Morphasol 4 mg/ml

Bijsluiter– NL Versie
MORPHASOL 4 MG/ML
BIJSLUITER
Morphasol 4 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
aniMedica GmbH, Im Südfeld 9, 48308 Senden-Bösensell, Duitsland
2.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Morphasol 4 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten
Butorfanol (als butorfanoltartraat)
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
1 ml bevat:
Werkzaam bestanddeel: 4 mg butorfanol (als butorfanoltartraat 5,83 mg)
Hulpstoffen: 0,1 mg benzethoniumchloride (als bewaarmiddel)
Een heldere en kleurloze oplossing.
4.
INDICATIES
Honden:
Als analgeticum: ter verlichting van lichte tot matige viscerale pijn.
Als sedativum: in combinatie met medetomidine.
Katten:
Als analgeticum: ter verlichting van lichte tot matige viscerale pijn.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de
hulpstoffen van het diergeneesmiddel.
Niet gebruiken bij dieren met een lever- of nierziekte of bij dieren waarbij verdenking bestaat op een
lever- of nierziekte.
Butorfanol niet gebruiken in geval van hersenschade of hersenleasies (van de organische stof) en bij
dieren met obstructieve luchtwegenaandoeningen, hartproblemen of spastische aandoeningen.
6.
BIJWERKINGEN
Honden:
Er kan een lichte sedatie optreden.
Er kan een ademhalingsdepressie en een cardiovasculaire depressie optreden.
Er kan een verminderde gastro-intestinale motiliteit optreden.
Ataxie van voorbijgaande aard, anorexie en diarree kunnen in zeldzame gevallen optreden.
Bijsluiter– NL Versie
MORPHASOL 4 MG/ML
Katten:
Er kan een lichte sedatie optreden.
Er kan een ademhalingsdepressie en een cardiovasculaire depressie optreden.
Het optreden van mydriasis is waarschijnlijk.
Desoriëntatie, agitatie, onrust, rusteloosheid en een verhoogde gevoeligheid voor lawaai kunnen
optreden.
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden
vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden, katten.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEG
Honden:
Analgetica:
intraveneuze toediening van 0,2-0,4 mg/kg lichaamsgewicht butorfanol (overeenkomend met
0,05-0,1
ml/kg lichaamsgewicht).
Voor postoperatieve analgesie wordt intraveneuze toediening van 0,2-0,4
mg/kg lichaamsgewicht butorfanol aanbevolen, wat 20 minuten voor het einde van de zachte weefsel
operatie moet worden toegediend.
Sedatie in combinatie met medetomidine:
intraveneuze toediening van 0,1-0,2 mg/kg lichaamsgewicht butorfanol (overeenkomend met
0,025-0,05 ml/kg lichaamsgewicht)
met 10-30 μg/kg lichaamsgewicht medetomidine, afhankelijk van
de vereiste mate van sedatie.
Katten:
Analgetica:
intraveneuze toediening van 0,1-0,2 mg/kg lichaamsgewicht butorfanol (overeenkomend met
0,025-0,05 ml/kg lichaamsgewicht).
Butorfanol is bedoeld voor gebruik daar waar kort werkende (hond) of kort tot halflang werkende (kat)
analgetica nodig zijn. Voor informatie betreffende de verwachte analgesieduur na behandeling, zie
Farmacodynamische eigenschappen.
Echter, de behandeling met butorfanol mag worden herhaald. De noodzaak en het tijdstip waarop de
behandeling kan worden herhaaldis afhankelijk van de klinische respons op de behandeling. Indien
een lang werkend analgeticum nodig blijkt te zijn, moeten alternatieve therapeutische agentia worden
gebruikt.
Wanneer een adequate analgetische respons uitblijft, dient het gebruik van een alternatief analgeticum
(zoals een ander geschikt opioïde analgeticum en/of een niet-steroïdaal anti-inflammatoir
diergeneesmiddel) te worden overwogen. Bij elk alternatief analgeticum dient men rekening te houden
met de werking die butorfanol heeft op opioïde receptoren, zoals beschreven in rubriek “Interactie”.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Vermijd snelle intraveneuze injectie.
Bijsluiter– NL Versie
MORPHASOL 4 MG/ML
10.
WACHTTERMIJN
Niet van toepassing.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Geen speciale voorzorgen voor de bewaring van dit diergeneesmiddel.
Dit veterinaire geneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het doosje en het
etiket achter “EXP”. De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand
Houdbaarheid na eerste opening: 28 dagen.
Nadat de flacon voor het eerst is aangeprikt dient de verwijderingsdatum voor eventuele restanten in
de flacon te worden bepaald aan de hand van de in deze bijsluiter vermelde houdbaarheidstermijn.
Deze verwijderingsdatum dient dan in het hiervoor bestemde veld op het etiket te worden genoteerd.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elk doeldier waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Butorfanol is bedoeld voor gebruik daar waar kort werkende (hond) of kort tot halflang werkende
(kat) analgetica nodig zijn. Voor informatie over de verwachte duur van analgesie na een behandeling,
zie sectie 5.1. Echter, de behandeling met butorfanol mag worden herhaald. Indien een lang werkend
analgeticum nodig blijkt te zijn, moeten alternatieve therapeutische agentia worden gebruikt. De
veiligheid van het diergeneesmiddel is niet aangetoond bij jonge pups en kittens. Het gebruik van dit
diergeneesmiddel bij die dieren is gebaseerd op de risico-baten beoordeling van de verantwoordelijke
dierenarts.
De individuele respons van katten op butorfanol kan variëren. Wanneer een adequaat analgetisch
respons uitblijft, dient een alternatief analgeticum te worden gebruikt.
Bij katten hoeft een dosisverhoging niet noodzakelijk een hogere intensiteit of langere duur van de
analgesie tot gevolg te hebben.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Men dient routinematig hartauscultatie uit te voeren alvorens men het diergeneesmiddel combineert
met een α2-adrenoreceptoragonist.
De combinatie van butorfanol en α
2
-adrenoceptoragonisten moet met voorzichtigheid gebruikt worden
bij dieren met een cardiovasculaire aandoening. Het gelijktijdig gebruik met anticholinergische
geneesmiddelen (bv. atropine) dient overwogen te worden. Mocht zich een ademhalingsdepressie
voordoen, dan kan deze worden omgekeerd met behulp van een opioïdantagonist (bv. naloxon).
Sedatie kan worden waargenomen bij behandelde dieren.
Doordat butorfanol hoesten verhindert, kan dit aanleiding geven tot ophoping van slijm in de luchtpijp.
Daarom mag butorfanol niet gebruikt worden bij dieren met ademhalingsproblemen met verhoogde
slijmproductie of bij dieren die behandeld werden met een expectorans.
Katten moeten gewogen worden om ervoor te zorgen dat de juiste dosis berekend wordt. Het is
aangeraden om ofwel insulinespuiten ofwel gegradueerde spuiten van 1 ml te gebruiken.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
Direct contact met de huid of de ogen van de gebruiker moet worden vermeden. Bij het hanteren van
het diergeneesmiddel is voorzichtigheid geboden om zelfinjectie te voorkomen. Wanneer per ongeluk
op de huid wordt gemorst, moet de huid onmiddellijk met water en zeep worden gewassen. Wanneer
het diergeneesmiddel in contact met de ogen komt, moeten deze onmiddellijk met een overvloedige
hoeveelheid water worden uitgespoeld. In het geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een
arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond, en MAG U GEEN
VOERTUIG MEER BESTUREN, omdat er slaperigheid, misselijkheid en duizeligheid kan optreden.
De effecten kunnen worden omgekeerd door de toediening van een opioïdantagonist.
Bijsluiter– NL Versie
MORPHASOL 4 MG/ML
Interactie
Butorfanol kan gebruikt worden in combinatie met andere sedatieve middelen zoals α2-
adrenoreceptoragonisten (bv. medetomidine bij honden) waarbij synergistische effecten kunnen
verwacht worden. Daarom is een juiste reductie van de dosis noodzakelijk bij gelijktijdig gebruik van
dit soort middelen (zie dosering voor elke diersoort, wijze van gebruik en toedieningsweg).
Vanwege de antitussieve eigenschappen van butorfanol dient het diergeneesmiddel niet te worden
gebruikt in combinatie met een expectorans, wat kan leiden tot een ophoping van slijm in de
luchtwegen.
Het gelijktijdig gebruik van butorfanol en α
2
-agonisten kan een verminderde gastro-intestinale
motiliteit tot gevolg hebben.
Vanwege een antagonistisch effect op de mu (µ) opioïd-receptoren kan butorfanol de analgetische
werking opheffen bij dieren die al pure mu (µ) opioïd-receptoragonisten (morfine/oxymorfine)
toegediend hebben gekregen.
Overdosering
De belangrijkste aanwijzing voor een overdosis is een ademhalingsdepressie, die kan worden
omgekeerd met behulp van een opioïdantagonist (bv. naloxon).
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, moet het diergeneesmiddel niet met
andere diergeneesmiddelen worden vermengd.
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
De veiligheid van het diergeneesmiddel tijdens dracht en lactatie is bij de doeldieren niet bewezen.
Gebruik van butorfanol wordt afgeraden tijdens de dracht en lactatie.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Mei 2017
15.
OVERIGE INFORMATIE
Farmacodynamische eigenschappen
Butorphanoltartraat is een synthetisch opioïd, met agonist-antagonist-werking bij de opiaatreceptoren
in het centraal zenuwstelsel. Het bezit agonistactiviteit bij het kappa-receptorsubtype dat de analgesie,
de sedatie zonder depressie van het cardiopulmonale systeem of de lichaamstemperatuur regelt. Het
bezit agonistactiviteit bij het mu-receptorsubtype dat de analgesie, de sedatie, de depressie van het
cardiovasculair systeem en de lichaamstemperatuur regelt. Het heeft ook een zwakke affiniteit voor de
δ-receptoren, wat soms dysforie kan veroorzaken.
De agonistcomponent is tien maal krachtiger dan de antagonistcomponent.
Het analgetisch effect van butorfanol treedt bij honden en katten binnen 15 minuten na intraveneuze
toediening op en houdt bij honden 15 tot 30 minuten aan. Bij katten houdt de analgetische werking
15 minuten tot 6 uur aan. De werkingsduur bij katten staat uitsluitend in verband met viscerale pijn.
Bij katten met symptomatische pijn zal de werkingsduur waarschijnlijk aanzienlijk korter zijn.
Bijsluiter– NL Versie
MORPHASOL 4 MG/ML
Farmacokinetische gegevens
Het distributievolume na intraveneuze injectie is groot (7,4 l/kg bij katten en 4,4 l/kg bij honden), wat
wijst op een brede distributie in de weefsels. De eliminatiehalfwaardetijd van butorfanol is kort:
4,1 uur bij katten en 1,7 uur bij honden. Butorfanol wordt extensief in de lever gemetaboliseerd en
vooral in de urine uitgescheiden.
Verpakkingen: 1 x 10 ml en 5 x 10 ml injectieflacons
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
KANALISATIE
NL: UDD
BE: Op diergeneeskundig voorschrift.
NL: REG NL 103772
BE: BE-V351994
Verdeler in België en Luxemburg:
Dechra Veterinary Products NV/SA, Achterstenhoek 48, 2275 Lille, België
MORPHASOL 4 MG/ML
BIJSLUITER
Morphasol 4 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
INDIEN VERSCHILLEND

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
aniMedica GmbH, Im Südfeld 9, 48308 Senden-Bösensell, Duitsland
2.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Morphasol 4 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten
Butorfanol (als butorfanoltartraat)
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
1 ml bevat:
Werkzaam bestanddeel: 4 mg butorfanol (als butorfanoltartraat 5,83 mg)
Hulpstoffen: 0,1 mg benzethoniumchloride (als bewaarmiddel)
Een heldere en kleurloze oplossing.
4.
INDICATIES
Honden:
Als analgeticum: ter verlichting van lichte tot matige viscerale pijn.
Als sedativum: in combinatie met medetomidine.
Katten:
Als analgeticum: ter verlichting van lichte tot matige viscerale pijn.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de
hulpstoffen van het diergeneesmiddel.
Niet gebruiken bij dieren met een lever- of nierziekte of bij dieren waarbij verdenking bestaat op een
lever- of nierziekte.
Butorfanol niet gebruiken in geval van hersenschade of hersenleasies (van de organische stof) en bij
dieren met obstructieve luchtwegenaandoeningen, hartproblemen of spastische aandoeningen.
6.
BIJWERKINGEN
MORPHASOL 4 MG/ML
Katten:
Er kan een lichte sedatie optreden.
Er kan een ademhalingsdepressie en een cardiovasculaire depressie optreden.
Het optreden van mydriasis is waarschijnlijk.
Desoriëntatie, agitatie, onrust, rusteloosheid en een verhoogde gevoeligheid voor lawaai kunnen
optreden.
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden
vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden, katten.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEG

Honden:
Analgetica:
intraveneuze toediening van 0,2-0,4 mg/kg lichaamsgewicht butorfanol (overeenkomend met
0,05-0,1
ml/kg lichaamsgewicht
). Voor postoperatieve analgesie wordt intraveneuze toediening van 0,2-0,4
mg/kg lichaamsgewicht butorfanol aanbevolen, wat 20 minuten voor het einde van de zachte weefsel
operatie moet worden toegediend.
Sedatie in combinatie met medetomidine:
intraveneuze toediening van 0,1-0,2 mg/kg lichaamsgewicht butorfanol (overeenkomend met
0,025-0,05 ml/kg lichaamsgewicht) met 10-30 g/kg lichaamsgewicht medetomidine, afhankelijk van
de vereiste mate van sedatie.
Katten:
Analgetica:
intraveneuze toediening van 0,1-0,2 mg/kg lichaamsgewicht butorfanol (overeenkomend met
0,025-0,05 ml/kg lichaamsgewicht).
Butorfanol is bedoeld voor gebruik daar waar kort werkende (hond) of kort tot halflang werkende (kat)
analgetica nodig zijn. Voor informatie betreffende de verwachte analgesieduur na behandeling, zie
Farmacodynamische eigenschappen.
Echter, de behandeling met butorfanol mag worden herhaald. De noodzaak en het tijdstip waarop de
behandeling kan worden herhaaldis afhankelijk van de klinische respons op de behandeling. Indien
een lang werkend analgeticum nodig blijkt te zijn, moeten alternatieve therapeutische agentia worden
gebruikt.
Wanneer een adequate analgetische respons uitblijft, dient het gebruik van een alternatief analgeticum
(zoals een ander geschikt opioïde analgeticum en/of een niet-steroïdaal anti-inflammatoir
diergeneesmiddel) te worden overwogen. Bij elk alternatief analgeticum dient men rekening te houden
met de werking die butorfanol heeft op opioïde receptoren, zoals beschreven in rubriek 'Interactie'.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
MORPHASOL 4 MG/ML
10.
WACHTTERMIJN
Niet van toepassing.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Geen speciale voorzorgen voor de bewaring van dit diergeneesmiddel.
Dit veterinaire geneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het doosje en het
etiket achter 'EXP'. De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand
Houdbaarheid na eerste opening: 28 dagen.
Nadat de flacon voor het eerst is aangeprikt dient de verwijderingsdatum voor eventuele restanten in
de flacon te worden bepaald aan de hand van de in deze bijsluiter vermelde houdbaarheidstermijn.
Deze verwijderingsdatum dient dan in het hiervoor bestemde veld op het etiket te worden genoteerd.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elk doeldier waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Butorfanol is bedoeld voor gebruik daar waar kort werkende (hond) of kort tot halflang werkende
(kat) analgetica nodig zijn. Voor informatie over de verwachte duur van analgesie na een behandeling,
zie sectie 5.1. Echter, de behandeling met butorfanol mag worden herhaald. Indien een lang werkend
analgeticum nodig blijkt te zijn, moeten alternatieve therapeutische agentia worden gebruikt. De
veiligheid van het diergeneesmiddel is niet aangetoond bij jonge pups en kittens. Het gebruik van dit
diergeneesmiddel bij die dieren is gebaseerd op de risico-baten beoordeling van de verantwoordelijke
dierenarts.
De individuele respons van katten op butorfanol kan variëren. Wanneer een adequaat analgetisch
respons uitblijft, dient een alternatief analgeticum te worden gebruikt.
Bij katten hoeft een dosisverhoging niet noodzakelijk een hogere intensiteit of langere duur van de
analgesie tot gevolg te hebben.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Men dient routinematig hartauscultatie uit te voeren alvorens men het diergeneesmiddel combineert
met een 2-adrenoreceptoragonist.
De combinatie van butorfanol en 2-adrenoceptoragonisten moet met voorzichtigheid gebruikt worden
bij dieren met een cardiovasculaire aandoening. Het gelijktijdig gebruik met anticholinergische
geneesmiddelen (bv. atropine) dient overwogen te worden. Mocht zich een ademhalingsdepressie
voordoen, dan kan deze worden omgekeerd met behulp van een opioïdantagonist (bv. naloxon).
Sedatie kan worden waargenomen bij behandelde dieren.
Doordat butorfanol hoesten verhindert, kan dit aanleiding geven tot ophoping van slijm in de luchtpijp.
Daarom mag butorfanol niet gebruikt worden bij dieren met ademhalingsproblemen met verhoogde
slijmproductie of bij dieren die behandeld werden met een expectorans.
Katten moeten gewogen worden om ervoor te zorgen dat de juiste dosis berekend wordt. Het is
aangeraden om ofwel insulinespuiten ofwel gegradueerde spuiten van 1 ml te gebruiken.
MORPHASOL 4 MG/ML
Interactie
Butorfanol kan gebruikt worden in combinatie met andere sedatieve middelen zoals 2-
adrenoreceptoragonisten (bv. medetomidine bij honden) waarbij synergistische effecten kunnen
verwacht worden. Daarom is een juiste reductie van de dosis noodzakelijk bij gelijktijdig gebruik van
dit soort middelen (zie dosering voor elke diersoort, wijze van gebruik en toedieningsweg).
Vanwege de antitussieve eigenschappen van butorfanol dient het diergeneesmiddel niet te worden
gebruikt in combinatie met een expectorans, wat kan leiden tot een ophoping van slijm in de
luchtwegen.
Het gelijktijdig gebruik van butorfanol en 2-agonisten kan een verminderde gastro-intestinale
motiliteit tot gevolg hebben.
Vanwege een antagonistisch effect op de mu (µ) opioïd-receptoren kan butorfanol de analgetische
werking opheffen bij dieren die al pure mu (µ) opioïd-receptoragonisten (morfine/oxymorfine)
toegediend hebben gekregen.
Overdosering
De belangrijkste aanwijzing voor een overdosis is een ademhalingsdepressie, die kan worden
omgekeerd met behulp van een opioïdantagonist (bv. naloxon).
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, moet het diergeneesmiddel niet met
andere diergeneesmiddelen worden vermengd.
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
De veiligheid van het diergeneesmiddel tijdens dracht en lactatie is bij de doeldieren niet bewezen.
Gebruik van butorfanol wordt afgeraden tijdens de dracht en lactatie.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN

Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Mei 2017
15.
OVERIGE INFORMATIE
MORPHASOL 4 MG/ML
Farmacokinetische gegevens
Het distributievolume na intraveneuze injectie is groot (7,4 l/kg bij katten en 4,4 l/kg bij honden), wat
wijst op een brede distributie in de weefsels. De eliminatiehalfwaardetijd van butorfanol is kort:
4,1 uur bij katten en 1,7 uur bij honden. Butorfanol wordt extensief in de lever gemetaboliseerd en
vooral in de urine uitgescheiden.
Verpakkingen: 1 x 10 ml en 5 x 10 ml injectieflacons
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
KANALISATIE
NL: UDD
BE: Op diergeneeskundig voorschrift.

NL: REG NL 103772
BE: BE-V351994

Heb je dit medicijn gebruikt? Morphasol 4 mg/ml te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Morphasol 4 mg/ml te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Morphasol 4 mg/ml

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG