Duotrav 40 µg/ml - 5 mg/ml

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
DuoTrav 40 microgram/ml + 5 mg/ml oogdruppels, oplossing
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIVE SAMENSTELLING
Iedere ml oplossing bevat 40 microgram travoprost en 5 mg timolol (als timololmaleaat).
Hulpstoffen met bekend effect
Iedere ml oplossing bevat 10 microgram polyquaternium-1 (POLYQUAD), 7,5 mg propyleenglycol en
1 mg polyoxyethyleen gehydrogeneerde castorolie 40 (zie rubriek 4.4).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oogdruppels, oplossing (oogdruppels).
Heldere, kleurloze oplossing.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
DuoTrav is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor verlaging van de intraoculaire druk (IOD)
bij patiënten met openkamerhoekglaucoom of oculaire hypertensie die onvoldoende reageren op
topische bètablokkers of prostaglandine-analogen (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Gebruik bij volwassenen, inclusief ouderen
De dosis is één druppel DuoTrav eenmaal daags, ’s morgens of ’s avonds, in de conjunctivale zak van
het (de) aangedane oog (ogen). Het moet iedere dag op hetzelfde tijdstip worden toegediend.
Als een dosis wordt vergeten, wordt de behandeling volgens schema voortgezet met de volgende
dosis. De dagelijkse dosis mag niet hoger zijn dan één druppel in het (de) aangedane oog (ogen).
Bijzondere patiëntengroepen
Lever- en nierfunctiestoornissen
Er is geen onderzoek verricht met DuoTrav of met timolol 5 mg/ml oogdruppels bij patiënten met
lever- of nierfunctiestoornissen.
Travoprost is onderzocht bij patiënten met lichte tot ernstige leverfunctiestoornissen en bij patiënten
met lichte tot ernstige nierfunctiestoornissen (creatinineklaring zo laag als 14 ml/min). Bij deze
patiënten was aanpassing van de dosis niet nodig.
Het is onwaarschijnlijk dat de dosis DuoTrav aangepast moet worden bij patiënten met lever- of
nierfunctiestoornissen (zie rubriek 5.2).
2
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van DuoTrav bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar zijn niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor oculair gebruik.
Het beschermende foliezakje moet vlak vóór het eerste gebruik worden verwijderd door de patiënt.
Om besmetting van de druppelaar en de oplossing te voorkomen, mag de druppelaar van het flesje niet
in contact komen met de oogleden, het omringende gedeelte of andere oppervlakken.
Systemische absorptie wordt verminderd wanneer nasolacrimale occlusie wordt toegepast of wanneer
de oogleden 2 minuten worden gesloten. Hierdoor kunnen systemische bijwerkingen verminderen en
kan de lokale werkzaamheid toenemen (zie rubriek 4.4).
Indien meer dan één topisch oftalmisch geneesmiddel wordt gebruikt, moeten deze geneesmiddelen
met een tussenperiode van minimaal 5 minuten worden toegediend (zie rubriek 4.5).
Wanneer een ander oftalmisch antiglaucoommiddel wordt vervangen door DuoTrav, moet het gebruik
van het andere middel worden stopgezet en moet de volgende dag met DuoTrav worden begonnen.
Patiënten moeten geïnstrueerd worden hun zachte contactlenzen te verwijderen vóór toediening van
DuoTrav en 15 minuten te wachten na indruppeling van de dosis voordat zij hun contactlenzen weer
kunnen inzetten (zie rubriek 4.4).
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Overgevoeligheid voor andere bètablokkers.
Reactieve luchtwegaandoeningen, waaronder astma bronchiale of een anamnese van astma bronchiale,
ernstige chronische obstructieve longziekte.
Sinus bradycardie, sick-sinus syndroom inclusief sino-atriaal blok, tweede- of derdegraads
atrioventriculair blok niet gereguleerd door een pacemaker. Manifest hartfalen, cardiogene shock.
Ernstige allergische rhinitis en corneale dystrofie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Systemische effecten
Net als andere topisch toegediende oftalmische geneesmiddelen, worden travoprost en timolol
systemisch geabsorbeerd. Door het bèta-adrenerge bestanddeel, timolol, kunnen dezelfde
cardiovasculaire, pulmonale en andere bijwerkingen optreden als waargenomen bij systemische bèta-
adrenerge blokkerende geneesmiddelen. De incidentie van systemische bijwerkingen na topische
oftalmische toediening is lager dan na systemische toediening. Voor informatie over hoe systemische
absorptie te verminderen, zie rubriek 4.2.
Hartaandoeningen
Bij patiënten met hart- en vaatziekten (zoals coronaire hartziekte, Prinzmetal angina pectoris en
hartfalen) en hypotensie moet therapie met bètablokkers kritisch worden beoordeeld en therapie met
andere werkzame bestanddelen moet overwogen worden. Patiënten met hart- en vaatziekten moeten
worden gecontroleerd op verschijnselen van verslechtering van deze aandoeningen en op
bijwerkingen.
Vanwege hun negatieve effect op de geleidingstijd, moeten bètablokkers met voorzichtigheid worden
toegediend aan patiënten met een eerstegraads hartblok.
3
Bloedvataandoeningen
Patiënten met ernstige perifere circulatiestoornissen/aandoeningen (te weten ernstige vormen van de
ziekte van Raynaud of het syndroom van Raynaud) moeten met voorzichtigheid worden behandeld.
Ademhalingsstelselaandoeningen
Ademhalingsstelselreacties, met inbegrip van overlijden door bronchospasmen bij patiënten met
astma, zijn waargenomen na toediening van sommige oftalmische bètablokkers.
DuoTrav moet met voorzichtigheid worden toegepast bij patiënten met een lichte/matige chronische
obstructieve pulmonale aandoening (COPD) en alleen wanneer de potentiële voordelen opwegen tegen
de potentiële risico’s.
Hypoglykemie/diabetes
Bètablokkers moeten met voorzichtigheid worden toegediend aan patiënten met spontane
hypoglykemieën of aan patiënten met labiele diabetes, omdat bètablokkers de verschijnselen en
symptomen van acute hypoglykemie kunnen maskeren.
Spierzwakte
Bèta-adrenerge blokkerende geneesmiddelen kunnen spierzwakte bevorderen in overeenstemming met
bepaalde myasthene symptomen (bijv. diplopie, ptosis en algemene zwakte).
Aandoeningen van de cornea
Oftalmische bètablokkers kunnen droge ogen veroorzaken. Patiënten met een aandoening van de
cornea moeten met voorzichtigheid worden behandeld.
Choroïdloslating
Choroïdloslating is gerapporteerd na toediening van geneesmiddelen die kamerwater verminderen
(zoals timolol, acetazolamide) na filtratieprocedures.
Andere bètablokkers
Het effect op de intra-oculaire druk of de bekende effecten van systemische bètablokkade kunnen
worden versterkt wanneer timolol wordt toegediend aan patiënten die al een systemisch
bètablokkerend geneesmiddel gebruiken. De reactie van deze patiënten moet nauwlettend in de gaten
worden gehouden. Het gebruik van twee topische bètablokkers wordt niet aanbevolen (zie
rubriek 4.5).
Anesthesie tijdens chirurgie
Oftalmische bètablokkerende middelen kunnen de systemische bèta-agonistische effecten van
bijvoorbeeld adrenaline blokkeren. De anesthesist moet geïnformeerd worden wanneer de patiënt
timolol gebruikt.
Hyperthyreoïdie
Bètablokkers kunnen de verschijnselen van hyperthyreoïdie maskeren.
4
Contact met de huid
Prostaglandinen en prostaglandine-analogen zijn biologisch actieve stoffen die via de huid
geabsorbeerd kunnen worden. Vrouwen die zwanger zijn of zwanger proberen te raken, moeten
passende voorzorgsmaatregelen treffen om direct contact met de inhoud van het flesje te vermijden.
Mocht er toch contact zijn met een aanzienlijke hoeveelheid van de inhoud van het flesje, dan moet het
blootgestelde gebied onmiddellijk grondig worden gereinigd.
Anafylactische reacties
Patiënten met een anamnese van atopie of van ernstige anafylactische reacties op uiteenlopende
allergenen kunnen tijdens het gebruik van bètablokkers gevoeliger zijn voor herhaalde blootstelling
aan dergelijke allergenen en kunnen mogelijk niet reageren op de gebruikelijke dosis adrenaline
gebruikt voor de behandeling van anafylactische reacties.
Gelijktijdig gebruik met andere geneesmiddelen
Timolol kan interacties geven met andere geneesmiddelen (zie rubriek 4.5).
Het gebruik van twee lokale prostaglandines wordt niet aanbevolen.
Oculaire effecten
Travoprost kan de kleur van het oog geleidelijk veranderen door toename van het aantal melanosomen
(pigmentkorrels) in de melanocyten. Voordat de behandeling wordt gestart, moet de patiënten worden
verteld dat de kleur van hun ogen blijvend kan veranderen. Eenzijdige behandeling kan permanente
heterochromie tot gevolg hebben. De langetermijneffecten op de melanocyten en de gevolgen daarvan
zijn op dit moment onbekend. De verandering van de kleur van de iris verloopt traag en kan maanden
tot jaren onopgemerkt blijven. De verandering in oogkleur werd vooral gezien bij patiënten met
meerkleurige irissen, bijv. blauwbruin, grijsbruin, geelbruin en groenbruin, maar werd ook
waargenomen bij patiënten met bruine ogen. Kenmerkend is dat de bruine pigmentatie rond de pupil
zich concentrisch uitbreidt naar de periferie van de aangedane ogen, maar ook de hele iris of delen
ervan kunnen bruiner worden. Na stopzetting van de behandeling werd er geen verdere toename van
de bruine verkleuring van de iris waargenomen.
In gecontroleerde klinische studies werd bij het gebruik van travoprost een donkere verkleuring van de
periorbitale huid en/of de oogleden gerapporteerd.
Periorbitale veranderingen en veranderingen van het ooglid, zoals het dieper worden van de sulcus van
het ooglid, zijn waargenomen met prostaglandineanalogen.
Travoprost kan de wimpers van het (de) behandelde oog (ogen) geleidelijk veranderen. In klinische
studies werden bij ongeveer de helft van de patiënten de volgende veranderingen waargenomen:
toename van lengte, dikte, pigmentatie van de wimpers en/of van het aantal wimpers. Het mechanisme
van deze veranderingen van de wimpers en hun gevolgen op lange termijn is op dit moment niet
bekend.
Uit studies bij apen is gebleken dat travoprost een kleine vergroting van de ooglidspleet veroorzaakte.
Dit effect werd echter niet waargenomen tijdens de klinische studies en wordt beschouwd als zijnde
soortspecifiek.
Er is geen ervaring met DuoTrav bij inflammatoire oogaandoeningen, noch bij neovasculair,
geslotenkamerhoek-, nauwekamerhoek- of aangeboren glaucoom en slechts beperkte ervaring bij
thyroïdgerelateerde oogaandoeningen, openkamerhoekglaucoom bij pseudofake patiënten en bij
pigmentair of pseudo-exfoliatief glaucoom.
5
Macula-oedeem is gerapporteerd bij de behandeling met prostaglandine F
2
analogen. Voorzichtigheid
is geboden bij gebruik van DuoTrav bij afake patiënten, pseudofake patiënten met een gescheurd
achterste lenskapsel of voorste oogkamerlenzen, of bij patiënten met bekende risicofactoren voor
cystoïd maculaoedeem.
Bij patiënten met bekende predisponerende risicofactoren voor iritis/uveïtis en bij patiënten met een
actieve ontsteking in het oog kan DuoTrav met voorzichtigheid worden gebruikt.
Hulpstoffen
DuoTrav bevat propyleenglycol dat huidirritatie kan veroorzaken.
DuoTrav bevat polyoxyethyleen gehydrogeneerde castorolie 40, dat huidreacties kan veroorzaken.
Patiënten moeten geïnstrueerd worden vóór toediening van DUOTRAV hun contactlenzen te
verwijderen en 15 minuten te wachten na indruppeling van de dosis voordat zij hun contactlenzen
weer kunnen inzetten (zie rubriek 4.2).
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar specifieke geneesmiddeleninteracties uitgevoerd met travoprost of timolol.
Er bestaat een kans op additieve effecten die leiden tot hypotensie en/of duidelijke bradycardie
wanneer een oftalmische oplossing met een bètablokker gelijktijdig wordt gebruikt met orale
calciumkanaalblokkers, bèta-adrenerge blokkerende middelen, antiarrhythmica (inclusief amiodaron),
digitalisglycosiden, parasympathicomimetica of guanethidine.
Bètablokkers kunnen de hypertensieve reactie na plotseling stoppen met gebruik van clonidine
potentiëren.
Bij gelijktijdige behandeling met CYP2D6-remmers (zoals kinidine, fluoxetine, paroxetine) en timolol
is een krachtigere systemische bètablokkade (zoals vertraagde hartslag, depressie) waargenomen.
Mydriasis als gevolg van het gelijktijdig gebruik van oftalmische bètablokkers en adrenaline
(epinefrine) werd af en toe gerapporteerd.
Bètablokkers kunnen het hypoglykemisch effect van antidiabetica verhogen en de tekenen en
symptomen van hypoglykemie maskeren (zie rubriek 4.4).
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd/anticonceptie
DuoTrav mag niet worden gebruikt door vrouwen die zwanger kunnen worden, tenzij afdoende
anticonceptieve maatregelen zijn genomen (zie rubriek 5.3).
Zwangerschap
Travoprost heeft schadelijke farmacologische effecten tijdens de zwangerschap en/of op de
foetus/pasgeborene.
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van DuoTrav of de afzonderlijke
componenten ervan bij zwangere vrouwen. Timolol mag niet gebruikt worden tijdens de
zwangerschap tenzij strikt noodzakelijk.
6
Epidemiologisch onderzoek toonde geen misvormende effecten aan. Wanneer bètablokkers oraal
worden toegediend, is echter een risico op remming van de intra-uteriene groei waargenomen.
Bovendien werden verschijnselen en symptomen van bètablokkade (zoals bradycardie, hypotensie,
ademnood en hypoglykemie) bij de neonaat waargenomen wanneer bètablokkers werden toegediend
tot aan de bevalling. Als DuoTrav wordt toegediend tot aan de bevalling moet de neonaat tijdens
zijn/haar eerste levensdagen nauwlettend worden gecontroleerd.
DuoTrav mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk. Voor
informatie over hoe systemische absorptie te verminderen, zie rubriek 4.2.
Borstvoeding
Het is niet bekend of travoprost uit oogdruppels in de moedermelk wordt uitgescheiden. In
dierproeven is uitscheiding van travoprost en metabolieten in moedermelk aangetoond. Timolol wordt
uitgescheiden in de moedermelk en kan ernstige bijwerkingen veroorzaken bij de zuigeling. Bij
therapeutische doses timolol in oogdruppels is het echter onwaarschijnlijk dat de hoeveelheid in de
moedermelk voldoende is om klinische symptomen van bètablokkade bij het kind te veroorzaken.
Voor informatie over hoe systemische absorptie te verminderen, zie rubriek 4.2.
Het gebruik van DuoTrav door vrouwen die borstvoeding geven wordt niet aangeraden.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over de effecten van DuoTrav op de humane vruchtbaarheid. Dierstudies tonen
aan dat travoprost geen effect heeft op de vruchtbaarheid bij doses tot 75 keer de aanbevolen
maximale humane oculaire dosis, terwijl geen relevant effect van timolol werd waargenomen op dit
dosisniveau.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
DuoTrav heeft geringe invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
Zoals met elke oogdruppel kunnen tijdelijk wazig zien of andere visuele stoornissen optreden. Als de
patiënt na het indruppelen wazig ziet, moet hij/zij wachten tot het gezichtsvermogen weer is hersteld
alvorens een voertuig te besturen of een machine te bedienen. DuoTrav kan ook hallucinaties,
duizeligheid, zenuwachtigheid en/of vermoeidheid veroorzaken (zie rubriek 4.8), wat de rijvaardigheid
en het vermogen om machines te bedienen kan beïnvloeden. Patiënten moeten geadviseerd worden om
niet te rijden en geen machines te bedienen als deze symptomen optreden.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
In klinische onderzoeken met 2.170 patiënten die behandeld werden met DuoTrav, was de meest
gemelde bijwerking die met de behandeling in verband kon worden gebracht oculaire hyperemie
(12,0%).
Samenvatting van de bijwerkingen in tabelvorm
De bijwerkingen opgesomd in onderstaande tabel zijn waargenomen in klinische studies of zijn door
postmarketing-ervaringen vastgesteld. Zij zijn gerangschikt naar systeem/orgaanklasse en ingedeeld
volgens de volgende conventie: zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100 tot <1/10), soms
(≥ 1/1.000 tot < 1/100), zelden (≥ 1/10.000 tot < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000), of niet bekend
(kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden
bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
7
Systeem/orgaanklasse
Immuunsysteemaandoeningen
Psychische stoornissen
Zenuwstelselaandoeningen
Oogaandoeningen
Frequentie
Soms
Zelden
Niet bekend
Soms
Niet bekend
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
Hartaandoeningen
Soms
Zelden
Niet bekend
Soms
Niet bekend
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en Soms
mediastinumaandoeningen
Zelden
Niet bekend
Niet bekend
Zelden
Bloedvataandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen
Lever- en galaandoeningen
Huid- en onderhuidaandoeningen Soms
Zelden
Niet bekend
Zelden
Zelden
Zelden
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Nier- en urinewegaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Bijwerking
Overgevoeligheid
Zenuwachtigheid
Hallucinaties*, Depressie
Duizeligheid, hoofdpijn
Cerebrovasculair accident, syncope, paresthesie
Oculaire hyperemie
Keratitis punctata, oogpijn, visuele stoornis,
gezichtsvermogen wazig, droog oog, oogpruritus,
ongemak in het oog, irritatie van het oog
Keratitis, iritis, conjunctivitis, ontsteking van de
voorste oogkamer, blefaritis, fotofobie,
verminderde gezichtsscherpte, asthenopie,
zwelling van het oog, verhoogde traanproductie,
erytheem van het ooglid, groei van de wimpers,
oogallergie, conjunctivaal oedeem, ooglidoedeem
Cornea-erosie, meibom-ontsteking, conjunctivale
hemorragie, korstvorming op het ooglid,
trichiasis, distichiasis
Macula-oedeem, ooglidptose, ooglidsulcus
verdiept, iris hyperpigmentatie, cornea-
aandoening
Bradycardie
Aritmie, onregelmatige hartslag
Hartfalen, tachycardie, pijn op de borst,
hartkloppingen
Hypertensie, hypotensie
Perifeer oedeem
Dyspnoea, postnasale drip
Dysfonie, bronchospasme, hoest, irritatie van de
keel, orofaryngeale pijn, neusongemak
Astma
Dysgeusie
Alanineaminotransferase verhoogd,
aspartaataminotransferase verhoogd
Contactdermatitis, hypertrichose,
huidhyperpigmentatie (perioculair)
Urticaria, verkleuring van de huid, alopecia
Rash
Pijn in extremiteit
Chromaturie
Dorst, vermoeidheid
* bijwerkingen waargenomen bij timolol.
8
Aanvullende bijwerkingen die voor één van de werkzame stoffen werden vastgesteld en die mogelijk
kunnen voorkomen met DuoTrav:
Travoprost
Systeem/orgaanklasse
Immuunsysteemaandoeningen
Psychische stoornissen
Oogaandoeningen
MedDRA voorkeursterm
Seizoensgebonden allergie
Angst, insomnia
Uveïtis, conjunctivale follikels, oogafscheiding,
periorbitaal oedeem, oogledenjeuk, ectropion,
cataract, iridocyclitis, oftalmische herpes simplex,
oogontsteking, fotopsie, eczeem van oogleden,
halogezicht, ooghypo-esthesie, voorste oogkamer
pigmentatie, mydriase, hyperpigmentatie van
wimpers, wimperverdikking, gezichtsvelduitval
Vertigo, tinnitus
Bloeddruk diastolisch verlaagd, bloeddruk systolisch
verhoogd
Astma verergerd, rhinitis allergisch, bloedneus,
luchtwegaandoening, neusverstopping, nasale
droogheid
Peptisch ulcus gereactiveerd, maag-
darmstelselaandoening, diarree, obstipatie, droge
mond, abdominale pijn, nausea, braken
Huidexfoliatie, haartextuur abnormaal, dermatitis
allergisch, haarkleur verandering, madarose, pruritus,
haargroei abnormaal, erytheem
Skeletspierstelselpijn, artralgie
Dysurie, urine-incontinentie
Asthenie
Prostaatspecifiek antigeen verhoogd
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Bloedvataandoeningen
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en
mediastinumaandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen
Huid- en onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Nier- en urinewegaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Onderzoeken
9
Timolol
Zoals andere topisch toegediende oftalmische geneesmiddelen wordt timolol systemisch geabsorbeerd.
Dit kan leiden tot vergelijkbare bijwerkingen als bij systemische bètablokkers. De aanvullende
bijwerkingen die hieronder genoemd worden, bevatten de reacties waargenomen binnen de klasse van
oftalmische bètablokkers. De incidentie van systemische bijwerkingen na topische oftalmische
toediening is lager dan na systemische toediening. Voor informatie over hoe systemische absorptie te
verminderen, zie rubriek 4.2.
Systeem/orgaanklasse
Immuunsysteemaandoeningen
MedDRA voorkeursterm
Systemische allergische reacties waaronder angio-
oedeem, urticaria, plaatselijke en gegeneraliseerde
uitslag, pruritus, anafylaxie
Hypoglykemie
Hallucinaties, insomnia, nachtmerries,
geheugenverlies
Cerebrale ischemie, verergering van de verschijnselen
en symptomen van myasthenia gravis
Verschijnselen en symptomen van oculaire irritatie
(zoals branden, prikken, jeuken, tranen, roodheid),
choroïdloslating na filtratiechirurgie (zie rubriek 4.4),
verminderde corneagevoeligheid, diplopie
Oedeem, congestief hartfalen, atrioventriculair blok,
hartstilstand
Fenomeen van Raynaud, koude handen en voeten
Nausea, dyspepsie, diarree, droge mond, buikpijn,
braken
Psoriasisachtige uitslag of verergering van psoriasis
Myalgie
Seksuele disfunctie, verminderd libido
Asthenie
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Psychische stoornissen
Zenuwstelselaandoeningen
Oogaandoeningen
Hartaandoeningen
Bloedvataandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen
Huid- en onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Voortplantingsstelsel- en
borstaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Een topische overdosis met DuoTrav is niet waarschijnlijk of met toxiciteit in verband gebracht.
In geval van accidenteel inslikken, zijn de symptomen van een overdosis door systemische
bètablokkade bradycardie, hypotensie, bronchospasme en hartfalen.
Overdosering met DuoTrav moet symptomatisch en ondersteunend worden behandeld. Timolol kan
niet gemakkelijk worden verwijderd door middel van dialyse.
10
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Oftalmologica: antiglaucoompreparaten en miotica, ATC-code:
S01ED51.
Werkingsmechanisme
DuoTrav bevat twee actieve bestanddelen: travoprost en timololmaleaat. Deze twee bestanddelen
verlagen de intraoculaire druk door elkaars werkingsmechanismen aan te vullen, en het gecombineerde
effect zorgt voor een bijkomende IOD-verlaging vergeleken met ieder bestanddeel afzonderlijk.
Travoprost, een prostaglandine F
2
-analoog, is een volledige agonist die bijzonder selectief is en een
hoge affiniteit heeft voor de prostaglandine FP-receptor. Het vermindert de intraoculaire druk door
verbetering van de uitstroom van kamervocht via het trabeculaire netwerk en de uveosclerale route. De
verlaging van de IOD bij de mens begint binnen ongeveer 2 uur na toediening en het maximale effect
wordt na 12 uur bereikt. Een significante verlaging van de intraoculaire druk blijft meer dan 24 uur na
een enkele dosis gehandhaafd.
Timolol is een niet-selectieve adrenerge blokker die geen intrinsiek sympathicomimetisch, direct
myocardonderdrukkend of membraanstabiliserend effect heeft. Uit tonografisch en fluorofotometrisch
onderzoek bij de mens blijkt dat het belangrijkste werkingsmechanisme is gerelateerd aan verminderde
kamervochtproductie en een lichte toename van de uitstroom.
Secundaire farmacologie
Na 7 dagen topische oculaire toediening (eenmaal daags 1,4 microgram) geeft travoprost bij konijnen
een significante verhoging van de doorbloeding van het uiteinde van de nervus opticus.
Farmacodynamische effecten
Klinische effecten
In een 12 maanden durend, gecontroleerd klinisch onderzoek bij patiënten met
openkamerhoekglaucoom of oculaire hypertensie en een gemiddelde IOD uitgangswaarde van 25 tot
27 mmHg was het gemiddelde IOD-verlagend effect van DuoTrav, eenmaal daags ’s morgens
toegediend, 8 tot 10 mmHg. De non-inferioriteit van DuoTrav in vergelijking met latanoprost
50 microgram/ml + timolol 5 mg/ml op de gemiddelde IOD-reductie werd aangetoond voor alle
meetpunten in het onderzoek.
In een 3 maanden durend, gecontroleerd klinisch onderzoek bij patiënten met
openkamerhoekglaucoom of oculaire hypertensie en een gemiddelde IOD uitgangswaarde van 27 tot
30 mmHg was het gemiddelde IOD-verlagend effect van DuoTrav, eenmaal daags ’s morgens
toegediend, 9 tot 12 mmHg, en 2 mmHg meer dan bij travoprost 40 microgram/ml eenmaal daags
’s avonds toegediend en 2 tot 3 mmHg meer dan bij timolol 5 mg/ml tweemaal daags toegediend.
Tijdens alle meetmomenten in het onderzoek werd na toediening van DuoTrav een statistisch
superieure reductie van de gemiddelde IOD in de ochtend (8 uur ’s morgens, 24 uur na de laatste dosis
DuoTrav) ten opzichte van travoprost waargenomen.
In twee 3 maanden durende, gecontroleerde klinische studies bij patiënten met
openkamerhoekglaucoom of oculaire hypertensie en een gemiddelde IOD uitgangswaarde van 23 tot
26 mmHg was het gemiddelde IOD-verlagend effect van DuoTrav, eenmaal daags ’s morgens
toegediend, 7 tot 9 mmHg. De gemiddelde IOD-verlaging was niet-inferieur, hoewel numeriek lager,
dan de verlaging bij de gelijktijdige behandeling met travoprost 40 microgram/ml eenmaal daags ’s
avonds en timolol 5 mg/ml eenmaal daags ’s morgens.
11
In een 6 weken durende, gecontroleerde klinische studie bij patiënten met openkamerhoekglaucoom of
oculaire hypertensie en een gemiddelde IOD uitgangswaarde van 24 tot 26 mmHg was het gemiddelde
IOD-verlagend effect van DuoTrav (met polyquaternium-1 als conserveermiddel), eenmaal daags ’s
morgens toegediend, 8 mmHg. Dit was equivalent aan het IOD-verlagend effect van DuoTrav (met
benzalkoniumchloride als conserveermiddel).
De inclusiecriteria waren voor alle studies dezelfde, met uitzondering van het IOD-deelnamecriterium
en de respons op voorafgaande IOD-behandelingen. De klinische ontwikkeling van DuoTrav omvatte
zowel patiënten die niet werden behandeld alsook patiënten die wel werden behandeld. Onvoldoende
respons op monotherapie was geen inclusiecriterium.
De beschikbare gegevens wijzen erop dat toediening ’s avonds enkele voordelen zou kunnen hebben
wat betreft gemiddelde IOD-reductie. Bij het voorschrift voor toediening in de ochtend of in de avond
moet men rekening houden met de voorkeur van de patiënt en zijn/haar mogelijkheden om het middel
volgens voorschrift te gebruiken.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Travoprost en timolol worden geabsorbeerd door de cornea. Travoprost is een ‘prodrug’ die een snelle
ester hydrolyse naar het werkzame vrije zuur ondergaat in de cornea. Na vijf dagen lang
eenmaaldaagse toediening van DuoTrav PQ bij gezonde proefpersonen (N=22) was het vrije zuur van
travoprost niet kwantificeerbaar in de plasmamonsters van het merendeel van de proefpersonen
(94,4 %) en een uur na toediening gewoonlijk niet detecteerbaar. Wanneer meetbaar, liepen de
gemeten concentraties (de kwantificatielimiet is
0,01 ng/ml) uiteen van 0,01 tot 0,03 ng/ml. De
gemiddelde steady state C
max
voor timolol was 1,34 ng/ml en de T
max
was ongeveer 0,69 uur na
eenmaaldaagse toediening van DuoTrav.
Distributie
Het vrije zuur van travoprost is de eerste uren meetbaar in het kamervocht van dieren. In het menselijk
plasma is het alleen tijdens het eerste uur na oculaire toediening van DuoTrav meetbaar. Timolol kan
gemeten worden in menselijk kamerwater na oculaire toediening van timolol en in plasma gedurende
maximaal 12 uur na oculaire toediening van DuoTrav.
Biotransformatie
Metabolisme is de belangrijkste eliminatieroute van zowel travoprost als het werkzame vrije zuur. De
systemische metabole routes lopen parallel aan die van het endogene prostaglandine F
2
, die worden
gekenmerkt door reductie van de 13-14 dubbele binding en oxidatie van de 15-hydroxyl en
-oxidatieve
splitsingen van de bovenste zijketen.
Timolol wordt gemetaboliseerd via twee routes. Eén route geeft een ethanolaminezijketen op de
thiadiazolring en de andere geeft een ethanolzijketen op de morfolinestikstof en een tweede
vergelijkbare zijketen met een carbonylgroep naast de stikstof. De plasma t
1/2
van timolol is 4 uur na
oculaire toediening van DuoTrav.
Eliminatie
Het vrije zuur van travoprost en zijn metabolieten worden voornamelijk via de nieren uitgescheiden.
Minder dan 2% van een oculaire dosis travoprost wordt als vrij zuur in de urine teruggevonden.
Timolol en zijn metabolieten worden hoofdzakelijk door de nieren uitgescheiden. Ongeveer 20% van
een dosis timolol wordt onveranderd in de urine uitgescheiden, de rest wordt uitgescheiden in de urine
in de vorm van metabolieten.
12
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Toediening van DuoTrav bij apen, tweemaal daags, bleek de ooglidspleet te vergroten en de
pigmentatie van de iris op vergelijkbare wijze als bij oculaire toediening van prostanoïden te
versterken.
DuoTrav met polyquaternium-1 als conserveermiddel induceerde op gekweekte humane
hoornvliescellen en na topische oculaire toediening bij konijnen een minimale toxiciteit van het
oogoppervlak in vergelijking met oogdruppels geconserveerd met benzalkoniumchloride.
Travoprost
Topische tweemaal daagse oculaire toediening van travoprost aan apen gedurende een jaar in
concentraties van maximaal 0,012% in het rechteroog veroorzaakte geen systemische toxiciteit.
Reproductietoxiciteitstudies met travoprost werden via de systemische weg verricht bij ratten, muizen
en konijnen. De bevindingen zijn gerelateerd aan de activiteit van de FP-receptoragonist in de uterus
met vroegtijdige embryoletaliteit, vruchtverlies na de implantatie en foetotoxiciteit. Bij drachtige
ratten resulteerde de systemische toediening van travoprost gedurende de periode van organogenese
bij doses die meer dan 200 keer zo hoog waren als de klinische dosis, in een verhoogde incidentie van
misvormingen. Er werden lage niveaus van radioactiviteit gemeten in het vruchtwater en in de foetale
weefsels bij drachtige ratten die
3
H-travoprost kregen toegediend. In reproductie- en
ontwikkelingsstudies werd een potent effect op vruchtverlies aangetoond, vooral bij ratten en muizen
(respectievelijk 180 pg/ml en 30 pg/ml plasma) bij blootstellingen van 1,2 tot 6 maal de klinische
blootstelling (tot 25 pg/ml).
Timolol
Niet-klinische gegevens duidden niet op een speciaal risico voor mensen voor timolol. Deze gegevens
zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij
herhaalde dosering, genotoxiciteit en carcinogeen potentieel. In reproductietoxiciteitsstudies met
timolol werd een vertraagde foetale ossificatie bij ratten aangetoond, echter zonder bijwerkingen op de
postnatale ontwikkeling (7000 maal de klinische dosering), en een toegenomen foetale resorptie bij
konijnen (14.000 maal de klinische dosering).
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Polyquaternium-1
Mannitol (E421)
Propyleenglycol (E1520)
Polyoxyethyleen gehydrogeneerde castorolie 40 (HCO-40)
Boorzuur
Natriumchloride
Natriumhydroxide en/of zoutzuur (om de pH in te stellen)
Gezuiverd water.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
13
6.3
2 jaar.
Houdbaarheid
Weggooien 4 weken na eerste opening.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
2,5 ml ovaal polypropyleen (PP) of lage densiteit polyethyleen (LDPE) flesje en PP of LDPE
druppelaar met PP schroefdop, in een beschermend foliezakje.
Verpakkingsgrootten van 1, 3 of 6 flesjes.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/338/001-6
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 24 april 2006
Datum van laatste verlenging: 07 oktober 2010
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
14
BIJLAGE II
A.
B.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
C.
D.
15
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
S.A. Alcon Couvreur N.V.
Rijksweg 14
B-2870 Puurs
België
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Siegfried El Masnou, S.A.
Camil Fabra 58
El Masnou
08320 Barcelona
Spanje
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
16
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
17
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
18
A. ETIKETTERING
19
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOSJE VOOR 1 FLESJE VAN 2,5 ml + DOOSJE VOOR 3 FLESJES VAN 2,5 ml + DOOSJE
VOOR 6 FLESJES VAN 2,5 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
DuoTrav 40 microgram/ml + 5 mg/ml oogdruppels, oplossing
travoprost/timolol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere ml oplossing bevat 40 microgram travoprost en 5 mg timolol (als timololmaleaat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat: Polyquaternium-1, mannitol (E421), propyleenglycol (E1520), polyoxyethyleen
gehydrogeneerde castorolie 40 (HCO-40), boorzuur, natriumchloride, natriumhydroxide en/of
zoutzuur (om de pH in te stellen), gezuiverd water.
Zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oogdruppels, oplossing.
1 x 2,5 ml
3 x 2,5 ml
6 x 2,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oculair gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
20
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Weggooien 4 weken na eerste opening.
Geopend:
Geopend (1):
Geopend (2):
Geopend (3):
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
1 x 2,5 ml – PP flesje
3 x 2,5 ml – PP flesje
6 x 2,5 ml – PP flesje
1 x 2,5 ml – LDPE flesje
3 x 2,5 ml – LDPE flesje
6 x 2,5 ml – LDPE flesje
EU/1/06/338/001
EU/1/06/338/002
EU/1/06/338/003
EU/1/06/338/004
EU/1/06/338/005
EU/1/06/338/006
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
duotrav
21
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
22
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET OP HET FLESJE
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG
DuoTrav 40 microgram/ml + 5 mg/ml oogdruppels
travoprost/timolol
Oculair gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Hier openen
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Weggooien 4 weken na eerste opening.
Geopend:
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
2,5 ml
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
23
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
FOLIEZAKJE
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG
DuoTrav 40 microgram/ml + 5 mg/ml oogdruppels
travoprost/timolol
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Weggooien 4 weken na eerste opening.
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
2,5 ml
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
24
B. BIJSLUITER
25
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
DuoTrav 40 microgram/ml + 5 mg/ml oogdruppels, oplossing
travoprost/timolol
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is DuoTrav en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel ?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is DuoTrav en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
DuoTrav oogdruppel oplossing is een combinatie van twee werkzame bestanddelen (travoprost en
timolol). Travoprost is een prostaglandine-analoog. Het werkt door de afvoer van waterige vloeistof
uit het oog te verhogen. Hierdoor wordt de druk in het oog verlaagd. Timolol is een bètablokker die de
productie van oogvocht vermindert. De twee bestanddelen werken samen om de oogdruk te verlagen.
DuoTrav oogdruppels worden gebruikt voor de behandeling van verhoogde druk in het oog bij
volwassenen, inclusief ouderen. Deze druk kan leiden tot een ziekte die glaucoom wordt genoemd.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor travoprost, prostaglandines, timolol, bètablokkers of voor een van de
andere stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
als u ademhalingsproblemen zoals astma, ernstige chronische obstructieve bronchitis (ernstige
longziekte die ademnood, ademhalingsmoeilijkheden en/of langdurig hoesten kan veroorzaken)
of andere ademhalingsproblemen heeft of heeft gehad.
als u een ernstige vorm van hooikoorts heeft.
als u een trage hartslag heeft, lijdt aan hartfalen of een hartritmestoornis (onregelmatige
hartslag) heeft.
als het oppervlak van uw oog troebel is.
Raadpleeg uw arts indien een van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is.
26
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt als u last heeft of heeft gehad van
een aandoening van de kransslagader van het hart (symptomen hiervan kunnen onder andere
zijn: pijn of beklemmend gevoel op de borst, ademnood of naar adem snakken), hartfalen, lage
bloeddruk.
verstoringen in de hartslag, zoals een trage hartslag.
ademhalingsproblemen, astma of chronische obstructieve longaandoening.
verminderde doorstroming van het bloed (zoals de ziekte van Raynaud of het syndroom van
Raynaud).
suikerziekte (omdat timolol de verschijnselen en symptomen van een laag suikergehalte in het
bloed kan verbergen).
overactiviteit van de schildklier (omdat timolol de verschijnselen en symptomen van een
aandoening van de schildklier kan verbergen).
myasthenia gravis (chronische neuromusculaire zwakte).
een staaroperatie.
oogontsteking.
Als u een operatie moet ondergaan, vertel dan uw arts dat u DuoTrav gebruikt, omdat timolol de
effecten van sommige geneesmiddelen die tijdens de anesthesie worden gebruikt, kan veranderen.
Als u een ernstige allergische reactie krijgt (huiduitslag, roodheid van het oog, jeukend oog) tijdens het
gebruik van DuoTrav, ongeacht de oorzaak, is behandeling met adrenaline mogelijk minder effectief.
Het is daarom belangrijk dat u uw arts vertelt dat u DuoTrav gebruikt indien u een andere behandeling
krijgt voorgeschreven.
DuoTrav kan de kleur van uw iris (het gekleurde gedeelte van uw oog) veranderen. Deze verandering
kan blijvend zijn.
DuoTrav kan de lengte, dikte, kleur en/of het aantal wimpers doen toenemen en kan ook leiden tot
ongewone haargroei op uw oogleden.
Travoprost kan door de huid worden opgenomen en mag daarom niet worden gebruikt door vrouwen
die zwanger zijn of zwanger proberen te worden. Als het geneesmiddel in contact komt met de huid,
moet deze onmiddellijk worden afgewassen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
DuoTrav mag niet gebruikt worden door kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast DuoTrav nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
DuoTrav kan de werking van andere geneesmiddelen beïnvloeden, en kan zelf ook door andere
geneesmiddelen, inclusief andere oogdruppels voor de behandeling van glaucoom, beïnvloed worden.
Vertel uw arts wanneer u geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen, geneesmiddelen voor uw hart,
inclusief kinidine (dat gebruikt wordt om hartaandoeningen of bepaalde vormen van malaria te
behandelen), geneesmiddelen om suikerziekte te behandelen of de geneesmiddelen fluoxetine of
paroxetine voor de behandeling van ernstige neerslachtigheid , gebruikt of van plan bent te gebruiken.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Gebruik DuoTrav niet als u zwanger bent, tenzij uw arts dit noodzakelijk vindt. Als u zwanger zou
kunnen raken, moet u een geschikt anticonceptiemiddel gebruiken zo lang u dit geneesmiddel
gebruikt.
27
Gebruik DuoTrav niet als u borstvoeding geeft. DuoTrav kan in uw melk terechtkomen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Mogelijk ziet u na het indruppelen van DuoTrav een tijdje wazig. DuoTrav kan bij sommige patiënten
ook hallucinaties (dingen zien, voelen of horen die er niet zijn), duizeligheid, zenuwachtigheid of
vermoeidheid veroorzaken.
Bestuur geen auto of ander voertuig of gebruik geen machines totdat deze klachten zijn verdwenen.
DuoTrav bevat gehydrogeneerde castorolie en propyleenglycol,
die huidreacties en -irritatie
kunnen veroorzaken.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen dosering is 1 druppel in het aangedane oog of de aangedane ogen eenmaal daags ’s
ochtends of ’s avonds. Gebruik het iedere dag op hetzelfde tijdstip.
Gebruik DuoTrav alleen in beide ogen als uw arts dat heeft gezegd.
Gebruik DuoTrav uitsluitend als oogdruppels.
1
2
3
4
Scheur vlak voordat u een flesje voor de eerste keer gebruikt het beschermende foliezakje
(figuur 1) open, neem het flesje eruit en noteer de datum van opening op de daarvoor
aangegeven ruimte op het etiket.
Zorg dat u een spiegel bij de hand heeft.
Was uw handen.
Draai de dop van het flesje.
Houd het flesje ondersteboven vast tussen uw duim en vingers.
Houd uw hoofd achterover. Trek uw onderste ooglid met een schone vinger naar beneden tot er
een 'zakje' tussen het ooglid en uw oog ontstaat. De druppel moet hierin vallen (figuur 2).
Breng de druppelaar van het flesje dicht bij uw oog. Gebruik hiervoor zo nodig de spiegel.
Zorg ervoor dat de druppelaar niet in contact komt met uw oog of ooglid, het gebied rond het
oog of andere oppervlakken. Het zou de druppels kunnen besmetten.
Knijp voorzichtig in het flesje zodat er één druppel DuoTrav per keer vrijkomt (figuur 3). Als
een druppel naast uw oog terechtkomt, probeer het dan nog eens.
Druk na het gebruik van DuoTrav 2 minuten met uw vinger in de hoek van uw oog bij uw neus
(figuur 4). Dit helpt te voorkomen dat DuoTrav zich naar de rest van het lichaam verspreidt.
Als u DuoTrav in beide ogen dient te gebruiken, herhaal bovenvermelde handelingen dan voor
uw andere oog.
Draai direct na gebruik de dop weer stevig op het flesje.
Gebruik maar één flesje per keer. Maak het beschermende foliezakje niet open totdat u het flesje
gaat gebruiken.
28
Gebruik DuoTrav zo lang als uw arts heeft aangegeven.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als u meer DuoTrav heeft gebruikt dan u zou mogen, spoel het oog dan goed uit met warm water.
Breng geen druppels meer in uw oog tot het tijd is voor uw volgende dosis.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Wanneer u vergeten bent DuoTrav te gebruiken, wacht dan tot het tijd is voor de volgende dosis.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. U mag niet meer dan één druppel per dag
in het aangedane oog/de aangedane ogen gebruiken.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Als u stopt met het gebruik van DuoTrav zonder hierover eerst met uw arts te praten, kan uw oogdruk
niet onder controle zijn wat kan leiden tot verlies van het gezichtsvermogen.
Als u naast DuoTrav ook andere oogdruppels gebruikt, wacht dan ten minste 5 minuten tussen het
aanbrengen van DuoTrav en de andere druppels.
Als u zachte contactlenzen draagt, gebruik dan de oogdruppels niet met uw lenzen in. Wacht
15 minuten na het indruppelen voordat u uw lenzen weer inzet.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Over het algemeen kunt u de druppels blijven gebruiken, tenzij de bijwerkingen ernstig zijn. Als u zich
zorgen maakt, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Stop niet met het gebruik van DuoTrav zonder eerst
uw arts te spreken.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij meer dan 1 op de 10 mensen)
Effecten op het oog
Roodheid van de ogen.
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 mensen)
Effecten op het oog
Ontsteking en beschadiging van het oogoppervlak, oogpijn, wazig zien, abnormaal zicht, droog oog,
jeukend oog, ongemak in het oog, klachten en symptomen van oogirritatie (bijv. brandend of stekend
gevoel).
Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 100 mensen)
Effecten op het oog
Ontsteking van het oogoppervlak, ontsteking van het ooglid, zwelling van het oogbindvlies, toename
van de groei van de wimpers, ontsteking van de iris, ontsteking in het oog, gevoeligheid voor licht,
verminderd zicht, vermoeide ogen, oogallergie, zwelling van het oog, verhoogde traanproductie,
roodheid van de oogleden, verkleuring van het ooglid, donker worden van de huid (rond het oog).
Algemene bijwerkingen
Allergische reactie op het actief bestanddeel, duizeligheid, hoofdpijn, verhoogde of verlaagde
bloeddruk, kortademigheid, overmatige haargroei, druppels achter in de keel, huidontsteking en jeuk,
vertraagde hartslag.
29
Zelden voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 1.000 mensen)
Effecten op het oog
Dunner worden van het oogoppervlak, ontsteking van de ooglidklieren, gebarsten bloedvat in het oog,
korstvorming op het ooglid, abnormale positie van de wimpers, abnormale groei van de wimpers.
Algemene bijwerkingen
Zenuwachtigheid, onregelmatige hartslag, haaruitval, afwijkingen van de stem,
ademhalingsproblemen, hoesten, geïrriteerde keel, netelroos, abnormale bloedtesten van de lever,
verkleuring van de huid, dorst, vermoeidheid, ongemak in de neus, donker gekleurde urine, pijn in
handen en voeten.
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Effecten op het oog
Hangend ooglid (waardoor het oog half gesloten is), verzonken ogen (dieper liggende ogen),
veranderingen in de kleur van de iris (gekleurde gedeelte van het oog).
Algemene bijwerkingen
(Huid)uitslag, hartfalen, pijn op de borst, beroerte, flauwvallen, depressie, astma, versnelde hartslag,
gevoelloosheid of tintelend gevoel, hartkloppingen, zwelling van de onderste ledematen, onaangename
smaak.
Aanvullend:
DuoTrav is een combinatie van twee werkzame bestanddelen, travoprost en timolol. Zoals andere
geneesmiddelen die in de ogen toegediend worden, worden travoprost en timolol (een bètablokker)
opgenomen in het bloed. Dit kan leiden tot soortgelijke bijwerkingen als bij bètablokkerende
geneesmiddelen die via de mond of via injectie toegediend worden. De mate waarin bijwerkingen na
toediening in de ogen voor kunnen komen is lager dan na toediening via de mond of via injectie.
De bijwerkingen die hieronder worden vermeld, omvatten reacties die waargenomen zijn bij de klasse
van bètablokkers die gebruikt worden voor de behandeling van oogaandoeningen of reacties alleen
waargenomen met travoprost:
Effecten op het oog
Ontsteking van het ooglid, ontsteking van het hoornvlies, loslating van de laag onder het netvlies dat
bloedvaten bevat na een filtratieoperatie waardoor stoornissen in het gezichtsvermogen kunnen
ontstaan, verminderde gevoeligheid van het hoornvlies, erosie van het hoornvlies (beschadiging van de
buitenste laag van het oog), dubbelzien, oogafscheiding, zwelling rond het oog, jeukend ooglid, naar
buiten draaien van ooglid met roodheid, irritatie en overmatige tranen, wazig zien (teken van
vertroebeling van de ooglens), zwelling van een deel van het oog (uvea), eczema van de oogleden,
halogezicht, verminderd gevoel in het oog, pigmentatie in het oog, verwijde pupillen, verandering in
wimperkleur, verandering in de textuur van de wimpers, abnormaal gezichtsveld.
Algemene bijwerkingen
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen:
duizeligheid met draaiend gevoel, oorsuizen.
Hart en bloedsomloop:
trage hartslag, hartkloppingen, ophoping van vocht (oedeem), veranderingen in
het ritme of snelheid van de hartslag, congestief hartfalen (hartaandoening met kortademigheid en
zwelling van voeten en benen door ophoping van vocht), bepaalde stoornis in het hartritme, hartaanval,
lage bloeddruk, fenomeen van Raynaud, koude handen en voeten, verminderde bloedtoevoer naar de
hersenen.
Ademhaling:
verstopping van de luchtwegen in de longen (met name bij patiënten met een bestaande
aandoening), loopneus of verstopte neus, niezen (wegens allergie), moeilijkheden met ademhalen,
neusbloeding, droge neus.
30
Zenuwstelsel- en algemene aandoeningen:
moeilijkheden met slapen (slapeloosheid), nachtmerries,
geheugenverlies, hallucinaties (dingen zien, voelen of horen die er niet zijn), verlies van kracht en
energie, angst (overmatig emotioneel leed).
Maag en darmen:
veranderingen in smaak, misselijkheid, spijsverteringsmoeilijkheden, diarree, droge
mond, buikpijn, braken en obstipatie.
Allergie:
toegenomen allergische symptomen, algemene allergische reacties waaronder onderhuidse
zwelling die kan voorkomen in gebieden zoals het gezicht en de armen en benen en kan leiden tot het
blokkeren van de luchtwegen waardoor slik- of ademhalingsproblemen ontstaan, plaatselijke en
verspreide huiduitslag, jeuk, plotseling optredende ernstige levensbedreigende allergische reactie.
Huid:
huiduitslag met een wit zilverkleurig uiterlijk (psoriasis-achtige uitslag) of verergering van
psoriasis, vervellen van de huid, abnormale haartextuur, ontsteking van de huid met jeukende uitslag
en roodheid, haarkleur verandering, verlies van wimpers, jeuk, abnormale haargroei, roodheid van de
huid.
Spieren:
verergering van de verschijnselen en symptomen van myasthenia gravis (een bepaalde
spieraandoening), ongewoon gevoel als prikkelingen en tintelingen, spierzwakte of vermoeide spieren,
spierpijn niet veroorzaakt door lichaamsbeweging, gewrichtspijn.
Nier- en urinewegaandoeningen:
moeite en pijn bij het plassen, ongewild urineverlies.
Voortplanting:
verstoorde seksuele functie, minder zin in seks.
Stofwisseling:
laag bloedsuikergehalte, toename van prostaatkankermerker.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het flesje en
het doosje na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C.
Om het risico op infecties te voorkomen, moet u het flesje 4 weken nadat u het voor het eerst heeft
geopend, weggooien. Noteer de datum van opening op de daarvoor aangegeven ruimte op het etiket
van het flesje en het doosje telkens u met een nieuw flesje begint.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
31
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn travoprost en timolol. Iedere ml oplossing bevat
40 microgram travoprost en 5 mg timolol (als timololmaleaat).
De andere stoffen in dit middel zijn polyquaternium-1, mannitol (E421), propyleenglycol
(E1520), polyoxyethyleen gehydrogeneerde castorolie 40, boorzuur, natriumchloride,
natriumhydroxide of zoutzuur (voor het instellen van de pH), gezuiverd water.
Zeer kleine hoeveelheden natriumhydroxide of zoutzuur zijn toegevoegd om de zuurgraad (pH)
op peil te houden.
Hoe ziet DuoTrav eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
DuoTrav is een vloeistof (een heldere en kleurloze oplossing) die wordt geleverd in een plastic flesje
van 2,5 ml met een schroefdop. Elk flesje is verpakt in een beschermend foliezakje.
Er zijn verpakkingen met 1, 3 of 6 flesjes.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
Fabrikant
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
S.A. Alcon-Couvreur N.V.
Rijksweg 14
B-2870 Puurs
België
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Siegfried El Masnou, S.A.
Camil Fabra 58
El Masnou
08320 Barcelona
Spanje
32
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
България
Novartis Bulgaria EOOD
Тел.: +359 2 489 98 28
Česká republika
Novartis s.r.o.
Tel: +420 225 775 111
Danmark
Novartis Healthcare A/S
Tlf: +45 39 16 84 00
Deutschland
Novartis Pharma GmbH
Tel: +49 911 273 0
Eesti
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 66 30 810
Ελλάδα
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Τηλ: +30 210 281 17 12
España
Novartis Farmacéutica, S.A.
Tel: +34 93 306 42 00
France
Novartis Pharma S.A.S.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Hrvatska
Novartis Hrvatska d.o.o.
Tel. +385 1 6274 220
Ireland
Novartis Ireland Limited
Tel: +353 1 260 12 55
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Novartis Farma S.p.A.
Tel: +39 02 96 54 1
Lietuva
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tel: +370 5 269 16 50
Luxembourg/Luxemburg
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Magyarország
Novartis Hungária Kft.
Tel.: +36 1 457 65 00
Malta
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +356 2122 2872
Nederland
Novartis Pharma B.V.
Tel: +31 88 04 52 111
Norge
Novartis Norge AS
Tlf: +47 23 05 20 00
Österreich
Novartis Pharma GmbH
Tel: +43 1 86 6570
Polska
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 375 4888
Portugal
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tel: +351 21 000 8600
România
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel: +40 21 31299 01
Slovenija
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +386 1 300 75 50
Slovenská republika
Novartis Slovakia s.r.o.
Tel: + 421 2 5542 5439
Suomi/Finland
Novartis Finland Oy
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200
33
Κύπρος
Novartis Pharma Services Inc.
Τηλ: +357 22 690 690
Latvija
SIA Novartis Baltics
Tel: +371 67 887 070
Sverige
Novartis Sverige AB
Tel: +46 8 732 32 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Novartis Ireland Limited
Tel: +44 1276 698370
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
34












BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
DuoTrav 40 microgram/ml + 5 mg/ml oogdruppels, oplossing

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIVE SAMENSTELLING
Iedere ml oplossing bevat 40 microgram travoprost en 5 mg timolol (als timololmaleaat).
Hulpstoffen met bekend effect
Iedere ml oplossing bevat 10 microgram polyquaternium-1 (POLYQUAD), 7,5 mg propyleenglycol en
1 mg polyoxyethyleen gehydrogeneerde castorolie 40 (zie rubriek 4.4).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oogdruppels, oplossing (oogdruppels).
Heldere, kleurloze oplossing.

4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
DuoTrav is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor verlaging van de intraoculaire druk (IOD)
bij patiënten met openkamerhoekglaucoom of oculaire hypertensie die onvoldoende reageren op
topische bètablokkers of prostaglandine-analogen (zie rubriek 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering
Gebruik bij volwassenen, inclusief ouderen
De dosis is één druppel DuoTrav eenmaal daags, 's morgens of 's avonds, in de conjunctivale zak van
het (de) aangedane oog (ogen). Het moet iedere dag op hetzelfde tijdstip worden toegediend.
Als een dosis wordt vergeten, wordt de behandeling volgens schema voortgezet met de volgende
dosis. De dagelijkse dosis mag niet hoger zijn dan één druppel in het (de) aangedane oog (ogen).
Bijzondere patiëntengroepen
Lever- en nierfunctiestoornissen
Er is geen onderzoek verricht met DuoTrav of met timolol 5 mg/ml oogdruppels bij patiënten met
lever- of nierfunctiestoornissen.
Travoprost is onderzocht bij patiënten met lichte tot ernstige leverfunctiestoornissen en bij patiënten
met lichte tot ernstige nierfunctiestoornissen (creatinineklaring zo laag als 14 ml/min). Bij deze
patiënten was aanpassing van de dosis niet nodig.
Het is onwaarschijnlijk dat de dosis DuoTrav aangepast moet worden bij patiënten met lever- of
nierfunctiestoornissen (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van DuoTrav bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar zijn niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor oculair gebruik.
Het beschermende foliezakje moet vlak vóór het eerste gebruik worden verwijderd door de patiënt.
Om besmetting van de druppelaar en de oplossing te voorkomen, mag de druppelaar van het flesje niet
in contact komen met de oogleden, het omringende gedeelte of andere oppervlakken.
Systemische absorptie wordt verminderd wanneer nasolacrimale occlusie wordt toegepast of wanneer
de oogleden 2 minuten worden gesloten. Hierdoor kunnen systemische bijwerkingen verminderen en
kan de lokale werkzaamheid toenemen (zie rubriek 4.4).
Indien meer dan één topisch oftalmisch geneesmiddel wordt gebruikt, moeten deze geneesmiddelen
met een tussenperiode van minimaal 5 minuten worden toegediend (zie rubriek 4.5).
Wanneer een ander oftalmisch antiglaucoommiddel wordt vervangen door DuoTrav, moet het gebruik
van het andere middel worden stopgezet en moet de volgende dag met DuoTrav worden begonnen.
Patiënten moeten geïnstrueerd worden hun zachte contactlenzen te verwijderen vóór toediening van
DuoTrav en 15 minuten te wachten na indruppeling van de dosis voordat zij hun contactlenzen weer
kunnen inzetten (zie rubriek 4.4).
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Overgevoeligheid voor andere bètablokkers.
Reactieve luchtwegaandoeningen, waaronder astma bronchiale of een anamnese van astma bronchiale,
ernstige chronische obstructieve longziekte.
Sinus bradycardie, sick-sinus syndroom inclusief sino-atriaal blok, tweede- of derdegraads
atrioventriculair blok niet gereguleerd door een pacemaker. Manifest hartfalen, cardiogene shock.
Ernstige allergische rhinitis en corneale dystrofie.
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik

Systemische effecten
Net als andere topisch toegediende oftalmische geneesmiddelen, worden travoprost en timolol
systemisch geabsorbeerd. Door het bèta-adrenerge bestanddeel, timolol, kunnen dezelfde
cardiovasculaire, pulmonale en andere bijwerkingen optreden als waargenomen bij systemische bèta-
adrenerge blokkerende geneesmiddelen. De incidentie van systemische bijwerkingen na topische
oftalmische toediening is lager dan na systemische toediening. Voor informatie over hoe systemische
absorptie te verminderen, zie rubriek 4.2.
Hartaandoeningen
Bij patiënten met hart- en vaatziekten (zoals coronaire hartziekte, Prinzmetal angina pectoris en
hartfalen) en hypotensie moet therapie met bètablokkers kritisch worden beoordeeld en therapie met
andere werkzame bestanddelen moet overwogen worden. Patiënten met hart- en vaatziekten moeten
worden gecontroleerd op verschijnselen van verslechtering van deze aandoeningen en op
bijwerkingen.
Vanwege hun negatieve effect op de geleidingstijd, moeten bètablokkers met voorzichtigheid worden
toegediend aan patiënten met een eerstegraads hartblok.
Bloedvataandoeningen
Patiënten met ernstige perifere circulatiestoornissen/aandoeningen (te weten ernstige vormen van de
ziekte van Raynaud of het syndroom van Raynaud) moeten met voorzichtigheid worden behandeld.
Ademhalingsstelselaandoeningen
Ademhalingsstelselreacties, met inbegrip van overlijden door bronchospasmen bij patiënten met
astma, zijn waargenomen na toediening van sommige oftalmische bètablokkers.
DuoTrav moet met voorzichtigheid worden toegepast bij patiënten met een lichte/matige chronische
obstructieve pulmonale aandoening (COPD) en alleen wanneer de potentiële voordelen opwegen tegen
de potentiële risico's.
Hypoglykemie/diabetes
Bètablokkers moeten met voorzichtigheid worden toegediend aan patiënten met spontane
hypoglykemieën of aan patiënten met labiele diabetes, omdat bètablokkers de verschijnselen en
symptomen van acute hypoglykemie kunnen maskeren.
Spierzwakte
Bèta-adrenerge blokkerende geneesmiddelen kunnen spierzwakte bevorderen in overeenstemming met
bepaalde myasthene symptomen (bijv. diplopie, ptosis en algemene zwakte).
Aandoeningen van de cornea
Oftalmische bètablokkers kunnen droge ogen veroorzaken. Patiënten met een aandoening van de
cornea moeten met voorzichtigheid worden behandeld.
Choroïdloslating
Choroïdloslating is gerapporteerd na toediening van geneesmiddelen die kamerwater verminderen
(zoals timolol, acetazolamide) na filtratieprocedures.
Andere bètablokkers
Het effect op de intra-oculaire druk of de bekende effecten van systemische bètablokkade kunnen
worden versterkt wanneer timolol wordt toegediend aan patiënten die al een systemisch
bètablokkerend geneesmiddel gebruiken. De reactie van deze patiënten moet nauwlettend in de gaten
worden gehouden. Het gebruik van twee topische bètablokkers wordt niet aanbevolen (zie
rubriek 4.5).
Anesthesie tijdens chirurgie
Oftalmische bètablokkerende middelen kunnen de systemische bèta-agonistische effecten van
bijvoorbeeld adrenaline blokkeren. De anesthesist moet geïnformeerd worden wanneer de patiënt
timolol gebruikt.
Hyperthyreoïdie
Bètablokkers kunnen de verschijnselen van hyperthyreoïdie maskeren.
Contact met de huid
Prostaglandinen en prostaglandine-analogen zijn biologisch actieve stoffen die via de huid
geabsorbeerd kunnen worden. Vrouwen die zwanger zijn of zwanger proberen te raken, moeten
passende voorzorgsmaatregelen treffen om direct contact met de inhoud van het flesje te vermijden.
Mocht er toch contact zijn met een aanzienlijke hoeveelheid van de inhoud van het flesje, dan moet het
blootgestelde gebied onmiddellijk grondig worden gereinigd.
Anafylactische reacties
Patiënten met een anamnese van atopie of van ernstige anafylactische reacties op uiteenlopende
allergenen kunnen tijdens het gebruik van bètablokkers gevoeliger zijn voor herhaalde blootstelling
aan dergelijke allergenen en kunnen mogelijk niet reageren op de gebruikelijke dosis adrenaline
gebruikt voor de behandeling van anafylactische reacties.
Gelijktijdig gebruik met andere geneesmiddelen
Timolol kan interacties geven met andere geneesmiddelen (zie rubriek 4.5).
Het gebruik van twee lokale prostaglandines wordt niet aanbevolen.
Oculaire effecten
Travoprost kan de kleur van het oog geleidelijk veranderen door toename van het aantal melanosomen
(pigmentkorrels) in de melanocyten. Voordat de behandeling wordt gestart, moet de patiënten worden
verteld dat de kleur van hun ogen blijvend kan veranderen. Eenzijdige behandeling kan permanente
heterochromie tot gevolg hebben. De langetermijneffecten op de melanocyten en de gevolgen daarvan
zijn op dit moment onbekend. De verandering van de kleur van de iris verloopt traag en kan maanden
tot jaren onopgemerkt blijven. De verandering in oogkleur werd vooral gezien bij patiënten met
meerkleurige irissen, bijv. blauwbruin, grijsbruin, geelbruin en groenbruin, maar werd ook
waargenomen bij patiënten met bruine ogen. Kenmerkend is dat de bruine pigmentatie rond de pupil
zich concentrisch uitbreidt naar de periferie van de aangedane ogen, maar ook de hele iris of delen
ervan kunnen bruiner worden. Na stopzetting van de behandeling werd er geen verdere toename van
de bruine verkleuring van de iris waargenomen.
In gecontroleerde klinische studies werd bij het gebruik van travoprost een donkere verkleuring van de
periorbitale huid en/of de oogleden gerapporteerd.
Periorbitale veranderingen en veranderingen van het ooglid, zoals het dieper worden van de sulcus van
het ooglid, zijn waargenomen met prostaglandineanalogen.
Travoprost kan de wimpers van het (de) behandelde oog (ogen) geleidelijk veranderen. In klinische
studies werden bij ongeveer de helft van de patiënten de volgende veranderingen waargenomen:
toename van lengte, dikte, pigmentatie van de wimpers en/of van het aantal wimpers. Het mechanisme
van deze veranderingen van de wimpers en hun gevolgen op lange termijn is op dit moment niet
bekend.
Uit studies bij apen is gebleken dat travoprost een kleine vergroting van de ooglidspleet veroorzaakte.
Dit effect werd echter niet waargenomen tijdens de klinische studies en wordt beschouwd als zijnde
soortspecifiek.
Er is geen ervaring met DuoTrav bij inflammatoire oogaandoeningen, noch bij neovasculair,
geslotenkamerhoek-, nauwekamerhoek- of aangeboren glaucoom en slechts beperkte ervaring bij
thyroïdgerelateerde oogaandoeningen, openkamerhoekglaucoom bij pseudofake patiënten en bij
pigmentair of pseudo-exfoliatief glaucoom.
Macula-oedeem is gerapporteerd bij de behandeling met prostaglandine F2 analogen. Voorzichtigheid
is geboden bij gebruik van DuoTrav bij afake patiënten, pseudofake patiënten met een gescheurd
achterste lenskapsel of voorste oogkamerlenzen, of bij patiënten met bekende risicofactoren voor
cystoïd maculaoedeem.
Bij patiënten met bekende predisponerende risicofactoren voor iritis/uveïtis en bij patiënten met een
actieve ontsteking in het oog kan DuoTrav met voorzichtigheid worden gebruikt.
Hulpstoffen
DuoTrav bevat propyleenglycol dat huidirritatie kan veroorzaken.
DuoTrav bevat polyoxyethyleen gehydrogeneerde castorolie 40, dat huidreacties kan veroorzaken.
Patiënten moeten geïnstrueerd worden vóór toediening van DUOTRAV hun contactlenzen te
verwijderen en 15 minuten te wachten na indruppeling van de dosis voordat zij hun contactlenzen
weer kunnen inzetten (zie rubriek 4.2).
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar specifieke geneesmiddeleninteracties uitgevoerd met travoprost of timolol.
Er bestaat een kans op additieve effecten die leiden tot hypotensie en/of duidelijke bradycardie
wanneer een oftalmische oplossing met een bètablokker gelijktijdig wordt gebruikt met orale
calciumkanaalblokkers, bèta-adrenerge blokkerende middelen, antiarrhythmica (inclusief amiodaron),
digitalisglycosiden, parasympathicomimetica of guanethidine.
Bètablokkers kunnen de hypertensieve reactie na plotseling stoppen met gebruik van clonidine
potentiëren.
Bij gelijktijdige behandeling met CYP2D6-remmers (zoals kinidine, fluoxetine, paroxetine) en timolol
is een krachtigere systemische bètablokkade (zoals vertraagde hartslag, depressie) waargenomen.
Mydriasis als gevolg van het gelijktijdig gebruik van oftalmische bètablokkers en adrenaline
(epinefrine) werd af en toe gerapporteerd.
Bètablokkers kunnen het hypoglykemisch effect van antidiabetica verhogen en de tekenen en
symptomen van hypoglykemie maskeren (zie rubriek 4.4).
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd/anticonceptie
DuoTrav mag niet worden gebruikt door vrouwen die zwanger kunnen worden, tenzij afdoende
anticonceptieve maatregelen zijn genomen (zie rubriek 5.3).
Zwangerschap
Travoprost heeft schadelijke farmacologische effecten tijdens de zwangerschap en/of op de
foetus/pasgeborene.
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van DuoTrav of de afzonderlijke
componenten ervan bij zwangere vrouwen. Timolol mag niet gebruikt worden tijdens de
zwangerschap tenzij strikt noodzakelijk.
Epidemiologisch onderzoek toonde geen misvormende effecten aan. Wanneer bètablokkers oraal
worden toegediend, is echter een risico op remming van de intra-uteriene groei waargenomen.
Bovendien werden verschijnselen en symptomen van bètablokkade (zoals bradycardie, hypotensie,
ademnood en hypoglykemie) bij de neonaat waargenomen wanneer bètablokkers werden toegediend
tot aan de bevalling. Als DuoTrav wordt toegediend tot aan de bevalling moet de neonaat tijdens
zijn/haar eerste levensdagen nauwlettend worden gecontroleerd.
DuoTrav mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk. Voor
informatie over hoe systemische absorptie te verminderen, zie rubriek 4.2.
Borstvoeding
Het is niet bekend of travoprost uit oogdruppels in de moedermelk wordt uitgescheiden. In
dierproeven is uitscheiding van travoprost en metabolieten in moedermelk aangetoond. Timolol wordt
uitgescheiden in de moedermelk en kan ernstige bijwerkingen veroorzaken bij de zuigeling. Bij
therapeutische doses timolol in oogdruppels is het echter onwaarschijnlijk dat de hoeveelheid in de
moedermelk voldoende is om klinische symptomen van bètablokkade bij het kind te veroorzaken.
Voor informatie over hoe systemische absorptie te verminderen, zie rubriek 4.2.
Het gebruik van DuoTrav door vrouwen die borstvoeding geven wordt niet aangeraden.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over de effecten van DuoTrav op de humane vruchtbaarheid. Dierstudies tonen
aan dat travoprost geen effect heeft op de vruchtbaarheid bij doses tot 75 keer de aanbevolen
maximale humane oculaire dosis, terwijl geen relevant effect van timolol werd waargenomen op dit
dosisniveau.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen

DuoTrav heeft geringe invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
Zoals met elke oogdruppel kunnen tijdelijk wazig zien of andere visuele stoornissen optreden. Als de
patiënt na het indruppelen wazig ziet, moet hij/zij wachten tot het gezichtsvermogen weer is hersteld
alvorens een voertuig te besturen of een machine te bedienen. DuoTrav kan ook hallucinaties,
duizeligheid, zenuwachtigheid en/of vermoeidheid veroorzaken (zie rubriek 4.8), wat de rijvaardigheid
en het vermogen om machines te bedienen kan beïnvloeden. Patiënten moeten geadviseerd worden om
niet te rijden en geen machines te bedienen als deze symptomen optreden.
4.8 Bijwerkingen

Samenvatting van het veiligheidsprofiel
In klinische onderzoeken met 2.170 patiënten die behandeld werden met DuoTrav, was de meest
gemelde bijwerking die met de behandeling in verband kon worden gebracht oculaire hyperemie
(12,0%).
Samenvatting van de bijwerkingen in tabelvorm
De bijwerkingen opgesomd in onderstaande tabel zijn waargenomen in klinische studies of zijn door
postmarketing-ervaringen vastgesteld. Zij zijn gerangschikt naar systeem/orgaanklasse en ingedeeld
volgens de volgende conventie: zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100 tot <1/10), soms
( 1/1.000 tot < 1/100), zelden ( 1/10.000 tot < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000), of niet bekend
(kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden
bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Systeem/orgaanklasse
Frequentie
Bijwerking
Immuunsysteemaandoeningen
Soms
Overgevoeligheid
Psychische stoornissen
Zelden
Zenuwachtigheid
Niet bekend
Hallucinaties*, Depressie
Zenuwstelselaandoeningen
Soms
Duizeligheid, hoofdpijn
Niet bekend
Cerebrovasculair accident, syncope, paresthesie
Oogaandoeningen
Zeer vaak
Oculaire hyperemie
Vaak
Keratitis punctata, oogpijn, visuele stoornis,
gezichtsvermogen wazig, droog oog, oogpruritus,
ongemak in het oog, irritatie van het oog
Soms
Keratitis, iritis, conjunctivitis, ontsteking van de
voorste oogkamer, blefaritis, fotofobie,
verminderde gezichtsscherpte, asthenopie,
zwelling van het oog, verhoogde traanproductie,
erytheem van het ooglid, groei van de wimpers,
oogallergie, conjunctivaal oedeem, ooglidoedeem
Zelden
Cornea-erosie, meibom-ontsteking, conjunctivale
hemorragie, korstvorming op het ooglid,
trichiasis, distichiasis
Niet bekend
Macula-oedeem, ooglidptose, ooglidsulcus
verdiept, iris hyperpigmentatie, cornea-
aandoening
Hartaandoeningen
Soms
Bradycardie
Zelden
Aritmie, onregelmatige hartslag
Niet bekend
Hartfalen, tachycardie, pijn op de borst,
hartkloppingen
Bloedvataandoeningen
Soms
Hypertensie, hypotensie
Niet bekend
Perifeer oedeem
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en Soms
Dyspnoea, postnasale drip
mediastinumaandoeningen
Zelden
Dysfonie, bronchospasme, hoest, irritatie van de
keel, orofaryngeale pijn, neusongemak
Niet bekend
Astma
Maagdarmstelselaandoeningen
Niet bekend
Dysgeusie
Lever- en galaandoeningen
Zelden
Alanineaminotransferase verhoogd,
aspartaataminotransferase verhoogd
Huid- en onderhuidaandoeningen Soms
Contactdermatitis, hypertrichose,
huidhyperpigmentatie (perioculair)
Zelden
Urticaria, verkleuring van de huid, alopecia
Niet bekend
Rash
Skeletspierstelsel- en
Zelden
Pijn in extremiteit
bindweefselaandoeningen
Nier- en urinewegaandoeningen
Zelden
Chromaturie
Algemene aandoeningen en
Zelden
Dorst, vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen
* bijwerkingen waargenomen bij timolol.
Aanvullende bijwerkingen die voor één van de werkzame stoffen werden vastgesteld en die mogelijk
kunnen voorkomen met DuoTrav:
Travoprost
Systeem/orgaanklasse
MedDRA voorkeursterm
Immuunsysteemaandoeningen
Seizoensgebonden allergie
Psychische stoornissen
Angst, insomnia
Oogaandoeningen
Uveïtis, conjunctivale follikels, oogafscheiding,
periorbitaal oedeem, oogledenjeuk, ectropion,
cataract, iridocyclitis, oftalmische herpes simplex,
oogontsteking, fotopsie, eczeem van oogleden,
halogezicht, ooghypo-esthesie, voorste oogkamer
pigmentatie, mydriase, hyperpigmentatie van
wimpers, wimperverdikking, gezichtsvelduitval
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Vertigo, tinnitus
Bloedvataandoeningen
Bloeddruk diastolisch verlaagd, bloeddruk systolisch
verhoogd
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en
Astma verergerd, rhinitis allergisch, bloedneus,
mediastinumaandoeningen
luchtwegaandoening, neusverstopping, nasale
droogheid
Maagdarmstelselaandoeningen
Peptisch ulcus gereactiveerd, maag-
darmstelselaandoening, diarree, obstipatie, droge
mond, abdominale pijn, nausea, braken
Huid- en onderhuidaandoeningen
Huidexfoliatie, haartextuur abnormaal, dermatitis
allergisch, haarkleur verandering, madarose, pruritus,
haargroei abnormaal, erytheem
Skeletspierstelsel- en
Skeletspierstelselpijn, artralgie
bindweefselaandoeningen
Nier- en urinewegaandoeningen
Dysurie, urine-incontinentie
Algemene aandoeningen en
Asthenie
toedieningsplaatsstoornissen
Onderzoeken
Prostaatspecifiek antigeen verhoogd
Timolol
Zoals andere topisch toegediende oftalmische geneesmiddelen wordt timolol systemisch geabsorbeerd.
Dit kan leiden tot vergelijkbare bijwerkingen als bij systemische bètablokkers. De aanvullende
bijwerkingen die hieronder genoemd worden, bevatten de reacties waargenomen binnen de klasse van
oftalmische bètablokkers. De incidentie van systemische bijwerkingen na topische oftalmische
toediening is lager dan na systemische toediening. Voor informatie over hoe systemische absorptie te
verminderen, zie rubriek 4.2.
Systeem/orgaanklasse
MedDRA voorkeursterm
Immuunsysteemaandoeningen
Systemische allergische reacties waaronder angio-
oedeem, urticaria, plaatselijke en gegeneraliseerde
uitslag, pruritus, anafylaxie
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Hypoglykemie
Psychische stoornissen
Hallucinaties, insomnia, nachtmerries,
geheugenverlies
Zenuwstelselaandoeningen
Cerebrale ischemie, verergering van de verschijnselen
en symptomen van myasthenia gravis
Oogaandoeningen
Verschijnselen en symptomen van oculaire irritatie
(zoals branden, prikken, jeuken, tranen, roodheid),
choroïdloslating na filtratiechirurgie (zie rubriek 4.4),
verminderde corneagevoeligheid, diplopie
Hartaandoeningen
Oedeem, congestief hartfalen, atrioventriculair blok,
hartstilstand
Bloedvataandoeningen
Fenomeen van Raynaud, koude handen en voeten
Maagdarmstelselaandoeningen
Nausea, dyspepsie, diarree, droge mond, buikpijn,
braken
Huid- en onderhuidaandoeningen
Psoriasisachtige uitslag of verergering van psoriasis
Skeletspierstelsel- en
Myalgie
bindweefselaandoeningen
Voortplantingsstelsel- en
Seksuele disfunctie, verminderd libido
borstaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Asthenie
toedieningsplaatsstoornissen
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Een topische overdosis met DuoTrav is niet waarschijnlijk of met toxiciteit in verband gebracht.
In geval van accidenteel inslikken, zijn de symptomen van een overdosis door systemische
bètablokkade bradycardie, hypotensie, bronchospasme en hartfalen.
Overdosering met DuoTrav moet symptomatisch en ondersteunend worden behandeld. Timolol kan
niet gemakkelijk worden verwijderd door middel van dialyse.

5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Oftalmologica: antiglaucoompreparaten en miotica, ATC-code:
S01ED51.
Werkingsmechanisme
DuoTrav bevat twee actieve bestanddelen: travoprost en timololmaleaat. Deze twee bestanddelen
verlagen de intraoculaire druk door elkaars werkingsmechanismen aan te vullen, en het gecombineerde
effect zorgt voor een bijkomende IOD-verlaging vergeleken met ieder bestanddeel afzonderlijk.
Travoprost, een prostaglandine F2-analoog, is een volledige agonist die bijzonder selectief is en een
hoge affiniteit heeft voor de prostaglandine FP-receptor. Het vermindert de intraoculaire druk door
verbetering van de uitstroom van kamervocht via het trabeculaire netwerk en de uveosclerale route. De
verlaging van de IOD bij de mens begint binnen ongeveer 2 uur na toediening en het maximale effect
wordt na 12 uur bereikt. Een significante verlaging van de intraoculaire druk blijft meer dan 24 uur na
een enkele dosis gehandhaafd.
Timolol is een niet-selectieve adrenerge blokker die geen intrinsiek sympathicomimetisch, direct
myocardonderdrukkend of membraanstabiliserend effect heeft. Uit tonografisch en fluorofotometrisch
onderzoek bij de mens blijkt dat het belangrijkste werkingsmechanisme is gerelateerd aan verminderde
kamervochtproductie en een lichte toename van de uitstroom.
Secundaire farmacologie
Na 7 dagen topische oculaire toediening (eenmaal daags 1,4 microgram) geeft travoprost bij konijnen
een significante verhoging van de doorbloeding van het uiteinde van de nervus opticus.
Farmacodynamische effecten
Klinische effecten
In een 12 maanden durend, gecontroleerd klinisch onderzoek bij patiënten met
openkamerhoekglaucoom of oculaire hypertensie en een gemiddelde IOD uitgangswaarde van 25 tot
27 mmHg was het gemiddelde IOD-verlagend effect van DuoTrav, eenmaal daags 's morgens
toegediend, 8 tot 10 mmHg. De non-inferioriteit van DuoTrav in vergelijking met latanoprost
50 microgram/ml + timolol 5 mg/ml op de gemiddelde IOD-reductie werd aangetoond voor alle
meetpunten in het onderzoek.
In een 3 maanden durend, gecontroleerd klinisch onderzoek bij patiënten met
openkamerhoekglaucoom of oculaire hypertensie en een gemiddelde IOD uitgangswaarde van 27 tot
30 mmHg was het gemiddelde IOD-verlagend effect van DuoTrav, eenmaal daags 's morgens
toegediend, 9 tot 12 mmHg, en 2 mmHg meer dan bij travoprost 40 microgram/ml eenmaal daags
's avonds toegediend en 2 tot 3 mmHg meer dan bij timolol 5 mg/ml tweemaal daags toegediend.
Tijdens alle meetmomenten in het onderzoek werd na toediening van DuoTrav een statistisch
superieure reductie van de gemiddelde IOD in de ochtend (8 uur 's morgens, 24 uur na de laatste dosis
DuoTrav) ten opzichte van travoprost waargenomen.
In twee 3 maanden durende, gecontroleerde klinische studies bij patiënten met
openkamerhoekglaucoom of oculaire hypertensie en een gemiddelde IOD uitgangswaarde van 23 tot
26 mmHg was het gemiddelde IOD-verlagend effect van DuoTrav, eenmaal daags 's morgens
toegediend, 7 tot 9 mmHg. De gemiddelde IOD-verlaging was niet-inferieur, hoewel numeriek lager,
dan de verlaging bij de gelijktijdige behandeling met travoprost 40 microgram/ml eenmaal daags 's
avonds en timolol 5 mg/ml eenmaal daags 's morgens.
In een 6 weken durende, gecontroleerde klinische studie bij patiënten met openkamerhoekglaucoom of
oculaire hypertensie en een gemiddelde IOD uitgangswaarde van 24 tot 26 mmHg was het gemiddelde
IOD-verlagend effect van DuoTrav (met polyquaternium-1 als conserveermiddel), eenmaal daags 's
morgens toegediend, 8 mmHg. Dit was equivalent aan het IOD-verlagend effect van DuoTrav (met
benzalkoniumchloride als conserveermiddel).
De inclusiecriteria waren voor alle studies dezelfde, met uitzondering van het IOD-deelnamecriterium
en de respons op voorafgaande IOD-behandelingen. De klinische ontwikkeling van DuoTrav omvatte
zowel patiënten die niet werden behandeld alsook patiënten die wel werden behandeld. Onvoldoende
respons op monotherapie was geen inclusiecriterium.
De beschikbare gegevens wijzen erop dat toediening 's avonds enkele voordelen zou kunnen hebben
wat betreft gemiddelde IOD-reductie. Bij het voorschrift voor toediening in de ochtend of in de avond
moet men rekening houden met de voorkeur van de patiënt en zijn/haar mogelijkheden om het middel
volgens voorschrift te gebruiken.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Travoprost en timolol worden geabsorbeerd door de cornea. Travoprost is een `prodrug' die een snelle
ester hydrolyse naar het werkzame vrije zuur ondergaat in de cornea. Na vijf dagen lang
eenmaaldaagse toediening van DuoTrav PQ bij gezonde proefpersonen (N=22) was het vrije zuur van
travoprost niet kwantificeerbaar in de plasmamonsters van het merendeel van de proefpersonen
(94,4 %) en een uur na toediening gewoonlijk niet detecteerbaar. Wanneer meetbaar, liepen de
gemeten concentraties (de kwantificatielimiet is 0,01 ng/ml) uiteen van 0,01 tot 0,03 ng/ml. De
gemiddelde steady state Cmax voor timolol was 1,34 ng/ml en de Tmax was ongeveer 0,69 uur na
eenmaaldaagse toediening van DuoTrav.
Distributie
Het vrije zuur van travoprost is de eerste uren meetbaar in het kamervocht van dieren. In het menselijk
plasma is het alleen tijdens het eerste uur na oculaire toediening van DuoTrav meetbaar. Timolol kan
gemeten worden in menselijk kamerwater na oculaire toediening van timolol en in plasma gedurende
maximaal 12 uur na oculaire toediening van DuoTrav.
Biotransformatie
Metabolisme is de belangrijkste eliminatieroute van zowel travoprost als het werkzame vrije zuur. De
systemische metabole routes lopen parallel aan die van het endogene prostaglandine F2, die worden
gekenmerkt door reductie van de 13-14 dubbele binding en oxidatie van de 15-hydroxyl en
-oxidatieve splitsingen van de bovenste zijketen.
Timolol wordt gemetaboliseerd via twee routes. Eén route geeft een ethanolaminezijketen op de
thiadiazolring en de andere geeft een ethanolzijketen op de morfolinestikstof en een tweede
vergelijkbare zijketen met een carbonylgroep naast de stikstof. De plasma t1/2 van timolol is 4 uur na
oculaire toediening van DuoTrav.
Eliminatie
Het vrije zuur van travoprost en zijn metabolieten worden voornamelijk via de nieren uitgescheiden.
Minder dan 2% van een oculaire dosis travoprost wordt als vrij zuur in de urine teruggevonden.
Timolol en zijn metabolieten worden hoofdzakelijk door de nieren uitgescheiden. Ongeveer 20% van
een dosis timolol wordt onveranderd in de urine uitgescheiden, de rest wordt uitgescheiden in de urine
in de vorm van metabolieten.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Toediening van DuoTrav bij apen, tweemaal daags, bleek de ooglidspleet te vergroten en de
pigmentatie van de iris op vergelijkbare wijze als bij oculaire toediening van prostanoïden te
versterken.
DuoTrav met polyquaternium-1 als conserveermiddel induceerde op gekweekte humane
hoornvliescellen en na topische oculaire toediening bij konijnen een minimale toxiciteit van het
oogoppervlak in vergelijking met oogdruppels geconserveerd met benzalkoniumchloride.
Travoprost
Topische tweemaal daagse oculaire toediening van travoprost aan apen gedurende een jaar in
concentraties van maximaal 0,012% in het rechteroog veroorzaakte geen systemische toxiciteit.
Reproductietoxiciteitstudies met travoprost werden via de systemische weg verricht bij ratten, muizen
en konijnen. De bevindingen zijn gerelateerd aan de activiteit van de FP-receptoragonist in de uterus
met vroegtijdige embryoletaliteit, vruchtverlies na de implantatie en foetotoxiciteit. Bij drachtige
ratten resulteerde de systemische toediening van travoprost gedurende de periode van organogenese
bij doses die meer dan 200 keer zo hoog waren als de klinische dosis, in een verhoogde incidentie van
misvormingen. Er werden lage niveaus van radioactiviteit gemeten in het vruchtwater en in de foetale
weefsels bij drachtige ratten die 3H-travoprost kregen toegediend. In reproductie- en
ontwikkelingsstudies werd een potent effect op vruchtverlies aangetoond, vooral bij ratten en muizen
(respectievelijk 180 pg/ml en 30 pg/ml plasma) bij blootstellingen van 1,2 tot 6 maal de klinische
blootstelling (tot 25 pg/ml).
Timolol
Niet-klinische gegevens duidden niet op een speciaal risico voor mensen voor timolol. Deze gegevens
zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij
herhaalde dosering, genotoxiciteit en carcinogeen potentieel. In reproductietoxiciteitsstudies met
timolol werd een vertraagde foetale ossificatie bij ratten aangetoond, echter zonder bijwerkingen op de
postnatale ontwikkeling (7000 maal de klinische dosering), en een toegenomen foetale resorptie bij
konijnen (14.000 maal de klinische dosering).

6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Polyquaternium-1
Mannitol (E421)
Propyleenglycol (E1520)
Polyoxyethyleen gehydrogeneerde castorolie 40 (HCO-40)
Boorzuur
Natriumchloride
Natriumhydroxide en/of zoutzuur (om de pH in te stellen)
Gezuiverd water.
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.


6.3 Houdbaarheid
2 jaar.
Weggooien 4 weken na eerste opening.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
2,5 ml ovaal polypropyleen (PP) of lage densiteit polyethyleen (LDPE) flesje en PP of LDPE
druppelaar met PP schroefdop, in een beschermend foliezakje.
Verpakkingsgrootten van 1, 3 of 6 flesjes.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.

7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/338/001-6

9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 24 april 2006
Datum van laatste verlenging: 07 oktober 2010

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.













BIJLAGE II

A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK


C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN


D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
S.A. Alcon Couvreur N.V.
Rijksweg 14
B-2870 Puurs
België
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Siegfried El Masnou, S.A.
Camil Fabra 58
El Masnou
08320 Barcelona
Spanje
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.












BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER












A. ETIKETTERING



GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD

DOOSJE VOOR 1 FLESJE VAN 2,5 ml + DOOSJE VOOR 3 FLESJES VAN 2,5 ml + DOOSJE
VOOR 6 FLESJES VAN 2,5 ml

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
DuoTrav 40 microgram/ml + 5 mg/ml oogdruppels, oplossing
travoprost/timolol

2.
GEHALTE AAN
WERKZAME STOF(FEN)
Iedere ml oplossing bevat 40 microgram travoprost en 5 mg timolol (als timololmaleaat).

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat: Polyquaternium-1, mannitol (E421), propyleenglycol (E1520), polyoxyethyleen
gehydrogeneerde castorolie 40 (HCO-40), boorzuur, natriumchloride, natriumhydroxide en/of
zoutzuur (om de pH in te stellen), gezuiverd water.
Zie de bijsluiter voor verdere informatie.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oogdruppels, oplossing.
1 x 2,5 ml
3 x 2,5 ml
6 x 2,5 ml

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oculair gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Weggooien 4 weken na eerste opening.
Geopend:
Geopend (1):
Geopend (2):
Geopend (3):

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/06/338/001
1 x 2,5 ml ­ PP flesje
EU/1/06/338/002
3 x 2,5 ml ­ PP flesje
EU/1/06/338/003
6 x 2,5 ml ­ PP flesje
EU/1/06/338/004
1 x 2,5 ml ­ LDPE flesje
EU/1/06/338/005
3 x 2,5 ml ­ LDPE flesje
EU/1/06/338/006
6 x 2,5 ml ­ LDPE flesje
13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16
INFORMATIE IN BRAILLE
duotrav

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN


GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD

ETIKET OP HET FLESJE

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG
DuoTrav 40 microgram/ml + 5 mg/ml oogdruppels
travoprost/timolol
Oculair gebruik

2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Hier openen

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Weggooien 4 weken na eerste opening.
Geopend:

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
2,5 ml

6.
OVERIGE


GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
FOLIEZAKJE


1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG
DuoTrav 40 microgram/ml + 5 mg/ml oogdruppels
travoprost/timolol

2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Weggooien 4 weken na eerste opening.

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
2,5 ml

6.
OVERIGE












B. BIJSLUITER
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

DuoTrav 40 microgram/ml + 5 mg/ml oogdruppels, oplossing
travoprost/timolol

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.

-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter

1.
Wat is DuoTrav en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel ?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is DuoTrav en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
DuoTrav oogdruppel oplossing is een combinatie van twee werkzame bestanddelen (travoprost en
timolol).
Travoprost is een prostaglandine-analoog. Het werkt door de afvoer van waterige vloeistof
uit het oog te verhogen. Hierdoor wordt de druk in het oog verlaagd. Timolol is een bètablokker die de
productie van oogvocht vermindert. De twee bestanddelen werken samen om de oogdruk te verlagen.
DuoTrav oogdruppels worden gebruikt voor de behandeling van verhoogde druk in het oog bij
volwassenen, inclusief ouderen. Deze druk kan leiden tot een ziekte die glaucoom
wordt genoemd.

2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor travoprost, prostaglandines, timolol, bètablokkers of voor een van de
andere stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
als u ademhalingsproblemen zoals astma, ernstige chronische obstructieve bronchitis (ernstige
longziekte die ademnood, ademhalingsmoeilijkheden en/of langdurig hoesten kan veroorzaken)
of andere ademhalingsproblemen heeft of heeft gehad.
als u een ernstige vorm van hooikoorts heeft.
als u een trage hartslag heeft, lijdt aan hartfalen of een hartritmestoornis (onregelmatige
hartslag) heeft.
als het oppervlak van uw oog troebel is.
Raadpleeg uw arts indien een van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is.


Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt als u last heeft of heeft gehad van
een aandoening van de kransslagader van het hart (symptomen hiervan kunnen onder andere
zijn: pijn of beklemmend gevoel op de borst, ademnood of naar adem snakken), hartfalen, lage
bloeddruk.
verstoringen in de hartslag, zoals een trage hartslag.
ademhalingsproblemen, astma of chronische obstructieve longaandoening.
verminderde doorstroming van het bloed (zoals de ziekte van Raynaud of het syndroom van
Raynaud).
suikerziekte (omdat timolol de verschijnselen en symptomen van een laag suikergehalte in het
bloed kan verbergen).
overactiviteit van de schildklier (omdat timolol de verschijnselen en symptomen van een
aandoening van de schildklier kan verbergen).
myasthenia gravis (chronische neuromusculaire zwakte).
een staaroperatie.
oogontsteking.
Als u een operatie moet ondergaan, vertel dan uw arts dat u DuoTrav gebruikt, omdat timolol de
effecten van sommige geneesmiddelen die tijdens de anesthesie worden gebruikt, kan veranderen.
Als u een ernstige allergische reactie krijgt (huiduitslag, roodheid van het oog, jeukend oog) tijdens het
gebruik van DuoTrav, ongeacht de oorzaak, is behandeling met adrenaline mogelijk minder effectief.
Het is daarom belangrijk dat u uw arts vertelt dat u DuoTrav gebruikt indien u een andere behandeling
krijgt voorgeschreven.
DuoTrav kan de kleur van uw iris (het gekleurde gedeelte van uw oog) veranderen. Deze verandering
kan blijvend zijn.
DuoTrav kan de lengte, dikte, kleur en/of het aantal wimpers doen toenemen en kan ook leiden tot
ongewone haargroei op uw oogleden.
Travoprost kan door de huid worden opgenomen en mag daarom niet worden gebruikt door vrouwen
die zwanger zijn of zwanger proberen te worden. Als het geneesmiddel in contact komt met de huid,
moet deze onmiddellijk worden afgewassen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
DuoTrav mag niet gebruikt worden door kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast DuoTrav nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
DuoTrav kan de werking van andere geneesmiddelen beïnvloeden, en kan zelf ook door andere
geneesmiddelen, inclusief andere oogdruppels voor de behandeling van glaucoom, beïnvloed worden.
Vertel uw arts wanneer u geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen, geneesmiddelen voor uw hart,
inclusief kinidine (dat gebruikt wordt om hartaandoeningen of bepaalde vormen van malaria te
behandelen), geneesmiddelen om suikerziekte te behandelen of de geneesmiddelen fluoxetine of
paroxetine voor de behandeling van ernstige neerslachtigheid , gebruikt of van plan bent te gebruiken.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Gebruik DuoTrav niet als u zwanger bent, tenzij uw arts dit noodzakelijk vindt.
Als u zwanger zou
kunnen raken, moet u een geschikt anticonceptiemiddel gebruiken zo lang u dit geneesmiddel
gebruikt.
Gebruik DuoTrav niet als u borstvoeding geeft.
DuoTrav kan in uw melk terechtkomen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Mogelijk ziet u na het indruppelen van DuoTrav een tijdje wazig. DuoTrav kan bij sommige patiënten
ook hallucinaties (dingen zien, voelen of horen die er niet zijn), duizeligheid, zenuwachtigheid of
vermoeidheid veroorzaken.
Bestuur geen auto of ander voertuig of gebruik geen machines totdat deze klachten zijn verdwenen.
DuoTrav bevat gehydrogeneerde castorolie en propyleenglycol, die huidreacties en -irritatie
kunnen veroorzaken.

3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen dosering is 1 druppel in het aangedane oog of de aangedane ogen eenmaal daags 's
ochtends of 's avonds. Gebruik het iedere dag op hetzelfde tijdstip.
Gebruik DuoTrav alleen in beide ogen als uw arts dat heeft gezegd.
Gebruik DuoTrav uitsluitend als oogdruppels.


1
2
3
4
Scheur vlak voordat u een flesje voor de eerste keer gebruikt het beschermende foliezakje
(figuur 1) open, neem het flesje eruit en noteer de datum van opening op de daarvoor
aangegeven ruimte op het etiket.
Zorg dat u een spiegel bij de hand heeft.
Was uw handen.
Draai de dop van het flesje.
Houd het flesje ondersteboven vast tussen uw duim en vingers.
Houd uw hoofd achterover. Trek uw onderste ooglid met een schone vinger naar beneden tot er
een 'zakje' tussen het ooglid en uw oog ontstaat. De druppel moet hierin vallen (figuur 2).
Breng de druppelaar van het flesje dicht bij uw oog. Gebruik hiervoor zo nodig de spiegel.
Zorg ervoor dat de druppelaar niet in contact komt met uw oog of ooglid, het gebied rond het
oog of andere oppervlakken.
Het zou de druppels kunnen besmetten.
Knijp voorzichtig in het flesje zodat er één druppel DuoTrav per keer vrijkomt (figuur 3). Als
een druppel naast uw oog terechtkomt, probeer het dan nog eens.
Druk na het gebruik van DuoTrav 2 minuten met uw vinger in de hoek van uw oog bij uw neus
(figuur 4). Dit helpt te voorkomen dat DuoTrav zich naar de rest van het lichaam verspreidt.
Als u DuoTrav in beide ogen dient te gebruiken, herhaal bovenvermelde handelingen dan voor
uw andere oog.
Draai direct na gebruik de dop weer stevig op het flesje.
Gebruik maar één flesje per keer. Maak het beschermende foliezakje niet open totdat u het flesje
gaat gebruiken.
Gebruik DuoTrav zo lang als uw arts heeft aangegeven.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als u meer DuoTrav heeft gebruikt dan u zou mogen, spoel het oog dan goed uit met warm water.
Breng geen druppels meer in uw oog tot het tijd is voor uw volgende dosis.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Wanneer u vergeten bent DuoTrav te gebruiken, wacht dan tot het tijd is voor de volgende dosis.
Neem geen
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. U mag niet meer dan één druppel per dag
in het aangedane oog/de aangedane ogen gebruiken.

Als u stopt met het gebruik van dit middel
Als u stopt met het gebruik van DuoTrav zonder hierover eerst met uw arts te praten, kan uw oogdruk
niet onder controle zijn wat kan leiden tot verlies van het gezichtsvermogen.
Als u naast DuoTrav ook andere oogdruppels gebruikt, wacht dan ten minste 5 minuten tussen het
aanbrengen van DuoTrav en de andere druppels.
Als u zachte contactlenzen draagt, gebruik dan de oogdruppels niet met uw lenzen in. Wacht
15 minuten na het indruppelen voordat u uw lenzen weer inzet.

Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.

4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Over het algemeen kunt u de druppels blijven gebruiken, tenzij de bijwerkingen ernstig zijn. Als u zich
zorgen maakt, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Stop niet met het gebruik van DuoTrav zonder eerst
uw arts te spreken.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij meer dan 1 op de 10 mensen)
Effecten op het oog
Roodheid van de ogen.
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 mensen)
Effecten op het oog

Ontsteking en beschadiging van het oogoppervlak, oogpijn, wazig zien, abnormaal zicht, droog oog,
jeukend oog, ongemak in het oog, klachten en symptomen van oogirritatie (bijv. brandend of stekend
gevoel).
Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 100 mensen)
Effecten op het oog
Ontsteking van het oogoppervlak, ontsteking van het ooglid, zwelling van het oogbindvlies, toename
van de groei van de wimpers, ontsteking van de iris, ontsteking in het oog, gevoeligheid voor licht,
verminderd zicht, vermoeide ogen, oogallergie, zwelling van het oog, verhoogde traanproductie,
roodheid van de oogleden, verkleuring van het ooglid, donker worden van de huid (rond het oog).
Algemene bijwerkingen
Allergische reactie op het actief bestanddeel, duizeligheid, hoofdpijn, verhoogde of verlaagde
bloeddruk, kortademigheid, overmatige haargroei, druppels achter in de keel, huidontsteking en jeuk,
vertraagde hartslag.
Zelden voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 1.000 mensen)
Effecten op het oog
Dunner worden van het oogoppervlak, ontsteking van de ooglidklieren, gebarsten bloedvat in het oog,
korstvorming op het ooglid, abnormale positie van de wimpers, abnormale groei van de wimpers.
Algemene bijwerkingen
Zenuwachtigheid, onregelmatige hartslag, haaruitval, afwijkingen van de stem,
ademhalingsproblemen, hoesten, geïrriteerde keel, netelroos, abnormale bloedtesten van de lever,
verkleuring van de huid, dorst, vermoeidheid, ongemak in de neus, donker gekleurde urine, pijn in
handen en voeten.
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Effecten op het oog
Hangend ooglid (waardoor het oog half gesloten is), verzonken ogen (dieper liggende ogen),
veranderingen in de kleur van de iris (gekleurde gedeelte van het oog).
Algemene bijwerkingen
(Huid)uitslag, hartfalen, pijn op de borst, beroerte, flauwvallen, depressie, astma, versnelde hartslag,
gevoelloosheid of tintelend gevoel, hartkloppingen, zwelling van de onderste ledematen, onaangename
smaak.
Aanvullend:
DuoTrav is een combinatie van twee werkzame bestanddelen, travoprost en timolol. Zoals andere
geneesmiddelen die in de ogen toegediend worden, worden travoprost en timolol (een bètablokker)
opgenomen in het bloed. Dit kan leiden tot soortgelijke bijwerkingen als bij bètablokkerende
geneesmiddelen die via de mond of via injectie toegediend worden. De mate waarin bijwerkingen na
toediening in de ogen voor kunnen komen is lager dan na toediening via de mond of via injectie.
De bijwerkingen die hieronder worden vermeld, omvatten reacties die waargenomen zijn bij de klasse
van bètablokkers die gebruikt worden voor de behandeling van oogaandoeningen of reacties alleen
waargenomen met travoprost:
Effecten op het oog

Ontsteking van het ooglid, ontsteking van het hoornvlies, loslating van de laag onder het netvlies dat
bloedvaten bevat na een filtratieoperatie waardoor stoornissen in het gezichtsvermogen kunnen
ontstaan, verminderde gevoeligheid van het hoornvlies, erosie van het hoornvlies (beschadiging van de
buitenste laag van het oog), dubbelzien, oogafscheiding, zwelling rond het oog, jeukend ooglid, naar
buiten draaien van ooglid met roodheid, irritatie en overmatige tranen, wazig zien (teken van
vertroebeling van de ooglens), zwelling van een deel van het oog (uvea), eczema van de oogleden,
halogezicht, verminderd gevoel in het oog, pigmentatie in het oog, verwijde pupillen, verandering in
wimperkleur, verandering in de textuur van de wimpers, abnormaal gezichtsveld.
Algemene bijwerkingen
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen: duizeligheid met draaiend gevoel, oorsuizen.
Hart en bloedsomloop: trage hartslag, hartkloppingen, ophoping van vocht (oedeem), veranderingen in
het ritme of snelheid van de hartslag, congestief hartfalen (hartaandoening met kortademigheid en
zwelling van voeten en benen door ophoping van vocht), bepaalde stoornis in het hartritme, hartaanval,
lage bloeddruk, fenomeen van Raynaud, koude handen en voeten, verminderde bloedtoevoer naar de
hersenen.
Ademhaling:
verstopping van de luchtwegen in de longen (met name bij patiënten met een bestaande
aandoening), loopneus of verstopte neus, niezen (wegens allergie), moeilijkheden met ademhalen,
neusbloeding, droge neus.
Zenuwstelsel- en algemene aandoeningen: moeilijkheden met slapen (slapeloosheid), nachtmerries,
geheugenverlies, hallucinaties (dingen zien, voelen of horen die er niet zijn), verlies van kracht en
energie, angst (overmatig emotioneel leed).
Maag en darmen: veranderingen in smaak
, misselijkheid, spijsverteringsmoeilijkheden, diarree, droge
mond, buikpijn, braken en obstipatie.
Allergie: toegenomen allergische symptomen, algemene allergische reacties waaronder onderhuidse
zwelling die kan voorkomen in gebieden zoals het gezicht en de armen en benen en kan leiden tot het
blokkeren van de luchtwegen waardoor slik- of ademhalingsproblemen ontstaan, plaatselijke en
verspreide huiduitslag, jeuk, plotseling optredende ernstige levensbedreigende allergische reactie.
Huid: huiduitslag met een wit zilverkleurig uiterlijk (psoriasis-achtige uitslag) of verergering van
psoriasis, vervellen van de huid, abnormale haartextuur, ontsteking van de huid met jeukende uitslag
en roodheid, haarkleur verandering, verlies van wimpers, jeuk, abnormale haargroei, roodheid van de
huid.
Spieren: verergering van de verschijnselen en symptomen van myasthenia gravis (een bepaalde
spieraandoening), ongewoon gevoel als prikkelingen en tintelingen, spierzwakte of vermoeide spieren,
spierpijn niet veroorzaakt door lichaamsbeweging, gewrichtspijn.
Nier- en urinewegaandoeningen: moeite en pijn bij het plassen, ongewild urineverlies.
Voortplanting: verstoorde seksuele functie
, minder zin in seks.
Stofwisseling: laag bloedsuikergehalte, toename van prostaatkankermerker.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.

5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het flesje en
het doosje na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C.
Om het risico op infecties te voorkomen, moet u het flesje 4 weken nadat u het voor het eerst heeft
geopend, weggooien. Noteer de datum van opening op de daarvoor aangegeven ruimte op het etiket
van het flesje en het doosje telkens u met een nieuw flesje begint.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.

6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

-
De werkzame stoffen in dit middel zijn travoprost en timolol. Iedere ml oplossing bevat
40 microgram travoprost en 5 mg timolol (als timololmaleaat).
-
De andere stoffen in dit middel zijn polyquaternium-1, mannitol (E421), propyleenglycol
(E1520), polyoxyethyleen gehydrogeneerde castorolie 40, boorzuur, natriumchloride,
natriumhydroxide of zoutzuur (voor het instellen van de pH), gezuiverd water.
Zeer kleine hoeveelheden natriumhydroxide of zoutzuur zijn toegevoegd om de zuurgraad (pH)
op peil te houden.

Hoe ziet DuoTrav eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
DuoTrav is een vloeistof (een heldere en kleurloze oplossing) die wordt geleverd in een plastic flesje
van 2,5 ml met een schroefdop. Elk flesje is verpakt in een beschermend foliezakje.
Er zijn verpakkingen met 1, 3 of 6 flesjes.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
Fabrikant

Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
S.A. Alcon-Couvreur N.V.
Rijksweg 14
B-2870 Puurs
België
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Siegfried El Masnou, S.A.
Camil Fabra 58
El Masnou
08320 Barcelona
Spanje

Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Novartis Pharma N.V.
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Tel: +370 5 269 16 50


Luxembourg/Luxemburg
Novartis Bulgaria EOOD
Novartis Pharma N.V.
.: +359 2 489 98 28
Tél/Tel: +32 2 246 16 11

Ceská republika
Magyarország
Novartis s.r.o.
Novartis Hungária Kft.
Tel: +420 225 775 111
Tel.: +36 1 457 65 00
Danmark
Malta
Novartis Healthcare A/S
Novartis Pharma Services Inc.
Tlf: +45 39 16 84 00
Tel: +356 2122 2872

Deutschland
Nederland
Novartis Pharma GmbH
Novartis Pharma B.V.
Tel: +49 911 273 0
Tel: +31 88 04 52 111
Eesti
Norge
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Novartis Norge AS
Tel: +372 66 30 810
Tlf: +47 23 05 20 00


Österreich
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Novartis Pharma GmbH
: +30 210 281 17 12
Tel: +43 1 86 6570

España
Polska
Novartis Farmacéutica, S.A.
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel: +34 93 306 42 00
Tel.: +48 22 375 4888
France
Portugal
Novartis Pharma S.A.S.
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Tel: +351 21 000 8600
Hrvatska
România
Novartis Hrvatska d.o.o.
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel. +385 1 6274 220
Tel: +40 21 31299 01
Ireland
Slovenija
Novartis Ireland Limited
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +353 1 260 12 55
Tel: +386 1 300 75 50
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Novartis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: + 421 2 5542 5439
Italia
Suomi/Finland
Novartis Farma S.p.A.
Novartis Finland Oy
Tel: +39 02 96 54 1
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200


Sverige
Novartis Pharma Services Inc.
Novartis Sverige AB
: +357 22 690 690
Tel: +46 8 732 32 00

Latvija

United Kingdom (Northern Ireland)
SIA Novartis Baltics
Novartis Ireland Limited
Tel: +371 67 887 070
Tel: +44 1276 698370


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in

Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? DuoTrav 40 µg/ml - 5 mg/ml te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van DuoTrav 40 µg/ml - 5 mg/ml te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over DuoTrav 40 µg/ml - 5 mg/ml

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG