Equip ehv 1,4

Notice – Version NL
Equip EHV 1,4
BIJSLUITER
Equip EHV1,4, suspensie voor injectie voor paarden en pony’s
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen :
Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burniat, 1
B-1348 Louvain-la-Neuve
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Zoetis Manufacturing & Research Spain, S.L.
Ctra Camprodon s/n « La Riba »
17813 Vall de Bianya (Girona)
Spanje
of
Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burniat, 1
B-1348 Louvain-la-Neuve
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Equip EHV1,4, suspensie voor injectie voor paarden en pony’s
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Werkzame bestanddelen:
Geïnactiveerd EHV
1
, stam 438\77: RP ≥ 1*
Geïnactiveerd EHV
4
, stam 405\76: RP ≥ 1*
* Relatieve Potentie vergeleken met een referentievaccin waarvan de werkzaamheid bij paarden is aangetoond.
Adjuvans :
Carbopol
4.
INDICATIE(S)
Voor de actieve immunisatie van gezonde paarden en pony’s ter vermindering van respiratoire
ziekteverschijnselen en virusexcretie, veroorzaakt door infectie met Equine Herpes Virus 1 en 4 en ter
vermindering van de incidentie van abortus veroorzaakt door een EHV-1 infectie.
1
Notice – Version NL
Equip EHV 1,4
Aanvang van immuniteit: Na afronding van de primaire vaccinatie, is de aanwezigheid van antilichamen
aangetoond binnen 2 weken en de bescherming tegen virulente blootstelling is aangetoond binnen 3
weken.
Duur van immuniteit: 6 maanden.
5.
Geen.
6.
BIJWERKINGEN
CONTRA-INDICATIE(S)
Een voorbijgaande lokale zwelling op de injectieplaats werd zeer vaak waargenomen. Meestal is de
lokale zwelling niet groter dan 5 cm in diameter en verdwijnt binnen enkele tot 6 dagen na vaccinatie.
Een voorbijgaande verhoging van de rectale temperatuur van niet meer dan 1.7°C werd vaak
waargenomen tot 2 dagen na toediening. Deze klinische symptomen verdwijnen gewoonlijk zonder de
noodzaak voor behandeling.
Zelden zijn stijfheid, anorexia en lethargie gemeld. Overgevoeligheidsreacties kunnen optreden in
zeer zeldzame gevallen. Bij dergelijke reacties wordt een passende behandeling aanbevolen.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in
kennis te stellen.
7.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Paarden en pony's
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT ,
TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE VAN GEBRUIK.
Dosering:
Per dier 1 dosis vaccin (= 1,5 ml) per enting gebruiken.
Toedieningsweg:
Diep intramusculair
Aanbevolen vaccinatieschema voor vaccinatie tegen respiratoire symptomen:
Primaire vaccinatie:
Een enkele dosis vanaf de leeftijd van 5 - 6 maanden gevolgd door een
tweede injectie met een interval van 4 - 6 weken
2
Notice – Version NL
Equip EHV 1,4
In geval van een verhoogd infectierisico, bijvoorbeeld indien een
veulen onvoldoende biest heeft opgenomen of bij een risicio op
vroege blootstelling aan veldinfecties met EHV-1 of EHV-4, kan er
eerder gevaccineerd worden. Dien in deze gevallen een enkele dosis
toe op de leeftijd van 3-4 maanden, gevolgd door de bovengenoemde
volledige primaire vaccinatie, op de leeftijd van 5-6 maanden.
Herhalingsvaccinatie:
Na het toedienen van de primaire vaccinatie, iedere 6 maanden een
enkele dosis toedienen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Aanbevolen vaccinatieschema voor vaccinatie tegen abortus bij drachtige merries:
Om abortus ten gevolge van een EHV-1 infectie te reduceren, dienen drachtige merries gevaccineerd te
worden tijdens de 5
de
, 7
de
en 9
de
maand van de dracht. Dien een enkele dosis van 1,5 ml toe tijdens iedere
vaccinatie. Het vaccineren van alle merries in de groep kan de werkzaamheid van het vaccin sterk
bevorderen.
Maternale antistoffen kunnen het resultaat van de vaccinatie ongunstig beïnvloeden.
10.
WACHTTIJD
Nul dagen
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gekoeld bewaren en transporteren (2 °C - 8 °C).
Tegen direct zonlicht beschermen.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket en de doos na
EXP. De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Vaccineer alleen gezonde dieren
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Desinfectantia kunnen het vaccin onwerkzaam maken.
Dracht en lactatie:
Het vaccin kan tijdens ieder stadium van de dracht en tijdens de lactatieperiode worden toegediend
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
3
Notice – Version NL
Equip EHV 1,4
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en hem de
bijsluiter of het etiket te worden getoond. Vermeld hierbij dat het vaccin carbopol bevat.
Interactie(s) met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel.
Onverenigbaarheden:
Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Vraag aan uw dierenarts wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze maatregelen
dragen bij aan de bescherming van het milieu.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
September 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Op diergeneeskundig voorschrift
BE-V172733
Type I glazen flacon à 1,5 ml (= 1 dosis) met butyl rubber stopper en aluminium kap
Doos met 10 x 1 dosis.
Doos met 10 steriele wegwerpspuiten (21 G x 1,5").
4

e ­ Version NL

Equip
EHV 1,4
BIJSLUITER
Equip EHV1,4, suspensie voor injectie voor paarden en pony's
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen :
Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burniat, 1
B-1348 Louvain-la-Neuve
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Zoetis Manufacturing & Research Spain, S.L.
Ctra Camprodon s/n « La Riba »
17813 Vall de Bianya (Girona)
Spanje
of
Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burniat, 1
B-1348 Louvain-la-Neuve
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Equip EHV1,4, suspensie voor injectie voor paarden en pony's
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Werkzame bestanddelen:
Geïnactiveerd EHV1, stam 438\77: RP 1*
Geïnactiveerd EHV4, stam 405\76: RP 1*
* Relatieve Potentie vergeleken met een referentievaccin waarvan de werkzaamheid bij paarden is aangetoond.
Adjuvans :
Carbopol
4.
INDICATIE(S)
Voor de actieve immunisatie van gezonde paarden en pony's ter vermindering van respiratoire
ziekteverschijnselen en virusexcretie, veroorzaakt door infectie met Equine Herpes Virus 1 en 4 en ter
vermindering van de incidentie van abortus veroorzaakt door een EHV-1 infectie.
e ­ Version NL

Equip
EHV 1,4
Aanvang van immuniteit: Na afronding van de primaire vaccinatie, is de aanwezigheid van antilichamen
aangetoond binnen 2 weken en de bescherming tegen virulente blootstelling is aangetoond binnen 3
weken.
Duur van immuniteit: 6 maanden.
5.
CONTRA-INDICATIE(S)
Geen.
6.
BIJWERKINGEN
Een voorbijgaande lokale zwelling op de injectieplaats werd zeer vaak waargenomen. Meestal is de
lokale zwelling niet groter dan 5 cm in diameter en verdwijnt binnen enkele tot 6 dagen na vaccinatie.
Een voorbijgaande verhoging van de rectale temperatuur van niet meer dan 1.7°C werd vaak
waargenomen tot 2 dagen na toediening. Deze klinische symptomen verdwijnen gewoonlijk zonder de
noodzaak voor behandeling.
Zelden zijn stijfheid, anorexia en lethargie gemeld. Overgevoeligheidsreacties kunnen optreden in
zeer zeldzame gevallen. Bij dergelijke reacties wordt een passende behandeling aanbevolen.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in
kennis te stellen.
7.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Paarden en pony's
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT ,
TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE VAN GEBRUIK.
Dosering:
Per dier 1 dosis vaccin (= 1,5 ml) per enting gebruiken.
Toedieningsweg:
Diep intramusculair
Aanbevolen vaccinatieschema voor vaccinatie tegen respiratoire symptomen:
Primaire vaccinatie:
Een enkele dosis vanaf de leeftijd van 5 - 6 maanden gevolgd door een
tweede injectie met een interval van 4 - 6 weken
e ­ Version NL

Equip
EHV 1,4
In geval van een verhoogd infectierisico, bijvoorbeeld indien een
veulen onvoldoende biest heeft opgenomen of bij een risicio op
vroege blootstelling aan veldinfecties met EHV-1 of EHV-4, kan er
eerder gevaccineerd worden. Dien in deze gevallen een enkele dosis
toe op de leeftijd van 3-4 maanden, gevolgd door de bovengenoemde
volledige primaire vaccinatie, op de leeftijd van 5-6 maanden.
Herhalingsvaccinatie:
Na het toedienen van de primaire vaccinatie, iedere 6 maanden een
enkele dosis toedienen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Aanbevolen vaccinatieschema voor vaccinatie tegen abortus bij drachtige merries:
Om abortus ten gevolge van een EHV-1 infectie te reduceren, dienen drachtige merries gevaccineerd te
worden tijdens de 5de, 7de en 9de maand van de dracht. Dien een enkele dosis van 1,5 ml toe tijdens iedere
vaccinatie. Het vaccineren van alle merries in de groep kan de werkzaamheid van het vaccin sterk
bevorderen.
Maternale antistoffen kunnen het resultaat van de vaccinatie ongunstig beïnvloeden.
10.
WACHTTIJD
Nul dagen
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gekoeld bewaren en transporteren (2 °C - 8 °C).
Tegen direct zonlicht beschermen.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket en de doos na
EXP. De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Vaccineer alleen gezonde dieren
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Desinfectantia kunnen het vaccin onwerkzaam maken.
Dracht en lactatie:
Het vaccin kan tijdens ieder stadium van de dracht en tijdens de lactatieperiode worden toegediend
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
e ­ Version NL

Equip
EHV 1,4
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en hem de
bijsluiter of het etiket te worden getoond. Vermeld hierbij dat het vaccin carbopol bevat.
Interactie(s) met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel.
Onverenigbaarheden:
Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN

Vraag aan uw dierenarts wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze maatregelen
dragen bij aan de bescherming van het milieu.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
September 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Op diergeneeskundig voorschrift
BE-V172733
Type I glazen flacon à 1,5 ml (= 1 dosis) met butyl rubber stopper en aluminium kap
Doos met 10 x 1 dosis.
Doos met 10 steriele wegwerpspuiten (21 G x 1,5").

Heb je dit medicijn gebruikt? Equip EHV 1,4 te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Equip EHV 1,4 te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Equip EHV 1,4

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG