Azilect 1 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
AZILECT 1 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 1 mg rasagiline (als mesilaat)
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet.
Witte tot gebroken witte, ronde, platte, afgekante tabletten, met aan de ene kant van de tablet de
inscripties “GIL” en daaronder “1” en glad aan de andere kant.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
AZILECT is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor de behandeling van de idiopathische
vorm van de ziekte van Parkinson als monotherapie (zonder levodopa) of als aanvullende therapie
(met levodopa) bij patiënten met fluctuaties aan het einde van de dosering.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosering rasagiline is 1 mg (één tablet AZILECT) eenmaal per dag, in te nemen met of
zonder levodopa.
Ouderen
Een aanpassing van de dosering is niet noodzakelijk bij oudere patiënten (zie rubriek 5.2).
Verminderde leverfunctie
Rasagiline is gecontra-indiceerd voor gebruik bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie
(zie rubriek 4.3). Het gebruik van rasagiline bij patiënten met een matig verminderde leverfunctie dient
voorkomen te worden. Voorzichtigheid is geboden wanneer een behandeling met rasagiline wordt
gestart bij patiënten met een mild verminderde leverfunctie. Indien bij patiënten met een mild
verminderde leverfunctie een verergering optreedt van mild naar matig, dient het gebruik van
rasagiline te worden gestaakt (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Verminderde nierfunctie
Speciale voorzorgsmaatregelen zijn niet noodzakelijk bij patiënten met een verminderde nierfunctie.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van AZILECT bij kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld. Er is
geen relevante toepassing van AZILECT bij pediatrische patiënten voor de indicatie ziekte van
Parkinson.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
2
AZILECT kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Gelijktijdige behandeling met andere monoamine oxidase (MAO) remmers (inclusief geneesmiddelen
en natuurproducten die zonder voorschrift verkrijgbaar zijn, zoals Sint-Janskruid) of pethidine (zie
rubriek 4.5). Indien de behandeling met rasagiline gestaakt wordt, dienen minimaal 14 dagen te
verstrijken alvorens gestart kan worden met een behandeling met MAO remmers of pethidine.
Ernstig verminderde leverfunctie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Gelijktijdig gebruik van rasagiline met andere geneesmiddelen
Gelijktijdig gebruik van rasagiline en fluoxetine of fluvoxamine moet worden vermeden (zie
rubriek 4.5). Een periode van minimaal 5 weken dient in acht te worden genomen tussen het staken
van de behandeling met fluoxetine en de start van de behandeling met rasagiline. Er dienen minimaal
14 dagen te zijn verstreken tussen het stoppen van de behandeling met rasagiline en de start van de
behandeling met fluoxetine of fluvoxamine.
Gelijktijdig gebruik van rasagiline en dextromethorfan of sympathicomimetica zoals deze welke
aanwezig zijn in nasale en orale decongestiva, of geneesmiddelen tegen verkoudheid die efedrine of
pseudo-efedrine bevatten, wordt niet aangeraden (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik van rasagiline en levodopa
Aangezien rasagiline de werking van levodopa versterkt, kunnen de bijwerkingen van levodopa
toenemen en kan reeds bestaande dyskinesie verergeren. Verlaging van de dosis levodopa kan deze
bijwerking verminderen.
Er zijn meldingen van hypotensieve effecten wanneer rasagiline gelijktijdig wordt ingenomen met
levodopa. Patiënten met de ziekte van Parkinson zijn met name gevoelig voor de bijwerkingen van
hypotensie als gevolg van bestaande stoornissen bij het lopen.
Dopaminerge effecten
Overmatige slaperigheid overdag (EDS, excessive daytime sleepiness) en episoden van plotseling in
slaap vallen (SOS, sudden sleep onset)
Rasagiline kan overdag leiden tot sufheid, slaperigheid en, af en toe, met name indien gebruikt met
andere dopaminerge geneesmiddelen, in slaap vallen tijdens de dagelijkse activiteiten. Patiënten
moeten hierover worden geïnformeerd en moeten worden geadviseerd tijdens de behandeling met
rasagiline voorzichtig te zijn met het besturen van een voertuig of het bedienen van machines.
Patiënten die slaperigheid hebben ondervonden en/of een episode van plotseling in slaap vallen mogen
geen voertuig besturen of machines bedienen (zie rubriek 4.7).
Stoornissen in de impulsbeheersing
Stoornissen in de impulsbeheersing kunnen optreden bij patiënten die behandeld worden met
dopamine-agonisten en/of andere dopaminerge producten. Overeenkomstige meldingen van
stoornissen in de impulsbeheersing met rasagiline zijn ook postmarketing ontvangen. Patiënten en
verzorgers dienen geattendeerd te worden op de gedragssymptomen met betrekking tot stoornissen in
de impulsbeheersing die werden waargenomen bij patiënten die behandeld werden met rasagiline,
waaronder dwangneuroses, obsessieve gedachten, pathologisch gokken, verhoogd libido,
hyperseksualiteit, impulsief gedrag en compulsief geld uitgeven of koopgedrag.
3
Melanoom
Een retrospectieve cohortstudie duidde op een mogelijk verhoogd risico op melanoom bij het gebruik
van rasagiline, met name bij patiënten met langere blootstelling aan rasagiline en/of met de hogere
cumulatieve dosis van rasagiline. Elke verdachte huidlaesie dient door een specialist bekeken te
worden. Daarom moeten patiënten worden geadviseerd om medisch advies in te winnen als een
nieuwe of veranderende huidlaesie wordt vastgesteld.
Verminderde leverfunctie
Voorzichtigheid is geboden wanneer een behandeling met rasagiline wordt gestart bij patiënten met
een mild verminderde leverfunctie. Het gebruik van rasagiline bij patiënten met een matig
verminderde leverfunctie dient voorkomen te worden. Indien bij patiënten de leverfunctie verslechtert
van een mild tot matig verminderde leverfunctie, dient rasagiline te worden gestaakt. (zie rubriek 5.2).
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
MAO remmers
Rasagiline is gecontra-indiceerd voor gebruik samen met andere MAO remmers (inclusief
geneesmiddelen en natuurproducten die zonder voorschrift verkrijgbaar zijn, zoals Sint-Janskruid),
vanwege een mogelijk risico op niet-selectieve MAO remming, wat kan leiden tot hypertensieve crises
(zie rubriek 4.3).
Pethidine
Er zijn ernstige bijwerkingen gerapporteerd bij gelijktijdig gebruik van pethidine en MAO remmers,
waaronder een andere selectieve MAO-B remmer. De gelijktijdige toediening van rasagiline en
pethidine is gecontra-indiceerd (zie rubriek 4.3).
Sympathicomimetica
Er zijn meldingen geweest van geneesmiddelinteracties bij gebruik van MAO remmers in combinatie
met sympathicomimetische geneesmiddelen.
Daarom wordt, gezien de MAO remmende activiteit van rasagiline, gelijktijdige toediening van
rasagiline en sympathicomimetica zoals deze welke aanwezig zijn in nasale en orale decongestiva, of
geneesmiddelen tegen verkoudheid, die efedrine of pseudo-efedrine bevatten, niet aanbevolen (zie
rubriek 4.4).
Dextromethorfan
Er zijn meldingen geweest van geneesmiddelinteracties bij gelijktijdig gebruik van dextromethorfan en
niet-selectieve MAO remmers. Daarom wordt, gezien de MAO remmende activiteit van rasagiline,
gelijktijdige toediening van rasagiline en dextromethorfan niet aanbevolen (zie rubriek 4.4).
SNRI/SSRI/tri- en tetracyclische antidepressiva
Gelijktijdig gebruik van rasagiline en fluoxetine of fluvoxamine dient vermeden te worden (zie
rubriek 4.4).
Zie rubriek 4.8 voor gelijktijdig gebruik van rasagiline met selectieve serotonineheropnameremmers
(SSRI´s)/ selectieve serotonine-noradrenalineheropnameremmers (SNRI´s) in klinisch onderzoek.
Ernstige bijwerkingen zijn gemeld bij gelijktijdig gebruik van SSRI´s, SNRI´s, tricyclische
antidepressiva, tetracyclische antidepressiva en MAO remmers. Daarom dienen, gezien de MAO
remmende activiteit van rasagiline, antidepressiva met voorzichtigheid te worden toegediend.
4
Middelen die van invloed zijn op CYP1A2-activiteit
Cytochroom P450 1A2 (CYP1A2) is het voornaamste enzym dat verantwoordelijk is voor het
metabolisme van rasagiline, zo is gebleken uit
in vitro
metabolisme onderzoek.
CYP1A2-remmers
Gelijktijdige toediening van rasagiline en ciprofloxacine (een remmer van CYP1A2) verhoogde de
AUC van rasagiline met 83%. Gelijktijdige toediening van rasagiline en theofylline (een substraat van
CYP1A2) had geen invloed op de farmacokinetiek van één van beide producten. Dit betekent dat
potente CYP1A2 remmers de rasagiline plasma spiegels kunnen veranderen en met voorzichtigheid
dienen te worden toegediend.
CYP1A2-inductors
Er is een risico dat de plasmaspiegels van rasagiline bij patiënten die roken verlaagd zijn vanwege
inductie van het metaboliserende enzym CYP1A2.
Overige cytochroom P450-iso-enzymen
In vitro
studies hebben aangetoond dat rasagiline bij een concentratie van 1 µg/ml (equivalent aan een
niveau van 160 keer de gemiddelde C
max
~ 5,9-8,5 ng/ml in patiënten met de ziekte van Parkinson na
meervoudige dosering van 1 mg rasagiline), geen remming veroorzaakt van de cytochroom P450-iso-
enzymen CYP1A2, CYP2A6, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6, CYP2E1, CYP3A4 en CYP4A. Deze
resultaten geven aan dat het onwaarschijnlijk is dat de therapeutische concentraties van rasagiline een
klinisch significante wisselwerking met substraten van deze enzymen geven (zie rubriek 5.3).
Levodopa en andere geneesmiddelen voor de ziekte van Parkinson
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson die rasagiline als aanvullende therapie op chronische
behandeling met levodopa ontvingen, werd geen klinisch significant effect van behandeling met
levodopa op de klaring van rasagiline waargenomen.
Gelijktijdige toediening van rasagiline en entacapon verhoogde de orale rasagiline klaring met 28%.
Tyramine/rasagiline interactie
De resultaten van vijf onderzoeken met tyramine “challenge” (in vrijwilligers en patiënten met de
ziekte van Parkinson), evenals de resultaten van thuiscontroles van de bloeddruk na de maaltijden (van
464 patiënten behandeld met 0,5 of 1 mg rasagiline per dag of placebo als aanvullende therapie op
levodopa gedurende 6 maanden, zonder tyramine beperkingen), en het feit dat er geen meldingen
waren van een tyramine/rasagiline interactie tijdens klinische studies die werden uitgevoerd zonder
tyramine beperkingen, geven aan dat rasagiline veilig kan worden gebruikt zonder beperking van
tyramine in de voeding.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen gegevens over het gebruik van rasagiline bij zwangere vrouwen. De resultaten van
dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten met betrekking tot
reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Uit voorzorg heeft het de voorkeur het gebruik van rasagiline te
vermijden tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Niet-klinische data geven aan dat rasagiline de prolactine secretie remt, waardoor de lactatie geremd
kan worden. Het is niet bekend of rasagiline wordt uitgescheiden in humane moedermelk.
Voorzichtigheid is geboden indien rasagiline wordt toegediend aan vrouwen die borstvoeding geven.
5
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het effect van rasagiline op de vruchtbaarheid bij mensen.
Niet-klinische gegevens duiden erop dat rasagiline geen effect heeft op de vruchtbaarheid.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Bij patiënten die slaperigheid/plotseling in slaap vallen ervaren, kan rasagiline grote invloed hebben op
de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
Patiënten dienen voorzichtig te zijn met het bedienen van gevaarlijke machines, inclusief
motorvoertuigen, totdat ze er redelijk zeker van zijn dat rasagiline geen nadelige invloed heeft.
Patiënten die met rasagiline worden behandeld en last hebben van slaperigheid en/of episoden van
plotseling in slaap vallen, moeten worden gewaarschuwd dat ze geen voertuig mogen besturen en geen
activiteiten mogen uitvoeren waarbij een verminderde alertheid een risico op ernstig letsel of
overlijden kan inhouden voor henzelf of voor anderen (bijv. bij het bedienen van machines), totdat ze
voldoende ervaring hebben opgedaan met rasagiline en andere dopaminerge geneesmiddelen, zodat ze
weten of deze middelen al dan niet een nadelige invloed hebben op hun mentale en/of motorische
prestaties.
Indien op enig moment tijdens de behandeling sprake is van een grotere mate van slaperigheid of van
nieuwe episoden van in slaap vallen tijdens de dagelijkse activiteiten (bijv. tv-kijken, meerijden in een
auto enz.), mogen patiënten geen voertuig besturen of deelnemen aan mogelijk gevaarlijke activiteiten.
Tijdens de behandeling mogen patiënten geen voertuig besturen, geen machines bedienen en niet op
hoogte werken als zij vóór het gebruik van rasagiline last hebben gehad van slaperigheid en/of in slaap
vallen zonder voorafgaande waarschuwing.
Patiënten moeten worden gewaarschuwd voor de mogelijk verslavende effecten van sederende
geneesmiddelen, alcohol of andere kalmeringsmiddelen die op het centrale zenuwstelsel inwerken
(bijv. benzodiazepinen, antipsychotica, antidepressiva) in combinatie met rasagiline of bij het
gelijktijdige gebruik van geneesmiddelen die de plasmaspiegels van rasagiline (bijv. ciprofloxacine)
verhogen (zie rubriek 4.4).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
In klinische studies bij patiënten met de ziekte van Parkinson werden de volgende bijwerkingen het
vaakst gemeld:
hoofdpijn, depressie, vertigo en griep (influenza en rinitis) bij monotherapie; dyskinesie, orthostatische
hypotensie, vallen, buikpijn, misselijkheid en braken, en droge mond bij aanvullend gebruik met
levodopa-therapie; musculoskeletale pijn (zoals rug- en nekpijn) en artralgie bij beide behandelingen.
Deze bijwerkingen gingen niet gepaard met een verhoogd aantal gevallen van stopzetting van het
geneesmiddel.
Lijst met bijwerkingen in tabelvorm
In tabel 1 en 2 hieronder zijn de bijwerkingen aan de hand van de volgende conventie gerangschikt op
systeem/orgaanklasse en frequentie: zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥
1/100, <
1/10), soms (≥
1/1.000,
<
1/100), zelden (≥
1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000), niet bekend (kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Monotherapie
De onderstaande lijst in tabelvorm vermeldt de bijwerkingen die zijn gemeld met een hogere incidentie
dan placebo in de placebo gecontroleerde studies, bij patiënten die 1 mg/dag rasagiline kregen.
6
Systeem/
Zeer vaak
orgaanklasse
Infecties en
parasitaire
aandoeningen
Neoplasmata,
benigne, maligne
en niet-
gespecificeerd
(inclusief cysten
en poliepen)
Bloed- en
lymfestelstel-
aandoeningen
Immuunsysteem
aandoeningen
Voedings- en
stofwisselings-
stoornissen
Psychische
stoornissen
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Hoofdpijn
Vaak
Influenza
Huidcarcinoom
Soms
Niet bekend
Leukopenie
Allergie
Verminderde
eetlust
Depressie,
hallucinaties*
Cerebrovasculair
accident
Stoornissen in de
impulsbeheersing
*
Serotonine-
syndroom*,
overmatige
slaperigheid
overdag (EDS) en
episoden van
plotseling in slaap
vallen (SOS)*
Oog-
aandoeningen
Evenwichts-
orgaan- en oor-
aandoeningen
Hart-
aandoeningen
Bloedvat-
aandoeningen
Ademhalings-
stelsel-,
borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Maagdarm-
stelsel-
aandoeningen
Huid- en
onderhuid-
aandoeningen
Skeletspier-
stelstel- en
bindweefsel-
aandoeningen
Nier- en
urineweg-
Conjunctivitis
Vertigo
Angina pectoris
Myocardinfarct
Hypertensie*
Rinitis
Flatulentie
Dermatitis
Pijn aan het
skeletspierstelsel,
nekpijn,
Artritis
Aandrang tot
urineren
7
Vesiculobulleuze
uitslag
Systeem/
Zeer vaak
Vaak
orgaanklasse
aandoeningen
Koorts,
Algemene
Malaise
aandoeningen en
toedienings-
plaatsstoor-
nissen
* Zie de rubriek beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Soms
Niet bekend
Aanvullende therapie
De onderstaande lijst in tabelvorm geeft de bijwerkingen die zijn gemeld met een hogere incidentie
dan placebo in de placebo gecontroleerde studies bij patiënten die 1 mg/dag rasagiline innamen.
Systeem/
orgaanklasse
Neoplasmata
benigne, maligne
en niet-
gespecificeerd
Voedings- en
stofwisselings-
stoornissen
Psychische
stoornissen
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Huidmelanoom*
Niet bekend
Verminderde
eetlust
Hallucinaties*,
abnormale dromen
Dyskinesie
Dystonie,
carpaletunnel-
syndroom,
evenwichts-
aandoeningen
Verwardheid
Cerebro-
vasculair
accident
Stoornissen in
de impuls-
beheersing*
Serotonine-
syndroom*,
overmatige
slaperigheid
overdag (EDS)
en episoden van
plotseling in
slaap vallen
(SOS)*
Hypertensie*
Hart-
aandoeningen
Bloedvat-
aandoeningen
Maagdarm-
stelsel-
aandoeningen
Angina pectoris
Orthostatische
hypotensie*
Abdominale pijn,
constipatie,
misselijkheid en
braken,
droge mond
Uitslag
Huid- en
onderhuid-
aandoeningen
Artralgie,
Skeletspierstelsel
nekpijn
- en bindweefsel-
aandoeningen*
Gewichtsverlies
Onderzoeken
Vallen
Letsels,
intoxicaties en
verrichtings-
complicaties
* Zie de rubriek beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
8
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Orthostatische hypotensie
In geblindeerde placebogecontroleerde studies werd bij één proefpersoon (0,3%) in de rasagiline-arm
(aanvullende studies) ernstige orthostatische hypotensie gemeld. Dit kwam niet voor in de placeboarm.
Verder blijkt uit klinische onderzoeksgegevens dat orthostatische hypotensie meestal in de eerste twee
maanden van de behandeling met rasagiline voorkomt en normaliter na verloop van tijd afneemt.
Hypertensie
Rasagiline is een selectieve remmer van MAO-B en gaat op de geïndiceerde dosis (1 mg/dag) niet
gepaard met een verhoogde tyraminegevoeligheid. In geblindeerde placebogecontroleerde studies
(monotherapie en aanvullend) werd bij proefpersonen in de rasagiline-arm geen ernstige hypertensie
gemeld. In de postmarketingperiode zijn meldingen geweest van verhoogde bloeddruk, waaronder
zelden voorkomende ernstige gevallen van hypertensieve crisis gepaard gaande met inname van
onbekende hoeveelheden van tyraminerijk voedsel, bij patiënten die rasagiline gebruiken. In de
postmarketingperiode is er één melding geweest van verhoogde bloeddruk bij een patiënt die
rasagiline gebruikte samen met de vasoconstrictor tetrahydrozoline hydrochloride voor oogheelkundig
gebruik.
Stoornissen in de impulsbeheersing
In de placebogecontroleerde studie als monotherapie werd één geval van hyperseksualiteit gemeld. De
volgende werden tijdens de postmarketingblootstelling gemeld, met onbekende frequentie:
dwanghandelingen, compulsief winkelen, dermatillomanie, dopaminedisregulatiesyndroom,
stoornissen in de impulsbeheersing, impulsief gedrag, kleptomanie, obsessieve gedachten,
obsessief-compulsieve stoornis, stereotypie, gokken, pathologisch gokken, verhoogd libido,
hyperseksualiteit, psychoseksuele stoornis, seksueel onaanvaardbaar gedrag. De helft van de gemelde
ICD-gevallen werd als ernstig beschouwd. Slechts enkele gevallen van de gemelde gevallen waren niet
hersteld ten tijde van de melding.
Overmatige slaperigheid overdag (EDS, excessive daytime sleepiness) en episoden van plotseling in
slaap vallen (SOS, sudden sleep onset)
Bij patiënten die behandeld worden met dopamine-agonisten en/of andere dopaminerge behandeling,
kan overmatige slaperigheid overdag (hypersomnie, lethargie, sedatie, slaapaanvallen, somnolentie,
plotseling in slaap vallen) optreden. Een overeenkomstig patroon van stoornissen wat betreft
overmatige slaperigheid overdag met rasagiline zijn postmarketing gemeld.
Er zijn gevallen gemeld van patiënten die met rasagiline en andere dopaminerge geneesmiddelen
werden behandeld en die tijdens de dagelijkse activiteiten in slaap vielen. Hoewel veel van deze
patiënten slaperigheid meldden tijdens gebruik van rasagiline met andere dopaminerge
geneesmiddelen, waren er ook sommigen die zeiden geen waarschuwingssignalen (zoals overmatige
sufheid) te krijgen en geloofden dat ze vlak vóór het voorval alert waren. Enkele van deze voorvallen
werden langer dan 1 jaar na de start van de behandeling gemeld.
Hallucinaties
De ziekte van Parkinson gaat gepaard met symptomen van hallucinaties en verwardheid. In
postmarketingonderzoek worden deze symptomen ook waargenomen bij Parkinson-patiënten die
behandeld worden met rasagiline.
Serotoninesyndroom
In klinisch onderzoek met rasagiline was gelijktijdig gebruik van fluoxetine of fluvoxamine met
rasagiline niet toegestaan, maar de volgende antidepressiva en doses waren wel toegestaan in de
rasagiline-onderzoeken: amitriptyline
50 mg/dag, trazodon
100 mg/dag, citalopram
20 mg/dag,
sertraline
100 mg/dag en paroxetine
30 mg/dag (zie rubriek 4.5).
In de postmarketingperiode zijn gevallen gemeld van mogelijk levensbedreigend serotoninesyndroom
met agitatie, verwardheid, rigiditeit, pyrexie en myoclonus bij patiënten die behandeld werden met
antidepressiva, meperidine, tramadol, methadon of propoxyfeen in combinatie met rasagiline.
9
Kwaadaardig melanoom
De incidentie van huidmelanoom in placebogecontroleerde klinische studies was 2/380 (0,5%) in de
groep met rasagiline 1 mg als aanvulling op levodopatherapie vs. een incidentie van 1/388 (0,3%) in
de placebogroep. Tijdens de postmarketingperiode werden extra gevallen van kwaadaardige
melanomen gemeld. Deze meldingen werden in alle gevallen als ernstig beschouwd.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Symptomen
Symptomen die optraden na overdosering van rasagiline in doseringen van 3 mg tot 100 mg waren o.a.
hypomanie, hypertensieve crisis en serotoninesyndroom.
Een overdosering kan een significante remming van zowel MAO-A als MAO-B veroorzaken. In een
mono-dosis studie kregen gezonde vrijwilligers een dosering van 20 mg/dag en in een tiendaagse
studie kregen gezonde vrijwilligers een dosering van 10 mg/dag. Bijwerkingen waren mild tot matig
van aard en niet gerelateerd aan de behandeling met rasagiline. In een dosis escalatie studie met
patiënten die chronisch behandeld werden met levodopa en aanvullend werden behandeld met
10 mg/dag rasagiline, werden cardiovasculaire bijwerkingen (inclusief hypertensie en orthostatische
hypotensie) gemeld, welke verdwenen na staken van de behandeling. Deze symptomen kunnen lijken
op de symptomen die zijn gezien met niet-selectieve MAO remmers.
Behandeling
Er is geen specifiek antidotum bekend. In geval van overdosering, dienen patiënten te worden
gecontroleerd en moet adequate symptomatische en ondersteunende therapie worden ingesteld.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Anti-Parkinsonmiddelen,
monoamine oxidase-B remmers,
ATC-code: N04BD02
Werkingsmechanisme
Rasagiline is gebleken een potente, irreversibele selectieve MAO-B remmer te zijn, welke een
toename van het extracellulaire dopamine concentraties in het striatum kan veroorzaken. De
verhoogde dopamine concentratie en de daarop volgende verhoogde dopaminerge activiteit zorgen
waarschijnlijk voor de gunstige effecten van rasagiline die zijn waargenomen in modellen voor
dopaminerge motor dysfunctie.
1-Aminoindan, is een belangrijke actieve metaboliet, en het is geen MAO-B remmer.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De doeltreffendheid van rasagiline is vastgesteld in drie onderzoeken: als monotherapie behandeling in
studie I en als aanvullende therapie bij levodopa in de studies II en III.
Monotherapie
10
In studie I werden 404 patiënten gerandomiseerd aangewezen om behandeld te worden met placebo
(138 patiënten), rasagiline 1 mg/dag (134 patiënten) of rasagiline 2 mg/dag (132 patiënten) en werden
behandeld gedurende 26 weken, er was geen actieve vergelijking.
In dit onderzoek was het primaire meetpunt voor doeltreffendheid de verandering ten opzichte van
baseline voor de totale score van de “Unified Parkinson´s Disease Rating Scale” (UPDRS, deel I-III).
Het verschil tussen de gemiddelde verandering vanaf baseline tot week 26/studiebeëindiging (LOCF,
Last Observation Carried Forward) was statistisch significant (UPDRS, deel I-III: voor rasagiline 1 mg
in vergelijking met placebo -4,2, 95% CI [-5,7, -2,7]; p<0,0001; voor rasagiline 2 mg in vergelijking
met placebo – 3,6, 95% CI [-5,0, -2,1]; p<0,0001), UPDRS motor, deel II: voor rasagiline 1 mg in
vergelijking met placebo -2,7, 95% CI [-3,87, -1,55], p<0,0001; voor rasagiline 2 mg in vergelijking
met placebo – 1,68, 95% CI [-2,85, -0,51], p=0,0050). Het effect was duidelijk, maar de effectgrootte
was matig voor de patiënten groep met milde ziekte. Er was een significant en gunstig effect op de
levenskwaliteit (gemeten met de PD-QUALIF schaal).
Aanvullende therapie
In studie II werden patiënten gerandomiseerd aangewezen om behandeld te worden met placebo
(229 patiënten), rasagiline 1 mg/dag (231 patiënten) of de catechol-O-methyl transferase (COMT)
remmer entacapon 200 mg in combinatie met geplande doseringen levodopa (LD)/decarboxylase
remmer (227 patiënten) en werden behandeld gedurende 18 weken. In studie III werden patiënten
gerandomiseerd aangewezen om behandeld te worden met placebo (159 patiënten), rasagiline
0,5 mg/dag (164 patiënten) of rasagiline 1 mg/dag (149 patiënten) en behandeld gedurende 26 weken.
In beide studies was het primaire meetpunt voor doeltreffendheid de verandering ten opzichte van de
baseline voor de behandelperiode als het gemiddelde aantal uren dat gedurende de dag werd
doorgebracht in de “OFF”-fase (bepaald met behulp van “24-uurs” dagboeken voor thuis, die
gedurende 3 dagen voorafgaand aan ieder controle bezoek werden ingevuld).
In studie II was het gemiddelde verschil in het aantal uren dat werd doorgebracht in de “OFF”-fase in
vergelijking met placebo -0,78 uur, 95% CI [-1,18, -0,39], p=0,0001. De gemiddelde totale dagelijkse
vermindering in tijd in de “OFF”-fase was vergelijkbaar voor de entacapongroep (- 0,80 uur, 95% CI
[-1,20, -0,41], p<0,0001) en de rasagiline 1 mg groep. In studie III was het gemiddelde verschil in
vergelijking met placebo -0,94 uur, 95% CI [-1,36, -0,51], p<0,0001. Er was ook een statistisch
significante verbetering ten opzichte van placebo in de rasagiline 0,5 mg groep, echter deze
verbetering was minder groot. De robuustheid van de resultaten voor het primaire eindpunt werd
bevestigd in een serie additionele statistische modellen en werd aangetoond in drie cohorten (ITT, per
protocol en patiënten die de hele studie afmaakten).
De secundaire metingen voor doeltreffendheid omvatten globale beoordeling van verbetering door de
onderzoeker, Activities of Daily Living (ADL) subschaal scores tijdens de “OFF” periode en UPDRS
motor scores tijdens de “ON” periode. Rasagiline zorgde voor een statistisch significante verbetering
in vergelijking met placebo.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Rasagiline wordt snel geabsorbeerd, de piek plasma concentratie (C
max
) wordt na ongeveer 0,5 uur
bereikt. De absolute biologische beschikbaarheid van een enkelvoudige rasagiline dosering is ongeveer
36%. Voedsel heeft geen invloed op de T
max
van rasagiline, hoewel de C
max
en blootstelling (AUC)
worden verminderd met respectievelijk ongeveer 60% en 20% indien het product wordt ingenomen bij
een maaltijd met veel vet. Omdat de AUC niet substantieel wordt beïnvloed, kan rasagiline zowel met
als zonder voedsel worden ingenomen.
Distributie
Het gemiddelde verdelingsvolume na een enkelvoudige intraveneuze dosis rasagiline is 243 l. De
plasma eiwitbinding na een enkelvoudige orale dosering
14
C-gelabeld rasagiline is ongeveer
60 tot 70%.
11
Biotransformatie
Rasagiline wordt bijna volledig gemetaboliseerd in de lever voorafgaand aan uitscheiding. Het
metabolisme van rasagiline verloopt via twee belangrijke routes: N-dealkylering en/of hydroxylatie
met de vorming van: 1-aminoindan, 3-hydroxy-N-propargyl-1 aminoindan en 3-hydroxy-1-
aminoindan.
In vitro
experimenten wijzen uit dat beide routes voor rasagiline metabolisme afhankelijk
zijn van het cytochroom P450 systeem, met CYP1A2 als het belangrijkste iso-enzym dat betrokken is
bij het metabolisme van rasagiline. Conjugatie van rasagiline en zijn metabolieten bleek eveneens een
belangrijke eliminatie route, waarbij glucuroniden werden gevormd.
Ex vivo
en
in vitro
experimenten
tonen aan dat rasagiline geen remmer noch inductor is van belangrijke CYP450-enzymen (zie
rubriek 4.5).
Eliminatie
Na orale toediening van
14
C-gemerkt rasagiline verliep de eliminatie in de eerste plaats via de urine
(62,6%) en in de tweede plaats via de feces (21,8%), waarbij 84,4% van de dosis werd teruggevonden
na een periode van 38 dagen. Minder dan 1% rasagiline wordt onveranderd uitgescheiden in de urine.
Lineariteit/non-lineariteit
De farmacokinetiek van rasagiline is lineair met de dosering bij doseringen tussen 0,5 en 2 mg bij
patiënten met de ziekte van Parkinson. De terminale halfwaardetijd is 0,6-2 uur.
Verminderde leverfunctie
Bij personen met licht verminderde leverfunctie, waren de AUC en C
max
verhoogd met respectievelijk
80% en 38%. Bij personen met matig verminderde leverfunctie, waren de AUC en C
max
verhoogd met
respectievelijk 568% en 83% (zie rubriek 4.4).
Verminderde nierfunctie
De farmacokinetische eigenschappen van rasagiline bij personen met milde (CLcr 50-80 ml/min) en
matig (CLcr 30-49 ml/min) verminderde nierfunctie waren vergelijkbaar met die in gezonde personen.
Ouderen
Leeftijd heeft weinig invloed op de farmacokinetiek van rasagiline bij ouderen (> 65 jaar) (zie
rubriek 4.2).
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
Rasagiline vertoonde geen genotoxische potentie
in vivo,
noch in verschillende
in vitro
systemen met
bacteriën of hepatocyten. In de aanwezigheid van metabolische activiteit veroorzaakte rasagiline een
toename van chromosomale afwijkingen bij concentraties met buitensporige cytotoxiciteit welke
onbereikbaar zijn bij de klinische gebruiksvoorwaarden.
Rasagiline was niet carcinogeen bij ratten bij een systemische blootstelling, 84-339 maal de te
verwachten plasmaspiegels bij de mens bij 1 mg/dag. Bij muizen werden hogere incidenties van
gecombineerd broncheolair/alveolair adenomen en/of carcinomen gevonden bij een systemische
blootstelling, 144-213 maal de te verwachten plasmaspiegels bij de mens bij 1 mg/dag.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
12
6.1
Lijst van hulpstoffen
Mannitol
Maïszetmeel
Gepregelatiniseerd maïszetmeel
Watervrij colloïdaal silica
Stearinezuur
Talk
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
Blisters: 3 jaar
Flacons: 3 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Blisters
Aluminium/aluminium blisterverpakking met 7, 10, 28, 30, 100 of 112 tabletten.
Flacons
Witte, hoge dichtheids-polyethyleen flacon met of zonder kindveilige sluiting met 30 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/304/001-07
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
21 februari 2005
13
Datum van eerste verlening van de vergunning:
Datum van laatste verlenging: 21 september 2009
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu
14
BIJLAGE II
A.
B.
C.
D.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
15
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Teva Pharmaceuticals Europe B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Pliva Croatia Ltd.
Prilaz baruna Filipovica 25
10000 Zagreb
Kroatië
Teva Operations Poland Sp.z o.o.
ul. Mogilska 80,
31-546 Krakow,
Polen
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
16
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
17
A. ETIKETTERING
18
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD:
DOOS VOOR BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
AZILECT 1 mg tabletten
rasagiline
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Elke tablet bevat 1 mg rasagiline (als mesilaat).
3.
4.
Tablet
7 tabletten
10 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
100 tabletten
112 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
LIJST VAN HULPSTOFFEN
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Voor oraal gebruik.
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren beneden 30°C.
19
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/304/001
EU/1/04/304/002
EU/1/04/304/003
EU/1/04/304/004
EU/1/04/304/005
EU/1/04/304/006
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
AZILECT
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
20
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
AZILECT 1 mg tabletten
rasagiline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva B.V.
3.
EXP
4.
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Charge
5.
OVERIGE
21
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD:
DOOS VOOR FLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
AZILECT 1 mg tabletten
rasagiline
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE€L(EN)
Elke tablet bevat 1 mg rasagiline (als mesilaat).
3.
4.
Tablet
30 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
LIJST VAN HULPSTOFFEN
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Voor oraal gebruik.
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik en zicht van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
22
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/304/007
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
AZILECT
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
23
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD:
ETIKET FLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
AZILECT 1 mg tabletten
rasagiline
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE€L(EN)
Elke tablet bevat 1 mg rasagiline (als mesilaat).
3.
4.
Tablet
30 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
LIJST VAN HULPSTOFFEN
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Voor oraal gebruik.
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
24
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/304/007
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
17.
18.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
25
B. BIJSLUITER
26
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
AZILECT 1 mg tabletten
rasagiline
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is AZILECT en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is AZILECT en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
AZILECT bevat de werkzame stof rasagiline en wordt gebruikt voor de behandeling van de ziekte van
Parkinson bij volwassenen. Het kan worden gebruikt met of zonder levodopa (een ander geneesmiddel
dat gebruikt wordt bij de ziekte van Parkinson).
Bij de ziekte van Parkinson is er een verlies aan cellen die dopamine aanmaken in de hersenen.
Dopamine is een chemische stof in de hersenen die zorgt voor controle van bewegingen. AZILECT
zorgt voor een toename en het behoud van de hoeveelheid dopamine in de hersenen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U heeft ernstige leverproblemen.
Neem onderstaande geneesmiddelen niet in tijdens uw behandeling met AZILECT:
-
Monoamineoxidase (MAO) remmers (bijv. voor de behandeling van depressie of de ziekte van
Parkinson, of een andere indicatie. Hiertoe kunnen ook medicinale en natuur producten behoren
die u zonder voorschrift van de arts kunt verkrijgen zoals bijvoorbeeld Sint-Janskruid).
-
Pethidine (een sterke pijnstiller).
U dient minstens 14 dagen na het staken van de behandeling met AZILECT te wachten voor u start
met een behandeling met MAO remmers of pethidine.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
-
Als u leverproblemen heeft.
-
U dient uw arts te raadplegen als u verdachte huidveranderingen waarneemt. Een behandeling
met dit middel leidt mogelijk tot een verhoogd risico op huidkanker.
Vertel het uw arts wanneer u of uw familie/verzorger merkt dat u ongewoon gedrag ontwikkelt waarbij
u geen weerstand kunt bieden aan de impuls, drang of verleiding om dingen te doen die uzelf of
27
anderen schade kunnen berokkenen. Dergelijk gedrag wordt een stoornis in de impulsbeheersing
genoemd. Bij patiënten die AZILECT en/of andere geneesmiddelen voor de behandeling van de ziekte
van Parkinson innemen, kan dit gedrag bestaan uit onder andere dwanghandelingen, dwanggedachten,
gokverslaving, overmatig geld uitgeven, impulsief gedrag en een abnormaal grote behoefte aan seks of
een toename van seksuele gedachten of gevoelens. Het kan nodig zijn dat uw arts uw dosering aanpast
of stopzet (zie rubriek 4).
AZILECT kan sufheid veroorzaken en kan ertoe leiden dat u tijdens de activiteiten overdag plotseling
in slaap valt, met name als u andere dopaminerge geneesmiddelen (gebruikt voor de behandeling van
de ziekte van Parkinson) inneemt. Zie de rubriek over rijvaardigheid en het gebruik van machines voor
meer informatie.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is geen zinvolle toepassing van AZILECT bij kinderen en jongeren tot 18 jaar. Daarom is
AZILECT niet aanbevolen voor gebruik door personen jonger dan 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Neemt u naast AZILECT nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts
of apotheker.
Vertel het uw arts met name als u een van de onderstaande geneesmiddelen inneemt:
-
Bepaalde antidepressiva (selectieve serotonine heropname remmers, selectieve serotonine-
noradrenaline heropname remmers, tricyclische of tetracyclische antidepressiva)
-
Het antibioticum ciprofloxacine wat gebruikt wordt voor de behandeling van infecties,
-
Het hoest onderdrukkende middel dextromethorfan
-
Sympathicomimetica welke aanwezig zijn in oogdruppels, slijmoplossende middelen voor het
neusslijmvlies die via de neus en mond worden ingenomen en medicijnen bij verkoudheid die
efedrine of pseudo-efedrine bevatten.
Het gebruik van AZILECT gelijktijdig met antidepressiva die fluoxetine of fluvoxamine bevatten dient
vermeden te worden.
U dient minstens vijf weken te wachten na het staken van de behandeling met fluoxetine voordat u met
de behandeling met AZILECT gaat beginnen.
U dient minstens 14 dagen na het staken van de behandeling met AZILECT te wachten voordat u
begint met de behandeling met fluoxetine of fluvoxamine.
Rookt u of bent u van plan om te stoppen met roken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Door roken
kan de hoeveelheid AZILECT in het bloed verminderen.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
U mag AZILECT niet innemen als u zwanger bent, omdat de effecten van AZILECT op een
zwangerschap en op het ongeboren kind niet bekend zijn.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Vraag uw arts om advies voordat u gaat autorijden of machines gaat bedienen, omdat zowel de ziekte
van Parkinson zelf als de behandeling met AZILECT van invloed kan zijn op uw vermogen hiertoe.
Door AZILECT kunt u zich duizelig of suf voelen; het kan ook episoden van plotseling in slaap vallen
veroorzaken.
De kans hierop kan groter zijn als u andere geneesmiddelen inneemt voor de behandeling van de
symptomen van uw ziekte van Parkinson, of als u geneesmiddelen inneemt die u suf kunnen maken, of
als u alcohol gebruikt tijdens gebruik van AZILECT. Als u last heeft gehad van slaperigheid en/of
episoden van plotseling in slaap vallen vóór of tijdens gebruik van AZILECT, mag u geen voertuig
besturen of machines bedienen (zie rubriek 2).
28
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen dosering van AZILECT is een tablet van 1 mg eenmaal per dag via de mond in te
nemen. AZILECT kan met of zonder voedsel ingenomen worden.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Indien u denkt dat u teveel AZILECT tabletten heeft ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op
met uw arts of apotheker. Neem het AZILECT doosje/blisterverpakking of flacon mee om aan uw arts
of apotheker te laten zien.
Symptomen die gemeld zijn na overdosering van AZILECT omvatten een licht euforische stemming
(lichte vorm van manie), uitermate hoge bloeddruk en serotoninesyndroom (zie rubriek 4).
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Neem gewoon de volgende dosis,
wanneer het tijd is om deze in te nemen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van AZILECT zonder overleg met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts
als u een van de volgende symptomen opmerkt. U heeft
mogelijk dringend medisch advies of een medische behandeling nodig:
- Als u ongebruikelijk gedrag ontwikkelt zoals dwanghandelingen, dwanggedachten,
gokverslaving, overmatig koopgedrag of geld uitgeven, impulsief gedrag en een abnormaal grote
behoefte aan seks of een toename van seksuele gedachten (stoornissen in de impulsbeheersing)
(zie rubriek 2).
- Als u dingen ziet of hoort die er niet zijn (hallucinaties).
- Een combinatie van hallucinaties, koorts, rusteloosheid, tremor en zweten
(serotoninesyndroom).
Neem contact op met uw arts
als u verdachte veranderingen in uw huid opmerkt, omdat er een
verhoogde kans op huidkanker (melanoom) bestaat bij het gebruik van dit geneesmiddel (zie
rubriek 2).
Andere bijwerkingen
Zeer vaak (treft mogelijk meer dan 1 op de 10 personen)
-
Onwillekeurige bewegingen (dyskinesie)
-
Hoofdpijn
Vaak (treft mogelijk maximaal 1 op de 10 personen)
-
Buikpijn
-
Vallen
-
Allergie
29
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Koorts
Griep (influenza)
Algemeen gevoel van onwelzijn (malaise)
Nekpijn
Pijn op de borst (angina pectoris)
Lage bloeddruk bij het opstaan met symptomen zoals duizeligheid/licht gevoel in het hoofd
(orthostatische hypotensie)
Verlies aan eetlust
Constipatie
Droge mond
Misselijkheid en braken
Winderigheid (flatulentie)
Abnormale uitslagen van bloedtesten (leukopenie)
Gewrichtspijn (artralgie)
Skeletspierpijn
Gewrichtsontsteking (artritis)
Gevoelloosheid en spierzwakte van de hand (carpaal tunnel syndroom)
Gewichtsverlies
Abnormale dromen
Moeilijkheden met de coördinatie van de spieren (evenwichtsstoornissen)
Depressie
Duizeligheid (vertigo)
Verlengde spiercontracties (dystonie)
Loopneus (ontsteking van het neusslijmvlies)
Irritatie van de huid (dermatitis)
Huiduitslag
Rooddoorlopen ogen (conjunctivitis)
Sterke drang tot urineren
Soms (treft mogelijk maximaal 1 op de 100 personen)
-
Beroerte (cerebrovasculair accident)
-
Hartinfarct (myocardinfarct)
-
Blaasjesachtige huiduitslag (vesicobulleuze uitslag)
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
-
Verhoogde bloeddruk
-
Overmatige sufheid
-
Plotseling in slaap vallen
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos,
flacon of blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C.
30
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is rasagiline. Elke tablet bevat 1 mg rasagiline (als mesilaat).
- De andere stoffen in dit middel zijn mannitol, watervrij colloïdaal silica, maïszetmeel,
gepregelatineerd maïszetmeel, stearinezuur, talk.
Hoe ziet AZILECT eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
AZILECT tabletten zijn witte tot gebroken witte, ronde, platte, afgekante tabletten, met aan de ene
kant van de tablet de inscripties “GIL” en daaronder “1” en glad aan de andere kant.
De tabletten zijn beschikbaar in blisterverpakkingen met 7, 10, 28, 30, 100 of 112 tabletten of in een
flacon met 30 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Fabrikanten
Teva Pharmaceuticals Europe B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Pliva Croatia Ltd.
Prilaz baruna Filipovica 25
10000 Zagreb
Kroatië
Teva Operations Poland Sp.z o.o.
ul. Mogilska 80,
31-546 Krakow,
Polen
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Tél/Tel: +32 38207373
България
Тева Фарма ЕАД
Teл: +359 24899585
Lietuva
UAB Teva Baltics
Tel: +370 52660203
Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 38207373
31
Česká republika
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Tel: +420 251007111
Danmark
Teva Denmark A/S
Tlf: +45 44985511
Deutschland
TEVA GmbH
Tel: +49 73140208
Eesti
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 6610801
Ελλάδα
Specifar A.B.E.E.
Τηλ: +30 2118805000
España
Teva Pharma, S.L.U.
Tel: +34 913873280
France
Teva Santé
Tél: +33 155917800
Hrvatska
Pliva Hrvatska d.o.o.
Tel: +385 13720000
Ireland
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +44 2075407117
Ísland
Teva Pharma Iceland ehf.
Sími: +354 5503300
Italia
Teva Italia S.r.l.
Tel: +39 028917981
Κύπρος
Specifar A.B.E.E.
Ελλάδα
Τηλ: +30
2118805000
Latvija
UAB Teva
Baltics filiāle Latvijā
Tel: +371 67323666
Magyarország
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +36 12886400
Malta
Teva Pharmaceuticals Ireland
L-Irlanda
Tel: +44 2075407117
Nederland
Teva Nederland B.V.
Tel: +31 8000228400
Norge
Teva Norway AS
Tlf: +47 66775590
Österreich
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
Tel: +43 1970070
Polska
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel: +48 223459300
Portugal
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tel: +351 214767550
România
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +40 212306524
Slovenija
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +386 15890390
Slovenská republika
TEVA Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Tel: +421 257267911
Suomi/Finland
Teva Finland Oy
Puh/Tel: +358 201805900
Sverige
Teva Sweden AB
Tel: +46 42121100
United Kingdom (Northern Ireland)
Teva Pharmaceuticals Ireland
Ireland
Tel: +44 2075407117
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {maand JJJJ}.
32

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
AZILECT 1 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 1 mg rasagiline (als mesilaat)
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet.
Witte tot gebroken witte, ronde, platte, afgekante tabletten, met aan de ene kant van de tablet de
inscripties 'GIL' en daaronder '1' en glad aan de andere kant.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
AZILECT is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor de behandeling van de idiopathische
vorm van de ziekte van Parkinson als monotherapie (zonder levodopa) of als aanvullende therapie
(met levodopa) bij patiënten met fluctuaties aan het einde van de dosering.

4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosering rasagiline is 1 mg (één tablet AZILECT) eenmaal per dag, in te nemen met of
zonder levodopa.
Ouderen
Een aanpassing van de dosering is niet noodzakelijk bij oudere patiënten (zie rubriek 5.2).
Verminderde leverfunctie
Rasagiline is gecontra-indiceerd voor gebruik bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie
(zie rubriek 4.3). Het gebruik van rasagiline bij patiënten met een matig verminderde leverfunctie dient
voorkomen te worden. Voorzichtigheid is geboden wanneer een behandeling met rasagiline wordt
gestart bij patiënten met een mild verminderde leverfunctie. Indien bij patiënten met een mild
verminderde leverfunctie een verergering optreedt van mild naar matig, dient het gebruik van
rasagiline te worden gestaakt (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Verminderde nierfunctie
Speciale voorzorgsmaatregelen zijn niet noodzakelijk bij patiënten met een verminderde nierfunctie.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van AZILECT bij kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld. Er is
geen relevante toepassing van AZILECT bij pediatrische patiënten voor de indicatie ziekte van
Parkinson.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.

4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Gelijktijdige behandeling met andere monoamine oxidase (MAO) remmers (inclusief geneesmiddelen
en natuurproducten die zonder voorschrift verkrijgbaar zijn, zoals Sint-Janskruid) of pethidine (zie
rubriek 4.5). Indien de behandeling met rasagiline gestaakt wordt, dienen minimaal 14 dagen te
verstrijken alvorens gestart kan worden met een behandeling met MAO remmers of pethidine.
Ernstig verminderde leverfunctie.

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Gelijktijdig gebruik van rasagiline met andere geneesmiddelen
Gelijktijdig gebruik van rasagiline en fluoxetine of fluvoxamine moet worden vermeden (zie
rubriek 4.5). Een periode van minimaal 5 weken dient in acht te worden genomen tussen het staken
van de behandeling met fluoxetine en de start van de behandeling met rasagiline. Er dienen minimaal
14 dagen te zijn verstreken tussen het stoppen van de behandeling met rasagiline en de start van de
behandeling met fluoxetine of fluvoxamine.
Gelijktijdig gebruik van rasagiline en dextromethorfan of sympathicomimetica zoals deze welke
aanwezig zijn in nasale en orale decongestiva, of geneesmiddelen tegen verkoudheid die efedrine of
pseudo-efedrine bevatten, wordt niet aangeraden (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdig gebruik van rasagiline en levodopa
Aangezien rasagiline de werking van levodopa versterkt, kunnen de bijwerkingen van levodopa
toenemen en kan reeds bestaande dyskinesie verergeren. Verlaging van de dosis levodopa kan deze
bijwerking verminderen.
Er zijn meldingen van hypotensieve effecten wanneer rasagiline gelijktijdig wordt ingenomen met
levodopa. Patiënten met de ziekte van Parkinson zijn met name gevoelig voor de bijwerkingen van
hypotensie als gevolg van bestaande stoornissen bij het lopen.
Dopaminerge effecten
Overmatige slaperigheid overdag (EDS, excessive daytime sleepiness) en episoden van plotseling in
slaap vallen (SOS, sudden sleep onset)
Rasagiline kan overdag leiden tot sufheid, slaperigheid en, af en toe, met name indien gebruikt met
andere dopaminerge geneesmiddelen, in slaap vallen tijdens de dagelijkse activiteiten. Patiënten
moeten hierover worden geïnformeerd en moeten worden geadviseerd tijdens de behandeling met
rasagiline voorzichtig te zijn met het besturen van een voertuig of het bedienen van machines.
Patiënten die slaperigheid hebben ondervonden en/of een episode van plotseling in slaap vallen mogen
geen voertuig besturen of machines bedienen (zie rubriek 4.7).
Stoornissen in de impulsbeheersing
Stoornissen in de impulsbeheersing kunnen optreden bij patiënten die behandeld worden met
dopamine-agonisten en/of andere dopaminerge producten. Overeenkomstige meldingen van
stoornissen in de impulsbeheersing met rasagiline zijn ook postmarketing ontvangen. Patiënten en
verzorgers dienen geattendeerd te worden op de gedragssymptomen met betrekking tot stoornissen in
de impulsbeheersing die werden waargenomen bij patiënten die behandeld werden met rasagiline,
waaronder dwangneuroses, obsessieve gedachten, pathologisch gokken, verhoogd libido,
hyperseksualiteit, impulsief gedrag en compulsief geld uitgeven of koopgedrag.

Een retrospectieve cohortstudie duidde op een mogelijk verhoogd risico op melanoom bij het gebruik
van rasagiline, met name bij patiënten met langere blootstelling aan rasagiline en/of met de hogere
cumulatieve dosis van rasagiline. Elke verdachte huidlaesie dient door een specialist bekeken te
worden. Daarom moeten patiënten worden geadviseerd om medisch advies in te winnen als een
nieuwe of veranderende huidlaesie wordt vastgesteld.
Verminderde leverfunctie
Voorzichtigheid is geboden wanneer een behandeling met rasagiline wordt gestart bij patiënten met
een mild verminderde leverfunctie. Het gebruik van rasagiline bij patiënten met een matig
verminderde leverfunctie dient voorkomen te worden. Indien bij patiënten de leverfunctie verslechtert
van een mild tot matig verminderde leverfunctie, dient rasagiline te worden gestaakt. (zie rubriek 5.2).

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
MAO remmers
Rasagiline is gecontra-indiceerd voor gebruik samen met andere MAO remmers (inclusief
geneesmiddelen en natuurproducten die zonder voorschrift verkrijgbaar zijn, zoals Sint-Janskruid),
vanwege een mogelijk risico op niet-selectieve MAO remming, wat kan leiden tot hypertensieve crises
(zie rubriek 4.3).
Pethidine
Er zijn ernstige bijwerkingen gerapporteerd bij gelijktijdig gebruik van pethidine en MAO remmers,
waaronder een andere selectieve MAO-B remmer. De gelijktijdige toediening van rasagiline en
pethidine is gecontra-indiceerd (zie rubriek 4.3).
Sympathicomimetica
Er zijn meldingen geweest van geneesmiddelinteracties bij gebruik van MAO remmers in combinatie
met sympathicomimetische geneesmiddelen.
Daarom wordt, gezien de MAO remmende activiteit van rasagiline, gelijktijdige toediening van
rasagiline en sympathicomimetica zoals deze welke aanwezig zijn in nasale en orale decongestiva, of
geneesmiddelen tegen verkoudheid, die efedrine of pseudo-efedrine bevatten, niet aanbevolen (zie
rubriek 4.4).
Dextromethorfan
Er zijn meldingen geweest van geneesmiddelinteracties bij gelijktijdig gebruik van dextromethorfan en
niet-selectieve MAO remmers. Daarom wordt, gezien de MAO remmende activiteit van rasagiline,
gelijktijdige toediening van rasagiline en dextromethorfan niet aanbevolen (zie rubriek 4.4).
SNRI/SSRI/tri- en tetracyclische antidepressiva
Gelijktijdig gebruik van rasagiline en fluoxetine of fluvoxamine dient vermeden te worden (zie
rubriek 4.4).
Zie rubriek 4.8 voor gelijktijdig gebruik van rasagiline met selectieve serotonineheropnameremmers
(SSRI´s)/ selectieve serotonine-noradrenalineheropnameremmers (SNRI´s) in klinisch onderzoek.
Ernstige bijwerkingen zijn gemeld bij gelijktijdig gebruik van SSRI´s, SNRI´s, tricyclische
antidepressiva, tetracyclische antidepressiva en MAO remmers. Daarom dienen, gezien de MAO
remmende activiteit van rasagiline, antidepressiva met voorzichtigheid te worden toegediend.

Cytochroom P450 1A2 (CYP1A2) is het voornaamste enzym dat verantwoordelijk is voor het
metabolisme van rasagiline, zo is gebleken uit in vitro metabolisme onderzoek.
CYP1A2-remmers
Gelijktijdige toediening van rasagiline en ciprofloxacine (een remmer van CYP1A2) verhoogde de
AUC van rasagiline met 83%. Gelijktijdige toediening van rasagiline en theofylline (een substraat van
CYP1A2) had geen invloed op de farmacokinetiek van één van beide producten. Dit betekent dat
potente CYP1A2 remmers de rasagiline plasma spiegels kunnen veranderen en met voorzichtigheid
dienen te worden toegediend.
CYP1A2-inductors
Er is een risico dat de plasmaspiegels van rasagiline bij patiënten die roken verlaagd zijn vanwege
inductie van het metaboliserende enzym CYP1A2.
Overige cytochroom P450-iso-enzymen
In vitro studies hebben aangetoond dat rasagiline bij een concentratie van 1 µg/ml (equivalent aan een
niveau van 160 keer de gemiddelde Cmax ~ 5,9-8,5 ng/ml in patiënten met de ziekte van Parkinson na
meervoudige dosering van 1 mg rasagiline), geen remming veroorzaakt van de cytochroom P450-iso-
enzymen CYP1A2, CYP2A6, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6, CYP2E1, CYP3A4 en CYP4A. Deze
resultaten geven aan dat het onwaarschijnlijk is dat de therapeutische concentraties van rasagiline een
klinisch significante wisselwerking met substraten van deze enzymen geven (zie rubriek 5.3).
Levodopa en andere geneesmiddelen voor de ziekte van Parkinson
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson die rasagiline als aanvullende therapie op chronische
behandeling met levodopa ontvingen, werd geen klinisch significant effect van behandeling met
levodopa op de klaring van rasagiline waargenomen.
Gelijktijdige toediening van rasagiline en entacapon verhoogde de orale rasagiline klaring met 28%.

Tyramine/rasagiline interactie
De resultaten van vijf onderzoeken met tyramine 'challenge' (in vrijwilligers en patiënten met de
ziekte van Parkinson), evenals de resultaten van thuiscontroles van de bloeddruk na de maaltijden (van
464 patiënten behandeld met 0,5 of 1 mg rasagiline per dag of placebo als aanvullende therapie op
levodopa gedurende 6 maanden, zonder tyramine beperkingen), en het feit dat er geen meldingen
waren van een tyramine/rasagiline interactie tijdens klinische studies die werden uitgevoerd zonder
tyramine beperkingen, geven aan dat rasagiline veilig kan worden gebruikt zonder beperking van
tyramine in de voeding.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen gegevens over het gebruik van rasagiline bij zwangere vrouwen. De resultaten van
dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten met betrekking tot
reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Uit voorzorg heeft het de voorkeur het gebruik van rasagiline te
vermijden tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Niet-klinische data geven aan dat rasagiline de prolactine secretie remt, waardoor de lactatie geremd
kan worden. Het is niet bekend of rasagiline wordt uitgescheiden in humane moedermelk.
Voorzichtigheid is geboden indien rasagiline wordt toegediend aan vrouwen die borstvoeding geven.
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het effect van rasagiline op de vruchtbaarheid bij mensen.
Niet-klinische gegevens duiden erop dat rasagiline geen effect heeft op de vruchtbaarheid.

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Bij patiënten die slaperigheid/plotseling in slaap vallen ervaren, kan rasagiline grote invloed hebben op
de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
Patiënten dienen voorzichtig te zijn met het bedienen van gevaarlijke machines, inclusief
motorvoertuigen, totdat ze er redelijk zeker van zijn dat rasagiline geen nadelige invloed heeft.
Patiënten die met rasagiline worden behandeld en last hebben van slaperigheid en/of episoden van
plotseling in slaap vallen, moeten worden gewaarschuwd dat ze geen voertuig mogen besturen en geen
activiteiten mogen uitvoeren waarbij een verminderde alertheid een risico op ernstig letsel of
overlijden kan inhouden voor henzelf of voor anderen (bijv. bij het bedienen van machines), totdat ze
voldoende ervaring hebben opgedaan met rasagiline en andere dopaminerge geneesmiddelen, zodat ze
weten of deze middelen al dan niet een nadelige invloed hebben op hun mentale en/of motorische
prestaties.
Indien op enig moment tijdens de behandeling sprake is van een grotere mate van slaperigheid of van
nieuwe episoden van in slaap vallen tijdens de dagelijkse activiteiten (bijv. tv-kijken, meerijden in een
auto enz.), mogen patiënten geen voertuig besturen of deelnemen aan mogelijk gevaarlijke activiteiten.
Tijdens de behandeling mogen patiënten geen voertuig besturen, geen machines bedienen en niet op
hoogte werken als zij vóór het gebruik van rasagiline last hebben gehad van slaperigheid en/of in slaap
vallen zonder voorafgaande waarschuwing.
Patiënten moeten worden gewaarschuwd voor de mogelijk verslavende effecten van sederende
geneesmiddelen, alcohol of andere kalmeringsmiddelen die op het centrale zenuwstelsel inwerken
(bijv. benzodiazepinen, antipsychotica, antidepressiva) in combinatie met rasagiline of bij het
gelijktijdige gebruik van geneesmiddelen die de plasmaspiegels van rasagiline (bijv. ciprofloxacine)
verhogen (zie rubriek 4.4).

4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
In klinische studies bij patiënten met de ziekte van Parkinson werden de volgende bijwerkingen het
vaakst gemeld:
hoofdpijn, depressie, vertigo en griep (influenza en rinitis) bij monotherapie; dyskinesie, orthostatische
hypotensie, vallen, buikpijn, misselijkheid en braken, en droge mond bij aanvullend gebruik met
levodopa-therapie; musculoskeletale pijn (zoals rug- en nekpijn) en artralgie bij beide behandelingen.
Deze bijwerkingen gingen niet gepaard met een verhoogd aantal gevallen van stopzetting van het
geneesmiddel.
Lijst met bijwerkingen in tabelvorm
In tabel 1 en 2 hieronder zijn de bijwerkingen aan de hand van de volgende conventie gerangschikt op
systeem/orgaanklasse en frequentie: zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100, < 1/10), soms ( 1/1.000,
< 1/100), zelden ( 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000), niet bekend (kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Monotherapie
De onderstaande lijst in tabelvorm vermeldt de bijwerkingen die zijn gemeld met een hogere incidentie
dan placebo in de placebo gecontroleerde studies, bij patiënten die 1 mg/dag rasagiline kregen.

Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
orgaanklasse
Infecties en
Influenza

parasitaire
aandoeningen
Neoplasmata,
Huidcarcinoom

benigne, maligne
en niet-
gespecificeerd
(inclusief cysten
en poliepen)
Bloed- en
Leukopenie

lymfestelstel-
aandoeningen
Immuunsysteem
Allergie

aandoeningen
Voedings- en

Verminderde

stofwisselings-
eetlust
stoornissen
Psychische
Depressie,
Stoornissen in de
stoornissen
hallucinaties*
impulsbeheersing
*
Zenuwstelsel-
Hoofdpijn
Cerebrovasculair Serotonine
-
aandoeningen
accident
syndroom*,
overmatige
slaperigheid
overdag (EDS) en
episoden van
plotseling in slaap
vallen (SOS)*
Oog-
Conjunctivitis

aandoeningen
Evenwichts-
Vertigo

orgaan- en oor-
aandoeningen
Hart-
Angina pectoris
Myocardinfarct

aandoeningen
Bloedvat-

Hypertensie*
aandoeningen
Ademhalings-
Rinitis

stelsel-,
borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Maagdarm-
Flatulentie

stelsel-
aandoeningen
Huid- en
Dermatitis
Vesiculobulleuze
onderhuid-
uitslag
aandoeningen
Skeletspier-
Pijn aan het

stelstel- en
skeletspierstelsel,
bindweefsel-
nekpijn,
aandoeningen
Artritis
Nier- en
Aandrang tot

urineweg-
urineren
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
orgaanklasse
aandoeningen
Algemene
Koorts,

aandoeningen en
Malaise
toedienings-
plaatsstoor-
nissen
* Zie de rubriek beschrijving van geselecteerde bijwerkingen

Aanvullende therapie
De onderstaande lijst in tabelvorm geeft de bijwerkingen die zijn gemeld met een hogere incidentie
dan placebo in de placebo gecontroleerde studies bij patiënten die 1 mg/dag rasagiline innamen.
Systeem/
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
orgaanklasse
Neoplasmata

Huidmelanoom*
benigne, maligne
en niet-
gespecificeerd
Voedings- en
Verminderde

stofwisselings-
eetlust
stoornissen
Psychische
Hallucinaties*,
Verwardheid
Stoornissen in
stoornissen
abnormale dromen
de impuls
-
beheersing*
Zenuwstelsel-
Dyskinesie
Dystonie,
Cerebro
-
Serotonine
-
aandoeningen
carpaletunnel
-
vasculair
syndroom*,
syndroom,
accident
overmatige
evenwichts
-
slaperigheid
aandoeningen
overdag (EDS)
en episoden van
plotseling in
slaap vallen
(SOS)*
Hart-

Angina pectoris
aandoeningen
Bloedvat-
Orthostatische
Hypertensie*
aandoeningen
hypotensie*
Maagdarm-
Abdominale pijn,

stelsel-
constipatie,
aandoeningen
misselijkheid en
braken,
droge mond
Huid- en
Uitslag

onderhuid-
aandoeningen
Skeletspierstelsel
Artralgie,

- en bindweefsel-
nekpijn
aandoeningen*
Onderzoeken
Gewichtsverlies

Letsels,
Vallen

intoxicaties en
verrichtings-
complicaties
* Zie de rubriek beschrijving van geselecteerde bijwerkingen

Orthostatische hypotensie
In geblindeerde placebogecontroleerde studies werd bij één proefpersoon (0,3%) in de rasagiline-arm
(aanvullende studies) ernstige orthostatische hypotensie gemeld. Dit kwam niet voor in de placeboarm.
Verder blijkt uit klinische onderzoeksgegevens dat orthostatische hypotensie meestal in de eerste twee
maanden van de behandeling met rasagiline voorkomt en normaliter na verloop van tijd afneemt.
Hypertensie
Rasagiline is een selectieve remmer van MAO-B en gaat op de geïndiceerde dosis (1 mg/dag) niet
gepaard met een verhoogde tyraminegevoeligheid. In geblindeerde placebogecontroleerde studies
(monotherapie en aanvullend) werd bij proefpersonen in de rasagiline-arm geen ernstige hypertensie
gemeld. In de postmarketingperiode zijn meldingen geweest van verhoogde bloeddruk, waaronder
zelden voorkomende ernstige gevallen van hypertensieve crisis gepaard gaande met inname van
onbekende hoeveelheden van tyraminerijk voedsel, bij patiënten die rasagiline gebruiken. In de
postmarketingperiode is er één melding geweest van verhoogde bloeddruk bij een patiënt die
rasagiline gebruikte samen met de vasoconstrictor tetrahydrozoline hydrochloride voor oogheelkundig
gebruik.

Stoornissen in de impulsbeheersing
In de placebogecontroleerde studie als monotherapie werd één geval van hyperseksualiteit gemeld. De
volgende werden tijdens de postmarketingblootstelling gemeld, met onbekende frequentie:
dwanghandelingen, compulsief winkelen, dermatillomanie, dopaminedisregulatiesyndroom,
stoornissen in de impulsbeheersing, impulsief gedrag, kleptomanie, obsessieve gedachten,
obsessief-compulsieve stoornis, stereotypie, gokken, pathologisch gokken, verhoogd libido,
hyperseksualiteit, psychoseksuele stoornis, seksueel onaanvaardbaar gedrag. De helft van de gemelde
ICD-gevallen werd als ernstig beschouwd. Slechts enkele gevallen van de gemelde gevallen waren niet
hersteld ten tijde van de melding.
Overmatige slaperigheid overdag (EDS, excessive daytime sleepiness) en episoden van plotseling in
slaap vallen (SOS, sudden sleep onset)
Bij patiënten die behandeld worden met dopamine-agonisten en/of andere dopaminerge behandeling,
kan overmatige slaperigheid overdag (hypersomnie, lethargie, sedatie, slaapaanvallen, somnolentie,
plotseling in slaap vallen) optreden. Een overeenkomstig patroon van stoornissen wat betreft
overmatige slaperigheid overdag met rasagiline zijn postmarketing gemeld.
Er zijn gevallen gemeld van patiënten die met rasagiline en andere dopaminerge geneesmiddelen
werden behandeld en die tijdens de dagelijkse activiteiten in slaap vielen. Hoewel veel van deze
patiënten slaperigheid meldden tijdens gebruik van rasagiline met andere dopaminerge
geneesmiddelen, waren er ook sommigen die zeiden geen waarschuwingssignalen (zoals overmatige
sufheid) te krijgen en geloofden dat ze vlak vóór het voorval alert waren. Enkele van deze voorvallen
werden langer dan 1 jaar na de start van de behandeling gemeld.
Hallucinaties
De ziekte van Parkinson gaat gepaard met symptomen van hallucinaties en verwardheid. In
postmarketingonderzoek worden deze symptomen ook waargenomen bij Parkinson-patiënten die
behandeld worden met rasagiline.
Serotoninesyndroom
In klinisch onderzoek met rasagiline was gelijktijdig gebruik van fluoxetine of fluvoxamine met
rasagiline niet toegestaan, maar de volgende antidepressiva en doses waren wel toegestaan in de
rasagiline-onderzoeken: amitriptyline 50 mg/dag, trazodon 100 mg/dag, citalopram 20 mg/dag,
sertraline 100 mg/dag en paroxetine 30 mg/dag (zie rubriek 4.5).
In de postmarketingperiode zijn gevallen gemeld van mogelijk levensbedreigend serotoninesyndroom
met agitatie, verwardheid, rigiditeit, pyrexie en myoclonus bij patiënten die behandeld werden met
antidepressiva, meperidine, tramadol, methadon of propoxyfeen in combinatie met rasagiline.
De incidentie van huidmelanoom in placebogecontroleerde klinische studies was 2/380 (0,5%) in de
groep met rasagiline 1 mg als aanvulling op levodopatherapie vs. een incidentie van 1/388 (0,3%) in
de placebogroep. Tijdens de postmarketingperiode werden extra gevallen van kwaadaardige
melanomen gemeld. Deze meldingen werden in alle gevallen als ernstig beschouwd.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering

Symptomen
Symptomen die optraden na overdosering van rasagiline in doseringen van 3 mg tot 100 mg waren o.a.
hypomanie, hypertensieve crisis en serotoninesyndroom.
Een overdosering kan een significante remming van zowel MAO-A als MAO-B veroorzaken. In een
mono-dosis studie kregen gezonde vrijwilligers een dosering van 20 mg/dag en in een tiendaagse
studie kregen gezonde vrijwilligers een dosering van 10 mg/dag. Bijwerkingen waren mild tot matig
van aard en niet gerelateerd aan de behandeling met rasagiline. In een dosis escalatie studie met
patiënten die chronisch behandeld werden met levodopa en aanvullend werden behandeld met
10 mg/dag rasagiline, werden cardiovasculaire bijwerkingen (inclusief hypertensie en orthostatische
hypotensie) gemeld, welke verdwenen na staken van de behandeling. Deze symptomen kunnen lijken
op de symptomen die zijn gezien met niet-selectieve MAO remmers.
Behandeling
Er is geen specifiek antidotum bekend. In geval van overdosering, dienen patiënten te worden
gecontroleerd en moet adequate symptomatische en ondersteunende therapie worden ingesteld.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Anti-Parkinsonmiddelen, monoamine oxidase-B remmers,
ATC-code: N04BD02
Werkingsmechanisme
Rasagiline is gebleken een potente, irreversibele selectieve MAO-B remmer te zijn, welke een
toename van het extracellulaire dopamine concentraties in het striatum kan veroorzaken. De
verhoogde dopamine concentratie en de daarop volgende verhoogde dopaminerge activiteit zorgen
waarschijnlijk voor de gunstige effecten van rasagiline die zijn waargenomen in modellen voor
dopaminerge motor dysfunctie.
1-Aminoindan, is een belangrijke actieve metaboliet, en het is geen MAO-B remmer.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De doeltreffendheid van rasagiline is vastgesteld in drie onderzoeken: als monotherapie behandeling in
studie I en als aanvullende therapie bij levodopa in de studies II en III.
Monotherapie
(138 patiënten), rasagiline 1 mg/dag (134 patiënten) of rasagiline 2 mg/dag (132 patiënten) en werden
behandeld gedurende 26 weken, er was geen actieve vergelijking.
In dit onderzoek was het primaire meetpunt voor doeltreffendheid de verandering ten opzichte van
baseline voor de totale score van de 'Unified Parkinson´s Disease Rating Scale' (UPDRS, deel I-III).
Het verschil tussen de gemiddelde verandering vanaf baseline tot week 26/studiebeëindiging (LOCF,
Last Observation Carried Forward) was statistisch significant (UPDRS, deel I-III: voor rasagiline 1 mg
in vergelijking met placebo -4,2, 95% CI [-5,7, -2,7]; p<0,0001; voor rasagiline 2 mg in vergelijking
met placebo ­ 3,6, 95% CI [-5,0, -2,1]; p<0,0001), UPDRS motor, deel II: voor rasagiline 1 mg in
vergelijking met placebo -2,7, 95% CI [-3,87, -1,55], p<0,0001; voor rasagiline 2 mg in vergelijking
met placebo ­ 1,68, 95% CI [-2,85, -0,51], p=0,0050). Het effect was duidelijk, maar de effectgrootte
was matig voor de patiënten groep met milde ziekte. Er was een significant en gunstig effect op de
levenskwaliteit (gemeten met de PD-QUALIF schaal).
Aanvullende therapie
In studie II werden patiënten gerandomiseerd aangewezen om behandeld te worden met placebo
(229 patiënten), rasagiline 1 mg/dag (231 patiënten) of de catechol-O-methyl transferase (COMT)
remmer entacapon 200 mg in combinatie met geplande doseringen levodopa (LD)/decarboxylase
remmer (227 patiënten) en werden behandeld gedurende 18 weken. In studie III werden patiënten
gerandomiseerd aangewezen om behandeld te worden met placebo (159 patiënten), rasagiline
0,5 mg/dag (164 patiënten) of rasagiline 1 mg/dag (149 patiënten) en behandeld gedurende 26 weken.
In beide studies was het primaire meetpunt voor doeltreffendheid de verandering ten opzichte van de
baseline voor de behandelperiode als het gemiddelde aantal uren dat gedurende de dag werd
doorgebracht in de 'OFF'-fase (bepaald met behulp van '24-uurs' dagboeken voor thuis, die
gedurende 3 dagen voorafgaand aan ieder controle bezoek werden ingevuld).
In studie II was het gemiddelde verschil in het aantal uren dat werd doorgebracht in de 'OFF'-fase in
vergelijking met placebo -0,78 uur, 95% CI [-1,18, -0,39], p=0,0001. De gemiddelde totale dagelijkse
vermindering in tijd in de 'OFF'-fase was vergelijkbaar voor de entacapongroep (- 0,80 uur, 95% CI
[-1,20, -0,41], p<0,0001) en de rasagiline 1 mg groep. In studie III was het gemiddelde verschil in
vergelijking met placebo -0,94 uur, 95% CI [-1,36, -0,51], p<0,0001. Er was ook een statistisch
significante verbetering ten opzichte van placebo in de rasagiline 0,5 mg groep, echter deze
verbetering was minder groot. De robuustheid van de resultaten voor het primaire eindpunt werd
bevestigd in een serie additionele statistische modellen en werd aangetoond in drie cohorten (ITT, per
protocol en patiënten die de hele studie afmaakten).
De secundaire metingen voor doeltreffendheid omvatten globale beoordeling van verbetering door de
onderzoeker, Activities of Daily Living (ADL) subschaal scores tijdens de 'OFF' periode en UPDRS
motor scores tijdens de 'ON' periode. Rasagiline zorgde voor een statistisch significante verbetering
in vergelijking met placebo.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Rasagiline wordt snel geabsorbeerd, de piek plasma concentratie (Cmax) wordt na ongeveer 0,5 uur
bereikt. De absolute biologische beschikbaarheid van een enkelvoudige rasagiline dosering is ongeveer
36%. Voedsel heeft geen invloed op de Tmax van rasagiline, hoewel de Cmax en blootstelling (AUC)
worden verminderd met respectievelijk ongeveer 60% en 20% indien het product wordt ingenomen bij
een maaltijd met veel vet. Omdat de AUC niet substantieel wordt beïnvloed, kan rasagiline zowel met
als zonder voedsel worden ingenomen.
Distributie
Het gemiddelde verdelingsvolume na een enkelvoudige intraveneuze dosis rasagiline is 243 l. De
plasma eiwitbinding na een enkelvoudige orale dosering 14C-gelabeld rasagiline is ongeveer
60 tot 70%.

Rasagiline wordt bijna volledig gemetaboliseerd in de lever voorafgaand aan uitscheiding. Het
metabolisme van rasagiline verloopt via twee belangrijke routes: N-dealkylering en/of hydroxylatie
met de vorming van: 1-aminoindan, 3-hydroxy-N-propargyl-1 aminoindan en 3-hydroxy-1-
aminoindan. In vitro experimenten wijzen uit dat beide routes voor rasagiline metabolisme afhankelijk
zijn van het cytochroom P450 systeem, met CYP1A2 als het belangrijkste iso-enzym dat betrokken is
bij het metabolisme van rasagiline. Conjugatie van rasagiline en zijn metabolieten bleek eveneens een
belangrijke eliminatie route, waarbij glucuroniden werden gevormd. Ex vivo en in vitro experimenten
tonen aan dat rasagiline geen remmer noch inductor is van belangrijke CYP450-enzymen (zie
rubriek 4.5).
Eliminatie
Na orale toediening van 14C-gemerkt rasagiline verliep de eliminatie in de eerste plaats via de urine
(62,6%) en in de tweede plaats via de feces (21,8%), waarbij 84,4% van de dosis werd teruggevonden
na een periode van 38 dagen. Minder dan 1% rasagiline wordt onveranderd uitgescheiden in de urine.
Lineariteit/non-lineariteit
De farmacokinetiek van rasagiline is lineair met de dosering bij doseringen tussen 0,5 en 2 mg bij
patiënten met de ziekte van Parkinson. De terminale halfwaardetijd is 0,6-2 uur.
Verminderde leverfunctie
Bij personen met licht verminderde leverfunctie, waren de AUC en Cmax verhoogd met respectievelijk
80% en 38%. Bij personen met matig verminderde leverfunctie, waren de AUC en Cmax verhoogd met
respectievelijk 568% en 83% (zie rubriek 4.4).
Verminderde nierfunctie
De farmacokinetische eigenschappen van rasagiline bij personen met milde (CLcr 50-80 ml/min) en
matig (CLcr 30-49 ml/min) verminderde nierfunctie waren vergelijkbaar met die in gezonde personen.
Ouderen
Leeftijd heeft weinig invloed op de farmacokinetiek van rasagiline bij ouderen (> 65 jaar) (zie
rubriek 4.2).

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
Rasagiline vertoonde geen genotoxische potentie in vivo, noch in verschillende in vitro systemen met
bacteriën of hepatocyten. In de aanwezigheid van metabolische activiteit veroorzaakte rasagiline een
toename van chromosomale afwijkingen bij concentraties met buitensporige cytotoxiciteit welke
onbereikbaar zijn bij de klinische gebruiksvoorwaarden.
Rasagiline was niet carcinogeen bij ratten bij een systemische blootstelling, 84-339 maal de te
verwachten plasmaspiegels bij de mens bij 1 mg/dag. Bij muizen werden hogere incidenties van
gecombineerd broncheolair/alveolair adenomen en/of carcinomen gevonden bij een systemische
blootstelling, 144-213 maal de te verwachten plasmaspiegels bij de mens bij 1 mg/dag.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Mannitol
Maïszetmeel
Gepregelatiniseerd maïszetmeel
Watervrij colloïdaal silica
Stearinezuur
Talk

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid
Blisters: 3 jaar
Flacons: 3 jaar

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking

Blisters
Aluminium/aluminium blisterverpakking met 7, 10, 28, 30, 100 of 112 tabletten.
Flacons
Witte, hoge dichtheids-polyethyleen flacon met of zonder kindveilige sluiting met 30 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/304/001-07
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning:
21 februari 2005
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu

BIJLAGE II

A. FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK

C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE

HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN

VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Teva Pharmaceuticals Europe B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Pliva Croatia Ltd.
Prilaz baruna Filipovica 25
10000 Zagreb
Kroatië
Teva Operations Poland Sp.z o.o.
ul. Mogilska 80,
31-546 Krakow,
Polen
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.

Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
· op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
· steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER



A. ETIKETTERING


DOOS VOOR BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
AZILECT 1 mg tabletten
rasagiline
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Elke tablet bevat 1 mg rasagiline (als mesilaat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
7 tabletten
10 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
100 tabletten
112 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/304/001
EU/1/04/304/002
EU/1/04/304/003
EU/1/04/304/004
EU/1/04/304/005
EU/1/04/304/006
13. PARTIJNUMMER
Charge
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
AZILECT
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:

WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
AZILECT 1 mg tabletten
rasagiline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Teva B.V.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge


5.
OVERIGE




DOOS VOOR FLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
AZILECT 1 mg tabletten
rasagiline
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDEL(EN)
Elke tablet bevat 1 mg rasagiline (als mesilaat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
30 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/304/007
13. PARTIJNUMMER
Charge
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
AZILECT
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:

ETIKET FLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
AZILECT 1 mg tabletten
rasagiline
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDEL(EN)
Elke tablet bevat 1 mg rasagiline (als mesilaat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
30 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik.
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/304/007
13. PARTIJNUMMER
Charge
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS


B. BIJSLUITER

AZILECT 1 mg tabletten
rasagiline

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is AZILECT en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is AZILECT en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
AZILECT bevat de werkzame stof rasagiline en wordt gebruikt voor de behandeling van de ziekte van
Parkinson bij volwassenen. Het kan worden gebruikt met of zonder levodopa (een ander geneesmiddel
dat gebruikt wordt bij de ziekte van Parkinson).
Bij de ziekte van Parkinson is er een verlies aan cellen die dopamine aanmaken in de hersenen.
Dopamine is een chemische stof in de hersenen die zorgt voor controle van bewegingen. AZILECT
zorgt voor een toename en het behoud van de hoeveelheid dopamine in de hersenen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U heeft ernstige leverproblemen.
Neem onderstaande geneesmiddelen niet in tijdens uw behandeling met AZILECT:
-
Monoamineoxidase (MAO) remmers (bijv. voor de behandeling van depressie of de ziekte van
Parkinson, of een andere indicatie. Hiertoe kunnen ook medicinale en natuur producten behoren
die u zonder voorschrift van de arts kunt verkrijgen zoals bijvoorbeeld Sint-Janskruid).
-
Pethidine (een sterke pijnstiller).
U dient minstens 14 dagen na het staken van de behandeling met AZILECT te wachten voor u start
met een behandeling met MAO remmers of pethidine.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
-
Als u leverproblemen heeft.
-
U dient uw arts te raadplegen als u verdachte huidveranderingen waarneemt. Een behandeling
met dit middel leidt mogelijk tot een verhoogd risico op huidkanker.
Vertel het uw arts wanneer u of uw familie/verzorger merkt dat u ongewoon gedrag ontwikkelt waarbij
u geen weerstand kunt bieden aan de impuls, drang of verleiding om dingen te doen die uzelf of
genoemd. Bij patiënten die AZILECT en/of andere geneesmiddelen voor de behandeling van de ziekte
van Parkinson innemen, kan dit gedrag bestaan uit onder andere dwanghandelingen, dwanggedachten,
gokverslaving, overmatig geld uitgeven, impulsief gedrag en een abnormaal grote behoefte aan seks of
een toename van seksuele gedachten of gevoelens. Het kan nodig zijn dat uw arts uw dosering aanpast
of stopzet (zie rubriek 4).
AZILECT kan sufheid veroorzaken en kan ertoe leiden dat u tijdens de activiteiten overdag plotseling
in slaap valt, met name als u andere dopaminerge geneesmiddelen (gebruikt voor de behandeling van
de ziekte van Parkinson) inneemt. Zie de rubriek over rijvaardigheid en het gebruik van machines voor
meer informatie.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is geen zinvolle toepassing van AZILECT bij kinderen en jongeren tot 18 jaar. Daarom is
AZILECT niet aanbevolen voor gebruik door personen jonger dan 18 jaar.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Neemt u naast AZILECT nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts
of apotheker.
Vertel het uw arts met name als u een van de onderstaande geneesmiddelen inneemt:
-
Bepaalde antidepressiva (selectieve serotonine heropname remmers, selectieve serotonine-
noradrenaline heropname remmers, tricyclische of tetracyclische antidepressiva)
-
Het antibioticum ciprofloxacine wat gebruikt wordt voor de behandeling van infecties,
-
Het hoest onderdrukkende middel dextromethorfan
-
Sympathicomimetica welke aanwezig zijn in oogdruppels, slijmoplossende middelen voor het
neusslijmvlies die via de neus en mond worden ingenomen en medicijnen bij verkoudheid die
efedrine of pseudo-efedrine bevatten.
Het gebruik van AZILECT gelijktijdig met antidepressiva die fluoxetine of fluvoxamine bevatten dient
vermeden te worden.
U dient minstens vijf weken te wachten na het staken van de behandeling met fluoxetine voordat u met
de behandeling met AZILECT gaat beginnen.
U dient minstens 14 dagen na het staken van de behandeling met AZILECT te wachten voordat u
begint met de behandeling met fluoxetine of fluvoxamine.
Rookt u of bent u van plan om te stoppen met roken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Door roken
kan de hoeveelheid AZILECT in het bloed verminderen.

Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid

Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
U mag AZILECT niet innemen als u zwanger bent, omdat de effecten van AZILECT op een
zwangerschap en op het ongeboren kind niet bekend zijn.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Vraag uw arts om advies voordat u gaat autorijden of machines gaat bedienen, omdat zowel de ziekte
van Parkinson zelf als de behandeling met AZILECT van invloed kan zijn op uw vermogen hiertoe.
Door AZILECT kunt u zich duizelig of suf voelen; het kan ook episoden van plotseling in slaap vallen
veroorzaken.
De kans hierop kan groter zijn als u andere geneesmiddelen inneemt voor de behandeling van de
symptomen van uw ziekte van Parkinson, of als u geneesmiddelen inneemt die u suf kunnen maken, of
als u alcohol gebruikt tijdens gebruik van AZILECT. Als u last heeft gehad van slaperigheid en/of
episoden van plotseling in slaap vallen vóór of tijdens gebruik van AZILECT, mag u geen voertuig
besturen of machines bedienen (zie rubriek 2).

Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen dosering van AZILECT is een tablet van 1 mg eenmaal per dag via de mond in te
nemen. AZILECT kan met of zonder voedsel ingenomen worden.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Indien u denkt dat u teveel AZILECT tabletten heeft ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op
met uw arts of apotheker. Neem het AZILECT doosje/blisterverpakking of flacon mee om aan uw arts
of apotheker te laten zien.
Symptomen die gemeld zijn na overdosering van AZILECT omvatten een licht euforische stemming
(lichte vorm van manie), uitermate hoge bloeddruk en serotoninesyndroom (zie rubriek 4).

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Neem gewoon de volgende dosis,
wanneer het tijd is om deze in te nemen.

Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van AZILECT zonder overleg met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.

Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u een van de volgende symptomen opmerkt. U heeft
mogelijk dringend medisch advies of een medische behandeling nodig:
- Als u ongebruikelijk gedrag ontwikkelt zoals dwanghandelingen, dwanggedachten,
gokverslaving, overmatig koopgedrag of geld uitgeven, impulsief gedrag en een abnormaal grote
behoefte aan seks of een toename van seksuele gedachten (stoornissen in de impulsbeheersing)
(zie rubriek 2).
- Als u dingen ziet of hoort die er niet zijn (hallucinaties).
- Een combinatie van hallucinaties, koorts, rusteloosheid, tremor en zweten
(serotoninesyndroom).

Neem contact op met uw arts als u verdachte veranderingen in uw huid opmerkt, omdat er een
verhoogde kans op huidkanker (melanoom) bestaat bij het gebruik van dit geneesmiddel (zie
rubriek 2).
Andere bijwerkingen
Zeer vaak (treft mogelijk meer dan 1 op de 10 personen)
-
Onwillekeurige bewegingen (dyskinesie)
-
Hoofdpijn
Vaak (treft mogelijk maximaal 1 op de 10 personen)
-
Buikpijn
-
Vallen
-
Allergie
Koorts
-
Griep (influenza)
-
Algemeen gevoel van onwelzijn (malaise)
-
Nekpijn
-
Pijn op de borst (angina pectoris)
-
Lage bloeddruk bij het opstaan met symptomen zoals duizeligheid/licht gevoel in het hoofd
(orthostatische hypotensie)
-
Verlies aan eetlust
-
Constipatie
-
Droge mond
-
Misselijkheid en braken
-
Winderigheid (flatulentie)
-
Abnormale uitslagen van bloedtesten (leukopenie)
-
Gewrichtspijn (artralgie)
-
Skeletspierpijn
-
Gewrichtsontsteking (artritis)
-
Gevoelloosheid en spierzwakte van de hand (carpaal tunnel syndroom)
-
Gewichtsverlies
-
Abnormale dromen
-
Moeilijkheden met de coördinatie van de spieren (evenwichtsstoornissen)
-
Depressie
-
Duizeligheid (vertigo)
-
Verlengde spiercontracties (dystonie)
-
Loopneus (ontsteking van het neusslijmvlies)
-
Irritatie van de huid (dermatitis)
-
Huiduitslag
-
Rooddoorlopen ogen (conjunctivitis)
-
Sterke drang tot urineren
Soms (treft mogelijk maximaal 1 op de 100 personen)
-
Beroerte (cerebrovasculair accident)
-
Hartinfarct (myocardinfarct)
-
Blaasjesachtige huiduitslag (vesicobulleuze uitslag)
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
-
Verhoogde bloeddruk
-
Overmatige sufheid
-
Plotseling in slaap vallen

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos,
flacon of blister na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C.
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is rasagiline. Elke tablet bevat 1 mg rasagiline (als mesilaat).
- De andere stoffen in dit middel zijn mannitol, watervrij colloïdaal silica, maïszetmeel,
gepregelatineerd maïszetmeel, stearinezuur, talk.

Hoe ziet AZILECT eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
AZILECT tabletten zijn witte tot gebroken witte, ronde, platte, afgekante tabletten, met aan de ene
kant van de tablet de inscripties 'GIL' en daaronder '1' en glad aan de andere kant.
De tabletten zijn beschikbaar in blisterverpakkingen met 7, 10, 28, 30, 100 of 112 tabletten of in een
flacon met 30 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen

Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland

Fabrikanten
Teva Pharmaceuticals Europe B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Pliva Croatia Ltd.
Prilaz baruna Filipovica 25
10000 Zagreb
Kroatië
Teva Operations Poland Sp.z o.o.
ul. Mogilska 80,
31-546 Krakow,
Polen
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:

België/Belgique/Belgien
Lietuva
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
UAB Teva Baltics
Tél/Tel: +32 38207373
Tel: +370 52660203


Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Te: +359 24899585
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 38207373

Magyarország
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +420 251007111
Tel: +36 12886400

Danmark
Malta
Teva Denmark A/S
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tlf: +45 44985511
L-Irlanda
Tel: +44 2075407117

Deutschland
Nederland
TEVA GmbH
Teva Nederland B.V.
Tel: +49 73140208
Tel: +31 8000228400

Eesti
Norge
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Teva Norway AS
Tel: +372 6610801
Tlf: +47 66775590


Österreich
Specifar A.B.E.E.
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
: +30 2118805000
Tel: +43 1970070

España
Polska
Teva Pharma, S.L.U.
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 913873280
Tel: +48 223459300


France
Portugal
Teva Santé
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tél: +33 155917800
Tel: +351 214767550


Hrvatska
România
Pliva Hrvatska d.o.o.
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +385 13720000
Tel: +40 212306524


Ireland
Slovenija
Teva Pharmaceuticals Ireland
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +44 2075407117
Tel: +386 15890390


Ísland
Slovenská republika
Teva Pharma Iceland ehf.
TEVA Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Sími: +354 5503300
Tel: +421 257267911


Italia
Suomi/Finland
Teva Italia S.r.l.
Teva Finland Oy
Tel: +39 028917981
Puh/Tel: +358 201805900


Sverige
Specifar A.B.E.E.
Teva Sweden AB
Tel: +46 42121100
: +30 2118805000

Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
UAB Teva Baltics filile Latvij
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +371 67323666
Ireland
Tel: +44 2075407117


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {maand JJJJ}.

Heb je dit medicijn gebruikt? Azilect 1 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Azilect 1 mg te vormen.

Deel je ervaring met Azilect 1 mg

  • Ik neem dit medicijn wegens
    Parkinson
    Mijn ervaring
    Heb het 3 maanden genomen, na de eerste 6 weken,aanhoudende zeurende hoofdpijn, nam daar pijnstillers voor, hoofdpijn was ondraaglijk. Voelde mij niet minder stijf, klachten bleven...gestopt na advies neuroloog.
    Ik ervaar deze bijwerkingen
    Hoofdpijn!
Bekijk alle beoordelingen

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG