Glucion 10 %

GLUCION 10 %
Bijsluiter
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Baxter S.A.
GLUCION 10 %, oplossing voor infusie
Glucosemonohydraat, natriumlactaat, natriumchloride, dikaliumfosfaat, kaliumchloride,
melkzuur en magnesiumchloride
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel toegediend krijgt, want er staat
belangrijke informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is GLUCION 10 % en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe krijgt u dit middel toegediend?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is GLUCION 10 % en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Dit geneesmiddel is een steriele oplossing voor infusie. Het bevat water en een reeks stoffen die we
van nature in het bloed aantreffen. Deze stoffen (werkzame bestanddelen) zijn:
suiker (glucose), die door het lichaam als energiebron wordt gebruikt. Dit geneesmiddel levert
400 kilocalorieën per liter oplossing;
minerale zouten (elektrolyten): natriumzouten (natriumchloride – keukenzout, natriumlactaat),
kaliumzouten (dikaliumfosfaat, kaliumchloride) en een magnesiumzout
(magnesiumchloridehexahydraat);
melkzuur, een stof die van nature in het bloed aanwezig is en die mee het evenwicht tussen
deze zouten helpt behouden.
Dit geneesmiddel wordt gebruikt om de lichaamsvochten te herstellen en opnieuw in evenwicht te
brengen in geval van:
normaal vochtverlies, via de ademhaling, transpiratie en uitscheiding van urine;
te groot vochtverlies (lichte uitdroging) met verzuring van het bloed (metabole acidose),
bijvoorbeeld door een fistel, brandwonden, koorts of braken.
Dit geneesmiddel dekt de normale behoefte van het lichaam aan water, minerale zouten en energie
(calorieën).
2. Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Version 3.1 (QRD 4.0)
GLUCION 10 %
Bijsluiter
Baxter S.A.
U mag GLUCION 10 % NIET toegediend krijgen als u lijdt aan een van de volgende
aandoeningen:
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6;
U heeft een nierziekte waardoor u kalium niet op normale wijze kunt elimineren
(kaliumstapeling);
Uw bloed bevat te veel kalium (hyperkaliëmie);
Uw bloed bevat te veel melkzuur (hyperlactatemie);
Uw bloed bevat te veel suiker (hyperglykemie);
U heeft bloedingen in de schedel (intracraniële bloedingen);
Uw lichaam bevat te veel water (hyperhydratatie), in die mate dat het schadelijk is
(waterintoxicatie);
Uw minerale zouten zijn niet in evenwicht en uw bloed is niet voldoende zuur meer (metabole
alkalose);
U lijdt aan een leverziekte waardoor uw lever melkzuur niet meer kan omzetten
(metaboliseren);
U lijdt aan gedecompenseerde diabetes of een suikerintolerantie (glucose-intolerantie).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt.
Licht uw arts in als u een van de volgende medische aandoeningen heeft of gehad heeft:
hartproblemen: uw arts zal erop toezien dat dit geneesmiddel de hoeveelheid bloedvocht niet
te veel verhoogt om uw hart niet te vermoeien;
bekende allergie voor maïs of maïsproducten;
myasthenie (aandoening die progressieve spierzwakte veroorzaakt);
ernstig nierfalen;
pre-eclampsie of eclampsie (hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap);
elke andere aandoening die gepaard gaat met natriumretentie (het lichaam houdt te veel
natrium vast);
hypocalciëmie (een te laag calciumgehalte in het bloed);
elke aandoening waardoor u meer aanleg krijgt voor hyperkaliëmie (een te hoog
kaliumgehalte in het bloed), zoals:
nierfalen;
bijnierinsufficiëntie (deze aandoening van de bijnieren beïnvloedt de hormonen die de
concentraties aan chemicaliën in het lichaam helpen onder controle te houden);
acute dehydratie (waterverlies uit het lichaam), bijvoorbeeld als gevolg van braken of
diarree;
uitgebreide weefselbeschadiging (zoals kan optreden bij hevige brandwonden);
hyperfosfatemie (een te hoog fosfaatgehalte in het bloed);
diabetes (het bloedsuikergehalte wordt nauwlettend gecontroleerd en gevolgd en de
insulinebehandeling moet mogelijk worden aangepast);
verwonding opgelopen aan het hoofd tijdens de voorbije 24 uur;
ischemische aanval (beroerte als gevolg van een klonter in een bloedvat in de hersenen);
een aandoening die de oorzaak is van een verhoogd gehalte van vasopressine, een hormoon
dat het vocht in uw lichaam regelt. U zou te veel vasopressine in uw lichaam kunnen hebben
omdat u, bijvoorbeeld:
o
een plotse en ernstige ziekte heeft gehad,
o
pijn heeft,
o
een operatie heeft ondergaan,
Version 3.1 (QRD 4.0)
GLUCION 10 %
Bijsluiter
o
o
o
Baxter S.A.
infecties, brandwonden of een hersenziekte heeft,
ziekten heeft die te maken hebben met uw hart, lever, nieren of centrale zenuwstelsel,
bepaalde geneesmiddelen inneemt (zie ook hieronder “Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?”).
Hierdoor kan het risico op een laag natriumgehalte in uw bloed stijgen en dit kan
leiden tot hoofdpijn, misselijkheid, toevallen, lethargie, coma, zwelling van de
hersenen en overlijden. Zwelling van de hersenen verhoogt het risico op overlijden en
op hersenschade. Mensen die een risico lopen op zwelling van de hersenen zijn:
- kinderen
- vrouwen (in het bijzonder wanneer u in de vruchtbare leeftijd bent)
- mensen die problemen hebben met het vochtniveau in hun hersenen, bijvoorbeeld,
door meningitis, bloeding in de schedel of een hersenletsel.
ernstig leverfalen (ontoereikende werking van de lever);
hypervolemie (te veel vocht in het lichaam).
Waarschuw uw arts als u corticoïden gebruikt (ook corticosteroïden genoemd die bijvoorbeeld
gebruikt worden tegen reuma, longziektes of een allergie): uw arts zal u uw infuus voorzichtig
toedienen, want corticosteroïden werken in op de vochten en de minerale zouten van het
lichaam.
Tijdens uw behandeling zal uw arts regelmatig bloedanalyses laten uitvoeren om de hoeveelheid
minerale zouten in uw bloed te controleren (bloedionogram) en ook de sterkere of minder sterke
zuurgraad van uw bloed (zuur-base-evenwicht).
De persoon die u het infuus met GLUCION 10 % zal toedienen, zal alle nodige voorzorgsmaatregelen
treffen om dit infuus in alle veiligheid te laten verlopen. Deze persoon:
-
zal nagaan of de zakken niet beschadigd zijn (heldere oplossing);
-
zal de zakken één voor één plaatsen om het risico te vermijden u met luchtbellen in te spuiten;
-
zal de zakken na eerste gebruik weggooien: een zak wordt nooit opnieuw gebruikt;
-
zal om de 24 uur een andere injectieplaats gebruiken: dat beperkt het risico op de vorming van
klontertjes in de aders (tromboflebitis), waardoor die verstopt zouden kunnen raken;
-
zal een grote ader kiezen en u het infuus langzaam toedienen, om irritatie van de ader te
vermijden.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast GLUCION 10 % nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat
dan uw arts of apotheker.
Waarschuw uw arts als u de volgende geneesmiddelen gebruikt:
insuline (geneesmiddel tegen diabetes, dat de hoeveelheid suiker in het bloed onder controle
houdt): GLUCION 10 % verhoogt de hoeveelheid suiker in het bloed, waardoor het mogelijk
is dat uw arts dus uw hoeveelheid insuline zal moeten aanpassen;
digitaline (geneesmiddel voor het hart): GLUCION 10 % verhoogt de hoeveelheid kalium in
het bloed, wat gevaarlijk is als u digitaline gebruikt;
geneesmiddelen die de hoeveelheid natrium (zout) of kalium in het bloed verhogen: deze
geneesmiddelen worden afgeraden bij een gelijktijdig gebruik met GLUCION 10 %, vraag
raad aan uw arts als u denkt dat u dit soort geneesmiddelen neemt.
Het gebruik van volgende geneesmiddelen
wordt niet aanbevolen
als u GLUCION 10% toegediend
krijgt:
kaliumsparende diuretica (zoals amiloride, spironolacton en triamtereen);
Version 3.1 (QRD 4.0)
GLUCION 10 %
Bijsluiter
Baxter S.A.
angiotensineconverterende enzymremmers (ACE-remmers) (middelen voor de behandeling
van een hoge bloeddruk);
angiotensine II-receptorantagonisten (middelen voor de behandeling van een hoge
bloeddruk);
tacrolimus (middel om de afstoting van een transplantaat te voorkomen en bepaalde
huidaandoeningen te behandelen);
ciclosporine (middel om de afstoting van een transplantaat te voorkomen).
Deze geneesmiddelen kunnen het kaliumgehalte in het bloed verhogen, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Een stijging van het kaliumgehalte in het bloed is waarschijnlijker als u lijdt aan een nieraandoening.
Sommige geneesmiddelen werken in op het hormoon vasopressine. Deze geneesmiddelen kunnen
bestaan uit
medicatie tegen diabetes (chloorpropamide),
geneesmiddelen tegen cholesterol (clofibraat),
sommige geneesmiddelen tegen kanker (vincristine, ifosfamide, cyclofosfamide),
selectieve serotonineheropnameremmers (gebruikt om depressie te behandelen),
antipsychotica
opiaten voor krachtige pijnstilling,
geneesmiddelen tegen pijn en/of ontsteking (ook bekend als NSAID’s)
geneesmiddelen die de werking van vasopressine nabootsen of versterken zoals desmopressine
(gebruikt om toegenomen dorst en urine-uitscheiding te behandelen), terlipressine (gebruikt
om bloeding van de slokdarm te behandelen) en oxytocine (gebruikt om de bevalling in te
leiden).
anti-epileptica (carbamazepine en oxcarbazepine)
diuretica (middelen om beter te kunnen plassen).
Andere geneesmiddelen die een invloed kunnen hebben op of kunnen worden beïnvloed door
GLUCION 10 %:
corticosteroïden (ontstekingsremmers);
zuurhoudende geneesmiddelen waaronder:
salicylaten (middelen voor de behandeling van ontstekingen) (aspirine);
barbituraten (slaaptabletten);
lithium (middel voor de behandeling van psychische stoornissen);
alkalische (basische) geneesmiddelen waaronder:
sympathicomimetica (stimulerende middelen zoals efedrine en pseudo-efedrine die
gebruikt worden in hoest- en verkoudheidspreparaten);
andere stimulerende middelen (zoals kinidine of dexamfetaminesulfaat).
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend.
Tijdens de zwangerschap: er zijn geen specifieke contra-indicaties, uw arts zal evalueren of u dit
geneesmiddel tijdens uw zwangerschap mag gebruiken.
Tijdens de bevalling: als dit geneesmiddel voor en tijdens de bevalling wordt gebruikt, kan het een
daling van het suikergehalte in het bloed veroorzaken bij de pasgeborene (hypoglykemie).
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Niet van toepassing.
Version 3.1 (QRD 4.0)
GLUCION 10 %
Bijsluiter
3. Hoe krijgt u dit middel toegediend?
Baxter S.A.
GLUCION 10 % wordt door een arts of verpleegkundige toegediend. Uw arts beslist hoeveel u nodig
heeft en wanneer het aan u toegediend wordt, wat afhankelijk is van uw leeftijd, gewicht, toestand, uw
hydratatietoestand (hoeveelheid water in uw lichaam) en de reden voor behandeling. De dosering kan
ook afhankelijk zijn van andere gelijktijdige behandelingen.
De aanbevolen dosering is 2500 tot 3000 ml per dag voor volwassenen. Het geneesmiddel wordt
doorgaans met een snelheid van 4 tot 6 ml per minuut toegediend. Om na te gaan of deze dosis wel
goed aangepast is, zal uw arts regelmatig bloed- en urineanalyses laten uitvoeren, vooral tijdens de
eerste uren van het infuus. Uw arts kan op die manier zo nodig uw dosis aanpassen.
Vóór en tijdens de infusie zal uw arts de volgende zaken opvolgen:
volume lichaamsvocht
de zuurgraad van uw bloed en urine
de hoeveelheid elektrolyten in uw lichaam (voornamelijk natrium, bij patiënten met hoge waarden van
het hormoon vasopressine of bij patiënten die andere geneesmiddelen nemen die de werking van
vasopressine verhogen).
Heeft u te veel van dit middel toegediend gekregen?
Als er te veel van dit geneesmiddel wordt toegediend of het gebeurt te snel, kan dit leiden tot
overdosering. Tekenen van overdosering zijn:
te grote hoeveelheid vocht in het lichaam (hyperhydratatie);
u scheidt meer urine uit (osmotische diurese);
daling van de normale zuurgraad van het bloed, met een zuur-base-onevenwicht van het
lichaam (alkalose);
te grote hoeveelheid suiker in het bloed (hyperglykemie);
te grote hoeveelheid kalium in het bloed (hyperkaliëmie);
te grote hoeveelheid magnesium in het bloed (hypermagnesiëmie);
te grote hoeveelheid fosfaat in het bloed (hyperfosfatemie);
te kleine hoeveelheid calcium in het bloed (hypocalciëmie);
te kleine hoeveelheid magnesium in het bloed (hypomagnesiëmie);
te grote hoeveelheid natrium in het bloed (hypernatriëmie).
Als deze tekenen van overdosering zich bij u voordoen, zal de persoon die u GLUCION 10 % toedient het
infuus vertragen of stopzetten om te vermijden dat deze tekenen erger worden.
Wanneer u te veel van GLUCION 10 % heeft gebruikt of ingenomen, neem dan onmiddellijk contact
op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/ 245 245).
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4. Mogelijke bijwerkingen
Version 3.1 (QRD 4.0)
GLUCION 10 %
Bijsluiter
Baxter S.A.
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
In zeldzame tot heel zeldzame gevallen kan het toedienen van magnesiumzouten via een ader een
allergische reactie van het type netelroos veroorzaken (rode knobbeltjes of vlekjes, met jeuk of een
branderig gevoel, net zoals een prik van een brandnetel). Als dit zich voordoet tijdens uw infuus met
GLUCION 10 % (dit geneesmiddel bevat magnesiumzouten), waarschuw dan onmiddellijk de persoon
die u het infuus geeft en de arts die het u heeft voorgeschreven.
De volgende bijwerkingen kunnen zich voordoen:
pijn op de plaats van het infuus;
vorming van klontertjes in de aders, met risico op verstopping (flebitis, tromboflebitis).
te grote hoeveelheid suiker in het bloed (hyperglykemie);
daling van de normale zuurgraad van het bloed, die een zuur-base-onevenwicht van het
lichaam veroorzaakt (alkalose);
borstongemak;
kortademigheid (dyspnoea);
koude rillingen;
piepen;
hyperemie;
overmatig blozen;
een te hoog kaliumgehalte in het bloed (hyperkaliëmie);
urticaria (jeuk);
stijging van de zuurgraad van het bloed, die een zuur-base-onevenwicht van het lichaam
veroorzaakt (lactaatacidose);
te veel water in het lichaam (hyperhydratatie), in die mate dat het schadelijk is
(waterintoxicatie);
te grote hoeveelheid natrium (zout) in het bloed (hypernatriëmie);
suiker in de urine (glucosurie);
hard transpireren (hyperhidrose);
te lage bloeddruk (hypotensie);
lage waarden van natrium in het bloed dat kan verworven zijn tijdens ziekenhuisopname
(nosocomiale hyponatriëmie) en een verwante neurologische aandoening (acute
hyponatriëmische encefalopathie). Hyponatriëmie kan leiden tot onomkeerbaar hersenletsel en
overlijden ten gevolge van cerebrale oedeem/zwelling van de hersenen (zie ook de rubriek 2
“Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Andere bijwerkingen, die te maken hebben met de toediening in de ader
Sommige bijwerkingen kunnen gepaard gaan met de techniek van de toediening en hebben dan niets te
maken met het geneesmiddel zelf:
tachycardie (een snelle hartslag), hartkloppingen, borstkaspijn, ademhalingsfrequentie verhoogd,
gevoel abnormaal, pilo-erectie, œdeem perifeer;
koorts;
infectie op de plaats van de injectie;
pijn of irritatie op de plaats van de injectie;
irritatie van de ader;
vorming van klontertjes in de ader (veneuze trombose of flebitis) die zich uitbreiden vanaf de
plaats van de injectie;
lekkage van vloeistof uit de ader (extravasatie);
te grote stijging van het bloedvolume (hypervolemie).
Version 3.1 (QRD 4.0)
GLUCION 10 %
Bijsluiter
Baxter S.A.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem:
België
Federaal agentschap voor
geneesmiddelen en
gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
EUROSTATION II
Victor Hortaplein, 40/40
B-1060 Brussel
Website:
www.fagg.be
e-mail:
patientinfo@fagg-afmps.be
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
verpakking na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de oplossing niet helder is of vreemde deeltjes bevat.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn: glucosemonohydraat, natriumlactaat 60% (pH 5,3),
natriumchloride, dikaliumfosfaat, kaliumchloride, melkzuur, magnesiumchloridehexahydraat.
De andere stoffen (hulpstoffen) in dit middel zijn: water voor injecteerbare bereiding,
zoutzuur (de hoeveelheid die nodig is om de pH aan te passen).
Hoe ziet GLUCION 10 % eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
VIAFLO-zakken van 500 ml en 1000 ml.
De VIAFLO-zakken bestaan uit plastic dat verkregen is door co-extrusie van polyolefine/polyamide
(PL-2442).
De zakken zijn verpakt in een beschermverpakking uit plastic die bestaat uit polyamide/polypropyleen en
enkel bedoeld is om de zak fysiek te beschermen.
Het verpakkingskarton bevat ofwel 20 zakken van 500 ml ofwel 10 zakken van 1000 ml.
Version 3.1 (QRD 4.0)
GLUCION 10 %
Bijsluiter
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Baxter S.A.,
Boulevard René Branquart, 80, 7860 Lessen, België
Fabrikant
Bieffe Medital,
Ctra de Biescas-Senegüé, E-22666 Sabiñánigo (Huesca), Spanje
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen
GLUCION 10 %, oplossing voor infusie (500 ml): BE 003507
GLUCION 10 %, oplossing voor infusie (1000 ml): BE 124932
Afleveringswijze
Op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 03/2019.
Baxter S.A.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
Toe te voegen geneesmiddelen: onverenigbaarheden
Zoals bij alle parenterale oplossingen moet de verenigbaarheid van de toe te voegen geneesmiddelen met
de oplossing worden gecontroleerd alvorens dit geneesmiddel toe te dienen.
Het is de verantwoordelijkheid van de arts om de onverenigbaarheid van een toe te voegen geneesmiddel
met deze oplossing te evalueren, door de oplossing te controleren op een mogelijke kleurverandering
en/of mogelijke aanwezigheid van neerslag.
Raadpleeg ook de bijsluiter bij het toe te voegen geneesmiddel.
De oplossing mag niet door dezelfde lijn worden toegediend bij een gelijktijdige bloedtransfusie.
Toe te voegen geneesmiddelen waarvan de onverenigbaarheid vastgesteld is, mogen niet worden gebruikt.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Wanneer een toe te voegen geneesmiddel gebruikt wordt, moet de isotoniciteit ervan gecontroleerd
worden vóór parenterale toediening. Het toegevoegde geneesmiddel moet grondig en zorgvuldig gemengd
worden onder aseptische omstandigheden. Oplossingen met toegevoegde geneesmiddelen moeten
onmiddellijk worden gebruikt en mogen niet bewaard worden.
Door de toevoeging van andere geneesmiddelen of een verkeerde toedieningswijze kunnen pyrogenen in
de bloedsomloop terechtkomen en leiden tot de ontwikkeling van koorts. In geval van bijwerkingen moet
de infusie onmiddellijk stopgezet worden.
De zak pas vlak vóór gebruik uit de beschermverpakking nemen. De zak zorgt ervoor dat de steriliteit
van het product behouden blijft.
Plastic zakken mogen niet in serieverbinding worden gebruikt. Dergelijk gebruik kan leiden tot
luchtembolie als gevolg van achterblijvende lucht die uit de eerste zak opgezogen is, voordat de
toediening van de oplossing uit de tweede zak beëindigd is. Het onder druk zetten van intraveneuze
oplossingen in soepele plastic zakken om het debiet te verhogen, kan leiden tot een luchtembolie
indien de achterblijvende lucht in de zak niet volledig verwijderd is vóór de toediening.
Version 3.1 (QRD 4.0)
GLUCION 10 %
Bijsluiter
Baxter S.A.
Het gebruik van een intraveneuze toedieningsset met ontluchting met open ontluchtingsventiel kan
leiden tot luchtembolieën. Intraveneuze toedieningssets met ontluchting met open ontluchtingsventiel
mogen niet worden gebruikt met flexibele plastic zakken.
Aan de hand van een aseptische techniek moet de oplossing worden toegediend met steriele
apparatuur. Deze apparatuur moet worden geprimed met de oplossing om te voorkomen dat lucht
binnendringt in het systeem.
Toe te voegen geneesmiddelen kunnen vóór of tijdens de infusie worden toegevoegd via de
zelfsluitende injectiepoort.
Vernietigen na eenmalig gebruik.
Niet-gebruikte oplossing vernietigen.
Gedeeltelijk gebruikte zakken niet opnieuw aansluiten.
Openen
1.
2.
3.
Neem de VIAFLO-zak pas vlak vóór gebruik uit de beschermverpakking.
Controleer op de aanwezigheid van lekken door stevig in de zak te knijpen. Vernietig de oplossing
in geval van lekken, aangezien de steriliteit aangetast kan zijn.
Controleer of de oplossing helder is en geen vreemde deeltjes bevat. Vernietig de oplossing als
die niet helder is of vreemde deeltjes bevat.
De toediening voorbereiden
Gebruik steriel materiaal voor de voorbereiding en toediening.
1.
2.
Hang de zak aan het oogje omhoog aan de infuusstandaard.
Verwijder de plastic beschermhuls van de uitlaatpoort onderaan op de zak:
-
Neem met de ene hand de kleine vleugel op de hals van de uitlaatpoort vast.
-
Neem met de andere hand de grotere vleugel op de beschermhuls vast en draai die van de
uitlaatpoort.
-
De beschermhuls springt los van de uitlaatpoort.
Pas een aseptische techniek toe om de infusie uit te voeren.
Bevestig de toedieningsset. Raadpleeg de volledige gebruiksaanwijzing van de set voor de
aansluiting en priming van de set, en de toediening van de oplossing.
3.
4.
Technieken voor de injectie van toe te voegen geneesmiddelen
Opgelet: Het is mogelijk dat toe te voegen geneesmiddelen onverenigbaar zijn.
Geneesmiddelen toevoegen vóór de toediening
1.
Desinfecteer de injectiepoort.
2.
Gebruik een spuit met een naald van 19 gauge (1,10 mm) tot 22 gauge (0,70 mm) om de
zelfsluitende injectiepoort aan te prikken en injecteer het toe te voegen geneesmiddel in de zak
met de oplossing.
3.
Meng de oplossing grondig met het geneesmiddel. Tik voorzichtig op de poorten terwijl die
rechtop gehouden worden, en meng het geneesmiddel met de oplossing in geval van
geneesmiddelen met een hoge densiteit zoals kaliumchloride.
Opgelet: Zakken met toegevoegde geneesmiddelen niet bewaren.
Geneesmiddelen toevoegen tijdens de toediening
Version 3.1 (QRD 4.0)
GLUCION 10 %
Bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Baxter S.A.
Sluit de klem op de set.
Desinfecteer de injectiepoort.
Gebruik een spuit met een naald van 19 gauge (1,10 mm) tot 22 gauge (0,70 mm) om de
zelfsluitende injectiepoort aan te prikken en injecteer het toe te voegen geneesmiddel in de zak
met de oplossing.
Verwijder de zak van de infuusstandaard en/of houd de zak rechtop.
Tik voorzichtig op beide poorten om de aanwezige luchtbellen in de poorten te verwijderen,
terwijl u de zak rechtop houdt.
Meng de oplossing grondig met het geneesmiddel.
Hang de zak opnieuw op aan de infuusstandaard, open de klem en ga verder met de toediening.
Version 3.1 (QRD 4.0)

Baxter S.A.

Bijsluiter
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
GLUCION 10 %, oplossing voor infusie
Glucosemonohydraat, natriumlactaat, natriumchloride, dikaliumfosfaat, kaliumchloride,
melkzuur en magnesiumchloride
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel toegediend krijgt, want er staat
belangrijke informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is GLUCION 10 % en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe krijgt u dit middel toegediend?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is GLUCION 10 % en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Dit geneesmiddel is een steriele oplossing voor infusie. Het bevat water en een reeks stoffen die we
van nature in het bloed aantreffen. Deze stoffen (werkzame bestanddelen) zijn:
suiker (glucose), die door het lichaam als energiebron wordt gebruikt. Dit geneesmiddel levert
400 kilocalorieën per liter oplossing;
minerale zouten (elektrolyten): natriumzouten (natriumchloride ­ keukenzout, natriumlactaat),
kaliumzouten (dikaliumfosfaat, kaliumchloride) en een magnesiumzout
(magnesiumchloridehexahydraat);
melkzuur, een stof die van nature in het bloed aanwezig is en die mee het evenwicht tussen
deze zouten helpt behouden.
Dit geneesmiddel wordt gebruikt om de lichaamsvochten te herstellen en opnieuw in evenwicht te
brengen in geval van:
normaal vochtverlies, via de ademhaling, transpiratie en uitscheiding van urine;
te groot vochtverlies (lichte uitdroging) met verzuring van het bloed (metabole acidose),
bijvoorbeeld door een fistel, brandwonden, koorts of braken.
Dit geneesmiddel dekt de normale behoefte van het lichaam aan water, minerale zouten en energie
(calorieën).
2. Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Baxter S.A.

Bijsluiter
U mag GLUCION 10 % NIET toegediend krijgen als u lijdt aan een van de volgende
aandoeningen:

U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6;
U heeft een nierziekte waardoor u kalium niet op normale wijze kunt elimineren
(kaliumstapeling);
Uw bloed bevat te veel kalium (hyperkaliëmie);
Uw bloed bevat te veel melkzuur (hyperlactatemie);
Uw bloed bevat te veel suiker (hyperglykemie);
U heeft bloedingen in de schedel (intracraniële bloedingen);
Uw lichaam bevat te veel water (hyperhydratatie), in die mate dat het schadelijk is
(waterintoxicatie);
Uw minerale zouten zijn niet in evenwicht en uw bloed is niet voldoende zuur meer (metabole
alkalose);
U lijdt aan een leverziekte waardoor uw lever melkzuur niet meer kan omzetten
(metaboliseren);
U lijdt aan gedecompenseerde diabetes of een suikerintolerantie (glucose-intolerantie).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt.
Licht uw arts in als u een van de volgende medische aandoeningen heeft of gehad heeft:
hartproblemen: uw arts zal erop toezien dat dit geneesmiddel de hoeveelheid bloedvocht niet
te veel verhoogt om uw hart niet te vermoeien;
bekende allergie voor maïs of maïsproducten;
myasthenie (aandoening die progressieve spierzwakte veroorzaakt);
ernstig nierfalen;
pre-eclampsie of eclampsie (hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap);
elke andere aandoening die gepaard gaat met natriumretentie (het lichaam houdt te veel
natrium vast);
hypocalciëmie (een te laag calciumgehalte in het bloed);
elke aandoening waardoor u meer aanleg krijgt voor hyperkaliëmie (een te hoog
kaliumgehalte in het bloed), zoals:
nierfalen;
bijnierinsufficiëntie (deze aandoening van de bijnieren beïnvloedt de hormonen die de
concentraties aan chemicaliën in het lichaam helpen onder controle te houden);
acute dehydratie (waterverlies uit het lichaam), bijvoorbeeld als gevolg van braken of
diarree;
uitgebreide weefselbeschadiging (zoals kan optreden bij hevige brandwonden);
hyperfosfatemie (een te hoog fosfaatgehalte in het bloed);
diabetes (het bloedsuikergehalte wordt nauwlettend gecontroleerd en gevolgd en de
insulinebehandeling moet mogelijk worden aangepast);
verwonding opgelopen aan het hoofd tijdens de voorbije 24 uur;
ischemische aanval (beroerte als gevolg van een klonter in een bloedvat in de hersenen);
een aandoening die de oorzaak is van een verhoogd gehalte van vasopressine, een hormoon
dat het vocht in uw lichaam regelt. U zou te veel vasopressine in uw lichaam kunnen hebben
omdat u, bijvoorbeeld:
o een plotse en ernstige ziekte heeft gehad,
o pijn heeft,
o een operatie heeft ondergaan,

Baxter S.A.

Bijsluiter
o infecties, brandwonden of een hersenziekte heeft,
o ziekten heeft die te maken hebben met uw hart, lever, nieren of centrale zenuwstelsel,
o bepaalde geneesmiddelen inneemt (zie ook hieronder 'Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?').
Hierdoor kan het risico op een laag natriumgehalte in uw bloed stijgen en dit kan
leiden tot hoofdpijn, misselijkheid, toevallen, lethargie, coma, zwelling van de
hersenen en overlijden. Zwelling van de hersenen verhoogt het risico op overlijden en
op hersenschade. Mensen die een risico lopen op zwelling van de hersenen zijn:
- kinderen
- vrouwen (in het bijzonder wanneer u in de vruchtbare leeftijd bent)
- mensen die problemen hebben met het vochtniveau in hun hersenen, bijvoorbeeld,
door meningitis, bloeding in de schedel of een hersenletsel.
ernstig leverfalen (ontoereikende werking van de lever);
hypervolemie (te veel vocht in het lichaam).
Waarschuw uw arts als u corticoïden gebruikt (ook corticosteroïden genoemd die bijvoorbeeld
gebruikt worden tegen reuma, longziektes of een allergie): uw arts zal u uw infuus voorzichtig
toedienen, want corticosteroïden werken in op de vochten en de minerale zouten van het
lichaam.
Tijdens uw behandeling zal uw arts regelmatig bloedanalyses laten uitvoeren om de hoeveelheid
minerale zouten in uw bloed te controleren (bloedionogram) en ook de sterkere of minder sterke
zuurgraad van uw bloed (zuur-base-evenwicht).
De persoon die u het infuus met GLUCION 10 % zal toedienen, zal alle nodige voorzorgsmaatregelen
treffen om dit infuus in alle veiligheid te laten verlopen. Deze persoon:
-
zal nagaan of de zakken niet beschadigd zijn (heldere oplossing);
- zal de zakken één voor één plaatsen om het risico te vermijden u met luchtbellen in te spuiten;
- zal de zakken na eerste gebruik weggooien: een zak wordt nooit opnieuw gebruikt;
- zal om de 24 uur een andere injectieplaats gebruiken: dat beperkt het risico op de vorming van
klontertjes in de aders (tromboflebitis), waardoor die verstopt zouden kunnen raken;
- zal een grote ader kiezen en u het infuus langzaam toedienen, om irritatie van de ader te
vermijden.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast GLUCION 10 % nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat
dan uw arts of apotheker.
Waarschuw uw arts als u de volgende geneesmiddelen gebruikt:
insuline (geneesmiddel tegen diabetes, dat de hoeveelheid suiker in het bloed onder controle
houdt): GLUCION 10 % verhoogt de hoeveelheid suiker in het bloed, waardoor het mogelijk
is dat uw arts dus uw hoeveelheid insuline zal moeten aanpassen;
digitaline (geneesmiddel voor het hart): GLUCION 10 % verhoogt de hoeveelheid kalium in
het bloed, wat gevaarlijk is als u digitaline gebruikt;
geneesmiddelen die de hoeveelheid natrium (zout) of kalium in het bloed verhogen: deze
geneesmiddelen worden afgeraden bij een gelijktijdig gebruik met GLUCION 10 %, vraag
raad aan uw arts als u denkt dat u dit soort geneesmiddelen neemt.
Het gebruik van volgende geneesmiddelen
wordt niet aanbevolen als u GLUCION 10% toegediend
krijgt:
kaliumsparende diuretica (zoals amiloride, spironolacton en triamtereen);

Baxter S.A.

Bijsluiter
angiotensineconverterende enzymremmers (ACE-remmers) (middelen voor de behandeling
van een hoge bloeddruk);
angiotensine II-receptorantagonisten (middelen voor de behandeling van een hoge
bloeddruk);
tacrolimus (middel om de afstoting van een transplantaat te voorkomen en bepaalde
huidaandoeningen te behandelen);
ciclosporine (middel om de afstoting van een transplantaat te voorkomen).
Deze geneesmiddelen kunnen het kaliumgehalte in het bloed verhogen, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Een stijging van het kaliumgehalte in het bloed is waarschijnlijker als u lijdt aan een nieraandoening.
Sommige geneesmiddelen werken in op het hormoon vasopressine. Deze geneesmiddelen kunnen
bestaan uit
medicatie tegen diabetes (chloorpropamide),
geneesmiddelen tegen cholesterol (clofibraat),
sommige geneesmiddelen tegen kanker (vincristine, ifosfamide, cyclofosfamide),
selectieve serotonineheropnameremmers (gebruikt om depressie te behandelen),
antipsychotica
opiaten voor krachtige pijnstilling,
geneesmiddelen tegen pijn en/of ontsteking (ook bekend als NSAID's)
geneesmiddelen die de werking van vasopressine nabootsen of versterken zoals desmopressine
(gebruikt om toegenomen dorst en urine-uitscheiding te behandelen), terlipressine (gebruikt
om bloeding van de slokdarm te behandelen) en oxytocine (gebruikt om de bevalling in te
leiden).
anti-epileptica (carbamazepine en oxcarbazepine)
diuretica (middelen om beter te kunnen plassen).
Andere geneesmiddelen die een invloed kunnen hebben op of kunnen worden beïnvloed door
GLUCION 10 %:
corticosteroïden (ontstekingsremmers);
zuurhoudende geneesmiddelen waaronder:
salicylaten (middelen voor de behandeling van ontstekingen) (aspirine);
barbituraten (slaaptabletten);
lithium (middel voor de behandeling van psychische stoornissen);
alkalische (basische) geneesmiddelen waaronder:
sympathicomimetica (stimulerende middelen zoals efedrine en pseudo-efedrine die
gebruikt worden in hoest- en verkoudheidspreparaten);
andere stimulerende middelen (zoals kinidine of dexamfetaminesulfaat).
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend.
Tijdens de zwangerschap: er zijn geen specifieke contra-indicaties, uw arts zal evalueren of u dit
geneesmiddel tijdens uw zwangerschap mag gebruiken.
Tijdens de bevalling: als dit geneesmiddel voor en tijdens de bevalling wordt gebruikt, kan het een
daling van het suikergehalte in het bloed veroorzaken bij de pasgeborene (hypoglykemie).
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Niet van toepassing.

Baxter S.A.

Bijsluiter
3. Hoe krijgt u dit middel toegediend?
GLUCION 10 % wordt door een arts of verpleegkundige toegediend. Uw arts beslist hoeveel u nodig
heeft en wanneer het aan u toegediend wordt, wat afhankelijk is van uw leeftijd, gewicht, toestand, uw
hydratatietoestand (hoeveelheid water in uw lichaam) en de reden voor behandeling. De dosering kan
ook afhankelijk zijn van andere gelijktijdige behandelingen.
De aanbevolen dosering is 2500 tot 3000 ml per dag voor volwassenen. Het geneesmiddel wordt
doorgaans met een snelheid van 4 tot 6 ml per minuut toegediend. Om na te gaan of deze dosis wel
goed aangepast is, zal uw arts regelmatig bloed- en urineanalyses laten uitvoeren, vooral tijdens de
eerste uren van het infuus. Uw arts kan op die manier zo nodig uw dosis aanpassen.
Vóór en tijdens de infusie zal uw arts de volgende zaken opvolgen:
volume lichaamsvocht
de zuurgraad van uw bloed en urine
de hoeveelheid elektrolyten in uw lichaam (voornamelijk natrium, bij patiënten met hoge waarden van
het hormoon vasopressine of bij patiënten die andere geneesmiddelen nemen die de werking van
vasopressine verhogen).
Heeft u te veel van dit middel toegediend gekregen?
Als er te veel van dit geneesmiddel wordt toegediend of het gebeurt te snel, kan dit leiden tot
overdosering. Tekenen van overdosering zijn:
te grote hoeveelheid vocht in het lichaam (hyperhydratatie);
u scheidt meer urine uit (osmotische diurese);
daling van de normale zuurgraad van het bloed, met een zuur-base-onevenwicht van het
lichaam (alkalose);
te grote hoeveelheid suiker in het bloed (hyperglykemie);
te grote hoeveelheid kalium in het bloed (hyperkaliëmie);
te grote hoeveelheid magnesium in het bloed (hypermagnesiëmie);
te grote hoeveelheid fosfaat in het bloed (hyperfosfatemie);
te kleine hoeveelheid calcium in het bloed (hypocalciëmie);
te kleine hoeveelheid magnesium in het bloed (hypomagnesiëmie);
te grote hoeveelheid natrium in het bloed (hypernatriëmie).
Als deze tekenen van overdosering zich bij u voordoen, zal de persoon die u GLUCION 10 % toedient het
infuus vertragen of stopzetten om te vermijden dat deze tekenen erger worden.
Wanneer u te veel van GLUCION 10 % heeft gebruikt of ingenomen, neem dan onmiddellijk contact
op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/ 245 245).
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4. Mogelijke bijwerkingen

Baxter S.A.

Bijsluiter
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
In zeldzame tot heel zeldzame gevallen kan het toedienen van magnesiumzouten via een ader een
allergische reactie van het type netelroos veroorzaken (rode knobbeltjes of vlekjes, met jeuk of een
branderig gevoel, net zoals een prik van een brandnetel). Als dit zich voordoet tijdens uw infuus met
GLUCION 10 % (dit geneesmiddel bevat magnesiumzouten), waarschuw dan onmiddellijk de persoon
die u het infuus geeft en de arts die het u heeft voorgeschreven.
De volgende bijwerkingen kunnen zich voordoen:
pijn op de plaats van het infuus;
vorming van klontertjes in de aders, met risico op verstopping (flebitis, tromboflebitis).
te grote hoeveelheid suiker in het bloed (hyperglykemie);
daling van de normale zuurgraad van het bloed, die een zuur-base-onevenwicht van het
lichaam veroorzaakt (alkalose);
borstongemak;
kortademigheid (dyspnoea);
koude rillingen;
piepen;
hyperemie;
overmatig blozen;
een te hoog kaliumgehalte in het bloed (hyperkaliëmie);
urticaria (jeuk);
stijging van de zuurgraad van het bloed, die een zuur-base-onevenwicht van het lichaam
veroorzaakt (lactaatacidose);
te veel water in het lichaam (hyperhydratatie), in die mate dat het schadelijk is
(waterintoxicatie);
te grote hoeveelheid natrium (zout) in het bloed (hypernatriëmie);
suiker in de urine (glucosurie);
hard transpireren (hyperhidrose);
te lage bloeddruk (hypotensie);
lage waarden van natrium in het bloed dat kan verworven zijn tijdens ziekenhuisopname
(nosocomiale hyponatriëmie) en een verwante neurologische aandoening (acute
hyponatriëmische encefalopathie). Hyponatriëmie kan leiden tot onomkeerbaar hersenletsel en
overlijden ten gevolge van cerebrale oedeem/zwelling van de hersenen (zie ook de rubriek 2
'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
Andere bijwerkingen, die te maken hebben met de toediening in de ader
Sommige bijwerkingen kunnen gepaard gaan met de techniek van de toediening en hebben dan niets te
maken met het geneesmiddel zelf:
tachycardie (een snelle hartslag), hartkloppingen, borstkaspijn, ademhalingsfrequentie verhoogd,
gevoel abnormaal, pilo-erectie, oedeem perifeer;
koorts;
infectie op de plaats van de injectie;
pijn of irritatie op de plaats van de injectie;
irritatie van de ader;
vorming van klontertjes in de ader (veneuze trombose of flebitis) die zich uitbreiden vanaf de
plaats van de injectie;
lekkage van vloeistof uit de ader (extravasatie);
te grote stijging van het bloedvolume (hypervolemie).

Baxter S.A.

Bijsluiter
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem:
België
Federaal agentschap voor
geneesmiddelen en
gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
EUROSTATION II
Victor Hortaplein, 40/40
B-1060 Brussel
Website: www.fagg.be
e-mail: patientinfo@fagg-afmps.be
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
verpakking na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de oplossing niet helder is of vreemde deeltjes bevat.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn: glucosemonohydraat, natriumlactaat 60% (pH 5,3),
natriumchloride, dikaliumfosfaat, kaliumchloride, melkzuur, magnesiumchloridehexahydraat.
De andere stoffen (hulpstoffen) in dit middel zijn: water voor injecteerbare bereiding,
zoutzuur (de hoeveelheid die nodig is om de pH aan te passen).
Hoe ziet GLUCION 10 % eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
VIAFLO-zakken van 500 ml en 1000 ml.
De VIAFLO-zakken bestaan uit plastic dat verkregen is door co-extrusie van polyolefine/polyamide
(PL-2442).
De zakken zijn verpakt in een beschermverpakking uit plastic die bestaat uit polyamide/polypropyleen en
enkel bedoeld is om de zak fysiek te beschermen.
Het verpakkingskarton bevat ofwel 20 zakken van 500 ml ofwel 10 zakken van 1000 ml.

Baxter S.A.

Bijsluiter
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Baxter S.A., Boulevard René Branquart, 80, 7860 Lessen, België
Fabrikant
Bieffe Medital, Ctra de Biescas-Senegüé, E-22666 Sabiñánigo (Huesca), Spanje
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen
GLUCION 10 %, oplossing voor infusie (500 ml): BE 003507
GLUCION 10 %, oplossing voor infusie (1000 ml): BE 124932
Afleveringswijze
Op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 03/2019.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
Toe te voegen geneesmiddelen: onverenigbaarheden
Zoals bij alle parenterale oplossingen moet de verenigbaarheid van de toe te voegen geneesmiddelen met
de oplossing worden gecontroleerd alvorens dit geneesmiddel toe te dienen.
Het is de verantwoordelijkheid van de arts om de onverenigbaarheid van een toe te voegen geneesmiddel
met deze oplossing te evalueren, door de oplossing te controleren op een mogelijke kleurverandering
en/of mogelijke aanwezigheid van neerslag.
Raadpleeg ook de bijsluiter bij het toe te voegen geneesmiddel.
De oplossing mag niet door dezelfde lijn worden toegediend bij een gelijktijdige bloedtransfusie.
Toe te voegen geneesmiddelen waarvan de onverenigbaarheid vastgesteld is, mogen niet worden gebruikt.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Wanneer een toe te voegen geneesmiddel gebruikt wordt, moet de isotoniciteit ervan gecontroleerd
worden vóór parenterale toediening. Het toegevoegde geneesmiddel moet grondig en zorgvuldig gemengd
worden onder aseptische omstandigheden. Oplossingen met toegevoegde geneesmiddelen moeten
onmiddellijk worden gebruikt en mogen niet bewaard worden.
Door de toevoeging van andere geneesmiddelen of een verkeerde toedieningswijze kunnen pyrogenen in
de bloedsomloop terechtkomen en leiden tot de ontwikkeling van koorts. In geval van bijwerkingen moet
de infusie onmiddellijk stopgezet worden.
De zak pas vlak vóór gebruik uit de beschermverpakking nemen. De zak zorgt ervoor dat de steriliteit
van het product behouden blijft.
Plastic zakken mogen niet in serieverbinding worden gebruikt. Dergelijk gebruik kan leiden tot
luchtembolie als gevolg van achterblijvende lucht die uit de eerste zak opgezogen is, voordat de
toediening van de oplossing uit de tweede zak beëindigd is. Het onder druk zetten van intraveneuze
oplossingen in soepele plastic zakken om het debiet te verhogen, kan leiden tot een luchtembolie
indien de achterblijvende lucht in de zak niet volledig verwijderd is vóór de toediening.

Baxter S.A.

Bijsluiter
Het gebruik van een intraveneuze toedieningsset met ontluchting met open ontluchtingsventiel kan
leiden tot luchtembolieën. Intraveneuze toedieningssets met ontluchting met open ontluchtingsventiel
mogen niet worden gebruikt met flexibele plastic zakken.
Aan de hand van een aseptische techniek moet de oplossing worden toegediend met steriele
apparatuur. Deze apparatuur moet worden geprimed met de oplossing om te voorkomen dat lucht
binnendringt in het systeem.
Toe te voegen geneesmiddelen kunnen vóór of tijdens de infusie worden toegevoegd via de
zelfsluitende injectiepoort.
Vernietigen na eenmalig gebruik.
Niet-gebruikte oplossing vernietigen.
Gedeeltelijk gebruikte zakken niet opnieuw aansluiten.
Openen
1.
Neem de VIAFLO-zak pas vlak vóór gebruik uit de beschermverpakking.
2.
Controleer op de aanwezigheid van lekken door stevig in de zak te knijpen. Vernietig de oplossing
in geval van lekken, aangezien de steriliteit aangetast kan zijn.
3.
Controleer of de oplossing helder is en geen vreemde deeltjes bevat. Vernietig de oplossing als
die niet helder is of vreemde deeltjes bevat.
De toediening voorbereiden
Gebruik steriel materiaal voor de voorbereiding en toediening.
1.
Hang de zak aan het oogje omhoog aan de infuusstandaard.
2.
Verwijder de plastic beschermhuls van de uitlaatpoort onderaan op de zak:
-
Neem met de ene hand de kleine vleugel op de hals van de uitlaatpoort vast.
- Neem met de andere hand de grotere vleugel op de beschermhuls vast en draai die van de
uitlaatpoort.
- De beschermhuls springt los van de uitlaatpoort.
3.
Pas een aseptische techniek toe om de infusie uit te voeren.
4.
Bevestig de toedieningsset. Raadpleeg de volledige gebruiksaanwijzing van de set voor de
aansluiting en priming van de set, en de toediening van de oplossing.
Technieken voor de injectie van toe te voegen geneesmiddelen
Opgelet: Het is mogelijk dat toe te voegen geneesmiddelen onverenigbaar zijn.
Geneesmiddelen toevoegen vóór de toediening
1.
Desinfecteer de injectiepoort.
2.
Gebruik een spuit met een naald van 19 gauge (1,10 mm) tot 22 gauge (0,70 mm) om de
zelfsluitende injectiepoort aan te prikken en injecteer het toe te voegen geneesmiddel in de zak
met de oplossing.
3.
Meng de oplossing grondig met het geneesmiddel. Tik voorzichtig op de poorten terwijl die
rechtop gehouden worden, en meng het geneesmiddel met de oplossing in geval van
geneesmiddelen met een hoge densiteit zoals kaliumchloride.
Opgelet: Zakken met toegevoegde geneesmiddelen niet bewaren.
Geneesmiddelen toevoegen tijdens de toediening

Baxter S.A.

Bijsluiter
1.
Sluit de klem op de set.
2.
Desinfecteer de injectiepoort.
3.
Gebruik een spuit met een naald van 19 gauge (1,10 mm) tot 22 gauge (0,70 mm) om de
zelfsluitende injectiepoort aan te prikken en injecteer het toe te voegen geneesmiddel in de zak
met de oplossing.
4.
Verwijder de zak van de infuusstandaard en/of houd de zak rechtop.
5.
Tik voorzichtig op beide poorten om de aanwezige luchtbellen in de poorten te verwijderen,
terwijl u de zak rechtop houdt.
6.
Meng de oplossing grondig met het geneesmiddel.
7.
Hang de zak opnieuw op aan de infuusstandaard, open de klem en ga verder met de toediening.

Heb je dit medicijn gebruikt? Glucion 10 % te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Glucion 10 % te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Glucion 10 %

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG