsluiter voor verdere informatie).

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Doosje van de flaconverpakking (1 flacon): 30 harde capsules
Doosje van de flaconverpakking: (3 flacons): 3 x 30 harde capsules (3 flacons met 30 harde capsules)
Etiket van flaconverpakking: 30 harde capsules
Blisterverpakking: 30 harde capsules

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
De capsules dienen in hun geheel te worden doorgeslikt. Lees voor het gebruik de bijsluiter.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Fles:

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 300 mg harde capsules
atazanavir

2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BRISTOL-MYERS SQUIBB PHARMA EEIG

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
OVERIGE

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
REYATAZ 50 mg poeder voor oraal gebruik
atazanavir

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke sachet bevat 50 mg atazanavir (als sulfaat).

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat aspartaam en sucrose. Zie bijsluiter voor verdere informatie.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oraal gebruik
30 sachets

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Er zijn geen bijzondere bewaarcondities.

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
REYATAZ 50 mg poeder voor oraal gebruik
atazanavir
Oraal gebruik

2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ}

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
50 mg
6.
OVERIGE



B. BIJSLUITER

REYATAZ 100 mg harde capsules
atazanavir
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Geef dit
geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
REYATAZ is een antiviraal (of antiretroviraal) geneesmiddel. Het behoort tot de groep van
geneesmiddelen die proteaseremmers worden genoemd. Deze geneesmiddelen houden een infectie
met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) onder controle door het blokkeren van een eiwit dat hiv
nodig heeft om zich te vermenigvuldigen. Ze werken door de hoeveelheid hiv in uw lichaam te
verlagen, waardoor uw immuunsysteem weer wordt versterkt. Op deze manier wordt door REYATAZ
het risico op de ontwikkeling van hiv-gerelateerde ziekten verlaagd.
REYATAZ capsules kunnen worden gebruikt door volwassenen en kinderen in de leeftijd van 6 jaar
en ouder. Uw arts heeft REYATAZ aan u voorgeschreven omdat u geïnfecteerd bent met het hiv en dit
kan het zogenaamde 'Acquired ImmunoDeficiency'-syndroom (aids) veroorzaken. REYATAZ wordt
normaliter voorgeschreven in combinatie met andere anti-hiv-geneesmiddelen. Uw arts zal samen met
u bepalen welke combinatie van deze geneesmiddelen met REYATAZ het beste voor u is.

2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft matige tot ernstige leverproblemen. Uw arts zal dan bepalen hoe ernstig uw
leveraandoening is voordat hij besluit of u REYATAZ kan gebruiken.
U gebruikt een van de onderstaande geneesmiddelen: zie ook Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?
rifampicine (een antibioticum voor de behandeling van tuberculose).
astemizol of terfenadine (algemeen gebruikt om allergische symptomen te bestrijden;
deze geneesmiddelen kunnen beschikbaar zijn zonder recept); cisapride (ter behandeling
van maagreflux, soms zuurbranden genoemd); pimozide (voor de behandeling van
schizofrenie); kinidine of bepridil (voor correctie van het hartritme); ergotamine, dihydro-
ergotamine, ergonovine, methylergonovine (voor de behandeling van hoofdpijn); en
alfuzosine (voor de behandeling van een vergrote prostaat).
quetiapine (gebruikt ter behandeling van schizofrenie, bipolaire stoornis en ernstige
depressieve stoornis); lurasidon (gebruikt ter behandeling van schizofrenie)
geneesmiddelen die St. Janskruid (Hypericum perforatum, een kruidenpreparaat)
bevatten.
triazolam en oraal (via de mond in te nemen) midazolam (ter bevordering van de
nachtrust en/of ter vermindering van angst).
Lomitapide, simvastatine en lovastatine (cholesterolverlagers).
geneesmiddelen die grazoprevir bevatten, inclusief de combinatie van
elbasvir/grazoprevir in vaste doses en de combinatie van glecaprevir/pibrentasvir in vaste
doses (gebruikt om chronische hepatitis C te behandelen)
Gebruik sildenafil niet met REYATAZ wanneer sildenafil wordt gebruikt voor de behandeling van
verhoogde bloeddruk in de longslagaders (pulmonale arteriële hypertensie). Sildenafil wordt ook
gebruikt als behandeling van erectiele disfunctie. Vertel het uw arts als u sildenafil gebruikt voor de
behandeling van erectiele disfunctie.
Informeer uw arts direct indien één van deze bovenstaande waarschuwingen op u van toepassing is.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
REYATAZ geeft geen genezing van de hiv-infectie. De ontwikkeling van infecties en andere ziekten
als gevolg van de hiv-infectie kan doorgaan. U kunt nog steeds hiv doorgeven als u dit geneesmiddel
gebruikt, ofschoon het risico wordt verlaagd door effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw
arts over de voorzorgsmaatregelen die nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.
Bepaalde personen zullen tijdens de behandeling met REYATAZ speciale zorg nodig hebben. Neem
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en vertel het uw arts als:
u hepatitis B of C heeft
u tekenen of verschijnselen ontwikkelt van galstenen (pijn aan de rechterzijde van uw buik)
u hemofilie-A of -B heeft
u hemodialyse nodig heeft.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Er zijn meldingen gemaakt van nierstenen bij patiënten die REYATAZ gebruiken. Indien u tekenen of
symptomen krijgt van nierstenen (pijn aan uw zijde, bloed in de urine, pijn tijdens het plassen), licht
dan onmiddellijk uw arts in.
Bij sommige patiënten met voortgeschreden hiv-infectie (aids) die al eens opportunistische infecties
hebben gehad, kunnen zich kort na het starten van een anti-hiv-therapie tekenen en symptomen
voordoen van een ontsteking door eerdere infecties. Vermoedelijk zijn deze symptomen het gevolg
van verbetering van de immuunrespons (natuurlijke afweer), waardoor het lichaam in staat is zich
teweer te stellen tegen infecties die er eventueel, zonder duidelijke symptomen, al waren. Licht
onmiddellijk uw arts in als u infectieverschijnselen opmerkt. Naast opportunistische infecties, kunnen
ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat wanneer het immuunsysteem gezond
lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart met het innemen van geneesmiddelen voor de
behandeling van uw hiv-infectie. Auto-immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de
behandeling optreden. Als u merkt dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals
spierzwakte, zwakte die begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van
de romp van het lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste
behandeling onmiddellijk contact op met uw arts.
Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een botaandoening
ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel veroorzaakt door verminderde
bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans op ontwikkeling van deze
aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale combinatietherapie, gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie (onderdrukking van de natuurlijke
andere geneesmiddelen voor de behandeling van een hiv-infectie (bijv. indinavir, nevirapine en
efavirenz)
Sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir (gebruikt om hepatitis C te behandelen)
sildenafil, vardenafil of tadalafil (wordt bij mannen gebruikt om impotentie (erectiestoornis) te
behandelen)
als u een anticonceptiepil ("de Pil") om zwangerschap te voorkomen gebruikt samen met
REYATAZ, dan dient u deze precies volgens de aanwijzingen van uw arts in te nemen en geen
enkele dosis over te slaan
elk geneesmiddel dat gebruikt wordt voor de behandeling van aandoeningen die te maken hebben
met maagzuur (bijv. antacida, in te nemen 1 uur voordat u REYATAZ inneemt of 2 uur nadat u
REYATAZ inneemt, H2-blokkers zoals famotidine en protonpompremmers zoals omeprazol)
geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen, de hartslag te vertragen of om het hartritme te
corrigeren (amiodaron, diltiazem, systemische lidocaïne, verapamil)
atorvastatine, pravastatine en fluvastatine (cholesterolverlagers)
salmeterol (gebruikt bij de behandeling van astma)
ciclosporine, tacrolimus en sirolimus (geneesmiddelen om de lichaamsafweer te onderdrukken)
bepaalde antibiotica (rifabutine, claritromycine)
ketaconazol, itraconazol en voriconazol (geneesmiddelen tegen schimmels)
apixaban, dabigatran, edoxaban, rivaroxaban, en warfarine (anticoagulantia, gebruikt tegen
bloedstolling)
carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, lamotrigine (middelen tegen epilepsie (anti-epileptica))
irinotecan (gebruikt voor de behandeling van kanker)
kalmeringsmiddelen (b.v. midazolam toegediend via injectie)
buprenorfine (gebruikt bij de behandeling van afhankelijkheid van opiaten en bij pijn).
Sommige geneesmiddelen kunnen mogelijk een wisselwerking geven met ritonavir, een geneesmiddel
dat in combinatie met REYATAZ wordt ingenomen. Het is belangrijk om het uw arts te melden als u
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Op deze manier kunt u er zeker van zijn dat het
geneesmiddel maximaal effectief is en u vermindert de kans dat het virus resistent wordt tegen het
geneesmiddel.
De aanbevolen REYATAZ capsules dosering voor volwassen is éénmaal daags 300 mg samen
met éénmaal daags 100 mg ritonavir en voedsel. Atazanavir wordt voorgeschreven in combinatie
met andere anti-hiv geneesmiddelen. Uw arts kan de dosering van REYATAZ aanpassen op basis van
uw anti-hiv-behandeling.
Bij kinderen (in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar) zal de arts van uw kind beslissen over
de juiste dosering gebaseerd op het gewicht van uw kind. De dosis van REYATAZ capsules bij
kinderen wordt berekend op basis van lichaamsgewicht en wordt eenmaal daags ingenomen samen
met voedsel en 100 mg ritonavir zoals hieronder weergegeven:
Lichaamsgewicht
REYATAZ dosis
ritonavir dosis*
(kg)
eenmaal daags
eenmaal daags
(mg)
(mg)
15 tot minder dan 35
200
100
ten minste 35
300
100
*Ritonavir capsules, tabletten of orale oplossing kunnen worden gebruikt.
REYATAZ is ook beschikbaar als een poeder voor oraal gebruik voor kinderen van ten minste
3 maanden en met een lichaamsgewicht van ten minste 5kg. Het wordt aangeraden over te stappen van
REYATAZ poeder voor oraal gebruik op de REYATAZ capsules zodra patiënten consequent in staat
zijn de capsules door te slikken.
Er kan een dosisverandering optreden wanneer er wordt geswitcht tussen poeder voor oraal gebruik en
capsules. Uw arts zal beslissen wat de juiste dosis is gebaseerd op het lichaamsgewicht van uw kind.
Er zijn geen doseringsadviezen voor REYATAZ voor patiënten jonger dan 3 maanden.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. Bij het behandelen van een hiv-infectie is het niet altijd gemakkelijk om te
identificeren welke bijwerkingen worden veroorzaakt door REYATAZ, door andere geneesmiddelen
die u gebruikt of door de hiv-infectie zelf. Het is belangrijk dat u uw arts informeert indien u iets
ongewoons aan uw gezondheidstoestand opmerkt.
Tijdens de hiv-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipide- en
bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw
gezondheid en door uw levensstijlen in het geval van een stijging van de serumlipidewaarden soms
door de hiv-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u een van de volgende ernstige bijwerkingen krijgt:

Huiduitslag, jeuk die soms hevig kan zijn is gemeld. De uitslag verdwijnt gewoonlijk binnen
2 weken zonder verandering van uw REYATAZ-behandeling. Hevige uitslag kan zich samen met
andere verschijnselen ontwikkelen, wat ernstig kan zijn. Stop met het gebruiken van REYATAZ
en vertel het uw arts onmiddellijk als u hevige uitslag of uitslag met griepachtige verschijnselen,
blaren, koorts, zweertjes in de mond, spier- of gewrichtspijn, zwelling in het gezicht, ontsteking
van het oogdie roodheid veroorzaakt (conjunctivitis), pijnlijke, warme of rode knobbeltjes
(nodules) krijgt.
Geelverkleuring van uw huid of oogwit, veroorzaakt door een verhoogde concentratie van
bilirubine in uw bloed is vaak gemeld. Deze bijwerking is gewoonlijk niet gevaarlijk bij
volwassenen en kinderen ouder dan 3 maanden, maar het zou een verschijnsel kunnen zijn van
een ernstig probleem. Vertel het uw arts onmiddellijk als uw huid of oogwit geel kleurt.
Veranderingen in de manier waarop uw hart klopt (hartritmestoornis) kan soms voorkomen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u duizelig of licht in het hoofd wordt of als u plotseling
flauwvalt. Dit zouden verschijnselen van een ernstig hartprobleem kunnen zijn.
Leverproblemen kunnen soms voorkomen. Uw arts zou bloedtesten moeten afnemen voordat u
begint met REYATAZ en tijdens de behandeling. Als u leverproblemen heeft, zoals hepatitis B-
of C- infectie, kunt u verergering van uw leverproblemen ervaren. Vertel het uw arts onmiddellijk
als u donkere (thee-kleurige) urine, jeuk, vergeling van uw huid of oogwit, pijn rond de maag,
bleke ontlasting of misselijkheid krijgt.
Galblaasproblemen kunnen soms voorkomen bij mensen die REYATAZ gebruiken.
Verschijnselen van galblaasproblemen kunnen bestaan uit pijn aan de rechter- of het middendeel
van het bovenste gedeelte rond de maag, misselijkheid, braken, koorts of vergeling van uw huid
of oogwit.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Nierstenen komen soms voor bij mensen die REYATAZ gebruiken. Vertel het uw arts
onmiddellijk als u verschijnselen van nierstenen krijgt wat kan bestaan uit pijn aan de onderkant
van uw rug of rond de onderkant van uw maag, bloed in uw urine of pijn wanneer u plast.
Andere bijwerkingen die door patiënten zijn gemeld die behandeld werden met REYATAZ:
Vaak (kan bij 1 tot 10 van de gebruikers optreden):
hoofdpijn
braken, diarree, buikpijn (hinderende maagpijn), misselijkheid, dyspepsie
(spijsverteringsstoornis)
moeheid (extreme vermoeidheid)
Soms (kan bij 1 tot 100 van de gebruikers optreden):
perifere neurologische symptomen (gevoelloosheid, zwakte, tintelingen of pijn in de armen en
benen)
overgevoeligheid (allergische reactie)
asthenie (ongewone vermoeidheid of zwakheid)
gewichtsafname, gewichtstoename, anorexie (gebrek aan eetlust), toegenomen eetlust
depressie, angst, slaapstoornissen
desorientatie, amnesie (geheugenverlies), duizeligheid, slaperigheid, abnormale dromen
syncope (flauwvallen), hypertensie (verhoogde bloeddruk)
dyspnoe (kortademigheid)
pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier), gastritis (maagontsteking), afteuze stomatitis
(pijnlijke zweertjes in de mond, slijmvliesverwondingen), dysgeusie (stoornis in de
smaakgewaarwording), flatulentie (winderigheid), droge mond, opzwelling van de buik
angio-oedeem (ernstige zwelling van de huid en andere weefsels, meestal lippen en ogen)
alopecia (ongewoon haarverlies of uitdunning), pruritus (jeuk)
spieratrofie (vermindering van spierweefsel), artralgie (gewrichtspijn), myalgie (pijnlijke spieren)
interstitiële nefritis (ontsteking van de nieren), hematurie (bloed in de urine), proteïnurie
(overmaat aan eiwit in de urine), pollakisurie (vaker moeten plassen)
gynecomastie (borstvergroting bij mannen)
pijn op de borst, malaise (algemeen gevoel van onwelbevinden), koorts
slapeloosheid (moeilijk slapen)
Zelden (kan bij 1 tot 1.000 van de gebruikers optreden):
verstoorde loop (abnormale manier van lopen)
oedeem (vochtophoping)
hepatosplenomegalie (vergroting van de lever en milt)
myopathie (pijnlijke spieren, gevoeligheid of zwakte van de spieren, niet veroorzaakt door
inspanning)
nierpijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in Aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.

5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is atazanavir. Elke capsule bevat 100 mg atazanavir (als sulfaat).
- De andere stoffen in dit middel zijn crospovidon, Lactosemonohydraat en magnesiumstearaat. De
capsule en de drukinkt bevatten gelatine, schellak, Ammoniumhydroxide, simethicon,
propyleenglycol, indigokarmijn (E132) en titanium dioxide (E171).
Hoe ziet REYATAZ eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Elke capsule REYATAZ 100 mg bevat 100 mg atazanavir.
Ondoorzichtig blauw en witte capsule bedrukt met witte en blauwe inkt, met 'BMS 100 mg' op de ene
helft en '3623' op de andere helft.
REYATAZ 100 mg harde capsules worden geleverd in flessen met 60 capsules.
REYATAZ 100 mg harde capsules worden ook geleverd in blisters die zijn verpakt in doosjes met 60
capsules.
Het kan zijn dat niet alle verpakkingsvormen beschikbaar zijn in alle landen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de
vergunning voor het in de handel brengen:
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Fabrikant:
CATALENT ANAGNI S.R.L.
Loc. Fontana del Ceraso snc
Strada Provinciale 12 Casilina, 41
03012 Anagni (FR)
Italië
Swords Laboratories T/A Unlimited Company Bristol-Myers Squibb Pharmaceutical Operations,
External Manufacturing
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}

REYATAZ 150 mg harde capsules
atazanavir
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Geef dit
geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
REYATAZ is een antiviraal (of antiretroviraal) geneesmiddel. Het behoort tot de groep van
geneesmiddelen die proteaseremmers worden genoemd. Deze geneesmiddelen houden een infectie
met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) onder controle door het blokkeren van een eiwit dat hiv
nodig heeft om zich te vermenigvuldigen. Ze werken door de hoeveelheid hiv in uw lichaam te
verlagen, waardoor uw immuunsysteem weer wordt versterkt. Op deze manier wordt door REYATAZ
het risico op de ontwikkeling van hiv-gerelateerde ziekten verlaagd.
REYATAZ capsules kunnen worden gebruikt door volwassenen en kinderen in de leeftijd van 6 jaar
en ouder. Uw arts heeft REYATAZ aan u voorgeschreven omdat u geïnfecteerd bent met het hiv en dit
kan het zogenaamde 'Acquired ImmunoDeficiency'-syndroom (aids) veroorzaken. REYATAZ wordt
normaliter voorgeschreven in combinatie met andere anti-hiv-geneesmiddelen. Uw arts zal samen met
u bepalen welke combinatie van deze geneesmiddelen met REYATAZ het beste voor u is.

2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft matige tot ernstige leverproblemen. Uw arts zal dan bepalen hoe ernstig uw
leveraandoening is voordat hij besluit of u REYATAZ kan gebruiken.
U gebruikt een van de onderstaande geneesmiddelen: zie ook Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?
rifampicine (een antibioticum voor de behandeling van tuberculose).
astemizol of terfenadine (algemeen gebruikt om allergische symptomen te bestrijden; deze
geneesmiddelen kunnen beschikbaar zijn zonder recept); cisapride (ter behandeling van
maagreflux, soms zuurbranden genoemd); pimozide (voor de behandeling van
schizofrenie); kinidine of bepridil (voor correctie van het hartritme); ergotamine, dihydro-
ergotamine, ergonovine, methylergonovine (voor de behandeling van hoofdpijn); en
alfuzosine (voor de behandeling van een vergrote prostaat).
quetiapine (gebruikt ter behandeling van schizofrenie, bipolaire stoornis en ernstige
depressieve stoornis); lurasidon (gebruikt ter behandeling van schizofrenie)
geneesmiddelen die St. Janskruid (Hypericum perforatum, een kruidenpreparaat)
bevatten.
triazolam en oraal (via de mond in te nemen) midazolam (ter bevordering van de nachtrust
en/of ter vermindering van angst).
Lomitapide, simvastatine en lovastatine (cholesterolverlagers).
producten die grazoprevir bevatten, inclusief combinatie van elbasvir/grazoprevir met
vaste dosis en combinatie van glecaprevir/pibrentasvir met vaste dosis (gebruikt voor de
behandeling van chronische hepatitis C-infectie)
Gebruik sildenafil niet met REYATAZ wanneer sildenafil wordt gebruikt voor de behandeling van
verhoogde bloeddruk in de longslagaders (pulmonale arteriële hypertensie). Sildenafil wordt ook
gebruikt als behandeling van erectiele disfunctie. Vertel het uw arts als u sildenafil gebruikt voor de
behandeling van erectiele disfunctie.
Informeer uw arts direct indien één van deze bovenstaande waarschuwingen op u van toepassing is.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
REYATAZ geeft geen genezing van de hiv-infectie. De ontwikkeling van infecties en andere ziekten
als gevolg van de hiv-infectie kan doorgaan. U kunt nog steeds hiv doorgeven als u dit geneesmiddel
gebruikt, ofschoon het risico wordt verlaagd door effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw
arts over de voorzorgsmaatregelen die nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.
Bepaalde personen zullen tijdens de behandeling met REYATAZ speciale zorg nodig hebben. Neem
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en vertel het uw arts als:
u hepatitis B of C heeft
u tekenen of verschijnselen ontwikkelt van galstenen (pijn aan de rechterzijde van uw buik)
u hemofilie-A of -B heeft
u hemodialyse nodig heeft.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Er zijn meldingen gemaakt van nierstenen bij patiënten die REYATAZ gebruiken. Indien u tekenen of
symptomen krijgt van nierstenen (pijn aan uw zijde, bloed in de urine, pijn tijdens het plassen), licht
dan onmiddellijk uw arts in.
Bij sommige patiënten met voortgeschreden hiv-infectie (aids) die al eens opportunistische infecties
hebben gehad, kunnen zich kort na het starten van een anti-hiv-therapie tekenen en symptomen
voordoen van een ontsteking door eerdere infecties. Vermoedelijk zijn deze symptomen het gevolg
van verbetering van de immuunrespons (natuurlijke afweer), waardoor het lichaam in staat is zich
teweer te stellen tegen infecties die er eventueel, zonder duidelijke symptomen, al waren. Licht
onmiddellijk uw arts in als u infectieverschijnselen opmerkt. Naast opportunistische infecties, kunnen
ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat wanneer het immuunsysteem gezond
lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart met het innemen van geneesmiddelen voor de
behandeling van uw hiv-infectie. Auto-immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de
behandeling optreden. Als u merkt dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals
spierzwakte, zwakte die begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van
de romp van het lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste
behandeling onmiddellijk contact op met uw arts.
Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een botaandoening
ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel veroorzaakt door verminderde
bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans op ontwikkeling van deze
aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale combinatietherapie, gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie (onderdrukking van de natuurlijke
andere geneesmiddelen voor de behandeling van een hiv-infectie (bijv. indinavir, nevirapine en
efavirenz)
Sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir (gebruikt om hepatitis C te behandelen)
sildenafil, vardenafil of tadalafil (wordt bij mannen gebruikt om impotentie (erectiestoornis) te
behandelen)
als u een anticonceptiepil ("de Pil") om zwangerschap te voorkomen gebruikt samen met
REYATAZ, dan dient u deze precies volgens de aanwijzingen van uw arts in te nemen en geen
enkele dosis over te slaan
elk geneesmiddel dat gebruikt wordt voor de behandeling van aandoeningen die te maken hebben
met maagzuur (bijv. antacida, in te nemen 1 uur voordat u REYATAZ inneemt of 2 uur nadat u
REYATAZ inneemt, H2-blokkers zoals famotidine en protonpompremmers zoals omeprazol)
geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen, de hartslag te vertragen of om het hartritme te
corrigeren (amiodaron, diltiazem, systemische lidocaïne, verapamil)
atorvastatine, pravastatine en fluvastatine (cholesterolverlagers)
salmeterol (gebruikt bij de behandeling van astma)
ciclosporine, tacrolimus en sirolimus (geneesmiddelen om de lichaamsafweer te onderdrukken)
bepaalde antibiotica (rifabutine, claritromycine)
ketaconazol, itraconazol en voriconazol (geneesmiddelen tegen schimmels)
apixaban, dabigatran, edoxaban, rivaroxaban, en warfarine (anticoagulantia, gebruikt tegen
bloedstolling)
carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, lamotrigine (middelen tegen epilepsie (anti-epileptica))
irinotecan (gebruikt voor de behandeling van kanker)
kalmeringsmiddelen (b.v. midazolam toegediend via injectie)
buprenorfine (gebruikt bij de behandeling van afhankelijkheid van opiaten en bij pijn).
Sommige geneesmiddelen kunnen mogelijk een wisselwerking geven met ritonavir, een geneesmiddel
dat in combinatie met REYATAZ wordt ingenomen. Het is belangrijk om het uw arts te melden als u
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Op deze manier kunt u er zeker van zijn dat het
geneesmiddel maximaal effectief is en u vermindert de kans dat het virus resistent wordt tegen het
geneesmiddel.
De aanbevolen REYATAZ capsules dosering voor volwassen is éénmaal daags 300 mg samen
met éénmaal daags 100 mg ritonavir en voedsel. Atazanavir wordt voorgeschreven in combinatie
met andere anti-hiv geneesmiddelen. Uw arts kan de dosering van REYATAZ aanpassen op basis van
uw anti-hiv-behandeling.
Bij kinderen (in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar) zal de arts van uw kind beslissen over
de juiste dosering gebaseerd op het gewicht van uw kind. De dosis van REYATAZ capsules bij
kinderen wordt berekend op basis van lichaamsgewicht en wordt eenmaal daags ingenomen samen
met voedsel en 100 mg ritonavir zoals hieronder weergegeven:
Lichaamsgewicht
REYATAZ dosis
ritonavir dosis*
(kg)
eenmaal daags
eenmaal daags
(mg)
(mg)
15 tot minder dan 35
200
100
ten minste 35
300
100
*Ritonavir capsules, tabletten of orale oplossing kunnen worden gebruikt.
REYATAZ is ook beschikbaar als een poeder voor oraal gebruik voor kinderen van ten minste
3 maanden en met een lichaamsgewicht van ten minste 5kg. Het wordt aangeraden over te stappen van
REYATAZ poeder voor oraal gebruik op de REYATAZ capsules zodra patiënten consequent in staat
zijn de capsules door te slikken.
Er kan een dosisverandering optreden wanneer er wordt geswitcht tussen poeder voor oraal gebruik en
capsules. Uw arts zal beslissen wat de juiste dosis is gebaseerd op het lichaamsgewicht van uw kind.
Er zijn geen doseringsadviezen voor REYATAZ voor patiënten jonger dan 3 maanden.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. Bij het behandelen van een hiv-infectie is het niet altijd gemakkelijk om te
identificeren welke bijwerkingen worden veroorzaakt door REYATAZ, door andere geneesmiddelen
die u gebruikt of door de hiv-infectie zelf. Het is belangrijk dat u uw arts informeert indien u iets
ongewoons aan uw gezondheidstoestand opmerkt.
Tijdens de hiv-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipide- en
bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw
gezondheid en door uw levensstijlen in het geval van een stijging van de serumlipidewaarden soms
door de hiv-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u een van de volgende ernstige bijwerkingen krijgt:

Huiduitslag, jeuk die soms hevig kan zijn is gemeld. De uitslag verdwijnt gewoonlijk binnen
2 weken zonder verandering van uw REYATAZ-behandeling. Hevige uitslag kan zich samen met
andere verschijnselen ontwikkelen, wat ernstig kan zijn. Stop met het gebruiken van REYATAZ
en vertel het uw arts onmiddellijk als u hevige uitslag of uitslag met griepachtige verschijnselen,
blaren, koorts, zweertjes in de mond, spier- of gewrichtspijn, zwelling in het gezicht, ontsteking
van het oogdie roodheid veroorzaakt (conjunctivitis), pijnlijke, warme of rode knobbeltjes
(nodules) krijgt.
Geelverkleuring van uw huid of oogwit, veroorzaakt door een verhoogde concentratie van
bilirubine in uw bloed is vaak gemeld. Deze bijwerking is gewoonlijk niet gevaarlijk bij
volwassenen en kinderen ouder dan 3 maanden, maar het zou een verschijnsel kunnen zijn van
een ernstig probleem. Vertel het uw arts onmiddellijk als uw huid of oogwit geel kleurt.
Veranderingen in de manier waarop uw hart klopt (hartritmestoornis) kan soms voorkomen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u duizelig of licht in het hoofd wordt of als u plotseling
flauwvalt. Dit zouden verschijnselen van een ernstig hartprobleem kunnen zijn.
Leverproblemen kunnen soms voorkomen. Uw arts zou bloedtesten moeten afnemen voordat u
begint met REYATAZ en tijdens de behandeling. Als u leverproblemen heeft, zoals hepatitis B-
of C- infectie, kunt u verergering van uw leverproblemen ervaren. Vertel het uw arts onmiddellijk
als u donkere (thee-kleurige) urine, jeuk, vergeling van uw huid of oogwit, pijn rond de maag,
bleke ontlasting of misselijkheid krijgt.
Galblaasproblemen kunnen soms voorkomen bij mensen die REYATAZ gebruiken.
Verschijnselen van galblaasproblemen kunnen bestaan uit pijn aan de rechter- of het middendeel
van het bovenste gedeelte rond de maag, misselijkheid, braken, koorts of vergeling van uw huid
of oogwit.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Nierstenen komen soms voor bij mensen die REYATAZ gebruiken. Vertel het uw arts
onmiddellijk als u verschijnselen van nierstenen krijgt wat kan bestaan uit pijn aan de onderkant
van uw rug of rond de onderkant van uw maag, bloed in uw urine of pijn wanneer u plast.
Andere bijwerkingen die door patiënten zijn gemeld die behandeld werden met REYATAZ:
Vaak (kan bij 1 tot 10 van de gebruikers optreden):
hoofdpijn
braken, diarree, buikpijn (hinderende maagpijn), misselijkheid, dyspepsie
(spijsverteringsstoornis)
moeheid (extreme vermoeidheid)
Soms (kan bij 1 tot 100 van de gebruikers optreden):
perifere neurologische symptomen (gevoelloosheid, zwakte, tintelingen of pijn in de armen en
benen)
overgevoeligheid (allergische reactie)
asthenie (ongewone vermoeidheid of zwakheid)
gewichtsafname, gewichtstoename, anorexie (gebrek aan eetlust), toegenomen eetlust
depressie, angst, slaapstoornissen
desorientatie, amnesie (geheugenverlies), duizeligheid, slaperigheid, abnormale dromen
syncope (flauwvallen), hypertensie (verhoogde bloeddruk)
dyspnoe (kortademigheid)
pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier), gastritis (maagontsteking), afteuze stomatitis
(pijnlijke zweertjes in de mond, slijmvliesverwondingen), dysgeusie (stoornis in de
smaakgewaarwording), flatulentie (winderigheid), droge mond, opzwelling van de buik
angio-oedeem (ernstige zwelling van de huid en andere weefsels, meestal lippen en ogen)
alopecia (ongewoon haarverlies of uitdunning), pruritus (jeuk)
spieratrofie (vermindering van spierweefsel), artralgie (gewrichtspijn), myalgie (pijnlijke spieren)
interstitiële nefritis (ontsteking van de nieren), hematurie (bloed in de urine), proteïnurie
(overmaat aan eiwit in de urine), pollakisurie (vaker moeten plassen)
gynecomastie (borstvergroting bij mannen)
pijn op de borst, malaise (algemeen gevoel van onwelbevinden), koorts
slapeloosheid (moeilijk slapen)
Zelden (kan bij 1 tot 1.000 van de gebruikers optreden):
verstoorde loop (abnormale manier van lopen)
oedeem (vochtophoping)
hepatosplenomegalie (vergroting van de lever en milt)
myopathie (pijnlijke spieren, gevoeligheid of zwakte van de spieren, niet veroorzaakt door
inspanning)
nierpijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in Aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel

5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is atazanavir. Elke capsule bevat 150 mg atazanavir (als sulfaat).
- De andere stoffen in dit middel zijn crospovidon, Lactosemonohydraat en magnesiumstearaat. De
capsule en de drukinkt bevatten gelatine, schellak, Ammoniumhydroxide, simethicon,
propyleenglycol, indigokarmijn (E132) en titanium dioxide (E171).
Hoe ziet REYATAZ eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Elke capsule REYATAZ 150 mg bevat 150 mg atazanavir.
Ondoorzichtig blauw en lichtblauwe capsule bedrukt met witte en blauwe inkt, met 'BMS 150 mg' op
de ene helft en '3624' op de andere helft.
REYATAZ 150 mg harde capsules worden geleverd in flessen met 60 capsules.
REYATAZ 150 mg harde capsules worden ook geleverd in blisters die zijn verpakt in doosjes met 60
capsules.
Het kan zijn dat niet alle verpakkingsvormen beschikbaar zijn in alle landen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de
vergunning voor het in de handel brengen:
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland

Fabrikant:
CATALENT ANAGNI S.R.L.
Loc. Fontana del Ceraso snc
Strada Provinciale 12 Casilina, 41
03012 Anagni (FR)
Italië
Swords Laboratories Unlimited Company T/A Bristol-Myers Squibb Pharmaceutical Operations,
External Manufacturing
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland

REYATAZ 200 mg harde capsules
atazanavir
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Geef dit
geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
REYATAZ is een antiviraal (of antiretroviraal) geneesmiddel. Het behoort tot de groep van
geneesmiddelen die proteaseremmers worden genoemd. Deze geneesmiddelen houden een infectie
met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) onder controle door het blokkeren van een eiwit dat hiv
nodig heeft om zich te vermenigvuldigen. Ze werken door de hoeveelheid hiv in uw lichaam te
verlagen, waardoor uw immuunsysteem weer wordt versterkt. Op deze manier wordt door REYATAZ
het risico op de ontwikkeling van hiv-gerelateerde ziekten verlaagd.
REYATAZ capsules kunnen worden gebruikt door volwassenen en kinderen in de leeftijd van 6 jaar
en ouder. Uw arts heeft REYATAZ aan u voorgeschreven omdat u geïnfecteerd bent met het hiv en dit
kan het zogenaamde 'Acquired ImmunoDeficiency'-syndroom (aids) veroorzaken. REYATAZ wordt
normaliter voorgeschreven in combinatie met andere anti-hiv-geneesmiddelen. Uw arts zal samen met
u bepalen welke combinatie van deze geneesmiddelen met REYATAZ het beste voor u is.

2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft matige tot ernstige leverproblemen. Uw arts zal dan bepalen hoe ernstig uw
leveraandoening is voordat hij besluit of u REYATAZ kan gebruiken.
U gebruikt een van de onderstaande geneesmiddelen: zie ook Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?
rifampicine (een antibioticum voor de behandeling van tuberculose).
astemizol of terfenadine (algemeen gebruikt om allergische symptomen te bestrijden; deze
geneesmiddelen kunnen beschikbaar zijn zonder recept); cisapride (ter behandeling van
maagreflux, soms zuurbranden genoemd); pimozide (voor de behandeling van
schizofrenie); kinidine of bepridil (voor correctie van het hartritme); ergotamine, dihydro-
ergotamine, ergonovine, methylergonovine (voor de behandeling van hoofdpijn); en
alfuzosine (voor de behandeling van een vergrote prostaat).
quetiapine (gebruikt ter behandeling van schizofrenie, bipolaire stoornis en ernstige
depressieve stoornis); lurasidon (gebruikt ter behandeling van schizofrenie)
geneesmiddelen die St. Janskruid (Hypericum perforatum, een kruidenpreparaat)
bevatten.
triazolam en oraal (via de mond in te nemen) midazolam (ter bevordering van de nachtrust
en/of ter vermindering van angst).
Lomitapide, simvastatine en lovastatine (cholesterolverlagers).
producten die grazoprevir bevatten, inclusief combinatie van elbasvir/grazoprevir met
vaste dosis en combinatie van glecaprevir/pibrentasvir met vaste dosis (gebruikt voor de
behandeling van chronische hepatitis C-infectie)
Gebruik sildenafil niet met REYATAZ wanneer sildenafil wordt gebruikt voor de behandeling van
verhoogde bloeddruk in de longslagaders (pulmonale arteriële hypertensie). Sildenafil wordt ook
gebruikt als behandeling van erectiele disfunctie. Vertel het uw arts als u sildenafil gebruikt voor de
behandeling van erectiele disfunctie.
Informeer uw arts direct indien één van deze bovenstaande waarschuwingen op u van toepassing is.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
REYATAZ geeft geen genezing van de hiv-infectie. De ontwikkeling van infecties en andere ziekten
als gevolg van de hiv-infectie kan doorgaan. U kunt nog steeds hiv doorgeven als u dit geneesmiddel
gebruikt, ofschoon het risico wordt verlaagd door effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw
arts over de voorzorgsmaatregelen die nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.
Bepaalde personen zullen tijdens de behandeling met REYATAZ speciale zorg nodig hebben. Neem
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en vertel het uw arts als:
u hepatitis B of C heeft
u tekenen of verschijnselen ontwikkelt van galstenen (pijn aan de rechterzijde van uw buik)
u hemofilie-A of -B heeft
u hemodialyse nodig heeft.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Er zijn meldingen gemaakt van nierstenen bij patiënten die REYATAZ gebruiken. Indien u tekenen of
symptomen krijgt van nierstenen (pijn aan uw zijde, bloed in de urine, pijn tijdens het plassen), licht
dan onmiddellijk uw arts in.
Bij sommige patiënten met voortgeschreden hiv-infectie (aids) die al eens opportunistische infecties
hebben gehad, kunnen zich kort na het starten van een anti-hiv-therapie tekenen en symptomen
voordoen van een ontsteking door eerdere infecties. Vermoedelijk zijn deze symptomen het gevolg
van verbetering van de immuunrespons (natuurlijke afweer), waardoor het lichaam in staat is zich
teweer te stellen tegen infecties die er eventueel, zonder duidelijke symptomen, al waren. Licht
onmiddellijk uw arts in als u infectieverschijnselen opmerkt. Naast opportunistische infecties, kunnen
ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat wanneer het immuunsysteem gezond
lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart met het innemen van geneesmiddelen voor de
behandeling van uw hiv-infectie. Auto-immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de
behandeling optreden. Als u merkt dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals
spierzwakte, zwakte die begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van
de romp van het lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste
behandeling onmiddellijk contact op met uw arts.
Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een botaandoening
ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel veroorzaakt door verminderde
bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans op ontwikkeling van deze
aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale combinatietherapie, gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie (onderdrukking van de natuurlijke
andere geneesmiddelen voor de behandeling van een hiv-infectie (bijv. indinavir, nevirapine en
efavirenz)
Sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir (gebruikt om hepatitis C te behandelen)
sildenafil, vardenafil of tadalafil (wordt bij mannen gebruikt om impotentie (erectiestoornis) te
behandelen)
als u een anticonceptiepil ("de Pil") om zwangerschap te voorkomen gebruikt samen met
REYATAZ, dan dient u deze precies volgens de aanwijzingen van uw arts in te nemen en geen
enkele dosis over te slaan
elk geneesmiddel dat gebruikt wordt voor de behandeling van aandoeningen die te maken hebben
met maagzuur (bijv. antacida, in te nemen 1 uur voordat u REYATAZ inneemt of 2 uur nadat u
REYATAZ inneemt, H2-blokkers zoals famotidine en protonpompremmers zoals omeprazol)
geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen, de hartslag te vertragen of om het hartritme te
corrigeren (amiodaron, diltiazem, systemische lidocaïne, verapamil)
atorvastatine, pravastatine en fluvastatine (cholesterolverlagers)
salmeterol (gebruikt bij de behandeling van astma)
ciclosporine, tacrolimus en sirolimus (geneesmiddelen om de lichaamsafweer te onderdrukken)
bepaalde antibiotica (rifabutine, claritromycine)
ketaconazol, itraconazol en voriconazol (geneesmiddelen tegen schimmels)
apixaban, dabigatran, edoxaban, rivaroxaban, en warfarine (anticoagulantia, gebruikt tegen
bloedstolling)
carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, lamotrigine (middelen tegen epilepsie (anti-epileptica))
irinotecan (gebruikt voor de behandeling van kanker)
kalmeringsmiddelen (b.v. midazolam toegediend via injectie)
buprenorfine (gebruikt bij de behandeling van afhankelijkheid van opiaten en bij pijn).
Sommige geneesmiddelen kunnen mogelijk een wisselwerking geven met ritonavir, een geneesmiddel
dat in combinatie met REYATAZ wordt ingenomen. Het is belangrijk om het uw arts te melden als u
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Op deze manier kunt u er zeker van zijn dat het
geneesmiddel maximaal effectief is en u vermindert de kans dat het virus resistent wordt tegen het
geneesmiddel.
De aanbevolen REYATAZ capsules dosering voor volwassen is éénmaal daags 300 mg samen
met éénmaal daags 100 mg ritonavir en voedsel. Atazanavir wordt voorgeschreven in combinatie
met andere anti-hiv geneesmiddelen. Uw arts kan de dosering van REYATAZ aanpassen op basis van
uw anti-hiv-behandeling.
Bij kinderen (in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar) zal de arts van uw kind beslissen over
de juiste dosering gebaseerd op het gewicht van uw kind. De dosis van REYATAZ capsules bij
kinderen wordt berekend op basis van lichaamsgewicht en wordt eenmaal daags ingenomen samen
met voedsel en 100 mg ritonavir zoals hieronder weergegeven:
Lichaamsgewicht
REYATAZ dosis
ritonavir dosis*
(kg)
eenmaal daags
eenmaal daags
(mg)
(mg)
15 tot minder dan 35
200
100
ten minste 35
300
100
*Ritonavir capsules, tabletten of orale oplossing kunnen worden gebruikt.
REYATAZ is ook beschikbaar als een poeder voor oraal gebruik voor kinderen van ten minste
3 maanden en met een lichaamsgewicht van ten minste 5kg. Het wordt aangeraden over te stappen van
REYATAZ poeder voor oraal gebruik op de REYATAZ capsules zodra patiënten consequent in staat
zijn de capsules door te slikken.
Er kan een dosisverandering optreden wanneer er wordt geswitcht tussen poeder voor oraal gebruik en
capsules. Uw arts zal beslissen wat de juiste dosis is gebaseerd op het lichaamsgewicht van uw kind.
Er zijn geen doseringsadviezen voor REYATAZ voor patiënten jonger dan 3 maanden.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. Bij het behandelen van een hiv-infectie is het niet altijd gemakkelijk om te
identificeren welke bijwerkingen worden veroorzaakt door REYATAZ, door andere geneesmiddelen
die u gebruikt of door de hiv-infectie zelf. Het is belangrijk dat u uw arts informeert indien u iets
ongewoons aan uw gezondheidstoestand opmerkt.
Tijdens de hiv-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipide- en
bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw
gezondheid en door uw levensstijlen in het geval van een stijging van de serumlipidewaarden soms
door de hiv-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u een van de volgende ernstige bijwerkingen krijgt:

Huiduitslag, jeuk die soms hevig kan zijn is gemeld. De uitslag verdwijnt gewoonlijk binnen
2 weken zonder verandering van uw REYATAZ-behandeling. Hevige uitslag kan zich samen met
andere verschijnselen ontwikkelen, wat ernstig kan zijn. Stop met het gebruiken van REYATAZ
en vertel het uw arts onmiddellijk als u hevige uitslag of uitslag met griepachtige verschijnselen,
blaren, koorts, zweertjes in de mond, spier- of gewrichtspijn, zwelling in het gezicht, ontsteking
van het oogdie roodheid veroorzaakt (conjunctivitis), pijnlijke, warme of rode knobbeltjes
(nodules) krijgt.
Geelverkleuring van uw huid of oogwit, veroorzaakt door een verhoogde concentratie van
bilirubine in uw bloed is vaak gemeld. Deze bijwerking is gewoonlijk niet gevaarlijk bij
volwassenen en kinderen ouder dan 3 maanden, maar het zou een verschijnsel kunnen zijn van
een ernstig probleem. Vertel het uw arts onmiddellijk als uw huid of oogwit geel kleurt.
Veranderingen in de manier waarop uw hart klopt (hartritmestoornis) kan soms voorkomen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u duizelig of licht in het hoofd wordt of als u plotseling
flauwvalt. Dit zouden verschijnselen van een ernstig hartprobleem kunnen zijn.
Leverproblemen kunnen soms voorkomen. Uw arts zou bloedtesten moeten afnemen voordat u
begint met REYATAZ en tijdens de behandeling. Als u leverproblemen heeft, zoals hepatitis B-
of C- infectie, kunt u verergering van uw leverproblemen ervaren. Vertel het uw arts onmiddellijk
als u donkere (thee-kleurige) urine, jeuk, vergeling van uw huid of oogwit, pijn rond de maag,
bleke ontlasting of misselijkheid krijgt.
Galblaasproblemen kunnen soms voorkomen bij mensen die REYATAZ gebruiken.
Verschijnselen van galblaasproblemen kunnen bestaan uit pijn aan de rechter- of het middendeel
van het bovenste gedeelte rond de maag, misselijkheid, braken, koorts of vergeling van uw huid
of oogwit.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Nierstenen komen soms voor bij mensen die REYATAZ gebruiken. Vertel het uw arts
onmiddellijk als u verschijnselen van nierstenen krijgt wat kan bestaan uit pijn aan de onderkant
van uw rug of rond de onderkant van uw maag, bloed in uw urine of pijn wanneer u plast.
Andere bijwerkingen die door patiënten zijn gemeld die behandeld werden met REYATAZ:
Vaak (kan bij 1 tot 10 van de gebruikers optreden):
hoofdpijn
braken, diarree, buikpijn (hinderende maagpijn), misselijkheid, dyspepsie
(spijsverteringsstoornis)
moeheid (extreme vermoeidheid)
Soms (kan bij 1 tot 100 van de gebruikers optreden):
perifere neurologische symptomen (gevoelloosheid, zwakte, tintelingen of pijn in de armen en
benen)
overgevoeligheid (allergische reactie)
asthenie (ongewone vermoeidheid of zwakheid)
gewichtsafname, gewichtstoename, anorexie (gebrek aan eetlust), toegenomen eetlust
depressie, angst, slaapstoornissen
desorientatie, amnesie (geheugenverlies), duizeligheid, slaperigheid, abnormale dromen
syncope (flauwvallen), hypertensie (verhoogde bloeddruk)
dyspnoe (kortademigheid)
pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier), gastritis (maagontsteking), afteuze stomatitis
(pijnlijke zweertjes in de mond, slijmvliesverwondingen), dysgeusie (stoornis in de
smaakgewaarwording), flatulentie (winderigheid), droge mond, opzwelling van de buik
angio-oedeem (ernstige zwelling van de huid en andere weefsels, meestal lippen en ogen)
alopecia (ongewoon haarverlies of uitdunning), pruritus (jeuk)
spieratrofie (vermindering van spierweefsel), artralgie (gewrichtspijn), myalgie (pijnlijke spieren)
interstitiële nefritis (ontsteking van de nieren), hematurie (bloed in de urine), proteïnurie
(overmaat aan eiwit in de urine), pollakisurie (vaker moeten plassen)
gynecomastie (borstvergroting bij mannen)
pijn op de borst, malaise (algemeen gevoel van onwelbevinden), koorts
slapeloosheid (moeilijk slapen)
Zelden (kan bij 1 tot 1.000 van de gebruikers optreden):
verstoorde loop (abnormale manier van lopen)
oedeem (vochtophoping)
hepatosplenomegalie (vergroting van de lever en milt)
myopathie (pijnlijke spieren, gevoeligheid of zwakte van de spieren, niet veroorzaakt door
inspanning)
nierpijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in Aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.

5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is atazanavir. Elke capsule bevat 200 mg atazanavir (als sulfaat).
- De andere stoffen in dit middel zijn crospovidon, Lactosemonohydraat en magnesiumstearaat. De
capsule en de drukinkt bevatten gelatine, schellak, Ammoniumhydroxide, simethicon,
propyleenglycol, indigokarmijn (E132) en titanium dioxide (E171).
Hoe ziet REYATAZ eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Elke capsule REYATAZ 200 mg bevat 200 mg atazanavir.
Ondoorzichtig blauwe capsule bedrukt met witte inkt, met 'BMS 200 mg' op de ene helft en '3631'
op de andere helft.
REYATAZ 200 mg harde capsules worden geleverd in flessen met 60 capsules. Eén of drie flacons
met 60 harde capsules zijn beschikbaar per doos.
REYATAZ 200 mg harde capsules worden ook geleverd in blisters die zijn verpakt in doosjes met 60
capsules.
Het kan zijn dat niet alle verpakkingsvormen beschikbaar zijn in alle landen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de
vergunning voor het in de handel brengen:
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Fabrikant:
CATALENT ANAGNI S.R.L.
Loc. Fontana del Ceraso snc
Strada Provinciale 12 Casilina, 41
03012 Anagni (FR)
Italië
Swords Laboratories Unlimited Company T/A Bristol-Myers Squibb Pharmaceutical Operations,
External Manufacturing
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland

REYATAZ 300 mg harde capsules
atazanavir
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Geef dit
geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
REYATAZ is een antiviraal (of antiretroviraal) geneesmiddel. Het behoort tot de groep van
geneesmiddelen die proteaseremmers worden genoemd. Deze geneesmiddelen houden een infectie
met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) onder controle door het blokkeren van een eiwit dat hiv
nodig heeft om zich te vermenigvuldigen. Ze werken door de hoeveelheid hiv in uw lichaam te
verlagen, waardoor uw immuunsysteem weer wordt versterkt. Op deze manier wordt door REYATAZ
het risico op de ontwikkeling van hiv-gerelateerde ziekten verlaagd.
REYATAZ capsules kunnen worden gebruikt door volwassenen en kinderen in de leeftijd van 6 jaar
en ouder. Uw arts heeft REYATAZ aan u voorgeschreven omdat u geïnfecteerd bent met het hiv en dit
kan het zogenaamde 'Acquired ImmunoDeficiency'-syndroom (aids) veroorzaken. REYATAZ wordt
normaliter voorgeschreven in combinatie met andere anti-hiv-geneesmiddelen. Uw arts zal samen met
u bepalen welke combinatie van deze geneesmiddelen met REYATAZ het beste voor u is.

2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft matige tot ernstige leverproblemen. Uw arts zal dan bepalen hoe ernstig uw
leveraandoening is voordat hij besluit of u REYATAZ kan gebruiken.
U gebruikt een van de onderstaande geneesmiddelen: zie ook Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?
rifampicine (een antibioticum voor de behandeling van tuberculose).
astemizol of terfenadine (algemeen gebruikt om allergische symptomen te bestrijden; deze
geneesmiddelen kunnen beschikbaar zijn zonder recept); cisapride (ter behandeling van
maagreflux, soms zuurbranden genoemd); pimozide (voor de behandeling van
schizofrenie); kinidine of bepridil (voor correctie van het hartritme); ergotamine, dihydro-
ergotamine, ergonovine, methylergonovine (voor de behandeling van hoofdpijn); en
alfuzosine (voor de behandeling van een vergrote prostaat).
quetiapine (gebruikt ter behandeling van schizofrenie, bipolaire stoornis en ernstige
depressieve stoornis); lurasidon (gebruikt ter behandeling van schizofrenie)
geneesmiddelen die St. Janskruid (Hypericum perforatum, een kruidenpreparaat)
bevatten.
triazolam en oraal (via de mond in te nemen) midazolam (ter bevordering van de nachtrust
en/of ter vermindering van angst).
Lomitapide, simvastatine en lovastatine (cholesterolverlagers).
producten die grazoprevir bevatten, inclusief combinatie van elbasvir/grazoprevir met
vaste dosis en combinatie van glecaprevir/pibrentasvir met vaste dosis (gebruikt voor de
behandeling van chronische hepatitis C-infectie)
Gebruik sildenafil niet met REYATAZ wanneer sildenafil wordt gebruikt voor de behandeling van
verhoogde bloeddruk in de longslagaders (pulmonale arteriële hypertensie). Sildenafil wordt ook
gebruikt als behandeling van erectiele disfunctie. Vertel het uw arts als u sildenafil gebruikt voor de
behandeling van erectiele disfunctie.
Informeer uw arts direct indien één van deze bovenstaande waarschuwingen op u van toepassing is.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
REYATAZ geeft geen genezing van de hiv-infectie. De ontwikkeling van infecties en andere ziekten
als gevolg van de hiv-infectie kan doorgaan. U kunt nog steeds hiv doorgeven als u dit geneesmiddel
gebruikt, ofschoon het risico wordt verlaagd door effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw
arts over de voorzorgsmaatregelen die nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.
Bepaalde personen zullen tijdens de behandeling met REYATAZ speciale zorg nodig hebben. Neem
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en vertel het uw arts als:
u hepatitis B of C heeft
u tekenen of verschijnselen ontwikkelt van galstenen (pijn aan de rechterzijde van uw buik)
u hemofilie-A of -B heeft
u hemodialyse nodig heeft.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Er zijn meldingen gemaakt van nierstenen bij patiënten die REYATAZ gebruiken. Indien u tekenen of
symptomen krijgt van nierstenen (pijn aan uw zijde, bloed in de urine, pijn tijdens het plassen), licht
dan onmiddellijk uw arts in.
Bij sommige patiënten met voortgeschreden hiv-infectie (aids) die al eens opportunistische infecties
hebben gehad, kunnen zich kort na het starten van een anti-hiv-therapie tekenen en symptomen
voordoen van een ontsteking door eerdere infecties. Vermoedelijk zijn deze symptomen het gevolg
van verbetering van de immuunrespons (natuurlijke afweer), waardoor het lichaam in staat is zich
teweer te stellen tegen infecties die er eventueel, zonder duidelijke symptomen, al waren. Licht
onmiddellijk uw arts in als u infectieverschijnselen opmerkt. Naast opportunistische infecties, kunnen
ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat wanneer het immuunsysteem gezond
lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart met het innemen van geneesmiddelen voor de
behandeling van uw hiv-infectie. Auto-immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de
behandeling optreden. Als u merkt dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals
spierzwakte, zwakte die begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van
de romp van het lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste
behandeling onmiddellijk contact op met uw arts.
Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een botaandoening
ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel veroorzaakt door verminderde
bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans op ontwikkeling van deze
aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale combinatietherapie, gebruik van
corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie (onderdrukking van de natuurlijke
andere geneesmiddelen voor de behandeling van een hiv-infectie (bijv. indinavir, nevirapine en
efavirenz)
Sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir (gebruikt om hepatitis C te behandelen)
sildenafil, vardenafil of tadalafil (wordt bij mannen gebruikt om impotentie (erectiestoornis) te
behandelen)
als u een anticonceptiepil ("de Pil") om zwangerschap te voorkomen gebruikt samen met
REYATAZ, dan dient u deze precies volgens de aanwijzingen van uw arts in te nemen en geen
enkele dosis over te slaan
elk geneesmiddel dat gebruikt wordt voor de behandeling van aandoeningen die te maken hebben
met maagzuur (bijv. antacida, in te nemen 1 uur voordat u REYATAZ inneemt of 2 uur nadat u
REYATAZ inneemt, H2-blokkers zoals famotidine en protonpompremmers zoals omeprazol)
geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen, de hartslag te vertragen of om het hartritme te
corrigeren (amiodaron, diltiazem, systemische lidocaïne, verapamil)
atorvastatine, pravastatine en fluvastatine (cholesterolverlagers)
salmeterol (gebruikt bij de behandeling van astma)
ciclosporine, tacrolimus en sirolimus (geneesmiddelen om de lichaamsafweer te onderdrukken)
bepaalde antibiotica (rifabutine, claritromycine)
ketaconazol, itraconazol en voriconazol (geneesmiddelen tegen schimmels)
apixaban, dabigatran, edoxaban, rivaroxaban, en warfarine (anticoagulantia, gebruikt tegen
bloedstolling)
carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, lamotrigine (middelen tegen epilepsie (anti-epileptica))
irinotecan (gebruikt voor de behandeling van kanker)
kalmeringsmiddelen (b.v. midazolam toegediend via injectie)
buprenorfine (gebruikt bij de behandeling van afhankelijkheid van opiaten en bij pijn).
Sommige geneesmiddelen kunnen mogelijk een wisselwerking geven met ritonavir, een geneesmiddel
dat in combinatie met REYATAZ wordt ingenomen. Het is belangrijk om het uw arts te melden als u
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Op deze manier kunt u er zeker van zijn dat het
geneesmiddel maximaal effectief is en u vermindert de kans dat het virus resistent wordt tegen het
geneesmiddel.
De aanbevolen REYATAZ capsules dosering voor volwassen is éénmaal daags 300 mg samen
met éénmaal daags 100 mg ritonavir en voedsel. Atazanavir wordt voorgeschreven in combinatie
met andere anti-hiv geneesmiddelen. Uw arts kan de dosering van REYATAZ aanpassen op basis van
uw anti-hiv-behandeling.
Bij kinderen (in de leeftijd van 6 tot jonger dan 18 jaar) zal de arts van uw kind beslissen over
de juiste dosering gebaseerd op het gewicht van uw kind. De dosis van REYATAZ capsules bij
kinderen wordt berekend op basis van lichaamsgewicht en wordt eenmaal daags ingenomen samen
met voedsel en 100 mg ritonavir zoals hieronder weergegeven:
Lichaamsgewicht
REYATAZ dosis
ritonavir dosis*
(kg)
eenmaal daags
eenmaal daags
(mg)
(mg)
15 tot minder dan 35
200
100
ten minste 35
300
100
*Ritonavir capsules, tabletten of orale oplossing kunnen worden gebruikt.
REYATAZ is ook beschikbaar als een poeder voor oraal gebruik voor kinderen van ten minste
3 maanden en met een lichaamsgewicht van ten minste 5kg. Het wordt aangeraden over te stappen
van REYATAZ poeder voor oraal gebruik op de REYATAZ capsules zodra patiënten consequent in
staat zijn de capsules door te slikken.
Er kan een dosisverandering optreden wanneer er wordt geswitcht tussen poeder voor oraal gebruik en
capsules. Uw arts zal beslissen wat de juiste dosis is gebaseerd op het lichaamsgewicht van uw kind.
Er zijn geen doseringsadviezen voor REYATAZ voor patiënten jonger dan 3 maanden.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. Bij het behandelen van een hiv-infectie is het niet altijd gemakkelijk om te
identificeren welke bijwerkingen worden veroorzaakt door REYATAZ, door andere geneesmiddelen
die u gebruikt of door de hiv-infectie zelf. Het is belangrijk dat u uw arts informeert indien u iets
ongewoons aan uw gezondheidstoestand opmerkt.
Tijdens de hiv-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipide- en
bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw
gezondheid en door uw levensstijlen in het geval van een stijging van de serumlipidewaarden soms
door de hiv-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u een van de volgende ernstige bijwerkingen krijgt:

Huiduitslag, jeuk die soms hevig kan zijn is gemeld. De uitslag verdwijnt gewoonlijk binnen
2 weken zonder verandering van uw REYATAZ-behandeling. Hevige uitslag kan zich samen met
andere verschijnselen ontwikkelen, wat ernstig kan zijn. Stop met het gebruiken van REYATAZ
en vertel het uw arts onmiddellijk als u hevige uitslag of uitslag met griepachtige verschijnselen,
blaren, koorts, zweertjes in de mond, spier- of gewrichtspijn, zwelling in het gezicht, ontsteking
van het oogdie roodheid veroorzaakt (conjunctivitis), pijnlijke, warme of rode knobbeltjes
(nodules) krijgt.
Geelverkleuring van uw huid of oogwit, veroorzaakt door een verhoogde concentratie van
bilirubine in uw bloed is vaak gemeld. Deze bijwerking is gewoonlijk niet gevaarlijk bij
volwassenen en kinderen ouder dan 3 maanden, maar het zou een verschijnsel kunnen zijn van
een ernstig probleem. Vertel het uw arts onmiddellijk als uw huid of oogwit geel kleurt.
Veranderingen in de manier waarop uw hart klopt (hartritmestoornis) kan soms voorkomen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u duizelig of licht in het hoofd wordt of als u plotseling
flauwvalt. Dit zouden verschijnselen van een ernstig hartprobleem kunnen zijn.
Leverproblemen kunnen soms voorkomen. Uw arts zou bloedtesten moeten afnemen voordat u
begint met REYATAZ en tijdens de behandeling. Als u leverproblemen heeft, zoals hepatitis B-
of C- infectie, kunt u verergering van uw leverproblemen ervaren. Vertel het uw arts onmiddellijk
als u donkere (thee-kleurige) urine, jeuk, vergeling van uw huid of oogwit, pijn rond de maag,
bleke ontlasting of misselijkheid krijgt.
Galblaasproblemen kunnen soms voorkomen bij mensen die REYATAZ gebruiken.
Verschijnselen van galblaasproblemen kunnen bestaan uit pijn aan de rechter- of het middendeel
van het bovenste gedeelte rond de maag, misselijkheid, braken, koorts of vergeling van uw huid
of oogwit.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Nierstenen komen soms voor bij mensen die REYATAZ gebruiken. Vertel het uw arts
onmiddellijk als u verschijnselen van nierstenen krijgt wat kan bestaan uit pijn aan de onderkant
van uw rug of rond de onderkant van uw maag, bloed in uw urine of pijn wanneer u plast.
Andere bijwerkingen die door patiënten zijn gemeld die behandeld werden met REYATAZ:
Vaak (kan bij 1 tot 10 van de gebruikers optreden):
hoofdpijn
braken, diarree, buikpijn (hinderende maagpijn), misselijkheid, dyspepsie
(spijsverteringsstoornis)
moeheid (extreme vermoeidheid)
Soms (kan bij 1 tot 100 van de gebruikers optreden):
perifere neurologische symptomen (gevoelloosheid, zwakte, tintelingen of pijn in de armen en
benen)
overgevoeligheid (allergische reactie)
asthenie (ongewone vermoeidheid of zwakheid)
gewichtsafname, gewichtstoename, anorexie (gebrek aan eetlust), toegenomen eetlust
depressie, angst, slaapstoornissen
desorientatie, amnesie (geheugenverlies), duizeligheid, slaperigheid, abnormale dromen
syncope (flauwvallen), hypertensie (verhoogde bloeddruk)
dyspnoe (kortademigheid)
pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier), gastritis (maagontsteking), afteuze stomatitis
(pijnlijke zweertjes in de mond, slijmvliesverwondingen), dysgeusie (stoornis in de
smaakgewaarwording), flatulentie (winderigheid), droge mond, opzwelling van de buik
angio-oedeem (ernstige zwelling van de huid en andere weefsels, meestal lippen en ogen)
alopecia (ongewoon haarverlies of uitdunning), pruritus (jeuk)
spieratrofie (vermindering van spierweefsel), artralgie (gewrichtspijn), myalgie (pijnlijke spieren)
interstitiële nefritis (ontsteking van de nieren), hematurie (bloed in de urine), proteïnurie
(overmaat aan eiwit in de urine), pollakisurie (vaker moeten plassen)
gynecomastie (borstvergroting bij mannen)
pijn op de borst, malaise (algemeen gevoel van onwelbevinden), koorts
slapeloosheid (moeilijk slapen)
Zelden (kan bij 1 tot 1.000 van de gebruikers optreden):
verstoorde loop (abnormale manier van lopen)
oedeem (vochtophoping)
hepatosplenomegalie (vergroting van de lever en milt)
myopathie (pijnlijke spieren, gevoeligheid of zwakte van de spieren, niet veroorzaakt door
inspanning)
nierpijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in Aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.

5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is atazanavir. Elke capsule bevat 300 mg atazanavir (als sulfaat).
- De andere stoffen in dit middel zijn crospovidon, Lactosemonohydraat en magnesiumstearaat. De
capsule en de drukinkt bevatten gelatine, schellak, Ammoniumhydroxide, simethicon, rood
ijzeroxide, zwart ijzeroxid, geel ijzeroxide, propyleenglycol, indigokarmijn (E132) en titanium
dioxide (E171).
Hoe ziet REYATAZ eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Elke capsule REYATAZ 300 mg bevat 300 mg atazanavir.
Ondoorzichtig rode en blauwe capsule bedrukt met witte inkt, met 'BMS 300 mg' op de ene helft en
'3622' op de andere helft.
REYATAZ 300 mg harde capsules worden geleverd in flessen met 30 capsules. Eén of drie flacons
met 30 harde capsules zijn beschikbaar per doos.
REYATAZ 300 mg harde capsules worden ook geleverd in blisters die zijn verpakt in doosjes met 30
capsules.
Het kan zijn dat niet alle verpakkingsvormen beschikbaar zijn in alle landen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de
vergunning voor het in de handel brengen:
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Fabrikant:
CATALENT ANAGNI S.R.L.
Loc. Fontana del Ceraso snc
Strada Provinciale 12 Casilina, 41
03012 Anagni (FR)
Italië
Swords Laboratories Unlimited Company T/A Bristol-Myers Squibb Pharmaceutical Operations,
External Manufacturing
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland

REYATAZ 50 mg poeder voor oraal gebruik
atazanavir
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Geef dit
geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is REYATAZ en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
REYATAZ is een antiviraal (of antiretroviraal) geneesmiddel. Het behoort tot de groep van
geneesmiddelen die proteaseremmers worden genoemd. Deze geneesmiddelen houden een infectie
met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) onder controle door het blokkeren van een eiwit dat hiv
nodig heeft om zich te vermenigvuldigen. Ze werken door de hoeveelheid hiv in uw lichaam te
verlagen, waardoor uw immuunsysteem weer wordt versterkt. Op deze manier wordt door REYATAZ
het risico op de ontwikkeling van hiv-gerelateerde ziekten verlaagd.
REYATAZ poeder voor oraal gebruik kan worden gebruikt door kinderen in de leeftijd van ten minste
3 maanden en met een lichaamsgewicht van ten minste 5 kg (zie rubriek 3 Hoe gebruikt u dit middel?).
Uw arts heeft REYATAZ aan u voorgeschreven omdat u geïnfecteerd bent met het hiv en dit kan het
zogenaamde 'Acquired ImmunoDeficiency'-syndroom (aids) veroorzaken. Het moet altijd gebruikt
worden met een lage dosis van ritonavir en in combinatie met andere anti-hiv-geneesmiddelen. Uw
arts zal samen met u bepalen welke combinatie van deze geneesmiddelen met REYATAZ het beste
voor u is.

2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft matige tot ernstige leverproblemen. Uw arts zal dan bepalen hoe ernstig uw
leveraandoening is voordat hij besluit of u REYATAZ kan gebruiken.
U gebruikt een van de onderstaande geneesmiddelen: zie ook Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?
rifampicine (een antibioticum voor de behandeling van tuberculose).
astemizol of terfenadine (algemeen gebruikt om allergische symptomen te bestrijden;
deze geneesmiddelen kunnen beschikbaar zijn zonder recept); cisapride (ter behandeling
van maagreflux, soms zuurbranden genoemd); pimozide (voor de behandeling van
schizofrenie); kinidine of bepridil (voor correctie van het hartritme); ergotamine, dihydro-

quetiapine (gebruikt ter behandeling van schizofrenie, bipolaire stoornis en ernstige
depressieve stoornis); lurasidon (gebruikt ter behandeling van schizofrenie)
geneesmiddelen die St. Janskruid (Hypericum perforatum, een kruidenpreparaat)
bevatten.
triazolam en oraal (via de mond in te nemen) midazolam (ter bevordering van de
nachtrust en/of ter vermindering van angst).
Lomitapide, simvastatine en lovastatine (cholesterolverlagers).
geneesmiddelen die grazoprevir bevatten, inclusief de combinatie van
elbasvir/grazoprevir in vaste doses en de combinatie van glecaprevir/pibrentasvir in vaste
doses (gebruikt om chronische hepatitis C te behandelen)
Gebruik sildenafil niet met REYATAZ wanneer sildenafil wordt gebruikt voor de behandeling van
verhoogde bloeddruk in de longslagaders (pulmonale arteriële hypertensie). Sildenafil wordt ook
gebruikt als behandeling van erectiele disfunctie. Vertel het uw arts als u sildenafil gebruikt voor de
behandeling van erectiele disfunctie.
Informeer uw arts direct indien één van deze bovenstaande waarschuwingen op u van toepassing is.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
REYATAZ geeft geen genezing van de hiv-infectie. De ontwikkeling van infecties en andere ziekten
als gevolg van de hiv-infectie kan doorgaan. U kunt nog steeds hiv doorgeven als u dit geneesmiddel
gebruikt, ofschoon het risico wordt verlaagd door effectieve antiretrovirale therapie. Spreek met uw
arts over de voorzorgsmaatregelen die nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.
Bepaalde personen zullen tijdens de behandeling met REYATAZ speciale zorg nodig hebben. Neem
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt en vertel het uw arts als:
u hepatitis B of C heeft
u tekenen of verschijnselen ontwikkelt van galstenen (pijn aan de rechterzijde van uw buik)
u hemofilie -A of -B heeft
u hemodialyse nodig heeft.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Er zijn meldingen gemaakt van nierstenen bij patiënten die REYATAZ gebruiken. Indien u tekenen of
symptomen krijgt van nierstenen (pijn aan uw zijde, bloed in de urine, pijn tijdens het plassen), licht
dan onmiddellijk uw arts in.
Bij sommige patiënten met voortgeschreden hiv-infectie (aids) die al eens opportunistische infecties
hebben gehad, kunnen zich kort na het starten van een anti-hiv-therapie tekenen en symptomen
voordoen van een ontsteking door eerdere infecties. Vermoedelijk zijn deze symptomen het gevolg
van verbetering van de immuunrespons (natuurlijke afweer), waardoor het lichaam in staat is zich
teweer te stellen tegen infecties die er eventueel, zonder duidelijke symptomen, al waren. Licht
onmiddellijk uw arts in als u infectieverschijnselen opmerkt. Naast opportunistische infecties, kunnen
ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat wanneer het immuunsysteem gezond
lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart met het innemen van geneesmiddelen voor de
behandeling van uw hiv-infectie. Auto-immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de
behandeling optreden. Als u merkt dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals
spierzwakte, zwakte die begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van
de romp van het lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste
behandeling onmiddellijk contact op met uw arts.
Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een botaandoening
ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel veroorzaakt door verminderde
bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans op ontwikkeling van deze
andere geneesmiddelen voor de behandeling van een hiv-infectie (bijv. indinavir, nevirapine en
efavirenz)
Sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir (gebruikt om hepatitis C te behandelen)
sildenafil, vardenafil of tadalafil (wordt bij mannen gebruikt om impotentie (erectiestoornis) te
behandelen)
als u een anticonceptiepil ("de Pil") om zwangerschap te voorkomen gebruikt samen met
REYATAZ, dan dient u deze precies volgens de aanwijzingen van uw arts in te nemen en geen
enkele dosis over te slaan
elk geneesmiddel dat gebruikt wordt voor de behandeling van aandoeningen die te maken hebben
met maagzuur (bijv. antacida, in te nemen 1 uur voordat u REYATAZ inneemt of 2 uur nadat u
REYATAZ inneemt, H2-blokkers zoals famotidine en protonpompremmers zoals omeprazol)
geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen, de hartslag te vertragen of om het hartritme te
corrigeren (amiodaron, diltiazem, systemische lidocaïne, verapamil)
atorvastatine, pravastatine en fluvastatine (cholesterolverlagers)
salmeterol (gebruikt bij de behandeling van astma)
ciclosporine, tacrolimus en sirolimus (geneesmiddelen om de lichaamsafweer te onderdrukken)
bepaalde antibiotica (rifabutine, claritromycine)
ketaconazol, itraconazol en voriconazol (geneesmiddelen tegen schimmels)
apixaban, dabigatran, edoxaban, rivaroxaban, en warfarine (anticoagulantia, gebruikt tegen
bloedstolling)
carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, lamotrigine (middelen tegen epilepsie (anti-epileptica))
irinotecan (gebruikt voor de behandeling van kanker)
kalmeringsmiddelen (b.v. midazolam toegediend via injectie)
buprenorfine (gebruikt bij de behandeling van afhankelijkheid van opiaten en bij pijn).

63 mg aspartaam per zakje. Aspartaam is een bron van fenylalanine. Het kan schadelijk zijn als u
fenylketonurie (PKU) heeft. Dit is een zeldzame genetische aandoening waarbij fenylalanine zich
opstapelt in het lichaam, omdat het lichaam dit niet goed kan verwijderen.
1,3 g sucrose per zakje. Hier moet rekening mee gehouden worden bij patiënten met diabetes
mellitus. Kan schadelijk zijn voor de tanden. Als uw arts u heeft verteld dat uw kind sommige
suikers (bijv. lactose) niet goed kan verdragen, dient u contact op te nemen met uw arts voordat u
dit geneesmiddel inneemt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Op deze manier kunt u er zeker van zijn dat het
geneesmiddel maximaal effectief is en u vermindert de kans dat het virus resistent wordt tegen het
geneesmiddel.
Bij kinderen (ten minste 3 maanden oud en met een lichaamsgewicht van ten minste 5 kg) zal de
arts van uw kind beslissen over de juiste dosering gebaseerd op het gewicht van uw kind. De
dosis van REYATAZ poeder voor oraal gebruik bij kinderen wordt berekend op basis van het
lichaamsgewicht en wordt eenmaal daags ingenomen samen met voedsel en ritonavir zoals hieronder
weergegeven:
Lichaamsgewicht
REYATAZ dosis
ritonavir dosis*
(kg)
eenmaal daags
eenmaal daags
(mg)
(mg)
Ten minste 5 tot minder dan 15
200 mg (4 zakjesa)
80 mgb
Ten minste 15 tot minder dan
250 mg (5 zakjesa)
80 mgb
35
ten minste 35
300 mg (6 zakjesa)
100 mgc
aElk zakje bevat 50 mg REYATAZ
bRitonavir orale oplossing
cRitonavir orale oplossing of capsule/tablet
REYATAZ is ook beschikbaar als capsules voor volwassenen en kinderen van ten minste 6 jaar met
een lichaamsgewicht van ten minste 15 kg die in staat zijn om capsules door te slikken. Het wordt
aangeraden over te stappen van de REYATAZ poeder voor oraal gebruik op de REYATAZ capsules
zodra patiënten consequent in staat zijn de capsules door te slikken.
Voor kinderen die uit een beker kunnen drinken, moet REYATAZ poeder voor oraal gebruik
samen met eten of drinken genomen worden. Als REYATAZ poeder voor oraal gebruik met
water wordt gemengd, moet op hetzelfde moment ook iets gegeten worden.
Voor kinderen die geen vast voedsel kunnen eten of niet uit een beker kunnen drinken, moet
REYATAZ poeder voor oraal gebruik gemengd worden met zuigelingenvoeding en gegeven
worden met een orale spuit. Vraag uw apotheker voor een orale spuit. Gebruik geen
zuigelingenfles om REYATAZ gemengd met zuigelingenvoeding te geven.
Zie de "Gebruiksinstructies" aan het einde van de bijsluiter voor het bereiden en toedienen van
een dosis REYATAZ poeder voor oraal gebruik.
REYATAZ poeder voor oraal gebruik moet binnen 60 minuten na mengen gegeven worden.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Gele verkleuring van de huid en/of ogen (geelzucht) en een onregelmatige hartslag (QTc-interval-
verlenging) kunnen optreden als u of uw kind te veel REYATAZ gebruikt.
Als u per ongeluk meer REYATAZ poeder voor oraal gebruik inneemt of geeft dan uw arts heeft
voorgeschreven, dient u direct contact op te nemen met uw hiv-arts of het dichtstbijzijnde ziekenhuis,
om advies te vragen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u vergeten bent een dosis in te nemen of uw kind een dosis te geven, neem of geef de gemiste
dosis dan zo snel mogelijk samen met wat voedsel en neem of geef de volgende dosis van het schema
op het normale vastgestelde tijdstip. Als het voor u of uw kind bijna tijd is voor de volgende dosis,
neem of geef dan de gemiste dosis niet. Wacht en neem of geef de volgende dosis op het normale
vaste tijdstip. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met de inname van REYATAZ voordat u heeft overlegd met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts.

4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. Bij het behandelen van een hiv-infectie is het niet altijd gemakkelijk om te
identificeren welke bijwerkingen worden veroorzaakt door REYATAZ, door andere geneesmiddelen
die u gebruikt of door de hiv-infectie zelf. Het is belangrijk dat u uw arts informeert indien u iets
ongewoons aan uw gezondheidstoestand opmerkt.
Tijdens de hiv-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipide- en
bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw
gezondheid en door uw levensstijlen in het geval van een stijging van de serumlipidewaarden soms
door de hiv-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u een van de volgende ernstige bijwerkingen krijgt:

Huiduitslag, jeuk die soms hevig kan zijn is gemeld. De uitslag verdwijnt gewoonlijk binnen
2 weken zonder verandering van uw REYATAZ-behandeling. Hevige uitslag kan zich samen met
andere verschijnselen ontwikkelen, wat ernstig kan zijn. Stop met het gebruiken van REYATAZ
en vertel het uw arts onmiddellijk als u hevige uitslag of uitslag met griepachtige verschijnselen,

Geelverkleuring van uw huid of oogwit, veroorzaakt door een verhoogde concentratie van
bilirubine in uw bloed is vaak gemeld. Deze bijwerking is gewoonlijk niet gevaarlijk bij
volwassenen en kinderen ouder dan 3 maanden, maar het zou een verschijnsel kunnen zijn van
een ernstig probleem. Vertel het uw arts onmiddellijk als uw huid of oogwit geel kleurt.
Veranderingen in de manier waarop uw hart klopt (hartritmestoornis) kan soms voorkomen.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u duizelig of licht in het hoofd wordt of als u plotseling
flauwvalt. Dit zouden verschijnselen van een ernstig hartprobleem kunnen zijn.
Leverproblemen kunnen soms voorkomen. Uw arts zou bloedtesten moeten afnemen voordat u
begint met REYATAZ en tijdens de behandeling. Als u leverproblemen heeft, zoals hepatitis B-
of C- infectie, kunt u verergering van uw leverproblemen ervaren. Vertel het uw arts onmiddellijk
als u donkere (thee-kleurige) urine, jeuk, vergeling van uw huid of oogwit, pijn rond de maag,
bleke ontlasting of misselijkheid krijgt.
Galblaasproblemen kunnen soms voorkomen bij mensen die REYATAZ gebruiken.
Verschijnselen van galblaasproblemen kunnen bestaan uit pijn aan de rechter- of het middendeel
van het bovenste gedeelte rond de maag, misselijkheid, braken, koorts of vergeling van uw huid
of oogwit.
REYATAZ kan invloed hebben op hoe goed uw nieren werken.
Nierstenen komen soms voor bij mensen die REYATAZ gebruiken. Vertel het uw arts
onmiddellijk als u verschijnselen van nierstenen krijgt wat kan bestaan uit pijn aan de onderkant
van uw rug of rond de onderkant van uw maag, bloed in uw urine of pijn wanneer u plast.
Andere bijwerkingen die door patiënten zijn gemeld die behandeld werden met REYATAZ:
Vaak (kan bij 1 tot 10 van de gebruikers optreden):
hoofdpijn
braken, diarree, buikpijn (hinderende maagpijn), misselijkheid, dyspepsie
(spijsverteringsstoornis)
moeheid (extreme vermoeidheid)
Soms (kan bij 1 tot 100 van de gebruikers optreden):
perifere neurologische symptomen (gevoelloosheid, zwakte, tintelingen of pijn in de armen en
benen)
overgevoeligheid (allergische reactie)
asthenie (ongewone vermoeidheid of zwakheid)
gewichtsafname, gewichtstoename, anorexie (gebrek aan eetlust), toegenomen eetlust
depressie, angst, slaapstoornissen
desorientatie, amnesie (geheugenverlies), duizeligheid, slaperigheid, abnormale dromen
syncope (flauwvallen), hypertensie (verhoogde bloeddruk)
dyspnoe (kortademigheid)
pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier), gastritis (maagontsteking), afteuze stomatitis
(pijnlijke zweertjes in de mond, slijmvliesverwondingen), dysgeusie (stoornis in de
smaakgewaarwording), flatulentie (winderigheid), droge mond, opzwelling van de buik
angio-oedeem (ernstige zwelling van de huid en andere weefsels, meestal lippen en ogen)
alopecia (ongewoon haarverlies of uitdunning), pruritus (jeuk)
spieratrofie (vermindering van spierweefsel), artralgie (gewrichtspijn), myalgie (pijnlijke spieren)
interstitiële nefritis (ontsteking van de nieren), hematurie (bloed in de urine), proteïnurie
(overmaat aan eiwit in de urine), pollakisurie (vaker moeten plassen)
gynecomastie (borstvergroting bij mannen)
pijn op de borst, malaise (algemeen gevoel van onwelbevinden), koorts
slapeloosheid (moeilijk slapen)
Zelden (kan bij 1 tot 1.000 van de gebruikers optreden):
verstoorde loop (abnormale manier van lopen)
oedeem (vochtophoping)
hepatosplenomegalie (vergroting van de lever en milt)
myopathie (pijnlijke spieren, gevoeligheid of zwakte van de spieren, niet veroorzaakt door
inspanning)
nierpijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in Aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel

5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het doosje
of op het zakje na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Dit geneesmiddel heeft geen bijzondere bewaarcondities. Open het zakje niet totdat u klaar bent om
het te gebruiken.
Na het mengen van de poeder voor oraal gebruik met voedsel of drank kan het mengsel op
kamertemperatuur (beneden 30°C) maximaal 1 uur bewaard worden.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.

6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is atazanavir. Elk zakje bevat 50 mg atazanavir (als sulfaat).
- De andere stoffen in dit middel zijn aspartaam (E951), sucrose en sinaasappel vanille-aroma.
Hoe ziet REYATAZ eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Elk zakje REYATAZ 50 mg poeder voor oraal gebruik bevat 50 mg atazanavir.
Er is één verpakkingsvorm beschikbaar: 1 doosje met 30 zakjes.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de
vergunning voor het in de handel brengen:
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Fabrikant:
Swords Laboratories Unlimited Company T/A Lawrence Laboratories
Unit 12 & 15, Distribution Centre
Shannon Industrial Estate
Shannon, Co. Clare, V14 DD39

1.
Bepaal de dosis en het aantal zakjes van REYATAZ poeder voor oraal gebruik dat nodig is
(zie rubriek 3 Hoe gebruikt u dit middel?).
2.
Tik het zakje voorafgaand aan het gebruik. Knip ieder zakje langs de stippellijn.
3.
Kies de juiste optie uit de onderstaande lijst voor het geven van REYATAZ poeder voor
oraal gebruik aan uw kind. Er mogen grotere volumes of hoeveelheden vloeibare
zuigelingenvoeding, drank of voedsel worden gebruikt. Zorg ervoor dat al de
zuigelingenvoeding, drank of voedsel dat het geneesmiddel bevat wordt gegeten of
gedronken.
Voorbereiden en geven van het geneesmiddel met vloeibare zuigelingenvoeding met een
medicijnkopje of kleine beker en orale spuit (vraag uw apotheker om een orale spuit):
1.
Neem een kleine medicijnbeker of kleine beker en doe de inhoud van alle zakjes in het kopje
of de kleine beker.
2.
Voeg 10 ml vloeibare zuigelingenvoeding toe en meng met een lepel.
3.
Plaats de punt van de orale spuit in het mengsel en trek de zuiger op totdat de volledige
hoeveelheid zuigelingenvoeding is opgezogen.
4.
Plaats de spuit in de mond van uw kind richting de wang en duw de zuiger naar beneden om
het geneesmiddel vrij te geven.
5.
Doe nog 10 ml zuigelingenvoeding in het kopje of de beker en spoel de overgebleven poeder
voor oraal gebruik uit het kopje of de beker.
6.
Plaats de punt van de orale spuit in het mengsel en trek de zuiger op totdat de volledige
hoeveelheid zuigelingenvoeding is opgezogen.
7.
Plaats de spuit in de mond van uw kind richting de wang en duw de zuiger naar beneden om
het geneesmiddel vrij te geven.
8.
Geef uw kind de aanbevolen dosis van ritonavir direct na het geven van REYATAZ poeder
voor oraal gebruik.
Voorbereiden en geven van het geneesmiddel met drinken
1.
Doe de inhoud van de zakjes in een kleine drinkbeker.
2.
Voeg 30 ml van de drank toe en meng het met een lepel.
3.
Laat het kind het mengsel opdrinken.
4.
Voeg nog 15 ml van de drank toe, meng en laat het kind het mengsel opdrinken.
5.
Als er water wordt gebruikt, moet op hetzelfde moment ook voedsel gegeven worden.
Voorbereiden en geven van het geneesmiddel met voedsel
1. Vul een kleine beker met de inhoud van de zakjes.
2. Voeg minimaal één eetlepel voedsel toe en meng.
3. Voer het mengsel aan uw kind.
4. Voeg nog een eetlepel toe aan de beker, meng en voer het aan uw kind.
Heeft u nog vragen over de bereiding of geven van de dosis REYATAZ poeder voor oraal gebruik?
Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.

Heb je dit medicijn gebruikt? Reyataz 150 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Reyataz 150 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Reyataz 150 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG