Galvus 50 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Galvus 50 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 50 mg vildagliptine.
Hulpstof met bekend effect: elke tablet bevat 47,82 mg lactose (watervrij).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet.
Ronde en vlakke (diameter 8 mm) tabletten met schuine rand, wit tot lichtgeel van kleur, met de
inscriptie “NVR” aan de ene zijde en “FB” aan de andere zijde.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Vildagliptine is geïndiceerd als aanvulling op dieet en lichaamsbeweging om de glykemische controle
te verbeteren bij volwassenen met diabetes mellitus type 2:
-
als monotherapie bij patiënten voor wie metformine niet geschikt is vanwege contra-indicaties
of intolerantie.
-
in combinatie met andere geneesmiddelen voor de behandeling van diabetes, waaronder
insuline, wanneer deze onvoldoende glykemische controle geven (zie rubrieken 4.4, 4.5 en 5.1
voor beschikbare gegevens over verschillende combinaties).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Volwassenen
Bij gebruik als monotherapie, in combinatie met metformine, in combinatie met thiazolidinedion, in
combinatie met metformine en een sulfonylureumderivaat of in combinatie met insuline (met of
zonder metformine), is de aanbevolen dagdosering 100 mg vildagliptine, toegediend als één 50 mg
dosis ’s morgens en één 50 mg dosis ’s avonds.
Bij gebruik als tweevoudige combinatie met een sulfonylureumderivaat is de aanbevolen dosering
50 mg vildagliptine eenmaal daags die 's morgens wordt ingenomen. Bij deze patiëntengroep was de
werkzaamheid van 100 mg vildagliptine per dag niet hoger dan 50 mg vildagliptine eenmaal daags.
Bij gebruik in combinatie met een sulfonylureumderivaat, kan een lagere dosis van het
sulfonylureumderivaat worden overwogen om het risico van hypoglykemie te verminderen.
Hogere doseringen dan 100 mg worden niet aanbevolen.
2
Als een dosis van Galvus wordt gemist, moet deze zodra de patiënt eraan denkt worden ingenomen.
Een dubbele dosis mag niet worden ingenomen op dezelfde dag.
De veiligheid en werkzaamheid van vildagliptine als drievoudige orale therapie in combinatie met
metformine en een thiazolidinedion zijn niet vastgesteld.
Aanvullende informatie voor speciale populaties
Ouderen (≥ 65 jaar)
Een dosisaanpassing is niet noodzakelijk bij oudere patiënten (zie ook rubrieken 5.1 en 5.2).
Nierfunctiestoornis
Een doseringsaanpassing is niet vereist voor patiënten met lichte nierfunctiestoornissen
(creatinineklaring
50 ml/min). Bij patiënten met een matige of ernstige nierfunctiestoornis of met
end-stage renal disease (ESRD), is de aanbevolen dosis van Galvus 50 mg eenmaal daags (zie ook
rubrieken 4.4, 5.1 en 5.2).
Leverfunctiestoornis
Galvus mag niet worden gebruikt bij patiënten met leverfunctiestoornissen, waaronder patiënten met
een alanineaminotransferase (ALT) of aspartaataminotransferase (AST) > 3x de bovengrens van de
normaalwaarde voorafgaand aan de behandeling (zie ook rubrieken 4.4 en 5.2).
Pediatrische patiënten
Galvus wordt niet aanbevolen voor het gebruik bij kinderen en adolescenten (< 18 jaar). De veiligheid
en werkzaamheid van Galvus bij kinderen en adolescenten in de leeftijd tot 18 jaar zijn niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar (zie ook rubriek 5.1).
Wijze van toediening
Oraal gebruik
Galvus kan worden toegediend met of zonder een maaltijd (zie ook rubriek 5.2).
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Algemeen
Galvus is geen vervanger van insuline bij insulineafhankelijke patiënten. Galvus mag niet worden
gebruikt bij patiënten met diabetes mellitus type 1 of voor de behandeling van diabetische ketoacidose.
Nierfunctiestoornis
De ervaring bij patiënten met ESRD die hemodialyse ondergaan, is beperkt. Daarom dient Galvus bij
deze patiënten met voorzichtigheid te worden gebruikt (zie ook rubrieken 4.2, 5.1 en 5.2).
Leverfunctiestoornis
Galvus mag niet worden gebruikt bij patiënten met leverfunctiestoornissen, waaronder patiënten met
ALT of AST > 3x ULN voorafgaand aan de behandeling (zie ook rubrieken 4.2 en 5.2).
3
Leverenzym monitoring
Zeldzame gevallen van leverdysfunctie (waaronder hepatitis) zijn gemeld. In deze gevallen waren de
patiënten over het algemeen asymptomatisch zonder klinische gevolgen en de testresultaten van de
leverfunctie bereikten weer normale waarden na het staken van de behandeling. Leverfunctietests
dienen uitgevoerd te worden voordat wordt gestart met de behandeling met Galvus om de
uitgangswaarde van de patiënt te bepalen. De leverfunctie moet gevolgd worden tijdens de
behandeling met Galvus, met een interval van drie maanden, gedurende het eerste jaar en periodiek
daarna. Bij patiënten die een verhoging van de transaminasespiegels ontwikkelen, dient onder
medische controle een tweede leverfunctietest te worden uitgevoerd om het resultaat te bevestigen en
de leverfunctie dient hierna regelmatig te worden getest totdat de afwijking(en) weer het normale
niveau heeft (hebben) bereikt. Indien een AST- of ALT-verhoging van driemaal ULN of hoger
aanhoudt, wordt aanbevolen de behandeling met Galvus stop te zetten.
Patiënten die geelzucht of andere tekenen die kunnen wijzen op leverdysfunctie ontwikkelen, dienen
de behandeling met Galvus te staken.
Na het stoppen van de behandeling met Galvus en LFT-normalisatie mag de behandeling met Galvus
niet herstart worden.
Hartfalen
Een klinische studie van vildagliptine bij patiënten met New York Heart Association (NYHA)
functionele klasse I-III toonde aan dat behandeling met vildagliptine niet werd geassocieerd met een
verandering in de linkerventrikelfunctie of verergering van al bestaand congestief hartfalen (CHF)
versus placebo. Klinische ervaring bij patiënten met NYHA functionele klasse III behandeld met
vildagliptine is nog beperkt en de resultaten zijn niet overtuigend (zie rubriek 5.1).
Er is geen ervaring met het gebruik van vildagliptine in klinische onderzoeken bij patiënten met
NYHA functionele klasse IV en daarom wordt het gebruik bij deze patiënten ontraden.
Huidaandoeningen
Huidlesies, waaronder blaarvorming en ulceraties, aan de extremiteiten van apen zijn gemeld in het
niet-klinisch toxicologisch onderzoek (zie rubriek 5.3). Hoewel huidlesies niet met een verhoogde
incidentie zijn waargenomen in het klinisch onderzoek, was er beperkte ervaring bij patiënten met
diabetische huidcomplicaties. Daarnaast zijn er postmarketingmeldingen van bulleuze en exfoliatieve
huidlaesies. Daarom wordt controle op huidaandoeningen, zoals blaasvorming of ulceraties,
aanbevolen, in lijn met de standaard zorg voor diabetische patiënten.
Acute pancreatitis
Het gebruik van vildagliptine is geassocieerd met het risico dat zich acute pancreatitis ontwikkelt.
Patiënten moeten worden geïnformeerd over de karakteristieke klachten van acute pancreatitis.
Als pancreatitis wordt vermoed, moet de behandeling met vildagliptine worden gestopt; als acute
pancreatitis wordt bevestigd, moet behandeling met vildagliptine niet opnieuw worden gestart.
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een voorgeschiedenis van acute pancreatitis.
Hypoglykemie
Van sulfonylureumderivaten is bekend dat deze hypoglykemie veroorzaken. Patiënten die
vildagliptine krijgen in combinatie met een sulfonylureumderivaat kunnen een verhoogd risico hebben
op hypoglykemie. Daarom kan een lagere dosis van sulfonylureumderivaat worden overwogen om het
risico van hypoglykemie te verlagen.
4
Hulpstoffen
Dit middel bevat lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie,
algehele lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te
gebruiken.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
'natriumvrij' is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Vildagliptine geeft een lage kans op interacties met gelijktijdig toegediende geneesmiddelen.
Aangezien vildagliptine geen substraat van het cytochroom P (CYP) 450-enzym is en CYP450-
enzymen niet remt of induceert, is interactie onwaarschijnlijk met actieve stoffen die substraten,
remmers of induceerders van deze enzymen zijn.
Combinatie met pioglitazon, metformine en glyburide
De resultaten van onderzoeken met deze orale antidiabetica toonden geen klinisch significante
farmacokinetische interacties.
Digoxine (Pgp substraat), warfarine (CYP2C9 substraat)
Klinisch onderzoek bij gezonde proefpersonen toonde geen klinisch significante farmacokinetische
interacties. Dit is echter niet voor de doelgroep vastgesteld.
Combinatie met amlodipine, ramipril, valsartan of simvastatine
Er zijn geneesmiddeleninteractieonderzoeken met amlodipine, ramipril, valsartan en simvastatine bij
gezonde proefpersonen uitgevoerd. In deze onderzoeken zijn geen klinisch significante
farmacokinetische interacties waargenomen na gelijktijdige toediening met vildagliptine.
Combinatie met ACE-remmers
Er kan een verhoogd risico op angio-oedeem zijn bij patiënten die gelijktijdig ACE-remmers innemen
(zie rubriek 4.8).
Zoals ook voor andere orale antidiabetica geldt, kan de hypoglykemische werking van vildagliptine
verminderd worden door bepaalde actieve bestanddelen waaronder thiaziden, corticosteroïden,
schildkliermiddelen en sympathicomimetica.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van vildagliptine bij zwangere vrouwen. Uit
dieronderzoek is reproductietoxiciteit gebleken bij hoge doseringen (zie rubriek 5.3). Het potentiële
risico voor de mens is niet bekend. Aangezien gegevens over gebruik bij mensen ontbreken, mag
Galvus tijdens zwangerschap niet gebruikt worden.
Borstvoeding
Het is niet bekend of vildagliptine in de moedermelk wordt uitgescheiden. Bij experimenteel
onderzoek bij dieren werd vildagliptine in de moedermelk uitgescheiden. Galvus dient niet te worden
gebruikt tijdens het geven van borstvoeding.
5
Vruchtbaarheid
Er is voor Galvus geen onderzoek gedaan naar het effect op de vruchtbaarheid bij de mens (zie
rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Patiënten die last van duizeligheid als bijwerking hebben, dienen van
autorijden of het bedienen van machines af te zien.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Veiligheidsgegevens zijn verzameld bij een totaal van 3.784 patiënten die behandeld werden met
vildagliptine met een dagelijkse dosering van 50 mg (eenmaal daags) of 100 mg (50 mg tweemaal
daags of 100 mg eenmaal daags) in gecontroleerde onderzoeken die tenminste 12 weken duurden. Van
deze patiënten, kregen 2.264 patiënten vildagliptine als monotherapie en 1.520 patiënten vildagliptine
in combinatie met een ander geneesmiddel. 2.682 patiënten werden behandeld met 100 mg
vildagliptine per dag (50 mg tweemaal daags of 100 mg eenmaal daags) en 1.102 patiënten werden
behandeld met 50 mg vildagliptine eenmaal daags.
De meeste bijwerkingen tijdens deze onderzoeken waren mild en van voorbijgaande aard en
stopzetting van de behandeling was niet noodzakelijk. Er werd geen relatie gevonden tussen
bijwerkingen en leeftijd, etniciteit, blootstellingsduur of dagelijkse dosering.
Zeldzame gevallen van leverdysfunctie (waaronder hepatitis) zijn gemeld. In deze gevallen waren de
patiënten over het algemeen asymptomatisch zonder klinische gevolgen en de testresultaten van de
leverfunctie bereikten weer normale waarden na het staken van de behandeling. Gegevens van
gecontroleerde monotherapieonderzoeken en add-on therapieonderzoeken die tot 24 weken duurden,
toonden een incidentie van ALT- of AST-verhogingen ≥ 3x ULN (geclassificeerd als aanwezig bij ten
minste 2 opeenvolgende metingen of bij het laatste bezoek tijdens de behandeling) van respectievelijk
0,2%, 0,3% en 0,2% voor vildagliptine 50 mg eenmaal daags, vildagliptine 50 mg tweemaal daags en
alle comparatoren. Deze verhogingen in transaminasen waren over het algemeen asymptomatisch,
niet-progressief van aard en gingen niet gepaard met cholestase of geelzucht.
Zeldzame gevallen van angioedeem werden gemeld met vildagliptine, met een vergelijkbare
frequentie als de controle groep. Een hoger percentage gevallen werd gemeld wanneer vildagliptine
gecombineerd werd met een “angiotensin converting enzyme” remmer (ACE remmer). Het merendeel
van deze gevallen was mild van ernst, en van voorbijgaande aard onder voortgezette vildagliptine
behandeling.
Overzicht van de bijwerkingen in tabelvorm
De bijwerkingen die gemeld werden bij patiënten die behandeld werden met Galvus als monotherapie
en als toevoeging aan de bestaande therapie in dubbelblind onderzoek zijn hieronder gerangschikt
voor iedere indicatie volgens systeem/orgaanklasse en absolute frequentie. De frequenties zijn
gedefinieerd als zeer vaak (≥1/10), vaak (≥1/100, <1/10), soms (≥1/1.000, <1/100), zelden (≥1.10.000,
<1/1.000), zeer zelden (<1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden
bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
6
Combinatie met metformine
Tabel 1
Bijwerkingen gemeld bij patiënten die behandeld werden met Galvus 100 mg per
dag in combinatie met metformine in dubbelblind onderzoek (N=208)
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
Hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak
Tremor
Vaak
Hoofdpijn
Vaak
Duizeligheid
Soms
Vermoeidheid
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak
Misselijkheid
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
In gecontroleerd klinisch onderzoek met de combinatie van vildagliptine 100 mg per dag plus
metformine, werd geen stopzetting vanwege bijwerkingen gemeld, noch in de vildagliptine 100 mg
per dag plus metformine-, noch in de placebo + metformine behandelingsgroepen.
In klinisch onderzoek kwam hypoglykemie vaak voor bij patiënten die vildagliptine 100 mg per dag in
combinatie met metformine kregen (1%) en soms bij patiënten die een placebo + metformine (0,4%)
kregen. Er werden geen ernstige hypoglykemische bijwerkingen gemeld in de vildagliptine-armen.
In klinisch onderzoek veranderde het lichaamsgewicht niet ten opzichte van de uitgangswaarde
wanneer vildagliptine 100 mg per dag werd toegevoegd aan metformine (+0,2 kg en -1,0 kg,
respectievelijk voor vildagliptine en placebo).
Klinische studies met een duur van meer dan 2 jaar lieten geen additionele veiligheidssignalen of
onvoorziene risico’s zien wanneer vildagliptine werd toegevoegd aan metformine.
7
Combinatie met een sulfonylureumderivaat
Tabel 2
Bijwerkingen gemeld bij patiënten die behandeld werden met Galvus 50 mg in
combinatie met een sulfonylureum derivaat in dubbelblind onderzoek (N=170)
Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer zelden
Nasofaryngitis
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
Hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak
Tremor
Vaak
Hoofdpijn
Vaak
Duizeligheid
Vaak
Asthenie
Maagdarmstelselaandoeningen
Soms
Constipatie
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
In gecontroleerd klinisch onderzoek met de combinatie van vildagliptine 50 mg per dag plus een
sulfonylureumderivaat, was de totale incidentie van stopzetting vanwege bijwerkingen 0,6% in de
vildagliptine 50 mg plus sulfonylureumderivaatgroep t.o.v. 0% in de placebo + sulfonylureumderivaat
behandelingsgroep.
In klinisch onderzoek was de incidentie van hypoglykemie wanneer vildagliptine 50 mg eenmaal
daags werd toegevoegd aan glimepiride, 1,2% versus 0,6% voor een placebo + glimepiride. Er werd
geen ernstige hypoglykemie gemeld in de vildagliptine-armen.
In klinisch onderzoek veranderde het lichaamsgewicht niet ten opzichte van de uitgangswaarde
wanneer vildagliptine 50 mg per dag werd toegevoegd aan glimepiride (-0,1 kg en -0,4 kg,
respectievelijk voor vildagliptine en placebo).
8
Combinatie met een thiazolidinedione
Tabel 3
Bijwerkingen gemeld bij patiënten die behandeld werden met Galvus 100 mg per
dag in combinatie met een thiazolidinedione in dubbelblind onderzoek (N=158)
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
Gewichtstoename
Soms
Hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Soms
Hoofdpijn
Soms
Asthenie
Bloedvataandoeningen
Vaak
Perifeer oedeem
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
In gecontroleerd klinisch onderzoek met de combinatie van vildagliptine 100 mg per dag plus een
thizolidinedione werd er geen melding gedaan van stopzetting als gevolg van bijwerkingen, nochin de
behandelingsgroep die vildagliptine 100 mg per dag plus een thiazolidinedione kreeg, noch in de
placebo plus een thiazolidinedionegroep.
In klinisch onderzoek kwam hypoglykemie soms voor bij patiënten die dagelijks vildagliptine +
pioglitazon kregen (0,6%), maar vaak bij patiënten die een placebo + pioglitazon (1,9%) kregen. Er
werd geen ernstige hypoglykemie gemeld in de vildagliptine-armen.
In het add-on onderzoek met pioglitazon was de absolute toename van het lichaamsgewicht met
placebo en Galvus 100 mg per dag respectievelijk 1,4 en 2,7 kg.
Wanneer 100 mg vildagliptine per dag aan de maximale dosis van een basisbehandeling pioglitazon
(45 mg eenmaal daags) toegevoegd werd, was de incidentie van perifeer oedeem 7,0%, in vergelijking
met 2,5% voor alleen een basisbehandeling pioglitazon.
9
Monotherapie
Tabel 4
Bijwerkingen gemeld bij patiënten die behandeld werden met Galvus 100 mg per
dag als monotherapie in dubbelblind onderzoek (N=1.855)
Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer zelden
Ontsteking van de bovenste luchtwegen
Zeer zelden
Nasofaryngitis
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Soms
Hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak
Duizeligheid
Soms
Hoofdpijn
Bloedvataandoeningen
Soms
Perifeer oedeem
Maagdarmstelselaandoeningen
Soms
Constipatie
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Soms
Artralgie
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Bovendien, in vergelijkende monotherapieonderzoeken met vildagliptine was de algemene incidentie
van stopzetting als gevolg van bijwerkingen niet hoger voor patiënten op vildagliptine in een dosering
van 100 mg per dag (0,3%) dan voor placebo (0,6%) of comparatoren (0,5%).
In vergelijkende, gecontroleerde monotherapieonderzoeken kwam hypoglykemie soms voor,
gerapporteerd bij 0,4% (7 van 1.855) van de patiënten behandeld met vildagliptine 100 mg per dag, in
vergelijking met 0,2% (2 van 1.082) van de patiënten in de groepen die een actieve comparator of
placebo kregen toegediend, terwijl er geen serieuze of ernstige bijwerkingen werden gemeld.
In klinische onderzoeken veranderde het lichaamsgewicht niet ten opzichte van de uitgangswaarde
wanneer vildagliptine 100 mg per dag werd toegediend als monotherapie (-0,3 kg en -1,3 kg,
respectievelijk voor vildagliptine en placebo).
Klinische studies met een duur tot 2 jaar lieten geen additionele veiligheidssignalen of onvoorziene
risico’s zien bij vildagliptine monotherapie.
10
Combinatie met metformine en een sulfonylureumderivaat
Tabel 5
Bijwerkingen gemeld bij patiënten die tweemaal daags Galvus 50 mg kregen in
combinatie met metformine en een sulfonylureumderivaat (N=157)
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
Hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak
Duizeligheid, tremor
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Hyperhidrose
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
Asthenie
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Er werd geen stopzetting vanwege bijwerkingen gemeld in de vildagliptine + metformine +
glimepiride behandelingsgroep versus 0,6% in de placebo + metformine + glimepiride
behandelingsgroep.
De incidentie van hypoglykemie was vaak bij beide behandelingsgroepen (5,1% voor de vildagliptine
+ metformine + glimepiride-groep versus 1,9% voor de placebo + metformine + glimepiride-groep).
Eén ernstige hypoglykemische gebeurtenis werd gemeld in de vildagliptine-groep.
Aan het einde van de studie was het effect op het gemiddelde lichaamsgewicht neutraal (+0,6 kg in de
vildagliptine-groep en -0,1 kg in de placebogroep).
Combinatie met insuline
Tabel 6
Bijwerkingen gemeld bij patiënten die dagelijks Galvus 100 mg kregen in
combinatie met insuline (met of zonder metformine) in dubbelblinde studies (N=371)
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
Daling van de bloedglucose
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak
Hoofdpijn, koude rillingen
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak
Misselijkheid, gastro-oesofageale reflux
Soms
Diarree, flatulentie
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
In gecontroleerde klinische studies met gebruik van vildagliptine 50 mg tweemaal daags in combinatie
met insuline, met of zonder gelijktijdige metformine, was de totale incidentie van stopzetting als
gevolg van bijwerkingen 0,3% in de vildagliptine behandelingsgroep en er waren geen stopzettingen
in de placebogroep.
De incidentie van hypoglykemie was vergelijkbaar in beide behandelingsgroepen (14,0% in de
vildagliptine-groep versus 16,4% in de placebogroep). Twee patiënten meldden ernstige
hypoglykemische bijwerkingen in de vildagliptine-groep en 6 patiënten in de placebogroep.
Aan het einde van de studie was het effect op het gemiddelde lichaamsgewicht neutraal (+0,6 kg
verandering van de uitgangswaarde in de vildagliptine-groep en geen gewichtsverandering in de
placebogroep).
11
Postmarketing ervaring
Tabel 7
Postmarketingbijwerkingen
Maagdarmstelselaandoeningen
Niet bekend
Pancreatitis
Lever- en galaandoeningen
Niet bekend
Hepatitis (reversibel na stoppen met het geneesmiddel)
Abnormale leverfunctietesten (reversibel na stoppen met het
geneesmiddel)
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Niet bekend
Myalgie
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend
Urticaria
Exfoliatieve en bulleuze huidlaesies, waaronder bulleus pemfigoïd
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
De informatie over overdosering met vildagliptine is beperkt.
Symptomen
De informatie over de mogelijke symptomen van overdosering is afkomstig van een
tolerantieonderzoek met toenemende dosering bij gezonde proefpersonen die gedurende 10 dagen
Galvus kregen toegediend. Bij een dosering van 400 mg waren er drie gevallen van spierpijn en
afzonderlijke gevallen van lichte paresthesie van voorbijgaande aard, koorts, oedeem en een tijdelijke
verhoging van de lipasespiegels. Bij doseringen van 600 mg meldde één proefpersoon oedeem aan
voeten en handen en verhogingen van de concentraties van creatinefosfokinase (CPK),
aspartaataminotransferase (AST), C-reactieve eiwit (CRP) en myoglobine. Drie andere proefpersonen
meldden oedeem ter hoogte van de voeten met in twee gevallen paresthesie. Alle symptomen en
laboratoriumafwijkingen verdwenen zonder behandeling na het stopzetten van de
onderzoeksmedicatie.
Therapie
In het geval van een overdosering, wordt ondersteunende therapie aanbevolen. Vildagliptine is niet
dialyseerbaar. De belangrijkste hydrolysemetaboliet (LAY 151) kan echter wel door hemodialyse
worden verwijderd.
12
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen gebruikt bij diabetes, dipeptidylpeptidase 4 (DPP-
4)-remmers, ATC-code: A10BH02
Vildagliptine, behorend tot de groep van eilandjesstimulatoren, is een krachtige en selectieve DPP-4-
remmer.
Werkingsmechanisme
De toediening van vildagliptine heeft een snelle en volledige remming van de activiteit van het DPP-4
enzym tot gevolg, resulterend in verhoogde nuchtere en postprandiale endogene spiegels van de
incretinehormonen GLP-1 (glucagon-like peptide 1) en GIP (glucose-dependent insulinotropic
polypeptide).
Farmacodynamische effecten
Door de endogene spiegels van deze incretinehormonen te verhogen, stimuleert vildagliptine de
gevoeligheid van de bètacellen voor glucose. Hierdoor wordt een verbeterde afgifte van glucose-
afhankelijke insuline verkregen. Behandeling met vildagliptine 50-100 mg per dag bij patiënten met
diabetes mellitus type 2 verbeterde de merkers van de bèta-celfunctie, waaronder HOMA-
(Homeostasis Model Assessment-), de pro-insuline tot insuline verhouding, en metingen van de bèta-
celgevoeligheid uit de maaltijd tolerantietest. Bij niet-diabetische (normale glykemische) personen
stimuleert vildagliptine de afgifte van insuline niet en vermindert de glucosespiegels niet.
Door de endogene GLP-1-spiegels te verhogen, stimuleert vildagliptine ook de gevoeligheid van de
alfacellen voor glucose, hetgeen resulteert in een glucagonafscheiding die beter past bij de
glucosespiegel.
De sterkere verhoging in de insuline/glucagon verhouding tijdens hyperglykemie als gevolg van
verhoogde incretinehormoonspiegels leidt tot een verlaagde nuchtere en postprandiale
glucoseproductie door de lever, hetgeen tot verlaagde glykemie leidt.
Het bekende effect van de verhoging van de GLP-1-spiegels, vertraging van de maaglediging, is bij de
behandeling met vildagliptine niet waargenomen.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Meer dan 15.000 patiënten met diabetes mellitus type 2 namen deel in dubbelblinde, placebo- of actief
gecontroleerde klinische onderzoeken met een behandelingsduur van meer dan 2 jaar. In deze
onderzoeken werden meer dan 9000 patiënten behandeld met een dagelijkse dosering vildagliptine
50 mg eenmaal daags, 50 mg tweemaal daags of 100 mg eenmaal daags. Meer dan 5000 mannelijke en
meer dan 4000 vrouwelijke patiënten werden behandeld met vildagliptine 50 mg eenmaal daags of
100 mg per dag. Het aantal patiënten die met vildagliptine 50 mg eenmaal daags of 100 mg per dag
werden behandeld en die 65 jaar of ouder waren, bedroeg meer dan 1900. In deze onderzoeken werd
vildagliptine toegediend als monotherapie bij geneesmiddel-naïeve patiënten met diabetes mellitus
type 2 of in combinatie bij patiënten die met andere antidiabetische geneesmiddelen onvoldoende
onder controle kunnen worden gebracht.
Vildagliptine verbeterde in het algemeen de controle van de glucosespiegel als het gebruikt werd als
monotherapie of in combinatie met metformine, een sulfonylureumderivaat, een thiazolidinedion of
met insuline. Dit was af te leiden uit de klinisch significante verlagingen in HbA
1c
vanaf de
uitgangswaarde tot het eindpunt van het onderzoek (zie Tabel 8).
13
In klinische onderzoeken was de mate van HbA
1c
reducties met vildagliptine groter bij patiënten met
hogere HbA
1c
uitgangswaarden.
In een dubbelblind gecontroleerd onderzoek gedurende 52 weken verminderde vildagliptine (50 mg
tweemaal daags) de uitgangswaarde-HbA
1c
met 1% in vergelijking met 1,6% voor metformine
(getitreerd tot 2 g/dag), statistische non-inferioriteit werd niet bereikt. Bij patiënten die werden
behandeld met vildagliptine werden significant minder bijwerkingen van het maagdarmstelsel gemeld
in vergelijking tot de met metformine behandelde patiënten.
Uit een dubbelblind gecontroleerd onderzoek gedurende 24 weken werd vildagliptine (50 mg
tweemaal daags) vergeleken met rosiglitazon (8 mg eenmaal daags). De gemiddelde verlagingen
waren -1,20% voor vildagliptine en -1,48% voor rosiglitazon bij patiënten met een gemiddelde
uitgangswaarde-HbA
1c
van 8,7%. Bij patiënten die behandeld werden met rosiglitazon, werd een
gemiddelde gewichtstoename (+1,6 kg) waargenomen terwijl zij die vildagliptine kregen, geen
gewichtstoename (-0,3 kg) vertoonden. De incidentie van perifeer oedeem was lager in de
vildagliptine-groep dan in de rosiglitazon groep (2,1% vs. 4,1% respectievelijk).
In een klinische studie gedurende 2 jaar werd vildagliptine (50 mg tweemaal daags) vergeleken met
gliclazide (tot 320 mg/dag). Na 2 jaar was de gemiddelde vermindering in HbA
1c
-0,5% voor
vildagliptine en -0,6% voor gliclazide bij een gemiddelde uitgangswaarde-HbA
1c
van 8,6%.
Statistische non-inferioriteit werd niet bereikt. Vildagliptine werd in verband gebracht met minder
hypoglykemische reacties (0,7%) dan gliclazide (1,7%).
In een 24 weken durende studie werd vildagliptine (50 mg tweemaal daags) vergeleken met
pioglitazon (30 mg eenmaal daags) bij patiënten die inadequaat waren ingesteld met metformine
(gemiddelde dagelijkse dosis: 2020 mg). De gemiddelde verlagingen van de uitgangswaarde-HbA
1c
van 8,4% waren -0,9% voor vildagliptine toegevoegd aan metformine en -1,0% voor pioglitazon
toegevoegd aan metformine. Een gemiddelde gewichtstoename van +1,9 kg werd gezien bij patiënten
die behandeld werden met pioglitazon toegevoegd aan metformine vergeleken met +0,3 kg bij
degenen die behandeld werden met vildagliptine toegevoegd aan metformine.
In een 2 jaar durende klinische studie werd vildagliptine (50 mg tweemaal daags) vergeleken met
glimepiride (tot 6 mg/dag – gemiddelde dosis bij 2 jaar: 4,6 mg) bij patiënten behandeld met
metformine (gemiddelde dagelijkse dosis: 1894 mg). Na 1 jaar waren de afnames in HbA
1c
voor
vildagliptine toegevoegd aan metformine -0,4% en voor glimepiride toegevoegd aan
metformine -0,5%, bij een gemiddelde uitgangswaarde-HbA
1c
van 7,3%. De verandering in
lichaamsgewicht was voor vildagliptine -0,2 kg vs. +1,6 kg voor glimepiride. De incidentie van
hypoglykemie was significant lager in de vildagliptine groep (1,7%) dan in de glimepiride groep
(16,2%). Bij het eindpunt van de studie (2 jaar) was de HbA
1c
gelijk aan de uitgangswaarden in beide
behandelingsgroepen en de verschillen in de verandering in lichaamsgewicht en hypoglykemie waren
behouden.
In een 52 weken durende studie werd vildagliptine (50 mg tweemaal daags) vergeleken met gliclazide
(gemiddelde dagelijkse dosis: 229,5 mg) bij patiënten die inadequaat waren ingesteld op metformine
(metforminedosering bij uitgangswaarde 1928 mg/dag). Na 1 jaar waren de gemiddelde afnames in
HbA
1c
voor vildagliptine toegevoegd aan metformine -0,81% (bij een gemiddelde uitgangswaarde-
HbA
1c
van 8,4%) en voor gliclazide toegevoegd aan metformine -0,85% (bij een gemiddelde
uitgangswaarde-HbA
1c
van 8,5%), statistische non-inferioriteit werd bereikt (95% BI -0,11 – 0,20). De
verandering in lichaamsgewicht was voor vildagliptine +0,1 kg vergeleken met +1,4 kg voor
gliclazide.
14
In een 24 weken durende studie werd de effectiviteit van een vaste doseringscombinatie van
vildagliptine en metformine (geleidelijk getitreerd tot een dosering van 50 mg/500 mg tweemaal daags
of 50 mg/1000 mg tweemaal daags) als initiële therapie bij geneesmiddel-naïeve patiënten
geëvalueerd. Vildagliptine/metformine 50 mg/1000 mg tweemaal daags verlaagde HbA
1c
met -1,82%,
vildagliptine/metformine 50 mg/500 mg tweemaal daags met -1,61%, metformine 1000 mg tweemaal
daags met -1,36% en vildagliptine 50 mg tweemaal daags met -1,09% bij een gemiddelde
uitgangswaarde-HbA
1c
van 8,6%. De daling in HbA
1c
gemeten bij patiënten met een uitgangswaarde
van ≥10,0% was groter.
Een 24 weken durende, multicentrische, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde
studie was uitgevoerd om het behandeleffect te evalueren van vildagliptine 50 mg eenmaal daags
vergeleken met placebo, bij 515 patiënten met diabetes mellitus type 2 en een matige
nierfunctiestoornis (N=294) of een ernstige nierfunctiestoornis (N=221). 68,8% en 80,5% van de
patiënten met een matige respectievelijk ernstige nierfunctiestoornis werd behandeld met insuline
(gemiddelde dagdosis van respectievelijke 56 eenheden en 51,6 eenheden) op baseline. Bij patiënten
met een matige nierfunctiestoornis werd HbA
1c
significant verlaagd door vildagliptine, vergeleken met
placebo (verschil van -0,53%) bij een gemiddelde uitgangswaarde van 7,9%. Bij patiënten met een
ernstige nierfunctiestoornis werd HbA
1c
significant verlaagd door vildagliptine, vergeleken met
placebo (verschil van -0,56%) bij een gemiddelde uitgangswaarde van 7,7%.
Een 24 weken durende gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde studie werd
uitgevoerd bij 318 patiënten ter beoordeling van de werkzaamheid en de veiligheid van vildagliptine
(50 mg tweemaal daags) in combinatie met metformine (≥1500 mg per dag) en glimepiride (≥4 mg per
dag). Vildagliptine in combinatie met metformine en glimepiride verlaagde de HbA
1c
significant in
vergelijking met placebo. De placebo-gecorrigeerde gemiddelde afname was -0,76% bij een
gemiddelde HbA
1c
-uitgangswaarde van 8,8%.
Een 24 weken durende gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde studie werd
uitgevoerd bij 449 patiënten ter beoordeling van de werkzaamheid en de veiligheid van vildagliptine
(50 mg tweemaal daags) in combinatie met een stabiele dosis van basale of voorgemengde insuline
(gemiddelde dagelijkse dosis 41 eenheden), bij gelijktijdig gebruik van metformine (N=276) of zonder
gelijktijdige metformine (N=173). Vildagliptine in combinatie met insuline verlaagde de HbA
1c
significant in vergelijking met placebo. In de totale populatie was de placebogecorrigeerde gemiddelde
afname -0,72% bij een gemiddelde HbA
1c
-uitgangswaarde van 8,8%. In de subgroepen behandeld met
insuline met of zonder gelijktijdige metformine was de placebogecorrigeerde gemiddelde afname in
HbA
1c
respectievelijk -0,63% en -0,84%. De incidentie van hypoglykemie in de gehele populatie was
8,4% en 7,2% respectievelijk in de vildagliptine-groep en de placebogroep. Patiënten die vildagliptine
kregen ervoeren geen gewichtstoename (+0,2 kg), terwijl diegenen die placebo kregen een
gewichtsafname ervoeren (-0,7 kg).
In een andere 24 weken durende studie bij patiënten met meer gevorderd diabetes mellitus type 2 die
niet goed waren gereguleerd met insuline (kort- en langer werkend, gemiddelde dosis insuline
80 IE/dag), was de gemiddelde afname van HbA
1c
wanneer vildagliptine (50 mg tweemaal daags)
werd toegevoegd aan insuline statistisch significant groter dan bij placebo plus insuline (0,5% vs.
0,2%). De incidentie van hypoglykemie was lager in de vildagliptine-groep dan in de placebogroep
(22,9% vs 29,6%).
15
Een 52 weken durende multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde studie werd uitgevoerd bij
patiënten met diabetes mellitus type 2 en congestief hartfalen (NYHA functionele klasse I-III) om het
effect van vildagliptine 50 mg tweemaal daags te evalueren (N=128) vergeleken met placebo (N=126)
op de linkerventrikelejectiefractie (LVEF). Vildagliptine werd niet geassocieerd met een verandering
in de linkerventrikelfunctie of verergering van al bestaand CHF. Beoordeelde cardiovasculaire
gebeurtenissen waren over het algemeen in evenwicht. Er waren meer cardiale gebeurtenissen bij met
vildagliptine behandelde patiënten met NYHA klasse III hartfalen in vergelijking met placebo. Er
waren echter onevenwichtigheden in de uitgangswaarde van cardiovasculair risico ten gunste van
placebo en het aantal gebeurtenissen was laag, wat harde conclusies uitsluit. Vildagliptine zorgde voor
een significante daling in HbA
1c
in vergelijking met placebo (verschil van 0,6%) bij een gemiddelde
uitgangswaarde van 7,8% in week 16. In de subgroep met NYHA klasse III was de daling in HbA
1c
in
vergelijking met placebo lager (verschil 0,3%), maar deze conclusie wordt beperkt door het kleine
aantal patiënten (n=44). De incidentie van hypoglykemie in de gehele populatie was 4,7% en 5,6% in
respectievelijk de vildagliptine- en placebogroepen.
Er is een vijfjarig, multicenter, gerandomiseerd, dubbelblind onderzoek (VERIFY) uitgevoerd bij
patiënten met diabetes mellitus type 2 om het effect van een vroege combinatietherapie met
vildagliptine en metformine (N=998) te evalueren ten opzichte van metformine als monotherapie
gevolgd door de combinatie met vildagliptine (groep met opeenvolgende behandelingen) (N=1003) bij
nieuw gediagnosticeerde patiënten met diabetes mellitus type 2. Het combinatieregime van
vildagliptine 50 mg tweemaal daags plus metformine resulteerde in een statistisch en klinisch
significante relatieve vermindering van het risico voor “tijd tot bevestigd falen van de eerste
behandeling” (HbA
1c
-waarde ≥ 7%) versus metformine monotherapie bij niet eerder behandelde
patiënten diabetes mellitus type 2 gedurende de onderzoeksduur van 5 jaar (HR [95% BI]: 0,51 [0,45,
0,58]; p <0,001). De incidentie van falen van de eerste behandeling (HbA
1c
-waarde ≥ 7%) was
429 (43,6%) patiënten in de combinatiebehandelingsgroep en 614 (62,1%) patiënten in de groep met
opeenvolgende behandelingen.
Cardiovasculair risico
Uit een meta-analyse van onafhankelijk en prospectief beoordeelde cardiovasculaire gebeurtenissen uit
37 fase III en IV monotherapie en combinatietherapie klinische studies die langer dan 2 jaar duurden
(gemiddelde blootstelling 50 weken voor vildagliptine en 49 weken voor comperators), bleek dat
behandeling met vildagliptine niet werd geassocieerd met een verhoogd cardiovasculair risico in
vergelijking met comparators. Het samengestelde eindpunt van
major adverse cardiovascular events
(MACE), waaronder acuut myocardinfarct, beroerte of cardiovasculair overlijden, was vergelijkbaar
voor vildagliptine versus gecombineerde actieve en placebo-comparators [Mantel-Haenszel risico ratio
(M-H RR) 0,82 (95% BI 0,61-1,11)]. Een MACE deed zich voor bij 83 van de 9.599 (0,86%) met
vildagliptine behandelde patiënten en bij 85 van de 7.102 (1,20%) met comparator behandelde
patiënten. Beoordeling van iedere individuele MACE component liet geen toegenomen risico zien
(identiek M-H RR). Bevestigde hartfalen (HF) gebeurtenissen, gedefinieerd als HF waarvoor
ziekenhuisopname is vereist of nieuw begin van HF, werden gemeld bij 41 (0,43%) van de met
vildagliptine behandelde patiënten en 32 (0,45%) van de met comparator behandelde patiënten met M-
H RR 1,08 (95% BI 0,68-1,70).
16
Tabel 8
Belangrijkste werkzaamheidsresultaten van vildagliptine in placebogecontroleerde
monotherapieonderzoeken en in add-on combinatietherapie onderzoeken (primaire
werkzaamheid ITT populatie)
Gemiddelde
uitgangswaarde
HbA
1c
Gemiddelde
verandering
vanaf de
uitgangswaarde
van HbA
1c
(%)
in week 24
-0,8
-0,7
Voor placebo
gecorrigeerde
gemiddelde
verandering van
HbA
1c
(%) in
week 24 (95%CI)
-0,5* (-0,8, -0,1)
-0,7* (-1,1, -0,4)
Placebo-gecontroleerde
monotherapieonderzoeken
Onderzoek 2301: Vildagliptine
50 mg tweemaal daags (N=90)
Onderzoek 2384: Vildagliptine
50 mg tweemaal daags (N=79)
8,6
8,4
* p< 0,05 voor vergelijking versus
placebo
Add-on-
/
combinatieonderzoeken
Vildagliptine 50 mg tweemaal
daags + metformine (N=143)
Vildagliptine 50 mg per dag +
glimepiride (N=132)
Vildagliptine 50 mg tweemaal
daags + pioglitazon (N=136)
Vildagliptine 50 mg tweemaal
daags + metformine + glimepiride
(N=152)
8,4
8,5
8,7
8,8
-0,9
-0,6
-1,0
-1,0
-1,1* (-1,4, -0,8)
-0,6* (-0,9, -0,4)
-0,7* (-0,9, -0,4)
-0,8* (-1,0, -0,5)
* p< 0,05 voor vergelijking versus
placebo + comparator
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting om de resultaten in
te dienen van onderzoek met vildagliptine in alle subgroepen van pediatrische patiënten met diabetes
mellitus type 2 (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na orale toediening in nuchtere toestand werd vildagliptine snel geabsorbeerd waarbij de
piekplasmaconcentraties na 1,7 uur optraden. Voedsel vertraagt de tijd tot de piekplasmaconcentratie
enigszins tot 2,5 uur maar verandert niet de totale blootstelling (AUC). Toediening van vildagliptine
met voedsel resulteerde in een verlaagde C
max
(19%). De grootte van deze verandering was echter niet
klinisch significant en Galvus kan dus zowel met als zonder voedsel worden ingenomen. De absolute
biologische beschikbaarheid is 85%.
Distributie
De plasmaeiwitbinding van vildagliptine is laag (9,3%) en vildagliptine wordt gelijkelijk verdeeld
over het plasma en de rode bloedcellen. Het gemiddelde verdelingsvolume van vildagliptine in “steady
state” na intraveneuze toediening (V
ss
) is 71 liter, wat op een extravasculaire verdeling wijst.
17
Biotransformatie
Metabolisme is de voornaamste uitscheidingsweg voor vildagliptine bij de mens (69% van de
dosering). De voornaamste metaboliet (LAY 151) is farmacologisch inactief en is het
hydrolyseproduct van de cyaangroep (57% van de dosering), gevolgd door het glucuronide (BQS867)
en de amidehydrolyseproducten (4% van de dosering).
In vitro
gegevens van humane niermicrosomen
suggereren dat de nier één van de belangrijkste organen kan zijn die bijdragen tot de hydrolyse van
vildagliptine in de belangrijkste inactieve metaboliet, LAY151. DPP-4 draagt gedeeltelijk bij aan de
hydrolyse van vildagliptine op basis van een
in vivo
onderzoek bij DPP-4 deficiënte ratten.
Vildagliptine wordt niet door CYP 450-enzymen kwantificeerbaar omgezet. Als gevolg verwacht men
niet dat de metabolische klaring van vildagliptine beïnvloed wordt door gelijktijdig toegediende
geneesmiddelen die het CYP 450-enzym remmen en/of induceren. Uit gegevens van
in vitro
onderzoeken bleek dat vildagliptine geen remmer/induceerder is van de CYP 450-enzymen. Daarom is
het niet waarschijnlijk dat vildagliptine de metabolische klaring beïnvloedt van de gelijktijdig
toegediende geneesmiddelen die door CYP1A2, CYP2C8, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6, CYP2E1 of
CYP3A4/5 worden gemetaboliseerd.
Eliminatie
Na orale toediening van [
14
C]-gemerkt vildagliptine wordt ongeveer 85% van de dosering in de urine
uitgescheiden en 15% van de dosering in de feces aangetroffen. Renale uitscheiding van het
onveranderd vildagliptine vormt 23% van de dosering na orale toediening. Na intraveneuze toediening
aan gezonde proefpersonen is de totale plasma- en renale klaring van vildagliptine 41 respectievelijk
13 l/uur. De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd na intraveneuze toediening is ongeveer 2 uur. De
eliminatiehalfwaardetijd na orale toediening is ongeveer 3 uur.
Lineariteit / non-lineariteit
De C
max
voor vildagliptine en het gebied onder de plasmaconcentratie- versus tijdcurve (AUC) namen
op een ongeveer doseringproportionele wijze toe over het therapeutische doseringbereik.
Kenmerken bij specifieke groepen patiënten
Geslacht
Er zijn geen klinisch significante verschillen waargenomen in de farmacokinetiek van vildagliptine
tussen gezonde mannelijke en vrouwelijke proefpersonen over een brede leeftijdsschaal en
lichaamsmassa-index (BMI). De DPP-4 remming door vildagliptine wordt niet door geslacht
beïnvloed.
Ouderen
Bij gezonde oudere proefpersonen (≥ 70 jaar) is een verhoging waargenomen van de totale
blootstelling aan vildagliptine (100 mg eenmaal daags) met 32%, met een toename van 18% in de
piekplasmaconcentratie in vergelijking met gezonde jongere proefpersonen (18-40 jaar). Deze
veranderingen worden echter niet klinisch relevant geacht. De DPP-4 remming door vildagliptine
wordt niet door leeftijd beïnvloed.
Leverfunctiestoornissen
Het effect van een verminderde leverfunctie op de farmacokinetiek van vildagliptine is onderzocht bij
patiënten met lichte, matige en ernstige leverfunctiestoornissen, gebaseerd op de Child-Pugh scores
(gerangschikt als 6 voor een lichte, tot 12 voor een ernstige functiestoornis) in vergelijking met
gezonde proefpersonen. De blootstelling aan vildagliptine na een enkele dosering bij patiënten met
lichte en matige leverfunctiestoornissen nam af (20% respectievelijk 8%) terwijl de blootstelling aan
vildagliptine bij patiënten met ernstige leverfunctiestoornissen met 22% toenam. De maximale
verandering (toename of afname) in de blootstelling aan vildagliptine is ~30% en wordt klinisch niet
relevant geacht. Er was geen correlatie tussen de ernst van de leverziekte en de veranderingen in de
blootstelling aan vildagliptine.
18
Nierfunctiestoornissen
Een open-label onderzoek met meervoudige doses werd uitgevoerd om de farmacokinetiek te
evalueren van de lagere therapeutische vildagliptinedosis (50 mg eenmaal daags) bij patiënten met een
chronische nierfunctiestoornis in verschillende gradaties, gedefinieerd door de creatinineklaring (mild:
50 tot < 80 ml/min, matig: 30 tot < 50 ml/min en ernstig: < 30 ml/min) in vergelijking met normale
gezonde controlepersonen.
De AUC van vildagliptine nam gemiddeld toe met een factor 1,4, 1,7 en 2 bij patiënten met
respectievelijk een milde, matige en ernstige nierfunctiestoornis, in vergelijking met normale gezonde
controlepersonen. De AUC van de metabolieten LAY151 en BQS867 nam gemiddeld toe met
ongeveer een factor 1,5, 3 en 7 bij patiënten met respectievelijk een milde, matige en ernstige
nierfunctiestoornis. De beperkte gegevens van patiënten met end-stage renal disease (ESRD) wijzen
uit dat de vildagliptineblootstelling vergelijkbaar is met die van patiënten met een ernstige
nierfunctiestoornis. LAY151-concentraties waren ongeveer 2 tot 3 keer hoger dan bij patiënten met
een ernstige nierfunctiestoornis.
Vildagliptine werd door hemodialyse in beperkte mate geëlimineerd (3% in een 3-4 uur durende
hemodialysesessie, die 4 uur na de dosis werd gestart).
Ras
Beperkte gegevens suggereren dat etniciteit niet van grote invloed is op de farmacokinetiek van
vildagliptine.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Vertragingen van de intracardiale pulsgeleiding zijn waargenomen bij honden met een geen-
effectdosering van 15 mg/kg (7-voudige menselijke blootstelling gebaseerd op C
max
).
Accumulatie van alveolaire schuimmacrofagen in de longen is waargenomen bij ratten en muizen. De
geen-effectdosering bij ratten was 25 mg/kg (vijfvoudige menselijke blootstelling gebaseerd op AUC)
en bij muizen 750 mg/kg (142-voudige menselijke blootstelling).
Gastrointestinale symptomen, in het bijzonder zachte of slijmerige feces, diarree en, bij hogere
doseringen, bloed in de feces, zijn waargenomen bij honden. Een geen-effectniveau is niet vastgesteld.
Vildagliptine bleek niet mutageen in conventionele
in vitro
en
in vivo
testen voor genotoxiciteit.
In een onderzoek naar fertiliteit en vroege embryonale ontwikkeling bij ratten werd geen bewijs
gevonden voor stoornissen m.b.t. de vruchtbaarheid, reproductief vermogen of vroege embryonale
ontwikkeling als gevolg van vildagliptine. Embryo-foetale toxiciteit is onderzocht bij ratten en
konijnen. Een verhoogde incidentie van golvende ribben is waargenomen bij ratten in samenhang met
een verminderd lichaamsgewicht bij het moederdier bij een geen-effect dosering van 75 mg/kg
(tienvoudige menselijke blootstelling). Bij konijnen werden een verminderd foetaal gewicht en
skeletafwijkingen, kenmerkend voor vertragingen in de ontwikkeling, alleen waargenomen bij ernstige
maternale toxiciteit bij een geen-effectdosering van 50 mg/kg (9-voudige menselijke blootstelling). Er
is onderzoek verricht naar de pre- en postnatale ontwikkeling bij ratten. Er zijn alleen gegevens
gevonden in samenhang met maternale toxiciteit bij ≥ 150 mg/kg waaronder een tijdelijke
vermindering in lichaamsgewicht en verlaagde motorische activiteit in de F1 generatie.
19
Er is een tweejarig onderzoek naar carcinogeniteit uitgevoerd bij ratten met orale doseringen tot
900 mg/kg (ca. 200 keer de menselijke blootstelling bij de maximaal aanbevolen dosering). Er werd
geen toename in tumoren waargenomen die aan vildagliptine kon worden toegeschreven. Een ander
tweejarig onderzoek naar carcinogeniteit is uitgevoerd bij muizen met orale doseringen tot
1.000 mg/kg. Er is een verhoging in de incidentie van mammaire adenocarcinomen en
hemangiosarcomen waargenomen bij een geen-effectdosering van 500 mg/kg (59-voudige menselijke
blootstelling) respectievelijk 100 mg/kg (16-voudige menselijke blootstelling). De verhoging in de
incidentie van deze tumoren bij muizen veronderstelt geen significant risico voor de mens. Dit is
vanwege de niet-genotoxiciteit van vildagliptine en zijn belangrijkste metaboliet, het voorkomen van
tumoren bij alleen één diersoort en de hoge systemische blootstellingsverhoudingen waarbij de
tumoren zijn waargenomen.
In een toxicologisch onderzoek gedurende 13 weken bij cynomolgus apen werden huidletsels
gerapporteerd bij doseringen ≥ 5 mg/kg/dag. Deze werden consequent aangetroffen ter hoogte van de
extremiteiten (handen, voeten, oren en staart). Bij 5 mg/kg/dag (ongeveer het equivalent aan
menselijke AUC blootstelling bij de 100 mg dosering) werden alleen blaren waargenomen. Deze
waren omkeerbaar ondanks het voorzetten van de behandeling en werden niet in verband gebracht met
histopathologische afwijkingen. Schilferende huid, korstjes en zweren op de staart met gecorreleerde
histopathologische verandering werden waargenomen bij doseringen ≥ 20 mg/kg/dag (ongeveer 3 keer
de menselijke AUC blootstelling bij de 100 mg dosering). Necrotische wonden aan de staart werden
waargenomen bij ≥ 80 mg/kg/dag. Het huidletsel was niet omkeerbaar bij apen die met 160 mg/kg/dag
werden behandeld gedurende een 4-weekse herstelperiode.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Watervrije lactose
Microkristallijne cellulose
Natrium zetmeelglycolaat (type A)
Magnesiumstearaat
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Aluminium/Aluminium (PA/Al/PVC//Al) blisterverpakking.
Verkrijgbaar in verpakkingen met 7, 14, 28, 30, 56, 60, 90, 112, 180 of 336 tabletten en in
multiverpakkingen die 336 (3 verpakkingen van 112) tabletten bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
20
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/414/001-010
EU/1/07/414/018
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING//VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 26 september 2007
Datum van laatste verlenging: 23 juli 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
21
BIJLAGE II
A.
B.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
C.
D.
22
A.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Lek d.d.
Verovskova ulica 57
Ljubljana 1526
Slovenië
Novartis Farmacéutica S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
23
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
24
A. ETIKETTERING
25
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
VOUWDOOS VAN EENHEIDSVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Galvus 50 mg tabletten
vildagliptine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elk tablet bevat 50 mg vildagliptine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose (zie bijsluiter voor verdere informatie).
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 tabletten
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
60 tabletten
90 tabletten
112 tabletten
180 tabletten
336 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
26
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
7 tabletten
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
60 tabletten
90 tabletten
112 tabletten
180 tabletten
336 tabletten
EU/1/07/414/001
EU/1/07/414/002
EU/1/07/414/003
EU/1/07/414/004
EU/1/07/414/005
EU/1/07/414/006
EU/1/07/414/007
EU/1/07/414/008
EU/1/07/414/009
EU/1/07/414/010
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Galvus 50 mg
27
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
28
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS VAN MULTIVERPAKKING (MET BLAUW KADER)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Galvus 50 mg tabletten
vildagliptine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elk tablet bevat 50 mg vildagliptine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose (zie bijsluiter voor verdere informatie).
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multiverpakking: 336 (3 verpakkingen van 112) tabletten.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
29
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
336 tabletten (3 verpakkingen van 112)
EU/1/07/414/018
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Galvus 50 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
30
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
INTERMEDIAIRE DOOS VAN MULTIVERPAKKING (ZONDER BLAUW KADER)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Galvus 50 mg tabletten
vildagliptine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elk tablet bevat 50 mg vildagliptine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose (zie bijsluiter voor verdere informatie).
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
112 tabletten, onderdeel van een multiverpakking. Mogen niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
31
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
336 tabletten (3 verpakkingen van 112)
EU/1/07/414/018
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Galvus 50 mg
32
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Galvus 50 mg tabletten
vildagliptine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
33
B. BIJSLUITER
34
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Galvus 50 mg tabletten
vildagliptine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is Galvus en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Galvus en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
De werkzame stof van Galvus, vildagliptine, behoort tot de geneesmiddelengroep die “orale
antidiabetica” wordt genoemd.
Galvus wordt gebruikt voor de behandeling van volwassen patiënten met type-2-diabetes. Het wordt
gebruikt wanneer de diabetes niet door een dieet of lichaamsbeweging alleen kan worden
gecontroleerd. Het helpt om de bloedglucosespiegel te controleren. Uw arts schrijft u Galvus voor om
alleen te gebruiken of in combinatie met bepaalde andere antidiabetesgeneesmiddelen die u al
gebruikt, als deze de diabetes onvoldoende onder controle weten te houden.
Type-2-diabetes ontwikkelt zich wanneer het lichaam niet voldoende insuline aanmaakt of wanneer de
door het lichaam aangemaakte insuline niet zo goed werkt als deze zou moeten. Het kan ook ontstaan
wanneer het lichaam te veel glucagon produceert.
Insuline is een stof die helpt de bloedglucosespiegel te verlagen, met name na het eten. Glucagon is
een stof die de suikerproductie door de lever op gang brengt waardoor de bloedglucosespiegel stijgt.
De alvleesklier maakt beide stoffen aan.
Hoe werkt Galvus?
Galvus werkt door de alvleesklier meer insuline en minder glucagon te laten produceren en helpt
hierdoor de bloedglucosespiegel onder controle te houden. Dit geneesmiddel verlaagt de
bloedglucosespiegel, wat kan helpen om complicaties van uw diabetes te voorkomen. Ook als u nu
begint met het gebruik van een geneesmiddel voor uw diabetes, is het belangrijk om het dieet of de
oefeningen te blijven volgen die uw arts u aanbevolen heeft.
35
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet innemen?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Als u denkt dat u allergisch bent voor vildagliptine of een van de andere stoffen van
Galvus, neem dit geneesmiddel dan niet in en raadpleeg uw arts.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel inneemt
als u type-1-diabetes heeft (d.w.z. uw lichaam produceert geen insuline) of als u een aandoening
heeft genaamd diabetische ketoacidose.
als u een anti-diabetisch geneesmiddel bekend als sulfonylureumderivaat inneemt (uw arts kan
mogelijk de dosering van het sulfonylureumderivaat verlagen indien u dit samen met Galvus
inneemt, zodat een lage bloedglucose kan worden voorkomen [hypoglykemie]).
als u lijdt aan een matige of ernstige nierziekte (u moet dan een lagere dosis van Galvus nemen).
als u nierdialyse ondergaat.
als u lijdt aan een leverziekte.
als u lijdt aan hartfalen.
als u een aandoening van de pancreas heeft of heeft gehad.
Als u voorheen vildagliptine heeft ingenomen maar de behandeling moest stoppen vanwege
leverziekte, mag u dit geneesmiddel niet innemen.
Diabetische huidafwijkingen zijn een bekende complicatie van diabetes. U wordt aangeraden om de
aanbevelingen voor huid- en voetverzorging op te volgen die door uw arts of verpleegkundige gegeven
zijn. U wordt ook aangeraden extra aandacht te besteden aan het nieuw voorkomen van blaren of
zweren tijdens gebruik van Galvus. Indien dit gebeurt, raadpleeg dan direct uw arts.
Er zal een onderzoek uitgevoerd worden om uw leverfunctie te bepalen voor de start van de Galvus-
behandeling, vervolgens met een interval van drie maanden gedurende het eerste jaar, en periodiek
daarna. Op die manier kunnen signalen die kunnen wijzen op toegenomen leverenzymen zo vroeg
mogelijk worden opgespoord.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Galvus wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Neemt u nog andere geneesmiddelen in?
Neemt u naast Galvus nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Het kan zijn dat uw arts de dosis van Galvus wenst te wijzigen indien u andere geneesmiddelen neemt
zoals:
-
thiazides of andere diuretica (ook wel plaspillen genoemd)
-
corticosteroïden (in het algemeen gebruikt om ontsteking te behandelen)
-
schildklier-medicatie
-
bepaalde geneesmiddelen met werking op het zenuwstelsel.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel inneemt.
U mag Galvus niet gebruiken tijdens uw zwangerschap. Het is niet bekend of Galvus overgaat in de
moedermelk. U mag Galvus niet gebruiken indien u borstvoeding geeft of van plan bent borstvoeding
te geven.
36
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Als u zich duizelig voelt na de inname van Galvus, ga dan niet autorijden en/of bedien geen machines.
Galvus bevat lactose
Galvus bevat het bestanddeel lactose (melksuiker). Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde
suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
Galvus bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
'natriumvrij' is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoeveel moet u innemen en wanneer?
Het aantal Galvus tabletten dat u moet innemen hangt af van uw gesteldheid. Uw arts zal u vertellen
hoeveel Galvus tabletten u precies moet innemen. De maximale dagelijkse dosering is 100 mg.
De gebruikelijke dosering is:
50 mg per dag als één dosering 's morgens indien u Galvus gebruikt in combinatie met een
ander geneesmiddel, genaamd een sulfonylureumderivaat.
100 mg per dag als 50 mg 's morgens en 50 mg ’s avonds indien u Galvus alleen gebruikt, in
combinatie met een ander geneesmiddel, genaamd metformine of een glitazon, met een
combinatie van metformine en een sulfonylureumderivaat of met insuline.
50 mg per dag in de ochtend als u een matige of ernstige nierziekte heeft of als u wordt
gedialyseerd.
Hoe moet u dit middel innemen?
Slik de tabletten met wat water door.
Hoelang moet u dit middel innemen?
U moet Galvus elke dag innemen zolang als uw arts u heeft voorgeschreven. Het kan zijn dat u
deze behandeling langere tijd moet volgen.
Uw arts zal regelmatig uw toestand controleren om te zien of de behandeling het gewenste
effect heeft.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u te veel Galvus tabletten heeft ingenomen of iemand anders heeft het geneesmiddel ingenomen,
neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Mogelijk heeft u medische zorg nodig. Als u een
arts moet raadplegen of naar het ziekenhuis gaat, neem dan de verpakking van het geneesmiddel mee.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u bent vergeten een dosering in te nemen, neem deze dan in zodra u hieraan denkt. Neem de
volgende dosering op het gebruikelijke tijdstip in. Als het bijna tijd is voor uw volgende dosering, sla
dan de gemiste dosering over. Neem geen dubbele dosis om een vergeten tablet in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van Galvus tenzij uw arts dit aangeeft. Als u vragen heeft over hoelang u dit
geneesmiddel moet innemen, raadpleeg dan uw arts.
37
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Sommige verschijnselen hebben directe medische aandacht nodig:
U moet stoppen met het gebruik van Galvus en onmiddellijk uw arts te bezoeken wanneer u de
volgende bijwerkingen ervaart:
Angio-oedeem (zelden: kan voorkomen bij maximaal 1 op de 1.000 personen): verschijnselen
omvatten zwelling van het gezicht, de tong of de keel, problemen met slikken, problemen met
ademen, plotseling optreden van huiduitslag of netelroos, die op een reactie kunnen duiden die
“angio-oedeem” wordt genoemd.
Leverziekte (hepatitis) (zelden): verschijnselen omvatten gele huid en ogen, misselijkheid,
verlies van eetlust of donkerkleurige urine, die kunnen duiden op een leverziekte (hepatitis).
Ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis) (frequentie onbekend): verschijnselen omvatten
ernstige en aanhoudende pijn in de buik (maagstreek) die zou kunnen uitstralen naar uw rug
alsmede misselijkheid en braken.
Andere bijwerkingen
Sommige patiënten hadden de volgende bijwerkingen bij het gebruik van Galvus met metformine:
Vaak: (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 personen): trillen, hoofdpijn, duizeligheid,
misselijkheid, lage bloedsuiker
Soms: (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 personen): vermoeidheid
Sommige patiënten hadden de volgende bijwerkingen bij het gebruik van Galvus met een
sulfonylureumderivaat:
Vaak: trillen, hoofdpijn, duizeligheid, gevoel van zwakte, lage bloedsuiker
Soms: verstopping
Zeer zelden (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 personen): keelpijn, loopneus
Sommige patiënten hadden de volgende bijwerkingen bij het gebruik van Galvus met een glitazon:
Vaak: gewichtstoename, gezwollen handen, enkels of voeten (oedeem)
Soms: hoofdpijn, zwakte, lage bloedsuiker
Sommige patiënten hadden de volgende bijwerkingen bij het gebruik van Galvus alleen:
Vaak: duizeligheid
Soms: hoofdpijn, verstopping, gezwollen handen, enkels of voeten (oedeem), gewrichtspijn,
lage bloedsuiker
Zeer zelden: keelpijn, loopneus, koorts
Een aantal patiënten had last van de volgende bijwerkingen tijdens het gebruik van Galvus,
metformine en een sulfonylureumderivaat:
Vaak: duizeligheid, tremor, zwakte, lage bloedsuiker, overmatig zweten
Een aantal patiënten had last van de volgende bijwerkingen bij het gebruik van Galvus en insuline
(met of zonder metformine):
Vaak: hoofdpijn, koude rillingen, misselijkheid, lage bloedsuiker, brandend maagzuur
Soms: diarree, winderigheid
De volgende bijwerkingen zijn gemeld sinds dit product in de handel is:
Frequentie niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): jeukende
huiduitslag, ontsteking van de alvleesklier, locaal vervellen of blaren, spierpijn
38
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de
blisterverpakking en doos na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die
maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de verpakking beschadigd is of zichtbare tekenen
van knoeien vertoont.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u
geneesmiddelen op de juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd
en komen ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is vildagliptine.
Elke tablet bevat 50 mg vildagliptine.
De andere stoffen in dit middel zijn watervrije lactose, microkristallijne cellulose,
natriumzetmeelglycolaat (type A) en magnesiumstearaat.
Hoe ziet Galvus eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Galvus 50 mg zijn ronde en vlakke tabletten, wit tot lichtgeel van kleur, met de inscriptie “NVR” aan
de ene zijde en “FB” aan de andere zijde.
Galvus 50 mg tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen met 7, 14, 28, 30, 56, 60, 90, 112, 180 of
336 tabletten en in multiverpakkingen met 3 dozen die elk 112 tabletten bevatten.
Het kan voorkomen dat niet alle genoemde verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht in uw
land.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
39
Fabrikant
Lek d.d.
Verovskova ulica 57
Ljubljana 1526
Slovenië
Novartis Farmacéutica S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
България
Novartis Bulgaria EOOD
Тел.: +359 2 489 98 28
Česká republika
Novartis s.r.o.
Tel: +420 225 775 111
Danmark
Novartis Healthcare A/S
Tlf: +45 39 16 84 00
Deutschland
Novartis Pharma GmbH
Tel: +49 911 273 0
Eesti
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 66 30 810
Ελλάδα
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Τηλ: +30 210 281 17 12
España
Novartis Farmacéutica, S.A.
Tel: +34 93 306 42 00
France
Novartis Pharma S.A.S.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Lietuva
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tel: +370 5 269 16 50
Luxembourg/Luxemburg
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Magyarország
Novartis Hungária Kft.
Tel.: +36 1 457 65 00
Malta
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +356 2122 2872
Nederland
Novartis Pharma B.V.
Tel: +31 88 04 52 111
Norge
Novartis Norge AS
Tlf: +47 23 05 20 00
Österreich
Novartis Pharma GmbH
Tel: +43 1 86 6570
Polska
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 375 4888
Portugal
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tel: +351 21 000 8600
40
Hrvatska
Novartis Hrvatska d.o.o.
Tel. +385 1 6274 220
Ireland
Novartis Ireland Limited
Tel: +353 1 260 12 55
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Novartis Farma S.p.A.
Tel: +39 02 96 54 1
Κύπρος
Novartis Pharma Services Inc.
Τηλ: +357 22 690 690
Latvija
SIA Novartis Baltics
Tel: +371 67 887 070
România
Novartis Pharma Services
Romania SRL
Tel: +40 21 31299 01
Slovenija
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +386 1 300 75 50
Slovenská republika
Novartis Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 5542 5439
Suomi/Finland
Novartis Finland Oy
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200
Sverige
Novartis Sverige AB
Tel: +46 8 732 32 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Novartis Ireland Limited
Tel: +44 1276 698370
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
41

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Galvus 50 mg tabletten

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 50 mg vildagliptine.
Hulpstof met bekend effect: elke tablet bevat 47,82 mg lactose (watervrij).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet.
Ronde en vlakke (diameter 8 mm) tabletten met schuine rand, wit tot lichtgeel van kleur, met de
inscriptie 'NVR' aan de ene zijde en 'FB' aan de andere zijde.

4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties

Vildagliptine is geïndiceerd als aanvulling op dieet en lichaamsbeweging om de glykemische controle
te verbeteren bij volwassenen met diabetes mellitus type 2:
-
als monotherapie bij patiënten voor wie metformine niet geschikt is vanwege contra-indicaties
of intolerantie.
-
in combinatie met andere geneesmiddelen voor de behandeling van diabetes, waaronder
insuline, wanneer deze onvoldoende glykemische controle geven (zie rubrieken 4.4, 4.5 en 5.1
voor beschikbare gegevens over verschillende combinaties).

4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering
Volwassenen
Bij gebruik als monotherapie, in combinatie met metformine, in combinatie met thiazolidinedion, in
combinatie met metformine en een sulfonylureumderivaat of in combinatie met insuline (met of
zonder metformine), is de aanbevolen dagdosering 100 mg vildagliptine, toegediend als één 50 mg
dosis 's morgens en één 50 mg dosis 's avonds.
Bij gebruik als tweevoudige combinatie met een sulfonylureumderivaat is de aanbevolen dosering
50 mg vildagliptine eenmaal daags die 's morgens wordt ingenomen. Bij deze patiëntengroep was de
werkzaamheid van 100 mg vildagliptine per dag niet hoger dan 50 mg vildagliptine eenmaal daags.
Bij gebruik in combinatie met een sulfonylureumderivaat, kan een lagere dosis van het
sulfonylureumderivaat worden overwogen om het risico van hypoglykemie te verminderen.
Hogere doseringen dan 100 mg worden niet aanbevolen.


Bijwerkingen gemeld bij patiënten die behandeld werden met Galvus 100 mg per
dag in combinatie met metformine in dubbelblind onderzoek (N=208)


Voedings- en stofwisselingsstoornissen

Vaak
Hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak
Tremor

Vaak
Hoofdpijn

Vaak
Duizeligheid

Soms
Vermoeidheid
Maagdarmstelselaandoeningen

Vaak
Misselijkheid
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
In gecontroleerd klinisch onderzoek met de combinatie van vildagliptine 100 mg per dag plus
metformine, werd geen stopzetting vanwege bijwerkingen gemeld, noch in de vildagliptine 100 mg
per dag plus metformine-, noch in de placebo + metformine behandelingsgroepen.
In klinisch onderzoek kwam hypoglykemie vaak voor bij patiënten die vildagliptine 100 mg per dag in
combinatie met metformine kregen (1%) en soms bij patiënten die een placebo + metformine (0,4%)
kregen. Er werden geen ernstige hypoglykemische bijwerkingen gemeld in de vildagliptine-armen.
In klinisch onderzoek veranderde het lichaamsgewicht niet ten opzichte van de uitgangswaarde
wanneer vildagliptine 100 mg per dag werd toegevoegd aan metformine (+0,2 kg en -1,0 kg,
respectievelijk voor vildagliptine en placebo).
Klinische studies met een duur van meer dan 2 jaar lieten geen additionele veiligheidssignalen of
onvoorziene risico's zien wanneer vildagliptine werd toegevoegd aan metformine.


Bijwerkingen gemeld bij patiënten die behandeld werden met Galvus 50 mg in
combinatie met een sulfonylureum

derivaat in dubbelblind onderzoek (N=170)

Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer zelden
Nasofaryngitis
Voedings- en stofwisselingsstoornissen

Vaak
Hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen

Vaak
Tremor
Vaak
Hoofdpijn

Vaak
Duizeligheid

Vaak
Asthenie
Maagdarmstelselaandoeningen

Soms
Constipatie
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
In gecontroleerd klinisch onderzoek met de combinatie van vildagliptine 50 mg per dag plus een
sulfonylureumderivaat, was de totale incidentie van stopzetting vanwege bijwerkingen 0,6% in de
vildagliptine 50 mg plus sulfonylureumderivaatgroep t.o.v. 0% in de placebo + sulfonylureumderivaat
behandelingsgroep.
In klinisch onderzoek was de incidentie van hypoglykemie wanneer vildagliptine 50 mg eenmaal
daags werd toegevoegd aan glimepiride, 1,2% versus 0,6% voor een placebo + glimepiride. Er werd
geen ernstige hypoglykemie gemeld in de vildagliptine-armen.
In klinisch onderzoek veranderde het lichaamsgewicht niet ten opzichte van de uitgangswaarde
wanneer vildagliptine 50 mg per dag werd toegevoegd aan glimepiride (-0,1 kg en -0,4 kg,
respectievelijk voor vildagliptine en placebo).


Bijwerkingen gemeld bij patiënten die behandeld werden met Galvus 100 mg per
dag in combinatie met een thiazolidinedione in dubbelblind onderzoek (N=158)


Voedings- en stofwisselingsstoornissen

Vaak
Gewichtstoename

Soms
Hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen

Soms
Hoofdpijn
Soms
Asthenie
Bloedvataandoeningen

Vaak
Perifeer oedeem
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
In gecontroleerd klinisch onderzoek met de combinatie van vildagliptine 100 mg per dag plus een
thizolidinedione werd er geen melding gedaan van stopzetting als gevolg van bijwerkingen, nochin de
behandelingsgroep die vildagliptine 100 mg per dag plus een thiazolidinedione kreeg, noch in de
placebo plus een thiazolidinedionegroep.
In klinisch onderzoek kwam hypoglykemie soms voor bij patiënten die dagelijks vildagliptine +
pioglitazon kregen (0,6%), maar vaak bij patiënten die een placebo + pioglitazon (1,9%) kregen. Er
werd geen ernstige hypoglykemie gemeld in de vildagliptine-armen.
In het add-on onderzoek met pioglitazon was de absolute toename van het lichaamsgewicht met
placebo en Galvus 100 mg per dag respectievelijk 1,4 en 2,7 kg.
Wanneer 100 mg vildagliptine per dag aan de maximale dosis van een basisbehandeling pioglitazon
(45 mg eenmaal daags) toegevoegd werd, was de incidentie van perifeer oedeem 7,0%, in vergelijking
met 2,5% voor alleen een basisbehandeling pioglitazon.


Bijwerkingen gemeld bij patiënten die behandeld werden met Galvus 100 mg per
dag als monotherapie in dubbelblind onderzoek (N=1.855)


Infecties en parasitaire aandoeningen

Zeer zelden
Ontsteking van de bovenste luchtwegen
Zeer zelden
Nasofaryngitis
Voedings- en stofwisselingsstoornissen

Soms
Hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak
Duizeligheid
Soms
Hoofdpijn
Bloedvataandoeningen

Soms
Perifeer oedeem
Maagdarmstelselaandoeningen

Soms
Constipatie
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen

Soms
Artralgie
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Bovendien, in vergelijkende monotherapieonderzoeken met vildagliptine was de algemene incidentie
van stopzetting als gevolg van bijwerkingen niet hoger voor patiënten op vildagliptine in een dosering
van 100 mg per dag (0,3%) dan voor placebo (0,6%) of comparatoren (0,5%).
In vergelijkende, gecontroleerde monotherapieonderzoeken kwam hypoglykemie soms voor,
gerapporteerd bij 0,4% (7 van 1.855) van de patiënten behandeld met vildagliptine 100 mg per dag, in
vergelijking met 0,2% (2 van 1.082) van de patiënten in de groepen die een actieve comparator of
placebo kregen toegediend, terwijl er geen serieuze of ernstige bijwerkingen werden gemeld.
In klinische onderzoeken veranderde het lichaamsgewicht niet ten opzichte van de uitgangswaarde
wanneer vildagliptine 100 mg per dag werd toegediend als monotherapie (-0,3 kg en -1,3 kg,
respectievelijk voor vildagliptine en placebo).
Klinische studies met een duur tot 2 jaar lieten geen additionele veiligheidssignalen of onvoorziene
risico's zien bij vildagliptine monotherapie.


Bijwerkingen gemeld bij patiënten die tweemaal daags Galvus 50 mg kregen in
combinatie met metformine en een sulfonylureumderivaat (N=157)


Voedings- en stofwisselingsstoornissen

Vaak
Hypoglykemie
Zenuwstelselaandoeningen

Vaak
Duizeligheid, tremor
Huid- en onderhuidaandoeningen

Vaak
Hyperhidrose
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen

Vaak
Asthenie
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Er werd geen stopzetting vanwege bijwerkingen gemeld in de vildagliptine + metformine +
glimepiride behandelingsgroep versus 0,6% in de placebo + metformine + glimepiride
behandelingsgroep.
De incidentie van hypoglykemie was vaak bij beide behandelingsgroepen (5,1% voor de vildagliptine
+ metformine + glimepiride-groep versus 1,9% voor de placebo + metformine + glimepiride-groep).
Eén ernstige hypoglykemische gebeurtenis werd gemeld in de vildagliptine-groep.
Aan het einde van de studie was het effect op het gemiddelde lichaamsgewicht neutraal (+0,6 kg in de
vildagliptine-groep en -0,1 kg in de placebogroep).
Combinatie met insuline

Tabel 6
Bijwerkingen gemeld bij patiënten die dagelijks Galvus 100 mg kregen in
combinatie met insuline (met of zonder metformine) in dubbelblinde studies (N=371)


Voedings- en stofwisselingsstoornissen

Vaak
Daling van de bloedglucose
Zenuwstelselaandoeningen

Vaak
Hoofdpijn, koude rillingen
Maagdarmstelselaandoeningen

Vaak
Misselijkheid, gastro-oesofageale reflux
Soms
Diarree, flatulentie
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
In gecontroleerde klinische studies met gebruik van vildagliptine 50 mg tweemaal daags in combinatie
met insuline, met of zonder gelijktijdige metformine, was de totale incidentie van stopzetting als
gevolg van bijwerkingen 0,3% in de vildagliptine behandelingsgroep en er waren geen stopzettingen
in de placebogroep.
De incidentie van hypoglykemie was vergelijkbaar in beide behandelingsgroepen (14,0% in de
vildagliptine-groep versus 16,4% in de placebogroep). Twee patiënten meldden ernstige
hypoglykemische bijwerkingen in de vildagliptine-groep en 6 patiënten in de placebogroep.
Aan het einde van de studie was het effect op het gemiddelde lichaamsgewicht neutraal (+0,6 kg
verandering van de uitgangswaarde in de vildagliptine-groep en geen gewichtsverandering in de
placebogroep).
Postmarketingbijwerkingen

Maagdarmstelselaandoeningen
Niet bekend
Pancreatitis
Lever- en galaandoeningen
Niet bekend
Hepatitis (reversibel na stoppen met het geneesmiddel)
Abnormale leverfunctietesten (reversibel na stoppen met het
geneesmiddel)
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen

Niet bekend
Myalgie
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend
Urticaria
Exfoliatieve en bulleuze huidlaesies, waaronder bulleus pemfigoïd
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
De informatie over overdosering met vildagliptine is beperkt.
Symptomen
De informatie over de mogelijke symptomen van overdosering is afkomstig van een
tolerantieonderzoek met toenemende dosering bij gezonde proefpersonen die gedurende 10 dagen
Galvus kregen toegediend. Bij een dosering van 400 mg waren er drie gevallen van spierpijn en
afzonderlijke gevallen van lichte paresthesie van voorbijgaande aard, koorts, oedeem en een tijdelijke
verhoging van de lipasespiegels. Bij doseringen van 600 mg meldde één proefpersoon oedeem aan
voeten en handen en verhogingen van de concentraties van creatinefosfokinase (CPK),
aspartaataminotransferase (AST), C-reactieve eiwit (CRP) en myoglobine. Drie andere proefpersonen
meldden oedeem ter hoogte van de voeten met in twee gevallen paresthesie. Alle symptomen en
laboratoriumafwijkingen verdwenen zonder behandeling na het stopzetten van de
onderzoeksmedicatie.
Therapie
In het geval van een overdosering, wordt ondersteunende therapie aanbevolen. Vildagliptine is niet
dialyseerbaar. De belangrijkste hydrolysemetaboliet (LAY 151) kan echter wel door hemodialyse
worden verwijderd.



FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen gebruikt bij diabetes, dipeptidylpeptidase 4 (DPP-
4)-remmers, ATC-code: A10BH02
Vildagliptine, behorend tot de groep van eilandjesstimulatoren, is een krachtige en selectieve DPP-4-
remmer.
Werkingsmechanisme
De toediening van vildagliptine heeft een snelle en volledige remming van de activiteit van het DPP-4
enzym tot gevolg, resulterend in verhoogde nuchtere en postprandiale endogene spiegels van de
incretinehormonen GLP-1 (glucagon-like peptide 1) en GIP (glucose-dependent insulinotropic
polypeptide).
Farmacodynamische effecten
Door de endogene spiegels van deze incretinehormonen te verhogen, stimuleert vildagliptine de
gevoeligheid van de bètacellen voor glucose. Hierdoor wordt een verbeterde afgifte van glucose-
afhankelijke insuline verkregen. Behandeling met vildagliptine 50-100 mg per dag bij patiënten met
diabetes mellitus type 2 verbeterde de merkers van de bèta-celfunctie, waaronder HOMA-
(Homeostasis Model Assessment-), de pro-insuline tot insuline verhouding, en metingen van de bèta-
celgevoeligheid uit de maaltijd tolerantietest. Bij niet-diabetische (normale glykemische) personen
stimuleert vildagliptine de afgifte van insuline niet en vermindert de glucosespiegels niet.
Door de endogene GLP-1-spiegels te verhogen, stimuleert vildagliptine ook de gevoeligheid van de
alfacellen voor glucose, hetgeen resulteert in een glucagonafscheiding die beter past bij de
glucosespiegel.
De sterkere verhoging in de insuline/glucagon verhouding tijdens hyperglykemie als gevolg van
verhoogde incretinehormoonspiegels leidt tot een verlaagde nuchtere en postprandiale
glucoseproductie door de lever, hetgeen tot verlaagde glykemie leidt.
Het bekende effect van de verhoging van de GLP-1-spiegels, vertraging van de maaglediging, is bij de
behandeling met vildagliptine niet waargenomen.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Meer dan 15.000 patiënten met diabetes mellitus type 2 namen deel in dubbelblinde, placebo- of actief
gecontroleerde klinische onderzoeken met een behandelingsduur van meer dan 2 jaar. In deze
onderzoeken werden meer dan 9000 patiënten behandeld met een dagelijkse dosering vildagliptine
50 mg eenmaal daags, 50 mg tweemaal daags of 100 mg eenmaal daags. Meer dan 5000 mannelijke en
meer dan 4000 vrouwelijke patiënten werden behandeld met vildagliptine 50 mg eenmaal daags of
100 mg per dag. Het aantal patiënten die met vildagliptine 50 mg eenmaal daags of 100 mg per dag
werden behandeld en die 65 jaar of ouder waren, bedroeg meer dan 1900. In deze onderzoeken werd
vildagliptine toegediend als monotherapie bij geneesmiddel-naïeve patiënten met diabetes mellitus
type 2 of in combinatie bij patiënten die met andere antidiabetische geneesmiddelen onvoldoende
onder controle kunnen worden gebracht.
Vildagliptine verbeterde in het algemeen de controle van de glucosespiegel als het gebruikt werd als
monotherapie of in combinatie met metformine, een sulfonylureumderivaat, een thiazolidinedion of
met insuline. Dit was af te leiden uit de klinisch significante verlagingen in HbA1c vanaf de
uitgangswaarde tot het eindpunt van het onderzoek (zie Tabel 8).
Belangrijkste werkzaamheidsresultaten van vildagliptine in placebogecontroleerde
monotherapieonderzoeken en in add-on combinatietherapie onderzoeken (primaire
werkzaamheid ITT populatie)


Placebo-gecontroleerde
Gemiddelde
Gemiddelde
Voor placebo
monotherapieonderzoeken
uitgangswaarde
verandering
gecorrigeerde
HbA1c
vanaf de
gemiddelde
uitgangswaarde
verandering van
van HbA1c (%)
HbA1c (%) in
in week 24
week 24 (95%CI)
Onderzoek 2301: Vildagliptine
8,6
-0,8
-0,5* (-0,8, -0,1)
50 mg tweemaal daags (N=90)

Onderzoek 2384: Vildagliptine
8,4
-0,7
-0,7* (-1,1, -0,4)
50 mg tweemaal daags (N=79)


* p< 0,05 voor vergelijking versus
placebo

Add-on- /


combinatieonderzoeken
Vildagliptine 50 mg tweemaal
8,4
-0,9
-1,1* (-1,4, -0,8)
daags + metformine (N=143)
Vildagliptine 50 mg per dag +
8,5
-0,6
-0,6* (-0,9, -0,4)
glimepiride (N=132)
Vildagliptine 50 mg tweemaal
8,7
-1,0
-0,7* (-0,9, -0,4)
daags + pioglitazon (N=136)
Vildagliptine 50 mg tweemaal
8,8
-1,0
-0,8* (-1,0, -0,5)
daags + metformine + glimepiride
(N=152)
* p< 0,05 voor vergelijking versus
placebo + comparator
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting om de resultaten in
te dienen van onderzoek met vildagliptine in alle subgroepen van pediatrische patiënten met diabetes
mellitus type 2 (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen

Absorptie
Na orale toediening in nuchtere toestand werd vildagliptine snel geabsorbeerd waarbij de
piekplasmaconcentraties na 1,7 uur optraden. Voedsel vertraagt de tijd tot de piekplasmaconcentratie
enigszins tot 2,5 uur maar verandert niet de totale blootstelling (AUC). Toediening van vildagliptine
met voedsel resulteerde in een verlaagde Cmax (19%). De grootte van deze verandering was echter niet
klinisch significant en Galvus kan dus zowel met als zonder voedsel worden ingenomen. De absolute
biologische beschikbaarheid is 85%.
Distributie
De plasmaeiwitbinding van vildagliptine is laag (9,3%) en vildagliptine wordt gelijkelijk verdeeld
over het plasma en de rode bloedcellen. Het gemiddelde verdelingsvolume van vildagliptine in 'steady
state' na intraveneuze toediening (Vss) is 71 liter, wat op een extravasculaire verdeling wijst.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen

Watervrije lactose
Microkristallijne cellulose
Natrium zetmeelglycolaat (type A)
Magnesiumstearaat
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking

Aluminium/Aluminium (PA/Al/PVC//Al) blisterverpakking.
Verkrijgbaar in verpakkingen met 7, 14, 28, 30, 56, 60, 90, 112, 180 of 336 tabletten en in
multiverpakkingen die 336 (3 verpakkingen van 112) tabletten bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen

Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/414/001-010
EU/1/07/414/018

9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING//VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 26 september 2007
Datum van laatste verlenging: 23 juli 2012

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).

BIJLAGE II

A.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK


C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN


D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Lek d.d.
Verovskova ulica 57
Ljubljana 1526
Slovenië
Novartis Farmacéutica S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN



Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.

Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER

A. ETIKETTERING

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Galvus 50 mg tabletten
vildagliptine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elk tablet bevat 50 mg vildagliptine.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose (zie bijsluiter voor verdere informatie).

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
7 tabletten
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
60 tabletten
90 tabletten
112 tabletten
180 tabletten
336 tabletten

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/07/414/001
7 tabletten
EU/1/07/414/002
14 tabletten
EU/1/07/414/003
28 tabletten
EU/1/07/414/004
30 tabletten
EU/1/07/414/005
56 tabletten
EU/1/07/414/006
60 tabletten
EU/1/07/414/007
90 tabletten
EU/1/07/414/008
112 tabletten
EU/1/07/414/009
180 tabletten
EU/1/07/414/010
336 tabletten
13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Galvus 50 mg


NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Galvus 50 mg tabletten
vildagliptine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elk tablet bevat 50 mg vildagliptine.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose (zie bijsluiter voor verdere informatie).

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
Multiverpakking: 336 (3 verpakkingen van 112) tabletten.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/07/414/018
336 tabletten (3 verpakkingen van 112)
13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Galvus 50 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN


NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Galvus 50 mg tabletten
vildagliptine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elk tablet bevat 50 mg vildagliptine.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose (zie bijsluiter voor verdere informatie).

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
112 tabletten, onderdeel van een multiverpakking. Mogen niet afzonderlijk worden verkocht.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/07/414/018
336 tabletten (3 verpakkingen van 112)
13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Galvus 50 mg


NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Galvus 50 mg tabletten
vildagliptine

2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Novartis Europharm Limited

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
OVERIGE

B. BIJSLUITER

Galvus 50 mg tabletten
vildagliptine

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.

Inhoud van deze bijsluiter

1.
Wat is Galvus en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Galvus en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
De werkzame stof van Galvus, vildagliptine, behoort tot de geneesmiddelengroep die 'orale
antidiabetica' wordt genoemd.
Galvus wordt gebruikt voor de behandeling van volwassen patiënten met type-2-diabetes. Het wordt
gebruikt wanneer de diabetes niet door een dieet of lichaamsbeweging alleen kan worden
gecontroleerd. Het helpt om de bloedglucosespiegel te controleren. Uw arts schrijft u Galvus voor om
alleen te gebruiken of in combinatie met bepaalde andere antidiabetesgeneesmiddelen die u al
gebruikt, als deze de diabetes onvoldoende onder controle weten te houden.
Type-2-diabetes ontwikkelt zich wanneer het lichaam niet voldoende insuline aanmaakt of wanneer de
door het lichaam aangemaakte insuline niet zo goed werkt als deze zou moeten. Het kan ook ontstaan
wanneer het lichaam te veel glucagon produceert.
Insuline is een stof die helpt de bloedglucosespiegel te verlagen, met name na het eten. Glucagon is
een stof die de suikerproductie door de lever op gang brengt waardoor de bloedglucosespiegel stijgt.
De alvleesklier maakt beide stoffen aan.
Hoe werkt Galvus?
Galvus werkt door de alvleesklier meer insuline en minder glucagon te laten produceren en helpt
hierdoor de bloedglucosespiegel onder controle te houden. Dit geneesmiddel verlaagt de
bloedglucosespiegel, wat kan helpen om complicaties van uw diabetes te voorkomen. Ook als u nu
begint met het gebruik van een geneesmiddel voor uw diabetes, is het belangrijk om het dieet of de
oefeningen te blijven volgen die uw arts u aanbevolen heeft.



Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet innemen?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Als u denkt dat u allergisch bent voor vildagliptine of een van de andere stoffen van
Galvus, neem dit geneesmiddel dan niet in en raadpleeg uw arts.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel inneemt

als u type-1-diabetes heeft (d.w.z. uw lichaam produceert geen insuline) of als u een aandoening
heeft genaamd diabetische ketoacidose.
als u een anti-diabetisch geneesmiddel bekend als sulfonylureumderivaat inneemt (uw arts kan
mogelijk de dosering van het sulfonylureumderivaat verlagen indien u dit samen met Galvus
inneemt, zodat een lage bloedglucose kan worden voorkomen [hypoglykemie]).
als u lijdt aan een matige of ernstige nierziekte (u moet dan een lagere dosis van Galvus nemen).
als u nierdialyse ondergaat.
als u lijdt aan een leverziekte.
als u lijdt aan hartfalen.
als u een aandoening van de pancreas heeft of heeft gehad.
Als u voorheen vildagliptine heeft ingenomen maar de behandeling moest stoppen vanwege
leverziekte, mag u dit geneesmiddel niet innemen.
Diabetische huidafwijkingen zijn een bekende complicatie van diabetes. U wordt aangeraden om de
aanbevelingen voor huid- en voetverzorging op te volgen die door uw arts of verpleegkundige gegeven
zijn. U wordt ook aangeraden extra aandacht te besteden aan het nieuw voorkomen van blaren of
zweren tijdens gebruik van Galvus. Indien dit gebeurt, raadpleeg dan direct uw arts.
Er zal een onderzoek uitgevoerd worden om uw leverfunctie te bepalen voor de start van de Galvus-
behandeling, vervolgens met een interval van drie maanden gedurende het eerste jaar, en periodiek
daarna. Op die manier kunnen signalen die kunnen wijzen op toegenomen leverenzymen zo vroeg
mogelijk worden opgespoord.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Galvus wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Neemt u nog andere geneesmiddelen in?
Neemt u naast Galvus nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Het kan zijn dat uw arts de dosis van Galvus wenst te wijzigen indien u andere geneesmiddelen neemt
zoals:
-
thiazides of andere diuretica (ook wel plaspillen genoemd)
-
corticosteroïden (in het algemeen gebruikt om ontsteking te behandelen)
-
schildklier-medicatie
-
bepaalde geneesmiddelen met werking op het zenuwstelsel.

Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel inneemt.
U mag Galvus niet gebruiken tijdens uw zwangerschap. Het is niet bekend of Galvus overgaat in de
moedermelk. U mag Galvus niet gebruiken indien u borstvoeding geeft of van plan bent borstvoeding
te geven.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoeveel moet u innemen en wanneer?
Het aantal Galvus tabletten dat u moet innemen hangt af van uw gesteldheid. Uw arts zal u vertellen
hoeveel Galvus tabletten u precies moet innemen. De maximale dagelijkse dosering is 100 mg.
De gebruikelijke dosering is:
50 mg per dag als één dosering 's morgens indien u Galvus gebruikt in combinatie met een
ander geneesmiddel, genaamd een sulfonylureumderivaat.
100 mg per dag als 50 mg 's morgens en 50 mg 's avonds indien u Galvus alleen gebruikt, in
combinatie met een ander geneesmiddel, genaamd metformine of een glitazon, met een
combinatie van metformine en een sulfonylureumderivaat of met insuline.
50 mg per dag in de ochtend als u een matige of ernstige nierziekte heeft of als u wordt
gedialyseerd.

Hoe moet u dit middel innemen?
Slik de tabletten met wat water door.

Hoelang moet u dit middel innemen?
U moet Galvus elke dag innemen zolang als uw arts u heeft voorgeschreven. Het kan zijn dat u
deze behandeling langere tijd moet volgen.
Uw arts zal regelmatig uw toestand controleren om te zien of de behandeling het gewenste
effect heeft.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u te veel Galvus tabletten heeft ingenomen of iemand anders heeft het geneesmiddel ingenomen,
neem dan onmiddellijk contact op met uw arts. Mogelijk heeft u medische zorg nodig. Als u een
arts moet raadplegen of naar het ziekenhuis gaat, neem dan de verpakking van het geneesmiddel mee.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u bent vergeten een dosering in te nemen, neem deze dan in zodra u hieraan denkt. Neem de
volgende dosering op het gebruikelijke tijdstip in. Als het bijna tijd is voor uw volgende dosering, sla
dan de gemiste dosering over. Neem geen dubbele dosis om een vergeten tablet in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van Galvus tenzij uw arts dit aangeeft. Als u vragen heeft over hoelang u dit
geneesmiddel moet innemen, raadpleeg dan uw arts.

Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Sommige verschijnselen hebben directe medische aandacht nodig:
U moet stoppen met het gebruik van Galvus en onmiddellijk uw arts te bezoeken wanneer u de
volgende bijwerkingen ervaart:
Angio-oedeem (zelden: kan voorkomen bij maximaal 1 op de 1.000 personen): verschijnselen
omvatten zwelling van het gezicht, de tong of de keel, problemen met slikken, problemen met
ademen, plotseling optreden van huiduitslag of netelroos, die op een reactie kunnen duiden die
'angio-oedeem' wordt genoemd.
Leverziekte (hepatitis) (zelden): verschijnselen omvatten gele huid en ogen, misselijkheid,
verlies van eetlust of donkerkleurige urine, die kunnen duiden op een leverziekte (hepatitis).
Ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis) (frequentie onbekend): verschijnselen omvatten
ernstige en aanhoudende pijn in de buik (maagstreek) die zou kunnen uitstralen naar uw rug
alsmede misselijkheid en braken.

Andere bijwerkingen
Sommige patiënten hadden de volgende bijwerkingen bij het gebruik van Galvus met metformine:
Vaak: (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 personen): trillen, hoofdpijn, duizeligheid,
misselijkheid, lage bloedsuiker
Soms: (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 personen): vermoeidheid
Sommige patiënten hadden de volgende bijwerkingen bij het gebruik van Galvus met een
sulfonylureumderivaat:
Vaak: trillen, hoofdpijn, duizeligheid, gevoel van zwakte, lage bloedsuiker
Soms: verstopping
Zeer zelden (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 personen): keelpijn, loopneus
Sommige patiënten hadden de volgende bijwerkingen bij het gebruik van Galvus met een glitazon:
Vaak: gewichtstoename, gezwollen handen, enkels of voeten (oedeem)
Soms: hoofdpijn, zwakte, lage bloedsuiker
Sommige patiënten hadden de volgende bijwerkingen bij het gebruik van Galvus alleen:
Vaak: duizeligheid
Soms: hoofdpijn, verstopping, gezwollen handen, enkels of voeten (oedeem), gewrichtspijn,
lage bloedsuiker
Zeer zelden: keelpijn, loopneus, koorts
Een aantal patiënten had last van de volgende bijwerkingen tijdens het gebruik van Galvus,
metformine en een sulfonylureumderivaat:
Vaak: duizeligheid, tremor, zwakte, lage bloedsuiker, overmatig zweten
Een aantal patiënten had last van de volgende bijwerkingen bij het gebruik van Galvus en insuline
(met of zonder metformine):
Vaak: hoofdpijn, koude rillingen, misselijkheid, lage bloedsuiker, brandend maagzuur
Soms: diarree, winderigheid
De volgende bijwerkingen zijn gemeld sinds dit product in de handel is:
Frequentie niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): jeukende
huiduitslag, ontsteking van de alvleesklier, locaal vervellen of blaren, spierpijn

Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de
blisterverpakking en doos na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die
maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de verpakking beschadigd is of zichtbare tekenen
van knoeien vertoont.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u
geneesmiddelen op de juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd
en komen ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is vildagliptine.
Elke tablet bevat 50 mg vildagliptine.
De andere stoffen in dit middel zijn watervrije lactose, microkristallijne cellulose,
natriumzetmeelglycolaat (type A) en magnesiumstearaat.

Hoe ziet Galvus eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Galvus 50 mg zijn ronde en vlakke tabletten, wit tot lichtgeel van kleur, met de inscriptie 'NVR' aan
de ene zijde en 'FB' aan de andere zijde.
Galvus 50 mg tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen met 7, 14, 28, 30, 56, 60, 90, 112, 180 of
336 tabletten en in multiverpakkingen met 3 dozen die elk 112 tabletten bevatten.
Het kan voorkomen dat niet alle genoemde verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht in uw
land.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland


België/Belgique/Belgien
Lietuva
Novartis Pharma N.V.
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Tel: +370 5 269 16 50



Luxembourg/Luxemburg
Novartis Bulgaria EOOD
Novartis Pharma N.V.
.: +359 2 489 98 28
Tél/Tel: +32 2 246 16 11


Ceská republika
Magyarország
Novartis s.r.o.
Novartis Hungária Kft.
Tel: +420 225 775 111
Tel.: +36 1 457 65 00

Danmark

Malta
Novartis Healthcare A/S
Novartis Pharma Services Inc.
Tlf: +45 39 16 84 00
Tel: +356 2122 2872

Deutschland

Nederland
Novartis Pharma GmbH
Novartis Pharma B.V.
Tel: +49 911 273 0
Tel: +31 88 04 52 111

Eesti

Norge
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Novartis Norge AS
Tel: +372 66 30 810
Tlf: +47 23 05 20 00


Österreich
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Novartis Pharma GmbH
: +30 210 281 17 12
Tel: +43 1 86 6570

España

Polska
Novartis Farmacéutica, S.A.
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel: +34 93 306 42 00
Tel.: +48 22 375 4888

France

Portugal
Novartis Pharma S.A.S.
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Tel: +351 21 000 8600

România
Novartis Hrvatska d.o.o.
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel. +385 1 6274 220
Tel: +40 21 31299 01


Ireland

Slovenija
Novartis Ireland Limited
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +353 1 260 12 55
Tel: +386 1 300 75 50


Ísland

Slovenská republika
Vistor hf.
Novartis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 5542 5439


Italia
Suomi/Finland
Novartis Farma S.p.A.
Novartis Finland Oy
Tel: +39 02 96 54 1
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200

Sverige
Novartis Pharma Services Inc.
Novartis Sverige AB
: +357 22 690 690
Tel: +46 8 732 32 00


Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
SIA Novartis Baltics
Novartis Ireland Limited
Tel: +371 67 887 070
Tel: +44 1276 698370


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in

Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? Galvus 50 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Galvus 50 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Galvus 50 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG